7
1 –
.
30 JUNI 190
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN
Econom
–
1*Sch~Stá
»
ti*stische
Beri*chten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
5E JAARCANG
WOENSDAG 30 JUNI 1920
No. 235
II
INHOUD
BIz.
BEPALINGEN
TOT
BESTRIJDING VAN BEDROG IN DEN HANDEL
IN MESTSTOFFEN, ZAAIZADEN EN VEEVOEDERMIDDELEN door
W. C.
Bolle
…………………………….
557
Japan, China en Nederland
II
door
G.
van Gelder ……
559
Discontoverhooging
bij
overvloed of bij schaarschte van
Ruilmiddelen? door
Mej. Mr. E. C. van Dorp
met na-
schrift door
G. M.
Boissevain …………………..
62
Londensche Correspondentie
………………………
562
AANTEEKENINGEN:
De
Rekening-Courant-Saldi der Nederlandsche Bank..
564
Het Britsche Gouvernement en de Mandaten-kwestie..
565
De Monetaire Toestand in Tsjecho-Slowakije
……..
565
INGEZONDEN STUKKEN:
Dividend- en Tantièmebelasting door
A.
G. Geerling.. 566
MAANDCIJFERS:
Postchèque en Girodienst
……………………
567
Productie der Kolenmijnen
……………………
567
Ontvangsten van Spoor- en Tramwegmaatschappijen
Januari
1920
……..
…………………..
567
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…….. ………
588-575
Geidkoersen.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.
Goederenhandel.
Bankstaten.
Verkeerswezen.
INSTITUUT
VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
Algemeen. Secretaris: Mr. G. W. J. Bruin.s.
.A.ssistent-Redactessr voor het weekblad: D. J. Wansink.
Secretariaat: Pieter de Hodghweg 18, Rotterdam.
Aangeteekende stukken.: Bijkantoor Ruige Plaatweg 87.
Telef. Nr. 3000. Tele gr.adres: Economisch In.stituut.
Postche qua en girorekening Rotterdam No. 8408.
Abon.nemen.tsprijs voor het weekblad franco p. p.
in Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 22,50
per jaar. Losse nummers 50 cents.
Leden en donateurs van. hei Instituut ontvangen
het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos,
voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.
Advertentiën f 0,40 per regel. Plaatsin.g bij abonne-ment volgens tarief. Administratie vazt abonnementen
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage.
29 JUNI 1920.
De geidruimte
was
gedurende de afgeloopen be-
ric’htsweek iets minder groot. De prolongatierente
steag op 4% en 5 pOt. en particulier disconto was
alleen voor 3Wp0t. onder te brengen. Alleen het aan-
bod van caligeld bleef nog ‘vrij overvloedig.
v
* *
In den weekstaat van de Nederlandsche Bank is
slechts één verandering, die beteekenis heeft voor de
stemming op de geldmarkt. De binnenlandsche wissels
liepen nl. met bijna 8 millioen terug. De beleeniugen
en de voorschotten aan het Rijk bleven nagenoeg on-
verandevd en de overige groote veranderingen, een
vermeerdering van den bankbiljettenomloop met bijna
tien millioen tegen een vermindering ‘van de rekening-
courant-saldo’s en de assignaties van tezamen ruim
14 millioen, zijn slechts verschuivingen, of houden
geen verband met de geld.markt, zooals de verminde-
ring van de buitenlandsche portefeuille.
*
* *
De stemming op de wisselmarkt was dooreengeno-
men wedei v.ast, de omzetten blijven echter beperkt.
De verschillende koersen konden allen iets opkomen,
de stijging was echter van geen der deviezen bijzonder
groot. Alleen Ohiiistiania maakte een uitzondering op
de algemeene stemming. In het laatst der week ont-
stond voor deze wissel plotseling een sterk aanbod,
waardoor de koers van 48.85 terugliep tot 48.25, ter-
wijl heden zel.fs voor 47.20 nauwelijks koopers te vin-
den waren.
BEPALINGEN TOT BESTRIJDING VAN
BEDROG IN DEN HANDEL IN MEST-
STOFFEN, ZAA1ZADEN EN VEE-
VOEDERMIDDELEN.
Onder bovengenoemden titel is een wetsontwerp
ingediend bij de Tweede Kamer, dat blijken.s het
Voorloopig Versla,g algemeen met instemming werd
begroet. Ongetwijfeld bevat het ontwerp zeer juiste
bepalingen en niet alleen de verbruikers, doch ook de
eerlijke handelaren zullen iedere poging tot bestrij-
ding van bedrog van harte toejuichen mits doeltref-
fend en uitvoerbaar. Zooals het Wetsontwerp evenwel voor ons ligt, is het te vaag dan dat er veel met zeker-
heid te zoorspellen is betreffende deze twee noodzake-
lijke eigenschappen en gezien de weinig scherpe
kritiek in het Voorloopig Verslag komt het ons wen-
schelijk voor op deze zaa1 wat meer licht te doen val-
len. Zooals het er thans voorstaat dreigt dit ontwerp
in een ‘verloren oogenblikje door de Kamer te worden
aangenomen, zonder dat men zich rekenschap heeft
gegeven van vat er eigenlijk aan vastzit, wat men
bereikt en welke offers het voi’dert.
Men moet de voorgestelde bepalingen in twee groe-
pen scheiden; ten eerste bepalingen bij bedrog tegen
den binnenland sohen handel, ten tweede bij den invoer.
T
e
lk
e
goederen onder deze ,,Bepalingen” vallen zal bij algemeenen maatregel van bestuur worden aange-
geven. Dit geeft groote onzekerheid betreffende den
omvang van de te verrichten onderzoekingen en dus
ook van de kosten zoowel direct als indirect daaraan
verbonden. Het ware te wenschen geweest, dat althans
de Memoiie van Toelichting eenig duidelijk licht
hierop liet vallen, maar ook onder vakmenschen be-
staat op dit punt de grootste onzekerheid.
De bepalingen tegen bedrog bij den inlandsdhen
handel omvatten hoofdzakelijk, dat men de bij alge-
558
ECONOMISCH.STATISTISCHE BERICHTEN
30 Juni 1920
meenen maatregel van bestuur genoemde artikelen
alleen in vooraad ten verkoop mag hebben, mag ver-
koopen, vervoeren, afleveren of ten vervoer in opslag
hebben, indien zij aan een zekere norm ‘voldoen. Vol-
doen zij hieraan niet, dan moet men duidelijk op de
‘verpakking of anderszins de hoedanigheid en samen-
stelling aangeven:
Voorts is men verplicht de artikelen, die men ver-
koopt, bij hun werkelijken naam te noemen. Dit althans
is naar wij meenen de bedoeling van art.2, ofschoon
het ons voorkomt, dat de redactie dit zeer onvoldoende
uitdrukt.
Ten slotte mag men alleen dan mengsels ‘verhan-
delen, ‘vervoeren, enz. indien de samenstelling en de
verhouding, waarin de ‘bestan’ddeelen en de mengseis
voorkomen, duidelijk zijn aangegeven. Overtreding
wordt gestraft met een geldboete van tea hoogste
f
500; bij herhaling binnen een jaar wordt de boete
verdubbeld of hechtenis ‘van ‘hoogstens 3 ‘maanden opgelegd. Bovendien worden de goederen in beslag genomen en kunnen zij verbeurd verklaard worden.
Bovendien is de rechter bevoegd vernietiging of
oubruikbaaranaking der goederen te gelasten.
Om deze bepalingen uit te voeren, worden de ambte-
naren, belast met het opsporen der overtredingen, met
voldoende macht bekleed.
Wanneer wij nagaan wat feitelijk het onderscheid is
tusschen den toestand, zooals ‘hij tot nog ‘toe was en
den nieuwen toestand, zooals men dien door dit wets-
ontwerp tracht te ‘bereiken, ‘dan ‘vinden wij dat men
nu tracht te voorkomen, dat ‘vervalschte of minder-
waardige goederen. ‘verhandeld of vervoerd worden,,
terwijl men .zichtot nog toe tegn bedrog kon wapenen
door te k’oopen met garanties voor de kwaliteit. Dit
geschiedt vrij algemeen en in ‘vrijwel de meeste geval-
len is dit een deugdelijke waarborg tegen bedrog ge-
bleken. Het wil ons voorkomen, dat waar men nu
verder wil gaan, men gevaar loopt, dat de contrôle
vanwege den ‘verbruiker zal verslappen, terwijl men
toch wel degelijk in aanmerking moet nemen, dat men
zelfs met den scherpsten opsporingsdienst niet altijd
zal kunnen verhinderen, dat de eigenlijke knoeiers
middelen zullen vinden om door de mazen van het net
heen te glippen, vooral indien de consumenten zelf
minder scherp toezien daar zij zich voldoende be-
schermd wanen.
De tweede groep bepalingen betreft den invoer en
hier ontmoeten wij groote bezwaren van de praktijk.
Gesteld, dat ibij den bedoelden a],gemeenen maatregel
van bestuur ook begrepen worden stapelartikelen, als
kunstmeststoffen (Ohilisalpeter, T’homasslakken,meel,
kali, enz.)
en
‘krachtvoeder (lijnkoeken, cocoskoeken,
sesamkoeken, en.z.) komt men tot bezwaren, die zoo
groot zijn, dat wij niet weten hoe zij in de praktijk
moeten worden opgelost. De ,,Memorie ‘van Toelich-
ting” helpt ons al ‘heel weinig en ook in het Voor-
]oopig Verslag heeft men deze moeilijkheden niet
behandeld. Moeten wij hieruit opmaken, ‘dat de Minis-
ter niet bedoelt deze artikelen er onder te betrekken?
Een duidelijke verklaring ware in ieder geval zeer
gewenscht.
Er ‘zij op gewezen, dat bovendien, nadat de goederen
ingevoerd zijn, zij ‘vanzelf ‘wederom vallen onder de
bepalingen gesteld ‘voor den binnenland,sahen handel,
zoodat in veel gevallen het onderzoek dubbel zal plaats
vinden.
De bij algemeenen maatregel ‘van ‘bestuur genoemde
goederen kunnen slechts bij bepaalde ‘kantoren worden
ingeklaard. De ambtenaren der Invoerrechten en
Accijnzen nemen monsters in duplo, die zij oprzenden
naar het Rijkslandbouwproefstation, dat ‘ze onder-
zoekt en den uitslag mededeelt aan de.douanen. Inge-
val de uitslag gunstig is (d.w.z. aan ‘de gestelde
norm beantwoordt) worden de goederen ton invoer
toegelaten. Is hij ongunstig, dan kan binnen veertien
dagen door den belanghebbende :heronderzoek worden
aangevraagd. Geeft ‘dit wederom een ongunstig resul-
taat, dan moet binnen dertig dagen ,,de ‘waar aan den
afzender worden teruggezonden.” Doet de geadres-
seerde dit niet, dan wor’dt ,,de waar” vernietigd of na
het ondergaan van een bewerking ten behoeve van
‘s Rijks ‘kas publiek verkocht.
Het onderzoek moet derhalve plaats vinden, terwijl
de partij zich in loods of ‘lichter in Rotterdam of
Amsterdam of in wagon aan de grens bevindt. Het
oponthoud zal aanzienlijk zijn en aangezien ‘de goede-
ren niet zoo lang in loods of lichter •kunnen blijven,
zal extra overladin.g meestal noodzakelijk zijn, zelfs in
de gevallen, waarin de goederen aan de gestelde eisc’hen
voldoen. Dit brengt zeer belangrijke kooten mede,
die natuurlijk verhaald moeten worden op den consu-
ment. Men overdrijft niet als men zegt, dat dit geza-
menlijk zeer ‘veel millioenen zal kosten, hetgeen men
gemakkelijk begrijpt indien men in aanmerking neemt,
dat het (gesteld weer dat de stapelartikelen allen
onderzocht moeten worden) om honderdduizenden
tonnen per jaar gaat, ja waarschijnlijk, ‘indien de wel-vaart van den landbouw en veeteelt weer op het hoog-
tepunt van véér den oorlog zal komen, tot over het
millioen tons. Men weet ‘bij de tegenwoordige werk-
bonen en korten arbeidstij’d ‘hoe groot ide kosten van
overlading, loods en lichterhuur zijn en nog afgeschei-
den van deze belangrijke kosten, hoeveel ernstige be-zwaren ‘brengt niet de ophooping ‘van goederen in de
havens mede, vooral daar men tegenwoordig toch
reeds zooveel ‘bezwaar daarvan ondervindt.
En hoe moet het gaan met de wagons. Moeten d’ie
aan de grens geladen blijven staan. Door wien moeten de staangelden worden betaald? De coöperatieve ‘ver-
eenigingen koopen ‘b.’v. ‘veel kunstmest per wagon uit Duitsc,hiand. Het spreekt wel vanzelf, dat deze coöpe-
ratieve vereenigingen nu zelf eventueel kosten zullen
hebben te ‘dragen en het is ons ‘dan ook ai bekend, dat
van die zijde ernstige bezwaren tegen de ‘voorgenomen
regeling worden te berde gebracht. Bij ‘het ‘bestaan’de gebrek aan wagons is het n’iet wel toelaatbaar, dat het
tekort op deze wijze nog zoo’veel ‘verergerd wordt. Dit
zou ook’ ‘voor andere takken ‘van indu’strie en handel
groote bezwaren ‘met zich brengen. –
En nog een enkele vraag dringt zich aan ons op.
Volgens artikel 5 worden er monster.s in tweovoud
genomen. Waarschijnlijk ‘bedoelt men een monster in duplo b.’v. van iederen wagon. Doch hoe staat ‘het ‘hij
invoer per stoom’boot, wanneer ib.’v. een lading van
5000 ton Ohil’i salpeter gelost wordt. Wordt ook hier-
van slechts één ‘monster genomen of gaat dit per
connossement? Het is evenwel zeer goed ‘mogelijk, dat
er voor de geheele lading slechts 1 connossoment is
afgegeven en hoe moet men een partij van ,b.rv. 10.000
balen ljnkoeken ‘bemonsteren? Neemt men uit derge-
lijke partijen slechts één monster, dan behoeft het
nauwelijks betoog, dat ‘dit weinig waarde heeft. Nu
zegt de Memorie van Toelichting, dat de zeer ver-
giftige ricinus meerdere malen in verschillende soor-
ten van ‘veekoeken aangetroffen wordt. Volgens wat
ons daarvan ‘oeken’d is, is di.t wel een eenigszins over-
dreven voorsteling en zou, indien men het totaalcijfer
der koelen ‘kon opgeven, die er in den loop der jaren
aan gestorven zijn, dit al zeer weinig indruk maken.
Gesteld echter men wenscht door onderzoek zeker te
zijn met ricinnis vermengde koeken (niet (vervalschte,
want waar ‘het werd aangetoond, was ‘het in zoo geringe
hoeveelheid aanwezig, dat van een ‘voordeel voor den
fabrikant nooit sprake kon zijn) niet ‘door te laten,
dan is ‘het noodzakelijk, dat men ‘van
bijna
alle balen
monsters neemt. Men begrijpt wat een leger van
amib-
tenaren daarvoor noodig zou zijn en wat dit aan den
Staat zou kosten. Tevens zou er een aanzienlijk percen-
tage van de waar ‘verloren gaan. Bovendien welk een
uitbreiding zou noodzakelijk zijn van ‘het personepi
der Rij’ksland’bouwproefstations. En zou al dit nieuwe,
moeilijk te controleren personeel, op volkomen be-
trouwbare wijze de onderzoekingen verrichten? Men
moet niet vergeten dat, wil men de monsters op boven-
30 Juni
1920
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
559
genoemde wijze nemen, er dagelijks duizenden mon-
sters naar de proef stations zouden worden afgezonden.
Men vindt misschien deze wijze van monstername overdreven, maar men zal toch moeten toegeven, dat
men anders onmogelijk de absolute zekerheid krijgt,
die men blijkbaar wil bereiken. Zelfs uit een enkele
baai kan men twee monsters trekken, die verschillend
resultaat geven.
Wat was nu de ervaring ‘bij de ingevoerde stapel-
artikelen? Wat betreft veevoeder kunnen wij met
absolute zekereid mededeelen, dat de ervaring van
jaren heeft geleerd, dat er ‘van ver-valsching der onder
hun varen naam ingevoerde koeken weinig sprake is.
Hoeveel honderdduizenden tonnen lijnkoeken zijn hier
niet ingevoerd, die na gemalen ‘te zijn, als lijnimeel
werden verkocht met garanties van eiwit, vet en zui-
verheid en dioeveel vervaisching is daarbij geconsta-teerd? Wanneer een heel en!kelen keer de zuiverheid
iets bleef onder de hooge norm die men hier te
lande stelt (waarbij men nog in aanmerking moet
nemen, dat de methode die men toepast om de zuiver-
heid te bepalen slechts een benaderende is), dan be-
stonden de onzuiwerheden uit de gewone, in lijuzaad
voorkomende onkruidzaden, •dus was er van verval-
schiog ‘geen ‘sprake. Ook zonder het onderzoek in de
havens werden deze afwijkingen bekend, terwijl overi-
gens bekend werd ee geheel op zichzelf staand geval
vaanbij in Iijnkoek vermenging met een zeker percen-
tage palimpitkoek werd aangetoond, hetgeen geschied
was hij een fabriek, die eerst paimpitten en daarna
lijnzaad geslagen had. Ook deze, »overigens zeer laak-
barö slordigheid, bracht geen gevaar ‘voor den vee-
stapel met zich.
Ongetwijfeld zou, ‘indien men de stapelartikelen van veevoeder en kunstmest ‘bij invoer wilde onderzoeken,
dit aan den landbouw zelf zeer veel kosten en daar
tegenover zeer weinig •v’oordeal opleveren. Bovendien
zal men toch onmogelijk, gezien de straf van terug-
zending of vernietiging, de norm al te scherp kun-
nen stellen, •daar men anders gevaar loopt, dat de
invoer geheel onmogelijk zal zijn.
Wat betreft de terugzending of vernietiging, schijnt
ons de uitvoering aan verschillende bezwaren onder-
hevig, vooral indien het geldt, wat vaak zal voorko-
rrten, huitenlandsch eigendom. Tegenover di’t alles
staat dat de consument zich
hij
de ‘tegenwoordige omstandigheden ‘voldoende kan verzekeren tegen be-
drog door te ‘koopen op garanties, zooals die b.’v. .door
dc Algemeene Handelavoorwaarden worden verzekerd
en aangezien het waarschijnlijk den Kamerleden niet
a]gemecn ‘bekend is, dat de op die voorwaarden ver-
kochte goederen ‘onderzocht worden ‘door dezelfde
Rijkslandtbouwproefstations, is het misschien goed,
hierop nog eens te wijzen. Ook bij deze voorwaarden
is de uitspraak van de proefstations volstrekt bindend. Wij kunnen niet verhelen, dat de bezwaren, ,die ‘het
ontwerp aankleven, belangrijk grooter zijn dan de
v’oordeelen. Het valt buiten onze ibeoordeeling of vo’or
de zaaizaden een speciale regeling gewenscht is, doch
voor veevoeder en kunstmest meenen ‘wij, dat dit ‘niet
noodig is. Wei kunnen wij ons vereenigen met de
sti’ekking van art. 2, ‘dat artikelen slechts on’der ‘hun
werkelijken naam verkocht worden, terwijl er ook
weinig bezwaar ibestaa’t den onderzoekinigsdien’st, die
nu reeds bestaat, wat te ‘verscherpen.’
Het is te hopen, dat Kamerleden aan di’t wets-
intwerp voldoende aandacht zullen schenken en dat
het althans in zijn tegenwoordigen vorm niet wordt
aangenomen. W. C. B.
JAPAN, CHINA EN NEDERLAND
II.
De in het vorig nummer opgesomde feiten omtrent
Japans optreden en houding tegenover China kun-
nen aanleiding geven tot het vormen van een mee-
ning, dat de ellendige toestand waarin ‘het laatstge-
noemde land op ‘het oogeublik verkeert, grootendeels
te
wijten
is aan de Qhina-politiek van Japan. Ter-
wille der rechtvaardigheid moet er echter op gewezen
worden, dat de westersche grootachten Japan in
deze roofpolitiek als voorbeeld hebben gediend, en
voorzoover ‘ze door den europeeschen warboel niet te
veel in eigen huis te doen ‘hebben, nog ‘dienen. Dit
billjkt Japan’s optreden natuurlijk ‘volstrekt niet en
de vroeger vermelde feiten zijn slechts naar voren ge-
gebracht om aan te toonen hoe de verhouding tusschen
beide Oost-Aziatische machten er op het ooigenbhk
uitziet en welke gevolgen een enge vriendsohapsbond
tusschen Japan en Nederland bij ‘het dhineesche volk
teweeg kan brengen.
Rusland, En’geland, Duitsahland, Frankrijk (soms als België vermond), Italië en de Vereenigde Staten
hebben sinds ‘lange jaren onder allerlei mooie namen
en klinkende leuzen een voor Ohina ‘zeer verderfelijke
politiek gevolgd, die des te gunstige materieele resul-
taten opleverde naarmate de Man Chu regeering zwak-
ker en de o’mwentelingsbew’egin’g, strevend naar den
val dier dynastie sterker werd. Er is jaren lang ge-
schermd met het motto ,,De politiek der open deur”,
welke opening echter nooit grooter mocht zijn ‘dan een
kiertje, waardoor alleen de •deurwachter sledhts toe-
gang ‘had. V66r 1904 •beheerscihte Rusland de ,,open
deur”, die toegaf gaf tot Monjgoli’a en Mantsjoerije,
Engeland, Tibet en het Yang tze kian’g-hekken.
Frankrijk Yun Nan en Kwang Hsi, Duitsahiand
Sdaan Tung. De wijze waarop die .grootimachten ‘hun
invloed ‘hebben uitgebreid geschiedde vol,gens hun
eigen politieke methoden en imperialistische sohrij-vers van al die naties hebben zich uitgesloofd om in
tallooze en dikke boeken de ‘heilmiddelen hunner eigen politiek ‘aan te prijzen en die hunner tegen-
standers af te ‘breken en te ‘verwerpen.
