Ga direct naar de content

Jrg. 5, editie 255

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: november 17 1920

j’v N0VBMË1JR 10.

A
UTEtJR,5 RECHT VOORÈEHOUJ,EN

Economi”sch.p-Statistische

Beri*chten’

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL NIJVERHEID, F1NANCIÊN EN VERKEER

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

5E JAARGANG

WOENSDAG 17 NOVEMBER
1920

No.
255

INHOUD

BIz.
DE NIEUWE BANKWET IN DE UNIE VAN ZUID-AFRIKA
door
Air. J. D. van Ketwjch Versrjhuur ……………, 997
De Weg “or de Sociale Ziekteverzekering door
Mr.
W.
H. A.
Eijnic &’huurman ……………………
999
De Groei der Japansche Concurrentie door
J. G.
Bendjen
1000
Pleidooien voor Decentralisatie …………………
lL)02
Londensche Correspondentie ……………………
..10
05

AANTEEKBNINGEN

De nieuwe Indische belastingvoorstellen…………1007
Credietverleening door de
V
•een. Staten aan Europa
1009
Concentratie in de Engelsch icheepvaart ………
1009
MAANDCIJFERS:
}iandelsbewegi
ng
over de maand September
1920
….
ioii
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…………….
1012-1018
Geidkoersen.

Effectenbeurzen. Wisselkoersen

Goederenhandel
Bankstaten.

Verkeerssvezen.

INSTITUUT

VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.
Âssjsjenj-Redacteir voor het weekblad:
D.
J. Wansjnk.

Secretariaat: Pieter de Hooghweg 12,, Rotterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 37.
Telef. Nr. 3000. Tele gr.adres: Economisch Instituut.
Postcheque en girorekening Rotterdam No. 8408.

Abonn.emer&tsprjjs voor het weekblad franco p. p.
in Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 22,50
per jaar. Losse nummers 50 cents.

Leden en donateurs van het Instituut ontvangen
het weekblad gratis.

De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos,
voor zoov er daaromtrent niet anders wordt beslist.

Advertentiën f 0,60 per regel. Plaatsing bij abonne-ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers

Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhagp.

15 NOVEMBER 1920.

De groote najaa.rsgeldvraag schijnt in hoofdzaak

weder voorbij te zijn. De gelclma.rkt was althans de
afgeloopein week aanzienlijk ruimer. De prolongatie-
rente daalde van 5 l 4% pOt. tot 3% en 33% pOt. en

wissels konden aan het einde der week gemakkelijk

voor 4% pOt. plaatsing vinden.

*

* *

De Minister van Financiën stelt op 22 dezer de

inschrijving open op
f
50 ‘millioen sch’atkis’tpapjer.
Als gewoonlijk worden aangeboden drie- en zes-maande

promesseji en sohatkistbiljeijten met een looptijd van
1 jaar.

De wissel,n’oteeringen in het ‘begin der week en aan

het einde waren vrijwel gelijk. TQch ‘hebben er tu’s-

schen in op verschillende dagen Vrij heftige schomme-

lingen plaats gehad. De dalinge’n werden echter

meest al dan later weder door stijgingen genivelleerd.

Een uitzondering maakte Madrid, dat de onafgebro

ken daling der laatste weken in versnelde mate heeft

voortgezet, zoodat aan het einde dci week voor 39.80

werd afgedaan. In de oorlogsjaren bewoog ‘de koers
zich tiisschen 51.— en 53.—.

LONDEN, 13 NOVEMBER 1920.

In de afgeloopen dagen gaf de geldmarkt weder
teekenen van krapheid en voor daggeld moest vijf

tot zes procent betaald worden, terwijl zevendaags-

‘geld op 5% pOt. bleef. Men verwacht in het begin

derv olgende maand eenige ontspanning door groote

,Gouvernementsstoi.tjnge11 alhoewel algemeen aange.

nomen wordt, dat deze geen langdurigen invloed op de
markt zullen uitoefenen.

De disconto-markt was in sympathie met de geld-

markt vast en voor 2-, 3-, 4- en G-maan’dswjssels werd

6% pOt.-6y pOt., 6
1
/i(; pOt.-6% pOt., idem, en
6’716 pOt.-6y8 pOt. genoleerd.


II

DE NIEUWE BANKWET IN DE UNIE

VAN ZUID-AFRIKA.

in een vorig artikel ,,Het uitvoerverbod op goud
in ‘de Unie van Zuid-Afrika”
1)
werden de redenen
ontvouwd, welke ‘dier Zuid-Afrikaansche regeering
aanleiding hebben gegeven bijzondere maatregelen

te ‘beramen ter ‘bewaring van den oiidanlcs ‘het uit-

voer
erbod op goud, steeds ver,nhi.nderen.den voorraad
edel metaal in dc Unie; Lde materialisatie daarvan
ligt thans voor ons in den vorm van de dezer dagen
gcpu’blieeer,de ,,wet om de specievoorraden van de
L
r
nie te ‘bewaren door voorziening te maken voor de
uitgifte van goudcertificat; … voor de oprich-
ting van een centrale reservebank voor de Unie; om de uitgifte van ‘ban’knoten en het houden van reser-

ve s te regelen ten einde grooter stabiliteit in het
geidwezen van ‘de Unie te ‘verzekeren. . .”, kortelijk
,,Betaajm.jddelen en •bankwet 1920″ getheeten.
Op grond van diie wet zal te .Pretoria een cireula-tiban,k worden gevestigd, ,,De Zuid-Afrikaanse Re-servebanic” gehee’ten. Zij zal worden bestuurd dooi

een raad van elf directeuren, waarvan drie fina.aciers
moeten zijn, (de v.er.tegenwoord.jgers van de in die
Unie werkende han’delsbanken, welke ‘de helft van
het kapitaal der bank moeten fourneeren) en benoemd

worden door den Gouverneur-Generaal uit een voor-
dracht van die ‘banken, drie (waarvan één ‘koopman,

één boer en één fabrikant moet zijn) door andere aan-
clee]Jao’udor
s
dan ‘de ‘banken en vijf (waa,rvai drie de
vertegenwoordigers van de 1;egeering en de twee an-
deren, de President en ‘de Vice-president zijn) door
1)
Zie
pag.
757
van
den loopenden jaargang.

99

COQH-STATITISCIIE BERICHTEN

17 November 1920

den’ Gouverneur-Generaal. De President en de Vic-_ president moeten pr’sonen ‘ziji van ,,beproef’de bank-

ervaring”, mogen geen belang hebben in een andeie bank en worden benoemd ‘voor vijf jaar. Z,ij zijn de

eigenlijke bestuurders van de ‘bank; de oveiig,,
‘direc-

tenren” zouden in Nederland commissarissen worden

genoemd.
Het aan’vangskapi’taal van de bank bedraagt een

miljoen pond aan aandeelen, waarvan de helft ?.
pari moet worden ingeschreven door ‘de. ha.ndeisbati-

ken’) naar evenredi.gheici van het bedrag van hun gé-
•storte kapitaal en reservefondis en het restant even

eens
t
pari aan het publiek wordt aangeboden.
Be-

halve de deelnemende banken en de schatkist mag
geen aandeelhouder meer dan £ 10.000 aan aan’deelen
van de bank bezitten, terwijl ide banken verplicht zijn

steeds a’andeelen van de reserrvebank in portefeuille

te hebben tot een nominale waarde van niet minder
dan & püt. van ‘hun eigen gestorte kapitaal. V66r

het neservefonds 25′ pOt. yan het gestorte kapita1
der bank bedraagt, mag niet meer dan 6 pOt. divid’end
op de aandeelen worden betaald, terwijl het maximu’n

dividend op 10 pOt. gesteld is. De na uitbetali4

daarvan overblijvende zuivere winst komt aan de re-

geering.
De bank krijgt gedurend’e 25 jaar het uitsluitend

récht tot het uitgeven van bank’billetten. Deze moe-
ten voor niet minder dan 40 pOt. gedekt zijn door
goudspecie en voor de rest door handelspapier. Zij
kan echter door ‘de Thesa’urie worden gemachtigd

gedu.rende eeii veniengbaren termijn van 30 dagen
de verplichte metaal’dekking te beperken; gedurende
dien tijd is zij aan de schatkist een progressieve be.

asting ischuldig evenredig aan het percentage, waar-,
mede de ,godddekking Ibenedën het voorgeschreven be-
drag daalt. Overigens is haar bankbillettenuitgifte

niet aan belasting onderworpen. Zoolang de billetten
van de centrale bank nog niet in omloop zijn gebrachï,

zullen de’ andere ‘banken het recht hebben met de uit-
gifte van ‘hun ‘billetten door ‘te gaan; deze moetén
echter eveneens tot een bedrag van minstens 40 pOt.
‘door goud gedekt zijn, terwijl 3 pOt. beiasting per
jaar geheven wordt van het bedrag, waarmede de

gemiddelde circulatie die ‘van 31 December 1919 .’e
boven gaat. Twee jaar nadat ‘de billetten van de cen•
trale ‘bank in omloop zijn gebracht, betalen de andere

banken ‘haar het ‘bedrag van hun nog in omloop zijnde
noten uit en neemt zij ‘hun aansprakelijkheid over.
De bank kan overal in de Unie en met t
o
estemming

van de Thesaurie ook daarbuiten, takkan’toreu – o’pe-

nen of agenten en correspondenten aanstellen en’ op
treden al’s bankier van de regeering; zij is verplicht
periodiek ,de koersen te puiblioeeren, waartegen wis-
seis bij haar kunnen wonden ged’isconteerd. Hair
werkzaamheden ‘bestaan o.a. in het uitgeven vn

bankbilletten; het aannemen van gelden in ‘depositb;
het innen van gelden; het koopen, verkoopen ‘of
herdi,scmiteeren van wissel’s, promeissen of ander hn-
delspapier, alsmede van wissels en promessen geën-
•dosseerd door een bank en uitgegeven o’f getrokken voor het beleenen van of het (handeidrijveji in Unie-
;

obligaties; ‘het toestaan van l’eeningen ‘of ‘het .geven
van voorschotten in ‘ rekening-courant tegen onder-;
pand van verschillenden aard; ‘het overboeken per
telegra,m of ibrief; het koopen en verkoopen van’
zichtwisseis, handelsaccepten,’ bankiersaccepten en
wissels getrokken in o’f op plaatsen in ‘het buitenland;
het koopen en verkoopen van aandeelen, obligaties,
enz. van ‘de Unie-regeering en van plaatselijke basta-
1)
Dit zijn thans de African Banking Corporation Ltd.,
die binnenkort met de Standaard Bank zal. worden, ge-
am’aigameerd; de National Citybank of New
.
York S.
African Branch Ltd.; de Standaard Bank van Z.Afrika
beperkt, met hun hoofdkantoor in de Unie te. Kaistad, de
Nederlandsohe Bank voor Z.-Afriika en de Nationale Bank
van Z.-Afrika beperkt, met ‘hun ‘hoofdkantoor in de Unie
te Pretoria en de Stellen.bosch Distriktsbank beperkt te
Stellenbosch.

renin Ae Unie niet een looptijd van niet langer dan
zes maanden; het ‘koopen, en verkoopen van éffec’ten

voor cliënten ; het ‘koopen en verkoopen van edele

metalen; het in bewaring nemen en beheeren van
effecten ‘en andere artikelen van waarde; ‘het openen
van rekeningen in het buitenland’ en het optreden als

agent of correspondent voor een bank, die zaken doet

in ‘of buiten de Unie.
Uitdrukkelijk verboden is haaf het haudeld.rijven
of belang hebben,ij
1
handels- of nijverheidsonderne-

mingen; het kopen of beleenen van eigen aandee-

les ‘of aazn’deelen van een andere bank, het geld voor-
schieten op of eigenaar worden’van onroerende goede-
ren met uitzondering van ,,eigen bezighoidsgebouwen”,

het verstrekken van leeningen of voorschotten zonder
onderpand, andere idan ziéhtwissels trekken of accep-

toeren, gelden aannemen in vast deposito ‘en rente

toestaan op crdit-saldi in 4ening-courant.
De bank is verplicht tot pulicatie van een
weke-

lij’kdcheu staat van ‘de uitgegeven bankblletten, de
goudcertificaten in portefeuille, het in de kelders
aanwezige gemunte en oizgemunte goud en zilver en

“an een jaarlijksohe balans en winst- en verliesreke’
niug (accounts). In menig opzicht opvallend is d
gelijkenis ‘van het in deze en de heide voorgaande

alinea’s besproken gedeelte der wet met de voor de
Nederlandsche bank ‘vastgestelde regelen.
Met’ het doel het goud aan den omloop te onttrek-

ken machtigt de wet de Thesalinie ,,gemunt of onge-

munt goud in ontvangst te nemen” en daartegen
,,goudcertificaten” uit te geven ‘van de nominale waar-
de van het aangeboden goudstuk en de normale

waarde ‘van o’ngem’unt goud, nl. £ 3.17.104 per stan-
daaiid ons. Zij zijn voor h’un nominale waarde wettig

betaalmiddel tot elk bedrag, ,,worden geacht ‘goud of
goudspecie te zijn voor elk doel, waarvoor goud of

– goudspecie…. .ingevol’ge deze çwet gehouden moet
worden” en worden op ‘vertoon door de Thesaurie’

tegen gou’dspecie ingewisselch De bepaling, waarom

het in deze. wet echter in hoofdzaak
te
doen as, is

deze ,,dat de injwisseling van goudcertiiicatell opge-
schort ‘wordt zoolang de marktprjs van goud hoogen
is ‘dan ide normale”, ‘het gond’ dus agio ‘doet, zooals

thans reeds geruiinen tijd ‘in belangrijke mate het
geval is in verband ‘met den wisselkoers van den
Amer.ikaanschen dollar, op den grondslag waarvan

de goudmijnen sedert Juli 1919 ‘hun product op de
opes markt -V’ Londen vérkoopen. Wordt de inwisse

ling van de goudcertificaten gestaakt dan kunnen,
en de practische bedoeling is natuurlijk zullen, de
banken in de Unie worden -verplicht hun gemunt
goud ‘bij de Thesau.rie te deponeeren en daarvoor cer-
tificaten in ontvangst te nemen. Ten einde tegemoet
,te komen aan de bezwaren van hen, die groote ge-

varen zien in het blijvend opheffen van dengouden
standaard, welke van deze bepalingen het gevolg
zou’de kunnen zijn, zijn de sco juist ‘omschreven be-
palingen in hun werking aan een tijdebepaling ge-
bonden en slechts van kracht tot 30 Juni 1923. Op

-nader hij verordening’ vast te ‘stellen voorwaaiden is
de Thesauric gerechtigd in bepaalde omstandigheden
goud los te laten ‘voor uitvoèr. Met het oog op de

geringe goudreserves ‘der banken bepaalt de wet ten «slotte nog dat gedurende drie jaren na de inwerking-

‘treding daarvan de Idekking van de’ dadelijk opeisch-
‘bare vorderingen (met’ uitzondering van de bankbil-
letten, waarvoor een efzondenlijke metaaldekking van

40, pOt. ‘is voorgeschreven) niet minder dan 10 pOt.
mag ‘bedragen en na afloop van dien termijn niet
minder dan 13 pOt; Op het niet nakomen van de be-
palingen der wet, waarbij aan de banken bepaalde
veiplichtige’n ‘worden opgeiegd, zijn als sanctie zware
boeten, gesteld. Het zal sommigen ibanken niet ge-
makkelijk vallen binnen korten tijd aan de verplich-
tingen te voldoen; het is echter een reden tot ver-
heugmg dat door deze wet een einde ‘wordt gemaakt
aan den cbao’tiselien toestand, waarin het bankbedriji

‘hier
te
laiadô bij gebrëke aan’ ‘voldoende dwingende

17 November 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

999

bepaIgen verkeerde en tengevolge waarvan de be-
langen van het publiek aan niet geringe gevaren
waren blootgesteld.

Mr. J.
D. VAN KETWICH VERSCHUUR.’

Pretoria.

DE WEG VOOR DE SOCIALE ZIEKTE-
11

VERZEKERING.

In de ziekteverzekering zijn vooide uitkecringen twee
stelsel’s mogelijk. Men ‘kan vaste bedragen verzekeren,

zoodat eenige gelijkenis bestaat met de inrichting

dr verzekeringso’vereenkometen van het handeisvor-

keer, waarvoor het wetboek van ‘koophandel een ,,ver-

zekerde som” als een der onmisbare’ vereischten
noemt. Het andere stelsel maakt de ‘uitkee’ring afhan-
kelijk van ‘het loon, en deze regeling vertoont Over-
eenkomst met de wijé van berekening van ambte-

naarspensioenen en iet den opzet van dc ongevallen-
verzekering volgens de wet van 1901.
Reed’s de eerste moderne ziekteve•rzekerinswet,, die
van het Duitsche Rijk, van 1883, sprak van uitkee-

ringen aan arbeiders ten ‘bedrage van een percentage
van het loon; en daarmee is ‘de herkomst van het eene
stelsel vastgelegd.

Aan den anderen ‘kant w’erken sinds moer dan een
eeuw de Hollandsche ‘ziekenfondsen met uitikeeringen,

die in de reglementen in guldens en eenten worden
uitgedrukt.

Wanneer nu ‘de vraag gesteld wordt, wat verdient
voor ‘de Nederlandsche sociale ziekteverzekering ‘de
voorkeur, dan blijkt, dat weliswaar de wet-Talma
1)

een bepaalde richting, de Duitsche, gekozen heeft;
maar het is tm’og6lijk, dat dien’s regeling op Duitsche
leest geschoeid is, zonder dat ook aan het wezen en
de voordeelen van ‘het andere stelsel de noodige aan-
dacht gewijd is; dan zon toch waarlijk alsnog, bij ‘dé
door Minister A’alberse voorgenomen herziening ‘der
wet van 1913, ook deze hoofdzaak behooren te worden
overwogen.

Het gaat hierbij niet om een politiek beginsell
Maar wel is het vraag’stek van groot belang uit een

oogpunt van techniek en organisatie; en ‘sijn met een verkeerde keuze ‘extra adiministrajtieve uitgaven ge-
moeid, zoolang als er een sociale verzekering in
Nederland bestaan zal. Want een illusie is het, ‘dat
een ingrijpende wijziging in den opzet wanneer een-

maal een bepaalde richting gekozen is, later ‘ok nog
kan worden tot stand gebracht.
2)

Bij zijn voo’rloop&’g ontwerp tot wijziging der ziekte-
wet,
dat ‘de Minister den bogen Raad van Arbeld
om advies heeft ‘overgelegd (voorjaar 1920), is een

belangrijke concessie aan ‘de wensehen ‘der ‘bestaande
ziekenfondsen gedaan. Naar verluidt bretigt zij het
toezicht op deze fondsen bij de Verzdkeringsraden,
in p;]aats van ‘bij ‘de Raden van Arbeid; een verbete-
ring, omdat deze laatste lichamen met ‘hun eigen

of ficieele fondsen de concurrenten zullen zijn. Om de
bestaande fondsen tevreden te stellen ‘zal echter meer
noodig zijn: verwijdering van allen dwang omtrent
de ‘inrichting der verzekering. Het moet den fondsen
mogelijk worden gemaakt, bij liet systeem te blijven

van bepaalde verzekerde uitkeeringen, tegen 1genot
van bepaalde contributies, het systeem, dat zooals
gezegd, hier te lande ‘algemeen gebruikelijk is.
Het
behoeft slechts verder ontwikkeld te worden en zal dan aan alle practische eischen voldoen. Met name
moeten de fondsen hun leden meer keuze geven, dan
tot nu toe gebruikelijk was; en een schaal opmaken
van verzekerde weektütkeern, waaruit elk lid dan
zoodanig bedrag ‘kiest, alsliem past. De grocvte veran-
dering in de geldloonen, die alom ingetreden’ ii, zal

Wet van
3
Juni
1913,
Staatsblad
No. 204.
De Duitsche Reichsversicherungsordnung
(1911),
die
de sociale verzekering grondig had moeten servormen, is
ten slotte niet anders geworden dae een knappe codificatie;
omwerking bleek onmogelijk.

wel de fondsen vanzelf tot deze d’ifferentieering bren-
gen.

In ‘dit systeem kan de boekhouding beknop’t van
omvangbIijven. Het financieele belang
bij
een een-
voudigedministratie spreekt luide; alle nutteloos
formalisme ‘kost handen vol geld, omdat er nri]]ioenen
verzekerden zullen zijn.

Ofschoon goed bedoeld, cnn namelijk simulatie ‘te

vooi-komen door ‘den verzekerde een deel van het
risico der loonderving ‘zelf te doen dragen, bevredigt

n’iettjemin het andere stelsel niet. Het ‘khn ‘niet hev’re-
digen.

Vooreerst omdat het wettelijke eigen-risico voor
allen gelijk
is,
of iemand veel verdient of slechte’ een

sehamel loon; en omdat ‘de laatste te kort komt, als hij met % af
3%
wordt naar huis gezonden. Daar ligt
eei grove onibillijkheid in. Ten tweede is het midder
niet doeltreffend; want men zal aan de arbeiders nooit

het recht kunnen ontnemen, te profiteeren van de
ui’tkeer’ingen die hun viakvereen’i’gingen tin geval van
ziekte ‘naast de
wettelijke
uitkeeringen doen. Zou
iemand’ het wagen, dit recht aan ‘te ‘randen? Immers

neen. Maar dan ‘bereikt men ook ‘het eigen-risico-
dragen niet. Het moge hier gezegd worden, ‘dat het

conrtroleeren der zieken, om simulatie te voorkomen, zeer moeilijk is; een dergelijk grof instrument, als het

gedwongen onverzekerd laten van een zeker percen-
tage der loonderv’ing, baat niet! De besturen moeten waken tegen oververzekering in het stelsel van vaste
sommen, ongetwijfeld; maar deze taak zal slechts een

deel uitmaken van de algemeene zorg om si.mulatie
te ‘bestrijden.

Een der béste middelen is nog altijd te vinden in
het beperkte aantal leden. Zeer belangrijk
‘is
een uit-

lating van den consulent der ziekenfondsen in het
kanton Genève, in diens ,jaai-ljkseh verslag over het
jaar 1918: ,,Les sociétés les inieux placéi’.s sont celles de 150 â 250 membres ewviron:
les risques so’nt d6j
assez ‘bien répartis,
le contrôle art oisé, l’adm.in’istra-
tiovi facile.”
1)
Niet anders denkt over dit punt het
bondabureau van toezicht d’er Zwitsersche Republiek.
‘Het heeft zich onthouden, aan de fondsen eenigen
eisc’h
te
stellen wat minimum aantal leden betreft.
2)

Ook ‘de ervaring in Engeland is al van jaren her deze,

dat dooreengenemen de fondsen, met een ‘klein aantal
‘leden financieel het beste er voor staan. Het ware
te wenschen, ‘dat in d’e Nederlandsche wet zelve alsnog
het minimum werd opgenomen, en dit bepaald werd
op een laag cijfer, b.v.
tweehonderd leden;
men zal,
aldus voorkomen, dat onder invloed van verkeerde
dogmatische ‘begrippen de Algemeene Maatregelen van
Bestuur, waaraan krachtens de bestaande redactie de
regeling is voorbehouden (artikel 93) een ongemoti-
veerd laag minimum stellen; of bezwarende ‘bepalin-
.gen maken. Die vreës is niet ‘denkbeeldig, want nog
altij’d werkt de oorspronkelijke opzet van Talma na, –
die fondsen van vele duizenden leden beoogde.

Een nieuw verschijnsel vraagt bovendien met steeds
meer klem de aandacht van den wetgever. De cellec-
tieve arbeidsovereenkomsten, wier aantal en betee-

‘kenis zoo vervaarljk snel toenemen, hebben ook de
belangen van den zieken werkman hehartigd. De ‘her-
ziening van ‘de bepalingen van ‘het burgerlijk wetboek
op het stuk der arbeidsovereenkomst bracht o.a. het
beginsel, ‘dat een patroon hij ziekte van een werkman
dezen gedurende een betrekkelijk ‘korten tijd zijn loon
moet doorbetalen. Vrees, dat de conci.rrentie ‘de winst
zal drukken, bracht de patroons aanvankelijk er toe deze bepaling (art. 1638,
c,
B. W.) bij schriftelijke
overeenkomst ter zijde ‘te stellen. Waar het collectief
contract die concurrentie verzwakt, vermindert ook
bij ‘de patroons hun ‘bezwaar tegen de toepassing van

i) XVIme
Rapport sur les Sociétés de Secours Mutuels
‘en cas de Maladie; Genève, Imprimerie Centrale, Boulevard
James-Fazy,
17; 1919.
2)
Mededeeling van ‘den president van liet Bundes Amt
für Sozial Versicherung.

