Ga direct naar de content

Jrg. 4, editie 182

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juni 25 1919

JUNI joiÔ

AtîTE1JBS1?kC11D VOOR13EilOtJÎ1N

Econo . mischweStatistische

Beri”chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEiD, FINANCIË.N EN VERKEER

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

4E JAARGANG

WOENSDAG
25JUNI
1919

No. 182

INHOUD

BIz.

BEVORDERING VAN EENVOUD door
Mr. A. R.
Zimmerman..
589
De Wisselkoersen in het licht van de opheffing der in oor-
logstijd gehandhaafde Contrôle door
Leonard Keesing..
591
Nederlandsche Kamers van Koophandel in het Buitenland
door
Al.
Wijnand Wolff ……………………..
593
Naar aanleiding van ,,Tegenwind” (Jaarbeursgebouw) door
Mr. C. D. Salomonson ……………………..
594
Moeilijkheden der Melk- en Zuivel Voorzi
..
ening ……….
595
Jaarverslag N. U. M. over
1918 ………………….597
AANTEEKENINGEN:
Werkloosheid in de jaren
1911
tot en met
1918 ……600
De War Finance Corporation en export-credieten …. 600
Kleinhandelsprijzen in België
1914
en
1919 ……..
601
Vergelijkende oorlogskosten
………………….
002
BOEKAANKONDIGING:
A. Deking Dura, Een en ander over de afwatering in
Overijssel, bespr. door
Ir. V.I. P.deBlocq van Kuffeler
602
De West-Indische Gids
……………………..
602
Jaarboek Ned. Kamer van Koophandel voor Zwitserland
603
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
……………….
604-612
Geidkoersen.

Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.

Goederenhandel.
Bankstaten.

Verkeerswezen.

INSTITUUT

VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J.
Bruine.

WEEKBLAD ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

Secretaris-Redacteur: G. E. Huffnagei.

Secretariaat: Pieter de Hooghweg 12, Rotterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 87.
Telef. Nr. $000. Tele gr.adres: Economisch Instituut. Postcheque en girorekening Rotterdam No. 8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. P.
in Nederland f 15,—. Buitenland en Koloniën f 17,-
per jaar. Losse nummers $0 cents.
Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het
weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande

ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos,
voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.

Advertentiën f 0,85 per regel. Plaatsing bij abonne-
ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage.

23 JUNI 1919.

in den toestand van de geidmarkt kwam de afge-

loopen week geen verandering. Geld bleef zeer over-
vloedig aangeboden en vooral caligeld was zeer ruim

voorhanden. In de noteeringen kwam geen verande-

ring; wissels werden meestal tot 3
3
/2
pOt. verhandeld,

terwijl prolongatie ongeveer 3 pOt. noteerde.

Bij de inschrijving van het schatkistpapier werd in

totaal ingeschreven voor
f 69.690.000.
Toegewezen

werden
f
27.420000 driemaandspremessen â
f
990,23,

f
18.030.000 zesmaandspromessen
â f
980,22 en

f
14.055.000 zesrnaandsbiljetten
t
f
1003,81, gevende

een netto rendement van ongeveer 3%, 3% er’

3%pOt.

Ook in den weekstaat van de Nederlandsche Bank

waren de veranderingen gering. De binnenlandache

wissels vermeer.derden met ca.
6%
miljoen, dooi-dat

de regeering weder bij de bank moest aankloppen

voor het onderbrengen van schatkistpapier, terwijl zij
ook in rekening nod over een half millioen moest dis-

poneeren. Verder waren de beleeningen iets lager.

Door de onttrekkingen zou de bankbiljettenomloop

gestegen moeten zijn, daar echter de rekening-courant-

saldi van anderen met ruim
16
millioen toenamen,
kon de bankbiljettenomloop ten slotte met ca. 7% mii-

lioen terugloopen. *

De wisselmarkt was weder buitengewoon levendig
en de om2etten worden nog geregeld grooter. Vooral

aan het einde der week, toen de vredeskansen toena-

men, nam de handel buitengewone afmetingen aan en

heerschte er een vaste stemming, waardoor in het

bijzonder de Markenkoers voordeelig beïnvloed werd,

die van 16 tot omstreeks 20 opliep.

Daar de definitieve beslissing in Dui’tschland gis-

teren in gunstigen zin genomen was, opende de markt

heden buitengewoon vast, zoodat tot 25.— betaald

werd. Daar ook heden het gewone aanbod niet uit-

bleef, liep de koers echter weder aanmerkelijk terug

en sloot na het bekend worden van het afwijzend ‘ant-

woord der entente op het gemaakte – inmiddels prijs-

gegeven – voorbehoud weder bepaald flauw, ca. 21.15.

BEVORDERING VAN EENVOUD.

Het was een gelukkige gedachte van het Hoofdbe-
stuur der Maatschappij van Nijverheid om voor de

eerstvolgende vergadering dezer instelling ook eene
bespreking van het bevorderen van zuinigheid en
spaarzaamheid aan de orde te stellen en men kan
slechts ‘hopen, dat zulks moge leiden tot een gedach-
tenwisseling, welke in wijden kning de oogen opent
voor het uitnemend belang van meerdere vereenvoudi-

ging des levens.
Er bestaat ‘geen verschil van meening over dat de
oorlog het voortbrengend vermogen der maatschappij,
door verxiiieling van levens- en productie-middelen in
aanzienlijke mate heeft verkleind, en eveneens zijn

allen het er over eens, dat de vroeger beschikbare
voorraden, welke tegen een tijdelijke onderbreking
of verflauwing der voortbrenging hadden kunnen op-
wegen, .grootendeels verdwenen zijn. Er is dus reke-
ning te houden met een groot tekort in het geheel der
goederen, waarmede de naenschheid hare stoffelijke.
behoeften moet bevredigen.

590

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 Juni 1919

Het is klaar als de dag – en dan ook in woorden,

hoewel geenszins in daden, algemeen erkend – dat,
wil diie stoffelijke bevrediging geleidelijk weder

dezelfde worden als v66r ‘den oorlog, arbeid, veel
arbeid, ingespannen aribeid zal noodig zijn. De onibe-
schrijfelijke vernietiging, welke gedurende ruim 4

jaren in al toenemende mate plaats had, kan niet ge-

opend hebben een tijdvak van ruimer genot en meer-

der rust, maar dwingt ons allen tot grooter inspan-
ning en gereeder ontzegging.

Wanneer deze stelling niet alleen verkondigd, maar

ook in het openbaar en bijzonder leven algemeen in

werkelijke toepassing zal zijn gebracht, zal de maat-

sehappij de opgaande lijn, in economischen zin, heb-

ben ‘hernomen en zal er uitzicht zijn geopend op een toekomst, welke bij het verleden n’iet behoeft achter
te
‘blijven.
En dit zal bespoedigd worden als er bij den
arbeid nog twee factoren bijkomen: ten eerste een
goede organisatie en ten tweede eenvoud in het
dagelijksch leven. Tot de bespreking van dien eenvoud
zij ‘liet mij vergund, mij in dit opstel te beperken.

Een ieder weet, dat alle goederen, welke wij voor
ons materieel bestaan n’oodi.g hebben, door arbeid van
hoofd en hand ontleend worden aan den aardbodem,

‘aan de wateren en aan ‘den dampkring, met gebruik-
making der krachten, waarover de natuur ons te be-
schi1ken geeft – waaruit natuurlijk aanstonds volgt,
dat het voor het geheel der menschheid niet onver-
schillig is tot welke verrichting arbeid wordt aange-
wend en voor welk gebruik de rijkdommen der schep-

ping worden ‘bestemd. De meest wenschelijke econo-

mische toestand, de toestand welken wij ‘het dichtst
moeten trachten te benaderen is, iiooals vanzelf duide-

lijk is, deze dat met de voortbrenging allereerst de
meest dringende behoeften worden bevvedi.gd en dat
eerst daarna arbeid en producten geleid worden naar
een gebruik van minder urgent belang. Op die rich-

ting, beweging en aan’wending der voortbrenging nu

is do wijze waarop ieder voor zich in zijn bijzonder
leven handelt, van grooten invloed, want zij worden

voor een aanzienlijk deel bepaald door het gebruik,
dat van particuliere inkomens wordt gemaakt. Zie-
daar liet feit, ‘dat in het middelpunt van het vraag-
stuk staat, het feit, dat wij niet uit den weg ‘kunnec

gaan en dat in de eerstvolgende
tijden
al meer onze
aandacht zal vorderen.
Wanneer iemands inkomen hem in staat stelt en
zijn neiging hem aanspoort om veel arbeid van
anderen en vele voortbrengselen tot zich te roepen ter wille van iijil individueel gebruik, gemak, vermaak of

ijdel’heid, ‘dan ziet hij die roepstem verhoord, bijna
met geen andere begrenzing, dan het eindcijfer zijner
revenuen. In maatschappelijken zin echter kan zijn
handeling daarop neerkomen, dat hij beslag legt op
arbeid, die beter werd aangewend voor de behoeftenbe-
vrediging van een grooteren kring, dat hij naar zich
alleen toevoert goederen, die meerderen noodig ‘hebben,
of dat hij uitlokt -het ‘enkel voor hem telen van pro-
ducten en maken van voorwerpen, welker voortbren-ging en transport de aanwending vorderen van arbeid,
grond en werktuigen, d’ie, bij ander gebruik, een wijder
verspreid nut zouden teweegbrengen.
Hoewel dit altijd waar geweest is, omdat arbeid en
voortbrenging nooit onbeperkte begrippen zijn ge-
weest, zoo is het eerst recht waar nu wij in een wereld
leven, die zich heeft op te maken om een ongehoorde
vernietiging te boven te komen. Nu, minder dan ooit,

zal men ‘zich kunnen onttrekken aan het besef, dat
niet alleen ruime voortbrenging noodig is, maar ook
voortbrenging van goederen, die aan zooveel mogelijk
menschen ten goede komen en da-t daartoe de factor
van de besteding van het particuliere inkomen niet
mag worden verwaarloosd.
Het zal wel onnoodig zijn te verzekeren, ,dat dit

betoog zich niet naar ascetisme richt en evenmin een
gepast levensgerief veroordeelt. Zelfs kan toegegeven
worden, dat een plotselinge, zeer ingrijpende terug-
brenging van den verteringsstandaard op zichzelf

nadeelen ‘zou veroorzaken, die allerminst te onder-

schatten zijn. Maar even waar is het, dat’ij in de

laatste jaren een sterke toeneming der weeldo zien,
dat al kostbaarder eischeii aan, het leven worden ge-

steld en dat al ruimer getrokken worden de grenzen

van hetgeen men meent dagelijks noodig te hebben.
Daartegenover moet gewezen worden op de maatseliap-

pelijke verantwoordelijkheid, die rust op allen jegens

allen en op de waarheid, dat in elk economisch

systeem de voortbren-ginq beperkt is en zijn moet,

zoodat hare bestemming en verdeeling niemand onver-
schillig kunnen laten. En vooral kome er een einde

aan liet geloof, dat de spaarder zedelijk lager zou .t:ian

dan de verteerder, die het geld doet rollen en onder

de menschen brengt! Zeker: toen de rijkdom bestond

in specie en kostbaarheden, handelde hij, die dat alles

wegsloot en uit de circulatie hield, onmaatscliappeFjk,
maar de ,,potter” van heden, verbergt zijn bezit niet,
doch wat hij niet voor zijn individueele behoeften ge-

bruikt, belegt hij en op die wijze ‘bevordert hij het

tichten en het uitbreiden van bedrijven, de ver
grooting der voortbren’ging en de verbetering van het

goederenverkeer. Zijn besparing vermeerdert den voor

allen beschikbaren voorraad; liet opvoeren van zijn
vertering daarentegen zou zich juist in de andere
richting bewegen.

In de ‘vergadering der Maatschappij van Nijvörheicl
ual oo’k de vraag ter sprake komen ‘hoe de meerdere
beperking der levenseischen te bereiken is en ik hoop

van harte, dat men dan allereerst zal wijzen op de
wenschelijkheid van
vrijwillige
beperking. Wij staan
aan den aanvang van een nieuwen tijd: ‘hoe schoon

ware het, indien hij zich kenmerkte door een uit eigen
verkiezing wegdoen van veel overtolligs en door het
aanvaarden eener vereenvoudiging, welke – afgezien
nog van de ethische en vermoedelijk hygiënische voor-
deelen – meer dan iets anders blijk zou geven van een

sterk onderling verantwoordelijkheidsgevoel.

Daarnaast zal oo’k de wetgeving het hare hebben te
doen en het stemt in dat verband tot erkentelijkheid,
•dat de Minister van Financiën een commissie in het
leven heeft geroepen om ‘hem ter zake eener weeldébe-
lasting te adviseeren. Natuurlijk loopt zijn doel, dat
v66r alles van fiscalen aard is, niet geheel evenwijdig

met het voorafgegane betoog, dat de zaak van een
,economisch standpunt beziet. Zoo zal de fiscus in de

eerste plaats naar de overtolligheid en de kostbaarheid
der uitgave vragen, terwijl in maatschappelijken zin
een deel der luxe – en dat wel de duurste – vrij
onschadelijk is. De aankoop b.v. van juweelen, anti-
quiteiten en andere zeldzaamheden, vord’ert een groote

individueele uitgave, maar economisch, d.w.z. collec-
tief bekeken, doet hij weinig nadeel, omdat hij op den

arbeid van betrekkelijk weinigen beslag legt en even-
min op voor allen bruikbare grondstoffen of op groote
transportcapaciteit, terwijl de voor aan’koop bestede
som natuurlijk ten slotte weer aan de algemeeene
voortbrenging ten ‘goede komt. Anders is het met een
veelde, die zich in den bouw van zeer groote woon-
huizen uitspreekt. Niet alleen is daarvoor het gebruik
van veel arbeid en materialen noodig, maar ook de
bewoning, het onderhoud, de reiniging en de verwar-

ming werken in ‘diezelf de richting. Het is dan ook
denkbaar dat, zooals thans de
miniml2mmaten, van
woningen vaststaan, voortaan ook
maximale grenzen
aan de afmetingen worden gesteld. Iii dit geheele
vraagstuk speelt de woning een zeer groote rol, waar-voor wellicht meer aandacht zou bestaan, indien deze
‘zich niet haast uitsluitend tot de arbeiderswoningen

beperkte. Het is mogelijk, dat wij een tijd tegemoet
gaan waarin de dienstbodenquaestie nog veel grooter
moeilijkheden gaat vertoonen dan zij reeds doet. Het
is voornamelijk de inrichting der woningen, welke

deze moeilijkheden in het bijzonder gevoelig maakt.
Ging de bouw zich meer richten naar het feit, dat in
vele gezinnen in de toekomst de inwonende hulp-
kracht ontbreken zal, dan zou daardoor voor de ver-

25 Juni 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

591

eenvoucliging des levens wellicht de meest belangiijke

stap zijn gedaan. En of dit nu een zoo groote ontbe-
ring zou beteekenen, enderzoeke men eens in de lan-

den, waar diezelfde beweging verder is gevorderd dan
hier en in elk geval doet de aanmerkelijke krachtsaan-
wending, waaraan wij heden ten dage jonge vrouwen
zich op sportgebied zien overgeven, vewachten, dat
een deel dier inspanning wellicht binnenshuis niet

minder goed zou te pas komen.

Indien de economische nuttigheid van meer alge-

meene verteringsbeperking &u onze sterk verarmde
maatschappij wordt erkend, zal het goed zijn de zaak
als van dringenden aard te beschouwen. Hier is een

middel om, zonder schokken, zonder wijzigingen in de
organisatie der voortbrengi.ng of in de leiding der
bedrijven, zonder economische verwarring en met be-
houd van de bestaande prikkels tot krachtsinspanni-ng
hij te dragen tot de verbetering van de stoffelijke ver-
zorging der bevolking. Een middel ook om meer ge-
hoor te vinden bij den aandrang, dat in alle kringen

met groote intensiteit zal worden gewerkt, want die
aandrang zal eer worden aanvaard, indien zij, tot wie

hij gericht wordt, tegelijkertijd zien wegvallen de over-
drjving in levensmanier, die hier en daar onmisken-baar en toenemend is, die geschikt is om aanstoot te geven en in elk geval wangunst te wekken en waar-
voor toch welbezien noch economisch, noch uit ande-
ren hoofde, een afdoende verdediging is te vinden.
Aldus opgevat kan de bevordering van den eenvoud
veicffenend werken op de groote tegenstellingen van
onzen tijd en bijdragen tot een moer eendrachtige
maatschappelijke samenwerking, dan waarop het

heden ons schijnt voor te bereiden.

22 Juni 1919.

Mr. A. R.
ZIMMERMAN.

DE WISSELKOERSEN IN HET LICHT VAN DE
OPHEFFING DER IN OORLOGSTIJD

GEHANDHAAFDE CONTROLE.

lIet bovengenoemde onderwerp is zoo veelomvat-

lend, dat het zich binnen de perken ‘van een kort
tijdschriftartikel niet enders leenen kan dan tot zeer

vluchtige behandeling.
Wij bevinden ons hier op geheel nieuw terrein.
Nimmer te voren hebben de economische maatrege-
len van belligerenten zich over feitelijk de geheele
aarde uitgestrekt. Evenmin is ooit te voren een oorlog
gevoerd in een tijdperk van zoo wijdvertakte econo-

mische relaties tusschen de landen onderling. Het
vermoeden ligt daarom voor de hand, dat de restau-
ratie van handel en verkeer zich op een wijze zal
voltrekken, waarvan ‘de waarschijnlijke loep onmoge-

lijk met behulp van vroeger opgedane ervaringen zelfs
ten naaste bij vah te voren zou kunnen worden bere-
kend. Noch is het denk’baar, dat zelfs de meest zorg-
vuldige en intelligeilte waardeering der bestaande
factoren ons in staat zou stellen tot het vormen van
een volledig oordeel met betrekking tot hetgeen de

toekomst in den schoot bergt.
Toen Amerika nog neutraal was, namen de Euro-
l)eeSChe belligerentcn velerlei middelefl te baat om te

trachten hunne wisselkoersen te steunen. In principe
evenwel kwamen al die middelen neer èfwel op het

verkoopen van voorhanden zijnde activa – voona-
melijk huitenlandschc effecten – èfwel op het aan-
gaan van iceningen. In beide richtingen was Enge-

land’s positie ongetwijfeld dc krachtigstc. Het be-
sehiikte verreweg over de meeste internationale eff ce-

ten, waarvan de Amerikaansehe en Zuid-Amerikaan-
sche de nuttigste bleken. Zoo groot was dit Engelscbe
bezit, dat aan een verkoop van de enorme beschikbare
beleggingen niet te denken viel en dus werd een deel
van dien •chat op ‘handige wijze gebruikt als onder-
pand voor leeningen te New York opgenomen. Een
andere vorm, waarin Londen, met on’betwistbaie vir-
tuositeit, gelden tot zich wist te trekken, bestond
daarin, dat de New Yorksehe agenten der Britsche

schatkist in de markt steeds als koopers van ponden

op termijn optraden tot prijzen, die het voor de locale
banken aantrekkelijk maakten, gelden te Londen op
korte en lange termijnen uit te zetten zonder eenig

risico te loc,pen op den wisselkoers. Bij de enorme

bedragen, die noodig waren, schoten ten laatste even-
wel alle hulpmiddelen te kort. Het lag nochtans in

Amerika’s belang den stroom van Europeesche orders

niet te stuiten en toen eindelijk werd overgegaan tot uitgifte van de Engelseli-Framische leening van een

half milliard dollars – een bedrag, dat destijds alle

voorstellingen van hetgeen mogelijkerwijs bijeen kon
worden gebracht vèr achter zich liet – ‘konden de

financieele instellingen er met recht op wijzen, dat

de plaatsing van die leening tot handhaving der

groote bedrijvigheid in de Vereenigde Staten even-
zoo noodzakelijk was als voor de oorlogvoerenden

zelf.
Door Amerika’s besluit, in 1917 genomen, mede

tegen Duitschiand te velde te trekken, werd het finan-

cierings-vrâagstuk voor de Entente-landen dadeljk
veel eenvoudiger. Oom Sam greep onmiddellijk diep

in zijn groote beurs en strooide op onbekrompen
wijze milliarden om zich heen. Het resultaat liet niet
lang op zich wachten. De pondenkoers kon voortaan
gemakkelijk op 476/i6 worden gehouden; francs kwa-
men op 545 te staan (ze waren vroeger reeds tot

beneden 600 gedaald), en Lires, die bijna tot 900 ge-
daald waren, werden geleidelijk tot 635 teruggebracht
en daarop gehouden. Een natuurlijk gevolg hiervan
was evenwel, dat de dollarkoers in neutrale landen
begon te dalen. Guldens, Zwitsersche fraucs, Zweed-

sehe kronen, Spaansche pesetas en Uruguaysche pesos
bereikten fabelachtige koersen en noteerden tusschen
20 en 40 pOt. ‘boven muntpariteit.
De wapenstilstaud bracht het keerpunt. Zoodra de
wereld eenigszins op adem kwam, werd het besef

levendig, dat het economisch leven geleidelijk in meer
natuurlijke banen moest worden teruggeleid, wilde

men voorkomen, dat een catastrofe onvermijdelijk
zou worden. Het welbekende ,,Ounliffe-rapport”
1)

bewees duidelijk, dat Engeland zoo spoedig mogelijk
tot natuurlijke verhoudingen wilde terugkeeren. De-
zelfde neiging ‘bestond natuurlijk te Washington,

doch men dacht er niet aan’ de bondgenooten te ‘brus-keeren en liet het geheel aan hen over de eerste schre-
de te doen. Het spreekt vanzelf, dat Amerika den
dollarkoers niet kon herstellen, zoolang hier een

vaste koers voor pon’den gehandhaafd werd. Even-
min kon Engeland weer geheel op eigen wieken gaan
drijven, zoolang groote voorschotten aan Frankrijk

werden verleend om franes te Londen op peil te hou-
den. Allereerst werd dus besloten tot het onttrekken
van den tot dusver verleenden steun aan den franes-
koers. Spoedig daarna ontvingen J. P. Morgan & Co.

instructies geen verdere interventie-koopen in de
pondenmarkt alhier te doen. Italië beproefde toen
nog een tijd lang door het Nationale Devisen Insti-
tuut
2)
den koers voor Lires te controleeren, doch

moest die pogingen spoedig opgeven.

De pessimistisehe voorspellingen betreffende pon-
den zijn niet uitgekomen. De koers is eerst Vrij schie-lijk van 476/16 tot 458 teru’ggeloopen en onweerspro-
feten spraken reeds van 4 dollar per pond. Maar ‘daar
is niets van gekomen. Weldra trad een herstel in tot
469, doch daarna volgde weer een reactie t 464.
Minder goed zijn de francs gevaren. Van 545 zijn zij gestad’ig teruggeloopen en noteeren thans 640. Lires
zijn er nog erger aan toe. Van 635 – een koers die
nooit effectief was – zijn zij eerst tot 745 gedaald
en, na enkele weken op dien prijs te blijven hangen,

zijn zij verder teruggeloopen tot 840. Do neutrale koer-
sen hebben zich natuurlijk, nu dollars niet langer aan
de koersen der zwakkere broeders zijn gebonden, spoe-

[Zie
het nummer van
5
Februari 1919, pag. 125 v.v.
– Red.]
[Zie pag. 737
v.
j. – Red.]

592

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2
5Juni 1919
1

dig ‘te onzen gunste gekeerd en verscheidene neutrale

wisselkoersen staan reeds, beneden goudpariteit.

Boven muntpari noteeren thans in Europa nog slechts

Spanje en Zwitserland. Voorts enkele Zuid-Amen-

kaansche munten en in Azië Japan. De hooge koersen
op de zilverlauden blijven hier buiten beschouwing,

daar zij grootendeels andere oorzaken hebben.

Wat nu?
In de eerste plaats komt natuurlijk de vraag, wan-
neer het verbod tot uitvoer van goud hier zal worden
opgeheven.
1)
Men is te Washington ongetwijfeld

van oordeel, dat dit zoo spoedig doenlijk dient te

gbeuren. Men zal evenwel willen vermijden, dat onze
goudvoorraad het voorwerp wordt van vreemde arbi-

tragezaken. Het is denkbaar, dat in vele gevalleil

een kleine goudzending reeds voldoende is om den
dollar in het betreffende land op peil te brengen,

terwijl het voornaamste gevolg van de goudzendingen

dan zal zijn, dat de koersen op plaatsen, die een

passieve balans met dat land hebben, alhier in ver-
houding dalen. Zeer zeker zijn nog ettelijke verschui-
vingen te wachten.

Men beschouwt hier terecht de koersvormiug op de
landen, •die in den oorlog ‘neutraal waren, als van

seeundair belang. Deze landen immers hebben tijdens

den oorlog hun goudreserves versterkt, schulden af-

gedaan en daarenboven nog belangrijke sommen in

het ‘buitenland belegd. Nederland en Zwitserland be-
zitten zelfs.groote bedragen aan Amerikaansche fond-

sen, die verkocht ‘kunnen worden wanneer de han-

delsbalans zich
tijdelijk
al te zeer tot hun nadeel wij-

zigt. Daarentegen iormt het vraagstuk, hoe de expor-
ten na de bon’dgenooten zullen worden gefinancierd,

totdat deze in staat zullen zijn hun handelsbalans

weder min of meer in evenwicht te ‘brengen, thans
het hoofdthema, waaraan de beste financiers hunne
•krachten wijden. Voorloopig beperkt zich het debat

natuurlijk slechts tot de relaties met de Entente-

landen, doch het lijdt weinig twijfel, dat het zich
later ook tot Centraal-Europa moet uitstrekken, daar

de A’menikaansche producenten van landbouwproduc-

ten, koper, katoen en andere grondstoffen zooals van-

zelf spreekt hun markt in Centraal-Europa op den
duur niet willen verliezen.

Gemakkelijk is de oplossing van het vraagstuk
niet. De enorme bedragen, d’ie noodig zijn, kunnen

onmogelijk alleen door de ‘banken worden opgebracht,
daar zij op zeer langen termijn moeten worden ver-
leend, hetgeen de ‘banken niet kunnen ‘d’oen zonder
hare liquiditeit in gevaar te brengen. Om dezelfde
reden zijn de pogingen om de Federal Reserve Banks
voor den wagen te spannen tot dusver gefaald. De
banken en de Federal Reserve Bauks zitten reeds,
hetzij als directe belegging, hetzij in ‘den vorm van

beleeningen en •düconteeringen, met minstens 5 mil-
hard aan regeeringspapier en het is begrijpelijk, dat
men huiverig is verder te sehrjden op den weg, die

tot inflatie voert. Dat de fabrikanten en producen-
ten zelf de benoodigde credieten verleenen om hun
exporten te beschermen, is uitgesloten. Zij moeten
hun werkkraehten en grondstoffen contant betalen en
die twee factoren vormen uiteraard het hoofdbe-
standdeel van hun produetiepnijs. Evenzeer als het
voor Europa ‘de gezondste methode zou zijn dc Ame-

rikaaWelle exporten ‘met eigen exporten te betalen,
ZOU
(leze wijze van vereffening ook voor den econo-

mischen ‘toestand in Amerika de beste zijn. Daar
Europa evenwel voo.rloopig niet genoeg kan expor-

teeren, moeten wij de opbrengst onzer cxporten be-
leggen in Europeesche çredieten, leeningen en onder-
nemingexi. Daarover zijn alle ernstige financiers het

eens. Doch de uitvoering van deze principieel juiste
voornemens stuit op groote bezwaren. Amerika is
voorzeker een rijk land. Maar ook voor een rijk ‘land

is het tempo, dat wij in de laatste twee jaren, en dat

1)
[Naar de lezer weet inmiddels geschied: – Red.]

npg wel crescen’do, gevolgd hebben, een heele toer. De

vijf Liberty Loans hebben 21% milliard dollars ge-

absorbeerd. Natuurlijk is dit enorme bedrag, zooals

ook uit het bovenstaand medegedeelde blijkt, niet vol-
komen gedigereerd. Ten einde elke storing bij de
plaatsing der oorlogsieeningen te vermijden, zijn alle
minder noodzakelijke emissies tijdens den oorlog op-

gehouden. Er heeft zich aldus een zeer groote latente
vraag naar kapitaal voor normale doeleinden geaceu-

muleer’d. Het vinden van middelen tot verknijging

ten behoeve van het buitenland van sommen, die

noodzakelijkerwijs in de milliarden moeten loopen,
is onder zulke omstandigheden geen kinderwenk. De

heer Paul Warburg is een voorstander van de vor-

ming van ,,investment trusts”, naar Engelsch voor-

beeld. De heer Vanderlip, die enkele dagen geleden,

van een studiereis in Europa teruggekeerid zijnde,
zich zeer pessimistisch omtrent den ‘huidigen toe-
stand aldaar uitliet, pleit voor 66n enkel, breed opge-

zet plan met regeeningasteun. Hij is van opinie, dat

wanneer de zaak op zuiver commercieelen grondslag
wordt aangevat, de beste risico’s den voorrang zullen

erlangen en dat acht hij ongewenseht. Veeleer moeten
volgens hem de zwakken het eerst worden geholpen,
want hij wanhoopt aan een geordende ontwikkeling

voor geheel Europa, zoolang ook maar een enkel land

aan chaotische toestanden lijdt. Hij heeft ongetwij-
feld voor een groot deel gelijk, doch dit maakt de
oplossing van het probleem n’iet gemakkelijker, maar

moeilijker. Er is niet veel •kans, dat de Regeering te,
Washington na het sluiten van den vrede nog zal voort-
gaan op ruime schaal zelf leeningen te verstrekken. Dit

is ook reeds min of meer duidelijk ‘te kennen gegeven.
Het valt nochtans te hopen, dat zij ‘haar steun niet

zal onthouden, wanneer die noodzakelijk zou zijn ter

uitvoering van een grootsch opgezet plan, want per slot
van rekening is het vinden van ‘middelen ter voorzie-

ning in den toestand niet minder in het belang vaii
Amerika zelf dan in dat van Europa.

Wat Nederland betreft, dat gaat ongetwijfeld een moeilijk-en tijd tegemoet. Reeds is de guldenkoers

2 pCt. beneden het goudpunt gedaald en ‘het valt
moeilijk te zeggen, hoever ‘de depreciatie zal voort-

schrijden. De voorraden aan goederen van ‘allerlei
aard zijn
tijdens
den ‘oorlog geheel uitgeput en moeten
weer van meet af aan worden gevormd. De desorga-
nisatie in Centraal-Europa is zoodanig, dat op groo-

ten aanvoer van daar niet valt te rekenen. Derhalve
moet een groot deel, wellicht het grootste deel, uit
Noord- en Zuid-Amerika komen. Dit maakt het te
betreurenswaardiger, dat het Nedenlandsohe publiek groote bedragen in speculatieve aankoopen van Kro-

nen en Marken, vooral de laatste, heeft geimmohili-
seer’d, boven en behalve hetgeen de Regeering, de
Uitvoer-Centrale, en de banken reeds moesten beleg-

gen ter verknijgig der noodzakelijkste import-artike-
len uit die landen. De beleggingen in de Europeesche
Entente-landen zijn, daar groote invoeren van daar nog niet verwacht kunnen worden, voonloopig niet
van veel nut – ten minste niet, zoolang de ponden-
en francskoersen hier zoo flauw blijven. Het uitge-
breide Nederiandsche bezit aan Amerikaansehe be-
leggingen kan thans blijken een ‘heilzaam actief te

zijn en het zou nog kunnen gebeuren, dat de Regee-
ring maatregelen moest nemen om realisatie daarvan
te ‘bevorderen, zooals belligerenten tijdens den oorlog
hebben gedaan. Wat de toekomst ook brengen moge, do •door den heer Vissering in het verleden gevolgde

gou’d’politiek maakt het weinig twijfelachtig, dat dc

Nederlandsche Bank haar goudrcserve uitsluitend zal
gebruiken ter vereffening van bona fide importcn

(wellicht zelfs met uitsluiting van artikelen, die voor
het economisch leven minder noodzakelijk zijn) – en
dat arbitrage ten behoeve van andere landen, voor

zooverre deze zich niet met de Nederlandsehe handels-
belangen dekt, niet zal worden toegestaan.
1)
Bij de
1)
[Deze meening van den schrijver vindt bevestiging

25Juni 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

593

enorme behoefte aan importen kon het evenwel zijn,

dat ook die beperking niet zal kunnen verhoeden, dat

de gou-dreserve zoo snel zou moeten worden vermin-
derd, .dat de verhouding der reserve tot de uitzettin-
gen – die in den laatsten tijd begrijpelijkerwijs toch

reeds een neiging tot sterke uitbreiding toonen –

onbehaaglijk zou worden, terwijl aan den anderen kant
een te sterke poging tot inkrimping der uitzettingen

evenmin in het belang van een herstel .der economische

toestanden kan liggen. Onder zulke omstandigheden
zou eene valuta-leening wenschelijk worden en die

zou zonder ongerustheid kunnen worden aangegaan,

daar zijn zeer groot bezit aan buitenlandsche beleg-

gingen Nederland gemakkelijk in staat zal stellen

zulk een leening geleidelijk te liquideeren, zoo niet

reeds v66r den vorvaldag terug te koopen.

New York, 31 Mei 1919.

LEONARD KEESINO.

NEDERLANDSCHE KAMERS VAN KOOP-

HANDEL IN HET BUITENLAND.

Wanneer ik eene bijdrage lever in verband met de
bijeenkomst van Nederlandsche Kamers van Koop-
handel in den vreemde, die te Arnhem gehouden zai
worden op 29 Juni a.s. en waar als eenig punt op de

agenda staat:
,,Toe1tomstig richtsnoer der Neder-

landsche Kamers van Koophandel in het buitenland”,
voel ik mij verplicht allereerst op te merken, dat naar
mijne m-eening het toekomstig richtsnoer in karakter
geheel gelijk zal zijn aan de gedachten, die hebben
voorgezeten hij diegenen onzer landgenooten, die
indertijd den stoot hebben gegeven tot het oprichten

van dergelijke Kamers.
Mij wordt dikwijls gevraagd: Wat doet eigenlijk een
Kamer van Koophandel in het buitenland en dan is
het moeilijk om in eens aan een buitenstaander een

afdoend antwoord te geven.
Toch geloof ik, dat een afdoend antwoord aan de
meer ingewijden zou gegeven worden indien gezegd
werd, dat Kamers van Koophandel in den vreemde
bestaan uit kooplieden van goede reputatie, die op een
bepaalden tijd bijeenkomen om te trachten:
le. Personen en firma’s, die in het Vaderland ge-
vestigd zijn, en hen die in het land waar de Kamers
gevestigd zijn helang hebben bij het onderling handels-
verkeer, met raad en voorlichting bij te staan.
2e. Voorstellen, die door de wederzijdsche Regee-
ringen gedaan worden, hetzij wettelijk of administra-
tief, in studie te nemen of zelve voorstellen te doen.
Wat het onder sub 1 genoemde doel betreft, berei-

ken de Kamers in den loop van haar bestaan (dat van
onze Kamer sedert 1891 dagteekent), aanvragen van

den meest uiteenloopenden aard, waarvan hieronder
enkele voorbeelden:
De wenschelijkheid van een ‘vertegenwoordiging in
het buitenland op te richten; de eisehen waaraan een
artikel moet voldoen, zooals kwaliteit en verpakking;
de namen van firma’s, die in een zeker artikel handel
– drijven; de betrouwbaarheid van elders ingewonnen
inlichtingen; de meening omtrent geschillen, die uit
transacties zijn voortgesproten; de verlichting van

remmende bepalingen, enz. enz.
Wat de onder sub II genoemde doeleinden betreft,
deze behoeven geen nadere verklaring.
Alhoewel het bovenstaande dus in hoofdtrekken
aangeeft ,,het richtsnoer”, dat in het verleden – en
met zooveel succes – als grondslag heeft gediend, is echter gedurende den oorlog gebleken, dat deze ge-
zonde kern in meerdere of mindere mate is aangetast
door -de moeilijkheden der tijden, door zekere beper-
kingen, die buiten -de sfeer der werkzaamheden liggen
en toch invloed kunnen doen gelden op de toekomst,
een invloed, die, tenzij op een openlijke en gematigde
wijze besproken, verderfeljk zou kuiinen zijn.
Alhoewel het niet valt te ontkennen, dat een Neder-

in hetgeen in het verslag van de Nederlandsche Bank
(pag. 6)zoo juist ter zake wordt -gezegd. – Bed.]

landsche Kamer van Koophandel, die in liet buiten-
land gevestigd is, in sympathie lichtelijk overhelt tot
het land van vesti-ging, zoo mag toch niet vergeten
worden, dat allereerst erkend moet worden, dat de

Kamer v66r alles zuiver Nederlandsch is en men zich

dus voortdurend moet afvragen: ,,Is een dergelijke

bepaling Nederlandsch Nationaal ?”
Het is dan ook met het oog daarop, dat in het jaar
1918 met algemeene stemmen door do Kamer te
Londen een motie werd aangenomen, luidende als

volgt:
,,De Nederlan-dache Kamer van Koophandel te Londen
heeft met leedwezen kennis genomen van de neiging, clie bij
enkele harer Zuster-Vereenigingen in den vreemde schijnt te
bestaan om de handelsbelangen van Nederland en zijne
Koloniën, die het eenige doel der Kamers behooren te zijn,
in verband te brengen met de Buitenlandsche Politiek van
,het land, waar zij gevestigd zijn.
,,De Kamer is van oordeel, dat deze neiging niet anders
n

da schadelijke gevolgen kan hebben voor de bereiking van
het doel, waarmee de Kamers werden opgericht.
,,De eenige Politiek, die binnen den werkkring van de
buitenlandsche Kamers behoort te liggen, Is de Economische
Politiek van Nederland, voor zoever deze betrekking kan
hebben op den Handel met vreemde landen.
,,De Kamer vertrouwt, dat door hare Zuster-Vereenigin-
gen geen verdere stappen zullen genomen worden om op den
door haar gevreesden weg voort te gaan.”

Ook -hebben in den laatsten tijd van drang nieuwe
bronnen voor de toekomst verwezenlijking gevonden
of zijn deze voorgesteld en behoef ik slechts te wijzen
op: le. Eene ontbinding van de Commissie voor do
Handelspolitiek en de vorming van de Commissie
voor de Economische Politiek; 2e. Eene versterking

van het Consulaatwezen; 3e. Eene samenwerking van
de handelsbelangen van de Ministerie-s van Landbouw,
Nijverheid en Handel en Buitenlandsche Zaken; 4e.
Het aanstellen van Handelsattaché’s bij verschillende
Gezantschappen; 5e Het oprichten in het Vaderland

van Commissies, die tot doel
hebben
het bevorderen

van den handel op een bepaald land; 6e. Het oprich-
ten van nieuwe Nederlandsche Kamers van Koophan-del in den vreemde en het zijn deze punten, die ik nog
gaarne afzonderlijk zou wenschen te behandelen.
u’b 1. Deze maatregel vond bij de Kamer te Londen
instemming; tot de Regeering werd een voorstel ge-
richt om ook een vertegen-woordiger van de Neder-
landsche Kamers van Koophandel in den vreemde in
deze Commissie zitting te geven. Hij zou, wanneer zulks
gewenscht werd, de Commissie van advies kunnen
dienen, .getoetst aan de .o-ndervindiing, die wordt opge-
daan in het buitenland en waar, zooals vanzelf spreekt,
de toestanden zich dikwerf anders laten aanzien dan
in het Vaderland.
Op dit verzoek werd door -de Nederlandsche Regee-
ring in beginsel toestemming verleend, maar de bepa-
ling, dat het aan te
wijzen
lid in Nederland woon-
achtig moet zijn, ontnam volgens de meening van de
Nederlandsche Kamer te Londen de bijzondere eigen-
schappen, die door haar aan dozen afgevaardigde wer-
çlen toegedacht.
De Kamer heeft daarom gemeend geen stem te
moeten uitbrengen in het aanwijzen van een dergelijk
lid, maar heeft zich bereid verklaard de Nederland-
echo Regeering steeds van advies te dienen, wanneer
zulks wordt ingeroepen.
Sub 2. De versterking van het Consulaatwezen en
het denkbeeld om den Consulairen dienst door goede
betaling open te stellen voor iederen goed onderlegden
Nederlander, kan niet anders dan algemeenen bijval
vinden.
Sub 3. De daaronder genoemde samenwerking is
ook van vèrstrekkende’n en nuttigen aard.
Sub 4. De Nederlandsche Regeering heeft reezls
hier te Londen door het aanstellen van zaakkundige
en practisch onderlegde handelsmaiinen blijk gegeven
van den frisschen geest, die thans zijn intrede heeft
gedaan.
Sub 5. Deze opgerichte en nog op te richten Com-
missies vullen, wanneer zij zich beschouwen als nauw

594

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25Juni1919

verwant aan de in het buitenland gevestigde Kamers
van Koophandel, een gunstigen invloed kunnen uit-
oefenen op het handeisverkeer tusschen de betrokken

landen.
Sub 6. In 1917 werd door de Kamer te Londen de

volgende motie aangenomen:
,,De Nederlandsche Kamer van Koophandel te Londen, in
aanmerking nemende de ingrijpende maatregelen, die over
de geheele wereld worden genomen of voorbereid inverband Ïnet de gewijzigde handelstoestanden en overtuigd zijnde, na
eene ondervinding van
26
jaren van de hulp, die door Neder-
landsehe Kamers van Koophandel in het buitenland kan
worden verstrekt tot bevordering van de wederkeerige
handelsbetrekkingen, moedigt alle Nederlandsche nederzet-
tingen iii den vreemde aan, het oprichten van eene Kamer
van Koophandel in de plaats of het land hunner vestiging te bevorderen en zoo mogelijk te bewerkstelligen en gaat
over tot de orde van den dag.”

De Nederlandsehe Kamers van Koophandel, die de

laatste jaren zijn opgericht, toonen aan, dat ook elders
een gelijke meening bestaat.
1)

Het is een gelukkig verschijnsel, dat moer en meer
blijkt, dat de handel het nut voelt van dergelijke

Kamers van Koophandel du den vreemde, welke op
een vlugge wijze den handel van dienst kunnen zijn.
Het geldt hier toch eene samenstelling uit goed
geschoolde kooplieden, die èn door ]iuii ervaring èn

door hun onafhankelijkheid kunnen ingrijpen en advi-
seeren en die grooteren steun kunnen verleenen aan

hunne raadvragers, dan van piders kan en mag ver-
wacht worden.

Een voornaam Punt mag niet uit het oog verlosen
worden en wel, dat een samenwer.kin.g tusschen cle

Nederlandsche Regeering en de Nederlandscho

Kamers van Koophandel in den vreemde van het
grootste lbelang is en ook in het verleden steeds heeft
plaats gevonden.

Teneinde deze samenwerking zoo vruchtbaar moge-
lijk te doen zijn, is het gewensdht, dat ‘de Kamers hare

onafhankelijkheid zoowel reglementair als financieel
kunnen handhaven, om eene eerlijke opbouwende
critiek, welke toch steeds door ieder gewenscht zal
worden, in haar voile kracht te doen ‘plaats vinden.

Een punt, dat ook nog vermelding verdient, is het
uitzenden van jonge Nederlandsche kooplieden naar het
buitenland. Gegronde vrees bestaat, dat deze pioniers
voor den exporthandel voor eenige jaren in het buiten-
land geweerd ‘zullen worden en alhoewel de Kamer
steeds bereid is om ook deze jongemenschen met
raad bij te staan, is het haar niet mogelijk als werk-verschafster op te treden en kan zij dit slechts doen,
indien haar aanvragen van firma’s in het land harer
vestiging bereiken.

Eenige algemeene wenken voor de veroi.schten,
waaraan deze jongelieden moeten voldoen, kunnen

gevonden worden in ‘het Jaarverslag der Kamer, dat
in de meeste officieele bibliotheken en ook in het
,,Bureau voor Handelsinlichtingen” ter lezing ligt.

M. WIJNAND WOLFF,

Bon. Sccretaris Ncd. K. v. K. te Londen.

Londen, 14 Juni 1919.

NAAR AANLEIDING VAN ,,TEGEN WIND”.

In zijn artikel ,,Tegenwind”, voorkomende in Ee. St.
Ber. van 18 Juni j.l. geeft professor de Vooys uiting
aan den wrevel, welken de lezing van hot voorloopig
verslag over het wetsontwerp betreffende de ,,Jaar-,
beurs”-ieen.ing bij hem heeft gewekt.

Die wrevel is in menig opzicht te begrijpen en te
waardeeren. Ook mij heeft de critiek van de ,,zeer

) [Nederlandsehe Kameis van Koophandel in den vreem-
cle, of daarmede verwante instellingen, bestaan behalve te
Londen te Brussel, Antwerpen (opgericht in Februari j.l.,
fusioneering met de Kamer te Brussel. schijnt in uitzicht te
zijn), San Francisco, Buenos Aires• (opgericht in Mei j.l.),
Smyrna, Parijs, Melbourne, Diisselclorf (dependances te Ber-
lijn en Dor.tmund), Pretoria, Johannesburg, Kaapstan,
Zürieh en Genève. – Red.]

vele”, ,,soenmige”, ,,verseheidene” leden hier en daar

geërgerd als bekrompen en kleinsteedsch.

Prof. de Vooys haalt twee zinsneden aan, die hij als
,,Hollan’d-op-‘zijn-smalst” karakteriseert. Inderdaad,

de geest, die uit die zinsneden spreekt en die hierop

neerkomt: ,,Waarom zullen wij ons druk maken? Wij
kunnen immers tôch niets in vergelijking met het

buitenland?”, is wel z66 duf en saai, .dat Potgieter
geen beter citaat had kunnen wenschen om Jan Salie

in den mond te leggen in zijn beroemd Oudejaarsavond-

verhaal. Prof. de Voo’s had een nôg merk’waardiger
staaltje kunnen aanhalen van de kleinzieligheid, waar-

mee ,,verseheiden”, ja zelfs ,,verscheidene” leden –

(o, ‘zeurige stommee, die ondanks uwe stomheid boek-
deelen spreekt!) – blijkbaar waren vervujd. Ik ‘bedoel

de mededeeling, dat bedoelde leden de vrees uitspra-
ken, ,,dat de
‘blijkbaar
op de Regeer.ing uitgeoefndn
,,drang om spoedig over het onderwerpelijke plan eene

,,heslissing uit te lokken voort,spruit uit den wenseh
,,van vele belanghebbenjden te Utrecht om,. terwijl
,,velen nog onder den indruk zijn van het succes der

,,eerste twee Jaarbéurzen, daar thans een groot ge-
,,bouw te verkrijgen, dat eenmaal bestaand, de beste

,,waarborg zal zijn, dat een Jaarbeurs, bloeiend of
,,kwijnend, voor Utrecht behouden zal blijven.”

Men ziet ze reeds bij elkaar zitten 4ij het sectie-
onderzoek, de ,,leden, door wie deze beschouwingen
werden gehouden!” ,,Denk je nou heusch, dat ze daar

,,in Utrecht zelf gelooven, fdat een gebouw voor de

,,Jaarbeurs noodig is? Larie, meneer!
Voor hur eigen
,,zak
hebben ze het noodig. Als maar elk jaar in
hun
,,Utrecht de noodige verteringen worden gemaakt, dat

,,vinden ze .de hoofdzaak; of de Jaarmarkt dan bloeit

,,of kwijnt, komt er voor clie lui niet op aan! Maar
wij
,,zijn er ook nog,
wij
loopen daar niet zoo gauw in!”
Het komt mij echter in bescheidenheid voor, dat
Professor de Vooys door deze en dergelijke argumen-
ten, welke hij met den veel te frissehen naam van
,,tegeawind” aanduidt, z66’zeer geërgerd is, dat hij het
voorstel der Regeering zijnerzijds warmer verdedigt,

dan het m.i. verdient. Dit is mensehelijk; het is ook sympathiek, maar liet kan verkeerde gevolgen heb-
ben, vooral wanneer het een z66veel gezag hebbende
stem als die rvan professor de Vooys is, die hét voor
het voorstel opeemt. De redactie vergunne mij daar-
om enkele opmerkingen te maken naar aanleiding van
professor de Vooy.s’ artikel.
Met warmte verdedigt de schrijver het beleid en dc
doortastondheid van het bestuur der Jaarbeurs.
,,Of men het met zijne opvattingen eens is of niet,
men zal niet kunnen zeggen, dat het hij de pakken
neerzit en zich met de bercikte waandeering satisfait
toont.” Volkomen juist; de waardeering, welke het
bestuur heeft ondervonden, is dan ook algemeen en
ook in het voorloopig verslag zal men tevergeefs naar
een afkeurend oordeel zoeken. Maar die waardeering
hchoeft niet tengevolge te hebben, dat men elken door
het bestuur voorgestelden maatregel met onvoorwaar-
delijk enthusiasme moet ontvangen. En dan rijst
de vraag: voorziet de Jaarbeurs zddzeer in eene natio-
nale behoefte, dat wij haar niet meer kunnen missen
en dat de Staat verplicht is ‘ter bevordering van onze
nationale nijverhei.d en handel het gevraagd crediet
van
f
1.000.000 voor de stichting van het ‘vaste ge-
bouw toe te staan?
Ik kan die vraag niet bevestigend beantwoorden.
Het is niet te ontkennen, dat de Jaarbeurs is ontstaan
als gevolg van den oorlogstoestand. V66r 1 Augustus 1914 voelde geen Nederlandsche in,diistrieel of ‘ban-
•delsman ‘behoefte aan het instituut. Het succes der
beide eerste jaarbeurzen is – bejhalve dan aan dc
voortvarendheid ‘van het bestuur – te danken aan ‘de toestanden, die de oorlog in het leven geroepen had.
De algemeen erkende
1)
slapte, die op de derde Jaar-
1)
Al waren dan
ook
enkele deelnemers niet ontevreden
over de door hen bereikte resultate, zie ,,De Loods” van
6
Maait
1919.
Men vergelijke echter de beschouwingen van
den heer J. H. H. Wamelink in de Telegraaf van
14
en
15
Juni
1919.

25 Juni 1919

ECONOMISCFT-STATISTISCHE BERICHTEN

595

beurs heeft geheerscht, hangt m.i. ook nauw samen
met den toestand, door den wapenstilstand ontstaan.

Eigenlijk bestaat daarover ook geen verschil van mee-
ning. Het voorloopig verslag zegt hierover: ,,was de

,,00rlogstoestand en als gevolg daarvan de totale af we-

,,zigheid van buitenlandsche offerten de voornaamste

,,00rzaak van het welslagen van de eerste twee Jaar-
,,beurren, het uitricht nileen op vrede ‘is reeds vol-
,,doende geweest om bij de derde de belangstelling

,,aanzienlijk te doen dalen.”
Neen, antwoordt professor de Vooys. De derde

Jaarbeurs was onderhevig aan de slapte in zaken,
welke in het begin van Iaart algemeen aanwezig was.
Maar welke was dan de reden van die slapte?
Mi. de onzekerheid, waarin men verkeerde over

hetgeen do toekomst brengen zou Met welken man
van raken men in dien tijd ook sprak, hetzij hij fabri-
kant was of koopman of bankier, niemand achtte het
geraden eene eenigszins belangrijke onderneming op
touw te zetten, zoolan’g men over de toekomst nog z66

in het duister tas’tte. De daling van do prijzen moet
dan ook meer aan die onzekerheid worden toegeschre-
ven, dan aan het bestaan van groote voorraden”, zoo-

als professor de
‘TOOYS
meent.

