Ga direct naar de content

Jrg. 6, editie 267

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 9 1921

9
FEBRUARI 191

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

Economisch-Statistische

Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

6E JAARGANG

WOENSDAG 9 FEBRUARI 1921

‘ ‘

No. 267

INHOUD

BIz.

Da TOESTAND DER STAATSFINANCIEN door
Prof.
Mr. Ant.
vanGijin ………………………………….
115
Socialisatie van’den Steenkolenmijnbouw V door
Prof. Ir.
Is. P. de Vooys …………………………….
118
De Recente Ontwikkeling der Canadeesche’ Banken II door
P.vanEyk ………………… …… .. ……
12O
Wettelijke Regeling van het Accountantswezen.. …….. 122 Londensche Correspondentie ………
……………..
124
AANTEEKENINCEN:
De Engelsche
Staatsschuld ……………………126
Nijverheidsbescherming in Zweden …………….126
BOEKAANKONDIGING:
Dr.
J. Siegenbeek van Heukelom: De beoordeeling der
levenskansen in het Levensverzekeringbedrijf, bespr.

door
Dr. R.
de
Waard …………………….
127
INGEZONDEN STUKKEN:
De Indische
Financiën door
Prof. Mr. Ant. van Gijn..
128
Ovazicirr VAN TZJDSCHRIFFEN
.
…………………
129
STATISTIEKEN EN
OVERZICHTEN
……

………
130-136
Geldkoersen.

Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.

.

Goederenhandel.
Bankstaten.

Vèrkeerewezen.

INSTITUUT’.

VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

Algemeen Secretaris: Mr. G. W.J.
Bruin.s.

.&ssislent-Redao*eur voor he* weekblad: D. J.
Wansink.

Secretariaat: Pieter de Hooghweg 12e, Rotterdam.
Aangeteekende 8tulcken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 37.

Telef. Nr. 3000.
Tele gr.adres: Economisch instituut.
Postcheque en girorekening Rotterdam No. 8408.

Abonnementsprijs voor
het_ weekblad franco
p. p.
in Nederland
f
20,—. Buitenland en Koloniën
f
22,50

per jaar. Losse nummers 50 cents.

Leden en
donateurs van het Instituut ontvangen

het weekblad gratis.

De verdere publicaties van het instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.

Advertentiën f 0,50 per regel.’ Plaatsing bij abonne-
ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties:
Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-

Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s
;
Graver&hage.

7 FEBRUARI 1921.

Aan de geldvraag voor de maandsiwisseling was al

spoedig voidsian en de prolongatiere.n1te liep weder

direct terug. Na op Dinsdag het hoioste punt, 4

pOt bere’iilct te hebbeu, irad een regelmaitige dakng

van
V4
pOt. per dag in, ‘die ‘de no’teerLing ‘heden

weder op 34 pOt. terug,braoht. In de rute van paz-

tioujiier disconto kwam niet vieel verandering. Meestal

werd voor 3% á 3/ pOt, verhendeld, terwijl heden

enkele posten voor 334 plaatsing vonden

De ïsse1iaarkt was de dgeloopen week veel stiller

en rustiger dan de idaaraan ‘voordgaa.nide week. Over

heit algemeen waren alle koersen wat f.lauwer, belang-

rijke afwijki’ngen waren edhter
fiot
‘te noteeren. De

ko:ersen
‘?OOT
Kopenhagen en Ohiristiaaiia wairen op

nieuw zeer onneker en de handel in ‘deze wissels

wordt steeds moeilijker. Serieuze koopers of ver{koo-

ers ontbreken dikwijls gdhieel ‘en de miaaige tussohen

in- en ‘verkoop wordt diienitengsvolge hoe langer hoe

grooter, zooidait het versdhiil ‘meermalen ‘meer dan

i pOt. ‘bedraagt.

LONDEN, 5 FEBRUARI 1921.

ti
Iai ‘de adgeloopen week was er een tamelijk groot

aanbod van (beleenbare fo’ndeen en opinemers konden

op gemakkelijke voorwaarden aan hunne ‘behoeften

voldoen. Het kleine bedrag, hetgeen in let laatste

gedeelte van de vorige maand van de Bank of

Engiand geleend was werd gemakkelijk terugbetaald.

Er 1oopei herniieade geruchten, dat van of ficieele

zijde ernstige pogingen zullen worden aangewend om
de . Bank Raite te verniinderen.

De hernieuwing van daggeld werd gedaan tegen

pOt.;,nieuiw geld was te krijgen tegen 5 pOt., ter-

vijil saldi
434
pOt. waren. Zevenidaags-geld bleef

onverandevljk op 5 pOt.

t De ‘discon,to-niar’krt was zeer kalm; 2-maande-papier

erd verhandeld ‘tegen, 6%-116 pOt.; 3-maaruds

6
°
/io—% pOt.; 4-maands 6%-34 pOt, en 6-imaands
genY4—% pOt
DE TOESTAND DER STAATSFINANCIËN.

Aan het versorek van de redactie van dit weekblad
om een ovejiziohit te geven, hoe nu eigenlijk onze

Nederlazdsc3]je financiën er voor staan, werd door mij
niiet dan na eeniige aarzeling voldaan. Het
is
niet
gemakkelijk thans dien weg te vinden in de vezsdh,il-
lerude in het voornemen der .regeerinjg
liggetude,
in
voorbereiding zijnde, ingediende en half of geheel
afgedane voorstellen betreffende belangrijke uitga-
ven en belangrijke veirsterkingen der ontvangsten.

‘Eohter de Nederlanidsehe Ibolastingseliuldijge, diie van de hooge aanslaglbdijetten. in ‘de rjksinikomsten. belastingen, rijksvermogensbel’astiugen en gemeente-
lijke inkomstenbeiaatingen niet weinig gesohriikt is ei in sommige gevallen todh nog weer tevreden met
zijn Int is, al’s hij ziet wat zijn rijkere broeders naar
den fiscus moeten brengen of ‘giireere.n, is uit den
aard der zaak ‘verlaingend te weten, in ‘hoeverre
kins ijs, dat ide ie1astinggolf nu haar hogtepuiit

heeft bereikt, dan wel dat zij eieh nog hooger op zal
werken en nog ‘meer deeilen der maatschappelijke
machine, welke onder water moeilijk werken kunnen,
za] onderdômpelen.

Laat ons even uit ,den grooten staat voorkomende

S

(

116

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 Februari 1921

itT ihet nrumrner vaji dt blad
vau
27
Qctber
recapi.
.

Tiransport
.

f
35.100.000

tuieerein

wat

een

Ansrte1wmsh

burger, a1getzien
datéchtr
nog
mag verniinderd
wor:den

vanzij
n
aanslagen
ân

de

pesoeele beiasting en
met
de hooere
opbr:gnigsit
van
de
reeds
grcrnjdbe1asiting,
agein
ook
van zijnaazideel in
de
aa
n~
enomen
verdiaoiging van den ged&s-
dividenid- ;en tanitimblasfting en vaa zijn ‘aanJdel in
•tiJi1eerdaocijs, garaaid
op 15
miljoen

de zsgel- en
.
re
g
ist
rafti
ei
belastingen,
de
invo’erreiten.
por
jaar,
van welk
bedirag
eeMer zoker

de accijnizen en
nog een
aantal

linere helas4ing.en,
reeds eeinge mi!llioenen

irbten in

de

per
jaar aan
ihet
Rijik,
cle proviijnoie endegemeenten
bijzonder
liooe
opibrengst van dien ac-

heefit af rte:dxagen wegens
.aans1agen (in rijbe1astiin. cijns over
Deeem’br 1920 en dat
wij
dus

.

gen en in
de gemeentelijke
diikomsteriibe1astiiwg.
stellen
op

.

,,
12.000.000

Percentage der belasting, indien het inkomen Is
blijft tekort
.

f
23.100.000
Inkomen

uit aiibeid
uit vermogen
Et

i er ag
reken±ng
e hoiden

1.500

6.53

9.86

4.000

12.85

• –

15 81
i

ii

,
met
een

aa11a1 uugavi
en
, we reeus

10.000

16:96

21:25
asttaen, maar waaroifD in
de aaiigeno-

24.000


.

23.21

.

29.01
mea
begrooiang nog niret ds
gerekenid

60.000

30.97

38.87
zooads:
100.000

36.09

45.59


naabrege1en
tenoevevanet•rijks
500.000

42.85

58.03
persorueel,

g
eraamd

op

f
16.500.000,

Deze percentages ixogeii, voor
,
zooveel de
verino.
waaiivaia

echitcr

omstreks
f
6.700.000

gensinkomsten betreft, wat te hoog gerekend
zijn,
om-
is af ‘te tzelsken,
wijl sedis ‘bsgrepen
on-

dat van een 5 pOt. rendement
van
liet vermogen
iq
der de
f
30
malhoe

voor de ond:erwJ-

uitgeaan,
zij m
ogen voorts tot ‘de
aflerhdogste
behoo-
zerssalaa’iissen
en onder (het na te nee-

ren,

omdat ‘de Amsterdam’sehe

inkomsteubelastiug
men tekort vna het Posterdjbed,rijf,
blijft
f

9.800.000
bijzonder zwaar
is
(in zeer veel ‘andere grootere eT
afsch’aiffing van
‘dan
p,ortvaijdom der
kleinere
steden is liet
echter
maar weini
g
beter
ge.
i
d’enstbrie-ven (een ,.bcdnag
‘dat reeds in’

steM), ze
zijn
‘dan ook van dien aard, dat, keek men
ontva.ng is
gerekend bij het
becijferen
naar niets anders,
kwalijk
te geloven ware, dat
wij
van het
na te
noemen
tekort op den

niet
in ‘den oorlog
betrokken zijn geweest,
ja
mist
Post- en Telegraafdienst)

…………
,,

4.500.000

schien niet nog o’orlogsschattiing te betalen hebben
bijdragen

voor

‘cle

Woniingwet

op’

oek. Het
leidt
wel niet den
geringsten
twijfel, of z66
f
500.000

geraamd,

doch

die wel ‘tot

hoog’e ‘belastingen, naar
inkomen
en vermogen,
ind!ien
f
2.500.000

zullen oploopen

……..
,,

2.000.000

ze al niet, wat vaak
het
geval zal
zijn,
uit het vernio.
en
voorts een aantal tverhogdngen

gen worden
betaald!,
komen in
elk geval
‘uit dat deel
als gevolg van eerlang
te
behandelen

van het inkomen, waaru’it anders de
nortnale,
en thans
wetten, aan
welker
‘totstandlkomiing wel

meer
dan
ooit iioodige, aanwas yen het natioiiaal
niemand twijfelt
als daar
zijn:

kapitaal zonde voortkomen. Hoe
ziet ‘nu echter ‘de
‘diviiid’enidgararatiie rv’oor
de beide
‘grootte
toekomst er uit? Is er kans, dat er van
deze
zware
soorwegmestschappijen,,

aanige(iabmen,
belastingen naar het inkomen en vermogen in de
dat
‘deze overigens
ziek zelf
bec]irisipen
naaste toekomst iets af ‘kan, ‘hetzij omdat er minder
maar

méér
ook niet

…….. . …….

2.000.000
geld noodig is, hetzij
Omdat men het geld
uit
andere
de nieuwe Pen’sdioenwet voor de ‘Miii-
belastingen kan trachten te vinden. Of
ziet
het er
taireri,
waarvan ik meën, de meerdere
naar uit, ‘dat ‘ook
van rijkswege’
de schreef van’
inkom-
directe uitgaven te mogen
stellen op..

1.000.000
sten-
en verrnogensbelas’ting
binnenkort wederom zal
de

nieuwe ‘burgerlijke

pensioenswet
‘moeten worden
aangezet?
De toekomst is helaas
ten
(hier is het zeer moeilijk een bedrag aan
‘deze
somber.
Trachten we de cijfers van de naaste
te nemen,
omdat in de kosten van ide
toekomst te construeeren uit de zeer verspreide ge-
maatregelen vioor het zijkspersoneel
en’
gevens. Gelijk
ik boven reeds
aandiui’dd’e,
moet ik voor-
voor do onderwijzers reed’s begrepen is
‘voorbaat
zichtigheidehalve

reeds

bij

het bekende
een deel van ‘de 1614 pOt. der salarissen,
S. E. & 0. bij
mijne
becijferingen schrijven,
welke de Staat ‘als storting
iii
het te
Volgens
de millioenenn’ota sluit de
‘begrooting
voor
stichten pensioenfonds
voor zijne
reke-
1921, ‘gelijk
die is ingediend, met een tekort op
den
ning neemt. Ik meen
echter
niet zeer vèr
g’ewonen ‘dienst van

…………….
f
43.700.000
van ‘d’e waarheid t

zijn,
‘als ik de overige

gechirenide
de
‘schriftelijke en
monde- mé,6ruitgaven,

voortvloeiende

uit

d’e.
]±xige
‘behandeling
van ‘de
hegroorting zijn
nieuwe burgerlijke pensioenwet ‘(inclu-

de
gewone
uitga
4
ven verhoogd met’
…. ,,
34.000.000
sief de weduwenpensioenen) stel op
..
,,
25.000.000

(waaronder
f
30 mil.lioen voerde onder-
eindelijk
nog
‘die
noodTegeliug
-voror de

wijzerssalaTissen),

gemeenten

……………………..
,,

10.000.000

geeft
een tekort van

‘f
77.000.000
vermoedelijk totaal te de(kken’tekort
f
77.400.000

Anideinij’ds
is er, gelet op de
(hoagere
Het schijnt
niet
waarschijnlijk, dat

opbrengst ‘der
middelen
in d’e laatste
uit de cerlang te behandelen verhoogiizg

maanden van het jaar, aanleiding om
der
successierechten
(die zich immers

ook de
raimiing der on’tvaingsten
te (her-‘
eerst 8 maanden na de invoering doet

zien.


gevoelen)
iets
aan het jaar 1921
zal ten

De
middelen
A—F zijn’voor 1921
goede kom’en. Evenmin is zulks ‘te ver-

raamd

op

…… ……
f
402.000 000


wachten van ‘de nieuwe ta’baksbelastmg,

terwijl ‘de opbrengst
over
wclko immers volgens de toelichting in

1920

bedroeg

……..439.600.000
,,
de
eerste
jaren geen bate geeft, worden-

Is er dus mn 1921 acores

de de opbrengst gebruikt voor ‘de vergoe-
,
noch

decres,

dan zal de
di
ng
en der huisindustrie enz. Daaren-
tegen is ondeii het
‘becijferd
tekort nog
opbrengst ‘boven ‘de ra niet begrepen ht ‘te verwachten
tekort
,
nianig

gaan

…………….
37.600.000
op
het Staatsbedrijf der
Posterijen enz.,
taarbij

wij

zeikerjiesids-

,
dat volgens de ingediende begrooting na
halve

voor

de

orverzge
aftrek van
‘cle
bate, welke uit de wijzi-
‘middelen nog
voegen

..
,,

5.000.000

,
ging der tarieven voortvloeit, geraamd
.

‘te

zaimen

…………..
.
..
..
.

,,

42.600.000
wordt

op ………………………
,,

13.500.000

blijft tekoet over 1921
f
35.100.000
Wij vinden dus een te ‘dekken tekort van f(190.900.000

9 Februari 1921

ECONOMISCH-S17TISTISCHE BERICHTEN

117

In deze becijfering werd aangenomen, dat de mid

d•elen in 1921 evenveel zuilen opbrengen als in 1920.
Het is zeer ‘wel mogelijk, dat deze veronderisteiiig te
pessimistisch blijkt. Van enkele belastingen is de
heffing nog achter (de personeele belasting); de

laatste maanden gaven
altijd
nog behoorlijke accres-
sen te zien, die wel niet precies nret 1 Januari 1921

zullen ophouden. De stijging der middelen is echter
z66 sterk geweest en zoozeer aan abnormale onistan-
di!gheden (d.w.z. niet aan een regelmatige stijging van
de welvaart) te danken geweest, dat men er ernstig
op moet voorbereid zijn, dat er op een oogenblik ook
een steike reactie intreedt. Het is zeer wel mogelijk,
dat het Middelenjaar 1921, waarvoor het werkjaar
1920, dat nog een tamelijk goed jaar voor velen was,
in sommige opzichten als heffingsbasis geldt, nog
een flink eind boven het Middelenjaar 1920 uitkomt
en het tekort van 1921 dus niet onbelangrijk beneden

f
90.900.000 blijft,. Maar het is wel .haast onaanneme-
lijk, dat, met de algemeene crisis, welke thans inge-

treden is en welke wei eens zeer lang kon duren, en
met de stijging van de waarde van het geld naar een
meer blijvend niv’eau, die thans ook ingetreden is, de
rijksmiddelen niet een tijd van teruggang, hoogstens
van handhaving der bestaande recordcijfers, tegemoet

gaan.
Als
in de 24 maanden v.an 1921 en 1922 te
zamen een accres dor Rijksm.iddelen boven de op-
breng.st van 1920 te zien zal zijn, dat gelijk is aan
het bedrag, waarmede de begrooting voor 1922 diie
voor 1921 volatrekt onvermijde]ijk moet te boven gaan
(door de natuurlijke stijging der uitgaven), dan mo-
gen wij al zeer tev,reden zijn. En gestald zulks is het

geval, dan zeil, al moge 192.1 vait beter a.floopen dan
hier,bovein becijferd, he’t jaar 1922 toch en tekort te
zien geven van
f
90.900.000,
verminderd
met hetgeen
de – nog ‘aan te nemen – successie-verhooging zal

opbrengen – stel
f
25 millioen
2)
dns een tekort
van
f
65.900.000.
Nu heeft de Minister van Finanuiën nog een aan-
tal nieuwe middelen in miin of meer gevorderden
staat van voorbereiding, t.w.:
do tabaksibelaisting, •raming ……….
f
20.000.000
de verhoogde gron:d’belasting, naar ik
meen te stellen op ………………., 15.000.000
(als men rekening houdt met de stijging
der grondtwaarde sedert de indiening).
de verihooging dier Jioodsgie]don en rech-
ten voor de dgifte ‘der zeebniev’en …. ,, 2.300.000
de herziening van het Tarief van Invoer-
rechten, in de begrootiingsstukken der –
le Kamer voor het jaar 1919 gcraamd’op ,, 13.500.000

te zamen ……
f
50.800.000
Gesteld echter, dat dit een en ander gainaikkelijk
•tot stand is te brengen, wat met de gr’ondbelasting en
de tariefsherziening zeker niet het geval zal zijn, dan
staan er tegenover diie nieuwe baten voor den Staat,
(maar lasten voor die inigonetenien) toch odk weer tal
van nieuwe uii-tga.ven, ‘die al vrijwel zeker zijn.
Zonder de hoop compleet te zijn noem ik de vol-
gende:
De teigenwoordige korting op de uit-
keeringen aan gemeenten volgens ‘d’e on-
derwijswet (wegens de onderwijzers-.
salarissen) vervalt hinuenisort, doch
daarentegen vervallen ook de rijksbijdra-
gen voor den chool.bouw.
Bij
de debatten over de onderwijzerssalariissen werd voor
het eerste bedrag
f
10.400.000, voor het
tweede
f
2.000.000 genoemd; blijft dus
verlies voor het Rijk …………….
f
8.400.000
het bedrag,’ dat krachtens de wet van

/
f 8.400.000

Afgezien nog van befgeen de werklooshei.diuitkeeringen
meer zullen vorderen dan de raming.
De raming in de Toelichting is
f 20
miilioen, doch is
gebaseerd op tamelijk oude cijfers (1917). Eet is natuurlijk
ook mogelijk, dat dit verschii weer verloren gaat doordat
in de Kamer de indercizad zeer hooge percentages wat
worden gematigd.

Transport ….
f
.400.000

3 Juni 1905 op de uitkeeringen aan de

gemeenten ingevolge de wet van 1897
werd gekort, zal, naar in de Kamer werd

medegedeeld,

in het vervolg bestemd

worden voor extra-uitikeeringen aan ge-.
maenten, die door de nieuwe regeling
van de onderwijsuitgaven bijzonder zwaar

belast

worden:;

dat

bedrag
is
te stel-

len

op

…………………………
4.700.000

uitgaven ingevolge het wetsontwerp
in zake de ziekenzorg;’ deze zijn bij de
installatie: der Staatscommissie tot voor-
bereiding der zaak geraamd op ……..,,
10.000.000

uitgaven ingevlge het wetsontwerp
tot regeling van het bewaarschooionder-
wijs, waarvoor geraamd …………..,,
2.500.000

instelling

van

gezondheidsdiensten
volgens de toelichting van het wetsont-
werp, te stellen op

………………….
700.000

kosten van de vrijwillige oudordoms-

verzdkerin.g

in

het

overgangstijdperk’

(wet van 4 Nov.

1919 Stbl. no. 628).

Als

maximum-uitgave

‘bij

algemeene

dieelnaime is gesteld per jaar
f
31 mii-

,lioeia. De he1it hiervan nemenide komt

men op

……………………..,, 15.500.090

1
7.
‘het
bedrag, waarmede de uitgaven
voor
bijdragen
volgens de Woningwet
ook
bij
de matigste raiming binnenkort
zeker de, door mij voor 1921 aangeno-.

men,
f
2.500.000 zuilen te boven gaan .. ,, 2.000.000

te zanren ….
f
43.800.000
Vn ‘de bovengenoemde f50.800.000 aan nieuwe

middelen, waarvan menigeen ‘de spoediiige toitstanidko-
niing zal betwijfelen, hebben dus
f
43.800.000 reeds

êen vrij zekere bestemming. Er iblijven dus van al
die vogels in de lucht ‘tot icleddat over 1922, ook als ide Re,geer,irnig niets nieuws
meer. iyegiiint, is te verwachten en dat door mij op

f
65.900.000 wond gesteld, slechts
f
7.000.000 be-

sdhilkbaaa’: saldo tekort
f
58.900.000 (wat gelijk staat
met 70 opcen’ton oh de Rijks-.Inkomsten, gelijk idie in
1920 inikwam).

1nidardaacl, de çvoioritiyiicih.ten zijn niet draai te
noemen (ook niet, wanneer
mijne
becijfering, gelijk
ik hoop, vele millioenian te (hcog. woa’,dt geacht dor
insiders).
‘De vooruiVzichten zijn als volgt te resumeeren:

Wanneer
‘aan de thans reeds vaak on’diragelijke lasten
die ide noodizalkeljke kaiptitaalvorming ernstig be-
lemmeren

nog een bedrag aan nieuwe belastingen
wordt’ toegevoegd
(inclusief de successidbelaistiing-
verizooging)
van ruim 75 millioen
e
n
wanfleer
voorts
het phenomenale accres
der middelen niet over gaat ‘in een belangrijk drec.res,, (aooals de meesten ver-
wachten)
maar
slechts terugloopt tot het meer nor
maal
accres
‘van oeinige perceniten per jaar,
dan nog
zal, Vals de thaks in hoofdzaak reeds in ‘dichte vaten zijnde plannen der regeering doorgaan,
nog
met een
elcort te worstelen zijn van bijna
f 60
nillioen per

2
aar.

Groote izorg voor de toekomst kan men inderdaad
aan dit Kabinet in zake ‘de financiën niet toeschrij-
von. Terwijl, tin tientallen van geschriften wer’d ge-
waavschuw.d: ,,Laat U niet door den tijdeljken schijn-
bloei van de . wijs brengen, de moeilijkste jaren, de
grootste ecouoniische zorgen, komen nog’, heeft het

Keibinet door bodeniloos optimisme ons finaincie.
wezen mijns inziens z66 in het moer,as geibraeht, dait,
zelfs al vallen die moeilijke jaren, die nu met ernst
schijnen. aaingeibrokeu te ‘zijn, nog wat mode, boven
‘het Ministerie ‘van Financiën het opschrift begint te
passen: ,,Wie bier binnen treedt late alle hoop
varen.”

Terwijl reeds in 1916, bij het begin van de daling
van de koopkracht van het geld, in de •otfficieele stuk-

ken werd gezegd, dat de stijging van de staatsinikom-

118

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 Februari 1921

sten, welke met diie waaedrda1irig sam enhinig, moest

worden gereer!vee11d voor de stijging der uitgaven,
welke •r ook het onvermijdelijk gevolg van zoude

zijn, schijnt er in de laatste jaren te zijn hnisgehoiu-
dien, alsof er leen ednidelooze ‘gouden regen in de

schatkist zou ned’erdalen. Oixgetwijfeld is de stijging

diei ujirtigaven ook voor een belangrijk doel het gevolg

van ide waaiidedalinjg van het gelid, die in vele geval-

len verhooging van posten beslist onvemi5,delijk

maakte. Maar de gevolgen van die waardedaliiiig heb-

ben nog geenszins in de gcheele ,bgroorting doorge-

werkt; vele uftkeeTingen ‘en anbsidiies, vele der hoe-

ger:e tractementen ook, zijn niet, of
1
hij lange

niet, verhoogd in ‘de mate waarin ze in ‘koopkracht

ahrveruiitge,gaan zijn. 9 De betrokken belangen ‘zullen’

das, ben!zij de waarde van het gelid wederom radikaal

verandert, slechter verzorgd ‘blijven, don ze weren v66r

den oorlog, of er zal wonden toegegeven aan aan-”
drang tot verhooginig der posten, waarvoor de gelden

niet beschikbaar zouden zijn.