1000′

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

17 November 1 920

het gezonde beginsel, det de werkgever ‘den werkman
bij ziekte niet in den steek laat. Reeds vroeger mocht
ik op ‘het verschijnsel wijzen,
1)
dat de c.a. dit beginsel erkennen, en in ‘dier voege uitwerken, ‘da’t gedurende
een ekeren termijn, veelal zes
weken,
een percentage

van het loon, afwisselend ‘tuss’chen 50 pOt. en 75 pOt.

aan zieke ‘werklieden wordt uitgekeerd.

Het aantal dergelijke contracten, voorzoover gere-

gistreerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek,

en gepubliceerd in het Maan’d’schrift, be&roeg in het

eerste kwartaal van dit jaar (1920) -reeds ‘bijna hon-

‘d’erd. .De u±twe’rkin!g i’s van contract tot contract ver-
sobiflend’; maar verreweg het ‘talrijkst zijn de oontrac-

ten met een termijn van 6 weken en een percentage
van’66 pOt. of 70 pOt.

Het is dan odk niet te ‘verwon’deren, ‘dat bij een

‘oppervlakkige beschouwing er wel beweerd is, ‘dat ‘dit
idstituut ‘de geheele ziekte ver zekeringoverbod’ig ‘maakt.

Die ‘m’eening is ook in den bogen Raad’ van Arbeid

tot uiting gekomen ‘bij het onderzoek ‘der wijzigings-

voorstellen van ‘den Minieter; en men heeft den
Minister verzocht om een volledig ‘overzicht van het-
geen reeds tot stand gekomen is.

Bij nader inzien ‘zal men echter ‘moeten toegeven,
dat ‘dit ‘stelsel wel ‘de ‘ziekteverekering kan verlic’hten
en aanvullen; ‘maar haar nioi’kan vervangen. Want al

moge groote ‘suggestieve invloed’ uitgaan van deze col-
lectieve contracten, toch zullen ook altijd een aantal

‘patroons, ‘buiten patroonsbo’nden gebleven, artikel
1,638,
c,
B. W. blijven ecarteeren; en ook voor de

arbeiders van ‘die pa’troons ‘dient gezorgd.

Daa’r ‘komt ‘bij, ‘dat d’e ‘garantie van -den Staat, achter

de,. sociale verzekering, beter waarborgen biecft, :d’an
het vor’d’eri’ngsrecht ex• art. 1638,
c,
op ‘den inidiv’i-
dueel;en
:pa’t-o’o’n;
‘men ‘denke’ slechts aan ‘overlijden
of faill’issemen’t. Om met ‘de draagkracht der patroons
rekening te houden, zal ‘dan o’ek ‘een verdere uit-
breiding van den ‘duur ‘d’er uitkeeri’ngen, tot boven 6
weken, wel achterwege ‘blijven; en het ware wensche-

lijk, dat het risico, voor den werkman, van wanibe’ta-
lin’g yan het ziekrtegel’d, kon worden overgenomen door

een patroonsvereenrig’ing. Dit lijkt niet ondoenlijk;

daar veelal ‘d’e pa-oons ‘onderlinge verzekeringen zul-
len sluiten ‘on de op zich genomen verplichtingen te
dekken; reeds zijn zulke partToon’svereenigin’gen tot
stand gekomen; ‘de eerste was ,,De Patroonsvereeni-

ging ‘d’e Zaanstrek”, opgericht 1914; en onder de
leiding van ‘de bekende vereeniging Centraal Beheer,
S’inigel 128, te A’d’a’m, ‘kwaen onderlinge verzeke-

ringen tot stand voor ‘stukadoors- en ‘schilderspa’troons
en anderen. – –

Het ‘komt mij voor, dat gevoeglijk ‘d’e ziekteverzeke-
rdngsfondsen, fabrieksfondsen èn vrije fondsen ‘der

arbeiders, met de collectieve arbeidscontracten de
sociale taak kunnen d’e’elen. Laten deze laatste gedu
rende 6 weken % van ‘het loon ‘d’o’orlbetalen; laten de

ziekenfondsen ‘d’it gedurende 6 weken ‘met Y
3
aanvullen
en na verstrijken van ‘de eerste ‘zes weken van ziek

zijn tot . aan ‘het jaar uit het volle loon ‘betalen; dan
heteeken’t idit, ‘dat de gehe’eie- last-voor ongeveer gelijke
hlften tussc.hen ‘beiden verdeeld’ is.
2)

In de practijk levert ‘de uitwerking geen ‘bezwaar
op.
De ziekenka’s stelt ‘de deelname ‘open voor, le. een
bedrag, dat ide % gedurende zes weken a’anrv’ult en, vervolgens 2e. ,een bedrag gedurende nog 46 weken,
dat op zichzelf ‘den verzekerde voldoende zijn ‘loon-
derviing vèrgoedrt. Reeds is ‘zulk een ‘systeem in wer-

king, getreden ‘bij •een te ‘e-Gravenh’age gevealigde 7iekenkas van ongeveer 3000 leden’
Dit stelsel, van samenwerking, zou het ‘groote’ voor-
deel. ‘bieden, ‘dat de arbeiders geheel baas blijven in
hun eigen zaken; hu’n eigen fondsen beheeren ‘zij naar.
hun beste inzicht; zorgen zelf vo(yr contrôle op ‘de
siirnijlatie; ‘bepalen zelf ‘de honorari.a ‘hunner ‘bestuur-

) Zie een opstel in
3
,de Gids”, Maart 1918.
2)
De .veriouding der lasten van d,e eerste zesweken tot
dc lasten van 66n.vol jaar is .’nameljk. ongeveer. als 65: 100.

ders, enz. ‘De» pat’roon•s ‘aaneengesloteh’ in “collectieve
contracten, sluiten onderlinge overeenkomsten om ge-meenschappelijk de kosten, uit het doorhetalen van

loon bij ziekte voor elk voortspruitend, te betalen. De
alleenstaande patroon, ‘die geen onderlinge vereeni-

ging in zijn v’a’k aantreft, ver’vroegt zich ook bij de

zieken’kas, en deze neemt zonder ‘bezwaar tegen een
evenredige premie.’het risico van hem ‘oveï’:

Z’oo zou ‘dan zoowel -een verdeeling van lasten in
ongeveer gelijke ‘helfteh over patroon’s ‘en weriklieden

bereikt zijn, als de zelfstandigheid der arbeiders-

7jiektef’ond’sen (vrije fondsen en fabri’ekskassen) ge-

eerhiedigd blijven; en een stelsel ‘zou aanwezig ‘zijn,
dat een groots plo’el’baarh’eid oh aanpa’ssi’n’gsver.mogen

aan ellei-lei bijzondere omstandigliedbn ‘zou blijken te
bezitten. Onafwij’sbaar dan eisch, dat het

stelsel van vaste bedragen, -met een schaal ‘ter ‘keuze
der verzekerden, wor’de toegelater!

Het is ‘daarom te wensch-en ‘dat de Minister inder-
daad zij’n volle send acht aan de gesrtadige ontwikke-

ling va’n de collectieve arbeidsovereenkomst ‘in ‘dit opzicht wijdt; en ‘zich rekenschap geeft, of ‘niet die
ontwikkeling hem nop’en moet tot een nieuwe om-wer-
king van zijn, voostellen. Maar tot algeheele terzijde-
stelling ‘dei’ ‘sociale ziekteverzekeri.ng
zal ‘het ‘nimmer
kunnen komen.
– w.
ELINK SCHUURMAN.
Den Haag, October 1920.

DE GROEI DER JAPAI’TSCHE CONCURRENTIE.

De Wos’terl’i’ng, ‘die- in de tropen ‘gewoond heeft en

gewend is aan Oôstersehe toestanden en die Japan

kent uit en vroeger ‘bezoek ‘of van verre d’e evolutie
in Japan ‘heeft gadegeslagen, staat ‘versteld, wanneer
hij ter plaatse waarneemt, wat dit Aziatische volk
gedurende, ‘d’e laatete jaren, gewrocht heeft op het
gdbied van handel, ‘scheepvaart en industrie.
De Europ’eaan, die

een Wes’terschen maatstaf wil

aanleggen ‘bij de ‘beoordeeling over het Japan van
heden en dit Rijk van een Europeesch standpunt ‘be-
seh’ou’wen wil, en’ idanvindt ‘dat idie ‘kwaliteit ‘der pro-
‘ducten ‘der ‘industrie, de mor’aiit’eit van ‘de ‘handelaren,
niet ‘beantwoordt aan
zijne
verwachtingen en aan den
code, ‘die -daarvoor in Europa geldt, wordt teleur-
gesteld.

Het is moeilijk in een ‘beschouwing over den -handel
en ‘de handels’orga,ui’saties in Japan ‘en bij het bespre-
ken van wat de toekomst ‘zal baren, ‘deze beide ge-
zichtshoeken te ‘doen samenvallen.
De organisatie is diikwerf uitmuntend in theor-ié,
d’och faalt somtijds in de practijk, ‘doordat zij ‘niet ‘den
uitgesproken wil vertegenwoordigt van het volk zelf,
doch -doordat zij door ambtenaren, zonder v-oldoend
ervaring, is ‘opgezet.

Het i’s veelal ken schoon ‘gebouw, ‘dat somtijds,
even-ei-s het V±edbspalei’s, ‘niet ‘benut wordt en toch
moet -men ‘den ‘organis’a’tiegeest. bewonderen en vindt de kleinere h’andelsman, de in opkomst ‘zijnde. i’n’d’us-
trieel en groothandelaar, ‘bij die ‘organisaties een groe-
ten, hechten, ‘d’aadiwerkelijken steun.’
Het argument, ‘d’at de J’apan-sche organisaties –
ditmaal -in ‘het algemeen gesproken – ‘geschoeid zijn
op Duiitschen leest en ‘daarom tot fiasco moeten lei-
den, wordt dik’werf naar veren gebracht.
Rel is. niet -mijne, bedoeling ‘hierover in bijzonder-
heden ,te -tred’en, döch, ik’ zonde, daar ‘tegenover, willen stellen,, dat J’ajan, als dFt werkelijk ‘noodiig mocht -zijn,
een .’les zoude kunnen trekken dr, waar. ‘het Dui’tsche
systeem,niet met succes is bekroond.

Dé ‘klchten. over de immoreele ‘h’an’dels’meth-od,en
van Japansche kooplieden en in-d,’u•strieel’èn zijn alge-
-m’ëen ‘bekend’.
1
T’eirj’k zij’n ‘de voorbeelden daarv’an – te

mijner kennis ‘gebracht,en,meermalen ‘ben ik persoon-
lijk: in den gewonen ,d’agelijkschen –omgang – door het
optreden
1
van Japanner’s gedésilliisio’nneerd.
,Wat2de rinterne;h’andel van Japan ‘betreft, komt ‘de
grief gewoonlijk ‘daarop neer-, dat-»het -product-niet’

17 November 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3

beantwoordt aan de eischen gesteld door den Euro-

‘peaan, doch men vergeet daarbij, dat Japan in de

eerste plaats staat voor zijn bevolking van 60.000.000
Japanners en niet voor enkele ‘duizendtallen vreemde-

lingen (pl.m. 20,000), die zich metterwoon daar ge-

vestigd hebben.

De slecht georganiseerde post-, telegraaf- en tele-

foondienst, de slechte toestand der wegen, zijn onder-

werpen waarover de niet-Aziaten in Japan herhaal-

delijk hun onverbloemde meaning uiten. Zij voldoen

niet aan de eischen, die in een modernen staat mogen
gesteld worden, doch houdt men er wel rekening mede,

dat door de groote expansie in handel en industrie

het economisch-sociaal leven in Japan ontwricht is?

En het komt mij voor, dat zelfs in Europa, wat

post-
;
telegraaf- en telefoondienst aangaat, het pu-
bliek zeer matig is ingenomen met de prestaties in
deze takken van verkeer.

Mag men dan wel verwachten, dat de Japanner-

philosoof, die deze toestanden uit een ander oogpunt

beziet, onmiddellijk een verbetering ter hand zal

nemen?

De wegen iii Japan verkeeren in mid’deleeuwsche
toestanden, zelfs de straatwegen in de groote steden
zijn slecht onderhouden, doch als de regen deze laat-
ste in een modderpoel veranderd heeft, trekt de Ja-

panner-philosoof ‘zijn geta (sandaal op plankjes) aan,
en wanneer de wegen nog slechter worden, dan trekt
hij een hoogere ,,geta” aan.

Het spoorweg’verkeer geeft ook dikwijls reden tot
klagen. Ik weet uit eigen ervaring, dat de toestand
op •dit gebied 15 jaar geleden in Italië veel slechter
was dan in het huidige Japan; op de Japansche boot,
waarmede ik de terugreis naar Europa maakte, reisde
ik met 3 Japansche spoorweg-ingenieurs, welke in op-
di’aeht der Regeering, gedurende 2 jaren het spoor-
wegwezen in Europa, Amerika én Zuid-Afrika zou-
den ‘bestudeeren.

De klachten over exporthandel loopen gewoonlijk

over de onbetrouwbaarheid der leveranciers, infdrieu-
re kwaliteit der geleverde producten en over immo-
rede handeismethoden en zijn waarschijnlijk mèestal
gegrond.

Helaas zijn het niet altijd kleine firma’s en begin-ners, die er ongewenschte praktijken op na houden.
Ten ‘opzichte van de koopwaren zou ik kunnen op-
merken, dat een groot gedeelte ‘daarvan bestaat uit

goed’koope artikelen voor den uitvoer naar Oostersche
landen, in het bijzonder voor de Chineesche markt,
welke niet nauwkeurig ‘toekijkt op •de levering en af-
werking der goederen.

In den wereidhandel mag ‘men ‘dat niet als een on-
gowoon verschijnsel beschouwen; de ‘arbeidskrachten

waren niet geschoold voor ‘de betere afwerking, die
‘op de Europeesche m.arkt geëischt wordt en het pro-
duct was goedkoop en •de arbeidsloonen laag.

Toen 10 jaar geleden ‘de Bornbay-katoenfabrieken,
die tot dusver uisluitend voor de Ohineesche markt
geleverd hadden, garens ‘begonnen’ te exporteeren naar
Italië, Oostenrijk, ook naar Engeland en Holland,
gin’g er een storm van klachten op over slechte leve-
ring en kwam ‘die handel in 3 jaar tijd t6t stilstand.
Dit was echter niet t6 wijten aan immoreele ‘handels-
methoden in Britsch-Indië.

Gedurende den oorlog kwamen uit’bijna alle landen ‘der wereld in Japan aanvragen voor alle mogelijke ar-
tikelen. Er zijn zeer ‘veel slechte artikelen geleverd,
‘doch geleidelijk is er reeds veel verbetering in ge-
bracht.

De Regeering heeft krachtig ingegrepen. V66r mij
ligt een heele reeks ordonnantiën en wetsbesluiten
(for the prevention of the manufacture of Goods of
Inferior Quality Issued by the State Department of
Agriculture and Commerce of the Imperial Japanese
Government). Het ‘betmf t hier eene contrôle op de
fabrikatie en export van lucifers, •glaswaren, emaille,

band, ‘gebreide goederen, stijfsel, potlooden, celluloid,
ete. etc.

Door ‘de bestaande organisaties van Kamers van
Koophandel en Gilden, waarop ik later terugkom,

wordt het de Regeering gemakkelijk gemaakt deze or-

donnantiën in het leven te roepen en de contrôle
streng te handhaven.

Bovendien zijn er in Japan talrijke fabrieken, die

hun fabrikatie tot een dergelijke hoogte hebben opge-

voerd, dat zij den toets eener vergelijking tegen
elke
concurrentie uit Europa of Amerika geheel kunnen

doorstaan. En het geldt hier werkelijk niet uitslui-

ten’d goedkoope artikelen; van een leider van een der

grootste wereldfirma’s op technisch gebied, ontving

ik ‘de verklaring, dat voor bepaalde machinerieën d’e

vergelijking met Europeesch fabrikaat, ook in het ge-

bruik, ten gunste van de Japansche leverantie ,uit-
viel.

In talrijke fabrikaten heeft Japan Europa over-

rieugeld.

Zij, die meenen ‘dat Japan, na den oorlog, het
grootste gedeelte, van haar uitvoer zal verliezen
;
‘ zoude
ik ziende blind noemen. Het rapport van het
,,De-
pa.rtmental comn’&ittee appointed
by
the Board of
Trade to consider t/je positiou of the textile trade

after te war”
in Engeland, zegt:

It appears neccessary to sound a serious note of warning
with regard to Japanese competition, which is bécoming
more threatenirg, and covers a constantly widening range
of articles. Japanese competition is met with increasingly,
not only in China, but also in India, and in the 1nino
markets of the Far East. This conipetition is limited at
present by the amount of available capial and machinery
in Japan but large funds are being accumulated by that
country during the war, and extensions on a very large
scale, both to spinning and weaving plants, are projected,
and
are postponetl only owing to the exigencies of the war.
The abnormally low level of wages in Japan, the
increasing cficeny of her operatives, the extension of her
netivity to bleached, dyed, printed, and finished cloths, the
proximity of the country to the great Eastern markets, and
the system of subsidized steamers, the marketing advan-
tages derived from her knowledge of the languages, custo-
mers, and needs of Oriental countries, the close co’operation
between the Japanese Government, banks, shipping, corn-
panies, merchants, and manufacturers for the furtherance
of foreign trade, all point to the fact that Japan is destined
to become Lancashire’s principal competitor in years to
come.

In ‘de handelsmusea in Japan waren ter bestu’dee-
ring voor fabrikanten en kooplieden ook talrijke mon-sters van voortbrengselen van onze katoenindustrie en meen ik te mogen vragen: Hebben onze Twentsche en
Brabantsche fabrikanten maatregelen genomen om

na “te gaan hoever de concurrentie vdn Japan in hun
afzetsgebieden in Java, China en Britsch-Indië door-
dringt?

,,Voed’t’ de hongerigen, kleedt ‘de naakten” geldt
tegenwoordig niet alleen voor Oost-Europa, maar voor
het geheele Oosten en in de eerste jaren zal het moge-
lijk zijn, ‘dat door de groote vraag niet zooveel aan-

dacht geschonken wordt aan dezen nieuwen concur-
rent, daar deze zich niet zoo merkbaar zal maken als
anders het geval ‘geweest ware, doch in de toekomst
moet men wel degelijk met hem rekening houden.

Japan zal zich in de toekomst niet uitsluitçnd tot
katoenen goederen van grove kwaliteit bepalen.
Volgens ‘de laatste berichten in October 1918 waren
20 spinnerijen bezig, nieuwe installaties toe te voegen
aan haar bedrijf en werden er 96.000 nieuwe spindels

aangebracht voor grove garens, 72.000 voor middel
kwaliteit en 133.000 voor fijne garens.
Het onzedelijke van Japansche handelspractijk’en is
herhaaldelijk in de pers besproken en wordt ook door
e Europeesche belanghebbenden bij den handel’teeds
in het licht gesteld.

Door den oorlog is echter de moraliteit in den
handel ook in andere landen dan Japan, sterk afgeno-

F
1002

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

17 November 100

mon-‘Dat was onvermijdelijk. ,,Vodjes papier” zijn
L

overal geweest.

In een der oorl-ogv.oeren’d’e landen werd, toeii het

tot den oorlog toet-rad, een -wet afgekondigd, die en
deur
4
openhiet om alle bestaande contracten te annii-
leeréi
‘. Daar is ruim gebruik van gemaakt. Goedereh,

die z.g. niet geleverd konden worden, werden eldeis

verkocht tot hoogere prijzen.

De moraliteit is eenigsains op losse schroeven ge-

komen en een vlaag daarvan is naar Japan -overge-

waai4. Bovendien was van oudsher de handelssstad

in Japan niet gezien. Hij dateert van recon’ten datui.
‘Dita1les dient niet om ials verontschuldigi’n-g te

gelden, doch het is een verklaring.
De leidende mannen in Japan kennen het euvel ei’i
zien cle nieuwe toestand holder onder de oogen.

Bij een fees-tmaaltijd, gegeven door
the Japan trades

.associ&ior in
Tokio,
ter gelegenheid van ha’ar 33-jarig

bevtaa, rerd ‘ ‘door de verschillen-de Ministers hét

woo’c geerd. Dc premier, -de heer Hara, zeide o.a:

,,Gejurende den oorlog ‘hebben wij materieele welvaart gewonnen, maar de Europeesche oorlogvoerende partijen
hebbâ zedelijke welvaart verworven.
– Wij’ moeten er op bedacht zijn maatregelen te treffen
om ouzen ‘handel na ‘den oorlog te ontwikkelen. De oorlog-voerenden hebben vreeselijke ontberingen geleden, doch tot
heil van’ het vaderland hebben zij dit gedragen en hun
geest’is gestaald. Zij ‘hebben aldus een zedelijk overwicht’
verkregen.
Japansche handelaren en fabrikanten werden zeer ge-
baat door de afwezigheid van Europeesche conc.irrentie.
Maar er zijn luide klachten gekomen over de kwa,
I
teit,.cler
goederen. Ik vrees, dat in sommige standen, de gest van
soliditeit en oprechtheid heeft plaats gemaakt vodi onsoli-diteit en onoprechtheid, tei’wijl in Europa het volkgeest&-
lijk is vooruitgegaan.
• Wijm’oeten dien toestand verbeteren. Wij moeten meer
nut trekken uit uitindingen voor ‘handels- en i-ndustrieelé
doeleinden, ons meer aanpassen aan den smaak van onze
klanten en onze persoonlijke werkzaamheden
01)
het gebied
van handel en nijverheid moeten
wij
beter orga-niçeren.”

Ik heb dikwijls hooren zeggen: De Japansche orga
nisatié van den exporthau:del dateert van deze oor-

logsjaren. Zulksis onjuist. Naast China is Britsch-

Indië wellicht -cle grootste afnémer van Japausche

producten.
Het is nog maar 25 jaar’ geleden, dat de Japanners
in Britsch-In’di
)
kwamen, z.g. geattacheerd aan kan-
deisfir-mas om ‘den kantoenhan-del met Japan te be-vorderen. Er waren toen nog geen Japan-sche firma’s
in Bri-tsch-In’dië. Indië zond garen van Bri-tsch-

Indische katoen gemaakt,.naar Japan.
Aan het eind v-an de 9Oer jaren kocht Japan geen
garen’s meer, doch alleen
-katoen-
in-Indië, en begon zij
te concurreeren in de Ohineesche markt met garen in Japan gesp-onnen van Indische katoen tegen ‘de
Britsch-Indische garens. De ‘katoen mocht ‘alleen’et
Japansche of vreemde schepen onder Japansche
charter naar Japan verzonden worden. Op straffe van
liooge’booten hadden zich alle katoenhandelaren en
spinneijen in Japan verbonden ‘alleen ‘katoen, ‘welke
met die schepen vervoerd werd, te gebruiken. Het
vervoer me-t deze schepen ‘geschiedde togen een goed-
koope vracht van Rs. 9/- per ton. Een Japanscle
organisatie in Bombay ‘distribueerde -de laa-drui’m-te
voor ‘p Europeesche verschepers.
10 jaar later kwam Japan aan de markt in Bom-bayi
met
gevi even
goederen van in J’apan gespon’nen garens
van Britsch-Injdische katoen en heden ton dage is er
een legio van kleine en grootere Japan-sche firma’s
in Bonvbay en andere plaatsen in Indië gevestigd.

Twee Japansche -Stoomvaart Maatschappijen, de
N:ippoïa’Yusen K-ai-sha en Osaka Shosen Kaisha onder-
houden eed geregelden dienst op Bom-bay, Calcutta,
Madras, Oolomibo en Kurac-hee, zoowel als via Indië
-met Europa.
In -Bombay zijn 3 -groo’te Japan’sche banken geves-
tig’d, ‘de Yokohama Specie Bank, de Bank of Taiwn
Ltd. en de Sumitomo Ba’nk Ltd. en bij de Mitsui

B ushan Kaisha, een Japansche h-a.n-delsfirma werken

een 80-tal Japanners. De’ze laatste heeft (behalve

har-e eigen vestigingen in de hoofdplaatsen van

Brit.sch-Indië) bovendien ongeveer – 70 agen-tschap
pen in ‘hot binnenland voor den opkoop van katoen,

die ook hare bemiddeling weer ve’rleenen kunnen om

-de Japan-sche importartikelen te populariseeren..

