Ga direct naar de content

Jrg. 9, editie 461

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 29 1924

29 OCTOBER 1924

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Economisch` Statistische

Berichten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL. NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN
VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART

UITGAVE VAN
HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

9E
JAARGANG

WOENSDAG
29

INHOUD
BIz.
TERM1JNHANDEL OP JAVA
door
Th. G. H. Stibbe…….
952
Is
er een duurtegolf in
aaniocht?
door
Dr. R. Claes.
.
953
Uit
het Scheepvaartbedrijf door
C. Vermey

……….
956
Het Fatum van Bevolkingsvermeerdering door
Mr. J.
Bierens de Haan Jr.
met naschrift door
Prof. Mr. II. W.
Met horst……………………………… ….
957
verbetering der Sterftekansen en algemeene mortaliteit
door
Prof. Dr. C. A. Verrijn Stuart
met naschrift
door
Prof.
Mr.
H. W. Methorst………………..
958
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING:
De Duitsche Rijksfinanciën onder Buitenlandschen
invloed door
Dr.

W. Oreiling

………………
959
AANTEEKENINGEN:
Kosten van het levensonderhoud bij arbeidersgezlnnen
te Amsterdam …………………………..
961
De eerste weekstaat der nieuwe Reichsbank ……. 962
De herstelleening van Duitsch gezichtspunt …… 962
Het toekomstig koersverloop van de peso ……….
963
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN ………………..
964
MAANDCIJFERS:
Rijkspostspaarbank ………………………..
965
Giro-omzet bij De Nederlandsche Bank

………..
965
Handelsbeweging over de maand September
1924. ..
966
STA’L’ISTIEKEN EN OVERZICHTEN ………… ….967-974
Geidkoersen.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.
Goederenhandel.
Bankstaten.
Verkeerswezen.

INSTITUUT

VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

lVd. Algemeen Secretaris. Mr. Q. J. Terpstra.
Reci acteur-Sccrctaris van het weekblad: D. J. Wansink.

BERICHT.

In afwachting van eene latere definitieve beslis-

sing zal prof. mr
. G.
W.
J. Bruins de functie van

Algemeen Secretaris (Ier vereeniging, tevens belast met

de leiding van het weekblad, voorloopig niet waar-

nemen.

In verband hiermede is een Commissie van Advies

ingesteld, bestaande uit de heeren: Prof. Mr. D. van

Blom, te Leiden; J. van ilasselt en Jhr. Mr. L. 1-1.

van Lennep, te Amsterdam; Prof. Dr. E. Moresco, te
‘s-Gravenhage; Dr. E. van Welderen Baron Rengers,

te Ysbrechtum; Prof. Mr. II. II. Ribbius, Mr.
Q. J.

Terpstra en Prof. Mr. F. de Vries, te Rotterdam.

Tqrwijl de leden dezer commissie ieder op hun

terrein de dagelijksehe leiding van het weekblad van

advies zullen dienen, hebben de heeren Prof. Mr. D.

van Blom en Prof. Mr. EI. R. Ribbius zich bovendien

voorloopig bereid verklaard op te treden als gedele-

geerde leden. Als zoodanig zullen zij, bijgestaan door

den redacteur-secretaris, cle dagelijksehe redactioneele

leiding van het blad op zich nemen.

Het Secretariaat van het Dagelijksch Bestuur zal

voorloopig worden waargenomen door den heer Mr.

Q.
J. Terpstra.
lIET DAGELIJKSCH BESTUUR.

OCTOBER
1924

No. 461

27 OCTOBER 1924.

In den toestand van de geldmarkt kwam geen ver-

andering. Het aanbod van geld bleef zeer gering,

zoodat in het begin der week wissels met twee hand-

teekeriingen meestal alleen Y8
h V
4
pOt. boven het

officiëele wisseldisconto plaatsing konden vinden.

Later kwam er iets meer aanbod, zoodat weder voor

4Y8
pOt. werd afgedaan. Ook de prolongatierente

was vast; bijna doorloopend werd
4%
pOt. genoteerd.
* *
*

In verband met de stijve geidmarkt waren dan ook

de inschrijvingen op het schatkistpapier niet zeer be-

langrijk. Op de aangeboden
f
85 millioen werd in

totaal ingeschreven voor slechts
f
57.107.000. Hierop

werden toegewezen
f
30.230.000 driemaandspromes-

sen â
T
987,75 of
4%
pCt.;
f
10.710:000,— zesmaands

promessen â
T
977,25 of
4Y2
pOt. en
f
1.807.000,-

jaarbiljetten â pan. * * *

De post hinnenlandsche wissels op de balans van

De Nederlandsche Bank liep in de afgeloopen week

van
f
150,4 millioen tot
f
138,1 millioen terug. Deze

daling laat zich voor het grootste deel.venklaren uit

aflossing van sehatkistpapier; het totaal der recht-

streeks
bij
de Bank geplaatste schatkistpromessen

blijkt sedert verleden week met
f
9 millioen te zijn

verminderd. De effectenbeleeningen vertoonen een

teruggang van
f
4,3 millioen; de goederenbeleeningen

namen met
f
9,3 millioen toe.

Het renteloos voorschot aan het
Rijk
daalde met

f.
1,3 millioen. De goudvoorraad der Bank geeft een

vermindening van
f
8,3 millioen te zien. De zilver-

voorraad stelde zich een kleine 300.000 gulden hooger.

Op te merken valt dat de diverse rekeniu gen dnder

het actief en de post papier op het buitenland met

een aanmerkelijk hooger bedrag zijn gestegen, dan de

daling van den goudvoorraad zou doen vermoeden; zij

vermeerderden resp. met
f
4,1 milloen en 8,5 millioen.

De biljettencirculatie liep met
f
4,7 millioen terug.

De rekeningcourant-saldi stegen met
f 1,1
millioen.

Het beschikbaar metaalsaldo stelde zich
f
7,2 millioen

lager. Het dekkingspercentage bedraagt 51.
* *
*

De wisselmarkt was deze week weder zeer stil. In het

begin der week was de stemming bovendien flauw;

vooral Londen was sterk aangeboden, waarschijnlijk

omdat, door de kleine toewijzing op de Duitsehe

leening, verschillende inschrijvers de aan het einde

der vorige week gekochte ponden nu weder opruim-

den. Ook de overige wissels werden bijna allen meer

of minder in de flauwe stemming medegetrokken.

952

ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

29 October 1924

LONDEN, 25 OCTOBER 1924.

Gedurende deze berichtsweek was de geldmarkt

zeer onregelmatig, voornamelijk ten gevolge van na

werking der Duitsche Leening. Reeds Maandag was

daggeld vrij sterk gevraagd; onder 33′ pOt. was geen

crediet te
verkrijgen
en de beide volgende dagei

werd de hulp van de Bank of England ingeroepen.

Bovendien bleek het ook onmogelijk het volle bedrag,

dat Woensdag aan de Bank verviel, terug te betaler.

Eerst
Vrijdag
zakte de koers van daggeld onder 3 pOt,

terwijl de vorige dagen zelfs tot 4’j pOt, betaald is.

De discontokoersen waren vast, maar de omzet op

de discontornarkt was klein. Januari Treasury
Bills

noteerden
311116_13/16
pOt.

2-mnds prima bankaccept
391-9″s
pOt.

3

39
_.151

pOt.

/

4-

3l-3/ pOt.

6-

,,

,,

3j’ —4 pOt.

TERMIJNHANDEL OP JAVA.

In No. 413 van 28 November 1923 zette ik mijn
standpunt uiteen ten aanzien van het vraagstuk van
den termijnhandel op Java, een standpûnt, waarop ik

mij nog steeds en geheel stel.
Waren het destijds meer in het bijzonder de onge-
zonde verhbudingen op Java ten aanzien van onmatige

speculaties in
Sziker,
die kort te voren vele slacht-

offers hadden geischt en enorme geldelijke verliezen
voor den Europeeschen en Ohineeschen handel had-den veroorzaakt, welke mij aanleiding gaven daarop
met nadruk de aandacht te vestigen, thans is op Java
de
Koffiehandel
aan de beurt en ontwaren wij aldaar

een chaotischen toestand ten aanzien van den handel.
in laatstgenoemd product.
Ik schreef in mijn artikel van 28 November 1923

,,Twee
voorname fuctôren zijn in de laatste jaren de
risico’s van handelaren in producten – voornamelijk wat
betreft de artikelen suiker en koffie – op enorme i’ijze
gaan vergrooten, ol. tea eerste, cle buitengewoon groote
fluctuaties in de marktwaarde dezer producten op kort
opeenvolgende oogenblikken, en ten tweede, de wijzigin-
gen, welke zich in deze jaren hebben voorgedaan in den
aard
van den handel hierin. /
Zoowel de eerste als de tweede omstandigheid hebben
den handelaar-speculant de te voren nagenoeg niet ge
;

kende aanleiding geboden om zijn riskant bedrijf uit te
oefenen op steeds grooter, veelal steeds lichtzinnigt
Wijze.
Spreekt de sub 1 genoemde . factor voor zichzelf voor
hem, clie heeft kunnen waarnemen, welke afmetingen de
prijsschommelingen – soms binnen zeer kort tijdsbestek
vertoonden, hoe ongekende prijsstijgingen soms spoe-dig door enorme dalingen werden gevolgd en omgekeerd,
kortom, hoe weinig stabiliteit er – indirect me:le al
gevolg van den oorlog – sedert 1914 bestaan heeft in dè
marktwaarde der voornaamste Indische producten, de sub
2 bedoelde factor vei-eischt wellicht eenige nadere toe-
lichting.”

en zeide ten aanzien van het artikel
Koffie:
,,Ten opzichte van koffie – eveneens een op Java zeer
geliefd, alhoewel minder voornaam speculatie-object –
heeft een meer
natuurlijke loop der dingen aanleiding ge-
geven tot de wijzigingen, welke zich in den loop van
zegge tien jaren in den aard der zaken in dit product
hebben voorgedaan.
Bij koffie heeft men het nI. zien gebeuren, dat een
product – vroeger slechts verhandeld als merk-artikel,
d.w’.z. gewaardeerd naar de piarites van het bepaalde
merk,
resp. cle plant-age, clie Jiet product voortbracht –
langzamerhand geworden is
,,stapelproduct”
en wel door
de geleidelijke vervanging van de eertijds zoo gerenom-meerde blauwe Java-koffie (coffea arabica) door de z.g.
Jlobuista-koff ie, een type, dat – indertijd op Java voor
proefnemingen iugevoerd – uitermate geschikt bleek voor
boJeni en klimaat en waarvan de plant naast de eigen
schap om spoedig productief te zijn, de voordeelen had
van weerstand te kunnen bieden aan de bekende ziekten

cii eene kwantitatief groote productie aan koffie op te
leveren.
Naar cle consuniptielanden werd nu niet meer, zooals
met (le blauwe ,Java-koffie (Arabica) het geval was, ver-
– kocht onder den naam van de produceerende onderne-
ming, welke te voren voor den overzeeschen kooper ten
volle eene aanwijzing was van cie kwaliteit, welke hij
kocht, doch werd het
stapelprocluct ,,Robusta-koff ie” mao –
geboden en het werd aan den verkooper overgelaten het
product te betrekken, zooals hij zulks wenschte.
De eenige hoofdbepaling, welke bij den verkoop van
dete Robusta-koffie werd gemaakt, was, dat zij moest
zijn van goede doorsnee kwaliteit” van het in het be-
– treffende. oogstjaar op Java geproduceerde product. Hier zien wij dus ten opzichte van koffie in de practijk hetzelfde verschijnsel als hierboven bij cle suiker gecon-
stateerd (ni. zooals in bedoeld artikel te voren uiteenge-
zet, dat voor speculanten thans de mogelijkheid voor
baisse-engagementen was geopend. S.) door den loop der
omstandigheden voor beide artikelen een ruim veld ge-
opend voor speculatie, zonder mogelijke contrôle op den
speculant, en wat erger is, zonder de mogelijkheid voor
de tegenpartij om zich te beschermen. Beide contractanten
zijn gedurende den geheelen – en somtijds
zé&
langduri-
gen – looptijd van hunne koopovereenkomst aan elkaar
gebonden.”

Thans, cis

ca een jaar later, leest men in de Neder-
landsche couranten:
Volgens het ,,J3at. Nieuwsblad” verkeeren kof t ie-
exporteurs in groote moeilijkheden, doordat Chineesche
speculanten meer hebben verkocht dan de oogst groot is.
J)e meeste speculanten zijn kapitaaIzwak en verschillende
mlconfitures worden verwach,t. De vastheid van de kof-
fiemarkt iii Europa amairkt den toestand nog !ritieker,
daar aangedrongen wordt op levering van de gecontrac-
teerde hoeveelheden.
De Chineesche Kamer van Koophandel noodigde de
1[andelsvereeniging uit een bijeenkomst met exporteurs
te beleggen, om in overleg te treden met de koopers in
Europa ter anriuleering van een deel van dle contracten.
De Chineesche
handelaren weigeren opgaven van hun
contracten, zoodat een, nauwkeurige bepaling van de
tekoiten onmogelijk is.
De exporteurs trachten indivi-
dueel

tot overeenstemming met de koopers te komen, clie,
naar gelang van hun financieele draagkracht, niettemin
ecn veer zullen moeten laten.” .

ik zelf heb in dit berichtje enkele woorden gecursi-
veerd.

Hier zien wij dus duidelijk voor ons, hoe baissiers
ongehinderd hun bedrijf hebben kunnen uitoefenen
en de bonafide Europeesche koffie-exporteur hiervan
de dupe is geworden.
Ohineesche speculanten hebben méér verkocht dan
de oogst groot is en kunnen dus thans aan hunne
contractueele verplichtingen niet voldoen, niet alleen
niet wat de
levering
van het verkochte betreft, doch
evenmin zijn zij blijlcbaar in staat om hunne contrac-
ten – zij het dan ook tot hoogeren
prijs,
dus door
betaling van een pnijsverschil – terug te koopen. Het meest ergerlijke in deze geheel.e zaak springt
wederom duidelijk in het oog, nl.
dat de
Chineesche
handelaren weigeren
hunne positie bloot te leggen,
zoodat eene nauwkeurige
bepaling van
de tekorten
onn-cogeliak blijkt
te
zijn.
En dit verzwaart de kans op onta-ring van den toestand aanmerkelijk. Nog steeds
niets, dat gelijkt op eenige contrôle op contracten,
waarbij op Java producten op levering worden ver-
handeld; en zoo speculeert ,,men” (het zijn wel is waar
in meerderheid, doch niet
uitsluitend
Ohineezen, die
zich hieraan overgeven) lustig verder op den ing van
den Europeeschen exporteur, en – zooals de heer
Th. L. zegt in ,,Koloniale Studiën” Februari 1924
aflevering, in eene beschouwing, gewi’d aan mijn arti-
me] van November 1923 – ,,gâat het goed, dan empo-
cheert men de winsten; gaat het slecht, dan geeft men
zich failliet en is meteen van den belastingdruk ver-
lost.”
Ik meen in de initialen Th. L. de
aanwijzing
te
mogen zien van iemand, die ,,nourri dans le sérail en
connait les détours” en die derhalve met kennis van
zaken sprak, toen hij aan het einde van zijn opstel
schreef:
,,Wordt
in
de kringen der betrokkenen de wenscheljk-

29 October’ 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

953

heici vali een terntijiibeurs nog niet gevoeld, lan zullen
we vermoedelijk over eenige jaren liet vraagstuk opnieuw
zien verschijnen, en eens, als de toestand er rijp voor is,
zal de oplossiiig komen.
Waar de Indische handel door de snelle ontwikkeling
der, laatste jaren zeifstandiger geworden is
eii
zonder
twijfel in zelfstandigheid zal groeien, is het welhaast
met zekerheid te voorspellen, dat we op (len iluur Wes-
tersehe instellingen zullen overnemen, en daartoe zal
stellig ook een gereglementeercle ternuji.ihandel behoo-
ren, al zullen allicht de reglementen iets anders moeten
luiden dan de Europeesche.’

Een andere stem, die zich liet hooren naar aanlei-
ding van het onderwerp, dat ik in de aflevering van
28 November Ao. Pto. behandelde, was die van den
..Tndischen Pinancier” van 8 Januari j.l.
De RedacUe schrijft onder meer:

Het denkbeeld van den heer S. is niet nieuw; (inder

(laad niet; reeds in
191.7
behandelde ik dit onderwerp
uitvoerig. S.) herhaaldelijk is het in Indië ter sprake
gekomen en gewoonlijk wordt het geopperd tijdens of na
elke catastrophe. Men is het dan roerend ermede eens,
de wenschelijkheid wordt volkomen heaamd …. doch
enkele dagen daarna is weer alles vergeten en speculeert
men weer lustig als vroeger….zonder onderpand.”

Zij gaat zelfs z66 ver, dat zij meent:

Wij zijn niet voor Staatsinmenging in handelszaken, doch indien ei- geen ander middel bestaat, om overspe-
culatie iii Indië tegen te gaan, dan dunkt ons, dat de
‘Begeeririg niet moet terugdeinzeri om in te grijpen enz.
Het algemeen belang vordert, tot zekerstelling van den handel, thans cle reglementeering van den termijnhandel
en tegengang van overspeculatie.”

Tenslotte was het de Handeisvereeniging te Bata-

via, die mij hare adhaesie betuigde en o.a. schreef:

,,Dit zou dan de tweede stap zijn, die noodwendig ge-
volgd zou moeten worden door dcii derden: de registratie
van
alle
contracten, met de daaraan verbonden zeker-
heidsstelling, die dan ten slotte liet doel van de liquida-
tiekas zou moeten worden.
Zoover is liet echter bij lange nog niet en is liet zeei
te apprecieeren, dat
Uw artikel, (lat
hier
zeer de aan-
dacht heeft getrokken, ook in deze richting heeft ge-
werkt.” –

Nu zou

men n’t

eenen, dat – waar de vraag:

Heeft cle Javahandel behoefte aan een centrum, dat
contrôle uitoefent op Ieverïngstransaeties in z.g. stapel-
producten”

zoo uitvoerig van verschillende zijden is besproken
en ove.t-wogen, waar de neiging om deze bevestigend

te beantwoord en overheerschen d is, het vraagstuk
daaraede tevens hare oplossing nabij zonde zijn.
Niets is helaas echter minder want en cle handel.
in producten op Java
blijft,
precies zooals voorheen,
nog steeds blootstaan aan de ,periodiek voorkomende
stagnaties in de levering, ontstaan dooi’ moeilijkheden
van speculanten en de ontredlering van prijzen (,,Ind
Financier”), en aan schokken van zoo hevigen aard,’
dat op den duur groot gevaai- kan ontstaan voor ont-

wrichting.

Ik nam hierbovert een courrtntenbericht over met
betrekking tot dé lcoffiemat’kt, die momenteel op Java
geheel geclereuteerd is.

Een nagenoeg gelijksoortig beeld vertoont tegelijkei:-
tijd de markt voor Zwarte Lainpong Peper te Batavii,
waar ten gevolge van groote overspeculatie talrijke
déconfitui-es onder Ohineesche handelaren zijn voor-
gekomen en waac deze plaats konden vinden in een
sterk stijgende markt, wijzen zij – evenals bij koffie
– op gi-ooto baisse-engagementen.

Ook hier is het weer ten slotte, naast den Chinee-
schn speculant ‘die failleert, de Europeesche expor

,

teur, die de grootste dupe is geworden.
Tevergeefs blijft men zich afvragen, weârom dan
nog maai’ steeds niets wordt gedaan om het bestaande
euvel – dat een kankergezwei aan dcii handel op Java

dreigt te w’orden – te keeren.
Zien belanghebbende kringen , clan niet in, welke
kapitaalsonttrekking, welke verzwakking van den
kring van handelaren (hun aantal is tot op zekere

hoogte vrij beperkt op Java) deze i snelle opeenvol-

ging voorkomende déconfitures als gevolg van onge-
breidelde en ongecontroleerde speculatie ten gevolge

hebben?

.

-Het zois moeilijlc
zijn
om telkens opnieuw hetzelfde
onderwerp te behandelen, zonder daarbij in herhalin-
gen te vervallen, indien niet daarnaast de feiten

bleven
spreken. –
‘ Dat er ,,iets gedaan
moet
worden”, wordt van ver-

n’hillende belanghebbende zijden duidelijk gevoeld en

het zou zeer te betreuren zijn, indien het alleen aan
gebreic aan samenwerking ware toe te schrijven, zoo

te langen leste het begeerde döel, reglementeering van
‘én contrôle op productenzaken ,,op levering”, op Java

‘uiet zoude kunnen worden bereikt.

e. 1

let wil mij voorkomen, dat het hier volstrekt geen
ingewiklceld probleem betreft, dat onder de oogen

moet worden gezien.
De moeilijkheden, wellce zullen moeten worden over-
wonnen, worden door mij geenszins onderschat, doch

anderzijds ook niet z66 hoog aangeslagen, dat zij een verder stilzitten zouden rechtvaardigen.

Rotterdam, October 1924.


TH. G.
1-1. S’CIJBE.

IS ER EEN DUURTEGOLF IN AANTOC’HTV

Bij de vele, soms ingewikkelde prijsbewegingen,

welke zich in het bedrijfsleven voordoen en zich in

des te sterkere mate voordoen, naarmate de vet-hou-dingen veelomvattender worden, gelden indexeijfers
‘als de veiligste bakens, w’elke tot nog toe bekend zijn

tot het waar-nemen van die bawegingen, tot het meten
van hun omvang en tot het beoordeelen van hun in-

vloed op den economischen toestand. Deze schomme-
lingen volgen elkander op-in wisselende intensiteit,

nu in
stijgende,
dan in dalende
lijn,
gaan voor ver-

schillende handeiswaren of nijverheidsproducten vaak
in tegengestelde richting, en bieden aldus een beeld
van wanordeljke onregelmatigheid, dat alleen .het
indexcijfer, hetwellc het gemiddelde weergeeft van een

aantal gedeeltelijke bewegingen van soortgeljlcen
‘aard, vermag te ontwarren.

Hoewel sinds tientallen van jaren in verschillende

landen verscheidene indxcijfers – vooral van groot-
handeisprijzen – met dit doel geregêld worden aan-
gewend, hebben deze indices toch pas in ‘den laatsten
tijd het veelvuldig en algemeen gebruik gevonden,

waarvan wij tegenwoordig etuigen zijni Met scher-
iVen bii]c wordt iritgekelcen naar de publicatie buy.
an het bekende cijfer van den Eng. Economist, als

w’are het een weerglas, waarvan de druk der econo-
mische atmosfeer zonder moeite Ican worden afge-
lezen. En inderdaad, in. de jaren, die achter ons lig-
gen – om ons hiertoe te bepalen – gaven dit en
andere, dergelijice cijfers een ti’ouwè weerspiegeling ‘i’an den graad van levendigheid in zaken: de ‘gewel-
dige periode van hoôgconjunctuur na den oorlog,
het wankelen, dat de voorbode was van het verval,
de steeds dieper gaande daling, eindelijk, nadat het
laagste punt van de depressie was bereikt, het hoop-
vol opleven. Deze beweging van op en neer lag, dui-
deli,jlc in de cijfers uitgedrukt.

Thans bewegen de bekende indexcijfers van groot-
handelsprijzen zich sedert enkele maanden weér in
stijgende richting. En, op grond van de overtuiging,
waartoe men alreeds dooi redeneéring komen kan
en die oolc door nauwgezette waarneming gestaafd

wordt, meent men hieruit te mogen afleiden, dat
vroeg of laat ook de kleinhandelsprjzen zullen stijgen
en dat de veJ-l)ruikei opnieu’ gedurende een periode,
vaarvan de duuj- niet’ bij benadering kan worden
yastgesteld, zal hebben te kampen met de grootere
duurte van zijn levensonderhoud.

In de werkelijkheid is ook voor een aantal ver-
bruiksartikelen in den laatsten tijd een prijsstijging
reeds te bespeuren, waarvan, in overeenstemming
met het bovenstaande en met een niet onvet.–

954

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 October 1924

klaarbare neiging om vooruit te loopen op de fei-
ton, gedacht wordt, dat rij slechts het begin vormt van,
een ontwikkeling, welke geroepen is om nog grootere

afmetingen aan te nemen. Men heeft in de dagblad-
,

pers reeds kunnen lezen dat ,,een cluurtegolf in aan-

tocht” is (,,Het Volk”, 18 Sept. 1924). Het is hierbij’

niet gebleven, en in verband met de ornstandigheid,’
dat vele werknemtrs in den laatsten tijd in een loons

verlaging hebben moeten berusten, mede op grnd,

van de sedert het einde van 1920 ingetreden alge-‘

meene daling der kosten van het ievensonderhoud

is het yerzet, dat hier en daar gekomen is tegen d,

geldende loonregeling, in kracht toegenomen. Zooal

bekend, is van het rijkspersoneel een sterke actie uit
gegaan tot verweer tegen de ingevoerde salarisverla

gingen. Verscheidene bonden van gemeente-ambtena-‘

ren en -werklieden adresseerden aan den AmsterdaV
schen Gemeenteraad, opdat zou worden teruggekomed

op de vroeger gevallen beslissing, om met ingang van’

1 October de pensioenkorting te verhoogen met 3 pOt!
En om tegenover deze voorbeelden uit het overheidsbe
2

drijf eêu tegenhanger uit het particuliere
bedrijf
te

plaatsen, kan gewëzen worden op de in een aantal’
vakken gevoerde of te voeren onderhandelingen tu

schen werkgevers en werknemers tot vernieuwing

van een afgeloopen collectieve arbeidsovereenkomsti
waarbij het hier besproken vraagstuk zonder twijfelt
eveneens een rol zal spelen.
Met het oog op dat altes begrijpt men, dat met meer
,

dan. gewone belangstelling werd uitgezien naar het,
bekende Amsterdanïsche indexcijfer der kosten van;

het levensonderhoud over September, dat zou aantoo-.

nen, in hoeverre de verwachtingen gesteund
zijn
op

goeden grond.
Dit
iridexcijfer
is thans gepubliceerd.’) Blijkens de

pas verschenen mededeeling van het Gemeentelijk
Bureau van Statistiek bedraagt het 82,5. Waar het’
over Juni 81,1 bedroeg, geeft dit sedert de vorige’

driemaandelijksche berekening een stijging van slechts:

1,7 pOt. Voor de voeding alleen is de stijging 2,4 pOt.’
* *
*

Het moet erkend worden, dat feiten zijn aan te

voeren tot staving van de hier besproken meening

In een van de bedoelde adressen wordt nam.eljk een
3

lijst van in prijs gestegen artikelen gegeven, met ver-

melding van de prijzen resp. in de maanden Maart,
,Iuni en September van dit jaar. Men kan zeggen, dat,
deze
prijzen
juist zijn, in zooverre in de betreffende. maanden de genoemde artikelen – afgezien natuur
lijk van mogelijk verschil in kwaliteit – voor de aan,
gegeven prijzen verkrijgbaar waren. Uit deze cijfers, spruit een stijging in procenten voort, welke voor de
verschillende waren afwisseit tusschen 2 en 33 pOt;
Doch niet alleen staan ivij hier tegenover een tarne, lijk willekeurige opsomming van enkele soorten, bo-.
vendien hebben deze artikelen gezamenlijk in verhou-

ding tot de veelheid van diverse uitgaven, welke in een gezin plegen voor te komen, niet een zoodanig,
belang, dat zij het totaal beslissend vermogen te be-
invloeden. Wel zijn eronder, die een niet onaanzien-i
lijk gedeelte van de uitgaven tot zich trekken, er zijn
er echter ook, die een
Vrij
onbeduidende plaats in-
nemen. Het beste is het, dit met cijfers aan te toonen,,
waartoe eenige berekeningen noodig waren, gebaseerd
op de prijzen, vermeld in het adres. Vooropgesteld zij daarbij, dat dit alleen geschiedt met het doel, om door

de tegenstelling tot een verklaring van de gevonden.
verschillen te geraken. 1
Bij de berekening van de gemiddelde
stijging
[Ziel
boven aan volgende kolom. – Redi is de waarde-,
coëfficiënt van elk artikel afzonderlijk in aanmerking
genomen.
Nu kan het op het eerste gezicht misschien vreemd

aandoen, dat met deze gegevens van Juni op Septem-
ber een:
stijging
wordt gevonden van 15,9 ‘pOt., ter-

1)
[Zie
p. 961
in dit, No.
– Bed.]

