Ga direct naar de content

Jrg. 9, editie 469

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 24 1924

24 DECEMBER 1924

AUTEURSRECHT VOO aBEHOUDEN.

Economisch
.
~

Statisti.sche

Beri
*chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

9E
JAARGANG

WOENSDAG 24 DECEMBER 1924

No. 469

INHOUD
BIz.
NOG EENS: DE SOETEEPVAART WEGEN IN ZUID-LIiI1IURO
door
Jhr. Mr.
P. Elias

……………………..
1120
De Buitenlandsche Credietgeving der Vereenigde Sta-
ten tijdens en na den Oorlog 1 door
Mr.
A. M.
de Jong
1121
Eenige cijfers van de laatste Beroepstellingen door
ii’.
3
.

Bölger

………………………………..
1123
De Rijksmiddelen

…………………………….
1126
BUI’FENLANDSOHE MEDEWERKING: Protectie bij stukjes en beetjes door
P.
W.
Forge.
.
1127
AANTEEKENINcEN:
Het Engelscli-Duitsche ilandeisverdrag II (Slot)
. .
1128
Kapitaalsaantooning in Nederlandsch-indië……..
1 130
MAANDOIJFERS:
Overzicht der

Rijksmiddelen ………………..
1131
STATISTIEIEN EN OVERZIOHTEN
…………….
1132-1138
Gel dkoersen.

Effectenbeurzen.


Wisselkoersen.
Goederenh an del.
Bankataten.
Verkeer8wezen.

iNSTITUUT

VOOR ]CONOMLSCIIE GESCHRiFTEN

Wd. Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Terpstra.

WEEKBLAD

EG ONO MISCH-STATISTJSCHE BER / CHTEN
COMMISSIE VAN AD VIES.
J.
van Hasseli Jhr. Mr. L. H. van Lennep; Prof. Dr.
E. Moresco; Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van
Welderen Baron Ren gers; Mr. Q. J. Ter pstra;
Prof. Mr. F. de Vries.

Gedelegeerde leden: Prof. Mr. D. vn Blom;
Prof. Mr. R. R. Ribbi’us.

Redacteur-Secretaris: D. J. Wansink.

Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
,4angeteekende stu71cen: Bijkantoor Ruige Plaatweg 87.
Telefoon Nr. 8000. Postchèque- en girorekening
Rotterdam No. 8408.

Abonnemenisprijs voor het weekblad franco p. p.
in Nederland
f 20,—.
Buitenland en Koloniën
f
25,-
per jaar. Losse nummers 50 cents.

23
DECEMBER
1924.

liet aanbod van geld was deze week weder zeer

groot. Vooral voor wissels en in het begin der week
was er veel geld beschikbaar, zoodat particuljer di
s
L

conto reeds Maandag direct
1% , %
püt. lager te plaat-
sen was. Daarna bleef deze rete vrijwel onyeranderd
cii. werden de omzetten belangrijk kleiner, daar men

eerst cle inschrijving op het schatkistpapier wilde

afwachten.

Ingeschreven werd in totaal voor
f
87.507.000. Toe-

gewezen werden
f
42.880.000 drie-maands promessen

i
f
992,15; f11.010.000 zes-maands promessen
á
f084;

en
f
6.110.000 biljetten á
f
1005, voor de 3- en 6-

rnaands promessen een rente van resp. iets beneden

en iets boven 3 pOt., voor de biljetten een rente

van 3% pCt.

De prolongatierente was iets hooger, meestal werd

:-% pOt. genoteerd.
* *
*

Op den weekstaat van De Nederlanclsche Bank ver-

toont .de post biniienlanclsche wissels opnieuw een Vrij

belangrijke daling van ruim
f
11 millioen, wederom

voor een aanmel.’kelijk deel verklaarbaar uit aflossing

van schatkistpapier. Bedroeg op de publicatie van de

vorige weekhalans het toteal aan rechtstreeks bij de

Bank geplaatste schatkistpromessen nog f 7
millioen,

thans is geen schatkistpapiei’ rechtstreeks bij de Bank

ordergei.racht. Van minde.r beteekenis is de wijziging

in den post beleeningen; jok hier valt een yerminde-

ring te constateere.n, doch van niet meer dan ruim

f %
millioen.

Vergelijking van de posten papier op het buiten-

land en diverse rekeningen onder het actief, gelijk

die vermeld stonden op den vorigen weekstaat en

thans, leert, dat eerstgenoemde post in de afgeloopen

week een vermeerdering heeft ondergaan vanr uirn

f
22% millioen, terwijl laatstgenoemde post in het-

zelfde tijdvak een vermindering vertoont van bijna

f
25 m.i.ilioen. Aangenomen mag dus worden, dat uit

dè buitenlandsche saldi tijdelijke beleggingen in wis-

sels hebben plaats gehad.

1n den metaalvoorraad der Bank hadden geen wijzi-

gingen van beteekenis plaats. Het zilver vergieldt een

toename van ruim
f
250.000. De biljettencirculatie

daalde met ruim
f
10 milli.oen. In liet totaal der reke-

li
1
i ngcourant-saldi viin ai:ideren heeff een afname va

luim f2 millioen plaats gehad. Het beschikbaar me-

taalsaldo nam toe niet bijna f 3 millioen. Het dc’kkiugs-

prcentage bedraagt nagenoeg 52.

LONDEN, 20
DECEMBER
1924.

Het aanbod in de geldmarlct is gedurende deze be-

rich-tsweek aanmerkelijk verminderd door het laten

ifi.00pen van uitstaande 1 eeniugen door eenige Bank-

instellingen met het oog op ,,Window-dressing”. In

sonmige gevallen werd voor daggeld zelfs tot 3 pOt.

betaald, terwijl hernieuwingen. van zevendaagsche lee-

ningen onveranderd 2% pOt, kostten.

Ook de discontomarkt nam een yaster karaktr aan,
niede dooi’ de aanstaande jaarwisseling. Driemaands

wfsseis werden nauwelijks op 3% pOt. geplaatst, ter-

wijl Treasury Bi]ls van 10 December gemakkelijk boven

dit- percentage genomen werden. –

211)aafldS prima bankaccept 3% pOt.; 3-maands idem

3%__313/ pOt.; 4-maands idem 3
131
_3?/s pOt.; 6-

maands idem 3
15
/16_4
pOt.

1120

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

24
December 1924

NOG EENS: DE SCHEEPVAARTWEGEN

IN ZUID-LIMBURG.

De Heer Ir. A. Platé heeft ongetwijfeld een loffelijke

daad verricht, door in het nummer van 17 December jl.

het tot dusver al te zeer verwaarloosde vraagstuk

der van de Maaskanalisatie en daaruit voortvloeiende
verdere werken te verwachten financieele resultaten
aan een’nadere beschouwing te onderwerpen. Intusschen wil het mij twijfelachtig voorkomen of

de geachte’ schrijver bij zijn betoog wel overal, van

juiste gegevens uitgaat. Aan zijn berekening van. den zelfkostenprijs voor

het vervoer over de a.s. wateNoute legt de Heer

Plate een kolentransport van 5 millioen ton ten
grondslag; daarbij gaat hij uit van de veronder-

stelling, dat de kolenproductie der Zuid-Limburgsche

mijnen binnen zeer afzienbaren
tijd
10 millioen ton

zal bedragen, waarvan. de helft over water naar

Holland zal worden vervoerd. Tegen het aangenomen productiecijfer van 10 mii-

]ioen ton wil ik geen bezwaar niaken, al is de graag

gewettigd of, waar de verzending van de gezamenlijke

mijnstations in 1923 ruim 5 millioen ton en in de

eerste 9 maanden van 1924 ru
j
m 4 millioen ton heeft

bedragen, het oogenblik waarop de productie tot
10 millioen ton zal zijn getegen, weldra zal zijn

bereikt.
Anders is het met de verwachting, dat de helft

der
geheele
productie, dus 5 millioen ton, over water

naar Holland zal worden vervoerd. Een groot ge-
deelte van de productie gaat naar België en Duitsch-

land. Blijkens het aan den minister van Waterstaat
uitgebrachte Terslag der ,,Commissie van Advies

inzake de spoorwegwerken, velke zullen noodig zijn
ten behoeve van dcn afvoer van steenkoleï uit het

mijn gebied van Zuid-Limburg naar een punt van de
Maas nabij Maasbracht, enz.” (blz. 4) zijn van 1900
tot 1913 slechts 27Y2 tot 45 pOt., der Limburgsche
kolen in Nederland gebleven. Een door de Neder-

landsche spoorwegen opgestelde staat van het Lim-
burgsche kolenvervoer over 1923 geeft aan, dat op

een totale verzending van ruim 5 milhioen ton, ruim

1.5 millioen ton, dus + 30 pOt.
geheel per spoorweg

naar België en Duitschland werden verzonden; daarbij
komen dan nog de (in de voren genoemde hoeveel-
heid van 5 millioen ton begrepen) kolen, die na per
spoorweg tot Maastricht te zijn verzonden, verder

per water
naar België zijn gegaan, zoodat de
geheele

afzet naar België en Frankrijk meer dan 30 pOt.. der totale verzending moet hebben bedragen. Houdtmen

bovendien rekening met het feit, dat tegenwoordig
de omstandigheden voor den afzet naar België en

Duitschiand niet gunstig schijnen te zijn en dat, bij
terugkeer van meer normale verhoudingen, die landen
allicht weer grootere hoeveelheden Nederlandsche

kolen zullen gaan betrekken dan schijnt het mij zeer
goed mogelijk, dat de vorengenoemde Commissie niet
ver van de waarheid is, waar zij (op hlz. 5 van haar

Verslag)
vOOT
1930
de te verwachten afvoer in Noor-

delijke richting op 50 pOt. der’totale kolenopbrengst

raamt.
Stelt men, met den heer Plate, de totale
kolenopbrengst op 10 milhioen ton, dan zou dus

Smilhioen ton overblijven voor den
geheelen
afvoer

in noordelijke richting, welke afvoer ten deele per
spoorweg en ten deele per water zal plaats hebben.

Neemt men, met meergenoemde Commissie, aan, dat

spooi- en waterweg ieder de helft zullen krijgen,
dan zou dus aan den waterweg een vervoer van slechts

millioen ton
naar het Noorden ten deel valln,

in welk geval de door den Heer Piate berekende be-

lasting van
f
0.87 per ton (6 pOt.’ van 4.32 millioeu
gulden, verdeeld over 5 miflioen ton) zou worden
f
1.73.

Een verdere vraag is nog deze, of de Heer Plate
de transportkosten voor het vervoer Boin-Rotterdam

te water met
f
1.26 per ton niet te laag schat. Naar

ik meen ligt de watervracht Maastricht-Rotterdam

tegenwoordig tusschen
f
1.50 en
f
2.

Ten slotte vraag ik mij af, of tot de zelfkosten

ook niet moet worden gerekend de waardevermin-

dering, die de kolen bij overlading van wagon op
vaartuig ondergaan, welke vermindering, naar ik meen,

voor stukkolen op
f
0.50 per ton kan worden gesteld.

Schijnt het op grond van het vorenstaande aan ge-

gronden twjjfel onderhevig, of de opzet van den Heer

Plte, waarbij hij.tot een kostenbedrag van
+ f
3.33

(resp.
f
3.—) per
s
ton komt., wel juist is en moet

wellicht dit bedrag aanzienlijk hooger worden gesteld,

zelfs indien men met
zijn
berekening meegaat, valt

het
moeilijk
hem gelijk te geven, waar hij de mee-

ning uitspreekt, dat de berekende bedragen van

f
3.33 en
f
3.— per ton niet ongunstig afsteken

tegen liet normaal spoorwegtarief van
f
3.50 van

Zuid-Limburg naar Rotterdam. En zeer zeker steken

die bedragen alles behalve gunstig af tegen de spoor-

wegviacht van
f
2.50 voor kolentransporten met

650 tonstreinen!

Intusschen – de Heer Plate
wijst
hier zelf reeds

op – is de •vorenbedoelde vergelijking in zoover

onzuiver, als hier vergeleken worden de
zelf kosten,

van het watertransport met de
vracht
voor het ver-
voer per spoorweg. De laatste moet door de verzen-

ders worden betaald, terwijl van de Liniburgsche

mijnen
moeilijk
zou kunnen worden gevergd, de

geheele
zelfkosten van het watervervoer te betalen.

M.i. kan aangenomen worden, dat de 6 pCt. van het

aanlegkapitaal ad 72 millioen wel voor rekening van

het Rijk zullen moeten blijven, waardoor dus voor

de
mijnen
de transportkosten niet
f
3.33 en
f
3.—

doch f
2.46 (d.i.
f
1.26
+ f 1.— + f
0.20) .zouden

worden, waarbij dan nog komt de waardeverminde-

ring van de kolen door overladen.

Met
die
vracht zullen de mijnen wellicht gediend

zijn, maar tot welken
prijs
zal de nieuwe toestand

zijn verkregen?

Het Rijk – dus de behastingbetler – zal jaarlijks

met een bedrag van 4.32 millioen gulden worden be-

last. De spoorweg zal een aanzienlijk gedeelte van

zijn kolenvervoer naar den waterweg zien afvloeien;
door de aldus ontstaande minderopbrengst,bestaat de

mogelijkheid, dat er weer een nieuw tijdperk van
spoorwegtekorten wordt ingeluid (ook weer te. dek-

ken door den belastingbetaler!) en is het in alle ge-

val
waarschijnlijk,
dat de Nederlandsche Spoorwegen

zullen worden gehandicapt in het uitvoeren van
hun wensch om, wanneer de bedrijfsresultaten zulks
toelaten, aan den van alle zijden – en niet het minst
van de zijde der mijnbesturen – geoefenden aan-

drang tot tariefverlaging gevolg te geven.

Is nu, gezien dit alles, de verleiding niet groot
om de vraag of de voor de bevaarmaking van de
Maas uitgegeven millioenen wellicht niet beter voor
verlaging der goederentarieven hadden kunnen wor-
den gebruikt, bevestigend te beantwoorden?
En wat de vraag betreft, of men niet zelfs thans

nog zou kunnen overwegen de millioenen, welke de
scheepvaartwegen in Z.-Limburg zullen kosten, op

andere’
wijze
te besteden, hierbij denk ik aan twee

tegenovergestelde stelregels, nl.: ,,beter ten halve
gekeerd dan ten heele gedwaald” en ,,wie in het

schuitje zit moet meevaren”. Ik laat het gaarne aan
meer bevoegden over, te beoordeelen volgens welken

dezer beide stelregels (casu cçuo volgens welken an-

deren stelregel) behoort te worden gehandeld. Ten slotte nog enkele opmerkingen:
i)e Heer Plate vraagt zich af, of de spoorweg-

vracht van
f
2.50 per ton voor 650 tonstreinen van

Zuid-Limburg naar Rotterdam (en Amsterdam) wel
als loonend kan worden beschouwd en in hoeverre dit cijfer zou kunnen worden gehandhaafd ,,indien
een massatransport van 5 millioen ton minstens
wordt ingesteld en alle daarop komende factoren wor-

den in rekening gebracht.” Met laatstbedoelde ,,fac-
toren” bedoelt de Heer Plate, te oordeelen naar het-

geen hij elders zegt, waarschijnlijk de kapitaaluit-

24 December 1924′

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1121

aven, die naar zijn meening noodig zuflen zijn

in verband met de omstandigheid, dat hij betwijfelt
of de tegenwoordige spoorweginrichtimgen wel vol-

doende zouden zijn om een massatransport van 5 mii-

lioen ton naar behooren af te wikkelen.

Wat
het eerste gedeelte der vraag betreft, kan

worden geantwoord, dat, dank zij de voorwaarden waar-
aan belanghebbenden moeten voldoen om van de vracht
van
f
2.50 gebruik te mogen maken, de spoorweg uit

die vracht, welke
f
1625 per trein opbrengt, vol-

dôende
profijt
trekt. En wat het tweede gedeelte der
vraag aangaat,
zij
opgemerkt, dat de verzending van

Limburgsche kolen naar binnenlandsche stations, die
thans ± 3t millioen ton bedraagt, zeer aanzienlijk

kan toenemen zonder dat
bijzondere
uitbreidings-

werken noodig zullen
zijn.
Trouwens, mochten zoo-

danige werken noodig blijken, dan is te verwachten,
dat de groote vermeerdering van vervoer voldoende
zal opleveren om, ook zonder tariefverhooging, de

werken in kwestie uit te voeren.

Verder troost de Heer Plate ons met Sympher’s

betoog, dat,
bij
den aanleg van een kanaal, het ver-
lies, hetwelk de spoorweg hie’rdoor lijdt, in ongeveer

10 jaar
verdwijnt.
Tien jaar is een heele
tijd,
wan-
neer men rekent, welken invloed (zie boren) een ver-

mindering van het kolenvervoer op de spoorweg-

financiën, en daardoor op de tariefpolitiek, kan
hebben! Maar afgezien hiervan zou ik willen vragen:
is Sympher’s conclusie te beschouwen als een axioma,
dat zonder meer
voor alle gevallen
kan worden aan-

vaard? Is, met name, die conclusie ook juist, waar,
zooals in casu, het kanaal in hoofdzaak moet dienen
om de massaproductie eener reeds bestaande mijn-
industrie
af te voeren? Zal zich door het Kanaal
een spoorwegvervoer van
andere
goederen ontwikkelen,
van zoodanigen omvang, dat daardoor het afvloeien
van een groot gedeelte der kolen naar het water
voldoende zal worden gecompenseerd? Ik waag het
dit te betwijfelen.

De beer Plate zal,
mijn
opmerkingen lezende, mij
wellicht verwijten, dat ik de zaak te veel van spoor-
wegstandpunt beschouw. Het kan zijn; het bloed
kruipt nu eenmaal waar het niet gaan kan. Maar
waar ik eenerzijds een groot gevaar zie voor den
spoorweg, bij wiens financieel welvaren. de belasting-
betaler in het algemeen en de viachtbetaler in ‘t

bijzonder het grootste belang heeft, en anderzijds een
kostbaar werk, waarvan het allerminst zeker is, dat
de directe en indirecte voordeelen tegen de nadeelen
zullen opwegen. zal het mij niet euvel kunnen wor-
den geduid, dat ik op eenige punten heb gewezen,
die
twijfel
kunnen doen
rijzen
aangaande de -juist-
heid van hetgeen de Heer Plate betoogt.

P. ELIAS.

J)E BUi TENLANDSCHE ÜREJ)IETQ-E VING DER

VERE’ENIGDE STATEN TIJDENS EN NA DEN

OORLOG.

1.

iDe zeer welwillende onitvangst, die de Duitsche
herstel-leening en verschillende ândere vreemde emis-
sies gedurende de laatte maanden in Amerika ge-
vonden hebben, ‘is oorzaak geweest dat het vraagstuk
an dc huitenlandsche credietgeving der Vereenigde
Staten, hetwelk sedert eenigen tijd min of meer op
den achtergrond scheen te zijn geraakti, plotseling
veder in het middelpunt der belangstelling is komen
te staan. In ver-band daarmede lijkt het niet mis-
plaatst in de volgende regelen eens een heknopt over-
zicht to geven van de wijze waarop de bedoelde ere-
dietgeving zich gedurende de laatste tien jaren vol-
trokken heeft, en van den omvang, dien zij in die
perrode heeft aangenomen. In aansluiting daaraan
moge clan een en ander -in het midden worden ge-
bracht over de opmerkelijke .verandering, die de in-
ternationale financieele positie van de Unie, voor-

namelijk als gevolg van die credietverleeing, sedert

liet uitbreken van den wereldoorlog heeft ondergaan.

De buitenlandsche credietgeving der Yereeoigde

‘Staten tijdens en na den oorlog heeft zich in hoofd-

zaak voltrokken op di-je manieren. Voor een ‘deel nam

ij de gedaante aan van voorschotten, dooi’ de regee-
ring der Unie verstrekt aan cle regeeringen van be-

‘vriende mogendheden. Voor een ander deel kreeg zij
,haar beslag door aankoop van buitenlandsche fondsen

‘voor rekening van ingezetenen der Vereenigde Sta-

tén. Voor weer een ander deel ten slotte, hulde zij

zich in den vorm van particuliere credieten, door

Amerikaansche banken of exporteurs verleend aan
buiterilandsehe relirties: Over elk dezer drie soorten

:van credieteu achtereenvolgens een enkel woord.