De laatste ‘berichten omtrent -de activiteit der

Japanners in Britsch-Indië mken gewag van vesti-

gingen van han-deishuizen in ‘kleine plaatsen, zooals
Oochin en Trawanc-ore, terwijl zij spinnerijen in Zuid-
Indië trachten op te koopen.

Toen 25 jaar geleden de Mitsui Bushan Kaishk

haar werkingn China begon, was het haar gewoonte
een 30-tal jongelui van -de Tokio hoogere handels-

school uit te kiezen, waarvan zij elk jaar 10 naar

Zuid-, Midden- en Noord-China -zond, die ‘hun.werk-

kring begonnen met het voorschrift een of twee jaar

in die gewesten te gaan wonen om Chineesch te loeren
en ‘met belofte van een extra toelage, wanneer zij -hun haai-dos tot een Chineesch-e staart lieten ontwikkelen.

Zij konden -zich ‘dan ee-ns in ‘de 3 maanden op een
kantoor der M. B. K. presenteeren, waar zij, n-a aflodp vn die,, p-roefjaren, geplaatst werden. Zoo vornide’ -de

Maatschappij de latere bestuurders van hare talrijke

kantoren in China.

Hierboven is reeds vereid, dat Japan in hoofd-

zaak voor de levering van katoen van andere afhan-
kelijk is. Zij legt zich daar niet bij neer. –

De invoer van ruwe katoen in 1918 ‘-in Japan uit
Indië en Amerika bereikt een waarde van ongeveer

300.000.000 yen, ver tegenwoordigende – ongeveer
20.000.000 balen (15.000.000 balen Indische katoen

-en 5,000.000 balen Amerikaansche katoen).
De ‘katoenoogst in Chozen (Korea) -bedra

agt nu
(volgens niet officieele cijfers) ongeveer 70.000 halen

pel jaar.

Naar verluidt zijn er plannen in behandeling om

woeste landen te ontginnen voor katoen-bouw in
Korea, waardoor in 10 jaar tijd een belangrijke
ka’toe’no-ogst al kunnen worden verkregen, waardoor
Japan onafhankelijk zou-de kunnen worden van

vreemden inv’oei-.

De Kamer van Koophandel in Tokio -heeft hiernaar

reeds een onderzoek ingesteld en over dit rapport
zonde reeds een beslissing gen-om-en zijn -dooi- de s’taats-
commissie, -die zich met deze problemen bezig houdt.
Menil eene katoensoort, vallende -tussc-hen Amen-

kaanche’en ‘Bri’tsch-Indische ‘katoen aanplanten,
welke 60 pCt. van de door Japan benoodig’de ‘katoen

zonde kinen opleveren.

Ik -herinner mij niet nauwkeurig, -of er ree-ds k.ina-

plantages in Japan waren, maar wel is mij bekend,
dat zaden uit Java zijn aangevoerd en men goede ver-
wachtingen heeft van ‘de proefnemingen.

J. G.
BENDIEN.

– PLEIDOOIEN VOOR DECENTRALISÂT.IE.

Men sclrijft ons van -geachte zijde:

Dat een reusachtig uitgestrek-t gebied al-s Neder-
iandsch-Indië, met zijn 50 n’iillioen inwoners; zijn
tallooze eilandeii; zijn afstandei als van Londen tot Constautinopel, van Gen-na tot Hamburg; sijn vele
volksstammeu en bevolkingsgroepen van zeer uit elkaar
loopende ontikkelin.g en behoeften – -dat -dit reus-
achtig gebied
L
“A in -de details van bestuursbeleid van
uit één punt geregeerd zou worden, ‘klinkt ongeloof-
lijk, en is toch dikwijls waar. De artt. 68a, 68b en 68e
in- het Regeeringsreglame-nt waarbij de locale raden
werden ingesteld, zijn nu 17 jaar oud. Dat desondanks
de decentralisatie-gedachte nog zooveel tegen-stand
ondervindt, zal wel komen om-dat een menschen-
geslacht, en -dus ook een amibtenaarsgeslacht, meer dan
17 jaar noodig heeft om uit te sterven.

,Men ,moet de Indische best’uursmacbiue van nabij
hebbeii-en werken, om de volstrekte noodzakelijkheid

17 November 1920

ECONOMÏSÔH.STATÏSTISCHE BERICHTEN

1031

van ‘decentaljsatie te ‘beseffen. Hoe toch is in de laat-
ste 30, 40 jaar de loop van zaken geweest?.

In de tachtiger en negentiger jaren der vorige
eeuw werd Nederlandsch-Iudië nog geheel op de oude,

autocratische wijze geregeerd: een centraal gezag te

Buiteuzo’rg en Batavia, daaronder residgnten in de

gewesten. De gewestelijke bestuurders buiten Java en
Madoera genoten practisch een buitengewoon groote

macht, daar de bemoeienis van het centraal gezag met
clie verre onbekende streken al heel gering was; voor-
al wanneer de orde
t
n.iet verstoord werd en dure mili-
taire expedities niet noodig waren. Dat deze vrijwel

on.gecöntroleerde hoofdamTbtenaren in de buiteubezit-
tingen soms grove fouten maakten en dat wel onge-
straft, behoeft niet te verwonderen. ôo zijn er in on-

betaalden arbeid wegen aangelegd door de bevolking,
waaraan zij zelve niet de minste behoefte had, en die door zulke ongezonde streken leidden dat de heeren-dienstplichtigen stierven bij honderden. Twee groote
oorzaken echter waren er, die de gevaren van het

systeem: te veel, ongecontroleerde, persoonlijke macht,

in cie practijk hebben getemperd. Ten eerste waren dc

ambtenaren in een lange loopbaan tussehen de be-volking ‘gevormd en hadden in de meeste gevallen
voor haar welzijn en voor de welvaart vanhet land
leeren voelen. En ten tweede stond de bestuursambte-
naar in die buiteng’ewesten niet, zooals op Java, tegen-
‘over een meestal passieve, lijdelijke bevolking, doch

tegenover meer zelfbewuste istammen, die voor un
rechten gewoonlij,k vrijmoedig durfden opkomen; ja,

dikwijls tegenov.er zelfbesturende vorsten en poten-
taten, die niet de minste onderdanigheid tegenover

den geminaohten blanken compagniesdien,aar aan den
dag legden. De ambtenaar, die gewoonlijk alleen of

nagenoeg alleen, stond tegenover een talrijke bevol-
king van ander ras, ander geloof, andere denkwijze,
had alle reden zich te oefenen in beleid en zelfbeheer-
sching. Daarbij werkt een groote mate van zelfstan-
digheid gewoonlijk uitmuntend op karakter en ver-
antwooiide]ijkheidsgeiroel.

Op Java en Madoera was •de zelfstandigheid der
Plaatselijke bestuursambtenaren practisch minder

groot; de contrôle van hoven af, dikwijls oo’k die van
de publieke opinie, grooter. Toch moet men izich ook
een gewestelijk bestuurhoofcl op Java in deze periode

voorstellen als iemand met zeer veel zeggenschap.
Vooral diegenen onder de residenten, die tegen ouge-
wenschte bemoeienis van dapartementshoofde
n
en in-
specteurs krachtig front dorsten te maken, hadden
heel wat te vertellen. Wanbeleid van de Europeesche
ambtenaren werd vaak verzacht door het inlandsch
bestuur en de dorpshoofden, zonder wier medewerking

de Europeesche ambtenaar ten slotte niets kou uit-
richten. De inlancische hoofden hebben st&eds gefun-
geerd als stootkussen tu•sschen het vreemde gezag en
het volk, en heel wat onhandige bewegingen opgevan-
gen en onschadelijk gemaakt.
Zij,
die van de inland-
sche •hoofden niet anders weten te vertellen dan dat
zij de bevolking onderdrukten ën uitpersten, mogen
zich dit te binnen brengen. In elk geval echter konden
de gewestelijke bestuurders op en buiten Java, toege-
rust met een groote macht, ten volle rekening hnivden met •de eigenaardige,
plaatselijke
belangen van hun
ressort.

Een geluk is het zeker voor de bevolking geweest,

dat in deze periode de staatswerkzaamheid in het al-
gemeen nog zeer beperkt was.

Daarna kwam in de verstreken tintig jaren van
deze eeuw, een tijdperk van steeds intensiever staats-
werkzaam,heid. Met deze groot ere regeeringsbemoejenis
ging echter niet gepaard een overdracht van bevoegd-
heden van het centrale gezag op de plaatselijkè be-
stuurshoofden; integendeel, de centralisatje werd
grooter.
Waren de residenten voorheen, in den tijd
van beperkte staatswerkzaamheid, nog in staat geweest
een ‘zelfstandig oordeel zich te vormen over de be-

stuursmaatregelen, die genomen moesten worden,
thans, nu de regeering haar ‘werkzaamhejd begon’ui.t

te breiden over steeds meer gebieden van het maaE-schappelijk leven, voelden do residenten, toch reeds

overladen als zij wâren met beslommeringen van aller-
lei aard, zich steeds onmachtiger hun zelfstandigheid

te handhaven tegenover ‘de opkomende ,,speciale

diensttakken”: boschwezen, onderwijs’, irrigatie, ver-
keerswegen, volkscrediet, landboruwvoorljchting,
opiumregie, zoutregie, enz.

De machthebbers in deze speciale takken van gou-
vernementswerkzaamheid zaten natuurlijk te Batavia
of Buitenzorg. De departementshoofden enle Gou-

verneur-Generaal en zijn Algemeene Secretarie waren
voor hen veel gemakkelijker te bereiken danvoor de
residenten. Daarbij beschikten zij over de technische
kennis, de residenten slechts over plaatselijke kennis.

Zij, de mannen der :specile diensttaloken, konden zich
steeds beroepen op een ,,algemeen” belang; de resi-
denten hoogstens op een plaatselijk belan.Zij, de

mannen te Buitenzorg en Batavia, beschikten over
uitstekend personeel; de residenten moeten bijna elk
stuk, dat niet naar een antecedent gecopieerd kon wor-
den, ‘zelf opstellen. Geen wonder, dat bij voorkomende

conflicten tusschen de gewestelijke hestuurders en de leiders der speciale diensten, de eersten het gewoon-
lijk v’rloren. –

Loo is de toestand ontstaan, dat veel, al te veel van

uit het centrum wordt bezien en geregeld. Bedenkt
men verder dat macht wellust ‘is en zelfbepciking de
zeldzame kunst is die alleen de meester verstaat, dan
wordt het begrijpelijk hoe de zucht tot regeling van de
man
n
in het centrum zelfs niet heeft geschroomd
aan de plaatselijke ambtenaren ook de details van hun
hestiirsbeleid voor te schrijven.

dit alles komt nog, dat aan ‘de werkwijze in de
Oentrale Bureau’s groote fouten kleven. Zij is er op
berekend: niet, het werk en de voorstellen der plaat-
selijk& ambtenaren te waardeeren, doch veeleer elk foutje; elke afwijking van het Staatablad en het nog

heiliger Bijhlad, ja elke afwijking van schablone en anté5dent, te verooideelen. De reden hiervan is, dat

de stukken, ‘die in de bureau’s binnenkomen, veel te veel .mensohen passeeren. Elk bureau-ambtenaar is voorkl beducht, een foutje
niet
to vinden dat mis-
‘schien door zijn superieur ‘wèl gebn.den zal worden.

Vandaar dat vitterige, schoolineesterachtige, klein-
zielige gepeuter-metdeloQlpe, waarin het bureau-werk
maar al te dikwijls ontaard is: Vandaar het eindeloôzc

examineeren en approfondisaeren re-examineeren en nôg eens approfondjseeren der stukken, dat de staats-
machine zoo langzaam, slecht en ‘duu,r maakt.

Bedenkt men nu ten slotte nog, dat de Algemeene
Secretarie te Buitenzorg het werk der Departemnten
nog eens onder de loupe placht te nemen, dan voelt

iedereen, dat de Indisch.e bestuursatmosfeer aan niets
zoozeer ‘behoefte had als aan een ‘verfrisschenden ou-
wreersstoi,m.

Veel is reeds veranderd en verbeterd. De overdracht
van bevoegdheden van het Centrum naar de locale
inden heeft gestadig voortgang: langzaam maar zeker
veroveren gemeentelijke en gewestelijke radén zich
hun autonomie en z’elf.bestuur. En de regentschaps-

raden, waarnaar wij zoo verlangend uitzien, zijn voor-
bereid. Door den Volksraad is de positie der departe-

mentschefs buitengewoon verbeterd: zij, die vroeger tegen wil en dank min of meer duistere bureahcrateu
.1noesten zijn, treden nu telkens in het licht der open-baarheid en staan dichter ‘bij den Landvoo.gd. De na-
deelige wrjving, die de Algemeene Secretarie –

staande tusschen cie departementshoofden en den
Lan’dvoogd – in de staatsmachine veroorzaakte, moet
door deze laatste verandering wel verminderd’zijn.
Veel is veranderd en verbeterd. Wie echter maar al
te vaak niet veranderd blijken, dat zijn dp menschen.
,,Een nieuw denkbeeld”, herinnert de heerVan,Schou
venburg ons, in zijn hieronder te besprekenartikel,
,,gelingt ,nicht dadurch zur Anna.hme, dass

die
Gegner d’urch die Macht der Gründe überzeugt wer-
‘den, sondern ‘dad.u’rch, dass dieselben aussterben und

1004

,ECONOMISCHSTATIS’TISIIE .BERICHTEN

17 November I920

die .junge Generation die, ne.ue- Theorie als selbstver-
stëndlich aun immt”.
Deze gedachte dringt zich aan ons op bij hetlezen
van de rede, ‘waarmede de heer J. Gerritsen dit jaar

het tiende dcentralisatiecogres te ,Bandoeng opende,
welke redevoering te vinden is in afi. 23 en24 (1 en
16 Juni 1920) van ,,Locale Belangen”. De heer Ger-

ritsen gaf een overzicht van het werken der Vereeni-

ging voor Locale Belangen, waaruit men niet anders
dan den indruk ken krijgen ‘dat de regeering zich

slechts aarzelend, om niet te zeggen onwillig, op den

weg naar decentralisatie heeft laten voortduwen.

De reker wees er in
zijn
rede op, dat wij in de

nieuwst uitgave van ‘de Encyclopedie van Nederl.-

Indië, een ernstig werk, onder ,,Decentralisaie” o.a.

het volgende lezen: ,,De in. de practijk bij velen ont-
stane indruk, dat de decentralisatie voor de regeering
meer speelgoed was dan ernstig werk, wordt versterkt

door detbljkbare permanentie van het zgn. Decentra-

lisatiebiireau, een buiten de departementen gesteld
kantoor van regeeringsbemoeiing, zich inlatend met
nageno’g alle belangrijke zaken der locale raden.” En

verder: ,,Van selfgovernment, hoewel •in de wet uit-
drukkelijk voorzien, is niets gekomen. Alle uitvoering

van de gouvernementstaak is en blijft bij ‘s ‘Lands

eigen ambtenaren.”
Gelukkig blijkt volgens den heer Gerritsen de

regeering in den allerlaatsten tijd het decentralisatie-
werk met meer ernst ter hand genomen te hebben. Dat
de heeren in Batavia en Buitenzorg zich échter nog

maar niet los kunnen maken van de gedachte, ‘dat het

zonder hun voortdurendê bemoeienis niet goecL kan
gaan ‘in de locale ressorten, daarvan heeft de spreker
een frappant staaltje medegedeeld. Een gewestelijke

raad diende 31 December 1918 een verzoek in om

tteun uit ‘s Lands kas voor den aanleg van een water-
leiding. Ongeveer een jaar later kwam antwootd, dat
de regeering bereid was steun te verleenen, doch.

zij had noodig gevonden het advies te vragen van den

Directeur der B.O.W. en den Hoofdinspecteun van
den Burgerli,jken Geneeskundigen Dienst. Deze auto-‘

riteit was van .meening, ‘dat de 1)lannen van den ge-

westlijken raad den indruk maakten ,,het resultaat te
zijn van goede studie van het onderwerp en dat de
daarvoor verrichte omvangrijke arbeid ten zeerste
1

waardeering verdient”.
En omdat die plannen zoo deugdelijk zijn , . , be-
hield de regeeri11g zich medezeggenschap voor: ,,de

vaststelling ç1r
ntwerp’en en de uitvoering der wer-
ken moeten geschieden in overleg met het Hoofd van
den Burgerlijken Geneeskundigen Dienst en den Di-
recteur der Burgerl. Openbare Werken, tei’wijl op de
uitvoering der werken van Landswege toezicht moet

kunnen worden geoefend”. Enzoovoorts. En al deze
nuttelooze bemoeialligheid, die ‘de staatamachine nog
maar duurder en langzamer maakt, die i’egelrecht,iu-
gaat tegen de .decentralisatiegedachte, die van wan-
trouwen getuigt tegen de locale bestuurders en door
dee noodzakelijk als kleineerend, lastig, onaangenaam
èvoel’d moet worden, – al dit remmend, verkeerd
gedoe gaat onder het ‘voorwendsel dat de regeering
,,ervanverzekerd (moet) zijn, dat de door Haar ver-

strekte gelden op richtige en doelmatige wijze worden
betteed voor het doel waarvoor zij worden bestemd.”
(Geen,onder, dat de bureau-stijl in zoo hooge mate

dec stempel van overbodigheid en omslachtigheid

draagt!) ,,De ontwerpen der hier bedoelde werken”, aldus de
heer Gerritsen, ,,worden deugdelijk beadvieerd door
een technische commissie, waarin drie ingenieurs zit-

ting hebben en een hygiënische commissie, waarvan
twee geeeskundigen lid zijn.” Geen wonder dat spre-
ker’s conclusie luidde: ,,Dat is geen bestuursdecen-

tralisatie meer.”

Over,v,,Decentralisatie van den dienst van het Bosch-
wezen ‘ in Nederlandsch-Oost-Indië” publiceert de
‘heer J. Oh. van Schouwenburg een artikel in het Sep-tem’bqrnp.rner van het ,,Koloniaal Tijdschrift”. Het is

een zeer ‘sober gehouden – pleidooi ,om den .gecentrali-

seerden ‘dienst, van het boschwezen in Indië te ver-

vangen door een’ gedecentraliseerd beheer, uitgeoefend

door
Plaatselijke
(gewestelijke) Kultuurraden, ten

einde ,,door juistere verdeeling der hevoegdheden en

beter gebrüik van beschikbaie krachten een doelma-

tiger en meer
bij
plaatselijke toestanden passende

werkwijze te verkrijgen.”
(De benamingen ,,domein-

raad” en ,,domein’beheer” die de heer Van Schouwen-burg gebruikt, achten wij om meer dan een ‘reden on-

gelukkig gekozen en misleidend.) Hoeveel ontevreden-
heid bij de bevolking, op wier plaatselijke behoeften
aan en r e ch t en o p ‘brandho’ut en tim.merhout een

te lang en te sterk gecentraliseerd ,boschbeheer on-

voldoende acht
1
sloeg; ‘hoeveel misnoegdheid onder het

coips houtvesters; hoeveel schadelijke wrijving tus-
schen den dienstvan het boschwezen en het Inlandsch
en Europeeseh bestuur er gist en leeft achter dit

sober pleidooi – dat weet alleen de,ingewijde die met

eigen oogen en ooren heeft kunnen zien en hooren.
Want ten slotte komt er maar weinig van dat alles

in de groote persorganen.

Alleen plaatselijk is te beoordeelen, of wildhout-
bosschen voor reserveering in aanmerking komen of
niet; of bestaande bosschen plaats moeten maken voor
bouwvelden der bevolking; of inlandsche sta.mmen of
dorpen een beschikkingsrecht uitoefenen op ‘de bos-

schen, of m.a.w. ‘de leden dier stammen en de kern-,
dorpers er mogen ontginnen, grassnijden, boschpro-

ducten verzamelen, jagen enzoovoorts; of het verlee-nen van concessies aan ondernemers gewenscht’ is of

niet, en of het, op grond van het genoemde beschik-

k.ingsrecht en in het belang van een goede verstand-houding tusschen den uitheemschen ondernemer •en
de plaatselijke inheemsohe bevolking, billijk is .dat de

concessionaris 6en reco’gnitie betaalt aan het dorps-
hoofd, dan wel een som in de plaatselijke dorps- of
landschapskas stort.

In ‘hetzelfde nummer van het ,,Koloniaa] Tijdschrift”

publiceert de heer Oh. 0. van der Plas twee artikels,
‘die met elkaar verband houden. In het korte stukje
,,Zo’utinkoopprijze’n” critiseert hij ‘het amendement,

door ‘den Volksraad aangenomen, strekkende tot ver-hooging der inkoopprijzen van ruw zout op Madoera.
Van deze stijging zullen niet de arbeiders en pachters,
doch de bezitters van de zoutpannen profiteeren, die

volgens ‘den schrijver to’t de rijken behooren. Daarom
is het te wonderlijker, dat ook de radicale concentra-
tie voor het amendement stemde. ,,Neemt de Regee-
ring het amendement over ‘dan’ zullen vermoedelijk
de debifprijzen verhoogd worden, de allerberooidste
Inlanders ‘voor het onmisbare zout meer moeten beta-
len.” Het ergste is echter, dat het zoutmonopolie ,,de
Inlandsch’e’yisscherj en vischindustrie onnoemelijke
schade toegebracht heeft” en door verhooging der
debietprijzen het inzoutingsbedrijf nog meer in, de
knel zou raken. Zooals men weet, is voor de groote massa der Inlandsche bevolking gezouten visch het
eenige dierlijke voedsel; alleen bij feesten slacht de

Inlander zijn rund of zijn hoenders.

In het andere artikel, een uitvoerige studie over
.,’de visscherij en den vischhandel in den Kangean- en
Sapoediarchipel” wordt dooi’ den heer Van der Plas

beschreven, hoe de vischindustie in die eilanden-
groepen ten Oosten van Madoera zeer veel te lijden
heeft gehad van een te gecentraliseerd zo’utmonopolid.

De bevolking dier ‘eilanden leeft voornëmelijk van
de visschci’ij.Groote hoeveelheden gezouten visch
werden uitgevoerd naar Bali, Madoera, Oost-Java.

V66r
1907 werden groote hoeveelheden zout aange-

voerd door Makassaren en voor
f
0,40 tot
f 1,—
per

pied
verkocht, aanmerkelijk lager dan de debietprijs
van het gouvernement. De afdeeling Soemenep ‘waar-onder de eilanden ressorteeren, behoort tot het mono-

poliegebied; de invoer van het Makassaarsche zout
was dus onwettig, doch werd oogluikend toegelaten.
In 1907 echter nam het plaatselijk bestuur (vermoe
delijk alsgevolg, van een opmerking van ‘den Inspec-

17 November 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1005

teuj der In- en Ujtvoerrechten en Accijnzen) maat-
regelen tegen dien invoer. Er werd echter verzuimd
tegelijk voor te stellen de visschers met goedkoop gou-
vernementazout te hulp te komen. De plaatselijke
contröleur bij het binnenlandsch bestuur had hier de
belangen der bevolking al zeer slecht behartigd; het

geval illustreert ten duidelijkste; hoe nadeelig een

slecht gecontroleerd ambtenaarsgezag in verafgelegen

gebieden kan zijn. Hoe enorm het visebbedrijf te lijden
had door het stopzetten van den invoer van Makas-

saarsch zout en het achterwege blijvén van een dade-

lijke vrstrekking van goedkoop gouvernementszout,

blijkt uit de volgende cijfers, die de heer Van der

Plas op blz. 552 van zijn studie geeft. In de eerste

jaren na 1907 teert de •inzoutingsindustrie nog op

oude zoutvoorraden.