Prijsstijging Uitgave in

0
/0
van
Artikel


r”

Juni-September detotaleuitgavel)

-.

in
0
/0•

in Juni

1924

Kaas …….
………..
26,9

1,1

Koffie …..
………..
1,6

1,1

Tarwebloem ………..
8,3

0,2

Rijst …….
…………
5,3

02

Stijfsel ……………
5,6

0,1

Witte suiker ………..13,3

2,7

Thee ……………….
3,7

1,1

Boter ……………….
31,8

1,6′

Melk’………………
33,3

5,8
Witbrood

6,5

Bruinbrood ……….. .11,8

1,5

Gemiddelde stijging. . .

15,9

Totaal der uitgaven. .

21,9

wijl de officieele statistiek van •het Amsterdamsche

Bur.eau slechts een stijging van 1,7 pOt. – en voor

de voeding alleen 2,4 pOt. – aangeeft; een besöhou-
wing van de tweede kolom zal ‘dadelijk doen begrijpen,

dat de kern der verklaring – althans gedeeltelijk –

daar ‘te zoeken is. Deze artikelen, waarvan de prijzen
worden aangevoerd ‘ten
bewijze
van de duurte, ver-
tegenwoordigen samen slechts 21,9 pOt. van de totale

gezinsuitgaven. Houdt men evenwel daarmede reke-

ning, en. brengt men dienovereenkomstig ‘de stijging

van 15,9 pOt. terug tot een vierde á een vijfde, bijv.

3,5 pOt., dan ‘blijft dit niettemin de officieele 1,7 pOt.

belangrijk overtreffen, hoewel hierin, in tegenstelling

met het eerste, de huishuur is betrokken, welke tot

de sterk gestegen posten is te rekenen. Deze post ver-

toont inderdaad in September 1924 een stijging van

56,7 pOt. boven het peil van Maart 1920, tegen 50,2
pOt. in Juni 1924.

Juist omdat voor het Amsterdamsche September-

cijfer allerwegen zoo groote belangstelling gekoesterd

werd, kan het niet overbodig heeten, hieraan ter na-
dere verklaring een en ander te ontleenen.

Bij een statistiek als deze moet als regel gelden,

dat prjsbewegingen, i.ngetreden in den loop der

maan.d waarop een indexcijfer betrekking heeft,

slechts worden’ toegepast voor dt gedeelte der maand,

gedurende hetvelk zij voor de verbruikers werkelijk

van belang waren, d.w.z. voor het gedeelte der maand,
dat na het intreden van de wijziging nog moet ver-

loopen. Tot grondslag van het
indexcijfer
der kosten

van het levensonderhoud dient immers het bedrag,
dat gedurende de betreffende periode – een maand
– zou moeten worden uitgegeven
bij
het volgen ener
zelfde levenswijze als gedurende een andere periode,
die de basis en het uitgangspunt is van de berekening.
Nu is het wel toevallig, dat een aan.tal van de prijs-

verhoogingen, die
bij
het publiek den indruk van

duurte teweegbrengen, juist in ‘den ioop van Septem-
ber is ingetreden of versterkt. Melk is, blijkens de

hierboven aangevoerde cijfers, gestegen met 33,3 pOt.
sedert Juni 1924. Doch deze
stijging,
afgeleid uit
een
prijs
van 20 cent in September tegenover 15 cent
in Juni, mag op rekening van September slechts ge-

bracht worden van het oogenblik af, dat de prijs van
dit artikel werkelijk 20 cent bedroeg, d.i. voor onge-
veer twee derden van de maand; v66r dien tijd kostte
zi.j ii) cent, hetwelk een stijging uitmaakt van slechts

26,6 pot. (te beginnen met 15 September werd de
prijs gebracht op 21 cent, zoodat de stijging toen veer
grooter werd). En dit verschil is niet zoo heel on-
belangrijk, ten aanzien van het feit, dat meer dan

5 pOt. van de totale gèzinsuitgaven aan dit voedings-
middel wordt besteed. Hetzelfde geldt voor boter,
die in. het staatje voorkomt met een: stijging van 31,8

pOt. (overeenkomende met een prjsverhooging van.

f
1,10 per pond in Juni tot
f
1,45 p. p. in Septem-
ber), terwijl laatstgenoemde prijs eerst geleidelijk, na
een aantal verhoogin gen achtereen, bereikt werd. Er

zijn zelfs artikelen, waarvan de prijsstijging op deze

‘)
op
grond van de door het Bureau van Statistiek naar
aanleiding van het indexcijfer over Juni
1924 verkregen
cijfers.

29 October
1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERIÇHTEN

955

wijze slecht;s voor een zeer gering gedeelte in aanmer-

king mag komen, hijv. het weliswaar in het lijstje

niet; opgenomen bevroren rundvieesch, waarvan de

goedkoopero soorten in prijs verhoogd weiden met

ingang van 29 September, en clan nog hij handhaving
en/of zelfs verlaging der betere kwaliteiten. Da’tzelf-

de geldt gedeeltelijk ook voor brood. Door een van de

belangrijke ondernemingen in het bakkersbedrijf, die

een groot gedeelte van de arbeidersbevolking en
var den middenstand bedient, werd de hroodprijs
eerst verhoogd tegen het einde van de maand. Onge-twijfeld zijn er bakkerijen, die zich van den aanvang

aan, d.i. einde Augustus, ibij •de beweging tot verhoo-

ging hebben aangesloten, en is er ook een aantal an-

dere, die aan die beweging volstrekt’niet hebben mee-gedaan en die hun prijzen tot op den huidigen dag on-

veranderd hebben gelaten. Men ziet hieruit in elk
geval, dat dc stijging van 5 pOt. op witbrood en van
11,8 pOt. op bruinbrood, zooals die in de hierboven

afgedrukte cijfers voorkomt, voor de berekeningen

niet kan gelden, en dat het niet ‘zonder invloed op de

uitkomst blijven kan, wailneer de stijging ‘tot juistere

proportie wordt teruggebracht, vooral nu het ver-

bruilc van beide broodsoorten bijna ‘het twaalfde ge-
deelte van alle gezinsuitgaven vrgt.

Zoo is er meer.
Het vraagstuk is hierdoor nog niet opgelost. Ver-

schil in opvatting omtrent den opzet van de statistiek
kan allicht tot de stelling voeren, dat het peil, het-
welk de
prijzen
hebben bereikt, den eenigen micatstaf behoort te geven, omdat een indexcijfer toch een aan-
wijzing wil verschaffen voor de toekomst. W’ord’t niet

i.n vele gevallen voor een min of meer langen tijd, bijv.
ccii jaar, het loon er op gebaseerd? Afgezien van het

feit, dat deze reden•eerirg, wil zi,j konsekwent worden
doorgevoerd, niet alleen mag worden toegepast, van-
neer de prijzen in stijgende richting gaan, doch ook’

in het omgekeerd geval – hetwelk even onjuist zou
zijn, aangezien ecu prijs, clie ccii. aanzienlijk grootere
uitgave veroorzaakt heeft, aldus ‘in de statistiek geen
spoor zou achterlaten, en het indexeijfer mitsdien een

verkeerd beeld zou geven van den toestand – is zij
bovendien met de werkelijkheid in strijd. Om slechts
dit eene te noemen: nog v66r dat het indexcijfer van

de pers kwam, daalde natuurboter reeds weer op
een lager niveau. En zijn bijschrift ter toelicli-
ting van het i.ndexcijfer toont het Bureau van Sta-
tistiek evenwel aan, dat het bedoelde verschil in op-vatting nog niet ‘de verklaring geven kan van de be-
trekkelijk geringe stijging van het cijfer; want, zegt
het: ,,Zou in afwijking van bovengenoem’den regel

een berekening op deze basis gemaakt zijn, dan zou
dit in plaats van 82,5 het cijfer van 83,3 hebben ge-

geven; tegen 83,8 in Maart jl. en 81,1 in Juni jl.”
Dit verschil tussehen 82,5 en 83,3 is inderdaad z66
gering, dat het niet noodig is er langer ‘bij stil te
staan.

Ik hereken thans opnieuw eenige cijfers, ditmaal
gebaseerd op, resp. ontleend aan, de Amsterdamsche
publicatie:
Uitgave per een- Stijging Uitgave in

Artikelen
heid per week in
Juni/
0
/0
van het
Juni
Sept.
Sept.
totaal in
1924 1924
in
0
10
Juni
1924
Brood, beschuit, koek
88
884
0,6 9,6
Grutterswaren
11
1
l
4,5
1,2
Melk …………..
53
71X
34,9
5,S
Kaas

………….
101
12
14,3
1,1
Eieren

…………
8
lOg
31,2
0,9
Vleesch

. . .
…….
41
1
/
2

1,2
4,5 Visch

………….
15g
18
16,1
1,7
Vetten …………
68
71
4,2 7,4
Suiker

…………
25X
27
7,8
2,8
Andere kruideniersw.
31
32
4,8
.3,4
Groenten ……….
25
23

6,0
•2;7
Fruit

………….
,

11

.
7
-36,4
1,2
Aardappelen …….
•46
29
-36,6
5,1

Totaal voeding…..
434
444k
.

47,4 Gemiddelde stijging.
2,4

Ik meefl met de voeding te kun uen volstaan, omdat

zij ongeveer de helft van het totaal inneemt en in de

drerige ‘helft slechts weinig rubrieken vooridornen

elke veranderingen hebben ondergaan, waarvan do

w”erkitig heslissenden invloed kan hebben gehad op de

dit,komst. :De eeni.ge post, waarvoor een eenigszins

ernstige wijziging te boeken valt, is de huishuur.

Na deze cijfers en na de’ vorige uiteenzettingen

kunnen alle verdere beschouwingen achterwege blij-

ven. De cijfers loopen volkomen, parallel met die van
liet voorgaande staatje; de eenige verschillen spruiten

hieruit voort, dat in het eerste alleen artikelen opge-

nomen zijn, in het tweede rubrieken, cl.w.z. groepen

van gelijlcsoorti ge artikelen (brood – brood, besch uit

en koek; boter -boter, margaririe, reuzel, enz.). .0e

gemiddelde stijging is ook berekend volgens cle metho-
cle, die voor het eerste werd toegepast. En toch wordt
hier een stijging verkregen (2,4 pOt.), welke volko-

men overeenstemt met de 2,4 pOt., welke ‘het Bureau
van Statitiek voor de voeding aangeeft.

De kwestie van, het verschil ligt dus bij groente,

fruit en aardappelen, di’e in het eerste staatje ont-

breken en in het tweede, waarvan de rubrieken een
copie zijn van die van het Bureau, mede
zijn
opge-
nomen. Deze artikelen,’ of liever deze groepen van

artikelen, welke op het ‘budget van’ Juni 1924 samen

9,0 pOt. van het totaal uitmalcen en 19,0 pOt. van, de
uitgaven voor voeding, hebben gezamenlijk voor het grootste gedeelte de stijging te niet gedaan, welke de

overige posten hadden ondergaan. Het zijn alle

artilcelen, welke aan groote schommelingen onderhe-,
vig zijn en daarenboven, door de groote plaats, welke
zij op het budget innemen, voor een groot gedeelte
hunlstempel kunnen drukken op de geheele statistiek.

Men. ‘vergete evenwel niet, dat oolc andere artilcelen,
welke thans met een hoog cijfer in de statistiek bij-
dragen, eveneens soortgelijke sterke schommelingen
kennen, bijv. boter en eieren, waarvan de bewegingen

van op en neer zelfs periodiek te:rugkeeren, zoodat niet
heslistheicl kan worden voorspeld, dat binnen ecnigc

maanden, wanneer de normale tijd voor deze bewe-
ging zal zijn. gekomen, deze ivaren weer een aanmer-
kelijk lager percentage zullen vertoonen en daarmee
o’ok op het cijfer zullen drukken.

– Het gaat er echter niet om, de verschijnselen, die
in de cijfers uitgedrukt zijn, te ‘beoordeelun, doch
alleen de cijfers zelf te ondervragen, ten einde te er-
aren, of
zij
werkelijlc de vrees wettigen, dat de toe-
s’tan.d der arbeidersgezinnen dezen winter zon bijzdn-

der, zorgelijk zal zijn. Zooals zij thans zijn, wettigen
de cijfers deze vrees nog niet.

Ik moet er bijvoegen, dat zelfs in de rubrieken,

clie in het bovenaan gevoerde staatje met een stijging
voorkomen, zich artikelen bevinden, die over de ge-

‘heele maand berekend en vergeleken met J’u.ni, ge-
daald zijn: in de groep gratterswaren bijv. erwten’ en
capucijners; hij vleesch, zooals gezegd, de betere soo-
ten bevroren rundvleesch; hij vetten, verschillende
soorten olie; bij de posten, welke niet tot de voeding
15ehooren, sommige k,leedingstukken, eierkolen, turf.
Alles artikelen, welke met groente, fruit en aardappe-
len bewijzen, dat liet nog niet uitsluitend duurte is,
wat de kloic slaat.

Wil er werkelijk sprake zijn van een ,,duurtegolf”,
dan moet een van deze twee mogelijkheden zich voor-
doen. Of wel moeten alle – of nagenoeg alle – on-
derdeelen van de uitgaven in de stijging zijn betrok-
ken. Of wel moeten eenige onderdeelen, welke door
haar belang ten opzichte van het totaal werkelijk over-
wegenden invloed kunnen oefene, dermate zijn ge-
stegen zonder een gelijktijdige compensatie’ in do
tegenovergestelde richting van anderè onderdeelen; dat zij alleen reeds tot veel grootere uitgaven lopen.

Ik ieen aan de hand van de Amsterdamsche cijfers
te hebben aangetoond, dat dit voorloopig voor geen

iran ‘beide mogelijkheden liet geval is. Wat in liet
bijzonder de laatsteaangaat, kan men zelfs aannemen,

956

ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTËN

29 October 1924

dat dergelijke, tegen elkander opwegende schomméli-

gen in meer of minder sterke mate altijd zullen wor-
den waargenomen. De indvidueele verbruiker, wiens
persoonlijke voorkeur of levenswijze op bepaalde
011-

derdeelen is gericht, kan door den ongunstigen loop

van deze laatste geschaad zijn. En het ligt in de ge aardheicl van den men sch, dat het een hem sterker
opvalt en treft dan het ander, en dat, hij de neiging

heeft, om alle verschijnselen op economisch gebiel
pessimistisch te hesciouwen. Een indexcijfer daaren-
tegen geeft het gemiddelde van alle bewegingen wreer.
Van ditverschil geeft de kwestie, waaraan deze rege-

ten gewijd zijn, een sprekend voorbeeld.
11

Amsterdam, 18-10-1924.

Dr. R.
CLAEYS.

UIT HET SCHEEPVÂARTBEDRIJF.

(1

De groote omvang der graanzaken, die geduread

cle laatste weken een zoo’ opmerkelijke vraag naar

scheepsruimte, in liet bijzonder van Montreal, Noord
Amerika, Gulf en Nortb Pacific deed ontstaan, heeft
wederom plaat’s gemaakt voor een uiterst kalme, ogi

niet te zèggen loonie stemming. Wei worden nog

afcloeningen gemeld, doch de zaken, welke thans tot
stand komen, zijn niet langer voor Duitsche rekening

en reeders zijn wederom genoodzaakt een ,,wide range

of discharging ports” in te willigen.

Lijkt de zoo plotseling ,,omgeslagen” stemming op-

pervlakkig beschouwd moeilijk te verklaren, voor lied,

die den loop der gebeurtenissen nauwkeurig hebben

gevolgd, komt deze reactie toch niet zoo heel onver-

wacht.
De stijging der graanprijzen – onmiddellijk ge
volg van een plotseling opkomendé en zich krachtig

uitbreidende vraag – was
te
snel en de omvang-der

zaken te groot, om anders dan ,,short livod” te kuif-

nen zijn Dat op de uiterst flauwe stemming, aan de

jongste rijzing voorafgaande, een tijdperk van toe-

nemende koojlust moest volgen, was duidelijk. Even
zeer mocht van de gebruikelijke •hérfstopleving een

vermeerderde vraag verwacht worden en toen teh’

slotte, ten gevolge der bij uitstek ongunstige weers-
gesteldheid waardoor de ,,zomer” van 1924 zich iii

vrijwel, geheel Europa kenmerkte, berichten van oogst-

mislukking en aanzienlijk geringer opbrengst in vei’-
schill code Europeesèhe consumptie-centra begonnen

te circuleeren, meende de speculatie haar slag te moe
ten slaan. Helaas werd dit speculatieve element
aan
:

gcwakkerd door de achteraf in vele gevallen onjuist
gebleken oogstramingen, die over het geheel een on’

gunstiger beeld van den toestand gaven dan de feiten
thans blijken te rechtvaardigen, terwijl bovendien in
Duitschiand de houding van het departement vai

landbouw, dat den handel volkomen in het onzeker
het, of al dan niet een invoerrecht op graan en meel
zou worden geheven, de speculatie zeer in •de hand

heeft gewerkt. Het aanbod uit ‘de tweede hand tot
vele gevallen niet onaanzienlijk lager prijzen, hetwelk

zich allengs deed gelden, toonde duidelijk aan, dat
men, te hard van stapel was geloopen en de bonafide
handel werd ‘dan ook huiverig om nieuwe posities aan

te gaan. Het gevolg van een. en ander was een cluide
hijke inkrimping der vraag, hetgeen zich onmiddel-

lijk op de vrachtenmarkt weei’spiegelde.
Was er enkele weken geleden een schiet onbe
;

pe.rkte . plaatsingsmogc]ijkheid, zoo zelfs, dat ,,handy steamers”, die dan toch steeds een hooger vrachtcijf er

kunnen hedingen, eerd’er minder gevraagd en ‘dus in

verhouding minder waard waren dan de tot du.sver
in den graanhand’el weinig populaire 10112.000 toos vrachtbooten, op dit ‘oogeniblik wordt op vaste aan-
biedingen van reederszijde in vele gevallen zelfs niet

met een tegenbed gereageerd. Toch ‘zal men goed doen, zich hierdoor niet te laten
verleiden om á tout prix tonnage op de markt te
brengen. Mogen de aanvankelijke Europeesche oogst-
berichten overdreven pessimistisch zijn geweest, het

lijdt geen twi5fel, of aanvoereil op aanzienlijk grooer

schaal dan zulks gedurendel het afgeloopen jaar het

geval was, zullen noodzakelijk zijn om in ‘de ontegen-
zeggelijk geringer opbrengst in ‘de meeste Enropee-

sch’e landen te voorzien. De maatregel van den Fran-

schen ministerraad, ‘die ccii openbaar bureau voor de
voorziening der republiek met broodgraan en meel

heeft ingesteld, ten ninde zonder’ prijsopjaging te
voorzien in het tekort van tien millioen centenaar

graan, demonstreert duidelijk den noodzaak tot in-

voer van overzee., Trouwens voor Frankrijk is het on-

gunstig oogstresultaat in Noord-Afrika een zeer

groote tegenvaller; aan zienljke aankoopen toch in

het ‘buitenland zullen de stabiliteit van het Fransche

betaalmiddel opnieuw op de proef stellen.

Daarnaast moet niet uit het oog verloren worden,

dat de ahi’engs gunstiger wordende oeconomische

con steil atje, de
voortschrijdende
,,Sao ierun g” van

het Duitsche betaalmiddel en bovenal het terug-

keerend vertrouwen in Duitschiand’s uiteindelijk

herstel, evenzoo vele factoren zijn, di’e den wereldhan-

dcl ten goede komen. De in den iaatste,i tijd opgerichte
internationale heioggings-maa’tschappijen, welker voor-

naamsté doel is den buitenlandschen handel door ere-
di etverleening te vergemakkelcen; openen in dit op-

zicht gunstige. perspectIeven en de bereidwilligheid
in intern’ationaal-f:inancieele kringen om het Duit-
sche bedrijfsleven ‘door credieten in staat te stellen
zich te herstellen van de slagen der laatste tien jaren;
is ei. een der heugiijkste resultaten der Londofi-

conference.
Juist de ‘Do itsche industrie, ‘die zoo zeer ander den

,,crediet.no’od” geleden heeft, zal hierdoor in
staat worden ‘gesteld op aannemelijke voorwaarden de
vereischte ‘mid’delen.te verkrijgen om de zoozeer noo-
dige uit!breidhing aan ‘haar zaken te geven. Natuurlijk
zal deze uitbreiding in langzaam tempo geschieden

en zullen ‘de resultaten zich slechts geleidelijk doen

gelden.
G’rooter aanvoer van grondstoffen voor de ,,Schwe’r-

Industrie”, gepaard gaande met toenemenden uit-

voer van kolen, zal echter de exploitatie der tonnage,
die meer in het bijzonder’ op ‘de Europeesche vaart is
aangewezen, ten goede komen. Trouwens de reede-

rijen, wier schepen uit hoofde van hun draagvermo-
gen niet geschikt zijn voor de ,,groote vaart” en ctie
dus van de in d’en aanvang van dit overzicht gerele-
veerde vraag naar ruimte voor trans-atlantisch graah-
vervoen niet konden profi.teeren, hebben nog steeds
groote moeite ,,to make both ends meet”. De erts-

v,rachten bewegen zich bij voortduring op een niet-
loonend peil, de hontvrachten – het seizoen nadert
trouwens het einde – ‘zijn al evenmid aantrekkelijk,
Donau- en Zwarte Zee-bevrachtingen behooren tot de

zeldzaamheden en de vrachtcijfers zijn geheel on-

voldoende.
Daarentegen is ‘de tendenz voor de groote vaart

ongetwijfeld gunstiger. Schepen van 819000 tons
draagvermogen, ‘welker arbeidssfeer uit den aard dci’
zaak veel minder beperkt is dan van trarnphooten
van 215000 tons, kunnen momenteel emplooi vinden, dat weliswaar geen groote winsten oplevert, maar dat

niettemin het afsluiten d’er reisrekening met een
redelijk batig saldo mogelijk maakt.
Toch zijn ook hier de moeilijkheden voor den r’eeder

nog vele. Juist in de groote vaart;
bij
z.g. ,,freight

seeking”, waar de schepen gedurende twaalf maanden
mi langer niet ,in de thui’shavens terugkeeren en em-

plooi tweè â drie maanden vooruit gearrangeerd
wordt, plaatst de vraag ,,wat zal de markt’ over 213
maanden doen”, ‘den reeder bij voortduring ‘voor

steeds nieuwe problernen. Dit is het juist, wat in dezen
tijd h’et reederijbedrjf zoozeer doet geljken op een
kansspel en waaraan .eerst een terugkeer tot normale

toestanden een einde zal maken.
In vorige beschouwingen hadden wij reeds gelegen-
heid te wijzen op de vele moeilijkhedeh, ‘die op den

29 October 1924

ECONOMISCH-STATISTJISCHE BERICHTEN

957

weg naar het uiteindelijk herstel nooclzakelijkerwijze

overwonnen moeten worden. De politieke constellatie
wij releveeren hier cle Engelsche vérkie’zingen,

wee
rbj ,,Labour’.’, dat ged urende zijn eenjarige regeer-.

periode een groote mate van tegemoetkoming tegen-

over .ljuitsclilancl betooride, naar verwacht wordt,

plaats zal moeten maken voor een conservatieve re-

geering, die vermo&delijk niet z66 toeschietelijk tegen-

over Duitschland zal zijil, voorts de Rijksdag-ontbin-

ding met als gevolg nieuwe verkiezingen in Duitsch-
land en ten slotte de as.. presidents-verkiezing in de

Vereen igde Staten – i.s nog niet bevorderlijk voor
ccii rustig voortbouwen na ri het werelclherstei, maat-

toeli begint zich cle toekomst duidelijker af te teeke-
nen en lijken de grootste moeilijkheden overwonnen.
Bestaat er o.i. eene.rzijds geen aanleiding voor cle
,,hausse”, die het koerspeil van de meeste scheep-
vaartfondsen in enkele dagen niet onhelangrilc deed

stijgen, anderzijds behoeft men ook tegenôver cle toe-
koffist van het scheep’aartleclrijf niet al te sceptisch

te staan. De Necl cr1 en dsche koop vaardijv loot, bestaan-
cle uit moderne vrachtschepen en
01)
deskundige wijze

l.eheerd, zal oegetwijfeici. va.o elke opleving in het

woreldvcrkeer weten te profiteerel:L en ofschoon dc

,,gouden tijd

tot het verleden behoort, zal, riaarmaté

de oeconomische toestanden zich consolicleeren, het be

cl rijf onzer Scheepvaartmaatschappijen op den duur
ojigetwijfeicl weder een behoorlijk rendement op-
leveren. C. V.

Rotterdam, October 1924.

J-[ii”i’ ./ATUM VAN J3Jj)10LkiNO8-

1
7
EI?MEERDE1?.i Ji,Td

Mr. J. ]3ierens de Haan Jr. te Santpoort schrijft
ons:
Prof. Metliorst
is
zoo welwillend geweest in No. 459
van dit tijdschrift eenige aandacht te wijden aan mijn
destijds in ,,Onze Eeuw” verschenen artilcel over ,,Het
fat um van bevolkin gsvermeerdering”. Toevallig is
juist dezer dagen een om- en uitwerking van dit arti-kel als zelfstandige uitgave verschenen,
1)
waarin ik
gelegenheid had het belangrijke vraagstuk der bevol-
kingsvermeerderinig, zooals ik dat zie, wat uitvoeriger
en zorgvuldiger uiteea te zetten. Waar echter de door
Prof. Methorst geciteerde zinnen ook daar in voor-
Icomen, bieden de gemaakte opmerkingen mij een
welkome gelegenheid om eventueel misverstand uit

den weg te ruimen, maar ook om nog eens de aan-
dacht te vestigen op het probleem der maar steeds
doorgaande bevol kiugsvermeerdering, welks vèrrijken-
de gevolgen mi. gewoonlijk nog te weinig beseft wor-
den, en die vooral veel grond ontnemen aan het opti-
misme der sociale politiek, aan het optimisme om-
trent cle natuurlijke ontwikkeling van het maatschap-
pelijk leven, welk optimisme we toch allen – meer of
min hewust – deden.

