Ga direct naar de content

Jrg. 30, editie 1491

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 6 1945

0

vj

0

-. DEBANK

VOORZIET HMR

REKENINGHOUDERS

GRATIS VAN ZEGEL-

VRIJE CHEQUE-FOR-

MULIEREN IN BOEK-

.JES VAN HANDIG

FORMAAT

ROTTERDA&MSCHE
BÂNKVEREENIGING

150 ItANTOREN IN NEDERLAND

Noami. Vnu

Holkindsche

Belegging en

Beheer-Mij.

Anno’193)
Heerengracht 320 – A’dam

Beoord.cling en Behel’r
ven ve mogcn. pensi en-
.

en spaarfondsen. belegde•
rcser es effectenporlefe dl-

—II
les ten behoeve vn onder-
nemingen,
stich:ingen. ver-
eeuigingen, particulieren.

Cosninissat issen
Prof. Ir. I. P. de Vooys;
Drs.
J.
H. G sprn;
Mr.
J.
E. Scholtcn.

Direcli
Gerlof Vrwey;
Dr. F. Ph. Groeneve’d;
A. C. Leeuw nburgh.

R. K

I

EES &
ZOONEN
.

A01720

Rotterdam, ‘s-Grcivenhage. Delft, Schiedam
Vlaardingen, Amsterdam (alleen assuraritiën)’

BÈHANDELING VAN ALLE BANKZAKEN

BEZORGING VAN ALLE ASSURANTIËN

.:

Door groep bedrijven wordt gevraagd

organisatie-ingenieur

Brieven met volledige inlichtingen onder
t
no. 303,
bureau van dit blad, postbus 42, Schiedam.

I)e Bibliotheek der Rijlsuniversiteit te Groningen
vraagt voor spoeilige indiensttreding ecn

juridisch en (of) eçonomisch

geschoolcle(n) assistént(e)

Op zegel gestelde sollicitaties vôôr 20 December as.
in te zenden bij den Bibliothecaris, Zwanestraat 33,
tel. .26335.

jr

Wieringermeerdirectie (Noordoôstpolderwerken)
Zwolle.

HERHAALDE OPROEPING.,

Dc Directeur var de Vierihgermeer -(Noordoost.
polderwcrken) roept sollicitanten op voor de betrek-
king van


secretaris-comptabele

Salarisnormen (met inbegrip van de bekende,’erbe
tering)
f
5643—f 7182 (schaal 243 Bez. besl. Rijksamht.)
Kindertoelagc volgens Rijksregeling.
Vereischt: Leeftijd tenminste 30 jaar. Ruime ervaring
op administratief gebied. Vlot stylist. Bekendheid met
de toepassing van coinptabele voorschriften.
Academisch gevormden, georiënteerd op landbouw.
gebied, genieten de voorkeur.
Sollicitatiestukken aan dn Directeur, postbus 56,
Zwolle. uiterlijk 14 dagen na do verschijning van dit
blad. l’crsoonlijk
,
bezoek uitsluitend na oproeping.

N.V. BILLITON MAATSCHAPPIJ

1•

De N.V. ‘Billiton Maatschappij zoekt voor dc com-

mercicele afdeeling van één der met haar geliëerde

maitschappijen te Arnhem:

een zelfstandig employé

met ervaring in den handel van non-fcrro metalen.
Leeftijd niet boven 30 jaar.

meerderè assistenten

Leeftijd niet boven 25 jaar. Eindexamen H.B.S. of
Gymn. vereischt,

Candidaten moeten bereid zijn zich te onderwerpen

aan een psycho-technisch onderzoek. Sollicitaties uit-

sluitend sehrifielijk aal’1 dc N.V. Bililton Maatschappij,

Lveeumplein 19, ‘s-Grsvenhage. –

HAAKT
GEBRUIK van de rubriek ,,
Vacafures’ voor hef
oproepen van sollicilanlen voor Ieiden.de functies.

VAKI
N
E LLE

ROTTE RO.

LE/ER BROTHERS

– UNl1,E7ER N.V.

iViargarirte,
Spijseetten.’
en
-oliën,

vftjSEUjvLpARK
i

RO’i’TERDAN’E

Voor
hef
vervolg van de rirbriek ,,Vacafures” zie
pag.
.-283

AUTÈURSRECHT VOORBEHOUDEN

Ë

Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD
VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

30E
JAARGANG

DONDERDAG 6 DECEMBER 1945

No. 1491

1

COMMISSIE VAN REDACTIE:

J. F. ten Doesschatc; N. J. Polak;.

J. Tinbergen;
H.
M.
H.
A. nan ds Valic; F. de Vries;

H. W. La.’nbers (Redacteur-Secretaris),

Assistent-Redacteur: A. de Wit.

Administratie; Nieuwe Binnenweg 175a, Rotterdwu (C.)

Telefoon 88340. Giro 8408.

Aan gctcekend stukken aan het Bijkantoor Museum park
;
.

Rotterdam (C.).

Alle cor’espondentte betreffende adç’ertenties te richten
aan de J’a. H. A. M. Roelants, Lange Hanen 141,
Schiedam. (Tel. 69800, toetl 61.

31

BERICHT.

Aan cle leden van het Nederlandsch Economisch Insti-
tuut wordt beleefd verzocht – voorzoover zij dit niet reeds
deden – cle contributie voor het jaar
1945,
ten bedrage
van f
20
voor het binnenland en
123
voor het buiten-
land, v66r 15 December a.s. te voldoen op girorekening
no. 8408
of op onze rekening bij de heeren R. i4ees & Zoe-
nen, alhier. Na dien datum zullen wij over het betreffende bedrag, verhoogd met incassokosten, pel’ kwitantie dispo-
neeren.

INILOUJ):
l)lz.

Onze

Amerikaaische

reserves

door

Prof.

Mr.

C.
)J’estst,’ate

………………………………
272

Overgangsprohiemen inde
ereenigde Staten door
Prof.

Dr.

J.

Anton

de

1-Jans

…………………
272

Over de economische heteekenis van nieuwe genees-
middelen

dooi’
Jr.

P.

Maliha

…………
..
.
..
.
274

De toekomst voor de t’uhhei’cultuut’ door
Di-7-.[.

F. Haccoû

………………………………
.
278

A a n t e e k e n
i
n g e
0:

Efficiency-dagen

1945

……………………
280

De Zwitsersche hondsspoorwegen in 1944

……
281

Geld-

en

kapitaalmarkt

……………………
282

S t a t
i
s 1.
i
e
k e n:
Bankstaten

……………………………..
282

Ontvangen.brochutes

……………….
282

DEZER DAGEN

arriveerde in Nederland – niet Sint-Nicola.as
-. doch
een groei) van 40 hoogleeraren uit cle Vereenigcle Staten,
het land, waarvandaan thans voor on de surprises moeten

komen. De hooggeleerden geven deze week aan ver-
schillende Universiteiten en Hoogescholen colleges. Van

de economisten, die te Rotterclani sp’eken, hoorden wij
veel wetenswaardigs. Dit contact is voortreffelijk, alleen

al als een demonstratie aan den lijve, dat wij vijf jaar
feitelijke en wetenschappelijke ontwikkeling moeten op-
halen. Ei’ is in de V. S. veel gep)

esteerd; in ‘t voorjaar
van
1945
werkten
53
mi!lioeji personen, benevens 11
millioen bij de gewapende macht, op een

bevolking van
140 millioen. Ei’ was nog een arbeidsreset’ve, maat- soms
spande het voor geschoolde krachten.

Aan een boek van prof. G. Filipetti, één onzer bezoekers,
over ,,lndustrial pi’oduction in time of vat”‘ ontleenen
wij ter illustratie het volgende verhaal. Een aannemer
was ei’ in geslaagd een gi’oep timmerlieden aan te nemen;
hij rapporteert: ,,Jk stuurde hen in een aparte coupé naar Salt Lake. 1-Jet zag ei’ naar uit, dat zij daai’ een paar uur
op aanshuiting op den ti’ein naar Provo zouden moeten
wachten. 1k wilde niet, dat één of a.ndei’e aannemer hen
in

‘t oog kreeg, terwijl zij daar wachtten, zoodat ik een

speciale bus klaar hield om hen aan den trein pp te vangen
en recht dooi’ te brengen naar onze fabriek”. Doch de tijden vet’anderen; voor de huidige positie in de V. S.
verwijzen wij naar het artikel in dit nummer van Prof.
Dr. J. A. de haas van de harvard University.

liet is interessant naast bovengenoemde cijfers die van Gi’oot-Brittcnnië te stellen, dat naar verhouding
der omstandigheden misschien nog meet

pre.teerde
Volgens een juist verschenen rapport van het Ministerie
van Arbeid, geciteerd in
,
1
The Economist” van
24 No-
vember, waren midden
1945
ruim
24
millioen personen
werkzaam in liet economisch 1even en liet leger, onder
wie
7
millioeti vrouwen. Het groote probleem in Engeland,
evenals in de V. S., is het terugbrengen van een zeer groot
deel van de 10 miljioen, die in en voor het leger weiken,
naar de industrie voor vi’edesdoeleinden.

Naast het werkgelêgenheidsprobleem blijft ndtionalisal.ie
aan de orde van den dag. In Engeland is thans een lijst van te nationaliseeren bedrijfstakken bekend gemaakt:
burget-lijke luchtvaart; ,,telecommunications” (zoo goed
gevonden, da.t het onvertaalbaai’ is); hospitalen; .teen-
kool; transport; openbare nutsbedrijven; ijzer en staal.
rrh
e
Economist” spreekt ‘ari ,,the nationalisa tien clueue”.
In Frankrijk is liet voorstel tot nationalisatie van cle na-
tionale bank en een viërtal groote banken aanvaard. In het boventaande is nergens sprake van echte sui’-
prises. Maar ei’ zijn er wel. De beurshandel in Nedet-land

zal, tot voldoening der hetrokkepen, spoedig worden
het-vat. En de kolen, waarop wij hadden gehoopt, zullen.
er
werkelijk komen. De Regeering is begonnen niet een
campagne, clie men,• om in stijl te ilijven, ,,eerlijk zullen
wij alles deden”, zou kunnen heetett. Vijf miiiistei’ies tcgen
den gifltandel. En ook cle prisheheersehing is bijzonder
actief en geeft voorschriften hij de vleet.
Voorts word t er in Nederland veer hard geverk t, mcl, – en ook zondet- — lceriispreuken. in Rotterdam is hmd;
officieele. wachtwoord : werk wekt. welvaart ; één der
(Ing.
bladen bekroonde do inzending: een werk-volk, een s) crk
volk.

272

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
.

6 December 1945

ONZE AMERIKAANSE RESERVES.

In ,,Economisch-Statistische Berichten” van 25 October
1945 wordt de belangrijke vraag besproken, of onze

buitenlandse beleggingen moeten worden gebruikt voor

betaling, aithans gedeeltelijke betaling,van de importen,

die wij nodig zullen hebben voor de wederopbouw’).

Ook de schrijvers yan de ,,Nota inzake de monetaire

en hudgetaire positie in Nederland” schenken daaraan

aandacht
2).
Hun conclusie is, dat het Nederlandse bezit

aan buitenlandse valuta, dat niet vrijwillig wordt geli-

quideerd, niet mag worden aangewend voor de financiering

van herstel en reconstrüctie en moet worden .bewaard

bij wijze van ijzeren reserve, waaraan slechts in geval van

valutaire nood zal mogen worden geraakt. De slotsom

van het ,.E.-S.I “-artikel is, dat een ‘algehele afstoting

van onze beleggingen in den vreemde op korte termijn,

zoals nodig zou zijn voor de financiering van het herstel,

niet wenselijk is en bovendien in de praktijk wel ha.ast,niet

mogelijk zal zijn, maar dat tegen een gedeeltelijke realisatie

geen bezwaar mag bestaan, wanneer maar elk geval op
zijn eigen mérites wordt beoordeeld.

in beide publicaties is -één argument niet ter sprake
gekomen, dat toch zeker wel enig gewicht in de schaal

dient te werpen. Het is een argument, dat in het bijzonder

betrekking heeft op het Nederlandse bezit aan Amerikaan
se aandelen – een belangrijk onderdeel van ons bezit aan

buitenlandse beleggingen.

De koersen der Amerikaanse aandelen zijn op het ogen-
blik hoog, belangrijk hoger dan voor de oorlog. Een hoge
aan delenkoers is een tamelijk gewoon na-oorlogsver-

schijnsel; maar even gewoon is het, dat enige tijd na
de oorlog een daling intreedt. Als onze Amerikaanse
aandelen op het ogenblik een waarde hebben van –
laat ons zeggen – f 2 milliard (dit cijfer dient slechts om

de gedachten te bepalen en maakt geen aanspraak op
nauwkeurigheid), is het niet onwaarschijnlijk, dat zij na

vijf of tien jaren een waarde van bijv. f 1 milliard zullen
hebber;- zelfs bestaat de iiiogelijkheid van nog grotere

waardedaling. De koersdaling zal wel gepaard gaan met
een daling van het rendement, al zal deze wellicht, iets

zwakker zijn.

Een schuld, die ‘wij in de Verenigde Staten aangaan,
daalt echter niet in waarde, en evénmin daalt de rente
die wij er over moeten betalén. Stel, dat wij in 1945 en
1946 een dollarscliuld aangaan ter waarde van f 2 milliard
en dat wij die in 1955 moéten aflossen. Als de waarde
van onze Amerikaanse aandelen dan tot f
4
milliard

is gedaald, lijden wij een scha
3
e van f ‘ milliard, plus

de eventuele schade van een nadelig verschil tussen het
rendement dei aandelen ei’i, de ‘rente op de leningen.
Neem, eens aan, dat wi,j in 1955, om te kunnen betalen,
ons bezit aan Amerikaanse aandelen téch moeten aan-
spreken (een geval, dat in het geheel niet denkbeeldig is),
dan zijn wij kl onze Amerikaanse aandelen kwijt en moeten
bovendien nog voor f milliard aan dollars uit andere
-bronnen opbrengen. Bij realisatie van de aandelen ni
zijn wij er met het offer van de aandelen af. De schade kan ook op andere
.
..wijze’duidelïjk worden
gemaakt. De pri.lzen der, Amerikaanse goederen, die-wij
voor de wederopbouw willen kopen, zijn op het ogenblik
hoog ten gevolge van, voor een groot deel, de oorlogs-
inflatie. Na vijf of tien jaren zaldezeinflatiewaarschijnlijk geheel of ten dele zijn verdwénen; de’ ervaring geeft aan-
leiding tot, de verwachting, dat een zekere deflatie zal
optreden. Financieren wij de aankopen van Amerikaanse
goederen me.t leningen, dan k’ijgen wij op het ogenblik
dus relatief weinig goederen. Na vijf of tien jaren zullen
wij moeten terugbetalen in goederen (incluis diensten),
die dan belangrijk goedkoper zullen zi,jn. wij zullen dus

‘) Mr.
W. H. C.
Ecukking. ,,Herstelfinanciering en onze be-
leggingen in het buitenland”.
‘) Blz. 82-84
der Nota,

méér goederen moeten teruggeven dan wij’ hebben’ ont-

vangen (,,meer” als de waarde van de verkregen er de

terug te geven gdederen wordt vergeleken naar één zelfde

tijdstip). Leningen aang an in een tijd van inflatie, om

hen terug te betalen na een deflatie, is altijd een ra,deel.
Dit nadeel nu ontgaan wij, wanneer wij deAiherikaonse

goederen kopen met onze Amerikaanse aandelen, want

de prijzen niervan zijn op het ogenblik-(later niet meer)
even ze’er extra-hoog onder invloed sa,n de oorlogsinflatie
als de goederenpri,jzen.
I
.

