De verkiezing van Donald Trump als president van de Verenigde Staten creëert onzekerheid voor opkomende markten. Niet alleen vanwege de aangekondigde protectionistische maatregelen, maar ook door het plan om de Amerikaanse economie fiscaal te stimuleren. De kanalen waardoor economieën geraakt kunnen worden zijn via de rente, wisselkoers, handel en grondstoffenprijzen.
Het Trump-effect op de handel en grondstoffen is nog onduidelijk en hangt af van de mate waarin de retoriek in praktijk zal worden gebracht. Zeker is dat hoe meer protectionistische plannen worden doorgevoerd, des te groter de negatieve impact is. Daarentegen kan het Trump-effect voor grondstoffen exporterende landen positief uitvallen door het opwaartse prijseffect van de toename in infrastructurele bestedingen. Het effect daarvan is onduidelijk vanwege het kleine aandeel van de VS in deze grondstoffenmarkten.
Onmiddellijk zichtbaar daarentegen is het Trump-effect op de financieringskosten van opkomende landen die in buitenlandse valuta lenen. Dit effect trad meteen op na de verkiezing van Trump, ruim voordat de Amerikaanse centrale bank de rente verhoogde (medio december), en is duidelijk zichtbaar in de Amerikaanse renteverwachtingen. Door de geplande fiscale stimulering zullen de Amerikaanse economische groei en de inflatie hoger uitvallen en zal de normalisering van het Amerikaanse monetaire beleid naar verwachting sneller verlopen dan aanvankelijk gedacht. Hierdoor is de Amerikaanse yieldcurve over de gehele linie opwaarts verschoven. Dit bracht een kapitaalstroom op gang vanuit de opkomende markten naar de VS, waardoor de munten van de opkomende landen deprecieerden. Door de hogere renteniveaus en de depreciatie stijgen de financieringskosten van entiteiten die in dollars hebben geleend. Meest kwetsbaar zijn landen met een hoge externe financieringsbehoefte, sterke afhankelijkheid van portefeuillebeleggingen en lage buffers. Dit zijn Turkije, Zuid-Afrika en Argentinië.