Prof. Methorst heeft zeer juist gevoeld dat de door
hem geciteerde zinnen een klein polemisch tintje had-

den., doch hij heeft zich vergist, wanneer hij meende
dat deze verborgen polemiek gericht was tegen de o.a.
door hem gehuldigde opvattingen. Integendeel; ik
meen dat niet alleen ik het geheel eens ben met den
heer Methorst, doel) dat deze het eigenlijk ook geheel eens is met de door hem gewraakte zinnen. De hieri:n
verborgen polemiek was gericht tegen do merkwaa:r-
digerwijze nog wijd verbreide meening, dat een ver-
mindering van het aantal geboorten niet alleen niet
noodig, maar zelfs origewenscht zou zijn (h.v. volgens
Prof. Aengenent ,,van zuiver economisch standpunt
een ramp voor de gemeenschap”). Voor dezen was be-
doeld het alternatief: 5f een hoog sterfteci.j.fer, 5f een
laag gehoortecijfer, een alternatief dat Prof. Methorst
zelcer zal onderschrijven, doch dat hem geen vrees
inboezemt, omdat hij overtuigd is dat de practijk des

1)
Het Fatum van Bevolkingsvermeerdering, De Erven
Bohn, Haarlem.

levens (d.i. cle werking van economische verhoudingen
en zedelijke waardeerin gen) voldoende zal dringen tot

een vermindering van liet aantal geboorten, zoodat

de ,,repressive check” van een verhooging yan het

slerfiecijfer, niet zal behoeven op te treden. Ik heb
clan oolc geexszins beweerd dat een verhooging van

liet aantal te vroegtijdige sterfgevallen onvermijdhaar
zou wezen, doch dat niet te ontkomen zou zijn,
wanneer

onze hevoilcing jaarlijks blijft toenemen met 110

120.000 zielen, di. de bevolking van een stad kleiner

cltni Utrecht, grooter dan Groningen.
Gaarne onderschrijf ik ook de meaning van Prof.
Methorst, dat de vermindering van het aat:ita.l gehoor-

l;et voor een groot deel is te verklaren. uit een reeks omstandigheden., die men zou lcunnen samenvatten

onder het begrip: meerdere eerbied voor het indivi-
dueele leven., zoowcl dat van de vrouw als van de
1dm-

dren. Doch dat werkt vooral in de meer beschaafde
kHngen (die onder alle standen voorkomen). Daar-
udast is zeker een oorzaaic gelegen, in het f ei t dat, zoo-

,ilá ik schreef, een. ontwikkelde geneeskunst – en ik
hi’âd erbij moeten noemen, wat ik elders meer uitdruk-
kéhijld dcccl, een. ontwildcelde hygiëne – er in geslaagd

idde sterfte lager te doen. zijn dao wat ,,natu.urlijk”
z5ic wezen, en. zon de.n bevolkingsaanwas ,,kunstmatig
te verg.rooten”. Dat het algemeene sterftecijfer van
25,6 in 1875 kon dalen tot 9,9 in 1023, dat het cijfer

(ier znigehingeristerfte iii, diezelfde jaren daalde van
218,7 tot 56,9 per 1000 levend aangegevenen, is een gevolg van het feit dat de wetenschap er iii geslaagd

i.s den mensch, preventief en repressief, voor tal van
schadelijke invloeden te behoeden, de vernietigende
krachten. i.n de natuur een eind terug te drukken, door
ki.instrnatig haar heëlendc lcrachten meer invloed te gpeo. op, het leven. Zoo lcon de bevolking vermeer-

clrd
T
wor
d
en
met tal van (jonge) levens, die, ware
de, natuur aan zich zelf overgelaten, te vroegtijdig
veer zouden zijn weggenomen. Waar liet vroeger geen
uJzondering wa.s dat van een groot gezin, slechts h.et kleinste deel in leven bleef, moest het logische gevolg oolc wezen dat, waar kindersterfte betrekkelijlc tot de uil;zonderi.ngen ging behooien, ook de gezinnen klei-
iier werden, d.i. het aantal gebooiton minder werd.
Zoo meende (en meen) ik te kunn.en spreken van een

,knnstrnatige” vorgrooting van denbevo’llci ngsaan-
was, die een vermindering van de geboorten tot lo-
gisch gevolg moest hebben. Dit tegenover de opvatting

van hen, die het ,,lcunstmatige” (in den zin van be-
heersching van het niet-meer-dan-natuurlijke) wèl
zien i.n de vermindering van het aantal geboorten, en
clit daarom ongeoorloofd of ongewenscht achten, maar
vergeten dat dit liet onontkoombaar gevolg moest zijn
v4ri het bewuste ingrijpen elders, ni. in de vermeer-
dring der levensmogelijkheid.
Prof. Methorst had verder bezwaar teger. mijn mee-
ning, dat een doorgaande bevolkingsvermeerdlor.irig op
dën duur vooral de zuigelingensterfte, algemeoner: hçt aantal te vroegtijdige sterfgevallen, zou moeten
vêrgrooten, en wijst er op hoe een betere hygiëne dit
steeds meer zal kunnen voorlcomen. Doch wordt hier
niet juist als verwerkelijkt verondersteld, datgene,
waarvan ik do noodzalcelijkheid trachtte aan te too-
nen? Ik vermoed ook dat het sterfteeijfer, vooral van Icinderen, nog wel wat zal afnemen, althans – behou-
densbijiondere voorvallen – laag zal kunnen blijven.
Maar juist
omdal
het aantal geboorten nog wel ver-
der zal afnemen. Maar tot dit laatste zullen, (afge-
zien van immoreele motieven) naast verschillende oor-zaken, die men als cultureele zou kunnen bestempelen,
tôch ook wel heel sterk economische oorzaken mee-.
werken; en mocht de verdere vermindering van het
aantal geboorten eens niet, of •in te geringe mate
plaats v:inden, dan zal ongetwijfeld, ondanks alle
hygiëne, het aantal sterfgevallen moeten toenemen,
en wel in de eerste plaats van de minst levenskrach-
tigen, de jonge kinderen. Een doorgaande aanwas der bevolking moet nJ. de
tendens hebben de (ruil)verhouding van een reeds

958

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 October 1924

dichtbevolkt land dat zijn grondstoffen grootendeels
moet invoeren, in ruil voor zijn arbeidsproclucton, on-

gunstiger te maken tegenover (Ie minder dicht be-

voikte landen, die leveranciers van grondstoffen

(vooral granen) zijn. Maar bovendien zal in het dicht-
bevolkte land door allerlei oorzaken de kapitaalvoor-

raad de neiging hebben minder snel aan te groein

dan de bevolking, speciaal de arbeidersklase, zoodat

voor deze klasse de economische verhouding nogmaJs
ongunstig beïn vloed wordt. Dit heteekent, op tweeör-

lei grond, een verlaging van levenspeil, die noodwen-
dig moet voeten tot ondervoeding en meerdere vat-

baarheici voor allerlei ziekten, waardoor het sterfte-
cijfer zal moeten toenemen.
1)

En daarom geloof ik dat de bijna 1800 millioen in-
woners der wereld zeker nog met vele honderden mii-

lioenen zullen kunnen blijven toenemen, doch dat
daardoor de economische positie van reeds dichtbb

volkte landen, die grootendeels van hun import moe-
te.n leven, steeds moeilijker zal worden; en ook ons

land zal nog heel wat meer inwoners kunnen herber-gen dan de ruim 7Y4 millioen van nu; doch een aan.-
zienlijke uitbreiding van dit getal zal toch slechts

mogelijk zijn ten koste van het levenspeil; der talrijk-
ste idasse: die der arbeiders. Want ook hier geldt,
evenals overal elders, dat voor hetgeen het overvloe-

digst aanwezig is – en dat is hier de arbeidskracht

het minst beschikbaar is; terwijl datgene, wat steeds
noodzakelijker wordt om aan een aangroeiende bevol-

king onderhoud en arbeidsgelegenheid te verschaffen
– de kapitaaivoorraad in den ruimsten zin – doch

wat relatief steeds schaarseher dreigt to worden, niet
dan met steeds grooter opofferingen in voldoende

mate zal kunnen beschikbaar blijven. –

Doch, en ook hierbij sluit ik mij gaarne bij
;
de woor-
den van Prof. Methorst aan, wij mogen en moeten
verder werken in het vertrouwen dat de redelijkheid
in de samenleving, haar immanente economische orde,

de ontwikkeling zal richten in die richting, die voor
het behoud der samenleving en haar leden noodzaké-
lijk is. Weliswaar zal dat niet zonder moeite gaan:

de bittere noodzaak is eèn der middelen waarmede
zij werkt. Doch wanneer deze stem verstaan zal wor-
den, en niet tot in het onmogelijke zal getracht wor-
den de onontkoombare gevolgen van een natuurlijke

ontwikkeling te eamoufieeren, dan zal toch 2onder
groote schokken, zonder de al te wreede rem van
armoede en ellende, ook de hevolkingsvermeerdering
wel geleidelijk zich beperken tot wat voor ons lan(,
in de economische verhoudingen waarin het ten op-zichte van de verdere wereld geplaatst is, zal moge-

lijk zijn. Doch dan zal het cijfer der geboorten toch
sterk moeten afnemen, zullen de materieele levens-
voorwaarden voor allen vervulbaar blijven, en zal een-
maal ,,recht op bestaan” geen ijdele term meer wezen!

Mr. J.
BIERENS DE HAAN
Ja.’
* *
*

Met. genoegen las ik bovenstaand artikel van den
Heer Mr. J. Bierens de Haan Jr. en ik geloof met
den geachten
schrijver,
dat we in onze opvattingen
niet ver van elkaar staan. De zelfstandige uitgave

van zijn
bijgewerkte
studie zie ik met groote belang-

stelling tegemoet. De geachte
schrijver
zal mij
intussehen ten goede houden, dat ik
mijn
betoog
onverkort handhaaf.
H. W.
METHodsi.

VERBETERING DER STERFTEKANSEN EN

ALGEMEENE MORTALITEIT.

Prof. Dr. 0. A. Verrijn Stuart schrijft ons:

In het nummer van 15 dezer van dit weekblad komt
de heer Methorst in verzet tegen het belangrijk op-
stel, door Mr. J. Bierens de Haan Jr. te vorigen

jare in Onze Eeuw aan het bevolkingsvraagstuk ge-

1) Voor nadere arguntenteering van een en ander, wat
hier te ver
zou
voeren, moge verweaen worden naar het
aangehaalde werkje, in dit verband vooral
blz. 16-37.

wijd. Ik zal natuurlijk op de beantwoording van den heer M. door deh’aangevallen auteur hier niet voor-

uitloopen. Zij is hij hem stellig in goede handen.

Echter zij mij een enkele opmerking vergund naar
aanleiding van de uitspraak van den heer Methorst,

dat ,,de sterfteeurve bijna uitgedaald is, zoodat laatst-
genoemde na verloop van tijd in horizontale richting

zal moeten ombuigen en daarna omhoog zal moeten

gaan”; een uitspraak, waarop hij dan in de volgende

alinea van – zijn betoog nog nader ingaat in deze
woorden: ,,Alleen door het feit, dat we door het

dalen van het sterfteeiifer niet anders bereiken dan

uitstel van den dood, dan een grootere bezetting van

de hoogere leeftijdsklassen, zal na verloop van jaren

de sterfte in de hoogste leeftijdsklasse (stel boven
70 jaar) pereentsgewijze zoodanig moeten toenemen,

dat daardoor het totale sterfteeijfer ook zal moeten

stijgen”.
Deze steflingen
zijn
niet juist. De verbetering der
sterfte, in welke
wij
ons nu reeds tientallen van jaren
mogen verheugen, maakt een verhooging van de rela-
tieve sterfte Öp hoogen
leeftijd
volstrekt niet onvermij-
delijk. Zeker zal verbetering der levenskansen van de

jongeren een geleidelijk grooter aantal individuen

stel 90 jaar doen worden, en zullen er dus absoluut
meer 90-jarigen dan vroeger sterven. Maar er zullen
er dan ook meer
zijn.
Zelfs indien men zou willen
uitgaan van het bestaan van een levensgrens, die de
meosch nimmer zou kunnen
overschrijden,
en b.v.
zou aannemen, dat ieder
uiterlijk
op den
leeftijd
van
100 jaar den tol aan de natuur betalen moet, dan

zou voor de 99-jarigen de relatieve sterfte 100 pOt.
bedragen, en dit natuurlijk
blijven
doen, geheel on-
verschillig, of door verbetering van de sterftekansen

der jongeren het aantal der 99-jarigen geleidelijk
grooter wordt. Er is echter geen grond om a priori
nog verdere verbetering der sterftekansen ook voor

de hoogste leeftijdsklassen onmogelijk te achten. Heeft
zij plaats, dan zal, niettegenstaande door de daling
van de sterfte der jongeren het absoluut aantal der

ouderen klimt, ook het relatieve
sterfteeijfer
dezer
laatsten kunnen dalen.

En nu de vraag, of de verbetering van de levens-

kansen der jongeren niet, wegens de uiteraard hooge

sterfte der grjsaards, het
totale
sterfteeijfer moet
opdrijven. Ook deze uitspraak is niet juist. De fout
sihuilt hierin, dat de heer M. den invloed over het
hoofd ziet, dien daling der sterftekansen heeft op
den deeler in het mortaliteitsquotiënt. Men kan dit wellicht het best op de volgende wijze aantoonen.

Nemen wij de jongste sterftetafel voor de mannelijke
bevolking van ons land als uitgangspunt, en onder:
stellen wij aanvankelijk, dat de daarin aangegeven
sterftekansen onveranderd zouden
blijven.
Dan zal,
uitgaande van 100.000
mannelijke
geborenen per jaar,
na een eeuw de
mannelijke
bevolking hier te lande
5.559.699 zielen tellen, waaronder
jaarlijks 100.000
sterfgevallen plaats hebben,
zijnde
17,99 per duizend
zielen. Indien men nu echter de onderstelling wijzigt
in dezen zin, dat de hygiëne er in zou slagen voor alle
mannen het tijdstip van den dood tot het bereiken.

van dén
leeftijd
van 100 jaar te verschuiven, (het

voor het betoog van den heer M. gunstigst denkbare
geval), dan zal, wederom na 100 jaar, de mannelijke
bevolking tot 10.000.000 zielen zijn aangegroeid, waar-
van dan wederom 100.000 per jaar sterven, t.w. de

honderdjarigen.
zijnde
slechts 10 per duizend zielen.
De algemeene mortaliteit
blijkt
dus door het ouder
worden der mannen niet te zijn
gestegen,
zooals de
heer M. meende, doch juist te
zijn gedaald.
De mor-
taliteitscurve zal dan verder horizontaal gaan ver-
loopen, tot tijd en
wijle
men mocht slagen ook voor de
honderd-jarigen de sterftekans nog te verminderen,
in welk geval die curve wederom zou gaan dalen.

Men kan dus niet zeggen, dat, ook indien de daling
der geboorten een einde zou neme, eene uit de ver-
betering van de levenskansen noodwendig voort-

29 October 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

959

vloiende toeneming van het algemeen sterftecijfer

het gevaar van een te groote bevolking van zelf zou

bezweren. Integendeel, verdere daling van de nata-
liteit blijft de voorwaarde om op den duur te ont-
komen aan overbevolking, gepaard met toeneming van

de relatieve sterfte inzonderheid der jongeren. Dat

het zoo is, daarin ligt juist het ,,fatum der bevolkings-

vermeerdering”. C.
A. VE1UT.JN S’I’UART.

Utrecht, 17 October 1924.
* *
*

Bovenstaande opmerkingen van den Heer Verrijn
Stuart n. a. v. mijn betoog in het No. van 15 Octo-

ber 11. doen mij nog even op de zaak terugkomen.
Of ik heb mijn meening niet duidelijk genoeg weer-

gegeven, ôf de Heer Stuart heeft
mijn
bedoeling

niet goed begrepen. l)aar ik het eerste gaarne aan-
neem, volge hier een verduidelijking.
Ik schreef
niet,
dat de sterfte in
elk
der leeftijds-

jaren: 90 jaar, 91 jaar, enz. zal moeten
stijgen
door

het ouder worden der menschheid, doch dat da sterfte
in de hoogste leeftijdsklasse (stel boven 70 jaar), dit

is dus de groep in haar geheel
van alle jaren boven

de 70 jaar
bij
elkaar, zal moeten toenemen en we]

door het feit, dat de
leeftijdsopbouw
dier groep na

verloop van jaren een andere zal worden; er zullen
in die groep, door het ouder worden der menschheid,

op den duur mêér ouden van dagen komen dan

voorheen.
Onze sterfte per 1000 der bevolking is zôô laag
gedaald, dat betrekkelijk spoedig (b.v. vôôr het einde
dezer eeuw) de sterftecurve haar ‘laagste punt zal
hebben bereikt, waarna ik een ombuiging verwacht
in horizontale richting niet slechts, maar zelfs
eenigszins naar boven, zoodat we gaan in de richting
van eene stabiele bevolking en niet van eene zich
met een snelheid van thans uitbreidende bevolking. Laat ik hier aanstonds aan toevoegen, dat ik daarbij
van de praemisse uitga, dat het
geboortecijfer,
naar
verwacht mag worden, zal blijven dalen. Het geboorte-
cijfer kan natuurlijk elke berekening van hetgeen
mogelijk geschieden gaat doen falen.
Of het voorbeeld, dat de Heer Stuart aanhaalt om

aan te toonen, dat de algemeene sterfte kan dalen,
niettegenstaande de menschen ouder worden, ook
opgaat voor eene bestaande
bevolking en bij
af neniende

sterfte, zal moeten worden afgewacht.
Het is volkomen willekeurig, zelfs niet juist, om

aan te nemen, dat de sterfte thans reeds haar laagste
punt heeft bereikt. Het lijkt mij dan ook niet ge-
.00rloofd, gelijk de Heer Stuart in
zijn
eerste casus
positie doet, te onderstellen, dat de sterftekansen
honderd jaar lang onveranderd blijven. Was rekening gehouden met eene althans gedurende een deel dezer
honderd jaar afuemende sterfte, dan zou de deeler
grooter en het deeltal kleiner zijn geworden, zoodat
het quotiënt ten slotte vermoedelijk
beneden,
de 10 per 1000 zou zijn gedaald, waardoor dan in het tweede
geval (de casus positie der 100 jaar uitgestelde
sterfte) een
stijging tot 10 per 1000 zou
zijn
gebleken.
Een betere proef lijkt mij dan ook deze. Uitgaande
van den tegenwoordigen
leeftijdsopbouw
wordt voor
elk leeftijdsjaar de sterfte geleidelijk tot het bereik-
bare minimum verlaagd en de algemeene sterfte jaar
voor jaar berekend; eerst dan zal kunnen blijken, of
(hij dalend
geboortecijfer)
door wijziging in den leef-
tijdsopbouw de sterftecurv.e (na uitgedaald te zijn)
op den duur niet naar boven zal moeten ombuigen.
i)

Den Haag, 24 October 1924.

H. W. METTIORST.

1)
Een uitspraak, welke gaat in de richting van mijn
Ineening, trof ik nog aan in een mij juist dezer dagen
toegezonden overdruk van een artikel in het Verzekerings-
archief van den hand van den Heer Joh. C. Oly. Hierin
vindt men op blz.
158
de volgende conclusie: ,,Spoedig
genoeg zal de sterfte 01
00
haar laagste grens bereikt
hebben; dan zal zij geruimen tijd constant blijven en daarna
langzaam, doch onvermijdelijk, zal zij een stijging vertoonen.”
Ten

einde het belangstellend publiek in staat te stellen

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING,

DE DUITSCIIE RIJKSFINANCIEN ONDER

B[JITENLANDSCHEN INVLOED.

Dr. Walter Greiling te Hamburg
schrijft
ons:

De betaalstaat van de Londensche Conferentie

sol

irijft voor, dat in een normaal jaar de helft van de,
dan 2500 millioen Goudmark bedragende, herstelhe-

talingen uit de rijksmiddelen moet worden voldaan.

Met de zinswending ,,betalingen uit de rijksmiddelen”
bemantelt de diplomatieke beleefdheid het feit van

een belastingverpanding. De Duitsche Staat heeft

nl. niet de vrijheid, jaarlijks de betalingen voor het
herstel op de begröoting te brengen en voor de dek-

king dezer verplichting de middelen te zoeken. In-

tegendeel heeft hij in het geheel niet het recht, voor

de dekking der herstelbetalingen te zorgen. Dit ge-
schiedt door den Commissaris, welke de financieele
contrôle uitoefent, uit de opbrengst der verpande

staatsinkomsten. Zijn de ontvangsten uit dezen hoofde

niet voldoende, dan is het de taak van den Com-
missaris, maatregelen, er toe geëigend, de opbrengst
der verpande te verhoogen, of verpanding van nieuwe

brônnen van inkomsten voor te stellen. Het spreekt
vanzelf, dat de daarbij door dezen, buiten den staats-
dienst staanden hersteldienst te volgen procedure zeer

nauwkeurig is omschreven,
terwijl
de bevoegdheden
van den Commissaris vast
zijn
omlijnd. Ook is de
grondstelling van het deskundigenrapport gehand-haafd, dat men het best doet, een land de keus van
zijn belastingstelsel over te laten, aangezien buiten-

landsche invloeden er slechts toe leiden, het uit
sociale psychologie, binnenlandsche politieke in achts-
verhoudingen en historische overlevering voort-
vloeiende evenwicht in het systeem te vernietigen.
Als gevolg van de Dawes-wetten heeft de Duitsche
Regeering alle invoerrechten en de
accijnzen
op bran-
dwjjn, tabak, bier en suiker verpand. De totale op-

brengst van deze verpande rijksmiddelen wordt ter be-
schikking gesteld van een door de Commissie van
Herstel benoemden Commissaris, die tegelijkertijd
het toezicht over dit deel der Duitsche financiën
uitoefent. De administratie van de verpande belas-
tingen en invoerrechten geschiedt als tot dusverre
door de Duitsche financieele ambtenaren. Ook kan
de Duitsche wetgever naar believen de thans geldende
bepalingen op dit gebied veranderen. De Commissa-
ris en zijn medewerkers hebben -daarentegen geen
wetgevende of uitvoerende bevoegdheid. Het gaat
dus
bij
de belastingverpanding en financieele contrôle
niet omtoezicht op de Duitsche financieele politiek,
noch wat de uitgaven, noch wat de ontvangsten aan-
gaat. Dit maakt een
wezenlijk
verschil uit
bij
vroe-
ger. Het verdrag van Versailles gaf in
bijlage
11,
art. 125, de Commissie van Herstel de bevoegdheid,
het Duitsche belastingstelstel van
tijd
tot tijd aan
een onderzoek te onderwerpen, met het oog hierop,
of het wel even drukkend was als dat van welken
Ententestaat ook. Aan de Commissie van. Herstel
moesten
bij
een dergelijk onderzoek alle gewexschte
inlichtingen verstrekt worden. De geallieerden verze-
kerden weliswaar uitdrukkelijk, dat zij zjch in ieder
geval van inmenging in de Duitsche administratie
zouden onthouden. Toch vond deze inmenging nader-
hand plaats. Verder dan het Verdrag van Versailles
gaande, verlangde het ultimatum der geallieerden
van Maart 1921, het reserveeren van bepaalde mid-
delen voor de herstelbetalingen en stelde het voor

maandelijks den
loop
der belangrijke curven van geboorte
en sterfte te kunnën volgen, heb ik in het Maandschrift
van het Centraal Bureau voor de Statistiek een daarop
betrekking hebbende grafiek doen opnemen. En in het op
14
Juni
1924
verschenen boekje, in zakformaat, betreffende
de bevolking en oppervlakte der gemeenten in Nederland
op 1
Januari
1924,
heb ik een reproductie van de destijds
door mij bij de Erven TylI te Zwolle uitgegeven groote
grafiek met de
beide
curven sedert
1840,
doen bijvoegen.
Deze publicaties zijn verkrijgbaar bij het C. B.
v.
d. St.

960

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 October 1924

het toezicht hierop een Garantie-Commissie in. Aan

de Garantie-Commissie werd vervolgens in 1922 een

recht van toezicht op de Duitsche Staatsfinancin

verleend. De Commissie had zelfs de bevoegdheid en
onderzoek in te stellen naar de gestie op be1astin-
gebied en de wijze, waarop de belastingen werden

geïnd, hetgeen een inmenging beteekende in de bin-
nenlandsche Duitsche administratie. Zij had het recht,

voorstellen tot verbetering der Duitsche financiën

met de Duitsche Regeering te bespreken en toezicht

te laten houden op haar uitgaven, opdat begrootins-

overschrijdingen door de afzonderlijke ressorten zou-
den worden verhinderd.

De nieuwe financieele contrôle beteekent bevrijdiig
van deze ruwe wijze van buitenlandsche beïnvloeding

der staatshuishouding, welke bovendien volkomen nut-

teloos bleek. Wat kon de Garantie-Commissie be-
ginnen, als de Duitsche Regeering zich
lijdelijk
ver-

zette en op haar voorstellen geen acht sloeg?’Zij

kon slechts de oorzaak zijn van diplomatiek optredèn
door de Commissie van Herstel, hetgeen in het.

uiterste geval tot een uitbreiding der militaire bë-

zetting zou hebben gevoerd, verondersteld, dat dein
deze Commissie vertegenwoordigde mogendheden het

eens zouden zijn geweest.

De verandring van stelsel, die in het geheele
Dawes-plan en derhalve ook in de nieuwe financieele

contrôle tot uitdrukking komt, beteekent geen ver-

lichting voor Duitschiand. De invloed, welken de
Commissaris uitoefent; is onmerkbaar, doch strekt

zich veel verder uit, doordat
hij
van binnen uit,

door middel van het belastingapparaat en den vor’m,

welke daaraan wordt gegeven, op de Duitsche staats-
financiën inwerkt. Uit de bepalingen van het Loa-

densche slotprotocol
blijkt
de draagwijdte van dezen

invloed niet. Het meeste hangt van de persoonlijk-heid van den Commissaris af en van
zijn
vermogën

zich te laten gelden. Er worde hier slechts op enkele

mogelijkheden gewezen, welke zich binnen de grenzen

zijner bevoegdheden voordoen.
Hij
kan van dén
Secretaris-Generaal van het Ministerie van Financiën

tot den laagsten plaatselijken beambte toe, met alle pér-
sonen, bij de gecontroleerde financieele diensten
werkzaam, in contact treden.
Hij
kan ook de belas-

tingplichtige bedrijven bezoeken en daar betrekkingen

aanknoopen. Aangezien
hij
zoowel voor de ambte-

naren als voor de belastingplichtigen een soort van
boven hen gestelde instantie beteekent, die misstanden

kan ontdekken of een oog kan
dichtknijpen,
heëft

hij rijkelijk gelegenheid, figuren, van hem afhankelijk,
te scheppen.
Hij
kan een veel beter inzicht in de

administratie der verpande belastingen en de daar-mede samenhangende industrieën
verkrijgen,
dan
zelfs het Ministerie van Financiën, aangezien men
hem niet slechts als superieur, doch ook als buiten-

staander tegemoetkomt. Ook al maakt
hij
van
zijn
rechten niet tot het uiterste gebruik, toch kan hij
met behulp van de vele draden, die in zijn hand
samenkomen, gewenschte veranderingen doorzetten.

