Ga direct naar de content

Jrg. 3, editie 110

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 6 1918

6 FEBRUARI 1918

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

EconomischpwStatisti
osche

Beri
‘ochten

ALGEMEEN WEEKBLÂD VOOR HANDEL. NIJVERHEID. FINANCIËN EN VERKEER

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

3E JAARGANG

WOENSDAG 6 FEBRUARI
1918

No. 110

INHOUD

BIz.

HET

BRUINKOOL%VETJE

………………………….
109
De Scheepvaart na den Oorlog
……………………
110
De Edele

Metalen

in

1917

……………………..
112
De Economische Bond en het Vrije Ruilverkeer
……….
113
Canada
……………………………………
115
AANTEEKENINCEN:
Koffiesurrogaten in Zweden

………………….
116
S
uezkanaal-ontvangsten

……………………..
116
0.
W.-belasting in Boelgarije
…………………
116
Plantagearbeiders voor Suriname

………………
117
REGEERINGSMAATREGELEN OP HANDELSCEBIED

…………
117

MAANDCIJFERS:
Ontvangsten van Spoor- en Tramwegmaatschappijen..
118
Spaarbankcijfers

…………………………..
119
Emissies
………………………………….
119
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN

………………
120-127
Geidkoersen.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen. Goederenhandel.

I
Bankstaten.
Verkeerswezen.

INSTITUUT

VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.

WEEKBLAD
ECONOMI$CH-BTATIBTISCHE
BERICHTEN

$ecretari8-Redactevr: G. E. Huffnagel.

Secretariaat: Pieter de Hooghweg 12, Rotterdam.
Telef. Nr. 3000. Tele gr.adres: Economisch Instituut.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p.
in Nederland f 113,—. Buiteniand eii Koloniën f 14,-
per jaar. Losse nummers 30 cents.
Leden en donateurs van het Instituut ontvangen 1tet
weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonne”s, leden en donateurs kosteloos,
voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.
Advertentiën f 0,35 per regel. Plaatsing bij abonne-
ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam.,- ‘s- Orav enhage.

4 FEBRUARI 1918.

In verband met de maandwisseling en door het

naderen van den stortingsdag van de nieuwe staats-

leening heerschte er de geheele week een vaste stem-

ming op de geldmarkt. De prolongatierente noteerde

4%
t
4
pOt. Op den laatsten dag der week steeg deze

tot 4% pOt., daar een aanvang gemaakt werd met de

stprting.

De rente voor particulier disconto onderging nog

niet veel verandering. In den regel was voor 3 3%

pOt. prima papier onder te brengen. De verwachting

is echter algemeen, dat de geidkoersen deze week eer-

der nog stijver zullen worden, daar voorloopig nog

hoofdzakelijk met afloopend schatkistpapier en aflos-

bare stukken van de oude leening gestort werd en het

grootste gedeelte van de stortingen in geld nog moet

plaats hebben.

De Zweedsche Rijksbank verlaagde haar disconto

van 7 op 6% pOt. –

Het valt steeds moeilijker om iets mede te deelen

over de wisselmarkt. Een buitengewoon lustelooze

stemming heerscht er voor de meeste wissels en slechts

in enkele door de speculatie meest gezochte deviezen

yinden omzetten van eenige beteekenis plaats. Door

den stilstand op handeisgebied over zee, welke nu

reeds maanden en maanden aanhoudt, is er van die

zijde geen verbetering ‘te wachten en de nog steeds

aanhoudende stremming van het telegrafische verkeer

belemmert de overige zaken, welke nog eenigen in-
vloed op de wisselmarkt zouden kunnen uitoefenen.

Waar bovendien de vele handeistransacties met de

ieutralen, grootendeels door de Nederlandsche Bank

met goud worden afgewikkeld, blijft er ten slotte niet

anders over dan de speculatieve omzetten in Marken

en Kronen.

HET BRUINKOOLWETJE.

Nederland hijgt naar brandstof en heeft het al ver-leerd, kieschkeurig op dit stuk te zijn.
Nederland heeft bruinkool liggen, in Limburg, die
het vroeger niet aanzag, maar nu met goed geld beta-
len wil.
Doch voor bruinkoolontginning is een concessie
noodig. En een concessie kost tijd. Het begint met
het indienen van een aanvraag bij Gedeputeerde Sta-
ten der provincie, waarbinnen de delfstof ligt; dan
jvolgen publicaties van de aanvraag en hiermede sa-
menhangende formaliteiten (alles heel nuttig in ge-
wone gevallen en normale tijden), die tezamen de,
aanvraag wel vijf maanden ophouden v66r zij het
1
Departement van Landbouw bereikt, waar de bij Ko-
ninklijk Besluit, den Raad van State gehoord, te
ierleenen cnôessie dan kan worden voorbereid.
Dit proces, meent de Minister van Landbouw, deugt
niet voor het Nederland van 1918.
Om meer dan één reden niet.
Niet, om het tijdsverloop van vijf maanden, plus


wat nog er bij komt.
Ook niet, omdat een ,concessie” den. rechthebbende
naar geldend mijurecht eeuwigdurenden eigendom toekent van de mijn – wat met het karakter der hier
nagestreefde
tijdelijke
spoed-ontginningen van betrek-
kelijk kleine hoeveelheden zich heel niet verdraagt.
Verder niet, omdat een geconcedeerde. mijn wèl –
aan het staatstoezicht der ingenieurs van het mijn-
wezen onderworpen is, maar niet aan z66 scherp toe-
zicht op ouverwijid en energiek ontginuen als in de
hier bedoelde gevallen is vereischt. Een wetsontwerp
van 8 Januari 1.1.
(Bijlagen
Tweede Kamer no. 300),
beoogt nu het scheppen van eene regeling van meerder
eenvoud en grooter paraatheid.
De memorie van toelichting bekent, dat bij voor-
baat al eens gezondigd is. Het departement had bij
fransche schrijvers gelezen, dat in hun land aan

110

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

6 Februari 1918

grondeigenaars, die bij opsporingsarbeid delfstoffen
te voorschijn brengen, waarvoor zij geen concessie
hebben en die zij dus eigenlijk behoorden te laten
liggen, wel een tijdelijke vergunning tot verkoop
(permis de vente) wordt verleend. En nu was er in
Limburg een ontginner van een zandgroef, die hier-
in een bruinkoollaagje aantrof. Hem heeft toen de
Minister van Landbouw een ,,vergunning” verleend,
die het den zand-exploitant mogelijk maakte zijn
bruinkool ,,ter beschikking te stellen en na afgraving
het werk in de groeve voort te zetten.”

Eén keer is geen keer, zal men aan Landbouw heb-
ben gedacht. Doch helaas, ,,meer dergelijke verzoeken
zijn ontvangen.” Geen wonder: het is geriefeljk, zoo
een vinder van bruinkool (welke niet moeilijk te vin-
den is), die volgens de wet ze niet ontginnen mag
zonder concessie, weet, dat er een departement is, be-
reid tot het uitreiken eener vergunning om met deze
bruinkool te doen wat nu officieel ,,ter beschikking
stellen” heet en in gewoon nederlandsch vermoede-
lijk ,,verkoopen tegen goeden prijs”.

Toen achtte de minister ,,het niet gewenscht op
dien weg, die op geen wetsbepaling berust, voort te
gaan en (kwam) het hem regelmatiger voor, dat hem bij de wet de bevoegdheid wordt gegeven eene tijde-
lijke vergunning voor het ontginnen van bruinkool te
geven.”

Er is dus maar één keer tegen de wet gezoiidigd en
het zal niet weer gebeuren. De Kamers zullen zeker
de hand over het hart strijken in dit geval, al zullen
zij het denkeljk nogal naïef vinden, dat het biechtje,
blijkbaar als verzachtende omstandigheid, nog ver-
haalt, dat de aanvragen, die los kwamen na het zand
groef-geval, afweken ,,van het bovengenoemde, in zoo-
verre het hier niet geldt bruinkoollagen
bij
de ont-
ginning van zandgroeven aangetroffen”; want bruin’
kool ontginnen zonder concessie mtg nu eenmaal niet,
zandgroef of geen zandgroef. Tegen aanraking met
den strafrechter trouwens (hechtenis van ten hoog-ste zes maanden of geldboete van ten hoogste drie-
honderd gulden, zegt art. 11 der wet van 27 April
1904, S. 73, wegens overtreding van art. 5 der mijn-
wet van 1810: ontginning van een ,,mine” zonder
,,acte de concession délibéré en Conseil d’Etat) is dié
eene geluksvogel uit de zandgroef door zijn minist&
rieele maar onwettige vergunning natuurlijk vol.
strekt niet beveiligd. Maar het openbaar ministerie
zal wel wijzer zijn, vooral nu
bij
den auctor intellec
tualis van het strafbaar feit al dadeljk na ,,meer der-
gelijke verzoeken” het beter inzicht geboren is.
Het wetsontwerpje zelf moet nu maar spoedig wor
den aangenomen.

Er is geen ander kwaad bij, dan 1°. dat het nog eeii lap er bij zet op ons reeds zeer veelkleurig mijnrecht
dat voortaan behalve de ontginningen uit conces-sie met eeuwigdurend eigendomsrecht (krachtens
de wet van 1810), die met herroepeljk eigendoms.
recht (krachtens de wet van 1904), die krachtens
pachtovereenkomst zondér eigendomsrecht (de doma:
niale mijn te Kerkrade) en die krachtens Koninklijk
Besluit van aawij zing, weder met eigendomsrecht;
(de staatsmijnen, sinds de wet van 1901), daarenboi
ven nog hoogstens tweejarige bruinkoolvergunningen
zal kennen, zonder eigendomsrecht, en 2°. dat art. 3
wets-technisch oufraai is. Wat dit laatste aangaat
het artikel zou duidelijker en eenvoudiger zijn be-‘
doeling (om van de wet van 1904 enkel de bepalin-.
gen over arbeid, veiligheid en toezicht op de tijde-‘
ljke bruinkoolontginningen toepasselijk te maken)
weergeven, door uitdrukkelijk de artikelen 9, 10 en
12 van toepassing te verklaren, dan door dit te doen
ten âanzien van de gansche wet ,,met uitzondering:.
van de artikelen 1 tot en met 8″; want art. 11 (de
strafbepaling) moest het toch reeds door modificatie:
pasklaar maken en de artikelen 13, 14 en 15 hebben
met deze bruinkoolontginningen niet,s uitstaande hoe-
genaamd.
Maar practisch hindert dit niet. Terwijl het prac-:
tisch wèl van beteekenis en van groote beteekenis zal

zijn, als alle limb,urgsche bruinkool zoo spoedig moge-
lijk. komt aan de markt. En dit kan het wetsontwerp,
mits schieljk aangenomen, bereiken op korten ter-
mijn.

Dan zal (art. 1) de Minister van Landbouw be-
voegd zijn, aan bovengrondsche eigenaren hoogstens
tweejarige vergunningen te verleenen tot ontginnen
of doen ontginnen van bruinkool, en wel onder door
den minister te stellen voorwaarden. Deze voorwaar-
den (art. 2)
,,moeten
waarborgen bevatten, dat de ont-
ginning zoo spoedig mogelijk wordt aangevangen en
geregeld en krachtig wérdt voortgezet” en zij
kunnen
,,aan dengene, aan wien de vergunning wordt ver-leend, de verplichting tot het geven eener bijdrage
in ‘s Rijks schatkist” opleggen. Deze laatste bepaling
is, terecht, facultatief gesteld, ,,aangezien het zou
kunnen zijn – licht de memorie van den minister toe
-, dat op bepaalde terreinen de exploitatie zoo wei-
nig loonend is, dat de verplichting tot betaling eener
retributie daarvan zou doen afzien.”

Hier schuilt intusschen eene onduidelijkheid, die
schriftelijk of mondeling nog moge worden opgehel-
derd. Deze bruinkool zal, mag men aannemen, niet
buiten de rijksdistributie blijven. Doch zoo zij er onder
komt te vallen, is dan een regeling, die den staat-
distribuent kolen laat koopen en den staat-fiscus van
sommige kolen-producenten wèl, van andere niet ze-
tributie laat innen, het meest practische stelsel, prac-
tischer dan een regeling, die de
kolen
verschillend betaalt naar gelang. der verschillen in productiekos-
ten met inbegrip van een betamelijke ondernemers-
winst en verder geenerlei retributie heft? Het kan
zeer wel zijn, dat het gekozen stelsel inderdaad het
beste is, maar mogelijk is ook, dat het, wat de wijze
betreft waarop de kolen van de producenten: gekocht
zullen worden, zonder voldoenden grond is overgeno-
men van een reeds bestaande regeling met reeds in
gang zijnde bruinkoolconcessies, welke, anders dan
deze ontginningen, aan de gewone mij nhelasting on-
derworpen zijn, die van de netto-opbrengst geheven
wordt en hiermede opbrengst-verschillen tusschen
mijn en mijn in beginsel onderstelt. Met deze conces-
sies evenwel (van 1906, 1917 en 1918) kunnen de
nieuwe vergunningen niet zonder meer worden ver-
geleken. Ten aanzien der laatste heëft men, los van
de mijnwet van 1810 als men hier in allen deele is, de
vrije hand.

Doch ook deze vraag is van slechts ondergeschikte
beteekenis. Het wetje is voorbeschikt om niet veel
langer dan de oorlog duren zal te leven: ,,zoodra de
tegenwoordige buitengewone omstandigheden hebben
opgehouden te bestaan, zal aan de Staten-Generaal
een voorstel van wet worden gedaan, waarbij de in-
trekking van deze wet wordt voorgesteld” (art. 4). Tot zoolang evenwel begeert Nederland niet meer
kou te lijden en niet meer fabrieksvuren te dooen
dan strikt noodig is.
Conclusie: men
zoeke
geen bezwaren, men stappe
heen zoolang ‘t maar even gaat over die men zonder
zoeken vindt, en néme het wetsontwerp aan qls een
spoed- •en noodwetje. Anders is het niet en als zoo-
danig kan het goede diensten doen. v. B.

DE SCHEEPVAART NA DEN OORLOG.

Het is duidelijk, dat na het sluiten van den vrede
een groot aantal stoomschepen, dat nu voor oorlogs-
transporten wordt gebruikt, vrij zal komen voor
het handelsverkeer. Maar hoe spoedig deze booten
daarvoor beschikbaar zullen zijn, kan moeilijk worden
gezegd. Eenige maanden zullen er wel mee gemoeid
zijn, voor dat de verschillende gouveinementen hunne
troepen weer in het vaderland terug hebben gebracht
en voordat wat over is van de uitgezonden goederen
weder in het land van herkomst is ontiost.
En in welken staat zullen de transportschepen zijn
bij terugkeer in hunne havens? Aan onderhoud is
natuurlijk niet veel gedaan – daarvoor ontbrak tijd
en gelegenheid – zoodat ongetwijfeld meerdere weken

6 Februari
1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

of maanden zullen verloopen, voordat deze tonnage
aan het handeisverkeer kan deelnemen.
En hoeveel scheepsruimte zal v66r het einde van
den oorlog nog worden vernield? De opgaven omtrent
de door oorlogsdaden verloren schepen loopen sterk
uitéén. In de E.-S. B. no. 107 en 109 vindt men daar-
omtrent de nooclige gegevens.

In het verlies is gedeeltelijk door nieuwbouw voor-
zien, doch eerst in 1918 verwacht men eene aanzien-
lijke vermeerdering van te water gelaten schepen. Het
blijkt, dat het met den bouw der standaardschepen
niet zoo vlug gegaan is, als men gehoopt en verwacht
had – maar tot in het begin van 1917 was dé aan-
voer van materiaal onvoldoende, omdat de ijzerfabrie-
ken hare productie voor andere doeleinden moesten
afstaan. Intusschen zijn maatregelen getroffen, waar-door in Engeland verwacht wordt, dat in 1918 onge-
veer 2.000.000 bruto registerton nieuwbouw in de
vaart zal komen, terwijl in Amerika met volle kracht gewerkt wordt aan de vervaardiging van eene groote
koopvaardijvloot, waarvan aan het einde van 1917
1395 grootere en kleinere stoom- en motorschepen op
de hellingen stonden. Wat in Duitschland gebouwd
is gedurende den oorlog, is niet bekend gemaakt –
maar wel is zeker, dat het werk aan niet hunne vol-
tooiing nabijzijnde koopvaardijschepen is achterge-
steld bij den aanbouw van oorlogsvaartuigen, zoodat eene groote vermeerdering van de Duitsche handels-
vloot gedurende den oorlog niet waarschijnlijk is.

In de onzijdige landen is gebouwd zooveel men
kon – dat is zooveel als met het beschikbare ijzer en
staal mogelijk was en vele schepen zijn afgeleverd of
bijna gereed. In Nederland werden in 1917 185 sche-
pen, metende 150.000 ton bruto te water gelaten; in Noorwegen 76, metende 48.000 ton; in Zweden 48,
met 39.000 ton; in Denemarken 38, met 24.000 ton;
in Spanje 11 met 23.000 ton. Een groote aanwinst
voor de wereldvloot leveren deze landen niet op.
Behalve door het directe oorlogsgebruik en oorlogs-
verlies is het gebrek aan scheepsruimte, dat zich in
den laatsten tijd zeer scherp doet gevoelen, veroor-
zaakt door verschillende oorzaken. Omdat de Zwarte
Zee en Oostzee zijn afgesloten, moeten de graanladin-
gen, die den volken van Europa tot voedsel moeten
strekken, van verder gelegen landen worden gehaald,
waardoor het aantal reizen per boot per jaar beperkt
wordt – misschien wel verminderd met een derde. Suiker, vroeger uit de Oostzee in Engeland inge-
voerd, moet nu van Java of Ouba worden gehaald en
de reizen naar en van het Oosten worden via de Kaap
de Goede Hoop volbracht, ten eerste ter wille van de
veiligheid en voorts om de kolendepôts aan het Suez
Kanaal en te Perim of Aden niet te veel aan te spre-
ken. Intusschen duurt de reis 14 dagen langer.

Gaat men verder na, hoeveel tijd verloren wordt door het verzamelen van booten tot convooien, en
door het vervullen van allerlei formaliteiten, vôôrdat
met het innemen van lading kan worden begonnen
en ten-slotte het oponthoud, speciaal aan de neutralé
scheepvaart berokkend voor onderzoek van papieren,
voordat permissie tot het vervolgen of ondernemen
der reis wordt gegeven – dan begrijpt men hoeveel tonnage feitelijk aan het wereldverkeer onttrokken
wordt, hoewel er toch letterlijk overal een nijpend ge-
brek aan scheepsruimte is. Een voorbeeld uit vele ge-
vallen leveren de 80 Nederlandsche schepen, die meer
dan 6 maanden werkeloos en nutteloos in Amerika
hebben gelegen en waarvan men op dit oogenblik
hoopt, dat zij binnenkort weder in de vaart zullen
komen – al is het dan ook niet om de reizen uit te
voeren, waarvoor zij door onze regeering waren ge-
charterd.

Is het nu mogelijk te berekenen, hoeveel .tonnage bij het einde van den oorlog beschikbaar zal komen
voor den handel, voor het aanvullen van de overal
sterk geslonken voorraden, voor het te verwachten
passagiersverkeer? ‘t Lijkt haast onmogelijk, want er
zijn geene juiste gegevens voor zulk eene berekening te krijgen. Maar aangenomen, dat de wereldvloot niet

kleiner zal zijn dan in Augustus 1914 en dat zij tot hare volle capaciteit kan worden geëxploiteerd, na verloop van 2 â 3 maanden, zal zij dan niet blijken
,volstrekt onvoldoende te zijn voor haar taak? Overal
in de wereld liggen poducteii te wachten op versche-
ping. In Australië zijn groote silopakhuizen gebouwd
ter bewaring van het graan, dat men niet naar
Europa kon verladen; in ons Indië liggen de pak-
huizen vol suiker en de nieuwe 1918-oogst zal weldra
ook nog moeten worden opgeslagen. Koffie, tabak,
côpra en tallooze andere artikelen wachten op ver-lading naar Europa, voor zooverre er geen afzet en
scheepsgelegenheid naar Amerika voor is.