De’warschijnliklieid ‘van daling, van

een miii of meer
blijvende dalingvan de’thans zo hoge koersen der Ame-

rikaanse aandelen is uiteraard een krachtig argument

voor het gebruik maken van althans dit deel van ons bezit

aan buitenlandse beleggingen ‘voor de wederopbouw.

Dat dit deel geheel moet worden opgeofferd, is hiermede

nog niet gezegd. Er is zonder twijfel iets vô&r, om althans

een klein deel van het bezit aan Amerikaanse aandelen

in petto te houden, zöwel om een gemakkelijk realiseerbare

reserve te hebben voor eventuele nôg moeilijkei’ omstan-
digheden dan ‘die, waai’in wij thans verkeren, als ter wille
van de financiële relaties, die door het bezit in stand

worden gehouden.
Ht verkopen van een groot deel van het Nederlandse

bezit aan Amerikaanse aandelen op betrekkelijk korte
termijn (zeg 1 h
2
jaar), zal. wel nIet veel bezwaar ont-
moeten. Een extraaanbod in ,,Wall Street” van aandelen ter waarde van bijv. $ 500 â 700 millioen in een periode
van 1 Ö.
2
jaar zal vermoedelijk zonder enstige druk op

het koerspeil ku’nnen worden opgenomen.
Een moeilijkheid bij de beoordeling van het hier be-
doelde argument v66r gebruik van onze Amerikaanse
aandelefl is natuurlijk. de onzekerheid over de mate van
waarschijnlijkheid van latere koersdaling. Men tast
hieromtrent wel erg in het duister. Maar dat koersdaling
waarschijnlijk is, waarschijnlij leer dan het blijven bestaan

der huidige koersen of het stijgen ei’ van, daarover
zullen velen het toch we.l eens zijn. Misschien is het mo-
gelijk, dat deskundigén hieromtrent een iets meer posi-

tieve uitspraak kunnen doen. Ook zou de verhouding
tussen het rendement van ht aaiidelenbezit en de rente-
lzst, die de. leningen op ons leggen, nader moeten worden
bestudeerd. om
enige precisering van het argument te
verkrijgen. Het gehele vraagstuk van het gebruik der
buitenlandse beleggingen voor de wederopbouw komt’
trouwens in aanmerking voor zeer gedegen bestudering.
Een onjuiste beslissing kan ons gauw enkele honderden
millioenen guldens kosten )!
C. VESTSTRA.TE.

OVERGANGSPROBLEMEN

IN DE VEREENIGDE STATEN.

Tijdens den oorlog zijn de Vereenigde Staten geweldig
toegenomen in econonsische en financieele kracht. Zoo-
danig, dat de gebeurtenissen daar in vergaande mate
beslissen over de economische mogelijkheden, die voor de
wereld openstaan. De gi’oote vraag, zoowel voor de V.S.
als voor andere landen, is thans de snelheid, waarmee men
kans ziet van de oorlogseconomie een op den vrede
ger.icht economisch leven ôver te gaan. En niet alleen de
snlheid is’ Van belang, doch vooral de methode en de
kans’ op welslagen ‘daarvan.
Naar mijn mee’i’iing is het betreurenswaardig, dat in de
Ver. Staten de overgafig plaats vindt zonder eenigei’lei
plan. De Amerikaansche zakenman wenschtvrijheid;

hij he’eft genoeg van alle ôverhdsregehngen, zooiilsdie
in oorlogstijd golden. Het leven met terug naar het
normale en als zoodanig voelt hij dd vrije concurrentie:
‘,lles, wat’ naai’ een plan zweerht, is bij deze geestesgesteld-

) Na
lozen
liog van
dit artikeltje vernm de sc1rijver, dat in
,,De Nieuwe
Ecuw” Ven’ 17
Novemaer
19 5
eer,
betoog
van
kn
deele overeenkm tige strekking
is
gepubliceerd

/

6 1)ec.ember 1945

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27:3

heid ,,unanierian”. En dit is geen.verschijnsel van vandaag

of gisteren: ook na den eerst’en wereldoorlog was de eenige
politiek van President. llarding ,back to nornulcy”.

Opheffing nan de oveiheidsinaategelen?

Degenen, die op ‘t oogenblik pleiten voor, opheffing
van overheidsbeheersching van het economisch leven,
hebben . goede argumenten Ier beschikking. De heer Baruch, de president van de ,,War ln.dustries Board”

in den eersten wereldoorlog, die groote resultaten be-

reikte, publiceerde ongeveer een half jaar geleden een
rapport. Daarin wees hij op de geweldige prestaties door

de Amerikaansche industrie in dezen oorlog geleverd. Voor den oorlog bedroeg de productie van vliegtuigen
2.000 per jaar; aan het einde van den oorlog 100.000

per jaar. De scheepsbouw der V. S. was voor den oorlog

zeer bescheiden: in ‘t voorjaar van 1945 liepen 4 tot 5 schepen per dag van stapel: een vloot van 7.695 vaar-
tuigen in 1941 was in 1945 gegroeid tot 10.000.

Een geweldige prestatie, doch als Baruch constateert,
dat dit het resultaat is van het Amerikaansche’ systeem

van vrije mededinging en dt hiermee is bewezen, dat

dit de meest efficiënte, wijze van organisatie is, hen ik

liet geheel . met hem oneens.
In de eèrste plaats roit rneil kunnen twisten over het
begrip vrije mededinging, doch bovenal geldt: het zaken-
leven was nooit zoo gebonden als in de oorlogspériode.
liet succ:es der .4 ,nerikaansche oorlogsinspanning bewijst

de doel,natig/wid een
een
stelsel t’a,, beheerschie en geleide

p’oductie.
l)e Regeeriug had een groole paraplu opgeslokert hoven
hel, bedrijfsleven. Er was geen verkooppro’!eem ; de
prijzen waren gegarandeerd; uitbreiding en aatkoop van
grôndstof werd gefinancierd; cle arbeid was aan zijn
plaats gebonden; het loonpeil vastgelegd. l)e bewering,
dat dit een vrij stelsel was, zou amusan.t zijn, als e niet
de gevaarlijke conclusie aan werd verbonden, dat de ma-
nier om met succes de vredeseconomie op te bouwen,
nu ook rou zijn oni alle regeeringsingnijpen ioo snel mo-

gelijk ongedaan •te maken.

1
Verkgelegenheid.

liet centrale probleem is dat va «de werkgelegenheid. Zelfs
de o ergang naar de oorlogeconom ie bracht werkloosheid mee. Winkels werden gesloten, want ook de V. S. he’bben

schaarsche goederen gekend. De huidige taak is echter
veel zwaarder. Er zal weinig -financieele steun van de

Overheid rijn; omtrent het toekoms
5
ige prijspeil tast men

in liet duister. Een nieuw verkoopappara.at voor de massa-
productie raI moeten worden’ opgebouwd., speciaal in de
atitomobielindustrie. Nieuwe materialen, ku ns tharsen en
lihte metalen vinden ruime toepassing; nieuwe modeliei
moeten worden ontworpen. En wanneer men eenmaal tot produceeren is gekomen, wie kan dan den omvang
van de vraag voorspellen? De vraag van regeeringszijcle
tot een bedrag van $ 100 milliard is vrijwel verdwenen!
De Amerikaansche industrie staat. voor een periode van

technisch en commercieel experimenteeren. 1
Er wordt thans in de V. S. druk, gesproken over den
noodzaak van full employment”. ii. Wallace, thans minister van handel, spreekt van eelt aantal van 60
millioen werkenden; een wel wat optimistische gedachte!
In 1929, het hoogtepunt, bedroeg liet aantal werkenden
48 millioen. – –
In 1944 werkten 54 millioen mannen en vrouwen;
en daarenboven waren 10 millioen personen bij de ge-
wapende, macht. indien allen, die in 1944 werkten, be-
nevens de 9 millioen te demohiliseeren Amerikanén, werk
moeten vinden, dan moet het bedrijvigheidspeil der toe-
komst zelfs hoven dat van’1944 liggen Dit lijkt mij on-
mogelijk te verwezenlijken.
Maar misschien hoeft het in dezen uiterstep vorm ook
niët teworrien vei’uld. Vele vrouwen, vooral getrouwde,

wier echt
g
enooten worden gedemobiliseerd, zullen het

werk neerleggen. Hetzelfde geldt voor de groep, die reeds

recht had op pensioen, doch terwille van de oorlog’s-
inspanning is bli.lven werken. Tenslotte ,al een deel der

jeugdige sverkkraehten naar school terugkeeren om hun opleiding te verbeteren, of te vo’tooien. Maar ‘celts zoo,

zal het totaaicijfer der gevraagde werkgelegenheid dat

van 1944 waarschijnlijk overtreffen.

Ve,’tragende fccloren.

irt hoeverre de industrie werkgelegenheid zal kunnen
verschaffen, hangt af van de koopkracht der bevolking.

Nu’ wordtwei gesteld, dat in de overgangspei’iode de be-
sparingen zullen helpen om de kloof te overbruggen;
in totaal beloopen deze $ 109 milliai’d. Juist hier is de
tijdfactor van essentieel belang. Voor hoelang zullen deze

middelen voldoende zijn en hoelang zal de ,,i’econversion”-
periode duren? Nieuwe machinzs, moeten ten cleele ont-

worpen, ten deele aangekocht en geïnstalleerd worden.
Ford was optimistisch: naar zijn meening zou de auto-
mohielindustrie in 6 weken kunnen omschakelen. Dat is

in elk geval niet gelukt; volgens algemeene opvatting
wordt het 197 voor de utomobie!industrie volop wei’k.

Elke vorm van tijdverlies beteekent verlies van werk-

gelegenheid. Ed ei- ;:ijn nog meer vertragende factoren.
In de este phats de stakingen, die niet alleen bij de
groote ondernemingen plaats vinden, doelt ook, in de
kleine industrie, liet gevolg is, dat bepaalde onderdeelen

voor volgende fabricageprocessen niet ter beschikking
staan, waaruit weer verlies van wei-kdagen in andere
bedrijven voortvloeit. Verder rijn de grondstoffen no’i
schaarsch. Toorts is een zeer belangrijk probleem, dat
een groot deel der machine-installaties i’egeeriiigseigendotn
is. Over een centralisatie van de bevoegdheid tot beslissing
over deze contracten is veel gesproken, doch zonder ee-

suPaat. En dan: het publiek eischt een snelle cleinobili.saVe.
He gevolg is al Sewees, dat Mac Arthur voor Japan

een getal bezettingstroepen heet genoemd, dat naar ver-
houding tot het bevolkingsaantal lagei’ ligt dan liet aantal
politieagenten in New-York City ! De Ameikaansche

burget

wil zijn jongens terugzien en heeft weinig oog

voor de poliieke consecluenties.
Doch’ ook de industi’ie, vooral de bouwnijverheid, vraagt

om snelle dernobilisatie, in het bijzonder van geschoolde
krachten. De ipilitairen daarentegèn zouden gaarne
juist deze ook voor militaire opdrachten speciaal geoefen-
den vasthouden. Maar voorloopig is het demobilisatie-

tempo zoo snel, dat het economisch leven de vrijkomenden

niet kan opnemen.
Tenslotte nog een factor: ook de V. S. hebben ,,dispiacèd
persons”. Nieuss’e industi-ieën rijn. verrezen in streken,
die nooit industi’ie hadden gekend. De vliegtuigindustrie
heeft 500.000 menschen uit dé geheele.V.S. in Califointë
aangetrokken. Nu wordt de vliegtuigproductie tot op één-

tiende teruggebracht. De daardoor werkloos gewordenen
t’ekken in ,,trailers” weer naai’huis. Voor zij
d,aaï
echter
rPn, verloopt tijd en de c.onsumptiegoede.renindustrie,

waarin zij eventueel vroeger werkten, wacht op hen.
Want dat is het vreemde: tegen het midden van 1946
verwacht men 8 mijPoen werkloozen, en ondertusschen
hoort men spreken van ‘een tekort aan arbeidskrachten.
Als redenen hiervoor zijn te noemen:
afwezigheid of verlies van geschoolde krachten; wachttijd, die .noodig is voor ce verhuiitingen zijn

voltrokken;
behoefte aan vacantie. FIet gemiddelde loon lag
in den oorlog hoog: $ 45, d. i. f120 per week. Zoodoendé
is er geld overgespaard: en hovendièn is thans de oorlogs-

toeslag, waarbij de laatste 5 werkuren van de 45 met
150 pCt. werden betaald, weggevallen. Het nieuwe loon-
zakje bij een werkweek van 40 uur, animeert dus niet
tot werken;
de gedemobiliseerde soldaten hebben geen haast

t

t

274

,.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN,

Decembôr 1945

om aan ‘t werk te gaan; ook zij zijn in ‘t beit var, contante

demobilisatiepremies, terwijl ooral de gehuwden met

gezinnen hooge kostwinnersvergoedingen ontvingen Dus

voelt men, dat een vacantie er wel af kan
5. de verktoozen-steun; deze varieert voor burge.r en

ud-milit.airen.. ,De eerte groep krijgt $ 20 per week

gedurende een half jaar; de laatste hetzelfde bedrag voor
een jaar. De wét eischt voor intrekking van deze steun-

bedragen: ,,jassend werk” en voor menigeen, die uit den
oorlog of uit de ooriogsindustrie komt is niet te zeggen,

wat
,
thans zi,in eigenlijke werk is. 1

let resultaa,t is, dat

2 millioen burgers en 100.000′ soldaten steun trekked.

