Redactioneel
Albert Jolink
Hoofdredacteur ESB
a.jolink@sdu.nl
Numerus Fixus
De lentezon versluiert de laatste examen ngsten van
a
middelbare scholieren en verlicht het pad naar de
universiteit. De wegen naar het hoger onderwijs zijn
ondoorgrondelijk, maar het vooruitzicht op een nostalgische studietijd  evordert het doorzettingsvermob
gen. Sinds 2008 weet de medisch geïnteresseerde
vwo-scholier, die zich jaren heeft mogen inleven in
het profiel Natuur en Gezondheid, zich gesteund
door een minister die de numerus fixus voor de
opleiding geneeskunde wil herzien. Vanaf 2000 zijn
de aantallen startende geneeskundestudenten gestegen van ruim tweeduizend naar 2850 in 2004 (Brief
aan de Tweede Kamer, 10 maart 2008, MEVA-CBU-2833268). De huidige minister van VWS streeft
naar een ruim voldoende aanbod van basisartsen en
met het dreigende tekort aan huisartsen moet dit
wel consequenties hebben voor het quota-systeem in
de zorgopleidingen.
De argumenten die deze minister aanvoert ten
faveure van een hoeveelheidbeperking bij de toelaÂ
ting van studenten bij de opleiding geneeskunde zijn
enerzijds de onevenwichtigheid in de vermeende
beperkte vraag en het bovenmatig aanbod van aanstaande basisartsen, en anderzijds de hoge kosten
van de opleiding geneeskunde. Daarnaast zijn er
zorgen over de beperkte omvang van de stagemogeÂ
lijkheden en de dreiging van kapitaalvernietiging bij
werkloze artsen. Met de voorschrijdende vermarkting
van de zorg lijkt de vraag gerechtvaardigd waarom
deze protectionistische maatregelen nog steeds van
kracht zijn, daar waar bekend is dat quota prijsverhogend werken. Bij een basale marktanalyse zal een
hoeveelheidsbeperking van een ruim aanbod van
goedkopere producten de prijzen van het product
doen stijgen, en het consumentensurplus doen dalen
Â
ten gunste van het producentensurplus. Bij de zorg
is het prijsmechanisme iets minder goed ontwikkeld
en is het de vraag of een numerus fixus sowieso enig
effect heeft op de tarieven in de gezondheidszorg;
deze laatste worden veelal in overleg met zorgverzekeraars vastgelegd in vaste afspraken.
De quota in de zorgopleiding zullen evenmin tot een
verlaging van de kosten van de opleiding geneeskunde leiden, daar waar schaalvoordelen zorgvuldig
worden gemeden. Het is te verwachten dat de kosten
per student van een opleiding geneeskunde zullen
dalen naar mate er meer studenten aan deelnemen.
Vooralsnog lijkt ook het aantal stageplaatsen een
beperking op te leggen op een uitbreiding van het
aantal studenten, en voegt daardoor een tweede
hoeveelheidsbeperking in. Ook hier kan de numerus
fixus niets aan veranderen, anders dan anticiperen
op de beperkte stageplaatsen. Overigens lijkt een
beperkte mogelijkheid voor coschappen en stages
eerder op een organisatiebeperking van de opleiding
dan op een inhoudelijk argument om het aantal
artsen te beperken.
Wat rest is de onevenwichtigheid in vraag naar, en
aanbod van, aanstaande basisartsen. Volgens de
economische beginselen van het marktdenken zou
men het verschil tussen vraag en aanbod normaliter
via het prijsmechanisme laten samenkomen: een
overschot aan basisartsen zou leiden tot een verlaging van de tarieven en salarissen van deze artsen
totdat vraag en aanbod weer aan elkaar gelijk zijn. Zo
simpel ligt dat echter niet. De tarieven en salarissen
zijn en blijven hoog ongeacht het aantal artsen. Maar
ook de reinigende werking van quota op de onevenwichtigheid van vraag en aanbod moet niet worden
overschat. Dat geldt ook voor onevenwichtig eden in
h
vraag en aanbod van basisartsen. Het beperken van
de toekomstmogelijkheden van potentiële geneeskundestudenten legt een grote druk op de inschatting van een toekomstige zorgvraag. In de praktijk
is te zien dat overschotten en tekorten frequenter
voorkomen dan een evenwichtssituatie. In beide
gevallen van onevenwichtigheid zullen de gevolgen
verstrekkend en mogelijk niet te overzien zijn. Bij
een dreigend huisartsentekort vervallen sowieso de
argumenten voor een numerus fixus.
Als de minister uit is op een ruim voldoende aanbod
van artsen is het te overwegen om de numerus fixus
volledig te laten vervallen. Het is mogelijk dat door
schaalvoordelen de kosten per student zullen dalen,
dat aanbod van basisartsen de concurrentie kan
verhogen en dat een prijsmechanisme in de zorg
meer kans van slagen heeft. De eventuele kapitaalvernietiging bij een overschot van artsen wordt dan
ruimschoots gecompenseerd door het voorkomen
van talentvernietiging bij het onthouden van een
gewenste opleiding.
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
ESB
94(4561) 29 mei 2009
323