De houtvoorraad in Europa eischt aanvulling uit
,Amerika; in Duitschland, Zwitserland en Holland
moeten industrie en landbouw worden voorzien van
katoen, wol, Ieder, meststoffen en wat niet meer.
Zuid-Amerika heeft kolen noodig en producten van
de Europeesche industrie, terwijl aldaar groote hoe-
veelheden graan, huiden en wol liggen opgestapeld.
Laat men nu de verscheping van al deze goederen vol-
komen vrij, dan ontstaat eene zoo wilde concurrentie
op de vrachtenmarkt, dat het den reederijen gemakke-
lijk zoude vallen voor prompt beschikbae booten
ongekende vrachten te maken terwijl de meest
noodige producten misschien niet verscheept zoiden
worden. De regeeringen zullen dus de zorg van de
verschepingen wel op zich moeten nemen en de maat-
regelen treffen, dat die goederen, die in ieder land
het meest onontbeerlijk zijn, het eerst worden aange-
voerd. De schepenvorderingswetten zullen nog gerni-
men tijd van kracht moeten blijven en de verschillen-
de reederijen zullen, voorloopig althans, doorgaan
hare schepen te exploiteeren tot heil van ‘t alge-
meen – zonder, naar wij willen hopen, voor zichzelf
eene al te slechte rekening te maken – zooals thans
in Engeland wel het geval schijnt te zijn, waar de
huur en maximumvrachten, door het Gouvernement
betaald, allengs nauwelijks toereikend zijn om de ex-
ploitatiekosten te dekken.

Deze exploitatiekosten zijn tijdens den oorlog
enorm gestegen. Niet alleen zijn gages verhoogd, wor-
den groote premies betaald voor hen, die in de ge-
vaarlijke zonen moeten varen, ook assurantie-prenaiën
tegen molest en zeegevaar zijn zeer hoog en het ge-
wone onderhoud en de aanschaffing van de noodige
scheepsbehoeften vragen groote sommen. Zoolang
deze posten niet weder tot de normale zijn teruggeko-
men is het vrijwel uitgesloten, dat de vrachten van
v66r den oorlog weder zullen gelden – en hieruit
volgt, dat zelfs met vrij hooge vrachten de reederjen
niet degenen zullen zijn, die de groote voordeelen
zullen genieten.

Ongetwijfeld zal het ‘t streven der verschillende re-
geeringen zijn om allereerst de regelmatige verbin-
dingen met hare koloniën weder tot stand te bren-
gen en de groote routes over de wereldzeeën weder te
tioen bevaren – en voorts zullen de vrachtbooten uit
de wilde vaart worden aangewezen voor den aanvoer
van de massale artikelen, zooals graan, erts, kolen,
katoen, hout enz. Ieder land zal zijn eigen booten op-
eischen en slechts het teveel beschikbaar willen stel-
len voor vreemde belangen – en als dan zoo spoedig
mogelijk is voorzien in de aanvulling der noodige
voorraden, zal de scheepvaart kunnen worden vrijge-
laten. Maar zal dan niet de
tijd
voorbij zijn om nog
goede winsten te maken? Zal er in ons verarmd we-
relddeel nog koopkracht zijn om goederen van overzee
te betrekken, behalve die absoluut noodzakelijk zijn
voor de voeding van mensch en dier? Zullen over-
zeesche landen het oude Europa nog noodig hebben
tot het betrekken van producten der industrie? Zal
men niet overal geleerd hebben, dat veel in eigen land
kan worden voortgebracht, wat men v66r den oorlog
van elders betrok – en zal niet het geheele wereld-
verkeer althans in de eerste jaren na den oorlog
sterk verminderen?

• En bedenkt men dan, dat de bouwprjs van stoom-
schepen nu 5 6 maal zoo groot is als v66r den oor-

112

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

6 Februari 1918

log, “dan is het moeilijk er zich een begrip van te
vormen, hoe het met de scheepvaart gaan zal, hoe het
in zulke dure schepen belegde kapitaal zijne rente
zal kunnen opbrengen, tenzij de vrachten op een peil kunnen worden gehandhaafd, waarbij de exploitatie-
rekening een voordeelig saldo zal kunnen aanwijzen.
Of dit het geval zal zijn, zullen wij in de tijden, die
nog komen, moeten ondervinden.
Eene voorspelling te maken is meer dan ik zou
durven ondernemen.,.
Hooggespannen zijn mijne verwachtingen intus-
schen niet. F. v. H.

DE EDELE METALEN IN 1917.

Meer dan elk ander jaar heeft 1917 de Edele Meta-
len op den voorgrond doen treden en van zich doen
spreken.

Bij een meer of m

inder ernstige afneming der pro-
ductie ontstond een steeds meer tot uiting komende
behoefte, waardoor de markt vooral voor zilver en’
platina ten zeerste werd beïnvloed. De voornaamste
bijzonderheden, welke de edel-metaalmarkt in het af-‘
geloopen jaar hebben gekenmerkt, laten wij hieronder, in’ een beknopt overzicht sa-amgevat, volgen.
G o u d. De voorname rol, door het goud op econö
misch gebied vervuld, heeft ook dit jaar de behoefte
aan goud op den voorgrond doen treden, en is als het
ware een stuwkracht geweest bij de productie. Ver-mindering van arbeidskrachten, gepaard aan groote moeilijkheden bij het betrekken van de benoodigde
materialen voor de productie als gevolg van den oor-
log, hebben de goudproductie in Transvaal met onge-
veer 2% pOt. doen dalen, hetwelk een vermindering van ongeveer 1 pOt. voor de wereldproductie betee-‘
kent. Ook in Rusland was de productie weder dalende:
In tegenstelling met deze op enkele plaatsen ingetre-
den daling kon elders de productie opgevoerd worden;
zoodat het p,roductiecijfer van 1917 ongeveer gelijk
zal zijn aan dat van 1916, hetwelk 708.200 kilogram
fijn bedroeg.
Belangrijke goudverplaatsingen kwamen ook dit
jaar geregeld ‘voor. Groote verhoudingen namen voor-
al de goudverplaatsingen aan tusschen de Vereenigde’
Staten en J’apan. Het goud, hetwelk de Vereenigde
Staten als,neutrale mogendheid zoo ruimschoots toe-
vloeide en ten gevolge waarvan de goudvoorraden een
ongekende hoogte bereikten, vloeide dit jaar zoo zeer
af, voornamelijk ten gunste van Japan, dat in Sep-
tember beperkende bepalingen omtrent den uitvoer
,

van goud moesten worden afgekondigd. Hoezeer de
goudbewegingen in het algemeen aanhielden, toonen
ons de goudvoorraden der cireulatiebanken. In ons’
eigen land nam de goudvoorraad nog steeds toe en
Steeg’ de voorraad aan de Ned. Bank van

f
587.602.462,34% op 30 December 1916 tot

f
698.232.601,63% op 29 December 1917, een toename
derhalve van
f
1.10.630.139,29.
Het onttrekken van goud aan het verkeer, reeds
sinds het uitbreken van den oorlog, algemeen aan de
orde, werd ook,in 1917 systematisch doorgevoerd en
zoo mogelijk nog strenger toegepast. Het onvermijde-
lijk gevolg hiervan is geweest, dat de industrie als
goudconsument meer en meer in moeilijkheden ge-raakte. De .groote schaarschte aan goud op de vrije
markt had, dan ook in enkele landen een verhooging
van prijs ten ‘gevolge, ‘en werden meermalen buiten-
sporige prijzen besteed. Het immoreele en voor de
papiercirculatie ongetwijfeld gevaarlijke van bui-.
tensporige prijsopdrijving van goud werd van
overheidswege ingezien, in bepaalde gevallen greep
zij in. Dat vooral het geschokt vertrouwen in
het circuleerend papiergeld aanleiding gaf tot fabel-
achtige goudprjzen hebben wij in Oostenrijk kunnen
waarnemen.
In ons land kon, ofschoon meermalen een stijgen-
de tendenz merkbaar was, de goudprjs onafgebroken
op f
1655 per kilo fijn voor ongefineerd goud gehand-
haafd blijven.
Z i 1 v e r. Evenals in 1916 stond ook dit jaar de

zilverproductie in het teeken van den oorlog. De be-
roeringen in Mexico hebben de productie in dit ge-
bied, waar gemiddeld % der wereldproductie werd ge-
wonnen, tot op minder dan de helft doen dalen. De
hooge zilverprijzen, welke gedurende het geheele jaar
genoteerd konden worden, waren den producenten een
aansporing de productie tot een maximum op te voe-
ren. Hierdoor werd het mogelijk, dat de wereldpro-
ductie over 1917, naar schatting 6.200.000 kilo be-
dragende, het
cijfer
van 1916 eenigermate kon over-
treffen, ofschoon 1917 nog ongeveer 10 pOt. beneden
het gemiddelde cijfer der laatste jaren voor den oor-
log bleef. Tegenover deze daling in de productie staat
eeh aanhoudende toename in vraag, voornamelijk ten
behoeve van aanmuntingen. In nagenoeg alle landen
heeft aanmunting van zilverspecie plaats gehad, in
enkele landen op zeer groote schaal. Deze aanmun-
tingen, reeds in 1915 begonnen, duurden ook in 1917
nog onverminderd voort. De voorraden aan de hoofd-
markten, door de onttrekkingen van 1915 en 1916 reeds
sterk gereduceerd, konden bij hêrnieuwde belangrijke
aanvragen in 1917 niet in behoorlijke verhouding tot
de orders worden gehouden en geraakte de zilver-
markt uit haar evenwicht, waardoor een ongeëvenaar-
de stijging van den zilverprijs intrad. De prijs in het
begin van 1917 te Londen genoteerd op 36% d. steeg
in de maand Januari tot
375/1e
en bereikte op 13

Februari
38I1e,
verzwakte daarna wegens verkoopen
voor rekening van China tot
35hh/ic
op 27 Maart.

Aankoopen voor rekening van de Vereenigde Sta-ten deden den prijs weder
stijgen
en stond do notee-
ring op eind April op
3715/16
d. De maand Mei ken-
merkte zich door bijzondere vastheid van prijs en
kwamen slechts zeer geringe fluctuaties voor, in Juni
echter trad een aanhoudende matige
stijging
in, ten-
gevolge van vraag van verschillende zijden, de notee-
ring op 30 Juni was 39% d. De afwikkeling eener in
Mei reeds ondernomen baisse-speculatie in Indië
bracht de noteering 13 Juli op 41 d., doch daalde ge-
leidelijk tot
395/s
ôp 31 Juli. In Augustus echter ble-
ken de steeds geringer geworden voorraden niet toe-reikend om aan de ingekomen matige, doch aanhöu-
dende, orders te voldoen, en trad een onafgebroken
ongekende
stijging
in, zoodat op 31 Augustus de zil-
verprijs reeds op 46 d. genoteerd werd.

De dâgelijks
stijgende
noteering deed de vraag
naar zilver nog toenemen en dit in verband met de
uiterst geringe beschikbare voorraden bracht de no-
teering op 21 Sept. op 55 d.,
zijnde
de hoogste notee-
ring sinds 1878. Deze noteering kon tot 25 Septem-
ber gehandhaafd worden, daarna ‘trad echter een
sterke daling in op. geruchten, dat de Vereenig’de
Staten als verkoopers hunner groote voorraden, inder-
tijd tegen gemiddeld 46 d. gekocht, op de markt zou-
den komen, met het gevolg, dat de noteering aan het
einde van September op 49 d. ‘stond. Deze daling van
6 d. in 4 werkdagen is inderdaad zeer belangrijk ,en
wras oorzaak, dat koopers êen gereserveerde’ houding
aannamen en nieuwe orders uiterst beperkt bleven.

Een verdere daling bleef dan ook niet uit, en onaf-
gebroken daalde de prijs tot 23 October op 41v/s d.
Deze noteeri’ng bleef gedurende 3 dagen gehandhaafd,
waarop inmiddels de gedurende een maand opgehou-‘
den orders inkwâmen. De nieuwe toevloed van’ orders op de nog steeds slecht voorziene markt, veroorzaakte
andermaal een’ plotselinge stijging, het zilver volgen-
de ‘op 29 October 43 d., op 30 October 46 d. Een stij-
ging van 3 d. (ongeveer
f
5,50 per kilo fijn) op één
dag, zooals ‘op 30, October, heeft nog nooit tevoren’
N
plaats gehad. In ovember verzwakte ‘de markt echter
hij verminderde vraag en daalde de prijs geleidelijk
over de geheele maand tot 42% op 30 November. In
December was de markt tamelijk vast met een lichte
tendenz tot stijgen, zoodat het jaar op een noteering
van 43% d. sloot.
De hooge zilverprijs, in verband gebracht met sterk
gedaalde valuta’s,’ was oorzaak, dat in enkele landen
de zilverwaarde van buitenlandsche zilverspecie steeg:
boven de muntwaarde, met het gevolg, dat ontmun-

6 Februari
1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

113

ting van aanzienlijke partijen plaats had. Overeen-stemming van prijzen op de verschillende markten
bestond ook in 1917 niet, zelfs vielen meermalen ver-
schillen waar te nemen tusschen de hoofdmarkten
Londen en New York.
In ons land was de zilvermarkt nog meer dan in
de vorige oorlogsjaren op vraag en aanbod van het
binnenland aangewezen, daar aanvoeren van Londen
of New York, wegens gebrek aan scheepsgelegenheid
uiterst beperkt waren en een verbod van levering aan neutrale landen, begin October in Engeland afgekon-
digd, hieraan geheel een einde maakte. Dank zij de
mogelijkheid, dat het circuleerend ongefineerd me-
taal in eigen industrie gefineerd kon worden, ‘onder-
vonden orders voor industriëele of technische doel-
einden geen vertraging. De prijzen fluctueerden voor
ongefineerd zilver van
f
64,25 begin 1917 laagste
koers, tot f78,25 op 25 September, hoogste koers;
voor gefineerd zilver van
f
70 op 2 Januari 1917,
laagste koers, tot
f
94,75 op 23 September, hoogste
koers.
P l-a t i n a. De platina-productie is tot dusverre
steeds zeer gering gebleven en bedroeg in ‘het gun-
stigste productiejaar nög slechts 6200 kilo. Niet min-
der dan 95 pOt. hiervan werd in Rusland gewonnen De oorlog heeft op het reeds geringe productiecijfer
nog een zeer grooten en nadeeligen invloed gehad,
zoo zelfs, dat de productie in 1916 daalde tot 3050
kilo. Ofschoon de
productiecijfers
over 1917 nog niet
met juistheid zijn vast te stellen, kan Vrij zeker wor-
den aangenomen, dat wegens gebrek aan arbeidskrach-
ten en materiaal, gepaard aan de ernstige binnen-
landsche onlusten, waarvan Rusland in het afgeloopen
jaar veel te lijden had, de platina-productie in dit
gebied nog meer beperkt zal blijven. De buitengewoon
hooge prijzen, welke in 1917 genoteerd werden, zijn
voor de producenten in elk ander gebied zonder twij-
fel een aanmoediging geweest, de platina-productie
zooveel mogelijk te bevorderen: in Rusland bestond
dit stimulant echter niet wegens de strenge bepa-
lingen, op den uitvoer van platina gemaakt. De over-
eenkomst der Entente-Mogendheden, de platina-voor-
raden onder contrôle van de Ministeriën van Oorlog
te stellen en de neutrale landen van de levering van
platina uit te sluiten, bleef ook in 1917 van kracht.
De voorraden op de vrije markt, die op deze wijze
van eiken toevoer was uitgesloten, werden bij gere-
geld voorkomende vraag voor industrie, techniek, en
chemie langzamerhand zeer gering en de prijzen ste-
gen tot ongekende hoogte. –
In ons land werd de vrije uitvoer van platina bij
beschikking van 8 December 1916 verboden, de be-
schikbare hoeveelheid platina was evenwel op dien
datum reeds te gering, om in de bestaande behoefte te
voorzien. Verschillende industrieën, vreezende bij ge-
mis aan platina tot stopzetten genoodzaakt te zullen
worden, waren ongewild de oorzaak der prijsopdrij-
ving, ofschoon niet ontkend kan worden, dat ook de
hooge
prijzen,
welke in naburige landen voor platina
genoteerd werden, van invloed zijn geweest op de prij-
zen in ons land.
De prijs voor gefineerd platina in het begin van
het jaar op
f
7250 per kilo genoteerd, onderging in
den loop van het jaar belangrijke stijgingen, de notee-
ring stond:
17
Januari

f
7.750,— 26
September..
f10.500,-
12
Maart …. ,,
8.000,—

1
October..
.. ,,
12.000,-
23
April …… ,,
8.250,— 19
October….
,,12.500,-
– 1
Mei …… ..
8.500,—

3
November..
,,13.000
1

19
Mei ……,,
8.750,—

8
November..
,,13.500,-
15
Juni …….,
9.000,— 13
November..
,,14.000,-
• 15
Juli …..

9.500,— 20
November.. ,,15.000,-
15 Augustus ..
9.750,— 6
December..
,, 16.250,-
8 September..
,, 10.000,-

Hieruit blijkt derhalve, dat vooral in de 2e helft
van het jaar de prijsstijging buitengewoon is geweest,
en verband houdt met de meer en meer verminderde
voorraden.. In September was de beschikbare hoeveel-
heid reeds zoo uitermate gering, dat zelfs tegen prij-
zen van
f
12.000 geen aanbod ontstond en de orders

slechts pondspondsgewijze konden worden uitgevoerd.
Tengevolge van deze groote schaarschte dreigden
enkele industrieën in groote
moeilijkheden
te komen.
Een verruiming in de platinamarkt trad in, toen
na zeer veel proefnemingen eén samenstelling van
zuiver goud en zuiver platina onder den naam van
p 1 a t i n o in den handel kon worden gebracht, het-
welk met gunstig gevolg het platina voor laborato-
riumgebruik verving. Daar de prijs van het platino
f 4000 per kilo was, derhalve slechts van den pla-
tinaprijs, werd van de gelegenheid om het platina te-
gen platino in te ruilen, waaraan dus een voordeel
van f 8000 per kilo verbonden was, een ruim gebruik
gemaakt.
Het in gebruik stellen van het platino had voor de
platinamarkt een tweevoudig gunstig resultaat, eener-
zijds werd n.l de behoefte aan platina voor labora-
toriumgebruik zeer beperkt, anderzijds ontstond hier-
door aanbod van platina en konden dan ook reeds
aan het eind van November alle platinaorders voor
technische industrieën weder ten volle worden uitge-
voerd. In December verruimde de platinamarkt zelfs
zoo zeer, dat aan het einde van het jaar een lichte nei-
ging tot daling van den platinaprijs te constateeren
was.

H.
DRIJFH0UT
& Zoon.
Amsterdam, Januari 1916.
• DE ECONOMISCHE BOND EN HET VRIJE

RUIL VERKEER.