Daarnaast staan onzekerheidsfactoren van den anderen
kant: de industrie weet niet, wat de loonpolitiek van de
R
e
g
eer
i
n
g: zal zijn; zij kent haâr toekomstig kostenpeil

niet, evenmin als den omvang van de markt. Hoevôel
van de besparingen zal er na een werklooshejdsperiode

overblijven voor den aanJoop vanduurame cooumptie-
goederen?

St.imuleerende factoren

Zondet’ twijfeV bestaat er een geweldige potentieele
vraag, zoowel mde V.S. als daarbuiten. Er zijn in . jaar
geën auto’s gefabriceeid (dat. beteekent 20 millioen
niet

geproduceerde automohieJen); geen huizen gebouwd;

herstel en vel;vanging is achterwege geble
y
en. Er is een

groote vraag naar consUnlptiegoederen ook ‘de V.S.

hebben onvervulde behoeften van radio’s af tot horloges toe.
Een zeer groote vraag is te verw’achten van de spoor-

ivegen. Deze hebben in den oorlog prachtig werk gedaan.

in 1939 2.2 milliard passagiers/mijlen; in 1943 85 miljard.
En wat het vrachtvervoer betreft: 333 milliard ton/mijlen
in 1939, 725 milliard ih 1943; Financieel zijn zij in
:
een,
goede conditie: 25 pCt. van den schuldenlast is afbetaald.
– Ohgetwijfeld zullen zij een belangrijke vraag naar nieuwe

locomotieven en nieuwe wagens uitoefeneo

Nog een gunstige factor is te noemen: de verbeterde
toeitand in den landbouw. 1

Jet landbouwinkomen is

in 1945’2
x
zoo hoog als in 1940 ; de druk der schulden-

last is sterk vërminderd.

Maar met de vermelding van den-landhouw rijstmetéen
een problCetTI, dat der overproductie, althans voor, de

binnenlandsche markt. En dat niet alleen voor den
landbouw; doch ook voor dle inlustrie, iiiv. voor staal
en iiiagnesiurn.

De Amerikaansche zakenman rekent
01)
de buiten-

landsche markten om dit problem voor-hem op te lossen;
het buitenland .heett ‘behoefte aan alles en zal helpen
full. employment” in de V.S. op peil te houden. Daartoe

moet

de ‘export tot $’ 14 milliard stijgen (het hoogste,
één jaar gelandliaafde, peiI7 tot nu toe is’ dat van 1929 met $ 8 milliaicl !( Veel verwacht men. van den handel
op Zuid-Ai’neriku, waarin eerst vdel geld, is gestoken en

die thans een tegoed
VaIi
$ 4.•.milljard in New-York hebben
staan. Maat- de groote mogeii,j khcdcn zijn’ voorbij. De
Zuid-Atnerikatische Staten zullen hun valutacontrole , en

• mdustiialisatiepolitiek , handhaven. Meer machines
011
minder collsumptiegoederen worden gevraagd; ‘de markt

vobr Amerikaansche goederen dal krimpen
e

Ziehiet’ een ov’erzicht -van de overgangsproblemen in de

Ver.
Staten. – ‘ •
Altes maakt het om tellen van een plan des te noodza,ke-
lijker. Doch de V.S. varen voort, optimistisch als imnier,
zonder kompas en.•iii blind vertrouwen op een voor hen
welwillénde voorzienigheid ]).

– In dit artikel trokken wij algemeene lijnen. De Neder-

landsche zakenman

zal’eehtei’ ook
gainteresset’d
zijn,

in de wijze, waarop men in-details cle gewéldige productieL

vergrootillg organiseerd. 1)aarover in een volgend artikel.
• ‘

.

Prof.
‘Dr…..
ANTON
DE
FIAAS.

) Ve,ko,-Lc teLsC vn een redevoering, uitgesproken voor
dc
K. ‘v. K.
voor ‘Zuid-Holland te Rotterdafll
01) 30
November
1943

,
. OVER DE ECONOMISCHE BETEKENIS ‘

‘ VAN
NIEUWEGENEESMIDDELEN,

‘ In de laatste maanden heeft menin talrij’ké tijdschriften

en couranten mededelingenkunnen vinde9 en ,fotorepor-

ta,’ges ‘kunnen aantrèffen over twee producten ,deigenees
middelenindustrie: penicilline en D.D.T.,,r,die, voor de

meesten onzer landgenoten voikomen nieuw, hen moeten

hebben verrast als wondermiddelen, welke de mensheid

kondeh verlosen
van
velerlei kwalen en noden. Onge-

twijfeld is daardoor wee,- eens opniéuw de aandacht ge-

vestigd bp de betekenis van ‘de industrie, welke deze

producten voortbrach,t de pharma.ceutische industrie,.

Zo héél oud is deze nijverheidstak, die deel uitmaakt

der zeer -omvangrijke chemische industrie, nog niet.

Eigenlijk dateert haat

geboorte van het mat 1874, toen
von 1

leyden in Duitsland is begonnen met op industriële

schaaF salicylzpur tebkreiden. Dit was geen kwaad debuut,

want het moet gezegd, dat de vervaardiging van het
• huidige .a,cetylsalicylzuur (o;a. bekend onder de ver-

maarde naam .,a,spirine”!) nog altijd een -‘belangrijk

onderdeel vormt yan de geneesmiddelenfabricage. Sinds-
dien- is dooi- het onophoudelijk w’erken en zoeken dooi

vele geleerden en in tal van laboi-atoria over de gehe.l

w’ereld verspreid, de moderne •geneesmiddelensynthesè zowel kurantitatief als kwalitatief sterk bevorderd en dit

gaat pog dagelijks voort: • –

Voor een goed inzicht in deze ontwikkeling is het nodig

onderscheid te maken tussen enerzijds, cle winning van

producten uit natuurlijke grondstoffen (zoals het geval
is hij de bereiding-van bijv. kinine en hij dé gehele overige
alkaloïd-industrie) en anderzijds, de fabricage van phar
maceutische preparaten op zuiver synthetische wijze.
Voor een belangrijk deel de’

geneesmiddèlenindustrie is

de winning uit ntuurlijke grondtoffen d’e oudste vorm

van bereiding van haar producten. De zuiver synthetische ïndustrié houdt zich uitslui tend bezig met het opbouwen”

van meestal zee,- ingewikkelde, chen’iisch-organische ver-
bindingen uit •betrekkelij le eenvoudige gionds toffen.

– Ei- heerst in de pharmaceutische industrie vrij alge-
meen een streven onl de productie van geneesmiddelen
uit natutirlijke grondstoffen’ uit te schakelen en te -ver-
vangen. dooi-‘ fabi

icage
langs
zuiver synthetische weg.
Dit ‘wordt alleszins begrijpelijk wanneer men bedenkt,
dat de grondstoffen, die cle natuur biedt, dikwijls slechts
in enkele landen voorkomen, .of zich in handen bevinden

van een soms heel beperkto groep personen. De rest van
de wereld is dan in dit opzicht van die weinige friensen
of landen afhankelijk ën het is nietverwonderlijk, dat men,
zo’ekt
naar
wegen en micldeen om zich hieraan te ont-
trekken!

Eenzelfde’ verschijnsel
valt
ook in andere bedrijfstakken
waal’
te
nemen.
01)
het gebied yan de kleursofen heeft

het bij’. gejeid tot een vi-.ijwel. volledige vervanging der natuu

li,jke.,,indigo dooi’ de in eigenschappen en toepas-
ingsmogelijkheden geli,jkwaardige .syhthetische, hetwelk
de algeheleondergang dr Brits-Indische indigo-industrie ten gevolge heeft gehad. Een ongeveer analoog geval is,
de verdiinging der, vroeger ook hier te lande hei-eide,
rneekrap door de synt’ietische alizarine.
-In de pharmaceutische ndutrie ec:hfer ,is,m,en o,p deze
wegr’ôg lang niet zover gevorderd. Men kan hier nog niet
spreken van een volkomen ges,laade vei-ânging van
bepaalde natuui-lijke geneesmiddelen dooi- gelijkvaai-dige
synthetische, producten……..
:5, •j –
Merkwaardigerwijs lan men zelfs somtijds waarnemen
hoe getracht woidt om een bes taand, synthetisch pieparaat
te vervangen dooi- een uit natuurlijke gi-ondstoffen vel’-
vaardigd product. Dit zijn nochtans uitzondet-ingsgevallen ei-in het algemeen is de bovengenoemde tendens in tegen-
oves-gestelde richting stei-1e levend.
‘Van enkele, a,ls gevolg hiervan ontstane, fliduwe genees-

6 December 1945

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

275

middelen die in de laatste decennia de aandaclit hebben

getrokken, wordt hier cle aard euL de betekenis aan een

nad ere liesch ouwi lig onderworpen

A.
_Vieun’e Ghenio1Iicrapeuica.

Onder clieniotherapie verslaat men de behandeling van infectieziekten met chemische stoffen in zuivere

vorm,
die,
zonder nadeel voor cle patiënt, toxisch werken

Op
de Ydektekiemen. De chemotherapie is tot grote ont-

wikkeling gekomen, eensdeels door de ontdekking van
Rohert Kdch en Pasteur, dat bacteriën oorzaak van ziekte-

verschijnselen kunnen zijn en anderdeels door de grote

vluch t, wel 1ce de orga nisch-cheni ische wetenschap ge-
nomen heeft, waardoor het mogelijk was systematisch
verbindingen te. bereiden, die de bacteriën konden ver-
nietigen. Uitgezonderd kinine (en in de allerjongste tij(

penicïlline), berust de gehele chemotherapie op synthe-
tische organische verbindingen, die in het laboratorium
door de vindingrijkheid der chemici en pharmacologen zijn opgebouwd, zonder dat de natuur daarbij tot voor-

beeld strekte.
liet eerste grote succes niet een synthetisch cheinothera-
peuticaitli werd verkregen met het in 1909 door Ehrlich

ontdekte Salvarsari, dat een uitstekend geneesmiddel

bleek tegen syphilis. Sindsdien is

het aantal der synthe-

tische (:henlothem’apeutica gestadig uitgei)reid
:
tegen

slaapziekte, malaria, pneumome, gonorrhoe, enz., heeft
men uitstekend verkencle middelen gevonden, die de

gevaarlij kheid dezer ziekten sterk .vermninderderi.
Onder deze cheniotherapeutica zijn het vooral cle.
snthetische kininevervangingsmiddelen en de chenio-
therapeutica der sultonamidereeks en de anliliiotica

(waartoe penicilline behoort), velke in de laatste 15 jaar
van grote economische betekenis zijn geworden. In dit

en het volgende -artikel zal dus in de eerste plaals bij-
zondere aandacht worden gewijd aan cle kinine en de
mogelijkheid van de vervanging van dit na tuurproduct
dooi’ synthelische preparaten en vervolgens aan de jong

ste aanwinsten dci’ cheniotherapeutica: de su]fon;miden
en de antibiotica.

1 /mTininc en hacr çe,’oangingsniiddelen.

1)oor alle tijden heen is de malaria een in de gehele
wereld veel voorkomende ziel(te geweest. Zi.j treedt voom’al

op in vochtige en moerassige gebieden, het sterkst in de
tropen. i)e mnalaria-comniissie van de Volkenbond schatte
in 1936 het aantal lijders aan nmalat’ia ôver de gehele wereld
op 170 millioen, van wie e”jaarIijks ca. 2 millioen
sterven. Wil men een indruk van de betekenis dezer zielcie

in de tropisdhe landen verkrijgen, dan kunnen clecijfers, die
over het jaar 1938 voor de prbvincie I3engalen (Br.-J nclië)

gepubliceerd i.ijn, daartoe dienen. Op een bevolking van
51 millioemi ‘vemd liet aantal mnalam’iagevallen in dat jaar
op 36-40 mnillin geschat, waarvan er slechts ( !) 4.273.307
in de ziekenhuizen werden behandeld. liet aantal sterf-
gevallen bhdroeg 416.521, cli. 311 lmCt.valm hel lotalesterfte-

cij fem. –
‘rot
voor heti’ekkeiijk korte ‘tijd was kinine liet uni-

verselo geneemiddei tegen malaria. De geschiedenis van de kinine Wat, voom’ zover zij bekend is, terug tot in het

begin der 17e eeuv.

In 1640 kwbm de kinabast (de natuur-

lij ke. bm’biV ler kinine) vanuit Zuid-Amerika naar Europa
en verkrëeg toön zeer spoedig algemene bekendheid als koortswereïd middel.Lange tijd werd de kinine gefabri-
ceerd uit de bast van de in het w’ildgroeiende kinabomen
van Zuid-Amerika, die dooi’ handelaars werd verzameld.
Zoals let niet de rubber is gegaan, ging het ook met de

kina: in het ooi’sprnkelijke moederland Zuid-Amerika
heeft zicil nooit een behoorlijke cultuur ontwikkeld –
daarvom’ moest eerst overbrenging dezem’ gewassen naar
Azië plaats vinden. Dank zij de krachtige medewerking
dem’ Nederlandse Regering, iii het’ bijzonder van den
toenmaligen Minister van Koloniën Pahud, werd in de

jaren 1852-1854 de kiem gelegd voor de hloeiénde Xe-
derlancis-Indische kinacultuur, clie vooral na, aankoop
van het zaad van Ledger in 1865, waaruit de voom’ ver-

bouw in Indië meest geschikte en waarschijnlijlc ook

‘s werelds beste kinasoom’t werd vem’kregen (Cinchona

Ledgeriana Moens) tot grote ontwikkeling kwam. In

betrekkelijk korte tij(l werd niet alleen de Zuid-Aueri-
ka,anse uitvoer voor een belangrijk deel vernietigd, maar
ook cle inmiddels in Brits-Jndië en Ceylon tot stand

gekomen cultudr overvleugeld. De volgende tabel geeft

een overzicht van ceze ontwikkeling:

‘/’abci / – Uitaoeren man
/,maba.si
(in tonnen)

.

.
iumd-Amcm’mka
Ccion
Britsch-
Java

1878
6.428

1879
7.706

1880
6.631

,
526
208


124

1881
9.468
1882 9.815

188:1
0.281

18t’4
2.429
5.21.5
300
454

1887
7.000

1890

2.901

5.390

1903
77

1910
4))
8.325

1920

.
9_947

J.925
,
0.555

1930
11.110

193

ca. 380

39

696

6.498
0
De oorzaak van
,
deze merkwaardige ontwikkeling is
gelegen in het feit, dat de Ned.-Indische kinabast een veel

hoger gehalte aan kinine heeft dan de in Z.-Amerika en
13i’.-lndi6 gewonnen soom’ten, waardoor deze laatste soorten
bij de dalende prijs van de kinine niet meer met vol-
doende winst konden woi’den geoogst.
Tot 1940 is cle situatie niet wezenlijk vei’andei’d. Steeds
had Ned.-Tndië liet allergrootste aandeel in de wereld-
productie, in 1925 bedroeg dit zelfs 92 pCt.. In 1939 lie-

clm’oeg de vem’eldpm’ocluctie van kinabast:

‘J’abel 11
—.

