J
JM
1
1
Deze omslag in het weers- Figuur 1. DNB-conjunctuurindicator
beeld ligt ook besloten in
de conjunctuurbarometers
voor de andere Europese
landen. De Nederlandse
economic lijkt daarmee
een periode van afkoeling
tegemoet te gaan, zonder
overigens een fase van
oververhitting te hebben
moeten doorstaan. Daarvoor geven de recente
83
85
87
91
93
95
prijsontwikkelingen geen
aanwijzing. Van een sterke
afkoeling kan overigens
niet worden gesproken: als we de
ke mate liquiditeiten te bevatten aanNa de overvloedige zonneschijn in
verwachte conjuncturele ontwikkegehouden uit hoofde van beleggingsde afgelopen maanden snakken verling voor de Nederlandse economic
motieven. Dit zou verklaren waarom
hitte landbouw- en bosgronden naar
combineren met het onderliggende
tal van landen sinds de beginjaren
afkoeling. De eerste regenbuien
trendmatige beloop, dan komt de intachtig in termen van M2 en M3 een
sinds lange tijd komen wat dat bedustriele produktie gerekend over de
monetaire expansie hebben vertreft als geroepen. Ook de Nederland- eerste 11 maanden van 1995 met een
toond, die ver uit ging boven die van
se economic kan afgaande op de
volumegroei van rond 3% ongeveer
het nominale nationale inkomen. De
DNB-conjunctuurindicator, die vooreven hoog uit als de groei in het jaar
kans dat deze beleggingsliquiditeiten
uitblikt tot en met november (figuur
daarvoor (2,9%).
in de bestedingssfeer worden aange1), een periode met minder zon en
De vraag rijst of er op basis van anwend is echter beperkt. Geschoond
meer wolkenvelden en regenbuien
dere leading-indicators niet ook nog
hiervoor, volgens een door F. Divisia
tegemoet zien. Vier van de vijf sawat kan worden gezegd over de conontwikkelde methodiek, bieden de
menstellende bestanddelen waaruit
juncturele ontwikkelingen na novemresulterende monetaire aggregaten
ber 1995. Een kandidaat is de geldeen zuiverder maatstaf voor transachoeveelheid. In de traditionele
tiedoeleinden aangehouden tegoezienswijze ligt het begin van de
den, die aardig overeenstemmen
monetaire transmissie bij de door de
met het ongeschoonde krappere
monetaire autoriteiten te be’invloeMl-geldbegrip .
den geldhoeveelheid. Daarbij zou
De geldhoeveelheid volgens Ml
een toeneming van het geldaanbod
bevat inderdaad een duidelijk conrechtstreeks de economische bedrijjuncturele component. Als we, ten
de DNB-indicator is opgebouwd duivigheid kunnen be’invloeden, bij
behoeve van een vergelijking met
den inmiddels op een afzwakkende
voorbeeld via een surplus aan kashet volume van de industriele proconjunctuur. De bijdrage van de vijfmiddelen en de daaruit voortvloeienduktie, de nominale Ml defleren met
de component, te weten de IFO-conde grotere bestedingen. In de zogede consumptieprijsindex, blijkt de
junctuurindicator voor de Duitse
heten ‘money view” leiden ruimere
reele Ml voor Nederland gemiddeld
industrie, lijkt haar hoogste punt te
monetaire verhoudingen tot lagere
genomen 14 a 15 maanden vooruit te
rentestanden, die op hun beurt een
hebben bereikt.
lopen op de ontwikkeling van de inIn samenhang hiermee tekent zich
dustriele produktie (figuur 2). Ze
stimulerende invloed hebben op de
voor de Duitse economic een zwakeconomie.
biedt daarmee een verder liggende,
ker wordende economische groei af.
Nu zijn er verschillende geldhoemaar wel minder betrouwbare, kijk
veelheidsbegrippen
in de toekomst. Volgens deze indicaFiguur 2. Industriele produktie en reele geldhoeveel
in gebruik, aangetor zal ook gedurende de eerste helft
beid
duid als Ml (chartaal
van 1996 de conjunctuur verder afen giraal geld), M2
zwakken. Op grond van de beschik(Ml + korte termijnbare informatie hoeft – in weerter—— Realisatie
•••• Indicatoro.b.v. Ml reSel
deposito’s en valutamen – voor slagregens echter niet te
tegoeden) en M3 (M2
worden gevreesd. Ook voorspellin+ kort spaargeld).
gen o.b.v. macro-economische moVoor ons specifieke
dellen van het CPB wijzen niet in die
doel leent Ml zich bij
richting. De naderende buien laten
uitstek als indicator.
zich daarom op dit moment nog het
De geldhoeveelheid
beste omschrijven als motregens.
volgens de ruimere
geldbegrippen M2 en
1. M.M.G. Fase en C.C.A. Winder, De geldM3 blijkt immers
hoeveelheid in de EMU: een analyse met
naast transactieliquide Divisia-maatstaf, De Nederlandsche
diteiten in belangrijBank, Kwartaalbericht, 1995, biz. 27-58.
tuurindicator
Na
zonneschijn
komt
(mot)regen
DA7