Ga direct naar de content

Jrg. 4, editie 187

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 30 1919

30 JULI 1919

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

Economisch.-Statistische

Beri*chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

4E JAARGANG

WOENSDAG 30 JULI 1919

No. 187

INHOUD

BIz.
EcoNoMiscHE BEDRIJFSORCANISATIE CONTRA EcoNoMISCH
IlDiVIDUALISME
door
Prof. Mr.
H. W. C.
Bord ewijk….
709
Het Ontwerp van Wet houdende bepalingen tot Beperking
van den Arbeidsduur II door
Mr.
P. W. J. H.
Cort van
der Linden ………………………………..
714
De Nederlandsche Spoorwegen in Oorlogstijd door
Ir. G. J.
de
Vos
van Nederveen Cappel ………………….
716
AANTEEKENINCEN:
Bagdadbaan en de aansluitende spoorwegen ……..
718 Japansche handelsbeweging in het eerste halfjaarv.
1919 718
INGEZONDEN STUKKEN:
Herziening der Oigevallenwet 1901 door
A.
van der
Willigen

………………………………
719
REGEERINGSMAATRECELEN OP HANDBLSGEBIED
…………
720
MAANDCIJFERS:
Rijkspostspaarbank …………………………
721
Postchèque en Girodienst ……………………
721
STATISTIEKEN
EN OVERZICHTEN ………………
7
21-729
Geldkoersen.

Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.

Goederenhandel. Bankstaten.

Verkeérswezen.

INSTITUUT

VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.

WEEKBLAD ECONOMISCH-BTATISTISCHE
BERICHTEN
Secretaris-Redacteur:
G.
E. Huffnagel.

Secretariaat: Pieter de Hooghweg 12, Rotterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 37.
Telef. Nr. 3000.
Tele
gr.adres: Economisch Instituut.
Postche qua en girorekening Rotterdam No. 8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p.
in Nederland f 15,—. Buitenland en Koloniën
1
17,-
per jaar. Losse nummers 30 cents.
Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het
weekblad gratis.

De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen dé abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.

Advertentiën f 0,35 ‘per regel. Plaatsing
bij
abonne-
ment volgens tarief.
Administratie
van abonnementen
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s- Grav enhage.

28, JULI 1919.

De •geldmarkt was ook deze 1erichtsweek wederom

zeer kalm. Over ‘het algemeen was het aanbod van

geld iets grooter, zoodat de prolongatierente onge-

veer % pOt. terugliep en meestal 3% pOt. noteerde.

In de wisselnoteeriiag kwam niet veel verandering.

Prima bankaccep.te’n konden tot 3%
t
3
7
/è pOt. onder-

gebracht worden en ander goed papier kon voor 4 pOt.

plaatsing vinden. Voor gemeentewissels blijft de vraag

gering meestai.moest 4% â 4
7
/s pOt. bewilligd worden.

0

0
0

De wisselmarkt was de afgeloopen week zeer on-

zeker. De koersen schommelden eiken dag herhaalde-

lijk, zoodat er van een richting in de markt – be-

halve voor Parijs en Beigië, waarvan de noteeringen

ook deze week weder regelmatig terugliepen –

– moeilijk gesproken kon worden.

ECONOMISCHE BEDRIJFSORGANISATIE
CONTRA ECONOMISCH INDIVIDUALISME

Restrictions on trade, or on pro-
duction for purposes of trade, are
restraints; and all restraint, qua
restraint, is an evil.
J. S.
Miii,
On Libert7j.

Prof. Mr. H. W. C. Bordewijk schrijft:

Blijkbaar was de Nestor onzer juristen, die nu en
Uan gaarne bij economishe vragen van den dag zijn
nog zoo jeugdig-forsch ‘stemgeluid doet hooren, toen

in de Juni-aflevering van de ,,Economiet” zijn requi-
sitoir nam tegen Mr. Veraart’s ,,Vraagstukkeu der
economische ‘bedrijfsorganisatie”, indachtig aan de
doeltreffendheid der strijdwijze, die ‘in de woorden ,,le

ridicule tue” haar tot gemeenplaats geworden formu-
leering vindt. Het is er echter ver vandaan, dat Mr. Levy zich aldus zijn taak ‘wan criticus heeft willen
,yorgemakkelj’ken.
1)
Argument istapeltihij op argument,
doch hij begiet ze, als vurig pleitbezorger voor econo-
mische, d.i. persoonlijke, vrijheid, met het loog van zijn
spot. Iû zoover heeft hij aan den schrijver van de
,,Vraagstixkken” een dienst bewezen, dat waarschijnlijk
na lezing van deze critiek
bij
velen de wensch zal op-
komen het ‘boekske, dat aan wetenschap en practijk
nieuwe
Agen
wil wijzen, zeil ter hand te nemen, om,
indien mogelijk, tot eigen oordeel te kmen. Is het
reeds verdienstelijk, een onderwerp zoodanig te behan-
delen, dat daardoor in ‘breeder -kring belangstelling
wordt gewekt, zoo moet nog meer ‘beteekenis worden
gehecht aan de wetenschappelijke gronden, die Mr.

Levy’s felle reactie ondersteunen. En nu zij het al
dadelijk gezegd, dat ook ik mij uit volle overtuiging
en met onverdeelde sympathie schaar aan de zijde van
vrijheid, aan welke, werd Veraart’s systeem algemeen,
met een goede bedoeling de adem zou zijn afgesneden.
Waarom ‘ik dan de pen opneem? De reden is hierin
‘gelegen, dat lbb mij, ondanks principieele overeenstem-
mirug met •den geleerden criticus, toch hier en daar
du-bia rijzen, welke te bespreken nut kan hebben, ter.
wijl voorts het stuk de m’aterie niet uitput – hetgeen
ook wel niet de bedoeling van den concipiënt zal zijn
geweest – zoodat een-ige aanvulling wenschelijk kaû
voorkomen.

1)
Vgl.
nog Mi’. Levy’s artikel in het ,,Alg. Handelsblad”,
Avondbladvan 17 Juli jl., getiteld ,,Hoog Spel”, zulks naar aanleiding van het eerste Congres van den R.-K. Centralen
Raad van Bedrijven,
9
en 10 Juli in Den Haag gehouden.
Een uitvoerig verslag van dit Congres te vinden o.m. in
de ,,Maasbode”, Avondblad van
9
en Ochtend- en Avond-
blad van
10
Juli. – Van socialistische zijde verscheen het eerste ‘deel der zeer lezenswaardige critiek van dan heer
F. Al.
Wibaut, ,,Ecouomische bedrijfsorganisatie”, in de
,,Soc. Gids” van deze maand.

710

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Juli 1’919

Allereerst een opmerking nopene naamgeving:

,,economische bedrijfsorganisatie” is een term, welke

weinig zegt en zeker niet een inhoud â la Veraairt doet,

vermoeden. Men ou b.v. eerder geneigd zijn daaibij

te denken aan arbeidsrverdeeling of Taylor-systeem of weI de v.erhoutding tusschen groot- en ‘kleinbedrijf in

eenigen tak van voortbrenging. Wat de schrijver wil,

ware m.i. ,typeeren.der genoemd: collectieve ‘bedrijfs-
regeli’ng. Ik geef intusschen ook deze benaming voor
beter.

Wij hebben bij de z.g. economische bedrijfsoi,gani.

satie te maken met opheffing van concurrentie door

wat Mr. Veraart noemt de moderne collectieve arbeids-,

overeenkomst, gecompleteerd ‘door collectieve afspra-

ken met de tot de ‘betrokken bedrijven ‘behoore’nd&

leveranciers nopens uitsluiten’db leveHngs’bevoegdheid

aan georganiseerden. De zaak is uiterst eenvoudig..

Monopoliseering en kartelleering treden in de plaats,

van vrijheid van bedrijf, vrijheid vai beroepskeus, vrij-

heid om al dan niet van het recht (immers niet en

nooit een plicht) van vereeniging en ‘vergadering
ge-
bruik te maken. Mr. Levy heeft op z66 duidelijke wijze

aangetoond ‘hoe de economische bedrijfsorganisatie’

zich op de puinhoopèn der individueele vrijheid ver-

heft, dat het volmaakt overbodig is, andermaal op

deze schildering t&rug te komen. De vraag, die
‘bij
mij’
opkomt, is echter deze: of de zakelijkheid der strijd-,
w
ij
z
e niet had gewonnen, wanneer niet levensbeschou-

win’g (want deze is in laatste instantie uitgangspunt’

bij ‘bei’de schrijvers) ‘tegen ‘levensbeschouwing ware

geplaatst, doch de heer Levy zich gesteld had op het,
standpunt van den Delftschen hoog’leeraar en hem had

bestookt met wapens, ontleend aan het ‘arsenaal der,,
katholieke maatschappijleer?
1)
Hert ijs de oude gil’den
geest – Mr. Levy wijst er volkomen terecht op – die
in het brein van Mr. Veraart tot nieuw leven is ge-
komen. Men kan daartegen heel het heir van argu-
menten der klassieke economie en der indi’vidualis-

tische productiewijze te wapen roepen. . . – en ‘den be-‘

trokken schnij’ver ‘geheel onbewogen en niet-overtuigd
van dwaling laten, ‘omdat men
subjectief
‘bleef én hem
niet of te weinig volgde in
zijnS
gedaohtenle4en. Het
zal misschien eenigen indruk kunnen maken, wanneêï

tegen ‘Mr. Veraart en de consequenties van zijn econo-
misch dwa’ngsysteem, dat een publiekrechtelijken

nim’bus wil usurpeeren, een katholiek sooioloog van

naam wordt aangevoerd, die den rechten van het individu ‘beter ‘gezind ‘is dan hij, ik meen Victor
(Jathrein S. J. Uit diens omvangrijk erk moge ik een

paar .’g’repen idoen. Kenmerkend ‘voor zijn stain:cip nat
in dezen acht ik
zijn
‘verhandeling over: ,,Die
Aufgaben der Staatsgewal’t und iih’re Grenzen”
2)

wel om ‘deze reden, dat hetgeen den Staat tegenovef :het ‘individu niet ge(yorloofd is, a
fortiori
‘aan alle
lagere publiekreohteijke en quasi-pu’b1iekrechtelijk
gemeenschappen verboden moet zijn. En dan lees ik op
biz. 94/95: ,,Der Staat soli als die Unterthanen nicht’
zwiigen
glückiich zu wer’den. Jeder ist seines oigenen
Glüokes Sch’mtied. Des Meniscjh’en hödh’stes Gut bleibt
immer die Freiheit, un’d ihr Veriu’st wird dnrch’
einige materielle oder auch geistige V’ortheile nicht
aufgew.ogen. Wo ist der edelgesinn’te Mensch, dei nicht alle seine Güter, ja selbst sein Leben der Fiei-
heFt zum Opfer brch’be?” Uit Cathrein’s ‘beschouw.in:
gen over Staart en individu, blz. 58, ‘dit: ,,Das Urele-
ment.. . – ist das Indivi’duum. Der M.enseh tritt nicht
rechtios auf die Erde. Als
Pei-son ist
er vom ereten
Augen’blicke an im ,Besitz von mancherlei unver-‘
ituszeri’ichen Rechten, von Rechten, weiche ihm der,

Schöpfer als Anige’binde ‘ gewissermassên schon in di
Wrioge gelegt u.ud weiche iihn befhicn sollein, sein

i) In zijn artikel ,,Hoog Spel” vestigt Mr. Levy zeei
terecht de aandacht op de brochure van den Helmondscheir
wethouder Jos. van Wel ,,In, vanum laboraverunt”, die in krasse termen de z.g. ec. bedrijfsorganisatie vonnist. Een
merkwaardig Katholiek oordeel!
2)
Freiburg
i. B., 1882.

ewilges Ziel im Zusammenieben mit Anderen zu

erreinhen…. Gortt int es, der viele Rechte untrernu-

bar mit ”dam Dasein und der Persönlic’hkeit des
Menschen verbunden, weil dieser ohne sie ‘seinen

ewi’gen Bestiimmurng ‘hier auf Erden nicht naehkom-

men könrnte.” En de priester roept uit: ,,Was würde

au’s idem Menschen werden, weun nicht wenigstens
sein
Da,sein
gegen fremde Angriffe ,rechrtlioh

siôhergestellt wâre oder er nicht das unverletzliche
Recht besiisse, seine Tbetigkeit in’nerha’lb gwisser

Grenzen frei zu entfaiten und seine nothwendigsten

Pflichten gegén seinen Schöpfer zu erfüllen?” Ca-

t’hrein ‘doet ‘hierop, in zijn – onbekendheid met het

systeem der economische ‘bedrijfsorganisatie, nog deze

woorden volgen: , ,,Ein Zustand also, in dem •der

Mensch völ’lig rechtlos der Willkür An’derér preisge-

geben ware, ist absolut undenkbar.” .Absolut undenik-

bar? Vragen wij aan Mr. Veraart, wat het lot zal zijn

van de ondernemers en arbeiders, die het
recht
van
vereenigen niet tot een publiekrechtelijken
plicht mits-vormen en op zichzelf willen
blijven
staan. Blijft

voor hen iets ‘van de onvervreemdbare natuurlijke
rechten der persoonlijkheid, van God gegeven en waar-

vanzelfs de staatsmacht haar ‘hand, tenzij bescher-

mèn

,

d uitgestrekt, moet afhouden, over? Ja, voor zoo-

ver van onze op vrijheid gegronde rechtsorde, neen
voor zoover van Mr. Veraart afhâ’ngt! Ik doe een

enkelen greep, nI. daar, waar de schrijver ,,de samen-

werking van de patroonsbonden met de leveranciers-
en arbeidersbonden tegenover het ongeorganiseerd be-

drijf en voor de ontwikkeling van het bedrijf op ge-zond-economischen grondslag” bespreekt. Na er op

gewezen te ‘hebben, dat de ruim 200 onigeorganiseerde

dru’kkerjtjes tegenover de 1200 georganiseerde ‘druk-‘
kerijen, ondanks deze sterkteverhoudling toch nog be-

langrijke sc’haide in verschillende districten aanrichten
en dat: ,,daarom een, samenwerking georganiseerd (is)

tusachen de patroons-, de arbeiders- en de leveranciers-

bonden, die deze kleine drukkerijen geleidelijk alle in
de organisatie brengt”, licht Mr. Veraart ons in,, hoe

dat ,,brengen” geschiedt: ,,De bepaling van het ver-

plicht lidmaatschap houdt de arbeidersbonden op hun
,,qui vive”. Nauwkeurig zien zij toe, dat geen van de
leden zich aanbiedt
bij
deze ongeorgani’seerde onder-

nemingen; en dat noodzaa’kt de een na de andere, die
ook maar eenige uitbreiding wenscht, of die van haar
ongeorganiseerd personeel een of meer zag heengaan,

tot toetreden.” Wij vernemen, dat de leden der druk-
kersbonden zich verplicht hebben, ongeorganiseerden

niet in ‘dienst te nemen. Registers van dezen worden
aangelegd
1)
die dienst zullen doen voor het brengen
van huisbezoek bij ouders en onderwijzers, vermits ‘het
in hoofdzaak om jongensexploitatie gaat. En dan zul-

len ,,zij, die vror de belangen ‘van die jonge gezellen
opkomen, terdege…. gevoelen, welk groot gevaar zij
loopen voor hun toekomst in de typografie.” Hoort gij

het, Cathrein,
gij,
die de onvergankelijke ‘waarde van
vrijheid weergeeft met de woorden, dat haar verlies
niet door eenige materieele of geestelijke voordeelen
woTdt
opgewogen? Hier wordt de vrijheid, formeel
intact gelaten, materieel vermoord ,door een stelsel
van sociaal-economische tortuur, dat met de

vrij’beid om zich te organiseeren of niet te organi-
seeren, zich te vereenigen of niet te vereenigen,
deel ‘te hebben aan of niet deel te hebben aan

collectieve arbeidsèontracten en patrooirsregelin-

gen omspringt als de kat met de muis! Uit welke
mentaliteit het stelsel voortgekomen ‘is en welke vol-

komen afwezigheid van vrjheidagedachte en ‘vrijheids-
begrip dit kenmerkt, toont ons de schrjver, waar hij
in onmiddellijke aansluiting aan het voorgaande deze

regels doet volgen: ,,Reeds vestigde ik er de aandacht
op, hoe de georganiseerde papiergroothandelaren

tegenover het ongeorga’niseerde drukkersbednijf optre-

‘, Een nieuw soort van black list!

30 Juli 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

rai’

den. En
vergrijpt
1)
een ongeorganiseerde firma zich
aan de prijstarieven of het periodiekenbesluit, dan is
de bond van handelaren in grafische artikelen ook op
zijn post. Een poging tot berechting wordt gedaan;

de ongeorganiseerde wordt in de gelegenheid gesteld

om door de rechtspraak-commdssiën te worden gehoord.
En

men lette op dit merkwaardige feit
2)
– bijna
nooit laat de ongeorganiseerde de gelegenheid voorbij-

gaan om zich te komen verantwoorden!” Uiterst

merkwaardig feit, wanneer wij verder lezen: ,,Volgt
geen bevredigend resultaat, dan wordt de ongeorgani-

seerde door ide handelaren
geboycot
2)
– evenmin als
aan den geroyeerde wordt aan hem geleverd, waarop,

blijkens de ervaring, volgt, dat de ongeorganiseerde,
die zich aan de prijsregelingen
vergreep
1),
spoedig

tot de organisatie toetreedt.” Tweem’alen wordt het
werkwoord ,,veiigrijpen” in verband met de gedragin-
gen van een niet-igeorganiseerden drukker gebruikt. Er

valt dus niet aan een vergissing, niet aan een schrijf-

fout ‘te denken. Maar dan moet een jurist-econoom
toch wel ver weg zijn, wanneer hij van vergrijpen
durft gewagen met betrekking tot iemand, die zich
veroorlooft, aangezien
hij
zich niet-verbonden weet,
zijn vrijheid te gebruiken en tot prijstar.ieven of perio-
diekenbesluit, waarin hij nimmer had noch ooit be-

hoeft te treden, te zeggen: waai om! Die ,,poging tot

berechting” is ook schitterend. Want wat is dat goed-
gunstig ,,in de gelegenheid stellen om door de recht-
spraak-commissiën gehoord te worden” anders dan

het usurpeeren van een rechters-positie door een
quasi-partij, immers in een rechtsgeschil, dat er
geen is, over rechtsver.plichtingen, die er niet zijn
en verbintenissen, welker ontstentenis van meet af
in confesso is!
3)

Misschien zal
mij,
tegenover mijn beroep op (Ja-
threin, worden tegengeworpen, dat deze schrijver in

den 2en Band van zijn groot werk over ,,Moralphilo-
sophie
4)
het voor de ,,iLnnungen”, zelfs in den vorm van ,,Zwangsinnungen” opneemt. Ik geef dit dadeljk
toe, doch merk daarbij op, dat die ,,Innunigen” slechts
het z.g. handwerk zouden omvatten, waaronder (Ja-

thrcin ,das Ueberwiegen der persönlichen Leistung
ü’ber die Tëtigkeit der Maschine” verstaat, zoodat de
bedrijven, die niet handwerk zijn en die Mr. Veraart juist economisch wil organ’iseeren, er buiten vallen,
terwijl bovendien uit niets ‘blijkt, ondanks den eisch
van ,,Befkhiigun’gsnaohweis duroh ome Meisterprüfung
vor einer aus Fachmannern bestohecreden Kommis-
sion”, dat Cathrein cle gelegenheid om het vak te
loeren kunstmatig zou willen beperken en daarop k(ymt
het per slot toch aan. Het gaat er om, de nietswaar-
di gen buiten het handwerk ite houden. De gelegenheid,
om zich te bekwamen en daarvan het bewijs te leve-
ren, moet echter, ook volgens Oathrein, aan allen
openstaan.

Het verhalen van de kunstmatig verhoogde bonen
en de genormaliseerde winsten op de consumenten is

Ik clirsiveer.
Mr.
V.
cursiveert.
Uit Mr. Veraart’s Praeadvies over de vraag ,,Welke
moeten de hoofdlijnen zijn
vaii
een wettelijke regeling der
collectieve arbei(lsovereenknrnst ?” Teuli ogs’ Uitg.-Mij. ‘s-Her-
togenbosch, 1919, blz. 91/92, zij nog alleen ter kensehetsing
aangeteekend: ,,De bepaling van het verplicht lidma-
schap der vakvereenigingen … heeft deze beteekenis: dat het voor een onderneming van eeoigen omvang in de be-
‘drijven, die tot het grafisch- en boekbedrijf behooren, dat
het voor de arbeiders, ‘die de verschillende vakken beoef e-
ren, eenvoudig onmogelijk is te
bestaan
buiten cle vakver-
eenigingen, die de coil. arbeidsovereenkomt sloten, te
bestaan
anders dan met inachtneming van de bepalingen
der coli. arbeidsovereenkomst in die bedrijven geldende.
Wie zich niet aan die voorwaarden onderwerpt, wordt uit-
gestooten, en dit uitstooten beteekent: voor de onderneming
volslagen ondergang, voor den arbeider broodeloosheid,
althans in het vak, dat hij zich eigen maakte.”
Freiburg
i. B. 1904, 2.
Teil,
2. Buch, 4.
Kap.,
9.
Art.: Der Staat und das wirtsehaftliche Leben (Die soziale Frige’,
§ 3,
blz.
611 v.

een uiterst risquante zaak. Het eene product zal zich

veel beter daartoe leenen dan het andere. Naarmate

een zaak ‘dringender wordt hegeerd, de ‘behoefte daar-
aan intenser is, naar die, mate zal prijsopdrijving beter
slagen, doordat er minder van de vraag afbr’okkelt.

Nu ‘bedenke men ec.hter dit: het gbrandschatte

puibliek, welks totale ‘koopkracht beperkt is, zal, zoo

het weinig of niet op ‘het duurder geworden product

kan bezuinigen, elders verhaal zoeken, zoodat de kunstmatige bloei in den eenen tak van productie

gepaârd zal gaan met malaise, werkloosheid, lage

bonen en winsten in een anderen tak. Stel, men zal
zich ook hi’er, om d’e markt te verbeteren, economisch

gaan oi’ganiseeren: het zal alleen kunnen geschieden

door ‘bedrijven stil te leggen en een deel der arbeiders
te ontslaan. De arbeiders, die hun fortuin moeten
zoeken, stooten bij het algemeen worden van het
systeem steeds meer het hoofd en worden het land
uitgejaagd. Maar de economische bedrijfsorganisatie

staat niet stil. Ze zal internationaal worden. Zullen
ongeorganiseerden, geroyeecrden, geboycotten van onze
planeet worden verdreven?

Internationale medodinging zal, althans in den

overgangstij’d, een spaak in het iwiel steken. De prijzen

in het land, waar het ‘systeem reeds werkt, zijn hoog.
Dit prikkelt invoer, belemmert uitvoer. Die invoer zal

door ‘invoerrechten moeten worden belet, niet om on7e
productie, doch om de economische hedrijfsiorganisatie
te ‘beschermen. De uitvoer zal slechts gaande kunnen

worden gehouden (door het verband van in- en uit.
voer: in vermin’derden omvang), door 6f de export-

industrieën buiten het systeem te ‘houden, ‘wat weinig
consequent ware 6f haar een bonus uit de schatkist te
verleenen, een uitvoerpremie dus, waaraan oveibe-
kende ‘bezwaren kleven. Alen vervalt van kwaad tot
erger.