Vergelijkt men de japansche politiek met die van
de westersche machten, dan kan men hoogstens vast-
stellen, dat ze in graad verschilt, maar in wezen
dezelfde is. Hoogstens gingen de politici en diploma-
ten der westersche ‘machten wat ‘behen’diger en gesle-
pener te werk dan de japanche en van deze laatsten
kan men met zekerheid zeggen, dat ze er steeds voor
uitkomen waarom het hun te doen i’s, terwijl de
westersche ‘grootmachten zidh meer laten ‘voorstaan op hun ,,hulp”, zonder welke het China niet mogelijk
zou zijn zich een eervolle plaats in den rij der volkeren te verschaffen.
Het is ongetwijfeld waar, dat het tientallen eeuwn-
lange isolement niet alleen voordeel aan Ohina heeft
gebracht en dat de terughoudendheid en ‘vijandigheid
jegens alles was niet ehineesch was van de meesten der ohineesche staatslieden v66r 1900 het land veel
schade heeft berokkend, maar ‘het is zeer de vraag of de ongevraagde ,,’hulp”, die ‘het Westen China ‘heeft
aangeboden en opgedrongen nu wel zoo duur betaald
moet worden, dat ze een verdeeling van ‘het chineesche
rijk in muvloedssfeeren, waarin ieder der helpers een
voor zich voordeelige politiek kan voeren, tengevolge
moet hbben. Bovendien sluimeren in ‘het chineescihe
volk, ‘dat aan intellect de meeste westersche volkeren
overtreft, ‘zooveel sterke krachten, dat de tijd wel
niet ver meer ‘zal zijn, waarop China voor ‘verdere
dergelijke ,,’hulp” ‘beleefd doch drinigend zal ‘bedanken.
De europeesche ‘oorlog ‘verplaatste ‘het evenwicht der economische machten van den Atlantischen naar
den Stillen oceaan en door het bezit zijner koloniën
heeft Nederland als aziatisdhe mogendheid gewonnen, wat ‘het in de 19de eeuw als europeesdhe mogenclheid
aan belangrijkheid had ‘verloren. Het is niet noodig
uit te weiden omtrent de economisdhe en strategische
positie die Insulinde in het Verre Oosten inneemt,
maar van meer belang eens na te gaan welke gevolgen
een vriendschapsverbond met Japan of een andere in
dat gedeelte der ‘aardbol demineerende macht met zich
meebrengt. In Indië wonen menschen wan verschil-
lend ras en izede, en het dhineesche element bekleedt
560
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
30 Juni 1920
er sedert eeuwen een belangrijke plaats. In den handel
spelen ze en ‘belangrijke rol en worden als zoodaflM
zeer gewaardeerd.
Eén der meest opvallende kenmerken is de vaste
band, die hen met ‘hun ooraprongsland verbindt, met
welk laatste ze steeds in nauw contact blijven. Neder-
lan•dseh-Indië speelt in de c.hineesche emigratie een
zeer vooraanstaande, zoo niet de meest vooraan-
staande rol. De mij ten dienste staande cijfers volgen hieronder en zijn overgenomen uit de engelsche ver-
taling van L. Richard’s ,,G’ôographie de i’empire de
Chine.”
Shang Rai, Tsusewei Press. 1908.
Op bladz 478 vindt ‘men ten aanzien der emigratie:
,.The number of foreignci-s who have settled in China is
very limited. On the other hand the proportion of Chinese
who go abroad is considerable. Emigration bas in fact
assumed great importance and would increase were it not
for the restrictions placed upon it by certain powers. It is
especially in Mon.goiia and Manchuria that large niimbers
of Chinese eruigrauts are founjcl, from 10 to 15 millions and
perhaps more. According to the last official i avestLigation
the nuinber of Chinese abroad (exclusive of sttulcnts) is
o pproximately is foliows
Van de ongeveer 10 millioen Ohineeden buiten
China woonachtig komen in 1908, dus pim. 20 pOL, voor Nederlandsch-Ind.ië. Dat de .schrijver igranten
in Mongolia en Mantsjoerje ook telt bij diegenen, die
niet in het Chineesohe rijk wollen, komt geheel voor
zijn rekening.
De chineesche legeering heeft nooit nagelaten de
souvereiniteit over beide ]andstreken voor ziah op te
eischen.
Formosa dat eerst •sedert den oorlog van 1894 een
japausch wingewest is en met meer dan 2 millioen
op de lijst rvoorkomt, kan mi. moeilijk tot de emigra-
tielanden gerekend worden, evenmin als Franseh-
China, Annam en de steden Hongkong en Macao.
Do hiergenoemde landen en steden niet meege-
rokend, wordt het aantal emigran ton verminderd tot
4.347.900, zoddat feitelijk in onze Oost-Indische
koloniën ongevo’èr 40 pCt. der ‘buiten Ohina toevende
Gh.ineenen wonen.
Het aantal Japanners, dat zich in onze koloniën
ge’estigd heeft, staat daarbij verre ton achter. Ook
hier kon ik geen gebruik maken van nederlanidsohe
gegevens en moet volstaan met de vermelding wat
Karl Hausl.wfer hierover schrijft in zijn ,,Dai Nihon”
,,in der Südostasiati.sdhen In.selwelt einige 20.000,”
,4avon in Java 2000.”
• Ofsohoon ook zij, sooais bekend groote belangen in
Indië vertegenwoordigen is het eeonomish leven daar
van hen op geen stukken na zoo sterk afhankelijk als
van de zich in lusulinde beivindende Ohineezen, en
zijn zij nummeriok sterk in de minderheid.
– Een speciaal gesloten officieel of semi-officieel
viiend.sohapsvenbond tusseihen Nederland en Japan
SOLI.,
g&zien de tegenwoordige verhouding tusseheri
China en Japan, dan ook stellig kwaad bloed zetten,
zoowei in China, als onder de Chineezen in Ned.-
Indië.
Bovendien is ‘het niet steeds voordeelig een sterken
vriend in den arm te nemen, tenzij men zelf minstens
over even sterk krachten beschikt. Ongetwijfeld is
dan ook de tot ‘heden dooi- Nederland gevolgde poli-
tiek, om zich -buiten onze koloniën in Oost-Azië geen speciale kennissen te zoeken, de beste.
Intussc’hen publiceerde de – avonduitgaive van het
,Han’delsblad” van 12 April j.l. een op 8 April door
de Eastern Service uit Tokio verzonden telegram van
den tolgenden in’hond:
])e Chineesche regeering zal aandringen op wijziging van
• het Chineesoh-Nederlaudsch verdrag, daar de omstandig-
heden sterk tea gunste van China zijn ‘veranderd. –
– en toekent daarbij aan:
Ei- bestaat een handelsverdraig tussehen china en Neder-land, waai-bij evenals voor alle ing. verdrags-mogendheden
ook voor Nederland, de extei-i-itorialiteit voor zijn onder-
daiien werd bedongen. In het Statesman Year Book van
1919 werd hiervan gezegd •. ,,Alle verdragsmogendheden heb-
ben dit recht behouden en zullen het alleen opgevtn, ,,wan-
heer het hun gebleken zal zijn, dat de aard der Chineesche
vetten, -de Chineesohe bestuursmethode en andere overwe-
gingen haaf voidoetide waarborgen zullen zijn voor zulk een handelwijze?'”
In verband daai.mede mag worden vermeld, dat de ,,North China Heraid” ‘van 24 Januari mededeelt, dat
de Bond van Overzee-Ohjneezen” een speciale verga-
dering -hield op 17 Januari j:l., waar-bij leden van
Kuang Tung en Fu Kien-vereenigingen
1)
werden
uitgenoodigd ten einde te discuseeren omtrent de be-
staande verhouding tusschen China en Ohineezen in
hunne betrekkingen- tot Holland. Ter vergadering
waren twee agevaardi-gden uit Nad.-Indië, de -hoeren
Hsiung Hsi-chi en -Han aanwezig, die verklaarden,
door dhineesche kooplieden in Nederlandsch-Indië te
zijn afgevaai:digd, om ide regeerin
–
g te Peking zekere
verzoeksdhrifteu te overhandigen, en nadat de heeren
Lee en Yang Tehenig gesproken -hadden, werden de
volgen-de besluiten aangenomen.
2)
10.
Een vcreeuigïng te stichten met het doel het vraag-
stuk der nationaliteit van overzee Chinoe-sen te bestudeeren.
20.
liet indienen van een verzoekschrift door de Veroeni-
ging van Overzee Ohineezeu,
vragend een herziening
van
1101
(/,iieeseh
Hollandsehe verdrag.
30
Het indienen van een verzoekschrift door iedere cii
alle vereenigingen, samengesteld uit Chineezen, afkomstig
van Knang Tung en Fii Kien, ieder voor zich afzonderlijk
hetzelfde vragend.
40
Een officeel schrijven te richten, onderteekend door alle Kuang Tung en Fit Kien vereeuigingen en de ‘ereeni-
ging van Overzee Chineezen aan de Tuc-huns (Logerover-
sten), Sheuchangs (Provincieraad ouderlingen), Provinciale
Staten, Opvoedkundige Vereenigingen, Kamers van Koop-handel, Landboumverecaigi ngon en andere correct gecon-
stitueeide lichamen, welk schrijven een oproep zal inhouden
tot ondersteuning van liet verzoek tot herziening van het
bedoelde verdrag.
Is de mededeeling ‘van -het ,,Handelsblad” juist, dat
het Hancl.eisiverdrag van 1865, en specidal de extern-
torialiteit bedoeld -wordt, dan staan wij hier voor een
gebeurtenis van niet te onderschatten beteekenis.
Immer-s, een aanivrage tot herziening ‘van liet verdrag,
u1tgaande van ‘de Veroeniging van Overzee-Cihineezen
zal hoogstens aansturen op een verbetering der ‘be-
staande conditiën ten gunste der Ohineezen.
Het hier bedoelde tuschen Nederland en Ciii na
bestaande verdrag, werd den 6den
October
1863 to
Tientsiu ig
–
eslotein en wordt in het ,,Staatsblaid” rio.
119 van den 5dec October 1865 genoemd, -een
tractaat
van
vriendsc/lap
en handel.
Het ‘heeft om. ‘betrekking
op zeehavens -opengesteld voor Nederlan-dsohe koop-
IDe proviuciëii (eigenlijk Staten”) Kuang Tung en Fti
Kien liggen in het zuiden van China aan zee, en leveren het
groote aantal cliineesche emigranten dat gedui’ig ixIar Indië
stroomt. Ze niaiken deel uit van de
japansehe
,,inwloeds-sfeer.”
De -nanlelt E[siung :FF-si-ohi en Yan-g Tsoheug klinken
niet z1id1-ohineescl1, maal waarschijnlijk heeft de schrijver
iii de ,,Nortli China E[erakl” de Shanghai-klanken der clii-
ueesche teekeus gebruikt.
Hongkong
……
314.390
Canada
……..
12.000,
Macso ………..
74.560
U.
S………..
150.000
Formosa ……..
2.258.650
Mexico
3.000
Philipines
84.000
Cuba, Porto Rico,
French China
1.023.500
Jamaica……
90
000
Annam
……..
197.000
Trinidad
en
Brit
Siam.
……. ….
1.500.000
Guiana
……
10 000
Burma……….
134.600
Peru…………
45.000
Straits
……..
1.300.000
Chili
……….
7.000
D. E.
I.
&
Java.
1.825.700
Brazil ……….
20.00.0
Ituss. Asia ……
37.000
Mauritius
3.150
Korea ……….
13.200
S.-Africa……..
5.000
Japan ……….
17.700
Transvaal
8.’200
Sandwich IsI
27.000
Europe
1.760
Australia
35.460
Pacific
Isl…….
20000
Total
. . .
9.216.000
30 Juni 1920
1
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
561
lieden (art. 2), Nederlandsche Ohristen zendelingen
(art. 3), cxterritorialiteit (art. 6), zeerooiverij (art. 7)
en werd gesloten in den tijd, toen Japan de eerste trede
van de trap zijne economisch ongekend snelle ontwik-
keling ‘beklem en de faam der ,,Medusa” hier te lande
op alter lippen zweefde.
i)e berichten van het ,,Randelsbiad” en ,,North
Ohina Herald” zijn cenigs’zins vaag omtrent de belang-
rijkheid der personen, die een dergelijk verzoekschrift
iticlienen, en zonder hierop verder in te gaan zou meer
licht in deze zaak zeer gew’enscht ‘zijn.
Blijvend ibij de quaestie der exterritorialiteit, meen
ik to mogen aanstippen, dat deze ‘verhouding haar
oorsprong vond in de overeenkomst die Ohina in 1689
te Nertschiensjk met Rusland sloot, waarbij bepaald
werd, dat onderdanen der beide staten
op
beider ge-
bied
eventueel door hunne eigen regeeringsambte-
narea zouden worden gevonnist. Dit verdrag was
echter wederkeerig, en verschilt van •de exterritoria-
liteits overeenkomsten in lateren tijd met andere
niogeodheden gesloten. De text dezer latere verdragen
komt behoudens enkele noodzakelijke veranderingen overeen met die van het Fransch-Chineesehe verdrag
van 1.844:
,,.Les
Fraiiçais qui se ‘trouwent dans les cinq ports .Iépen-
drr’nt dgalement, pour toutes les difficultds ou les contesta-
tions
qui
pourraient s’dlever entre eux, de la juridiction
fraiiç’aisc. En cas cle différends survenus entre Français et
traiigers ii est bieii stipulé que l’autorité chinoise n’aura
5,
scn 1Lêler
d’aueune ?naniâre.”
De clausule in het Nederi.-Qhineesc1he tractaat van 1.865 luidt als volgt (pag. 4, art. 6, le al.)
(,esc’hillcn lusmh en Nederlandsche onderdanen zullen door
bemiddeling van den plaatselijken Consul buiten tussohen.
komst der Oltinesche Regering worden geregeld.
In geval
geschillen tusscheu Nederlanders en Chinezen, zullen de
heiderzijdsehe overheden trachten de partijen over te halen
tot cciie schikking in der mime, doch mogt
zulks
niet gé-
lukkei.i, niet elkatider in overleg treden en naar regt uit-
spr’vk doen.
Een franscihe text van het Nederlandsch-Chineese.he
tractaat kon ik niet ‘vinden, en evenmin nagaan; of
con dergelijke text bestaat.
De
civaestie
der exterritoriaiiteit is zeer begrij-
pelijk, velen Chineezer een doorn in het oog, cii
ofschoon het vormen van al deze kleine ,,staatjes in
den ohi.neeshen staat” oorspronkelijk door het groote
verschil in ras en zede voor den in China toevercden
vestet]iiig gerechvaardigd was, moet de onpartijdige beoorcleelaar toegeven dat •het streven naar afschaf-
f1 ng dezer bovioorreoh.tiug, van Chieesehe zijde even-
eens begrijpelijk is.
En te mcci, omdat ibuiten Oljina wonende Ohinee-
zeri in dc landen waaitheen zij emigreeren volstrekt
niet (loze rechten genieten.
T
o
o
r
zooves Nederlandsch-I udië betreft, werd in
1.896 de priivaatreohterlijke oestaud der Chineezen
in Indië opnieuw geregeld, en mag worden aange-
voerd, dat i.n uij.n . ,,Aaruhiedin.g der ontwerpen aan
Z
.
E.
den Gouverneur van Ned.-Indië”, de directeur
der Jusi tie Mulock Houwer, memoreert, dat aan twee
voorwaarden moest worden voldaan:
10
dat van den Staat geen. finaacieele offers moois-
teit geëiseht worden, welke aan de uitvoerbaariticici
ceiser nieuwe regeling zouden in der weg staan;
2°. idat (le nieuwe regeling moest geschieden in
den geest des’ Ohineesche rzeden en gewoonten.
1)
Deze regeling tast echter nergens de jurisdictie der
Ned.-Indische regeering aan, en •in het ,,Besluit van
16 Augustus 1911. bevele.ude de plaatsing in het
.,Staatsbiaci” (no. 280) ‘van de op 8 Mei 1911 tussoheti
Nederland en China gesloten cocisu t aire overeen-
komst,” luidt art. 2 ook weer:
De Consuls-Generaal,
Codisuls,
Vice-Consuls en Consulaire
)Pag. VI ,,Froinber.g”. Nieuwe regeling s’aii den privaat-
reehterljkeii toestand dc,’ Chineezen, ontworpeu op last der
regeering van Nêderl.-Indië, Batavia 1897.
Agenten van China worden besehowd als handelsagenten,
ter
bescherming van den handel
hunner landgenooten in hun
eonsulaii’ ressort.
Zij zullen verbijf houden in de havens van de overzeesche
bezittingen of koloniën der Nederlanden, aangeduid in
hunne commissie
en zijn zoowel aan de burgerlijke als aan
de straf wetten van die bezittingen of koloniën onderworpen
behoudens de uitzonderingen, welke deze overeenkomst te hunnen gunste vaststelt.
Het bericht van de Eastern Service in het ,,Han-
delsbiad” zegt o.m., dat een fierzieniná noodig wordt
geacht
•. ,,daar de omstandigheden sterk ten gunste
,,van China zijn veranderd.”
Dit laatste ‘mag echter wel aan een nauwkeurig
onderzoek worden onderworpen. Want niet alle Chi-
neezen ‘zijn van meening, dat het reeds z66 ver met
China is. Zoo meent b.’v. de reeds aangehaalde Si-Gung
Ohetig M. A. B. Sc. (Econ.)
1),
.dat China, alvorens to
kunnen overgaan tot afschaffen der exterritoriali-
teitsrechten eerst het gevangeniswezen moet hervor-
men. De thans (Augustus 1919) bestaande zijn niet
anders dan vervuilde holen waar in een beperkte
ruimte vele menschen worden saamgeperst. Ze moeten
zooidanig veibouwd en van sanitaire inrichtingen wor-
den voorzien, dat eventueel westelingen ‘zonder schade
voor hunne gezondheid er kunnen worden opgeborgen.
Vervolgens moet China in het bezit komen van een
een burgerlijk wetboek, een wetboek van koophandel
en bovendien zijn strafwetgeving grondig hervormen, opdat aangeklaagden en aanklagers alvorens voor den
rechter te verschijnen, weten, waaraan zij zich hebhen
te houden.
Ten derde moet China kunnen beschikken over een
groot aantal geschoolde rechters, die in staat ‘zijn de
wetten kundig en rechtvaardig ten uitvoer te brengen.
Ongetwijfeld (vervolgt Oheng) zal China mettertijd
deze drie dingen in vervulling brengen en beweegt
zich reeds snel in die richting, maar het is gemak-
kelijk te begrijpen, dat in een land van zoo enorme
uitgestrektheid en bovendien nog geteisterd door
politieke woelingen en hehept met een financieele
chaos, dergelijke hervormingen eerst na eenigen tijd
de westerlingen kunnen ‘bevredigen. Twintig jaar
zullen er wel noodig zijn voordat de totale afschaffing
van exteri
–
itorialiteitsredhten een voldongen feit is
geworden.
Tot zoover Oheng, die, zooals intussohen duidelijk
blijkt, ondanks zijn bedenkingen tegen de tegenwoor-
dige ‘wijze van rechtspraak en het gevangeniswezen,
toch wel degelijk voorstander is ‘van afschaffing der
exterritorialiteitsr.eohten.
Inmiddels moet er nogmaals op gewezen worden,
dat Iliet, heridht der Eastern Service uit Tokio afkom-
stig is. De aanvragen tot lierzienin
i
g van het NederL-
Chineesdhe verdrag, gaat uit ‘van Chineezen afkomstig
uit provinciën waar 3apan’s invloed met den dag
ste.iker wordt, ondanks den tegenstand dci’ Ohineeze,i
zelf, De tegenwoordige Ohineesche regeerin.g te
Peking wordt in de ,,Norbh China Herald” scherp
aangevallen en beschuldigd, geheel te worden beïn-
vloed door japansch militairisme.
Dat het verzoek uitgaat van Overzee-Ohineezen uit
Nederl.-Indië is niet geheel onbegrijpelijk, omdat,
zooals vroeger aangetoond, in Indië het grootste aan-
tal, der chineesche emigranten toef t, eii in Necici’-
landseh-Indië de politiek der
Open Deur,
in tegen-
stelling met dat wat anderen onder die uitdrukking
vers baan,
werkelijk is doorgevoerd.
Maar het is ongetwijfeld van belang, dat eens
grondig wordt cagegaari, welke machten feitelijk
aohter de aanbieder.s van, het verzoekschrift staan.
Om nog eens terug te komen op de thans heer-
schende zeer slechte verhouding tusshen China en
Japan, meen ik te mogen opmerken, dat liet onge-
twijfeld verre de verkiezen is, dat Nederland zich
vrienden zoekt en vriendschapabonden sluit met vol-
1)
Modern China. Oxfcrd. Olarendon Prees, 1919, pag. 187.
ho
562
.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
30 Juni 1920
keren
binnen
de grenzen van Insulinde, dan .dat het
zich
aansluit hij een machtigen staat, die in het Verre Oosten nu juist niet de onverdeelde sympathie geniet
zijner naaste en verre huren.
G.
VAN GELDER.
Amsterdam, Mei 1920.
N a s c ‘hr i f t. – Omtrent het aantal Ohineezen in N.-O.-I. heersoht verschil van meening. In het jaar-
schrift:
China in 1918
wordt op ,blz. 113 .de chineesc’he
bevolking in Indië op 700.000 zielen geschat.
De encyelopaedie van Nederl.-Indië 2e druk 1917
geeft op blz.. 487 als totaal in 1905 563.449. Of ‘de
tijdelijk e,migreerende Ohineezen hier onder vallen, is
niet .duidel’ik, evenmin of de in Indië als Neder-
landsch-Iudischc onderdanen ingeschreven Chineezen
in dat getal berekend zijn.
