Ga direct naar de content

Reactie op: Beleid en productiviteit van veiligheid in retrospectief

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 16 2017
HH-Peter-Hilz-58487361klein.jpg
HH/Peter Hilz

In hun bijdrage Beleid en productiviteit van veiligheid in retrospectief onderzoeken Jos Blank en Alex van Heezik de productiviteit van politie, rechterlijke macht en gevangeniswezen. Zij schetsen een somber beeld, van te weinig productiviteit, innovatie en efficiëntie. De burger krijgt niet genoeg waar voor zijn belastinggeld.

Het beeld dat de auteurs schetsen is echter veel te simplistisch, en een schijnbeeld van de werkelijkheid. De auteurs maken zelf al enkele kanttekeningen bij hun bevindingen, bijvoorbeeld over het feit dat de kwaliteit van de prestaties maar weinig is verdisconteerd in hun berekeningen, maar ze maken een cruciale denkfout in hun keuze van indicatoren. Het zijn immers niet de politie, de rechterlijke macht en het gevangeniswezen die de ‘productie’ bepalen; dat doen de criminelen. De enige juiste indicator om iets te zeggen over de productiviteit van de politie is het percentage opgeloste misdrijven; dat is namelijk de enige valide meting van wat de politie doet. Alles wat met absolute aantallen te maken heeft is per definitie geen goede meting want feitelijk zouden we willen dat er zo weinig mogelijk misdaad plaats vindt: dan is de politie pas effectief. Bij de rechterlijke macht is sprake van een daling van het aantal zaken maar dat kan ook als iets positiefs worden gezien, indien bijvoorbeeld veroorzaakt door dalende criminaliteit. Andere verklaringen zoals bijvoorbeeld toegenomen complexiteit van (strafrecht)-zaken of toename van mediatie worden door de auteurs ook niet meegenomen in hun analyse.

De auteurs onderzoeken of beleidshervormingen effect hebben gehad op de productiviteit. Een heel interessante en relevante vraag, maar opnieuw wordt een veel te simplistisch beeld geschetst, en ditmaal zonder relevante kanttekeningen over bijvoorbeeld het feit dat demografische ontwikkelingen (migratie, leeftijdsopbouw, gemiddeld opleidingsniveau) en economische ontwikkelingen (financiële crisis) niet worden verdisconteerd.

De auteurs concluderen dat dit soort monopolie-organisaties inherent ondoelmatig en inefficiënt zijn, omdat ze niet gevoelig zijn voor marktprikkels. Dat is ook logisch want er is helemaal geen sprake van een markt: feitelijk zouden we het liefst willen dat er helemaal geen criminaliteit plaatsvindt, maar de prijs daarvan (in geld en vrijheid) is hoger dan politici en burgers wenselijk zullen vinden. Het opleggen van bedrijfsmatige principes aan deze organisaties doet onrecht aan hun taakuitvoering, en aan de verwachtingen die burgers daarvan zouden mogen hebben.

Auteur

Categorieën