Ga direct naar de content

Meer wapens, minder misdaad

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 20 1999

Meer wapens, minder misdaad
Aute ur(s ):
Kerkmeester, H.O. (auteur)
Verb onden aan de juridische faculteit van de EUR, Rotterdam Institute of Law and Economics (RILE).
Ve rs che ne n in:
ESB, 84e jaargang, nr. 4228, pagina 819, 5 november 1999 (datum)
Rubrie k :
Boekbespreking
Tre fw oord(e n):
rechtseconomie

Het voordeel van de afschrikwekkende werking van handwapens is groter dan de nadelen zijn. Dit leert een empirische
rechtseconomische studie in de VS.
Iedere keer dat er een willekeurige schietpartij plaatsvindt in de Verenigde Staten gaan er stemmen op om de wapenwetgeving aan te
scherpen. Het grote aantal geweldsmisdrijven in Amerika zou, zo is de redenering, vooral te wijten zijn aan de eenvoudige
verkrijgbaarheid van vuurwapens. Amerika zou veiliger worden door het aannemen van wetgeving die het wapenbezit inperkt.
In een empirische studie die niet alleen de aandacht trok door haar grondige aanpak, maar vooral ook door haar bevindingen, kwam de
aan de University of Chicago werkzame John Lott tot een tegengestelde conclusie 1. Indien de overheid verplicht wordt om
wapenvergunningen af te geven aan de burgers die hierom vragen en geen strafblad hebben, is een significante daling van het aantal
geweldsmisdrijven het gevolg. Het boek More guns, less crime geeft niet alleen een overzicht van de inhoud en achtergrond van het
eerder in de Journal of Legal Studies gepubliceerde onderzoek, maar ook van de reacties die daar op volgden, met name die uit de hoek
van de gun control-lobby 2.
De vraag naar misdaad
Het onderzoek van Lott is een studie in de lijn van de economische strafrechtstheorie van Nobelprijswinnaar Gary Becker. Volgens
Becker zouden de gedragingen van wetsovertreders zich laten vatten in een economisch model dat is gebaseerd op de veronderstelling
dat rationeel wordt gehandeld. Beckers theorie laat zich gebruiken voor het maken van voorspellingen, maar ook voor het geven van
verklaringen voor gevonden empirische resultaten.
Binnen het model geldt dat de ‘vraag naar criminele activiteiten’ door potentiële wetsovertreders daalt als de prijs stijgt. De kans dat een
slachtoffer een wapen draagt, verhoogt de verwachte prijs van het plegen van een misdrijf. Het is van belang dat het hier gaat om het
dragen van verborgen wapens, want hierdoor kunnen op basis van het economische model positieve externe effecten worden verwacht.
Omdat een potentiële wetsovertreder niet weet of een beoogd slachtoffer een handwapen draagt, profiteert iemand die zelf niet
bewapend is van het feit dat anderen dat wel zijn.
Anderzijds is het denkbaar dat ook voor de wapenbezitter zelf de risico’s toenemen. Met het bezit van het wapen opent zich de
mogelijkheid het te gebruiken hoewel mogelijk het gehoorzamen aan een aanvaller veiliger is dan het aangaan van de confrontatie. Dit
laatste blijkt overigens niet het geval te zijn, maar daarover later meer.
Wapenbezit is een recht
Het onderzoek richt zich specifiek op de zogenaamde shall-issue-wetten voor het dragen van verborgen handwapens. Deze wetten
schrijven voor dat de verlening van een wapenvergunning niet wordt onderworpen aan het eigen oordeel van de verlenende instantie (in
de meeste staten de sheriff of het Department of Public Safety), maar dat een dergelijke vergunning verplicht moet worden afgegeven aan
burgers zonder strafblad die een bepaalde leeftijdsgrens (doorgaans 18 of 21 jaar) zijn gepasseerd. Hooguit kan het vereiste worden
gesteld dat de aanvrager een aantal uren training in het gebruik van vuurwapens ondergaat.
Op het moment dat de studie werd verricht hadden 31 staten dergelijke wetten uitgevaardigd. Hierbij zij opgemerkt dat het Second
Amendment van de Amerikaanse grondwet een recht op het dragen van wapens erkent, maar dat volgens de heersende mening deze
bepaling onverlet laat dat het de overheid is toegestaan het wapenbezit te reguleren.
Wapens baten
Het onderzoek van Lott is uniek in het opzicht dat hij data verzamelde van alle 3054 ‘counties’ in de Verenigde Staten. Niet alleen zijn de
demografische, economische en juridische verschillen tussen de staten onderling zeer groot – zo heeft elke staat zijn eigen rechtsstelsel maar ook tussen de counties binnen een staat zijn er grote verschillen, met name tussen stad en platteland. Overigens biedt juist deze
verscheidenheid een ideaal onderzoeksveld voor empirisch rechtseconomisch onderzoek.