Gelijk de overgroote meerderheid der burgers /zich

de ware beteikenis van de stijiging van hun
geld

inkomen niet goed heeft kunnen dudeniken en zich
min of meer heeft ged:ragen alsof hun werkelijk in-

komen, hun koopkradlrt was vergroot, rberwij.l ,in’det –
daad slechts ‘h’e,t aantal guldens, waaafln het werd
uitgedrukt, was toegenomen, ioo tehijnt ook de Rijks-

reg,eering den waren toestand niet te hebben inge
zien, de verdnihbelin,g der goldaommen van de ‘ont

vangsten voor aceressen van het werkelijke rijksinlko-

men ‘te hebben aangezien. en voorzoover diie acoressen
niet noodzakelijk idaidelijk moesten strikken tot dek-king ‘der, door dezelfde oorzaak verhoogde, uitgaven

(met name vea’hoong van ‘de tractementen en van

vele materieele uitgaven) ide g,ewaande inikomensver-

•hooging van het Rijk voor nieuwe groepen van uit-
gaven gebruikt. Ja, terwijl wel geen particulier zal
gemeend ‘hebben, dat zijn gel’dknlkomen bij voorrtidu-
ring zoudo toenemen, gelijk het ‘onder den invloed

van de waardewijziging van het geld’ deed, lijkt het er

wel ‘wat op, dart de Regeeninig zulke exorbiiitante ac-
cressen als normale is gaiaiii beschouwen en er hete

fiinanoieeie politiek op gebouwd
1
heefrt.

Grif moet worden erkend, dat het zeer moeilijk is om, wjar Parlement en Publieke opinie optimistisch zijn en vaak de teekenen ‘des
tijds
maar liever ver-

keerd verstaan, als zulks, tot steun strikt om de
St. Niklaais-rol van den Staat te kun!nen volhouden,
den voet dwars te hioucien togen ‘een politiek, die latei’
algemeen bozouwd zal worden. En het ware dan ook

niet billijk het Kabinet
al
de schuld te geven van

den financieeilen toestand, waarin wij binnenkort zul-
len geraakt zijn. Zeker vergemakkelijkt een Kaibinet
zich zulk een moeilijke taak echter niet, als het de

indlividueele
verantwoordelijkheid
van den Minitei
van Financiën, met ‘betrekking tot .d!
e
ui’tgavenpoi-
tiek, overdirajagt op d’e meerderheid van het ‘kabinet
zelf, waarin nu eenmaal 10 menschen ‘zitten, die
meestal meer politiek ‘belang hebben bij scheutiglieid’
dan bij zuinigheid ‘met rijksgeid ‘en maar één,
‘bij
wien

zulks andersoiii rs
ANT. VAN GUN.

SOCIALISATIE VAN DEN STEENKOLEN

MIJNBOUW. )

V.

Nieuwe voorstellen en gegevens.

Socialisatie is ‘tegelijkertijd een ekonomische en een politieke kwestie. Het verband en •het verschil
daartussohen worden als regel veel te eenvoudig beke.
ken. Doch de feitelijke ontwikkeling leert wel anders.
In ‘t bijzonder geldt dit de eerste en ernstigste socia-

1)
lik ‘zeg niet, dat ze jwist in die mate verhoogd hadden
moeten worden, want iedereen ‘zal zijn deel moeten dragen in ‘de algemeene verarming en de armsten het minst.
*) een nieuw vervolg op de artikelen over, dit onderwerp in de nos. van
29
Sept.,,6 Oct.,
13
Oct. en
20
Oct.)..

Ijisarbiepoging voor iden belamgarjken Duiitschen steen-
kolenmijnibouw.

De vorige bespreking eindigde ik in het nummer

van 20 October 1920, met de verwachting, dat de poli-
tieke kwestie eene oploissin,g naderde die echter geen
waarborg gaf dat dit ook met de ekonomische kwestie

het ‘geval zou, zijn. En inderdaad zegde de Duitsche

rjkskanselier op 27 Oct. een zeer spoedig in te ‘die-
nen wetsontwerp toe. Men ‘behoeft geen gewaagde

veronderstellingen te maken om aan te nemen, dat

deze toezegging verband hield met de houding der

meerderheidssocialisten tegenover ‘de regeering. Hun
uitgesproken voornemen tot opbouwen.de
kritiek
eishte een belofte, die het mogelijk maakte van felle

oppositie afstand’ ‘te doen. Die belofte was een ‘sociali-
satiewet. .

Verwacht moest daarom worden, dat het deskundig

onderzoek van den ikonomischen ‘kant der kolensocia-]iisatie weinig invloed meer zou hebben. op .de
beslis-
sing. De idiscussies, dein den Rijksekoin’oiniischenj raad

gevoerid werden., gingen aldoor den poLkitieken ‘kaart op.
Uet wer,d een• arguinientenstrj’d op bekende thema’s,
die eens frisch klonken doch langzamerhand afge.
zaagd werden. De ‘benoeming eener commissie van

15 leden, die te zamen met een even sterke commis-

sie uit den Rijkskolenraadi zou beraadslagen, gaf ech-
ter een merkwaardige wending aan den gang van

zaken. Dit kwam voort uit den sterken grondslag, die
aan de commissie werd gegeven. Haar taak toch was

vel’zoenexud; uiterlijk: van de werkgevers met de
werknemers;
innerlijk:
van de politieke beslissing
met een uitvoerbare ekonomische oplossing. Zoo glad

ging het nog niet, dat in deze commissie van ‘dertig

leden de p’ölitieke, theoretiseerende en dogm’atisee.

rende strekking der discussie’s werd onderdrukt.
Daarvoor was weer hetzelfdb middel noodig. De
spraakzame vergadering ‘beperkte zich tot zakelijk-

•heid door een verzoeningscommissie of een overleg-
comité in te stellen van zeven personen. Deze sprak

niet meer voor de tribune, doch onderhandlde.

Daarmede scheen het overheerschen van ‘de ekonoini.

sche boven de politieke ‘kwestie verkregen. Het zou
geen vertraging brengen, noch ook reactie. De zeven
heeren waren drie mijnbouwleid’ers’:. ‘Stinnes, Dr

Vögler en Dr. Silveriberg en daartegenover: Wagner
vertegenwoordiger van de soc.-demokr. mijnwerkers

en redateur van hun orgaan, Imibusch vertegen-
woordiger der christelijke mijnwerkers, en Werner
mijnopzichter, vertegenwoordiger van •de mijn’beamb-
ten. Een burgemeester, Dr. Berthold, behartigde de

belangen der veribruikers en was
tegelijk
neutraal
voorzitter. Deze commissie kwam op 11 en 12 No-
vember ‘met een voorstel, ‘aangeduid als het plan
Stinnes-Sïlveriberg, in ‘de vergadering van dertig leden

uit ekonomischen- en k’olenraad, een voorstel, dat
o’middellijk groot ‘opzien baarde toen het publiek
bekend werd. Alvorens de beteekenis hiervan uiteen-
te zetten, zij in ‘t kort samengevat wat het voorstel

omvat. Drie middelen worden aangegeven om aan de
bestaande oilbevredigd’heid over het kolenimijnbedrjî
tegemoet te komen. Allereers het don ‘samengaan
van verschillende mijnen, idfie thans eik op zich zelf
onekonomisch ontigornien worden, en het voegen ‘van

slechter rendeerende
‘bij
beter ren’deerende om ster-
kere becIrjfseenheden te vormen. In de tweede plaats het scheppen van kleine . aandeelen •in elke onderne-
rning ton behoeve van de arbeiders en beambten om

hen aldus tot deelnemers te maken, terwijl de Staat
zich door belastingen een winstaandeel zou kunnen
verzekeren. In de derde plaats het doen samengaan
van mijnondernemingen ‘met de kolenverbruikers, die

zich daartoe moeten organiseeren. Evenals de groote
ijzerindustrie zich de ‘zeggenschap over steenkolen-mijnen verwierf, zouden andere industrieën, electri-

citeits-centralen, gasfabrieken, en ook ‘huisbrandver.
bruikers datzelfde door middel der gemeenten moe
ten doen.

9 Februari 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

De verwondering over dit voorstel was groot, en
niet minder het feit, dat de commisie van zeven leden,
met uitzondering van den opzichter Werner, zich er-

mede had vereenigd. Men noemde het een kunststuk3e

van Stinnes. De redenen daarvoor liggen voor de

hand, zoowcl om dat, wat liet voorstel
wei,
als ook om

dat wat het
n’iet
bevat. In punt 1 werd toch gezien

het opslokken van kleine door groote mijnen, waar
tegen vroeger zoo vaak een onbewust rechtsgevoel in

het volk opkwam. In punt 2 werd gezien een verS

nieuwing van een stelsel voor winstdeeling, dat nooit

meer dan eén bescheiden succes verwierf, en waar

tegea aangevoerd werd, dat het de arbeiders tot beurs.
speculatie verlokte of wel hen tot kleine kapitalisten

probeerde te maken. Ten slotte zag men in punt 3 de

zoogenaamde vertikale organisatie van het bedrijfs.

leven, doordat bedrijven van grondstoffen, half- en
eindproducten een samenhangend geheel vormden.
regelrecht gesteld tegenover de populaire horizontale

organisatie, die zoowel bij de z.g. Planwirtschaft naar
Rathenau’s denkbeelden, als ook in allerlei socialisa.

tieprojecten de bedrijven van éénzelfde soort, dus b.’v.
alle kolenmijnen, of alle textielfabrieken tot een na-
tionale productie-eenheid verbond. Ook tegen die ver-
tikale organisatie .besioizd, evenals tegen het opnemen
van kleine in grootere ondernemingen, een vijandig-

heid in breede volkskringen. De twee aanbevolen

methoden waren toch die, welke de magnaten, de uij.
ver.heidskoniingen, de machthebbers in het ekonomisch
leven steeds hadden toegepast. J’uist Stinnes was het,
die aan de toepassing dezer methoden
zijn
grootheid

te danktrn had. Voor,
tijdens
en na den oorlog had hij

op deze manier gewerkt en gebouwd. Gelijktijdig met
le behandeling der socia}isatie-plannen werd bekend
hoe ‘n reusachtig project in deze richting was uitge.
werkt. Onder den naam Rhein-Elbe of Eleotro-Mon-
tan-Konizern voegden zich samen: de Gelsenkirchener
Bergwerks A. G., de DeutschLuxemburgisohe Berg-
werks und Hütten A. G. en de Bochumer Vêrein für
Bergbau und Guszstaihlfabrikatiou, elk op zich zelf
reeds een samenbouw van ‘vele oujdere ondernemingen
op ‘t gebied van kool en ijzer met de Siemens-Schu-
ekert-Konzern, die behalve een samenvatting van
groote electrotechnische industrieën invloed heeft op
een respectabel aantal electrische centralen en andee
industrieën.
Op den achtergrond staat bovendien nog een ver-
binding met de grootste energie-producent van
Duitschland, de Rheinisch-Westfilische Elektrizitts-
werke, waarvan Stinnes de geestelijke leider heet te
zijn.
Met schrik – doch ook met bewondering – had
men dezen vertikalen trustbouw gezien, die slechts een
grootscher voorbeeld ‘was van verschillende andere
combinaties, die tot stand kwamen, en die zich in het
ekonomische leven buiten den invloed van – en
ongestoord door – politieke ‘invloeden en plannen
voltrokken. En juist dit laatste wekte de antipathie en het wantrouwen van de politieke leiders, die de
reorganisatie van het ‘bedrijfsleven met hunne poli-
tieke en demokratische middelen tot stand hoopten
te brengen.
Het voorstel Stinnes-Silver’berg scheen al
bij
voor-
baat veroordeeld om wat het ongegeneerd bevatte.
Nog meer echter door wat het niet bevatte. Er was
geen sprake van onteigening der bezitters, en er was
ook geen sprake van den nieuwen bezitter, n.l. de ge.
meenschap. En die beide waren toch ‘de hechte grond,.
slagen van wat socialisatie moet heeten. Onteigening
der mijnbezitters door en voor de gemeenschap is
socialisatie. Zoo had het steeds geheeten. Vollsociali-
sierung was het wanneer dat direct gebeurde. ‘Gedeel-
telijk moest het zijn wanneer die eigendomsoverdracht
geleidelijk geschiedde. En deze politieke vorm der
socialisatie, n.l. de vorm die met politieke middelen
er aan gegeven kan worden, was door het nieuwe
voorstel- zonder meer genegeerd. De inijnopzichter
Werner had ‘dit onmiddellijk gevoeld, en zijn minder-

‘heidsvoorstel was dan ook cen herhaling – slechts
in één detail afwijkend – van het plan Le’derer en
het wetsvoorstel der onafhankelijke sociaal-demokra-

ten. Dat de arbei’dersve’rtegenwoordigers Wagner en
Imbusch met het plan Stinnes-Silverberg meegegaan

waren,
wijst
erop, dat het niet zoo slecht is als het
voor eenzijdig gerichte en ondeskundige hersenen ge-

leek. Vraagt, men zich af waarom de bestaande toe-
stand in de steenkolenmijnen als onbevredigend ge-

voeld werd, dan kan men zuiver sociaal-ekonomisch

redeneerende zeggen, dat 19. een rationeele exploita-

tie van den nationalen steenkolenrijkdom te wenschen
overliet, en dat dientengevolge ‘het geheele volk er

niet zooveel baat
‘bij
had als wel hetgeval kon zijn,

‘2o. de
mijnwerkers
ontevreden waren over hun posi-

tie, omdat zij meenden, dat de opbrengst van hun
zwaar en gevaarlijk werk door anderen genoten werd,
en 3o. ‘de kolenverbruikers geen invloed hadden op den prijs, dien rij voor de kolen moeten betalen.
Uitgaande van de gedachten, ‘dat staatsexploitatie

ongewenscht is, en aan het initiatief dèr leiders alle
speelruimte gelaten moet worden; gedachten, die bij
alle socialisatie-plannen ten volle aanvaard waren, gaf

het voorstel Stinnes-Silverberg voor alle ‘drie vormen

van onbevredigdllieid een redelijke oplossing. De

beste exploitatie van de bodemschatten aan steenkool
werd gewaarborgd door rationeele en evenwichtige

bedrijfseenheden, die technisch en ekononiisch tot de
hoogste prestatie in staat werden gesteld, doordat zij
niet te groot en niet te klein waren, en onder gelijk-
soorti’g gunstige omstandigheden zouden werken. De
arbeiders zouden naast het aandeel, dat de ‘bedrijfs-

radeuwet ‘hun in de bedrijfsleiding verschafte, ook
hun aandeel in de fina.ncieele leiding en opbrengst
kunnen verkrijgen met behulp der ,,Klein-Actien”.
I)aarbij is niet te vergeten, dat de beteekenis van dit
stelsel van winst-deeling niet theoretisch eens en
voorgoed vaststaat. Uit het feit, dat het vroeger in

sommige ‘ondernemingen maar een zeer klein succes
was, toen het door ‘de ondernemers als gift aan de
arbeiders werd verleend, mag niet zonder meer wor-

den afgeleid, dat het eenzelfde geringe waarde zal
hebben, wanneer het stelsel algemeen en wettelijk als
een recht der arbeiders wordt doorgevoerd en op
grond hunner eigen wenschen. Ook de bedrijfsraad,
die vroeger hier en daar door een ondernemer is in-
gevoerd en door de arbeidersbeweging met wantrou-
wen werd gezien, is thans geworden tot een eisch der arbeiders. Niet het middel is op zichzelf te beoordee-
len. Het resultaat, dat met het middel bereikt wordt,
hangt af van de manier waarop het gehanteerd wordt,

en niet het minst door de arbeiders zelf. Bovendien
moet gevraagd worden of er dan een ander middel is,
practischer en doelmatiger, om de arbeiders in finan-
cieele leiding en uitkomst te betrekken?
Ten slotte het belang der verbruikers. Is het mid-
del dat groote verbruikers reeds aangrepen om zich
van een gewenschte soort kolen de levering te verze-
keren en tegen een billijken prijs, niet door de practijk
zelve aangewezen als het meest afdoende? Is dit niet een soort coöperatie als ‘b.v. in den landbouw groote
successen kon boeken? En zouden de kolenverbrui-
kers ‘dit middel niet kunnen aanwenden, vooral wan-neer hun ‘daarbij de helpende hand werd geboden?
Inderdaad waren de voorstellen Stinnes-Silverberg,
die op 11 en 12 November bekend ‘werden, een diepere
beschouwing dan de oppervlakkige tegenstelling met
de gladde en populaire beschouwingen ten volle
waard.

Er was echter nog een vierde on’bevredigdheid met
de positie van den kolenmijnbouw in Duitschiand. Die
onbevredigdheid zetelde niet in een direct landsbe-
lang, niet bij de arbeiders of de kolenverbruikers,
maar in de demokratische politiek, en was gericht
tegen de ekonomische macht der groote bedrijfs1ei ders, een macht, waarop de politieke leiders niet al-
leen invloed, maar overwicht eischten. Tegen die
macht ging en gaat de politieke sonialisatie-vorm

120

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 Februari 1921

Deze moet de macht van – wat gevoeld wordt als
hot

kapitalisme – vernietigen, zoodat de politiek opper-
machtig zal zijn. De zetel van de ekonomische macht
is niet alleen het •bezit, maar ook de Organisatie van

het bezit in kartel en trust.
Aan deze vierde on.bevredigdheid kwam het voor-

stel Stinnes-Silverberg volstrekt niet tegemoet. In-

tegendeel het braveerde die. De gevolgen daarvan

moesten wel een strijd zijn, •die onmiddellijk uitbrak,

en waarin de politieke vorm der socialisatie met groo-

te kracht naar voren werd gebracht, in motie’s, ver-

gaderingen, pers en alle andere middelen, waarover

de politiek beschikt.

Betrekkelijk spoedig, n.l. op 20 November, werd

door de meerderheidssocialisten eene interpeflatie in

den Rijksdag gehouden om de regeering aan hare

vroegere beloften te herinneren en op een snelle be-

slissing aan te dringen. De politieke taak van den
interpellant Loeffler (arbeidersvertegenwoordiger in
het kolenverbond of centraal syndikaat) was gemak-

kelijk daar de regeering aan een reeks beloften was
vastgeklonken. Verder was de interpellatie een pu-
blieke aanval op het plan Stinnes-Silverberg, die door

de volgende zinsnede het beste gekenmerkt is. ,,De
concentratie der bedrijfstakken in vertikale richting
is vanaf het privaat-kapitalistische standpunt een

werkelijk grootsche gedachte, doch zou in de practijk

voeren tot de stichting van een ekonomischen staat
binnen den politieken staat, di& voor de Duitsche
eenheid een gevaar moet worden.” Merkwaardig voor

de interpellatie door een man, die reeds een jaar de

syndikaatspractijk in onmiddellijk contact had leeren

kennen, was
zijn
opvatting over de eigendomsrechten

van de kolen. Deze week geheel af van de bekende ont-

eigeningsbeschouwingen der socialisatie-plannen, en
bewoog zich langs de lijnen van de mij nrechtsontwik-
keling (* zie het eerste artikel E. S. B. van 29 Sept,
’20). Geen wonder dan ook, dat de regeering de inter-
pellatie noemde: ,,auszerordentlich massvoll und sach-

lich begründet.” Ondertussohen ‘kon de regeerting de
vervulling van hare beloften gemakkelijk verschuiven
achter de beslissing van de vereenigde rjks-ekonomi-
sche raad en kolenraadcommissies, om naast de zeven
hiervoor genoemde heeren van ‘t verzöenin.gscomité

nog zeven anderen te benoemen niet uit het mijnbe-
drijf afkomstig. Het waren Bernhard, Paul Müfler,
Kleine, Rathenau, Krimer, Klingen en Beckmann.

Ook deze nieuwe commissie van 14 had tot taak ver-
zoenend te werken, ondanks de scherpe tegenstellin-
gen, die door het voorstel Stinnes-Silverberg op den
voorgrond gebracht waren. Zij kreeg tevens ter on-

derzoek mede een nieuw plan, dat door Beckmann en

Erkelenz bij ide commissie van 80 was ingediend, waarover hierna iets meer gezegd zal worden.
‘op

1 December zou de tweede periode der verzoening
geopend worden, natuurlijk in een besloten vergade-ring. Daarop wilde •de regeerin,g wachten en dat zij het kon doen, gesteund door centrum en demokraten
was steilig een gevolg van de sterke ontnuchtering,
•die ten opzichte der socialisatie was ingetreden. Ken-
merkend daarvoor is ook de houding van den verte-
genwoordiger der links-onafhankelijke sociaal-demo-

kraten – thans communisten – op 20 Nov. in den
Rijksdag. Het was een aanval op •de meerderheids-
socialisten, die ,,wiederholt die Gelegenheit zur So-

zialisierung des Bergbaues verpaszt hatten”. Zij wil-
den geen socialisme, maar fiskalisme, zeide hij. Stin-

nes was vrziend. De kolen
zijn
niet af te scheiden

van de andere bedrijfstakken, die tegelijk met de mij-nen gesocialiseerd moeten worden. Dat kan niet door
de gewone politieke middelen geschieden, en het is
huichelarj daarvoor op te komen. Alleen een sowiet-
stelsel en de proletarische staat kunnen dat klaar
spelen: Na 20 Nov. zou deze gedachte zich nog vérder
ontwikkelen en scherper gepropageerd worden. Er is

zelfs een plan gepubliceerd van de communistische
mijnwerkers, waarbij het in ‘t bezit nemen van de mijnen door de arbeiders opnieuw naar voren ge-

bracht wordt, en waarin de bedrijfsleiders onder be-

dreiging met de zwaarste straffen aangemaand wor-
den om in dat geval niet alleen op hun post te blijven,

de arbeiderscommissies te gehoorzamen, doch ook hun
uiterste best te doen. Tegen deze propaganda moesten

de meerderheidssocialisten eene andere stellen, en

daarom konden zij niet toelaten, dat het pojitiek een-
voiudige project der ,,Vollsocialisierung” ondermijnd
werd door de plannen Stinner-Silverberg, Beckmann-

Erkelenz, of wat er verder uit de verzoenings smelt-
kroes te voorschijn zou komen. De vertegenwoordi-

gers der meerderheidssocialisten werden dan ook uit

de versoenings-commissie teruggenomen. Voer deze
gang van zaken, n.l. het scherp
ingrijpen
der politiek,

was een fatale datum van be’tieeke,niis, n.l. 20 Fe-

bruari 1921, de dag waarop de verkiezingen voor den

Pruisischen landdag gehouden worden. En in dit ver-
band is ook te zien de ‘belofte, waarmede de Rijks-

regeering het jaar 1921 opende, om n.1. nog in de
maand Januari het wetsontwerp op de socialisatie

der kolenmijnen in te dienen.
13.
P.
DE
Vooys.

DE RECENTE ONTWIKKELING DER CANA-

DEESCHE BANKEN.

II.

De neiging tot fusie is ook in Canada de laatste
jaren sterk• aan den dag getreden. Wel kwamen ook

vroeger nu en dan fusies voor, doch gewoonlijk betrof

het transacties van zeer ondergeschikt ‘belang.
De eerste belangrijke fusie dateert
feitelijk
van

1912, toen de Oana’dian Bank of Conamerce de’ Eas-

tern Townships Bank overnam, welke in Quebec en
Ontario een vrij groote rol speelde. Daardoor was de
Canadian Bank of Commerce na ‘de Bank ‘of Mont-

real de grootste instelling des lands geworden, waar-
bij door hare fusie met de Traders Bank of Canada
einde 1913 de Royal Bank zich als ,,Dritte im Bun-

de” kwam voegen. Vervolgens trok de Bank of, Nova

Scotia ‘de publieke belangstelling tot zich, doordat
zij in Februari 1913 de Bank of New Brunswick
overgenomen hebbend, in November 1914 ook de Me-tropolitan. Bank absorbeerde.
Ofschoon deze transacties der Bank of Nova Scotia
slechts overneming van instellingen van beperkten

omvang betroffen (beide overgenomen banken toch
waren vrijwel uitsluitend in ‘de maritieme provinciën
werkzaam), gingen hier en daar stemmen op, welke
wezen op het gevaar eener sterk doorgev’oerde ‘bank-
concentratie. Aangedrongen werd op het uitoefenen van een nauwlettend toezicht op verdere voorstellen
tot fusie, hetgeen te gemakkelijker uitvoerbaar was,
doordat de toestemming van den minister van finan-

ciën vereischt wordt voor de overneming van eene
bankinstelling door een andere. Daarbij geldt, dat de
beslissing afhankelijk moet zijn van het belang der
gemeenschap en niet van dat der aandeelhouders en

verdere geïnteresseerden.
Dat deze wetsbepaling geen doode letter was, on-dervond de Royal Bank in 1915. In haar streven om
Canada’s eerste bank te w’orden, meende ‘zij haar doel
te bereiken door een fusie-voorstel te doen aan de Bank of Hamilton. Deze instelling bedient hoofd-zakelijk het belangrijke industriegebied van Zuid-
Ontario, waar hare aandeelen dan ook meerendeels
gehouden worden. Het publiek in dat laudsdeel ver-
zette zich hevig tegen aanneming van het fusie-voor-
stel en, geholpen ‘door de tegenstanders van fusies
op algemeene ‘gronden, smaakte het het genoegen, ‘dat
de minister van financiën zijn toestemming tot fusie
weigerde, daarbij als motief aanvoerende, dat geen
bewijzen waren overgeleverd, dat de fusie in ‘het al-
gemeen belang zou zijn. Beide banken hadden z.i. een
nuttige rol in Canada’s maatschappelijk en econo-
misch bestaan te vervullen en hun samengaan zou

geen vooruitgang brengen.
De Royal Bank liet zich evenwel niet uit het veld
slaan, en wist dan ook einde 1916 goedkeuring te

9 Februari 1921

EC’ÖNOMISCH-STATISTISCHË BERIC}iTEN

121

verkrijgen op de overneming der oude Quebec Bank,

de geduchte medediiigster der Bank of Montreal in vroeger jkren, terwijl in Maart 1918 de overneming
der Northern Crown Bank volgde. Deze laatste, zelf

ontstaan uit een samensmelting der Orown Bank
met de Northern Bank, leidde een vrij lijdend be-

staan en had reeds een reorganisatie doorgemaakt
(door kapitaalsreductie), zoodat zij een geschikt
fusie-object vormde. De Quebec Bank was evenmin

in staat, de concurrentie met de groote geldinstitu-
ten vol te houden, gelijk hare bestuurders in hin
laatste jaarverslag reeds hadden betoogd, zoodat ook

deze fusie weinig verzet ondervond.