De titel ,,North Ohina Daily Herald.” is onjuist.
Het bewuste blad heet ,,North Ohina Herald” en is de wekelijksche uitgave van de te S’han’g Rai ver-
sdhijnende ,,Norlih Ohina Daily News”.
DISCONTO: VERH000ING BIJ OVERVLOED
OF BIJ SCHAARSCHTE VAN RUILMIDDELEN?
Waar de heer G.’ M. Boissevain mij ,,tart om te
bewijzen, dat Pierson hem een dementi zou hebben
gegeven, waar ‘hij beweerde, dat onder zekere omstan-
digheden aanleiding ‘bestond voor disconto-werhoo-
ging”, ben ik hem een kort antwoord schuldig
Die ,,zekere omstandigheden” hielden in
,,schaarsch-
te
van ruilmiddel”. Ik heb de vorige maal een dozijn
plaatsen bij Pierson geciteerd, waarin deze zegt, dat
gouduitvoer en disconto-verhooging plaats vindt ‘bij
overvloed
van ruilmi.d’del en
alleen
dan plaats ‘vindt;
daarmee is naar ‘het mij ‘voorkomt het gevraagde bewijs
geleverd. Meent de ‘heer Boisse.vain, ‘dat volgens Pier-sea
ook
bij schaar.sohte van rui],middel goud wordt
uitgevoerd (waarmee P. dan in strijd met zich zelf zou
komen!), dan had het aan hem gestaan .dat te ‘bewijzen.
Ik ‘heb hem ‘de vorige ‘maal daartoe ‘beleefd uitgenoo-
digd. De ‘heer Boisse’vaiu is echter in gebreke geble-
ven, dat bewijs te leverert. Hij kan van mij niet het
bewijs vrageti, dat Pierson zoo iets
niet geschreven
heeft. Een negatief bewijs is nooit te leveren. Ik ‘durf
intu.sschen ‘beweren, dat zulk een plaats bij Pierson
niet te vinden is, omdat .ze in tegenspraak zou zijn met
al wat Pierson ‘gsohreven heeft.
Intuisscdhen blijkt nu wel de oorzaak van de afwij-
kende meenin’g van den heer B. Volgens hem is er
,,schaar,schFte ‘van ruil.middel”, zoolang er credietvraag
bij de Bank is. Daar er altijd credietvraag bij de Bank
is, mits de rente niet al te ‘boog is, is er dus volgene
den heei B. vrij(wel altijd schaarschte van ruilmiddel,
en in ieder geval dan, wanneer de rente laag, en
het ruilmiddel, ‘in de taal van Ricardo en Pierson, dus
juist ruim is. Wanneer men dus de uirtdru.kkingswijze
van den heer B. gaat gebruiken ,is ei inderdaad reden
te over voor allerlei misverstand.
Zulk misver.stan& heeft eChter van Ricardo tot
Pierson nimmer ‘bestaan. Daaruit blijk-it afdoen.de, dat
de heer B. iets nieuws voorstelt, en dat dat nieuws
niet iets ‘goeds is. Het zal dus wel zoo verstandig zijn, zich maar bij het oude en ‘beproefde te honden;
Hoe gebrekkig de terminologie van deii ‘heer B. is,
blijkt ook daaruit, dat hij zelf in dit artikel de term:
,,rui’mte ‘van ruilmiddel” in een van de laatste alinea’s
weer in den zin van Ricardo gebruikt. Daar spreekt
hij ‘van ,,ruimte ‘van ruilmiddel, veroorzaakt door over-
matige uitgifte van on,gedekt fiduciair ruilmiddel”.
Maar zulk een uitgifte komt er alleen, als er ,,groote
credietvraag” is, en dan is er juist (‘volgens den heer
B.) schaarsohte van ruilmiddel.
Intueschen is nu uit dit artikel van den ‘h.eer B.
duidelijk geworden, dat
‘hij
niet meer volhoudt, wat
aanvankelijk zijn stelling tegen Mr. Van Gun was, dat
het disconto verhoogd moet worden, wanneer ‘het ruil-
middel sohaarsoh is, maar dat dit slechts in één iie-
paald, door hem genoem.d geval gebeuren moet. Vol-
komen eens blijkt de ‘heer B. het met den heer Van
Gun te zijn, dat er in het meest voorkomend geval van
ruilmiddelovervloed (in .den ouden zin) d.w.z. ‘bij over-
matige uitgifte van ongedekte biljetten, aanleiding
tot verhooging, niet tot verlaging van disconto zal
zijn.
Aanleiding tot verlaging is er echter volgens den
heer. B. in alle gevallen, waarin hij overvloed . van
ruilmiddel (en ook hier gebruikt de beer B. dit begrip
iveer in den ouden ‘zin) de circulatiebank geen reden
heeft om gou’duit.voer tegen te gaan, omdat haar goud-
voorraad voldoende is. Ook dit is een nieuwe leer;
volgens de grondbeginselen van Pierson is er in zulk
een geval geen reden hoegenaamd voor renteverlaging,
en de heer B. zelf noemt ook geen enkele reden, zoo-dat wij ‘omtrent den grondslag zijner leer in het duis-ter tasten.
Intusschen, wat daarvan zij, voldoende is nu wel
aangetoond, dat Prof. Van Gijn gelijk had van nieuwe
beginselen te spreken.
flet spijt mij, dat ik het zoo oneens moet zijn
omtrent Pierson’.s opvattingen met een man, die een
halve eeuw niet Pierson samengewerkt heeft, maar
de heer Boissevain zal ‘de eerste zijn om te erkennen,
dat alle persoonlijke consideratie moet wijken voor de
uiting van een op goede gronden rustende overtuiging.
E. C. VAN DORP.
N a s c h r i f t. – De Redactie heeft de vriendelijk-
heid gehad, mij van bovenstaand artikel kennis te
geven v66r de publicatie daarvan en mij in de gele-
geniheid te stellen, daaraan mijnerzijds een kort ant-
woord toe te voegen.
Gaarne maak ik van de aangeboden gelegenheid
gebruik en mijn antwoord zal inderdaad zeer kort zijn.
Ik zie toch werkelijk het nut niet in van een derge-lijk twistgeschrjf.
Zoo verwijst Mr. Van Dorp weder naar hare vroe-
gere citaten uit Pierson’s geschriften, maar zij doet
dit zonder dat door haar in aanmerking wordt’geno-
men, wat ik over die citaten opmerkte. Z66 komen wij
niet verder.
In het algemeen ‘valt te zeggen, dat voortzetting
onzer polemiek slechts zou lei.den tot herhaling van
vat reeds vroeger geschreven ‘werd.
Ik bepaal er mij dan ook toe de belangstellende
lezers te verwijzen naar den inhoud mijner vroegere
artikelen.
Maar uitdrukkelijk verzoek ik onzen lezers, die er
belang in stellen te weten, wat mijne zienswijze is over
‘de beh’andeldc onderwerpen, te lezen, wat ik zelf ge-
schreven heb en niet er zich toe te bepalen om kennis
te nemen van wat Mr. Van Dorp mij laat zeggen en
van de daaraan dooi haai’ verbonden gevolgtrekkingen.
Dat ik mij daarmede in geen enkel opzicht vereenig,
vereischt geen betoog.
G.
M. BOISSEVAIN.
26-6-20.
LONDENSCHE CORRESPONDENTIE.
Parlementaire debatten over den Vol-
kenbond en de petroleumpositie van
Meso potamië; de wisselkoers op Britsch-
Indië.
Onze Londenshe ‘correspondent schrijft ons d.d.
26 Juni j.l.:
The centre of pohitical interest towards the end of
last week was transferred to foreign politics. Of the
decisions of the Boulogne Conference so far as the
financial preblems are concerned little is known,
except ‘that the prohlem of shearin,g the sheep is now acccm’panied ‘by the further proble.m of dividing ‘the
wool. It is perhaps ‘best to await the resuits and
conclusions of the Spa conference, wihich must be communicated in a fuller manner than those of ‘the
hasty conference of last week-end ibefore ‘discussin,g
30
Juni
1920
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
563
the problem anyfurther. The exchanges continue to
register the aspirations of the speculative market;
whether the ,,bulls” wil] ultirnately reap their laarvest
rem ains to be seen.
More important immediately are the series of
debates centerin,g on the League of
nations and the oil position of Meso-
p o t a m i a. On Wednesday, 16 June, the House of
Oommons was invited to give a second readiug to the
Nauru Island Agreement Bill, a legislative proposal
whiohhasr oused the bitter attacic of the more
prominent supporters of tihe League, as absolutely
inconsistent with the covenant in letter and spirit.
What is Nauru Isiand?’ It is a small island in the
Pacific, wihioh as the official spokesman of the
Government put it in debate, is simply a phosphate
rook. It represents an immeusely valuable storehouse
of this important raav materi.al. The island, under
German sovereignity ibefore the war, passed into the
hands of the Entente by conquest, and was transferred
under the peace Treaty as a mandatory area to the
British Empire. The phosphate deposits were
exploited iby an English Oompany, though it appears
that there were important German (holdings, avhich
‘ere of course seiized iby the State at the ontbreak of
war. It now appears that on July 2, 1919 en aigree-
ment was made between the Governments of the
United Kingdom, Australia, and New Zealand by
whioh the Coinpany was to be hought out, the Govern-
ment of the isdand was to pass into the hands of an
Ad.ministrator, whilst the working of the phosphate
deposits was to pass to a body of three Commissioners,
one to die ap.pointed iby eaoh of the Governments
concerned. But the iniportant articles are those
regulatiug the distriibution of the product, and it was
these clauses wihich especially attracted attention.
Firstly, the three goveraments have a prior claim to
the deposits; the a.mounts allotted to eaeh govern-ment are for home consumplion and not for export: no phosphates may be sold or supplied to any other
place other than the three c’ountries named, except
with the unanimous oonsent of all the Oomimissioners;
any Government not taking up its full allottment
must allow the other two govern’ments to take over
the amount in the idefined ratio if they
wish.
Tihe
financial arrangements are as follows: the three
gorvernments obtain their contingent at cost price
wihigh must ibe uniform for all three, but ,,any phos-
pihates not required by the three Governiments may be
sold iby the commissioners at the best price obtainable,”
that is, at current world priees. The debate on this
bill covered a wide ground, but the important aspects
ooncerned the relation of this policy to the Mandatory
policy emboidied in the Peace Treaty. Had the Govern-
ment the right to dispose of the pr(yducts of the islaud
and of its administration without the consent of the
memhers of the League or the Oouncil? Was it not a flagrant violation of the .provision as to the open
door in the Mandatory areas? And if the Government
of the Unitod Kingdom was to violate the Provisions
ot its own treaty on self ish grounds, ‘what was to save
the Leagne from contempt and the country from the
suspicion of crude materialism? Thesé were the
points of view put with great force iby Lord Robert
Oecil
1
) and his Brother, Lord Hugh Oeoil, Mr. Asquith
and others, not all of whom are friends of the League,
and who fraukly regretted that it was necessary to
violate the Oovenant in order to safeguard the
interests, as conceived by them, of the Empire. The reply to these attaeks lay in the hands of the Leader
of the House of Coinmons, Mr. Bonar Law, and is not
;devoid of interest.
There is nothing in the proposal, in effect, said
Mr. Law, whiah in any way reflects on the devotion
of the British Government to the League The League
can always disapprove of the terins of the agreement.
‘)
Zie Pag.
565
van dit nummer. – Red.
It appears however that this reply conceals a diffi-
culty: will the Government allow a possible modifica-
tioti not only of the aclminis u
trative clases of the
measure, bu also of the economie? This point was not
specifically dealt with at first by Mr. Law, but it
appears from a later reply wihidh he made that the
official view is, that a dietinction must be drawn
between the financial rigihts of the new owners and
the administrative rights. The former it acquires from
the old owners and are not subject to control. It is
ohvious that this theory, if adhered to, will mean that
the open door in Mandatory areas will be imperilled,
if the State hecomes universal owner by buying out
other concessionaries, and this point also was raised
in debate.
It only remains to add that it now appears as if the Government does not intend to subnait this question
to the League at all.
The problem of Mesopotamia and Mesopotamian
cii was raised again this week. On Tuesday, the
Underseeretary for Fo’reign Affairs said, in answer to
a question that the only agreement entered into by the Britiah Government for the disposal of oil was
with Frauce: no restrictions had been placed on the
use to w.hid:h oil, covered, by this agreement, was to be pnt; en ‘the same day the Leader of the House,Mr.Bonar
Law, asked to declare the oil policy of the Govern-
ment, in Mesopotaimia, saiid that the manidate was not
yet formulated and that until the future government
of Mesopotamia is constituted, libero can exist no
anthority competent to igrant new concessions. Tihe
matter was raised again in the course of the debate
on ‘flhursday. The Premier, replying to Mr. Asquith,
stated that ,,there is no arrangement of any sort er
kind wibh any Comp’any”, on the contrary ,,the whole
of the property will ibelonig to the Arab State, suhj eet
to any arrangements which were made before the War
with Turkey.” At the same time, the Premier
strongly protested against the view that the League
was competent to distribute mandates, this miglit lead
to intolerable conseqnenccs from the allied standpoint.
Whether the Arab state is to get much is rather
doubtful, if it is the case that the whole of the oil
in the Mosul region had already been conceded by
the Turkish Gorvernment to the Tu,rkith Petroleum
Co. in June, 1914, as the Prees to-day states. The
German share in this concession (25 pOt. of the
whole) will now pass to France: but it remains to be
seen if the ,,A1l-British school”, whicih finds its
journal in the ,,Daily Express” ownedhy Lord Beaver-
broek, to whom Premier owes much, will not oppose
the retention of the concessionary rights of this
company: whi]st the generosity of the Premier’s
intentions will hardlysatisfy the Opposition.
The K r a s s i n m i s s i o n has been the subject of
some pessimistic comment: the dangers to Which T
pointed last week led to the statement that at a pri-
vate meeting between the Premier and M. Krassin
something like an ultimatum was ‘delivered, and that
as the Soiviet authorities were determined not to
yield the point except as part of a policy of general
recognition, failure of the n,egotiations was inevitthl. An official dementi was issued subsequently, and the
Herald states this ‘morning that Moscow is prepared
to concede the recognition of British private dthts,
whilst the peper maintains its pessimistic attitude in its Jeading’ article. At the Labour Party cougress an
overw’helmiug ‘vote was against union with the Third
international at Moscov: at the same time it should
not be imagined that the attitude of the British Government is not regarded with cousiderable
suspicion. The party as a whole would welcome the
restoration of trade, though it shows that the ideaology
of Lenin kas no hold over the mases of the ;vorkers
in this country.
The difficulties of t h e I n d i a n exchange
have led to very important changes this week. 1 must
564
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
30 Juni 1920
correct my statement in my last letter. The inter-.
nal ratio was 15 : 1, at w.hich gold was legal tender;i
the outward iatc was 10 : 1, which would gwe
S
sterling rate •of 1 rupee to 214 approximately, siuco
paper sterling is dapreciatad in terms of gold.
Henceforward gold ceases to be legal tender
at the ratio 15 : 1, thoug.h for 21 days after JunoI
21/1920 gold will st,i]l be received al this rate
iy the Government. The Indiaii Government pro-
poses to estajblish a now legal tendei ratio of 1.0 : 1..
The restriction on the import of gold •bui.lion and
foreign coined gold is remotved es from June 21, and
after the expiry of the 21 days, the import of British
gold coin will also he freed. Since the market price of
gold Jias fallen ibelow the official ratio, the smuggling
of British coin for conversion ihas occasioned diffi-
culty. At the san.e time, the Indian Govettiment has
altered the selling price of drafts on London: the rate
is altered to 1/11
°
132
and 1/11’/ia for immediate and
deferred remittances rerpectively. At these rates
£ 1.000.000 will be soM week]y until further notice.
These ohanges sei to ibe generally welcomed, though
t,he Bombay correspondent of the ,,Tiimes” reports
much dissatisfaction there.
For the first time in the;history of English banking,
ii; seems that a ‘strike is likely to occur: the Scottish
bauks and their employés are at issue on the question
of the c-reation of a ,,Wihitley Council” ie. acouncil
representatijve of the banks and the employés as a
whole. The case of the bauks seems to be that the
confidential nature of the baniking relations iniposes
a certain restraint on the idegree to w.hich condition.s can ho discussed over the industry as a whole. Should
a strike occur, it eau tharly ‘help having important
reactions en the conditions . south of the bor.der
especially as the relations between Ertgiish and
Scottish haaks are so much closer than they were.
The question of a sympathetic strike has so far not
even been raised, but it will be interesting to watoh
developments.
T h e B a n .k R e t u r n this week shows conside-
rable mnvenent in the Derposits and the Securities
in the Banking Department. Puiblic Deposits have
declined by £ 3.389.518: other Deiposits by £ 14.079.716:
Government Securities have fallen tby £ 17.798.935,
thougih discounting at the Bank has iucreased the
other Securities by £ 1.326.988. The note circulation
is up £ 1.074.515: at the same time, Coin and Bullion iacreasing by £ 125.302; the net fail in the Reserve is £ 949.213 so that in view of the decrease in Deposits,
the reserve ratio has improved to 15% pOt. The
Currency Note Account shows a very small fali in the
circulation of £ 84.000: the Gold and Bank of England
cover against Treasury notes is unchanged. The
floatiug ddbt stood at £ 1.291.314.000 on June 19th.
Treasury bills are up :by £ 794.000: whilst £ 10 mil-
lions has tbeen repaid to the Bank, and £ 500.000 to
Government departments.
A further ‘bank amalgamation is announced: the
National Provincial Bank absorhs one of the few
remaining provincial banks, the North-llamptonshjre
Union Bank. The position in the Cotton Industry stili
gives room for anxiety. Wholesale prices are en the
whole . easier, though breadstuffs and feedingstuffs
are harder.
It is now certain that the railways will not be taken
ovr by the Government: but since the full details of
the dew seheme are not yet available, comment will
be reserived tili the Government issues the Vhite
Paper we are promised.
AANTEEKEN1NGEN.
De Re/,ening-courant-S’alcli der Ne-
d e
91
and s c h e B a n
k.
– Ten vervolge op de be-
schouwingen over goudafgifte door circulatiebanken,
die in het vorig nummer werden overgenomen, volgt
hieronder hetgeen de President der Nederlandsche
Bank over bovenstaand onderwerp in izijn jongste ver-
slag schrijft:
De rekening-courant saldi credit wijzen naar verhouding
grootere wisselingen aan. Deze gelden, voornamelijk van bankiers en eenige groote lichamen, moeten om verschil-
lende redenen voor de eigenaren beschikbaar blijven en zijn
dus voor beleggingen in de markt niet bestemd. Aan dit
doorloopend hoogere cijfer werken ook indirect belangrijke
bedragen vait het buitenland mede, voor welker aanwezig.
held in ons land vroeger geen reden bestond.
Het vraagstuk, in hoeverre in ons land . eene inflatie
geacht kan worden te bestaan door eene overdailige hoeveel-
heici ruilm’iicldelen in omloop, houdt ojs voortdurend bezig.
Het is natuurlijk zeer moeilijk om op dit punt een juist
oordeel uit te spreken; op den duur zal alleen de geschie-
denis eeoe uitspraak hierin kunnen doen. Bij de beoordee-ling van dit vraagstuk moet men echter in het oog houden,
dat verschillende factoren aanwezig zijn, welke eene circu-
latie van immer fiduciadr geld (daaronder begrepen rekening.
coura.ntsa]di crdit) noodig maken dan vOOr den oorlog. In
alle richtingen zijn de uitgaven sterk toegenomeii, zoowel
van den Staat, Gemeenten en andere corporatiën als van
particulieren
;
maar ook het buitenland doet veel meer
zaken via ons land, èn door cle betrekkelijke stabiliteit van
den Gulden, èn door de overbrengiing van belangrijke kapi-
talen naar ons land; de talrijke vestigingen van nieuwe
zaken, zoowel bankzakeu als haudelazaken, in ons land,
hebben ook haren invloed doen gelden. Daarbij zijn de
kapitalen van onze eigen groote ondernemingen, banken,
stoonivaart-maatschappijen, cultuur-ondernemingen, fabri e-
ken, enz. zeer belangrijk grooter geworden dan vdör
1914,
en vele dezer lichamen hebben uit den aard der zaak groo-
tere kas-beweging, maar wenschen ook veel grootere kassen
aan te houden in den vorm van bankbiljetten in kas en
saldi credit bij particuliere baoken en bij ‘cle circalatiebank.
Wij zien daarvan dagelijks de tastbare bewijzen.
1)
Bovendien hebben wij verschillende aanwijzingen, dat be-
langrijke bedragen in den vorm van Nederlandsche bank-
biljetten en saldi tegoed in rekening-courant worden aalige-
houden zoowel door landgenooten als door vreemden bij
wijze van
zag.
,,Thesaurirung” (hoarding), welke bedragen
dus niet tot de eigenlijke fiducinire oirculatie te rekenen
zijn.
Nog op een ander punt moet de aandacht worden geves-
tigd. Tijdelijk beschikbare gelden werden vOOr den oorlog
bij voorkeur uitgegeven in z.g. daggeld (en cali), en prolon-
gatie. De ,,blokkeering” van de aldus ter beurze uitgezette
gelden in den aanvang van den oorlog heeft een aantal
groote geidgevers en vele der groote banken en bankiers zoo
afkeerig van deze wijze van geld-uitzetten gemaakt, dat deze
niet meer geld op prolongatie willen verstrekken ter beleg-
ging van kasgelden. De prolongatie-markt heeft daardoor
een geheel aûder karakter gekregen, en is op zich zelve aan
1)
Uit het laatste jaarverslag van de Zweecische Rijksbank nemen wij onderstaand belangwekkend staatje over:
Bankbiljetten-circulatie.
