Ga direct naar de content

Jrg. 9, editie 465

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: november 26 1924

20 NOVEMBER 1924

AUTEURSRECHT VOO RBEHOUDEI.

Economisch-Statistische

B

eri*chten.
«

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIÈN EN VERKEER

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

9E JAARGANG

WOENSDAG
26 T

INHOUD

Blz.
Da
TARIIIFSwIJzIGINUEN 131J DE INDiSCHE S’i’AATSSPOOR-
uN TRAM WEGEN IN IIEj
,
EERsvE HALFJAAR VAN
1924
1 door S.
A. Reitsina ……………………….1040
Termijnhandel op Java door
Th. G. ii. Stibbe ……..
1041
De Scheepvaartwegen in Zuid-Limburg en de Spoor.
wegtarieven door
A. M. J. Huisman
met naschrilt
door Jhr. Mr. P. lilias ……………………..
1042 De Gewijzigde Tarief wet T door
1V J. Vermeer
.
…..
1043
De Heer Wibaut en de Kapitaal vorming II (Slot) door
Mr. D. Crena dc long/t ……………………..
1046
Is de Kapitaalvorming ten onzent voldoende? door
Prof. Mr..W. C. Mees JI.Azn. ………………..
1047
De Rijksmiddelen ……………………………
1048
BUITENLANDSOFIE MEDEWERRING:
De Fransche begrooting voor
1925
door
Prof. Ber- –
trand Nogaro ………………………….
1049
MAANDCIJFERS:
Giro-omzet bij Dè Nederlandsehe Bank ………..
1050
Overzicht der Rijksmiddelen …………………
1051
STATISTIEKEN EN OVERZIOHTEN..
… . ……….
105L-1058
Geldkoersen

Effectenbeurzen.
Wisselkoersen

Goederenhandel.
Bankstaten

Verkeerswezen.

JNST1 TUUT

VOOR BOON OMISCHE GESCHRIFTEN
Wd. A lgenteen Secretaris: Mr. Q. J. Terpstra.

WEEKBLAD

BOON OM [50 Er-STATISTISCHE BERICHTEN
COMMISSIE VAN AD VIES.
J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. 11. van Lennep; Prof. Dr.
E. Moresco; Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van
lVelderen Baron Ren gers; Mr. Q. J. 2’erpstra;
Prof. Mr. F. de Vries.

Gedelegeerde leden: Prof. Mr. D. van Blom;
Prof. Mr. R. R. Ribbius.

Redacteur-Secretaris: D. J. Wansink.

Secretariaat: Pieter de Hoochweg
122,
Rotterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 37.
Telefoon Nr. 3000. Postchèque- en girorekening
Rotterdam.No. .8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in Nederland f
20,—.
Buitenland en Kolonië’rt f
25,-
per jaar. Losse nummers
50
cents.
Leden en donateurs van het Instituut ontvangen
het weekblad gratis.

De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos,
voor zoover dtaromtrent niet anders wordt beslist.

Advertenties f
0,50
per regel. Plaatsing bij abonne-ntent volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh c van Ditmo,r’s Uitgevers-
Maa.tsc hap pij, Rotterdam. Amsterdam, ‘s- Grav enhage.

25
NOVEMBER 1924.

De toestand van de geidmarkt bleef onveranderd.

Het aanbod van geld was weder zeer gering. De no-

teering voor particulier disconto was meestal
4y8
pOt.,

terwijl wissels slechts zeer moeilijk te plaatsen waren,

40VEMBER
1924

No.
465

niettegenstaande er deze maand geen inschrijving op

schatkistpapier zal gehouden worden. Ook cle prolon-

gatierente bleef zeer vast. Herhaaldelijk werd
4Y
4
pOt.

genoteerd.

De balans van De Nederlandsche Bank geeft weinig

veranderingen van beteekenis te zien. Hoewel het

– totaal der rechtstreeks bij de Bank geplaatste schat-

kistpromessen in de afgeloopen week ongewijzigd

bleef, blijkt de post binnenlandsche wissels van
f
146,9

millioen tot
f
143,1 millioen te zijn verminderd. De

effectenbeleeningen daalden met
f
3,7 millioen; dé

goederenbeleeningen noteeren
f
400.000 hooger dan

op den vorigen weekstaat.

• Eet renteloos voorschot aan het Rijk daalde met

f
3,8 millioen. De goudvoorraad der Bank nam met

f
1,2 millioen af. De zilvervoorraâd vertoont een –

vermeerdering van
f
400.000 De post papier op het

buitenland en de diverse rekeningen onder het actief

verminderden resp. met
f 2,1 millioen en
f
4,9 millioen.

De biljettencirculatie liep van
f
951,9 millioen tot

f
932,7 millioen terug. De rekeningcourant-saldi

– stegen met
f 1,1
millioen. Het beschikbaar metaal-

saldo stelde zich
f
3 millioén hooger dan verleden

week. Het dekkingspercentage bedraagt iuim 51.

***.

.1
De wisselmarkt was deze weekvrj. levendig.
L

*
a een

fluwe opening trad in den loop van den volgenden

dag een flink herstel iii, dat verder de gehe ele

week bleef aanhouden. Alleen Dollars waren weder

flauw. Regelmatig liep de koers- its terug, zoodat

aan het eind der week voor 2484 werd afgedaan.

LONDEN,
22 NOVEMBER 1924.

Met uitzondering van Dinsdag was er gedurende

deze berichtsweek een constante vraag naar geld en

as de markt genoodzaakt om Donderdag de hulp in

te roepen van de Bank of England voor het leenen

van een klein bedrag tegen 44 pOt.

De weekstaat van de Bank of England toont aan, dat

de Regeering reeds indekt met het oog op de betaling
van de Decembercoupons van de
Tar
Loan. –

— Voor daggeld werd tot 434 pOt. betaald en hernieu-

wingen van zevendaagsche leeningen kosten 29 —3 pOt.

Evenals de vorige week was de Discontomarkt vast
enwerd 311116_ pOt. betaald voor prima driemaands

wissels; Treasury BuIs deden 39
s
_hh/
l6
pOt.

2-mnds prima bankaccept 3
11
1
1
6
pOt.

311134′ pOt.

1

4-

3-1
11 pOt.

6-

,,

,,

334-4 pOt.

1040

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26
November 1924

DE TARIEFSWIJZIGINGEN BIJ DE

INDISCHE STAATSSPOOR- EN TRAM.

WEGEN IN HET EERSTE HALFJAAR

Ik

VAN 1924.

In de laatste jaren is de tarievenpolitiek der Staats-

spoor- en Tramwegen op Java ‘bij voortduring onder.

werp van critiek geweest, 2oowe1 van de zijde van den

Voiksraad en de Volksvertegenwoordiging als van den

kant van het groote publiek en van de particuliere,

spoor- en tramwegmaatschappijen. Wat deze laatste

aangaat werden vooral door den heer G. P. J. Oas

persz, directeur der z.g. Zustermaatschappijen, sche.r
;
.

po
pijlen
tegen het S.S.-beleid afgeschoten.
1)
Didn

artikelen, welke ten doel hadden t betoogen, ‘dat de

teleurstellende fiijancieele resultaten bij de S.S. en

Tr. te wijten waren aan het te laat invoeren van

tariefsverhoogingen, gaven aanleiding tot een uitge-

breicle literatuur, waarbij de heer Oaspersz ten deele

gesteund werd ‘door ‘den heer Ir. J. Th. Oerlings,
2)

terwijl het gevoerde S.’S.be1eid verdedigd werd door

den Directeur van Gouvernementsbedrijven, Ir. P. .A..-.
Roelofsen.
3)
Ook door
schrijver
dems werd bij herr

haling het principieele en gradueele verschil in tarief-

politiek
bij
staats- en
bij
particuliere lijnen uiteenge-

zet. ) Welke tariefmaatregelen tusschen 1916 en 1921

génomen werden om aan de gestegen exploitatiekosten
het «hoofd te bieden, zonder den handel en de bevol-

king al te zware lasten op te leggen,.vindt men ver:.

meld op bi. 116 van den jaargang 1922 der ,,Econo-

misch-Statistische Berichten”
5)
bladz. 25 der ,,Tijd

en Strijdvragon’), waarbij nog te vermelden is, dat,
na dc verhooging der coëfficiënten van het algemeen

tarief voor ]ie vervoer van vrachtgoederen (1 Jul]

1021), in Januari 1922 een verhoogiug van het be-

te1goederentarief volgde. t
Toen het vervoer tengevolge van de ingetreden ma-
laise in den loop van 1921 en 1922 nog steeds achter.

uitging en de hedni,jfsuitkomsten voortdurend ongun-
stiger werden, werd een verdere taniefsverhoogiug
fl

studie ‘genomen, echter met ‘het resultaat dat het on-
gew’enscht voorkwam de reizigerstarieven op te zet.

ten, zoolang het verkeer geen neiging vertoonde om

te stijgen.
Voortgezette bestudeeririg leidde er toe, ‘(lat de over-
tuiging post vatte, dat verschillende artikelen een
hoogere vracht zouden kunnen dragen, zonde.r dat

voor vermindering van het vervoer gevreesd behoefde
te worden. Men voelde er echter ii.ets voor om de
algemeene tariefbasis met een zeker percentage te

verhoogen en dan daardoor geschapen misstanden te verhelpen door partieele coëfficiëntsverlagingen. Bij

de S.S.-le.iding bleef men het vroeger, gevolgde stelsel
trouw — zie ook jaarverslag 1918 deel 1 bl. 20 – om’
artikel voor artikel na te gaan, welke goederen een
hoogere vracht zouden kunnen dragen door verhoo;_

ging van den stukgoederen- en daaruit afgeleiden va
genla(lingscoëfficiënt.
6)

‘) Zie ,,EconomisCh-Statistische Berichten” van
14
Sep-‘
tember
1921
en 8 Maart
1922
en
4 Oct.
1922.
Zie
Aanteelccninge’n
naar aanleiding van de ,,Alge.
Ineene Mededeelingen der S.S. en Tr.” No. 27 en „Be. St.
Berichten” van
12,. 26
Sept. en
3 Oct. 1923.
Zie ,,Algemeene Mededeelingen der S.S. en Tr.” No.
27 en 28.
Zie „Be. St. Ber.” van
2, 9, 16
en
23
Augustus
1922;
,,Tijd en Strijdvragen”
1923;
,,Verkeersbedrijven van den
Staat”
(1924).
Door een drukfout werd cle verhooging der reizigers-tarieven op
20
inplaats van op
25
pCt. gesteld.
01) de aangegeven bladzijde iii het jaarverslag der
S.S. en Tr. lezen we: ,,Hoewel men gemeend heeft zich
voorshands tot de vrachtverhooging van’ enkele artikelen,
,,te moeten bepalen, gaf sedert de sterke stijging der exploi-
,,tatiekosten aanleiding om een opzettelijk onderzoek in te’
,,stellen naar de artikelen, welke in verband met cle sterke
,,waar’devermeer(leri ng, een hoogere vracht dan thans kun-‘
iieii velen…….
De heer Gerlings zegt hieryan op bi.
11
zijner in noot
2

Bestudeering van het tariev’envraagstuk werd opge-

dragen aan eene Commissie waarvan de ‘heer F. B. H.
A’sselbergs, oud-bestuurslid ‘der S.S. en Tr., iemand
die doorkneed was in het tariefwezen als geen andere,

als voorzitter fungeerde (besluit van 28 Mei 1923
No. 223). –

Ondertusschen werd in het Afdeelingsverslag van

den Vol’ksraad voor de hegrooti’ng 1924 âaugedrongen
op tariefsverlaging
bij
de verschillende verkeersdien-
sten. In de Memorie van Antwoord
1)
werd hierop
door de Regeering opgemerkt, dat noch ‘een algemeene

verlaging, noch een algemeene verhooging der S.S.-

tarieven werd voorgenomen, maar dat, waar de moge-
lijkheid zich mocht voordoen om de tarieven door een

matige verhooging in overeenstemming te ‘brengen

met de vervoerswaarde, zonder ‘daarbij schade te be-

rokkenen aan ‘het herstel in den economischen toe-
stand en zonder het gebruik van het verkeersnniddel

belangrijk te verminderen, tot die verhooging zou

worden besloten.

Het onderzoek naar de diverse artikelen, welke
voor verhooging in aanmerking kwamen, had er vroe-

ger reeds toe geleid, ‘dat in de eerste, plaats de be-
langrijk gestegen vervoerswaarde van het artikel

,,rijst” in beschouwing genomen was. Toch had me:n

de vrachten toentertijd niet verhoogd, ‘hoewel ingezien
wercl dat een plaatsing in de klassificatie met een
stukgoodcoëfficiënt 0,3 te laag was. De reden hier-

van was reeds in Januari .1920 ter kennis van de

Regeening gebracht; waar in dien tijd de rijst z66
duur was, dat maximum-prijzen werden vastgesteld,

meende men ‘deze prijzen niet te mogen ‘opdrijven door

verhoogde vrachten. Bij overheidsexploitatie was dat’
‘zeker een valahel motief; een particulier exploitant

behoefde ‘daar natuurlijk geen rekening mede te ‘hou-den ‘(zie ook noot 6).
Sedert waren echter de prijzen belangrijk gedaald.
Immers in den loop van’ 1921 was de rijst weder ,,vrij”

geworden en was de
prijs
te Batavia’ van Kloew. Hul.-
ler van
f
14 â
f
16.50 tot
f
9.20 en van R.angoonri,jst

van f10 k
f
13.25 tot fl.35 per picol teruggeloopen.
Waar ‘de gemiddelde vrachtopbrengst
‘bij
de S.S. rond
22 cent per p’icol bedroeg, •daar ‘werd aangenomen,

dat een betrekkelijk geringe vrachtver’hoogiug tot on-
geveer 31 cent, gezien de enorme daling der prijzen,
geen nierkbaren invloed op het’ gebruik, dus ook niet op

aangehaalde brochure .,,Deze laatste zinsnede toont aan dat men den economischen toestand niet had begrepen.
,,Men was getroffen door de buitengewone prijsstijging van
,,enkeie goederen en zag voorbij dat alle goederen, zij het
,,dan niet in gelijke mate, duurder waren geworden, het-
,,geen beteekencie, dat de koopkracht van het geld was ge-
,,daalcl. Er waren geen goederen, die eene vrachtverhooging,
,,mits blijvende beneden het niveau der algemeene prijsstij-
,,ging, niet konden dragen.”
Deze redeneering stelt de zaak veel te eenvoudig voor
en ziet de groote verscheidenheid van factoren, welke hier
een rol spelen, geheel over het hoofd.
Om
slechts
66n
voor-
beeld te noemen. Het S.S.-voorstel om de koffie en thee
hooger te tarifieeren werd door de Regeering verworpen
in
verband met afscheepinoeilijkiseden. Hieruit kan alleen blij-
ken, dat de Regeering nog strengere eischen aanlegde dan
de S.S.-leiding en daarom tegen .vrachtverhooging van clie
bepaalde artikelen was. Hoe de heer Gerlings kan schrij-
ven: , ,,Al dadelijk bleek de zwakke zijde der gevolgde
,,methode,
daar zij niet bestand was tegen de ‘op de voor-
,,steilingen uitgeoefeiide critiek”, is een raadsel. De onjuist-
heici van ‘s heeren Gerlings’ opmerking blijkt ten opzichte
van hetzelfde artikel, ,,thee” ook daaruit, dat spoedig daar

na de prijzen zoodanig terugliepen,

dat tal van onderne-‘
mingen gesloten moesten worden. Zeer terecht verhoogde
men ook toen cle vracht niet. Zooals uit het verdere deel
van dit artikel zal blijken, geschiedde dit pas toen de thee-
prijzen de hoogere vrachten veer konden dragen. Een han-
deling als hij de Zustormaatschappijen, wmcar cle tarieven
,,voor den oorlog weloverwogen waren” (bi.
13
dier bro-
chure), zou de theecultuur nog meer in den put geholpen
hebben. Het standpunt van het Overheiclsbedrijf is onge-
twijfeld juist geweest.
1)
Hand. Volksraacl le Gew. Zitting
1923
Ond.
1,
Af d.
VIII Stuk 18, bi. 3.

26 November 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1041

het vervoer zou hebben, een . on derstelling waaitôe de

geschiedenis der rijsttarieven alle aanleiding gaf. In
verband daarnied e achtte men terugkeer tot den ooëf-
ficiënt van v66r 1903, n.l. van 0,5, gewenscht, temeer

daar het zeer waarschijnlijk geacht werd, dat bij toe-
passing van den coëfficiënt 0,3 reeds beneden de zelf-
kosten gewerkt werd. Een gevolg van deze overwegin-

gen was mede, dat ook de coëfficiënten van padi,

gabah en dedek herziening behoefden. Van een en

ander werd een meerdere opbrengst van
f
1.300.000

becijferd.
Nadat deze plannen opgemaakt waren, werd terzake
door de S.S. het advies ingewonnen van het Algemeen

Syndicaat van Suikerfabrikanten, van het Ned. Indi-
sche Landbouw Syndicaat en van de Handelsvereerii-

gingen te Batavia, Soerabaja, Seniarang, Bandoeng, Cheribon en Tjilatjap, terwijl door de Regeering het
oordeel van de Directeuren van Landbouw, Handel
en Nijverheid en van zijn ambtgenoot van Binnen-
landsch Bestuur werd gevraagd; ook de Raad van

Indië werd gehoord. Men kan dus wel con stateeren,

dat niet over één nacht ijs werd gegaan.
Principieele bezwaren werden behalve door de Han-

deisvereeniging te Bandoeng, waarover hieronder na-
der, tegen de tariefsverhooging niet ingebracht. Op
de aangevoerde motieven vereenigde het N.-I. Land-bouw Syndicaat zich ,,desnoods” met de voorstellen;
het Algemeen Suikersyndicaat meende, dat men ter-

wille van het economisch evenwichts’herstel niet dan
in do uiterste noodzakelijkheid tot het invoeren van
viaohtverhoogingen mocht overgaan. De Handelsver-
eeniging te Batavia was van meening, ,,dat
iedere
,,tariefsverhooging in den tegenwoordigen tijd in de

,,al]erhoogste mate ongewenscht” was; zij adviseerde
tot de allergrootste voorzichtigheid. Terwijl Soerabaja
en Semarang met de voorstellen instemden en Tjila-
tjap en Cheribon zich van antwoord onthielden, be-
treurde de Handelsvereeni.ging te Bandoeng het voor-stel ten zeerste, zelfs in die mate, dat zij zich dienaan-
gaande rechtstreeks tot dan Gouverneur-Generaal
wendde. Haar standpunt was dit: ,,Wij zijn geen voor-,,standers van periodieke tariefs- en. vrachtverhoogin-
,,gen om het economisch evenwicht in do Staatsbedrij-
,,ven te herstellen, zoodat wij dan ook ten sterkste
,,protesteeren tegen eventueele verhooging van vrach-
,,ten bij de S.S.”
Na nauwgezette bestudeering der adviezen werden
daarop de nieuwe tarieven voor
rijst
enz. per 1 Fe-
l)ru.ari 1924.ingevoerd.
S. A. REITSMA,
(Slot volgt).

Hoofdoinbienaar ter Beschikking S.S. en Tr.

TERMIJNHANDEL OP JAVA.

De heer Theo R. Haasmann wijdt in No. 464 van
19 November in dit Weekblad eveneens eene bespre-
king aan het in vorige afleveringen door mij behan-
cleldo onderwerp, nadat reeds te voren de heeren A.
Volz (in No. 415 dcl. 12 December ’23), Th. L. (int de Februari-aflevering van ,,Koloniale Studiën”) en
Ie redactie van de ,,Indische Financier” (8 Januari
j.l.) daarover hunne meentingen hadden kenbaar ge-
maakt.

De heer 1-laasman n begint zijn artikel met de me-
dodeeling, dat ik wederom een iasis gebroken heb.

,,voor het reglementeeren en het con troleeren van zaken
op levering op Java, teneinde aan contractanten, koopers
en verkoopers van producten op termijn vermindering
van risico te bezorgen, dan wel liefst geheel en al het
deicredere voor rekening eener op te richten Likwida-
tiekas of een soortgelijk iets te doen nemen”

en zegt verder:
,,De geachte schrijver hoopt vooral den bonafide kooper
een betere garantie voor de vervulling van aangegane
verbintenissen te verschaffen, hoopt van alle latere moei-lijkheden af te zijn en gelijktijdig overspeculatie te voor-
komen”

om dan daarop de vragen te laten volgen:
,,Welke overspeculatie wordt hier bedoeld? :IiIoe weet
men of er overspeculatie bestaat?”

Ik merk hier slechts terloops op, dat ik het woord

,.overs,peculatie” (inderdaad wellicht een niet gemak-
kelijk juist te
omschrijven
begrip) nimer bezigde.

.I.lc sprak van ,,onma’tige speculatie”.

Initusschen – teneinde de polemiek ook overigens

binnen juiste lijnen te houden -, stel ik er prijs op,

erop te wijzen, dat ik evenmin ooit heb aangedron-

gen op :regiementeering en controleering ,,teneinde

,,aan contractanten koopers en verkoopers van produc-

,,ten
op termijn
vermindering van risicö te ‘bezorgen,

,,dan wel liefst geheel en al het delcredere voor reke-
,,ning eeiser op te richten Likwidatiekas of een soort-

,,gelijk iets te doen nemen, in de hoop, daardoor ge-

,,lijîctijdi.g overspeculatie te voorkomen.”

Ik heb juist – en daarin is een uiterst belangrijk

verschil gelegen – voortdurend aangedrongen op he-

scherming van contractanteni, koopers zoowel als ver-koopers van producten
op levering.
Steeds heb ik ge-
wezen op het groote onderscheid tusschen ,,zaken iii

producten op levering” en z.g. ,,termijnzaken”.