De Royal Bank leek bij de aankondiging der over-
neming van de Northern Crown Bank (die in het na-
jaar van 1917 publiek gemaakt werd) inderdaad Ca-
nada’s eerste bank te zijn geworden, en de Bank of
Montreal achter, zich te hebben gelaten, toen tot
groote verrassing van het publiek deze laatste voor
den dag kwam met de mededeeling, dat zij de con-
trôle over de Bank of Bjitish North America te
Londen had verkregen. Deze bank werkte uitsluitend
in Canada, doch onderscheidde zich van do andere
banken door haar Engeisch charter van 1824 (dit
verklaart dat haar hoofdzetel te Londen was) waar-
door zij niet onderworpen was aan de bepalingen der
British North America Act (Canada’s grondwet),
zoodat os. ha’e aandeelen niet met een ,,double
liability” bepaling waren belast. Door deze fusie
werd de Bank of Montreal wederom Canada’s groot-
ste instelling (ofschoon het verschil met de Royal
Bank miniem is) en verdween met ‘de Bank of British
Nrth America tevens een eigenaardige factor uit het
Canadeesch bankwezen.

Als laatste fusie valt te vermelden de overneming
der Bank of Ottawa door de Bank of Nova Scotia. De Bank of Ottawa had een ‘beperkten werkkring,
daar zij hoofdzakelijk in de districten langs de Otta-wa-rivier werkte, zoodat hare verdwijning wel eenig
plaatselijk verzet ondervond, doch dit was niet van
dien aard, dat de noodige toestemming tot fusie
werd onthouden.

In tegenstelling met cle fusie-neiging staat het
streven der landbouwers in het Westen (onder leiding
van den machtign agrarischen bond, ‘de United Gram
Growers, die ook in de politiek een rol gaat spelen)

om door de stichting
an kleine locale banken, op
voorbeeld der Unie, in de credietbehoeften te voor-
zien. Tot nu toe heeft men daarmee weinig succes
gehad, omdat de bankwetgeving zich daartegen ver-zet, en hebben alleen de coöperatieve vereenigingen
in Manitoba eenige financieele operaties tot stand kunnen -brengen. In verband hiermede is ook van
belang het verleenen van een charter (in de laatste
parlementszitting) aan de Great West Bank te Regina,
een onderneming die blijkbaar’ bedoeld is als een in-
stelling van provinciaal belang en die haar voorbeeld
vindt in de Weyburn Security Bank, een kleine op
Amerikaanschen leest geschoeide bankinstelling, die
ruim tien jaren met succes in Saskatchewan, Canada’s belangrijkste graanprovincie, werkzaam is.

Zijn dus in het ibinnenlandsche bankwezen heel wat
veranderingen te vermelden, niet minder is dit het
geval bij de vestigingen der Canadeesche ba’nken in
het buitenland. Op voorbeeld der Engelsche banken
vonden dergelijke nederzettingen steeds hun oorzaak
in de uitbreiding van handelsrelaties, en het valt dan
ook niet te verwonderen, dat voornamelijk -de oorlogs-
jaren met ‘hun vermeerdering van Canadas buiten-

landschen handel een uitbreiding in die richting te
zien hebben gegeven.

•De in 1914 bestaande buitenlandsche kantoren van
Canadeesche banken waren hoofdzakelijk gevestigd
in Britsch West-Indië, op Newfoundland (dat econo-
misch met Canada één geheel vormt) en te Londen en
New York. ‘

Reeds in 1870 was de Bank of Montreal tot pe-

ning van een kantoor te Londen overgegaan, waarin
zij in den loop der jaren werd gevolgd door de Com-
merce, Royal, Union en Dominion banken. Tijdens

den oorlog kwam hierin geen wijziging, doch in
Tanuari 1920 vestigde de Merch:ants Bank zich te Lan-

den, terwijl in Juli 1920 ook de Bank of Nova Sco’tia

daar een branche stichtte.

De stichting van een New Yorksch agentschap
door de Bank of Montreal werd hiervoor reeds ver-

meld ; dit voorbeeld is gevolgd ‘door de Commerce,

Royal, Merchants, Nova Scotia en Union banken,

terwijl de kleine Standard Bank feitelijk eveneens te
New York vertegenwoordigd -door hare -deelneming in
de Amorican Foreign Banking Corporation.

Overigens worden ook in andere plaatsen der Unie
kantoren van Canadeesche banken aangetroffen,
hoofdzakelijk met ‘h-et oog op het grensverkeer en den
transito-handel, hetgeen blijkt uit de filialen te Bos-

ton, Chicago, Spokane, Seattle, Portiand en San

Francisco. De Bank of Montreal en ‘de Canadian
Bank of Commerce -bezitten beide een kantoor in
Mexico City, doch deze zijn sinds jaren tot werke-

loosheid gade em-d door de revolutionaire woeli’ngen
in Mexico, hetgeen ‘beiden banken aanzienlijke ver-
liezen heeft veroorzaakt.

Een merkwaardige ‘buitenlandsche politiek volgt de
Union Bank -of Canada. Afgezien van hare kantoren –
te. New York -en Londen, heeft zij verder geen bran-
ches in het buitenland gesticht, doch zij tracht haar
doel te bereiken door de

Park-Union Foreig’n Ban-
king Corporatibn, welke zij
tij’dens
den oorlog heeft
opgericht in samenwerking met de Park National

Bank te New York. Deze finantieele maatschappij
stichtte reeds verschillende kantoren in het Verre
Oosten (o.a. te Yokohama, Tokio en Shanghai), on-
derhoudt branches te San Francisco en Seattle en
heeft onlangs de opëning bericht van haar kantoor
te Parijs.

Te Parijs zijn trouwens voor eenigen tijd ook filia-
1-en geopend van de Bank of Montreal en van de Royal
Bank, teiwiji de Fransch-Canadeesche Banque Natio-
nale daar reeds sinds jaren een nederzetting bezit.
De groote toeneming van het handelsverkcer tusschen
Frankrijk en Canada tijdens dan oorlog was aanlei-
ding tot ‘stichting dezer kantoren.

West-Indië staat reeds tientallen jaren in nauw

economisch contact met Canada. Merkwaardig genoeg
op het eerste gezicht, bezit de groote B-ank of Mon-
treal in -dit deel der wereld -geen enkel kantoor, ‘doch
-dit vtlt te -begrijpen als men weet, dat
zij
geïnteres-

seerd is bij de daar zeer actieve Colonial Bank, waarbij
ook de National Bank of South Africa betrokken is
en waarin de Barclay’s Bank een controleeren-d -belang
heeft. Door deze belangengemeenschap -heeft -de Bank

of Montreal uitstekende verbindingen over ‘de ge-
hoek wereld, -zoo-dat van haar zijde geen opening van
talrijke buitenlandsche kantoren te wachten is.

Aansluiting bij Engelsche banken is trouwens ook
verkregen door de Dominion Bank of Canada, die een
belang heeft verworven -bij de British Overseas Bank,
daarbij samenwerkend met do Anglo-South American
Bank, ‘de Imperial Ottoman Bank, Hoare’s Bank en

Glynn Mills Currie & Co., waardoor zij dus eveneens
in vele deelen der wereld belangrijke relaties heeft
verkregen.

Voor Italië geldt dit ten opzichte der Canadian
Bank of Commerce, die sinds den oorlog in nauwe
verbinding staat met de Crodito Italiano via do

British Italian Corporation. Overigens heeft de Cana-,

dian Bank of Gommerce het West-Iiidische gebied be-
treden door vestigin-g iran filialen te Havana en op

Jamaica in den afgeloopen winter, terwijl zij reeds –
vele jaren een branche onderhoudt op St. Pierre Mi-
quelon. Blijkens h&ar laatste jaarverslag is zij niet
voornemens tot de opening van kantoren in het Verre
Oosten over te gaan, waarheen vorig jaar een aan-
zien.lij-ke delegatie- harer bestuurders een studiereis

122

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 Februari 1921

maakte, doch wel bestaat het voornemen tot vestiging
in Zuid-Amerika.
In dit wereiddeel zal zij de tweede Canadeesche
bank zijn, die er zich komt vestigen, daar de Royal
Bank of Canada hier hare reputatie van Canada’s
meest agressie-ve bank ten volle heeft gehandhaafd.
Oorspronkelijk bezat ‘de Royal Bank, naast kantoren

te Londen en New York, alleen een serie filialen in.
West-Indië (waar zij van de zijde der Bank of Nova
Scotia vrij veel concurrentie ondervindt) ton getale
van 36, doch sinds 1914 is dit aantal sterk uitgebreid

(thans 55) en ‘zijn ook vestigingen op het vasteland te
vermelden. Zoo werden in 1917 5 kantoren op Domi-

nica geopend, 4 in Venezuela, terwijl
in 1919 de stich-

ting van branches werd gemeld te Rio de Janeiro,

Buenos Ayres en Montevideo, in welk jaar ook de
stichting der Parijsche filiale valt. Alvorens to.t opening

der Zuid-Amerikaansche kantoren over te gaan, had de

Royal Bank zich gevestigd te Barcelona, (het eerste
kantoor eener Noord-Amerikaansche bankinstelling,

in Spanje), waarmede tevens te kennen werd gegeven
dat ‘de Royal Bank voornemens was een werkzaam aandeel te nemen in het verkeer tusschan Spanje en

Zuid-Amerika. De vestiging te Barcelona heeft daar-

bij, aan ‘beteekenis gewonnen door de belangengemeen-
schap, welke in 1918 tot stand kwam .tusschen de
Royal Bank en de Loudon County Westminster &
Parr’s Bank, welke laatste $ 1.000.000,— áandeelen
der eerste instelling verwierf. De Royal Bank is daar-

op verder gegaan met hare buiteulandsche ‘vestigin-

gen en bond daarbij den •strijd aan met de be-

kende Mercantile Bank of the America’s, doordat zij’
naast de concurrentie, welke zij genoemde instelling

reeds in Venezuela aandeed, ook in Columbia bin-
nen drong, waar te Bogota en Barranquilla ‘kantoren

werden gesticht. Het bedrijf in Brazilië werd verleden
jaar uitgebreid door de opening van filialen te San-
tos en Sao Paolo, terwijl verdere vestigingen over de
geheele wereld in voorbereiding schijnen te zijn. Zoo

werd mij kort ,geleden medegedeeld, dat opening van
een kantoor te Rotterdam in overweging is.
Tijdelijk onderhield de Royal Bank een kantoor te
Wiadiwostok, in verband met de aanwezigheid van

Canadeesche troepen in Siberië, doch dit is inmiddels
weer opgeheven. Ten opzichte van Oost-Azië heeft de

Royal Bank het voorbeeld der Union Bank gevolg’d,
•door belang te nemen ‘bij een d’er tijdens den oorlog
opgerichte Chineesch-Amerikaansciie financieele ‘maat-
schappijen; verder verkreeg zij voor enkele jaren de
contrôle over een kleine New Yor’ksche bank, hetgeen

haar
bedrijf
‘daar te stede zeer
vergemakkelijkt.
De
bankwetgev.ing van den staat New York belemmt
namelijk de buiten’landsche banken in hun bedrijf’door
de ‘bepaling, dat deze geen deposito’s mogen aanne-
men of han’delspapier disconteeren. (Feitelijk kunnen
buitenlandsche banken geen kantoor te New York
onderhou’den, hun nederzettingen ‘heeten dan ook geen
,,’branches”, maar ,,agencies”).
De oorlog heeft derhalve heel wat .veranderingen
• in het Canadeesche bankwezen te zien gegeven; onge-
twijfeld waren vele daarvan toch gekomen (de fusie-neiging bestond
altijd
in Canada, al kwam zij niet
immer even sterk aan den ‘dag), doch andere zouden
onder normale omstandigheden op
zijn
minst twijfel-

achtig zijn geweest. De binnenlandsche activiteit lag
in ‘de
lijn
der dingen, doch d’e buitengewone uitbrei-
dink van Canada’s buitenlandschen handel als gevolg
der economische ontwrichting van Europa,’ was niet
te voorzien. Het pleit dan ôok voor de leidêrs ‘der
Can’adee’sche bankinstituten, dat
zij,
zoowel op eigen
initiatief als later’ door samenwerking met banken in
andere werelddeelen, er in geslaagd
zijn
Canada’s rol
als exportiand, niet alleen van kraan en andere eerste

levensbehoeften, doch ook van industrie-artikelen, op
den voorgrond tebrengen en het land de voordeelen
daarvaiï te doen genieten.. Ondanks de moeilijkheden
van den wereldkrjg zijn zij er in geslaagd ‘de moei-lijkheden te overwinnen, welke ‘het financieren van

den uitvoer oplevert in een schaarsch bevolkt, kapi-
taal-arm, ‘doch aan bodemschatten
rijk gezegend land’,
en
‘vol
vertrouwen ziet men in ‘het Dominiou dan ook
de ‘toekomst tegemoet. P.
vAN
EYK.

WETTELIJKE REGELING VAN HET

ACCOUNTANTS WEZEN.

Aan het Verslag der Staatscommissie voor het
Ha.ndeffs’ond’erwijs en het Accountantswezen wordt
nog het volgende ontleend nopens ‘de door d Com.

missie ontworpen regeling voor het accountjantswezen.

Ontwerp van ,Wet.

EERSTE AFDEELING.

Algemeene bepalingen.

Art. 1. De uitoefening van ftiet ‘accountantsberoep is Vrij,
Art. 2. Er zijn register:accountants, jwaaronder deze
wet verstaat de accou
4
ntants, die op de’ in ‘deze wet genoem’
de voorwaarden in ‘het vanwege den Staat gehouden
accountants-register ‘zijn ingeschreven. De register-accoun-
tants zijn onderworpen aan ‘het bij deze wet omschreven
toezicht.

,krt. 3. De register-accountant, die als accountant ‘een
stuk heeft onderteekend, is ook tegenover derden verant’
woordelijk ‘voor de juistheid en volledigheid van de ‘daarin vervatte ‘mededeeliugen, ‘tenzij en voor zoover hij ‘daarom’
trent eenig uitdrukkelijk voorbehoud aan zijn ondertee,ke’
ning mocht hchben toegevoegd.
Art.
4.
De register-accou’ntant, die een stuk heeft on
derteekend, wor’dt steeds geacht dit als accountant te heb’
ben gedaan, tenzij hij aan ‘zijne ‘onderteekening eene verkla’
ring mocht hebben toegevoegd, waaruit het tegendeel uit’
druk’kelijk ‘blijkt.

TWEEDE AFDEELING

Van het Accountants-register.

Ai’t. 5. Het accountants-register wordt gehouden door
dien in artikel 13 ‘bedoelden raad van toezicht. Het ligt voor
een ieder kosteloos ter inzage. De raad van ‘toezicht geeft aan een ieder afschrift van of uittreksel
uit
hetgeen in ‘het
register is ingeschreven tegen betaling overeenkomstig een
door Onzen Minister van Justitie vast te stellen tarief.
Art. 6.
[indiening verzoekschrift].
Art. 7. In het accountants-register kunnen alleen wor-
den ‘ingeschreven ‘meerderjarige Nederlanders, die in het’
bezit zijn van het diploma van accountant, bedoeld in
artikel 27.
Art. 8. Alvorens ‘tot inschrijving over te’gaan, onder’
zoekt de raad van toezicht, of op grond van ernstige tekort-
komingen in de uitoefening van het accountantsberoep
of
op grond van handelingen of gedragingen in strijd ‘met
waardigheid en goede trouw tegen de inschrijving bezwaar
bestaat.
Art. 9.
[inschrijving; bij weitjering beroep op arr:
rechtbank te ‘s-Gravenibagej.
Art.
10.
Indien de rechtbank beslist .dat de weigering
tot inschrijving ten onrechte is geschied en hare uitspraak
in staat van gewijsde is gegaan, gaat de raad van toezicht
tot inschrijving en openbaarmaking over.
Art.
11.
Hij, die in het sccoun’tants-ragister is tage-
schreven, betaalt binien drie maanden na den datum van
inschrijving een door Ons te bepalen recht.
Art.
12.
De raad van ‘toezicht gaat over tot doorh’aling
eener gedane inschrijving:
indien niet is voldaan aan het bepaalde bij artikel
20;
indien niet binnen den bij artikel
11
gestelden termijn
het inschrijvingsrecht is voldaan;
op een daartoe strekkend in kracht van gewijsde
ge-
gaan, von’nis bedoeld bij artikel
24;
op
een daartoe strekkend schriftelijk verzoek van
den ingeschrevene.
De raad van ‘toezicht geeft den betrokkene ‘bij ‘aangetee-
kend schrijven kermis van de ged’ane doorhaliug met ver-
melding van de reden.
Hij zorgt tevens voor kostelo’oze openbaarmaking van de doorhaling’ en de reden daarvan door middel van
de
Neder’
Zandsche Staatscourant.
Tegen de ‘doorhaling, bedoeld onder
a
en b,
staat beroep
open bij de arrondissements-rechtbank te ‘s-Gravenhage binnen dertig dagen nadat het in dit artikel bedoeld aan-
geteekend schrijven ter post is ‘bezorgd.

DERDE AFDEELING.

Van den Raad van Toezicht.

Art. 13. Het toezicht over de register-accountanta wordt uitgeoefend door een raad van toezicht.

9 Februari 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

123

Art. 14. De raad van toezicht bestaat uit izeven leden
met inbegrip van den voorzitter. De voorzitter is een lid
van de rechterlijke macht. De leden worden benoemd dooi
Onzen Minister van Justitie.
Vier der leden zijn register-accountan.ts. De raad van
toezicht doet eene aanbeveling van twee register-accou.n-
tants voor elke door een register-accountant te vervullen
plaats.
Artt. 15-19. [plaatsvervangende leden, aftreding eto.].
Art. 20.
[eed of belottej.
Art. 21. De raad van toezicht ziet toe, dat de register-
accountants het beroep van accountant overeeiikonistig den
door hen afgelegden eed (belofte) uitoefenen en zich ge
dragen naar den eisch van waardigheid en goede trouw.
Hij beoordeelt op aanklacht- of uit eigen beweging of een
register-accountaut zich te dien opzichte heeft schuldig ge-
maakt aan tekortkomingen.
Elke handeling van een register-accountant welke, naar
het oordeel van den raad van toezicht, behoort tot dan
arbeid des accountants, zal bij de toepassing van de bepa-
ling van het eerste lid van dit artikel, geacht worden te
zijn geschied in de uitoefening van het beroep van
accountant.
Art. 22. De raad van toezicht beslist niet dan na ver-
hoor of behoorlijke oproeping van den betrokkene hij aan
geteekend schrijven, vermeldencie het den register
accountant ten laste gelegde feit en verzonden ten minste
tien dagen vÖÖr den dag tot het verhoor bepaald.
Art. 23. De r.egister-accountant moet aich doen bijstaan
door een advocaat, die binnen het rijk de praktijk uitoefent.
Art. 24. De raad is bevoegd eene waarschuwing te
geven en, behoudens beroep binnen veertien dagen bij de
arrondissements-rechtbank, de straffen van berisping of
doorhaling der inschrijving op te leggen. Van deze straf-
fen wordt in het aocountant.s-register aanteekening gedaan,
zoodra het daartoe strekkend vonnis in staat van gewijsde
is gegaan.
Art. 25.. De griffier der rechtbank geeft van een vonnis naar aanleiding van bij haar overeenkomstig de artt. 9, 1
en 24 ingekomen beroep kennis aan den raad van toezicht.

VIERDE AFDEELING.

Van de eransens.

Art. 26. Er wordt een examen ingesteld ter verkrijging
van het diploma van accountant. Dit examen is verdeeld in
twee gedeelten.
Ieder jaar benoemt Onze Minister van Onderwijs, Kun-
sten en Wetenschappen Öene commissie, teneindê hen te
examineeren, die zich aan het eerste of tweede gedeelte van
dit examen of aan het examen in zijn geheel wenschen te
onderwerpen.
Hij wijst een voorzitter der commissie aan en voegt haa
een secretaris toe.
De commissie vergadert jarljks eenmaal.
Bij het besluit van benoeming der commissie bepaalt
Onze voornoemde Minister tevens den dag van aanvang van
het examen en de plaats waar het wordt gehouden.
Art. 27. Zij, die met goed gevolg het geheele examen
hebben afgelegd, of volgens de bepalingen dezer wet met
de zoodanigen gelijk staan, en die overigens hebben voldaa
aan de voorwaarden, door Ons vast te stellen bij algemee-
nen maatregel van ‘bestuur, verkrijgen het diploma van
accountant.
Indien aan eene handelahoogesehool of universiteit eene
opleiding voor accountants verbonden is, kan door Ons, den
Raad van State en den Onderwijsraad gehoord, aan den
senaat dier handelsboogeschool of universiteit .de bevoegd.
heid worden verleend het diploma van accountant uit te
reiken.
Art. 28. Het eerste gedeelte van het examen omvat
de beginselen der bedrijfshuishoudkuude;
het enkel- en dubbel boekhouden;
o.
het handeisrekenen;
de techniek van den handel;
de beginselen van het recht . betreffende handel en
nijverheid.
Art. 29. Van het afleggen van het in het vorig artikel
bedoelde examen kunnen geheel of gedeeltelijk worden vrij.
gesteld de bezitters van de door Ons, den Raad van State
en den Onderwijsraad gehoord, aangewezen getuigschriften;
bij Ons besluit worden de aan deze getuigschriften verbon-
den vrijstellingen omschreven.
Art. 30. Tot ‘het afleggen van ‘het in artikel 28 bedoelde
examen wordt toegelaten ieder, die onverschillig waar hij
de daarvoor vereischte kundigheden heeft opgedaan, in het
bezit is van een getuigschrift, dat het recht geeft tot het
afleggen van een examen aan een bijzondere handeishooge-
school, als bedoeld in artikel 6 van de wet van ……..
tot regeling van het thooger haaidelsonderwijs.

Art. 31. Het tweede gedeelte van het examen omvat:
de economie;
de theorie der bedrijfs’huishoudkunde;
de toegepaste bedrjfshuishoudkunde;
de accountancy.
Art. 32. Voor het afleggen van het in het vorig artikel
bedoelde examen, voor zoover het de vakken onder
a
en
b
betreft, kunnen geheel of gedeeltelijk worden vrijgesteld de
bezitters van de door Ons, den Raad van State en den On-derwijsraad gehoord, aangewezen getuigschriften; bij Ons
besluit worden de aan deze getuigschriften verbonden vrij-
stellingen omschreven.
Art. 33. [betaling van f 25.—].
VIJFDE AFDEELING.

Overgangsbepalingen.

– Art. 34.. In afwijking van het bepaalde bij artikel 7,
onder
a, is
de raad van toezicht bevoegd om op een daar-
toe strekkend geda.gteekeud verzoekschrift, ingediend bin-
nen een jaar na de in werking treding dezer wet, in het
accouadants-register in te schrijven:
hem, die in het bezit is van ‘het bewijs van een met
goed gevolg afgelegd accountants-examen, hetwelk naar het
oordeel van den raad voldoende algemeene ontwikkeling en
vakkennis waarborgt;
hem, die ten genoegen van den raad aantoont, dat hij
v&r het tijdstip van de in werking treding dezer wet gedu-
rende ten minste tien jaren het beroep van accountant
heeft uitgeoefend in een omvang en op een wijze, die naar
het oordeel van den raad, voldoende vakkennis waarborgen.
Voor ‘hem, die krachtens de bepalingen van di’& artikel in
het accountants-register is ingeschreven en wiens inschrij-
ving is doorgehaald, blijft bij hernieuwde aanmelding het
bepaalde bij artikel 7 onder
a
buiten toepassing.
Art. 35. In afwijking van het bepaalde bij artikel 27
wordt van het afleggen van het examen, bedoeld in artikel
28 vrijgesteld, hij die in het bezit is van een verklaring van den raad van toezicht, blijkens welke hij ten genoegen van
dien raad heeft aangetoond, dat hij vCÔr het ‘tijdstip van de
in werking treding dezer wet gedurende ten minste vijf
jaren het accountantsberoep in breeden omvang ‘heeft uitge-
oefend en volgens het oordeel van den raad voldoende alge-
meene ontwikkeling en geschiktheid bezit voor de studie
ten behoeve van het examen, bedoeld in artikel 31. De
raad van toezicht zal de verklaring slechts afgeven, indien hem hij gehouden onderzoek tevens gebleken is, dat daar-
tegen geen bezwaar bestaat op grond van ernstige tekort-
komingen in de uitoefening van ‘het accountantsberoep, of
op ‘grond van handelingen of gedragingen in strijd met
waardigheid en goedé trouw.
Hij, die de bedoelde verklaring wenscht te verki-ijgen,
richt daartoe een ged.agteekend veraoeksch.rift tot ‘den raad
van toezicht binnen een jaar na de in werking ‘treding
dezer wet.

