Ga direct naar de content

Jrg. 5, editie 260

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 22 1920

4
fl/iJ(jMBER 1920

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

Economi
*sch.swSt : atistische

Beri*chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL NIJVERHEiD. FINANCIËN
EN VERKEER.

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

5E JAARCANG

WOENSDAG 22 DECEMBER 1920

No. 260

Blz.

HET NIEUWE DJAMBI-ONTWERP 1 ………………..1105
Bevolkingstoeneming en Woningnood door
M. Rooy .. .. 1108

De Scheepvaart in Hamburg door
Mr. P. R. $chröder.. 1110
Londensche Correspondentie …………………….
1112

De Rijksmiddelen
…………………………….
1114

AANTEEKENING:
De meelexport van Amerika ………………….
1114

BOEKAANKONDIGING:
Prof. Dr. Julius Wolf: Valutaund Finanznot in Deutsch-
land, bespr. door
Dr. G. J. van der Heyden ……
1115

MAANDCIJFERS:
Overzicht der Rijksmiddelen ………………..
1116

Productie der Kolenmijnen ………………….
1116

Handelsbeweging over de maand October
1920
……
1117

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
….

1118-1124

Geidkoersen.

Effectenbeurzen.

Wisselkoersen.

Goederenhandel.

Bankstaten.

Verkeerswezen.

INSTITUUT

VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruin.s.

Assistent-Redacteur voor het weekblad: D. J. Wansink.

Secretariaat: Pieter de Hooghweg
12, Rotterdam.

Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 87.
Telef. Nr. 3000. Tele gr.adres: Economisch Instituut.

Postcheque en girorekening Rotterdam No. 8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p.
in Nederland f £0,—. Buitenland en Koloniën f 22,50

per jaar. Losse nummers 50 cents.

Leden en donateurs van het Instituut ontvangen

het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos,
voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.

Advertentiën f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonne-ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Ni.jgh & van Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage.

20 DECEMBER 1920.

De toestand op de geidmarkt bleef de afgeloope6l

berich,tsweek ongeveer onveranderd. De ondertoon der

markt .was echter eerder iets vasteir. De prolongatie-

rente was wel is waar aan minder schommelingen

onderworpen en de noteeringen kwamen niet zoo hoog,

maar het flauwe ‘slot van de -vorige week ‘kon niet ge-

handhaafd blijven en meestal werd 5 pOt. genoteerd.

In de noteeving voor particulier disconto ‘kwam igeen

verandering, maar liet aantal wissels, ‘dat voor 33%

pOt. plastsing kon vinden, was veel ‘geringer en ‘in

den regel werd voor
$7/s
pOt. afgedaan. Heden was

onder 4 pOt. ‘niet te plaatsen, hetgeen voor een deel
was toe te schrijven aan dan ‘uitslag van de inschrij-
ving op het ‘scha’tkistpapier.

Ingeschreven werd in totaal voor
f
78.127.000.

Toegewezen werden
f
36.870.000 3-maandspromevsen â

f
990,—,
f
20.660.000 6-maan’d’spromessen
k f
980,-

en
f
7.467.000 biljetten
f
1000,46, gevende ‘dus een

rendement van ongeveer 41/16,
4
en 43/s pOt.

*

*

Op ‘de wisselmarkt kwamen ‘deze week weder groote

schommelingen voor. Vooral’ Londen en New York
waren zeer flauw. Londen liep terug tot 11.153, ter-
wijl New York tot 3.13 werd afgedaan. Vrijdagmid-

dag begon die koers te keeren en liep weder snel om-

hoog, zoodat heden weder voor 11.25Y2 en 3.23 verhan-

deld werd. Over het algemeen blijft de stemming voor

£ en $ toch eerder flauw. De vraag van den goederen-

handel is zeer gering, hetgeen ‘bij de veel lagere goede-

renprijzen en de stagnatie in iden handel niet te ver-

wonderen valt. Een nieuwe ‘daling van ‘den, ‘dollarkoers

is dus niet uitgesloten, waarbij idan pondèn allicht

medegetrokken worden, daar een ‘groot ‘gedeelte der

betalingen aan Amerika nog steeds door middel van

p’onden ‘geschiedt.

LONDEN, 18 DECEMBER 1920.

Ondanks het feit dat bij een jaarwisseling de geld-

markt gewoonlijk ‘krap is en ‘de algemeene verwachting

was ‘dat ook dit jaar ‘hierop geen uitzondering ge-

maakt zou worden, is de markt tot nu toe toch gemak-

kelijk te noemen en moet dit te danken zijn aan ‘het

niet h’ernieuwen van ‘groote posten sehatkistwissels

welke vervielen, en aan de latente houding der dis-

on’to-mar’kt. Daggeld werd gedaan ‘op 4-5 pOt.,

7-daagsgel’d ‘op 56 pOt.

De discontomarkt was zeer rustig en prijzen op het

oude niveau, 2-, 3-, 4- en 6-maandspapier werd ver-

handeld op 65/
8
_U/
16,
611/is, idem en 6% pOt. resp.

HET NIEUWE DJAMBI-ONTWERP.

I.

Men schrijft ons:

1. De geschiedenis van Djambi dreigt te ontaarden
in een schoolvoorbeeld van de wetgevende onmacht
van het Nederlandsohe Parlement op Koloniaal ge-

bied.
De oorzaak is niet ver te zoeken. Djambi zelf stond,
bij de ‘besprekingen, nimmer recht in het ‘brandpunt
der belangstelling. Het is ‘slechts de aanleiding ge-
weest tot een academisch ‘debat tusschen de voorstan-
d’ers van staats- en particuliere exploitatie, dat nood-
zakelijkerwijze, voor Djambi althans, onvruchtbaar
moest blijven.
Nooit immers is in a’bstracto vast te ‘stellen, wat
de beste bedrijfsvorm is; dit moet in elk concreet
geval op grond van nauwkeurige feitenkennis worden
vastgesteld. Aan zulke feitenken.nis heeft het tot dus_

INHOUD

1106

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22 December 1920

ver al te zeer ontbroken: een bepaalde bedrijfsvorm

werd door de strijders niet zoozeer voorgestaan als
middel
tot de meest economische ontginning van.
Djambi, als wel als
doel
in den strijd der politieke
dogifia’s.

Algemeen wordt ‘nu echter gevoeld, dat aan de zaak

een einde moet komen. Djambi moet in exploitatie en
wel mc spoedi.g mogelijk. Wil men de bespreking

van het thans ingediende ontwerp werkelijk vrucht-

dragend maken, dan zal men de aperte fouten der
vroegere behandeling moeten vermijden en zich moe-

ten beperken tot eene strikt zakelijke beoordeoling van
de mérites der aangeboden overeenkomst.

Waar gaat het eigenlijk om? De ‘heer Rueb, die in

nimmer 258 van dit blad eene beschouwing over

het nieuwe ontwerp gaf drukt het met treffende nauw-
keurigheid uit: Het gaat om:

,,het ten behoeve van land en volk van Indië met maxi-
mum nuttig effect in exploitatie brengen der Djambi-
terreinen:”

D.w.z. de vraag is: bij welken bedrijfsvorm kunnen
wij, uit de ontginning van Djambi, voor Indië bij de
minste risico cle grootste voordeelen verkrijgen? Een’
rekensom dus.

Vanuit dit standpunt besdhouwd is echter het arti-
kel van den heer Rueb weinig bevredigend. Het geeft

maar al ‘te zeer blijk, dat de schrijver nog geheel en al
bevangen is in de bo’venbedoelde dogmatische ‘tegen-stelling, en dat hij, in die bevangenheid, eigenlijk ver-
geten heeft het ontwerp degelijk te bestudeeren, waar-

door hem de meest essentieele voordeelen ervan ge’
heel zijn ontgaan. Doorloopend voert hij tegenover het

ontwerp ‘bezwaren van particuliere ontginning aan,
welke men erin juist heeft weten te ondervangen en

prijst hij tegenover het ontwerp voordeelen van sta’a’ts-
exploitatie aan, welke men ei’ volkomen in heeft ge-
realiseerd.

Het ware niet geraden, den heer Rueb op de’zen weg

te volgen. Het wezenlijke van het nieuwe ontwerp is
juist, dat het een prizicipieele keus tussehen staats-

en particuliere exploitatie voor Djamlyi traciit over-
bodig te maken k.ioor de invoering van een gemengd

bedrijf, waarin de niet het oog op dit speciale geval

wenscheljke eigenaardigheden van beide bedrjfsvor-
men op zoodanige wijze zijn gecombineerd, dat daar-

door liet bovenomschreven doel der Djambi-exploitatie
zoo goed mogelijk wordt bereikt.

Een faire bespreking van het ontwerp moet der-
halve van deze bedoeling van het ontwerp uitgaan. Het
ontwerp moet, ook volgens ‘s Heeren Rueb’s eigen stel-
ling aannemelijk of onaannemelijk worden geoordeeld,
niet
naar mate het meer of minder nadert tot zijn
dogmatisch ideaal van een staatsbedrijf, maar naar
mate het meer ‘of minder waarborg geeft, het maxi-
mum nuttig effect voor Indië op te leveren.
Het nuttig effect, dat de heer Rueb van de Ojam’bi-
ontginning voor Indië vordert is tweeërlei:
ci.) het fiscale voordeel;

b.)
het economische voordeel.
Allereerst willen wij opmerken, dat deze doelstelling
reeds in zichzelve eenigszins contradictoir is, omdat
beide soorten van te behalen voordeel elkaar tot op
zekere, hoogte zoo al niet uitsluiten, dan toch in den
weg zitten. Immers het verkrijgen van fiscale voor-
deelen beoogt het verkrijgen van de ‘grootst mogelijke

winsten voor de Landskas; een van de gevolgen van
het nastreven van de economische voordeelen zal vol-gens den heer Rueb zijn, dat het Land zich bij binnen-landschen afzet van’ zijn product:

,,kan,
en zich uit hoofde van zijn economische taak,
moet
tevreden stellen met een belangrijk geringere winst, dan
het particuliere bedrijf.”

Hierdoor zal een bedrijf, volgens ‘de idealen van den
heer Rueb geleid, reeds uit den aard der zaak iets
tweeslachtigs verkrijgen, •dat aan de uitkomsten van
het bedrijf nooit ten goede komen ‘kan. Het fiscale
doel van het bedrijf is duidelijk; hoe ver echter men

in het nastreven van de ,,economische taak” zal moe-

ten gaan, is geheel een kwestie van appreciatie, welke,

tenzij men ‘den bedrijfsleider een geheel ongewone en
in onze staatsinrichting niet passende macht wil toe-

kennen, steeds door de politieke autoriteiten zal moe-
ten geschieden. Het is geenszins uitgesloten dat het

najagen der economische voordeelen de anders uit
een normaal bedrijf te verkrijgen fiscale voordeelen

geheel zal te niet doen. Laat ons du’s zuiverheids’halve
de vraag, of ‘het aangeboden contract den Lande het

grootst mogelijk nuttig effect belooft, ‘afzonderlijk
beschouwen voor zoo’veel aangaat
(a)
‘de fiscale,
(b)
de economische voordeelen.

2.
De fiscale zijde van het vraajstuk.

Op welke wijze, door zuiver staatsbodrijf ‘of door

gemengd ‘bedrijf kan het Land de grootste winst voor

de Schatkist verwerven? D.w.z. op welke wijze ver-
krijgt het Dja,m’bi-produc’t bij (a) den laagsten. ‘kost-
prijs, (b)
‘de hoogste opbrengst?
(ci.)
De kostprijs.

Wat den kostprijs betreft moet er natuurlijk onder-
scheid gemaakt worden tusschen den kostprijs van het

ruwe en dien van ‘het ‘bewerkte product. Bij het be-

spreken dezer kwestie maakt de heer Rueb het zich
al ‘heel gemakkelijk. ,,Niemand betwist,” zoo zegt hij,
,,dat de Staa’t
even goed
‘als de Koninklijke kan pro-
duceeren ‘of veredelen.” In den samenhang ‘dezer be-

schouwing kan dit natuurlijk niets anders ‘beteekenen,
‘dan commercieel ,,goed”, d.w.z. ,,even goedkoop”. l)it

is nu echter juist een stelling, die door niemand, die

eenig begrip van de zaak heeft; zal worden beaamd.

De oorzaak hiervan ligt natuurlijk niet in ‘de mindere

bekwaamheid van St’aatsambten’aren clan van de ainb-
tenaren der Koninklijke, indien zij onder
gelijke
om-
standigheden zouden werken. Maar deze ‘omstandig-
heden ‘zijn nu eenmaal niet gelijk, door oorzaken waar-

aan niemand iets kan veranderen. In de eerste plaats
krijgt de Koninklijke het grootste ‘deel zijner in Indië
verkochte productie, uit ‘oude bronnen, die geboord

zijn in een tijd, toen de algemeene kostprjzen van
materiaal en den arbeid onvergelijkelijk lager waren.

De nieuwe Dja.mbi-bronnen zullen reeds om ‘die

reden circa ‘driemaal zooveel kosten als clie waaruit
Indië thans voorzien wordt. Dit blijft echter gelijk

voor het Land en voor de Bataafsche, maar aangezien
een Staatsbedrijf geheel, het Bataafsche bedrijf slechts voor een ‘klein deel van deze duurdere olie afhankelijk.
is, zal de lcostprijs van de olie van het Staatsbedrijf
noodzakelijk per eenheid veel hooger ‘moeten zijn dan die d.er Bataafsche, en ‘dus de Landswinst zelfs bij ge-
lijken verkoopaprjs als ide Koninklijke aanzienlijk
minder.

Doch ook nieuwe ‘bronnen onder directie van de

Bataafsche door het vôorgestelde ‘gemengde bedrijf in
Djambi geboord, moeten uit den aard der zaak goed-
kooper zijn, ‘en vooral sneller tot stand komen, dan
wanneer een nog in ‘te richten Staatsbedrijf ‘het werk
doen moet.
In de eerste plaats omdat de Bataafsche, boorcontrac-
ten sluitende voor het geheele wereldbedrjf der K6-
ninklijke-Shell groep uiteraard lager prijzen en zeker-
der levering van materialen kan bedingen, dan een
Staatsbedrijf, ‘dat vooral in den aanvang, zoolang het
nog klein is, onder veel minder voordeelige omstandig-
heden zal moeten inkoopen. Daarnaast staat als een
zeer groote factor de technische ervaring van ‘de Ba-ta,afsche, ‘clie belichaamd is in het ‘door haar ter be-
schikking van het gemengd ‘bedrijf te ‘stellen pelo-
neel. Het is natuurlijk ook voor een Staatsbedrijf niet
onmogelijk om aan personeel te komen: men zou dit ‘dan of ‘bij de Bataafsche moeten wegkoope’n, ‘of uit het ‘bui-
tenland moeten laten komen. Wat het eerste betreft,

is het duidelijk, dat de Bataafsche juist haar beste
men.schen nu niet zoo gemakkelijk zal laten wegkoo-
pen en dat ide Staat, wat ‘salarissen ‘betreft nu niet
zoo gemakkelijk zal kunnen opbieden tegen wat een
maatschappij als de Bataafsche in zoo’n geval gaarne

22 December
1920

ECONOMISCH.STATISTISCHE BERICHTEN

1107

doet. Ook aan de ,,Koloniale” is het nimmer gelukt

menschen van eenige boteekenis van de Bataafsche weg
te lokkQn. Men zal dus wel grootendeels op jongere

Hollandsche ingenieurs zonder ervaring en op Ame-

rikaansche boormeesters zijn aangewezen. Ik spreek

nog niet van ontwrichting, die het in de ambtelijke
salarissehema’s zou teweeg brengen, wanneer men,

volgens den tegenwoordigen stand der salarissen, een
boormeester meer salaris zou moeten geven, dan een

Resident verdient.

Doch, gesteld al (en onmogelijk is natuurlijk niets als

men er ‘het geld voor over heeft) om van den aanvang
af een voldoende talrijk en voldoend bekwaam perso-
neel bijeen te brengen, dan. nog zal het natuurlijk zeer
langen tijd kosten voor de’ze ambtenaren werkelijk een

corps in den eigenlijken zin zijn gaan vormen, en het
schijnt wei onmogelijk binnen afzieubaren tijd de be-
schikking te krijgen over de adv’iezen van zoo hoog
gespecialiseerde en zoo ruim geout-illeerde technische
afdeelingen, als die, welke ‘de Bate afsche in den loop

der jaren langzamerhand heeft opgebouwd en wier
diensten volgens ‘de bedoeling der ontworpen Overeen-
komst tegen een nominale belooning ten dienste van

het Djambi-bedrijf moeten worden gesteld.

Het geldt hier cie natuurlijke voordeelen, die eene
bedrijfsleiding ‘door den besten expert, die te krijgen

is, boven die van onervaren moet hebben, en welke ook
bij zeer conservatieve berekening den kostprijs der
Djainbi-olie bij een zuiver Staatsbedrijf belangrijk
hooger doet uitkomen, dan bij het voorgestelde ge-

mengde bedrijf.
Gelijksoortige opmerkingen gelden voor de verwer-
king. Alleen zullen hier de verschillen nog veel aan-
zienlijker zijn dan in het boor’bedrijf. Het is een be-
kend feit, .dat men om de grootste voordeelen te krj-
gen, de veredeling zoover mogelijk, moet voortzetten;
bepaalt de Staat zich dus tot eenvoudig toppen etc.,

dan derft hij daardoor een groot deel van de poten.
tieele winst. Bovendien zal het Djambi-bedrijf tot het oprichten’ van •eenigszins uitgebreide fabrieken eerst kunnen overgaan, wanneer niet, alleen een voldoende
productie, maar ook een voldoende productie-zeker-
heid verkregen is. Tenzij men dus, ongeveer terzelf-
der tijd, dat de productie inkomt, dat product naar
een bestaande fabriek kan leiden, zal een Djambi-
bedrijf gedwongen zijn voor geruimen tijd de olie of

als ruw of als haifbewerkt product te verkoopen. Daar
de productiekosten per eenheid natuurlijk lager wor-
den, naarmate het bedrijf meer .continu is en de
fabriekscapaciteit grooter, is ook uit dien hoofde bij gemengd bedrijf, als voorgesteld, waarbij men voor
zoover dit voordeeliger uitkomt loonverwerking in de
fabrieken ‘der zusterbedrijven zal kunnen doen plaats

vinden uiteraard goedkoo’per.
Tenzij men nu onder alle omstandigheden en afge-
zien van het nuttig effect een Staatsbedrijf wil,
vraagt men zich af: wanneer de Staat, voor een zoo
ingewikkeld bedrijf den besten bedrijfsleider kan vin-
den, die er beschikbaar is, om welken reden zal hij
dan het risico op zich nemen om het onzekere voor
het zekere te nemen en proeven te gaan nemen waarbij
zelfs als men de risico voor groote tegenvallers uit-
schakelt ‘de kostprijs van het product met
bijna
wis-
kunstige zekerheid hooger zal zijn, dan bij het enga-
geeren van de beste bedrijfsleiding noodzakelijk is.
Hier treft eene tegenstrijdigheid juist bij de voor-standers van staatsbemoeiirig, waarop men niet ge-
noeg de aandacht vestigen kan.

,,Voorbereidingen moeten worden getroffen en grond-
slagen gevestigd” – aldus de heer Wibaut in het dezer da-
gen verschenen Duurterapport – ,,voor een stelsel van
voortbrenging en een voortbrengiugsbeheer”, waardoor ,,de
voortbrenging op de meest economische wijze wordt gericht
op het verkrijgen van de grootst mogelijke hoeveelheid be-
geerlijke goederen” en ,,bij de productie en distributie dezer
goederen alle verspilling wordt uitgeschakeld.”

Volkomen juist. Slechts is het betreurenswaardig, dat wanneer het gaat om een economisch overbodig

en relatief zwak en duur, Staatsbedrijf in te richten,

dit ‘goede beginsel juist door iijn aanhangers, maar al

te gema1keljk vergeten wordt.

(b.) De Opbrengst.

Hoe wordt het Djambi-product nu het best gereali-

seerd? Op welke
wijze
wordt de grootste opbrengst

verkregen? Hieromtrent bestaat geen verschil van

meening: door den weg, die ,,von der Que]le bis zur

Lampe” voert, ten einde toe te loopen, d.w.z. door aan

het nieuwe Djambi-bedrijf zoo veel mogelijk de ge-
heele opbrengst van het veredelde product bij de dis-

tributie te verzekeren.

En zie, klaagt nu de heer Rueb, juist aan deren

eisch voldoet de ontworjen overeenkomst ‘in geen.en

deele.
De Staat krijgt wel 60/70 pOt. van het voordeelig
saldo, maar ,,de hoofdwinst van het petroleumbedriji
wordt gemaakt door den distribuant” en dus zal de

Staat nooit meer dan de productie- en cie veredelings-

winst genieten.

,,Immers het bedrijf der Bataafsche, waarmede gecon-
tracteerd wordt, reikt zelf niet verder. Waar de Konink-
lijke (bedoeld zal zijn de verkoopsorganisatie der Konink-
lijke-Shell greep) ,,practisch gesproken, haar winst kan leg-
gen waar zij wil, binnen ruime grenzen althans, is het dui-
delijk, dat het in hooge mate van het bon vouloir der
Koninklijke af zal hangen, hoeveel winst het gecombineerde
bedrijf van Staat en Bataafsche maken zal.”

Wij aarzeleif niet, te zeggen, dat indien deze bewe-
ring waar zou zijn, het wetsontwerp reeds alleen hier-
om zou moeten verworpen worden, en de Kamer o.i. ten

volle gerechtigd zou zijn, den Minister, die met zulk
een voorstel zou durven aankomen naar huis te zen-

den.
Edoch…. de •heer Rueb heeft het ontwerp blijk-
baar niet goed gelezen, althans niet goed begrepen.
Art. 14 stelt immers duidelijk zoowel het afsluiten van
verkoopsovereenkomsten als het oprichten van ver-
koopsorganisaties afhankelijk van de machtiging van

den Raad van Beheer d.i. van ‘den Minister. M.a.w. wanneer de exploitatie eenmaal z66 ver ge-
vorderd is, dat er ruw of bewerkt product te verkoo-

pen valt,
dan heeft de Staat de handen volkomen vrij

en bezit hij de volledige macht den verkoop te doen
geschieden tegen een zoodanigen prijs en door een
zoodanige organisatie als hem in het belang van het
Djambi-bedrijf in engeren zin, en van den Staat in

wijderen zin wenschelijic zal voorkomen.
De Directie – de Bataafsche – kan den Raad van
Beheer natuurlijk wel adviseeren, maat- de meerder-
heid van dien Raad nimmer dwingen.’
Wel verre er vandaan, dat de Staat, gelijk de heer
Rueb doet voorkomen, ,,zijn zoo kostbaar bezit om

fiscale redenen ter beschikking stelt van hen, die de
verdere Indische petroleum-productie practisch vol-

ledig b’eheerschen,” houdt hij, ook bij samenwerking
met de Bataafsche wat de producten betreft, de be-

schikking over het product, volgens de ontworpen

overeenkomst, vast in handen.
Verschillende wegen zullen nu den Raad van Be-

heer openstaan.
In de eerste plaats kan de Raad van Beheer het
Djambi-bedrijf ‘de distributie zelf in handen doen
nemen; in de tweede plaats kan hij het product doen
verkoopen door’ middel eener particuliere distributie-

organisatie.
Welke is de voordeeligste weg? Men onderscheide
hier tusschen binnen- en buitenlandsche markt.
Voor den heer Rueb is de vraag, voor wat de bin-
nen]an’dsche markt betreft, eigenlijk geen vraag.

,,Wij zien”, aldus de heer Rueb met beminnelijke nafviteit,
,,dat de Staat in Indië zout verkoopt, kinine produceert,
steenkolen practisch haast monopoliseert, en pandhuizen
met een dergelijk succes exploiteert, dat zelfs
te
groote win-
sten worden gemaakt. Er is dan toch geen redelijke ‘twijfel,
dat hij ook wel petroleum zou kunnen slijten.”

De vergelijking van de distributie van petroleum-
producten met den verkôop van zout en ‘de exploitatie

108

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22 December 1920

van pandhuizen welke monopolies zijn, moge den

economisch geschoolde lichtelijk ivreemd ‘in de ooren

klinken, doch wekt ihet vermoeden, dat de heei;

Rueb, hoewel hij ‘het niet duidelijk zegt ter wille
van de distributie van liet Djanibi-product de invoe-
ring van regie v’eilaiigt, welk vermoeden wordt

versterkt doordat hij eenige – regels verder de

,,Koninklijke zich uit de commissie voor ‘den ver-
koop van het exportable overschot van de Dj
am
bif
ue
l

en benzine laat schadeloos stellen”: ,,voo’r het ver-

lies der Indische markt”.

Laat ons het oo.k vroeger meermalen opgeworpen

‘deukbeeld eener petroleum-regie cven nader in .00gen-

schouw nemen. Het wordt, ‘meenen wij, algemeen aan-
genomen, ‘dat voor regie slechts artikelen geschikt zijn

wier fabricage en distributie zeer eenvoudig ‘zijn. De
tallooze zeer gediffere’nitieerde olie-producten wiei

qualiteit in verband met de eischen ‘der verschillende

locale markten voortdurend moet worden gewijzigd.

zijn voor een regieverkoop veel minder geëigend. Een
ander bezwaar is echter, ‘dat de Staat door invoering
van regie de verpl’ichiing op zich zou nemen, ‘de be-

hoefte aan petroleumproducten van Indië ten volle
to dekken. Nu is het reeds vrij onwaarschijnlijk, dat
Djambi, en althans niet in ‘den eersten tijd, een vol-

doende quantiteit zou opleveren. Maar zelfs indien
op ‘den duur het quarrtum voldoende zou
blijken,
‘is het
vrijwel zeker, dat de qualiteit van deze olie niet zoo-

danig zal zijn, dat zij ‘na veredeling juist z66 groote

fracties benzine, ‘kerosine, liquçid fuel, smeerolie,
paraff.in’e, eto. zou opleveren, als door ‘de Indische

markt wordt vereischt. Voor het ontbrekende zou de

regio dan toch altoos weer ter markt moeten komen

bij do vrije producenten.

Ten slotte zou invoering eener regie niet kun-
nen plaats vinden zonder dat ‘de Staat de eigenaren
der beide bestaande distributieorganisaties schade-

loos zou stellen. Genoeg redenen, om ‘de invoering van

eene regie in de allerlaatste plaats aanlokkelijk te
maken.

Een andere weg is do oprichting van een eigen

verkoopsorganisatie naast de bestaande van de ,,Stan-
d’ard” en ide ,,Koninklijke”. Iets dergelijks is zeer wel

mogelijk: alleen ‘zou het inrichten van zulk ee’ne orga-
nisatie thans enorm kostbaar zijn. De vraag ligt ‘dus
voor de han’d of men niet een betere netto-opbrengst

zal kunnen .verkrijgea ‘door gebruik te maken, door
een contract ‘te sluiten met een der bestaande ver-
koo’psorganisaties. Dit
is
geheel een rekensom.

Volgens de Memorie van Toelichting is de Regee-

ring van plan voor den verkoop’ aansluiting te zoeken
bij ‘de verkoopsorganisatie van de Koninklijke en het
is ‘de taak der Regeering dit plan te verdedigen. Zjj

zal ‘echter tot het besluit niet zijn gekomen, zonder
zich de zekerheid te hebben verschaftdaardoor de.
hoogst mogelijke opbrengst te zullen verkrijgen. –
Dat d’it zeer wel mogelijk is ligt voor de hand. Stel

dat de bij d:e distributie door de zelfstandige organi-
saties van de Koninklijke’en liet Djambi-bedrijf deze1f-
deprijzen worden gemaakt, zegge 100, maar dat de
distributiekosten van de Koninklijke, die eene ‘oudere,
goodkoopere Organisatie heeft 10, ‘die van ‘de Djambi-
‘distributieorganisa’tie 20 ‘bedragen. Daar is het dui-
delijk dnt de Koninklijke door dan Staat een netto
provenu van 85 aan te bieden nog immer een voor-dccl heeft, terwijl ook de Staat,
(bij
‘oneindig minder

rompslomp, een betere op:hre’ngst
krijgt.
Dit beider-
zijclsche voordeel komt ‘niet ton ‘laste van dn consu-
ment, maar is zuiver economische (besparing in den
door ‘dan heer Wibaut bedoelden zijn.

Maar met nadruk moet op iden voorgrond worden

gesteld, dat omtrent rio wijze van verkoop door deze
overeenkomst nits hoegenaamd wordt vastgestel’d De
Raad van Beheer is in geen enkdl opzicht gehouden
het Djam’bi-produot te verkoopen ‘door middel van de
verkoop-organisatie 1deT Koninklijke-Shell groep. -In-
dien’ iaar ‘dit voordeeliger uitkomt, heeft zij niet

slechts het volle recht, maar ook den plicht, om hetzij

door het ‘oprichten van een eigen organisatie, hetzij

door een contract met een der concurrenten van de

Ba’t’aafsche betere prijzen te beclingen. En nu zdgge
rnn niet, met den heer Rueb, idat de waarborgen voor

invloed via. den Raad van Beheer van ‘den Staat op

commercieel ‘gebied ,,meer fictief ‘dan werkelijk zijn”,
omdat de Bataafsche ‘zich, indien ‘het commercieel be-
leid van den Raa’d van Beheer ‘haar niet b
eva
lt, uit
het bedrijf kan ‘terug-trekken. Want ‘ontbinding ‘ken
d’oor de Bataafsche
alleen
worden geëisdh,t op grond
van, voor de vennootschap schadeij4 ‘handelingen

van den Raad en hiertoe kan men toch zeker het ‘ver

werven van een grootere ‘o’pbrengst van liet product
niet rekenen. Omgekeerd zou daarentegen aandrang

van de zijde kier directie tot ‘het ‘afsluiten van een

minder voordeelig contract met ‘do verkoops-organi-‘satie van de Koninklijke-Shell groep dan ‘b.v. van de

Standard zou kunnen worden verkregen, met volle
recht door den Raad kunnen ‘worden beantwoodd met

tusschentijdsç,h ontslag van de B’a’taafsche als Directie
wegens een (belei’d, strijdig met de commrcieele be-
langen der, vennootschap. Het gemengde Djainbi-

bedrijf ‘is dientengevolge ‘onder de thans aangéibod’ei

i
overeenkomst ton allen tijde zeker voor zijn product,

bij gebruikmaking van eens par’ticu.liche disr’i’butie-
organisatie, een hoog-er netto provenu te krijgen dan

bij het irniTchten eener ei’gen organisatie. Lmmers zou
dit ooit niet meer ‘het ‘geval ‘blijken, jdan heeft de Raa’d

liet recht en den plicht tot ‘het oprichten van een
eigen verkoop-organisatie over te gaan.
(c.) Conclusie.

Van fiscaal standpunt beschouwd, waarborgt deze
overeenkomst ‘dus
1W
het ‘gering-st mogelijke risico, den
1 angsten
kostprijs
bij de ‘hoogste opbrengst der Djaanbi-
producten, gepaard aan een ‘onbelemmerde vrijheid via beschkking over het product voor dan Staat.

BEVOLKINGSTOENEMING EN WONING-

NOOD.

In beschouwingen en gesprekken over dan woning-

nood kan men nog al eens ‘d’ezen toon beluisteren, dat
het ‘hier wel is waar een zeer ernstig vraagstuk geldt,
doch dat ‘het niet onmogelijk moet worden geacht den
voorraad i’n ongeveer 10 jaren weder op peil te
brengen.’
Ik
‘heb
dit ‘optiniism ‘nimmer kunnen ‘doelen, eens-
deels omdat daarbij m.i. over het hoofd wordt gezien

de ongunstigo invloed ‘op ‘do woningprod’uctie, aan
de inwoering van den aoht-urdgen werkdag en ten an-
dere wijl ‘daarbij de bevolkingstoeneming en ‘de voort-
d’ui-end vermin’derende gezinssterkte te veel ‘buiten
rekening worden gelaten.

Van meening, ‘dat voor de oplossing van ‘dit vraag-
stuk niets zoo gevaarlijk is als een oea’derschattin’g van de behoefte, zooals die zich vermoedelijk in ‘cie ‘naaste
toekomst zal openbaren, heb ik mij van ‘bedoelde fac-
toren eens gezet rekenschap gegeven, waardoor ik tot
de conclusie gekomen ‘ben, ‘dat men zelfs bij voorzich-
tige onderstelli’ngen hier voer een noodtoestand staat,
waarvan de opheffing een aantal jaren zal vorderen,
waarvan imisschion nog maar weinigen notie hebben.
Minder om aan hen, ‘die ‘zich aan te rooskleurige
ond’erstellingen overgeven, in de komende jaren on-
aangename ‘gewaarw’ordingen te besparen, dan om de
bevolking, die daarvan rechtstreeks het slachtoffer
zou worden, ‘daartegen in bescherming te nemen, meen
ik
goed
te doen de uitkomst van mijn onderzoek in
deze te publiceeren

Bij de volkstelling ‘op 31 December 1899 bleek de

bevolking van Nederland te bestaan uit 5.104.137
zielen.In wat wij gewoonlijk ‘onder ,,woningen” ver-

staan, verbleven ‘daai-v’an 4.939.229 personen, ‘of 3,2
pOt. minder dan het geheele aantal getelden, terwijl
het aantal ‘dier woningen 1.088.936 bedroeg, zoodat
de gemididelde bezetting per woning uitkwam op 4,54.

22 December 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

HIE

De voikstelling ‘vlan 10 jaren later, dus op 31 De-
cember 1909, gaf als uitkomst: een zielen’tèai van

5.88.175 en een aantal van 5.668,300 personen (of.

3,3 pCt. dan het. gdheele aantal getelden) verblijvende

in 1.267.255 woningen; de gemiddelde bezetting per

woning was idus toen 4,47.

Het ‘sdhijn.t mij op grond van de cijfers, die thans
bekend zijn, geoorloofd aan te nemen, dat ‘bij de vcdks-
telling, Idie op het einde van ‘dit jaar zal worclen ge-

houden, ide bevolking zal bestaan uit p1.m. 6.930.000
zielen. Trekt men ook daarvan laf 3,3 pOt., ial betrek-

king hebbende op personen, clie niet in ,,woningen”
verblijven, dan ‘houdt men over rond 6.701.000 7iielen.

Indien men aanneemt, idlat
,
cle gemiddelde gezinsster’kte

in ‘de 11 jaren; verloepen sedert de vorige telling,
cvenals turschen de jaren 1899 en 1910 me’t0,07 en
dus tot 4,4 zal zijn gedaald, dan aonden voor ide huis-

r
e
.
n
g van’ evengen’oe’md aantal van 6.701.000 perso

non op 1 Tarnrari ‘a.s. pim. 1.523.000 woningen ver-

ei:scht zijn.
Dit laatste cijfer overtreft het op 31 December 1909
bewoonde aantal woningen met 255.745, waaruit volgt,

dat om den woningvoorraacl’engeveer op het peil vsr.

1909 te hoirdmi, in de ‘bijna verstreken 11 jaren een,
aanbouw noodig zou ‘zijn geweest van 255.745 ‘of ge-
middeld 23.250 per jaar, afgezien van ‘den aanbouw,

die voor verdwijnende woningen in de plaats ‘had moe-ten komen. Ter vergelijking diene, dat in ‘de jaren 1900
t/in. 1909 het aantal bewoonde woningen volgens de
vermelde cijfers bleek ‘te ‘zijn vermeerderd mQt 178.319

of met gemiddeld 17.800 per jaar, waarmede ‘die
wer-

kelijke productie, verhoogd met ‘het onbekende aantal woningen, dat voor andere in de plaats kwam, wel en-
geiveer zal zijn overeengekomen, daar in 1909 het aantal
ledi’gstaande huizen niet noemenswaard afweek van dat in 1899, waarbij in het midden ‘kan blijven ‘of ‘diie pro-
ductie ook voldoende rekening heeft gehouden met ide

behoefte van ‘de verschillende bevolikingsldasse’n.
Of men zonder het uitbreken van den oorlcyg in

staat zou zijn geweest in de jaren 1910 t/in. 1920 de
productie van de vorige 10 jarige periode ‘met gemid-
‘deld rond 5400 woningen per jaar ‘te overtreffen,

valt moeilijk te beantwoorden, maar idat dit cijfer ten
minste neodi’g zou zijn geweest om den woningvoor-,

raad niet op lager peil te doen komen, ‘staat ‘dunkt mij
vast. De door mij voor het jaar 1920 aangenomen da.
linig van de gemiddelde ge.ziussterkte tot 4,4 toch is
meer ‘dan een fietie. I’n Amsterdam zou de gemidtdel’de
woninigbe7ettinig, ‘blijkens een artikel van ide hand van
den heer Rikkert in het Tijdschrift Gemeente’beiaargen

van 15 April 1919, op het einde van 1918 bij vol-
doenide’n woningvoorraad reeds tot 4,1922 zijn gezakt
(‘einde 1911 was zij aldaar nog 4,4555). In Den Haag
zou zij, te eor’deelen naar het dezer dagen verschenen
verslag van de uitkomsten van i6a in October van liet vorige jaar gehouden rjksw.on’ingtelling, ‘zonder wo-

ningnood niet hooger
zijn
geweest dan 4,28. Voor Rot-
terdam kan zij voor 1 Januari 1920, wederom aange-
nomen, dat er geen woningtekort ‘zon ‘zijn geweest, wel
is waar neggesteld worden ‘op 4,53, doch er zijn teeke-
nen, dat sedert een daling aan den gang is, die aa.n
dc woningprod’uc’tie in ‘onze stad extra-zware eischen
zal stellen.
Er is echter geen ‘sprake ‘van, dat dc voorraad in

ons land ep 1 Januari a.s. ook maar in ‘de verte het
hiervoren becijferde aantal van 1.523.000 woningen
zal bedragen. Ik heb reden om het absolute tekort o’p
dien datum op 125.000 woningen te stellen. In Ajm•ster-
dam zal het zich dan wel om het cijfer 15.000 bewe-.
gen; in Den Haag, waar het bij do wondngtell’ing van
October van het vorige jaar rond 7600 “bedroeg’, zal hot waarschijnlijk aan het einde van 1920 tot ± 9000
zijn gestegen, terwijl voor Rotterdam dan een cijfer van rond 10.000 zal ‘gelden. In de drie grootst,6 ge-
meenten, to zamen tellende ongeveer 1.525.000 zielen
of 22 pOt. van de geheele bevolking van het Rijk, be-
draagt dus thans liet absolute tekort rond 34.000
woningen.

Voer Maatrieht, A,rnihem, Zaandaim, Leiden, ‘Apel-

doorn, Haarlem,
Nijmegen
en Dordrecht, te za.men
tellende rond 445.000 zielen, vond ik ‘voqr een tijdstip,

dat niet later valt dan 1 Januari 1920 als gezmenljk
tekort vermeld ruim 7200 voningen. Dit tekort zal

in 1920 stellig weder niet onbe’teekenend zijn toege-

nomen. Voor ‘de vermelde gemeenten te namen (‘dus

Amsterdam, Den
‘Haag
en Rotterdam inbegrepen)

niet een totaal aantal inwoners van rond 1.970.000
zielen (ruim 28 pOt. van de ge.heele bevolking van

het Rijk) i’s ‘dus, ten deele naar dcii sedert on’gunstigez

geworden toestand op 1 Januari 1920 en voor een
ander ‘deel naar ‘dien op 1. Januari 1921, het tekort
te stellen op rond 41.000 woningen.

Ook mdaerL men aanneemt, dat er ‘verschillende ge-

meenten in ons land zijn, waar de woningnood zich
naar verhoudin;g minder scherp doet gevoelen, zal op
grond van de zooeven verineldo cijfers op 1 Januari
as. een aanital van 125.000 woningen als ‘tekort in liet

geheelo land meiljk ‘als te donker ‘gekleurd kunnen
worden aangemerkt.

Bij dit aantal van 125.000 woningen, aangevende

het geschatte cijfer, waarmede de productie sedert 1909
ten minste jbij de behoefte is achtergebleven – ten

minste omdat t&an nog niets gerekend is voor vertraag-
de vervanging sedert 1914 van slechte ‘woningen –

komt Idan nog ‘liet interen van den iii dat jaar aanwe-
zigen voorraad ledigstaande woningen. Neemt men
daarvoor pim. 3 pOt. van den igeheelen toe.nrnaligen
voorraad of rond 40.000, ‘dan stijgt het tekort in pro-ductie in ‘de jaren 1910-1921 ‘tot 165.000 woningen,
uiitmakendo ongeveer ‘iet ‘zeven’voud van den aan-
bouw,
die sedert 1909 gemiddeld per jaar noodig zou
zijn .geweest.Wjj
zijn dus, voornanielijk door den oor-
og, zeven woningproductiejaren, achterop geraakt.

Blijkt hieruit reeds voor welk een geweldig pro-
bloem de omstandigheden ons hebben geplaatst, ‘daar-
bij komen ‘dan nog do hoogero eischen, ‘die ‘de naaste
toekomst ‘ons mi opleggen. Wol ‘is waar meet men zich
daarbij met hypothesen behelpen, doch uit de beschik-
bare
cijfers
omtrent de bevolkingstoeiiemin’g valt wei
een beeld samen te stellen, dat m.i. groote kans heeft
niet ver van ‘de werkelijkheid al te wijken.

Houdt ‘men er rekening mede, .dat ‘de daling der
geboorten, die tot September van het vorige jaar viel
te conjs’ta’teeren, meer dan opgewogen wordt door ver-
minderde sterfte, dan schijnt het ‘geoorloofd aan te
nemen, ‘dat ‘de bevolking van ons land in de komende
10 jaren tenminste even sterk zal stijgen als in de
tienjarige periode 1911 t/m. 1920, toen die stijging.
16,6 pOt. beliep.

Men vindt dan naar ‘deze norm als v.ermoedelijkc
bevolking op 31 December 1930 ron’d 8.080.000. per-
son,en. Past men daarop, voor ‘de ‘beooi’deeling van de
vraag hoeveel woningen daai-voor noodig zullen zijn,
toe den ‘hovenvermel’den aftrek van 3,3 pOt., dan
houdt men over pl.m. 7.813.000 personen. Naar een

gemiddelde woningbezetting, die weder 0,07 lager is dan do voor 31 December 1920 onderstelde, ‘dus van
4,33, zullen ‘daarvoor vereisoht zijn pla’n. 1.804.000
woningen, of pl.m. 281.000 meer dan aan het einde
van 1920 noodi,g zouden zijn, waaruit volgt, da’t in de
komende lO-jarige periode gemiddeld 28.000 wonin-
gen per jaar zouden moeten worden gebouwd om do
nieuwe behoefte lii die periode te ‘dekken. Deze nood-
zakelijke productie is weder 4750 woningen per jaar
hooger dan ig de periode 1911 ‘t/ru. 1920 vereischt was.

Naar dezelfde normen vindt ‘men voor weder 10
jaren verder, dus voor 31 December 1940, een aantal
personen, dat in ,,wonin.gen” zal ‘huizen, van p].m.
9.109.000 (9.420.000 verminderd niet 3,3 pOt.) en een
vereisoht aantal woningen van 2.138.000 (gemiddelde
woningbezetting 4,26) gevende een cijfer, dat 334.000
hooger is dan er 10 jaren vroeger had behooren te
zijn en hetwelk dus in- en uitsluitend voor de ‘be-
hoefte van dat decemiium een aanbouw zal vorderen
van gemiddeld 33.400 woningeA per jaar, een pro’duc-

1110

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22 December 1920

i
e
:ijf er,’ dat
5400
per jaar hooger is dan het cijfer,
dat ik voor de periode
1920-1930
berekende.

Uit een en ander volgt, dat ten behoeve van de
bevolkingstoeneming in ‘de jaren
1921-1941
hoogst-
waarschijnlijk ‘zullen moéten worden gebouwd
2.138.000 – 1.523.000
of
615.000
woningen. Het voor
1 Januari
1921
geschatte tekort van
125.000
doet dit
stijgen tot 740.000. Voor noodzakelijke vervanging
van woningen door ouderdom, onbewoonbaarverkla-

ring, city-vorming en verandering van bestemming,

zou ik, in overeenstemming met een schatting van

‘den heer Faber in het Tijdschrift ,,Gemeentebelau-gen” van 1 Maart
1918,
een.
cijfer
willen stellen van
15.000
woningen per jaar of
300.000
in
20
jaren
(waarmede nog slechts pim.
30
pOt. van den op 31
December
1899
aanwezigen voorraad zou zijn verval-
len), hetgeen de vereischte productie doet
stijgen
tot
1.040.000 woningen. Voegt men daarbij ten slotte

pl.m. 3 pOt. van den geheelen voorraad voor leeg-
staan of rond
65.000
woningen, ‘dan vindt men voor
de jaren
1921-1941
een vereischte productie van
1.105.000
woningen, ongeveer overeenkomen’de met
den •geheele± voorraad op 31 December
1899 en
fl00-
dig makende een aanbouw van gemiddeld 55.000
woningen per jaar.

In het volgend staatje zijn de cijfers voor de
ver-
schillende perioden overzichtelijk samengebracht

‘Bevolking,
Bewoond of
wo-
Toeneming
behoefte
Tijdstip.
Bevolking.
huizende in
vereischt
aantal
ning
1

sedert
woningen”.
woningen.
bezet-I
ting.
vorige
1

telling.

31 Dec.’99
5.1114.137
4.939.229
1.088.936
4,54

31

,, 19°9
5.858.175
5.658.300
1.267.255
4,4
178.319
31

,,1920
±
6.930.0001±
6 701000
±
1.523.000
4,40
255.745
31

1910

8
O
80
.
000
±
7
.8
1
3.
0
00I±
1
.80
4
00lI
4,3il
±281.000
31

,, 19
4
01±
9
.
420
.
000

9.109.00I±
2.138.000

4
,
26
1
±
334.000

Geschat tekort op
1
Januari 1921 …………125.000
Vereischte productie in de jaren 1921 t/m. 1940 615.000
Te vervangen woningen in de jaren 1921 tJm. 1940 300.000
3
pCt. voor het ledig staan …………………65.000

In totaal vereischte productie in 1921 t/m. 1940 1.105.000
of gemiddeld 55.000 per jaar.

Ter
vergelijking
vermeld ik hierbij, dat de heer H.

P. J.
Bloemers in de Vragen des
Tijds
van Aug./Sept.
j.l. de m.i. belangrijk ‘te laag ‘gestelde productie voor

de eerstvolgende 10 jaren als volgt berekende:

‘Geraamd tekort 1920 ……………………..60.000
Vertraagde vervanging oude woningen van ’14-20
50.000
Vervanging gedurende
10
volgende jaren ……..
100.000
Verlies door city-vorming enz. …………….
20.000
Noocl.ig wegens toeneming bevolking …………
220.000

Totaal voor
10
jaren …………………
450.000

Het stemt tot groote tevredenheid, dat de’ sterfte-
cijfers na afloop van den oorlog en van de griep-
epidemie weder hun dalend beloop hebben hernomein
en •dus voor ‘het tegenwoordige geen nadeeligen in-

vloed van de nog voortdurend toenemende woning-
ellende blijken te ondervinden, want in het tegenover-gestelde gehl ware ‘de woningnood een dubbele ramp.

In het licht van bovenstaande
cijfers
schijnt mij
echter de invoering, ook voor de bouw’bedrjven, van

den acht-urigen werkdag een experiment, waarbij het
aan besef van den schrikwekkenden omvang van het
probleem, waarvoor de woningnood, in verband met de
behoefte, ons plaatst, ten eenenmale ontbroken heeft.
Wil men aannemen, dat thans een productie van
25.000
won.ingen per jaar mogelijk is – ik betwijfel
dit – dan nog komt men tot de ontstellen’de ontdek-
king, dat er een tekort is in de vereischte jaarproducie
van ongeveer 30.000 woningen.

Het is dringend noodig, dat de rijksstatistiek om-
rent de productie in het geheele land periodiek ge-
gevens gaat verschaffen. De toeneming van den
achterstand ‘dient men, bv. driemaandelijks, te ken-
nen om ‘daarnaar ‘zoo mogelijk zijn maatregelen te
nemen. .

Waarin zullen’ ‘diemaatregelen behooren te bestaan?

M.i. in de eerste plaats in het ‘scheppen van de mo-
gelijkheid om in de bouwvakken langer dan
45
uur te
doen werken en in het ‘doordringen van de vakorgani-
saties van ‘de noodzakelijkheid om daarvan gebruik te

maken. Vrees, dat daarddor werkloosheid zal ont-

staan is – zoolang er geld voor woningbouw beschik-

baar wordt gesteld – eenvoudig voor jaren en jaren
als een h’ersen.schim te beschouwen.

In de tweede plaats zal de vermeerdering van werk-

krachten, waarvoor men reeds hier en daar, hetzij

door toelating van buitenlandsche bouwvakarbeiclers,

hetzij door opleiding van werkloozen uit andere vak-
ken, werkzaam is, met kracht behooren te worden be-
vorderd.

Ten derde zal de financieele steun aan de ‘bouw-

nijverheid, zoolang deze bepaald noodig blijft, aan een
vlotte afdoening van de bouwplannen, niet in den weg

Inogen staan. Technisch en administratief gaat thans
met de behandeling van de bouwplannen op ‘de over-

hetidsbureaux meer tijd verloren dan bij het karakter

van de particuliere bouwnijverheid – onmiddellijk

aanvatten van gereed gekomen plannen – past. Men

bedenke daarbij, dat de nood vooralsnog z66 hoog is,

‘dat de kwantiteit hoogere eischen stelt dan de kwali-
teit, al wil ik daarmede geenszins zeggen, dat op de

hoedanigheid van de bouwwerken geen toezicht ‘nôodig
zou zijn.

Mocht dan – wat niemand zal weiischen – een wo-

n,ingverschaffing, ‘die eenigszins aan de ‘behoefte en
aan ‘de bestaande opvattingen omtrent de woning-

eischen beantwoordt, ‘boven de fin’ancieele en pro-

ductieve kracht van ons land blijken te gaan, ‘dan

zal ‘men genoodzaakt zijn van den nood een deugd
te maken en op het woningpeil moeten ‘vinden wat
langs anderen weg niet te bereiken valt. Minder
aantrekkelijke nieuwe woningen zijn altijd nog te ver-

kiezen boven eindelooze samenwoningen in dikwijls
op nog lager peil staande oude woningen, ‘afgezien

daarvan, dat de kwade gevolgen van die samenwonin-
gen niet tot de betrokken gezinnen beperkt blijven.

Lang zal men, gezien bovenstaande cijfers, omtrent
‘den te bewandelen weg niet meer mogen aarzelen en

krachtig zal d’e hand moeten zijn, die hier de leiding
geeft. Bureaucratie worde daarbij volstrekt geweerd,

omdat zij hier eenvoudig ontoelaatbaar is. Practisch
inzicht en organisatietalent behooren in deze het
zwaarst te wegen.
Zelfs indien dit alles in vervulling gaat, is er wei-
nig reden om ten aanzien van de woningvoorzienin,g
de naaste toekomst hoopvol tegemoet zien.
Rotterdam.

M. Rooy.
DE SCHEEPVAART IN HAMBURG.

Ter gelegenheid van de in Hamburg gehouden
algemeene vergadering van de ,,Hafenbautechnische
Gesellschaft”, een vereeniging, die zich in Duitseb-land de wetenschappelijke beoefening ten doel stelt
van ‘de economische en vooral technische vraagstuk-
ken, welke zich in het havenbedrijf voordoen, geeft het
‘tijdschrift ,,de Wirtschaftsdienst” in één van hare
laatste nummers een beeld van de haven van Ham-
burg, zooals deze zich na den oorlog heeft ontwikkeld.
En niet alleen om de vele belangrijke artikelen.
welke hierin van de hand van bekende mannen uit
de Hamburger haven voorkomen, ‘doch ook wegens het
zeer speciale belang, dat thans voor Nederland •in
Duitschland en vooral in Hamburg ligt geconcen-
treerd, lijkt het mij gewenscht met een enkel
I
woord
den voornaamsten inhoud van ‘dit nummer der ,,Wirt-
schaftsdienst” te bespreken.

Waar v66r den oorlog de geregelde scheepvaart-
lijnen vanuit Hamburg en vooral die, naar havens
buiten Europa gelegen, bijna uitsluitend in Duitsche
handen waren, en deze reederijen door hunne groots
ervaring en
bijzondere
ontwikkeling zich in de Ham-
burgsche haven vrijwel onbeperkte heerschappij had-

22 December 1920

ECONOMISCH

STATISTISCHE BERICHTEN

den verworven, daar is het thans nog een. enkel klein
schip, dat met moeite de vaart onderhoudt naar nabu-

rige landen of slechts met buitenlandsche hulp in
staat is zijn overzeesche verbindingen te herstellen.

Vooral voor de groote reederijen, clie v66r den oor-
log hunne geregelde verbindingen hadden met vrijwel

alle belangrijke havens van de wereld, en ‘die, om die

verbindingen te herstellen niet gebaat zijn met een
enkel schip, hetzij nieuw of gecharterd, is het vrijwel
ondoenlijk hun bedrijf weer op te bouwen en de oude
relaties te herstellen zonder hulp van buitenlan-dsche reederijen. De Hamburg-Amerika Lijn b.v. heeft, om

uit deze impasse te geraken, na langdurige onderhan-
delingen met het Harriman_concern, een Amen-

kaansche combinatie, een regeling getroffen, waar-

door het haar voor een deel mogelijk wordt haar be-
drijf weder op te nemen en hare lijnen wederom te
eploiteeren, en waarbij haar toegestaan wordt lang-
zamerhand schepen onder haar eigen vlag in dit ge-

nieenschappelijk bedrijf te laten varen. Ook de Nord-
deutscherLloyd heeft een soortgelijk verdrag gesloten

met de United States Mail & Steamship Oompany.

Dr. Fried.nich Hasselmann, Syndikus der Hamburg-
Amerika Linie, in bovengenoemd tijdschrift de

l)uitsch scheepvaartpolitiek na den oorlog bespre-
kend, wijst met nadruk op de verhoogde werkzaam-
held der Duitsehe reeders: hoe, behalve de twee zoo
jbist genoemde vooi±eelden, ook andere Duitsche
sc
heepvaartmaatsChappijefl hun bedrijf wederom heb-

ben opgevat. Zoo ‘is
‘t, zegt schrijver, de Hamburg Süd-Amerikanische DampfschifffahrtsgesellsChaft

zelfs zonder buitenlandsche hulp gelukt, hare lijnen

taar Zuid-Brazilië,

Rio de 3aneiro, Santos, Rio
Grande do Sul weder te openen; evenzoo heeft de
Deutsch-.Australische DampfschifffahrtsgesellsChaft
haar eerste nieuwe schip de ,,Hamburg” over Rotter-

dam naar Nederiandsch-Indië gezonden, en bereiden
de Woermand-Linie, de Kosmos-Linie en zoovele

andere zich voor, hun arbeidsveld van v66r den oorlog

te herwinnen.
Uit een oogpunt van Duitsch, natonaal bewustzijn,
mag deze nieuwe krachtsinspanning der Duitsche

reederijen een verheugend verschijnsel
zijn,
de prac-

tisedie resultaten zijn tot op het oogenblik m.i. nog
van ondergeschikt belang, en dit is begrijpelijk, als
men bedenkt ‘tegen hoe’vele bezwaren zij hebben te
kampen. Immers, in de eerste plaats zijn de Duitsciie

sc
h
ee
p
v
aa
r
tmaatschapPijefl ôf in zeer sterke mate

afhankelijk van het buitenland, wat, globaal genomen,
kapitaal en schepen betreft, ôf zij hebben te doen met sterke concurrenten die, over meer scheepsruimte be-
schikkend, in staat zijn, al naar de behoefte zich voor-
doet, meerdere schepen in hun programma in
te

lasschen, aldus een groot gemak aan hunne versche-

pers biedend.
In do tweede plaats is hun vaak
thans
nog, n. den

oorlog, de toegang tot hun vroeger arbeidsveld out-
zegd; zoo b.v. de Deutsche Australische Dampf-
sehifffahrtsgesellschaft, welke maatsehappij slechts
ten deele hare vroegere lijnen weer kan opvatten, daar
Australië aan Duitsche schepen het aandoen van ha.re

havens heeft -verboden.
Bovendien is, vooral na Spa, het bunkeren in
Duitsche havens een bijna onoverkomelijke moeilijk-
heid geworden. Vreemde schepen, die hier in Duitsch-
land binnenloopen, kunnen thans zooveel bunkerkolen krijgen, als nnodi:g zijn om dedichtst bijzijnde buiten-
landsche bunkerhaven te bereiken, en moeten dus,

wanneer zij een Duitsehe haven geregeld, aandoen,
er voor zorg dragen steeds een voldoende hoeveelheid

aan
boord te hebben. Voor Düitsche schepen is dit

laatste, uit den aard der zaak, een nog veel ingewik-
kelder probleem. En wat betreft het stoken met olie;

de moeilijkheid deze in voldoende quantum te krijgen,
is hier thans in Duitschland al even groot.

Ter staving van de hierboven uiteengezette rede-
neering diene de volgende tabel, ontleend aan een

opstel van- Dr. Aug
.
Kaegbein. V66r den oorlog was

de tonnenmaat der schepen, welke Hamburg aande-
den, als volgt tusschen Duitschiand en de andere

landen verdeeld:
Vaart buiten Rotte’dam

Europeesche vaart
Lij- Inkomende Tonnemaat Lij- 1nkotende 1 onnemaat
Reederijen een

in N. R. T.

nen

in N. R. T.

Duitsche.
71 4.85,4 775 (91
0j)

45

1.862.382 (52
0/)

Vreemde.
10

455.301
(
9
O/)

41

3.740.659
(48
0/0

Tezamen

81 5.310.076

86

3.603.041

Tezamen:

Reederijen

Lijnen Inkom. Tonnem. in N. R. T.

Duitsche

116

6.717.157 (75
°Io)

Vreemde

51

2.195.960 (25
0/)

Tezamen

167

8.913.117

De geregelde kolen-vaart tusschen Hamburg en de
Engelsche kolen.havens is niet in deze tabel begrepen.
Thans, na -den oorlog, is dit verkeer voor het
grootste deel in buitenlandsche handen overgegaan
en de Duitsche reederjen moeten zich dus tot nu toe

beperken tot de agentachappen der vreemde lijnen,

wier belangen aan hun zorg zijn toevertrouwd, zij
zorgen voor de expeditie der goederen, welke door die

booten worden aangevoerd, pogen de grootste en
voordeeligst mogelijke lading voor het schip op
zijne

terugreis te boeken en verleenen verder het schip de
noodige hulp gedurende zijn oponthoud in de- haven.

Zij zijn hierin echter volkomen afhankelijk van de di-

recties der lijnen, aan
wier
goeddunken het is over-

gelaten te bepalen wanneer, en hoe vaak een schip

Hamburg zal aandoen.
Van de 56 lijnen die
thans
met groote of minder

groote regelmatigheid het verkeer tuschen Hamburg
en de buiten-Europeesche havens onderhouden, zijn slechts 8 geheel en 3 gedeeltelijk Duitsch, d.w.z. ge
combineerd met een buitenlandsche reedenij.
De Nederlandsche vlag wordt vertegenwoordigd

door 12 lijnen, de Engelsehe door 11, de Amerikaan-
sche door 8, de Noorsche, Zweedsche en Deensche
te.

zamen door 5, de Fransche door 5, de J’apansche door

4, de Belgische, Italiaansche en Portugeesche ieder

door één.
De Nederlandsche scheepvaart is dus wel ‘zeer sterk
in Hamburg vertegenwoordigd; eensdeels heeft ‘zij de
behandeling van hare belangen toevertrouwd aan be-
staande Duitsche .cargadoorskantoren, anderdeels heb-

ben de
sc
h
ee
p
v
aartmaatschaPPijen door het stichten
van eigen kantoren, het bedrijf geheel u eigen hen~

den weten te houden.

T
anze
lf rijst de vraag, welke belangen die reecle-

rijen ertoe brachten Hamburg in hun vaarplan te be-
trekken, m.a.w. welke voordeelen Hamburg met zijn

achterland deze reederijen
kan
bieden. Daarnaast
een

korte behandeling van de vraag, of die Nederlandsche

invloed waarschijnlijk tijdelijk of blijvend zal zijn. Men moet hierbij onderscheiden: In de eerste plaats
is Hamburg de voornaamste verschepingshaven
van

producten van het Duitsche achterland. Zooals bekend
is, is dit achterland gehandicapt door, laten wij
het
in één uitdrukking noemen: de gevolgen van den

oorlog. De
industrieën, die thans nog werk hebben,

moeten om tegen het buitenland te concurreeren, niet alleen zich moeite geven hunne producten we laag

mogelijk te calculeeren, maar daarnaast zich in
ver-

binding stellen
met
-dien expediteur, die hun een

.snelle en prompte verscheping van hunne goederen
kan waarborgen. Meer dan ooit letten fabrikanten en

exporteurs, behalve
op vrachten, thans ook op de
ge-

legenheid tot verlading, en zullen dus, omdat de

Duitsche
se
h
ee
p
v
aar
tmaatschappijen met hunne enkele

schepen zoo moeilijk een geregeld verkeer met korte
tussohenpooeen kunnen onderhouden, gedwongen-zijn,
de hulp in te roepen van vreemde maatschappijen. En
wanneer die vreemde reederijen van hun kant zich
inspannen aan de speciale wenschen van hunne ver-
schepers te voldoen, b.v. door, waar het noodig is, een
extra schip in hun vaarplan in te lassehen, of, door
het afsluiten van speciale contracten,
die
verschepers

1112

ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

22
December 1920

nog meer aan zich b’in.dn, dan is er geen reden te

noemen, waarom die hand niet een blijvende zou zijn.
Daarbij komt nog dit:

In de tgenwootdi,ge tijden ontwikkelen de Duitsche

scheepvaart en Duitsche industrie zich langzaam en
gelijkmatig: beide hebben te kampen niet ongeveer

dezelfde moeilijkheden, en het is niet aan te nemen,

dat dit verband tussehen beider ontwikkeling plotse-
ling zal worden verbroken; dat b.v. Duitschiand
eensklaps de beschikking over een grootere vloot

krijgt voor het vervoer van have producten. Waar dus
reeds thans de belangen voor ‘de vree,do a’eed.e’nijen
in Duitschand zoo groot zijn, dat de meeste Hamburg

in hun vaarplan opnemen, en bij de verdere ontwikke-
ling van de industrie (waarmee dus waarschijnlijk een
naar verhouding evenredige ontwikkeling der Duit-

sche scheepvaart gepaard zal gaan), die belangen

zeker niet ‘zullen verminderen, valt, bij een verstan-

dige politiek van die reederijen, in de eerste jaren aan

vermindering, van invloed hier niet te denken.
Tot
Au
toe sprak ik alleen over de goederen, uit
Duitsche industrie-centra, welke ter verscheping naar
Hamburg gzonden worden. Daarxaast is Hamburg

tegenwoordig een belangrijke overladingshaven van
producten uit de Odstzee, voornamelijk eelluloso en
papier. Die producten, uit Finland en Zweden in
kleinere schepen aangevoerd, Wachten hier op een

gelegbnheid ter verdere veriading, en zoo zuilen oo’k
steeds weer
diO
maatschappijen daartoè worden uft-
gekozen, welke voor een snelle en .regelmatige ver-
scheping kunnen instaan. Bovendien verzekeren de

reederijen, welke met het vervoai van Hamburg naas

de buiten-Europeesche havens belast zijn, zich blijvend

van de ladingen van ‘de exporteurs in Finland en
Zweden ‘door:
10.
aan hen die zich verbinden steeds mét de lijnen
van hunne maatschappij te vervoeren, speciale gun-
stige voorwaarden, wat bcireft vrachten, enz. toe te
staan;

2°. sommige Oostzeereedenijen te machtigen in hun

naam reeds cognossementen af te geven voor het ge-
heele vervoer en niet alleen tot Hamburg, waardoor

eveneens oponthoud in ‘de ovenladingshaven vermeden
wordt.

Iii het ibovenstaande heb ik pogen aan te duiden
hoe langzamerhand de scheepvaart in Hamburg ‘weer
,

eenigszins begint ‘op te leven, al wordt die bedrijvig-

heid grootendeels door het buitelan’d veroorzaakt.
Dat het ‘daarnaast voor Hamburg zelf van groot be-lang is, dat ‘die vreemde reederijen Hamburg in hun
vaarplan hebben opgenomen, behoeft geen betoog.
Immers, wat er in de eerste plaats van ‘de economische
toestand hier zou worden, wanneer bij de pl.m.

30.000 werkloozen, die er thans zijn, ook nog de pl.m.
120.000 kwamen, die nu werkzaam zijn in een ‘bedrijf
van de haven afharikêlijk, is moeilijk te bedenken.

Hamburg.

Mr.. P. H.
SCHRÖDER.
*

LONDENSCHJij CORRESPONDENTIE.

Werkloosheid; toestand der Oostersche
markea; spoorwegreorganiisaie; afzet
van wolvoorraden.

Onze Londensche Correspondent schrijft ons d,d.
17 December 1920:

Ohristmas approaohes, but it vill’be a very ‘diffe-
rent festival from last’ yèar. Thea the 1great boom was
at its heiguht, and hiiguh wages ‘and the carefully oulti.
vated feeling that this was the ,,first Peace OhHt,-

mas” produced an orgy of spencling to which thero
will ho no parallel this year. A friend to whom 1 was
talking in the City this afternoon ‘toM me that ho had
just ‘been to a leading firm if City shopkeepers, *ho

told him that last Tuesday their first customer walkad
in at thiee o’clobk in the âfternoon, and they had
hiuidley ‘seen a soul sinco. The
sZump
in
employrnent is
painful}y evident in the increase ‘in the nuinber of

men with war ‘decorarbion:s who are keeping body nd
soul together ‘by begging and the sale of matehes and

such other articles, and in the unemployed proces-

sions, which are growirig in frequency. Last night the
Minister of Lahour received a ‘deputation from the

Labour Party wjiiich did not hesitate to use very grave

language is discussing the danigers of allowing a

further increase in unemloyment. The Minister
could givo no assurance that the Ca’binet would allow

the re-introduction of the out-of-wo;rk denatjon
‘w’hich caused such a scan’dal in the early days of the

peace, and practically confined hiim’self to a recom-

mendatjon that the workless ‘should ‘ase the road-

making plans of the Government as a nieans of
findiug relief. In additio,n ho hoped that the ‘building
trade would absoiub 50.000 unemployed.

It is typical of the ahortsjgthtedness of the Labour
Movernent that at the very moment when one depu.ta

tjion was explainitag the seriousness of the situation
anothej- body of trade-un’ionjsts was ‘doing its best to

defeat the introduction of ‘ex-service men into the
buil’dintg trades. To a request ‘by the Gove’rnment that

the Building Union’s would at’ten’d a Conference on

Monday, the reply has ‘been made that the Govern-

ment should su’bmi’t its propo’sals first. This ‘is ‘in
itself not an unreason’a’ble request, but there is not
the sIigbtest doubt that the Buildïing Trades Federa.

tion is ‘djivi’ded on the questio of ,,dilution”. The
House Painters assert that they have 10.000 unem-
ployed members already, and the Carpenters are

similarly oposed. This unemployment is in part

seasonad, bu’t of course if there is a shortage of brick-
layers thehou’ses cannot be built wliioh would give the
painters and the clirpenters the work which they

want. This attitude of the building unions ‘is ‘having
a very ‘bad morai effect, and will lose the labour
mov’ement much sympathy in the inevitable fight ove

wage reductions whieh a ‘depression always brings
with it, and of which the shipbuilding trades have
been the first victims.

What is to be done? The fact is that n’othin,g can ho done immediately, because the elump is the inevitable
result of the neglect of the plainest common sense in
the statesmen of the world. 1f people reallythought
that it would be. possi’ble to conduct ‘twenty minor

wars after the finish of the ,,war to end war”, to
finance them by paper money, to ‘be as extravagant as
their in’coz es would permit, to ‘des’troy what remainecl
of Russian productivity hy war ‘and bl’ock’ade, and to
create economie chaos in Oentral Europe to satisfy
the desire for revenge which possessed them, they are
realisin,g thetir mistake now. No one cnn ‘supply a

remedy whioh shali be immediately effective for a

sickness which has been developing for over six
years. The remedy of increased producon is uselesa
in a world in whih people are so poverty-stricken

that tihey cannot buy, ‘because they have nothing to

buy with. Even were the ‘advice followed, the fear
that inereased importswilI legd to uneniployment is

so potent that, as we see, the first measure of the
ne,t session is to be en anti-dumping and key
in’duistries measure. At present one must conif
058
the
intelleetual bankruptcy of the world.

The ‘danger is of course that all this volume of
sufferin.g whih unemployment involves will leed to

social stnife on a ‘soale which will make t]iings stil
worse. Fortunately, the leaders of the Labour Party

are a steady set of men, who are far f roin desiring
to have greatness thrust upon them by becoming the
leaders ‘df a rovolution. But the prospect of thousauds

of men, used to force, roaihing the country for work,
is appalling in its implieation’v. The latest idee is that

of encouraging organised barter. Sir Charles Sykes
M. P., who is a prom’inent Yorkshir
e
industrialjst,
speaking last Mond’ay, mentioned that ho ‘had ‘been

ask’ed by the Premier and the Ministers particularly concerned with tra’de, to consider this possibility in

22 December 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1113

consultation with somo other trade experts. Sir

Charles, though recognisin.g the practical difficulties,
expressed himself hopefully os the subject: lie
thought that to tinker with the exehanges direotly

was a hopeless undertaking, and ,,if we got a healthy
interehange of goods between ourselves and the

varions Continental countries the finaucial exehanges

would rectify themselves.” 1f the policy now is to
avoid the bother of dealing with paper money, surely

it would be botter to follow Dr. Visserin
4
g’s proposals,

and attempt to introduce a now international gold
unit, to act as standard of value for all the maxiy

goocis which enter into commerce, rather th.n try to

exchange goods against goeds, w1iic4h all eperience
shows to be so very difficult.

The East errt mairkets
continue to give fooci for

much annious reflection: 1 understand that the
rubber restriotions will prov.e insufficieut, and that

in spite of them the now level of output is likely to

ho too great fo.r absorptiiou. A proposa,l for a 50 pOt.
limitation is being canvassed. In the oase of the tea
trade, plah.tations are simpl being aÏlowed to go out

of cultivation. My informant added that the pressure
in the plantation areas was so great that even the
direct oost of pioking was not covered by the price
obtainable. The Manchester trade is a]most completely

at as end: the faniiue in China, added to the slump
in silver and the political difficulties have altogether
disorganised the piece-goods market.

The Railway Oompanies and the Traders have now

put forward their
counter-proposals with regard to

the
reorgan’sation
of
the ‘railwa.ys
of
the United

Kingdon.
The reason for the recent outburst by the
leader of the men is now explained, for the proposals
of the Railways propose to exolude the men alto-
geitiher from a share in the control of the now
systems, as objectionable in principle and impossible
in practioe. The Railways want a different grouping
to that proposod by Sir Eric Geddes: the Scottish
railways are to come into the scheme integrally and are net to form a separate group. Further, decontrol
is not to come into force til 1924, and until this
happens, the State..guarantee is to ob’tain. Naturally,
the suggestion that surplus earninigs go to the State
is rejeoted. The traders are, of course, mainly con-
cerned in soeing that they secure adequate represen-
tation os the new directorates, and with the question
of the fixing of rates. Mr. Thomas, the leader of the
railwaymen, has annouxiced that the men intend to
adhere to the original Government proposals, insofar
as these gave them the promise of representation.

The problem
of
dealing with the surplus stocks
of
wool, which are estimated by the Ministry of Muni-
tions at some f 60 millions has attracted a goed deal
of attention. In acidition to the proposal that the
British Government shoul’d turn over these stooks to
a now Anglo-Australian consortium, which should
be converted into a joint stook company, and run a
joint account wi’th the Government, ther.e is the
proposal that the wool be tu.rned over to the ordinary
trade chaiinels for disposal.

The ,,Times” suggests that this latter method must
meet with the criticism that it will tend to cause a
slump in priees, *hilst the new conipany will be

attackod en the ground that it will try to koop prices

up. Of ‘these criticisms, the latter would seem to

posses more validity: it is diff.icult to see ho w
these enormous stooks are to ho got rid of except at s
les, the world position being what it is. Any atempt

to Carry over these etocks from year to year until
conditions have boon completely restored is impos-
ible, and buyers simply will not buy at present if
they tl±ik that by holding off they will lower rates
still more in the future.

The trade agreement with Russia seems further
off than ever: the papers report a ,,deadlock”. .The
latest report is to the effect that the British Govern-

ment ‘is seeking to impose on the Sovi9t Authorities
a guarantee ‘that individual Russians will not indulge

in propaganda here: whulst earlier this week M.
Krassin complaised in a communiqu6 ‘to the prom

that the attitude of the Russian Government was
being wilfully naisrepresented. The Russian Govern-

ment was not asking for new terms, nor did it refuse

to discuss new demands. All that it desired was that
now demands should be separately dealt with, apart,

presu.mably, from the original group of trade ques-
tic>ns. The question of the debt has, it would seem,

receded into the baekground, and political issues are
once again responsible for delay. The ,,Times”

represents the British Government as taking up
an attitude of complete firmness: it has announceci

its terms, and will not alter thein. One doos not know
quite what to make of all this: probably botli sides
are under the irnpression that the other wants trade
so badly that it is prepared to «ive in. The recent

defeats of the opponents of Sovjet rule has altered
public opiuion to some extent: and there will be

considerable disappointment if at long last nothin,g
happens. With unemployment growing, the Govern-

ment oannot afferd to disregard adverse comment.
The ecouomy campaign coutinues, but the Govern-

ment has on the whole come out of last week’s par-
liamentary contest much better than one would have

thought. Meanwhile the House of Lords has seriously
interfered with the Hôilsing and agricultural policies
of the Government. The Federatiôn of British In-
dustries has had another interview with the Ohan-
cellor of the Exchequer, and the inapression appears to prevail that the Excess Profits Tas will disappear.

As a matter of f act, some business men wil have
reason to bless the fact that the tas was not abolished
before this, for they will be able to reclaim sums, and
these sums in the aggrogate must amouut to great
totals. The next stop which the Federation is pressing
for is such a reduction in expenditure as will make
the impositiosa of fresh taxation in place of the Profits

Tax unnecessary.
The Floating Debt position
this week is as

follows:

Inciease or decrease
Dec.
11/’20
au previous week
Ways and Means Advances:
Advances by
Bank
of
England..
£

50.000.000

14.750.000
decrease
Adv. by Gov.
Departm.
,,
210.264.000 ,, 6.600.000
increase
Treasury Buis Outst.
,, 1.137.604.000 ,, 10.815.000
increase

Totais ……………
£
1.397.888.00 ,, 2.725.000
increase

Sir Drummond Fraser, ‘the well-known Manches-
ter banker and statistician, has been discussing the
problem of the maturing debt at the Royal Statistical
Society this week, and proposed to meet the situation

by the continliation of what has become known as
continuous horrowing. The stook offered is to funid the
short dated floating debt: in order to make the new
honda attractive, the sinking fund repayments are to
ho roducod to one-half per cent per annam, instead
ot the present three per cent, thus investors eau
reckou en capital appreciation in more remote times.

The proposals find little favour in the Manchester
Guardiu, and the ,,Times” has also condemned the
scheme in a leading article as lacking any of the

elements of suceoss.
The Stook Exchange this week has been having a
bad time with heavy selling pressure and the oil mar-
het has seen a eonsiderable markinig down of some
favourite stocks. War loans have reached a now
minimum level. Industrial securities in some cases

are striikinigly below the 1919 level. People with a
little money to spare should he able to reap a harvest
by judicious buyihg alt present: ‘the trouble is that

most people have no money, and the uncertainty is
giving industrials rather a bad name.
The Dye Bill is neariug its final stage: and the
obstruction to iie passage in Commi’tteo was not very

1114

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22
December 1920

succesful. A proposal to restrict the profits to 8 per

cent was defeated on the ground that the govern-
ment passad the prospectus and thus it would be a

breach of faith to fix a maximum profit now. Fortu-
nate shareholders!

Naturally the Labour Press is making some pointed
comiments on this ‘attitude. The proposal to abolish dual

control of the Stock Exehange was defeated this week

be a large majority. The flood of new issues has
stopped for the time being: in view of some recent

resuits this is not surprising, and it will be inte-

resting to see what the level of underwriting corn-

missions will mount to, if the financial position does
not improve.

The government has consented to medify the
Gold
and Silver Bill,
and the measure will now automati-cally cease to operate on December 31-1925, unless

of course, an amending bill is passed before that time.
Mr. Baldw

in’s speech in Committee showed how far

we have travelled from pre-war days. 11e did not

seem aware that so long as gold is only exportable
under license, it makes not the slightest difference

whether the paper currency is convertible or not, for,
as regards internal payments, paper will serve just as

well, and any suspicion that gold once imported,
cannot be re-exported, will simply mean that gold

will not come here at all. South African ‘gold has in
fact been exempted from the agreement, and so also has Nigerian gold.

The currency situation shows a further expansion
this week, but this is probably only a seasonal increase

‘and possesses no special significance.
The Bank
Return is
as un.der:

Public Deposits ……….
£ 3.023.412
clecrease.
Other Deposits …………,,

412.872
Government Securities …..
, 3.585.000
Other Securities ……….,,

26.873
Reserve ………………,,

108.686
Circulation

…………..,,

825.335
Coin and Bullion ………..,

934.021

The reserve ratio has improved by one-quarter per cent, an’d now stan’ds at 9% per cent.

The Currency Return shows a much greater rise
than this: the outstanding eirculation has increased
by £ 4.912.209 to £ 356.375.981.

DE RIJKSMIDDELEN.

In dit nummer treft men aan het gebruikelijke
overzicht met bijlagen van de opbrengst der Rijksmid-delen over de maand ‘November 1920, vergeleken met de overeeiikomstige cijfers van November 1919.
De oorlogswinst- en verdedigingsbelastingen brach-
ten tot dusver in totaal op
f
854.219.548,—, waarvan

f
639.533.842,— op rekening komt van eerstgenoemde
heffing.

Met inbegrip van de opeenten ten behoeve van het
Leeuingfonds – behalve die op den suikeraccijns, wel-ke .geene verzwaring van belastingdruk medebrachten
is in totaal een som van
f
1.037.789.838,— ontvan-
gen uit belastingheffing, die haren grond vindt in de
buitengewone omstandigheden.
De gewone middelen brachten in de afgeloopen
maand
f
38.420.557,— op, tegen
f
33.395.207,— in No-
vember 1919 en ‘vertoonen niitsdien een vooruitgang
van
f
5.025.350.—.

De opbrengst in de eerste 10 maanden overtrof de
raming met
f
102.021.355,—, terwijl de opbrengst in
November 1920 de raming met
f
12.617.515,— over-
trof.

Tot ‘dusver lovertrof de opbrengst de raming dus
met
f
114.638.870,—.

Tot ‘dit gunstig resultaat ‘droegen, behalve de grond-
belasting, de personeele belasting, de zoutaccijas en de
belasting op speelkaarten, alle middelen bij en in het
bijzonder Lde inkomstenbelasting, de dividend- en tan-
tièmeholasting, de gedistilleerdaccijns, de registratie-
rechten en ‘de invoerrechten.

Tot de hoogere opbrengst van November 1920, in

vergelijking met November 1919, droegen alle midde-

len bij, behalve de gron’dbelasting, de accijnzen op wijn,

gedistilleerd en zout, de registratie- en successierech-
ten, de belasting op gouden en zilveren werken en de
Staatsloterij.
De hoogere opbrengst van de personeele belasting is
waarschijnlijk een inhalen van achterstand. Dit blijkt
uit een vergelijking van ‘de totale opbrengst ‘dier be-

lasting in de eerste elf ‘maanden van 1920 ‘met die
in de overeenk’omstige maanden van 1919. Niettegen-

staande de herschatting volgens hoogeren maatstaf van mob,ilajr en ‘huurwaarde en het ruimer vloeien

van dit middel in November 1920 is de totale op-

brengst van de personeele belasting in Ide eerste elf

maanden van 1920 ruim f1.915.000,— geringer dan
in de overeenkomstige maanden van 1919.

De hoogere opbrengst van de inkomsten- en verm’o-

gensbelasting is ten deele een gevolg van de met in-
gang van 1 Mei 1919 in werking getreden tariefsver-

hoogingen, ingev’olge de wetten van 11 April 1919
(Staatsbiaden Nos. 169 en 170), die in November 1919
haren invloed nog slechts in geringe mate deden ge-

voelen. Hierbij moet iii aanmerking worden genomen,
dat de aanslagen, welke de hooge inkomens betreffen,

in het ‘algemeen later worden vastgesteld, daar voor
die aanslagen de medewerking van de ambtunaren der
vermogensbelasting noodig is; deze aansla2en hebben

in de afgeloopen maand hun invloed ‘doen gelden.

Ook bij ‘de beoordeeling van de ontvangsten int ‘deze
twee belastingen, ‘dient in het oog te worden gehouden

dat geleidelijk een vluggere aanslagrei;eling mogelijk wordt, zoodatvoorzichtigheid is gebolen bij de verge-

lijking van de opbrengst dezer mi’] J’len in het loopen-
de en in het vorig jaar.

De meerdere opbrengst van. de dividend- en ta’n-
tièmebelasting hangt vermoedelijk samen met de hoo-

gere uitkeeringen, die op het sterke rcser’veereri der
oorlogsjaren volgden.

De stijging in opbrengst van den snikeraceijns houdt
mede verband met het ruimer inslaan door grossiers

en winkeliers als gevolg van de dalende ‘suikerprijzen;
die van don bieraccijns met een ruimere beschikbaar-
heid van grondstoffen.

De hoogere opbrengst van ‘het zegelrecht ‘houdt
waarschijnlijk verband met de talrijke uitgiften van
gemeentelijke obligaties en andere fondsen.

De stijging in de opbrengst der invoerrechten, van
het statistiekrecht en de loodsgelden hangt samen met
ide grootere invoeren.

De lagere opbrengst van ‘den zoutaccijns is ‘een ge-
volg van ‘het toenemend verbruik ‘van het – door de
lage valuta – goedkoopere buitenl’andsch zout, waar-
over wel invoerrecht, ‘doch geen accijns is verschuil-
‘digd.

De sterke achteruitgang in opbrengst van het regi-‘stratierecht is vermoedelijk een gevolg van een ver-mindering van ‘de ‘overgangen van vast goed en van
de emissies van aandeelen in de naanilooze vennoot-
schappen.

AANTEEKENING.

De Meelexport van Asnerzka. –
In ver-
band met het artikel van Mr. J. van Loon’ op pag.
1022 van dezen jaargang wordt ‘hieronder overgeno-
men het ‘slot van een mededeeling in het jongste no.
van Handelsberichten van ass. ]EIandelsattaché Grata-
ma te Washington over den S’hipping Board, waaruit

blijkt, dat de actie van de meelfabrikanten tegen de
differentieele vrachttarieven voor granen en meel
haar uitwerking niet ‘heeft gemist.

Na eenige moeilijkheden van den Bo’ard in zake ‘de
vrachtenconferenties te hebben opgesomd, ‘gaat de me-
dedeeling als volgt verder:

,,Ten slotte heeft de verlaging voor de vracht van meel de
,,tJnited Kingdom Freight conference” ernstig
iiL
gevaar
gebracht.
Dc ,,Shipping-Board” was hier wel geen lid van,

22 December 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1115

maar stond er toch in zeer nauw verband mede. De onver-wachte verlaging heeft dan ook een heftig protest’ veroor-
zaakt van de Engelsche maatschappijen, die beweerden dat dit geheel tegen alle overeenkomsten inging, waar de afge-
sproken tarieven hooger waretl; toch hebben zij zich aan
de ,,Shippïn.g-Board”-vraoht moeten aanpassen. Op aandrang
van de groote meelfabrieken heeft de ,,Shipping-Board’.’ ni.
de extra vracht van meel boven graan teruggebracht van
25 cent op 5 cent, een zuiver protectionistische maatregel.
De vracht is nu 40 cents per lbs. voor graan en 45 cent
voor meel in zakken, vroeger was het verschil 40 cent
tegenover 80 cent soms. De belanghebbenden bij maïsmeel
zijn onmiddellijk een dergelijke actie begonnen. Beweerd
wordt, dat het gebruikte middel niet veel zal helpen, daar
de s(heepvaartmaatschappijen alle mogelijke moeite zullen
doen om te ontkomen aan het vervoer van meel, waar de
5 cent niet opweegt tegen al de extra-kosten en de grootere
risico voor bederf.”

BOEKAANKONDIGING.

,,Va2ut’a ‘und Fina’nznoi in Deutsch-

land”,
Prof. Dr. Julius Wolf. (,,Finanz-

und Volkswirtschaftliche Zeitfragen”
69. Heft). Verlag Ferdinand Enke,

Stuttgart
)
Octnber 1920.

Onder de tallooze boeken en brochures, waarin de
tegenwoordige toestanden in Duitschland tot onder-
werp van bespreking, critiek en voorstellen tot verbe-
tering worden gemaakt, zal aan de bovengenoemde
brochure van Prof. Wolf zeer zeker een bijzondere
plaats moetn worden toegekend. Zij trekt in buiten-
gewone mate de aandacht van den lezer, omdat zij tot
de weinige geschriften behoert, die naast een heldere
uiteenzetting van de feiten nochtans een eigen oor-
deel vn den schrijver weergeven, zonder do(yr een
teveel aan persoonlijke interpretatie bij den lezer een
zeker wantrouwen ten opzichte van de objectiviteit op
te wekken. De schrijf trant van Wolf is voorts zeer
helder, kort en zakelijk, zoodat de brochure, een inder-
daad indrukwekkend geheel vormt.

Over het bovengenoemde onderwerp heeft Prof.
Wolf in Juli 1920 voor den ,,Verein der deutschen
Zuckerindustrie” een voordracht gehouden, welke hij
later in den vorm van korte aanteekeningen heeft
bijgewerkt tot October 1920 en in brochurevorm gepu-
bliceerd. Bij de bespreking der oorzaken, welke tot den buitengewoon ongunstigen stand van den Duit
cohen wisselkoers hebben geleid, vt hij deze samen in
drie groepen, ten eerste de zoogenaamde psycholo-
gische factoren, ten tweede den invloed van de ongun-
stige ontwilkeling der Duitsche betalingsbalans en
ten slotte den omvang der creatie van circulatiemid-
delen; gedurende den oorlog en de eerste maanden na
de revolutie in Duitschiand heeft de factor sub 1 ver-
meld een overwegende rol gespeeld, terwijl in den
tegenwoordigen tijd de invloed der betalingsbalans en
der steeds toenemende inflatie alsmede de werking der
buitenlandsche valuta-speculatie ‘de ontwikkeling van
den Markenkoers bepalen.

Schrijver wijdt een hoofdstuk aan de groote ‘daling

van den Duitschen wisselkoers in het jaar 1919, welk
verschijnsel, behalve aan de reeds genoemde factoren,
ook aan de enorme ,,Kapitalflucht” naar het buiten-
land en aan de eenzijdige ontwikkeling van het han-
delsverkeer tengevolge van het ,,Loch im Westen”
moet worden toegeschreven.

De bespreking der Duitsche staatsfinanciën be-
hoort tot de meest interessante en indrukwekkende
hoofdstukken van het geschrift, omdat zij een scheI
licht werpt op de gevaren der staatsfinanciering en
aantoont hoe deze, indien zij eenmaal het hellend vlak
heeft betreden, door den diang der omstandigheden
wordt medegesleurd. Zoo wordt dit hoofdstuk feite

lijk een dringende waarschuwing aan de regeeringen
van alle landen – het onze niet uitgezonderd – wier
staatsfinanciering zich op den verkeerden weg bevindt
en die zich in dit opzicht slechts van elkander onder.
scheiden door de meer of minder groote vorderingen,
welke dit proces tot nu toe heeft gemaakt. De cijfers,

waarmede Prof. Wolf zijn betoog toelicht, zijn, om zijn
eigen woorden te bezigen, inderdaad ,,von tragischer
Grösse”; de gezamenlijke schuld van het Rijk, de

Staten en de Gemeenten schat hij einde Juli 1920 op

een bedrag van ca, M. 270 milliard, het totaal der uit-
gaven voor het loopende jaar wordt door hem begroo’t

op M. 75 80 milliard, terwijl de inkomsten op onge-

veer M. 40 milliard kunnen worden aangenomen, zoc..

dat een ongedekt deficit blijft van M. 35 40 mil-
liard!

Wat de mogelijkheid aangaat dit geweldige ‘defiçit

te dekken, komt schr., een deskundige op het gebied

van belastingwezen, tot de, conclusie, dat de directe
belastingen reeds hun maximum hebben bereikt; ten

opzichte van de indirecte belastingen acht hij daaren-
tegen eene verdere uitbreiding en ten deele zelfs eene
verhooging op zichzelf niet onmogelijk; men dient
hierbij echter in aanmerking te nemen, dat de sociaal-

democratische Partij zich ten sterkste tegen dergelijke
maatregelen zal verzetten. Van eene algeheele socia-

liseering van het economisch leven in Duitschiand
verwacht hij in het algemeen slechts ,,Irrationalisie-

rung”; z.i. bestaat echter de mogelijkheid per jaar
eenige milliarden te besparen door eene ,,wohldurch-

dachte Planwi rtschaft, eine Durchorgani sierung der
individualistischen Wirtschaft”. Ons is de bedoeling

van den schr. in deze niet geheel duidelijk, vooral
omdat dit idee niet nader door hem wordt gedefi-
nieerd of uitgewerkt;
1)
indien hij daarmede een orga-nisatie van particuliere bedrijven van hoogerhand wil
bepleiten, dan zouden wij volgens onze meenin,g te

doen hebben met een zwak punt in het betoog van den
heer Wolf, wellicht het eenige zwakke punt, dat men in zijn brodhure zal aantreffen.

Het grootste resultaat verwacht Prof. Wolf echter
van eene verlenging van den arbeidsduur, welke in
het belang van het volk âls noodzakelijk moet worden beschouwd: ,,den arbeitenden Klassen selbst muss die
Einsicht kommen, und cie müssen in ihrem eigenen
Interesse den Schluss daraus ziehen, dass .den Acht-stundentag wohl ein reiches Land sich gestatten darf,
aber nicht eines, das am Bettelstab einbergeht.”

Met betrekking ‘tot de plannen van Mr. Vissering
tot herstel van het geldwezen door schepping van een
nieuw betaalmiddel, de goud-notes, hetwelk naast het
in omloop zijnde papiergeld zou circuleeren zonder
vaste waardeverhouding tusschen de beide geldsoor-
ten, zet Prof. Wolf uiteen, dat hij ook van dit plan
geen definitieve oplossing van’ het geldvraagstuk ver-
wacht. Hij acht de waarschijnlijkheid van een verdere

daling van den Duitschen wisselkoers groot, zoolan,g
de emissie van papiergeld steeds g-rootere afmetingen
aanneemt. Desniettemin beschouwt hij de voorstellen
van den heer Vissering naast die van Prof. Landes-
berger als de meest belangrijke, welke op dit gebied
tot nu toe werden gedaan; hij haalt in dit verband
een uitlating van den bekenden schrijver Otto Heyn
(Nürnberg) aan, waarin wordt gezegd; ,,Trotzdem
(niettegenstaande ‘de bezwaren, welke tegen de plan-
nen van Mr. Vissering kunnen worden geopperd)
soliten wir in eine sorgfïltige Prüfung dieses Planes
eintreten. Vielleicht gelangen wir dann doch zu dem
Ergebnis, dass wir, unter dem Zwange der Notwendig-
keit han’delend, am besten tun, dec Visserin.gschen
Vorschiag zur Ausführung zu bringen.”

In een zeer belangrijk hoofdstuk geeft Wolf eene
uiteenzetting van de stijging van het prijsniveau in

1)
Het is niet onmogelijk, dat schr. hiermede doelt op
de werkzaamheden van de ,,Normalisierungskommjssj
on

voor de Duitsche industrie welke, onder medewerking van
de industrieelen zelf, voor
alle
artikelen ,,Normenblatter”
vkitstelt, welke later voor alle producenten in Duitschland ‘verplicht worden gesteld, zoodât slechts de in deze ,,Nor-
menblatter” vastgestelde typen van een bepaald artikel mo-
gen worden gefabriceerd. Het behoeft geen betoog, dat in
deze richting voor de Duit.sche industrie zeer veel zal kun-
nen worden bereikt.

1116

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22 December 1920

11

Duitsch1aojd en do daaruit v•oortspruitende verhooging
der arbeid.sloonen, waarbij vooi’al 4ewczen wordt
op

steeds verder gaande ,,Verelendiiing” der djitellectueel.
klasse.

Ten opzichte van cle itoekemst van het geidwezen
blijkt Prof. Wolf in hooge mate pessimistisch gestemd

te zijn en hij waarschuwt dan ook het Diitsche volk

voor illusies ‘en wijst er op, dat het moet lèeren de

oogen niet te sluiten ‘voor de onverbiddelijke feiten en
v66r alles moet inrien, .dat ,…..kéin deus ex machina

wird kommen um Deutschland zu retten, kein Wilson,

nicht Amer,ika, noch sonst jemand, wenn es sich
niiit selbst, rettet.. . . Auf diie Dauer gibt es keinen

anderen Rettungswag als Ar.beit, Organisation und
Fasieri!” v. d. H.

ONTVANGEN:

De samensteWng eh beteekenijs v.n indexcijfers en

höe zij ook tiôôr Nederlcz,ndsch,jndjë van betee-
ken,is kunnen worden.,
dodr J. van Gelderen, No.
1 de
r
Mededeelingen van het Statistisch Bureau
van het Depaftemenit -van Landbouw, Nijverheid
en Handel. Buitenôrg 1920.

Hout, weekblad voor Houthandel en Houtbewerking.

Ne. 1. Uitgever J. Mermaiii, Den Haag.

Dit nieuwe weekblad, gewijd aan Houthandel en Hout-
bewerking, is tevens orgaan van den Nederlandschen
Houtbond, de Nederlandsche Vereeniging van Werk-
gevers in het Kuipers. en Ki.stenmakersbedrijî en de Ne-
•derlandsohe Vereeniing van Fabrikanten van Timmer-
werkn. Naast het officieele vereedigingsnieiws van den
Houtbrid in zake ‘deüsttijd tegén de C. B.
V.,
bevat het
eerste nummer o.m. overzichten van de houtmarkt in
bine- èn buitenland, an de vrachtenmarkt èn het be-
gin van een beschouwing van Prof. te Wechel over ,,Ho’Lit’
als object voor wetenschappelijk onderzoek.”

HoAidelsregister dit ‘Kam.ers vous Koophandel,
No. 2
der ,,Vèrslag9n èn Mededeelingen” van de Afdee.

ling Heiidel van het De3arteient van Landhoilw,
Nijveihiid en Handel. s-Gravenhage 1920.

MÂANDCIJFËRS.

OVERZICHT DER RIJKSMIDDELEN.

(In Guldéns).

cder

1

O

iVovcmber

1 Jan,ia,1
1

homvifge
orreen.

1920

S

1920

1
periode 1919

Directe belastinge’n.
• Grotidbelasting ……..
1.446.535 15.471.257 15.416.343
Prsonee1e belasting

2.699.406 14.190.606 13.594.097
Inkômstenbelasting

5.863.166 79.986.039 47.216.507
Dividend- en tantiOme-

belasting ………….
4.116.852 22.115.017

9.933.092

– Vèin6gensbelasting ..
1.009.134 11.147.552

6.407.598
4ccijnzen

1

Suiker …………….
2.806.710 33.012.407 33.695.244
Wijn …………….
,34.600 1.331.128 872,765
Gèdistilleerd ……….
4.333.104 43.894,403 33.772.997
Zoüt ……………….
138.215 ‘1.780.803 1.414.434’

Bier ………………
315.617 – 2.787.565

1.280.161
Geslacht …………..
1.355.281 13.353.553 12.672.836
Belast. dp peelkaarteti

8.850

126.149

Indirecte bdlastin gen.
Zegelrchten …….. ..
‘2.223.140
1
23.048.298
3
18.653.857
Registratiereëhten ..
3750.890 49.895 897 34.993.245.
Successierechten ……..
3.247.068 30.087.001 30.784.099
Invoerrechten …………
3.728.837 43.451.697 25.532.534,

Gouden enzilverenwerken .

Bèlastin …………..
85.683

839.128 .

832.378′
ei

sailôon
…………192

1.038

,

781f
2tatiitie1c’ech
1
t
……..

.

..
3.242

4.777:416

3.840.14

Mijnui ………………
4
) 175.343 ‘) 1068.494

484.729

Dd,iz’èiii€n …………..
468.680

3.497.289

3.265.448

taat8totrij …………
9.056

676.265

634:612
Jéicht en
,i4sèherij ….

4572

279.514

275.323

Lood4geZdn
………….

206.384

1.653.813

.1.150.023

Totaal ……….
.38:420.557 398.472.329 296,723,246

OPOENTEN VOOR HET LEENINGFONDS 1914.

November

Sederi

Overeen-
1920

1 Januari

kom,Ilge


1920

periode 1919

Directe bela8tin gen.
Grondbelasting

289.405

3.098.863

3.087.433 Personeele belasting

528.983

2.676.832

2.458.274 Inkomstenbelasting

1.869.255 24.284.476 20.781.618
Vermogensbelasting

251.155

2.791.591

2.364.786
Dividend- en tantidme-

belasting ………..
1.358.561

7.297.956

3.277.920

Accijnzen.
Suiker …………….
561.342

6.602.481

6.739.049
Wijn ……………….
6.920

266.226

174.553
Gedist. (binn.-en’buitl.)

433.310

4.389.440

3.377.300

bidWecte beta8tin gen.
Zegelrecht van buitl.eff

18.686

36.266

585.872
Registratierechten

6

484

Totaal .. ..
5.317.6171 51.804.1371 42.847.289

BELASTINGEN IN VERBAND MET DE BUITEN-

GEWONE ÏMTANDIGÊEbEN.

November 1920

Ja’192O

Oorlogswinstbelasting ……..
0
) 12.504.401

14 3.702.016
VerdediingsbeJ.sting la ….

303.243

3.352.951
Veidédigingsbelasting Ib ….

950.502

13.77 734 3
Verdedigingèbelütirig II ….

1.785.646

27.653.164

15.543.792

188i85.474

‘) Hieronder begrepen
f676.991
wegens égeliecht vân
nota’s van makelaars en commisionnairs in effecten, enz.
(Beursbelasting).
2)
idem
f6.899.384.
‘) idem
f5.364.355.
4)
Hieronder begrepen
f
123.358
volgens de wet van
26
Maart
1920 (St.bl. No.
157). )
idem
f
276.104.
0)
Opbrengst der oorlogswinstbelasting sedert het begin
der heffing
f
639.533.746,-.

PRODUCTIE DER KOLENMIJNEN. *)

(Ontleend aan ,,Maandschrift Centraal Bureau Statisti’ek”)

Naam van de
Septmber
October

Mijn
190
1919 1920
1

1919

Stdatèmijnen.

Wilhélmina ……
48.932
42.800
49.177
45.937
Emnia……….
77.852
49.656 80.805
53.986 35.525
..
..

24.320
39.455
29.234
Hendrik ……….

Totè,al ..
. .
162.369
116.776
169.437
129.157

Particut. mijnen.

Dornaniale mijn
48.638
39.660
49.699
46.15
Mijn LauM en Ver-

49.369

40.910
49.389
45.072
Oranje-Nassau
eeniging ……..

mijnen ……..
63.628
75.912
67.728
Mijn Willem So
.74.392

phie ………..
21.990 15.450 22.520
16.305

Totaal ….
194.389

159.648

197.520

175.260

Tdtaal generaall
366.098
1
276.424

36.957
1
304.417

‘) In ‘tonndn.

Het ,,Maandschrift” teèkéiit ‘bij ‘de
cijfeis
aan:

Eveals in voiige ale’eiingén ijn’ in de cijfers
niet
bgrepen’ de hoèvëeihdd’en gd16ducèerd. kdl’eû-
slik. Deze bédiègén vdôialle iiiijn6n tezaen i-nhèt
jaar 1919 blijkens het onlangs vei’schenen verslag
over dat jar, 138518 ton en in de aariden’Jiinuari
t./m. O’etober 1920 in totaal 14E80 ton.

Zdbals ûit dze éijfes blijkt, hidt de toenming
van ‘de piödtictie ‘der dt&bk6l6finhijnen aan dit werd
in Octobr 1920 ‘ièer deliioduceerd di1 in elk der
obiafgaanide ‘xbûhdnu. • Iii duizendtallén tdii±i’eii:
bdroëg ‘de ‘geini’ddélde ‘mâandeljksche jrod{idtie

in
1920 (t/m. October) 321 en in 1919 283.

22
December
1920

ECÖNOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1117

HAN])ELSBEWEG-ING-
OVER
DE MAAND
OCTOBER 1920

(volgens de groepen der naamlijst van goederen, opgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek.)

Invoer

Uitvoer

Saldo Invoer
Groepen
Saldo Uitvoer
Gewicht
Waarde

Gewicht
1

Waarde

II
Gewicht
Waarde
Gewicht
Waarde

1

K.G. en
Gulden

K.G.
Gulden

II

K.G.
Gulden

K.G.
Gulden
1 Dieren

dierlijke
producten

20.405.468
20.266.078u

47.615.504
30.050.548i

27.210.036 9.784.470
II Plantaard. -voort-
brengselen

……..136.734.066
48.055.4591137.815.211
17.938.0991:
30.117.360

1.081.145

IIE
Mineralen,metalen
en

niet in andere;
1
groepen

op.geno-
men fabrik. daarv

911.410.995 88.809.250

108.327.108
14.690.455 803.083.887
74.118.795



IV Meel en meelfabri-
katen

…………22.463.873
10.219.883

13.693.714 3 595.031

8.770.159
6.624.852



V Chemische produc-
ten,

geneesmidde-
1
len, verfwaren

en
kleurstoffen

15.644.434
5.912.237,

5.952.372
4.936.051

9.692.062
976.186,!



VE.
Olie,hars,was, pek,
teer en distiltatie-
producten vanteer;
fabrikaten van deze’
stoffen, n. a. g.

94.986.870
31.348.659

27.252.984
23.490.940

67.733.886
7.857.719
11



VEl
Hout en fabrikaten van hout en derge-
lijke stoffen; meu-
beten, v.a.s …….

158.519.505
II
21.001.927!!

4.661.678
1.139.292

153.857.827
19
.
862
.
635
1


VIII Ruiden, vellen, le-

der

en lederwerk

2.517.246
6.544.9051

2.182.241
4.458-90311

335.005
2.086.002

– –
IX Garens,

touw

en
touwwerk, weefsels
en stoffen, kleede-

..

ren en modewaren

6.558.321
34.360.993

3.741.191
20.293.83-3

2817.130
14
.
067
.
160
1


X Aardewerk, porse-

lein,

pottenbak-
kerswerk,

gebak-

ken steen en andere
II
2.838.692

4.383.426
994.972

71.606.916
1.843.720


XII Papier

1.673.498
1

4.586.536

5.063.3791

14.806.159
1.826.304


1.483.316
152.806
5.511.579,


8.325.603
448.00
XI II Voedings- en ge-
notmiddelen,

niet

kunststeen

………7.5.990.342
XI

Glas …………..3.103.220

…………6.480.556

genoenidindegroe-
pen 1,11, IV en VI

29.529.860

(IV Rijtuigen, voertui-
23.653.134,

15.860.829
13.544.6481

13.669.031 10.108.488


gen, vaartuigqQ en
luchtvaartuigen.

32.156.003
12.435.890′
1.304.509
1.226.749!

30.851.494
11
.
209
.
141
!


XV Andere

goederen

dan gebracht onder
de

groepen

1 tot
en met XIV

….

18.137.834
26.945.794

8.964.952 9.250.085

9.172.882
17.695.7091î


339.129.778401 .148.414
152.947.487!
1.133.490.179
186.182.291



Totaal ……..1.534.638, 593

Waarvan Gouden Zilver,
al
of niet gemunt (np-
genomen ingroep
Ilijfi

2.175
1.787.44611

25.794
4.807.049


23.819
3.019.603

OVERZICHT van de waarde van den In- en mtvor voor elke maand van het loopende jaar en de

drie daaraan voorafgaande jaren, met uitzondering van Munt
Pn
M

,,

M

aanden
Invoer
Uitvoer

1917 1918
1919 1920
1917 1918
1919
1920

Januari ……………
Februari
68.009.520 75.073.388
256.207-.615
74.619.462 51.437.578
41.321.453
135.932.785
…………
71.927.189
45.903.517
106.229.028 233.591.043 61.728.903 54.372,261
44.543.205
113.309.645

April
…………….

..115.159.177

75.943.200 48.897.456 148.758,852 187.916.138
68.751.001
47.372.422
52.660,723 68.210.466

Mei
60.390.470 35.302.563
189.565.086
203.592.812 71.320.538
30.702.241
50.827.142
99.448.337
86.189.135 35.055,767 257.009.338 298.514.162 61.926.103
35.843.354
96.168.708
170.393.137
Juni

…………….
Juli
133.786.855 30.330.163
258.183.821
345.402.373 84.585.917
23.040,469
16.270,353
179.478.445
…………….
96.712.851
47.764.858 274.264.390 314.861.366
98.699.121
35.046.826
133.623.129
177.114.162

Maart

…………….

Augustus

…………
67.716.675
..

..

40.567.746 313.403.610 267.958.122
76.058.261
25.501.391
163.771.619
130.018.883

………………

September

……….
80.496.497

..

67.610.188
298.107.886
317.388.670 67.335.222
27.641.’96
162.131.110
185.965.569
October …………..
63.996.898

..

87.702.922 .319.833.079
337.338,3321
46.730.074
12.704155
214.577.467 148.140.438
November …………
December …………
..64.322.295
48.090.197

.. ..

..

57.929.799 63.282.114
296.351.809
288958.920


63.531.083 43.959.519
15.278.909 22.268.327
171.171,804 154.241,692

Totaal …….
964.731.239

..

608.356.613
2.825.739.214
2
.762.748.633jF
819.245.204 381.209.729 1.411.308.405
1.388;011.867

1 1 18

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22 December
1920

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
EOFBSFN TE NEW YOBK.

Data

CaMeLond.
I
ZichIPadj3
I
Zichi Berlijn IZicht
Amerd.
N.B.

beteekent : CijferR nog niet ontvangeo
(in

pc,
£)
(in
di.
per $)
1
(in
ct.
p. 4Rm.)
(In
dS.
p. gid.)

GELDKOERSEN.
18 Dec.. . 1920

350

5.88

uom.

BANKDISCONTO’S.
.
Laagste d. week

3.45.87

5.82

DOM.

Hoogste
,,

,,

3.51.75

6.05

nom.
Disc.Wissels. 4

1Juli
‘l5lZweeds.R.ksbk 7

l6Spt. ’20
Ned.

‘2OE3k.v.Noorw.6-64
18Dec. 119
11 Dec.

. . 1920

5.85

‘0’.
BcI.Binn.Eff. 5

19Oct.

{

1920

3.46.75

5.97

nom.
Bk.
Vrsch.inR.C. 6

19Oct.
’20Zwits. Nat.Bk. 5

21Aug.’19
Muutpariteit. .
1

4.86.67

5.18/4

951/

40116 Bk. van Engeland 7

16Apr.’20
Belg. Nat. Bk. 5
28Apr.’20

Duitsche Rijksbk. . 5

23Dec. ’14IBankv.
Spanje6

4Nov.’20
KOEPEN VÂN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN.
Bk. van Frankrijk 6

8Apr.’
2OlBank v. Italië . 6
20
Mei
’20

Oostenr. Hong. Bk. ö
12Apr.’16
F. Ree. Bk.
N
.Y. 6-7 4
Juni’20
Plaalsen en
No1crings. 4 Dec.
t 1
Dec.
1 3-18
Dec.
1 Ç20
18
Dec.
1920
Nat. Bk. v. Denem. 7
19 Apr.’2OjJavasche Bank 3

1 Aug.’09
_Landen
eenheden
1920 1920
Laaesie Hoogste

AIexandri

. . Piast. p. Z
97I1

97/1

977/t.

97Ii.

97
1
/
16

OPEN MARKT.
*B

Aires’). .
1

d. p. $

54
8
)1

55I4

52/8

55
7
/s

53
1
/

Calcutta . . . .

£ p. rup.

1/56/
8

1/4
1
6/
16

114/8

1j55/8

1/5118
Amsterdam
Londen Berlijn
P
N. York
Data
Part. Part.
Part.
Cal!.
Hongkong

.

id. p. $

314’/ie 2/111/
4

30I/
1

3,2
1
/4

3/0Ie
Part.
Prolon.
disconto
galie
disconto
disconto
disc.
moneij
Liseabon . .

d. per Mii.

76/

71/

6

7I/

61/,

Madrid

.. ..
Peset.
p.
X

26.82

26.80

26.40

27.10

.26.95

18 Dec. ’20 3
7
/8

5

6
8
I

4-BIo

6-7

1)
Montevideo’

d. per $

537/8

56’14

51’14

55’h 510/
4

13-18 D. ‘2o 3/8

4’14-5

6
1
I,-‘/4

4-‘Is

6-7
Montreal….

$ per £

3.96
1
1,

399

3.98

4.15

4.11
1
!2

6-11 D. ’20
384_7/1

4’/2-6

61I8-1/4

4….0/

6-7
.
5
R.d.Janeiro.
d. per Mii.

II’!,

11/16

10’/8

I1’/i,

10

29N.-4D.’20 4’h-5

4-5
1
!

6
5
Is•
2
!

4-‘/8

6-7

15-20 D. ’19
4’/s’/

3$/_.5

5
6
/8

4-
6
Ie

5-8

Rome

…….Lires p. £

97.-

98.75

98.50

102

101

Shanghai

. .

£ p. tael

4/5’/8

3110

410

4
31/4

4/0e/8

Singapore

. .

id. p. $

2/351/,
2
2.3″/i

213
21
/,.
2/3″!,, 2/3
16
/,,
5/
16-21 D. ’18 3’/-4

2h/4_31/1

31/t

4-
1
/

3ij,-

12’/A-
1
/d
•Valparaiso..

d. p. peso

916/,6)

101/
1
,1

9
11
/1,

10

9″/s,
20-24Ju1i’14

2’/-‘Ie

2/s-‘1

2
1
1.

12!-21I, Yokohama
..
£

er yen

/i 0

2/1 0?

219
3
!.

2/10
1
/s 2/9’/
t) Noteering van 17 Dec. 1920.
Koersen der vooralg.ande dagen.

t) Telegrafisch tranefert.
t) Noteering van 3 December.

WISSELKOERSEN.
NOTEERING VAN ZILVER.
WI,SELMARKT.
Noteering te Londen

te New York
De wisselmarkt was deze week zeer bewogen en over het
18

Dec.

1920 ……..41

631/8

algemeen

zeer

flauw.

Ponden liepen terug van 11.31 tot
11

1920 ……..

40′!,

61
3
/
11.154 op Vrijdag, waarna een sterke reactie den koers
4

1920 ……..

44’/

69
heden weder snel op 11.26 bracht. Dollars waren nog sterker
27

Nov.

1920 ……..

49’/

76
aangeboden en daalden van 3.27 tot 3.13%;

heden 3.23.
20

Dec.

1919 ……..

l81!11)

1331/
Met uitzondering van Skandinavië gingen de andere koer-
21

Dec.

1918 ……..

437/

10I’ts sen aanvankelijk alle mee. Parijs daalde van 19.20 op 18.95,
20

Juli

1t114 ……..
24″!,.

64’/8
België van 20.30 op 19.90, Marken van 4.50 op 4.3.
0
P
‘) Noteerng van 19 December 1919.
deze prijzen bleven de koersen echter staan en toonden
eerder neiging tot stijgen. Alleen Weenen en Zwitserland
NEDERLANDSCHE BANK.
bleven ook verder aangeboden

Weenen liep daarbij terug
Verkorte Balans op 20 December 1920.
tot ca. 0,70 en bereikte hiermede een nieuw laagterecord,
terwijl Zwitserland zijn agio geheel prijs moest geven en op
Activa.

48.25 sloot. Van Skandinavië bleel Stockholm onveranderd.
13i,,uenl. Wis-J 11.-Ok.

f

79.608.217,50

Daarentegen waren Kopenhagen en Christiania aan hevige
sels, Prom.t B.-bk.

,,

5.448.0.54,980/,

schommelingen onderworpen, zonder dat de oorzaken waren
enz. in disc.

Ag.sch. ,,102.565.627,57
f

187.621.90O 05’/i
na te gaan. Spanje iets flauwer. Pesos zeer onzeker 1.16-
Papier o. h. Buitenl. in disconto


1.09-1.11.
Idem eigen portef..
f
64.572.454,-
Af: Verkocht maar voor

KOERSEN IN NFDERLAND.
debk.nognietafgel.

Beleeningen

.

54.572.454.-

mcl. vrsch.,

H.-bk.

(102.681 478,21
Data
1
Londen
Parijs
1

Berlijn
Weenen
Brussel
New
York’)

1
‘)
in

rek..crt.t B.-bk.

,,

17.810.149,63
Ag.sch. ,,132.896.147,42
1
12

13 Dec. 1920..
11.30
18.974
4.374
0.90
20.10
3.262!
op onderp.
f253.387.775,261!,
14

1920..
,,
11.25+
18.82
4.32+
0.82+
19.92+
3.25

15

1920..
11.20
18 974 4.374
0.824
20.-
3,22
,
/d
Op Effecten

……

f244.141.775,26′!t

16

,,

1920..
11.17
19.974
4.35
0.70
19.97k
3.20/4
OpGoederen en Spec. ,,

9.246.000,-

253.887.775,261!2
17

,,

1920..
11.164
19.274
4.424
0.87+
20.20
3.15
8
/
Voorschotten a. h. Rijk …………….

..

10.951.206,46
18

,,

1920..
11.21
19.15
4.42+ 0.67+


Munt enMuntn,ateriaal
Lasgste d.w.
‘1

11.15+
18.80 4.27+
0.60
19.80
3.131!,
Munt, Goud ……
f
56.219.790,-
Hoogste
1
1

11.31
19.35
4.50
0.90 20.35
3.27
Muntmat., Goud

..

,,ö79.921.066,39
11 Dec. 1920..
11.30 19.25
4.474
0.95
2
20.27+
3.264′

(636.140.86 39
4

,,

1920..
Muntparïteit
11.41
12.10
19.824
48.-
4.65
59.26
1.02+
50.41
1
20.974
48.-
3.27
2.48’/
Munt, Zilver, enz..

,, 20.952.336,36.

5
)t.
A,neterdem.
)
Noteering
te Rotterdam.
Muntinat., Zilver
657.093.192,75
1) Particuliere
oopave.
9) Noteering
van
10Dec. 1920.
Effecten
0) Idem van
3Dec. 1920.
Bei.v.h.Res.fonds..

f

4.527.738.621!1
Id. van
1
/
6
v. h. kapit. ,,

3.836.107,37
1
!,

8 363.846,-
Stock.

1
Kopen.
Chris-

Zwitzer.
Spanje
Batavia 11
Data
holm
‘t
hogen

tiania
land
)
‘1

telegrafisch
Geb. en Meub. der Bank …………….,,

3.594 080,-

Diverse

rekeningen ………………

,,

17.926.687,11,’!2

13 Dec. 1920
63.20
47.-
46.90
50.50
41.75

101
fL193.511.061,64’/
14

,,

1920
63.10
48.20
47.15 50.30
4225

101
Passiva.
16

1920
63.15
48.60
47.80
4960
42.50

101
42-

101

.
Kapitaal

f

20.000.000,
……………………..
16

,,

1920
17

1920
,,
63.10
63.024
48.60 48.40
47.85
47 40
49.-
48.40
42.-

101
Reservefonds

………………….

18

1920
,,
63.05
4$.10
47.30 48.60
41.85

101
Bankbiljetten’in omloop …………

,,1.070.487.750,-

Eiste d. w.’)
62.90
46.90
46.90
48.-
41.50

101
Bankassignatiën

in

omloop ……….

….2.543.912,72′!s

FI’st.e

11
.,

,,
63.511
4870
48.10 49.80
42.50

101
Rek.-Cour.

Het Rijk
f

11 Dec. 1920
6330
47.95
47.75
7060
41.75

994.1004
saldo’s:

J
Anderen

,,

77.448,067.53
77.448 067,53
,,
1u2fl
63.45
45.90
45.60
51.224
42.75

994-1004
Diverse rekeningen

,,

18031.331,39
………………
MuntpQriteit
66.67
66.67
66.67
48.-
48.-

100

‘)Notcennj te
Amsterdam. t) Particuliere
opgave.
.
.

(1.193.511.061,64
l/

521.000 533.500 548.000

8.450
370.883
220.592
7.974
371.763 248.047
7.754
.
36.028
211.635 7.583
358.259
218.877

2.937
311.155
104.166
14.69.4
.192.493 96.657

31.907
110.172

1
.

12.634

D
iversc
1
Beschik-
1
1

Dek.
Belee.
reke-

I

baar
ivings-
ningen
.
“”
metaal-
1

saldo
percen-
1

lage

22 December 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

NED. BANK 20 December 1920
(vervolg).

Beschikbaar metaatsaldo …………..
f
426.201.681.32

Op de ba8is
van I/s
metaaldekking
……
196.105.735,37
Minder bedrag aan bankbiljetten in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is .. ,, 2.131.008.405,-
Verschillen met den vorigen weekstaat:
Meer

Minder
Disconto’s …………….8.648.104,92’/s
Buitenlandsche wissels

108.034,-

Beleeningen

4.035.700,39
1
/2
Goud………………..
Zilver ………………..400.752,55
Bankbiljetten

3.908.350,-
Part. Rek.-Crt. saldo’s ….

125.280,66

Voornaamste posten in duizenden guldens.

k-

Andere
Data

Goud

Zilver

B ‘°

opeischbare
1
jetten

schulden

20

Dec.

1920

….
636.141
20.952 1.070.488
79.992

13

1920

..
636.141 20.552
1.074.396
79.666

6

,,

1920
636.141
20.326
1.081.064 75.870 636.141
20.171
1.078.032 90.169

22

,,

1920
636.141
19.937
1.063.063 96.350
29

Nov.

1920 ……

20

Dec.

1919

.
637.329
6.761
1.032.710 102.737

21

Dec.

1918
689.923
8.381
1.057.448
95.542

26 Jul!

1914
162.114
8.228
310.437
6.198

Totaal

Beschik.
:-

Data
bedrag
Schatkist-
Belec.
baar
kings.

disconto
promessen
rechtstreeks
ningen
Metaal.
saldo percen.
lage

20 Dec. 1920
187.622
46.000
253.388
426.202
57

13

,,

1920
178 974
40.000
257.423 425.084
57

6

,,

1920
174 273
37.000
263.384
424.284
57
29Nov.1920
182.935
47.000
264.131
421.877
56 22

,,

1920
175.611
42.000 262.920
423.400
57

20 Dec. 1919
158.162 77.500 254.287
416.107
57
21 Dec. 1918
236.729 167.800
129.116
467.234
61

25 Juli 1914
67.947
:

14.300
1

61.686
43.521
1
)
76
1)
Op de baai,
van
t/

,netaaldekking.

Uit de bekendmaking van den Minister van Finan-
cin blijkt, dat uitstonden op:

1

13
Dec.
1920

1
120.Dec. 1920

Aan schatkistpromessen.
f
388.810.000,-
f
394.810.000,-
waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst

40.000.000,- ,, 46.000.000,-
Aan schatkietbiljetten .. ,, 28.035 000,-

28.035.000,-
Aan zilverbons ………..51.825.317,75 ,, 50.389.257,-

JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrokken
cijfers der laatste weken zijn telegraphisch ontvangen.
t
Andere
Data

Goud

Zilver
t

t
opeischb.
biljetten

schulden

11 Dec. 1920……
4 ,, 1920……
27 Nov. 1920……

30 Oct. 1920 ……..225.160
16

1920 …… 226.959
9

1920 …… 223.546
2 ,, 1920 …….223.903

13 Dec. 1919 …… 170.802 30 Nov. 1918 …….104.729

25 Juli 1914 …….22.057

Data

1
Dis.
1
buiten
contos
1
N..Ind.
1
betaalbaar

11Dec.1920

250.000

••

123.500
•••.

4 ,, 1920

273.000

127.250
27 Nov.1920

288.000

‘ 122.250

30Oct. 1920 28.558 29.849 136.188 36.141 115.435

39
16

1920 29.584 32.207 146.961 36.985 115.108

38
9 ,, 1920 29.628 34.387 139.248.25.953 115 942

40
2 ,, 1920 29.276 34.690 138.544 23.405 116210

40

13Dec.1919 13.628 10.790 168.890 60.233 90.870

42
30 Nov.191,l 8.772 17.778 82.115 17.994
.
61.893

41

25 Juli 1914 7.251-1 6.39bl 47.9341 2.228

4.842′

44
8)
Sluitpost der activa.

8)
Op de baa,a van
1
16
nietaaldekking.

DE SURINAAMSCHE aANK.
Voornaamste_posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Circulatte
Andere opelschb.
Disconto’s
D!) reke.
nzngen’)
schulden

30 Oct.

1920 ..
1.053
2.171
721
1.127
480

23

1920

..
1.053 1.025
897
1.805
483

16

,,

1920

..
1.052
2.067
898 1.804
57

9

1920

..
1.053 2.137
852
1.812
641

1 Nov.

1919 ..
1.058
1.658
1.220
1.537
.
497
2 Nov.

1918•..
906
1.631 1.203
1.267
156

25 Juli

1914

..
645
1.100
560
735
$96

t) Sluitpoat der activa.

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.

BANK VAN ENGELAND.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden pond sterling.

Currenct, Notes.
Data
Metaal
Circulatie
Bedrag
I

Goudd.

I
Gov.
Sec.

15 Dec. 1920
126.812
131.236
359.176
28.500
328.153
8

1920
125.878
130.411
354.298
28.500 323.394
1

1920
124.991
130 482 351.104
28.500 321.114
24

,,

1920
124.113 127.965 349.284 28.500 318.461

17 Dec.

1919
91.499 90 300 348.373
28.500 329,463
18 Dec.

1918
78.605
68.963
314.645
28.500
295.133

22 Juli

1914
40.164
29.317


1
Data
Gov.
1

Other
1

Public
t

Other
1

Re.
1

Dek-
1

kings.
1
Sec.

1

Sec.

1

Depos.

1

Depos.

15 Dec. ’20
77.123
72.207
19.401
126.070
14.025
9,64
8

’20
80.708
71.280
22.424 126.483
13916
9,34
1

’20
93.896
75.353
21.651
142.685
12.059
7,90
24

,,

’20
52.401 74.107
17.989
105.315
14.598
11,83

17 Dec. ’19
68.189 76.860
21.538
125.312
19.649
13,38
18 Dec. ’18
69.256
93.218
28.868
143.885
28.091
16,26

22Juli ’14
11.005
33.633
13.735
42.185 29.297
52’/
t)
V,h0d5
tusachen
9e.e,ve
en Deposit..

DUITSCHE RJJKSBAN.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Darlehens-
kassenscheine, in duizenden Mark.

Data

Metaal
1
Dek-
Daarvan
1
Kassen.
1

Circu-
1
king,-

Goud

scheine

1 perc.’)

7 Dec. ’20 1.098.454 1.091.844 20.524.898 64.684.655

33
30 Nov. ’20 1.097 935 1.091.648 20.862.563 64.284.419

33 23

’20 1.098.70 1.091.653 19.953.307 62.592.t93

34
15 ,,

’20 1.098.504 1.091.653 20.812.620 63.104.938

35

6 Dec. ’19 1.112.598 1.091.265 9.926.549 32.460.351

34
7 Dec. ’18 2.328.112 2.307.881 4.194.551 19.175.464

34

23 Juli ’14 1.691.398 1.366.867

65.4791 1.890.895

93
t) Dekkin
g
der circulane door metaal en Kaaaen.cheine.

Darlehenskossenschelne
Data

Wissels

Rek. Cr1.
Il7otaal

1
In kas
bij

.1
II
uitgegeven

Reichs bonk

7 Dec. 1920 49.979.083 11.561.280 32.878.700 20.480.500
30 Nov. 1920 55.574.647 17.339.931

32.806.400 20.315.600
23 ,,

1921
1
49.7t’2.289, 13107.372 32.407.600 19.904.600
15 ,,

1920 52.558.944 111.697.864 38.528.100 20.761.900

6 Dec. 1919 32.772.612

9.688.711 23.271.100 9.86700
7 Dec. 1918 22.160.056 10.212.227 14.406.400 4.191.200
23 Juli 19141

750.892

943.964 1

00STENR1JKSCH-HONGAARSCHE BANK.

Voornaasnvte pnitten in dujzpr,dn Krone’,.

Metaal- en

Disc, en

Bijz. schyld

Bank.

Rek. Cr1.
Data

buitcnl.

beleenngen

Oostenrijk

biljetten

saldi
g en Hongarije

15Nov.20 1)32573(1 37.782.521 32954.0U() 74.121.378 9.497.833
31Oct.20 321.121 36.474.610 32.954.000 72.902.60f’ 9.930.245
7Feb.’20 290.428 19.251.400 32.954.00(1 .56.994.022 6.057.646
31Jan.’20 291.083 19.162.543 32.954.001) 56.772.802 6.220.536
15Nov.’19 325.097 14.742.052 32.954.000 50.582.595 7.235.850

23Juli’14 1.589.267 954.356 – 2.159.750 291.270
1) waarvan 222.669 goud. 46.598 buitenlandeche goudwiuela en 56.463
munt en inuntmateriaal zilver.

1120

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

22
December 1920

DANK VAN FRANKRIJK.

Voornaamste posten in duizenden iranes.

Data
Goud
Waarvan
in het
Buitenland
Zilver
Te goed
in het Buitenland

Buii.gew.
voorsch.
old. Staat

16Dec.’20
5.499.045
1.948.367
264.468
592.438
26.600.000
9

,,

’20
5.498.063
1.948.367
265.589 598.210
26.800.000
.2

,,

’20
5.495.109 1.948.367
259.212
596.604 26.600.000
25Nov.’20
5.491.697
1.948.367
264.856 599.212 26.600.000

18Dec.
1
19
5.577.925
1.978.278
272.160
796.711
25.600.000
19 Dec. ’18
5.473.452
2.037.108
318.501
1.285.748 16.400.000

23 Juli ’14
4.104.390

639.620

Wissels
Uitge-
stelde
Wissels

1

Belee.
1

eiig
Bankbil.
jdtni
Rek. Cr1.
c Parli.
ulieren

I

Rek.
Crt.
Staat

3.255.933 415.819 2.196.063′
37.509.197 3.542.463
110.075
,
3.337.909 418.049
2.163.83?j
I37.920,306 3.863.326
152.881 i
3.455.111 423.184
2.026.006 38.573.306 3.921.866
110.510
cr
3.279.519 428.003
2.018.453
38.806.733
3.639.893
287.335
0
1.194.308
631.040
1.397.497137.378.432
3.182.251 82.179
971.916
1.031.798
1.204.32829.271.424
2.451.677 41.378
1.541.080

769.400
v

5.911.9101
942.5701400.590

BANQUE NATIONALE DE UELGIQUE.

Voornaamste posten in duizenden francs.
‘7Çjj1
Beleen.
Binn.
Data
mcl.
buiten!,
van
buiten!,
van
prom. d.
wissels
en

I
Circa-
laie
saldi
oora’er.
provinc.
beleen.
Portie.

16Dec.’20
323.790
84.653
480.000 738.623
6.005.52911.008.768
9

,,

’20
323.122
84.63
480.000 759.176
5.965.6041.046.814
2

,,

’20
336.619
84.653
480.000 773.256
5.931.621J1.015.241
25Nov.’20
350.752
84.653
480.000 764.184
5.845.80211.081,964
18 Dec.’19
349.610
84.9551480.000
426.883
4.695.7082.142.639
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.

FEDERAL RESERVE BANKS.

Voornaamste posten in duizenden dollars;

Goudvoorrood

I

I

___________________________________________ Zilver

Notes in
Data

Totaal

1 Dekking
1
in het

cle,

circu.
bedrag

1
F. R. Ntes
1
buiten!.

latie ‘.’

19 Nov. ’20 2.008.110 1.362.863 74.303 172.118 3.307.435
12 ,,

’20 2.008.678 1.352.545 77.244 171.333 3.328.985
5 ,,

’20 2.001.673 1.331.473 77.514 168.056 3.354.180
29 Oct. ’20 2.003.320 1.347.622 74.686 164.718 3.351.303

21 Nov. ’19 2.119.315 1.284.561 142.195 67.657 2.817.173
22 Nov. ’18 .2.060 065 1.247.046

5.829 55.992 2.555.215

Data
14,ssels
Totaal
.

.
Deposilo
GesiorI
Kapitaal
l5ek.
kings.
perc.
1)

Goud.
dekking
circul.
5)

19 Nov.
’20
2.948.601

2.437.164

98.929

44,1 48,6
12

,,

’20 3.072.604

2.447.041

98.847

436
47,9
5

,,

’20 3.126.594

2.482.883

97.824

43,0
47,0
29 Oct.

’20 3.099.672

2.417.529

97.753

43,1
47,2

21 Nov. ’19 2.604.60

2.847.088

86.885

46,9
54,7
22 Nov. ’18 2.078.219

2.451.782

80.025

50,5 60,5
1)
Verhouding tueechen: den totalen
goudvoorraad.
zilver etc.. en de
opeischbare schulden:

F

R.

