Redactioneel
Albert Jolink
Hoofdredacteur ESB
a.jolink@sdu.nl
Maatwerk
Volgens Protagoras is de mens de maat van alle
dingen maar sinds de JSF-affaire in de Tweede
Kamer heeft de twijfel toegeslagen. Met een dreiging
van een kabinetscrisis, ten tijde van de ernstigste
recessie in tachtig jaar, over een besteding van een
procent van de ING-steun, is de vraag over de maat
der dingen pregnant aanwezig.
Volgens Protagoras is de mens de maat van alle
dingen maar sinds het vakbondsvoorstel over de
honderd procent aanvulling op de deeltijd-WW heeft
de twijfel toegeslagen. Met het onmogelijk maken
van deeltijd-WW ten tijde van een dreigende werkloosheid, die de huidige arbeidsmarktdeelnemers
nog niet hebben mogen ervaren, ligt de vraag naar
de maat der dingen weer op tafel.
Volgens Protagoras is de mens de maat van alle
dingen maar sinds de kunst uit de zeventiende eeuw
het slachtoffer is geworden van de beleggingspraktijken van een enkeling is de roep om een nieuwe
maatvoering in de beleggingswereld meer dan
prangend.
In de huidige economische recessie is het gevoel
voor maat schijnbaar afwezig. Dit betreft zowel de
overtreffende trap in beursnoteringen, de aanpassingen van het CPB als het gaat om voorspellingen
over de economisch toestand, alsook de betalingen
aan wanordelijke bankbestuurders. Het gebrek aan
gevoel voor maat is deels te verklaren uit de samenvloeiing van de economische warme golfstroom
van vóór de kredietcrisis en de kille economische
i
Âjswateren die de recessie omringen. Deze samenvloeiing van goede tijden en slechte tijden kan
slechts tot verwarring en inschattingsfouten leiden.
Wellicht dat in 2019 de periode tien jaar eerder
ook als overgangsperiode wordt geclassificeerd.
Maar op dit moment is ook in die beschrijving
van deze transitieperiode de maat op dit moment
v
 olledig zoek: volgens sommigen zal na 2009 alle
e
 conomische ellende weer verdwenen zijn terwijl
anderen dit jaar zien als de overgang naar de dark
ages van de 21ste eeuw. De tijd zal het leren.
Een meer voor de handliggende reden voor de
schijnbare maatloosheid van deze tijd is de peristalÂ
tische beweging van de economie zelf, waarin de
recessie zich als een spasme door de sectoren van
de Nederlandse economie voortbeweegt. De maat
der dingen wordt dan volledig bepaald door het
perspectief dat wordt geboden door de plaats in de
keten van de economie: wie aan het begin van de
keten zit, zoals de uitzendbranche, zal de economische gevolgen eerder merken dan wie later in de
keten zit. De positie in de keten en het moment van
peiling bepalen dan grotendeels de maat der dingen.
In dat opzicht had Protagoras toch gelijk: ieder mens
kan een ander mening hebben over de waarheid.
De gedachte van de peristaltische bewegingen in de
economie is alles behalve origineel en werd al door
Bernard Chait in 1938 verwoord in zijn proefschrift
Les fluctuation économiques et l’ interdépendence
des marchés. In die tijd kreeg het proefschrift alleen
de aandacht van Jan Tinbergen, maar het zou nu
veel meer aandacht verdienen.
Maar waarschijnlijk is de echte reden achter de
maatloosheid der dingen veel eenvoudiger: gebrek
aan collectiviteitsoverzicht. Het lijkt ondenkbaar
dat in tijden van diepe crisis de aandacht uitgaat
naar de aanschaf van een wapenuitrusting met
relatief beperkte economische uitstraling daar waar
andere uitgaven effectiever zouden zijn. Het lijkt
o
 ndenkbaar dat een deel van de bevolking zich aan
de inkomensgevolgen van een crisis kan  ntrekken
o
terwijl anderen de klappen opvangen. Het lijkt
ondenkbaar dat publieke goederen worden ingezet
om het persoonlijk eigen belang af te dekken. Maar
de praktijk laat het tegendeel zien.
De macroeconomie is per definitie een  ollectieve
c
onderneming waarin de verwevenheid van de
e
 conomische relaties het succes van een economie
verklaren. In die zin is niet de mens maar de collecÂ
tiviteit de maat der dingen. Als het slechter gaat
met de economie gaat het slechter met het collectief
en moet iedereen een stapje terug. De maat van
het collectief is de maat van sectoren en productieÂ
ketens, van werknemers en werkgevers, van publiek
belang en van privaat belang. De maat der dingen
is maatwerk. Kunnen we ons daar nu eens mee
bezighouden?
ESB
94(4559) 1 mei 2009
259