Met de regeeringscredieten behoeven
wij
ons niet
lang bezig te houden. Zij droegen voor het grootste

gedeelto het karakter van oorlogsleenungen, en dank-

ten hun ontstaan in hoofdzaak aan den wensch van
1
de Tereenigde Staten om, nadat zij op 6 April 1917
mede in het strijdperk war-en getreden, hun bondge-

i,nooteu in den krijg ook financieel zooveel mogelijk
hohulpzaam te zijn. In verband hirmode werd de

regeering de.r Unie
bij
de
Liberty Loan Act
van- 24
Aprii daaraanvolgende gemachtigd om. voorschotten
:1e verstrekken aan de met haar verbonden mogend-

lieden, tot een maximum van $ 3 milliard. –
Bij de latere
Liberty Loan Acts van September
1011, April 1018 en. Juli 1918 werd dit maximum
chtereenvoIgens verhoogd tot $ 7 milliard, $8,5 mil-
liard en $ 10 milliard. Krachtens deze machtiging
verleende cle
Treasury
der Vereenigcle Staten van
;Apri] 1011 tot het sluiten, van den wapenstilstand
-credieten. ten ‘behoeve van verschillende landen tot
en totaal van $ 1,3 miljard. Van 1 December 1918
tot de onderteelcening van liet vredesverdrag van Ver-
(
sail.les
01)
28 Juni 1919 werd andermaal $ 1,8 milliard
voorgeschoten. Daarna volgde ten slotte nog een aan.-
1
19.1
kleinere voorschotten tot een gezamenlijk bedrag
van $0,4 milliard, die liet totaal der krachtens dc

Liherty Loan Acts
ver-leende buitenlandsche crudieteii
tot $ 9,5 milliard opvoerden. Van dit bedrag ontving
Eogelaud het leeuwendeel: ruim $ 4 milliarci; Frank-
rijlc nagenoeg $3 milliard;. Italië $1,6′ milliarci. Be-
1
halve deze voorschotten ingevolge de
Liberty Loart
Acts,
verleende cle regeering der- Unie (voornamelijk
na den wapeos4ilstand) krachtens eenige andere wet-
ten, nog verschillende credieten in verband met den
verkoop van overeompleet oorlogsmateriaal, de leve-
ring van graan e:n de bekende
relief-aetie,
tot een
gezamenlijk bedrag van 0,1 milliard. In totaal heh-
de dooi’ de regeering det Vereenigde Staten, ge-
,ciurende de periode welke wij hier bespreken, ver-
,]eende buitenlandsch_e credieten derhalve $10,2 mii-
!iard bedragen. Na November 1020 zijn geen nieuwe
re’eëringseredieten meer verstrekt. i)

Om inzicht te verkrijgen in de afmetin-en, die
5
de credietgeving door aankoop van buitenlandsche
,fondsen vooi’ rekening van ingezetenen der Ver-
,eenigde Staten in het hier behandelde
tijdvak
heeft
aangenomen, moeten wij in de eerste plaats een blik
slaan op de buitenlandsehe leeningen, die in deze jaren in de Unie zijn uitgegeven. Het is algemeen
bekend dat die leeningen in de eerste oorlogsjaren
talrijk en vaak van niet geringen omvang zijn ge-
1
weest, en dat onder haar de staatsleeningen verreweg
1
dô belangrijkste plaats innamen. Zoo gaven, om slechts
en.1ce]e der meest markante voorbeelden te noemen,
Ootober 1015 Engeland en Frankrijk gezamenlijk

een staatsleeniug van $ 500 millioen in de Vereenigde
Staten uit; in September 1016, November 1916 ‘en Februari 1911 plaatste Engeland achtereenvolgens
drie staatsiee.ningen in de Unie ten bedrage van res-

1)
Vgl.
vooi- meer gedetailleerde gegevens H. E. Fisk,
The Inter-Ally Debts
(New York—Paris
1924),
waaraan
ook de in den tekst genoemde cijfers betreffende de regee-
ringseredieten
van
de Unie ontleend zijn. –

1122

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

24 December 1924

pectievelijk $ 250 millioen, $ 300 millioen en $ 250

millioen; Frankrijk kwam in Juli 1016 en Maart 1017
met twee leeningen van respectievelijk $ 94,5 millioen
en $100 millioen te New York aan de markt; en

Canada gf in de jaren- 1916 en 1017 achtereenvolgens

vier leeriingen tot een totaal bedrag van $ 175 millioen

in de Vereenigde Staten uit. Eind April 1017 nam

daarop, gelijk zooeven aangestipt, de Unie-regeeririg
zelf de credietverleening aan de.met- haar verbonden

mogendheden ter hand, en als gevolg daarvan bleef
gedurende de nog resteerende maanden van 1017 en

tijdens het geheele jaar 1018 de uitgifte van buiten-

landsche leeningen in de Vereenigde Staten binnen

zeer bescheiden grenzen. Bovedien werden er in deze
jaren nog eenige der uit het tijdvah 1914-1916

dareeren(le leeiilngen afgelost. Maar op het einde van
3918 beliep het gezamenlijk bedrag van de sedert het

ui-tbreken van den wereldoorlog in de Unie uitge-

geven en destijds nog uitstaande buitenlandsche lee-

ningen toch nog nagenoeg $1,8 milliard. Hieronder
bevond zich voor $1,5 milliard of bijna 85 procent
aan staatsleeningen.
3)

in 1910 werd daarop de en7is’sie van buitenlandsche
leeningen in de Vereenigde Staten met kracht her-

vat. Onderstaande tabel geeft een beeld van den om-

vang, dien zij in de periode 1919-1923 heeft aan-
genomen –

Buitenlandsche emissies in de Vereenigde Staten
19191923
2
)

Bedrag
Hiervan staatsleeningen:
Jaar
(inmillioenen
(inmillioenenl (in pro-
dollars)
dollars)
centen)

1919
670 565
84
3920
605 377
62
1921

648
478
74
1922
847 627
74
1923
390
292

75

Totaal
3.160
2.339
74

Uit deze cijfers blijkt, dat het jaarlijksche bedrag der buitenlandsche emissies in de Unie in de eerste

drie jaren na den wapenstilstand tamelijk stabiel is
geweest. Merkwaardig is dat de ernstige economische
crisis, die in 1920 in de Vereenigde Staten optrad,

op het totaal der in dat jaar aan de markt gebrachte
vreemde uitkiften slechts een zeer geringen invloed
heeft gehad. In 1922 nemen dan de buitenlandsche cmissies plotseling krachtig toe, om in het daarop-

volgende jaar. even plotseling zeer scherp terug te
loopen. De oorzaken van deze beide verschijnselen zijn
niet ver te zoeken. De 8tijging van 1922 houdt ver-
band met de geldruimte,die gedurende een groot deel.
an
dat jaar in de Unie viel waar te nemen en die
onder meer ook een aanzienlijke toeneming van de binnenlandsc.he emissies ten gevolge had; ) de da-
ling van 3.923 laat zich verklaren uit het sterke van-
trouwen in den politieken en financieelen toestand
s-en Europa, hetwelk destijds in de Vereenigde Staten

heerschtc. In totaal hebben, ‘zooals men ziet, de bui-
.tenlandsche emissies in de Unie gedurende de jaren
1010-1923 het respectabele cijfer van $ 3160 millioen
bereikt. Daaronder bevond zich ook thans weer een
zeer belangrijk bedrag aan staatsleeningen; al ver-
toonde, in het algemeen, de verhouding tusschen
staatsleeningen en andere emissies wel eenige neiging om zich ten voordeele van de laatste te wijzigen.
Met betrekking tot de buitenlandsche emissies, die
gedurende het jaar 1024 in de Unie hebben, plaats
gehad, zijn uit den aard der zaak nog geen volledige

Vgl. de gedetailleerde opgave in het
FederulReserve
Bulletin
van Januari
1919,
blclz.
33 cv.
De cijfers zijn onteend aan het
Federal Reserve Bul-
letin
van Februari
1924,
bldz. 93.
Volgens den
Corninercial and Financial Chrosvi cle
bedroegen de binnenlandsche emissies in de Vereenigde Sta-
tea
in
1922 $4479
millioen, tegen
$3706
millioen in
1921
en $3610
millioen in
1920.

gegevens beschikbaar, doch het is bekend dat zij
liooidzakelijlc als gevolg van het toenemend vertrou-

wen in de economische toekomst van Europa, hetwelk zich na de aanrieming van het plan-Dawes in Amerika

openbaarde, en mede in verband met de opmerkelijke
eldruirnte, die, althans tot voor enkele weken, ook

in dit Jaar weder in de Unie heerschte, vooral gedu-
rende de laatste zes maanden, zeer belangrijke afme-
tingen hebben aangenomen. Volgens den
Conimercial
and Financial Chronicle
zouden.zij tot’ ultimo Sep-

tember ongeveer $675 millioen hebben bedragen; en
in de eerste helft van Noveber kon men in de bladen
lezen dat zij reeds het milliard hadden overschre-
den.
3)
Het totaalcijfer’ voor 1924 zal dus in elk ge-

val beldngrijk hooger zijn dan dat voor 1922, hetwelk
voor de periode na den wapenstilstand totdusver een
recordeijfer was.

1

liermede is nu intussehen. het beeld van de bui-
tenlan.dsehe credietgeving der Vereenigde Staten,

voorzoover deze zich voltrokken. heeft door aankoop

van vreemde fondsen, nog slechts ten deele geteekend.
Om ons overzicht volledig te maken moeten wij, be-

halve met de buitenlandsehe emissies in de Unie, ook

rekening hbuden met de verwerving, door ingezetenen
van de Vereenigde Staten, van vreemde fondsen, die

oorspronkelijk elders zijn uitgegeven. Voor zoover de

eigenlijke oorlogsjaren betreft, kunnen wij dezen fac-
tor echter wel verwaarloozen. Het is algemeen be-

kend dal; er in de periode 1914-1018 door Verschil:
lende Europeesche landen aanzienlijke hoeveelheden

effecten naar de Vereenigde Staten zijn uitgevoerd;

maar hierbij gold het nagenoeg uitsluitend
Amen:
Icaansche
fondsen, die in de vreedzame jaren v66r

1.014 door Europeesche beleggers waren aangekocht,
en nu naar de nieuwe wereld werden teruggezonden
(een punt, waarover wij in het tweede gedeelte van
dit opstel nog nader komen te spreken); de invoer
van,
vreemde,
oorspronkelijk elders geëmitteerde, fond-

sen in de Unie is eerst in 191.9 een omvang van eenige

heteekenis gaan aannemen. Nu bestaan er, zooals be-
kend, betreffende de internationale fondsenbeveging
geen eigenlijk gezegde statistieken; en de
cijfers
die

nu en dan ten aanzien van den hier bedoelden fond-

seninvoer in de Vereenigde Staten genoemd worden,

berusten dan ook voor het grootste gedeelte op ramin-
gen, welke uit den aard der zaak een
tamelijk
sub-
jectief karakter dragen en onderling Vrij sterk uiteen-
loopen.. Om den lezer niet met al te veel getallen te
vermoeien, volsta ik met te vermelden, dat het
Uar-
vard Committee on Economie Research, op
grond van

een, naar het schijnt, vrij nauwkeurige berekening,
voor het totaal der gedurende de jaren 1919, 1920 en
1.921 ‘in de Unie ingevoerde, oorspronkelijk elders ge-
emitteerde, niet-Amerikaansche fondsen tot een cijfer
kwam voor $620 millioen;
2)
en dat het bedrag van

de invoeren dezer fondsen in de jaren 1922 en 1923, volgens de officieele raming van het Amerikaansche

Department of Commerce
respectievelijk $ 326 mil-
lioen en $ 33 inillioen beliep.
3)
Op grond van deze
gegevens zou men het totaal van de bedoelde invoeten
voor de periode 1919-1923 dus op ongeveer $ 980
millioen mogen stellen.

Wij komen thans tot den derden vorm, waarin de
buitenlandsche eredietgeving der Vereenigde Staten

zich tijdens en na den oorlog voltrokken heeft: tot de
particuliere bank- en handelscredieten aan het bui-

Vgl.
da. The (Loudon) Econopzist
van 15 November
924, hl(lz. 774.
Vgl.: J. H. Williams,
The Balance of International
Paymcnts of the United States for the jear 1921,
in ‘de door de
Manchester Guardian
uitgegeven serie publitties
Rceonsl”muction in
Europe,
section X, bldz.
619
e-v.
Ik citeer naar het weekblad
The Economie World,
het-
welk in zijn nummers van
22
September
1923
en
12
April
1924
zeer uitvoerige uittreksels van de desbetreffende pu-
blicaties van het
Department of Commerce
heeft gegêven.
De. bedoelde publicaties zelf heb
ik
tot. mijn leedwezen niet
in handen kunnen krijgen.

24 December 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1123

tenland. Zooals men weet, kwamen dergelijke credie-ten in de Vereenigde Staten vroeger slechts zeer spo-

radisch voor; nagenoeg,. de geheele buitenlandsche

handel van de Unie placht v66r 1914 door Europa te

worden gefinancierd. Sedert den oorlog is ook hierin

verandering gekomen; men is er uich in de Vereenig-

de Staten meer en meer, op gaan toeleggen om zelf

de voor het han’delsverkeer met andere landen nood-‘

zakelijke voorschotten te ‘verstrekken; en tot op zekere

hoogte is men daarin ook wel geslaagd; al valt niet

te ontkennen, dat het resultaat van verschillende met

dit doel in de Unie genomen maatregelen ver ten

achter gebleven is bij de verwachtingen, die men aan-

vankelijk op dit stuk koesterde.

In het algemeen is, in de tien jaren die thans ach-
ter ons liggen, de omvang van de hier bedoelde
credietverleening aan sterke fluctuaties onderhevig

geweest. Gedurende de eerste oorlogsjaren moet zij nu

en dan Vrij aanzienlijke afmetingen hebben aange-
nomen. Bekend is dat verschillende banken en export-

ondernemingen in deze periode belangrijke voorschot-

ten aan buitenlandsche regeeringen en particulieren

verleenden in verband met den uitvoer van munitie

en andere oologsbenoodigdheden. In April 1917, toen

de Unie-regeering zelf •de buitenlandsche credietge-

ving ter hand nam, veranderde dit echter; en eerst
na den, wapensti1stnd, toen het gouvernement het

verleenen van voorschotten gaandeweg beperkte en
ten slotte geheel staakte, begon de buitenlandsche credietverleening door Amerikaansche banken en

exporteurs weder op te leven. In de tweede helft van
1919 en in de eerste helft van 1920 nam zij zelfs een
totdusver ongekende vlucht. Dit hing eensdeels samen

met de groote vraag naar grondstoffen en voedings-
middelen, die gedurende deze periode in Europa op-

trad, en die voor een goed deel uitging van landen,

welke niet in staat waren contant, te betalen; en aan

den anderen kant zeker ‘ook wel met de omstandig-
heid, dat ‘de Amerikaansche zakenwereld, begeerig om

de ongeëvenaarde winsten waaraan zij tijdens den
oorlog gewoon was geraakt, te blijven genieten, bereid
was met dat doel grooter risico’s,’ te ‘aanvaarden, dan

zij onder andere omstandigheden waarschijnlijk op
zich genomen zou hebben. Na de crisis van 1020 kwa-
men deze beide bijzondere factoren echter te verval-
]en. De Europeesche vraag naar Amerikaansche goe-
deren nam meer normale proporties aan, en zoowel de

depressie waaronder het
bedrijfsleven
in de Vereenig-

de Staten in 1021 en gedurende een deel van 1022
gebukt ging, als de ongeregelde toestanden in de

oide wereld, werkten er in hooge mate toe ‘mede de

geneigdheid van de Amerikaansche banken en expor-

teurs om aan Europa crediet te geven, belangrijk te temperen. In het tijdvak 1921-1923
zijn
de buiten-

landsche bank- en handelscredieten van de Unie dan
ook zonder twijfel sterk teruggeloopen.

Aangezien statistishe gegevens ook op dit gebied
zoo goed als geheel ontbreken, laten de totale bedra-

gen, die de Vereenigde Staten gedurende de verschil-
lende hierboven in het kort aangegeven perioden in
den vorm van bank- en handelscredieten aan het bui-

tenland hebben voorgeschoten, zich niet vaststellen.

Men kan echter wel eenigszins onder cijfers bren-
gen, hoe groot
op bepaalde tijdstippen
het saldo ge-

weest moet zijn, dat de Unie, als gevolg van deze credieten, van het buitenland te vorderen had;’ en
hieromtrent zijn dan ook, vooral in de jaren na den

wapensti] stand, verschillende herekenin gen gemaakt.

Zoo begrootte bijvoorbeeld – om slechts de uitkom-
sten van enkele dezer, uit den aard ‘der zaak ook
weder voor een goed deel op ramingen berustende,

becijferingen te noemen – de
Federal Reserve Board
in September 1020 het totaal van de toentertijd uit-
staande particuliere bank- en handelscredieteu van
de Unie aan het buitenland, op ten minste $ 3 mil-

*liard;
1)
de bekende economist van de
Cha.se National
‘Bank
te New York, Dr. B. M. Anderson, kwam, op
grond van een uitvoerige studie van de betalingsba-

lans der Vereenigde Staten over 1919 en de eerste

acht maanden van 1020, tot de conclusie, dat het be-

drag van de
unfunded balance,
welke Amerika, uit
hoofde van de ‘door ‘zijn banken en zijn exporteurs

verleende credieten, per 15 September 1920 van Euro.

pa te vordèren had, niet minder ‘dan $ 3,5 milliard

moest beloopen;
2)
èn in het begin van 1922, toen de

particuliere èredietgeving der Vereenigde Staten on-

tegenzèggelijk reeds sterk aan het afnemen was, meen-

de de
Federal Reserve Board
de
gezamenlijke
bank-

en handelscredieten, die ‘de Unie in het buitenland

had uitstaan, nog wel op $ 3,4 milliard te kunnen

stellen.
3)
Latere onderzoekingen met betrekking tot

dit onderwerp, die met name door het
Harvard Côm-mittee on Economie Research
zijn ingesteld, en waar-
bij ten deele gebruik gemaakt kon worden van ge-

geveus,.die bij het opstellen der oudere becijferingen
nog niet beschikbaar waren, hebben, naar het mij

voorkomt, overtuigend aangetoond, dat cle drie even-

genoemde cijfers te hoog geweest zijn en Jat men

veilig mag aannemen, dat het totale bedrag van de

voor rekening van Amerikaansehe bankiers en expor-

teurs op een gegeven moment uitstaande buitenland-

sche credieten, zelfs in de jaren 1919 -en 1920, wel
altijd benedôn de $ 2 milliard gebleven is. De hoogite

cijfers zijn naar alle waarschijnlijkheid in 1920 be-reikt en op het einde van dat jaar beliep volgens de

meest recente berekening van het
R’arvard Committee
welke mij onder oogen kwam, het totaal van de
unfunded balnce
die de Unie uit dezen hoofde i.’an
het buitenland te vorderen had, stellig niet meer da
$ 1300 â $ 1400 mil]ioen. Een jaar later was, volgens
dezelfde becijfering, dit bedrag tot ongeveer $ 1150
millioen geslonken.
4)
De omstandigheid dat de be-
talingsba.lans der Veeenigde Staten voor de jaren
1922 en 1023 belangrijke saldi ten nadèele van de
Unie te zien heeft gegeven (volgens ‘de officicele ra-
mingen van het Departn’cent of Coneni,erce’
respectie-
velijk $ 586 millioen en $ 152 millioen), doet veron-
derstellen, dat de op uitimo 1023 uitstaande particu
liere bank- en handelscredieten van de Unie aan het buitenland wel niet meer dan, $ 500 millioen zullen
hebben bedragen. In verband met, de sterk toenemende
bereidwilligheid om aan Europa crediet te verleene’n,
welke zich sindsdien in de Vereenigde Staten geopen-
baard heeft, mag echter worden aangenomen dat dit
cijfer in den loop van 1924 weder aanmerkelijk ge-
stegen is.
A.
M.
DE JONG.
(Slot volgt.)

EENIGE CIJFERS VAN DE LAATSTE

BEROEPSTELLINGEN.

Het Centraal Bureau voor de Sttistiek heeft in
het Augustus-, September- en Octobernummer van
het Maandschrift de voorloopige uitkomsten gepubli-ceerd van de beroepstelling, welke gehouden is op 31
December 1920. Als men deze
cij,fers
legt naast de uit-
komsten der beroepstellingen van 1000 en 1010, dan
blijken daaruit merkwaardige dingen en wij meenden,
in afwachting van de volledige publicatie der laatste
beroepstelling, reeds thans de aandacht ervoor te mo-
gen vragen.
In het . onderstaande lijstje is opgegeven het
totaal aantal personen (mannen en vrouwen), (lat
tot de verschillende bedrjfsklassen getekend kan wor-den, respectievelijk op 1 J’anuari 1900, 1910 en 1921;
verder hebben wij nagegaan de procentueele stijging
van het aantal personen gedurendé de periode 1900-
1,021; 1900-1010 en 101,0-1021; terwijl wij ten-

Federal Reéerve Bulletin,
September 1920, bldz. 902:
Chase Economie Bulletin,
October
1920.
) Federal Reserve Bulletin,
Februari
1922,
bldz.
128.
) Williams, t.a.p., bldz.
622.

i

I-124

..

ECONOMISCH-STAT
1
ISTISCHE BERICHTEN

24
Décembe

i4

slôtte hebben iageaân hèvee1 procen

van de tota
Wij zilïen. thins de tt

de

ijehd en It
bevolking elke bedrijfsklasse resp. in 1900 en 1921
keer behoorende bedrijfstakken nader beschouwn.

omvatte. De cijfers omvatten alle personen, die werk-

De tabel onder aan deze bldz. geeft een overzicht
zaam

varen, dus zoowel de eigenlijke werklieden, als
van de tot de .nijverieid behoorende bedrijfstakkén;
de personen met de leiding belast en de hoofden vaii

Wanneer wij een korte opmerking hierover zouden
onclei-nemrngen.
willen maken, dan is het wel deze, dat bij verschil-

Totaal aantal niannen en vrouwen volgens de verschillende beroepstellingen.
.


Toename in

.
In
uj

v. d. totale

Bedrijf


19i0


190
1921
bevolking op

1921
1910
1921

.
.
.
sinds sinds sinds
1 Jan.
1 Jan.
1900
1900
1910′
1900
1921

Nijverheidsbedrijven
.
650.674
790.137..
1.028.748
58 ol
o

21
0
/0
30 oj
12.8 0/
15

ol
o

Landbouwbedrijven

.
570.278
618.121
625.989
10

,,
8
1.5,,
11.2 -,,
9
Visscherij

Jacht

.
22.496 23.972
19597
_
12.5,,
6

,,
18

,,
.
0.4
03
Handel.
t
18&11O
224.532 271.718
46
20
21
3.6
4
Verkeerswezen

.
136.079
199.382
262.152
94
46
32
2.7

,,
3.8

Crediet–en Bankwezen
.

5.893 10.005
29.695
400

197

,,
0.1
0.4
Verzekeringswezen……………..
4.143
8.091
.
16.599 300

,, 94
105
0.08,,
0.25,,
Huiselijke

diensten

………….
197.511

214.096
221.135
12
8

,,
4
3.2

,-,
3.2
Zonder

beroep…………………
3.173.431
3.583.892



4.138.020
31

;, 13

,,
15 .,
62-
60

Totale bevolking …………….
.5.104137
1

5.858.175 6.865.146
34 o

14 o/
17

Io

100

o,

100
oj

Uit bovenstaande cijfers blijkt, dat de totale bevol-,
lende

bedrijfstakken

industrieën

bij elkaar zijn ge-
king sinds 1900 met 34 pOt. is toegenomen, en dat de
voegd, die niet dezelfde veranderingen te zien geven,
stijging ongeveer gelijkmatig was. Reeds direct valt
zoodat voor deze bedrijfstakken de hier gegeven cijfers
op, dat, terwijl de industrie met 58 pOt.,

dus veel:
zonder meer geen juist

beelcl

geven.

Het

sterkst
meer dan de totale bevolking, toenam, de landbouw
spreekt- dit wel- voor de groep oer, steenkool en -turf,
dit slechts met 10 pOt., dus veel minder, deed en de
waa.u: de stijging in het eigenlijke,kolenbedrijf niet tot visscherij zelfs 12,5 pOt. terugging. Nog merkwaai-di-
haar -recht. komt, door cle samenvoeging met -het veen-‘
ger is echter cle enorme toename van het credie- en
bedrijf. Immers volgens .de -andere opg.ven waren in
bankwezen en het verzekeringswezen, map. 400 pOt. en
het kolenmijnbedrijf in Limburg werkzaam van1907-
300 pOt., terwijl ook het vrkeerswe’zen met 94 pOt.
1910 gemiddeld 5302 en gedurende 1020.gem..22.874
hoog boven de totale toename staat. De geringe toe-
arbeiders, zijnde dus.van 1001-1910 tot 1920 reeds
name van den landbouw over de-periode van 21 jaar’
een stijging van 325 pOt. Soortgelijke, doch minder
w’erd vooral veroorzaakt, dooi-dat i.n .de laatste 11 jaar-
gea.ccentueerde onvolkoin,en

m
heden koen voor in de
slechts

en toename van 1,5 pOt. plaats vond. Zo’o oo.k
ïi.rtdee

groepen,

waar verschillende industrieën tot cle daling in de visscherij, die voor 1000-1.010 nog
een gemidleide zijn vereenigd. Een geheel juiste be-
een toename van 6 pOt. vertoonde. Eveneens is cle toe-
oordeeiing’zal men daarvan eei-st kunnen krijgen, van-
name van den handel., het crecliet- en bankwezen iii
reer de uitkomsten der laatste beroepstelling gespe- cle laatste elf jaren grooter clan in de periode 1000-
ci.ficeerd bekend zijn gemaaid;. Eelt-ter geeft de tabel
1910, daarentegen is het verkeersweze.n in de eerstè
tocli merkwaardige dingen te zien. Meer dan gemid-
10 jaren na 1900 iets meer gestegen. Typeerend is
deid

zijn.

gestegen. dc gas- en electmiciteitsbedrijven
nog de geringe toename van de huiselijke diensten.
de papierindustrie; de metaalindustrie, cle mijnindus-
De laatste kolom ‘is verde:r van, belang, wanneer men
trie, de chemische nijverheid en het grafisch bedrijf.

de relatieve belangrijkheid der verschillende bedrijfs-
Minder clan het gemiddelde zijn gestegen cle houwbe-
klassen met elkaar wil vergelijicen.
drijven, de lioutbowerking, het kleedingbedrijf en bel; Landbouw (en. visscherij), nijverheid en vezdeeliug
texti.elbedrijf. Bedenkelijk is de geringe toename va
(handel, verkeer, crediet- en bankwezen, verzeker) ngs-
do

diitmantindustrie

(5

pOt.).

