Nooit meer wachten
Aute ur(s ):
Theeuw es, J.J.M.
Ve rs che ne n in:
ESB, 81e jaargang, nr. 4060, pagina 483, 29 mei 1996 (datum)
Rubrie k :
Column
Tre fw oord(e n):
economische, orde
Op de luchthaven van Chicago regelt iemand de snelle doorstroom van reizigers langs de douane. Buiten regelt iemand de aanvoer
van taxi’s en het instappen van de passagiers. In het hotel zorgt veel personeel voor een vlotte doorstroom naar de kamer. Heel
vaak: ‘how are you today sir?’. Maar geen tijd voor het antwoord. Tijd is dollars in Amerika. De reiziger hoeft nooit te wachten.
Op vrijdag 3 mei opent voorzitter Gary Becker de eerste bijeenkomst van de ‘Society of Labor Economists (SOLE)’ in het Hyatt Regency
Hotel in Chicago. Becker kreeg zijn Nobelprijs Economie voor zijn studie naar de economische waarde van tijd. De conferentie begint om
8 uur ‘s ochtends. De tijd wordt goed gebruikt in Amerika.
Op de Amerikaanse arbeidsmarkt kunnen lonen alle kanten op. Op de Europese arbeidsmarkt worden loonverschillen aan de onderkant
begrensd door hoge minimumlonen en aan de bovenkant afgeknot door vakbonden en sociale normen. Externe schokken leiden in
Amerika tot grotere loonverschillen en in Europa tot hoge, langdurige werkloosheid. Sinds het einde van de jaren zeventig brachten
technologie en globalisering zegeningen voor de bovenkant van Amerika. In Europa veroorzaakten dezelfde schokken massale
werkloosheid aan de onderkant. Grotere loonverschillen zijn een bron van zorg in Amerika. Het was het onderwerp van veel lezingen op
de eerste SOLE-conferentie. In Europa zou een soortgelijke conferentie vooral over werkloosheid gaan.
Tijdens de conferentie werd onopvallend gezorgd voor een ononderbroken aanvoer van water voor de sprekers en koffie voor de
toehoorders. Tijdens congresdiners en lunches verscheen het eten op tafel zodra de deelnemers neerzaten. Dat is gebruikelijk. De
hongerige hoeft nooit te wachten.
In Amerika is in de jaren tachtig en negentig het verschil tussen wat de top tien procent en de onderste tien procent verdient, groter
geworden. In deze periode komen gedetailleerde longitudinale gegevens beschikbaar. Dezelfde personen worden elk jaar opnieuw
ondervraagd over hun ervaringen op de arbeidsmarkt. Dit maakt het mogelijk de loonontwikkeling van eenzelfde groep personen in de
tijd te volgen. Longitudinale bedrijfsenquêtes beschrijven de veranderingen in de loonstructuur en de werkgelegenheid binnen eenzelfde
bedrijf over de jaren. Met deze nieuwe gegevens wordt de toegenomen ongelijkheid van alle kanten bekeken. Zo blijkt dat in de
afgelopen periode de werkgelegenheid van beter gekwalificeerde werknemers ten opzichte van minder gekwalificeerde fors is gestegen.
De stijging vindt vooral plaats tijdens economische recessies. Vermoedelijk zijn de kosten van productieverlies door de introductie van
een nieuwe productiewijze dan het laagst.
Indien de sterke groei in de werkgelegenheid van de beter gekwalificeerde werknemers een gevolg is van de technologische
vernieuwingen dan verwachten we verschuivingen binnen de bedrijven. Wordt hij eerder veroorzaakt door veranderende internationale
handelsstromen dan zit er vooral beweging tussen bedrijven. Door de globalisering verliezen bedrijven met veel laaggeschoold personeel
productie en werkgelegenheid aan lage-lonenlanden. Bedrijven met veel hooggeschoold personeel daarentegen kunnen internationaal
beter concurreren en groeien. Uit onderzoek blijkt dat vooral binnen bedrijven veel verandert. De technologische revolutie is veel meer
de schuld van het verlies van de laaggeschoolde werknemer dan de globalisering. Ook de daling van de invloed van de vakbonden in de
loop der tijd heeft bijgedragen tot grotere loonverschillen.
Vierentwintig uur per dag kan de consument verse koffie en broodjes krijgen. In de ‘Coffeecorner’ werken drie mensen. Eentje smeert
dik cream cheese op het brood, eentje bedient de espressomachine en eentje rekent ondertussen af. De dorstige hoeft nooit te wachten.
De grotere loonverschillen leiden ook tot meer inkomensongelijkheid tussen huishoudens, zo blijkt uit een andere lezing. In
tweeverdienersgezinnen zitten meestal hooggekwalificeerde yuppen die allebei steeds meer verdienen. Ondertussen zakt de
ongeschoolde kostwinner in het eenverdienersgezin steeds verder weg. Omdat zwarte werknemers vaak laaggeschoold zijn en blanken
hooggeschoold wordt het loonverschil tussen blank en zwart groter. Een andere spreker laat zien dat onder de hoger opgeleiden vooral
de afstudeerders aan topuniversiteiten zoals Harvard relatief nog meer zijn gaan verdienen.
De conferentie in Chicago beschrijft in alle kleuren hoe fors het loonverschil tussen hoog- en laaggeschoold is gegroeid. De bezoeker
wordt duidelijk dat de Amerikaanse consument nooit hoeft te wachten. Natuurlijk is er een verband. Men kan ongenadig stellen dat de
goed opgeleide blanke Amerikaan steeds meer geld verdient waardoor hij steeds meer tijd kan kopen van de steeds minder verdienende
ongeschoolde zwarte Amerikaan.
Maar het is net zo goed een ongenadige les voor Europa. In Europa wordt met schande gesproken over grote loonverschillen hier. Veel
minder wordt gekeken naar de omvangrijke werkgelegenheid, de grotere productiviteit, de hogere koopkracht en het zuiniger omspringen
met een eenieders schaarse tijd. De bezoeker aan Chicago realiseert zich gauw dat de kosten van de Europese verzorgingsstaat ook
bestaan uit altijd en overal veel langer moeten wachten.
Copyright © 1996 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl)