Ga direct naar de content

Rol van het IMF vergroot

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 29 2009

Om de effecten van de crisis te bestrijden en de kans op
toekomstige crises te verkleinen, sturen leiders van de G20
aan op een nieuwe mondiale financiële architectuur. Het
IMF speelt hierin een belangrijkere rol dan voorheen.

D

e wereldeconomie ondergaat de heftigste
crisis sinds de Tweede Wereldoorlog. In
rijkere landen is de krimp van het bbp het
grootst, maar ook opkomende ­ conomieën
e
worden hard geraakt via een daling van de
k
­ apitaalinstroom en exportgroei. Een aantal kampt
met een betalingsbalanstekort. Als reactie hierop
heeft het IMF in kort tijdsbestek een ­ lordige 145
s
miljard dollar aan kredieten uitgezet. Om de effecten
van de crisis te bestrijden en de kans op toekomstige
crises te verkleinen, sturen leiders van de G20 aan
op een nieuwe mondiale financiële architectuur.
Hierbij is een belangrijkere rol voor het IMF weggelegd, om de internationale financiële stabiliteit te
bewaken.

Meer financiële slagkracht

Edwin Lambregts
Adviseur Nederlandse
b
­ ewindvoerder bij het IMF

Om deze nieuwe rol van het IMF kracht bij te zetten,
heeft de G20 opgeroepen tot een flinke verhoging
van de financiële middelen. De eigen middelen van
het IMF slinken in rap tempo; begin mei bedroeg de
beschikbare liquiditeit nog 32 miljard SDRs, ofwel
ruim 47 miljard dollar (figuur 1).
Om te voorkomen dat het IMF straks zonder geld
zit, is besloten de financiële middelen uit te breiden
met vijfhonderd miljard dollar. De helft hiervan
zullen crediteurlanden op korte termijn verstrekken
via bilaterale kredietlijnen. Japan heeft inmiddels
honderd miljard dollar beschikbaar gesteld, waarop
het IMF al een beroep kan doen. De EU heeft
eenzelfde bedrag toegezegd, waarvan Nederland een
kleine zeven miljard dollar voor zijn rekening neemt.
Het idee is dat deze en andere toezeggingen uiteindelijk opgaan in het bestaande leenarrangement van
het IMF, het New Arrangement to Borrow. Het is de
bedoeling dit leenarrangement in de nabije toekomst
uit te breiden met grotere opkomende economieën,
zoals China en India, en ook flexibeler te maken.
Op dit arrangement kan het IMF dan een beroep
doen als het eigen kapitaal ontoereikend is. Naast
de verhoging van de middelen voor het IMF zullen
landen zelf meer mogelijkheden krijgen aan harde
valuta te komen, omdat de G20 haar steun heeft
uitgesproken voor de uitgifte van 250 miljard dollar
aan SDR’s. Anders dan een valuta of een claim op
het IMF, is de SDR een potentiële claim op de harde

valuta van IMF-leden. Tegen een vergoeding in de
vorm van de SDR-rente kunnen centrale banken in
de landen deze SDR’s inruilen tegen bijvoorbeeld
dollars of euro’s in geval van een tekort aan buitenlandse valuta. Overigens is het IMF verplicht
deze SDR’s over landen te verdelen op basis van
hun quota (eigen inleg) in het IMF, zodat de rijkere
landen het gros van de SDR’s krijgen toebedeeld. Bij
goedkeuring van het plan krijgt Nederland ongeveer
zes miljard dollar aan SDR’s extra. Om liquiditeit
te krijgen waar het nodig is, zal de uitgifte alleen
werken als landen bereid zijn hun SDR’s te verhandelen. Momenteel werkt het IMF aan een voorstel
om de handel in SDR’s in goede banen te leiden.

Een flexibeler kredietraamwerk
Meer financiële slagkracht van het IMF is niet
vol­ oende om landen uit de problemen te helpen.
d
Onder welke voorwaarden het IMF de leningen
verstrekt is ook relevant. Onder het oude krediet­
raamwerk werd het steeds lastiger tegemoet te
komen aan de uiteenlopende en steeds grotere
behoeften van landen. Een aantal landen zag in het
raamwerk een reden om zelf grote valutareserves op
te bouwen. In hun ogen was dit een betere verzeke­
ring tegen een crisis dan te gaan naar het IMF, dat
pas uitkeert als de nood aan de man is, en daar
soms knellende condities aan verbindt, zoals flinke
bezuinigingen op de overheidsuitgaven. Of deze
kritiek terecht is of niet, aan zelfverzekerering kleeft
een aantal nadelen, zoals handelsverstoringen en
financiële onevenwichtigheden in en tussen landen
(Mohanty en Turner, 2006). Zo zijn er ­ anwijzingen
a
dat grootschalige aankopen van dollaractiva door
Aziatische centrale banken de rentes in de Verenigde
Staten kunstmatig laag hebben gehouden, en
daarmee hebben bijgedragen aan de kredietbubbel
in dat land (Warnock en Warnock, 2006). Om het
Figuur 1

Liquiditeit IMF onder druk (in miljarden
SDR’s1).