H’ercidpi’oductie
aan
kinaba,s-i.

Nedei’lands-lndië

…………..+
11.06)) ton

13i’itsch-lndië

………………..
$01)

Britsche

bezittingen

…………..
(10

lnclochina

………………….
-10

Belgische

Kongo

…………….
50

Philippijnen

………………….
1()

Bolivia

……………………..
1.0
1
)0

Pem’u

……………………….
100

Venezuela

…………………..
10

Andoi’e

landen

………………..
bi))

‘1 )e kinabast verl oom’spronkelijk in Londen tom’ mriai’kt
gebracht, nuatur na de ontwikkeling der Ned.-Indische

kina-industm’ie aan liet einde dci’ vorige eeuw, die haai’
product in Amsterdam verkocht., nam (leze stad ook de
functie van Londen ii Is voom’naamstc’ ki ria hastmiiam’kt

over.
De kinabast uvom’dt verkocht aan de zgn. kininefabm’ieken,
die uit de bast de zuivem’ekinine en zouten hiervan, als
kininesulfaat en -hyd m’och loride, en enkele kininedem’ivaten
vem’vaai’digen. Een klein ‘deel der kinabast-productie,

de zgn. pharmiiaceutisciue bast, dient voor bereiding van
ex tracten, ee tlustopwekkende wijnen, haam’wasmiddelen
e. d. en wordt als aodanig verwerkl.
Doom- de gm’otem’ wom’dende aamivoer van bast van betere

kwaliteit
en
de daai

niee gejaard gaande ontwikkeling
en vem’eenvoudiging dem’•’ fabi’icagemethoden, is de prijs vin kininesulfaat miiet tijdelijke onderbm’ekingen geregeld
gedaald, tot een zeker niveau bereikt was, waarbij de
productie vami de kinabast voom’ de plamiters niet meer
lomiend was. Een volgend staatje geeft hiervan een indm’uk:

1

276

ECQNOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

6 December 145

Tabel III – Prijs per kg kzninesuijac..

1824

f 1.350,-

1900

‘i 25,-

1840

. 300,-

1908

,, 12,50

4860

1.20,-

1918h

– ,, 16,80

1870

117,-

1914

,, 23,-

1877 •-

330,- ‘

1919

,, 68,-

1880

,, 245,-

1924,

,, 46,-

1885

67,-

.1934

26,50

1891

,,

22,-

1893

,,

18
1

Vanaf 1893 tot 1913 heefter strijd geheerst tussen de

planters en de kininefabrieken, over de prijzen van de

kinabast en het• daaruit gewonnen kininesiilfaat, waarbij

aanvankelijk de planters aan het: kortste eind trokken.

De stichting van een eigen kininefabriek in 13a.ndoeng

in 1897 bracht hierin wel verandering, maar het moest

toch tot 1.913 duren eer een duurzame oveeenkoriist

tussen planters en fabrielceil getroffen werd, welke aan
beide een behoorlijke winst
waa.rborgde.
Deze overeen:

kornst’werd belichaamd in het in Amsterdam in dat jaar

geslichte ,,Kinabureau”,
waarbij
119 ondernemingen

opJâva en 112 op Sumatra, benevens de fabrieken van
10 landen (2 in Nederland, 1 in Bandoeng, 1 in Italië,

1 in Britsch-Indië, 1 in Eng&land, 4 in Frankrijk, 2 in de

Ver. Staten) waren aangesloten. De kina-overeenkomsten

werden regelmatig verlengd met zekere wijzigingen. De
la.stbekende kina-overeenkomst liep van 1929 tot 1938 en

controleerde ongeveer 95 pCt. van de productie en handel.

Belangrijk werk deed dit Bureau ook in verband niet

het voorkdmen van overproductie vn kinabast. De totale

jaarlijkse behoefte aan kininesulf.at- wordt geschat öp
500-600 ton (hoewel voor een intensievé bestrijding
van de malaria minstens het dubbele nodig is) -, de in
Indië aanwezigè kinaplantages hadden reeds in 1934
een veel grotere produclie aan de daarvoor benodigde

kinabdst. In 1934 werd een kinaj-estrictie ingevoerd,
welke de productie limiteerde op52,5çC. vr.n decaoacitei,
terwijl de prijs m t
5
pCt. werd verl.tagd. Door deze
maat-
regelen was men in staat de voor Ned.-Indië en dus ook

voor Nederland in economisch opzicht belangrijke kina-
culh.iur in het leven te houden en het daarin geïnvestëerde

kapitaal rentegevend te doen blijven.

De volgende tabellen geven een overzicht van de cijfers

van

de jaren 1935-’39 (de laatste jaren, waarvan sta-
tistische gegevens bekend zijn), zowel over de productie
en uitvoer van kinabast en kinine (en zouten) uit Ned.-
Jndiö als van de Ned. handel en productie in kinahast

en kinïnezouten.

‘fabel 1 V

Productie en uitvoer van kinabast in Xed.-Jnd.te.

Productie

Uitvoer

Waarde (samen)

kinabast

kinabast.

kinine

(in duizenden
(in tonnen) (in tonnen) (in tonnen)

guldens)

1935

8.61.0

6.500.

102
1936

9.880

6.010

192


1937

10.420

6.340

208
1938

11.190

6.960

182 .

£11.900
1939 .

6.580

160

Tabel V
•-
Invoeren uitvoer ç’an Icinabast
vOF
Nederand.

Invoer

Uitvoer
brutogew.

waarde

bruto4ew. ‘

waarde
(in tonnen)
(in
duizenden (in tonnen) (in duizenden

guldens) -.

guldens)

1935

4.691

4.328

3.741

4.384

1936

6.691

– .6.596

4.041

.4.690
1937

7.388

7.817

3.898

5.758
1938

4.713

5.224

. . 2.872

4.304
1939

6.068

6.703

4.662

7.110

Dé invoer geschiedde practisch alleen van Ned.-Indië
uit., van 1936 af treedt Bolivia op als tweede belangrijke
exporteur – in. 1939 voerde dit land hier 531.368 kg
– kinaha.st in, tegn 5.524.995 kg door Ned.-Indië, dus
!-. 10 pCt. van de Ned.Jndische export.

Grote anemers van kinabast waren vn]. Duitsland, de
Ver. Staten, Frankrijk, Zwitserland, Italië, Groot-Brit-

– tannië, dus de landen, die een eigen
kinine-industrie
hadden.

• Over 1939 waren de cijfers:

Tabel VI

Uitvoer van kina.bast uit iVederla,nd.

Brutoew.

waarde

-.

(in tonnen)

(in duizenden guldens)

])uitsland – …….2.571

3.807

Ver. Staten ……..

937

1. .678

Frankrijk

.’

817

1.140

Zwitserland

227

.

.

346

Italië …………3

31.

Gr. Britannië

50

1
67

Voor de Nederlandse industrie is de productie van
kinine en kininezoutenen de handel hierin belangrijker

dan de im- en export van kinahast.’

De volgende cijfers geven hiervan een beeld:

Tabel VIJ — In- en uitvoer van kinine-sulfaat en ande,-e

zouten der kinaa
7
kalotden.

Invoer

Uitvoer

Statistiek-

Statistiek-
Brutogew.

waarde

13
rutogew.

waarde
(in tonnen) (in duizenden (in tonnen) (in duizenden

guldens)

– –

guldens)

1935

22

277

547*)

6.649*)

1936

215

2.653

658 *)

7.618 *)
1937

231

2.986

– 587 *)

.9.190 *)

1938

177

2.288

.501 *)

7.665*)

1.939

85

1.114

645

10.380

mci. uitvoer per post.

De ingevoerde kinine was vrijwel uitsluitend van Ned.-

Lndië, dus van de Bandoengse fabriek afkomstig: s6ms

werden heel Icleine partijen van Duitsland of Groot-
Brittannië aangekocht.. –

De uitvoer van kinine had practisch plaats naar alle
landen der wereld: in 1939 ontvingen 60 landen kinine-

verbindingen uit Nederland. De grootste afnemers waren

cle Ver. Staten, Groot-Brittannië, Rusland, Griekenland,
Italië, Turkije, Brits-Indië, Egypte en Venezuela.

Voor deze-landen zijn de cijfers over 1939:

Tabel VII!

Uitvoer van kininè en . verbiidzngen uit
Xejerand naar-de vooi-naamste afnemers:

Brutogew.

Waarde

(in fonnen)

(in düizenden guldens)

Ter
. Staten

131

.

2.584


Gr.-Brittannië ….

77

1.110

Rusland ———-69

897

Griekenland

77

1.430
Italië ————-60

1.074

Turkije ———-’46 ‘

790

Br.-Indië

8

93

Egypte – – — — – – -•.

6

80-

Venezuela ——–

18

186

Uit deze gegevens blijkt duidelijk, dat de baten der
kinacultuur in Ned.-indië en der daarop gebaseerde kinin-

industrie in, Indië en Nederland steeds een belangrijke
bron van inkomsten vormden voor onze volkshuishouding.
Het heeft niet aan pogingen,onthroken om het in Neder-
landse handen liggende kinïneili6nopolie te breken, maar
tot in 1939 was het succes van dit streven niet bijzonder grot. Op liet ogenblik is de situatie moeilijk te overzien,
maar het kan niet ontkend worden, dat er aanwijzingen
zijn, welke doen vermoeden, dat de tijden voorde’bij de
kina geïnteresseerden, mindei- i’ooskleurig zullen worden.
Met de vôlgende overwegingen valt fl1. rekening te houden:

1.
Hoe staat het met de hinacultuur in Ned.-Indië, onder
Japans beheer?

.

.

.

De berichten, die hiero’er in de couranten verschenen zijn, luiden zeer tegenstrijdig. Men heeft kunnèn lezen,

6 December 1945

ECONOMISCH-STATISTISCHE. BERICHTEN

277

1

dat de Japanzen alle kinabomen gekapt hebben en de bast
naar Japan hebben vervoerd, maar ook, dat aan de kina-

aanplant weinig schade zou zijn toegebracht. Het eerste
geval zou de doodsteek aan het Nederlandse kinamonpolie
betekenen, daar bij ‘de, gedurende ‘de oorlog sterk gewij-

ziHde, omstandigheden het her-optreden van Ned.-Indië
als enige grote kina-producent vrijwel als uitgesloten

moet worden geacht. Zekerheid hierover kan echtr pas
dan verkregen worden, wanneer MF. P. Leendertz, Di-
recteur van het Kina-Bureau, van zijn inspectiereis naar

Indië, waarheen hij zich eind September per vliegtuig

begaf, zal zijfi teruggekeerd en van zijn bevindingen mede-
deling zal hebben gedaan. De huidige troebelen op Java
zulIn zijn werk in, Indië echter in belangrijke mate be-
lemmeren, zodat exacte gegevens voorlopig niet verkrijg-
baar zijn. De toestand blijft dus voorshands onzeker

en er moet met (waarschijnlijk onaangename) verras-

singeri op dit gebied rekening worden gehouden.

Hoe staat het met de kinacultuur buiten iVed.-Indië ?

Het is te verwachten, dat vooral de Ver. Staten, die de

voornaamste kinineafnemers van Nederland waren en
zelf niet, zoals bijv. Engeland, in eigen koloniën over een
kinacultuiir beschikten, pogingen zullen hebben aange-
wend, om de kinacultuur in andere tropische landen te stimuleren en zich daarbij zelf te interesseren. Daarbij
zou dan het dubbele doel bereikt zijn van een min of meer.
directe voorziening in de thans aanwezige behoeften (wel
had men in Noord-Amerika een zekere voorraad opgesta.-
peld, maar deze was nog niet geheel op peil gekomen tben
Indië onbereikbaar was geworden) en ook in de toekom-
stige behoeften, waardoor de Ver. Staten de lang beoogde
onafhankelijkheid ook op dit gebied zouden verwerven.
Er zijn berichten doorgekomen, die inderdaad in deze
richting wijzen. De in Bolivia aanwezige kinacultuur,
welke reeds in 1939 een vrij behoorlijke productie op-
leverde, schijnt bevorderd .te zijn, terwijl bovendien in
dit land een kininefabriek is gesticht. Daarnaast zouden
de Ver. Staten in Costa Rica 10.000 acres voor de tijd van
25 jaar gepacht hebben met concessie voor het aanleggen
van een kinacultuur. Deze oppervlakte komt overeen
met ruim ‘4.000 ha, terwijl in Ned. Indië in 1938 ruim
17.000 ha uitsluitend met kina was beplant (en 83.000 ha
in gemengde cultuur met andere gewassen) zodat, bij een welslagen dezer aanplanting, de Ver. Staten hun behoefte
aan kinine, althans voor een niet onbelangrijk deel, uit

eigen cultures zullen kunnen dekken. Ook in de Belgische
Kongo wordt de kinaverbouw krachtig gestimuleerd.
Oorspronkelijk omvatte de concéssie 200.000 planten.
In 1943 werd hiervan 100 ton bast v’erkregen. Momenteel
zijn 1.500 ha met kina bepla,nt, Iterwijl wordt geschat,

dat deze oppervlakte over twee jaar zal zijn verdubbeld.
Dit zijn getallen die, hoewel zij nog niet de hoogte bereiken
der Indische cijfers, toch op de duur niet zonder invloed
.op de kina-markt zullen blijven. Tenslotte schijnt men
ook op Cuba begonnen te zijn met een kina-aanplant.
Een voorname factor bij de beoordelingvan de beteke-
nis dezer nieuwe cultures vornit het feit, dat men daarbij
Wëer voor dezelfde moeilijkheden kan komen te staan
als voor 80 jaar inNed.-Indië het geval was; moeilijkheden
van klimaat, bodemgesteldheid, ziekten en plagen, en,
– niet te vergeten, vooral van de keuze der meest geschikte
soort.. Het is lang niet zeker, dat de kina-soort, die in Ned.-
Indië het beste gedijt, dit ook in andere tropische landen
zal doen. Niettemin kan men wel aannemen, dat van
Amerikaanse zijde alles gedaan zal worden, wat tot het
welslagen dezer cultuuj’ kan bijdragen, zodat in elk geval
alle kans bestaat, dat Ned.-lndië straks niet mèer als énige

belangrijke kina-bastproducent de wereldmarkt zal kunnen
beheersen.

In hoeverre is men erin geslaagd een synthetische’ bereiding
van kinine uit te voeren?

