statistiek
Conjunctuur
Financiële markten
Arbeidsmarkt
Economie & Samenleving
Tabel 1. Gecorrigeerde odds ratio’s voor demografische
en sociaal-economische kenmerken op ‘minder goede
gezondheid’ apart voor grootstedelingen en mensen elders
in het land, 2001/2004
Minder gezond in de stad
De bevolking in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht voelt
Inwoners van de
zich minder gezond dan de bevolking die elders in het land woont
4 grote steden
(figuur 1). De grootstedelingen hebben ongezondere leefstijlen en
Minder goede
een hoger zorggebruik. Ze gaan bijvoorbeeld frequenter naar de
gezondheid
huisarts en de specialist. De achterstand in gezondheid is ook toe
OR
95% BI
te schrijven aan de concentratie van kwetsbare groepen met een
herkomst
verhoogde gezondheidsproblematiek, zoals economisch inactieven,
autochtoon
1,0
niet-westerse allochtonen, mensen met een lage opleiding en een
westerse allochtoon 1,04 0,89 1,22
laag inkomen, in de grote steden. Maar er is ook een ‘stadseffect’.
niet-westerse
2,11 1,87 2,39
allochtoon
Hoger zorggebruik in grote steden
Grootstedelingen wijken vooral af in hun gebruik van zorg
(figuur 2). In de grote steden consulteren meer mensen een huisarts, specialist, fysiotherapeut en een instelling van geestelijke
gezondheid dan in de rest van Nederland. De tandarts wordt in de
grote steden minder vaak geraadpleegd dan elders in het land.
Inwoners elders
in Nederland
Minder goede
gezondheid
OR
95% BI
1,00
1,29 1,20 1,38
2,16 1,99 2,34
geslacht
mannen
1,00
vrouwen
1,31 1,19 1,44 1,28 1,24 1,33
1,00
leeftijd
toename van 10 jaar 1,57 1,52 1,60 1,47 1,45 1,48
huishoudeninkomen
Achterstand in ervaren gezondheid
laagste (25%)
2,92 2,53 3,36 2,22 2,10 2,35
2e
1,88 1,63 2,15 1,60 1,52 1,69
In het algemeen wijzen de patronen op meer gezondheidspro3e
1,26 1,06 1,51 1,36 1,27 1,45
blemen voor vrouwen, niet-westerse allochtonen, alleenstaanden,
hoogste (25%)
1,00
1,00
economisch inactieven, mensen met een lage opleiding en menIn de analyse is gecorrigeerd voor de onderlinge
sen met een laag besteedbaar huishoudinkomen. Op de meeste
samenhang tussen de kenmerken
onderdelen is een duidelijk ‘stadseffect’ zichtbaar, dat wil zeggen
dat bij grootstedelingen gezondheidsproblemen bij genoemde kwetsbare groepen vaker voorkomen dan bij kwetsbare groepen elders in het land. Correctie voor de onderlinge samenhang tussen achtergrondkenmerken nuanceert
het beeld enigszins. Zo blijkt dat na correctie de niet-westerse allochtonen zowel in de vier grote steden als elders
in Nederland ruim twee keer zo veel kans hebben op een minder goede gezondheid dan autochtonen (tabel 1). Het
eerder geconstateerde stadseffect voor niet-westerse allochtonen wordt in de multivariate situatie dus niet bevestigd.
Multivariate analyse laat zien dat vrouwen zowel in de grote steden als in de rest van het land ongeveer 30 procent
meer kans hebben op een minder goede gezondheid (tabel 1).
Wel een stadseffect bij lage inkomensgroepen
De cijfers laten zien dat de met toenemende leeftijd gepaard gaande minder goede gezondheid voor grootstedelingen duidelijk groter is dan voor de mensen die elders wonen (tabel 1). Hier is dus wel sprake van een ‘stadseffect’.
Bij grootstedelingen staat een leeftijdsverschil van tien jaar garant voor gemiddeld 57 procent meer kans op een
minder goede gezondheid, bij de mensen elders in het land levert dit leeftijdsverschil 47 procent meer risico.
De cijfers laten ook interessante verschillen zien tussen inkomen en gezondheid: hoe hoger het besteedbaar inkomen hoe minder risico er bestaat op een minder goede gezondheid. Mensen in de laagste inkomensgroep in de vier
grote steden lopen een veel groter risico op een minder goede gezondheid dan mensen die elders in Nederland
wonen. Ook bij inkomen is dus sprake van een stadseffect: het wonen in de grote stad pakt voor de laagste inkomensgroep een stuk nadeliger uit voor de gezondheid dan het wonen buiten de vier grote steden.
Figuur 1. Oordeel over eigen gezondheid in de grote steden
en in de rest van het land (gecorrigeerd voor leeftijd en
geslacht), 2001/2004
60
50
40
30
20
10
0
zeer goed
goed
Nederland exclusief 4 gr.st.-
minder dan goed
4 grote steden
Ferdy Otten en Frans Frenken
Figuur 2. Zorggebruik
4 grote steden
Nederland
exclusief 4 gr.st.-
contact riagg in 1 jaar
contact alternatieve genezer in 1 jaar
contact fysiotherapeut in 1 jaar
medicijnen op recept in 14 dagen
medicijnen zonder recept in 14 dagen
contact specialist in 1 jaar
contact tandarts in 1 jaar
contact huisarts in 1 jaar
0
20
40
60
80
100
De uitkomsten zijn gebaseerd op steekproefgegevens van de gepoolde data over de periode 2002–2004 van het Permanent Onderzoek Leefsituatie (POLS).
Deze pagina is samengesteld door de divisie Macro-economische statistieken en publicaties van het CBS.  www.cbs.nl
ESB  21-4-2006
191