Buiten het gebied der verpande belastingen ktn
zijn invloed zich gaan uitstrekken over de geheele

staatsbegrooting, wanneer de opbrengst der verpande
middelen hooger is dan de herstelverplichtingen.
Het overschot moet hij n.l. ter beschikking van de
Regeering stellen. Aangezien de Commissaris van

Y
4
tot Y5 der ,,taxing capacity” van het Duitsche
vdlk controleert, hangt de financieele toestand van

het Duitsche
Rijk
er voor een deel vanaf, hoe groôt

het overschot is, dat de Commissaris afdraagt. Of
hij een overschot zal afdragen kan
hij
weliswa.r
niet naar willekeur beslissen, doch in samenwerking
met de trustee’s voor spoorweg- en industrie-obli-gatiën kan hij toch de overschotten van vervalter-

mijn tot vervaltermijn aan het
Rijk
onthouden met
de motiveering, dat een tekort op den rente- en
afiossinsdienst der obligatiën zou
zijn
te verwachten.
Tegen een zoodanige kwaadwillige storing van de

financieele gestie van het
Rijk,
ten einde zekere
wenschen door te zetten, helpt ook geen beroep op

den scheidsrechter, aangezien hierdoor de maatregel
van den Commissaris niet kan worden opgeschort

en na de beslissing van den scheidsrechter op andere
gronden het spel opnieuw kan beginnen. Te vaak zal

een en ander intusschen wel niet voorkomen, aangezien
overeenstemming tusschen den Commissaris en den

trustee wel niet zoo gemakkelijk te bereiken zal zijn.

De bevoegdheden van. den Commissaris bestaan,

zoolang de ontvangsten regelmatig vloeien en de

herstelverplichtingen worden vervuld, in een recht,

inlichtingen in te winnen en een contrôle-onderzoek.

in te stellen. De Commissaris en zijn vertegen-

woordigers hebben hel; recht, v6ôr anderen te worden

toegelaten in en voortdurend voeling te houden met
het Ministerie van Financiën, zoowel als iedere

inlichting, welke de Commissaris voor de vervulling
van
zijn
taak noodig acht, te verlangen. Alle wets-
ontwerpen en administratieve circulaires, die betrek-

king hebben op de verpande middelen, moeten hem

even snel als den Duitschen instanties ter hand gesteld

worden. Voor de contrôle-uitoefening op de financi-
eele resultaten heeft hij het recht, inzage te nemen

van alle stukken.
Hij
kan bovendien alle admini-

stratieve organen en belastingplichtige bedrijven per-
soonlijk bezoeken of door zijn onderschikten bezoeken
laten. Behalve deze rechten heeft de Commissaris

nog een zeer gewichtige bevoegdheid. Zijn toestemming
is nl. vereischt voor iedere verlaging van de verpande

accijnzen, niet echter van de invoerrechten.

Wanneer gedurende een hlf jaar de opbrengst
van een belasting 50 pCt. of van alle belastingen

35 pCt. beneden die van het vorige jaar is gebleven,

of de herstelverplichtingen niet voor 120 pCt. door
de ontvangsten uit de verpande belastingen kunnen
worden gedekt, worden de ruimere bevoegdheden van

den Commissaris van kracht.
Hij
heeft dan het recht
bezwaar te maken tegen ev. bestaande verplichtingen
en ontheffingen
bij
de belastingheffing. Voor het

geval op
zijn
voorstellen geen acht wordt geslagen, kan hij de verpanding van andere belastingen door-

zetten. Eerst wanneer ondanks de verdere verpanding
de herstelbetalingen niet regelmatig kunnen plaats
vinden, kan de Commissaris, nadat
hij
het met den
Agent-Generaal voor de Herstelbetalingen eens is
geworden, een eigen plan uitwerken tot verhooging
van die belastingen, waarbij een daling is ingetreden.
Daarentegen heeft hij niet het recht, verandering
van het bestaande belastingstelsel te eischen. In het
uiterste geval kan de Commissaris, in samenwerking

met den Agent-Generaal, de afscheiding van de
organisatie der verpande middelen van de algemeene
financieele administratie eischen en verlangen, dat
zij beheerd wordt door een eigen organisatie, onaf-
hankelijk. van den Staat. De Minister van Financiën
kan echter door een beroep op den scheidsrechter, die
door den President van het Permanente Hof van
Internationale Justitie wordt benoemd, dezen uitersten
maatregel afwenden. De Arbiter beslist ook over alle
meeningsverschillen, die rijzen
bij
de uitlegging van

het Londensche Slotprotocol, voor zoover dit de
rechten van den Commissaris betreft.

Een overzicht over de bedragen, waar het bij de
financieele contrôle om gaat, verkrjgt men uit de

bekendmaking van den Minister van Financiën van
14 September 1924. In de eerste vijf maanden van
het begrootingsjaar 1924/25, van den isten April tot

den 31sten Augustus, bedroeg de opbrengst der ver-
paude middelen 482.156.082 Goudiaark. Volgens cle begrooting 1924125 moeten de verpande middelen in
het geheele begrootingsjaar 1.017 milliard Goudmark

opbrengen. De ontvangsten uit de invoerrechten, de
tabak- en bierbelasting hebben de raming ten deele
aanzienlijk – de invoerrechten met 45 pCt. – over-
troffen. De opbrengst van den brandewijn- en suiker-
accijns is daarentegen bij de raming achtergeble-

‘-4

29 October 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9.1

ven. Desniettegenstaande zijn de totale opbrengsten

uit. de verpande belastingen
10
tot
12
pCt. hooger

dan de ramingen.

Opbrengst Maande- Raming

Raming

van 1 April lijkseb

voor het

van het
Bron

tot 31 Aug. gemid-

begroo-

maandel.
1924

delde

tingsjaar gemiddelde

Gmk.

Gmk.

Gmk.

Gmk.

Invoerrechten 112.806.740 22.560.000 160.000.000 13.333.000
Tabaksaccijus 189.835.889 38.000.000 360.000.000 30.000.000
Bier-

,,

82.534.390 16.500.000 126.000.000 10.500.000
Brandew.,,

25.209.946 5.000.000 140.000.000 11.600.000
Suiker- ,,

71.769.117 14.350.000 231.000.000 19.250.000
Totaal.. 482.156.082 96.410.000 1.017.000.000 84.683.000

Volgens de ramingen van het Duitséhe Ministerie van Financiën zullen de verpande
accijnzen
in
19281

1929 1.700
millioen
M.
opbrengen, volgens schatting

der technische deskundigen van de Dawes-Oommissie
zelfs
2.146
millioen M. Daarentegen bedragen de
totale ontvangsten van het
Rijk
volgens de begroo-
ting
1924/25 5.144
millioen
M.
Er bestagt geen hoop,
deze in dezelfde verhouding te doen
stijgen
als de
verpande belastingen, aangezien deze juist de ruimst

en best vloeiende bronnen van inkomsten
zijn.
De
financieele contrôle zal zich derhalve van jaar tot jaar
over een
stijgend
percentage der Duitsche rijksmid-
delen uitstrekken. Dr.
WALTER GRE1LING.

AANTEEKENINGEN.

J(osicn van hei levensonderhoud bij
arbeidersgezinnen te Amsterda?n.
1
)

liet dezer dagen door het Bureau van Statistiek der
Gemeente Amsterdam gepubliceerde indexcijfer van
de kosten van het levensonderhoud van arbeidersge-
zinnen over September
1924
bedraagt
82,5
tegen
81,1
in Juni ji. ), waarbij Maart
1920
op 100 is gesteld.

1 Stijging en 1
1
daling in perc.
Voe

I
ding3) Rest
4
)

Totaal Isedert Mrt. 20 Index-

1
Voe-

Rest

cijfer

1
ding

Gemiddelde weke- 1

1

1

1

1

1.
lijkscheuitgave per

1

1
gezinseenheid

1

1

1

1

1
guldens in Mrt. ’20
1f 5

56
If
5,70I
f
11,27

100

100
j
100

Bedragen, welke p.
gezinseenheid zou-
den zijn uitgege-
ven,indien besteed
aan hetzelfde als in
Mrt. 1920, in:
Juni

1920…. ,, 5,75k,, 5,781 ,,11,54

3,4

1,4 102,4
Sept.

1920…. ,,6,20 ,,5,83 ,, 12,03

11,4

2,2 106,8
Dec.

1920…. ,,6,15 ,,5,54 ,, 11,69

10,5 – 2,9 103,7
Maart 1921…. ,,5,83 ,, 5,23k ,, 11,06

4,8 – 8,2

98,2
Juni

1921.. .. 5,88

5,08k

10,96k 5,7 _10,9
Sept.

1921. . . . ,, 5,43 ,, 5,07 ,, 10,50 – 2,4 _11,1

93,2
Dec.

1921…. 5,151,, 4,881 ,, 10,04 – 7,3 _14,4

89,1
Maart 1922…. ,,5,24,,4,91 ,, 10,12 – 6,3 _13,9

89,8
Juni

1922…. ,,4,93 ,, 4,921

9,85_11,4 -13,7

87,4
Sept.

1922…. ,,4,33 ,, 4,881

9,24 _22

-14,4

81,8
Dec.

1922…. ,,4,38,, 4,94 ,, 9,30 _21,2 -14,-

82,5
Maart 1923 …..,,
4
,
2
6* ,, 4,83 ,,

-23,4 -15,4

80,7
Juni

1923 ……,4,37 ,,4,78 ,, 9,15 -21,5 _16,2

81,2
Sept.

1923 ……, 4,34k,, 4,7% ,, 9,13 -21,9 _16,1

Sl,_
Dec.

1923.. .. 4,58k,, 4,78 »
9
,3
6
* _17,6 _16,2

83,1
Maart 1924… . 4,631,, 4,80* ,, 9,44 –

-15,8

83,8
Juni

1924……; 4,34 ,, 4,80 ,, 9,14 _22,0 -15,9

81,1
Sept.

1924 ……, 4,44.,, 4,85 ,, 9,
2
9*_
2
0,1 _15,_

82,5
2)
Verg. het art.
0
P 953 vnu dit nummer.
‘erg. P 688 in 11et liUfliflier van 6 Aug. 1924.
Brood, beschuit, koek, grutterswaren, melk, kaas, eieren,
vleesch, visch, vetten, suiker, andere kruidenierswaren,
groenten, fruit, aardappelen.
Kleeding, schoeisel, huishuur, brandstof, gas, electri-
citeit, poetsartikelen, wasch, fondsgelden, verzekering, con-
tributie, periodieken, tabak, sigaren, dranken, instandhouding
huisraad, ontspanning, tram, diversen. : –
De herleiding tot gezinseenbeden geschiedt aldus, dat
de man geldt voor 1, de vrouw voor 0,9, een kind in het
eerste levensjaar voor 0,15, in het tweede voor 0,2, in het
derde voor 0,3 volwassene en zoo geleidelijk ôpklimrnende
met 0,05 voor elk leeftijdsjaar.

,. lIet ]3Ltreau licht de cijfers’ als volgt toe:
)’ Over September 1924 werd het iiidcxcijïer der kosten van
l.alil; levensonderhoud, evenals voor (ie vorige drieman ode-
1jksche perioden berekend op grondslag van het verbruik,
t

lat bij het iii Maart 1920 gehouden onderzoek geconsta-
teerci was, en van de prijzen, welke in den ioop ‘acl eerst-
ij’enoenide maand gegolden hebben.
1
1
Dit indexcijfer, voor zoover het betrekking heeft op cle
totale kosten van levensonderhoud, bedraagt in September
1924 82,5 vergeleken met 100 in Maart 1920, of ccci daling
‘aiI 17,5 pCt. beneden liet peil van laal stgenoemde maand.
Waar liet cijfer bij de vorige driema.andelijkehe berekening,
voor Juni 1924, 81,1 bedroeg, is dus in het laatste kwartaal
een stijging te constateeren, en ic’el met 1,4 op 81,1 of 1,7
iCt. De daling sedert September 1920, toen de duurte het hoogste plint bereikt had en het indexcijfer 106,8 bedroeg
p de basis van Maart 1920 = 100, bedraagt thans nog
22,7 pCt., tegen 24,1 pCt. in Juni 1924.

“‘ Voor de voeding afzonderlijk is de daling seder Maart
1920 in September 1924 20,1 pCt. tegen 22,0 pCt. in Juni
1924. Se:lert de vorige driemaandelijksche berekening is
dus ccci stijging ii’aar te nemen van 2,4 pCt. De algemeene
atijging van het indexcijfer betreft dus hoofdzakelijk de
voeding, en de op deze laatste ingetreden vermeerdering
wordt in haar werking op het totaal verzwakt door het
overige gedeelte van het budget, dat in 1920 50,6 pCt. van liet totale budget vormde en waarvan een aantal onderdee-
len geen veranderingen hebben ondergaan.

De prijswijzigingen, welke zich in den laatsten tijd op
Sen aantal voedingsartikelen hebben doen gevoelen, deden
zith over ‘t algemeen voor in den 1oop der maand, waar-
over liet indexcijfer berekend wordt. Tot de voornaamste
van deze wijzigingen behooren, naast de algemeen bekende
van brood, die van melk, welke van 19 ct. per liter bij liet
begin der maand steeg op 20 cent na het eerste derde en
p 21 cent bij het begin der tweede helft; die van bevroren
rundvieesch, waarvan de prijzen verhoogd werden met iii-
aog van 29 September (althans die der mindere kwalitei-ten, terwijl de betere soorten in prijs gelijk bleven of zelfs
(laaiden) ; die van eieren en natuurboter, welke gedurende
de betreffende periode verscheidene stijgingen achtereen
oudergingen (natuurboter van
f
1,27
1
/
2
per pond bij liet
begin der maand geleidelijk stijgende tot
f
1,50 bij het
einde). In overeenstemming met den voor deze statistiek
steeds toegepasten regel om de uitgaven van een geheele
i’naand als grondslag te nemen, werden deze verhoogingen
alleen voor dat gedeelte der maand, gedurende hetwelk zij
ijoor de verbruikers wezenlijk van belang waren, in aan-
iiierking genomen. 1)aarbij komt nog, dat, wat brood
0e-
tref t, eenige bakkerijen, die geregeld aan het Bureau opgave
van hun prijzen verstrekken, zich eerst laat of in het ge-
heel niet bij de reeds in Augustus begonnen béweging tot
vrlcoogiug hebben aangesloten, zoodat van genoemde ver-
hooging de invloed op het eindcijfer slechts in geringe mate
is waar te nemen.

Door cle bovengenoemde omstandigheden is de w’erking
van de grooter geworden duurte op het totaal geringer dan
het geval zou zijn geweest, indien de berekeningen uitslui-
tend hadden plaats gehad op de basis van de prijzen a’cn
liet einde van de maand. (Zou in afwijking van bovenge-
noemden regel een berekening op deze basis gemaakt zijn,
dan zou dit in plaats van 82,5 het cijfer van 83,3 hebben
gegeven, tegen 83,8 in Maart jI. en 81,1 in Juni jI.). Bo-vendien zijn eenige voedingsartikelen te vermélden, die
sedert Juni 1924, als gevolg van het feit, dat het seizoen
oedkoopere soorten aan de markt heeft gebratht, een prijs-
verlaging hebben ondergaan, nl. groenten, fruit, aardappe-
len. De. verlaging op aardappelen is zoo aanzienlijk, dat de
uitgave van 46y
2
cent per eenheid en per week in Juni
1924 op 29
2
/i eent.verminderd is. En men begrijpt clan
ook, dat zoodanige vermindering cle stijging op de andere
posten goeddeels wegneemt.

Van het overige gedeelte van het budget is alleen ver-
nceldeuswaard, dat de posten schoeisel, brandstof en con- –
tributies lichtelijk gedaald zijn (brandstof door prijsvermiri-
dering van eierkolen en turf), contributies door de vermin-
dering van het tarief van 6n vakvereeniging), terwijl
daarentegen de posten kleeding (man s-bovenkleedi ng) en
hucishuur een vermeerdering vertoonen. Vooral de verrueer-
dering op huishuur is niet onbelangrijk; deze post ver-toont thans een verhooging van 56,7 pCt. boven Maart
1920 tegen 50,2 pCt. in Juni.

Het indexcijfer van 82,5 op de basis van Maart 1920 =
100, omgerekend op cle basis van het prijsniveau gedurende
te periode 1911-1913 = 100 en Maart 1920 = 213,7 (vol-

962

– ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 October 1924

geus (Ie vroèger toegepaste methode), geeft
176,3.
Dit is
dus in September 1924 een stijging van
76,3
pOt. boven

het peil van vöSr den oorlog, tegen
73
1
3 pCt’.
in Juni 1.924.
Ook thans moet worden herinnerd aan ht voorbehoud, cli.t
in de vorige publicaties tegen deze berleinling werd g’-
maakt.

De eerste wee/cst aal der nieuwe Reichs-

bank. (,,Dawes- bank”). – Nadat 11 October de

30 Aug. I.I. aangenomen nieuwe Duitsche bankwet
in werking is getreden en de bankbiljetten, in de

nieuwe munteenheid, de Reichsm ark, luidende, wettig

betaalmiddel zijn geworden, is 15 October de eerste

weekhalans der ,,Dawes-Bank” verschenen, welke wij

hieronder volledig afdrukken.
15
Oct.
’24
(in duiz.
Activa
Reichsm.)
Nog niet uitgegeven aandeelen
.
……………
210.000
Goud (muntmateriaal) …………………….
613.625
daarvan: in ,,kas” …………….
441.482
bij, buiteni. circ. banken in

depot. (onbelast) …………
172.143
Deviezen, als gouddekking geldende ……….
204.541.
Andere wissels en chèques………………..
2.153.943
Duitsche pasmunt……………………….
59.359
Biljetten, van andere banken……………… –
Beleeningen

…………………………..
15.947
Effecten

……………………………..
77.517
Diverse Activa …………………………
929.90]

Passiva.

Kapitaal:
oud.

………………………………..
90.000
verhooging, waartoe besloten

…………..
210.000

Reserve

………………………………
900

Circulatie

…………………………….
1.396.748
Andere, dagelijks opeischbare verplichtingen

.
828.511
Voorschot van de Rentenbank …………….
800.000

Diverse

passiva …………………………
938.674

De staat, welker samenstelling in artikel 36 der

Bankwet wordt voorgeschreven, luidt, in tegenstelling
tot de publicaties der oude bank, geheel in Reicbs

mark. De ,,Billionmark” en de Rentenm ark zijn mèt
de Reichsmark gelijk gesteld. Er
blijkt
in de eerste

plaats uit, dat de kapitaalsreductie van 180 tot 90
millioen, waartoe werd besloten, is doorgevoerd.
De kapitaalsverhooging met 210.000.000, waartoe
eveneens werd besloten, heeft nog niet plaats gevonden
en derhalve treft men een doorloopenden post tot dit

bedrag aan. De omrekening van den goudvoorraad
berust eveneens op de wet (art. 22), die de bank ver
plicht, gouden muntmateriaal tegen 1392 Reichsmark

per pond fijn aan te koopen,
terwijl
de oude 10- ed

20-Markstukken met 10 en 20 Reichsmark worden
gelijkgesteld. Aldus wordt een goudvoorraad van
ruim .613 millioen opgevoerd, hetgeen bijna 19 mil
lioen meer is dan een week te voren. Van den deviezenL
voorraad is 204.5 millioen afzonderlijk opgevoerd,
daar deze krachtens art. 28 met gouddekking worddi

gelijkgesteld. De biljetten zijn voor 43.9 pOt. door
goud ên voor 58.6 püt. door goud en gouddeviezeh

gedekt. .
De overige tegoeden in het buitenland etc. zal
men, als tot dusverre, onder de ,,diverse activa’
moeten zoeken. Daarheen zijn de tot, dusverre af-
zonderlijk opgevoerde ,,Rentenmarkscheine in kas;’

(vorige week 246 millioen) verhuisd.
De
Frkf. Zt
g
.

vraagt zich tevergeefs af, waarom men hiertoe is
overgegaan en hoopt, dat opgaven hieromtrent in de
toelichting zullen worden verstrekt, aangezien toch
de Rentenmarkbiijetten nog een aantal jaren een be-
langrijk deel der circulatie zullen uitmaken. De vo-
rige, week heeft Dr. Kramer in deze kolommen uit-
eengezet, op welke wijze zij geleidelijk, in het ongun
stigste geval in 10 jaren, uit het verkeer zullen ver-

dwijnen.
Een achteruitgang bij vroeger is ook, dat de te-
goeden van overheid en particulieren niet meer af-

zonderlijk worden opgevoerd. Bovendien behoort’thans
tot de crediteuren ook de Agent-Generaal voor de

Herstelbetalingen, op wiens rekening enorme bedra-

gen zullen samenvloeien. Vreesde men speculatieve
operaties in vÈeemde valuta, gebaseerd op schattin-
gen van de hoogte van diens tegoed en wilde men

den stand van zaken zoo weinig mogelijk doorzichtig

maken? De Frkf. Ztg. acht deze vrees, ongegrond,

aangezien, naar zij meent, de Agent voortdurend

mededeelingen zal doen over het binnenkomen der

Duitsche verplichtingen en den staind van zijn te-

goed. Zoolang dit echter niet het geval is en de
samenvoeging van overheids- en particuliere tegoe-

den blijft gehandhaafd, biedt wijziging in de reke-

ning-courant-saldi een bron voor allerlei gissigen,

daar zij thans de re4ultante van drie componenten is.

De •herstelleening van Duitscls ge-
z s c
h t s p u n t. –
In een beschouwing van een der Duitsche groote banken over de Duitsche buitenland-

sche leeniug wordt er op gewezen, dat dë verschil-

lende aflossingsbepalingen van het Europeesche en
het Amerikaansche ‘deel, resp. á pari en tegen
105 pOt., hun oorzaak hierin vinden, dat zonder dit
verschil wellicht veelvuldig door Amerikanen op de
Engelsche tranche i.p.v. op de Amerikaansche zou

zijn ingeschreven, in do hoop op een verdwijning van
het disagio van het pond. Over de beteekenis van de

leening wordt dan verder het iroigende opgemerkt:

,,Het bedrag der leenihg komt de Duitsclie volks-

huishouding in zooverre ten goede, als de daardoor
ontstane saldi ‘in het buitënlknd door het Duitsche
Rijk ter beschikking van de R.ijksbank gesteld wor-

den tot dekking der bankbiljetten. Het tijdstip van

deze beschikbaarstelling zal zich naar aangenomen
mag worden, richten naar de stortingen op de ver-
schillende deelen der leening. Volgens de nieuwe

statuten is de Rijksbank verplicht, 75 pOt, van
haar goud- en deviezenvoorraad in effectief goud om
te zetten. De in den laatsten tijd begonnen goudaan-
koopen zullen dus nog wel verder voortgezet worden.
1)

De resteerende buitenlandsche tegoeden zullen voor
de Rijksbank een grondslag voor gewichtige opera-
tie’s vormen. De kleinere emissielanden zouden er

misschien belang bij
l
hebben, dat de voor hun kapi-

taalmarkten toch altijd belangrijke bedragen niet plot-
seling weggetrokken worden. De markbiljetten, die
de Rijksba.nk voor deze valutategoeden eerstdaags uit’

zal geven, moeten naar behoefte tot de betaling van
herstelprestaties gedurende het eerste hersteljaar ge-
bruikt worden. Ten slotte wordt zoodoende nog een.
aanzienlijk gedeelte van de leening aangewend ten
gunste der hersteschuldeischers.
Niettegenstaande deze omstandigheid is de betee-

kenis van het slagen der leening voor Duitschland
niet te onderschatten. Zij .heef t zich reeds hierdoor

practisch geopenbaard, dat de nieuwe muntwet, die
de ,,Reichsmark” als wettig betaalmiddel invoert, van
kracht kon worden. De uitgifte van het ‘uieuwe geld
zal waarschijnlijk binnenkort volgen, evenals de bijna

volledige intrekking der deviezenbepalingen. Zoo-
doende begint het ijzeren scherm, dat tot nu toe
den Duitschen geldsomloop van den buitenlandschen
isoleerde, omhoog te gaan. Nadat het buitenland
zijn vertrouwen in ‘de stabiliteit van den toestand

der Duitsche volkshuishouding door .de inschrij-
ving op de leening heeft getoond, zal de oge-

lijkheid van een vrije cirôulatie der kapitalen steeds
grooter uitwerking hebben. Een aanpassing van de nog korten tijd geleden absoluut ontredderde Duit-
sche geidmarkt aan het internationale geldverkeer zal
na een ongetwijfeld onvermijdelijk overgan.gstijdperk

op ‘den duur niet uitblijven.
Voor de internationale geldmarkten beteekent de

leening het begin van een nieuwe periode van Duit-
sche transacties. In de eerste plaats zan de vraag van

de uitgifte van’ de tw.ee
milliard M. preferente aan-

“) [De goudvo’orraad steeg-van
426
millioen op
31
Mei

1924
tot
616
millioen op
15
Oct. 11. — Red.]

29 October 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

963

deelen ‘van den Dui.tschen Rijksspoorweg opduiken.

De gedurende de eérste twee hersteljaren onder te

brengen 500 millioen M. zullen weliswaar in het bin-
nenianci geplaatst worden, maar het :is toch ‘twijfel-

ciitig, of hierbij’ de medewerking van, het buiten-

Iai]dsche kapitaal geheel zal kunnen worden ontbee.rcl

en voorzeker zal’ deze voor cle later uit te geven rest

van de emissie noodzakelijk zijn. Van de 11 Mi.liiarcl

M. spoorweg-obligaties moeten eveneens direct 500

Millioen M. op de open markt ondergebracht worden.

Bij de in totaal 5 Milliard M. industrie-obligaties

hebben de heritelschuideischers zich het recht voorbe-

hoiden, zich de obligaties van . eenige. op den voor-

grond tredende maatschappijen te laten overhadi-

gen, om ze eveneens direct onder te brengen. De af-

wikkeling al dezer zaken veronderstelt een groote ka-
pitaa]sbewegi.ng. Rekening moet er ii’iede worden ge-
houden, dat zij op de geidmarkt een nog langen tijd
merkbaren invloed zal uitoefenen.”