Het gouddekkings-percentage voor
de bankbiljetten van diezelfde lan-
den
bedraagt op genoemde data:
Zweden
Noorwegen
Denemarken
Holland
Zwitserland
Data
Bedrag
in miii.
Toene-
ming in
%
sinds
Bedrag
in miii.
Toene-
ming in
Bedrag in miii.
ming in
130-6’14
Bedrag
in
miii.
ming in
Bedrag
Toene-
ming n
1
306’i4
Zwe-
Noor-
1 Dene-
1
1
mar-
–
Hol-
Zwit-
i
1
ser-
Kronen
306’14
Kronen
%
sinds
ICronen
%
sinds
Gnidens
sinds
Francs
%
sinds
den
wegen
sand
1
306’14
30-6’14
ken
land
1914
Juni 20
239,0
–
123,9
–
159,8
–
308,2
–
285,3
–
44,1
35,7
47,9 52,4
61,6
Dec.
31
304,1 27,2
134,2
8,3
206,6
29,3 473,1
54,5
455,9
59,8
35,7
28,6 44,2
44,0
52,2
1915
Dec.
31
327,9
37,2
162,2 30,9
220,4
37,9
577,1
88,5
465,6
63,2
38,0
31,8
50,5
74,4
53,7
1916
Dec.
30
417,5
74,7
251,7
103,1
284,9
78,3 758,4
147,7
536,5
88,0
44,Og
48,9 56,1
77,5
64,3
1917
Dec.
31
527,7
139,6 326,3 163,4 337,9
111,5
890,3
190,8
702,3
146,2
42,7 35,7
51,5
78,4 50,9
1918
Dec.
31 813,5
240,4
436,3
252,1
450,0
181,6 1068,9
249,1
975,7
242,0
35,12
28,0
43,2
64,5
42,5
1919
Dec.
31
747,8
212,8
454,3 268,7 489,3
206,2
1032,7
237,3
1038,1
263,2
1
37,6
32,5 46,4
61,7 49,9
30 Juni 1920
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
565
veel grooier schommelingen van ruimte of schaarschtë
ön’derhevit; mitsdien geeft cle ,;pr’olongatie-rente” geen
zuiver beeld meer van den ‘rentestand op de geidmarkt. In
de laatsté weken kon men eene prolongatie-rente van 6% pct. genoteerd zien, wat voor particuliere geldnemers met
de door banken en commissionnairs geëischte provisie, van
1,8 pCt. op een rente van 8,3 pOt. neerkwam, terwijl wissels
tegen .pri’vaat-disconto nog grifveg
a
3 pOt, te plaatsen
waren.
De verschillende symptomen van d,e geldmarkt zijn dus
na 1914
aan zoo sterk gewijzigde invloeden onderworpen, dat
men grootte voorzichtigheid in acht behoort te nemen bij
beoordecling van te tegeuwoor.dige toestanden.
Het Britsche gouvernenzent en de
m a n d a t e n-k w e s t i e. –
Onder verwijzing naar tie beschouwingen te dezer zake van onzen Londen-
sclien Correspondent volgt hieronder een ingezonden
stuk van Lord Robert Oecil in ,,the Tinies” van 25
Juni naar aanleiding der parlementaire debatten
over het mandaten.vraagstuk
:
Sir,—Tho Prime Minister lai
,
d lown, in the debate mi
Wednesday, the pos-ition which the Goveenment take up
ivith rogard to niandates. He repudiated the contention that
it was for the Council of ‘the League of Nations to choose
the manla’tories for the vai-ious territories •whioh, under
Article
22 of the Covenant, are to the subjected to this
system. In this, 1 think he is right, .t’hough T. do not inider-
stand wihy lie hhoughtt it would have been such a tangerous
1h’ing
if
the League rather than the Supreme Council had
been entrusted wit’h this tiuty. The Prime Minister thea
went ‘to say that the terms of ‘the mandate would be su,b-
iïiittecl to the League. By Article
22
of the Oovenaut it is
provicleci that ,,the clegree of authority, control, or admi-
nistration ‘to be exercised by the mandatory shali, if not
previousiy agreed by the members of the League ,” that is,
1 suppose, by the Assembly, ,,be expl’icitly defined in each c’ase by the Couneil.” Submission for acceptance or rejec-
tien is not enough. The Council is charged with the posi-
Live duty of defining accurately the mandate in each case
in accei’clance ‘with the general principles laici clown in the
carlier paragraphs of ‘the article.
1 venture to i.nsist on the categorical nature of this pro-
vision because the Government does not appear to realize
its importance. Only to-day at question-time the P.rimie
Minister, as 1 uu’derstood ‘him, seemed to thi’nk that the
Supreme Council would in effect settie ‘the draft mandate
for Mesopotamia ‘and send it to the Oouncil of the League
for confinnation. Yesterday the Government told us’in
zo many words that the egreemeat scheduled to ‘the Nauru Bill would not be submitted to the Oounci’l of the League,
though it clear’ly professes to establish in the mandateci
terlitory of Nauru ithe forni of administration and the
commercial policy applicable to that island. 1f precedents
of this kind are established by our Government – the
professed ‘ bélievers in the League – ‘bhey will ‘be
followeci by others. 1f we lay down by Act of Parliament
or otherwisse the conditions of the mandate ‘w’h’ich we in-
tend to observe, we cannot pr’event other mandatories’doing
the sanie thing. And it is on the condi’tions of the man-
dates ‘that the w’hotle elf’icacy of ‘the system depends. The
Prime Minister r’igthly dwelt on the right of the League
to supervise ‘the execution of the inan:dates-_tto protect ,the
natives anti to prevent unfair use of mandatory powers.
But unless the mandates effectively entitle the nattives to
protection and foi-bicl improper employment of the resources
of the manclated territory, the supervisory powers of the
League will be a farce, and we shali be ‘back in the bad old
tlays of conquest and exploitation w’hich it was the chief
object of the ‘man’datory system to destroy.
1 venture, therefore, to urge that the Nauru Bill ehall
he so amended as so make it dear that the schedu’led
agreement is only confirmed subject to the provisions of
Artiole
22
and that no attempt s-hall .be made by the
Supreme Cou’ucil to send to the Council of the League a
cut-and-dried Mesopotamian mandatte to lie obediently
conf’irmed by the lattter—’t’hat, in short, the niaudatory pro-
visions of the Covenant shll betr eated seriously not ‘as
,,a scrap of paper.”
You is obediently,
ROBERT CECIL.
iouse of Commons, June
24.
De Monetaire toestand in Tsiecho-
1 o
w
a le ii e. –
In verband met ‘de onder de drie-
maandelijks gepubliceerde .hankstaten (zie pag. 571
van dit nummer) opgenomen samenvatting van de publicatie van het Bankbureau, verbonden aan het
Ministerie van Financiën van Tsjecho-Slowakije, ont-vingen wij van de Legatie der Republiek ‘de volgende
mededeelingen:
Na de proclamatie van de onafhankelijkheid der
Republiek Tejecho-Slowakije (28 October 1918) bleef
het Oostenrijksch-Hongaarsche geld op ‘het grondge-
bied der Republiek circuleeren en zelfs de Oosten-
rijksch-Hongaarsot,he Bank bleef in functie. Toen
echter de politieke soheiding tot stand kwam, voltrok
zich eveneens de “economishe en administratieve
scheiding en werden voorbereidingen getroffen om tot
een eigen muntstelsel te komen.
Om deze scheiding in ‘het muntwezen te verwerke-
lijken, werd bij de wet van 25 Februari 1919 de
afstempeling van alle op dat moment op het grond-
gebied van Tsjenho-Slowakije in omloop zijnde biljet-
ten der Oostenrijkseli-Hongaarsahe Bank bevolen. Ook
heeft men bij ‘voorbaat een maatregel getroffen, die
later krachtens het Vredesverdrag tussehen de geal-
lieerde mogendheden en Oostenrijk (het Verdrag van
Saint-Germain) zou ‘moeten worden opgelegd aan alle
Stqten, aan welke een een deel der oude monarahie
Oostenrijk-Hongarije is overgedragen of die zijn ont-
staan uit de verbrokkeling der genoemde monarchie.
Het bedrag aan afgestempelde ‘biljetten in Tsj echo-
Slowakije bedroeg ongeveer 8 milliard kronen, waar-
van de Staat ongeveer 2 ‘millia’rd heeft ingehouden
als gedwongen leening, waarop 1 pOt. interest vergoed
wordt. De grenzen der Repnbliek zijn nog niet nauw-
keurig bepaald, zoodat het bedrag dezer ‘biljetten nog
niet geheel juist kan worden vastgesteld, evenmin als
de hieronder genoemde cijfers als definitief kunnen
worden ‘beschouwd.
Tegelijkertijd heeft de Staat de rekening-courant-
saldi en de schatkistbiljetten, geadministreerd dooi de
bijkantoren der Oostenrijkseh-Hongaarsc,he Bank op
het grondgebied der Republiek, zijnde een totaal van
ongeveer 2 milliard kronen, voor zijn rekening geno-
men. Bijgevoig is de Staat aan den eenen kant debi-
teur geworden ten opzichte van de houders der bank-
biljetten, der rekening-courant-saldi, en aan den
anderen kant erediteur der Oostenr’ijksc,h-Hongaarsche
Bank voor een •bedrag aan ongeveer 10 milliard.
Krachtens de wet van 10 April 1919 is het Oosteil-
rijksoh-Hongaarsche .kronenpapier, voorzien ‘van het
Tsjecho-Siowakijsohe ‘stempel, verklaard tot eenig
betaalmiddel, den naam dragende van: ,,Tsjeoho-
Slowakijso,he Kroon.”
Dezelfde wet heeft de inwisseliug van deze afge-
stempelde bankbiljetten tegen de nieuwe Staatsbil-
jetten geregeld. Het totale ‘bedrag der onigedekte bil-
jetten, uitgegeven of nog uit te geven, mag niet het
bedrag der 6 milliard afgestempelde, in omloop
blijvende biljetten, pins 50 pOt. van het bedrag der
rekening-courant-saldi en schatkistbiljetten (tezamen
1 milliard bedragende), en het bedrag van de in cir-
culatie zijnde ‘bankbiljetten van 2 en 1 kroon, te boven
gaan. Deze kleine biljetten werden niet afgestempeld
en bedroegen 300 milliard kronen. Het Staatspapier,
dat boven dit bedrag ‘wordt uitgegeven, moet volledig
gedekt zijn door een commercieelen warborg d.w.z.
door gediscontearde wissels of door ander waarde-
papier. –
Ten slotte restte nog de definitieve regeling der
kwestie een wet te doen nannèmen, die een vermogens-
belasting en een oorlogswinstbelasting invoert, en die
reeds is voorbereid door de inventarisatie van alle
zich
01)
‘het .grondgbied der Republiek bevindende
goederen. (Deze wet is aangenomen in de zitting van
de Nationale Vergadering van 8 April 1920). De
hieiiboven genoemde belasting beweegt zic’h binnen
redelijke grenzen ‘om niet de productie te ‘belemmeren.
De opbrengst van deze twee belastingen dient aller-
eerst om de schulden te delgen, die de Republiek
heeft moeten aangaan, toen ze de functie der Oosten-
566
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
30 Juni 1920
rijksch-Hongaarsehe Bank op zich nam. Aldus zal het
papiergeld ‘verdwijnen en worden vervangen, op de
aangegeven wijze, door biljetten, geheel gedekt door
commercieele waarden. Wanneer deze verbetering
zal
zijn volvoerd, zal de Tsjecho-Slowaldjsche kroon op de
wereldmarkt een niveau bereiken overeenkomstig haar
intrinsieke waarde.
Het veirvalschen van onze stempels in de naburigo
landen, hetwelk tot ons leedwezen medegewerkt heeft
aan de waardevermindering van ons geld op de
buiteniandsohe markt, heeft ons veel last veroorzaakt;
tegenwoordig is men echter,
:zoover, dat bijna alle afge-
stempelde biljetten uit de eirculatie zijn teruggetrok-
ken. De afgestempelde bankbiljetten van 1000, 100,
50 en die van 2 en 1 kroon ‘hebben reeds hun kwaliteit
van wettig betaalmiddel verloren.
In omloop blijft nog een zeker bedrag afgestem-
pelde ibijljetten van 20 en 10 kronen. De geldigheid
daarvan is echter den 20sten Juni j.1. geëindigd. Na
dien datum kunnen ze slechts aan de loketten van het
Bankbureau worden ingewisseld tegen Staatabiljetten
tot 31 Augustus .e.k., zijnde
onherroepelijk
de uiterste
datum. Het nieuwe Staatspapier wordt uit1gegeven in
coupures van 5000, 1000, 500, 20, 10, 5 en 1 kroon. Bij gebrek aan eigen pasmunt bedienen wij ons in
de circulatie nog van de pasmunt der ‘vroegere monar-
chie. Intussohen trachten wij de Munt te Kremnitz,
verwoest door de Magyaren bij hun uittocht uit
Slowakije, weder op te ibauwen.
Bij ordonnantie van den Minister van Financiën
van 12 Mei 1919, heeft de Staat aan den dienst van de
voorloopige Oireulatiebank, tegelijkertijd ingesteld,
het personeel verbonden van alle bij,kantoren der
Oostenrijksch-Hongaarsdhe Bank, op ons grondgebied
gelegen, en zijn deze bijkantoren gehuurd. Voor deze
voorloopige Oircuiatiebank, genaamd: ,,Bankovni
ûrad ministerstva financi” (Bankbureatt, verbonden
aan het Ministerie van Financiën), bestaat een afzon-
derlijk reglement; zij wordt beheerd door een zelf-standig bestuur en is gemachtigd alle transacties te
verrichten, welke in het algemeen tot de werkzaam-
heden van een circulatiebank behooren. Zij vervult
en zal alle functies van een circulatiebank vervullen, totdat de omstandigheden zullen veroorloven haar te vervangen door een definitieve circulatiebank, opge-
rioht in den vorm van eene naa!mlooze vennootsohap.
Het Bankbureau, verbonden aan het Ministerie van
Financiën, regelt thans de circulatie, is belast met de
inwisseling der afgestempelde bankbiljetten tegen de
nieuwe Staatsbiljetten en laat deze laatste drukken. Roofdzakelijk houdt het zich bezig met het discon-
teeren van wissels en het verleenen van voorschotten
op waardepapier.
De aandadht moet worden gevestigd op het feit,
dat een speciaal decreet aan het Bankbureau verbiedt,
credieten aan den Staat te ‘verleeneu, hetzij direct,
hetzij indirect.
Het Bankbur.eau heeft 31 bijkantoren.
Wat betreft den staat van dit Bankbureau, de na
afstempejing ter vermindering van de inflatie inge-
houden bankbiljetten mogen niet weder in omloop
worden gebracht, zelfs niet ter betaling van Staats-
schulden.
De houders van de tegen de ingehouden bankbiljet-
ten uitgegeven obligaties, kunnen hiermede gemak-
kelijk de vermogensbelasting betalen, geheven krach-
tens een wet, aangenomen op de Nationale Vergade-
ring van 8 April 1920, en weiks opbrengst, zooals
reeds is gezegd, in de eerste plaats zal dienen het
ongedekte Staatspapier uit de circulatie te doen ver-dwijnen. Wanneer het inwisselen der afgestempelde
bankbiljetten zal zijn geëindigd, dat wil zeggen onge-
veer binnen twee maanden, zal de post ,,Vorderingen
op de O.-H. Bank” aan de actiefzijde, evenals de post
,,Oirculatie” aan ‘de passiefzijde van den staat, ver-
hoogd zijn met elk 750 millioen kronen. tritgezonderd de biljetten van 5000 kronen, afkom-
stig van de Oostenrijksch-Hongaarsche Bank, en die
van 1000 kronen, geleverd door de American Banknote
Oompany te New York, heeft men de biljetten in de
gewone Tsjecho-Slowakijsche drukkerijen moeten laten
drukken, vandaar de verscheidenheid der types en hun
technische fouten, die men ongetwijfeld zal hebben
opgemerkt.
Op het oogenblik
beijvert
men zich sterk een
metaalvoorraad voor de toekomstige cireulatiebank te
verkrijgen en is men er in geslaagd zich een som van 30 millioen franes in goud en 1.05 millioen franes in
zilver te verschaffen. Deze posten komen niet voor op de bankstaten; zij worden afzonderlijk geadmi-
nistreerd.
ONTVANGEN:
Jaarboek van Nederla,ndsch-Indië.
Samengesteld bij
de Af d. Handel van het Departement van Land- bouw, Nijverheid en Handel te Buitenzorg, 1920.
Coöperatieve Centrale l3oerenleenbank te Eindhoven,
door Th. H. A. M. van d.er Marck Pr. Roermond,
15 October 1919.
INGEZONDEN STUKKEN.
DIVIDEND- EN TANTIEMEBELASTING.
In het artikel van den heer J. P. Oroin, opgeno-
men in uw No. 230 van 26 Mei jl., roert de schrijver
met een enkel woord de moeilijkheid aan, die de toe-
passing van de artt. 27/29 der Wet, die de boven-
staande belasting regelt, oplevert.
Het kan ten opzichte van dit punt voor de ver-
schillende belanghebbenden wellicht eenig nut heb-
ben kennis te nemen vnu hetgeen hiëronder volgt.
In de Wet op de Inkomstenbelasting komt aan het
slot van art. 20 de ‘bepaling voor, welke aftrek toe-
staat van het bedrag, dat genöten is ter zake van het
bezit van aandeelen op naam in andere naamlooze
vennootschappen ete. Deze bepaling werd
vrijwel
let-
terlijk overgenomen uit de Wet op de Bedrijfsbelas-
ting (laatste alinea van art. 5). In eerstgenoemde
wet werden, ook met •het oog op de scheiding tus-
schen de moederlandsche en de koloniale financiën
bovendien eenige nieuwe artikelen opgenomen, van
welke voor mijn betoog alleen art. 100 van belang
is, hetwelk kort gchegd % van de uitkeering van de
Nederlandsche belasting vrijstelt.
Voor een naamlooze vennootschap, wier aangifte
ik moest opmaken, legde ik destijds (Maart 1915) aan
den betrokken ambtenaar de volgende hecijfeing voor,
geheel gegrond op de werkelijkheid.
Totale winst
f 1.800.000,
waarvan volgens winst-
rekening van de vestiging op Java aldaar verdiend
was
f
1.200.000; het
overblijvende
ad
f 600.000
werd
te Amsterdam verdiend. In dit laatste ‘bedrag was
echter begrepen
f
500.000 wegens dividend van aan-
deelen op naam in andere Nederlandsche naamlooze
vennootschappen, wier terrein van werkzaamheid ge-
heel op Java ligt, welk bedrag geacht werd te zijn
winst in de Koloniën gemaakt.
Van de totale winst werd dus slechts een bedrag
van
f 100.000
als zuiver Nederlandsche winst be-
schouwd.
Het uitgekeerde dividend bedroeg
. . . . f
1.200.000
waarvan volgens art. 20
vrij
de dividen-
den op naam in andere naamlooze ven-
nootschappen …………………… 500.000
f
700.000
en volgens art. 100 % van
17/
van
f
1.200.000 ……………………..,,
755.000
Belastbaar bedrag
nsinus ……..f
55.000
Na eenige besprekingen, die hier niets ter zake
doen, kon zich de ambtenaar met deze opstelling ver-
eenigen, hoewel hij als zijne meening te kennen gaf, dat het nooit de bedoeling van den wetgever was ge-
weest aldus de Nederlandsche Schatkist te benadee-
30 Juni 1920
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
567
len. Ik onderschreef deze meening geheel, doch maakte
de opmerking, dat ik andere belangen ‘had te behar-
tigen dan die van den fiscus.
Daar de aan te ‘geven cijfers voor de betrokken
maatschappij in volgende jaren vrijwel dezelfde verhou-
ding aanwézen als die, welke hierboven zijn gegeven en bovendien een wetswijziging ‘die een benadeeling
der Schatkist als hierboven aangegeven zou verhin-
deren, niet tot stand kwam, – werd door haar nooit
eenig bedrag aan inkomstenbelasting betaald.
Zeer tot mijne ‘verwondering vind ik nu in de Wet
op de Dividend- en Tantièmebelasting bijna letterlijk
terug de artikelen uit de Inkomstenbelastingwet, van
welke ik in mijn bovenstaande opstelling gebruik
maakte. Ik zeg tot mijne verwondering, omdat de amb-
tenaar van wien ik sprak, mij destijds mededeelde, dal
hij de aandacht der autoriteiten in den Haag op de
zaak zou vestigen, hetgeen m.i. het financieele be-
lang van het
Rijk
ook voorschreef.
Gaarne zal ik van ter zake bevoeg’de personen ver-
nemen, of een aangifte krachtens deze wet, die wat
het divid’eitd betreft, hetzelfde beeld geeft als de hier-
beven gegeven opstelling, dor deTütori’teiten als on-
juist zou kunnen worden aangemerkt.
A. G. GEERLINC.
Naar men ons van bevoeg.de zijdè mededeelt, is de
hierboven gegeven opstelling niet juist. De fout
schuilt hierin, dat de schrijver uit het feit, dat de
naamlooze vennootschap die het ‘dividend uitkeert,
de opbrengst van haar bedrijf geheel in Indië ver-
krijgt, ten onrechte •de conclusie ‘trekt, dat ‘het door
haar uitgekeerde dividend voor de maatschappij, die
het als houdster van aandeelen ontvangt, als door
deze in Indië behaalde winst moet worden aange-
merkt.
In het door den schrijver gestelde geval had de be-
lastbare som aldus moeten worden berekend:
Totale winst
f 1.800.000,
waarvan
f 1.200.000
in
Ned.-Indië verkregen.
Het uitgekeerde dividend bedroeg ….
f 1.200.000
af volgens art.