Maar één ding staat vast: het geringer succes van
de derde Jaarbeurs is
niet
veroorzaakt door het ont-

breken van een vast, groot gebouw. Geen voorstander

iran
het plan beweert dit dan ook. Integendeel, men zegt, dat de Jaarbeurs in de laatste drie jaren geble-
ken is een in de toekomst onmisbaar instituut te zijn,
zoodat thans het oogenblik is gekomen tot stichting
van een vast gebouw. ,,Nu of nooit”, dat is
list parool,

dat men in het Nederlandsch en in het Latijn hoort

verkondigen.
Dat de Jaarbeurs, zoo al niet onmisbaar, dan toch
in ‘hooge mate bevorderlijk is geweest en nog zal zijn
voor den afzet in liet binnenland, zal niemand tegen-
spreken.’ Indien zij heeft bijgedragen tot meerdere
,,waardeering van eigen nijverheid” kan. men zich
daarover slechts verheugen. Men overschatte echter het nut, dat de J’aarl)eurs in dit opzicht kan stichten,

niet.

Immers niet het groote publiek, doch de handel zelf
bezoekt de beurs.
Die kooplieden weten ook zonder Jaarbeurs wel,
wat er in hun vak bij de Nederlandsche industrieelen
te koop is en wanneer zij het niet mochten weten, is
zulks eVenZeer aan ‘de industri.eelen to wijten als aan de vederverkoopers. Iii elk geval, voor de bevordering van den binnenlandschen afzet lijkt mij in de toekomst
het houden van een Jaarbeurs in een groot, vast ge-
bouw thans nog niet een gehiedende eisch. Maar wat
onze nijverheid in de eerste plaats noodig heeft is
niet afzet in het binnenland, doch uitvoer van have
producten. Wanneer het sluiten van don vrede dien
uitvoer weer mogelijk maakt (zij het dan ook niet terstond, dan toch in, naar wij mogen verwachten
voortdurend ‘toenemende mate), zal dan het houden
van een J’aa’ubeurs gedurende eenige weken onmis-
baar zijn voor ‘het verkrijgen van oiders uit het buiten-
land? Ik kan het niet aannemen. Wie voor uitvoer
naar het buitenland werkt, dient zijn fabrikaat in het
buitenland zèlf bekend te maken, hij moet zijne afne-
mers in hun eigen land opzoeken. Zeker, een Jaar-
beurs, waarvoor doelma’tige reclame is gemaakt, kan
vele buitenlanders naar ons land trekken en zal. ook
zelfstot belangrijke orders ‘kunnen leiden, maar daar-
mee verovert men geen wereldmarkt.

Wat die drie jaarheurzen, welke tot nu toe zijn ge-
houden, in dit opzicht hebben aangetoond, wettigt
m.i. niet de uitspraak, dat tot de stichting van een
vast gebouw ,,nu of nooit” moet worden besloten.
Tegen het nemen van een eerlijke proef, of een Jaar-
beurs, nationaal of internationaal – ook onder de zich
wijzigende omstandigheden zééveel reden van bestaan
heeft, dat de Staat zich in het algemeen belang daarbij
financieel moet interesseeren, kan geen bezwaar be-
staan. Hoeveel jaren die proef zal moeten duren, is

thans niet te zeggen, daar niemand weet, hoe de om-

standigheden zich in de eerstvolgende een, twee of
‘drie jaren zullen ontwikkelen. De ervaring, die men

met de eerstvolgende jaarheurzen opdoet, moet hierbij
den doorslag geven.
Mr. C. D.
SALOMONSON.
A., 22 Juni 1919.

MOEILIJKHEDEN DER MELK- EN ZUiVEL-

VOORZIENiNG.

Een medewerker schrijft:

Ook in haar afloop verliest do crisis haar eigen-

aardigheden niet. Zij blijft tot het einde, wat zij steeds

geweest is: nukki’g, onlberekenfbaar, spottend met alle

voorspellingen, negatie van elke waarsehijnlijkheids-
leer..
Toen het afgeloopen Ïlajaar het aardappelrantsoen
op 4 kilo werd bepaald, hielden alle deskundigen hun
hart vast. Dat voorspelde een hongersnood, waarmee

vergeleken de ‘hongersnood uit Jozef’s
tijd
kinderspel
zijn zou. Op dit oogenblik, nu het rantsoen 6 kilo is,

weet men geen weg met de vele aardappelen, die over
zijn.

Het vrijgeven van het vleesch, enkele weken later,
beteekende volgens groote groepen van melkveehou-
ders, dat er in den zomer 1919 ‘geen slachtrijp rund te vinden zijn zou en het vleosch onbetaalbaar zou wor-
den. Er wordt thans volop geslacht en de prijzen
loopen ‘zoetjes en gestaag terug. Geen rantsoeneering, die z66 lang volgehouden zou
moeten worden als van het vet, daarmee was zelfs de
minister liet eens. 1)0 vetrantsoeneering is niet alleen

reeds lang ter ziele, maar daarenboven exporteeren we
zelfs haast de helft van heel ,onze lboterproductie.
Een voorziening, die onherroepelijk mis moest loo-
pen, was ‘die van de suiker. De rantsoenen ‘voor het
publiek zijn verhoogd, de industrie ontvangt volop en
desniettegenstaande kan de regeering zonder bezwaar
overgaan tot verkoopen van indertijd in Indië aange-‘

kochte partijen.
Wonderbaarlijker aanvulling dan van onzen schoe-
nenvoorraad is nooit vertoond: een maand voor den wapenstilstand was er ten naasten bij één laars voor
drie menschen; een maand na den wapenstilstand
waren er misschien drie paar laarzen voor één mensc.h.

Het toppunt van prjsopdrjving zou bereikt wor-
den, indien de grenzen voor den uitvoer van menu-facturen open kuranien; de grenzen zijn open en dc
prijsopdrijving bleef uit.

Nimmer zouden we genoeg jam kunnen reserveeren
tot don nieuwon oogst, tenzij de jam scherp gerantsoe-
noerd werd. En thans – noem eene gemeente, die
geen pakhuis met onverkoopbare jam over heeft.
Er is vleosch geconserveerd, dat sedert uitgevoerd
‘moest worden; er werd spek aangekocht, waarvan een
deel is overgebleven; er zijn poulvruchten te kust en
te keur – en toch was er een oogenblik, dat niemand
twijfelde, of
we
zouden aan alles te kort komen.

Verliep in dc periode van stijgende crisis alles
ongunstiger dan de verstok’tste pessimist had voor-
speld, in de periode van eindigende crisis ging alles
vlotter dan de vurigste optimist had durven droomen.
Sprak het – ‘met deze verschijnselen voor oogen –
dan niet als een ‘boek, dat toen de zomer 1919 naderde,
er ten opzichte van de melk- en zitivelvoorzien.ing maar één stem werd gehoord: vrijgeven, vrijgeven,
vrijgeven!

En waarlijk, indien ooit de voorteekenon gunstig
zijn geweest voor vrijgeven, dan was ‘dit een paar
maanden geleden het geval ten aanzien van de melk
en ‘liet zuivel. Vrijgeven toch beteekande haast over-
vloed, lage prijzen. Engeland had heel Australiö’s

boterproductie opgekocht tegen een gulden het pond;
dit ‘boteekende, dat onze boter do helft zou gaan kosten
van’wat ‘zij den afgeloopen winter gold. De kaasprjzen
in Engeland stemden overeen met een melkprijs van
9 ct. per’ liter, als dit reeds in den winter het geval was, tot welk een ‘bespottelijk laag peil zouden de

596

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 Juni 1919

zomerprijzen dan wel dalen. Uit Amerika werd in

overweldigende hoeveelheid gecondenseerde melk en
melkpoeder aangeboden tegen prijzen, waartegen onze
industrie nimmer zou kunnen concurreeren. Vruchte-

loos was een heirleger handelaren doende een afzetge-

bied te vinden voor het overschot van den winterop-
slag van melkproducten, dien de Nederlandsche Re-

geering gevormd had. Wien men onder de vooraan-

staande personen op zuivelgebied ook sprak, elk

hunner was het er over eens, dat, indien de zuivel-

waarde der melk dezen zoÈer niet beneden een dub-

deltje daalde, de producent beide zijn handen dankbaar

mocht dichtknijpeu.

Alle motieven, die voor vrijlating van den handel

in melk en zuivel pleitten, waren in de schoo.nste har-

monie aanwezig. En zie hier nu weer de grilligheid
van den crisisloop; terwijl op elk ander gebied de vrij-
lating een suaces was tegen alle verwachting in, dreigt

bij de melk en het iuivel het vrijlaten een mislukking

te worden. Wederom tegen alle voorspelling in.
De eerste kink in den kabel kwam van den kant der
z.g. consumtiemelkers uit de omgeving der groots

steden, die niet geneigd waren de melk tegen zuivel-
waarde af te staan, doch op grond van berekeningen
omtrent productiekosten als minimum 14 h 15 cents voor den liter vroegen.

V66r den oorlog had men onredelijke eischen zonder
meer als kennisgeving naast zich kunnen neerleggen.

Zoowel •het publiek als de handel zouden zich tegen

het aanvaarden daarvan ten sterkste gekant hebben,
terwijl onverwijid de plaats van weigerachtigo leve-
ranciers door tot levering geneigde producenten zou
zijn ingenomen.

Tegenwoordig liggen de verhoudingen wel wat
anders. De consument komt niet meer zoo gauw in
verzet tegen hooge prijzen als vroeger en de handel,
dit wetende, is ook wel Lichter geneigd hooge vraag-

prijzen in te willigen. Trouwens, de handel is daartoe
ook veel meer genoopt, doordien hij veelal niet meer
met den individueelen producent, doch .met eeno orga-
nisatie van producenten te doen heeft.

Vooral anders echter liggen de verhoudingen voor

wat aangaat het aanbod van de melk. Terwijl overal
elders ten onzent de melkveestapel sinds 1910 belang-
rijk is toegenomen, vertoonen de plaatsen in do om-

geving der groote steden juist een vermindering, trots
den groei dier steden. Van de in de omgeving der
steden geproduceerde melk dient dus een belangrijk
grooter percentage voor direct menschelijk gebruik
dan vroeger, terwijl de kring, waaruit de consuintie-melk betrokken wordt, veel wijder is geworden. Het

kost veel minder moeite een tijdelijke schaarschte aan
consumtiemelk te verwekken en veel meer moeite een
bestaand melktekort aan te vullen. Daarbij is die aan-
vulling veel kostbaarder, 6n door het langere transport
èn door de stijging van transportkosten op zich zeLf.
Een en ander maakt, dat de handel ernstig reden heeft
zich af te vragen, of het
bij
slot van rekening niet
de makkelijkste oplossing is den consumtiemelker een
paar centen meer dan met de wereldmarkt overeen-
stemt te betalen en eenvoudig met den producent
gemeene zaak te maken ten aanzien van de opdrijving
van den melkprijs.
Zoodanige samenspanning van handelaar en produ-

cent – gesteld, dat die in de bedoeling had gelegen –
scheen aanvankelijk gemakkelijk verijdeld te kunnen
worden door de vrijlating van den handel in melk en
zuivel eenigermate te breidelen door het handhaven
van de uitvoerverboden, gepaard met eene voorwaar-
delijke toestemming tot het vervaardigen van melk-
producten. Maatregelen in dezen zin hebben ‘onvermij-
delijk een grooter aanbod van consumtiemelk tegen
lager prijs tot gevolg. Alleen: komt dat aanbod spoe-

dig genoeg en treffen de verbodsbepalingen, tegen
onwillige consumtiemelkers gericht, niet ook in zeer
ernstige mate de andere groepen van producenten, die
aan de prjsopdrjving part noch deel hebben?
Stellig worden de bedrijven dier andere groepen

door de verbodsbepalingen getroffen; evenwel hebben

die groepen het in de hand de schade tot eon minimum

terug te brengen door zelf de taak van consumtieleve-
rancier aanstonds te aanvaarden, de daardoor ontstane
kosten hoofdelijk om to slaan en, wijzende op de ge-
regelde consamtiemeikvoorziening, weder recht op

export te verlangen. De consumtiemelkers zouden
door het volgen dezer tactiek genoopt zijn geworden

6f ook tegen dezelfde prijzen te leveren 6f hunne

melk tot boter en kaas te gaan verwerken, in welk ge-
val eveneens niet meer dan de prijs der wereldmarkt
ontvangen zou worden.

Theoretisch zou deze oplossing de beste geweest
zijn; of zij ook in de
practijk makkelijk verwezenlijkt
had kunnen worden, is een andere kwestie. In allen
gevalle hebben de groepen van producenten – deze

zijn alle in het ,,Zuivel’kantoor” vereenigd – aan eene
andere oplossing de voorkeur gegeven. Die oplossing

komt hierop neer, dat de niet-consumtiemelkers den
plicht zelf consumtiemelk te leveren, hebben afge-

kocht, door via de melkinrichtingen uit eigen zak aan
de consumtiemolkers
bij
te betalen, wat deze voor han

melk méér eischten dan de minister toelaatbaar-
achtte; in ruil daarvoor zouden de consumtiemelkers
dan voortgaan met op de gewone wijze melk te leveren,
terwijl er voor den minister geen aanleiding bestond

langer den uitvoer van zuivel te stremmen.

Deze oplossing leek voor alle partijen do aannome-

ljkste; bedrjfsstoringen traden nergens op en de af-

koopsom bleef in elk geval beneden het bedrag, dat de
niet-consumtiemelkers aan de rnelklevering ten koste
zouden hebben moeten leggen, wanneer die levering

buiten de consumtiemelkers om had moeten plaats
vinden.

Bij de toepassing der regeling bleek al aanstonds,
dat zij eene nieuwe reeks van moeilijkheden met zich
bracht. Aanvankelijk was men voornemens geweest
haar alleen te doen gelden voor de levering naar de
drie groote steden. Deze steden betrokken de melk
echter uit gebieden, die ook andere plaatsen van melk

voorzien; zoo is b.v. de Rijnstreek voedingsgebied voor
Den Haag, Leiden en Haarlem. Natuurlijk ging het
niet aan den eenen consumtiemelker lager te betalen
dan den anderen en zoo moest noodgedwongen Haar-

lem, op gevaar af van drooggelegd te worden, den
consumtie’melker hetzelfde betalen als Den Haag. Dit
kan Haarlem echter alleen dLn, indien de inrichtin-
gen van het ,,Zuivelkantoor” een toeslag ontvangen

ter uitkeering aan de leveranciers. Ernstiger nog zijn de moeilijkheden, indien een productenfabriek melk
uit een plaats betrekt, die 66k voor consumtie levert.
Immers de boer, die door toeval industriemelk-er is,
zal aan de fabriek niet voor 114 ct willen leveren,
wanneer zijn buurman-consumtiemelker 13 ct. beurt; hij dreigt derhalve om 66k voor de consumtie te gaan
lev.eren, tenzij de fabriek ook den consumtieprijs be-

taalt.
Stond nu de zaak zoo, dat de fabriek dit bedrag niet
betalen kôn, dan zou ten slotte de wal het schip. wel
keeren. Er zou een te groot aanbod van consumtie-
melkers komen, zoodat de prijs door onvoldoende
vraag terug zou loopen tot het voor industriemelk be-

paalde peil. Maar het feit is juist, dat de fabriek –
vooral indien het een kaasfabriek geldt – dien con-
suzutieprijs wèl betalen kan.

Voor de zooveelste maal toch spot de crisis met
alle voorspellingen. Want tegen alle verwachting in
zijn de zuivelprijzen op de wereldmarkt steeds stijgen-
de en zijn zij, bepaaldelijk wat de kaas aangaat, zeer
ver boven het peil van den consumtieprjs, zelfs met
inbegrip van den toeslag.
Nu hindert dit feit niet zoo erg, wat de boter be-
treft. Het uitvoerverbod is ir staat de prijzen voor
het binnenland op een redelijk peil te houden, terwijl een heffing van 50 cts. per K.G. door het Zuivelkan-
toor op het export-gedeelte er zorg voor draagt, dat de producent ook voor het exportkwantum niet zoo
heel veel meer ontvangt dan men aanvankelijk bere-

25Juni 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

597

ken had te moeten ontvangen. Bij de boter is het Zui-
velkantoor dus in staat de zaak zoo teregelen, dat de
consumtiemelker geen aanleiding heeft om boter te

gaan maken.
Bij de kaas is het echter anders. Berekend naar den

prijs, dien de Minister als limiet heeft genoemd, waar-
bij van Regeeringswege zou ingegrepen worden door

geen export toe te staan, d.i. 11’4 ot. per
L.,
zou de

markt van volvette kaas zich niet of weinig boven

f 60
per 50
K.G.
mogen verheffen. Welnu, niettegen-

staande er geen export is, loopen week aan week de
markten omhoog, zoodat nu reeds een noteering van

f 77
bereikt is. De consumtiemelker, die 13 it. per
L.

melk ontvangt, is nu ver bij den kaasboer achter, en
week aan week wordt dan ook de groep van consumtie-
melkers, die kaas gaan maken, grooter. Eene nieuwe

schaarschte aan consumtiemelk dreigt dusdoende te ontstaan, welke alleen te voorkomen schijnt, zoo de
prijs van consumtiemelk öpgevoerd wordt tot het peil

van de kaasmelk.

Het lastige van het geval is ni., dat er geen middel
schijnt te zijn om terstond de kaasprjzen tot het door
den minister gewenschte peil terug te dringen. Im-
mers, als gezegd, er is momenteel heelemaal geen uit-

voer van kaas; het natuurlijke middel om den prijs
te drukken, is dus al toegepast. Voortdurende hand-

having van het uitvoerverbod zal ongetwijfeld op den
duurwel bewerken, dat de minister zijn doel bereikt;

éér het zoover is, kan echter inmiddels de consumtie-
prijs boven het toelaatbare peil zijn opgeloopen, wat
weer allerlei andere moeilijkheden tot gevolg heeft.

Dat het ,,Zuivelkantoor” niet in staat is de kaas-
prijzen te handhaven op basis van een zuivelwaarde
van 111,4 cent, zooals de minister verlangde, ligt aan
meer dan één oorzaak. Allereerst beschikte bij de

beëindiging van de rantsoeneeriiag en distributie de
binnenlandsche kaashandel niet over voorraden; de
handel moest zich dus een voorraad vormen en deed
dit door eiken prijs te betalen. Daarbij wordt Meikaas
gaarne gebezigd voor het vormen van een winteropleg
en waar geen handelaar het gevaar wou loopen geen vinteropleg te bezitten, bood men ook hierom tegen
elkaar op. In de derde plaats traden exporteurs als
koopers op, die er op speculeeren, dat de grenzen niet
voortdurend gesloten zullen blijven en met de buiten-landsche afnemers zoodanige contracten aangaan, dat zij zelf vrijwel voor verliezen gewaarborgd zijn. Men
komt ni. overeen, dat wèlk bedrag de minister ook van
den kaasexport heft, men bovcn dan werkelijk betaal-
den inkoopprijs plus winst ook nog het bedrag dier

heffing zal ontvangen.

Was de exporthandel van kaas, zooais
bij
de boter

het geval is, in handen, van de georganiseerde pro4u

centen, dan ware een bevredigende regeling via het
Zuivelkaurtoor, waarin die organisaties vereenigd zijn,
wel spoedig te treffen. De export van kaas gaat echter
nog voor een groot deel door handen van handelaren,
die individueel koopen en er op rekenen, dat nooit
een Regeering hen er voor zal laten opdraaien, dat zij
aan de producenten te hooge prijzen betaalden en
zulks te minder, waar de Regeering, door het stellen
van op de wet berustende maximumprjzen of door het
bepalen, dat alleen de Regeering als koorper en expor-
teur zal optreden, het in haar handen had te waarbor-
gen, dat de prijzen op een gewenscht peil bleven.
Maar dit zou weer zijn het invoeren van het stelsel
van overheidsbemoeienis in al haar geledingen, het-
welk deder heeft willen uitschakelen en men nergens
zoo goed meende te kunnen uitschakelen als juist bij

de melk
en
het zuivel.

JAARVERSLAG N. U. M. OVER 1918.

Verschenen is het eerste jaarverslag van de N.V.
,,Nederlandsche Uitvoermaatschappij” (Export-Oen-

trale), waaraan het onderstaande ontleend wordt. Wij
verwijzen hierbij nog naar de balans en winst- en ver..
liesrekening per 30 September 1918, als -bijlagen ge-

hecht aande Memorie van Antwroord, d.d.
7
Decem-

ber
1918
)
betreffende wijziging der wet, houdende
voorziening ter zake van het goederenverkeer met

het buitenland, opgenomen in ons nummer ‘van
18

December
1918.
,,Het jaar 1918 is feitelijk het eerste jaar geweest, waar-in onze Maatschappij haar bedrijf heeft uitgeoefend. Eerst
sinds de inwerkingtreding toch, op 2 Januari 1918, van
het Koninklijk Besluit van 22 December 1917 (Staatsbiad
No. 726) was zij gerechtigd tot het overdragen van uit-
voervergunningen door middel van en-dossemeut en om
aan die overdrachten voorwaarden te haren bate te ver-
binden.
,,In den -tijd itot kort v&r den wapeustilstand, toen niet alleen in Nederland, maar ook daarbuiten de eisch op den voorgrond stond om zooveel mogelijk ruime voorraden te
vormen, waren voor de weinige voor export in aanmerking
komende goederen over het algemeen hooge prijzen te be-
dingen, voor zoover niet door maaregelen van de buiten-
landsche regeeringen daaraan pa-al en perk was gesteld.
Spoedig evenwel na de staking der vijandelijkheden begon
zich eene wijziging te openbaren en daalden de uitvoerprij-
zen voor tal van artikelen belangrijk, was zelfs – getuige
o.a. den export van sigaren – tengevolge van aanvoer van
elders of door andere invloeden voor sommige artikelen in
het buitenland nauwelijks nog of niet langer een loonende
prijs te bedingen.
,,Tot ongeveer November 1918 was het in het algemeen
dus ook mogelijk geweest, -aan het endosseeren van uitvoer-
vergunningen de oplegging van Vrij belangrijke voorwaar-
den van geldelijken aard te verbinden en viel, ondanks den
beperkten uitvoer, voor de Maatschappij op niet onaanzien-
lijke inkomsten uit dien hoofde te wijzen. Sindsdien even-
wel deed ook hierin zich eene kentering gevoelen en liet
het zich aanzien, dat, hoezeer ook de omvang van den
export en daarmede het aantal uit te reiken consenten ver-moedelijk allengs tot uitbreiding zouden komen, de gelde-
lijke eischen van de Maatschappij zich meer en meer zouden
hebben te bepalen, althans in de meeste gevallen, tot de
heffing van niet meer dan eene betrekkelijk geringe ver-
goeding, verband houdende met de bedrijfskosten en andere
lasten der V.ennootschap.
,,Gedurende het gansche verslagjaar waren het de bepa-
lingen van het door het voormalig Landbouw-Export
Bureau geruimen tijd v&r de oprichting onzer Maatschappij
met Engeland (British ‘and General Trading Association
Ltd.) afgesloten ,,Agricultural Agreement” en van het
evenéens door dat Bureau met Duitschland (Deutsche Han-delsstelle im Haag) aangegaan zoogenaamd ,,Provisorium”,
door welke de regeling van den uitvoer van producten van
land- en tuinbouw werd beheerscht. De verhoudingen,
waarin de export van die producten naar Oost en naar,
West moest worden verdeeld, waren in deze overeenkom-
sten nauwkeurig vastgelegd. In de laatste maanden van het jaar zijn omtrent eene algemeene herziening van de
eerstvermelde overeenkomst te Londen onderhandelingen gevoerd en die den 20sten December geleid hebben tot de
vaststelling van een nieuw Agricultural Agreement, dat
tuaschen de British and General Association Ltd., als ver-
tegenwoordigster der Geallieerde landen, en onze Vennoot-
schap is gesloten. In aansluiting hierbij werd het bestaande
,,Provisorium” opgezegd, terwijl in verband met de gewij-
zigde staatkundige en economische verhoudingen voorals-
nog tot geene vernieuwing van een zooclanig contract aan
Duitsche zijde werd overgegaan.
,,Onitrent den uitvoer van visch bestonden bij het inwer-
kingtreclen onzer Maatschappij geene bevredigende rege-
lingen. Alleen het door de ,,Reedersver-eeniging” afgesloten
,,Herringagreement” was nog van kracht. Nadat nopens dit
onderwerp met de oorlogvoerende partijen herhaaldelijk
moeilijkheden waren ontstaan, werd tusschen de Britsche,
Fransche en Italiaansche Regeeringen -en de Nederland-
sche (Jitvoermaatschappij onder dagteekening 9 November
1918 ook te dier zake eene overeenkomst aangegaan, het z.g. ,,Dutch Fishery Agreement”, dat thans den vischuit-
voer ook naar de zijde der Centrale Mogendheden in hooI d-
zaak regelt. Eensdeels met het oog op -de binnenlandsche
voorzieningen, anderdeels tengevolge der bezwaren, welke
aan de vischvangst zelve in -den weg stonden, was die uit-
voer gedurende het verslagjaar in verhouding tot vorige
jaren hoogst beperkt.
,,Omstreeks het begin van het verslagjaar werden de
credieten, welke ingevolge de op 6 en 11 October t.v. met
Duitschlaud gesloten overeenkomsten tot levering van
Steenkolen en van IJzer en Staal van Nederlandsche zijde
waren te verstrekken, in overeenstemming met den Raad
van Commissarissen door onze Maatschappij overgenomen

598

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 Juni 1919

van de Vereeniging voor den Geld]iandel te Amsterdam,
welke Vereeniging de in de maanden October, November en
December verschuldigde gelden inmiddels ‘had voorgescho-
ten. Aan deze overneming is op 29 Juni d.a.v. door de Al-
gemeene Vergadering van Aandeelhouders hare goedkeuring
gehecht.

,,Voor zoover die credieten niet uit efgen middelen kon-
den worden gefinancierd, verklaarde de Minister van Fi-
nanciën zich ‘bereid aan de Nederlandsehe Bank tot, een
bedrag van 100 pCt. garantie te verstrekken voor belee-
ningen, welke ‘de N. U. M. dien’ten
1
gevolge hij genoemde
Bank zou ondenbrengen.