Mr. Veraart verwacht vermindering van den klas-
senstrjd en zijn vervanging door belangeirsolidariteit
naarmate van het ‘vel’dwinnen der economische be-
drijfsorganisatie. De strijd zou echter worden ver-
plaatst, niet opgeheven. De uit’gestootenen zouden een

geduchte ,,industrielie Reserve-Armée” vormen, niet
langer, zooais Marx ‘dacht, gevormd door arbeiders
alléén. Dat is één antithese. De andere is die tot de
consumenten.
Zij
hebben de duurte te dragen. De actie
der economische bedrijfsorgaizisatie zal
hun
reactie wekken. Zij zullen sidh aan de ‘hun toegedachte boeien
trachten te onttrekken, op Mle manieren. Eén der
wijzen zal de verbruikscoöperatie zijn. Mr. Levy ver-
wacht daarvan
‘véél.
Ik ben in dezen minder opti’mist,
vooral na lezing van het kort geleden verschenen uit-nemende geschrift van Ludwig Pohle, ,,Kapitalismus
und Sozialismus”. Pohle plaatst •daarin de ,,Erwer,bs-

wirtschaft” tegenover de ,,Konsumgen’ossenschaf t”, of,
wat ‘hetzelfde is: de speculatieve verzorging onzer be-
hoeften door derden tegenover de coöperatieve door

onszelven. Uitnemend zet Pohle uiteen, hoe, naast
vrijheid van bedrijf en ber’oep onze vrijheid van con-
su’mptie kenmerk is van het z.g. kapitalisme. De be-
loeften, welke de consumptie leiden, zijn vaak grillig,
moeilijk ‘berekenbaar, aan mode onderhevig, enz. En
nu is het op winst gerichte bedrijf oneindig moer ge-

schikt om het daaraan verbonden risico te dragen dan
een consunnentenassociatje. Het best slaagt de laatste
nog daar, waar een constante vraag mag worden
ondersteld: ,,Es handelt sich hierbei regelmssig um
Gebiete, die keinem oder ‘doch nur einem gering-
fügigen Modewedhsel unterworfen eind, wie Herstel-
hing von Backwaren, Keks, Schuhwerk, Seifenfabri..
kation u.s.w. Dagegen ‘haben sich ‘die Konsumvereine

bisher aus guten und klugen Gründen iingstlich
gehütet mit ±h.rer Eige.nproduktio,n, nuch so’lche Gelyiete

zu betreten, die einem regelmüsigen M’odewechsel

unt,erwo’rfen sin4. Sie wissen sehr wo’h], dass sie bel der
Aufnahme der Produkt,ion auch solcher Gegenstnde
nicht sicher sein können, ob ihre Mitglie’der sie

auch wirklich kaufen, und sie können auderseits auch

712

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30
Juli 1919

nicbt ‘daiain deiniken, iJare Mitglieder zur Abnahme

zu verpflichten. So verzichten sie lieber freiwillig auf

die Aufnahme der Produktionszweige mit denen i.n

bezug auf dein Absatz der Produkte ein grösseres
Risiko verknüpft ist.” Hierin is ongetwijfeld veel

waars gelegen, evenals in de verdere opmerkingen van
Pohle, dat de bevrediging van nieuw opkomende be-

hoef ten veel vlugger en vlotter plaats heeft langs de

banen van de op winst gerichte onderneming dan van

de coöperatie: ,,Um neu entstehenden Bedarf auf dem

Wege der erwerbswirtsohaftlichen Produktion zu

bef riediigen, genügt es, dass cme einzelne oder

höchstens einige wenige Personen die Ueberzeugung

von dem Vorhandensein des neuen Bedarfs gewinnen

und bereit sind, ihre Arbeitskraft und ihre Mittel in

den Dienst der neueia Produ’ktion zu stellen. Um

dasselbe Ziel in der For.m der Konsumgenossenschaft

zu erreichen, müssen dagegen grössere Personen-
zahlein unter einn Hut gebracht und zu gemeurusamem

Vorgehen vereinigt werden. Dieses zweite Verfalirein.

diie Vereiniigung der Konsuimeniteri zur Sôhf-
fung gemeinsamer Produktionsaniagen, ist der

Natur der Sache nach viel umstiiid1icher und
schwerfJliger.” Het is m.i. moeilijk
te
ontzenuwen,
wanneer Pohle op deze grofiden de roerigheid en

beweeglijkheid, het speurend initiatief, waardoor het

speculatief bedrijf uitmunt, grootenideels aan de ver-
bruikseoöperat,ie ontzegt. En dan is er nog dit nadeel,

dat nooit overwonnen •kan worden: ,,Die konsum-

genossenschaftliche Produktionsweise ist ihrem

Wesein nach Beamtenverwairtung.” Zij zou het specu-

latieve lbedrijf kunnen verdringen, zoo zij bihijker
voortbracht. Zij werkt echter met
meer
kosten.. En
terecht meikt de
schrijver
nog op, dat ter beoordee.
ling van ‘de beteekenis dezer coöperatie men niet mag
,,die grossen Mitgliederzahlen der Koneumvereine
aufmarsahieren lassen,” doch dat men moet ,,e’rmit-
teln, weichen Bruchteil von der GeenmtaM der ge

werbtiitigen Personen eines Landes die in Konsum-

vereinsbetrieben beschâftigten Personen ausmachen”:
de Duirtisohe ‘beroepstellijng wees in 1895 2,1 en in 1907 3,7 per mille der ,,geweiibttigen Personen” aan

als werkzaam ‘bij .coöperaties. In 1910 waren in Enge-

land 40.000 personen als arbeiders in dienst van de

productiebedrijven der verbruiksvereenigingen, waar-

bij te voegen ruim .60.000 bij de handelsafdeelingen
aangèstelden, winkeibedienden, enz.: ,,Was wollen
aber diese Zahien besagen gegenüber dem Millionen-
heer der britischen Industrieaibeiterschaft?”, aldus
vraagt Pohle terecht. Daardoor nu zie ik de toe-
komst, in het aangezicht der economische bedrijfs-
organisatie, minder rooskleurig in. Want het zijn dan

toch maar ondernemingen in den echten zin des
woords, die de handen ineenslaan en waartegen de verhrui’kscoöperatie met haar genoemde karakter-
zwakheden het geneesmiddel zou moeten leveren!
Juist de vrijheid der consumenten, die in hot
abstracte geld is gesymboliseerd en welker eenige
limiet is de druk van den prijzenstand, maakt organi-

satie, waardoor zij zich in een of andere richting vast
leggen, hun’nerzijds zoo uiterst moeilijk en nimmer
bevredigend. Het meeste heil verwacht ik van de uit
individueele reacties opgebouwde wijzigingen in de vraag, zoo dikwijls de afwentehingspogingen in den vorm van prijsopschroeving loskomen. Want ,dkt is
het zwakke punt in heel het stelsel, dat het de beto3-
kenis der vraag bij de
prijsvorming
onderschat en
meent met het veroveren van de aanbodzijde het heft
goeddeels in handen te ‘hebben. Het prijsbepalen gaat
uiterst
gemakkelijk.
Ook het verkoopen?

Hier kom ik tot nog een p’unt. Het publiek wordt
als consument geschoren. Dat is .én. Maar het ver

dient ook meer, dank zij het stelsel. De bonen worden
verhoogd, de kleiné bestaantjes verdwijnen, het peil

der winsten zal mee kunnen stijgen. Nu zijn echter
wel alle producenten ook consumenten, doch het om-
gekeerde is niet het geval. Er zijn talrijke groepen,

die aan’ de stoffelijke productie niet deelnemen en

toch een stoffelijk inkomen genieten. Zij zullen buiten

de voordeelen van de ecoxomi’sche bedrjfsorganisatie
blijven, maar wel de nadeelen der duurte ondervin-
den. Afwenteling op dezul’ken vindt geen compensatie.
Zij zullen
moeten
bezuinigen. Doch voor zoover de
afwenteling elaagt, betalen de hoogere geldin’komsten,

gevolg van het stelsel, de ‘hoogere prijzen, eveneens
gevolg van het stelsel. Zoodat de vraag zich opdringt,

waarin per slot voor de betrekkers van de hoogere

geldinkomsten het werkelijke voordeel is gelegen?
De voorraad
goederen
zal, dank
zij
de productierege-
ling, eer af- dan toegenomen
zijn.
De gel’d’inkomsten

zijn gestegen. Welnu, het stijgend prijzenpeil zal alle
voordeel illusoir dreigen te maken. De consument, die

niet tevens producent is, verliest. De consumcht, die
wel produceert, verliest door de afwenteling – bij het

steeds meer om zich grijpen van het stelsel – in de
hoogere prijzen het heoger geldinkomen en blijft die

hij was. Zal, dit mager resultaat ons den socialen

vrede brengen? Het spreekt wel vanzelf, dat zullc een schrale uitkomst door den
schrijver
der Vraagstukken
wordt ontkend en daarom loont het, tot slot, de

moeite, zijn argumenten te onderzoeken, die hebben
waar te maken, dat het ,,ernstig overdreven (is), in-

dien men meent, dat de vakvereenigings-actie en iie
daaruit volgende economische ‘bedrjfsorganisatie
alleen beteekent ,,in een kringetje ronddraaien”.”

Hier gaat het om een beslissend punt, want
zijn
het
alleen geldelijke
voondeelen, clie iliet
reëele
inkomen
geheel of nagenoeg geheel laten zooalis ‘het vroeger
was, idan kan ter wille van de vrijheid, de eenvoudig-

heid en ‘de eerlijkheid, iinzonderiieid tegenover de
arbeiders heel de rompslomp der economische bedrijfs-
organisatie beter achterwege worden gelaten.
Gelijk ik zelf zooeven deed, maakt ook Mr. ‘Veraart
de juiste opmerking, dat er ,’,tal van consumenten

(zijn), die niet producenten zijn en die ‘dus tot de
hierboven aangeduide bezuinigingen volstrekt ver-
plicht zijn. Ik noem maar: renteniers, die hun geld

niet in ondernemingen belegd hebben en gepension-
neerden. Al de schade” merkt de schrijver niet

zonder. ,,Schadenfreude” op – ,,welke deze groepen, die

nu wel geen overwegend deel van de bevolking uit-
maken, ten slotte te dragen
krijgen,
beteekent voor-
‘deel voor de economisch georganiseerde bedrijven.” De
vraag komt daidehijk op, welke moreele aanspraak
deze bedrijven hebben op een voordeel, ‘dat voor ande-
ren schade beteekent? Dit is het zuiverste econo-
mische parasitisme, dat zich laat denken. Het is uit-

nemend geschikt, om de economische bedrjfsorgani.
satie bij alle weldeukendesa ‘in discreidie’t to brengen.

Wanneer het voordeel tot grondslag had verhoogde
productiv’iteit, men zou slechts kunnen toejuichen.
Doch hier is .de grondslag a’ndermans schade. Maar nu
lette men op de fout in de redeneering. Economische
bedrjfsorganisatie wordt aangeprezen met ‘het oog op het
algemeen
belang. Het) aangevoerde argument
plaatst haar echter op ‘het plan van kansspel of dief-
stal. Want ook daar bevoordeelt de een zich ten koste
van den ander. – Vervolgens merkt de heer Veraart
op, dat ‘er ,,aanvan’kelijk – en dat kan jaren en jaren
beteekenen – nog zeer groote groepen der bevolking
(zijn), die, tegelijkertijd consument en producent
zijnde, geen kans zien hun geldinkomen te vergroo-
ten.” Als zoodanig noemt hij ambtenaren en de produ-
centen in nog niet economisch georganiseerde bedrij-
ven: ,,Het aantal jaren, dat’dezegro’eiien ten achter blij-ven, prof’itert het economisch georganiseerd bedrijf ten
zeerste van het verhoogde geldbedrag, dat het voor zijn

productie mocht ontvangen.” Hier geldt natuurlijk
dezelfde ‘opmerking omtrent parasitisme, die ik zoo-
even maakte. Bovendien bedenke ‘men, dat, voor zoo-
ver de betrokken groepen
niet
bezuinigen op de duur-

der geworden producten van de bedrijven, die het
systee.m-Veraart huldigen, zij, gedwongen door hun
gelijk gebleven geldinkomen, natuurlijk elders hun

30 Juli 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

713

aankoopen zullen inkrimpen, waardoor in andere tak-

ken van bedrijf malaise ontstaat. Wij zijn er echter

nog niet. Mr. Veraart wil, voor zijn betoog, onder-
scheil maken tussc-hen luxe-productie en massa-pro-

ductie. Laten de inkomens in de eerstgenoemde

stijgen, dank zij de economische organisatie, dan

beteekent dit schade voor den consument der luxe-

artikelen. De inkomens uit de luxe-industrie brengen

nu een heel andere vraag op •de markt. Mr. Veraart

licht dat aldus toe:
,,In het algemeen
kan men een

piano een luxe-artikel noemen. Economische organi-

satie van de piano-fabrieken en van den piano-handel

zal tot gevolg hebben schade voor den afnemer van

dit muziekinstrument. Maar de arbeiders – om deze

nu maar alleen te noemen – in de fabrieken en in

den handel werkzaam, zullen met het door de econo-

mische bedrijfsorganisatie verkregen hooger loon
massa-producten koopen. Van een kiingloop is hier
dus geen sprake.” Men kan dit toegeven voor het

geïsoleerde geval van arbeiders in de piano-industrie,

die zelven geen last van de duurte van dit artikel
ondervinden. Maar met geïsoleerde gevallen wordt

niets bewezen. Want de bedoeling is, dat de econo-

mische bedrijfsorganisatie
algemeen
wordt – hoe kan

zij anders den klassenstrijd uitdrijven? – en wanneer
nu b.v. langzamerhand alle luxe-industrieën econo-

misch georganiseerd zijn, dan wordt luxe ondanks de

betere geldinkomsten, voor de arbeiders ontoeganke-
lijker dan ooit te voren. Mr. Veraart scheept blijkbaar de arbeiders af •mct massa-producten. Doch ook daar

zal de economische bedrijfsorganisatie, -krijgt
hij
zijn
zin, meer en meer doordringen, met de bekende duur-

tegovoigen. Zal bovendien de versterkte vraag van
den kant der producenten-systeem-Veraart naar

massa-producten deze niet in prijs verhoogen, nog
v66r dc bedrijven, die ze leveren, economisch zijn geor-
ganiseerd? Wanneer Mr. Veraart dan ook dit argu-

ment inleidt met de woorden, dat ,,vooral het volgende
niet (moet) worden vergeten”, schijnt hij -zelf vergeten
te zijn, dat het aangeprezen stelsel bestemd is voor
zoo ruim mogelijke toepassing en dat het er dan niets
toe doet, of een arbeider in een pianofabriek toevallig
niet zelf -getroffen wordt door de duurte van piano’s. Hij zal langs anderen weg de duurte tegenkomen. De
schrijver zegt apodictisch: ,,de arbeiders zullen.
met het. . . . hooger gcldloon massa-producten koo-

pen.” Het
schijnt,
dat hij voor hen als
consumenten
de lUXe-l)rodUctie sluit. Maar de arbeider zal zich
daaraan niet storen, -getuige de bioscopen, die vol
arbeiders zitten. Het is echter wel zeer bedenkelijk

den vooruitgang in reëel inkomen te moeten aantoo-
nen met een beroep op het zÂch spenen aan luxe van
arbeiderszijde, die luxe echter voor anderen in stand
te houden en dan nog te willen volhouden, dat met
het systeem der economische bedrjfsoiiganisatie de
klassenstrijd zal verdwijnen. Het zou wel interessant
zijn iets naders te vernemen omtrent des -schrijvers
opvatting omtrent hetgeen luxe ware en dus taboe
voor de arbeiders en hetgeen niet luxe en voor hen
toegankelijk zou
zijn.
Ik zie niet in, waarom een
arbeider, geheven op het hooger welvaartspeil, dat

economische bedrjfsorganisatie hem voorspiegelt, zich
het genot van een piano, om bij dit voorbeeld te bl.ij-
ven, per se zou moeten ontzeggen. Van des schrijvers
standpunt opent economische bedrjfsorganisatie een
veelbelovend verschiet, etwas noch nie Dagewesenes

op sociaal-economisch gebied. Is -het gewaagd, te
onderstellen, dat in dien nieuwen staat een andere
maat voor weelde en niet-weelde zal gelden dan
thans, gexien de on-dervinding in het verleden opge-
daan, dat eergisteren nog weelde heette wat gisteren
als zeer nuttig gold en heden als onmisbaar wordt
gevoeld? Maar dan zit de arbeider, is het eenmaal
zoover, met de hoogere kosten van piano of wat hij
anders mocht wenschen en blijkt hij niet vooruitge. ‘gaan. ,,Van een kringloop is hier dus geen sprake,”
al-dus Mr. Veraart. Ik meen, bij het algemeen worden

van het systeem, dat van niets zoo zeer als van een

kringloop sprake zal zijn en dat de arbeiders zich

misleid zullen gevoelen.

De schrijver heeft nog een argument, zooals hij

aankondigt: ,,de meest afdoen-de weerlogging van de
redeneering, dat economische bedrijfsorganisatie (en

elke vakvereenigings-actie)- voor den producent ten

slotte geen voordeel oplevert, omdat hij als consument

weer evenzeer het loodje legt.” Uitgangspunt is hier

de onderstelling, dat
alle
bedrijven
na verloop van

eenige jaren in de veilige haven der economische be-

drijfsorganisatie zijn binnengeloodst. De
schrijver,
die
niet op toekomst-problemen wil vooruitloopen, meent,

dat ,,dan nu reeds (kan) worden gezegd, dat het
krijgen van een plaats in de productie, hetzij als
ondernemer-kapitalist, hetzij als arbeider, zeer zal

worden
bemoeilijkt.
Angstvallig zullen de onderne-
mers-kapitalisten en de arbeidersgroepen, toezien, dat
het uit het bedrijf verkregen financieel resultaat

over zoo weinig mogelijk producenten wordt verdeeld,

dat
zij
dus zoo weinig mogelijk nieuwe producenten
in het bedrijf toelaten. Het totale product zal over

een steeds icleiner aantal personen worden verdeeld;

de producent zal als consument een steeds grooter
gedeelte van het totale product ontvangen.”
1)
En do
vraag, wat er van de kunstmatig buitengeslotenen
terecht moet komen, vindt dit antwoord: ,,Wordt op

bepaalde markten de productiviteit niet verhoogd,
dan zullen steeds meer personen gedwongen worden nieuwe markten te gaan zoeken, als producent en als
ruilsubject elders op te treden. De
overblijven-de
pro.
ducenten
krijgen
als consumenten steeds grootere
ruimte.” Dit schrijft iemand, die naar
zijn
richting
het bev-olkingsbezwaar van Maithus niet kan onder-
schrijven en voorstander moet
zijn
van groote gezin-
nen! De sociale vrede zal worden gebracht, maar het
proletariaat of beter de pari-a’s zullen in aantal, abso-

luut en relatief, vermeerderen, dank zij het in
alle
bedrijven heerschende stelsel, volgens hetwelk het
totale product over een steeds kleiner aantal personen
zal worden verdeeld. Wat nood!
Zij
moeten nieuwe
markten zoeken. Zullen zij ze
vinden?
Niet, wanneer – wat toch ‘des schrijvers bedoeling zal zijn, of wil hij
alleen
ons
volk tot economisch georganiseerde uitver-
kiezing brengen? – ook in het buitenland alle bedrij.
ven naar
zijn
recept zullen zijn vervormd. Zij hebben
dan de keus tusschen bedelen of verhongeren. De
-inrichting der productie wordt tot een bevoorrechte kaste-organisatie als in den
tijd,
toen de gilden aan
gelijke ontaarding sneefden. Maar er moeten immers, ter wille van voordeel, meer consumenten dan produ.
centen zijn; alleen z66 wordt de kringloop ontgaan;
alleen z66 kan koopkracht van consumenten aanwas-
sen aan -die van anderen, welke tevens economisch.
georganiseerde producenten zijn. Dat deze tactiek

een inconstituti-oneele gruwel is, ontgaat den schrij-ver. Maar dat bovendien toepassing in alle bedrijven
zal leiden tot algemeene duurte van al wat in die
bedrijven wordt voortgebracht; dat het voor-deel, aan
gedeeltelijke toepassing verbonden doordien een zeker
braakliggend gebied goedkooper produceert en hier
dus met meer geld meer kan worden gekocht, – af-
neemt en verdwijnt -bij den groei en de uiteindelijke
alleenheerschappij van economische bedrijfsorgani-
satie, het schijnt niet tot den schrijver te zijn door-

gedrongen. Neen, dan heeft een ander econoom,
ondanks
zijn
sympathieën in de richting van mono-
pol-iseering, toch nog ruimere denkbeelden dan de wei
zeer beperkte en bij veralgemeening tegenstrijdige
van den heer Veraart. Ik lees bij Robert Liefmann
2)

o.a.: ,,Nicht ‘das Monopol, sondern dic
Konlcurrenz
tötet die Konkurrenz, wie das schon ver 80 Jahren
der französische Sozi-alist Proudhon in seinen Oontra.
dictions économiques behauptet hat. Das Monopol
dagegen erweckt sie ‘zu neuem Leben. Man tut also

IIr.
V. ciusiveert.
Kartelle und
Trust.s,
3e Aufi. 1918, blz. 253/254.

714

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Juli 1 919

gut, etwa
freie
Konkurrenz, das ist die Freiheit,
sich

jedem Erwerbszweig zuzuwenden, und Kon•kurrenz-
kanipf,
das gegenseitige Un-terbieten in den Preisen,

das man bisher als das Wesentlichste des Konkurrenz-
1
systems auffasste, zu unterscheideri. Der Sieg. des

wirt.sohaftlich Strksten im Konkurrenzicampf been-

digt diesein wohl zei tweise unid führît zurn Mouiopo’l, aber

der freien Konkurrenz gibt er nenen Anstoss, so dass
es um so eher wieder ‘zum Konkurrenzitarnpf kommt,

je mehr die errungene Monopolsteliung ausgebeutet

wird.” Zoo zou de economische bedrijfsorganisatie

wel ide machten kunnen oproepen, in staat de boeien

te breken, waarin zij de economische vrijheid had

geslagen. Maar de vrienden dier vrijheid moeten
w.akzaam zijn en op hun hoede. Want de ogeorg-I

]nseer-den bdvinden zich tegenover een mentaliteit,

die geen middel, mits deltieffend, ongebruikt zal

laten. De leveranciers van grondstoffen mogen zich,

naar ons recht, geldig verplichten om alleen aan;

werkgevers, tot den bond behoorend, te leveren, zoodat

nieuwe, vrije bedrijven gevaar loopen zelfs niet op
gang te kunnen komen. Voor het aanbod van arbei1

clers ben ik minder beducht. De broedplaats van prole-

tariërs, die het stelsel al wassend zal
blijken
te wor-
den, zal vanzelf arbeidskrachten in grooten getale

leveren aan ondernemingen, die den ongelijken strijd

voor de viijheid aandurven. Hoe echter een stel-

•sei, dat het economisch bedrijfsleven in boeien legt,
cie consumenten plukt en een toenemend aantal pro-
ductieve krachten het land wil uitdrijven, den: socialen

vrede ook maar 6n stap nader zou kunnen ‘brengen,
laat staan dezen verwezenlijken, blijft voor ieder niet-

ingewijde in do mysteriën der economische bedrijfs-:
organisatie een onoplosbaar raadsel.
H. W. C. BORDW1JN.
Groningen, Juli 1919.

H.ii’T O?TWEEP VAN WET IdUDE1’TDE

BEPALINGEN TOT BÈ?ERKING VAN DEN

ARBEIDSDUUR.

3. Beperking van den arbici&luvr buiten fahrie1;en

df werkplaatsen, winkels, kantoren, apotheken, koffiehuizen, hotels en iierpleg ingsinrichtingen. *)

N:iot elke soort arbeid is ten aanzien van den

arbeidsduur doo-r het ontwerp even sterk aan hnnden
e1cgd. Dit bleek reeds uit het verschil in regeling
van don arbetdsduur in fabrieken eii werkplaatsen cu
in
kantoren. Nog sterker zal dit uitkomen bij de
bespreking van de beperking van den arbeidsduur
itriten fabrieken of woriplaatsen, winkeLs, kantorenj

apotheken, koffiehuizen, hotels en verpleginguin.ric,h-
bi
rrgen;

Val:L do beperking van den arbeidsduur der-
lialae van die ondernemingen, clie niet met name in
lieh ontwerp zijn geneglementeerd. Ook hier weer cic
diie hooiciregeis, thans ehter veel minder sclier-p w’at
reeda daclelijk ii icru it blijkt, daf ton aanzien. van dezo
soort :arheicl niet meer do achtu rige dag cii: 45-urige
weak, maar de lO-urendag 6n 55-urige week .ioidt
viiargesehreven : –
(t.
Terhoi van Zouiclagsaa.heid.