MEMORIE VAN TOELIOHTJNO-.

Het algemeen gedeelte
luidt:
Door geen enkel voorschrift van overheidswege geleid of
gestoord, heeft ‘het accountantswezen in Nederland zich in
de laatste vijf en twintig jaren krachtig ontwikkeld; steeds
belangrijker is de taak geworden, die de accountant in het
gemeenschapsleven vervult.
Met het groeien van die taak namen voor de gemeenschap
de gevaren toe, verbonden aan de vrije uitoefening van het
beroep.
Zonder tekort te doen aan de waardeering van dan ver-
dienstelijken arbeid, die door een aantal accountants in
door hen gevormde vereenigingen is verricht tot keering
van die gevaren, zoowel door de verzorging der opleiding,
als door de instelling van examens en de uitoefening van
toezicht op de beroepsuitoefening der leden van die ver-
eenigingen, moet worden vastgesteld, dat deze arbeid voor
het algemeen belang niet voldoende waarborgen tegen die
gevaren ‘heeft kunnen scheppen. Immers, niet voorkomen
kon worden, dat eenerzijds de onderscheiden vereenigingen.
verschillende en veelal niet geljkwaardige eischen van toe-
lating en toezicht stelden, en anderzijds velen builen den
kring der hier bedoelde vereenigingen, zonder radicaal en
vrij van elk toezicht, het ‘beroep ditoefenden. Het onvermij-
delijk gevolg is geweest, dat herhaaldelijk accountants in de
uitoefening van hun beroep zijn tekort geschoten.
Velen die dit gevolg met leedwezen hebben waargenomen,
hebben in het algemeen belang aangedrongen op een krach-
tig ingrijpen van staatswege en daarbij den eisch gesteld,
dat het verrichten van accountantswerkzaam.lieden bij wet-
telijke regeling alleen zou worden toegestaan aan hen, die
aan door den Staat gestelde eischen zouden voldoen.
De ondergeteekeude heeft gemeend niet zoo ver te moeten
gaan. Hij is van oordeel, dat in het algemeen eene zoo-
danige maperking der heroepsvrjheid slechts geoorloofd is,

124

ECONOMISCH-STATISTIScHE
BERICHTEN

9 Februari 1921

indien het publiek belang zulks onafwijabaar eischt en vast-staat, dat het beoogde doel niet op andere wijze kan worden
bereikt. Voor het accountaintsberoep nu acht onciergetee-
kende de nöodzakelijkheid van eene opheffing der beroeps-
vrijheid niet aanwezig; hij meent integendeel, dat, afge-
scheiden van de vraag, ‘of eene doeltreffende afbakening der
grenzen van den accountantsarheid mogelijk geacht moet
worden, die beroepsvrjheid groote voordeelen biedt voor
handel en nijverheid; en hij is van oordeel, dat de ontwor-
pen regeling voldoende middelen biedt, om ‘dc nadeeleii van
den ‘huidigen toestand weg te nemen. –

Het stelsel, gevolgd in het ontwei-p van wet, komt in
sommige opzichten overe,en met de bestaande regeling voor
het beroep van den advocaat. Het voorgestelde openbaar
register verschaft de gelegenheid, om eene keuze van een accountant te kunnen doen uit personen, die aan bepaalde
door den Stat gesteldé eischen hebben voldaan en ‘hun be-
roep onder ‘toezicht van een ‘daartoe, van overheidswege inge-
steld college uitoefenen, zonder echter oenige verplichting
op te leggen tot beperking der keuze tot die personen. De
overheid heeft intusschen de’ bevoegdheid – en op den duur
zal zij ongtwijfeld van die bevoegdheid gebruik moeten
maken, – om in die gevallen, ‘waarin zij de diensten van
accountants gebruikt (men denke aan de belasting-accoun-
tants) of dit gebruik aan anderen voorschrijft (bv. bij de
reeds sedert lang gewenachte herziening der wettelijke bepa-
lingen op de’ naamlooze vennootschap), de keuze te beper-
ken tot de in het ontwerp bedoelde register-accountauts.
Het stelsel van het ontwerp ‘biedt een bijzonder voordeel
bij de vaststelling der ovengangbepalingen. Het waarborgt
eenerzijds eene geleidelijke ontwikkeling van het daarbij in
het leven geroepen nieuwe instituut der register-accoun-
tants en laat anderzijds toe, ‘dat eij, die niet in aanmerking
komen voor inschrijving in ‘het register, in volle vrijheid
het beroep blijven uitoefenen en profijt trekken van het in
bepaalden kring verworven vertrouwen. Aldus wordt de
gelegenheid verkregen, om ook in den overgangstijd waar-
borgen voor de inschrijving te geven, zonder welke het
nieuwe instituut van den aanvang af zou zijn ontwricht en
in diserediet gebracht en de ‘bezwaren van den huidigen
toestand nog voor een groote reeks van jaren zouden zijn
bestendigd, ja zelfs in belangrijke mate ‘zouden zijn ver-
scherpt.
De ondergeteekeude iheef t de noodige aandadht geschon-
ken aan de verschillende wensdhen, welke in den• loop der
jaren ten aanzien van cle wettelijke regeling van het ac-
countan.tswezen ‘zijn geuit. Het is niet mogelijk, alle geop-
perde den’kbeeldeh te bespreken; ‘ten aanzien van de belang-
rijkste mogen evenwel hier de overwegingen worden mede-gedeeld, op grond waarvan ondergeteekende deze heeft ver-
worpen.
Den accountant te ‘maken tot staatsam’btenaar, achtte ‘de
o adergeteekende noch wenscheljk, ‘noch doeltreffend. Voör
zijn arbeid als ‘bedrjfshuiehoudkundige is de accountant
reeds uit den aard zijner functie op het vrije beroep aange-
wezen. De aanstelling van etaatswege van accountants als
controleurs is slechts denkbaar ‘bij ‘de naamlooze vénnoot-
schap, zoodat ook voor dit gedeelte van dé taak van den
accountant eene wettelijke regeling bij wijze van aanstel-
ling tot ambtenaar onvoldoende zou ‘zijn; nog afgescheiden van de overweging, dat de Staat zoet deze ‘benoeming eeiie
verantwoordelijkheid jegens de belanghebbenden bij handel
en nijverheid zou op zioh nemen, welke ‘hij niet zou kunnen
dragen. Dit alles verhindert intuschen niet, dat de Staat
voor werkzaamheden, welke van zijnenbwege •door kccou’u-
tants worden verricht, accountants-anabtenaren zal ‘kun-
nen blijven aanstellen. De ondergeteekencie acht het wenschelijk de verantwoor.-
delijkheid van den register-accountant tegenover derden in
het ontwerp eenigszins te omschrijven. Daarom is bepaald,
dat de register-accou’ntant, die als accountant een tuk
heeft onderteekend, tegenover ‘derden verantwoordelijk is
zoow’el voor de juistheid als voor de volledigheid van de
daarin vervatte niededeelingen, voorzoover hij die verant-
woordelijkheid althans niet ‘zelf door eenig uitdrukkelijk
aan zijn onderteekening toegevoegd voorbehoud ‘ocht heb-
ben beperkt. Daarbij wordt tevens uitgegaan van de ver-
onderstelling, dat – tenzij ‘het tegendeel blijkt uit eene vers
klaring aan zijne onderteekeniug toegevoegd .- dié ondei-
teekening steeds door hem als accountant wordt gedaan.
• Een dergelijke verantwoordelijkheid tegenover derden is
ook in het wetsontwerp op de naamlooze vennootschappen van de onderteekenaren van een prospectus vastgelegd.
Het is niet meer dan ,bi’llijk, dat, als een gediplomeerd
register-accountant zijn onderzoek zoo onvolledig insbelt,
dat derden schade lijden, hij daarvoor de verantwoördeljk-
heid draagt. Hij wordt daardoor ni’et op een onredeljke
wijze bezwaard, omdat hij voor ‘mededeelingen, voor welker
juistheid of volledigheid hij niet kan instaan, ook geeiï ver-

antwöorcleljkheid behoeft te aanvaarden. Hij is imniers Vrij
aan zijne ouderteekening het voorbehoud toe te voegen, dat hij noodig acht. Zonder voorbehoud onderteekenende, wekt
hij bij derden het vertrouwen, dat hij hetgeen hij ondertee-
kende voor zijne verantwoording neemt. –
De ondergeteekende heeft voorts’ overwogen, of het wen-
schelijk is, den register-accountan’t wettelijke voorschriften
te geven aangaande het ibewaren van zijn archief en de
maatregelen, die ‘hij zou moeten nemen, opdat de hem toe-vertrouwde gegevens niet na zijn dood of bij ‘het néderleg
gen van zijne practijk in verkeerde handen komen,; hij’ is
tot de $lotsom gekomen, dat ‘dergelijke voorschriften niet
kunnen worden gegeven.

De afzonderlijke ‘nota van den iieez Th. Limperg Jr.

bevat enkele beschouwingen aangaande bo-v’enstaand

ontwerp. ‘Betreui-d ‘wordt idat door de Staatscommis-
sie ‘de miniinum-leef-tiijiden qii’t ‘de o’vergan’gsbepaiin-

gen heeft weggelaten. Aa91vnke1ijk was de vrijstel-

linig van a’rt. 34 gebonden aan een ‘ntinimum-ieetftij’d

van 40 jranr, ‘die ‘van avjt. 35 aan een minimum-leeftijd
van 35 jaar.
De
atelier .der nota dringt erop aan deze

leeftijdsgrenzen weder in (het ontwerp op – te nemen
en” motiveert rzulks niet het oog op de ‘belangen van
hen, di vroeger wel examens ‘afiegden.

LONDENSÜHE CORRESPONDENTIE.
Nabetrachting over de Panische Con-
• ,

ferentie; onrust in de arbeiderswereld;
de depressie; afschaffing der E. P. ‘D.

Onze Londensche corrdapondent ‘schrijft ons dd.
SFebr’uarii 1921: –

1f the Paris Conference has ‘done nothing
• el’se, it bas at liany rate set the British
public
‘thinking
on economie theory more ardenitly than at ‘any time
since’ -the begiuning of the fiscal camp’ai,gn in 1903.

The’ utmost diversity of opinion prevails as to what the effect of these annuities are •goiug to ‘be on the
future of trade, and equal diversity prevails on the

wisdom ‘and meaning of the already fam&us exp’ort tax.

The peans of joy with which the settlement was an-
nounced last week-end are already over. To begin
wit,la, there is an undercurrent that it is ,,too good to

ibe true” and a eertain r,eactio’n is ‘to ‘ho noted on this
account alone. The speech of the Ohancellor of the
Exehequer on Thursday’ last does not mention the
Rep’arations Payments at all, thou,gh ‘surely it would
have been in place to allude to them in surveying the
future resourees of the country. Apart from this
heaithy sceptimism, it is undoubtedly the case that
voices are already beginnin,g to be heard that the dis.
Ioca’tiion of trade whieh these enormo’u,s pa’ments
must cause will more than outweigh the beu’efits. It
w&uld ‘be extravagance of language to say that the
great bulk of the peopie feel in the last conscious of
the ‘diifficulties of maintaining a hostile nttitude to
our exenemïes for a period of half a century; we
are all of
US
so far ,,Realpolitiker” in these days as
to feel that the Gods are
en
thesicle of tanks and blo-
caders, but there is stil an undiercurren-t o’f feeling
that iii this respect also there may be no ziet gain.

To go fürbher in analysing this side of the question
is ‘beyond my pro’vince. On the avhole, the reception
of
the settiement is cautious, and the •diifieulties
associ’ated with the working out of the payments are
avousing sonie apprehension. More
than that
caanot
be asserted: and certain1y the general feeling was
expressed by Mr. Asquith insofar as he dissociated
himself from any sentiimental feeling about -making’
Germaxiy pay, at the same time ‘stressing the d’enge-
rousides of the matter.
So
far as T cnn ‘discover this s’ums up the general s,ttitude.

The state ‘of o’pinion in the City eau ho fairly
gauged ‘by two further speeohes by pronainent ban-
kers. At the meeting of Lloyd’s Bank, Sir H. Vassar-
Smith’ leid great stress on the Ter Meulen schenie,
and pledged the assistance of his bank, should a
well
deviised plan be fin’ally submitted. At the ‘meeting ‘of
the County and Westmiinster Bank, Dr. Walter Leai

9
Februari 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

125

entered a strong protest againist schemes for anti
dumping measures end other similar proposals as
fatal to the restoration of European life. The denun
ciation cotntained nothing that is strikingly new: its value lies in the fact that prominent hankers should
now be prep:red to say in public what would have
been regarded as high treason only e short time ago.
The Trade Depression may, not
ho
without benefit if
it teaches people something of the real nature of

exchiange hetween nations.

Whilst the City is thus working its way towards an

a’precia,tion of the truth, it is sad to ‘reflect that in
t h e L a b o u r W o r 1 d there are seine d±squieting

oocurrenees. In the i’ailway industry, a violent con-
flict is going on among two powerful trade-dnions,

which may yet culminate in a strike. The trouble has

occurred over the engineers in the railway workshops.
Some of these are members of the NationaJ Union of
Railways, other of the new Amalgaimatod Eugdneer-
ing Union.. Neither of these unions is willinig to
allow the other to represent the men in qaestion. The
N. U. R. is, as your readers perhaps know, en expo.
nent of the principle of ,,Industrial Unionism”: the
A.E.U. wishes to represent e’n.gineers whether em
ployed on railways or in private engineering work
shops. The actua.l trouble is over wage rates, but the
diispute goes deeper than this, and reveals the lack of
any one general principle of union organisation
which is so inarked a featu.re of trade-union life in
this country.

The Traniwaymen are gïvin.g evidence bofore a
Court of Enquiry for the purpose of justifyin,g a rise
in pay. The .ciiffieulty is thaît the tramways, whether
municipal or joint-stock are finding it more and
woro difficult to pay their way. A further rise will
ruiii them. Some of them are on the rates already
Her.e gein there is en acute conflict of prin.cipio: are
wages to be basad on Oost of living er standard of
life, or en what the industry can stand? Probably if
the men gein their point, the only effect will be the
shutting down of some of the systems, and en in-
crease of uneanpioy.men.t.
The buiilders again have rejected the scheme of

dilution proposed by the Government by nu oer-
wh’elmiing majoriity. This is not surprising, oorisii-
dering that there are 50.000 men out of work in the
buiilding trade, but the psychological effect will bo
very bad for the men. The Federation assorts that

there is, even now, a cousiderable infiux of lbour,
and that the supply of houses will no louger be de-
layed by ,,luxury builclihg”, since the constructiojn

and repaiir of factories is now coming to en end.
Among other of the diifficulties of the moment is
a rnovemenrt of revolt against the Trnde-Boards. This

revolt is coming mainly from the employers, who
threaten to leave the Board.s if wages are rased. This
manifestation is
ouly
part of the general pol.icy of
foroing reductions,, to whioh the employinig classes
are now wedded. The positi’on ‘in diiffer.eut indusitries
duif ere in this respect: to judge from the investiga-
tions of the ,,Times” the cotton industry
.is
by no
means overashelmingly in favour of reduction.

Optimists see the clouds alreadydisappearing, and these are faint signis of improvement in cerrtain tra-
des. The boot trade is getting orders from ,,Contral
Europe” and some woollen muis appear to be werk-
ing full time ori cioth for Russia. 1f this activity
on.ly raeans that there is to be more war in ‘the East
in the spring, we could well do vithcut it. But if
there are here and there signs of i.mprovement, there
is now no donbt that in ‘the coal trade .there
is a quito unîoreseen crisis. Th’e ,,Man.
ehestea Gu.nr.dian” g’hies certain figures ishowing
that in the course of January, down to the 22nd of

the mo’nth, 708.000 man shifts wer.e lost owing to
depression of trade. The Government has simply
evaded its responsibilities by announcing that it
.proposes to decontrol the indstry as from March
1.

The result, it is to be feared, will be a further riso

in the price of domestic coal. The bottom has been

kncked out of the export market for the time being:
and the further reduction in the price of Reparations
Coal will simply accentuate ‘the disinclination of the

Frenah Government to p.ay reinunorative pr.ices to

the Engiish producers. Nor doos thore seem the bast

impr•oem.ept in the cotton situation. 1 was talkiug

to the Londen egent of ia big Manchester House yes-

tenday, teho saijd ‘that if tiiings were ‘not improving
by the end of ‘the quarter a very large proportion

of the smaller firms could hardly hope to keep their

heads shove water: The facit that epinners are finding
that weavers are tihrowting yarn back ait them shows

how. ,,’evil communications corrupt goed muiters”,

for ‘the rejection of ceutigniments by over seas buyers

has now heen reduced to a fine art. The drop in
coal prices is affecting the oil producers: the chip-
bui1deis are actually complainieg in the pages of
the ,,Daiily Herald” that the handinig over of German

shipping is spoiling ‘their market.

At last the ibusiness community is to have its
way, and the Excess Profits Duty is to go.
Thijs is the ciheering news whic.h the Ohancellor nu-

nounoeid to his constituonts on Thursday evening.

The duty ends for new businesses with December 31
of last year, and wtith pro war businesses with the
completion of saven years from the first accounting
peciod ‘iaiclusirve. Further, Mr. Ohaniberlain was able to make the aunouncemenit that ,,we shall not propose
any new ta.xes on businesses or any addi’tion to the

existing taxes like Income Tax or the existing
Custems Duties in making goed the loss of revenue

due. ‘to not ex’tenidd.ng the Excess Profits Duties
durinig the oonling finanoial year”. The ‘natu.r.aI ‘satis-

faction that this statement has given nise to is
someiwhat tempered by the facit ‘that ordtinary inco.me
tax romans wha’t it is, and, as the City Editor of
the
;
,Times” has pointed out, it is the income tax
which is really crippling the position of ‘the ordinary
man. The school wliich hee been asserting that the
trade depresstion is the work of the duty is not quito

so vocal as it was: and a ‘series of interviews which an evening paper had with prominent business men
‘doos not reveal any o’verrwihelming op’timiism en this
score.

It is evident that the Governm’ent is going to
lim,it thetir iimimodiarte fdemands oJn the taxpayer
next year to £ 950 millions, for Mr. Ohamberlain was

a,t some paus to prove that this cum was not extra-
vajgant under ‘the circumstasaces. Even the pro war
services would cost some’ £ 500 millions at present prices, to which there must ibe aidded pensions and
initerest on war loans.
M. K r a s s i n bas not yet returned from Moscow,
but ruinours are already rife that he will only bring
unacceptable terms with him. A news agency hee
attributed to the Sovjet the statenient that it is
unable to guarantee .against propaganda by private
porsens, and demands .immunity for Russian goods
and the right to import £ 234 millions of gold. This
interpretation was deniod by the ,,Daily Herald” this
morning. To demand the right to import gold is
clearly bound up with the whole treaty, so that a por-
tien of this version must have been received from a
somewhait i.nnocon’t sou.rce. It is stated that Messrs.

Ammstron,g Whitworth & Co. have signed a contract
for the repair of locometives, subject to the Agreement
being signed. This stop by a reeognised firm conf ere
an hitherto backing air of, respectability to the Rus-
sian delegation, though the Northcliffe Press can stili
speak of ,,impudence” in counection with the news
reportod above.

T h
ei
B a nk R
ei
‘t u ‘r n this week again shows nu
expansion in the Ciroulation:

Public Deposits
……….
£
2.522.711
increase
Other
Deposits

………. ,,
17.323.647
Government Securities …….,,
17.410.000

126

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 Februari 1921

Other Securities ……….£ 3.589.926 increase
Reserve ………………

1.106.490 decrease
,
,
Circulation ………….

1.115.280 inerease

The reserve .proporrtio.n has again faiJen
by 2
3
/4
percent. Phe Ourrency’ Return shows a decline,
however, of £
506.000
in the ontsrtaiding circulation,
and a consequenrt sligh’t improvernent in the ratio.

AANTEEKENINGEN.

De Engelsche Staatsschuld. – Het
jongste maandbericht ‘van
d
,,London JointOity and

Midiand Bank” bevat een overzicht van de Engelsche

Staatsso.huld, vlottend en vast, zooals die sinds 1
Augustus
1914
gegroeid is.
Nationale Schuld.
Totaal bij benadering
Vlottende Schuld:
op 18 Dec. 1920
Ways and Means Advances:
£

door de Bank of England…………
50.250.000
door Public Departments …………
212.664.000

TotaaF

……………………..
262.9 14.000
Treasury Bills …………………..
1.131.579.0O0

Totale Vlottende Schuld …………
1.394.493.000

5-15 Year Treasury Bonds ……….
20.069.000

4
0/
Funding Loan, 1980-90 ……..407.000.000
4
0/
Victory Bonds …………….357.700.000

Totaal Victory Loan …………..784.700.000

Andere Schuld…………………..1.163.500.000
National Savings Certi 1 icates ……..278.000.000
4
0
/0
War Loan, 1929-42 ……….67.200.000
5
0
1 War Loan, 1929-47 ……….1.949.300.000

3
+
°
Io
War Loan, 1925-28 ……….62.745.000
4
0/
National War Bon’ds, 1927-29
1.441.000.000

5

01

,,

,,

,,

1922-29
4
+.War Loan, 1925-45 …………..12.805.000
Ezchequer Bonds:-
5
0/,,
vervallende October 5, 1921.. .

71.982.000
5
0
10

April 1, 1922 ……35.981.000
51
01

,,

Februari 1, 1925

166.837.000
3
0/

,,

Januari 28, 1930 .

15.640.000

2+
0/
and 2
0/
Consds …………301.306.000
Schuld aan de Bank of England en de Bank of Ireland (2+
0
/0)
……….13.646.000
Terminable Annuities …………….18.500.000

Totaal leeningen………………7.778.000 000
Afgelost sinds 30 Nov. 1920

6.000.000

Netto Totaal ………………..7.772.000.000
Schuld op 1 Aug. 1914…………..645.000.000

Toeneming sinds 1 Aug 1914 ……..7.127.000.000

Van de ,,Andere Sdhuld” op
31 Maart 1920
be-

staande, was $
4.212.836.000
geleend van de Regee-
ring der Vereendgde Staten. Hiervan is sindsdien
$ 16.000.000 plus
interest terugbetaald met het oog
op zekere speciale transacties. Welke deze, transac-
ties zijn wordt niet vermeld. In herinnering mag
worden gebracht, dat de op
15
October jd. dsor En-
geland en Frankrijk a±geloste
5
pOt. leening van

$ 500.000.000
niet bij de Regeening der Unie doch
door nziic]idel van een syndicaat onder leiding van
Morgen in de
V.
S.
geplaatst was.
Op
deze wijze

stijgt het cijfer der afgaloste schuld tot $
266
mii-

lioen, terwijl bovendien aan initrest
op de regeerings-
leeningen nog een bedrag van riuiim $
233
niillioen werd gerenzitteerd volgens ‘de opgaven van ‘den Ame-
rikaansohen scihatlnistsecretariis, volgens wiens opga-
ven tot
15
Nov.
1920
in totaal ruim $
80
miljoen van de
hoofdsom is afgelost. Iu’tusschen werd, gelijk bekend,
de betaling van interest stopgezet, hangende de on-
derhandelingen tusscihen de
V.
S.
en Engeland ‘over
de definitieve schuidregeling. De achterstallige in-
trest was op deze wijze ‘op
15
November
1920 tot
$ 314.5
millioen epgeloopen.
i)

Verder bevat het niaandbericht nog een overzicht
van de in de eerste vier jaren huitenslands verval-
lande schuld, hedrgen,’ waaruit nog eens duidelijz
blijkt, hoe geleend is, waar maar geld te
krijgen
was.
Tenzij speciaal j
s
aangegeven, dat ‘de bedragen di-

1)
Zie, het No. van 5 Jan. I.I.

‘roet van de reigeerinigen zijn geleend, moet
de terug-

betaling direct aan de inwoners der diverse landen
geschieden.
In
Sterling
omgerekend Totaal ge-

],,5erlPf

gedurende

Sterling
in

het Jaar onderpand 1921

(in duizenden)

3 maands $ Treasury Bills

£

£

uitgegeven in de V.S.
1.

$ 20.850

4.760


12 maands Treasury Bills
in yen…………….Yen 50.000

5:121


Voorschotten v. Canadeesche
Bankiers …………..

$ 100.000 21.228


Afbetalingstermijn aan de
RegeeringderV.S., metbe-
trekkiag tot voorschotten
inzake zilveraankoop on-
der de Pittman Act…..$ 30.500

6.268


Zweedsche Kronen Notes. . Kr. 12.500′

826

-.
12 maands Treaeury Bills
uitgegeven aan de Japan-sche regeering, met optie
totterugbetalingindeV.S $ 28.590 6.000 –
5-jarige Notes, uitgegeven

in de V. S……….. …$129.048 26.516

10.719
1922
Voorschotten van Canadee-
sche bankiers……….$ 40.000

8.220


Zilvervoorschotten van de
Regeering der V.S…….$ 30.500

6.268


3-jarige Notes, in d& V. S.

uitgegeven …………$ 95.107 19.542


Regeering van Mauritius

Rs. 8.071

538

34.568
1923
Zilvervoorschotten van de’
RegeeringderV.S …….

$ 30.500

6.268

6.268
1924
Zilvervoorschotten van de

Regeering der V.S…….$ 30.000 . 6.268

6.268

Totaal……..117.823

Bovendien zal het van
d
Argentijnsciie Regeering

ontvangen ‘voorsdhot in
1921
‘verminderd worden met
het equivadent van de
50
millioen ‘dollar, die aan deze
Regeerinig geleend zijn, welke beide schulden gecom-
penseerd zullen worden. Het saldo, dan ‘ongeveer

30.000.000
Argentijnsehe
goudpesos,
zal door Engeland
in ‘ongeveer drie jaren worden afbetaald.

Wat de terugbetaling’ der zilvervoorschotten be-treft, de ,,Ohronicle” brengt in herinnering, dat ge-

durende den oorlog de schatkist der
V. S.
met Enge-
land een overeenkomst sloot, waarbij laatstgenoemd
land tegen den prijs van $ 1 per ounce (overeenkom-

stig de Pittman Act) de in de Unie versimolten zil-
veren dollars ‘kocht, ten einde het zilvertakort in
Britsch-In’dië te kunnen aaruv-ullen. De aankoopen ge-sdhiedden tot een totaalbedrag van $
122.017.633,
waar-

van nog slechts
‘$ 17.133
werd betaaild. De rest zal

nu in
4
gelijke termijnen voldaan worden, waarvan

60
pOt. op
15
A.pril en
40
pOt. op
15
Mei van ieder
vervalt, een en ander on’der ibijberekeniiig van
5
pOt.
rente vanaf
15
April
1919.
Totdat de hoofdsom en
rente volledig
zijn
voldaan, heèft volgens mededeeling

van Secretary Houston de Britsche Regeering aan de Amerikaansche schatkist toegestaan, te bieden op de
rupeewissels, die de Indische Regeering aan Britsche
onderdanen ten verkoop ‘aanbiedt.
Op
deze wijze kun-
nen onderdanen tder
V. S.
tegn dienizelfden prijs
rupee-tggoeden krijgen als de Britshe.

Nijs erh eids b escher ming in Zweden. –
Volgens liet ,,Board of Trade Journal” heeft het Mini-
sterie van Handel nu aan de Regeerin.g zijn’ meaning
voorgelegd ‘ten aanzien van de talrijke verzoeken, die
gedurende de laatste paar maanden gedaan zijn, om de
Zweedsohe industrie tegen vreemde mecledinging te
beschermen.
Het Ministerie adviseert krachtig tegen invoerver-
boden van n,oèdîzakeljke goederen, ‘doch het heeft niets
tegen een op goede gronden rustend invoerverbod
voor, luxe-artikelen. Iedere algemeene verhooging van’

9 Februari 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BÉRICHTEN

127

0

inivoerredhten keurt liet krachtig af, d6ch aanbevolen
wordt, dadelijk een ‘enquête in te stellen ,uaar de nood-

zakelijkheid, in ibizonidere gevallen de rechten voor-

ioopi.g te veihoo.gen en een wetsontwerp, op grond

van •de resultaten der enquête in te dienen. Het
denikbeeld wordt in overweging igekeveii, dat de

Rijksdag ‘de Regeeriing voorloopig zal machtigen, de

rechten binnen zekere greneen te verhoogen. –
Als -voornaamste oorzaken van den. huiidiigen en-

guustigen toestand der Z•weedsche in4ustrie worden
bechouwd:.

De gedaal.de
koopkradht van het geld en het
daaruit voortvloeien van het ophouden der werking,
van het inrvoerr,echt bij de huidige tarieven.

De lage koersen van de valuta der Centrale lan-

de, en ‘tot op zekere hoogte van België, Frankrijk en Italië, die deze landen vooral ten aanizien der bonen
begunstigen.

De handelspobitiek, gevoerd door Staten, die

grondstoffen controleeren, in het bizonder s-teenikooi.

Invoerbeperkingen in sommige landen.

De verkoop van overtollige voorraden in som-
miige landen.

Ht Ministerie van Handel constateert, dat de

toenemende invoer in Zweden gedurende de laatste
zes maanden, beschouwd in samenihanig met de alge-

meene daling in de koopkracht, een iantai industrieën

heefit gedwongen, hun bedrijf in te krimpen. Het
voorziet daarom in de naaste toekomst groote werk-.
looshejd’ onidei de fabrieks arbeiders.

Bij’ zijn advies tegen een invoerverbod voor nood-
zakelijke gohderen overweegt het Ministerie, dat de

‘ornstand’iigheden zoo’n drastischen maatregel zelfs niet als tijdelijke proef aanbevelen, gegeven het ge-

-vaar hierdoor afbreuk te ‘doen aan de handelsbetrek-
kingen met vreemde landen.
Met betrekking tot de, voorstellen tot een voorloo-
piige verhooging der ,inivoerrecihten, doet het Miniis-
terie uitkomen, ‘dat niet eis vaststaand ‘kan worden
aangenomen, dat ‘het verschil in pro’duc’biekosten bin-
nen- en buitenislands nauwk.eurig overeenkomt niét de

aigemeene daling in ‘de koop:kraciht van liet geld.
Bovendien wordt opgemerkt, dat een verhoog-ing van

invoerrechten over de geheele linie er toe zou kun-
nen leiden; de
prijzen
op een hooger niveau te hou-
den, dan in ‘,t algemeen ‘hnitecslanids of zelfs abnor-
maal hooge prijzen er door gehandhaafd zouden kim-
nen worden.

De Economii.she Raad heeft zich hij dit voorstel aangesloten. Wat de daarin in overweging gegeven
enquête betreft is hij ‘van meeniing,
,
datrvooral aan de
vo]genide punten de aandacht gewijd moet worden.

Veiiaoogde bescherming behoort alleen gegeven te werden aan die industrieën, welker hanid,hav-in, een
nationaal belang is.

Bij let bepalen der productieikostén in inidus-
tr’ieën, die door de omstandigheden zijn getroffen,
behooreia alleen de onvermijdelijke kosten
in
aan-
merking genomen ‘te worden, zelfs daar waar de
administratie zoo economisch mogelijk gevoerd wordt
en de meest systematische organisatie bestaat.

Ook behoo-r1 geen verhoogde bescherming ver-,
leend te worden ten einde ‘de loonen op een peil te
houden, dat economisch niet mogelijk is zonder de
Zweedscbe Kroon te deprecieeren; een onderzoek
behoort daarom te worden ingesteld, in hoeverre de
loonstijging bijgedragen heeft tot het ‘buiten staat
zijn der ge-troffen industrieën, aan vreemde concur-
rentie het hoofd te bieden.

Bij het schatten der kosten verbonden aan ver,.
hoogde bescherming, behooren de kosten in aanmer-

king genomen te ‘worden, – die werkloosheid, vobrt-,
vloeiende uit onvoldoende bescherming, met zich zou
‘brengen.

De uitwerking van verhoogde bescherming van
zekere takken van nijverheid op aanverwante bedrij-

ven behoor-t te worden onderzocht (b.v. welke uitwer-

king verhoogde hescherming der ijzerindustrie zou

hebben op ‘de machinenijverheid- of op den landbouw).

De natuurlijke en wenschelijke stroom van ar-
beiderë naar den landbouw behoort niet direct be-

lemmerd -te worden door tariefisverhooging.

BOEKAANKØNDIGING.

Dr. J. Siegenbeek voza Heukelom, De

beoordeeling der levenskansen in het

levensverzekeringsbedrijf.
Nijgh ‘& van
– Ditnar, Rotterdam, 1920.

Het verzekeringsbedrijf is reeds zeer oud, men vindt

bij de Grieken het beschreven door Demosthenes, op –

Rhodus de wetten over de schaderegeling?bij de zee-

verzekering, onder Alexander den Groot& de verze-
kering van de slaven, bij de Romeinen begrafenis-
fondsen, bij de militaire collegia een onderling ver-
zekerinscontract, onder Lodewijk den XIVde het

tontinestelsel, Johan de Witt gaf eene calculatie
over ljfrenten. Thans krijgt het bedrijf ook zijn déel

van de woelingen der tijden, wij herinneren aan. de

plannen van Treub, die geweldig veel rumor in casa

veroorzaakten, -cfle de levensverzekeringsmenschen de-
den opstuiven en een invloed hadden even geweldig

als wanneer het baldadig boerenzoontje niet een be-
zemsteel in het kippenhok omzwaait en de kippen

luid kakelende heen en weer springen; aan de ge-
ruchtmakende ‘artikelen van den laatsten tijd, die
angst en ‘beving deden ontstaan in de rijen der ver-
zekerden en aan de voorstellen van de ministerieele commissie Janse, Niemeijer en Trip tot het instellen
van eene Verzekeringskamer,- die, hoe goed ook be-

doeld, handen vol geld zullen kosten. Temidden van

al de onrust verscheen bovengemeld boek. Dit boek
is eene openbaring van het feit, dat rustige werkejis
kalm voortgaan het vak in vastere banen te leidei;
er worden door den schrijver nieuwe wegen gezocht,

om niet alleen de gezondheidsaristocraten, doch ook de physiek minderwaardigen en de moreel geschok-ten, de zoogenaamd minderwaardige risico’s te doen
deelen in het nut van de levensverzekering Bij de
beoefening van het vak kwam de medische afdeeling
achteraan. Vroeger ‘beoordeeldan de directeuren den

gezondheidstoestand der candidaten door hen gym-
nastische toeren te ‘laten verrichten. Op wetenschap-
pelijk gebied vermelden wij, dat in 1897 de vertaling
verscheen van het handboek van Pollock en Chisholm,

met eene voorrede van Van Geuns en De Perrot, in
1901 kwarr het boek van Greene; de congressen en
de bulletins van’ de Internationale Vereeniging van Medische Adviseurs gaven verder meer licht. Toen
verscheen het boek van Nolen, Hijmans v. d. Berg en
Siegenbeek van Heukelom, waarvan wij in ,,Vrije
Aibeid” eene beoordeeling schreven en thans alleen

‘van Dr. S. v. H. eveneens op instigatie van ,,de Na-
tionale”, aan welke maatschappij wij gaarne one
hulde ‘brengen voor dit initiatief, dif werk. Deze serie
artikelen zal wederom van groot nut blijken te zijn
voor medische adviseurs en voor medici met keurin-
gen

belast, doch ook voor al degenen, die ‘belang stel-
len in dezen tot noig toe
bij
lange na niet voldoende
beoefenden tak van het steeds zich meer en meer ont-
wikkelend bedrijf.
En wu het boek zelf.
Wanneer men
het overleest, gaat het evenals indertijd bij’ Hyrtl’s
leerboek van de Anatomie, men meent het met licht

verteerbaren kost te doen te hebben, omdat men zoo
prettig verder gaat, doch dit is inderdaad niet het
geval. Gezette studie is noodig om den zeer geconcen
treerden inhoud onder de knie, in casd in het hoofd te
krijgen. Wij gevoelen veel bewondering voor deze
methode van werken en schrijven, die helaas weinigen
gegeven is, om in een kort ‘beslag vei te zeggen en

datgene te zeggen, wat inderdaad de nioeite ward is
van het drukken.

Hier en daar zullen wij ‘een greep er uit doen. Sta-
tistieken en grafische voorstellingen bevat het boek

128

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN


9 Februari 1921

veel; gemak’kelijk te begrijpen voor den man, die

gewend is veel’ er mee om te gaan. Verder wordt na-

gegaan, welken invloed de leeftijd van den candidaat
op den gemid’deiden levensduur heeft, of ‘getrouwden

betere kansen hebben om oud te worden dan celiba-

tairs. Dr. S. v. H. komt tot de conclusie, dat het hu-

welijk een igunstigen invloed uitoefent en dat het

huwelijk moet worden beschouwd als te
zijn
de nor:.

maffe toestand van• den mensch. Arme celibatairs!

Kwesties van klimaat en ras worden behandeld. Aan

da hand vn de dissertatie van Dr. J. Sanders Azn.

komt de schrijver tot de conclusie, dat de sterfte bij
de Joden lager is dan bij de niet-Joden. Bij de beoor-

dèeling van dit fdit even een paar opmerkingen. Dat
het optreden van geslachtsziekten wordt tegenge-

werkt door minder a1coholgebruik en door hechtere

familiebanden, kunnen wij begrijpen, echter wij mee-

een, dat het temperament bijhet beoordeelen van deze

kwestib een niet te verwaarloozen factor is. En of de,

gevolgen van het tweekindersysteem, de oorzaak zoi

-kunnen worden van eene minder gunstige sterfte van

de Joden, deze meenin,g moeten wij voor rekening van

der heeren ‘Sanders en Siegenbeek van Heukelom laten,

doch wij
zijn
‘het absoluut oneens met de beide colle-

ga’s. Wij deelen echter de ervaring, bevestigd çloor

‘Sanders, dat het sterftecijfer boven 50 jaar onder de
• Joden grooter is; wij prefereeren het dan ook om bij

hen zoo mogelijk gemengde verzekeringen van niet

al ‘te langen duur ‘af te sluiten.

Vervolgen’s passeeren verschillende vraagstukken de

revue. Over den invloed van het beroep

wij kennen

een mageren brievçnb’esteller een langer leven toe dan

een sterk gebouwden waard

over de sterfte in de

steden en op het platteland en over het alcoholvraag-

stuk vinden wij treffende waarnemingen en juiste be-

schouwingen.


Wanneer de antwoorden van den candidaat, wat het
alcoholgebruik aangaat, ‘steeds overeenkomstig ‘de

• waarheid waren, zou poging’ tot drooglegging van Na,
derl’and nog minder zin hebben dan thans en zouden
de geheelonthouders geene propaganda meer behoe-

ven te mken. De pussy-foot lieden zouden dan wel

kunnen gaan staken; bijna niemand gebruikt meer
iets, slechts enkelen een paar glazen wijn per dag of

een borrel op Zondag. Ons waehtwoor’d ‘blijve u
(overmaat schaadt) •de spreuk van Ohilo, in den mar-

meTen wand van dan tempel van Delphi. Lessen van
ievenswijsheid vinden wij op pag. 32, waar de schrij..
ver ons wijst op de groots voordeelen van de tevre-

denheid en van het goede humeur tegenover de na-
.deelen ‘van te groote emot’ion’aiiteit. Wij onderschrij-

ven gaarne deze meening en wij herinneren hier aan
de woorden van eene bekende persoonlijkheid, in

wiens werkkamer de woorden: ,,Verwonder U over niets en leer U in het onvermijdelijke te ‘schikken”,
gedrukt met .groote letter aan denwand hingen. Cor-
pulentie is schadelijk voor den levensduur, de levens-

verzekeraar staat, tegenover vette menschen anders
-dan Julius Caesar (Act 1, Scene II) ,,Let-‘mo have
men about me, that.are fat”.

Achtereenvolgens worden verder erfelijkheid, tuber-

culose, bloedspuwing, pleuritis, gewrichtsrheumatiek, syphilis, zwangerschap enz. ‘behandeld. Later worden
verschillende wijzen van premiebep’aliug ibespr.oken’en
:de,methoden

aangegeven volgens welke men de levens-
kansen -kan taxeeren van personen met lichamelijke

of andere gebreken. Ons schijnt het toe, dat de
ethôd’e om minderwaadige risico’s voor korteren,


soms zeer korten duur naar gelang van het rapport

• aan
‘te nemen,toch, ‘ondanks het ‘betoog van Dr. S.
V. -H, ‘beter voor beide partijen en aangenamer ook
•voôr de verzekerden is, dan de methoden van de ver-
hoogde premie of van de leeftijdsverhooging (Bureau-

Oüde’rdom).
Veel lof hebben wij voor het zeer interessante
-kaartsysteem,’ om de sterfte onder de verzekerden
:onder ‘verschillende rubrieken te brengen. In het

Jar’boekje vn ‘de Vereenigin’g voor Levensverzeke-
ring (1919) wezen ook wij op de wenschelijkheid om

bij den Burgerlijken Stand te laten informeeren naar
den levensduur van niet aangenomen candidaten. Veel

zouden wij nog in het midden kunnen brengen over

verschillende onderwerpen, doch plaatsruimte noopt

ons tot beperking. Wat ten slotte de keuring zelf aan-
gaat, staan wij op een an’der standpunt dan Dr. S.

•v. H. Wij ‘blijven onze methode in het Taarboekje aan-

gegeven voor de beste ‘houden. De schrijver zegt

(pag. 61) dat het ideaal van enkele weinige keurende

geneesheeren, over het rgeheele’land verspreid, niet te

bereiken is. Wij gelooven, da t dit systeem zeer goed te

bereiken is en wij meenden dit ook te hebben aange-
toond in ons artikel. Ook bij de Arbeids-Inspectie

volgt men dit stelsel. Ik bRgrijp mij niet recht waar-

om,
terwijl
Dr. S. v. H. zelf statistisch de groote voor-

deelen aantoont vah de verbetering van ‘de keuring

(pag.
5e),
betoogt dat het regel moet
zijn
weinig keu-

rende ‘geneesheeren te hebben, die veel keuringen ver-

richten, dan veel, die slechts af en toe wat te doen
hebben, (‘pag. 61) en gevoelt dat het minder gewenscht

is den huisdokter te laten keuren (pag. 63), ‘hij toch

nog niet op het standpunt is gekomen, dat de geza-

menlijke maatschappijen de handen moeten ineenslaan
om tot de aanstelling van speciale artsen voor het
onderzoek voor levensverzekering te komen. Deze

maatregel zou vele en groote, zoo niet alle ‘bezwaren

ondervangen en wij ‘zhu’den meer naderen tot eene
juiste bepaling van de levenskansen, al zouden
wij
dan
oo’k niet, zooals in 1jesaja XXXVIII-5, waarin aan
Konitig Hiskia eene verlenging van den levensduur’

met 15 jaren wordt toegestaan, precies kunnen zeggen
hoe oud de menschen zullen worden. Over dit verschil

in meening hoop ik later nog eens in ,de gelegenheid

te zijn met Dr. S. v. H. te praten. Met veel genoegen

voldeden
wij
aan het verzoek van de Redactie om d’it
boek aan te kondigen, ook omdat wij dan de gelegen-

hei’d hadden om te zeggen, dat Dr. Siegenbeek van
Heu,kelom zich wederom heeft doen ‘kennen als -een

van de beste kenners van de medische afdeeling van
het zich steeds meer en meer. ontplooiend levensver-

zekeringsbedrjf.
Dr. R.
DE
WAARD.

Groningen, December 1920.

INGEZONDEN STUKKEN.

DE INDISCHE FINANCIEN.

Pn
de nummers van 12 Januari en 2 Februari wordt
,een strijd gevoerd tussehen Mr. J. Gerritzen én den
Heer Stokvis over de Indische financiën. Daar beidë

haai-en veel deskundiger ter zake
zijn
dan ik, matig

ik mij geen beslist oordeel aan wie van hun beiden

het recht aan zijn

zijde heeft, maar de argumenten,

waarmede zij de lezers, en dus ‘ook mij, trachten te
winnen voor hun inzicht, mag ik toch wel wegen.
In ‘hoofdzaak maken die van -Mr. Gerritzen meer

indruk op

mij dan die van zijn tegenstander, maar

het wil mij toch voorkomen, dat zijne opvatting van
overdrjving niet’vrij te pleiten is.
Als de heer Stokvis zegt: tégenover het ‘tdkort op

den gewonen dien’st van 1912-1921 staat een ver-
schot op den gewonen dienst van 11867-1911 van
f365 millioen, dan zegt ‘Mr. Gerritzen: Ja, mar dat

is niet
vrij, er ‘staat
schuld tegenover;’en hij maakt
dan ‘een becijfering van alle ‘schulden door Indië
sedert 1867 aangegaan. Zulks schijnt mij onjuist. ‘Men
kan van de boekhouding uit redeneeren of “van de
verhouding tiu’sschen bezittingen en schulden,
maar

men
mag een en ander niet~ dooreen halen. Als
er-van

1867-1911 een ‘overschot op
den
gewonen
‘dienstwas.

dan is .d’at overschot wèl ‘vrij. Wanneer er in dien
tijd tevens schulden zijn gemaakt, dan staan daar’wer.

ken enz. tegenover, ‘die
uit
de leenin’gen
iijn betaald

en deze staan
naast
de werken uit het overschot van

f.
365 millioen betaald (als de gewoe dienst niet
.ge-

flatteerd is).
– –

9 Februari 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

129

Intusschen wil ik wel bij-voegen, dat,
al
heft het
‘overschot van vroegere jaren het tekort van de laatste
jaren op, men toch op eën gevaarlijk hellend vlak is
als mén van een serie jaren niet een groot gunstig
saldo is overgegaan in een serie jaren met een groot
ongunstig saldo. Nog eenige jaren gelijk de jaren
1912-1921 en het overschot is op en men raakt in
een overmaat van schulden. In zooverre acht ik het

argument van den heer Stokvis zeer weinig troost
gevend.

Een ander punt, dat Mr. Gerritzen m.i. bepaald
te somber ziet, is de balans van baten •en schulden

van Indië. Mr. G. acht bezittingen, die geen geld
opbrengen – de door den G-.-G. Idenburg ,,duur.
zaamheidswerken” genoemde en door den heer Stdkvis
op een waarde van
f
648 millioen gestelde, wegen,
bruggen, gebouwen, bevloeiingswerkeu enz. – een be-
zit, dat niet tegenover de schulden mag worden gesteld.
Het komt mij voor, dat dit een overwonnen stand-

punt is, dat gebaseerd is op verouderde opvattingen
omtrent het begrip produc-tief.
1)

De duurzaiam.heidswerken bewijzen diensten, die een
zekere waarde hebben; van de waarde van die dien.

sten voor de gemeenschap, alsmede van het tijdperk, waarover zij alsnog clie diensten zullen bewijzen, en
voorts van den rentevoet hangt de kapitaalwaarde
van die zaken af.

Men denke zich eens, dat al die werken en gabon-
iven niet aan de kolonie ‘toabehooriden, maar aan pal-
tioulieren en dat de Staat er .,iensten van huren
moest en ;daarvoo•r een totaal iuür van 5034 millioen

per jaar gaarne ibetalen wilde; men denke zich ver-
der, dat vaststond, dat gemiddeld, die werken nog 25
jaren tea volle dezelfde diensten bewijzen konden en
deze diensten bij voortduring
f
5034 millioen per jaar
waard zouden worden geacht. Dan ware het toch wel

zeker, dat die werken en gebouwen bij een rente van
6 pOt. een kapitaalwaarde zouden hebben van pl.m.

f
648 millioen en dat de Kolonie dien prijs er ook
gerust voor zoilde kunnen geven.

Zegt nu Mr. G.: de diensten van al die zaken zijn
maai
f
25 millioen per jaar waard, dan is mijn ant-
woord dan is de kapitaalwaarde
f
324 millioen; acht
hij een rentevoet van 6 pOt. te laag, doch de jaarlijk-
sche waarde tder diensten wèl
f
5034 millioen, dan
moet ik de kapitaaj,waarde op
f
588 millioen stellen:
Zegt hij eindelijk: in het loopende jaar zijn ze wel

50 millioen waard, maar dat wordt elk jaar 4 pOt.
minder, zoodat zij
langzamerhand
waardeloos wor-
den, dan moet ik ide kapitaalwaa.rde op
f
500 mii-
heen stellen.

Ik weet niet recht, of men wel ooit juist doet, als
men om de credietwaardighejd van een land vast
te
stellen, zijn bezittingen tegenover zijn schulden stelt.
(Wat hebben de Russisoh.e obligatinhouders aan al
de spoorwegen in dat land, als straks het land een
half uitgestorven woestenij blijkt met verwaarloosdii publieke werken). Maar, als men zulk een balans op-
maakt, ‘dan komen regeeringsgebou.wen, die volstrekt
onmisbaar zijn, reclitsgobouweai, scholen, bévloei-
jagen, wogen en bruggen, die aan een groote behoefte
voldoen, even goed in aanmerking als spoorwegen,
mijnen en dergelijke. Het verschil is alleen, dat de
ingezetenen voor de diensten van de laatstgenoemde
werken betalen in den vorm van heffi1ngen zoo vaak

zij er gebruik van maken en voor de eerstgenoemde
in den vorm van de algemeene belastingen. Tot
Surinames rijkdom reken ik liever – en als wij
het land te koop stelden, zouden de reflectan-

ten dat zeker ook doen – de regeeringsgebouwen
en nuttige scholen, wegen en bruggen, dan den
Lawaspoorweg, al brengt het vervoer van deren nog
wat geld op. Niet de aard ‘van de werken, maar de
1)
Verwezen wordt ter zake naar de artikelen over de hervorming van de Staatsbegrootiag in de ,,Economist”
van
1912
en
1914,
en naar mijn rede over de inrichting
der Indische begrooting in het Indisch Genootschap van
27
November
1917.

diensten, welke ‘zij be’wijzen (in éld -of innatura)

om de bevolking ordelijk, welvarend en geschikt voor de productie te maken en te houden; bepalen de waar-
de daarvan voor de gemeenschap en 66k voor de
schuldeischers van een publiek lichaam.

De waarde dier diensten is moeilijk te bepalen en daarmede tevens de kapitaalwaarde van de werken. [en kan moeilijk anders doen dan hiervoor de aan-
schaffingswaarde nemen, verminderd met een flink
percentage van afschrijving voor elk jaar, dat het
werk of gebouw reeds diensten ‘bewees, een percen.

tage te grooter te nemen naar gelang •er kans is dat
zijn diensten om een of andere reden later minder
zullen worden gewaardeerd, of spoediger niet meer
bewezen zullen kunnen worden. –
Ik herhaal: of
f
648 miiioen voor de ,,duurzaain-
heidswerken” in Indië niet veel te veel is, waag ik
niet te heoordeelen, maar het is zeker fout om ze te
negeeren, als men een balans wil opmaken. Wellicht zijn-er onder de eigendommen, welke Mr. G. wèl als

rijkdommen aanvaardt, die met meer grond genegeerd
kunnen worden dan regeeringsgobouwen. Zoo zou ik
de gebouwen en werken van de Opiumregie, al helpen
zij geld in het laadje brengen, liever negeeren, omdat
zij een dienst aan de bevolking bewijzen, waarvoor

deze ten onrechte betaalt, omdat zij hem ten onrechte
voor een dienst aanzien.

Het wil mij eehrter voorkomen, dat men voor Indië
nog gerust een bezit kan aannemen, dat veel grooter is dan de schuld. Schrikt men echter Europeesch ka-
pitaalaf of verdrijft men zelfs het aanwezige door tè
hc.oge belastingen, dan daalt daardoor de waarde var
il wat de kolonie heeft, zoowel van de spoorwegen als
van do regeeringsgebouwen euz.
ANT. VAN GIJN.

OVEP ZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.

The Journal of Political Economy.
– Ohicago, December
1920.

M. A. Copeland,
Seasonal problems in financial ad-
ministratiion;
H. G. Moulton,
Oommerolal oreidit nr
diiscount compaaies;
M. W. Wat1ins,
The labor situa-
bion in D.etroit.

Wel twi rt s eb af t. – Berlijn, December
1920.
E. Trott-Helge,
British Trade Oorporation;
H. Zim-
nier,
Die Landwirtsohaft in Anatoliën (Schlusz);
A.
Bode,
Die neue Stellung der Südamerikanischen
Staaten in der Weltwirtschaf t.

Koloniale Rundschau. – Berlijn, October
1920.

Dr. Seitz, Die künftigen Aufgaiben der deutschen
olonialgesel1sohaft;
D. Aren feld,
Die deutschen Ko-
loniën und die evangelische Mission;
Dr. Karstedt,
Ein koloniales Stndardwerk;
A. Schachtzabel,
Die
Eingeborenen Südân.golas und ilire kolonialpolitisc,he
Bedeutu.ng;
Dr. Asmis,
Die Dianantminen am Tshi-
kapa (Belgischer Kongo);
Dr. H. Wehberg;
Der Han-
del mit Spirituosen in Africa.

Tijdschrift voor Economische Geo-
g r a p ii i e. – ‘s-Gravenhage, 15 December
1920.
W. E. Boerman,
Economische aardrijkskunde;
A.
M. W. van Benesse,
Portugeesch Oost-Afrika (Mozam-
bique) naar zijn economische beteekenis;
Prof.
Dr.
H. BlinJc,
De economisch-geographische beteekenis
van het Indusgebied en de havenstad Karatsji;.
Prof.
Dr. H. Blirik,
Het schiereiland de Krim;
L. A. Bar-.
teids,
Wenken voor geïnteresseerden in den handel
op Brazilië.

V r a g e n d e s T ii d s. – Haarlem, Nov.
1920.
bevat o.a.:
Mr. C. W. Star Busniann,
Het ontwerp-Zeerecht.

I d e m. – Haarlem, December 1920.
Mr. M. W. F. Treub,
Prijzen en handelsbalans;
Mr.
W. H. A. Elinic Schuurman,
Grondslagen voor de
ziekteverzekering;
Mr. A. B. ‘Johen Stuart,
Aziatische
politiek.

ECONOMISCH-STA•TiSTISCEBERICHTEN

9 Februari 1921

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

• N.B. ” betèekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

Ned IDisc. Wissels.
44
1Juli ’15 Zweeds.R.ksbk
74
l6Bpt. ’20
Bk Bel.Binn.Eff. 54
19Oct. ’20
Bk.v.Noorw.6

64’l
8
Dec.,’
19

• IVrsch.’inR.C. 64
19Oct. ’20
Zwits. Nat. Bk. 5
21Aug.’19
Bk. van Engeland 7
16Apr.’20
Belg. Nat. Bk. 54
28Apr.’20
Duitsche Rijksbk. ..5
23Dec. ’14
Bank v. Spanje 6
4Nov.’20
Bk. van Frankrijk 6
8Apr.’20
Bank.v. Italië. 6
20
Mei
’20
Oostenr. Hong. Bk. 5
12Apr.’15
F. Res. Bk. N.Y. 6-7
4Juni’20
Nat. Bk. v. Denem. 7
19Apr.’20
Javasche Bank 34
1
Aug.’09

OPEN MARKT.

Data
Amsterdam
Londen
Part.
Berlijn
Part.
Parijs
Part.
N.
York
Call.
Part.
Prolon-
disconto
gatie
disconto disconto
disc.
money

5 Febr.
21
3
5
181
3*It
6’18
4-11.

8-9
1)

31J.-5F.’21
3l/24l/
6
1
18
4-
5
18

7-9
24-29
J.
’21
311-519
3_
11
6
1
1.
4-‘!,

6-7
17.-22 ,,

’21
31/3
2’/3
6′!,
4/

67

2-7 Feb. ’20
3
3
1-4
8
1
1,4
5
1
19-’14
4-‘!.

10-25
3-8 Feb.’19
4-
1
1
3
1
145
8H
4-‘!,

3
3
1&-5

20-24Juli’14
3
1
18-
0
1,.
2
1
14-
8
1s
2
1
14-11
2°!.-‘!,
2’/
i’/-2
1
19

1) Noteering van 4 Februari 1921.

WISSELKOERSEN.

WISSELMARKT.

Londen opende de week zeer flauw, zoodat de koers
snel van 11.40 tot 11.32 inizakte. Woensdag was ,de stem-
ming iets beter, zoodat weder tot 11.35 betaald werd,
maar de week sloot weder op ongeveer 11.32. Parijs en
België waren eveneens flauw.
Marken waren eveneens aangeboden. Ook hier
trad
Woeûsdag een kleine verbetering in, waarop later weder
een daling volgde. Dollars waren vrij stationnair. Meestal

werd voor 2.95.á 2.96 verhandeld; een enkelen dag iets
lager. Skandinavië en vooral Kopenhagen en Christiania
waren weder zeer onzeker. De handel in deze wissels wordt
steedi moeilijker, daar de koersloop geen half uur met
zekerheid, ook maa; hij benadering, -te voorspellen is en
aiemanid de oorzaak weet van deze buitengewone schom-
melingen.
Zwitserland en Spanje vrij stationnair Buenos Aires
weder iets lager ca. 1.04. In(lië eerder wat aangeboden
09918 ft -1.O0.

KOERSEN IN NEDERLAND. –

D


ata
Londen
Parijs
Berlijn
Weenen
Brussel
)
New
York”)

31 Jan. 1921..
11.38
20.75
4.20
0.774

21.95
2.93
5
Ig
1 Febr.1921..
11.324
20.50
4.45 0.75
21.45.
2.96
1
1,
2

1921..
11.344
20.65
4.65
0.80
21.65
2.95′!
3

,

1921..
11.344
20.80 4.724

0.80
21.824
2.95
1
1,
4

,,

1921..
1133
20.75
4.70
0.774 21.75
2.94
1
/
5

1921..
11.324 20.724 4.674
0.774


Laagste d. w.

)
11.314 20.35
4.424
0.70
21.35
2.93
1
1
Hoogste

‘)
11.40 21.30
5.124 0.90
22.30
2.96
8
14
29-Jan. 1921..
1.1.404
20.774
5.224
0.924
1
21.50
2.934′
22

1921..
11.40
20.75 5.024 0.75
8
20.674
3.014′
Muntpariteit- .
12.104
48.-
59.26
50.41
48.-
2.48
8
1

)
r’4oteenng te Ameterdem.

) INoteerine
te
ttotterdnm.
1) farticuliere opgave.
2)
Noteèring van 28 Jan.
8)
idem van 21 Jan.

D
°


Stock.
holm’)
Kopen.
ha
g
en’)
Chris-
tiania’
)

zwitzer.
land’)
Spanje
2)
Botavia1)
telegrafisch

31
Jan.
1921
65.-
57.25 55.25
47.25
41.20
100-1004
1 Febr.1921
64.90
57.50 54.80 47.35
41.30
100-1004
2

,,

1921
64.90
57.75
55.25
47.40 41.60
100-1004
3

,,

1921
64.80 56.75
54,40
47.374
41.30
100-1004
4-


1921
64:80-
56.75
54.25 47.25
41.40
100-100+
5

,,

1921
64.75 56.50
54.25
47.30
41.30
100-1004
L’ste d. w.’)
64.60
56.-
53.75
47.05
41.-
100
H’ste ,;

‘)
64.95
57.75
55.50
47.60
41.60
100
1
1
29 Jan.
1921
64.95 56.25 54.50
47.40
41.25
100-1004
22,

‘1921
65.15
58.65
58.-
47.35
40.75
994
-1
00+
Muntpariteit
66.67
66.67
66.67
48.-
48.-
100

) Noteoflng te AU,.terdem.
t
) Particuhere opgave.

KOERSEN TE NEW YORK.

Da
0

CabicLond.
(in
.’
pr £)
ZkhtParlj,
(in cts.’per .)
Zicht Berlijn
(in ct. p.
4Rm.)
Zicht Amstcrd.
(in cta.
P. gld.)

5
Feb… 1921
3.83.50
7.-
nom.
Laagste d. week
3.83.50
6.99
nom.
Hoogste,,

,,
3.85.50
7.14
nom.
29 Jais…
1921
3.86.75
7.30
nom.
22

,,

..
1921
3.77.-
6.84
nom.
Muutpariteit. .
4.86.67
5.18’1
951/4
40111.

KOERSEN VAN DE VOLGENDE
PLAATSEN OP LONDEN.

Plaatsen en
Noteerings.
22Jan. 1
29
Jan.
1
3i
Jan.-5 Feb.21
5
Febr.
Landen
eenheden
1921
1921

1
Laagste Hoogste
1921

Alexandri..
Piast. p. £
977/,,
977/,,
97
1
11.
971!,,
97711,

B. Aires’)..
d. p. $
50
8
!1,
50
4971
8

5021,
4971
8

Calcutta . .
..
£ p. rup.
1/5
7
/,,
1/5
1/4′
/
1/51/,
115’182
Hongkong ..
id. p.
$
2111%
218
1
1t
2/5’12
2171/
2

215
17
/,,
Lissabon ….
d. per Mii.
611,
6’1
6
7
6
1
1,
Madrid

….
Peset.p..0
28.03
27.72 27.35 27.80
27.60.
Montevideo’
d. per $
49’/
48
1
1
47
1
12
49’/
49
Montreal….
$ per £
4.29
4.31
1
12
4.26
4.34 4.32
•R.d.Janeiro.
d. per Mii.
97/
9181,
6

911/
913/,
98/
4

Lires p. £
104
1
!, 103
1
1,
102
1
1
10611,
106
Shanghai

..
£ p. taei
3111
316
5
12
3/3
3614
315
1
/
Rome

…….

Singapore . .
id. p.
$
213
17
11,
2/317/,,

2/3″/,
213
7
18
2/3″/,,
*Vaiparaiso..
d. p. peso
8
29
1,
8
11
1,o
8818
811/,,
8
5
18
Yokohama ..
£ per yen
216
19
182
216
1
18
215
1
18
21611
4

216
1
1,2
• Koersen der voorafgaande dagen.
t)
Telegrafisch tranefert.


NOTEERING
VAN ZILVER.

Noteering te Londen
te
New York

5 Febr.
1921
……..
36’/
60
29 Jan.
1921
……..
. 3611
62814

22

,,
1921
……..
-•


66
8
1,
15

,,
1921
……..
40/4
67
1
1
7 Febr.

1920
……..
89
132’/
8 Febr.
1919
……..
48’/,.
101’18
20 Juli
1914
……..
24″!,.
54′!,

NEDERLANDSCHE BANK.

Verkorte Balans op 7 Februari
1921.

Activa.
Binnenl.WiB-(H.-bk.

f
76.389.029,90
sels, Prom.,

B.-bk.

,,

7.686.956,24

enz.in
disc.!. Ag.sch. ,, 8.214.427,50
171.290.413,64
Papier o. h. Buitenl. in disconto ……..

Idem eigen portef..
f
35.041.770,-
Af :Verkocht maar voor
debk.nognietafgei.

35.041.770.-
Beleeningen

1′ H.-bk.

(115.633.538,28
mcl. vrsch.

B.bk.

14.939.393,40
,,
in
rek.crt.
t
Ag.sch.

116.155.980,44
op onderp.
f246.728.912,12

Op Effecten …….f230.674.490,95′!,
Op Goederen en Spec.

16.054.421.16112
246.728.912,12
Voorschotten a. h. Rijk ……………..
..12.515275,521!,

Munt
en
Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f
56.219.790,- Muntmat.; Goud .. ,,579.921.066,39

.

f636.140.856,39
Munt, Zilver,
enz..

,, 22.614.345,92.
Muntmat., Zilver ..

Effecten
658.755.202,31

Bel.v.h.Res.fonds..

f

4.517.738,62
1
!,
Id. van ‘/,v.h.kapit.
,,

8.836.102,87119
8.353.841,50
Geb.enMeub. der Bank …………….
,,

3.594.000,-
Di
4
verse rekeningen
………………,,

30.576.386,01’15

f1.166.855.801,11

Pasaiva.
Kapitaal

……………………..
f

20.000.000,
Reservefonds

………………….
,,

5.000.000,-
Bankbiljetten in omloop …………
,,
1.055.840.140,-
Bankassignatiën in omloop ……….
..1.251.558,87
Rek.-Cour.

Het Rijk
f



saldo’s,

J Anderen ,,

62.567.337,19 62.567.337,19
Diverse rekeningen …………..
.•….
,,

22.196.765.05


f1.166.855.801,11-

9 Februari 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1
.
3
/

NED. BANK 7 Februari 1921
(vervolg).

Beschikbaar inetaalsaldo ……………
f
:434.027.829,72

Op de 5a8i8.
van
Ijs
metaaldekking
…..
, 210.096.022,51
Minder bedrag aan bankbiljetten in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is . ,, 2.170.139.145,-

Verschillen met den vorigen weekstaat:
Meer

Minder
Disconto’s

34.830.430,24
Buitenlandsche wissels

7.975.534,-
Beleeningen …………..8.072.569,50
Goud………………..
Zilver ……………….
.l57.937,22’l,
Bankbiljetten

16.269.270,-
Part. Bek.-Crt.
saldo’s ….

5.050.251,29112

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Goud
Zilver
Bank.
biljetten

Andere
opelschbare
schulden

7 Febr.

1921

….
636.141 22.614 1.055.840 63.819
31
Jan..

1921

….
636.141
22.456
1.072.109
70.361

24

,,

1921

….
636.141 22.144
1.043.313 85.079

17

,,

1921

….
636.141
21.890′
1.073.598
92.915
10

,,

1921

.. ..
636.141
21.653
1.083.150
84.011

7 Febr.

1920

….
632.259
8.481
1.030.692
91.402
7 Febr. 1919

….
684.348
8.951 1.028.734
201.369

25
Juli

1914

,…
162.114 8.228 310.437
6.198

Data
o
aal
1
bedrag
disconto

Hiervan

Sct!t.
promessen
rechtstreeks

Belee.
fin gen

Beschik-
baar
Metaal.
saldo

“Tö”
kingi.
percen.
lage

7 Feb. 1921
171.290 33.000
246.729 434.028
59
31 Jan.
1921
206.121
77.600 238.656
429.308
58
24

1921
209.358
77.000
218.858
431.791
58 17

1921
211.296
77.000
248.671
423.932
56
10

1921
200.834
55.000
259.800
423.566
56

7 Feb. 1920
201.660 119.000 207.797
415.808
57
7 Feb. 1919
231.775
170.000
216.812 446.821
56

25
Juli 1914
67.947 14.300
61.686
43.521′)
75
1)
Op
de baeis va,,
1
15 inetaaldekking.

Uit de bekendmaking van den Minister van Finan
cin blijkt, dat uitstonden op:

31 Jan. 1921 ”

7 Febr. 1921

Aan schatkistpromessen
f
399.740.000,-
f
390.580.000,-
waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst ,, 77.000.000,- ,, 33.000.000,-
Aan schatkietbiljetten
,,
35.502.000,- ,, 47.219.000,-
Aan zilverbons ………..50.710.958,- ,, 52.102.309,50

JAVASCHE BANK..
Voorhaamste posten in duizenden guldens. De samengetrokken
cijfers der laatste weken zijn’ telegraphisch ontvangen.

B
Andere
Data
Goud Zilver
.
?”
llk.
oujeen
opeischb.
schulden

29 Jan.
1921
.

463.500
15

1921
ee.
475.500
8

1921
ee.
484.000

871.700
124.045
18 Dec.

1920
……
217.936
9.443.
11

1920 ……
218.422
9.345
374.792 146.256
4

,,”
1920
……
224.800 9.216
373.014 160.947
27 Nov. 1920 ……
223.002
9.000
374.490
173.984

31 Jan.

1920 ……
170.160
‘2.321
310.037
98.121
1

Febr. 1919 ……
118.856
14.070
200.933
123.458

25 juli

1914
22.057 31.907 110.172
12.634
Wissels,
.
iverse
Beschig.
Dek.

ata
bulten
Belee.
re
baar
kings.
conto’s
N..Ind.
ningen
ningen
t)
metaal.
percen.
oetaa oaar
satao
lage

29Jan.1921
207.000

142.500
*
00

15

1921

213.500
,
C*
133.250
8

1921

223.000
131.500

18 Dec. 1920
48.417
128.366
46
31.590
28.356
129.064
11

,,

1920
30.647
20.116
128.445
53.768
123.717
44
4

,, ‘1920
29.993
20.113
132:990
47.590
127.379
44
27Nov.1920
30.264
20.342 118.119
48.842
122.426,
42

31Jan.1920
14.691
13.035 165.579
48.562
91.047
42
1Feb.1919
8.150 18.179
92.449
9.680
68.399
41
25
Juli 19141
7.2591
6.395
47.934
2.228
4.842-1
44
1)
SIuitpet
der activa.
t
)
Op
de basis
van

/,
metaaldekking.

‘DE SURINAAMSCHE BANK,
Voornaamste posten
in
duizenden guldens.

Data Metaal
Circulatle
Andere
opeijchb.
schulden

Disconto’s

D

,

k

11 Dec.

1920

..
1.157
2.508
1053
1.947
286
4

,,

1920

..
1.159.
2.530 1.210
1.954
.
442
27 Nov. 1920 ..
1.061
2.183
809′
1.954
433
20

,,

1920

..
1.055
2.130
853 1.947
374

13 Dec.

1919

.,.
1.035
1.634
1.056
1.532
544
14 Dec.

1918

..
1.044 1.715
1.175 1.249 129

25 Julf

1914

..
645
1.100
560
735

396
t)
Sluitpoet der activa.

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.

BANK VAN ENGELAND.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Ourrency Notes,
in duizenden pond sterling.

Data’


Metaal
Circulatle
Currency Notes.

Bedrag
Gouda’.
1
Gov. Sec.

2 Febr. 1921
128.292
129.600
341.901
28.500 309.747
26 Jan.

1921
128.284
128.485
342.489
.
28.500
310.369
19

,,

1921
128.287 128.541
346.889
28.500 315.001
12

1921
128.280
129.834 353.618 28.500 322.147

4 Febr: 1920
103.108
89.323
329.830
28.500
311.882
5 Febr. 1919
81.444
89.987
309.482
28.500 289.247

22 Juli

1914
40.164 29.317


Data
Gov.
Sec.
Other

Sec.
Public
Depos.
Other
Depos.
Re.
serve

2 Febr.’21
70.621
78.697 18.604
129.852
17.142

11,54
26 J’an. ’21
53.211
75.107
16.081
11.2.528
18.249

14,20
19

’21
54.510
81.325
16.076
120.012
18.197
13,37
12

,,

’21
59.241 80.792
15.884
123.137 16.896
12,15

Febr.’20
46.549
82.451 18.690
124.561
32.235

22,50
5Febr.’19
50.839 83.470
30.721
115.481
29.907 20,45

22Juli ’14
11.005
33.633
13.735
42.185
29.297
52
5
/8
t) Verhouding
tusschen
l(eserve
en t)eposits.

DUITSCHE RIJKSBANK.

Voornaamste ‘posten, onder bijvoegiiig der Darlehens- kassenscheine, in duizenden Mark.

Data
Metaal Daarvan
Goud
Kassen.
scheine

Cl
„..
latle

Dek’

31 Jan. ’21
1.098.006
1.091.635
22.810.443
66.620.804
33
23

,,

’21
1.098.306
1.091.637
22.669.679 66.018.450
33
15

,,

’21
1.097.946
1.091.638
22.046.039 66.546.702
33
7

,,

’20
1.098.029 1.091.834
21.587.009 67.976.386
33

31. Jan. ’20
1.110.459
1.090.143
11.633.530
37.443.385
34
31 Jan. ’19
2.273.679
2253.712
5.752.665
23.647.640
34

23
Juli

14
1.691.398
1.356.857

65.479 1.890.895
93
!,,).Dekking
der circulatie dobr metaal en Kassenscheiné.

.

Darlehenskassensch’eine
Data

Wissels

Rek. Cr1.

taoI

In kas,bij de
uitgegeven

Reichsbank

31 ‘Jan. 1921 53.336.946 15.833964 34.224.200 22.763.500
23 .,

1921 48.499.388 11.426.851 34.123.100 22.622.500
.15 ,,

1921 53.794.358 15.537.435 33.676.300 22.000.300
7

1920 52.496.460 12.509.643 33.498.700 21.541.900

31 Jan. 1920 39.787.418 14.121.542 24.656.600 11.597.900
31 Jan. ‘1919 27.098.634 12.522.737 16.158.600 5.745.500

23 Juli 1914 750.892 943.964

OOSTENRIJKSCH-HONGAARSCHE BANK.

Voornaamste oosten in duizenden Kronn.

Data
Metaal, en
bulten!.
1goudwissels

Disc
C
beleenlngnen
Bijz. schyld
Oostenrijk
en Hongarije

Bank.
biljetten
Rek. Cel.
saldi

15Nov.’20
1
)325.730
37.782.521
32.954.000 74.121.378 9.497.833
31Oct.’20.’
321.121
36.474.610
32.954.000
72.902.605
9.930.245
7Feb.’20
290.428 19.251.400 32.954.000 56.994.022
6.057.646
31Jan.’20
291.083
19.162.543 32.954.000
56.772.802
6.220.536

15Nov.’19
325.097 14.742.052 32.954.000
50.582.595
7.235.850

23Juli’14
1.589.267
954.356

2.159.759 291.270
1)
waarvan 222.669 goud, 46.598
buitenlandsche
goudwissets
en
56.463
munt en muntmateriaal zilver.

132

.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTËN

9′ Fbruari 1921

BANK VAN FRANKRIJK.

Voornaamste posten in duizenden trance.

Data
Goud
Waarvan
in het
Buitenland
Zilver
Te goed
in het
Buitenland

Buit.gew.
000rsch.
old. Staat

3 Feb. 21
5.501.941 1.948.367
268.646
732.531 25 900.000
27 Jan.’21
5.501.757
1.948.367
268.467 703.675
25.800.000
20

,,

’21
5.501.507
1.948.367
267.963
678.654
25.600.000
13

’21
5.501.052
1.948.367
264.584 676.376
26.000.000

6Feb.’20
5.580.596
1.978.278
254.140
759:379 25.800.000
6 Feb.’19
5.508.221
2.037.108
315.488
930.226
20.000 OOG

23 Juli ’14
4.104.390

639.620

Wissels
Ulige.
31e/de
Wissels

Belee.
nuIg
Bankbil-
jetteui

Rek. C,i.
Parti.

1
1

culieren

t

Rek.
Cr1.
1

Staat

3.31 7.704
372.973 2.211.628 38.205.387
3.619.931
50.927
,
3.068.661 390.556 2.205.919
37.913.005 3.389.879
39.610
3.002.834
393.114
2.239.845
38.152.890 3.301.550
37.221
3.844.789
396.172 2.269.074
38.462.936
3.463.288
87.659

2
601.699 1.516 868
38.041.890 3.160.836
41.852
1.202.936
998.387
1.218.36332.366.99312.584.712

53.792

1.541.080

769.400
5.911.9101
912.5701400.590

BANQUE NATIONALE DE BELGIQUF.

Voornaamste posten in duizenden trance.

0
a
D t

sc.ou,
ncl.

buiten!,
30/di

,.,c,000.

buiten!,
vorder.
prom. d.
prooinc.

u’is3eIs
en
heleen.

Circu. latie

Rek.

par ie.

3Feb.’21 325.005

84.388 480.000909.371 6.231.551
843.041
27Jan.’21 313.017

84.653 480.000 922.344 6.224.107
880.931
’21 308.98k

84.653

916.814 6.241.398
889.298
13

’21 307.876

6.246.874
977.729

5 Feb.’20 353.213

84.955 480.000 462.436 4.935.270
1.561.767

.VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.

FEDEBAL RESERVE BANKS.

Voornaamste posten in duizenden dollars.

Goudvoorraad

1

1
___________________________________________
1
Zilver 1 Notes in
Data

Tot0a!

t
Dekking
1
In hel
1.
dc.

1
circu.
1

bedrao

1
F. R. Notes
1
buiten!.
1

1

latie

14 Jan. ’21 2.085.454 1441.616

3.300 203.084 .159.491
8 ,,

’21 2.080.282 1.421.213

3.300 196.566 3.270.023

30 Dec. ’20 2.059.333 1.435.837

3.300 189.83(1 3.344.686
23
,,

’20 2.055.802 1.415.030

3.300 180.952 3.404.931

16 Jan. ’20 2.043.878 1.255.176 120.323 60.403 2.849.879
17 Jan. ’19 2.102.557 1.374.4731 5.828 67.59412.512.973

Data
.
Wils
Totaal
Depôsita

s
1

Gestort
Kapitaal

i
1

Dek.
1

kings-
perc.’)

