Ga direct naar de content

Reactie op: Efficiëntie van Nederlandse schadeverzekeraars

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juni 27 2008

In ESB van 16 mei 2008 betogen Jaap Bikker en
Janko Gorter dat op de markt voor schadeverzekeraars sprake is van onvolledige concurrentie. In
eerste instantie wekt deze conclusie bevreemding,
omdat het Verbond van Verzekeraars totaal andere
signalen ontvangt. Zo blijkt uit onderzoek van CEA
(de Europese koepelorganisatie van verzekeraars)
dat Nederland op basis van een aantal belangrijke
concurrentie-indicatoren op de markt voor motorrijtuigenverzekeringen zeer goed scoort in vergelijking
met andere landen. Het aantal verzekeraars op dit
gebied is in Nederland relatief groot en het marktvolume van de vijf grootste verzekeraars is relatief
klein. Daarnaast blijkt uit onderzoek van het Centrum
voor Verzekeringsstatistiek en Onderzoek (CVS) dat
in vergelijking met andere landen de premies voor
motorrijtuigverzekeringen in Nederland zeer concurrerend zijn, omdat ze relatief laag zijn. Op basis van
deze indicatoren heeft Nederland een van de meest
concurrerende, of zelfs de meest concurrerende,
motorrijtuigenverzekeringsmarkten in Europa. De
structurele daling van de gemiddelde premie voor
de verzekering van een personenwagen bevestigt dit
beeld van felle concurrentie (figuur 1). Als gevolg
hiervan is de winst op motorrijtuigenverzekeringen in
2007 dan ook afgenomen ten opzichte van 2006.
Ook andere branches laten felle concurrentie zien.
Een bekend voorbeeld is natuurlijk de nieuwe ziektekostenverzekering. De concurrentie bij de introductie
van het nieuwe zorgstelsel was zo hevig dat twee jaar
na invoering ervan nog steeds verlies wordt gemaakt.
In tweede instantie is de conclusie echter minder
vreemd. De auteurs blijken namelijk niet de deelmarkten maar de gehele schademarkt te hebben
onderzocht. Alle schadeverzekeraars zijn bij elkaar
gevoegd en op grond daarvan heeft de analyse
plaatsgevonden. Het is bekend dat de concurrentie
tussen ziektekostenverzekeraars onderling en tussen motorrijtuigenverzekeraars onderling zeer hevig
Figuur 1

500

gemiddelde premie nieuwe personenauto­
polissen (per jaar).

€

480
460
440
420

is, maar de concurrentie tussen een ziektekostenverzekeraar en een motorrijtuigenverzekeraar zal
zeer gering zijn, aangezien zij andere producten
verkopen. Ook tussen de andere branches, zoals
brandverzekeringen, inkomensverzekeringen, transportverzekeringen, aansprakelijkheidsverzekeringen,
reisverzekeringen en rechtsbijstandverzekeringen, zal
weinig concurrentie zijn, terwijl binnen de branches
de concurrentie hevig is. De conclusie zal dan ook
veranderen als de onderzoekers de juiste markten
definiëren en daarop een analyse uitvoeren.
Overigens maken de auteurs wel een correctie voor
de verschillende branches, door hiervoor variabelen
in hun model op te nemen. De markten van verschillende soorten verzekeringen zijn echter zodanig
verschillend, dat dit niet voldoende is. Elke branche
verdient op zijn minst een aparte analyse en mogelijk moeten zelfs aparte deelmarkten gedefinieerd
worden. Daarnaast bestaat een theoretisch bezwaar
tegen de manier waarop de auteurs getracht hebben te corrigeren voor de verschillende branches. Zij
hebben namelijk diverse indicatoren opgenomen die
onderling gecorreleerd zijn. Zo hangt bijvoorbeeld de
herverzekeringsgraad sterk af van de branche. Bij de
branche Motor vinden doorgaans veel kleine schades
plaats, waardoor het risico goed in te schatten is.
Dit leidt tot een kleine herverzekeringsgraad. Bij de
branche Brand is het risico op grote schades veel
duidelijker aanwezig, zoals bijvoorbeeld de storm die
op 18 januari 2007 plaatsvond en voor 300 miljoen
euro schade aanrichtte. Hierdoor is de herverzekeringsgraad voor Brand veel groter dan voor Motor.
Het gevolg is correlatie tussen de variabelen, wat
leidt tot multicollineariteit in het model. Juist de
uitkomsten betreffende de variabelen die moeten
corrigeren voor de branche worden als gevolg hiervan
onbetrouwbaar.
Ten slotte rijst de vraag waarom de auteurs geen
gebruik hebben gemaakt van de gebruikelijke
concurrentie-indicatoren, die ze in eerdere artikelen
over andere markten wel gebruikten. Hierbij valt ook
op dat het woord concurrentie in de inleiding en de
conclusies erg vaak valt, terwijl het in de hoofdtekst
minder vaak voorkomt. Het onderzoek van de auteurs gaat in de eerste plaats over efficiëntie en wellicht hadden ze zich beter tot dat onderwerp kunnen
beperken. Een andere mogelijkheid is om de concurrentie dieper te analyseren met behulp van marktaandelen, concentratie-indices of gini-coëfficiënten.

400

Alex Hoen

380

Senior statisticus bij het Centrum voor Verzekeringsstatis-

360
2006-3

2006-4

2007-1

2007-2

2007-3

2007-4

tiek van het Verbond van Verzekeraars

ESB

93(4538) 27 juni 2008

413

reactie

Reactie op: Efficiëntie van
Nederlandse schadeverzekeraars

Auteur