— :I:I:et absol ii te vorhod van Zonclagsa r-betcL voor
joug
d igë persoi:ion (arbeiders va.i:i heïrder lei lui iiie bene-
dei.i do :1 8;jaar) geldt hier niet;. Wel mag ccii jeugdig
persoon in de h:ier lecloolcio iuuic,htingeri op Zouic18
geen arbc*cl verrichten, maar een algemeene inaa1
rogei vat hestucir kan thans uitzondering toestaan.
Mannen of . vrouwen mogen in dc h-ier bosprokeii
onderneniingeii ohvoorwaardeiijk op Zondag wrdcen,
tenzij cciii: nlgemeci:iô
snaaÇregol
lui ii dit verbiedt of
Ii nu arbcii ci aan voo ow aard en bi ijid t.
5.
Vrije Zaterda-gnniddag.
Ook ton aanzien van dcii ‘vrijen. Zate-idagm;iidtda
Wordt eeai ander systeem gevolgd. Hier nl. zal dooi
den algemeenen maatregel van bestttur worden be-
paald, dat arbeiders de door dien maatregel getroffen

*)
ero1g-
van pa.g.
693.

soorten van arbeid niet of slecdits onder voorwaarde

des Zatetda.gsmiddags na 1 uur mogen verrichten.
c.
Tienurige arbeidsda.g en 55-urige. arbeidsweek.
In rtegeinstelling tot de regëling van den arboids-

duur in fabrieken of werkplaatsen en in kantoren

mag in deze ondernemingen de arbeider niet langer

arbeid verrichten, dan 10 uren per dag en 55 uur per
week. Wei kan een algemeene maatregel voor hepaaild!e
soorten van arbeid of arbeid onder bepaalde omstan-

digheden een knuteren arbetidsdag voorseluijven (nooit
kortei dan 8 uren per dag of 45 uren per week),

maar daar staat tegenover, dat die maatregel ook kan

bepalen, dat deze hoofdregel op bepaa’]de arbeiders in

het geheel niet van toepassing is. De tijd waartus-
schen gewerkt mag worden is hier slechts ten aanzien
van jeugdige personen vastgesteld.. Zij mogen slechts

arbei.den tussciien 6 uur ‘s ochtends en 7 uur ‘s avonds,

behoudens in de gevallen bij a1geen.en maatregel

opgenoemd. Ten slotte kan een algemeene maatregel

nog voorschriften geven ten aan’z,ien der rusttijden.
Wij zien dus, .dat bij de hier besproken materie ccii

groot gedeelte van de feitelijke regeling aan alge-meene maatregels van bnstuur wordt overgelaten.
Zpowel nu van de regels, welke reeds in cle wet zijn
neergelegd, als van ‘het meerendeel der regels, welke

nog hij algemeenen rnaatregel moeten worden gesteld,

kan – -liet ,districthoofd der arbeidsinspectie voor
seizoenihed’rijve’n cii onvoorziene omstandigheden tot

bepaalde bij de wet geregelde afwijkingen ver-gunni ng
vorloenen. Bovendien, indien in eene onderneniang

zich spoodeisohende gevallen kunnen voordoen, welke
het tijdig aanvragen zulk eener vergunning onmo-

gelijk maken, kan de Minister van Arbeid een door-

loopenide machtiging, een couponhoekje van vetigun.-
ningen, verleeneri. Deze doorloopende machtiging is
echter ook hier weer aan zeer sterke beperkingen
onderworpen: zoo b.-v. geldt zij alleen ten aanzien
van den arbeid’ van mannen en vrouwen.
Alvorens wij nu van dit onderwerp afstappen osi

over te gaan tot de regelen betreffende het tegengaan
van gevaarlijken arbeid, nog een drietal opmerkingen.
in de eerste plaats -deze, dat men tot goed begrip
dezer wet wel in liet oog moet houden, dat hoe ook de
uitzondering -op dan eenen hoofdregel luidt, daardoor
niet’ de bepalingen van een anderen hoofriregel wor-

den aangetast, tenzij dit uitdrukkelijk vermeld is.
Waisnieer bv. aan een vrouw vergunning is verleend
op Zondag arbeid te veiriehten, clan wordt do tijd, -dien
zij op idien Zondag arbeidt, afgetrokken -van liet

wekelijiksoh maximum, omdat de uitzondering
01)
liet

verbod vaA Zoruciiagsarbeid den regel betreffende dan maximum a.rb&idsduinr niet aantast.

ïn de tweede plaats hebben wij gezien, dat let
districtshoofd dci arbeidsinspectie bepaalde eischen kan stell-n en bepaalde vergunini’ngen tot afwijking
kan verleenen. Van deze beslissingen- bestaat voor het
hoofd der onderneming beroep op den Minister van
Arbeid., -clie darm deze beslissing handhaaft of cciie
oigono beslissing daarvoor in de plaats stelt, in. enkele

gevall
,
an -gaat cciie vergo nning ook reeds di ieet
iii t

‘van clan Minister zoiv-en. Sommige dezer ver-go onin-

gen, maclitigi ngen of

v
rij
s
teil inigen, hetzij in eerste

nstanit,ic uitgaande van, duit Minister, letzij van liet
di strictshoofcl, kn uren worden aangetast door de ‘vak-
i’.ereoi:i.igi’ng, ‘w’a,a,rvmiu arbeiders lid zijn voor wie leze
vergii ii o ing geldt. –

i)’i.e vakivereen:i-g ig kan ul. con cliaa.rioe sti’e,kkenct

ren uost bij -don Mii’rister -:i ,i dienen, clie
cmi
cle vertgul ni-

uiiug, niacliti-gi ng
of
vrijstelling oiiverivij cl kmi ii. i n,ti’eic-
kei:u, toi:i mi niste iii cl ieu blijkt, dat door haar de bela uigomi
der aibci-dens worden. geschaad.
Ten slotte’ tracht liet oi:itwerp den a.il.ieider te ljc-
letten. buiten den wette]ij’ken arbeidstijd nog tearbei-
den. :l:n het algemeen gesproken mag een arbe.iciei’,
die langer dart 1,2 uur per week arbeid pleegt te
verrichten in eene onderneming, buiten die node;’-
n-emnin;g geen arbeid verrichten op tijden, waarop hij
zulks niet in ciie ondorinezning zou mogen doen.

30 Juli 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

715

Slechts aan een man kan het districtshoofd vergun-
nen voor een door hem te bepalen tijd van dezen regei

af te wijken.

b.
Tegengaan van gevaarlijken arbeid.

Naast de beperking van den oebeidsduur in het

algemeen, stelt het ontwerp iich tevens ten doel het

tegengaan van gevaarlijken arbeid. Met een viertal

regels wordt getracht dit doel te bereiken.

Als eersten noemen wij •het veibod van Kinider-

arbeid. Een kin.d – zoo zegt het ontwerp – beneden

14 jaar of nog leerplichtig, mag geen arbeid verrich-
ten. Het artikel is niet van toepassing op arbeid in

het schippers- of vissehersbedrijf, aan boord van eet
vaartuig verricht door aldaar wonende bloed- en aan-

verwanten, tot den denden graad ingesloten, van den

schipper, behoudens in de gevallen bij aigemeenen
maatregel bepaald. Voordat derhalve een kind mag
arbeideii, moet het aan twee vereischten voldoen; het
mag niet nog leerylidhtig zijn en het moet den-leeftijd

van 14 jaar bereikt hebben. 01) liet eerste dezer ver-eisdhten, het niet leerplichtig zijn, kent het ontiweri
geen uitzondering. Geen kind derhalve, dat nog leer-
plichtig is, mag arbeiden. Op het tweede vereischite
echter zijn é,snige kleine uitzonderingen. In soinirnige

gevallen mogen ook kinderen beneden de 14 jasi-
arbeid verrichten. Zoo biv. mogen ook dertienjarigu,
niet-leerplichtige kinderen, mits van het mannelijk

geslacht, arbeid verrichten, wanneer zij dien leeftij.:i reeds bereikt hebben tussehesi het tijdstip waarop de
Arbeidswet 1911 vervalt en een nader door de Kroon
te bepalen tijdstip, dat niet later dan 1 September

1922 mag zijn.

In de tweede plaats kan een algemeene maatregel
van bestuur voorschrijven, dat bepaalde soorten van
arbeid of arbeid onder bepaalde omstandigheden door
jeugdige personen of door vrouwen niet of slechts
onder voorwaarden mogen worden verricht op grond

van gevaar voor de gezonidiheid, de zodelijkheid of liet
leven. Zoo b.v. zal zulk een algemeene maatregel in
het algemeen aan alle jeugdige personen (arbeiders
b
en
eden de 18 jaar) kunnen veribieden lasten te tillen,
indien clie arbeid kennelijk ‘hunne kradhteri -te boven
gaat. Bovendien zegt het ontwerp nog, dat de alge-
meene niaatregel kan bepalen, .dat arbeid, waarbij dp wijze van loonberekening gevaar voor de gezondheid
kan opleveren, door majine.ii niet of sleohts onder

voorwaarden in ag worden verricht.

In de derde plaats regelt het ontwerp het verlof,
dat aan vrouwelijke arbeiders gegeven moet worden
voor en na hare bevalling. Een vrotuvelijke arbeider
mag geen arbeid verrichten binnen acht weken na
hare bevalling. De tijd, gedurende welken onniid’clel-
lijk v66r de bevnflinig geen arbeid is verricht, komt
echter tot ten hoogste twee weken in mindering

op deze 8 weken. Bovendien moet het •hoof cl of de
bestuurder eener oadei’ncmning zorgen, dat aan eelt
vrouwelijke arbeider, dieeen borsthiiicl heeft en hem
hiervan kennis heeft gegeven, behoorlijk gelegenheid
gegeven woedt, haar kind te v,00gen.

Ten slotte legt liet ontwerp hot hoofd of den ho-
stuu.r.der eener on dei’neming de verplichting op,
jotidigcu ])ersoricn de gelegeniheici to geven bepaalde
lessen to voitgen. ik laat liet dosbatreffend artikel

Ii ier volgen.

Artikel
12. 1.
Het
hoofd of
de bestuurder van eene
onderneming is verplicht een jeugdig persooit, die in zijne
ondernemi mig arbeid verricht, met inachtnemiug van het
bepaalde krachtens het derdé liii, in de gelegenheid te stel-
k’n,
gedurei.iile tei.i hoogste acht uien per week de lessen
te volgen iii inrichtingen voor godsdienst, voortgezet, her-
halimigs- of vakonderwijs, mits degene, hij wien cle jeugdige
persoon inwoont, ten minste
étt
week, voordat deze de
lessen begint te volgen, een . daartoe strekkend verzoek schriftelijk tot het hoofd of den bestuurder der onderne-
ming heeft gericht.
2.
Een verzoek, als bedoeld in het eerste liii, moet in-
houden eene opgave van den aard van het onderwijs, van
dc inrichting, waarin het wordt gegeven, alsmede van de

uren, gedurende welke de jeugdige persodu de lessen zal
volgen.
Heeft het hoofd of de bestuurder bezwaar tegen het verzoek op grond van de uren, gedurende welke de jeug-
dlige persoon de lessen zal volgen, zoo wendt hij zich bin-
nen drie dagen na den dag, waarop het verzoek bij hem
ingekomen is, schriftelijk tot het districtshoofd. Deze be-
slist daarop gedurende welke uren het hoofd of de bestuur-
der verplicht is den jeugdigen persoon in de gelegenheid
te stellen cle lessen te volgen.
Door of namens onzen Minister kan voor eene be-
paalde onderneming en voor een bepaalden tijd voorwaar-
clelijk of onvoorwaardelijk gelieele of gedeeltelijke onthef-
t ing van de in het eerste lid aan het hoofd of den bestuur-der dci onderneming opgelegde verplichting worden vet-
leend.
Het districtshoofd kan bepalen, dat gedurende een
door hem vastgestelden tijd de in het eerste lid aan het
hoofd of tien bestuurder opgelegde verplichting niet geldt ten aanzien van een jeugdig persoon
;
die ‘an de hem ge-
geven gelegenheid om de in het eerste lid bedoeldle lessen
te volgen niet geregeld gebruik maakt.

Par. II.
Bepalingen, welke liet toezicht op de na-

leving der zooeven besproken regelen bevatten, met
de daarbij behooende regeling der aansprcticelijkltcid

voor en de overtreding van het geheel.

In deze paragraaf zal de meer formeele inhoud van
liet ontwerp behandeld worden. Wij zullen te dien

aanzien zeer kort zijn. Het ontwerp verdeelt de
materie in de volgende hoofdstukken: administra-

tieve bepalingen; van het toezicht en het verstrekken
van inlichtingen; van de aansprakelijkheid en straf-

bepalingen. Wij zullen deze indeeling volgen.

a.
administratieve bepalingen.

Het hoofd of de bestuurder eener onderneming is
in do eerste plaats verplicht te zorgen, dat in zijne onderneming geen arbeid wordt verricht door een
jeugdig persoon of door een gehuwde vrouw, tenzij
hij in het bezit is van een dien persoon of die vrouw
betreffende arheidskaart, die aan bepaalde vereischten
voldoet. Op deze aiibciidskaart mag hij geen aan-

teekeningen of merkteekens plaatsen en hij moet haar op aanvrage onveiwijld ter inzage geven aan cle amb-

tenaren der arbeidsinspectie. Bij liet eindigen der dienst,betrekking zorgt ht hoofd of de bestuurder
dat de arbeidskaart op eerste aanvrage aan den arbei-

der, op vien ze betrekking hoef t, wordt teruggegeven-
De arbeidskaart vet-mei dt als hoofdflnhoud den naam,
de voornamen, den .dag en de plaats van geboorte van
den persoon, wien zij betreft. Daarnaast worden nog
speciale gegevens verstrekt voor jeugdige personen en
voor gehuwde vrouwen. Dearbeidskaart wordt onder-

teekend en afgegeven door of van vege den burge-
meester der gemeente, binnen welke de persoon woont

op wien de arbeidskaart betrekking heeft.

Voorts is het hoofd of de bestuurder eener onder-
nenli.ng, waarin arbeid wordt verricht: ineon fabriek
of wei-kplaats, een winkel, een, kantoor, eene apotheek,
een koffiehuis, een hotel of eene verplegingsinrioh

ting, verplicht te zorgen: le. dat in. die inrichting
op een plaats, clie vrij toegankelijk is voor alle arhoi-deis, in dle inrichting werkzaam, eene gedagteekende
en door hem oi:iderteelcencle arbeidslist wordt opge-
hangen cii opgehangen bi ijf t, zoodan.ig, dat daarvan
gemakkelijk kan worden kennis genomen; 2e. dat iii
die inrichting, voor zoover daari ii door een of meer
jeugdige personen of vrouwen of door
5
of meer

mannen geregeld arbeid wordt vej-nicht, cent at-beids-
.m-gister aanwezig is. De
arboidslijst
vermeldt o.a.

omtrent alle iii de inriuliti ug vorkztune personou liet
uur van begin en cin cle van diCni dagelijksoheii
cm.]c_
tijdl; de diaartusschert gelegen rusttijden, alsmede tien
dag, voor wekehijksehie must bestemd. Zij mag geeu regeling bevatten in• strijd met het ontwerp of anders
dan inderdaad pleegt gevolgd te worden. Het districts-
hoofd der arbeidsinspectie krijgt er een afschrift van.
Het arheidisre
gister
vermeldt de namen, de voorria-
men en .geboo’itedata van alle personen, werkzaam iii
de inrichting, benevens van ieder hunner een aanwij-

716

‘ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

30 Juli 1919

zing op welk bJ.aid der aribeidslijst te hunnen aan-

zien de arbeicisregeling is vermeld. Het moet op aan-

vrage onverwijid ter inzage worden gegeven aan. de

ambtenaren der arbeidsinspectie.

van het toezicht en het verstrekken

van inlichtingen.

Teneinde toezicht te houden op de nalevi!ng der

wet, is er een arbeidsinspectie, die jaarlijks een ‘ver-

slag harer werkzaamheden aan de Staten-Generaal
overlegt. De arbeidsinspectie maakt bij het toezicht

gebruik ‘van arbeidskaarten, lijsten en registers.

Bovendien zijn het hoofd of de bestuurder eener
onderneming of de daarin werkzame personen ver-

plicht aan de bevoegde ambtenaren de verlangde
inlichtingen te geven omtrent zaken en feiten, de

naleving der wet betreffende. De ambtenaren der
arbeidsinspectie nemen zonder bepaalde toestemming

van den Minister van Arbeid middellijk noch onmid-

dellijk deel aan ondernemingen, waarvoor bepalingen
gelden, welker handhaving aan hen is opgedragen of

tot welker uitvoering zij moeten medewerken.

d.
van de
aansprakelijkheid
en van
str a fb ep alingen.

In het algemeen is het hoofd of de bestuurder der
onderneming verantwoordelijk ten aanzien van over-

tredingen van de bepalingen van het ontwerp. Indien een arbeider niet voor 5 uur ‘s ochtends in de fabriek mag arbeiden en zulks gebeurt toch, dan is het hoofd

der fabriek, daarvoor aansprakelijk. Aan Zijne ver-

plichting te zorgen, dat de bepalingen der wet worden

nageleefd, wordt echter geacht te
zijn
voldaan, wan-

neer
hij
aantoont, dat door hem de noodige bevelen

zijn gegeven, do noodige middelen zijn verschaft en

het redelijkerwijs te vorderen toezicht. is gehouden,
om de naleving to verzekeren van de bepalingen, voor
welker naleving hij verplicht was te zorgen.
S1ehts voor één overtreding is de arbeider zel,f
aansprakelijk. Hij is nI. verplicht, om, indien hij in

meer ‘dan een’ onderneming arbeid verricht, uit eigen
beweging alle inlichtingen te verstrekken, welke noo-
dig zijn tot naleving Tan bepaalde artikelen der wet.
Overtreding der meeste bepalingen wordt gestraft

met hechtenis ‘van ten hobgste een maand of geld-
boete van ten hoogste honderd gulden. Indien tijdens
het plegen van het feit nog geen twee jaren
zijn
ver-

loopen sedert eeiie vroegere veroordeelin.g van den

schuldige wegens eene
soortgelijke
overtreding onher
roepelijk is geworden, kan hechtenis van ten hoogste
‘twee maanden en geldboete van ten hoogste twee-

honderd gulden worden opgelegd. Bij tweede herha-
ling binnen twee jaren, nadat .de eerste veroordeeling wegens herhalin.g onherroepelijk is geworden, wordt
slechts de straf van hechtenis opgelegd.
Ten slotte dient nog te worden melding gemaakt
‘van eene bepaling, clie veel scherpte aan het ontwerp
cntneemt. Niet strafbaar zijn de zooeven bedoelde
strafbare feiten, indien zij onder de gegeven omstan-di,giheden als gerechtvaardigd zijn te beschouwen en
onverwijid door of namens het ‘hoofd of den bestuur-
der worden medegedeeld aan het districtshoofd.

Mr. P. W.
T. H. CORT VAN DER LINDEN.

In mijn artikel in No. 186 leze men pag. 693,
le kolom, 4e alinea:

,,Een algemeene maatregel kan voor ten hoogste
vier jaren na het in werking treden van dit gedeelte
der wet vergunnen dat arbeiders ten hoogste 10 uren
per dag en 55 uren per week werken. Ook de
Minister” enz.
DE NEDERLANDSCHE SPOORWEGEN IN

OORLOGSTIJD.

De economische belangen, welke de spoorwegen
voorstaan, stellen de financieele zoo sterk in de scha-
duw, dat wij gevoegelijk kunnen zeggen, dat slechts
de eerste – ‘althans in ons land – een rol spelen.

Dit kwam heel duidelijk aan ‘het licht, toen in de

eerste weken van Augustus 1914 het spoorwegverkeer
gedeeltelijk gestremd ‘werd.

Naast de talrijke maatregelen, welke ‘de Regeering

t’rof, was voor de ‘spoorwe-m’aatschappijen de even
moeilijke als zware taak weggelegd om mede te wer-
ken het economische leven zoo weinig
mogelijk
te
ichokken.

Nu de oorlog tot het verleden behoort, ki’nnen wij
– al zijn de moiljkheden om het spoorwegbedrijf

gaande te houden nog geenszins weggenomen’ dank-

baar getuigen, dat de maatschappijen zich op lof-
waardige wijze van haar taak gekweten hebben.
De directiën der beide groote soorweg-maatschap-

pijen heb’ben ten. volle begrepen, welke belangrijke

landsbelangen er bij betrokken waren te zorgen ‘dat het’

verkeer zoo weinig mogelijk leed, niettegenstaande

het feit, dat de militairen over een groot gedeelte van

het materieel beschikten en de kolenschaar.schte een
‘zoo beperkt mogeljken dienst eischte.

Wel werd krachtens artikel 50 der Spoorwegwet
op 31 Juli 1914 door den Minister van Oorlog met

machtiging der Koningin ‘het gebruik dr spoorwe-
gen voor ‘s Rijks dienst gevorderd, doch de uitvoering
van den dienst bleef in handen van de besturen der
maatschappijen.

Deze toestand bleef gedurende den ganschen oorlog
bestendigd. ‘

Op denzeifden dag, waarop de vordering der spoor-
wegen bekend ‘gemaakt werd, verscheen in de ,,Staats-

courant” het m’obilisatiebeslui’t, ‘een besluit aan wel’ks

uitvoering do Spoorwegen een daadwerkelijk aandeel
zouden nemen.

De wijze, waarop de mobilisatie van stapel liep, was

volgens Mr. Treub in ,,Oorlogstijd” onberispeljk, ter-

wijl de hulde, die de opper;bevelhebbei’ den maat-
sc’happijen bracht, een erkenning was van den lust en

den ijver, die het spoorwegpersoneel, voor zoover dit
er
bij
betrokken was, aan den dag legde om de mobi-
lisatie te ‘doen slagen.

De treinenloop is gedurende den ganschen oorlog

geen enkelen dag onderbroken geweest, zelfs niet op
den derden nrobilisatiedag (3 Augustus 1914), den

dag, waarop, volgens de oorspronkelijke regeling, het
personenvervoer voor het publiek stop gezet zou
worden.

Op dien ‘datum werd een zeer beperkte dienstrege-
ling ingevoerd, waarbij het aantal afgelegde trein-K.M. tot een zesde van het normale teruggebracht
werd.

Sedert ‘dien wer’d de dienstregeling herhaaldelijk
gewijzigd, altijd in beperkten vorm, eenerzijds door
het gebrek aan rijtuigmaterieel, waarvan een belang-rijk deel ten behoeve van ‘s
Rijksdienst
in beslag ge-
nomen werd, anderzijds ‘door de kolenschaarschte,
welke zich nu eens meer, ‘dan weder minder dêed ge-
voelen.

A’an den invloed dezer laatste overweging is het
toe te schrijven, dat het
tijdstip
der invoering eener
nieuwe dienstregeling vaak aanmerkelijk verschilde
met dat, waarop in normale tijden de zomer- en win-
terdienst ‘ingevoerd placht te worden.

Meermalen noopte het gebrek aan kolen de maat-
schappijen een zeer beperkte dienstregeling gereed te

houden, welker invoering afhankelijk ‘gesteld werd
van de omstandigheid of op een 1bepaald tijdstip de
noodige ‘kolen ingevoerd waren, dan wel de zekerheid
bestond dat zij ingevoerd zouden worden.

Tot uitvoering is ‘het gelukkig niet gekomen, al
was de toestand in dit opzicht in Janiari 1919 zeer
kritiek.

De beperkte dienstregeling van 3 Augustus 1914
werd telkens als de omstandigheden dit gedoogden
verbeterd, zoodat op 1 October 1916 ongeveer het nor-
maal aantal trein-K.M. gereden werden, doch reeds
op 27 November van dat jaar moesten wegens den
kolennood weder enkele treinen, uitvallen, en volgde

30 Juli
i919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

717

op 8 Januari d.a.v. een nieuwe beperkte dienstrege-

ling, waarna de normale toestand niet weder benaderd

werd. –
Het personenverkeer met Engeland, zoowel over
Hoek van Holland als ‘Vlissingen, .bleef tijdens den

ooriogstoestand’ gestremd, terwijl de baanvakken
Bentheim—Salzber’gen, •E’lten—Emmerik en Elten-

Welle tijdelijk dooi’ de Pruisisehe Staa’tsspoorwegbe-

sturen geëxplbitëerd werden.

Midden in de oorlogsjaren, op 1 Januari 1917, tra’d
de tusschên S.S. en’ H.IJ.S.M. en de tusschen S.S.
en N.C.S. aangegand belangeugemeenschap in wer-

king.
De eerste werd aangegaan door de overeenkomst

van 25 November, de laatste ‘door die van 30 De-

cember 1916.
Het tijdstip, waarop deze belangengemeenschap, die
meebrengt,’ dat voor de beide groo’te maatschappijen
dezelfde statuten gelden en de di’rectiën in dezelfde

personen vereeni’gd zijn, en dus practisch gesproken
zij als één maatschappij beheerd worden, in werking

getreden is, schijnt gelukkig gek’ozen.
In 1890 kwamen de overeenkomsten tusschen elk

der beide maatschappijen en den Staat der Neder-

landen tot stand.
Deze overeenkomsten berustteh op het beginsel

,,concentratie en concurrentie”.
Mr. H. P. (1 Quack verhaalt in zijn voortreffelijk
werk ,,Herinneringen” ‘hoe reeds aanston’ds in de aan-
deelhoudersvergadering der S.S., waarin de overeen-
komst met algemeene stemmen goedgekeurd werd, de
Staatsraad Mr. P. F. Hubrecht adviseerde niet met’

de H.IJ.S.M. te concurreeren, doch samen te werken.
Wij vernemen verder hoe dit •denkbeeld bij een ge-
deelte van den Raad van Commissarissen steun vond,
doch waarvan de uitvoering afstuitte op den onwil
der toenmalige leidende personen.

‘Sedert 1890 rjpte dit denkbeeld, hetgeen tot uiting
kwam in de conclusie, vastgesteld door de Staats-
commissie, ingesteld bij Koninklijk besluit van 8 Sep-
tember 1908; No. 25, tot het onderzoeken van de
vraag of en, zoo ja, op welke wijze in het thans ge-
volgde beleid betreffende spoorwegen verandering

ware aan te brengen.
• Met 8 tegen 7 stemmen sprak deze commissie zich

uit voor exploitâtie ‘door één maatschajpij.
Intussehen zou het grovelijk ooabi’lljk zijn de ge-

volgen der concurrentie, ‘welke de ontwerpers der
overeenkomsten in 1890 gewild hebben, te mikennen.