De gegevens betroffen onder meer de aantallen geregistreerde misdrijven in de verschillende categorieën, de bijbehorende kansen op
arrestatie, de geldende regulering betreffende wapenbezit en andere factoren die de omvang van criminaliteit kunnen beïnvloeden, zoals
demografische gegevens, welvaart en werkloosheid.
Lott verrichtte zowel onderzoek naar veranderingen in criminaliteitsniveaus over bepaalde tijdsperioden als naar verschillen tussen
counties en staten. Indien zij geïsoleerd worden verricht, hebben beide vormen van onderzoek hun beperkingen. Onderzoek dat de
gegevens in verschillende staten met elkaar vergelijkt kan bijvoorbeeld tot misleidende resultaten leiden omdat restrictieve
wapenwetgeving endogeen kan zijn aan het niveau van criminaliteit. Zo kan een staat met een hoog niveau van misdaad besluiten tot het
invoeren van dergelijke wetgeving, maar hiermee is uiteraard niet gezegd dat deze de oorzaak is van een hoog niveau van criminaliteit.
Anderzijds is het probleem met longitudinaal onderzoek dat in de loop der tijd meerdere verklarende variabelen kunnen veranderen,
waardoor het moeilijk wordt om aan te geven welke variabele voor de verandering in het aantal misdrijven verantwoordelijk is.
Moorden en verkrachtingen
Een centrale vraag die Lott stelt is welke invloed shall-issue-wetten hebben op het niveau van criminaliteit in de verschillende
categorieën. Hij concludeert onder meer dat het aantal moorden met 7,7% zou afnemen en het aantal verkrachtingen met 5,3%. Indien alle
staten shall-issue-wetten zouden hebben aangenomen zouden er in de Verenigde Staten jaarlijks zo’n 1500 minder moorden en 4000
minder verkrachtingen plaatsvinden. Wanneer het niveau van criminaliteit wordt afgezet tegen de tijd blijkt dat de aanname van shallissue-laws leidt tot een trendbreuk in de ontwikkeling van het criminaliteitsniveau, in de zin dat kort na aanname van de wetgeving een
duidelijke daling inzet. Het effect van de wetgeving wordt groter naarmate er meer tijd is verstreken en er dus meer mensen een
wapenvergunning hebben gekregen.
Er blijkt derhalve een substantieel afschrikwekkend effect uit te gaan van een toename van de kans dat een beoogd slachtoffers zich met
behulp van een vuurwapen zal verdedigen. Een typerend gegeven is dat, terwijl in Canada en Engeland bijna vijftig procent van alle
woninginbraken wordt gepleegd terwijl de bewoner thuis is, dit percentage in de Verenigde Staten op slechts dertien procent ligt.
Oeps!
Tegenover de genoemde voordelen in de vorm van reductie in het aantal misdrijven staat een toename van het aantal ongevallen waarbij
vuurwapens zijn betrokken. Hoe meer wapens er in omloop zijn, des te vaker er iets mis zal gaan. Volgens Lott gaat het echter om een zeer
beperkt aantal gevallen. De hoogste schatting van het aantal extra doden door ongelukken die op basis van zijn gegevens kan worden
gegeven is negen. Het aantal gevallen waarin een burger een wapenvergunning aanvraagt om vervolgens met het aangeschafte wapen
een geweldsmisdrijf te plegen blijkt vrijwel nihil.
Een heet hangijzer is het effect van shall-issue- wetten op het totaal aantal slachtoffers ten gevolge van willekeurige schietpartijen. De