Sinds Caventou en Pelletier in 1820 er in slaagden zuivere

kinine uit de kinabast te isoleren, heeft men veel aandacht
aan de chemie van deze verbinding besteed, maar het
duurde toch tot 1907 eer de structuur van het kininemole-

cuul bekend was. Deze bleek nogal ingewijkeld te zijn,

waardoor de mogelijkheden dner synthese beperkt varen.
Toch slaagde Rabe er in 1929 in het alkaloïd synthetisch

te breiden, hoewel zijn product nog in een klein opzicht

afweek van het natuurlijk kinine. Rabe verkreeg nI.
dihydrokinine, een verbinding, welke 2 waterstofatomen

meer bevat dan het natuurlijke kinine, maar in chemo-

therapeutisch opzicht even werkzaam ten opzichte van
de malariaparasiet is, als kinine. Hoe verdienstelijk dit

werk in wetenschappelijk opzicht ook was, het had toch
geen practische gevolgen, daar de synthese niet op econo-
misch rendabele wijze ten uitvoer kon worden gebracht:
het synthetische product zou vele malen duurder worden

dan het natuurproduct!
Intussen heeft men in de oorlogsjaren het probleein
van de kininesynthese in de Ver. Staten op zeer uitgebreide
wijze door de ,,National R.search Council” aan een her-

nieuwd onderzoek oiiderworpen, en, naar het schijnt,
met succes. In de labora,toria van de ,,Polaroid Corpora,-

tion” te Boston, zou men er in 1944 in geslaagd zijn syn-

thetische kinine te vervaardigen, die met het natuur-
product identiek is. Echter zou, volgens verklaringen
van den president dezer maatschappij, het nog niet zeker
zijn, of de zeer gecompliceerde synthese, waarbij kinine

en kinidine (een stereoisomeer van kinine, dat niet werk-

zaam is tegen malaria) in gelijke verhoudingen worden
gevonnen, geschikt is voor commercieel gebruik. Het
staat dus nog te bezien, of deze uitvinding, waaraan
de namen Robert Wôodward en William Doering worden
verbonden, in staat is, de omwenteling in de kininesituatie
te voltrekken, waarnaar van Amerikaanse zijde zo hard

wordt gestreefd.

De plaats der synthetische vervangingsmiddelen.

Welke is de plaats, die de synthetische vervangings-
middelen voor kinine, nI. plasmochine en atebrine naast
kinine zijn gaan innemen en nog verdér zullen innemen?
Het behoeft geen verwondering te
baren,
dat gedurende
de laatste twintig jaren in Duitsland door de dear
bloeiende industrie vn• synthetischegeneesmiddelen,
die reeds zovele successen had geboekt, naar’tig gezocht
is naar synthetische organische verbindingen, die de
kinine in haar werking als malariabestrijdingsmiddel

zouden kunnen vervangen. Duitsland heeft immers altijd
grote hoeveelheden kinabast in Nederland moeten kopen, zodat er een direct belang gemoeid was bij het uitschake-
len van dee import, terwijl, indien de Duitse indutrie

er in slaagde een synthetisch- verangingsmiddel voor
kinine te vinden, dit als zovele andere synthetische ge-
neesmiddelen een zeer waardevol exportartikel zou kunnen
vormen.
Bij het in de labora,toria der J.G. Farbenindustrie” over
dit onderwerp uitgevoerde onderzoek, ging men uit van
het volkomen juiste standpunt, ‘dat, déa,r de synthese
van kinine in verband met de ingewikkelde structuur
van deze verbinding altijd uiterst moeilijk en daardoor
kostbaar zou blijven, gezocht moest worden naar andere
verbindingen, die eenvoudiger te bereiden zijn, maar
toch dezelfde werking als kinine zouden moeten uitoefenen.
Om de betekenis van het werk, dat als gevolg van deze
doelstelling is uitgevoerd, te begrijpen, dient men te weten,
dat de malaria wordt veroorzaakt door een parasiet:
Plasmodium vivax, welke op de mens wordt overgebracht
door de muskiet. De parasiet maakt verschillende ont-
wikkelingsstadia door, gedeeltelijk in het bloed van den
mens, gedeeltelijk in de maag van de mukiet. In deze
ontwikkelingsstadia komen geslachtelij ke voortplantings-
• vorni’en voor, de zgn. gameten en ongeslachtelijke vbrmen,
de ,zn. schizonten. Nu werkt kinine uitsluitend op de on-
geslachtlijke voortplantingsvormen, dus de schi±onten,

278

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

0 December 1945

terwijl dé gaineten onaangetast blijven. Daardoor worden

wel de klinische ziekteverschijuselen (koorts ed.), welke

veroorzaakt wordeh door cle schizonten, door toediening
van kinine genezen, maar niet de mogelijkheid van her-

infectie en overdraging van infectie, die berust op de aan-

wezigheid der gameten en het overgaan hiervan in de
muskietenmaag, bestreden. Ook als prophylactieum,
d.w.z.,
als voorbehoedend middel, heeft de kinine daardoor
weinig waarde.

In 1926 werd nu door Schulemann, Schönhöfer en

Wingler, als gevolg van uitgebreide ondei’zoekingen,

welke in totaal 12.000 verbindingen betroffen, een nieuwe

chemische verbinding gevonden: ‘het n. diaethyiamino-isopentyl-8-amino-6-methoxy-chinoline, sindsdien meer

bekend onder de naam van Plasriiochine, welke in tegen-

stelling met kinine de eigenschap bezat om gâmeten te

kunnen doden, terwijl daarentegen de schizonten onge-

moeid bleven. Het effect van de toediening van dit middel

komt dus hoofdzakelijk tot uiting in een verhindren
van het overbrengen der ziekte, terwijl daarentegen het

ziektebeeld ze 1f bet.re kkel ij k weinig werd beïnvloed.

OOr het bestrijden van een malaria-epidemie heeft
Plasmochine dus zeker grote waarde, voor de genezing

van een malariapatient is het van, weinig nut en in dit

opzicht niet te vervangen doOr kinine. –

Door de vondst van het Plasinochine AVas dus geen eigen-
lijk vervangingsmiddel van kinine verkregen, daar kinine

zelf nog onontbeerlijk bleef, maar veeleer een welkome

aanvulling voor de bestrijding van dat deel deriekte,

hetwelk niet door kinine kon wOrder beïnvloed. Daar

bovendien’ bleek, dat liet Plasmochine, toekediend in
de benodigde doses soms ongewerste neenwerkingen
veroorzaakte, zodat. het gebruik ervan niet zonder gevaar
was, heeft dit preparaat nooit een ernstige concurrentie
voor kinine betekend. Meti zette echter het werk in het
Elberfelder laboratorium der J.G. Farbenindustrie” voort
en het gevolg van veel naarstig onderzoekingswerk as,de
vondst van Mauss en Mietsch in 1930 van het 2.mehoxy-6
chloor-9. (a-diaethyJamino ô.pentyl) aminoacridine, dat

de handelsnaam Atebrine ontving. Deze verbindingverkt,

evenals kinine, op de schizonten en is derhalve

en echt
vervanginsmiddel’ van kinine. Volgens de gegevens van
fabrikante zou liet zelfs beter dan linine zijn. Een
feit is inder_daad, dat Atebrine op grote schaal met gunstig
gevolg hij de bestrijding van de malaria is gebiuikt en

dat het door een zestal landen reeds w’ordt nagemaakt
en onder de naam Mapacrine, Quinaci’ine, 866 R:P., Erion,

Acrichine in de handel wordt gebracht. De ,,lmperial
Chemical Industries” vervaardigden onder de naam
Mapacrine in 1940 reeds 600.000 tabletten van dit mjddel,
welk cijfer in 1944 tot 1 milliard stuks zou.stijgen. ‘Deze
hoeveelheid komt in werking overeen met pim. 400.000

kg kinine, hetgeen een groot deel van ‘s ‘wereld totale
kinineproductie vormt in Rusland werd reeds in 1935
een nieuwe fabriek vom’ de fabricage van ,,Akrichin”
gebouwd, welke in 1937 45.000 kg . van dit preparaat,
naar schatting, zou ver>a’ardigen, hetgeen een vervanging
zou betekenen van pIm. 1.80.000 kg kinine, daar de do-
sering, welke voor Atebrine e.d. wordt toegepast, slechts

pim. ; bedraagt va,n de doorgaans benodigde kininedoses.
Indien aan deze voornemens uitvoering is gégeven (momen-
teel is dit nog niet controleerbaar) betekent dit een ieer
ernstige concurrentie voor de kinine, niet zozeer gedurende
de oorlogsjaren, toen de enige grote-kinab,ast-leveran.cier
van het grootste gedeelte der wereld was afgesneden,

zodat dus daar juist de kinine schaars was, terwijl door de
oorlogsvoering in tropische en. subtropische landen er
juist veel van dit koortswerend middel n’odig was, maar wèl na de oorlog. Immers, indien men op een;behouden

blijven der aanplant rekent, zal er enezijds een. ruimei
aanbod van kinine komen, terwijl men anderzijds ide
1

bereiding der synthetische producten, eenmaal op fabri-
cage op grote schaal ingesteld, ongaarne zal laten i’allen.

Intussen heeft men het zoeken naar nog betere ver-

bindingen in de chemische iabora’toria nog voortgezet.

Deze onderzoekingen hadden zowel betrekking op een beter

middel tegen de gameten dan Plasmoehine, als
01)
een
verbinding, die als causaal (di. de Oorzaak wegnemend)

prophylacticum zou kunnen dienen, daar noch kinine
noch Plasmochine, noch Atebrine als zodanig we7enlijke

betekenis hebben. Iii het, preparaat ,,Certuna” (di.

dialk)
,
lamino-oxychinolyl-aminohutaan) door Kikuth in

1938 gevonden, meende men aanvaiikelijk een beter
gametocide middel te bezitten dan Pla,smochine, maar de

werking van deze verbinding is ioh wel zeer beperkt ge-
bie ken. ..

De huidige stand van het onderzoek naar cle bereiding

van een kinine-vervangend
.
prep.araat is dus ongeveer
deze: belangrijke successen zijn reeds behaald in de vorm

van Piasmochine en vooral Atebrine, maal

het ideal’.

ma,laria-bestrijdende middel is nog niet gevonden. Onge-

twijfeld w’ordt, reeds in de plaats, van kinine vooral het
preparaat Atebrine of synonymen daarvan gebruikt.

Dit behoeft niet persé ‘te leiden tot een ‘vermindering van

de kinineafzet, maar kan het’ zeer vrheugensw’aardige
gevolg hebben, dat er een ruimere inalarïa-hestrijdin

wordt toegepast, aangezien landen, diè om de een of andere

oorzaik niet voldoende kinine konden of wilden bemach-
tigen, misschien ‘ruimer zullen openstaan voor de synthe-
tische producten. liet kan echtel ook leiden tot een
,,kinineoorlog”

Een belangrijke factor bij het al of niet verdringen van

kinine door Atebrine en soortgelijke preparaten vormt de

beoordeling van het met heide preparaten verkregen
gene’fiTlgseffect. Hët laatste w’oorcl’ hierover is zeker nog niet gezegd : het vierde algemene iapport van cle malaritc-
coh’imissie van de Voikenbond noemt naast kinine even-

wel ook Atehrine en Plasinochine als geschikte bestrijdings-

middelen van malaria. (Plasmochine echter alleen in
combiiiatie’ met ëén (er heide anclerè middelen). Aan

kinine wordt in bepaalde gevallen nog de voorkeur ge-
geven boven Atebrine, ‘welk laatste middel bovendien
nog het’ nadeel ‘bezit de huid geel te kleuren. Gedurende

de oorlogsjaren zal ongetwijfeld veel ervaring iiiet dë

snthetische anti-malariamiddelen zijn opgeddan, zodat
met belangstelling de gegevens hierover, diê min of meer
beslissend iullen zijn voor’hét al of niet zijn der kinacultuur,
tegeiioet kunnen worden gezie;l.
Zal kinine dezelfde weg gac.n als eens de natuurlijke
indigo en• de meekrap gegaan zijn? Het ware een slag

voor de Indische en Nederlandse welvnai’t!

1

Ii’. P. MAL’i’iIA.

DE TOEKOMST
VOOR DE RUBBERCULTUUR.

lle.t is een opvallend leit, dit cle beschouwingen, welke
men in cle finantieele pers ‘hiei te lnde• over de iubber
na de bevrijding aantreft,. over het algemeen een opti-
mistisch knrakter hebben. liet lijkt, of er door den oorlog
veel is gewijzigd. ‘

Dit is inderdaad het geval; ei-is zooveel veranderd
zelfs, dat men wellicht van een structuurvijziging za,l
kunnen spreken. Alleen, de verandering is voor de rubber-
cultuur niet ten goede.
Bij een algemeene beschouwing’ heeft liet w’einig zin
zich op cijfers van de laatste jaren te baseeren; deze zijn
ook niet gepubliceerd; 1

let is veeleer noodzakelijk thans
een inventaris’op te maken, teneinde te zien, hoe wij er bij het begin van de nieuwe periode voorstaan. Het be-
langrijkste feit is dan ‘ongétwijfeld, dat door de bezetting

yani Malakka, Ned.-lndië, Siam en Fransch l’ndo-China
dooi’ Ja,an eèn scheiding tussclien de belangrijkste ge-
bieden van consumptie en productie heeft plaats gevonden.
Wel hebben de Vereenigde Staten en Groot-Brittannië

4
,.

..