De uiftemende snelverbindtingen, welke véôr den
oorlog in het leven geroepen waren, eenerzijds met
Engeland anderzijds met Noord- en Zuid-Duitsehlarsd,
de frequente dienstregeling, welke saimengesteld was
tussohen het Westen en het Oosten van ons land en talrijke andere verkeers’verbeterin’gen hebben haar
ontstaan te danken aan de zucht van elk der beide
maatschappijen om het .verkeei naar haar eigen lijnen
te trekken. • Zijn eenerzij,cl’s door de concurrentie verkeersgele-
genheden geschapen, die andeis achterwege waren
gebleven, anderzijds hebben: zij ‘der leid’enden persoon-
lijkheden doen zien, ‘dat door het inleggen van goede
en snelle verbindingen niet alleen een gedeelte van
het’ verkeer der concurreerende maatschappij overge-
nomen werd, doch bovendien het verkeer zelf ‘in sterke

mate steeg.
Duidelijk is gebleken, idat men den prikkel der
concurrentie niet noodig heeft om de bron van inikom-
sten uiit het personenverkeer overvloediger te doen
vloeien.
Wij noemden het tijdstip, waarop de ‘belangen-gemeenschap in werking tra’d, gelukkig gekozen.

Immers het groote wereldgebeuren om ons heen’ is op
het economische leven tin ons land niet zonder invloed
gebleven.
Verschillende groots :maajtschappijen, als batnkin-
stellingen, levensverzekeringmaatschappijen, enz., zien

wij tot grooter en daardoor krachtiger instellingen

en maatschappijen saimensmolten.
Waar in idezen oorlog zooveel kapitaal vernietigd

is, is zuinigheid geboden, onproductief werk uit den

booze.
Zoo ook bij ‘de spoorwegen. Door de ‘belangenge-
meensohap is het mogelijk zoowel van het materieel
als van een spoorweg zelf mc groot mogelijk nut te

trekken.
Waar noodig, kan het verkeer over de kortste route

geleid worden, terwijl het materieel aan naastbijge-
legen stations ter beschikking gesteld kan worden,

ook al mochten ‘deze stations tot de andere maat-
schappij hehooreh. Wordt hierdoor besparing verkre-

gen, ‘ook van de samensmelting der verschillende
diensten zal bezuiniging het gevolg
zijn,
terwijl uit-

gaven voor reclame, enz. eveneens tot beperking der

uitgaven zal lei’den.
Voor het publiek sal het voordeel vooral daarin
gelegen zijn, dat de dienstregeling, als één geheel

samengesteld, uitsluitend rekeiiing behoeft te houden
met de verkeers’behoeften, waarbij over het geheele
Nedei’landsche net beschikt kan worden. • ‘-
De samensm’elzing der verschillende diensten wordt
voorbereid en zal vermoedelijk in het begin van 1921,
als de zetel der beide maatschappijen in Utrecht ge-

vestigd wordt, geheel haar beslag krijgen.
De gedwongen slapte in het spoorwegbedrijf, tenge-

volge van het ontbreken van bouw- en spoormatertia-
len, leent zich voor deze voorbereiding gunstig.
Hebben de Neclerlanclsohe ‘spoorwegen gedurende
den oorlogstijd een ganschen ommekeer ondergaan,
over de resultaten daarvan is nog weinig te zeggen.
Wanneer wij ons op het eenig gezonde standpunt stellen, dat de maatschappijen zich zelf moeten be-druipen, dan kunnen wij zeggen, dat de financieele
toestand in de jaren 1914, 1917 en 1918 verre van
rooskleurig is.
Konden in de jaren 1915 en 1916 de inkomsten de
uitgaven dekken, in de overige oorlogsjaren hadden
de toegestane ioonsverhooginjgen’, duurtetoes’lagon,
enz. en de enorme stijging der brandstofprijzen in het
financieele lichaam wonden geslagen, die slechts door
den Staat geheeld konden worden.
In April 1915 werd een overeenkomst met den
Staat getroffen, waarbij deze – als schadeloosstelling
voor de vordering der spoorwegen – waarborgde
4 pOt, van het op de aan’dee]en gestort maatschap-
pelijk kapitaal, onder voorwaarde dat, indien de Staat
bijpaste, hoogstens 3 pOt. dividend zou worden uitge-
keerd en 1 pOt. in de reserve zou worden gestort.
Op grond van deto overeenkomst sprong èn in 1914
èn in,de laatste twee kalenderjaren de Staat de maat-
schappijen bij.

Lag de oorzaak van het deficit in 1914 daaraan,
dat – tengevolge van het uitbreken van den oorlog,
de ‘algemeene angst, welke velen aangrepen om zich
van huis te begeven, de bepêrk.te dienstregeling, welke
het vervoer strem’de – de inkomsten alleen uit ‘het
rei’zii’gersverkeer met
f
4,2 millioen terugliepen, die
in de jaren 1917 en 1918 vonden hun oorzaak in de
hoogere exploitatiekosten, voornamelijk door de hoo-
gere bonen (duurtetoeslagen -inbegrepen), de duur-
dere ‘kolen en in het algemeen de stijging ‘der mate-
riaalprijzen.
Draagt het tekort over 1914 alzoo een tijdelijk
karakter, dat over de jaren 1917 en 1918 is van blj
venden aard.
‘T
e
l mogen de kolen- en materiaalprjzeii in meer
normale banen geleid worden, de prijzen van v66r den
oorlog zuilen niet terugkeeren, terwijl men niet mag
vergeten, .dat tal van nitbreidingswerken dringend op
uitvoering wachten en dat de rente der daarvoor
noodige gelden het budget opnieuw zullen verhorgen.

In ditlicht bezien is’ het duidelijk, dat de tarieven
een blijvende verhooging moesten ondergaan.
Voor de exploitatiekosten in de jaren 1912 en 1913
(de beide jaren véôr den ooidog) geldt Je empirische

718

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Juli 1919

formule: y
=
3.19 x – 21.244, waarin y de exploitatie-

kosten in millioenen gulden voorstelt en x het verschil

tusschen het jaar, waarover de ko.nten vatgesteld
moeten worden en het jaar 1891, het eerste jaar
waarin de overeenkomst van ‘1890 een vol jaar van
kracht was.

Voor 191.2 is z derhalve 1.912 – 1.891
=
21 en y
(de exploitatiekosten)’ 45,7 millioen gulden.
Ware de oorlog n’iet tu.sschen’beide gekomen, dan
zouden de exploitatiekosten over 1.918 volgens boven-

staande fonmule,
waarin
x dus 27 is, 64,9 millioen
gulden bedragen ‘helyben.

De kosten 1)ech’oegen echter 103,4 millioen of bijna
60 pOt.

‘meer. Nemen wij nu in aanmerking, ‘dat de
loosien in 1,919 opnieuw verlhoogd zijn, dat er thans,

geen uit’zicht is, idat con kenter:ing in d.e kolen- en
mateu-iaalprijven komt, dan zal het een open vraag

blijven, of met de nieuwe tarieven en vrac.,htpri,jzen volstaan kan worden,

l)e igeldleeniingen 76j,n tot ruim 324 milliocnge,ste-
gen, terwijl het aancieelenkapitaal der ‘beide groo’te
maatschappijen te zamen 40 rnill’ioen bleef,

:De bruto op’breng’sten (N., 0. S. inbegi’epen) beda’oe-

gen bijna 125,9 milliöen, de exploitatiekosten. 103,4 mil’lioen, latende een saldo van slechts 234 millioen,
‘dat met de ‘veisdhil]en,de ‘baten een, saldo van 28,2
m.i.11ioan maakt, waartegenover de lasten 26,9 mii-

lioen staan. De Staat heeft hierin voor ruim 4 mii-

heen bijgedragen.
Het u’o]ie’nid materieel staat te boek voor ruim 1.16
m:iljl’ioen gulden, terwijl het pensioenfonds reeds 48

mii] ioen bedraagt.
Het aantal locomotieven bedroeg op 31 December
,

1918 1279 en ‘het aantal rijtuigen en. wagens 32.616,’
zijide resp.
Y4
en
Y
6
van het aantal, dat Duitschland

ain de geallieerden moest uitleveren.
In exploitatie waren 3354 K.M. hoofd- en ]ocaal-
Spoorwegen, terwijl iii dienst waren 37.613 personen.

‘Aan brandstoffen werd in 1.913 5,4 ‘millioen guldeul

besteed, terwijl dit bedrag in 1,91.8 klom tot 27,5 mii-
lioen. –
Zoo’
zijn de ‘s’torimen der onrustige oorlogsjaren oo’k
over de •spoorwegmaatsdhappijen heengegaa,n en is erT
heel wat staatsmanis’wijheid noodig geweest haar er
doorheen te helpen.

Mogen do ‘bel,enumeriingen., diie ‘de ont’wikkelii’ig van1
liet ‘verkeer zoovele jaren hebben tegengehouden en
gestrenHI, spoedig woeden opgeheven, opdat de maat
‘soliappijen, thans .on!der één leiding,
7ich
ontwikkelen
en ‘haar plaats weder ‘in het economische leven inne-
men ‘kunnen, welke haar toebedacht is tot heil cii
bloei ‘van onzen landbouw, nijverheid en industrie.

Ir. G.
J.
DE
Vos
VAN NEDERVEEN CAPPEL.
(Ontleend aan,de ,,Ingenieur” No. 29 van 1919.)

DE N.O.T.

Aan het slot van ‘dit artikel in ons vorig nummer
vei’d , onder de leden van de uitvoerende commis-

sie verzuimd te noemen de ‘heer Th. J. van Haren
Noman, na diens overlijden opgevolgd door den heer’
Adarn Roelvjnk. De heer Maclaine Pot,. ‘alg lid ver-

‘meld, heeft de functie van secretarii der commissie
‘bekleed.

Op pag. 690, le kolom, 9e regel, leze men: N.O.T.-
lccgel ‘inplaats N.O.T .-regel.

AANTEEKENtNGEN.

Bagdadbaan en de aansluitende
S 0 01W
e g e n.
– In de ‘aatst ‘verschenen afleve-
ring van het ,,Weltwirtschaftliche Archiv” komt van

de hand van Dr. Riohard Hennig het verslag over
de jaren’ 1.917-1918 voor van de vaste kroniek- be-
treffende de ontwikkeling van ‘het spoorwegnet ‘in’
Azië. Het moge ons vergund “zijn va’r hetgeen over

de Bagdadbaan en de daarmede samenhangende
vet-
bindingen medegedeeld w’ordt hier in het kort iets
over te nemen. Het project van de overbrugging of

on’dertunneling van den Bosporu,. dat thans ‘al ruim

een halve eeuw oud is, kwam als ‘gevolg van den oorlog

in ‘de laatste jaren weder ter tafel. De Oos’tenrijksche
ingenieur Robert ontwierp een nieuw plan voor een

Bosporus-brug, ‘die uit drie deden ‘bestaan zou, onder-
scheidenlijk ‘van 162%, 205% en 162% M. spanwijd.te.

De kosten werden in de ,,Zeitung des Vereins deut-
scher Eisenbahn-Verwaltungen” op 1,4 millioen Kr.

geraamd. Voor den Ana’tolischen ‘spoorweg werd door

‘de Turksche Regeeri’ng de aanleg van du’bbelspoor

aangenomen. De kronuiekschrijver veronderstelt, dat

de mach’thchbers, die thans den spoorweg onder hun

‘gezag hebben, dit plan zuilen overnemen.

Het voortbouwen aan de Bagdadbaan heeft’ ‘natuur-

lijk den invloed van den loop der oorlogsgebeurtenis-
seri sterk ondervonden. Des te belangrijker is het feit,

dat nog in de laatste weken van den ooi’log, October

1.918, cle. groote tunnel in den Taurus (3795
M.
lang) gereed gekomen is. De’ afwezigheid daarvan
had eene bezwaarlijke onderbrekin.g van het spoor-
wegtransport met vervoer op lastantomobielen voor

dien ‘tijd noodzakelijk gemaakt. De Engelsc’hen heb-

ben na de nederlaag van Turkije ‘alle i)uitsche be-

‘amb’ten uit het ‘bestuur ‘van de Bagdad’baan_on’der-

neming- verwijderd. De ibij de werken aanwezige Duit-sche”ingenuieui’s en overige arbeidskrachten heeft men,

daar het niet mogelijk was plaatsvervanigers ‘voor hen
te vinden, in functie gelaten en zoo kan vervacIit

worden, ,dat niet’tegenstaaude de débâcie der Centra-

len de voltooiing van de Bagdadbaan eerlarig ‘te
wachten is.

‘Inmiddels is ook de aanleg in Noôrd-Mesopotamië

zoover gevorderd, ‘dat de baan t’o’t Nassi’bin, ongeveer

1,50 K.M. noordelijk van Mossul, spoedig aan het

bedrijf zal kunnen overgegeven worden. Voorts heb-
ben de Engelschen, voorloopig vooi’ militaire doel-

einden, van Basra, aan ‘de Perzische Golf, tot Bagdad
een lijn aangelegd, die slechts weinig verandering zal

bch’oeven te ondergaan om voor economische vredes-

doeleinden in gebruik genomen te kunnen worden.
Daar van Bagdad noordelijk tot Samarra reeds sedert

1914 ‘de spoorweg gereed is en de Engelschen inmid-
dels nog de lijn v’an Sa,niarra tot Tekrit doorgetrok.

ken hebben, blijft dus nog slechts het traject Nassibin-
M’ossul-Tekrit, ‘iii vlak l’and, in ‘te vullen, hetgeen bin-

1
nen het verloop van 6611 jaar zal kunnen geschieden,

zoodat de voltooiing van de geheele
Bagdadbaan van den Bosp’orus tot aan
de Perzische Golf ‘omtrent halverwe-
gen 120 zal ‘kunnen verwacht worden.

Nu de Ententa ‘haar macht aan de. Levant-kust

heeft gevestigd, valt te rekenen met den aanleg van
een directe verbinding van Alexandrètte, ‘aan de Syri-

sche kust, tot Muslim, noordelijk van Aleppo. De
Engelschen willen nl. de v’oornoemde Middell’andsche

zeeliaven ten kosfe van den Bosporus tot de eenige
hoofdhaven van :M:esopotamië aan de binnenzee ma-

ken. Na de innemin’g van Jeruzalem op 9 December
1917 ‘hebben ‘de En,gelsohen de baan ‘door ‘het schier-,
eiland Sinaï met groote voortvarendheid, aanv’anke-
lijk voor militaire doeleinden, aangelegd en daarmede

een spoorwegverbindin,g van Cairo “naar Jeruzalem
in het leven geroepen, zoodat na de voltooiing van de

laatste werkzaamheden in den Taurus, wellicht nog
in dit jaar, een d.00rl’oopeude spoorweg zal bestaan
van Bagdad naar Boven-Egypte.

De vijanden van Tfurkije hebben aldus de Sinaï-baan, die door dit land zelve ondernomen was en
waarvan ‘bij den ‘aanvang Van 1917 rond 230 K.M.
voltooid varen, ,tot stand gebracht. Bij El-K’antara,

aan het Suezkanaal, is een ‘draaibrug geslagen, ‘die
op 15 Mei van het vorige ja,ar in gebruik is
genomen.

Japansche handelsbeweging
in
h
e
t eei’ste halfjaar van 1919. –
Hiëronder volgen de cijfers van den Japanschen in-

30 Juli 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

719

en uitvoer voor de eerste zes maanden van het loo-

pende jaar, vergeleken met voorgaande jaren, die wij

in •de ,,Frankfurter Zeitun.g” overgenomen vinden.

In Japan doet zich thans op elk gebied prijsitijging

voor. Vooral de rijstprijzen zijn in Juni anmerkelijk
gestegen. De noteeringen voor katoen en gare’ns heb

hen de 491 yen, den recorciprijs vn het jaar 1917,

overschreden. Ook ruwe zijde, die aan het einde van

Juni 2320 yen noteerde (half Mei eerst 1730 yen), is

aanzienlijk opgeloopen door gebrek aan voorraden en

levendige vraag uit de Vereenigde Staten.

De cijf…s drukken .rnillioenen yen uit.

invoer

uitvoer .

saldo

1915

289

301

+ 12

1916

382

_470

+ 88

1917

448

708

+260
1918

839

896

+ 57

1919
………
1049

826

—223

Flat is een belangrijk feit te noemen, dat de Japan-

sche handelsbalans, zooals uit cle vorenstaande cijfers

blijkt, alweer naar de passieve zijde is doorg,eslagen
1)

1)
Zie voor de cijfers van
1917
de aanteekening op pag.

867
van den vorigen jaargang.

INGEZONDEN STUKKEN.

HERZIENING DER ONGEVALLENWET 1901.

In de inleiding tot cle Memorie van Toelichting op
het wetsenbwe’rp tot herzien ing der Ongevallenwet
1901. dedl t de Minister van Arbeid mede, dat met
deze herzieni.nig niet bedoeld woid.t de ongevailanver-
zekeiing in een oignaiisch verband te brengen met de

ziekte-, i irvalicliteits- en ouderdomsverzokeringen. De
minister 1heeft wei plannen voor eene organisatie der
sociale rerzekeiin’g in haar geheel, doch wil de herzie-

ninig van de Ongevali.enwet 1.901 daar niet op laten
.’acihten. Weder een voorbeeld van de voortvarend-
heid van denen m:inister. Onder menigen vroegeren
bewindsman ‘,ou het juist als een argument gegolderi
hebben. de herziening uit te stellen, daai men groo-
teie plannen hud. En wanneer dan de grootere plannen
win de baan waren, bleven de kleinere verbeteringen

achterwege.
Hoewel dus de hieizieninig beperkt is en de l)egin-
seloii van. d.e wet onaangetast laat, worden er toch
enkele vijzigingeii vati irugrijpenden aard voorgesteld.
Over het algemeen zal ieder, die geen vree.mdeli.n
is op het gebied der ongevallenwetyerzekering, hij het

lezen van het oivt.werp en de memorie van, toelichting,
niet kun non nalaten voortdurend met inetem ming te
kn:ildceui bij de verbetering der fouten en de aa.nvul-
hing der tekortkomingen, die de practijk in. de be-
staande wet aan het licht heeft gebracht.
Begrijpelijkerwijze is de herziening ook gbaseerd
op cle rechtsirraak van 1e raden en den centralen
rand van beroep en met eenige verbazing ziet men
hoe de sociale wetgever met zijn rechter niet overweg
kan en hem de les leest. Volgens de opvatting van den centralen raad van beroep treft een ongeval in
het algemeen den werkman niet in verband met de
uitoefening van het bedrijf op weg van of naar huis.
1)e memorie schrijft daarover:
• Laugzamerhadd zijn echter door genoemd rechtscollege

01)
dieui regel zooveel uitzonderingen aangenomen, dat het
van allerlei bijkomstige en op zich zelf onbeteekenende om-
standigheden afhangt, of de werkman, evettueel
zul
nage-
laten betrekkingen, ter zake ‘van een 6ngeval, als voren-
bedoeld, al of niet aanspraak kunnen maken op schade-
loosstelling. Aangezien de gelijkheid van rechtsbedeeling ‘door
deze jurisprudentiedreigt verloren
te gaan (s i c) en boven-
dien haal’ cle meenilig van onciergeteekende tusschen de’be-
drijfsuitoefeniag en deui gang van, den arbeider naar de werkplaats of karwi of daarvan naar huis nauw verband bestaat, acht hij •het gewenscht in de wet eené bepaling
te doen opnemen, krachtens welke ongevallen, als ‘waarvan
hier de rede is, als bedrijfsongevallen worden beschouwd.
Het is de vraag of dat nu juist gezien is. Iedere
gens is ‘ten opsciohte van de grenegevallen absurd.
Wordt de grens verlegd, dan.neemt men,daarmede de

absurditeiten niet weg. De werkman, diie vôôr het
fabrie’kshek ui’tglijclt, ‘heeft geen recht op schadeloos-
stelling;,daarentegen wèl indien het ongeval hem bin-

nenhet

hkôvérkomt. Wordtde wet nu veranderd, zon-
dat hij ook gedekt is op weg van zijne woning naar de

arbeidsplaats, dan is het even absurd, dat hij wel
aanspraak kan maken, indien hij op liet trottoir voor

zijn d:eur valt en n.jet indien hij uitglijdt op de trap
van ‘zijn huis. Het blijft de vraag of de Centrale Raad

juist niet naar een- dieper liggend ‘verband niet de
bedrijfsuitoefening heeft gezocht ton einde de grens

minder absurd te maken.
Gvei’igend zal het wel eene illusie zijn, dat de zoo

scherp gewraakte wij’ze van rechtapreken thans anders

zal worden.
Het voorgestelde artikel, lijdende:


,,,Een ongeval aan een werkman oei’jomeii, terwijl hij
z
iell van zijne woning naar de arbeidsplaats
of
van de
arbeidsplaats naar zijne woning begeeft, wordt geacht hem
te zijn overkomen in verband met de uitoefening van het
bedrijf van zijn werkgever, behoudens indien het ongeval
hem ovoi’komt in den tijd, waarin die gang om redenen
met de bedrijfsuitoefening niet in verband staande, ondei’
breken was.”

geeft voor fijne onderscheidingen – b.v. het al of

niet iii verband staan van de onderbreking van den
gang en de bedrijfsu itoefeniruig – genoeg gelegetuleici
en cie wetgever zal zich niet minder dan thans aan

de ju risp
iti
den Lie ergeren. –

Een ‘zeer voornaam punt in cle herzien ing vordnt de’
uitbreiding van den vei’zekeringsplioht. W’drd tot nu

toe in de wet aangegeven welke bedrijven onder de
wet vielen, thans ‘woilcieut alle bod ‘ij ven vei’zekerings-
plechtig verklaard met üitzondering van landbouw,
veehuouderij, tuin- en bosehbouw, de zeescireepvaac’t

en cle zeevisscherij. Eene limitatieve opsomming, heet
het in de Memorie van Toelichting, van verzekerings-

plechtige bedrijven, zal nimmer volledig kunnen zijn.
i)e pi’actijk heeft inderdaad cie fouten van het opd
stelsel aangetoond. T

Jou thandel was niet, houtzagerij
‘el erer’zekeringsplichtig. Toen nu een sohippei’ v ei’-
di’enik, die hout op zijrt sohuit had, afkomstig vast een
houthandel .ep van eeno zagerij, was het van ‘de
grootere hoeveelheid hout vaut een van beide soorten
afhankejijk of zij no nagelaten betrekkiingerc recht
hacideutop sohadeloosstehling. :Dat is na’Luui’hijk nul te
mal., Evenwel heef t het voorgestelde systeem alle
bed t’ijven vei’zekerinigspl ichtig to veildaren eene
crnstige schaduwzijde.

Het leidt ei’ toe, dat ook alle l)edrijVen, die een
uiterst gering bedrijfsrisico ropleveren, onder de wet

vallen. Bankiers, commissionnairs in effecten,
accountants, admin istratiekantoren, tal van handcls-
kantoren, hypotheelebanken, assuradeui’ed, schoolbi-
drijven, winkels om maar een greep te doen, brengen
toch minimaal gevaar voor ongevallen mede voor he
pei’oneel. Bestaat er nu gegronde reden om ook deze
in de wet op te nemen? Voor den werkgevr beteekent
de verzekeringsplicht ht doen van bedrijfsaa,ngifte,
het voortdurend bijihbeden van de ]oonlijsten dit
an;dere admieiistratieve formaliteiten. Voor de Rijks-
-eerzekèiingsbank eene oruitzaghijike verheendei’ing
van administratie en contrôle. Ambtenaren
en
steeds
meer ambtenaren om al die formulieren te verwerken, de bedrijfsaangiften te controleeren, premie ‘te bepa-
len, de loonlij sten na te toRen, de wij zigingen te
adminiistreei’en en wat dies meer zij.

Wanneer onze hedendaagsche’ maatschappij blijkt
oi een de krooten voet geleefd te hebben, ‘zeI de
enorme uitbreiding van het aantal ambtenaren als
een harer uitspattinigen worden aangemerkt.

Hetgeen Adem Smith scbrijft over productieve en imroductieve werkers, hoe het levensonderhoud van

de laatsten door de eersten moet worden voortge-
bracht, ‘zal
;
men zieh ten- aanzien van de ambtenaren misschien nog eens te binnen brengen. Voorloopig is
het hoogtij in de organisatie der sociale verzekering.
De voorbereiding totinvoering der, ziekte- en invali-

720

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30
Juli 1919

diteitsverzekering brengt stroomen van nieuwe amb-

tenaren mede. Een woonhuis kunnen zij dikwijls niet
vinden: voor burgerlijk bouwen is onze maatschappij

te veel verar’md. Maar hun bureaux worden onhe-
krompen ingericht.

Volgens het wijzigingsvoorstel wordt het bedrijfs-
gevaar als criterium uitgeschakeld: kort en goed alle

bedrijven – behalve de bovengeioemde uitzonderin-

gen – worden verzekeringsplic’htig. Toch rijst de

vraag of hier niet nog een andere weg kan worden

ingeslagen om de bedrijven, die zoo goed. als geen

gevaar voor ongevallen oplev’&ren, van den verzeke-
ringsplicht vrij ‘te stellén. Deze
vrijstelling
zou bij
algemeenen maatregel van bestuur kunnen worden

geregeld, naar analogie van het nieuwe artikel 3a,

bepalende, dat ten aanzien van werkzaamheden, die

niet als bedrijf worden uitgeoefend – door instellin-

gen, die niet het behalen van winst beoogen – bij

algemeenen maatregel van •bestuur zal worden vast-

gesteld in hoeverre deze werkzaamheden den verzeke-

ringsplicht van hem, diie ze laat uitvoeren, mede-
brengen.