Op Java zijn
alle
productentransacties gebaseerd op

werkelijke levering van
het contractueel verhandelde;

daarentegen is immers het typeerende van ,,termijn-

zaken” dat elke
transactie op
elk willekeurig momes,
liggende tusscheu haren datum en dien van aandie-

ning van het verhandelde, desgewenscht door een der

partijen (cii geheel onafhankelijk van de andere) kan
worden afgewikkeld middels verrekening van een
prijsverschil, zonder moer.
Bij elke beschouwing over het door mij voorgestanc
idée, dient dus inderdaad streng te worden vastge-
houden aan het principe: de vooropgezette bedoeling

van alle Productentransacties op Java, is werkelijke
levering van het verhandelde;
Dit markante onderscheid nu, wordt door den heer Haasmann volstrekt niet
altijd
gerespecteerd.
Hij wijst met nadruk op de bezwaren en moeilijk-
heden, welke op Java aan cciie termijnmarkt (met
echte Likwidatiekas) verbonden zouden zijn, alsof

zulk een termijnmarkt ooit door mij ware bepleit, om
anderzijds – daar, waar door hem het door de ,;Indi-
sche Financier” omt:uent ,,Staatsinmenging”
1)
ge-
opperde wordt besproken – op te merken:
,,Wil de handel geen kunstmatige verhoudingen in prijs
of anderszins toonen, zoo moet hij vrij zijn; het vrije
spel der krachten alleen kan voor zijn gezondheid zor-
gen. De staat kan alleen den handel zeil ter hand nemen,
,dus hem voor een particulier gaan verbieden, zooals in
Rusland oorspronkelijk of in de dagen der Oost-Indische
Compagnie, Öf hem vrijlaten en den termijnhandel, nadat deze ingesteld is, wederom verbieden.
Den handel op le-
vering te verbieden,
zal al niet mogelijk zijn” (cursivee.
ring van mij. S.) –

Gaarne had ik gezien, dat de geachte schrijver –
die met de zoo juist aangehaalde stelling weer op den
goeden weg
‘OÏE
scherp onderscheiden was terugge-keerd – dozen was blijven bewandelen en niet weder

direct daarop had doen volgen; dat ,,het doel van dcii
:ermijnhandel in de eerste plaats is, om groote oog-sten vooruit te kunnen verhandelen” enz.
Ik laat op het oogen.blik onbesproken, in hoeverre
deze stelling al dan niet aanvechtbaar is; zij valt iii
elk geval buiten het kader van ons onderwerp.
Alleen wijs ik er op, dat hier opnieuw – wat den
bestaanden Javahandel betreft – het onderscheid tus-
schen de begrippen ,,tetmijnhandel” en ,,transacties
op levering” door den heer Haasmann is losgelaten,
hetgeen tevoren reeds geschiedde toen schrijver op-
merkte: ,,Deze Likwidatiekas moet de ontvangen
,,gclden, zoo voordeelig het met de veiligheid over-
,,een te brengen is, beleggen; het best in voorschot

,,tn op producten, voo:r welke
bij
de
Likwidatiek(s
een termijnmarkt bestaat”
(cursiveering van mij. S.)
en daarna, met zijn uitspraak, dat: ,,eene termijn-

1)
Zou schrijver zich deze ,,Staatsinmenging” niet kun-
nen denken, in den vorm van speciaal uit te vaardigen
wettelijke bepalingen, deze materie meer in ‘t bijzonder
regelende? S.

1042

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26 November 1924

,,markt geen reden vah bestaan heeft, tenzij zij te

,,ailen tijde in meerdere of mindere mate de aanra-

,,king met de effectieve Productenmarkt behoudt” en

dat het ,,dus noodig zal zijn – wil men de uitersten

,,vermijden (corners? S.) – dat er steeds voldoende

,,voorraden ter beschikking zijn” (opmerkingen, waar-
mede wel iedereen het volmaakt eens zal wezen).

Op deze wijze zouden dozijnen kolommen gevuld

kunnen worden met beschouwingen over doel en werk-

wijze van eene termijnmarkt; èchter …..
mijne
plei-

dooien gingen in eene geheel andere richting en van-

neer de geachte schrijver thans zegt ,,in het begin

,,zal men goed doen, slechts aan het, financieele cen–

,,trum Batavia eene termijnmarkt te schenken” oi

wordt daarmede – althans dat, wat
.ilc
‘voorsta, –

zéér ver voorbijgestreefd. -.

Duidelijk zij het nogmaals gezegd’: Wilt wij in de

laatste jaren op Java hebben zien plaats grijpen, is —

welbeschouwd – voor een zeer groot deel niet anders

geweest dan ,,Spel en Weddenschap”; een onecht,
onzuiver, voor alle betrokken
partijen gevaarlijk ge-

doe, dat in alle opzichten hinderlijk en ongewenscht
was.
S

Er kan geen enkel bezwaar bestaan tegen den door

den
schrijver
geïntroduceerden Lampong-Chinees, die

eenerzijda
zijne
voorschotten verstrekt aan den in-

landschen peperplanter, om zich, als handelaar in het

artikel, te verzekeren van het afkomende product en

die anderzijds
daartegen zijne verkoopen op levering

effectueert.

Tegen zijn ,,hedge-sale” kan niemand iets inbrengen.

Dat deze handel resp. kan mee- of tegenloopen,

spreekt vanzelf; hij is echter bonafide, evengoed.als

di.e van den exporteur, die het aangeboden product

koopt.

• Hier staan twee reëele’ ‘kooplieden tegenover elkaar.
Géén ,,bonafide handel” echter acht ‘ik het, indien
in plaats van dien voorschot verstrekkend Lampong
Chinees, bv. een willekeurige ,,fabrikant van vuur-

,,werk” of een ,,Chineesch Arakstoker” – lieden, iiie

zelfs niet in het verst verwijderde verband tot den
peperhandel staan – zich tot eene hausse- of baisse-

speculatie in peper laten verleiden.

En zoo iets komt voor!!

Het is
duidelijk,
dat ik hier een. der zijvleugels

(zoals de heer Haasmann teekenend. zegt) heb wil-

len aanduiden; ‘daarnaast, resp. zich
daarboven .sfaandv

wanend, bestaat dé groote groep
zoogënaamde
hande-
laren, die echter niet aiiders zijn dan parasiteerende
speulitnten in papierén contracten, en déze zijn het

voornamelijk, die het voortdurende gevaar voor den
productenhandel vertegenwoordigen.

Tegen
hen
blijf -ik den handel’ waarschuwen; tegen

hen
heéft de handel zich te wapenen door eenë ge-

zonde wijziging ‘te brengen-in de manier, waarop pro-cluctentransacties wôrden aangegaan.
Zeer zek’er heeft men daartoe
661c
de medewerking

van de makelaars noodig (de Java-makelaars van
standing – ik heb mij daarvan kunnen overtuigen -, zullen die van harte gaarne verleenen), maar v66r
alles is noodig de vaste wil van de voorname export-
huizen, ,zoowel Europeesche als die van anderen land-
aard, die – samenwerkend – eenvoudig moeten

decreteeren:
,,z66 willen wij koopen (verkoopen), en

niet anders!”

En waTer toch uiteindelijk
al’e
product bij hen
terecht moet komen, is de rest slechts een kwestie
van ‘tijd. Anderen zullen langzamerhand volgen.

Als de heer Haasmann nu in zijn artékel zegt:
ten wij nu aannemen, dat de partijen te Batavia de
handen ineen slaan en de verschillende klippenen be-
zwaren meenen te kunnen omveilen, enz.”, dan kan
ik met groote waardeering voor het aldaar genomen
initiatief er op wijzen, dat partijen inderdéâd er toe

zijn overgegaan om de handen ineen te slaan (wat
mij bij het echrijven vn mijn artikel. in No. 461 nog
onbekend was), en dat een couranten-telegram dd.

5
November ons gemeld heeft,. dat ,,de Exporteurs-

,,vereeniging in beginsel besloten heeft tot oprichting
,,van een reg’istratiebureau met dezelfde
werkwijze
als
,,de Liquidatiekas te Amsterdam.” –

Mailherichten, die ons, zullen leeren welken
vorm
men heeft gekozen om tot het doel te geraken, ont-

breken nog; doch dat de Javahandel in Producten

hiermede op den’ -weg is, gekomen, die tot gezondma-

king der toestanden moet voeren, lijdt geen twijfel.

– Over de gebroken lansen gevoel ik dus geen spijt!

Tii.
G. H.
STr’BnE-
Rotterdam, 20 November 1924.
Dii SCHEEPT
7
AARTWEGEN iN ZUJD-L1M]3URG

EN DE SPOOR’WEOTARIE VEN.’

De heer A:M. J. Hulsman, Directeur der Domaniale

Mijnen, te Kerkrade, schrijft ons:

Mijn aandacht werd getrokken door het artikel

,,De Regeering en de Scheepvaartwegen in Zuid-

Limburg” voorkomend in het nummer der E.-S. B.

van 22 October ji. van de. hand van den heer P.
Regout Jr. –

Het zij mij vergund op ‘een m.i. zeer belangrijke

kwestie. voor de Maaskanalisâtiè te mogen wijzen en
wei ‘op de door de spoorwegen ten opzichte
van.,
de
vrachttarjeven te voeren Politiek
:
Ik’ denk in het bij-
zondei aan de tarieven voor het’vervoer van steen-

kolen. Wordt het thans doör. de Directie der Ned.
Spoorwegen ingenomen standpunt niet verlaten, dan
ware het wellicht beter geweest een gedeelte van het
voor de bevaarbaarmaking van de. Maas uitgegeven

aantal millioenen guldens bv. te gebruiken om de

spoorwegtarieven te verminderen. Een van de argu-

menten voor de hevaarbaarmaking van de Maas en

het scheppen van scheepvaartwege in Zuid-Limburg
is steeds geweest den kolenafvoer te bevorderen. Hierbij
is zeer terecht gedacht aan de mogelijdheid van ver-
scheping vanaf de Limburgsche
mijnen
naar de be-
stemmingen: Alvorens die
mijnen
met haar producten

echter aan den scheepvaartweg
zijn,
moeten zij ge-

bruik maken van den ‘ spoorweg. De vrachtprijzen
door de Nederlandsche Spoorwegèn bedongen voor
dergelijke korte afstanden zijn zoo buitensporig hoog,
dat vervoer via den waterweg niet meer loonend is
en dus voor de Limburgsche kolen de -aanleiding om
van dezen waterweg gebruik te maken,
bij
voorbaat
reeds vervallen is…

De Directie der Nederl. Spoorwegen, die zich op
het standpunt stelt niet van overheidsbedrijf doch
van commercieele instelling, redeneert als volgt: Als

ik gunstige, tarieven voor het vervoer naar den water-
weg ga stellen; benadeel {k
mijzelf,
want dan breng
ik
mijn
clientèle naar de concurrentie (het water).
Het wil
mij
voorkomen, dat deze stelling door een
semi-officieel lichaam,
gelijk
de Ned. Spoorwegen zijn,
niet verdedigd mag worden. Als de overheid zorgt
voor verkeerswegen (zoowel spoorwegen-waterwege)
enz.) dan moet niet
een
der onderdeelen van -die
overheid het gebruik maken van ‘een ander onderdeel
illusoir kunnen maken en dit geval doèt zich hier
feitelijk voor.
De spoorwegen
zijn
voorts van meening, dat ver-
voer- over een kleinen afstand
bijna
hetzelfde kost
als over een grooten afstand, vandaar, dat in ver-

houding de tarieven op kleineren afstand belangrijk
duurder
zijn
dan .die op langern afstand. Ik ‘voor
mij hel meer over’ naar de mèening, dat hierminder
gelet wordt op de economische zijde van de zaak,

dan wel vastgehouden wordt aan bestaande opvattin-
gen
bij
de vaststelling van tarieven.
Blijft
men deze
opvatting huldigen, dan zullen de tarieven om den
waterweg te bereiken steeds te duur
blijven
en kan
de waterweg niet gebruikt worden.
Of dit op den duur zoo kan
blijven
dient te worden
in twijfel getrokken. Ernstig zal moeten worden na-
gegaan of niet een andere weg in de vrachtenpolitiek
zal moeten worden ingeslagen. Wil men ook het juiste

26 November 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1043

verband leggen tussehen het scheppen van scheep-
vaartwegen en het vervoeren van goederen langs ‘de

waterwegen, dan zal hand in hand moeten worden
gewerkt. Door Regeering en Volksvertegenwoordiging

dient aan deze belangrijke aangelegenheid wel de

noodige aandacht geschonken te worden.
Kerkrade.

HULSMAN.
* *
*

N. a. v. het bovenstaande schrijft de heer Jhr. Mr.

P.. Elias, Chef van den Dienst van Handelszaken en

Goederentarieveri bij do Nederlandsche Spoorwegen,.

ons hot volgende:

Wil men den Heer Huisman gelooven, dan zouden

de Nederiandsche Spoorwegen, door het berekenen

van buitensporig hooge vrachten naar den waterweg,
den kolenafvoer te water moedwillig, immers uit
commercieele overwegingen, belemmeren.

Met deze veronderstelling doet de Heer Huisman
den Nedelandschen Spoorwegen onrecht aan: Wat

toch is het geval? Voor de Limburgsche steenkolen

bestaat sinds 1 Mei 1922 een speciaaltarief, waardoor
een
aanzienlijke
reductie wordt gegeven op de vracht-
prijzen (klasse 0) van het normale tarief. Had het
in de politiek der Nederlandsche Spoorwegen gelegen

het vervoel’ per water te belemmeren, dan zouden zij
de zendingen naar den waterweg van vorenbedoeld

speciaaltarief hebben uitgesloten. Dit hebben zij
echter niet gedaan; het speciaaltarief geldt voor het
vervoer naar
alle,
Nederlandsche stations (en grens-
punten’), onverschillig wat er verder met de kolèn
gebeurt.

Het is waar, dat de
prijzen
van het speciaaltarief
op kleine afstanden
naar verhouding
hooger
zijn
dan
op groote. Hiervan kan men den Nederlandschen.
Spoorwegen echter geen verwijt maken. Integendeel.
Immers, door op de groote afstanden lagere kilo-.
metrische eenheidsprijzen te berekenen dan op de

kleine – waartoe de spoorweg in de gelegenheid
wordt gesteld door het feit, dat,
bij
het grooter
iiorden van den af te leggen afstand
;
de toeneming
zijner zelfkosten geenszins gelijken tred houdt met
die der afstanden – wordt bereikt, dat ook de afzet
naar verafgelegen plaatsen voor den producent nog,
loonend blijft, hetgeen niet het geval zou zijn, indien,
ongeacht den totaalafstaiïd, één en dezelfde eenheids-
prijs per kilometer ‘ werd toegepast. .Zoodanige

uniforme eenheidsprijs toch zou, opdat uit het kolen-:
vervoer een even groote opbrengst worde verkregen
als thans, hooger moeten zijn dan de thans voor,
groote
afstanden aangenomen eenheidsprjzen.

Zou
dus hetgeen ‘de Heer HuIsman voor het ver-
voer naar den (nabij gelegen) waterweg wil, in
strijd zijn met het vorengemelde, uit een econo- –
misch oogpunt alleszins juiste tariefsysteem (
w
aarop

trouwens alle Nederiandsche goederentarieven zijn
opgébouwd), het inslaan van dien weg zou boven-
dien tot consequenties leiden, waaraan de Neder-
landsche Spoorwegen zich niet mogen blootstellen. Immers het is duidelijk, dat, zelfs al bleef de tarief-.
verlaging beperkt tot het vervoer naar den waterweg,
hieruit voor de Nederlandsche Spoorwegen een aan-
zienlijke minderopbrengst zou voortvloeien. Onge-
twijfeld zou men echter – en terecht – van de
zijde der Limburgsche mijnbesturen te hooren krijgen:
als het zoo goedkoop kan naar den waterweg, kan
het ook naar verhouding even goedkoop naar de
Belgische en Duitsche grens en naar het binnenland
in het algemeen.

Een minderopbrengst voor de Nederlandsche Spèr-.
wegen, hoe aanzienlijk ook – en
bij
een massa-ar-
tikel als steenkool zou die mind&ropbrengst uiter-
aard zéér aanzienlijk zijn -, moge den Heer Huls-
man wellicht onverschillig laten, de Nederlandsche
Spoorwegnn achten zich vôôr alles verplicht er naar
te streven, dat hun uitgaven zooveel mogelijk dor

de ontva’ngsten wordén gedekt en te voorkomen, dat,

juist nu
zij
langzamerhand aan een periode van
roote tekorten
schijnen
te ontgroeien, weer een toe-

stand van financieele misère intrede. Zij zijn van
meening, dat hierdoor het landsbelang beter wordt gediend dan door het tot eiken
prijs
bevorderen van
het kolenvervoer naar den waterweg met alle daar-

‘van te verwachten gevaarlijke consequenties.

De Heer Huisman oppert de vraag of het mis-

schien niet beter ware geweest een gedeelte van het

voor de bevaarhaarmaking van de Maas uitgegeven

aantal millioenen guldens b.v. te gebruiken om de
spoorwegtarieven te verlagen. Wellicht ware dit in-

derdaad beter geweest en zou men zelfs thans nog

kunnen overwegen of de millioenen, welke de scheep-

vaartwegen in Z. Limburg zullen kosten, op andere

.wijze besteed, niet meer nut zouden afwerpen.
Laat ons intusschen hopen, dat tegen den tijd, dat

de Maaskanalisatie gereed zal zijn, de fin.ancieele
.estand der Nederlardsche Spoorwegen zoozeer zal j’n verbeterd, dat de thans inderdaad voor de be-

ioeften van het
mijnbdrjf
hooge vrachten algemeen,

en dus ook voor het vervoer naar den waterweg,
zullen kunnen worden verlaagd.
P. ELIA5.,

DE GEWiJZIGDE TARIEF WET.

1.

Nu het wetsontwerp tot vaststelling eener nieuwe
ariefwet door de Tweede Kamer is aangenonien,
• noge hieronder een overzicht volgen van de voor-
naamste wijzigingen, die het oorspronkelijk ingedien-
de wetsontwerp. gedurende de behandeling in dc
‘Kamer heeft ondergaan.

De belangrijkste wijzigingen vinden we in de wet
nangebracht, zoodat ik meen goed te doen de bespre-
king van de wet aan die van de tariefposten te doen.
i’ oorafgaan.

lo.
De Tarief conirnissie.
Deze bestond oorspronke-
lijk uit 8 leden, t.w. de voorzitter te benoemen door
de Kroon en de overige leden aan te wijzen door 7
met name genoemde Kamers van Koophandel.

Reeds bij de indiening van de Memorie van Ant-
woord werd de Raad van Beroep voor de Invoerrech-
‘ten te Amsterdam, aan welkcollege de beslissing van
geschillen in zake de Waardewet is opgedragen, met
de Tariefeommissie samengesmolten. De belangrijkste
wijziging werd echter aangebracht doordat de Regee-
ring een amendement van de Commissie van Rappor-
teurs, waarbij de sameustelling der Tariefcom.missic
geheel anders werd geregeld dan was voorgesteld,
eef t. overgenomen, en tengevolge waarvan iaatstge-‘noemde commissie zal bestaan uit 25 leden, nI. 5 ge-
vone leden, waaronder de voorzitter, en 20 buitenge-
vone leden. De voorzitter wordt door cle Kroon be-
‘iemd, de overige gewone leden resp. dooi de Arron-

dissementsrechtbank te Amsterdam, Rotterdam, Gro-
uingen en Maastricht.

De buitengewone leden zullen op voordracht van bij
algemeenen maatregel van bestuur aan te wijzen Ka-
mers van Koophandel en organisaties op het gebied

van landbouw, handel en nijverheid door de Koningin
worden aangewezen.

De Commissie van Rapporteurs heeft
bij
haar voor-
stel gemeend gedeeltelijk het voorbeeld te moeten vol-
gen van art. 20 der Waardewet waarbij de samen-
itelling van den tegenwoordigen Raad van Beroep voor
.de Invoerrechten is geregeld, welk college, zooals ik
reeds schreef, met de inwerkingtreding der nieuwe
tariefwet zal ophouden te bestaan.

Naar de voorzitter der Commissie van Rapporteurs
bij de toelichting van het amendement opmerkte is
het de bedoeling dat de 4 rechtbanken bij de keu.ze
van de door hen te benoemen personen niet alleen
letten op handelservaring doch bovendien op geschikt-
heid om over wettelijke vragen te beslissen. Men heeft
hierdoor dus een waarborg dat het juridisch element
in. de Tariefcommissie op voldoende wijze zal zijn

1044

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26 November 1924

vertegenwoordigl. De commissie zal als regel (op de

uitzondering kom ik terug bij de behandeling van

art. 43) oordeelen met 7 leden,. nl. de voorzitter met 4 door voormelde rechtbanken benoemde leden en 2

buitengewone leden. Deze laatsten zullen telkens door

den voorzitter worden aangewezen uit de 20 buiten-
gewone leden, bij welke aanwijzing rekening zal wor-

den gehouden met hun deskundigheid op een bepaald

gebied in verband met de te behandelen zaak.

Ik kan niet nalaten een woord van critiek op een

enkel punt van deze wijzigingen te laten hooren. De

Commissie van Rapporteurs heeft naar mijie mee-

ning van de taak der tariefcommissie een niet geheel

juiste voorstelling gehad, daar landbouwbelangen aan
die taak geheel vreemd zijn. Vertegenwoordigers van

den landbouw zijn dan ook niet op huh plaats in een

commissie, die bijna uitsluitend moet oordeelen over

vragen van wetsuitlegging en daarbij moet kunnen

steunen
01)
de voorlichting van personen uit handel

en nijverheid, die voldoende op de hoogte zijn van han-

deisusances, de
prijzen
en qualiteiten van verschillen-

de artikelen (Waardewet) alsmede een groote mate

van warenkennis dienen te bezitten (Tariefwet).

2o.
Artikel 15 letter a. Zoowel volgens de thans be-

staande tariefwet als volgens het oorspronkelijk inge-
diende ontwerp van de nieuwe tariefwet kan bij alge-

meenen maatregel van bestuur vrijdom van invoer-

recht worden verleend voor goederen, die worden in-
gevoerd om hier te lande een bewerking of herstelling

te ondergaan en die daarna weder worden uitgevoerd.
Aan deze gun&tige bepaling is
bij
de eerste Nota

van Wijzigingen een niet onbelangrijke uitbreiding

gegeven door behalve bewerking en herstelling ook

het woord: ,,verwerking” te noemen. Deze toevoeging
kan vooral van beteekenis zijn voor de fabrieken, die

hun productie behalve hiei te lande ook in het bui-
tenland plaatsen. Zoo zullen, om enkele voorbeelden
te noemen, confectiefabrieken en parapluiefabrieken

voor de stoffen noodig voor de vervaardiging van klee-

clin gstukkeu, parapluies en parasols, onder bepaalde
voorwaarden, vnijdom van invoerrecht kunnen genie-
ten voorzoover het fabrikaat weder naar het buiten-

land wordt uitgevoerd.