Visch-uitvt.eren
vau
Sapekeu (het centrum der industrie:)

Jaar
jaar

1904
f 204.500
1910
f

86.000

1905
……
226.000
1911
……
128.000

1906
……
277.000
1912
…….
152.000

1907

…..
175.000
1913
……
132.”OO

1908
……
109.000
1914%.
147.000

1909
……
11.000

En rekent men uit, hoe groot •het voordeel is ge-
weest, dat .het land verkreeg door de handhaving van het zoutmonopolie, dan komt men tot een bedrag van
1400 gulden ‘s jaars! Daaraan werden de belagen

der Sapekensche visschers opgeofferd! Ook dit arti-

kel is een krachtig pleidooi voor decentralisatie. Wij
weten uit ervaring, hoe belachelijk ver de gecentrali-
seerde bureaucratische rompslomp is doorgevoerd in
den dienst der zoutregie. Moet in een zoutverkooppak-
huis, 200 mijlen van Batavia, een hoeveelheid zout

van 1
3
%
,
kilogram wegens onverkoopbaarheid vernie-
tigd worden, dan moeten een paar bestuursambtena-
ren zich in commissie stellen, de hoeveelheid van
K.G. afkeuren en daarvan plechtig proces-verbaal
opmaken in zooveelvoud; de processen-verbaal pas-

seeren den assistent-resident en den resident, die hun
adviezen uitbrengen om de hoeveelheid van 13
K.G. te doen vernietigen wegens onverkoopbaarheid

(slechte kwaliteit); de stukken komen terecht bij het Hoofd van den Dienst der Zoutregie. Deze gelast de

vernietiging (gesteld dat de onder Zijnhoogedelge-
strenge werkende ambtenaren de stukken in orde be-
vonden hebbén en adviseeren tot vernietiging.) Dan
gaan de stukken denzelfden weg terug, en komen
bij de commissie, die
indertijd
tot vernietiging der

hoeveelheid van 1 K.G. heeft geadviseerd. Deze
ommissie vernietigt thans de hoeveelheid, en houdt
van deze daad aanteekening op het proces-verbaal,
waarna de stukken – enzoovoorts.

is •de hoeveelheid wat grooter dan IX K.G., zijn b.v. 30 of 40 K.G. onverkoopbaar door vuilheid of
zijn ze versmolten, dan is er groote kans dat een in-

specteur of adjunct-inspecteur, zulks lezende uit de
processen-verbaal, schrikt, opspringt en op reis gaat
om zelf zich te overtuigen van de noodzakelijkheid om
een zoodanige hoeveelheid te vernietigen, dan wel om

te controleeren of de opschuring wel met cle noodige
zorg is geschied. Er wordt een •declaratie van
reis- en verblijfkosten ingediend, vermoele’ijk vijftig

maal zoo groot als de waarde van hrt af ta schrijv.n
zout. (Een reisje Ier afwisseling van het aentnige
bureauwerk is altijd wel aangenaam.)

Is er van zulk een dienst te verwachten dat dc, nmb.
tenaren, daarbij werkzaam, en die uit den aard dei

zaak van het gebeele sociale leven vôbr en boven alles zien het geweldige belang van een v66r en hoven alles
te handhaven zoutmonopolie – is van zulke ambte-

naren te verwachten dat zij zullen adviseeren, om ter
wille van de belangen van Sapekensche visschers,

plaatselijk het heilige monopolie buiten werking, of
althans op den achtergrond, te stellen? Neen natuur-lijk. Daarom: decentralisatie!

LONDENSCHE CORRESPONDENTIE.

Eea plan tot het doen. opleven der
bouwnijverheid; handelsbeweging over

October; het probleem van den inter-

imperialen wisselkoers; een wetsdntwerp

inzake de coi’rtrôle op den export van

edele metalen.; de handelsovereen-

komst met Rusland; ,,Wat is een. Bank?”

Onze Londensche correspondent schrijft ons d.d. 13
November 1920:,

-The Labour Situation at the moment has
quieted down so much that for the first time for

many weeks 1 shail not ‘have to deal at length with

any industrial dispute. The coal owners and the men

are settling dewn to discuss the affairs of the
industry, and the strength of the Federation was
proved by the fact that although the recent ballot

showed a majority against resumption,. yet, on the

Federation ordering the men to go back, even the most
hostilé disti’icts obeyed almost without exception. The
rumours to which 1 alluded last week have proved

correct, and it is adnounced to-day that Mr. Brace is

to become the first Labour Adviser of the Ministry of Mines. His apointment was made the subject of bitter
comment in the ,Herald” a day of two ago, and it
will .be in’Ceresting to see who the new President of
the Seuth Wales Miners is going to be. The extremists
have been successful in ousting Mr. Brace, and in
makig Mr. Hartshorn practically withdraw frm the
active affairs of the Federation. It will now be the
duty of the younger generation to produce leaders
as well as agitators, and a goed deal depends on these
en whom their choice will fall.
The Indust,rial Council of the Building Trades has
been discussin.g the ,,Foster Report”, which attracted
someconsiderable attention when it was first issued

abeut a year ago; The idea underlying the report was
the substitution of ideal mctives for profit making
ones in t h e b u ii d i n g t r ad e
S;
the practieal
steps tobe taken being thelimitation of profits and
the guarantee of the men against unemployment,

whih was to be prevented by bcttei’ organisation of
the industry, and was in any case net to lead to the
misery it had hitherto done. Various minor poirtts
were also contained in the i’eport, such as the orga

nisation of efficient ,,costing” in the industry, and
the collective pursuit of improved metheds. The
report was considered much too advanced by the
employers when the original scheme came before the
joint bocly, and the same opinion seems to be enter-
tained as ‘to the amended scheme which bas just been

discussed, biit which does not •appear to differ very
much from the old one. 1 had seme oppertunity of coming into touch with the framers ôf this scheme
last winter, and found their enthusiasm stimulating
bul net vei’y convincing. To-day the position is cern-
plicated by the fact that the men are turning from
the iclea of ,,nioralizing” the employcts to ousting
them altegether by means of the Building Guilds.
The Loudon Guild has as its Secretary a very able
and enthusiastic gentleman, Mr. Malcolm Sparkes,
who is the real auther of the ,,Fester” Report, and
the life and soul of the subeommittee which has been
working on this matter. It will be interesting to see
hew the second rejection of the .report by the
employers will affect the men. It is likely to have
a bad effect, although there never was real chanee of
its being adopted.

The trade returus for Octoberare now
available, and show that foreigu trade was not so
severely affected by ‘the coal strike as might have
been expected. The fact is, 1 think, that stocks of
coal in the country were much larger than we were allowed to know, so that the restrictions on the use
of coal were not so severe as might have been the câse.
In any case, whatever the reason; the resiilts are
gratifying. No one 1 think ‘ould have believed that

1006

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

17 November 1920
II

a fortnight’s strike would only result in the export

trade being affec’ted to the extent of under 5 .pe
cent. Here are the figures:

October
1920
as compared with Septeinbei-
1920.
(In million £ stg.)

Imports ..

£ 149.9 . . . . £ 2.8
decrease, equal to
1.8
°Io
Exports….

112.3 . . . .

5.2
decrease,

4.3
0
/0
Re-exports.

16.1 .. . .

2.8
increase,

20.3
.
0
/0

October
1920
as compared to October
1919.

Imports. . .. £
149.9 . . . . £ 3.6
decrease, equal to
2.3
0/
Exports.
)5
. .

112.3 . . . . ,,33.2
inerease, : ,,

,,
42.0
0/

Re-exports..

16.1
….,,
3.5
decrease,

17.9
0/

Ten iiionthtrade
1920,
compared to ten months trade in
1919.

Imports..
..
£ 1650.8 . . £ 331.3
increase, equal to
25.1
0/
Exports.. . . ,,
1119.8 .. 499.2
increase,
80.4
Ole
Re-exports. . ,,
198.8
.. ,, 78.7
inerease,

,,

,, 78.2 /
o

These figures give a visible rtrade balance, for the

ten motls, of about 530 millions, or 640 millions

for the câmii,léted year. Taking sh.ipping earnings as
£ 400 ‘iilhions, commissions as £ 50 millions, this

balance requires •the income from investmen’ts to be

about £ 200, for ‘the balance to be really favourable to the
country. In any case, the idea that the balance against
the country can be ieally very large must be given up.

The adverse movement in the exchange, which has been prominent this week, must therefore, be asso-

ciated ‘ith other things. The fail this week has

attracted a good deal of attention. It is probably due

to the fali of prices in America more ‘than anytling
else: the latest news from the United States seemsto

indieate that deflation ‘is in full swing, and ce

inflation in Europe shows no sign of coming t, an
end, there is no need to look further for an explqa-

tion. Mr. Darling, whose plans for the s e t t 1 e in e n t

of the inter-Imperial exchange pro-
b 1 e m 1 commented upon adversely some time

has now replied. to his cri•tics ‘by a letter izf’the

,,Timei” which fully endorses everything 1 thensaid
as to the weaknesses of his scheme. The emphasib
31
is
now laid ‘hy him on the undesirability of allowing the

economie disentegration of the Empire by •aJlowing
local infiation, and he also admits that when, if ever

the scheme comes int operation, the rate of exchange
• is against theL:Empire as a whole, the process of

creating further means of payment by discounting bills and creating-”currency against these produce
buis
should be cheekd, though it is stili doubtful if
this check is to come through conscious regulation
of the amounts issued, or merely through the
increased coat of _obtaining foreigu goods. But Mr.
Durling stil believes that ,,given certain practical

safeguards…. we eau ebtain in these commodity
bills of exehange an ,,instrument as goed ss gold.”
Oonsidering that Mr. Darling also states that the
Empire is not on a gold basis and is not ,,likely to bë
in a position to return to it for m’any years to come,”
onë is inclined to rather doubt this proposition. 1f
bills are aa goed as gold, it seems n littie curious tht
all the stiporters of schemes like this should be
50
anxious to point to the difficulty of restoring the
gold basi. Fdr, unless the same effects would be
produced
by
the scheme as would be produced by a
gold basis, thenote based •on bills is not in the posi-
tion of a gold note, and it is no use prertending that it is. This is fairly obvious. As for the impossibility

of get.ting the Empire back on a gold basis, the
economist will point ‘that the first step is not to
create More currency, but to get rid of some of that
which we have. After -that, we eau safely leave gold to
look aftèr.tself. –

Instead of trying to do this, however, the statesmen
of the – world aie behaving as though their own actions
had no influende en the result at all. An instance in
point is thenew Bill promoted by the British Govern-
ment;entitled ,,A Bill to controithe exp orta-
tion of gold and silver coin and bullion,

and to pi-ohibit the inelting or improper usa of gold

– and silver cfn.” This Bill his two purposes. First, ‘to

add gold and silver coin and gold and silver ‘bullion

to the articles the exportation of -which may be

prohibi-ted under section 8 of the Oustoms and Inland
Revenue Aot of 1879. Secon,d, the Bill will make the

melting down of coin, except under licence of the

– Treasury, an offence punishable by fine or imprison-
mont or both. What is remarkable is the definition of

o
the coin which may not be melted ‘down except by

authority of the Treasury. It’includes, net only
– British gold and silver coin, or the coin of any

British possession, but also the gold and silver coin-
of ,,any foreign country.” No time limit is assigned.

Now, there is sone justification for prohibiting the rexport of gold at the moment, and bullion must be

included as well as oom, since otherwise the oom

would be melted and -then exporte:d’. The prehibition
on the melting of foreign coin is presumably due to

this cause. But though it may be advisible to take

temporany stops of this kind, it eught to be obvieus
tth
a
t to give a Government permanent powers to

control all doalings in coin ‘ând :bullion is to remove one of

the inducements to reform. A bill like this
should have a time limit, otherwise it will necessarily

• produce the very state of affairs whic.h make its

continuance imperative. 1 understand that opposition
‘t
o
the Bill is heing organised en precisely these
grounds.

Thé prospect of the Government regulatiug th e
7
fosition of key industries and of prevent-
ing dumping is leadin.g to a certain amount of exci

tement in political cireles. The Ooalition Liberals are

understood to offer considerable opposition to any
9
proposals which will enable protection to be givexi
un-der colour of ,,anti-dumpin.g legislation”. The issue
‘eentres au the meaning of dumping, and it is stated
that the now bill will not ‘deal with low prices due to

currency depreciation. The ,,Times” political corres-
pondent also states -that dumping is to be ‘limited .to the cases “in whieh the foreigner is selling here
at a lower price than he is selling in his own coun-
try.” Of course if something is sold here for £ 1

whieli selis in Germany for 120 mark-s, it will be
,j,quite possible for a certain – school of people to argue
– that the commodity is being dumped, for 120 marka
ja ,,really £ 6″, so that there is dumpiug, after all.

Hence, -the opponents of wide anti.idumping clauses
will ‘have to be very careful as t6 how the bill deals
with foreign currencies. As a matter of fact, if the
alarmist articles in the ,,Times” are any- test, what

iome people want is a defiuitiou of dumping whieh
rill
make,t.an offe.nce to underseli -the British ma-
ker, whatever the reason. ‘Ihe new bill is to be in- –
trodueed in the next session, and we may expect ee
evere struggle over it. –

.The Russian trade agreement is coming
into the limelight again. It is said by both sides that
it is to be cousidered by the Cabinet next week. The –
-Federation of British Industries Jias now entered
the list of those commercial associations which pro-
test against the re-opening of trade relations unless
the debt questien is first settled. The Federation lays
dwn a whole serie of conditions: âll debts are to be
rhcognized, provision for arrears is to be made, both

oh principal and interest, compensation is to be paid
tb
all British sufferers from the revolution, a clea-
ring ho-usa for debts is to be set up, and ,,the accep-tance by the Soviet Government of suitable arrange-
ments for asseuing ‘the a.mount of this compensation
and for guaranteeing its prompt payment.” It is
jûst as wel to ho frank, and to recognize that the

ohances of any agreement being i-eached are not very
geat, as the Manchester Guardian ruefully states.
The people who think that Russia can pay in full, er
– ythin.g – like it, are as foolish as the people who
think that the mere word of the Russian Government –
will he suffi ient to cause trade to flow again. One
-assumes that the agreement, if reached, will be reci

17 November 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

[eIU’aII

procal and that the British Government will compen.

sate Russian nationals who have suffered from the
emigré wars. Stili, the tone of business opinion has
altered, if the series of interviews which the ,,Daily
News” is con’ducting on the reopening of trade re-

lations with Russia are anything to go by It is in-

teresting, hy the way, to see that the press is talking
of Russia hein.g ,,forced” to make preparations to
export timber, because the stook of gold is becoming

exhausted. What a reve.Iation of the conception of the
nature of trade is entertained by some people!

The float ing debt p osition this week is
as follows:

Inerease or decrease
Nov.
61’20

on-previous week Ways and Meaus Advauces:
FromBankofEnglaud
£

57.250.000 £
1.000.000 increase
From Govern m. Depts.

187.364.000

2.250.000
inerease
Treasury Buis Outst.

1.088.884.000

2.285.000
inerease
Totals …………
£
1,333.498.000

7.505.000
increase

The Bank Return displays the following
ve nations:

was framed. The speaker suggested that wliat was
wanted was a register of banks, and that this regis-
ter should be supplementod by a tritbunal, to which

appeal could be made, He would make it a condition that no bank not on the register should ho allowed to

continue, at any rate to use the title of bank, and it
would be the duty of the tribunal to inquire jute the
cirdumstances. Firms doing a banking business but

not using the name bank might be required to regis-
ter, and would then become liable to the condition
imposed on tho .banks. The ,,Economist” bas frequent-

ly drawn attention to the deposits accepted by some of .the great departrnent stores. In the suggestios of
Mr. Leaf were adopted, they would become liable t
registration, and thus also to stricter supervision
than is now the oase.

R e c t i f i c a t i e. ‘rot ons leedwezen verviel aan
het begin van het artikel ,,Het Algemeen B elag en

het Zeevervoer” in het vorig nummer de rel: Men
schrijft ons van geachte zijde.
Public

Deposits

……….
£
1.673.136
increase.
Other Deposits

…………
2.665.573
decrease.
Government Securities
,,
1.271.836
Other

Securities

…………
647.482
Reserve

………………
.,

920.753
iucrease.
Circulation

……………
,

589.825
decrease. Coin

and

Bullion

……….
330.928
inci’ease.

The circulation thus shows a welcome decline,,.
.which coupled with an increase in the stock of coin
and bullion, has increased the reserve ratio by 3%
per cent to 10% per cent.
An equally heavy decline has been registered this
week in the currency note eirculation, the amoant
having fallen from £ 352.954.815 to £ 351.097.441, a
decrease of £ 1.857.374.

As a result, the i’atio is 13.48 püt. as ‘against
1.3.38 POt. last week.

The monthly circular of the London, Joint City
and Midiand Bank for October contains an interest-
ing table showing the geographical distri-
bution of new capital issues since the be-
ginning of 1.919, which 1 reproduce in a summarizeci
form:

(In Million £ stg.)

United India a. British Foreign
Eingdom Ceylon Possess. Countries Total

9
montbs ..
£ 112.0

£ 0.30 £ 11.5

£ 8.8

£ 132.7
Year
1919..

187.7

1.5

28.9

19.5

237.5
1020
]st
9
montha
. .

278.6

3.1

23.5

,, 9.4

314.6

The Bauker’s Institute this week has been.discuss-
in’g the question ,,W h a t i s a B a n k”, or, rather, this question has been discussed by the new Presi-
dent, Mr. Walter Leaf, ‘the distin.guished scholar,
better knowu to the general public as the head of the
Loudon, County and Westminster Bank. The question
is now urgent, because the Govern.ment is drafti.ng a bill i’equining ,,banks” to disciose certain particu-
lans. As your readers perhaps know already, the pu-

blication of accounts on an appro.ved plan was re-
commended by ‘the Cunliffe Oommittee, and the lea-ding clearing ‘banks did’ in fact publish their monthly
figures voluntarily •before the war, and carried on this policy until 1915. Now that this is to •become
obligatory, it is essential to so draft the defmuition

of a bank as to bring in not only the joint stock
banks bijt the fo.reign banks with Loudon officos,
who may be doing business here, but not of the usual
type of ,,cheque-banking” which characterizes the
,,proper” English bank.

To judge from Mr. Leaf’s address, this is a matter
of great difficulty, and he warned the assembled
company against too great rigidity in fra.ming the
definition, for the only result would be that the
people who wanted to •evade the regulations could do
so the more easily, ‘the more rigidly the definition

AANTEEKENINGEN.

De ssieuwe Indische belastingvoor
s
t e 11 e n..

De vorige week werd in de dagbladpers
afgedrukt een adres door vertegenwoordigers van yer-

schillende groofe cultuurbelaugen in Nederlanl’sch
Indië aan de Tweede Kamer gericht, waarin deze hun

standpunt ten aanzien van de voorgestelde belastingen
uiteeuzetten. Wij laten het hieronder alsnog in zijn
geheel volgen:

Geven derbiedig te kennen de ondergeteekenden,
allen vertegeuwoordigende verschillende groote cuituurbe-langen in Nederlandsch-Indjë,
,
dat zij met groote bezorgdheid kennis hebben genomen
van de voorstellen die aan Uwe Kamer zijn ingediend ter
wijziging en nadere aanvulling der begrooting van middelen
van Neclerlandsch.Indjë voor bet dienstjaar
1920;
dat deze voorstellen over het geheel genomen eene
ernstige belastingverzwaning beteekenen voor cle Neden-
iandsch-Indische producenten;
dat het niet in hunne bedoeling ligt om die voorstellen
hier aan eene gedetailleerde beschouwing te onderwerpen
of te wijzen op de technische onjuistheden of op de onbil-
lijkheici die de voorgestelde regelingen in verschillende
opzichten voor zekere groepen van producenten met zich
zullen brengen, waarvoor, voor zooveel noodig, verwezen
moge worden naar de afzonderlijke adressen van vertegen-
woordigers van bepaalde cultures die aan
Z.
E. den Minister
van Koloniën zijn ingediend geworden;
dat zij het eohter hun plicht achten om hunne stem te
verheffen tegen de algenieene richting van Regeeringsbe-
leid, die in de eveubedoelde voorstellen tot uiting komt;
dat zij zioh daarom veroorloven de volgende beschou-
wingen eerbiedig aan de aandacht der Tweede Kamer te
onderwerpen.

Het is niemand onbekend welk eene ontzaglijke uitbrei-
ding de Indische cultures in de laatste 10 jaren hebben
‘ondergaan. Talrijke gewesten, zoo op Java als op de
Buitenbezittingen, waar zoo goed als geen landbouw-nijver-
heid bestond, zijn in bloeiende cultuurcentra herschapen;
uitgestrekte terreinen slechts met oerbosch begroeid zijn
in: vruchtbare, productieve gronden omgezet – min miljioe-
Hen Inlauders is de gelegenheid geopend om door aan
hunnen aard en neiging aangepaste werkzaamheden in hun
levensonderhoud te voorzien en veelal ook tot welvaart te
komen,

1aar ruwe schatting kan het areaal dat aldus in tien
ja’cen uit den staat van woestenij gebracht is tot een
cultuurgebied dat bestemd en geschikt is om in belangrijke
mate mede te voorzien in de wereldbehoefte aan voedings-
middelen, verbruiksgoederen of grondstoffen voor de nijver-
heid gesteld worden op circa
425.000
H.A.
Welk cciie beteekenis die uitbreiding der eultures rdcht-
streeks voor cle inlandsche bevolking met zich medebrengt
moge een eenvoudig voorbeeld aautoonen. Indien eene
betrekkelijk kleine rubberonderneming van
1500 bouw
wordt opgelicht en ongehinderd kan voortwei’ken, magnen
aannemen, dat zij te goeder tijd jaarlijks circa
1
millioen
halve kilo’s rubber zal opleveren tegen een kostprijs van f 0,75
per -half K.G. Er wordt dan uit dien hoofde een

1008

ECONOMISCH-STATISTISCHE
,

er
BERICHTEN

17 Novemb
1920
j
k

jaarlijksche uitgave gedaan van
f
750.000,
een bedrag dat

-, middellijk en onmiddellijk gerekend – voor verieweg het grootste gedeelte ‘tea beste komt aan de inlandsche
bevolking der kolonie. Dat bedrag beteekent welvaart voor
de,streek waar die 1500 bouws – anders onontgonnen –
odproduceerende TKoestenij liggen.
Vooi een groot gedeelte nu is deze voor de kolonie zoo
uitermate gewichtige ontwikkeling rechtstreeks te danken
aaa het vertrouwen, dat in de Indische Regeering gesteld werd. De betrekkelijke gematigdheid der Indische belas-
tingen, de overtuiging, dat die Regeering de beteekenis
zou
waardeeren van de voortdurende geleidelijke uitbreiding
vai d’
in
cultuur gebrachte grondoppervlakte, de verwach-
ting, dat tea volle rekening zou worden gehouden met de
rijke diensten die ondernemingsgeest en kapitaal
belang
door de ontginning van braakliggende terreinen aan de
koloniën bewijzen, hebben in den loop der laatste 10 jaren
aanzienlijke buitenlandsche kapitalen naar Indië gelokt, en
door het voorbeeld en het initiatief der buiteulandsche
ondernemers aangespoord, hebben ook de Nederlanders in
veel grôotere mate dan voorheen hunne belangstelling naar hun eigen’ koloniën gericht.
Eveneens ruw geschat kan het bedrag, dat van buiten-
landsche zijde tot nog toe, voor Indische cultuuronderne-
mingen beschikbaar, is gesteld, op ruim
f
400 millioen
aangenomen worden.
Door de in deze laatsten ‘tijd door de Indische ilegeering
gevolgde heillooze belastingpolitiek – geïnspireerd en ,ge-
steuncl door sommige zich ,,vooruitstrevenden” noemende
woordvoerders in den’ Volksraad – wordt de voortsehrij-
ding deler ontwikkeling echter in e’rnstige mate bedreigd.
De steeds hoogere eischen die aan de ‘producten worden
gesteld – dividend en tantième belastingen’ in het moeder-
land – inkomstenbelasting, overwinstbelasting,’l extra-
winstbelasting, producen tenhelastingen, uitvoei

reclten -‘
naast speciale gewestelijke belastingen die in sommige’ stre-ken geheven worden, het gevoel dat ‘de Nederlandsch.e Staat
er niet alleen voortdurend op uit is om van evtueele
winsten ‘het leeuwendeel tot zich te trekken, maai ook waar
van winst geen sprake is en de ondernemers Tiet vele
zoign te kampen hebben, die zorgen nog te verzwaren door
fis’cale bepalingén, leiden er toe, dat het ‘kapitaal en de
ondernemingslust zich meer en meer van de koloniën gaan
afkeeren en emplooi gaan zoeken in andere overzeesche gee’esten waar een minder kortzichtige belastingpolitiek
gevoerd wordt.
Talrijk zijn reeds voor ‘hen, ‘die zien willen, de aanwijzin-
gefi, dat dit werkelijk het geval is. Geregeld brengen de
Indische bladen brichten over grootsche plannen die door
krâehtige buitenlandsche groepen waren voorbereid om in
Nederlandseh-Indië een veld van werkzaamheid ‘te zoeken
– maar die weder zijn opgegeven. De reden hiervan – het
is ons veelal met zekerheid bekend – ligt uitsluitend in het feit, dat geen vertrouwen meer gesteld wordt in de
Indische Regeerin& en dat men vreest, dat de steeds voort-
schrijdende fiscaliteit een beletsel zal vormen tegen de
mogelijkheid om tegenover cle onvermijdelijk te .loopen
risico’s een voldoende remuneratie voor de aan te wenden
kapitalen te zullen vinden. ‘
Het is toch duidelijk, dat alleen het vooruitzicht om te
eeni.ger tijd meer dan een zeer matige winst te kunnen
maken een prikkel kan zijn om de vele slechte ‘kansen die
hetultuurbedrijf in tropische gewesten aanbiedt, op zich
te durven nemen. Wordt die prikkel weggenomen, dan be-
staac pr ‘geen enkele reden meer ‘om voor de Nederlandsche
koloniën eenig kapitaal beschikbaar te stellen.
Indien de Indische Regeering deze eenvoudige waarheden
niet ten eenenmale uit het oog verloren heeft, komt het den
ondergeteekenden onbegrjëlijk voor dat zij, na hetgeen
reeds eerder op dit gebied vertoond is, thans wederom met
plannen tot’ belastingverzwaring is dangekomen, en dat die
plannen; zij het dan ook nie zôndér wijziging, door Z.E.
den Mi,ister van Koloniën zijn overgenomen geworden.’
Het is velèn bekend, dat een van .Harer Maj’esteits g
zanten er den Gouverneur Generaal op heeft geattendeerd, dat een machtig buitenlandsch concern bereid was een be-
drag van circa vijftig millioen gulden beschikbaar te stellen
voor den bouw eener rubberfabriek en voor den aanleg van
rubberanplantingen ter Oostkust van Sumatra, doch dat
die planrien hoofdzakelijk zijn afgestuit op wantrouwen in
de Indische fiscale en algemeene politiek.
Noguiu den allerlaats,ten tijd heeft eene andere buiten-
landsch’e groep, die het voornemen had in hetzelfde gewest
een vijftal oliepalmoiidernemingen te, vestigen, die elk
omstreeks drie millioen gulden aan, uitgaven zouden ver-
eischen, van dat voornemen weder afgezien, toen zij kennis
had ‘gekregen van de nieuwe Indische ‘belastingplannen.

Die ondernemingen zullén nu in’ “h’t. naburige Malakka
worden opgericht.

Meent de Regeering soms in het belang der, inlandsche
bevolking te handelen door het instroomen van zulke
bronnen van welvaart als het ware moedwillig tegen te
gaan? .
Dat in Indië zelf de vrées voor de nadeefige gevolgen
eener op de spits gedreven fiscaliteit niet minder sterk ge-
voeld wordt dan ‘hier te lande, moge ablijken
,
uit het feit,
dat de Cortimissie van Advies in ‘Handelsaahgelegen’heden
te Batavia in hare vergadering’van’ 15 April 1919, voorge’
zeten door den Directeur van Landbouw, een ernstig ‘woord
van waarschuwing tot de Indische Regeering heeft gericht naar aanleiding van de voorgenomen heffing’ van uitvoer-
rechten op producten van den grooten landbouw, en er op
gewezen heeft,’dat met de toevloeiing van kapitaal ook die
van Westersche arbeidskrachten, tot moreel, zoowel als tot
matei-ieel nadeel van Indië, dreigde’ ‘te worden stopgezet.
Het moge blijken uit de woorden door den heer V. Ris
vertegenwoordiger van een der grootste buitenlandsche
groepen van belanghebbenden bij diverse cultures op Java en Sumatra gesproken in de te ,Medan gehouden vergade-
ring van
17
Juni 1919, blijkens de notulen overgenomen
in de door het Bestuur der Algemeene Vereeniging van
Rubberplanters ter Oostkust van Sumatra in Juli van dat
jaar uitgegeven vertrouwelijke brochure, waarvan een
exemplaar als bijlageaan dit advies is gehecht:

1
,,Eigener ervaring, zegt de ‘heer Ris, is hem bekend, dat
‘de door de Nederlandsche Regeering ten opzichte van deze
koloniën ‘gevol’gde ‘belastingpolitiek, in casu die ten opzichte
van de rubber, een telkens voorkomend onderwerp van
cri,tiek is in de kringen, welke geacht moeten worden een
bijzondere interesse te hebben bij de belegging van niet-
Nederlandseh kapitaal in de cultures, in ‘het bijz’onder mb-
bci-, in deze gewesten en hij meent te dezei plaatse er ,op te –
mogen wijzen boe zulk een onbestendige .belastingpolitiek
het buitenlandsohe groot-kapitaal huiverig maakt hier ver-
der een emplooi te zoeken: men weet niet waar men aan
toe. is. Een ‘enkele belasting op. het product, moge die al
hoog zijn, is verre verkieslijk boven de thans gevolgde wijze’,
die allerlei verrassingen oplevert’ in dezen zin, dat men het
product telkens in verschillenden vorm treft bleent men
het werkelijk ernstig met de plannen om deze streken,
middels het groot-kapitaal, waar’bij ‘het .buitenlandsche
aandeel zoo belangrijk is en zal’ moeten blijven, in. cultuur
te brengen, dan zal onget*ijfeld
:
met de genoemde, zeker
niet fictieve bezwaren,. rekening gehouden moeten worden.”

Hebben wij in het vorenstaande aangestipt, welke heil-
boze gevolgen voor Indië en niet ‘het minst voor ‘de
Inlandsehe bevol.king zelve van de door de Regeering thans
voorgestane belastingpolitiek te duchten is, ‘zoo rest ons
uog met een enkel woord te wijzen op de on.billijkheid die
de .,voorgestelde belastingverzwaring voor vele producenten
medebrengt juist in deze tijden, ‘nu de toekomst voor .hen
een zoo somber aanzien vertoont.
Het meerendeel der cultures die in de laatste 10 jaren ter
hand ‘zijn genomen —rubber, thee, robustakof 1 ie, oliepalmen
– behoeft’vele’jaren om het stadium van productiviteit te
bereiken. ‘Naast, een aantal cultuurmaatsehappijen; die’ door – gelukkige bijzondere omstandigheden . reeds’ sedert ,eenigen
tijd op gunstige resultaten ‘kunnen ‘wijzen, staat een veel
grooter aantal, dat nog niet of ternauwernood in staat is
gev.eest’ ‘om ook maar, eene ‘bescheiden remuneratie aan de
daarin gestoken kapitalen te geven.
Dat in een tijd waarin. de prijzen van verschillende pro-
ducten tot een peil gedaald zijn; waarop’ van winst geen of
zoo goed als geen sprake kan, zijn, ‘en waarin de ‘normale-

productiekosten tot eeue ongekende hoogte’ gestegen zijn,
die de grondslagen der berekenin’en van
Z.
E.’den’Minister
van Koboniën in vele opzichten gehéel teniet doet – dat in
zulk’ een, tijd,. eene ,belastingverzwaring wordt voorgesteld
die niet op de ‘winsten alleen drukt, maar.
‘die dooi’ hare
onderdeelen – inkomstenbelasing, .uitvoerrech ten en pro-
ductenbelastingen – ook reèds daar treft, waar er, commer-
cieel berekend,- ‘feitelijk nog geen winst ‘is, schijnt’ alleen
ingegeven. ‘door de gedachte, dat er voor de Indische schat-
kist geld moet zijn, onverschillig hoe en van waar het
gehaald vordt…

En ook bij de beter gesitueei’de maatschappijen, die in de
tei-men ziillenr ‘allen om ,groote bedragen ‘aan extra-winst-
belastingen overwinstbelasting te betalen,’wordt teveel uit
het oog ,verloren, dat de winsten waarop die belastingen
verhaald worden, veelal moeten strekken om zes, ‘zeven ge-
heel improductieve jaren goed te maken. ‘ ‘
Waar dan ook ja ‘de Memorie:van Toelichting de invoe-
ring der voorgesteldebelasti’ngen herhaaldelijk verdedigd
evordt met een beroep op_,,hpoge conjunctuurwin’sten”toont

17 November 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

S’.

de steller dier Memorie allerminst een open oo
g
te hebben
gehad voor den feitelijken toestand zooals die zich voor ver-
schillende. cultuurbeclrijven – rubber, thee, Java-tabak –
tegenwoordig aan den onbevooroordeelden beschouwer voor-
doet.

Het ligt niet op den weg van ondergeteekenden om te
dezer plaatse aan te geven op welke wijze in de behoefte
der Indische schatkist zou zijn te voorzien, indien de door
hen bestreden belastingverzwaring voor cultuuronderne-
mingen niet tot stand mocht komen. Alleen moge, waar
blijkens de ,,Nota betreffende •den toestand van ‘s Lands
financiën”, bij den Volksraad ingediend hij gelegenheid van
de behandeling der Begrooting voor
1921,
de Indische be-
lastingen, die in
1919
een bedrag van rond
123
millioen
gulden bedroegen, voor
1920
op rond
230
millioen en voor
1921
op rond
271
millioen geraamd zijn, de vraag hun van de pen of, in plaats van naar eene voortdurende belasting-
opdrijving, niet beter gestreefd ware naar bezuiniging en
beperking in de uitgaven der Indische huishouding?
Het is verleidelijk en betrekkelijk gemakkelijk om de
steeds hoogere eiscen die aan de schatkist gesteld worden
tde te geven, en den kleinen kring vitn Europeesche pro-
ducenten, die Indië gemaakt hebben tot wat het is, de lasten
daarvoor te laten dragen, maar men vergete niet, dat zoo
men misschien de macht hebbe over de geldmiddelen van
dien kring, zijn behoud en zijn groei niet door den Staat
kunnen worden afgedwongen en dat het oude beeld van de
hen met de gouden eieren ook in Indië zijne beteekenis nog
niet verloren heeft.
• Ondergeteekenden vleien er zich mede, dat eene ernstige
overweging van vorenstaande beschouwing door Uwe Tamer
er toe moge leiden, dat de in den aanhef dezes vermelde
Regeeringsvoorstellen niet dan met zeer belangrijke wijzi-
gingen mogen worden aangenomen en veroorloven zich bij
deze zulks dringend aan Uve Kamer te verzoeken.
‘t Welk doende enz.,
INTERN. VER. VOOR DE RUBBER-CULT. IN N.-l.
VEREENIGING VOOR DEN COPRAHANDEL
VER

VOOR DE THEE-CULTUUR IN NED.-INDIR. VER. TER BEV. VAN DE BEL. DER KINA-CTJLT.
KOFFJE PRODUCENTEN VER. IN NED.-INDIE. Voor Java-Importeurs: DE VEREEN VAN IMPORTEURS VAN TABAK.
DE VEREEN. VAN DEN KAPOKHANDEL.
HANDELSVEREENIGING ,,AMSTERDAM”.
INT

CREDIIIT- EN FTAND.VER .,,ROTTERDAM’.
N.V. OLIEFAI3RTEKEN INSULINDE.
KOLONIALE BANK,
MIRANDOLLE VOUTE & Co.
A. VAN HOBOKEN & Co.
J. MW. DUSSELDORP & Co.
VAN EEGHEN & Co.
VAN LEEUWEN 1300MKAMP & Co.


TIEDEMAN & VAN KERCHEM.
H. G. TH. CRONE.
D. M. & C. WATERING.
VAN EEGHEN & SUERMONDT.

Credieiverleen.ing d o o r de Veree-
?Iigde Staen aan Europa. –
De sterke
daling in den export van de Unie, gevolg van den
hoogen dol]arkoers,doet daar naar middelen omzien,
deren export te bevorderen. En. hiermede komt het

probleem der credietverleening aan Europa weer op
den voorgrond. Ging thans ongeveer een jaar geleden
het initiatief in deze van de oude wereld uit, die in
den bekenden brief van Glass nul op het request
kreeg, terwijl 10 Mei j.L de werkzaamheden der War
Finance Oorporation op last van den toenmaligen
secretaris van de schatkist werden gestaakt, nu is het
initiatief •aan de zijde der Unie, die haar export
bedreigd ziet.

Merkwaardig in dit verband is hetgeen in de
jongste eirculair van •de National City Bank gezegd
wordt over de aflossing op 15 Ocober ii. der Fransch-
Engelsche ]eening van $ 500 millioen, gesloten 15
October 1915. In de eerste plaats wordt aangevoerd, dat de zendingen van goud, dat vooral Frankrijk zoo slecht kan misse, en het vormen van •dollartegoeden
aanzienlijk hebben bijgedragen tot de koersstijging van
den dollar, waardoor hetnog moeilijker wordt Ame-
rikaansche producten te verkoopen, daar waar het
pond sterling (en de franc) •de rekeningseenheid zijn.
De belangen van alle landen, zoo wordt verder be- –
toogd, zouden het best gediend zijn geweest voor ecn
verlenging of door vervanging door een nieuwe lee-
ning. Dit zou Frankrijk bij zijn herstel geholpen heb-
ben en Engeland, om zijn credie’ten aan het continent
van. Europa uit te breiden. ,,Why didn’t we •do it?

Simply because the number of persons, who under-

stood these relationsbips was too few to enable the
thing to be done!’ Frankrijk vernieuwde slechts $ 100

millioen it 8 pOt. (oude intrest 5 pOt.) want indien
$ 500 millioen ter inschrijving aangeboden zôu zijn

geworden, kan niemand zeggen welke rente men zou
hebben moeten vergoeden, om de uitgifte te doen

slagen. De V. S., met een industrieele capaciteit bijna
gelijk aan die van de rest van de wereld, vormen een
rioodzakelijken factor in de reconstructid der wereld.
Zij behoorden nu reeds bezig te zijn met de crediet-

verleening aan Italië, Duitsehiand, Oostenrijk, Polen,

Tsjecho-Slowakije, om die landen in staat te stellen,

grondstoffen vooi hun nijverheid te koopen.
Ten slotte wordt er dan nog de aandacht op geves-
tigd, dat Engeland veel meer doet dan de V. S., door

kapitaal te steken in ondernemingen op het Euro-
peesch Oontinënt en door het verleenen van verede-

lingscredieten. En het is niet vreemd, dat dit ge-

schiedt, ,,for the business men of England are
experienced world traders” en kunnen den toestand
ook beter beoordeelen. Maar toch, aldus het maand-
bericht, is dit van Engeland, gegeven de uitgaven van

het land in de laatste vijf jaren en de heerschende
kapitaalsch.aarschte, een zeer bemerkenswaarde en
zeer eervolle handelwijze. Het is de ontplooiing van

een ondernemingszin van de meest constructieve
soort.

Naar aanleiding van deze opmerkingen van alge-
meenen aard zij dan nog .de aandacht gevestigd op het
herhaaldelijk door Governor Harding van den F. A. B.
bepleiten van de oprichting eener exportbank vom de
katoen, om de zich opstapelende voorraden af te zet-
ten. Hij houdt dit den katoenplanters vodr ten ant-
woord op hun verwijten, dat de F. R. Banks instruc-
– ties – hebben gegeven aan de Member ‘banks, geen
katoenvoorraden te financieren, die men vasthoudt in

d:e hoop op prijsstijging tot 40 ct., zooals men in het
Zuiden wil. De graanboeren eischen ook al tevergeefs
crediethulp, tot den prijs voor den verhouwer weer
$ 3 per bushel is en verwijten den F. R. Boai-d zelfs,
dat deze den prijs van $ 2.55 op $ 1.60 wil brengen.
Uit eigen middelen moeten de katoenplanters, aldus
de heer Harding, een exportbank oprichten. Een
vertegenwoordiger der Duitsche regeering heeft hem
verklaard, dat Duitschland 2.000.000 balen kan ge-
bruiken.

Ten slotte vinde hier dan nog vermeldin:g een
schrijven van den voormaligen directeur der War Finance Corporation, Eugene Meyer, aan een der
planters, waarin hij betoogt, dat de Corporation door
een eventueele hervatting van haar werkzaamheden

den export aanzienlijk zal bevorderen. Hij meent, dat
$500 millioen éénjarige 6 pCt. War Finance Corpo
ration bonds iets beneden pan te plaatsen zijn. In ëen
brief van 29 September j.l. heeft de secretaris vn .de
schatkist, Houston, hervatting der werkzaamheden
geweigerd, omdat de V. S. nog geen vrede hadden
gesloten met sommige landen, een toestand, die echter
ook
al
bestond, zooals de heer Meyer terecht opmerkt,
toen de corporation wel werkte!

Concentratie in de Enq eis c h e s c hee p-
v
a a r t.
1)
– Het ,,Weltwirtschaftliches Archiv” van
April 1920 geeft nog eenige mededeelingen over het
Ellerman- en het Furnessconcern, welke hier in het
kort weergegeven worden. –
liet Ellerman-concern.
De kern hiervanvormen
de Ellerman Lines Ltd., welker oprichting met de
vorming der Amerikaansch-Engelsche scheepvaart-
trust, de International Mercanti]e Marine Oompany,
samenvalt.

Nadat John Ellerman, de vroegere directeur en
groote aandeelhouder van de Leyland Line, in het
voorjaar 1901 het grootste gedeelte van de vloot van
de Leyland Line aan den oprichter van de Amen-

i) Zie pag. 748 van dezen jaargang.

‘1’010

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

17 November 1920

lMorgan, verkocht had, vormde hij met liet hem over-
blijvende Europeesche verkeer van deze maatschap-

pij, 17 kleine en oude schepen van tezamen 43.865

B..R.T., de naar zijn naam genoemde Ellerman Line,
die
hij
dadelijk door den aankoop der Papayanni- en

City Lines op ongeveer 200.000 B.R.T. bracht en tot

eén wezenlijken factor in het Engelsche Levant- en

Indische verkeer maakte; tevens vormde zij de voor-
naamste verbinding van Antwerpen met Canada.

Bij ‘de nieuwe regeling van den Zuid-Afrikaanschen

S’cheepvaartring in het jaar 1902 nam Ellerman ook

den Zuid-Afrikadienst op zich. Door liet verwerven

van de Hall Line en de Westcott and Laurence Line

werd zijn vereenigd bezit reeds in 1902 op 92 schepen
met 319.000 B.R.T. gebracht. Samen met de
bij
de
I.M.M.C. aangesloten Oceanic Steam Navigation

Company (Whjite Star Line) controleert liet Eller-

man.-conceru de S.haw, SavilI and Albion Company, welker aandeelen zich voor 55 pOt. in de handen van

Ellerman bevinden. Zij onderhield v66r den oorlog
met 12 schepen van tezamen 95.550 B.R.T., een maan-
delijkschen dienst van Londen uit over Kaapstad naar

Nieuw-Zeeland en terug om Kaap Hoorn ovet Mon-

tevideo, Rio de Janeiro naar Plymouth en Londen.
In 1913 volgde de toevoeging van de Bucknall

Steamship Company Ltd., die reeds onder contrôle

van de Ellerman Line, resp. van haar leider John
Eflernan, gestaan had en die over een vloot van 32

schepen met 152.845 B.R.T beschikte. Zij voer hoofd-

zakelijk vanuit Hamburg, Antwerpen en Middles-
borough naar Zuid-Afrika en onderhield geregelde

diensten van New-York uit naar Austrahië, Nieuw-

Zeeland, Ohina, Britsch-Indië, naar Zuid- en Oost-

Afrika.
De naam van do maatschappij werd in Ellerman-
Buc.knall Steaniship Lines, Ltd., veranderd. October
1916 kocht Ellerman het aandeelen-kapitaal der Wil-

son Line van de Firma Thomas Wilson Sons and

Company, Ltd., in Huil.

De Wilson Line werd in 1835 to Huli en wel v66r
de periode van de oprichting van stoomvaartmaat-
schappijen in het leven geroepen. Het oorspronkelijke

arbeidsveld der ‘Wilson Line was de Oostzee. Sedert

dien heeft
zij
hare werkingssfeer uitgebreid vanuit
HuIl als basis tot de Middellandsche Zee, Zuid-Ame-

rika, indië en de Vereen.igde Staten.

In het begin van ‘de 40-er jaren ‘bezat zij slechts 3 schepen, die naar Gothenburg gingen en uit Zweden
en Rusland ijzer naar Engeland brachten. Als terug-
vrâclit dienden Engelsche fabricaten. Later ‘wetd een
dienst naar Duinkerken ingesteld en werden de zeil-
schepen. langzamerhand door stoomschepen vervan-
gen. in 1850 wees de Engelsche regeering haar ‘het

postvervoer naar Skandinavië toe. Na den Krim-
oorlog .opede de Wilson Line een dienst naar Stettin,
Ri:i en Petersbur.g. Gedurende den Fransch-Duit-
schén oorlog werd de vaart naar Stettin weer inge-
trokken, maar de verbindingen met Duitschland ble-
ven door den Tniëstdien,st, die iii 1869 was ingesteld,

bcstaan.
Een verdere uitbreiding had plaats door de instel-
ling van een dienst naar cle Zwarte Zee, en de ope-
ning van het ,Suez-kanaal gaf ‘de gelegcnhei& een
lijn naar Britsch-indië te laten loopen. In 1875 deed
de Wilson een grooten stap voorwaarts door de instel-
ling van een regelmatig verkeer van de Oostkust van
Engeland naar Boston en New York. Tegelijkertijd

werd de Oal
p
i,ittadienst opgeheven, maar in 1883 weer

door een ‘didst naar Bombay vervangen.
In 1894 nani de Wilson Line de kustlijn tussehen Huli en Newcastle on.Tyne over, in 1896 werd een

diens,t ingesteld tusschen Londen en Boston in ver-binding met de Leyland Line en Furne4s Line. in’ het jaar 1903 werd de vloot der Firma Baily &
Leethan, Ltd., 22 schepen met, 32.497 B.R.T., over-genomen, waardoor de Wilson Line de grootste par-
ticTiliere scheepvaarteomhi natie werd.

Verhiezei aan scheepsmateri aal, de ‘moeilijkheden

deze to vervangen en het gebrek aan vlottende mid-
delen leidden tot verkoop aan Ellerman, waardoor

deze een tonnenmaat van’ 1.060.000 B.R.T. onder con-
trôle kreeg. In 1917 verwierf Elierman een overwe-
gend aandeel in de Arracan
Co.,
Ltd., een Britsche
firma in Birma, die in bezit van vijf rijstpellerijen
-is. Bovendien hehooren hem alle aandeelen –

£ 100.000 – van de Ellerman Rice Mills Ltd. ‘in
Birme,
toe,
die de Duitsche onderneming Dickmann

Brs. & Co. Ltd., met 3 rijstfabrieken overnam. Ten-
slotte heeft Elleiman van de regeering nog 2 rijst-

pellerijen in pacht gekregen en ‘beheerscht hij zoo-

1 dcende 10 rijstpellerijen in Britsch-I’ndië met een
jaarlijksche productie van ca. 250.000 ton; voor het

vervrachten hiervan ‘vil hij een eigen
lijn
oprichten.

De jaarlijksche balans der Ellerman Lines geven

slechts een onduidelijk beeld van de financieele ver houdingen der maatschappij. Al worden de behaalde

winsten in de balansen niet afzonderlijk opgevoerd,

zoo zien wij toch uit het aangroeien der l)Ost credi-
teuren, die de reserve voor oorlogswinstbelasting en
het saldo der Winst- en Verliesnekening omvat, van,
£ 2.047.262 in 1,915 op £ 6.251.715 in 1916, dat het

jaar 1916 zeer winstgevend geweest is.

Tenslotte nog een enkel woord over
het Fur-
ness-co’ncern.
Het onder de firma Furness, Withy

tand Company staande concern vormt het vijfde van de groote groepen. Van de andere concerns

onderscheidt het zich daardoor, dat het zich niet
beperkt tot hot reederjbedrjf, maar zich met

alle mogelijke zaken, die met de scheepvaart in een
of andere samenhag staan, zooals scheepsbevrach-
tung. verzekering, aankoop en verkoop van schepen,

kolenlevering, etc. hezighoudt. De oprichting der
Furness, Withy and Co Ltd. had plaats in 1891
door aaneensluiting der reederij Christopher Fur-

ness met de scheepsbouwwerf Edward Withy and
Co. Door aaneenvoeging der meest verschillende
ondernemingen, zooals scheepvaartniaatschiappijen,
scheepsbouwwerven, kolenmijnen, etc. werd de maat-
schappij weldra belangrijk uitgebreid. Reeds in 1907

had
zij
een aantal deelnemingen, waaronder alle aan-

deeleu der belangrijke scheepswerf Irvine’s Ship-

building and Dry Docks Company Ltd., in West-

hartlepool, verworven. Deze werf had reeds tot Juli
1914 20 schepen met een gezamenlijke waarde van
1.355.000 voor het Fur’nessconcern gebouwd. No-

vember 1007 verwierf de Furness, Withy and Oom-
pany Ltd. de, uit 39 eersteklasse stoomschepen be-
staande, vloten der Chesapeake and Ohio Steamship

Company Ltd. en der,British Maritime Trust Ltd.,
en verhoogde zij haar kapitaal op £ 3.500.000.