Zou nu ‘niet eveneens in de wet kunnen worden op-

genomen, dat ondernemingen, in welke ‘bij ‘algemeenen

maatregel van bestuur aan te geven bedrijven worden
uitgeoefend, die zeer weinig bedrjfsgevaar opleveren,

kunnen worden vrijgesteld van verzekeringsplich.t,

indien die bedrijven worden uitgeoefend onder bij

bestuursmaatregel vast te stellen omstandigheden?

D’at de concierge en •de loopknecht verzekerd moeten

zijn door den werkgever, kan, ook weder naar analogie
van art. 3a, tot voorwaarde voor de
vrijstelling
ge-
eischt worden. Dan ware de ro’mpslornp, dien de ver–

zekeringsplicht voor minimaal gevaarlijke bedrijven

veroorzaakt, te vermijden en eenie matiging in de
beambtenaring mogelijk.

Zeer sympathiek is het voorstel tot verhooging van

de invaliditeitsrente voor den gétroffene, die algeheel

‘hulpbehoevend is geworden. Thans bedraagt de maxi-

mum rente 70 pOt. Voorgesteld wordt, dat de rente
kan opgevoerd worden tot 100 pOt. van het loon, in-

dien de kosten van verzorging en verpléging zoo hoog

loopen, dat er niet voldoende overblijft om in het

levensonderhoud te voorzien en geen der gezinsleden
•de noodige hulp verstrekt. Het geval zal zich wel

zelden voordoen, daar een z66 hooge graad van inva-
liditeit betrekkelijk weinig voorkomt, maar het, be-
klagenswaardige slachtoffer, dat voor de verhooging
in aanmerking komt, zal het lijden in zijn laatsten

levenstijd eenigermate verzacht worden.

De
wettelijke
on.gevallenv’erzekering beoogt in be-
ginsel den werkman schadeloos te stellen voor derving
van inkomsten tengevolge van invaliditeit. Hoe nu,
,

indien later blijkt, dat hij, tengevolge van beroeps-
wijzig.iug,’zijne mnkomisten weder op peil weet te bren-
gen? Het geval ‘heeft zich voorgedaan, dat een sjou-

werman, die een ‘been verloren had, door zijn ijver en

flinkhei’d een uitstekend portier werd en hetzelfde
loon als v66r ‘het ongeval verdiende. Hij genoot toen’
tevens de invalidenrente. Een bankwerker, die ver-
schillende vingers verloren had en

voor bankwerk
totaal onge,schiikt was geworden, begon een rijwiel-
zaak en bleek daar ‘dermate geschiktheid voor te heb-
ben, dat hij spoedig zijn vroeger loon verdiende en
tevens de ongevallenrente ontving. Kan in een der-
gelijk geval de rente herzien worden?

Bij het
gewijzigde
artikel 70 wordt deze vraag in
bevestigenden zin beantwoord, voorzoover althans de getroffene op zijn verzoek voor een nieuw vak is op-

geleid op kosten der bank. Volgt ‘daaruit, dat, indien
hij die opleiding niet op kosten van de ‘bank genoten heeft, de rente bij verwerving van nieuwe ibekwaam-‘

heden en van toeneming van inkomsten niet kan
worden herzien? Dit ware toch feitelijk in strijd
met het beginsel der wettelijke ongevallenverzekering.
Steun voor ‘den economisch zwakke gaat dan over in

een invaliditeitsvoordeel’tjeHet volk spreekt van een
,,zilveren been”.

Er is vroeger al eens vooigesteld in een dergelijk

geval de rente te laten vervallen, onder voorwaarde,
dat de uitbetaling hervat zou worden, wanneer de

invaliditeit weder van belemmerenden invloed werd.

Dit lijkt eene goede oplossin mits niet de geheele
rente vervalt, doch voor 3′:blijft.b
es
t
aan
, daar anders
alle prikkel ontbreekt voordn – invaliden werkman

om weder zelf in zijn ‘levensonderhoud te voorzien.
Ook dengane, wiens opleiding rvuor een nieuw vak

door •de bank ‘bekostigd wordt, zou het v’ooruitzicht

van de rente te behouden, tot grootere inspanning
om te slagen, aanzet

ten. Hoeveel gelukkiger is de
m’an, ‘die door zijn energie er weder bovenop komt,

dan degeen, die, ‘van de invaliditeitsrente een kom-

merlijk ‘bestaan l’eidend, niet meer tot werken ‘komt.

Van zoo ingrijpende beteekenis, idat de wijziging

feitelijk buiten het kader der herziening valt, is ht
voorstel ook voor werkgevers de gelegenheid open te

stellen zich bij de Rijkabank te verzekeren. Hoe onbe-grijpelijk het ook schijnt, er zijn nog steeds veel werk-
gevers, ‘die in dezelfde itiaatschappeljke omstandig-

heden als hun kneclits en aan hetzelfde bedrjfsg’e-
vaar onderhevig zijn en die niet ‘het geld er voor over
hebben zich tegen ongevallen te verzekeren, zoodat

zij, of hun ‘nagelaten betrekkingen, aan armoede zijn
prijsgegeven, wanneer hun een ongeval overkomt.
Voor hun werklieden moeten zij de premie opbrengen,

voor hen ‘zelven kan het er niet af. Dat de Rijks’bank,

die door hare agenten daartoe uitstekend in de gele-

•genhei.d i, onder de kleine werkgevers eens wat pro-,paganda wil maken voor de ongevallenverzekering is
zeker toe te juichen. Slaagt zij er in de nuttige inistel-

Eng meer populair te maken, d’an doet zij uitstekend

werk. De particuliere verzekeringsinstellingen kim-
nen haar volgen en van haar arbeid profiteeren. Zij
hebben altijd dit op de
Rijksbauk
voor, dat zij eene

verzekering kunnen aanbieden, die zoowel in als
buiten ‘bedijf dekkin’g geeft, terwijl de Rijkabaink
altijd tot verzekering tegen beroepsoixgevallen be-
perkt is.

In de Memorie van Toelichting wordt als argument
gebezigd, .dat aan ‘de Rijks’bank ‘de voorkeur zal wonden

gegeven, omdat zij geen ‘winst beoogt. Neen inderdaad,
zij beocgt niet alleen geen winst, maar zij bedruipt zich zelf niet eens, want de ‘helft van de salarissen
van hare beambten wordt door den Staat betaal’d en
zij profiteert ook gratis van den dienst der posterijen.
}Iet zal een heerlijk en ‘gezond maatschappelijk leven
worden, indien de staatsbemoeiing zich hoe langer

hoe verder gaat uitstrekken onder het motief, dat zij
zoo goedkoop kan werken, omdat zij .vèr blijft van
winstbejag en haar werk-krachten van de belasting-
penniingen betaalt.

Wat zullen de koekjes goedkoop zijn in de staats-
banketbakkerij
.
…. zoolang als het duurt.

A. VAN DER WILLICEN.

REGEERINGSMAATREGELEN OP
HANDELSGEBIED..

Uitvoer van oesters en niosselen. Bij
Kon. Besluit van 22 Juli is, met ingang van 24 Juli,

vrijgesteld de uitvoer van oesters en m’osselen.

Turfstrooisel. Bij Kon. besluit van 23 Juli
is ingetrokken , h’et v.erbod vak uitvoer van turf-
strooisel.
Z w
a ve 1 z u u r.
Bij
Kon. ‘besluit van denzeifden datum is het verbod tot uitvoer van zwavelzuur inge-
trokken.

U i t v o e r
.
van verpak’k’ingsmate-
r i a a 1. In ‘het vervolg kam alle verpakkingsmatkriaa.l,
bona-fi’de gebezigd tot verpakking van uit te voeren
goederen, naar elke bestemming vrij ten uitvoer wor-

den toegelaten, ook indien voor die emballage geen
speciale veag’unnji’nig tot uitvoer is verleend. Voor ‘den

30 juli
1919

ECONOMISCH-STATISTÏSCHE BERICHTEN

721

uitvoer verboden
ledige
emballage, welke wordt uit-
gezonden om gevuld weder ‘te worden ingevoerd, kan
de betrokken inspecteur der invoerrechten steeds
machtiging to.t uitvoer gaven onder borgsitelling.

Stalen eyliiiders voor vloeibare gassen, enz. en melk-
tr’anspor’tkannen worden echter, ook al zijn zij gevuld,
voor de toepassing van het vorenstaa’iide met embal-
lage gelijk gesteld.

Aardappelen oogst
1918.
Aardappelen’
oogst
1918
‘zijn met ingang van
20
Juli afgevoerd ‘van
de
lijst
van artikelen, vastgesteld ingevol’ge art.
1
der
Distributie’wet
1916;
de vastgestelde rnaximumprijzsn zijn ingetrokken.
K
a a
s. ,In
verband met het voorloopig niet toe-
laten van den uitvoer van kaas heeft de Minister
van Landbouw met ingang van
25
Juli verboden het
vervoer en de aflevering van kaas in de provincies
Zeeland, Noord-Brabant en Limburg, tenzij toestem-ming is verleend door het Rijkskantoor voor Kaas.
1)

R ij St. In verband met ingekomen klachten over
het niet kunnen verkrijgen door het publiek van rijst
;

is den burgemeesters opgedragen te onderzoeken of
de winkeliers rijst ontvangen en geregeld afleveren-

tegen maxi’mumprijs ‘en zijn zij gemachtigd ibij geble-

ken vâsthouden van voorraden tot inbezitneming
daarvan over te gaan.

Suiker voor hotelhouders e..d. De
Mi-
nister’ van Landbôuw heeft zijn besluit betreffende

verplicht gebruik van gesaccharineerde suiker door
hotelhouders e.d ingetrokken, zoodat dezen z’ich weder

op de gewone wijze van suiker kunnen voorzien.
Ontvangst producten oogst
1919.
De
Minister van Landbouw heeft voor elke provincie in-
gesteld een commissie van beroep, in verband met
de ontvangst van producten van ‘den oogst
1919,
waarvoor ‘garantieprjzen zijn uitgeloofd.
W
o n i n g t e
11
i n g. In alle gemeenten van ons
land, die op
1
Januari meer dan
2000
inwoners tel-
den, al een woningtelling worden ‘gehouden. De op-
nelning moet v66r
1
November ‘geschied zijn.
1)
De Ministei van Landbouw is niet voornemens den uitvoer van kaas in afzienbaren tijd toe te staan.

MAANDCIJFERS.

RIJKSPOSTSPAARBANK.

JUNI
1917 1918
1919

f

8.152.127
f

7.890.455f
11.551.344
Terugbetalingen

..
,,

5.864.075
,,

6.443.576
,,

8.877.602
Tegoed der inleggers
210.294.296 224.613.164 ,, 256.288.809
Nom. bedr. der uitst.
staatsschuldboekjes

Inlagen

………..

,

27.405.850
30.586.000
34.874:900
Spaarbankboekjes:

op ultimo ………..

op ultizno ……….

gegeven
10.413
10.515 12.893

Aantal nieuw uit-

Aantal

geheel

af.
betaald
6.382
5.859 7.009
Aantal

uitstaande
op ultimo
1.744.804 1.786.581 1.859.924

– POSTOHEQUE EN GIRODIENST.

Mei

11

Juni

Aatal

Bedrag

Aantal , Bedrag

Aantal rekening-
houders op u°
16.066

16.487

Aantal rekenin-

16.615,
– ‘
17.070

78.426
41.705.851
78.553
36.209.268
Overschrijvingen
.
48.234
89.481.625
45.888 81.682.613

gen

op u°……
Stortingen …….

Afschrijvingen

. .
52.784
25.151.495 47.704
22.826.180
Totaal tegoed reke-
ninghouders op u°.

96.401.416

110.226.991

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.

beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.


26 Juli
1919

20
Juli
1914

(Disc.Wissels.
Ned.
41/
sedert 1Juli’15
3
1
/2sedert23 Mrt.
1
14
Bel.Binij.Eff. Bank
,
V
rsC
hj
n
RC
41/3

,,

1

,,

’15
4

,,

23

,,

’14
51/

,,

19Aug.’14
5

,,

23

,,

’14
Bank van Engeland
5

,,

5 Apr.’17
3

,,

29 Jan.
’14
Duitsche Rijksbank
S

,,

23 Dec.’14
4

5 Febr.’14
Bank van Frankrijk
5

,,

21Aug.’14
31/2

29Jan.’14’
Oostenr. Hong. Bk.
5

,,

12 Apr.’15
4

12 Mrt. ’14
Nat.Bankv.Denem.
51/2

,,

4 Jan.’19
5

,,

6Febr.’14
Zweedsche Rijksbk.
6

,,

13 Juni’19
41/t

,,

6

,,

’14
Bank v. Noorwegen
51/,

,,

11 Mei ’19
’41/2

,,

11

,,

’14
ZwitserscheNat.Bk.
5’/3

,,

3 Oct. ’18
31/,

,,

19

,,

’14
Belgische Nat. Bk.
4

12Juni’19
4

,,

30 Jan,’14
Bank van Spanje..
4

22 Mrt.’17
41/2

,,

24 Sept.’03
Bank van Italij ..
5

10Jan.’18
5

,,

9 Mei ’14
13’eder.Res.Bk.N.Y.
3i-44



Javasche Bank….
31/1

,,

1Aug.’09
3
1
13

,,

1Aug.’09

OPEN MARKT.

Dato
1

Amsterdam
Londen
Port.
Part.

I

Berlijn
Par
ij
s
Part. N. Yor4
CalI

1

Port.
1

Prolon.
____________
gatle
disconto
dliconto
disc.
monegi

25 Juli

’19
37/8 ‘)
31/3
3/8
41/

5/4-6
21-25 J. ’19
38/
4
_7/
5
1)
3_1/
3/lo-/8
4-11

5ij2-7
14-18 J. ’19
3
3
/_4
3/,4
3
T3

T
t
4-/
6_7h/,
7-11 J. ’19
3
3
I4
3/4-4/4
3h/8_3/o 4-5/8

515

22-27 J. ’18
21/3_8/4
2/4-3
3171
45/

3V,-6
23-28 J. ’17
2_t!,
3
1
4 r
2
r
6
r
r
3
4_5/
23

20-24Juli’14
3 l/_3/
21/_8/
2
1/_t/
2
2/
1 ‘/2’/,
Noteenng van
26 Juli.
Hel particulier di.conto der gemeentewi,,eI,. wat in de atgeloo-
pen week
7/-1
pCt. hooger.

WISSELKOERSEN.

WISSELMARKT.

Londen opende zeer flauw, zoodat de koers tot 11,571/
3

terugliep. Daarna trad een verbetering iii, maar onder her-
haalde schommelingen sloot de markt.weder flauw op 11,61.
Het zonder ophouden dalen van dezen koers te New ‘York bleef niet zonder invloed op de stemming hier, terwijl ook
en beduidend aanbod voor Indische rekening viel op te
merken.

Marken openden met een flinke verbetering. De volgende
dagen liep de koers echter eenigszins terug en in de twee-
de helft der week was er weder eens een buitengewoon
aanbod van .Duitsche zijde, dat slechts met moeite plaatsing
vond. Heden was er zeer groote vraag voor Amerilcaansche
rekening, zoodat een niet onaanzienlijke verbetering kon plaats hebben. Nadat echter aan deze vraag was voldaan,
liep de koers opnieuw weder terug.
Francs, zoowel Fransche als Belgische, liepen weder regel-
matig terug en ook dollars varen deze week eerder aan-
geboden.

Van de neutrale wissels was Kopenhagen wederom flauw,
Stockholm en Kristiania eerder iets vaster, terwijl Zwitser-
land ongeveer op hetzelf(le peil bleef staan. In Oostenrjksche kronen, nieuwe zoowel als oude, of ook
Tiechische, was de omzet weder gering met terugloopende
tendens.

KOERSEN IN NEDERLAND

D
Londen
*
Parijs
5)
Berlijn
5)
Weenen
*
Brussel
)
New
York”;

21 Juli

1919..
11.60 37.60
16.97
7

8.-
36.25
2.65/
4

22

1919..
11.60l
37.50
16.85
8.-
36.30
2.64/
4

23

,,

1919..
11.62
37.70
16.70
7.75
36.30
2.65L/ 24

,,

1919..
11.60+
37.25 16.10
7.50
‘ –

25

,,

1919..
11.64+
37.-
16.-

7.50
35.85
2.64
1
/2
26

,,

1919..
– – –

– –
Laagste d.w.l)
11.57
36.60
15.60

35.60
2.63l
2

Hôogste

,

,, 11
11.69
37.80
17.40-

36.50
2.66′!2
18 Juli 1919..
11.56
37.-
17.05
8.-
35.90
2.64
1
/,
11

,,

1919..
11.78
38.30 17.50

8.-
37.10
2.61’/2
Muntpariteit.
.
12.10k
48.-
1

59.26
50.41
48.-
2.48/
‘, v.o,eenng te msteydam:

) Noteerirtg te Rotterdam.
1) Particuliere opgave.

722

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Juli 1919

D t
0
Stock-
helm’)
Kopen-
hagen’)
Chris-

IZu3
tlanla
5
)
land’)

Spanje

Batavla
1)

1)

telegrafisch

21 Juli 1919
65.35 59.65
63.40
46.80
50.75
99*
-1
00

22

1919
65.40
.59.50
62.40
46.45
50.75
99-100

23

,,

1919. 65.55
59.25 62.25
46.60
50.60
99–100
24

1919
65.55
59.20
62.50 46.55
50.75
99,7
9
-100
9
3

25

,,

1919
65.85 59.05
62.60
46.80
50.60
99-100
26

,,.

1919



50.60
99f-100
L’ste d. w.’)
65.15,
59.-
61.75
46.35
50.40
997/,

H’ste
.,

,,

)
65.95
.60.-
63.- 47.-
51.25
100
8
/8
18 Juli 1919
65.40
59.85
63.-
46.90
51.-
99–100
11

,,

1919
64.40
59.70
63.55
47.10 50.70
21

99f-100
Muntpariteit
66.67 66.67 66.67
48.-
48.-
1

100

) lNoteenng te Amsterdam. ‘) rarticullere opgave. ) lNoteenng
V. 14 JUU.

KOERSEN TE NEW YORK.

CoMe
Zicht Zicht’
Zicht

Data
Londen
Parijs
I

Berlijn
Amsierd.
(in
$
(in frs.
(in cent,
(in cents”
per £)
P.
$)
p. 4 Rm.)
per gld.)

26Juli…. 1919
4.35.50
7.20
norn.
37/4 ‘)
Laagste d. week..
4.32.50
7.05
nom.
371/8

Hoogste,,

,,

..
4.39.50
7.20
nom.
37
3
/4
18Juli …. 1919
4.39
6.98
oom.
37
1
/8
12

…..1919
,
4.48.75
6.85
nozn.
38
Muntpariteit….
4.86.67
5.181/
951/t
40’116


2)
Noteering van 25
Juli.

2)
idem
van 14 Juli.

KOERSE N VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN.

Plaat,en en
Londen
Notce,lng,.
eenheden
12
Juli
1919
18Juli
1919

Tijdperk
2l-12SJu!i

9

Laagste
1
Hoogste
19I9

Alexandrië..
Piast.
p. 4
9715/,2

97″/32
977/
je

9715/
55

977/

‘B. Aires’)..
d.p.gd.pes.
öl’/s
53
5112/,o

öSVs
52/8
Calcutta..
. . .
sh/d.p.rup.
1/81/
82

118
1
1
*
2
1/8
1/81/,,

1/8
1
/,
Hongkong..
id
p $
3/61/
2

316
1
/
3/6/4
8/7
3/6/4
Lissabon….
d.p.escudo
301/,
3021
4

28/4
30 29
Madrid

….
Peset.p. X
23.03 22.89 22.73 22.90
22.82
‘Montevideo’
d.ppeso
55
8
/8
56
5
/
56
57
56
8
/a
Montreal..
..
$
per
£
4.62
1
/
4.52
4.45
4.5.6’/,
4.52
‘R.dJaneiro.
d.p.milr.
14
1
1s
.14
19
/32
’14
19
182
14″j,2
14
19
/Bs
Lires p.
£
37.65 37.50
37.50
37.80
37.64.
Shanghai

..
sh/d.p.tael
5
1
1
4
5/5
s/s
516
5/6
Rome

…….

Singapore ..
id. p.
$
2/4/
s
s
214
7
42
214/8
2142/
is

2/4
7
132
‘Valparaiso..
d.p.pap.p.
10
23
/s2
1011/
81

101/,
1017/
82

10
1
/
Yokohama ..
shfd.p.yen
2131/,,

213
3
/
2/31/,
2/41/
4

2/3
2
1t
* Koersen van den dag voorafgaande aan de data in het hoofd vermeld.
‘) Telegrafisch transfert.
2)
N
o
te
e
rin
g
van 4 Juli.

GOUD EN ZILVER.

Sedert 29 Juli 1916 worden de dagelijksche ontvangsten
en onttrekkingen van goud door de Bank van Engeland
tijdelijk niet bekend gemaakt.

NOTEERING VAN ZILVER.

Noteering te Londen
te New York

6 Juli
.

1919………55
106’/9
18

,,

1919 ……..

54’/
105’/
12

1919
.
…….

531/4
.1061/8
4

,,

1919… …..

53
1
/2
107
,
49

27

Juli

1918 ……..

48’/,,
2)
995/
8

28 Juli

1917 ……..

39’/,
78
1
/8
20 Juli

1914 ……..24
15
/is
1) Noteering van 3 Juli.
9)
id. van 26 J,li 1918

N.U.M.

Weekstaat der Nederlandsche Uitvoermaatschappij.
Voornaamste oosten in duizenden auldens.

Bulieni.
Debet
5
pCi.
Credil
Data
Bankiers
Schat- Diverse
Schuld-
Diverse
klstbilj.
reken.t)
brieven
.
reken.
2)

24 Juli 1919..
3.110
58.650
727
17.164
40.437.
1.7

,,

1919..
3.153
58.650
,

658
17.164
39.149
10

1919..
3.307
58.650

646 17.164
38.879
30 Juni 1919..
2.563
58.650
665
17.168
37.787

25 Juli

1918..
13.744
19.100
53.100
14.246 67.688
s) Beide rekeningen omvatten, behalve garantsewi8sels in portefeuille
tot het bedrag der buiteni. echatkistbilletten. in hoofdzaak gacanriewieselo
in depbt hij de Ned. Bank.

NEDERLANDSCHE BANK.

Verkorte Balans op 26 Juli 1919.

Activa.

Binnenl.
Wis-t
H.-bk.

f
86.005.089,12
1
/s
sels, Prom.,B.-bk.

,,.

1.220.217,57
enz.in
disc.t Ag.’sch.
,,
25.310.625,30
112.535.931,99′,’2
Papier
o.
h. Buiten
1.
in
disconto

…….. ………………
-.
Idem eigen portef..
f
25.475.979,-
Af :Verkocht maar voor
debk.nognietafgel.

,,

,
25.475.979.-
Beleeningen
H.-bk.

f140.351.821,99
mcl. vrsch.
in- rek.-crt.
B.-bk.

11.485.571,99

op
onderp.
Ag.sch.
,

66.320.474,57

f208.157.868,55

Op
Effecten

……f202.798.268,55
OpGoederenen Spec.,,

5.359.600,-
208.157.86?,55


Voorschotten a. h. Rijk
……………..
,

13.502.805,74

Munt enMuntmateriaal
Munt, Goud
…….
f
56.511.325,-
Muntmat., Goud
..
,,594.891.838,25

f651.403.163,25
Munt, Zilver, enz..

,,

6.416.790,16
1
/
2

Muntmat., Zilver

657819.953,41
1
/2
Effecten

Bel.v. h. Res.fonds..
7′

4.564.607,50
id. van
‘/,v.
h. kapit.
,,

3.976.588,871/2
8.541.196,371/,

Geb.enMeub. der Bank
…………….
,,

3.312.000,-
‘Diverse rekeningen
………………..
75.105.618,30

f 1.104 .45 1.34 8,37
‘/s

Paesiva.
K
apitaal

………………………
‘7’,

20.000.000,-
Roservefonds

…………………….
5.000.000,
Bankbiljetten in omloop
…………
..1.003.290.190,-
Bankassignatiën in omloop……….
,,

2.7 35.908,98
Vi
Rekening-Courant saldo’s:
Van het Rijk
-….
f


Van anderen

68.087.366,58112
68.087 .365,58
‘/s
Diverse rekeningen

………………
,,

5.387.883,80’/i

fl.104.451.348,37’/i

Beschikbaar metaalsaldo…………..
f,

442.069.519,-
Op de ba8i8 van
‘/s
metaaldekking ……
227.246.826,09
Minder bedrag aan bankbiljetten inomloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is .. ,, 2.210.347.595,-

Verschillen met den vorigen weekstaat:
Meer
Minder
Disconto’s
1.210.956,96
1
/1
Buitenlandsche wissels……128.785,-
Beleeningen

…………..
117.399,69
1
/,

Goud

………………..
Zilver
………………..
218.522,85
Bankbiljetten

…………..
‘7.056.260,-‘
Part. Rek.-Crt. saldo’s

….

