ESB Promotie
Promotie
D
die leerlingen bij de aanvang van het voortit proefschrift beoogt een bijgezet onderwijs maken. Ten tweede wordt
drage te leveren aan de zoektocht
een IV-analyse (instrumentele variabele)
naar effectieve beleidsmaatregeuitgevoerd, waarbij het regionale aanbod
len in het onderwijs. Onderwijsuitkomsten
van categoriale en gecombineerde klassen
worden bepaald door veel observeerbare en
wordt gebruikt als instrument voor vroege
niet-observeerbare factoren, zoals kenmerselectie. De schattingsresultaten wijzen uit
ken van de school, de leraar, ouders of familie,
dat vroege selectie een negatief effect heeft
medeleerlingen, en het aangeboren talent en
op het afronden van het hoger onderwijs.
de motivatie van de leerling zelf. SelectieproOrdinary-least-squares-regressieschattincessen in het onderwijs maken het moeilijk
gen laten zien dat vroege selectie de kans op
om het effect van een beleidsmaatregel op
het behalen van een diploma in het hoger
een betrouwbare manier te onderscheiden
onderwijs met ongeveer vijf procentpunt
van deze factoren. In dit proefschrift staat
verkleint, van circa 26 naar 21 procent.
een geloofwaardige identificatie van de oorDe IV-schattingen laten nog grotere negazakelijke effecten van beleid centraal op basis
roel van elk
tieve effecten van vroege selectie zien. Advan quasi-experimentele onderzoeksmethoWetenschappelijk medewerker bij het
ditionele analyses wijzen uit dat leerlingen
den, zoals instrumentele variabele analyses
Centraal Planbureau
met een havo-advies niet negatief worden
en difference-in-differences-modellen. Deze
beïnvloed wanneer zij samen met leerlinzijn toegepast op vier concrete beleidsintergen met een mavo-advies in een gecombiventies in Nederland.
Het tijdstip waarop leerlingen worden geselecteerd in verschillende neerde klas geplaatst worden. De onderzoeksresultaten suggereren
onderwijsniveaus is een van de meest opvallende institutionele ver- dat het aantal hoogopgeleiden kan worden vergroot door uitstel van
schillen tussen onderwijssystemen van landen. In een rapport van het tijdstip waarop leerlingen worden geselecteerd in verschillende
de OESO uit 2007 werd gesuggereerd dat de relatief vroege selectie onderwijsniveaus.
in Nederland de groei in de deelname aan het hoger onderwijs kan Een andere studie in het proefschrift evalueert de effecten van de
beperken. Een van de studies in dit proefschrift onderzoekt het ef- zogeheten wijkschool op een aantal sociaaleconomische uitkomfect van het tijdstip van selectie op het behalen van een diploma in sten. De wijkschool is een intensief programma voor voortijdige
het hoger onderwijs, door gebruik te maken van variatie binnen het schoolverlaters met een meervoudige problematiek in RotterNederlandse onderwijssysteem. Sommige scholen in Nederland dam. In het onderzoek worden jongeren die door de gemeente
bieden categoriale klassen aan, waarbij leerlingen na het verlaten Rotterdam zijn verwezen naar de wijkschool vergeleken met een
van het primair onderwijs op twaalfjarige leeftijd direct worden ge- controlegroep, die bestaat uit jongeren die naar een regulier re-inselecteerd in een bepaald onderwijsniveau. Andere scholen bieden tegratietraject zijn verwezen. Om mogelijke zelfselectieproblemen
e
gecombineerde klassen aan die het tijdstip van selectie met één of uit te sluiten is een gecontroleerd veld xperiment opgezet, waartwee jaar uitstellen. Deze variatie in het tijdstip van selectie wordt bij gebruik is gemaakt van capaciteitsrestricties op de wijkschool.
benut door het afronden van het hoger onderwijs onder vroeg gese- Hierdoor zijn jongeren die in aanmerking kwamen voor de wijklecteerde leerlingen te vergelijken met het afronden van het hoger school gedurende vaste tijdsperiodes toegewezen aan de controleonderwijs onder later geselecteerde leerlingen. Er wordt gebruik- groep. De analyses laten zien dat een verwijzing naar de wijkschool
gemaakt van VOCL-data (Voortgezet Onderwijs Cohort Leerlin- leidt tot een toename van criminele activiteit, vooral onder de
gen), bestaande uit leerlingen die in 1989 instroomden in het eerste groep jongeren die al crimineel actief was voor aanvang van het
jaar van het voortgezet onderwijs. Het onderzoek richt zich op leer- programma. Peer-effecten binnen de wijkschool zijn een mogelijke
lingen die het primair onderwijs hebben verlaten met een mavo- verklaring voor deze bevinding. Er wordt geen bewijs gevonden dat
advies. Dit is een homogene groep leerlingen wat betreft vaardighe- het programma erin slaagt de kans op terugkeer in het onderwijs
den, die naar verwachting het sterkst zal worden beïnvloed door het of een baan te vergroten ten opzichte van de bestaande trajecten.
Naast de genoemde studies bevat het proefschrift evaluaties van
tijdstip van selectie. In het onderzoek zijn de onderwijsloopbanen
van 3936 leerlingen over de tijd gevolgd tot en met het schooljaar een nieuw type financiële prikkel voor regionale onderwijsautori2007/2008. Leerlingen die direct naar een categorale mavo gaan en teiten om voortijdig schoolverlaten te verminderen en van een indus vroeg zijn geselecteerd worden vergeleken met leerlingen die tensief beleidsprogramma voor zwakke scholen in Amsterdam op
een gecombineerde brugklas (mavo-havo of mavo-havo-vwo) vol- de onderwijsprestaties. De onderzoeksresultaten in het proefschrift
gen en dus later zijn geselecteerd. De belangrijkste uitdaging voor illustreren dat nieuwe beleidsmaatregelen niet altijd uitpakken zohet vaststellen van een oorzakelijk effect is de mogelijke zelfselec- als vooraf beoogd.
tie van leerlingen in verschillende typen klassen. Hier wordt op een
aantal manieren mee omgegaan. Ten eerste wordt in de analyses ge- Literatuur
controleerd voor een grote verzameling persoonlijke en sociaaleco- Elk, R. van (2014) Evaluating the effects of educational policies. Proefschrift. Rotnomische achtergrondkenmerken en toetsscores op entreetoetsen terdam: Erasmus Universiteit Rotterdam.
384
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
Jaargang 99 (4687) 13 juni 2014