■ Ferdy Otten (CBS)
In 2020 maakten 146.000 personen van 15 tot 75 jaar met voornamelijk inkomen uit betaald werk deel uit van een huishouden met een inkomen onder de lage-inkomensgrens. Zij liepen dus een risico op armoede. Onder werknemers was het armoederisico met 1,2 procent relatief klein, onder zelfstandigen met personeel (zmp’ers) bedroeg het armoedepercentage 2,8, en onder zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) 5,9. Werknemers vormen wel de grootste groep: in 2020 hadden 81.000 werknemers een armoederisico, tegen respectievelijk 8.000 zmp’ers en 57.000 zzp’ers.
Werkenden die naast een laag inkomen ook nog eens weinig vermogen of zelfs schulden hebben, verkeren in een aanmerkelijk benardere financiële positie dan werkenden met een vermogensbuffer. En vermogensbuffers zijn voor zelfstandigen wellicht nog meer van belang dan voor werknemers, aangezien zelfstandigen zelf verantwoordelijk zijn voor hun inkomensverzekeringen. Zo is de opbouw van een eigen vermogen een belangrijk instrument voor de eigen pensioenvoorziening.
Wordt het totale vermogen bezien, dan geldt dat werknemers over minder vermogen beschikten dan zelfstandigen. Het mediane vermogen van werknemers met een armoederisico bedroeg toen 600 euro. Het mediane vermogen van zmp’ers en zzp’ers met een armoederisico kwam uit op respectievelijk 42.900 en 14.300 euro. Het vermogen in de eigen woning, en bij zelfstandigen het ondernemingsvermogen en het aanmerkelijk belang in vennootschappen, zijn evenwel niet vrij opneembaar, en kunnen derhalve ook niet worden ingezet om tijdelijke inkomenskrapte te compenseren. Maar ook zonder deze vermogenscomponenten is het mediane liquide vermogen van werknemers met armoederisico lager dan dat van zmp’ers en zzp’ers (500 euro tegen respectievelijk 2.900 en 2.500 euro), zie de figuur.
Daarnaast is het liquide vermogen anders verdeeld over werknemers en zelfstandigen met een armoederisico. Met name aan de bovenkant van de vermogensverdeling waren zmp’ers en zzp’ers aanzienlijk sterker vertegenwoordigd dan werknemers. Aan de onderkant van de (liquide) vermogensverdeling waren werknemers juist sterker vertegenwoordigd, maar ook een kwart van de zelfstandigen heeft schulden.
Auteur
Categorieën