3o.
Artikel
26. Bij de bestaande tariefwet heeft de
aaiigever van naar het gewicht belaste, accijns

vrije
goederen cle keuze om het invoerrecht te betalen naar

het bruto-gewicht onder aftrek van een wettelijke, of
bij Koninklijk Besluit vastgestelde, tarra, of naar de netto-hoeveelheid door de ambtenaren op te nemen.
In de nieuwe tariefwet is met dit systeem gebroken.
Voor de berekening van de belasting van naar het
gewicht belaste goederen zou, volgens het oorspron-
kelijk ontwerp, steeds het netto-gewicht tot grondslag
worden genomen. Dit brengt mede, dat belanghebben-

den dit netto-gewicht zelf moeten aangeven.
t

Van verschillende zijden werden tegen de voorge-
stelde regeling bezwaren ingebracht, o.a. van de zijde
der theehandelaren, die verklaarden dat het voor hen
onmogelijk zou zijn het netto-gewicht vooi thee nauw-
keurig aan te geven. Om aan deze bezwaren tegemoet.

te komen is
bij
de eerste nota van wijzigingen in arti-

kel 26 nader bepaald dat voor bij algemeenen maat-regel van bestuur aan te wijzen goederen de hereke-

iing van het invoerrecht zal kunnen geschieden naar
het bruto-gewicht, onder aftrek van een daarbij vast

tettellen tarra.
Hierdoor zal het mogelijk zijn voor thee en wellicht

ook voor honig, gember en andei’è artikelen, waar-
voor een nauwkeurige aangifte van het netto-gewicht’

tengevolge van, bijzondere omstandigheden moeilijhe’-
den ondervindt, de thans bestande regélin, t.w. aaii-
gifte van liet bruto-gewichi met aftrek van een, met
het gewicht der gebruikt wordende emballage vers
band houdende, tarra, te bestendigen.

4o. Artikel 38.’
De wijzigingen,
in
dit artikel

ri

gebracht, zijn vooral van belang vooi’ expediteurs, car-
gadoors en dergelijke ‘personen, die zich gewoonlijk’

belasten met het declareeren van goederen voor

anderen.

Volgens het oorspronkelijk wetsontwerp werd in het
eerste lid met verbeurte der goederen gestraft het

vertoonen of overleggen van een valsch of vervalscht

stuk, met het oogmerk om invloed uit te oefenen
0])

de toepassing van de waardewet of van de tariefwet.

Het tweede lid vorderde behalve de verbeurte der goe-

deren bovendien een gevangenisstraf van ‘ten hoogste

1 jaar, indien de schuldige de wetenschap bezat dat

het stuk vaisch of vervalscht was.

Beide feiten werden als
misdrijven beschouwd.
Wanneer dus, om een voorbeeld te noemen, een expe-

diteur, die voor een buitenlandsche firma een zending

manufacturen declareerde, een hem door de firma
gezonden valsche factuur zou overleggen om de aan-

gifte der waarde te staven, zonder dat de expediteur

wist dat die factuur valsch was, dan zou
bij
even-

tueele behandeling der zaak voor de rechtbank de

expediteur gestraft kunnen worden met verbeurte der

goederen. Deze straf, zou derhalve de werkelijke. schul-

clige ni. de buitenlandsche firma, die het valsche stuk

had opgemaakt, treffen; in zooverre was de bepaling
volkomen logisch. De Commissie van Rapporteurs

vond het echter een bezwaar dat dé hierbedoelde expe-
diteur, clie aan de zaak volkomen onschuldi* was, zich

door de rechtbank veroordeeld zou zien, waardoor hij

in zijn goeden naam ernstig zou kunnen worden ge-

schaad.
Zij
oordeelde, het daarom beter om het feit

dat de expediteur de hem ter hand gestelde valschc

stukken te goeder trouw, dus zonder van de vaisch-

hei.d op de hoogte te zijn, aan de douane-ambtenaren

overlegt, te beschouwen als een overtreding. Hierdoor

zal derhalve de kantonrechter deze zaak te beoordeelen

]crijgen cii. een eventueele veroordeeling uitspreken.

De betrokken expediteu:r blijft zoodoende meer ge-
spaard voor een ten onrechte aan hem toegekonde

slechte reputatie.

De straf van verbeurte werd door de Commissie

tevens gewijzigd in een boete van 10 maal de ont-

doken belasting, omdat men van oordeel was dat bij
eventueele kwade trouw van den expediteur, waardoor liet tweede lid van het artikel toepasselijk zou worden,

de afzender niet de dupe zou mogen worden door de
verbeurte van zijn goederen. De Regeening heeft de
voorstellen van de Commissie van Rapporteurs over-
genomen. Het hierboven aangehaalde tweede lid van
het artikel i.s onverkort gehandhaafd.

5o. Artikel 43.,
Dit veelbesproken artikel heeft zijn

ontstaan, behalve aan de in § 5 van het Voorloopig Verslag door zeer vele leden gestelde vraag, of het

vervallen van, bestaande rechten in de tegenwoordige
omstandigheden voor onze nijverheid niet een. te ge-
vaarlijke proef zou zijn, tevens te danken aan de van

vele zijden
bij
het Departement van Financiën inge-komen adressen en adviezen, waarin het verlangen

werd te kennen gegeven om van artikelen, welke hier
te lande worden vervaardigd en die volgens liet oor-
spronkelijk ingediende wetsontwerp van invoerrecht
zouden worden vrijgesteld, de thans geheven vor-
dende rechten te doen bestendigen. Vele Nederland-
sche industrieën, vier producten in laatstgenoemde

omstandigheden verkeerden, vreesden dat het vijstei-
Jeu van thans belaste artikelen onder de tegenwoor-
dige verhoudingen erustige schade in hun bedrijf zou
kunnen doen ontstaan. Oorspronkelijk heeft men gemeend te kunnen volstaan met alleen voor die,

bij het ontwerp vrijkomende, goederen de bestaande
belasting te handhaven, wel]ce vervaardigd werden in

bedrijven die dôor het vervallen daarvan
dâadwerlce-

lijk schade zouden ondervinden. Men stuitte hierbij
echter onmiddéllijk op het onoverkomenlijke bezwaar,
dat het practisch onmogelijk zou zijn om het bestaan
van een schade-element voor verschillende industrieën
vast te stellen. Daarom werd besloten, voor, alle hier
te lande vervaardigd wordende goederen, waarvan het
bestaande invoérrecht na de inwerkingtreding der

26 November
1924

ECONOMISCH-STATISiISCHE BERICHTEN

1045

.iueu.we tariefwet zou komen to vervallen, dit invoer-

recht te doen blijven bestaan. fIet bleek echter bui-
tengewoon moeilijk, aan dit besluit uitvoering te

geven., omdat het niet
mogelijk
en ook niet
noodig

was liet bestaande tarief in zijn geheel, naast de nieu-
we wel; l;e handhaven. In de eerste plaats niet
mogelijk.

Onder het tegenwoo:rdige tarief worden nl. de geschil-
len practisch bijna uitsluitend ([oor den Ministe.t’ be-
slist, men kan zelfs wel zeggen, dat binnen het kader

van de wet dc Minister bepaalt wat belast en wat

vrij
iS.

De Tariefcornmissie, waaraan in de nieuwe wet de beslissing van geschillen is opgedragen, behoeft zich

ui.t den aard der zaak niet te houden aan vroeger

door den Mini ster gegeven beslissingen. Verklaarde
men dus het oude tarief eenvoudig van toepassing op

de goederen, clie krachtens het nieuwe ontwerp vrij
kwamen, dan zou de Ta:riefcommissie zonder twijfel
in meerdere gevallen een geheel andere beslissing om-

trent de al dan niet belastbaarheid van een artikel

geven dan voorheen door den Minister was genomen.

Hierdoor zou echter het doel van het artikel, t.w.
bestaande bescherming te doen behouden in meerdere,

zoo niet vele gevallen, niet worden bereikt, en de Ne-derlandsche industri.e dus niet worden geholpen. Bo-

vendien zou het behoud van het bestaande naast het
nieuwe tarief bij de practische toepassing op onover-

komenlijke bezwaren stuiten en steeds groote onze-
kerheid bestaan omtrent-de al dan niet belastbaarhei.d van een. artikel.. De handel zou uit den. dan ontstaan-
den chaos geen wijs kunnen worden, terwijl ik het

ten zeerste zou betwijfelen of er 6én douane-ambte-
naar zou worden gevondeo, die de verschillende toe-
passingen behoorlijk uit elkaar zoir- kunnen houden

en h.et publiek op afdoende wijze zou kunnen much-
I;en. Ik laat dan nog buiten beschouwing de omstan-

digheid dat de gehcele technische herziening van het
tarief door een zoodanigen maatregel haar beteekenis
zou hebben verloren en de geheele arbeid van de
hiervoor benoemde commissie tevergeefsch zou zijn

geweest.

FT.jecvoor wees ik er reeds op, dat behoud van, het
bestaande tarief naast- het nieuwe ook niet
noodig
was. Op de eerste piaal;s is bijna de helft van de pos-
ten van het oude tarief in haai’ geheel in het nieuwe
ontwei’p overgenomen. Op de tweede plaats is een
groot aantal artikelen uit de bestaande wet in. de
nieuwe wet terug te vinden en
ten,
slotte heeft voor

een aantal artikelen het behouden van de bestaande
he]asti:ng gee:n zin, omdat zij niet hier te lande wor-
den vervaardigd, of omdat belanghebbenden hierop

geen
prijs
stellen. Een sprekend voorbeeld van, dit
laatste heeft men bij de bontvellen, die, als zijnde
grondstof voor de peiterijen-fabricage, in de nieuwe
wel, opzettelijk zijn vrijgelaten en. die men, bij behoud

van liet oude naast het nieuwe tarief, wederom zou
moeten gaan belasten ten nacleele van de bontfabri-
kanten en zonder dat hier eenig voordeel tegenover
stond.

In, liet voreristaa.nde meen ik voldoende duidelijk
te hebben gemaakt hoe men er i.n het eerste lid van
aLt. 43 toe is gekomen de bestaande belasting alleen
te handhaven voo.r bij algemeenen maatregel van be-
stuur aan te wijzen goederen, waarvan thans een in-
voerrecht wordt geheven, doch die volgens de nieuwe
wet niet aan invoerrecht onderworpen zullen zijn.
‘Hieraan is tevens het voordeel verbonden dat toen
zich kan beperken tot die artikelen., welke hier te lande worden vervaardigd en dat men zich bij het
opmaken van de lijst van volgens art. 43 te hélasten
artikelen zooveel mogelijk kan aansluiten aan de
Comenc]atuur van het nieuwe tarief. Bovendien zal
de inhoud van deze lijst worden beperkt door de uit-
zonderingen, genoemd in het derde lid van artikel 43

De in het eerste lid van art. 43 bedoelde maatregel
zal volgens liet rierde lid vail hef artikel n.l. niet mo-
gen worden toegepast op goederen, waaromtrent in

het nieuwe tarief is bepaald, dat zij vrij van invoer-
recht zullen moeten worden toegelaten of welke daar-

in van het volgens een post verschuldigd invoerrecht
uitdrukkelijk zijn vrijgesteld. Als voorbeelden van de
eerste uitzondering kunnen worden genoemd borstels

en sehuiers in gewoon ongeverfd hout vervat, zonder
eenige versiering (amendement Vliegen), en dynamiet,

terwijl onder de tweede uitzondering o.m. zullen val-

len vochtwegers en p]atinadraad.

Dat ook goederen, die hier te lande niet worden
vervaardigd, onder de uitzonderingen vallen, ver-

meldde ik reeds hierboven.

Geven het eerste en derde lid van artikel 43 een

antwoord op de vraag op welke,
bij
het nieuwe tarief

niet aan invoerrecht onderworpen, goederen de be-

staande belasting wel en op welke deze niet zal vor-
den gehandhaafd, het tweede lid verleent de bevoegd-
heid om goederensoorten, die bij het bestaande tarief

slechts voor een deel belast zijn in den algemeenen

maatregel van bestuur bedoéld in het eerste lid op te

nemen tot een bepaald gewicht of andere ‘onderschei-
ding (voor buizen bv. de dikte). Een voorbeeld moge

dit n.ader toelichten. Transformatoren zijn in het be-staade tarief onbelast, wanneer bij de visitatie wordt

aangetoond, dat zij bestemd zijn om in een fabriek

of electrische centrale te worden opgeiteld. Blijkt van

deze bestemming niet en zijn ze bv. bestemd om z.g.
op lager te worden ve:rkocht, dan zijn transformatoren
holast meI; een invoerrecht van 5 pOt. der waarde.
De al. dan niet belastbaarheid is derhalve afhankelijk
gesteld van de bestemming.

Wanneer nu straks voor transformatoren, die (be-

houdens die van 3 EG-. of minder) volgens de nieuwe
tariefwet niet aan invoerrecht onderworpen zijn, op

1
grond van artikel 43 het bestaande. invoerrecht moet
‘worden gehandhaafd, zal die belastbaarheid ingevolge
‘het tweede lid van het artikel derhalve afhankelijk

.lcunne.ii worden gesteld van een bepaald gewicht. De
gewichtsgrens zal dan natuurlijk zood ani g moeten

worden gekozen, dat transformatoren boven een bc-
paal.d gewicht, die practisch steeds voor fabrieke.n
‘en, centrales bestemd zijn, niet belast zullen worden.

Thans het laatste lid van artikel 43.
De Commissie van Rapporteurs, die eerst ernstige
bezwaren tegen de redactie van het voorgestelde eer-
ste lid van artikel 43 had, doch ton slotte zich bij
die redactie heeft neergelegd, omdat ook haar bleek,
dat een andere oplossing (t.w. waarbij de belastbaar-
hieid der voor de toepassing van het artikel in aan-
merking komende goederen op de wet en niet op een
algemeenen maatregel van bestuur werd gegrond) prac-
tisch niet mogelijk was. Genoemde commissie heeft
‘echter een waarborg verlangd, dat met de ‘belangen
van landbouw, handel en nijverheid bij de uitvoering
(van art. 43 ‘in. voldoende mate zal worden rekening
‘gehouden.
Zij
stelde daarom voor (welk voorstel door
de Regeering is overgenomen) dat de Tariefeommis-
sie in pleno omtrent de samenstelling van den i.n
artikel 43 eerste lid bedoelden algemeenen maatregel
van bestuur zal moeten, worden gehoord.
Ik moge er in dit verband nog even op wijzen dat
dit het eenige geval is, dat de geheele Tariefcomniis-
si.e (dus alle 25 leden)
bijeengeroepen
zal worden.
– Ook hier kan worden gezegd, dat de belangen van
den landbouw met de uitvoering van artikel 43 niets

te maken hebben en dat het dus totaa.l overbodig kan
worden geacht dat i,n de commissie landbomvve.rte-
genwoordigers zijn op genomen.
lid
heb gemeend het nieuwe artikel 43 eenigszins
uitvoerig te moeten bespreken in verband met de
groote belangstelling, uelke zoowel in als buiten de Kamer voor dit artikel is aan den dag gelegd.
Zoowel uit staatsrechtelijk- als uit belasting-
technisch oogpunt is de geboorte van dit artikel te
betreuren, doch wanneer men in aanmerking neem-t,
dat zoowel de meest verstokte protectionist als de
meest overtuigde vrijhandelaar de oorzaak van deze

1046

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26 November 1924

geboorte zijn, dan zal het gemakkelijker vallen er in’

te berusten.
Hiermede meen ik het overzicht van de voornaam-

ste wijzigingen, die gedurende de behandeling van’

de nieuwe tariefwet in de Tweede Kamer zijn aange-‘

bracht
in de wel
te kunnen beëindigen. De verande-

ringen, welke de
label
heeft ondergaan zal ik een vol-

gende maal bespreken.
W. J. VERMEER.

(Slol volgl).

DE HEER WIBAUT EN DE KAPITAAL-

VORMING.

II
(S1ot).

Kapitaalvorming (lees verplaatsing) in handen van

de overheid is dus volgens den Heer Wibaut ge-

wenseht en vel in sterker mate, naarmate de kapi-
taalsuigaven van de overheid meer en meer op wel-

vaartsdoeleinden worden gericht. Deze kapitaaisuit-
gaven dienen dan rechtstreeks de verhooging van de
productiviteit, ook de verhooging van de volkskracht.’

Dit alles klinkt bijzonder mooi, telkens als de prae-
adviseur gaat spreken over de aanwending der

kapitalen door de overheid, of als het gaat om vast
te stellen wat door de overheid per jaar ,,moet”

worden uitgegeven, komt men de uitdrukking tegen,

dat de openbare lichamen de uitgaven hebben vast

te stellen, die ,,maatschappelijk noodig” zijn.
Niet alleen meen ik, dat ook in publieke zaken het

geenszins zooals de Heer WTibaut schrijft, ,,de omge-

keerde wereld” is als men, als een goed huisvader

eerst eens ziet wat men te verteeren heeft om daarna
te zien hoe men die som het best besteden kan, doch
bovendien zie ik in het prae-advies van den Heer

Wibaut geen enkele norm, die
aanwijst,
hoe dan die,

uitgaven worden vastgesteld. De nering wordt dus

gesteld tegenover een
onbeper1’te
tering, want in de

uitdrukkingen ,,Maatschappeljk noodig”, ,,verliooging

van volkskracht” en het nastreven van ,,welvaarts-

doeleinden” kan men toch bezwaarlijk iets anders’ zien dan vrij vage en naar wisselende opvattingen

subjectieve begrippen, die een zekere wenschelijkheid

hetoogen, doch weinig houvast geven.
17
Stelt
11
zich den minister voor naar den zin van

den prae-adviseur, vanuit zijn cabinet ,,het maat-

schappelijk noodige” bepalend ,,ter verhooging van,

volkskracht” opvorderend, waar en zooveel
hij
noodig

heeft tot zijn schoone doel. Ongehinderd door zorgeh
over inkomsten, die immers sluitpost zijn, zou de
drang van alle kanten tot het doen van uitgaven
hem, zoo hij al eene sluitende rekening mocht be-
houden, geen ruimte voor kapitaalvorming overlaten.

Althans de vertegenwoordigende lichamen met al hun
wenschen zouden daar niet spoedig voor te vinden
zijn. Ook hier is de prae-adviseur in gebreke geble-,
ven om het richtsnoer tot staatskapitaalvorming aan
te geven aan den staatsman, die op geen particuliere’

kapitaalvorming acht slaat.
Geen grens dus aan de uitgaven door de inkomsteu

gesteld, geen grens aan de uitgaven überhaupt dan
door een vaag begrip. Hoe de op kapitaalvorming
gesteld blijkende prae-adviseur zich deze voorstelt is,

moeilijk te bevroeden.
En als de door den’ prae-adviseur zoo eenyoudig
voorgestelde handelwijze van de overheid eens in de.
praktijk kwam en het particuliere kapitaal was niet

meer in staat,
gelijk
tot dusver, als geduldige reserve

telkens en telkens
bij
te springen, zou dan toch niet

ook de overheid, zooals de Heer de Miranda het
weer zoo juist uitdrukt, ,,moeten erkennen dat met de economische wetten zoomin als met de natuur-

wetten te spotten valt”, dat m.a.w. men niet meer
kan verteren dan produceeren en dat enkele vage
adagia niet in staat
zijn
de economische realiteit te’

benaderen. Wij moeten dan nog daarbij in aanmerking
nemen, dat bij voortgaandesocialisatie de vergelijking
met de particuliere prijsvorming meer en meer gaat
verdwijnen en dus die maatstaf, welke tot dusver ook

door gemeente en
rijk
werd gebruikt, niet meer zou

kunnen worden angewend, waardoor den welvaarts-

bevorderaar nog verder de vaste grond onder de

voeten zou verdwijnen.

,Bezien wij in dit licht thans de critiek op het

kapitalistische stelsel geleverd door den Heer Wibaut

in het hoofdstuk ,,de aanwending van kapitaal door

particuliere ondernemers en onder leiding van

bankiers”.

Het hoofdstuk daaraan voorafgaand draagt tot

titel de aanwending van kapitaal door publiekrech-

telijke lichamen”.

Alvorens het doire rotsplateau van het kapita-

listische landschap te betreden voert de prae- adviseur

ons in het Arcadië van het publiek beheer. ,,Ten

opzichte van de kapitaalsaanwending door publiek-

rechtelijke lichamen beschikt cene democratisch be-

stuurde natie over alle waarborgen, die
zij
zelve

begeert”. Als organen
zijn
daar immers Parlement,

Provinciale Staten en Gemeenteraden, als regel mag

gezegd worden, dat ,,de kapitaalsuitgaven van de

publiekrechtelijke lichamen inderdaad op de bevor-

dering van de welvaart dier gemeenschappen gericht

zijn en in het overgroote aantal der gevallen deze

welvaart ook dienen”. Een enkele maal wordt hier wel
eens mis getast ,,doch
bij
gemiddeld voorzichtig beleid

zullen deze teleurstellingen hiet menigvuldig behoeven

te zijn”.
Ik
wijs
er hier nadrukkelijk op, dat
zijn
geen toe-

konistdroomen, het gaat hier om eene beschrijving

van den h.uidigen toestand; ook
wijs
ik er hierbij op,

dat de heer Wibaut niet bedoelt, dat de overheid daar-

mede zichzelf verrijkt, want ik haalde reeds hiervoor
de uiting aan, dat de inkomsten der publieke licha-

men. een klein percentage van hun inkomstenbudget
vormen, het gaat hier om ,,welvaartsbevordering” van
de bevolking. Willen ve dus de uitgaven niet onnut. hebben ‘besteed, dan moet de winst- en verliesreke-

ning kloppen met aan de creditzijde de inkomsten,

t.w. de weinige inkomsten uit de bedrijven en de vele
uit de belasting en aan de andere zijde de uitgaven
van direct productieve doeleinden en een enorme post

,,voor welvaartsbevordering”.
‘Blijft
echter als de be-

lasting niet snel genoeg vloeit er nog een tekort, dan

kan men dit veilig bij wijze van goodwill als actief
op de balans opvoeren. Met het tooverwoord ,,wel-vaartsbevordering” klopt de rekening zonder falen.

Onder cijfers te brengen is dit alles natuurlijk niet
en eene contrôle of ondanks het ,,gemiddeld voorzich-

tig beleid” de teleurstellingen niet menigvuldig ziji
ontbreekt geheel; immers waar is de’ maatstaf? Men
is hier aa’ngeland op het terrein der imponderabilia.
Fouten, die hier gemaakt zouden worden, blijven lang

verborgen, intering blijkt eerst aan het eind en in te-
genstelling met de begane fo’uten in het kapitalisme,
d.ie zichzelf stra.ff en doch dan ook in zichzelf de gene-
zing meedragen, moeten de in het groot gemaakte
‘Fouten in het eind tot kolossale rampen leiden.
Hoe staat liet nu met de aanwending van kapitaal
,,door particuliere ondernemers en onder leiding”‘ an
bankiers”? Hier zijn wel de harde cijfers aanwezig,
hier is geen plaats voor tooverwoorden, een verkeerd

inzicht in de conjunctuur, een minder juist beleid,
en, laten we billijk zijn, tegenslag, alles wreekt zich
hier en komt op de hoofden der geld- en kapitaals-
,,hanteerders” neer, men zie de bijdrage van den heer
Sternheim. Dr. Sternheim heeft in No. 54 vaî de
,,Kroniek” eene becijfering gemaakt van de verliezen der naamlooze vennootschappen in de jaren 1915/20,
door de groote banken geëmitteerd, naamlooze vennoot-
schappen hetzij opgezicht hetzij’ zoodanig uitgebreid,

dat het bedrijf door de beschikking over groote kapi
talen expansief zijn opgetreden, zulke dus, welke veel-
al hunne activa duur gekocht hebben en het meest
geleden hebben van de conjunctuur-wisselingen. Cul-

tuur- en scheepvaart-ondernemingen (waaronder dus
oudere en beter gefundeerde ondernemingen) zijn niet

26 November 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1047

opgenomen, naar de heer Sternheim erbij schrijft ,,orn-

dat dan niet in gelijke mate definitieve verliezen he-

kerid zijn en dus teveel getaxeerd zou moeten worden”.
Een 60-tal kleine emissies van kleine banken zijn niet

genoemd, daar het doel van de statistiek, volgens Dr.
Sternheim, is aan te geven het resultaat dat de ban-

kiers, die krachtens hun beroep geacht moeten wor-

den de bekwaamheid te bezitten om in een gegeven

tijdvak de belegging in de juiste baan te voeren.
Eigen]ijk behooren dus de 14 ondernemingen, van de

72, wier emissies zonder bank tot stand kwamen in deze lijst niet thuis.