Percent.
Goud.
dekking
1 circul.
9)

14
Jan. ’21
2.652.952
2.302.211
99815
43,8
54,8
8

,,

21
2.842.108 2.378.649
99.808 42,4
52,1
30 Dec. ’20
2.974.836
2.2.1.417
99.770 44,9
50,5
23

,,

’20 2.972 858
2.310.353
99.458
45,4 49,8

16 Jan. ’20
2.675.740 2.935.913
87.529
43,8
51,
17 Jan. ‘191
1.874.765
2.406.831 80.510
52,9
64,2
t)
Verhouding tueschen: den totalcn goudvoorrasd. zilver etc., en de
opeechbere schulden, F
R. Notes en netto depositoe.
1)
Na aftrek
van 35 pCt. der totale dekkingsn,idclelen al8 dekking voor de netto
depoai’os.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HÉT FED. RES. STELSEL.

Voornaamste posten in duizenden dollars.

Dato
Aantal
1

Totaal
1

uitgezette
Reserve
bij de
Tataal
Waarvan
time
banken
1

gelden en
F. R. banks
a’eposita’s
depasits
beleggingen

7 Jan. ’21
828
16.570.242
1.356.643
14.965.648
2.908.792
31 Dec.
20
820
16.740.253
1.356.877
14.041.377
2.841.765
24

,,

’20 824
.
16.695.325
1.333.808
14.786.22(1
2.788.649
17

,,

’20
824
16.803.226
1.298.478 14.004.419
2.790.197

9Jan.
20
798
15.819.208 1.403.010
14.467.547
.2.318.852
10Jtin. ‘191
769
13.658.6551
1.295.723,12.130.8501
1.565.326

Aan het eind.van ieder kwartaal wordt een overzicht gege.
ven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

EFFECTENBEURZEN..

Amsterdam, 7 Februari 4921.

De besprekingen en nabetraohtingen omtrent dè eischen
inzake de schadeloosstelling door Duitschlancl te betalen,
høbben de beurzen in den ban eenér volstrekte aandacht
gehouden. Onmiddellijk na de bekendmaking van de ver-
langens der Entente was -de reactie niet zoo hee1-sterk,
omdat men zich aan beide zijden de portée nog niet goed
voor oogen had gesteld. Langzamerhand echter zijn ‘de
commentaren los gekomen en vooral na de rede van den
Duitschen Minister van Financiën, Dr. &znons, hebben
de beurzen in de verschillende centra een bepaalde richting
aangenomen, al naar gelang zij in de landen der Entente
of in die van Centraal Europa gelegen waren.
Te B e r 1
ij
n is de stemming voor valuta-waarden uit
den, aard ‘der zaak wederom zeer vast geworden. VOOr de
conferentie varen vrijwel alle ibuitenlandsohe. deviezen -in
sterke mate teruggeloopen, omdat men verwachtte, dat
maatregelen zouden -worden voorgesteld, waarbij Dui-tsch-
land -weliswaar -niet zou ontkomen aan -den eisch van een
geweldige schadevergoeding, doch waarbij tegelijkertijd
rekening zou worden gehouden met de noodzakelijkheid
eener economische hergeboorte. Thans echter meen-t men
bij onze Oosterburen in -de politiek van de Entente een
poging te ontdekken, om het land gedurende reeksen van
jaren z&s te drukken, dat van een economisch herstel geen
sprake zal kunnen zijn. Af te wachten valt, of deze Duit. sche commentaren niet eventjes aangedi-kt worden pour
le hesod-n de la cause, doch in het algemeen is men het,
zelfs in Engeland (getuige de scherpe kritiek van den
bekenden heer Keyn-es) er over een-s, dat de thans gefor-
mudeer-de eischen door mildere vervangen zullen worden,
zoodra slechts op de komende conferentie te .Londen gele-
genheid zal zijn geboden voor een samenkomst, ‘waar -de
Duitsche afgevaardigden met gedocunienteerde beschouwin-
gen en met sprekende cijfers zullen kunnen komen.’ Inmid. dels ‘wordt in de dagbladpers en in de technische berichten
voortdurend geargumenteerd, dat de thans geformuleerde
verlangens geen hais tot onderhandeling kunnen vormn;
wclhcht kan men -dan ook voor de Londensche conferentie
nog een of and-ere formeel-e wijziging of ver-zachting ver-
wachten, waardoor de kloof, die thans wel eeuigszins kunst-matig ‘wordt vergroot, kan worden overbrugd.
Het bewijs voor de stelling, dat de breuk kunstmatig
– wordt vergroot, kad -worden gevonden in den loop der wis-
selkoersen aan de Duitseh-e beurzen. Weliswaar is na de
Parjsche conferentie een hernieuwde hausse in ‘buitenland-
sche deviezen ontstaan, doch ‘het hoogtepunt van November
1920 is op verre na niet bereikt. Men verwacht dan ook
algemeen, dat men van -de zijde der Entente tot concessies
geneigd izal blijken en dat men de ei-schen thans zoo ‘hoog
heeft opgevoerd, om, rekening ‘houdende -met die concessies,
toch nog eén voor de Eitente bevredigende oplossing te ver-krijgen. Een kwestie -derhalve van overvragen. Of deze op-
vatting werkelijk zal -blijken •de juiste te zijn, zal afhangen
van .de mentaliteit voornamelijk van het Fransche ‘olk,
zich ‘weersplkgelen-d in de actie van -het Franshe -ministerie
Inmiddels zijn de -beurzen, ook in Duitsohland, vrij stil
geworden. Natuurlijk geven -de groote variaties in deviezen
nog altijd wel aanleiding tot omzetten ook op -de effecten-
markt, doch algemeen leeft men ook hier in een periode van
afwachten.
Op de beurzen in de landen der Entente is dit nog veel’ sterker tot uitdrukking gekomen. Hier toch is een verle-
vendigi.ng van zaken nog in een
veel
verder verschiet: Zoü
het ‘toch voor Duitschland reeds mogelijk -zijn, zich econo-
misch eeniigszins op te – heffen, indien de -druk der te be.
talen -schadeloosstelling niet al te ‘zwaar zou worden, voor
de Entente-lan-den komt hierbij nog de noodzakelijkheid om
hun producten tegen een goeden prijs in het buitenland te
kunnen -afzetten. Deze noodzakelijkheid zou er dan ook wel eens toe kunnen leiden, om consideratie -tegenover Duitsch-
land te gebruiken, -wijl hierdoor een groote afnemer behou-
den en opgekweekt zou ‘kunnen ‘worden. Te L o n d e
ii
voor-
namelijk -tracht men ‘het deze richting uit te sturen. De
verlaging van het bank-disconto i-s tot nu toe niet door.
gevoerd en zal, bljken de uitlatingen van den president-
der Bank of England, ook voorloopig -wel niet doorgevoerd
kunnen worden. Daartoe is de behoefte der Regeering aan
viottende gelden te groot; een vermindering der ren-te.
vergoeding zou het gouvernement wel eens in groote
moeilijkheden kunnen brengen. Inmiddels wordt de handl
sterk gedupeerd, omdat de liquidatie der oude voorraden –
vooralsnog niet mogelijk is en het -daarin vastgelegde ka’pi-

taal voortdurend een hooge rente vraagt. Het is dan ook
volkomen begrijpelijk, dat uit de Engelsche han-delkwerèld
stemmen opgaan, die op een meer concili-ante houding ten
opzichte van Duitsoh-land aansturen, al schijnt het, dat de

U”

t.

,”t”

.’.,. ,.,r,_,,

9 Februari 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE. BERICHTEN

133

Regeering, bij monde van Lloyd George, ‘nog volkomen,
homogeen is met het Fransche gouvernement, waarva.n
dergelijke impulsies niet in gelijk sterke mate uitgaan, omdat Frankrijk in de eerste plaats zou worden gebaat
niet •de ontvangst van groote bedragen in contant geld.
In ieder geval ligt het voor de hand, dat de beurs te
Loudon thans niet sterk gedisponeerd is. tot het aangaan
van groote engatgenienten en dat daar ‘ter plaatse een lus
telooze tendens sterk overheerschend is.
• Van P a r ij s kan dit niet zoo zêer worden gezegd, om-
dat men daar nog ulle hoop koestert, dat men ten slotte
zal kunnen slagen in liet doorvoeren van groote eischen
ii zake de schadeloosstelling. Toch is de handel ôok hier
verre van levendig; de variaties gedurende de afgeloopen
week toonen op zioh zelve reeds aan, hoe gering de handel
is geweest.
• Te N e w Y o r k heersohen vrijwel dezelfde overwegia-
geii als te Londen. Ook daar is het geld duur en moeten
de handelaren zelf een uitweg uit de impasse zoeken, het-
welk te moeilijker is, nu de afzet in het binnenland ok tot
stilstand is gekomen. Echter is de beurs hier toch veel
vertrouwender van aard, omdat men hier niet behoeft te
wachten op. ‘maatregelen van regeeringswege, waarbij toch
steeds de kans op een langzame en bureaucratiscbe ibehan.
deling bestaat. Men heeft het aangedurfd zelf de handen
uit de mouwen te steken door
het
oprichten, van Edge-
Corporations en al moeten deze nog met het plaatsen van
obligaties onder het publiek beginnen en weet men nog
niet of deze wel grif genomen zullen worden, in ieder
geval is een begin gemaakt en kan men althans traoten
iets te bereiken. Hoewel de stemming over het algemeen
verre van opgewekt is te ûoemen, is toch te New York de
tendens niet zoo gedrukt.
T e o n z en t is de markt eveneens in een stadium van
zeer •groote lustelosheid
gekomen.
Ten aanzien van beleg. gingswaarden kan dit ‘niet worden gezegd, daar integen-
‘deel de belangstelling van het publiek meer en meer naar
vasterente gevend stukken uitgaat. Het spreekt van zelf,
.dat onze inheemselie staatsschu1d ibij het betrekkelijk ‘1 age
niveau, waarop zij zijn aangekomen, ook Vrij groote inte-
resse tot zich trekt, zoodat ‘de koersen hiervan niet zijn
gereageerd, ondanksde eenigszins ‘hoogere noteering voor
geld op ‘prolongatie.
t
Dit behoeft echter geen verwonde-ring te wekken, wijl eenerzijda deze noteering toch nog
relatief laag is en omdat anderzijds de geldmarkt geens-
zins ruim is te noemen. Er worden ook in ons land ban.
dels-credieten aangezegd, die echter niet dadelijk realiseer-
baar zijn en waarvan het ‘uitblijven der aflossing een
zekre stroefheid op, cle geldmarkt legt.
Van
bititenlandsche staatsfondsen
waren Mexicanen sterk
gevraagd in verband met hernieuwde ‘berichten omtrent
hervatting der coupoiibetaling.

1 Feb. 4 Feb. 7 Feb.
Rij
-zing

5 0f Ned W. ‘S,ch.

1918 85

8581
4

85I8
+ /8
4Y2
0
/0 »

,,
pp

1916 86

851

86
4

0/

,,

,,

,,

1916 77′!,

78

77
6
/la + /
I0
3

o
/o ,,

,,

,,

. . . .

64
1
14

64
1
14

64
7
18
4
18
3

0/
t
,

,,

,,

,,

. . .

55
1
18

55
1
12

55
1
18

1/,
2
Y
2
°/
o
Cert. N. ‘.W. S…..
47

47
1
/t,
47
5
0
10 Oost-Indië 1915 . . .

90/

90
1
12

9114 +

/
lO
4
0/
Hongarije Goud . . .

5818

71/4

718 +
2
1
14
4
0
1
Oostenr. Kronenrente

3
8
18

3

3116

I
liG
5
0/
Rusland 1908 ……
8’14

7I,
6

77116 –
18
116
4
0
/
0
lwangorod Dombr

.6
1
12

69/io

51/4

1’l4
4
0/
Rusland Cons. 1880

6
1
Ii,

5I

5114 – 1
4
°/oRusl. bij Hope & Co

771,6- 7/1a

6118 –
1’/16
4

°/
0
Servië 1895 ……16′!,

16
1
/,

16
1
19
’43’
0
10 China Goud 1898 .. 56
1
12 * 56
1
12

56′!,
4
o/o
Japan 1899 ………53

54

54
3
18 +
1’Is
4
,
0
10 Argentinië Buitenl.. – 54

54

54
5
0/
Brazilië 1895 ……46/8

46
8
16

46I9
5
, O/

,,

1913 ……..52
1
11

52
1
1

52
1
1,

De locale afdeelinigen hadden voor het meerendeel een
ongunstig verloop. De verkoopdrang, die voor aandeelen
Koninklijke Petroleum Maatschappij uit het buitenland be-. stond, had hier ter beu rze een flauwe houding op de petro-
leumafdn,eling ten gevolge, welke, stemming zich aan de
gansche beurs mededeelde. Slechts af en toe kon men een
herstel constateeren, doch dit was dan gewoonlijk dan vol-
genden dag reeds weder verdwenen. Ons publiek stond
hier vrijwel buiten; het was de arbitrage, die hier opereer-
de en die den daghandel of de beurs-speculatie tegenover
zich vond; deze omstandigheid is dan ook de ooaaak van
den geringen weerstand, die op onze plaats ondi’!’vonden
werd. In aansluiting aan het hoofdfonds waren ook de
Roemeensche sooi’ten lager afgedaan.
Bestond. voor de
Suilcermarkt
aanvankelijk een ‘betere

toon, ook’ hier werd de tendens gaandeweg ongeanimeer.
der. Wel waren de suikerberichten, zoowel uit Java als
uit Cuba, stellig niet ongunstig te noemen, doch naar het
scheen, evaren op sommige ‘dagen vrij omvangrijke ver-
koop-orders voor Indische rekening in cle markt, die ‘het
koerspeil toch al reeds gedrukt zouden hebben.
Doch
‘hier-
bij kwam nu nog de tendens voor aandeelen. Koninklijke
Petroleum Mij., die al’s steeds invloed op de geheele markt
had. Vooral tegen het slot der berichteperiode nam de
betrokken afdeeling een flauwe houding aan.
De
Rubberniarkt
bleef nagenoeg geheel verlaten. De
enkele noteeringen, die in den loop der week tot stand
zijn gekomen, vormen niet eens een goeclen maatstaf ter
beoordeeling. Vaak werd een dergelijke noteering tot stand
gebracht ‘bij een omzet van ddn aandeel; hoe gering overi
guns de handel ‘hier is, moge ‘blijken uit de omstandigheid,
‘dat dén keer zelfs in het geheel geen noteering voor aan-
deelen Amsterdam Rubber tot stand ‘kon komen, welk
fonds toch tot de ‘meest courante van de afdeeli’ng gerekend
mag worden.
Ook de
Tabaksmarkt
heeft zich niet kunnen onttrekken
aan de algemeene tendens. Aanvankelijk ‘bestobd hier
goede vraag, voornamelijk voor aandeelen Senembali, doch
toen later het algemeen markt-aspect keerde, sloot ook hier
de stemming zich aan. Toch zijn de koersverschillen hier
niet zoo groot, omdat het aasiJbod slechts bestaat uit een
enkel stuk.
Voor handels-vennootschappen en industrieele onderne-
mingen is de animo nog niet teruggekeerd. Een valsche
voorstelling zou ivellioht de koersverlieffing van 58 pCt.
voor aandeelen Stokvis te voorschijn kunnen roepen, indien
hier niet ‘werd medegedeeld, dat deze avance is veroorzaakt
door de geforceerde afwikkeling van een contramine-posi-
tie, waarbij’ de kooper ‘levering van de stukken heeft ver-
langd.

1 Feb. 4 Feb. 7 Feb.
Riizing of
dal,ng.

Amsterdainsche Bank

….
178
177
177

1
Ned.Handel-Mij. eert.v.aand.
194
1
1,
190
190
1
14

4
Rotterd. Bankvereeniging..
128
128
1
11
128
1
1,
+
11
Amst. Superfosfaatfabriek..
125
5
I
12514
‘125’1
Van Berkel’s Patent ……
99
98
98
-. 1
Instilinde Oliefabriek

….
82′,’,
78
781/g
3814
Jurgens’ Ver. Fabr. pr.aand.
87 88
8711/,,
+
‘/ia
Ned. Scheepsbouw-Mij

….
89
7
1s
,

90
71
90’12
±
1
/e
Philips’ Gloeilampenfabriek
449

411
419

3Q
R. ‘S. Stokvis
&
Zoneü
….
567 625 625
+
58
Vereenigde Blikfabrieken..
107
103’1
104
1
1,

2′!, Compania MercantilArgent.
164
8
1
15514
158′!,

6
1
14
Cultuur-Mij. d. Vorsténland.
23681
4

226’12
221
– 15
5
14
Handeisver. Amsterdam

..
576
8
1,1
559
549’1

Roll. Transati. Handelsver.
54
1
12
54
/,
54I1
Linde Teves
&
Stokvis
. .
-.
140 132
131

9
VanNierop&Co’sHandel-Mij.
96’1
90/
9111,.

4’/
Tels
&
Co’s Handel.Mij ….
90,
83
84

6
Gecons Roll. Petroleum-Mij.
214’/4 200


199


– 15
3
14
Kn. Petroleum-Mij. …….
561 521
3
14
515
1
1,
-45
1
12
Orion Petroleum-Mij……..
59
54
1
1.
54

5
Steaua Romana Petr..Mij…
120
120′!, 120′!,
+
‘1,
Amsterdam-Rubber-Mij. ….
134
125
1
1
12714

6
8
1
Nederl..Rubber-Mij.

…….
69
64
66

3
Oost-Java-Rubber-Mij……
215
207’12
200
3
1g
14
1
1
Deli-Maatschappij

……..
514
497
1
12
498
1
12

15
1
1,
Medan-Tabak-Maatschappij.
330
320
325


-•
SenembahMaatschappij ….
650
632 629


21
De
scheepvaatrt-afdeeiing
bleef verlaten,
doch niet zonder
een vrij goeden ondertoon.

1 Feb.
4 Feb:
7 Feb.
Riizingof

Holland-Amerika-Lijn

..
.
2691
260
1
1,
265

481
4

,,gem.eig.
255/
4

255
250′!,

48/
4

Holland-GuIf-Stoomv.-Mij.

.
165
165 165
Holl. Alg. Atl. Stoomv.-Mij.
20
20 20
Hollandsche Stoomboot-Mij.
108’/
109
110
+
11/4
Java-China-Japan-Lijn


180
1
1
175 175
– 5,14
Kon. Hollandsche Lloyd
..
99
1
12
99
102
1
12
+
3
Kon. Ned. Stoomb.-Mij.
137
132
1
1,
131

6
Koüinkl.-Paketvaart Mij
154’12
152
‘151’

3′!,
Maatschappij Zeevaart
164 164
164
Nederl. Scheepvaart-Unie..,
171
1
1,
167
1
14
165’1

Nievelt

G6udriaan

……
271 271
271
Rotterdamsche Lloyd ……
Ï68/8
165
5
14
‘166
3
/

1
81
Stoomv.-Mij.,,Hillegersberg”
138
138
138
,,Netlerland”
,
204


198
199’11

4
1
1,
,,Noordzee”

.
51
1
1,
50

50

,,

,,Oostzee”
138 135
129
-9
Op
de
Amerikaansche af deefing
trokken
aandeelen Mexi-
caû International de aandacht in
verband
met de
‘bewe-

134

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 Februari 1921

ging voor Mexicaansche waarden
in

het
algemeen.

De
overige soorten zonder. belangstelling.

1 Feb.
4 Feb.
7 Feb.
RgOb
dalin

American Car &
Foundry..
144
1
/g
142h1a
143/4

_.:. 1

Anaconda Copper

……..
92’/8
88
1
/
90’/


211
Un. Stats Steel Corp…..
97
8
/4
95
1
I8
95
8
18
.


2
8
/
8

Atchison Topeka

……..
96’/s 96’/io
96’Iio


1
8
/16
Southern

Pacific

………
91
91
90


1
Union Pacific
.
…………
l39/
s

138
1
14
13712


2
1
/
6

Int. Merc. Marine orig. Corn.
17
1
18
16’/8
16118


1/,

prefs.
71
65
61’/


9
7
18

Prolongatie

noteerde

aan

het
einde
der

berichts-
per iode 3
Y
pCt.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

Wegens uitstedigheid
was
onze medewerker tot ons leed-
wezen verhinderd deze week het gebruikelijk overzicht
samen te stellen. Men zie voor den staat volgende pagina.

SUIKER.

Op de A m e r i k a aus c h e markt heerschte in de eerste
helft der afgeloopen week eene flauwe stemming ten ge.
volge van vrij groot aanbod van Cuba, alwaar zwakke
houders zich genoodzaakt. zagen hunne suikers tot ver-
laagde prijzen aan de markt te brengen. De noteering voor
spot centrifugals te New York liep tot 4.52 cents terug,
terwijl ook de prijzen op de termijnmarkt verder daalden
en zaken tot stand kwamen voor prompte verseheping van
Ciiba op basis van 3Y2 cents c. & 1. New York. Spoedig
volgde echter eene reactie, die volgens berichten uit New
York verband houdt met een aankoop door de Royal Corn.
mission van 100.000 tons Cubasuiker April/Juni versche-
ping tot 4 cents fob. De slotnoteeringen der
week
luidden:
spot centrifugals 4.64; Maart 4.19, April 4.29, Mei 4.40,
Juli 4.60 cents. De laatste C u b a-statistiek toont eenige verbetering:

1921

1920

1919

Weekontvangst tot’29 Jan 102.000 116.735 1g1.266 tons
Tot.ontv.sed. 1Dec.- 29Jan 243.000 667.000 452.618
Werkende fabrieken

156

183

184
Weekexport tot 29 Jan…

22.000

93.199

62.565
Totaalexportsecl.29
,, ..-

51.000 371.763 201.144
Totale voorraad 29

.. 319.000 264.700 249.232

Op de J a v a-mar.kt bleef de stemming kalm, doch prijs.
houdend. De Vereenigde Producenten verkochten verdere
6000 tons No. 16 en hooger uit den nieuwen oogst op de
oude prijsbasis, t6rwijl in de tweede hand eene partij
ready Superieur, tot
f
25.- van eigenaar verwisselde.
De prijzen voor loco Javasuiker in. Ho ii & n d bleven
vrij stabiel tussehen f41.- en 42.-.

NOTEERINGEN.

1
Am,ter-
dom

Londen
New York
96 pCI.
While Java
1
Amer. Gra.
Dold
t loopende
T
cle,
f.o.l,. per
nulated
Cii.
Centri.
Cube.,
No.
/
Febr/Maart
Febr/Maart
maand
fugal3

Sh.
Sh.
8h.
$
ets.
2 Febr.’21
If

.761-1
38/-

4,64
26Jan. ’21
J,,


761-
1

.
36/-
‘-
5,1315,21 2
Febr.’201


.

13,04
2 Febr.’igI,,

64
1
91
2516

7,28
11 Juli


14
1,,
1113
/:
8


1



3,26

KATOEN.

Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons,

Manchester, d.d. 2 Februari 1921.
Fluctuaties in Amerikaansche, katoen zijn deze week
vrij belangrijk geweest. Gedurende de eerste drie dagen
was de markt nog al wat hooger, doch daarna is de daling
begonnen, gedeeltelijk tengevolge van liquidaties van
garencontracten, verkoopen door Wallstreet en aanbieclin-
gen uit het Zuiden.
Over de geheele week zijn de termijnnoteeringen weinig
veranderd, maar in het Zuiden schijnen prijzen wat vaster
te zijn. Egyptische katoen is weer 2 d. gedaald, hoofdza-
kelijk door de zeer geringe vraag. Zoowel Amerikaansche als ook Egyptisehe garens ‘zijn
flauw, maar de afneming iszoo gering, dat vele fabrikanten
liever hun fabrieken zouden willen sluiten, daar hun dit

in vele gevallen nog voordeeliger zou uitkoinén. Hoewel de
productie tot op de helft verminderd is, schijnt het toch
nog moeilijk te zijn deze hoeveelheid te verkoopen, ter-
wijl er ook weinig animo is om thans op voorraad te spin-
nen. Men bericht wel enkele verkoopen van manufacturen,
‘doch dit heeft nog weinig invloed op de vraag naar garens,
daar de meeste fabrikanten, reeds, meer gekocht hebben
dan. zij ioodig hebben. Noteerinigen van Amerikaansche
garens zijn ongeveer 1 d. per Ib. lager en iijn zeer onre-
gelmatig. Egyptisehe nöteeringen zijn vrijwel onveranderd,
doch voor werkelijke orders kan men wel eenige reductie
bedingen.

Hoewel men algemeen meent, dat er langzamerhand wel
zaken in manufacturen aan de markt zullen komen, zijn
deze echter tot nu toe slechts van zeer weinig beteekenis.
Zoowel katoen als zilver blijven blauw en houden .tot nu toe
elke verbetering tegen. De markt hier blijft dan ook zon-
der belangstelling en de vooruitzichten zijn verre van
gunstig. Vaste prijzen voor katoen en zilver zijn absoluut
•noodig voor een hervatting van den handel in een eenigs-
zins normalen omvang en zelfs zij, die ,thns geen voorraden
‘en ook weinig dure contracten hebben, doen beter nog wat
te wachten, totdat de markt hier wat vaster wordt.

26Jan.
2
Febr.

26 Jan. 2 Febr.
Liverpoolnoteeringen.

.