Door deze uitbreiding werd zij de eenige bezitster
an 85 schepen met gezamenlijk 235.581 B. R. T.

en inclusief do deelneming aan andere scheepvaart-

ondet’nemingen, was
zij
in het begin van 1908 d e

grootste vrachtbootreederij van Enge-
‘lan d. Februari 1910 volgde de ‘aankoop van de
schepen der firma James Mark Wood te Liverpool,
die in liet verkeer naar Oost-Azië werkzaam waren.

In 1911 werd controleerende invloed op de Nor-
-‘fuIk and North American Steamship Company Ltd.,

op
de Argentine Cargo Line en 96 pOt. van het aan-
deelenkapitaal van .de Neptune Steam Navigation

—Company verkregen.

g’ In hetzelfde jaar werd door de reeds gecontroleer-

de British Maritime Trust Ltd. de contrle over de
Richelieu and Ontario Navigation. Co. verkregen.

Deze maatschappij controleerde een belangrijk ge-

deelte van het vracht- en passagiersverkeer op de
rote Cauadeesche meren.

‘Verder werd nok in 1911 de British and A’rgentine
Stea’m Navigation Co. Ltd. voor het transport van
bevroren vleesch naar Engeland, opgericht. Het ge-
heele aandeelenkapitaal is in handen van de Furness..

17 November 1920

ECONOMiSCHSTATISTISCHE BERICHTEN•

1011

MAANDCIJFERS.

HANDELSBEWEGING OVER DE MAAND SEPTEMBER 1920

(volgens de groepen der naamlijst van goederen, opgesteld door het
flPntrnQl
fl’nr.

Gr oepen
Invoer
J

Uitvoer
Saldo
Inv
OerL
Saldo Uitvoer
Gewicht
Waarde
Gewicht
Waarde
Gewicht
Waarde
Gewicht
Waarde

T Dieren en dierljke
K.G.
Gulden
K.G.
Gulden
K.G.
Gulden
K.G.
Gulden
producten
14.296.833
14.227.912
49.177.727 36.704.990
– –
34.881.094
22.477.078
II Plantaard.

voort-
97.776.566
39.448.324 96.534.097 30.174.136
1.242.460
9.274.188

III Mineralen,metalen

brengselen

……….

en

niet in andere
groepen

opgeno-

men fabrik. daarv.

784.500.468
85.819.240 120.733.552
12.923.930
663.766.916 72.895.310
IV Meel en meelfabj-i-

V Chemische produc

10.951.122 4.604.476
16.175.210 3.725.067

879.409
5.224.088

katen

……………

ten,

geneesmidde-
len, verfwaren

en

kleurstoffen

..
17.637,898
7.906.702
5.590.304
5.069.886 12.047.594
2.836.816
VI Olie, hars, was, pek,

teer en distillatje-
producten van teer;
fabrikaten van deze
stoffen, n. a. g.
49.004.255
17.377.624 12.739.753
10.787.191
36.264.502 6.590.433
1I Hout en fabrikaten

van hout en derge-
lijke stoffen; meu-
belen, v.a.s …….
30.447.2201
4887.581
1.337.843
205.429.709 29.109.380
III Huiden, vellen, Ie-

der

en lederwerk

IX Garens,

touw
1.456.510
5.146.219
2.601.079 5.547.888


1.144.569
401.489
en

..210.117.290

touwwerk, weefsels
en stoffen, kleede-
ren en modewaren
7.713.786
41.623.913
4.197.898 22.189.930
3.515.888
19.433.983
X Aardewerk, porse-


lein,

pottenhak-
kerswerk,

gebak-

ken steen en andere
87.28L457
3.757.546 9.808.158
1.596.021
77.473.299 2.161.525

3.321.588
2.375.734
&290.245 2.158.588

217.186
1.968.659

kunststeen

………

8177.247
8.481.435 16.922.105
6.364.706

116.729
8.744.858


1I.

G1a4

…………….

III Voeings- en ge-

:11

Papier …………..

notmiddelen,

niet
genoemd indegroe-
pen 1, II, IV en VI
32.311.344
24.022.362
17.853.815
14.234.556
14.457.529 9.787.806
IV Rijtuigen, voertui-

gen, vaartuigen en
luchtvaartuigen
– –
20.603.448
17.043.422
4.899.307
3.431.251
15.704.141 13.612.171
.V Andere

goederen

– –

dan gebracht onder
de groepen

1 tot
en met XIV

– – .
2L455.65O
30911061
.9.203.605 11550.593
12.252.045 19.360.488

331.193.199 376.414.436
187.796.356
990.190.824 163.396.843
Totaal ……..1.366.605.260
aarvan Goud en Zilver,

al of niet gemunt (p-
lenomen ingroep III)
7979
13.824.529 21.893
1.80.787
.


11.993.742
13.914

OVERZICHT van de waarde van den In- en Uitvoer’ voor elke maand van het loopende jaar
en de
drie daaraan voorafgaande jaren, met uitzondering van Munt en Muntmateriaal, in guldens.

Maanden
Invoer

.

-.
Ui
.

tvoer
1917
,
1918
1919 1920
1917 1918

51.437.578

1919

41.321.453

1920

135.932.785
Januari ……………
Februari

…………
115.159.177
71.927.189 68.009.520 75.073.388
256.207.615
74.819.462
.
75.943.200

.

45.903.517
48.897.456
106.229.028 148.758.852
233.51,043 187.96.138
61.728.903 54.372.261
44.543.205
-113309.615
Maart

—————

Mei
80390.470 35.302563
189.565.086
203.52.812
88.751.001
71.320.538
47.372.422
30.702.241
52.660.723 68.210.466
April ……………….
……………..6.189.135
Juni

………………
133786.855
35.055,767 257.609.336 298.514.167 61.926.103
35.843.354 50.827.142
96;168,708
90.448 337
170.393,137
Juli

……………..
..
96.712 651
30.330.163 47.764.858
258.183.821
274.264,390
345.4Ô2.373
314.8Ô 1.366
84.585.917
23.040.469
126.270.353
179.478.445
Augustus

…………
..
Septembér
67716.675
40.567.746
313.403.619
267.956.122
98.699.121
76058.281
35.046826
25 501.391
133.623.129 183.771.619 177.114,162
130 018.883
October …………..
80.496.497 03.990 898
67.610.188 67.702.922
298.107.886 317,388.670
.
67.335.222
27.641.796
162d31.11i
165.965,569

64.322295
57.929.799 319.833.079 296.351.809

.
40,730.074
12704.155
214,577.467
-.

…………

November …………..
December
…………

..

48,090.197
63282114
288 958920
83.531.083
]5.278.99 1i.171.804

..

43.959,519
22.268.327 154,241.692
Totaal …….964.731;239J 8ci8.358 613
2825.739.21412
25 410
301
819245.204
38L2o9729
L411.308.4051L239.871.429

x

XA

‘1012

ECONOMISCH-STATISTISÇHE BERICHTEN

17 November 1920

STATISTIEKEN EN OVERZiCHTEN.

N.B.

beteekent: Cijfers
nog niet ontvangen

GELDKOERSEN.

BANKJ)ISCONTO’S.

N d (Disc. Wissels. 44
1Juli ’15
Zweeds.R.ksbk
74 l6Spt. ’20

Bk Bel.Binn.Eff. 54
19Oct. ’20
Bk.v.Noorw.6-64
18Dec. ’19

IVrsch.inR.C. 64 19Oct.
’20
Zwits. Nat. Bk. 5
21Aug.’19

Bk. van Engeland 7
16Apr.’20
Belg. Nat. Bk. 54
28Apr.’20

Duitsche Rijksbk.
.
5
23Dec.
’14
Bank v. Spanje 6 4Nov.’20

Bk. van Frankrijk 6
8Apr.’20
Bank v. Italië
.
6
20
1/ei
’20

Oosteur. Hong. Bk. 5
12Apr.’15
F.Res.Bk.N.Y. 6-7
4Juni’20

Nat. Bk. v. Denem. 7
19Apr.’20
Javasche Bank 34
1 Aug.’09

OPEN MARKT.

Dato
Arnoterdom
Londen
Part.
Berlijn Part.
Ps
Part.
N. Yo1

1

CaO.
Part.

1

Prolon.
dlaconio

I
s°’
dl,conlo
disconto
d1sc.
monet,

13 Nov.’20’4
I/
38/
68/4
4-/,

8-9

‘)
8-13

,,

‘2014
‘/s_3/
3l/_
5
6/s-
3
/4

1
6
1
/s
4-t18

1
4-1/s

7-10

16

,,

‘2014
11_8/
4′!,-
5

9-10

25-30 0.
‘2014
‘/t

/s
4 ‘/t-V,
I6’8
4-51b

9-10

1015
N.

l9I4_h/,
4-V,
‘1t6
4-‘Ii
6-25

11-16 N.
’18!3
8
/g_4h/s
402

6
~’
31
1
/.-

4-‘/s

5/4-6

20-24Juli’143
‘/

‘!,
2
l4-I4
2
‘/

‘/.
2
1
I,-‘/,
2
1
1
11-2 1h

‘)
Noteering von 12 Nov. 1920.

WISSELKOERSEN.

WTSSEI.MARKT.

De wisselmarkt
was over het algemeen niet zeer levendig en de koersen waren vrij stationnair. Vooral Londen be-
woog zich tussehen enge grenzen. De hoogste noteering was
11.344, de laagste 11.30. Over het algemeen waren de
koersen Dinsdag het flauwst. Darna trad weder een ver-
betering in, welke verbetering alleen voor Marken .gedii-
rende de verdere week werd voortgezet. Van
4.05 daalden
deze tot 3.70 op Dinsdag vroeg, waarna een gestadige ver-
betering den koers heden weder op 4.1.0 bracht. In tegen-
stelling met de andere wissels was New York op Dinsdag zeer
vast. Er werd een nieuw hoogtepunt bereikt en op ca. 3.39
verhar1deld. Daarna trad een kleine daling in, zoodat een
oogenblik weder op 3.34 gedaan werd, om vervolgens op ca.
3.35 8. 3.36 te blijven. Buenos Aires aanzienlijk flauwer,
heden ca. 1.11. Spanje weder zeer sterk aangeboden en ten
slotte voor 39.80 verkrijgbaar. Indië onveranderd met een
lichte neiging tot verbetering.

KOERSEN IN NEDERLAND.

/3
Londen
Parijs
Berlijn
*1
Wetnen
S)
Brussel
5*)
New
York”!

Nov. 1920..
11.314
19.60
3.874
0.95
20.774
3.3
1
/,

9

1920..
11.314 19.25
3.87k
0.924
211.40
3.378/4

10

1920..
11.344
19.374
3.90
0.92 20.60
3.35

11

.,,

1920..
11.334
19.35
3.824
0.924
20.55
3.35V4
12

,,

1920.
.
11.33
1930 3.87,
0.90
20.424
3.36
8
!

13

,,

1920..
11.334
19.424 3.92h 0.924

Laagste d.w.’)
11.294
19.05
3.724 0.874 20.25
3.33
1
!

Hoogste
,,

,,

)
11.35 19.90 4.024
1.-
21.05
3.38
1
!,

6 Nov.1920..
11.33
20.074 4.10
1.-
2
21.324
3.314′

30 Oct. 1920..
11.344
20.824
4.324
1.05
‘2215
3.2748

Muntpariteit.
12.104
48.-
59.26
50.41
48.-
2.48
2
4

S)
Notecnng te Amsterclsn,.
•)
I’toteer,ng
te nntterdom.
t) Poe,,li.r.’.,r..w,’.
2)
Noteering van
5
Nov.
1920.
0)
Idem van 29 October 1920.

/3 t
° °
Stock.
holm’)
Kopen-
hagen’!
Chrio.
tlanla)
Zwitser.
land’)
Spanje
t!
Bolavla ‘t
telegrafisch

8 Nov. 1920
63.10
44.40
44.40
51.50
44.40
99-99
1
1,

9

.

1920
63.
44.25 44.25
51.45
43.75
99-99’1z

10

1920
6325
4425
44.15
51.474
43.-
99_991/

11

.

1920
63 25
44.25 44.25
51.40
41.75
99-99′!2

1920
63.-
43.974
43.974
51.30
41.-
99-99
1
!,

13

1920
62.95
43.85 43.85
51.35
39.80
99-99/,

L’ste d.

w.’.)
62.90
43.70
43.80 51.25
39.60
99
ff’ste

,,

,,

‘1
63.30
4440
44.50
51.50 44.60
991/2

‘-

6 Nov. 1920
63.30
44.40
44.25 ‘51.50 44.60
99-99’/2′
30 Oct. 1920
63.55
44.0
44.30
51.55
45.50
99-99
1
1,

Muutpariteit.
86.67 66.67 66.87
48.-
1

48.-
100

°)
Noteeriag te Amateraani. ‘)rrtzcu1iere opgavo.

KOERSEN TE NEW YORK.

D
° °
CableLond.
(in’! per £)
ZichiParijs
(in
ds.
per
$)
Zicht Berlijn
(in
cl.
p. 4 Rm.)
Zicht Amsierd.
(in
ds.
p. gid.)

13Nov.
..
1920
i.37.50
5.79
oom.

Laagste d. week
3.33.64
5.69
oom.
Hoogste,,

,,
3 39.87
5.84
oom.
6 Nov..
.
1920
3.36.50
5.iO nout.
30 Oct.
..
1920
3.45.-
6.34
oom.
Muntpariteit.
4.86.67
5.18
1
1
95
1
/
40,Iie

Û’1!N VAN
1)14
F, VO1.OENDE PLAATSEN OP LONDEN.

Plaatsen en
Noteeringa.
eenheden

1

30Oct.
1
0
20
6Nov.
1920
8-13
Noo.
19201
Laagste IHeogste
13 Nov.
1
0
20

Alexaudr..
Piast. p. X
97
7
1i6
97
7
1tt
97/,
97
7
/,t
97
7
/16
*B

Aires’)..
d. p.
$
551/
4

558/4
53′!3
55’/4
538/8

Calcutta
. .
. .
£ I).;rup.
117/8
118′!2
118
11818
118
1
1,

Hongkong
..
id. p.
$
3111
31118/
4

311.1
410
1
/8
313116
Lissabon
. .
..
d. per Mii.
91I
91/4
8
1
/4
10
9’/
Madrid

..
.
.
Peset. p. X
24.83 25.39 25.50 28.50
28.75

‘Montevideo’ d. per
$
56/
8
/s
57I1
55
57112
55112)

Montreal….
$
per £
3.81
1
!2
3.76 3.70
3.82
3.78!,

‘R.d.Janei ro.
d. per
Mii.
1
2′!,
12
1
h
11
18/it
.121/
4

ii

/
10

Lires p. £
93.13
97.00
97.00
101.25
96.75

Shanghai

.
.
£ p. tuel
512′!
514
3
4
513
5/5′!,
5/3
8
/
Rome

…….

Singapore

. .
id.
p.
$
2
/
387/
32

2/4
7
/
8

213
1
‘116
2(3”/,,
213
7
!,
‘Valpuraiso.
.
d. p. peso
10/38
915/16
.

98/
4

9
81
/88
9*4

1

Yokohama
. .
,X
per yen
2/111/4

2111′!,
2I11!s
3/01/8
2/1 1/,

• Koet.rn der voc,,,foa,,,de dagen.
1)
1
e!egrahech tranalert.
9)
Noteering van 12 November.

NOTEERING VAN ZILVER.
Noteering te Londen
te New York

13 Nov.
1920.
…….
53
1
/4
79
3
/t.

6

,,
1920 …….
54
3
/,.
82
30
Oct.
1920 ……..
52′!,

.
80
23

,,
1920 ……..
52
3
/8
1
)
80

15 Nov.
1919 ……..

67!4
101/a 16 Nov.
1918 ……..
48′!t
85′!2
20 Juli
1914 ……..
24
15
/it
54’/6

‘)
Noteerng van
22 Oct.

NEDERLANDSCHE BANK.

Verkorte Balans op 15 Noven9ber 1920
Activa.

Binneul.Wis
.
r
H.-hk.

f
76.029.69′,74’/2
sels, Prom.,B.-bk.

,,

5 551.877,17
ena, in disc.
1,
Ag.scb.
,,
90.277.026,351/2

f
171.858.602,27

Papier o.
h. Buitenh
in discoi,to

Idem
eigen portef..
/’
37.884.950,-
Af:Verkochtmaar
voor
de bk. nog niet atgel.

..
37.884 950.-
Beleeningen
1
H.-bk.

(102.122 426,3’/i
mci.

vrch.

B.-bk.,,

23 815.961,05′!,
in

rek..crt.
t Ag.sch. ,.152.1 17.703,87
1
!2
op onderp.
f278.056.093,76
1
/2

Op Effecten

……f272.815.893,76’/
Op Goederen en Spec.
,.

5.240.200,-

,
278.056.093,76
1
!3

Voorscbot,ten a.
h. Rijk ………

..
.
……

13.188.814,-

Munt en M,,ntmateriaul
Munt, Goud ……
f
56.219.755,-
Muntmat., Goud

..

,,579.921.066,39
f636.1 40.821.39
Munt, Zilver, ene.

,,
19.614.795,24
Muntmat., Zilver
..
,,

fi5
5.755.6
16,63
Effecten
Bel.v. h. Res.fonda..

f

4.443.71 4.62
1/

id. van
1/

v. h. kapit.

,,

3.841.107,37’12
8.284.822,-

Geb.en Meub. der Bank ………………
3.594 (100,_-

Diverse

rekeIingen

…………………
50.303.099.37

f!
.218.925.998,03′!,

Passiva.
Kapitaal

………………………
f

20.000.000,

B.e,ervefonds

…………………….
5.000.000
,
Bankbiljetten

in omloop …………
,,
1.084.441.370,

Baukassignatiën

in
omloop ……….
..3.095.250,32

Rek.-Cour.
k
Het Rijk
f.

saldo’s:

5
Anderen

,.

91.075.476,99 91 075.476,99

Diverse rekeningen


.
…………..
15
.
3 13.4 110 72
1
!2

(1 .218.925.998,03’bs

17 November 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE ÉERICHTEN

1013
ft

NED. BANK 15 November 1920
(vervolg).

Beschikbaar ruetaalsaldo …………..f 419.237.631.79
Op
de busje van ‘/, metaaldelcicing
…. ..183.515.212,33
Minder bedragaan bankbiljetten inomloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is .. ,, 2.086.188.155,-
Verschillen met den vorigen weekstaat:
Meer

Minder
Disconto’s …………….22.574.497,78/,
Buitenlandsche wissels …… 7.520.459,-
Beleeningen

21.122.646,04
1
/
3

Goud

100,-
Zilver ………………..261.i10,77’/,
Bankbiljetten …………

6.482.360,-
Part. Rek.-Crt. saldo’s

4.122.443,94

Voornaamste posten in duirenden guldens.

Dal
Goud
Zilver
Bank-
.
jetien
Andere
opetschbare
cl,uIdn

15

Nov.

1920

.
636.141
19.615
1.084.441
9.171
8

,,

1920

. . .
636.141 19.354 1.090.924
88.142 636.141 19.229
1.108 21
82.739
25

Oct.

1920

..
636.141 18.945
1.057.317
95.059
18

,,

1920

..
636341
18.676
1.058.527
100.183

1

1920

……

15 Nov.

1919

.
632.160
5.350
1.048.994
84.459
16 Nov.

1918
700.399
8.157
1.109.195
87.919
25 JoU

1914
162.114
8.928
310.437
6.198

Data
7of.aal bedrag
d,aconto’,

Hiervan
Schaiki,t.
trom e33e,,
recht,treeka

Beleg,
ntn gen

Bejciiik.
baar !tfetacl
in/do

Dek-‘
k1ng.
percen-
lage

15Nov.1920
171.859
39.000
278.056
419.238
56
8

,,

1920
149.284
9.000
299.179 418.886
56
1

,,

1920
137.729
9.0110
322.939
415.971
55
25 Oct. 1920
138.024
31.000
3113.192
423.814
57
18

,,

1920 139.914
31.000
311.356 422.479
57
15 Nov. 1919
139.480
77.000
266.852
410.062
56
16Nov. 1918
208.639 135.800
180.376
468.446
59
25 Juli 1914
67.947
14.300
61.686
43.521 ‘)
75
‘)
Op
de baai, von l/ metaaldeleking.

Uit de bekendmaking van den Minister van Fin a n-
ciën blijkt, dat uit’stonden ôp:

8 Nov. 1920
1
15 Nov. 1920

Aan schatkistpromessen
f
365.270.000,—

f 371.770.000,-
waarvan rechtstreeks bij
I
de Ned. Bank geplaatst
1
9.000.000,- 39.000.000,-
Aan schatkistbiljetten
21.113.000,-
,.
21.113000,-
Aan gilverbons

……..
.
52.385.630,25
,,
51.359.812,25

JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrokken
cijfers der laatste weken zijn telegraphisch ontvangen.

Data
Go,,d
Zilver
Andere
opcb.chb.
b(jeUtn
chu!den

6 Nov.

1920 ……
686.500
30 Oct.

1920
591.000
23

,,

1920
5920(-0

2

Oct.

1920 ……
223.903
7.583
358.259
218.877 220.943
7.456
358.668
2115.609
18

,,

1920 ……
210.146
7.384
35.901
213566
214.698
7.133
359.022
211.976

25

Sept. 1920 …….

169.053
3.164
304.382
103.749

11

,,

1920 …….

8

Nov.

1919 …….
100.751 14.919 192.384
86.798
9

Nov.

1918 …….

28

Juli

1914 …….
92.057
31.907
110.172
12.184
Wise/,.
Dlver,c
Be,chik.
Dek.
i,iaia
is.
.
uiten
cce-
te
e.
oor
Ing,.
conto,

N..lnd.
betaalbaar
ningcr
n legen
5)
metaal.
ja/do
perCen-

lage

6Nov.1920
335.000
115.750
‘0Oct.1920
341.000

115.250
23

1920
343.500
115.000

2 Oct. 1920
29.276
34.690
1.38.544 23.40.5
116.210 40
25 Spt. 1920
29032
3(904
135.016 21.625 114.690 40
18

1920 29.391
35.1511
143.779
22.170
113.173
39
11

,,

1920
29.545 24.469 154.896
20.004 107.724
39
8 Nov.1919
13.628
14.677
173.420
44.722
90.852
42
9

Nov.1918
8.421
17.541
80.634

20.714 60.137
41
25 Juli 1914
7.259
6.3951
47.934
2.228
4.542′
44
‘) Sluitpost der activa.

1)
Op
de basis van
1
1, metaaldekking.

.DE SURINAAMSCHE DANK.
Voornaamste
nnten in
(1j,ivan,lan 5e,,14n,.,.

Data Metaal
Circulatte
1

Andere opct,chb.
,chulden
Dijconto,
Dlv. tele.
ningen’)

2 Oct.

1920

..
1.053
2.157

916
1.836

896
25 Sept. 1920

..
1.054
1.981 975
1.816
418
18

,,

1920

..
1.053
2.005
900
1.824
424
11

,,

1920

..
1.081
2.096
818
1.821
863

4 Oct.

1919

..
961
1.615
1.084 1.552
461
5 Oct.

1918

..
729
1.696 1.219 1.268 234

25 Juli

1914

..
645 1.100
560 785 396
) .luttpovt der activa.

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.


BANK VAN ENGELAND.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency 14otes
in duizenden pond sterling.

Data
Go,,.
Sec.
Other
Sec.
Public
Depoa.
,
Other
Depo,.
Re-
zerve,
Dck.

10Nov. ’20
62.701
73.222 19.816 112.470
14.09
10,64
3

.,

’20
63.973
731’70
18.143
115.135
13.158
9,7
27Oct.’20
64.518
76061
16.421
120.557
14.061
10,26
20

,,

’20
61.620
83.879
16.539 125.845
14.545
10,21
12Nov.’19
42.515
79.617
22.11
102.760
20.534
16,43
13Nov. ’18
58.596
97.607
30.009
138.704
28.098
16,65
22Juli ’14
11.005
1

33.633
13.735
42.185
29.297
52′!,
Verhouding tueschen I4esrsc en E1epositr.

DUITSCHE RIJKSBANK.

Voornaamste posten, onder hijvoegixsg der Darlehens-
kassenscheine, in duizenden Mark.

Data
Metaal
0atl
oud
ajsen-
schetne
i,cu.
latie D
ki,1g3
ek..