De oproep en het program door den Economischen
Bond bij zijne oprichting gepubliceerd, hebben het
bestuur der Vereeniging ,,Het Vrije Ruilverkeer”
aanleiding gegeven onder dagteekening van 11
Januari 1918 aan het Bestuur van den Economischen
Bond een
schrijven
te richten, hetwelk hieronder in
zijn geheel is opgenomen:

,,Hoe staat-gij tegenover het vraagstuk van de handels-
politiek?
Ons bestuur komt het voor, dat de ,,oproep”, dien uwe
oprichters richtten tot eensdenkenden, en dat uw ,,program”
het stellen van deze vraag, welker belangrijkheid natuurlijk
ook naar uwe meening verder betoog niet van noode heeft,
t.èn volle wettigen.
In den oproep lezen wij:
,,Op iflternationaal economisch gebied blijve Nederland
zijn kracht zoeken in bevordering van het vrije goederen-
verkeer 1″
Zinsnede en uitroepteeken bekoorden ons en de cursivee
ring, die uwe oprichters zelven aan die woorden medegaven,
verhoogde de bekoring.
Hierop volgde evenwel, met cursiveering noch uitroep-
teeken:
,,Dit sluit evenwel niet in zich, dat voor rechtstreeksche
inmenging ten behoeve van nationale belangen zou moeten
• worden teruggedeinsd, wanneer zulke belangen in bijzon-
dere gevallen dreigen in verdrukking-te komen.”
En in denzelfden geest zagen wij punt
3
van het program
gesteld:

,,Bevordering van het vrije handeisverkeer, met toeken-
• ning van de noodige bevoegdheid van de regeering om in
uitzonderingsgevallen in het gedrang komende industrieën
of bedrijven, waarvan de levensvatbaarheid is gebleken
of
waarvan de oprichting door ‘s lands belang geboden
wordt, voor zooveel noodig met staatshulp te bevorderen.”
Hier rijzen vragen.
Van ,,bijzondere gevallen” rept de oproep. Het lijkt niet
gewaagd, deze te vereenzelvigen met de ,,uitzonderi’ngsge.
vallen” van het program, in welke, meent gij, de regeering
de bevoegdheid moet bezitten tot bevordering met staats-
hulp van:
in gedrang komende industrieën,
bedrijven, waarvan de levensvatbaarheid is gebleken,
bedrijven, waarvan de oprichting door ‘s lands belang
geboden wordt.
Deze gevallen worden genoemd als uitzonderingen op den,
ook Volgens u, als regel te handhaven vrijhandel.
Derhalve zal deze staatshulp. kunnen bestaan in maat-
regelen van proteôtionistischen aard, in invoerrechten bij-
voorbeeld of in uitvoer- of productiepremiën, ofwel in
verbod of belemmering van uitvoer. En gij wilt hierovér
de beslissing leggen in handen- der regeering. -•
Nu heeft’ ons bestuur zich sinds Augustus
1914 geen

114

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

6 Februari 1918

oogenblik ontvein5d, dat abnormale toestanden abnormale
gedragingen tot plicht kunnen maken. En het heeft hierom
zorgvuldig zich erva.n onthouden, critiek of verzet te richten
tegen tal van maatregelen, die rechtdraads ingingen tegen
de te onzent wèlbeproefde politiek van het. Vrije handels-
verkeer en die dus voor Nederland abnorxnaal waren.
Het ontveinst zich evenmin, dat het vredesverdrag, dat
eens komen moet, niet op slag de internationale toestanden
van abnormaal in normaal zal vermogen te verkeeren, doch
dat hiertoe een overgangstijclperk noociwendig zal worden
vereischt.
Het voorziet dus de mogelijkheid, dat ook gedurende dit overgangstijdperk bijwijlen de vrjhandelsvlag nog niet zoo
onbelemmerd van onze tinnen zal kunnen wapperen, als zij
placht en als zij dit, naar onze stellige overtuiging, ook in dc
toekomst tot heil van Nederland zal hebben te doen.
Doch wij hechten eraan, dat uitkome, hoezeer dezé
inbreuken op het vrijhandelsstelsel het karakter van strik-
ten uitzonderingsmaatregel hebben te dragen, en wel uitzon-
deringsmaatregelen in een overganstijdperk, dat tijdperk
van overgang naar normale toestanden, – dit wil voor
Nederland zeggen: naar den toestand van vrijhandel, – zal
moeten zijn.
En wij misten, niet zonder eenige bekommering, in uwen
oproep en uw program cle uitdrukkelijke verklaring van
dezelfde overtuiging.
Wij erkennen intusschen gaarne en met voldoening, dat; aan den anderen kant, geen woord van oproep en prograni
haar uitdrukkelijk buitensluit.
Toch zou dén punt van het program, het achtste, hier
kunnen doen aarzelen.
Het luidt aldus:
,,Verbetering van het nationale, zoowel als van het
internationale verkeerswezen door vaststelling ‘van eei
verkeerspolitiek van spoorwegen en scheepvaart, die gericht is op de bevordering van de ontwikkeling der
Nederla.ndsche economische krachten.”
Waarom deze zinsnede twijfel kan wekken?
Omdat z66 ook kan spreken een protectionist, die uitzon,
deringstarieven wil of vlaggerechten en van uwe ,,bevorde-
ring van het Vrije handelsverkeer” niet weten wil.
Doch, dat gij deze laatste, èn in uwen oproep èn in uw
program zoo nadrukkelijk hebt vooropgesteld, heeft voor-
loopig onze overtuiging ongeschokt gelaten, dat punt 8 niet
met de eene hand terug wil nemen, wat punt 3 met de
andere zegt te willen geven.
• Evenwel, in een voor ons land zoo belangrijke aangelegen
heid mag oiizes inziens geen zweem van twijfel overblijven;
Wij nemen derhalve, in goed vertrouwen 01) de mogeljk-
heid van een vriendschappelijke verhouding, de vrijheid, aan
te dringen op nadere precizeering. De sterke groep der.
vrijhandelaren in Nederland heeft meenen wij, hierop recht.,
Zijt gij, van meening:
10
.
. da.t de ,,uitzonderingsgevallen”, waarvan punt
3
van
het ‘program spreekt, slechts zullen gelden voor den tijd van
overgang, die na vredessluiting te wachten is?
20.
dat dit tijdperk van overgang voor Nederland een.
tijdperk van overgang naar tenminste dezelfde mate vali
vrjhandel moet zijn, als vdÔr den wereldoorlog ons deel was?
en 3
0
. dat de in uw achtste programpunt begeerde ,,vast
stelling van een verkeerspolitiek van spoorwegen en scheep-
vaart, die gericht is op de bevordering van de ontwikkeling
der Nederlandsche economische krachten” in geen enkel:
opzicht aan de door uw derde programpunt geëischte ,,bevor•,
dering va.n het vrije handelsverkeer” zal mogen afbreuk
doen?
Blijkens de verslagen van de oprichtersvergadering van
uwen bond werd de definitieve redactie van het program aan
uw bestuur overgelaten. Misschien wil het van deze bevoegd-
t

heid gebruik maken om het program op dc door ons aange-
wezen punten te verluidelijken.
Doch welken vorm van bescheid gij kiezen moogt, hetzij
dien van een program-verduidelijking, hetzij dien van een
zelfstandig antwoord, in elk geval zult gij met volmondig
bevestigende beantwoording van ons drietal vragen . klaar-‘.
heici brengen, waar thans nog twijfel oirbaar is, en de
Nederlandsche yrijhandelaren aan u verplichten.”

Op
dit schrijven is enkele dagen geleden door het
bestuur van den Econoxnischen Bond als volgt ge-

antwoord:
,,Bij Uwe missivevan 11 Januari j.l. gewerd onzen Bond
Uwe eerla.ng te publiceeren.Open Brief, waarin aangedron-
gen wordt op nadere ontvouwing van enkele punten onzer
Beginselverklaring en van ons. Program.
Hoewel van oordeel, dat beide niet aan duidelijkheid te
wenschen overlaten, achten we het geraden aan het ver-
zoek Uwer vereeniging te voldoen in de vaste overtuiging,

dat het door ons gekozen richtsnoer voor het economisch
leven van ons vaderland Uw algeheele en straks wellicht
tastbare instemming zal hebben.

Voorop zij gesteld, dat de beginselverklaring van thans
een kenmerkend verschil aanwijst met den Oproep tot eens-
denkenden, waarop door Uwe vereeniging wordt gedoeld’,
welk verschil louter berust op een streven onzerzijds om
iedere mogelijkheid van twijfel omtrent onze grondbeginse-
len te ondervangen en uit te sluiten. Immers waar de eerste
zegt: ,,0p internationaal economisch gebied blijve Neder-
land zijn kracht zoeken in bevordering van het Vrije goede-
renverkeer”, luidt de laatste – na voorafgaande.bespreking
van het door onzeii Bond verlangd bestuur der buitenland-
sche betrekkingen – ten aanzien der te volgen handelspo
litiek: ,,Hij is van oordeel, dat – welke resultaten de oorlog
te clezen aanzien ook moge opleveren – Nederland zijn
kracht moet blijven zoeken in bevordering van het vrije
internationale ruil,’erkeer,
01)
welk gebied de Staat alleen
dan zal ingrijpen, wanneer zulks ten behoeve van waarlijk
al g e m e e n e belangen volstrekt noodzakelijk is”.
Waar mc onder de aandacht Uwer vereeniging kennelijk
slechts voorbereidende gegevens zijn gebracht, maken wij
1
U
opmerkzaam, dat dit beginsel laatstelijk is toegespitst in
punt 6 van ons Program, waarin als economisch devies van
onzen Bond is vermeld: ,,Bevordering van het vrije ruilver-keer niet wettelijke regeling van de bevoegdheid der regee-
ring om in uitzonderingsgevallen in het gedrang komende
industrialn of bedrijven, waarvan de instandhouding of
de oprichting door ‘s Lands belang geboden wordt., voor
zooveel mogelijk met Staatshulp te steunen, zonder dat deze
maatregelen tot b lij v e n d e protectie mogen leiden.”
Dat cle vrijhandelsvlag dus in onzen Bond een krachtig
verdediger zal vinden, behoeft nauwelijks betoog. Ieder

woord, iedere zinsnede toch zoowel van zijn Beginselver-
klaring als van zijn Program erkent het vrijhaadeisstelsel als het eenige juiste en nièt Uwe vcreeniging zouden wij
dit nimmer willen zien prijsgegeven.
Buitengewone omstandigheden vorderen echter somwijlen
buitengewone maatregelen, terwijl het een eisch van .prac-
tisch staa.tsbeleid is reeds vooruit hiermede rekening te
houden.

Wanneer straks na afloop van den wereldbrand de volken
zich aangorclen voor den wedloop om het verloren afzetge-
bied voor hunne producten te herwinnen en nieuw terrein
-te gaan oritginnen, zou het kunnen gebeuren, dat hoogst
nuttige en voor ons economisch leven haast onmisbare
industrialn of bedrijven in ons kleine land wreed geveld
zouden worden of hunne oprichting gedwarsboomd en tegen-
gegaan. Iien voorbeeld moge dit verduidelijken.
De hoogovenindustrie zou binnen onze grenzen een dank-baar en loonend productiegebied kunnen vinden, hetwélk -dit
op het buitenland vdÖr heeft dat het aan zee is gelegen,
waarbij nog bovendien onze binnenlandsche verkeerswegen
te water goedkoop tarief waarborgen.
Stel nu, dat zulk een industrie, die inderdaad in voorbe-
reiding is

, elders door zoodanige maaregelen zou worden bedreigd, dat van hare oprichting moest worden afgezien,
of hare instandhouding gevaar zou loo,pen, dan zouden wij
het van het grootste nut achten en het verstandige politiek
noemen, indien de regeering bij wijze van strenge uitzonde-
ling en stcunencic op de wet voorzorgen ter beveiliging zôct’
kunnen nemen, opdat in ‘s lands belang de oprichting zou
kunnen worden bevorderd of de ontbinding verhinderd. Den
duur van een eventuëele inbreuk van dien aard op het vrij-
handelsstelsel durven wij zelfs bij benadering niet vaststel-
len, omdat de gevolgen van den oorlog en aard en omvang
van den wedloop der volkeren op economisch gebied even-
min als het tijdperk van overgang reeds thans kunnen wor-
den overzien, doch dat die duur zoo kort mogelijk moet zijn
cii iedere hulp moet ophouden, waar een gezond economisch
leven is teruggekeerd, erkennen wij onomwonden.
Evenals Uwe vereeniging achten wij het protectionisme
als stelsel voor ons land geheel ondeugdelijk. Protectio-
nistische overgangsbepalingen moeten, naar öns oordeel,
slechts in stand worden gehouden, zoolang het internatio-
naal verkeec- niet in normale banen zal zijn teruggeleid.
Een algemeen erkende vrijhandelspolitiek is ook voor ons
de ideale grondslag voor een goed en gezond internationaal
goederenverkeer.
Na deze uiteenzetting zal het Uwe vereeniging duidelijk
zijn, dat punt 8 – thans punt 11 – van ons ‘Program niet
met de eene hand wil terugnemen, want punt 6 met de
andere hand geeft. Het bedoelt louter de gedachte uit te
drukken, dat zoowel onze spoorwegen als onze stoomvaart-
lijnen meer nog dan vÔÔr den oorlog eén vrachtpôlitiek
zullen moeten volgen, welke niet ongewild Nedeiandséhe
belangen bij buitenlandsche achterstelt. Ook tiwe vereeui-

6 Februari 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

115

ging zal erkennen, dat zulk een verkerspolitiek niet met
het vrijhandelsbeginsel in strijd komt en dat het niet zou
getuigen van de noodige ruimte van blik, indien de staat
zich met het goederenverkeer alleen bezig hield bij het
bepalen van het invoerrecht op van elders komende goe
deren.

CANADA.

In een rapport over Canada als afzetgebied voor
Nederlandsche en Nederlandsch Oost-Indische voort-
brengselen, uitgebracht door Hr. Ms. Consul te Winni-
peg, den heer W. P. Montijn, dat als No. 6 in den
el-fden jaargang der Economische Verslagen
dezer dagen het licht zag, zijn eenige interessante
opmerkingen van algemeene strekking gemaakt, in
zake den handel, de nijverheid, het bankwezen en de
scheepvaart van Canada. Enkele dezer opmerkingen
doen wij hier volgen.

Canada heeft den naam een landbouwland te zijn
en vooral door de bevordering van den landbouw
hoopt men het land tot grooter ontwikkeling en wel-
vaart te brengen. Het is evenwel verkeerd al te eenzij-
dig den nadruk op den landbouw te leggen, en dit
geldt in het bijzonder voor hem, die zich stelt op een
Nederlandsch standpunt, de belangrijkheid van Cana-
da als eenn, afzetgebied van Nederlandsche en Neder-
landsch-Oost-Indische producten. Wanneer men, te
Montreal. en Toronto- zijnde, aanraking zoekt met den
invoerhandel, ontwaart men,, dat er een groote han-
del wordt gedreven en dat er een groot aantal firma’s
en ,,limited companies” zijn,’ die juist die artikelen
invoeren, welke voor onzen Nederlandschen uitvoer
het, meest van belang zijn,. Het is waar, dat Canada’s
bevolking niet meer dan ongeveer 8.000.000 zielen
telt en dat de- Groote Republiek ten zuiden van
Canada, met eene bevolking van ongeveer 100.000.000
menschen, een veel grooter veld voor onzen uitvoer
biedt, doch, men doet goed met te bedenken, dat de
levensstandaard in Canada hooger is dan in Neder-land, dat men koopkrachtig, en kooplustig is en dat
Canada een zeer belangrijken invoer heeft. Verder heeft de industrie in Carada nog niet zulk een hoo-
gen trap van ontwikkeling bereikt als in de Vereenig-de Staten van Amerika.

Er bestaat een streven om aan de Canadeesche i-
dustrie meer uitbreiding te geven. Dit zou voor het
land van groot voordeel zijn, het zou den terugkeer tot
de ongunstige handelsbalans kunnen voorkomen. Doch
een industrie kan slechts geleidelijk worden opge-
bouwd en alhoewel het denkbaar is, dat Canada, ge-
holpen door hooge invoerrechten op gefabrieerde
goederen, meer dan voorheen in zijne eigen behoeften
zal- voorzien, de wensch,, dat de Canadeesche fabrikant
werkelijk voor de wereldmarkt zal gaan werken, schijnt

moeilijk voor vervulling vatbaar. De hooge levens-
standaard, de hooge arbeidsloonen en het opdrjven van de waarde van onroerende goederen zullen het
aan Canada onmogelijk maken in normale tijden met
goed succes op de wereldmarkt te concurreeren. Ver-schillende takken van industrie, welke geholpen door hooge invoerrechten hun afzetgebied in hoofdzaak in
het eigen land’ moeten zoeken, zullen zoolang dit land
eene betrekkelijk geringe bevolking heeft, moeite heb-
ben tot bloei te komen.

Leerzaam voor den Nederlandschen handelaar zijn
de cijfers voor den invoér uit de Vereenigde Staten
van Amerika en het Vereenigd Koninkrijk. Geduren-
de het fiscale jaar, eindigende 31 Maart 1915, bedroeg
de waarde van den invoer in Canada uit de Vereeni-
de Staten van Amerika $ 469.722.066 en die van het
Vereenigd Koninkrijk $ 90.358.287, terwijl de invoer
uit de Vereenigde Staten gedurende het fiscale jaar,
eind-igende 31 Maart 1916, $ 422.111.176 en’. die van
het Vereenigd Koninkrijk $ 79.680.837 bedroeg. De
invoer van Nederland gedureade de overeenkomstige
perioden bedroeg slechts $ 1.924.828 en $ 878.195. In
dit verband zij opgemerkt, dat er in het sterk Britsch
voel’ende Canada eene neiging bestaat voor wat betreft
den invoer van artikekn, eene voorkeur voor Engel-
sche artikelen aan den dag’ te leggen, doch dat men
hierbij in aanmerking moet nemen, dat deze voor-
liefde voornamelijk bestaat bij de meer ontwikkelden,
de meer welgestelden, en aldus de minderheid der
bevolking. En verder, dat men niettegenstaande dit
gevoelen van ,,Britishers” te zijn, ook bij dezen, on-
danks zich zelven en dikwijls onbewust en in veel
meerdere mate bij het gros der bewoners van Canada,
in verschillend opzicht dezelfde gewoonten en gebrui-
ken vindt als die van Amerikanen en dat men veelal
den smaak voor dezelfde soort zaken van dageljksch
gebruik of van weelde heeft, dien men in de Vereenigde
Staten van Amerika aantreft. Bij dit groote voordeel
voor de Vereenigde Staten boven andere landen komt
nog, dat de Canadeesche wijze van zaken doen, en de
Canadeesche ideeën over zaken voor een groot gedeelte
gebaseerd zijn op de practijk van de Vereenigde
Staten, terwijl ten slotte de zooveel kortere afstand
en het gemakkelijker contact den Vereenigden Staten
eeno bevoorrechte positie doet innemen. Een nadeel voor de Vereenigde Staten bij invoer in Canada zijn
de hooge productiekosten in eerstgenoemd land. Het bovenstaande betoog leidt tot de gevolgtrekking, dat
de mogelijkheid bestaat, dat de Nederlandsche koop-
man, die zaken drijft met de Vereenigde Staten en
wiens goederen aldaar aftrek vinden, zich ook een
afzetgebied in Canada zal kunnen scheppen.

Het streven bestaat de verschillende ouderdeelen
van het Britsche rijk meer een economisch geheel te
doen vormen, opdat door deze hechtere aansluiting de
handel onderling zal toenemen. Eene uiting hiervan
is de instelling van de ,,Dominion Royal Commis-
sion”, eene ,,imperial commission”, welke geacht mag
worden behalve het Vereenigd Koninkrijk, de Brit-
sche ,,dominions” in Amerika, Australië en Afrika
te vertegenwoordigen. Deze commissie maakte in het
tweede gedeelte van 1916 eene reis door Canada, zij –
hield zittingsdagen in verschillende Canadeesche ste-
den en noodigde autoriteiten op het gebied van han-
del, geld- en transportwezen uit voor haar te verschij-
nen, teneinde hen te kunnen ondervragen.

De Minister van Handel, Sir George, Poster, heeft
zich met zijn ,,a cali to action” tot de zakenwereld van
Canada gericht met het voorstel in November 1916
eene conferentie te houden, over de maatregelen, wel-
ke kunnen worden genomen voor de economische ver-
sterking van het land. Voldoende belangstelling voor
deze bijeenkomst bleek niet te bestaan, zoodat geen
uitvoering aan dit plan is gegeven.