140
120
Argentinië, Brazilië en Turkije

100
80
60

Aziëcrisis

Kredietcrisis

40
20

Quotaverhoging

0
‘94 kw1
1

‘96 kw3

‘99 kw1

‘01 kw3

‘04 kw1

‘06 kw3

‘09 kw1

De Special Drawings Right (SDR) is een rekeneenheid die het IMF in
zijn transacties hanteert. De waarde van de SDR fluctueert en is een
gewogen mandje van dollars, euro’s, yens en ponden.

Bron: IMF

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

ESB

94(4561) 29 mei 2009

333

internationaal

Rol van het IMF vergroot

IMF voor meer landen relevant te maken is het kredietraamwerk eenvoudiger
en flexibeler gemaakt. Het gros van de speciale kredietfaciliteiten verdwijnt.
Voortaan zal het Stand-By Arrangement (SBA), het meest gangbare krediet van
het IMF, voor nagenoeg alle typen betalingsbalansproblemen worden ingezet. Het
SBA kent een looptijd van maximaal drie jaar en dient binnen vijf jaar te worden
terugbetaald. Bovendien is de toeganglimiet tot deze faciliteit verdubbeld tot zes
keer de eigen inleg van een land in het aandelenkapitaal van het IMF. Door de
toegenomen omvang van de grensoverschrijdende kapitaalstromen was de oude
toegangslimiet dikwijls niet toereikend om landen met een betalingsbalanstekort
te helpen. Verder is de kostenstructuur van leningen versimpeld. Het IMF brengt
nog maar één renteopslag van tweehonderd basispunten in rekening als landen
meer krediet opnemen dan drie keer hun inleg in het IMF. Bij een lager krediet
betalen landen alleen de basisrente, die momenteel 1,5 procent bedraagt. Om
landen aan te moedigen op tijd aan het IMF terug te betalen is een ­ rijsprikkel
p
ingebouwd. Indien het krediet na drie jaar nog steeds hoger ligt dan drie keer de
eigen inleg in het IMF, zal het land honderd basispunten extra moeten betalen.
Krediet van het IMF is in beginsel conditioneel. Dat wil zeggen dat landen
krediet krijgen op voorwaarde dat ze aan bepaalde beleidseisen voldoen.
Gefaseerde kredietverlening op basis van condities blijft wenselijk, zeker als
betalingsbalansproblemen zijn ontstaan door verkeerd beleid in het land. Deze
condities helpen het vertrouwen te herstellen en geven het IMF zekerheid dat
het krediet te zijner tijd kan worden terugbetaald. Maar dat neemt niet weg dat
er ruimte is de eisen meer af te stemmen op land-specifieke omstandigheden en
ze voor goed presterende landen minder bemoeierig te maken. Voor landen die
door toedoen van eigen beleidsfouten te maken krijgen met kapitaalvlucht zijn
de eisen bijvoorbeeld ambitieuzer dan voor landen die zich geconfronteerd zien
met een plotselinge omslag in risicoperceptie van investeerders zonder fouten
te hebben gemaakt. De gedachte is dat met maatwerk landen wat eerder naar
het IMF komen. Nu wachten zij daar vaak te lang mee, waardoor de schade van
kapitaalvlucht moeilijker is te herstellen.
Nog beter dan een crisis te bestrijden is deze te voorkomen. Onderzoek toont
aan dat IMF-leningen kunnen helpen het risico van een crisis te verkleinen, met
uitzondering van die landen die erg kwetsbaar zijn (IMF, 2008). Nederland heeft
binnen het IMF jarenlang gepleit voor preventieve kredietfaciliteiten, waarbij
landen uit voorzorg toegang tot IMF-krediet krijgen, zonder ze te verplichten dit
meteen op te nemen. Het IMF gaat dit krediet voortaan meer aanbieden, en voor
landen met een sterk beleid is een nieuwe flexibele kredietlijn opgezet. Hierop
kunnen landen trekken zonder dat ze daarvoor elk kwartaal aan bepaalde condities moeten voldoen. Mexico, Polen en Colombia hebben onlangs een kredietlijn
gekregen. Bij alle drie waren de marktreacties positief, getuige de daling van de
risicopremies op staatsschuld en de appreciatie van de wisselkoers. De looptijd
van deze nieuwe kredietlijn is vastgesteld op een half jaar, maar is verlengbaar,
mits landen goed beleid blijven voeren. Preventief krediet is niet gratis. Landen
moeten een heffing betalen, die oploopt met de hoogte van de toegang.