20
Ink..bel. (art. 3 D.T,.B.) 500.000
Blijft……
f 700.000
af volgens art. 100 Ink.bel. (art.
27
D.T.Bi
van u/ X
f 1.200.000 = ………… ., ‘
533.333
Belastbaar bedrag ……
f 166.667
MAANDCIJFERS.
J t,
POSTCHEQUE EN GIRODIENST.
Mei
1919
Mei
1920
bal
1
Bedrag
Aantal rekening-
houders op u°
1.066
–
25.357
–
Aantal rekenin-
16.615
–
26.101
–
Stortingen
……78.426
41.705.851
131.895
69.083.254
Overschrijvingen
.
48.234
89.481.625
81.390 142.360.355
gen
op u°……
Afschrijvingen
. .
52.784
25.151.495 67.046
39.481.222
Totaal tegoed reke-
ninghoudersopu°.
–
96.401.416
, –
181.459.441
PRODUCTIE DER KOLENMI’JNEN.
S)
(Ontleend aan ,,Maandsehrift Centraal Bureau Statistiek”)
Naam van de
Februari
Maart
Mijn
1920
1919
1920 1919
.$taatsmijnen.
,,Wilhelmina”
40.965 43.732
46.749
47.246 53.336
47.857
57.290
51.897
27.058
21.966 30.897 23.336
Totaal …
.
121.359
113.555
134.936 122.479
,,Emma” ……….
,,Hendrik” ……..
Particul. mijnen.
–
Doaniale mijn.
42.668
39.951
47.921 41:720
Mij
cnn Laura en Ver-
36.143 38.092
43.512 41.234
Oranje-Nassau
eeuiging ……..
56.809
55.602
‘
66.093
63552
Mijn Willem
So-
17.060 13.223
20.015
14.312
mijnen ……….
phie …………
Totaal ….
152.680 146.868 177.541
160.818
Totaalgeneraal
274.039
260.423
312.477
283.297
5)
In tonnen.
Het ,,Maandschrift” teekent bij de cijfers aan:
zooals uit bovenstaande cijfers blijkt, was de pro-
ductie in Maart
1920
ruim
29.000
ton grooter dan in
Maart
1919
en werd in de eerste drie maanden van
dit jaar ruim
60.000
ton méér geproduceerd dan in
dezelfde periode van
1919.
ONTVANGSTEN VAN SPOÖR- EN TRAMWEGMAATSOHAPPIJEN JANUARI
1920.
–
(Ontleend aan ,,de Ingenieur”.)
Namen der Maatschappijen.
Personenvervoer.
Goederenvervoer.
Totale ontvangsten,
Januari
1920.
1
Januari
1919.
Maatsch. tot Expl. van S.S., N. C. S. en Noord-‘
Brab.
Duitsche
Spoorwegmaatschappij
en
Roll. Ijzeren Spoorwegmaatschappij
f 5.664.982,-
f 8.007.491,-
f 14.114.016,-
f 9.972.937,-
1)
–
31.147,40
,,
82.378,20
,,
11.651,67
16.829,49V,
,,
28.878,71
1
1,
43.717,36′!,
Tramw.mij.
,,de
Meijerij”
……………………
,
67.029,42
74.651,10
,,
148.550,18
,,
132.317,48’/
Weetlandsche Stoomtramwegmaatschappij ….
30.070,74
8.504,22
40.868,64
,
,,
35.619,28
Zuid-Nederlandsche Stoomtra.mweg-mij………
Nederlandsche Tramwegmaatschappij
……….
,,
480.435,25′!,
–
480.435,25’13
,,
335.510,39’1,
Rotterdamsche Electrische Tramweg-mij …….
Nederlandsch-Indische Spoorwegmaatschappij
….
lijn Samarang:-Vorstenlanden-Willem
1
–
–
,,
608.000,-
,,
665.552,-
Oost-Java Stoomtramwegmaatschappij
lijn Modjokerto-Ngoro ……………….
–
–
18.500,-
,,
17.900,-
–
–
72.900,-
,,
65.400,-
Semarang-Cheribon Stoomtramwegmaatsch
–
. .
–
866.200,-
,
317.300,-
Samar.-Joana Stoomtramwegmaatschappij
–
‘
–
271.800,-
,,
278.100,-
lijn Soerabaja-Krian …………………
Serajoedal Stoomtramwegmaatschappij
lijn Maos-Bandjarnegara …………….
–
55.500,-
-,,
58.500,-
–
–
11.500,-
,,
‘9.100,-
lijn Bandjarnegara-Wonosobo………….
Deli-Spoorwegmaatschappij
…………….
–
577.000,-
494.807,-
Nagekomen over. December.
Zuider Stoomtramwegmaatschappij ………..
f
12.423,61 –
f
5.623,93
f
22.090.8711,
f
20.689,31
Eerste Ned. Electrische Trammaatschappij …
,,
20.101,57
–
20.101,57
–
Electr. Spoorwegmij. Amsterdam- Zandvoort..,,
84.245,61
147,04
84.392,65
–
De ontvangsten der
groote
maatschappijen, die in de Ingenieur” ontbreken, zijn aan het ,,Maandschrift centr. Bureau Statietiek” ontleend.
‘)
Definitieve
opgave.
568
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTËN
30
Juni 1920
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B. o.* beteekent: Cijfere nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
– (Disc. Wissels. 44
1Juli ’15
Zweeds. R.ksbk 7
19319
–
t.’20
Bk Bcl.Binn.Eff.
4
* 1 Juli ’15
Bk.v. Noorw.
6-6+ 18Dec. ’19
IVrsch. in R.C. 54
19Aug.’14
Zwits. Nat. Bk. 5
21 Aug.’19
Bk. van Engeland 7
16Apr.’20
Belg. Nat. Bk. 54
28Apr.’20
Duitsche Rijksbk. .5
23Dec. ’14
Bankv. Spanje 5
12Nov.’19
13k. van Frankrijk
6 8Apr.’20
Bank v. Italië.
6 20 Mei ’20
Oostenr. Hong. Bk. 5
12Apr.’15
F. Res: Bk. N.Y.
6-74 Juni’20
Nat. Bk. v. Denem.
7 19Apr.’20
Javasche Bank 34
1 Aug.’09
OPEN MARKT.
Data
Amsterdam
Londen
Part.
Berlijn
Port.
Parijs
Part.
N.
York
Cdl.-
Part.
Prolon.
–
disconto
gatte
a’t,conto
disconto
disc.
monet,
26 Juni ’20 3
8
1s
5
6e1s
418
—
8-9 ‘)
21-26 J. ’20 3/8
4
1
12-5
6
5
1s
2
ig
4-115
–
8-14
14-19
J.
’20 3’1-18
4-9
6h/
a
_h1
4/
–
68
7-12 J. ’20 32/
e
_l/ 33/_4
6h1
8
_t/
4
4
1
la
7-12
23-28 J. ’19 311
4
_4
3_11
3’/,_44
4-/
–
5-10
24-29 J. ’18 2814_3
311
4
…4
317f
4_5/
–
35
20-24Juli’14 311_/
211,_
1
/,
2/,-‘/,
2!s-‘/,
2’/
1
9
1,_2u/,
t
) Noteering van
25
Juni
1920.
WISSELKOERSEN.
WISSELMARKT.
Deze week opende met een vaste stemming voor alle
wisels. Londen kwam daardoor op van 11.05
4
op 1.1.15;
Parijs van 22.32y
1
,
aop 23.65 en Berlijn van. 7.35 op 7.90.
Donderdag trad een’ige reactie in, waart oor de meeste
koersen iets terugliepen, al spoedig was de stemming echter
weder ‘beter, zooclait bijna alle koersen op ongeveer het
hoogste punt de week verlieten. Vooral Parijs en België
varen gezocht, slot ca. 2.35 en 24.40. New York gevraagd,
2.78-2.79 ; Zwitserland 50.55-50.95; Zweden 60.95-
61.45. ijitzonciering maakten alleen yTeeien en Kopenhagen,
waarvan de koersen bijna ‘de geheele week onveranderd
waren en Ghrist’iania, dat in de Zde helft ‘der week plot-
seling terugliep en van 48.45 ‘daalde tot lieden ca. 47.20
:
KOERSEN IN NEDERLAND.
D
616
Londen
Parijs
Berlijn
Weenen
Brussel
New
York
0
)
21 Juni 1920..
11.06
22.324
7.374
2.-
23.30
2.78
1
/
22
1920..
11.10+
22.85
7.65 2.05
23,60
2.78
1
/2
23
,,
1920..
11.144 23.65
7.60
2.
24.724
2.78e/s
24
1920..
11.084
23.40
7.40
1.924
24.10
2.78
5
/t
25
,,
1920..
11.074
23.374
7.60
2.-
24.324
2.79
1
/t
26
1920..
11.124
23.25
7.60
2.-
–
–
Laagste d.w.’)
11.044 22.25
7.38
1.90
23.224
2.7714
Hoogste
,,
,,
)
11.124
23.724
7.90
2.05
24.724
2.79I4
19 Juni 1620..
11.034
‘22.20
7.224 1.95
22315
2.77*
2
12
,,
1920..
10.97
21.15
7.024
2.-
8
22.20
2.764e
tuntpariteit..
12.104
48.-
59.26
50.41
48.-
2.48’/
0)
Noteering te Ameterdem.
*0)
Noteering te Rotterdam.
5)
Pertkuliere
op
g
ave.
2)Noteering van 18Juni
1920.
8) Notcering van 11Juni
1920.
D
t
06
StoeL.
haolm) Kopen-
hagen”)
Ch,’!5-
tiania”)
Zwitser.
land”)
Spanje
t
)
Baiaola
1)
telegrafisch
21 Juni 1920
61.-
46.80 48.60
50.55
46.25
102’12
22
1920
61.20
46.95
48.80
50.65
46.35
102
1
/
23
1920
61.40
47.05
48.85
50.90
46.25
10292
24
,,
1920
61.20
47.-
48.55
50.80
46.50
102
1
/,
25
,,.
1920
61.15
46.80
48.40
50.80
46.45
102’/
26
,,
1920
61.50 46.80
48.45 50.90
46.50
102
1
/2
L’ste d. w.’)
60.60
46.70
48.-
50.35
46.20
102’12
H’ste
,,
,,
)
61.50
47.15
48.95
50.90
46.50
102
1
/2
19 Juni 1920
60.70
46.75
48.85
50.45
46.25
102
1
/
12
,,
1920
60.60
46.75
49.15
50.25
45.-
102’/,
i1untparitcit
66.67
66.67
66.67
48.-
48.-
100
KOERSEN TE NEW YORK.
D
t
°
CoMe
Lond.
(In ,Sperf.)
1
Zicht Parijs
(In
eis.
pers)
Zicht
Berlijn
(in
cl.p.4Rm.)
Zicht Amsterd.
(in cl.,. p.
gld.)
26Juni.. 1920
3.97.37
8.24
now.
Laagste
d.
week
3.96.87
7.96
now.
Hoogste,,
,,
3.99.25
8.45
now.
19 Juni
1920
3.97.30
7.95
non,.
12
,,
..
1920
3.94.12
7.52
nom.
k&untpariteit..
4.86.67
1
5.18114
95t14
40*Ite
KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN.
Plaatsen en
Landen
Notaering,.
eenheden
12 Juni
1920
19
Juni
1920
21-26 Juni
Laagste
Koogate
26Juni
1920
Alexandri..
Piast.
p. £1
9771i5
9771
977/
977/
‘977/
je
*B. Aires’)..
d.
p. £
58
1
14
57
1
14
56t12
57718
5614
Calcutta
….
£ p.
rup.
210
1
18
1111
2
18
1110
1
14
1/11)12
11108/,
Hongkong
..
id.
p. $
319
318
317
318
1
1
2
317
Lissab6n
….
d. per
Mil.
12
51
1111
4
11
12
1121
4
Madrid
….
Peset.
p.0
23.93
23.94
23.53
23.97
23.80
Montevideo’
d. per
$
59 58
7
18
55
571/4
57
Montreal….
$
per
£
4.51
4.52 4.50 4.55
4.52
1
14
*R.d.Janeiro.
d. ‘per
Mii.
15
1
182
1418
14
1
1,2
14′
9
1a2
14
17
1
82
Lires1p.
£
71.75
65.91
63.00 66.25 64.25
Shanghai
. .
£
p.tael
510 510
4110
5/3
4111
3
14
Rome
…….
Singapore
..
id.
p. $
213
7
1,
21318
213
21
1
8
3
214/,2
2/3
71
•Valparaiso..
d.
p.
peso
111
1111
3
111
32
12111
12
1
2
7
/tn
Yokohama
..
£
per yen
217
216I8
21614
217k1s
216
7
/8
• Koersen der voorafgaande dagen. 1) ‘l’elegrahech tranefert.
NOTEERING
VAN ZILVER.
Noteering te Londen
te
New York
26
Juni
1920 ……..50V2
90
19
1920 ……..
50/s
91’12
12
1920 ……..
5O’/e
90
5
,,
1920
……..
56
5
14
99
7
18
28
Juni
1919
……..
53’/,
108’12
29
Juni
1918 ……..48/,
99l1
20
Juli
1914 ………2412/it
541/,
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 28 Juni 1920
Activa.
Bianeni.Wis-(H..bk.
f
37.595.894,47
gele,
Prom.,’
B.-bk.
,,
2.584.036,59
enz.
in disc.I. Ag.sch.
,,
77.072.347,9511,
.
117.252.279,0111,
Papier
o. Ii.
Buitenl. in disconto
–
Idem eigen portef..
f
49.698.354,-
Af
:Verkocht maar voor
de bk. nog nietafgel.
—
,.
49.698.354.-
Beleeningen
nc1. vrech.
H.-bk.
f
81.184.220,68
B.-bk.
,,
32.626.325,43
in rek..ert.[
p
onderp.
.Ag.sch.
.183 167.187,32
f296.977.733,43
Op
Effecten
……f283.678.433,43
Op Goederen en Spec.
,,
13.299.300,-
296.977.733,43
Voorschotten a. h. Rijk
…………….
..
13.647.164,70
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f
56.419.835,-
Muntmat., Goud
..
,,579.884.337,42
1
636.304.172,42
Munt, Zilver, enz..
13.893.759,66
1
1
Muntmat., Zilver
.. ,,
–
Effecten
650.197.932,08
9
12
Bel.v. h.Res.fonds..
f
3.676.153,62
1
12
id. van ‘/iv.h.kapit.
3.893.069,371!,
7.569.223,-
Geb.enMeub. der Bank
…………….,,
3.594.000,-
Diverse rekeningen
………………
..
41.713.055,01′!,
f1.180.649
741,24’13
Passiva.
Kapitaal
……………………..t
20.000.000,-
Reservefonds
………………….,,
5.000.000,-
Bankbiljetten in
omloop …………,,
1004.807.775,-
Bankassignatiën in omloop……….,,
1.928.441,09
Rek.-Cour. 1Hêt Rijk
f
–
saldo’s:
J
Anderen ,,143.717.311,66’/2
.,,
143.7l7.3ll,66’/s
Diverse rekeningen
………………
..
5.196.213,49
0)
Noteering te Amsterdam.
i)
Particuliere opgeve.
f.1.180.649.741,24’/,
.
DE SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste nosten in duizenden guldens.
Data
Metaal
Ctrculatte Andere
opeischb.
schulden
Disconto’,
Div. re
1
–
ningen’)
15 Mei
1920
..
1.067 1.761
1.030
1.736
118
8′,,
1920
..
1.064 1.764 1.075
1.745
199
1′
,,
1920
..
1.062
1.759
932 1.747 225
24 April 1920
..
1.061 1.708
944
1.740 655
17 Mei
1919 ..
991
1.370 773
1.361
100
18 Mei
1918
..
689 1.365
722
1.100
707
25 Juli
1914
..
645
1.100 560
735
396
1)
Sluitpost der activa.
1)
Hiervan zilverbone 165 dz. gid.
BU1TENLANDSCHE BANKSTATEN.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden pond sterling.
Data
Metaal
Circulaile
Currency Notes.
Bedrag
1
Goudd.
1
Gov. Sec.
23 Juni 1920
117.815 115.240 354.012
28.500
331.113
16
,,
1920
117.690 114.166 354.096 28.500
331.426
9
,,
1920
116.707
114.367
353.496
28.500
331.235
2
,,
1920
114.459
113.807
351.051
28.500 331.186
25 Juni 1919
87.811 78.302
342.310
28.500 327.321
26 Juni 1918
65.228 53.674
252.912 28.500
229.761
22 Juli
1914
40.164 29.317
1
–
–
–
Data
Goo
Sec.
1
Other
Sec.
Public
Depos.
1
Other
Depos.
Re-
serve
Dek.
23Juni’20
53003
80.140
17.889 118.474
21.025 15,40
16
’20
70.802 78.813 21.259
132.554 21.975 14,30
9
,,
’20
74.499 78.790
19.441
136.874
20.790
13,30
2
,,
’20
66.618
80.587
21.242
127.322 19.102
12,90
25Juni’19
66.821
80.803 20.044 137.745 27.959
17,70
26Juni’18
51.652
100.800 35.779
128.849
30.004 18,22
22 Juli ’14
11.005 33,633
13.735
42.185
29.297
52’1
t)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Darichens-
kassenscheine, in duizenden Mark.
Data
Metaal
Daarvan
Goud
Kassen-
scheine
Ctrcu-
buy
Dek-
perc
t)
15 Juni ’20
1.094.896
1.091.737
16.188.525 50.808.598
34
7
,,
’20
1.093.851 1.077.676
16.114.658
50.648.561
34
31 Mei
’20
1.093.933
1.077.663
15.906.889 50.016.732
34
23
,,
’20
1.094.014
1.077.631
15.606.265 49.127.477
34
15 Juni ’19
1.171.531
1.151.509
8.442.407
28274.868
34
15 Juni ’18
2.466.387 2.345.959
1.631.021
12.042.060
34
23 Juli
’14
1.691.398
1.356.857
65.479
1.890.895
98
t) Dekking der circulatie door metaal en Kassanocheine.
Data
1
Wiuds
1 Rek. Crt
15 Juni 1920 40.688.681 15.312.599
7 ,, 1920 39.199.833 10.200.870
31 Mei 1920 42.496.914 13.473.807
23 ,, 1920 41.432.522 12.842.502
15 Juni 1919 29.058.438 10.484.520
15 Juni 1918 14.936.677 7.904.740
23 Juli 19141
750.892
943.964
Darlehenskaa8enschetne_
–
Totaal
In kas bij de
uitgegeven Reichsbank
29.755.300 16.074.300
29.553.100 15.865.800
29.254.200 15.565.900
19.815.000 8.420.800 8.931.500 1.615.200
OOSTENRIJKSCH-HONGAARSCHE BANK.
Voornaamste oosten in duizenden Kronen.
Data
Metaal en
buiten1. goudwissds
1
1
Disc, en
bdeentn gen
Bijz.
schuld
Oostenrijk
en Hongarije
1
Bank.
biljetten
t Rek.
Cr1.
1
saldi
7Feb.’20
1
)290.428
19.251.400
32.954.000156.994.022
6.057.646
31Jan.’20
291.083 19.162.543
32.954.000156.772.802
6.220.536
31Dec.
1
19
287.640 19.196.063
32.954.000j54.481.264
7.906.378
23
,,
’19
297.363 17.856.786
32.954.000153.10
9
.
4
18
7.641.778
23 Juli’14
1.589.267
954.356
–
1
2.159.7591
291.270
t) waarvan 222.662 goud, 10.818 buitenlandsche goudwissels en 56.945
munt en muntmateriaal Zilver.
30 Juni 1920
ECONOMÏSCH-STATISTISCHE BERICHTEN
569
NED. BANK 28 Juni 1920
(vervolg).
Beschikbaar metaalsaldo …………..
f
419.314.598,99
Op de basi8 van ‘Is metaaldekking….
,, 189.223.893,22
Minder bedrag aan bankbiljetten in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is .. ,, 2.096.572 990,-
Verschillen met den vorigen weekstaat
Meer
Mln der
Disconto’s
7.679.266,38’1
Buitenlandsche wissels
9.276.296,-
Beleeningen
…………..
682.605,30’I,
Goud
………………..
277.162,27′!,
Zilver ………………..
400.314,82
Bankbiljetten
…………
9.656.350,- Part. Rek.-Crt. saldo’s
….
13.759.905,71
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Dato
Goud
Zilver.
n
biljetten
Andere
oP:/,sc,hfare
28 Juni
1920
….
636.304
13.894
1.004.808 145.646
21
,,
1920
….
636.027
13.493
995.152
160.079
14
,,
1920
….
636.023
13.245 1.008.042
163.053
7
,,
1920
….
635.806
12.888 1.024.701
147.574
29 Mei
1920
….
635.805
12.646
120.829
155.530
28 Juni
1919
– …
657.722
8.214
1018.076
73.433
29 Juni
1918
….
717.559
7.692
927.335 50.546
25
Juli
1914
..
. .
162.114 8.228
310.437
6.198
Data
_________________
Totaal””
bedr
disconto
og’,
Schal
“
k’
t-
prameasen
rcchtstreeks
8dec-
nin gen
1
1
Metaal.
1
aaldo
1
t
percen-
1
tage
28Juni1920
177.262
21.000
296.978
419.315
57
21
,,
1920
124.932
24.000 296.295
417.959
56
14
,,
1920
129.269 30.000
298.105
416.533
56
7
,,
1920
150.361
50.000
299.947
413.722
55
29Mei 1920
150.441 55.000
307.162
412.291
56
28 Juni 1919
108.940
59.000
225.185
446.657
61
29Juni 1918
43.817
18.000
122.039
528.725
74
25 Juli 1914
67.947 14.300
1
81.686
43.621
1
)
76
1)
Op de b,i,
van
0
15
metanldekking.