6 December 1945

ECONOMISCH-STATISTISCHE ‘BERICHTEN

279

zich tot 1942 veel moeite gegeven om’ alsnog voorraden
aan te leggen en de producenten alle moeite gedaai om

hierbij
)
ehulpzaarn te zijn, doch 3 jaar scheiding hebben

er toe geleid, dat andere maatregelen moesten worden
genomen om in het tekoi’t aan rubbet’ te voorzien. Eind

Novembei’ 1941 was er een wereldvooi’raad’van niet minder

dan 950.000 ton ‘), een ongekend cijfer voor dezentak
van bedrijf.We niet ondei’ contrôle van den vijand staande

productiegebieden van rubber waren bij verre na niet in

staat om ook maai in een gedeelte vande vraag te voorzien.
Zoodoende waren de geallieerden gedwongen om zich

in de synthetische rubber vervangers te verschaffen

en werden installaties voor de verkrijging van deze pro-
ducten gebouwd, waarin zeer belangrijke vermogens
werden geïnvesteerd. In cle Vereenigde Staten alleen

werd een productiecapaciteit geschapen, welke op 800.00C

â 1.000.000 ton pci’ jaar wordt geschat.
Bij een dergèiijk cijfer moet men in het oog houden,

dat het noi’male wereldverbruik aan i’ubber hoogstens
mag worden geschat op 1.590.000 ton (het laatst bekende
cijfer, de ramingvoor 1941, was 1.200.000 ton). Er kan
dus worden gesteld, Vat de gezamenlijke industrieën van

synthetische rubber van de Vereenigde Staten, Canada,
OrQot-Brittannië, Rusland en elders in de wereld zeker
een productie zullen kunnen bereiken, welke het wereld-_
verbruik
kan
dekken. Nu stelt men in de pet’s maar a.l te
graag, dat zelfs bij deze vei’groote. productie de kotprijs
van de synthetische dien der natuurlijke i’ubber belangrijk

overtreft er worden cijfers genoemd van 13 bn 11 dollar-.
cent -‘ maar men vergeet daarbij twee dingen. In de
eerste’ plaats, dat de industrie nog pas in wording is en
dat dus over het vraagstuk van den kostprijs ook het
laatste woord nog niet is gezegd en in de tweede plaats,
dat de fabrieken en installaties er staan en dat dus
– nog afgescheiden van het feit, dat althans in dc
Vet’-

eenigde Staten de Regeering de financiering voor een
belangrijk deel heeft gedragen – het vraagstuk van de kosten secundair wordt; niet cie integrale kstprijs zal
beslissen ovet’ cle vraag, of en wat zal kunnen worden ge-
produceerd, maar eeniioudig het probleem, of de directe
kosten door de opbrengst worden gedekt. Dit nu zal on-
gétwijfeld het geval zijn. Naar ot’I?.e ovei1uiging is dus de
dreiging op welke wij talrijke malen als reëel hebben ge-

wezen, thans realiteit en een zeer onaangename i’ealiteit

gew’orden.
Hoe staan nu de verhoudingen bij de natuurlijke rubber.
Wij hebben vernomen, dat in Nederl. Indië de schadeaan
de t’ubbertuinen, geringis, op Malakka daarentegen w’el
rubbei’t.uinen in aanplantingen San voedselgewassen zijn
oingezet. Volgens de laatste berichten échter woi’dt de
schade iii het Verre Oosten aan de ruLbbercultuw’ zoodanig
geraamd. (lat slechts 5 pCt. vanhet areaalhchocft teworden
afgeschreven. i)eze 5 pCt. staat echtet’ niet gelijk met een
verittindering van de , productiecapaciteit met eenzclde

pet’eeti lage en dat om vei’schi 1 lencie redenen.

in (le eerste plats e samenstelling van (ten rubber-

aanplant. in de gezamenlijke restrictiegehieden bestond,
volgens de nieest betroitwhat’e schatting, pet’ einde 1940
een rubberaanplant van 10.300.000 acres
2)
Daarvan
was ongeveer 6.300.000 acres aanplant ouder dan 15 jaar
en ruim 1.000.000 acres tussc.hen 0 en 5 jaar, dus thans
tusschen 5 en 10 jaôt’. Op basis van een percentage van 5
zouden ongeveer 470.000 acres zijn vernietigd. Er is tot
nu toe weinig ervâring met betrekking tot het pi’oductie-
vernsogen van a,anplantingen van 20 jat” en ouder, do6h
vast staat, dat deze latex geven, waarbij oék al weer
uiteindelijk niet de integrale kostprijs maar de directe

kosten dooi’slaggevend zijn voo” de vraag, of
zal
worden

gepi’oduceerd. Daarbij komt, dat het areaal, dat per einde

‘) Sir Anclr€w 31(
,
1″adycJi The ihislory of Rubbr Regôlation
1934-1943″ 1944. pag. t 55:

‘) Str Anclrcw 3IcFad’ycam The hlislor3’ of, Rubber Regulation
1934-1943″ 1944, pag. 224.

1940 5 tot 10,.jarlgen aanplant bevatte, thans tot volleren
wasdom en grooter productievermogen . is, gekomen en

dit omvat ongeveer 500.000 acres: Nemen wij dus de
vernietiging van 470.000 acres aan, dan bestaat er toch
alle grnd vooi’ de’ veronderstelling, dat het productie-

vermogen voorloopig, nadat, de bedrijven wed’ op gang
zijn, niet in belangrijke mate zal afwijken van de behaalde

prodi.ctiecapaciteit in 1940. ‘Nemen wij .1941, toen het

uitvoerpercentage 105 pCt., was, tot basis, dan kan worden
vastgesteld, dat een productiemogelijkheid in de restrictie-

gebieden bestond van ongeveer 1.500.000 ton en dat de
outsiders toen produceerden op een basis van ongevee,r

100.000 ton. Dus een wereldproductie van minstens
1.600.000 ton.

Daarbij moeten ,voorts twee andere ‘factoren in het
oog worden gehouden. In de eerste plaats, dat de boomen
geruimen tijd niet getapt en de aanplantingen zeker op

de ondernemingen verwaarloosd zijn. Of dit tot grooten
achteruitgang in productievermogen zal leiden, valt op
het oogenblik hiet met zekerheid te zeggen, doch kan,

gezien den aard van de rubbercultuur, worden betwijfeld.

Wel zal het tijd vergen om de tuinen zoovet’ schoon te
krijgen, dat weer kan worden getapt en wel- zal ‘het dan
eenigen tijd duren alvorens de latex-vloei op volle capa-
citeit is, maar op den duur zal de i’ustperiode de boomen
goed hebben gedaan, hetgeen dan in het pi’oductievermo-
gen tot uiting komt.

Een tweede vraag is, in hoeveii’e en hoe snel de arbeids-
capaciteit kan worden verkregen om het productieproces ‘in den ruimsten zin wèer op gang te brengen. Immers, de
opbouw van Matakka en Nederl.-Indië is in de eerste plaats
een vraagstuk van organisatie ‘en, wat jaren’van opbouw
he’eft gekost, kan thans niet in een handomdt’aai weer
worden hersteld. Men denlce slechts aan hetgeen vast zit

aan het verkrijgen van immigranten-arbeiders, een pro-
bleem, dat zoowel voor Malakka als voor de Buitenge-
vesten vati ons Indië geldt. –

En dan komt ald,’a een derde groot vraagstulc zich
melden. Men ‘neemt een kost’prijsverhouding.- ten gunste van de natuurlijke i’ubhei’ aan. Men moet zich echter voor
oogen houden, dat de Vereenigde Staten komen te vechten
met het

vi’aagstuk van een werklbosheid, dat minstens
zoo urgent en nijpend zal zijn als vôôr dezen oorlog en
(lat zij er dus alles op zullen moeten zetten om uitvoer te
krijgen van industrieele producten. Als mogelijke afzet-
gebieden komen dan in de eerste plaats in aanmerking
ook al om de door de verarming gedeeltelijk te verliezen
Europeesche gebieden te compenseeren – de gebieden- in
Oost-Azië, waartoe naast China ook de rubberleverabriers
behooren. , En het Verre Oosten is in de afgeboopen jaren
verder ontwaakt en dus vtbaat’der gewoi’den voo!’ een
hooget’ beboet tenniveau, d.w.z. hoogere bonen. Bovendien

zullen de Vere’enigde Staten aan die afnemei’s de voorkeur
geven, welke van hen de meeste producten afnemen
(een waai’schnsvi ng ‘tegen in dustrialisatie). Aangezien een
zee!’ belangrijk gedeelte van de kosten bonen zijn, is het
voordeel van de natuurlijke rubber Wellicht nog dubieus
en zeker niet zoo stellig als men wel denkt.

Tenslotte de vraag varn het verbruik. Wij hebben kunnen
waarnemen
01)
‘elke pei’febte’ Wijze de geallieerden met
i’ubberartilcelen waren uitgerust, zooals wij van de Duit-
schers daarvôdr in dec ‘beginne éveneens de autobanden
hebben beschouwd. Wij wisten reeds, dat een gemengd

product van natuurlijke en synthetische i’ubber ‘voor-,
deden had. Wij mogen dus aannemen, dat de synthetische
rubber op zeer belangrijke gebieden
een
evenwaai’dige
concurrent van de naturlijke i’ubber is. Op den duur

chter weten wij, dat vecdere toepassing – van t’uhhe,-
(banden) in ,den landbouw het rubberverbruik in sterke
mate kan bevorderen en dat ei’ tijdens den ‘oorlog nieuwe
toepssingsmogelij kheden voor natuurlijke rubber zijn gevonden. Alen moet voorts rekening houden met een

280

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHtEN

6 December 1945
grooten achterstand in de vervanging van rubberartikelen,
waardoor voorloopig de vraag
zal
worden gestimuleerd

en gezien het conservatismein het boerenbedrijf kan zelfs

worden aangenomen, dat het rubberverbruik duurzaam op
een hooger niveau komt te liggen. De algemeene verarming
in de meeste landen, die in den oorlog waren betrokken,

zal echter een belangrijke rem zijn voor groote uitbrei-

ding – en wellicht zelfs in tal van landen leiden tot een
inkrimping van het personenautobezit.

Hoe optimistisch men ten aanzien van de vraag naar

rubber ook moge zijn; men kan bezwaarlijk komen tot een
verbruik, dat ten opzichte
1
van 1940 al zijn verdubbeld.

Wel zullen ook de voorraden op de stapelpiaatsen en

stoomend weer moeten worden gevormd, maar door de
synthetische rubber en haar vestigingsplaatsen in gebieden

der consumptie krijgt ook dit vraagstuk een ander apect.

Voor optimisme is, als wij het geheele vraagstuk over-

zien, geen aanleiding. De rubberrestrictie-regeling is in

1944 geëindigd; maar, gezien den nu bestaanden toestand
en de ontstane verhoudingen, zullen producenten zich wel

weer – maar thans met de producenten van het syntheti-
sche product – om de groene tafel moeten scharen. En dan
inmiddels met een strijd voor den boeg, welke er een wordt

van het agrarische tegen het industriele product en van
belangen van productiegebieden tegenover elkaar. Immers,
de Vereenigde Staten hebben, bij de heerschende werk-

loosheid, weinig belang bij het tenietgaan van industrieën,
terwijl zij bovendien, zoola.ng de politieke rust niet is

weergekeerd, de zekerheid van rubberproductie thuis

zullen moeten behouden. In een studie, die eerlang zal

verschijnen, hebben wij de conseüenties, welke voorde
ondernemingen uit den strijd met het industrieele product
voortvloeien, uitvoerig’ besproken; wij hebben daar oa.
uitvoerig stilgestaan bij de noodzake1ijkheid van een

reorganisatie van het verkodpsysteem.
Doch in het kader van’de nateurlijke rubber dreigt de

ondernemingen nog een ander gevaar, nl. dat-van de
“bevolkingsrubber. In de voormalige restrictiegebieden

omvatte het areaal der ondernemingsproducenten in totaal
ruim 4,5 millioen acres, dat van de ,,native-rubber” (tüinen

van minder dan 100 acres) ruim 5,7 millioen acfres, waarvan
in ons Indië, volgens dein 1938 begonnen opname, ongeveer

3,2 millioen acres in plaats van het vroegere cijfer van 1,8 millioen acres. Deze kleine producenten, voor wie de-tuin
een andere beteekenis heeft, staan voor een ander kosten-
vraagstuk en staan uit dien hoofde ober het algemeen,
sterker in den concurrentiestrijd. Van deze zijde uit dreigt-

den ondernemihgen een reëel gevaar. De mate van productie
van deze groepen producenten wordt ook door andere
normen beheerscht dan die der ondernemingen; hun
productie is elastischer en bij dalende prijzen vormt hier
een . vermindering van aanbod op den duur sneller een
correctief dan bij de ondernemingen.
Het rubbervraastuk had v56r dezen oorlog reeds veel
facetten; door de synthetische rubber dreigt een structuur-
verandering, welke voor de ondernemingsproducenten
een reëel gevaar in zich bergt. Met belangstelling mag dan
ook worden tegemoetgezien, welke resultaten het eerste

internationale contact te Londen zal brengerL
Dr.
T. F. HACCOÛ

AANTEEKENINGEN

EFFICLINCYDAOEN 1945.

Op 29 en .30 November werd te Amsterd.m weer eeti
efficiencycongi-es gehouden, georganiseerd door het Ne-
derlandsch Instituut voor Efficiency en het Nederlandsch
Instituut voor- Documentatie en Registratuur, waarop

voor het eerst sedert ruim 5 jaar ook Engeland vertegen-
woordigd was met een drietal inleiders.
De eerste praeadviseur was Captain H. Ward, M.Sc., J’.RI.C.,

over het onderwerp ,,Management in
Great Britain 1939-1944″, die o.a. mededeelde zoo juist

te hebben vernomen, dat in Engelnd een ,,British In-
stitute of Management” was opgericht, waardoor liet

mogelijk zou worden, dat Engeland op de a.s. Stockhölm-
conferentie en het ,,lnternational Management Congrass”

door een eigen- instituut kon worden vertegenwoordigd.

Hij,legde voorts den, nâdruk op de noodzaak van een –

betere opleiding, m.n. ook onderricht iii ,,rnanagernent”,
waarvoor waarschijnlijk zgn. ,,staff colleges” zouden

worden ingesteld
1
). Verder deelde hij mede, dat publicaties

over de ,,Royal Ordnance Factories”, waar ‘zeer goed
werk is verricht op het gebied van veiligheid, werkindeeling

enz., in voorbereiding zijn. Ook verwachtte hij publicaties

van het ,,l*itish Gôvernment Department of management”.

Als’ tweede onderwerp stond op het programma 1n

leiding en bespreking van het praeadvies van Drs.
A.

3

M.

Groot over ,,Grondslagen van het systeem van variabele
kostenbudgetteering”. In het uitgebreide del)at kwam

speciaal naar voren, dat, overheidsbedrijven zich hij-

zpnder goed leenen voor variabele kostenbudgetteering.
De middagzitting werd geopend- rhet de bespreking

van het schriftelijk uïtgebracht,e praeadvies – van den
heer G. R. Moxon over het onderwerp ,,Significant

developments in personnel management during the war”. –

De heer Moxon sprak als vertegenwoordiger van het
,,lnstitute of Labour ‘Mnnagenient” en stelde, dat z. i.

niet ilJeen aan de techniek, maar ook aan de geestes-

gesteldheid van het ‘personeel aandacht moet worden

geschonken,’ dit in tegenstelling met de VS., waar

hoofdzakelijk nadruk wordt gelegd op de technische

zijde der industrieele problemen . – –
In de debatten kwam o.a. de wensch naar voren om
een woordenboek te doen samenstellen iiiet een duidelijke –
omschrijving der terminologie in de psychologie.
Inleider besloot met als zijn meening te kennen te geven,

dat het psychotechnisch onderzoek alleen kan vaststellen,
welke man bepaald niet geschikt is; omtrent het onige-
keerde geeft dit onderzoek z.i. geen zekerheid.