•De -lee.i

industrie

is
wezen) omvatten resp. 15 pOt., 9,3 pct. en 8,5 pOt.
zelfsgedaald.


van de totale bevolking.
-. Typisch is ook, diit de stijging in cle mijnidustri.e

Totaal aantal mannen en vrouwen

in de nijverheidsbedrijveit volgens de verschillende beroepsteilingen.



Toename in


In
0/

v.
In
01
0
1′.

.
Bedrijfstak
.
1900–
1910



.

19?’!

..
J.
totale
nijverh.
d; totale
bevolk.
1921

1910


1921

sinds – sinds – sinds
op.1
Jan;
op 1
Jan.
1900
1900

.1910
1921

1921

25.145
31.365
-.

35810
42 o/
25
0/
14
°Iu
3.5 o
0.5

°Ii
Diamant en andere Edelsteenen

..
9:951
10.183
– .

10.471


2
-3
1

,,
0J5

Aardewerk,

Glas,

Steen

……………

Boek- en Steendrukkerijen etc
13.996
20443

25.550
83
.46

,,
30
2.5
0.35
Bouwbedrijven………………….
144.900
170.187

191.350

31
18
12
18.6
2.8

Chemische nijverheid


.. ..
,
10.212
15.161

24.509
140
48 62


2.4
035


Hout-, Kurk- en Stroobewerking.
38.820
-47.831
54.347
40
23 14
5.3
08
91.567 108.320

18 15
12J
1.8
1.684
2.523
1.061
-37
50
-58

,,.
0.1
001
Lêder, Wasdoek, Caoutchouc
39.826 37.135

124.105
…….

.38.423

4

6
3

,,
3.8 0.6

,.

Kleeding-reiniging……………….

16.255
23.102
46.686
185
42 103

,;

4.5

;,
9,7

Kunstnijvrheid …………………..

Metal, Scheepsbouw, Rijtuigbouw.’
83.013
106:767
195.682
13
29
85- ,,
19

,,
2.8

Oer,

Steenkolen,

Turf

…………….

6.992
10.433 17.059
144 ;,
50 63

,,
1.7

,,
0.2L,;
49.486

61.011


66.488
35

24
,

9

,,.
6.5
095
Papier

…………………………
Textiel

………………………..
4.485
.9.518

19.710
.340

.
,113_,,

.
107..,,-‘

19,,

Gas

en

Electriciteit

………………
Voedings- en Genotmiddelen

114.342

Y136.158

-…
177.497
57


19.,,.-

..
30.
5
,

.172,,
‘:2.6-

-.

Totale nijverheid. … .. …. …

650.674

.
.L.100
f/o..j..

24
Decejnber
1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1125

en in de metaal.indus/rie – voornamelijk in . de laatste
ei:f.jar en p]aats vond. Tot verheuging mag misschien
strekken dat de leerinciustrie na den achteruitgang

in de jaren 1900-1910, vaii 1010 tot 1921 weer, zij
het -dan. ook nog slechts langzaam, vooruit is gegaan.

Terwijl dc totale bevolking de laatste elf jaren met
17 pOt. vooruitging, stegen de bouwvakken slechts

met 12 pOt. Zou hier ook een oorzaak liggen voor
het hooge loonpeil in de houwvakken? Het bedrijf
behoort zeker tot diebedrijven, die in het algemeen

gelijken tred met dc bevolking zullen houden, iets wat.

in. het onderhavige geval nog geaccentueerd wordt

door de sterke toename van den nieuwbouw voer de

industrie, het bankwezen etc., hel;geen bijv. blijkt u,i.t
de cijfers va,n de bedragen, die voor openbare aanbe-

si:edingen zijn besteed en door de productieverminde-
ring- per werkman als gevolg van det verkorten er-
bei,dscluur. Uit de toename van de voeclings- en ge-

notmiddelen met 57 pOt, tegen de totale bevolking
34 pOt. in de ]aatste 21 jaar zouden, wanneer mn de

invoercijfers er naast legt, belangrijke conclusies te
i;rekken zijn over het gemiddelde consumptie in. Ne-

der]an.d en de toename van het gedeelte, dat er in, deze
industrie voornamelijk voor export werkt.

En geeft
stijging
van 83 pOt. in de grafische vak-
ken tegen 34 pOt, der totale bevolking niet aanleiding

om ria te gaan of dat ook in verband kan staan met
een- meerderen drang naar ontwikkeling’ dr massa?

Ten slotte kan nog vermeld worden de groete toe-
name in. de metaalindustrie, die ook daarom van zoo-

‘eei belang is, omdat deze industrie op 1 Jan. 1921.
1 9 pOt. van alle arbeiders in de nijverheid omvatte.

1)e beide kolommen, clie deze laatste verhoudingen
aangeven, spreken overigens voor zichzelf.

Beschouwen we thans de bedrijfsgroep verkeerswe-
zen nader, dan kan daarin de volgende specificatie
werden gemaakt:

ojvallend is diLt
bij
de zeevaart slechts 0,43 pOt, van
(le totale bevolking werkte.

Uit al de bovenstaande cijfers blijkt ten- slotte, hoe-zeer ons land
01)
weg is een industrie-land te worden,
iets wat in het bijzonder in verband met het bevol-

lci.ngsvraagstuk niet geheel onlogisch is. Maar als dit
liet geval i.s, dan zullen
zij,
die geroepen zijn richting
te geven aan ons maatschappelijlc leven, ook verstan-

•dig doen met deze feiten rekening te houden.
Zij
zul-

len dus met name die maatregelen moeten bevorderen,
die de geconstateerde ontwikkeling in de juiste banen
leiden en stelling moeten nemen tegen alles wat daar-

aan in den weg zou ]cunnen staan. Slechts een zoo-

danige welvaartspolitiek zal een rationeele ontplooiing
mogelijk maken van de tendenzen, die. uit boven-
taande
cijfers
blijken.

Het is duidelijk, dat de hier genoemde cijfers der
beroepstelling een bruikbaar en niet te onderschatten
niateriaa1 vormen voor dengene, die de economische

«erschijnselen van dozen tijd wil bestudeeren.. –
Wij zullen ons hier tot ôén verschijnsel beperken,

clat, vooral nu in den laatsten tijd het streven om ver-

schillende aangelegenheden over te laten aan de be-
ianghebbenden moer en meer op dan voorgrond treedt,

zeker de aandacht waard is. In de tabel op pgn. 1126

hebben wij naast de gegevens over het aantal werk-

lieden in cle verschillende bedrijfstakken vermeld het
aantal, dat daarvan op 1 Jan. 1920′ in vakvereenigin-
gen was -georganiseerd, terwijl in, een derde kolom
telkens de procentueele verhouding van deze twee

aantallen is berekend. Er deden zich daarbij eenige
moeilijkheden voor, omdat de vakvereenigingen niet

steeds geheel volgens de bedrijfstakken zijn georgani-
seerd, doch aan de hand van de uitvoerige publicaties
van het Centraal Bureau voor de Statistiek over den
omvang der vakbeweging op 1 Jan. 1921, waarin bij
de vakvereenigingen waarvoor dit het geval is een

Totaal aantal mannen en vrouwen in de verkeersbedrijven volgens de verschillende beroepstellingen.

1
1 In
U/

V.
1
Toe- Toe-
Toe-
1h. totale
In
0
10
v.

Bedrijfstak
1900
1910
1921
name in1name
in1name
111
1
ver-
Id. totale
1

1921

1
1910

1
1921

lk
eersw
.IbeVOlk.
1

sinds

1
sinds

1
sinds
op
1
Jan.I0P
1
Jan.


1900 1900
191fl
1

1921
1

1921

Spoor- en Tramwegen

………….
27.049
40.649
f

55.191
105
0
/0
50 o/
36

/0
21
0/s

0.8

o/

.
32.924



12.5

,,
0.48


29.281



11.5

,.
0.43

Expeditie

……………………….


41.158



15.5

,,
0.6

Zeevaart

………………………
Binnenseheepvaart……………….



20.600



8
0.3
Lading

of

lossing

……………….
Posterijen, Telegrafie, Telefonie
– . .
9.162
15.318
28.208
208
67 84
,,
11

,,
0.41
Hotel,

Cafd

……………………
24,821 32.056
41.062
66 ,,
30
28
15.5
0.6

Totale verkeerswezen ………..
136.079

1

199.382

262.152

1
94010
1
46 o/
1
32
o/
1
100
% 1
3.8
0
10

Deze tabel kan niet geheel volledig worden gege-ven, omdat de voorloopige indeeling voor 1921 niet
geheel overeenstemt met de in 1900 en 1910 gegeven
indeelingen en zoodoende voor enkele der thans ge-
pub]ieeerdo groepen de cijfers voor 1900 en 1910 niet
konden worden vermeld, zoodat tevens voor die groe-
pen een, vergelijking met die jaren onmogelijk was.
Voor zoover dit wel het geval was, valt op de .groote
stijging van de posterijen, telegrafie en telefonie met
208 pCt., die nog sterker gdaccentueerd. wordt, wan-
neer men ze vergelijkt met de stijging dec totale be-
volking (34 pCt.). Spoor- en tramwegen stegen iets
meer dan het gemiddelde van het totale verkeerswe-
zen. nl
. 105 pCt., vergeleken met de tdtale bevolking geven zij echter een ongeveer 3 maal zoo groote stij-
ging-te zien. De stijging
was in de periode 1900-1910 grooter dan in do laatste elf jaren. De hotels en café’s
bleven beneden de gemiddelde stijging van het ver-
keerswezen doch haalden bijna het dubbele van de stij-
ging der totale bevolking. –

Uit de cijfers in de beide laatste kolommen blijkt
de relatieve belangrijkheid der verschillende, groepen;

nadere specificatie der leden is vermeld, konden .de cijfers met voldoende nauwkeurigheid worden vast-
gesteld. Het geheel geeft in elk geval een bruikbaar
overzicht van den relatieven invloed der vakvereeni-
gingenin de verschillende bedrijfstakken. Het kan
.voor dit overzicht tot op zekere hoogte een bezwaar
worden geacht, dat sinds 1020 het aantal georganiseer-
den aanmerkelijk is teruggeloopen. De procentueele
cijfers zullen dus thans wel aan den hoogen kan-t zijn,
donh men bedenke daarbij, dat 1920 ook voor de indus-
f.rie een hoogtejaar was en het totaal aantal arbeiders getuige de werkloosheidscijfers sindsdien aanzienlijk
ui.s gedaald en dat bovendien de vakbeweging thans
door de heerschende werkloosheid een crisis door-
maakt, die
zij,
als de algemeene conjunctuur verbe-
1
tert, ongetwijfeld -weer te boven zal komen.

Opvallend is bij deze cijfers het groot aantal ge-
organiseerden in de diamantindristrie (99 pOt.); de
grafische vakken (81 pOt.); de spoorwegen (88 pOt.);
en- de posterijen (80 pOt:). Ook het expeditiebedrijf
vertoont hooge
cijfers
(77. pOt.), doch het is niet
onmogelijk, dat verschillende dezer georganiseerden

1126

ECONOMISCH-STATÎSTISCHE BERICHTEN

24 Decemler 1924

Tot, aantal
Aantal
arbeiders
georganis.
1Jan.
192I
In pCt. van
het totaal
beroeps-
aantal
Werkelijke telling
1921
arbeiders

.

.
cijfers

Glas, Aardewerk en Steen
.
33.740
13.976
.

41
10.026
99
Diamantnijverheid

………10.150
Boek- en Steendrukkerijen. 22.417
18.062
81
1
52.627
77.421
51
21.035
3.994
19

41.987
17.926
43
95.063 13.620
15
Bout, Kurk,

Stroo ……….

22.994
9.528
42

Bouwbedrijven ………….
Chemische nijverheid ……..

Kleeding, Reiniging

……..
Leer,

Wasdoek …………..
44.658
14.969
33
167.508
47,092
28
Oer, Steenkool, Turf

………
Metaal, Scheepsbouw …….

15.527
3.864
25
Papier

………………….
63.024
25.014
40
Textiel

…………………
Voedings–en Genotmiddelen
139.284
49.591
36

Totaal bevengen. groepen
.
849285
305.083
36

404.139 26.857
6.7
Landbouw ……………..
Visscherij

Jacht………
14.389
4.394
31

Spoor- en Trarnwegen…….
55.124
48.486′
88
Expeditie

…………….25.290
19.1302
77
29.003
2.928
10
Binnenscheepvaart
……..26.692
5.757 21.5
Zeevaart

………………

Lading, Lossing
……….20.099
8.749
44
Psterijen, eic ………….
26.386
21.142
80
Hotel, Cafébedr,
16.155.
3.993
25

in dienst zijn bij de handelsbedrijven of bij anderé

groepen van het verkeerswezen. Wij betwijfelen dus
of dit cijfer zonder meer kan worden aangenomen.

Om soortgelijke redenen lijkt ons het cijfer van
19 pOt. georganiseerden in de chemische industrie
in het algemeen te laag. Verder valt het gering aan-
tal georganiseerdeil in den iandbou’ en bij de zee-

vaart op. Het gemiddeld aantal georganiseerden in de

genoemde nijverheidsbedrijven bedraagt 36 pOt., dus

iets meer dan
Y3
gedeelte. Ook voor deze materie geldt
ten slotte echter, dat nadere specificatie van belang

ZOU
zijn. Ir. B. BÖLGER.

Haarlem, November 1924.

DE RIJKSMJDDELEN

In dit nummer treft men aan het gebruikelijke over-
zicht van •de opbrengst der Rijksmiddelen over de
maand November 1924, vergeleken met de overeen-

komstige cijfers van November 1923.

De rijwilbelasting gaf in de afgel&open maand nog
een opbrengst van
f
5160 te boeken, waardoor de totaal-opbrengst dier belasting steeg tot
f
5.252.988,

zijnde
f
2.252.988 boven de raming. De overige mid-

delen brachten
f
41.211.198,25 op tegen
f
40.168.384,16

in November 1923 eii vertoonen mitsdien een vooruit-
gang van
f
1.108.834,09. De totale opbrengst in de
afgeloopen maand, de rijwielbelasting niet medege-
rekend, overtrof de raming met een bedrag van

,f
8.199.114,92.

De opbrengst over de eerste elf maanden van dit jaar bedroeg, indien ook hierbij de rijwielbelasting
buiten beschouwing wordt gelaten,
f
5.242.995,61 meer
dan de opbregst in de overeenkomstige maanden van
1023, terwijl de raming met een bedrag van

.f
36.311.385,97 werd overschreden.

In veigelijking met de overeenkomstige maad van
het vorig jaar vertoonen de inkomstenbelasting, de
veriogènsbe]asting, de zout-, cle bier- en de tabaks-
accijns, de registrat.ierechten, de successierechten, de
statistiekrechten en db loodsgelden een hooger op-
brengstcijfer. Daarentegen brachten minder op cle
grondbelasting, de personeele belasting, de dividend-

en. tantièmebelasting, de suiker-, de
wijn-,
de gedis-
tilleerd- en de geslachtsaccijns, de zegelrechten, de
invoerrechten en de domeinen. Beziet men de cijfers
iiauwkêuriger, dan blijkt, dat de vooruitgang tegen-

over het vorige jaar vrijwel uitsluitend aan de vel’-

hooging van den bieraccijns en aan de meerdere op-
brengst der spncessi,erechten is te danken.

Evenals de vorige maand liep de grondbelasting
terug (met
f
213.354,48). Voor het eerst sedert Ja-

nuari van dit jaar bracht ook de personeel,e belasting
minder op
(f
142.634,0834). Vergelijkt men de totaal-

opbrengst over de eerste elf maanden, dan blijkt, dat
(Ie grondbelasting
f
1.894.028,50 en de personeele be-
lasting
f
2.1E6.316,14 meer opbracht dan in 1923.
Ook d6 raming werd bij de grondbelasting ovérschre-
den (met
f
1,444.321,72); de opbrengst dier
pCt’So-
neele belasting bleef daarentegen
f
5.073,43
bij
de
rami.ng ten achter. De vluggere invordering doet haar
invloed hier
duidelijk gevoelen.

J)e inkomstenbelasting gaf in de afgeloopen maand

eene hoogere opbrengst te zien, dan in de overeenkom-
stige maand van het vorige jaar. Tegenover eene op-

brengst van,f 8.001.176,6834 in November 1023 staat
ceri,e inkomst van
f
8.868.205,56 in de gelijknamige
maand dezes jaars. De vooruitgang bedroeg derhalve

f
807.1.18,8734. Bij vergelijking van de ontvangsten

uit deze belasting over de eerste elf maanden moge
erop worden gewezen, dat de bedragen
zich
als volgt
over de verschillende dienstjaren splitsen:

Jan. tfm November 1923. Jan. /rn Nov. 1924.

1920/21 ……
f
2.125.814,47

.f
1.460.512,86
1021/22

……

., 16.521.707,5334

,, 5.037.498,58
1022/23 ……,,
65.809.769,63

‘ ,,
14,503.365,85
:1 9i3/24 ……,, 1.0.497.011,00

,,
54.739.924,12
1924.125 …….

,, 15.453.981,80

f
95.560.302,6334

f
91.204.289,21.

hieruit blijkt, dat. terwijl de inkomstenbelasting

iii het loopende jaar tot) dusver
f
4.356.013,4234 min-
der opbracht dan in hetzelfde tijdvak van 1023, het
verschil tusschen de opbrengsten van de iaatstverloo-
pen dienstjaren (in 1.024 het dienstjaar 1923/24; in

1923 het dienstjaar 1922/23), dat niet minder dan

f41..069.845,51. bedraagt, ten nadeele van 1024 uit-
valt. Voorts, dat het loopende dienstjaar thans reeds

.1′
4.956.076,80 meer heeft opgebracht dan in 1923.
Dit een en ander volgt wel, dat cle aandrang tot tijdige
aanzuivering nog steeds een beteekenisvolle factor
vormt en dat omtrent den loop van dit middel nog

niets met zekerheid te voorspellen valt.

De dividend- en tanti.èniebelasf.ing gaf ook nu weer
cene lagere opbrengst (vanf 68.334,54) te boeken.
I)e ermogensbelastirig kwam daarentegen van

T
2.846.906,47 op
f
3.208.276,06 en nam derhalve met

f
451.360,50 toe. Ook hier is de invloed der tijdige
iri’o,rdering te bespeuren.
De suikeraccijns liep in de afgeloopen maand met

f
160.438,88 terug. Het gebruik van suiker schijnt
wel eenigszins af te nemen, hetgeen wellicht) aan dë malaise moet worden toegeschreven. De wijnaecijns
verminderde met
f
15.930,50; de gedistilleerdaccijns
met
f
632.395,22. Neemt, men echter in aanmer-
Icing, wat laatstgenoemden accijns betreft, dat de
maand November 1923 vijf verschijnda.gen van den
krediettermijn bevatte en de maand November 1924
slechts vier, dan
blijkt,
dat het verbruik feitelijk niet
is afgenomen. De hoogere opbrengst van den zout-

accijns is toe te schrijven aan den geringeren invoer
van Duitsch geraffineei’cl zout, wardoor meer bin-
‘nculandsch zout (accijnsgoed) wordt verbruikt. Het
accres van den
bieraccijns
ad
f
544.912,63 vindt zijne
verklaring in de sterke verhooging van dien accijnsr
die op 12 Mei jl. in werking trad. De geslachtsaccijns
gaf cciie. lagere opbrengst van f42.026,03 te zien,
waarschijnlijk een gevolg van meerderen invoer van
l)evroren vleesch. Wat tenslotte den tabaksaccijns be-
treft. die met
f
340.395,95 vormeerderde, het schijnt,
da.t met het ‘oog op de aanstaande accijusverhooging
voorraden worden ingeslagen, om die nog
(
vôôr de in-
werlcingtredrng der verhooging te kunnen verkoopen.
Van de middelen, die meer in direct verband staan.
met het’ zakenleven, brachten de zegelrechteri

11
24 December 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1127
0

T
88.539,59 minder, de registratierechten daarentegen

.f
15.061,36 meer
01).
De invoerrechten namen me
f 360.740,66 af, gedeeltelijk vroorzaakt door cle groote

I;hee-invoereu in het eind van 1023 in verband met
het destijds aanhangige wetsvoorstel tot verhooging

van, het invoerrecht. De statistiekrechten en de loods-
gelden vertoonden een hoogere opbrengst van resp.

f
i0.71.0,7i en
f
86.606,05i. Uit deze laatste cijfers
blijkt, dat cle herleving van den handel langzamer-

hand doorzet.
r1
en
slotte moge nog gewezen worden op de suc-
cessierechten, die met
f
659.801,04 opliepen. 1)e do-

rneincn brachten f134.643,40 minder op; de speel-
kaartenhelasting
f
1711,59 meer door cle scherpere
contrôle. Voor de geringe toeneming van de belasting
op gouden en zilveren werken (met
f
3018,89) is geen
bijzondere reden aan te geven.
De inkomsten van het ,,Leeningfonds 1.914″ bedroe-
gen in dc afgeloopen maand
f
11.507.174,69 (raming

rond f7.356.000). 1)0 oorlogswiristbelasting gaf een
negatieve opbrengst van
f
339.032,99, daar in de af-
geloopen maand meer aan ontheffingen is verleend
clan aan. aanslagen is ingevorderd. De opbrengst over
de eerste elf naanden van 1924 bedroeg in totaal
f 971.140,88, zoodat cle opbrengst dezer belasting
sedert het begin cler lieff:irig
0])
rond
f
792.367.922 is
le stellen.

BUJTENLANDSCHE MEDEWERKING.

PROTECTIE BIJ STUKJES EN BEETJES.