Uit de bekendmaking van den M i n ieter van Finan-
ciën blijkt, dat uitstonden op:
21 Juni 1920
1
28Juni 1920
Aan schatkistpromessen
f
258.340.000,-
f
269.240.000,-
waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst,, 24.000.000,- ,, 21.000.000,-
Aan schatkistbiljetten 13.000,- ,, 13.000,-
Aan zilverbons ………..47.608.287,25 ,, 49.025.044,75
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrokken
cijfers der laatste weken zijn telegraphisch ontvangen.
Bank
1
Andere
Data
Goud
Zilver
1
. . –
1 opeiichb.
1
biljetten
1
19 Juni 1920
483.000
12 ,,
1920
475.000
5 ,,
1920
463000
1 Mei 1920 …… 182.476
4.927
316.257 104.827
24 April 1920 …….183.105
4.785
317.078 103.439
17
,,
1920 …….183.089
4.420
320.347
91.504
10
,,
1920 …….183.827
4.411
320.915
96.328
21 Juni 1919 …… 129.532
7.332
234.793 100.958
22 Juni 1918 …….
2
02.208
13.872
189.038
65.446
25 Juli 1914
22.057
31.907
1
110.172
1
12.634
Wtsselo,
1
1
Be.achik.
Dek-
Data
1
Dis-
buiten 1 8dec.
DÇI.0
1
haar
king,.
1
conto’s
1
N.-Ino’.
1
ningen
1
metaal-
percen-
1
betaalbaar
1
ningen
1)
saldo
lage
19 Juni1920
259.500
108.500
12
1920
255.000
•• 106.500
5
1920
246.500
109.000
1 Nei 1920 1
‘
48 24.999 150.569 33.706 103.381
45
24Apr.1920 15.394 24.350 139.958 35.394 103.995
45
17
1920 15.283 24.347 139.210 29.384 105.338
45
10 ,, 1920 16.860 24.020 143.553 28.083 104.805
43
21Juni1919 8.661 21.576 74.1411 12.828 69.883
41
22Juni1918 7.673 23.410 73.2961 22.618 65.333
46
26Juli 19141 7.2591 6.395 47.9341 2.228
4.842′ 44
t
) Sluitpoot der activa.
0)
Op
de baai, van
5
1
5
znetaaldekking.
1
570
ECONOMISCH-STATISTISCHE BE’1ICHTEN
30 Juni 1920
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in duizenden irancs.
Dato
Goud
Waaroan
in liet
Buitenland
Zilver
Te goed
in het
Buitenland
Buit .gew.
voo,,ch.
old. Staal
24Juni’20
5.587.869
1.978.278
240.859
26.000.000
17
,,
’20
5.587.549
1.978.278
240.576
662.209 26.000.000
10
’20
6.587.401 1.978.278
240.417
680.345
26.300.000
3
,,
’20
5.587.778
1.978.278 240.374 692.888
26.500.000
26 Juni’19
5.550.898
1.978.278
303.664 869.246
23.250.000
27 Juni’18
5.363.848
2.062.108
259.326
1.384.632
18.450.000
23 Juli ‘141
4.104.390
–
1 639.620
–
t
–
Wissels
Uitge-
stelde
Wissels
Bdee-
ning
Bankbt!-
jetlen
Rek. Cri.
Paul.
1
culleren
Rek.
Cr1.
Staat
1.768.000 522.887
1.847.271
37.543.905
3.578.016
75.047
,
1.726.902
527.196
1.838.084137.842.513
3.456.897 50.205
1.779.013
532.345
1.860.1361
38.156.915
3.487.184 58.830
cm
2.092.636
535.794 1.804.507138.172.922 3.729.020 49.363
CD
853.039 808.029
1.278.432134.441.999
3.362.029
49.319 1.358.039
1.076:405
936.70&
2
8.550.426
4.019.256
38.119
1
1.541.080
–
769.4001
5.911.9101
942.5701400.590
BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.
Voornaamste posten in duizenden francs.
7.1
Be!een.
î
Binn.
Rek.
Data
tncl.
van
1
van
wissel.
Circa-
Cr1.
buiten!.
buitenl.
1
prom. d.
en
lotto
Partic.
saldi
vorder.
1
provloc.
beleen.
24Juni20
356.687
84.653 480.000 748.696
5.166.370
1.623.471
17
,,
’20
356.587
84.653
480.000
727.709 5.143.138 1.671.000
10
,,
’20
357:285
84.653
480.000
745.916
5.150.094
1.479.538
3
’20
358.349 84.653
480.000
775.143
5.105.552
1.456.941
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Data
Goudvoorraad
Zilver
etc.
F.R.
Notes in
circa.
Totaal
______________
Dekking
In het
bedrag
F.
R. Notes
buiten!.
latte
28 Mei
’20
1.953.103
1.249.986
111.530 139.393 3.107.021
21
’20
1.939.717
1.257.312
112.781
139.821
3.085.202
14
,,
’20
1.939.141
1.266.003
112.781
139.252
3.083.234
7
,,
’20
1.941.580
1.263.365
112.781 134.507
3.092.344
29 Mei
’19
2.187.743
1.254.383
–
67.363 2.519.292
30 Mei
’18
1.917.826
983.912
52.500
57.883
1.600.968
ala
,visses Totaal
Depositos
Gestort
Kapitaal
Algem.
Dek.
kings-
perc.
5)
Percent.
Goud
–
dekking
circal.
1)
28 Mei
’20
2.938.031 2.541.630 94.000
42,7
47,1
21
,,
’20
2.917.754
2.539.855
93.786
42,7
47,1
14
,,
’20
2.964.582 2.646.860
93.107 42,2 46,6
7
,,
’20
2.914.456 2.479.900 92.536
42,7 47,1
29 Mei
’19
2.173.042 2.465.559 82.589
49,8
64,1
30 Mei
18
1.153.780 1.994.745
75.546
61,5
–
2)
Verhouding
tuuschen: den totalen goudvooruaad. Zilver etc.. en de
opeischbore
schulden:
F R. Notes en netto depooito..
t)
Na altrek
van 35 pCt. der totale
dekkii,gstniddelen
als dekking voor de netto
depositos.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Data
Aantal
Totaal
uitgezette
Rcseroe
bij de Totaal Waan’an
time
banken
gelden en
F.
R. ban k
depositos deposit.
beleggingen
21 Mei ’20
813
17.003.020 1.406.333
14.229.090
2.643.261
14
,,
’20
811
17.086.959
1.422.907
14.262.302
2.649.005
7
,,
’20
809
17.075.646
1.373.730 14.171.546
2.637.736
30 Apr. ’20
812
17.091.860
1.415.145
14.230.487
2.619.027
23Mei ’19
773
14.613.712
1.298.008
12.714.186 1.715.542
24 Mei
‘181
691
12.485.9561
1.132.181
11.253.026
1.354.746
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht gegeten
van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.
BANKSTATEN,
KWARTAALSGEWIJZE OPGENOMEN,
S
1. BANK VAN ITALIË.
(In millioenen Lires.)
Dis-
Data
Goud
Zilver
Staat,- i conto’s
Circu-
Rek.
fondsen
en
latie
Cri.
Beleen.
10 April
1920
804,8
75,0
225,1 2078,0
12.168,5
1782,8
10 April
1919
818,8
72,6
208,8
1287,0
9326,5
1425,5
20 April
1918
836,2 1
79,1
220,1
1346,6
7149,9
1495,9
20 Juli
19141 1106,5 1
90,4
203,9
632,5
1661,1
272,8
II. BANK VAN SPANJE.
(In millioenen Peseta’s.)
Staat,-
Dis.,
Data
•.oud
Zilver
fond-
en
latie
C,t.
sen
1)
Beleen.
conto,
Circu.
Rek.
19 Juni
1920.. 2452,5
617,6
838,3
1518,9
3882,1
1138,5
12
1920.. 2452,5
616,2
825,4
1535,6
3900,6
1132,5
5
,,
1920.. 2452,5
618,6
819,6
1541,8
3898,1
1132,0
29 Mei
1920.. 2452,5
622,8
811,1
1520,7
3867,6
1134,8
22
1920.. 2452,6
620,7
798,7
1542,7
3881,8
1150,0
14
1920.. 2452,6
622,1
795,9
1542,7
3899,0
1118,0
8
1920.. 2452,6
622,1
739,2
1540,3
3890,6
1090,2
1
1920.. 2452,7
628,9
726,3
1541,9
3858,2
1097,0
24 April 1920.. 2452,7
628,4
746,5
1515,1
3878,6
1107,5
17
1920.. 2452,7
025,6
754,2
1546,9
3886,7
1096,6
10
,,
1920.. 2452,7
625,8
740,3
1568,9
3898,9
1099,8
3
,,
1920.. 2452,7
628,9
755,1
1561,6
372,1
1114,3
27. Maart 1920.. 2452,8
632,6
725,7
1559,4
3842,6 1115,1
21
Juni
1919.. 2266,2
652,8
660,8 1568,1
3496,6
888,1
22 Juni
1918.. 2095,4
704,1
641,4
802,9
2909,5 1039,7
24
Juli
1914. .
543,5
729,8
494,4
783,8
1919,0
497,9
‘) Inclusief de schuld van de schatkist in rek.-crt.
lii. ZWITSERSCHE NATIONALE BANK.
(In millioenen Francs.)
Darle.
Dis.
Data
Goud
Zilver
hen,-
conto’s
Circu.
Rek.
scheine
Beleen.
kassen.
en
latie
Crt.
23 Juni
1920..
533,1
86,7
15,9
315,5
883,7
119,4
15
1920..
533,2
86,3
16,0
325,1
896,0
126,2
7
,,
1920..
531,0
86,5
15,6
372,7
927,8
130,7
31 Mei
1920..
530,9
91,2
15,8
381,4
953,9
125,4
22
1920..
530,9
91,5
15,7
380,7
914,0
158,8
15
1920..
530,9
90,7
17,5
362,1
917,8
139,0
7
,,
1920..
530,9
90,0
17,5
368,5
940,2
115,2
30 April
1920..
530,9
89,4
17,1
359,8
966,1
92,5
23
,,
1920..
531,0
89,0
16,2
270,6
912,1
110,3
15
1920..
528,8
88,2
15,9
360,0
921,0
135,8
7
,,
1920..
528,7
87,2
15,9
364,2
954,0
121,6
31 Maart1920..
52,7
86,9
15,7
358,8
973,6
102,9
23 Juni
1919..
471,6
68,6
5,0
483,3
881,2
136,9
22 Juni
1918..
384,5
58,2
20,2
324,9
673,1
137,4
23 Juli
1914..
180,1
18,9
–
107,8
267,9
50,7
IV. NATIONALE BANK VAN DENEMARKEN.
(In millioenen Kronen.)
Data
Goud
Zilver
1
ringen
conto’s
Circa-
Rek.
-:- –
op het
en
!alie
Cri.
uUenl.Bdeen.
31 Mei
1920..
227,5
2,8
34,8
352,4
515,7
38,0
29 April
1920..
226,6
3,0
17,7
373,0
521,7
27,7
31 Maart 1920. .
226,6
3,1
10,6
394,6
524,2
36,4
31 Mei
1919..
186,4
2,5
64,1
279,9
434,0
109,2
31 Mei
1918..
184,1
2,4
66,7
232,0
344,9
110,0
30 Juni
1914. .
75,6
8,6
19,8
95,6
159,8
4,8
30
Juni
1920
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
571
V. ZWEEDSCHE RIJKSBÂNK.
(In millioenen Kronen.)
ata
‘…oua
Vorde-
ringen
op hef
kuilen!.
Slaafs-
fondsen
Dis.
conto’s
en
Be!een.
Circu-
lahe
Rek.
Cr1.
19 Juni
1920..
261,0 87,3 45,3 680,0
694;8
319,9
12
,,
1920.
.
261,0 80,9 45,4 637,5 686,3
270,2
5
,,
1920..
261,0
827
45,4
643,8 702,0 258,3
29 Mei
1920.
.
261,0
78,1
45,4 627,0 683,0 255,0
22
,,
1920..
261,0
73,2
45,4 620,8 668,5
262,7
15
,,
1920..
261,0
80,9 45,4
631,4
690,7
259,4
8
.
,,
1920..
261,0 80,5
45,4
642,0
704,9
256,1
1
,,
1920.
261,0 84,5 45,4 669,5
728,4
264,6
24 April
1920..
261,0
89,3 45,4
619,1
664,3
274,1
17
,,
1920..
261,1
88,3
45,4 640,5 686,2
284,9
10
,,
1920..
261,1 85,9
45,5
589,9 706,3
277,4
3
,,
1920..
261,1 93,3 ’45;5 674,6
759,3
272,8
27 Maart 1920..
261,1
102,0
45,9 607,8
668,0
273,8
21
Juni
1919..
289,4
132,1
52,8
366,0
692,1
121,4
22 Juni
1918.
258,2
136,7
96,4
223,7
630,1
129,9
25
Juli
1914..
105,8 115,6
28,0
9_2,4′
206,2
68,2
VI. BANK VAN NOORWEGEN.
(In millioenen Kronen.).
Data
Goud
Vo,de-
ringen
kuilen!. Effecten
Dis.
COntO,
Beleen.
Circu-
Rek.
15 Juni
1920..
147,4 64,9
10,5
417,3 423,4
140,8
7
,,
1920..
147,4
67,2
10,5
415,1 424,7 139,2
31 Mei
1920..
147,4
65,4
10,5
402,5
431,0
119,3
22
,,
1920..
147,4
67,7
10,5
395,3 429,4
115,9
15
,,
1920..
147,4
68,5
10,5
399,4
436;2
115,8
7
,,
1920..
147,4
68,4
10,5
397,0
440,1 110,8
30
April
1920..
147,4
68,4
10,5
396,5 444,8
104,0
22
,,
1920.
.
147,4
69,8
10,5
370,2
437,1
88,8
15
,,
1920..
147,4
77,1
10,5
359,3
437,2 86,8
7
,,
1920..
147,4
82,1
10,5
349,5 444,3
74,9
31 Maart 1920..
147,4
75,8
10,5
355,6
450,0
76,6
22
,,
1920..
147,4
72,8
10,5
337,7 414,2 91,8
16 Juni
1919..
148,5
74,9
12,3
339,0 426,9
77,3
15 Juni
1918..
120,1
66,7
12,9
333,3
356,1
114,0
22
Juli
1914..
52,4
65,7
8,9
79,3
120,8
10,7
VII. BANKBLJREAU VAN TSJECHO.SLOWAKIJE,
verbonden aan het Ministerie van Financien.
(In millioenen Tsjecho-Slov. Kronen).
Vorder.
op de
Vorde.
Data
Oostenr..
Hong.
Dis-
conto’s
Belee.
ningen
ringen
op het
Circu.
latie
1
Rek.
Cr1.
Bank
5)
buiten!.
15
Mei
1920..
9272,5
759,3
11281,1
191,2
18053,5
1237,6
7
,,
1920..
9238,3
679,4
11266,1
177,4
17992,0
1164,1
30 April
1920..
9220,3
599,5 11238,9 170,4
17985,6
1082,7
23
,,
1920..
9218,7
627,5 11090,9
173,9
17562,4
1271,5
15
,,
1920..
9175,7
592,8 11057,2 172,0
17462,3
1272,9
7
‘
,,
1920..
9114,8
559,4 11064,7 172,8
7282,5
1360,1
) Bankbiljetten, rekening-crt.-saldi en schatkistbons.
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 28 Juni 1920.
Het verloop aan de internationale beurzen is gedurende
de laatste dagen uiterst stil ‘geweest. De algemeene politieke
toestand beheersoht nog te sterk de tendens en ‘die op zich
zelve is nog te onzeker, dan dat men zich met vol vertrou-
wen aan het entameeren van nieuwe en groote zaken zou
durven wagen. Bovendien is ‘de economische situatie niet
van ‘dien aard, dat geen vrees voor complicaties meer be.
hoeft te worden gekoesterd. Al ‘deze factoren tezamen vor
–
men een element van groote onzèkerheid, waaronder de
beurs’handel sterk ‘te lijden heeft.
Vooral te B e r 1 ij n is dit goed merkbaar. Daar ter plaat-
se is de effectenmarkt ‘buitengewoon stil geweest, waarop
slechts’ enkele fondsen een uitzondering ‘hebben gevormd.
In de eerste plaats moeten ‘hier als een zod’anige uitzon-
dering worden genoemd aandeelen Deutsche Erdöl .&ktien
Gesellschaft, welke zeer ster.k gestimuleerd werden door
aankoopen door twee ‘groote Duitsche ban’ki’nstellin.gen,
welke oorspronkelijk het vermoeden wekten van ‘hernieuw-
de pogingen om de contrôle te verkrijgen. Later is eohiter
bekend geworden, dat dit geenszins ‘het geval was, doch dat
de koopoi’ders teraggevoerd moeten worden tot opdrachten
van Hollandsche zijde; niet welk doel is voorloopig onbe-
kdd. De rijzing is voorts in de hand gewerkt, doordat om-
vangrijke contramine-pos’iities in de markt loopende waren,
‘die thans tot geforceerde koersen zijn gedekt.
Zooals gezegd, viel voor het overige weinig interesse voor de effectenmarkt te bespeuren. Het ministerie, dat
afgevaardigden naar de conferentie van 5 Juli te Spa zal
zenden, is thans wel vastgesteld, doch algemeen wordt Ihet
beschouwd als innerlijk zwak, zoodat de financi’eele situatie
nog lang niet als geconsolideerd kan worden beschouwd.
Buitenla.ndsche valuta’s bleven vrijwel op éen hoogte en
vertoonden tegen het einde der beiichtsperiode eerder een
neiging tot stijging.
Ook de ‘beurs te We e n e n is voortdurend in een gede-
primeerde stemming gebleven. De spreuken ,,de vlucht
voor ‘den Kroon” en ,,de uitverkoop naar het buitenland”
hebben in den loop der tijden veel van ‘hun vroegere waarde
ingeboet. De innerlijke crisis; ‘waarvan de oplossing nog
niet te zien is, brengt ‘groote outstemming teweeg. De
markt is ‘door de ‘groote kapitaa’l-emissies, voornamelijk
door de banki’n’stellingen, overbelast en zelfs de deelneming in het kapitaal der Kredi.tanstalt door een ‘krachtige Amen-
kaansche groep kon de betrokken anudeelen slechts zeer
voorbijgaand ten gunste i’nfluenceeren. Ook. werkt het
‘negatieve resultaat van de Parjsohe onderhandelingen be-
treffende de Kronenschulôen van Duitsch-Oostenrijk ongun-
stig in, ondanks het feit, dat dit resultaat wel te voorzien
is geweest. Indien de Banken n.l. gedwongen zullen wor-
den hun schulden van vôor den oorlog tegen vredespariteit
terug te betalen, zullen vele hun eigen ‘kapitaal voor ‘het
overgroote deel kwijt raken, terwijl de meerderheid wel-
licht in staat van faillissement zal komen. Voort is
de export nog steeds zeer beper’kt, terwijl ‘bi’nneniandsche
•koopers zich slechts voorzien van het allernoodzakelijkste.
En zoo werken alle factoren samen, om het economisch
leven, zoowel ‘wat het ‘heden betreft als met ihet oog op ‘de
naaste perspectieven, een troosteloos aanzien te geven, het-
geen natuurlijk deprim’eerend op de markt moet inwerken.
Te L o ii d e n is de beurs over het algemeen gedrukt’ ge-
bleven met uiterst geringe affaire. Voorbijgaand is eeni.ge
interesse ontstaan op de markt voor buitenlandsche staats-
fondsen, met name voor Mexicaansche en Russische waar-
den. Laatstgenoemde waren gezocht in verband met het
gerucht, dat ‘het leger van Denikin zich bij dat va’n Broes-
silof zou ‘hebben aangesloten.
Binnenlan’dsche ,,gold-edged” papieren echter konden zich
niet ‘herstellen. Engelsohe spoorwegwaarden ‘bleven uiterst
kalm ‘met hier en daar een reactie van ‘geringe beteeknis.
Shelis bleven eenigszi’ns aangeboden; daarentegen was
voor aandeelen Royal Dutch een lichte verbetering ‘te con-
stateeren.
Ook te P a r ij s is de tendens uiterst ‘mat ‘gebleven. Over
het algemeen was hier dezelfde stemming als te Landen
op te merken, zooclat Russische waarden voorbij.gaand sterk
werden ‘gevraagd. De rijzing wordt in de hand gewerkt,
doordat tegenover de vraag niet voldoend materiaal ‘kan worden gesteld. In zooverre heeft de Parjsche beurs een
uitzondering gevormd, dat hier Fransche staatsfondsen
een lichte verbetering ‘hebben ‘kunnen aantoonen.
Te N ew Yo r’k zijn de omzetten ‘geweldig afgenomen,
met het gevolg, dat ook ‘de koersvariaties slechts zeer
geringe beteekenis ‘hebben. Feiten van eenige ‘beteekenis
hebben zich hier niet voorgedaan; zelfs ‘de hespiegelingen
omtrent den konienden. oogst hebben slechts’ weinig ge-
wicht in de schaal gelegd. Indien men de ‘omzetten van
thans (op sommige dagen slechts iets meer dan’ 100.000
shares bedragend) vergelijkt met die van eenige jaren ge-
leden, dan komt wel zeer sterk naar voren,,i’n welke ‘mate
de markt te Walletreet aan beteekenis voor ‘het wereld-
verkeer heeft verloren.
Te o n z e n ‘t was de ‘ma’rk’t voor
staatsfondsen
weinig
bewogen, zelfd voor Russen, die slechts op enkele dagen
iets ‘kon’den monteeren. Bin’nenla’ndsche soorten bleven Vrij-
wel verwaarloosd, terwijl de variatiès zich niet boven frac-
ties van percenten konden verheffen.
22 Juni 25 Juni 28 Juni
Rjizing of
.
.
.
86/j
daling.
S
Q/
Ned. W. Sch.