Het laatste.onderwerp voor dezen dag was liet itc-

advies van Jr. J. M. Matthijsen over werkciassificatie.
Door tijdgehrek moesten debat en repliek worden be-

perkt
2
).

De tweede congresdag werd geopend met het ‘prae-
advies van Dr. W. W. Varossieau, dat ,,Docmertatie
in het natuurwetenschappelijk onderzoek en voorstellen

.tot coördinatie – daarvan” aan de orde stelde. Naar
aanleiding van dit praeadvies en höt daarop gevolgde

debat en repliek merkte – de voorzitter op, dat
,
dit

onderwerp in de toekmst zeker nog- nader aan cle

orde zou komen, temeer, waar het aantal documentaties
steeds sneller toeneemt. Aangezien er naar zijn schatting
,een 15.000 technische tijdschriften bestaan, zal een alge-
heele oplossing van het vraagstuk voorloopig wel tot de

vrome wenschen blijven behooren.
Het tweede onderwerp voorlezen morgen was liet
praeadvies van – den heer H. Th. Vreede, getiteld ,,tnkele
theoretische beschouwingen over marktanalytische pro.

blemen”.

In de middagzitting ‘kwam eerst het praeadvies van
Prof. Dr. J. Tinbergen aan de orde: ,,Enkele problemen
van centrale planning”. Dit onderwerp gaf aanleiding tot
een uitgebreide bespreking.

De lartste praeadviseur voor dit congres was de heer L. ‘Robson, die ,,Wartime development of Bi-itish cost
accountancy as instrument- of mnagement” behandelde.
Als interessante bijzonderheid deelde laatstgenoemde
mede, op welke wijze men in Engeland er in is geslaagd
het maken van oorlogswinst op regeeringsopdrochten

1)
In
het volgende nummer der
,,E.-S.B.”
hopen wij een artikel
van
Pf.
Dr.
J. A.
de
Haa
te plaatsen over een dergelijee opleiding
in
de Vereenigd S
sten. –
‘) Zie
ook: ,,ii.-S,B.”
van
22
Novemberjl.,W3rkclisifici1ie
cii
het vraagstuk derrcchtvaardige beloning” door
I. J.
M. MUtiîijen.

December 1945

EONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

281

zoovel mogelijk le beperken. 13e meeste contracten be-

helsden nI. een clausule, waarbij werd overeengekomen,
dat door regeeringsaccountants de kostprijs der te leveren

goederen werd vastgesteld. Op dezen officieel vastgestel-

den kostprijs werd dan een bepaalde winst toegestaan.

l)E Z’i’I’SE11SCUI BONLSSP3ORWEOEN IN 1944.

iii (Ie volgende beschouwing
zal
hetjaarverslag der

,,Schweizerischen Bundesbahnen” (S.B.B.) geplaatst wor-
den tegen den achtergrond van het beeld der Zwitsersche
oorlogseconomie
1).

lie algemeene economische toestand in Zwitserland
is gedll rende den oorlog geleidelijk ongunstiger geworden.
L)oar het land voor de belangrijkste grondstoffen is aan-

gewezen op den invoer uit het buitenland, Werd door de

steeds toenemendë oorlogsinspanning in beide oorlogvoe-
rende kampen de Zwitsersche positie moeilijker
2),
Boven-

dien beteekende het grootendeels wegvallen van het vreem-
deli ngenverkeer een vermindering van de Zwitsersche

koopkracht op de buitenlandsche markt.
In het spoorwegbedrijf viel aanvankelijk weinig van
dezen achteruitgang te bespeuren.
rEoen
echter in 1942

de groole voorraden, (lie in Zwitserland bij het uitbreken
von den oorlog aanwezig waren, begonnen te verminderen,
trad een daling van het goederenvarvoer in, die zich ge-
durende dn -erderen oorlogstijd, ondanks de toegenomen

mli
taire vervoeren, voortzette. /
Ilooi’ een intensieve electriticâtie hadden de ,,S.B.B.”
zich in hooge mate onafhankelijk weten te maken van de
steenkolenvoorziening. Eind 1944 was 85 pCt. van het
net geëleetrificeerd, trwijI op deze lijnen 97 pCt. van het

totale ver’oer plaatsvond.
Die maatregelen, ter beperking van hel wegverkeer, in
verband net de benzine- en rubberpositie, haaden tenge-

volge, dat het personenvervoer via den spoorweg sterk
toenam. . /
liet bovenstaande blijkt uit de cijfers in de eerste twee
kolommen van de volgende tabel:

Ontvangsten

(koede-
Reizi-
Batig

ren
gers

.
Goederen
vervoer
R’izigrs
vervoer
saldo

,Jaar
106
T
>
10
x 10
1,
‘frs
x 10
6
frs
x 10
6
frs

1939
17
119
214
134′
7

1940
20
125
247
136
13

1941
23
143
278 162
18

1942
22
159
276
.177
2

1943
21
177
268 194
0,4
1944
18 190
263 223
0,02

ln het tweede gedeelte van (leze tabel zien we een stij-
ging der totale ontvangsten, waarmee aanvankelijk de
lieveging,van liet batig saldo correspondeert: Na 1942
loopt dit sterk terug. en vertoont in de volgende jaren de
neiging om geheel te verdwijnen. De oorzaak van dit
verschijnsel is een relatieve toeneming van de bedrijfs-
uitgaven.
In groote trekken komt de ontwikkeling van dezen post
op liet volgendo neer. Het aan bonen betaalde bedrag is,
in vergelijking met dat van het vorig jaar, met 18,2 millioen francs toegenomen, terwijl de zich nog steeds’voortzettende
prijsstijging cle niateriaalkosten eveneens omhoog bracht.
])e toeneming van het loonbedrag is eenerzijds een ge-
volg van toegekende duurtetoeslagen, anderzijds een gevolg
van de uitbreiding der personeelbezetting.
In vergelijking met de aan lobnen betaalde som, be-
dragen de totale duurtetoeslagen 17,5 pCt.
Vermeldden wij reeds een prijsstijging als oorzaak van de

9
Mn
zie
ook:,, E.-S.13.” van 3 Fetvuiri
193,,
Deecomtom che
lon;land in 7witserland gedurende het uet’cle kwirtaal van 1942″.
9 ‘id.: IIt internalionale goederenvervoer van Zwitserland in
den l,uluigeu oorlog”, in ,.E.-S.B.” van 26 April 1914.

gstegen materiaalkosten, hierbij korit dan nog een in-

tensiever gebruik van net en mate’iaal, waardoor de fre-
quentie der kostbare Perstellingen werd verhoogd. Deze
intensiveering’ blijkt uit de volgende cijfers:

vervoerde

beschikbare

aantal per zit-

reizigers

zitplaatsen

plaats vervoer-

x
106

.x 106

de reizigers

1989

119.

220

541

1940

125

220

568

1941

143

220

650

1942

159

220

723

1943

177

217

816

1944

190

216

879

In verband met het bôvenstaande, verdienen de Zwit-

sersche prijsindices even nader de aandacht. Ht index-
cijfer der groothandelsprij zen (basis’1914), dat betrékking

heeft op de belangrijkste onbewerkte voedingsmiddelen en
grondstoffen, is in 1944 vrijwel constant gebleven. Op het einde va,n dat jaar stond het op 221; in verhouding tot het
peil van eind Augustus 1939 heteekent dit een stijging van

107 pCt.
Het indexeijfer, der kosten van levensonderhoud (basis
1914), bevattende: voedingsmiddelen, brandstoffen, – klee-
ding en huur, steeg in 1944 van 205 tot 208. Vergeleken met het niveau van véér den oorlog, beteekent dit laatste

cijfer een stijging van 52 pCt., welke o.a. beïnvloed is door
een prijsstijging van voedingsmiddelen van 64 pCt.
3).

De oorbogstoes tand heeft de vem-houding tusschen
spoorwegen en wegverkeer, totaal gewijzigd. Het jaar 1944
stond geheel, in het teeken van de schadrschte-economie.
Door de beperkende maatregelen, die hiermee samenhingen, werd het spoorwegbedrijf, dank zij een tijdige elec.trificatie,
minder getroffen dan het wegverkeer. Wanneer nu hierdoor
het reizigersvervoer der spoorwegen sterk is toegenomn,
is er
0
geen enkele reden om zich over, deze ontwikkeling
te verheugen. Men hoopt echter, dat de nu opgedane erva-
ringen van belang zullen zijn om de zwaI’e taak van de
regeling van het na-oorlogsche vervoerswezen te vei’lichten.
In de organisatie van de belanghebbenden bij het weg-
vervoer, is een wijziging gekomen. Bestonden voorheen
twee organisaties op dit gebied, in het afgeloopen jaar
hebben zij zich verbonden tot één oi’ganisatie. Deze ver-
sterkt de positie van de vervoerders op den weg. Van de
zijde der spoorwegen denkt men echter, dat het tegenover
één onderhandelaar eerder mogelijk zal zijn hangende
vervoerskwesties tot beider voldoening te regelen, dan tot
nu toe het geval was.
De publieke opinie ten aanzien van de spoorwegen is
door de uitstekende prestaties, die gedurende dezen moei-
lijkén tijd geleverd wé’i’den, gunstig beïnvloed. Door een
telselmatige voorlichtingsactie, via pel’s, radio en film,
gelukte het alle bevolkingsgroepen op de hoogte te brengen
van het belang van deze prestaties voor volkshuishouding
en leger.
Ten aanzien van de toekomstige resultaten verwacht
men niet, dat spoedig een wending ten goede zal intreden.
De ontvangsten zullen, tengevolge van het volledig uit-
vallen van het transitoverkeer, de inkm’imping van den
bui tenlandschen handel en, zooals het verslag opmerkt, de
geleidelijk dalende conjunctuur van Zwitserland, vermin-
deren.
0
Ook door het afnemen der ‘militaire vervoeren, en, een
heropleving van het wegverkeer, kunnen deze ontvang-
sten ingrijpend worden beïnvloed, terwijl bonen en mate-
riaalkosten onder invloed zullen blijven staan van de
prijsstijging. –

De ,,S.B.B.” zien zich derhalve voor de vraag gesteld,
of in het komende jaar bijzondere maatregeler zullen moeten
worden genomen, teneinde een hoog deficit te voorkomen.

9 ien ultg”b’eid artikel over dit ondenvep is verechenen in
,,E.-S. ” van .9 3inu.nri 1944, onder den titel’,,, Bestaannsiiminium
eiA
lo,.fl
,ijiragemm in Zwitserland”.

9

/

282


ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

.
6. December 1945

GELD

EN KAPITAALMARKT.

De situatie op de gehjmarkt bleef .practisch onveranderd.

Driemaandsch
en
viermaandsch promessen bleven nog

aangeboden tegen resp.
111/16
pCt.en 1 pCt.; de middel-

matig laijge termijnen noteerdeti ongeveei’
1
/
1
6
pCt. hooger,

zoocis Augustus papier, dat tegen 2 pCt. werci aangeboden,
terwijl in de prijzen der lange termijnen geen ver’anering

kwam.

-‘- ….
……..
..

De weekstaat van De Nederlandsche Bank per 3 De-

cember ji., gaf, in vergelijking met het voorafgaande

,overziclt van de positie van onze centralè bank, naast’een

toeneming
van
de Diverse Rekeningeh (debetzijde)
met

niet minder dan f 20 milIioen ook aan de parsiefzijde

belangrijke veranderingen tezien. De ôude bankbiljétten-

circulatie verminderde ‘net f 91 millioen: wellicht betreft

dit bnkpapier, d’t .alsnog vanuit het buitenland
werd
aangeboden; de nieuwe ba.nkbiljêttenuitgifte, steeg met

f100 millioen, ongetwijfeld een wel zeer groote stijging,

welke evenwel niet met de bedoeling der dèhlokkeerings-

maatregelen in strijd behoeft te zijn, ‘mits het,slechts een

omzetting van giraal- in chartaaF geld betreft. 1-let saldo
van de Schatkist steeg boven T 2* milliard, ondanks, de

toeneping der geblokkeerde en girale saldi ‘en de bovenge-

noemde stijging der nieuwe’ biljettenuitgifte. J’aast de in

het- vorige overzicht genoéi’nde oorzaken
van
verplichte

zekerheidsstellingen vooi
belastingn en de bin nenlaiidsche

entvangsten voor me.t buitenlndsch crediet ingevo.rde

goederen, hebbnn hier ongetwijfeld speciale omstandig-
heden gewerkt v’moedelijk is een overboeking
van
de

Andere saldi” h,ier de belangrijkste’ facdr geveet, ‘welke.
tegoeden een vermindering ondergingen met f 79 millioen.
De belangrijkste verandering
01)
het
gehi’ed van

de.

kapitaalmarkt is wel de aankoiidiging van de’heropening

v
4
n de effectenbeurs, zij het ook slechts voor obligaties en

oider ieer beperkende bepalingen. De technische uitwer-
king i nog niet volldig bekend; wel schijnt het inidle be-


deling te liggen om het provêflu van verkochte obligatirs

op gblokkeerde rekening te hoeken, terwijl aankoopen

zullen kunuen plaats yinden met gehiokkeerde geldè’.

Dit is, zoo gesteld, merkwaardig, aangezien de Minister

van Financiën onlangs verklaarde; dat de geldcirculatie de

yooroorlogsche, normaal geachte, verhouding ‘tot het na-
tionale inkomen had bereikt. Hierin ‘was indertijd ook de
geldhoeveelheid, henoodigd voor dergelijke transacties, be-
grepen. Hoewel het hier vermoedelijk niet groote bedragen
aan kas- en. banksaldi betreft, welke voor aan- en ver-

koopen van obligaties werden aangehouden, beteekent het
leiden van obligatietransacties over geblokkeerde reke-
ningènin wezen toèh een
overschrijding van deaan de
geldcircuatie gestelde grens, daar de
bovenbedoelde saldi
thans voor andere doeleinden beschikbaar komeÇ,.


Terder.schept het gebruik van’ geblokkeerd geld voor.
effectenaankoopen ongetwijfeld eigenaardige problemen.
Men zalvermoedelijk een grooten kooplust kunnen verwach-
ten, indien de huidige toestand b’estendigd blijft. ‘Voor alles
is
noodig, dat de definitieve bestemming van het
geblok-
keerde geld wordt bekend gemaakt, zoodat men kan be-
oordeelen, in hoeverre aankoop van oblig.ties gerechtvaar-
çligd is en welke koersen hierbij kunnen gelden. Het schijnt
niet in de bedoeling te liggen om aankoopen van obligaties
met giraal of’ vrij geld toe te staan; dan zoü trouwens
naast een noteering voor
aankoop
van obligaties met ge-
blokkeerd geld nog tenminste één andere noteering tot
stand moeten komen.