De heer F. W. Porgé te Londen schrijft ons d.d.
2.1. December 1924:
Het heeft niet lang geduurd, voor de Conservatieve
partij en de Regeering haar eersten aanval op den
vri.jhandel hebben ingezet. Men zal zich herinneren,
dat onder Bal dwi n’s verkiezingsbel of ten de volgende
twee waren: geen belasting op levensmiddelen en
geen algemeen tarief. Terzeifclèr tijd beloofde hij
eenige Imperial Preference en een herleving van de
Safeguarding of Industries Act. Gisteren deelde hij
aan het Lagerliuis en de kiezers mede, hoe hij, zich
voorstelde, deze’ verschillende beloften te verzoenen
en de oplossing heeft iets van sensatie veroorzaakt.
Voor zoover liet Rijksvoorlceur betreft, heeft Baidwin

de eenvoudigste en meest directe oplossing gekozen,
al. een premie, doch een premie ter vergornakkelijking

van den afzet hihr te lande van goederen uit de Do-
minions. De kosten hiervan worden op £ 1 niillioeii
er jaar geraamd – natuurlijk uit de zakken der be-

las.tingbetalers to voldoen – terwijl cle eerste. arti-
kelen, di.e aldus zullen worden behandeld, vieesch en
fruit zijn. Waarschijnlijk is dit slechts een begin
en het zou wel interessant zijn te weten, hoe

de stemming oncle:r cle boeren hier te lande zal zijn,
wanneer andere goederen onder de regeling worden
begrepen en. zij zich gesteld zien voor lagere prijzen
hnnner producten. Een Imperial Economie Commit-
tee zal worden ingesteld, om te bepalen, het geld

liet best kan worden aangewend. De onderzoekingen
van, dit Committee zullen zeker aardevol kunnen
zijn,

doeli zij zouden dit -niet minder zijn, indien de
])reiflie-kwest.ie niet aan de orde was gesteld. Daar-
nevens zal in de volgende begrootiug aan alle reso-

luti.es van cle 1.mperial Conference met betrekking
tot de veilaging van rechten, uitvoering worden ge-
geven, ‘zoodat het land met Imperial Preference een

ernstige proef zal nemen. 1-let schijnt mij toe, dat
Baldwi,n z66 bestormd zal worden met verzoeken, om
uitbreiding van het aantal reeds voorgestelde pre-
miën, dat hij er onmogelijic gevolg aan zal kunnen
geven en derhalve staat liet te bezien, of de stemming,
wellce te deren aanzien in de Dominions heerscht, op
den duur in eenigerlei opzicht beter zal worden. –
Vooral in de nieuwe Safeguarding of Indu,stries
Bill moeten de voorstanders van vrijhandel echter een werkelijk ‘gevaar zien. In het lcort stelt Baldwin voor,
dat iedere gevestigde industrie,. die Ican aantoonen,

te lijden onder overmatige concurrentie wegens den
loop der wisselkoersen in andere landen, lager loon of langeren arbeidsduur aldaar, recht zal hebben op

een beschermend tarief, niet alleen gericht tegen het
land in kwestie, doch ‘tegen alle landen, op de enkele

voorwaarde te moeten aantoonen, dat haar leiding eff i-
cient is. 1-Jaar aansraken moeten worden voorge-

legd aan een commissie van den Board of Trade en
het schint, dat alles zal afhangen van de samenstel-

ling dezer commissie en de instructies, welke zij ont-
vangen zal. in herinnering moet natuurlijk worden

gebiacht, dat op het oogenblik nog slechts een alge-
meen overzicht vn liet plan is bekend gemaakt. Geen
gedetailleerde critiek is mogelijk, totdat het nieuwe
ontwerp is opgesteld en gepubliceerd
:
Doch zelfs
thans reeds doemen massa’s moeilijkheden op. Wat is bv. ,,overmatige concurrentie” en wat zal het cri-
terium van efficiency zijn, indien niet het vermogen,
de concurrentie te overleven? Het is duidelijk, dat,

aangezien het loon hier te lande hooger en ‘de ai’beids-

duur korter is dan in de meeste andere landen, bijna
iedère industrie een aanvrage om bescherming tegen

een of ander land aannemelijk zal kunnen maken en
verondersteld mag dan ook worden, dat eerlang rech-

ten zullen worden geheven van al die artikelen, waar-
van de binnenlandsche productie door het meest uit-
gebreide tarief zou kunnen worden beschermd.

J)och dit is niet alles, aangezien Baidwin meent,
dat het noodzakelijk kan zijn, de hulp van de wet in
te roepen in gevallen waarin de belastingen hier te.
laude zwaarderen’ druk op een idustrie uitoefenen dan
elciers. Aangezien nu in geen enkel land zoo hooge

belastingen als hier worden betaald, zal de ruimere
strekking, die aan het ontwerp door het opnemen van
deze reden tot aanspraak op hulp wordt gegeven,
practisch i,edereen er onder doen vallen, die er niet in slaagde op een der andere gronden zijn aanvrage

aannemelijk te maken. Veel zal echter, gelijk ik hier-
voor zeide, afhangen van deq geest, waarin de wet

‘,ordt uitgevoerd. Slechts moet niet vergeten worden,
dat de Regeering, zelfs wanneer zij het niet gehruilct,
een instrument tot het in het leven roepen van volle-
dige bescherming bij de hand heeft. Op de bépaling in-
zake de gedeprecieerde wisselkoersen is geen nadruk
gelegd, omdat ‘dit onderwerp min of meer van de
baan is, daar valuta-dumping bijna, zoo niet geheel
is geëindigd met de stabiliseering van de voornaam-
ste munten. Dit wat de practische consequen-
ties van de nieuwe politiek aangaat. Laat ons thans

nog – ree deze al bestaat – de economische recht-
vaardiging beschouwen van de keuze der gronden,
waarop op bescherming aanspraak kan worden ge-
maak t.

Laat mij er in -dë eerste plaats ‘duidelijk op wijzen,
– dat er geen sprake is van bescherming van, jonge in-
dustrieën. Het tegendeel is het geval, want -een in-
dustrie moet ,,stevig gevestigd” zijn, om aanspraak
te kunnen maken .op bescherming. Er bestaat zeker
eenige aanleiding voor het beschermen vn kinderen,
doch de thans voorestelde bepaling schijnt eerder

op het verhaasten van seniele aftakeling gericht. Den

onbevooroordeelden waarnemer zal het zeker vreemd
schijnen, dat Baldwin uit alle factoren7, die den

prijs
‘van een artikel bepalen, juist het loonpeil en moge-
lijkerwijs ook de hoogte -der belastingen heeft geko-
zen. Waarm heeft hij niet de efficiency van arbeid

cii leiding – ook daaronder begrepen, evenals de
kosten van kapitaal. en crediet en ‘de nabijheid van

1
grondstoffen en markten? Het antwoord is natuurlijk,
1 dat de arbeid hier te lande over het algemeen meer
i efficient en de kosten van kapitaal en erediet

]ager zijn dan elders en, nu Baldwin protectie met of
zonder ,,P” onder wat voor pseudoniem dan ook wil

invoeren, brengt hij de voordeelen niet tegenoter de
nadeelen in rekening. Wat de marlcten en materialen
aangaat heeft niemand tot dusver het denkbeeld aap
de hand durven doen, -dat zijn buren hem zouden sub-

t

1128

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

24 December 1924

sidieeren,

aangezien deze ei1anden geen

rubber

e.n
tionnde spoorwegverkeer en tot de tarieven en voorwaar-

chili-salpeter voortbrengen, doch hiertoe zal het zeker’
licii,

waaroiicler

deze

woi’deu toegepast,

zich te

onthouden

komen, gelijk elders is geschied, wanneer het l
ooc
li
Vflu

iedere

discriminatie

vac

oubillijk

karakter,

gericht

zich eenmaal vast in’ den greep der protectie be’iiic1t.
tegen de goederen, onderdanen ôf schepen van dc andere.
p
Men zal hebben opgemerkt, dat het vraagstuk van,
Tarieven,

tariefsver] agingen

of

andere

sporwegfaciii

teiten welker toepassing afhankelijk is van dsaraaii vooraf-
efficency. der leiding vooi het slot
is
bewaard. Van’
gaand of daarop aansluitend vervoer der goederen op sche-
de definitie van het woord ,,efficient” zal n1 de ge-
i

pen van een bepaalde Staats

of partieuhere scheepvaart-
heele uitwerking van de in te dienen wet kunnen’
onderneming,

of

welke

afheukelijk

zijn

gesteld

van

een

afhangen. Er bestaat ‘hier te lande ongelukkigerwijs
bepaalde zee- of rivieraansluiting, zullen onvoorwaardelijk

een geneigdheid, om met inefficieute bedrijfsinrich-
fl

dezelfde richting en op dezelfde routes toepasselijk zijn

tiogen te werken, vast te houden aan ouderwetsche,
OP de goederen, vervoerd op de schepen van een der twee

nieuwe methoden te verachten. en met argwaan weten-
verdragsluitende

partijen,

die

aankomen

in

of

eitrek-
Iceti

uit een haven

van (le itudere verdragsluitende partij.
schappelijk onderzoek en deskundige adviseurs aan te
Irt

j..

Ten

aauziei:i

val]

al]es,

wat het

liggen,

laden
zien, welke neigiig, hoewel verminderende, toch nog;,
en lossen van schepen

in de natuurlijke en kunstmatige
al te zeer overheerscht. Deze geneigdheid zal nu door
havens en op de reeden van de gebieden van de twee ver-

den voorgestelden maatregel toenemen, tenzij de aan
dragsluitende

partijen

betreft,

zal

geenerlei

voorrecht

of

den term ,,efficiency” gegeven beteekenis zeer nauw-
faciliteit door ek van beide partijen verleend worden aan

keurig wordt begrensd.

.

.
schepen van eenig ander

vreemd land

of

aan

nationale

De
.
werkelijke beweegreden
voor
deren terugkeer
t
schepen,

die

niet gelijkelijk

aan

schepen

van

de

andere

naar

bescherming

is

natuurlijk,

voor

zoover

het
partij

worden verleend, van welke plaats zij ook mogen
ldoiierI
cdl
welke ook hun plaats van bestemming moge. zijn.
Baidwin aangaat, de wensch de werkloosheid te ver-”
4

Art•
20.

Met betrekking tot tonnen-, haven-, loods-, vuur-
minderen. Ongelukkigerwijs zijn de industrieën, waar-

,
toren-

en quarantainegelden

of

andere

dergelijke

rechten
in dewerkloosheid het grootst is, de steenkolenmijn-
of lasten, or

bouw, hoogovens, ijzer- en staalgieterijen, het bouw-
1

ten voordeele van de regeeriiig, openbare ambtenaren, par-

bedrijf, de scheepsbouw en de distri.bueerende bedri.j-
ticuliere personen, maatschappijen of initellingen van eeni-

ven, die samen ongeveer de helft van het totaal aan-
.
gerlei soort, zul]en de schepen van elk der twèe verdrag.
tal

werkloozen

(i4

millioen)

voor

hun

rekening,
sluitende

partijen,

in

de havens

i’ati

(le gebieden

van

de
andere,

een minstens even gunstige behandeling genieten
nemen. Ik vrees, dat invoerrechten maar weinig zu1-
:ils

die,

aan

nationale

schepen

of

de

schepen

van

eenig
len uitrichten, om deze groep te helpen en hiermede’;
ander vreemd land verleend.
vervalt het hoofdmotief voor de verandering groo
Alle rechten en lasten, geheven

voor het gebruik van

tendeels.

.1
zeehaveis, moeten behoorlijk bekend worden gemadkt, alvo-

Tat
den scheepsbouw aangaat verdient vermeld te,i
reus iii veiking te treden. Hetzelfde

zal gelden

voor

de

woiden, dat het stelsel van door de Regeering gega-

)laat5elijke

verordeningen

en

havenvoorschriften.

In

randeerde leeningen aan deze industrie krachtens de
ieiere reehaven zal de havenautoriteit voor alle personcn
die het aangaat een tabel van dle geldende rechten en las-
Trade Facilities Act
1)
zal worden voortgezet. Van de
ten, zoowel ids een afschrift der plaatselijke verordeningen
planen det arbeidersregeering worden die voor den
en voorschriften ter inzage houden.
aanleg van wegen én het subsidieeren der suikerin
Art.
21.

De bepalingen van dit bedrag betreffende cle

.dustrie zonder meer overgenomen, terwijl drainage,
»
wederzijdsche

toekenning

van

nationale

behandeling

in

bebossching

en

ontwikkeling

der

electriciteitsvoor4
seheepvaartaangelegenheden,

zijn

niet

toepasselijk

op

de

ziening in overweging zullen worden geomen. D&
kustvaart, ten aanzien waarvan de onderdanen ôf burgers

Regeering heeft zekér een uitgebreid programma en-
en schepen

van elk der

verdragsluitende partijen behau-

even zeker zal veel daarvan op oppositie stuiten. Ter-
deling op voet van meestbegunstiging op de gebieden van
de andere zullen genieten, mits wederkeeriglieid verzekerd
loops kan dit veel doen om de liberale partij te doen
zij.

De

schepen

van elke verdragsluitende partij mogen
herleven en eerlang zal het ook wel eenige interne
nochtans van de eene haven naar de andere vareb, hetzij om

oneenigheid in de conservatieve partij ten- gevolge.,
hun van

overzee aangevoerde ladiugenof passagiers ge-

hebben. Het is nog te vroeg, oi te trachten, de wer-
heel of gedeeltelijk aan land te brengen,

hetzij

om hun

kelijke stemming in het land t.o.v. de nieuwe voor-
ladingen of passagiers met een vreemde bestemming geheel

stellen te peilen. Tot dusverre is de pers op’ enkelè
of gedeeltelijk aan’ boord te nemen.
Het is eveneens de bedoeling, .dat, in geval de kustvaart
uitzonderingen na geneigd te gelooven, dat er, wat
van elk van beide partijen uitsluitend is voorbehouden aan
de protectie aangaat, niet viel van zal komen, doch
nationale schepen, de schepen van de andere partij, indien
niemand kan ontkennen, dat, tenzij het terrein van
in de vaart naar of van plaatsen, niet binnen de grenzen

de wet meer beperkt wordt dan op het oogenblik waar-,
van

de

aldus

voorbehouden

kustvaart,

niet

verhinderd

schijnlijk lijkt, een zeer bepaalde stap is gedaan, afvoe-
zullen worden, tusschen twee havens van de gebieden van

rende van den weg van den vrjhandel, die gedarende
de eerste partij passagiers te vervoeren,’ voorzien van door-

zoo langen
tijd
aan Engeland zulke goede diensten
gaande bewijzen, of goederen, geconsigneerd op doorgaaude
cognossementen. naar of van plaatsen, niet gelegen binnen
heeft bewezen.

F. W. Foaou.
de. bovenvermelde grenzen en deze schepen en hun passa-
giers en goederen zullen, gedurende zoodanig vervoer,

do

AANTEEKENING.
volledige voorrechten van dit verdi-ag genieten.

Het
Eng
elsch-.Du’itsche
Han.delsv erdrag:
Art.
22.

De bepalingen van dit verdrag zullen niet toe-
passelijk zijn op de bijzondere behandeling, die is of nader-
(Slot).


hand door elk van beide partijen zal worden verteend aan

Art.
18.

Elk der twee verdragsluiteade partijen zal den
visch, gevangen doot schepen dier partij. Visch, gevangeul

invoer of uitvoer van alle koopwaar, clie volgens de wet
door schepen van elk van beide partijen, zal, bij invoer in

mag worden ingevoerd of uitgevoerd, toelaten en eveneens
de gebieden van cle andere, in geenerlei opzicht minder gun-

het vervoer van passagiers, van of naar hun respectieve-
stig behandeld worden dan visch, gevangen door de sehe-

lijke gebieden, op de schepen van de andere; en zoodanige
pen van eenig ander vreemd mud.

schepen, hun ladingen en passagiers zullen dezelfde voor-
j

Art.
23.

Ieder schip van elk der tw’ee verdragsluitende
rechten genieten als en niet aan eenigerlei andere of hoo-
partijen, dat door zwaar weer of door ongeval gedwongen

gere

i-echten

of

lasten

onderworpen zijn dan nationale
rinoelit worden, in een haveu van de gebieden van de andere

schepen en hun ladingen en passagiers of cle schepen van
een schuilplaats te zoeken, zal vrijheid hebben om aldaar

eenig ander vreemd land en hun ladingen en passagiers.
te

worden

hersteld.,

zich

alle

noodige

voorraden

te

vei-

Hierbij wordt overeengekomen, dat de voorgaande bepa-
.
schaffen en weer zee te kiezen, zonder eenige andere rech-

lingen aan elk der twee verdragsluitendo partijen beletten,
ten te betalen dan die, welke iii een soortgelijk geval door

differeutieele vlaggerechten of lasten te leggen op goederen
.
ccii

nationaal schip betaald zouden moeten w’orclen.

luge-

of passagiers, vervoerd

op schepen van de andere. valeebter de kapitein van een koopvaardijschip in de nood-

De twee verdragsluitende partijen komen verder

over-
zakelijkheid verkeeren zou, een gedeelte van zijn goederen

een om, met betrekking tot. faciliteiten voor het interna-
te verkoopen, ton einde zijn onkosten te bestrijden, zal hij
verplicht zijn, zich te onderwerpen aan de voorschriften en
i)

[Verg. p. 258 van dezeu jaargang.

Bed.]


invoerrechten van de plaats, waarheen hij .gekonen is.

4
.-

-..

24 December 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1129

• Indieii eenig schip van eeii der twee verdragsluitende
partijen aan den grond loopt of schipbreuk lijdt op de
kusten van de gebieden van de andere, zullen zoodanig
schip en alle dcccii ervan en alle ertoe behoorende tuigen
en takelage en alle eruit geredde goederen cli koopwaar,
liieröner begrepen alles, ivat dan ook, wint in zee is ge-
worpen, of de opbrengst daî.r van, indien verkocht, zooivel
als alle papieren, aan boord van een zoodanig gestrand
of vergaan schip gevonden, aan de eigenaren van een zoo-
danig schip, zooclanige goederen, koopwaar enz. of aan hun
vertegenwoordigers, indien door deze opgeëischt, overge-
dragen worden.
1 iid jeu er geen zooclanige eigenaren of vertegenwoord 1-
gers ter plaatse zijn, zullen het schip, de goederen, koop
waar enz. in kwestie, in zooverre zij het eigendom van
een onderdaan of burger van de tweede verciragsluitende
partij zijn, aan den consulairen ambtenaar van die ver-
dragsluitencle partij, in wiens district de schipbreuk of
stranding zal hebben plaats gehad, worden overgedragen,
indien door hem opgeiliselit binnen den door cle wetten
van de verdragsluitende partij vastgestelden termijn, en
zooclanige consqlaire ambtenaar, eigenaren of vertegen-
ivoordigers zullen alleen cle onkosten, gekomen op het be-
wareil van den eigendom, betalen, benevens het bergloon
nf andere uitgaven, we.ke
, in een soortgelijk geval van
schipbreuk of stranding’ van eelt nationaal schip, betaald
zouden hebl)en moeten worden.
De twee verclragsluitende partijen komen echter overeen,
dat geredde koopwaar niet aan cle betaling van eenigerlei
invoerrechten onderworpen zal zijn, tenzij ingeklaard voor
binnenlandsch gebruik.
Ingeval een schip wegens zwaar weer is biwuengeloopen,
anti dien grond is geloopen of schipbreuk heeft geleien, zal de desbetreffende consulaire ambtenaar, indien de eigenaar
of kapitein of andere vertegénwoorciiger van (leil eigenaar
niet aanwezig is, of ivel aanwezig is en zulks ver’angt,
gemachtigd zijn, tusschenbeicle te komen, ten einde cle
tinodige hulp aan zijn lnclgenooten te verleenen.
Art.
24. De schepen van elk der twee verdragsluitende
partijen zullen, met hun ladingen en passagiers, op de na-
tit’rlijke en kunstinatige binnenwateren en in cle openbare
hinnenhavens van cle andere, ten opzichte van scheepvaart,
in liet bijzonder wat betreft iechten en andere lasten,
geen minder gunstige behandeling ondervndei dan clie,
verleend aan nationale schepen en hun ladingen en passa-
giers of de schepen van het meest begunstigde vreemde
land en hun ladingen en passagiers.
Art.
25. Elk der twee verdragsluitende partijen zal,
binnen de door haar wetten gestelde grenzen en op voor-
waarde van gelijkwaardigheid en weclerkeerigheid, de voor-
schriften aanvaarden, door de andere uitgevaardigd betref-
fende de meting, liet toebehooren, de uitrusting of veilig-
heid van schepen.
Art.
26.
De bepalingen van dit verdrag, de schepen der
twee verdragsluitende partijen betreffende, zullen zich niet
uitstrekken tot schepen, ingeschreven in eenigerlei deel van
hun gebieden, waarop liet verdrag niet toepasselijk is of
gemaakt wordt.
Art.
27. Het zal aan elk der twee verdragsluitende par-
tijen vrij staan, consnls.generaal, consuls, vice-consuls en
consulaire agenten te benoemen, om te zetelen in de steden
en havens van de gebieden van cle andere, waar zoodanige
vertegenwoordigers van eenigerlei andere natie door de
desbetreffende regeeringen mochten zijn toegelaten. Zooda-
nige consuls-generaal, consuls, vice-consuls en consulaire
agenten zullen edhter niet in functie treden dan nadat zij
in den gebruikelijken vorm door de regeering, waarheen zij gezonden zijn, zijn goedgekeurd en toegelaten.
De consulaire ambtenaren van een der twee verdrag-
sluitende partijen zullen, mits wederkeerigheid wordt toe-
gekend, op de gebieden van de andere dezelfde officieele
rechten, voorrechten cii uitzonderingen genieten, als aan
dergelijke ambtenaren van eenig ander vreemd land zijn
of zullen worden verleend.
Art.
28. Wanneer een onderdaan of burger van een der
twee verdragsluitende partijen overlijdt binnen de gebie-
den van de andere, aldaar niet-woonachtige erfgenamen
achterlatend, is de consulaire vertegenioorcliger van de
eerste partij, zonder uitdrukkelijke machtiging van zooila-
nige aldaar niet-woonachtige erfgenamen, gerechtigd, hen te
vertegenwoordigen, voor zoover de wetten van het land
niet uitdrukkelijk een zoodauige vertegenwoordiging ver

bieden, in alle zaken betreffende administratie van den
eigendom en regeling van de erfenis, met het recht, de nan zoodanige erfgenamen toebedeelde porties in ont-
.vaogst te nemen, mits de algemeene ivetten van het land niet uitdrukkelijk cle persoonlijke aanwezigheid der erf-

genamen eisclien of geen executeur-testamentair is he-
noemil.

l.
De consulaire ambtenaren van een der twee i’erdragslui-
tende partijen, gezetelci- in de gebieden van de andere, zul-
le.c van dle plaatseijke autoriteiten zoodanigen bijstand ont-
vangen, als wettelijk aan hen gegeven kan worden voor het
opsporen van deserteurs van de schepen van de eerste
partij. Mits deze bepaling niet toepasselijk zij op ondercla-
tien of burgers van de verdragslnitende partij, op wier
gebieden dle desertie plaats vindt.
Art.
29.
De onderdanen of burgei-s van elk der twee
verclragsluitende partijen zullen, 01) de gebieden van de
andere, dezelfde rechten als onderdanen of burgers van die
verdiragslnitendle partij met betrekkirg tot octrooien vooi

tntvincli ngen, ha.ndelsmerken en ontwerpen genieten, na vol-
doening aan de door de wet voorgeschreven formaliteiten.
Art.
30.
De twee vcrdragsluitende partijen komen in
beginsel overeen, dat eenigerlei geschil, dat tussehen hen
zou rijzen betreffende cle juiste interpretatie of toepassing
van eenigerlei bepaling van dit verdrag, op verzoek van elk
van beide partijei:i anti arbitrage zal w’orden onderworpen.
Het hof van arbitrage, waaraan geschillen zullen wor

den voorgelegd, zal het Permanente Hof van Intefnationae
Justitie te s Gravenhage zijn, tenzij in eenig bijzonder ge-
val cle twe verdragsluitende partijen anders overeenkomen.
Art.
31.
De bepalingen van dit verdrag zullen niet toe-
passelijk zijn op Britsch-Indië of op eenigei-lei zeifbesturende
Dom inions, koloniën, bezittingen of protectoraten van Z.M.
dcii Koning van Groot-Brittannië, tenzij door den ver-
tegenwoordiger van
Z.M.
den Koning van Groot-Brittan-
nië te Bec-lijn kennis is gegeven van den .wensch van Z.M.
dcii Koning van Groot-Brittannië, dat genoemde bepaling
op eenigerlei zoodanig gebied toepasselijk zal zijn.
Niettemin zul’en goederen, vooi

tgebracht of vervaar-
digcl in Britscli-Indië of in een der zelfbesturende Domi-
nions, koloniën, bezittingen of protectoraten van Z.M. den
Koning vdn Groot-Brittannië, in Duitschland volledige cii
onvoorwaardeiijke behandeling op voet van meestbegunsti-
ging genieten, zoolang. aan goederen, voortgebracht ot
vervaardigd in Duitschla ii cl, in Britsch-Indië of zoodanige
zelfbesturende Dornin ion, kolonie, bezitting of protectoraat
een even gunstige behandeling w’ordt verleend als die, ver-
leend anti goederen, voortgebracht of vêrvaardïgd in eenig
ander vreemd land.
Ten aanzien van Britsclilndië of een der zelfhestui-ende
])ominions, koloniën, bezittingen of proteetoraten van Z.M.
den Koning van Groot-Brittannië, waarop de bepalingen
van dit vercli-ag op 1 Sept. 1926 niet zullen zijn
.
toegepast
zullen de bepalingen vtn de tweede alinea van dit artikel
ophouden van kracht te zijn, drie maanden nadat er, te
eeniger tijd na dien datum, vanwege den Pi

esident van het
J)uitsche Rijk kennis van is gegeven aan den i’ertegen-
woordiger van Z.M. den Koning van Gioot-Brittannië te
Berlijn.
Art.
32.
De bewoordingen van liet voorgaande artikel
betreffende Britsch-Indië en de zelfbesturencle Dominions,
koloniën, bezittingen en protectoraten van Z.i’L den Koning
vatf Groot-Brittannië, zullen e’eneens toepasselijk zijn op

eenigerlei gebied, w’aarover een mandaat vanw’ege den
Volkenhond door
Z.M.
den Koning van Groot-Brittannië
is aanvaard.
Art.
33.
Dit verdrag zal worden geratificeerd en de rati-
-ficaties zullen zoo spoedig mogelijk te Londen worden uit-
gewisseld. Het zal onmiddellijk na de ratificatie in wei–
king treden en gedurende vijf jaren vanaf den dag van
zijn inwerkiugtreden verbindeiid zij. Ingeval geen dei
twee verdragslttitende partijen twaalf maanden vddr den
afloop van genoemden termijn van vijf jaren aan de andere
kennis zal hebben gegeven van haar voornemen, dit ver-
drag te doen eindigen, zal het’van kracht blijven tot &mn
jtar tin den dag, waarop een der twee verdragsluitende
artijen het zal hebben opgezegd.
1
Wat echter Brïtsch-Indië of eenige zelfbestnrende Domi-
iion, ko!onie bezitting of poteetoraat vin ZM. den
Koning van Groot-Brittannië of eenig gebied, waarover
ccii mandaat vanwege den Volkenbond door Z.M. dcii
Koning van Groot-Brittannië is aanvaard, betreft, waarop (le bepalingen van dit vedrag overeenkomstig cle artt. 31
dn
32 toepasselijk zullen zijn gemaakt, zal elk dec- twee
ieiclrngsluitende partijen het recht .liebben, liet te eetiiger
tijd afzonderlijk te doen eindigen, door hiervan twaalf
maanden van tevoren kennis te geven.
Ten blijke waarvan de respec-tievelijke gevolinachtigden
dit verdrag hebben geteekend en er hun zegels aan heb-
ben gehecht.
Gedaan te Londen in twee exemplaren, itt Engelsehen
en Duitschen tekst, den 2en December 1924.

r

1130

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

24 December 1924

PROTOCOL.