T.T. op Indië …. 115
3/
114116
F.G.F. Sakellaridis 21,50 19,00 T.T. op Hongkong 2/10 2/5
6/

G.F. No. 1 Oomra 5,75 5,50 T.T.op
Shanghai
3110 3/3

Noteeringen voor Loco-Katoen.

(Middling Uplands).

7Febr.2l 31Jan.’21 24Jan.21 7Febr.’20I7Febr.’19

New York voor
Middling .. 13,65e 14,30e 16,85e 38,- c 25,- e
New Orleans
voor Middling 13,25 c 14,- c 14,50e 38,75 e 27,- c
Liverpool voor

J
Fy Middling 9,284

9,40d

9,78 d 28,97 d’ 17,97 d
8

‘) 6 Febr. 1920.
2)
Middling.

Ontvangsten in, en, uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen).

1
Aug.

Overeenkom,tige, perioden
tot
4Feb,. 21

1919-1920

1918-1919

Ontvangsten Gulf Havens.
3266
2974
2262
‘Atlant.Havens
913
2024
1252
Uitvoer naar Gr. Brittanniël
1105
2049
1273
‘t Vasteland.
Japan ete…

1928 1871
1207

Voorraden
in
duizendtallen
4
Febr.2l
6 Febr. ’20
7
Feb,
I9

Amerik. havens ……….
1412 1402 1382
Binnenland …………..
.
1624
1204
.

1438
New York

…………….
103
60
89
New Orleans ………….426
402
.

451
Liverpool

……………
.
024
1

1067
496


KOFFIE,

Statistiek der firma G. Duuring & Zoon.

Zichtbare voorraad op 1 Februari 1921, in duizenden balen.

1921
1920
1919
1918
1914
Voorraad in Europa
. –
2.000
2.308
434 2.628
7.693
(Brazilië ..
Stoomend
480
620
854 374 795
Oost-Indië.
n. Europa

1
?
28
tVer. Staten
,





42
2.480 2.928
1.288
3.002
a8.556
.

Voorraad Ver. Staten
1.647
1.322 1.063
2.120
1.576

Stoomend lBrazilië ..
712 444
400
871
618
naar

‘lOost-Indië.
1 1
1
1
12
Ver.StatenL

4.839
4.694,
2.751
5.993
10.762
Voorraad in Rio ….
421
369
827
593 380
Santos..
3.479
4.227
8.003
5.349
2.064
Bahia’ ..
38

19
74
67
70

Totaal……
8.777 9.309 11.655
12.002 13.276
Op 1 jaiivari

……
8.765
9.870
11.364
11.337 13.665

1920
1919
1918
1917
1913

Op

1

Juli

………..
6.750
10.336
11.7.02

7.778
10.275

9 Februari 1921

ËCONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTÈN

’35
II

Noteeringen.

Locoprjzen te Rotterdam/Amsterdam.

Chicago
Buenos
Avro,
Soorten.
7 Febr.
1

31 Jan.
7 Febr.
Dato
1921
1921
1920
Tanoe
May,
Have,
Tanoe
.

May,
L(jnzèad

Tarwes

…………..
1)

Rdgge (No. 2. Western) ‘)
21,25 21,25
22,- 22,-

Maart
Mei Mei
Febr. Febr. Febr.

5Feb.’21
162
1
1
66
1
12
43
7
18
18,75
9,70 14,10
Mais (La Plata)

……’)
285,-
278,-
358,-
29
Jan.’21
163

42
1
14
17,05 9,25
13,75
Gerst (48 ib. feeding)
.
.’)
295,-
310,-
440,-
6Feb.’20

131
51
79
3
18
13,65
6,20
21,13′)
Haver (38 ib. white cl.).
.1)

14,- 15,-
22,-
5Feb.’19
226
113
7
1
55’/
11,40
520
18,70′)
Lijnkoeken (Noord-Amen-
5Feb.’18
220
124/,
80
1
1
13,15
5
)
7,20
8
)
19,65)
ka van La Plata-zaad)’)
197,50
202,50
267,50
20Juli’14
82

1)
56319′)
361/,

)
9,40′)
5,38
2)
13,702)
Lijnzaad (La Plata)..
..’)
J

370,- 390,-
810,-

t
)
per Dec.
‘)
per
Sept.
8)

per Maart.
i)
p. 100 K.G.

)
p. 2000
K.G.

‘)
p
1000 K.G.
4)

per
1
1960 K.G.

*) Hard/Red Winter
Wheat
nr. 2.

AANVOEREN in tonsvan 1000 K.G.

Rotterdam
Amsterdam

.

.
Totaal
Artikelen.

31
Jan.-5 F

eb.J
Sedert
1

Ooereenk.
31 Jan.-5 Feb.I

Sedert
1

Ooereenk.
1921
1920
1921
t

1 Jan. 1921
tijdvak 1920
1921
1

1 Jan. 1921
t

tijdvak 1920

6.472 71.861 37.312

978
8.493.
72.829
45.805
Tarwe ………………

13.371



135
13.371
135
Rogge

……………….
Boekweit

…….. ….
…-
329 1.966
– – –
329 1.966
12.004
74.606
41.604

6.511
6.043
81.117
.
47.647
9.921




9.921

430
9.445

419

849
9.445

Mais

……………..
Gerst

……………..-

Lijnzaad ……………
9.361
3.367

13.043

22.404
3.367

Haver

………………-
1
..150
6.737 11.922 12.812

2.730
1.007
14.652 13.819
Lijnkoek ……………
Tarwemeel ………….122
946 5.779

.

946
5.779
Andere meelsoorten
..


2.447 3.198

– –
2.447 3.198

(Mededeeling van de Makelaars G. Duuring
&
Zoon, ‘Kolfi
.

THEE.
&
Witkamp en Leonard Jacobson
&
Zonen).
(Opgave van den makelaar J. van Eck.)
Noteeringen en voorraden.
Bericht van den afloop Theeveiling.

Rio
Santo,
Aanbod in veiling bestond uit:
Data
Wisselkoers
Heden

5
Februari 1921
Voorraad Voorraad
18218 kn. Java thee

.
24108 kn. Java thee’

5 Febr. 1921
438.000
1
7.870
3.512.000!
9.100
91116
138

,,

Sumatra thee


1576

,,

ex. voorg. veil.


29
‘Jan. 1921
465.000
1

7.995
3.446.0001
9.200
911l1
1161

Javathee Rot-
,,
22

,,

1921
466.000
1

7.795
3.432.000
I

9.100
91110
terdam ligg.


5
Febr. 1920 313.000 111.025
1.248.000
114.900
18112
Totaal.
.

21093 kn. thee.

24108 kn. thee.
Ontvangsten.
Aanbd
1
Januari tot heden:

idem 1920

Rio
1
Santo,
39515 kn. Java thee

41933 kn. Java thee

Dota
1

_________
243,.$umatra thee4603,,

Sumatra thee
1
Afgeloopen
week

_
Sedert
1t
Juli
1
Afgdoopen
1

_
week
Sedert
1juli
Totaal
..
39758 kn. thee.

46536 kn: thee

5 Febr.
1921..
.
.1
42.000
1
1.802.000
1

156.000
7.316.000
De taxatie was opgemaakt
op
basis afloop voorgaande

5
Febr. 1920..
. .1
57.000
1.618.000
61.000 3.261.000,
veiling, de stemming was kalm.
Loop der prijzen: v6or prima blad waarvan het aanbod klein was waren de prjze1 vrijwel onveranderd, een paar
HUIDEN.

.

.
nummers zeer goede thee gingen vrij belangrijk boven taxa-
Bericht
van
de firma Grisar
& Co.
tie, midden kwaliteiten iets onregelmatig en verder meeren-
In

den toestand der

Europeesche markt
komt
geen
deels onder taxatie verkocht, ordinaire theeën vrij belangrijk

merkbare verandering. Koopers houden zioh nog steeds
lager. Gebroken thee, prima prjshoudend, midden kwali-

terug, vreezende, dat de daling nog niet voldoende
is.
Men
teiten circa taxatie, ordinaire theeën dust, fannings en bohea koopt alleen gelegenlieidskoopjes, oude
stook
en partijen,
lager.
die ft tout prix gerealiseerd worden.
Opgehouden werden 7255, 10812 en 39116 kn. thee.
Zoo
toonde dan
ook
de veiling van Dinsdag
1
Fbruan1 Van de thee
in
naveiling werden slechts afgedaan 334 kn.
en de inschrijving van Donderdag
3
Februari, dat
VOO!
.
De volgende veiling zal plaats hebben
op
Donderdag
24
goede ‘waar geen interesse
is,
terwijl daarentegen alle min-‘
Februari e.k., aangeboden zullen worden circa 18500 kn. thee.
dere waar koopers vond.
.


Amsterdam, 3 Februari 1921.

1

van ae Veiling en 1aarna werdenverkocht:
Ca. 10.000 droge huiden …. . …… van 9 tot 5234 cts.
2.300 gezouten ,. ……….. 29 4134
1.600 drooggezouten huiden … ,, 22 ,, 3634
Van de inschrijving werden verkocht: Ca. 100 balen Calcutta & Dacca Double Rejections, tot
geheimen prijs, waarvan de Double Rejections op circa-
10 cts. gemeld worden.
Verder ca 800 FE/JB Java runderhuiden van ca. 6 K.G.
11 60165 ets.
De La Plata markt is stil. Van de Europeesche markt
weinig nieuws. Zoo juist meldt men den verkoop van
10.000 Frigorifiques
ft
32 pesos f.ob., zijnde ca. 8 pence,
c.i.f.
Liverpooi.
Inlandscliehu.jden: ‘zonder zaken.
K a 1f 8 v ei 1 en: vast, en iets hooger voor versche vel-len nieuwe productie. Voorjarige vellen verlaten.
L00is to f f e n: met veel vraag voor Quebracho. De
disponibele voorraad grootendeels geruimd; offerten op af.
lading luiden:
£
29/30.
D i v i d i v i: afgedaan 55 ton Curaçao.

5 Februari 1921.

METALEN.

Loco-Noteeringen te Londen:

Data
Ijzer
Cle,,.
K
Stan°drd
Tin
Lood
Zink

7 Febr. 1921..
nom.
72.216
166.151-
22.1216
24.151-
31
Jan.

1921..
nom.
67.1716
168.151-
23.26
24.151-
9
Febr. 1920..
nom.
121.1716
392.1216
49.216
62.-/-
10
Febr.
1919.
nom.
80.-/-
233.101-
29.-/-
44.-/-‘
20Juli

1914..
5114
61.-1-
145.151-
10.-!-
21.101-

RUBBER.

In het begin der afgeloopen week was de stemming op
de nubbermarkt iets beter doch uitsluitend voor directe
verscheping van Indië naar New York. Voor loco bestond
echter weinig belangstelling en langzamerhand verflauwde
de kooplust, zoodat aan het einde der week de prijzen
weder op ongeveer het oude niveau waren.

136

ECÖNOMISCH-STTISTISCHE BERICHTEN

9 Februari 1921

De noteeringen zijn:

einde vorige week:

Prima Crpe loco ……….
62’12
c………..65

C.
Febr.jMaart . . . 631/2 ,………..64
April/Juni .. .. 66

,………..66
Smoked Sheets loco ……..
58/2
,………..
59

Febr.f Maart. . 57
112
,………..
57/i
Apr./Juni .. 58112 ,.

………. 58 12
4 Februari 1921.

VERKEERSWEZ EN.

SCHEEPVAART.

Veertiendaagseb ovenzicht.

De vrachtenmarkt blijft nog steeds op een abnormaal
laag peil, zoo laag, dat de vrachten niet de kosten van
een reis kumien goed maken. De vraag naar schepen blijft
in alle richtingen uiterst beperkt en er wordt vrijwel niets
anders bevracht dan schepen, die thuis moeten komen of
die een geregelden dienst moeten onderhouden en daardoor
niet uit de vaart kunnen worden genomen.
Het aantal opliggende schepen neemt in alle havens
snel toe.
Ook de uitgaande kolenvrachten van Engeland blijven
op een bespottelijk laag peil, zoodat zelfs met de lagere
kolenprijzen geen loonende rondreis kan worden verwacht.

GRAAN.

All. Kust

1
°”° 1
Odessa

Ver. Staten

San Lorenzo
grad
Data
1
Rotte,-
Londen1
1
dom

Rotte,- Bristol Rotte,-
1
Enge. R’dom

dam 1 Kanaal dam
1
land

81
J.15 Feb. 1921
j

1

1

1

301-

301-
24/29 Jan.
19211


1

61-
1
3216
1

32/6

217

Febr.
19201

1

I)
f
661
2
) 816

1
2001-
1
2
)10716

318

,, 19191

1

1
1716

1

Juli
19141

lid.
713

111111
4

1/111/I
121-

121-

KOLEN.

Cardif
Oostk Engeland

Data
Bar- Genua
Port
a
t

L
Plata
Rotte,-
Gothen-
dcaux
Said
Rtvter

dam

31
J.15
Feb. ’21 10/-

1716

161- 1716

716

24129 Jan. ’21

1716

17/3

7/3


217 Febr. ’20 57/6

70/-

751- 3716

f
12

s/s

,,

’19 541-

4716

47/6 501-

f
10 Kr. 60

Juli 1914
Ir.
7,-

71-

713 1416

312

41-

DIVERSEN.

Bombay

Birma

Vladivo-

Chili

D a

West

West

slock

West
,

Europa Europa

West

Europa (d. w.)

(rijst)

Europa (salpeter)

31 Jan/S Feb. 1921….

301–

40/-

24/29 Januari 1921….

3216

451-
217 Februari 1920…

1401-


318

,,

1919..
..


Juli

1914.. . –

1416

16/3

251-

2213

1)
Per ton stukgoed. ‘) Voor Britsche schepen.
Graan Petrograd per qua,ter van 496 16. zwaar. Odessa per unit. Ver. Staten
per quarter van 480 lbs zwaar.
Overige noteeringen per ton van 1015 K.G.

RIJN
VAART.

Week van 31 Januari tot 7 Februari 1921.
Het ver-keer bleef in de afgeloopen week nog van ge-
ringen omvang. Zoowel te Rotterdam als te Antwerpen
waren de aanvoeren matig en speciaal de opgehouden
import van Amerikaansche kolen is terdege merkbaar. Ook
van de Ruhr naar den Bovenrjn waren de verladingen
niet van beteekenis en overtrof de aangeboden scheeps-
ruimte ver cle ter verseheping komende lowantiteiten.
Als gevolg van een en ander bleven de vrachten en
aleeploonen ‘op den lagen stand van enkele weken geleden.
De ertsvra.cht van Rotterdam naar de Ruihrhavens werd
op circa 50 cents per last bij
Y
4
lostijd genoteerd. Van
IWtterdam naar den Bovenrjn tot Manniheim kon men tot

f
1.- per last slagen. Sleeploon Rotterdam-Ru!hrort no-
teerde 1001110 cents-tarief.
Van Antwerpen naar Manniheim werden enkele transpor-
ten (vracht inclusief sleeploon) tegen Franca 17.- en
Francs 18.- afgesloten.
Ru h r o r t. Het sleeploon Ruhrort-Manniheim werd op
ongeveer Mark 28.- per ton genoteerd, bij zeer weinig
aanbod. De daghuur bedroeg Mk. 0.50 per ton, doch in den

laatsten tijd gaat men allengs er toe over, uitsluitend per
ton voor de geheele reis te bevrachten.
Exportkolen, Ruhrort/Rotterdam, werden
bevracht tegen 30 cents
ier
ton en 65 cents van Kanaal,
beide met Vrij sleepen.
Het water valt weder gestadig en Cauber Pegel noteerde 7 Februari nog slechts 1.58 Meter.

INKL.ARINQEN.

,DELFZIJL.

Januari 1921

Januari 1920
Landen van
her kom s t

Aantal N.R.T.
Aantal
N. R. T.
schepen

schepen

Binnenl. havens

2

559

11

572
Duitschland

14

5.553

19

2.816
Zweden

2

601

10

1.578
Denemarken

1

107
Rusland-Oostz.h

1

650


Finland

2

435

2

619

Chili …………1

2.346

Totaal ….

22

10.144

43

5.692

Nationaliteit.

Nederlandsche

7

4.409

22

1.847
Duitsche

13

5.134

19

3.085
Zweedsche

1

304

2

760
Andere

1

297

Totaal ….

22

10.144

43

5.692

(A. van Dijk.)

IJMUIDEN.

Januari 1921

Januari 1920
Landen van
herkomst

Aantal N.R.T.
Aantal
N.R.T.
schepen

schepen

Binnen!, havens
20 21.490
18
20.757
Groot-Brittannië
72
58.749
41
18.299
Duitsehland…,
29
31.445
27
16.302
Noorwegen
1
262
4
2.179
Zweden
3
1.574
18
10.972
Denemarken
10
3.276
10
4.685
Rusland-Oostz.h


1
469
Finland
2
1.087
9
3.692
België
1
864
1
685
Frankrijk
14
4.812
11
7.019
Spanje
7
6.854
8
6.564
Italië ……….
1
693
– –
Oostenr.-Hong.,

Griekenland
1
637
S
2.218
Levant
3
4.737
– –
Roemenië, Bulga-
1
1.146
Over.W.k.Afrika
2

.

2.651


Voor-Indië


1
2.426
Ned. Oost-Indië
11
39.580
16
.
56.299
And. Aziat. hav.

2
7.859
1
4.798

Vereen. Staten
3
7.670
4
12.033

Ned. West-In dië-
Ned. Antillen
2
4.186
S
11.849
Argentinië, Uru-
guay
6
22.624
5
20.213

Over. Z.-Ainerik
2
6.101

193
227.797
178
201.354

rije………..

Totaal ….

Periode 1 Jan.- 31 Januari ..
193
227.797
178
201.354

Nationaliteit.

Nederlandsche
113
151.412
75
104.833

Britsche
39
54.500
19
26.365

Duitsche
24
9.313
59
31.510

Noorsche
8
6.199
6
6.812

Belgische
Fransche

4

626
2
1
897
26

Zweedsche
3
1.850
8
12.465

Vereenigde Stat


1
4.064

Andere
2
3.897
7
14.388

193
227.797
178
201.854
Totaal….

(Vereenigde
Scheepsagenturen
van

Halverhout
&
Zwart
en Zurmühlen
&
Co.)

9 Februari 1921

137

DE TWENTSCHE BANK

AMSTERDAM – ROTTERDAM – ‘s-GRAVENHAGE – DORDRECHT UTRECHT ZAANDAM

Maancstaat op 31 Januari 1921


DEBET

Aandeelhouders nog te storten ………………………..
f
1.784.700,
Deelneming in dè firma’s:

B. W. BLIJDENSTEIN & Co., te Londen;
B. W. BLIJDENSTEIN Jr., te Enschede;
LEDEBOER & Co., te Almelo,
f
7.503.125,—, waarvan in
geld gestort

…………
……………………….,,

5.953.125,—

Deelneming in bevriende Bankinstellingen f6.703.527,24, waar-
va

in geld gestort …………………………….,,

5.019.627,24

Fondsen van Aandeelhouders

te Amsterdam, Rotterdam, ‘s-Gravenhage en Utrecht . . . .
f
36.527.450,-
Fondsen door ons gedeponeerd voor rekening van bevriende
instellingen …………………………………… ,,

6.233.900,-

Kassa, Wissels en Coupons

Nederlandsche Schatkistbiljetten en Schatkistpromessen …..
Saldo’s bi.j Bankiers:

beschikbaar voor eigen gebruik …………………….
f
8.099.576,5934
voor rekening van derden ……………. . ……….. ,,33.995.271,42

Daggeldleeningen ……………………………………

Prolongatiën gegeven ………………….. …………..

Eigen Fondsen en Syndicaten ……………………….
Credietvereeniging

………………………………..
f

78.726.088,98
Af: loopende Promessen …………………….. . ……. ,, 13.900.000,-

f
12.757.452,24

42.761.350,-
62.840.390,15
10.212.605,50

42.094.848,0134
500.000,-
14.213.745,-
8.889.680,4334

,, 64.826.088,68
Voorschotten tegen Onderpand of Borgtocht en Saldo’s Rek. Ort.
f
87.641.572,6634

Af: loopende Promessen ……………..
………………

10.029.700,-
77.611.872,6634

11
Voorschotten op Consignatiën ……………………….

3.042.359,54
Gebouwen.

…………………… . …………………..

,,

3.763.652,51

Totaal

f
343.514.044,7334

CREDIT

Kapitaal

…………………………………………
.
f 35500.000,-
Reservefonds

………………..
……………………
Buitengewone

Reser’e ………….. …………………….
,,

7.594.457,06
,,

1.000.000,-
Waarborgfonds Credietvereeniging

……………………
,,

6.061.807,50
Reserve

Credietvereeniging

………. ………………….
,,

3.794.118,77

f
53.950.383,33
Aandeelhouders voor gedeponeerde fondsen
als waarborg voor 90 pOt. storting op aandeelen B
f

1.784.700,-
in

Leen-Depôt

………………………………..
,,
40.976.650,-

42.761.350,—
Zieken-

en

Pensioenfondsen

………………………….
f

274.528,54
Reserve voor te verleenen Pensioenen …………………..
957.106,17

12
1.231.634,71
Deposito’s

……………………………………….

53.770.154,2134
Prolongatie-Deposito’s ………………………………..
S

5.912.700,—
Saldo te ontvangen en te leveren fondsen
838.257,73
Saldo’s Rekeningen

Courant

… ……………………….
f
93.682.213,1534
voor gelden in het Buitenland
,, 33.995.271,42
Oredietvereeniging
………….
,,

4.721.958,73

132.399.443,3034
Beleeningen en Daggeld genomen ………….
. ……. ……
,,
8.250.000,-
De

Nederlandsche Bank
…….
………………………

4.912.590,20
Te

betalen

Wissels

………………………………..

33.285.082,30
Diverse

Rekeningen ………………………………..

6.202.448,943/2

Totaal

……
f
343.514.044,7334

138

9 Februari 1921

De N.V.Nederlandsche Huistelefoon-Maatschappij

ROTTERDAM

‘s-GRAVENHAGE

GRONINGEN

Telefoon 3800

Telefoon H 280, 300

Telefoon 1555

AMSTERDAM

LEEUWARDEN

ARNHEM

Telefoon N 5580

Telefoon 2723

levert uit voorraad
TELEFOON-, SCHEL-, ELECTR. KLOK-INSTALLATIES,
etc.,

in huur en koop.

Herstelt en onderhoudt onder garant i e ook alle niet door haar uitgevoerde installaties.

PROSPECTUS GRATIS.

FOIRE DE LYON — 1-15 MAART 1921

Inlichtingen worden verstrekt door de vertegenwoordigers:

IE

WORMS & C, 32 Westerkade, ROTTERDAM

ONTVANG-
EN
BETAALKAS

NIEUWE DOELENSTRAAT
20

22
AMSTERDAM

DEP0sIT0’s VOOR i JAAR FIXE
á 4

/
2
PCT.

GELDEN, OP DEZEN TERMIJN GESTORT, ZIJN NA AFLOOP

VAN HET JAAR ZONDER OPZEGGING BESCHIKBAAR.

NIET OPGEVORDERD ZIJNDE, WORDT DE POST STIL-

ZWIJGEND VOOR GELIJKEN TERMIJN VERLENGD.

DE RENTE KAN NAAR VERKIEZING PER KWARTAAL, PER.

HALF JAAR OF PER JAAR ONTVANGEN WORDEN.

KONINKLIJKE

HOLLANDSCHE

LLOYD

AMSTERDAM

PASSAGIERS-, VRACHT- EN

POSTDIENSTEN

NAAR

ZUID -AMERIKA

CUBA EN MEXICO

EN

NOORD -AMERIKA

UNIE BANK

voor

Nederland en Koloniën

AMSTERDAM en ROTTERDAM
Agentachappen in Nederland en lndiê:

‘s-GRAVEN HAGE,

TILBURG, LEEUWARDEN,

OISTERWIJK, UDENHOUT,

LOCHEM, BORCULO,

BATAVIA, SOERABAVA,

SEMARANG, BANDOENG,

MEDAN
EN
WELTEVREDEN

Nijgh & Van Ditmar’s

Uitgevers-Maatschappij

Belast zich met ‘t verzorgen van

uitgaven en tijdschriften

Te koop gevraagd:

alle verschenen jaargangen
van de

Ecoll.-Stat. Borichteil.

Liefst gebonden.

Br. Ir. m. prijsopg. aan de N.V. Boek-
handel v/h. W. P. van Stockum & Zn.,
Den Haag.

VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ

,,GELRIA”

ROTTERDAM

Maatscliippslljk Kapitaal
f
2.500.000,-

waarva.
geplaatst
f
500.000,-

TRANSPORT- en

BRAND VERZEKERING

DIREKTIE:

C. TH. DAAMS

H. G. SCHUDDEBEURS

Kantoor WIJNHAVEN 103

Til.?… Ns. 1288* T.Isgr..Ad,as: ,,VERMAAGEL”

NEDERLANDSCH INDISCHE HANDELSBANK

AMSTERDAM

BATAVIA

‘s-GRAVENHAGE

AMPENAN, BANDOENG, BOMBAY, CALCUTTA, CHERIBON, GORONTALO,
HONGKONG, KOBE, MAKASSAR, MEDAN, MENADO, PALEMBANG, PEKALON-
GAN, PROBOLINGGO, SEMARANG, SHANGHAI, SINGAPORE, SOERABAYA,
TEGAL, TJILATJAP, WELTEVREDEN.

Kapitaal /55.000.000,-

Reaerven /43.000.000, –

Auteur