Uwe Thümmel, promovendus aan het Tinbergen Instituut, won in april tijdens de jaarlijkse academische conferentie van het CESifo de ‘affiliate award’ voor zijn onderzoek naar de belasting op robots. Reden voor een interview.
Hoe kom je in aanmerking voor zo’n prijs?
“Om de conferentie van het CESifo bij te wonen, moet je als jonge onderzoeker eerst worden voorgedragen voor lidmaatschap. Dit heeft mijn begeleider Bas Jacobs voor mij gedaan. De voor lidmaatschap voorgedragen onderzoekers dingen vervolgens mee voor de ‘affiliate award’ tijdens de conferentie.”
Wat is het voordeel van lidmaatschap?
“Als je bent voorgedragen, wordt je automatisch lid van het netwerk. Dit biedt mooie mogelijkheden: het CESifo organiseert regelmatig thematische conferenties, waar je mensen ontmoet en interessante discussies kan voeren. Op mijn vakgebied, public economics, zijn in het netwerk zeer vooraanstaande academici actief. Bij grote conferenties die veel verschillende onderzoeksrichtingen behandelen, is het vanwege de brede opzet vaak lastiger om dit contact te leggen. Daarnaast is er de CESifo Working Paper Series, waartoe je toegang krijgt. Door je onderzoek te publiceren als een CESifo Working Paper, vergroot je je bereik onder academici die geïnteresseerd zijn in dezelfde onderwerpen.”
Had je de prijs verwacht?
“De affiliate award was een van de prijzen die aan het eind van de conferentie werd uitgereikt. Bij de toekenning van de prijs was gekeken naar de kans dat een onderzoek uiteindelijk zou leiden tot een publicatie, de kwaliteit van de presentatie en de inhoud. De voorzitter van mijn vakgebied, Rick van der Ploeg, prees het werk van alle kandidaten, en uitte ook wat kritiek. Hij wist hierbij de spanning goed op te bouwen, want tot het noemen van mijn naam was het spannend wie er zou winnen.”
Waar gaat je onderzoek over?
“Er gaan de laatste tijd stemmen op voor een belasting op robots. Robots bieden voordelen, zoals productiviteitsgroei, maar er zijn ook verliezers. Robots vervangen typisch routinebanen, terwijl ze complementair zijn aan niet-routinematig werk. Dit kan leiden tot grotere inkomensverschillen in de samenleving. Een robottaks kan helpen om deze tegen te gaan. Dit werk ik uit in een model.
Een robottaks maakt meer herverdeling mogelijk omdat het bovenin de inkomensverdeling de verstorende effecten hiervan beperkt. Omdat een belasting de robots relatief duurder maakt, en daarmee dus ook de vervanging van routinewerk, zorgt een robottaks onderin de inkomensverdeling juist voor een sterker verstorend effect van de inkomstenbelasting. De vraag is of een taks of een subsidie nodig is, en hoeveel de welvaartswinst hiervan bedraagt.
Ik analyseer dit in een algemeen-evenwichtsmodel voor de Verenigde Staten. Het effect van een robottaks blijkt zeer klein, vooral als we aannemen dat werknemers van beroep kunnen veranderen. Deze beperkte welvaartswinst maakt de verstoring in de allocatie van productiefactoren niet de moeite waard, is mijn conclusie.”
Behalve over ongelijkheid, maken mensen zich ook zorgen over massawerkloosheid.
“De zorgen over ongelijkheid zijn terecht: deze steeg namelijk in de afgelopen drie decennia. De focus op massawerkloosheid deel ik minder. Het doel van productiviteitsgroei is dat wij minder hoeven te werken. Als er ooit een machine komt die bijna al het werk kan verrichten, zou dat een geweldige samenleving kunnen opleveren. Als we de baten van de technologie echter niet goed verdelen, kan het ook een verschrikkelijke samenleving worden. Uiteindelijk draait het om de inkomensverdeling, veel meer dan om het aantal gewerkte uren.”
Richard Hitzemann (Redactiemedewerker)