Een der op den .voorgrond tredende bankiers in
Canada, gaf aan den schrijver naar aanleiding van
deze ,,call to action” de volgende -uiteenzetting van
de positie, die de banken in Canada innemen. De
Canadeesche banken zijn uitstekend ingericht voor
het verleenen van de gewenschte faciliteiten aan
handel en industrie. De bankinstellingen in Canada
hebben talrijke eigen agentschappen door het geheele
land en -tevens, voor wat enkele der
belangrijkste
ban-
ken betreft, in Londen, New York, Chicago, San
Francisco en andere steden. Het zich geldeljk jute-resseeren in industriëele ondernemingen,, teneinde
hierdoor de bankzaken van de aldus gesteunde fa-
brieken te verkrijgen, eene in Duitschland gevolgde
politiek, vindt in Canada geene toepassing. Het op-
richten van eene bank speciaal voor den buitenland-
schen handel oordeelde deze bankier onpractisch, om-
dat deze bank in haar optreden in botsing zou komen met de reeds bestaande banken.

Op initiatief van den Minister van Handel is door
den ,,Board of Trade” te Londen aan Canada in bruik-
leen afgestaan eene verzameling, bijeengebracht door
Engelsche consuls en ,,trade commissioners”, van meer
dan 8000 monsters van artikelen door Duitschland en
Oostenrijk-Hongarije aan het buitenland geleverd.
Deze monsters werden gedurende den herfst van 1916
voor korten tijd te Montreal en Toronto tentoonge-
steld. De tentoonstelling was niet voor het algemeene-
publiek toegankelijk, men wenschte als bezoekers- geen
nieuwsgierigen, doch belangstellenden, fabrikanten en-

116

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

6
Februari
1918

handelaars. Monsters van den meest uiteenloopenden
aard waren uitgespreid. Elk monster was voorzien van
een etiket, aangevende het land van herkomst
(Duitschland of Oostenrijk-Hongarije) en het land,
waar dat artikel werd ingevoerd, benevens den engros-
en den d.étailprjs, in dat land. Vertegenwoordigers
van den Engelschen ,,Board of Trade” en het Cana-
deesche ,,Department of Trade and Commerce” waren
in het gebouw aanwezig voor het geven der ge-
wenschte inlichtingen en het mededeelen van adressen
van firma’s, die de tentoongestelde artikelen invoeren.

Het ernstig verlangen Canada toe te rusten, ten-
einde na den oorlog het land tot grooter ontwikkeling
te kunnen brengen, blijkt ook hieruit, dat in dezen
tijd, dat’ bezuiniging, zoowel ten opzichte van de uit-
gifte van staatsgelden als voor ieder individu voor
zich zelf, voortdurend, wordt aanbevolen, voortgegaan
wordt mét het uitvoeriiîg geven aan groote haven-werken in Halifax N. S. Op twintig minuten varen
van den Atlantischen Oceaan wordt eene groote kaai
van ruim 2000 voet
1)
lang gebouwd en daarnaast in
eene richting loodrecht daarop zullen 5 pieren elk van
1250 voet lang en 360 voet breed komen, de bassins
tusschen de pieren zullen 360 voet breed en langs de
pier bij-Slaag water 45 voet diep
zijn,
er zal ligplaats
zijn •voor 27 stoomschepen van het tegenwoordige
grootste type, een nieuw immigrantengebouw zal ver-
rijzen en dit alles zal in directe verbinding zijn met
een station, dat nieuw is te bouwen. De totale kosten
van deze havenwerken worden geschat op $ 30.000.000.
Een gedeelte van dit werk is voleindigd *). De afstand
van Halifax naar Liverpool, andere Engelsche en ove-
rige Noordzeehavens is korter dan die van eenigé
andere haven op het Amerikaansche vasteland. St.
John N. B. is de winterhaven van de Canadian Paci:
fic Railway Company, ook hier is in denlaatsten tijd
uitbreiding aan de haven gegeven. Halifax en St.
John zijn beide gedurende het geheele jaar toeganke-
lijk, hunne kroote belangrijkheid is in den winter ge
durende de vijf maanden van December tot April,
wanneer Montreal en ook Quebec door ijs van den
Oceaan zijn afgesloten. De afstand van Montreal naar
zee is ongeveer 1000 mijl (of ongeveer 1600 K.M.), eene stoomvaartreis van 2-3 dagen, Quebec is onge-
veer 825 mijl van de zee verwijderd. Ofschoon welis-
waar het vervoer te water goedkooper is dan te land,
is het niettemin een groot nadeel voor Montreal, dat
het zulk een grooten afstand van de zee ligt.

De ,,Georgian Bay Canal Oommission” heeft in
1916 een rapport uitgebracht, getiteld: ,,Statistisch
onderzoek van zekere algemeene toestanden van ver-
voer, ‘betrekking hebbende op het economische vraag-
stuk van het voorgestelde Georgian Bay Canal”. Dit
kanaal is aangegeven als te moeten loopen van liët
noordoosten van de Georgian Bay, d. i. het noord
oosten van Lake Huron, naar Montreal en de St
Lawrence River, en zal de route, welke het graan
thans volgen moet over Lake Huron, Lake, Ene, Laks
Ontario en de St. Lawrence River naar Montreal, be-
langrijk verkorten. De kosten van het kanaal worden geraamd op $ 125.000.000. Het is evenwel de vraag,
of deze. uitgave gerechtvaardigd zijn zal. Canada is
nog nooit in staat geweest om een voldoend aantal
schepen de Canadeesche havens te doen aandoen om
den geheelen Canadeeschen uitvoer te vervoeren. Mori
treal is als bovenvermeld ongunstig gelegen voor een
,,calling port”. Het is de eerste haven van uitvoer
van Canadeesch graan, New York is de tweede. Boston
de derde, Philadelphia de vierde, Baltimore de vijfde
Portland de zesde
2)
en St. John de zevende haven

‘)
1
voet – ‘±
30 c.M.
2)
Portiand, in den Amerikaanschen staat Maine gelegen,
wordt door de Canadeesche spoorwegmaatschappij de Grand
Trunk Railway Company voor haven gebruikt.

S)
[Een slechte eigenschap van onze consulaire verslagen
is, dat niet vermeld wordt wanneer het rapport geschreven
werd; de bovenstaande mede(feelingen zullen evenwel reeds
i
l

op papier gesteld geweest zijn, toen Halifax door de ramp
getroffen werd – Red.]

voor dezen uitvoer, doch twee derde van den uitvoer van Canadeesch graan gaat over Amerikaansche ha-
vens en dat, niet omdat erin Montreal niet voldoende
faciliteiten .voor het hanteeren van het graan zijn,
een gedeelte van deze blijft zelfs ongebruikt. Canada
verkeert in de bijzondere omstandigheid, dat het toe-
gang heeft tot een groot aantal havens, in het buiten-
land gelegen, die bijna even gemakkelijk en goedkoop
bereikt kunnen worden als zijne eigen havens. Het is
mogelijk, dat, indien er meer schepen varen onder
Bnitsche vlag, waarvan de eigendom in Oanadeesche
handen is, een grooter gedeelte van den Canadeeschen
uitvoer over de eigen havens zou kunnen worden ge-
leid.

AANTEEKENINGEN.

Koffiesurrogaten in Zweden. –
In
Zweden heeft het aanzienlijke gebrek aan ‘koffie,
evenals in andere landen, tot de vervaardiging in
groote hovee1heden van talrijke noodpreparaten ge-
voerd. Het Board of Trade Journal vermeldt, dat
tot November j.1. door de overheid 15.000 kubieke
tonnen grondstof van verschillend karakter was vrij-
gegeven voor de fabricatie van koffie of wat althans
dien naam zou dragen. Hiervan was 5.898 ton eikels,
2.260 ton bieten, 1.642 ton cichorei-wortel en 1.283 ton wortel van de paardebloem. De prijzeü van deze
grondstoffen zijn bij het nieuwe emplooi aanmerkelijk
opgeloopen, zoodat de tijd niet veraf schijnt, dat al-
weer naar een eikel-Ersatz moet worden uitgezien.
Op de fabnicatie van deze koffie-surrogaten bestaat
toezicht van overheidswege, neergelegd in een K.B.
van 31 Juli j.l., waarbij voorgeschreven is, dat men
voor de uitoefening van dit bedrijf een patent be-hoeft; later werd bij K.B. van 30 October de ver-
koop van koffiesurrogaten verboden, anders dan in
een geconcessioneerd bedrijf vervaardigd. Voorts moet
het product verpakt worden in een venzegelde embal-
lage, waarop gewicht, prijs en naam met woonplaats.
van den vervaardiger vermeld zijn, voorts jaar en
maand van bereiding. De prijzen, op ‘de pakjes ver-
meld, mogen in den detailhandel niet overschreden
worden en ten slotte is het den kleinhandelaar verbo-
den de onigineele verpakking te verbreken. Alles
pia vota van de strijders tegen vervalsching hier te
lande. De maximumprijs per K.G. voor het surrogaat
(3 Kr. 50 ö.) is 40 öre lager dan die voor hêt natuur-
lijk product.

Suezkanaal-ontvangsten. –
Thans zijn
de ontvangsten bekend van de rechten, in het kanaal
van Suez geheven voor het geheele jaar 1917. Wij
laten hieronder volgen de maandelijksche cijfers, zoo-
als deze werden opgenomen in de ,,Economiste Fran-
çais”, waarbij ter vergelijking ook de gegevens voor
het jaar 1916 geplaatst zijn.


1917
1916

Januari ……..
6.480.000 6.780.000
Februari……..
4.710.000 8.870.000
Maart ……….
5.010.000
6.980.000
April

……….
5.300.000
6.830.000
Mei …………
4.680.000 6.140.000
Juni

……….
4.450.000
5.850.000
Juli…………
5.050.000 6.480.000
Augustus

……
4.810.000
6.350.000
September ……
4.150.000
6.430.000
October

……….
5 060.000
7.190.000
November ……
8.180.000
6.800.000
December

……
7.240.000
8.900.000

Totaal….
63.420.000

79.400.000

Het jaartotaal wijst dus alweer een aanzienlijke
vermindering aan. De laatste gegevens aangaande
het kanaal vindt de lezer op pag. 696 van den vonigen
jaangang.

O.-W.-belastinginBoelgarije.—De,,Eco
nomiste Europeen” is een merkwaardige O.W.-belasting
op het spoor gekomen, t. w. de Boelgaarsche oorlogs
wiustbelasting. De belasting wordt geheven van win-

6
Februari 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

117

sten, hooger dan

5.000 francs, gemaakt sedert het be-
gin van den oorlog. Van winsten tusschen 5.000 en
50.000 francs is 55 pOt. belasting verschuldigd. Het
merkwaardige is nu, dat voor winstbedragen tusschen
50.000 en 100.000 franes eene degressie is aangeno-
men tot 50 pOt. en dat over winsten grooter dan één
ton slechts 45 pOt. O.W.-belasting verschuldigd is.
Wanneer de E.E. goed is ingelicht, hebben wij hier
inderdaad met zonderlinge fiscale begrippen te doen.
De vermelde percentages gelden uitsluitend voor win-
sten uit hoofde van leveringen, aan de Regeering ge-
maakt. Voor andere winsten beloopen de verhoudingen
slechts 40, 35 en 30 pOt. Ook deze differentiatie is
niet geheel van eigenaardigheid ontbloot.

Planagearbeiders v o o r Suriname
– Het volgende in zake de immigratie is verkort
ontleend aan het Koloniaal Verslag van Suriname
van 1917 (Hoofdstuk 0, pag. 19 v.v.).
Aanvoer van landarbeiders vond slechts plaats uit
Britsch-Indië, en wel per stoomschip ,,Dewa”, met
304 immigranten, t. w. 171 mannen, 80 vrouwen van
15 jaren en daarboven, en kinderen. Bij de ontsche-
ping werden in ziekenhuizen opgenomen 15 mannen,
8 vrouwen en 6 jongens. Alle immigranten werden
op mijnwormziekte onderzocht en, op 23 mannen en
6 vrouwen na, bevonden daaraan
lijdende
te zijn. Al-
vorens het doorgangshuis te verlaten, ondergingen zij
de daartegen vereischte kuur. Vermits er 970 Britsch-Indische immigranten waren
aangevraagd, werden nadere onderhandelingen met
de firma Nourse gevoerd omtrent verderen aanvoer,
welke aanvankelijk leidden tot het aanbieden van
scheepsruimte voor den overvoer van ongeveer 800
emigranten. Het aanbod moest echter wegens ver-
keersmoeilijkheden worden ingetrokken.
Het mocht evenwel gelukken van de Stoomvaart-
maatschappijen ,,Nederland” en ,,Rotterdamsche
Lloyd” scheepsruimte beschikbaar te krijgen tot
overvoer van emigranten uit Nederlandsch-Indië.
De bedoelde maatschappijen werden n.l. bereid be-
vonden twee groepen rechtstreeks rond Kaap de Goede
Hoop van Java naar Suriname te vervoeren met
vrachtschepen in den dienst van Java op New York, tegen een vrachtprijs van
f
200, d. i.
f
40 meer dan
tot heden betaald werd, per hoofd, met een minst aan-
tal van 600 personen per schip.
De eerste groep, bestaande uit 593 emigranten, ver-
trok per ,,Rotti”. Te Semarang werden ingescheept
591 emigranten, t. w. 284 mannen en 307 vrouwen.
In ‘t geheel werden na aankomst in ziekenhuizen
opgenomen 70 mannen en 81 vrouwen, te zamen
151 hoofden. Yan de aangevoerden werden 383
bevonden lijdende te zijn aan mijnwormziekte. De
tweede groep, bestaande uit 343 mannen en 252
vrouwen, vertrok van Java per stoomschip ,,Buiten-

Ten aanzien van den aanvoer van Britsch-Indische
emigranten moet vermeld worden, dat in beginsel tot
afschaffing van emigratie met werkovereenkomst is
besloten.
Op 1 Januari waren onder werkovereenkomst ver-bonden 4436 Nederlandsch-Indische immigranten,
waarbij 3172 mannen en 943 vrouwen; op 31 Decem-
ber 4563, waarbij 3195 mannen en 1008 vrouwen.
Het aantal huwelijken in de jaren 1912 tot en met
1916 bedroeg achtereenvolgens 8, 3, 24, 6 en 4.
Het aantal niet onder overeenkomst verbonden Neder-
landsch-Indische immigranten op de plantages be-
droeg op 1 Januari 1959 hoofden, waarbij 537 man-
nen. Op 31 December waren deze getallen onderschei-
denlijk 1748 en 429.
Het aantal geboorten bij de onder overeenkomst ver-
bondenen bedroeg 49; op de 100 vrouwen was de ge-
boorte dus 5,03 tegen 7,02 in 1915. De sterfte van de
onder overeenkomst verbondenen bedroeg- 0,58 ten
honderd van de gemiddelde bevolking. 1915, 0,54.
Op 1 Januari waren onder werkovereenkomst verbon-
den: 4487 britsch-indische immigranten, waarbij

2890 mannen en 971 vrouwen. Op 31 Decem-
ber:

4284, waarbij 2694 mannen en 882 vrouwen. -Het aantal huwelijken van 1912 tot 1916 bedroeg
achtereenvolgens 130, 104, 202, 163 en 192.
Het aantal niet onder werkovereenkomst verbon-
den Britsch-Indiërs op de plantages gevestigd, be-droeg op 1 Januari 1174, waarbij 523 mannen. Op
31 December waren de getallen onderscheidenljk
1775 en 738 mannen.
Het aantal geboorten onder de bij overeenkomst ver-bondenen bedroeg 129; op de 100 vrouwen waren de
geboorten dus 13,93 tegen 12,92 i-n 1915. De sterfte
onder de bij werkovereenkomst verbonden immigran-
ten bedroeg 1,14 ten honderd van de gemiddelde be-
volking. 1915, 0,85.
Het aantal niet onder overeenkomst verbonden immi-
granten, -dat elders dan op de plantages gevestigd is, bedroeg op 31 December 3456 Nederlandsch-Indiërs
en 24.755 Britsch-Indiërs. Het aantal immigranten
dat zich in het afgeloopen jaar na het einde hunner
werkovereenkomst opnieuw voor den tijd van een tot
vijf jaar voor veld- en fabrieksarbeid op de plantages
verbond bedroeg voor immigranten uit Nederlandsch-Indië 1593, tegen 1559 in 1915, voor immigranten uit
Britsch-Indië 235, tegen 284 in 1915.
Çlit de gegevens blijkt, dat er op 100 onder werkover-
eenkomst verbonden immigranten voorkwamen: bij
immigranten uit Nederlandsch-Indië 130 ziektege-
vallen; bij immigranten uit Britsch-Indië 221 ziekte-
gevallen. –

Het kapitaal, op naam van 31 Nederlandsch-Indische
immigranten belegd, bedroeg
f
2180,23; einde Decem-
ber 1915 was dit cijfer
f
2256,83 ten name van 29
in1eggers. Het kapitaal dat op naam van 2604 Britsch-
Indiërs in de Koloniale Postspaarbank is belegd, be-
droeg einde December 1916 eene som van
f
254.791,96;
op einde December 1915 was dit cijfer
f
248.722,11
ten name van 2399 inleggers.
Door tusschenkomst van het Immigratie Departement
hebben 60 Britsch-Indische immigranten een bedrag
van
f
2294,50 aan hunne betrekkingen in Britsch-
-Indië overgemaakt tegen
f
1034 door 38 hunner in
1915. Door tusschenkomst van de Surinaamsche Bank
werd door 3 Britsch-Indische immigranten overge-
maakt
f
14.652, betaalbaar te Londen, door 1 Britsch-
Indiër
f 1000,
betaalbaar te Amsterdam, door 1
Britsch-Indiër
f
727,50, betaalbaar te Demerary, en
door 2 Britsch-Indiërs
f
3543,57Y2, betaalbaar te
New York.
Door tusschenkomst van het Immigratie Departe-
ment werden 311 brieven van Britsch-Indiërs in Su-
riname aan hunne betrekkingen verzonden en werden ongeveer 200 van het postkantoor te Paramaribo ont-
vangen, voor het meerendeel uit Britsch-Indië afkom-
stige brieven, bestemd voor Britsch-Indische immi-granten, aan hen uitgereikt. In 1915 waren deze cij-
fers onderscheidenlijk 377 en 220.

REGEERINGSMAATREGELEN OP
HANDELSGEBIED.

K o f f i e e n t h e e. Onder intrekking van een
vorige beschikking zijn nieuwe maximumpri.jzen vast-
gesteld voor koffie en koffie-extract, in tusschen- en kluinhandel. – De kleinhandeisprijs bedraagt nu voor
koffie
f
1,40 per > K.G. en voor extract 20 ct.
per d.L.
Maxi.mumprjzen jam of marme-
1 a d e. Maximumgroot- en -kleinhandelsprijzen zijn
vastgesteld voor jam en marmelade, welker samen-
stelling voldoet aan de voorwaarden van het z.g. Rot-
terdamsche keur (voorwaarden, vastgesteld door het college van directeuren van stedelijke keuringsdien-
sten).