,,tfit onderstaand schema moge blijken, welke bedragen
aan Duitsche -sehatkistbiljet.ten uit vermelden hoofde in
totaal zijn overgenomen, zooinede welke aandeelen daarin
respectievelijk voor rekening van het Centraal Ver’rnken-
kantoor voor Brandstoffen, van de Vereeniging voor de
Regeling van het IJzervervoer eii van de Nederlandeclie
Uitvoermaatschappij zijn gekomen.

Aandeel

Aandeel

Aandeel

Maand

Bedrag

C. V.
B.

V. R. IJ.

N. U. M.
Oct. ’17 f
10.500.000
f
5.200.000 f1.500.000
f
3.800.000

Nov. 17

8.700.000

4.100.000

,1.600.000

3.000.000

Dec. ’17

7.900.000

4.700.000

300.000

2.900.000

Jan. ’18

9.500.000

5.100.000

1.000.000

‘3.400.000

Febr. ’18

9.600.000

5.500.000

500.000

,, 3.600.000

Mrt. ’18,, 6.900.000 ,, 4.500.000

2.400.000

f
53.100.000
f
29.100.000′
f
4.900.000
f
19.100.000

,,Begin Augustus 1918 werd, overeenkomstig de bedoeling
iler Regeering bij de oprichting van de VennOotschap, met
instemming wederom van den Raad van Commissarissen
besloten tot overneming ook van het crediet ten bedrage van
f
24.000000, hetwelk krachtens de dienaangaande op 19 Oc-
tober 1917 met Oostenrijk-Hongarije aangegane overeen-
komst verschuldigd was en dat inmiddels door een consor-
tium van Nederlandsche bankinstellingen was gefinancierd.
Evenals het Duitsche crediet, waarmede ‘het aanvankelijk
édn geheel zou hebben uitgemaakt, hield ‘ook de overeen-
lcomst niet Oostenrijk-Hongarije, welke in liet algemeen
beoogde de betalingsbalans zooveel mogelijk in evenwicht te
houden, tevens uitdrukkelijk verband met invoer van goede-
ren, waaiaan hier te lande behoefte bestond.
,,Voor de gelden, welke ‘dientengevolge bij de Neder-
landsehe Bank moesten worden opgenomen, werd aan dez
eveneens Staatsgarantie toegezegd.
,,Als onderpand voor de beide bovenstaande credietiver-
strekkingen bevinden zich Duitsche, Oostenrijksche en Hou-
gaarsche 5 pCt. schatkistbiljetten van een looptijd van drie
jaren in het bezit der Vennootschap, wat aangaat de beide
laatste met een surplus van 30 pCt. boven het bedrag van
liet verschafte crediet. Voor het Duitsche crediet zijn verder
tot het nominaal bedrag der overgenomen schatkistbiljetten
promessen afgegeven, betaalbaar te Anisterdam en verval-
lende(!Cu maand na de betrokken schatkistbiljetten. Die
promessen zijn in blanco geëndosseerd door een der banken
van de Duitsche ban.kiersgroep, met welke de overeenkomst is aangegaan. Elk van die ‘banken heeft verder zich verplicht
om, in-dien de ivensch daartoe tijdig kenbaar wordt gemaakt,

de schatkistbiljetten uiterlijk 14 dagen vÔÔr den vervaldag
tot de nominale waarde, na aftrek c.q. van de nog niet ver-
schenen rente, over te nemen. De Oosteurijksche en de
H-ongaarsche banken hebben tot meerdere zekerheid van liet
verleend credfet zich solidair aansprakelijk gesteld voor de
betaling van kapitaal en renten der ‘van de betrokken
baakiersgroep verkregen schatkistbiljetten. Alle deze bilj et-
tea zijn voorts voorzieii van eene verklarin
g
der Oosten-
rjksch-Hougaarsche Bank, luidens welke ook- deze instelling
voor de voldoening van kapitaal en rente zich verantwoor-
delijk heeft gesteld.

,,Een andere financieele last van beteekenis had onze
‘Maatschappij
01)
zich te nemen tengevolge der totstandko-
ming, op 27 Augustus 1918, van eeue nadere credietovereen-
komst met Duitschiand, ‘voortvloeiende uit liet contract tot
levering van brandstoffen, dat op 31 Juli t.v. namens de
Nederlandsche Regeering ouderteekend was. De verplich-
tingen, -voor de Vennootschap daaruit voortspruitend,
bestonden in een credietverleeniiog ad
f
30 per ton, gedu-
rende de maanden Augustus tot en met December uit
Duitschiand in te voeren brandstoffen, waarbij op een
maandelijkschen aanvoer van 120.000 ton gerekend was. Uit
dezen hoofde hadden wij te voldoen in de maanden Augustus,
September en October respectievelijk f3.600.000, f2.900.000
en
f
3.600.000, derhalve te samen een bedrag van

‘f
10.100M00. in de maanden November en December werd
ofschoon nog steeds aanvoer van brandstoffen had plaats
gevonden, niet de credietverstrekking niet voortgegaan, aan-
gezien wij ons – daartoe bezwaarlijk verantwoord konden
achten zoolang niet de staatkun-dige toestanden in Du,itseli-
land zich zouden hebben geconsolideerd en voor de terugbe-taling nieuwe zekerheid zou zijn gegeven.
1)

,,Eene verdere verplichting van gelijkeii aard tegenover
‘D uitschland is nog door onze Maatschappij aanvaard krach-
tens liet besluit, dat in overleg met den Raad van Commis-
sarissen op aandrang van Regeeringswege werd genomen,
om op -den ‘voet van

voormeld op 11 October 1917 gesloten
‘contract mede een crediet van
f
150 per ton te verleenen
over het-ijzer en staal, (lat binnen de grens van het daarbij
bepaalde contingent van in het geheel 120.000 ton alsnog na
aa
31 Mrt 1918 was geleverd. Betalingen uit dien hoofde
werden nochtans in 1918 eveneens niet gedaan en dit op
grond van dezelfde bedenkingen als met betrekking tot iie
brandstof feulevering der laatste maanden van liet verdag
jaar -gelijk -bovenvermeld gerezen waren.
2)

,,Gebruik -makend van -h’are bij artikel 8 der Statuten om-
schreven bevoegdheid, zijn dooi’ ‘de Vennootschap in het
verslagjaar schuldbrieven uitgegeven ten bedrage van
f
15067.000, terwijl door beleening bij de’ Nederlandsche
Bank is opgenomen een -som van
f
11.500.000.”

Vermits aan die bezwaren sedert tegemoet ivei'(I
g
eko-
men, had ter zake van de leveringen in (le laatstgenoemde
maanden in Maart 1919 alsnog cciie overnemutig plats ten
bedrage van
f
2.170.000. –

In ‘de maand Febi-uari 1919, na opheffing van die be-
denkingen, volgde ook voor ileze levering de nadere crediet-
verschaffing, welke in het geheel
f
3.300.000 beliep.

Activa.

BALANS PER 31 DECEMBER 1918.

Passiva.

Kas

en

Kassiers

…………………..
f

1.921.054,14
Schatkistbiljetten:
5

0/

Duitsche

……..f
29.200.000,-
5
0/

Oostenrijksehe ……
16.800.000,-
5 °/o H01
1
gaarsche……
7.200.000,—
,, 53.200.000,—
Rente: te vorderen op 5
O/
Duit-
sche Schatkistbiljetten
f
452:916,67
te vorder. op 5 o/s Oosten-
rijksche

Sehatkistbilj. ,,
245.000,-
te vorderen op 5 °/o Ron-
gaarsche Schatkistbilj.
105.000,-

,,

802.916,67
Debiteuren ………………………..,, 1.190.986,73
1
/2

Voorraden voor eigen rekening …….. ,,

53.665,67
,, rekening van anderen

,,

1.097.898,111/2
Gebouwen ……………………….., 1.422.070,17
1
/2
Staat der Nederlanden …………….,, 8.000.000,-
Levensmiddelenvereenigingen ……….,, pro memorie

f
62.688.591,50’1
2

Kapitaal ………………………….
j

.000.00,
Schuldbrieven (5
0/s)

Vastgesteld bedrag van
serie A

………….f 40.000.000,—

In portefeuille ………, 25.210.000.-

f
14.790M00,-
Nog uit te reiken…….,

277:000,-

,, 15.067.000,-
Beleening Nederlandsche Bank ……….
,, 11.500.000,-
Rente:
verschuldigdebeleenings-
rente

…………..f

41.625,-
verschuldigde

rente ad
5
0
/0
voor schuldbrieven ,,

313.895,83
,,

355.520,83
Te betalen

coupons …………………
..3.025,-
Gereserveerde credietprovisie

……….

‘,,

2.128.000,-
Reserve voor geschillen …………….
..

300.000,—
Crediteuren

……………………….
,,

1.670.916,55’/2
Winst …………………………….
26.664.129,12


f
62:688.591,50
1
,
3

Activa.

1918
f
6.002,14%. Bij de kassiers bedroegen de saldi te
,,Kas en Kassiers:
Het kassaldo bedroeg op 31 December
I
zamen
f
1.915.051,993.

25 Juni 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

599

,,Rente:
Dit bedrag geeft aan, de op voornoemden datum
aan de Maatschappij versohuldigde, echter nog nit versohe-uen interest op buitenlandsche schatkistbiljettert.

,,Debiieuren:
Buiten de verschuldigde heffingen, welke op
31 December 1918 nog niet waren voldaan, is o.m. in dit
bedrag begrepen een vordering van
f
1.072,562 op de Suiker-
vereeniging voor een bate, voortvloeiende uit export van
suiker en een bedrag van
f
34.661,16 voor nog van den
Staat der Nederlanden te vorderen rente op cle aankoopsom
van het HOtel des mdce. Deze beide bedragen zijn inmiddels

ontvangen.

,,Vdorraden voor eigen rekening:
Dit bedrag geeft aan de
boekwaarde eener partij huiden, die de Maatschappij ver-
plicht was te koopen. In het voorjaar van 1918 vond de uitvoer plaats, naar de Centrale Mogendheden, van een
aantal runderen, waartegenovei krachtens eisch van Geas-
socieerde zijde een gelijk aantal luiden moest worden terug-
geleverd. Waar het contract niet uitdrukkelijk die terug-
levering regelde, had de Nederlandsche IJitvoermaatschappij
door aankoop in de vervulling van bedoelden eisch te voor-
zien.

,,lToorraden voor rpkcning
van
anderen:
Dit bedrag geeft
aan de boekwaarde van goederen, welke de Maatschappij
heeft gekocht voor rekening van het Munitiebureau.

,,Gebouwcn:
De aankoopsom va.n het HOtel des mdce, ver-
meerderd met de kosten, bedraagt
f
1.289.723,97ff; die van
het perceel Mauritskade 7, met inbegrip van verbouwings-
kosten als anderszins,
f
132.346,20. Beide gebouwen zijn
tegen deze bedragen verkocht aan den Staat der Nederlan-
den. De koopsom van het eerste gebouw is inmiddels vol-
daan; van liet tweede is de eigendom nog niet overgedragen.

,,Staat
der Nederlanden:
Lnidenf de Mernorie van Ant-
woord uopens de toenmalige wetsontwerpen tot verhooging
van het tiende hoofdstuk der Staatsbegrooting voor het
dienstjaar 1917 (:Beschikbaarstelling van levensmiddelen),
Zitting 1917/18, No. 243 (bladz. 89/90), moest aan iie
N. ‘U. M. worden afgedragen hetgeen op de kosten der levens-
mniddelenvoorziening minder was uitgegeven dan hetgeen
naar de aangenomen beginselen was bedbeld, vermits bij
verscheidene goederen in het laatste kwartaal 1917 de be-
schikbaarstellirig nog op den ouden voet was voortgezet,
zoodat cle voorziening niet die goederen niet 01) rekening van het Centraal Administratiekantoor had gedrukt.
Voor het uit dien hoofde aan de N. U. M. uit te keeren

bedrag van
f
8.500.000 werd mitsdieu eeiie som van

f 5.500.000
op 14 Augustus 1918 te haren gunste bij de
Nederlandsehe Bank ter beschikking gesteld, terwijl luidens

het Schrijven van den Minister van Financiën van den
1.6den dier maand, Afdeeling Kabinet, No. 49 de verdere

f
3.000.000 te zijner tijd aan haar zouden worden voldaan.

,,Levensmiddelenvereenigin gen:
Van de Eiervereeniging,
van de Kaanvereeniging en van de Vereeniging ,,Groentea-
centrale” zijn nog bedragen te vorderen, afkomstig van
baten, welke uit hoofde van export verkregen zijn. Vermits
echter omtrent de financieele verhouding dezer vereenigin-
gen ten opzichte van het Rijic en ten opzichte van de
N. U. M. nog steeds eenige onzekerheid bestaat, zijn die be-
dragen vooralsnog pro memorie geboekt en op de balans

gebracht.”
Pas. s i v a.

,,Kapitaal:
Uitgegeven en volgestort zijO 185 aand eelen
ad f25.000 en 375 onder-aandeelen ad
f 1000,
te zamndn

f
5.000.000.
,,Ren.’te:
Op 31 December 1918 was verschuldigd, doch nog niet verschenen een rentebedra.g van
f
41.625 op beleeniugen

en een bedrag van f 313.895,83, berekend over een termijn
van 5 maanden ad 5 pCt. ‘s jaars, voor scliuldbrieven, tea
beloope van f 15.067.000.
,,’l’e betalen coupois.
Op genoemd tijdstip waren nog te

betalen 121 vervallen coupons 5. f 25 =
f
3025.

,,Gereserveerde Crediet provisie:
Bij de regeling der
J)uitsc-he en Oostenrijkseh-Hongaarsche credieten werd een
provisie van 6 pCt. overeengekomen. Bij de overneming
door ide N. U. M. is aan de instellingen, die aanvankelijk
de credieten hadden gefinancierd, een aandeel ten bedrage
van
f
144.958,57 in die provisie afgestaan. Waar verder de
looptijd der Schatkistbiljetten drie jaar is, weed in begin-
sel besloten de bate over een zoodanig tijdperk gelijkmatig
te verdeelen. De eerste jaartermijn ad
f
1.064.000 is mits-
dien, na aftrek van voormeld bedrag van
f
144.958,57, als
winst geboekt, terwijl het restant ad
f
2.128.000 op .de
balan.s is opgebracht als gereserveerde credietprovisie.

,,Crediteuren:
Buiten de verschillende door exporteurs
hij de Maatschappij gestorte garanties en depots, welke ge-

zaiuenlijk f
524.894,46 bedragen, komt onder dit hoofd ccii
post voor van
f
348.512,61
4
voor nog met exporteurs te•
verrekenen gelden, betreffende door ons geïnde vorderin-
gen op ht buitenland. Ver.der is daaronder begrepen een
bedrag van
f
731.804,493/2, dat ter zake van den uitvoer
van groenten e.d. voorloopig als heffing is ingehouden d9cmh
niet definitief ‘als bate kan worden geboekt. Het overige,
ten bedrage van
f
65.704,9834, houdt verband met op ult.
December 1918 nog te betalen onkosten, deels voor eigen
rekening, deels voor rekening van derden.”

Debet.

WINST- EN VERLIESREKENING OVER 1918.

Credit.

Oprichtingskosten

………………..
f

128.492,05
1
12
Zegelkosten van schuldbrieven ……….
,,

96.000,-

luterest op schuldbrieven

…………..
..
526.530,25’I,

Bedrijfsonkosten

………………….
..

1.205.435,88

Afschrijvingen

……………………
,,

74.953,01

Reerve voor

geschillen …………….
,,

300.000.-

Winst.,

f
26.664.129,12
te bestemmen als volgt:
Aandeelhouders (5
o/)

f

270.850,-
Over te brengen op de re-
kening,,Reservefonds” ,,26.393.279,12
26.664.129,12

f
28.995.540,82

D eb e t z ij ei e.

,,Oprichtingskosten:
Met dezen post, ten bedrage van

f
128.492,0534 zijn de oprichtingskosten geheel afgeschreven.
,,Zegelkosten van schuldbrieven:
Op 31 December 1918
‘varen 16.000 obligaties
5.
f 1000
gezegeld. Het zegelrecht

bedraagt 6 pCt.

,,Interest op schuldbrieven:
Deze post omvat zoowel de
op ult. 1918 reeds betaalde als de destijds nog versdhul-
digde interest op de tot 31 December van ‘dat jaar uitge-
geven schuldbrieven.

,,Bedrijfskosten:
Behalve de gedurende het jaar 1918
betaalde salarissen, welke in totaal
f
646.487,25 1/z bedroe-
gen, zijn hieronder begrepen de kosten van de installatie
als anderszins der verschillende kantoren ‘tot een gezamen-
lijk bedrag van
f
323.623,183/s, voorts algemeene- en bank-
onkosten, huur, onderhoud, verlichting en verwarming der
bureau’s, porti, zegels, telefoon- en telegramkosten, reis- en
verblijfkosten, boeken en tijdschriften, kosten van verga-
deringen enz.

Heffingen ……………………….
f.
26.698.489,77
Interest en provisie ………………..2.297.050,55

f
28.995.540,32

,,A.fschrijvingen.
Afgeschreven zijn
f
50.000 op den voor-
raad huiden, welke de Maatschappij heeft moeten koopen
en
f
24.953,01 op Gebouwen. Laatstgenoemd bedrag ver-
tegenwoordigt de verbouwingskosten van het gehuurde
perceel Lange Vijverberg hoek Kneuterdijk.

C r cdi t zij de.

,,Interest en Provisie:
Buiten de reeds ontvangen en
nog te vorderen rente op de buitenlandsdhe sehatkistbil-
jetten is in dit bedrag van
f
2.297.050,55 begrepen het als
winst aan te merken, ten bate der Vennootschap gekomen
aandeel in de credietprovisie, voortspruitend uit de over-
neming der Duitsche en Oostenrijksch-Hongaarsche schat-
kistbiljetten. Verder is daarin begrepen een koerswinst
van
f
3.395,07 op door ons voor exporteurs in het buiten-
land geïnde vorderingen en is bij elezen post mede in aan-
merking gebracht het verschil tusschen de betaalde en ver-schuldigde rente op beleeningen e.d. eenerzijde en de ont-
vangen en te vorderen rente op bij bankiers uitstaande
saldi anderzijds.”

600

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2
5Juni 1919

AANTEEKENINGEN.

Werkloosheid in de jaren 1911
t o t e n m e t 1 9
1 8. – Het laatst verschenen.
nummer (14e Jaarg.No.5)vanlietMaandschrjft
van het Centraal Bureau voor de Statis-

t i e k bevat een belangwekkende grafische voor-
stelling van de werkloosheid in de verschillende maan-

den der jaren 1911 t/m. 1918, waarvan wij hieronder

eene reproductie geven. Tot uitdrukking van den om-
vang der werkloosheid zijn in de grafiek index-cijfers

gebezigd, welke do verhouding (in pOt.) weergeven
tusschen het werkelijk aantal dagen werkloosheid per

week en het aantal dagen, gedurende welke alle per-
1

sonen, van wie de werkloosheid is nagegaan, ten
hoogste in een week werkloos hadden kunnen zijn.
De grafische voorstelling laat zien, – aldus het

Maandschrift – dat do werkloosheid, zoowel in de
bedrijfstakken, waarvan een overzicht is gegeven, als

in het algemeen, bij het uitbreken van den oorlog in

Augustus 1914 plotseling in belangrijke mate toenam en sedert dien doorgaans grooter was dan te voren. In het bijzonder geldt dit voor de diamantindustrie. Was
de toestand in dit bedrijf tegen het einde van 1912 en
vooral in de laatste maanden van 1913 en de eerste

7 maanden van 1914 allesbehalve rooskleurig, ‘in de
daarop volgende maanden van laatstgenoemd jaar

verdubbelde de werkloosheid en bereikte in September

1914 een ongekende hoogte (96,6), zoodat nagenoeg

het geheele bedrijf stil stond. In 1915 en 1916 trad
geleidelijk eenige verbetering in. Einde 1916 en begin
1917 bewoog het index-cijfer zich tusschen 20 en 30, doch in den verderen loop van 1917 werd de toestand

wederom ongunstiger, hoofdzakelijk gevolg van scheep-

vaartmoeilijkheden, het deelnemen van Amerika aan den oorlog en de verbreking van de telegrafische ge-
meedschap met Engeland. Onzekerheid op commer-

cieel gebied belemmerde op het einde van 1918 de wat

grootere bedrijvigheid, welke in den loop van dat jaar
weder was ontstaan.

Op do afbeelding van het Maaudschrift is de kop
van de curve voor deze branche wegens plaatsgebrek
weggelaten, wij hebben dezen om het verloop van de lijn

te doen uitkomen – iets anders mag trouwens, daar
het aantal arbeiders, vallende onder de verschillende

groepen, zeer uiteenloopend is, uit de voorstelling niet
afgeleid worden – binnen het bestek van de afbeel-
ding ingeteekend.

Voor de drukkersbedrijven, die na liet uitbreken

van den oorlog en ook nog in 1915 den ougunstigen

invloed van de tijdsomstandigheden ondervonden, trad

einde 1915, dank zij ook,de vele bestellingen in verband
met de uitgebreide crisisaangelegenheden, verbetering

in, welke zich ook verder handhaafde; einde 1918 was

echter eenige teruggang, zij het ook zeer gering, waar
te nemen.

Ernstiger was de toestand in het bouwbedrijf. Ten

gevolge van den oorlog moesten in de laatste maanden
van 1914 vele bouwwerken worden stopgezet, vele

andere.liepen af, terwijl maar weinig nieuwe werden
begonnen. Hoewel in 1916 en volgende jaren de toe-

stand minder slecht was, ondervond toch het bedrijf
voortdurend den druk der tijdsomstandigheden. De

groote werkloosheid in Februari 1917 werd veroor-
zaakt door de strenge vorst, hetgeen ook – hoewel in
mindere mate – het geval was in Jauuari 1918.

De metaalnijverheid onderging vooral in de 2e helft
van 1914 en in 1915 de gevolgen van de crisis. Wel
trad in 1916 eenige verbetering in, maar het voort-

durende gebrek aan materialen veroorzaakt.e in toe-

nemende mate werkloosheid, welke in het bijzonder iii
1918 niet onaanzienlijk was.

In den toestand van de bedrijven ter bereiding van
voedings- en genotmiddelen ten slotte, welke bij het

uitbreken van de oorlogscrisis Vrij ongunstig was,
kwam reeds spoedig verbetering, welke ook in 1916

aanhield. Daarna echter nam de werkloosheid weder
toe, in het ‘bijzonder in 1918, toen de sigarenmakers en
tabakbewerkers in toenemende mate de gevolgen van

den ongunstigen bedrjfstoestand (ongekende duurte

van de tabak, overproductie, uitvoerverbod) onder-
vonden.

De War Fina.n.ce Corporation en
ex p o
r t – er e di e t en. –
In den vorigen jaargang
van dit tijdschrift, op pag. 490, is verschenen een
artikel over de War Finance Oorporation, het lichaam

met een kapitaal van maximaal 500 millioen ‘dollar,

door de Regeering te storten, waartegen maximaal
3 milliard dollar obligatiën met een looptijd van één

25 Juni 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

tot vijf jaar zouden mogen uitgegeven worden. De

bedoeling met deze instelling was voorschotten te

verleenen aan banken tot een bedrag van 75 pOt. van
de voorschotten, die zij op haar beurt iverleend heb-

ben aan oorlogsindustrieën. Het onderpand zou be-

staan uit alle zekerheid, welke de industrie aan de

b;nk ter hand stelde. Ook andere lichamen zouden
oider bepaalde omstandigheden met voorschotten ge-

holpen kunnen worden.

Wij ontvangen thans een afdruk van een redevoering
door Eugene Meyer Jr., de managing director van de

War Finance Oorporation, op 24 April ji. te Chi-

cago gehouden, voor de zesde National Foreigu Trade
Convention, waarin eenige mededeelingen gedaan

worden over de werkzaamheden van het lichaam en

voorts aangaande de voorgenomen uitbreiding der
operaties in verband met het wederopleven der zaken-
betrekkingen, van welk besluit men h.t.l. reeds niet
meer onkundig is. Aansluitende aan het elders in dit
nummer voorkomende artikel, over de financieele

positie der Unie ten opzichte van de overige wereld,

mogen enkele bijzonderheden uit de rede van den heer

Meyer hier volgen.

De spreker roert de moeilijkheden aan, die voor het hervatten der zakenbetrekkingen tusschen Amerika
en Europa zullen gelden, gelegen in het gebrek aan

geschikte betalingsmiddelen. Het belang van de Euro-
peesche landen is echter te koopen, dat van de V.S.
te verkoopen en daar het voor de eerstgenoemden niet

mogelijk is op de gebruikelijke wijze de verrekening
van leveringen te doen, zullen nieuwe methoden ge-
schapen moeten worden. Met deze gedachte voor oogen
heeft het Departement van Financiën een wetsvoor-stel aan het Congres voorgelegd, hetwelk ook reeds
werd aangenomen, waarbij de War Finance Corpora-

tion gemachtigd wordt één billioen dollar aan Amen-
kaansche exporteurs te leenen, om hen in staat te
stellen Amerikaansche goederen op lang crediet aan

het buitenland te verkoopen, hetzij het geld te leenen
aan banlciers
f
die zoodanigeh export financieren. De
credieten aan Europa moeten lang genoeg loopen om den buitenlandschen fabrikanten den tijd te laten hun
productie te herstellen en hun afzetrelaties weder
aan te knoopen. Weuschelijk nu voor het opnemen en
toestaan van credieten zal – volgens den spreker –
zijn, zooveel mogelijk collectief op te treden. De ze-
kerheidsstelling zou dan bijv. gegeven kunnen wor-
den door een groep ondernemingen of een groep
banken. Een eerste voorbeeld en voorloopig het eenige,
van geldverschaffing voor het beoogde doeleinde op
deze wijze vertoont het accept-crediet aan België ten

bedrage van 50 millioen dollar, hetgeen verleend is
aan een groep Belgische industrieën via een groep
van 70 Belgische lbanken, door een groot syndicaat
van Amerikaansche banken en bankcoöperatiën, onder
leiding van de vier voornaamste financieele instel-
lingen der Unie. Voor Amerika wordt het risico door

de collectieve regeling natuurlijk geringer. In het
geval van België werd de zekerheid voor het onder-
pand zoo gunstig geacht, dat de transactie geheel zelf-

standig door de bankiers wordt uitgevoerd, zonder dat van de verkoopers der exportgoederen verlangd wordt
deel te nemen in het financieele risico der crediet-
verleening.

Van hetgeen de heer Meyer vertelde over de werk-
zaamheden van de ,,Corporation.” sedert de oprich-
ting, nemen wij nog het volgende over. Direct aan
banken werd betrekkelijk weinig geleend. Het leeu-
wendeel der credieten werd rechtstreeks aan den han-
del gegeven, waartoe in de wet de gelegenheid geopend
was. Tot aan den wapenstilsitand was het bedrag uit
dezen hoofde tot rond 100 millioen dollar gestegen,
waarvan 60 millioen reeds werd terugbetaald. In de

wet waren inzonderheid ook de spoorwegen, onder federaal beheer staand, genoemd, als lichamen, die
voor steun in aanmerking zouden komen. Zoo is dan
ook geleend geworden aan spoorwegen op onderpand

van aandeelen en obligatiën rond 90 millioen; aan
den, sedert de overheid de exploitatie der Spoorwegen

overgenomen had optredeuden, director-general, tegen
gelijk onderpand, 50 millioen; tenslotte nog aan de

Spoorwegen rond 27 millioen op onderpand van

schuidbekentenis door den director-general afgegeven.
Alle leeningen worden slechts aangegaan, indien het

voor de betrokken maatschappijen onmogelijk is ge-

bleken tegen normale condities geld op te nemen

langs particulieren weg. Veelal werd het credint

echter geopend in samenwerking met de bankiers van

de belanghebbenden. Op deze wijze wil de War

Finance Corporation voortgaan in gevallen, waar de
Amerikaansche producenten soliede credietarrange-

menten met buitenlandsche koopers aangaan, waar-
voor de Amerikaansche bankiers zich echter niet

direct wenschen ‘te verbinden.

Kleinhandelsprijzen in België

1 9 1 4
e n
1 9 1 9. – Aan het ,,Ar.beidsblad”, uitge-

geven door het ïinisterie van Nijverheid, Arbeid en
Bevoorrading van België d.d. 1 Mei j.l. ontieenen wij:

,Met behulp der prijzen (hoogste en laagste) in de verschil-
lende plaatsen, is voor elke waar een gemiddelde prijs bere-
kend voor April
1914
en April
1919.
De afwijking tusschen
die twee prijzen is in pCt. uitgedrukt.
,,Beide zijn op dezelfde wijze verkregen: nadat eerst het
gemiddeld cijfer der hoogste en dat der laagste prijzen in de
verschillende steden berekend waren, werd de helft van de
som der twee gemiddelde cijfers, die wederzijds voor 1914
en
1919
waren berekend, als tien ,,gemiddelden prijs” be-
sehouwd.

Gemiddelde
prijs
Verhooging
in
April
1914

1
April
1919
pCt.

Brood

…………
Ö,30
0,78
160
Koffie

….. …….
,85
7,54
263 Eieren

…………
0,10
0,50
400
Boter

…………
3,18
17,47
449
Rundvleesch
2,92
10,79 269
Varkensvieesch
2,25 11,03
390
Spek

…………..
1,93
10,83 461 Aardappelen
0,13
0,25
92
Zout

…………..
0,07
0,35
400

Suiker

…………
(
0,68
1 91
8,83
181
1200
Rijst

…………..
0,62
1,76
184
Boonen

……….
0,56
1,31
133
Petroleum

……..
0,17 0,43
153
Zeep

…………..
0,35
0,90
183
Steenkool

……….
1,50
5,73 280
Bier
.

…………..
0,17
0,51
200
ileerenschoenen

. . .
23,00
82,70
260
Damessehoeuen

. . .
17,00 78,66
363
Sokken (mans)…..
3,00 8,10
170
Kousen (vrouwe.)
.
3,50
13,00
270
Hemden

……….
4,00
13,90 247
Hoeden

…………
13,50
36,73
172

,,Voor de dertien eerstgenoemde artikelen van dewelke het
Arbeidsbiad vÖÔr den oorlog om de driè maanden een over-
zicht gaf, wisselt de prjsverhoogiug af tussehen
92
pCt.
(aardappelen) en
690
pCt. (suiker). Voor de suiker evenwel
bestond er op
1
April
1919
eigenlijk geen gemiddelde prijs;
de stijging was van
181
pCt. op het rantsoen, dat door de
openbare overheden werd verstrekt, van
1200
pCt. op de
hoeveelheid, welke boven dat rantsoen in den sluikliandel
werd verkocht. Wanneer wij die waar, van develke de afwij-
kingen stoornis brengen in onze berekening, terzijde laten,
verkrijgen wij op de twaalf andere artikelen een gemiddelde
prjsverhooging van
280
pCt.
,,Voor de negen andere waren (kleedingsai-tikelen, behalve
zeep, steenkool en tafelbier) wisselt de aangestipte verhoo-
ging
at
tussehen 170
en
363
pCt. en is het gemiddelde cijfer
238 pCt. voor de geheele groep.
,,De één-en-twintig artikelen, die in aanmerking zijn geno-
men (de suiker uitgesloten) geven een gemiddelde stijging
van
262
pCt.
,,Het spreekt evenwel vanzelf, dat de op die wijze verkregen
uitslagen voor de studie der prijzen slechts een beoordee-
lingsgrondslag van zeer betrekkelijke waarde kunnen leve-
ren, gezien vooral het klein aantal waren, dat in aanmer-
king werd genomen. Door andere artikelen te kiezen zou
men natuurlijk merkelijk verschillende uitslagen verkrijgen. Daarom hebben wij het noodig geacht in onze berekeningen
de tweede reeks artikelen, welker keus als willekeurig kan

602

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25Juni1919

beschouwd worden, af te scheiden van de eerste, waarin
slechts de waren voorkomen, die hier zelf reeds vOSr
1914
als kenmerkend werden gekozen en voor dewelke de prijzen
door dezelfde peioneo, in dezelfde plaatsen en op dezelfde
wijze werden opgenomen.”

Vergelijicende oorlogsicosten. –
De ,,Econômic World” van 10 Mei j.l. bevat een artikel,

dat ontleend is aan eën geschrift van Harvey E. Fisk,
Bond Department, Bankers Trust Oompany, Ndw

York, waarin eene vergelijking van den schuldenlast

van ‘de Vereenigde Staten, de Geallieerden en Duitsh-

land .gemakt wordt. Wij namen de vergelijkende

cijfers, die den stand van zaken op 1 April j.1. aal-

geven, hier over.

N. Ver pCt.

N. In-

pCt.
Schuld mogen S.N. Intrest komen I:NJnk
Vereenigde Staten
‘ 24

300

8,00

1.000

60,0

1,66
Groot-Brittanje..
36

120 30,00

1.575

15,5

10,16
Frankrijk …….
. 36

.90 40,00

1.800

12,0 . 15,00
Italië ……….
12,6. 40 31,50

548

7,5′

7,30
Duitschiand .. ..
39

80 48,75

1.950

10,0

19,50

De cijfers in de kolom schuld, nationaal vermogen,
intrest en nationaal inkomen vertegenwoordigen

billioenen Dollars. .
Onigeslngen geven deze bedragen per inwoner de

volgende cijfers;
Bevolking (in
,

N. Ver-

N.
In-
millioenen)

Schuld mogen

Intrest

komen
$

$

$

$
1.

– 107

Vereen. Staten

224

2803 ‘

9,34

560r 46

Groot-Brittanje
782

2608

34,24

337
7
40

Frankrijk ..

900

2250

45,00

300
0
.
36

Italië ……..
350

1111

15,22

208
’65
Duitschlaod
600 1231 30,00 154,

Naai’ uit de begeleidende opmerkingen blijkt, heeft
de schrijver bij zijne becijfering al vast er mede gere-

kend, dat Elzas-Lotharingen deel vormt van Frankrijk en niet van Duitschland. Wij vinden in het artikel niet

vermeld, naar wel’ken maatstaf de omrekening der.
vreemde bedragen heeft plaats gevonden. Er is in deze

kolommen al eens op gewezen – p. 767, jaargang
1917 – dat bij het door den oorlog ingetredeii koers-niveau der vreemde valuta’s men met het verrichten

van de omrekening in eenzelfde munt zich spoedig
bezondi.gt aan het geven van een niet geheel juist

beeld.

BOEKAANKONDIGING.

A. Dek’ing Dura: Een en ander over
de afwatering in Overijssel.
Eerste

• . gedeelte: Het. Noorder Kwartier, de
Vechtstreek met de Dedemsvaart, het
IJsselgebied en SalI and. ‘s-Gravcnhage,

Martinus Nijhoff, 1919,, 50 hlz.

De mededeelingeri van de Dirctie van den Land-
bouw omtrent den invloed van den waterafvoer op
het Nederlandsch Landibouwbedrijf hebben geleerd

hoe zeer belangrijk de productie van den bodem in
tal van ‘streken ‘van ons land- verhoogd zou k.innen
worden’door betere afwatering, waardoor een eminent
economisch belang gediend wordt. De zaak wordt hier
bepaaldelijk van een zuiver landbouwkundig stand-
punt bezien en niet steeds kan daarbij door gebrek
aan kennis op technisch en water’staatkundig gebièd
worden nagegaan of datgene wat voor de verhooging
der productiviteit van den bodem noodig is, uit een
ecoomi’sch oogpunt ook gerechtvaardigd is. Het is

daarom hoogst gewenscht, dat in zulke ‘kwesties ook.
bevoegde waterstaatsingenieurs hun stem laten
hooren.

Het is dan ook een zeer gelukkige gedachte van den
oud-hoofdingenieur van den Piov’incialen Water-
staat in Overijssel A. De’king Dura, om in het boven aangegeven werk zijn op langjarige ervaring en uit-
gbreide kennis berustend öordeel ‘te geven omtrent
de mogelijkheid van verbetering der afwatering van
verschillende deelen van gemeld gewest. Een goede

oplossing voor de in ons land vaak zoo moeilijke af-
wateringskwest’ies kan toch slechts verkregenT wor-

den, wanneer de ingenieur, zich grondende op de

eischen in het landbouwbelang gesteld, die werken
ontwerpt, welke met het oog op de voordeelen, clie

zij voor de vermeerdering van de productiviteit van

den grond opleveren, economisch verantwoord
zijn.

De schrijver gaat achtereenvolgens voor verschil.
lende afwateringsgebieden na, hoe de toestand thans

is, hoe ‘deze bereid verbeterd is en hoe deze verder

verbeteren zal ‘door de uitvoering van tal van in voor-
bereiding
zijnde
werken, waarbij zooveel noodig

critiek op de bestaande plannen wordt gegeven. Ver-
der wordt nagegaan waar nog ‘verdere verbeteringen
aangebracht kunnén ‘worden en waar men, met het

oog op de hooge kosten van verbetering, in een niet

feilloozen ‘toestand zal moeten berusten.

De schrijver constateert, dat het groote belang van

goede ontwatering door belanghebbenden meer en

meer wordt ingezien en daaraan zal de uitgebreide

zorg voor voorlichting op landbouwkundig gebied iii

ons land wel niet vreemd zijn; bentsl.ingsplannen

vinden dan ook steeds meer steun en op tal van
plaatsen is ‘besloten ‘tot stichting van stoomgemalen,

waardoor in de naaste toekomst de opbrengst der

landerijen belangrijk grooter zal worden. Er wordt

op gewezen, hoe deze bemaling op de meeste plaatsen

noodig blijft, ook al zal de afsluiting der Zuiderzee

tot stand zijn gebracht; wel zullen dan de zeer hooge’
standen, ‘waardoor belangrijke oppervlak’ten land in
Overijssel en Drente onder water worden gezet, niet

meer voorkomen, maar het is niet slechts noodig, ‘dat

het land niet overstroomd wordt, het moet evenzeer

voldoende diep ontwaterd worden en dat is alleen

mogelijk met behulp van kunstmatige bemaling, welke

intusschen door verlaging van den •gemiddel’den bui-
tenwaterstand na afsluiting der Zuiderzee minder
kostbaar zal worden, omdat minder hoog opgemalen

behoeft te worden. Door het verdwijnen van hooge
waterstanden, na afsluiting der Zuiderzee, zullen

echter ook wel bemalingen achterwege kunnen blij-
ven. Tengevolge van ruime verspreiding van electri-

citeit. zal – het mogelijk worden ‘kleine complexen op
eenvoudige wijze met electrische gemalen goed’ te

ontwateren –

Op de groote beteekenis van den goeden toestand
der waterloopen wordt door den
schrijver
bij heiha-

ling gewezen, waarbij dan aangegeven wort, dat deze
veelal eerst
bij
een ruilverkaveling, waarop krachtig
wordt ‘aangedrongen, verkregen kan worden.
.Ook de administratieve maatregelen, noodig om tot

de uitvoering en het ‘beheer der n’oodige werken te
komen, worden ‘aangegeven
Hiermede zijn de voornaamste ‘punten, die uit een
algemeen economisch oogpunt meer’ ‘bepaaldelijk van

belang zijn, aangegeven; bespreking van het werk uit
een zuiver waterstta’tkundig oogpunt valt ‘buiten het
kader van dit tijdschrift. Wie ‘belang stelt in de ver-
beterin’g van den waterstaatkundigen toestand , van
het bepaalde deel van ons land, waarop het boekje
betrekking heeft, zal daarvan ongetwijfeld groot nut
kunn’èn trekken; aan het woord van den bevoegden
waterstaatsingeniur dient in zulke zaken een ruime
plaats ingeruimd te worden.
Het boekje zou aan overnichteljkheid kunnen win-
nen, zoo in den tekst tussohen-de hoofdstukken, welke
bepaalde. ‘gebieden behandelen, eenige ruimte ware gelaten en de titel daarboven iijas geplaatst.

V.v.K.

De ‘ West-Indische Gids.
lgemeene
Uitgevers Maatschappij, Amsterdam,
verschijnt den 15d’en van iedere maand.

Beginnende met de Mei-aflevering is dit nieuwe
tijdschrift verschenen, waarvan wij de oprichting met
instemming ‘begroeten. Als redacteuren vinden wij ver-
meld Dr. H. D. Benjamins, Prof. Dr. F. Boche, Mr. D. –
Fock en den heer C. A. J. Struycken de Roysancour,

25 Juni 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

603

namen, die op het gebied der West-Indische zaken
niet onbekend in het oor klinken.

De moedeloozen en laksen, die Nederland maar
liever van zijn West-Indisch bezit ontdaan zagen,

voimen gelukkig slechts een zwakke groep, het

moederland wil zijn Amerikaansche koloniën niet
vergeten en lidt woidt (lan ook gaarne over hen
ingelicht. Die inlichting mag ook zeer wenschelijk

genoemd worden, want do bekendheid onder het Na-

(lerlandsch publiek met West-Indië is in de laatste
jaren ten achter gebleven hij de wetenschap, die over

de Oost-Indische kolonie vecspreid is. Een ieder weet
van Suriname, dat het opleving noodiig heeft, van

Curaçao, dat de uitbreiding van het verkeer in de

Amerikaansche zeeën voor het eiland een betere kans
opande. Met optimisme blijft men afwachten, ook
daden zijn hier en girLder aan te wijzen, waarmede de toestand, naar gehoopt wordt, beter zal worden. Thans

was daarom wel ‘de tijd om een periodiek, speciaal aan
West-Indië
gewijd,
te doen verschijnen.
i)e kennismaking met de eerste twee afleveringen,
die het licht gezien hebben, vestigt dan indruk, dat
het maandsahi’ifit de kennis enl velMbreiden, waaraan
behoefte is. In ruime verscheidenheid vinden we arti-
kelen opgenomen, die izich bezighouden met on!derwer-
pen, voor de bekendheid met de West-Indische kolo-
niën van belang.

Den inhoud van den West-Indischen Gids zal men van nu af geregeld opgeiiomen vinden bij het
,,Over-
zicht van Tijdschriften.” H.

De Nederlandsche Kamer van
Koophandel voorZwitserlandlieeft
zich door de hooge kosten, thans aan hut doen vei-

vaardigen van drukwerken verbo.nden, niet laten af-
schrikken een royaal uitgevoerd en omvangrijk J a a r-
h o e k uit te geven, achtereenvolgens in de Nederland-
sche, Fransche en. Duitsehe taal geschreven. Het afge-
loopen jaar – leest men dn het voorwoord – was voor
de ontwikkeling ‘van de Kamer zeer gunstig. Volgend
op het jaarverslag is aan een aantal bijdragen een

plaats gegeven, ‘zoo b.v. opstellen bver de Zwitsersche

Industrie, het Ambachts- en Nijverheidsonderwijs,
enz. Indien de Kamer op deze wijze medewerkt aan de
economische voorlichting in geschrifte, doet zij zeker
nuttig werk. Utbreiding naar deze richting, waarbij
volledigheid betracht wordt en vooral onderwerpen
gekozen worden, betrekking hebbende op de Neder-

landsche handeisbelangen in Zwitserland, moge door
het werkzame bestuur met succes nagestreefd worden.
IT.

Wij ontvingen liet Stati stisch Jaarboek
der Gemeente Amsterdam, uitgegeven door
Het Bureau van Statistiek der Gemeente, 14de Jaar-
gang
(1917),
met een omvang van 332 pagina’s. In
deze editie komen eenige nieuwe gegevens voor,waar-
bij over den arbeid, met name den omvang van den
fabrieksarbeid, de bedrijvigheid in de haven en in de
bouwvakken, de vakvereenigingen, werkstakingen en
uitsluitingen. Verder zijn ‘verschillende hoofdstukken
aangevuld met gegevens omtrent nieuwe gemeentedien-sten (woningbeurs, girokantoor, centrale keuken, volks-
tuinen). Daarnaast treft men nog eenige andere uit-
breidingen aan, b.v. in het hoofdstuk ,,Financiën” is

de tabel omtrent de financieele uitkomsten der exploi-
tatie van grondeigendommen der gemeente uitge-
breid en zijn de financiën van het girokantoor opge-

nomen. Aan het hoofdstuk ,,Handel, Orediet- en Ver-
zekeringswezen” zijn cijfers over geld- en wisselkoer-
sen toegevoegd. Ten slotte vermelden wij nog gegevens
omtrent de periodieke pers. Men constateezt wel eens
slordigheden in de samenstelling. Wij willen er één
aanstippen. In het voorbericht worden de nieuwe
gegevens omtrent de periodieke pers genoemd, onder
bijvoeging: tabel 327. In den inhoud wordt verwezen
naar pagina 331, in ‘het register naar pagina 334. De

gegevens vormen echter tabel 329 en staan op pagina
332.

VanhetbekendeStatjstjsch Z a k b o e k j e
der Gemeente Amsterdam

verscheende
editie 19 19. De gelukkige gedachte, die het
Bureau
van Statistiek
gehad heeft de vervaardiging van deze
voor geïnteresseerden zoo uiterst handige cijferbron in
miniatuur-bestek te verrichten, waarin men —om er
enkele uit te kiezen – bij voorkomende behoefte gege-

vens v’inden kan over: geographische ligging, bevol-
king, verlichting, faillissementen, wetenschappelijke

genootsehappen, periodieke pers, nijverheid, aanbeste-
dingen, bankinstellingen, wisselkoersen, nachtver-

blijven, enz. enz. van de stad Amsterdam, heeft reeds
genoeg waardeering gevonden, dan dat het noodig zou
zijn van het boekje hier nog veel te zeggen. Voor den prijs van dertig cents, is het onder ieders bereik.

Wij ontvingen de Wetenschappelijke Balans
op 31 December 1917 der Rujksverzekerings-

bank, Deel 1 (met 6 bijlagen), opgemaakt ingevolge

artikel 17 der Ongevallenwet 1901.

Verschenen is eene brochure: V e r Ii o u d i n g d e r

Sawahpadi-productie tot de dichtheid
der bevolking op Java en Madoera in en
ultimo 1917, door Jhr. 0. de Savornin Lohman,
No. 1 der serie 1919 van de Publicaties van de

Afdeeling Handel
van het Departement van Land-
bouw, Nijverheid en Handel te
Buit enzorg.

Wij kwamen in bezit van het A n n u al R e p o r t
on Reforms and Progress in Ohosen
(K o r e a) 1 9 1 6—’l 7, waaruit wij het vorige jaar
een tweetal artikelen samenstelden, pag. 566 en 617.
Ook ditmaal is liet verslag, vervaardigd door het Con-
vernement-Generaal van Ohosen to Keyo (Scoul), be-
laugwekkend en treft de goed verzorgde uitvoering.
Een groot aantal fraaie reproducties van foto’s vult
den tekst aan.

Men zendt ons het P o r t o f H u ii A n n u al voor
1919. A Oompendiurn of the Oommcrce, Industries and
Trading Facilities of 1(1 ngston-upon-Huil, uitgegeven
door de ,,Hull Trade & Transit”, prijs 2/6, waai’in
men, diverse bijzonderheden vindt inzake handel en
accommodaties van de haven Huli, van belang voor
degenen, dlie met die plaats zaken doen.

De behoefte blijkt gevoeld te worden telkens weec
stemmen te laten ‘hoor-en, die zich keeren tegen pogin-
gen om hier te lande liet denkbeeld ingang te doen
vinden, dat onze West-Indische koloniën aan de Ver-eenigde Staten van Amerika behooren te worden ver-

kocht. Een sympathiek en helangwekkend geluid ver-
neemt men uit een geschriftje van dan heer
W. R.
Menlcman,
Nederland en West-Indië één,
uitgegeven door de ,,West-Indische Kamer”. Deze in-
stelling, het zal den lezer niet onbekend zijn, werd

6 December 1918 onder voorzitterschap van den heer
Van Asheck, oud-gouverneur, te Amsterdam opgericht
met het doel om alles te doen wat de handelsbeteekenis
van Ned. West-Indië naar voren kan brengen.

Wij waardeeren’ gaarne de moeite, die de, heer
Menkman zich voor de samenstelling van zijn met zorg
bewerkt geschriftje getroost heeft, maar het wil ons
voorkomen, dat de ehimère van den verkoop van. de
Vest, mocht ze onverhoopt nogmaals de pen van een
malcontenten schrijver verlaten, beter onmiddellijk in
den doofpot ware ‘te stoppen. Voor de overgroote
meerderheid van het Nederlandsche publiek, dat toch
niets van den verkoop wil weten, zal gelden: qui
prouve trop no prouve rien. H.

604

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25Juni 199

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.

beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

20
Juli
1914

Disc.Wissels.
Ned
4
1
/2 sedert 1Juli ’15
3’/2sedert23
Mrt. ’14

BankBeE
IVrsc
h.in
4’/i
,,

1

,,

’15
4
,,

23

,,

’14

R.C.
5
1
/2
,,

19Aug.’14
5
,,

23

,,

’14
Bank van Engeland
5
,,

5 Apr.’17
3
,,

29 Jan. ’14
Duitsche Rijksbank
5
,,

23Dec.’14
4
,,

5Febr.’14 Bank van Frankrijk
5
,,

21Aug.’14
3
1
/
,,

29Jan.’14
Oostenr. Hong. Bk.
5
,,

12Apr.’15
4
,,

12 Mrt. ’14
Nat.Bankv.Denem.
5
1
/1
,,

4 Jan.’19
5
,,

6Febr.’14
Zweedache Rijksbk.
6 ,,

13Juni’19
4
1
/2
,,

6

,,

’14
Bank v. Noorwegen
5/2
,,

11Mei ’19
4
1
/ ,,

11

,,

’14
ZwitserscheNat.Bk.
5
1
/2
,,

3 Oct. ’18
3
1
/,
,,

19

,,

’14
Belgische Nat. Bk.
4 ,,

12Juni’19
4
,,

30 Jan,’14
Bank van Spanje..
4
,,

22 Mrt. ’17
4′!2
,,

24 Sept.’03
Bank van Italië
. .
5 ,,

10Jan.’18
5
,,

9 Mei ’14
Feder. Res. Bk. N.Y.
3/-4



Javasche’Bank….
3
1
/1
,,

1Aug.’09
3
2
/2
,,

1Aug.’09

OPEN MARKT.

Data
Amsterdam

j
Londen
Part.
Berlijn
Part.
Parijs’
1
Part.
N. York
1

CaIl

Port. Prolon.
disconto
galie
disconto
disconto
disc.
1

moneg

21 Juni ’19
3
1
is
‘)
3
31/it
4_5/

5_1/2

1)

16-21 J. ’19
3h/

2)
21/
1
_31/
32/je
4_1/8

4
1
/2-12
9-14 J. ’19
31/,_l/,
3_l1
35/je
4_h/,

51/_10.

2-7

J. ’19
3l/_3/
3
1
/24
3iie
4..5/

17-22 J. ’18
2’/
0
-/,
3-/
o
11

1 7
TV
4-s/s

2′-6
i,
18-23 J. ’17
2
2l/
4
_3ij
u
A

5
Ij
4_i/
56

20-24Juli’14
3
2’14-’14
2
1
i4_
8
i4
2’/8
1
/2
2/4
1
8
/42
1
/2

1)
Noteering van
20
Juni.
2)
Het
particulier
disconto
der gemeente-
wissels was in de afgeloopen week 1 pCt. hooger.

WISSELKOERSEN.

WISSELMARKT.