1.277.047,06

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
.

Goud
Zilver
B
k
n
bIl

e

Andere
opeischbare
schulden

26 Juli

1919

….
651.403
6.417
1.003.290
70.823
19

1919

….
651.403 6.635 1.010.346
70.147
12

»

1919


652.622 6.982
1.015.918
66.429
5

.1919

….
657.716
7.507
1.024.922 59.968
28 Juni

1919


657.722
,8.214
1.018,076
73.433
21

1919

….

662.602
8.702
1.001.959
83.591
14

1919

.. ..
661.969
8.492
1.009.394
67.100
7

,,

1919

….
661.969
8.175 1.015.654 79.187
31 Mei

1919

,…
661.969
7.938
1.025.962 85.180
24

,,

1919

….
661.979
7.725
1.024.837 85.531
17

19,19

….
662.160
7.545
1.042.667 104.188
10

1919

.. ..
662.389
7359
1.061.881
74.220
3

1919

….
662.835
7.262 1.083.454
48.581

27 Juli

1918

.

..
715.123
7.793
909.750
78.846
28 Juli

1917

….
633.304
7.247
767.152
58.470

25
Juli

1914

….
162.114 8.228
310.437

6.198

30 Juli
1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

723

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
D1sconlo
.
&schlk-
Dek-

Hiervan
Schaikl,t.
Data
Bclee-
nlngcn
baar

.
Metaal-
kings-
perccn-
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht gegeven
Toiaal
prome33en
saldo
tagc

van enkele niet wekelijks opgenomeh bankstaten.
rcchI5treds
.
,
26 Juli 1919

112.536

66.500

208.168
442.070
61
BANK VAN ENGELAND.

19

1919

113.747

61.000

208.275
,,
441.012
61
Voornaaln8te posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
12

1919

117.136

59.000

210.762
442.197
61
in duizenden pond sterling.
5

,,

1919

113.156

69.000

217.128
447.269
61

1
1
Currcncy Noic,.
_______

28 Juni 1919

108.940

59.000

225.185 446.657
81 21

1919

109.648

64.000

202.859
453.176
62
Data
1

Me!00!

1
1
Circutaile

1
Bedrag
Goudd.
Gov. Sec.
14

,,

1919

103.179

57.000

203.703
454.785
_______
62

Juli

1919
88.331
78.895 340.967
28.500
325328
7

,,

1919

118.617

72.000

216.039
31 Mei 1919
450.799
61
117.372

72.000

234.150
24
447.302
60
16

1919
88.704
78.897
342.167
28.500
326.328
1919

125.459

78.000

212.287
17
447.254
60
,,

‘1919
88.670
79.595
342.983
28.500
327.328
1919

153.333

101.000

228.517
439.960
58
2

1919
88.568
79.948
342.952 28.500
327.321
10

,,

1919

147.102

88.000

226.085
442.146
59
3

.,

1919

144.892

80.000

231.978
443.305
59
24’Juli

1918
67.138
55.743
260.495
28.500
237.859
27Juli 1918

52.139

32.000

112.300
524.319
73
25 juli

1917
53.129 39.735
166.105
28.500
139.443
28Juli 1917

44.781

33.000

75.195
474.413
78
22 Juli

1914
40.164 29.317



25 Juli 1914

67.947

14.300

61.686
43.521
1
)
54
t)
Op de basis van
2/5
metaaldekking.
DC4.

it de bekendmaking
van
den Mi n
i
ster
van
F
i
na n-
Daia
Goc.
Other
t
Public
Depos.
Other
Depos.
Re.
serve
king,.
perccn.
cin blijkt, dat uitstonden op:
1
.

lage
t)

23 Juli ’19

49.823

81.863

19.687

122.013

27.886

19,68
18

,,

’19

44.691

82.406

24.915

112.623

28.257

20,54
19Juli
1919
26Juli 199

Aan schatkistpromessen

(437.350.000,- (436.350.000,-
9

,,

’19 136.946

83.336

24.795

205.216

27.516

12,-
waarvan rechtstreeks bij
2

’19

98.702

83.494

24.558

186.925

27.070

14,13
de Ned. Bank geplaatst

,,

61.000.000,-.

66.500.000,-

Aan schatkistbiljetten
..

,,

81.536.000,-

,,

81.536.000,-
24 Juli ’18

56.063

103.320

34.675

136.699

29.845

17,41
Aan zilverbons

……….,

47.878.147,50

46.078.234,50
25 Juli ’17

48.128

111.366

46.615

126.840

31.842 ‘18,36

22Juli
’14

11.005

33.633

13.735

42.185

29.297

52
1
/
JAVASCHË BANK.
1
Voornaamste posten in duizenden guldens.
-t
)
Verhoudin0
tusschen Reserve
en Depoajte.

Naast de per mail ontvangen gegevens worden de telegrafisch
‘t
bekend geworden totaalcijfers der obligo’s en uitzettingen en
£
het beschikbaar metaalsaldo van latere data opgenomen.
DUITSCHE RIJKSBANK.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Darlehens-
Andere
Data
Goud
Zilver
opeisehi’.
.

kassenscheine, in duizenden Mark.
schulden

19 Juli

1919
33T200
Dato
1

Metaal

1

I
.

J
Daarijan
Kassen.
I
Circu-
kings-
12

1919
340.600
1

1
Goud
scheine

laile
1
perce,,-
5

,,

1919
337.200
‘l

lage’)

15 Juli

1919
1.132.898 1.113.068
8.930.852
29.596.356
34
.7

Juni 1919 ……

128.729
7.684
226.384

105.6
31 Mei

1919 ……

126.806
7.907
221.973

•106.569
7

1919
1.134.469 1.114.529
9.005.663
29.817.464
34

24

1919 ……

127.075
8.171
222.170

105.645
30 Juni 1919
1.136.346 1.116.403
9.058.465 29.968.388
34

17

1919.. .:..

127.280

..

7.570
221.140

109.711
‘,
23

1919
»’
1.137.497 1.117.798
8.758.875 29.107.864
34

13 Juli

1918 ……

101.951 12.446 193.483

62.204
13uli

1918
2.468.195 2.346.941
1.768.358 12.470.971
34


14
Juli

1917 …….81.034
18.407
171.903

43.620
15 Juli

1917
2.524.370 2.457.717 445.263
8.640.662
34
25 Juli

1914 …… .22.057
31.907
110:172-

12.834
23 Juli

1914

1)
Dekking

1.691.398 1.356.857

der circulatie doèr
metaal

65.479

en
Kasoenscheine.

1.890.895
93

Dato
i

Dis.

buiten
Wissels,

Bdee.
Diverse

‘ikT
baar
kings-

conto’s
i

N..Ind.
betaalbaar
ning en
,-a.

ningen
t)
metaal.
percen-

______________________

‘.
Darlehenskassensc/,e Inc.-
i
saldo
1

tage

19Juli 1919

200.000

73.600

•**
Doto
Wisse!,
Rek. Cvi.
.

Totaal
In kas bij
12

1919

.

205.100

73.500

4»°’
. .
uilge.
I
de Reichs.
,,

•**
5

1919

199.500

72.700
________________
geven
bank
_
15 Juli

1919 29.999.332

9.642.901

29.915.400

8.909.500
7Juni1919

8.267

18.611

74.378

10.027

70.233

41
31 Mei 1919

8.189

18.717

74.502

13.047

69.230

41
1919 29.501.648

9.144.253

21.146.000

8.984.700

24

1919

8.134

20.505

.75.727

11.695

69.910

41
30 Juni 1919 33.292.875

13.729.631

21.155.006

9.037.600

17

1919

8:425

20.310

77.582

11.551

68.883

41
23

.

1919 28.198.090

9.621.272

20.552700

8.420.800

13Juli 1918

8.036

22.995

72.369

24.843

63.401

45
15 Juli

1918 15.216.235

7.910.684

9.410.700

1.748.900
14
Juli
1917

7.026

35.172

65.264

14.196

56.622

46
..
15 Juli

1917 10.483.624

5.334.987

5.074.6001

445.260
25Juli1914

7.259

6.395

47.934

2.228

4.842
‘)

44
23 Juli

1914

750.892

943.984

t


t
)
Sluitpost der activa.

2) Op
de basis van
21

metaaldekking.

SURINAAMSCHE BANK.
OOSTENRIJKSCH-HONGAARSCHE
BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Voornaamste posten in duizenden Kronen.
Andere
Data
Metaal
Circulaiie
opeischb.
Disconto’s
Div. teke

ningen
Metaal
en
Disc.
1
Bijzondere
schulden
‘D,jla

builenl.


goud.
wissel,
b
i
en

ningcn schuld van
1

Oostenrijk
IenHongarije

Bank- biljetten
Rek. C,t.
.

saldi
14
Juni 1919
..

1.026

1.489

902
1.414

151
7

,, *
1919

..

1.023

1.540

873 1.408

144
31 Mei

1919
..

1.021

1.460

745
1.382

139
15Jti1i’19
1
)327.733 11.606.078 32.954.000 41.378.527 6.922.798
24

,,

1919

..

993

1.359

793 1.363

118
7,,

19

328.619 11.589.274 32.954.000 41.948.386 6.395.346

15 Juni 1918
..

674

1.363

853
1.134

606
30Juni’19

331.356 11.591.857 32.954.000 41.761.391 6.474.796

16 Juni 1917

..

756

1.183

1.014 898

605
23,,

’19
.
339.485 11.600.235 32.954.000 41.254.272 6.762.307
.

25 Juli

191e
..

645

1.100

560
735

396
23 Juli’14 1.589.267

954.356

.-

2.159.759

291.270
.
t)
Sluitpost
der
activa.,
‘).waarvan
262.237 goud, 8.632 buitenlandsche goudwissels en 58.863
.

munt. en muntmateriaal zilvèr.

724

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Juli 109

BANK VAN FRANKRIJK.

Voornaamste posten in duizenden 1 ranes.

Waarvan

le goed

Buit.gew.
Data

Goud

in liet

Zilver

in het

voorach.

Buitenland

Buitenland af d. Staat

24 Juli ’19 5.566.429 1.978.278 300.742907.460 23.250.000
17 ,, ’19 5.566.290 1.978.278 301.206

912.817 23.450.000
10

’19 5.556.052 1.978.278 301999 858.358 23.600.000
3

’19 5.551.200 1.978.278 303.172

867.693 23.600.000

25Juli’18 5.431.553 2.037.108 277.156 1.459.290 18.900.000
26 Juli ’17 5.299.639 2.036.074 261.218
1
725.430 10.700.000

23 Juli’14 4.104.390

639.620

1

Uitge.
I
8dec1Bankbil-
1
Rek. Crt.
I
Rek.
1

Parti.

C,i.
Wissel, t

stelde
1

lVi.,ael

ning

3dhte

culieven

Staat

PD

862.225

.757.487 1.251.678 34.931.600 2.951.571
103.849
847.290

769.759 1.255.464 34.976.725 3.060.097
90.178 874.938

786.440 1.262.387 35.007.823 3.185.997
73.680
920.925

799.757 1.256.060 34.752.577 3.373.867
56.562

1.099.095 1.070.070

883.048 29.146.065 3.845.096
138.394
556.175 1.183.978 1.129.439 20.201.742 2.588.238
44.664
1.541.080

– •

769.400

5.911.910

942.570 400.590

SOCIfff GÉNÉRALE DE BELGIQUE.’)

Voornaamste posten in duizenden francs.
Metaal Bdeen.
Beleen.
Binn.
R k
D ata
mcl.

I

van
aan
wissel,
Circu.
buiten!,
buiten!,
prom. d. en
latie
J,j
saldi
vorder.
rovtnc.
heleen.

17Oct.’18 1.216.753 100.082 480.000 97.728 1.507.912 377.440
10 ’18 1.219.743 100.021 480.000 100.040 1.508.011 382.595 3 ,, ’18 1.144.781 100.011 480.000 95.287 1.452.612 358.318
26Sept.’18 1.145.778 99.982 480.000 101.783 1.452.948 365.452
18 Oct. ‘171 476.0431 90.903 480.000 100.351 1.172.474 91.204
19 Oct. ‘161 352.8721 76.033 480.000 39.834 828.739 110.088
1)
Sedert einde
1914
niet de functie van circulatiebank belast.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.

FEDERAL RESERVE BANKS.


Voornaamste posten in duizenden dollars.

Waarvan Waar-
I

I

F.R. van in

ZilverNotes in
Data

Goud

voor dekking hei bui.

gte.

circd.

F. R. Notes tenland

latie t

3Juli
’19
2.128.946
1.281.713

66.407 2.552.348
27Juni
’19 2.147.784
1.238.603

68.472
2.499.180
20
’19
2.185.725
1.251.811

68.737
2.4R8.253

13
’19
2.193.874 1.255.388

68.114
2.499.265

5Juli
’18
1.959.110 996.608
16.272
56.053
1.791.569
6 Juli
’17 1.317.703
423.463
152.500
38.314
527.459

Data
Wissels
,Totaal
Deposito’,

Waar.
van
Kapitaal

Dek-

1
king,.

1
percen.
1

tage’)I

Goud-
dekking
circu.
laiie

3Juli

’19 2.225.707

2.514.530

82.811

47,8

50,2
27 Juni

’19 2.122.59e

2.436.757

82.76k

50,1

49,5
20

,,

’19 2.112.176

2.619.486

82.756

51,6

50,3

13

’19 2.112.711

2.630.132

82.674

52,3

50,2

5Juli

’18 1.288.729

2.143.184

76.163

65,3

55,6
6Juli

‘171

331.517

1.446.561

57.657

76,1

80,3
1)
Verhouding tusschen: den totalen goudvoorraad. Zilver etc.. en de
opeischbare schulden: F R. Notes en netto deposit&s met inbegrip van
het kapitaal.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in duizenden dollars.

Data
Aantal
Totaal
.
uitgezette Reserve
1

Totaal
Waarvan
time banken
gelden en
F. R.

nhj
1

deposilo’s
deposits
beleggingen

20 Juni ’19

771 14.349.049 1.323.287 12.825.091 1.756.894
13

’19

770 14.927.429 1.257.213 13.247.063 . 1.729.562
6

’19

770 14.945.439 1.303.769 13.282.989 1.727.16.3
29 Mei ’19 972 14:617.230 1.285.891 12.712.783 1.729.689

21 Juni ‘181 695 112.422.6171 1.147.421111.203.5321 1.369.809

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 26 Juli 1919.

De wetgevende vergaderingen der uit den strijd terug-
gekeerde landen zijn de besprekingen begonnen, die tot
de beslui4en moeten leiden, welke die staten van de abnor

male oorlogsomstandigheden terug moeten brengen naar
den toestand van vrede, die op zich zelf thans weder even-
veel aanpassing vraagt als in de nu ac1ter ons liggende
oorlogsperiode noddig was om die rijkén . voor het krijgs-.
bedrijf pasklaar te ‘maken. •
Geleidelijk begint bij die ‘besprekingen een heller licht te vallen op de ontzaglijke moeilijkheden, – die uit den oorlog
zijn voortgesproten, en wordt de omvang der vraagstukken,
die zich overal in grooten getale . opdringen, scherper om
lijn’d. Het kan niet uitblijven of bij .die discussies komt ook
de gestie der regeeringen tijdens de oorlogsjaren ter sprake,
en deze eerste stappen om tot een ,,schoon schip” te gera-
ken, hebben een hoogst gevoelige en door de iederen dag
optredende voorvallen van storenden aard op allerlei ge-
bieden van het economische leven, nog prikkelbaarder ge-
worden stemming in de verschillende landen gewekt.
De internationale effectenbeurzen hebben zich dan ook in
de afgeloopen week aan deze stemming van onbehaen
niet kunnen onttrekken.
De toestanden ‘in het industrieele Noorden van E n g eI a
‘fi
d
laten, zonder ophouden te wenschen over. Tot een vergelijk
tusschen de stakende mijnwerkers en de regeering is het
nog niet gekomen. Telkens uit andere deden des lands
hoort men van nieuwe stakingen, zij ‘het uit hoofde van
gewenschte loonsverhoogingen, zij het als sympathie met andere stakenden. Wantrouwen en verdenking spelen een
groote rol i.n de huidige verhoudingen tusschen werkgevers
en werknemers.. Om betrekkelijk oppervlakkige •iedenen
staken geheele personeelen of gedeeltèn er van, wat, bij de
onderlinge afhankelijkheid van de deelon van dén en het
zelfde bedrijf dikwijls al evn erg is. In de eenige dagen
geleden gehouden algemeene vergadering van de Ebbw Vale
Steel, Iron and Coal Cy., een groot Engelsch mijn- en hoog-
ovenbedrijf, werd medegedeeld, dat als gevolg van al derge-
lijke kleine stakingen, eerst, van kantoorpersoneel, dan
weder van electriciens, .het geheele’ bedrijf dikwijls had moeten worden stopgezet, iets wat hij de tegenwoordige
schaarschte aan geschoolde krachten p elk gebied niet
verwonderlijk is. Men Oas begonnen om op velerlei punten
toe te geven aan d.e door middel van de Trade Unions naar
voren gebrachte eischen ‘der arbeiders, en toen men hier-
mede nog niet geheel het gewenschte resultaat bereikt had,
had men édn van de groote arbeidersvereenigingen uitge.
noodigd om 6én hunner bestuursleden in de directie der
Mij. af te vaardigen, ten einde hem de yoordeelen maar
ook de verantwoordelijkheid ‘met de overi.ge directeuren
te doen deelen.
Het behoeft geen betoog, dat men noode .tot het invoeren.
van dit novum was overgegaan, doch het voorstel werd
door de Trade Union geweigerd. Het bovenstaande is slechts
dn. voorbeeld uit vele, die ter illustratie van ‘de oogenblik-
kelijke toestanden in de Engelsche industrieën kunnen die-
nen, en het is dan ook .geen wonder, dat ‘in wijde kringen
‘des ‘lands bezorgdheid heerscht ten aanzien van de toe-
komst en men zich de vraag stelt hoe de reusachtige oor-
logsschuld van de schou’ders zal ‘kunnen .wor.den gewenteld
en tegelijkertijd het hoofd geboden worden aan de
.
al
krachtiger wordende concurrentie, vooral ‘van Amerika.
Het moet dan ook erkend wbrden, dat de positie van Enge-
land juist tegenover genoemd land heel wat slechter is dan
vroeger. lederen herfst is Engelan’d groot importeur van
graan en katoen uit de Vereenigde Staiten. VSSr den oor
log werden deze iniporten btaald met de opbrengst van
Engeland’s Amerikaansche beleggingen, met exporten naar
.de Vereenigde Staten en met Engeland’s diensten als vracht-
vaaider. Thans is het land in pfaats van Amerika’s
schuldeischer op het gebied van waardepapieren, tot debi-
teur geworden, en wat de handelsbalans betreft moge het
feit voor zich zelf spreken, dat 4merika’s invoer in Enge
land over de 11 maanden, geëindigd op 31 Mei j.1., Enge-
lands uitvoer naar de V.S. met meer dan 34 milliard
dollars overschreed. Geen wonder, dat de dollarkoers te
Londen hiervan de gevolgen ondervonden heeft; verleden
‘week is ‘deze namelijk tot 4,28 gedaald, dit is circa 13 .pCt. onder normaal. Onder gewone omstandigheden zouden. de
importen van zelf al door zulk een ‘daling worden geremd,:
maar thans is Engela’n
.
.d •nog altijd verplicht om zich, tot.
welken prijs ‘dan ook, groote hoeveelheden voedingsmiddelen’
en grondstoffen uit de Unie te verschaffen. Naast derge-
lijke tot weinig bevrediging aanleiding gevende beschou-
wingen, is men in E.ngeland in de afgloopen week ook tot

s

30 Juli 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

725

de slotsom gekomen, dat het resultaat der Victory Loan,
wel beschouwd, maar Vrij poover mag heeten, indien men
in aanmerking neemt, dat uit de opbrengst zoo goed als
niets zal kunnen worden aangewend ter bestrijding der
vlobtende schuld. Dit is namelijk de puazie, die, hoeveel
knappe koppen er ook al aan te werk mogen gezet zijn, nog
altijd maar geen begii van oplossing gevonden heeft. In
de ,,Morning Post” van enkele dagen geleden, een blad,
dat nog al eens geacht wordt de meening van leidende
financieele kringen weer te geven, werd nu als oplossing
een nieuwe belasting voorgesteld van de finale kapitaals-
toeneming ten gevolge van den oorlog. De inzender gaf er
zich bij voorbaat al rekenschap van hoe moeilijk het zou
zijn om maxr bij benadering voor elk geval een eenigszius
juist bedrag van het overschot van oorlogswinsten minus
oorlogsverliezen vast te stellen. Tot het belastbare bedrag
wilde hij nu komen door kapitalisatie van het verschil tus-schen het gemiddelde inkomen gedurende de oorlogsjaren en het gemiddelde inkomen gedurende een even lang tijd-
perk idaarvoor. Dit gekapitaliseerde bedrag zou dan aan
een speciale heffing moeten worden onderworpen. Dus in
den geest toch een soort van kapitaalsheffing, zooals er
reeds tal van andere zijn voorgesteld, maar op welke andere
wijze de enorme vlottende schuld zou kunnen verdwijnen
schijnt wel niemand der leidende persoonlijkheden in En-
geland nog in te zien.

iloewel men ter beurze hoopte, dat ten slotte toch nog
wel overeenstemming zou komen op het gebied van den
kolenstrijd, heeft de crisis toch tot een groote beperking
van zaken geleid. Een eenigszins betere stemming bestond
voor Britsche spoorwegen, daar de halfjaarsdividenden door
eenige maatschappijen, zooals de North Eastern, de Lou-
don and Northwestern, en de Great Northern aangekon-digd, althans niet lager waren dan over de overeenkom-
stige periode van vorig jaar. Eenige beweging bestond in
IIarconi Shares, in verband met de uitspraak der arbitrage
tusschen de maatschappij en de regeering. Het ging hier
om een vordering van de maatschappij uit hoofde van
haar royalty contract met de regeering, dat haar recht gaf
op uitkeering van 10 pCt. van de bruto-ontvangsten van
cle door het gouvernement opgerichte di

aadlooze stations. De niaatschappij eischte een bedrag van £ 7.180.000, terwijl
de regeering aanvankelijk slechts bereid was tot betaling van £ 50.000. Het resultaat was, dat de maatschappij een
vordering van £ 590.000 werd toegewezen. Buitendien
heerschte er nog al wat belangstelling voor oliewaarden,
waarop de aandacht ook al tengevolge van de kolencrisis
in meerdere mate is gevallen, waar vooral in tijden als deze
de ,,liquid fuel” der petrol.eummaatschappijen, als helper
in den nood wordt beschouwd. In dit zelfde verband trok
het prospectus van de Oilfields of England Ltd., een maat-
schappij met een kapitaal van £ 250.000, die ten doel heeft het verkrijgen van concessies op oliehoudende terreinen in
Groot-Brittannië, en waarvan eerstdaags 170.000 aandeelen
van £ 1
a
pari worden uitgegeven, de opmerkzaamheid.
In F i a n k r ij k was in de afgeloopen week het finan-
cicele beleid van den minister van financiën Klotz, het
punt van bespreking, en werd diens politiek, waardoor de
vlottende schuld van het rijk op onrustbarende wijze is
toegenomen, krachtig gegispt. Evenals in Engeland wordt
ook hier op allerlei middelen gezonnen om uit den finan-
cicelen nood te raken, en waar het aandraaien van de be-
lastingschroef niet voldoende oplevert, zijn nu eenige afge-
vaardigden op de gedachte gekomen, die zij in een wets-
ontwerp hebben belichaamd, om door een groote nationale
loterij uit de impasse te geraken. Ook op dit punt kan
men zeggen, dat er nets nieuws onder de zon is. In Enge-
land werd dit middel reeds tijdens den oorlog ernstig in
overweging genomen, Italië kent zijn nationale loterij als
middel om den financieelen nood te bestrijden, en nog
maar kort geleden is het stelsel van staatspremie-obligatiën
ook voor ons land in de pers voorgesteld. De Fransche af-gevanrdigden stellen voor een loterij te vormen van frs. 30
milliard in loten van frs. 20. Aan prijzen zou frs. 6 mil-
hard uitgekeerd moeten worden, zoodat er een winst zou zijn van frs. 24 milliard bruto. Er zouden 60 maandelijk-
sche trekkingen plaats hebben, elk van 100 millioen francs,
zoodat de loterij zich over een tijdperk van 5 jaar zou uit-
strekken. Bij een eerste beoordeeling der enkele ddtails, die
ons omtrent dit wetsvoorstel hebben bereikt, zou men al-licht geneigd zijn het plan als fantastisch te bestempelen,
doch zooveel wat voorheeh onmogelijk werd geacht, hebben
wij thans reeds in vervulling zien gaan. Ter beurze
bestond vrij wat handel in oliewaarden. Aandeelen Konink-
lijke Petroleum stegen tot boven frs. 25.000, terwijl ook
voor rubberwaarden flinke belangstelling bestond. De
staatsfondsen fluctueerden slechts zeer weinig, daar, zoo-
als men verwacht had, uit de verklaringen van den minis-
ter van Financiën bleek, dat voorshands nog niet kan wor-den overgegaan tot het uitbrengen van een nieuwe leening
ter consohidatie der vlottende schuld; tot zoolang zal men
het dus moeten stellen met de uitgifte van Bons de la
Défense Nationale. De 5 pCt. leening noteert thans 894, 4 p.t. 1917 71,35 en
3
pCt. 61,50.
In D u i t
s
c h 1 a n
cl
noteerde de 5 pCt. Oonlogsieening
in de afgeloopen week 83.70, en was de handel in de ver-
schillende soorten van ,,Kniegsanleihen” heel wat kalmer
dan de week te voren, toen men ze op groote schaal en tot
oploopende prijzen uit de markt nam, in de hoop ze bij de
,,Vermögensabgabe” tot inschnijvingsprijs in betaling te
mogen geven. Ondanks deze mindere vraag, hebben de koer-
sen der oorlogsleeningen zich goed kunnen handhaven, doch
het valt niet te ontkennen, dat haar, zooals tronivens heel
wat meer Duitsche Staats- en andere beleggingsfondsen, een
groot gevaar dreigt uit hoofde van ide opheffing der blok-
kade, die de aanvulling van allerlei voorraden weder moge lijk begint te maken, waartoe ongetwijfeld een groot aantal
handels- en industnieele lichamen een beroep zullen doen
op de geldmarkt, en daarbij ongetwijfeld bereid zullen zijn
gunstige voorwaarden voor geldleeningen te bieden. Be-langhebbende kringen in Duitschland, die men in dit op-zicht vooral in het milieu der Reichsbank moet zoeken, –
werden niet herhaaldelijk in den loop van den oorlog
door het ,,Reichsbankpniisidium” beloften afgelegd, dat het
te zijner tijd tegen depreciatie van de koersen der Kniegs-
anleihen zou waken, ten einde reflectanten op de Kriegs.
anleihen een riem onder het hart te steken – hebben dit
onmiddellijk gevolg der vredessluiting ook wel voorzien.
Onder leiding van de Reichsbank en onder garantie van
het Rijk, is thans een consortium gevormd, bestaande uit de Pruisische Staatsbank en uit een groot aantal publiek-rechtelijke banken, spaarbanken, bankiers en bankinstel-
lingeu, ten einde te trachten de beloften der Reichsbank
na te komen, en steun aan den koers der oorlogsleeningen
te verstrekken, wanneer dit noodig mocht worden. Naast
degenen, die al lid zijn, zijn zon goed als alle Duitsche
bankiersfirnia’s van eenige beteokenis uitgenoodigd om tot
het Syndicaat toe te treden. Het doel van het consortium,
waarvan het prcsidium en het bestuur niet gehonoreerd
ivorden, is de oprichting van een naaminoze vennootschap
met een kapitaal van R.M. 400 millioen, die het beoogde
doel zou nastreven. Deze maatschappij, die de grootste
Duitsche ,,Aktiengesellschaft” zou zijn, zou al haar aan-
deden aan het consortium afstaan; deze zouden dus niet
verhandeld kunnen worden, zon min als het doel van het
consortium het maken van winst is. President van het
Consortium is de voorzitter van het Reichsbankdirectonium,
Havenstein.