?remiën voor den-verbouw van
late aafdappelen. Behalve de voor het oogst-
jaar 1918 in uitzicht gest1de premiën voor den ver-
bouw van granen, peulvruchten, en koolzaad, zal oOk
voor late aardappelen, – welke na 15 Augustus a.s:

118

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

6 Februari 1918

worden gerooid, verbouwd op in het tijdvak van 1 Aug.
1917 tot 1 Juli 1918 gescheurd grasland, geen kunst-
weide of klaverland zijnde, éénmaal een premie wor-
den uitgekeerd van 75 ct. per 100 K.G. tot een maxi-
mum van
f
150 per H.A.
V o e d e r b i e t e n, koolrapeii en paar-
d e p e e n. Aangezien het in het belang van de voed-
selvoorziening niet wenschelijk is, dat in het loopende jaar op groote schaal voederbieten, koolrapen en paar-
depeen voor den handel worden verbouwd, heeft de
Minister van Landbouw voor deze artikelen maxi-
mumprijzen vastgesteld.
R e p a r a t i e 1 e d e r. Er zijn gemeenten, die
door afgifte van een te groot aantal bons voor repa-
ratieleder, over een belangrijk grooter hoeveelheid van
dat Ieder hebben beschikt, ‘dan door het R. D. H. L.
voor haar beschikbaar kan worden gesteld. Het hier-
door ontstaande tekort zou door aankoop op de vrije
markt aangevuld moeten worden. De hieruit voort-
vloeiende kosten zullen ten laste van de betrokken
gemeentebesturen gebracht worden.
M o t o r b r a n d s t o f. In de distributie-regeling voor benzine, enz. zijn eenige wijzigingen gebracht.
Zoo worden onder de motorbrandstoffen, welker ver-
voer in het algemeen verboden is, thans ook begrepen
petroleum en gasolie; doorloopende ontheffing wordt
echter verleend voor motorvrachtbooten, die op Petro-
leum of’ gasolie loopen. Ook worden motorherstellers
in de gelegenheid gesteld gerepareerde motoren te
beproeven.
M a n u f a c t u r e n. Verboden is het vervoer van
manufacturen, daaronder te verstaan alle textielgoe-
deren, niets uitgezonderd, in ruwen, halfbewerkten of
afgewerkten staat .(ook geconfectionneerd). Van het
verbod, dat niet geldt voor zendingen van niet meer
dan 10 K.G. bruto, kan ontheffing worden verleend.
Ten behoeve van handeisreizigers wordt tijdelijk ontheffing verleend van het verbod tot vervoer van
manufacturen, voor zoover betreft koffers met mon-
ster-collecties.
Margarine. Op 18 dezer zal een nieuwe rege-
ling voor den verkoop van margarine, vastgesteld in
overleg met de fabrikanten, in werking treden. Deze
was noodig aangezien de lagere klassen der bevolking in den laatsten tijd herhaaldelijk moeilijkheden onder-
vonden om zich goedkoope margarine te verschaffen,
terwijl de levering voor hinnenlandsch verbruik 50
pOt. grooter was dan v66r den oorlog. Meergegoeden konden wel voldoende margarine krijgen en gebleken
is, dat sommige winkeliers goedkoope soorten tegen
den prijs voor betere soorten verkochten. Voortaan zullen de fabrikanten alleen margarine afleveren in
verpakking, waarop gedrukt tot welke der acht soor-
ten de waar behoort (gemerkt A tot en met L) en de
maximumprjs, loopende van 55 tot 90 cents. Verder
blijven de bekende verpakte merken in den handel.
Voorloopig zal alleen afgeleverd worden in pakjes
van 4 pond, zoo noodig later ook per
Y4
pond. Be-
trekken de winkeliers niet normale quanta van de
goedkoopere soorten en trachten
zij
door verkoop van
de duurdere soorten alleen meer winst te maken, dan
kunnen zij van levering worden uitgesloten. De win-
kelier is bovendien verplicht, wanneer
hij
alleen duur-
dere soorten in voorraad heeft, deze te leveren tegen
den maximumprijs van normaal-margarine (50 ct. per
pond), wanneer de klant deze vraagt.
E i e r e n. Verlaagde maximumprijzen in groot-,
tusschen- en kleinhandel zijn vastgesteld voor versche
kipeieren; in het klein is de prijs nu 14 cent per stuk.
Levensmiddelen v o o r arbeiders.
Aan arbeiders, die naar Duitschland gaan werken, kan
voortaan niet meer worden toegestaan spek en vet
voor, eigen gebruik mede te nemen. In plaats daarvan
kan aan weekarbeiders worden vergund 1’% K.G.
worst of vleesch mede te nemen.
Levensmiddelen voor militaire
v e r lo f g a n g e r s. Onder wijziging, resp. intrek-king van vorige ‘beschikkingen is bepaald, dat mili-
tairen, die met verlof van zeven dagen of minder van hun standplaats vertrekken, door de verstrekking van hons gelegenheid zal worden gegeven tot het koopen
van levensmiddelen en wel: a. voor iederen verlofdag
250 gram witbrood en 1 K.G. aardappelen;
b.
indien
het verlof langer dan twee dagen duurt, bovendien

MAANDCIJFERS.

ONTVANGSTEN VAN SPOOR- EN TRAMWEGMAATSCHAPPIJEN OCTOBER 1917.

(Ontleend aan de ,,Ingenieur”.)

Namen der Maatschappijen.
Personenvervoer.
Goederenvervoer.
Totale ontvangsten.

1917.
1916.

Maatsch. tot Exploitatie van Staatsspoorwegen
f1.729.456,56
f
2.565.729,201!2

f 4.394.992,28’12
f4.351.229,—’)
Hôll. rJzeren Spoorwegmaatschappij

……..
,,
1.753.808,91
1
/2
,,
1.240.335,25
,,
3.105.122,48
1
I
,, 3.179.072,—’)
150.388,—
,,

174.303,—
,,

326.633,—
329.146,-
Noord-Brab.—Duitsche Spoorweg-maatschappij
24.997,—
,,

71.536,—
,,

101.986,—
54.192,-
10.005,87

.

,,

1.064,61
,,

21.268,31
,,

16.885,39
1
!2
Dedeinsvaartsche Stoomtramwegmaatschappij..
,,

10.568,50
,,

2
0
.4
1
4,38
1
Iz
,,

32.002,63’12
,,

29.349,88
1
12

Ned. Centraal Spoorwegmaatschappij ………

Tramw.mij. ,,de Meijerij”: lijn Veghel—Eind-
hoven—Belg. grens en St.Oedenrode—’sBosch,



,,

24.138,82
1
!
,,

19.937,55
lijn Eindhoven—Helmond—Asten en

Hollandsche Buurtepoorwegen

……………….



,,

6.877,07
,,

6.050,20
1
!2
16.43Q,91’/,
,,

31.426,10
,,

48.878,30
,,

46.309,81
,

49.094,01
1
/
,,

49.830,21
1
!1
,,

102.828,25
,,

90.673,51
1
!,

Geldrop—Heeze ……………………………

Rotterdamsche Tramwegmaatschappij

188.691,35′!,
,,

193.258,34
1
12

Zuid-Nederi. Stoomtramweg-maatschappij ……..

Westiandsche Stoomtramwegmaatschappij ….
22.108,48′!,
,,

7.833,60
,, ‘

30.643,92
28.935,-

Nederlandsche Tramwegmaatschappij ……….

Geineentetram te Amsterdam …………….
,,

551.849,54′!,

551.849,54’/2
486.280,93
….

,,

262.190,09
.

,,

263.129,40
,,

236.447,06
Haagsehe Tramwegmaatschappij

………….
Rotterdamsche Electr. Tramwegmaatschappij.
.
240.890
1
04

,,

240.890,04
231.173,94

1)
Definitieve opgave.
De
cijfers der Indische Spoor-
en
Tramwegen zijn niet ontvangen.
De
ontvangsten der groote maatschappijen,
die In de
,,ingenieur” ontbreken,
zijn aan het
,,Maandschrift
Centr. Bureau
Statistiek” ontleend.

Nagekomen
t
over Septembei

.

Oost-Java Stoomtramwegmaatschappij
lijn Modjokerto—Ngoro ………………


,,

16.600,—
,,

25.200,-


,,

55.400,—
,,

48.700,-
Semarang—Cheribon Stoomtramwegmnatsch


,,

326000,—
,,

289.900,-
Samar.—Joana Stoomtramwegmaatschappij


,,

272.700,—
,,

24 1.600,-

1ijn Soerabaija—Krian…………………

Serajoedal Stoomtramwegmaatschappij
lijn Maos—Bandjarnegara ….. . ……….


,,

54.100,—
,,

75.400,-
lijn Bandjarnegara—Wonosobo………….


.

,,

9.800,—

Zie Spaarbankcijfers en Emissies hiernevens.

6 Februari 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

nog 100 gram peulvruchten,
50
gram
;
vet ien
50
gram
koffie, voor het totaal aantal verlofdagen.
S’leeploonen voor debinnenschip-
p e r ii. Door den Minister van Landbouw zullen
sleeploorien voor de binnenschipperij worden vastge-
steld. Brandstoffen, voor zoover deze van Rijkswege
worden gedistribueerd, zullen alleen worden toege-
wezen aan ingeschreven sleepbooten. Bij de inschrij-
ving moet door belanghebbende een, waarborgsom ge-
stort worden.
Huisslachtingen. Bij circulaire heeft de
Minister van Landbouw aan de burgemeesters ver-
zocht er de noodige bekendheid aan te willen geven,
dat het in strijd is met zijnebedoeling, indien thans
nog door particulieren varkens voor eigen gebruik
worden. geslacht.
T a r w e-w a t e r b r o o d. Met ingang van 1 dezer
is de maximumprijs voor tarwe-waterbrood, gebakken
van regeeringsbioem, vastgesteld op
36
ct. per
K.G.
of
9
ct. per
250
gram, onder rabbinaal toezicht ge-
bakken, resp.
37
en
9V2
ct.
V
e t v o o r z i en ing. Door tekort aan veevoeder
is de productie van spek en vet varkensvleesch sterk
achteruitgegaan. Door aanwending van lijnolie als
grondstof konn, het rantsoen bak- en braadvet verhoogd
worden tot’
350
gram per hoofd per vier weken.
Op
den duur moeten alle slachtvetten verzameld worden;
daartoe is de vet-distributieregeling getroffen. Men
hoopt aldus het vetrantsoen te kunnen handhaven.
De boterproductie -is vooreerst nog voldoende om in
de toegenomen binnenlandsche behoefte te voorzien
en nog een overschot voor export te laten.

SPAARBANKOIJFERS.

Overzicht van inleg en terugbetaling bij
48
particu-
liere spaarbanken (aangesloten bij den Nederlandschen
Spaarbankbond) gedurende December
1917.
Aangeteekend zij, dat, waar de
cijfers
niet steeds
hetzelfde aantal noch dezelfde spaarbanken betreffen,
bij
vergelijking
met andere maanden zekere reserve
moet worden gemaakt.

Spaarbanken mei ten
Bedrag In Guldeni

Poaten

aan Inlegger, verschuldigd
bedrag von:

in/eg

Terug-

in/eg , Tg.

betaling

betal
eru
ing

beneden
f
100.000

f
100.000-,, 500.000
500.000-,, 1.000.000
1.000.000-,, 2.000.000
2.000 .000-,, 4.000.000
4.000.000-,, 7.000.000
boven ,,7.000.000

MISSIES IN JANUARI
1918.

S
taatsleeningen ………………
f 500.000.000,-
zijnde:
De Staat der Nederlanden

f
500.000.000,-4
1
/2
°/oobl.ft100
0
/0.

Provinc. en Gemeentelijke leeningen

9.875.000,-
zijnde.:
Gemeente ‘s-Gravenhage

f
10.000.000

4
1
/2
0
10
obl.
698
1
I4
0
/0.

Bank- en Orediet-instellingen……

12.750.000,-
zijnde:
Nederlandsch -Indische Handelsbank

f
5.000.000,- aand. a 175
o
/o,
N. V. Internationale Crediet- en
Handels-Vereeniging ,,Rotterdam”

f
4.000.000,- 5
0/a
obi. & 100
0
10.

Ilypotheekbanken (werkzaam in
Nederland)

50.000,-
zijnde:
Nederi. Middenstands Hypotheek-
bank
f
500.000,- aand. (waarvan
10
0/
storten)
5.
100
O
/o.

Hypotheekbanken (werkzaam in het
buitenland)

………………

31.250,-
zijnde:
Rotterdam -Ca n ada Hypotheek Bank

f
250.000,- aand. (waarvan 10
0/

storten)
5.
125
01,

Iridustriëele Ondernemingen ……

3.550.000,-
zijnde:
N. V. Bi’andspnitenfabriek v/h. A. Bik-

kers & Zoon
f
250.000,- 5
0/

hyp. obi.
5.
100
0/.

Nationale

Rijwielfabriek

,,Bato”
f
100.000,- aand.
5.
100
0
/0

f 100.000,- 6
0
1 pref. winstd.
uand.5. 100
0/,

Comm. Venn. o.d. fa. Gebr. Stork & Co.
11 500000,- cert. v. aand.ft127
0
/0.
N. V. Intern. Gewapend Beton-Bouw
vlh.
Iudustr. Mij. v. F. J. Stule-
meijer & Co.
f
500.000,- aand.
5.
125
0/,

N. V. Hollandia Fabrieken Katten-
burg & Co.
f
200.000,- aand.
5.
120
0/
f
200.000,- 6
0/
cum. pref.
winstd. aand.
5.
100
O
/o.

N.V. Machinefabr. Braat
f
100.000.-
15.553
1

4.123 1′
3721 19

aand.

5.

130
O/o.
1)
168.368
1

99.778
1
184.700
1
1.8331
829
– Oultuurondernemingen,lElandelsver-
254.951
55.307
1

389.119
1
2.0131
4.3131
1.256
2.406
eenigingen en Handelsvenn…..,,

1.150.000,-

304.963
1

325.562
1
2.1971
1.623
zijnde:
683835
1

687.052 1
6.1981
5.127
N. V. Sumatra Maatschappij ,.
1.442.345
1
1.278.470
1
24,565
14.182
t 550.000,- aand.
5.
100
0
/0.

Fli

Java Caoutc. Çompagnie f 250.000,-
aand.
A,
120
0
/0.

N. V. Cultuur en Handel Maatschappij
,,Kalapa”
f
300.000,- aancl.
5.
100 0/
,

Scheepvaart-Maatschappijen ……..
zijnde:
N. V. Gem. Eigendom v. aand. Hol-
land-Amerika-Lijn
f
2.271.500,-

– –

aand.
5.
400 O/o.

Overzicht van inleg en terugbetaling bij de Rijks–,
postspaarbank.

DECEMBER. 1

1917

1

1916

1

1915

Inlagen
………..
f

7.493.163
f

6.871.913
f-
6.090.523
Terugbetalingen6.579.244 ,, 5.961.309 ,, 5.291.761

Tegoed der inleggers


op ultimo ……..,,217.533.888 ,,201.974.271 ,,184.617.576
Nom. bedr. der uitst.

op ultimo
.
………..,
28.606.350
,,
26.247.600 ,,
24.668.100
Spaarbankboekjes:

gegeven
10.208
9.170 9.390
Aantal nieuw uit-

betaald
.
……..
Aantal

geheel af-

Aantal

uitstaanae
op ultimo ……

Totaal .. 3.385.322 12.968.804 141.4911 25.442

Totaal Dec. 1916 .. . . 2.827.100 12.460.700 40 409 21.860
,,

,,

1915 …. 2.242.896 1.954.238 36.682 19.966

December……..1917

1916

1915

Uitgegeven nieuwe boekjes 2954

2759

2620
Geheel’ afb’etaal’de böekjes..

1903

1932

.1794

Lversen …………………….
zijnde:
N. V. tot Expl. v. Onr. Goed. ‘,,Groot
‘s-Gravenhage”
f100.000;-
aand.
5.
100 0/s,

N. V. Verzekering Mij. De Neder-
landsche Phoenix”
f
343.000,-
aand. (waarvan 10 °/o storten)
Ii
l2O°fo.
N. V. Houthandel v/h. G. Key

f
250.000,- aand.
5.
123 0/,

9.086.000,-

448.660,-

Totaal . . . . f 536.940.910,-

5.851

5.624

5.677

‘) Deze
fl00.000,-
maakt déel uit van een uitgifte ten

bedrage van
f
500.000,-, waarvan de rest te oerabaya

1.765.475

1.732.467

1.692.148

voor inschrijving is opengesteld.

120

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

6 Februari 1918

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.

beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

2
Februari 1918

1

20 Juli 1914

Disc.Wissels.
N d
e
4’/jsedert 1Juli ’15
3’I,sedert23
Mrt.
’14
Bel.Binn.Eff.
fVrsch.in
4
1
1s.,,

1

,,

’15
4

,,

23

,,

’14
Bank
RC.
51/

,,

19Aug.
1
14
5

,,

23

,,

1
14
Bank van Engeland
5

,,

5 Apr.’17
3

,,

29 Jan. ’14
Duitsche Rijksbank
5

23 Dec. ’14
4

,,

S Febr.’14
Bankvan Frankrijk
5

20Aug.’14
3
1
/

,,

29 Jan.
’14
Oostenr. Hong. Bk.
5

,,

10Apr.’15
4

,,

12 Mrt. ’14
Russische Staatsbk.
6

,,

27 Juli
’14
5

,,

1 Apr. ’14
Nat. Bank v.Denem.
5

,,

10

,,

’15
5

,,

6 Febr.
1
14
Zweed8che Rijksbk.
6
1
12

,,

1 Feb.’18
4
t/

,,

6

,,

’14
ZwitserscheNat.Bk.
4
1
11

,,

2Jan.’15
3
1
/9

19

’14
Bank van Italië..
5

10Jan.
1
18
5

9Mei ’14
Feder.Res.Bk.N.Y.
34-44



Javasche Bank….
3′!,

,,

1 Aug.’09
3
1
/s

,,

1Aug.’09

OPEN MARKT.

Data
Amsterdam
Londen
Part.
Berlijn
Part.
Parijs
Part.
N. York
Calb
Part.
Prolon.
disconto
I

gatte
disconto disconto
disc.
moneg

2 Febr. ’18
3-1/s
43/
4

41/
41/s

4
2)

26 J.-2 F.’18
3_1/4
4_
3
/
4’/is

4_1/

33/_4
21-26

J. ’18
2/8-3’/4
3/44
4-r’v
4-5Is

4-6
12-19

,,

’18
3-3
1
14
3 ‘/-4
4/a
4/8

44

3 Febr. ’17
I’14.-2
2
)
4
5
2
1I6
4-‘/8

2_32)
31 J.-5F. ’16
1 1/43/4
2
1
/4-I4
5
1sIio
4
1
/’i

1 ‘/4-2

20 24Ju1. ’14
3
/8»/1
2
1/4_3/4

2
1
/4/4
2
l/_l/

2/4
1 /4’»2 /2
1)
Noteering van 1 Februari.
8)

,.
2

WISSELKOERSEN.

WISSELMARKT.

De wisselmarkt verkeerde deze week weder ongeveer in
dezelfde onzekere en lustelooze stemming als in de vooraf-
gaande week. De omzetten waren weder uiterst gering. Er
waren verschillende dagen, dat er in meerdere deviezen geen
enkele transactie tot stand kwam. In Londen, Parijs en
New York waren de schommelingen dan ook zeer klein. De
koersen waren ongeveer 10.89
1
/2 ft 10.91, 40.15
It
40.25 en
2.29 It 2.30. Zwitserland en Skandinavië waren iets aangebo-
den 51.15-50.90, 77.20-76.40, 70.85-70.50. De hoofdom-
zetten hadden weder plaats in Marken en Oost. Kronen,
waarvoor, de stemming, ofschoon aan het slot iets beter,
overwegend flauw was. Echter kwamen in deze deviezen
nog flinke transacties tot, stand, waarbij herhaaldelijk
belangrijke fluctuaties op een en denzelfden dag plaats
vonden; 44.-,.41.35, 42.35 en 27.80, 28.80, 27.10.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Da ta
Londen
8)

Parijs
)
Berlijn
Wcenen
S1.Pe-

ters.,)
New
York’)

28 Jan. 1918

..
10.95
40.30 43.25 27.95

2.30
29

1918

..
10.90
40.20 42.40 26.95

2.29
30

1918

..
10.90
40.15
42.55 27.50

2.29
31

1918

. .
10.904
40.25 42.10 27.15

2.29
1 Febr.1918

..
10.90
40.25 41.60
26.80

2.29
2

,,

1918

.
.
10.894
40.20
42.35
27.10

2.29
Laagste d. w. ‘)
10.88
40.-
41.35
26.50

2.28
floogste
,,

,,

0
10.96
40.35
44.-
28.-

2.30
1
14
26 Jan. 1918

..
10.914 40.15
43.80
27.80

2.28
8
/4
19

,,

1918

. .
10.93
40.05
41.-
26.25

2.29’/2
Mutitpariteit ..
12.104
48.-
59.26
50.41
1.28
2.48’/4
5)
Noteering te Amsterdam.
1)
Particuliere opgave.