Notes en netto deposito..

2)
Na aftrek
van 35 pCt. der totale

dekkingsmiddelen

als dekking voor
de netto
déposito’s.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET

FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in duizenden dollars.

Data
Aantal
1

Totaal
1

u itgezette
Reserve
biJ de
T
otaal
Waarvan
time
banken
t

gelden en
beleggingen
F.

.

ans
R. bk
deposito’s
deposils
12 Nov. ’20
825
1

6.837.672
1.369.928 13.962.410
2.809.940
S

,,

’20
823
16.952.336
1.335.235
14.057.981
2.816.55
29Oct. ’20
823
17.017.416
1.365.222
14.051.625
2.805.247
22

,,

’20
823
17.101.060 1.333.215
14.469.628
2.814.559

14Nov.’19
790
13.561.912 1.428.223
14.017.161
2.293.139
15 Nov. ‘181
753
13.917.2441
1.183.856
11.972.771
1.443.510

Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht gege’
ven van enkele niet wekelijks opgenomen bankataten.

EFFECTENBEURZEN.

.Mnsterdain, 20 December 1920.

De ocono1ische crisis breidt zich nog steeds uit als een
olievlek op papier: het eene land ma het a.ndere wordt er
door aangegrepen en overal ziet men de gebeurtenissen zich
in dezelfde volgorde voltrekken. Eerst komt 1e stagnaitie in
den afzet en toeneming van faillissementen in handel en in
(lustrie, dan opeenhoopin.g van voorraden aan grondstoffen
en bewerkte artikelen, vervolgens werkloosheid. Vooral in
de Vereenigcle Staten heeft cle crisis reeds ver om zich heen
gegrepen en men gelooft daar te lande niet eens, dat men
i’eeds aan ‘het einde van Ien lijdensweg is gekomen. Integen.
deel is het in verschillende serieuze kringen zonder omwegeu
uitgesproken, dat men eerst aan den aanvang van een ver
om-zich-heen grijpende beweging staat, die als doel heeft
het weder eenigszins in normalen -toestand brengen van het
wereldvel’keer, productie en consumptie zich beter aan
elkaar te doen aanpassen en uit -dien hoof cle dus alteszins
toe te juichen is, doch -die de -enkelingen zwaar kan treffen
door de plotselinge situaties, waarin zij geplaatst worden.
Het lai1gzamh verloop valt de in-zich-zelf noodzakelijke
redresseering der tot mc toe abnormale itoestanden wordt
echter onmogelijk gemaakt doordat van ldn der werkzaam-
ste middelen tot verlaging van liet algemeene prijsniveau,
t.w. loonsvermindering, geen gebruik kan worden gemaakt,
waardoor de fabrieken wel tot sluiting worden gedwongen
en het geheele economische leven wordt ontwricht.
Het is dan ook niet te verwonderen, dat de beurs te
W a 11 s t
r
e e t nog geenerlei teeken van verbetering heeft getoond. Wel is op sommige dagen een herstel ingetreden,
dat echter zeer spoedig te niet werd gedaan door de reac-
ties op de volgende dagen. Het déni’ge goede hier is nog,
dat de geldmarkt ruim blijft en dat dus naast de crisis in
handel, industrie en beurswezen, geen geldcrisis dreigende is.

Waai’ de Amcri’kaansche markt in cle laatste jaren aan
beteekenis heeft gewonnen, spreekt het vanzelf, dat de hou-
ding aan cle beurs te New York gei’eede weerspiegeling
vindt in de handels-centra van liet oude Europa, vooral om-
dat hier geen factoren gevonden kunnen -worden, die als
tegenwicht tegen -de pessimistische beschouwingen van de
overzijde van den Oceaan kunnen gelden.

Integendeel is de
toestand ‘b.v. voor London nog -demoraliseerender, dat daar
ter plaatse de situatie op de gelcimarkt geenszins bevredigend
kan worden genoemd. Wel is het ‘dekkingspercentage van
de Bank of England iets beter geworden, doch de rente-
voet in de vrije markt blijft toch altijd nog te hoog, in ver-
gelijking ‘met dezelfde periode in vroegere jaren. Nu de
belastingen vermoedelijk veel minder zullen gaan opbren-
gen door de malaise ‘in het zakenleven en de Duitsche con-
currentie zich op de wereldmarkt scherper dan ooit doet
gevoelen (hiertoe in staat gesteld door tien lagen stand van
het Duitsche betaalmiddel) ziet men de toekomst aan dc
Thames vrij donker in, althans voor de eerste tijden. Ver-
koopen overheerschen hier dan ook den algemeenen ‘handel
en drukken hun stempel op de houding.van de beurs.
Te P a r ij is het al niet veel beter gesteld. Wel is waar
is hier voor buiteulandsche foadsen een kleine verbetering
te ontdekken, doch dit is alleen toe te schrijven aan de
rjzing der buitenlandsche leviezen, hetgeen voor Frankrijk
zelve geen gunstig ‘verschijnsel kan worden genoemd. Eeni-
gei-mate zou de beurs nog wel do keei’zijde van deze medaille
in aanmerking genomen hebben, n.1. de mogelijkheid van
gi-ooteren export door de Frairsche industrie en tien Fran-
sohen handel bij een verdere daling van het Fransche ruil-
middel, ware ‘het niet, dat ook hier de concurrentie van den
vroegeren vijand -het -noodzakelijk zou maken den koers der
Franc zoodanig te -doen r-eageeren, dat het eenzijdige voor-deel van grooteren export vrij problematiek zou worden.
Doch ook te B e r 1 ij n is de tendens bepaald ongunstig
geweest. De besluiten van de Brusselsche conferentie zijn te vaag, dan dat zij voor Duitschlands toekomst eenig ge-
wicht in de schaal kunnen leggen. En ook bij onze Oostelijke
buren ondervindt men de gevolgen van de roekelooze prijs–
opdrijvingen gedurende den oorlog. Nu de koopkracht in
het buitenland geheel uitgeput.raakt en de van ‘het buiten-land komende grondstoffen nog steeds met buitengewoon
hooge prijzen moeten worden gekocht, is ook •hier in ver-
schillende bedrijfstakken een crisis ontstaan, die vooral te
Hamburg haar centrum heeft gevonden. Men vreest, dat de
storingen in het zakenleven veel verder om zich -heen zullen
grijpen en wat d’it beteekent voor een beurs, waar iedere
verbetering in eenigen tak van industrie, iedere uitbreiding
van onderneming of fabriek onmiddellijk ter beurze is om-
gezet in koersstijgingeu -van honderden proceiitnn, ‘behoeft
-geen -nader betoog. De stemming is dan ook gedecideerd zwak -te -noemen en waar geen al te groote verkoopdrang

22 December 1920

ECONOMISCH-STATISflSCHE BERICHTEN

1121

bestaat, gèef’t men toch de voorkeur aan Cea periode van
afwachten.
De beurs te W e e ii e n vertoont alle verschijnselen van
die van een land, dat in uitersten nood verkeert, m.a.w.
cle koers-stijgingen zijn hier aan de orde van den dag. Hoe
meer schulden de staat maakt, noodgedwongen, (alleen de
broodvoorziening komt de Regeering thans op 57 Kronen
per kilogram te staan) hoe hef tiger de valuta in het buiten-
land dus daalt, hoe meer gelegenheid er komt voor buiten-
landsehe belanghebbenden om bankinstellingan, fabrieken,
handels-ondernemingen, enz, ons. op te koopen door middel
van het verkrijgen der aandeelen ter beurze. Door deze bui-
tenlandsche annkoopen is bovendien het materiaal in
Duit.sch-Oostenrijk iii termate schaarsch geworden, hetgeen
op zich zelve reeds aanleiding tot scherpe koersverbetering
wordt. Buitengewoon opvallend zijn in den laatsten tijd
weder de aankoopen van aandeelen Lombarden. Behalve
door cle schaarschte aan materiaal wordt de rijzing nog in
de hand gewerkh door het gebrek aan crecliet, binnen- zoo-
wel als. buitenlandsch crediet. Geld als handels-voorschot
is bijna niet te krijgen; daarentegen is het door de men-
taliteit van het publiek gemakkelijk geworden nieuwe aan-
deelen onder te brengen, waarbij dan claims, e.d. worden
verstrekt. Die nieuwe nandeelen vinden dan gewoonlijk na
korteren of langeren tijd ook weer hun weg naar het buiten-
land, doch inmiddels heeft de beurs weder gelegenheid ge-
vonden tot eene hausse-manipulatie in de betrokken fond-
sen. Voor overheerschen van vreeide invloeden vreest men
in Oostenrijk niet; men kan trouwens niet buiten de
vreemde hulp. Hierdoor .is
het ook verklaarbaar, dat het
creëeren van preferente nandeelen met meervoudig kies-
recht (zooals in Duitsoliland aan de orde van •den dag is)
te Weenen niet voorkomt. Daarentegen geschiedt het vaak,
dat de contrôle over een onderneming in andere handen
overgaat, omdat het bij de betrekkelijk geringe sommen, die
hiervoor nooclig zijn, gemakkelijk valt, een dergelijke ope-
ratie ter beurze te •effectueeren. Het geheele beeld van de
beurs te Weenen is echtev een van verwording en van
inflatie in de uiterste mate
Te ons en t is het verloop der markt gedurende de
achter ons liggende dagen zeer nerveus geweest; in sommige
gevallen is echter een gedecideerd betere stemming op te
merken. Voor de rubriek der
staatsfondsen
geldt dit zelfs
ook, doch dit is vermoedelijk hieraan toe te sohrjven, dat,
waar toch in zekere mate geld vrijgekomen is door de
liquidaties van de jongste weken, dit voorloopig kanalen
zoekt op de afdeeling voor binneniandsche beleggingen en
staatsfondsen op dit oogenblik door het lage niveau aan-
trekkelijk genoemd mogen -worden.
Voor buiteulandsehe soorten bestond overwegend aanbod,
hoewel de variaties hier toch beperkt bleven.

14 Dec. 17 Dec. 20 Dec.
Rijzingof

5

0/
Ned. W. Scie.

1918
81
1
/16
81/16
811/iç
+
8/5

434
O/
o

,,

,,

,,

1918
82
9
Ii
8 2’/&
82
1
1
+
3/16

4

0/

,,

,,

,,

1916
73
73
1
10
73
1
fj
+
1/16
31/
0/

,,

,,

,,

– – –
58/s
58
3
/g
58/4
+
/8
3

0/

,,

,,

,,

– . – –

234
0/
Cert. N. W.
S
…..
Sl[s
43
l
/
51
1
/2
44
51
°
/16
43
h
/
_-

0110

+
1/4

5

0
h
.ast-Indi

1915 ….
88
88′!3
88 4

0/
Hongarije Goud
. – – –
5/
5/16
4

0/
Oostenr. Kronenrente
1
1
!4
1
1
116
1
,
l16

3
/16
5
‘/0
Rutand 1906

…..
8’/4
8’/4
6°/s

2
1
/8

434
O/
Iwangorod Dornbr
6 5
5

1
4

0/
Rusland

Cons.

1880
511,
3

52/4
53/4
+
1I
/6
4

0/
RusI. bij Hope
&
Co
6
1
/
4

6’/4
6
1
/
4

°/,Servië

1895

……
17 17
15°!,

1
1
12
434 °/0China Goud 1898
.
52
1
/8
52
1
/s
52’/
4

0/

Japan

1899
………
58
52′!2.
5211s

57/
s

4

0
10
Argentinië Buitenl..

5618
56
7
/8
56
7
/s
5

0/

Brazilië 1895

……
59
59 59
5

0/

,,

1913

……
55 55
55

Op de locale markt hebben verschillende berichten hun
invloed uitgeoefend. Voor
suiker
ontstond in de tweede
helft van de berichtsperiode een vrij aanzienlijke verbete-
ring, doordat vanuit Cuba werd bericht, dat de Regeering
een soort suiker-valorisatie voorstelde, waar.bij de minimum-
prijs zou worden bepaald op een zoodanig niveau, dat dit ongeveer gelijk kwam met een prijs van circa
f
20,— per
picol op Java. Toen de markt in Indië echter absoluut geen
teeken van verbetering aantoonde, toen integendeel werd
geseind, dat er geen afdoeningen van beteekenis tot stand
waren gekomen en dat de vooruitzichten op het afsluiten
van dergelijke transacties ook nog niet groot waren, *erkte
dit weder deprimeerend op de markt voor
cicituurwaarden,
die clan ook weder een flinke veer moesten laten. Over het

algemeen echter is het koerspeil hooger dan dat van de vori-
ge weide, terwijl de omzetten ter beurze niet een zoo ge-
agiteerd verloop hadden als waarvan in het vorig over-
zicht hier ter plaatse moest worden gewaagd.

Evenals voor
suiker- is
het verloop, voor
pctroleunswaar-
den
vrij gunstig geweest. Vooral aandeelen Koninklijke Pe-
troleum Maatschappij konden zich na den paniekkoers, die
hier hoofdzakelijk werd veroorzaakt door de New Yorksche
noteering, gemakkelijk herstellen en sluiten een dertigtal
punten boven den prijs van een week geleden. Het herstel
heeft echter geen groot animo met zich gebracht; in hoofd-
zaak is het ide arbitrage, die hier ingrijpt en deze vindt
voornamelijk den daghandel als tegenpartij. De berichten
omtrent een belangen-gemeenschap met de groote Duitsche
ondernemingen zijn zonder invloed gebleven. Bepaald opgewekt zijn
tabakswaarden
geweest. De hoof d-
soorten konden aanmerkelijk monteeren op de overwe-
ging, dat de oogsten tot zeer goede prijzen verkocht zijn, het
risico dus uitgeschakeld is en de vooruitzichten alIeszins
gunstig te noemen zijn. Wel is waar was dit alles reeds ge-
ruimen tijd bekend en hadden tabaks-aandeelen hun vaste
houding juist aan deze overwegingen te danken, doch de
beurs heeft zich toch ook voor tabakssoorten tijdelijk door
de algemeene crisis doen medesleepen.

Rubbcr-aandeelen
echter waren sterk aangeboden, zooclat
in sommige soorten niet eens noteeringen tot stand konden
komen. De vraag voor het product blijft dan ook nog
miniem.

14 Dec. 17 Dec
20 Dec
Rijzingol

Amsterdamsche Bank
….
177
Ned.Handel-Mij. eert.v.aand.
170
Rotterd. Bankvereeniging..
127
Axist. Superfosfaatfabriek.

117
1
!1
Van Berkel’s Patent
……
97
Insulinde Oliefabriek


81′!
Jurgens’ Ver. ]i’abr. pr.aand.
88
Ned. Scheepsbouw-Mij


88
Philips’
Gloeilampenfabriek
526
R. S.
Stokvis
&
Zonen
….
574
Verenigde Blikfabrieken..
112
Compania MercantilArgent.
173
Cultuur-Mij. d. Vorstenland.
183l4
Handeisver. Amsterdam
..
446
HoIl.
Transatl. Handelsver.
58
1
/
Linde Teves
&
Stokvis
– . . –
127
VanNierop&Co’sllandel.Mij.
1001/
4

Tels
& Co’s
Handel.Mij
– – -.
Gecons. Roll.
Petroleum-Mij.
195°12
Kon. Petroleum-Mij .
……
507
1
/3
Orion Petroleum-Mij …….
53
Steaua Romana Petr.-Mij…
155
Amsterdam-Rubber-Mij. ….
118

Nederl.-Rubbe-Mij.

……..
55
Oost-Java-Rubber-Mij.

….
186
Deli-Maatschappij

……..
420
Medan-Tabak-Maatschappij.
280
Senembah-Maatschappij
.. -.
520
*
Ex. div. 15/o.

Ook aandeelen. in
handels-ondernemingen,
hoewel iets in
herstel, hebben het vertrouwen nog niet herkregen. Daaren-
tegen konden
scheepvaartwaarden
eenigszins monteerea na
de jongste desastreuze koersdaling.

14

Dec. 17 Dec. 20 Dec.
Rijingof

Holland-Amerika-Lijn …. 255

275

256

± 1
,,

,, gem.eig. 240

255

259
8
14
+ 19
8
/
Holland-Gulf-Stoomv.-Mij.


185 185 185
Hall.
Alg.
Ati.
Stoomv.-Mij.
40 40
40
Hollandsche Stoomboot-Mij.
10814 115
110
+
1l4
Java- China-Japan-Lij n
. .. –
175
1
/
177 175
+
1/4

Kon. Hollandsche Lloyd
..
98
1
I
104
100
+
1/4
Kon. Ned. Stoomb.-Mij.

..
130
135 131
+ 1
Koninkl.-Paketvaart Mij…
140 151
1
/,
150’/4
+ 10’/
Maatschappij Zeevaart
….
160
160 160
Nederl. Scheepvaart-Unie..
159
1
/i
171

164’/
+
5
Nievelt

Goudriaan

……
290’I
290’/
290′!
Rotterdamsche Lloyd ……
158
166′
162
+
4

Stoomv.-Mij.,,.Hillegersberg”
246
1
!2
246’/2
246!
,,Nederland”

. –
190
200/8
197
+
7
,;Nod&’

..
54
57
57
+
3
,,Oostzee”

– . . –
184 184 184

])e
.drnerikaansche markt
blee zonder belangstelling en
sterk gddrukt, zoowel door de houding van Wallstreet als
door den dalenden dollarkoers.

96
1
/2

164

177
185′!, 180
124’/4 123’/
115 1l5’/
96′!,
941/t

90’/
85’/

85
88’/

82
585

540
574

574 114

113’/
182

167°/s
223

200
500

459
59

59
125′!, 127
104

103
87

81
212

207 553

540′!,
52′!,

537/s

155

155
119
1
/2

114’/i
60’/d

60 202

195
475

450
284

279′!,
589

569

+ 10
– 3′!4
– 2
1
/
4

– 1/

+9′
—3 —6
+14

+ 1′!,
_511

+
16’/4
+13

+ 2′!
+1
± 11′!,

+3
3

+ 7/

– 31/,

+
5

—9
+30

‘1,
+49

1122

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN•

22
December
1926

14 Dec. 17Dec.
20 Dec.
Rijzingol

Arnerican Car
&
Foundry
154
1
/8
154
1
/
153’/8


1
Anaconda Copper

……..
94’/
92
1
/,
871I,


Un. States Steel Corp. ….
iot
100
1
14
100
7
/


Atchison Topeka

……..
991/
s

98
99


‘1
Southern

Pacific

……..
1222/
4

122 124

+
1
,
l4
Union Pa.cific …………
148
146
147


1
Int. Merc. Marine orig. Corn.
148/
s

14
11
/i
14/is


1
/16

prefs.
64
60
1
/8
601/8


371
t

De
gek/markt
is gemakkelijk;
prolongatie
43%
na 5 pCt.

GOEDERENHANDEL
GRANEN.
21 December 1920.

Overstroomingen in Nieuw-Zuid-Wales ‘hebben aldaar vol-
gens sommige berichten aanzienlijke schade veroorzaakt;
volgens anderen heeft de schade niet veel te beteekenen. In
ieder geval heeft Australië een groot uitvoer-saldo. De
tarwe-markten hebben zich over het algemeen van het
nieuws van Australië niet veel aangetrokken. De oogst in
Argentinië komt onder gunstige omstandigheden binnen,
terwijl ‘bovendien Noord-Amerika nog zoo ruim voorzien is
van tarwe, dat het niet gaarne de voorziening van, Europa
verder aan andere landen zou overlaten. Toch is de stem-ming in de Staten over het algemeen niet bijzonder flauw
geweest. De prijzen toonen in het algemeen eenige neiging
tot stijgen, mede in verband met de eenigszins afnemende
voorraden.
Argentinië is nu regelmatig aan de markt, doch de
kwestie van het uitvoerrecht is nog niet definitief geregeld:
De verschepers offreeren dus met de conditie dat het uit-
voerrecht voor rekening v.n de koopers is; dit houdt van
zelf sprekend de zaken tegen. De Argentijnsche markt i
vrijwel stationnair gebleven, doch hoogst waarschijnlijk
zal zich in het begin van dé volgende maand wel eenige
voorraad gevormd hebben, die wel tot export-zaken aan-
leiding moet geven. In Europa blijft de vraag naar tarwe
gering. In Engeland speciaal zijn de molenaars zeer goed
voorzien, daarentegen willen de bakkers geen voorraad meer koopen van eenige beteekenis. Dit maakt dat er al
heel weinig zaken in tarwe geschieden, doch indien de
brood-consumptie normaal blijft, zou deze invloed na eeni-
gen tijd opgeheven zijn. Toch zullen ook de molenaars bij
een terugkeer van de vraag van de bakkers gaarne van dë
gelegenbeid gebruik maken om’ hunne voorraden te ver-
minderen. De neiging, die men algemeen in alle takken
van handel aantreft om de voorraden zoo gering mogelijk
te maken, maakt het dubbel moeilijk eenige voorspelling
betreffende de toekomst te doen. Wat tarwe betreft, zoo zou een slechte oogst in Noord-Amerika b.v. de situatie
in eens geheel kunnen veranderen. Op het oogenblik doet
zich evenwel niets van dien aard voor. De wintertarwe ont-wikkelt zich regelmatig.

Noteeringen.

Chicago

1

Buenoa Aurra

Data

1

1

r
1
To,,,,.
1 Mat,
1
Have,
1 Tanøe 1 Mat. 1 Lljneaoa’
t
Dec.
1
Dec.

1
Dec.
1
Febr.
1

Febr.
1

Febr.

