Redactioneel
Albert Jolink
Hoofdredacteur ESB,
Associate Professor RSM Erasmus University
a.jolink@sdu.nl
Giften
H
et is weer zover: de grote giftenacties gaan
weer van start, met sinterklaascadeautjes
voor de deur of pakjes onder de boom.
In onze persoonlijke ervaring hebben we
ooit eens geloofd dat pakjes als manna uit de hemel
komen, maar het proces van volwassenwording heeft
aangetoond dat niet alleen de baard van Sinterklaas
vals is maar ook het vertrouwen dat je weg kunt
komen met ‘iets voor niets’: ex nihilo nihil.
Voor economen is al geruime tijd duidelijk dat niet
alle allocatie van goederen en diensten via de ruil tot
stand komt. Sinds het werk van Richard Titmuss, nu
zo’n 35 jaar geleden, over The Gift Relationship, verbazen economen zich over bloeddonoren en andere
vormen van onbaatzuchtig gedrag. Sinterklaas is in
dat opzicht helemaal een gruwel omdat de man niet
alleen een boot vol met pakjes over heel Nederland
verspreidt maar hier ongestoord mee blijft doorgaan,
jaar na jaar. Hoewel economen veelvuldig de giftenproblematiek bij de kop hebben gepakt is er relatief
weinig aan economische analyse van Sinterklaas.
De redenen waarom economen het sinterklaasverschijnsel niet hebben opgepakt laten zich raden.
Economie gaat vooralsnog over schaarste en dat lijkt
bij Sinterklaas geen rol te spelen. Hoewel niet iedere
kinderwens vervuld wordt kan dit worden weggewuifd
als een coördinatieprobleem. Daarnaast hebben
economen niet veel bewondering voor monopolisten,
hoewel de Kerstman inmiddels voor de nodige concurrentie zorgt. Maar het ergste is waarschijnlijk toch het
compleet irrationele gedrag om geen enkele tegenprestatie te verwachten bij elke transactie. De quid
pro quo-gedachte, niet onbelangrijk in de economie,
ontbreekt ten enenmale bij Sinterklaas, als we de
inmiddels tanende eis van goed gedrag of de obligate
wortel in de schoen achterwege laten.
Een recente bijdrage van John List in de Journal of
Political Economy maakt duidelijk dat er meer te
halen is voor economen uit de sinterklaastransacties en wellicht een verklaring gevonden kan worden
waarom de Kerstman in Nederland in populariteit
wint. Volgens List is het de vraag of altruïsme en
andere vormen van sociale preferenties bij transacties
wel zo’n rol spelen. Volgens zijn uitkomsten komt
het gedrag van deelnemers in werkelijke transacties
sterk overeen met het gedrag dat theoretisch wordt
verklaard vanuit het eigenbelang. Daarnaast is veel
van het gedrag van deze deelnemers dat op sociale
preferenties duidt te verklaren vanuit reputatie consequenties: producenten leveren alleen een hogere
kwaliteit als dat is na te trekken.
Volgens deze denktrant valt het met het altruïstisch
gedrag van Sinterklaas nogal mee: uiteindelijk geeft
deze goedheiligman vele cadeautjes voornamelijk uit
eigenbelang. Dit is niet een hele schokkende uitkomst want als econoom vermoedden we al zo iets.
Het vernieuwende element is dat, als Sinterklaas al
enige sociale preferenties heeft, dat dit alleen zo is
om zijn reputatie hoog te houden. Dat wil zeggen dat
Sinterklaas transacties om niet verricht omdat hij
anders niet meer geloofd zou kunnen worden.
Vanuit de organisatie theorie kan worden herleid dat
Sinterklaas een groot deel van zijn activiteiten heeft
ge-outsourced. Een groot deel van de transactiekosten zijn doorgeschoven naar ouders van minderjarigen die als agent in het belang van de principaal
optreden. Naar het zich laat aanzien heeft deze
principaal-agentverhouding ook enige altruïstische
kenmerken, maar ook hier zal, John List indachtig,
enige zorg om reputatie een rol spelen: alleen door
de rol van hulpsinterklaas, om niet, over te nemen
zullen deze ouders ook in de toekomst deze rol
kunnen blijven vervullen. Er is inmiddels voldoende
empirisch bewijs dat bij ouders van minderjarigen
die door de mand zijn gevallen is gebleken dat de
kinderen ook niet meer in Sinterklaas geloven.
Het business model van Sinterklaas heeft sinds de
jaren tachtig van de vorige eeuw ernstige concurrentie ondervonden van het business model van
de Kerstman. In het laatste model is gebleken dat
handig kon worden ingespeeld op reeds aanwezige
omstandigheden, zoals een aanwezige kerstboom
met de onbenutte mogelijkheid om er pakjes onder
te plaatsen. In het model van de Kerstman is in haar
meest zuivere vorm wederkerigheid centraal waarbij
zorgvuldig kan worden gecontroleerd of het evenwicht van geven en nemen wordt bewaard. Hierbij
komt niet alleen het eigenbelang aan zijn trekken
maar is de zorg om reputatie onmiddellijk ondervangen door de mogelijkheid, eventueel door derden,
om de kwantiteits- en kwaliteitsruil te verifiëren. Het
valt daarom te verwachten dat in de toekomst de
Kerstman een groter marktaandeel zal verwerven ten
koste van Sinterklaas.
Literatuur
List, J.A. (2006) The behavioralist meets the market: measuring social preferences and reputation effects in actual
transactions. Journal of Political Economy, 114 (1), blz. 1-37.
ESB
1 december 2006
611