1. Aangezien het heden geteekende handels- en scheep-
vaartverdra.g op het beginsel van dc meestbegunstigde natie
berust, nemen heide verdragspartijen 01) zich, de ruimst mogelijke interpretatie aan dit. beginsel te geVe]i. In het
liijzoiuler nemnelt zij, met behoud van hun recht om maat-
regelen te”nemen, geëigend om hun eigen nijverheid te be-
schermen, op zich, zich er inn te onthouden, hun respec-tievelijke tarieven van invoerrechten of eenigerlei andere
lasten als een cli’criminatiemiddel tegen den hstnclel van
de andere te gebruiken en eenigerlei gevallen, clie te hun-
ner kennis mochten w’orclen gebracht, waarin, &s – ge-,
volg hetzij van het peil van cle invoerrechten of lasten
relf, hetzij van willekeurige en onredelijke tarief-classifi-
catie, eenigerici zooda.nige discriminatie Ican aangetoond
worden te zijn ontsta;m in welwillende overweging te
ii emeri.
2. Binnen de grenzen van deze afsjraalc stemt elk v;ui
heide partijen er in toe, geenerlei rechten of lasten, welke
lojzonder nadeelig voôr de andere partij zijn, op te leggen, weder op te leggen of te verlengen. EIk van heide partijen
si cmnt er verder in toe, om, wanneer ze haar bestaande
invoerrechten wijzigt en nieuwe, invoerrechten vaststelt,
voor zooverre deze iii het bijzonder de bèangen der andere
parti

j rakemi, behoorlijk acht te slaan op het’heginsel van
wederkeerigheicl en op de ontwikkeling van den handel
van heide landen onder faire en billijke voorwaarden, im’a.ar
hij de Doitsche regeering tea volle reken ing zal houded
snel; de gunstige Lehande ing, thans aan goederen, voort-
gebracht of vervaardigd in Duitschlanci, hij invoer in het
Vereesiigcl Koninkrijk verleend. Partijen zullen eveneen’s
dezelfde overwegingen in acht nemen, hij toepassing van
eenigerei bijzondere verboden of beperkingen, welke zullen
kunnen worden bekend gemaakt overeenkomstig art. 3 vkh
dit protocol. t
Mocht een der twee verdragsluitende partijen vaft
ineen ing zijn, clnt het peil van, bepaalde invoerrechten, door
(le aidere partij vastgesteld, niet in overeenstemming
iS
met de bovenvernielde overeenkomst, dan komen beide par-
tijen overeen, onmiddellijk mondelinge onderhandelingen
te openen.
3. Beide verdragsluitende partijen komen overeen, bij
de eerstmoge’ijke gelegenheid, doelt niet; later dan zes maan-
(1dm na het inwerkingtrederd van het heden geteekende ver-S
drag, alle vormen van in- of uitvoerverhodeu of -beperkift-
gen, uitgezonderd in de bijzondere gevallen, genoenid irt
art. 10 van het verdrag, of in zoo:lanige andere bijzondere
gevallen als door elk van béicie p:irtijen aan de andere
zullen worden medegedeeld vOOr de ratificatie van dit ve1
drag, of te heffen.
4. ))e regeering van Z.M. den Koning van Groot-Brit-
tan]uië neemt op zich:
Bij Let parlement wettelijke maatregelen in te die-
uien, noodzakelijk voor het opheffen van cle verbodsbepa-
lingen, door de hieronder opgesomde wetgeving opgelegd
Duuitsche burgers en Duitsche maatschappijen in het
Vereenig;t Koninkrijk, die zich niet uitstrekken tot cle
onderdanen of burgers of maatschappijee van het meest-
hegunstig:!e vreem::e land, nl.
de on-Ferrous Metal Industries Act, 1918;
de Aliens Restriction (Amendment) Act, 1919 (Seetion
12);
de Trathing with the El nemy (Amendment) Act, 1918
(Section 2).


Bij de toepassing der Overseas Trade Act, 1920-
1924, en de Trade Facilities Act, 1921-1924, den handel
tussehen het Vereenigd Koninkrijk’ en Duitsehland van
geen erkel voordeel uit te sluiten, dat aan den handel
tuisschen het Vereenigd Koninkrijk en eenig ander vreemd’
land is toegekend.

/
5. De Duitsche regeering neemt op’ zich:
Dat verzekering-maatschappijen, in overeensteniming
met de vetten, in het Vereenig:l Koninkrijk van kracht,
opgericht, in alle deelen van Duitschland zullen worden-
toegelaten tot het uitoefeneft van hun bedrijf, met inacht-
neming van’ de bepalingen der Duitsche Verzekeringswet
en cat de bepalingen, de toelating van vreemde verzekering-
m:iatschappijen regelend, voor zooveel het verzekering–
maatschappijen uit het Vereenigcl Koninkrijk betreft, op
de meest ruime w’ijze zal worden geïnterpreteerd. De Duitl-
sche regecring zal eveneens alle noodzakelijke faciliteiten,
die met de Duitsehe wet vereenigbaar zijn,. verleenen voor
de werkzaamheden der’ agenten in Duitschland van de
assuracleuren in het Vereenigd Koninkrijk.
Dat banken, in overeenstemming met de wetten, in
het Vereenig:l Koninkrijk van kracht, opgericht, in dè uit-
oefening hunner, zaken slechts aan liet algemeene Duitsc’he

recht zullen onderworpen zijn; dat nieuwe voorschriften
tegen de kapitaalvlucht zoodanig zullen worden opgesteld,
dat het recht, rekeningen te openen en deposito s aan te
nemen, aan vreemde banken kan worden verleend; en dat
zij haar invloed op cle regeeriiigen der Landen zal aauwen-
sten, om te verzekeren, dat bhnken uit ‘liet Vereenigd Ko-
ninkrijk op een ]oyale wijze zullen w’ordeu behandeld,
wat betreft de vergunning, filialen te openen en het recht,
in huiteulandsche wissels te handelen, zonder dat dit af-
breuk. doet aan het recht, de verleening van zoodanige
voorrechten aan vreemde banken van algemeene voorbehou-
(lcD
afhankelijk te slellen.
6. Ter uitwerking van het algemeene ‘beginsel der
we-
derkeerige- toekenning van na.tionae behandeling in sc-heep-
vaartaang&egenheden, in het heden geteekende verdrag be-
hirhaamd, komen beide partijen overeen, dat, ten aanzien
van het vervoer van emigranten (hieronder begrepen trans-
migranten) uit htui respectievelijke gebieden, en ten aan-
zien van (le vesiging van agentschappen door maatschap-
pijen, die zich bezighouden met het emigratiebelrijf, de
schepen en scheepvanrfm-atschappijen van elk van beide
partijei,
01)
de gebieden van cle andere, in elk opzicht
precies dezelfde positie zullen innemen als nationale sche-
pen en mi ationale scheepva ai-tmaatschappijen.
7. Beide partijen leggen hierbij hun bedoeling vast, om (vodr zoover zij zulks nog niet gedaan hebben) de bepa-
lingen te aanvaarden van:
De Conventies en Statuten, in 1921 te Barcelona ge-
sloten, betreffende vrijheid van transit en bevaarbare va-
terwegen voor den interumationalen handel;
De Couventies en Statuten, in 1923 te Genève geslo-tCn, betreffende douaneformaliteiten; zeehavens en spoor-
wegen.
Het Protocol betreffende arbitrageclausules, in 1923
te Genève opgesteld.
8. Overeen wordt gekomen, dat het heden geteekende
verdrag slechts nadat cle noodzakelijke wettelijke of admi-
nistratieve maatregelen door de bevoegde autoriteiten in
de respectievelijke landen zijn genomen, in werking zal
treden.
Ce’aan te Londen, ift twee exemplaren, in Engelschen
en Duitschen tekst. den 2en December 1924.

Kapitâ,alsaantooni’ng in, Nederl.-Indië. –

Art. 25e van cle herziene Inkomstenbelasting-1920
behandelt de kapitaalsnantooning in verband met de

invoering van den grondslag der extrawinstbelasting.
De Hoofdinspecteur van Financiën, zoo is vastgesteld,

roept de voorlichting in van een commissie, welke te
Batavia is gevestigd, en waarvan de voorzitter en de
leden door den
G. G.
worden benoemd. Reeds eenigen
tijd geledn heeft deze Commissie van voorlichting,
die sedert de invoer:ing van de exti-awinstbelasting aan
dm arbeid is geweest met betrekking tot de kapitaals-
aantooning, Ii aas- verslag uitgebracht.
Plaatsruimtegebrek heeft ons tot, dusverre verhin-
derd, er eonigszins uitvoerig melding van te maken.
De gegeveis, die ook bij de raming van het in do sui-
Icerindustrie werkzame kapitaal in het artilcel van den

heer De
Cock
Buning op p. 933 in het
No.
van 22
Octcber ii. ter sprake kwamen, zijn echter belangrijk

genoeg, er alsnog melding van te maken.

Aantooningen werden aangeboden door totaal 754
ondernemingen, waam-van 103 van suikercultuur-, 51 van thee-, 31 van tabak-, 14 van kina-, 37 van koffie-,
108 van rubber-, 126 van gemengde en diverse cul-
tus-es uitoefenende, 14 van spoor- en tramweg-, 14
van stoomvaart- 13 van mijnbouwmaatschappijen, 26
van bank-, crediet- en verzekeringsinstellingeri, 92 van
handels-, 46 van industrieele en 79 van diverse onder-nemingen. Hierbij dient rekening te worden gehouden

met het feit, dat enkele
belangrijke
maatschappijen,
die, behalve in suiker, ook nog in andere cultus-es
zijn geïnteresseerd, onder de groep gemengde en diverse

cultures zijn opgenomen.

Het totaalbedrag, door’ belanghebbenden als ver-
hooging ‘van het kapitaal gevraagd ingevolge de be-

palingen van art. 25e, bedroeg rond
f
2376 millioen,

waarvan een bedrag van
f
2051 millioen, zijnde
86
pCt.,
door de Commissie van voorlichtingals juist aan den
Hoofdinspecteur van Financiën werd geadviseerd. De
verdeeling van dit bedrag is als volgt:
1 –

.P
.

4 December1924

ECONOMISCH-STATISTfSCHE BERICHTEN

1131

Bedrag. door
beIanghtbbende
opgesteld
(in duiz.GI(i.)
Bedrag, door
de coutmissie
toegestemd (in’duiz. Gid.)

280.754 230.700
12.164
8.351
a.

Suikér …………….

103.337
65.370
Thee

……………….
Tabak

…………….
3.771
ci.

Kina ……………..3.858
e.

Kolfie

…………….
.
0.669 7.843 39.943

g.

Gemengde en div. cult
157.670
132.471
f.

Rubber

……………62.261

h.

Spoor- en tramwegen
55.387
49.558
648.974 628.680
600.740
514.253
i.

Stoomvaart ……….

k.

Banken, cred. verg..
.
130.690 101.589
j.

Mijnbouw ………….

114.300
107.563
1.

Handel

……………
159.269
.

125.819
Industrie ………….
Diversen ………….
.35.4(18
29.307

Totaal …………
1

2.375.541

1
– 2.051.218

Het totaalbedrag van het iiominaal kapita al dezer
754

ondernemingen bedroeg
f
2240
millioen, hetw’elk, ver

hoogd met de toegestane aantooningen ad
f
2051 mii-

lioen, een totaal van
f
4291
millioefi oplevert. De

verdeeling van dit bedrag over de verschillende groe-
pen van ondernemingen is als volgt:

Werkelijk kapi-
Kapitaal-

taal ingevolge
stortingen

advies der
. (in duiz. Gid.)

commissie
(in duiz. Gld.)

ce.

Suiker …………….
148.716
88.416
18.847
27.199
64.394 129.764
3.898
7.669 9.646
17.489

..

180.757
220.701

Thee

………………..
Tabak ………………

g

Gemengde en div. cult
120.723
25:L194

ci.

Kina ………………..
e.

Koffie

……………….

h.

Spoor- en tramwegen
66.906
ii 3.404

f.

Rubber

…………….

302267
930 947
439.961
94.214
k.

Banken, cred. verzek..
384.190
485.778

i.

Stoomvaart

………….

5.

Mijnbouw

……………

186.159
20:1.752
1.

Handel

…………….
in.

Ind,ustrie

…………..
201.952 387.770
n.

Diversen ……… . …
.51.11.19
80.947

Totaal …………t

2.240.055

1

4.291.304

De verhooging, uitgedrukt in procenten van de
stortingen, bedraagt gemiddeld
92.
Zij is het hoogst

bij de groep stoomvaart met
208
pOt., waarop volgen

suiker met
161,
mijnbouw met
118,
gemengde en
diverse cultures met 110, tabak met
102
en kina met

97
pCt.
Uit deze cijfers blijkt dus, dat
86
pOt. der aan-
geboden aantooningen door de Commissie werd
aanvaard, waarbij niet uit het oog dient verloren,
dat principieele verschilpunten over de uitlegging
van enkele bepalingen der ordonnantie op dit cijfer
invloed moeten hebben geoefend. Gezien, dt de tôe-
gestane verhodging gemiddeld
92
pOt. bedraagt,
kan men zeggen, dat, indien, gelijk de Indische
Regeering in
1919
wenschte, geen kapitaalsaantooning
ware toegestaan, aan extrawinstbelasting een bedrag
zou
zijn
geheven, tenminste het dubbele, en vermoe-
delijk ‘meer, bedragend van wat volgens den opzet
der extrawinstbelasting ware verschuldigd, welk be-
drag voor de groepen met het hoogste percentage als stoomvaart, suiker,
mijnbouw,
tabak en kina

aanmerkelijk hooger ware geweest.

ONTVANGEN:

Over de oplossing van het ‘pacht vraagstuk
door J. S;
van Braam, Secretaris der Vereeniging: ,,Het
Grondbezit” en der ,,Rentmeestersvereeniging”.
Een ernstig woord naar aanleiding van twee zin-
sneden uit de ;,Landpachter” van 15 October
1924. Rotterdam. :Nijgh en van Ditmar.

MAANDCIJFERS.

OVERZICHT DER RLrKSMIDDELEN.

(In Guldens).

ovem er
Sedert
Overeen-

1924

1 Januari
komstige
1924
periodel923

Directe belastingen.
1.746.131
18.640.672 16.746.043
Personeele belasting
.
2.617.082 22.636.593
19.850.277
Inkomstenbelasting
8.868.296
91.204.289
95.560.303
Dividend- en tantième-
belasting ………
1.018.462
14.458.006
16.911.161
Vermogensbelasting
3.298.276 11.368.930 10.682.275

Accijnzen. 3.216.294
35.358.871
37.131.190
42.334
1.847.126
L610.145
4.091.278 43.804.429 46.094.247
156.534
1.525.050
1.273.’i25 1.014.740 8.272.243 4.723.737 807.633
8.676.796
9.443.281
,Tabak ……………
1.536.624 15.115.253
14.920.162
Belast. op speelkaarten
9.787
95.128
77.833

Ivdirecte belastingen.

Grondbelasting ……..

1
1.532.980
2

17.155.353e
16.029.5117
Registratierechten..’
1.722.56
21.300.775
1(1.8112.221
Successierechten …….
5.217.09ii
44.064.851
43.856.960

invoerrechten
2.805.044
32.373.544
32.362.728

Suiker

…………….
Wijn ………………

Gouden en zilver. werken

Gedistilleerd ………..
Zout ………………

………..
,Belasting
103.901
862.900
852.663

Bier

………………
Geslacht

…………..

Essaailoon …………
75
958
1.070

370.136
3.830.993 3.144.340

.Zegelrechten ………..

94.3(11
640.195 648.838
Domeinen ………….
615.:75
2.730.302 2.588.434
9.055 638.759
642.194
Jacht en visscherij
6.570 261.608
252.518

Statistiekrecht
………..
Mijnen
………………

376.618

..

3.307.183
2.661.595

Staatsloterj
………….

394.927.307 41.277.198

..

..

..

400.1 70.303

Lood8gelden
………….

Totaal

…………

5.760
5.252.988

Rijwielbelo.sting
……….

Totaal-Generaal..
41.282.958
405.423.291
394.927.307

fl
Hieronder begrepen
f
261:941 wegens zegelrecht van
nota’s van makelaars en commissionnairs in effecten, enz.
(Beursbelasting).
21
Idem f3.290.SSS.
3
Idem f2.’?64.5O7.
HEFFINGEN VOOR HET LEENINflFONDS 1914.

ove

er
1924
Sëdert
1 Januari
1924

1

Overeen-
komstige
periode
1923

Verdediginbelast. la

989.463 3.377.209
3.203.232
Verdedigingsbelast. Ib
2.395.4(7
111.434.401
11.222.023
Verdedigingsbelast. II
2.391.498
25.454.776
27.135.043

Opce’nten:
Grondbelasting …….350.835
3.742.869
3.3111.073
Personeele belasting..
522.260
.
4.398.400
3.89.758
Inkomstenbelasting ..
2.604.231
27.081.841
28.509.340
Vermogensbelasting ..
824.569
2.818.304 2.669.719
336.093 4.771.142
5.580.683
643.259
7.071.774
7.426.238

Dividend- en tantième-

8.467
369.425 322.029

belasting …………

Suiker …………….

Gedist.(binn.-enbuitl.)
409.128 4.380.443
4.609.425
Wijn ………………

Zegelrechtvanbuitl.eff.
32.549
319.807
.

366.310

Totaal….
11.507.775 94.220.391
98.354.873

BELASTING IN VERBAND MET DE BUITENGEWONE
OMSTANDIGHEDEN.

November1924

S dert
1
1Jan
e
uari1924

Oorlogswinstbelasting

– 339.933

971.141

SPLITSIG VN DE OPBRENGST DER GROND-, PERSO. NEELE-, INKOMSTEN- EN VERMOGENSBELASTING SEDERT 1 JANUARI 1924.

Dienstja ren
t

Grond-

1

belasting
Personeele
belasting
1
inkomsten-
belasting
t
vermogens-
belasting

1919120

1



1

183
19W121

-1

1.469513
1

1.666
1921122
9.245
222.606
5.037.498
11.365
1922123
95.158
1

1.077.163 14.503.366
80.854
1923124
3.068.475 3.708.481
54.739.9241
5.898.951
1924125
15.467.194
17.628.343
15.453.988
1

5.369.911

Totalen …
18.640.072
122.636.593
1

91.2U4.289
.
1
11.368.930

KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
New
Londen
York’)

Berlijn
-Parijs
Brussel
Batavla’)

15Dec.

1924
2.47i5,
11.63e
59.-
13.314

12.35
16

,,.

1924
248
11.634
59.01 13.15

12.324 98%
_71
17

,,

1924
2.47151
j9

11.113
59.024
13.25

12.224
91
Ir
7
7
/j
18

1924
2.47151
11.63
59.024
13.274 12.24

98%_71
B

19

;,

1924
2.4771
16

11.1154
58.924
13.35

12.424
983/
8
-51
8

.20

,

1924

11.654
58.95
13.35

12.31

(8_71
8

.
22

1924
2.47%
11.65
58.89
‘13.334 12.32

99
Laagste d.w’)
2.47%
11.624
5~4.85
13.21

12.17

9881
8

Hoogste
d.w’)
2.48
1l.6f’4
59
.10
13.40

12.44

99
Muntpariteit
2.48
12.10
59.26
48._

48._ 1100

‘)
Noteering te
Amsterdam.
“)
Noteering
te Rotterdam.
1)
Particuliere
opgave.

1132

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

24. December 1924

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.
**
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANEDISCONTO’S.

N

d Orpeh.

isc.Wissels.
4413
Dec.’24
Zwits.Nat.Bk. 4
16Juli ’23

Bk

el.Binn.Eff. 5
13Dec.’24
N.Bk.v.Denem. 7
17Jan. ’24
in R.C. 6
13 Dec.’24
Zweedsehe Rbk
54
8Nov. ’23
Javasche Bank…
4420
Oct.
’24
Bank v.Noorw. 6 26Nov. ’23
Bankvan Engeland 4
5Juli’23
Bk. v. Tsjeëho-
Duitsche Rijksbk. 10
29Dec.’23
slowakijë… 6
27Mei 24
Bank v. Frankrijk 7
11Dec.
’24
N. Bk. v. O’rijk. 13
6Nov. ’24
Belgische Nat.Bnk. 6
14F’eb. ‘2
N. Bk.v.Hong.
1218Sept.’24
Fed.ResBankN.Y. 3 8Aug.’24 Bank v. Italië.
54
11
Juli ’22
Bank van Spanje
..
5
3
3
Mrt. ’23
Z.-Afr.Res.bnk 6

OPEN MARKT.