De levendigheid op de wisselmarkt blijft nog steeds aan-
houden. Ook deze week waren de omzetten groot en over-troffen verre de bedragen, die vSSr den oorlog verhandeld
werden. Een enkele uitzondering hierop maakt Londen,
dat in den laatsten tijd bepaald minder verhandeld wordt.
De stemming was vast voor Londen, New York en Berlijn,
daarentegen was Parijs flauw, terwijl België bijna onver

anderd bleef.
Vooral Marken werden weder in groote posten verhandeld
en liepen in de laatste dagen der week belangrijk op,
zoodat een koersverbetering van bijna
f
4,- intrad.
Heden was de markt buitengewoon stormachtig met groote schommelingen, waardoor het verschil tusscheu de hoogste
en de laagste afdoening ongeveer
f
3,75 bedroeg.
Van de neutrale wissels was Zwitserland aanmerkelijk
vaster, 47,40-48,15. Skandinavië daarentegen ongeveer
onveranderd. In den Indischen koers, die gedurende enkele
weken zeer flauw was en voor
99I/
sterk aangeboden, is
eenige verbetering ontstaan door vraag van Engeland en
Amerika, zoodat nu
995/8
wordt geboden.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
Lond:n
Parij
,
s
I
BerlUn
I
Ween,en

I
Belgiel)
York

16 Juni 1919..
11.72k 39.90
16.30 8.25
38.27i
2.531/
4

17

,,

1919..
11.77
40.22}
16.75 8.25
38.35
2.54’I4
18

,,

1919..
11.78/
s

39.80 16.50
8.10
38.221
1

2.54
1
/8
19

,,

1919..
11.80k
39.40
16.20
8.25
38.15
2.55h/g

20

,,

1919..
11.82
39.50
18.50
8.50 38.20
2.55/,
21

,,

1919..
11.81
39.75 19.90
10.-
38.30
2.55
3
/s
Laagste d.w.’)
11.72
39.20
16.-
8.10
38.-
2.53
1
/2
Hoogste
,,

,, ‘)
11.83
9

40.25
20.50
10.-
38.45
2.558/
4

14Juni 1919..
11.78 39.75 16.15
8.10
38.30
2.54/2
7

,,

1919..
11.87′
39.90
2

17.302 8.902 38.50
2.562/
4

Muutpariteit..
12.10
48.-
59.26 50.41
48.-
2.48hi

t) Noteering te
Amsterdam.
1)
Particuliere
opgave.
2) Noteering van 6
Juni.

D a
Siock-
holm’)
Kopen-
hagent)
Cbr/s-
tiania’)
Zwitser.
land)
Spanje
1)
Batavla
2)
telegrafisch

16 Juni1919
66.05 61.30 64.55
47.45
51.15
99
1
/1-100
17

,,

1919
66.25
61.55
64.40
47.55
50.75
991/,_100

18

,,

1919
8615
61.30
64.40
48.10
51.25
93/2-100
19.

,,

1919
66.-
61.25
64.30
48.-
51.40
99
2
/,_100

20

,,

1919
66.30
61.40
64.35
47.95
51.30
99’/2-100
21

,,

1919 66.10
61.-
64.40
48.-
5 1.3 7
99/2-100
L’ste d.
w.’)
65.80 60.90 64.10
47.20
50.25
991/2

H’ste
,,

,,

)
66.40
61.60
64.65
48.25
51.50
100
14 Juni 1919
64.60 61.50 64.60
47.75
51.25
99
1
/
8
/
7

,,

1919
65.902 60.452
64.50
2
4877
51.60
991/_5/

Muntpariteit
66.67
66.67 66.67
48.-
48.-
100
t)
Noteering te
Amsterdam.

t)
Particuliere
opgave.
‘) Noteering
van
6
Juni.

KOERSEN TE NEW YORK.

Cable
Zicht
Zicht Zicht

a
D ta
Londen
Pariji
Berlijn
Amsierd.
(in
$
(In frs.
(in cents
(in ceni
per
£)
P. .t)
p.
4
Rm.)
per gld.)

21 Juni…. 1919
4.61.85
6.38
nom.
39
Laagste d.week..
4.61.50
6.27
nom.
39
Hoogste,,

,,

..
4.62.25
6.48
now.
39
1
/8
14 Juni…. 1919
4.62.10
6.35
nom.
38
7
/s
7

,…..1919
4.64.25
6.45
now.
38″/,s
1
)
kluntpariteit….
4.86.67
5.18’/
95
1
/g
40
1
/16
t) Koers van 4 Juni.

KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN.

Plaatsen en Landen
Noteerings.
eenheden
7 Juru
1919
14
Juni
1919

Tijdperk
16-21
Juni
199
1

Laagste Hoogste

21
Juni
1919

Alexandrië..
Piast.
p. £
97
1
/is
971Ijs
977/1e
97
15
/2
97″/s2

*B. Aires’)..
d.p.gd.pes.
51/a
51
1
/i2
50/s
51
1
/s,
5012/
is

Calcutta
. . . .
sh/d.p.rup.
1/8
1
/s
118
1
1,2
1/8
1/8
1
/
is

1/8’/22
Hongkong
..
id.
p. $
3f6
1
/j
3163/4
3161/
1

3162/
4

316
1
12
Lissabon….,
d.p.escudo
30
1
/s
30
1
/s
29
3
/4
30
3
/4
30’/4
Madrid

….
Peset.
p. X
23.00
23.11 22.94
23.09
23.07
tMontevideo’
d.p.peso
57
1
/2
58
54’/s
55’18
54/8
Montreal..
..
$
per
£
4.76’/g
4.74
8
/6
4.73’/g
4.751/
4

4.74
1
/2

sR.d.Janeiro.
d.p.milr.
14/j,
14
19
,2
14’/3
14”/22
14°/22
Lires
p. £
37.08 36.35
36.70
37.50
37.35
Shanghai

. .
sh/dp.tael
513
5/4
2
/2
514
514
2
1
2

5/4
1
!,
Rome

…….

Singapore
. . id.
p. $
2/4/32
214
1/
4

2142/
8

214
1
/16
2I4182
tValparaiso..
d.p.pap.p.
11
1
/i2
10″182
10
21
122
11 11
Yokohama
..
sh/d.p.yen
2128/
4

212
1
/
2

2/2ij4
212
8
/4
2/22/
2

• Koersen
van
den
dag
vooraFgaande
aan
de
data in
het hoofd vermeld.
2)
Telegrabsch
transfert.

GOUD EN ZILVER.

Sedert 29 Juli 1916 worden de dagelijksche ontvangsten
en onttrekkingen van goud door de Bank van Engeland
tijdelijk niet bekend gemaakt.

NOTEERING VAN ZILVER.

Noteering te Londen te New York
21 Juni
1919
……..

541/
4

1111/
4

14

,,
1919 ……..

542/
4

111h/
‘7

,,
1919 ……..

53i/,i)
1092/,

31

Mei
1919 ……..53
.
1081/4 2)

22 Juni
1918 ……..48v/s
99l/

23 Juni
1917 ……..397/s
782/2

20 Juli
1914 ……..24″/,t
541/

t)
Koers van
6
Juni.

5)
id. van
29
Mei.

N.U.M.

Weekstaat der Nederlandsche (Jitvoermaatschappij.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Buiten!.
Debet
5
pCi.
Credit
Data
Bankiers
Schai-
Diverse
Schuld-
Diverse
kist
uh,
reken.
1)
brieven
reken.
1)

19Juni 1919..
1.076
58.650
540
17.151
37.253

12

,,

1919..
2.033 58.650
536 17.152
36.789

5

,,

1919..
1.809
58.650
532
17.150
36.449

31Mei

1919..
1.368
58.650
520
17.145
36.151

20Juni 1918..
11.393
19.100
53.200 13.162
65.911

1) Beide rekeningen
omvatten,
behalve garantiewissels in portefeuille
tot het bedrag der buitenl. schatkistbilietten, in hoofdzaak garantiewissels
in dept bij
de
Ned. Bank.

25Juni 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

605

NEDERLANDSCHE BANK.

Verkorte Balans op 21 Juni 1919.

Activa.

f
87.204.129,’73’/s

Binnenl.Wis-{H.-bk.

sels, Prom.,
B.-bk.

,,

397.265,61
enz. in disc.
Ag.sch.

22.047.102,14
109648497481!
Papier o. h. Buiteni. in
disconto

……… . …………….

Idem eigen portef..
f
25.434.813,-
Af: Verkocht maar voor de bk. nog niet afgel.

,,


25.434.813,-
Beleeningen
E1t

f135.043.124,57
mcl.
vrsch.
B.-bk.

11.530.023,47

{
in rek.-crt.
Ag.sch. ,, 56.285.759,84′!3
op onderp.

f
202.85 8.907 ,88
’12

Op Effecten

……f197.479.607,88′!,
Op Goederen en Spec.,,

5.379.300,-
202.858.907,881/,
Voorschotten a. h. Rijk …………….,,
11.449.540,03

Munt enMuntmateriaal
Munt, Goud ……f 56.411.325,-
Muntmat., Goud .. ,,606.190.175,37

f662.601.500,37
Munt, Zilver, enz.

,,

8.701.834,57
1
!1
Muntmat,, Zilver
.. ,,


671.303.334,94
/2
Effecten
BeLv. h. Res.fonds.

f

4.572.607,50
id. van ‘/sv. h. kapit. ,,

3.984.588,87
/
8.557.196,371/2

Geb.enMeub. der Bank ……………..,
3.312.000,-
Diverse rekeningen ………………,,
81.329.1.71,97

f1.113.893.461,69

Passiva.
Kapitaal ……………………..f

20.000.000,-
Reservefonds
…………………..,

5.000.000
1

Bankbiljetten in omloop ………… ,, 1.001.959.415,-
Bankassignatiën in omloop……….., 3.918.888,63
Rekening-Courant saldo’s:
Van het Rijk ….
f


Van anderen …. ,, 79.671.918,60
79.671.918,60
Diverse rekeningen ………………,,

3.343.239,46

f1.113.893.461,69

Beschikbaar metaalsaldo …………..
f
453.176.229,31
Op de ba8is van
I/s metaaldekking
……..
236.066.184,86
Minder bedrag aan bankbiljetten in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is .. ,, 2.265.881.145,-
Verschillen met den vorigen weekstaat:
Meer
Minder
Disconto’s

…………….
6.469.309,62
Buitenlandsche wissels……
1.070.182,-
Beleeningen

…………..
844.570,06′!,
Goud

………………..
633.000,35’/,
Zilver ………………..
209.653,65′!,
Bankbiljetten

…………
7.434.345,-
Part. Rek.-Crt. saldo’s

….
16.090.163,851/
3

Voornaamste posten
in duizenden guldens.

Dat,
Goud
Zilver
B ,k.
al
0
jetten
Ander’e
opeischbare.
schulden

662.602
8.702
1.001.959
83.591
14

,,

1919
661.969
8.492
1.009.394
67.100
7

,,

1919
661.969
8.175 1.015.654
79.187

21 Juni

1919

…..

31 Mei

1919
661.989
7.938
1.025.962
85.180
24

,,

1919
661.979
7.725
1.024.837 85.531
17

,,

1919

.,
662.160
7545
1.042.667
104.158
10

,,

1919

..
.
662.389
7.359
1.061.881
74.220
3

,,

1919

..
.
662.835
7.262
1.083.454 48.581
26 April 1919
663.348
8.114
1.034.638 94.915
19

1919


666.605
8.952
1.025.906
93.872
12

,,

1919

..
667.070
8.851
1.020.674
90.518
5

,,

1919
667.947
8.733
1.019.207 81.820
29 Maart 1919
669.334
9.750
1.011.223 82.202

22 Juni

1918

.. ..
717.645 7.638 902.474 89.158
23 Juni

1917

….
603.159
7.569
738.635
68.497

26 Juli

1914

….
162.114 8.228
310.437
6.198

D a a

DIscono’s

Bdee-
Beschtk-
baar
Dek’
kings.
Hiervan

s otaa
Schatkist.
ningen
Metaal.
percen.
prome,scn saldo
lage
rechtstreeks

21 Juni1919
109.648
64.000
202.859
453.176
62
14

,,

1919
103.179
57.000
203.703
454.785
62
7

1919 118.617
72.000
216.039
450.799
61
31Mei 1919
117.372
72.000
234.150
447.302
60
24

1919 125.459 78.000 212.287
447.254
60
17

1919
153.333
101.000 228.517
439.960
58
10

1919
147.102 88.000
226.085
442.146
59
3

,,

1919
144.892
80.000 231.978
443.305
59
26 Apr. 1919
139.718
93.000
225.975
445.163
60
19

,,

1919
143.344
94.000
206.089
451.211
60
12

,,

1919
140.327
94.000 200.495
453.290
61
5

,,

1919
137.031
99.000
194.720
456.077
61
29 Mrt. 1919
119.690
87.000
195.746
459.997
62

22 Juni 1918
43.960
18.000
119.558 530.001
75
23Juni1917
52.879 40.000
79.469
448.344
76

25 Juli 1914
1

67.947′
14.300
61.686
43.521
1
)
54
1)
Up
de bas,, van
v/5 metaaldeicking.

Uit de bekendmaking van den Minister van Finan-
ciën blijkt, dat uitstonden op:

14 Juni 1919
21 Juni 1919

Aan schatkistpromessen
f432.340.000,-
f432.340.000,-
waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst
,,

57.000.000,-
64.000.000,-
Aan schatkistbiljetten
,,

67.560.000,-
67.545.000,-
Aan zilverbons

……….
,

53.398.187,-
52.949.610,-

JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Naast de per mail ontvangen gegevens worden de telegrafisch
bekend geworden totaalcijfers der obligo’s en uitzettingen en het beschikbaar metaalsaldo van latere data opgenomen.

Bank

I
Ander
Data

Goud

Zilver
I

opeischb.

biljetten

schulden

7 Juni 1919
332.000
31 Mei

1919
328.500
24

,,

1919

327.800

26 April 1919
127.368 9.249
213.210

121.451
19

1919
127.269
9.419 213.115

120.023
12

1919
127.356 9.553
214.701

118.937
5

,,

1919

…….
…….

127.009 10.530
211.469

123.292

8 Juni 1918

……. …….

101.357 15.292
190.304

64.362
9 Juni 1917
…….
…….
74.489 20.491 163.035

38.210

25 Juli

1914
…….
.22.057
31.907
1

110.172

1

12.634
Wissel,.
.
Diverse
Beschie.
Dek.

uala
Di3-

buiten
8dec-
re e- baar
king,.
conto
N..lnd.
ningen
.
nirigen
metaal-
percen-
betaalbaar
saldo
lage

7Juni1919
200.900
‘”

70.200

5*5

31Mei 1919
198.200
.

69.200

**
24

,,

1919
201.400 69.900

***

26Apr.1919
8.209
20.419
75.811

.
8.890

69.961

41
19

,,

1919
8.548
24.599
79.331

9443

70329

41
12

,,

1919
8.594
23.700
78.175

10.817

70.466

41
5

1919
8.500
20.832 78.731

8.515

70.880

41

8Juni1918
8.041
23.028 70.267

23.844

65.887

46
9Juni1917
6.654 35.577
56.288

11.354

56.260

47

25Juli 19141
7.259
6.395
47.934

2.228

4.842′)

44
t
)
Sluitpost
der
activa.

‘) Op de
basis van
9
/5
metaaldekking.

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste nosten in duizenden nuldens.

Data
Metaal
Circulatie
Andere
opeischb.
schulden
Disconto’s 1
Div. reke-
ningen’)

19 April

1919..
980
1.650
2)
828 1.347 228
12

,,

1919..
973
1.659
3
)
828
1.343 212
5

,,

1919..
970
1.702)
906 1.368 207
29 Maart 1919..
965 1.618

)
883
1.345
171

20 April

1918..
582
1.293
735
1.118
844
2.1 April

1917..
749
1.097
1.080 923
454

25 Juli

1914..
645
1.100
560
735
396
1)
Sluitpost
der
activa.
2)
Hiervan ejiverbon,
267
dc. gid.
5)
idem
LÔ(j
dz. gld. ‘)idem 252 dz. gid.
5)
idem 274 de. gld.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 Juni 1919

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.

Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht gegeven

van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

BANK VAN ENGELAND.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,

in duizenden pond sterling.

Currency Notes.
Data

Metaal

Circulatie
t
Bedrag
I
Goudd.
I
Cao. Sac.

18 Juni 1919 87.730

77.723 344.779 28.500 329345
11 ,,

1919 87.029

78.008

347.121 28.500 331!339
4 ,,

1919 86.935

78.195 346.277 28.500 330.335
28 Mei 1919 86.080

77.161 344.213 28.500 327090

19 Juni 1918 64.206

52.384 250.067 28.500 227251′
2,0 Juni 1917 56.634

38.840 160.552 28.500 131886

22 Juli 1914 40.164 29.317

Data
Gov.
Sec. Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Depos;
Re-
,erve

Dek-
king,.
percen.
lage’)

18 Juni’19
53.203
80.421
20.017 ‘124.298
28.457 19,71
11

,;

’19
61.492
79.879 20.315 130.792
27.471
18,17
4

,,

’19
58.721 80.801
21.441
127.532
27.190
18,24
28 Mei ’19
52.523
80.477 21.034
121.583
27.369
19,19

19Juni’18
53.750 95.050 36.122
125.187
30.272
18,77
20 Juni’17
45.230
105.888
50.143
119.457 36.245
21437

22 Juli ’14
11.005
33.633 13.735
42.185
29.297
52
3
/8

t)
Verhouding tumchen Re8erve en Deposita.
c

DUITSCHE RIJKSBANK.

Voornaamste posten, onder bijvoeging d
5
er Darlehens

kassenscheine, in duizenden Mark.

Data
Metaal
_____________

Daarvan
Goud
Kassen-
scheine
Circu-
latie

Dek-
kings-
percen-tage
)

15 Juni 1919
1.171.531
1.151.509
8.442.407
28.274.868
34
7

,,

1919
1.322.749 1.312.403
8.268.186 28.217.855
34
31 Mei

1919
1.536.482
1.516.111
8.068.767
28.244.915
34
23

,,

1919
1.547.007
1.526.481
7.732.861
27.286.482
4

15 Juni 1918
2.466.387 2;345.959 1.631.021
12.042.060
34
15 Juni 1917
2.583.180
2.533.349
527.448
8.224.024
38

23 Juli

1914
1.691.39811.356.857
65.479 1.890.895
93

1)
Uekking der Circulatie door metaal en Kassenscheine.

Data
Wissels
Rek. Crt.

Darlehenskassensclsc Inc

Totaal
Iii kas hij
uitge- de Reichs-
___________-

geven
bank

15 Juni 1919
29.058.438
10.484.520
*5*

7

,,

1919
27.438.644 9.150.671
19.529.900 8.247.100
31 Mei

1919
28.656.472
9.987.875 19.134.800
8.047.600
23

,,

1919
25.864.668 8.468.722
18.804.900
7.711.200

15 Juni 1918
14.936.677 7.904.740
8.931.500 1.615.200
15 Juni 1917
9.474.203
4.816.296 4.791.000
509.800

23 Juli

1914
750.892
943.964
– –

OOSTENRIJKSCH-HONGAARSCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden Kronen.

Metaal en
Disc, en
Bijzondere
Data
b;llenl.
bdee-
schuld van Bank-
Rek. Ccl.
goud-
ningen Oostenrijk biljetten
saldi
wissel,
en Hongarije

7Juni’19
)342.647
11.594.030 32.954.000
40.172.654
7.085.755
31Mei’19
340.424 11.389.564
32.954.000 39.949.891 6.536.628
23

,,

’19
352.294
11.436.110
32.954.000
39.689.691
6.672.689
15

,,

’19
352.019 12.030.363 32.954.000 39.648.582
6.709.549

23Juli’14
1.589.267 954.356,

2.159.759
291.270
• 1)
waarvan Z6Z.276 goud, 23.009 buitenlandsclie
goudwissels
en 57.362.
munt- en muntmateriaal zilver.

BANK VAN FRANKRIJK

Vöornaamste .nost.an
in d,sipndon.
frnrn’e

Data
Goud
Waarvan In het
Buitenland
Zilver
,

Te goe? in het
Buitenland

Buit .geus.
000rsch.
old. St aal

19Juui’19
5.050.629
1.978278
304.715 23.250.000
12

’19
5.550.307
1.978.278
305.792 873.228 23.250.000
5

,,

’19
5.570.045
1.978.278
306.585 827.479 23.200.000
30 Mei ’19
5.549.470
1.978.278
306.915
769.991
22.900.000

20 Juni’18
5.422.966
2.062.108
256.064
1.408.097
18.200.000
21 Juni’17
5.285.010
2.034.775
258.676 769.715
10.600.000

23Juli’14
4.104.390

639.620

Wissels Uitge-
stelde
Wissel,
Belee.
,
ning
1

Bankbil-
jetten
Rek. Cr1.
Parli.
culicren

Rek.
Cii.
Staat

.
858.290
821.088 1.260.039
34.449.557
3.301.514
61.133
855.918
829.376
1.278.432
34.448.513 3.442.560
65.658
.
941.436 842.766
1.249.831
34.370.877 3.503.048 28.546
896.613
859.300
1:227.362
34.061.243
3.40L957
146.214
0
1.334.892
1.078.679 960.059 28.414.297
3.928.095
67.882
489.812
1.198.310
1.150.380 19.777.926 2.592.438 111.326
1.541.080
. –
769.400 5.911:910
942.570
400.590

SOCITÉ GÉNRALE. DE BELGIQUE. i)

Voornaamste nosten in duizenden franea

Data
Metaal
md.
l,uitenl. saldI

von buiteni.
oorde,.

Beleen.
van
prom. d.
provtnc.

I

Binn.’
w(ssels
en
be.leen.

1

Ctrcû-
latie
1

Rek.

sal
Cr1
.
d
i

17Oct. ’18
1.216.753
100.082
480.000
97.728
1.507.912
377.440
10

,,

’18 1.219.743
100.021
480.000
100.040 1.508.011
382.595
3

,,

’18
1.144.781
100.011
480.000
95.287
1.452.612 358.318
26Sept.’18
1.145.778 99.982
480.000
101.783 1.452.948 365.452

18Oct. ’17
476.048
90.903
480.000
100.351
1.172.474
91.204
19Oct. ’16
352.872
76.033
480.000
39.8341
828.739
110.068
t)
Sederteinde 1914 met de functie van circulatiebank belast.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.

FEDERAL RESÈRVE BANKS.
Voornaamste posten in duizenden dollars.

Data
Goud
1

Waarvan
voor dekking
F. R. Notes

Waar-
von in het bui.
tenland
Zilver
dc.

F.R.
.
Notes in
circu.
latie

23Mei

’19
2.178.739
1.259.741

69.194
2.504.253
16

’19
2.175.837
1.291.659

70.020
2.532.039
9

,,

’19
2.174.348 1.259.469
-.
68.436
2.556.749
2

’19
2.166.618
1.218.922

70.601
2.549.040

24Mei

’18
1.898.023 959.296
52.500
58.033
1.578.621
25Mei

’17 977.371
459.516

36.892
454.402

D ata
Wissels
Totaal
,”,


epos
05
Waar-
van
Kapitaal

Dek-
kings.
percen.
lage
1)

Goud-
dekking
cireu.
latie

23Mei

’19 2.132.053

2.477.303

82.553
21,7
50,3
16

,,

’19 2.223.657

2.574.670

82.397
47,4 51,0
9

,,

’19 2.150.339

2.391.343

82228
51;8
49,2
2

’19 2.162.067

2.428.876

82.198

.
53,4
47,8

24Mei

’18 1.201.520

1.909.025

75.465
69,3 61,2
25Mei

‘171

154.964

1.135.591

56.991 65,1
101,1
t)
Verhouding
tusschen: den rotalen goudvoorraad, zilver etc., en de
opeischbare schulden

F R. Notes en netto deposit&a met inbegrip van
het kapitaal.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN ‘BIJ
HET
FED. RES. STELSEL.

Voornaamste noeten in
duizenden dnllara

Data
Aantal
Totaal
uitgezette
1

F5C,7
1

Totaal
i

Waarvan
time
banken
gelden en
beleggingen
1
F. R. bank,
1

depositos
1

deposits

16Mei ’19
773
14.681.508
1.317.760
Ï2.725.289
1.718.894
9

,,

’19
771
14.603.951 1.295.776
12.735.788 1.737.702
2

,,

’19
771
14.679.331
1.273.146
12.770.889
1.720.352
25 Apr. ’19
771
14.679.331
1.273.146 12.770.889
1.720.352

17 Me.i

’18
688
12.608.728
.1.848.111
11.563.390
1.386.698

25Juni1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

607

BANKSTATEN,

KWARTAALSGEWIJZE OPGENOMEN.

1. BANK VAN ITALIË.

(In millioenen Lires.)

Data
Goud
Zilver
Slaat,-
fondsen

Dis-
conto’,
en-
Beleen.

Circu-
1
laiie

1
t

Rek.
Cr1.

30 April 1919
*
222,5
1358,8
9389,1
1459,1
20

1919 211
1
3
1258,5
9341,5
1418,5
10

1919
818,8
72,6
208,8
1287,0
9326,5
1425,5
31 Maart 1919
817,9
73,5
210,7
1268,2
9162,1
1446,6
31 Jan.

1919
217,9
1547,3 9022,1
1544,0
20

,,

1919
*$*
***
207,0
1519,8
9056,1
1549,8

30

April 1918
836,2
78,6
220,1
1373,0
7252,7
1449,4
30 April 1917
851,4
65,2
214,5 934,1
4006,0 790,2

20 Juli

1914
1106,5
90,4 203,9 632,5
1661,1
272,8

II. BANK VAN SPANJE.

(In niillioenen Peseta’s.)

Data
Goud
Zilver
Staat,-
fond.
sea

)

Dis.
conto,
en
Bdeen.

Circu,
!atie
Rek.
Cr1.

