■ Toep van Dijk en Jesper Hanson (Ministerie van Financiën)
Het Stabiliteits- en Groeipact (SGP), waarin de Europese begrotingsregels zijn vastgelegd, bestaat uit een correctieve en preventieve arm. De correctieve arm is gericht op de afbouw van tekorten boven de drie procent en schulden boven de zestig procent van het bruto binnenlands product (bbp). De preventieve arm, die geldt voor lidstaten die niet onderhevig zijn aan de correctieve arm, richt zich op het structurele begrotingssaldo. Dit saldo is gecorrigeerd is voor conjunctuurschommelingen en eenmalige uitgaven en inkomsten, om rekening te houden met de werking van automatische stabilisatoren in nationale begrotingen.
Na het ontslag van het Verenigd Koninkrijk uit de correctieve arm eind 2017 zitten er met Frankrijk en Spanje nog twee EU-lidstaten in. Op het hoogtepunt van de crisis, in 2012, waren dat er drieëntwintig. De preventieve arm wordt dus voor steeds meer lidstaten het relevante begrotingskompas.
De preventieve arm schrijft voor dat lidstaten dienen te voldoen aan een middellangetermijndoelstelling (medium term objective, MTO) of daar voldoende snel naartoe te bewegen. De middellangetermijndoelstelling is het gewenste structurele begrotingssaldo op de middellange termijn, en verschilt per lidstaat. Dat komt doordat de middellangetermijndoelstelling onder meer afhankelijk is van de omvang van de overheidsschuld en demografische ontwikkelingen. De minimale middellangetermijndoelstelling is een structureel tekort van 1,0 procent van het bbp.
Sinds 2010 zijn er in veel lidstaten serieuze inspanningen geleverd om het structurele begrotingstekort terug te dringen, maar sommige landen zijn nog ver van de middellangetermijndoelstelling verwijderd (figuur). Nederland had in 2017 een structureel overschot en voldeed daarmee wel aan de middellangetermijndoelstelling van −0,5 procent van het bbp.
Juist tijdens de huidige gunstige conjuncturele ontwikkeling is het belangrijk dat lidstaten stappen zetten richting hun middellangetermijndoelstelling. Indien lidstaten daaraan voldoen bouwen ze in goede tijden immers buffers op, waarmee ruimte ontstaat voor de inzet van automatische stabilisatoren tijdens een volgende conjuncturele neergang.
Auteurs
Categorieën