(Een meer volledige
lijst
verscheen thans in de ,,Kro-
niek” van 1 November 1924).
Wat
bewijzen ons nu de
cijfers
van den heer Wibaut

tea opzichte van de kapitaalsvernietiging door de
werkzaamheid der kapitali sten?

Voorop zij gesteld, dat het hier cijfers betreft van
ondernemingen ontstaan of gegroeid in, abnormale
omstandigheden en in tijden van sterk fluctueerende

waarde van het geld, die dus als argument tegen het
kapitalisme in het algemeen, niet kunnen dienen; als

kapitaalvormer kan men het kapital.isme niet des-

avoueeren, de heer Kuyper stak het wat dat betreft,
ik gaf het hiervoor reeds aan, een pluim op den hoed.
De 11eer Wibaut trekt intussehen zijn conclusie uit

de oorlogsjaren toch, wanneer hij zegt, ,,moet de natie
nu offers brengen van inkrimping van maatschappe-
lijke zorg, teneinde meer kapitaal te trormen, dat door
zulke ondernemers als wij hier aan het werk zagen,
zal worden aangewend onder leiding van bankiers zoo-
als wij hier in de leiding zagen”.
Door te wijzen op begane fouten in de jaren 1914-
1922 bewijst men natuurlijk ten opzichte van eene
kapitaal-vernietigende werking van het kapitalisme
in het algemeen, niets. Maar is voorts de prae-
adviseur, die zoo gemakkelijk eene goede werking
aanneemt bij het publieke beheer, niet wat haas-
tig geweest met
zijn
kritiek op het door hem bestre-
den stelsel? Het is waar, hij geeft steeds toe, er is
,,alle reden om overigens verklaarbare hardheid te
temperen”, maar zijne conclusie maakt dit niet anders.
De cijfers van het prae-advies geven ons aan een
geldbedrag per ulto. 1922, maar, waar het gaat om kapitaalsvernietiging, had de heer Wibaut dan niet

eens stil mogen staan bij de kapitaal-goederen, die
achter die cijfers liggen. Beziet men eens de index-
cijfers (groot’ha.ndeisprjzen 48 artikelen) over de
volgende jaren:

1913 ……..100

1919 ……..304
1914 ……..109

1920 ……..392 1915 ……..140

1921………182 1916 ……..226

1922 ……..160
1917 ……..276

1923 ……..151
1918 ……..373

– 1924 ……..154

dan valt het niet te ontkennen, dat, het geschut vai

den heer Wibaut hier toch wel wat heel grof. .is ge-
weest en er voor een betoog ten opzichte van de we-
zenlijke kapitaalvorming o’f vermindering toch nog
wei wat meer noodig was geweest dan de aangehaalde
cijfers. Daartoe behoort wel wat meer dan een moment-

photo per uit. 1922. Trouwens de heer De Beaufort
maakte ter vergadering in die richting reeds eene
Op-
merking, door het voorbeeld van een hem bekende f a-

briek aan te halen, die in den oorlog gebouwd destijds
aan 100 man werk gaf. Hiertegen zeide de.heer Wibaut
wei, dat zulks den aandeelhouders niet veel troost gaf,
maar deze opmerking klonk toch wonderlijk uit den
mond van iemand als den heer Wibaut, die zijn aanval
richt, niet op de schade door het kapitalistisch beheer
aan kapitalisten toegebracht, doch aan de gemeen-
schap zelve.

Er zijn ongetwijfeld groote fouten gemaakt, maar
om de uitwerking daarvan te bepalen ten opzichte
van liet doel, waartoe de heer Wibaut ze gebruikt, is
meer noodig dan hij heeft gedaan. Doch gesteld hij
had het gedaan, welke waarde had het betoog dan nog,

wanneer ons niet werd duidelijk gemaakt, dat de over-
heid liet knapper had gedaan. De heer Wibaut zegt

wel, dit ligt in de doelstelling ,,welvaartsbevorde-

ring”, maar niet steeds is in deze wereld het stellen

van een doel gelijk aan het bereiken daarvan; geeft,

niet de prae-adviseur zelf een voorbeeld van een niet bereikt doel: ,,winstmaking” hij het kapitalisme?

Bezien we dus nu een oogeoblik het overheidsbe-

heer; eveneens gedurende den oorlog.

Aan de particu]iere bedrijfsleiders wordt verweten
dat zij, daar komt, het betoog op neer, de conjunctuur

niet hebben. doorzien, in ‘t algemeen zich hebben laten

bedriegen door schoenen schijn. Zouden nu ambte-

naren, die niet zoo direct met de zich snel wisselende

econ omi scli e omstan di gh eden. voel ing hebben, hel,

beter doen? Het klinkt reeds niet waarschijnlijk en
de enorme nieuwe rijksgebouwen uit de oorlogsperio-
de, de verkorte arbeidsduur, de dure en de industrie vaak belemmerende sociale wetten, alle in dezelfde

periode tot stand gekomen, wijzen toch ook op een
waan, dat plotseling alles ,,kon”, dat men
rijk
was;
mag men in deze ook niet wjjzen op de enorme tekor-
ten op den gewonen dienst en de honderden millioe-nen op den crisisdienst. Wil men een concreet voor-

beeld, hoe weinig de overheid de conjunctuur volgt,

dan kan men wijzen op de langzame belastingheffing,
die naakte, dat tientallen millioenen oninbaar ble-
ken, die
bij
een snel optreden voor de schatkist be-
houden hadden kunnen blijven. Om nog niet te spre-
ken van de schade aan handel en industrie, door de

onzekerheid en achteraf blijkende eischen van den
fiscus ontstaan. Hoe snel hier de overheid zich aan-

paste blijkt wel uit het feit, dat de wet op de voor-

loopige aanslagen, die een snellere invordering moesi;
bevorderen, eerst voor het bêiastingjaar 1922/23 in
werking trad, toen het telaat was.

Wil men nog een voorbeeld van overheidsbeheer
eener onderneming, die niet als monopolie de tarie-

ven naar eigen hand kon stellen, dan wil ik slechts
noemen de millioenen verslindende Shipping Board,
eene onderneming, die, ware zij particulier geweest,
haar natuurlijken dood (en hoe niet gesmaad dan?)
was gestorven, doch nu alweer op kosten van de par.
ticuliere kapitali sten haar bestaan rekt, als waar-
schuwend voorbeeld tevens, hoe een overheidsbedri,j I onbekommerd zijn kapitaalsvernietigende werking kan
voortzetten.

Wil de iyverheid nuttig werkzaam zijn en wil zij,
dat de middelen daartoe haar zoo ruim mogelijk toe-
vloeien, laat zij dan niet in vijandige stemming tegen
het particuliere kapitaal, dit gaan beletten kapitaal

te vormen, want dan zou de overheid wel eens kun-
nen gaan bemerken, dat de inkomsten van het par-
ticuliere kapitaal waarop zij steeds geteeid heeft, op-

houden te vloeien. En dat de overheid die taak zou
kunnefl overnemen, de heer Wibaut heeft mij in
geenen deele ervan overtuigd; had hij de argumenten
daartoe bij de hand gehad, hij had ze in zijn prae-

advies moeten aanvoeren, hij heeft dit niet gedaan en
zoo zie ik in liet prae-advies niet meer dan een critiek,
die weinig doeltreffend is en waartegenover niets
praetisch positiefs gesteld is. Wat men van het kapita-
lisme ook moge zeggen, als bewaarder en vormer van

kapitaal (en die is nu eenmaal noodig) heeft het nog
steeds het monopolie en ik heb nog geen doeltreffende
vervanging kunnen ontdekken.
CRENA DE IOSCH.

IS DE KAPITAALVORMING TEI ONZENT

VOLDOENDE?

Mijn artikel, opgenomen in het nummer van dit tijdschrift van. 5 November, gaf den heer Kuyper

aanleiding mede namens zijn partijgenoot Bonger
tegenbeschouwingen te houden.

Het zij mij vergund met een enkel woord daarop te
antwoorden.

Allereerst zij opgemerkt, dat ik niet schrijf als lid

1048

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26 November 1924

eener politieke partij, zoodat mijne conclusies uitslui-

tend berusten
01)
persoonlijke overdenkingen; partij-
overwegingen zijn daaraan vreemd.

Ook zij naar voren gebracht, dat wie mijn artikel
leest, daarin geen enkel argument zal vinden ontleend

aan een, door den heer Kuyper zoo veracht, System

der erworbenen Rechte, maek dat daarin uitsluitend

economische
argumenten worden gebezigd. Zulks

scheen mij ook gewenscht om niet de mogelijkheid

van eene zakelijke gedachtenwisseling met op politiek

gebied andersdenkenden van tevoren uit te sluiten.

Uit dit oogpunt betreur ik ook den uitval van mijnen

geachten opponent over ,,de weerharstige mentaliteit

van hen, die in een, crisistijd hooge loon en hebben te

betalen, en van, hen, die van hooge inkomens een

groot percentage aan den fiscus moeten afstaan”.

Gelukkig of ongelukkig gaat die uitval mij voorbij,

daar ik niet behoor tot do werkgevers of tot de groot-
kapitalisteh, die van kapitaalvorming worden weer-

houden door de ter vergadering genoemde heffingen
van 40, 60 of. 80, ja zelfs 114 procent van het inko-

men. Als behoorende tot wat men noemen mag de

economische middenklasse geniet ik zelfs oppervlak-

kig besekouwd een ige voordeelen van dat gebrek aan
kapitaalvormirig van die zijde, daar de daardoor ver-

oorzaakte hooge rentestand in staat stelt een hooger

rendement te verkrijgen van hetgeen van tijd tot tijd

voor belegging beschikbaar is.

Laat ons liever
zakelijk
blijven.

Mijne opmerking, dat het bestaan der kapitaahente

reeds bewijst, dat er nog steeds vraag is naar kapi-

taal, noemt de heer Kuyper terecht elementair. Ele-

mentaire waarheden moet men echter niet als min-

derwaardig beschouwen en daarom negeeren, maar
liever aan zijne mindei elementaire beschouwingen ten grondslag leggen. In de economie hebben velen
echter een hekel aan elementaire waarheden omdat
ze niet steeds aangenaam zijn. Men negeert ze dus,

maar krijgt zoodoende, soms zeer geleerde, maar in

de lucht hangende theorieën zonder feitelijke basis
:

Anderen wordén dan wel’ gedwongen die elementaire

waarheden (waarheden als koeien, als men wil) tei

keus weder in het debat te brengen.
De heer Kuyper noodigt mij uit eene uiteenzetting

te geven van de oorzaak van de huidige crisis. De

redactie van dit tijdschrift verzoekt mij echter, in
verband met de beperkte beschikbare plaatsruimte,
hier geen crisistheorieën te gaan ontwikkelen. Voor
het aan de orde zijnde vraagstuk is het ook niet nood-
zakelijk. Voldoende is te constateeren, dat is ontstaan

een wanverhouding tusschen den prijs en de produc-
tiekosten van vele goederen. Die waiiverhouding moet
worden weggenomen.

Uit den aard der zaak kan dat door verhooging van

den
prijs
en door verlaging van de productiekosten.

Het eerste is
dikwijls
niet mogelijk en zou in vele

gevallen ook te zeer in strijd zijn met het algemeen

belang. Er
blijft
dus niet anders over dan te streven
naar verlaging der productiekosten. Deze is te
krijgen door verlaging der arbeidsioonen, soms ook
door technische verbeteringen in de productie en
andere besparingen. Kan vermindering der productie

kosten worden bereikt zonder verlaging der arbeids-
bonen dan, is dat zeker de beste oplossing. In vele
gevallen blijkt dat echter niet mogelijk. Dan zal loons-
verlaging de eenige weg zijn om weer. tot normale
verhoudingen te komen, tot een einde van de depres-

sie en tot een
betere toekomst
oole
voor de arbeiders.
Loonsverlaging wordt dus niet bepleit als begeerens-

waardig doel, maar als noodzakelijk middel.

De heer Kuyper meent te ontdekken een verschil
in opvatting met den ondergeteekende, in zooverre
hij meent te moeten waarschuwen niet die bedrijven
in stand te houden, welke ook bij normale conjunctuur
ten doode opgeschreven zijn. Hoe nu? Heb ik ergens
bepleit die bedrijven op de been te houden? Integen-
deel, ik heb het juist altijd een goede zijde van on

legenwoordige productiestelsel geacht dat, dank zij de

Vrije prijsvorming door vraag en aanbod, goed inzicht

bij den ondernemer met ruime winst wordt beloond,

slecht inzicht met verlies wordt gestraft, zelfs met
ondergang der niet levensvatbare onderneming. Het

is juist een der nadeelen, verbonden aan de door den

heer K. voorgestane socialistische voortbrengingswijze,
dat daarbij de vrije prijsvorming w’oidt gemist en niet

meer aangeeft of de productie zich in de juiste rich-

ting ontwikkelt, waardoor niet . levensvatbare bedrij-

ven kunstmatig langen tijd in stand worden gehouden.

Het betoog van den heer Kuyper doorlezende out-

dek ik eigenlijk niets, waarmede hij het mijne weer-
legt. Ik meen het dan ook hierbij te kunnen latén.

Opgemerkt zij nog slechts, dat het minder mijne be-
doeling was in mijn artikeltje een antwoord te geven

op de door het bestuur der Vereeniging voor de
Staath. en de Stat. aan de orde gestelde vraag, dan

wel op te komen tegen de in de vergadering dier ver-oenigirig geuite bewering, dat oize maatschappij zou

lijden aan overkapitalisatie. De onjuistheid dier be-
vering meen ik voldoende te hebben aangetoond.

W. C.
MEEs
B.AZN.
Wageningen, 16 November 1924.

DE 1?IJKSM 1DDELE1.

In dit nummer treft men aan het
gebruikelijke
over-
zicht van de opbrengst der Rijksmiddelen over de

maand October 1924, vergeleken met de overeenkom-stige cijfers van October 1923.

De rijwielbelasting gaf in de afgeloopen maand nog
een opbrengst van
f
14.220 te boeken, waardoor de
totaal-opbrengst steeg tot
f
5.247.228, zijnde

f
2.247.228 boven de raming. De overige middelen

brachten op f40.174.345,77 tegen
.f
36.049.127,05 l’
in October 1923 en vertoonen mitsdien een vooruit-
gang van f 4.125.218,1134. De totale opbrengst in de

afgeloopen maand, de rijwielbelasting niet medege-
rekend, overtrof de raming met een bedrag van

f
7.096.262,44.

De opbrengst over de eerste tien maanden van dit

jaar bedroeg, indien men de rijwielbelasting buiten
beschouwing laat,
f
4.134.181,58 meer dan de op-
brengst in de overeenkomstige maanden van 1923, ter-
wijl de rarning met een bedrag van f 28.112.271,05

werd overschreden.

in vergelijking met de overeenkomstige maand vin
het vorig jaar vertoonen de personeele belasting, de
inkomstenbelasting, de vermogensbelasting, de suiker-,

de gedistilleerd-, de zout-, de bier- en de tabaksaccijns,
de zegelrechten, de registratierechten, de successie-
rechten, de statistiekrechten en de ioodsgelden een
hooger
opbrengstcijfer.
Daarentegen brachten minder
op de grondbelasting, de..dividend- en .tantièmebelas-
ting, de
wijn-
en de
geslachtaccijns,
de invoerrechten
en de domeinen.

in tegenstelling met de vorige maanden ‘liep
de grondbelasting thans eenigszins ‘terug (met

f
124.901,04). De stijging der personeele belasting
zette echter door (thans met
f
30.543,443″2), dank zij
den aandrang tot tijdige aanzuivering. Vergelijkt men

de totaal-opbrengst dezer middelen over de eerste
tien maanden, dan bljkt, dat de grondbelasting

f
2107.383,07 en de personeele belasting
f 2.928.950,2234 meer opbraeht dan in 1923. Ook de
raming werd
bij
de grondbelasting overschreden. (met

.f
1.261.440,81); de opbrengst der personeele belasting
bleef daarentegen f 563.821,79 bij de raming ten
achter.

De inkomstenbelasting gaf ook nu weer eene hoo-
gere opbrengst
(f
544.613,32 meer) te zien dan in de
overeenkomstige maand van het vorige jaar. ‘Bij ver-
gelijking van de ontvangsten uit deze belasting over
de eerste tien maanden van 1923 en 1924 blijkt, dat
de bedragen zich als volgt over de verschillende dienst-
jaren splitsen:

26 November 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1049
Jan. tint Oct. 1923.
Jan. t/rn Oct. 1924.

1920/21

……
f

2.387.465,64
f

1.401.690,36.i4

1921122

……
,,
15.958.297,45
,,

4.500.183,38

1922/23

…….
,
63.511.845,74
,, 13.970.861,27

1923/24

……
,,

5.10i.51.1,11i4
,, 52.898.306,38

1924125

,,

9.564.952,25

Totaal:
f
81.559.125,95
f
82.335.993,65

Uit deze cijfers blijkt, dat nog steeds de vluggere invordering een belangrijken factor vormt. De op-

brengst van het loopende dienstjaar toch geeft een

voordeelig verschil te zien van niet minder dan

f
3.863.435,133, terwijl de totaal-opbrengst in het

loopende jaar
f
5.223.132,30 bij die van het vorige

jaar ten achter bleef. Vergelijkt men dan ook de laatst-
verloopen dienstjaren (in 1924 het dienstjaar 1923/24;
in 1923 het dienstjaar 1922123), dan valt het verschil

in opbrengst ad
f
10.613.539,36 in het nadeel van

1.924 uit.

Evenals de vorige maand gaf de dividend- en tan-

tièmebelasting thans weer eene lagere opbrengst te

boeken (van
f
101.139,41). Vergelijking van de op-
brengsten over de eerste tien maanden des jaars ].evert

voor 1924 een nadelig verschil van
f
2.384.820,09 op.

Een bijzondere reden is voor het decres van de maand

October niet op te geven, evenmin als voor de
hoogere opbrengst der vermogensbelasting, die van

f
1.250.231,32 op
f
1.691.902,74 kwam. Bij de laatst-

genoemde belasting zal de snellere invorderi.ng wel ten deele haar invloed hebben doen gevoelen..

De suikeraccijus liep in de afgeloopen maand ver-

geleken met het vorige jaar
f
440.537,1.8 vooruit. Dit

is echter ongetwijfeld aan de schommelingen der sui-
kerprjzen toe te schrijven, daar het verbruik ietwat
dalende is. Voor de lagere inkomst uit den wijnaccijns

(f
58.089,24) en de hoogere opbrengsten van gedistil-

ieerdaccijns
(f
368.100,86) en zoutacci.jns
(f
37.126,30)
is geen bijzondere reden aan te wijzen. De sterke ver-

hooging van den bieraccijns, die van
f
600.885,1.6 tot

f
1.239.118,80 opliep, is een gevolg van de op 12 Mei
jl. in werking getreden accijrisverliooging, toen de

accijns van
f
0,60 tot
f
1,50 per hectolitergraad werd
opgevoerd. De verlaging van de opbrengst van dan

gesiachtaccijns met
f
91.029,16 is vermoedelijk aan het

mindere gebruik tengevolge van de daling der l.00nen
to wijten. Voor liet geringe voordeelige verschil in het
opbrengstcijfer van den tabaksaccijns
f
5.581,66) is

geen speciale reden te vermelden.

Van de middelen, die meer in direct verband staai,
met het zakenleven, brachten de zegelrechten.
1 308.759,40 en de registratierechten
f
3.364,80 meer
op. Hiervan kwam echter ongeveer
f
120.000 op een

ruimere bate uit de beursbelasting, die in de zegel-
rechten is inbegrepen. Over de eerste tien maanden

brachten de zegelrechten
f
1.214.325,66 meer op, waar-
van ruim 6 ton op rekening van. de beursbelasting
komt. De registratierechten gaven in de afgeloopen
maand
f
3364,80 meer te boeken dan in de overeen-
komstige maand van 1923. De invoerrechten liepen

met
f
428.810,64 achteruit, gedeeltelijk te verklaren
uit de abnormaal hooge thee-invoeren in October 1923,
wegens de toen op komst
zijnde
verhooging van het
invoerrecht. De statistiek.rechten en de ioodsgeldeii
gaven een meerdere opbrengst van resp.
f
63.955,47

en
f
81.560,16 te zien, waarin de meerdere export en
de opleving van den internationalen handel zich weer-
spiegelen.

Tenslotte moge nog worden gewezen op de
grillige successierechten, diè met niet minder dan

f
1.974.689,31 vooruitgingen en daardoor voor een be-
langrijk deel de hoogere opbrengst de.r middelen over de afgeloopen maand verklaren. De domeinen brach-

ten
f
44.666,35 minder op; de speelkaartenbelasting
f7232,15 meer door het opraken der bij de invoering
der wet aanwezige voorraden. De hoogere opbrengst
der belasting op gouden en zilveren werken vloëit
voort uit do
wijziging
der waarborgwet; goedkoope

artikelen worden in meerdere mate ter stempeling aan-
geboden.

De inkomsten van het ,,Leningfonds 1914″ bedroe-
gen in de afgeloopen maand
f
9.876.928,37 (raming
rond
f
1.356.000). De oorlogswinstbelasting gaf nog
een. opbrengst van
f
337.154,88 (over de eerste tien
maanden van 1924 in totaal
f
1.311.013,81), zoodat de

opbrengst dezer belasting sedert het begin der heffing
ruim
f
792.701.800 bedraagt.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING,

DE FRANSCHE BEG-ROOTING VOOR
1925.