D
0
t
0
Slock-
holm)
I
Kopen.
hagen
8
)
I
Chrts.
tianta’)
I
Zwitser.
land
8
)
I
Spanje

I
1)

Bataoia
1)
telegrafisch

28 Jan. 1918
77.25
70.75
74.15 51.15 56.25
994

1004
29

1918
77.30
71.- 74.-
50.95
56.-
994

1004
30

,,

1918
77.25
71.- 74.-
50.80
56.-
994

1004
31

1918
77.20
71.-
74.-
50.90
56.-
994
-1
0
0
4
1 Febr. 1918
76.75
70.80
73.80
50.90
.56.-
994
-1
004
2

,,

1918
76.40
70.50

73.65.
50.90
56.-
994
-1
004
L’ste d.
w.’)
76.10 70.40 73.30
50.60 55.50
99’/4
H’ste
,,

,; ‘)
77.35 71.20
74.25
51.50
56.50 100’/2
26 Jan. 1918
76.95
71.-
74.20
53.50
‘56.10
994
.
10
0
4
19

,,

1918
76.50 70.75 73.75 51.50

994-1004
Muntpariteit
66.67
66.67 66.67
48.- 48.-
100

8) Noteering te Amsterdam.
1)
Particuliere opgave.

KOERSEN TE NEW YORK.

Cable
Zicht
Zicht Zicht
,..,
a a
Londen
.
‘Parijs
Berlijn
Amsierd.
(In
(in frs.
(in cents
(in cents
per
P.
$)
p.
Rm. 4)
per gld.)

2 Februari 1918
4.76.25
5.71.50
nom.
Laagste d. week..
4.76.25
5.71.50

Hoogste,,,,..
4.76.45
5.72.-

*8*

26 Januari

1918
4.76.45
5.72.-
nom.
431/2
‘)
19

,,

1918
4.76.45
5.71.37
nom.
43
1
/2
Muntpjriteit..
..
4.86.67
5.181/4
951/
4

4133/,

1)
Noteering van 24 Januari.

KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
7 Jan.
1917
15
Jan.
1918

Tijdperk
16-24

anuart

Laagste Hoogste’

24 Jan.
1918

Alexanclrië.
.
Piast. p.
£
97
11
4
97
13/22

19
18
/82
19/82
1918/
32

B.

Aires….
d.p.gd.pes.
52
1
!3
51
1
/
50
1
/*
52 50
8
/
Calcutta
. . . .
sh/cl.p.rup.
1/5
1
/
11

115
‘Is,
115
1/5
t/to
1/51/82
Hongkong
..
id.
P. $
310’14
3/0’I
2/11
1
/2
3/0
1
/2
2/11/2
Lissabon….
d.p.escudo
30 ‘/8
30
29
1
/
30°/s
29/8
Madrid

.. ..
Peset.
p.0
19.51
19.52
19.52
19.90
19.68
Montevideo..
d.p.peso
60
1
!2
58
8
/
58/4
593/
4

59
Montreal..
..
$
per
£
4.80,
4.81/4
4792/2

4.83 4.80
3
/4
Petrograd

..
R. p.
£ 10
366 364
360
368 362
R.d.Janeirot)
d.p.milr.
13
5
/is
13
7
/8
13
2
Vs
13
27
!,2
13
3
/4
Lires
p. £
40.20
40.02
‘39.90
40.30 40.22
Shanghai

. .
sh/d.p.tael
415
05
4/3
4/4/
4/3
Rome

…….

Singapore

.
lii.

p.

$
2/4/6
2/4’/
2/4
2/4
5
1,2
2/4I,s
Valpafaiso
1)

d.p.pap.p.
1412/32

14
1
!,,
13
13
/to
13”/jo
13
7
/8
Yokohama
. .
sh/d.p.yen
2/2 2/2
211
7
/s
2/2°/s
2/2
1)
Noteeringen
op
90 dagen.

GOUD EN ZILVER.

Sedert 29 Juli 1916 worden de dagelijksche ontvangsten
en onttrekkingen van goud door de Bank van Engeland
tijdelijk niet bekend gemaakt.

NOTEERING VAN ZILVER.

Noteering te Londen.

te
New York

2 Febr.
43
1
/a
86
1
/s
26 Jan.
1918 ……..
43
1
/s
87/,
19
1918 ……..
44
3
/4
89e/s
12
1918 ……..
45
l
/
1
)
901/
8

5

,,
1918 ……..
45’/s 2)
90
1
/5
29 Dec.
1917
. …….
43
1
/8
86
7
/s

3 Febr. 1917 ……..37’/,s

76
7
/8
5 Febr. 1916 …….. 27’/s

57
20 Juli

1914 ……..24″/,.
1)
Notecring van
Ii
Januari.
‘3)

,.

,.

7

2
Febr.
1918
….
707.609
7.275
892.087
26
Jan.
1918
,,,.
707.000
7.176
871.586
19
,,
1918
..,.
707.988
7.031
883.034
12
1918
,,.,
697.459
6.933
883.869
5 ,,
1918
.,,.
697.181
6.940
895.174
29
Dec. 1917
….
698.233
7.028
890.273
22
1917
….
698.863
7.001
886.538
15
,,
1917
.. ..
694.417
6.946 865.867
8
1917
..,.
699.508
6.836
867.659
1
,,
1917
…..
700.105
6.801
872.983
24
Nov.
1917
….
692.377
6.883
852.847
17
1917
.,..
693.969
7.159
856.958
10
,.
1917
.. ..
683.703
7.121
855.221

3 Febr. 1917 …. 589.558

6.646
1
745.750
5 Febr. 1916 …. 480.036

5.206

583.219

25 Juli 1914 ,… 162.114

8.228

810.437

JAVASCHE BANK.
Vooruaamste posten in duizenden guldens.

Data
Goud
Zilver
Bank-
biljetten
Andere
opcischb.
schulden

3

Nov.
1917 ……
81.584
17.554 175.790
45.619
17.440 175.000
47.618
27

Oct.

1917 ……..
..81.664
81.588
16.809 176.785
52.919
81.554
16.834 175.684
50.522
20

1917
……..
13

,,

1917 ……..

70.036
23.326
157.245
58.437
4

Nov.
1916
…….
38412
33.054
143.233
29.611
6

Nov. 1915
…….

25

Juli

1914 …….
22.057 31.907 110.112
12.634

6 Februari 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

121

NEDERLANDSCHE BANK.

Verkorte Balans op 2 Februari1918

Activa.

Binnen!. Wis-( fl.-bk.
f
71.488.942,51
‘Ja
sels, Prom.,< B.-bk.

835.860,65
enz. in disc.
1
Ag.sch.

8.331.757,81
f
80.656.560,97
1
/2
Papier o. h. Buiten!, in
disconto

……………………..

Idem eigen portef..
f

8.205.678,-
Af: Verkocht maar voor de bk. nog niet afgel.

Beleeningen
[H.-bk. 8.205.678,-

mcl. vrsch.
f 57.598.672,46
1
12
B.-bk.

3.225.698 82

op
29332.729,96

1
90.157.101,24
2
/2

Op Effecten

……
f
87.538.501,24’/’
OpGoederen en Spec. ,,

2.618.600,-
90.157.101,24
1/

Voorschotten a.h. Rijk …………….

..
6.048.002,33
2
/1

Munten Muntmaterjaal
Munt, Goud ……
f
95.446.125,- Muntmat.,Goud……612.162.915.26
1/

f7O7.6O9.04O,26/s
Munt, Zilver, enz.

7.275.205,99
/2
Muntmat., Zilver

Effecten
714.884.246,26

Bel. v.h. Res.fonds.,
f

5.159.192,50
id. van
‘Isv.h.kapit.

8.822.939,62.1!,
8.982.132,12’/,
Geb.en Meub. der Bank …………….

..
1.465.000,-
Diverse rekeningen

………………
72.741.658,81’/2

1
983.140.379,75
‘/,

Passiva.

Kapitaal ……………………….
f
20.000.000,-
Reservefonds …………………….,
5.234.534,18
‘1
Bankbiljetten in omloop …………..

.,
892086.855,-
Bankassignatiën in omloop …………

,,
4.587.085,71
1
!2
Rekening-Courant saldo’s:
Van het Rijk……f


Van anderen ……,, 53.798.786,34

11
53.798.786,34
Diverse rekeningen

………………

..
7.433.118,51’/,

f
983.140.379,75
1
12

Beschikbaar metaalsaldo ……
.
…….

f
524.005.028,53 ‘/
Op
de ba.lis van ‘/

snetaaldekking…….,
333.910.483,13
1
/2
Minder bedragaan bankbiljetten in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is ..

2.820.025.140,-

Verschillen met den vorigen weekstaat:
Meer
Minder
Disconto’s

…………..4.542.990,83
Buitenlandsche wissels,,

64.515,-
Beleeningen
357.679,57
t/s
Goud

………………809.220,69
Zilver

……………….

98.828,62/,
Bankbiljetten…………20.501.260,-
Part. Rek.-Crt. saldo’s

..
21.199.880,66′!2

Voornaamste posten in duizenden guldens.

1
Andere
Data

Goud

Zilver

1
opeischbare

ilietten

1
schulden

58.386
77.132 60.031 45.127
45.968
5700
52.454 41.949
53.834
54.305 63.735 64.619
59.491

94.543 72.438
6.198

Dek-
king,-
percen-tage

75
75 76
75
75
74
77
77
76 76
76
76 75

71
74

54

Uit de bekendmaking van den Minister van Finan-
ci
ë
n blijkt, dat uitstonden op:

2Febr. 1918
26Jan.1918

Aan schatkistpromessen..
f163.910.000,-
f188.900.000,-
waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst
,,

66.000.000,-
,,

53.000.000,-
Aan schatkistbiljetten ..
,,
112.235.000,-
,,120.206.000,-
Aan zilverboxss

……….
,

27.182.920,50
,,

27.458.104,-

Daia
Dis.
buien

Belce.
1
Diverse
reke
oescnls-
baar
kings.

conto’s
N..Int

I
ningen
ningen
metaal-
percen-
etaalbaar
saldo
lage

3Nov.1917
6.843
33.728
65.961
26.942
53.644
45
27
Oct.
1917
7.361
33.606
65.134 25.502 53.816
45
20

11917
7.589
33.642
67.986
25.994
52.682
43
13

,,

19-17
7.786 34.250
64.791
23.823
53.411
43

4Nov.1916
6.124 38.081
70.399
12.324
50.226
43
6Nov.1915
5.915 18.234
50.432 29.183 37.097
41

1
25 Juli1914
7.259
6.395
47.934
2.228 4.842
1
)
44
1)
Sluitpost der activa.
‘) Op
de basis van
2/5
metaaldekking.

SUR1NAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Andere
Data

Metaal Circulatie opeischb
1
Disconto,
1
Div.
reke-
schulden
1

ningen
1)

3 Nov. 1917 ..

591
27 Oct. 1917 ..

592
20

1917 ..

569
13

1917 .,

579

4 Nov. 1916 ..

680
6 Nov. 1915 •.

697

25 Juli 1914 ..

645

‘) Sluitpost der activa.

1.241

903

1.023

998

1.198

897

1.000

960

1.214

908

999

1.000

1.202

890 1 1.000

828

1.090

728

892

1

774

989

1.034

875

1.104

1.100

560

735

396


°

Disconto’s

Bdee-
Besch,k.
baar
Hiervan
ioiaa
Schat kist-
ningen
Metaal.
prome3sen
saldo
rechtstreeks

2Febr.1918
80.657
66.000
90.157
524.005
28 Jan. 1918
76.114 53.000 90.515 523.613
19

,,

1918
72.498 47.000 90.346
525.582
12

1918
66.729
39.000 93.627
517.764
5

,,

1918
72.738
40.000 103.235
515.063
29 Dec. 1917
81.819 49.000 107.448
514.916
22

1917
69.985 52.000 92.809
520.993
15

,,

1917
67.837
52.000
88.423
518.913
8

,,

1917
60520
47.000 94.314
521.142
1

,,

1917
54.903 43.000 104.795
520.538
24 Nov.1917
86.631 55.000
91.965 515.027
17

1917
74.584 63.000 93.190
515.909
10

,,

1917
72.915
61.000
88.617
506.976

3 Febr1917
97.049 77.000
78.137
427.245
5
Febr.1916
75.816
52.500
82.258
353.056

25 Juli 1914

1
67.947
14.300
61.686
43.521
1
) 1)
Op de basis
van
2f

metaaldekking,

122

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

6 Februari 1918

•1

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.

Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht gegeven
van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

BANK VAN ENGELAND.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes, in duizenden p. St.

Data Metaal
Circulatie
Currenci, Notes.

Bedrag
Goudd.
Gov. Sec.

30 Jan. 1918
58.607
45.808
*** ***

23

,,

1918
58.915
45.223
**

16

,,

1918
58.768 45.325 210.741 28.500
185.629
9

,,

1918
59.079
45.703
211.830
28.500
187.129

31 Jan. 1917
56.665
39.601 143.552 28.500
112.339
2 Febr.1916
52.688 34.199
98.839 28.500 64.357

22 Juli

1914
40.164 29.317

Data
Cao.
Sec.
Other
Sec.
____________

Public
Depos.
Other
Depos.
Rc.
serve

Dek.
king,-
percen-
tage
i)

30Jan. ’18
55.876
91.890
38.237 122.644 31.161
19,37
23

’18
56.840
95.214
41.815
124.440
32.142
19,33
16

’18 56.768
92.278 41.418
121.589
31.893
19,57
9

,,

’18
56.868
90.661
37.899
123.534
31.826
19,71

31 Jan. ’17
160.373
.
35.727
44.764
168.773
35.514
16,63
2 Febr.’16
32.839
105.140
58.246
98.584
36.939
23e1t

22 Juli ’14
11.005
33.633
13.735
42.185
29.297
52
8
/s

t)
Verhouding
tusochen Reserve en Deposits.

DUITSCHE RIJKSBANK.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Darlehens-
kassenscheine, in duizenden Mark.

Data
Metaal
________________

Daarvan
Goud
Kassen-
schetne
Circu.
Zatte

Dek.
king,.
percen-
tage
‘)

31 Jan. 1918
2.521.022
2.407.101 1.263.302
11.138.934
34 23

,,

1918
2.520.577 2.407.038
1.205.710
10.918.832
34
15

,,

1918
2.510.787 2.406.926
1.269.374
11.043.946
34
7

1918
2.517.563 2.408.800
1.349.033 11.343.325
34

31 Jan. 1917
2.541.440
2.524 418
283.942
7.858.489
36
31 Jan. 1916
2.494.221 2.453.531 705.698
6.502.402
49

23 Juli

1914
1.891.669 1.356.857
65.479 1.890.895
93

BANK VAN. FRANKRIJK.

Voornaamste oosten in duizenden franco.

Data
Goud
Waarvan
in het Buitenland
Zilver
Te goed
in liet
Buitenland

Buit .gew.
uoorsch.
ald. Staat

31 Jan.’18
5.362.206 2.037.108 248.493
1.040.667
13.000.000
24

’18
5.380.655
2.037.108
247.919
1.008.809 12.850.000
17

’18
5.359.127
2.037.108
245.872 901.703
12.850.000
10

,,

’18
5.357.516
2.037.108 246.109 889.739
12.700.000

1 Feb.’17
5.131163
1.795.157
279.283 795.643
8.200.000
3 Feb.’16
5.019.581

353.150
964.044 5.400.000

23 Juli’14
4.104.390

639.820

Uitge-
stelde
Wissels
I

Belee.
ning
R
Wtssels
Bankbul.
jetten
Rek.Cr1.
Parti.
culieren.
Cr1.
Staat

1.015.683 1.128.514
1.201.363
23.534.338
2.951.890
23.550
893.839
1.129.787
1.207.617
23.162.634 2.835.178
60.018 888.323
1.132.261
1.208.302
23.062.504
2.857.077 48.065
958.217
1.134.832 1.220.181
22.982.792
2.696.980
156.514
Cr
0
709.193
1.318.581
1.255.381
17.514.326 2.340.048
52.606 468.980 1.777.891 1.274.583 14.034.413
1.909.551 114.959

1.541.080

769.400 5.911.910
942.570 400.560

SOCIETE GÉNÉRALE DE BELGIQUE.
t)

Voornaamste oosten in duizenden francs.

Data
71
mci.
buiteni.
saldi

Beleen.
van
buitent
vorder.

Be,’een.
van
prom. d.
pro otnc.

wissel,
en
beleen.

1
1

Circu.
t

latie
t

Rek.
Cr1.
saldi

31 Jan. ’18
626.117
03.359 480.000
147.727
1.165.240
173.593
24

.,,

’18 615.695
93.261
480.000
146.313
1.157 330
169.957
17

’18
612.900 93.260 480.000
140.785
1.159.910
162.261
10

,,

’18
612.792
93.235
480.000
135.558
1.160.153
157.270

1 Febr. ’17
340.571 84.647 480.000
85.695
853.463
108.222
5 Febr. ’16
174.348 51.021
480.000
60.205 805.371
158.545
‘)
nedert einde
I’I4
met
de
tunctie
van circUlatiebank
belaSt.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.

FEDERAL RESERVE BANKS.

Voornaamste_posten in duizenden dollars.

Waarvan
Wa.r.
FR.

Data
Goud
voor dekking
van in
het bul.
Zilver
I
Notes tn
I

F. R. Notes
tenland
gte.
circu.
latie

14 Dec.

’17
1.650.238 701.088
52.500
50.148 1.153.385
7

,,

’17
1.631.358 701.424
52.500
51.949
1
1
.
110
.537
1)
Dekking der circulatie door metaal en Kassenscheine. 30
Nov. ’17
1.621.725
674.102:
52.500
54.486, 1.056.983
23

,,

’17

is Dec.

1
16

1.604.704

708.576

635.497
274.817
52.500


7.907

54.058 11.015.892
266.376
Darlehenskassen,cheine

..
Data
Wt,sds
Rek. Cr1.
Totaal
In kas 60
Dek-
Percent.
_______________ ____________ _____________
uit ge-
geven
de Reichs.
bank

Data
Wissels
Totaal
Deposito’s
Waar-
van
Kapitaal

kingsper-
centage
Depo.
Goud
dekking
ctrcu,
31 Jan.

1918 13.105.525

6.676.327

***

*55

23

1918

12 418.037
8.250.711
7.411.000 1.192.200
sitosi)
latie

14 Dec.

’17

067.859 1.889.364

________

89.440

65,0

60,8
15

1918

12.813.584

6.599.182

7.490.200 1.256.100
7

1917

13.166.418 6.830.515
7.653.509 1.337.500
7

,,

’17

877.584
1.811.189
69.048

86,6

63,2
30 Nov. ’17

961.911
1.966.807
88.500

62,8

63,8
31 Jan.

1917

8.180.009 3.542.429
23

,,

’17

865.907
1.860.510 67.136

66,1

62,8
31 Jan.

1916

5.273.184
1.785.921
1.758.600

665.200
15 Dec.

’16

160.666 671.898
55.731

70,7

103,2
23 Juli

1914

750.892 943.964
1)
Verhouding tusschen: goud. Zilver
etc., uitgezonderd het voor de

………….

dekking der F. R. Notes gereserveerde
goud, en: nettq depositos met
inbegrip van het kapitaal.

RUSSISCHE STAATSBANK.
VER. NEW YORKSCHE BANKEN EN TRUST MIJ’S.

Voornaamste posten in millioenen Roebel.
Voornaamste posten
gemiddelden in duizenden dollars.

