
Met de aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt is steeds meer arbeidspotentieel benut. Bovendien daalt het aandeel niet-werkenden met een goede gezondheid dat mogelijk inzetbaar is.
Uit de Enquête Beroepsbevolking van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat het aantal niet-werkenden met een (zeer) slechte ervaren gezondheid steeg van 548.000 tot 616.000 tussen 2021 en 2024 (figuur). Zeven op de tien van hen gaven aan dat ze vanwege ziekte of arbeidsongeschiktheid niet naar werk zoeken en daarvoor ook niet beschikbaar zijn. Het aantal niet-werkenden met een (zeer) goede gezondheid daalde daarentegen van 2,3 miljoen naar 1,9 miljoen.
Bovendien kunnen de niet-werkenden met een (zeer) goede gezondheid ook om andere redenen niet beschikbaar zijn voor werk. Ruim 900.000 van hen gaven aan niet (meer) te werken vanwege hoge leeftijd in 2024. Nog ruim 200.000 van hen werkten niet vanwege een opleiding of studie en bijna 200.000 van hen werkten niet vanwege zorg voor het gezin of huishouden. In 2024 waren er 459.000 niet-werkenden met een goede gezondheid wel op zoek naar werk en/of beschikbaar. In 2021 waren dat er nog 545.000.
Ook voor de hele bevolking (werkenden en niet-werkenden) van 15 tot 75 jaar daalde het percentage personen met een (zeer) goede ervaren gezondheid na 2021. Uit cijfers van de Gezondheidsenquête van het CBS blijkt dat deze algehele daling volgt op een kortstondige opleving van de ervaren gezondheid in het begin van de coronaperiode in 2020 en 2021. Daarvoor was er ook al een dalende trend in de ervaren gezondheid van de bevolking van Nederland.
Auteur
Categorieën