Amsterdam
Londen
BerliJ,s
1
New York
_

Cail-
Data
Part.
disconto
1

Part.
Part.
Prolon-
disconto
gatie
(3 mad.)
disc.
(3mnJ)j money’)

20
Dec.

’24I3%_I/
31
3
‘Ii4
3
24_28,
15-20 D.
‘2413h18_81s

3%_33%
3
11
/jo4

3
23
8-13 ,, ’24 3% _4%
3-3%
3
5
18
8
14

3
3_39/

1-6

,,

24I4%

V
Is
31- -4
3’/-4.
.

.
3
2_4

17-22 D.
’23I46/_5/
a

48
/4

5f4
3I16-Is

-5
18-23 D
‘2213%
-4
3% 4
281
8

– –

2O..24J1i’143a/
8
_8/
1
,
2%_3% 2%_%
28/
8
44

18
_2

1)
Koers v.

19 Dec. en
daaraan
voorafgaande
4’eke6
tin.
Vrijdag.

D ata
Z1wit1
Weenen
‘)
Praag
,,
Boek’s-
rest’)
Mi.
laan’.’
Madrj
*
)

15Dec.

1924
49.02%
0.0035
7.48
1.15
10.68 35.10
16

1924
48.02w 0.0035
7.50
1.25
10.69
34.824
17

1924
48.(J2
0.0035
7.50
1.25
10.116
34.80
18

1924
48.02 0.0035
7.51
1.25
10.66
34.80
19

1924
47.i7%
00035
7.54
1.25
10.56
34.60 20

,,

1924
47.95
0.0035
7.50
1.25


22

1924 47.92%
0.00314
7.50
1.25
10.65
34.524
Laagste d.w’)
47.90
0.00341
7
42
1.20
10.52
34.40
Boogte d.w’)
48.10
0.00354
7.55
1.30 10.71
35.15,
Muntpariteit
48.-
50.41
50.41
48.-
48.-
48.-
*)
Noteering
te
Am’terdam.
**)
Noteering
te Rotterdam.
5)
Paticuliere
opgave.

1
Stork-

Hel-
Data

1

1
Kopen-
1
Chrls-
1

i
Buenos.
1
M’n-
sing- Aires ‘)

treal
hagen’)tiania’) fors’6

KOERS-EN -TE–NEW-YORK– (Cable).

D t
Londen
($per)
1

Parijs
($p.lOOfr.)

Berlijn
($p.
JOOMk.)
Amsterdam
($p
100 gid.)

15 Dec.

1924
4,6937
5,37
23,81
40,32
16

,,

1924
4,6937
5,38 23,81
40,33
17

,,

1924
4,6937
5,36
23,81
40,33
8.

1924
4,7025
5,36
23,81 40,38
19

1924
4,7112
5,40
23,81 40,43
20

1924
4,7100
5,39
23,81
¼40,42

13 Dec.

1924
4,6950
5,37
23,81

40,35
6

,, ‘

1924
4,6875 4,45 23,81

40,48
M:untpariteit..
4,8667
19,30
1

23,81%
40i1

KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN

Plaatsen en’ 1Noteerings-1 6Dec.
1
13
Dec. 1
15120
Dec.’24 120Dec.
Landen

eenheden 1
1924
1
1924,
1
LaagsteiHoogstel
1924

Aiexandrië… Piast. p. £
971512

97%

979119
97251,

‘Bangkok

.
Sh. p. ticat 119
l/,
1/9is

1110i1 111011, 111011
t

B. Aires
1)

d. p.
$

4471
s
44
29
1
32
4415li
e
4551

45
Calcutta

Sh. p. rup. 116

116
1
1
32

1,6

1
6
5
/
32
11611
8

Constantin.
.
Piast.p.

845

855

850

875

870
Hongkong
.

Sh. p.
$
21491

214171
35
2/4

2/411/l8
2149132
Lissabon’)

d. per Mii. 271,

2131
35
2
11
1
32
271

281
8

Mexico
……..

d. per
$

26

26

25

27

26
Montevideo
1)
d. per
$
50l1
9
491o1,
6
48% 50
4981
5

Montreal
…..
$per £ 4.6811
8 4.71+4
4.70% 4.73% 4.724
Praag
.
Kr.p. 155% 1551 154 156 155%
R.d.Janeirol) d. per Mii. 5
,
41
,
0

57
1
8

5251

52913e

/8
Shanghai
.-..
Sh. p. taei 313
1
/
4

313%

31% 313
1
.

312
8
18
Singapore….

id. p.
$

2
1
45
132
21451,2
2
/
43
/
32
2
1
4
7
1
3
,
2/4
8
1
Valparaiso’). pesop.

40.80 41.60 40.30 41.00 40.30
Yokohama…. 8h. p. yen 1/71111e
1j71
1
1

11791

1173%

11781,
‘Koersen der voorafgaande dagen.
1)
Telegrafisch transfert.
8)
90
dg.

ZILVERPRIJS
1)

GOUDPRIJS
3)

Londen
N.Yorkl)

Londen
15Dec.-
1924..
329

68

15Dec. 1924..

8819
16
,,

1924.. 32z1
1
,

6731
8

16
,,

1924..

88,9
17
,,

1924.. 3251

6751

17
»

1924..

88110
18
,,

1924.
.
3271

,
67’i,

18
,,

1924..

8810
19
,,

1924.. 328/

67%

19
,,

1924..

8817
20
,,

1924.
.
328/


67%

.

. .

22Dec. 1923.. 33%

6481
5

21Dec. 1923..

9417

20 Juli 1914.. 24151
1
, 54’1

20 Juli 1914..

7719
1)
p. oz. stand.
2)
Foreign silver.
3)
p.
oz. fins.

.

STAND VAN
‘s
RIJKS KAS.
De Minister van Financiën maakt bekend:
Vorderingen

1
15
December
1924 22
December
1924

Saldo bij Nederi. Bank..
f

f


Saldo bij betaatmeesters..

6.433.675,64

5.032.145,58
Voorschotop uit. Nov. 1924

aan de gemeenten op
voor haar door Rijk te
heffen gem. ink.bet. en
opcentenopRijksink.bei.
,,
79.537.424,-
,,
79537.494.-
Voorscb. aan de koloniën
,,
11.569.48:1,35
,,
11 987.80 1.04
Voorsch. a. h. buitenland ,,212.343.794,6
1 ,,212.201.375,87
Daggeldleeningen tegen
onderp. v. schatk.papier

Voorsch. door de Ned.Bank
f
13.348.625,52

f

13.330.278,54
Schatkistbilj. in omloop’)
,,19 1.1139.000,-
,,1 91.609.000,-
Schatkistprom. in omloop
,,
95 270.000,-
,,
88.270.000,-
Waarv. direct bij Ned. Bk.
,,

7.000.000,-
,,


Zilverbons(met inbegripv.
de bedragen bij de betaal.
meesters in kas) …….

,,
22.838.321,–
,,
23.207,996,-
Door den Postch.. en Giro.
.

dienst in ‘s
Rijks
Schat-
kist gestort

deel v. h.
tegoed van den dienst.
,,
27.111.329,79
•,,
25.729.195,58
1)
Waarvan
f
37.056.000 verval
en
op of na
1-
April
1927.

NEDERLANDSCH4NDISCHE VLOTTENDE
SCHULD.

13
December
1924
20
December
1924

Voorschot uit ‘s Rijks
kas aan
N..I.
…. …

.
f

1.706.000,-

f

1.79
8
.000,.
md. Schatk.prom. in

80.000.000,

.
80.000.000,-
Muntbiljetten in omloop. 40.145.000,–
,,
39.919.000,-
Ten voordeele v. N..I. ge.

boekt beleggingsgeld v.
h. N.-I. muntfonds….
»
6.140.000,

,,

6.140.000,-

Totaal ……
TT 1
fl27.99l.000,….

1 fl27.855.000,_
Tegoedv.N..I.bijJav.Bnk.
,,

1.884.000,-
-7.55-2.000,-
In’sLandskass. aanwezig


,,
43.445.000,-

15 Dec.

1924
66.80
43.40
37.50
6.24
958/
4

2.461,


16

,,

1924
66.80 43.45 37.60
6.24
96.
2.468/
4

17

,,

1924
66.80
43.574
37.50 6.24
96.-
2.46%
18-

1924
66.95
43.65
37.55
6.24
96.-
2.47
19

1924
66.75 43.80
37.50
6.24
90%
.
2.46%
20

1924
6380-
43.85 37.50
6.22
9631
9

22

,

1924
6,70
.4:4.35
37.25
6.22
97%
2.46%
Laagste d.wI)
6(31.60
43.20
37.25 6.20
953
2,46
Hoogste
d.wt)
67.-
44.

37.65
6.2 7J1
96y
,
2.47%
-.
Muntpariteit
66.67
.66.67
66.67
48.-
1

1.05
2.48

-*)
Noteering te
Amsterdani.
‘*)
Noteering
te
Rotterdam.
)

Particuliere opgave.

24 December 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

11

33

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 22. December
1924.

Actjva.
Binnenl.Wis-(H.-bk.

f

52.751.224,85
sels,Prom.,B.-bk.

26.170.126,-.-
enz.in disc.
1
Ag.sch.

44.455.289,40

f
123.376.640,25
Papiero.h. Buiteni. in disconto
… … ……

Idem eigen portef.

f
112.625.5
Af :Verkocht maar voor de bk. nog niet afgel.


112.625.554,-
Beleeningen
mcl. vrsch.
H.-bk.

f

69.592.880,94

in rek.-crt.
B.
-bk.

,,

16.596.463,42

op onderp.
Ag.sch.

76.781.384,44

f
162.90.728,80

Op Effecten.
… ,..
..

f
160.642.428,80
Op Goederen en Spec. ,,

2.328.300,-
162.970.728,80
Voorschotten a.h.Rijk… ..

..
12.461.682,77
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud

f

56.273.845,-
Muntmat., Goud

,, 448.347.342,28

f
504.621.187,28
Munt, Zilver, enz.. ,,

12.991.015,83
Muntmat. Zilver

Effecten
517.612.203,11

Bel.v.h.Res.fonds
.
f

5.654.261,91
id.van
11
5
v.h.
kapit.
»

3.990.901.18
9.645.163,09
Geb. en Meub. der Bank

.,
5.212.500,-
Diverse rekeningen
.

,,
101.153.341,77

f

1.045.057.813,79
Passiva.
Kapitaal
20.000.000,-
Reservefonds

… ,,
5.655.237,53
Bijzondere reserve
… .. .. …….. … … .-..

,,
8.235.000,-
Bankbiljetten in omloop_.

… … _.

.

.
925.171 210,-
Bankassignatiën in omloop….. … …..
1.656.776,52
Rek.-Cour.
j
Het Rijk
f


saldo’s:

1
Anderen,,

70.147.649,47 70.147.649,47
Diverse rekeningen

,,
14.191.940,27

f

1.045.057.813,79

Beschikbaar metaalsaldo .
7i77T718,92
Op de baei8 van

metaaldekking…
h
118.358.591,72
Minder bedrag aan bankbiljetten in om- loop dan waartoe de Bank gerechtigd is. •. 1.588.668.595,-
Voornaamste posten in duizenden guldebs.

Data
.

Goud
1
Zilver Circulatie
1
opeischb.I
Metaal-
Iklngs
Ischuldenl saldo

perc.

22 Dec.
.

’24
1
504.621 12.991 • 925.171 71.804 317.7:14

52
15

’24t504.652 12.736

935.256 74.1335 314.899

51
8

24I505250 12.056

945.782 67.086 314.238 51
1

’24 505.222 12.042

964.007 58.109 312.339 50
24 Nov. ’24 480.233 12.240

932.717 21.087 301.218

52
17 ,,

’24 481.445 11.868

951.859 21.011 298.237

51

24 Dec: “23 .581.792 8.459 1.029.301 28.865 377.91

56

25 Juli ’14 162.114 8.228

310.437

6.198 43.521
1
) 54

T5taalHel’h1ah1


Papier Diverse

Data

bedrag’
Schatkist-
Belee-

ophef’

reke-

.]dlsconfo’s promessen ningen

buiten- ningen
i
rechtstreeks

land

22 Dec. 1924 123.377

.

162.971 112.626 101.153
15

1924 134.386

7.000

163.335 90.046 126.115
8

. 1924 141.610

1.0.000

159.833

63.271. 150.349
1

1924 143.089

6.000

194.178

55.377 144.506
24 Nov. 1924 143.112

6.00 167.817 48.158 129.187
17

,,

1924 146.880

6.000

171.132

50.269 134.040

24 Dec. 1923 281.50

22.000

153.580 26.790 87.849

25 Juli 1914 67.947

14.300

61.686 20.188

509
1)
Op de basis van
21
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.

SURINAA MSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

L

A
ndere
Data

Metaal
Circu-
opeischb.
Discont. Div. reke
– .

latte

schulden

ningen’)

15 Nov. 1924.. 1.092

1.515

1.004

1.037

526
8′ »

1924. .. 1.091

1.657

629

1.028

471
1924.. 1.120

1.681

674

1.029

313
25 Oct. 1924.. 1.130

1.523

835

1.032

347
18

,,

1924.. 1.120

1.537

863

1.040

415

Nov. 1923… 1.154

1.489

1.059

1.175

.
673

.5 Juli 1914…

645

1.100.

560

, 735

. 396
Sltiifpost áer a’ctva.

JAVASCHE BANK

Voru’aamste posten in duizenden guldens. De sameiigetrok.-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data
Goud
Zilver
Circulatie
opelschb.
1
metaal-
____________

schuldenl
saldo

20Dec.1924
1S000
278.000
102.000 111.000
13

1924
‘186750
281.000
101.500 110.250
6

1924
188.750
281.000
115.000
109.550,

1Nov.1924
158.954
55.429 280.592
113.202
136.205
8

,,

1924
153.265
56.939

281.186
110.677
132.491
1

,,

1924
151.248
57.292 276.332
117.318
130.433
25Oct. 1924
148.784
57.346
276.063
114.341
128.684

22 Dec. 1923 560.443
61.748
259.967
115.330
147.912
23Dec. 1922
151.514
56.Z43.
261.876.
108.414
134.470
25 Juli

19141
22.057
31.907
110.172
12.634 4.842

D
ata
Dis-
Wissels,
buiten
Belee-

rse

Dek.
kings.
conto’s
N.-Ind.
ningen
k
nire

n
1)
ng
percen.
betaalb. tage

20Dec.1924
14FItlO
.
**.
49
13

,,

1924
145.480
••
48
6

,,

1924
157.840

49

15Nov.1924
34.584
17.820
100.274 36.240
54
8

,,

1924
34.537
17.377 103.567
35.584
53
1.

,,

1924
.34298
17.382
1(16.124
36.482
53
25Oct. 1924
34.326
17.685
105.509 35.841
53
22 Dec. 1923 35.536
25.504
82.88
29 542

59
23Dec. 1922
36.486
26.434
102.384
23.140
56
25 Juli1914
7.259
1
6.395
47.934
2.228
44
1)
Siuitpost activa.

2)
Basis
2
1 metaaldekking.

BANK VAN ENGELAND.’
Vooi’uaamste
posten, onder bijvoeging der
Currency Notes, in duizenden pouden
sterling.

Data

Metaal

7irculatieO

Currency Notes
Bedrag

Goudd.

Gov. Sec.

17 Dec.

1924

128.512

125.504

296.642

27.000

251.432
10

1924

128.504

124.445

290.879

27.000

245.588
3

1924

128.495

123.7146

288.098

27.000

243.776
26 Nov. 1924

128.491

123.066

25.378

27.000

240.922
19

1924

128.497

122.235

285.880

27.000

241.551
12

1924

128.494

122.870

287.368

27.000

243.042

19 Dec.

1923

128.023

128.185

295.811

27.000

251.367

22 Juli

1914

40.164

29.317.

1 ‘bov. –

Other

1 Public 1

Other

1

Dek_
Data

1

Sec.

1

Sec.

1 Depos.

Depos.

Reservekzngs_

17 Dec. ’24

42.040

72.398

10.557.

108.751

22.758

19 10

,,

’24

57.042

72.740

‘10.039

125.6.17

23.809

17,5
3

,,

’24

64.152

72.852

10.400

133.270

24.4411

17,07
26 Nov.’24

41.198

82391

18.743

112.275

25.17

19,1
19

1
24

41.768

75.995

18.978

101.063

26012

20,64
12 –

’24

40.898

72.821

15.863

105.494

25.374 -20,90

19 Dec. ’23

47.409

75.920

15.37

109.690

19.5881

15,66

22 Juli ’14

11.0051

33.633

13.735

42.185

29.297

52s1
8

2) Verhouding tusschen Reserve en Deposits.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen francs.

Waarvan

Te goed B.

gew.

Schat-
Data

Goud

In het

Zilver

in het

voorsch.
,
kist gil-
buitenl.


bulteni.

afd. Staal feiten
1)

18Dec. ’24

5.545,0

1.884,3.

305,4

570,0

22.400,0

4.867,0
11

,,

’24

5.544,9

1.864,3

304,9

569,3

22.700,0

4.864,0
4

,,

’24

5.544,8

1.864,3

304,7

569,3

23.000,0

4.857,0
27Nov. 24

5.544,7

1.864,3

304,4

572,5

22.6011,0

4.842,0
20

,,

1
24

5.544,6

1.864,3

304,3

572,4

22.900,0

1.838,0

20Dec.’23

5.540,3

1.864,3

296,4

576,5

23.100,0

4.583,0

23Juli’14 4.104,4

639,6

. –

Waarvan

Uitge-

B

Rekg.
Courant
Wissels

op het

stelde

e ee-

Circulatie

Purti-
buiienl.

Wissels

n agen

culïere’n

Staat

7 4.900,0

25,8

8,8

2.921,7

40.518,4

1.970,1

16,5
v

4.612,0

30,5

8,8

2.933,3

40.567,9

1.846,6

26,9
5.595,1

31,3

8,8

2.782,7

40.700,8

2.017,9

14,9
4.809,3

27,0

8,9

2.715,1

40.447,0

1.976,5

17,7
4.726,5

25,1

8,9

‘2.780,0

40.530,3

1.936,6

18,3
3.270,4

20,6

13,6

‘2.403,5

37.630,0

2.124,6

26,3

1.541,1

8,4

718,0

5.911,9

943,0 400.6

1) In disc, genomen wegens voorsch. v. d. Staata. buiteni. regeeringen.

‘t

1 134

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

24 December 1924

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark.

Daarvan
beviezen
Andere
Data
Goud
bij bui-
als goud-
wissels
Belee-
tent. circ.
dekking
en
ningen
banken
2)

geldende
cheques

15 Dec.

19241
696,2 230,6
232,1
2.079,0
17,2
6

,,

1924
696,1.
235,3
232,0
2.169,6
8,1
29 Nov. 1924
695,5
240,0 231,8
2.290,2
18,6
22

,,

1924
694,8
240,0
231,6
2.171,2
18,5
15

,,

1924
694,6
240,0 231,5
2.154,8
1.7,1
7

,,

1924
694,3
240,0
231,4
2.327,4
15,5

23 Juli

1914
1.356,9

750,9
50,2

Shuld
Data Effec-
1
ten
Diverse’
.

t
Circa
1
Rekg.-
1
Diverse
1

aan

Activas.)l
.
1

Crt.
1
Passiva
n-
banic

15 Dec.

19241
78,7
11.838,0
1.723,2
1.131,71
1.555,2
1
513,8
6

,,

19241
77,9.11.757,0
1.804,0
970,71
1.524,3
1
684,7
29 Nov. 1924i
77,8
11.655,4
1.863,2
703,91
1.682,9 787,8 22

,,

19241
77,5
11.781,3
1.550,1
1

904,41
1.702,8
1
800
15

,,

19241 77,3
11.748»
1.633,2
1

749,51
1.705,7

1
800
7-

,,

19241
77,4
1.053,5
1.72l,8
1

828,61
1.013,7
1
513,8

23 Juli

1914
330,8
2
1
200,4
1.890,9
1

944,-1
40,0
1

1)
Onbelast.
2)
W.o.
schatk:paper.
3)
W.o.
Rentenbankscheine:
15,6 Dec., 29, 22,
15,
7
Nov.
resp.
342,
322,5; 302,8; 532,6;
495,3;
430,2. miii.

BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.
Voornaamste posten inmillioeijen francs.

Data

n,

1


18Dec.’24
358,4 84,7
l480,011.433,9’28114l5.25o,o
7.529,9
:476,3
ii

,,

’24
357,4 84,7
480,011.394,81359,3
5.250,0
7.613,1
338,3
4

,,

’24
356,9 84,7
480,0I1.283,01465,15.250,0

7.619,4
238,2
27Nov.’24
57,5 84,7
480,011.311,8
395,415.250»

7.603,4 292,5 20

,,

’24
357,6 84,7
480
,
0
1
1
.
261
,
61437
,
0

5.250,0
7.598,9
25,2
12

,,

’24
356,7 84,7
480,0l1.295,1I470,0!5.250,0
7.673,2 255,9

20

ec. ’23
360,4 84,7
480,0l1.168,61282,1

276,1

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDE1IAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Goudvoorraad
Wettig
Wissels

Data
Totaal
1
Dekking
1

betaal
middel,
In her-

1
disc. v. d.
In
de
open
bedrag
F. R. Notes,
Zilver
etc.
,iember

1
markt
banks

1

g”kocht

3 Dec.’24

3.127,9

1.951,5

90,0
248,9
354,6
26 Nov.’24

3.046,3

1.968,4

87,7
221,4 281,0
19

,,

’24

3.050,3

1.972,6

92,4
2:43,8
275,2
12

1
24

3.047,9

1.997,1

90,1
224,2 248,2
5

,,

1
24

3.138,5

2.27,3

85,1
229,3 214,8
29 Oct. ’24

3.043,8

2.040,5

87,8 222,6
215,4.

5 Dee.’231

3.181,1

.2.111,6

1

79,5

1
746,3

1
298,4

Data

1
Beegd
in u. s.
F.R.
Notes,

Totaal

1
Depo-
i
Gestort
ueuu-
Dek-
Aeem.
Dek-
Gov.Sec.
in circu-
sito’s

1
Kapitaal
kingi-
kings-
t tie
1
perc.
14
perc.i)

3Dec.’24
574,9
1.849,0

2.305,4
112,2
72,8
75,1
26Nov.’24
582,2
1.845,3

2.202,7
112,2
75,2
77,4
19

,,

’24
587,1 1.823,5

2.270,4
112,2
74,5 76,8
12

,,

’24
588,4
1.829,2

2.235,4
112,2
74,9
77,2
5

,,

’24
584,9
1.816,8

2.179,0
112,0
76,0 78,2
29 Oct ’24
584,2
1.766,6

2.218,0
112,0
76,6 78,6

5Dec.’23
91,3
2.252,6

1.935,5
1

110,1
74,5

.
7.6,4
1)
Verhouding
totalen
goudvoorraad tegenover
opeischbare
schulden:
F. R.
Notes en netto deposito.

2)
Verhouding tolalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PMfI1CULIEBE
BANKEN7 AANGESLOTEN BIJ HET
FED.
I1ES.
STELSEL.
Voornaamste posten in millioetien dollars.


Data
Aantal
Dis- conto’s
1
Beleg-

I
Reserve
bij
de
Totaal
depo-
Waarvan
time
banken
en
beleen.
gingen
1
.