Het toekomstig koersverloop vah de peso. –

In een recent no. van ,,The Review of the River Plate”,
zet de heer W. F. Benkiser, Vice-President van de
First National Bank of Boston, zijn meening uiteen
over, de naaste toekomst van de peso aan de hand
van de
cijfers
der Argentijnsche handelsbalans ovei
de eerste zeven maanden van 1924, vergeleken met
het overeenkomstig
tijdvak
van 1923. Op grond van
verschillende, nader door hem uiteengezette overwe-
gingen komt hij tot de volgende
cijfers
voor den
uitvoer gedurende evengenoemde periode.

peso gedurende 1923, zegt hij, kan aan de juistheid

dezei cijfers twijfel worden gekoesterd. Een op andere
gronclslagen opgezette berekening voert echter tot
ongeveer hetzelfde resiltaat.

– Vraagt men derhalve, waarom de dollarkoers niet
sneller is gedaald, dan moet volgens Schr. het ant

woord luiden, dat het batig saldo der beschouwde

periode nog niet meer gedaan heeft dan het nadeelig
1
slot van 1921, 1922 en 1923 ten bedrage van 189.000.000

goudpesos compenseeren .en dat de dollarkoers midden
,,Augustus eenigszins lager stond dan, einde Decem-
ber 1921.
Dollars

£ in
1

in Buenos

Buenos

£ in
Aires

Aires

New York

31 Dec. 1921 ……132.20

43–116

4.20
.2 Jan. 1924 …. ..139.00

40-4

4.29
313 Aug. 1924 …. .130.50

40-34e

4.54

De kracht van de peso is in de week van 13-20

Aug. 11. gebleken, daar deze zich gedurende de reactie
van het £ in New York kon handhaven.

Dollars in £ in Buenos

£ in

Buenos Aires ‘ ‘ Aires

New York
1
20 Aug. 1924 . . . 130.50

41

4.49
Sindsdien is de koers verder verbeterd:
23 Oct. 1924 … 119.50

44
116

4.50
L.
De vooruitzichten voor de pèso zijn veel beter
dan ten vorige jare, gelijk uit de tabel onderaan deze
pagin. blijkt.

De hoeveelheid nog beschikbare gerst is gering en

In tonnen

In duozenden peso’s
Verschil
i
n
gein.
waarden

gedu-

Goederen
rende de eersie
1923
1923
1924
7
maanden van

$
.1924

2.870.803
3.670.667 337.061

.
409.953 4.

72.892.000
1.722.322
2.338.405
145.746
199.659
+

52.913.000 928.800

.
1.039.712
182.715
218.838
-3-

36.124.000

Tarwe

…………………………

322.955 420.073
26.292
31.496
+

5.204.000

Maïs

…………………………

25.657
169.573
2.104
14.030
+

11.925.000
Rundvleesch …………… ……..
308.122
459.816 102.800
146.281
+

43.481.000

Lijnzaad

…………………………
Haver

………………………….

.

57.154
53.941
26.241
29.095
+

2.854.000

Gert …………………………….

103.928

.

….

81.679 105.343
,

121.882
+

16.538.000

Schapevleesch

…………………….
W1

………………

………..
..
62.717 89.152
,

61.794
79.459
+

10.665.000
Gezouten

huiden………………..
Droge huiden
14.941 15.073
15.654
16.279.
.3-

625.000
.
…………………..
Kalfshuiden ……………………
3.418
,

6.429 3.328
6.758.
+

3.431.000

6.420.817
8.353.520
1
.009.0781
1.266.730
3-. 257.152.000

Waar de waarde van bovengenoemde goederen in
‘eraamd kan niet worden, hoeveel rund- en schape-
1922 en 1923 .resp. 81.3 en 79.5 pCt. van die van den
leesch,

wol en huiden gedurende de rest van het
totalen export bedroeg, acht de schr. een raming van
zullen worden geëxporteerd doch de prijzen voor
80 pOt. in 1924 gerechtvnardigd en komt zoo tot een
al deze goederen zijn hooger dan het vorig jaar en re-
totaal van 1.583.412.000

papieren

$

gedurende

de
.
kening houdende met het toen plaats gehad hebbende
eerste zeven iiaanden van 1924 tegen
$
1.261.347.000
zeer late scheren der schapen en de dit jaar waar-
in

de

overeenkomstige periode van het vorig jaar.
schijnlijk hoogere opbrengst daarvan met betere vraag
De waarde van den invoer schat hij, met verschillende
uit de V. S., den verbeterden toestand van den veestapel
factoren

rekening •houdend,

op

$
1.065.728.000

en

en

de

prikkel, welke de huidenmarkt zal ondervin-
koiiit dus tot de volgende ramingen der totale han-
den van grootere vraag naar leer als gevolg van de
delsbeweging:

gunstige uitwerking der Conferentie van Londen, mag
Uitvoer

Invoer

Totaal

Handelsbalans
veilig worden aangenomen, dat de waarde van den
$

..

$

.

$

.

$
uitvoer dezer goederen hooger zal zijn .dan het vorig
1923 1.261.347.000 1.184.209.000 2.445.556.000
+

77.138.000
jaar:
1924 1.583.412.000 1.065.788.000 2.649.200.000
+
517.624.000
Aangezien bovendien, doordat dit jaar tot 1Augustus
üp grond van het ongunstig koersverloop van de
een geringer deel van het graan werd uitge voerd dan

Resteerende hoeveelh.
v.
exp. beschikbaar
Prijzen per ton
Waarden

1923
1924

0
/0
v.h.
lonnen
.

f
0
v.h.
Tonnen
1923
1994 1923
1924
totaal
.

totaal

850.0,00′
24
900.000
20
$

109,

.
$
150,-
.
92.650.000
$
135.000.000.
Tarwe………………….
1.450.000
41
3.200.000
61
86,_
,,

95_
124.700.000
304.000.000
Maïs :……………….
Lijozaad ……………
200.000
.270.000
’16
300.000
23
210,-
,, 230,-
.

49.000.000
69.000.000
Haver

……………..
29
300.000
39
82,-
,,

90,-
22.140.000
27.000.000

Het gem. resteerende
01
27,5
36
.
.
Totalen

…………..
2.770.000 4.700.000
$
281.490.000
$
535.000.000

964

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 October 1924

in 1923
1),
hét percentage van den totalen uitvoer ge-

durende de eerste 7 maanden van 1924 op 70 pOt.’

van dien gedurende het geheele jaar, i. p. v. op 72

püt. in 1923 mag worden aan,enomen en de vraag

is, of de invoer in de resteerende vijf maanden grooter

zal zijn dan in 1923, toen groote aankoopen werden
gedaan met het oog op verwachte tariefverhooging,

zoodat een percentage van 55 van het jaartotaal voor,

de eerste zeven maanden gerechtvaardigd schijnt,,

komt Schr, tot de volgende raming der handelsbalans

voor 1924, waarbij de stijgende prijzen van uitvoer-
goederen gedurende Juni en Juli niet in aanmerking

genomen
zijn,
omdat de aan de berekening ten grond-

slag liggende gemiddelde waarden niet verder gaan

dan tot Mei.

Uitvoer 1924 raming …………..$ 2.262.017.143,

Invoer 1924

,,

……….
….

1.937.796.364

Voordeelig saldo . . $ 324.220.779

WTa
r
e
n
de percentages van uit- en invoer gedurende

de eerste zeven maanden van het vorig jaar als grond-,
slag genomen, de cijfers zouden de volgende zijn:

Uitvoer 1924 raming …………..$ 2199.169.444

Invoer 1924 ,. …………… ,, 1.776.313.333

Voordeelig saldo…. $ 422.856.111

Het totale nadeelig saldo der vorige drie jaren be-,

draagt 189 millioen goudpeso’s of 429.540.300 papier $.

De onzichtbare invoer is in 1923 volgens Schr.
groot geweest. Daartegenover staat volgens hèm een

toenemende bereidheid van het buitenland, Argentijn-

sche fondsen op te nemen,
terwijl
gehoopt mag wor-
den, dat de huidige bezuinigingspolitiek zal worden’

voortgezet en de uitvoering van een zorgvuldig uitge-.

werkt plan voor fin anceering in het buitenland, dat zich

misschien over verscheiden jaren zal uitstrekh64
Moeilijkheden levert het tekort aan arbeidskrachten.

Alles bijeen
genomen meent Schr. te mogen aannemen
dat na de komende paar maanden de peso voor langen

tijd het ergste te verduren zal hebben gehad en wij

niet ver meer
‘zijn
van den tijd, waarop de ,,Oaja de

Oonversion” haar deuren met gerustheid weer kan’

openen.

1)
Op 1 Sept. I.I. bedroegen de beschikbare surplussen
aan tarwe, mais en lijnzaad resp.
700.000, 2.700.000
en
230.000 tons, tegen resp.
600.000, 1.100.000
en 170.000 op
1 Sept. 1923.

ONTVANGEN:

Geschriften ter verdediging van den vrijen handelt
uitgegeven in 1922, 1923 en 1924. (Vereeniging.
,,Het Vrije Ruilverkeer”). ‘s-G-ravenhage 1924.
Ned. Boek- en Steendrukkerij v.h. H. L. Smits.

De problemen van geldwezen en wisselkoersen
doori
Mr. G. Vissering, President van ,,De Nederland-;
sche Bank”. Tweede goedkoope druk. ‘s-G.raven-
hage 1924; , N.V. Boekhandel v’h W. P. van
Stockum & Zoon.
11

De Tarief wetgeving van het Koninkrijk der N
e
d
er

landen
(1816-1819) door Dr. W. L. Groeneveld
Meyer. Rotterdamsche
Bij
dragen voor Economische
Geschiedenis I. Rotterdam, 1924. Wed. S. Bene-
dictus.

De uitgaven van 114 Ambtenaars- en Arbeiders ge-
zinnen.
(Statistische mededeelingen van het Bu-
reau van Statistiek der Gemeente Amsterdam, No. 73). Amsterdam, 1924. J. M. Meulenhoff,
J. H. & G. van Heteren.

liet sodialisme van Troelstra, een ii zichzelf ver-
deelde beweging.
Beschouwingen over het begin-
sel eener nieuwe politieke partij-organisatie door
Prof. Mr. J. A. Eigeman. Rotterdam 1924. Nijgh
en van Ditmar’s Uitgek’ers-Mij.

Handleiding met vaklijst
van her Normalisatiebureau

voor Arbeidszaken in de
Metaalnijverheid.
Vijfde,
vermeerderde druk. Amsterdam, Augustus 1924.

Gemiddeld uurloon en gemiddeld uurinkonren der

meerder- en minderjarigen.
Mededeelingan No. 18.

1 Juli 1924. Met 20 losse grafieken: Nos. 201-

220. (Normalisatie-Bureau voor Arbeidszaken in
de metaah]ijverheid (NAM.) Directeur J. R. A.

Schouten). September 1924.

T
7
erslag van de Nederlandsche Organisatie voor de

Internationale Kamer van Koophandel.
1 Januari
1923—Juni 1924.

Retributie en ‘Overheidswilleke’ur
door M. W. F.
Treub. Haarlem, H. D. Tjeenk Willink &
Zoon.

Zesde Internationale
Arbeidsconferentie,
gehouden

te Genève, 16 Juni—S Juli 1924. Beknopt ver-
slag van den Secretaris der Nederlandsche Af-

vaardiging. ‘s-Gravenhage 1924; N. V. Boekhandel

v.h. Gebx Belinfante.

De verbetering van de haven van Vlissingen
ter uit-
voering van de Wet van 25 Juli 1919 (Sthl. No.

515) en de
}TT
a
t
ers
t
aa
t
s
b
egroo
ti
ng
1923 en 1924.
Vervolg op de
brochure van 25 October 1923. Uitgegeven door

Burgemeester en Wethouders van Vlissingen.
Vlissingen, 1 September 1924.
Mededeelingen van de
Afdeeling
Landbouw, No. 7.

Aanteekeningen omtrent den Rijstbouw in Italië

door J. E. van der Stok. Weltevreden 1924.
Landsdrukkerij.

Le Relôvement financier de l’Autriche
(deuxième

année). Dix-neuvième Rapport du Oommissaire-

Général de la Société des Nations pour l’Autriche.
(Période du 15 juin au 15 juillet 1924. – Pre-
mier mais de la quatrième ètape); Vingtième

Rapport du Commissaire-Général de la Société
des Nations pour l’Autriche. (Période du 15 juillet
au 15 août 1924. – Deuxième mais de la qua-

trième ètape.) Genève. So’ciétè des Natiohs.

Rest auration. flnancière de la Hongrie,
troisième
Rapport du Commissaire Gènêi’al de la Sociètè
des Nations pour la Hongrie; ler-31 juillet 1924; quatrième Rapport du Commissaire

Général de Société des Nations pour la Hongrie;
ier – 31 Aoüt 1924. Genève. Société des Nations.

OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.

D e E c o .n o m i s t. – ‘s Gravenhage, Juli/Aug.
ll)24.
Mr. D. U. Stikker,
De ontwikkeling van het bank-

accept in de Vereènigde Staten van Amerika;
S.
Hulst,
Verslag der ‘Commissie inzake het vraagstuk
van de samensmelting dér dienstvakken van de Di-
recte Belastingen en van de .Registratie;
Dr. M
Vajda,
Douane- en handelspolitiek der Vereenigde
Staten;
H. Ch. G. J. v. d. Mandere,
De (tweede) in-
ternationale conferentie van ‘de verkeersorganisatie
van den Volkenbon’d te Genève. II (slot).

De Socialistische Gids. – Amsterdam,
Aug.-Sept. 1924′
bevat ô.a.:
Mr. M. J. A. Moitzer,
Het voor-ontwerp ziekte- en
ongevallenwet 1925;
Dr. J. H. van Meurs,
De Vol-
kenbond, zijn werk en zijn betekenis, II (slot);
J.
Gerritsz, Werkloozenzorg of armen’zorg.

Archiv f’ür Sozialwj’ssenschaft und
Soialpo1itik. – Tübingen, Juni 1924.
Dr. K Mannheim,
Historismus;
Prof. Dr. R.
illichels,
Der Aufstieg des Fascismus in Italien;
Prof. Dr. W. Mildschuh,
Kreditinflation und Geld-
theorie. (Sc’hlusz);
Dr. E. Heinrainn, Der Sozialismus
als sittliche Idee und die materialistische Geschichts-
theorie.

29 October 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

965

Ia’hrhücher f ü r Nationalökonomie

u n d S t a t i s t i k. – Jena, Mrt./Apr. 1924.
H. G. Haenci,
Ueber den Geidwert;
H. Sch,acic,

Dor irrationale Begriff des Wirtschaftsrnenschen.

T cl e m. – Jena, Mei/Juni 1924.

K. Muhs,
Zurn Gutachten der Dawes-Kornmission;

Ei. J. Serap/bi?n,
Die deutscli-russ.ischo Schule.

Ve1 twirtschaftiic’hes Archiv. – Jena,

Juli 1924.

Dr. f1 Büchtold,
Der entscheidende Weitpolitische

Tenclepunlct
der Vorkriegszeit;
Dr. 0. Hauzsleiter,

Wi.rtsc•haf t und Staat als Forschungsgegeristand der

A nthropogeographie und der Sozialwissenschaften;
Dr. A. Montgomery,
Zur Wirtschaftskrise in den Ver-
eiiiigten Staaten irn Jahre 1920;
Dr. E. Dehning, Zur

Freibordfrage der Tanker.

Schmo11rs Jahrbuch. – Mürichen, Leip-
‘Lig, Juni 1924.

F. Tönnies,
Kulturbedeutung der Religionen;
W.

Jt’roncpha.rdi,
Darstellung und analytische Kritik des

Sozialsystems von R. Steiner;
G. Albrecht
Zur Lehre

vom Produktionsfaktor Arbeit;
H. Möller,
Die Pro-

gtession in der Geldentwerturig;
E. Salin,
Die Ent-

l:heonung des G’oldes;
F. Beckmann,
Die Kapitalbil-dung der deutsèhen Landwirtsohaft wii.hrend der In-

flation;
W. Stieda,
Kann die russische Konkurrenz

der deutschen Landwirtschaft gefiihrlich werden?
A.
Ainonn.,
Begriff der Sozialpolitik;
H. Herkner,
Un-
bestrittene und bestrittene So’zialpolitik;
B. Brau-

bach.
Zum Einflusz der Stoa auf die französische
Staatsiehre bis zur Revolution;
F. Kern, Die südsla-
wische Frage und die Wieiaer Kriegspartei 1913/14;
0. Engliinder,
Emil Sax’ Verkehrsmittel und die

Lehre vom Verkehr; E. Salin, G. von Below, A. Spiet-
hof,
f,
Zur Steilung G. Schmoliers in der Geschichte
der Nationalökonomie.

Zei t schrift fü r Volks w i r t schaft un d
S o z ja 1 p ol i tik. – Weenen, Leipzig, Band IV,

Heft 4-6.
Dr. E. Sax,
Die Wertungstheorie der Steuer;
Prof.

i)r. H. Dom,
Manchestortum in der europ5ischen
Versichcrungsgeschichte;
Dr. E. F’ischer,
Der Staats-

bankerott von 1816 und die Sanierung der österrei-chischen Finanzen nach den Napoleonischen Krie-
gen; Ein Zeugnis der schwedischen Romantik übed
das Wesen des Geldes. Ins Deutsche übersetzt und
eingeieitet von
Dr. G. Seidler-Schmid; Dr. J. P.
Köhler,
Untersuchung über den inneren Zusammen-
hang von Politik und Wcirtschaft.

Revue d’Ecoriomie Politique. – Parijs,

Maart—April 1924.
La Franco bconomique en 1923.

1 d e in. – Parijs, Mei—Juni 1924.
X, La pratique de la bi da 17 avril 1919 sur ia1

réparation des dommages de guerre;
L. Ba.udin,
Le

chômage en Grande-Bretagne d’après les banquiers
ariglais;
G. K’urnatowslci,
La réforme monétaire en.1

Pologne jusqa’au mois de mars 1924;
J. Bousquet,

Les finances autrichiennes et la Société des Nations.

Journal des Economistes. – Parijs, 15
Juli 1924.

Yves—Guyot,
Le rapport de ]a Cour des Comptes
sur les cornptabilités vérifiées en 1921-1922;
G. de

Nouvion,
Les accidents du travail dans les exploita-

tions agricoles;
N. Mondet,
La situation de l’agricu1-
ture anglaise et les trois partis politiques;
A. Bouton,

L’évolution foncière dans la Sarthe;
Y.—G.,
Chro-

nique de l’inflation;. G. Vaucher ei Bemnatzky,
Les

expériences financières soviétiques;
B. L. L. E.,
La
l
.

:Ligue da libre-échange (juillet 1924).

Journal de ba Societé de Statistique
cle Paris. – Parijs, Juni 1924.

Yves-Ouyot,
La valeur et les prix;
Dugé de Ber-

nonville,
Les indices du mouvement général des prix.
en France.

1 d e in. – Parijs, Juli/September 1924.
Dugé de Bemnonville,
Les indices du mouvement
général des prix en Franco (fin);
H. Bunie,
Démo-
graphie de 1’Afrique française du Nord au début da
vi.ngtièrne siècle;
E. Michel,
La Restauration des ré-
gions dévastées et ]a question des réparations (ire
parti e).

B an k-Ar cii iv. – Berlijn, 15 Juni 1924.
Dr. W. Eucken,
Die deutsche Wiihiungspolitik und
das Sachverstiindigen-Gutachten;
Dr. A. Koch,
Die
Entwickiung und Bedeutung der deutschen Sparkas-
5011
unter Berücksichtigirng des preussisc’hen Min iste-
rial-Erlasses vom 23. Maj 1924;
Dr. R. Rosendorff,
Die Anfechtbarkeit der Goldmarkeröffnungsbilanz
wegen stiller und offener Reserven;
Dr. A. Henspel-
ncan.n,
Die Grundzüge der Neuorganisation des In-
nenbetriebes der Banken.

T d en. – 1 Juli 1924.
Al. Stemt hal,
Paul Mankiewitz;
Prof. Dr. H. Oöp-pen,
Wilhelm Kopetzky; Dr. 0. Mohrus,
Kreditpoli-
tik und Wirtschaftskrisis;
Dr. v. Karger,
Feste Gel-
der und die 3. Steuernotverordnung;
J. Oriinschild,.
Zur Frage der Rechtsgültigkeit der Karteilverord-
nung;
Dr. M. Homn,
Reichsausgleichsgesetz und Süd-
afrikanische Anleihezertifikate.

Tijdschrift voor Economische Geo-
g r a p h i e. – ‘s-Gravenhage, 15 Juni 1924.
Prof. Dr. H. Blink,
De taak der Kamers van Koop-
handel en Fabrieken in Nederland op economisch-
geographisch gebied;
H. van Veithoven,
De vestiging
van de moderne zuivelindustrie in Noord-Brabant en
Limburg;
H. Zondervan,
Houtvei’bruik en houtver-
spilling in de Vereenid& Staten van Amerika;
W. E.

Boeninan,
R. Schuiling – zeventig jaar.

Idem. – 15 Juli 1924.
R. Schuiling,
De waterleidingen in Nederland;
Prof. Dr. H. Blink,
Opkomst van den Joego-Slavi-
schen Staat en zijn economische beteekenis.

De 1 n d i s ch e 0 id s. – Amsterdam, 1 Juli 1924.
J. J. vwo, Sa.nten,
De beteekenis van luchtstrijd-
krachten voor de verdedging van N.-I.;
J. Th.

Horstink,
Schetsen uit Z.-O. Borneo;
C. Lekkerker-

ker,
1-let derde Koloniaal Onderwijcongres en Hoo-

ger Ondrwijs voor N.-I.;
Mr. J. J. van Bolhuis,
Indië en de Ned. Volksvertegenwoordiging.

MAANDCIJFERS.

RIJKSPOSTSPAARBANK.

SEPTEMBER
1

1922
1

1923

1
1924

f

10.722.431
f

9.595.380

f

10.526.445
Inlagen
…………
Terugbetalingen

,,

9.124.355
,,

8.379.761
,,

10.237.280
Tegoed der inleggers
,,
289.433.152
,, 297.977.737
,,
302.540.100 Nom.
bedr. de.r uitst.
op ultimo
………

staatsschuldboekj es
,,

44.314.450,, 44.481.950,,
44.062.850
op ultimo

………
Spaarbankboekj
es:

gegeven
9.648
9.017
9.943
Aantal
nieuw uit-

betaald
6.746
5.988
7.264
Aantal geheel

af-

Aantal in omloop
op ultimo
1.932.409
1.947.948 1.965.804

GIRO-OMZET BIJ DE NEDERLANDSOHE BANK.

Juli
1924
Juli
1923

Posten
1
Bedrag
Posten
1
Bedrag

Voor
reke-
ninghouders
70.243
f2.137.404.000
64.956
f
1.954.647.000

waarvan door
de H.-bank
plaatselijk
48.369
,,1.825.389.000
40.495
,,
1.627.043.000

Ter voldoe-
ning van
Rijksbelast.
10.939
,,

12.108.000
4.855
,,

5.503.000

966

ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN

29 October 1924

HANDELSBEWEGING OVER DE MAAND
SEPTEMBER 1924

(volgens de groepen der naamlijst van goederen, opgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek.)

Invoer
Uitvoer
Saldo Invoer
Saldo Uitvoer
Groepen
Gewicht
Waarde
Gewicht
Waarde
Gewicht
Waarde
Gewicht
1

Waarde

K.G.
Gulden
K.G.
Gulden
K.G.
Gulden
K.G.
Gulden
1 Dieren en dierljke
19.382.492
10.641.123
72.247.521
45.863.656


52.865.029 35.222.533
II Plantaard.

voort-
.
brengselen …….
286404.215
47.998.190
152.035.855
35.770.344
134.368.360 12.227.846

producten …………

Illa Mineralen,metalen

..

1.179.194.182

en niet in andere
S
groepen

opgeno-
S

S

men fabrik. daarv.

32.273.806
522671.818′
10.963.689J
656.522.364
21.310.117


IlIb Gouden en zilveren
munt en muntmat

……

378
23.602
22.708
4.721.395


22.330 4.697.793

IV Meel en meelf abri-
2.904.799 33.479.820 5.975.430

S

14.563.127 3.070.631

V Chemische produc
katen ………….18.916.693

ten,

geneesmidde
len, verfwaren en
kleurstoffen
25.193.843 4.575.158
10.244.087
4.134.645 14.949.756
440.513
– –

VI Olie,hars,was,pek,
teer en distillatie-
productenvan teer;

S

fabrikatenvan deze
stoffen, n.a.g
70.341.678
10.228.815 37.131.925
2

13.987.917
2

33.209.753
– –
3.759.102
VII Hout en fabrikaten
van hôut en derge-
lijke stoffen; meu-
1a5.15l.208
12:625.431
6.985.900 970.998 178.165.308 11.654.433


VIII Huiden, vellen, le-

der, lederwerk en
S

schoenwerk
3.166.251
5.401.119 2.420.028
4.376.356
746.223 1.024.703

IX Garens,

touw en
S

touwwerk,weefsels

en stoffen, kleedè-
ren en modewaren
7.808.004
26.343.692
6.018.788 14.433.817
1.759.216 11.909.875

belen v.a.s……….

X Aardewerk,’ porse-
S

S

leiii,

pottenbak-
kerswerk,

gebak-
ken steen en andere
kunststen …….
72.878.709
1.096.261
7.743.998
770.785
65.134.711 925.476
– –
5.858.569
1.387.221 2.307.681
602.874 3.550.888
784.347


2.744.795
21.032.674
3.326.911

S

12.716.026
582.116
XII

Papier …………8.316.648
XlllVoedings-

en ge-

XI

Glas …………..

notmiddelen,

niet

..

genoemdindegroe-
S

pen 1, II, IV en VI
47.175.507
14.044.384
23.909.047
12.205.762
23.266.460
1.838.622

XIV Rijtuigèn, voertui- gen, vaartuigen en
luchtvaartuigen
3.391.393
3.705.927
1.144.941.
1.506.349
2.246.452 2.199.578


XV Andere

goederen

dan gebrachtonder
de groepen

1 tot
S

en met XIV….;
16.956.280 13.013.026 11.037.149
8.021.419
5.919.131
1

4.991.607

Totaal ……
21.975.00211


1:950.136.050 189.607.349
910.463.940
167.632.347
1.039.672.1101

..

ilandelsbew. zond. goud.

en zilv. munten munt-
mat. (groep Ilib)
1.950.135.672
189.583.7471

910.441.232
162.910.952
1.039.694.440
26.672.795

OVERZICHT.
van de
waarde van
den In-
en Uitvoei
voor elke
maand van
het loopende
jaar
en de drie

daaraan voorafgaande
jaren, met
uitzondering
van gouden
en zilveren
munt
en muntmateriaal,
in guldens.

Invoer
S

Uitvoer’)
Maanden
S

1921

1922

1923

1924
1921

1922

1

1923

1

1924

Januari. …….
214.136.278
152.495.668 173.045.849 177.506.065 115.835.310 86.106.447
91.487.819
116.522.007
Februari ……
170.369.270 152.353.594 162.189.535 185.223.674 120.956.498
84.204.248 94.601.855
125.465.290
213.830.220

180.328.763
165.440.620
186545.130
107.204.662 112.879.875 106.977.347 131.906.705
April ………
195.772.602 167.451.702 169.639.064 189.679.735 108.819.697 92.729.841
97.005.415 136.430.618
168.114.951
194.080.257
160.129.701
218.738.134
93.818.710
108.423.679 104.128.702 135.517.501

Maart

……….