6 Nov. ’20
1.098.370 1.091.658
20.160.071
63.100.113
33
30 Oct.

’20
1.098 214
1.091.667
21.340.019 63.596.445
34
23

,,

’20 1.098.575
1.091.652
20.243.817
62.056.107
34
15

,,

’21
1.093.593
1.091.656 20.431.898
62.128.75(i
34
7 Nov. ’19
1.113.091
1.092.835 9.458.627
30.975.2t4
54
7 Nov. ’18
2.578.655
2.550.263
3.187.226
16.959.253
34
23 ,Juli

’14
1.691.398
1.356.857
65.479
1.890.895
98
‘) t)ekking der circuIhe door metaal en Keesenscheine.

Data
Metaal en
bu,ienl.
qoudwwels
Dtc. ee
beleeningen Bije. vchu/d
Oooien,,jk
en
Hongarije
B.
biljetten
Rek.
C,t. saldi

7Feb.’20
1
)290.42
19.251.401)
32.954.000 56.994.022 6.057.646
31Jan.’20
291.083
19.162.543
32.954.000 56.772.802
6.220.536
31Dec.19
287.641′
19.196:063
32.954.000
54.481.264′
7.906.378
23

,,

’19
297.363
17.856786
32954.000
53.109.418 7.641.778
23Juli’14
1.589.267
954.355

2.159.759
291.270
) waarvan
Z2L.00Z
goud.
0.818
buitenlandsche goudwisecla en 56.948
munt en muntn’,aterjaal rilvee.

Data Metaal
Circulatie
Carrenc0 Note,.

Bedrag
Goudd.
Cao. Sec.

10 Nov.- 1920
123.477
127.88
354.052
58500
322.977
3

,,

1920
123.146 128 458
355.985 28.500
324.701
27 Oct.

1920
123.199
127.589
355.872
.28500
324.798
20

,

1920
123.148
127.054
355.904
28.500 324.887
12 Nov.

1916
87.986
85.903
339.698
28.500
321 215
13 Nov.

1918 74.585.
64.937 290.294
28.500
269.661
22 Juli

1914
40.164
29.317
– –

Dar!ehensta,senscheine
Data
Wi,,e!a
Rek. Crt.
Totaal
In
k,s, bij de
uitgegeven
Retch,bonl’

6

Nov.

’20
49.779.073
13.292.389 33.136.900 20.160.100
30 Oct.

1920
53.807.493 17.945.359
34.435.7011
91.291.400
23

,,

1924
,

47.8
1
7.833
12.347.175
33.257.100
20.196.000
15

,,

1920
51.676.188
16.415.314
33.667.4011
20.387.800
7 Nov. 1919
32.264.906
9.707.02
21.271.100
9.430.500
7 N0v. 1918
19.443.590 9.325.904
12.911.700
3.277.400
23 Juli

1914
750.892
1

943.964

OOSTENRlJKSCH-flcjNGAA1SCHE
BANK.
Vnornti,istp oç’stpn
in

(i11j7pn(1p11
Rrnnp,,

1014

..
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

:17
Novembei 1920

2ANK VAN FRANKRIJK.

Voornaamste posten In duizenden france.

Waaraan
Te goed
Buit .gew.
Data
Goud
in hel
Zilvet
in het
voorach.’
Buitenland
Buitenland old. Staat

12 Nov.’20
5.449.767
1.948.367
270.761
661.321 26.800.000
4

,,

’20
5.486.848
1.948.367
284.173 657.796
26.600.000
28Oct. ’26
5.485.729
1.948.367
264.090
591.151 26.600.000
21

,,

’20
5.484.280
1.948.367
263.729 600.383
26.600.000

13Nov.’19
5.571.271
1.978.278
285.627

25.650.000
14 Nov.’f8
5.447.889
2.037.108 318.847
1.431.652
18.800.000
0*
T..11
514
.1 11.4 Cnn

uuss
£.L
.15J.0OU

oou.ou

Uitge.
1
Belee.

Bankl,tj.

Rek. Cr1.

Rek.

Wissels

stelde
Pont-

Co.

Wissels

jdtteu,

culleren

Staal

3.302.176 445.885 2.094.371 39.619.1543.605.817 55.201
3.660.129 452.967 2.049.763 39.645.87 3.636.194 30.049
2.739.950 457.453 2.046.665 39.084.416 3.316.258 157.474
cr
2.470.050 473.488 2.087.502 39.289.666 3.202.449 82.698

1.202.297 655.540 1.330.325 37.394.92 3.146.071 44.724
801.702 1.050.126 852.548 30.570.710 2.918.106 296.832

11.541.0801

769.400 5.911.910 942.5701400.590

BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.

Voornaamste posten in duizenden francs.

Metaal
t
Beleen.
I
Bdeen.
I
Binn.

.

tncl.
1
van

van

wissels

Circu.
Rek.

Data

buiten!.buiten!. prom. d.

en

latie

Cr1.
,,ordr,.

‘oInc.

brieen.

partic.

11Nov. 20 151.196 84.653 480.000 749.809 5.844.418 974.926
4
,,
’20 349.981 84.653 480.000 731.176 5.817.955 1.065.404 28 Oct. ’20 351.381 84.623 480.000 729.707 5.792.826 1.168.049.
21
,,
’20 354.660 84.653 480.000 697.417 5.758.286 1.161.729

13Nov.’19 344.217 84.955 480.000 402.099 4.697.933 2.213.150

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD.AMER1KA

FEDERAL
PESERVE
BANKS.

Voornaamste posten in duizenden dollare.

Goudvoorraad

~
e,

F.R. Zilc

Notes in
Data

Totaal

1 Dekking
I
In het

eic.

1
circu.
1

bedrag

1
F. R. Notes
1
buiten!.

1

laue

15 Oct. ’20 1.992.101 1.330.828 87.021 162.810 3.353.271
8

’20 1.996.324 1.297.178 90.409 161.944 3.322.123
1

’20 2.003.072 1.328.103 111.455 162.123 3.304.690
24 Sept. ’20 1.989.835 1.353.251 111.455 161.759 3.279.996

17 Oct. ’19 2.128.443 1.308.379 106.917 70.742 2.752.569
18 Oct. ’18 2.035.313 1.230.911

5.829 52.37212.502.488

Totaal

I
Gestort
1
Dek.
1
Goud.
Data

Wisielu

Deposito,

Kapitaal

kings
1
– dekking
perc.
1)
circul. ‘)

15 Oct. ’20 3.093.390 2.692.618

97.594

42.7

46,6
8

’20 8.101.36
.
1

2.506.899

97.519

42,9

46,9
1
,,

’20 3.011.111

2.466.116

97.358

43,7

48,1′
24 Sept. ’20 3.012.088 2.477.422

97.401

43,6

47,9

17 Oct. ’19 2.464.665 2.958.326

85.540

48,3

57,1
18 Oct. ’18 2.058.692 2.384.219

79.057

51,1

61,3
t)
Verhouding tus8chen: den totalen goudvoorraad, Zilver etc., en de
opeischbare schulden: F R.
Notes en
netto
depositile.
t)
Na ahrela
van
35 pCt. der totale dekkingsmiddelen als dekking voor de
netto
depoei’o
t.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET’
FED. RES. STELSEL.

Voornaamste posten in duizenden dollars.

Totaal

Reserve

Waarvan
Aantal

uitgezette

Totaal
iJata

all ac

time
OQflCCfl

tC
aen en F. R. bank.

aeposlto
1

deposits

.

bel
eggingen

8 Oct. ’20

822 17.1856 1.343.551 14.255.542 2.796.17
1
,,
’20

820 17.144.662 1.343.551 14.298.972 2.793.861

24Sept.’20

818 17.140.597 1.361.800 14.262.712 2.786.811

17
.
,,
’20

818 17.057.725 1.390.096 14.504.286 2.780.662

10Oct. ’19 776 13.297.056 1.869.653 13.699.176 2.027.56

11 Oct. ‘181

49 13.520.1741 1.224.771 11.680.004 1.465.47.4

Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht gegeven
van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 15 November 1920.
Het valt
niet
te outkeunesi, dat
de beurzen, zoowel in de
Vereeuigde Staten als op het vasteland van Europa, in de
achter ons liggende dagen gtootendeels beïnvloed zijn ge-
worden door de houding op de valuta-markt. Deze invloed
was
voor ieder der beurscentra natuurlijk verschillend
van
uitwerking.
Zoo
bv. heeft de markt te B e r 1
ii
ii
krachtig
van de daling in het Duitsohe betaalmiddel kunnen profi.
teeren
;
dit verschijnsel is reeds te vaak hier ter plaatse
gereleveerd, dat het nog bizoidere toelichting zou
behoeven. Het sterkst geprononceerd was, zooals vanzelf
spreekt,
.
weer
de rijzing in de z.g. ,,Valuta-fondsen”, doch
in den loop der week sloot feitelijk
de
geheele beurs zich
bij de
opgaande tendens
aan. Noch de stakingsongeregelci-
heden te Berlijn, noch’ de dreigende verdere dehâcle in den
koers van het Duit.sohe betaalmiddel hadden eenigen rem-
mendeti invloed op de
beurs.
De omzetten zijn buitengewoon.
groot gebleven.
Op cle andere vastelaiid’sbeurzen is de loop van zaken
wel eenigszins anders geweest. Weliswaar bestond ook ‘te
P a r
ij
s een
vrij vaste stemming,
doch dit iNvas
‘geenszins
voor alle afdeeliugen het geval. Zoo bv. waren rubbeowaar-
den gedecideerd flauw te noemen, in overeenstemming
overigens met de houding van dergelijke fondsen op de
overige beurzen. Petro1ermwaarden daarentegen konden
zich vrij
goed handhaven, speciaal voor aandeclen Mexican
Eagle. De omzetten izijii
hier
over het algemeen echter
afgenomen; meer en meer begint de vrees
te
bestaan, dat
de prijsdaling
der
verschillende artikelen groote moeilijk-heden te voorschijn zal roepen. Op het oogen’blik staat nog
steeds de inschrijving open op de 6 pOt. Staatsleening en
met het oog hierop werken invloedrijke kringen er toe
mede,
om iedere onrust
ter beurze in de kiem te verstik-
ken. Indien dit niet het geval zou zijn; zou •er’vermoedelijk
reeds lang een zeer aanmerkelijke reactie zijn ontstaan
111
tal van industrieele papieren. Het aanbod is
tot
nu toe
eenigszins achterwege gebleven, doch indien de toestandeii
zich blijven ontwikkelen als thans het geval is, zal het niet
meer zoo heel lang kunnen duren, of deze soort van fondsen
zullen tea verkoop aangeboden moeten worden. Dit ver-
klaart dan ook de eenigszins gereserveerde houding,
oiidanks de vastheid van
den ondertoon, die in de achter
ons liggende dagen te Parijs ovei

heerschend is geweest.
Te 140
fl
cl e n was ook al weinig variatie
op te
merken;
iie
stemming
‘was doorgaans kalm, teri’ijl cle zaken uiterst
beperkt waren, ook al in verband met den
stand
der bui-
tenlandsehe valuta’s.

Te N e w Y o r Je is de toestand eeuigszius ‘meer bewogen
geweest. Twee factoren hebben samengewerkt om de alge-
meene situatie nerveus
‘te
maken. Primo ook hier den loop
der buitenlandsche wisselkoersen, thans ten gc,tnste van
Amerika, waaj-door echter ‘het gevaar ontstaat, dat de
export geheel tot stilstand zal komen, of dat deze slechts
voor
zoover ‘het de allernoodzakelijkste levensbehoeften be-
treft,
in
gang zal kunnen ‘blijven. Het ‘gevaar is voor
Amerika
te groo’ter,
nu
het tegelijkertijd komt met een
daling
van
de verschillende gioothandeisprjzeii en met
een
voortgezette ,,staking der koopers”, ‘zoodra de ‘binnen-
landsche prijzen eeni’gei

ma’te
boven
een bepaald niveau
uitkomen. Er bestaat
dus
op hetzelfde moment de kans, dat
naar het buitenland niet kan ‘worden ‘geëxporteerd en dat
ook in het binnenland geen behoorlijke afzet kan ‘worden
gevonden. Eenigermate is dit
reeds
tot uiting gekomen in
den staat van onuitgevoerde orders der United States Steel
Oorporation, ‘hetgeen te ernstiger is, omdat hieruit ‘blijkt,
hoever de malaise reeds
is
gekomen. De ijzer- en staal-
industrie toch heeft wel het langst van de verhoogde vraag
naar producten kunnen profiteeren, in verband met cle
verwoesting op groote schaal, die had plaatsgevonden en
het ‘onderbreken van den aanbouw van nieuwe huizen, enz
1)at nu ook in deze branche het ontbreken ‘van orders ‘naar
voren ‘komt, is door de beurs als een zeer ongunstig
symptoöm opgevat. De koersen der meeste Wallstreet-
fondsen zijn dan ook zeer aanmerkelijk ‘gedaald en dit is
er niet beter op geworden, ‘nu de rente voor daggeld ‘nog geen neiging tot daling vertoont. Naar men weet, is er op
de laatstelijk
te
New York gehouden bankersday over ge-klaagd, dat
voor
sommige kringen deze rente met opzet te
hoog werd gehouden, dat er ,,woeker” mede werd gedreven,
waardoor de industrie en de handel niet ‘de benoodigde
fondsen tot behoorlijken ‘prijs zouden kunnen verkrijgen.
Inmiddels is er te dien opzichte niet de minste verbetering
ingetreden, ‘hetgeen er niet toe heeft ‘bijgedragen de stem-
ming van onrust te kalmeeren. T e o n
.z
e n t kon onder
cie
hierboven geschetste omstan-

17 November 1920

ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

1015

digheden in het buitenland de tendens natuurlijk niet al te
opgewekt
zijn.
Staats fondsen
kunnen hier feitelijk uitge-
schakeld worden, daar onder den invloed van den lageren
geldkoers de noteeringen voor de meeste biunenlandsohe
soorten zich iets hooger stelden. Van de buitenlanders
trokken Japanners nogal de aandacht, die door de arbitrage
hier te lande werden opgekocht.

9 Nov. 12Nov. 15 Nov.
Rijzingof

5
0
/0
Ned. W. Sch.

1918 83

82
2
/8

821/ – 81
3

4
0
/0

1916 81
5
/

81Vs

828/4 +
11/8
4

0/

,,

«

1916 72
9
/l.
72
1
4

736/ii
4-
18/8
3
0/ ,,

,,

,,

. .

GO/e

Wh

59/4 –
3

°
/o ,,

,,

,,

. . .

52
7
/
je
52
7
/8

517/8 –
0/10
24
0
/0
Cert. N. W. S—–44

43
1
/

428/ –
Pl8
5
0/
(st-Indjë 1915

85
1
/4

871/4

+ 2
4

0/0
Hongarije Goud – . – .

51116

5j/16

5’/io
4
°Io
Oostenr. Kronenrente

2
1
/8

2’/,

2


5 “joRusland 1906 ……12

11

1

– 1
434
0
/0
Iwangorod Dombr. – –

98/3

9

9
1
11
4
O/
o
Rusland Cons. 1880 10
1
/8

10
16
/
16
lO”/io
+ 8/16
4 0/
RusI. bij Hope & Co. lO/

10
1
/18

10
1
/16
4

0
/5Servië 1895 ……19

19

19
41A 0/
China Goud 1898

65
1
/8

55l1

558/8
4

0/
Japan 1899 ……..58

58

58
4 0/
Argentinië Buitenl

57I/

57
8
/s

57’/i + /io
5

°/oBrazilië 1895 ……53

53

53
5

°/

,,

1913 ……518/
4

51/4

518/4

Het verloop der overige afdeelingen echter is uiterst
nerveus geweest, hetgeen in de differenties der na te
noemen fondsen niet voldoende tot uitdrukking komt.
Vooral voor de
suilcerafdeeling
‘was men zeer zenuwachtig
gestemd; op 66nzelfden dag varieerden de koersen twintig
procent en meer, hetgeen dan zelfs niet steeds onder groote
omzetten tot stand kwam. De verklaring hiervan moet ge-
vonden worden in de omstandigheid, dat liet publiek als
zoodanig zich veelal onzijdig betoont, niet veel ter beurze
onderneemt en er de voorkeur aan geeft te wachten, tot er wat meer lijn en steun in de markt kan worden opge-
merkt. De beurshandel wordt dientengevolge hoofdzakelijk
beheerscht door de beroeps- en de dagspeculatie, die uit den
aard der zaak ieder gunstig of ongunstig bericht naar de
ddne of naar de aiidcre richting sterk overdrijven. Bij een
markt als de tegenwoordige, die niet den steun heeft van
groote adnkooporders, is het natuurlijk betrekkelijk gemak-
kelijk liet geheele niveau te drukken en dit verklaart veel
van het verloop gedurende de achter ons liggende berichts-
periode. Uit den aard der zaak is de beroepsspeculatie
thans niet sterk geneigd groote hausse-engagenienten te
aanvaarden en de gansche constellatie is te zwak, om. de
vrij omvangrijke baisse-posities met vrucht te kunnen
weerstaan.
Zelfs tegen het einde der week, toen de suikerbericliten
uit Indië gedecideerd beter van toon svaren, kon geen
krachtiger tendens worden opgemerkt. De markt sloot clan
ook lusteloos en
01)
koersen, die aanmerkelijk van die der
vorige week verschillen.

9 Nov. 12Nov. 15 Nov.
Rijzingof

Anisterdamsche Bank . . –
179’i.
179/2 179
1
/,
Ned.Handel-Mij. cert.v.aand 211

206

196

– 5
Rotterd. Bankvereeniging. 138

138
8
/4 1381/,
+ I/
Amst. Superfosfaatfabriek. 155

151’/4 154/4
Van Berkel’s Patent ……107

110

1098/3 + 28/4
Insulincie Oliefabriek . – . 134

131

127
1
!, –
6′!,
Jurgens’ Ver. Fabr. pr.aand 90

911/,

908/,
+
u
/
Ned. Scheepsbouw-Mij … 120

120

120
Philips’ Gloeilampenfabriek
880
1
!2
878/1 852

– 2818
Vereenigde Blikiabrieken

132

1318/
4
129

—3
Compania MercantilArgent 218

212

20613 – 118/,
Cultuur-Mij. d. Vorstenland 302

287’/, 277

– 25
Haudelsver. Amsterda.m – 707
1
!1
678
1
/,
660

471/
2

Linde Teves & Stokvis – . . – 1598/

158/4 1588/4 –
VanNierop&Co’sflanclel-Mij 145
2
/1
143

143

– 2
1
!,
Tels & Co’s HandelMij . – . – 11714 118

112

– 581
4

Gecons. Roll. Pet.’nls’uni-Mij 275

299′!3 284’/2 + 91/3
Kon. Petroleum-Mij . …… 701

720

704

+ 3
Orion Petroleum-Mij…….71

73

71


Steaua Romana Petr.-Mij.. – 169

168/8 16

– 9
Amsterdam-Rubber-Mij…..177
1
/
4
1671/3 165

– 12’/4
NederL-Rubber.Mij. ……. 100

9981
4

991/


Oost-Java-Rubber-Mij…..271’/
4
254
1
!, 249’/

22’/
Deli-Maatschappij ……..508

500.

499’/2 – 8’13
Medan-Tabak-Maatschappij 309

310

304
1
12

4
8
/1
Senembah-Maatschappij .. 635

620

612′!, – 22′!,
In
petroleum-waarden
kon men feitelijk dezelfde situatie ontdekken, met dit verschil, dat hier nog vaak de indicaties

uit het buitenland de richting en de stemming hebben aan-
gegeven. Deze waren werkelijk op sommige dagen nogal
stimuleerend, doch toen ook Londen, Parijs en New York
voo,’ aandeelen Koninklijke Petroleum Maatschapij de be-
langstelling verloren schenen te heben, verkreeg ook voor
dit fonds de baisse-stemming de overhand. Het behoeft nau-
welijks te worden betoogd, dat aandeelen Geconsolideerde
Hollandsche Petroleum Maatschapij en Orion ook den druk-
kenden invloed hiervan ondervonden, hoewel op een enke-
len (lag speciaal voor aandeelen Geconsolideerde groot
animo ontstond tengevolge van een omvangrijke kooporder
van een der grootere commissiehuizen. Aandeelen Orion
werden hierdoor medegesleept; den volgenden dag echter
was de tendens weder mat en in overeenstemming met den
geheelen toestand.

De overige afdeelingen behoeven eigenlijk geen afzonder-
lijke vermelding; de stemming was nergens opge.vekt te
noemen.
Rub Iers
werden geaffecteerd door •den dalenden
rubberprijs te Londen;
scheepvaarlwavrden
waren zeer
flauw’ in verband met groote verkooporders, die slechts in
gedeelten konden worden geëffectueerd. De voornaalriste
kooper was een der groote bankinsteili:lgell; voor het
o’erige waren de opdrachten gering.

9 Nov.
12 Nov. 15 Nov.
Rijzingol

1

Holland-Amerika-Lijn

. – –
345
325
3141/2
daling


30
3
/,
,,

,,
gem.eig.
334 320 306

28
Holland-Gulf-Stoomv..Mij.
210 210
210
Roll. Alg. AtI. Stoomv.-Mij.
49
49
49
Hollandsche Stoomboot-Mij.
150 150
150
Java-China-Japan-Lijn ….
222 219
23′
9

3
Kon. Hollandsche Lloyd
. .
126
2
/4
124/
4

123

Kon. Ned. Stoomb.-Mij.

.
171
168
165/4
-51/4

Koninkl.-Paketvaart Mij..

189
185/
6

185

4
Maatschappij Zeevaart
..
. –
205 205
205
Nederl.

Scheepvaart-Unie.
.
203
1
/
196/4 192/4

11
Nievelt

Goudriaan

……
440 400 400

40
‘Rotterdamsche Lloyd ……
198I8
193
1
/
190

Stoonlv.-Mij.,,Hillegersberg”
2461/,
246′!3
246
1
!2
,,Nederland”

– .
230 219 212
1
!1

17
1
/,
,,Noordzee”


78
1
19
75 75
– 31/
3

,,Oostzee”.
205
200 200

5
De
Amerikaanse/te merkt
vooral heeft zeer gevoelige
rverlie
ae
n
geleden. Niet alleen waren de aanwijzingen van
Wallstreet daar, om de stemming gedrukt te doen 7ijn, doch
de reactie, op ddn enkelen dag, van den dollarkoers, heext
het schrikbeeld (voor houders van Amerikaansche fondsen
ten minste) opgeroepen, dat het met de gestadige rjzing
fvan dit devies wel eens geëindigd kon zijn en dat derhalve
het peil van de meeste Arnerikaansehe waarden zeer ge-
voelig zou moeten dalen, temeer,
vaar
vele aanmerkelijk
boven pariteit golden. Tot nu toe is deze vrees wel in liet
geheel niet bewaarheid, doch de schrik is not eenmaal ge-
komen en liet zich niet meer zoo spoedig verdrijven. Het
slot kwam clan ook aanmerkelijk lager.

9 Nov. 12Nov. 15 Nov.
Rgof

American Car & Foundry 175

170

163

—12
Anaconda Copper ……..137’/, 131/
4
123 – 14
1
1-
Un. States Steel Corp…..1148/,, 111/
8
108!4 – 511/10
Atchison Topeka …….. 118
7
/a
1158/4
108

1O’/a
Southern Pacific ……..151’/
a
149
1
!, 142/8 – 87/8
Union Pacific …………16I4 165 160’/, – 8
1
!4
Int. Mere. Marine orig. Corn

2
1
11
/
16
20/
4

20 1/4 –
11/16
prefa 89

84
1
/,

81

– 8
• in verband met den geringeren omvang der zaken, is
de geldkoers ook lager geworden; geld op prolongatie is
gemakkelijk verkrijgbaar d 3% tot 4 pet.

GOEDERENHANDL

GRANEN.
16 November 1920.
De berichten uit de West-Europeesche landen gewagen
alle van gunstig weder voor de najaars-veldwerkzaamheden.
De vroeg uitgezaaicle wintergranen maken tengevolge van
het zachter geworden weder reeds goede vorderingen.
Uit Argentinië waren de berichten betreffende den stand
van den a.s. tarweoogst een weinig varieerend, doch in ‘het
geheel genomen zijn de vooruitzichten gunstig, hetgeen
duidelijk in de noteeringen der Argentijnsehe termijn-
markten tot uitdrukking komt, welke in de afgeloopen
week eene verlaging van ce. 60 centavos aantoonen. De prijzen van tarwe in Noord-Amerika waren gedurende
de bei

ichtsweek aan lievige schommelingen onderworpen,
doch niettegenstaande er dagen waren van scherpe stijging,
bewogen zich de noteeringen over het algemeen in een

1016

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

17
November
1920
r

Noteeringen.