F.R.
banks
sito’s
deposits

26Nov.’24
741

12.870,0
5.616,9
1.624,R
18.0614
4.856,6
19

,,

’24
743

12.824,0
5.618,3
1.696,5
18.044,9
4.861;7
12

,,

’24
743

[2.872,4
5.559,8
[.645,0
18.177,2
4.823,0
5

,,

’24
743

12.769,1)
5.5753
(.598,1 17.952,3
4.805,1
29Oct.’24
7431,12.763,7
5.551,2
1
.
646
,
4
1
17
.
903
,
1

4.78,3

28Nov.’23
767

11.901,0
4.4’3,6
l.3S5,3l5.i99,l
4.048,1
Anu

het
eind
van

ieder
kwartaal
wordt
een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen baakstatea.

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 22 December 1924.

De internationale fondsenmarkten hebben gedurende de
achter ons liggende week uit den aard der zaak geen groote levendigheid te aanschouwen gegeven, nu het einde van het
jaar tot hét inkrimpen van vele engagementen heeft ge-
leid. Toch is hier en daar wel een niarkante stemming oi
te merken geweest. In het bijzonder WaS dit voor de beurs
te B er 1 ij n het geval, waar men ecu zeer optimistische
tendens aan den dag heeft gelegd. Verschillende omstan-dighéden hebben hiertoe bijgedragen. En de eerste plaats
wel de voortgang van de onderhandelingen omtrent een
handelsverdrag tusschen Duitschland en Frankrijk; tegen
het einde der berichtsperiode verjuidde, dat een voor1oopig
wl’ereenkomst in de moeilijke aangelegenheid van de ijzer-
en staalnijverheid was bereikt. Dit heeft het vooruitzicht
geopend op een definitieve regeling per 10 Januari as.
Tegelijkertijd vielen er omvangrijke aanknopen voor bui-
teiklandsche rekening op te merken, voornamelijk in ,,moi-
tau”-waarden, hetgeen mede de tendens heeft gestimuleerd.
Deze orders zullen vermoedelijk eveneens in verband ge-
bracht moeten worden met den vlotten gang der Fransch-
Duitsche onderhandelingen. Alleen voor staatsobligaties
viel een vrij scherpe koersval op te merken. De oorzaak
moet worden gevonden in de geringere kansen op een naar
rechts georiënteerd kabiuet en hiermede op een voer obli-gatiehouders minder gunstige regeling van het valorisatie-
vraagstuk. . Op de markt voor buitenlanclsche obligaties wa-
ren Turken voorbijgaand gevraagd in aansluiting -aan de

houding van de buitenlandsche beurzen. Ook cle rede van
den president van de Rijksbank, waarin hij de wijze van
het op peil houden van het Duitsche betaalmiddel uiteen-
zette, heeft tot een algemeen vasten groncitoon bijgedragen.

Te 1? a r ij s daarentegen heeft noch de handel, noch het
koersverloop aanleiding tot opgewekte beschouwingen ge-
geven. De beleggingsmarkt was gedrukt, mede in verband
met het feit, dât cle steunaankoopen van stnatsobligaties
voor Fransche banken een einde hebben genomen, nadat
de uitslag van de inschrijvingen op de binnenlandsche lee-
ning bekend was geworden. Deze uitslag heeft weliswaar
de verwachtingen verre overtroffen – bijna 5 milliard
francs werden ingeschreven instede van de verwachte 4
milliarcl – doch men is zich in financieele kringen te goed
er van bewust, dat hiermede geen afdoende maatregelen ter heteugeling van den biljettenomloop of ter consolidatie van
Tiottende schuld genomen kunnen worden. De beurs was dan ook 1oofdzacelijk mat gestemd door het vooruitzicht
op een nieuwe – en .grootere – financieele, transactie,
wcke cle minister van financiën zich voorneemt in ]tet be-
gin van het volgeude jaar door te voeren.

Te L o n den heeft men hetsterkst de nadering van cle
vacantiedagen gevoeld door de inkrimping van de omzet-
ten. De ondergrond vaij de markt is echter vast geweest,
met uitzondering van beleggingsfondsen. De zeer groote
en talrijke emissies van den laatsten tijd hebben aantrek-
Icelijke beleggingsobjecten beschikbaar gesteld, veke ech-
ter voor een deel s’echts verkregen konden vorden- door
verkoop van andere beleggingswaarden. Vooral de emissie
van de Grieksche vlmihtelingenleeniag heeft groote verkoo-
pen van andere fondsen uitgelokt. De aandeelenmarkt was
veel stiller, hoeyel niet ongeanimeerd. Hier en daar vielen
zelfs eenige groote aankoopen op te merken in verband
met het op bldz. 1127 van dit nummer uitvoerig besproken
voornemen van de regeering om de ,,safeguarding of iu-dustries act” zoodanig te herzien, dat meerdere onderne-
mingen van den steun dier wet zullen kunnen profiteeren.

De markt te N e w Y o r k is slechts weinig veranderd,
ondanks de stroevere geldinerkt. De publicatie van de eerste
ramiug van den stand van den oogst door het landbouwbu-
reau te Washington heeft weliswaar geen al te gunstigen
indruk gemaakt door de lagere taxaties van de te ver

wachten opbrengst, doch aan den anderen kant hebben de
berichten uit de ifldustrie de gunstigd stemming aange-
wakkerd. Ook heeft het voortduren van de financieele
deelneming in de Europeesche aangelegenheden – zooa!s
deze week weder tot uiting is gekomen in het plaatsen eener
leening ten behoeve van België – het vertrouwen in een
algemeen herstel grooter doen worden.

T e n o ii z e n t heeft de beurs een kalm verloop gehad,
slechts. in sommige gevallen afgewisseld door eenige vari-
aties. Als geheel genomen is de tendens vast en opgewekt
geweest. Voor de
beleggingsnsar/ct
heeft de ruime geldniarkt
een impuls gevormd, waaraan nog geen afbreuk is gedaan
door de talrijke nieuwe gemeentelijke obligaties, welke ver-
den aangeboden. Overigens schijnt de rente-standaard voor

24 December 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICEfTEN

1135

deze
beleggingsobjecten zich aan te passen aan de iets ge-
makkelijkere verhoudingen op de ge dmarkt, getuige de
jongste aanbieding vCn obligaties der gemeente ‘s-Graven-
hage, renten:le 5% pCt. tot (ten koers vnu 93% pCt. 6 pCt.
Ned. W. Schuld 1.922: 101
11
/, 101% 1011a1, 102; 4%
pCt. Ne:i. W. Schuld 1917: 87%, 87%, 87% ; 7 pOt. Indië:
102%, 1.02%, 103; 5 pCt. Mexico Goud: D. R. 1899: 36, 35.

35%; 5 pCt. Brazilië 1903: 64, 63%; San Paulo: 95%,
95, 951/, 94151, 95%
Op cle
industrieele merkt
zijn twee opvallende koers.
schommelingen te registreeren geweest. De eerste was voor
aandee’en Philips Gloeilampenfabrieken, weke na den sliti-
tingstermijn van de jongste emissie vrij groote vraag heb-
ben ontmoet. De twee:le viel op te merken voor aandeelen
en obligaties du Croo & Brauns, welke steric aangeboden
waren als gevolg van de aankondiging eener reorganisatie.
Overigens was deze afdeeling zeer kalm en lichtelijk ver-
deeld. Aandeeren in kunstzijdefabrieken zonder veel animo;.
Jurgens niet kleinen handel. Batava Margarine: 40%,
32; Hollanclsche Kuustzijde: :148. 148%, 147%, 145; Hol-
landsche Mij. t.h. iii. v. Wk. in Gew I3eton:
107%,
lii,
115
1 117%;
Jurgens: 71%, 70%, 70,
70%;
Constructie
W.p. v.h. Du Croo & Brauns: 20% :14%, 17%, 17%; Ne-
clerlandsche Kunstzijde: 323, 325, 332,
329%;
Philips .Gloei-lampen : 286, 289, 292
1
/
2
, 300.
Van
suikeraandeelen
was vooral de zeer vaste stemming
voor aan:eeleu H.V.A. opvallend. Slechts tegen het s’ot der
berichtsweek koi:iden ook de overige soorten eenigermate
monteerenç ondanks de niet stimuleerencia houding van –
de Cuba.noteeriugen te New York. Handels Verg. Amster-
dam: 430, 4287/
8
,
433%,
436, 442%; Javasche Cultuur Mij.:
350, 355-358-359%; Tjepper: 652, 650, 656, 660-668.
De
tabaksrnarkt
heeft een eenigszins enerveerencl ver-loop. gehad. Het schijnt, dat cle koopers van de zandblad-
partijen der Deli-]3atavia en der Serdang Cultuur Mij. op
dit oogenhlik geen afzet kunnen vinden, wegens de door
hen gevianigde prijzen. Ter beurze heeft men dit oorspron-
kelijk als ccii ongunstige mededeehug voor de clesbetref-
fende ondernemingen beschouwd. Toen later bleek, dat deze
feitelijk geheel buiten de transactie stonden, is een verbe-tering ingetreden, waarbij de beste koersen toch niet weer
bereikt werden. Besoeki 275, 267,
269%;
1)eli Batavia Ta-
bak: 369%-366-3f3–367; Dcli Mij.: 3917/
8
, 388, 384%.
388%; Senemba.h: 394
1
/
4
, 390, 387, 392
5
/8.
Rubberaan.deolen
waren gevraagd, in verband met de
gunstige houding voor het product te Londen. Indische
‘Rubber: 217, 222%, 224, 232; Vereenig le Majanglanulen:
318-310-319; Oost-Java Buhber: 244, 242%, 248%,
253% ; Hessa Bubber: 153-157-161% ; Serbadjadi : 197
-198%-203%. –
De
jetroleanvofdeelinçj
kon tegen het slot iets krachtiger
koersen te zien geven, vooral voor het hoofdfois, ver-
moeJelijk in verband met de gunstige be:Irijîsresultaten door
de Shell-Union Comp. behaald. Geconsolideerde Holt.
Petr.:
168%,
166%,
170%,
167
1
/
4
; Koninklijke Petroleum:
356%
2
3520/, 359Vs, 360
5
/s.
Schcepvaartaandeelea
hebben iets van lun apathie ver-
loren. Vooral aandeelen Kon. Ned. Stoomboot Mij. en de
aandeelen van dé ,,w’ilde vaart”-onclernemingen konden zich
in eenige belangstelling verheugen. De omzetten zijn ech-
ter nog zeer bescheiden geb!even, evenals de koersverbete
ringen. .11ollanci-Amerika Lijn: 68%-71-66%-68;
Kon. Ned. Stoomboot Mij.: 73-76-78%-76% Java China
Japan : 100-1053/
4
-106%-103.
.iljnaandeelen
waren stil en zonder noemenswaardige vn
naties. Billiton Alg. le Rubriek: 435, 440, 441, 445; Re:l-
jarig Lebong: 332%, 329%, 330%; Singkep Tin: 218, 201,
ex div. 199, 198.
Van aandeeleu in handelsond€rnnuingn
ivaren aandee-
ten Nederlandselie Wol Maatschappij bijzonder lustelops, in
verband met. medeeelingen omtrent een reactie op de wol-
markt. Curaçaosche Handel Mij.: 124, 12234, 118, 120% Ne:leraudsche Wol Mij. ..144/ 147%, 141%, 139.
Bankaundeelea
hebben geen aanleiding tot opmerkingen
gegeven. Amsterdamsche Bank:
124%,
126, 124%, 125%,
126% ; Nederlandsche Handel Maatschappij:
120%,
122,
121; Nederlandsch Indische Hand. Bak.: 134%, 134%,
134%, 133% ; 1-lotterdamsche ]3ankverg.: 68, 67%, 67%.
De
Amerikaanselie afdeeiin.g
was doorgaans vast, vooral
voor de laag genoteerde spoôrwegaandeeeu, waarvoor latej
echter eenige reactie intrad. Amenican Water Works:
182%, 192; United States Steel: 118, 118W; Union Pa-
ciiie: 149,
150%,
151, 150; Wabash Railvay: 2101, 231/.,
217/8.
11e
qetilnia,/ç.f
was ‘rij ruim; prolongatie 3% Ir 33/
4
pOt.

GOEDEREN HANDEL

GRANEN.
23 December 1924.
j

Opk deze iveek was aanvankelijk cle graanmarkt weder
vast. Voor bijna alle gnaansoorten zijn sedert ons vorige
ovçrzicht de prijzen gestegen, doch het was vooral in de
eerste dagen den week, dat deze prijsstijgiiigeii tot stand
kwamen. Te Chicago en in nog sterkere mate te Winnipeg,
was die prijsverhooging voor tarwe zeer aanzienlijk. Tnii
15 tot 19 ])eceiuber beliep zij te Winnipeg niet minder clan
12% dollarcent pen 60 lbs. (7% pCt.) voor den ])eeemher-
termijn en 10% cent (6 pCt.) voor Mei, terwijl te Chicago
cle tarweprijs ruim 8 dol.ancent per 60 lbs. (circa 5 pCt.)
steeg. De voornaamste oorzaak dezer vaste markten ligt
inhet weder duidelijker aan den dag treden yan de waar-
sehijulijkheid, dat in het restant van dit seizoen liet aan-
bod uut de uitvoeranden nauwelijks voldoende zal zijn voor
de vraag, tenzij de hooge prijzen tarwe aan de markt doen
komen uit streken en van de houders, die daarvan anders
geen afstand zouden hebben gedaan. Tot die streken behoort
in de eerste plaats Britsch-Iudië, dat bij hooge prijzôn zeer
goed in staat is zijn uitvoer aanzidnlijlc te doen toenemen
enimet de houders, clie iii sterkere mate hun tarwe ter markt
zouden brengen, worden bijvoorbeeld de hoeren uit de Ver

eenigde Staten en Canada bedoeld, die aangetrokken door
cle’ hooge prijzen een grooter gedeelte vati hun pro:lucte voor verlcoop bestemmen, dan anders liet geval is. Reels
wordt uit db Vereenigde Staten bericht, dat dit verschijusel
reeds optree:lt en toch zijn cle aanvoeren aan de Westelijke
graanmarkten de laatste weken aanmerkelijk afgenomen.
Dar echter ook de verscl:epingen se:iert eeiiigen tijd lie.
1agnijlc kleiner zijn dan in de voorafgaande maanden vaS’
het seizoen, ondergaat de zichtbare voorraad geen vermin-
dering van betcekenis. In de eerste paats wint echter (le
meuing veld, dat de onzichtbare voorraad niet zeer groot
is – en bovendien verwacht neri in Amerika toename van
het brooclgebruik wegens meerdere welvaart en verminde-
niig der werkloosheid. GCmakkelijker dan eenigen tijd ge-
leden, toen de Noord-Arnerikaansche tarweverschepingen
zoo overw&digcnd groot ‘aren, laat men zich nu weder
doordringen van de overtuiging, dat in cid volgende maan-
den Noord-Amerika niet in staat zal zijn, iedere hoeveel-
leid tarwe te leveren, die Europa mocht wenschen te koo-
pen, tenzij het bereid zou zijn hij voortduring hooge priizeii
te betalen. En toch zal Europa nog geregeld flinke inkoo.
pci in N oord- A menika moeten doen, want nu zijn l’,elioefte
zoo veel grooter is dan iie aitdere jaren
cii
bij de verbete-
ringen in den econenischeu toestaud in verscliilende Euro-
peesche landen van bezuiniging
01)
liet broodverbruilc waar-
schijnlijk minder zal komen dan eerst verwacht werd, zal
het Zuidelijk, halfrond slechts in ecn gedeelte der behoefte
kunnen voorzien. Daarom trekt de ontwikkeling der voor-
,,itzichten voor cle Argentijnsche oogstresultaten zoo sterk
ie aandacht. Deze zijn den laatsten tijd niet lnjster gunstig
en
in een groot ‘gedeelte van liet land schijnt de opbrengst
zelfs slecht te zullen zijn. Het oogsten zal nu spoeJig in
vollen gang zijn, zoodat leet voor verbetering van eenige
heteekenis eigenlijk reeds te laat is. Daarbij komt, dat den
lalitsten tijd iii Argentinië nog al wat regen gevallen is,
wat den toestand niet verbeterd heeft. Prijsstijging voor
tcii

we heeft echter aan de Argentijnsclie terinijnniarkten slechts langzaam plaats gehad. ‘Van 15 tot 22 December
bedroeg zij 5 tot 15 centavos per 100 KG.
Uit Australië blijven dc berichten zeer gunstig en uien
rekent daar op een oogst van ongeveer 18 millioen quarters tegen 15% millioen in liet vorige jaar. Van cle nieuwe Aus.
tralische tarwe is echter reeds zeer’ veel naar Oost-Azië
.verlcocht en liet sthijnt, dat de vraag naar hniteulandsche
tarwe daar nog zal toenemen. In Japan schijnt een zeer
groot gedeelte van den tarweoogst van onvoldoende kwali..
teit te zijn. en dit gedeelte zal door invoer dienen te won-
den aangevuld, teiwiji ook China een belaugnijlceis tarwe.
invoer heet noodig te hebben. Uitgebreide inlcoopen zullen
daar vdlgens de laatste uit Sanghai qntvangenu ‘berichten
spoedig noodig zijli en men verwacht, dat clie gedeeltelijk
ook in Argentinië zullen worden gedaan. -Dit alles en de
keinere wereldverschepingen- leidde in Engelaod tot ver-
nieerdereing der vraag en tot sterke uitbreiding van den
omzet, waarbij de stijgende prijs slechts nu en dan eeing
hletsel vormde. Ook liet vasteland toonde meer belangstel-
ling, doch in ]),iitschland, Nederland en België is de thrwe-
prijs nog steeds te laag voor nieuwe zaken uit de Noord-
Amerikaansche uitvoenlanden en lager dan in Engeland.
Ook Frankrijk was iliet sterk kooper, omdat nog steedi
liet vaststaat, wat met de Fransche invoerrechten zal ge.
schieden. De voorraden nemen echter overal af en waar-
schijnlijk zijii wij van een hervatting der inkoopen uit

1136

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

24 December 1924

Noteerinren.

1

1

Lcwonriizpn +.p RntfprdsmlAmsf.er,lnm.

Chicago
Buenos Aires

Data
Tarwe Maïs
Haver
Tarwe
Maïs
Lijnzaad
Dec.
Dec.
Dec.
.
Dec.
Dec. Dec.

20Dec.’24 172
1231)
8

581
15,552)

11,25
3
)

23,55)
13

,,

’24

16231
8

120 59
15,352)

11,103)

23,252)
20Dec.’23 10331
8

71l
45

1)

11,35
3
)

9,70
8
)

21,20
3
)
20Dec.’22

127k
7431
s

44
12.20

8,-

20,_
20Dec.’21

108
7
18
46
e/8
33
11,652)

7,452)

17,30
20Juli’14

82
56p
8

363.’
9,40

5,38

13,70

1)
Per Mei.

2)
per Februari.
3)
per Januari.

AANVOEREN in:

Rotterdam

s
oor en
22Dec.
1924
1

15Dec.
1924
24Dec.
1923

Tarwe’ ……………..
1

17,75
16,50
12,-
Roggè (No.
2
Western)

1
15,75 14,75
9,30
Maïs (La

Plata) ……..
2
243,-
237,-
205,-
Gerst (48 Ib. malting)

.
248,-
248,-
196,-
Haver (38 1b. white clipp.)l
13,50
4
)
13,_
4
)
9,75
Lijnkoeken (Noord.Ameri-
kavan La Plata.zaad)
1
14.50
14,50
13,50
Lijnzaad (La Plata)

•8
494,-
481,……
470,-
1)
per 100KG.

2)
per2000KG.

3)
per 1960KG.
‘No. 2 Hard/Red Winter Wheat.
4)
Canada No. 3.

ons van 1000 KG.

Amsterdam
Totaal

Artikelen

1

1

14(20
Dec.
192

i

Sedert

j
Overeenk.

l4J20
Dec.
1

Sedert

t
Overeenk.

4

1 1
Jan.
1924

tijdvak
1923

1924

1
1Jan.
1924
1
tijdvak
1923

II

Tarwe .. … . … … ._

..

24.197

1.300.773

808.765
Rogge…

……………..

2.279

556.323

599.459
Boekweit …………

2.594

26.528

20.431
MaIs …………….

10.241

750.09

631.075
Gerst ………. ..

7.769

321.062

283.143
Haver ………..

10079

241.555

77.511
Lijnzaad ……………

13.219.

254.696

138.874
Lijnkoek …..

5.265

199.877

179.435
Tarwemeel ………….11.787

264.177

136.489
Andere meelsoorten

150

8.554

1.867

Noorcl.Amerika niet ver mèer verwijderd. Platatarwe werd
deze week reeds geregeld door verschepers naar Duitsch.-
land, België en Nederland verkocht, daar van deze tarwe-
soort de markt nooit zoo sterk onder te groote aanvoeren
Leeft geleden als van Noord-Amerikaansche soorten. Ook
Britsch-Inclische tarwe, welke soort met Australische een
groot gedeelte uitmaakte van den Engelschen omzet, werd
naar het vasteland verhandeld. De Europeesche uitvoer.
landen laten zich dit seizoen nauwelijks als zoodanig gelden.
Bitsland treedt reeds als kooper op van Noord-Amerikaanscli
tarwenieel. Bulgarije importeert tarwe en van Hongarije
wordt in cle voorjaarsma;inden hetzelf:e verwacht. Ook uit
Zuid-Slavië wordt geen tarwe aangeboden en in Boemeaië is de ta..weoogst veel kleiner geweest clan iii 1923, zoodat
ook daar nauwelijks uitvoer plaats vindt.

Ook logge was deze week te Chicago zeer vast 1neI; prijs-
verhooging van 15 tot 19 December van chca S dollarcent
lier 56 lbs.
(5J/
pCt.). De verschepingen zijn reeds eenigen
tijd klein, en de voorraden in Dnitschlancl en Nederland
nemen af met stijgende prijzen, doch zijn nog steeds zoo
ver beneden cle Amerika.ansche parieit, da.t nieuwe zaken
int het ititvoerland nog uitblijven.
Na 19 December trad in de invoerla iden eenige reactie
iii, die echter nog geen prijsverlaging met zich bracht en
ian de Engelsche markt was zelfs tot iets hoogeren prijs
ook 01) 20 December de omzet nog groot. Daarop vo’gcicn
echter op den. 22sten zeer flauwe markten te Chicago en
Winnipeg, die wel als reactie op de recente prijsstijging
beschouwd zullen dienen te worden, iiu Europa niet alge-
ineen
genoeg tot het betalen der .tmerikaansc1te prijzen
overgaat. Zoowel tarwe als’rogge daalden sterk. en van cle
1rijsverhoogiugen van het begin der week is voor tarwe
te Chicago slechts circa 5, te Winnipeg 834 voor December
en 54 dollarcent per 60 lbsj
,
vooi Mei overgebleven. Bogge
sloot op 22 December te Chicago nog 4.1 5 cent èr 56 lbs.
hooger dan een week tevoren.
Voor mais is in Europa de vraag verbeterd en de ladin-
gen Platamaïs, clie nog aan cle markt kwamen, vonden Zon-
(ier moeite plaatsing. De verschepingen vnu Argentinië nemen nu werkelijk af en ook de voorraad in de Argen-
tij ii sche havens vertoont eindelijk een.i vermindering van
eeilige heteekenis. In overeenstemming met aanzienlijke
prijsverhooging in Argentinië, teweeggebracht door de be-
tere vraag in Europa, stegen dan ooic de maïsprijzen in de
invoerla,nden flink. Toch bevinden deze zich nog aanzien-
lijk beneden de Aigentiji:ische pariteit, waaruit blijkt, dat
de gevolgen der vroegere groote verschepingen nog niet
voorbij zijn. Zelfs was in Engeland na een levendigen han-
del vooral verscheping

in de eerste maanden van 1925, de
sieinniing de laatste dagen minder vast, en ook in andere
Imnropeesclie landen kwam de prijsstijging van Platamaïs
tot staan. De aanvoeren vinden echter grif koopers ed
vooral in Nederland is de vrhag. naar spoedige Platamaïs
bevredigend. Dit neemt echter niet weg, dat verdere prijs-
stijging voor mais in Europa zeer goed mogelijk is vOOr

46.407

31.086

1.347.180

839.851

3.775

485

560.098

599.914

528

27.056

26.431

4.56e

113.087

73.715

863.148

704.790

33.104

14.018

354.166

297.161

200

1.645

533

243.200

78.044

2.147

68.264

53.544

322.960

19.418

700.

