2 0CTOBE1t 1924
AtÎTEURSBECHT’ VOOI? J3ËHOUDPJN.
Economisch~
‘
Statistische
Berl*chten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL. NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
9E
JAARGANG
WOENSDAG 22 OCTOBER
1924
No. 460
INHOUD
BIz
• Ten A.fcheid ………………………………..
928
De beleggingen van de :Rijkspostspaarbank.en de Rijks.
verzekeringsbank door
Jhr. Mr. L. H. van Lennep..
928
De Regeering en de Scheepvaartwegen in Zuid-Limburg
door P.
Regovt Jr. ………………….. …….
930
Loonen en Loonsverhoudingen te Amsterdam, ilaarlem,
Utrecht en Rotterdam. Ie halfjaar
1924 door
Ir. B.
Bölyer
……………………………………
930
Kapitaalsbelegging in Ned.-indië door
‘W.
de.
Code
Buning
…………………………………
933
Het tarief der Rijksverzekeringsbank inzake de Land- en
Tuinbouw.ongevallenerzekering door
Mej. Mr. G. J.
Stemberg ………………………………..
934
De Rijksmiddelen …………………………….
935
BUITENLANDSCI-IE MEDEWERKiNG:
Indirecte belastingen in Engèland. – Eenige op.
merkingen naar aanleiding van de Duitsche leening
door
F. W. Forge
………………………
936
Het lot van Rentenbank en Rentenmark door
Dr.
C.
Krümer …………………………….
938
AANTEEKEN1NOEN:
Indexcijfers van groothandeisp
.
rijzen ………….
940
Thee in Rusland…………………………..
941
MAANDCIJFERS:
Productie der Steenkolen-, Bruinkolen en Zoutmijnen
942
Overzicht der Rijksmiddelen ………………..
943
STATISTIEKEN EN OvERzIoRrEN ……… ……. .
943-949
Geldkoersen.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.
• Goederenhandel.
• Bankataten..
Verkeerswezen.
INSTITUUT
–
• VOOR ECONOMLSCHE GESCHRIFTEN
Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.
Red.acteui–S’ecretarjs van het weekblad. D. J. Wansinje.
Secretariaat: Piter de Hoochweg 1, Rtterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 37.
Tele fooh Nr. 8000. Postchèque- en girorekening Rotterdam No. 8408.
Abonnementsprijs voor hei weekblad franco p. p.
in Nederland
f 20,—.
Buitenland en Koloniën
f 5,_
per jaar. Losse nummers
50
cents.
• Leden en donateurs van hei Instituut ontvangen
het weekblad gratis:
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoover daaromtrent niet anders wôrdi beslist.
Advertenties
f 0,50
per regel. Plaatsing bij abonne.
ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers
–
Maatschap
pij,
Rotterdam, Amsterdam, – ‘s-Øravenhage.
De geldrnarkt was deze week weder
•
zeer vast. De
geldvraag voor de medio was’ zeer belangrijk, maar
ook later kwam er geen ontspanning, zoodat het
allerbeste papier aan het einde der week nauwelijks
voor’ 4% pOt. te plaatsen was. Ook de prlongatie-
rente bleef hoog en schommelde tusschen 4Y2 en
4% pOt. ‘- » •» .
• Op den weekstaat van De Nederlandrche Bank geeft
de post binnenlandsche wissels een daling van
f
3,3
millioen te zien, welke zich nagenoeg geheel verklaren
laat uit een afnomiiig der credieteischen van den
Staat; het totaal der rechtstreeks bij de Bank geplaat-
ste schatkistpromessert daalde in de afgeloopen week
van
f
15 millioen tot
f
12 millioen. De •beleeningen
ve.rtoonen een vermindering van
f 4,1
millioen, welke
vrijwel uitsluitend de Hoofdbank betreft.
Het renteloos voorschot aan het Rijk daalde met
f2,1
millioen. De goudvoorraad blijkt ‘met
f12,4
mi]-
lioen te zijn teruggeloopen. De post papier op het
buitenland en de diverse rekeningen onder het actief
stegen resp. met
f
9,2 millioen en
f
8,2 millioen.
De biljettencirculatie liep van
f
970,1 millioen tot
f
961,3 millioen terug. De rekeningcourant-saldi blij-
ken met
f 4,1
millioen te zijn gestegen. Het beschik-
baar metaalsaldo daalde met
f
11,3 millioen. Het dek-
kingsperceutage bedraagt ruim 51.
* *
*
De levendigheid op de wisselmarkt was deze week
weder geheel verdwenen; de omzetten waren meestal
weder even klein als in Augustus en September. De
koersen waren vrij stabiel; de daling was tot staan
gekomen en de stemming was’ eerder iets vastel,
vooral’ voor Londen, dat aan het einde der week
ink gezocht was in verband met de inschrijving: op
ae Duitsche leening.
LONDEN, 18 OCTOBER
1924.
Voornamelijk ten gevolge van de uit’gif te dër groote
Duitsche» Leening»was hét aanbod op de gelcimarkt
reeds in het begin van deze week heel klein, maar
Woensdag was de vraag zoo groot, dat ei een flink
bedrag bij de Bank of England tegen een week
pgenomen werd. Ondanks dee hulp was de markt
tegen het einde van de week nièt veel ruimer. Dâg-
geld, dat, in de eerste dagen meestal 3_3
1
/2 pOt.
poteerde, kostte Woensdag veelal 4112_314 pOt., terwij’
zelf s 5 pOt. is betaald. Vernieuwen van zevendaagsche
leeningen kostte onveranderd 2/
4
pOt.
De discontokoersen waren vast: November Treasury
Bilis waren tegen 31/ pOt. gevraagd.
2-mnds prima bankaccept 3
9
1,
6
pOt.
3
–
,,
3l1131 pOt.
4-
,
3314_715 pOt.
6-
,,
,,
,,
31__-4 pOt.
928
ECONOMISCH-STAflSTISCHE BERICHTEN
22 October 1924
TEN AFSCHEID.
Prof. Bruins gaat – ij het aanvankelijk voor-
loopig – de redactie van de Economisch-Statistische
Berichten verlaten en zal ook zijne functie als Secre-
taris der Vereeniging ,,Instituut voor Economische
Geschriften” neerleggen.
Wij vernemen dit met tegenstrijdige gevoelens.
Prof. Bruins is naar het buitenland geroepen voor
een hoogst eervolle opdracht. De nieuw op te richteh
Reichsbank in Duitschland, volgens het plan van het
z.g. Dawes-Oomité, zal onder toezicht van een Raad
van Commissarissen komen te staan, bestaande uit
14 leden, waarvan 7 Duitschers zullen
zijn
en de
andere 7 buitenlanders; onder die buitenlanders zul-
len 5 plaatsen verdeeld worden onder vertegenwoor.
digers der landen van de vroegere Entente, 1 plaats
komt beschikbaar voör een Zwitser en
eindelijk
de
zevende plaats voor een Nederlander. Die Nederlander
zal echter eene bijzondere functie hebben te vervullen’;
hij zal namelijk worden Gedelegeerd-Commissaris
namens den geheelen Raad van Commissarissen en
zal de internationale contrôle moeten uitoefenen op
de uitgifte van bankbiljetten in verband met de
voorschriften op de dekking der emissie door edel
métaal en door eene wisselportefeuille. Die z.g.
Ç)oxnmissioner (aldus is
zijn
titel, in het rapport aan
geduid) zal
zijn
vasten werkkring in
Berlijn
moeten
hebben en zal naast dezën controleerenden arbeid
nog bovendien geroepen zijn om in de maandelijkch
vergadering van den internationalen Raad van Com
missarissen rapport uit te brengen over de econo
mische gesteldheid van het Duitsche Rijk in verband
met de te voeren bankpolitiek en ook in verband met
de regeling der
sc
h
a
de
v
ergodingsbetalingen. Van
groote •beteekenis zal daarnevens blijken te zijn de
hem opgedragen taak om met den President der
Reichsbank de schakel te vormen tusschen de bank
en het zgo. ,,Transfer Committee”, dat de overbren-
ging van de bij de bank accumuleerende markbedra-
gen der schadevergoeding in vreemde valuta zal
hebben te bewerkstelligen. Dit ambt van Commissioner
is dus van zeer groote beteekenis en zal zeer zware
eischen stellen aan den daartoe benoemden func
tionaris. Het is voor ons land eene groote voldoe
ning, dat één onzer economisten voor die taak uit-
verkoren is. Daarom past het hier ook een oprech
ten gelukwensch tot Prof. Bruins te richten, dat
hem de onderscheiding te. beurt viel, tot die taak te
worden geroepen.
Daar staat tegenover, dat
wij
met groot leedwezen
Prof. Bruins zien vertrekken uit den kring van de
Economisch-Statistische Berichten. Hij is in elk op-
zicht de ziel van dit tijdschrift geweest; het denk
beeld is toch oorspronkelijk bij hem gerijpt;
hij
heeft
medewerkers daarvoor gezocht en weten te vinden; hij
heeft aanvankelijk de leiding der Redactie geheel op zich
genomen en heeft daarmede dadelijk het cachet van
onpartijdige behandeling op dit, tijdschrift •gedrukt,
en – wij mogen het zonder vrees voor zelfgenoeg-
zaamheid wel uitspreken – aan hem is te danken,
dat dit tijdschrift in zoo uitgebreiden kring in ons
land het gezag en de populariteit heeft weten te
verwerven, waarin het zich metterdaad verheugen mag.
Het doet ons dus leed om Prof. Bruins, die zulke
groote verdiensten jegens ons
tijdschrift
had, zijne
functie daarbij te zien nederleggen.
Die gevoelens mogen hier echter niet de overhand
hebben; ten slotte moeten
wij
met eene dankbare
herinnering aan
zijn
werk voor de E.S.B. ons ver-
heugen, dat onze trouwe medewerker uitverkoren is
voor een dergelijken belangrjken internationalen
werkkring, welken
hij
dezer dagen te
Berlijn
heeft aan-
vaard. G.
VIsSERING.’
* *
*
Al mag ik mij een definitieve beslissing nog eenigen
tijd voorbehouden, zoo komt toch met dit nummer,
het 460ste der reeks – hoe snel gaat de tijd! – de
ongebroken dageljksche band tusschen, het weekblad
en
mij
tot een voorloopig einde.
Bij deze gelegenheid is het
mij
een behoefte een
woord van dank te richten tot allen, die aan onzen
gemeenschappelijken arbeid’ in deze jaren hun be-
langstelling hebben gegeven, in het
bijzonder
tot de
velen, die steeds tot actieve medewerking bereid
bleken, en ten slotte zeer in het bijzonder tot de
heeren Dr. G. E. Huffnagel en D. J. Wansink, die
mij achtereenvolgens met onverflauwden ijver bij den
dagelijkschen arbeid hebben bijgestaan.
De leiding van een blad, dat iedere zeven dagen
verschijnt, kan aan hen, die voor dit verschijnen
direct aansprakelijk zijn, veel zorg baren. Aan deze
zorg hebben wij, vooral in de eerste jaren, ons recht-
matig aandeel gehad.’ Niettemin zal ik steeds met
grot genoegen en tevens met groote erkentelijkheid
blijven terugzien op dezen arbeid, die
mij,
beter
wellicht dan op eenige andere wijze mogelijk zou
zijn geweest, met de belangrijke vraagstukken op
economisch gebied, die zich in deze jaren hebben
voorgedaan, heeft vertrouwd gemaakt en
mij
het
voorrecht gegeven heeft met zoovelen in persoon-
lijke aanraking te komen. Het doet mij leed van het
weekblad te scheiden.
Ik mag eindigen met den wensch, dat het de
,,Economisch-Statistische Berichten”; in wier naam
nog de herinnering aan den zeer beperkten aanvan-
kelijken opzet voortleeft, in den komenden
tijd
in
steeds toenemende mate moge gelukken hare roeping
van te zijn onpartijdig en deskundig voorlichtster op
het haar gestelde terrein, te vervullen. Nog lange
jaren zal niet genoeg gedaan kunnen worden om het
Nederlandsche volk te doordringen van den ernst en
het gewicht der economisch-jolitieke vraagstukken,
voor welker oplossing het zich, hier en overzee, ziet
gesteld. B.
DE BELEGGINGEN VAN DE RIJKSPOST-
SPAARBANK EN DE RIJKSVER-
ZEKERINGSBANK.
In het nummer van 4 Juni j.l. maakte ik eenige
opmerkingen over de beleggingen bij staatsinstellin-gen; onder andere wees ik op het ongewenschte van.
aankoop van staatsleening ‘door lichamen als de Rijks-
postspaarbank en de Rijksvrzekeringsbank, die geen
eigen kapitaal hebben, en voor wier verplichtingen de
Staat als borg optreedt.
Het verdient aanbeveling na te gaan of ‘hierin ver-
22 October 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
929
betering te brengen is, zonder dat al te groote wijzi-
gingen behoeven aangebracht te worden, of al te
zware schokken moeten worden doorstaan.
Ten aanzien van de Rijkspostspaarbank zou ik het
volgende willen doen opmerken:
De kwestie werd v66r den oorlog niet aan de orde
gesteld; in de literatuur over spaarbanken en derge-
lijke werd gewoonlijk meer aandacht gewijd aan be-
palingen betreffende stortingen en -terugbetalin gen
dan aan de beleggingen; men twijfelde niet aan het
crediet van den staat, ja stelde dit hooger dan van
wien ook. Wel werd somtijds tegen te groote eenzij-
cligheid bezwaar gemaakt.
i)
Zooals men weet, geschiedt de belegging der Post-
spaarbanken in Frankrijk en in het British Empire,
met uitzondering van Australië, uitsluitend in staats-
schuld. In Canada wordt feitelijk in het geheel niet
belegd; alle spaargelden worden in de schatkist ge-
stort; – het doet aan den Postchèque- en Girodienst
hier te lande denken!
In Frankrijk worden zelfs de gelden ‘der particu-
liere spaarbanken voor het grootste gedeelte door een
staatsorgaan (de Caisse des Dépôts et Consignations)
beheerd, en dit koopt daarvoor
bijkans
uitsluitend
,,Rente” aan, hetgeen in 1848 en 1870 ten gevolge
heeft gehad, dat betalingen boven frs. 100,— in schat-
kistpapier en ,,Rente” (nog wel tegen den pan-koers)
plaats vonden.
In Engeland heeft de noodzakelijkheid, altijd ,,Con-
sols” te koopen, den koers van dit fonds vaak te sterk
opgedreven, in die mate zelfs, dat er minder rente
van werd gekweekt dan aan inleggers werd betaald.
Do conversie in 2-percent schuld werd mede hier-
door gestimuleerd; dit is ongetwijfeld een voordeel
voor den staat geweest, maar moet men niet zeggen
non tali auxilio?
In Nederland is aaflkoop ook van andere waarden
bij de Rijkspostspaarbank steeds mogelijk geweest.
Artikel 18 der Wet tot instelling eener Rijkspost-
spaarbank
schrijft
dienaangaande het volgende voor:
,,De beschikbare gelden der Rijkspostspaarbank wor-‘
den belegcL voor een gedeelte:
in Nationale Schuld; in schulclbrieven ten laste van Neilerlandsche pro-
viuciën, gemeenteti of waterschappen;
e. in schulclbrieven, door den staat, Nederlandsche
proviliciën, gemeenten of waterschappen rechtstreeks en
onvoorwaardelijk voor rente en aflossing gewaarborgd;
in schuldbrieven van overeenkomstig de Neder-
l;iiidsche wet opgerichte, uitsluitend in Nederland wer-
kende hypotheekbanken of maatschappijen voor grond-,
gemeente- of l)oldercrediet;
in sehuldhrieven van volgens cle Nederlancische
wet opgerichte maatschappijen, die spoorwegen in Ne-
,lerland
of in.
cle Nederlandsche Koloniën in eigendom
hebben of exploiteeren;
in schultlhrievcn, welke door maatschappijen, als
sub
e. beoekl, rechstreeks en onvoorwaardelijk voor
route en aflossing zijn gewaarborgd;
voor een ander gedeelte, hetwelk in geen geval de
helft van het te beleggen kapitaal zal mogen te hoven
gaan, iii beleening op onderpand voor drie maanden
of
op korteren termijn, van fondsen, die als zooclanig door
cle Nederlanclsche Bank worcleii toegelaten.”
Een bepaald onderscheid wordt hier gemaakt tus-
nhen vaste en tijdelijke belegging; bij de eerste over
–
heerscht het publiekrechtelijk element; voor de laat-
ste categorie kent de wet slechts ééne wijze van uit-
zetting: die op prolongatie tegen z.g. ,,bankpand”.
De wetgever heeft deze tot de helft van het uit te
zetten bedrag beperkt, maar ligt hierin niet eene aan-
vijz.irIg, dat hij een percentage van 40 á 50 pOt. rede-
‘) Verg. het belangrijk pracadvies ,,Beleging van Spaar-
hankgelden”,
voor
den Neclerlanclschen Spaarbankbond in
1909
door Mr…..J. C. Tetrode uitgebracht. Voorts ,,Fritz
Heber, Die Postsparkassen als Volks- und Staatsbanken”,
Tuhingen 1908,
blz.
112
vlg.. ,,Notes oti the postal Sa-
vingsbanks systems of the leerling countries”, Washington
1912.
lijk acht? En thans is het slechts 4 á 5 pOt.! De
liquide uitzettingen bepalen zich hiertoe. De oorzaak
van de geringe belangstelling voor uitzetting op pro-
longatie moet w’aarschijrtijk eensdeels gezocht worden.
in de lage rente, die men hiervan kweekt, ‘) ander
,
deels in de speciale eisehen, welke aan het onderpand
worden gesteld, en die plaatsing van groote posten
ter beurze bezwaarlijk maken. Overigens zou het ook
niet in alle opzichten gewenseht zijn, zeer belangrijke
bedragpn ter beschikking van de ‘beurs te stellen. Wel
zou echter kunnen worden overwogen in hoeverre op
andere wijze belegging op korten termijn zou kunnen
geschieden, ‘bijvoorbeeld door deposito’s bij banken, al
dan niet door ondei
–
pand gedekt, of door aankoop van
buitenicindsche wissels.
2)
Al wordt ‘hierdoor de liquiditeit bevorderd, zoo zal
het toch ‘niet om zeer groote bedragen kunnen gaan,
zoodat de eenzijdige belegging in staatsschuld er niet
door wordt voorkomen. Zal men dan tot omzetting
daarvan in andere effecten en in hypotheken moeten
besluiten? Ten deele zal dit zeker kunnen geschieden.
Wordt het beleggingsveld bij de wet iets verruimd,
dan openen zich op dat gebied groote mogelijkheden.
En nu de staat zijn vlottende schuld bijkans geheel
geconsolideerd heeft, zal geleidelijke verkoop der
Nationale schuld wel mogelijk zijn zonder het staats-
crediet aan te tasten.
Het aanbod zal wellicht tijdelijk dan koers druk-
ken, maar men bedenke, dat er ten aanzien der rente
altijd eene zekere verhouding tusschen de verschil-
lende beleggingen is geweest; en dat de vraag naar
hypotheken, die de rente hiervan doet dalen, op den.
duur automatisch ook den rentevoet van paudbrieven
lager zal brengen, en dan moet de rente van leenin-
gen der publiekrechtelijke lichamen wel volgen.
Belegging in eerste rangs buitenlandsehe waarden
(Amerikaansche spoorwegobligaties, Engelsehe staats-
leening) en in obligaties als b.v. 5 pOt. H.V.A., val-
len m.i. binnen het kader der Rijkspostspaarbank-be-
1 eggingen.
En dan zol-ge men, dat’leeningen voor sociale doel-
einden onder garantie van staat of gemeenten, leenin-
gen, die uitermate incourant zijn, niet meer genomen
worden. Zou dit niet kunnen bevorderd worden door
cle Rijkspostspaarbank minder afhankelijk van den
Minister te maken? Men. denke aan de polemiek tus-
schen Mr. Visserin.g en den heer Wibaut. Indien de Nederlandsche Bank in dezelfde verhouding tot het
Rijk stond als de Rijkspostspaarbank, zou do Directie
onzer Circulatieharik •bij de beoordeeling van het
staatsej-ediet niet de vrijheid ‘hebben, die zij thans
bezit. En nu heeft wel de staat de verplichtingen
van de postspaarbarik gegarandeerd, maar hij heeft
ook de biljetten der Neclea-landsche Bank tot wettig
betaalmiddel gepromoveerd. De hieruit voortvloei-
ende inoreele garantie vaj:i den staat weegt even
zwaar als de juridische bij de spaarhank.
Te overwegen ware de vorming van een garantie-
kapitaal, zooali bij de Spaarbank voor de Stad Am-
sterdam geschied is,
3)
mits men hij de Rijkspost-
spaarharik dit kapitaal niet uit staatsfondsen doet be-
staan. Een. bedrag van
f
15 á 20 millioen (5 á 7 pCt.
(Ier verplichtingen) zou wel voldoende zijn. Deze vorm
zou kwesties van wins’tverdeeling elimineerèn, die bij
de vorming van een aandeelenkapitaal zouden ont-
staan.
Den deelnemers in het waarborgkapitaal ‘are naast
do Regeering medezeggenschap in het Bestuur te ver-
benen.. Zoodoende zou de directie der Rijkspost-
‘)
1915: 3.85
pCt.;
1916: 2.63
pCt.;
1917: 3.04 pOt.;
1918: 3.63
pCt.;
1919: 3.98
pOt.;
1920: 4.37
pOt.;
1921 : 3.57
pOt.;
1922: 3.51
pCt.;
1923: 3.43
pOt.
‘) Verg.
Mr.i?. J.
C. Tetrode: a.
w.
blz.
77.
3)
Verg. Mr.
L. F. A. M.
van Ogtrop:
Is
ettelijke ree-
ling van het Bijzondere Spaarbankwezen gewenseht? Prae-
advies voor den Nederlandschen Spaarbaukbond, blz.
34
vig.
930
ECONOMISCH-STA’FISTISCHE BERICHTEN
22
October
1924
spaarbarik niet meer verantwoor•de1ijk zijn aan de
Regeering, doch uitsluitend aan den Raad van Toe-
zicht, die op zijn beurt niet door de Regeering zou
*orden benoemd.
Door de vorming van het waarborgkapitaal zou
voorts bereikt worden, dat in geval van een ,,run”
heleeniug van Staatsfondsen bij do Nederlandsche
Bank niet in etrijd met de bepalingen der bankwet
Z0t1
zijn.
Voor de Rijksverzekeringsbank gelden niet de
eisehen van liquiditeit, die aan de Rijkspostspaar-
bank moeten worden gesteld. Voorts moet het Be-
stuur
bij
de belegging er zooveel mogelijk voor zorg-
dragen, dat een rente, ten minste
gelijk
aan de voor
de wiskundige reserve gecalculeerde, voor lange jareû
verzekerd is. Ondershands moeten dus vaak leeningen
op speciale voorwaarden worden afgesloten. Maar
hierbij sluite men dan ten minste uitdrukkelijk die
uit, waarbij de staat debiteur of borg is. Hypotheken
op langeren termijn zijn aaibeve1enswaardige ob-
jecten.
Politieke invloeden kunnen ten gevolge van den
aard van het bedrijf, waarbij werkgevers en werk-
nemers elkaar ontmoeten, helaas wel eens eene rol bij
cle Rijksverzekeringsbank spelen. Dit worde zooveel
mogelijk voorkomen door in de financieele commis-
sies geen aangesloten werkgever of werknemer op te
nemen.
L. H. VAN LENNEP..
DE REGEERING EN DE SCHEEPVAARTWEGEN
JN ZUID-LIMBURG.
De Regeering heeft voor den aanleg van scheei
vaartwegen.in
Zuid-Limburg een bedrag. van
f
800.000
op de begrooting voor 1925 gebracht. De aange-
rraagde bedragen dienen, naar de M. v. T. bij de
Waterstaatsbegrooting mededeelt, in hoofdzaak, om
de reeds aangevangen werken aan het noordelijk
kanaaleinde voort te zetten, zoodat de overlaadin-
richting te Maasbracht, c. a. in gebruik zal kunneii
worden genomen tegen den tijd, dat ook het kanal
Wessem—Nederweert voltooid zal
zijn.
Verder ligt
het in het voornemen, om aan te vangen met ht
stuwcomplex te J3orgharen, waarvoor
f
115.000 en
van de sluis te .St. Pieter, waarvoor
f
75.000 is uit
getrokken.
In bevoegde kringen alhier vindt men dit bedrag
voor het lateraalkanaal beslist te laag. –
Doordat de uitgaven op buitengewoon geplaatt
zijn kan de Regeering deze fout nog herstellen en
het bedrag van 8 ton alsnog verhoogen. Het geringe
bedrag doet. hier de meening ontstaan, dat de Rei
geering er wèl voor is, met het lateraalkanaal een
aanvang te maken, doch dat zij, gezien de in d
laatste jaren voor de voorbereiding en de uitvoering
van deze werken beschikbaar gestelde gelden (in
1923 – 75000 gulden, in 1924 – 250.000 en in 1925 –
800.000 gulden, terwijl het geheele werk p].m. 30
millioen zal kosten) er niet van overtuigd schijnt
te zijn, dat het tempo, waarin deze werken zullen
moeten worden uitgevoerd zoodanig is, dat op een
gelijktijdig gereedkomen met de kanalisatie henede
Maasbracht mag worden gerekend. Wanneer de Maas-
kanalisatie gereed zal zijn, hetgeen in 1928 en 1929
kan worden verwacht, zal voor deze werken van
Maasbracht tot Grave een bedrag van ongeveer
30.000.000 zijn besteed.
Het is duidelijk, dat dit slechts een eerste stap is
en dat het geheele werk, waarvan de uitvoering der
kanalisatie beneden Maasbracht het eerste gedeelte
vormt, slechts zal
zijn
gecompleteerd, wanneer het
kanaal Maastricht—Maasbracht met bijkomendé wer-
ken zal gereed zijn.
Wij herhalen, dat dit nu het belangrijkste punt is,
want zoolang het kanaal M aasbracht—Maastricht
niet gereed is, kan van een gunstig rendement van
de Maaskanalisatie geen sprake zijn, hetgeen een
niet te onderschatten nadeel beteekent, wanneer men
bedenkt, dat voor deze Maaskanalisatiewerken tot nu
toe reeds 36 millioen werden besteed, met inbegrip van
het kanaal Nederweert—Wessem en het Maas—Waal-
kanaal, welk bedrag binnen enkele jaren nog zal zijn
aangegroeid. Het behoeft dus geen verder betoog,
dat de uitvoering Maastricht—Maasbracht in een
zoo snel
mogelijk
tempo moet geschieden, opdat het,
als onderdeel van een geheel complex waterwegen,
niet vele jaren na de rest zal gereedkomen.
In dit verband willen
wij
wijzen op een der groote
struikélblokken bij het tot stand komen van groote
werken, die in een algemeen belang uitgevoerd wor-
den. En dan wenschen wij te
wijzen
op de onteige-
ningswet. Is het niet vreemd, om geen krachtiger
woord te gebruiken, dat eerst bij de wet tot het
maken van de werken wordt besloten – in het
onderhavige geval in Juli 1921,
terwijl
daarna ieder
jaar
bij
de wet een bedrag wordt beschikbaar ge-
steld – en dat het dan nog noodig is, om
bij
een
wet het algemeen nut van deze werken te verklaren.
Een ieder weet, hoe lang het maken van wetten
duurt. Het is dus hier zaak, dat de Kamers blijk
geven dat
zij
het belang van den uivoer en het snelle
tempo beseilen en medewerken tot een spoedig tot
stand komen dezer onteigeningswetten.
Dat een snel tot stand komen van het geheele
complex ook voor onze internationale positie van
het hoogste belang is, behoeft ingewijden zeer zeker
niet meer in herinnering te worden gebracht.
Maastricht.
PETRUS RECOUT JUNIOR.
LOONEN EN LOONSVERHOUDINGEN TE
AMSTERDAM, HAARLEM, UTRECHT EN
ROTTERDAM. ie HALFJAAR 1924.
Door het Bureau van Centraal Overleg in arbeids-
zaken voor Werkgeversbonden, Schotersingel .9 te
Haarlem, zijn, evenals dat voor 1923 is geschied,
cijfers opgemaakt over de bonen en loonsverhou-
dingen der meerderjarige mannelijke werklideh. De
gegevens betreffen thans 267 ondernemingen met
31704 arbeiders in de plaatsen Amsterdam. Haarlem,
Utrecht en Rotterdam, zoodat, vergeleken
bij
de
vorige publicaties, (E.S.B. 21 Nov.1923 en 9 April
1924) eenige uitbreiding is verkregen. Verdere uit-
breiding hangt af van de medewerking, die het
Bureau van Centraal Overleg daartoe van de werk-
gevers ontvangt. In dit verband mag tevens gewezen
worden op het belang van een vroegtijdige publicatie
der gegevens. Waar de cijfers echter gemiddelden
zijn, moet met het ,,afsluiten” steeds worden gewacht
op de laatst binnenkomende lijsten, zoodat zij, die
prijs stellen op deze gegevens, door spoedige invulling
der lijsten liet zelf in de hand hebben om er zoo
vroegtijdig mogelijk over te kunnen beschikken.
De cijfers voor Amsterdam zijn verstrekt door be-
middeling van den heer Mr. J. Regtdoorzee Greup,
Secretaris van het Plaatselijk Overleg van werk-
geversorganisaties te Amsterdam. De werklieden zijn
verdeeld in drie vakgroepen, geschoolden, geoefenden
en ongeschoolden, volgens de methode van het N.A.M.
Het uurinkomen is berekend door het totale inko-
men over het le halfjaar 1924 (loon plus bijverdien-
sten) te deelen door het totaal aantal gedurende dat
tijdvak gewerkte uren (gewone uren plus overuren).
22 October 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
931
GEMIDDELD UUR/NKOMEN VAN MEEQDEiPJAPJGE MANNELIJKE
WERKLIEDEN OVERHETEEP5TE HAL/UAAR. 192″J 7,EA/fj7ERDAW
H4L4RLEM, UTRL’CHTEN ROTTERDAM.
GE5CHO0LDN
GEOEFENDEN
.
ONGE3CHQOLDEN
.
.
9 5
95
93
91
–
•
l4Tvklc
.4
. S
.
93
ii
91
90
S
Cei77,
2
89
88
88
87
S.
–
87
s-
S
86
85
84
84
82
5..
.
S
–
.
S
.
.
3
82
1
79
80
79
76
78
•
B oekdrukkFs.A
‘
.•
..
S
75
74
7.
–
74
– ki
‘
72
S
4
-,.
73
72
71
.
-‘
S
‘S
S’
c
.
—
1,
avenA.
s
71
70
591
z_ç
6
9
67
66
S
–
%
DiversenA
–
‘•
.
S
s
-e
(54
64
63
63
50
58
55
53
53
51
51
48
VE
ING DE; LIJNEN
– AMSTERDAM
– HAARLEM —
-. H.
UTRECHT
-.
.
S. — tJ.
– ROTTERDAM — —————-
–
–
48
Z.
..
-46
–
.
45
45
45
minder
S
minde
8fl45
932
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 October 1924
AMSTERDAM.
De
gegevens
hebben
betrekking
op 19071 wer1eden, werkzaam in 185 particuliere ondernemingen en
hij de gemeente Amsterdam.
Gemiddeld uurinkomen van meerderjarige mannelijke werklieden over het Ie halfjaar 1924 te Amsterdam.
Aantal
Aantal werklieden
Gemiddeld uurinkomen
werk-
gevers
Totaal
Gesch. Geoef.
Ongeseh.
Gesch. Geoeî.
Ongesch.
65
1.025
644
24 357
95 85
88
Bouwvakken ……………………
–
9.344
–
–
–
914 894
85
Gemeente
Amsterdam
1)
…………..
Brouwersbedrijf
.
………………..
4
758.
203
313
242
86 76 69
Kleedingbedrijf
…………………
6
36′
33
3
–
82 67
–
4
170 45
100
25
80
77
73
luipersbedrijf
3
)………………….
10
095
695
–
–
78
– –
Boekdrukkersbedrijî ………………
2
35
ii
14 10 77
75
60
4
111
79 32
–
77
66
–
11
276
92
62 122
75 70
65
]3akkersbedrijf …………………..
Boekbinclersbedrijf
………………..
30
1.750
–
L750
–
–
674
–
Houtbedrijf
3
)
…………………..
Havenbeclrijf
…………………..
Diverse fabriekmatige bedrijven
2
)
.
Ii
1.122
144
–
440 538
75
66
65
Metaalindustrie …………………
18
3.749
2.017
1.116
616
72
63
.
55
1) Voor
de Gemeente Amsterdam zijn genomen de loon-
Ten aanzien van het Houtbedrijf en het Kuipers-
gegevens over het geheele jaar 1923 waarbij de werklieden
en
kistenmakersbedrijf moet worden medegedeeld
zijn
ingedeeld
volgens
de N.A.M. methode en de in 1923
dat
door
een bespreking met de heeren
L. C. v.
d.
reldende
bijdrage van
34 pCt. voor pensioen niet in aan-
Meulen en Dr.
3..
Regtdoorzee Greup de vakgroep-
merking is genomen. Verder is ei
–
rekening mede gehouden,
dat 1 Juli 1923 de 48-urige ‘werkweek werd ingevoerd.
indeeling
een
wijziging heeft ondergaan,
waardoor
2) Onder
de
rubriek
Diverse
fabriekniatige
bedrijven
.
vergelijking
met de vorige opgaven (le en 2e half-
zijn in Amsterdam gerekend; 1 sodafabriek, 1 verffabriek,
jaar 1923) zonder meer niet mogelijk i.
Wij geven
1
chininefiibriek,
1′
zwavelzuurfabriek,
1 superphosfaat-
dientengevolge hieronder nogmaals de gegevens van
fabriek
1
blikfabriek
1 papierwarenftbriek
1 vruc
.
hten-
de 3 halfj aren, ingedeeld volgens de nieuwe vakgroep
.
sappenfahriek,
1
zuivelfabriek,
1 meelfabriek en 1 draad
,-
i
-.
-.
ndeeling, zoodat onderlinge vergelijking mogelijk is.
en kabelfabriek.
Aantal
e
Aantal werknemers
.
Gemiddeld uurinkomen
werk-
.o
–
gevers
Totaal,
Gesch.
Geoef.
Ongesch.
Geseb.
Geoef,
Ongesch.
]Toutbedrijî
ie halfjaar
1923
13
375
109
65
201
77
71
65
2e
1923
,,
12
320
95
59
.
166 75
–
70
65
le
,,
1924
11
276
92
62
122
75 70
65
Kuipersbedrijf
Ie halfjaar
1923
– . .
2
109
29
60 20
80 85
.
7S
2e
1923
,,
3
118
29 63 26
–
78
77,
73
le
,,
3924
4
170 45
100
25 80
77
73
1-IAARLEM.
i)e gegevens hebben
betrekking o5 23 ondernemingen met 2653 arbeiders.
Gemiddeld uurinkornen van meerderjarige mannelijke werklieden over het le halfjaar 1924, te 1-laarlem.
Aantal
Aantal werklieden
Gemiddeld uurinkomen
werk-
gevers
TotaaI
4
Geseh.
Geoef.
Ongesch.
Gesch.
Geoef.
Ongesch.
Hout.bedrijf …………………….4
117
,
31
29
57
96
70 57
Centrale werkplaatsen
3)
……..
1
1
890
–
.
677
121
92
87 81 75
Bakkersbedrijf ………………….2
66
11
37 18
83
69
54
Trambedrijf
2
)
…………………..1
308
54
198
‘
56,
764
68
62
Boekbindersbedrijf
……………..1
3
19
.
7
11
1
,
73 61
41
Diverse fabriekmatige bedrijven
3
)…
2
227
61
95
71
69 56
46
Zuivelbedrijf……………………3
82
4
.
28
50
67
63
57
Metaalindustrie …………………7
944
–
518
–
280
146
63 57
.
48
1)
Voor
cle
Centrale
Werkplaatsen
is van de arbeiders
bracht zoodat de ziekte- en verlofuren, welke er gedurende
behoorende tot een 18-tal vakken het gemiddeld uurinkomen
het
ie
halfjaar
1924
zijn geweest, van het totaal aantal
berekend
op
1
Juli
1924.
Onder
dit uurinkonien wordt
uren zijn afgetrokken. Doet men dit, dan is het gemiddeld
hier
verstaan
het gemiddeld
uurloon
per uitbetaald uur
–
aantal uren per week: geschoolden 46,4; geoefenden 48.1 en
vermeerderd met de gemiddelde kindertoeslag per uitbetaald
ongeschoolden
48.5 uur. Zonder aftrek der ziekte- en ver-
uur en
de gemiddelde overwinst per gewerkt uur. De ge-
lofuren is dit resp. 51,2; 53 en 53,4 uren. Het gemiddelde
middelde pensioentoeslag, die 8 pCt. van het loon bedroeg,
weekinkomen is resp.
f
35,76,
f
33,04 en
f
30,53.
is
niet
van dit uurinkomen afgetrokken.
3) Onder
diverse
fabriekniatige
bedrijven
zijn
hier ge-
Zooals
.dat
bij
de
andere
bedrijfstakken is geschied,
rangschikt: 1 zeepfabriek, 1 margarinefabriek en 1 cacao-
zijn
ook
hier slechts
de
gewerkte
uren
in rekening ge-
fabriek.
22 October
1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
933
UTRECHT.
De gegevens hebben betrekking op 29 ondernemingen met 2145
arbeiders.
Gemiddeld uurinkomen van meerderjarige
mannelijke werklieden over het le halfjaar
1924
te Utrecht.
Aantal
Aantal werklieden
Gemiddeld
uurinkomen
werk- gevers
Totaal
Gesch.
Geoef.
Ongesch.
Gesch. Geoef.
Ongescli.
85
26
40
19
74
69
54
ci
26
3
17
6
72
60
49
–
2
302
40
16
.246
62
60
54
Bakkersbedrjf
———————-2
Drankinustrie
…………………2
Chemische
industrie’)
……………5
iverse fabriekatige bedrijven
2
)
.
D
m
6
125
14
52
59
62 59
50
48
16 16 16
61
59
49
ioutbedrijf
…………………….2
Metaalindustrie …………………
1559
871
360
328
61
53
46
1)
Onder Chemische Industrie zijn hier gerangschikt: 1
zeeplabriek,
1 loodwitfabriek,
2
asphaltfabrieken en 1 been-
zwart fabriek.
2)
Onder diverse fabriekmatige bedrijven zijn hier ge-
rangschikt: 1 leerwarenfabriek, 1 blikfabriek, 1 papier-
wa.renfabriek,
1
margaiinefabriek, 1 zuivelfabriek en 1
onderneming van bouwmaterialen.
ROTTERDAM.
De gegevens hebben betrekking op
29 ondernemingen
met 7835 arbeiders.
Gemiddeld uurinkornen van meerderjarige werklieden over het 1 halfjaar
1924
te Rotterdam.
Aantal
Adnta 1 werklieden
Gemiddeld
uurinkomen
werk-
gevel-s
Totaal
C4esch.
Geoef.
Ongesch.
Gesch.
Geoef.
Ongesch.
250
70
175
105
92
84
7.8
43
12
13
18
77
74 70
l3rouwersbedrjf ………………..1
l3 akkersbedrijf
…………………..1
Houthedi-ijf ……………………
2
180
–
.
5S
122
–
70
59
.
39
39
–
–
76
–
–
Boekdrukkersbedrijf ……………..1
Diverse fabriekmatige bedrijven’)
.
6
220
–
4
’33
94
93
71 61
56
1
16
‘
7
9
–
70
68
–
i3oekbindersbedrijf
……………….
M etaalindustrie
………………..17
7087
3Q75
1898
1914
59
54
46
1)
Onder diverse fabriekmatige bedrijven zijn hier ge-
rangschikt: 1 zuivelfabriek,
2
blikfabrieken, 1 chemicaliën-
fabriek,
1
verffabriek,
1
papiervarenfabriek.
Tenslotte zijn de cijfers van de belangrijkste be-
drijfstakken in de vier plaatsen vereenigd in
een grafiek, zooals deze ook de beide vorige keeren
reeds voor Amsterdam is gegeven. Links is het
uurinkomen dei geschoolden, in het midden dat
der geoefenden en rechts dat der ongeschoolden uit-
gezet (in verband met de afmetingen vangt de gra-
fiek bij een uur-inkomen van 45 cent aan). Zoodoende
J.A.P1TAA
.LSBEJJIi
1
GG ING IN. NEDEJ?LANDSCFI-
1NDIE.
Met veel belangstelling heb ik de beschouwingen
van den heer E. 1-ieiffe.rich in de nummers 455/457
gelezen. .
at
betreft het aandeel van het vreemde element
in den handelsomzet van Ned.-Indië en de verschui-
vingen, die daarin hebben plaats gehad in de laatste tien jaren, zou ik alleen wil1n opmei-ken, dat ik het.
volkomen eens beu met den heer Helfferich dat de
cxportcijfers voor Nederland aanmerkelijk gunstiger
zouden zijn, indien de iIoi1andsche handeishuizen •niet
de vergissing hadden begaan te meenen, dat het
in de oorlogsjaren verloren terrein, zonder inspan-
nilng hunnerzij.ds, wel weer hcrwon.nen zou worden.
Wat aangaat de belegging van het buiteniandsch
kapitaal i.n Indische ondernemingen, heb ik met ge-
noegen genoteerd, dat de heer Heifferich het groot-ste deel van mijne cijfers heeft overgenomen, welke cijfers door mij werden gepublicerd in het weekblad
,,Nieuw Indië”. Slechts voor de beleggingen in suiker
en tabak neenit de schrijver hoogere cijfers aan. ST
aar
cle heer Heifferich het kapitaal in tahaksonderne-
mi.ngen op 125 milli.oen. raamt, terwijl ik dat gedaan
heb
01)
rond 100 millioen en de heer Helfferich ver-klaart bij zijne raming ook in aanmerking genomen
te hebben ,,het waardevolle, nog braak liggende land
en de monopoliepositie der Delische Maatschappijen”,
wat ik niet gedaanheb, daar behoeven wij naar de
oorzaak van het verschil van 25 millioen niet Iag
is een gemakkelijk overzicht verkregen van het loon-
peil,
terwijl
de schuinte van de lijn een maat is voor
de verhouding van de bonen der geschoolden tot die
der geoefenden en ongeschoolden. Werkgevers, die de
door hen individueel betaalde bonen met het alge-
meen peil willen
vergelijken,
kunnen deze gemakkelijk
in deze grafiek afzetten en dan de verbindingslijn
h.v. met roode inkt teekenen, waardoor
zij
in een
oogopslag een indruk krijgen van de verhoudingen.
Haarlem.
Ir. B.
BÖUOIdR.
te zoeken. Een ernstiger geval is het met de suiker.
De hee:r Helfferich taxeert het suiko.rkapita.al
op
850 milli.oen, terwijl ik daarvoor slechts aannam 325
millioen.
– Hoe wordt dit verschil van 525 mi Ilioen gulden
vericiaard?
De heer I
–
Ielffcrich heeft hij zijn schatti rig een een-
.heidswaarde per 1000 bouw aangenomen, hem opge-
geven door het suikersyndicaat, terwijl ik, zegt dc
heer Heifferich, de pari.-kapitaalwaa.rde der piantage-maatschappijen als grondslag mijner berekeningen heb
genomen. Nu is dat laatste niet juist. Wel heb ik de
kapitaaiswaarde á pari berekend, maar daarbij heb
ik opgeteld,
die
zichtbare reserves, obligatieleeningen
en. fondsen (voor vernieuwingen ete.) welke in het
bedrijf werkzaam zijn, dus, het effectief gestorte ka-
pitaal plus de in het bedrijf werkzame reserves, waar-
bij ik dan nog zooveel mogelijk gevoegd heb, het bank-
kapitaal dat voor den aanplant beschikbaar wordt ge-
steld. Het was er mij immers om te doen een cijfer
te krijgen, dat weer
zoki
geven, hoeveel kapitaal einde
;
1921 werkelijk in de suikercultuur
werlczaans
was,
niet,
hoe groot toen de waarde was van de gezamen-
lijke suikeroudernemingen, ook niet de beurswaarde
van het suikerkapitaal. Dergelijke cijfers, hoe inte-
ressant op zichzelf ook, hebben mi. minder blijvende
waarde, daar zij afhankelijk zijn van den suikerprijs
en andere factoren waardoor zij voortdurend fluctuee-
ren, terwijl mijn uitkomst hen
vrij
constante waarde
heeft, waarin slechts verandering komt, als het aantal
934
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22
October 1924
suikerondernemin gen toeneemt of afneemt of aan de
bestaande plantages uitbreiding wordt gegeyen. Ts nu
mijn cijfer van
325
millioen wel juist? Natuurlijk
niet volkomen; het is en blijft een ra.ming, welke
echter met het werkelijke cijfer slechts eenige tiental-
len millioenen kan verschillen, terwijl het cijfer van
den heer Heifferich m.i. eenige honderden millioenen
,;out” is. Ik zal dit trachten aan te toonen.
Ik wil nogmaals voorop stellen, dat het èn den heer
Heifferich en mij te doen is geweest om vast te stel
;
len, hoeveel kapitaal in de suiker
belegd
is en niet
hoeveel
vermogen
do suikerondernemingen vertegen-
woordigen. Welnu, ik ben op mijn cijfer gekomen
langs twee wegen. In de eerste. plaats door uit de
Bussy’s Handboek en van Oss’ Effecten boek onder
;
nemmg voor onderneming op te slaan en de hiervoor
reéds omschreven optelsom te maken. Ik kwam hierbij
tot het resultaat, dat aan kapitaal slechts
gestort
was
een bedrag van omstreeks
225
milli.oen gulden maar
dat het in die industrie’
wericzame
kapitaal rond 100
millioen meer bedroeg. Voor den fiscus zal man on-
getwijfeld hoogere kapitaalsaan giften hebben gedaan,
daar voor dat doel
alle
reserves, ook de stille, en
alle
niet uitgekeerde winsten voor de kapitaalsberekeining
in aanmerking mochten komen. Toch blijkt uit het
rapport van de commissie voor de kapitaaisvermeer-
der.ing, dat slechts
240
millioen aan verhoogingeii.
kon worden toegestaan. Tellen wij deze
240
millioen
op bij de oorspronkelijke stortingen ad
225
millioen,
dan zouden wij komen op een totaal kapitaal van
465
millioen of rond
500
millioen, indien wij in aan
merking nemen dat nog eenige suikerfabrieken doo
de commissie bij de ,,Gemengde Oultures” zijn onder-
gebracht. Neemt men dus het in.i. onjuiste standpunt
in, dat âlle niet uitgekeerde winsten, of zij al of niet
aanwezig zijn en al of niet werkzaam zijn in het hd-
drijf beschouwd moeten worden als
belegd
te zij,n in
liet bedrijf, dan kan men komen op een kapitaal van
500
milhoen, hetgeen altijd nog
350
millioen. minder
is, dan liet cijfer van den h.eer Helfferiçh. Ter con-
1
troleering van mijn uitkomst ben ik te rade gegaali
bij een ervaren suikerplanter en verzocht hem, mij
op te geven., voor hoeveel in een normaal jaar voor
den oorlog, t.w.
1.914,
eèn suikerfabriek met 1000
V
bouws kon. worden opgezet en zonder bankkapitaal
werken. De opgave luidde als volgt: –
Aan aanplant
…………………..
f
650.000
grondhuur, spoor, beheer
……….200.000
bouw fabriek ………………….1.000.000
huizenbouw en ‘diversen ……….
,, 450.000e
Totaal …….
f 2.300.000
De
184
fabrieken op Java hadden dus in
191.4
een
opzetwaarde van omstreeks
430
millioen gulden. Maar.
het is van algemeene bekendheid clt tal van fabrieken
ook thans nog werken met een kapitaal van 1 mil
;
l,ioe.n en lager en dat ailen de nieuwere ondernemi:n
;
3
gen zich mogen verheugen, in kapitalen van meer dan
twee millioen, zoodat de opzetwa.arde van
1914
wei
weergeeft de nominale waarde van de suikerindustri.e
-in
dat jaar, maar liet bedrag van
430
millioen voor.
de berekening van het in die industri.e belegde kapi-
taal slechts waarde had als
maximum cijfer.
Mijn minimum
–
cijfer was
225
millioen (het wer1_
kel,ijk
gestorte
kapitaal) zoodat ik meende – en nog, meen vöor dc ka.pitaalsbeiegging in suikeronder-
nemingen niet meer te mogen aannemen clan
325
mil-
lioen gulden. Ongetwijfeld zal de suilcerindustri.e in
crisisjaren
ccci
grooter gebruik van het bankkapitaal
hebben gemaakt, dan door mij als normaal gemid- –
delde is aangenomen, doch zelfs als men deze buiten-
gewone omstandigheden in rekening wil breiigen, dan
nog zal uien geen hooger suikorkapitaal kunnen aan-
nemen dan
400
millioen,
tenzij
men kapitaalsbelegging
noemt wat feitelijk waardetaxatie
is.
De heer Heifferich erkent als grondslag genomen,
tehobben een eenhoidswaarde
pel
: 1000 bouw. Ik weet
niet, •hoe het suikersyndicaat deze eenheidswaarde
heeft berekend, maar dat zij ongeschikt is om als
grondslag.te dienen voor een berekening van de ka-
pitaaisbelegging blijkt m.i. wei iit bovenstaande toe-
lichting, oi’er mijn uitkomsten.
W.
nE
COCK BUNING.
HET T4RIEE DER RIJK SVERZEKERINGS-
BANK INZAKE DE LAND- EN TUiNBOUW-
ONGEVALLEN VERZEKERING.
De jaarljksche Verzekeringsdag van de Vereeniging
voor Verzekeringsweteuschap werd op Zaterdag 4
October j.l. door die Vereeniging te ‘s-Gravenhage
gehouden.
Bij
de opening van de ochtendbijeenkomst
deelde de voorzitter Prof. Holwerda mede,dat die Ver
eeniging, welke zich tot nu toe hoofdzakelijk met de
privaatrechtelijke verzekering had bezig gehouden,
thans hare werkzaamheden had uitgebreid en in het
vervolg ook aan de sociale verzekering haar aandacht
wilde schenken. Als gevolg daarvan had het bestuur
den heer Dr. Posthuma uitgenoodigd een praeadvies.
samen te stellen over het tarief der Rijksverzekerings-
bank in zake de Land- en Tuinbouw-ongevallenver-
zekering. Dit praeadvies, dat vooraf aan de leden
der Vereeniging was toegezonden, werd op den Ver-zekeringsdag behandeld. Vermeld
zij,
dat bedoeld
praeadvies den heer Lindner, wiskundig adviseur
der Rijksverzekeringsbank, aanleiding had gegeven
tot het publiceeren eener brochure.
Tot goed begrip zij hier medegedeeld, dat de Land-
en Tuinbouw.ongevallenwet
1922
invoerde een ver-
plichte ongevallenverzekerihg voor de arbeiders, werk-
zaam in het land- en tuinbouwbedrijf. Met de uit-
voering dier verzekering zijn belast Bedrijfsvereeni-
gingen en de Rijksverzekeringsbank (de Raden van
van Arbeid).. De werkge’ver heeft de keuze of hij
zich bij een Bedrijfsvereeniging aansluiten wil, of
wel dat hij
zijn
personeel bij de Rijksverzekeringsbauk
wil verzekeren. In
192.3
—het jaar waarin die verzekering
ingevoerd werd – is officieus een tarief (een ontwerp
-zou men dat kunnen noemen) gepubliceerd, waarvan
het latei bij Kon. Besl. van
21
September
1923
Stbl.
no.
459
vastgestelde tarief in vele opzichten belang-
rijk afwijkt. De voornaamste afwijking is wel deze,
dat het
bij
Kon. Besl. vastgestelde tarief aanzienlijk
hooger is.
Dr. Posthuma, wiens praeadvies – althans voor
mij – niet
altijd
even
duidelijk
is, aangezien men
niet steeds weet of zijn betoog gericht is tegen het
vorenbedoeld ontwerp tarief of het vastgesteld tarief,
of hij een verdediging van het vastgestelde tarief
levert of dat hij den heer Lindner aanvalt, komt in
zijn advies en in zijn ter inleiding gehouden rede tot
verschillende conclusies te weten:
lo. dat het z.i. voor de Bank niet mogelijk was
een eenigzins behoorlijk tarief op te stellen, omdat
de noodige gegevens daartoe ontbraken, zoodat zich
hij de vaststelling van dat tarief voor de Bank
dezelf de moeilijkheden voordeden als in
1901
met de
vaststelling van het eerste tarief voor de industrieele
ongevallenwet. Daarbij treedt de heer Posthuma in
uitvoerige beschouwingen over de tarieven van de Bank.
‘2o.
dat de – tarieven van de Rijksverzekeringsbank
er mede rekening nioeten houden, dat de verzekerings-
portefeuille der Bank klein zal zijn en dat die tarieven
de tendenz moeten hebben om de werkgevers tot aan-
sluiting
bij
de Bedrjfsvereeniging op te wekken en
daarom- booger dan- de tarieven van de Bedrijfs-
vereeniging moeten zijn: Met ronde woorden -zegt
dr. Posthuma dit wel niet, maar -het ligt geheel in
zijn -betoog opgesloten. De heer Lindner, die op de
vergadering mededeelde wel adviezen over het ontwerp-
tarief gegeven te hebben, doch. het tarief niet te
hebben vastgesteld, heeft, zoowel in
zijn
brochure als
ter vergadering, Dr. -Posthuma bestreden en de grond-slagen uiteengezet,waarop het ontwerp-tarief berustte.
Aan het debat namen, behalve U heer Lindner, slechts
22 October 1924
ECONOMISCH-STATISTÎSCHE BERICHTEN
935
enkele leden deel. Tot mijn groote verwondering heeft
daaraan geen der verzekerinstechnici deelgenomen,
terwijl toch de grondslagen, waarop een verzekerings-
tarief behoort te berusten slechts door deskundigen
en niet door leeken op actuarieel gebied beoordeeld
kan worden. Wellicht is daaraan, het weinig tech-
nische advies van den praeadviseur schuld. Immers
dat praeadvies heeft meer sociale dan wel actuari-
eele beteekenis, in zoovei als daarin verborgen lag
het vraagstuk, dat ook ter vergadering ter sprake
kwam: hoe moet, wanneer eenmaal de sociale ver-
zekering ter uitvoering opgedragen wordt aan parti-
culiere organen met als aanvulling een overheids-
orgaan, de verdeeling der lasten
zijn.
De uitvoering der Land- en Tuiribouwongevallen-
verzekering, hoewel bij de samenstelling van de wet
nog een gelijkheid van beide soort organen voor
oogen stond, is, mede tengevolge van het tarief der
Bank, gegaan in de richting van de Bedrijfsvereeni-
gingen; slechts zeer weinige werkgevers verzekeren
zich bij de Bank. Dit heeft tengevolge, dat de Bank
over een verzekeringsportefeuille beschikt, die te
klein is voor een stabiele verzekering. Tekorten zijn
dan ook niet uitgesloten. Hoe hooger het tarief ge-
steld wordt, hoe kleiner de portefeuille wordt; de
zware lasten zullen opgebracht moeten worden door
de bij
de Bank aangeslotenen, het minst kapitaal-
krachtige
kleinbedrijf,
dat door de Bedrijfsvereeni-
gingen niet begeerd wordt, zoodat
zij
onder dat
kleinbedrijf geen propaganda maken.
Dat
bedrijf
kan die lasten niet dragen. Moet men
nu zeggen: dan moet dat maar verdwijnen, of de
Staat moet helpen, dat wil dus zeggen de belasting-
betalers moeten aan die verzekering mede betalen,
of moet men redeneeren: de hooge lasten, welke op
een kleine groep zullen komen te drukken zijn het
gevolg van het. systeem der wet, dat de uitvoering
der verzekering in hoofdzaak in handen der Bedrijfs-
vereenigingen geeft, dan moeten die Bedrijfsvereeni-
gingen een eventueel tekort van de
bij
de Bank ver-
zeker den dekken?
Een belangrijk vraagstuk, dat bij de uitvoering
der Land- en Tuinbouwongevallenverzekering van
minder beteekenis is, omdat de kring verzekerden
betrekkelijk beperkt is, maar dat straks, indien ook
de industrieele ongevallenverzekering en de ziekte-
verzekering, – zooals het voorgesteld is in het aan
den bogen Raad van Arbeid om advies toegezonden
ontwerp Ziekte- en Ongevallenwet 1925 – als regel
aan Bedrijfsvereenigingen opgedragen mocht worden,
van grooter gewicht is. . ..
c.
J. STm1Eac.
DE 1?IJKSMIDDELEN.
In dit nummer treft men aan het gebruikelijke
overzicht van de opbrengst der
Rijksmiddelen
over
de maand. September 1924, vergeleken met de over-
eenkomstige
cijfers
van September 1923.
De rijwielbelasting bracht in de afgeloopen maand
nog een bedrag van
f
640.878,— op, waardoor de
totaal-opbrengst steeg tot
f
5.233.008,—,
zijnde
f
2.233.008,— boven de raming. De overige middelen
brachten
f
35.698.601,22 op tegen
f
36.337.781,57 in
September 1923 en vertoonen mitsdien een achter-
uitgang van
f
639.180,35. De totale opbrengst in de
afgeloopen maand, de rijwielbelasting niet medege-
rekend, overtrof de raming met een bedrag van
f
2.620.517,89.
l)e opbrengst over de eerste negen maanden van
dit jaar bedroeg, indien men althans de rijwielbe-
lasting buiten beschouwing laat,
f
8.962,86meer dan
de opbrengst in de overeenkomstige maanden van 1923,
terwijl de raming met een bedrag van
f
21.016.008,61
werd overschreden.
In vergelijking met de overeenkomstige maand van
het vorig jaar vertoonden de grondbelasting, de
personeele belasting, de inkomstenbelasting, de suiker-,
de
wijn-,
de zout-, de bier- en de
geslachtaccijns,
de
zegelrechten, de statistiekrechten, de domeinen en de
loodsgelden een hooger
opbreTlgstcijfer.
Daarentegen
brachten minder op de dividend- entantièmebelasting,
de vermogensbelasting, de gedistilleerd- en de tabaks-
accijns, de registratierechten, de successierechten en
de invoerrechten.
Evenals de twee vorige maanden
wijzen
de grond-
belasting en de personeele belasting ook thans weer
een hoogere opbrengst aan (van resp.
f
368.935,143
en
f
1.001.452,6634). Deze meerdere opbrengst, kan,
althans wat de personeele belasting betreft, hoofd-
zakelijk aan de vluggere invordering worden toege-
schreven. Dit
blijkt
ten duidelijkste, indien men de
ontvangsten uit deze belasting over de eerste 9 maan-
den van 1923 en 1924 met elkander vergelijkt. In
1923 werd ten bate van het dienstjaar 1923124 een
bedrag van
f
9.380.861,66 ontvangen; in 1924 leverde
het loopeude dienstjaar (1924/25) niet minder dan
f
12.069.704,63 op. Hoewel de opbrengst der per-
soneele belasting over de eerste 9 maanden van 1924
f
2.898.406,78 meer bedroeg dan over dezelfde maan-
den van 1923, bleef
zij
toch nog een bedrag van
f
1.81.1.305,30
bij
de raming ten achter. Hieruit volgt
wel, .dat aan het ruimer vloeien dezer belasting voors-
hands nog niet veel he.teekenis kan worden gehecht.
De inkomstenbelasting gaf in de afgeloopen maand
eene hoogere opbrengst
(f
1.491.851,83 meer) te zien
dan in de overeenkomstige maand van het vorige jaar. l3ij vergelijking van de ontvangsten uit deze belasting
over de eerste negèn maanden van 1923 en 1924 moge
erop worden gewezen, dat de bedragen zich als volgt
over de verschillende dienstjaren splitsen:
Jan. t/m. Sept. 1923 Jan. t/m.Sept. 1.924
1920121 …..
. f
2.229.985,30
f
970.138,- 1921/22 ……,, 14.887,761,22
3.929.71.5,97
1922/23 ……,,
80.474.524,5134
,, 13.303.80,67
1923124 ……
f
2.103.323,2334
51.136.827,74
1924125 ……,,
. -,-
4.587.321,27
Totaal….
f
79.695.594,27
f
73.927.848,65
-Hieruit volgt, dat, terwijl de inkomstenbelasting
in het loopende jaar
f
5.767.745,62 minder opbracht
dan in hetzelfde tijdvak van 1923, het ongunstig
verschil tusschen de opbrengsten van de laatstver-
loopen dienstjaren niet minder dan
f
9.337.696,7734
bedroeg. Neemt men dan nog in aanmerking, dat de
opbrengst van het loopende dienstjaar een voordeelig
verschil van
f
2.483.998,0334 te zien geeft, toe te
sçhrjven aan de snellere invordering, dan is het dui-
delijk, dat men niet te voorzichtig kan zijn met het
trekken van eene bepaalde conclusie ten aanzien van
den verderen loop van dit middel.
In tegenstelling met de vorige maand gaf de di-vidend- en tantièmebelasting thans een lagere op-
brengst (van
f
4.204.337,82). Dit verschil is echter
aan toevallige omstandigheden toe te schrijven. In
elk jaar komt de opbrengst dezer belasting voor een
zeer belangrijk deel in één maand binnen; in 1922 was dit de maand October, in 1923 September, dit jaar was het de maand Augustus, toen niet minder
dan
f
5.280.819,27 werd ontvangen. Vergelijkt men
de opbrengst over de eerste negen maanden, dan
komt men voor 1924 tot een nadeelig verschil van
f
2.283.680,68. De raming werd echter met een bedrag
van
f
3.561.679,17 overschreden.
De suikeraccijns bracht in de afgeloopen maand
f
416.156,07, de wijnaccijns
f
109.047,36 meer op dan
in de overeenkomstige maand van 1.923. Een bijzondere
reden is dâarvoor echter niet aan te
wijzen.
De ge-
distilleerd-accijns liep
f
264.029,56 achteruit. .Blijk-
baar blijft het gebruik afnemen, vermoedelijk als ge-
volg van loonsverlagingen. In de hoogere opbrengst
van den zoutaccijns
(f
71.976,33) weerspiegelt zich de
opleving van den handel in dat artikel. Bovendien schijnt
het, dat weer meer vöedingsmiddelen worden ingezou-
ten. Bij den bieraccijns, .die
f
1.280.975,95 opbracht
936
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 October 1924
tegen
f
362.708,68 in September 1923, doet de sterke
aceijusverhooging, die op 12 Mei ji. in werking trad,
haar invloed gevoelen; Voor de hoogere opbrengt
van den geslachtaccijns (ad
f
16.128,12) is geen bij-
zondere reden op te geven; evenmin voor de daling in de opbrengst van den tahaksaccijns
(f
21.744,51).
Van de middelen, die meer in direct verband
staan met het zakenleven, brachten de zegelrechten
f 120.714,36 meer, de registratierechten daarentegen
f
96.993,60 minder op. Laatstgenoemde belasting gaf
zelfs
f
2.130.743,59 minder te boeken dan in de maand
Augustus van dit jaar; de abnormaal hooge inkomst
over laatstgenoemde maand stond echter met een
speciale emissie op de fondsenmarkt in verband. De
invoerrechten liepen
f
97.229,37 terug, doch vertoon-
den.het vorig jaar een nogal belangrijk accres door
groote thee-invoeren in verband met het aangekondigde
wetsontwerp tot verhooging van het invoerrecht op
thee. De statistiekrechten en de loodsgelden gaven
een meerdere opbrengst resp. van
f
69.488,26 en
f
54.033,49 te zien, waarin de opleving van handel
en industrie tot uiting komt.
Ten slotte moge nog worden gewezen op de onbe-
rekenbare successierechten, die
f
975.227,38 terug-
liepen, öp de dorneinen, die een surplus van f249.871,94
te boeken gaven, op de speelkaartenbelasting, die
f
2.209,50 vooruitging in verband met de omstandig-
heid, dat de oude voorraad kaarten opraakt, en op
de belasting op gouden en zilveren werken, die met
f
32.189,34 toenam. Dit laatste vloeit voort uit 4e
met ingang van 1 September jL in werking getreden
wijziging der waarborgwet, -die toelaat, buitenlandsch
goud op gehalte te stempelen. De handel had hierop
gewacht en biedt thans zijne voorraden aan.
De inkomsten van het ,,Leeningfonds 1914″ be-
droegen in de afgeloopen maand
f
7.292.690,11 (r&-
ming rond
f
7.356.000,—). De oorlogswinstbelasting
gaf nog een opbrengst van
f
136.357,31 (over de
eerste negen maanden van 1924 in totaal f 973.918,99),
zoodat de opbrengst dezer belasting sedert het begin
der heffing ruim f 792.370.700,— bedraagt.
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
INDIRECTE BELASTINGEN IN ENGELAND. –
EENIGE OPMERKINGEN NAAR AANLEIDING
VAN–
DE DIJITSCHE LEENING.
De heer F. W. Forge te Londen
schrijft
ons:
Directe belastingen zijn zoo nauw verbonden met
het adjectief ,,Britsch”, dat het bijna niet noodig.is.
te zeggen, dat de indirecte belastingen in Engeland
een betrekkelijk geringe rol spelen. De invoering van
directe belastingen in
bijna
alle andere landen kan
het echter gewenscht maken, iets nader op het Brit-
sche samenstel van indirecte belastingen in te gaan.
Een beschouwing van de ramingen der begrooting
voor het loopende jaar, dat 31 Maart 1925 zal ein-
digen, toont aan, dat van een totaal aan geraamdè
inkomsten van ongeveer £ 794 millioen, meer dan
£ 410 millioen uit directe belastingen vloeit, terwijl
£ 108
1
1
2
millioen uit diverse ontvangsten bestaat;
als winst op het Postbedrijf, rente van beleggingen
en andere. Voegt men deze twee bronnen van in-
komsten tezamen, dan is de herkomst van bijna
21
der totale middelen aangegeven. Van de resteerende
£ 275
1
12
millioen worden de ontvangsten uit invoer-
rechten op bijna £ 102 millioen en die uit accijnzen
op £ 136 millioen geschat. Deze twee groepen zijn
natuurlijk de voornaamste bronnen van indirecte be-
lastingen in Engeland. Volgens sommige indeelingen
worden – zij zelfs als de eenigste beschouwd. Over het
hoofd mogen echter niet worden gezien twee andere
groepen van rechten, resp. de ,,stamps” en de motor-
rijtuigenbelasting. Een groot aantal heffingen wordt
onder ,,stamps” samengevat. In de middelenstaten
worden zij onder ongeveer 20 hoofden gerangschikt,
maar van een totaal van £ 21,5 millioen, dat in
1923124 werd ontvangen, kwam meer dan 20 mii-
lioen uit de volgende 6 bronnen: chèques, quitauties,
scrip-certificaten, rechten op het kapitaal van maat-
schappijen, wissels, obligatiën aan toonder, acten en
dergelijke. Laatstgenoemde brachten ongeveer £ 10
millioen op, chèques £ 3 millioen en wissels de helft
hiervan. Het chêque-recht, dat
gelijk
bekend, voor
alle bedragen 2 d. bedraagt, d.i. het dubbele van het
vooroorlogsche recht, is van
tijd
tot tijd het voor-
werp van een beweging, die op verlaging aandringt,
aangezien een zoo hoog recht het gebruik van chêques
voor zeer kleine betalingen zou belemmeren. De an-
dere belasting uit deze groep, waartegen wordt ge-
protesteerd, is een recht van 1 pOt op de overdracht
van aandeelen op naam, dat van
tijd
tot tijd heftig
wordt aangevallen als een hinderpaal voor belegging.
Het recht op motorrjtuien is eenvoudig een belas-
ting, gebaseerd op het aantal paardekrachten en ge-
heven van alle motorrijtuigen, van particulieren en
van voor den publieken dienst of handelsdoeleinden
bestemde. Aan den smaak van den individueelen
lezer moet worden overgelaten, of deze rechten als
directe of indirecte belastingen moeten worden be-
schouwd. Zij hebben iets van beidë, doch sinds de
mogelijkheid, op dit terrein de belastingen uit te
breiden, zeer gering is, is de kwestie voornamelijk van
theoretisch belang.
Wanneer wij dan overgaan naar die belastingen,
welke ontegenzeggelijk indirect zijn, hebben
wij
slechts
twee groepen te beschouwen, nI. die, geheven van
artikelen, welke het land binnenkomen, dus invoer-
rechten en die, welke drukken op goederen, in het
binnenland geproduceerd,
accijnzen
dus. Ondanks
zekere uitbreiding van het aantal invoerrechten na
den oorlog is het huidige tarief eenvoudig, ten minste
ten opzichte van de artikelen, die eronder vallen.
Deze omvatten, sedert de McKenna-rechten op automo-
bielen eenige maanden geleden
zijn
vervallen, vier
hoofdgroepen: spiritualiën, thee, koffie, cacao en
tabak, vervolgens suiker, geconsèrveerde en gedroogde
vruchten, lucifers en ten slotte muziekinstrumenten. Deze lijst omvat
vrijwel
alle artikelen, welke aan
rechten
zijn
onderworpen en de volgende
cijfers
too-
nen
duidelijk
aan, welk een zeer groot bedrag wordt
géheven viln een (betrekkelijk gering aantal) goederen.
Bruto ontvangsten
in
1923’24.
£
Bier ………………………..
5.92L589
Cacao en cacaoproducten ……….
L466.604
Koffie ……………………….
412.545
Lucifers ……………………..
3.338.714
Spiritualiën ………………….
8.902.510
Suiker en saccharine …………..
37.802.598
Thee…………………………
10.740.069
Tabak en snuif………………..
59.514.710
Overige invoerrechten…………..
3.250.503
129.349.342
Het verdient wellicht vermelding, dat er een recht
geheven wordt van bepaalde goederen, afkomstig uit
landen met gedeprecieerde munt, doch de opbrengst
hiervan bedroeg gedurende bovengenoemde periode
nog geen £ 260.000.
Overgaande naar de op één na grootste groep van
indirecte belastingen zien
wij
in de eerste plaats, dat
er feitelijk twee groepen bestaan, waarvan de eene de
rechten omvatten, van binnenslands geproduceerde arti-
kelen geheven en de andere bestaat uit de betalingen
voor het •verkrjgen van vergunning tot het ver-
richten van zekere handelingen, welke inkomsten
,,licences” worden genoemd. Eerstgenoemde groep is
verreweg de belangrijkste, aangezien de totale op-
brengst der ,,licences” nog geen £ 5 millioen be-
draagt, waarvan ongeveer £ 3 millioen voortvloeit
uit vergunningen voor den verkoop in het klein van
spiritualiën. De voornaamste accijnzen zijn die op
spiritualiën en bier; de laatste brachten in het vorig
22 October 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
937
begrootingsjaar meer dan £ 77Y4 millioen op en de
eerste ruim £ 53 millioen. Hierop volgt in grootte
de opbrengst van de verfoeide amusementsbeiasting
ter hoogte van pim. 10 pOt. Deze bracht in .1923/24
ongeveer £ 9Y2 millioen op, doch haar tarief is,
inzooverre het de goedkoope rangen aangaat, door
(Ie zoo juist afgetreden Lahour-regeering verlaagd.
De. andere accijnzen van werkelijke beteekenis zijn die
01)
lucifers, geneesmiddelen, glucose en mineraalwater.
Gelijk uit bovenstaande cijfers blijkt, brengen twee
accijnzen reeds £ 130 van de £ 157 millioen op.
Ziet men af van de ontvangsten uit ,,stamps” en
de motorrijtuigenbelasting dan blijkt, dat Groot-
Brittannië minder dan
1/3
van zijn totale inkomsten
verkrijgt uit indirecte belastingen en dat van dit
bedrag ongeveer
5
1
vloeit uit de
accijnzen
op alco-
holische dranken en tabak. Voor de rest zijn dus
practisch alle belangrijke goederen
vrij
van belasting.
Deze toestand is natuurlijk langzamerhand gegroeid
en de beweging zal zich ivellicht nog
oortzetten.
Het is nooit gemakkelijk voorspellingen te doen, doch
het schijnt, dat de huidige tendens in de belasting-
heffing gaat in de richting van vermeerdering van
directe, vergeleken
bij
indirecte belastingen. Deze
politiek is herhaaldelijk door de Labour Party voor-
gestaan en het laat zich denken, dat in de toekomst
nog eenige verlaging zal plaats vinden van de rech-
ten op suiker, thee en bier. Daartegenover staat
echter, (lat de volgende begrooting aan dit streven
moeilijkheden in den weg zal leggen, zoodat het nog
te vroeg is, om van beteekenende belastingverlagingen
te spreken. Eén ding laat zich met Vrij groote zeker-
heid zeggen en dat is, dat er geen algemeene ver-
hooging van invoerrechten en accijnzen zal plaats
‘inden, zoolang de Laboui Party een sterke positie
in het Parlement
blijft
innemen.
Nu de :Daw’es-ieeniug met succes is geëmitteerd,
mag gezegd worden, dat op internationaal-financieel
gebied een nieuw tijdperk begint. De resultaten der uitgifte in de Vereenigde Staten, Engeland en Zwe-
den
1)
zijn thans belcend en toonen op ondubbelzin-
nigo wijze het groot vertrouwen,. zoowel in de doel-
treffendheid van het Dawes-plan om althans eenige
‘ari de ernstigste Europeesche vraagstukken op te
lossen, als in het verlangen van Duitschland naar
een definitieve regeling. In Londen werd voor tus-schen £ 150 en £ 160 ingeschreven, zoodat het be-
schikbare bedrag ongeveer dertien maal werd over-
teekend en indien de Bank of England de inschrij-
ving gedurende den geheelen. dag had opengesteld, inplaats van gedurende slechts drie uren, kan veilig
worden gezegd, dat het gevraagde bedrag nog veel
grooter zou zijn geweest. Wat de grootte der indivi-
clueele inschrijvingen aangarmeld, dat bekend
is, dat een chèque ter grootte van £450.000, dat is
•
5 pOt. van pl.m. £ 9 millioen obligatiën, werd ge-
troldcen. hemand neemt natuurlijk aan, dat één enkel
lichaam do bedoeling had, zoodanig bedrag te nemen
en het bedrag van deze èhèque toont dan ook wel aan,
dat rekening werd gehouden met een sterke maoratie.
Te Londen heeft men zich er altijd rekonse ap an
gegeven, dat de Dawes-leening voornamelijk van be-
teekenis was als een poging, de Duitsche Regeering
weder op de been te helpen. Vooral belangrijk is na-
tuurlijk het grooto bedrag aan handels- en indus-
Irieele credieten, dat als gevolg ervan zal worden
verleend. Thans komen er bijna dagelijks berichten
uit New York over do vorming van groepen, die on-
dernemingen van de een of andere sooit in Centraal-
Europa willen financieren en een waarnemer te Lon-
den kan slechts getroffen worden door de ‘t,egenstel-
ling tusscheti den ijver, waarmede de Vereenigde Sta-
ten thans kapitaal en kort crediet aan Europa ver-
strekken en cle schuchterheici, die hun optreden op dit
t)
[Sindsdien ook in Nederlarci.
Eed.]
gebied tot voor zeer kort karaktë.ri.seèrde….[iermede
wordt geen critiek op de toenmalige of huidige Anie-
rikaansche houding bedoeld, doch de verandering is
te plotseling geweest om haar zonder commentaar te
laten voorbijgaan in een land, dat nog behoudend –
wellicht te behoudend – in zijn. gewoonten ‘is. Een
groot deel van dc Britsche pers heeft gedurende ori-
geveer twee jaren op de absolute noodzaak gewezen,
dat Amerika zijn overtollige middelen ter beschikkin.g
van het Europeesche vasteland zou stellen, en het Le-,
hoeft geen betoog, dat tenminste deze groep zich zeer verheugt, dat het tij is gekeerd. Hieronder kom ik nog
terug op de verwachte uitwerlcing van deze verande-
ring op den Sterlinglcoers.
.Middelerwijl vraagt men in Centraal Europa, even-
als sommige Britsche critici, waartoe men in Lon-
den bereid is, wat het voorschieten van kapitaal en
het verleenen van crediet aangaat. Terwijl er geener-
lei reden schijnt te bestaan om aan te nemen, dat de
richting van Keynes, die’ zoo hef tig gekant is tegen
leeningen aan het buitenland, ook maar eenig ter-
rein in bankierskringen wint, l.ieef t het natuurlijk
geen zin te verwachten, dat Londen voorschotten kan
verleenen in bedragen als te New-York kunnen wor-
dn opgenomen. Hiervoor bestaan verscheiden rede-
nen, waarvan de voornaamste natuurlijk is dat de
béschikbare bedragen te Londen niet zoo groot zijn.
Toegegeven moet worden, dat, evenals de continentale.
b’ânken, de groote Bnitsche Joint Stock banken meer
vn hun middelen in langloopende credieten hebben
atgelegd, dan hun gewoonte voor den oorlog was.
Voor zoover het hen betreft, is op het oogenb]ik geen
marge van beteelceuis beschikbaar, die tot het ver-
leenen van nieuwe credieten in buiten- of binnenland
zdü kunnen worden aangewend. Zelfs echter indien
dit niet zoo ware, moet er rekening’ mede worden ge-
lhuden, dat Engeland thans jarljks geweldige be-
drâgen aan de Vereeni.gde Staten betaalt voor rente
e aflossing, terwijl voor den oorlog het tegendeel ‘het
gval was; dit deel van onze besparingen doet de te
New-York ‘beschikbare fondsen aanzwellen en ver-
mindert die, waarover Londen de beschikking heeft.
Toegegeven zij, ‘dat een verdere reden hierin is gele-
gen, dat vêle beleggingen, die de Britsche bankier als onzeker zou beschouvën, te New York als aan
volkomen redelijke eischen voldoende worden be-
schouwd. Het schijnt derhalve, dat op dit gebied Lon-
den de eereplaats aan haar jeugdiger mededingster
z.al moeten afstaan en dit is voor Londen een ernstige
zaak. De strooni van crediet en Icapitaal van de
Amerilcaansche marict heeft echter
zijn
voordeelen
voor Engeland, waarvan wel de voornaamste is de
uitwerking, die hij waarschijnlijk op den Dollar-Ster-
ling-koers zal hebben.
.uUoewei over dit onderwerp gedurende de laatste
maanden weinig is gehoord, is het toch duidelijk de
wensch van de bankiers hier te lande, het Pond Ster-
ling terug op doilarpariteit en derhalve den gouden
standaard hersteld te zien. Totdat dit zal zijn bereikt
Ibopt de positie van Londen als wereldbanki.er, voor
de overdracht van geld en het regelen van accept-
credieten, gevaar. Men voelt, dat hier te lande weinig
of niets kan worden gedaan, om den terugkeer tot de
pariteit te versnellen en herhaaldeljlc is v’erlclaard,
dat wij op een waardedaling van den Dollar moeten
wachten. Het lijdt geeitvijfel, of de stroom van
geld van New York naar Europa heeft de tendentie
den Dollar te drukken en het kan zijn, dat op een
gegeven oogenblik ]n het voorjaar of in den voor-zomer van 1925 het Pond Sterling de paniteit zeer
nabij zal, komen, ofschoon i.n twijfel moet worden ge-
&olcken, of stahilisati.e op dit tijdstip doorvoerhaar
zal zijn.
De credietstroom za] Engeland ook in zooverre ten
goede komen. – althans indien er eenige waarheid
schuilt in de grondslagen van den vnijhandel, waarbij
Groot-Brittannië gedurende zoo langen tijd zoo wei
938
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 October 1924
is gevaren — als wij meer voordeel zullen hebben van
de toeneming van den algemeenen handel, dan wij
zuilen verliezen bij toenemende buitenlandsche con-
c urrentie.
Verondersteld mag echter niet worden, dat Londen
geen deel zal nemen in de kapitaalvoorziening van
en credietverleening aan het Europeescbe Continent.
Gedurende het afgeloopen jaar is op dit terrein wel
het een e.n ander gebeurd, doch het totaalbedrag, waar
het hier om gaat, is natuurlijk zeer gering, vergele-
ken bij de vraag. Thans valt echter onder de opper-
vlakte een aantal bewegingen te bespeuren en in dë
City is het algemeen bekend, dat zeer belangrijke be-
dragen ter beschikking van continentale cliënten
worden gesteld, terwijl algemeen wordt aangenomen,
dat de omvang dezer voorschotten in de naaste toe-
komst zal stijgen. Het is echter onvaarschijnlijk, dat
men over ‘dit alles veel zal vernemen want de Britsche
bankiers zijn
altijd
met betrekking tot hun zaken zeer
terughoudend geweest. Het is inderdaad karakteris-
tiek voor ‘het Britsche volk, dat ‘het omtrent zijn
zaken zeer geheimzinnig is,
terwijl
de Amerikanen
steeds bereid zijn reclame, te maken met hetgeen zij
hebben bereikt. Op het oogenblik, dat ik dit schrijf,
zijn de toegewezen bedragen op de Duitsche leening nog niet bekend gemaakt, doch waarschijnlijk is, dat
cle Bank of Englarid de kleine inschrijvers edelmoe-
dig zal behandelen en de gemiddelde toewijzing voor
grootere bedragen ongeveer 6 pCt. zal zijn. Verwacht
wordt, dat de noteering met 2 pOt. agio zal opènen,
doch iedere zoodanige voorspelling is zuiver een slag
in de lucht. De leening heeft succes ‘gehad, ondanks
in een deel van de pers uitgeoefende critiek; doch het
was zeker, dat een rendement van 7% pOt. op een
obiigati.e, die een absoluut eerste hypotheek is op dei
rijkdom van ‘Duitschland, aantrekkelijk zou blijken
in ieder land, waar geen nationalisme overheerscht.
F. W. Fomco.
HET LOT VAN RENTENBANK EN RENTENMARK.
Dr. Cari Krëmer te Hamburg
schrijft
ons:
:Nu de wetten over de uitvoering van het deskundigen-
i’apport zijn’ aangenomen
1
) en ook de
hoofdlijnen
van
het nieuwe muntwezen zijh vastgesteld; komt de
vraag naar vore’n: ,,wat wordt er uit het oude’, geld
en de oude circuintiebank”, of wel vraagt men, aan-
gezien nu eenmaal – terecht of ten onrechte zij in
het midden gelaten – de Rentenmarkennietdépapier-
mark als het stabiele geld wordt aangezien, waaraan
zich de andere slechts vastklampt, meer ‘in het bij-
zonder naar hetgeen aan Rentenm ark en Rentenbnk
beschoren zal zijn.
Het is bekend, dat de Bank en het geld bij ver-
ordening van 15 October 1923 , in het leven’ wden
geroepen. De Rentenmark was van den aanvang af
als ,,tusschengeld” gedacht, als overgangsstadium
dp
den weg naar den gouden standaard. De Bank zou
de dubbele functie van circulatie- en credietbank uit-
oefenen, al was
zij
ook,
gelijk
nog blijken zal, in d’it
laatste opzicht in haar werkzaamheden beperkt. Als
circulatiebank was zij gerechtigd maximaal 3200 mil-
1)
[Zie
pp.. 794, 820
en
843
in de nos. van 10, .17 en
24
Sept. I.I. – lIed.].
in millioenen
Activa:
Rt.M.
]lelasting van het bedrijfsleven (waarvan landbouw
1960
miii., industrie enz.
1108 mill.) ……….3.068
Voorschot aan het Rijk …………………….
1.206
Voorschot aan de Reichsbank ………………300
Voorschot aan de andere circulatiebanken……..70
Kas, tegoed opgiro. en postchèquerekeniiig en hij banken 110
1)
‘) [Dit bedrag representeert dus de winst, – Red.].
• lioen Rt.M. uit te geven, die volledig door hypotheken
en schuidbekentenissen gedekt zouden zijn. Deze last
moest worden gedragen door den landbouw, de in-
dustrie, verdere bedrijven en den handel, met inbègrip
der banken,
terwijl
over de schuld 6 pOt. rente per
jaar moest worden voldaan. Op grond dezer hypotheken
en schuidbekentenissen gaf de Rentenbank de rente-
brieven uit en eerst op grond van deze laatste was
de uitgifte van Rentenmarkbiljetten toegestaan. Voor
de. practische geldpolitiek is dit dekkingsmechanisme,
behalve misschien in zooverre het in zeker opzicht
aan de populaire’ voorstellingen tegemoet kwam,
zonder beteekenis, doch niet tot recht verstand van
hetgeen hieronder volgt.
De Reritenbankbiljetten kwamen als gevolg van de
credietverleening in circulatie. De Rentenbank is ge-
iechtigd en verplicht” het
Rijk
een crediet van 1200
millioen Rentenmark te verleenen, hetgeen dooi’ het
Rijk geheel is opgenomen. Verder heeft ‘zij het recht
aan de Reichsbank en de andere 4 circulatiehanken,
ter voorziening in de credietbehoeften van het be-
drijfsleven, credieten tot een maximum van 1200
millioen Rt.M. te verleenen.Deze credieten, welke, door
de in den laatsten
tijd
door de Reichsbank gevolgde politiek, als geheel aan den landbouw verleend kun-
ken gelden, bedragen op het oogenblik 870 millioen
Rt.M. waarvan 800 millioen via de Reichsbank en
‘ongeveer 70 millioen via de andere cimculatiebanken
zijn verstrekt. De laatste maandstaat van de Renten-
bank, die per 30 Sept. 1.1., vertoont het volgende
beeld: (Zie onder aan deze p.)
De Rehtenmark vertoont, afgezien van het feit, dat
zij als ,,tusschengeld” is gedacht, nog een bijzonder-‘
heid. Zij is zuiver binnenlandsch geld en men beijvert
zih, haar van de buitenlandsche markten verre ‘te
houden. Het laat zich denken, dat het deskundigen-.
rapport, dat toch vôôr alles belang heeft
bij
een
opbloeien van den ‘D uitschen buitenl andschen handel
•en
.bij
vertrouwen van het buitenland in Duitschiands
bedrijfsleven en muntwezen, reeds op dezen grond de
Rentenmark onvoldoende moest achten. ,,Door de
Rentenbank is een stabiliteit voor. eenige maanden
bereikt geworden, echter op een basis, die hij het
ontbreken van andére maatregelen slechts tijdelijk
kan
zijn”;
zij is geen wettig betaalmiddel – want dit
is gelijk bekend, de Reicbsmark – ; de dekking is
bnvoldoende; de Rentenmark heeft tot het op peil
houden van den handel met het buitenland niets bij,-
gedragen: aldus luiden de
verwijten
der deskundigen
aan de Rentenmark, welke althans den negatieven
kant van hun beschouwingen over het muntwezen
begrijpelijk maken ni.: ,,de commissie is van opvat-
ting,. dat dit doel (nl. een duurzame stabiliteit) het
best zou kunnen worden bereikt dooi’ de oprichting
onder behoorlijke zekerheid van een nieuwe circula-
tiebank, die de op het oogeublik bestaande geidsoor-
ten zou opzuigen, waardoor de Rentenbank geliquideerd
en de Reichsbank omgezet zou worden en die zich
tegen een erkende bankdekking de buitenlandsche be-
taalmiddelén zou kunnen. verschaffen, die voor’ het
weder opleven van den in een diepe depressie ver-
keerenden handel in Duitschiand noodig zijn”. Over
de details, van de liquidatie der Rentenbank wor-
in millioenen
Passiva: Rt.M.
Kapitaal ………………………………..
2.400
Reserve
…………………………………..668
Rentenbankbiljetten in cireulatie ……………..
2.076
Rentebrieven iii ci rculatie …………………..
0,2
22 October 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
939
den
dan
de
volgende
voorstellen
gedaan:
de
in
wend, waarop hieronder nader wordt ternggekomen.
Rentenmark betaalbare credieten;
die het
hedrijfs
Hetgèen dan nog overschiet gaat wedi in het aflos-
leven
–
hij voorkeur de landbouw
–
via de Reichs-
singsfonds, zoodat het maxiwum, dat deze bron kan
bank en de andere circulatiebanken heeft verkregen,
opleveren, 75 millioen Mark bedraagt. Voor hetbinnen-
vloeien geleidelijk terug, zoodat aan hen geen verdere
komen van 60 millioen is, het Rijk garant (art. 10). aandacht behoeft te worden geschonken.
Wat het
b. Het
Rijk
moet
jaarlijks
60
mi]iioen Rt.M. in
aan het Rijk verleende crediet van 1200 millioen Rt. M. gelijke, driemaandelijksche termijnen in het aflossings-
aangaat,
,,zou de nieuwe bank (of de Reichsbank)
fonds storten;
voor de eerste maal op 1 Jan. 1925.
tegenover
houders
dezer
biljetten
de
verplichting
.
c. Het
aandeel
van
het
Rijk
in de winst van de
op zich moeten nemen, deze binnen 10 jaren gelei-
Reichsbank komt ten goede aan het aflossingsfonds.
delijk
aan
in
te
lossen.
Tot dit doel zou zich de
Neemt men nu aan, dat de ontvangsten uit hypo-
Rentenbank
moeten
verplichten,
alle bedragen, die
theekschuld
slechts
00 millioen per jaar bedragen,
zij van haar schuldenaren
ontvangt, zoodra zij bin-
laat men verder de bron c, wegens haar onbepaald-
nenkomen, aan de .Reichsbank over te dragen.” Als heid buiten beschouwing, dan zal het liquidatieplan
circulatiebank
zal de Reritenbank hiermede volledig
van
de 2070 millioen Rt.M. er in het ongunstigste
geliquideerd
zijn;
de vraag
is echter open gelaten,
geval
als
volgt uitzien
:
in 1924 vloeit de halfjaar-
of daarmede het instituut geheel zal verdwijnen, dan
lijksche hypotheekrente (30 millioen) binnen, in 1925-
wel of het als
credietbank zal blijven bestaan. Aan
1927 worden de aan het bedrijfsleven verleende ere-
deze voorstellen sluit zich het Duitsche ,,Gesetz über
dieten,
in
hoofdzaak landbouwwissels,
afgelost
en
die Liquidierung des Umlaufs an Rentenbankschei-
wordt in het aflossingsfonds gestort op
nen”
van
30 Aug. 1924
(R. G. Bi. Teil II. p. 252 v.)
1
Jan.
15Miii.Rt.M. aflossing door het Rijk
met pijnlijke nauwkeurigheid aan. In artikel 5 wordt
1 Apr.
15
,,
,,
,,
bepaald,
dat de Reichsbank
–
want
van de beide
‘1 Apr.
30
haifjaarl.betalingv.d.hypotheekrent
e
voorstellen in het rapport, een nieuwe circulatiebank
.1 Juli
15 ,,
aflossing door het Rijk
op te richten of de Reichsbank als zoodanig te hand-
1
Oct..
15
,,
,,
,,
,,
haven, resp.
haar in anderen vorm voort te zetten,
,lOct.
30
,,
haifjaari.betalingv.d.hypotheekrente
is het
laatste gekozen
–
dat de
Reichsbank
het
uiterlijk
30I’ov. 290 Miii.
Rt.M, veivaiiendelandbou’,vwissels
totaal bedrag
der
uitgegeven
Rentenmarkbiljetten Dit levert gedurende 3 jaren dus 410 millioen Mark
overeenkomstig de bepalingen van deze wet uiterlijk
op. Te beginnen in 1928 daalt dit bedrag, doordat
binnen 10 jaren moet liquideeren. Over de credieten
alle landbouwvissls zijn afgeloopen, tot 120 mi] lioen
aan het bedrijfsleven, ter hoogte
van
870 millioen
,Mark. Eerst in 1934, dus in het tiende jaar na het
Rt. M., wordt in art. 11 bepaald, dat
zij ,,zoo spoe-
•in werking stellen van het plan, zal derhalve in dit
dig mogelijk, doch met
gepaste inachtneming
van
ongunstigste geval de aflossing tot stand gekomen
de economische omstandigheden van den schuldenaar,”
zijn;
aldus:
moeten worden afgewikkeld. In ieder geval moet de
1924
1925
1926
1927
1928
1929
liquidatie binnen 3 jaar beëindigd zijn; de driejarige
30
410
410
410
120
120
periode begint op den 1 December 1924. De afwik-
keling van
de
70 millioen Rt.M., die aan de parti-
1930
1931
1932
.
1933
1934
1924-34
culiere
circulatiebanken
zijn
voorgeschoten,
vindt
.
.
120
120
120
120
120
2100
plaats
,,door
de Rentenbank,
volgens
het
door de
.
Deze tijd wordt korter, naarmate de bronnen, waaruit
Reichsbank
te geven
richtsnoer en in overeeristem-
het aflossingsfonds wordt gevoed, rjkeljker vloeien
ming met den door de Reichsbank benoemden corn-
j
dan hierboven aangenomen werd. De president van
missaris.”
Ook de
afwikkeling van de 800 rnillioen
,de Reichsbank, Dr. Schacht, schijnt van meening, dat
Rt. M., aan de Reichsbank voorgeschoten,
kan
op
)de
aflossing
in
7
â
8 jaar zal zijn voltrokken. In
deze wijze plaats vinden; deReichsbank draagt dan een
ieder
geval
zullen dus tot op dat oogblik zoowel
overeenkomstig bedrag aan in Rentenmark luidende
de Rentenbankbiljetten, als ook
–
en in toenemende
wissels aan
de Rentenbank over en deze wikkelt de
.
mate
–
de biljetten der Reichsbank in het binnen-
transacties af. De Reichsbank kan echter ook zelf de
landsch verkeer circuleeren. Terloops zij opgemerkt,
credieten afwikkelen. Iets omslachtiger geschiedt het
dat dit omslachtige aflossingsplan noodzakelijk en de
aflossen
van
het
crediet van 1200 millioen Rt.
M.,
,
w’eg van een eenvoudige ruil van oude tegen nieuwe
dat het
Rijk
heeft opgenömen,
aangezien hier tege-
.
;
biljetten onbegaanbaar was, omdat volgens de nieuwe
lijkertijd een aflossingsplan moet worden vastgesteld.
bankwet schatkistpapier niet meer als dekking voor
Art 6 bepaalt, dat bij de Reichsbank
een
bijzonder
bankbiljetten wordt toegelaten: De gezamenlijke, aan
aflossingsfonds moet worden gevormd, dat moetworden
de
circulatie
onttrokken biljetten
moeten
aan
de
aangewend voor het intrekken der circuleerende Ren-
Reichsbank worden afgedragen en door deze vernie-
tenmarkbiljetten tot een bedrag
van 1200 millioen
tigd worden. Na afwikkeling dci’ particuliere credieten
Rt. M. De inkomsten van dit fonds vloeien uit de
en der Rijksschulden, uiterlijk echter 10 jaar na het
volgende diie bronnen
:
van kracht worden der wet, moet de Rentenbank de
a. De Rentenbank moet alle, haar vanaf 1 Octo-
dan eventueel nog in omloop zijnde Rentenbankbil-
ber 1924, toevloeiende renteri,
welke de tot het ver- jetten uiterlijk binnen 6 maanden ter inwisseliog in
leenen van hypotheek verplichten haar verschuldigd
wettig betaalmiddel oproepen. De Reichsbank is ver-
zijn, in het aflossingsfonds storten. Dit dient eenigs-
plicht deze ruil aan haar kassen te doen plaats vinden.
zins nader te worden uiteengezet. De oude Renten-
De wet bevat verder nog voorschriften over de aan-
baiik bezat aan hypotheken en
schuidbekentenissen
sprakelijkheid
der
Rentenbank
voor haar verplich-
3068
millioen Mark en wel 1960 ten laste van den
tingen,
voortvloeiende
uit
Rentenbankbiljettn
en
landbouw en 1108 ten laste van de overige beroeps-
Rentenbrieven, over de beperking der werkzaamheden standen
(industrie en
andere bedrijven, handel en
der Deutsche Rentenbank tot de liquidatie der Renten-
banken). Nu bepaalt art. 2, dat het kapitaal van de
markcredieten en over de noodzakelijke veranderingen
Rentenbank tot 2000 millioen wordt verlaagd, en dat
in de statuten der Rentenbank.
1)
Na afloop van den
dit bedrag uitsluitend door den landbouw wordt op-
termijn van 10 jaren treedt de Rentenbank in liqui-
gebracht.
De belasting
der
andere groepen wordt
datie. Tenslotte bepaalt het niet onbelangrijke art. 19,
opgeheven. Terzelfdertijd houden deze op, deelhebbers
dat bij een bijzondere wet zal worden geregeld: 1. de
te zijn. De rente van het kapitaal zal in het vervolg aanwending van het na de liquidatie overblijvende
5 pOt. bedragen. Uit deze bron zal dus, indien alles
vermogen;
2. het doorha]en der hypotheken na de
binnenkomt, 100 millioen per jaar vloeien. Art. 9 be-
liquidatie; 3. de vraag, of na beëindiging der liqui-
paalt nu echter, dat in zooverre dit bedrag 60 mil-
lioen
overtreft,
uit het oversôhot 25 millioen moet
i) Voor nadere bijzonderheden hieromtrent, zie Frk. Ztg.
worden afgezonderd en voor een ander doel aange-
No.
724.
940
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 October 1924
datie de bronnen, welke het aflossingsfonds voeden,
verder zullen blijven vloeien en hoe deze bedragen
zullen worden aangewend.
Reeds is in de liquidatiewet bepaald, dat de functie
van credietbank, gélijk de Rntenbank deze uitoefende,
op zekere wijze zal blijven voortbestaan. Art. 9 bepaalt
ni., dat de Reichsbank de uit de opbrengst der hypo-
theekrente af te zonderen 25 millioen Mark, waarvan
hierboven reeds gesproken werd, ter beschikking zal
stellen van een ,,met goedvinden der Rentenbank en der
Rijksregeering op te richten credietinstituut voor den’
landbouw.” De Rentenbank heeft verder het recht, met
toestemming van de Rijksregeering ook haar anderé
beschikbare middelen, voor zoover daarover niet reeds.
door de bepalingen van de liquidatiewet is beschikt,’
voor een dergelijk instituut of aanverwante doeleindeir
aan te wenden. Aan deze bepalingen knoopt een wets-
ontwerp van het Ministerie voor Voeding en Landbouw
over de oprichting van de Deutsche Renteubank-
Kreditanstalt vast, waarvan thans een
gewijzigd
ont-
werp is verschenen. Als oprichtingskapitaal dient de
door de Rentenbank gemaakte winst (zie ook de balans),
die op het tijdstip, waarop de nieuwe bank in werking
zal treden, naar schatting 150 millioen zal kunnen
bedragen. Hierbij komen jaarlijks de 25 millioen Mark
uit de opbrengst der hypotheekrente en verder even-,
tueel het aan de Rentenbank ten goede komende aan-‘
deel in de winst uit credietverleening in Rentcn-
mark door de Reichsbank (nl. 3110). De Frankfurterf
Zeitung (No. 640 van 27Augustus 1.1.) berekent, dat bij
liquidatie der Rentenhank (derhalve na 10 jaar), d
landbouwbank alleen reeds uit deze drie bronnen ov
ecn. kapitaal van 400 millioen zou beschikken. Art. 19
van de liquidatiewet laat nu de
mogelijkheid
open,
dat ook na liquidatie der Rentenbank de hypotheek.
rente verder zal moeten worden betaald en volgens de eerste redactie van het ontwerp zou deze aan de
landbouwbank ten goede komen. Volgens het gewijzigd
ontwerp zal dit echter uitgesloten of zoo goed ali
uitgesloten
zijn.
De landbouwbank zal dit kapitaal,
o
pu
de wijze
als tot dusverre door deRentenbank geschiedde,
in den vorm van een wisseicrediet met een looptijd
van 8 tot 10 maanden aan den lândbouw uitleenen.
Vervolgens zal de bank het recht hebben, tot het achtt?
voudige vanhet kapitaal bij oprichting, derhalve voor-
1200 millioen pandhrieveu uit te geven. De hiervoor
ontvangen bedragen zullen aan de bestaande instel
lingen voor het crediet op onroerende goederen vor-
den uitgeleend en door deze laatste tegen hypothecair
onderpand worden uitgezet. Van het stellen van een
zoodanig gecentraliseerd pandbrieveninstituut boven
de andere instellingen stelt men zich grootere kans
op deelneming van het buitenland aan de agrarischet
credietverleening in Duitschland voor. In het alge-
meen wil de nieuwe bank, om de woorden van het
ontwerp te gebruiken, ,,met de bestaande institutet
voor het landbouwcrediet tegen persoonlijke en zake-
ljke zekerheid niet in concurrentie treden of hen
vervangen, doch uitsluitend als bank der banken op-
•
treden. Zij zal de bestaande instellingen door het ge-
centraliseerde aantrekken en doorgeven aan credieten
ondersteunen.”
Dit wetsontwerp heeft van verschillende kanten
krachtig verzet ontmoet, zoodat op het oogenhlik de
vooruitzichten voor de aanueming van het ontwerp’
nog niet vallen te schatten. Het Pruisische Ministerie van Financiën is met een voorstel met betrekking tot den uitbouw der Preusische Zentralgenossenschafts-
kasse tot een ,,centrale credietinstelling voor den Duit-
schen landbouw” te voorschijn gekomen. De nadruk
wordt er op gelegd, dat aan een nieuw instituut geen
behoefte bestaat; men zou hetzelfde doel kunnen be-
i’eiken, wanneer men de Preussenkasse in tweëerlei
opzicht uitbouwde: behalve. Pr.uisen zouden ook de
andere Duitsche staten aan de bank moeten deelnemen
en deze laatste zou haierzijds den kring harer clientèle•
moeten uitbreiden, welke tot dusverre slechts dc
coöperatieve 1) uitsche landbouworganisaties om vatte.
Dat de coöperaties zelf, zoo b.v. hèt Reichsverband
der deutschen landwirtschaftlichen Genossenschaften
en de Raiffeisenorganisaties, het Pruisische voorstel
ondersteunen, is
begrijpelijk.
Men vreest ni. hij de
nieuwe landbouwbank een te grooten invloed van den
grooten landbouw. De vrienden van het rijksvoorstel
daarentegen
wijzen
op den invloed, door den handel
en het kleinbedrijf op de coöperaties uitgeoefend. Zij
betoogen met nadruk, dat de Preussenkasse als een-
trale coöperatieve bank haar bijzonder bestaansrecht
heeft; dat haar gebied het verzorgen van het perso-
necle crediet is, dat zij in zake de behandeling van
het crediet op onderpand van onroerende goederen,
op welks wederopleving groote
prijs
wordt gesteld,
geheel onervaren is, terwijl er ten slotte de aandacht
op wordt gevestigd, dat de landbouwbank als ,,bank
der banken”,
gelijk
tot dusverre de Rentenbank, met
onibeteekende kosten zal arbeiden. De industrie ten
slotte en de andere voornaamste deelnemers in de
Rentenbank hebben er bezwaar tegen, dat de tegoeden
en daarmede de reserve, door de Rentenbank tot
steun van het geldwezen gekweekt, thans als kapitaal
der landbôuwbank aan een enkelen stand ten goede
• zouden komen, terwijl zij toch voor een algemeen
• belang bestemd waren. Of en in hoeverre het voorstel
aan den gezamenlijken aanval dezer tegenstanders
weerstand zal kunnen bieden zal de toekomst leeren.
Tevens zal zij beslissen, of de naam en zekere func-
ties van de oude Rentenbank zullen voortleven of niet.
Dr. C.
KR1tMER.
AANTEEKENINGEN.
Indexcijfers van groothandels prijzen. –
Een scherpe
stijging
in vele groothandelsprijzen ge-
durende September heeft het indexcijfer tot het
hoogste punt gebracht, sinds eind September 1921
vermeld. Vergeleken met de voorafgaande maand
stelde het zich 103 punten hooger, zoodat het totaal-
cijfer thans 4729 bedraagt. Voor het grootste deel
– is deze stijging toe te
schrijven
aan de voedingsmid-
delen, waarvan de meeste per saldo hooger waren. De veranderingen in de andere groepen, uitgezon-
derd die in de Amerikaansche katoen en kleine
schommelingen in de deifstoffengroep, waren meestal
in een opwaartsche richting.
Hieronder volgt de gebruikclijke – aan ,,The Eco-
nomist”- ontieende – tabel.
Data
Granen
en
vleech
Andere
Doe-
dings-
en ge-
nolm.
Wee!-
stoffen
Dell-
stoffen
Dloer-
sen:
olIn,
hou
,€t.
enz.
ijfer
.
T
otoal
Alge-
meen
Index
c
Basis (gemidd.
–
1901-5) …
500 300 500
400 500
2200
100,0
EindeJuli1914
579
352
61%
4641
553
2565
116,6
Nov.1918
1289
784
1848
903
1389k 6212
282,6
Dec.1921
924
636
1106
762
934
4357 198,0
Dec.1922
861
706
1184
705
804
4264
193,8
Spt. 1923
823
782
12141
7321
745
.4297
195,3
Oct.
,,
823
777
12201
756
744
4320
196,4
Nov.,,
831
794
1394
770 749
4541
206,4
Dec.,,
853
814
1384
774
755
4580
208,2
Jan.1924
9091
844
1349
789 769
4662
211,9
Febr.
,,
899
859 1308 819
783
4668
2,12,2
Mrt.
,,
894 844
1314
805
7801 4640
210,9
Apr.
,,
904
802.
1364
788
774
4637
210,8
Mei
,,
912
73%
1354
753
774.
4527
205,8
Juni
,,
914
73%1
1347
764
764
4531
205,9
Juli
,,
954
732
1
1424
.777
773
4657.
211,7
Aug.
,,
941
7441
1384
781
774 4626
210,3
Sept.
,,
1003
774
1394
764 794
4729
1
214,9
In de eerste groep vertoonen binnenlandsche tarwe
rijst en varkensvieesch onbeteekenende dalingen, maar
de overige voedingsmiddelen bewogen zich in op-
waartsche richting, de grootste stijging laat gerst
zien, waarvan het aanbod achterbleef bij de vraag
voor vermoutingsdoeleinden. Terdere stijgingen in de
meelprijzen hebben in de afgeloopen maand plaats-
gevonden, terwij.aardappelen, ofschoon goed aange-
22 October 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
94′
boden, ook hoogere prijzen hebben opgebracht. In
de andere voedingsmiddelen vertoont zich overal een
ol)waartsche beweging, waartoe een seizoenstijging
in boter het meest heeft bijgédragen Van de weef-
stoffen daalde Amerikaansche katoen aanzienlijk en
als gevolg daarvan stelden de garen- en doekprijzen
zich ietwat lager, maar Egyptische katoen. steeg
een weinig en met uitzondering van een geringen
achteruitgang in vlas waren de overige weefstoffen
alle hooger. De Amerikaansche katoenprijzen daal-
den gestadig tot de publicatie van de officieele oogst-
raming in de derde week van September en hoewel
deze stijgingen, zoowel in New York als Liverpool,
veroorzaakte, bleek de opwaartsche beweging slechts
van tij delij ken aard en is de algemeene verwachting van
een oogst van 13 millioen balen uitgekomen
De depressie in den ijzer- en staalhandel blijkt
uit een verderen achteruitgang in den
prijs
van ruw-
ijzer en stalen rails,
terwijl
een reactie in tin ook
aan een daling van 18 punten in de deifstoffengroep
heeft bijgedragen. In de diversengroep bewogen
oliën, olieaden, talk en indigo zich in opwaartsche
richting.
De volgende tabel geeft de wijzigingen voor de
verschillende artikelen aan in vergelijking met eind
Juli, waarbij de gemiddelde prijs gedurende 1901-05
gelijk 50 is gesteld:
.Q
1
+
II+
1
1
0
5,
0:’
1
0
Tarwe (btl.1
(Eng.
Meel
Gerst
Haver
Aardapp.
Rijst
Rundvl.
Schapenvi.
Varkensvl.
Gran.
en
vi.
Thee
Koffie
Rietsuiker
I3ietsuiker
Boter
Tabak
109
916
98
140
776
100 125
79 92
91
123
127
135
1095
116
5
+14
5
–
2
+10 +26
+
5
±
66
–
2
–
4′
+
2
+
6
5
Ë
+
5
+
4
+
5
+10
5
Katoen(Am.)
-n
(Egypt.)
Garen
Laken
Wol
(Eng.)
(Austr.)
Zijde
Vlas
Hennep
jute
Weefstoffen
Ruw-Ijzer Stalen rails
Jz. staven
Kolen (st.)
,, (huisbr.)
Lood
123
1706 1426 1336
185 157
107
173
79
125
1395
5
75 96
1366
88
136
—20
+
4
–
3
.
-106
+
55
+
g
+
1
–
4
+15′
+126
+1
0
–
4′
–
46
Koper
Delfstoff.
Hout
(Baltisch)
Hout
(Amerïk.)
Leder
Petroleum
Oli8n
Oliezaden Talk
Indigo Soda
Rubber
Diversen
Totaal
52
–
6
103
6
89
60
6
108
76
6
88
77 87
855
156
+
45
I- 2
+
66
1- 36
4729
i703
And. voed.
Tin 915
–
75
en genotm.
7775
+33
Deze veranderingen brengen de procentueele stijging
van Juli 1914 van 80,4 op 84,4 pOt. De recente
schommelingen in dit cijfer en in die voor de afzon-
derlijke groepen,
blijken
uit de volgende tabel, waarin
het cijfer voor – Juli 1914
gelijk
100 is gesteld.
–
Dato
Granen
en
vieesch
Andere
Doe-
dings-
en ge-
noEm.
–
Werf-
atoffen
Dcl!-
sloffen
D r-
sen:
oliin,
hout.
rubber,
cnz.
Totaal
Juli
1914
-100
100
100 100
100
100
December
1918.,
226 222 293
186
241
236
December
1921
–
159
180
180 164
168
170
December
1922
149
200
193 152
146
166,2
September
1923 . .
142
222
197 158
134
167,6
October
,…..
142
220
198 163
134
168,4
November
,…..
144
226
226
166
135
177,0
December
,…..
148
231
225
167
136
178,6
Januari
1924
157
241
219
170
139
181,8
Februari
,…..
155
244
212
176
142
182,0
155
240 213
173
141
181,0
April
,…..
.
156
228
221
170
141
180,8
…
157
208
220
162
140 176,5
Maart
,……
Juni
….
.
158
210 219
164
139
176,6
Mei
,
……
.
164
208
231
167
140
181,6
Juli
–
,
……
169
211
225
168
140
180,4 Augustus
–
,
……
September
, ……
173
221
226
164
143 –
184,4
Op het einde van September 1923 was de stijging
van het totaal boven den stand van voor den oorlog
67,6 pOt. Granen en vleesch stonden toen op 142,
andere voedingsmiddelen op 222, weefstoffen op 197,
delfstoffen op 158 en verschillende andere artikelen op 134.- Men ziet dus, dat gedurende de afgeloopen
twaalf maanden een sianzienlijke verhooging heeft
plaats gehad, evenals met – betrekking tot de ver-
schillende groepen.
Thans laten we nog volgen een overzicht van de
iiadexcijfers in enkele der voornaamste landen.
>rS
=
,
-=
ci—
0
5)
N
0
_
3
0
cg
1913
100 100
6
100
6)
0)
t
100
100
lOO
Novemb.
1918
206
358
43$
…
…
367
392 214
Hoogste
1920
(272
591
679
–
…
325
366
297
322
Mei)
(Apr.)
(Apr.)
(jan.)
(juni)
(Juli)
(Mrt.)
Decemb.
1921
147
–
326
594
.
3.585
176
172 165
209
Decemb.
1922
156
362 580
205.417
175
163 155
183
Augustus
1923
150
413
567
306.335.800
173
162 142
191
September,
154
424 569
18.295
4
181
162
145
211
October
»
November
153
421
563
4.907.150
4
182
161
148
212
,,
December
»
152
151
443 458
571
164.960.000
4
183
160
153
210
lanuari
1924
151
495
577
571
139.740
7
136.290
7
183 183
160
161
154 156
211
211
Februari
152
544 573
140.6307
180
162 158
208
Maart
150
499
579
143.9007
181
162 155
206
Aril
148
450 579
145.640
7
180
161
154
207
Mei
147
458
571
137.500
7
178
160
153
205
Juni
145
465′
566
129.040
7
173 158
151
200
Juli
147
481
567
130.170
7
171
157
151
195
Augustus
,
150
477
–
572
–
132.490
7
170
160
151
oureau 01 LaDoar. ) rranklurter Leltung.
Sedert
1922
gebaseerd
op 48
artikelen in plaats van op
53.
4 In millioenen.
5 Sedert October
1923:
juli
1914 = 100.
6)
Midden
1914 = 100.
7)
In milliarden. Sedert januari
1924
gewijzigd aantal artikelen.
Wat het cijfer voor Nederland betreft, merkt het
Oentraal Bureau voor de Statistiek op, dat niette-
genstaande het algemeene indcxcijfer in Augustus 1924 aan dat van Juli daaraan voorafgaande gelijk
bleef, onderling een niet onbelangrijke verschuiving
plaats had en in het algemeen een
stijging
valt waar
te nemen, voornamelijk bij de groep voedingsmiddelen,
hetgeen reeds blijkt uit de stijging van het index-
cijfer der voedingsmiddelen.
T Is.
e
e i n 1? u
s 1 a is.
d.
– Een der geregeld ver-
schijnende Russische dagbladen geeft een aardig
overzicht van thee in Rusland, zoowel uit een tijd-
perk v66r den oorlog, gedurende de revolutie en zoo-
als thans de stand van zaken is.
,V66r den oorlog importeerde Rusland jaarlijks tus-schen de 140 en 145 millioen pond thee. Het verbruik
per hoofd der bevolking en per jaar bedroeg ongeveer
0,.9 pond. Rusland besteedde voor den aankoop van
deze hoeveelheden jaarlijks een – bedrag, varieerende
tusschen 45 en 60 millioen roebel. De groothandel in
thee zette jaarlijks om een bedrag van ongeveer 220
millioen roebel, terwijl de staatsinkomsten uit deze
bron (invoerrechten enz.) 80 millioen roebel – be-
‘droegen.
r
[)e Russische Spoorwegen inden als vervoerskosten
van thee jaarlijks een bedrag van 22 millioen roebel.
De kapitalen, vastgelegd in den theehandel, omvatten
‘tusschen 130 en 150 millioen roebel, en gaven een
winst van ongeveer 35 millioen roebel. Voor 90 pOt.
van zijn omvang was de theehandel in handen van zes
of zeven firma’s, die de thee verwerkten in eigen op-
slagplaatsen en in entrepôt. De geheele theehandel gaf
werk aan 26.000 arbeiders en beambten. Alle groote
firma’s beschikten over een keurige organisatie, waar-
mede zij direct den verbruiker bereikten. Zij bezaten
een vijftigtal depôts, verspreid over geheel Rusland,
vanwaar uit de verkoop plaats vond door reizigers, die tot in de meest afgelegen plaatsen doordrongen en uit-
sluitend verkochten aan winkeliers en kleine grossis-
ten, doch,
altijd
tot dezelfde prijzen. Deze organisatie
werkte goedkoop en goed.
– In het tijdvak tusschen de Februari-revolutie van
F
1917 en de communistische omwenteling in October
vais dal; jaar hebben al deze groote theefirma’s zoo-
1
veel mogelijk hunne zaken afgewikkeld. De middelen
werden naar het buitenland overgebracht, terwijl de
t voorraden uitverkocht werden, zoodat de communis-
tische regeering slechts in het bezit kwam va de
tbuiten werking gestelde fabri’ekén met nagenoeg geen
grondstof f en.
Gedurende den burgeroorlog zijn enkele dezer fabrie-
kon vernield en werd de goed werkende organisatie
942
ECONOMISCH-STA”ISTISCHE BERICHTEN
22 October 1924
uit elkaar geslagen. Tijdens de periode vaii 1.918 tot
1.922 waren er geen middelen aanwezig om een staats-
industrie van thee te vestigen en werden alle pogin-
gen in het werk gesteld om surrogaten te producee
ren, die de thee moesten vervangen hij het roode leger
en hij de nationale industrieën.
Gedurende de ri ationalisati e produceerde deze in-
dustrie in. 1919 niets, in 1920 837.000 poid en in’
1921. 816.000 pond theesurrogaat.
Sinds den aanvang van deze economische politiek
is de productie dus niet gestegen. De Staatstrust vah
l;hee kreeg ter harer beschikking de groote fabrieken
te Moskou van Goupkiile voorheen Kusnetzoff, Ka-
ravan
Tjtsosky
en Porloff en twee fabrieken te
Odessa, doch beschikte over zeer weihig grondstof,
dienende om als surrogaat verwerkt te worden en zeer
kleine hoeveelheden gewone thee. De to.th]e waarde
werd dan geschat op nog geen’ 2,5 mil]ioen roebel.
De vraag naar thee nani echter sterk toe, doch er
viel niet aan te voldoen als gevolg van de zeer kleine
voorraden, waarover de reeering beschikte. Boven-
dien werd de industrie sterk gehandicapt door de
hooge onkosten, di er op drukten. Bëhalve een, in-
voerrecht van 1. roehel werd er nog een accijns ge-
heven van 1 roehel 20 kopeken per Russisch pond.
Als
gevolg van deze zware rechten is de thee ovei-
gegaan in de handen van den smokkelhandel en van
den onwettigen particulieren handel; die thans de bin-
nenlandsche markt in Rusland veroverd hebben. Naar
schatting omvatte deze handel gedurende het eerste
jaar van de nieuwe economische politiek ongevee
90 pCt. van liet totale verbruik. Thans is de toestelid
echter veranderende, hetgeen blijkt uit de verkochte
hoeveelheden, thee sinds het begin van de nieuwe
ccon om ische politiek .
1922……………………………662.000 ii. NU.
193 Januari/Sept. … 606.000 Ii. KG.
October ………83.000
November …….240.000
December …….214.000
1923 geheel ………………………1.143.000
1924 Januari ……..318.000 ,,
,,
Februari……..302.000
Maart ……….275.000
April ………..501.000
Mei ………….720.000
,
Juni ………..1.030.000 Juli ….. …… 1.196000
Januari/Juli
…………………4.342.000
Ovei het fiscale jadr 1924/1925 hoopt men het ver-
bruik te hebben hersteld tot
01)
30 püt. van voor den
oorlog, als wan eer de staatsontvangsten uit dezs
bron dan zullen zijn gestegen tot op 50 pOt. van v66
den oorlog.
Verschillende maatregelen, waaronder begrepen de
mogelijkheid om thee in Wiadiwostock te koopen, lieb-
ben de beichikhare middelen van de trust opgevoerd
tot ongeveer 10 millioen. roebel, waardoor het arbeids”
veld sterk is toegenomen, terwijl ook de staatsinkom’
sten zooveel hooger zijn.
kl
Voor 1922/23 bedroegen de staatsinkomten uit
thee en koffie tezamen 4 millioen roebel en wordt-
over 1923/24 een grooter cijfer verwacht. Voor theè
alleen heeft men tot begin Augustus meer dan 10
millioen roebel besteed. Men is voornemens om in
1924/25 de handel 3.it te breide:n. en 24 millioen i
KO. gewone thee en 12 millioen
*y2
KG. brikettenthee
te koopen. Deze transactie zou aan den Staat een
inkomen geven van 35 millioen roebel. Het opname-vermogen van de markt wordt geschat
op 50 millioen .34 KO., dus ongeveer 30 pOt. van de
hoeveelheid van vôér den oorlog. .
Verder is de Staat voornemens om het invoerrecht
voor bladthee te verlagen van 1,80 tot 1,10 roebel, terwijl. de rechten op brikettenthee in nog sterkere
mate verlaagd zullen worden.
Rusland begint zich dus als theedrinkend land van
de wereld zeer sterk te herstellen en de voortdurend, zeer vaste stemming voor thee op de wereldmarkt is
mede daaraan te danken. – K.
ONTVANGEN:
De Vereeniging van Nederlandsche werkgevers 1899-
1
194.
Den Haag, 1924. Mouton
& Co.
Na vijl en twintig jaren” heet de bijdrage, waarmede
Ir. C. F. Stork, de huidige voörzitter der Vereeniging, dit
gedenkboek opent.. Terugblik is zij en blik in de toekomst
tevens,. beschrijvend o.m. de positie van werkgever en werk-
geversvereeniging, zooals de heer Stork die ziet, de resul.
taten, tot dusverre door de Vereniging bereikt en beslui.
tend met enkele gedachten omtrent toeliomstig optreden
en werkterrein.
ifierop volgen de herinneringen der Secretarissen, Jhr.
Mr. Smissaert en Mr. Terpstra en daarna geeft het Secre-
tariaat een zakelijk overzichj van de ontwikkeling der ver-eenigingsorganisatie en van het verrichte werk. Dit laatste
is, afgezien van de andere, er in behandelde vragen, als
bijdrage tot de geschiedenis onzer sociale verzekering zekçr
niet het minst belangrijke deel van het gedenkboek.
Statistisch Jaaroverzicht voor Nederlandsch-Indi
Vervolg van:
Jaarcijfers
voor het Koninkrijk
der Neclrlanden (lcoloniën) Jaargang 19-193.
iste stuk. Publicatie van het Statistisch Kan-
toor van het Departement van Landbouw, Nij-
verheid en Handel te Buitenzorg.
Zooals de titel aangeeft is deze publicatie een voortzet-
ting van dat deel der ,,Jaarcijfers”, waarin de ,,Koloniën”
werden behandeld. Als gevolg van een verzoek van den
Directeur van het Centraal-Bureau voor de Statistiek wordt
dit statistisch overzicht voortaan in Indië samengesteld.
Verschillende voordeelen zijn aan deze arbeidsverdeeling
verbonden. Niet het minst dat der tijdwinst. Bevat toch
de laatste in Juli 1923, in Nederland verschenen uitgave
de gegevens betreffende 1921, dit, een jaar later versche
nen eerste deel (kr Indisçbe publicatie bevat reeds zooveel
mogelijk cijfers over het afgeloopen jaar, die in volgende
jaargangen nog zullen worden vermeerderd. Zelfs ligt het in het voornemen, den verschijningsdtum van het geheele werk voortaan tot medio Mei te vervroegen.
MAANDCIJFERS.
PRODUCTIE DER STEENKOLEN-, BRUIN- KOLEN- EN ZOUTMIJNEN.
(Gegevens verstrekt door den Hoofdingenieur der mijnen.)
1. Gezamenlijke Steenkolenmijnen.
1 Aug.
1 Sept.
1 Sept.
1924
1
1924
1923
Aant.arbeidersbovengronds.
8.042
8.076
7.791
ondergronds. 21.732
21.580
20.873
Totaal …………..29.774
29.656
1
28.664
Netto .productie in tonnen
van 1000 KG. over de
Juli
1924
Aug.
1924
Äug.
1923
551.164
499.011
487.149
19.632
23.861
27.497
Aantal normale werkdagen
maand ………………
gedurende de maand bij de:
—
–
–
waarvan koleuslik ………
Staatsmijnen
25
Oranje.Nassaumijnen . ..
22
**.*
Overige mijnen
24
***
II. Gezamenlijke
B ruinkolenmijnen.
–
–
1 Aug.
1924
1
1
.Sept.
1924
1 Sept.
1923
kantal arbeiders …………
Netto-productie in tonnen. .
Aantal normale werkdagen
189 185 192
Jul11924
Aug. 1924 Aug. 1923
15.847
27
16.922
25
1.982
26
III. Zoutmijnen.
(Kon. Ned. Zoutindustrie te Boekelo.)
lAug.
1 Sept.
1 Sept.
1924
1
1924
1923
Aantalarbeiders ……….
91 91
98
Juli1924
Aug. 1924 Aug. 1923
Afgeleverd:
Geraff.
zout ……..(ton)
2.797
..
4.230
2.245
Industriezout
……(
,, )
30
11
53
Afvalzout………..
(
,,
)
100
40
92
Aantal ‘normale werkdagen
27 27
27
22 October
1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
943
OVERZICHT DER RIJKSMIDDELEN
(In Guldens).
–
S
ep
1t
Sedert
epem er
Januari
Overeen-
komstige
1924
periode 1923
Directe
belastingen.
1.471.441
15.855.482
13.623.198
Personeele belasting
2.970.837
16.713.695
13.815.288
Inkomstenbelasting
6.598.298
73.927.849
79.695.594
belasting ………
1.608.252 12.561.679 14.845.360
Vermogensbelasting
391.798
6.372.751
6.585.137
Accijnzen.
4.207.934 28.892.846 30.945.264 452.662
1.747.084
1.436.084
Grondbelasting ……..
3.789.146
35.112.512 37.138.036
Dividend- en tantidme-
156.255 1.205.127
999.524
Wijn ………………
1.280.976
6.017.784 3.653.084
Suiker
…………….
Zout ………………
852.231
7.009.384
7.636.212
Gedistilleerd ………..
Geslacht
…………..
1.316.157
12.221.511
12.372.399
Bier
………………
Belast. op speelkaarten
7.415
72.639
64.288
Tabak……………..
indirecte
belastingen.
11.448.766
2
13.752.940
12.847.374
Registratierechten..
1.224.874
18.022.462
13.602:334
3.600.089
33.442.932 35.869.531
invoerrechten
3.041.351
26.429.654 25.629.288
Gouden en’ zilver. werken
662.054 670.520
Essaailoon ………..
.67
772
819
368.3
.27
3.063.640
2.511.653
Zegelrechten ……….
Mijnen
………………
85.179
544.565
475.625
Successierechten……..
374.51.2
1.852.125 1.530.947
Statistiekrecht ………..
16.999
460.256
462.871
Belasting …………..97.135
Dotneinen
……………
Staatsloterj …………..
Jacht en visscherij
40.379 238.761
238.534
297.521 2.538.255 2.060.832
35.698.601
318.718.759 318.709.796
Loodsgelclen
………….
Totaal
…………
Rijwielbelasting
……..
.
.
640.878
5.233.008
–
36.339.479 323.951.767
318.709.796
Totaal-Generaal..
1)
Hieronder begrépen
f
266.312 wegens zegelecht van
nota’s van makelaars en commissionnairs in effcten, enz.
(Beursbelasting).
2)
Idem f2.705.Sl3.
3;
Idem
f
12847.374.
RjiFFINGE1 VOOR HET LEENINCFO.N
LDS 1914
1924
er
Sedert
1
Januari
1924
Overeen-
komstige
periode
1923
Ver1edigingsbe1ast.. la
117.530 1.878.408 1.974.247
Terdedigingsbelast.. 1h
503.660
6.471.306
7.043.507
Verdedigingsbelast, II
1.897.919
20.657.608 22.433.929
Opcent en:
295.940
3.183.267
2.733.716
Personeele belasting
550.497
3.220;987
2.678.577
Inkomstenbelasting
1.978.091
21.866.52.5
23.588.266
Vermogensbelasting
97.949
1.569.259
1.645.750
Grondbelasting ……..
530.723
–
4.145.354
4.898.969
841.587
5.778569
6.189.053
Dividend- en tantidme-
90.532
349.417 287.217
belasting …………
Suiker …………….
Gedist. (binn.- en buitl.)
378.915
3.511.251
3.713.804
Wijn ………………
Zegelrechtvan buitl. eif.
9.347
203.737 260.896
7.292.690 72.835.688
77.447.931
Totaal.. ..
BELASTiNG IN VERBAND MET DE BUITENGEWONE
OMSTANDIGHEDEN.
September
1924
Sedert
1
-1 Januari
1924
Oorlogswinstbelasting ……..136.357
973.919
SPLITSING VAN DE OPBRENGST DER GROND-, PERSO-
NEELE-, INKOMSTEN- EN VERMOGENSBELASTING
SEDERT 1 JANUARI 1924..
Dienstjaren
Grond-
belasting
1
Personeele
belasting
t Inkomsten-
belasting
Vermogens-
belasting
1919120
–
–
–
.
172
1920121
–
–
970.138
.
1.569
1921122
7.987 144.627
3.929.716
10.935
1922123
84.606
970.758
13.3.03.846
77.543
1923124
2.993.087 3.528.605
51.136.828
.
5.789.588
1924125
12.769.802
12.069.705 4.587.321
492.944
Totalen ..
15.855.482 16.713.695
73.927.849
6.372.751
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B.
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
-.
N
d 1Vrpch.
Disc. Wissels. 5
24Jan.’24
Zwits: Nat. Bk. 4
16 Juli. ’28
Bel.Binn. Eif.
5124
Jan.’24
N.Bk.v.Denem. 7
17Jan. ’24
inR.C.
6124
Jan.’24
ZweedscheRbk 51
8Nov. ’28
Javasche Bank ….
420
Oct.
‘2i
Bank v.Noorw. 7
9Nov. ’23
Bank van Engeland 4
5Juli ’23
Bk. v. Tsjecho-
Duitsche Rijksbk. 10
29Dec.’23
slowakijë. .. 6
27Mei ’24
Bank v. Frankrijk 6
17Jan.’24
N. Bk.v.O’rijk
l5l2Aug. ’24
Belgische Nat. Bnk. 6
14Feb. ’24
N. Bk. v. Hong.
1218Sept.’24
Fèd.Res.Bank N.Y. 3 8Aug.’24
Bank v. Italië.
5l11Juti
’22
Bank van Spanje… 5
23Mrt. ’23
Z.-Afr.Res.bnk 6
OPEN MARKT.
Data
Amsterdam
Londen
t.
disco
Parnto
Berlijn
Part.
Parijs
Part.
N. York
Call-
Tart.
Prolon-
disconto
1
gatle
(3
mnd.)
disconto
disc.
–
money.
18 Qct.
’24
5
434
39.(
–
–
2-23
1)
13-18 0. ’24
4′.5
4112-%
351_8,
–
–
2_3(
6-11 0. ’24
4
1
18
2
18
3
_^
4
3
1-1
–
–
2
_3
29S.-40.’24
4’/1
31
1_
4
1818
–
–
15-200. ’23
2
5
1b4(
29 3
–
–
4_%
16-210. ’22
35171
3%_4
2(_31
–
4_6
20_24J1i’14
1f8/,o
2
–
3
K
2
_
2
-34
2K
1(
2,1
‘) Noteering van
17
October.
•
WISSELKOERSEN.
t.
WISSELMARKT.
Londen opende aanvankelijk weder zeer flauw, zoodat
voôr 1
1.451
werd afgedaan. Op dezen koers bleef het eenige
dagen schommelen totdat Donderdag wat meer vraag ont
stond in verband met de inschrijvingen op de herstelleening
waardoor de koers zich tot ca. 11.49 kon herstellen. Ook Pârijs en België bleven aanvankelijk nog aangebodën en
daalden tot ca. 13.18 en 12.20. Ook voor deze wissels trad
Donderdag wat meer vraag op, zoodat ook deze koersen
zich konden herstellen tot het aanvangspeil.
Dollars en Marken, die als gewoonlijk vrijwel evenwijdig
op en neer gingen, waren in het midden der week even-
eens vaster.
Skandinavië vaster, voor Stockholm, daarentegen terug.
loopend voor Christiania en Kopenhagen met herstel aan
het einde der week. Vooral Kopenhagen was weder zeer.
flauw. Zwitserland en Spanje vrijwel onveranderd. Buenos-
Aires weder oploopend: Batavia gedurende de geheele week
onveranderd, alleen Zaterdag plotseling vaster op berichten
van diicontoverhooging van de Javasche Bank en pogingen
tot herstel van den wisselkoers;
961
biedend.
KOERSEN IN NEDERLAND.
11
Da
ta
Londen
Berlijn
2
Weenen
•)
Parijs
8)
Brussel
“)
New
York”)
1Oct.
1924
1
1.
46*
0
.601
0.0036
13.421
12
.3
2
1
2.5511
8
14
,,
1924
11.46
0.601
0.0036
13.421
12.32
2.549
15
1924
11.
4
61
0
.
60
*
0.0036
13.32*
12.26
2.55
16
1924
11.
4
8*
0
.
60*
0.00361
13.37*12.30
2.55
17.
1924
11
.
48
*
0
.
60
*
0.0
0
36*
13.371
12.
2
91
2.
55
f*
18
1924 11.49+
0.61
0.0036*
13.421
–
–
Laasted.w.’
11.
4
51
0
.60*
0.00351
13.18 12.18
2.548
Hoogste,,,,
1
11
.
49
*
0.61
0.00364
13.47+
12.40
2.36
11Oct.
1924
.
1
1.
4
7*
0
.
6
01
0.0036*
13.25
12.181
8
2.5571
t
‘
4
,,
1924
11.511
0.611
0.0036* 13.60
12.4715
2.58’/
Muntpariteit
12.10
59.26
3)
1
50.41
48.- 48.-
2.48
8)
Noteering te Amsterdam. •’) Noteering te Rotterdam
1)
Particuliere opgave.
2)
Gulden per billioen Mark.
3)
Gulden per lOO Mark.
4) Noteering van 10 October.
5)
Noteering van 3 October.
D t
a a
Stock-
holm’)
Kopen-
hagen’)
Chrls-
tlanta’)
Z
7
it_
d
1
ser
•
Spadje
2)
Batavla’)
telegrafis
ch
13Oct.
1924
67.90
44.95
36.60
48.95 34.27+
969/
4
_97
14
,,
1924
67.65
44.60
36.40 48.95
34.271
96
2
.97
15
,,
1924
67.90
44._
36.10
48.921
34.30
96
K_
97
16
,,
1924
68.25 42.90
35.90
49.07*
34.25
963% -97
17
,,
1924
68.10
44.25 36.50
49.10
34.30
96%_97
18
,,
1924
.68.10
44.20
36.45
49.17*
34
.321
6
K -97
L’ste d. w.
)
67.95
43.40 35.80
48.82+
34.15
96K
H’ste
,,
,,
1)
68:25
1
45.-
36.55
49.20
34.40
97
11Oct.
1924
68.10
45.10 36.55
49.121
34.30
96K_961
4.
,,
1924
68.70
45.15
36.70
49.321
34.25
Muntpariteit
66.67
66.87
1
66.67
48.-
48.-
100
‘)
NoteerIng te
Amsterdam.
1)
Particutiere
opgave.
NED. BANK 13 Oct. 1924. Voornaamste posten in
000.
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
Metaal-
kings
s
saldo
pere.
20
Oct.
‘24497.678
10.570
961.329 23919 310.665
51
13
’24
510.128
10.343
970.696
19.287
321.933
52
6
’24
512.670
10.453
981.243 21.699 321.979
52
29 Sept. ’24
529.090
11.290
971.711
23.706 340.712
54
22
’24
531.511
11.806
948.482
23.059
348.410
56
16
’24
531.511
11.810
967.447
32.771
342.678
54
9
’24
531.511
11.642
977.381
39.341
339.210
53
22. Oct.
’23
581.777 9.778
996.129 49.847 381.600
56
23 Oct.
’22
581.789
8.805
974.100
29.829 338.849
59
25
Juli
’14
162.114
8.228
310.437
6.198 43.5211)
54
Hiervan
Schatkist-
Belee-
Papier
ophef
Diverse
Data
bi
discont’s
L
prom essen
nin
gen
biifei-
,
n
8)
20 Oct. 1924 150.381
12.000
159.551
45.257 140.941
13
1924 153.707
15.000
163.700
36.088 132.735
6
,,
1924 156.417
15.000
172.523
38.385 127.696
29 Sept. 1924 135.868
–
194.041
40.297 98.815
22
1924 132.721
–
182.820 45.322 85.378
16
1924 173.414
46.000
157.339 47.608 96.292
9
1924 170.252
44.000
157.657
56.358 103.022
22 ,,
1923 156.203
19.000
128.522
56.437 126.963
23 Oct. 1922 211.551
65.000 107.152 79.000 26.103
25 Juli 1914 67.947
14.300
61.686 20.188
509
1) Op de basis van 21 metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.
STAND VAN ‘s RIJKS KAS._______
Vorderinpen
1 6 October
1924 120
October
1924
Data Metaal
Circu
latie
Andere
I
opeischb.
i
schulden
Discont.
D
reke-
ningen’)
6 Sept.
1924.
.
_______
1.146
1.624
860
1.046
424
30
Aug.
1924..
1.159
1.649
755
1.053
427
23
,,
1924..
1.169 1.502 643 1.062 406
16
»
1924..
1.169
1.521
639 1.075 380
9
,,
1924..
1.169
1.534
718
1.091
381
8 Sept.
1923..
1.185 1.710 1.025
1.180 673
5
Juli
1914..1
645
1.100
560
735
398
‘ bluflPOst oer activa.
944
ECONOMISCH-STAflSTISCHE BERICHTEN
22
October
1924
KOERSEN TE NEW YORK.
Data
CableLond.
£
per
/
Cable Parijs
Ij
C
r.,
8
.P.
Cable Berlijn
(in eis per
Coble
Amsterdam
billioen Mark)
(In
cl,.
P.
gld.)
18 Oct.
1924
4,4900
5,23
237/
8
39,09
Laagste d. week
4,4875
5,19
2371
8
39,09
Hoogste
,,
,,
4,4962
5,25
23
7
1
8
39,23
11
Oct.
1924
4,4925
5,19
237j
39,13
4
,,
1924
4,4612
5,27
237/
8
38,77
ttluntpariteit..
–
4,8667
19,30
23,81%
1)
40811e
1)
In ct. per
Mark.
KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN
Plaatsen en ijNoteerings-
4
Oct
1
11 Oct.
1
13118October’24
18
Oct.
Landen
eenheden
1924
1
1924
LaagsteHoogste
1924:
Alexandrië _. Piast.
p.
1
132
9716
132
971s
9791
9715139
eB
aug
k
o
k…. Sh. p. tical 1110
1110
1110
1110
1110
B. Airesl) …
cl. P.
$
45
44ii,
44iI
45%
44
1
51,0
Calcutta
.. ..
Sh. p. rup.
1/6
115
31
1
32
115
29
1
32
116
5
/.
2
1/6t1
Coustantin.
.
Piast.p.6
830
835
830
850
837%
Hongkong
.
Sh. p.
$
215
1
1
32
215l,s
2/471
2/5% 215
9
1
Lissabon’) .. d. per Mii.
lj,
11511,
12911
2
1
1
9
2
;
tadrid ….. Peset. p.
£
33.23
33.42 33.38
33.49
33.45,
1lesiCo
…….
cl. per
$
26
26 25
27
26
Milaan
_..
Lires p.
£
10171
8
102.90
102.50 103.15 102.85
Montevideo
1)
d. per
$
47
47%
46%
48%
48
‘
Montreal
….
$
per
£
4.4631
4.49i1
4.48i1
8
4.50% 4.48k
Praag
.
Kr.p.
148%
151
150
15181
4
150h
R.d.Janeiro
1)
d. per Mii.
6
611
5
116
6
5
1
32
6
1
196
3/6
1
118
Shanghai …. Sli. p. tael
3
j
5
1
315
3167/
s
3/5u18
(
Singapore…
id. p.
$
2/4
1
1
214i1
21411
214
3
1
214u1
Valparaiso
2
j. pesop.£
39.90 40.0
.39.90
40.00
39.90
Yokohama .. Sh. p. yen
7
1
9
118 1,8196
1/881
11871
8
118
9
116
Koer8en der voorafgaande dagen.
1)
Telegrafisch transfert.
2)
90 dg.
NOTEERING VAN ZILVER.
te Londen
N.
York
te Londen N.York
18Oct..
1924-
35’1
1
7111
8
200ct.
1923… 31%
6481
9
.
11
,,
1924- 351/
4
71s„
8
21 Oct.
1922..
3»i
66%
4
,
1924-
35z1
70%
20
Juli
1914- 24l81
5
1
1
18
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans
op
20 October
1924.
Activa.
.
•1
Binnenl.Wis-j’H.-bk.
f
76 975.529,23
sels, Prom.,’
B.-bk.
,,
28 244.327,83
enindisc.Ag.sch.
,,
45 160 720,51
f
iso
380.577,57
Papier
o.
h. Buiteni. in disconto
–
Idem eigen portef.
.
f
45.256.752-
–
Af :Verkochtinaar voor
debk.nognietafgel.
–
45.256.752,-
Beleeningen
H1.-bk.
f
69.539.734,42
–
mcl.
vrech.
B.-bk.
12.758.104,42
,,
in rek.-crt.
Ag.sch.
,,
77.253.490,41
2
op
onderp.
f
159.551.329,25
–
1
Op
Effecten…….
f
157.054.523,-
OpGoederenenSpec.
,,
2.496.806,25
159.551.329,25
Voorschotten a. h. Rijk
……………,,
10.992.622,03
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……
f
56.241.240,-
Muntmat., Goud
.. .,
441.437.011,01
–
f
497.678.251,01
Munt, ‘Zilver, euz..
10.569.735,13
Muntmat., Zilver
508.247.986,14
Effecten
Bei.v.h.Res.fonds
.
f
5.654.619,37
id.van
‘j
v.h. kapit.
,,
3.999.485,18
9.654.104,55
Geb.enMeub..derBank
.. -. …….,,
5.212.500,-
Diverse rekeningen
… … … -. …….. …..,,
140.940.718,95
f
1.030.236.590,49
Pa.siva.
Kapitaal
……………….
f
20.000.000,-
Reservefonds
…………….,,
5.655.237,53
Bijzondere reserve
……..
,,
8.235.000,-
Bankbiljetten in omloop…
–
,,
961.328.610,-
Bankassignatiën in omloop………..,,
1.776.846
1
77
Rek.-Cour.
J
Het Rijk
f
–
saldo’s:
k
Anderen,,
22.142.145,38
22.142.145,38
Diverse rekeningen
………..,,
11.098.750,81
f
1.030.230.590,49
Beschikbaar metaalsaldo
.
f
310.664.693,73
Op de ba8i8 van
2
12
metaaldekking
…..
113.615.173,30
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigd
is.. ..
1.553.323.468,65
Voorsch. door deNed.Bank
f
14.655.523,85
f
11.129.268,79
Schatkistbilj. in omloop’) ,,213.096.000,-
,,212.961.000,-
Schatkistprom. in omloop ,,144.230.000.-
,,141.170.000,-
Waarv. direct bij Ned. Bk.
,,
15.000.000,-
,,
12.000.000,-
Zilverbons (met inbegripv.
de bedragen bij de betaal-
,,
26.400.725,50
meesters in kas)
……..,,
26.533.703,50
Door den Postch.- en Giro-
dienst in
‘s
Rijks Schat-
kist gestort
deel
v.
h.
tegoed van den dienst
.
,,106.558.196,53 ,,106.558.196,53
i)
Waarvan
f
37.056.000
verval en
op
of na
1
April
1927.
NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
De Minister van Koloniën maakt bekend:
11
October
1924
18
October
1924
Voorschot uit
‘s
Rijks
kas aan N.-I. … …
… …
f
37.968.000,-
f
37.186.000,-
md. Schatk.prom. in
orni.
,,
96.625.000,-
.
,,
96.625.000,-
Voorsch.Jav.Bk.aanN.-I.
Tegoed van
N.-I.
bij De
,,
17.600.000,-
Javasche Bank……..,,
13.400.000.-
Muntbiljetten in
omloop.
,,
43.300.000,-
,,
43.100
000,-
Ten voordeele
v. N.-I.
ge-
boekt beleggingsgehi
v.
h.
N.-I. muntfonds….
1
5.865.000,- 5.917.000,-
Totaal
……………………….
f
165
.
228.000,
_
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste nosten in duizenden
guldens.
Saldo
bij Nederi. Bank..
–
–
Saldo bij betaalmeesteis.
.
f
4.981.315,02
f
7.932.707,61
Voorschotop uit. Sept.1924
aan de gemeenten
op
voor haar door Rijk te
heffen gem. ink.bel. en
opcentenopRijksink.bel.
.,
83.066.457,24
,,
83.066.457,24
Voorsch. aan de koloniën
,,
47.116.496,04
,,
48.036.853,96
Voorsch. a. h. buitenland
,,214.742.531,15 ,,215.478.333,23
.Ijitbetal. aan rek.houders
v.
d. postch.- en girod.
,,124.222.891,21
,,124.296.393,92
Daggeldleeningen
tegen onderp.
v.
schatk.papier
22 October 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
945
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der 1aatte weken zijn telegrafisch ontvangen
Data
Goud
Zilver
Circulatie opeischb. metaal-
schulden saldo
18Oct. 1924
215.750
276.000 123.000 135.950
11
1924
216.000
275.500 119.000 137.100
4
1924
216.000
269.500 121.500 137.800
20
Spt.
1924 157.846
62.018 265.580 114.313 144.479
13
1924 156.982
62.440 267.694 109.333 144.581
6
1924 156.457
63.506 267.624 103.038 146.465
30Aug.1924 140.322
63.829 262.628
99.982 143.453
20 Oct. 1923 161.228
61.303 263.133 139.934 142.527
21 Oct. 1922 150.110
55.184 267.718 113.182 129.815
25Juli1914 22.057
31.907
110.172
12.634
4.842
2
Wissels,
Voor-
.
Dek-
Dis-
buiten
Belee- schotten
iverse kings-
0
a
conto’s N.-lnd. ningen a/h. Gou- re e’) percen-
___________
betaalb.
vernem,
g
tage
18Oct. 1924
177.580
17.6003
***
54
11
1924
170.460
13.4003
‘
55
4
1924
166.000
10.1003
**
55
20 Spt. 1924 37.923
2’08l
80.032 14.5908 29.258
58
13
,,
1924 37.023 22.773
1
78.507
1.601
28.008
58
6
,,
1924 36.917 23.435 74.639
549 25.180
59
30Aug.1924 37.010 23.516 70.609 2.397 23.795
56
20Oct.1923 37.931 27.989 99.191
7.7345
38.937
55
21 Oct. 1922 37.193 28.164 106.67544.694
2
28.698
54
25juli1914 7.259 6.395. 47.934 6.446
1
2.228
44
1)
Sluitpost activa.
3)
Basis
216
metaaldekking.
8)
Creditsaldo.
BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency
.
Notes,
in duizenden nonden ster1in.
Data
Metaal
Circulatie
Currency Notes
Bedrag
Goudd.
00v. Sec.
14 Oct.
1924
128.484 123.450
287.090 27.000
242.860
8
1924 128.481
124.484 288.601 27.000
244.322
1
,,
1924
128.426
122.289
287.499
27.000 243.578
24 Sept. 1924
128.425
123.909
285.592 27.000
241.185
17
,,
1924
128.427
124.099
287.452
27.000 243.141
10
,,
1924
128.424 124.739
288.761
27.000
244.517
17 Oct.
1923
127.671
123.363
282.145
27.000
237.643
22 Juli
1914
1
40.164
29.317
–
–
–
o
ata
Gov.
Sec.
Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Depos.
,,,
eserve
Dek-
g
14 Oct. ’24
42.233
78.571 12.056
115.878
24.784
19,37
8
,,
’24
44.733 73.912
10.867
113.882 23.747
19,03
1
,,
’24
39.733
80.741
17.384 110.696
25.887
20,21
24Sept.’24
41,698
76.607
13.537
110.764
24.266
19,52
17
,,
’24
41.988 74.273
10.380
111.697
24.078
19,72
10
,,
4
40.758
76.320
10.842
111.396
23.442
19,17
17 Oct. ’23
41.609
71.731
15.792
103.959
24.058 20,09
22 Juli ’14
11.005
33.633
13.735
42.185 29.297
52s
1
8
)V.IU JUUIfl5 t uaa,.,,ç,, ICCL VC CII LJCpIjaIIS.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in duizenden francs.
Waarvan Tegoed
Buit. gew.
Data
Goud
~
buitenland
in het
Zilver
in het
voorsch.
buitenlandi
ajd. Staat
16Oct.’24
5.544.289
1.864.321
302.097
570.912
22.800.000
9
,,
’24
5.544.234
1.864.321
301.716
572.773
22.900.000
2
,,
1
24
5.544.154
1.864.321
301.524
568.175
23.100.000
25Sept.’24
5.544.064
1.864.321
301.284
568.057
23.000.000
18
.,
’24
5.544.022
1.864.321
301.099 567.897
23.000.000
18 Oct. ’23
5.538.629
1.864.321
295.223 577.272
23.500.000
23Juli
1
14
4.104.390
–
639.620
–
Uitge-
e ee-
8 1
Rekg. Courant
Wissels
stelde
Wissels
ningen
Circuae
lti
p ar
1- Staat
culieren
‘
4.871.754
8.988
2.784.050 40.569.979
1.772.954
12.666
w
4.996.962
8.994
2.842.987
40.648.504
1.876.550
15.476
W
4.882.443
9.026
2.716.445 40.533.936
1.959.436
12.969
3.985.307
9.026
2.759.116 40.338.741
1.727.182
14.623
3.887.747
9.028
2.779.820 40.244.484
1.746.085
14.203
3.031.201
17.941
2.202.619 38.086.964
1.967.317 21.751
1.541.980
–
769.400
5.911.9101
942.570 400.590
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Goudmark
/millioenen Rentenmarkftrillioenen Papiermark
Data
Metaal Daarv.
Goud’
~
circ.1b11
Waarv.
1
b. btl.
1
Wissels
Totaal
Handels-
Schatkist
nll
wissels
5)1
papier
7 Oct.
’24
615 595
153
2.176 2.176
–
30 Sept.’24
600 578
136
2.170
2.170
–
92
,,
’24
588 560
119
1.963
1.963
–
15
’24
572
544
102
1.925
1.925
–
6
,,
’24
549 528
89
1.898
1.898
–
30 Aug. ’24
530
516
77
1.861
1.8111
–
6 Oct.
’23
0,018
444
11
76.833
2
6.6022
70.2312
23 Juli
’14
1.691
1.357
–
751
751
—
Renten-
Rekg. Courant
Opge-
Belee-
bank-
Diverse
Circu-
nomen
ningen
4
)
scheine
activa
latie
Partic2Y
Rijken
bi] de
Ren ten.
in kas
Staat6)
bank
55
15
246
864
1.519
371
322
800
54
222
842
1.521
363
308
800
w
22
397
864
1.252
434
461
800
22
338
888
1.306
310
439
800
,
44
275
938
1.376
359
297
800
P
60
237
921
1.392
298
264
800
292
2
–
5.235
2
46.933
2
17.54829.5952
–
–
–
–
1,891
914
–
1)
Onbelast.
2)
In billioenen
3)
Waart’.
in Rentenmark:
30 Aug. 1.052
6 Sept. 1.081; 15 Sept.
1.083;
22 Sept.
1.110;
30 Sept. 1.234;
7
Oct. 1.279.
4
1 Ideni zelfde data: 45: 33; 13; 12; 40j; 9
5)
Idem: 145; 161; 153; 199; 192; 187.6) Idem: 108; 126; 217; 239;
117; 171.
BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.
Voornaamste posten in duizenden
france.
D a a
Metaal
mcl. bulten!,
saldi
Beleen.
van te-
goed in
I buitl.
Beleen.
van
prom. d.
provinc.
Binn.
wissels
en
beleen.
Voor-
schot
aan den
Staat
Circa-
latie
16 Oct. ’24
357.592
84.653
480.000 1654.289 5.250.000 7.617.350
9
,,
24
356.134
84.653
480.000
1641.814
5.250.000 7.623.602
2
’24
355.307
84.653 480.000 1711.309
5.250.000 7.627.895
258ept.’24
354.575 84.653
480.000
1707.404
5.250.000
7.526.085
18
’24
354.233 84.653
480.000
1673.662
5.250.000
7.526.374
11
’24
354.260
84.653
480.000
1742.134
5.250.000
7.614.518
18 Oct.
1
23
349.965 84.653
480.000
1303.319
5.300.000 7.128.877
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD
–
AMERIKA.
FEDF.RAL RESERVE BANKS. Voornaamste posten in duizenden dollars.
Goudvoorraad
1
F. R.
Data
Zilver
1
etc.
1
Notes In
circu
Totaal
Dekkin’
7ï’
bedrag
F. R. Notes
buiten!.
1
latie
1
Oct.
’24
3.045.239
2.062.076
–
85.786 1.744.974
24 Sept. ’24
3.069.163 2.066.092
–
86.852 1.729.859
17
’24
3.081.493
2.075.270
–
83.919 1.734
666
10
’24
3.084.919
2.072.502
–
86.920 1.750.670
3
’24
3.081.015
2.049.123
–
78.748 1.760.757
3
Oct.
’23 3.115.830 2.114.771
–
72.160 2.272.308
iT
Algem.
Data
Wissels
Totaal
L
Gestort
Dek-
Dek-
Deposito’s
Kapitaal
kings-
kings-
perc.’)
perc.
2
)
1
Oct.
’24
.
405.017
2.214.002
111.964
76,9 79,1
24 Sept. ’24
351.764 2.195.882
111.976
78,2
80,4
17
,,
’24
357.179 2.297.177
112.032 76,4
78,5
10
,,
’24
355.721
2.200.368
111.989
78,0
80,3
3
,,
’24
371.532
2.169.223
112.003
78,3
80,4
3
Oct. ’23
1.054.563 1.936.237
109.669
74,4
‘
75,8
‘
vernouuing totalen gouavoorraacl tegenover Opelscllbare schulden
F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Data
Aantal
banken
Totaal
1
uitgezette
1
gelden en
Reserve
bij de
F. R. banks
beleggingen
depos
Totaal
ito’s
W aarvan
time
deposits
24 Sept.’24l
747
118.007.555
1.612.066
17.527.0891
4.664.210
17
,,
‘241
747
117.871.600
1.750.240
17.643.7411
4.622.281
10
,,
‘241
747
117.620.145
1.625.634
17.250.041f
4.576.615
3
,,
‘
24
1
747
117.570.963
1.604.373
17.129.6231
4.565.437
27Aug. ‘241
747
117.514.790
1.591.641
17.096.2461
4.555.078
26 Sept.’23
770
16.421.866
1.365.732
15.149.1651
4.019.613
ieuer
wartaai
vorui ecu uverzicn
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen
baakstaten.
946
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 October 1924
EFFECTENSEURZEN.
Een overzicit’van de gebeur’tenisen aan de buitenland-
srhe fondsenmarkten gedurende de achter ons liggende be-richtsperiode brengt wel allereerst de spanning naar voren,
veroorzaakt door de uitgifte van de Duitsche leening ten
bedrage van
800
millioen Mark. Op het oogenbilk, waarop
deze regelen worden geschreven, behoort de emissie in de
meeste landen reeds tot het verleden en heeft zij vrijwel.L
overal een éclatant succes kunnen behalen. Wellicht eei
grooter succes, dan men toch al reeds in de tot oordeelen
bevoegde kringen had durven voorspellen. Afgewacht dient
natuurlijk te worden, welk deel der leening nu ook als goed
geclasseerd kan worden beschouwd en welk deel uitsluitend
is opgenomen om het aanvankelijk resultaat grooter te d6en
schijnen of met de aangevraagde stukken door spoedigen
verkoop winst te behalen. In de eerstkomende weken zö.l –
hieromtrent een oordeel zijn te vellen, vooral in verband
met het feit, dat, ondanks de blokkade, welke is toegepast,
toch wel een internationale handel in de stukken der diverse
landen zal ontstaan. Doch. voor het oogenblik heeft het
welslagen van de eerste finaocieele transactie, welke als
gevolg van het plan-Dawes is uitgevoerd, een zeer gunsti-gen indruk gemaakt.
De beangrjkheid van cle uitgifte der Duitsche leenid
heel t vele andere factoren op den achtergrond gedrongen.
Vooral werden bespiegelingen gehouden omtrent het verlo4
der wisselkoersen in de naaste toekomst. Het feit echter,
dat slechts een deel van de opbrengst onmiddellijk natir
Duitschiand overgemaakt zal moeten worden, tezamen mt
de omstandigheid, dat de storting
01)
de Engelsche tranch
volgens de gewoonte daar te lande in termijnen zal worden
volgestort, heeft de gemoederen spoedig gerust gesteld. T9t
op dit oogenblik zijn dan ook geen opmerkelijke fluctuatiès in de wisselkoersen geconstateerd, althans geen zoodanige,
welke in rechtstreeksch verband met de Duitsche emisie
gebracht zouden kunnen worden.
De spanning echter, welke èn omtrent het succes der
leening èn in verband met mogelijke variaties op de wissel
t
markt hebben bestaan, is wel van zulk een omvang ge-
weest, dat de handel aan de verschillende beurzen hierdor
een gevoelige vermindering heeft ondergaan. Vooral aan de beurs te B er 1 ij n is dit merkbaar geweest. Hier ter plaatse,
is bovendien de onrust, voortkomende uit de bionenlahc-
sche politieke omstandigheden, nog bijgekomen. In het bij
zonder heeft de aandeelenmarkt den terugslag ondervondeo.
Als tenslotte het gemiddelde niveau nog iets boven dat van
de vorige week is uitgekomen (blijkens het index-cijfer van
de Frkf. Ztg. bereikte het gemiddelde peil van de aandeelen.
markt
05,4
tegen
63,5
in (Ie vorige week) dan moet dit’
uitsluitend worden toegescbreven aan enkele soorten, welk’ia
door een krachtige koersverheffing een uitzondering hebben
gevormd en op deze wijze het gemiddelde cijfer hebben bç
invloed. Voor binnenlandsche staats-obligaties waren op
sommige dagen groote fluctuaties op te merken in verband
met het feit, dat nog steeds valorisatie.voorstellen bij defl’
Rijksdag worden ingediend, waardoor de speculatie wordt,,
gestimuleerd. . _
t.00.
Te Londen is de markt eveneens zeer kalm geweest.;
hier waren het ook overwegingen van politieken aard, welke
een remmenden invloed hebben uitgeoefend. Hoewel de ver-
kiezingen
01)
een Vrij kalme wijze wôrden gevoerd en men
in de City zelfs geen groote vrees koestert voor een evefii
,
tueele overwinning van de arbeiders-partij —waarvan men
de kansen bovendien niet hoog scheen aan te slaan – blijft
er toch een element van onekerheid bij elke verkiezing.
bestaan. Noch beleggers, noch de kringen der speculati
hebben zich dan ook aangetrokken gevoeld tot het enta
meeren van groote affaires. Hierbij kwam, dat men een
mogelijke verhooging van den disconto-voet van de Bank
van Engeland bij beschouwingen omtrent de toekomst in
aanmerking heeft genomen. Op het oo’genblik worden dooi’ de. banken credieten verstrekt tegen ongeveer 5 pCt., welke
rente-vergoeding eveneens, doch met geringer risico, ge: maakt zou kunnen worden bij belegging in war.loan obli. gaties. Bovendien is de vraag naar geld in de open markt”
zeer groot geweest, zoo groot zelfs, dat particulier disconto’
is gestegen boven het niveau, waarop het heeft gesaan’
toet het bankdisconto nog 5 pCt. bedroeg. Bij dezé’
overwegingen is de onrust gekomen, gewekt door de voor
vallen in Irak – hoewel hier voor het oogenblik een oplos-,
sing schijnt te zijn gevonden – terwijl ten slotte de cijfers
van len buitenlandschen handel over de maand Septembei’
geen al te bevredigenden indruk hebben gemaakt. Deze facJ
toren tezamen zijn voldoende gebleken, om een zekere terug’
houding in het leven te roepen, waarbij de ondergrond dei markt toch niet ongeanimeerd is geweest.
JL
Te Parijs waren ‘het meei de firancieele problemen,
welke, naast de algemeene en reeds genoemde omstandig
–
heden, een druk op de markt hebben gelegd. De begrooting
bevindt zich thans in onderzoek en de regeering poogt zich
aan de eeomahl voorgestelde cijfers te houden. In finan-
cieele kringen is men echter te dezen aanzien vrij sceptisch
gestemd. Vooral de kwestie der ambtenaars-salarissen heeft
zorg gebaai
–
d, omdat men veronderstelt., dat de verhooging der salarissen niet zal kunnen opwegen tegen de besparing,
te verkrijgen door de inkrimping van het corps staats-
dienaren. Mocht deze vrees worden bewaarheid, dn zal
het bestaan van een tekort niet langer kunnen worden ontkend,
waarbij dan nog de di
–
uk komt, welke op de staats-uitgaven’
zal i’orden gelegd door de noodzakelijkheid nieuwe leeningen
op tenemen. Gedurende de berichtsperiode isvan twee leenings-
transacties sprake geweest: één binnenlandsche, waaromtrent
men een rente-vergoeding van
5
pCt. bij een aflossingskoers
van 150 pCt. (emissie
a
100 pCt.) noemde en één buiten-
landsche, vermoedelijk in de Vereenigde Staten.te plaatsen,
waarvan de modaliteiten nog niet zijn aangegeven, doch
waarbij men de voorwaarden toch reeds als niet zeer voor-
deelig i’eronderstelt. Hierbij kwam op sommige dagen de
stijging van de buitenlandsche wisselkoersen, waardoor de
markt nog sterker is ingekrompen.
Te New York was het mede een aangelegenheid van
binnenlandsche politiek, welke een rol van beteekenis heeft
gespeeld. De presidentsverkiezingen naderen thans snel en
dit tijdstip is voor groote transacties in de Unie van oudsher
zeer ongeschikt gebleken. Bovendien is de vraag van buiten-
landsche zijde naar Amerikaanscbe fondsen sterk afgenomen,
nu de Dollar ten opzichte van verschillende betaalmiddelen
(Zweden, Zwitserland, Nederland) 6f reeds t.t de goudpariteit
is teruggekeerd Of slechts in geringe mate nog hierboven
noteert, in het laatste geval met een neiging tot reactie.
Op zichzelve echter, afgezien van het inconvenient, dat de
fondsenniarkt tijdelijk van dezen gang van zaken kan onder
vinden, beschouwt men dit als een gunstige omstandigheid,
omdat de Unie thans weder kans heeft ten opzichte van
Europa, – een cliënt toch van de grootste beteekenis –
weder in nornialer omstandigheden te komen. Hiertoe.zal
ook het op groote schaal verstrekken van crediet, voor-namelijk aan Centraal-Europa, kunnen bijdragen. In dit
verband verdient het de aandacht, dat door een aantal
vooraanstaande financieele lichamen in Amerika de Anierican
and’ Continental Corporation is opgericht, welke maat-
scbappij zich ten doel stelt, in samenwerking met Duitsche bankiersflrma’s, het verstrekken van crediet in Duitschiand
ter hand te nemen.
Te
Ii
on z e ii t heeft cle
bcleçjgingsnverkt
een opgewekt
verloop gehad, ondanks de stroevere ge]clmarkt en het hoo-
ger rente-niveau voor kort geld. Ook hebben inheemscho
beleggingsfondsen geen nadeel ondervonden van cle emissie
der Diiïtsehe leening, aan onze beurs. Wel is het succes
• overweldigend geweest, doch naar het schijnt, moet hier
veel van cle zeer groote inschrijvingen op rekening wor-
den gesteld valt majoreering der inschrijvingen, zoodat
voor werkelijk bona-fide belegging slechts een veel gerin-
ger. bedrag beschikbaar is geweest.
13
Oct.
17
Oct.
20
Oct.
R,lgOf
6
0
/0
Nederland
1922 …..
1.00
10051
l00V10
+
l/r,
5
oj
o
,,
1918 …..
9
O’
90 90
–
t/ia
434 u/
1916 …..
9].
91
9134
+
34
4
01
1916 …..
82
82o1 82o1
+
lig
39,10
,,
758
r
,
75
75
»
—%
3
ol
o
,,
6634
67
677116
+
ii/jr,
234 o/
Cert. N. W.
S ……..
53J
5334
53
—34
7
0/
Oost-Indië
1921 …..
101i5j
10171
6
101151
1
6
0
10
»
1919 …..
98/
9834
9851
—
34
5
01
,,
1915 …..
9334
93V,
93%
+
34
5
0
/0
Rusland
1906 …….
4%
.
4%
4%
–
34
–
4
i/,,
Rusl. bij Hope
&
Co:
551
–
5%
– 118
S
0/
Japan
1899 ………
5834
59
1
1s
5934
+
34
,,
0/
Brazilië
1895 …….
50
5034
,
5034
+
34
5
o,
0
San Paulô
1921
.
9211
j6
9234
92718
±
‘
°
/i
6
i/
Amsterdam
120 …
101
.
–
1001
18
–
7/
7
ol
g
Rotterdam
1920 …
103
102%
10311
+’/8
De aandoelcnonarkt was over het algemeen niet zeer ge-
aninieerd. Zelfs zijn hier en daar belangrijke nadeelige ver-
schillen voorgekomen. O.a. viel dit op te mco’ken voor aal,-
deden Rotterdamsche Bankvereenigiug, welke, nadat het
steunsyndicaat zijn werkzaamheden ter beurze stop hall
gezet, geleidelijk van
84
pCt. tot circa
67
pCt. zijn gedaald.
Wel viel voor cle overige
ban/caandeelen
eveneens een zekere
lusteloosheid op te merken, doch verhoudingsgeVijs is de
daling voor aandeelen Robaver verreweg het sterkst geweest.
22 October 1924
ECONOMISCH-STATISTfSCHE BERICHTEN
947
Voorts waren van
bin.npnlanclsche industrieele soorten
aandeelen Philips Gloeilampenfabrieken sterk aangeboden.
Het uitblijven van eenigerlei bevestiging omtrent een
,,bonus”-uitkeering op cle aandee]en of ccii internationale
aaneensluiting tussehen de desbetreffende fabrieken (waar-op (le rijzing voor een goed deel gebaseerd is geweest) ver-
oorzaakte aandrang tot realisatie, welke in een kleine
markt een Vrij bçiangrijk koersverlies veroorzaakte. De overige industrieele soorten waren integendeel goed ge-
vr;i.agd, vooral aandeelen in kunstzijdefahrieken, Neder-
landsche Wol Mij. enz.
Van
handelsondernemin pen
hebben aandeelen Compania
een gevoelig verlies geleden in verband met de uitlatingen
der directie op de jongste jaarvergadering, waaruit is ge-
bleken, dat cle maatschappij een drastische reorganisatie
zal hebben mede te maken.
De
suikernrai-lct is
zoo goed als verlaten gebleven, zoo-
dat ook de koerssehommelingen van geen heteekenis zijn
geweest. Hetzelfde viel voor
ruS/Ier-
en
theeaandeelen op
te merken, ondanks het feit, (lat de rubberprijs te Londen
voortdurend neiging tot verbetering blijft vertoonen. Waar
echter vele rubberonderuemingen hun toekomstige oogsten
reeds geheel of ten dccle van de hand hehbe!i gezet, neemt
mcii ter heurze aan, dat zij slechts in betrekkelijk geringe
mate van verdere prijsverbeteringen van het product de
vruchten kunnen plukken.
‘I’ebaIacaandeelen
waren over het algemeen lichtelijk aan-
geboden, zonder ruimen handel.
Op de
petroleummarkt
konden aandeeleni Koninklijke Petroleum een goede verbetering ondergaan, nadat de drin-
gende verkooporders, welke nu reeds gedurende eenige we-
ken de markt hebben gedrukt, waren uitgevoerd.
Een sensationeele koersstijging hebben, van de
mijn-
afdeeling,
aan deden Redj ang Lebong te aanschouwen ge-
geven, in verband met het feit, dat bij deze mijn een niveau
is aangeboord, dat door een hoog ertsgehalte een mooie
belofte voor de toekomst schijnt te geven.
13 Oct 17 Oct 20 Oct Rijzing of
daling
Amsterdamsche Bank ….. 132
128
126% – 5i/
Incasso Bank …………100
100k
100
Koloniale Bank ……….
176
7
/8
176
176i
—%
Ned.Handel-Mij.cert.v.aand. 12871
8
1263i
–
— 1
71
6
Rotterd. Bankvereeniging.. 75
73%
6651
8
—.831
6
Van Berkel’s Patent ……787/
8
74%
79
+ /
8
Gouda Kaarsen ………..15
13%
14% __%
Holl.Draad.enKabelfabriek 51
51
50%
A.Jurgens’Ver.Fabr.g.aand. 73%
71%
7 1y
4
2%
pr. aand. 70% 6% 71% + %
Leerdam Glasfabrieken …. 31
33%
34% + 33
Philips’ Gloeilampenfabriek 379% 370
35581 – 234
Vereenigde Blikfabrieken.. 93%
95% –
+ 2
Vereen.ChemischeFabrieken 44I.
–
44%
CompaniaMercantilArgent. 2491,
1971
8
183,
–
Cultuur-Mij. d. Vorstenland. 164 165 165% + 1
Handeisverg. Amsterdam .. 4383/
4
436% 437% –
Handelsverg. Reiss & Co…. 34 33% – –
Int. Crediet- en Handelsverg.
Rotterdam ………….192% 191
–
—1
1
4
Linde Teves & Stokvis …. 93%
90%
91
—2% Redjang Lebong Mijnb.-Mij. 260
343% 335k ± 75%
Gecons. Roll. Petroleum-Mij. 153% 153
153714 +
Kon. Petroleum-Mij ……312
31681
8
323% + 1114
Phoenix Oil …………..93%
92
93%
Amsterdam-Rubber-Mij …. 1601
157% 15771 —.2%
Kndeng Lemboe ………181%
179
18111
8
lil,
Oost-Java.Rubber.Mij …… 247
242
244
—3
Deli-Batavia Tabak Mij. … 329
5
18 32618 324
– 5,18
1)eli.Maatschappij ……… 3647/
8
363% 361
–
Senembab-Maatschappij … 344h 343
341
– 3%
.l)e schcepvaartmarkt
vas, in overeenstemming met de
beurs, iii het algemeen Itisteloos en zonder zaken.
13 Oct. 17Oct. 20 Ot
.
Rijzing of
daling
Holland-Amerika-Lijn …..88%
86
85% – 3
,,
,,
,,gem.eig 71%
70
70
– 1
iollandsche Stoomboot-Mij. 277/
6
2481
26
–
Java-China-Japan-Lijn …. 107
10814 107
Kon. Hollandsche Lloyd …
…
Kon. Ned. Stoomb.-Mij
+ 1%
Konink.Paketvaart-l1ij.
– 1%
Maatschappij Zeevaart
– 1%
Heden. Scheepvaart-Unie
– 1
51
8
Nievelt Goudriaan ……..
Rotterdamsche Lloyd
+ 1
Stoomv.-Mij. ,,Nederland”
_. 2
,,Noordzee” ..
1%
6i
8
6
82
80%
83%
138
1368/
4
136nj
92
89
901/,
129
2
/s
127%
127%
128%
129
129%
156%
154
154% 33%
30%
32
De
.Amerikaanschc markt
was als gewoonlijk zeer stil.
13 Oct. 17 Öct. 20 Oct. Rijzing
of
–
aaling
Amenic. Smelting & Refining 75
7634
77% . + 2%
Anaconda Copper ………74i8/,
6
74%
75%
+ 5/
Studebaker Corp ………. 100
1
/
8
10171
8
102% + 251
tJn. States Steel Corp…..109is, 108
109
9
,
4 –
Atehison Topeka ………. 107
5
/
8
106% 107718 + 34
Ene …………………27%
27
28%
+ 1
Southorn Pacific………. 95,18
–
–
Union Pacific …………. 141Is/, 141
141%
—
11,
6
Int. Merc. Marine orig. gew. 1011
10
9,51,6
10% + /16
pref. 39%
38
39718 +
5
18
,
De geidmarkt is
opnieuw iets stroever geworden:; pro-
longatie noteerde tegen het einde der herichtsperiode
47/
s
pOt.
t
GOEDERENHANDEL
1
GRANEN
21 October 1924.
T a r ive. Konden wij aan het eind van ons vorig over-
zicht van een belangrijk herstel gewagen na de, flauwe
stemming, waarin de markt was gekomen, na de bijna (iii-
afgebroken reeks van vaste markten, reeds spoedig bleek,
dat de markt nog in geeii goed vel stak. Aanvankelijk
waren het vooral Chicago en Winnipeg, die weer vaste
koêrsen seinden, en in de Engelsche markt, zoowel als in
sommige landen van het Continent betaalde men weer hoo-gere prijzen, vooral voor Canadeesche tarwe, aangezien die
nog steeds iiiet overvloedig werd aangeboden. Toch bleek
meer en meer, dat de verschepingen der laatste weken te
groot geoveest zijn, om in dezen tijd door Europa te wor-
den opgenomen. Men heef t zoo van de daken gescloreeuwd,
dat er een tekort aan hroodgraan in de wereld is, dat niet
alleen de fabrikai:iten en tarwehandelareu voldoende voor-ralen gekocht hebben, maar ook zeer veel speculanten heb-
bh meegekocht. Dit verschijnsel heeft zich wel het meest
in 1)initschland voorgêdaan, doch ook in Frankrijk en
eeniigszïns in Engeland vond hetzelfde plaats. Het gevolg
is’geweest, dat in de meeste landen de prijzen onder de
iport pariteit staan en waarschijnlijk uit het daaruit vol-
gende gebrek aan vraag voor export is een daling, zoowel
iii’ Chicago als in Wiunipcg, gevolgd. De tarwc-positie is
winig veranderd, kiaar duidelijk is, dat indien Europa op
gi
?
oo
t
er
schaal dan andere jaren moet importeeren, de
meerdere behoefte niet in een paar maanden kan worden
o1enomeo. Dit is niet alleen bezwaarlijk uit financieel
odgpunt, doch ook ivegens de beperktheid van de ruimte
vdor opslag. Zoo zijn in de Rotterdamsche haven alle op-
sligruiniten gevuld en lichters zijn slechts tot zeer hooge
lijgelden te krijgen. In de Engelsche havens, vooral in Lon-
din heeft men vrijwel altijd met deze moeilijkheden te kampen.
Waarscliijnlijk zullen de groote verschepingen nog wel
eenigen tijd voortduren, al n’aren ze in de afgeloopen week
kleiner dan een week’ te voren en feitelijk niet grooter dan
dè importbehoefte gemiddeld pci week geschat ‘wordt. In
Néderland ivaren het in het begin van de vorige week vooral
de’Imeelfabrikanten die het sterke Duitsclne aanbod tot lage
prijzen op namen, maar zooals gezegd, bleef ook daarna
liet aanbod tot prijzen ver beneden Amerikaanscite export-
pariteit ieer groot.
–
:tn Argentinië heeft de regeeriiig de cijfers van de be-
buuovde oppervlakte gepubliceerd, doch niet de geraamde
opbrengsten. De oppervlakte is nog aanzienlijk grooter clan ccii jaar geleden.
INiettegenstaande de slechte berichten duidt een voor-
loopige schatting van de Fransche tarweoogst hoogere
cijfers aan dan een jaar geleden. Of hierbij politiek in het
spel is, is moeilijk te zeggen. Waavschijnlijk wordt te wei-
nig rekening gehouden met het gedeelte van den oogst,
dat niet voor brood geschikt is. Rome schat den Italiaan-
selien taroveoogst op 21.467.000 qrs. tegen 28.147.000 ver-
ledeti jaar. De tarweverschepiugen naar Italië zijn nog niet
bizonder groot geweest, zoodat later ovaarschijnlijk nog o
zeer ruime schaal zal bijgekocht moeteni worden.
Ook van r o gge is te veel afgeladen en het herstel,
waarvan wij verleden week spraken, hield niet stand. Wel namen de verschepingen deze iveek af, maar ze zijn 1.iog
zeer ruim en nog zeer veel partijen zitten in verkeerde
handen. Nieuwe zaken met Noord-Amerika komen bijna
niet tot stand.
M a ï s was aail minder schoinmeliogeii onderhevig. In
Londen ging men voort voor late afladiog hooge prijzen te
betalen, doch de omzet oo’erd de laatste dagen iets minder.
Toch hield de markt zich goed, doordat Argentijnsche af la-
ders niet dringend aan cle markt waren. Bovendien waren
de Argentijnsche verschepingen aanmerkelijk minder. Van
andere landen is het aanbod nog zeer klein.
Een flatnve stemming werd evenivel teoveeg gebracht door
109%
110
109%
948
ECONOMISCH.STÂTISTISCHE BERICHTEN
22
October1924
Noteeringen.
–
Chicago
Buenos
Ayres
Data
Tarwe
Maïs
Haver
Tarwe
Maïs
LfJnzaad
Dec.
Dec.
.
Dec.
Nov.
Nov. Nov.
18Oct.’24 1503
10931
8
53;6
15,90
11,65
23,45
11
,,
1
24
142s,
11171
8
5W
15,75
11,45
22,90
18Oct.’23
1056/
8
768/
3
4231
8
12,30
9,60
23,40T
18Oct.’22
113
7
/8
67
5
/
8
41
12,35
1)
8,35
1
)
20,55f)
18Oct.’21
10311
41
)
46
32X
13,40
7,10
16,15′
20Juli’14
82
56/
3
36
9,40 5,38
13,70
1)
Per October.
Locoprjzen te Rotterdam/Amsterdam.
20 Oct.
1
13 Oct.
22 Oct.
Soorten
1924
1
1924
1
1923
Tarwe’ ……………..
1
16,25
16,-
12,30
Rogge (No. 2 Western)
.
•1
15,25
14,70
9,40
Maïs (La
Plata) ………
2
1
245,-
244,-
188,-
Gerst (48 Ib. malting)
•
.2
1
265,-
265,-
182,-
Haver (38 ib. white clipp.)’
13,75
4
)
13,50
4
)
10,70
Lijnkoekn (Noord-Amen-
kavan La Plata-zaad)
1
15,50
1
15,70
1
12,15
Lijnzaad (La Plata)
. . . .
510,- 495,-
440,-
1)
per 100KG.
2)
per2000KG.
3)
per 1960KG.
‘No. 2 Hard/Red Winter Wheat.
4)
Canada No. 3.
AANVOEREN in tons van 1000 KG.
Rotterdam
–
Artikelen .
12118October
Sedert
Overee,k. 112118 October
1924
1 Jan. 1924 1 tijdvak 1923
1924
Amsterdam
Totaal
Sedert
1
Overeenk.
1924
1923
1Jan. 1924
tijdvak 1923
Taj-we …………. …_
68.564 972.155
640.672
735
24.110
31.086
996.265 671.758
Rogge ……………..
46.376
419.902
341.924
–
.
3.775
485
423.677
342.409
645
16.841
18.724
175
175
–
17.016
18.724
Boekweit ……………..
Mais
……………..
25.635
610.570
498.677
550
92.365
60.519
702.935
1
559.196
Gerst…………….
28.798 243.781
209.270
676
31.630
12.040
275.411 221.310
18.506
175.693
58.974
135
.1.196
533
176.889
59.507
2.556
1
188.888 114.170
–
55.269
50.586
244.157
164.756
Haver
……………..
2.925
164.607 158.599
–
–
164.607 158.599
Lijnzaad ……………
Lijnkoek ……………
9.399 191.578
87.544
.
1.178
21.742
4.509
213.320
92.053
Tarwemeei ………….
Andere meelsoorten
233
6.035
:
1.562
–
-.
–
6.035
1.562
het steeds dalen der prijzen te Chicago. Het overschot van
den ouden oogst met den te verwachten druk van de cérbte
aanvoeren van den nieuwen oogst, is blijkbaar te groot’om
de hooge prijzen te handhaven en zoodanig is de prijsver
–
!tging, dat er ni wederom offertes van Arnerikaansche
iiiaïs naar Europa gemaakt worden, terwijl toch de of f i-
cieele jmerikaonsche oogstcijfeFs een groot tekort aalige-
ven. Het zal nog wel eenigen tijd duren voor de Ameii-
kaansche maïsmarkt zijn evenwicht gevonden heeft, maar
dat er uitvoer op eenigszins grobte schaal zal plaats vinden
achten wij zeer onwaarschijnlijk.
0 e r s t was bij den flauwen toestand van de meeste
nadere graansoorten ook niet vast gestemd. De versche-
pingen van dit artikel zijn den laatsten tijd nogal wat
grooter dan verleden jaar en het valt dan ook moeilijk ‘de
zeer hooge prijzen te handhaven.
Ook h a v e r was niet vast gestemd en de omzet was
gering. 1)e prijzen bewogen zich meerendeels in dalende
richting.
In Canada waar de prijzen op een zeer hoog niveau ge-
handhaafd werden tengevolge van de geringe aanvoeren
van den nieuwen oogst is de markt aanzienlijk gedaald.
L ij n z a ad bleef hij voortduring vast. Dat Noord-Ame-rika geen Platazaaci meer noodig heeft, is door Argentinië
nog niet gevoeld, want de vraag in Europa schijnt .vo1-doende te zijn om het geheele overschot van den ouden
oogst te absorbeeren. Over den nieuwen oogst zijn de be-
richten vrijwel onveranderd, doch men mag ten hoogste
een middelmatigen oogst verwachten.
SUIKER.
–
De verschillende suikermarkten bleven deze week kalm
gestemd.
In Amerika, waar termijnsuiker op eene fractie hoo-
gere noteeringen opende dan het slot der voorafgaanile
week, brokkelden prijzen dezen week iets af, hetgeen üït
onderstaande cijfers blijkt:
SpotC. Dec. Jan. Mrt. Mei
Slot voorafgaande week ……6.03 3.88 3.45 3.22 3.31
Opening verslagweek 6.03 3.92 3.48 3.23 3.32
Slot
,,
6.03 3.84 3.39 3.12 3.20
De ontvangsten in de Ati. havens der V. S. bedroege’n
deze week 45.000 tons, de versmeltingen 57.000 tons (tegen
60.000 tons in 1923) en de voorraden 66.000 tons.
In prompte Cubasuiker werden verdere zaken afgesloten
tot 4.25 $ c. c. & fr. New York.
De (Jubastatistiek is als volgt:
1924
1923
1922
Tons
Tons
Tons
Weekontvangsten 11Oct. ’24. .
26.369
20.047
8.463
Tot. sedert 1Dec.’23_11 Oct. ’24 3.841.770 3.443.705 3.797.750
Werkende fabrieken
–
–
–
Weekexport 11 Oct.’24 ……50.935
53.932
42.261
Tot. sedert 1 Jan.’24_l1 Oct. ’24 3.639.478 3.235.793 3.523.673
Totale voorraad op 11 Oct. ’24 202.292 207.918 282.674
In Engeland toonden houders van prompte suiker,
ondanks de gemakkelijker stemming op de termijnmarkt,
zich zeer gereserveerd.
De juist verschenen Board of Trade statistiek voor
September luidt als volgt:
September
Jan./Sept.
1924
1923
1924
1923
Tons
Tons
Tons
Tons
Import Riet ……..97.685 102.189 941.075 933.457
Geraffineerd
17.698
4.203 397.983 279.088
Totaal …………..115.378 106.392 1.339.058 1.214.545
Voorraad in Entrepot 105.750 201.400
–
–
11
in Raffinader.
38.950 48.450
–
–
Opbrengst
,,
75.371
88.602 699.523 708.426
Tot. binnenl. verbruik 126.011 135.231 1.197.464 1.119.989
Totale export
13.250
13.150
68.130
52.822
Voorr. op 31 Aug…..1924J’ 210.100
1923
J
330.401
,,
,, 30 Sept. …
144.700
249.850
Op Java was de markt vrijwel- onveranderd. De prijs
voor witte suiker uit den ditjarigen oogst bedroeg ongeveer
f
14f tot
f
144 al naar gelang van den leveringstermijn
en
–
voor No. 16 en hooger
f
13.-. Uit oogst 1925 vonden
geene nieuwe afdoeningen plaats. Het officieele exportcij Ier
voor September bedroeg 214.261 tons tegen 198.410 in 1923.
H i e r te lande bleef de markt de geheele week vrijwel
prijshoudend gestemd en bewogen prijzen zich tusschen
f
23X en
f
2371
8
voor October;
f
2271
8
en
f
2311
3
voor
December en
f
22 en
f
2231 voor Mei. De markt sloot kalm
op
f
23y
4
voor October,
f
21 voor December en
f 22
voor Mei, waartoe koopers. De omzet bedroeg deze week
.ongeveer 5000 tons.
NOTEERINGEN.
Londen
New York
White Java’s
1
Cuba’s
Amster-
96pCt.
Data
dam per
Tates
f.o.b. per
96 pCi. ci.!. Centri-
–
Oct.(Dec.
October
Oct.!
Dec.
Cube4
No. 1
fugals
5h.
5h.
$cts.
17 Oct. ’24
[22
11
/16
42/_
.
20/7,34
221_
6,03
10
,,
’24
,,23
42/_
20/6
221_
6,03
17 Oct. ’23
,,29
1
1
3
6019
2416
321-
7,66
17 Oct.
1
22
,,223/,
56
1
–
19/_
19/_ 5,53
4 Juli ’14
,,11
13
1
181.
– –
3,26
KATOEN.
Marktberichl van de Heereu Sir Jacob Behrens & Sons,
Manchester, d.d. 15 October 1924.
Prijzen van Amenikaansche katoen zijn sedert de publi-
catie van het Bureau Rapport sterk gedaald en gisteren
was er een verdere val van 100 tot 80 punten ten gevolge
van gunstige weerberichten. Vanmorgen opende Liverpool
futures 20 tot 28 punten lager en G.M. spot Liverpool
22 Octobèr 1924
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
949
noteert vandaag 179 punten lager dan een week geleden. Er wordt slechts weing verkocht. Prijzen van Egyptische
katoen zijn vaster geweest en toonen sedert het begin van
de week weinig verandering. Privd oogstschattingen zijn niet in overeenstemming met die van het Gouvernement,
daar eerstgenoemde over het algemeen een half millioen
cantars gunstiger luiden.
Amerikaansche garens hebben niet de geheele daling van
het ruwe materiaal gevolgd. Spinners noteeren over het
algemeen i d. per ib. minder en toonen weinig neiging
verder te gaan. Zij worden hierin door de markt gesteund,
daar er weinig of geen voorraden zijn, terwijl de verminderde
productie grif verkocht wordt. Er zijn fabrikanten, die
niet voldoende wel t hebben en daardoor moeite hebl.en hun
looms aan het loopen te houden. Onder deze condities
wordt er slechts weinig verkocht voor kleine wekelijksche
hoeveelheden. Er is echter een goede vraag in de markt,
doch de limites zijn te laag. Ringboomen zijn meer ge-
vraagd dan cops of bundles, terwijl er in getwijnde garens
voor binnenlandsch gebruik nog wel wat gedaan is. De
vraag voor export is slecht, én ook in Egyptische garens
is het rustiger. Van Indië komt de meeste vraag naar
medio garens in no. 60 en fijnere nummers, doch tegen
veel te lage prijzen. Ook schijnen Boltonspinners voldoende
orders voor de eerstkomende maanden te hebben, zoodat men verdere ontwikkelingen kan afwachten. Men aarzelt
met koopen,’ daar enkelen meenen, dat prijzen zullen dalen
De cijfers van den Board of Trade over September voor den
export van katoenen garens zijn laag, hoewel slechts
61700.000 lbs. minder dan September verleden jaar, doch
bijna
41
millioen minder dan in 1922. Men heeft gisteren
weer besloten den korteren werktijd voorloopig aan te
houden en door gebrek aan katoen verwacht men, dat de
positie gedurende de eerstkomende weken moeilijk zal
worden.
Doekpr;jzen blijven merkwaardig vast, niet zoozeer ten
gevolge van de prijzen van het ruwe materiaal dan wel
door de moeilijkheden, die koopers ondervinden om aan
garens te komen en door de steeds voortdurende verbete-
ring van hun positie, ondanks het feit, dat de doekmarkt
de laatste weken kalm is geweest. Orders komen voorna-
melijk van de Westersche markten en van het binnenland;
speciaal ook Afrika. Hoewel de Oostersche markten wel
belangstelling toonen is er toch niet veel activiteit om
dezelfde redenen als de vorige week reeds vermeld. Zooals wij reeds schreven zijn noteeringen over het algemeen zeer
vast en indien men werkelijk orders wenscht te plaatsen,
is het zeer moeilijk eenige concessie van beteekenis te
verkrijgen.
8 Oct. 15Oct.
Oost.koersen. 7 Oct. 140ct.
Liverpoolnoteeringen.
T.T.op Indië
115+ 1/6 F.G.F. Sakellaridis 25,45 25,05 T.T. op Hongkong
2
/
5
X 214
,
1
8
G.F. No. 1 Oomra 11,00 9,85 T.T.op Shanghai 315k 35
Noteering voor Loco-Katoen. (Middling Uplauds.)
17
Oct.
1924
10 Oct.
1924
3 Oct.
1924
17
Oct.
1923
17 Oct.
1922
New York voor
Middling
.
…
23,45 c
24,80e 26,15e
30,05e
23,-
New Orleans
voor Middling
22,50e
23,65 c
25,_ c
29,50e
22,25
Liverpool voor
Middling
.
..
13,53 d
14,09 6
15,23 d
17,49 6*
13,58*
•) Voor fully middling ouden Standaard.
Ontvangsten in, en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen).
1 Aug. ’24 Overeenkomstige periode
tot
10Oct. ’24
1923-
1
24
1
1922-’23
Ontvangsten
Gulf.Havens.
I 3
21
.A tlant.Havens
1802
1468
UitvonaarGr.Brjttannjë
‘
401
370
287
,, ‘t Vasteland etc.
688 670
1
510
Japan
….
77
1
94
1
74
Voorraden.
(In duizendtallen balen).
Overeenkomstig tijdstip
10Oct.’24
1
–
–
1923
1922
A.merik. havens ………._
713
594
847
784
806 .
1057
70 12
66
Binnenland ……………..
New York ………………..
New Orleans … … … ._ …
16 9
91
156
Liverpool … ..
.. .. ._ …
160
106
273
KOFFIE.
Mededeeling van de Makelaars G. Duuring & Zoon, Kolft
& iVitkaimip, Leonard Jacobson & Zonen en G. Bijdeudijk.)
Noteeringen en voorraden.
Rio
San fos
Data
Wisselkoers
Voorraad
Voorraad
.
18 Oct.
1924
306.000
34.375 1.869.000. 39.000
6
,
18
11
1924
284.000
33.375
1.893.000
38.200
65
4Sept. 1924
286.000
33.375 1.735.000
38.000
32
6
5
1
33
18 Oct.
1923
605.000
22.475
769.000
26.200
511,
Ontvangsten.
Rio
Santos
Data
–
Afgeloopen
Sedert
Afqeloopen
Sedert
week
–
1Juli
week
1Juli
18 Oct. 1924
97.000
1
1.594.000
1
246.000
1
3.183.000
18Oct. 1923….
1
75.000
1.299.000
176.000
2.999.000
RUBBER.
De stemming op de rubbermarkt bleef zeer vast met een
g6ede vraag en slechts beperkt aanbod, ten gevolge waar-
vn de prijzen zich verder konden verbeteren. In het bij-
zonder werd loco rubber en spoedige levering gevraagd,
terwijl de verdere termijnen minder belangstelling trokken.
-De markt sloot op de volgende noteeriugen:
einde voorafgaande week:
Prima Crêpe
Oct.
88
ct.
………….. 82 ct.
Nov/Dec.
87
,.
…………. 83
Jan./Maart87f4 ,…………..
Smoked Sheets Oct.
85
,…………… 81
Nov./Dec. 84
,…………… 82
Jan./Maart86
,………….. 82l,
.20 October 1924.
t
COPRA.
markt was deze week zeer vast gestemd. Aanvan-
kelijk was de vraag zeer speculatief, doch later toonden csumenten meer belangstelling.
Dé
markt sluit zeer willig met de volgende noteeringen:
.Nederl.-Ind. f.m.s. Sept./Ot.
aflading
6. 37._
Oct./Nov.
3671
8
Nov./Dec.
20 October 1924.
METALEN.
Loco-Noteeringen te Londen:
Data
Kope
Stan-
r
daard
Koper
Electro-
lytisch
1
Tin
Lood
Zink
20Oct.
1924..
63._/_
66.1716
251.716
36.216 33.716
13
1924..
62.10/_
66.7/6
245.716
34.1216
33.716
1924..
62.26
66.51…
242.216
33.1716
33./_
29.Sept.1924…
62.51_
66.319
236.1716
33._/_.
32.1216
22Oct.
1923..
60.716
64.51_
201.151_
28._/_
33.716
20Juli 1914..
61._/_
145.151_
19._/_
21.101…
INKLARINGEN.
VLISSINGEN.
1Landen van
herkomst
Sept. 1924
Aantal
M
schepen
Sept. 1923
Aantal
MB.
schepen
Biminen1. havens
.
1
8.170
4
18.587
Groot.Brittannië
31
248.777
32
270.397
Duitschland
1
484
–
–
Zweden
1
1.320
–
–
Finland ……..
–
–
2
2.238
België ………
.–
–
7
12.877
Prtugal
1
)
7
12.691
–
–
Levant
2
)
5
..
2.495
38
18.251
Totaal….
46
..
273.937
83
322.350
Nation aliteit.
Nederlandsche
37
261.558
59
283.138
Britsche …..
4
3.587
5
27.911
Duitsche
3
2.810
10
6.605
Belgische
1
425
9
4.696
Deensche
1
5557
–
–
Totaal
46
273.937
83
1
322.350
.’) Bijleggers.
2)
Sleepbooten. (Barend Stofkoper & Co.)
950
22 October 1924
DE
BANK
AMSTERD MVI- ROTTERDAM ‘S-GRAVENHAGE- DORDRECHT – UTRECHT – ZAANDAM
11
Maandstaat op 30, September 1924
DEBET
Aandeelhouders
nog
te storten
90
pOt.
op
aandeelen B,
waarvoor waarborg gedeponeerd
………………….
f
1.575.000,- Deelneming in de firma’s:
B. W. BLIJDENSTEIN
&
Co., te Londen;.
B. W. BLIJDENSTEtN Jr. te Enschede;
LEDEBOER
&
Co., te Almelo,
f
7.985.000,—, waarvoor in
geld
gestort
…….
.
…………………………..
.,
6.435.000,-
waarvoor effecten gedeponeerd
…………………….
f
1.550.000,—.
Deelneming in bevriende BankinsteUingen
. . . .
f
10.221.424,84
waarvoor
in
geld
gestort
……………………….
7.514.224,84
waarvoor
effecten
gedeponeerd
………….
. ……….
2.707.200,-
Effecten van Aandeelhouders
gedeponeerd bij bevriende instellingen
…………….
eigen
gebruike
…
. …………………………
28.814.440,-
36.071.640,—
Kassa,
Wissels
en’.Ooupons
………………..
………..’
36.770.717,47
Nederlandsche Schatkistbiljetten en Schatkistpromessen
.’.
.
26.746.507,01
Saldo’s
bij
Bankiers
………… . ……………. . ……..
.
23:637.030,10
Prolongatiën
gegeven …………………………
14.549.437,50
Eigen
Effecten
en
Syndicaten
………….. …………..
–
–
9.513.886,59
Oredietvereeniging
…………………… …………….
f
58.388.435,51
Af:
loopende
Promessen
………………
…………….
19.605.000,-
38.783.435,51
Voorschotten tegen Onderpand of Borgtocht eii Saldi Rek. Ort.
f
48.620.148,02
Af:
loopende
Promessen
…………….,:
.’…………..
,,
3.240.241,79
.
45.379.906,23
Voorschotten
op
Consignatiën …………………………
1.889.842,12
Gebouwen
…………………………..
……………….
4.684.546,23
–
Totaal
……
f
253.551.173,60
CREDIT
Kapitaal
……………………………
……………
f
35.500.000,-
Reservefonds
…………. . …………………………
,,
8.584.219,51
Buitengewone
Reserve
…………………………. …
,,
1.800.000,-
Waarborgfonds
Credietvereeniging
……….. ..-
…………
5.388.252,50
Reserve’ Credietvereeniging
……………..
.
2.353.896,16
f
53.626.368,17
Aandeelhouders voor gedeponeerd als waarbor
voor 90 pOt.
storting op aandeelen B:
5.
Effecten
………………………….
f
1.566.740,-
Contanten
…………..
…..
. …….
8.260,—
inLeen-Depot
Effecten
……………… . ………..
34.504.900,-
Contanten
………..
……………….
54.950,-
Totaal
Effecten
……
……………………
36.071.640,- Totaal
Contanten
….
……………. ……..
63.210,—
Zieken- ‘en
Pensioenfonds …………………………..
2.120.933,34
Deposito’s
…………………………………………
,,
40.644.953,59
Prolongatie-Deposito’s
………………….•
3.853.100,-
Saldô te, ontvangen en te leveren Fondsen
1.199.796,49
Saldi
Rekeningen
Courant
…………………………
f
67.433.533,6$
,,
,,
,,
voor gelden in het Buitenland
. .
8.934.287,01
Credietvereniging …………..
4.401.228,48
80.769.049,17
B. W. Blijdenstein &
Co., Londen, B. W. Blijdenstein Jr.,
‘
Enschede en Ledeboer
&
Co., Almelo
.
,,
13.380.256,39
De
Nederlandsche
Bank
………………………….
6.661.529,89
Te
betalen
wissels
……………………………
……
12.229.898,12
–
Diverse
Rekeningen …
…………………… . ………..
2.930.438,44
–
Totaal; …..
f
253.551.173,60
/