Chicago

F

Buenos A0re,

TarweMars
I
Haver

Torwe

MoVs

Lljnaaad
Dec.

Dec.

Dec.

Febr.

Nov.

Nov.

13 Nov.’201
17921
4
1
741

47
1
/8
6

,,

201
190
81
1
/8
52
13Nov.’19
‘226
132’/
73

13 Nov.’18
226
119/
71
2
18

13Nov.’17
220
12I/s
64
1
/4
20 Juli’14
82

‘) 56’/s
‘)
361/1
1)

1)
per Dec. ) per Sept.. °) per Jan.
4)
per Febr

Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.

Soorten.
IS Nov:
1920
8 Nov.
1920
15 Nov.
1919

Tarwe*

……………
2.9.25

Rogge (No. 2 Westeru)
1)

27,50
28.:_._

Mais (La Plata)

……
1
)
315,-‘-
330,- 430,-
Gerst (48 ib. feediog)

.
.2)
402,-
400,-
440,-
riaver(38 ib. white cl.)
.
.8)
., 18,50
19,-
23,50
Lijnkoeken (Noord-Amen.
ka van La Plata-zaad)°)
220,-
2, 25,-
307,50
Lijezaad (La Plata) ….
4)
595,-
650,-
900, –
1)
p. 100 K.G.

‘) p. 2000 K
.
G
.

2)
p. 1000 K.G. ‘) per
1960 K.G.
0)
Harcl/Red Winter Wheat nr. 2.

11210

18,95

9,050 21,05
1
)’
19,45

9,25

22,60
14,20
1
)

7
1
10

1

) 25,-

12,10)

8,40
9,40
2)

5,38
2)
15,30
13,70
2).

.1′

AANVOEREN in
2
tor,s van 1000 K.G.

Artikelen.

Rotterdam
Amsterdam
Totaal

8-13
Nov.
Sedert Overecnk.


8.-I 3 Nov.
Sedert
Ovcreenk.
1920 .
1919
l920
1 Jan. 1920
tijdvak 1919
,

920
1 Jan. 1920
tijdvak I9l9

37.252
542.409 393.883

117.521
121.098
659.930
515.581
Tarwe ……………..
Rogge

……………..
21.054 168.194
72.166′

752
19.953
168.96
92.119


2.825 4.321
– –

2.825 4.324
Boekweit

……………
.
Mais

…………….
10.372
358.024
171.966t

56.511
14.897
414.535
168.863
8.856
61.932
134.492
ca. 290
3.613
63.065 65.545
197.557
25.248
161.187


7.633
25.248 168.820

Lijnzaad …………..

48.581 83.079

31.467
25.163 82.048
108.242

Gerst

,
.

…………..
Haver…………….264


34.804 60.349

2.606
200
37.470 60.549
Lijnkoek ……………
m

.

25 208
192.524


37.435
25.208
229.959
Tarweeel ………….
4ndere meelsoorten….
924
1

30970
156.662′

100
10.708
3L070
167.370

benedeuwaartsche richting, zoodat December-tarwe te
Chicago daalde tot op $ 1,77
1
/
2
. Zeer begrijpelijk is, dat de-
boeren in Noord-Amerika met deze lage prijzeii allerminst
tevreden zijn, daar hunne kostenbij lange na niet gcdeiçt
worden bij een prijs beneden de $ 2.-. Men vreest dan ook,
dat de lage prijzen voor tarwe een sterk verminderde uitd
zaai in de Vereenigde Staten tot gevolg zullen hebben. Op
het einde der week toonden de markten een vastere stem!
ming tengevolge van kleinere aanvoeren.
.Mais bewoog zich’ gedurende de afgloopen week in steeds”
da1nde richting; eensdeels het gevolg der aanzienlijke ver laging dèr vrachten, anderdeels door de groote verschepin-
gen van La Plata-Maïs gedurende de laatste veertien dagen.
Het schijnt, dat er ruim voldoende voorraen onderweg zijn
naar Europa om aan de vraag te kunnen voldoen. Het
aanbod van Noord-Amerika heeft vrijwel opgehouden. Ove-
rigens zijn de prijzen van Noord-Amerikaansche mais ti
hoog in vergelijking met Argentinië en den Donau. Alhoe-wel van den Donau het aanbod op aflading zeer is vermi-
derd, werden houders van afgeladen partijen tot sterke
prijsverlagingen gedwongen. – –
Gerst blijft steeds goed gevraagd, speciaal Donau.soorten,
doch het aanbod vandaar is vrijwel nihil. Dientengevolge
t

kon Amerikaansche gerst betere prijzen bedingen.
Haver zoo goed als niet gevraagd. De prijzen hrokke1en
steeds af; de consumptie, zoowel hier als elders op het
Continent, schijnt zich ruimschoots uit eigen oogst te kun-
nen voorzien.
Lijnzaad. Tengevolge van de goede oogstvooruitzichten
zond Argentinië bijna dagelijks lagere noteeringen. De
vraag was bij voortduring zeer gering.
N e d e r 1 . n d. In tarwe kwamen hier in de afgeloopen
week slechts weinig afdoeningen tot stand. Naar Duitsch-
land werden af en toe eenige zaken op aflading gedaan,t
doch groot was de omzet niet.
Mais op latere termijnen mocht zich steeds nog niet’ inf
eenige belangstelling van beteekenis verheugen, niettegen4
staande de belangrijke prijsconcessies, die dagelijks gedaan
werden. Spoedig gewachte naïs was van de zijde der con-
sumptie slechts matig gevraagd. Tengevolge van zeer
concurrçnt aanbod uit Antwerpen werden stoomende par.
tijen belangrijk lager afgedaan dan de week daarvoor. De
markt sluit flau* en ongeanimeerd. De. termijnmarkt gaf
ook zedr scherpe dalingen ovr alle teimijnen te zien, doch,
in tegenstelling met de effectieve markt was de handel zeer levendig en kwamen zeer veel afdoeningen tot stand.
Mixed-maïs vrijwel verlaten en te hoog in prijs. Galfox
en andere Donau-soorten kalm. Voorraden zijn vrijwel ge.
1

ruimcl.,
In li,jnzaad ging weinig om. In verband met de flaine
Argentijnsche koersen brokkelddn de prijzen regelmatig
af, doch’ koopers hielden zich zeer gereserveerd. Olie gaf,

eveneeni een gevoelige daling te zien.., .

Voor lijnkoeken bestond aanvankelijk meer at’tehtie, spé-
cial voor directe levering. Tengevolge van het zachtere
weer is deze vraag evenwel
zeel:
verminderd.

KATOEN.

Noteeringen voor Loco-Katoen.

(Middling Uplands)’.

15Nov.2018Nov.’20’
Nov.’20
I
5
Nov.’l
9I
l
5
Nov.’
18

New York voor
Middling

. .
19,25 e
20,45e
22,50 e
39,35 c 30.05 e
New Orleans
voor Middling
18,25 e
1.9,25e
20,50e
39,50 c

29,38
Liverpool voor

Fy ?1iddling
15,65d
16 39.1
17,74 d
25.83 d
1

22,13.1

Ontvangsten in, en uitvoeren van Aaierikaansche havens.
(In
duuzendtallen balen.)

1
Aug.’20
Overeenka,s,llge perioden
tot
12Nov. 20
1919

1918

Ontvangsten Gulf-Havens..
1641 1171
1134

11

Atlant. Havens
395
1002
668
Uitvoer naar Gr. Brittannië
511
704
548
‘t Vasteland.
749
659
.

485
Japan ete…
)

Voorraden in du,zendtallen
1
I2Nov. ’20
14 Nov.’19

1

15
Nov. ’18

Anierik. havens ……….
1286
1632 1343
Hinnenland …………..
1248
1117
1226
7

.

92
126
New York

……………..
New Orleans

.

458
355
i.iverpool

……………
855 658
244

0 Noteering van 1.4 Nov. 1919.
2)
Middling.

SUIICER.

Willet & Gray hebben hunne eerste raming van den
wereldooçjst 1920121
gepubliceerd. fle nieuwe Cuba
oogst is met 4.000.000 tons toegenomen, ‘hetgeen niet aan
de hoog gespannen verwachtingen beantwoordt. De Amri-
kaansche biets’uikeroogst wordt op 950.000 tons en de Euro-
peesche oogst op 3.520.000 tons geiaamd. Het cijfer voor
Europa is ongeveer 300.000 tons boven F. 0. Licht’s-raming,
welke laatste meer betrouwbaar is. De raming voor den
geheelen vere1doogst inclusief Britsch-Indië is ca. 13/
4

lioen tons hooger dan de 1-aming voor 1919/20.
In E n g e 1 a n d werden de verkoopen van vrije suiker
in veiling weer opgenomen. De afloop van een dezer dagen
gehouden veiling – de eerste sedert Mei 1919 – was ken-

0
17 Novembr
1926

ECONOMISCH-STATISTICHE BERICHTEN

I17′

teekenend’ ‘voor de tegenwoor ige stemming vor bet artikel
in Europa; er was bijna geen vraag en het grootste ge-
deelte der aangeboden partijen werd teruggetrokken. De Board of Trade-statjstjek luidt:

Oct.

Oct.

Jan./Oct. Jan./Oct.

1920

1919

1920

1919

ton

ton

ton

ton
Iniport rietsuiker .

84.356

90.877 1.000.146 956.073
biet ,, . .

1
geraffineerd.

116

23.629

116.685 342.282

Totaal ……..84.472 114.506 1.116.831 1.298.356

Voorraad inentrepot 297.300 281.150

raffinaderijen 34.350

23.450


Opbrengst

72.622

67.221

682.898 689.237
Tot. binnenl. verbruik 80.922 105.743

984.017 1.251.076
Totaal export . . . .

1.738

5.651

12.456

34.820

De daling van den suikerprijs te N e w Y o rk is nog niet
tot stilstand gekomen en in de ‘laatste week liep de notee-
ring voor spot Centrifugals met sprongen van
Y
4
ct. terug
van 7,53 cts. tot 8,51 cts. Ook op de termijnmarkt werd
belangrijk lager genoteerd, nl. 5,50 voor Dec., Jan. en
Maart, 5,60 voor Mei, 5,65 voor Juli.
Op Ja v a zijn prijzen weer aan liet afbrokkelen en men
verwacht tegen ‘het einde der maand, vanneer cle November-
contracten afgewikkeld moeten worden, nieuwe financieele
moeilijkheden en d’en val van zwakke epeculanten. De
laatste Java-noteeri’ng ‘van
f 33
voor Superieur ‘is ver
boven cle tegeniwoordige Cuba-prijzen.

NOTËERINGEN.

den
Amster.

Lon

New York
dom ,

White Java

AmerGra. 96pCi.
Data

loopende
c
?ai
eJ

f.o.b. per

nulated c.l.f.

Cent,-!-

• maand No.!

Noo./Dec.’

Nov/Dec.

fugals

8h.

8h.

$cts.
10 Nov. ’20
f
– 1001-

51/-

‘ 7,27
3 ,, ’20 ,, – 100/-

46/6

8,03
10 Nov. ’19 ,, –

721-

59/-

7,28
10 Nôv. ’18 ,, – 6419

7,28
ii Juli ’14 ,,11
13
12 –

3,26

KOFFIE.

(Mededeeling van de Makelaars G. Duuring & Zoon, Kohl
& Witkamp en Leonard Jacobson & Zonen).

Noteeringen en voorraden.

Rio

1

Santo,
Data

1

1

Wisselkoe,,

1
Voorraad
1

1
Voorraad

Prij,
M.. 7

13 Nov. 1820
1

484.000

7.825 2.463.000
10.000
118/
4

6

‘,,

1920

462.000

8.175 2.297.000
30

Oct.
1920

420.000

7.750 2.305.000
10.350 9.950
12’/
12°/in
13′ Nov. 1919

424.000

11.250 1.848.000
17.500
16
18
158

Ontvangsten.

Data Rio
Santos

4fgdoo pen
week
Sedert
1 Juli
A.fgeloopen
I

week
Sedert
1 Juli

13
Nov.
1920 .. .

63.000 1.133.000 300.000 4.585.000
13 Nov. 1919 .. . .

82.000

1.002.000

124.000
1
2.412.000

HUIDEN.

Bericht van de firma Grisar & Co,
De markt voor gezouten exotische huiden was gedurende
de afgeloopn week zeer flauw; de ,,8. tout prix” verkoop-
orders der laatste weken maken de koopers ‘hoe langer hoe
meer angstig om iets te. ondernemen. In droge huiden zijn
tot verlaagde prijzen groote ‘transacties afgesloten (in
Buenos Aires Americanos) en verkoopers zijn thans niet
meer bereid om aan de laagste •noteer.ingen af .te gen.
Noord-Amerika kocht 40.000 gezouten Frigorifico-huiden,
Octdber-slachti’nig, op basis van-43Y2 Goudpesos.
T n 1 a n
cl
s cli e h ii i d en: Het ‘blijkt, dat in de landen, waar de uitvoer verboden is, ‘zooals in Frankrijk, België
en Duitsohland, de prod’uctie grooter is dan het verbruik.
Het ‘gevolg is, dat zioh in ‘die laden voorraden opstapelen,
(lie voor lage prijzen aangeboden worden en onze markt
sterk beïnvloeden; vandaar, dat hier geen zaken ‘tot stand
komen. De prijzen aan de abattoirs zijn nog van 45 tot
50 cent.
K a
1
f s v e II e ii: flauw; men koopt than’s versch
ft

f
4,25, •tegenover vorig jaar Nov./Dec. tegen
f
15/16 per
stuk.
Paaj-clehuj den: nominaal..
L o o i s o f f e n: men offreert Quebracho op levering
tegen £
4
l.T


13 November 1920.

RUBBER.

De markt bleef zeer flauw ‘gestemd in de afgeloopen week
en een verdere daling vond plaats.
Zaken bleven ook thans weder tot eên minimum beperkt.

De noteeringen zijn:

einde vorige week
Prima Crêpe loco ………. f1,50 …………
f
1,60

Smoked Sheets loco ………,, 1
1
40

……….,, 1,45

Prima Crêpe December ……,, 1,55

………..,, 1,62k
Smoked Sheets December

,, 1,45

……….,, 1,47
Prima Crêpe Januari/Maart

1,65

………. .. 1,75

Smoked Sheets Januari/Maart ,, 1,55

……….,, 1,65
16 November 1920

COPRA.

De markt was deze week zeer flauw gestemd en er was
ten slotte alleen vraag voor stoomende partijen op Hamburg.
De noteeringen zijn:
Java f.m.s. November/December af l.

f
64,-
Ned.-Iod. f.m.s.

, …….63,50
Illixed

,,

……,, 62 ,
f.m.s. November/Januari afl. ..

62.50
Mixed

. .

60,50
16 November)920.

METALEN.

Loco-Noteeringen te Londen:

I
1
Kope,

Tin

Lood

Zink
Data

CkO. 1 Standard
1

15 Nov.
1920..
nom.
85.17/6
237.-1-
34.10/-
34.15/-
8

,,,

1920..
nom.
90.7/6
251.17,6
35.151-
37.10/-
18 Nov 1919..
nom.
98.1716
283.716
34.7/6
47.-/-
18 Nov. 1918..
nom.
122.-!-
325.-/-
30.-1-
52.-1-
17Juli

1914..
51/4
61.-1-
145.151-
19.-/-
21.101-

VERKEERS WEZEN.

SCHEEPVAART.

GRAAN.


Petra
t
Odessa
1
All. Kust
Ve,. Staten
1

San Lor.nzo
Dato
grad
Londen/
Rotte,-
h’

R’dam
dam

1
Rottar-

.Bristol
1
Rotte,-

Enge-
dam

Kanaal
dam

land

8/13 Nov.

1920

‘-


75/-

751-
1/6

,,

1920



13/6

1316
851-

851-
10/15 Nov.

1919


1)

f
75
‘) 8/6
195
1
‘-
2
)651-
11116 Nov.

1818



501-

2251-
Juli

1914

11
4.
7/3
1/111/4

i/iiij
121-

121-

KOLEN.
Cardiff
Oo3lk. Engdand
Data
Bot-
deaux
Gen a
U

Port
Said
pf7a
Rotte,.
dom
1
Golhen-
kurg

8/13 Nov:
1920
20/-
27/6
2716

37/6


1/6

,,

1920
25!-
30/-
37/6

40/-


10/15 Nov. 1919
60/-
7716
701-

50/-
f
10,- Kr. 40
11116 Nov. 1918
69/-
10113
2
001

1201-

,,

50
Juli

1914
fr. 7,-
71-
713

1416
3/2

4/-

DIVERSEN.


Bombay
1

Birma
1 Vladivo-
Chili
Data
i

West

1

Europa
1

West
1

Europa
1

doch
1

Wejt.

I
West
Europa
(d. w.)
t

(rijs)
1

Europa
(salpeter)

8/13 November 1920..
80/-
112/6

100/-
1/6

,,

1920..
77/6
110/-

100/-
10/15November 1919..
1201-
175/-

2301-
11/16 November 1918..


• –

Juli.

.

1914..
14/6
16/3
251-
22/3
1)’
Per ton stukgoed.
1)
Voor Britsche schepen.
Oaan Peirograd per guarter van
496
iSa.
ewaar, Odeasa per ooit,
per guarter van
480
iSa. owaar.
Ver. Staten

Overige.noieeringen per ton van
1015
X.G.

EE

TISTISCHE BERICHTEN

17 Nove’mber 1920

RIJNVAART.

Week van 8 tot 15 November 1920.
In d& afgeloopen ‘week is ‘het water op den Rijn ongeveer
10 c.M. gevallen, zoodat de belemmeringen, welke4.le scheep-
vaart ondervindt, er niet minder op zijn geworden. De
schepen kunnen slechts met een zeer geringen diepgang van
de Ruhr brgwaarts vertrekken en vele schepen, welke van
Rotterdam/Antwerpen met bestemming naar den Boven-
Rijn onderweg waren, moesten gelicht worden.
Het sleeploon Rotterdam-Ruhrort kon in de afgeloopen
week, meer in verband met dezen moeilijken toestand dan
wel door grootere aanvoeren van overzee, eenigszins aan-
trekken; van 180-cents-tarief van ‘het begin dezer bericits-
week liep het geleidelijk op tot het ongeveer 225-cents-
tarief.
Ook de scheepshuren werden hooger. Werd in ‘het begin
der week nog tegen 7 cents per ‘dagton gecharterd, iii de
2de helft ‘werden schepen tegen 10, 11 en zelfs 12 cents voor
reizen naar den Boven-Rijn en terug aangenomen.
De erts-vracht Rotterdam-Ru!hr bedroeg ongeveer
f
2,70

per last met
Y
4
lostijd.
A n t w e r p e n. In Antwerpen werden schepen aange-
nomell,voor reizen naar de verschillende Rijn-stations tegen
ongeveer 32’centimes per ton per dag..
R u h r o r t. Het -sleeploon van Ruhrort maar den Boven-
Rijn ‘bleef de geheele ‘week op ongeveer Mk. 55.- per ton genoteerd. De vaart van Mannheim naar Straatsburg werd
‘zoo goed Als geheel opgeheven wegens den lagen waterstand.
Voor scheepshuren van de Ruhr naar den Boven-Rijn moest Mk. 1.25 , tot hLk. 1.35 per . ‘ton per dag betaald

worden.
De exportkolen-vracht liep van
f
1,70 per ton tot [2

per ton met vrij sleepen op.
Cauber Pegel noteerde einde dr week 90 c.M.

INKLARINGEN.

IJMUIDEN.

October
1920
October 1919
Landen van
herkomst
Aantal

N. R. T.
Aantal

N. R. T.
schepen
schepen

Binnen!. havens
17
7.718
7
9.309

Groot-Brittannië
53
48.343
36
22.457′

Duitschland ….
35

,
32.561,
18
11.297

Noorwegen

….

1
262
1
344

Zweden
12
4.484
16
10.213

Denemarken
5


2.231
2
1395

Rusland-Oostz.h
,

.

2
797

Finland……..

51
27.152
1
814

België
4
631
3


1.258

Frankrijk
13
5.975
8
3.279

Spsnje

..
. .
..
.
,

.3
.

2.386
2
1.365

Portügal
3
2.915
3
2.346′

Oosten r-Hong.,
Griekenland
‘1
1.118

Levant
2
2.973
1
977

Over. Wk. Afrika
4

.
6.775


Ned. Oost-Indië
,

4
16.421

5
22.326
And. Aziat. hav.



2
9.091

Vereen. Staten
5
12.731
2
6.603
Ned. West-Indië-
Ned. Antillen
3

,
4.990
2
3.067

Argentinië, Uru-
guay
6
29.880
11
28.11f

Over; Z.-Amerika
3
10.370

225
219.898
122
135:049
Totaal ….

Nationaliteit.

Nederlandsche
104
.139.897
78
93.874

Britsche
26


32.475
14

.
23.604

Duitsche
79
26.975
21
10.279

Noorsche
4
1.415
2
972
,

4
5.078


2
1.318


Zweedsche
4
1.499
4
1.701

Blgische ……..

Vereenigde Stat
2
8.093
2
1.529

Fransche ……..

Andere
1
3.148
1
3.090

Totaal ..
. .
225
219.898
122
135.043

(Vereenigde Scheepsagenturen van

Halverhout & Zwart en Zurmühlen & Co;)

NIEUWE WATERWEG.

October

1920
October 1919
Landen van
Aantal
N.R.T.
Aantal
N.R.T.
herkomst
schepen
schepen

Binnenl. havens
45
28.912

43
20.954

Groot-Brittannië
313
275.354
220

141.038

Duitschiand
.
82


64.680
.

51
3•355r

Noorwegen

….
24


35.478
8
. ,

4.326

53
,
35.854
31
15.361

Denemarken
10
3949
2
263

Rusland-Oostz.h
1
1.277
– –
8
8.036
11
8.312
15
17.465
14
26.88.1

100
,
82.502
103
.

88.591

Spanje
21
29.419
7

,
.

4.624

Portugal

. . :
3
‘2.710



12
31.717

Zweden ………

Rusland-Zw. Zee
2
3.487,

Finland………

5
9.128

België

……….
-F rankrijk …….

And. Midd. Zeeh.
3


.

3.542


Senegal,Dakar..


5
7.952

Italië ………..

Over. Wk. Afrika
5
6.372
3.

5.358

Roemenië …….

Zuid-Afrika ..


1
1.482

Zuid W.-Afrika
.
1
2.393


2
9.169
2
7.023
Voor-Indië …..
Achter-Indië

. .
1
4.425

Ned.

Oost-Indië
4
17.813
6
21.482

And. Aziat. hav.



4
15.382



9
19.993

Vereen. Staten..
98
344.243
56
166877
Australië …….

Canada ……..,
2
5.892

‘Midden-Amerika



1
1.431

Nederl.

Antillen
1
.

1.185

Brazilië ……..
1
3.253


Argentenië

….13
35.383

18
31.795
1
3.034


Chili

………..
Cuba

……….1
2.108
– –


827
1.068.780
601
624.380
Totaal ….

Periode 1 Jan.-
31 October
.
5.438
6.504.797
4.192 4.193.896

Nationaliteit.

Nederlandsche
216
238.569
159
138.830

Britsche
220
356.287
148
136.467

Duitsche
115
43.689
73
30.433

Noorsche
72
81.120

45
49.424

Belgische
4
6.333
4
,

2.803

Fransche
54


49.466
74
65.092 Zweedsche
40
36.220
25
21.913

Deensche
41
49.783
10


11.069

Vereen. Staten
41
.153.516 46 133 377
.24 53.797
17
39.912

827
1.068.780
601
1.

624.380

Andere ………..

Totaal ..
. .
1)
1913, 9.618 8ohepen met 11.721.729 N. R. T.

(Dirkzwager’s Scheepaagentuur Maassluis.)

DELFZIJL.

October 1920
October
1919
Landen
van
Aantal
schepen
N.R.T.
Aantal
schepen
N.R.T.
herkomst

Binnenl. havens


8
562
Groot-Brittannië
2
1.482


Duitschiand ..
22
2.241
29
2.842
Zweden ………
12
1.072
9
1.520
Denemarken
1
90


Rusl.-Oostzeeh.’


1
.

806
Finland ……..
18
5.087
12
2.319

Totaal ….
..55

.
,
10.572
59
8.049

Nationiit.

Nederlandsche
17
,
1.184
24
2.426
Duitsche
38
8.316
35
5.623
Andere
2
1.072
– –

Totaal ….
65
10.572
59
8.049

(A. van
Dijk.)

Auteur