Juni

………
188.559.719 150.899.735 159.533.444 188.746.940
120.815.908
100.680.880 97.860.255
110.783.833
Mei

…………
..

.
170.674.007 163.863.700 157.464.022
198.162.017
105.420.129 104.572.575
95.693.919
134.417.411
Juli

…………
..

186.640.179

..
..

178.807.927
150.975.066 174.416.738 142.544.083 99.442.892 107.933.082
137.7.72.584
Augustus …. …
September
.
197.271.439 164.616.506 166.474.283
189.583.747
135.749.765
115.612.131
127.720.569
.
162.910.952

Tot. Jan:fAug.
1.705.368.665
1.504.897.852
1.464.891.584
1.708.602.210 1.051.164.762
904.652.568 923.408.963
1.191.726.901 179.043.171
186.643.442
192.923.258 114.694.641 112.003.008 125.848.400
November..:
175.806.364 .172.295.111
176.660.045 106.623.879 104.350.396 126.123.548
October
…… …

December
.. …
180.000.903 163.762.355 174.750.818
.

97.115.318
100.225.239 127.839.691

Totaal …

40.219.103 2.027.598.760 2.009.225.705

1.369.598.600 1.221.23T11 1.303.220.602

1)
Slieronderzijn niet begrepen
débunkerkolen
en bunkerolie voor Ned. schepen.

29 October 1924

ECONOMISCH-STATITISCHE BERICHTEN

967

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B. •** beteekent: Cijfers nog niet ontvangen:

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.
Disc. Wissels. 5
24Jan.
’24IZwits. Nat. Bk.
4 16 Juli ’23
N d (
Bk Bel.Binn.Eff.
5424 Jan.’24
N.Bk.v.Denem. 7
17Jan. ’24

1
Vrtch.inR.C.
6424 Jan.’24
ZweedscheRbk 54
8Nov. ’23
Javasche Bank ….
4420 Oct.’24
Bank v.Noorw. 7
9Nov. ’23 Bank van Engeland 4
5Juli ’23
Bk. v. Tsjecho-
Duitsche Rijksbk. 10
29Dec.’23
slowakijë. … 6
27Mei ’24
Bank v. Frankrijk 6
17Jan. ’24
N. Bk. v. O’rijk 1512 Aug.
’24
Belgische Nat. Bnk. 6
14
Feb.
’24
N. Bk. v. Hong. 1218Sept.
’24
Fed.
Res.
Bank N.Y. 3
8Aug.’24
Bank v. Italië.
5411Juii ’22
Bank van Spanje… 5
23Mrt. ’23
Z.-Afr.Res.bnk 6

OPEN MARKT.

Data
Amsterdam
Londen
Part.
disconto

1
Berlijn
1

Part.
Pijs
Part.
N. York Cali

Part.
Prolon-
disconto
gatie
(3 mnd.)
1
disconto
disc.
money

25 Oct.

’24
4%
4%
3%


2-2%
1)
20-250. ’24
4%_5%
434’_5
3%…

.
2_2%
13-18 ,, ’24
4
2
1
9
_5
4
1
12_%
3219/,


23%
6-11 ,, ’24
01818

3% _494
18I4
– –
2,
31
_3%

22-27 0.
1
23
2%
2% -J
311_2/


45
23-280. ’22
381
4
719

3%_4%
231_’4
– –
4_6%

20-24Jli’14
3
1
/8_
2
/16
2%_3%
2%_%
21/_3
2%
1%_2%
1)
Noteering
van
24
October.

WISSELKOERSEN.

WISSELMARKT.

De wisselkoersen hadden deze week een merkwaardig
gelijk verloop. Alsof alle wissels weder, normaal waren zoo
liepen de koersen gelijktijdig en evenredig terug en later
weder iets naar boven. Het aangeven van de schommelingen
van den pondenkoers is dan ook voldoende om een beeld
van de geheele wisselmarkt te geven. Flauw geopend op
ca. 11,48 werd Woensdag vroeg voor 11,41 verhnndeld,
waarna iets meer vraag een rijzing tot ca. 11,44y
4
deed
ontstaan. Op dezen koers werd daarna meestal afgedaan,
hoewel de stemming flauw bleef en Zaterdag ook weder
lager werd genoteerd.Zooals reeds gezegd volgden de overige
wissels bijna geheel evenredig deze schommelingen; de af-
wijkingen op dezen regel waren althans uiterst gering en
niet belangrijk genoeg om extra te vermelden.

25 October 1924.

KOERSEN. IN NEDERLAND.

Londen Berlijn2 Weenen Parijs Brussel New
a a

)

)

) York)

20Oct. 1924
11
.
48
1
0.
6
01
00036
*
1
3.3
2
*12.25 2.55f4
21 ,,

1924
11.43*
0.601 0.0036 13.30 12.24

2.54,
22 ,,

1924
11.44*
0.604 0.0036 13.35 12.25 2.54
23 ,,

1924
11
.
44
1
0.
6
0*
0
.
003
51
1
3.3
1
*
12
.
22
* 2.54
24 ,,

1924
11
.
44
*
0
.
60
*
0
.
003
51 13.28 12.20k 2.54,7
v

25 ,, 1924 1
1.
4
3*
0
.
6
0* 0.0036 13.274 – –


Laagsted.w.
1
11.41

0.
6
0* 0.0035* 13.19 12.17 2.53k
Hoogste,,,,
1
11.
4
9* 0.
61
1
0.0036*
13.42
1
2
.32* 2.56
18 Oct. 1924
11.49*
0.61

0.00364
1
3.42* 1
2
.29*
4
2.55+p
11 ,,

1924 11.471

0.604 0.00364 13.25 12.184
6
2.55k
Muntpariteit 12.10 59.26
8)
50.41 48.- 48.- 2.48

S)
Noteering te Amsterdam.
*5)
Noteering te Rotterdam.
1)
Particuliere opgave.
2)
Gulden per billioen Mark.
3)
Gulden per 100 Mark.
4)
Noteering van
17
October.
5)
Noteering van
10
October.

D ta
a
Stock-
holm)
Kopen-
hagen)
Chris-
fiania,)
“I
ser
Spanje
1)
Batacia’)
telegrafisdi

20Oct.

1924
68.10 44.10 36.55 49.10 34.30
96
8
,(_97
21

,,

1924
67.85 43.70 36.40
48.924
34.174 96% -97
22

,,

1924
67.60
43.70 36.40 48.90
34.074
96%_97
23

,,

1924
67.90 43.90
36.40
48.90 34.10
969/
4
-97
24

,,

1924
67.75
43.85 36.35
48.90
34.15
96%_97
25

,,

1924
67.80 43.80 36.30 48.95
34.174
96% 97
L’ste d. w.
1)

67.40 43.40 36.20
48.80
34._
96%
H’ste

,,

,,

1)
68.20
44.25 36.65 49.15 34.35
97
18Oct.

1924
68.10 44.20
36.45
49A7J1
34.32J1
96% _97
11

,,

1924
68.10
45.10
36.55
49.124
1

34.30

1
96% _964
Müntpariteit
66.67 66.67
66.67
48.-
48.-
100
5)
Noteering te Amsterdam.
1)
Particuliere opgave

KOEÊSEN TE NEW YORK.

Cable Lond.
Cable
Parijs LaDle
DCUIJfl

1001C

Data

. .

(In cl,
pe’

Amsterdam
(In
$
peri) (in ets. e.fr
.) billioen Mark) (in cl,. P. gid.)

25 Oct.

1924 4,4900

5,20

2371
8

39,3
Laagste d. week 4,4900

5,20

23
7
18

. 39,20
Hoogste

,,

4,5075

5,31

2371
8

39,39
18 Oct.

1924 4,4900

5,23

23
7
1
8

39,09
11 »

1924 4,4925

5,19

2371
8

39,13
l’Iuntpariteit.. 4,8867

19,30

23,81% 1)

408/16
1) In ct. per Mark.

KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN

Plaatsen en [Noteerings-1 II Oct. 118Oct. 20/25 October’24’ 25Oct.

Landen

eenheden
1
1924
1
1924 Laagstelh’oogste 1924
Alexandrië.. Piait. P. £ 9715112 97181 97’1

9791

97161
Bangkok…. Sh. p. tical
1110

1110

1110

1110

1110
B. Airesl) .. d. p. $

441′

4415

44% . 45

4471
Calcutta … … Sh. p. rup. 115
31
1
22
11611
8
115
29
1
32
1/6
61

116
1
1
3
.
Constantin. . Piast. p. £ 835

837% 830

845

8373
Hongkong … 5h. p. $ 215%
2
15
9
1
82

215

2/5% 25s1
Lissabon’) … d. per Mii. 1l
5
1 2 2 – 221
j9
2l1
Madrid …… Peset. p. £ 33.42 33.45, 33.40 33.58 33.464
Mexico … _.. d. per $ 26 26 25 27 26
Milaan .. … Lires p. £ 102.90 102.85 102.85 103.90 103.80
Montevideo’) d. per $ 47% 48 47% 48 4
7
s
1
8

Montreal …. $ per £ 4.4911
9
4.482
v
1
4.48T
O
4.51k 4.49
Praag ……. Kr.p.,
1
c 151 150% 150 15121
4
150%
R.d.Janeiro 1) d. per Mil. 611,
9

61I,

5%

6’1

6
Shanghai … Sh. p. tael
316’1

31518

3(4%

3
1
6

315&1
Singapore…

id. p.$

21411 214119 214I1

21421
18
2i411
Valparai80
2
). peso p. £ 40.00

39.90 39.30 39.90 39.30
Yokohama .. Sh. p. yen 1
1
8
1
1
19
118%

1)8
3
/
8
118
25
1
22
11831
4

• Koersen der voorafgaande dagen.
1)
Telegrafisch transfert.
8)
90
dg.

NOTEERING VAN ZILVER.
te Londen N. York

te Londen N. York
25Oct.

1924- 3511

70

27 Oct. 1923.. 31
,
51,
0
63%
18

1924- 3571

7111
9

28 Oct. 1922- 34
1

6711
9

11 ,,

1924.. 35%

7121
9

20 Juli 1914… 241
,
1
10
54i1

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 27 October 1924.
Aotiva.
Binnenl.
Wis-t
H..bk.
f
64.247.955,1 1
sels, Prom., B.-bk.

28.299.545,66
enz.in disc.Ag.sch. ,, 45.535 297,32
f

138.082.798,09
Papier o. h. Buitenl. in disconto


Idem eigen portef. .
f
53.743.049,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk. nog nietafgel.

53.743.049,-
‘Beleeningen

H..bk.
f
73.164.666 05
mci. vrech. B..bk.

12.798.485 84
in rek.-crt.

op

Ag.sch.

78.625.190 72
onderp.

f
164.588.342,61

Op Effecten…….
f
152.799.446,23
OpGoederenenSpec. ,, 11.788.896,38

164.588.342,61
Voorschotten n. h. Rijk….. … -.. … …..

9.726.514,06
Munt en Muntenateriaal-
Munt, Goud ….. ..
f
56.241.240,-
Muntmat., Goud ..

433.103.521,59

f
489.344.761,59 –
Munt, Zilver, enz..

10.854.633,78
.Muntmat., Zilver


E.ffecten

,,

500.199.395,37

Bel. v. h. Res. fonds .
f

5.654.619,37
id.van i/v.h. kapit.

3.975485,18

9.630.104,55
Geb.enMeub.derBank

5.212.500,-
Diverse rekeningen

_….,,

144.992.234,43′

f
1.026.174.938,11
Passiva.
Kapitaal ..

f

20.000.000,-
Reservefonds ….. … ….. … …..

5.655.237,53
Bijzondere reserve … …. .. ….. .. – ……,,

8.235.000,-
Bankbiljetten in omloop….. …………..

956.665.515,-
Bankassignatiën in omloop…. .. … ….

1.032.002,68
Rek.-Cour.J Het Rijk
f


saldo’s:

Anderen,, 23.287.130,26

23.287.130,26
Diverse rekeningen

11.300.052,64

f
1.026.174.938,11

Beschikbaar metaalsaldo ._
f
303.485.269,97
Op de
basi8
van
21.
metaeeldekking……
,,
107.288.340,-
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is. ,, 1.517.426.349,85

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 October 1924

NED. BANK 27 Oct. 1524. Voornaamste posten in 000.

Ânaere
1
Beschikb.
1
Dek-
Data

Goud Zilver Circulatie opeischb.I Metaal- Ikings

Ischulden
.
l saldo

perc.

27
Oct. ’24)189.345 10.855

956.666

4.319 303.485
51

20

’24I497678 10.510

961.329 23.919 310,665 51

13

‘24510.128 10.343

970.696 19.287 321.933

52

6

’24
512.670
10.453

981.243 21.699 321.979 52
29 Sept. ’24 529.090 11.290

971.711 23.706 340.712

54

22

’24 531.511 11.806

948.482 23.059 348.410 56

16

,,

’24 531.511 11.810

967.447
32.771 342.678

54

29 Oct. ’23 581.775 b.086 1.014.701 32.441
380.765

56

30 Oct ’22 581.789
8.915

994.242 24.023 386.355 58

25
Jul
`
i
’14 162.1 14 8.228

310.437

6.198
43.5211)
54

1
Hiervan

TPapier
Totaal Schatkist-
1
Belee-

op het
1
Diverse
Data

bedrag, promessen
1
ningen

buiten
1
diSCOfltO
5
l
rec
ht
s
t
ree
k
s
l

1

land

ningen )

27
Oct.

1924 138.083
3.000 164.588 53.743
144.992

20

1924
150.381
12.000
159.551
45.257
140.941

13

,,

1924
153.707 15.000
163.700
36.088
132.735

6

1924
156.417 15.000
172.523
38.385
127.696
29 Sept. 1924
135.868

194.041
40.297 98.815

22

1924
132.721

182.820 45.322
85.378

16

,,

1924
173.414
46.000
157.339 47.608.
96.292

29 Oct.

1923
155.048 18.000
1
39.382
68.916
107.814

30 Oct.

1922
214.979
65.000
119.485
75.700
29.333

25 Juli

1914
.

67.947
14.300
61.686
20.188
509
1)
Op
de basis
van
2
16
metaaldekking.
2)
Sluitpost
activa.

STAND
VAN
‘s
RIJKS KAS.

VorderinL’en
1
20
October
1924

1

27
October
1924

Saldo

hij Nederi. Bank..


Saldo bij betaaimeesters.
.
f

7.932.707,61

f

7.067.565,29

Voorschotop uit. Sept. 1924
aan de gemeenten op
voor haar door Rijk te
heffen gem. ink.bel. en
.
opcentenopRijksink.bel.
.,
83.066.457,24
,,
83.066.457,24
Voorsch. aan de koloniën
,,
48.036.853,96
,,
38.665.270,38
Voorsch. a. h. buitenland
,,215.478.333,23
,,212.457.411,30
1.Jitbetal. aan rek.houders
v. d. postch, en, girod.
,,124.296.393,92 ,,124.295.230,89

Daggeldleeningen

tegen
onderp. v. schatk.papier

Voorsch.doordeNed.Bank
f
11.129.268,79
f
9.114.840,78
Schatkistbiij. in omloop’) ,,212.961.000,-. ,,212.711.000,-Schatkistprom. in omloop ,,141.170.000,- ,,129.190.000,-
Waarv. direct bij Ned. Bk.
,,
12.000.000,-
,,.
3.000,000,-

Zilverbons(met inbegripv.
de bedragen bij de betaal-
meesters in kas) ……
. ,,
26.400.725,50

26.022.865,50
Door den Postch.- en Giro-
dienst in ‘s Rijks Schat-
kist gestort deel v. h.
tegoed van den dienst
.
,,106.558.196,53 ,,106.558.196,53
1)
Waarvan /
37.056.000
verval en op of na
1
April 1927.

NEDERLANDSCH

INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
De Minister van Kolonitn maakt bekend:
18 October
1924

25
October
1924

Voorschot uit. ‘s Rijks
kas aan N.-I………
f
37.186.000,-
f
28.173.000,-
Ind. Schatk.prom. in oml
,,
96.625.000,-
,,
96.625.000,-Voorsch.Jav.Bk.aanN.-I

Tegoed van N.-I. bij De
Javasche Bank……..
,,
17.600.000,-

10.600.000,- Muntbiljetten in omloop

43.100.000,-
,,
42.500.000,-
Ten voordeele v. N.-I. ge-
boekt beleggingsgeld v.
h. N.-I. muntfonds….
1

5.917.000,-

5.917.000,-

Totaal ……….
1
fI
65
.
228
.
0
OO

1
fl
62
.
6
l
5
.
00
O_

CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Voor-
Diverse
Data
Metaal
Circu-
Dis-
schotten
reke-
Diver
e-
se
rek
latie
conto’s aan de
ningen’
ningens
kolonie

1 Septemb. 1924
794 1.364
79
268
734
76
1 Augustus 1924
609
1.272
81
250
840
104
1 Juli

1924
611
1.248
86
305 734
89
1
Juni

1924
610
1.235
86
293
738
88
1 Mei

1924
610 1.216 88
274
776
135

1 Septemb. 1923
670
1.396
78
278
785
57
‘) Sluitpost der
activa.
‘) Sluitpost
der paselva.

JAVASCHE BANK
Voornaamste posten in’duizenden guldens. De saeugetrok:
ken

cijfers

der

laatste weken zijn telegrafisch ontvangen

Andere
JBeschikb.
Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
metaal-
schulden
saldo

18Oct. 1924
215.750
276.000
123.000
135.950
11

1924
216.000 275.500
119.000
137.100
4

1924
216.000 269.500
121.500
137.800

20 Spt. 1924
157.846

62.018
265.580
114.313 144.479
13

1924
156.982

62.440
267.694
109.333
144.581
6

1924
156.457

63.506
267.624
103.038
146.465
30Aug.1924
140.322

63.829
262.628
99.982
143.453

20Oct.1923
161.228

61.303
263.133
139.934
142.527
21
Oct. 1922
150.110

55.184 267.718
113.182 129.815

25Juli1914
22.057

31.907
110.172 12.634 4.842
2

Dis-buiten

Belee-
sc’o”t’tn
Diverse
Data

conto’s
N.-Ind.
ningen
a!h.
Gou-
iÇC1)
percen

betaalb.

vernern.

g

tage

18Oct. 1924

174.580

17.6003

54
11

1924

170.460

13.400
3

55
4

1924

166.000

10.1003

55

20 Spt.
1
1924 37.923 22.508 80.0

14.590
3
29.258

58
13

1924 37.023 22.773 78.507

1.601 28.008

58
6

1924 36.917 23.435 74.639

549 25.180

59
30Aug.1924
37.010 23.516 70.609 2.397 23.795

56

20Oct.1923 37.931 27.99 99.1öl

7.784e 38.937

55
21Oct. 1922 37.193 28.164 106.675 44.694
8
28.698

54

25 Juli
19141
7.2591 6.3951 47.934

6.446

2.228

44
1) Sluitpost activa.
2)
Basis
21
metaaldekking.
3)
Creditsaldo.

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.

BANK VAN ENGELAND.
‘(uri:i:iuste posten, onder hijvoeging der Currency Notes,
in
duizenden
ponden sterling.

Data Metaal
C’irculatie
Currency Notes
Bedrag

Goudd.

Gov. Sec.

22
Oct.

1924
128.488
122.906
285.218 27.000 240.869
14

,;

1924
128.484 123.450
287.090
27.000 242.860

8

1924 128.481
124.484
288.601
27.000
244.322
1

1924
128.426
122.289
287.499 27.000
243.578
24 Sept. 1924
128.425
123.909
285.592
27.000 241.185
17

,,

1924
128.427 124.099
287.452
27.000 243.141

24 Oct.

1923
127.674
123.111
280.174
27.000 235.509

22 Juli

1914
l
.

40.164
1

29.317

1
1


Data
1

Gov.
1

Other
)
Public
1′

Other
Reservel
1

Dek-
kings
1

Sec. Sec.
1
Depos.

1

Depos.
1

n,’

1

22 Oct.
1
24
42.468 77.116
14.758
112.497
25.332
19,90
14

’24
42.233
78.571 12.056
115.878
24.784
19,37
8

,,

’24
44.733 73.912
10.867
113.882 23.747
19,03
1 Sept.’24
39.733
80.741
17.384 110.696
25.887
20,21
24

’24
41.698
76.607 13.537
110.764 24.206
19,52
17

,,

’24
41.988 74.273
10.380 111.697
24.078
19,72

24 Oct. ’23
41.134
71.872
13.957 105.641
24.313
20,33

22 Juli ’14
11.005 33.633 13.735 42.185
29.297
1)
Verhouding
tusschen Reserve
en Deposits.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste
posten in duizenden francs.

Waarvan
.
Te goed
Buit. gew.
Data
Goud
~
buitenlan
dl

in het
Zilver
in het
voorsch.
buitenland
a/d. Staat

23Oct. ’24
5.544.371 1.864.321
302.388
571.604
22.700.000
16

.,

’24
5.544.289
1.864.321
302.097
570.912
22.800.000
18

’24
5.544.234
1.864.321
301.716
572.773 22.900.000
9

’24
5.544.154
1.864.321
301.524
568.175
23.100.000
25Sept.’24
5.544.064
1.864.321
301.284
568.057
23.000.000

25
Oct.
’23
5.539.031
1.864.321
295.540
575.400
23.400.000

23Juli
1
14
4.104.390

639.620
.–

Uitge-
1
B e ee-
Rekg. Courant
Wissels stelde
Wissels
ningen
Circulatie
Parti-
1

Staat
culieren

4.972.553 8.964 2.753.167 40.459.510
1.737.349
18.838
p
4.871.754
8.988
2.784.050
40.569.979
1.772.954
12.666
a
4.996.962
8.994
2.842.987
40.648.504
1.876.550
15.476
4.82.443
9.026
2.716.445
40.533.936
1.959.436
12.969

CD
3.985.307
9.026
2.759.116
40.338.741 1.727.182
14.623

3.088.658
17.928
2.202.619 38.086.964
1.967.317
21.751

1.541.980
-.
769.400
5.911.9101
942.570
400.590

29 October 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Goudmark
/millioenen Rentenmarkftrillioenen Papierm ark.

Data
Metaal
Daarv.

Goud

Waarv.
Wissels
_______

Totaal
Handels-
Schatkist.
wissels
2
)1
papier

7 Oct.

’24
615 595
153
2.176 2.176

30 Sept.’24
600
578
136
2.170 2.170

22

’24
588 560
119
1.963 1.963

15

’24
572
544
102
1.925
1.925
-.
6

,,

‘241
549
528
89
1.898 1.898

30 Aug. ‘241
536 516
77
1.861
1.861

Belee-
ningen
3)

Renten-
bank-
scheine
Diverse
activa

1

latle
1

Circu-

Rekg. Courant
nomen
hij de
Renten-
Partic.4)
Rijken
in kas
Staat5)
bank

.
15
246
864
1.519
371
322
800
54
222 842
1.521
363 308
800
cr
o
no
.
397
864
1.252
434
461
800
00
338
888
1.306
310
439
800
51
44
275 938 1.376 359 297 800
60
237
921
1;392
298
264
800

1) Onbelast.
2)
Waarv. in Rentenniark: 30 Aug. 1.052; 6 Sept. 1.081;
15 Sept. 1.083; 22 Sept.
1.110;
30 Sept. 1.234; 7 Oct. 1.279.
Idem zelfde data: 45; 33; 13; 12; 40; 9.
Idem:145; 161;
153; 199; 192; 187.5) Idem: 108; 126; 217; 239; 117; 171.

Volgens de nieuwe Bankwet.
(in itsillioenen Reichsmark).

1
DaarvanlL’eviezen
1 Andere
1

Data
Goud
1

bijbui-
als goud-I
wissels
Belee-
Effec-
tent. circ.l
dekking
1

en
ningen
1

ten
banken ‘)Igeldende
Icheques

15 Oct.

1924
1
613,6
1

172,1
204,5
2
15,9
1

77,5

23 Juli

1914 1,357


•.
751

1) Onbelast

Circulatie
Rekening-
Data

Diverse
1

bijde
Activa
1

Courant
Rentenbank

15 Oct. 1924 . .

929,9

1.396,7

828,5
1

800

23 Juli 1914 . .

1.891

944

BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.
Voornaamste posten in duizenden 1 ranes.

,.
a
Metaal
mcl.
buiteni.
saldi

1
Beleen.
van te-
goed in
h.buitl.

Beleen.
van
prom.d.
provmnc.

Binn.
wissels
en
beleen.

Voor-
schot
aan den
Staat

Circa-
latie

23 Oct. ’24
355.616
84.653 480.000
1692.878
5.250.000
7.573447
16

’24
357.592
84.653
480.000 1654.289
5.250.000
7.617.350
9

’24
356.134 84.653
480.000
1641.814
5.250.000
7.623.602
2

’24
355.307
84.653
480.000
17.11.309
5.250.000
7.627.895
25Sept.’24
354.575 84.653
480.000
1707.404
5.250.000
7.526.085
18

,,

’24
354.233
84.653
480.000
1673.662
5.250.000
7.526.374
11

,,

’24
354.260
84.653
480,000
1742.134
5.250.000
7.614.518

25Oct. ’23
350.343 84.653
480.000
1296.563
5.300.000
7.134.737

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDF.RAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in duizenden dollars.

Goudvoorraad
F. R.

Data
_____________

Zilver
Notes In
Totaal
Dekking
In het
etc.
circu-
___________
bedrag
F. R. Notes
buitenl.
latle

8 Oct.

’24 3.045.946
2.024.498

85.694 1.757.452
1

,,

’24 3.045.239
2.062.076

85.786 1.744.974
24 Sept. ’24
3.069.163
2.066.092

86.852 1.729.859
17

’24
3.081.493
2.075.270

83.919 1.734.666
10

’24
3.084.919
2.072.502

86.920 1.750.670
3

’24
3.081.015
2.049.123

78.748 1.760.757

10 Oct.

’23
3.122.394 2.134.647
71.529 2.288.580

Goud-
Algem.
a a
sse
S
Totaal
Gestort
Dek-
Dek-
Deposito’s
Kapitaal
kings-
kings-
perc.l)
perc
2
)

8

Oct. ’24
441.780 2.255.551
111.981
75,9
78,0
1

,,

’24
405.017
2.214.002
111.964
76,9 79,1
24 Sept. ’24
351.764
2.195.882
111.976
78,2
80,4
17

,,

’24
357.179 2.297.177 112.032
76,4
78,5
10

,,

’24
355.721
2.200.368
111.989
78,0 80,3
3

,,

’24
371.532
2.169.223
112.003
78,3
80,4

10 Oct.

’23
1.051.424 1.905.755
109.676
74,4
76,1
1)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeischbare schulden:
F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

PA1ITICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET

FEB. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in duizenden dollars.