intuïtie van velen is immers dat juist dergelijke schietpartijen een typische uitwas zijn van de gemakkelijke verkrijgbaarheid van wapens in
de Verenigde Staten. Volgens de bevindingen van Lott neemt dit aantal slachtoffers echter juist sterk af in staten die shall-issue-wetten
hebben ingevoerd. Een mogelijke verklaring is dat er per schietpartij minder doden vallen, wanneer er zich onder de slachtoffers mensen
met een wapen bevinden die zich dus kunnen verdedigen. Overigens blijkt in de staten met shall-issue-wetten ook de frequentie van de
schietpartijen geringer.
Substitutie
Een hypothese die uit het economisch model valt af te leiden, is dat een substitutie-effect zal optreden in de zin dat, met het
onaantrekkelijker worden van het plegen van geweldsmisdrijven, een verschuiving plaatsvindt in de richting van misdrijven waarbij de
kans op contact met het slachtoffer gering is en die dus relatief goedkoper worden. Dit effect blijkt inderdaad op te treden. Tegenover
een afname in het aantal geweldsmisdrijven, staat een toename van het aantal diefstallen, vooral autodiefstallen. De maatschappelijke
kosten van deze misdrijven zijn ondanks hun hoge frequentie echter veel lager dan die van geweldsmisdrijven. Lott onderzocht ook in
welke mate acceptatie van shall-issue-wetten in een staat leidt tot een toename van criminaliteit in aangrenzende staten waar wapenbezit
aan meer beperkingen wordt onderworpen. Zoals men mocht verwachten blijkt inderdaad dat criminelen een deel van hun activiteiten op
deze wijze verplaatsen. De stijging in de aangrenzende
staten is echter geringer dan de procentuele daling van het antal misdrijven in de staat die een shall-issue-wet heeft ingevoerd. Het
maximale afschrikkende effect wordt bereikt indien ook de aangrenzende staten shall-issue-wetten aannemen.
Verzetten loont
De potentiële slachtoffers die het meest profiteren van de mogelijkheid een wapenvergunning te verkrijgen zijn vrouwen en zwarte
Amerikanen. In het algemeen blijkt verzet minder riskant dan meewerken met de misdadiger, maar het verschil is bij vrouwen aanzienlijk
groter dan bij mannen omdat zij als fysiek zwakkeren er het meest op vooruitgaan door de mogelijkheid (te dreigen) een wapen te
gebruiken.
Ook het feit dat zwarte Amerikanen meer dan hun blanke landgenoten profiteren van shall-issue-wetten heeft een eenvoudige verklaring.
Aangezien zwarten zeer veel vaker dan blanken worden aangehouden en op illegaal wapenbezit gecontroleerd, zijn voor hen de kosten
van het illegaal dragen van wapens veel hoger. Binnen de categorie van de burgers die onder shall-issue-wetten wapens mogen gaan
dragen is het wapenbezit onder de blanken groter dan onder de zwarten. Zodra het mogelijk wordt om een vergunning te krijgen wordt dit
verschil ingelopen.
Lott becijfert het netto-voordeel dat in 1992 had kunnen bereikt door het toestaan van verborgen handwapens voor de Verenigde Staten
op 5,74 miljard dollar. Hierbij moet dan nog de kanttekening worden geplaatst dat onder shall-issue-wetten minder wapenvergunningen
zullen worden aangevraagd dan vanuit sociaal opzicht optimaal is, omdat er positieve externe effecten van wapenbezit zijn die niet
worden geïnternaliseerd.