Prof. Bertrand Nogaro te Parijs schrijft ons:

In een vorigen brief
1)
heb ik reeds een overzicht
gegeven van de voornaamste ramingen der Fransche
begrooting. Doch eerst thans — nadat de contrôle-
‘arbeid der Commissie voor de Financiën reeds Vrij
ver is gevorderd – is het ontwerp-begrooting ter

openbare kennis gebracht. Het is een uitgebreide

aanvullende bron van inlichtingen, dank
zij
vooral
een zeer gedetailleerde Memorie van Toelichting.
* *
*

Gelijk wij reeds mededeelden omvat dit ontwerp-
begrooting alle uitgaven, zelfs die met betrekking tot

het herstel der verwoeste gebieden, welke tot dusverre
op een speciale rekening voorkwamen. Het brengt dus een volledigen terugkeer naar het beginsel der
begrootingseenheid met zich. De uitgaven beloopen
aldus 33y2 milliard (nauwkeurig 33.490 milliben),

waarvan 7Y2 milliard hersteluitgaven en 675 millioen
voor het bezettingsleger. De totale ontvangsten zijn
op een hieraan vrijwel gelijk bedrag geraamd (33.528

millioen) en onder hen treft men, ten einde de zgn. verhaalbare uitgaven te kunnen doen, een som van
1.275 millioen aan, waarvan 1 milliard correspondeert

met d van Duitschiand verwachte stortingen (boi’en
de terugbetaling van de bezettingskosten).

Dadeli.jk moet er echter op worden gewezen, dat
het brengen van de zgn. verhaalbare uitgaven op
de begrooting niet zonder een voorafgaande verlaging
heeft plaats gevonden. Hun raming voor 1925 door
de Commissie voor de Financiën beliep 11,5 mii-
hard. Evenwel is de bereikte verlaging met 4 milliard
gedeeltelijk het resultaat van een eenvoudige boekings-
,,operatie: de credieten voor 1924 bevatten ni. een
bedrag van 2 milliard, dat de waarde vertegenwoor-
digde van de ,,Obligations de la Défense Nationale”, die aan de slachtoffers der oorlogsverwoestingen ter
hand zouden worden gesteld. Nu wordt geraamd, dat
in 1925 3.200 milhioen van deze obligaties zal
worden afgegeven, maar men heeft gemeend, en naar
het schijnt met reden, dat het beter was, op de be-
grooting alleen de
werkelijke
betaling te brengen, die
eruit voortvloeit, t.w. die van de rente. Evenwel
worden nieuwe credieten opgevoerd, om ten gunste der kleine luyden onder de slachtoffers der oorlogs-
verwoestingen de betalingen in contanten te kunnen
verhoogen; deze credieten beloopen 200 millioen, welke
in mindering zijn te brengen op de opbrengst, die de
herziening van zekere schadeloosstelhingen, krachtens
de wet van 2 Mei 1924, verwacht wordt op te leveren.

De ramingen van de uitgaven, welke vroeger voor-
kwamen op de algemeene begrooting, beloopen 25.322
millioen. Zij
zijn
een weinig hooger dan die van de
tweejarigé begrooting voor 123-1924. Deze stijging
vindt haar verklaring in de eerste plaats in de alge-
meene terugwerking van de
stijging
van de kosten
van het levensonderhoud.
Zij
vloeit ook uit nieuwe
uitgaven ten bedrage van 800 millioen voort, welke,
na de aanneming van de begrooting op 30 Juni 1923,
zijn goedgekeurd en die vooral het gevolg
zijn
van
zekere vergoedingen, toegekend aan de ambtenaren
en van de herziening der
burgerlijke
en militaire
pensioenregelingen. Bovendien dienen nieuwe uitgaven

1)
[Zie pag. 914 in het no. van 15 Oct. 1924. – Red.]

1050

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26 November 1924

ten bedrage van 700 mil]ioen vermeld te worden,

voortvloeiende uit een algemeene salarisherziening,

welke moet plaats vinden overeenkomstig een drie
jaren geleden aangenomen wet.

Hieraan dient evenwel te worden toegevoegd, dat

deze onvermijdelijke verhoogingen ten deele zijn ge-

compenseerd door een serie nieuwe verlagingen, dat de
uitgaven voor de burgerlijke diensten alles bijeen-

genomen de 7.284 millioen niet overtreffen, terwijl

die voor het leger en de vloot – welke in het bij-

zonder worden beïnvloed door de prijsstijging – niet
boven de 5y2 milliard komen, waaronder de pensioen-
1

en de militaire uitgaven voor de Koloniën zijn be-
grepen. Ten slotte beloopen de nieuwe niet-permanente
uitgaven in verband met het herstel der
,
oorlogsschade
1.187 millioen, terwijl de dienst der openbare schuld

bijna 19 milliard (18.814 millioen) opeischt. De open-
bare uitgaven van Frankrijk zullen dus als te voren

verdeeld worden in de verhouding van 56,2 pOt. voor

de openbare schuld, 40,2 pCt. voor de burgerlijke en
de militaire diensten en 3,6 pOt. voor de nieuwe
niet-permanente hersteluitgaven.
* *
*

De middelen worden voor 1925 als volgt geraamd:
Registratierechten (Successie en eigendoms-
overdracht) ………………………..
5.429.989.000
Zegelrechten ……………………….
1.021.427.500
Beursbelasting ………………………
169.639.000
Belasting op de opbrengst van roerende goe
deren

…………………………..
1.858.261.000
Speciale belasting op verzekeringmaat-
schappijen ……………………….
22.000.000
Belasting op de bij verkoop van onroerende
goederen en handelszaken gerealiseerde winst

100.000.000
Luxe.belasting …………………….
20.439.000
Omzetbelasting ……………………..
4.402.904.000
Invoerrechten …… . ………………..

2.282:637.000
,

Indirecte belastingen ………………..

3.709.20.000
Suiker en Saccharine ………………..

463:063.000-
Monopolies (tabak, enz.) ………………

2.706.978.000.
Directe .belastingen …………………..
6.141.113.054
Staatsdomeinen…….
………………..

325.584.000
Opbrengst van de diverse bedrijven ……..

20.409.124!

Diverse ontvangsten en opbrengsten ……
1.442.276.498
Terug te betalen door Algerië ………..
11.545.000
Oorlogswinstbelasting ……………….
i.000.000.000,
Liquidatie van voorraden ……………..
450.000.000

Bij deze middelen voegen zich de reeds vermelde

Duitsche stortingen en de verschillende ontvangsten,.
met betrekking tot het herstel, doch
de begrooting
voor 195 maakt in geen.erlei opzicht’ een beroep op
leenin gen noodig.
Wat de
eigenlijk
gezegde belastingen aangaat,
deze vloeien tot een bedrag van 2.283 millioen uit
nieuwe fiscale maatregelen en voor een bedrag van

ongeveer 8 milliard uit een geraamde vermeerderde
opbrengst.

Gelijk men ziet kunnen de hoofdgroepen der,

permanente belastingen als volgt verdeeld worden:
In de eerste plaats de directe belastingen (inkom-
stenbelasting enz.) die 6 toilliard opleveren en waar-
bij moeten worden gevoegd de belasting op de op-
brengst van, roerende goederen en enkelç andere, die
te zamen ongeveer 2 milliard opbrengen, hetgeen dus
in totaal minstens 8 milliard beteekent uit direct
belastingen.

Vervolgens komen de belastingen op het kapitaal
(registr’atierechten), die 5Y2 milliard opleveren.
Dan de indirecte belastingen, invoerrechten, ltixe-
belasting, omzetbelasting, die 11 milliard opbrengen.
Ten slotte de monopolies, waarvan de correspon-

deerende uitgaven moeten worden afgetrokken, en cIe
domeinen, waaruit ongeveer 3 milliard vloeit.
Naar deze
cijfers,
die op de voornaamste hoofd-
stukken betrekking hebben, te oordeelen, zou kunnen
worden gezegd, dat de belastingen ongeveer gelijke-
lijk tusschen . directe en, indirecte zijn verdeeld. Bij
iedere categorie bestaat echter aanleiding tot het
aanbrengen van een voorname correctie, welke cor-

recties elkander echter min of meer opheffen. Inderdaad

hebben in werkelijkheid de als directe betitelde be-
lastingen ten deele een
indirecte werking;
zoo in
het bijzonder de belasting op de industrieele en
handelswinsten, die in het algemeen op den consu-
ment wordt afgewenteld, op dezelfde
wijze
als de om-
zetbelasting. D aarentegeii beteekenen de opbrengst-

cijfers der monopolies slechts voor een gering deel
consumptiebelastingen, omdat zii niet alleen de be-
lasting, uit het monopolie voortvloeiende, omvatten,

doch de totale ontvangsten uit dien hoofde aangeven.

Men kan zich dus niet alleen op de officieele
ramingen beroepen, wanneer men de ontwikkeling van

het Fransche belastingstelsel wil nagaan. Intusschen

moeten hier nog enkele opmerkingen volgen over de
voornaamste nieuwigheden, die de Fransche begroo-

ting over 1925 op fiscaal gebied bevat. In de eerste
plaats wordt een poging gedaan om de opbrengst

der inkomstenbelasting te vermeerderen, in het bij-

zonder voor zoover het de vrije beroepen aangaat,

(bevoegdheid der administratie overlegging te eischen

van alle uiterlijke teekenen, ,dat een zeker inkomen
wordt genoten). Wat betreft de industrieele en

handelswinsten, krijgt de administratie het recht door
deskundigen alle acten en verklaringen zonder uit-zondering te laten onderzoeken, waarin hetzij over-

dracht van onroerende goederen, van handelszaken,

van schepen of andere vaartuigen, of van goederen
van denzelfden aard is vastgelegd. Eveneens zal ge-

tracht worden voor den aanslag in de inkomsten-

belasting de werkelijke winst vast te stellen van de
groote landbouwbedrijven.

Drie nieuwe belastingen worden in het leven ge-
roepen: een belasting op wisseltrarisacties, een be-lasting op verzekeringmaatschappijen en ten slotte
een belasting op de winst,
bij
verkoop van onroerende
goederen en handelszaken gerealiseerd.

Het geheel dezer maatregelen, waaraan nog ver-
schillende bepalingen tegen de fraude zullen worden

toegevoegd, zal meer dan 2 milliard moeten opleveren. Hierbij moet evenwel gerekend worden op de mede-
werking van de Commissies voor de Financiën uit

Kamer en Senaat, en van het Parlement, een mede-
werking, die het bereiken van het evenwicht op de

begrooting niet steeds vergemakkelijkt. De Commissie
voor de Financiën uit de Kamer heeft eenig voor-
behoud gemaakt met betrekking tot zekere belastingen
ten gunste van enkele groepen van belastingplich-
tigen en heeft enkele bezuinigingsmaatregelen aan de
hand gedaan. Evenwel dient te worden erkend, dat

het Parlement op het oogenblik zeer verlangend is,
de taak der Regeering te vergemakkelijken en even-
zeer als deze laatste verlangt tot een werkelijk even-
wichtte komen. Vast staat, dat het het noodige zal doen

om de enkele zeldzame verhoogingen der uitgaven,
waartoe het het initiatief zou nemen, door daarmede
correspondeerende verlagingen te compenseeren en
het is geenszins overdreven te zeggen, dat ondanks de moeilijke omstandigheden van het oogenblik de
Fransche Staat binnenkort weder een enkele, in
evenwicht verkeerende begrooting zal hebben.

– BERTRAND NOGARO.

MAANDCIJFERS.

GIRO-OMZET BIJ DE NEDERLANDSCHE BANK.

Augustus
1924

Ii
Posten

Bedrag

IlPosten

Augustus
1923

Bedrag

Voor reke.
ninghouders 57.416
f2.081.587.000
56.345
f
1.697.884.000
waarvan door
de

11.-bank
plaatselijk
40.487
,
3
1.815.976.000 34.822
1.411.610.000
Ter voldoe-
ning
van
Rijksbelast.
7.410
,,

,
20.259.00011
3.472
,,

7.47.6.000

26
November
1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1051

OVERZICHT DER RIJKSIv[IDDELEN.

(In Guldens).

Sedert
Overeen-
c
9
0
er
1
Januari
komstige
1924
periodel923

Directe belastingen.
1.038.459
16.893.941
14.786.558
Personeele belasting
3.305.817
20.019.511 17.090.561
Inkomstenbelasting
8.408.145 82.335.994 87.559.126
Dividend- en tanti9me-
belasting ……..
877.865
13.439.544
15.824.364
Vermogensbelasting
1.697.903
8.070.653
7.835.369

Accijnzen.
3.249.731
32.142.577 33.754.458
57.707 1.804.791
1.551.880
4.600.639
39.713.151
41.370.574
1.368.522 1.125.792
Bier

…………….
.
1.239.719 7.257.502
4.253.969 7.869.164 8.593.022
Tabak……………
.
1.357.117 13.578.629
13.723.934
Belast, op speelkaarten
12.702 85.341
69.758

Geslacht

………….859.780

indirecte belastingen.

Grondbelasting ……..

11.869.433

..

2
15.622.373
8
14.408.047
Registratierechten.
. .
1.555.749
19.578.211
15.154.719
Successierechten ……
5.404.829
38.847.761
39.299.672

Invoerrechten
3.138.846 29.568.500 29.196.943

Suiker

…………….
Wijn ………………

Gouden en zilver.
werken

Gedistilleerd ………..
Zout ……………..163.395

96.945 758.998 751.780
Essaailoon ………..
110

..

882 944

397.216
3.460.857
2.844.914

Zegelrechten ………..

1.311
545.877 476.043 262.802

..

2.114.927
1.838.415 169.448
629.704
627.579

)lelasting ……………

Jacht
en visscherij
16.367

..

255.128
248.919

Btatistiekrecht
………..
Mijnen ………………

Loocisgelden.

………..
392.311
2.930.566 2.371.583

Domeinen ……………
Btaat8loterj ………….

40.174.346
358.893.104
354.758.923
Totaal

…………

Ii’ij
wielbelasting
14.2201

..

5.247.228

Totaal-Generaal ..
40.188.566
364.140.332 354.758.923

1)
Hieronder begrepen
f
323.132 wegen zegelrecht van
nota’s van makelaars en commissionnairs in effecten, enz.
(Beursbelasting).
2)
Idem
f
3.028.644.
8)
Idem f2.425.548.

HEFFINGEN VOOR IIET LEENINGFONDS 1914.

co24er
Sedert
1
Januari
1924

Overeen-
komstige
1
periode
1923

Verdedigingsbelast. la

509.339
2.387.746 2.349.326
Verdedigingsbelast. Ib
1.567.677
8.038.983 8.489.425
Verdedigingsbelast. II
2.405.669 23.063.277 24.782.783
Opeenten:
208.767
3.392.034
2.967.772
Grondbelasting ………
Personeele belasting
655.148
3.876.135.
3.378.623
Inkomstenbelasting
2.611.085
24.477.610
26.118.064
Ver2nogensbelasting
424.476
1.993.735
1.957.994

289.695 4.435.050 5.222.040

649.946 6.428.515 6.750.892

Dividend- en tantiëme-

11.541
360.958
310.376

belasting …………

Suiker …………….

Gedist. (binn.- en buitl.)
460.064
3.97 1.315
4.137.057
Wijn ………………

Zegelrechtvan buitl.eff
83.521
287.258
304.051.

Totaal.,
9.876.928
82.712.616
86.76&403

BELASTING IN VERBAND MET DE BUITENGEWONE

OMSTANDIGHEDEN.

October 1924
1

Sedert
1
1Januari 1924

Oorlogswinstbelasting

337.155

1

1.311.074

SPLITSING VAN DE OPBRENGST DER GROND-, PERSO-
NEELE-, INKOMSTEN- EN VERMOGENSBELASTING
SEDERT 1 JANUARI 1924.

Dienstjaren
Grond-
belasting
1

Personeele
belasting
Inkomsten-
belasting
Vermogens.
belasting

1919120



182
1920121
– –
1.401.690
1.600
1921122
8.293 176.385
4.500.184
10.991
1922/23
91.838 1.030.371
13.970.861
80.821
1923124
3.038.016
1

3.692.921
52.898.307
5.875.122
1924125
13.755.794
115.119.835

9.564.952
2.101.931

Totalen ..
16.893.941
20.019.512
82.335.994
8.070.654

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B. ** beteekeut: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

NedOrmhAnR.C.6124Jan.’24
ZweedscheRbk5k

isc. Wissels. 5 24Jan.’24lZwits. Nat. Bk. 4
16Juli ’23
•Bk ‘e1.Binn.Eff. 5424
Jan.’24
N.Bk.v.Denem. 7
17Jan. ’24
8Nov. ’25
Javasche Bank . ..
4420
Oct. ’24
Bank v.Noorw. 7
9Nov. ’23
Bankvan Engeland 4
5Juli’23
Bk. v. Tsjecho-
Duitsche Rijksbk. 10
29Dec.’23
slowakijë… ii
27Mei’24
Bank v. Frankrijk 8
17Jan.’24
N. Bk.v.O’rijk. 13 6Nov.
’24
Belgische Nat.Bnk. 6
14Feb.
’24
N.Bk.v.Hong.
12.182ept.’24
Fed. Res. Bank N.Y. 3 8Aug.’24 Bank v. Italië.
5411Juti ’22
Bank van Spanje. – 5
33J1rt. ’23
Z.-Afr.Res.bnk 8

OPEN MARKT.

Data
1

Amsterdam
Londen
Part.
disconto

1
Berlijn

1

Part.
Parijs
Part.
t
N.
York
1

CaIl-
ITart.
Prolon-
disconto
gatle
(3
mnd.)
1
disconto
disc.
money

22 Nov. ’24
471,
4
3.4-%
– –
24-241)
17-22 N. ’24
4%_71
311-8


2

_2%
10-15 ,,

’24
484
3% -4.4
3
+*%


2-2%
3-8

,, ’24
4

41
4_4’12
+-%


2%..384
19-24 N. ‘2313%
_4
3



20-25 N.
1
22351_
34_4
2
1
4_51
8



4-6

20_24J1i11413119_8,16
2_3%
P4(._9(
2l/_%
2%
134

214
1)
Noteering van 21 November.
WISSELKOERSEN.

WISSELMARKT.

Londen opende zeer flauw en daalde van 11,54/ tot
ca. 11,48. Al spoedig trad echter weder een herstel in tot
ca. 11,52, op welk niveau verder de geheele week gehandeld
wei
‘d. Ook Parijs en België waren Maandag sterk aange-
boden en herstelden zich eveneens weder Dinsdag. Later trad voor deze wissels opnieuw een rijzing in, zoodat Za.
terdag voor 13,23 en 12,12 werd afgedaan. Dollars weder flauwer. Dientengevolge waren ook Marken, Zwitsersche
Francs en Zweedsche Kronen ]ager aangeboden. Kopenha-
gen en Christiania onveranderd. Spanje iets vster. Buenos
Aires sterk gevraagd vooral Zaterdag. Indië iets hooger
geopend, verder onveranderd 97
3
/S-97%.

22 November 1924.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
Londen

Berlijn2
•)
Weenen
‘)
Parijs
)
Brussel
•)
New
York”)

17Nov. 1924
11.524
0.5925
0.00354
13.12
12.03
2.
4
8+
18

,,

1924
11.51*

0.5935

0.0035*

13.10

11.99*

2.49)4
19

,,

1924
11.52*

0.5925

0.0035*

13.05

11.
9
8*
2.491
8

20

,,

1924
11.51*

0.5925

0
.0035*
1
3.07* 11.99*
2’8T
21

,,

1924
11.52
0.59224
0.0035*

13.19
12.09
2.48+
22

1924
11.524
0.59174 0.00354
13.224


Laagsted.w.’
11.484
0.5910
0.00341

12.98
11.90
2.483/
1[oogste,,,,
1

11.544
0.5950
0.00354
13.23
12.12
2.496
15Nov. 1924
11.544
0.5935
0.00354
13.174 12.074
4

2.49
8

,,

19241
11.494
0.5965
0.00354
13.124
12.104
8

2.51
8
1
Muntpariteit
12.10
59.26
3)

50.41
48.-
48.-
12.48

8) Noteering te Amsterdam. “) Noteering te Rotterdam.
1) ParticulIere opgave.
2)
Gulden per billioen Mark.
3) Gulden per 100 Mark.
4)
Noteering van 14 November.
)
Noteering van 7 November.

Data
Stock-
holm’)
Kopen-
hagen’)
Chris-
tiania’)
57J
,
Spanje
1)
Bafavia’)
felcgrafisd1

17 Nov.

1924
66.85 43.75
36.90
48.024
33.90
9781_5/
18

,,

1924
66.90
43.85
36.80 48.074
33.90
97
3
/b

/,
19

,,

1924
66.90
43.90
36.85
48.-
33.874
9718

5/
8

20

,,

1924
68.85
43.80
36.85
48._
33.874
97a1
8

5
1
21

,,

1924
66.80 43.80
36.85
47.974
33.90
9781
5
.
2/
5

22

,,

1924
66.80
43.90
36.90
48.-
33.95
9781_51
L’.ste d.
w.
1)

66.65
43.65 36.65
47.90
33.80
97s1
ll’ste

,,

,,

1)
67.-
44.-
36.95
48.10
34……
97’1,
15 Nov.

1924
69.90
44.-
37.-
48.05
33.924
97
1
/8_974
8

,,

1924
67.35
44.-
36.60 48.35
33.90
96’4 -97
Muntpariteit
66.67
66.67 66.67
4.-
48._
100
1

‘) Noteering te Amsterdam.
1)
Particuliere opgave.

1052

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26 November 1924

KOERSEN TE NEW YORK.

Data
Cable Lond.
(j

$
per)
1
Cabic Parijs
1
(in ci,. “f”)

Cable Berlijn
(in cli pe’
bililoen Maik)I(in

1

Cab/e
1

..4m3lcrdam
cl,. p. gid.)

22 Nov.

19241
4.6387
5,31
23,81
40,24

Laagste d. wéek
4,6137
5,23 23,81
40,10

Hoogste
,,

,,
4,6387
5,31
23,81
40,24

15 Nov.

1924
4,6300 5,28 23,81
40,13

8

,,

1924
4,6000 5,24
23,80
39,97

Muntpariteit..
4,8667
19,30
23,81k ‘)
401116
1)
In ct. per Mark.

KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
8Nov.
1924
15
NOV.1
1924
17122
Nov.’24
1
LaagstelHoogstel
22Nov.
1924

Alexandrië ..
Piast. p. £
975133
9715132
97%l
s

97
1
1
182
‘Bangkok…
Sh.p.tical
1110
119
5
1
11104 1110k
111O4

B. Aires’) ..
d. p. $
4471,6
44
13
13
2

44
18
45
1
116
449
1
Calcutta
…. _.
Sh. p. rup.
115I81
115291
33

11571
8

46
3
13
2
1
1′
611
1
6

Constantin. .
Piast. p. £
830
837k
830
845 835

Hongkong …
8h. p. $
214
1
2/
i

2/4211
16

2/4’i
2147,
214
19
1
3

Lissabon
1)

.
d. per Mii.
2 2
51
2
y
4

22/
8

2
,
1
10

Madrid …….
Peset.p..c
33.92
34.001
33.88 34.05
33.91

Mexico …….
d. per $
26
26 25 27
26

Milaan ……
Lires p. £
106.57
106.95 106.35
107.25
106.72

Montevideo’)
d. per $
483%
504
50
52
5071

Montreal
.-..
$ per £
4.58+-t
4.63k
4.60
1
7

4.6411
8
4.63H
Praag ……..
Kr.p.
153h
15511
2

154
156
1544

R.d.Janeiro’)
d. per Mil.
5
31
132
6
1
1,8
5
31
132
62/
18

6

Shanghai ..
Sh. p. tael
314
,
18
3131

3/3
3/411
9

313′
9

Singapore;..
id. p. $
21411
8

2141
21411
16

21431
18

214′

VaiparaisoS).
peso p. £
39.90 39.90
39.80 39.90
39.90

Yokohama .-. 8h. p. yen
1,811
16
1
1
8
1/7
27
1
32

118
1
1,
1 715/
j9

* Koersen der voorafgaande dagen.
1)
Telegrafisch transfert.
1)
90 dg.

NOTEERING VAN ZILVER.
te Londen N. York

te Londen N. York
22Nov. 1924. 33y
4
685

24Nov. 1923…. 33s1,
0
6414

15

1924- 33
11
/j
693/
9

25Nov. 1922… 32
3
/26
6434

8

1924…
33’126
6914

20 Juli 1914- 24181
16
54
,
1
8

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 24 November 1924.
Activa.
Binnenl.Wis-IH.-bk. f 69.186.017,74 sels,Prom., B.-bk. ,, 27.592.623.61
enz.in disc1 Ag.sch. ,, 46.333.530,12
f
143.112.171,47
Papier o. h. Buitenl. in disconto … ….. …


Idem eigen portef.
. f
48.157.789,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk. nog niet afgel.
,,

. –

48.157.789.–
Beleeningenn.-bk.
f
73.167 020,29
mcl. vrsch. B.-bk. , 16.560.579,32
in
rek.-crt.
Ag.sch. , 78.089.427,28
op onderp.
f
167.817.026,89

Op Effecten………
f
165.062.034,39
OpGoederenenSpec.
,,
2.754.992,50 167.817.026,89
Voorschotten a. h. Rijk….. .. ………… … ,,

5.059.342,22
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud … .-. …
f
56.241.240,-
Muntinat., Goud … ,, 423.991.800,09

f
480.233.040,09
Munt, Zilver, enz. •

12.240.140,85
Muntmat. Zilver – ,,


492.473.180,94
Effecten
Bel.v.h.Res.fonds
. f

5.654.261,91
id.van 11,v.h. kapit.
,,

3.999.901,18

9.654.163,09
Geb. en Meub. der Bank

…..

,,

5.212.500,-
Diverse rekeningen

.. ,, 129.186.713,36

f
1.000.672.886,97

Passiva.
Kapitaal

f

20.000.000,-
Reservefonds

5.655.237,53
Bijzondere reserve

8.235.000,-
Bankbiljetten in omloop…

932.717.355,-.
Bankassignatiën in omloop…

• 1.138.589,68
Rek.-Cour.j Het Rijk
f


saldo’s

Anderen

19.948.656,89

19.948.656,89
Diverse rekeningen

12.978.047,87

f
1.000.672.886,97

Beschikbaar metaalsaldo

f
301.218.240,82
Op
de basi8 van
21,
metaaldekking……
,,
110.457.320,51
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is.

1.506.091.204,10

NED. BANK 24 Nov. 194. Voornaamste posten in 000.

Andere
1
Beschikb.
1
Dek-
Data

Goud Zilver Circulatie
1
opeischb.I Metaal- Ikings

schul4enI saldo

perc.

24 Nov, ‘241480.233 12.240

932.717 21.087 301.218 52
17

‘241481.445 11.868

951.859 21.011 298.237

51 10

’24 481.506 11.621

972.360 22.566 293.639 49
3 ,, ’24 481.506 10.540

997.499 25.094 287.024 48
27 Oct. ’24 489.345 10.855

956.666 24.319 303.485 51
20

’24 497878 10.570

961.329 23.919 310.665 51
13

’24 510.128 10.343

970.696 19.287 321.933 52

26 Nov. ’23 581.783 8.181 1.004.308 42.634 379.918 56
27 Nov. ’22 581.789 7.563

964.195 26.558 390.506 59

25 Juli ’14 162.114 8.228

310.437

6.198
43.5211)
54

Hiervan

TPapier
1
Schatkist-

Belee-
1
ophef
1
Diverse
Data

promessen ningenbulten-Iningen
3)
1
land

24 Nov. 1924 143.112

6.000 167.817 48.158 129.187
17

1924 146.880

6.000 171.132 50.269 134.040
10

1924 154.730

18.000 180.058 51.612 140.676
3

1924 158.390

23.000 197.229 52.799 146.101
27 Oct. 1924 138.083

3.000 164.588 53.743 144.992
20

1924 150.381

12.000 159.551 45.257 140.941
13

1924 153.707

15.000

163.700 36.088 132.735

26 Nov. 1923 188.238

42.000 142.237 57.040 99.835
27 Nov. 1922 194.624

44.000 113.242 75.166 30.098

25 Juli 1914 67.947
1
14.300

61.686 20.188

509
1) Op de basis van
2/5
metaaldekking.
3)
Sluitpost activa.
STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
Vorderingen

1 17
November
1924 124
November
1924

Saldo bij Nederi. Bank..


Saldo bij betaalmeesters..
f
9.658.160,22
f
8.273.122,26
Voorschot op uit. Oct. 1924
aan de gemeenten op
voor haar door Rijk te
heffen gem. ink.bel. en
opcentenopRijksink.bei. ,, 82.439.273.14 ,, 82.439.273,14
Voorsch. aan de koloniën ,, 43.900.750,80 ,, 44.332.255,58
Voorsch. a. h. buitenland ,,211.527.874
1
64 ,,211.043.398,20
Uitbetal. aan rek.houders
v. d. postch.- en girod. ,,124.361.219,65 ,,


Daggeldleeningen tegen
onderp. v. schatk.papier ,,

,, 4.800.000,-

Verplichtingen.

Voorsch. door deNed.Bank
f
11.454.965,77
f
6.751.472,99
Schatkistbilj. in omloop’) ,,204.386.000,- ,,204.375.000,-
Schatkistprom. in omloop ,,124.290.000,- ,,123.990.000,-
Waarv. direct bij Ned. Bk. ,, 6.000.000,- ,, 6.000.000,-
Zilverbons (met inbegripv.
de bedragen bij de betaal-
meesters in kas) …….
.,, 24.761.580,50 ,, 23.734,605,-
Door den Postch.- en Giro-
dienst in ‘s Rijks Schat-
kist gestort deel v. h.
tegoed van den dienst . ,,106.558.196,53

19.049.645,90
1) Waarvan
f
37.056.000 vervallen op of na 1 April 1927.

NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
De Minister van Koloniën maakt bekend:
15 November
1924 22
November
1924

Voorschot uit ‘s Rijks
kas aan N.-I. … .-…….
r
33.243.000,-
f
35.572.000,-
md. Schatk.prom. in omi. ,, 96.625.000,-

96.625.000,-
Voorsch.Jav.11k.aanN.-I.

Muntbiljetten in omloop. ,, 41.500.000,- ,, 41.100.000,-
Ten voordeele v. N.-I. ge-
boekt beleggingsgeld v.
h. N.-I. muntfonds…. » 6.056.000,-

6.056.000,-

Totaal ……If’77•424°°°-
1179.353.000,
Tegoed van N.-I. bij De
Javasche Bank ……. « 27.900.000,- I 31.500.000,-

CURAÇAOSCI

IE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Voor-
Diverse
1
Diverse
Data
Metaal
Circu-
lat ie
Dis-
conto’s
schotten
aan de
reke

reke-
kolonie
ningen11ningeni

1 October

1924
791
1.430
77
176
844
55
1 Septemb. 1924
794
1.364
79
288 734
76
1 Augustus 1924
609 1.272
81
250 840
104
1 Juli

1924
611
1.248
86
305 734
89
1 Juni

1924
610
1.235
86
293 738
88

1 October

19231
688
1.253
77

1

241
828
185
t) Sluitpoat der activa.
2)
Sluitpost der passIva.

26 November 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1053

JAVASCHE BANK
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der- laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Andere Beschikb.
Data

Goud

Zilver

Circa lat
ieopeischb.
metaal-
[
schulden saldo

15Nov.1924

210

280.500 113.000 136.050
8

1924

210.750

281.000 110.500 132.450-
1

1924

209.000

276.000 117.500 130.300

18 Oct. 1924 157.635

57.733 276.071 123.324 136.114
11 ,, 1924 156.841

58.760 275.967 119.005 137.248
4 ,, 1924 155.825

59.648 269.759 121.480 137.785
27 Spt. 1924 149.940

61.305 264.642 116.746 135.521

17Nov.1923 161.000

61.358 263.597 134.744 143.401
18Nov.1922 154.791

55.964 266.397 119.470 134.279

25 Juli 1914

22.057

31.907

110.172

12.634

4.842′

Wissels,

Voor-

Dek-
Dis-

bulten

Belee- schotten

verse kings- a a

conto’s N.-Ind. ningen
a!h.
Oou-
nfne ;, percen-

betaalb.

vernem.

g

tage

15Nov.1924 –

167560

27.900
3

54
8

1924

170.370

20.300
3

54
1

1924

– 172.670

16.400e

***

53

18 Oct. 1924 4.835 17.541 107.285 17.626
5
33.156

54
11

1924 34.741 18.130 102.701 13.481

32.523

55
4

1924 35.834 18.078 97.200 10.113′ 32.694

55
27 Spt. 1924 37.566 18.634 89.994 9.098 32.011

55

17Nov.1923 37.715 26.079 90.209 9.434 45.703

56
18Nov.1922 35.531 22.600 110.364 20.856
8
32.168

54

25 Juli 19141 7.259

6.395 47.934 6.446

2.228

44
1)
Sluitpost activa.
1)
Basis’!s metaaldeklsing.
3)
Creditsalao.

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden ponclen sterling.

Data

Metaal .zrcalatzc

Currency Notes

Bedrag _Ooudd.
1
Gov. Sec.

19 Nov. 1924 128.497 122.235 285.880 27.000 241.551
12 ,, 1924 128.494 122.870 287.368 27.000 243.042
5 ,, 1924 128.495 123.847 287.412 27.000 243.080
29 Oct. 1924 128.485 123.592 285.025 27.000 240.582
22 1924 128.488 122.906 285.218 27.000 240.869
14 ,, 1924 128.484 123.450 287.090 27.000 242.860

21 Nov. 1923 127.766 128.869 281.202 27.000 236.599

22 Juli 1914 1 40.164 1 29.317

Dek-
D

00v.

Other

Public

Other
R
0

Sec.

Sec.

Depos.

Depos.

eserve per.’)

19 Nov.’24 41.768 75.995 18.978 107.063 26.012 90,64
12

’24 40.898 72.821 15.863 105.494 25.374 20,90
5

’24 40.458 78.592 16.406 109.352 24.397 19,39
29 Oct. ’24 41.788

76.204 13.989 110.982 24.642 19,72
22 ,, ’24 42.468

77.116 14.758 112.497 25.332 19,90
14 ,, ’24 42.233

78.571 12.056 115.878 24.784 19,37
21 Nov.’23 43.439

74.143 17.236 106.232 23.647 19,15

22 Juli ’14 11.0051 33.633 1 13.735

42.185 29.297 525
1)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen francs.

1
Waarvan

Te goed Buit. gew. Schat-
Data

Goud

in het

Zilver in het

voorsch. kistoil-

buitenl.

buiteni.
a(d Staat jetten’.)

20Nov.’24 5.544,6 1.864,3 304,3 572,4 22.900,0 4.838,0
13 ,, ’24 5.544,6 1.864,3 304,0 571,9 23.000,0 4.838,0
6 ,, ’24 5.544,5 – 1.864,3 303,5 571,8 23.100,0 4.820,0
30Oct. ’24 5.544,4 1.864,3 302,9 571,5 22.700,0 4.814,0
23 ,,- 24 5.544,4 1.864,3 302,4 571,6 22.700,0 4.813,0

22Nov.’23 5.539,7 1.864,3 296,1 563,5 22.800,0 4.557,0

23Juli’14 4.104,4 – 639,6 – – –

Waarvan Uitge- B
1

Rekg.
Courant
Wissels

op het

stelde

e ee-
Circulatle[ullerenParti-
buitenland Wissels ningen

1
Staat

4.726,5

25,1

8,9 2.780,0 40.530,3 1.936,6 17,2
p 4.630,7

30,6

8,9 2.838,4 40.635,9 1.850,5 16,3
‘ 5.831,5

25,4

9,0 2.726,0 40.705,3 1.921,8 16,7
Zr
5.450,9

23,0

9,0 2.690,5 40.528,5 1.952,8 15,1

CD
4.972,6

21,3

9,0 2.753,2 40.459,5 1.737,3 18,8

3.302,7

26,1

17,5 2.344,5 37.158,7 2.044,6 85,5

1.541,1

8,4

718,0 5.911,9

943,0 400.6
1)
In disc. genomen wegens voorsch. v. d. Staat a. buiteni. regeeringen.

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Goudmark
/millioenen Rentenmark/trillioenen Papiermark.

Daarv.
Wissels
Data
Metaal
Goud
l

W
aa

circ.bk

ry.

1i
1
Totaal
Handels-
Schatkist.
1
wissels
‘)I
papier

7

Oct.

‘241
615

1
595

1

153
1

2.176

1
2.176

1

30 Sept. 241

600
578
136
2.170
2.170

Renten-
Rekg.
Courant
1
Opge.
.
De/ee-
bank-

Diverse
Circu-
_____________

I
1
nomen
bij de
ningen’)
schelne
activa
latie
Partjc4′”
Rijken
IRenten-

ce
in kas
lI
Staat5)

1

bank

c
15
246
864
1.519
371
II

322
800
54
1
222 842
1.521 363
1

II

308 800
1)
Onbelast.
2)
Waarv. in Rentenmark:
30
Sept.
1.234

7
Oct.
1.279.
3)
Idem zelfde data: 40;
9.
4)
Idem:
192;
187.
5)
Idem:
11; 171.
Volgens de nieuwe Bankwet.

(in millioenen Reichsmark).

Daarvan

Deviezen
Andere
1

Data’
Goud
bij bui-

als
goud-
wissels

1
Belee-
tenl.
circ.
dekking
en

1
nïngen
banken’)

geldende
cheques

15 Nov. 1924
694,6 240,0 231,5
2.154,8
17,1
7

,,

1924
694,3 240,0 231,4
2.327,4
15,5
31
Oct.

1924
694,2
240,0
231,4


2.339,7
33,4
23

,,

1924
630,5
177,7
210,2
2.173,7
16,8
15

,,

1924
613,6
172,1
204,5
2.153,9
15,9

23 Juli

1914
1.356,9


750,9
1
50,2

Data

Effec-
Diverse
Circa
latie
ening
Opgenomen hij
de
ten
Activa
Courant
Ren tenbank

15 Nov. 1924

77,3

1.748,0

1.633,2

749,5

800
7

,,

1924

77,4

1.053,5

1.721,8

828,6

800
31

Oct.

1924

77,7

951,8

1.780,9

708,7

800
23

,,

1924

77,5

947,4

1.313,1

986,4

800
15

,,

1924

77,5

929,9

1.396,7

828,5

800

3
Juli

1914

330,8′

200,4

1.890,9

944,-


1)
Onbelast.

2)
W.o.
schatkistpapier.

BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.
Voornaamste posten in millioenen Ir ancs.

Data
.2.2
2
,2

.2
L
L

20
Nov.’24 357,6 84,71480.016 437,015.250,0 7.598,9 256,2
12

,,

’24 356,7 84,7 480,011.295,1 470,0 5.250,0 7.673,2 255,9

S

,,

’24 356,4 84,7 480,011.303,6 492,915.250,0 7.658,4 226,9
29 Oct. 24 356,1

84,7 480,011.346,2 385,115.250,0 7.62,6 291,8
23

,,

’24 355,6

84,7

480,011.303,2 389,715.250,0 7.573,4 293,7
16

,,

’24

357,6

84,7

480,011.254,3 300,015.250,0 7.617,4 191,7

22 Nov.’23

350,9 84,7

180,0j1.0l0,31320,l
5.300,017.184,9

2,5

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in millioenen
dollars.


Goudvoorraad
Wissels

Data
Zilver
etc.
Totaal
Dekking
In het
In her-
disc. v.

1

‘In de

8.1

open

bedrag
F.
R.
Note
.
s
buiten-
land
member
1

markt
banks
1
g kocht


5 Nov.’24
3.038,5
2.027,3

85,1
229,3
234,8


29Oct. ’24
3.043,8
2.040,5

87,8
222,6
215,4
22

’24
3.044,2
2.036,1

87,4 223,2
169,7
15

’24
3.037,4
2.014,7

83,3
263,1
197,3
S

»

’24
3.045,9 2.024,5
– –
85,7
266,4
175,4
1

’24
3.045,2 2.062,1
– –
85,8
266,8
138,3

3.122,9′
2.175,8

7 Nov.’231

72,3
817,5
248,0

Data
U.S.
Goverh-
F.R.
Notes
Totaal
Depo-

Gestort
uoua-
Dek-
Algem.
Dek-
ment Se-
in circa-
sito’s
Kapitaal
kings- kings-

curities lutie
perc.’)
perc.S)

5Nov.’24

584,9

1.810,8

2.179,0

112,0

76,0

78,2
29 Oct.
1
24

584,2

1.766,6

2.218,0

112,0

76,6

78,0
22

’24

582,8

1.751,7

2.202,0

111,9

77,0

79,2
15

’24

598,5

1.767,3

2.279,2

112,0

75,0

77,1
8

’24

581,2

1.757,5

2.255,6

112,0

-75,9

78,0
1

’24

576,0-

1.745,0

2.214,0

112,0

76,9

79,1

7 Nov.’231

90,3

2.265,6

1.909,41

109,8

74,8

1

76,5
1)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover bpeishbare schulden:
F. R.
Notes en netto deposito.

2)
Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

1054

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26 November 1924.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste
I)osten
in millioenca dollars.

Uitge-

Reerve Totaal Waarvan
,.

6nken
antal

Beleg-

bij
de
a
0

ze e

.

F R

epo-

ime
gelden

gingen banks

sito’s

deposits

29Oct.’24

743 12.763,7 5.551,2 1.646,4 17.903,1 4.782,3
22

’24

744 12.842,9 5.476,6 1.639,6 17.956,3 4.743,0
15

’24

744 12.785,9
5.446,3
1.659,5 17.986,2 4.731,9
8 ,,

24

744 12.729,3 5.421,3 1.671,8 17.732,9 4.695,5

1 ,, ’24

745 12.7,92,4 5.411,2 1.620,2 17.777,6 4.674,9

31 Okt. ’23

769 11.943,4 4.530,3 1.388,4 15.288,3 4.031,7

Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 24 November 1924.

De voornaamste gebeurtenis van de achter ons liggende
bcrichtsperiode is ongetwijfeld het afsluiten van de Fransche
leening in de Vereenigde Staten geweest. Wel is de rente
(7
o/)
vrij hoog en de koers van uitgifte (94
0/)
eenigszins
beneden deverwacliting, doelt het heeft voldoening gewekt,
dat de modaliteiten dezer leening in ieder geval gunstige
zijn dan die der jongste Duitsche emissie en dat geen
speciale onderpanden zijn verlangd. Het z.g. ,,Morgan-
crediet” tot steun van den wisselkoers en ten bedrage van
$ 100 millioen, dat iedere drie maanden opzegbaar was, is
thans omgezet in een geconsolideerde leening, waardoor in
tussehen de lasten voor Frankrijk niet zijn verminderd.
Wel kan thans het voorschot van de Bank van Frankrijk
aan den Staat worden verminderd en is het verband op
een gedeelte van den goudvoorraad opgeheven. De beurs heeft dan ook de voorkeur er aan gegeven af te wachten,
wat de verdere gevolgen van het afsluiten der buitenlad-
sche leening zullen zijn. Ongetwijfeld is het psychologisch
moment juist gekozen, waar toch de inschrijving op de
binnénlandscbe leeniug nog open staat en er dus eenige
stimulans voor de plaatsing van de binnenlandsche obli-
gaties kan ontstaan.
Te Berlijn heeft de maikt voor binnenlandche aan-
deden een vrij opgewekt verloop gehad. Dit stond in ver

band niet betere berichten uit de industrie en met de
overweging, dat de goud-balansen over het algemeen den
stand van zaken zoo ongunstig hebben voorgesteld, dat
hier rneestentijds.van aanzienlijke stille reserves kan worden
gesproken. Weliswaar wordt de verdere ontwikkeling van
de nijverheid nog tegengehouden door den nog steeds
heerschenden credietnood — welke ook ‘een tegenwerkende
factor is hij het tot stand komen van beurs.transacties –
doch het vertrouwen op de toekomst heeft gedurende de
afgeloopen week eenige vorderingen gemaakt. Daarentegen
is de politieke toestand nog van remmenden invloed ge-
bleken, hetgeen voornamelijk tot uitdrukking is gekomen
in de markt voor binnenlandsche obligaties. In oorlogs-
leeningen vooral is een scherpe teruggang op te merken
geweest.
Te bon d e n hebben de onverkwikkelijke gebeurtenissen
in Egypte geen indruk van beteekenis gemaakt. De stem-
ming is hier meerendeels zeer kalm gebleven, waarbij
tegelijkertijd een lichte reactie
01)
te merken is geweest.
Op de staatsfondsen-markt is dit niet zoo sterk tot uit-
drukking gekomen, omdat hier nogal opgewektheid heerschte
in verband met de conversie-voorstellen van minister
Churchill. Hierdoor worden circa £ 135.000.000 5y
4
o
schat.
kistbiljetten verwisseld in hetzij 4′,,
0
/0
conversie-leenin’g 1940144, hetzij 4
0/
t
, schatkistbiljetten per 1934, voor zoo-
ver de houders natuurlijk niet de voorkeur geven aan een
aflossing in contanten. Door de besparing, welke deze
omwisseling voor den Staat met zich bréngt, is de indruk
in beleggerskringen gunstig geweest. De zwakkere houding
voor de aandcelen-markt kan gedeeltelijk worden verklaard
door een natuurlijken teruggang, welke op de vrij sterke
rijzing, onmiddellijk na de verkiezingen, plaats heeft ge.
vonden, gedeeltelijk door de minder bevredigende cijfers van den buitenlandschen handel over October. Het saldo.
import bedroeg ni. over October £ 38.940.201 tegen slechts
£ 28.046.819 over September; het is tevens het hoogste
import-surplus, dat in eenige maand van dit jaar bereikt
is geworden. Een lichte teleurstelling is dan ook op de beurs
tot uitdrukking gekomen.
Daarentegen is de markt te Nev York levendiger dan
ooit geweest. Industrieele en spoorwegwaarden hebben in
de belangstelling gedeeld, doch spoorweg-aandeelen hebben

hierbij wel op het eerste plau gestaan. De geldmarkt te
New York heeft van deze levendigheid nog geenerlei invloed
ondervonden. De liquide middelen zijn klaarblijkelijk groot
genoeg, om naast alle eischen van handel en nijverheid,
naast de omvangrijke credieten ook, welke voortdurend aan
liet buitenland worden verstrekt – thans weder door de
leening aan Frankrijk — ook de speculatie ruim te kunnen
voorzien.
T e n o n z e n t is de markt buitengewoon kalm, doch over
het algemeen niet ongeanimeerd geweest. Merkwaardig blijft,
ondanks de opleving der speculatiere bedrijvigheid, welke ‘hier en daar te constateeren valt, ondanks den betrekkelijk
hoogen rentevoet voor geld op korten termijn, de vaste
houding van de
beleggingsmarkt.
Ook thans valt., het nieuwe
noteenings-stelsel ten spijt, niet vast te stellen, of de om-
zetten ter beuze in Nederlandsche staatsfondseu nogal om-
vangrijk zijn, doch de houding is in ieder geval opmerkelijk
vast gebleven.