Data
Aantal
banken

Totaal
uitgezette
gelden en
beleggingen

18.193.551

Reserve
bi) de
F. R. banks
Totaal
depositos
Wacrvan
time
deposits

1 Oct. ’24
745
1.620.172 17.777.553
4.674.883
24 Sept.’24
747
18.007.555 1.612.066
17.527.089
4.664.210
17

,,

’24
747
17.871.600 1.750.240
17.643.741
4.622.281
10

,,.

’24
747
17.620.145 1.625.634 17.250.041
4.576.615
3

,,

’24
747
17.570.963
1.604.373
17.129.623
4.565.437
3 Oct. ’23
770
16.505.772
1.395.681
15.296.591
4.015.597
A;in het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
eegesen van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 27 October 1924.
Ware het niet, dat de beurs van Berlijn gedurende de
achter ons liggende berichtsperiode een zekere spanning te
aanschouwen had gegeven, dan zou een overzicht van de
internationale fondsenmarkten ditmaal vrijwel zonfier mar-
kante bijzofiderheden zijn gebleven. De markt bij onze.
oostelijke buren echter is door verschillende oorzaken nogal
sterk bewogen geweest, meerendeels in dalende richting.
‘De hoofdreden moet worden gevonden in de algemeene
verkiezingen, waardoor een onzekerheid op de markt heeft
gedrukt, welke iedere uitbreiding van zaken heeft tegen-
gehouden. In het bijzonder werden hierdoor binnenlandsche
obligaties beïnvloed, omdat thans het valorisatie-vraagstuk
minstgenomen op de lange baan wordt geschoven, terwijl,
bij een verschuiving naar links, het zeer goed mogelijk is,
• dat van een valorisatie, welke eenigermate in overeen-
stemming is met de verwachtingen van de fondsenmarkt,
in het geheel niets zal komen. Deze algemeene oorzaak
heeft zelfs het buitengewone succés van de Duitsche her-
stelleening in alle landen, waar deze ter inschrijving werd
aangeboden, in de schaduw gesteld. In ieder geval is de
markt iiiet beïnvloed door het vooruitzicht 01) een gemak
kelijker credietverstrekking, hetgeen thans door het leening-
succes, benevens door de aandacht, die de Vereenigde
Staten aan de Duitsche kapitaalmarkt schijnen te gaan
besteden, waarscbijnlij ker is geworden. –
Bovendien waren er nog andere factoren, welke een
remmenden invloed hebben gehad. Op Maandag 20 October
.j.l. is de beurs van Berlijn n.l. gedurende 46n dag gesloten
gebleven, uit protest tegen de hooge belasting. op de om-
‘zetten ter beurze. Reeds gedurende langen tijd waren
stemmen opgegaan, welke voor een verlaging van deze,
op het hoogtepunt van de inflatie-periode ingestelde hef-
fing, hebben gepleit, tot nu toe zonder succes. Maandag
is het smeulende verzet openbaar geworden door redevoe-
ringen van vertegenwoordigers van verschillende beurs-
groepen, welke een zoodanige stemming in het leven hebben
geroepen, dat de handel geheel stop werd gezet. Uit deze
handelwijze blijkt op zichzelve duidelijk, als hoe groot een
nadeel de belasting wordt beschouwd, doch meer nog komt
deze gedachtengang naar voren, indien men bedenkt, dat door de ontbinding van den Rijksdag in ieder geval thans
geen beslissing kan worden genomen. Overigens is men er
in ernstige financieele kringen wel van overtuigd, dat
de belasting eens handicap vormt voor het doen en het
uitbreiden van zaken, doch men beschouwt een verlaging toch nog niet als een panacee, waardoor onmiddellijk ecn
ruimere handel zijn intrede zal kunnen doen. Hiervoor
is aan de beurs van Berlijn teveel veranderd. Vooral de invoering der goudbalansen heeft de inkrimping van de basis van het Duitsche bedrijfsleven in een scherp licht
gesteld, waarmede uit den aard der zaak een vermindering,
zoowel van beleggings- als van speculatie-orders, gepaard
moèt gaan. In de kringen, welke dit inzicht in den tegen-
woordigen gang van zaken hebben, beschouwt men het als
noodzakelijk, dat nog een langdurige periode van herstel
en aanpassing zal moeten verloopen, alvorens van groote
en blijvende levendigheid gesproken zal kunnen worden.
Te 1 a rij s is men daarentegen uiterst rustig geweest.
Het is thans vrijwel zeker, dat een binnenlandscbe lee-
ning ten bedrage van 4 milliard Francs en een buiten-
landsche ter hoogte van $ 150.000.000 zal worden uitge-
• geven, waardoor men eenerzijds de gelegenheid verkrijgt
een deel der vlottende schuld – voornamelijk die aan de
Bank van Frankrijk – te consolideeren, anderzijds een
meer permanent fonds tot steun van den wisselkoers te
scheppen. Tegelijkertijd heeft de regeering als haar voor-
nemen aangekondigd een wetsvoorstel in te dienen, waarbij
de Fransche vennootschappen worden gedwongen 10 pCt.

970

ECONOMISCH-STATfSTISCHE BERICHTEN

29 October 1924

van hun reserves te beleggen in Fransche staatsfondsen
of in door den Frauschen staat gegarandeerde papieren:’
1-lierdoor is een ruim afzetgebied voor deze fondsen ge-
s

schapen en hoewel men het betreurt, dat de regeering ge
11

dwongen is tot dergelijke maatregelen haar toevlucht tel
nemen, heeft men het plan ter beurze wel toegejuicht en’
t

het beschouwd als een middel, waardoor de Fransché
staatsfondsenmarkt steeds van voldoenden steun kan zijn
s

verzekerd. In verband hiermede is dan ook voor deze groep’ van beleggingsfondsen een vrij krachtig herstel ingetreden,
waarna echter toch nog niet het peil van enkele maanden
,

geleden is bereikt. Voor het overige is de markt zeer kalm
geweest. De aanstaande erkenning van de Sovjet-republiek
heeft op de beurs niet den minsten invloed uitgeoefend.
Praetische resultaten verwacht men hiervan niet, te minder

na de beroering, welke in Engeland is ontstaan als gevolg
van de beweerde Russische communistische propaganda.
Te Londen is de stemming doorgaans opgewekt ge,.
:

weest, in verband met het feit, dat de overwinning van de
arbeiderspartij meer en meer onwaarschijnlijk is geworden
Ç
n

Bovendien heeft het succes der Duitsche leening, niet allee
,

in Engeland, doch ook in de overige landen, een stimu-,
leerenden invloed gehad op den ondernemingslust .In Engeland.
schijnt men vrij algemeen van meening, dat een nieuwe phase
in de economische ontwikkeling dei wereld is aangebroken,:
nu de eerste stap is gezet op den weg naar de volksge
;

meenschap, met inbegrip van Duitschland. Hier staat tegen-over, dat de vooruitgang slechts zoo geleidelijk plaatsvindt,.
dat er b.v. nog geen sprake is van afneming der werkloos-. heid. Ook het oploopen van het indexcijfer voor de kosten
van levensonderhoud heeft er niet toe medegewerkt het
optimisme al te sterk tot uiting te doen komen.
Te N e w Y o r k heeft de beurs een kalm aspect gehad;
waarop slechts enkele fondsen een uitzondering hebben ge.
vormd. Zoolang de presidentsverkiezingen niet voorbij
zijn, kan geen sterke opleving in de Amerikaansche markt
worden verwacht. In de kringen van handel en industrie
is men echter voor den tijd na de verkiezingen gunstig
gestemd. In dit verband zij gewezen op de voorbereidingen,
welke men in Amerika maakt met de crediet.verstrekking
op groote schaal aan Duitschland. Er zijn reeds eenige
maatschappijen opgericht, welke zich tea doel stellen in
samenwerking met Duitsche firma’s, de door de Duitsche
nijverheid benoodigde kapitalen ter beschikking te stellen
Het is echter te verwachten, dat hiermede slechts een aan:
vang zal worden gemaakt, nadat de binnenlandsche poli
tieke omstandigheden, ‘zoowel in Amerika zelve als in
:Duitschland, tot klaarheid gebracht zullen zijn.
T e n o n z e n t heeft de fondsenmarkt een weiiiig bewogeii
verloop gehad. De
beleg gingsmarkt
was over het algemeen
ongeanimeerd voor binnenlandsche staats. en gemeentelijke
obligaties. De stroeve geldmarkt, te zamen met de belang-
stelling voor de Duitsche leening, zal vermoedelijk hier wel eenigen invloed hebben uitgeoefend. Voor de obligaties der
Duitsche leening zelve is de belangstelling echter niet zoo
groot geweest., als op grond van de buitengewone inschrjvings
resultaten verwacht had kunnen worden. Het schijnt, alsof
de instanties, welke hun inschrijvingen zÔb geweldig ge
rnajoreerd hebben, dat hier te lande voor een totaal van
meer dan 3 milliard gulden werd ingeschreven, ten slotte
er mede tevreden zijn geweest, dat hun slechts een fractie
van hun aanvragen werd toegewezen. Het agio toch bedroeg
aan onze beurs niet meer dan 2
it
234 pOt., terwijl van
buitenlandsche centra, waar de emissie lang niet in dezelfde
mate werd overteekend, hoogere agio-percentages werden
gemeld. De toekomst zal dan ook moeten leeren, of de
groote inschrijvingen . ten onzent de classeering ten goede
zijn gekomen.

20 Oct. 24 Oct.
27 Oct. Rijzing of
daling
6

o,

Nederland 1922 …..
1001/
16

.
100111
100%
+ a
l
le

5

0
/0

1918 …..
90
89 ij, 89
— 1′
434
0
/0

1916 …..
9134
90%
9018
-5
1,
4

0
10

1916 …..
82o/
8151 8191
1

—1
8

334
0
/0

,,
75
,
1
8

75
75
,
1
16

‘loo
3 .

0
/0

. .
67
7
1i6
661i1
16

66o1
8


1
’18.
234
0
/0
Cert. N. W. S ……..
53%
539
1
52
7
1,6

18
110
7

0
/0
Oost-Indië 1921 …..
IOlos/,,
102 102
+
‘i,
6

0
/0

»

1919 …..
98o/
98%
985132
— J32 ”
5

ol
o

,,

1915 …..
93%
93
°j
93%
5

ol
o
Rusland 1900 …….
4%
434
461
8


118
4

0
/0
Rusl. bij Hope & Co
5%
Sial
lo

5
8
1,6

6
110
8

o,

Japan 1899 ………
5934
59
1
116
59614
+ 34
,

0
/0
Brazilië

1895 …….
5034
50 50
—%
5

o, San Paulo

1921 .
9271
8

92′
8

92518

1,4

6

0
/0
Amsterdam 1920 ….
100i
8

101’1
100%
+ 118
7

0
/0
Rotterdam

1920 ….
103’1
8

102’1
16

102
– 1’1

De aandeelenmarkt was rustig. Voor
ban k.aandeelen
bestond een betere stemming, waarvan voornamelijk aan-
deelen Rotterdamsche Bankvereeniging konden profiteeren.
In den laatsten tijd is overigens in deze aandeelen eenige
speculatieve bedrijvigheid ontstaan, waardoor de koers-
fiuctuaties grooter zijn geworden dan anders aan bank-
aandeelen inhaerent is. –
Van
inchostrieele aandeelen
zijn Jurgens-waarden op den
voorgrond getreden door actieven handel en hoogere koersen,
althans voor zoover het de gewone aandeelen betreft.
Aandeelen in kunstzijdefabrieken werden eerder iets-lager
verhandeld, mede in verband niet emissie-geruchten be-
treffende de iollandsehe Kunstzijde Industrie. Aandeelen
Philips Gloeilampeufabrieken. bleven nagenoeg onveranderd’.
De
Bui ker-afdeeling
was vast, vooral voor minder courante
soorten, doch zonder veel handel. Daarentegen legden mijn-
aandeelen zeer groote levendigheid aan den dag. Ten slotte
echter hebben aandeele&Redjang.Lebong geen groote koers.
verschillen aangetoond, terwijl de belangstelling zich in hoofdzaak naar aandeelen Algemeene Exploratie Maat-
schappij verplaatste.
De
Petroleum.afdeeling
was lichtelijk in herstel voor
aandeelen Koninklijke Petroleum. De grootste omzetten
vonden daarentegen plaats’ in aandeelen Geconsolideerde,
als gevolg van het bericht, dat de Roemeensche regeering tegenover Amerika heeft verklaard de mijnwet niet rigou-reus te zullen uitvoeren.
Rubber-aandeelen.
waren vast, bij beperkten handel, in
verband met de geleidelijke verbetering van het product te
Londen en de afnemende voorraden daar ter plaatse.
Tabaks-eandeelen
waren gezocht, vooral voor Senembah.
De goede oogstberichten hebben de aanleiding voor de
vraag naar deze fondsen gevormd.

20 Oct
94
Oct 27 Oct- Rilzing of
daling.
Amsterdamsche Bank.

126% 12534 12634 —34
Incasso Bank …………100

9934

9934 – —
61,
Koloniale Bank ……….176
6
/, 179i1
8
18134

+ 5a
1
8

Ned.B.andel-Mij.cert.v.aand 12634 127

127o1

+ 71
Rotterd. Bankvereeniging

6651
8
70

73

+
Van Berkel’s Patent …..- 79

79

78

— 1
Gouda Kaarsen ……….1434

14

16

+ 134
Holl.Draad-enKabelfabriek 5034

51 – – 52

+ 134
A.Jurgens’Ver.Fabr.g.aand 7134

72% . 7434 + 3
pr. aand 7034

71
5
.
4
8

7134 — 2%
Leerdam Glasfabrieken

3434

3534

35

+
34

Philips’ Gloeilampenfabriek
355&14
360

35934 + 3%
Vereenigde Blikfabrieken

95%

95%

95

—34
Vereen.ChemischeFabrieken 4434

441-,

4434


CompaniaMercantilArgent 1834

18′,

18% +
34
Cultuur-Mij. d. Vorstenland 165% 165

165a1
Handelsverg. Amsterdam

437% 43934 440

+ 2%
Handelsverg. Reiss & Co

3334

3334
Int. Crediet-en Handelsverg.

Rotterdam ………….191

19134 +
34
Linde Teves & Stokvis

91

00

89% – 1%
Redjang Lebong Mijnb.-Mij 33534′ 34334 341

+ 5%
Gecons. Roll. Petroleum-Mij 1535 157′!, 15834 + 434
Kou. Petroleum.-Mij ……32334 32651
8
323
7
1
8
+
‘is
Phoenix Oil …………..9334 92% 92 — 1%
Amsterdam.Rubber.Mij .. 15771, 160% 163618 + 5%
Kendeng Lemboe ………181
1
/, 187% 187% — 618
Oost-Java.Rubber-Mij …… 244 247 245 + 1
Deli-Batavia Tabak Mij.

324

32714 327

+ 3
Deli-Maatschappij ……… 361

369% 370

+ 9
Senembah.Maatschappij

341

348

355

+ 14

De
Scheepvaartmarkt
was aanvankelijk stil en lusteloos,
doch kon zich in het verder verloop herstellen, eensdeels
als gevolg van berichten omtrent een goeden gang van zaken op de vrachtenmarkt, anderdeels in verband met
het afsluiten van overeenkomsten tusschen verschillende
reederjen op dezelfde routes.

20 Oct. 24 Oct.
27 dct. Rilzing of
daling
Holland-Amerika-Lijn …..
8534
8334
85

34
,,gem.eig
70
65%
6734
– 2
Hollandsche Stoomboot-Mij
26
24%


2571,

Java-China-Japan-Lijn
107
— —
Kon. Hollandsche Lloyd
6
5%
7114
+ 1%
Kon. Ned. Stoomb.-Mij …..
.83%
82
8134
—2%
Konink.Paketvaart-Mij. ..
136’I
137%
138
+ 1%
Maatschappij Zeevaart .
9011,
92%
9334
+3
Nederi. Scheepvaart-Unie
127%
12671
5

129%
+ 1%
Nievelt Goudriaan . …….
109%
10934
110
+ 3
Rotterdamsche Lloyd ……
129%
125%
12811
4

11
2

Stoomv.-Mij. ,,Nederland”
15434
154%
156
+ 134
,,Noordzee” .
32
3134
31
— 1

29
October
1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

971

Op de
Amerikaansche markt
hebben aandeelen Kansas City. Southerti de aandach.t getrokken door Vrij levendigen
handel tegen hoogeren koers. Overigens waren de omzetten,
zoowel als de fluctuaties, gering.

20 Oct. 24 Oct. 27 Oct. Rijzing ol
daling
Americ.Smelting&Refining 77k.

793,

80i1 + 291j9
Anaconda Copper ……… 75y
4

77

77k’ + 2
Studebaker Corp ……….. 102k 102

1019
Ijn. States Steel Corp…..10934 109h 109718 + 118
Atehison Topeka ………. 1077/
8
108

10771
8

Ene …………………28K

2881
8

29119

+ 71
8

Southorn Pacific ……….95i


UnionPacific …………. 14l

14271
8
142

+3(
Ent. Merc. Marine orig. gew. 1’0.

9,3
116
lol/s

3
18
11

»

,,

,,
pref. 3971
8

39

– 71
8

De
geidmarkt
bleef vrijwel onveranderd; prolongatie 4
na 434
O/.

GOEDERENHANDEL

GRANEN.

28 October 1924.
Weder ligt een week met fel bewogen graanmarkten
achter ons, waarin sterke prijsverhoogingen plaats vonden,
die ook ditmaal weder werden gevolgd door een herstel,
dat op 28 October is ingegaan en van welks bestendigheici
dus nog niets kan worden gezegd. De reden van de sterke
prijsdaling lag niet in veranderingen in de statistische
positie der graanmarkt. Wel is het weder in Canada wat
beter, doch de berekeningen van cle Canacieeselie tarwe-
opbrengst blijven zich nu reeds eenigen tijd nabij 300 mil-
lioen bushels bewegen (opbrengst in 1923 484 millioen
bushels). Ook in Argentinië
zijn
voor de nieuwe tarwe de
vooruitzichten beter door nieuwen regenval, doch darte-
genover staan voor Europa nieuwe publicaties van oogst-
cijfers, clie telkens weder opnieuw aantoonen, hoe ongun-stig deze resultaten afsteken bij het vorige jaar. Zoo wordt
nu uit Zweden bericht, dat daar slechts 910.000 quarters
tarwe en 1.325.800 quarters rogge geoogst zijn tegen
1.450.000 quarters tarwe en 2.960.000 quarters rogge in
1923. Het Internationale Institunt van den Landbouw te
Rome Icomt den ook weder tot dezelfde conclusie, die van
andere zijden reeds lengen tijd telkens werd bereikt en die
wij iii onze weekbenichten reeds herhaaldelijk hebben ver-
meld. Het Instituut berekent namelijk liet uitvoersurplus
(Ier verschillende uitvoerlanden in het loopencle seizoen op
ongeveer hetzelfde cijfer, namelijk iets boven 100 millioen
quarters, als de invoerbehoefte der gezamenlijke invoer-
landen. De reden der algemeene prijsverlaging lag in de
buitengewoon groote verschepingen der laatste weken. Deze
overtroffen verreweg dat gedeelte der behoeften van het’
seizoen, dat daclelijk dekking behoefde. Aauvankelijk waren
het in September de vooruitzichten op slechte Europeesche
oogstopbrengsten geweest, die in de invoerlanden leidden
tot inkoopen op buitengewoon groote schaal. Dit had veder
de sterlce prijsstijging in de uitvoerlanden tengevolge, welke
den Europeeschen kooplust niet verminderde en steeds groo-
teren omvang aannam. Zij deed echter ook het aanbod in
de uitvoerlanden toenemen en vooral in de Vereenigde Sta-
ten werden tarwe en rogge door de boeren, die van de
hooge prijzen wenschten te profiteeren, sterk aangeboden.
Met liet oog op de groote Europeesche vraag, nam de han-del dat aanbod gemakkelijk op. Steeds werd meer scheeps-
ruimte aangenomen en buitengewoon groote verschepingen
waren liet gevolg. Niet slechts veel tarwe, doch vooral on-
gekend groote lideveelheclen rogge werden uit Noord-Ame-
rika afgeladen en dit snelle van stapel loopen heeft den
laatsten tijd cle marlct zoo onzeker gemaakt en de scherpe
prijsinzinkingen veroorzaakt, die dan echter wegens het
onveranderd blijven der statistische positie telkens spoedig weder door een herstel werden gevolgd. Dezen keer kwam
cle Europeesche onmacht om de groote verschepingen op te
nemen wel zeer sterk tot uiting. In Duitsehland, Neder-
land, België en in iets mindere mate in Engeland beheersch-
ten wederverkoopers voortdurend de markt van tarwe en
rogge. Ver beneden de prijzen van het uitvoerland waren
clezen tot verkoop bereid, gedeeltelijk om financieele rede-
nen, doch voornl omdat in de behoefte van het oogenblik
ten volle was voorzien. In hoe hooge mate dat het geval
was, blijkt uit het feit, dat bijvoorbeeld te Rotterdam alle
opslagruimte door graan in beslag genomen is, en zelfs lichters nauwelijks te krijgen zijn. Deze prjsverhouding
maakte nieuwe zaken uit de uitvoerlanden onmogelijk en
hij liet voortduren der groote aanvoeren in de Vereenigde
Staten, beter dorschweder en daardoor toename van liet
aanbod. in Canada, regen in Argentinië en weder zeer
groote wereldverschepingen van tarwe in de afgeloopen
week, traden ook aan de markten der uitvoerlanden sterke

prijsverlagingen in. Dit leidde tot verdere doorwerking van
den prijsval in Europa, waar liet niveau vooral op het
vasteland steeds ver l)enedlen de Amerikaansehe prijzen
bleef. Rogge daalde te Chicago van 20 tot 25 October voor
December 9%, voor Mei 7y2 dollarcent per 56 lbs. en tarwe
te Winnipeg en Chicago 4 1. 5 cent per 60 lbs. Te Buenos
Aires en Rosanio beliepen de verlagingen tot 24 October
30 h 35 centavos pel 100 KG. en dat alles zonder dat
eenige verandering van beteekenis in den algemeenen toe-
stand was ontstaan, die nog steeds wijst op een vrijwel
nauwkeurig evenwicht tusscben vraag en aanbod, wanneer
men beide berekent voor het geheele seizoen en niet voor
het tegenwoordige gedeelte daarvan. Deze overigens alge-
meen erkende omstandigheid bracht nauwelijks eenigen
steun teweeg. In Engeland bestond bij voortduring eenige
vraag voor A.ustraliscbe en Britsch-Indische tarwe en in Frankrijk en Italië kocht men vrij geregeld tarwe op ver-
wijderde aflading. Voor spoedige posities was ook daar
echter de vraag niet groot. Nederland nam nu en dan een
gedeelte van het Duitsche aanbod uit tweede hand op, maar
vooral voor rogge was het moeilijk daarvoor plaatsing te
vinden. Op 27 October begon echter verbetering op te tre-
den. Ondanks de flauwe markt te Chicago op den vooraf-
gaanden marktdag met een prijsdaling van 3y
4
en 2
3
/8 cent
per 56 lbs. werden voor rogge op den 27sten dezelfde prij-
zen betaald en ten slotte zelfs iets meer. De Duitsche niarkt
was mmdci- standvastig en volgde nog eenigszins de A.me-
iikaansche verlaging, doch ook daar verbeterde in den loop
van den dag cle toestand. Hetzelfde gold tot zekere hoogte
voor tarwe. De overtuiging, dat ten slotte de verhouding
tusschen de in dit seizoen beschikbare hoeveelheden en cle
behoefte der invoerlanden aan deze flauwe periode weer
een einde zou moeten maken, kreeg dus blijkbaar weder
de overhand en ook in cle uitvoerlanden trad weer een
sterke prijsverliooging in. Zoowel Noord-Amerika als Ar-
gentiuië sotei op 27 October belangrijk hooger en de sedert
een week tevoren ingetreclen verlagingen zijn op dien dag te Chicago voor tarwe tot ongeveer 1 cent per 60 lbs. voor
tarive en tot
.5/8
(December)
.
en 34 cent per 56 lbs. (Mei)
teruggebracht, terwijl tarwe te Winnipeg voor October nog
2 cent en voor December 6 cent lager sloot dan een week
tevoren. Argentinië was eveneens na eenige prijsdaling de
laatste dagen wat vaster en de termijnmarkten sloten daar
op 27 October 15
i’L
35 centavos lager dan een week tevoren.
Het is nu maar de vraag, of dit herstel zich kan handha-ven en in hoeverre de invoerlanden nu tea slotte toch in
staat zullen zijn het groote aanbod op te nemen. Indien
de producenten der groote product.ielanden voortgaan in
zoo snel tempo hun broodgraan ter markt te brengen, dan
is een herhaling van dle ervaringen der afgeloopen week
iiatuurlijk zeer goed mogelijk tot vOOr den aanvang der
erschepingen van uiuve tarwe van het Zuidelijk half-
rond de afladingen uit Noord-Amerika na de groote hoe-
veelheden van het begin van het seizoen afnemen. Op het
Zuidelijk halfrond blijven ook in Australië de oogstvoor-
uitzichten zeer goed, terwijl de wearsomstandigheden in
Britsch-Indië daar den uitvoer van tarwe in de hand ver-kn. Ook voor den nieuwen uitzaai van wiutertarwe in de
Vereenigde Staten is het weder goed en men schijnt op
eenige toencumie der bezaaide oppervlakte te rekei.ieu. Miii-
der goed ziet het er uit voor den nieuwen oogst in Rusland,
dat ook nu weder lijdt onder langdurige droogte. In veel
gedeelten der Oekraine en ook elders in Rusland heeft men
niet te klagen, doch in het Zuidoosten en Oosten van hei
lancE bevinden zich belangrijke gebieden, waar de uitzaai
achterlijk is of het nieuwe gewas er slecht voorstaat. Ook
voor het tegenwoordige seizoen bestaan nog steeds gedb
aanwijzingen voor uitvoer van een ige beteekenis van Rus-
iscli broodgraan. Vermelding verdient nog, dat in Frank-
rijk en Italië den laatsten tijd door de regeeringen maat-
regelen worden genomen tegen overdadige stijging der
broodpnijzen. Dat beteekent voor heide latiden een beves-
tiging der pessimistische opvattingen omtrent de tarwe-
opbreigst en doet voor Frankrijk den twijfel toenemen aan
de juistheid van de oogstramingen der laatste weken, wel-
Icer cijfers die van liet vorige jaar vrij aanzienlijk over-
troffen. Iii die cijfers was trouwens alle niet voor men-
sc’helijk gebruik geschikte tarwe meegerekend. Uit Enge-
land wordt bericht, dat de molenaars geen overvloed van
tarwe bezitten en dat daar geregeld niet inkoopen moet
worden voortgegaan. Het aanbod van inlandsche tarwe
neemt daar wel toe, doch de kwaliteit blijft slecht.
Voor voedergranen vertoonde de markt deze week veel
overeenkomst niet clie voor tarive en rogge. Ook hiervoor
kw;im in de statistische positie weinig verandering, of-
schoon het eveiiwicht tusschen vraag en aanbod daar min-
iler vaststaat. In de eerste plaats wordt in Europa veel
ondeugdelijk brooclgraan als veevoeder gebruikt, doch bo-vendien werd de markt sterk gedrukt door de flauwe stem-

972

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29
October
1924

Noteeringen.