Is men er dus eenerzijds op bedacht te waken tegen depre-
ciatio der oorlogsschuldbewijzen, anderzijds houdt de
vraag, hoe men tot delging der overige staatsschulclen kan
komen, heel wat finaiicieele deskundigen en belasting-rtech-nici in Duitschland bezig. Hoe men de vermogensheffing zal
uitvoeren, is tot dusver een onopgeloste vraag. Betrof het
niet anders dan de effecten, die in het land zelve gehouden
worden, dan ware de kwestie heel wat eenvoudiger. Men •zou ze dan alle ter afstempeling kunnen oproepen, en de
niet afgestempelde na een zekeren termijn voor waardeloos
verklaren, doch hoe te handelen ten opzichte van het bank-papier? Afgezien van de niet te overziene moeilijkheid, die
zou ontstaan indien door de inlevering van al dat papier en
de daaraan te verrichten werkzaamheden, die allicht eeni-
gen tijd zouden vorderen, schaarschte aan betaalmiddelen
zou ontstaan, blijft nog het groote
gevaar van vervalsching
van iet stempel. Dit laatste zou natuurlijk heel wat ge-
makkelijker kunnen worden geïmiteerd dan de biljetten
zelf, en daarom overweegt men ook de uitgifte van geheel
nieuwe bankbiljetten. De moeilijkheid van de omwisseling
zou dan echter weinig minder zijn, dan die bij de afstem-
peling. Van welke zijde men dit vraagstuk ook bekijkt,
biedt het even penibele zijden, en ondertussehen gaat, via
het bezette gebied, de uittocht van Duitsche kapitalen vrij-
wel ongestoord voort. In verband met de bekende plannen
wordt in Duitschland ook op groote schaal sluikhandel ge-
dreven in buitenlandsch, vooral Fransch en Engelsch bank-
papier.

De stemming ter b e u r z e te B e r 1 ij n was in de afge-
loopen week kalm, hoewel de verdere belangrijke daling der
valuta in Holland en Zwitserland niet naliet een diepen
indruk te maken. Belangrijke koersschoimelingen bleven
echter uit.
T e o n z e n t was de stemming op de effecteninarkt in de
afgeloopen bericlitspeniode kalm, doch in grondtoon niet
ongunstig. De vraag voor Nederhandsche
staatsfondsen
was

726

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Juli
1919

iets minder dan te voren, zoodat hier en daar een frac-
tioneele teruggang te constateeren viel.

21 Juli 24 Juli 28 JiIi
Rzi
,
??
f

5
0
/
0
Ned. W. Sch. . . . 93

92
8
!8

92″!,,

lhe
,,

,,

,,

1916

89
1
14

88

.871/2 – 2’/
4
°/o

,,

»

1916

811/,

81
1
/8

80
1
/4 – /8
3 Y2
0
/
0

,,

,,

,,

. .’. .

67
3
/8

67
7
/8

67
1
/.
-l-•
‘/2
3

0
1

. . . .

59
11
110
595/8

599/

– ‘/8
2Y2
0/
Cert. N. W. S . . . .

51
1
/

51
1
/2

51
1
!2 ±
‘/a
5
0/0
Oost-Indië 1915 . . . .

94
1
ho
941h

95l/

+
1
8
I16
4 ‘/
o
Hougarije Goud …. 23

2411!,, –

1″!16
4
O/
Oostenr.Kronenrente 23
8
/8

20
1
/

20
1
14

3I/8-

5

0
10 Rusland 1906 ……42′!,

421/2

42
1
/2
434 °/
o
lwangorod Dombr

21
1
!2

24’/4

21
1
I1
4
0/
Rusland Cons. 1880 22

23

23

+ 1
4
0/
Rusi.
bij ilope & Co

24

24
11
!,,
24

4
0/
Servië 1895 ……..47

47

46

– 1
1!

434
°Io
China Goud 1898 .

71
1
i4

71
1
14

71
1
/4
4

0
/0
Japan 1899 ……..69’/o

69
1
/8
4
0
/
0
Argentinid Buitenl

68
1
/

68
1
!2

‘-
5

0/
Brazilië 1895 ……73′!,,

71
5
!8

71/s – 2
5

°/o

,,

1913 ……5l’/

51
3
I4

1

De aandeelen onzer inbeemsche
bankinstellingen
blev’n
goed gevraagd, hetgeen evenwel niet het geval was met de waarden der koloniale bank-instellingen. Voor deze laatste bestond eerder wat aanbod, dat, wat Indische en Koloniale
Bank l5elreft, toe te schrijven is aan de iebw’at minder gun-
stige opvattingen, die op liet oogeublik voor cuikerivaarden
beerscheb; voor die der Nederi. Handel-Mij, aan •de 24
deze,’ aangekondigde emissie van
f
10 millioen iiieuve
‘aandeelen, te» volle deeleude iii het dividend over het boek-
jaar 1919, waarop de inschrijving op 31 dezer f1 195 pCt.
openstaat.

21 Juli 24 Juli 28 Juli Rijzing
of

Amsterdamsche Bank … 194
3
1 199

199’/4 + 5
5,
Ned.Handel-Mij.cert.v.aand 232

223

207

– 254
Rotterd. Bankvereeniging. 154
3
/

152
1
/

152
1/
– 2
1
/
Amst. Superfosfaatfabriek.. 157
1
!,
157’I

157’/
Van Berkel’s Patent …… ‘157

157

156
1
/8 –
Insulinde Oliefabriek . .. . 297

294

292′!2 – 4’1
Jurgens’ Ver. Fabr. pr.aand. 105
1
/2 104
7
/

104

– 1
1
!2
Ned. Scheepsbouw-Mij. …. 177’/

177
1
12 177
1
!1
I’hilips’ Gloeilampenfabriek 600
1
/ 649

652

± 51’/
R. S. Stokvis & Zonen …. 545

539

639

– 6
Vereenigde Blikfabrieken. .
135’1 132
8
/4 131


4’/
Compania MercantilArgent. 334

345

343/’ + 9h1
Cultuur-Mij. d. Vorstenland. 283
1
/ 282

278

– 51!3
Handeisver. Amsterdam .. 558

556
1
/ 546
1
!,
– 111/,
Hou. Transatl. Handelsver. 145
1
!2
149
3
I4
142

– 3
1
h
Linde Teves & Stokvis …. 240

238

235


VanNierop&Co’sHndel-Mij 216

217
3
/o 215

1
Tel, & Co’s Handel-Mij …. 168

166

164

—,4
Gecons. 11011. Petroleum-Mij. 359
1
/2 357

354’12

5,,
Kon. Petroleum-Mij. …… 770V

781/4 782’/ + 12
1
/4
Orion Petroleum-Mij …….

95′!, 108
1
/

1051/2 + 10
Steaua Romana Petr.-Mij.. . 157

156

155’/ – 1
8
/4
Amsterdam-Rubber-Mij…..253

252
1
/ 243

– 10
Nederl.-Rubber-Mij. ……. 112’/

112’/4 112


1
/2
Oost-Java-RubberMij…..308

316’/4 305

– 3
Deli-Maatschappij ……..550

545
1
/2 ‘549 ‘/,
Medan-Tabak-Maatschappij. 249/4 245

244!4 – 5
Senembah-Maatschappij .. 547/4 5471/3 549/2 + 1’/

Voor ‘diverse
j’,,4ustrjeele aandecicn
bestond weclergo’ede
belangstelling, hoewel ditmaal over •het algemeen minder
belangrijke vooruitgangen te boeken
waren.
Een uitzonde-
ii ug maken de aandeelen l’hilips’ Gloeilampenfabrieken, die tot 649 opkwamen, verder stegen ook aandeelen Ver-
cenigde Hoflandsche Sigarenfabrieken en Vittoria Egyptian
Cigaretten Mij. resp. tot 260 en 168.
G’ult’a,,rwacrden
weiden minder gefavoriseerd dan ccii
week te vorci.,. Nu de rijzilig reeds tal van weken heeft aan-
gehouden, begint men ‘hier en daar ‘bevreesd te worden voor
ccii’ terug.slag, en voert daarbij als hoofdmotief aan, de
mogelijkheid van het heffen van zware belastingen op het
product, ten einde aan den nood der Indische schatkist
tegemoet te komen. Voor eiikele ondernemingen, die als
hoofp rocluct of belangrijk- bijprod uct koffie verbouwen,
werkte voorts ‘het bericht onitrent de wankele houding der
koffiemarkt in Indië en het geringe animo, dat voor den
oogst 1920 schijnt te bestaan, remmend.
Peiroleuns’waardcn
fluctueerden deze week niet belang-
rijk; slechts was tijdelijk een gunstiger stemming te be-
speuren voor Rumeengche waarden, vooral, Orions.
Een rijzing in de
,-ubbermarkt
werd iten deele belemmerd
door het boveiï aangehaalde bericht betreffende den kofie-

prijs, daar vele der bij ons genoteerde rtibbondernemin-
gen koffie als tusschenplanting. cultiveeren, en dikwijls in
niet geringe mate van cle resultaten daarvan afhankelijk
zijn. In iditver’band dient echter niet uit het oog verloren
te worden, dat, waar koffie als tusschenplanting aangelegd
is, deze ‘geleidelijk ‘gerooid wordt, en dat voor de niaat-
scliappij’en, die niet afzonderlijke koffie- of andere plan-
tages bezitten, rubber op den duur de eenige bron van
inkomsten wordt. Dat geleidelijk dan ook door den ieder jaar
stijgeudeti w’asdorn der boornen, met als gevolg cle meerdere
taphaarheid, een ‘aanmerkelijk grooter wereldproductie moet
on’tstaa,i, is een verschijnsel, dat thans reeds te constatee-
ren valt. De vereenigingen van rubberplanters zijn clan ook
reeds sedert geruimen ‘tijd te dezen opzichte ‘diligent. Ten-
gevolge van cle groote verspilling van allerlei rubberarti-
kelen tijdens den oorlog, en van de zoo goed als volkomen
uitputting der voorraden in Midden- en Oost-Europa, be-
‘hoeft er geeti vrees te bestaan, dat de voorraden op de
groote marktplaa’tsen en ook die in de productielanden in
den ee,steii tijd niet gemakkelijk plaatsing zullen vinden.
In Engeland verwacht men dan ook als onmiddellijk gevolg
van de opheffing der blokkade een belangrijk slinken van
de ru’bbervoorraden te Londen en te Liverpool, die thans
al naar men vermoedt via Holland en Zweden hun weg
uaar 1)uitschland en Oostenrijk gaan vinden. Dat evenwel het vraagstuk van een mogelijke overproductie niet uit liet
oog wordt verloren, bewijst wel het koi-telings ‘door de la-
gelsche Rubber Growers’ Association genomen besluit tot het
stichten van ccii fonds ten bedrage valt £ 10.000, waaruit
tot een beloop van £ 5.000 aan prijzen worden beschikbaar
gesteld tea behoeve van een ieder, die der vereeniging een
practische gebruikssnogelijkh’eid van rubber in groote hoe-
veelheden aan cle hand doet; £ 3.000 zijn bestemd voor kos-
ten van publiciteit en £ 2.000 ter onderzoekilig van even-
»tueel aangeboden planneu. Dat de Association ‘het belang
van economische fabricatie ook niet vergeten heeft, bewijst wel het fi’t, dat ook prijzen kunnen worden toegekend voor
practische aanwijzingen te,’ vermindering der fabricage-
kosten.
Iii
schecpvaarfwaarde’n
was cle handel minder levendig
dan te voren; na ee,, aanvankelijke koersdaling werd de
houding echtei’ weder aangenamer. In-
tabaks-
en
t!ceeaan-

deelea
ging weinig om.

21Juli 24Juli 28j11Riiznof

holland-Amerika-Lijn – – . – 488
1
!2 ,464

465

– 23’13
gem.eig. 461
1
!2 440

412′!, – 19
Holland-Onlf-Stoomv.-Mij.. 314

315

310

—4
‘HolI. Alg. Ati. Stoomv.-!rlij. 180
1
1, 1811/, 180

– 1/

liollandsche Stoomboot-Mij. 238
1
!4 231

227’/4 – 11
Java-China-Japan-Lijn…. 392’12. 350

351 ‘ – 41
1
1,
Kon. Hollandsche Lloyd

226

2041!, 201

– 25
Kon. Ned. Stoomb.-Mij.

275
1
/2 267
1
!2 265′!, – 10
Kon. Paketvaart-Mij…..268′!, 260
ij

250′!, – 18
Maatschappij Zeevaart …. 35
1
/3 352
1
!3 352
1
/,
Nederl. Scheepvaart-Unie. 318’/

303
1
!9
301

– 17
5
!8
Nievelt Gotddriaan ……600

590

565

– 35
Rptterdamsche Lloyd……324

318
1
!2 321

– 3
Stoomv.-Mij.,,flillegersberg” 342

352

365

+ 23
,,Nederland” –

357
1/4
350

353′!4 – 4
,,Noordzee” –

190

183

175′!2 – 14
1
!3
,,Oostzee” – . .

400

409!4 409’/

+ 9”

De
j,tmer’ikaanscke (lfdecling
volgde in cle afgeloopen
week getroiiiv het voorbeeld van Wallstreet, en was dus
vast gestemd. Sommige kieine spoorwegwaarden, zooals
Missotiri’s, werden dooi- de arbitrage gekocht.

21Juli 24 Juli 28 Juli
R
:
5
lf

Ametican Car
&
Foundry..

122
123′!, 124/4
+
2814
Anaconda Copper ……..
174
172
171′!2

2
1
/2
Un. States Steel Corp…..
117′!,
117
1
!,
118
11
/i,
+
1′!,,,
Atchison

Topeka

……..
104
1
!,
104 103
1
!,,

1′
Southern

Pacific

……..
111′!
111
5
!8 111

Union Pacific …………
147′!,
143,
144

3
1
/3
Int.It’Ierc.Marine afgest …..
67′!
66
5
/s
69
+
1
,
14

pref8.
169”!,, 167
1/,

169′!

7f,

Deze week zijn een aa,.,tal verdere emissies aangekon-
cligd, zooals van
f
750.000. 7 pCI. Cum. PreI. ivinstdeelende
Aancleelen ei,.
f
250.000 gewone Aandeelen valt liet Amster-
danisch Kantoor voor Indische Zaken, resp. f1 10334 en
12734 pCt.;
f
5 ,nillioen aandeelén Kon. Hoil. Lloyd, dec-
.lencle in het volle dividend over 1919,
f1
165 pCt;
f4.914.000 534 pCt. obligatiën Provincie Noord-Holland
f1
pan, terwijl naar verluidt nog andere emissies in voor-
bereiding zijn.
Prolongatie noteerde gisteren 334 pCt.

30 Juli 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

12711

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

20 Juli 1919.
1) vaste stemming der graanmarkten is in do afgëloopefi
week, onveranderd gebleven en de prijzen blijven hunne
opgaande beweging handhaven. Speciaal geldt dit voor cle
landen van productie, aangezien tengevolge vcn pen ‘daling
der vrachten le verhoogiug in de consumpieladen lang
niet in verhouding is geweest. De oogstberi.cbten, die thans
uit Noord-Amerika komen, zijn zeer teleurstellend, liet
beschot van de wintertarwe schijnt op verschillende plaat-
sen tegen te vallen, tengevolge van insecten en hier en
daar ook tengevolge van vocht. Darentegeu schijnt het in
andere streken wederom geruimen tijd te troog gewdest
te zijn. Ook verwacht men, dat de opbrengst dei’ zomer-
tarwe zal tegenvallen, zoowel in de Vereenigde Staten als
j.n Canada. De termijnmarkt te Wianipeg is nu geopend
en cle prijs, die ongeveer $ 2,25 bedraagt, is hoog genoeg
om den boeren in Noord-Amerika ook zonder Regeerings-garantie althans voorloopig den prijs van $ 2,20 per bushel
te vetzekeren. De werkelijk
bofaalcle
prijs is in de V. S.
dan ook nog steeds belangrijk hooger dan de minimumprijs.
Toe)i zijn cle aanvoeren van den nienwen oogst nu op
ruii1e schaal begonnen en tengevolge daarvan is 10 zicht-
bare voorraad wederom aanmerkelijk gestegen, vooi-al ook
daar het feit der grootere aanvoeren samenging met steeds
afnemende verseliepingen voor uitvoer. Europa heeft ‘zich
blijkbaar geheel
01)
Zuid-Amerika en verdere landen ge-
worpen en .niettegeiistaande cle laatste berichten uit Argen-
tinië beter w’eer vermelden, is cle stijgi.ng der prijzen al-
daar voortgezet. Speciaal tCrwe werd op groote schaal ge-
kocht door vrijwel alle Europeesche landen en men mag
nu spoedig zeer groote verschepingeti uit Argentinië ver-
wachten. indien het weder nu werkelijk gunstig mocht
worden, k/tn men aannemen, dat de nieuwe oogsten nog
ecu goede kans zullen hebben, aangezien er toch nog tijd
genoeg is
0fl
iiit te zaaien.
De maïsoogst heeft natuurlijk ernstig geleden door
,
de
zeer zware regens in Argentinië, zoodat cle handel zich
grootendeels heeft beperkt tot ouden oogst inaïs. De prijzen
van dit artikel zijn scherp geslegen en sluiten op het aller-
hoogste punt. Ook Noord-Amerika, dat zelf geen grooten
oogst verwacht, ‘blijft kooper van Ar’genitijnsche maïs en de
toteering te Chicago heeft eveneens een scherpe stijging

Noteeringen.

ondergaan. Ofschoon in eenigszins verminderde mate -heb-
ben haver en gerst in de algemeene willigte gedeeld
Het iveer is in Europa nog steeds QflguflStig voor de
ogstcln; na een te droog voorjaar, een te natte zomer.
Groote uitvoer uit Oost-Europa -zou meer dan ooit :noodig
zijn. Sommigen verwachten, dat de
Zwarte
Zee nog eenigen
uitvoer zal geven, doch de kansen hiervoor zijn voorloopig
nog zeer gering.
Ook lijnzaad is verder gestegen, ofschoon de laatste da-
gen de markten iets kalmer waren, zoolvel Argentiiïië als
Europa. indisch lij4lzaad werd ruimer geoffreerd en tot in
verhouding goedkoopere prijzen clan La Piata. Er is echter
zoo weinig onverkocht lijnzaad in Argentinië, dat een
flauwe, stemming zeer onwaarschijnlijk is. N e d e r 1 a n cl.. ‘De Regeering verminderde de wekelijk-
sc)ie hoeveelh2id.gerst, die. zij gewoon was te veilen, van
5000 tot 2500 tons en cle prijs, die verkregen werd, was
aanmerkelijk hooger, nI.
f
505. Ook de maïsprijzen stegen
aanmerkelijk, doch cle handel in spoedig heverbare mais
onclervon cl moeil ijkheclen iii verband met cle ibevrachting.
Haver vond bij een •matigen omzet tot hoogere prijzen
plaatsing. .Lijnkoeken onverndercl, eerder iets lager. Lijn-
zaad kalm in navolging van olie, die niet veel neiging tot opgang vertoonde, ja, op sommige dagen zeer flauw ge-
stemd ivas. De prijzen konden zich in cle afgeloopen week
nauwelijks handhavem

SUIKER.

23 Juli.
Voor de ierclere ontwikkeling der bieten is cle weersge.
steldheicl gedurende den laatsten tijd alleszins gunstig
geweest.
Volgens F. 0. Licht is in 1) n i t s c h 1 a ii cl echter in
verband met cle abnormale toestanden cle stand der vel-
den nog zeer onregelmatig; terwijl iii doorsnee een achter-
stand bestaat van S ii 10 dagen vergeleken met normale..
jaren.- in het Duitsche regeeringsontiverp voor wijciging
der suikerwetgeving wordt voorgesteld de suikerbelastiug
van Mk. 1.4,- per 100 K.G. te verhoogen tot Mk. 30,-.
in verband met cle hoogefe bedrijfskosten heeft de Regee-
riag do raffinaderijen gemachtigcl den verkoopprijs met
Mk. 2,50 per 50 K.G. te verhoogen.
t
Zin Ho ii g a r ij e is het grootste gedeelte van den aan-
plant tengevolge van de vroegere droogte niet geslaagd,

Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.

Chtcago

Buenos Ayre

28 Juli

1

21 Juli

1
28 Juli

1919

1919

1918
Tarwe

mars

Haver
I
Tarwe

Mais
1
Ltjnzaad
Juli

Juli

Juli.

Sept.

Aug.
1
Sept.


– –

26 Juli’19 226
195
7971s
19,50 10,30
41,60
Rogge (No. 2 Western)


19

,,

’19 226
190
80/4
16,20 9,25
41,20
500,-
485,-

26Juli ’18 226
1521/
2

75/4.
12,-
3)

5,90
25,65

Tarwe ………………….

Gerst (46 lb. feeding)
. .
510,-
478,-

26Juli ’17 246V2
163ijs
76/4
18,80 12,55
20,70

Mais (La Plata)

……….

Haver(38 Ib. white clipped)
25,-
25,-

26Juli’16 117
7
/s
82
1
/
40e/s
7,40)
4
,
358)
12,808)
LiJukoeken (Noord-Ame-

20Juli ’14

82
‘)

562/a

‘)

36112
1)
9,402)

5,38

)
13,702)
rika van La Plata-zaad)
347,50
845,-

Lijnzaad (La Plata) …….
1265,-
1250,-
1
)

per Dec.

1)
per Sept.

t)
per Aug.
.

AANVOEREN
in tous van 1000 K.G. voor verbruik in Nederland.

Rotteidam
II
Amsterdam
II
Totaal

Data
Artikelen.