17 Nov. 21 Nov.21 Nov.Rijzing cl
daling
8 ol
o
Nederland 1922 …..101

10i,’,

10191,

+
5

oj

,,

1918 …..9l

Oloj,,

91..;


4g
ol
o

,,

1916 …..91oj

91”1,

917/s

-f-
5
116
4

0/o

,,

1916 …..83

83u1
1

83uI1

4-
110
14
0/

763

7634

76i1, –
3
0/

6634

6634 – 66


2′ o/
o
Cert. N. W. S …….. 53i

53’1


14
7
0/
Oost-Indië 1921 …..1 0251

10271,
6
10291,


ii
lo


6
0
/0

0

1919 ……98

9871

98181,
+ s/to
5 o,’

,,

1915 …..

93

93

933

+34
5 ol
o
Rusland 1906 …….3%

3718
3ui

+ 5
1,
4
0/
Rusi. bij iope & Co

57j,

4t31,

0,116 – 18
S ol
o
Japan 1899 ………5934

5951
8

591f
4
O/
Brazilië 1895 …….49i/

49


5.
O/
San Paulo 1921 .

9234

9251
8

9234 —34
6
o/
Amsterdam 1920 …. 10034

100518 +

7
ol
o
Rotterdam 1920 . . . 10271
8
10334

103I1,1 +
811
Van de aandeelenmarkt hebben vooinameljk
tabaksfondsen
sterk de aandacht getrokken door levendigen handel eu
stijgende koersen. Wederom waren het, van de Sumatra-
soorten, aandeelen Senembab. welke het meeste profijt hebben
kunnen trekken. Van de Java-aandeelen viel de aandacht
op aandeelen Besoeki-tabak, welke hun koerspeil aanmer-
kelijk hebben kunnen verbeteren. De oorzaak der belang-
stelling ligt in de berichten ‘omtrent zeer goede oogsten,
welke in het a.s. voorjaar aan de markt gebracht zullen
worden.
Ook de
petroleum-afdeeling
is iets beter geporteerd ge-
.

weest, hoewel de verschillen hier klein bleven. Voor aan-
deelen Koninklijke bestond nogal belangstelling van buiten-
landsche — Amerikaansche en Fransche — zijde. Ten
aanzien van aandeelen Geconsolideerde hebben de berichten
omtrent een meer conciliante houding der Roemeensche
regeering ten opzichte van het buitenlandsch kapitaal een
optimistische stemming doen ontstaan. De belangstelling
voor aandeelen Peudawa, welke gedurende eenigen tijd zoo
heftig is geweest, is geheel verdwenen.
Riebber-aandeelen
waren verlaten en eerder iets lager.
Ook de met deze rubriek verwante
koffie-soorten
mochten
zich niet in ruimen en opgewekten handel verheugen. Zelfs
voor
thee-aandeelen
was de belangstelling minimaal, ondanks
de betere prijzen, welke te bonden op de thee-veilingen zijn
bereikt en de hoogere koersen, welke thee-aandeelen te
bonden konden bedingen.
De
suiker-af deeling
is uiterst stil geweest, doch met een
beteren ondertoon, nu de Cuba-noteeningen zich goed bleken
te handhaven. Ook de publicatie van de V.J.S.P. betreffende
den middenprijs van de reeds gerealiseerde oogsten heeft
een gunstigen indruk gemaakt.
Van
handels-ondernemingen
werden tegen het slot der
berichtsperiode aandeelen Compan ia rs’Iercantil Argentina
op iets hooger peil verhandeld.
De
industrieele afdeeling
was kalm en geheel zonder
zaken. Van
diversen
daarentegen werden aandeelen Neder-
landsche Wol Maatschappij ruim verhandeld; na de publi-
catie van de balans-cijfers heeft de gunstige stemming zich
goed kunnen handhaven.
Mijn-aandeelen
varieerden nogal heftig, doch waren tegen
het slot toch doorgaans lager dan de vorige week.

17 Nov: 21 Nov. 24 Nov Rijzing of
daling
Amsterdamsche Bank …..
12834
12934
12834
Incasso Bank …………
9734
97% 97%
-‘
Koloniale Bank ………
.
17634
177
.17634
+
34
Ned.Handel-Mij.cert.v.aand
12034
12014
11834
234
Rotterd. Bankvereeniging
71
70
6934

13
Van Berkel’s Patent …….
8234
8434
83
+
14
1)’

ex.

liv.

.

26 Novem ber 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1055

7 Nov. 21
Nov.
24 N.v.Rijzing
of
daling
Gouda Kaarsen ……

….

161/
8

15%
15
3
18


Holl.Draad.enKabelfabriek

59
58


1
A.Jurgens’Ver.Fabr.g.aand.

7671
4

745
73


3%
pr. aancl.

75
7294
72%


2%
Leerdam Glasfabrieken ….
33%
Philips’ Gloeilampenfabriek
366%
367
370
.4-
3%
Vereenigde Blikfabrieken..
9294
92%
90

2%
Vereen.ChemischeFabriekeu
41
4011
4

4111
8

+
18
CompaniaMercantilArgent.
18
17%
195/8
+
118
Cultuur.Mij. d. Vorstenland.
161% 158
160%

1%
Handelsverg. Amsterdam ..
430%
42911
8

433
-f-
2
1
/
4

Handeisverg. Reiss
&
Co….
34%
34
‘1
34%
Int. Crediet-en E[andelsverg.

Rotterdam ………….
190%
193
191
+
94
Linde Teves
&
Stokvis
. . . .
861
8594
85

194
Redj eng Lebong Mijnb.-Mij.
33394
318
3251/,
8%
Gecons. Roll.Petroleum-Mij.
160%
164%
164s1
+
37/s
Kon. Petroleum-Mij ……
333
3379/
4
337%
+
4%
Phoenix Oil …………..
92
94%
92118
+
1
18
Amsterdam-Rubber-Mij
..
. .
156 156 157
+

/8
Kndeng Lemboe ………
187% 182
181

6%
Oost-Java-Rubber-Mij ……
247
24234
242

5
Deli-Batavia Tabak Mij.
.
..
346%
35494
35694
+
9%
Deli-Maatschappij ………
376/
384
3817/
s

+
5%
Senembah-Maatschappij
. . .
372
3
14
395
388’1
l

-t–

15i1,
De

sclieepvaartmarkt

bleef

ook
thans
geheel
verlaten
Verschillen van beteekenis
kwamen niet vOor.

17 Nov. 21 Nov. 24 NOVR
g
Of

Holland-Amerika-Lijn.:
8031
8

80
7994

,,gem.eig
65
63%
62
1
12

‘-2%
1-lollandsche Stoomboot-Mij.
27
26 26
— 1
Java-China-Japan-Lijn ….
1013
103
102%
+
1
Kon. Hollandscbc Lloyd
611
7

6%
694
+
11,6
Kon. Ned. Stoomb.-Mij …..
76/
4

769,j
76%
Konink.Paketvaart-Mij.
..
.
135
135%
135
Maatschappij Zeevaart
.
..
.
88
88 87

1
Nederl. Scheepvaart-Unie ..
1.26y
4
126
196
—y
Nievelt Goudriaan ……..
105
104%
104%

Rotterdamsche Lloyd ……
123%
—.
123
—%
Stoornv..Mij. ,,Nederland”..
15061
8

153%
152
3
/
4

-4–

21
h
,,Noordzee”

. .
2794
27
2651
b

— 1
8

De
Amerikaanscl,e “markt
was opgewekt, doch werd
eenigs-
zins tegengewerkt door den
lageren dollarkoers.
In aan-
doelen Studebaker heeft de
verwisseling
tegen certificaten
zonder nominale waarde gedurende de
afgeloopen week
plaats

gevonden,

hetgeen
ook in
de

hierbij

opgenomen
koerslijstjes tot uitdrukking is gebracht.

17 Nov.
21 Nov. 24 No
v
9
,g
Of

Americ. Smelting
&
Refining
84%
83%
83%

1
Anaconda Copper ………
80
7791,
78
1
1
B


1
7
18
Studebaker Corp……….
102
f1040
fl040
+
f
50′
tin. States Steel Corp.

… .
113%
115%
115
+
134
Atchison Topeka ……….
112%
.112%
113%
+
1
Ene …………………
311/
8

33’18
,

3214
+
1
3
/8′
Southorn Paciflc ……….
1013/
8

101%
10 17/, — 71,6

Union Paciflc ………….
145%
148
148%
+
3%
[nt. Merc. Marine orig. gew.
12
7
1,
13 13
1
116
+18
pref.
425/
8
44
‘1
43
18
+
1%
1)
ex.

div.

De
gek/markt
is
onveranderd
gebleven;
prolongatie gold
doorgaans
4%

it
4%

pCt.

GOEDERENHANDEL

GRANEN.
25
November
1924.

Weder ligt aan de graaninarkt een week met sterke prijs-
fluctuaties achter ons. Voor broodgraan golden aanvankelijk
nog de redenen, die op de voorafgaande dagen zeer vaste markten hadden teweeggebracht De verwachting van een
lage officieele raming van den Argentijnsehen nieuwen tarwe-
oogst kwam eohtei niet uit. Wel bedroeg die raming slechts
24
millioen quarters tegen een opbrengst van
31
milhioen in het
vorige ieizoen, doch de oogst was toen buitengewoon groot
en in het séizoen 1
922/23
was ook slechts
24
milhoen quarters geoogst. Velen hadden een belangrijk lagere hoeveelheid ver-
wacht. Verder werd al spoedig uit Australië gemeld, dat
daar van ddn zwaren regelval en de overstroomingen voor-
loopig nog geen schade aan den tarweoogst te verwachten viel,
terwijl juist dit slechte weder in Australië tot de vaste stemming
had meegewerkt. Ook de sedert 1 September iterk verlaagde
berekening van de Canadeesche tarweopbrengst maake
slechts korten tijd indruk. Het, totaal van
271.6
milhioen bushèls,

waarop de Canadeesche oogst nu wordt geschat, is zeer teleur-stellend tegenover de
474
millioen van
1923,
maar de particu-
liere berichten van den laatsten tijd hadden reeds lang een
achteruitgang doen verwachten, sedert de raming per 1 Sep-
tember, die
291.6
inillioen bushels had bedragen. Die ver-
mindering in d
,
e Canadeesche tarweopbrengst bleek da.n ook
in de prijzen reeds grootendeels verd.isconteerd. Daarbij blijven
de tarweaanvoerer, in de Vereenigde Staten groot. Ook meldde
Argentimë verder gunstig weder, nadat kort tevoren telkens
weder van konde en droogte sprake was geweest. Door al deze
oorzaken daalden in het begin der week de Noord-Amen-
kaansche markten voor tarwe ongeveer
4 á 5
dollarcent per
60
lbs. en voor rogge circa
3
cent per
56
lbs. Ook Argentinië
was flauw voor nieuwe tarve en de Februari-termijn verloor
aan de termiinmarkten te Buenos Aires en Rosario
35
centavos
per 100 KG. Tot dien prj sloop had ook de ontwikkeling der
•.huropeesche markt meegewerkt. Reeds herhaaldelijk hebben
wij in deze berichten den toestand aan de Duitsche markt
beschreven, die door de veel te groote inkoopen in September
van tarwe en rogge en de daarop nog gevolgde consignaties uit Noord-Amerika in hooge mate leed onder te groote aan-
voeren, die het dadelijk te dekken gedeelte van de behoefte
van dit seizoen verre overtroffen en ten gevolge hebben gehad,
dat in Duitschland en naburige landen de prijs van Noord-
Amerikaansch broodgraan, vooral van rogge, zich bewoog op
een mveau, dat zich ver beneden de Amerikaansche paniteit
bevond. Nu en dan scheen den laatsten tijd eenige verbetering der prijsverhouding nabij, doch prjsvethooging in het uitvoer-
land of nieuwe groote aanvoeren in de Duitsche have•ns en
Rotterdam hielden dan een herstel telkens weer tegen. Soms
vertoonde ook in Engeland de toestand eenige gelijkenis met
dien in Duitschland, doch dat duurde dan gewoonlijk slechts
enkele dagen, waarop dan de Engelsche vraag weder henleef de
en verdere flinke inkoopen werden gedaan. Ook in het begin
dezer week was dat het geval en vooral in ladingen Mstralische
tarwe werden weder flinke zaken gedaan, terwijl ook aan de
parcelmarkt een bevredigende omzet werd bereikt. Manitoba’s
namen daarbij weder de eerste plaats in, doch ook in Bnitsch-

indische tarwe, die bij voortduring ruim wordt aangeboden, werden flinke zaken gedaan. Spoedig kwam daaraan echter
eeii einde en ten slotte openbaarde zich in Engeland dezelfde
toestand, dien wij voor Duitschland en gedeeltelijk voor Neder-land reeds zoo dikwijls hebben beschreven. De loop der markten
in de uitvoerlanden en de internationale statistische positie
yan tarwe beïnvloedden de stemming in Engeland steeds
minder en meer en meer werd de bezwaarlijke afzet der over-
Ivloedige aanvoeren de voornaamste factor, die de markt be-
heerschte.
Reeds
geruimcn tijd wordt uit Noord-Amerika
(Canada en de Vereenigde Staten) in buitengewoon snel tempo
tarwe verladen en ook deze week was de hoeveelheid weder
zeer groot.
670. 119
qu’arters tarwe arriveerden deze week in
de havens van het Vereenigd Koninkrijk, een ongekend
groote hoeveelheid, en sedert 1 Augustus bedraagt die invoer
reeds
8.85
millioen quarters tegen
7.3
mullioen in hetzelfde
gedeelte van
1923.

Ook de hoeveelheid tarwe; onderweg naar
Europa, is overvloedig en beloopt
8.875.000
quarters tegen
5.800.000
een jaar geleden en het zijn uitsluitend de groote
verschepingen uit Noord-Amerika, die deze abnormaal groote
cijfers hebben teweeggebracht. Aan de Engelsche markt was
den laatsten tijd spoedige tarwe zeer moeilijk te plaatsen,
daar evenals onlangs te Rotterdam in verschillende Engelsche
havens verder opslagruimte ontbrak en zelfs de molens veelal
niet in staat waren hun aankomende tarwe te bergen. Nog
steeds is men overtuigd, dat in den verderen loop van het
seizoen de toestand hoogstwaarschijnlijk geheel zal veranderen,
omdat in de uitvoerlanden nu eenmaal nauwelijks meer tarwe
‘beschikbaar zal zijn, dan de invoerlanden tot
31
Juli
1925
noodig hebben. Nu echter de aanvoeren aan de markten der
Vereenigde Staten steeds zoo groot blijven en de verschepingen
uit Noord-Amerika nauwelijks eenige neiging tot afname
vertoonen, rijst hier en daar wel twijfel aan de juistheid der
oogstramingen in de Vereenigde Staten. Wel heet het telkens
weder, dat het met de groote hoeveelheden Noord-Amen-
kaansche tarwe spoedig uit zal zijn en dat bijvoorbeeld de nog
onverkochte hardwintertarwe hij de A.merikaansche boeren
schaarsch wordt, maar hoe langer de vermindering van het
Amerikaansche aanbod uitblijft, hoe grooter de kans wordt,
dat geen haat zal ontstaan tusschen de groote aanvoeren uit
Noord-Amerika en die van de nieuwe Argentijnsche en Austra-
lische tarwe. Bij de overgroote aanvoeren in verschillende
Eu-opeesche landen verliest dan ook die in het verschiet’
liggende verbetering in de verhouding tusschen vraag en aan-
bod de kracht, waarmee zij steeds de prijzen op peil heeft ge-
houden. In Enc’cland werd spoedige tarwe ver beneden

de
Amenikaansche pariteit verkocht. Ook op het Noord.Westehjke
vasteland van Europa bleef deze toestand bestaan, ofschoon
het verschil tusschen de daar en in Amerika geldende prijzen

1056

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26
November 1924

Noteeringen.

Chicago
Buenos Aires

Data
Tarwe
Maïs
Haver
Tarwe
Mars
L
Dec.
Dec.
Dec.
Dec.
Dec. Dec.

22Nov.’24 1537/
8

1141/
53
8
18
15,90
11,
93,15
15

,,

’24

154
1
18

113
11
8

5 3y
4

15,75
11,35
23,20
22Nov.’23 10271
8

733<
43
13,40
10,70
23,45
22Nov.’22 118,

70
j
4311,
11,70
7,75
17,50
22Nov.
1
21

10911
4

49
1
327/
8

11,50
1
)

7,50
16,85
20 Juli’141 82

5681
8

36
9,40 5,38 13,70

1)
Per November.
Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.

24Nov. 1 17Nov. 1 26Nov.
1

1924


Soorten

1

1924

1

1923

Tarwe’ ……………..
1

16,25
16,25
12,50
Rogge (No. 2 Western) •.,
1
14,50
14,50
9,60
Mais (La

Plata) ………..
2
229,- 238,-
202,-
Gerst (48 Ib. malting)

2
246,-
250,-
190,-
Haver (381b. white clipp.)
1

12,75
4
)
12,80e)
10,50
Lijnkoeken (Noord.Ameri-
kavan La Plata-zaad)
1
14.90

1
490,_
13,30
Lijnzaad (La Plata)

. . . .
484,-
14,80
461,-
1)
per 1001KG.

2)
per 20001KG.

3)
per
1960 KG.
*N
o
2 Hard/Red Winter Wheat.
4)
Canada No. 3.

AANVOEREN in tons van 1000 1KG.

Rotterdam
Amsterdam
Totaal

Artikelen
1f/22
Nov.
Sedert
Overeenk.
16j22
Nov.
Sedert
Overeenk.
1924
1923
1924
1 Jan.
1924
tijdvak
1923
1924
1Jan.
1924
tijdvak
1923

Tarwe
.. … .. … ..,. .. .. ..,
34.125 1.183.882
729.526,.

38.043
31.086
1.221.925 760.612
Rogge
…. ..

………..
9.408
540.414
424.538

3.775
485
544.189 425.023
Boekweit
.
._ ………..-
710
21.070
23.755

353

21.423 23.755
Maïs

.

.. … ..

..
24.630
690.708
579.451

101.351
73.715
792.059 653.166
Gerst.