Data
n.
st.
Goud
Te

ten/and
Zil.
ver

Schat
kist bif
Jette,

Di5
onto’s
e

belee.
n
g
en
I

Circu.,
latie

t
Rek.
1

Cou-
rant

5 Nov. ’17
1.292
2.309
178
15.507
2.177
18.917
2.698
29 Oct.

’17
1.295
2.309
178
15.222
2.155
18.062
2.726
21

,,

’17
1.206
2.309
168
14.479
2.071
17.859
2.715
13

,,

’17
1.297 2.309
155
14.098
2.150
17.290.
2.721

5 Nov. ’16
1.556
2.055
110
8.014
798
7.935
1.770
5
Nov. ’15
1.604
35 26
3.119 1.249
5.054
1.397

21 Juli
’14
1.601
144
74
….
757
1.634
1.099

Data

Reserve
Deposito’s
Clrculatie
Beleenin gen
en
disconto’s
Surplus
Reserve

2Feb.’18
731.800
3.857.460
34.100 4.171.400
8

2.590
26 Jan.’18
733.530
3.842.280
34.030
4.075.520
79.930
19

’18
737.560
3.928.930
34.060
4.071.550
66.270
12

,,

’18
738.200
3.887.840
34.080
4.090.840 69.260

3Feb.’17
789.180
3.770.540
28.620
3.511.090
166.630
5Feb.’16
758.040
3.542.160
34.340
3.295.130
172.800:

25Juli’14
467.880
1.958.320
41.730
2.057.570
26.170
1
)
1)
Op basis van 25 pCt. van alle deposit&e.

6 Februari 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

123

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 4 Februari 1918

De internationale fondsenbeurzen zijn in cle achter ons
liggende berielitsperiode in een voortdurenden staat van
gisting en woeling gebleven, waarvan in do allereerste
plaats de onlusten in de arbeiderswereld de oorzaak hebben
gevormd. Naar thans bekend is geworden, hebben deze
onlusten, in dcii vorm van stakingen, zoowel te Weenen als
te Berlijn, een zeer ernstig karakter aangenomen, al is de
beweging thans reeds aan het verloopen en al heeft het
geheel vrijwel zonder bloedvergieten een einde
genomen.
Zoo spoedig als de nervositeit ter beurze is opgewekt, is
zij echter niet weder bezworen; er zijn te veel symptomen, die er op wijzen, dat cle gebeurtenissen van de afgeloopen
week haar oorzaak hebben in feiten, die telkens weder nieuwe
stakingen en onlusten, zoo niet erger, kunnen opwekken,
tenzij de oor]og spoedig een einde neemt. En tot deze opvat-
ting leent het perspectief zich waarlijk nog niet. Er is den
Russisehen onderhandelaars te Brest-Litofsk reeds een ver
wijt van gemaakt, dat zij cle besprekingen rekken, om op
deze wijze de revolutie over de gansche wereld te kunnen
ontketenen, te meer, waar zij reeds de eerste verschijnselen
hiervan in de aan Rusland grenzende landen meenen te
ontwaren. Wij kunnen hier natuurlijk niet in een beoorclee-
ling omtrent deze zienswijze treden, doch willen er, ter
verzachting van een mogelijk even hard oordeel, op wijzen, dat onderhandelingen omtrent een
afzonderlij ken
vrede met
de centrale mogendheden, los dus van ieder verband met de
vroegere gealliëerden, zulke geweldige moeilijkheden met
zich brengen, dat alleen hierdoor het telkens opschorten der
conferenties en het voortdurend opwerpen van nieuwe
objecties reeds te verklaren zou zijn. Dit klemt te sterker,
omdat ook de centrale mogendheden bepaald omschreven
verlangens hebben. Van de allergrootste beteekenis echter is
het feit, dat te Brest-Litofsk twee principieel totaal van
elkaar afwijkende wereld- en levensbeschouvingen tegenover
elkaar staati; hierdoor is te verklaren, dat de onderhande-,
laars zon uïtert moeilijk een gemeenschappelijk platform
vinden, waarop zij een overeenkomst kunnen opbouwen.
Het zijn deze overwegingen geweest, n.l. de ongerustheid
met betrekking tot het sluiten van een spoedigen vrede en
de vrees ioor cle mogelijk daaruit voortvloeiende consequen-
ties, die den beurzen, vooral in de plaatsen der centrale
mogendheden, eeff uiterst lusteloos en vaak gedeprimeerd
aanzien hebben gegeven. Speciaal te W e e n e n was dit
zeer sterk merkbaar. Het is nog niet zoo heel lang geleden,
dat wij jn deze kolommen gewag hebben gemaakt van de
ongebreidelde speculatie aan de Weensche beurs, waardoor
de koersen van vrijwel alle waarden, ook van die, welke wel
in de allerlaatste plaats hiervoor in aanmerking konden
komen (b.v. scheepvaartaandeelen) geweldig omhoog werdei.i
gevoerd. In die tijden dacht men aan geen, verwikkelingen
van binnenlancischen aard; ondanks het voortwoeden van
den oorlog gevoelde men zich aan de Weensche beurs bevei-
ligd tegen verrassingen. Deze houding werd in de hand
gewerkt door den aanzwellendeu omloop der betalingsinid-
delen, waardoor vele gelden hun weg naar de beurs zochten,
die in meer normale tijden aangewend zouden zijn ter ver-
krijging van grondstoffen, tot het aanknoopen van nieuwe handelsrelaties, het scheppen van nieuwe industrieën, enz.
Toen echter de eerste kenteekenen van den veranderden
binnenlandschen toestand zich lieten gelden, werden deze
kapitalen bijna onmiddellijk aali de markt onttrokken, niet
het gevolg, dat de speculatieve koopers niemand tegenover
zich vonden, bereid nog meer voor hun naacleelen te betalen,
dan zij er voor hadden besteed. Men gaf er cle voorkeur aan
zijn bezit eenigen tijd renteloos te laten. Een ddbacle was op
deze wijze niet te vermijden en zij is dan ook gekomen.
Sensationeele reacties hebben aan de Weensche beurs plaats
gehad; onder de reeds door ons gereleveerde scheepvaart-
waardeü zijn fondsen aan te wijzen, die sinds 31 December
j.l. meer dan 100 pct. van hun koersen moesten prijsgeven,
un. Austro-Americana, Navigazione Libera, enz. Het spreekt
vanzelf, dat deze heftige fluctuaties in den eersten tijd
groote omzetten met zich brachten; de sinds den eersten
Januari met een half uur verlengden beurstijd kon dan ook
tot voor korten tijd niet te ruim gemeten worden genoemd.
Thans echter is een toestand van apathie ingetreden, die eer
een verkorting van liet officiëele beursuur zou vettigen. De uiterst ongeanijneerde houding voor alle soorten aandeelen
heeft ook de beleggingsmarkt ongunstig beïnvloed, zoodat
de gansche beurs een mouotoon en zeer stil bestaan voert,
waarin alleen eeuige wijziging kan worden gebracht, indien
de vredesvooruitzichten veel beter worden, dan op het
oogenblik het geval is.
Ook de publicaties van de Oosteniijksch-Hongaarsche
Rijksbank hebben niet medegewerkt tot een hoöpvoller

beschouwing van de naaste toekomst. De balansen over de
oorlogsjaren zijn thans verschenen en hieruit blijkt maar al
te duidelijk, welk een ontzettende last op de financiëele
draagkracht van de Oostenrijksch-Hongaarsehe monarchie
is gelegd. Ter illustratie geven wij hieronder enkele der voornaamste balanscijfers, in vergelijking niet dezelfde
posten in de voorafgaande jaren: In duizenden Kronen
1913

1914

1915

1916

1917
Metaalvoorraad
……
1.562.517 1.194.791

810.960

354.161

381.622
waarvan in goud 1.240.072 1.055.069 684.886 290.024 285.137
Wissels
…………..
925.998 2.053301 2.976.757 2.856.717 2.822.043
Beleen. tegen onderp 310.619 3.394.715 3.293.131 3.428.195 3429.111
Schuld d. Ontenr. Reg

391.157 3.678.263 9540.000
Schuld der T-Tong Reg

234.123 1.621.234 4.158.000
Tegenover deze actiefposten paraisseert als voornaamste
passief de bankbiljettenomloop niet niet minder dan
Kr. 18.439.695.000 tegen ruim 10 milliard in 1916, 7 milliard
in 1915, 5 milliard in 1914 en 24 milliard in 1913. Deze
bankbiljdtten zijn slechts voor 2,07 pCt. door den metaal-
voorraad gedekt; de overige zekerheid moet gevonden wor-
den in de hierboven opgevoerde posten aati wissels, schulden
der beide regeeringen, beleeningen tegen onderpand en de
niet door ons genoemde buitenlandsehe wissels en bankbil-
jetten, welke echter tezamen het slechts betrekkelijk geri.14ge
bedrag van Kr. 72 millioen uitmaken. Waar van die onder-
1 panden aan de beurs te Weenen alleen de rnetaalvoorraad
als.eigenlijk volwaardig wordt beschouwd, is het volkomen
begrijpelijk, dat deze balans der Rijksbank niet heeft nage-
laten de toch al niet zeer opgewekte tendenz sterker te
nccentueeren.
Te B e r 1 ij is hebben de voorvallen in de arbeiderswerelU
de stemming ter beurze volkomen geleid en beïnvloed. Het
meest kenmerkende is wel geweest een bijna totale stilstand
in den handel, waaruit echter blijkt, dat de intrinsieke
marktpositie te Berlijn veel gezonder is dan die te Veenen.
Van verkoopen op groote schaal toch is geen sprake geweest,
zoodat de koersen zich wel lager stelden, doch zich betrek-kelijk goed konden handhaven. Zelfs is tegen het einde ddr
week een kleine verbetering te bespeuren geweest, toen de
berichten opitrent de uitbreiding der stakingen niet meer
zon ernstig luidden. Hiervan konden voornamelijk petro-
leuinaandeelen’ profiteeren, met, aan de spits, Deutsche
Petroleum, waarbij zich aandeelen Steaua Romaua en Erdöl
aansloten. Binnenlandsche industriëele waarden daarentegen
konden zich slechts uiterst matig van den hun eerst toege-
brachten schok herstellen, zoodat de week voor hen per
saldo op een lager niveau afsluit.
In verband met de verwarde toestanden in het Duitsche Rijk is de Markenvaluta in cle neutrale landen eenigszins
1
in koers gedaald; het gevolg hiervan is geweest, dat op de
beurs te Berlijn buitenlandsche, in de neutrale landen ver-
handelbare fondsen sterk gevraagd bleven, o.a; Japansche,
t Chineesche, Argeutijnsche en Chileecische. Oostenrijksch-
Hongaarsche staatsfondsen bleven veronachtzaamd; Rus
sische daarentegen konden hun koerspeil goed handhaven.
Te L o n d e n is de geldmarkt nog steeds onder den
indruk van de Russische annuleeringsbesluiten gebleven;
d.w.z. een zekere stroef heici is ontstaan voornamelijk tenge.
vôlge van de terughouding der groote banken. Wel zijn de
1
door deze banken verdisconteerde Russische schatkistwissels
verwisselhaar in 3 pCt. twaalf-jarige Engelsche regeerings-
wissels, zoodat een onnsidellijke schade niet wordt geleden:
1 doch algemeen wordt de koers van overname dezer Engelsche
1
wissels to duur verklaard. Deze is n.l. gesteld op 82 pCt.;
waar de 5 pCt. lO-jarige A. 105 pCt. aflosbare National War
Bonds echter
a
pari verhandeld worden, is cle paritêit des
3 pCt. wissels ongeveer op 77 it 78 pCt. te stellen. Dit is echter
niet de eeuige reden voor de terughouding op de geldmarkt.
De Russische schatkistwissels vormen thans weliswaar niet
meer een directe bedreiging voor het Engelsche financie-
wezen (bovendien waren slechts ongeveer L.
173.2
millioen dezer ivissels op de Engelsche markt geplaatst), doch de
overige schulden van het voormalige Tsarenrijk zijn nog zoo
omvangrijk, dat de uiterste voorzichtigheid wordt toegepast
bij het verleenen van nieuwe credieteiï. In cle eerste plaats zijn er natuurlijk de gewone buitenlandsehe staatssehulden
van Rusland, doch verder zijn aanmerkelijke oorlogscredie-
ten verstrekt en zijn ook nog garanties gegeven, voorna.-
melijk ten behoeve van de Vereenigde Staten van Noord-
Amerika. Deze omstandigheden ves-klaren dan ook ten volle
de tegenwoordige houding van de geldinarkt.
De effectenbeurs is wederom zeer stil gebleven; de om-
zetten zijn thans tot een minimum ingekrompen. Buiten-
landsche staatsfondsen bleven voor ongeveer alle soorten
aangeboden; alleen Fransche Rente was gevraagd, zoodat de
koers van dit fonds dan ook fractioneel kon verbeteren. De
spoorwegmarkt toont alleen eenige levéndigheid voor Cana
deesche waarden, die iets lager genoteerd werden, ondanks

124

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

6 Februari 1918

cle verhooging der vervoertarieven. Naar het schijnt is hier-
tegen nl. scherpe oppositie ontstaan uit agrarische kringen.
De mijumarkt bleef verlaten, met uitzondering van enkele
Zuid-Af rikaansche ondernemingen.
De markt te N e w Y o r k heeft voor de afgeloopen week
een zeer geanimeerd aanzien gehad, welke nog in cle hand
werd gewerkt door de publicaties omtrent de resultaten van
de United States Steel Corporatipn over het jaar 1917. Deze
leveren dan ook inderdaad op het eerste gezicht een zeer
bevredigenclen aanblik op. De totale netto-ontvangsten stel-
len zich op $ 331.668.000 tegen $ 333.624.000 over 1916 en
slechts $ 130.352.000 over 1915. Weliswaar werd deze uit-
komst grootendeels bereikt door de opbrengst van het eerste
kwartaal 1917, hetwelk met zijn $ 113.121.000 een record
aantoonde, doch een oppervlakkige beschouwing deed toch
een hoopvolle verwachting ook voor de verdere toekomst
ontstaan. Voor zoover het de ontvangen orders en de hier-
voor te maken prijzen betreft, zal deze hoop wellicht niet
beschaamd worden; of echter niet liet grootste gedeelte der
ontvangsten ten bate der schatkist afgestaan zal moeten
worden, blijft nog een open vraag. De financiëele eischen, waaraan Amerika ten behoeve van de oorlogvoering moet
voldoen, zijn niet anders dan geweldig te noemen; in het
enkele jaar, dat verloopen is sinds den aanvang van den
strijd is de nationale schuld liet twintigvoudige van die van
vOör den oorlog geworden. En steeds nog stijgen de lasten;
het is thans wel reeds zeker, dat een derde groote oorlogs-
leening binnert zeer korten tijd zal worden doorgevoerd;
.waarffij. dan tevens het rentetype op 4
4
pCt. zal worden
gebracht. In de Vereenigde Staten begint het intellectueele
deel der bevolking dan ook reeds te voelen, wat deze oorlog
voor het land beteekent en de leidende kringen zien de
toekomst met bezorgdheid tegemoet. Het is dan ook niet
juist de aangenamere tendenz van de achter ons liggende
be.richtsperiode geheel toe te schrijven aan den klaarblijkelijk
nog bevredigenden gang van zaken in de industrie, temeer, waar deze een vrij groote beperking is opgelegd in verband
met den brandstoffennood; veeleer moet de hoop op een
spoedig einde van den oorlog, in verband met de gebeurte-
nissen in Duitschland en Oostenrjk-Hohgarje te New York
groote proporties hebben aangenomen. Te groot wellicht,
doch hieruit komt duidelijk het verlangen van de Vercenigde
Staten naar den vrede naar voren.
T e o n
z
e n t heeft de beleggingsmarkt eenigszins geleden
door het duurdere geld, dat heden voor prolongatie een
niveau van 5 pCt. bereikte. Deze verhoogde rentevoet kan
echter als een voorbijgaand verschijnsel worden aangemerkt;
tot den 7den Februari staat de storting op de nieuwe
434 pCt. staatsleening open en het is tot dit doel, dat vele
gelden worden vrijgemaakt. Langzamerhand zullen deze
echter weder in het Vrije verkeer terugvloeien, waardoor dan
tevens een lagere huurprijs voor geld kan worden tegemoet
gezien. Toch is de tendenz o de beleggingsmarkt niet bepaald
ongunstig geweest; nu de speculatie in andere afdeelingen
ter beurze eenigszins gebreideld is, worden wederom meer-
dere beleggingsobjecten voor de disponibele kapitalen gezocht.
De nieuwe staatsleening echter heft haar disagio nogsteeds
niet kunnen overwinnen. Van buitenlandsche soorten warer.
Russische juist heden weder gezocht, in verband met eeu
bericht als zoude (7e volkscommissa.ris Trotzky hebben ver-
klaard, dat de annuleering der Russische schulden slechts
opgevat moet worden als een politieke zet in het schaak-‘
spel. De herkomst van dit bericht is niet duidelijk; toch was
er dadelijk meerdere kooplust op te merken. Men is thans.
doende het juiste bedrag van de Nederlandsche vorderingen
op Rusland op te maken; een commissie ad hoc is ter behai–
tiging van de belangen der gedupeerde houders reeds be-
noemd. 1

Mizing
29 Jan. 2 Febr. 5 Febr.0f:

4
1
/

0
/0
Ned. W. Schuld

….
100
98’/a
97/8

2
8
/8
4
1
/

0
/0

,,

,,

,,

1916
97
8
/s
98
1
/8
97°/i6

I/io
4

0
/0

,,

,,

1916
90
I
/
90
1
/
90 ‘/
31/
2

/
o
Ned. W. Schuld
. . . .
79/
78
1
/,
78/io

l/i
3

0/

,,

,,

,.

….
68/iø
68
671

2
1
/

0
/0
Cert. N. W. S …….
58’/i

8
/16

581/8

5

0/

Oost-Indië 1915 ….
998/
4

991/4
99/
+
1/8
4

0/

Hongarije Goud ….
48
1
I
48 48

1/
4

4

°/o Oostenr.Kronenrente
44/8
4310/je 43
8
/8
—1
5

Io
Ruland 1906 ……
27’/s
27
278/4
+
0/
411
0/

Iwangorod Dombr…
26 27
1
I
26
1
/8
+
1/8
4

0/

Rusland Cons.1S80 ..
26
1
/js
26’/2
28/jo
+
28/8
4

0/t,
Rusl.bijHope&Co…
26 27 29
+
3
4

0/

Servië

1895 ……..
32 34
34
+2
41/
0/

China Goud 1898 ..
63v/8
63/
638/8
– 1/2
4

0/

Japan 1899 ……..
65


5

0/

Brazilië 1895 ……
61
1/
4,

611/
4

611/
4

Van de locale afdeelingen heeft de scheepvaartmarkt sterk
de aandacht getrokken. De meest tegenstrjdige berichten
hebben elkander gedurende deze week opgevolgd, liet uit-vaartverbod van schepen, voor Scandinavië bestemd, heeft
aanvankelijk een lustelooze stemming te voorschijn geroepen,
welke nog versterlct werd door het gerucht, als zouden de
pel-mits voor alle schepen ingetrokken zijn. Dit laatste
echter werd reeds spoedig tegengesproken en ook de mede-
deeling, dat de regeling met de Amerikaansche regeering betreffende onze vaartuigen thans volkomen in orde was,
vetoorzaakte een bepaald betere stemming voor de betrokken
waarden, lieden echter was opnieuw een verslapping der
belangstelling 01) te merken, welke was toe te schrijven aan
de omstandigheid, dat nog eer vele duistere punten in het
Amerikaansche scheepvaartverdrag om opheldering vragen.
Vooral heeft een ongunstige uitwerking gehad de mededee.
ling, dat van graanverscheping naar ons land voorloopig
geen sprake kan zijn, waaruit blijkt, dat wel op een zeer
&mnzijdige manier over onze vaartuigen wordt beschikt. De
berichtsperiode sluit met een lustelooze stemming voor de.
schoepvaartafdeeling.

29 Jan. 2 Febr. 5 Febr.
5
°

Holland-Amerika-Lijn …. 432
1
/ 4328/4 435

+ 2’/,
,,gem.Eig. 416 .
4130/
4

4178/4
+
18/4
Holland-Gulf-Stoomv.-Mij… 348
343 343
—5 HoIl. Alg. Ati. Stoomv.-Mij. 205
1
/2
202
1
h
202
—3
1
/
Hollandsche Stoomboot-Mij.. 293
286
1
/0
288
/s

4
‘/o
Java-China-Japan-Lijn
. . . .