Meer legitieme bestuurlijke verhoudingen
Bij een prominenter IMF hoort een bestuur dat de
economische krachtverhoudingen in de wereld adequaat weerspiegelt (Kremers en Schilperoort, 2007).
Perceptie is dat West-Europeanen en Amerikanen
de dienst uitmaken binnen het IMF, maar zich niet
altijd aan IMF-adviezen houden. Dit beeld ondermijnt het gezag van het IMF. Om deze perceptie om
te buigen, is een aantal stappen wenselijk; hieraan
wordt de komende twee jaar gewerkt. In de eerste
plaats zal er een open en transparante selectieprocedure moeten komen voor het management van
het IMF. Iedere geschikte kandidaat moet een kans
kunnen maken op de post van Managing Director,
en niet alleen die uit een groot West-Europees land.
Ten tweede zal het IMF de besluitvormingsprocedures moeten vereenvoudigen. Nu is voor het nemen
van belangrijke beslissingen 85 procent van de
stemmen nodig, waardoor de Verenigde Staten een
veto hebben. Ten derde dient de opkomst van landen
als China en India tot uitdrukking te komen in meer
zeggenschap binnen het IMF. Bij meer zeggenschap
hoort een grotere financiële verantwoordelijkheid. Nu
dragen Europese landen nog voor meer dan veertig
procent bij aan IMF-leningen. Deze last zal meer
terecht komen bij opkomende economieën met een
sterke externe positie.

Tot slot
De contouren van een nieuwe financiële architectuur
worden zichtbaar. Het IMF krijgt een grotere rol in
crisisbestrijding. Een versterking van het multilaterale raamwerk vergroot de kans op consistent beleid
en verkleint het risico dat stappen van individuele
landen nadelig uitpakken voor andere landen. Een
sterker IMF in een op regels gebaseerd internationaal financieel systeem was het beeld dat de oprichters van het IMF in 1944 voor ogen hadden. Het
is van belang in de toekomst aan deze visie vast te
houden.

Scherpere surveillance
Behalve door tijdige toegang tot financiële hulp te bieden, kan het IMF helpen
crises te voorkomen via surveillance en advies. De G20 wil ook op dit terrein de
rol van het IMF versterkt zien. Momenteel werk het IMF aan een early warning
system, met als doel kwetsbaarheden in economieën sneller op te sporen. Het IMF
zal met de uitkomsten van deze exercitie in de consultaties meer nadruk leggen op
de financiële sector, het toezicht hierop en de relaties met het macrobeleid. Focus
komt vooral te liggen op economieën met grote financiele systemen en veel grensoverschrijdend kapitaalverkeer. Effectiviteit van advies is niet alleen afhankelijk
van de kwaliteit ervan. Landen moeten open staan voor het advies en er iets mee
willen doen. Tot voor kort weigerden de Verenigde Staten bijvoorbeeld hun financiële sector door het IMF door te laten lichten. China stond het niet toe dat het
IMF een oordeel velde over zijn wisselkoersbeleid. Door de crisis zijn grote landen
wat bescheidener geworden. Zo hebben alle landen van de G20 zich gecommitteerd aan een grondige financiële sectorevaluatie. Het IMF gaat voortaan explicieter naar buiten brengen of landen wel of niet iets met het IMF-advies doen.

334

ESB

94(4561) 29 mei 2009

Literatuur
Mohanty, M. en P. Turner (2006) Foreign exchange reserve accumu­
lation in emerging markets: what are the domestic implications? BIS
Quarterly review september 2006. Basel: BIS.
IMF (2008) IMF support and crisis prevention. IMF Occasional
Paper 262. Washington D.C.: IMF.
Kremers, J. en W. Schilperoort (2007) Het IMF in de steigers.
ESB, 92(4515), 456–458.
Warnock, F. en V. Warnock (2006) International capital f lows and
US interest rates. NBER werkdocument nr 12560. Cambridge,
Mass.: NBER.

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

Auteur