Tarwe…………….
Rogge……………..
Boeliiieit
Maïs
Gerst …………….
Haver…………….
Lijuzaaci …………..
Lijukoek …………..
Tarweuieel ………..
Andere mneelsoorten

Tarwe …………….
Mais
Rogge …………….
Tarwemeel …………
Gerst………………
Haver……………..
Lijn koeken …………
Andere meelsoorten

21-26 Juli
1919
Sedert
1 Jan. 1919
Overeenk.
tijdvak 1918
21-26 Juli
1919
Sedert
1 Jan. 1919
Overeenk.
tijdvak 1918
199
1918

4.941 58.424
1.944
3.293
42.652
2.920
101.076
4.864

5.840


19.953

25.793
151
2.675




2.675

1.475
30.141


1.968
4.590
32.109
4.590′

47.270



42.315

89.85


22.582

,


7,333

29.915


5.956

-.
5.484

11.440


23.976


200

24.176


47.737
756

37.435
6.068 85.172
6.824 688
23.442
10.104

135
10.708
398
34.180 10.502

AANVOE1UN
in
totis van 1000
K.G. voor
het Buitenland.


193.840. 137.549

. –

.

193.840 137.549

14.372
90.191



14.372
90.191

44.725
5.174
– –

44.725
5.174

144.506.
42.616


144.506
42.616.
– .
62.373
22.509

.

– –
62.373
22.509

119.600




119.600


.

2.412
-.



2.412

24
116.046
867



116.046
867

728

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN’

30 Juli 1919

zoodat, aldaar op geen .noemenswaar.digen oogst gerekend
wordt en dit land dus op invoer
aangewezen
zal zijn.

In N e d e r land zijn voor geraffineerde suiker uit den
nieuwen oogst prijzen van
f
75,— tot
f
77,— te beclingen,
doch liet aanbod is gering.
• Op J a v a blijft de krachtige stemming der markt ge-
handhaafd en kwamen nog eenige tweedehahdsch trans-
acties tot opnieuw hoogere prijzen tot stand. De telegrafi. sche rendementscijfers van 78 fabrieken per 1 Juli wijzen
op eene mindere suikeropbrengst per bouw van gemiddeld
13 pCt. vergeleken met denzeifden tijd verleden jaar.,
waarbij echter in aanmerking genomen moet worden, dat
toen reeds een veel grooter gedeelte van den aanplant ver
malen was, aangezien dit jaar de oogst zeer laat i. .

In A m e r i k a heeft (le Sugar Equalization Board den
uitvoer van geraffineer.de
suiker gedurende 30 dagen ver-
boden, omdat men zich ongerust maakte over den sterken
aftrek van geraffineerd naar, het buitenland en heeft dit
beslui% nwtuurlijk ook het noodige er toe bijgedragen om
de prijzen in Java op te zetten. Verder wordt overwogen,
om zdo spoedig mogelijk den tèrmijnhandel in suiker te
New York te hervatten. Daarvoor is de datum van ‘t Sep-
tember in uitzicht’ genomen voor contracten leverbaa
vanaf 1 Januari. -1

Op C u b a ‘bedroegen de ontvangsten der week eindigend
5 Juli 45.589 tons tegen 38.631 tons in 1918 en çlie de
week eindigende 12 Juli 42.139 tons tegen 41.684 tons met
16 tegen 18 werkende fabrieken.

28 Juli. –

Uit de bietsuikerdisti’icten kwamen geen nieuwe
berichten binnen. Do weersgesteldheid was gunstig voor
den groei. Aan de Europeesche suikermarkten gaat vegeü
de hooge vraagprijzen van de productielanden weinig o.

Witte Mauritius suiker wordt te Londen met 58-
2
59 sh.
cii.
genoteerd. –

Op Ja v a, waar de prijzen voor disponibele witte suikd
tot ongeveer
f
42,— per picol waren opgedreven, is eene
reactie ingctreden en is de marktwaarde tot f38,— gedaald
met weinig koopers. Daarentegen bestaat er meer belang-
stelling voor suiker uit oogst 1920, waarvoor
f
32,— voor
superieur geboden wordt. Aangezien. de regeering afgezien
heeft van het heffen van een uitvoerrecht, en in de plaats
daarvan eene belasting op de winsten der suikerfabrieken
zal instellen, behoeft de kwestie .of verkoopers dan wel
koopers het uitvoerrecht moeten betalen, niet meer in len
weg te staan aan afdoeningen. Het zal voor een groot
gedeelte van de prijzen, die voor den volgenden Cuba-oogst
aangelegd worden, afhangen of de thans voor Javasuiker
geboden hooge prijzen kunnen gehandhaafd worden. In
welingelichte kringen verwacht men, dat Cuha weliets
meer betaald zal krijgen dan voor den laatsten oogst, doch
dat de prijs nog aanzienlijk beneden de pariteit van de
tegenwoordige Javaprijzen zal blijven.
De suiker afschepingen. van’ Java gedurende Juni
hebben bedragen: 126.000 tons tegen verleden jaar 95.000 tons.

Cuba -statistiek:

1919

1918

1917

Ontv. der week tot 12 Juli

42.139

41.684

24.602 tons
Totaal sedert 1 Dec.
1) ..
. . 3.329.738 2.963858 2.687.885
Werkende fabrieken

16

18

14
Exp. d. week tot 21 Juni..

75.943

88.915

54.974
Tot. exp. 1 Jan.-21 Juni..- 2.057.399 1.814.134 1.965.663
Totale voorraad 23 Juni.. 1:188.887 963.643 723.942
1) 1918/17116.

RUBBER..

De markt is in den laatsten tijd vaster gestemd, ofschöo’n
de voorraden te Londen nog steeds toenemen en thans ruim
27.000 tons bedragen. Men vermoedt echter, dat een groot gedeelte hiervan uit mindere soorten bestaat, die tijdens de
verschepingsmoeilijkheden gedurende den oorlog moeilijk in
Indië te verkoopen waren en thans langzatflerhaad alle nar
Londen verscheept worden.
Niettemin blijven deze groote voorraden den prijs druk-
ken, wat wel in het oog springt door bet groote verschil
in noteering van loco met latere levering; loco crpe noteert thans
1111
tegen Jau./Dec. 1920 211, wat wel duidt op meer
gunstige vooruitzichten. Duitschiand kan thans weder in-
voeren en hoewel de invoer nog belemmerd wordt door be-
palingen van regeeringswege, zul dit toch zijn invloed op
de algemeene stemming niet missen. Ook de berichten om-
trent het verbruik in Amerika luiden niet slecht. De invoeren
gedurende de vier maanden van 1919 waren 81.000 tons tegen
60.000 tons in dezelf(le periode van 1918 en waar vooral het
verbruik in Amerika een der belangrijkste factoren voor

de geheele rubber-positie blijft, zijn in dit opzicht vooruit-

zichten niet zoo ongunstig.

De noteeringen luiden:

Prima Crêpe loco

…….1/11
eindevoorafg. week 1110
sm. sheets

..

….

1/9_1/9l/
…….. …

……1/81/
1

Prima Crêpe Oct.fDec.

2/-
…………….

1/111/
4

Jan./Juni

2/-[4
……………..

2/-
Jan./Dec.

.

2/1
………………


Para loco …………..2f5/g
…………….2/5

KATOEN.

Noteeringen voor Loco-Katoen.
(Middling Uplauds).

1281u1119I21_Ju109
I
14Ju11’19
I
29Juli’18
I
28Ju11’17

New York voor
Middling. -.
35,15c
36,65 e 36,60 c 28,95 c
25,20 c
New Orleans
voor Middling
84,— c
34,50 c.
34,25 c
27,75e
25,— c
Liverpool voor

Middling ….
21,27 d
21,54 d
21,22 d 20,97 d’) 19,15 dl)

‘) Good Middling Amer.
2)
27 Juli 1917.

Ontvangsten in, en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duzendtallen balen.)

1
Aug.’18
1

tot
25Juli’19

Overeenkomstige perioden

1917-18

1916-17

Ontvangsten Gulf-Havens..

,,

Atlant. Havens
6601
}
6283
}
7225

Uitvoer naar Gr.Brittannië
2147
2598
‘t Vasteland.
5461 1302 2334

Japan etc…
557
454

Voorraden in duizendtallen
25
Juli
’19
26
Juli
’18
27
luit ‘Ii

Amerik. havens ……….
1270
998
603
Binnenland …………..
844
689
371
1

.

121
58
New York

…………….
1

.

326
171
New Orleans …………..
Liverpool

……………
587 ‘)
270
268

1)
26
Juli 1919.

Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons,

Manchester, d.d. 9 Juli 1919.

Prijzen van Amerikaansche katoen hebben de laatste week
sterk gefluctueerd, zoovel onder den invloed van weerbe-
richten als door speculaties voor rekening’ van Wallstreet.
De vooruitzichten voor een goede opbrengst zijn dit jaar
niet schitterend en men verwacht algemeen hoogere prijzen.
Het laatste nieuws van Alexandrië is wat beter en prijzen
van Egyptische katoen zijn onveranderd.
Doordat de fabriéken gesloten zijn, is het niet mogelijk
veel zaken in Amerikaansche garens te doen; vel zijn er
nog Engelsche voorraden, maar de prijzen zijn heel hogg en
alleen voor piucops is nog eens belangtel1ing. De behoefte
aan kettiuggarens wordt hoofdzakelijk gedekt in ringgarens,
doordat de spinnerijen daarvan nog doorwerken. Over het
algemeen nemen de meeste spinners een afv’achtende hou-
ding aan, tot de werkstaking over is; men verwacht, dat
zulks wel spoedig het geval zal zijn. Er hebben nog voort-
durend besprekingen plaats en het is zeker te hopen, dat
er spoedig een oplossing gevonden zal worden. Ium.iddels
is de vraag nog verbeterd en er zullen zeker goede zaken
te doen zijn, zoodra de fabrieken weder loopen en men dus
weer op leveringen_zal kunnen rekenen.
De doekmarkt is zeer vast en prijzen stijgen dagelijks.
Er is een goede vraag van de overzeesche markten, waar
de voorraden kleiner zijn, dan men verwachtte en vele
fabrieken hebben hare productie voor het geheele jaar
reeds verkocht, terwijl expoiteurs er niet veel voor voelen thans reeds voor nog latere levering te koopen.
China en Indië zullen nog wel manufacturen noodig heb-
ben, maar de moeilijkheden worden elke week grooter en
voorloopig neemt men .00k daar liever een afwachtende
houding aan.
2Juli 9Juli

2Juli

9Juli

Liverpoolnoteeringen (loco)

T.T.opindië…. 118

1/8
F.G.F. Sakellaridis 27,09 27,09 T.T.opllongkong 316
1
14
3/6
‘/2
G.F. No. 1 Oomra 14,80 15,10 T.T.opShanghai
513
1
I1 514

30 Juli
1919

. ECONOMISCH-STATISTISCHÈ BERICHTEN

729

HUIDÈN.

Bericht van de firma Grisar & Co.:

De buitenlandsche marktplaatsen blijven ongestoord
hoogere prijzeu seinen ; deze partijen in de meeste gevallen
ingewilligd. Zoo worden de Columbia’s reeds verhandeld in
New York tegen prijzen, die met het oog op den hoogen
dollarkoers in Holland op 11,80 komen. In afwac)iting van
de veiling derj5000 huiden ex Isolda op Dinsdag 29 dezer,
was de Nederlandsche looierij dezé week niet aan de markt.
Inlandsche huiden worden uogsteedssterkgedreven,
doch er is voor de zwaardere gevichten op het oogeublik geen interesse. Alleen in de lichtere gewichten werd vlot
verkocht. Voor kalfsvellen en looistoffen verder
geen nieuwe gezichtspunten.

26 Juli 1919.

STEENKOLEN.

De export van Engeland werd beheerecht door de
bijzondere omstandigheden, ontstaan door de spoorweg-
staking- (iutusschen bijgelegt), de moeilijkheden met de
mijnwerkers in Yorkshire, welke ten deele opgelost schijnen
te zijn, en de Schotsche feestdagen, waardoor de export
van dat gedeelte van het land stilstond.
Verdere beperkingen voor uitvoer zijn ingevoerd; in
hoeverre en hoe lang deze gehandhaafd zullen blijven, is
op het oogenblik niet bekend.
De toeslag van 6/- per ton boven den minimum schedule-
prijs is met ingang van Maandag 21 Juli ingevoerd.

METALEN.

Loco-Noteeringen te Londen:

Data Ijzer
!co
No
S!.,°d’,d
Tin
Lood Zink

28Juli

1919..
lom.
107.51-
268.5/-
24.-1-
42.15/-
21

,,

1919..
nom.
104.17/6
257.-/-
23.15/-
43.15/-
29Juli

1918..
nom.
122.-!- 385.-!-
30.101-
52.-/-
27Juli

1917..
nom.
125.-/-
243.10/-
30.101-

20 Juli

1914..
5114
61.-1- 145.15/-
19.-1-
21.16/-

VERKEERSWEZEN

SCHEEPVAART.


GRAAN.

Data

Petro-
grad
Londen!
R’dam

Odessa
Retter-
dam

.41!. Kust
Ver. Staten
San Lorenzo.

Rotte,-

Bristol
Rotte,.
Enge.
dam
Kanaal
dam
land

21126 Juli

1919



2)
816
2201-
)651
14119

,,

1919


fo,-
2)
816
250/-
)65/…
22/27 Juli

1918



501-

225/-
23128 Juli

1917


,, 7,-
30/-
f52,25
1401-
Juli

1914
lid.
713
1/111/
4

1111
1
/4
121-
12/-
KOLEN.

Cardif
1
Oostk. Engeland

Genua
Çor,

Plato
1
Roiter.
d
am Gothen

‘L

47/6
4716
40/-

f.
10,- Kr.35
4716
47/6
4216
,, 10,- ,,

35
10113
200/-
120/-

,,200,-
101/3
155/-
1101-

,, 190,-
7/-
.713
1416
3/2

41-

DIVERSEN.

Bom!,,,y
Birmo
Vladivo.
Chili
D ata
West
West
stoel
.
West
Europa
Europa
West
Europa
(d. w.)
(r(jst)
Europa
(salpeter).

21126 Juli

1919 ……
170/-t)
.2151-
5
)


14119

,,

1919 ……
155/-
2
)
2151-
8
)


22127 Juli

1918 ……
275/-

.

500/-

190/-
23/28 Juli

1917 ……
350/-
.
..

450/-

1801-
,,

Juli

1914 …….
14/6
.
16/3
25/-
22/3

) Voor neutrale schepen.
8)
Voor Britsche schepen.
2)
Vrij.
. ‘) Voor neutrale schepen onder geallieerde time charter.
11
Graan Petrograd per quarier van 496 16:. ewaa Odesa per unit, Ver. &oten
per quarfer van 480 iS:. ewaar.
Overige noleeringen per to,, van 1015 X.G.

Data
(

Dor.
deaux

21126 Juli 1919
2)
25/6
14119 ,, 1919 4)541_
2227 Juli 1918

69/-
23/28 Juli 1917

69/-
Juli 1914 Ir. 7,-

.

ADVERTENTIËN

De NXI Nedérlalldsche Huistelefoon-Mutschappij

ROTTERDAM

‘s-GRAVËNHAGE

GRONINGEN

Telefoon 3600

Telefoon H
1
280, 300

Telefoon
1555

AMSTERDAM

LEEUWARDEN

ARNHEM

– Telefoon N
5580

Telefoôn 2723

levert uit voorraad
TELEFOON-, SCHEL-, ELECTR. KLOK-INSTALLATIES,
etc.,

in huur en koop.

Herstelt en onderhoudt on d er g a r anti e ook alle niet door haar uitgevoerde installaties.

.

PROSPECTUS GRATIS.

GRON IN GSCH E C REDIET

EN HANDELSBANK

GRONINGEN, APELDOORN, APPINGEDAM, ASSEN EN VEENDAM

Kapitaal 15.000.000,-

Geplaatst en volgestort f2.500.000,-

Reserves ruim
……
f
478.000
1

VERSCHAFT BEDRIJFSKAPITAAL ‘AAN
LANDBOUW, HANDEL EN NIJVÉRHEID

INCASSO

DEPOSITO

SAFE DEPOSIT

VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ

,,GELRI”

ROTTERDAM

Maatschappelijk Kapitaal
f
2.500.000,-

waarvan geplaatst
f
500.000,— –

TRANSPORT- en

BRAND VERZEKERING

DIREKTIE:

C.. TH. DAAMS

H. G. SCHUDDEBEURS –

Kantoor WIJNHAVEN 103

TeI.f aas No. 13883 TsIegr..Adr..: ,,VEIMAA5L”

730

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Juli 1919

• NEDERLANDSCHE HYPOfHEEKBANK
TE
VEENDAM

Kapitaal
f 4.000.000,—

Directie
{

Reserve
f 1.062.309,99

Pandbrieven ruim 36 millioen.

f
(tijdelijL Directeur).
Hypotheken ruim 37 miljoen.

koers
41/2
pCt. Pandbrieven 96 pCt.

Hypotheekrente vanaf
5
pCt.

DE GRONINGER’BANK

Groningen, Winschoten, Stadskanaal, Wildervank,

Veendam, Sappemeer, Deifziji, Emmen, Hooge.

veen en Ter Apel
(Firma TIMMERMAW 6 SASSEN)

Kapitaal
1
6.000000,— Geplaatst en gestortf 4.598.000,-
Reserves / 401.498
9
23
)

VERRICHT ALLE BANKZ3KEN

Belast zich met het incasseeren van wissels op binnen-

en buitenland

WE
I C
E ç

C
RTTERDAM

13 O
. AMSTERDAM

Import van en Handel in

OVERZEESCHE pR0D:ucTEN

8peciaal
RUBBER, GUTTA-PERCHAn BALATA

KONINKLIJKE

HOLLANDSCHE

LLOYD

AMSTERDAM

Geregelde Passagiers- en

Vrachtdienst met nieuwe,

moderne post-stoomschepen

TUSSCHEN

AMSTERDAM

EN

ZUID-AMERIKA

VIA

CORUA, VIGO, LISSABON, LAS PALMAS.

ROTTERDAM

AMSiERDAM

HOOFDKANTOOR: 10 CLEMENTS LANE, LONDON, E.C., 4

f
12.—=fl.-

MAATSCHAPPELIJK KAPIIAAL
………………… f 75.000.000,-

*

GESTORT KAPITAAL
…………………………………. f

iiso.000,-
RESERVEFONDS
……………… ………………………..

26.400.000,-
NIET GESTORT KAPITAAL
…………………………
..
56.250.000,-

f
101.400.000.-

Meer dan 250 kantoren in Zuid•Afrika en élders

BEHANDELING VAN

BAN KZAKEN MET ALLE WERELDDËELEN

30 Juli 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

]I) ‘- -b R 1
lEf]
SOlI
H
__ANTE

LEEUWARDEN, BOLSWARD, DOKKUM, DRACHTÉN, FRANEKER, GORREDIJK, HARLINGEN HEERENVEEN, JOURE, LEMMER, SNEEK, STEENWIJK
EN
WOLVEGA.

GESTORT KAPITAAL
f
3.000.000,—

RESERVE f 300.000,-

Billijk incassotarief voor geheel Friesland en Noordelijk Overijsel.

NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP

NLÂNDS C HË
Wester-Suikerraflinaderj

HANDEL MAATSCHAPPIJ

AMSTERDAM

GROOTSTE RAFFINADERIJ

IN NEDERLAND

Maatschappelijk Kapitaalf 100.000.000,
Levert de mooiste Suiker,

waarvan reeds uitgegeven
f
70.000.000,—.
omdat haar zuiveringsver-

mogen het grootst is.

Produceert behalve alle soorten
Melia-

UITGIFTE VAN
8uiker
en

Criatallen,

groots

en

kleine,

Klont jea

10,000 AANDEELEN

f4
000,-

(Cubea), Theeklont jea, Crushed (brokken)
Tab letten, Broeden, Poeder8uiker, fijne
uikera voor Vruchten gebruik, enz. enz.

tot den koers
van
195 pqt.
S

INSTITUUT VOOR

Deze aandeelen deelen ten volle in het dividend over
ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

het boekjaar 1919.
WEEKBLAD
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
t
.

De

NEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPIJ

stelt

te

haren

Kantore

en

bij

hare

Agentshjpen

te
in de reeks afzonderlijke ge8chriften

ROTTERDAM en te ‘s-GRAVENHAGE alsmede bij hare
zagen het licht:

S
,
Factorij te BATAVIA en hare Agentschappen te SEMA-
Mr. G. VISSERING:

RANG, SOERAB”AIA en MEDAN de inschrijving open op
Het vraagstuk van de geidruimte
bovengenoemde aandeelen
O
in Nederland en de Goudpolitiek

DONDERDAG 31 JULI 1919
1

van de Nederlandsche Bank

van des morgens 9 uur tot des namiddags 4 uur.

Bij

elke

inschrijving

moeten

gevoegd zijn

de dividend-

Mr. G. J. FABIIJS:

bewijzen
No. 25
van
f
7.000,— oude aandeelen
voor elk Het Bankwezen in Nederlandsch

nieuw aandeel,
waarvoor wordt ingeschreven.
West-Indië

Prospectussen en Inschrijvingsbiljetten zijn verkrijgbaar te

haren Kantore en bij hare Agentschappen te Rotterdam en
Prij, per nummer
f 1,50

te ‘s-Graven hage.

AMSTERDAM, 24
Juli 1919.
Verkrijgbaar bij den Boekhandel en bij NIJGH &
VAN DITMAR’S UITG.-MIJ., Rotterdam

PRACTISCH

FRIESCII-GRONINGSCHE 11YPOTHEEKBAffiC

E
FFECTENBOEK AANDEELENKAPITAAL
f2.500.000
HYPOTHEKEN ruim
f
.
35.000.000

RESERVES
…..
ruim – 1.000.000 PANDBRIEVEN ruim

35.000.000
ter vereenvoudiging van admini-

stratie en ten gebruike voor de

VERKRIJGBAAR

VERMOGENSBELASTING
5

.
0/

Prijs
/
1,25

4
1
/2
0
/0

Verkrijgbaar bij den Boekhandel en bij

0 /

NIJGH&VANDITMAR’SUITG..MIJ,R’DAM

/ 0

Pandbrieven

19

â
100’/2
0
/0

95
1
/
2
0
/
0

19 88 0/0

Ii

731

732

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Juli 1919

I
.
HE

EMAF
HENG 0

Telefoon Nos. 54, 82

119
HEEMAF-HENGELO
en

elegram-Adres:

ELECTRISCHE
ELECTRO-

APPARATEN EN

MOTOREN EN

INSTRUMENTEN

GENERATOREN

COMPLETE
ELECTRISCHE INSTALLATIES

N.V. VAN DER LELTS TOU.WFABRIEKEN
MAATSCHAPPIJ

voor
ROTTERDAM,

AMSTERDAM,

GRONINGEN;

Scheeps- eil Werktuigbouw
Boompjes# 63.

Prins Hendrikkade
1617.

Der—A—Brug.

Telefoon: 3277 en 3296.

Telefoon: 7415 N.

Telefoon: 1035.

Telegr.-adr.: Vanderlely.

Tel.-adr.: Vanderlely-touw.

Telegr.-adr.: Vanderlely.

ROTTERDAM
FABRIEKËN
TE
MAASSLUIS.

Kruiser8

Torpedobooten

Onderzeebooten

U
SCHEEPSTROSSEN in alle soorten en afmetingen.

Mailstoom8chepen
H ERIJTO UWWER K.

Geteerd ei ongeteerd Manila-, Sisal-, Nieuw-Zeeland-,
Vrachtstoomschepen

Baggermateriaal
Bombay- en Russisch henneptouw.

Cocost6 uw.
Machine-installaties

tot 65000
P
..
TRANSMISSIESNAREN met en zonder reguleerbare

koppelingen.
Scheeps-Zoelly-Turbines
STAAL DRAADTOUW voor Scheepsgebruik, Liften,

Machines en apparaten voor
Mijnen-
e

HlJschwerktuigen.
IJzerwanten Hercules.
Suikerfabrieken, enz.
ALLE SOORTEN PAK- EN BINDTOUW

GEBROEDERS SCHEUER
Nederlandsche Gist-
Auuradeurs en Assurantiebezorgers

€fl
Sp 1 ritusf abr lek
Cargadoors.
Expediteurs en

AMSTERDAM EN ROTTERDAM
DELFT

Verzekering van Koopmansgoedëren tegen
ARTIKELEN:,
transport, molest, brand
en
diefstal tegen
Gist


concurreerende premiën.

Brandspiritus

Zuivere spiritus

ONTVANG
EN
BETAALKAS
Foezelolie

NIEUWE DOELENSTRAAT
20-22

AMSTERDAM

DEPOSITO’S VOOR 1
.
JAAR FIXE
a
4
PCT.
Aether Sulfuricus

GELDEN OP DEZEN TERMIJN GESTÖRT ZIJN NA’AFLOOP VAN HET
Narcose ether
JAAR ZONDER OPZ GGING BESCHIKBAAR.
NIET OPGEVORDERD ZIJNDE, WORDT DE POST STILZWIJGEND VOOR
Ku rken en

GELIJKEN TERMIJN VERLENGD.


Gedroogde Spoeling
DE
RENTE KAN NAAR VERKIEZING PER KWARTAAL, PER
HALF
JAAR
OF PER JAAR ONTVANGEN WORDEN.

Auteur