._ .. …. ..,. …
4.316
290.450 254.764

32.811
14.018
323.261 268.782
Haver

……….
2.309
221.618
64.760

1.445
533
223.063
65.293
5.980
222.055
129.777

61.072
53.544 283.127
183.321
Lijnkoek
.. .. ……….
5.350
180.404
169.653

700

181.104
169.653
Lijnzaad……………

Tarwemeel …………….8.232
229.890
114.131
1.543
27.738
4.754
257.628
118.885
Andere meelsoorten
130
7.221
1.592



7.221
J

1.592

veel verminderde, zoodat nu en dan nieuwe zaken weder spoe-
dig mogelijk leken en voor enkele tarwesoorten zelfs een en-
kelen keer tot stand zijn gekomen. Ook voor rogge zag de markt er in dit opzicht iets beter uit. De verschepingen uit
Noord-Amerika zijn de laatste weken afgenomen, wat echter
niet wegneemt, dat zij nog steeds van respectabelen omvang
zijn. Uit de voorraden in de Duitsche zeehavens en Rotterdam
werd nu en dan het een en ander naar het binnenland verkocht,
doch aankomende partijen worden nog steeds belangrijk be-
neden de Amerikaansche prijzen aangeboden en telkens weder
worden do voorraden in Hamburg en Rotterdam met nieuwe

partijen aangevuld, die zich voor een groot gedeelte nog in

Amerikaansche handen bevinden, wat met tarwe niet in die
mate het geval is. Op 20 November zag de markt voor brood-,
graan er dus overal flauw uit, doch weder trad toen, wat de-,
uitvoerlanden betreft, een verbetering in. Italië is reeds,
eenige dagen geregeld voor stoomende tarwe in de markt en
ook Frankrijk toont daarvoor meer belangsteffing. Bovendien
wordt in Frankrijk spoedig een belangrijke verlaging ver-
wacht van het invoerrecht op tai-we, als gevolg waarvan
dadelijk veel stoomende tarwe door.
Frankrijk zou worden op-
genomen. Hoe gevoelig de Amerikaansche markt is, blijkt wel
uit de omstandigheid, dat dit dadelijk te Winnipeg en Chicago
belangrijke prijsstijgingen ten gevolge had. Van 20 tot 24
November hebben deze 4 á 6 dollarcent per 60 lbs. bechagen en op beide markten staat tarwe op 24 November niet slechts
hooger dan op den 1 7den, doch ook hooger dan ooit tevoren.
Zoo volgt op iedere prijsverlaging telkens weder een reactie,
die den prijs tot boven het vorige hoogterecord opvoert.
Ook rogge deed aan het prijsherstel mede, doch daar voor dit
artikel de invoerlanden beperkt blijven tot Duitschland, Neder-
land en Scandinavië en daarvan slechts Zweden en Noorwegen –
den laatsten tijd werkelijk als kooper optreden, was daarvoor
cle prijsstijging minder sterk en bevindt de prijs te Chicago
zich nog 1-s- â 3 cent per 56 lbs. beneden het niveau van 13 No-
vember, toen de hoogste prijs van het seizoen werd bereikt
Op: ongeveer 140 cent per 56 lbs. tegen 67 cent in het begin van
Juni en 90 tot 120 cent gedurende September, in welke maand
Duitschiand de meeste zijner groote inkoopen deed. De nieuwe
stijging van de Amerikaansche tarweprijzen heeft ook in
Engeland de markt weder een wat vastere stemming verleend
doch de vraag bleef tot nog toe slecht met geringen omzet.
Mais heeft deze week nog sterker dan tarwe geleden onder de
te groote aanvoeren. Tot ruïneuze prijzen werd in Engeland
spoedig verwachte Plata-maïs verhandeld, vooral naar Londen.
De detailvraag stelt teleur en werd door de arriveerende
hoeveelheden verre overtroffen. Ook ontbrak hot voor ver-
schifiende spoedig verwachte ladingen, die zich in Engelscho
handen, bevonden, aan koopers en de lage prijzen, waartoe deze
ver beneden de Argentijnsche pariteit te koop waren, deed op
het vasteland don prijs voor Plata-maïs scherp dalen, ‘vooral
toen eenige dier ladingen naar Nederland, België en Frankrijk
werden verkocht. Wel is in. clie landen de vraag naar mais
veel beter dan in Engeland, doch een zoo sterke verineerdering
van den aanvoer konden ook daar de markteg niet verdragen

enin en1ele dagen daalde de prijs voor spoedige Plata-mais te Antwerpen en Rotterdam een vijftal percenten. Behalve stoo-
mende partijen werd ook Plata-mals op aflading tot sterk
dalenden prijs verhandeld en ofschoon de kooplust telkens op
het lagere niveau weder toenam, waren de aangeboden hoe.
veellieden aanvankelijk te groot om de prijsdaling te stuiten.
Ook waren de Argentijnschie maïsve.rsche.pingen deze week
weder grooter dan in de vorige en de reeds eenigen tijd voor-
spelde vermindering laat dus op zich ‘wachten. Sedert 1 Mei
waren op 20 November uit Argentinië reeds 171 millioen
quarters mais verscheept tegen 14 millioen in hetzelfde
tijdperk van 1923 en 14.7 in het geheele jaar 1923. En nog be-
draagt de maïsvoorraad in de Argentijnsche havens 275,000
ton tegen 100.000 ton een jaar geleden. De uiterst flauwe
Engelsche markt bracht ook inArgenth ‘ë een prij sdaling teweeg,
die van 17 tot 21 November 50 á 55 centavos per 100 1KG.
bedroeg. Op den 21 sten bleek de Engelsche maïsmarkt vol-
doende van het groote aanbod van spoedige partijen ontlast te
zijn om zich wat te herstellen. Den volgenden dag maakte
dat herstel flinken voortgang en op den 24sten kostte Plata-
ma-ïs in Engeland reeds meer dan waartoe uit de in den loop der weelc naar vastelandsche havens verkochte ladingen nog
werden verkocht. Ook daar had de betere Engelsche stemming vastere markten ten gevolge en bij vrij goede vraag werden-op
den 24sten in Nederland en België weder veel boogere prijzen
dan op de voorafgaande dagen betaald. De markt was dan ook,
vooral wegens locale Engelsche oorzaken, wel wat al te ver
gedaald, nu zich bij de voorziening der invoerlanden met maïs nog steeds geen ernstige concurrent voor Argentinië vertoont.
De Argentijnsche markten reageerden dadelijk met prijsver-
hoogingen op de betere stemming in Europa en op 22 en 24
November waren Buenos Aires. en Rosario aanmerkelijk
hooger. Van de zooeven genoemde daling zijn op die dagen
reeds weer 25 á 30 centavos ingehaald. Dat Noord-Amerika
weder mais zou gaan uitvoeren, is nog steeds zeer onwaar-
schijnlijk. De markt te Chicago was deze week een enkelen keer wel zeer flauw, om zich echter later weer wat te herstellen, doch
de prijs staat zoo ver boven dien van Plata-maïs, dat die fluc-
tuaties op de internationale maïsmarkt slechts zeer weinig
invloed uitoefenen. Ook het aanbod uit den Balkan is eigenlijk
niet dringend te noemen. Wel heeft het zich den laatsten tijd
uitgebreid en zijn de prijzen van Roemeensche en Bulgaarsche
maïs gedaald, doch een prijsdaling als voor Plata-maïs is
daarvoor hing niet ingetreden. De beperkte hoeveelheid mais
van voldoende droogte houdt het aanbod binnen inatige
grenzen en bovendien hebben koude en sneeuwstorm in Roe-
menië met vrees voor een vroegen winter de prijsdaling in toom
gehouden. De zaken in Roemeensehe en Bulgaarsche maïs
naar West-Europa zijn niet groot, wat gedeeltelijk ook het
gevolg is van het geringe vertrouwen in de kwaliteit, doch naar
de landen der Middellandsche Zee worden vrij geregeld zaken
gedaan. De maïsverschepingen van den Balkaii nemen toe,
doch bereiken in vergelijking”met de Argentijiische hoeveel-
heden nog lang geen omvang van eenige beteekenis. In
Duitschiand is de. vraag voor mais,slecht. …

26 November 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1057

Gerst is nog steeds zeer stil en zaken in Russische en Roe-
meerische. soorten worden bij zeer klein aanbod nauwelijks
gedaan. De voorraden Russische gerst, die zich in West-
Europeesche havens bevinden, zijn zoo goed als onverkoop-baar, omdat daarvoor veel hoogere prijzen worden gevraagd
dan voor NoordAmerikaansche gerst. Ook uitNoord-Amerika
wordt echter zeer weinig gerst gekocht. Tot lage prijzen werd
in Engeland deze week wat meer verhandeld dan in de vorige,
toen de gersthandel daar al buitengewoon stil was. In Nederland
vindt Noord-Amerikaansche gerst langzaam haar weg naar
den verbruiker, doch vroeger gekochte aanvoeren zijn voor-
loopig voldoende voor de behoefte en nieuwe zaken kwamen
deze week nauwelijks voor. Ook in Duitschland verkeeit de
gerstmarkt in gedrukte stemming met onvoldoenden kooplust.
In haver werden ook deze week weder weinig zaken gedaan.
Het zal zeker’nog geruiinen tijd dïiren vôôr het aanbod uit
de eigen oogsten der invoerlanden zoozeer afneemt, dat zich
weder geregelder vraag naar buitenlandsche haver kan ont-
wikkelen. Sedert de overdreven groote haverinkoopen in Sep-
tember, vooral van Duitsehiand, heeft zich geen periode van
levendige zaken in dit artikel meer voorgedaan.

SUIKER.

De stemming op de verschillende suikermarkten bleef ook
deze week kalm en schijnt de vraag naar proinpte suiker
niet meer zoo groot te zijn.
In A in e r i k a fluctueerden de noteeringen niet noemens-
waard, hetgeen uit de ondervolgende cijfers blijkt:

SpotC. Dec. Jan. Mrt. Mei

Slot voorafgaande week ……5.78 4.- 3.41 3.14 3.21
Opening verslagw’eek

5.90 4.12 3.39 3.11
3.20
Slot

5.90 4.10 3.41 3.08 3.15
De ontvangsten in de AtI havens der V.S. bedroegen
26.000 tons, de versmeltingen 40.000 ton (tegen 40.800 in
1923) en de voorraden 31.000 tons.
In prompte Cubasuiker kwamen nog flinke zaken tot
stand tot prijzen varieerende tusschen 411
6
c. en 434e. e. & f.
New York.
De Cubastatistiek is als volgt:

1924

1923

1922

Tons

Tona

Tons
Weekoutvangsten 15Nov.’24 8.863 2.076 11.272
Tot. sedert 1 Dec.’23_15Nov.’24 3.905.984 3.478.185 3.872.512
Weekuitvoer 15 Nov. ’24 …. 35.806 12.167 44.092
Tot. uitv. 1 Jan.’24_15 Nov.’24 3.820.624 3.415.149 3.772.448
Totale voorraad op 15Nov.’24 85.113 63.042 108.661
Verbruik ……………….1.229

In Engeland verhoogden raffinadeurs den prijs van
hun product voor alle posities, uitgezonderd 2e helft De-
cember, met 6d.
De Zichtbare Voorraden volgens Czaruikow zijn als volgt

1924

1923

1922

Tons

Tons

Tons
Duitschland 1 Oct. ’24 ..

2.000 102.000

37.000
Tsjechoslowakije 1 Nov. ’24

337.000 280.000 182.000
Frankrijk 1 Nov. ’24 ……..

151.000

94.000

92.000

Nederland 1 Oct. ’24 ………22.000

16.000

52.000
België 1 Oct. ’24 . ……….

11.000

15.000

12.000

Engeland 1 Nov. ’24 ……..118.000

188.000

272.000

Totaal (Europa)

641.000 695.000 647.000
V.S. Atlant. havens 19 Nov.’24

31.000

60.000

65.000
Cuba alle havens 15Nov.’24

85.000

63.000 109.000
11 binnenl. 1 Nov. ’24

72.000

20.000

45.000

Totaal . .

829.000 838.000 866.000

Op Java bleef de markt kalm doch werd aanvankelijk
voor disponibele witte Javasuiker
f
14′ (d.i.
f ‘,
meer dan
de vorige week) en voor Januari
f 14i1 betaald, waarna
de markt weer iets afzwakte en afdoeningen tot stand
kwamen tot prijzen dalend tot / 13%.
De door de Producenten Vereeniging gemaakte verre-
kenings-prijzen voor oogst 1924 zijn als volgt:
Superieure hoofdsuiker / 15,05 (vorig jaar / 14,15) en
Muscovados

13,75 (tegen

12,85),
terwijl de kostprijs van het product minder zal bedragen
dan in 1923.
Van oogst 1925 werden 14.600.000 picols, of ruim de
helft, verkocht tegen gemiddeld
f
13,25 voor Superieur en
/ 11,95 voor Muscovados.
Hier te lande: opende de markt aanvankelijk vast op
prijzen, welke ongeveer
f
34
boven de slotnoteeringen der
vorige week lagen. Daarna echter zakten de prijzen in om
ten slotte weder aan te trekken: December, Mei en Augus.
tus noteerden
f
20%. De omzet bedroeg deze week ongeveer
5200 tons.

NOTEERINGEN

Amster-
Londen
New York
96pCt.
White Java’s
Cuba’s
Data
dam per
Maart
Tates
Cubes
f.o.b. per
96 pCt. c.Lf.
Centri-
No.!
Mei/Juni
November
fugals

Sh.

.

Sh.

$
ets.
21 Nov.’24 f20la/
16

3816

1913

221_nom.

5,90
14

,,

’24 ,,2051

3816

1913

221_nom.

5,78
21Nov.’23 ,,3134

6019

25/3

221-

7,53
21 Nov.’22 ,,23

56/-

19/_

19/_

5,65
4 Juli ’14 ,,11i
3
/

18/_

.

3,26

KATOEN.

.

Noteering voor Loco-Katoen.

(Middling_Uplands.)

21 Nov.
.1
14Nov.
7Nov.
21 Nov.
1
21Nov.
1924
1

.1924
1924
1923 1922

New York voor

Middling … 24,15 c

24,80e

23,75e

35,90e

25,40 c
New Orleana
voor Middling 23,90e

24,65e

22,95e

34,75e

25,_ c
Liverpool voor
Middling . ..

13,63 d

13,87 d

13,25 d

20,59 d

25,400)
S)
Voor fully middling ouden Standaard.
Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen).

1
Aug. ’24
1
Overeenkomstige periode
tot

1
14 Nov.’24
1923-24

1

1922-’23

Ontvangsten Gulf-Havens.
}3836
3313
3017
,,

A tlant.Havens
Uitvoer naar Gr.Brittannië
806
717
608
‘t Vasteland ete.
1396
1252
1094
Japan

_. –
221 219
163

Voorraden.
(In duizendtallen balen).

14Nov.’24
Overeenkomstig tijdstip

1923

1922

Amerik. havens ………..1340824

1195
Binnenland ……………1410

1169

1451
New York ……………….206

43

60
New Orleans …………….332

173

301
Liverpool

175

331

Marktbericlit van de Heereu Sir Jacob Behrens & Sons,
Manehester d.d. 12 November 1924.
Het conditierapport van Amerikaansche katoen, hetwelk
j.l. Zaterdag gepubliceerd werd, toonde een verbetering aan
vaji 1.2 bij dat van veertien dagen geleden, welke verbetering
ook algemeen verwacht werd. De .geschatte oogst is thans
12.816.0ii0 balen en het totaal aantal balen geginde katoen
bedroeg ultimo October 9.695.000 balen, hetgeen meer is dan
de laatste vijf jaar het geval is geweest. Het eerste gevolg
van deze cijfers was een daling in prijzen, doch de positie
veranderde spoedig en voornamelijk tengevolge van ,,profes-
sional operations” bleven prijzen stijgen en waren gisteren
ongeveer d. per ib. duurder. Er worden nog steeds flinke
hoeveelheden katoen aangevoerd en de ontvangsten in de
havens en exporten zijn grooter dan verleden jaar. Prijzen van
Egyptische katoen blijven fluctueeren en door de schaarschte
aan Sakellaridis hebben speculanten vrij spel. De Egyptische
Regeering heeft haar schatting van den nieuwen oogst herzien
en deze cijfers zijn thans meer in overeenstemming met de
algemeene opinie.
In Amerikaansche garens is het kalm. Er bestaat een
goede vraag, doch er wordt slechts weinig verkocht, ook al
omdat men een spoedige invoering van den langeren werktijd
verwacht. Toch is de positie van Spinners vrij sterk en zullen
consumenten wel spoedig moeten koopen. Dit heeft betrekking
op alle soorten twist en vef t. Naar getwijnde garens bestaat
weinig belangstelling. De Master’s Federation zal onder haar
leden binnenkort een stemming over den langeren werktijd
houden en bij het uitreiken der stembiljetten hare leden een
verlenging van den werktijd van uur per week ingaande
1 December as. aanbevelen. Dit zou dan beteekenen, dat
vanaf dien datum de ,,kortere werktijd” alleen zou bestaan
uit iets meer dan één gewonen werkdag per week. Egyptische
garens zijn bepaald vaster en zijn tengevolge van de schaarschte
van Sakellaridis katoen pence per pond gestegen. Biedingen
van Indië voor twist en weftgarens zijn over het algemeen
veel te laag. Enkele Spinners rapporteeren, dat er weinig
omgaat, terwijl anderen daarentegen flinke verkoopen van

1058

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26
November 1924

ddubling wef t melden en hier en daar 60er en 80er twist
voor export. Over het algemeen gesproken, houdt de stijging..
van het ruwe materiaal verkoopen tegen.
In de doekmarkt houden koopers zich nog wat afzijdig,
doch de markt is vast. Er valt een duidelijke prijsstijging
te constateeren in high grade Egyptian styles en het verschil
tusschen Egyptische en Amerikaansche soorten wordt grooter.
Dit beteekent echter nog niet, dat de minder dure soorten,
niet vast in prijs zouden zijn, want fabrikanten hebben weinig
haast om te eerkoopen. Dit is volgens ons een zekere aan-
wijzing, dat, hoewel wij al in geen weken bepaald groote
V
verkoopen hebben kunnen melden, de onderstroom in zaken,
waarop wij zoo dikwijls gewezen hebben, een belangrijke
factor is in de verbetering der positie van de Lancashire
fabrikanten. Zij zijn nu in staat een afwachtende houding
aan te nemen, ook al doordat waarschijnlijk koopers op de
overzeesche markten flauwere prijzen verwachten in verband met den langeren werktijd. Lancashire fabrikanten zijn echter
bereid te wachten en de verdere ontwikkeling der markt
tegemoet te zien.

5Nov. 12Nov. Oost.koersen. 4Nov. 11Nov.

Liverpoolnoteeringen. T.T.op Indië 1/59 1159
1

F.G.F. Sakellaridis 25,40 25,15 T.T. op Hongkong 24 21434 G.F. No. 1 Oomra 10
1
45 10,80 T.T.op Shanghai 31434 31314

KOFFIE.

(Mededeeliug van iie Makelaars G. Duuring & Zoon, Kolf 1
Witkamp, Leonard Jacobson & Zonen en 0. Bijdendijk.)

Noteeringen en voorraden.
Rio

Santos
Data

1

1

1
Wisselkoers
Voorraad
1
PrijsVoorraad

22 Nov. 1924

382.000 36.075 1.619.000 42.000 6
15

1924

1)

1)

1)

8

P
1924

309.000 42.225 1.594M00 44.000 681
3
; –
22 Nov. 1923

466.000 23.075 568.000 28.300 459154

Ontvangsten.

Rio

Santos
Data

..

,.. .

I—-.

1Juli

22 Nov. 1924……104.000 2.080.000 218.000 4.589.000
22 Nov. 1923…. 102.000

1.726.000 213.000

3.958.000
1)
Feestdag.

RUBBER.
Na een tamelijk Iluctueerende markt gedurende de af-
geloopen week verd de stemming de laatste dagen weer.
iets vaster, hetgeen de prijzen weer op het aanvangsniveau
terugbracht.
De slotnoteeringen luiden als volgt:
einde voorafgaande week:
Prima Crêpe

November 9734 ct. ………….. 9734 ct.

,,

,,

December 96

,………….. 9734
21

Jn./Maart931/
2
……………97
Smoked Sheets November 96

,………….. 96
,,

December 96

……………96
Jan./Maart96

,………….. 96

24 November 1924.

COPRA.
Copra liep de afgeloopen week ruim / 1._ lager, grootere,
afladingen van de Straits, gepaard met een zekere luste.
loosheid waren daarvan de oorzaak. Tot de lagere prijzen
ging er veel om, ook voor consumptie.
De noteeringen zijn:

Nederl.-Ind. f.m.s. October aflading fi. 3434
Nov./Dec.

34

24 November 1924.

METALEN.
Loco-Noteeringen te Londen:

Data
Koper
Stan-
daard

Koper
Electro-
lytiscli
1

Tin
Lood
Zink

24Nov. 1924..
63.101_
67.15,_ 257.10
38.151_
34.1716
17

,,

1924..
64:51_
67.151_
260.10
39.1216
35.1216
10

,,

1924..
63.1216
68.151_ 258.716
39.216
34.151_
3

,,

1924..
64._/_
68.51_
259.716
38._/_
34.716
26 Nov. 1923…
61.51_ 66.101_
231.216 30.101_
33.216
20 Juli 1914..
61._/_
145.151_
19._/_
21.101_

VERKEERSW EZ EN.

VRACHTENMARKT.

Op het oogenblik is het voor de reeders veer zeer moeilijk
om reizen te vindbrm, waarop hunne booten een kleine winst
zullen overlaten. Behalve van Australië en ook, hoewel in
geringere mate, van
mud
werden booten spaarzaam be-
vracht. De uitgaande vrachten naar verschillende deelen van
de wereld zijn van dien aard, dat de rondreis alleen gunstig
kan uitkomen, indien, als de boot in de exportianden aankomt, de thuiskomende vrachten oploopen. Vele reeders prefereeren dan ook op het oogenblik om hunne booten weer op te leggen.
Wanneer in dezen toestand weer verandering zal komen, is
moeilijk te zeggen, doch. Europa zal stellig belangrijke hoe-
veelheden graan van elders moeten betrekken.
Van Montreal vonden geen verdere bev’rachtingen plaats,
daar het seizoen aldaar ten einde loopt. Van de Northern range
werden slechts eenige booten met graan bevracht op basis
van 3/6 per quarter naar én haven U.K. met zeer vele opties.
Voor steenkolen werd $ 3,25 en $ 3,50 betaald, resp. naar Rio en Buenos Aires voor December-/Januari-hooten.
Van de Gulf naar de Middellandsche Zee werden een paar
booten a.fgesloten op basis van 4/41 per quart.er voor Decem-
her-aflading en 23 ets. per 100 lbs. naar Piraeus voor No-
vemberverscheping.
Voor pitchpine van de Gulf naar de Plate werden meerdere
booten afgesloten tegen 1451- en 146/3 per Std. voor De-
cember- en Januari-aflading.
Van de North Pacifickust kwamen geen bevrachtingen tot stand en van de nitraathavens werd een Decemberboot afgc
sloten tegen 2916 met de optie Scandinavië tegen 2/6 extra.
Voor een groote Februariboot naar de Vereenigde Staten werd
S
5,25 betaald.
De vrachten van. La Plata zijn iets opgeloopen. De aandrang
om van daar ruimte op te nemen is echter niet groot. Een
1)ecemberboot werd afesloten tegen 22/6 van not above San
Lorenzo met dptieSanta Fé tegen 1/3 extra naar 1J.K./Con-
tinent. Voor nieuwe oogstaflading werd 24/6 betaald.
Van Durban naar Bornba.y werd een December/Januariboot
afgesloten tègen 12/3.
Van Britsch-Indië kwamen meerdere bevrachtingen tot
stand, grootendeels op de basis van 26/-
0fl
deadweight en
221- op schaal basis voor verschillende posities. Ballastruimte
drukt de vrachten van daar eenigsains. Voor rijst van Burma
werd 22/6 betaald.
Bevrachtingen van Zuid-Austra.lië waren zeer groot voor
verschillende posities. G rootendeels werd afgesloten van Zuid-
Australië op basis van 46/6 naar. de Middellandsche Zee/U.K./
Continent.
Van Wiadiwostok werden een paar boeten bevracht op basis
van 37/- naar de Middellandsche Zee/U.K./Continent, optie
Scandinavië 3813 voor November- en i)ecemberaflading.
De vrachten van de i{iddellandsche Zee bleven slecht, al-
hoewel een geringe verbetering was te constateeren voor kleine
hooten.
Van de Zwarte Zee werden een paar booten bevracht op
basis van 1 4/- en 1 3/- naar het Continent roet de verschillende
opties voor November-/Decemberaflading.
Van den Donau werd 19/- betaald naar het Continent en 21/-
naar éun Deensche haven voor Novem.i5er/Decembei en
prompte aflading.
De uitgaande vrachten van Wales bleven laag met veel
aanbod van tonnnage. Naar Buenos Aires werden booten afge-
sloten tegen 12/6 en 12/3, naar Malta tegen 8/9 en naar West-
Italië tegen 8/1 01- en 9/-. Naar Colombo werd een Decemher/
Januariboot afgesloten tegen
I
2/3.

RIJN VAART.

Week van 16 t/m. 22 November 1924.

De aanvoeren van zeezijde werden successievelijk minder.
Scheepsruimte was voldoende aanwezig om in de vraag
te voorzien.
De ertsvrachten liepen geleidelijk terug van
f
1,1011,25
tot
f
0,9011,- met
34
resp.
34
lostijd.
De daghuur bedroeg gemiddeld 434-5 Cts. De waterstand bleef vallend, zoodat naar den Bovenrijn
met beperkten diepgang afgeladen moest worden.
Het sleeploon was in doorsnee genoteerd volgens het
100 .)ts. tarief.

Auteur