Een nadere regeling, waar deze en andere ‘problemen
tot eelt oplossing moeten worden gebracht; zal vermoedelijk
niet lang meer op zich laten wachten.,
.

STATISTIEKEN

fl14 NI4l)I4IILANDSOIIII
UAN’It.
(Vooriiasije
posten i) duizenden gul(lens)

Ijivae,tt.

oio
Munt,
open’roarhtpapier,

Totaal
D&ta

muntrnale- Totaal
opeischb.
riaal, en
b
~eleellLngen,
voor-
schotten a/h Rijk
acliva
schulden
deviezen ‘)
en diverse
reke’ninen

1
3 Dec. ’45
5.250.438

206.285
5.529844
5.047.303
26 Nov. ’45
5.248.240
191.483
5.512.615
5.030.316
19

,,

’45
5.234.643
211.895
5,519,432
5,037.161
12

’45
5.233.086
196.465
5.502.773
5.020.660
5

’45 5.232.604 178.955


5.484.78J
5.002.686
29

Oct. ’45
5.222.334
,

183.232
5.411.388
4.999.382
22

’45
5.222.523
179.553
5.477,897
4,995.907
15

’45
5.212.50
‘133,536
,
5.47
1,955
4.990.119
6 Mei

’40
1.173.319 248.256
1.474.306
1.424.01.6

Banhbilje1-

Saldi

Stht,i5.

Data

ten in om-

in

naliCn en S’aldo Rijk

papier

loop

R/C

diverse

R/C (D/C)

rechtslr.

relienin gen

onder-
gebra bi.

3 D(c. L5 1.459.86’l) 3.587.433

150.245

C2.641..29U


26Nov.
’41
1.450.557
1
) 3.579.734

150.054

02.595.138


19

’45 1.405.748 3.631.388 150.027

02.565.344

12
‘ ,,
’45 1.375.206 3.645.426 140897

C2.592.020


5

,,
’45 1.351.016

3.651.661

149.859

C2.513.999


29 Oct. ’45 1.311.581

3.687.796 ‘149.775

02.560.265


22

,,
’45 1.297.569 3698.327

149,764

C’2.492.804


15

’45 1.330.770 3.619.344 149.594

r)2.067.338

6 Mei” ’40 1.158.613 j
‘255.174
,
10.230

‘C. 22.902

‘ –

‘)
‘De posten ,,correspondenl’en in het buitenland” ‘en Buiten-
landsôlie betaaImiddeIen(excl. pasmunt)”; voorheen begrepen in de
Diverse rekeningen”, zijn van 5 Juli 1943 af opgenomen onder de
bitenlandsche portefeuille,
in orizen slaat samengevat als ,,deviezen”
‘) waarvan nieuwe uitgifte’ f1.010.742.
f1.111.303.

NATIONALE BANK VAN BELGIË.
(Voornsvniste nosten in rnillioent’,n trouwt)

.

‘5

.
cz
9
‘a
Data

2oa ‘nJ9

g
cd

.b

D

(ID

-.

29 Nov

‘1945
22

,,

1945
15

1945
7

1545


30
Oct.

945
25′

1945
18

,

,.

9945′

31.163
31.160 31.166
-31.16e
30.603
.30.60
4

30.605

48r6
4,71e
5180
.4.983
5.4.78
5.305
5.268

757
511
289
274
260
254 377

338
281
225
,
213
248
197
228”

288

284′
260
27
237
237
224

44.686
44.812
47.922′
47,502
47.017
46.342
46.684

iteleellittg-
2
courant saldi

Data’
a

29 Nov.

1 945

653,
147.6471
66.76 t

6
3.231
62.020
22

..

‘1915

653
l47./f.66.4l3
8
3.170
62.2l$
’15

,,

1941

653

4
9
8’4I

R,874
3
4.554
62.577
7

,,

1945

653
49:17
1,87,230
6
4,875
62.745
30 Oct.

1945

653
1
49.4311
66.449
6
4.503′
62.860
25′

.1945

653
148.522

65.924.
.4
4.061
-62.921
18

1945

653
148 .967 35.991
.6
4.367 62.993

‘) Waarvan

10.493

inillioen

frcs.
,dnbeschikbaar
oudsa1do
na
herwaardeering van den goudvoorraad.
(Besluilwet
no.
5 van
1-5-1944).
‘) Waaronder

begrepen

de

Post

,,Emissiebank ‘te

Brussel”,’ ten
bedrage van

64.597 millioen
frcs.

‘) Deze post omvat:

oude biljetten en rekeningen

courant op de
Bank,

overgeboekt en over te boeken op
tijdelijk
onbeschikbare
of gebloklieerde rekeningen,
en niet aangegeven
oude

biljetten.

ONTVANGEN BROCHURES.

Catalogus
van
de
Ned. Kasteel
Bibliotheek.
Uitg.
Al. v.

kOu
ffe,i’s Antiquariaat.
Ontvangen 2
Aug.
1945. 128 pag.

I’clnaarl met
,,
Kapit.alisme” en,, Co,nmuhi.sme’.’.
Gedachten
over vragen van den dag doOi’ C. Pot. 1945 Prijs 11.-
112 pag:

Studieg,’oep voo, reconstru.enie problemen. Rap po,’ten 1e .1/in
10€
reks.
Uitg. The Netherland Publishing Co. .1,45.

jij

al
.

Dn
v

LV

Bij belangrijke vakgroep is’ plaats voor jong

Doctorandüs Economie

als adj. Secretaris. Spoed. indiensttr. Soli, met cenige
ervaring op het gehied Van loon, en prijsvraagstukken
genieten voorkeur. Br. me’t uitv,
ml.
onder no,
bureau van dit blad, psthu
5
42, Schieda m.

Bij het Ministeric van Handel en Nijverheid, Afd.
Economisch Onderzoek, kurnen terstond ecnige

Economische Doctorandi

worden geplaatst, voor zelfstandig wetenschappelijk
werk. Voor goede krachten – zeer goede vooruitzichten.
Sollicitanten gelieven zich te melden: Bezuidenhoutsche.
weg 30, Afd, Personeel,, Kamer 113, tusschen 9 en
5
uur.

Verschenen:

I3edrijïsgrp

Chemische

industrie,

.Javastraat

2.
Den Hnsst; vraagt

/

Doctoren of Doctorandi

in de Economie

Brieven aan h’ovenstaand adres.

Bedrijfsgroep in cle metaalindustsie te ‘s.Gravenhage
vraagt tegen 1 Januari as.

Secretaris

Bij voorkeur ingenieur’ ‘met ‘bedrijfs.economisehe er-
varing; leettijd 30-40 jaar.

Sollicitaties onder no.
A 938 Advertentiehuresu Die Flaghe”, Plein 11, Den
Haag.

– bewerkt verslag van haar arbeid

een
losbiadige uitgave,
bevattende
een

uitvoerig,
gesystematiseerd, overzicht
van

de handelingen der volksvertegenwoordi

ging,
den tekst van en toelichtin gen op

• wetso’ntwerpen, amendementen en
andere

tusschen de
Regeering en het
parlement

• gewisselde stukken, in 13 deden:

– deel
t
Algemeen Regeeringsbeleid VIII Financiën
II Binnenlandsche Zaken

IX Justitie
III Buitenlandsche Zaken

X Landbouw en voed.
IV Geestelijk leven en cullu.

selvoorziening
rede zaken

Xl
Overzeeschegebieds. –
V Economische Zaken ‘

– deelen
VI Mililaire Zaken

XII Openbare werken ee
VII Sociale Zaken

waterstaat
XIII Wederopbouw
onder
redactie van:

P
rof.
dr
.
J.
R.
M.
v.
d. Brink
– mr. ir.
B.
W.
Haveman
.
drs. J. orring
– mr.
J. F.
Jansonius
. Ir. A.
Meyers
mr. t.
Opstellen

gep. kat. A.
J.
A.
v.
Overeem –
mr. J.
Roelse –
Geert’Ruygers
• Raden
M. Soenito

mr. W. Verkade.

Elk deel vormt een afzonderlijk eheol. Men kan zich abon.
neeren zoowel op de. geheele Juilgave als op een of mes,
deelen.
lnl:chtingen en prasp’c’i v.rkplj bwr bij den bsekhndrl en
PrdaC.EN & CJ • uItgvars. Dam ea, AmtardamC.

Administratieve instelling

te

Amsterdam

vraagt
voor haar atdeeling algemeene zaken

Mr. in. de Rechten

Brieven onder letter E aan Allert de Lange’s As’
nonee Bureau, Damrak 62, Amsterdam,

1

•’

Hebt U hef prospectus
van
‘de
reeks

,,TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE”

reds
angevraagd?

H.
A. M. ROELANTS
-.
UITGEVER
-.
SCHIEDA14

HET

fINANCIEELE DA.CBLAD

..!

voorheen Anast rdanzsch
‘Effsctrnblad
en
Dag hjksche
Bsruscourent

geeft voorlichting over de nieuwe maatregelen

• het’bedrijfsleven • eff&tcn
ffl
coupons
• geld en deviezen • uiilotin,’n
• belastingen etc.

Absnnsmsal
per
kwel
19.-. 8.2.
Yoorburgwal
289
A’dain C. – Tel.
30545 – 36113- 43598

DE TWENTSCHE BÂ,NKN.V.

Maandstaat
op 31 October
1945.

Kas,’ Kassiers

en
Kapitaal

.,,…,.
f

40,000,000,-
Daggcldleeningen
f

16.383.825.96
Reserve

…,……,,
11.200.000,-
Ned.Schatk.papicr
,, 654.010.000,—
l3ouwreservc
2.000.000,-
Ander

Overheids.
Deposito’s op ter-
papier

……….,,
1.738.982,97
mijn

…………..,,
71.197.641.88
Bankiers

in

Em-
Crediteuren

……,,
613.223.713,38
non-

en

Buiteni.
,,

21.157.982,46
Overl.

saldi

en
Eff.

en

Sy ndicat.
,,

914.045,90
and,

rekeningen

..,,
18,689.259,88
I’rol.

en

Voorsch.
Res,

v,

verleende
tegen

Effecten

..,,
7.410.668 38
pensioenen

……
..

1.215.554,28
Debiteurcn

……
..
43.672.791,10
Deelneming.

(inel.
Voorschotten)

……
7.522.318,37
Gebouwen

..,..,..,,
3.500.000,-
Rel,

reserve

voor
verleonde

pena
…..
1.215,554.28

f
f
757.526.169.42

N.V. Hengeloschf Bierbrouwerij

Hengelo (0)

vraagt voor. spoedige indiensttreding

bekwame administratieve

kracht

die in staat is om binnenkort de leiding van de
administratic op zich te nemen.
Gegadigden moeten in het bezit zijn van de acte
MO. Boekhouden of het S.P.D., orga6isafib’ermogen
bezitten en niet ouder zijn dan
35
jaar. tij, die erva’
ring hebben op een tabrieksk-antoor, eventueel in lei-
dinggevende functie, genieten de voorkeur.
Sollicitaties met uitvoerige inlichtingen en verlangd
salaris vôSr 15 Deccmber 1945, .Persoo’nlijke ke’iinismaking ccrat na oproel
,
.

Alle correspondentie betreffende advertenties gelieve U te richten aan Koninklijke Nederlandsche Boekdrukkerij H. A. M. Roelants,

lange Haven 141, Schiedem (Tel, 69300, toestel 6)

L

LU

DE SCHRIFTELIJKE CURSUS

I

‘VOOR MODERNE

BEDRIJFSADM 1NISTRATIE

De
opleiding voor de zelfstandige

administratievé functie

cretariait: Beursgebouw – Kamer 321 – Rotterdam

Prospectus op aanvrage
HERSTEL EN VERNIEUWING

,NEDERLANDSCHE

HANDEL-MAATSCHAPPIJ,

Uw RAADSMAN en BANKIER

De 1-4crn,uIIenc1e
43randpblis

van

D
e
,,/ssuniij” ocii 1896 N.O.

‘s-Qravenliage

1

1,
,,HOLLAND1A”

HOLLANDSCHE FABRIEK VAN’ MELK-

PRODUCTEN EN VOEDINGSMIDDELEN N.V

HOOFDKANTOOR TE

VLAARDINGEN
/

gispen

culemborg
amsterdam

rotterdam.

Koninklijke

Nederlandselie

Boekdrukkerij

H. A. M. Roelants

Schiedam

El

N.V. KONINKLIJKE

NEDR.LAN DSCHE

ZOUTINDUSTRIE

Boekelo Hengrlo

ZOUTZJEDERIJ

Fabriek van:

zoutzuur, (alle kwaliteiten)

vloeibaar chloor

chloorbleekloog

natronloog, caustic soda.

N.V. Louis Dobbelmarin

Rotterdam.

t,

KOFFIE

THEE

VANDIJK&Co.

EENDRACHTSWEG 11 – ROTTERDAM

Makelaars en Commissionnairs in Effecten

Effecten – Coupons – Vermogensbeheer

Telefoön 20845 – 21889 – 40631

Beurs Nis 6

Telefoon 24178. . –

24378

rij niandsche

betoubouw maatschappij n.v.

spoorsingel 64 – delft – telef. 1846 :

J uist nu
bedej, d. Watson .,iechines, behoorende tot het
HoIl.rith-systeem,
U
de mogalijkheld
op
efficiënte
t
en snelle wijze dié administratieve voorlichting te geven, .welke voor
den wederopbouw van het Nederlandsche B.drijfileven noodzakelijk is.

Onze aldeelleg Organisatie is pezaat om U .en alleszins deslcundg
advies omtrent do oplossing van Uw .dn’inistratleve en organisatorische
problemen voor te leggen.

Het is mogelijk, zij het in beperkte mate, op korten t.rmijn weer
Watson machines (Holl.rith’sysieem) te leveren.

,,W A T S OH” . Oedrijfsmachine Maalschpij N.Y.
Frederikeplein 34, Amsterdim- 0 – Tel. ere: 33400, 33658, 31856

(

Ii

.

HIygen
&
Wessel c.v.

VERWARMING

VENTILATIE

UCHTBEHANDELING

Amersfoort – Amsterdam

-BO

RZ EKER1G

Apeldoorn – Rotterdim – Leeuwarden
VENBERGSTRAAt7

ARNHEM

Alle correspondentie betreffende advertenties, gelieve U te richten aan Koninklijke riederlandsche Boekdrukkerij H. A. (‘I. Roelants;

Lange Havèn 141, Schiedam (Tl. 69300, toestel 6)

Duk Roelanls, Sciliedam.

,”I

Auteur