871
89/io
–
210
434 61e
,,
,,
,,
1916
84
1
1
4
83
9
/
83
0
/io
4
0/
1916
75
11
1j
75
1
12
751/
–
8
110
334 01
,,
,,
,,
….
60 60 60
3
572
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
30 Juni 1920
22 Juni 25Juni 28 Juni
234
0
10 Oert. N. W. S…..
44’/
44
‘
1
1i
44e1s
—
5
1915
90ij4
90/8
90
–
114
4
0
1
0
Hongarije Goud
88/
4
88/4
–
4
°Io
Oostenr.Kronenrente
5 ‘oj
51/
4
4.18/
–
1
5
01
0
Rusland 1906′ ……
14
1
/,
14
1
18
14
l/
?
434 °/
o
lwangorod Dombr…
11f13
12%
—
4
0
1Rus1and Cons.
1880
13 13
138/4
+’ft
4
°/Rusl. bij Hope
&
Co.
14
5
1,
14
1
/ic l5hu/io
-4-
P/io
4
°/
0
Servië 1895
……..
16
19
–
+
3 434
°/China tGoud 1898
54
54
531
—
4
0
1
Japan 1899
……..
49’/,
4911,
—
4′
0
10 Argentinië Buiteni
50
1
/b
50
1
18
–
5
0
1
Brazilië
1895 ……
51/,o
51
8
14
5114
+
711e
5
0
1
1913
……
51
8
/4
—
–
Ook de locale iparkten ivaren over het geheel bom ge-
stemd. Het schitterenci jaarverslag van cle Ha,ndelsver-
cen.iging ,,Ahistei’dam” heeft hierin wel even een wijziging
ten gnnste •gebrachit, doch lang heeft de verbetering zich
niet kunnen
‘handhaven
Langzamerhand zijn nu wel alle
gunstige factoren voor de
sui/cernwrkt
bekend geworden
en men geeft er de voorkeur aan geleidelijk tot realisatie
over te gaan en zeer zeker zijn belang niet uit te breiden.
Teekenend is in dit gev’a4 het koersverloop van aaindeelen Poerworectjo, clie aanvankelijk, bij het bekend worden der
nieuwe emissie, sterk in ‘koers reageerden, toen iets kon-
den herstellen, doch ‘de berichtsperiocle weder op een ver-
laagd niveau verlieten, ondanks de meldingen van hoogere
koersen in I,ndi. Alleen aancieelen Handeisvereeniging
,,Amsterdam” makeii op het algemeen verloop een uitzon-
dering. Even ‘gestegen tot boven 1000 pOt., kon dit peil
weliswaar niet gchanclhaafd blijvèn, doch ‘de reactie was
sleohts van uiterst geringe beteekenis. Srt’imuleerend werkt
in dit geval liet feit, dat de H.V.A. in de eerste plaats tot
le weinige ondernemingen behoort, clie niets meer op hun bezittingen kunnen afschrijven, in ‘de tiveecle plaats over-
gaat ‘tot het uitkeeren van ccii ,,bonus” aan aandeelhouders,
in den vorm van ccii nieuwe aandeelen-emissie ad 100 pOt.,
uitsluitend voor aandeelhouders.
De voortdurende stroom van nieuwe uitgiften overigens w’erkt depr.imeerend op het algemeen koersverloop, iii de
eerste plaats wordt ‘iie geld.niankt er zeer gevoelig door,
zoodat geld op proioivgatie in de laatste dagen slechts tot
5 pOt. (en zelfs daarboven) verkrijgbaar is, secundo moet
er zooveal kapitaal voor deze emiss’ies worden gereserveerd,
dat •de oudere leeningen geheel op den achrtei-groncl worden
geschoven.
Sterk de aandacht getrokken echter hebben de aandeelen
der Centrale
.
Suiker Maatschappij. Bij de emissie is slechts een zeer gering percentage der inschrijving toegewezen en
het schijnt, dat de teleurgestelde inschrijvers zich nog
voortdurend op de open markt van materiaal voorzien.
De
petroleumafdeeling
i:S
gedurende het grootste gedeelte der bericht.sper’iode mat van toon geweest, om echter tegen
het slot flink op ‘te leven. Vooral aandeelen Koninklijke
Petroleum gaven van een hernieuwde vitaliteit blijk, waar-
hij de overige fondsen wel eenigszins achter bleven. Alleen
‘aandeelen Perlak Petroleum mochten aich op den laatsten
dag van de berichtsiveek in groote belangstelling vei-heu-
gen’ in verband ‘met de uitspraak, dat de heer Deen aan-
sprakebjk zal worden gesteld voor de schade, die de maat-
schappij door zijn transacties met de Zuid-Perla’k heeft ge-
leden. Men dient hier echter ‘niet ui het oog te verliezen,
dat dc’ aankoopea in ‘de genoemde aandeelen zuiver specu-
latief zijn geweest, «daar van deze uitspraak ‘hooger beroep
nog mogeiijk is en voorts het bedrag der eventueeleshac1e-
vergoedi n’g ring dient te worden vastgesteld.
De
rubbcrnurrkl,
‘droeg ccii eemligszins weifeleud karakter
in verband niet ‘teleurstellende dividen’den (o.a. van de
Lanipong-Surnatra) ee met ‘de vrees voor nieuwe emissies,
waarvan de Preanger Rubber onlangs het voorbeeld heeft
gegeven.
Van te
bakswearden
ware ii slechts gei’ raagd aandeel en
Deli-Batavia en United Larikat ‘Plantations, in vci’ban’d
met de fusie tusschen ‘deze beide ondernemingen.
22 Juni 25 Juni 28 Juni
Amsterdamsche Bank
.
180
180
1/,
—
+
111
Ned.Handel-Mij.cer.t.v.aand
244
242
240
–
4
Rotterd. Bankvereeniging.
135
1
12
1352/4
+
Amst. Superfosfaatfabriek.
.
140
1
1,
138
—
—
181
4
Van Berkel’s Patent …….
l32’/2
132/
131
— 1V2
Insulinde Oliefabriek
. . . .
219
208’/,
203’/,
—
1512
‘Jurgens’ Ver. Fabr. pr.aand.
991
99’1
100’1
+
1
Ned. Scheepsbouw-Mij. ….
128
‘
126
126
— 2
Philips’ Gloeilampenfabriek
733
72901
4
732
—
1
22 Juni 25 Juni 28 Juni
R
ij
zin
g
dalin
R.
S. Stokvis
&
Zonen
650
—
—
Vereenigde Blikfabrieken.
137
137
135
1
1
4
–
18/
4
Compania MercantilArgent
318
31381
4
312
–
6
Cultuur-Mij. d. Vorstenland
425
416V2
413V4
–
11814
E[andelsver. Amsterdam
.
99612 985
994
–
2’12
Roll. Traiisatl. Handelsver.
107
100
102
—
5′
Linde Teves
&
Stokvis
. .
203
201
203
VanNierop&Co’s Handel-Mij
188
19014′
191814
+
3814
Tels
&
Co’s Handel-Mij ….
158V,
1581/,
-‘
Gecons. Roll. Petroleum-Mij
319
1
1t
318
317’/,
—
2
Kon. Petroleum-Mij .
……
681
‘675
6921,
+ 11
1
1,
Orion Petroleum-Mij…….
90
91 91
,
14
+
1
5
14
Steaua Romana Petr.-Mij
145112 154814
—
±
9V4
Amsterdam-Rubber-Mij…..
257’/,
252
1
1,
25181
4
581
Nederl.-Rubber-Mij. …….
134
134.
130V4
–
381
4
Oost-Java-Rubber-Mij…..
417’/,
409’/d
408
—
9l1
Deli-Maatschappij
……..
520/,
520
525’1
‘+
5
Medan-Tabak-Maatschappij
324
325
—
+ 1
Senembah-Maatschappij
–
567
l/
560 560
—
7
1
12
De
scheepvaartnsarkt
was uiterst bom. Met uitzondering
van
ccii
enkehfonds (als Nievelt
Goudi-iaari), dat ‘door
do
bijzondere ma
echnische positie een
rjz’ïng kon
aan-
toonen, was’d’sche afdeeling zeer gecirukit’ van stem-
ming. Er bes’taiitzoo goed
als geen belangstelling, ‘hetgeen
de prij;zen langzaam, ‘doch voortdurend doet ‘afbrokkelen.
22 Juni 25Juni 28
j6101Rzngof
Holland-Amerika-Lijn
– . – –
415
1
/,
406
—
—
9
1
12
,,
,,
gem.eig
409
‘393
400
‘ –
9
Holland.Gulf-Stoomv.-Mij..
265
265
–
Roll.
Alg. Atl. Stoomv.-Mij.
151/4
151’/
—
Hollandsche Stoomboot-Mij.
190
185
—
— 5
Java-China-Japan-Lijn….
335
330
32912
—
5’12
Kon. Hollandsche Lloyd
. –
171
164
1
65’/4
—
511
4
Kon. Ned. Stoomb.-Mij.
. .
21812
213
1
12
2121/,
–
Kon.
Paketvaart-Mij…..
229’/
4
223
226
–
2’14
Maatschappij Zeevaart
. .
.
271
273
—
+
2
Nederl. Scheepvaart-Unie..
280
1
14
274
1
12
277
1
12
–
214
Nievelt
Goudriaan
……
514
525
530
‘
+
16
Rotterdamsche Lloyd……
260
256
1
1m
253
—
7
Stoomv.-Mij.,,Hillegers’berg”
281
1
12
281
1
1,
—
,,Nederlaud”
. .
3(921
298
305
–
48/
4
,,Noordzee”
. .
122
120
–
—
2
,,Oostzee”
….
272
272′
—
Dc
Amnerikaansche markt
was hier doorgaans geheel ver-
laten.
Alleen
in
Steels ging
af en toe nog iets om. Het
vroeger
zoo
populaire fonds, Marine-aandeelen,
kan geen
enkele belangstelling meer
trekken.
22 Juni 25 Juni 28 Jutli
R
ij
zin
z
American Car
&
Foundry.
–
15171
8
15411
i6
152
—
Anaconda Copper
……..
127
10
/
je
127
1
13
125%
— 2
9
1,
Un. States Steel
Corp…..
1O6’/
106’/s
1061/
4
–
1
12
Atchison
Topeka
……..
88’/s
88
88 Vie’
–
Southern
Pacific
……..
103’/,
‘
102
104
–
Union Pacific
…………
.129
12814
128
7
18
–
‘Is
Int. Merc. Marine orig……
378/s
3671je
36
1
116
– l’/is
prefs
98
98
—
De geidmarkt werd iets
stm-oever;
prolongatie
noteerde
tegen liet
slot
534 pOt.
GOEDERENHANDEL
GRANEN.
29 Jitni 1920.
Bei-icliteii over de te velde staande oogsten zijn den laat-
steii tijd weder algemeen zeer gunstig. Alleen uit Argen-
ti,iid wordt nog steeds droogte gemeld, die ten goede komt
aan cle kwaliteit der nieuwe iaïs, dooh aadeelig dreigt te
wo]’den voor den i,itzaai van tarwe en lj.naaad. Zoowel in
cle Vereenigde Staten als iii Canada ontwikkelt zich de
voorjaarstarive geheel naar weusch en de achterstand,
welke was ontstaan door ‘den laten uitaaai, heet geheel te
zijn i:uigeh’aalcl. Ook de vooruitzichten voor ‘de wimitei-tarwc
verbeteren zich nog steeds en de resultaten in dc streken,
waar de oogst reeds is aangevailgen, worden als zeer gun-
stig beschreven. Uit Bri’tsoh-Indië zal voorloopig nog geen export van tarwe worden ‘toegestaan, doch algemeen wordt
verwacht, dat de 1aatste’ maanden van het jaar Britsch-
Indië een flinke bijdrage zal leveren tot de tarwevoorzie-
ning van Europa. En ‘Austral.ië’ nemen de verschepiegeu in den laatsten tijd geringe afmetingen aan. ])e voorraden zijn daar ste,k verminderd en. ‘ofschoon de oogst er beter
30 juni 1920
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
573
Noteeringen.
Chicago
Buenos Area
Dato
Tarwe Mars
Haver
Tanoc
Mars
Ll3nzaad
New York
Juli
Juli
Juli
Juli Juli
26Juni20
310
176′!,
104/,
24,20
10,15
26,75
19
,,
’20
315
181 Ve
104Is
24,-
10,40
27,50
26Juni19
226
17918
69’/
11,45
5,90
29,85
26 Juni18
220
146/
72V4
12,50 5,45
24,20
26Juni’17
209
155
62
1
/e
17,95
11,90
23,-
20Juli
‘141
82
1)
1
56
1
1′)
1
369
‘)I
9,40
2)1
5,38) 113,70
2
)
1)
per Dec.
‘)
per Sept.
no.
Locoprjzen te RotterdamfAnisterdam.
–
oorlen.
28 Juni
1920
21 Juni
1920
28 Juni
1919
Tarwe
(Plata 78 K.G.)
‘)
41,-
41,-
–
Rogge (No. 2 Western)
‘)
32,50
33,-
–
MaIs (La Plata)
……
‘)
392,-
390,–
470,-
G’egt
(48
Ib. feeding)
.
.2)
475,
500,–
450,
–
Haijer(38 ib. white cl.). .’)
22,-
22,-
22,75
Lijukoeken (Noord-Ameri-
ka
van
La Plata-zaad)’)
215,-
216,- 305,-
Lijazaad (La
Plata)
….
4)
805,- 820,-
1060,-
1)
P. 100 K.G. ‘) p. 2000 K.G. ‘) p. 1000 K.G.
4)
per
1960 K.G.
AANVOEREN in tons van 1000 K.G.
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
.4 ,I,kcien.
21-26 Juni
Sedert
Overeen4.
21-26 Juni
Sedert
Overeen4.
1920
1 Jan. 1920
tijdvak 1919
1920
1 Jan. 1920
tijdvak 1919
1920
1919
21.462
244.632
221.267
–
81.168 34.359
325.800
255.626
3.070
16.937 48.465
–
–
11.010
16.937 59.465
Mais
……………..
.522
.7’1
l
,
50
.323
2.829 24.257
-.
– –
22.359
–
1.968
2.721
157.682 2.829 26.225
–
.119 97.060
–
–
–
320
35.865 10.439 132.925
Tarwe
. . .
..
…………
Rogge
……………..
–
18.129
134.122
–
–
7.333 18.129
141.455
Eoekweit
………….-
2
.
256
20.449
12.174
–
2.624
5.484
23.073 17.658
Gerst
………………
Ha ver
…………….
21.483 21.139
–
1.406
200
22.889 21.339
Lijnzaad …………….
Lijnkoek ……………125
Tarwemeel …………
–
9.384 180.585
–
–
37.435
9.384
218.020
Andere nieelsoorten
.
16
3.961
136.196
–
.
100
10.573 4.061
146.769
voorstaat dan eelligen ‘tijd geleden verwacht werd,
zal
Anstra’Iië in het volgende seizoen waarschijnlijk weinig of
niets t.e verschepen hb.ben. Afgezien dan vai de beperkte
uit Bri.tsch-Incljë te verwachten hoeveelheid zal dus het
eerste jaar Noord- en Zuid-Amerika moeten voorzien in
de behoefte van Europa met buitenlandschetar’sve. Over
de vooruitzichten van den Argeutijuschen oogst valt na-
tuurlijk nog ‘niets te zeggen, doch men schijnt wel reeds
te mogen aannemen, dat althans voor Noord-Amerika gele-
kend kan worden op eenruimen tarweoogst, die weliswaar
geringer is ‘dan ‘liet ‘vorige jaar, doch zeer gttnstig af steekt
tegenover 11et gemiddelde van vOOr den oorlog en van de
eerste oorlogsjaren, vooral wanneer het juist ‘blijkt te zijn,
clait in de Vercenigde Stateti op 1. Juli een belangrijk over-
schot van den ouden oogst in het nieuwe jaar overgaat. Versehep’iugen van tarwe waren deafgeioopeti week geringer dan wij den laatsten tijd gewend zijn geweest.
Voornaamste Oorzaak is de uitvoerbeperkiiig in Argen-
tinië als gevolg van ‘het nieuwe uitvoerrecht van 4 Pesos
jier 100
K
.
G.
Over de regeling met de Europeesche reee-
ringen, waarvan in ons vorig bericht sprake ‘was, werd
intusselien niets meer gemeld. Verschillende dier regeerin-
gen hebben besloten het uitvoerrecht voor .hare rekening
te nemen. Van nieuwe zaken hooren wij niets, ‘doch Ar.gen-
tijtisoh.c verschepers haasten zich de nog naar Europa te
leveren ‘tarve te verschepen, zoodat de prijs voor loco tairwe
in Argentinië zich nog handhaaft. Over het algemeen zijn
de nieeste der Europeesche tarwe-invoerianden den laat-
sten tijd minder sterk als koopers aan de markt dan eenige
weken geleden. Blijkbaar i’or.cLt daarbij rekening gehouden
niet de omstandigheid, dat binnen afzien’baren tijd de eigen
oogsten hunne medewerking zullen verleenën bi,j de bröod-
voorziening. Daarbij ‘komt de mogelijkheid van lagere prij-
zeil door het in Amerika beschikbaar komen van den
nieuwc’n oogst. Reeds beweegt zich d,e prijs in de Vereenig-
de Staten de laatste dagen in dalende richting, vooral voor
latere posities. Verschepingen en ‘zaken worden tevens be-
ittoeilijkt door ongeregelde aanvoeren naar ‘de kust, die
veel last ondervinden van cle gebreken in het spoorwegver-
voer.
.1.11
bijna alle ‘tarwc-invoerlanlen van Europa blijft
de oogst zich gunstig ontwikkelen, alleen Italië niaakt een
uitzondering. Wel is daar aan de droogte ees.1 einde gekomen
en is de toestand veel verbeterd, doch in Zuid-Italië en Cicilië, was het daarvoor te laat. Er schijnt verder veel
blijvende schade te zij ii aa ige richt.
Voor rogge geldt, wat inkoopen .door Europa in de Ver-
ecnig.de Staten letreft, hetzelfde als voor tarwe. Ook in
Europa staan over liet algemeen de oogsten er bevredigend
voor, iii Duitschland echter belooft rogge minder dan
tarwe.
Mais was iii Europa in de af’geloopen week over het
algemeen flauw, de En ropeesobe ‘markt was onregelmatig,
doch te vraag is er niet groot, gedeeltelijk in verband met
den uitstekën’den hooioagst, zooc1at de voorraden allengs
een groeten omvang krijgen. De versehepingen van mais
uit Argentinië naar Engeland zijn echter ‘den laatsten
tijd vermintleid en richten zich nu in meerderheid naar
andere Europeesche destinajties, en eveneens •naar de Ver-
eenigde Staten, ‘waar nog Vrij ‘geregeld Argentijnsche maIs
wordt gekocht. De prijs van mais in Noord-Amerika blijft
namelijk nog steeds zeei ‘h9og, ofschoon de maIs te Chicago sterk fiuctueert wegens de geringe aanvoeren, ‘die speculatie
iii de hand werken. ]Eet gebrekkige spoorwegverkeer be-
lemmert geregeld den aanvoer aan de markt. In Argen-
tinië handhaaft de maïsprijs zich vrij goed, ondanks te
enorme hoeveelheid, die in dat land voor uitvoer besoh.ik-
baar, is. Weliswaar spreekt men van teleurstellende op-
brngs’t, doch zelfs indien ‘de oogst belangrijk minder uit-
valt dan men verwacht had, blijft het surplus zeer groot. De verschepingsvraag is echter in Argentinië nog steeds
zOS belangrijk, dat de prijs er slechts zeer weinig gevallen
is. Wegens sterk gedaalde zeevracht in verband met ver-
mindering van ‘den tarweuitvoer is echter de prijs van de
meeste Europeesche markten scherp gedaald, vooral ook in
Nederland en België. In Scandinavië bestaat bij vooctdu-
ring vraag voor najaarsversehepingen en nu en ‘dan komen
zaken ‘tot stand.
Lijnzaad is in Argentinië de afgeloopen week in prijs
gedaald, doch was in Europa vast wegens betere olieprij-
zén, kleine verschepiiigen’ en verhoogde prijzen ‘in Bri’tseh-
Indië.
N ede r 1 and. Tot steeds dalende prijzen kwamen nu
en dan zaken ‘tot stand in l’lata-maïs van den nieuwen
oogst, ‘doch cle vraag bleef klein. A’llengs zij.n echter loco-
voorraden sterk verminderd en enkele nieuwe inkoopen vonden ter aanvulling in Antwerpen plaats. Slechts zeer
weinig mais is naar Nederland onderweg. Ook in andere
voederar’tikelen gaat weinig om en eveneens vindt lijnzaacl
slechts zeer bezwaarlijk koopers. Zaken in Noord.Ameri-
kaa’nsche tarwe en rogge worden nog geregeld gedaan, bijna
geheel met Duitschland als bestemming, doch zij zijn niet
van ‘groeten omvang.
SUIKER.
Van de bietsuikerlanden valt deze week weinig ‘nieuws
te melden.
De stemming op de verschillende werel’clmark.ten ver-
flauwde ‘nogal.
De noteeringea in A in e r i k a ‘bewogen zich ‘do af’geloo-
pen week in dalende richting en vielen voor Spot Centri-
fugals van 19.56 tot
18.31
c., terwijl Juli en September
levering 17 e. ‘noteerde en December 15.55 c. Cubasuiker
werd aangeboden ‘tot 17/ c. c.&fr. en San Domingo werd
verkocht ‘tot 17 17Y2 c.
Op Ja v a kwamen de eerste verkoopen ‘voor oogst 1921
tot stand en werden door de V.J.P. verkocht ongeveer
900.000 picols tot
f
50.- voor Superieur en
f48:-
voor
No. 16 en hooger. Deze verkoopen deden de prijzen voor
574
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
30 Juni 1920
ditjarige (tweedehandsch) suikers aanvankelijk oploopen,
dooh was de flauwe stemming in Amerika oorzaak van een
spoedigen terugval.