200.492

179.435

31.286

4.754

293.463

141.243

8.554

1.867

de pariteit met de Argentijusche prijzen is hersteld. Intus-
scheu trad ook aan de Argentijnsche maïsmarkt eenige
reactie iu doch de terinijimarkten te Buenos Aires en
Ilosario sloten op 22 December toch i.iog 15 t 30 centavos per 100 KG. hooger clan een week tevoren. De uitzaai van
maïs schijnt wat grooter te zijn geweest dan in het vorig5
jaal’, doch de jolige mais heeft onlangs vrij sterk van de
droogte geleden. Het is dle vraag, of de intusschen gevallen regen voldoende verbetering heeft gebracht.
Te Chicago is de maïsniarkt na eenige zeer vaste dageit
nog al wat in prijs gedaald in verband met grootere aan-
voeren en toename van dcii zichtbarea voorraad. De Euro-
peesche mïsrnarkt stoort zich echter aan de markt te
Chicago slechts eenigszins hij zeer sterke fluctuaties.
Uit dein 13;ilkan is liet aanbod van maïs nog steed niet
zeer groot cii iie verschepingen uit ]ioemenië en Bulgarije nemen slechts langzaam toe. 1-let aanbod werd deze week
iii Duitschlanni, vaar wat meer vraag voor maïs bestaat,
Nederland en België geintkkelijk tot stijgenden prijs opge-
nomen eji ook Italië koopt geregeldl deze maïssoorten, als-
n1e:e Zuini-Slavisehe. Het aanbod van Rusland, dat de vorige
week veel mais verkocht, is verminderd, doch dezer dagen
werd nog weder een lading aan de Engelsche markt ver-
liaudeld. Eenige uitbrccli ng ondervoiicl in Engeland cle han-
del iii Zuid-Afrikaansciie en Britsch-Inciische maïs, terwijl ook in Nenlerlauclsch-Tndische maïs w’ecler naar verschil-
lende invoerlandeni geregeld zaken werden gedaan. De itu
tusschen ingetreden prijsverhooging belemmert de laatste
dagen echter cle zaken in deze maïssoort.
Gerst bleef iii Noord-Amerika vast met vrij goede vraag
in Nederland tot de gestegen prijzen en meer zaken in Enge-
land. Duitschland toonde échter deze w’eek voor gerst wei-
nig kooplust en ook de Nederlandsche belangstelling nam
later sterk af. In andere soorten dan Noorcl-Amerikaansche
is de omzet gering wegens klein aanbod. Slechts Perzische
gerst en Britsh-Indische werd nog in een igen omvang naar
Engel na cl verkocht.
J-Iaver was vrij vast, docl.i de zaken zijn niet groot, even-
min t’i-ouwens als cie verschepingen naar Europa. Op het
vasteland nemen de voorraden van buitenlandsëhe haver af,
doch tot levenclige vraag heeft dat nog niet g&eid. In .Ar
gentinië w’ordt geklaagd over de resultaten van den nieuwen
h;i,veroogst.

SUIKER-
De verschillende suikermarkten w’areu deze week over het algemeen nog prijshoudend gestemd voor prompte en
spoedig leverbare suiker.
In A ni e r i k a daalden de noteeringen voo! Spot Cen-
trifugals na een slot van 5,02 aan liet eind der vorige w’eek
van 4,90 tot 4,77 dc., terwijl de noteeringen voor termijn-
suiker ivat fluctueerdeu en het volgend beeld te zien gaven:
Dec. Jan. Mrt. Mei
Slot voorafgaande week …………3.84 3.14 2.96 3.02
Opening.verslagweek …………3.59 2.93 2.85 2.95

24 December 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1137

langste noteering ……………….
3.55
2.86 ‘2.93 ?.93

Slot verslagweek
. ……………..
3 65 2.97 2 88 2.98

De versmeltingen
in
de
AU.
havens
der
V. S. bedroegen

34.030 tons tegen 32.000 tons verleen jaar.
In Cubasuiker kwamen zaken voor December verscheping

tot stand tot 3% dc. en
valt
de 2e helft Januari vers(ihe-

ping tot
27/s
dc. c. & fr. New York.
De laatste C u b a-statistiek luidt als volgt:

1924.

1923

1922

Tons
.
Tons

Tons

Weekontvangsten 13Dec.’24.

311

625

1.150

Tot.sedertl Dec. ‘23.5 Dec.’24

3.789

18.202

Werkende fabrieken

31

20

31

Weekuit.voer 13 Dec. ’24

18.251

5.866


Tot. uitv. 1 Jan. ’24fl 3 Dec.’24 3.917.700

5.934

23.367

Totale voorraad op 13Dec.’24

12.319

1.221

25.251

Verbruik ………………

465

Op 20 J)ecember
waren
onder gunstige veromstandig-
heden 52 fabrieken aan het malen tegen 43 verle:len jaar.
Baffinaeurs in E age 1
xi
n d kochten in de afgeloopen
week ongeveer 75.003 tons koloniale suiker, voornamelijk
Cnba. Zij verlaagden echter in den loop der week hunne
prijzen
met sh. 1/. voor alle posities.
Op
J a
v a vonden herverkoopen p’aats voor Superieur
voor December en Januari levering tot prijzen dalende van

f13
5
/s tot fl3Ys.
H i e r te 1 a
xi
de opende de ma.rkt kalm op de volgende
noteerin
g
en:

D
ecember

………..
.
……….

.
f
20.—,
Mei
…………………………19%,
A
ugustus

………………….
,,
195/s,

waarna prijzen ongeveer
f
%
afbrokkelden. Op deze ver-
laagde basis toonden koopers weer meer interesse, zoodat

de
markt
in prijshoudende stemming sloot en de omzet on-
geveer 8500 tons bedroeg.

NOTEEIIINCEN.

Londen
New Vork
White Java’s
Cuba’s
Amster-
96pCt.
Data

1
dom per
Tates
Job. per
96
pCt.
c.Lf.
Centri-
Cube.
Maart
fugals
No.!
Meiljuni
behr.!Maart

Sti.
ts
ti.
$
(ts.

19
Dec. ’24
f19n
38-
181-
139
4.77

12

.,

’24
38-
18_
143
-5.40

Ii) Dec. ’23
646
256
249
7,41
19 Dec.
’22
,,23a/
8

556
201_ 17
~
1X
5,75

4 Juli ’14
,,11131

181-


3,26

KATOEN.

4arktbericht van de
iïeeren Sir Jacob Behreus & Sons,
Manchester, d.d. 17 Deceriiber 1024.
Prijzen van Amerikaansclie katoen blijven vast en fluc.
tuitties hebben zich tusschen nauwere grenzefl bewogen.
De ontvangsten in de havens blijven goed en zijn over
het algemeen grooter dan verleden jaar. Prijzen van Egyp
tische katoen zijn zeer verschillend. Op Maandag daalde
cle
markt in Alexandrië 253 punten, doch het grootste ge-
deelte dezer daling werd gisteren weder ingehaald. Ook
Liverpool volgde en F.G.F. Sakel noteerde gisteren 30d,
het l’oogste punt sedert 4 October 1921 toen men 30.75
noteerde. VOSr dien tijd is deze soort nooit zoo boog ge. weest sedert 26 November 192
0
, ria de débftcle van dat
jaar zijn deze fluctuaties een beletsel voor den handel.
Amerikaansche garens waren gisteren iets vaster en er
is gedurende de laatste dagen een wat betere vraag ge-
weest. Ziioivel ring- als niuletwist en -weft worden beter
gevraagd en er zijn ook enkele flinke zaken hierin tot
stand gekomen. India heeft wat 40er en 50,r, zoowel twist
als weft geboekt en er zijn aanvragen voor 50er twist en
70er weft om Egyptische garens te vervangen. In getwijnde
garens is de vraag wat toegenomen, zoowel voor het bin-
nenland als voor export. De fluctuaties in katoenprijzen,
maken de verkoopvan Egyptische garens zeer moeilijk en
de groote dagelijksche prijsveranderingen houden zaken
van eenige beteekenis tegen. Werkelijke zaken kunnen al-
leen gedaan worden, als men tot concessies bereid is. Men
hoopt, dat de toestand spoedig wat beter zal worden, op-dat liet vertrouwen veer terug kan keeren. De cijfers van
den Board of Trade over de maand November, welke de vorige week gepubliceerd werden, bedragen meer dan 2
millioen ‘lbs. minder dan in November 1923 en ruim 23.
millioen lbs minder dan verleden jaar.
In, de doekmarkt valt weinig nieuws te melden en er
wordt weinig gedaan in styles van Egyptische garens ge-
maakt, terwijl speciaal fabrikanten van fancy goederen

hieronder lijden. Over het algemeen echter is men wel op.
timistisclier gestemd, hoewel de vraag van liet Verre Oosten
nog
iiiet
voliloenile geiicbt kan worden. 0k kno1ers heb-
ben weinig haast en liet is moeilijk om uit de verscliilleiiile
orders, die geboekt zijn een bepaalde soort aan te wijzen,
die speciaal gevraagd
wordt.
Ondanks
de
nfivi’zigli-i’l van
een geproninceerde verbetering, is toeli de markt iets ‘as-
ter.
Mpfi
beweert, dat (ie koo1iers in liet binnenland meer
vertrouwen hebben dan die op de overzeesche markten.

10 Dec. 17 Dec. Oost. koersen. 9Dec.
16 Dec.

Liverpoolnoteeringen.

T.T.op Indië

115

1,6
F.U.F.Sakellaridis
28.115
29,60 T.T.opllongkong2 4’j
214’I
G.F. No. 1 Oomra 10,50 10,50 T.T.opShanghai 33 32

Noteering voorLoco.Kntoen.

(
hl
iddl
i
iig Upla fl(1S.)


19
Dec.
1924
12
Dec.
I94

1

5
Dec.
1924
19
Dec.
1923
19
Dec.
1

1i22

fJew York voor
Middling

24,_ c
23,70e
23,30e
35,70e
26,20e
ew Orleans
voor hliddling
23,90e 23,60e
23,15e
34,75e
26,— c
Liverpool voor
Middling

..
13.28 d
13.11 d
12.98 d
19,47 d*1
14,99d*)

•) Voor fully middling ouden Standaard.

Ontvangsten in- en uitvoeren vnn Ameriknnnsche havens.

(In duizendtallen balen).

1
Aug.’24 Overeenkomstige pen ode
1

tot

12Dec.’24

1923-24

1
1922-’23

Ontvangsten (ulf.1lavens.

4381
3772
.

,,

Atlant.11avens
,p
.

Ijitvoernaar Gr. Brittari ni
1225
9″9 822

,,

,,
‘t Vasteland
ete.
2008


15:15 14115


Japan

. …
405
323
249

Voorraden.
(In
duizendlallen
balen).

Overeen komstig tijdstip
12Dec.’24
1923 1922

)546
lii’)
1084
.1561
1171
14111
‘Anierik.

havens

…………

207
121
67
Binnenland ……………
New York

…………….
4)8
278
268
New Orleans …………..
Liverpool
430
277
431

KOFFIE.

Naar het schijnt is het artikel eindelijk we’Jer tot rust
gekomen. De geweldige scl:ommelingen, waaraan de prijzen
‘na
eene lang.urige periode van bijna onafgebroken stijging
van af midcen November varen blootgesteld, bleven althans
in de afgeoopen week uit. Onder den mv oed van de vaste
stemming
in
Brazilië en van de vandaar tekens hoogar
afkon:ende vraagprjzen voor .prompte aflading, liepen le
verschilende termijnmarkten ve.er langzaam doch regel-
‘iatig op, waarbij ce Nëderlandsche markt die van New
.York echter slechts op een afstand volgde. Het gevo’g hier-
‘van is, dat onze markten; die reeds seert verscheidene
maanden
onder New orksche pariteit stonden,
01)
het
oogeihlik nog grooter J)riSverSchil met Amerika aangeven.
De termijn.noteeringen aan de ochtend-cali waren te:

Rotterdam (Sant os-contract)

Amiisterd. Geiiiengd con
basis Goud

trad) basis Sanlo..t Goud

Mrt. 1 Mei Sept. Dec. Mrt. Mei Sept. Dc.

22 Dec.

5I171

53i,

56a

55i, 52

50
16
,,

56

55

5:1,,

51

5lr,

527e, 50

48a4
9
,,

54w.
53Z1

5171
8

4871

3

51′,, 49′

4ti’,
2
,,

59

577
1
t
55

5
3
1

58/
8
56′,

54

De slot-noteeringen te New
Yoric
van het aldaar geldende
gcmengcl contract (basis Rio No. 7) waren:
Dec. 1924 Maart 1925 Mei 1925 Sept. 1925
22 Dec. ……..
$
21,95

19,97

19,15

17,95
15

….
.
…… ..20,—

19,05

18,28

17,05
S

,,-

…….. ..
18,97

17,98

.17,10

15,03

21,25

20,05

19,25

17,98
In loco, waarvan de afzet in
cle
laatste weken zoo goed
als geheel had stil gestaan, is ,thans, al was het ook nog
niet veel, toch wel iets te doen geweest. De prijzen zijn hier
nog steeds beduidend onder die van de groote productie.
landen en zoo lang de vraag voor uitvoer en voor con-
stirnptie niet flinker voor den dag komt, zal in dezen ‘an-
toestand wel geen verandering te verwachten zijn. De offi.

1138

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

24 December 1924

(:ieele loco-noteeritigen bleven alhier onveranderd 72 ct.
vor Superior Santos en 62 ct. voor Robusta.
Rotterdam, 23 December 1924.

STATISTIEK.
(1[ededeeli.ng van (Ie lInke
1
a;irs G. fluuring &. Zoon, Kolff
Witkamp, Leonard Jacobson & Zonen en G. Bijdendijk)

Noteeringen en ijoorraden.

Rio

1

Santos
Data

Wisselkoers
1

1
t
Voorraad
1
No. 7 i Voorraad
t
rrzjs
No.4

20 Dec.
1924
428.900

38.950 1.877.000

43.000
5i614
13

,,
1924
40(.000

34.775

1.798.000

41.000
6

,,
1924
397.oOo

1
)

i.s;s.000

1)
6

1
20 Dec.
1923
375.000

21.200

639.000

26.500
5,132

Ontvangsten.

Rio

Santos
Data
A fge!oopen
Sedert
1
Af’eloopen
1

Sedert
week
1Juli
week
1

1Juli

20 Dec.
1924—

60.000

2.371.000

171.000
1
5.343.000 20. Dec.
192a’….
89.000

2.069.000

212.000
4.779.000
1)
Niet
genoteerd.

THEE.

De theemarkt was iii de afgeloopen week zeer stil, zooals
zulks gewoonlFk tegen het einde van het jaar het geval is.
Londen heeft intusschen haar vaste stemming hernomen
zonder dat er echter van eenigszins belangrijke prijsver-
lioogingeu gesproken kan worden.
De statistische cijfers over November van ,,the Board of
Trade’ over thee in Engeland geven de volgende cijfers
te zien. De aanvoer in Engeland bedroeg 61 millioen 1bs.’
een cijfer, dat 1234 millioen lbs. hooger is dan dat over
November 1923. Het verbruik tooade voor het eerst een
vermindering aan in vergelijking met de overeeikomstige
maand van verleden jaar. Bedroeg de invoer tot verbruik
toen 3434 millioeii lbs., thans bedroeg deze slechts 30,4
millioen lbs. Ook het cijfer van den uitvoer was 1,6 millioeti
lbs. lager dan verleden jaar en bedroeg 7,1 millioen, ibs.
Invoer tot verbruik en_uitvoer samen blijven 2334 millioen
lbs. beneden het cijfer der aanvoeren, zoodat ook de voor
raad in entrepôt van 149,5 ‘millioen lbs. op ulto. October opgekomen is tot 173,1 millioen lbs. op ulto. November.
Met het oog op de hierboven vermelde vermindering van, den invoer tot verbruik trekke men niet de conclusie, dat, het verbruik in Engeland aan het afnemen is. De vermin-
derde invoer tot verbruik in November is waarschijnlijk
aan bijzondere omstandigheden te wijten, die buiten het wer
kelijke vebruik omgaan. De invoer tot verbruik gedurende cle eérste helft van December is volgens opgave wederom
bijna 134 millioen lbs. meer (lan
jU
het overeenkomstige
tijcivak van verleden jaar.
Ook ten aanzien van de vermeerderde uitvoeren dient men
voorzichtig te zijn in de conclusies, die daaruit getrokken

kunnen worden waar de Br.-Indische oogst tot ulto. No.
vember — zooals bekend loopt begin December cle thee,
oogst af vodr Noordelijk Britsch.Inclië — nog 234 millioen
lbs. lager bleef dan ciie van 1923 tot hetzefde”tijdstip.
Een vermeerderde aanvoer in Engeland kan dus alleen
gaan ten koste van een verminderden uitvoer van Br..Indië
naar een der andere verl,ruikslanden.
Amsterdam, 22 December,

RUBBER.

De vooridurends vraag voor loco rubber en het geringe
aanbod daarvan bandliaalcien e vate ftemnuing. op de
rulbermarkt en e rijzen ija een kl inigheid gestegen.
Voor de verder- positie’s is de belangstelling minder.
De slotnoteeringen zijn:
einde voorafgaande week
Prima Crêpe

December 104t ct. -…………103 ct.
Juin.I1laart1

…………….. 104
April/Juni 102

,,

……………loo
Smoked Sheets December lOL’

,………… .’.]01

,,

,,

Jan./Maart1013

,……… . …. 101l
91

April Juni 100,

,………….. 98,
15 December 1924.

COPRA.

De markt ‘was deze week aanvankelijk wat flauwer ge-
stemd, doch liet aanb,’d op de laaere prijzen was zeer gering.
Tegen liet slot trokken de prijzen wederom iets aan, en
werdeü flinke posten stoomend uit de markt genomen.

De noteeringen Zijn:

Nederl.-lnd. f.m.s. stoomend ……..6. 35.-
Deceintter/Januarj ,, 35.-
Januari/Maart ..
,,
35.-
22 December 1924.

ST-
EN,OLN.
Als gevolg van de verhooging van de’ prijzen heeft de
meerdere vraag, die wij in onze laatste verslagen rappor-
teerden, weder opgehouden en op het oogenblik 1ieersch
er op de kolenmarkten bepaald flauwte, die wel in eerste
instantie wordt toegeschreven aan den invloed van de feest.
dagen, doch die haar diepere oorzaak vindt in het feit, dat
de algemeene beclrijvighd geringer is dan algemeen ver-
tvacht is geworden. –
I)e mijneigenaars hebben al huti verwachting op het jaar
1925 gebouw’d en meenen, dat de geleidelijk toenemende be-
drijvigheid hun de meerdere vraag bezorgen zal,
w;utrvau
zij de betere prijzen verwachten.
Een tweede factor in de positie blijft het Joonvraagstuk,
dat in April as. in Engeauucl w’eder aan de orde komt.
De prijzen zijn als volgt:

Xortliumbei-!ancl Ongezeefde …………

j’ 11,85
Durham Ougezeef:le …………………., 13,-

Carcliff Ougezeeïde … ……………..

..15,50

Schotsche Oezeefcle ………………..

..ii 25
Yorkshire Gewasschen Doubles …………l4,2’i
Westfaalselie Vetföi

der

…………….

..15,25
Vetstukkeut

…………..

..17,51)
Smeenootjes

……………17,23
Casvlamförder ………………25
Gietcokes

……………..

.
., 20,75
alles per tout van 1000 EG.. franco’ station Rotterdam/
.’
nsterdani.
VTestfa a Ische bui nkerkoleut 1.0.1). B otterdam/Amsterdam

f
11,75.
Markt fliinw.
23 December 1924.

VRACHTENMARKT.
De laatste dageuc komt er’ iets meer levendigheid in de
vrachteuimarkt, al bepaalt dit zich in hoofdzaak tot de
vraag naar l,00teu van Argentinië en Australië.
Van de Oostelijke havens van Noord-Amerika is de grond-
toon ook iets beter, doelt een verbetering in de vrachten
van daar is niet tu’aar te nemen en naar T.J. K.JContinent
uverden gedurende cle laatste dagen geen booten bevracht.
Wel nilar de Midciellandsche Zee, waarvoor betaald werd
3/6 édn, 3/734′ twee en 3/9 per quarter drie havens
niet beoosten West Italië voor Januari verscheping, en
.1634 ct.’ per 100 lbs. naar Napels of Genua voor booten van
dezelfde positie. Voor een Januari boot naar Constantinopel
werd 20 ct. betaald. Ook van cle Gulf uverclen een paar booten opgenomen en
ivel tegeut 20 et. fén, 2034 ct. twee havens niet beoosten
Vest Italië. Ei’ werden eetuige boeten afgesloten van Noord
naar Zuid – Amerika en wel Januari ruimte van Hampton
Boads naar itio de Janeii

o tegen $ 3,10 per ton en een
December boot van New Yoi-k naar Buenos Aires tegen
$ 3.25
O[)
nett charter.
De vraag naar muite van de Culf naar La Plata is iets
minder groot. Ei- werd een boot opgenomen tegen 141/3 per
Stcl. op goede condities.
De vracliten van La Plato naar U. K./Continent toonen
neiging tot stijging en de t’aarde t’an December/Januari
booten is thans ongeveer gelijk aan die van Januari booten.
De laatste afsluitingen, w&ke plaats vonden, waren op
basis van 2519 valt uiot above San Lorenio naar U. K/Con.
tineutt Bôrdeatix Hamburg range.
Van Indië zijn de vrachten ook iets i’aster. Van Karachi
werd 22/6 en 2219 betaald scala terais voor Januari en
Februari booten.
De laatste atsluitingeut van Australië waren hooger dan ivat den laatsten tijd is gedaan. Een groote boot werd van
Sydney bevracht 10 Februari/lO Maart ligdagen tegen 45 –
en van Zuid Australië werd 46/6 betaald naar de Midde –
landsche Zee, U. K./Continent voor ciezelde positie.
De vraag naar ruimte van cle Zwarte Zee blijft gering.
Er werd een pr’ompte boot bevracht naar het Continent
tegen 13/3 met de optie U. K. 13/9 en voor erts van Poti
naar Rotterdam, ‘Antwerpen of Hamburg werd 1416 één, 15/.
twee havens betaald, Januari verscheping.
Van Alexandrië naar 1JulI werd een boot afgesloten tegen
1013, optie Londen 1/6 extra en van Mellila naar Rotter-
dam werd voor December ruimte 6/- betaald.
De uitgaande vrachten van Wales zijn iets vaster, doch
blijven slecht.
Naar Buenos Aires is de geldende vracht 111-, Rosario
11/6, terwijl voor Piraeus 10/6 en naar Constantinopel 11/9
werd betaald, alles voor betrekkelijk prompte booten

Auteur