14 Juni

1919.
.
2266,3
648,5 717,3
1345,3
3543,3
1070,4
7

,,

1919..
2266,3
648,7
704,6 1338,4
3548,5
1069,4
31. Mei

1919..
2266,3
655,4
713,3
1299,0
3515,9
1079,7
24

,,

1919..
2266,3
652,8 693,3
1306,1
3514,3
1104
1
4
17

1919..
2261,1
647,5 706,0
1311,2
3526,9
1086
1
4
10

1919.
.
2261,1
646,4
686,6
1316,6
3530,2
1068,6
3

1919..
2261,2
649,6 706,5
1312,6
3521,2
1078
1
3
26 April

1919..
2261,1
650,3
719,7
1273,0
3502,9
1110
1
0
19

1919..
2261,1 643,4 739,2
1275,9
3517,9
1096
1
7
12

1919..
2261,1
643,2
725,1
1296,3
3513,7
1094
1
0 5

1919..
2262,2
643,3
728,7
1302,8
3511,4
1088
1
3
29 Maart1919..
2259,3
647,6 736,8
1267,9
3471,3
1087,8
22

1919..
2258,8 644,9
654,9
1282,3
3463,6
1079,9
15

,,

1919..
2256,3 643,5
700,6 1268,5
3474,4
1073,6

15 Juni

1918..
2083,3 703,8 650,9 805,9 2923,0
1027,1
16

J(jni

1917..
1508,7
754,2
641
2
2
776,3
2447,7
782,2

24

Juli

1914.
.
543,5 729,8 494,4
783,8 1919,0
497,9
1)
Inclusief de schuld van de schatkist in rek.-crt.

III. ZWITSERSCHE NATIONALE BANK.

(In millioenen Francs.)

Data
Goud
Zilver
Done.
hen,.
ka,,en-
scheine

Di,.
conto’,
en
Beleen.

Circu. latie
Rek.
Cr1.

14

Juni

1919..
458,7
68,5
4,9
465,7
881,0
112,1
7

,,

1919..
457,2
68,1
4,3
493,3
901
1
6
110,4
31

Mei

1919..
458,5
67,6
4,0
526,1
920,8
134
1
8
23

1919..
430,8
67,2
4,5
519,8
887,7 137,4
15

,,

1019..
430,7
66,7 5,5
524,9 902,2
131,7
7

,,

1919..
420,3
66,2
5,9
571,0
934,9 123,7
30 April

1919..
420,1
65,8
8,0
567,4
962,7
105
1
4
23

,,

1019..
419,7
65,6
9,7
521,2
910,2
112,2
15

1919..
419,0 65,4
9,4
519,6
912,3
113,0
7

,,

1919..
418,0
65,5
9,3
526,9 923,0
97,7
31

Maart 1919..
418,3 65,4
9,4
512,3
940,1
78,7
22

,,

1919..
413,0
85,0
10.
1
2
494,3
879,5
121,6

15 Juni

1918..
384,7
58,2
20,1
326,5 676,4
123,0
15

Juni

1917.

.
340,8
52,7
5,6
203,8
500,0
119,1

23 Juli

1914..
180,1 18,0

107,8
267,9
50,7

IV. NATIONALE BANK VAN DENEMARKEN.

(In millioenen Kronen.)

Data
Goud
Zilver
ringen
op hct
budenL&ken.

conto’,
en
Circu-
latie
Rek.
01.
_

31 Mei

1919..
186,4
2,5 64,1
279,9 434,0
109,2
30 April 1919..
186,7
2,4
71,6
248,0
434,1
87,5
31 Maart 1919.
.
186,9
2,5 75,7
220,6 434,5 64,3

31 Mei

1918..
184,1
2,4
66,7
232,0
344,9
110,0
31 Mei

1917..
179,9
2;4
43,9
147,1
298,6
51,3

30 Juni

1914..
75,6
6,6
19,8
95,6
159,8
4,8

V. ZWEEDSCHE RIJKSBANK.

(In millioenen- Kronen.)

ato
.oua

Vorde-
ringen
op het
bulten!.

Slaat,,
fond,en

Di,.
conto’,
en
Beleen.

Circu.
latte
Rek.
Cr1.

11 Juni

1919..
289,6
142,1
52,6
312,6
678,7
108,1
7

,,

1919..
289,9
141,4
51,8
361,0
713,7
114,4
31 Mei

1919..
290,0
145,1
51,8 346,3 702,6 119,8
24

1919..
291,3 137,0
51,8
225,3 665,0
114,0
17

.

1919..
291,6
130,6
51,8
331,1
682,8
115,8
10

,,

1919..
287,3
134,9
51,8 331,1
701,8
91,5
3

1919..
287,4
130,1
51,8
365,0
725,7
108,7
26 April

1919..
287,5 133,5
54,1
335,6 689,3
116,5
19

,,

1919..
287,6
136,4
54,1
329,5 712,2
108,3
12

,,

1919…
287,7
132,7
54,1
347,8
720,1
95,5
5

,,

1919..
287,9 133,8
54,0
381,1
738,4
108,9
29 Maart 1919..
288,1
132,7
54,1
370,4 719,3
116,9
22

,,

1919..
288,0
140,8
54,1
380,4
701,4
146,1

15 Juni

1918..
258,3 131,3 96,4 232,1
634,2
134,6
16 Juni

1917..
202,8
127,5
76,4
139,0 438,2
111,3

25

Juli

1914..
105,8
115,6
28,0
92,4
206,2
68,2

VI. BANK VAN NOORWEGEN.

(In millioenen Kronen.)

Data
Goud
Vorde.

buitenl.
Effecten

Dis.
COfltO

,

Brieen.

Circu.
Rek.

16 Juni

1919..
148,5
74,9
12,3
339,0
426,9
77,3
7

,,

1919..
148,5
74,7
12,3
346,5 428,2 83,6
31 Mei

1919..
148,6
76,2 12,3
349,5 420,5
87,7
22

,,

1919..
148,6
76,3
12,3
347,9
422,7
90,0
15

,,

1919..
148,6
74,8
12,5
340,5
426,2
81,4
7

,,

1919..
148,6
69,7
12,5
346,0
431,1
73,2
30 April

1919..
148,7
69,0
12,5
349,9
434,1
76,3
22

,,

1919..
148,7
68,9
12,5
353,0 442,9
72,1
15

,,

1919..
148,8
69,0
.12,5
362,8 449,6 74,2
7

1919..
148,8
68,1
12,5
370,9
441,7
90,0
31 Maart 1919..
148,8
67,1
12,5
370,3
432,1
97,3
22

,,

1919..
.121,7
61,4
12,5
390,8
415,4
103,9

15

Juni

1918..
120,1
66,7
12,9
333,3
356,1
114,0
15 Juni

1917..
128,9
80,2
12,7
237,5
278,8
132,5

22 Juli

1914..
52,4
65,7
.

8,9
79,3
120,8
10,7

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 21 Juni 1910.

De geweldige gebeurtenissen van de laatste dagen, resul-
tcerende in het aannemen door Duitschlancl van de door
de Entente gestelde vredesvoorwaarden, hebben nog niet
haar invloed op het koerspeil der internationale beurzen
kunnen urtoefenen. De gansche achter ons liggende be-
richtspëriode is gekenmerkt geweest door een stemming
van ahvachten, die een uiterst lustelooze marktsteming
te voorschijn heeft geroepen. Op geen enkele der buiten-
lancische beurzen, wellicht met de enkele uitzondering vaji
New York, is sprake geweest van eenigszins beteekenende
omzetten. Vooral te Berlijn is de handel buitengewoon
minimaal geworden. Men was er zich daar ter plaatse van
bewust, dat, welke oplossing ook aan de vredesquaestie zou
worden gegeven, in ieder geval een periode van buitenge-
wone moeilijkheden voor het Duitsche rijk te verwachten zou zijn. ]Iet is daarom dan ook begrijpelijk, dat een zeer sterke stiooming in de Nationale Vergadering zich tot het
laatste tegen de oncierteekening van het vredesverdrag heeft
gekant en dat de anueming er van slechts heeft kunnen
plaats vinden onder het uitdrukkelijk beding, dat voor het
geweld de wijk wordt genomen. Toch is het te verwachten,
dat een gevoel van algemeene verruiming zal ontstaan, nu
althans het schrikbeeld van een geheele of gedeeltelijke
bezetting der 1)uitsche gebieden uit den weg is geruimd.
Op het.00genblik is natuurlijk niet te voorspéllen op welke
wijze de toekomstige ontwikkeling der Duitsche gebieden
zich zal voltrekken, doch het is te verwachten, dat een
openstelling van het handeisverkeer, voor zoover dit al-
thans door de Entente zal worden getolereerd, ëen zeer
gunstige uitwerking zal hebben op de economische ont-
vloeiingen bij onze Oostersche buren. Het is inmiddels te hopen, dat binnenlandsche politieke verwikkelingen geen
spaak in het, wiel zullen steken.

It1

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25Juni1919

Onder den krachtigen invloed van de acceptatie van het
vredesvoorstel zijn ‘de Centrale valuta’s in het buitenland
en ook te onzent zeer sterk gemonteerd. Juist heden be-stond overweldigende vraag naar Marken-valuta’s, eens-
deels ter dekking van vooraf aangegane contramine-posities,
anderdeels voor speeulatieve hausse-doeleinden en ten slotte
teneinde de noodige fondsen in handen te krijgen tot aan-
koop van fabricaten voor industrieele doeleinden.

Zooals reeds hierboven gezegd, weerspiegelt het tijds-
verloop, waaromtrent hier ter plaatse verslag wordt uit-
gebracht, aan de beurs te 13 e r 1 ii n nog ‘geenszins het gun-
stig resultaat van de vredessluiting. De beurs was over
het algemeen ongeanimeerd gestemd. Wel traden geen
groote verkooporders op den voorgrond, doch aan den
anderen kant bestond ei’ volstrekt geen animo tot het
entameeren van nieuwe affaires. De rijksieeningen, voor-
namelijk de oorlogsleeningen, waren gedrukt, niet slechts in verband met de cleprimeerende positie, waarin de Mar-
ken-valuta in het buitenland zich gedurende de gansche
week bevond, doch ook naar aanleiding van het feit, dat
de aflossing P, pari der oorlogsleeningen thans slechts wordt
toegestaan aan hen; die legergoederen koopen en die dan
nog kunnen bewijzen, dat zij tot de oorspronkelijke in-
schrijvers hebben behoord. Alleen bestond er een tijdelijke
opleving voor buitenlandsche waarden en buitenlandsche
coupons, hetgeen natuurlijk in nauwe relatie met den
reeds gereleveerden lagen Markenstand moet worden ge-
bracht.

Van de beurzen te Parijs en te L o n d e n is geenerlei
nieuws van eenige beteekenis tot ons gekomen. Hoewel
men zich daar in de sterke positie van absolute overwin-
•naars heeft bevonden, wierp de mogelijkheid van een her-
‘vatting van den krijg (zij het niet in denzelfden omvang
als vroeger) ook haar schaduwen op de effectenmarkten.
Ook hier kan derhalve van ongeveer dezelfde stemming als
Le Berlijn gewag worden gemaakt.

Alleen te N e w Y o r k waren de omzetten van groote
beteekenis en was de stemming ter beurze over het gehel
veel optimistischer dan op de markten in Europa. In deze
kolommen is reeds vaak in het licht gesteld aan welke
motieven deze stemming moet worden toegeschreven, motie-
ven welker kracht tot dusver nog niets heeft ingeboet. Op
enkele dagen bestond er weliswaar groote verkoopdrang,
doch deze moet louter worden toegeschreven aan markt-technische factoren, o.a. de geidmarkt betreffende. Deze
was af en toe tot een hoogte opgevoerd, waarbij het ver-
krijgen van kapitaal voor speculatieve doeleinden vrijwel
buitengesloten was, hetgeen natuurlijk geweldige realisaties
ten gevolge heeft gehad. Nochtans hebben deze niet langer
dan eenige dagen geduurd en is op dit oogenblik een vrij
normale toestand weder overheerschend geworden, zoodat
de overwegingen van economischen en politieken aard we-
der dan vrijen armslag hebben gekregen. Wat de economi-
sche factoren betreft, treden hier in het bijzonder op den
voorgrond de buitengewoon gunstige oogstvooruitzichten,
benevens de overvloed van grondstoffen en materiaal op
alle gebied, waardoor de Vereenigde Staten voor de eerst-
komende jaren vrijwel als eenige leveranciers van het uit-
geputte Europa zullen kunnen optreden. Hierbij komt de
totale wijziging op financieel gebied. Waar 5 jaar geléden
de Unie voortdurend bij de geldgevers in Europa moest
aanktoppen om in haar behoefte aan uitbreiding op ver-schillend gebied te voorzien, is thans de betalingsbalans
volkomen ten gunste van de Vereenigde Staten gekeerd en
komen zij in aanmerking om als credietgevers op te treden.
Het spreekt van zelf, dat dit vooruitzicht mede de hoop
op een groot politiek overwicht doet opkomen, waardoor
de gansche gedachtengang van het Amerikaansche volk en
derhalve ook van de beurs in optimistische banen wordt
geleid. Men houdt dan ook op dit oogenblik minder reke-
ning met de reeds behaalde resultaten der verschillende
ondernemingen, noch met de directe winstvooruitzichten,
doch meer en meer richt men het oog op de verder afge-
legen toekomst. Zoo waren b.v. Steels, die •thans slechts
5 pCt. dividend geven, aanmerkelijk boven pari gevraagd,
terwijl er ook goede animo bestond voor Marinewaarden
in verband met het niet doorgaan van den verkoop der
bezittingen aan Britsche houders, waarmede men een goede toekomst voor ide handelsvloot der Vereenigde Staten ver-
bindt. Ook tracht men in gebieden, die tot dusver voor het
Anierikaansche kapitaal niet in sterke mate openstonden,
terrein te winnen, getuige het plan van de Irving and
Guaranty Trust tot oprichting van een groots bank, in
samenwerking met Scandinavische belangen, ter exploi-
tatie van Russische ondernemingen.
Waar de afgeloopen berichtsperiode weinig nieuws •te
aanschouwen heeft gegeven op het gebied van de gewoonlijk

hier behandelde beurzen, kan het van belang worden ge-
acht een blik te slaan op de ontwikkeling van de nieuw
opgerichte staten, in het bijzonder van de Tschecho-Slowa-
kische republiek. In de Nationale Vergadering dezer repu-
bliek gaf de bekende Minister van Financiën, Rasin, kor-
telings eenige beschouwingen, die voor de beoordeeling van
de economische en financieele positie van het land van
belang kunnen zijn. Hij deelde o.a. mede, dat Tschecho-
Slowakije gedurende den oorlog sterk heeft geleden en dat
alle blokkade maatregelen, die de Entente tegen de Donau-
monarchie in toepassing bracht, de Tschechb-Slowa1kische
industrie zware wonden hebben geslagen. Aan de hand
van voorbeelden gaf hij daarna eenige opheldcrin’gen aan-
gaande de beteekenis van het nieuwe Staatsgebouw, waartoe
95 pCt. van de gezamenlijke textielindustrie, 85 pCt. der
katoenspinnerjen en 50 pCt. van de automobiel- en ma-
chine-industrie der oude Donaulanden behooren. Al deze
takken van industrie lagen bijna volkomen stil; slechts die
bedrijven konden worden gaande gehouden, waartoe de
noodige grondstoffen van eigen oorsprong waren. Hiertoe
behoorden vciör alles de suikerraffinaderijen. De groote
houtzagerijen van het land moesten eveneens stil worden
gelegd, daar al liet hout voor ooriogsdoeleinden in beslag
was genomen.

Betreffende de financiën deelde de Minister mede, dat de voornaamste inkomsten bestonden uit de belastingopbreng-
sten op den alcohol en het bier, welke bron echter volkomen
drooggelegd was. Desniettegenstaande was het gelukt het
gewone Staatsbudget voor het laatste jaar met een
actief-saldo van 181 millioen Kronen af te sluiten. Een
verdere voorname hulpbron voor de cousolideering der
financieele verhoudingen ziet Rasin voor de toekomst in
de inkomsten der Spoorwegen, die voor het grootste ge-
deelte door den Staat worden beheerd. Weliswaar sluit de
balans der gezamenlijke Spoorwegen met een tekort van
600 millioen Kronen, maar door verbetering van materiaal
en teruggave van in Oostenrijk achtergehouden locomotie-
ven, waggons, enz., hoopt men het bedrijf beter te doen
functionjieeren.

Tegenover deze vrij gunstige uiteenzetting staat echter
de bijna onoverkomelijke hinderpaal van een •geweldig
tekort op de buitengewone begrooting, waarvan het passief-
saldo niet minder dan 3324 millioen Kronen bedraagt. De
regeering koestert het plan dit deficit niet alleen door
leeningen te ‘delgen, doch wil een derde gedeelte der bui-s
tengewone uitgaven door nieuwe belastingen dekken. Voor-
gesteld zal worden een belasting van 6 pCt. op inkomsten
uit vermogen en belastingen op goederenoixizetten. Voorts
een heffing uit de winst van buitenlandsche filialen, een
huurbelasting van 20 pCt., een belasting op wijnen, een
luxe belasting, vei’hooging van de alcoholbelasting, 15 pCt.
belasting op alle transportondernemingen, enz. Deze geza-menlijke heffingen worden echter nog slechts op 750 mil-
lioen Kronen getaxeerd, zoodat nog een zeer aanzienlijk
bedrag ongedekt blijft.

Ook in Polen heeft men met buitengewone geldbehoeft.en
te kampen. Inelustef een juist weder toegestaan crecliet
van 600 millioen mark bedragen de gezamenlijke schulden
van Polen op het oogenblik niet minder dan 4Y2 milliard
Mark. In groote mate heeft men zijn toevlucht genomen
tot het aanmaken van papieren geld der Darlehnskassen,
welke niet meer de garantie hebben van de Duitsche regee-
ring. Groote moeilijkheden schept de valuta-wijziging;
man heeft tot nu toe niet kunnen besluiten een bepaalden
omrekeningkoers voor de in omloop zijnde vreemde bank-
biljetten te bepalen. Op het oogeablik circuleeren ni. in
Polen: Duitsche Marken’biljetten, Poolsche Markenbiljetten
uit den tijd der Duitsche bezetting, nieuwe Poolsche bil-
jetten, Oostenrijksche Kronen en Russische Roebels, welke
chaos voorloopig nog niet tot orde is gebracht.

T e o n z e n t heeft de beurs gedurende het grootste
gedeelte der berichtsperiode eveneens een lusteloos aanzien
gehad, in overeenstemming met de tendens aan vrijwel
alle buitenlandsche markten. Voor inheemsche
staatsfond-
sen
bestond niet de minste belangstelling, hoewel aan den
anderen kant de Indische leeningen ook niet reageerden
op de bekendmaking der nieuwe emissie ad 180 millioen
gulden 6 pCt. obligaties ten laste van Nederlandséh-Indië,
welke tot den koers van 1004 pCt. op den len Augustus
a.s. aan het publiek ter inschrijving zullen worden aan-
geboden.
Alleen tegen het slot der week ontwikkelde zich groo-
tere interesse voor enkele buitenlandsche soorten, met name
voor Oostenrijksche Staatsschulden, toen steeds sterker tot het publiek de waarschijnlijkheid doordrong, dat het
vredesverdrag zou worden geteekend. Daarentegen konden
Russische waarden zich nog niet uit haar apathische hou-,

25 Juni
1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

ding verheffen en bleven de koersen, hoewel goed gehnd-
liaafd, vrijwel op ddn hoogte.

17Juni 19Juni 23 Juni
Rjzingof

5 0/
Ned. W. Seh. . . . 9P/

91’/

91
1
/i +
8/16

434
0/

,,

,,

,,

1916. 86

85I8

85I8

1
18
4

°/

,,

,,

,,

1916

80
1
/2

80 ‘/i

80
1
/,
334
0
/0 ,,

,,

,,

.

68/&

69e/8

69V4
..f.
8/

3

01

,,

,,

,,

. . . .

61

61
8
/s

61
1
/2

-I-
12
21,4
0
/0
Cert. N. W. S…..
50Is

508/4

51
1
/

+

Is
5
0
/0
Oost-Indië 1915

92/8
9218

93

+ 8/8
4
0
/0
Hongarije Goud

24

238/
4

26

+ 2
4
o/
Oostenr.Kronenrente
22l,6 21
7
/8

24/8 + 2
9
/16
5
°Io
Rusland 1906 …… 42
1
4

42
1
/2

428/4
+ /
2
434 °/olwangorod Dombr..

29
1
I

29
1
1

29e/s
+ i/
o

4
0
/
0
Rusland Cons. 1880 29

29
1
/2

291/o
+ Vs
4
°
/s Rusi. bij Hope & Co

31 i/

30

318111
+
1/is

4

0/
Servië 1895 ……..50

50

50
434
0/
China Goud 1898

71
8
/
4

718/4

718/
4

4
0
/0
Japan 1899 ……..69/o

69/8


4
0/t,
Argentinië Buitenl

681/
8

68
1
/2

68’1
5

0/0
Brazilië 1895 ……
75Ii

757/
je

747/8 –

5

0/

,,

1913 ……51
8
/4

518/
4

Ook cle locale markten waren nagenoeg onbewogen tot
plotseling ook hier een keer intrad. In de eerste plaats
reageerden aandeelen Koninklijke Petroleum-Mij. op deze
veranderde tendens. In de claims ontstond een buitenge-
woon levendige handel tot scherp oploopende koersen, ter-
wijl ook de aandeelen zelf in gelijke verhouding konden
monteeren. In aansluiting hieraan stegen ook de dochter-
maatschappijen der Koninklijke, o.a. aandeelen Dordtsche
Petroleum-Mij. en Moeara-Enim in zeer beteekenende mate.
1)aarentegen bestond aanbod op groote schaal in aandeelen Geconsolideerde ]lollandsche Petroleum-Mij. op geruchten,
dat het dividend op deze aandeelen wederom zou worden
gepasseerd. Ook was dit fonds eenigszins in reactie in ver-
band met de verplichting tot aanmelding van Roemeen-
sche fondsen, waartoe ook aandeelen Astra Romana (waar-
van naar men weet de Geconsolideerde de ,,Holding Oom-
pany” is) behooren.
De geanimeerde stemming plantte zich weldra over op de
snikcrafdceling,
naar aanleiding van telegrafische berich-
ten uit Indië, volgens welke de afdoeningen van suikei
voortdurend tot hoogere prijzen plaats vinden. De omzetten
uit de tweede hand worden reeds met
f
28,50 bericht, zoo-
dat het er wel den schijn van heeft, dat de stijgende tendens
voor dit koloniale voortbrengsel nog niet onderbroken is.
In het bizonder waren aandeelen Handeisvereeniging
,,Arnsterclam” sterk gezocht, waartoe ook heeft bijgedra-
gen het feit, dat hierin een belangrijke baisse-positie afge-
wikkeld werd. Aan den xnderen kant werkte de mededee-ling omtrent zeer hooge koffieprijzen stimuleerend op die ondernemingen, die een gemengden aanplant bezitten, tot
welke rubriek ook enkele maatschappijen van de rubber-
afdecling gerekend mogen worden.
De
schecpvaartmarkt was gedurende deze berichtsperiode
wel vast gestemd zonder nochtans groote koersvariaties
te aanschouwen te geven. Het bericht der emissie van
nieuwe aandeelen der Stoomvaart-Mij. ,,Noordzee” lokte
eenige ‘verkoopen voor dit fonds uit, hetgeen echter niet
tcrn!gwerkte op dc overige aandeelen dezer markt.
17 Juni 19Juni 23 Juni
Rg2f
dalin
Holland-Amerika-Lijn …. 381
1
1 383

388 ‘/ + 7

gem.eig. 361

360
1
/4 367’/4 + 64
Holland-Gulf-Stoomv.-Mij -. 288

288

289

+ 1
HoIl. Alg. Atl. Stoomv.-Mij. 153
2
/8 154
1
/2
154
1
/s + 1
1
/8
Hollandsche Stoomboot-Mij. 197
8
/4 202
1
!2
216

+ 18 1/4
Java-China-Japan-Lijn…. 336
1
/ 338

338 1/4 + 2
Kon. Hollandsche Lloyd . . 175
1
/
1768/4
182/4 + 7
Kon. Ned. Stoomb.-Mij. .. 229
1
/ 231

2408/4 + 11
1
/6
Kon. Paketvaart-Mij……257
1
/8
260

265 i/ + 8
Maatschappij Zeevaart …. 304

3071/
2
315

+11
Nederl. Scheepvaart-IJnie.. 279

2802/
4
284/4 + 5V’
Nievelt Goudriaan ……515

515

515
Rotterdamsche Lloyd …… 273V: 275

277
/8
+
4
Stoomv.-Mij.,,Hillegersberg” 292

292

295

+ 3

,,Nederland” . . 308
1
/

311

320’/ + 122/4
,,Noordzee” . . 161
1
/
164V

146

_15I/*

,,Oostzee” …. 356

356

356

* ex claim.

De
rebberafdeeling
kon tegen het einde der week voor
enkele soorten iets monteeren, speciaal voor aandeelen
Amsterdam-Rnbber-Mij., welke onderneming een vrij be-
langrijken koffie-aanplant bezit. Daarentegen varen aan-
deden Nederlandsche Rubber-Mij. in reactie, daar. men al-

gemeen verwacht, dat geen of een zeer klein dividend zal
worden gedeclareerd.
De
tabaksmarkt
heeft geen aanleiding tot nadere be-
spreking gegeven.

17 Juni 19 Juni 23 Juni
Mizins
dalin
Amsterdamsche Bank …
184/
184
8
/4
1841/4

‘/:
Ned.Handel-Mij.cert.v.aand
2048/
4

204
2/4

194/8
_1081
8
*
Rotterd. Bankvereeniging
143
7
/8
143
8
1,
142
1
/

1/
Amst. Superfosiaatfabriek
155
156
1
/:
155
Van Berkel’s Patent ……
144
1422/
4

145
+
1
Insulinde Oliefabriek


249
1
/2
253
253
+
3’/
Jurgens’ Ver. Fabr. pr.aand
107 /8
107
107

Ned. Scheepsbouw-Mij…..
178
178
1781/:
+
1/8
Philips’ Gloeilampenfabriek
567
1
/9
570
575
+
71/:
R. S. Stokvis
&
Zonen …
543
535
5421/:

1
/8
Vereenigde Blikfabrieken
130
5
/
130
1
/8
130
1
/,

1/2
CompaniaMercantilArgent
286
1
/2
280
304
+
17′!:
Cultuur-Mij. d. Vorstenland
227
234
8
/8
246/8
+
19/o
Handelsver. Amsterdam
500 502 518
+
18
Roll. Transati. Handeisver.