Cuba-statistiek:
1920
1919
1918
Weekontvangsttotl9Juni
45.000
-69.317
51.154
tons
Totaal sedert 1 Dec. 1919. 3.138.000 3.189.798 2.482.229
Werkende fabrieken
.. ..
26
53
53
Weekeaporten tot 19 Juni
71.000
62.956
92.091
Totaal sedert 1 Jan. 1920
2.480.110 1.796.656 1.573.932
Voorraad op 19 Juni
.. ..
.
623.000 1.192.732 1.088.259
NOTEERINGEN.
Am,ter.
dam
,
Londen
Ncw Yo,k
Ci
96p.
Whtle Jaca
Amer. G70
Data
loopena’e
Ta
6
103
f.o.6. per
nulated cdi.
Gra-
NUo.
Juni/Juli
Mei
maand
nulated
Sh.
Sh. Sh.
5h.
$
cts.
23Juni’20
f
–
1161-
1051-
1031-
–
19,06
*
16
,,
’20
,,
–
1161-
1101-
109/-
–
20,06
23
Juni’19
–
6419
41/6
411-
–
7,28
23Juni’18
–
6419
–
–
—
5,92
21 Juli ’14
J1
18
1j,
181-
–
–
–
3,26
* laten.
KÂTOEN.
Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons,
Manchester, d.d. 9 Juni 1920.
Het bericht van het Landbouvbureau te Washington d.d.
2 dezer, werd Woensdag j.l. gepubliceerd en was nog slechter
dan men zelfs verwacht had. De gemiddelde stand werd
aangegeven met 62,4
0
10,
het laagste cijfer tot nu toe gepu-bliceerd, tegen 75,6
0f
vorig jaar eli 82,3
Ol
o
van het jaar
tevoren. Na het report steeg de markt in Liverpool circa
50 .punten, hetgeen naar verhouding van den zeer slechten
stand niet veel is. Sedert deze publicatie schijnt de stand
van den oogst wel iets verbeterd te zijn, doch waarschijnlijk
zullen wij toch een kleinen oogst krijgen van Amerikaansche
katoen en daardoor hooge prijzen. Dat de markt niet verder
is gêstegen, is waarschijnlijk te wijten aan de algemeene
depressie in den handel te Manchester. Egyptische katoen is
weinig veranderd maar de termijnmarkt is weer 200 punten
hooger, niettegenstaande de gunstige berichten over den
nieuwen oogst.
Over Amerikaansche garens valt nog weinig goeds te
zeggen. Prijzen zijn wel wat 1 lauwer maar niet heel veel,
hoewel de vraag van weinig belang blijft. De voornaamste
daling heeft plaats gehad in 40144 twist en 60/70 weft in
verband met de daling van Egyptische garens. De valuta-
moeilijkheden en ook de daling in zilver hebben invloed op
alle overzeesche markten en zal het zeker nog wel eenigen
tijd duren, voordat demarkt zich herstelt. Over het alge-
meen zijn de meeste oude contracten tegen lagere prijzen
afgesloten, dan zelfs nu gevraagd worden, hetwelk. natuur-
lijk een gunstigen invloed op de markt heeft. Egyptische
garens dalen verder en ondervinden ook weinig belangstel-
ling, terwijl prijzen voor nieuwe oogst 7 d. per lb. lager
zijn dan voor directe levering, zoodat de animo om garens uit den ouden katoenoogst te koopen niet heel groot is. De
export van katoenen garens gedurende de maand. Mei be-droeg ongeveer twee millioen lbs. minder dan in 1919; de voornaamste daling was voor Frankrijk, terwijl de uitvoer
naar Indië was toegenomen.
Over de nianufacturenmarkt is het moeilijk iets definitiefs
te zeggen. Hoewel de stemming bij de overzeesche markten
flauw blijft, zijn prijzen hier niet veel geditald. Weliswaar
blijft het aanbod grooter dan de vraag, zoodat prijzen een
dalende tendenz aannemen, doch is het aanbod niet belang-
rijk genoeg om deze daling van veel belang te doen zijn.
Als werkelijk het zilver wat vaster wordt en het vertrou-
wen in de overzeesche markten herleeft, is het zeer goed mogelijk, dat prijzen hier weer zullen stijgen en over het
algemeen blijft de stemming vrij optimistisch.
Manchester, d.d. 16 Juni 1920.
Tengevolge van de ongunstige vooruitzichten in den handel
en beter weer in Amerika zijn prijzen van Amerikaansche
katoen wat gedaald, hoewel men toch algemeen wel erkend,
dat deze verbetering te laat is gekomen om zelfs in het
gunstigste geval meer dan een gemiddelden .00gst te doen
bereiken. Spotnoteeringen in Liverpool zijn hooger dan in
het begin van de maand en slechte weerberichten of een
verbetering van de vraag zou zeker hoogere prijzen tenge-
volge hébben. De marktpositie is sterker dan eenigen tijd
geleden, omdat vele zwakke houders gerealiseerd hebben.
De berichten van Alexandrië blijven gunstig en prijzen
van Egyptische katoen zijn weer lager. In noteeringen van Amerikaansche garens is weinig ver-
andering gekomen en men meent algemeen, dat het geen
doel heeft prijzen te verlagen, nu de vraag zoo gering is.
Bij vaste biedingen kan men dikwijls vrij groote reducties
krijgen doch over het algemeen blijven de spinners vast
gestemd. De pÏaatselijke behoefte is zeer beperkt en voor
de binoenlandsche weverijen worden slechts kleine hoeveel-
heden geplaatst. Spinners. van grove inslaggarens ontvangen
bijna geen orders van Nederland, daar voorraden vrij groot
zijn en ook geen nieuwe orders binnenkomen. Over het
algemeen zijn kettinggarens veel duurder dan inslaggarens
en het verschil is zelfs nog grooter geworden, terwijl er
over het algemeen nogal verschil tusschen de noteeringen
bestaat. Van de Europeesche markten komen weinig orders
binnen en hoewel Indië en ook China wel aanvragen zen-
den komen er slechts weinig zaken tot stand, hetwelk niet
te verwonderen is ook al in verband met de groote hoeveel-
heden bundelgarens die nog op oude contracten geleverd
moeten worden. Egyptische garens zijn geheel gedemorali-
seerd ook door de geringe vraag en de aanvragen om oude
contracten op te schuiven. Prijzen van Egyptische garens
zijn gedurende.s de afgeloopen week ongeveer 10 d. per lb.
gedaald tegeofe ‘aliug van 3 d. in den prijs van ruwe
katoen, zoodat de .arge daarin ook al zeer veel minder is geworden. Er schijnt weinig hoop op verbetering te zijn,
daar het vertrouwen in de tegenwoordige prijze.n ernstig
geschokt is en het nog wel eenigen tijd zal duren alvorens
dit hersteld is.
De handel in manufacturen wordt grootendeels belemmerd
door den zilverprijs en door de kwestie van de wisselkoer-sen. De onzekerheid van de overzeesche koersen heeft het
vertrouwen geschokt, waardoor nieuwe zaken zeer moeilijk
worden. Overigens zijn de berichten, speciaal voor Indië,
vrij gunstig daar voorraden gering zijn en men steeds
katoenen goederen noodig heeft. Er komen dan ook wel
aanvragen binnen,, hoewel de limites in de meeste gevallen
veel te laag zijn. De toestand van -de markt is niet veel
veranderd en het is lastig om precies te weten wat de
tegeuwoordige prijzen zijn, zoolang er geen ernstige orders
aan de markt komen.. –
91uni 161uni
–
9Juni
1
6Juni
Liverpoolnoteeringen.
T.T. op Indië …. 210
1
14 1111
F.G.F.Sakellaridis 73,00 70,00 T.T.opHongkong 3111k 316
G.F. No. 1 Oomra 15,00 14,50- T.T.op Shanghai 512
416
Noteeringen voor Loco-Katoen.
(Middling Uplands).
I281uni20I21Jum’20I l4Juni’20128 Junil
9
1
28
Juni’18
New York voor
Middliug . . 38,75e 38,75e 39,50e 34,35e 31,90e
New Orleans
voor Middling 39,75c 40,50e 40,— c 33,— c 31,— c
Liverpool voor
Middling .. .. 27,62(1 27,94d 28,86d 20,990) 23,22d
t)
Noteering van 27 Juni 1919.
Ontvangsten in, en uitvoeren van Asnerikaansche havens.
(In dukendtallen belen.)
1
Aug.’19
tot
25Juni20
t
Ooereenkomolige perioden
19161919
1917-1918
Ontvangsten Gulf-Havens..
4154
3716
3415
11
Atlant.Havens
2964
233
2728
Uitvoer naar Gr. Brittannië
2992
2261
–
2044
‘t Vasteland.
}
3148
2555 1752
Japan eto…
Voorraden
in
duizendtallen
–
25Juni ’20
1
27Juni
19
28Juni’18
Amerik. havens ……….
936
1354 1171
Binnenland ……………
935
1048
818
New York
.
104
143
1
.
224
394
–
New Orleans ……………
Liverpool
……………
10 9
534
258
–
RUBBER.
De markt was in de afgeloopen week belangrijk flauwer’
gestemd en de noteeringen waren lager. Er gaat echter
hoegenaamd niets om en de prijzen zijn eeuigszins als
nominaal te beschouwen. De aanvoeren zijn in de laatste
30 Juni 1920
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
575
weken weder belangrijk hooger dan de afleveringen en de
stocks vermeerderden weder van 20.000 op 21.700 tons.
De noteeringen zijn:
einde vorige week
Prima Crpe loco ……….
1/11
114
Smoked sheets …….. . …..
1/11
…………2/-
1
/
4
Prima Crpe Juli/September
21-
1
1
4
…………2/1
1
14
Oct./December.
211
3
14
…………
2/3’/
Hard cure fine Para ……..2/1
…………2/1
28 Juni 1920.
KOFFIE.
(Mededeeling van de Makelaars G. Duuring & Zoon, Kolf 1
& Witkamp en Leonard Jacobson & Zonen).
Noteeringen en voorraden.
Data
Rio
Sontos
Wisselkoers
Voorraad
Voorraad
j
26 Juni 1920
295.000
98.000
1.615.000
1
)
14
1,
132
19
1920
286.000
10.100
1.692.000
12.950
14’/s
12
1920
311.000
10.025
1.757.000
1)
15
11
/11
26 Juni 1919
7.000
16.000
2.167.000
8)
15
Ontvangsten.
Rio
–
Sontos
Dato
Afgeloopen
Sedert
Afgdoo pen
Sedert
week
1 Juli
week
1 Juli
26 Juni 1920….
52.060 2.525.000
71.000 4.138.000
28 Juni 1919….
1
41.000 11.725.000
76.000
7.350.000
1)
Niet genoteerd ‘) Nominaal 14.000 tot 15.000.
3)
Feestdag.
THEE.
(Opgave van den makelaar J; van
Bek.)
Bericht van den afloop Theeveiling.
Aangealagen in veiling:
14874 en 6014 kn. Java thee.
Aanbod 1 Januari j.l. tot heden
idem 1919
(6 veilingen) :
(5 veilingen):
96844 kn. Java thee
58840 kn. Java thee
7232 ,, Sumatra thee
95 ,, Sumatra thee
Totaal.. 104076 ku. thee.
58935 kn. thee.
De taxatie was opgemaakt op basis afloop vorige veiling. De stemming was voor zeer goede en prima thee, zoowel blad, als gebroken, zeer vast en vele theeën werden belang-
rijk boven taxatie afgedaan. Voor thee van middelmatige
kwaliteit was weinig vraag en kon nauwelijks taxatie halen.
Voor ordinaire thee, zoowel blad, als gebroken, was geen
vraag; op velen geen bod, bijna het geheele aanbod bleef
onafgedaan.
Witpunt tot vorige prijzen.
De volgende veiling zal plaats hebben op Donderdag 8
Juli e.k., het aan te bieden kwantum is nog niet vastge-
steld, doch waarschijnlijk ruim 15.000 kn. 17 Juni 1920.
1-lUIDEN.
Bericht van de firma Grisar & Co.
De berichten omtrent de huidenmarkt beginnen gun-
stiger te luiden; de aanzienlijke Fri’gorificos-verkoopen van
de vorige week hebben getoond, dat er behoefte bestaat
aan goede hutden en dat de prijsdaling van die huiden het
laatste woord gesproken heeft. Voor de mindere soorten,
waarvan het aanbod nog overwegend is, blijft de vraag
gering, al worden hier en daar kleinere partijen voor lage
prijzen uit de markt genomen.
Inlandsche iiuiden: De R. H.-Club meldt een
verkoop van 4/5000 huiden tot zeer bevredigenden prijs.
De Berlijnsehe veiling verliep vast en hooger. Ook in En-
geland is de markt beter en er is zelfs goede vraag voor
zware ossen van 40 Kilo en hooger. Aangeaien echter in
de meeste landen uitvoerverbod bestaat, is de handel daarin
onmogelijk.
Kalf s v e 11 e n: nog steeds dalende en ongeveer on-
verkoopbaar.
J a v a m a r k t: Van de inschrijving van de vorige week
zijn nog circa 4500 hiiden verkocht. Amsterdam zal op
6 Juli een inschrijving houden waarin, behalve Java-
huiden, 2000 Zuid-Af rikaansche huiden verkocht zullen
worden, alsmede 500 gezouten huiden van 35 kilo en nog
enkele partijen droge en drooggezouten geite- en schape-
vellen.
Loo i s to 1f e
II:
in quebracho veel handel, vooral voor
Duitschland.
26 Juni 1920.
BANKA—TIN
In Nederlandsch-Indië zijn in Mei 1920 verkocht
4.918 picols Gouvernements-Banka-tin. De opbrengst daar-
van bedroeg ongeveer
f
910.000,—. (St.ct.)
VERKEERS WEZEN.
SCHEEPVAART.
GRAAN.
Data
Petro grod
Londen/ R’dam
Odessa
Rotte,-
dam
All. Kust
Ve,. Staten
San Lo,’enzo
Rotte,-
Bristol
Rotte,.
Enge-
dam
Kanaal
dam
land
21126 Juni
1920
–
–
– –
1001- 1001-
14119
,,
1920
—
–
1
–
1)1016
–
1051-
23128 Juni
1919
–
–
Jf
90
1)
816
270/-
1)6216
24129 Juni
1918
–
–
1
–
501-
–
2251-
Juli
1914 11 d.
713
uh
‘/
1/1111
4
121-
121-
KOLEN.
Cardif
1
Oostk. Engdand
Data
Bar.
deaux
Gcnua
Soja’
1
La
1
Platal
1
Rivier
oom
Cothen
burg
21126 Juni 1920
301-
451-
501-
–
– –
14119
,,
1920
–
501-
.
–
–
f
12,-
–
23128 Juni 1919
1)
281-
4716 4716
48/9
10,-
Kr. 35
24129 Juni 1918
691-
10113
2001- 1201-
–
Kr.190
Juli
1914
fr. 7,—
71-
713
1416
312
41-
DIVERSEN.
Bambay
Birma
Vladivo-
Chili
Data
West
West
1
stock
1
West
1
Europa Europa
West
Europa
(d. w.)
(rijst)
Europa
(salpeter)
21126 Juni
1920
901-
–
–
–
14119
,,
1920 ……
100/-
1251-
–
–
23!28 Juni
119 ……
‘)140/-
150/-
–
–
24129 Juni
1918 ……
–
…
.275/-
5001-
–
1851-
Juli
1914 …….
.14/6
1613
251-
2213
‘) Per ton stukgoed. ‘) Voor Britsche schepen.
9raan Petrogradpe,. quarter van 496 lbs. e,raa,-, Odesvo per unif, Ver. Staten p.r quarf er van 480 lSs. ewaar.
Overige no! eeringen per ton van 1015 K.G.
RIJN VAART.
Week van 21 tot 28 Juni 1920.
In de afgeloopen week was er te Rotterdam tamelijk
veel aanvoer van Amerikaansche kolen bestemd voor Zwit-
serland en van, ertsen voor ‘de Ruhr!havens. De scheepe-
huren *erden met 5
Y
2
tot 6 cents per ton en per dag bij
voldoend aanbod van ruimte betaald voor reizen van Rot-
terda.m naar Mannheim/Straatsburg en terug op Rotter-
dam. Voor ertsen naar de Ruhrhavens werd betaald
f 1,70
per last met X lostijd en
f
1,85 per last niet
4
lostijd. Het
sleeploon van Rotterdam naar ‘de Ruiirhavens ‘bedroeg
50 pCt. boven het 200-cents-tarief.
De aanvoeren van Antwerpen voor de Ruiirhavens en
Maunheim/Straatsburg waren eveneens normaal, zoodat ook
van dit traject vol’doend aanbod van sleepschepen was.
De soheepahuren te Antwerpen werden betaald ‘met onge-
veer 30 centimes per ton en per dag ‘bij voldoend aanbod
van ruimte.
De scheepshuren in de Ruhr werden met 85 tot 88 p1.
per ton en per dag voor reizen van Rufirort naar Maan-
heim/Straatsburg en terug, bij voldoend aanbod van ruimte,
genoteerd. Het sleeploon van Ruhrort naar MannLheim
varieerde tussehen Mk. 33.— en Mk. 38.— per ton en
werd van Mannheim naar Straatsburg met ltLk. 38.— per
ton genoteerd.
De exportkolen-verlading van de Ruhrhavens naar Rot-
terdam ging regelmatig voort; per dag werden ongeveer
7000 tons kolen verscheept. De vracht bedroeg
f 1,05
per
ton met vrij sleepen van de Rulirhavens naar Rotterdam.
Op den Boven-Rijn was de waterstand gunstig; Cauber
Pegel wees einde der week Meter 2.68 aan.
576
30Juni 1920
4
De N.V. Nederlandsche H
ROTTERDAM
‘s-GRAVENHAGE
GRONINGEN –
Telefoon 3600
Telefoon H 280, 300
Telefoon 1555
AMSTERDAM
LEEUWARDEN
ARNHEM
Telefoon N 5580
Telefoon 2723
levert uit voorraad
TELEFOON-, SCHEL-, ELECTR. KLOK-INSTALLATIES,
etc.,
in huur en koop.
Herstelt en onderhoudt o n d er g a r anti e ook alle niet door haar uitgevoerde installaties.
PROSPECTUS GRATIS.
3
DE
ZWEEDSCHE JAARBEURS
GÖTEBORG
5-11 Juli 1920
Alle takken der Zweedsche Industrie zijn
vertegenwoordigd.
4
Het is de beste gelegenheid om Zweedsche
Industrieproducten te koopen.
Buitengewoon gemakkelijke reisverbindingen met het buitenland, terwijl het Einquar-
tierungsbüro voor kamers zorgt
Toegangsbewijzen en inlichtingen over het vooruitbestèllen van kamers, worden op
verzoek gratis door het Commissariaat der Jaarbeurs toegezonden; ook met alle andere mogelijke inlichtingen staat dit steeds gaarne ten dienste.
Voor jaarbeursbezoekers zijn de douaneformaliteiten vergemakkelijkt, terwijl voor hen
ook vluggere pasviseering geldt.
Brief- en Telegram-adres:
MASSAN, GOTEBORG, ZWEDEN
1
Gebroeders Mereils
1
HAARLEM
t l
KONINKLIJKE
HOLLANDSCHE
LLOYD
AMSTERDAM
Geregelde Passagiers- . en
Vrachtdienst met nieuwe,
moderne post-stoomschepen
TUSSCHEN
AMSTERDAM
EN
ZUIDAMERIKA
VIA
BOULOGNE s/M., PLYMOUTH, CORUIiA,
LISSABON, LAS PALMAS, PERNAMBUCO,
BAHIA, RIO DE JANEIRO, SANTOS, MONTE-
VIDEO en BUENOS AIRES.
FABRIKANTEN VAN
TECHNISCHE
:
• CAOUTCHOUC,
ASBEST
–
• EN EBONIET-
• ARTIKELEN
Telefoon 103
• Teiegr.adr: Gomfabrlek,Haarlem
•
•
hoorsteenbot
ADVERTEERDERS!
Raadpleegt bij het maken van Uwe plannen.
NIJOH
&
VAN DITMAR’S
Aigem5 Advertentiebureau
Gevestigd sedert 1837
Dit adviseert U bij het ontwerp n van Uwe
reclames voor alle landen der wereld
Rotterdam
–
Wljnhaven 111-113.
BIJKANTORENs
AMSTERDAM, N.Z. VOORBUROWAL 157
‘s.ORAVENHAOE, BUITENHOF 48
HAARLEM, SPAARNE 3
HOLLANDSCHE STOOMBOOT MAATSCHAPPiJ
Telefoonnummers:
AMSTERDAM—ROTTERDAM
Telegram-adre5:
Noord 1411, 1699, 3011, 7396, 8941, 9030, 9035.
HOLLANDIABOOT AMSTERDAM.
Geregelde afvaarteni’
Londen en Huli iederen Dinsdag en Zaterdag.
van
‘
Le Tréport (Parijs) en Schotland iederen Zaterdag.
Amsterdam naar: ,
Fowey, ‘Bristol, Swansea, Liverpool en Belfast om de 14 dagen.
In samenwerking met de N.V. v/d. Eb en Dresselhuis’ Stoomvaart Maatschappij te Rotterdam en
met de Nederlandsch Zuid-Afrikaansche Stoomvaart Maatschappij te Rotterdam:
to
.
iedere 3 weken van Amsterdam, en Rotterdam naar
West-Afrikaansche havens
van Dakar
tot Mossamedes.
2°.
iedere hiaand van Rotterdam naar
ZukI-Afrlkaansche havens.
Ruime Loodsen, Spoorwegaansluiting. Billijke vrachten. Afvaartkaarten worden desverlangd geregeld
toegezonden. De Stoomschepen vervoeren een beperkt aantal passagiers.