Chlcagè

Buenos Aires

Dta
Tarwe
Maïs
Haver
Tarv.’e
Maïs
Lifazaad
Dec. Dec. Dec.
Nov. Nov.
Nov.

25Oct’24
14181
8

102
484
15,55
11,40
22,95
18

,,

1
24
150%
1098/
8

5351,
15,90
11,65
23,45
25Oct.’23
10711
8

73%
4181
8

12,40
9,70
23,50
25 Oct.’22
111
/8
66
’18

40’/
B

11,95
1
)
7,90
1
)
18,651)

20ct.’21
106

2)

48%
33ij
12,50
7,15
16,70
20Juli’14
82
568/
3634
9,40 5,38
13,70

Per
Oetôber.

Locoprijzen te RotterdamjAmsterdam

Soorten
27
Oct.
1924
20
Oct.
1924
29
Oct.
1923

Ta
rwe
*

……..
1
15,50
16,25 12,10
Rogge

2 Western)
.
•1

(No.
14,_
15,25
9,30
231,-
245,-
193,-
Gerst (48 Ib. malting)

.
25′),-
265,-
182-
Haver (381b. white clipp.)’
12,70
4
)
13,75
4
)
10,75

Mais (La

Plata) ……… …

Lijnkoeken (Nöord-Ameri-
kavan La Plata-zaad)
1
15,

15,50
12,._
Lijnzaad (La Plata)

. .

8
487,- 510,-
436,-
1)
per 100 KG.
2)
per 2000 KG.
8)
per 1960 KG.
*N
o
2 HardjRed Winter Wheat. M Canada No. 3.

AANVOEREN in tons van 1000 KG.

Rotterdam

Amsterdam

Totaal

Artikelen

t

‘1

1924
1′
119125
October 1

Sedert

Overeenk.
1119I25
October 1

Sedert

1 Overeenk.
1

1924

1
1
Jan.
1924
1
tijdvak
1923

1924

1
11an.
1924

tijdvak
1923

Tarwe

………

41.776

1.013.931

665.76d
Rogge .. . ………….33.759

43.661

370.441
Boekweit…………….907

17.748

23.214
Mais. ._ .. ……………

2.673

613.243

509.409
G-èrst………………

15.846

-259.627

218.852
Haver ………………

8.248

183.941

60.524
Lijnzaad ……………5.987

– 194.875

114.671
Lijnkoek ……………

1.677

166.284

160.005
Tarwemeel ………….6.781

198.359

89.750
Andere meelsoorten

252

6.287

1.562

ming voor maïs uit de Vereertigde Staten. Hèt weder is
daar den laatsten tijd voor het rijpen der maïs veel gunsti
ger geweest, wat leidde tot uitbreiding van het aanbod
van oude maïs. Zelfs nam de zichtbare maïsvoorraad der
Vereenigde Staten aanzienlijk toe en werd naar Europa
weder geoffreerd. Weliswaar kwam het, afgezien van een
enkele kleine transactie naar Ne:erla,,d, niet tot zakeû
doch de mogelijkheid, dat Noord-Amerika dit jaar toch weer
als exportéur van maïs zal optreden, deed in Europa het
vertrouwen in (le tegenwoordige hooge maïsprijzea verloren
gaan. De verschepingen uit Argentinië zijn de laatste we-
ken groot geweest en bij de verminderde vraag varen de
aankomende partijen overal moeilijk te plaatsen. Dit leidde
vrijwel overal in Europa tot sterke prijsverlagingen en het
sterkst was dat wel het geval ju België en Nederland,
waar P]atamaïs in enkele dagen ee,, achttal percenten in
prijs daalde. Ook Engeland echter was flauw, waartoe
(lalende pesokoers en lagere zeevracitten meewerkten. Ook
ontbrak in Duitsc-hlaud elke vraag en ten slotte kon ook
de markt in Argentinië, waar men geruimen tijd tot den daar geldenden prijs niet meer naar Europa had kunnen
verkobpen, zich niet handhaven, ondanks eenige afname in den aanvoer. Van 20 tot 24 October daalden de maïsprijzen
ëan de termijnmarkten te Buenos Aires en Rosario 30 tot
50 centavos per 100 KG. Den 27stea bleek echter ook voor
rrIaïs
aal,
sommige Europeesche markten cle behoefte onder

schat te zijn en vooral w’eder in Nederland nam dien dag
de vraag zoozeer toe, dat na een zeer flauwe opening, waar
j

hij cle prijzen het laagste niveau dezer laatste flauwe periode
bereikten, een zeer krachtig herstel iutra:I. Des avond
werd voor l’latn.maïs in spoedige posities bijna 4 pCt. meer
betaald dan in den voo.rmiddag1 terwijl ook voor latere
partijen de prijzen sterk verbeterden. Voor meer verwij-
ileide posities ,,’as trouwens de prijsdaling overal minder
sterk geweest dan voor eerdere maïs en vooral in Engeland
had daarvoor nog steeds eenige vraag bestaan, toen spoecli
verwachte partijen zeer moeilijk te plaatsea waren. Het
herstel in Europa ging gepaard met vastere markten iii
de iiitvoerlanclen. Argentinië en Chicago waren reeds op
25 October iets hooger en
01)
tIen 27sten trad een flinke
piijsverhooging in, zoodat -te Buenos Aires en Rosario de
prijsverlaging sedert den 20sten gereduceerd w’erd tot 10
h
25 c-entavos per 100 KG. ria nog 15 centavos meer te heb-
ben bedragen. Te Chicago bedraagt de verlaging voor De-
ceinher nog

en voor Mei % dollarcent per 56 lbs.
Maïsaai,lioi( uit [Insland bleef deze week uit, terwijl Roe-
menië en Bulgarije zich slechts weinig stoorden aan de
flauwere stemniûg voor mais. De zaken uit die landen
waren, daardoor Van weinig beteekenis, doch het aanbod
blijft dan ook zeer beperkt. Het schijnt nu w’el vast te
staan dat de maIs der Balkanlanden niet van voldoende
kwaliteit is om algemeenen uitvoer vÔSr 1925 mogelijk te
maken

en wanneer de Noord-Amerikaansche bedreiging met
niaïsverschepinen een loos alarm blijkt

te zijn geweest,
lan blijft dus voörloopig Argentinië het eenige uitvoerland
van beteekenui. – – –

2.175

26.285

31.086

1.040.216
1

696.846

3.775

485

457.436

370.926

175

17.923

23.214

1.362

93.727

66.409

706.970

575.818

31.630

12.040

291.257

230.892

– 1.196

533

185.137

61.057

1.000

56.269

50.934 1 251.144

165.605

166.284

160.005

715

22.514

4.544

220.873

94.294

6.287

1.562

Zeer flauw was deze week gerst, waarvan cle aanvoeren
in de Vereenigde Sta-ten en Canada sterk

toenamen, wat
cl aal

groote prijsveri agi nigen tengevolge had. Dagelijks werd
Noord-Amerikaansche gerst belangrijk lager aaogeboclen,
ook wegens de flauwe markten voor maïs en daarbij was
bij zeer omvangrijke verschepingen, waaraan ook Rusland
CI,
Roemenië weder deelnamen, ce vraag
ih
Europa slecht.
En Nederlan .1 werd op 27 October Noord-Amerikaansche
gerst 15 pCt. lager verhandeld da,, enkele weken geleden,
doch op dien verlaagden prijs nam cle kooplust eindelijk
i’e:ler toe en ‘an liet aanbod werden omvangrijke hoeveel-
heden geplaatst. Ook Amerika was dien dag zeer veel vas-ter en te Winnipeg steeg gerst niet minder dan 3V2 dollar-
– cent per 48 lbs. Ook Duitschland kocht tot de dalende prij-
zen Noord-Amerikaansclie gerst, doch andere soorten waren
deze week overal zeer moeilijk te plaatsen.
Ook in haver was de omzet geriag en ofschoon het aan-
bod uit Noord-Amerika niet dringend is, komen zaken
slechts zeer moeilijk tot stand.

SUIKER.


– NOTEERINGEN.


Londen
New York
1
WhlteJdva’s
1

Cuba’s
Amster-
96pCt. Data
dam per Tates
1

f.o.b. per
96 pCt. c.i.f.
Centri-

Cube
s
i
Nc. 1 Oct./Dec.
i

October

Oct.!
Dec.
fugals

Sh. Sh.
Sh.
$
ets.
240ct. ’24
f23’116
4116

201734
221_
6,03
17

,,

’24
,,22t’1
1

421_
20/7%

221..
6,03
23 Oct.
1
23
,,2771
8

5919 2416
321-
7,-.
24Oct. ’22
,,21%
56(9
19/_
19/_
5,53
4 Juli ’14
,,1113132
181_


3,26
Ook deze week bleven de verschillende suikermarkten
kalm gestemd, hoewel voor prompte en spoedig leverbare
suiker goede belangstelling blijft bestaan.
In A me r i k a geven de noteeringen het volgend beeld
te zien: SpotC. Dec. Jan. Mrt. Mei
Slot voorafgaande week ……6.03 3.84 3.39 3.12 3.20
Opening verslagweek 6.03 3.85 3.41 3.12 3.20
Slot

,,

6.03 3.93 3446 116 323
Prompte Cubasuikei werd eerst verhandeld tot $ c. 4.25
en daarna tot $ c. 4.31 c. & fr. New-York. Aan het eind
der week hielden verkoopers echter op
018
$ c.
De aanvoeren in de Atlantische havens der V. S. bedroegen
deze week 34.000 tons, de versmeltingen 44.000 fons (tegen
64.000 tons in 1923) en de voorraden 55.000-tons.
De Cuba statistiek is als volgt:
1924

192-3

1922

Tons

Tons

Tons

Weekontvangsteû 180ct. ’24. .

11.959

9.697

22.889
Toh sedert 1 Dec.’23_18 Oct.’24 3.853.729 3.453.402 3.820.639
Werkende fabri4ken


Weekuitvoer 18 Oct.
1
24 ……46.954- – 51.828 – – 5L441
Tot. uitv. 1 Jn. ’24.J8Oct. ’24 3.686.432 1287.621 3.575.114
Totale voorraad opl8Oct:’24 167.297 165.787 254.122

29 October 1924

ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

.973

In Engeland, waar de termijnmarkt beïnvloed werd
door de vaste stemming voor prompte suiker, verlaagden
raffinadeurs echter deze week hunne prijzen inèt 6 d.
In Duitse h land heeft de regeering den invoer van
suiker na den 20sten dezer verboden. Suiker ouder contracten
vôfir den 19den afgesloten, mag echter tot uiterlijk 9 No-
vember worden ingevoerd.
De zichtbare voorraden volgens Uzarnikow zijn;

1924

1923

192

Tons

Tons

Tons
Duitschland 1 Sept. 24 ……145.000 261.000

98.000
Tsjechoslowakije 1 Oct. ’24 – .

7.000 – 9.000

6.000
Frankrijk 1 Oct. ’24 ……..47.000

42.000

45.000
Nederland 1 Sept. ’24……..30.000

27.000

69.000
België 1 Sept. ’24 ……….22.000

24.000

23.000
Engeland 1 Oct. ’24 ……..150.000

256.000

272.000

Totaal (Europa).

401.000 619.000 513.000
V.S. Atlant. havens 22 Oct.’24

55.000

82.000

46.000
Cuba alle havens 18 Oct.’24 .

167.000

166.000 254.000
binnenl. 4 Oct. ’24

149.000

78.000

82.000

Totaal . –

772.000 945.000 895.000
Op Jas’ a werd deze week ‘oor witte suiker tot
f
15,_
betaald, waarna die prijs echter niet meer te maken was
en de waarde met ongeveer
f W
daalde. De V. J. P. ver-
kochten nog wat restanten No.- 16 en hooger tiit den dit-
jarigen oogst tot
f
13,_ en een post Superieur oogst 1925
tot
f
129.’.
Hier te lande opende de markt kalm..De stemming ver-
beterde geleidelijk om daarna echter weder te verflauwen
wegens meerder aanbod. Het slot toonde ongeveer dezelfde
noteeringen als bij opening, n.l. October
f
23i1; i)ecember
21
7
1.en Mei
f
22
1
1
8
. De omzet bedroeg 4300 tons.

KATOEN.

Marktbericht van de Heereu Sir Jacob Behrens & Sons,
Manchester, d.d. 22 October 1924.

Over de Amerikaansche katoenmarkt gedurende de afge.
loopen week valt niet veel te zeggen. Prijzen waren vast tot gisteren, toen New York ten gevolge van ongunstige
weerberichten 60 punten vèor de eerstkomende maanden
hooger noteerde. De algemeene meaning over den oogst is
echter gunstig. Het volgende Bureau-Bericht, dat. a.s. Za-
terdag uitkomt, geeft de oogstconditie aan op één van de
meest critieke punten van het jaar en de schattingen, welke
hierop gebaseerd zijn, zijn vertrouwenswaardiger dan de
voorafgaande. Er wordt voldoende katoen aangevoerd en
ontvangsten in de havens bedragen reeds een kwart mil-
heen balen meer dan verleden jaar. Particuliere oogst-
schattingen geven den Egyptischen katoenoogst aan als zijnde
ongeveer 700 000 cantars en het tekort aan Sakel doet
zich reeds voelen. –
De vraag naar Amerikaansche garens is slechts gering
en dc totaalverkoopen, zoowel van Mule his ringgarens, is
van weinig beteekenis. In inslaggarens gaat meer om en
de verkleinde productie wordt grif verkocht. In getwijnde
garens is weinig te doen, zoowel voor het binnenland als
voor export. Er worden speciaal garens voor directe behoefte
gekocht en spinners zijn niet geneigd hun prijzen te ver-
lagen. Het Federatiebesluit van gisteren om den Werktijd
van 261< uur met ingang van 3 November op 32 uur pe
week te brengen komt den meesten fabrikanten, die dringend
garen noodig hebben, goed te pas. Men is echter algemeen
van meen ing dat het niet wenschelijk is dezen werktijd ver-
der te verlengen voordat er wat meer katoen in de Liver-
pooimarkt is. Egyptisclie.garens zijn vast en er zijn flinke
zaken voor binnenlandscb gebruik gedaan. Voor Indië be-
staat er een goede vraag naar fijne medio garens en het
prijsverschil tusschen koopers en verkoopers is geringer
geworden.
De toon van de doekmarkt is gezond; de vraag van het
Oosten is bepaald beter, speciaal van Indië. Prijzen blij-
ven vast en slechts een klein gedeelte van de aangevraagde
hoeveelheden wnrdt geboekt. De uitbreiding van den werktijd
in het spindistrict als bovenvermeld is een goed teeken
voor de toekomst en hoewel zaken door gebrek aan garens
worden tegengehouden, vragen fabrikanten aanmerkelijk langer levertijd en zijn over het algemeen beter bezet dan
gedurende langen tijd het geval is geweest. Er is meer
leven in de markt, meer vraag en hoewel de handel
mb-
menteel nog kalm is, is men voor de toekomst over het
algemeen optimistisch gestemd. –

15Oct. 22 Oct.

Oost. koersen. 14Oct. 21 Oct.
Liverpoolnoteeringen. – T.T.op indië 16 116
8
,
F.G.F.Sakellaridis 25,05 24,70 T.T.opllongkong21411
8
2/5
1
18
G.F. No. 1 Oomra 9,85 10,20 T.T.op Shanghai 3/5 3 5

Noteering voor Loco-Katoen.
(Middling Upland8.)

24
Oct.
1924
17
Oct.
1924
1

10
Oct.
1924
1

24
Oct,
1923 24
Oct.
1922

i’ew York voor

Middling …
23.35e 23,45e 24,80e
31,_ c
24,10 c
New Orleans
voor Middhing
22,50 c
22,50 c 23,65 c
30,25e
23,37 c
Liverpool voor

Middling …
13,45 d
13,53 d
14,09 d
17,79 d’1
14,31d’

*) Voor fully niiddling ouden Standaard.
Ontvangsten in, en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen).

£
1
Aug.
’24

tot
1
0vereenkomstigeperiode


17
Oct.
’24
1923-24
1922-23

cntvangsten Gulf-Havens.
ž3
.Atlant.Havens
2104
1797

Uitvoer naar Gr. Brittannië
502 449
328
‘t Vasteland ete.
869
811
615
Japan

….
123 116
101

Voorraden.
(In duizendtailen balen).

Overeenkomstig
tijdstip
17Oct.’24
‘-
-,
1923 1922

852
622
966
891
931
1176

Amerik. havens…………

144
19
62
Binnenland ……………
New York

……………….
209
lii
.197
New Orleans ………….
Liverpool …………….
149 125
298

KOFFIE.
Mededeeling van de Makelaars G. Duuring
&
Zoon, Kolf 1
&
Witkamp, Leonard Jacobson
&
Zonen en G.
Bijdendijk.)

-.

Noteeringen en voorraden.


Data
Rio
1

Santos


1
Wlsselkoeri

l
No.4

Voorraad
Prijs
1
No.7
1
Voorraad
1
Prijs

25 Oct.

19241
317.0001
36.350
1.829.000
40.000
6%

18

,,

19241
300.0001 34.375
1.869.0001
39.000
6’1
11 Sept. 19241
284.000
1
33.375 1.893.000
38.200
6
1
82
25 Oct.

1923J

592.000
23.025
786.000127.000

5″
132
Ontvangeten.

Rio

Santos
Data

Afgeloopen

Sedert

Sedert
week

1Juli

week

1Juli

25 Oct. 1924…… 101.000
1
1.695.000

151.000

3.334.000
25 Oct. 1923….

76.000

1.375.000

212.000

3.211.000

RUBBER.
– De vaste stemming op de rubbermarkt bleef gehandhaafd
door de voortdurende vraag en “het beperkte aanbod. De
prijzen zijn wederom belangrijk gestegen.
De slotnoteeringen luiden als volgt:

einde voorafgaande week:
Prima Crêpe

Oct.

921 ct. …………. 88 ct.
Nov/Dec.

92

,…………..

,,

Jan./Maart93

,.

…………. 883<
Smoked Sheets Oct.

91i.

,…………..85

11

,,

Nov./Dec. 91

,…………… 84

,,

,,

Jan.1111aart91

,…………. .86.,j

– 27 October 1924.

COPRA.
De markt was deze week zeer flauw gestemd en de
prijzen liepen sterk terug. Consumenten toonden weinig.
belangstelling.
De markt sluit flauw met de volgende noteeringen:
Nederl.-Ind. f.m.s. October

aflading

fi. 357
November

35%
December

3551
8

27 October 1924.

STEENKOLEN.
Nog steeds duur.t de groote ruimte van kolen op de
verschillende markten voort, In Westfalen schijnen de
prijzen wel het laagste niveau bereikt te hebben, terwijl
in Engeland de afbrokkeling verder voortgaat, hetgeen
ook wel noodig is, indien de Engelsche mijnen niet geheel

9
.
74

ECONOMISCH

STATISTISCHE BERICHTEN

29
October
1924

en al haar West-Europeesche afzetgebieden willen verliezen.
De prijzen daar zullen nog heel wat moeten dalen alvorens
ze op het niveau van de Westfaalsche staan. In ons land
is de goedkoopte van kolen daardoor zoo geprononceerd, wijl de Westfaalsche niet langer in de bekende ééne hand
zijn geconcentreerd, doch sinds eenigen tijd door verschil
lende verkooporganisaties worden aangeboden.
De prijzen zijn als volgt
Northumberland Ongezeefde .. fl
2,-
Durham Ongezeefde ………. ,, 12,50
Cardiff Ongezeefde ………… ,, 15,50
Schotsche Gezeefde ……….,, 11,25
Yorkshire Gewasscben Doubles ,, 13,50
Westfaalsche Vetförder ……..14,50
Vetstukken ……,, 16,50
Smeenootjes . . . . ,, 16,25 Gasvlamförder . .

14,50
Gietcokes ……..20,75
alles per ton van 1000 K.G., franco station Rotterdam/
Amsterdam.
Westfaalsche bunkerkolen f.o.b. Rotterdam/Amsterdam

f
11.75.
Markt prijshoudend.
28 October 1924.

METALEN.

Loco-Noteeriugen te Londen;

Dato
Koper
Stan-
daard

Koper
Electro-
Tin
lytisch

Lood
Zink

27 Oct.

1924..
63.1716 67.1716
256.7/6
38.51-
34.716
20

,,

1924..
63._/_
66.1716
251.716
36.2,6
33,76
13

,,

1924..
62.101_
66.7
1
:6
245.716
34.1216
33.716

6


1924..
62.216
66.51_
242.216
33.1716
33._/_
20 Oct.

1923..
60.51-
63.101_
205.716
30.10/_
33.101_
20 Juli 1914..
61._/_.
.
145.151_
19._/_
21.101_

VERKEERS WEZEN.

VRACHTENMARKT.
De stilstand in de bevrachtingen van graan, waarvan
wij in ons laatste overzicht melding maakten, bleef ge-
durende de afgeloopen veertien dagen voortduren. Wel zijn
er booten met graan bevracht, doch in veeL mindere mate
dan in September en begin October. De vrachten zijn door
de weinige vraag gedaald, vaak 3 d. en 6 d. per quarter.
Gedurende de laatste dagen waren er echter wel meer orders voor ruimte in de markt, doch tegen dusdanige
cijfers, dat de reeders geen aanleiding vonden om hunn
booten daartegen te bevrachten.
Van Montreal werd Novemberruimte opgenomen tegeh
3/7k naar Avonrnouth en 416 naar de Middellandsche Zee.
Van de Northern range werd 411 naar de Middelland-
sche Zee betaald en zelfs werd een boot, welke zeer prompt
was geloopen, afgesloten tegen 31 naar U.K. Het geldende
cijfer voor steenkolen naar West-Italië voor een November-
boot was $ 3,40.
Van de Gulf werd naar U.K. 413 en naar het Continent
41-
betaald voor Novemberruimte met de optie van Middel-
landsche Zee tegen 4/4 . Naar Piraeus, Salonica of Con-
stantinopel werd een Novembcr/Decemberboot tegen
51-
afgesloten.
Van Houston naar Denemarken werd voor een kleine
November/Decemberboot $ 7.- betaald en van 1-2 hout.
havens naar La Plata werd al 147/6 per Std. voor pitch-
pine betaald voor een November/Decemberboot.
Van Vancouver werd voor Novemberruimte 35/6 naar
U.K.jContinent Bordeaux Hamburg range betaald. Ook werd ruimte opgenomen van de nitraathavens tegen
.

3

2/- naar het Continent, optie Scandinavië 341- en wel
voor een 3 auuariboot.
De vrachten van La Plata liepen gedurende de afgeloopt n
14 dagen steeds verder terug. De laagst betaalde vracht is 221. van not above San Lorenzo met de optie om een
volle lading in La Plata of Buenos Aires te laden tegen
113 minder, 30 October;10 November ligdagen. Voor Decem-
ber,Januariruimte werd 25,- betaald.
Van Zuid-Af rika werden een paar booten opgenomen
voor maïs tegen 2716 naar U.K.,Continent en van Durban
naar Sabang werd voor kolen 11/- voor een Decemberboot
betaald:
De. vrachten van Indië waren iets lager met
2713
van
Bornbay on deadweight en 231. van Karachi en scale basis,
voor November/Decemberbooten.
– Van Australië werd een boot tegen 4713 afgesloten, het-
geen beter is dan vorige bevrachtingen.

..

GRAAN.

Petro

Ati. Kust

San Lorenzo

Odessa

Ver. Staten
Data

grad Rotter —
Londen

dam

Rofter-
1
Bristol Roffer-
1
En ge-
IR’dam

dam

kanaal

dam

land

20_25 Oct.

1924

1319

1

16

3

316

241_

241_
13_18 Oct:.

1924

131_

2

17

3

319

24j8

248
22_27 Oct.

1923

141_
2

13 c

2111

221_

221_
23_27 Oct.

1922

-/_

13

3

31-

261_

261_
Juli

1914

11 d.

713

1/l13.

1/113

121_

121_

KOLEN.

Cardiff

Oosfk. Engeland

Data

41fer lRotter- Gothen- Bordeaux Genua

.

dam

burg

20_25 Oct.

241

4j6

1013

121_

13,6


13-18 Oct.

’24

416

9j10

11110

13110


22_27 Oct.

‘231

6,6

9j2

9/_

151_

5(5

69
23-28 Oct.

’22’

77

121_

139

1415

514

8/-
Juli

1914j fr. 7,-

7/_

7/3

1416

31

2

4/_

DIVERSEN.

Bombay

Birma

Vladivo-

Ciiili
West

West

stock

West

De ertsvrachten van de Middellandsche Zee blijven zeer

a a

Europa

Europa

West

Europa

teleurstellend en de vraag naar ruimte voor graan van de
Zwarte

Zee, welke zoo welkom is. blijft dit jaar ongeveer

(d.w.)

(rijst)

Europa

(salpete,

20_’iS October

1924..

2714

3319

3613

331_

geheel uit. Er werden twee Novemberbooten afgesloten van
de

Zwarte

Zee naar het Continent tegen 161- per 60 cub.
ft… met

optie

van

Liverpool

tegen

161;.

Voor

erts van

naar Noord-Amerika 1016 Tinto terms.

13-18 October

1924..

2712

3319

34/4k

3219

Bona naar Rotterdam werd 513 betaald en van Huelva

22_27 October

1923..

24/6

2819

351

2719

De uitgaande vrachten van Wales zijn over het algemeen
lager. De vraag naar ruimte is gering en het aanbod van

14,- betaald en naar West-Italië 101

23-28 October

1922..

2413

2516

301_

32/_

booten

tamelijk groot.

Naar

Buenos Aires werd 1316 en

Juli

1914..

1416

1613

251
_

22/3

Graan Petrograd per quarter van
4
96 ibs.
zwaar, Ode8ao per
unit,
Ver. Staten per
q
uarter van
480 tbs. zwaar.
Overige noteerin gen per ton van 1015 EG.

INKLARINGEN.

DELFZIJL.

September 1924
1
September 1923
Landen van i
herkomst

Aantal N.R.T.
1
Aantal N.R.T.
schepen

schepen

Binnenl. 1-Iavens

5

826

1

60
Groot-Brittannië

4

3.245

6

5.727
Duitschland ……22

2.786

10

1.445
Zweden

8

2.559

10

1.815
Dantzig

..

2

700
Rusland-Oostz.h

4

4.557

5

3.415
Finland

4

1.024

6

1.485
België

1

325
Chili …………2

5.056

Totaal

….
49

20.053

41

14.972

Nationaliteit

Nederlandsche

28

17
Britsche

5


Duitsche

13

23
Noorsche

1
Lettische

1


Zweedsche

1

.


Sowj etrepubliek-


Rusland

1

(A. van Dijk.)

7.306 4.652
3.791

1.331
829

7.447

7.200
325

2.144

1) $
per ton kolem. ‘)Per ton d.w. $) Arn. cents per 100 lbs.

Totaal …. 49 41 – 14.972
20.053

Auteur