19Dec.’20
169
1
/
69
46/4
17,80
9,00
17,05
11

.,

20
15
68’/8
46V4
17,15 9,10
18,65
lx Dec.19
226
147
820e
3,45 ‘)
6 60
22,70
3
)
18 Dec.’18
226
140
71’/i.
12,20
8
1
5.701)
19,75
18Dec.’17
220
125’/8
75V8
12,05
7,501)
15,35
20Juli’14
82

1)

6
6
1
l

‘)
36
1
i,
1
1
9,401)

5,38

)
13,70
8
)

8)
per Dec.
1)
per Sept.
8)
per Jan

In mais was de stemming plotseling flauw geworden, niet-
tegenstaande de prijzen in Argentinië ten volle gehand-
haafd bleven; de val in den wisselkoers was dn van de
oorzaken. Bovendien lijden verschillende Europeesche mark-
ten aan gebrek aan vraag, ofschoon aan den anderen kant
de voorraden zich nergens belangrijk hebben opgehoopt. De
verschepingen ‘ van Argentinië blijven op ruime schaal
voortgaan; van andere landen nemen zij af, ofschoon ook de
Donau nog een belangrijk overschot aan mais te verschepen
heeft. In Noord-Amerika zijn de prijzen voor mais aanvan-kelijk scherp gevallen, doch de laatste dagen is er wederom
een neiging tot stijgen in verband met iets minder gunstige
oogstberichten. Het gebrek aan vraag naar mais heeft een
verderen teruggang van de vracbtprijzen veroorzaakt. De
prijzen van maïs in Europa zijn in sommige gevallen onge-
veer slechts gelijk aan de boordvrj-prijzen in Argentinë,
vermeerderd met het uitvoerrecht.
Wegens gebrek aan dringende offerten van den Donau,
bleef ook in de afgeloopen week gerst tamelijk vast, doch’
slechts weinig zaken kwamen tot stand.
In haver gaat in de meeste Europeesche markten zeer
weinig om.

Lijnzaad was de geheele week flauw. De prijzen in Europa
loopen steeds vooruit op die in Argentinië, doch dit laatste
land volgt de Europeesche balans vrij geregeld.
De vraag voor lijnolie was zÔO slecht, .dat de prijs voor
dit artikel wederom beneden de pari’teit van lijnzaad bleef,
dientengevolge was de kooplust van olieslagers gering,
en slechts zeer weinig zaken kwamen tot stand.
N e d e r 1 a n d. Ook hier was in de afgeloopen week wei-
nig attentie voor tarwe. De prijzen van Noord-Amerika
fluctueerden nog meer door den wiss’elkoers, dan door de
noteeringen van Chicago. Ook door Argentinië wordt nu
regelmatig aangeboden, doch wegens de export-duty vinden
de offerteu weinig attentie. De maïsmarkt was over het algemeen kalm gestemd met
lagere prijzen vooral voor stoomende partijen. Aangekomen
maîs bracht voor beperkte hoeveelheden aanvankelijk hoo-
gere prijzen op daar koopers v&lr het invallen van den
vorst nog mais naar hu{s wilden halen; later bleef de vraag
zich voornamelijk beperken tot onmiddellijke levering op
wagon. Op aflading worden weinig zaken afgesloten. De
stemming op de termijnmarkt was over het algemeen flauw
met tamelijk veel afdoeningen.
Ook hier was de vraag voor lijnzaad gering, tengevolge
van het teru’gloopen van de olieprijzen.

SUIKER.

In D u i t s c h 1 a n d

zijn de meeste fabrieken met de
campagne geëindigd en is men over het betrekkelijk vlugge verloop en de goede opbrengst’ tevreden, zoodat er volgens
F. 0. Licht geen reden is, om de laatste raming van 1.200.000
tons ruwe suiker te veranderen.
De geraamde opbrengstcij Iers van F r a n k r ij k en B e 1-
Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.

So.rten.
20 Dec.
1920
1

13 Dec.
1920
,
20 Dec.
1919

Tarwe.

…………..
1)
26,-
26,-

Rogge (No. 2 Western)
1)
25,75
25.-

Mais (La Plata)

……
8
)
275,—
280,-
340,-
Gerst (48 1h. feeding)

.
.)
340.-
340,-
440,-
Haver (38 lb. white cl.)
.
.1)
17,50
17,50 19,50
Lijnkoeken (Noord-Ameri-
ka van La Plata-zaad)°)
202,50
200,-
260,-
Lijnzaad (La Plata)..
.
.4)
460,-
520,-
820,-

1
)
p. 100 K.G. ‘) p. 2000 K.G. ‘) p. 1000 K.G.
4)
per
1960 K.G. *) Hard/Red Winter Wheat nr. 2.
AANVOEREN in tona van 1000 K.G.

Rotterdam
Amaterdam
Totaal


Artikelen.
13-18 Dec.
Sedert
Ooe,eenk.
13-18 Dec.
,S
1
edert Overeenk.

1920
1919
1920
1Jan.1920
tijdvak 1919
1920
1Jan. 1920
‘tijdvak 119

21.890
699.412
449.160

129.262 152.997
828.674 602.157
7.020
214.635
72.672

752
25.653 215.387
98.325
Boekweit

…………

5.929
4.324

664

6.593 4.324

Tarwe ………………
Rogge

……………….

14.503
474.756
223.312

65.261
26519
540.020
249.831
….

5.815
100.312
134.t367
ca. 500
5.973 63.065
106.285
197.732

26.300
162.625


7.633
26.300
170.258

laTs

………………

3.614
62.045
92.099

38.314
25.596
100.359
117.695

erat

………………

Raver

— ……………..
.

43.485
85.154

4.606
500
,

48.091 85.654
Lijnzaad ……………
Lijnkoek ……………340
137
..

2.148
26.747 192.524


,



37.435
26.747
229.959
rarwemeel ……………
A.ndere meelsoorten
38.261
159.234

100
10.708 38.361
169.942

22 December 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1123

g i ë worden door dezen statisticus met 15.000 tons voor
elk land verhoogd, zijnde thans 315.000 resp. 250.000 tons,
zoodat de raming van den geheelen Europeeschen bietoogst
3.800.000 tons bedraagt, tegen eene opbrengst van 2.624.179
tons in 1919/20.
De Royal Commission in E n g e 1 a n d kocht eenige par-
tijen Peru- en Brazilië-suiker. De zichtbare voorraden zijn volgens F. 0. Licht:

1920

1919

1918

Duitschiand 1 Nov

382.500

252.356

330.705 tons
Oostenrijk, Tsjecho•Slow.
en Eongarije 1 Oct

45.000* 230.000* 200.000*
Frankrijk 1 Oct. . . ..

78.665

9.073

10.000*

Nederland 15 Nov…..61.816

39.717

16.030
België

1 ,…..65.733

38.646

30.833

Engeland 1 Dec.
..
. . 374909

335.014

452.062

Totaal in Europa 1.008.623

904.808 1.039.630 tons

V. S.v. N.A. 18 Nov, ..

74.566

27.769

61.705

Cuba, alle hav. 13Nov.

280.968

176.799

24.690

Totaal ……2.3d4.157 1.109.376 1.326.025 tons

*) Raming.

Op de wereidmarkten houdt de depressie aan.
in A m e r i k a daalde de noteering voor Spot Centr. tot
4,63 c., terwijl suiker op termijn na teruggeloopen te zijn tot 3,91 voor Dec., 4,08 voor Jan., 4,23 voor Mei en 4,39
voor Juni aan het einde der week weer iets vaster sloot .n,l.
resp. 4,19 c, 4,39 c, 4,54 c, en 4,67 c.
Op J a v a is de positie vrijwel onveranderd en gaat zoo
goed als niets om, terwijl ook op de markt in N e d e r 1 a n d
de stemming lusteloos was met aanbod van loco Javasuiker
tot ca.
f
46.

NOTEERINGEN

Dato

Amster.
1 dom per

Lona’en
Neu, York
1

96pCt.
Taic,
1
White Java
Amer. Cm-
j loopende
CU6C,
1
f.o.b. per
1 nu!oted
c. ij.

centri.
–1
Jan.! Febr.
maand
No. 1
Jan/Febr.
1

fuga!,


Sh. Sh.
$cts.
15Dec. ’20f

841-
301-

1
4,63
8

,,

’20

841-
36/-

5,32
15 Dec. ’19

721-
711-

7,28
15 Dec. ‘lt

6419

1
7,28
11 Juli ’14
,,11″/:,



3,26

KATOEN.

Marktbericht van de heeren Sir Jacob Behrens & Soos,

Manchester, d.d. 15 December 1920.
Deze week was er nog al belangstelling voor de publicatie
van het laatste bureaurapport, waarbij de oogst van dit jaar
op 12.987000 balen werd geschat tegen 11.030.000 balen verleden jaar en 11.700.000 balen het jaar daarvoor. Daar
deze cijfers hooger zijn dan men eerst verwachtte, hadden
zij een ongunstigen invloed op de markt en waren prijzen
opnieuw lager. Gisteren was de stemming in New York iets
beter, hoofdzakelijk door dekkingsaankoopen en ook doordat
er van de zijde van de industrie iets meer vraag was. Alen verwacht het’ volgend seizoen een groote vermindering in
den aanplant, tenzij prijzen tegen het plantseizoen weer
hooger mochten worden. Prijzen van Amerikaansche katoen
zijn op het oogeublik zeker niet hoog en de verbetering in
New York is ook weer in Liverpool gevolgd door een stij-
ging van 29-38 punten. Niettegenstaande de Egyptische
regeering ook een vermindering van den aanplant van een
derde heeft bevolen, blijven prijzen van Egyptische katoen
toch nog dalen. De meeste spinnerijen schijnen slechts zeer
weinig voorraad te hebben, zoodat bij een kleine opleving
in de vraag prijzen verder zouden stijgen.
Er is nog niets geen verbetering te melden in de prijzen
van Amerikaansche of Egyptische garens, doch als de prij-
zen weer geregeld zullen worden. door de leer van vraag en
aanbod, mag men zeker spoedig een verbetering verwachteij,
daar niet alleen de spinuerijen in Engeland, maar ook die
op het Vasteland bijna alle slechts drie dagen per week
werken. Men zou ook verwachten, dat hierdoor de prijzen
van de ruwe grondstoffen gedrukt werden, doch deze schij-
nen thans op een niveau gekomen te zijn, dat een verdere
daling zeer onwaarschijnlijk is. De financieele toestand blijft
echter nog steedi zoo ongunstig, dat men een verbetering
voorloopig nog niet schijnt te mogen verwachten.
De doekmarkt ondervindt nog niets geen belangstelling
en er gaat bijna niets om. Alle overzeesche markten schijnen
zonder vraag te zijn en er is nog geen teeken van verbete-
ring. Slechts de groote geldschaarschte als ook de noodzake-

lijkheid om oude contracten van dure goederen te liquidee-
ren houden tot nu toe elke nieuwe vraag tegen en niemand
schijnt nog te durven koopen.

8Dec. 15Dec,

81)ec.
15Dec.
Liverpoolnoteeringen.

T.T. op Indië.. .. 115
1
!3
115
‘/
F.G.F.Sakellaridis 28,00 26,00 T.T.opllongkong 34

319′!,
G.F. No. 1 Oomra 6,50 6,00 T.T.op Shanghai. 4141/1 410

Noteeringen voor Loco-Katoen.
(Middling Uplands).

20Dec.20
113
Dec.’20
t 6 Dec.’20
120 Dec. ‘191
20Dec.
‘If
New York voor
Middling

..
15,50 c
15.50 c
16,70 e
39,25 c
31,- c
New Orleans
voor
Middling
14,55 c
14.75 c 15,75 c
40,- c
29,88 c
Liverpool voor
Fy Middling
11.56d 12.50d 12,20d
27,37 d

22,20d
‘) Noteering van 19 Dec. 1919.
2)
Middling.
Ontvangsten in, en uitvoeren van Amerikaansche havens.

(In duizendtallen balen.)

1 Aug.
tot
17Dec. 20

Oocieenkomstige perioden

1919 1918

Ontvangsten Gulf-Havens..
2481 1990
1637
,,

Atlant.Havens
660
1469
921
UitvoernaarGr.Brittannië
829
1262
870
‘t Vasteland.
Japan etc,..

1317
1199
730

Voorraden in duizendtallen
17Dec. 20
1
0
Dec.’19
20 Dec.

18

Amerik. havens ……….
1404
1568 1399
Binnenland …………..
1522
1255
1301
1

.

62
137
New York

……………..
1

.

465
444
New Orleans ……………
Liverpool

……………
937
1

829 305

KOFFIE.

(Mededeeling van de Makelaars G. Duuring & Zoon, Kolf 1
& Witkamp en Leonard Jacobson & Zonen).

Noteeringen en voorraden.

Data
Rio
Santos
Wiudkae,s
Voorraad
Prs
0.I
ijoorraa
Vd
Prijs
0.

18 Dec.

1920
563.000
7.900
3.067.000 9.000
10
1
/
11

,,

1920
535.000
7.550
2.996.000 9.200
11′!,,
4

,,

1920
539.000
7.600
2.842.000 9.000
11
5
/s
18 Dec.

1919
366.000
10.625
1.686.000
13.500
17
9
/,6

Ontvangsten.

Ria
San to,
Data
Afgdao pen

Sedert Afge!oo pen

Sedert
1

week
I

1 Juli
week
I

1 Juli
18 Dec. 1920 ….
64.000 1.439.000
261.000 5.899.000

1

18 Dec. 1919 ….
59.000
1.288 000
82.000
2.868.000

COPRA.

Ook deze week was de stemming voortdurend flauw en de
markt ging dagelijks lager; de omzet was vrij belangrijk,
doch ten slotte trokken koopers zich terug.
De noteeringen zijn heden:
Ned.-Ind. f.m.s. October/December afi.
..
f
44,50 11
November/Januari ,,..

44,-
Itlixed

,,

,,

,,..,, 42,-.–
f.m.s. Januari/Maart ………. ..42,-

21 December 1920.

THEE.

(Opgave van den makelaar J. van Eck.)
Bericht van den afloop Theeveiling.

Aanbod in veiling bestond uit:

18289, 10812, 4014 kn. Java thee

3

Sumatra thee

721

Java thee ex. voorg. veilingen

537

,,,, voor verkoopers rek.

Totaal 19550, 108/2, 40/4 kn. thee.

1124

EC0N0MIsCH..STATISTISCHE BERICHTEN

22 December 1920

Aanbod 1 Januari tot heden

idem 1919
234187 kn. Java thee

198975 kn. Java thee
13787 ,, Sumatra thee 10759 ,, Sumatra thee;

Totaal. . 247974 kn. thee.

209734 kn. thee.

De taxatie was opgemaakt op basis afloop voorgaande
veiling. Bij weinig belangstelling had de veiling een kalm
en flauw verloop. Behoudens een zeer enkele uitzondering werden de verkochte theeën, zoowel Blad als Gruis, onder
taxatie afgedaan.
Onafgedaan bleven 9573, 10812 en 2014 kn. Java thee en
3 kn. Sumatra thee nieuw aanbod, benevens 371 kn. thee
ex. voorgaande veilingen.
De volgende veiling zal plaats hebben op Donderdag 13
Januari 1921, aanbod waarschijnlijk ruim 19000 kn. thee.

Amsterdam, 16 December 1920.

RUBBER.

Dezelfde flauwe stemming bleef de rubbermarkt ook in
de afgeloopen week beheerschen.
De enorme voorraden (in Engeland liggen thans meer
dan 50.000 Tons) drukken zeer op de markt en prijzen brok-
kelden nog verder af.

Deze zijn thans:

einde vorige week:

Prima Cr6pe loco ……….62/t c………..70

c.

Januari/Maart.

65

, … …….. 721/,
April/Juni .. . . 72
1
/2
…………75
Smoked Sheets loco ……..57
11
,………..
63

Januari/Maart 60

,……65

April/Juni .. 65

,.

………. 70

21 December 1920.

METALEN.

Loco-Noteeringen te Londen:
Dato
Ijzer
Clee.
I


Standard
Tin
Lood
Zink

20 Dec. 1920..
nom.
74.216
207.151-
23.51-
26.-1-

13

,,

1920..
nom.
76.1716
215.51-
24.7:6
28 10/-

6

,,

1920..
nom.
79.1716
218.15/-
26.101- 30.151-

15 Dec. 1919.
nom.
101.12j6
304.716
40.101-
53.7/6

23 Dec. 1918..
nom.
112.-!-
266.-!-
30.10/-
54.-1-

17Juli

1914..
51/4
61.-/-
145.151-
19.-!-
21.10/-

VERKEERS WEZEN.

SCHEEPVAART.

Veertiendaagsch overzicht.

De vrachten zijn op alle suarkten weer aanzienlijk ge-
daald en hoewel de thans geldende vrachtan voor alle booten
een verlies beteekenen of hier en daar misschien net de
kosten dekken; lijkt het wel of het eind van de daling nog
niet bereikt is. Zeer vele reeders hebben besloten, of staan
op het punt, hun schepen op te leggen om zoodoende hun
verlies te beperken en ook vele schepen van de United
States Shippiiig Board zijn niet meer uitgevaren. Het be-
vrachten gaat op alle markten traag, daar niemand na den ontzaglijken val in de goederenprijzen zaken van eenigen
omvang durft te doen. Ook op de La Plata-markt, waar andere jaren omstreeks dezen tijd meestal een opleving
komt, door een nieuwen oogst en waar thans de tarwe
wordt vrij gegeven, is geen sprake van verbetering te be-
merken. De tarweoogst is later dan gewoonlijk, doch voor
latere posities is de toestand weinig gunstiger. Het uitvoer-
recht van $ 4,— per 100 K.G. zal hier misschien ook wel
toe bijdragen.
De kolenvrachten van Noord-Amerika zijn gedaald tot
$ 5,— Rotterdam/Antwerpen, $ 5,50 Fransch-Atlantische
havens en $ 6,50 West-Italië.
Het vervoer van graan van Noord-Amerika geschiedt
grootendeels met de geregelde lijnen. Zwaar graan noteert
8/. per qr. naar U. K., Antwerpen, Rotterdam en Duitsche
Noordzee havens en
10/-6
naar West-Italië.
De vracht van La Plata up river is ongeveer 40/- tot 45/-
voor prompte booten en 50/- tot 55/- voor nieuwen oogst.
Bombay noteert 47/6 on deadweight.
Voor graan van Australië is ook weinig vraag naar
ruimte en het thans geldende cijfer is ongeveer 90/-; doch
dit schijnt nog te hoog. Voor ertsladingen van de Middellandsche Zee is het aan-
bod van tonnage ontzettend groot.

GRAAN.

Data

Pet,.
grod
Londen!
R’dam

Odessa
Rotte,.
Jam

All.
Kust
Ve,. Stalen
San Lorenzo

Rotte,-
Bruto! Rotte,.
Enge-
Jam
Kanaal
dom
land

13/18 Dec.

1920


716
7/6
401-
401-
6111

,,

1920


– –
501-
50/-
15120 Dec.

1919






16/21 Dec.

1918






Juli

1914
11 t].
7/3
1/114
1/11
1
4
12/- 12/-
KOLEN.

Cardif

I
Oosik. Engeland

Dato
Bar.
deaux
I
Genua

Port

Said

La
Plato
_!’

Rotte,-
dam
Goihen-
burg

13118 Dec. 1920
121-
201-
iö!_

1216

6111

,,

1920 12;6
201-
151-



15120 Dec. 1919

– .



16/21 Dec. 1918
541-

– –
f
15,-
Kr. 58
Juli

1914
Ir.
7,—
71-
713
14/6
3/2
41-

DIVERSEN

Boml’ag
Burma
Vladio.
Chili

Doto
West
West
stock

I

West
Europa Europa
West
Europa
(d. w)
(r(st)
Europa
(salpeter)

13/18 December 1920..
4716


6919
6/11

,,

1926..
501-


701-
15
1
20 December 1919..




16121 December 1918..




Juli

1914..
1416
1613
25/-
22/3

ø-raasz Fetrograd per quarter van
496
ibe. ewaar, Odeasa per nou, Ver. Staten
per quarier van
480
iSa, ewaar.
Overieje noteeringen per ton
van 1016 K.G.

RIJN VAART.

Week van 13 tot 20 December 1920.
In de afgeloopen week kwam in den algemeenen toestand
helaas nog geen verandering. Het water bleef op dezelfde
hoogte, zoodat de vaart met vlotte raderbooten kon worden
in stand gehouden. Veel schepen, die te diep lagen, bleven
echter aan de Ruhr, Keulen, enz. op verderen was wachten.
Het sleeploon van Rotterdam naar de Ruhrhavens be-
droeg in de afgeloopen week Let 180/200-cents-tarief. De
scheepshuur per dagton bedroeg 5 cents.
Van de Ruhr naar Mannheim werd het sleeploon ftet Mk.
75,— per ton genoteerd. In de tweede helft der week werd
een paar dagen niet aangemaakt met het oog op het drei-
gend ijsgevaar. Ook vluchtten veel schepen in de havens.
De scheepshuren daalden tot op Mk. 1,—/Mk. 0,80 per
dagton.
De vracht van exportkolen Rhrort—Botterdam kon zich
evenmin handhaven en daalde van
f
1,50 per ton in het
begin der week allengs tot
f 1,—
per ton.
Cauber Pegel noteerde 18 December 78 c.M.

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.

Verschenen:

Bedrijfsleven en de strijd tegen

de Armoede in Nederland

door Dr. CH. A. VAN MANEN.

Prijs ingenaaid
f 3,—.

Gebonden
f 4.75.

Voor leden der Vereeniging en geabon-

neerden op het Weekblad wordt dit werk

beschikbaar gesteld tegen den prijs van

f 2,50
ingenaaid en
f 4,—
gebonden.

Bestellingen richte men tot het Secretariaat van het

Instituut, Pieter de Hooghweg 122, onder gelijk-

tijdige remise per postwissel of op .postehèque- en

girorekening No. 8408, Rotterdam.

Auteur