Niet politiek correct
Een van de meest interessante aspecten van Lotts boek is de beschrijving van de ontvangst van zijn onderzoeksresultaten. Dat
rechtseconomen, zoals Landes, Shavell en Viscusi, in het algemeen enthousiast reageerden is niet verwonderlijk. Het onderzoek is één
van de meest omvangrijke en gedegen uitgevoerde empirische rechtseconomische studies, waarbij de gevonden effecten zich bovendien
goed vanuit de rechtseconomie laten verklaren. De politieke gevoeligheid van het onderwerp speelt althans voor empirisch ingestelde
rechtseconomen geen rol.
Heel anders was de ontvangst in politiek correct Amerika. De standvastigheid waarmee de National Rifle Association haar standpunten
verdedigt is welbekend, maar inmiddels heeft zich ook een machtige gun control-lobby gevormd, die vooral invloedrijk is via de media.
De kritiek vanuit deze hoek kwam er ruwweg op neer dat het onderzoek niet deugde omdat het niet de gewenste uitkomsten levert.
Enigszins buiten het wetenschappelijke kader van het boek vallend – maar niet oninteressant – zijn de beschrijvingen hoe critici
weigerden het oorspronkelijke paper te lezen, hier wèl in de media kritiek op leverden en, door Lott telefonisch om opheldering gevraagd,
de hoorn op de haak legden.
Een interessant aspect van de discussie rondom wapenwetgeving is dat de publieke opinie zeer sterk wordt gedreven door incidenten,
terwijl empirisch onderzoek slechts beperkte invloed uitoefent. De slachtoffers van een schietpartij komen gemakkelijker in beeld dan de
misdrijven die door de mogelijkheid tot zelfverdediging zijn voorkomen.
Internationale vergelijking
Het punt waarop ik de studie te summier en niet overtuigend vindt is de internationale vergelijking. Tegen de stelling dat het beter is om
weinig dan veel wapens te hebben in een samenleving voert Lott aan dat in een aantal landen met een hoog wapenbezit (Nieuw Zeeland,
Finland, Zwitserland, Israël) het criminaliteitsniveau relatief laag is. Hij gaat hier voorbij aan een aantal typische karakteristieken van de
Amerikaanse situatie. In de eerste plaats pretenderen de Verenigde Staten geen geweldsmonopolie van de overheid, maar werd
bewapening van burgers historisch juist gezien als garantie tegen een tirannieke overheid. Wapenbezit is zeker in landen als Zwitserland
en Israël ingegeven vanuit een streven naar bedreigingen van buitenaf en daardoor van een heel ander karakter (en anders gereguleerd).
De relatieve noodzaak van zelfverdediging verschilt internationaal gezien ook sterk. In de vele Amerikaanse counties die dunbevolkt zijn
is het niet economisch haalbaar om permanent politie paraat te hebben. Bovendien zijn vele counties zo uitgestrekt dat het gemiddeld een
lange tijd duurt alvorens een gewaarschuwde politiefunctionaris de plaats van het misdrijf kan bereiken. De relatieve kosten van de
politie ten opzichte van zelfverdediging liggen in de vs dus hoger dan in de meeste andere (Westerse) landen.
Een ander aspect is dat in de Verenigde Staten reeds een zeer groot aantal wapens in omloop is. In 1996 bezaten ongeveer 76 miljoen
Amerikanen één of meer vuurwapens. Iemand die een misdrijf in de zin heeft zal waarschijnlijk geen wapenvergunning aanvragen, maar
kan wel eenvoudig op de (zwarte) markt een wapen kopen. Dit is uiteraard ook een reden waarom van aanscherping van wapenwetgeving
niet veel mag worden verwacht. Het materiaal van Lott laat echter de mogelijkheid open dat er meerdere optima zijn wat betreft particulier
wapenbezit. In de meeste landen zal het optimum zeer laag liggen. Indien echter reeds zoveel wapens in omloop zijn dat de illegale
verkrijgbaarheid voor criminelen (en gekken) niet effectief kan worden aangepakt, kan het bewapenen van brave burgers de situatie
verbeteren.
Beleidsmatig gesproken kan Lotts studie daarom juist ook aanleiding geven voor een waarschuwing tegen het laten ontstaan van een
situatie waarin alleen nog een verdere proliferatie van wapens helpt

1 J.R. Lott, Jr., More guns, less crime:understanding crime and gun-control laws, The University of Chicago Press, Chicago, 1998.
2 J.R. Lott, Jr. en D.B. Mustard, Crime, deterrence, and right-to-carry concealed handguns, Journal of Legal Studies, 1997, blz. 1-68.

Copyright © 1999 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur