Ga direct naar de content

Jrg. 9, editie 452

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 27 1924

7 AUGUSTUS 194

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Economi* s c
­
h ‘Statistische

Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKÉER

ORGAAN
VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

9E
JAARGANG

WOENSDAG 27 AUIUSTUS 1924

No. 452

INHOUD
.
BIz.
TWENTHE EN TILBURG
door
Mr.
B. J.
M. van Spaendonçk
744
Indrukken van de Zesde Internationale Arbeidsconfe-
rentie door
Mr. Dr.
A.
M. Joekes… ……………
746
De Fiscaal-technische zijde van het OntwerpTariefvetIII
(Slot) door
J.
van der Poel
……………………
748
Het wetsontwerp tot bevordering van de richtige heffing
der Directe J3elastingen door
B.
van den Berg
……
751
De Rijksmiddelen

……………………………..
753
AANTItEKENJNOEN:
Indexcijfers van groothandelsprijzen

…………..
753
Het Muntverslag
1923

……………………..
754
INOEEON DEN STUW10EN: Het Ontwerp-Tarief wet door
Mr. W. N. M. v.
d.
.flam
756
OvERzICHT
VAN TtJDSOHRIFTEN
……..

…………
757
MAANDCIJFERS:
Overzicht der

Rijksmiddelen

………………..
757
Handelsbeweging over de maand Juli

1924………
758
STATISTIEKEN
tiN
OEfiY/AoHTEN ——

———-759-765
Geidkoersen.
Effectenbeurzen. Wisselkoersen.
Goederenhandel.
Baukstaten.
Verkeerswezen.

INSTITUUT

VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTËN

Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.
Redacteur-Secretaris van
hei
weekblad.
D. J.
Wansink.

Secretariaat: Pieter de ffoochweg 122, Rotterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 37.
Telefoon Nr. 3000. Postchque- en girorekening
Rotterdam No. 8408.

Abonnernentsprijs voor het weekblad franco p. p. n Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 25,-
per jaar. Losse nummers 50 ceitts.

Leden en donateurs van het Instituut ontvangen
hèt weekblad gratis.

.

.

De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos,
voor zoover daaromtreitt niet anders wordt beslist.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonne-
ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage.

26 AUGUSTUS 1924.

Over de geldmarkt valt deze week niets nieuws te

berichten. Geld blijft ruim en de noteering voor

privaat-disconto handhaafde zich op 2Y8 â 2 pOt.

Prolongatie: 2Y4-2Y4 pOt.

* *

Bij de 20 dezer gehouden inschrijving op 60 mil-

lioen gulden schatkistpapier, werden

ingeschreven:

en toegewezen:

3-maands prom.
f
60.230.000
f
24.720.000 á
f
994:50

6-

,,

,, 2.300.000

Schatkistbiljetten ,, 12.178.000 ,, 5.281.000 ,,1011.13

totaal

f
74.798.000

Er werd dus slechts voor een bedrag van
f 30 mii-

lioen toegewezen, tegen een rendement voor de promes-

seri van ca. 2.15 püt. en cle biljetten van ca.
3/
pUt.

:*

*

De weekstaat van De Nederlandsche Bank geeft

opnieuw van een daling van de uitzettingen der cen-

trale credietinstelling blijk. De post binnenlandsche

wissels vertoont een teruggang van
f
2,5 millioen.

De effectenbeleeningen geven een vermindering van

f
2,4 millioen te zien De goederenbeleeningen liepen

m’et
f 1
millioen terug. De metaalvoorraad der bank

blijkt met een goede
f
300.000
te zijn vermeerderd.

De post papier
dp
het buitenland en de diverse

rekeningen op de actiefzijde der balans daalden resp.

net

f
1,6 en 2,5 millioen. Blijkbaar heeft de bank

ds ook in de afgeloopen week weder voor eenige

millioenen van haar buitenlandsch tegoed gerealiseerd.

De biljettencirculatje verminderde van
f
952.9 mil-

iien tot
f
945,7 millioen. Het ôreditsldo van het

Rijk bleef vrijwel op dezelfde hoogte, doch. het saldo

vsn anderen vertoonde een ilaling van
f.
2,9 million.
Ht beschikbaar metaalsaldo verineerderde met
f
2,4

i9illioen. Het dekkingspercentage bedraagt 54.

Op de wisselmarkt bleef een onaangename stemming

heerschen: Door de onzekerheid, welke ontvangst de

afspraken der Londensche cnferentie bij de ver-

s?±illende parlementen zullen vinden, onthield men

ziah zoo veel mogelijk van hit doen van zaken; kleine

hausses en baisses volgden elkaar vaak op het onver

wachtst op.’ De Francs deviezên bleven echter flauwer;

slot 13,90 en 12,85.

LONDEN,
23
AUGUSTUS
1924.

Daar de markt hare schuld aan de Bank of England

Donderdag terugbetaalde was er ten gevolge hiervan

neer aanbod, alhoewel kort crediet toch nog vrij sterk

gevraagd werd.

lNieuw opnemen van daggeld kostte 2Y4-3y2 pOt.

Vernieuwen van zevendaagsche leeningen 2Y4 pOt.

De discontomarkt kan deze week iets levendiger

genoemd worden. September Treasury Bills waren

gevraagd tegen 3-3
11
/ pOt.

2-mnds prima bankaccept
311
/

pOt.

..

3-

,,

,,

,,

39

pOt.

4- ,,

,,3%-3g pOt.

6- ,

4
11e

/1e
pOt.

744

ECONOMISCH-STA!rISTISCHE BERICHTEN

27 Augustus 1924

TWENTHE EN TILBURG.

Twenthe heeft weer gesproken!

t

Terwijl mannen met onverdachte vrij’handelsbegih-

selen – zooals Prof. Treub in dit tijdschrift – in
de voorgestelde Tariefwet geen aanleiding tot prn-

cipieel verzet vinden, komt de Nederlandsche Ver-

eeniging van Katoenspinners en Spinners-Wevers,
gevestigd te Enschede, met een uitvoerig adres aan
de Tweede Kamer der Staten-Generaal de gevaren

ook van deze toch wel zeer bescheiden tariefsverhoo-

ging betoogen.
De heeren brengen overigens niet veel nieuwe argu-

menten. De oude paardjes: ,,prijsstijging”, ,,stijging

der exploitatiekosten der ‘binnenlan’dsche ondernemin-

gen”, ,,belem’mering van concurrentie-vermogen”,

,,gevaar voor tegenmaatregelen speciaal van het vrij-

handelsgezinde Engeland”, ,,hel]end vlak: nu 8, dan

10 enz.”, worden van stal gehaald.
Gedocumenteerd is het adres in geen enkel opzicht.

Er wordt niet nagegaan wat die ,,prijsstijging” in
cijfers uitgedrukt ten slotte beteekent. In hoeverre
er practisch van ,,stijging der exploitatiekosten” en

,,belemmering van •het concurrentievermogen” sprake

is. Of het buitenland in ‘de afgeloopen jaren onzen
export bijzonder ter wille is geweest, omdat we al

60 jaar de brave vrijandelaren gebleven, zijn. .,

Wij zien in het onderhavige adres dan ook uitslui-

ténd een willen-getuigen. Waar dagelijks aan het
Twentsche standpunt krachtige steunpilaren ontvallen

(uitingen als ‘die van Dr. v. Aalst
zijn
niet prettig

voor de Twentsche fabrikanten), waar Twente in

dit op.zicht onder de Neclerlandsche
industrie
vrijwel

alleen
komt te staan, daar ‘is het te begrijpen, dat

men
bij
deze gelegenheid nog eens voor den vrijhan-
dci heeft willen getuigen.
Want ook in het eigen. kamp vertoonen zich r.eeds

afvalligen.
‘J)e heer Biomjous toc’h was in de gelegenheid ifi

de vergadering ‘der Eerste Kamer van 21 Maart 1923
mededeeling te doen van het volgend schrijven van

den heer Menko-Hartogensis, lid, der voorname En-
schedeesche firma N. J. Menko:

,,Indien men al de ellende in zijn eigen land ontwaart,
welke wordt aangericht door de ongebreidelde buiten-
landsche concurrentie en daarbij de houding, ten opzichte
van onzen export door schier alle buitenlandsche Regee-
ringen aangenomen, overweegt – zelfs ten deele dobr
Engeland met zijn voorkeursrechten voor tal van kolo-
niën – daarbij in aanmerking neemt, dat de te zwaar
drukkende directe belastingen een ‘goedkoop fabriceeren
in al zijn geledingen in den weg staan, dan kan men
niet anders dan een redelijke fiscaal beschermende be-
lasting op den invoer van vreemde fabrikaten goedkeu-
ren en wenschen, zelfs dan indien men zelf voelt er
der clie bescherming nog wel te zullen komen.”

Tegenover een dergelijke uitlating van een voor-
aanstaand Twentsch fabrikant moest thans een ander

geluid gehoord worden.
Men zou anders misschien nog meenen, dat ook

Twenthe om was!

‘t Ligt uiteraard niet op onzen weg, te pogen, om
aan de algemeene beschouwingen in het Twentsche
adres door andere algemeene beschouwingen afbreuk

te doen.
‘Wij willen alleen trachten door het overleggen van
concrete gegevens eenige onjuiste voorstellingen der
Twentsche fabrikanten recht te zetten en daardoor
tevens te motiveeren, waarom andere niet onbelang-
rijke groepen der Noderlandsche Textieli.ndustri,e een

andere meening als Twenthe
zijn
toegedaan.

In ‘het adres lezen wij o.a.

,,Ook is het gevaar zeker niet denkbeeldig, dat bij ver-
hooging van het tarief van 5 op
8
pCt. het overigens
vrijhandelsgezinde Engeland aan den zoo belangrjken
invoer onzer manufacturen in hare koloniën fiscale be-
lemmeringen in den weg gaat leggen.”

Hier raken wij wel aan het zwakste argument van
het geheele adres. Want deze zinsnede wil ‘toch blijk-

baar suggereeren, .dat het vri.j’handelsgezinde Enge-

land op ‘dit oogeublik, nu wij in Nederland tevreden

zijn met een recht van 5 pOt., onze producten zonder
fiscale belemmeringen in zijn koloniën toelaat.

Laat ons’ eens nagaan wat Nederlandsche manufactu-

ren op dit oogenbli.k bij invoer in de verschillende dee-

lan van het British Empire ‘moeten betalen. Behalve
in Engelan’d zelf worden overal meer of minder hooge

rechten geheven, terwijl in. verschillende deden van

liet Empire Engeland ‘zich een belangrjken voorsprong
verzekerd heeft door een preferentieel tarief.

o
O_)
_Q

Staat

Artikel
•zo
n2a
h

Engeland ……alle stoffen …………….Vrij ‘

rj
Canadal) ….. ..wollen deken’s …………. .30
0
/0
221
0
/0

wollen flanel ……………
30

20
ni

wittekatoenenanufacturen
22

15

wollen kleedingstoffen ……
35

27

katoenen manufacturen . . . .’
30

25
Nieuw-Zeeland wollen stoffen …………. .
30 » 20

katoenen stoffen ………..
30

20

wollen en katoenen garens.
. ‘ 30

20

Australië ……wollen stoffen …………..
45

30
katoenen stoffen ………..
30 ,, 20
]3ritsch-Indië

wollen stoffen …………..
15

2)

,,

,,

katoenen weefsels ……….
11

Zuid-Afrika .

wollen stoffen…………..
15 ,, 12

11

katoenen stoffen ……….
: 15

12

Bovendien heft Canada een “sales tax” van
5 °/o,
waar-
door de rechten voor de Hollandsche producten, hierboven
bedoeld, stijgen tot resp.
35 el
o
, 35 o, 27. o/, 40
0
/0 en
35
0/.
Geen preferentie.

1-let merkwaardige is nu, ‘dat juist in dat doel van
het British Empire, hetwelk voor den Twentschen
export vaii groot belang’ is, – het onmetelijke Britsch-
Indië – geen preferentieel tarief voor Engelsche
goederen bestaat, terwijl in alle andere deelen, die

juist voor de wolindustrie belang hebben, de Engel-
sche fabrikant in ‘het algemeen een voorsproiig heeft
van V/ of 10 pOt. der waarde.

Twenthe toch ‘exporteert zijn producten in. hoofd-
zaak naar landen, .die vanwege hun klimaat voor den
wollenstoffenfabrikant geen bijzonder belang ‘hebben,
terwijl juist in ‘die warme landen de concurrentie,

wat de douanetarieveu betreft, voor iedereen gelijk
en niet onoverkomelijk is.
Immers de Twentsohe katoenen manufacturen be-
talen in Engelsch-Indië evenals ‘de Engelsche een

recht van 11 pOt., in Nederlandsch-Indië van 10 pOt.
En juist deze twee gebieden’ ontvangen het ieeu-

wenaandeel van den Twentschen export.
Eenige cijfers ter a’dstructie.
Totaal export van katoenen manufacturen
(posten
715
t/m.
720
en
733
van de Statistiek van den
In-, Uit, en Doorvoer).
1921 …………
f
86.326.000
1922 …………

82.304.000
1923 …………..91.149.000

hiervan naar:
Nederlandsch-Indië Engelsch-Indië

1921

f
56.567.000

f
8.139.000

1922

,, 49.143.000

,, 7.134.000

1923

,, 49.453.000

,, 6.930.000

De N’ederlandsche Wolindustrie is daarentegen aan-
gewezen op gebieden, waar vooral vanwege het kli-maat in hoofdzaak wollen kleeding gedragen wordt. Voorzooveel het British Empire betreft gaven wij
hierboven reeds onder
cijfers
weer, welken omvang de

fiscale belemmeringen van den ‘export naar ‘die ge-
bieden hebben aangenomen. –
Thans laten wij hieronder volgen de invoerrechten,
die de Nederlan’dsc’he wollenstoffenfabrikant ôntmoet,
wanneer ‘hij zijn producten naar niet-Engelsche ge-

bieden wil exporteeren.
1)

1)
Het buitenland heeft in het algemeen een uitgebreid
gewichtstarief, dat zich moeilijk of vaak in het geheel niet

27 Augustus 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

745

E u r opa.

Belgiii:
Haifwollenstof ad
f 1.10
per Mtr. Gewicit 330 grs.

per M
2
. Breedte 140 c.M.
Recht 15 pOt.

Buckskin ad
f
2.50 per Mtr. Gewicht 550 grs. per

strekkenden Meter.
Recht 11 pOt.

Buckskin ad
f
3.50 per Mtr. Gewicht 550 grs. per

strekkenden Meter.
Recht 10 pOt.

Daarbij komt 1 pOt. als taxe de transmission.

Frankrijk:

Wollen Buckskins ad
f
4.15 per Mtr. Gewicht 400

grs. per strekkenden Meter. Breedte 142 c.M.
Recht
11 pOt.
Fantaisie–Flanel ad
f
1.05 per Mtr. Gewicht 260

grs. per strekkenden Meter. Breedte 70 c.M.
Recht

313′ pOt.

Duitschland:

Daar in Duitschland een invoerverbod voor wollen

stoffen bestaat, kan de Nederlandsche fabrikant daar

r.iets doen.
De invoerrechten zijn overigens sinds 1914 nog
steeds dezelfde. Krachtens het. Vredesverdrag van
Versailles nl. mist Duitschiand tot Januari 1925 de
bevoegdheid de rechten te verhoogen. Op dit oogen-
blik spant echter de geheele Duitsche Industrie zich
in, om in 1925 door hoogo tarieven beschermd te

worden. De Engelsche handelsattach6 te Berlijn be-
richt o.a. in ,,The Board of Trade Journal” van 7
Aug. 1.1. . ,,Reports are current that the duties nu
Textiles are to be increased, in substitution for the

existing import licence system.”

Oostenrijk:

Buckskin ad
f
4.15 per Mtr. Gewicht 500 grs. per
strekkenden Meter. Breedte 142 eM.
Recht 13 pOt. Momenteel is een nieuw ontwerp-Tarief iii Oosten-
rijk aanhangig gemaakt, volgens hetwelk het invoer-
recht op bovenstaand artikel bedraagt:
Recht 22 pOt.
Hongarije:
Volgens de ,,Pester Lloyd” van 22 Mei 1924 zal
het invoerrecht krachtens het nieuwe douanetarief
bedragen:
voor Kamgaren:

re(:ht 15 pOt.
voor Damesstof:

recht 18Y pOt. voor Heerenkleeding:

recht 32 pOt.
voor Wollen-Winterstof: recht 15 pOt.

Noorwegen: Recht 15 pOt.

Zweden:
Ulstcrstof ad
f
5.— per Mtr. Gewicht 050 grs. per
strekkenden Meter. Breedte 142 eM.
Recht 23,2 pOt.
Kamgaren ad
f
6.30 per Mtr. Gewicht 500 grs. per
strekkenden Meter. Breedte 142 c.M.
Recht 914 pOt.

Denemarken:
Ulster ad
f
5.— per Mtr. Gewicht 950 grs. per
strekkenden Meter. Breedte 142 eM.
Recht 11 pOt.

Spanje:
Kamgaren ad
f
5.80 per Mtr. Gewicht 430 grs. per
strekkenden Meter. Breedte 142 c.M.
Recht 5714 pOt.
Buckskin ad
f
2.15 per Mtr. Gewicht 475 grs. per
strekkenden Meter.
Recht 134 pOt.

Italië:
Gabardine ad
f
4.50 per Mtr. Gewicht 340 grs. per
strekkenden Meter. Breedte 142 c.M.
Recht lOYs pOt.
Molton ad
f
3.— per Mtr. Gewicht 500 grs. per
strekkenden Meter.
Recht 18.6 pCt.

voor vergelijkingen leent. Wij hebben ons daarom de moeite
getroost, de verschillende gewihtstarieven om te rekenen
in aci-valorem-tarieven voor clie producten, die juist voor
de betreffende markten in aanmerking komen. De omreke-
ning geschiedde op basis van den wisselkoers van
8
Augus-
tus
1924.
Waar rekening moest worden gehouden met een wisse-
lend gouci-agio, geschiedde zulks volgens de jongste gege-
vens gepubliceerd in ,,The Board of Tracle Journal”. Dit
tijdschrift, alsmede Kelly’s Customs Dictionnary, Revue des
Douanes, Handelsberichten enz. werden geraadpleegd, om
de jongste tarieven vast te stellen.

Roemenië:
Melton ad
f
3.50 per Mtr. Gewicht 500 grs. per
strekkenden Meter. Breedte 142 eM.
Recht 18.9 pCt.
(16.4 pOt. + 2.5 pOt.)

Lithauen:

Stoffen. Recht 15 pOt.
Garens.
Recht 10 pOt.

Zwitserland:

Velours de laine ad
f
3.40 per Mtr. Gewicht 360
grs. per strekkenden Meter. Breedte 142 c.M.
Recht
13.2 pOt.

Halfwollenstof ad
f
1.50 per Mtr. Gewicht 500 grs.
per strekkenden Meter. Breedte 142 eM.
Recht
31.6 pOt.
Buckskin ad
f
2.15 per Mtr. Gewicht 550 grs. per
strekkenden Meter. Breedte 142 c.M.
Recht 19.2 pOt.
Een nieuw tarief is in voorbereiding.

N
0 0
r d-A m e r i ka. Vereenigde Staten:

Damesstof ad
f
3.50 per yd. Gewicht 14
oz. Recht
8114 pOt.
Z
u i d-A m e r i k a.
Argentinië: Recht 51.2 pOt.

A z i ë.
Japan:
Velours ad
f
3.85 per Mtr. Gewicht 310 grs. per
strekkenden Meter. Breedte 142 c.M.
Recht 12 pOt.
Buekskin ad
f
4.15 per Mtr. Gewicht 500 gis. per
strekkenden Meter. Breedte 142 eM.
Recht 1314 pOt.

Afrika.

Egypte: Recht 9 pOt.

Marokko:

Hiervoor gelden dezelfde rechten als in Frankrijk.
Algiers:

Hiervoor gelden dezelfde rechten als in Frankrijk.

Uit het bovenstaande blijkt dan ook wel zeer dui-
delijk, dat de Nederlandsche Wolindustrie omgeven
is naar alle zijden door een hoogen en steeds hooger
wordenden tariefmuur. Engeland is de eenige poort
in dien muur, maar een krachtige Engelsche wol-
industrie staat aan die poort om al te brutale uit-
vallen van Nederland tegen te houden.

De Nederlandsche katoenindustrie vindt twee
groote poorten: Nederlandsch- en Engelsch-Indië, ge-
bieden, waar de inheemsche industrie niet die beten-
kenis heeft, dat zij althans voorloopig den stroom van
Nederlandsche katoentjes kan tegenhouden.
Tengevolge daarvan heeft de binnenlandsche markt
voor de wolindustrie een geheel andere en veel groo-
tere beteekenis dan voor de katoenindustrie.
De statistiek van Voortbrenging en Verbruik geeft hieromtrent sterk sprekende cijfers.
Katoeninciustrie.

1921

1922
Binnenlandsche afzet
f
120.509.337
f 116.420.315
Buitenlandsche afzet
,,
94.903.726

85.603.888
Wolindustrie.
Binnenlandsche afzet

54.726.866

49.433.084
Buitenlandsche afzet

4.543.621

6.875.050

Onder den binnenlandschen afzet zijn in boven-
staande cijfers eveneens begrepen de goederen waar-van niet bekend was, of
zij
binnen- of buitenlandsche
bestemming hadden, maar vergelijking met de han-
delsstatistiek leert, dat dit geen rol van beteekenis
speelt.
De binnerlandsche markt heeft derhalve voor de
wolindustrie een overwegende beteekenis, al speelt zij

voor de katoenindustrie een grootere rol, dan vaak
wordt gemeend.
Ook de handelsstatistiek bevestigt deze zienswijze
zooals onderstaande
cijfers
loeren:
Katoenen weefsels.

1921

1922

1923
Invoer

f
21.212.000

f
28.956.000

f
22.779.000
Uitvoer ,,
86.326.000

82.304.000

91.149.000
Wollen en half wollen weefsels.

1921

1922

1923
Invoer

f
31.354.000

f
35.163.000

f
29.893.000
Uitvoer ,,
9.410.000

,,
8.206.000

,,
9.470.000

746

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27
Augustus 1924

Het groote meen in gsversc’hi 1 tusschen Tilburg en

Twenthe in han’delspolitiek opzicht moet naar onze

meening dan ook verklaard worden uit het verschil
in beteekenis dat de binnenlandsche markt voor dee
beide nijverheidstakken heeft; terwijl zich dit laatste

wederom laat verklaren door do expoitmogelijkhedeÉl
i.v.m. ‘de ha’ndelspolitiek der diverse afzetgebiedei.
Wij zien de zaak zelfs z66, dat de Twentsche iii-

zichten spoedig belangrijk zullen veranderen, ai,

door welke omstandigheden ook, Twenthe zijn afzet-

gebied in Britsc]i- en Nederlandsoh-In.dië geheel of

goeddeels verliest.

Wij ‘zouden het clan ook veel reëeler achten, als
Twenthe betoogde,
dat het voor de belangen van de
Twentsche industrie
geen verhooging van invoerrech-
ten wenscht.

Alle gescherm met het algemeen belang is hier uit-

sluitend camouflage.

Tenslotte een enkel woord over de vraag, welke

heteekenis deTwentsche K’atoenuijverheicl heeft in
het geheel der Nederla’ndsche textielbedrijven.

Alleen reeds het feit, dat ‘de Twentsche Katoen-
nijverheid arbeid verschaft aan ruim 25.000 arbeiders
van de 64.455 arbeiders, werkzaam ‘in de Nederland-

sche textieinijverheid, wijst er op, dat Twenthe een

hervorragende plaats inneemt.
Maar dat wil geenszins zeggen, dat de overige te-
tielbedrijven geen
belangrijke
heteekenis zouden heb-‘

ben voor de Nederlandsche voikswelvaart. Behalve de
Twentsche Katoennijverheid hebben wij de Neder-
landsche wolindustrie, de linnen- en jute-industrie,

de tapijt- en cocosindustrie, de band- en veterindul-
trie, de trijpindustrie, ‘de tricotageindustrie enz., die
tezamen aan 39.455 arbeiders werk verschaffen, t

Het gaat ‘daarom niet aan, de meening der’ Twent-
sehe katoenfabrikanten te vereenzelvigen met ‘die de.i
Nederland sche textielindustrie.
Tegenover ‘de meeniing van de Ned. Vereeniging

van Ketoenspinners- en spinners-wevers ‘over het ont-

werp-tariefwet staat die der Vereeniging van Tilburg-
sch’e Fabrikanten van Wollen Stoffen en der Ver
eenigi’ng van Katholieke Werkgevers in de Textiel-

nijverheid; tegenover de opinie der Kamer van Koop-
handel en Fabrieken voor Twenthe te Hengelo staat
che van de Kamers te Tilburg, Eindhoven. en Leiden.

Dat ‘degenen, die over onze handelspolitiek te bè’-
slissen hebben, daarmede rekening houden!

Me. B. .J. M.
V. SPAENDONcK.
Tilburg, 12-8—’24.

INDRUKKEN VAN DE ZESDE INTERNATIO-

NALE ARBEIDSCONFERENTIE.

De vier onderwerpen, die de agenda voor de zesdè
Arbeidsconferentie bevatte – de besteding van den
vrijen tijd ‘der arbeiders, de gelijkheid van hehandd-
i.ing van huitenlandsche en eigen arbeiders voor de
ongevallen-verzekering, d’e wekelijk’sche rustdag in
gl asfabriekeni en het verbod van ‘bakkersnachtarbeid
– deden verwachten, dat de Conferentie slechts een
beperkte beteekenis zou hebben. Maar zooals ‘op ee
druilige dag de wind betrekkelijk onverwacht ‘de lucht
kan doen opkiaren, zoodat zich in het landschap plot

seling vergezichten openen, zoo kreeg de Conferentie
i.n de tweede week van haar bestaan nieuw leven doo
de besprekingen omtrent de achturen-conventie van
Washington. .

Tot nog toe hebben slechts
vijf
landen de conventie
geratificeerd: Britsch-Indië, Bulgarije, Rumenië e
GriekenTiand, voor welke landen trouwens in de con-
ventie bijzondere bepalingen zijn opgenomen, zoorned
Tsjechoslowakije. Sinds kort heeft ook de Oostenrijk-
sche reeerin.g haar ratificatie aan den secretaris-
generaal van den Volkenbond medegedeeld, onder uit’
drukkelijk voorbeho’ud evenwel, dat ‘de ratificatie eerst
van kracht wordt, wanneer een aantal met name ge-
noemde landen, waaronder de groote Europeesche
industrie-staten, eveneens tot het verdrag ‘toetreden.

De belangrijke industrieele landen: Engeland,

Frankrijk, Duitschland, Italië, onthielden zich echter
alle van ratificatie, deels, zooals Engeland, omdat

zich tegen toepassing van de conventie bezwaren de-

den gelden, in het bijzonder met betrekking tot de

spoorwegen; anderdeols, zooa]s Franlcrijk en België,
omdat zij’ zich niet wilden ‘binden, wanneer niet de

andere landen, Engeland in do eerste plaats, hetzelfde
deden.

Onder die omstandigheden bleef de achturen-co ii –

ventie ‘meer van theoretische, dan van practische be-
teekenis, en klonken de jaarijksche aansporingen van
‘de zijde ‘der arbei’dersgroep op de Conferenties om tol

de ratificatie over te gaan, als vrome wenschen, diç
geen kans op dadel.ijk’e verwezenlijking hadden.

In dien toestand hebben, de besprekingen op de

laatste Conferenti.e een kennelijke verandering ge-
bracht.

Zoowel de Engelsche als de Fransche en Belgische
regeeringsvertegenwoor.digers deelden mede, dat hun-

ne regeerin gen tot ratificatie van de conventie wen-
schen over te gaan.

De Engelsche rdgeeringsvertege.nwoordiger, Rhys
Davies, onder-minister van Binnenlandsche Zaken,

verklaarde, dat de Engelsche regeering, zoodra de pan-

]ementaire werkzaamheden dat zuilen toelaten, een wetsvoorstel, hij het parlement ‘zal indienen, om de

regeeri.ng in staat te stellen de conventie te ratifi-
ceeren.

De Fransche minister van arbeid, Justin Godart,

kon, met een verwijzing naar ‘de regeeringsverklaring
van het sinds kort opgetreden nieuwe Fransche kabi-

net, mededeelen, dat de Fransche regeering den vas-ten wil heeft de ontwerp-verdragen van Washington

en Genève te ratificeeren; en de Belgische regeerin’gs-
vertegenwoordiger, prof. Mahaim, wees er op, dat de
Belgische arbeidswet reeds in overeenstemming is
met de conventie van Washington, en dat België

slechts wacht op het oogenhiik, dat de groote indus-

trieele landen tot de ratificatie overgaan, om het
eveneens te ‘doen.
Aan de Fraiische verklaring werd evenwel, zij het

in vage termen, een ernstig voorbehoud verbonden,

voorbehoud, dat i.n de regeeringsvericlaring van het
Fransche kabinet niet voorkwam, en dat er op neer-

kwam, dat ook Duitschland zich aan de acht-uren-
conventie zou moeten houden.
Hinc lacrimae. Du.i.tschland toch heeft juist sinds
December een nieuwe verordening op den arbeidstijd
ingevoerd, volgens welke èn krachtens collectief con-
tract èn krachtens vergunning van de ‘overheid van

den achturendag ka.n worden afgeweken. De Duitsche r’egeeringsvertegenwroordiger ter Con-
ferentie, dr. Leymann, zette uiteen, dat Duitschiand
tot November van het vorige jaar den achtureridag
heeft gehandhaafd, maar thans, onder den druk van
de economische moeilijkheden, waarin het zich tenge-
volge van den oorlog en de reparatie-plichten bevindt,
genoodzaakt ‘is geweest den arbeidstijd te verlengen.
Hij voegde daaraan toe, dat Duitschiand het recht
heeft zelfstandig over de quaestie van den arbeidsduur
te beslissen.

Aan de besprekingen nam ook de eerste Nederland-
sche regeeringsgedelegeerde, dr. Nolens, deel. Na in herinnering te hebben ‘gebracht, dat het beginsel van
den achturen’dag is neergelegd in het dertiende deel
van het Vredesverdrag zelf, waaraan de landen, die
tot de Arheidsorganisatie behooren, zich alle hebben
gebonden, gaf hij den practischen raad, dat de regee-ringen der groote industrieele landen, die blijkens de
verschillende verklaringen ter Conferentie bereid zijn
tot de ratificatie over te gaan, met elkaar in overleg
zouden treden omtrent het
tijdstip
der ratificatie.
Daardoor zou de moeilijkheid kunnen worden onder-
vangen, die gelegen is in de omstandigheid, dat de
arbeidsconventies, in tegenstelling met vele langs
diplomatieken weg gesloten’ verdragen, geen vasten
datum aangeven, waarop de conventies in werking

27 Augustus 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

747

treden. Tevens zouden langs dien weg bezwaren, die

zich bij ‘de ratificatie voordoen, in onderling overleg
kunnen worden geëff end. Wellicht doelde de presi-

derit der Nederlandsche delegatie hierbij op moeilijk-

heden, zooals die, welke zich – ook thans nog, blij-
keus de jongste berichten – in Engeland voordoen

niet hot oog op de toepassing van de bepalingen der

conventie op cle Spoorwegen.
De heer Nolens eindigde zijn rede niet een aan-

sporing om thans, welhaast vijf jaren na de vaststel-

ling van ‘do conventies van Washington, ernst met de
zaak te maken; hier gold het ,,nunc aut nunquam”,

nu of nooit, zoo waren
zijn
‘slotwoorden.

Aan het slot der discussies beantwoordde de direc-

teur van het Internationaal Arbeidsbureau, de heer
Albert Thomas, in een meesterlijk betoog, de verschil-lende sprekers.
Hij bezwoer ‘de Duitscho regeering niet terug te
kedren tot arbei’d’smethoden, die ‘gebleken waren voor

cle sociale ontwikkeling nadeelig te zijn. Voor zoover
cle oorlogsvergoedingen verlenging van den arbeids-
tijd ‘noodzakelijk zouden doen zijn, zou, zoo meende

de heer Thomas, Duitsohland wellicht in het bijzonder
daarvoor een reserve kunnen maken bij ‘de aanvaar-
ding van •de achturen-conven.tie. Aldus in den vorm
uitsluitend tot Dui.tschland gericht, was het laatste
•denkbeeid stellig mede bèdoeld aan ‘het adres der

Fransche regeering, die een onvoorwaardelijke toetre-
ding tot de conventie van de zijde van Duitschlancl
tot eisch had gesteld.
En ]ioever de pogiiigeu tot aanvaarding door de ver-
schillende landen van de Washiugtonsche conventie
slagen zuilen, valt nog niet te zeggen; belemmeringen
op ‘den weg, die tot liet doel moet leiden, zijn er nog
vele, en het leven van regeeringen is dikwijls onge-
vis; maar zeker is, dat de Conferentie ‘de belangrijkste
der totnogtoe vastgestelde ontwerp-verdragen, het
,,pièce cle résistance”, weer heef t weten te brengen in
volle actualiteit, waarvan ook in ons land dé weerslag
zal worden gevoeld.
Bij de bespreking van het jaarlijksch rapport van
den directeur van het Arbeidsbureau – waarbij ook
do ratificatie van de achturen-conv.enti.e ter sprake
kwam – zijn, naar aanleiding van vragen van den
heer Nole.ns, tevens oenige punten betreffende cle
juridische beteekenis van ontwerp-verdragen aan de
orde gekomen. ]:Eeeft een land, zoo luidde één der vra-
gen, waarvan ‘de regeeringsvertegenwoordigers op de
Conferentie tegen een ontwerp-verdrag gestemd ‘heb-
ben, dezelfde verpichtingen met betrekking tot dat
ontwerp-verdrag als een land, waarvan de vertegen-
woordigers véér gestemd hebben?
Het antwoord van den directeur luidde volmondig:
waarmede de heer Thomas – terecht – terug
kwani van zij
.
…in 1921 v’erkondigde theorie, dat lan-
den, waarvan de regeeri n’gsvertegenwoorcli gers tegen
een conventie ‘hebben gestemd, geacht moesten worden
zekere ‘,,rui.mte van beweging” te hebben t.a.v. die
conventie.
Golden de vragen cle uitleggiig van bestaande be-
palingen van het statuut vin de Arbeidsorganisati.e,
de Conferentie had dit jaar ook ove:r een wijziging
van haar reglement te oordeelen.
Het betrof do behandeling van ontwerp-verdragen

in twee lezingen op twee opeenvolgende conferenties.
Do bedoeling was aanvankelijk op cle Conferentie aan
cle orde te stellen het geheele vraagstuk ôf, en op
welke wijze, ontwerp-verdragen kunnen worden ge-
vijzigd. Het onderwerp is reeds op vroegere confe-
renties ter sprake gekomen en het Arbeidsbureau had,
na cle mee.ning van de rimgeeringen er over te hebben
ingewonnen, een samenvattend rapport er over opge-
stejd. Daaruit bleek op verschillende punten een zoo groot meeningsversehil, dat de ,,commission de pro-
position”, in vier handen het ontwerp gesteld werd,
het raadzaam oordeelde niet het •geheeie onderwerp
thans aan de orde te stellen, doch uitsluitend, het
onderdeel ervan, waaraan het meeste behoefW be-

stehd de behandeling van ontwerp-verdragen en van

itanbevelingen in tweede ‘lezing op een volgende con-

ferentie.

Het onderwerp is door de. Conferentie geregeld
door een voorloopige reg]ementswijziging, volgens

welke de Conferentie, wanneer een ontwerp-verdrag

of aanbeveling in eerste lezing is aangenomen., kan besluiten de eindstemming (die ook volgens het he-
staande reglement dan nog moest plaats ‘hebben, en waarvoor een meerderheid van % der stemmen ver-

eischt is) uit te stellen tot de volgende Conferentie.

In den tusschentijd wordt het ontverp-vrdrag dan
toegezonden aan ‘de regeeringeri, die bevoegd zijn

amendementen er op in te dienen, welke de ratificatie van het ontwerp-verdrag kunnen bevorderen. De vol-
gende Conferentie heeft over de ingediende amen.de-.
menten en het geheele ontwerp-verdrag te beslissen.

Dze procedure kan er toe bijdragen, dat de redac-
tie van een ontwerp-verdrag wor.dt verbeterd, en

moeilijkheden, die zich zouden voordoen met betrelc-

Icing tot ondergeschikte punten, uit den weg worden
,geruiwd; in dat opzicht kan de nieuwe regeling nut-
.tig zijn. Zij, levert echter aan den anderen kant het

gevaar op, dat de regeeringen bij d.e beschouwing van
de ontwerpen zich zullen laten leiden ‘door de be-
staande nationale wetgeving en zuilen trachten het
ontwerp-verdrag daarmede in .onereenstemming l;e
brengen. 1-let was op dit gevaar, dat dr. Nolens met
nadruk heeft gewezen en waarvoor hij ernstig waar-
schuwde. De Conferentie luisterde met aandacht naar
deze waarschuwing, en kennelijk van verschillende
zijden ook met instemming, doch nam desniettemin de voorloopige reglementswijziging met algemeene
stemmen mian. Indien slechts de regeeringen en de
Conferentie van ’25 met dit gevaar rekening houden,
dan kan de wijziging haar nut hebben.

Met betrekking tot elk der vier op de agenda ver-

e]de onderwerpen slaagde de Conferentie er, zij het dp enkele punten niet zonder moeite in, een ontwerp-erdrag of aanbeveling op te stellen.

In het bijzonder de bakkersnachtarbeid heeft, voor-
al in de commissie, tot scherpe discussies aanleiding
egeven.
Eenerzijds
wenschte de patroonsgroep, dat
de Conferentie zich
izou
bepalen tot het opstellen van
en aanbeveling, daar de broodhakkerijen. uitsluitend
voor binnenlandsch gehruilc werken en voor een ver-
clrag dus naar haar oordeel ‘hier geen aanleiding is;
anderzijds stelde de. ar.beidersgroep grooten prijs op

de vaststelling van een ontwerp-verdrag, omdat daar-van zooveel meer kracht uitgaat cmi naar het oordeel
der arbeiders, dat tenslotte door het meerendee], der
regeeringsvertegenwoordigers werd ondersteund, ook
dan, wanneer ‘gen huitenlandsehe concurrentie zich
doet gelden, het op den weg ligt van de A.rbeidscon-ferenties de verbetering van sociale toestanden inter-
nationaal te bevorderen. De Conferentie sprak zich ien slotte, i.n overeenstemming met ht voorstel, der
onmissie, met een belangrijke meerderhei.d van stem:
nen uit véér een ontwerp-verdrag, en besliste tevcn
p dit ontwerp, d:e nieuwe procedure der twee lezin-
gen toe te passen. Het ontwerp-verdrag, zooals het
door de Conferentie in eerste lezing is aangenomen,
lepaait dat de staten, die het ontwerp-verdrag ratifi-
eeren, zich verplichten den nachtarbeid zoowel van
jatroons als van arbeiders te verbieden.

Het begin en het einde van den nacht, die ten min-
ste zeven opeenvolgende uren moet omvatten,, is door
de overheid vast te stellen na raadpleging van ‘de be-

trokken arbeiders- en patroonsorganisaties. In ieder
geval moeten ‘de uren van, elf uur ‘s avonds tot vijf
uur ‘ morgens er in ‘vallen, of, wanneer het klimaat
of het seizoen dat wensehe]ijk doet zijn, de uren van
tien uur ‘s avonds tot vier uur ‘s morgens. Ten. be-
hoeve van voor- en na-arbeid, ter voorziening in bui-
tengewone drukte en in andere buitengewone omstan.-
digheden (ongevallen) kunnen uitzonderingen worden
toegestaan.

748

ECONOMISCH-STA”l”ISTISCHE BERICHTEN

27
Augustus, 1924

ECn der punten, waaromtront in ‘de Coferentie het
meest gestreden’ is bij dit onderwerp was het verbod

van nachtarbeid voor de patroons. De meerderheid
der Conferentie bleek evenwel, -_ evenals de meerder-

heid in den H’ooen Raad van Arbeid in Nederland,’

die dezer ‘dagen geroepen werd’ over •dit punt advies

uit’ te brengen – van een uitzondering op het arbeids-

verbod ten behoeve van de (kleine) patroons niet te

willen weten.

Tot strijd van meeningen gaf ook aanleiding het
oï;twerp betreffende den wekelijischen’ rustdag in

glasfabrieken en wanovens.

De werkgevers legden hierbij den nadruk op de

eischen van de techniek en de economische bezwaren,
verbonden aan het stilleggen van, het bedrijf geda-

ende een dag in de week bi.j dit soort van giasfabr.ie-.

ken. De arhei’d’ersgroep beriep zich dairentegen op

gevallen, waarin de wekelijksche rustdag in dit be-

d.rijf reeds is ingevoerd en de noodzakelijkheid voorl de bij het bedrijf betrokken arbeiders althans één dag’

in cle week vrij te zijn.

T:Tet resultaat was, dat in het ‘in eerste lezing aan-‘

genomen ontwerp-verdrag het beginsel van den weke-
lijkscben rustdag. op Zoftdag (of anderen algemeenen;
rcistdag). :is opgenomen, niet bepaling evenwel, dati
daarvan kan worden afgeweken om. voor werkzaam-

heden, die om technische of economische redenen het

karakter van continu-arbeid moeten hebben; een,
amendement om de uitzondering op grond van econo-

misch’e redenen te schrappen, werd verworpen. Ieder

land is volgens het, ontwerp vrij, in overleg met de.
hetrokke]’t organisaties ian werkgevers en arbeiders,

de lijst van uitzon’deringei vast te ‘stellen, doch moet
die lijst met een toelichtiig aan het Arbeidsbureau

inzenden.
Het derde door de Conferentie met nagenoeg alke-‘
meene stemmen in eerste lezing aangetiomen ‘ontwerp-;

verdrag betreft de behandeling voor, de ongevallen-

verzekering van veemde arbeidets
01)
gelijken voet

als arbeiders uit het eigen land, zonder dat daaraan,
een voorwaarde wordt verbond’en ‘met betrekking tot
de woonplaats van den verekerd’e. In de Nederland-sche wetten op de ongevallen-verzekering wordt dit

beginsel reeds ten volle erkend.

Daarnaast dëed de Confer’erfti.e nuttig ‘werk door de
opstelling van een aanbôveling ‘omtrent de wijze,’
wrd’arop de gelegenheid ‘kan worden geschapen voor,

een goede besteding van den’vrijn tijd ‘van arbeiders:
inrichting van bad- en zwem-inrichtingen, steun bij

de bestrijding van alcoh’oli’sme en tuherculose, inrich-
ting’van volkstuintjes, hibli.ot’hekep, leeszalen en leer-
gangen, bevordering van sp.oit-vereen i gingen, gepaard
gaande met verder strekkende maatregelen voor
ver-

betering van woningen en hesohikbaarsteiling daar-

van tegen redelijke irijzen.

Tenslotte roegen nog een tweetal andere onder-werpen ‘de aandacht dei Conferentie: de miltvuur-

bestrijding en’ de werkloosheid. Omtrent beide ô’nder-
werpen waren volgens besluiten ‘van vorige Conferen-
ties rapporten uitgebracht. De quaeitie der miltvuur-
bestrijding had i.n bijzondere mate d’e belangstelling
van onze hure/i aan de overzijde van het Kanaal en
gaf tot opgewekte discussies aanleiding tusschen de Engelsche regeerinsvertegenwo6rdigers ëii ‘die van

Australië en Britich-Indië, vad velke laatste landen
de’ belangen niet overeenstemmen m’et de’ Engelsche
wenschen tot verplichte d’esinfectie ‘van wol, waarvoor

in Liverpool ‘sinds enkele jaren een voortreffelijke, maar kostbare inrichting is gevestigd.

Besloten verd,de miltvuur-hestrjding op de odenda
van een volgende Conferentie te plaatsen.
Met betrekking tot, het werkl oosheids’vraagstuk

droeg .de Conferentie het Arbeidsbureau, na kenn.ii-
n.ernin’g ‘van eenige belangwèkkende door het Bureau
uitgegeven publicatiet op, ‘de studie, id s&menwerking
mét de econordische en financieele sectie van den
Volkenbond voort te zetten en gaf zij in overweging

do regeeti.ngen uit te noodigen terzake haar meening
uiteen te zetten na raadplegipg van een commissie,

bestaande uit vertegenwoordigers der verschillende bij
het vraagstuk betrokken maatschappelijke groepen.

Zoo. heeft de zes’de Arbeidsconferentie in drie we-

ken doortastend werken, onderbroken door enkle
boottochten over ‘de blauwe wateren van het nieer van

Genève, ‘goed werk ‘gedaan en op verschillend gebied

een steentje bijgedragen, tot het verder optrekken van

de maatschappe]ijke woning voor de volken-gemeen-

schap. .
A. M. J0EKES.

DE FISCAAL-TECHNISCHE ZIJDE VAN HET

ONTWERP-TARIEJfl’VET.

III. (Slot).

Art. 2 van het ontwerp.

Aan het slot van het vorig gedeelte bleek, ‘dat de

raadpleging van de tabel ‘door .het daarin met name
noemen der artikelen niet eenvoudig wordt en zeer

zeker niet eenvoudiger dan onder het bestaande tarief.

Daarbij komt echter nog iets anders.
Juist door :het zooveel mogelijk noemen d’er ‘ver-

schillende artikelen zijn de posten aanmerkelijk inge-wikkelder dan die van de huidige wet. Ook de nieuwe

opzet, de belasting van het
toonban.kartikel,
maakt een

veel iairn’engestelder omschrijving noodig. Men bezie

bv. maar eens de posten gedistilleerd en nuanufac-

turen.
D
am
komt nog bij, ‘dat de posten taalkundig slechts
aan matige eischen voldoen. Eenheid en eenvoud vnu

‘ed actie zijn vaak zoek, de zinsbouw is dikwijls in ge-
wikkeld, de zinnen zelf van langen adem, vreemde

woorden zijn schering en inslag. Tal van onderverdee-
lingen der posten, van welke men verwachten zo’u, dat
zij in ‘de kolom, ‘die aangeeft, hoe hoog de heffing is,
wegens de afzonderlijke tarifieering een anderen hef-

t ingsvoet of -percentage zouden aanwijzen, geven toch

weer in die kolom telkens hetzelfde ,,8 pCt. der waar-

de” aan, enz.
Het bovenstaand’e zal voldoende zijn, om duidelijk
te maken, dat zij, die ‘het nieuwe tarief eventueel zul-len hebben toe te passen, ‘of “zich met expeditiefune-
ties belasten, niet zullen ‘kunnen volstaan, als in
hoofdzaak bij het huidig tarief, ‘met het opslaan van

een bijgewerkte wetstabel.
Zij
zullen de groote lijn

en indeeling, en verschillende bijzonderheden als pa-
rate kennis
bij
zich moeten dragen en nagaan, of

daarvan voor den betrelckelijken post ook is afgeweken.
N.m.m. is ‘dit ôntiverp dan ook geen wetsproduct,

dat staat op de basis van het huidig wetgevend mo-

ment.
Men streeft er toch in dit bezuinigingstijdperk zon-

veel mogelijk naar, het c’orps ambtenaren zoo’veel ‘doen-
lijk in te krimpen, den wetsbouw zo’odanig te maken,

‘dat hare uitvoering een minimum van ambtenaren
vergt en de kennis van hare bepalingen voor zooveel
mogelijk, voor ieder verstaanbaar en begrijpelijk is.

Men zie ook het belangrijke praeadvies van Mr. N.
C. M. A. van der Dries’ over ,,Eenvoud en eenheid in ‘het belastingrecht”, gehouden ‘voor de Ver. van

Cand. Notarissen in Nederland (1921). De nieuwste
wetgeving wordt dan ook, rekening houdende met die
overwegingen opgezet. Men ‘acht ‘di.e factor zelfs z66

gmvic’hti’g, dat men oude wetgeving alleen om
die

reden herziet en dat men ‘hij nieuwe wetten daaraan
zelfs de mogelijkheid van een deel der opbrengst, de

zekerheud
der heffing, op te offeren, riskeert: Referte
aan de nieuwste belastingwet: ‘de
Rijwielbela.sting!

Doch
deze
wet heeft ‘het zeer zeker niet allereerst in ednvou’d gezocht en onvermijdelijk gevolg van hare
invoering zal zijn, dat h’et juist zoo belangrijk inge-
krompen corps visiteerend personeel der invoerrechten
opnieuw zal’ moeten worden uitgebreid.
Het ontwerp voert verder’ ‘in de heffing
naar netto

gewicht en wil van
fictie’s
niet meer weten. Fictieve
sterkte’s kent het niet meer, monsternemingen zullen

27 Augustus 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

749

schering en inslag zijn. Bij
go.rens
hangt cle belast-

baarheid na.. af van de vraag of zij zijn opgemaakt

in strengen erw., per opma.king wegende 100 gram of
minder en bevattende 2000 meter of minder; bij touiv

en zijde vindt men iets dergelijks. ‘) Bij
kettingen

WOL{t cle belastbaarheid afhankelijk gemaakt van cle
vraag ‘of zij ,,per diameter van het .kettinggedeelte een

gemiddeld gewicht hebben van 75 gram of minder.”

Aldus kost de visitatie veel meer tijd, chis meer amb-

tenaren,
cii
zal het Laboratorium van het Departe-
ment van Financiën zijn werkzaamheden aanmerkelijk

zien uitgebreid, waarschijnlijk verveelvoudigcl.

– ik kom nu tot cle beschouwing van de hoofd-

gedachte van het nieuwe ontwerp, dat wil zijn ee

,,gebruiks- en verteringsbelastin g van
toonbankartike-.

ten”.
Die vondst, zoo o:nverwacht voor het voetlicht
komende, ‘heeft menig beoordeelaar – men zie o.a.

verschillende adviezen der Kamers van Koophandel
– tot een welwillende biuging tot een zich gewonnen
geven voor dit ,,theoret,isch zooveel iuiverder” prin-
cipe bewogen. Die tevredenheid o’p ‘het eerste gezicht valt te begrijpen. Moge de ‘benaming ,,Toonbankarti-

kelbelasting” al niet zeer pract,isch zijn, men voelt
heel goed ‘de bedoelin.g der gedachte en wanneer men
zich slechts niet den winkel van den kru kleriier, niet

alleen denkt,, doch het woord accepteert in zijn ruim-
ste beteekenis, zooals die aan de hand van de posten
van het ‘ontwerp, waarin zij ‘het zuiverst is neerge-‘
iegci, kan woi’den, opgespoord, clan lijkt zij een goede

basis voor cle ‘herziene heffing.

Gaat men echter de
uitwerking
dci gedachte na,

constateert men daarbij, dat ‘het principe niet is te
handhaven, en geeft men zich ton slotte rekenschan,’

van de
consequentie’s
uaartoe ‘h’et belasten vati liet
toonhaukartikel aanleiding geeft, ‘dan kan men voof
de stelsel’wijziging geen voldoenden grond meer vin-

den.
Ik laat hij het beschouwen van een en ander zoo-
‘eel mogelijk het nader bezien van posten op z,ich zelf
achterwege. Iedere industrie betracht de corisequen-
ties en ‘gevolgen voor het eigen artikel uiteraard ‘mee:r
volledig en juister dan ik het zou kunnen doen en

ik vermoed, dat de ‘geopperde bezwaren meermalen
van dien aard zullen zijn, dat “het ontwerp posten zal
laten vallen of wijzigen. De vrijwel onbegrijpelijke
quaestie van het on’ttreklcen v’an bescherming, niet hij
wijze van toevallige uitzondering, maar doelbewust,
aan een geheele reeks van industrieën, die daaraan
gewoon zijn, ter gelegenheid van ee herziening, die
als vormende een onderdeel van l’bt bezuinigingsplan
Colijn – zij moge zoo technisch, zijn als men wil –
allereerst ten doel heeft de schatkist te stijven, laat
ik rusten, omdat dit buiten mijn onderwerp ligt. Ook
cle vraag der ,,averech’tsche bescherming”.
Geco’nstateei’d zij slechts, dat aan d’e ten deze ge-
maaicte fouten in ‘t algemeen niet valt te ontkomen
hij het aanvaarden van de kunstmatige basis: ,,toon-
hankartikel” als grondslag van heffing.
Blijft d’an nog te bezien, of ve:rbetering is verkre-
gen ten opzichte der twee overige gebreken, welke het
bestaande tarief aa nkleven, te weten zijne
incor&sequen-

lie
en de veelvuldigheid der geschillen, waartoe het
bestaande aanleiding geeft.

Consequentie.

Het principe ,,toon.bankartikelen” moet dus conse-
quent zijn doorgevoerd, meer consequent althans dan
dat van ,,fahrikaat-grondstof”. Maar ziet, het nieuwe
tarief stelt, evenals ‘het oude, een ‘deel der machine-
rieën vrij
tegen
het nieuwe beginsel in, teneinde het
karakter verbruilcs- en verteringsbelas’ting te kunnen
handhaven.
Zonder
eenig principe, d.w.z. ter wille
van de
opbrengst
alleen, worden verschillende andere
artilcelen als papier, olie, benzine, glas en electrische
draad belast ‘verklaard. (Zie blz. 7 en 1.2 Mcm. van
Toel.)

1)
Of die maatstaf practisch zal blijken staat te bezien!

ïen s1otte ‘moet cle uitwerking van het nieuwe

t
systeem, dat het klein gewicht, den tahietvorm, als

hsis van belastbaarheid neemt, tot onbiiiijkheicl lei-

cicn. Daard’oor moet mcii komen tot een onvoldoende

bereiken van liet ‘doel der belasting: te zijn een ge-
bruiks- en verterin.gsbelasting en tot een ingewikkel-

d’en vorm van het tarief. – Die grenzen, algemeen

‘gesteld als ‘ze zijn, niet ‘slechts een ënkeie uitzonde-

ring, moeten toch willekeurig wezen en oubilljk wer-

ken. En nu mag de Memorie van Toelichting al zeg-

gen, dat er ,,over dergelijke, kleine nadeelen moet
worden heengestapt terwille van de groote voordeelen

‘van het nieuwe systeem” – die verdediging kan

slechts den oppervlakkigen lezer voldoening geven.

Dezelfde,
.dat is dus nog meer dan
aanverwante
arti-

kelen, ingevoerd in groote verpakking zijn niet aan
‘invoe’rreoht onderworpen, in kleinere wèi. Daardoor
heef t de importeur het in de ‘hand, vooi zoover de

goederen zich ‘daartoe leenen, deze voortaan te ver-

‘- zenden in groote ‘verpakking, waardoor hij het publiek

zal aanmoedigen steeds in die grootere verpakking
– tegen
billijker
prijs’
te icoopen. Bovendien kan hij de
goederen naar hier zenden in groote verpakking, de

ledige verpalcki’ngsartikelen even’zoo en en door een
generaal-vertegenwoordige:r hier te lande doen over-

– pakken in de k1ine hij invoer belaste verpakking. In

• liet eerste geval geniet de consument, in het tweede
de ‘buitenlandsche importeur de extra-winst, verband
houdend met de prijszetting tengevolge van de hef-
‘t
fi ng van invoerrecht in die verpakking..

Het gedachte voordeel gaat aan ‘de schatkist voorbij.
Doch ook bij de
uitwerking
zijn allerlei inconse-
fluenties in het systeem waar te nemen.

Zoolleer is vjij, naaigaren belast. Manufactu,ren
aan het stulc en behangselpapier voldoen niet geheel,
zelfs aaneen omschrijving van ‘liet begrip toon-
ban kartikol en. Dat geprofileerde latten voor lijsten
• niettegenstaande de toelichting in de Memorie daar-
onder zeer zeker niet kunnen worden gebracht, we:rd
“reeds elders betoogd. Eén bereid konijnenvel is oube-
last, twee aaneengenaaide onbereide belast, één vogel-
huid onbereid is wederom ‘belast. G’ewoon lcoperdraa’d
is
vrij,
geïsoleerd belast.

Manufactureri en ia’kleder worden in. de Memorie
tegenover elkaar genoemd als voorbeeld van iriconse-
‘quenties van de bestaande wet. Doc’h ziet, ook de
nieuwe
behandelt heide artikelen niet gelijkelijk.
Boeken, een toonhankartikel
hij
uitnemendheid,
zijn ‘vrij, het papier waarop
zij
gedrukt worden is
belast.

Een gewone kachei is belast, doch aangezien het
geen toonbankartikel is, zijn radiatoren, voorwer-
pen van weelde, die zelcer voor belasting in een ‘ver-
teringsbelasting in aanmenlding komen, vrij
Closets zijn belast. Volgens dc Memorie van ‘l’oe-
lichting is dit tegen het beginsel, zeker omdat die
– door een vakman aan de verhinclingshuizen worden hevestigd . Daarom ook zullen
ciosetreservoirs
weer
belast zijn!
Onder de oude ‘wet waren ijzeren en stalen pijpen,
hiiizen en slangen al naar hun aard ‘of bestemming
‘vrij of belast. De nieuwe wet laat ze in den regel ter
°voonlcoming van geschillen, vrij, ofschoon zij, voor het
‘meeren’deel althans, ‘zeer goed onder het begrip toen-
‘bankartikelen zouden zijn te brengen. De laatste gevallen voeren tot de
kern
der kwestie.
i Nadat men zich eenigszins duidelijk heeft gemaakt
in wellcen zin het nieuwe tarief ‘zal zijn toe te.passen
en welke consequenties aan het systeem vastzitten,
• welice inconsequenties de ontwerpers zich veroorloven
of over het hoofd zien, nadat men daarbij heeft be-‘dacht, ‘dat de eigenlijke fouten van een stelsel eerst
• in ‘de practijk blijken, dan rijst vanzelf d’e vraag bf de
gedachte van het ,,toonbankartikel” wei zoo aanlok-
kelijk is, als zij op het eerste gezicht schijnt te zijn!
En nu wil het mij voorkomen, dat wanneer men
• cich dit afgescheiden van alles afvraagt, die beant-

750

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27
Augustus. 1924

woording in ‘orrt1en’neiaden zin moet uitvallen. Het
stellen van het ,,toonbankartikel” als belastingobject

is een oppervlakkig standpunt. De onderscheiding is

niet, ,,echt”, rij is gekunsteld. Men heeft er geen vol-

doende houvast aan »Zij legt niet vast een algemeene
verbruiks- en verteringehelasting van bepaalde stof-

felijke hoedanigheid. Het systeem belast alleen ee.n

bepaalden vorm van hetzelfde verbruik van de belaste

goederensoorten. Alleen een deel van het voor gelijk

of gelijksoortige verbruik – door dan particulier –

van dezelfde of gelijksoortige goederen is aan de be-

lasting onderworpen. Het laat daarnaast ander ge-

bruik Vrij, niet, omdat het van oordeel is, dat het

eerste een grootere mate van draagkracht weergeeft,
meer luxe is, of minder met de voortbrengng samen-

hangt, doch omdat het niet in het afgepaste stukje

verterin’gsobj ect ,,toonbankartikel” past.
En
waarom
nu ten slotte dit alles? Kon het stellen

van dit groote beginsel, ,,belasting van het toonbank-

artikel”, voortaan, ,,inconsequenti.es, averechtsche be-

scherming, willekeur en geschillen” voorkomen, dan

zou mei bereid eijn, niettegenstaande hot deels onio-
gische der
heffing,
een offer te brengen,- op dit altaar
eener consequente, logische, rechtvaardige en cou-
lante
wetgeving. Ik
trachtte in het bovenstaande aan
te toonen, dat ook het nieuwe systeem.
inconsequentie
en willekeur niet uitsluit.
Dat ‘het herhaaldelijk
ave-
rechtsche bescherming
yerleent wordt dagelijks ten
opzichte van oe.nig product door cle belanghebbenden
betoogd.
De vraag der
geschillen
dien ik nog te behandelen.
1-let met name noemen der artikelen zou oa. het

voordeel hebben, dat het aantal geschillen verminde-
ren
zal.

Ook zijn verschillende bepalingen opgenomen, ter
voor/coming
,,van geschillen”.
Gaat men hetgeen ik hiervôôr schreef over het met
name noemen der artikelen na, dan riet men, dat het

aantal punten, w’aarover geschillen zullen kunnen ont-
staan, lang niet gering is en hij •die opsomming wer-
den nog niet eens alle punten, die tot verschil kun-
nen aanleiding geven genoemd! De ontvangers der

invoerrechten, die evenals onder de oude wetgeving
ten deren volgens art. 124 der Algemeene Wet per-
soonlijk verantwoordelijk zijn voor
te weinig
geheven
belasting, zullen, hij twijfel, beginnen met het artikel

belast te verklaren en •het aldus gerezen geschil, in-
dien de belanghebbende zich niet hij de opvatting
van den ontvanger neerlegt, aan het oordeel van direc-

teur ‘of Tariefscommissie moeten worden onderworpen.
,,Ter. voorkoming ‘van gesc’h:illen” zijn dan verder

verschillende artikelen vrijgesteld, of hun belastbaar-
heid beperkt. Geschillen zijn. op te lossen, doc’h het
is niet goed, dat zij er zijn. Dus wil de wetgever ze
voorkomen. De Voor cle hand liggende methode ‘om
dat te doen, is de wettelijke aanduiding helder, logisch
en beslist te maken. ,,Taxes ought to ho dear and
cer’tain.”

Voor zoover de ontwe:rpers daarin naar hunne mee-

ni ng niet. zijn geslaagd, trachten zij dit op andere,
nimmer falende ‘wijze te bereiken, nl. door ze
uit den
weg te gaan,
door de artikelen, waarover nog vaak
geschillen ‘zouden kunnen voorkomen, die niet door andere wetsomschrjving te elimirieeren
zijn,
vrij
to
verklaren. M.a.w. de geschille:n worden voorkomen
ten ‘koste der Schatkist. Deze wijze van ‘handelen kan

bij elk systeem worden loegepast, zij ware ook in het
oude stelsel toe te passen geweest, dit resultaat was
aldus ook daar te bereiken!
* *

ik kan dus tot geen anclre ,coinlnsie komen, dan
dat gezien van fiscaal-technische zijde, devoo.r’deeien
van het nieuwe systeem en de nieuwe Tabel, zacht
gesp:roken, niet opwegen tegen deevidente nacleelen
en vind geen beantwoording voor ‘de ‘vraag,
waarom
dan toch eigenlijk dit nieuwe systeem wordt gekozen.
De Memorie heeft ons in haar algemdene toeli’ch-

ting een melodie gezongen, onder welker bekori ng wij
zijn geraakt.
Bij
hot beschouwen der Tabel is die ho-
toovering geweken.

‘De Memorie, die zoo’veel bezwaren tegen ‘het oude,

zooveel voordeel’en van het nieuwe stelsel noemt, maakt

‘geen balans op van dle voordeelen van het oude tegen-
over de gebrekkige.uit’werkjng van het nieuwe.

Een en ande:r is n.’in.m. in het huidige stadium der

zaak levendig te betreuren. Waar getuige de verschil-

lende in periodieken verschenen opstellen en door

Kamers van Koophandel ‘verstrekte adviezen vail prin-
cipieel verzet tegen Tariefsv
erhooging,
hoewel schoor-
voetend, door velen i.s afgezien, de hoogere heffing
01)
zich zelf in elk geval bij het aan de orde stellen van
dit
herzienings’ontwerp, veel minder gewicht in de

schaal legt, ‘dan hij welk vorig ontwerp ook, wordt ter-
wijl het hier toch een zeer
groot belang geldt,
aan de
gebreken van •de techniek der wet niet ‘geheel vol-
doende aandacht gewijd.

Ieder industrieel, ied’ere matschappij, iedere Ka-

mer van Koophandel, beziet de Tabel slechts voor ‘zoo-
ver aangaat het eigen artikel, of die, welke ouder

haar ressort voorkomen. Al naar ‘mate de gevonden
‘oplossing te dien aanzien gelukkig of gebrekkig is,

wordt het nieuwe ontwerp toegejuicht of afgekeurd.

Gegeven het feit, dat de Regeering.
f
13,000,000
uit tariefsherziening wil trekken, die tegelijkertijd
technische ‘verbetering moet brengen in het wettelijk
systeem, dient zij zic’h ten doel te stellen, die herzie-
ning ‘te verkrijgen op ‘cle meest
eenvoudige
en voor
‘s
Rijks
schatkist en den Vaderlandschen Handel en
Industrie minst
riskante
wijze.

Ik meen – in afwijking van de Mom. van Toel. –
ernstig, dat dit niet is geschied, en dat daarom Re-
geering en Land on:noodig risico’s loopen, die hadden
kunnen w’or’den voorkomen.

3uist omdat een tariefsherziening zeer sterk ingrijpt

in de maatschappelijke verhoudingen, moet de wet-
gev’er die een technische herziening voorneemt, zoo-
veel mogelijk aansluiting geven aan het bestaand
systeem.

Wat baat het der Regeerin’g, of men er al in slaagt,
dit wetsontwerp aangenomen te krijgen, wanneer men

het risico loopt, naast enkele gouden vruchten, een

deel wrange te plukken? Indien men kan volstaati
met het enten op den ouden stam, met deskundig
snoeien, zou het ‘onderhoud ‘van boom en, grond, zon-
den cle lcosten,van bemesting, om ‘hetzelfde beeld te

behouden, veel geri:nger zijn.

Veel fouten en onvolkomenheden bijna alle in ver-
band staande met het nieuwe systeem, t:reden, zooals
o.a. uit het vorenstaande blijkt, reeds nu naar voren.
Velerlei gevolg is niet, of niet voldoende te ‘overzien.
1
)
Wellicht loopt het mee, misschien ‘ook loopt het tegen.

Doch
berekeningen
zijn daarover niet te malcen. Men
kan niet naaan, op welke schaal men het nieuwe
systeem zal weten te ontgaan. De raming van de
meerdere opbrengst is een slag in de lucht. Vele der
geuite klâchten, ‘der aan getoonde bezwaren, zullen zdô
evident zijn, dat zij tot wijziging in ‘het ontwerp aan-
leiding zullen geven. Doch het systeem zal daardoor

nog meer worden verbrokkeld. De consequenties der
partieei’e wijzigingen tegenover andere artikelen znl-
len niet alle volledig worden overzien.
Dit is bij elke fiscale-wetswijziging ‘het geval, maar

minder risico loopt men, wandeer men een bestaand
systeem ‘op zoo eenvoudig mogelijke wijze herziet. Men
weet, hoe dit heeft gewerkt, men weet
waar
de fouten
zitten. Tegen verrassingen, althans grootere, is men

geviijwaard.
En het verkrijgen dier aansluiting ware, hij het
bereiken der gezette ‘doeleiiaden, naar mijne meening

‘) Zoo zal de handel oudervinden, dat voor goederen, die
thans naar ‘het gewicht zijn belast en onder de nieuwe wet
aaar de waarde en waarvoor nu
fictieve entrepots
bestaan,.
die vergunningen zullen moeten worden ingetrokken.

27 Augustus 1924

ECONOMISCH-STATISTÏSCHE BERI5HTEN

751

zeker mogelijk geweest, – en dit op veel eenvoudiger
wijze – door een zuivere technische herziening van

de bestaande -wet. Zelfs in dit stadium zou ik dien

weg nog willen aai..bevolen. Gemakkelijker zal het
toch zijn, die in te voeren, de bestaande wét in dien
zin om te werken, dan in te gaan – en dit zal men

toch moeten doen – op cle meest ernstige klachten,

clie bhans worden geuit, gemakkelijker ook, die uit te

voeren, clan een wet volgens het nieuwe systeem,

waarin ten slotte weinig stelsel meer over zal blijven.

Uit incidenteele wijzigingen voortvloeiende bezwa

ren zullen toch weer ten gevolge hebben, dat nieuwe
andere inconsequenties ontstaan.

De breed uitgesponnen bezwaren tegen het tegen

woordige Tarief betreffen, wat kapitale fouten be-
treft, ten slotte slechts enkele posten, in hoofdzaak
clie, waarbij het gaat

om

de vraag, of iets al dan niet als halffabrikaat of als heclrijfshu]pmiddel is te be

schouwen. Daarnaast kunnen verschillende kleinere
gebreken -of onvolledigheden worden aangewezen, die

op eenvoudige wijze kunnen worden verholpen.

Nu stel ik
mij
voor, -dat, wanneer men als volgt
ware te werk gegaan een alleszins bevredigend systeem
zou zijn verkregen. –

Men neemt op zich zelf staande gebreken en emis-

sics weg. Men belast de halffabrikaten en bedrijfs-
middelen, de hulpmiddelen bij de voortbrenging, zoo-

als fabrieks- landbouw- en stoon.iwerlctuigen, gereed-
schappen, garens, droge verf, metselsteenen, gezaagd hout, gegoten, gesmeed en dergelijk ijzer, papier voor

druklcej.ijen carton voor cartonnagefabrieken, (wel-
licht ook manufacturen aan -het stuk) niet een laag

recht, bv. 2 of 3 pOt. Desgéwcnscht laat men een
deel daa:rvan geheel vrij.
Onbela.st
blijven lo. met name
genoemde grondstoffen, omtrent welker aard als
grondstof geen

verschil kan bestaan als wol, klei,
ruwe Icatoen, ijzererts, graan, stroo, papierafval, boom-stammen e.d., 2o. Enkele met -name genoemde behoef-
ten der voortbrenging, die niet onder het begrip
grondstof kunnen vallen, als buitenlandsch hooi en
kunstmest voor landbouw en veeteelt, couranten voor
intellectueele behoeften. –

Men
belast
de overige artikelen, dat zijn dus de
geheelfabrikaten, speciaal luxe-artikelen – met uit-
zonciering van algemeene voedingsmiddelen – met
8 pOt.

Men belat
daa’renboven
met een –
extra
recht de
onbetwiste luxe artikelen als •de dure soorten perso-
nenauto’s, -bontwerk, delicatessen, parfumerieën, to-i-
letartikelen en in

plaats -daarvan met een
bijzonder
recht de bekende – accijnsgoederen of daarmede ver-
wante artiicele-n (gedistilleerd, tabaksfabrikaten, thee,

sigarettenpapie:r, spoelkaarten e.d.); soort en grootte
van dat recht zij afhankelijk van den aard van het
artikel in verband met den daarop rustenden accijns.

Deze opzet is slechts een schema, tegen weiks theo-
retischen ondergrond men wellicht bezwaren kan in-
brengen, doch dat een stevigen practischen onder-
grond heeft en waarvan men zich -duidelijk voor oogen
Ican stellen hoe het zal werkén.

Op het theoretisch fundament van -het aanhangig
ontwerp, dat nu reeds niet volmaakt is en vébr d-e
wdt het Staatsblad heeft bereikt, nog minder systema-
tisch zal zijn, is moeilijk voct te bouwen. Het houdt

onvoldoende rekening met realiteit. Ik ach-t het zeer
twijfelachtig, of een redelijke aan de eischen van bil-lijkheid en recht voldoende regeling door dit ontwerp

is te vericrijgen. Het.ni.euwe ,,stelsel” zal stroef wQr-
ken in d-e praktijk. Met ernstige spanning moet –
tenzij alsnog belangrijke wijzigingen .in

het ontwerp worden aangebracht – worden afgewacht, of de door

de Regeering verwachtte meerdere opbren-gst inder-
daad zal worden verkregen en welke •de economische gevolgen van de nieuwe wet zullen zijn.
J. V. D. POEL.
Enschede.

HET WETSONTWERP TOT BEVORDERING

VAN DE RÏCHTIGE HEFFING DER DIRECTE

– BELASTINGEN.

Als er één fiscaal wetsontwerp is, waarnaar met
gemengde gevoelens is uitgezien, ni. reikhalzen-d -door

de aansiagregelen-de ambtenaren en nieuwsgierig door
het belanghebbende publiek, dan is het wel dit. 1-let

was voor heide partijen natuurlijk een raadsel, hoe
hiër cl-e Minister van Financiën zijne wetsvoordracht

zou inklooden. Het dezer dagen (Kon. boodschap van

28 Juli j.l.) ingediende ontwerp heeft hiervan de
oplossing gebracht.

De geschiedenis der zaak is deze.

in het Voorloopig V-erslag der Tweede Kamer dd.

1.1 April 1924 n-opens het wetso:ntwerp tot vaststel-
ling van -hoofdstuk VII B (Departement van Finan-
ciën) der Staatsbegrooting voor het -dienstjaar 1924
kwam onder het hoofd ,,wet op de dividend- en tan-
ti èmehel ast ing” liet i”oigend e – voor: –

,,Volgens de wet op de dlividenti- en tantidmehelasting
worden alleen d

e uitdeelingen belast, hetgeen tot misbriti-
ken aanleiding geeft. Men wees er op, dat schier alle
zaken van eenige beteeken is in naanilooze ven nootschi p.
pen zijn omgezet, dikwijls met
1
of
2,
althans zeer wei-
– nig aandeelhouders, die in onderling overleg cle uitdee-
lingen tot een minimum kunnen beperken. Tn vele ge-
vallen is voor handel en industrie de inkoxnstenbelastiiig
eene verteringsbelasti ng geworden, omdat belanghehben-
– den slechts belasting betalen over de bedragen, clie zij
voor hun privé behoeven en in den vôrm van salaris,
tantitrne of dividend aan de naamlooze vennootschap ont-
trekken. Men gaat zelfs verder door over deze bedragen
dikwijls geen inkomstenbelasting te betalen door te zor-
gen crediteur van de naanilooze vennootschap te zijn,
door bij hare oprichting niet alle goederen in te breri-
gen, maar dadelijk na cle oprichting goederen ioogenaanicl
anij de vennootschap te verkoopen. De gelden, die men
noodig heeft, int men dlau bij de vennootschap als af los
sing van door haar aangegane schuld. In zoodanige ge-
vallen is noch door de nv., -nôch door belanghebbenden
belasting verschuldigd.
De winsten van de nv. worden gereserveerd en komen
nimmer tot uitdeeling. Door verkoop nl. van de aandee-
– len is liquidatie niet noodig of wel men zor,

dat door
hoogen inbreng van gebouwen, inachinorieëu of goodwill,
hij eventueele liquidatie geen batig slot overblijft.
Wijziging van de belastingwetgeving is noodig, opdat
niet alleen tengevolgevan de helastingen de vennoot-
schappen onder firma verdwijnen.” –

Ter zake liet de Minister van Financiën zich in. de
Mem-orie van Antwoord dd. 23 April 1924 in na te
melden

zin uit:

Het aangeduide euvel komt inderdaad voor en berok-
k

ent aan de schatkist een niet onbelangrijk nadeel, al
kan dat door behoorlijke wetstoepassing – – waartoe ook
de administratieve rechtec meclewerkt – in verschillende
gevallen wel gekeerd worden. Een wettelijke regeling tot
opheffing van het bezwaar is in voorbereiding. Naast die
regeling zal het omzetten van de dividencl.belasting in
– een winstbelasting- overbodig zijn. Bovendien ware
zulk
ccii omzetting niet doeltreffend als niicldel van herstel,
aangezien het hier hetret- een ontduiking van inkom-
stenbelasting, welke immers tot een aanzienlijk hooger
percentage geheven wordt dan de dividendbelasting”

Ook vanuit de Eerste Kamer der Staten-Generaal
bij cle behandeling der Staatsbegrooting voor 1924
werd d-oor -den heer Wibaut in zijn rede gewezen op
belastingfraude, waarop de Minister van Financiën
opmerkte, dat de omzetting van een dividend- en tan-

tièmebelasting in een winstbelasti-ng nog steeds bij
zijn Departement i-n onderzoek is, dat hij zeer goed

weet – dat er thans bij familievennootschappen ge-
knoeid wordt, bijv. door de winst te reserveeren, deze
aan den Directeur te leenen, die ze opmaakt zonder
een cent belasting te betalen.

De hier -openbaar gemaakte neiging om onderne-
mingen. met een klein – aantal -deelgenooten voort te
zetten onder -den vorm een er naamlooze vennootschap
met het doel de heffing der inlcomstenhelast.ing over
de behaalde winst te ontgaan, heeft geleid tot het
wetsontwerp, hetwelic ons thans bezighoudt, dat de wet-

752

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 Augustus 1924

ton op de inkomstenbelasting .1914 en dividend- en
tantièmebelasting 1917 volkomen ongewijzigd laat en

dat de personeele belasting, plaatselijke inkomsten-

belasting en vermogensbelasting mede in de zaak
betrekt.

Art. 1 van dit wetsontwerp luidt als volgt:

,,Voor cle heffing van cle personeele belasting, cle rijks-
en plaatselijke inkomstenbelasting, de vermogensbel as-
ting en de verdedigingsbelastingen wordt geen rekening
gehouden met rechtshandelingen, clie, al dan niet in ver-
band met andere rechtshandeliugen, kennelijk zijn ver-
richt om de heffing van een dier belastingen overeen-
komstig haar doel, geheel of ten deele, onmogelijk te maken.”

In dit artikel is eene algemeene formule neerge-

legd met de bedoeling praktijken te fnuiken, die aan-
gewend worden om de
normale
belastingheffing ge-

heel of voor een deel onmogelijk te maken, zulks

tevens in de verwachting dat de bepaling preventief

zal werken. Zoodanige
algemeene.
formule verdient

voorkeur boven het stellen van
bepaalde
feiten met

daaraan tot bescherming der schatkist verbonden
rechtsgevolg, eenerzijds omdat ‘de feiten ook onder

geheel normale omstandigheden aanwezig kunnen
zijn, anderzijds omdat daarbij de belastingadministra-

tie weldra tijdelijk machteloos zou staan tegenover

kunstgrepen of
afwijkende
vormen door belanghebben-
den ‘of ‘hunne adviseurs gevonden tot het ontkomen

aan de wetsbepaling. Schrijver dezes lijkt de in dit opzicht in deze wets-,
voordracht gevolgde politiek van een geoefend inzicht

te getuigen in de psycholog’e der belastingplichtigen.

Doch
hij
acht – in het midden gelaten de doel-
treffendheid in elk geval – deze belastingplichtigen

al te zeer beschermd ‘door het in het artikel voorko-

mende woord
,,kennelijk”,
dat vaak een beletsel zal

vormen om een rechtshandeling als niet gedaan te
beschouwen.
Art. 1 richt zich niet tegen personen, die door be-
perking van uitgaven hunne belasting verminderen
bijv. die in verband met den derden grondslag der

personeele belasting eene belastbare dienstbode af-
schaffen. Het zou dan niet normaal
zijn
en niet in
overeenstemming met het beginsel der verteringsbe-

‘lasting deswege personeele belasting te blijven heffen,
geen invloed toe te kennen aan een verandering van

den feitelijken toestand.
De zaak ligt echter anders in het andere evenals

het voorafgaande aan de Memorie van Toelichting
ontieende voorbeeld, dat de bezitter van een buiten-
plaats een naamlooze vennootschap tot exploitatie
daarvan opricht en vervolgens de buitenplaats gemeu-

beld en met ‘bediening van die vennootschap huurt
met dit gevolg dat d’e vennootschap in de personeele
belasting wordt aangeslagen naar
Y
3
of % van de
huurwaarde en de waarde der stoffeering, terwijl de
dienstboden als wordende in het bedrijf der vennoot-
schap gebezigd, onbelastbaar worden. Hier wordt door
de r.echtshaudeling, door misbruik van een rechts-vorm, zonder eenige verandering in den feitelijken
toestand, aanspraak gemaakt op een reductie en een
vrijdom van belasting, ‘die voor geheel andere ‘omstan-
dighed’en bestemd waren, op welke handeling de Staat
moet reageeren. Ik moge in deze zelf nog een voor-
beeld geven. Iemand is krachtens art. 244a
40
der
Gemeentewet woonf’orens doo’r het gedurende meer
dan 90 dagen voor zich o’f zijn gezin beschikbaar hou-
den eener gemeubileerde woning.
Hij
tracht zich
daaraan te onttrekken door de woning, zijn eigendom,
in te brengen in eene naamlooze vennootschap. Niet
de natuurlijke persoon, maar de naamlooze vennoot-
sc’hap, houdt van nu af een gemeubileerde woning
beschikbaar. Art. 1, waarin ook sprake is van plaat-
selijke inkomstenbelasting, kan dan een beletsel op-
leveren tegen het ontgaan der forensenbelasting.
Art. 1 is verder niet gericht tegen
gefingeerde
handelingen. Waar zoowel de Raden van ‘beroep voor
de directe belastingen als de Hooge Raad der Neder-
landen het standpunt hebben ingenomen, dat het voor

de toepassing der belastingwetten aankomt op de

werkelijke feiten en niet op de voorstelling die be-
langhebbenden van de feiten gelieven te geven, is tot
dusver de noodzakelijkheid niet gebleken om vette-

lijke maatregelen te treffen tegen gefingeerde han-

delingen. Vooral in zake dividend- en tantièmebelas-
ting, de belasting waarvan in art. 1 geen gewag wordt
gemaakt, heeft de Hooge Raad meermalen (bijv. 11
april 1923, B.i.b. No. 3201, noot) ‘blijk gegeven het

standpunt in te nemen dat belasting moet worden
geheven naar den grondslag van wat werkelijk en
niet slechts in schijn tusschen partijen is gebeurd.

Men denke ook aan de bekende arresten van den
H’oogen Raad van 31 Januari 1923 en 28 Mei 1924
in zake de’ Koninklijke.

Is in het vorenstaande duidelijk omschreven dat
het wetsvoorstel zich richt tegen handelingen, die

niet normaal zijn en waarvoor enkel reden bestaat

in de heffing der in het artikel genoemde belastin-
gen, moeilijkheden bij de uitvoering zullen in te wach-
ten grensgevalien niet uitblijven en dan in de recht-
spraak tot ‘oplossing zijn te brengen. Waar gemelde

verwachting bestaat en ontegenzeggelijk volkomen ge-
grond is, daar zou het aanbeveling verdiend hebben
in deze ee’nigszins rekening te houden met de belan-

gen der reeds nou overladen belastingadministratie.
Ik denk mij dit in dier voege dat omkeering van ‘den
bewijslast ook hier ‘op haar plaats zou zijn. De in

art. 1 bedoelde recht’shandeli’ngen worden geacht te

zijn verricht met de daaromschreven strekking, tenzij het tegendeel is aannemelijk gemaakt.

Moet daarentegen naar het stelsel van het ontwerp

bij de rechtspraak op bezwaar- of beroepschriften het
bewijs geleverd worden dat ‘de rechtshandelingen ken-
nelijk zijn verricht om de belastingheffing geheel of
tea deele ‘onmogelijk te maken, dan wordt een buiten-
gewoon zware taak op de schouders gelegd, waardoor
de te kwader trouw
zijnde
belastingplichtige een on-
redeljken voorsprong zou krijgen en op zien komen
zöu kunnen spelen. Ik hoor al in allerlei toonaarden
op des in’specteurs vraag naar het doel waarom bijv.

zekere n.v. is opgericht, de v’oordeelen van dezen
rechtsvorm, andere dan voor de belaiting, (‘beperking
van rIsico, aansprakelijkheid, gemakkelijker overdracht

van een zaaic) ‘opgesomd.

Stel ook het geval van een overigens volkomen
bona-fi’de n.v. waarbij echter statutair – misschien met anti-fiscaal ‘oogmerk – is vastgelegd, dat eerst
na afloop van het belastingjaar der inkomstenbelas-
ting van uitkeering van eventueel dividend spralce
kan zijn. Indien ‘dan volgens art. 14 der wet

op d’e inkomstenbelasting wordt begroot, wordt het
resultaat van de opbrengst der aandeelen van ‘de n.v.
nihil, in overeenstemming met de in arrest van 30
April 1924 vervat%e rechtsleer van den Hoogen Raad.
Moet nu ‘daardoor met die vennoo’tschap geen reke-
ning gehouden worden? Ziehier een niet gemakkelijk
op te ‘lossen geval, waarin richtige uitvoering der

wet ons brengt.

Indien ingevolge art. 1 geen rekening gehouden
wordt voor ‘de belastingheffing met een vennootschap,
vereeniging of maatschappij, m.a.w. deze als niet-
bestaande wordt ‘beschouwd, dan is art. 2 daar om te
voorkomen dat dientengevolge geen belasting naar het
inkomen geheven zou kunnen worden van de beloo-
ningen, die zijn o’f worden genoten van die vennoot-
schap, vereeniging of maatschappij.

Volgens art. 3 van het wetsontwerp zal de wret
geacht worden met ingang van 1 Mei 1924 in wer-
king te zijn getreden.
Bij
de heffing der belasting
voor belastiugjaar 192415 kan dus met de wet, indien
ze hopelijk
gewijzigd
het Staatsbiad bereikt, rekening
worden gehouden. Daaraan zal dus voortaan bij de heffing der belasting elke rechtshandeli’ng moeten
worden getoetst en zulks m.i. ongeacht op wolken
datum ze is verricht. B. vAN DEN BERG.

Rotterdam.

.,..

27 Augustus 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

753

DE .RIJKSMIDDELEN.

• In dit nummer treft men aan het gebruikelijke

overzicht van de opbrengst der .Rijksmiddelen over
de maand Juli 1924, vergeleken met de overeenkom-
stige cijfers van Juli 1923.

De gewone middelen brachten in de afgel.00pen
maand
f
37.362.815,3734 op tegen
f
34.656.686,1334 in

Juli 1923 en vertoonen mitsdien een vooruitgang van
f 2.706.129,24. De totale opbrengst in de afgeloopen

maand overtrof de raming met een bedrag .van

f
4.284.132,0434:

De opbrengst over de eerste zeven maanden van dit
jaar bleef
bij
de opbrengst in de overeenkomstige
maanden van 1923 een bedrag van
f
6.958.374,49 ten
achter, terwijl de raming met een bedrag van

f
14.719.395,29 werd overschreden.
In vergelijking met de overeenkomstige maand van
het vorig jaar vértoonden in Juli 1924 de grondbe-

lasting, de personeele belasting, de dividend- en
tantièmebelasting, •de suiker-, de
wijn-,
de ge-
distilleerd-, de zout-, de bier-, de geslacht- en de

tabaksaccijns, de zegel- en registratierechten, de in-
voerrechten, de statistiekrechten en de loodsgelden
een hooger opbrengstcijfer. Daarentegen brachten
minder op de inkomstenbelasting, de vermogensbelas-
ting en de successierechten.

In tegenstelling met de vorige maand, toen de
grondbelasting eenigszins terugliep – met
f
51.222 –
wijst dit middel thans veer een hoogere opbrengst
aan: tegenover een opbrengst van
f
2.756.456,31 in
Juli ]i123, leverde dit middel in de afgeloopen maand
een bedrag van
f
3.347.434,0934 voor de schatkist op;
derhalve
f
590.977,78 34 meer. De totaalopbrengst over
de eerste zeven maanden van 1924 overtreft de op-
brengst over de eerste zeven maanden van 1923 met
een bedrag van
f
1.617.235,70; ook de raming werd
(met een bedrag van
f
1.752.034,18) overschreden.
Ook de personeele belasting bracht meer op: Juli 1923
gaf eene ‘opbrengst van
f
2.744.992,39 34 te boeken,
terwijl in de afgeloopen maand een bedrag van

f
3.738150,8134 werd bereikt. Eene bepaald gunstige
conclusie kan •echter hieruit niet worden getrokken, daar het ruimer vloeien van beide middelen vermoe-
delijk aan de viuggere invordering is toe te schrijven. In de afgeloopen maand gaf de inkomstenbelasting
weder eene lagere opbrengst te zien dan in de over-

cenkomstige maand van het vorige jaar. Tegenover
eene opbrengst van
f
8.093.481,92 in Juli 1.923 staat
eene inkomat van f 1.026.628,3534 in de vorige maand.

Bij vergelijking van de ontvangsten uit deze belas-
ting over de eerste zeven maanden van 1923 en 1924 moge erop worden gewezen, dat de bedragen zich als volgt over de verschillende dienstjaren splitsen:

Jan. t/rn Juli 1923.

Jan. t/m Juli 1.924.
1.920121

f
2.011.912,05

f

888.299,30
1.921122

13.399.763,69

3.315.509,59
1.922/23

55.514.084,11

,, 11.835.498,20
1.923124

,,

23S.904,50

45.938.436,54
1924125

984.494,21

f 71.164.664,35

f
62.962.237,84
Uit deze cijfers blijkt, dat, terwijl de totale terug-
gang in de eerste zeven maanden f8.202.426,51 be-
droeg, het verschil tussohen de opbrengsten van de
laatstve.rloopen dienstjaren, te weten 1922!23 en
1923124, niet minder ‘dan
f
9.575.647,57 beliep. De
achteruitgang der inkomens weerspiegelt zich in deze
cijfers tén duidelijkste.
In tegenstelling met de vorige maand gaf de divi-
dend- en tantièmebelasting weer eene hoogere op-
brengst te zien. Het accree bedroeg zelfs
f
620.506,11.
Neemt men echter in aanmerking, dat de op-
brengst over de eerste zeven maanden van

192 f2.610.265,38 bij de ‘opbrengst over de eerste
7 maanden van 1.923 en
f
1.327.391,91 bij de raming
ten achter bleef, dan is het duidelijk, dat ‘het er met
vele ondernemingeti en bedrijven in ons land nog
steeds niet zeer gunstig uitziet.

Voo:r het geringe verschil in de opbrengst der ver:
mogensbelasting
(,f
30.561,11 minder dan in Juh
1924) is geen bijzondere reden aan te wijzen.

De accijnzen vertoonden alle een hooger opbrengst-
(:ifer in de afgeloopen maand. Wat den suikeraccijus

aangaat beliep het accres f 154.850,44, doch de
oor-
zaak van dit ruimer vloeien is niet bekend. De spe-

culatie houdt zich nog steeds afzijdig in afwachting
van lagere prijzen
;
de ontbrekende voorraden worden
nog steeds niet aangevuld.
Van de overige accijnzen brachten de wijn-, ‘de ge-
distileerd-, de zout-, de bier-, de geslacht- en de
tabaksaaeijns respectievelijk
f
1.591,41,
f
667.968,75,
T
31.633,31, f431.883,81, f22.604,58 en
f
102.194,96 34
meer op. De stijging van den gedistilleerdaceijns staat
in verband met . vermindering der fraude door beter

loezicht langs de grenzen; bovendien bevatte de
maand Juli in 1924 één Donderdag meer dan in 1923,
welke dag de verschijndag is van den crediettermijn.
De hoogere opbrengst van den zoutaccijns is een ge-
volg van den verminderden invoer van Duitsch ge-

raffineerd zout, waardoor het verbruik van het in-
Iandsoh product toeneemt. Bij den bieraccijns doet
de op 1.2 Mei jI. in werking getreden accijnsverhoo-

ging haar invloed gevoelen; het zomerseizoen veroor-
zaakte bovendien een nieerder verbruik. Voor de hoo-

gere opbrengst der andere accijnzen is geen bijzon-
clere i’eden op te geven.

Van de middelen, die meer in direct verstand staan
met het zakenleven, brachten de zege]rechten
f 356.609,15 en de registratierechten
,f
56.262 meer
op. Ook hieromtrent is evenwel niets bijzonders op
te merken.

Van de overige middelen valt nog te wijzen op de
altijJ onberekenbare successierechten, die met
T 682.464,49 vooruitgingen; de invoerrechteh, welke
met een bedrag van f 313.113,99 toenamen; de statis-
liekrechten, welke vermeerderden met f 95.490,33; en
de ioodsgelden, welke van
f
235.600 op f 289.654,95
kwamen en dus een accres van f 54.054,95 vertoon-
den. Uit de laatste cijfers blijkt, ‘dat gelukkig lang-
zamerhand eenige herleving van den internationalen

handel valt te bespeuren, waarbij de beëindiging van
liet Ruhrconflict zeer zeker een gunstigen invloed
n itoefent.

De inkomsten van het ,,Leeningfonds 1914″ bedroe-
gen in de afgeloopen maand
f
8.019.264,43 (raming
rond
f
1.356.000). De oo:riogswinstbelasting gaf eene
negatieve opbrengst van f 10.13S,68, zoodat de op-
brengst dezer belasting sedert het begin der heffing
heiraagt ongeveer
f
792.230.014.

AANTEEKENINGEN.

indexcijfers van groot/z.andejsprjj-
z e n.
– De maand Juli vertoont een aanzienlijke
stijging, voornamelijk ten gevolge van een verhoo-

ging van de prijzen voor katoen, tarwe en meel. ITet totaal is nu 4657 punten, dus 126 punten hooger dan
een maand geleden, waarmede de ‘hoogste stand sedert

Februari van dit jaar is bereikt. Om dezen tijd van
het vorig jaar was het indexcijfer op het laagste
punt sedert den wapenstilstand, nl. op 4182 punten.

Hierachter volgt ‘de gebruikelijke – aan ,,The Eco-
nomist” ontieende – tabel.

De stijging in de eerste groep komt nagenoeg ge
heel voor rekening van tarwe en meel. Gedurende
Juli is de prijs voor meel geleidelijk van 40 sh. tot
47 ah. 6 d. per baal van 280 lbs. gestegen. De prijs
zoowel voor binnen- als buitenlandsche tarwe is onge-veer in dezelfde verhouding opgeloopen. Tarweprijzen

plegen steeds tegen het sluiten van het graanjaar
gevoelig te zijn, waarbij dit jaar zijn gekomen cle
onzekerheid der oogstvooruitzichten en de voortdu-
rende speculatie. Ook andere graansoorten zijn ge-
stegen, terwijl de kleine rijstvoorraclen een omvang-
rijke speculatie in dit artikel ten gevolge hadden.
Aardappelen vertoonden een seizoendaling, terwijl

754

ECONOMISCH-STATISTISCHEBERICHTEN

27 Augustus 1924

1
Diver.
1
ndere’

1

i.

i
1
sen:

i
Alge- Granen
1
A
00e-
1
Wee!.
1
Dell-
1
oliën,
ITotaall meen
Data

en

ding,-
1
stoffen
1
sloffen
1
hout,

index-
vleesch en ge-

i
,ubir.
1

1
cijfer
nolm.l

1

1

1

CflZ.

1

1901J5) … 500

300

500

400

500 2200 100,0

EindeJuli1914 579

352

6164 4644 553 2565 116,6

,, Nov.1918 1289

7824 1848

903 13894 6212 282,6

Dec.1921 9214 636 1106

762

9314 4357 198,0

Dec.1922 861

706 11844 705

8074 4264 193,8
Juli 1923 8194 756 11154 7444 7464 4182 190,1
Aug. ,,

8284 7624 1119

734

744 4188 190,4

Sept. ,,

823

782 12144 7324 745 4297 195,3

Oct. ,,

823

777 12204 756

7434 4320 196,4

Nov. ,,

831

7974 13934 770

749 4541 206,4

‘Dec. ,,

853

8154 13824 774

755 4580 208,2

Jan.1924 9094 8454 1349

789

769 4662 211,9

Febr.

899

859 1308

819

783 4668 212,2

Mrt.

8974 8434 13134 805

7804 4640 210,9
Apr.

904 8024 1364

788

7784 4637 210,8

Mei ,,

912

7304 13574 753

774 4527 205,8

Juni

914 7364 1347

764

7694 4531 205,9

Juli

9514 732 14234 777

773 14657 211,7

ook rutidvieesch lager sluit. In ‘de tweede groep zijn
kleine dalingen in thee, koffie en suiker gedeeltelijk
te niet gedaan door een stijging der boterprijzen

In de weefstoffengroep valt ruwe katoen,
op. Ool

hier zijn de oogstrappôrten de groote schuldigen; het
derde Amerikaarische rapport van het seizoen gaf

een verwacJiting van
68,5,
terwijl de markt
11,5
ver-

wacht had.
Op
‘het oogenblik wordt de huidige oogst

geschat op
11.934.000
balen tegen
12.144.000
een

veertien. dagen geleden. Bij het bekend worderL van
dit bericht gingen de p.i.-ijzeii natuurlijk ‘omhoog,

waarbij zij de noteering voor Egypt:isehe katoen mee-

namen.
Ook
de ‘garen- en doekprijzen trokken aan.

Men zegt algemeen dat indien de prijrhen constant
waren gebleven een groot gedeelte van iie vraag op

(Ie markt wel in orders zou zijn omgezet. Over het

.555

+

,

Tarwe (btl.)
102
+12
Katoen(Am.)
174′
+166
Koper
525
+
l

*
T
:jr’
(Eng.)
98
+
1
0
,,

(Egypt.)
180
5

±17′
Deifstoff.
Meel
95
+15
Garen
1605
154
‘f-
55 95
±
Hout
Gerst
Haver
915 816
+
8
5

+
I
&
Laken
Wol (Eng.)
169
+10
(Baltisch)
103′

Aardapp.
112
5

-18
5

(Austr.)
1455
Hout
(Amerik.)
89
Rijst
131
+13e
Zifde
96
+ 5
Leder
60
6

Rundvl.
Schapenvi.
81
90
– 55
+
1
Vlas
Hennep
180
595
+
2′
Petroleum
Oliën
108
785
+
3′,
Varkensvl.
60
ute
104
+10
Oliezaden
83
5

+
1
Gran.
en
vi.
’57’
:F
3

71
Weefstoffen
1423
+’
Talk
685
– 2
Thee
T
Ruw-Ijzer

Indigo
83′
Koffie
112′

4
Stalen rails
75
Soda


856
Rietsuiker
1285
– 2
Ijz. staven
96
Rubber
12
6

+
1
77
3

Bietsuiker
130
Kolen (st.)
136
5

Diversen
Boter
Tabak
92′
1165
+
55
,, (huisbr.)
Lood
88
140
+6
Totaal
r

And. voed.
Tin
96
+
8

en genotm.
732
– 45

algemeen
heeft
men
geen katoenvoorraden,
maar
hen-.

delaais

zijn
zeer,
afkeerig
hun
limiten,
die
in
de

Andere
Dieer-

Data
Granen
en
00e-
dings-
Wee!-
stoffen
Delf-
sloffen
hout.
Totaal
olemch
en ge-
rubi,er,
notm.
enz.

Juli

1914
100 100
100
100 100 100

December

1918
226
222
293
186
241
236

December

1921
159
180 180
164
168
170

December

1922….
149
200
193 152 146
166,2

Juli

1923
141
215

181
160
135
163,1

143
216
182 158
134 163,3

September
142
222
197 158
134 167,6
Augustus

,……

142
220
198 163
134
168,4
October

,……
November

,…..
144
226
226
166 135
177,0

December

,.

….
.
.148
231
225
167
136 178,6

Januari

1924
157 241
219
170
139
181,8

Februari

,.

….

155
244.
212
176
142
182,0

155
240
213
173
141
181,0

156
228
221
170
141
180,8
Maart’

,……

157
208 220
162 140
176,5
April

,……
Mei

,……
158
210
219
164
.139
170;6
Juni

,……

Juli

,……
164
208
231
167
140
181,6

meeste gevallen geheel onvoldoende
zijn;
te verhoo-

gen. Binnenlandsche wol is gestegen; Australische
wol onveranderd. Zijde, hennep en jute gestegen.

Ruwijzer is een weinig gedaald. De niet-ijzerhou-

dende metalen vert’oonen kleine prijsstijgingen.
De middelste tabel van ‘de vorige kolom geeft de

wijzigingen voor d’e verschillende artikelen aan in
vergelijking met eind Juni, waarbij d’e gemiddelde

prijs gedurende
1901-05
‘gelijk 50 is geiteid.

Door deze veranderingen is ‘het indexcijfer thans

81,6
püt. boven den stand van Juli
1914
gestegen,

zooals ook blijkt uit de tabel ‘onder aan de vorige

kolom.
Wij laten thans nog volgen een overzicht van .de

indexcijfers in enkele der voornaamste landen.

0

75

a

(1)

N

1913 100

100
5

100

6)

0)

lOO

100

100

Noveinb. 1918 206

358

438

367

392

214

H

f
272

591

679

325

366

297

322
oogs e

Mei) (Apr.) (Apr.)

(Jan.) (juni) (juli) (Mrt.)

Decemb. 1921 147

326

594

3.585 176

172

165

209

Decemb. 1922 156

362

580

205.417 175

163

155

183
Juni

1923 153

408

568

3.989.800 180

164

149

198
,,

151

407

566

28.359.900 175

162

145

192
Augustus ,,

150

413

567 306.335.800 173

162

142

191
September,,

154

424

569

18.295
4
181

162

145

211
October ,,

153

421

563

4.907.150
4
182

161

‘148

212
November ,,

152

443

571 164.960.000
4
183

180

153

210
December ,,

151

458

577

139.740
7
183

160

154

211

januari 1924 151

495

571

136.290
7
183

161 ‘ 156

211
Februari

152

544

573

140.630
7
180

162

158

208
Maart

,,

150

499

579

143.900
7
181

162

155

206
April

,,

148

450

579

145.640
7
180

161

154

207
Mei

147

458

571

137.500
7
178

160

153

205
Juni

,,

145

465

566

. 129.040
7
173

158

151
1 Bureau of Labour.
2)
Frankiurter Zeitung. S Sedert 1922 gebaseerd op 48 artikelen in plaats van op 53. 4 In millioenen.
5 SedertOctober 1923: Juli 1914=100.
6)
Midden 1914= 100.
7) In milliarden. Sedert Januari 1924 gewijzigd aantal artikelen.

Wat het
cijfer
voor Nederland betreft merkt het

Centraal Bureau voor de Statistiek op dat de daling

‘in hoofdzaak voor rekening van enkele voedirigsmid-

delen komt. Daarnaast moet evenwel gewezen worden
op de sterke ‘stijging 1er aardappelprijzen, terwijl ‘ook

rundvieesch, kaas en eieren in prijs stegen.
Algemeen

Gem. pon-

Herleid

Datum

index-cijfer

denkoers ‘ algemeen

van
6
the

over de

index-
Economist”

alg. maand

cijfer
Januari

1914…….119,2

‘ 12,11k

119,6

December 1918……277,0

11,19

256,6

December 1921 ……198,0

11,42

187,2

December 1922……193,8 .

11,5534

185,3

Juli

1923 ……190,1

11,68

183,8

Augustus

, .
190,4

11,59

182,7

September

, .
, 195,3

11,56

186,9
October

, .
– 196,4

11,56

187,9
November

, .
206,4

11,53

197,0
December

,…….

208,2

, 11,47

197,7
Januari

1924……211,9

11,39

– 199,8
Februari

,…….

212,2

11,51.

202,2

Maart –

,…….

210,9

11,58

202,3

April.

. , .
210,8

11,69

204,0
Mei

,……..

205,8

11,67

198,8
Juni

, …….205,9

11,55

196,9
Juli

, .
211,7

11,52

201,9

He 1 Munlve’rsla.g 193.
– Reeds jaren-

lang ondervindt ‘s Rijks Mhnt de hoogst nadeelige
gevolgen van belangrijke wijzigingen in. eenmaal ge-
gevn opdrachten. In bijzonder sterke mate was dit

in 1923
het geval. Vandaar, dat de winst- en veri’ie-

rekening ‘sloot met een verlies van bijna
f
41.600,
dat

het totaal aantal vervaardigde stukken slechts het,

‘ongekend lage aantal van
22.116.614
bedroeg (in
1921

was het
230.989.001)
en dat aan eeu deel van het

vaste personeel ontslag moest worden verleend.
Eén en ander ‘hing samen met de gedragslijn door
de Indische Regeering gevolgd ten aanzien van d’e uit-

voering van de wet van
21
November
1919
(,,Staats-,

-blad” No.
786),
welke de hermunting van het Neder-

landsch .(en Nederlan:dsch-IndisQhe) grove zilver en
spocie van’ verlaagd gehalte betrof. In
1923
kwamen

onderscheidene, daarmede verband houdend’e vragen

27 Augustus 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

755

slechts ten deele uit het stadium der onbeslisthei.d,
waarin zij kort te voren waren gebracht.

In het licht van het bovenstaande zal men het be-
grijpelijk achten, dat de als steeds lezenswaardige

inleiding tot het Muntverslag – afgezien van eenige
mededeelingen omtrent het zoeken van buitenlandsche

opdrachten, hetgeen bij cle vrije stad Danzig gelukte
en van de door de Munt verleende medewerking bij

den aanmaak van rijwielmerkon –
zoo
goed als ge-
heel is gewijd aan een kritische bespreking der door

de houding der Indische Regeering voor het Munt-

bedrijf ontstane moeilijkheden.

Zooals in het vorige jaar medegedeeld is was het feit, dat
iie uit de wet.van 1919 voortvloeiende ommunting van cie
zilveren specie niet reeds geruimen tijd met volle kracht
was aangepakt, een gevolg hiervan, dat er nog steeds groote
aanvragen voor pasmunt uit Indië onderhandan varen en ook telkens nog inkwamen. Toen hieraan plotseling ecu
einde kwam en dQ toen aanstoncls oziderhanden genomen
fabricage van grove zilveren munt voor Indië op liet ver-
laagde gehalte reeds eenigen omvang begon aan te nemen,
kwam even onverwacht een voorloopig advies van (Ie Staats-
commissie voor het Muntwezen bezwaren tegen de nieuwe
munten naar voren brengen en werd tevens de vraag ge.
oppercl of cle uitvoering van de eigenlijk reeds in voile uit-
voering zijnde ivet van 1919 nog wel noodig zou zijn.
Ter beoordeeling van een belangrijk deel der bedoelde tecli-
iiische bezwaren
1)
is van hieruit naar Indië opdracht ge-
geven
om
de aldaar reeds anivezige specie (guldens en halve
guldens) van het lagere gehalte in omloop te brengen. Als
proef
zou
deze maatregel dienen ter beoordeeling o.a. van
cle juistheid van het vermeende bezwaar, dat cle inbrenging
van de nieuwe munt tot verwarring zou aaneicling geven
en dat er moeilijkheden van de zijde der bevolking waren
te voorzien. Vier maanden, tot Februari 1923, zon (leze proef
duren. Eet heeft eenigo moeite gekost om de uitvoering op
behoorlijke wijze te doen plaatsvinden en niet zonder ver-
wonclering neemt men kennis van den min of meer bedek-
ton tegenstand, die van een zijde, waarvan dit niet mocht
worden verwacht, werd ondervonden. Eet was nooclig den
proeftijd van vier maanden nog eens met een gelijke periode
uit te breiden; wederom vah hieruit werd daartoe opdracht
gegeven. In Mei 1923
. bleek van de nieuwe specie, welke in
Indië sedert een jaar aanwezig was, en clie f2.200.000 aan
gnldens f8.000.000 aan halve guldens bedroeg, nog niet
meer clan 1 millioen gulden van elk dier soorten in oniloop
te zijn gebracht. Dit werd toegeschreven aan de voorkeur,
die de bevolking aan muntpapier scheen te geven (eene
merkwaardige uiting, als men nagaat hoe sterk
nog maar kort geleden de invoer van i)iier, waarvan (le
bevolking niet gediend zou zijn, was tegengewerkt) en aan
liet feit, dat men in de periode van terugvloeiïng van zilver
verkeerde. Eet behoeft wei geen betoog, .dat ook in een
periode, waarin meer zilver ontvangen dan afgegeven wordt,
het niet zoo heel veel moeite behoeft te kosten bepaaldé
soorten zilver in den omloop te brengen, door deze bij voor

keur te bezigen bij de betalingen, die toch voortdurend moe-
ten plaats vinden.
Iuitussdhen waren de aanschrijvingen om de uitgegeven
nieuwe halve guldens weder in te houden, ingetrokken. Kort
na het einde van de verlengde proef-periode, begin Septemn-
ber 1.923, waren rond f 1,7 millioen aan guldens en f3,1
mnillioen aan halve guldens in circulatie.
De proef werd in Indië ,,voorloopig geslaagd” genoemd.
Dat niet een positief gunstiger uitdrukking gebezigd werd
kan eenige verwondering wekken, waniieer men in aanmer-
king neemt dat, altbans in de verschillende gewesten van
Java, waar de nieuwe munten uitgegeven ivaren, gedurende
liet tijdvak van meer clan ddn jaar nauwelijks van eenig
bezwaar daartegen was gebleken. In een eerste rapport dien
:

aangaande werd nopens die uitgifte medegedeeld ,,clat vok
gens cle binnengekomen rapporten van 18 kashouders zich
daarbij geen bezwaren hadden voorgedaan, noch waren daar-
omtrent van de zijde van het publiek klachten vernomen”.
Slechts de kwartiermeester van het garnizoen in een kleine plaats rapporteerdle over stukken ,,met een beduidend dof-
en klank, hetgeen aanleiding zou hebben gegeven tot klach-
ten en aanvankelijk ook tot weigering van de munt”. Be-
teekenis behoefde hier niet aan gehecht te worden; later
werd dan ook medegedeeld, (at denzelfden kwartiermeester
daarna geen klachten meer hadden bereikt. Na de voortzet-
ting van de proef werd rapport over den uitslag aan 77

1)
Zie Muntverslag 1922, bladz. 6. [Jaarg. 1923, .p. 803.
—]Red.]

.•-

.

Algemeene Ontvangers gevraagd, die allen, op zeven na,
clie weinig belangrijk kassen hadden, hunne berichten inzon-
den. Slechts door twee ontvangers. iverci geantwoord ,,dat eenige kleinhandelaren tegen het aannemen van de nieuwe
munt eenigszins ,,bezwaren hebben” en ,,dat de nieuwe niunt
niet gewild is”. Alle overige houders van kassen bleken bij de uitgifte van het nieuwe geld in het geheel geen moeilijk.
heden te hebben ondervonden, noch eenige klacht ter zake
te hebben vernomen.. Dit vernemende kan todh reclelijker-wijze ni.et meer van bezwaren, die met in-omloop-brengen
gepaard. zouden gaan, gerept ivorcien. Natuurlijk zullen
door liet publiek steeds nog enkele opmerkingen gemaakt
kunnen worden; diaaraan mag geen waarde toegekend wor-
den, omdat iets dergelijks zich altijd voordoet. Doch de spe-
cifieke bedenkingen, geopperd tegen het in circulatie bren-
gen in Indië van de nieuwe munt, met anderen beeldenaar,
ander gehalte, anderen klank dan cle tot nu toe omloopende
stukken (niet talrijke beeldenaars) hebben door een en ander ni.i. hare beteekenis volledig verloren.

Er hadden echter in liet voorloopig rapport der Staats-
commie bovenbedoeld, nog twee andere technische bezwaren
vermelding gevonden. Eet eerste daarvan zou bestaan in de
moeilijkheid om cle bestaande circulatie geheel terug te
nemen. Vermoedelijk is hiermede bedoeld dat liet niet zoo
gemakkelijk zal zijn, wanneer bijna al liet omloopende geld
is omgewisseld in den nieuwen specievorm de laatst loo-
pendie stukken weg te nemen en te vervangen. Inderdaad,
vermoedelijk zal, nadat reeds grootendeels de omzetting
heef t plaats gehad en men begint tem

mijnen te stellen waar-
op nog inwisseling kan plaats vinden, het tijdstip, waarop
(Ie tegenwoordige munten buiten omloop worden gesteld,
meer clan eens moeten worden verschoven. En nog na jaren
zullen er zeker hier en daar van cle oude stukken nog wei
enkele te voorschijn komen. Dezelfde opmerking kan uien
bij zoovele veranderingen van gebruiksvoorwerpen van alge-
nieene beteekemiis in liet dagelijksch leven, niet alleen bij
inwisseling van munten, munt- of hankpapier maken, doch
miiemancl zal toch in ernst hierin een argument tegen een
gewenschten of mioocligen maatregel tot wijziging gelegen
zien.

Eindelijk is ei gewezen op het gevaar van ,,verval-
sching”
i)
va,n onze teelcenmunt, welke iii veel grooter mate
hij een zilveigehalte van 720 dan bij liet bestaande gehalte
vati 945 duizendsteim te vreezen zou zijn. Ik kan dit be-
zwaar niet deden.

Een dergelijk bezwaar zou eenigszins bestaan – maar in
dat geval zou eerst nog cle beteekenis er van
0
haar waarde
geschat moeten worden – indien het er hij namaak vooral
op aankwam de innerlijke hoedanigheden van een muntstuk
na te bootsen Het is echter juist vooral om liet uiterlijk
te doen. Er worden twee procddé’s toegepast en wel de overal
verbreidle miamaak door .gieting en de onvergelijkelijk i’eel
belangrijker, want gevaarlijker, namaak door slaan tusschen
stempels, welke laatste niethocle min of mcci- overeensteint
met de wettige fahi-icage. Van de laatstbedoelcle soort zijn
er inderdaad stukken in Indië in omloop, alhoewel naar
alle waarschijnlijkheicl niet aldakr vervaardigd.
2)

Gegoten stukken worden van onedel metaal of van zit.
verhoudend metaal gemaakt; ook bij de laatste – de eerste
staan geheel hierbuiten – is liet er om te doen vooral zoo
nauwkeurig mogelijke vormen te bezigen, die een zuiver
afgietsel toelaten. Er is geen enkele reden waarom een uit.
breiding van cle toepassing van dit nogal eens voorkomende
maaksel zou zijn te verwachten, wanneer de echte munten
een ander gehalte hebben. Om zulke bijzonderheden bekom-
mert zich de namaker weinig of niet.
Namaaic door slaan niet behulp van stempels is een min
of meer fabriekmatig bedlrijf, dat met ruime beurs opgezet,
bepaaldelijk niet behulp van zeer vakkundige personen moet
worden ondernomen. Zelfs in In(fië lijkt het ivel niet meer
doenlijk om een dlusdanige zaak, clie veel voorbereidling zou
vorderen; op het touw te zetten. En wanneer men dit toch
zou kunnen doei:i, dan zal men evengoed nu daartoe kunnen
overgaan, als wanneer de echte munt een lager gehalte
heet t. In elk dier gevallen is er belangrijk voordeel te be-
halen, dat echter onafhankelijk is van de samenstelling der
echte munt, omdat toch volstrekt niet liet gehalte daarvan
behoef t nagebootst te w’orclen. De kleur van nieuwe munt-
stukken en het gehalte er van eorresponcleeren geenszins.

Bedoeld is namaa.k; bij liet begrip ,,vervalsching’
blijve men liever bij een andere, daaraan te hechten betee-
Icenis. ,(Zie Tijdschr. voor Strafrecht, deel 17, bI. 319).

Ten aanien van dit onderwerp kan ‘s Rijks Munt op
langdurige en ook bijzondere ervaring bogen vooral sedert
het stelselmatige, uitgebreide ondemzoek der Ilrdlise.lie circa-
bitje in 190617 (Muntverslag 1907, blz. 50).

756

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 Augustus 1924

Wel is van het uiterstè gewicht cle vraag, of al of niet de
bijzonderheden van de stempels, randschrift, enz. deugde-
lijk zijn nagebootst. ik meen daarom dat dit geheele onder-
werp geen verband met de kwestie van het gehalte houdt:
Wanneer de voor Indië geopperde technische bezwaren
derhalve bij nader onderzoek buiten beschouwing kunnen
blijven, blijft aan cle andere zijde het financieele argument,
dat bij de omzetting een rol speelt, zijn waarde behouden.
Niet alleen hiermede zal men echter mi. hebben rekening te houden, ei’ zijn nog andere zijden van het vraagstuk te bezien. ik vermeld hier terloops het belangrijke voordeel,
dat men na eenigen tijd aan de circulatie van bepaalde munt-
soorten een uniform uiterlijk heeft gegeven en dat alle ver-
keerde elementen, welke vooral in Indië aanwezig zijn, met
dén slag uit den weg worden geruimd. Bij een vroegere her-
Inunting, nl. die van de jaren 1846-1850 in Nederland,
heeft het fraaie nieuwe uiterlijk der munten, na de hervor-ming, juist veel indruk gemaakt, al behoeft niet te worden
verzwegen, dat dat uiterlijk te voren wel bijzonder veel te
wenschen had overgelaten.
Na het voorgaande, vooral dus na den gunstigen uitslag
van de proefnemingen met het inbrengen van de nieuwe
specie in Indië kon men van oordeel zijn, dat nu het pleit
ten opzichte van de ommunting van het in Indië circulee-
rende zilver was gewonnen. In dien zin zou allicht besloten
zijn, doch eén beslissing is opgeschort, omdat intusschen
verluidde, dat binnenkort het rapport der bovenbedoelde
Staatscommissie over het vraagstuk der scheiding van munt-
wezen tusschen Nederland en Nederlandsch-Indië te ver-
wachten was. Wanneer over dit onderwerp nu spoedig, en
clan voor een lang tijdvak, een besluit wordt genomen, dan
is er gelegenheid meteen tot de beantwoording van enkele
andere vragen betreffende cle ommunting, zooals de vraag
naar de venscheljkJieid van het behoud van het muntbiljet
van
f
2,50 in plaats van het zilveren stuk, over te gaan.

Wat Nederland betreft had men partij gekozen; eene be-‘
slissing om tot de ommunting over te gaan, is hier inder–
daad genomen. In 1922 was reeds tot den eersten aanmaak
van 10 millioen guldens op het lage gehalte opdracht gege.
ven, waarmede in het laatst van dat jaar was begonnen en
clie, bij een matig tempo van de fabricage, in 1923 zijn ge-
reed gekomen. In de tweede helft van het afgeloopen jaar –
is men in dezelfde lijn gebleven, door het besluit om met
dezen arbeid voort te gaan en wel met eene aanmunting
van niet minder dan 50 millioen gulden.
De gedeeltelijk nog bestaande onzekerheid gaf intusschen wel een terugslag op liet muntbedrijf. Want bij het zoo goed
als geheel achterwege blijven van ander muntiverk, was het
raadzaam de aanmuntingeti, waarop men in de naaste toe-
komst nog zou kunnen rekenen, niet sneller te doen ver-
richten clan de personeelsomstandigheden zouden toelaten.
Nadat in Augustus 1922 reeds zoo goed als alle tijdelijk
personeel was oktslagen, is in het afgeloopen jaar ook nog
aan een deel van het vaste personeel ontslag verleend.
Hierbij is aldus te werk gegaan, dat vastgesteld werd welke
personen redelijkerwijze moesten aanw’ezig zijn en blijven,
als een vaste kern, om het bedrijf zoodanig paraat te hou-
den, dat, indien dit noodig was, onmiddellijk elke munt-
arbeid kon worden opgevat en, al ware het dan onder uit-
breiding van personeel, tot uitvoering gebracht. Het zou
niet toelaatbaar zijn tot eene verdere’ ontblooting over te gaan. Immers de Munt is wttelijk verplicht gereed te zijn
om, indien dit gevraagd mocht worden, zonder verwijl ge-
volg te kunnen geven aan opdrachten tot het aanmunten
van goud. Bovendien, waar ‘s Rijks Munt zoowel voor Ne-
derland als voor Indië bestemd is, moet, zij eveneens elk
oogenblik gereed zijn om. aan’muntingen, welke Indië noodig
mocht achten, te kunnen uitvoeren. Aan deze eischen is het
behoud van, een vaste kern van personeel onafscheidelijk
verbonden. De kennis en ervaring, voor den muntarbeid
vereisc-ht, is een verworven bezit, dat men niet mag laten
te loor gaan, omdat het te langen tijd zou vereischen om
deze in zooclanig geval, v,’eder aan te kweeken of te her-stellen en er zich in den tusschentijd zeer ernstige bezwa-
ren zouden kunnen voordoen.
Na het voorgaande behoeft zeker niet nader toegelicht te
worden, waarom het afgeloopen jaar voor ‘s Rijks Munt
eene aaneenschakeling van teleurstellingen is geweest. De
geldelijke resultaten zijn dientengevolge, uit den aard der
zaak, ongunstig geweest, want onzekerheid, geringe om-
‘ang van werkzaamheden en een tot den uitersten graad
doorgevoerde inkrimping van personeel zijn alle factoren, clie tot zulke gevolgen moeten leiden. De vaste lasten van
het bedrijf zijn oorzaak, dat er een zekere minimum om-
vang van het werk bestaat, die de grens aangeeft, waarbij
de exploitatie van een loonencle in een niet loonende ver-keert. Zoodra de arbeid toeneemt en daarmede de omvang

van liet ‘personeel, stijgt snel cte opbrengst vhn hetgeen als
vergoeding voor de produktie wordt ontvangen.
Het is zeker, en althans uit be:lrijfsoogpunt, te betreu-
ren, dat zich zooveel onvastheicl in inzichten heeft voorge-
daan. De ‘hoop moge hier worden uitgesproken, dat daaraan
spoedig een einde moge komen, dat niet alleen de, zelfs
meer clan eens genomen besluiten verder gehandhaafd zul-
leti blijven – dit geldt ten aanzien van de hermunting in
Nederland – maar dat ook, wat Indië betreft, liet studie-
materiaal, waarop gewacht wordt, binnenkort beschikbaar
is en clan na niet te lang beraad een standpunt wordt inge-
nonien, waaraan men voor langen tijd zal zijn gebonden.

Van den verderen inhoud van h’et Muntverslag zij
gewezen op de mededeelingen ten aanzien van de

werkzaamheden van de Munt ten behoeve van de vrije

stad Dantzig (blz. 9 en 14), benevens Voor den aan-
maak van rijwielmerken (b]z, 9 v.) en gaspenningen
(lj]z. 19 v.).

,’s Rijks Mnntmcester ziet, op grond van de onzeker-

heid ten Ranzien van de door de Indische Regeering
te nemen beslissingen, de toekomst donker in. Hij

schrijft op biz. 20:
Ongunstige uitkomsten zullen allicht blijven volgen, zoo-
lang de aanmuntingswerkzaamheden niet weder op eenigs-
zins ruime schaal worden hervat. Tot dusverre blijkt nog
niet, dat Indië weder overgaat tot uitbreiding der circula-
tie; klaarblijkelijk zijn de in de vorige jaren aangeniunte
bedragen aan den ruimen kant geweest.
Ik acht het nog steeds te betreuren, dat eenige jaren ge-
leden niet gevolg is gegeven aan mijn voorstel om de blij-vende kosten voor het aanhouden van een muntinrichting,
die zoowel voor Nederland als voor Indië moet dienen, vol-
gens een bepaalde verhouding tusschen beide om te slaan.
Voor de verdeeling van eventueele winst zou dan eveneens
een regeling dienen te worden getroffen. Hoewel de uitwer-
king niet bijster eenvoudig zal zijn, was toch een vorm
hiervoor zeer goed te vinden. Misschien ware het raadzaam
dit clenkbeeld opniaw onder de oogen te zien, omdat het
ten slotte tot een billijker verdeeling van lasten en baten
tusschen Indië en het Moederland zal voeren.

INGEZONDEN STUKKEN.

HET ONTWERP-TARIEFWET.

Geachte Redactie,
Naar aanleiding van het artikel van den heer C. F.
Stork over het ontwerp tariefwet merken wij op, dat

het inderdaad jammer is, dat de heer Stork zich ten
slotte toch heeft laten afbrengen van zijn goede voor –

nemen om
zich
niet te laten voeren op den gevaar-lijken weg van detail-critiek. De heer Stork vraagt
nl. wat de confectiefabrikanten er wel van zullén
zeggen, dat naaigarens met 8 pOt. zullen worden be-
last. Wij voor ons veronderstellen, dat de confectie-
fabrikanten daar niets op tegen zullen hebben, daar immers deze garens, in de opxiaak, waarin de con-fectiefabrikanten ze kunnen gebruiken, geheel Vrij
kunnen binnenkomen. Wanneer de heer Stork de
toelichting van den Minister nog eens naleest, zal
hij zien, dat deze met de belangen der confectie-
fabrikanten wel degelijk rekening heeft gehouden.
Dan zegt de heer Stork ,,garens en draad zijn zeker
als toonbank-artikelen te beschouwen, welke als zoo-
danig belast moesten worden, maar gelijk gezegd vrij
blijven”. Hier is
blijkbaar
de
gevaarlijke
weg dooi-
het gebied der textielnijverheid den heer Stork heele-
maal te machtig geworden. Immers in verband met
zijn vorig betoog worden hier de garens bedoeld,
zooals
zij
uit de spinnerij komen. Wij voor ons hebben
deze
garens echter nooit over den toonbank zien
verkoopen.

Het bovenstaande diene alleen om verkeerde be-
grippen recht te zétten; de vraag van protectie of
vrijhandel en de merities van het ontwerp-tariefwet
in het algemeen laten wij daarbij geheel in het midden.

Hoogachtend,

Mr. W. N. M. VAN DER RAM.

Helmond, 21 Augustus 1924.
* *

– 1)e heec- Stork deelt ons mede, dat hij de v6lgdnde
week op het bovenstaande terugkômt. – Red.’

27
Augustus 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

757

OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.

De Ee on om is t. – ‘s-G’ravenhage, 15 Juni 1924.
Prof. Mr. D. van Blom,
Rome en rente;
J. Smic&

Eeiie zeer verwerpelijke belastingcorrectie;
H. Ch.

G. J. v. cl. Mandere,
De (tweede) internationale cor-

ferentie van de verkeersorgan isatie van den Volken-

hond te Genève. 1.

Journal des Eco.nomistes. – Parijs, 15

Febr. 1924.

Yves-Guyot,
La pression da chauge et les pro)ets

clii gouvernement;
W. M. J. Williams,
La crise poli.-

tique en Grande-Bretagne; X., Le rapport da gou-
veineur de la Banque ‘de F].ance;
M. Aucuy,
Organi-

sons la production et le travail;
J. A. Legros,
Le

Sénat et les emprunts de la viiie de Paris;
G. de Nou-

vion,
Les comptes des chemins de for de l’Etat en

1922;
M. V. Bernatzicy,
La circulation moutaire de

la Russie des Soviets;
B. L. L. E.,
La Ligue du libre-

échnnge (février 1924).

Idem. – Parijs, 15 Maart 1924.

Yves-Guyot,
Le carburant national;
Oh. Turgeon,

A. la recherche du ,,juste prix”;
J. Le fort, Revue de

l’Académie des sciences morales et politiques (da 15

nov. 1923 au 15 février 1924);
J. A. Le gros,
Chroni-

que de l’inflati.on;
A. Barriol
et
1. Brochu,
Emission

du Crédit national;
Ch. Beaugé,
Evaluation rétros-

pective des dépeoses et des salaires de Ja classe
ouvrière en Franco en 1840;
B. d’Aunet,
Psynhology

in business;
B. L. L. E.,
La Ligue du libre-échange

(mars 1924).

T d em – Parijs, 15 April 1924.

Yves-Guyot,
Programme électoral dii parti républi-
cain démocratique et social;
Ch. Turgeon,
A. Ja recher-

che du ,,juste prix” (fin);
N. M.,
Un projet onéreux
ot dangereux: le ,,Transsaharien”;
J. B. Le gros,
Chro-

nique de l’inflation;
G. de No’uvion,
L’organisation

internationale du travail;
Yves-Guyot,
Défi adminis-

tratif au gouvernement et au parlement;
B. L. L. E.,

La Ligue du libre-échange (avril 1924).

1 d e m. – Parijs, 15 Mei 1924.
Yves-Guyot,
Le coût de la guerre;
W. M. J. Wil-

iianss,
Le budget britannique;
M.,
,,Compei’idi Em”;

X.
Ohronique de l’inflation;
G. de Nouvion,
Les

grandes compagnies de chemins de fer en 192.3;
Le carburant national et le congrès du parti républi-

cain démocratique et social; Fernand-Jacq,
La défen-

se des droits de propriété industrielie dans le domaine
international;
N. M.,
Le bagne;
X.,
La valeur et les

prix;
B. L. L. E.,
La Ligue du libre-échange (mai
1924).

T d cm. – Parijs, 15 Juni 1924.
Yves-Guyot,
L’élection du 11 mai et le coup d’Etal
‘da 10 juin;
W. M. J. Williams,
Le budget b.i.itaunique
1924-1925;
J. Lef ort,
Revue de 1’Académ.ie des scien-
ces morales et politiques (du 16 février au 15 mai
1924);
N. M.,
Les fonds des ,,Trade Unions” et les
dépenses d’assistance;
J. B. Legros,
Ohro’nique de
l’infiation;
Y.-0.,
Sir Thomas Oliver et Ja céruse;
13. L. L. E.,
La Ligue du libre-éohange (mai 1924).

Sociale Voorzorg. – ‘s-Gravenhage, Juni/
Juli 1924.

Prof. Dr. J. A. Veraart,
Het vraagstuk der pu
bliekrech’telijko bedrijfsorganisatie in wetenschap en
politiek;
J. M. Rudelshei?n,
De sociale arbeiders-ver-
zekering. – Een nieuw organisatiep1an;
Jac. Bakker,
l3eroepsvoorlichtirig;
T.
S.
Ooslinga,
Raden van Ar-
beid of bijkantoren der Rijksverzekeiingsbarik.

Do Socialistische Gids. – Amsterdam,
.Tnli 1924
bevat o.a.:
J. H. van Meurs,
De Volkeibond, zijn werlc
cii
beteekenis, T;
Henriëtte Fürth,
liet bevolkingsvraag-
stuk in Duitschia.nd na den oorlog; 5.
R. defiranda.
Werkioo’zen- of Armenzorg;
W. van der Sluis,
i)e
katoennijverheid in Twente, IV (slot).

MAANDCIJFERS.

OVERZICHT DER RIJKSMIDDELEIN.
(In Guldens).

L
_________

.

Sedert

Overeen-

f924

1 Januari

komstige
1924
periodel923

Directe belustingen.
3.347.434
12.694.784
11.077.548
Personeele belasting
3.738.151 11.332.692
9.564.845
Inkomstenbelasting
7.026.7 10
62.962.238
71.164.664

1.934.171
5.672.608
8.282.873
Vermogensbelastiug
.
259.232
5.843.962 6.020.865

Accijnzen.
3.257.615
21.151.430 23.102.124

Grondbelasting ………

47.245 1.240.504 1.048.195
4.128.980 27.377.228
28.618.831

belasting ………….

131.293
83.005
821.541

Suiker

…………….

935.602 3.501.668
2.806.574
816.596
5.381.982
5.924.586

Zout …………………
Bier

………………..

1.485.267
9.472.121
9.822.032
Geslacht

…………….
Tabak……………..
Belast, op speelkaarten
3.389
.

61.419
53.480
Dividend, en tantième-

Indirecte belastingen.
11.727.665
2
10.980.876
10.225.525

Wijn …………………

Registratierechten..
.
1.646.845 13.441.970
10.906.698

Gedistilleerd ………..

3.161.964 20.658.424
27.714.394
Invoerrechten
2.756.061
20.628.971
19.8110.072

Gouden en zilver. werken

Zegelrechten ……….

75.018 502.765
540.172

Successierechten…….

93
630
604
,Statistiekrecht,,,,,,..,
344.018 2.348.133
1.930.162

Belasting ……………
Essaaildon………………

1.030
364.140 334.915
Mijnen

…………………
162.673 1.335.451
1.317.053
Domeinen

…………..
Staatsloterij
9.979
418.919
419.819
Jacht en vischerj
76.131
107.770 172.018
Loodsgelden
289.655
1.952.229 1.604.163

Totaal.,,,,,,.,,
37.302.815
246.325.979
253.284.353
1)
Hieronder begrepen
f 323.021
wegens zegelreclit van
nota’s van makelaars en commissionnairs
in
effecten, enh.
(Bèursbelasting).
2)
Idem
f2.l68.483.
3
Idem
[1.862.259.

BELASTINGEN IN VERBAND MT DE BUITEN-

GEWONE OMSTANDIGHEDEN.

1

1

Ja:

24
Sedert
1Januari1924

Verdedigingsbelasting la ….
77.760
1.719.901
Verdedigingsbelasting Ib ….
566.547 5.743.778
Verdedigingsbelasting II ….
2.107.227
17.612.059

2.751.534
25.075.738
Oorlogswinstbelasting ……..
minus
108.139
833.232

OPOENTEN VOOR HET LEENINGFONDS
1914.

1
Sedert
1 Januari
1924

Overeen-
komstige
periode 1923

Directe belastingen. Grondbelasting
671.200
2.548.221 2.223.151
Personeele belasting
700.498
2.213.378
1.859.054
Inkomstenbelasting
2.094.398
18.425.139
20.334.193
Vermogensbelasting
64.808 1.437.063 1.504.626

belasting
638.276
1.871.961
2.733.348
Accijnzen.

Dividend- en tantième-
651.523
4.230.286 4.620.425
9.449
248.101
209.639
Gedist.(binn.-enbuitl.)
412.898
2.737.723
2.861.883

Suiker …………….
Wijn ………………

Indirecte belastingen.
Zegelrechtvan buiti. eif
24.680
184.174
183.520

Totaal ….
5.267.730
33.896.044 36.529.839

SPLITSING
VAN
DE OPBRENGST DER GROND-,
PERSONEELE-, INKOMSTEN-
EN
VERMOGENS-
BELASTING SEDERT 1 JANUARI 1924.

Dienstfa ren
Grond-
belasting
Personeele
belasting
1
Inkomsten-
belasting
Vermogens-
belasting

1919120



172
1920121


888.299
1.133
1921122
6.886
125.978
3.315.510
10.634
1922123
75.765 838.668
11.835.498
72.844
1923124
2.901.247
3.140.551
45.938.437
5.716.732
1924125
9.710.886
7.227.495
984.494
42.448

rotalen ..
12.694.784 11.332.692
1
62.962.238
5.843.962

758

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 Augustus 1924

HANDELSBEWEGING OVER DE MAAND JULI 1924

(volgens de groepen der naamlijst van goederen, opgesteld door het Oentraal Bureau voor de Statistiek.)

Invoer
Uitvoer
Saldo Invoer
Saldo Uitvoer
Groepen
Gewicht
Waarde
Gewicht
Waarde
Gewicht
Waarde
Gewicht
Waarde

K.G.
Gulden
K.G.
Gulden
K.G.
Gulden
K.G.
.Gulden
1 Dieren en dierlijke
producten
17.867.081
9.014.802 57.030.779 39.161.137
– .

39.163.698 30.146.335
II Plantaard.

voort-
44.964.145
139.87?.507
2.048.686
172.734.556
23.915.459


Illa Mineralen,metalen
en niet in andere

..

1.357.987.1.72
groepen

opgeno
men fabrik. daarv.

36.130.158
429483.063′
i0.300.957i
928.504.109
25.829.201


IlIb Gouden en zilveren
munt en muntmat
1.546
95.644
161.819
7.507.500


160.273
7.41 1.856

brengselen………312.612,063

IV Meel en meelf abri-
4.134.348 31.569.244 5.234.966


4.131.862 1.100.618
V Chemische produc
ten,

geneesmidde-

katen ………….27.437.382

len, verfwaren en
kleürstoffen
33.298.105
4.816.537
10.092,363
3.933.218
23.205.742
883.319

VI Olie,hars,was,pek,
.
teer en distillatie
producten van teer;
fabrikatenvan deze
stoffen, n. a. g
71.504.564
11.196.997
34.083.3662 9.837.197
2

37.421.198
.

1.359.800
– –
VII Houten fabrikaten
van hout en derge
lijke stoffen; meu-
242.115.457
17.824.507
6.7.79.440
1.025.141
235.336.017
16.799.366


VIII Huiden, vellen, le-
helen v.a.s………..

der, lederwerk en
schoenwerk
3.167.622
6.Q44.594
1.438.241
3.753.721
1.729.381
2.890.873


IX Garens,

touw en
11
touwwerk,weefsels
en stoffen, kleede-

ren en modewaren
8.362.699 23.563.069
5.308.047
12.527.844
3.054.652
1.1.035.225
– –
X Aardewerk, porse-

ken steen en andere
t’
.

1.282.148
11

kunststeen
87.145.144
2.035.159
13.432.255
753.011
73.712.889

5.008.761
1.374.071 3.245.854
860.237
1762.907
513.834
.


7991.443
2.762.556
23.080.481

3.560.380


15.089.038
797.824
XlllVoedings-

en ge-
notmiddelen,

niet
genoemd in de groe-

………
XI

Glas …………..

pen T, II, IV en VI
46.864.297
15.083.226
40.633.663
14.875.951
6.230.634
207.275

lein,

pottenbak- kerswerk,

gebak-

XII Papier …………

XIV Rijtuigen, voertui-
gen, vaartuigen en
luchtvaartuigen
5.610.627
4.803.799
3.151.856
L218.691
2.458.771
.
3585.108


XV Andere

goederen
dan gebracht onder
de groepen

T tot
en met XIV
16.348.284
13.814.049
8.094.187
6.326.274
.
8.254.097
.7.487.775

2.243.322.247
198.257.661
807.462.165
141.924.911
1.435.860.082
56.332.755
-.

Totaal ……..

Handels bew. zond. goud.
en zilv. munt enmunt-
mat. (groep IIib)
2.243.320.701
198.162.017
807.300.346
134.41.7.411
1.436.020.355
63.744.606
– –

OVERZICHT
van de
waarde van
den In-
en Uitvqer
voor elke
maand van
het loopende
jaar en de drie
daaraan voorafgaande
jaren, met
uitzondering
van ‘gouden
en zilveren
munt
en muntmateriaal,
in guldens.

Invoer
Uitvoer’)
Maanden
1921

1922

1923

1924
1.921

1

.

1922

1923

1924

Januari

……
214.136.278
152.495.668 173.045.849 177.606.065 115.835.310
86.106.447
91487.819
116.522.007
Februari …..
170.369.270 152.353.594 162.189.535 185.223.674 120.956.498
84.204.248 94.601.855 125.465.290
213.830.220
180.328.763 165.440.620 186.545.160 107.204.662 112.879.875 106.977.347 131.906.705
April’
………
195.772.602 167.451.702
169.639.064
189.679.735 108.819.697 92.729.841
97.005.415
136.430.618
1’1aart ……….

168.114.951
194.080.257 160.129.701
218.738.134 93.818.710
108.423.679 104.128.702 135.531.201 188.559.719 150.899.735
d59.533.444
188.780.540 120.815.908
100.680.880 97.860.255
110.838.833
Juni

……….
Juli

……….
170.674.007

..

163.863.700 157.464.022 198.162.017 105.420.129
1.04.572.575
95.693.919
134.417.411

Tot. Jan.fJuli
1.321.457.047
1.161.473.419
1.147.442.235 1.344.735.325
772.870.914
689.597.545 687.755.312
891.043.365

Mei

…………

Augustus …..
186.640.179

..

..

178.807.927
150.975.066 142.544.083
99.442.892
107.933.082
September ..
197.271.439
164.616.506
166.474.283 135.749.765 115.612.131 127.720.569
October …….
179.043.171
186.643.442 192.923.258 114.694.641 112.003.008 125.848.400
November… .’
175.806.364

..

172.295.111
176.660.045 106.623.879 104.350.396
126.123.548
December
180.000.903

..

163.762.355 174.750.818
.
•97J15.318
100.225.239 127.839.691

Totaal …

2.240.219.103 2.027.598.760 2.009.225.705

1.369.598.600 1.221.231.211

1.303.220.602

1) Hieronder zijn niet begrepen de bunkerkolen en bunkerolie voor Ned.
schepen.

27 Augustus 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

759

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.

N d I
Bele~inn.E;Eff

Dis Wisels. 5
24
Jan.
’24
Zwits. Nat. Bk.
4 16 Juli ’23

Bk

.
. 5424
Jan.’24
N.Bk.v.Denem. 7
17 Jan. ’24
Vrch. inR.C.
6424 Jan.’24
ZweedscheRbk
54′
8Nov. ’23
Javasche Bank
. ..
34
1Aug.’09
Bank v.Noorw. 7
9Nov. ’23
Bankvan Engeland 4
5Juli’23
Bk. v. Tsjecho-
Duitsche Rijksbk. 10
29Dec.’23
slowakijë.
.
6
27Mei
’24
Bank v. Frankrijk 6
17Jan.’24
N. Bk.v.O’rijk
1512Aug. ’24
Belgische Nat. Bnk. 6
14Feb. ’24
N. Bk. v. Hong. 1030
Juni’24
Fed. Res. Bank N.Y. 3 8Aug.’24
Bank v. Italië.
5411Juli ’22
Bank van Spanje… 5
23Mrt. ’23
Z.-Afr.Res.bnk 6

OPEN MARKT.

AmsterdamLonden Berlijn Paij N. York
Part.

Data

Part.

Prolon- dfsctto Part.

. Cali-
disconto gatie (3 mnd.) disconto disc. money

23 Aug. ’24
2_11
8

2%
1)

3
9
/
4


2_%
1)

18-23 A. ’24
2_11

2_%

3%
-+


2-.%
11-16
,,
’24 2

2%

3% u/


2_%
4-9
,,
’24
281_31 2-X

3%
1
8

20-25 A.
1
23

2%_3

3iI
8
….i
10
.


4i2-6
21-26 A. ’22

2%

2i,
6
_ij
5


4-5

20_24Jli’14

2%_3% 2%_% 2’1_34 2% 19/
,_234
1)
Noteering van 22
Augustus.

WISSELKOERSEN.
Door de heerschende onzekerheid vonden op de wissel-markt slechts geringe omzetten plaats. De tendenzen wis-
selden soms heel plotseling af, zoodat alles bijeengenomen
een ieder niet meer deed, dan strikt noodzakelijk was. ilet
Pond Sterling liep langzaam terug en sloot op 11,58
Daarèntegen kon de Dollar zich verbeteren en van 2,56
kwam de koers op 2,58 na 2.5834.
Fransche en Belgische Francs zetten de reeds de vorige
week vermelde daling voort en sloten op 13,90 en 12,85.
Zwitsersche Francs met kleine schommelingen: 48,35.
Voor Marken bestond nog al belangstelling; van 6051,
kwam de koers op 61%, slot 61,0. Oostenrijk onveranderd
36( _9/.
Door de rijzing van den Dollar kwam ôok de Zweedsche Kroon op een hooger peil, slot 68.50. Denemarken en Kris-,
tiania vrijwel onveranderd met een iets vastere tendens;
41,75 en 35,65. Italie en Spanje flauwer 11.40 en 34,30.
Zeer gezocht waren Argentijnsche pesos, die na 87% op 87% sloten. Indië
97815.
Lei plotseling vaster 1,21. Praag
verbeterde zich tot 7,75.
Rectificatie.

Aan het slot van het vorig weekbericht
werd de koers voor Roebels abusievelijk genoteerd met f 2,75
per ton. Dit moet zijn 1 275,- per ton.
23 Augustus 1924.

KOERSEN IN NEDERLAND.

D

Londen Berlijn’ Weenen Parijs Brussel New
a a

8)

)

)
York
)

18 Aug. 1924
11
.
5
9*
0
.
60
* 0.0036 14.15 13.14 2.5611
8

19
,,

1924 11.59* 0.60* 0.0036* 14.02* 12.95

2.56
71
8

20
,,
1924 11.58* 0.
61
*
0
.0
036
* 119
2
* 12.87
2.57,14
21
,,
1924 1
1
.
5
8* 0.61* 0.00
36
* 13.93* 12.80 2.58
22
,,
1924 1
1
.59* 0.61* 0.0036* 13.92* 12.81 2.57%
23
,,
1924

– –


Laagsted.w.’ 11.57* 0.60* 0.0036 13.75 12.70 2.55i1
Hoogste,,,,
1
11.6
2
* 0.
61
* 0.0036*
14.55
13.32*
2.58%
15 Aug. 1924 11.62* 0.60* 0.0036* 14.574 13.354 2.558
1
8

8
,,
1924 11.63 0.614 0.00364 14.50 13.19 2.5611,
Muntpariteit 12.10 59.26
8)
50.41 48.- 48.- 2.48%
8)
Noteering te Amsterdam.
*8)
Noteering te Rotterdam.
Particuliere opgave.
Gulden per billioen Mark.
2)
Gulden per
100
Mark.

Data

Stock- Kopen- Chris- se2r7

Spanje Batavial)

1
holm) hagen) tiania*)

.
1)
telegrafisch

18 Aug. 1924
68.10 41.70
35.75
48.30 34.40
9/8
19

,,

1924
68.10
41.60 35.70
48.35
34.30
97
18
20

,,

1924
68.50 41.60 35.70
48.474
34.40
21

,,

1924
68.60
41.80
35.75
48.474
34.40
97i1, 22

,,

1924
68.50
41.80
35.75
48.35 34.40
9781
s

23

,,

1924

– –

34.35
971
5

L’ste d. w.
1)

67.90 41.40
35.50
48.10
34.25

9781
8

H’ste

,,

,,

1)
68.75 41.90 35.90
48.55
34.60
978
s

15 Aug. 1924
68.15
41.55
35.75
48.324
34.55′
97′

2

,,

1924
68.70
41.70 35.90
48.874
34.60′
97973f
2

Muntpariteit
66.87 66.67
86.67.
48.- 48.-
100

*)

Noteering te
Amsterdam.
1)

Particuliere
opgave.
2)
Noteering van
16 Augustus.
9)
Idem
van
9 Augustus.

KOERSEN TE NEW YORK.

P
bi
C
d
L
bl
Caeon.

ar
arijs
‘…00rC CflLJ8

L8018
Data

(In
ds
pe’

Amsterdam
(In
$
per) (In
cl,.p.fr.)
bililoen Mark) (in ch.
p. gid.)

23 Aug.

1924 4,4837

5,54

237

38,67
Laagste d. week 4,4837

5,39

23%

38,67
Hoogste
,, ,,

4,5187

5,54

2371
8

39,02
16 Aug.

1924 4,5512

5,71

231
.

39,15
9

,,

1924 4,5237

5,49

237/
8

38,88
Muntpariteit
..
4,8667

19,30
.

23,81%
1)

408/16 1)
In ct. per Mark.

KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN

Plaatsen en Noteerings- 9 Aug.
1
16
Aug. 1
18j23
Aug.
’24 23
Aug.
Landen

eenheden

1924

1924
1
Laagstelffoogstel
1924

Alexandrië… Piast. p. £
97151
32
9715133
9781
8
9791

97181
Bangkok….. Sh. p. tical 1110,
7
1
1110

1110

1110

1110
B. Aires’)

d. p.
$

40%

40s1

40t
1
1

41’1

14’1
Calcutta
_.
._.
Sh. p. rup. 11511
33
115
3
1
33 1153132
115%

1155I
Constantin.
.
Piast.p.

830 847% 830

850 837%
Hongkong
.-.
Sh. p.
$
214211
3
21411 2/4%

214% 214
7
1,
Lissabon’)
..
d. per Mil. 1%

1%

1
15
/
32
1
19
1
32

1
17
1
32

Madrid


Peset.p.

33.66 33.63 33.60 33.75 33.74
Mexico

…..
d. per
$
29.50 29.50 29

30

29.50
Milaan
.

.
Lires p. £ 100h 10051
8
100% 102

101518
Montevideo’) d. per
$
41
8
4
41%

4111
!
42% 42
Montreal
…..
$
per £

4.52}
v
5
4.55
T
1
V
4.471, 4.54h 4.48
Tu
s

Praag

Kr.p.0 153% 152% 148
1
-2
1
15214 149%
R.d.Janeirol) d. per Mil.

“/32
5%

55
132 515132

551s
Shanghai
…..
Sh. p. tael
3131

3/2% 312%
3/32%
313’11
Singapore….. id. p.
$
9
2
1
41
1
32
214
1
1
1
214
2
1
4
V8
214
1
1,0
Valparaiso’). pesop.£ 43.30 43.90 44.00 44.20 43.90
Yokohama Sh. p. yen 1/10,1
1i
119
29
1
32
1198/
8
1110
,
1
8
1
1110,1,
*
Koersen der voorafgaandedagen.
1)
Telegrafisch transfert. ) 90 dg.

NOTEERING VAN ZILVER.
te Londen N. York

te Londen N. York
23 Aug. 1924-

68’1

25Aug. 1923…. 30151
1
623/,
16
,,

1924-
3381
8
6821
8

26 Aug. 1922- 35%

6971
9

9
,,

1924. 34% 68%

20 Juli 1914. 24’51,
54i1

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 25 Aug. 1924.
Activa.
Binnenl.Wis-(H.-bk.
f
56.091.565,58
sels, Prom., B.-bk.

28.104.927,68
enz.indisc.Ag.sch.

45.733.488,31
f
129,929.981,57
Papier o.h. Buitenl. in disconto
_. _.
.. …


Idem eigen portef.
.
f
67.433.766,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk. nog niet af gel.

67.433.766,-
Beleeningen
t
H.-bk.
f
81.081.968,34
mcl. vrsch. B.-bk.

13.394.162 94
in rek.-crt.1 Ag.sch.

82.820.316,13
1 op onderp.(

f
177.296.447,41

• Op Effecten.
..

f
166.767.888,30
OpGoederenenSpec.
,,
10.528.559,11

177.296.447,41
Voorschotten
a.
h. Rijk….

…. … ………
,,

.

Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
………
f
56.241.230,-
Muntmat., Goud

,,
475.269.922,97

f
531.511.152,97
Munt, Zilver, enz.

11.834.907,81
Muntmat. Zilver

Effecten

,, 543.346.060,78

Bel.v.h.Res.fonds
.
f

5.654.378,37
id.van
‘,
v.h. kapit.

3.982.548,68

9.636.927,05
Geb.enMeub.derBank…

,,

5.212.500,-
Diverse rekeningen

,,
108.111.712,56
1.040.967.395,37
Passiva.
• Kapitaal

20.000.000,-
Reservefonds
._.-…._.•….. .. .. -.
… …

5.655.237,53
Bijzondere reserve
… .-… .-….
………
-.

8.235.000,-
Bankbiljetten in omloop

945.735.360,-
Bankassignatiën in omloop…
… … …..
,,

1.007.417,62
Rek.-Cour.
Ç
Het Rijk.
f
11.070.699,96
saldo’s:

Anderen
,,
40.685.704,58

51.756.404,54
Diverse rekeningen

,,

8.577.975,68

f
1.040.987.395,37

Beschikbaar metaalsaldo
.

343.047.471,40
.Op de
basis
van 21. metaaldekking…
_.
,,
143.347.634,97
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is.
,,
1.715.237.355,-

760

.

ECÔNOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 Augustus 1924

NED. BANK 25 Aug. 1924. Voornaamste pos.ten.in
000.

Data

Goud Zilver Circulatle opeischb. Metaal-
1

1

1

I
schuldenl saldo

25 Aug. ‘241531.511 11.834

945.735 52.764 343.047

54
18
,,

’24
1
531.511 11.499

952.934 55.645 340.696

54
11

,,
’24
1
531.511 11.178

963.973 55.104 338.275

53

4
,,
’24 531.511 10.925

982.452 45.697 336.208

53

28 Juli ’24 531.511 10.883

963.504 75.094 334.076

52
21

’24 531.511 10.548

963.023 82.096 332.437

54

14
,,

’24 531.511 10.015

978.793 71.753 330.818

52

27 Aug. ’23 581.795 10.956

931.910 34.633 398.752

61

28 Aug. ’22 605.955 8.888

960.385 33.429 415.340

62

25 Juli ‘141162.1.141 8.228

310.437

6.198 43.5211)

54

Hiervan
1

T7apier
Totaal Schatkist-
1
Belee-
1
op het
1
Diverse
Data

t
bedrag
i
promessen ningen
1
buiten

disconto Sl
rec
ht
s
t
ree
k
s
l

1
land

en
2)

25 Aug. 1924
129.930

177.296
67.434
108.112
18

1924
69.072

180.707
69.072
110.610

11

1924
137.083

186.783
76.006
103.528
4

,,

1924 138.819

193.892
93.694
85.956
28 Juli

1924
137.665

198.776 95.283
90.661
21

1924
142.182

199.023
92.379 95.058
14

,,

1924
143.393

197.971
92.734
100.100

27 Aug. 1923
141.169
2.000
133.242 52.591
58.389
28 Aug. 1922
182.101
34.000 99.848
74.402
29.252

25 Juli

1914
67.947
14.300
61.686
20.188
509
1)
Op de basis
van
2/5
metaaldekking. 2)
Sluitpost
activa.

VAN
‘s
RIKS
STAND
KAS.

Vorderingen
1

18
Aug.
1924
1

25
Aug.
I24

Saldo bij Neder!. Bank..
f
10.737.860,78

f
12.729.968,57
Saldo bij betaalmeesters.
.
,,

8.154.344,31
5.475.246,67
Voorschotopult. Juli 1924
aan de gemeenten op
voor haar door Rijk te
heffen gern. ink.bel. en
opcen€enopRijksink.bel.
,,
40.792.259,05
,,
40.792.259,05
Voorsch. aan de koloniën
97.366.420,32
,.,
98.525.224,07
Voorsch. a. h. buitenland
,,220.277.692,63
,,221.960.439,73
IJitbetal. aan rek.houders
v. 6. postch.- en girod.
,,122.265.319,92 ,,122.699.887,46
Daggeldieeningen

tegen
ondeip. v. scbatk.papier
,,

6.500.000,-
,,

5.000.000,-

Voorsch.doordeNed.Bank

Schatkistbilj. in omloop’)
f
200
.
865
.
000,-
f
200
.
865
.
000,-
Schatkistprom. in omloop ,,182.530.000,- ,,182.270.000,-
Waarv. direct bij Ned. Bk.

Zilverbons(nset inbegripv.
de bedragen bij de betaal-
meesters in kas) ……..
,,
29.823.028,-
,,
28.815.032,50
Door den Postch.- en Giro-
dienst in ‘s Rijks Schat-
kist gestort deel v. Ii.
tegoed van den dienst
.
,,106.558.196.53 ,,106.558.196,53
1)
Waarvan
f
37.056.000 vervallen op of na 1 April 1927.

NEDERLANDSCH.INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
De Minister van Koloniën maakt bekend:
16
Aug.
1924 1

23
Aug.
1924

Voorschot uit ‘s Rijks
kas aan N.-I. ……..

..
f
91.565.000,-
f
84.169.474,03
md. Schatk.prom. in omi. ,,102.400.000,-

102.400.000,-
Voorsch.Jav.Bk.aanN.-I.

3.800.000,-
Tegoed van N.-I. bij De
Javasche Bank …….
…5.600.000,-
M

urttbiljetten in omloop.

.
6.200.000;-

45.900.000,-
Ten voor deele v. N.-I. ge-
boekt beleggingsgeld v.
h. N.-I. muntfonds..
.. ,,
5.955.000,-
1
»
5.955.000,-

CURAÇAOSCHE BANK.
Voorn,imste posten in duizenden guldens.

Diverse
Data
Metaal
Circu- Dis-
I
s,h
0
0
0
tt
r
é.
~
Diverse reke- reke-
latie
conto’s
aan de
ningen’
ningen’
kolonie

1 Juli

1924
611
1.248
86
305
734
89
1 juni

1924
610
1.235
86
293
738
88
T Mei

1924 610 1.216
88
274
776
135
1 April

1924
601
1.283
89
269
701
78
1 Maart

1924

685
1.332
83
227
722
78

1 Juli

1923
663,
1.411
81
365
820
166
) biuitpuBL
uer acuva.
)
aiuiepusi ur paivu.

JAVASCHE BANK.
V6ornaaniste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data

Goud

Zilver

Circulatie opeischb. 1 metaal-
schulden saldo

23Aug.1924

215000

261.000 100.000 142.800
16

1924

223.000

263.000

99.000 150.600
9
,,
1924

211.250

262.500

89.000 140.950

19 Juli1924 145.903

64.846′ 256.053, 91.186 142.096
12

1924 144.179

64.828 260.201

80.259 141.617
5

1924 150.644

65.137 256.643

82.081 148.795
28Juni1924 141.235

65.136 1 253.230

71.206 142.217

25Aug.1923 160.841

60.819 259.051 119.462 146.559
26Aug.1922 148.848

53.167 268.194 102.445 128.534

25 Juli1914 22.057

31.907 110.172

12.634

4.842

D ata
Dis-
conto’s

N.-Ind.
betaalb.

Belee-
ning en
sch”c’Iten
ajh. Gou-
vernem.

Diverse
•ree11

h,geu!
percen-
tage

23Aug.1924

1447810

3.800
***
60
16

,,

1924

141.080

5.600e
.
62
9

,,

1924

137.830

500

60

19 Juli 1924 3463

23
41

7.534 20.228
61
12

1924 37.080

22.240

65.434

8.527
21.001
61
5

1924 35.484

21.611

66.881

2.254
18.222
64
28Juni1924 35.145

20.834

60.647

5.198
17.266
61

25Aug.1923 38.32639.829

73.052

139
27.784
59
26Aug.1922 33.097

29.815 105.872
93.425
54

25 Juli1914

7.259

6.395

47.934

6.446
2.228
44
1)
Sluitpost activa.

2)
Basis
2
1i metaaldekking.

3) Creditsaldo.

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency
Notes,
in duizenden ponden sterling.

Data
Metaal
Circulatie Currency Notes
Bedrag
1
Ooudd. 1 Gov. Sec.

20 Aug. 1924
128.316
125.119
291.362
27.000
247.456
12

1924
128.308
129.034
295.578 27.000 251.841
6

1924
128.309
127.106
298.825
27.000
255.244
30 Juli

1924
128.270
127.092
295.566
27.000
251.474
23

1924
128.271
126.273
292.302
27.000
248.295
16

1924
128.316 126.203
292.844
27.000
248.804

22 Aug. 1923
127.643 124.277
286.768 27.000
242.543

22 Juli

19141
40.164
1

29.317

11


Data
Gov.
Of/ier
Public
Other
Reserve
Dek-
kin ga
Sec. Sec.
Depos.
Depos.

20Aug.’24
42.468 78.317
15.635
109.974 22.917
18.26
12

’24
42.857
75.410
13.406
108.796
22.031
18,03
6

,,

’24
43.242
78.137
13.311
110.936
20.951
16,86
3b
Juli ’24
45.762
75.495 12.194
111.991
20.967
16,88
23

’24
39.682
73.510
11.336
105:575
21.747
18,60
16

,,

’24
45.187
70.131
11.739 107.447
21.819
18,30

22 Aug. ’23
46.456
70.053
15.325
106.197
23.116
19,02

22 Juli ’14
11.005
33.633
13.735
42.185
29.297
525

)
vernuuu.ng
tubscrIcII neserve en
L’epuslts.

BANK VAN FRANKRIJK.
‘oornaumste posten in duizenden 1 rance.

Waarvan
Te goed
Buit. gew.
Data
Goud
in het
Zilver
in het
voorsch.
b
buitenland
ajd. Staat

21Aug.’24
5.543.763
1.864.321
300.554
567.583
22.900.000
14

,,

’24
5.543.744
1.864.321
300.409
567.528 22.900.000
7

’24
5.543.589
1.864.321
300.280
567.848
23.000.000
31 Juli’24
5.543.540
1.864.321
300.190 571.106
23.000.000
24

.,

’24
5.543.408
1.864.321
300.063
573.885 22.700.000

23Aug.’23
5.537.943
1.864.345
294.303 569.663
23400.000

23Juli’14
4.104.3901

639.620


Uitge-
B 1
e ee-
Rekg.Courant
Wissels
stelde
Wissels
ningen
Circulatie
Pti-
Staat
culieren

4.393.003
9.172
2.734.007 40:250.926
1.916.790
12.988
p
4.510.090
9.174
2.79.388
40.399.968
2.037.112
12.090
5.562.869
9.183
2.800.789 40.571.700
2.158.765
12.524

4.133.852
9.187
2.653.471
40.324.616 2.142.743
15.544
4.698.163
9.201
2.696.654
40.081.713 2.174.048
15.305

2.311.495
18.803
2.086.544
37.111.156 2.104.272
12.425

1.541.980

769.400
á.911.9101
942.570
400.590

27 Augustus 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

761

DUITSCHE RIJKSBANK

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET

Voornaamste posten in miljoenen Goudmark

FED. RES. STELSEL.
/rnillioenen Rentenmark/trillioenen Papiermark.

1

Voornaamste posten in duizenden dollars.

Data
Metaal Daarv.

Goud

Waarv.
1
b. buiti.
1

Wissels
1
Totaal
Handels-
Schatkist-
Icïrc.bkn’I
wissels
8)(

papier

15 Aug. ’24
522 498
59
1.826
1.826

7

,,

1
24
516
491
51
1.800
1.800

31 Juli

’24
510
484
45
1.798
1.798

23

1
24
509
478
39
1.798 1.798

15

,,

’24
498
469
34
1.826
1.826

7

’24
491
466
34
1.871 1.871

15 Aug. ’23
0,0232

516
10
227
2
1

502
1782

23 Juli

’14
1.691
1.357

751
1

751

1

Belee-
ningen
4)

Renten-
bank-
scheine
Diverse activa
Circu-
latle

Rekg. Courant
ge-

bij de
Renten-
Partics)ll

Rijken

ti

kas
Staat6)
bank

56
344
940 1.172
335
534
800
55
304
993
1.201 356
443 800
W

62
268
973
1.211
290 453 800
.
69
443
906 1.010
384
677
800
74 377
842
1.062
332
598
800
P
92
303
767
1.106 320
491 800

6,683
2

9,065
2

1162

91,8502121,3172




1,891
944

t)
Onbelast.
2)
In billioenen.
2)
Waarv. in Rentearnark: 7 Juli 1.052;
15 Juli 1.012; 23 Juli 979; 31Juli
973;
7 Aug: 955; 15 Aug. 946.

1
1
Idem zelfde data: 77;
62; 55; 49; 43; 45.
Idem: 144; 152; 174; 139; 165; I64
Idem: 256;
323;
314; 114; 129; 176.

Ree t i f ie
atie.

Het blijkt ons, dat
in
de
staten
van
15 December 1923
t/m.
7
Juli
1924 (Nos. van 6 Februari
t/m. 23 Juli 1924) in de saldi in rekg. courant het gedeelte
in Rentenmark is dubbelgeteld. De in die nos. opgegeven be-
dragen moeten dus worden verminderd met de telkens in
noot 6 genoemde, om het juiste totaaleijfer der saldi vast
te stellen. In noot 5 op blz. 115 (No. van 30 Januari 1924)
moet voorts ,,bovendien” worden vervangen door: ,,waarvan”.

BANQLJE NATIONALE DE BELGIQUE.

Voornaamste posteu in duizenden francs.

Metaal
Beleen.
Beleen.
BInn.
Voor

-n
i
a
mci.
van te-
van
wissels
schot
Circu-
bultenl.
goed in
pro,n.d.
en
aan den
lat ie
saldi
provine.1 beleen.
Staat

21Aug.’24
353.778 84.653 480.090
1698.098
5.250.000
7.625.087
12

1
24
352.783 84.653
480.000
1714.170
5.250.000
7.705.287
7

’24
353.369 84.653
480.000
1749.414
5.250.000
7.685.195
31 Juli’24
353575
84.653
480.000
1815.205
5.250.000
7.764.487
24

,,

’24
352.751 84.653
480.000
1701.379
5.250.000
7.602.784

23Aug.’23
348.466 84.653
480.000
1175.829
7.077.345
172.80

VEREËNIGDE STATEN VAN NOORD

AMERIKA.

FEDERAL RESERVE BANKS.

Voornaamste posten in duizenden dollars.

Data
Goudvoorraad
___
Zilver
etc.

F. R. Notes In
circu-
Totaal
Dekking In het
___________
bedrag F. R. Notes
bulteni.
lafie

6 Aug. ’24
3.125.740 2.115.214

103.309
1.756.014
30 Juli

’24
3.154.905
2.123.779

105.093 1.761.569
23

’24
3.167.527
2.137.110

106.015
1.782,626
16

’24
3.160.550
2.148.830

105.864
1.812.712
9

’24
3.143.402
2.137.268

101.904
1.855.005

8 Aug. ’23
3.112.636
2.101.713

77.484
2.224.358

Data
Wissels
Totaal
Deposifo’s
Gestort
Kapitaal

Goud-
Dek-
kings-
Jrn1)

Aigem. Dek-
kings-
perc
.
2
)

6 Aug. ’24
295.735
2.159.656
111.493
79,8
82,5
30 Juli

’24
318.336
2.164.795
111.487
80,4 83,0
23

’24
322.362 2.144.851 111.409
80,6
83,3
16

,,

’24
342.671
2.144.005
111.405
79,9
82,6

9

’24
369.222
2.078.910
111.400
79,9
82,5

8 Aug.
1
23
1.000.511
1.904.791 109.673
75,38
77,3

1)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeiscitbare schulden:
F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

-.

Data Aantal
banken

Totaal

b
leggingen~

itgezette
elden en
Reserve
bij
de
F. R. banks
Totaal
deposito’s
Waarvan
time
deposits

30 Juli ’24
747
17.252.015 1.590.684116.820.618
4.491.956
23

’24
747
17.158.750 1.569.101116.724.932 4.489.661
16

’24
748
17.122.177 1.586.387
1
16.743.660 4.481.539
9

’24
748
17.055.091
1
.
538
.
366
1
16
.
575
.
4
79
4.437.143
2

,,

’24
748
17.056.459
1.520.87116.542.122
4.418.377

1 Aug.’231
771
16.349.941 1.395.825j
15.198.667
3.972.103

Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 25 Augustus.

Na cle eerste vreugde van de aanvaarding der Dawes-
rapporten ter conferentie van Londen

een vreugde, welke
inmiddels door het voorvoelen van cle nog te wachten moei-
lijkheden aanmerkelijk werd getemperd

is in de inter-
nationale centra cle aandacht gevestigd geweest op de wijze,
waarop de beide in dit opzicht voornaamste parlementen
zouden reageeren. Na eenige moeilijkheden heeft Herriot
in de Fransche Kamer een votum van vertrouwen verkre-
gen, waardoor van Fransche zijde vermoedelijk geen moei-
lijkheden meer in den weg gelegd zullen worden. Anders
staat het er in Duitschland voor. Het ziet er niet naar uit, dat ook cle rechtsche partijen zich per saldo bij de thans
verkregen overeenkomsten zullen neerleggen, waardoor met
een, ontbinding van het parlement ernstig rekening moet
worden gehouden. Het vooruitzicht hierop heeft in de af-
geloopen week den betirshanclel sterk beïnvloed.

Afgezien hiervan waren er voldoende factoren, om aan
cle beurs van B e r lij n eenige terughouding in het leven
te roepen. Er moeten tallooze maatregelen worden genomen,
welke, hoewel voorzien, eerst thans, nu tot de toepassing
dient te worden overgegaan, in hun volle inwerking op
het bedrijfsleven duidelijk worden. Als 64n der voornaamste
kan in dit verband ve1 cle belasting op de industrie gelden,
waaivan 20 pCt. door de ijzer- en staalnijverheid, 17 pOt.
door cle machinefabrieken, 8 pOt. door de chemische en
7 pOt. door de textielindustrie gedragen zal moeten wor-
den. Voorts is het mogelijk, dat de hervorming van het
spoorwegwezen, de formeele overdracht van de exploitatie
van het spoorwegnet aan een naamlooze vennootschap, in
cle toekomst moeilijkheden zullen baren. Het herstel van een normaal functioneerend muntwezen zal vermoedelijk slechts
weinig verandering te voorschijn roepen, in verband met
het feit, dat men in Duitschiand thans reeds ongeveer een
jaar lang gelegenheid heeft gehad zich aan de werking van
een stabiel muntwezen aan te passen. Indien alle desbe-
treffende vetten echter zijn aangenomen, komt de hoofd-
zaak, cle emissie van de internationale leening ten bedrage van 800 millioen goudmarken. Het is begrijpelijk, dat men
zich ter beurze met allerlei beschouwingen omtrent deze
leening bezighoudt. Niet zoozeer, omdat men zou twijfelen
aan het welslagen of zich bezorgd zou maken omtrent den
rentevoet, doch omdat de modaliteiten van deze leening ver-
nioeclelijk veel invloed zullen uitofenen op dé verdere ere-clieten, welke aan het Duitselie bedrijfsleven verstrekt
zul-
len worden. Men is het er n.l. vrij unaniem over eens, dat
het plaatsen der groote internationale leening een begin
zal vormen van een reeks credieten, welke onze Oostelijke
huren tot een terugkeer naar meer normale verhoudingen
in staat zullen stellen. Onder den invloed van cle parle-
mentaire onzekerheid en de bespiegelingen omtrent het toe-
komstig verloop van het economisch leven is de fondsen-
markt dan ook niet 1] te opgewekt geweest. De aandeelen-markt was als geheel bom; een uitzondering hebben slechts
de Westelijke ,,montaan”-fondsen gevormd als gevolg van
cle inkrimping der Fransche militaire bezetting. In binnen-landsche obligaties is de handel ook gedurende de afgeloo-
pen week zeer levendig geweest, zonder dat nochtans een
bepaalde richting viel aan te geven. De omzetten komen in
hoofdzaak tusschen de beroepshandelaren onderling tot
stand en deze fungeeren als kooper of verkooper, naarmate
hun inzichten omtrent de kansen op een valorisatie gun.
tiger of ongunstiger worden. Per saldo was het koerspeil
ook hier echter iets lager.

Te P a, r ij s heeft de markt een kalm,- doch vrij opgewekt
verloop gehad. Het zooal niet vlotte dan toch ook niet al

4.

762

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 Augustus 1924

te sterk teleurstellend verloop der besprekingen in het par-
lenient heeft een opwekkenclen invloed op de beurs uit-
geoefend. Hierbij kwam, dat er verschillende andere facto-
ren waren, die tot een gunstige stemming hebben bijgedra-
gen. De cijfers van den buitenlancischen handel over do
maand Juli hebben een vermindering, van den invoer van
79 millioen Franes, in vergelijking met de vorige maand,
en een toeneming van den uitvoer van 90 millioen Francs aangetoond. Deze verbetering van de handelsbalans heeft
vooral daarom een goeden indruk gemaakt,-omdat zij tot
stand is gekomen in een tijdperk van stabiliteit, of, juister
nog, van verbetering van den koers van het Frairsche be-
t„i.,-i.Imid(leli Tegel:ijkertijd is de opbrengst uit belastingen
over Juli aanmerkelijk toegenomen. Weliswaar zijn de
directe belastingen verminderd van 523 tot 275 millioen
Francs, doch hiertegenover staat een zeer sterke toeneming,
nl. van 1464 tot 2120 millioen Francs, der indirecte hef-
fingen. En waar deze laatste een rechtstreekschc weerspie-
geling van de conjunctuur geven, is de invloed hiervan op
cle fonciseninarkt clan ook veel krachtiger geweest. Ter
beurze van Parijs bestan.t dan ook in de laatste tijden veel
meer aandacht voor do aandeelenmarkt, dan voor cle af dec-
lingen der obligaties, hetgeen wel als bewijs mag gelden
voor het vertrouwen, dat men ook in Frankrijk tea aan-
zien van cle naaste toekomst begint te koesteren.
Te L o n cl e n is de beurs eveneens kalm, doch vast van
toon gebleven. Eigenaarcli.g is hier geweest het verschil
van opvatting tusschen vooraanstaande persoonlijkheden uit
de City tea aanzien van de verkregen resultaten ter con-
ferentie. Sommigen gingen zelfs zoo ver te beweren, dat
te handel van Engeland groote bedreiging zou ondervinden
door het herstel van Duitschland en door den terugkeer
van een goede verstandhouding tusschen dit land en Frank-
rijk. Het dient echter gezegd, dat in de kringen, wier stem
hoofdzakelijk
01)
de effectenbeurs tot uiting komt, dit pes-
simisme niet werd aangetroffen. Wel heerscht ook hier
groote voorzichtigheid, zoodat men voor beleggingen bij
voorkeur heeft gezocht in de richting van obligaties met
koTrtetl ]ooptijd. De sterlingkoers heeft het hooge peil, waar-
op hij in betrekkelijk korten tijd is gekomen als gevolg
van de disconto-verlaging van de Federal Reserve Bank te
New York, niet geheel kunnen handhaven, doch op het
lager nive1u is toch ccii zekere mate van stabiliteit inge-treden. Allerwegen bereidt men zich voor
01)
cle emissie
van de leening ten laste van Duitschlanci; het staat thans
wel reeds vast, dat Londen een aannierkelijk deel dier emis-
sie to verzorgen zal krijgen. Hoewel deze affaire voldoende
reniuneratie zal afwerpen, is men toch geneigd te.wenschen, dat de Vcreenigcle Staten of eventueel andere landen groote
tranches zullen overnemen, met het oog op cle niet al te
ruime geldmarkt van Londen, cle handhaving van den ster-
lingkoers en de eischen, welke iii de naaste toekomst door
de Domiiiions en door verschillende andere landen gesteld
zullen worden.
rj0
N e
w Y o
1
k is het verloop der beurs niet zoo opti-
nnstisch geweest, als tot voor kort nog het geval was. De
berichten uit handels- en industi

ieele kringen luiden nog
steeJs bemoedigend, doch van een directe verbetering valt
nog niet veel te bespeuren. Toch is (ie stemming als geheel
opgewekt gebleven. En de eerste plaats wel doordat de situa-
tie van het oogenblik gockleels wordt heheei-scht door de
prijzen (1cr laiidbouwproducten en deze nog steeds een op-
gaande tendens vertoonen. In de tweede plaats hebben cle
vooruitzichten
01)
een opleving als gevolg van meer geor-
dende Europeesche verhoudingen er toe bijgedragen voor
sommige fondsen speciaal cie aandacht wakker te roepen.
t n dit verbind verdient een prijsverbetering in zilver- en
koperwaarden vermelding; men voorziet in heide metalen
groote bcstellii.igcn. De geldmarkt is onveranderd ruim
gebleven.
T e
II 0
n z e n t bleef de
beleggingsmerkt
vrijwel onver-
anderd .De koersen voor kort geld zijn nu reeds eenige
weken achtereen stabiel op een laag niveau en zoowel bin-
nenlandsche staatsfondsen als andere beleggings-objecten
hebben zich aan deze omstandigheid aangepast. Eenige
reactie viel tegen het einde der beriehtsperiode op te mei-
ken voor de 5 pCt. en 6 pCt. Indische leeningen in vér-
band met cle aankondigiug van een nieuwe uitgifte ad

f
75.000.000 6 pCt. obligaties ten laste van Nederlandsch-
Indië tot den koers van 97% pCt. Van huitenlandsche
staatsfondsen waren Brazilianen iets lager. Russen bleven
verlaten. –
De nandeelenmarkt is over het algemeen vast geweest, zonder dat het echter tot omzetten van eenige beteekenis
is gekomen.
Ba.nkaancleelen
-bleven gevraagd, evenals aan-
deden in binn.enlan.clsche i9vdtflstrieele o?l.dernem’in gen.
Van
laatstgenoemde stonden naudeelen Jurgens weder vooraan;

18Aug.22 Aug. 25 Aug.
g
°’
dalin
6

910
Nederland 1922 …..
1001/
8

100
99″116
31
5

0
10

1918 …..
8905/
18

893%
8934

7
Ii0
4%
0/

1916 …..
90
1
/
9071
90818
+
01113
4

0
/0

1916 …..
82
81i81
i

81518

3
18
334o/…
…..
74y


3

o,

,,
6651
8

66%
67218
+
34
234
0
/0
Cert. N. W. S ……..
.
533,
8

53
—34
7

ol
o
Oost-Indië

1921 …..
1028/
s

102%
10215132
+
3
132
6

0
/0

»

1919 …..
9825132 9731133
9711118
– 31132
5

Ojo

,,

1915 …..
93
1
/8
9271
8

92
7
18
-x
5

01
0
Rusland 1906 …….
4%
4y
4

434
+ %
4

O/
Rusl. bij Hope
&
Co
6
1
18


4

o
l
o
Japan 1899 ………
60%
608/
4

6034
—34
5

0/

Brazilië

1895 …….
48%
4834
48
1
18
– 51,
8

0
/0
San Paulo

1921
.
93
92ls/
— 1
16

6

olo Amsterdam 1920
. . .
101
1.00111

51

7

0
1
0
Rotterdam

1920
….
102i1
0

10281
8

102’1

de reeds eenige weken lang aanhoudende rijziug in deze
fondsen heeft zich in kalm tempo voortgezet.
Van aandeelen in
handelsonderneinin gen
concentreerde
zich op sonimige dagen cle belangstelling weder op aandee-
len Compania Mereantil Argentina, doordat enkele groote
Icooporders in cle markt werden geplaatst.
Suikcreancleelen
zijn voor het oogenblik vrijwel op den
achtergrond gedrongen. De verkoopen van de V. J. S. P.
hebben regelmatig voortgang, doch deze regelmatigheid doet
uit den aard der zaak afbreuk aan het speculatieve karak-
ter der betrokken fondsen, waardoor een zeker gebrek aan
belangstelling is ontstaan.
Van
nmijnbouwaendeelen
konden alleen ;iandeelen Oost-
Borneo de aandacht trekken door een vrij belangrijke rij-
zing; daarentegen zijn aandeelen Redjang Lebong wat op
den achtergrond geraakt.
Petroleonrc fondsen
waren dloorgaans zeer kalm, met eenig
aanbod voor aandeelen Koninklijke Petroleum Maatschappij
en daarentegen geringe vraag voor Consols.
Ru7jereancZeelen
waren aanvankelijk vast gestemd in verband met de houding van het product te Londen en
de vôôrverkoopen, welke onderscheiden Indische maatschap-
pijen hebben bewerkstelligd. Later is echter een zekere ver-
slapping ingetreden, toen ook de rubberprijs te Londen
iets reageerde.
‘l’cebakkon
bleven veronachtzaamcl bij ontstentenis van
een stimulans.

18Aug.22 Aug. 25 A
ug
)uizg of
daling
Amsterdamsche Bank …..13434 133h 132% – 124
Incasso Bank …………98
1
/2 100%

100% + 2 Koloniale Bank ……….17834

177%

178
Ned.Handel.Mijcert.v.aand 129
18
1 133
1
1

133118 + 3181
Rotterd. Baukvereeniging

84

84

84
Van Berkel’s Patent …….5934

60

60

+ 1/2
Gouda Kaarsen …… …. 141/
4

18%

17% + 3%
Holl.Draad- enKabelfabriek 51

5334

52% +
A.Jurgens’Ver.Fabr.g.aand
573%

60%

61% -]- 3%

pr. aand 6471
8

6634

68

+
31
18
Leerdam Glasfabrieken …..24

241,

253% + 1%
Philips’ Gloeilampenfabriek 315% 321%

+
Vereenigde Bliklabrieken,

88

92

+
Vereen.ChernischéFabrieken 46

44%

45% —34
(JompaniaMercantilArgent 2171
8

24
5
1
8

23
7
18
+ 2
Cultuur-Mij. d. Vorstenland 167% 168
8
I 169

+ 1%
Handelsverg. Amsterdam

515% 515% 513′ —2
Handelsverg. Reiss & Co

32% 30% —

— 2%
Int. Crediet- en Handelsverg.

Rotterdam ………….192%


Linde Teves & Stokvis

8771
8
88

88

+ ‘h
Redjang Lebong Mijnb.-Mij 219 213I1 215 —4
Geeons. Roll. Petroleum-Mij 154% 156% 158% + 4%
Kon. Petroleum.-Mij ……339 337 33511, –
3
18
Phoenix Oil …………..92

94

94

+ 2
Amsterdam-Rubber-Mij

150

15111
8
150% +
34
Kendeng Lemboe ……… 171% 174 172 + 34
Oost-Java-Rubber-Mij …… 225% 227% 227% + 2
Deli-Batavia Tabak Mij. …
.314% 317% 317 ± 2%
Deli-Maatschappij ……… 369

367% 365% – 3%
Senembah-Maatscbappij …..39% 340% 341

+ l’j,

Op cle
sclieepvaartrnarkt
viel af en toe eenig aanbod te
constateeren, nu de vracliteumarkt ii iet zoo snel, als me-
nigeen gehoopt had, een verbetering te aanschouwen geeft.

18Aug.22 Aug.25 Aug.Rijzing of
daling
Holland-Amerika-Lijn …..85

83%

82% – 2%

,,gem.eig. 68%

66%

641
2
– 434
Hollndsche Stoomboot-Mij. 25%

2634

25

27 Augustus 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

763

18 Aug. 22 Aug. 25 Aug.Rijzing of
daling
Java-China-Japan-Lijn…
.
103%
10311
4

102
-1.9

Kon. Hollandsche Lloyd
.
8

1
10

8
7514
– 1,116
Kon. Ned. Stoomb.-Mij …..
78%
79
78%
-x
KoninkPaketvaart-Mij. ..
139X
138h

1
Maatschappij Zeevaart
76
80
80
+4
Nederl. Scheepvaart-Unie
1261
126k
126

Nievelt Goudriaan ……..
95X
98
97
419
Rotterdamsche Lloyd ……
125
124
126%
+
18/4
Stoomv.-Mij. ,,Nederland”.
15081
4

15081
1

150%
,,Noordzee”

.
25 23
7
1
8

23718

1
1
18

De
.A.n6wi/;aansr/u

afcleclin9
was
vast, mede in
verband
met de verlctcri iig van

den dollarkoers.

18Aug.
22 Aug.
25 A
u
g.90f

Americ. Snielting &’Iteflning
74X
78% 76%
+
1
Anacouda Copper ………
81%
83%
82

Studebaker Corp ……….
997/
s

102
101
+
1118
Un. States Steel Corp…..
1118/
113w
112
+
71,6
Atchison Topeka ……….
1091/
4

109
8
I,


‘116
Ene …………………
318/
8

3051,
6

30

1
718

Southorn Pacific ………..
99%
10071

.
+
1811e
Union Pacific…… …….
145%
148
148
+
2
Int. Merc. Marine orig. gew.

11%
117
18
101
1.
-5
18
33

»

,,

1,,
.

pret
41
44
1
.
42818
±
7/

De Jctc1Inar/ci
bleef ruim prolongatie
noteerde doorgaans
2% pCt.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.
25 Augustus 1924.

T a r we. De factoren, die deze week de markt bebeersch-
ten waren in hoofdzaak dezelfde als in de vorige week.
Ook deze week waren in de Vereenigdd Staten de aanvoe-
ren van wintertarwe buitengewoon groot, terwijl de dorsch-
resultaten bij voortduring als gunstig worden opgegevën.
Het weer was gunstig voor de zomertarwe zoowel ten
Zuiden als ten Noorden van den Canadeeschen grens en
men begint reeds hoogere schattingen van den Canadee-
schen oogst te lanceeren. Veel waarde hebben deze schat.
tingen niet. Men heet t zich vaak verwonderd ovor het feit,
dat de Canadeesche regeening in September verleden jaar
haar schatting van den tarweoogst zoo enorm vermeerderde.
De reden daarvan was, dat waar de statistiek aangaf, dat
in bepaalde streken vorst op een zekeren datum vrijwel
zeker moest intreden, met deze overgroote waarschijnlijk-
heid was rekening gehouden. Toen de verwachte vorst
(killing frost!) uitbleef, kwam zeer veel tarwe veilig bin-
nen die men van te voren reeds had afgeschreven. De eerste
veertien dagen
a
drie weken zijn dus van buitengewoon
belang voor Canada en voor de geheele wereld, maar waar
de oogst laat genoemd wordt, heeft men minder reden dan
ooit de huid niet te verkoopen voor de beer geschoten is.
Intusschen waren de Noord-Amerikaansche markten over
het algemeen flauw gestemd eu slechts gisteren kwam er
een kleine opleving. De vraag uit Europa viel niet mee.
In Engeland is men te goed van voorraden voorzien, dan dat men veel wil bijkoopen, terwijl op het Continent wel
geregeld tarwe werd bijgekocht, zoo ook door ons land en
door Duitschland, maar de handel was toch niet van dieh
aard, dat hij Amerika veel steun verleende om zijn groote
aanvoeren nieuwe tarwe te plaatsen. Intusschen zijn de
verschepingen de laatste weken niet groot geweest, maar
aangezien daarvôfir op zoo’n ruimen schaal verscheept
werd, is de voorraad naar Europa onderweg nog heel
ruim. Toch zal het moeilijk zijn die niet kleiner te laten
worden dan een jaar geleden, tenzij Canada met een veel grooteren oogst komt, dan waarop, men nu mag rekenen.
In Argentinië, zoowel als in Australië, gaat alles naar
wensch, behalve dat men in het eerste land gaarne wat
meer regen zou zien. Australië verwacht een record odgst,
maar het is nog wat vroeg om daarop reeds nu te rekenen.
Ook uit Indië zijn de’ berichten goed, doordat er regen
gevallen is. –
Wat Europa betreft, valt de oogstschatting in Engeland
op, die dooi de geringe bezaaide oppervlakte ondanks een
vrij goede opbrengst, toch slechts een zeer klein cijfer aan-
wijst. Het weer is in Engeland, Nederland, België en
Duitschland zeer ongunstig geweest voor het binnenhalen
van de tarve en in genoemde landen is dit dan ook wel
niet mogelijk geweest. Ook zal de kwaliteit wel geleden hebben. Voor tarwe van den ouden oogst, die zoowel in
Engeland als hier slechts in kleine hoeveelheden aanwezig
was, werden zeer hooge prijzen betaald.
Van Italië en Oost-Europa geen nieuwe berichten. Eenige

export zal er dit jaar toch wel van Rusland plaats vinden,
maar men verwacht niet, dat die van groote beteekenis
zal zijn.
M af s. Een vaste markt met dagelijks stijgende prijzen
tot en met verleden Vrijdag, daarna gevolgd door een
reactie. De sterk stijgende prijzen in Noord-Amerika wa-
ren aanvankelijk de oorzaak van de willigte, maar toen
daarna Amerika gevoelig begon te dalen, bleef de stem-
ming toch vast, totdat de daling in Chicago zoo’n grooten
omvang had aangenomen, dat de stemming ook in Europa
omsloeg en vooral voorspoedige levering flauw werd. Op
Vrijdag werden er in Londen 12 ladingen verkocht, inclu-
sief enkele die op dien dag tweemaal van eigenaar ver-
wisselden
De Plataverschepingen waren tamelijk ruim en daar de
stock nog is toegenomen, blijkt wel, dat de oogstbeweging
nog geenszins haar einde nadert.
De vraag voor maïs is in de meeste landen van Europa
goed geweest, ofschoon het groote prijsverschil met latere levering wel oorzaak is, dat de meeste consumenten voor-
raad vormen, wat misschien een te grooten indruk van de
werkelijke consumtie geeft. Duitachland gaat voort, zij
het op bescheiden schaal, mais te betrekken, welke vraag
eenigszins gestimuleerd wordt door de mogelijkheid dat de Duitsche agrariërs graanrechten zullen weten door te
drijven.
Niettegenstaande de beperkte aanvoeren is de zichtbare
voorraad in de Vereenigde Staten weer iets toegenomen,
– wat wel op een zeer geringe vraag van de consumtie
wijst bij de tegenwoordige hooge prijzen. Dit zal vel een
van de voornaamste oorzaken geweest zijn van de zeer
groote daling. Van 19 tot 25 Augustus viel de September
termijn van 1.22 tot 1.11% en de December termijn van
1.17
3
1
8
tot 1.05
7
/
8
. Ofschoon ook oogstberichten hierbij een
rol spelen, is deze daling toch in de eerste plaats het ge-
volg van het afwikkelen van speculatieve posities. Ver

schepingen van Platamais naar Noord-Amerika gaan lang

zaam doch regelmatig voort. Ook zijn in de afgeloopen
week weer zaken van Zuid- naar NoordAmerika gedaan.
Zelfs werd een lading die reeds in St. Vincent was aange-
komen, nog naar New-Orleans gedestineerd. Groote zaken
vinden evenwel niet plaats, maar met den kleinen oogst
dien men verwacht, is het natuurlijk zeer goed mogelijk,
dat later op een veel ruimer schaal zal gekocht worden.
Dit zou onmiddellijk een stijging der prijzen veroorzaken,
omdat op dit oogenblik Argentinië vrijwel het monopolie van de mais-export heeft. De Donaulanden zijn zoo goed
als niet aan de markt en over den nieuwen oogst zijn de
berichten tegenstrijdig. Tot eind October zal er in ieder
geval vel niet veel van die zijde aangeboden worden.
Gers t: blijft vast gestemd voor spoedige levering. De
consunitie blijft de aangekomen partijen goed opnemen.
De prijzen van den nieuwen Canadeeschen oogst bleven
vrij stabiel, op 25 Augustus zijn zij iets gedaald. In ons
land werden bijna alle soorten verhandeld, evenwel niet in
groote hoeveelheden. Ook in October en November af lading
kwamen eenige zaken in Amerikaansche gerst tot stand.
H a v er: trekt tot de tegenwoordige prijzen tamelijk veel
attentie en vooral in Platabaver kwamen flinke zaken tot
stand.
L ij n z a a d onderging weinig fluctuaties. Over den nieu-
ven oogst in Noord-Amerika blijven de berichten gunstig,
doch niettegenstaande de vraag voor lijnolie verbeterd is,
konden de noteeringen in Duluth en Winnepeg zich niet
geheel handhaven. Voor lijnkoeken bleef de markt tamelijk
vast met regelinatige vraag.
Zie voor den staat volgende pagina.

SUIKER.

NOTEERINGEN.

Data
Amster-
dam per

Londen
New York
96pCt.
Centri-
Tatesl
Whjte Java’s
f.o.b. per
Cuba’s
95pCt. c.t.f.
Oct.!
Dec.
CubeI
No. 1
Sep f.IOct.
Augustus
fuga/s

Sh. Sh.
$cts.
22 Aug.’24
f24
4416
2016
1916
5,53
15

,,

’24
,,22
0
1j8
4316 2016
181_
5,40
22Aug.’23
,,2331
58/9
1916
221—
5,81
22 Aug.’22
„2 lel
ie

5913
19/_
1813
4,83
4Juli
‘141111181

181.


3,26

Er deden zich gedurende de .afgeloopen week geen nieuwe
gezichtspunten op de verschillende suikermarkten voor. De
stemming bleef vast, vooral voor prompte levering.
In Amerika liepen de noteeringen voor Spot Centri-
fugais, zoowel als op de termijnmarkt geleidelijk op en

764

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 Augustus 1924


Noteeringen.


Chicago
1
Buenos
Ayres

Data
Tarwe Maïs
Haver
Tarwe
Maïs
LJnzaad
Sept.
Sept.
Sept. Sept. Sept.
Sept.

23Aug.’24 124
1
1
8

111% 47s1,
14,95
10,10
23,30
16

,,

1
24

1331/
122%
55′
15,05
9,95
23,50
23Aug.’23 100%
8311
8

39
11,40 8,65
21,55
23Aug.’22 102%
61 31
7
1
8

11,65
7,65
18,45
23Aug.’21 117%
533%
3411
17,55
1
)
9,05
22,35
1
)
20Juli’14

82
36%
9,40
5,38
13,70

1)
Per October.

Locoprijzen te RotterdamlAmsterdam.

Soorten
25Aug.
1924
18
Aug.
1924
27
Aug.
1923

Tarwe’ …………….
1

14,60 15,25
12,-
Rogge (No. 2 Western)
.
,1
11,50
11,30 8,75
Maïs (La

Plate) ……..
2

212,- 203,-
183,-
Gerst (48 Ib. malting)

.
2
264,-
260,-
165,-
Haver (381b. white clipp.)’
12,20
5
)
12,25
5
1
9,50
Lijnkoeken (Noord-Amen-
kavan La Plata.zaad)
1
14,20
13,60 11,45
Lijnzaad (La

Plata)

..
.
.31
456,-
449,- 405,-
1)
per 100KG.
2)
per2000KG.
8)
per 1960KG.
‘No. 2 Hard/Red Winter Wheat.
4)
Donaugerst.
5)
Canada No. 3.

AANVOEREN in tons van 1000 KG.

Artikelen

Rotterdam
Amsterdam Totaal

17j23
Aug.
Sedert
Overeenk.
1
7J
2
3
Aug.
Sedert
Overeenk.
1924 1923 1924
1 Jan.
1924
tijdvak
1923
1924
1Jan.
1924
tijdvak
1923

Tarwe … .. .. .. ._ ..
19.403
630.600
488.191

18.573
31.086
649.173 519.277
7.462
320.489
297.082

3.775
485
324.264
297.567
106
13.457 10.045
– –

13.457 10.045
Maïs

……………….
26.0
484.375
377.333 2.235 76.008 51.377
560.383
428.710
Boekweit

………………..

Gerst ……………..
.
.90
1.125
200.162
136.656

28.606
7.842
228.768
144.498

Rogge

.
……………

1.448
117.325
51.194

305
533
117.630
51.727
9.829
162.371
91.163
1.353
49.194
49.006
211.565
140.169
Haver

…………………

Lijnkoek ………….
…2.670
138.722 143.190

700

139.422 143.190
Lijnzaad ……………..

4.541 150.338
60.288

16.895
3.924 167.233
64.212
Tarwemeel ……………
Andere meelsoorten
250
4.343
1.344



4.343
1

1.344

waren de slotnoteeringen van verleden week en die van
deze week als volgt:
Sp. Centr. September December Januari Maart
5,4015,53

3,6113,73

3,69/3,76

3,4813,54 3,3113,34
De ontvangsten in de Atlantische havens der V. S. be-
droegen deze week 52.000 tons, de versmeltingen 54.000
tons ën de voorraden 146.000 tons.
Cubasuiker werd verhandeld tot prijzen oploopend tot
ongeveer 3
7
18 $c. c. & f. New York.
De laatste Cuba-statistiek luidt als volgt;

1924

1923

1922

Tons

Tons

Tons

Weekontvangsten 16 Aug. ’24. 40.096

14.575

43.604
Tot.:sedert 1Dec. ’23_16 Aug.’24 3.581.316 3.316.225 3.634.718
Werkende fabrieken

1

1

5
Weekexport 16 Aug. ’24

63.824

35.696

70.532
Tot, sedert 1Jan. ’24_16Aug.’24 3.069.115 2.858.550 3.150.649
Totale voorraad oplG Aug. ’24. 512.201 457.711 521.682
In Engeland opende Augustus termijn verleden week
op 23/4% om Zaterdag op 241. te sluiten, terwijl de notee-
ringen voor December resp. 201134 en 2014 waren. Raf-
finadeurs verhoogden hunne prijzen in totaal met sh 1/-
voor alle posities.
Op Java ging de Producenten Vereeniging door met
verkoopen van suiker uit oogst 1925 tot de bekende limites
en thans zijn reeds ruim 10 millioen picols uit oogst 1925
verkocht. Een groot gedeelte daarvan bevindt zich in handen
van speculanten.
Nu de Augustus afschepingen zon goed als afgeloopen
zijn, daalde de prijs voor disponibele suiker uit den dit-jarigen oogst tot f 14%, terwijl latere levering iets lager
te koop is.
Hier te lande trokken de prijzen op de termijnmarkt,
vooral voor ouden oogst, aanvankelijk sterk aan, ook wegens
verhooging door raffinaderijen met ongeveer f1,50. Augus-
tus, bij opening aangeboden tot ongeveer f 27%, werd later
zelfs tot 28
7
,
gedaan, terwijl September tot ongeveer f 27%
opliep. Voor het najaar verbeterden de noteeringen even-
eens met ± f1.-. Het slot was iets kalmer met de volgende
prijzen:
Augustus f 28% genoteerd.
September koopers 1 27.-, verkoopers f 29,-
December

,,

,,22,

,,

11
23.-
Maart

,,

,,
23.–.-,

,,

,, 23518
Mej

,,

, 23%,

,,

,, 23a.
De omzet bedroeg deze week 7600 tons.
Voor juist aangekomen en zeer spoedig te verwachten
Javasuiker werd van f27.- tot 1 28. – betaald.

KATOEN.
Marktbaricht van de Heeren Sir Jacob Behreus & Sons,
Manchester, d.d. 20 Augustus 1924.

In de Amerikaansche katoenmarkt is gedurende de afge-
loopen week een grooteveranderinggekomen.Deweerberichten

luiden over het algemeen gunstiger en volgens particuliere
oogstschattingen zal de nieuwe oogst grooter worden dan
men aanvankelijk dacht. Prijzen zijn ongeveer
18/,
d. gedaald,
hoewel New York gisteren weer iets vaster was en Liverpool
vanmorgen 10112 punten hooger opende. Niettegenstaande
de

vacantie in verschillende districten zijn verkoopen
bevredigend geweest. Het prjsverschil tusschen de loopende
maand en Januari futures is ook kleiner geworden en
bedraagt slechts j d. per lb. Ook Egyptische katoen is
in sympathie met Amerikaansche gedaald, doch er wordt
weinig verkocht en prijzen voor de betere klassen blijven vast.
1

let groote prijsverschil van bijna 5- d. tusschen het begin
van het seizoen op 1 Augustus 1923 en op 1 dezer, is nu
vrijwel geheel verdwenen, daar het verschil tussehen Mid
American-gisteren en op 20 Augustus 1923 slechts enkele
punten bedroeg. Daartegenover is het prijsverschil in Egyp-
tische katoen grooter geworden, daar Fully Good Fair
gisteren 25.65 noteerde tegen 16.25 verleden jaar.
Zaken in Amerikaansche garens worden in zekere mate te-gengehouden door de groote fluctuaties in katoenprjzen, zoo-dat er dan ook geen groote posten geboekt zijn, en men alleen
kleine hoeveelheden koopt. Voorraden zijn geringer geworden
en prijzen vanuit spinner’s oogpunt betex, zoodat marges
deze maand ongeveer id. per ib. verbeterd zijn. Voor export
bestaat wel vraag naar enkele garens voor verf doeleinden,
maar de belangstelling naar getwijnde garens is slechts
gering, terwijl Egyptische garens goed gevraagd worden.
Spinners van goede 60er twist blijven op bescheiden schaal
verkoopen, terwijl in de andere soorten slechts hier en daar
wat gedaan wordt. Deze condities zijn alleen een gevolg
van het huidige prijsverschil tusschen oude en nieuwe
oogstkatoen. Door de plotselinge daling van katoenprjzen
zijn zaken tot stilstand gekomen en men neemt over het
algemeen een afwachtende houding aan. De politieke
toestand in Europa schijnt iets beter te worden en indien
de markt vast blijft, zou men in de naaste toekomst wel
flinke zaken kunnen verwachten. Volgens de gegevens van
den Board of Trade over Juli blijven de uitvoeren naar
Duitschland, Holland en Zwitserland geregeld doorgaan.
Doekprijzen blijven ondanks de daling van katoenprijzen
merkwaardig vast en over het algemeen schijnt men nog al optimistisch te zijn. Iedereen hoopt, dat katoenprijzen
op een meer normale basis zullen komen, waardoor de vraag, zoowel in het binnenland als op de overzeesche
markten, weer zal toenemen. Dit proces heeft altijd een storenden invloed op de markt, waardoor er deze week,
hoewel er speciaal van Indië een goede vraag bestond, toch
niet veel gedaan is. Men blijft met belangstelling de ont-wikkeling der katoenmarkt volgen en indien het verschil
tusschen spot- en futureprjzen geringer wordt, hoopt men,
dat er wel een opleving in de» handel zal komen.
13Aug. 20Aug. Oost. koersen. 12Aug. 19Aug.
Liverpoolnoteeringen. T.T.op Indië 1/4k 1/5k
F.G.F. Sakellaridis 26,35 25,65 T.T. op Hongkong 2/48/, 214w
G.F. No. 1 Oomra 11,55 10,65 T.T.op Shanghai
3123%
312%

27 Augustus 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

765

Noteering voor Loco-Katoen.

(Middliug Uplands.)

22
Aug.

15
Aug.

8
Aug.

22Aug.
22
Aug.
1924

I94

1924

1923

1

1922

New York voor
Middling …
27,80e
29,40e
30,25e
25,25e
22,80
New Orleans
voor Middling
26,93e 26,90e
27,42e
24,50e
22,63
Liverpool voor
Fy Middi. ..
16,08 d
16,94 d 17,38 d
15,67
de

13,74
1)
Voor ouden Standaard.

Ontvangsten in

en uitvoeren van Amerikaansche
havens.
(In duizendtallen balen).

1 Aug.
’24
Overeen komstige periode
tot
15Aug.’24
1923-24
1922-23

Ontvangsten GulfHavens.
62 84 94
.Atlant.Havens
5
Uitvoer naar Gr. Brittannië
23 24
37
‘t
Vasteland.
32
98
93
Frankrijk.
.



Japan….

1
26

Voorraden.
(In duizendtallen balen).

15
Aug.
’24
Overeenkomstig tijdstip

1923

1922

Amerik. havens ……….220

158

369
Binnenland …………..149

264

333
New York ……………76

14

81
New Orleans ………….40

42

55
Liverpool …………….145

102

397
KOFFIE.

(Mededeeling van de Makelaars G. Duuring & Zoon, Kolff & Witkamp, Leonard Jacobson & Zonen en G. Bijdendijk.)

Noteeringen en voorraden.

Rio

Santos
Data

. . ..

.

..

Wisselkoers
Voorraad ‘
1
No. 7
1
Voorraad

23 Aug. 1924
326.000
32.350 1.307.000
36.000
16

,,

1924
351.000
32.675 1.205.000
35.000
5
11
/ 9

,,

1924
349.000
30.925 1.106.000
1)
5131

23 Aug. 1923
843.000
20.425
1.276.000
21.800
5’1

Ontvangsten.

Rio
Santos

Afgeloopen
Data

Sedert
Afgeloopen
Sedert
week
1Juli
week
1Juli

23 Aug. 1924
111.000
767.000
291.000
918.000
23 Aug. 1923….
……
85.000
594.000
211.000
1.372.000
1)
Niet genoteerd.

RUBBER.

De stemming op de rubbermarkt was vrij onregelmatig.
Prijzen fluetueerden. Het aanbod blijft over het algemeen
beperkt en de eerste hand houdt grootendeels op iets
hoogere prijzen.

De slotnoteeringen zijn:
einde voorafgaande week:
Prima Crêpe

Aug.

74

et . …………. 7 lg ct.
Sept./Oct.

74

,.

…………. 72
Nov./Dec.

753.

,.

…………. 74
Smoked Sheets Aug.

73

,………….. 7134

11

Sept./Oet.

73j.

,.

…………. 72
Nov./Dee.

74

,.

……… …. 74

25 Augustus 1924.

COPRA.

De markt was deze week kalm, doch vast gestemd. Con-
sumenten kochten flinke partijen stoomend zoowel als op aflading. Het aanbod van importeurs was tamelijk klein.
De noteeringen zijn:

Nederl.-Ind. f.m.s. Juli

aflading

6. 35
Augustus

35s1
8

11
September

35,-
,, October

34s,

25 Augustus 1924.

VERKEERS WEZEN.

VRACHTENMARKT.

Over het algemeen was de vraag naar ruimte levendiger
en zoowel van Montreal, de Gulf als van Argentinië werden
meerdere booten bevracht tegen iets betere cijfers.
Van Montreal naar Griekenland werd 19 ets. betaald
voor een September boot en naar West Indië 18 ets. voor
een September.Oetober boot.
Van de Northern range vonden geen bevrachtingen met
graan plaats. Er werd een Augustus boot met steenkolen
van Hampton Roads naar Rio de Janeiro afgesloten tegen
$ 3,25. Van de Gulf werd betaald voor graan naar Ant.
werpen of Rotterdam 16.( et. voor een September boot
en naar de Middellandsche Zee niet beoosten West Italië
183. ct. naar één, 19 et. naar twee havens voor een
September/October boot. Er werden eenige booten met hout
bevraeht van de Gulf naar Monte Video of Buenos Aires
tegen $14,25 per mille.
Van San Domingo werd een kl

1.
eine boot naar U../Con-
tinent afgesloten tegen 24/6 één 25/- twee havens.
De grondtoon van de La Plata markt was vast en de
vraag naar ruimte breidde zich uit tot October/November
booten, waarvoor 241- tot 2416 werd betaald, al naar grootte.
Ook voor nieuwe oogst werden een paar bevrachtingen
afgesloten op basis van 2416 voor booten van 7000 ton 101.
Ook in het Oosten werden eenige booten afgesloten tegen
eenigszins hoogere vrachten. Een September boot kon 231. on deadweight bedingen van Bombay. Van Australië werd een boot bevracht voor nieuwe oogst
met 1131 Januari ligdagen naar Middellandsche Zee/U.K./
Continent tegen 371. met één of twee laadpiaatsen.
Van de Middellandsche Zee werden zeer weinig booten
afgesloten. Van de Zwarte Zee vonden geen bevraehtingen
plaats.
De uitgaande vrachten van Engeland blijven op dezelfde
hoogte. liet aanbod van ruimte is zeer groot. Van Wales
naar St. Vincent werd 816 betaald en naar Buenos Aires
1116, terwijl naar West Italië een boot werd afgesloten
tegen 816, alle met begin September ligdagen.

26 Augustus 1924.

RIJN VAART.
Week van 17 tjm. 23 Augustus 1924.

De aanvoeren waren tamelijk en bestonden hoofdzakelijk
uit erts en graan.
De seheepsruimte was schaarsch, waardoor de vraehten
van f
0,6510,75 per last met ‘- lostijd van het begin
der week in het laatst der week opliepen tot
f
0,7510,85
met (_ lostijd.
Naar den Bovenrijn werd in doorsnee betaald
f
1,2011,30
met
y
4

lostijd; de daghuren bedroegen gemiddeld 3 ets.
per ton. De waterstand bleef gunstig.
Het sleeploon werd gemiddeld genoteerd volgens het
45 cts. tarief.

INKLARINGEN.

DELFZIJTL.

Juli 1924
Landen van
– Juli 1923

herkomst
Aantal
schepen
N.R.T.

Aantal

schepen
N.R.T.

Groot.Brittannië
4
3.405
9
6.508
Duitschiand
12
2.482
14
1.446
10
3.242
11
2.574
Finland
8
3.674
6
2.373
België
– –
1
3.364
1
3.035

Zweden ……….

Totaal ….
35
15.838
41
16.265

Chili …………

Nationaliteit

Nederlandsebe
14
4.639
18
3.894
Britsehe
3
1.606
2
1.079
Duitsche
15
9.019
15
3.951
Belgische


1
3.169
Zveedsehe
3
574
3
767
Deensehe


1
41
Vereen. Staten.


1
3.364

Totaal . . . . I

35

1

15.838 II

41

I

16.265

(A. van Dijk.)

766

27 Augustus 1924

NEDERLANDSCHmINDISCHE,

LEENING .1923 D..

RENTENiE 6PCT.

groot nom. f’
!75.000.000,m40

in Schuidbewijzen aan toonder,

groot t 1000,- en / 500,-.
Uitgifte tot den koers van
971J4
pCt.

Inschrijvingen op deze leening kunnen wôrden ingeleverd

op VRIJDAG 29 AUGUSTUS 1924,

van des voormiddags 9tot des namiddags 4 uur,
te AMSTERDAM ten kantore van:

De NEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPIJ, De NEDERL.-INDISCHE ESCOMPTO MAATSCHAPPIJ;
Dè NEDERLANDSCH INDISCHE HANDELSBANK,
II

te ROTTERDAM ten kantore van:

De NEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPIJ;

te ‘s-GRAVENHAGE ten kantbre van:

De NEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPIJ, De NEDERL.-INDISCHE ESCOMPTO MAATSCHAPPIJ;
De NEDERLANDSCH INDISCHE HANDELSBANK,
en voorts:

te AMSTERDAM ten kantore van:

De AMSTERDAMSCHEBANK,

LIPPMANN, ROSENTHAL & Co.,
De BANQUE DE PARIS ET DES PAYS-BAS,

PIERSON & Co.,
DE TWENTSCHE BANK,

De ROTTERDAMSCHE BANKVEREENIGING,
HOPE & Co.,

GEBR. TEIXEIRA DE MATTOS,
De INCASSO-BANK,

VERMEER & Co.;

te ROTTERDAM ten kantore van:

De AMSTERDAMSCHE BANK,

De INCASSO-BANK,
De BANQUE DE PARIS ET DES1PAYS-BAS,

R. MEES & ZOONEN,
DE TWENTSCHE BANK,

S

De ROTTERDAMSCHE BANKVEREENIGING;

te ‘s-GRAVENHAGE ten kantore van:

De AMSTERDAMSCHE BANK,

De FIRMA R. MEES & ZOONEN BIJKANTOOR
DE TWENTSCHE BANK,

‘s-GRAVENHAGE,
De INCASSO-BANK,

De ROTTERDAMSCHE BANKVEREENIGING;

en in NEDERLANDSCH-INDIE tot den koers van 100 pCt. ten kantore van:

de NEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPIJ te BATAVIA en al hare vestigingen,
NEDERLANDSCH INDISCHE HANDELSBANK ,,

.,

,, ,, ,,

,,
NEDERLANDSCH-INDISCHE ESCOMPTO MIJ.
,,

,,

,, ,,

De betaling der toegewezen schuidbewijzen mot geschieden ten kantore van inschrijving, op DINSDAG 16 SEPTEMBER 1924, tegen in ontvangstneming van door den Minister van Koloniën uitte geven recepissen,
die zoo spoedig mogelijk kosteloos tegen de definitieve schuldbewijzen zullen worden verwisseld.
Voor verdere bijzonderheden wordt verwezen naar het Prospectus d.d. 23 Augustus 1924.

NEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPIJ.

INCASSO-BANK.
NEDERLANDSCH INDISCHE HANDELSBANK.

LIPPMANN, ROSENTHAL & Co.
NEDERLANDSCH-INDISCHE -ESCOMPTO MAAT- R. MEES & ZOONEN.
SCHAPPIJ.

PIERSON & Co.
AMSTERDAMSCHE BANK,

ROTTERDAMSCHE BANKVEREENIGING.
BANQT.JE DE PARIS ET DES PAYS-BAS.

GEBR. TEIXEIRA DE MATTOS.
DE TWENTSCHE BANK.-

VERMEER & Co.
HOPE & Co.

AMSTERDAM,
23 Augustus 1924.
ROTTERDAM,

Auteur