129/8
127 128

l/
Linde Teves
&
Stokvis …
227 228
1
I
23114
+
48/4
VanNierop&Co’s Handel-Mij
188
1
/
187
190
+
1
1
/
Tels
&
Co’s Handel-Mij
167
1
/
164
1
/
168
+
1/2
Gecons. Roll. Petroleum-Mij
326
3248/
4

321
1
/s

4V:
Kon. Petroleum-Mij . ……
Orion Petroleum-Mij

.
…….
660 706
7348/4
+
742/4

Steaua Romana Petr.-Mij.

96
154
961/
5
154

978/

158/o
+
18/4

+
47/8
Amsterdam-Rubber-Mij…..
225’/
226’1
4

233′!:
+
8
Nederl..Rubber-Mij. …….
.118
110 111

7
Oost-Java-Rubber.Mij…..
235
239’/
245
+
10
Deli-Maatschappij

……..
Medan-Tabak-Maatschappij
509
224
510
520’/
+
11’1:

Senembah-Maatschappij
491
1
!: 224
492
225 500
1
/:
±
1

+
9
*
ex. div. 14 °/o.

De
Amerikaaiiscjte markt
hield zich in haar bewegingen
vrij nauwkeurig aan de aanwijzingen van Wallstreet. De
fluctuaties van New York werden hier ter plaatse goed
overgenomen, hoewel op enkele dagen, onafhankelijk hier-
van, een vrij omvangrijke kooplust ‘voor aandeelen Steel
Oorporation bestond.

17 Juni 19Juni 23 Juni
Rijzngof

American Car
& Foundry

103/o 112

112
1/:
+ 9/8
Anaconda Copper ……..152

l54Vis 157

+5
Un. States Steel Corp.. . .

lO3
1
/

107
7
ie 108’/ + 512/16
Atchison Topeka ……..100’/o 1008/
4
103
8
/8 + 31/4
Southern Pacific ……..105

1098/
4
109
1
/

+ 4’/z
Union Pacific …………140

143 Va 142

+ 2
Int.Merc.Marine afgest …..
468/4

50

49
8/
+ 2/4
prefs. 1 5O
8
/ie l55’/,a 157/16 + 71/8

De
gcidmarkt
bleef doorloopend ruim. Geld op prolon-
gatie circa 3 pOt.

GOEDERENHANDEL

GRANEN.
24 Juni 1919.

liet feit, dat eerstdaags de ‘vrede geteekend zal worden,
heeft zich slechts in geringe mate in de graanmarkteu
uitgedrukt. Weliswaar is Chicago met mais aanmerkelijk
gestegen, doch dit is veeleer toe te schrijven aan oogst-
vooruitzichten dan wel aan de mogelijkheid, dat Duitsch-
land spoedig aanzienlijke hoeveelheden graan zal betrek-
ken. De Argentijnsehe markten zijn eveneens over het
algemeen vast geweest, doch de verschillen, vooral voor
tarve en mais waren toch nog niet zeer belangrijk.
De oogstberiehten uit de Vereenigde Staten betreffende
tarwe blijven onveranderd gunstig; daarentegen heeft de
droogte in Europa veel schade berokkend. In Engeland
wordt een aanmerkelijk kleinere opbrengst verwacht, liet-
zelfde geldt ook voor de meeste landen van het Continent.
De wintertarwe heeft zich evenwel tot nu toe vrij goed ge-
houden en misschien, dat de vooruitzichten ten gevolge
van de veranderde weersomstandigheden nog aanmerkelijk
verbeteren zullen.
De voornaamste handel in tarwc richt zich op Zuid-
Amerika, waar de prijs aanmerkelijk lager is dan in Noord-
Amerika. Verschillende Regeeringen, waaronder de Neder-
landsehe, koopen regelmatig f.o.b. Argentinië. Ongetwij-
feld zal oo.k veel van dc Duitsche bhoefte door Argentinië
vervuld worden.
Zooals wij reeds boven opmerkten, zijn de vooruitzichten
voor den nieuwen masoogst in de Vereenigde Staten niet

610

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25Juni 1919

Noteeringen.

.

Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.

Chicago

I

Buenos Ares

Data

Tarwe

MaTs

Haver

Tarwe

Mats Ltjnaad
Juli

Juli

Juli

Juli

Juli

Juli

21Juni’19 226
182
1
/
71
1
/2
11,50 5,85 29,45

14

,,

’19 226
173
1
1,
69
1
/
11,40 5,70
28,90

21Juni’18 220
144
72I8
12,45
5,35 24,15

21 Juni’17 203
153’/
62
1
/8
18,05 12,85
22,75

21Juni’16 103
1
/8

73
1
/2
39/s
7,25
4,10
11,35

20Juli’14

82
56/

‘)
36’Ii
‘)
9,40

)
5,38
1
)
13,702)

1)
per Dec.
per

Sept.

Soorten.
23 Juni
1919
1

16 Juni
1919
23 Jun4
1918

-‘

572,50
1)

Tarwe …………………
Rogge (No. 2 Western)



514,-

Gerst (48 ib. feeding) ..
453,- 453,-

Haver (38 ib. white clipped)
24,-

.

015,-

26,-

Mais (La Plata)

………485,-

Lijnkocken (Noord-Ame-
rika van La Plata-zaad)
292,50
287,50
-:
Lijnzaad (La Plata)
2)
1015,-

1)
Regeeringsprjs.

2)
Juli/Aug.-aflading.

AANVOEREN in tons van 1000 K.G. voor verbruik in Nederland.

Rotterdam Amsterdam
Totaal

Artikelen.
15-21 Juni
Sedert
Overeenk.
15-21 Juni
Sedert
Overeenk.
1919
19l8
1919
1 Jan. 1919
tijdvak 1916
1919
1 Jan. 1919
tijdvak 1918


37.329

3.586
23.965

61.294

440
440


11.010

11.450

Tarwe ……………….

570
2.208


– –
2.208

Rogge

……………..
Boekweit

…………..

9.569


1.863

11.432

G-erst

…………….
5.730
27.316


32.259


59.575

719
6.525


3.768

10.293

Mais

……… ………

Lijnzaad …………..

5.956


5.484

11.440

Haver ………………

Lijukoek …………..

.

17.677


100

17.777

2
..600

.

47.737


37.435

.

85.172

Tarwemeel ………….
Andere meelsoorten
795
20.588
.


10.573

31.161

AANVOEREN
in
tons van 1000
K.G. voor
het Buitenland.

2.853
178.868
117.953



178.868
117.953


14.072 66.843
– –

14.072
66.843
Tarwe ………………

Rogge …………….
.-
44.725
5.174


44.725
5.174
Mais

………………


.
132.848

– –

132.848

Tarwemeel ………….
Gerst

……………..

62.373
13.347



62.373 13.347


118.100




118.100

Haver …….
……….

2.412




2.412

Lijnkoeken …
……….
Andere meelsoorten

115.992




115.992

gunstig en wel doordat de bezaaide oppervlakte aanmer-
kelijk minder geschat wordt dan verleden jaar, zoodat zelfs
hij een goeden oogst de totale opbrengst zeer matig zal zijïi.
De invoer van mais in de Vereenigde Staten uit Argentinië
gaat nog regelmatig voort, doch de totale wekelijksehe ver-
schepingen van dit laatste land zijn nog niet van dien aard,
dat er spoedig sohaarselite van vowraden te verwachten zou
Zijn.
Gerst en haver blijven vast gestemd met een goeden
handel van het eerste artikel naar Engeland en België.

No d. e r 1 A n d. Ook hier heeft het oogstberioht een
pessimistische tint vooral als .men daarbij opmerkt, dat
het graan op de gescheurde gronden slecht staat, begrijpt
men hoe gelukkig het voor ons land is, dat de oorlog ge-
eindigul is.
De Regeering heeft ook deze week wederom een veiling
van 5000 tons Amerikaansche gerst gehouden. De geheele
5000 tons werden tot bijna dezelfde prijzen als de vorige
veiling verkocht. De vraag naar dze soort gerst is aan-
nierkelijk beter en bij het prijsverschil met maïs is de
prijs voor dit laatste artikel, voor zoover disponibel aan-
gaat, flink gedaald. Op aflading daarentegen zijn de prij-
zen onveranderd gebleven, vooral ook omdat tengevolge van
het feit, dat bekend geworden is, dat de Regeering met den
maïsimport wenseht aan te vangen, de importeurs geen
nieuwe bevrachtingen aandurven. De hoeveelheid direct
en indirect op Rotterdam afgeladen maïs is zeer voldoende
en het verwekt dan ook verwondering, dat indien er Ne-
derlandschb schepen beschikbaar gesteld kunnen worden
voor mais, deze niet vrijgelaten kunnen worden om door
den handel
01)
Nederland bevracht te worden, doch (lat dc
.liegeering ze moet requirceren om nu, na den vrede een
gedeelte van den importhandel van veevoeder op te vatten, (lat zij geruimen tijd aan den handel overliet.
haver blijft flauw met geringen omzet.
Lijhzaad vaster. Na den verkoop van de ca. 9000 tons
tot f929 zakte de oliemarkt geheel ineen, doch gedu-
rende de laatste dagen herstelden de prijzen zich, ‘tenge.
volge waarvan wederom lijnzaad tot hoogeren prijs, n.l.

f
1010 gehandeld werd. Aangezien de prijzen in Argen-
tinië voortdurend stijgend blijven, worden ook de prijzen
hier door de exporteurs regelmatig verhoogd.
Lijnkoeken vast met goeden handel.

SUIKER.

NOTEERINGEN.

Londen
1
Amsterdam

1
New York Data

1

per

Taies

White

1

96%

Juni

1 Cubes
I
Jva3

bied
Centrfugals.
No.!

fo•
1
:j.

1

20 Juni 1919..
f

64/937/6

7,28
13 ,,

1919..
,, –

6419

3716

7,28
20 Juni 1918..
,, –

6419

5,92
20 Juni 1917.. ,, 23,- 53/9

1916

30/6 5,77 A, 5,89
21 Juli 1914.. ,, 111u 181-

3,26

Volgens het bericht van F. 0. Licht van 13 Juni was
toen nog niet voldoende regen gevallen, om aan de algemeene
behoefte naar doordringende bevochtiging van den grond
te kunnen voldoen. De stand der velden was verschillend,
doch over het algemeen nog bevredigend. De rondvraag bij
de fabrieken in de tweede helft van Mei gedaan ten op-
zichte .van den nieuwen aanplant duidt op een verminderden
uitzadi van 12
1
/2 O/o.
Aangezien echtèr niet alle fbrieken in
Duitsehland geantwoord hebben en vooral uit Posen slechts
enkele eene opgave verstrekten, kan dit cijfer geen juist
beeld geven en blijft F. 0. Licht bij een taxatie van ea.
17
0/
vermindering voor geheel Duitschiand, zooals de
grenzen in 1914 varen. Het vredesverdrag zal hierin nu
nog groote wijzigingen brengen.
De laatste Board of Trade-statistiek in Engeland luidt
als volgt:

Mei

Jan.-Mei
1919

1918

1919

1918

Import Riet ……..134.846 101.768 486.644 528.735 tons
Biet ……..-

1

7.692
Geraffineerd

68.818

2.271 178.531 12.352

Totaal ……..203.664 104.039. 665.176 548.779 tons
Voorraad in entrepot 342.200 278.350 –


Voorr. raffinaderijen 17.600 32.150 –


Productie ……….76.259 73.540 339.494 302.682
Totaal binnenl. verbr. 165.492 81.796 618.360 385.284
Uit Java meldden de sporadisch binnenkomende berichten
eene verdere rijzing der markt. Volgens courantenberichten
werd voor partijen Sup. uit de tweede hand
f
29,- per
pikol f.o.b. directe levering betaald, voorts
f
27,- voor

2
5Juni 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

Iff

Juli- en
f
26,- voor Augustuslevering eerste kosten.
Afdoeningen uit den volgenden oogst werden nog niet
gemeld, doch het is niet onwaarschijnlijk, dat reeds het
een of ander afgesloten werd.
Over de Europeesche markten valt niets nieuws te berichten.
De laatste Cubastatistiek luidt:

1919

1918

1917
Ontv. der week tot 14 Juni

69.848

51.154

35.367 tons
Totaal sedert 1 Dec.
1)
…. 3.120.481 2.791.075 2.563.452 Werkende fabrieken

78

53

39
Exp. d. week tot 17 Mei . . 112.883 103.324 115.000 tons
Totaal Exp. 1 Jan.-17 Mei 1.641.931 1.415.725 1.566.140
Exp. Engeland ,,

303.017 246.726 370.210
Frankrijk ,,

,,

25.820

7.400

25.420
Totaal voorraad 19 Mei .. 1.126.867 1.082.219 757.000

t
) 1918/17116.

Het aantal der nog in werking zijnde fabrieken ver-
mindert dus vlug.

RUBBER.

De stemming bleef in het begin der afgeloopen week
flauw en prjzetl liepen verder terug tot 1/8 voor loco prima
Crêpe. Daarna trad een reactie in en de markt werd vaster, terwijl de noteeringen zich konden verbeteren tot
11911
2
.
Hoewel de voorraden te Londen buitengewoon groot zijn en thans ruim 24.000 tons bedragen, verwacht men binnen-
kort wel grootere vraag uit Amerika, zoomede uit de Cen-
trale landen.
Do slotnoteeringen luiden:
prima Crêpe loco ……
1/9′!,
einde voorafg. week 119
smoked Sheets ,…….
1/8′!,

……………..
1/8
prima Crpe Juni/Sept

1/9
8
I

……………. 1/9 ‘Ii
Oct./Dec. ..

1111

……………..1/10’/g
Jan./Juni..

2/-

…………….
-1-
Para ………………2/5

…………….2/5

KOFFIE.

(Mededeelirig van de Makelaars
G.
Duuring & Zoon, Kolf 1
& Witkamp en Leonard Jacobson & Zonen).

Noteeringen en voorraden.

Data
Rio
Santes
Wisselkoers
Voorraad
,ÇrUf1

Voorraad
V.

21Juni 1919
399.000
16.350
2.311.000
1)
1411/
14

1919
493.000
13.850
2.301.000
16.400
14
1
!,,
7

,,

1919
496.000
12.900
2.500.000
15.200
14″/3
21 Juni

1918
815.000
4.775
2.838.000
5.500
12’°/,,

Ontvangsten.

Rio

Sanio, Data
Afgeloo pen

Sedert

Afgeloo
pen
I

Sedert
week

I

1
Juli

week

1 Juli

21 Juni 1919..d 41.000 1.698.000

91.000 7.300.000 21 Juni 1918..

64.000 2.891.000 121.000 112.011.000
‘) Niet genoteerd, laatste noteering 18 Juni 17.600.

KATOEN.

Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons,

Manchester, d.d. 28 Mei 1919.
Prijzen van Amerikaansche katoen zijn in de laatste dagen weer sterk gestegen, voornamelijk door slechte oogstberich-
ten. Men zegt, dat de vele regens den oogst, in bijna alle
districten hebben beschadigd, dat bovendien de aanplant
verminderd en de conditie slechter is dan verleden jaar.
Bovendien hebben verschillende aankoopen voor rekening
van Walistreet de markt gesteund, terwijl ook door de
industrie belangrijke aankoopen zijn gedaan. Op minder
gunstige politieke berichten had gisteren een kleine reactie
plaats, doch over het algemeen is de markt zeer vast. Over
den Egyptischen oogst valt weinig nieuws te vermelden en
prijzen blijven onveranderd.
je vraag voor Amerikaansche garens blijft zeer goed en
hqewel de vraag wat verminderd is door de jongste groote
stijging, verwacht men, dat dit slechts van tijdelijken aard
is en dat vele orders geplaatst zullen moeten worden. De
behoefte voor de binnenlandsche consumptie wordt geregeld
grooter nu er meer weeftouwen aan het werk komen.
Prijzen zijn zeer vast en medio nummers zijn in twee
maanden circa 10 pence per pond gestegen, terwijl deze
stijging voor de grovere en fijnere nummers slechts circa
7 pence bedraagt. Warpcops en boomen zijn zeer moeilijk
te krijgen, doordat, enkele spinners gebrek hebben aan de
daarvoor benoodigde katoen, zoodat enkele spinners van


fijne nummers zelfs in het geheel geen offerte willen maken.
Ook de exportvraag is verbeterd en er zijn nog wel zaken
gedaan in de getwijnde garens voor China, terwijl Indië
ook geregeld biedingen zendt zoowel voor enkele als voor
getwijnde garens; de groots vertragingen in het telegrafisch
verkeer maken echter het tot stand komen van zaken voor
deze markt zeer moeilijk. De markten op het vasteland met
uitzondering van Holland hebben de laatste stijgingen nog niet gevolgd, doch zullen dit noodgedwongen wel moeten
doen. Egyptische garens, zoowel ketting- als inslag-, worden
veel gevraagd, doch bundelgarens blijven voorloopig buiten
beschouwing. Prijzen van Egyptische gareos zijn sedert einde
Maart ongeveer 6 pence per pond gestegen. De doekmarkt is vaster dan ooit. Prijzen blijven geregeld
stijgen met een betere vraag van alle markten. Biedingen
van Indië en China komen met belangrijke vertragingen
binnen en zijn dikwijls te laat, omdat de markt inmiddels
weer is gestegen, zoodat vele exporteurs deze orders maar
best mogelijk dekken, daar zij vreezen anders nog meer te
moeten betalen. Alle kleinere markten koopen geregeld en
de binnenlandsche vraag is ook weer beter, dan eenigen
tijd geleden.
21
Mej
28Mei

21
Mei
28Mei
Liverpooinoteeringen (loco) ,’T.T.op Indië…. 118

118
F.G.F. Sakelloridis 26,59 26,59 T.T. op Hongkong 3/6′!,, 316 ‘/
G.F. No. 1 Oomra 13,75 14,90 T.T.op Shanghai ***

***

Noteeringen voor Loco-Katoen.

(Middling Uplands).

23Junt’19II6Juni19
9Juni19
24Juni18
1
23JuntI7

New York voor
Middling

..
33,50e
32,75e
32,75 c
30,45 c
27,15 c
New Orleans
voor Middling
32,75e
31,63 c
31,25 c
31,- c
25,25 c
Liverpool voor
Middling ….
19,75 d
19,22d
19,86 d
22,92d’)
19,45d’)

‘) Good Middling Amer.
‘) 22 Juni’ 1917.

Ontvangsten in, en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen.)

1
Aug.18
Overeenkomstige perioden lot
20Juni19
1917-18

1916-17

Ontvangsten Gulf-Havens.. Atlant. Havens
5956
6027
5
694
5
Uitvoer naar Gr. Brittannii.
2005
2474
‘t Vasteland.
4840
1209
2125
Japan etc…
473
453

Voorraden in
duizendtallen

1

20 Juni
.
19
21Juni 98
22 Juni 17

Amerik. havens ……….
1345
1176
793
Binnenland …………..
1101
852
606
1

.

149
79
New York

…………….
New Orleans …………
.1

.

382
197
Liverpool

……………
.

510
274
414

METALEN.

Loco-Noteeringen te Londen:

Data Ijzer
Cle,,.
No. 3
Koper
Standard
Tin Lood Zink

23Juni 1919..
nom.
86.10/-
240.-/-
22.10/-
37.101-
16

,,

1919..
nom.
83.-/-
241.10/-
23.216
36.101-
24 Juni 1918..
nçm.
110.-1-
332.-1-
30.10/-
52.-1-
22 Juni 1917..
nom.
130.-!-
246.1216
30.10/-

20Juli

1914..
5114
61.-!-
145.15/-
19.-!-
21.101-

VERKEERS WEZEN.

SCHEEPVAART.

GRAAN.

Data
Petro-
grad
Londen!
Rdam

Odessa
Rotter-
dam

All. Kust
Ver. Staten
San Lorenzo

Rolter-
Bristol
Rotte,-
Enge-
dam
Kanaal
dam
land

16121 Juni

1919


t 90.-
816
2 75/-
250/-‘
9/14

,,

1919



816′
2751-
651-‘
17/22 Juni

1918

– ‘
‘-
501-

2251-
13/23 Juni

1917


,, 7.-
401-
f52.25
1451-
Juli

1914
11d.
7/3
1/111/4

1/11
1
/g
12/-
121-

612

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25Juni1919

KOLEN.

Data

Cardhf
Oosth. Engeland

Dor-
deaux
Genua

1

Port
Said

La
Plato

Rotter-
dam
ICoihen-

1

burg
Rivier

16/21 Juni 1919
541_4
47/6
4716
5113

f
10
Kr32
9/14

,,

1919
25,6′
47/6
47/6
51/10/
t

10
,,

32
17/22 Juni1918
691-
101/3
2001-.
120/-

,,205.-
18/23 Juni 1917
691-
101/3
150/-
1101-

,, 180- Juli 1914
fr. 7,—.
71-
713
1416
3/2
4/-
DIVERSEN.

Bombay
Blrma
Vladivo-
Chili
ata
West
West
stock
West.
Europa
Europd
West
Europa
(d. ur.)
(rijst)
Europa
(salpeter)

16121 Juni

1919 ……
115/._2
150/_2


9/14

,,

1919 ……
107/6′
1601-‘
– –
17/22 Juni

1918 ……
275/-

.

5001-

185/-
18123 Juni

1917 ……
350/-
..
450/-

175/-
Juli

1914 ……
.14/6
.
16/3
25/-
22/3

‘) Voor neutrale schepen. 2) Voor Britsche schepen. ) Vrij.
4)
Voor neutrale schepen onder geallieerde time charter.

Graan Petrograd per quarter van 496 ZO,. zwaar, Odesga per Unit, Ver. Staten
per qnarter van 480 lOs. zwaar. Overige noteeringen per ton van 1015 K.G.

RIJN VAART,

Week van 16 tot 23 Juni 1919.

Ook in de afgeloopen week was in Rotterdam zeer veel
vraag naar scheepsruimte en werd wat beschikbaar was
grif opgenomen tegen daghuren van
3814
tot 4 cents per
ton. De meeste schepen gingen wederom naar Antwerpén
om daar te laden. Terwijl de meeste schepen, welke naar
Strassburg voeren, den laatsten tijd ledig afkwamen, begint
nen thans ook daar een aanvang te maken met de ver

schepingen, in hoofdzaak kali, waarvoor een vracht betaald
wordt van 5
1
/2
tot 6 Francs per ton naar Rotterdam.
Ook kleine schepen om hier ja Rotterdam te liggen werden veel gevraagd, met dit gevolg, dat somtijds 50
O/
tot 60
O/

boven het vastgestelde regeeringsliggeld werd betaald. Te
sleepen was er in de afgeloopen week naar den Rijn niet veel,
ook al een gevolg van het tijdelijk stopzetten van den uitvoer van levensmiddelen naar Duitschland. Het sleeploon bedroeg
50 cents tarief + 80 cents. De kolenverschepingen in de
Ruhrhavens naar den Bovenrijn wilden nog maar steeds niet
vlotten. Het aanbod naar de verschillende bestemmingen
bleef, in hoofdzaak ook door gebrek aan wagons, nog steeds
ver beneden het normale. Desniettegenstaande werd de vracht
naar Mannheim in de afgeloopen week toch met 25 pf.
hooger genoteerd en werd dus betaald Mk 2,75 naar Man n-
heim, met de gewone verhoogingea daar boven. Het sleeploon
werd hooger genoteerd en bedroeg van de Ruhrhavens naar
Mannheini Mk. 5,50 per ton. De waterstand op den Rijn
was gunstig; Cauber Pegel wees einde der week IVttr. 2,81 aan.

ADVERTENTIËN

De N.V. Nederlandsche Huistelefoon-Madschappli

ROTTERDAM

‘s-GRAVENHAGE

GRONINGEN

Telefoon 3600

Telefoon H 280, 300

Telefoon 1555

AMSTERDAM

LEEUWARDEN

ARNHEM

Telefoon N 5580

Telefoon 2723

levert uit voorraad
TELEFOON-, SCHEL-, ELECTR. KLOK-INSTALLATIES,
etc.,

in huur en koop.

Herstelt en onderhoudt on d er g a r anti e ook alle niet door haar uitgevoerde installaties.

PROSPECTUS GRATIS.

NEDERLANDSCE
– TR?SXPLANTISCHE

HYPOTIIEEKDANK

AMSTERDAM
‘JEPJÇT IN CANADA MET Ei GEN IÇANTOÏ1EN
DfflECTIJi’lEES TE AM3TERDPJI,
LDP.000LEEVER ?ORTUYN
TE WINNIPEC

5
6’°I
IN ,TtJKJçEN VA1’J
2
1000._. f’5 QO._ EN t
0
?
ioo_

GEBROEDERS CHABOT

ROTTERDAM

KASSIERS en
MAKELAARS in ASSURANTIËN

Deposito’s. – Rekening-Courant. – Franco Chèque-Rekening.

Aan- en Verkoop van Wissels op het Buitenland. – Aan- en Ver-

koop van Fondsen.

Bewaarneming en Administratie van Effecten.

Oorlogs-, Transport-, Casco-, Brand-, Diefstal- e. a. verzekeringen

van eiken aard.

KONINKLIJKE

HOLLANDSCHE

LLOYD

AMSTERDAM

Geregelde Passagiers- en

Vrachtdienst met nieuwe,

moderne post-stoomschepen

TUSSCHEN
AMSTERDAM

EN

ZUID-AMERIKA

VIA

CORUiA, VIGO, LISSABON, LAS PALMAS.

I

Auteur