300
300
299/2

‘/2
Kon. Hollandsche Lloyd. .. 199
3
h
1971/
4

196’/o

31/
3

Kon. Ned. Stoomboot-Mij.
..

270
1
/2
‘268’/4
270’/4
‘/4
Kon. Paketvaart-Mij ……. 294
292
296.
+
2
Maatschappij Zeevaart
….
404


Nederl. Scheepvaart-Unie
..
279
273
1/,

276
3
Nievelt Goudriaan ……..1250
1250 1250
Rotterdamsche Lloyd …….295
291
295’/4
+ ‘/4
Stoomv.-Mij. ,,Hillegersberg” 439
439
431

8


,,Nederland”
. .

279/
271 ‘/4
277
1
/2
2I8
,,Noordzee”

.
.

306
302
1
/2
304 /2
– 1 ‘/
,,Oostzee”

455 455 455

Anders was dit het geval voor
petroleum waarden,
met
name voor aandeelen Orion. Deze vormen echter op het
oogenblik geen maatstaf ter beoordeeling; eenig beriîit,
ten gunste of ten .ongunste, wordt onnoodig geacht om de
koersen van dit fonds omhoog te voeren of te doen reagee-
ren. Het is een zuivere ‘speculatie geworden zonder eenigen
schijn van inotiveering. De overige petroleumwaarden lijden
naast dit, tijdelijk tot hoofdfonds verheven papier, dan ook
slechts een kwijnend bestaan, zonder belangrijke koers-
fluctuaties.
De markt voor binnenlandsche
industriëele waarden-
heeft haar koerspeil goed kunnen handhaven. Eenige reactie
viel waar te nemen in gewone aandeelen Jurgens, vermoede-
lijk in verband met het vaststellen van maximumprijzen
voor margarine. Overigens hadden de aangekondigde sta-
kingen voor Amsterdam geen enkelén invloed, in tegenstel-
ling met hetgeen aanvankelijk werd gevreesd. Gebleken, is
inmiddels, dat het overgroote deel der arbeiders totaal
buiten de beweging staat en dat slechts een verdwijnende
minderheid aan den oproep tot staking van den arbeid
gehoor heeft gegeven. Op sommige dagen werd veel aandacht gewijd aan de aan-
deden in Handelsondernemingen, als Van Nierop, Tels,
V. cl. Linde & Teves, enz., die dan ook een, hoewel niet zeer
belangrijk koersavance konden behalen. Vast was de gewoon-
lijk verlaten afdeeling voor thee-aancleelen’, in verband met
do hooge prijzen, die thans voor het product in Amerika
bedongen kunnen worden. Eenigen tegenspoed ondervinden
de maatschappijen met het verkrijgen van verpakkings
materiaal, doch dit schijnt slechts te gelden voor de kleinere
ondernemingen. Hoewel niet onder de rubriek ,,thee-aan-
deelen” genoteerd, ondervonden ook aandeelen Preanger-
.Regen’tscha.ppen, als feitelijk wel tot deze rubriek behoo-
rende, goede belangstelling.
De markten der overige
cultuurwaarden, zoowel suiker,
koffie, als rubber, hebben gedurende de gansche week geen
aanleiding tot bijzondere bespreking gegeven.

29 Jan. 2 Febr. 5 Febr.
°t
Mizing

Amsterdamsche Bank

….
194
194 194
Ned.Handel-Mij.cert.v.aand.
192
191
1
/
190/io
Rotterd.Bankvereeniging
. .
149
8
/s
148/4
147’12
– 1/
Amst. Superfosfaatfabriek..
167
166
165

2
Van Berkel’s Patent
……
180
1888/
4

182
+
2
Insulinde Oliefabriek ……
237
1/
231 230

7
1
/2
Jurgens’ Ver. Fabr. pr. aand.
10818/,0

106e/s

2/16
Ned. Scheepsbouw-Mij. ….
173/
173/g 173/8

6 Februari 1 18

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

125

29 Jan.
2 Febr. -5 Febr.
a
0f

Philips’ Gloeilampenfabriek. 379
1
12
379’/2

379
1
/2
R. S. Stokvis
&
Zonen …. 640
640

640
Vereenigde Blikfabrieken .. 146
144

144


2
Compania Mercantil Argent.
221
1
/8
222

222
1
12

+
18/8
Cultuur-Mij. d. Vorstenland.. 218
212
1
/,

214
1
/2

3
1/

Handeisver. Amsterdam…. 440
439

440
Roll. Transatl. Handelsver. 175
‘/
174

174

1
1
/
4

Linde Teves
&
Stokvis ….
236
8
/
238’/4

237
8
/

+
1
Van Nierop& Co’sHandel-Mij. 203
1
!2
200

200

-3’/,
Tels
&
Co.’s Handel-Mij.

. .
176
175
8
14

1758/4


1/
4

Gecons. Roll. Petroleum-Mij. 223
8
!8
218
8
/4

21811,

_47/

Kon. Petroleum-Mij . …… 549
546

549
Orion Petroleum-Mij.. …

102′!,
96
1
/2

99
1
/8

_31/

Steaua Romana Petr.-Mij… 210
205

207
1
/4

-2’14
Amsterdam-Rubber-Mij.

.. 237
1
!3
233

234

31/2

Nederl. Rubber-Mij.

……

134
130
8
/4

130

— 4
Oost-Java-Rubber-Mij.

…. 283/4
276-

275
1/

-8
‘/
Deli-Maatschappij

……..529
5212/
4

523

-6
Medan-Tabak-Maatschappij.. 227
1/
224

226
1
/

-1
Senembah-Maatschappij …. 603
1
/ 603

605

+
11/1

De

Amerikaansche

afdeeling

was in aansluiting aan
Wallstreet zeer va.st
, voornamelijk
voor Steels en Marine-
waarden. Ook hier echter was dezè stemming niet van
langen

duur

en

onder

den

invloed
van de algemeen
apathische hôuding kon het koerspeil zich dan ook niet ten
volle handhaven.

29 r an.-
1,

Rijzing of

-i’
e

r.

,
e

r.
daling.

American Car
&
Foundry

73’/
73

73 ‘/2

+
1/4

Anaconda Copper

……..144
143’/4

1431/


1
/2
Un. States Steel Corp…..951/2
978/

98

+
21/2
Atchison Topeka ……….

9211he
908/,

90
1
h,

_2
8
/8
Southern Pacific ……….85
85
9
/io

85’/

+
‘h
Union Pacific …………

124
1
/2
126

124
1
!,
Int.Merc.Marineafgest …..

301/s

31

31

±
7
18
prefs. 105
106

106/2

+
11/2

Geld was, als hierboven reeds gereleveerd,
iets duurder;
prolongatie heden 5 pOt.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.
4 Februari 1918.

West-Europeesche oogstberichten
zijn

vrij gunstig. Wel
wordt in Engeland geklaagd over den sterken regenval, die

Noteeringen.

Chicago

Buenoi Ayre.,
Data –

Tanve

MaTs

Haver

Tarwe

Man Lii nzaaa’
Mei.
I
Met
I
Mei

Febr.
I
Febr.
I
Febr.

in geaccidenteerd terrein eenige schade schijnt te hebben
veroorzaakt, doch van groote beteekenis schijnt die niet te
zijn. Verdere bezuiniging op het tarweverbruik tracht de
Britsche regeering te bereiken, door binnenkort het mengen
van aardappelmeel door de grondstof van het brood ver-
plichtend te stellen. Deze menging was tot nog toe wel
toegestaan en -aangemoedigd, doch het ontbreken van vol-
doende fabrieken ter bereiding van aardappelmeel had de
regeering er
I
nog van teruggehouclen, de vermenging alge
meen voor te schrijven.
In de Vereenigde Staten heeft de droogte in liet Zuid-
westen in de laatste weken van het vorige jaar de hoop op
eeu ,,record crop” vel doen verdwijnen, doch later is vrij
voldoende neerslag den toestand komen verbeteren, terwijl
in de meer Noordelijke gedeelten van het land voldoende
sneeuwbedekking de jonge tarwe tegen de strenge koude,
welker nadeelige invloed eerst gevreesd werd, beschut. De
aanvoer van tarwe blijft in de Vereenigde Staten echter
zeer onbevredigend. Sneeuwstormen, die het spoorwegver-
keer belemmeren, hebben daartoe het hunne bijgedragen,
maar bovendien is vooral de tarweaanvoer bemoeilijkt door
het verbod van graanvervoer per spoor naar het Oosten.
Dit verbod diende tot beëindiging van de opstopping op de
spoorwegen in de nabijheid der Atlantische havens, waaraan
ten deolo het gebrek aan wagons geweten werd. In Januari
is het verbod gede1teljk opgeheven en betere aanvoer wqrd
spoedig verwacht. Wel is verzending naar de Golfshavens
steeds veroorloofd geweest, doch van vervoer van tarwe naar het Zuiden is weinig gekomen. Reeds wordt in de Vereenigde
Staten gerekend op eene vermindering van de tarwecon-
sumptie op 440 millioen bushels voor het loopende jaar,
tegen ongeveer 560 inillioen in de laatste jaren. I)at zoude
dus duiden op een groot succes van de bezuinigingsmaatre-
gelen van food-administrator floover. De verminderde
consumptie zoude het export-overschot ondanks den weinig
omvangrijken oogst circa 25 pOt. hooger maken dan in de
laatste jaren. De aanvoeren van tarive zullen echter zeer
sterk moeten toenemen, zal men in Europa ten volle van
deze toename profiteeren. Geregelde aankomsten van tarwe
en meel uit Australië wordèn gemeld uit de West-Amen-
kaansche havens.
De aanvoer van mais en haver wordt evenzeer als die van tarwe door de verkeersmoeilijkheden belemmerd. De kwali-teit der aangevoerde mais blijft verbetering toonen. Eindelijk bereikt ons het bericht van de definitieve afslui-
ting van het contract tot aankoop door de gealliëerden van
2Y2 millioen ton tarwe en andere graansoorten in Argen-

Loco-prijzen te Rotterdam/Amsterdam.

1

Febr.
1

28Jan.
1

4Feb,.
Soorten.

1

1918

1918

1

1917

Tarwe
………………
1

576,-t)

1

632,-1)
1

509,_1)

2Feb.’18 220
8)125

79

12,70
7,35

18,50
Rogge (No. 2 Western)
. .1

nom. nom.
nom.

26Jan.’18 220
8)
125’/

93/4

12,95
7,25

18,75
Mais (La Plata)

………1

400-)

1

400,._1)

1

345,_1)

2Feb.’17 161
96’/4

52’/4

13,70
4)

10,30
4
)

22,50
Gerst
(46
Ib. feeding)
. . ..1

400,-1)
1

400,-1)

1

345,_t)

2 Feb.’16 133
79
3
!,

51’/8
9,50

5,65
1)

12,85


Haver (38 lb. white clipped)
1

20,_1)
1

20,-1)

t

191_1)

2Feb.’15 165
83!8

61
7
!8

12,20
5,60

9,85
Lijnkoeken (Noord-Ame-

280,-‘)

280,__1)
200,1)

20
Juli ’14

82
1)

56
1
18
‘)

36’/

‘)

9,40
‘)

5,38
‘)

13,70

rika van La Plata-zaad)
•l
1
1)
per

Dec.

‘)
per

Sept.

)

of fic.
vastgestelde

locoprijs
Lijnzaad (La Plata) …….nom.
nom.
740,-

4) per Maart
‘)
per Mei
:- –


1)
Regeeringsprijs.

De noteeningen van Buenos Ayres zijn van 22 en 15 Jan.1918,
2 Febr. .1917, 2 Febr. 1916 en 2 Febr. 1915.

AANVOEREN in tons van
1000
K.G.- voor verbruik in Nederland.

Rotterdam

1

Amsterdam

II
Totaal

Arltkden.
27’Jan.-2 Feb.
1

Sedert
Overeenk.
ij27Jan.-2 Feb.
Sedert
1

Overeenk.
1918
1917 1918
1

1Jan. 1918
i

tijdvak 1917

II
1918
,

1
Jan. 1918
1

tijdvak 1917

Tarwe ………………


59
:
3
97



59.397
Rogge
………………


4.465




4.465
Boekweit

………….


654




654
Mais

…………….


41.281


32.489

73.770
Gerst

…………….


2.608

– –
5.492

8.100

.. ..

..





6.790

6.790

.. ..


2.842


7.560

10.402
Haver

………………
Lijnzaad
……………
Lijnkoek ……………
– –

6.250


9.132

15.382
Tarwemeel
…………..

.

3.660

– – –
3.660

AANVOEREN
in tons van
1000
K.G.
voor België.

Tarwe
…………….
14.859
35.879
49.558




35.879
49.558 Mais

.. ………. ….
– –
7.479




7.479








Rogge
……………..

.

– –

– –


Tarwëmeel
………….
Gerst

………………
– –
144


– –

144

126

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

6’Februari 1918

tinië. Er zullen minimumprijzeu worden betaald van pesos
12.50 per 100 K.G. voor tarwe, pesos 7 voor haver en pesos
15 (een ander bericht geeft pesos 10) voor lijnzaad, terwijl
de gealliëerden. niet meer verplicht zijn, hunne aa.nkoopen
te doen, zoodra de prijzen stijgen boven pesos 15 voor tarwe,
pesos 7 voor haver en pesos 15 voor ljnzaad. De koopers
garandeei’en, dat de verscheping voor 1 November 1918 zal hebben plaats gehad. De Vereenigcle Staten hebben op zich
genomen Argentinië van voldoende steeiikoolvoorraden te
voorzien, in de berichten is geen sprake van mais. Het is
echter niet onmogelijk, dat de mededeeling omtrent de
haver niet juist is. Indien daarvoor werkelijk een prijs
gegarandeerd zoude zijn van pesos 7, zoude men in Argen-
tinië nu zeker eed bijna even hoogen markl.prijs voor haver
mogen verwachten. Deze is echter, nog steeds omstreeks
pesos 6. Wij zullen dus misschien in ons volgend week-
overzicht eene rectificatie kunnen geven.
Tegelijkertijd heeft het Argentijusche Congres het reeds
zoo lang verwachte uitvoerrecht op verschilleirde artikelen,
waaronder granen en zaden, vastgesteld. Het recht zal
bedragen 12 pCt. van het verschil tussehen zekere vast-
staande basisprjzen en marktprijzen, die maandelijks door
eene speciale commissie worden vastgesteld. Het recht wordt
van af 21 Januari geheven, in Argentinië is dus in de
laatste weken veel, wat langen tijd onrust had teweegge-
bracht, geregeld. Zekerheid is verkregen, dat althans een
zeér groot gedeelte van het graan-surplus zal worden uitge-
voerd en dat de koolaanvoer niet zal w’orden ‘gestaakt. Voor
tarwe vordt het Argentijnsclie uitvoer-surplus nu geschat
op 3y
2
millioen ton. Ten opzichte van de te velde staande
maïs wordt weder geklaagd over gebrek aan regen, doch
van groote beteekenis schijnt dit iiiet te zijn, daar de prijs
slechts weinig is gestegen. De prijs van lijnzaad is in Argen-
tinië reeds eenigen tijd veel hooger dan pesos 15. Hij
bewoog zich de laatste weken zelfs tusschen pesos 17.50 en
pesos 18.50, zoodat de gealliëerden volgens hunne koopover-
eenkomst niet verplicht zijn, dit artikel aan te koopen. De Vereenigde Staten van Amerika zijn geregeld als koopers
in de markt en voornamelijk door die Amerikaansche vraag is de prijs zoo sterk gestegen.

Buitenlandsche granen in Nederland.
Als voorloopigen maatregel zal wel het vertrek van twee
stoomschepen met levensmiddelen uit Amerika naar Neder-
land worden toegestaan, doch die schepen hebben geen graan
geladen. Graan-aanvoer uit Amerika mag niet worden ver-
wacht, voor de algemeene overeenkomst met de gealliëerden
is gesloten. Deze is echter zooveel omvattend, dat met lltt
afsluiten daarvan nog wel eenige tijd gemoeid zal zijn

SUIKER.

NOTEERINGEN

Data
1

m,ierdam
,4
1

per

Londen
New York
‘-
Tatea
Whiie

Afll&C.
Februari
Cubei
Javas
lalcd
Cenirifugals.
No. 1
Job.

1 Febr. 1918

. .
f

53/9
– –
-.
25 Jan.

1918

..

53/9
15/9


1 Febr. 1917

. –
23/3
2
47/1
1h

20/6
2 6 /4
‘/2
4,70
&
4,89
1 Febr. 1916

– .
24/3
4016
20/3
2314
1
/2
4,64 A 4,83
21 Juli

1914

..,,
ll/ei
18/—


3,26

In ons land heeft de Bietsuikerongst ongeveer 200.000,
tons opgeleverd, hetgeen alle omstandigheden in aanmerking,
genomen, bevredigend genoemd mag worden. Zooals reeds’
herhaaldelijk gezegd, is het suikerverbruik tot aan den
nieuwen oogst hierdoor ruimschoots gedekt en blijft nog
wat voor export over.
Uit de overige bietsuikerlanden kwamen geen nieuwe
berichten.
Door de Suikervereeniging op Java werden verdere partijen
Superieur verkocht, waardoor de onverkochte voorraad t»t
ongeveer 5’/2 millioen picols Superieur en 2 millioen picols
No. 16 en hooger teruggebracht werd. Met de Nederlandsche
stoomvaart-maatschappijen werden arrangementen gemaakt
voor het vervoer van suiker naar de Britsch-Indische havens
Bombay en Karachi, waardoor de pakbuizen op Java van
vrij belangrijke kwantiteiten verlost zullen worden.
Met referte aan het onlangs vermelde regeeringsbesluit 01)
Cuba, betreffende de distributie van den suikeroogst, kan
nog worden vermeld, dat het daarbij betrokken kwantum
2
/2
millioen tons omvat, waarvoor de volgende prijzen door
de Cubaansche regeering vastgesteld werden: voor New-York
en Pbiladelphia 4,9821
9
c., voor Zuid-Europa 4,55 c. en voor
Noord-Europa 4,60 per pond f.o.b. Hierdoor wordt aan Cuba-
planters voor dit jaar eene zeer groote winst verzekerd.

C u b a-statistiek:
1918
1917
1916
Ontv. derweektotl5Jan.
-71.654
57.122
94.523 tons
Totaal sedert 1 Dec. 1917
168.137
127.295
240.145
Werkende fabrieken….
158
148 155
Exp.U.K.lJau.-15Dec.’17
787.965 524.318
367.580
Frankd

,,

15

,,

’17
96.826
144.435
5.895

JAVA—KINABAST.

(Opgave van het Kina-Bureau) –

Eerste hands Fabrieks- en Pharmaceutische Kinabast.

Voorraad te Amsterdam op 15 December 1917.. 2072 Colli Aanvoeren: nihil.
Toename voorraad: Monsters …………….40

,,

Afleveringen en verkoopen:

2112 Colli

Toewijzing 23 Januari 1918 – – 169 Cofli
Veiling

24

,,

1918 ‘.. 183
Ondershandsche afdoening …. 784
,,

1136

Voorraad te Amsterdam op 25 Januari 1918..

976 Colli
hiervan zijn 827 Colli ex s.s. Billiton en Sumatra door de
N. 0. T. nog niet vrijgegeven.

KATOEN.

Noteeringen voor Loco-Katoen.

(Middling Uplands).

1
Febr. ‘18125
Jan. ‘181
lSJan.’18
II
Febr.
.jl

Febr. ’16

New York voor
Middling..
31,20e
31,80e 31,75e
14,75e
11,95e
New Orleans
voor Middling
30,50 c
30,87 c
31,— c
17,19 c 11,56 c
Liverpool

voor

GoodMiddling

23,84 d’)
23,78 d
10,73d’)
7,74d’)

Ontvangsten in, en uitvoeren van Amerikaansche haven8.
(In duizendtallen balen.)

1
Aug.’17
Overeenk,omsiige
perioden
tol
18Jan. ’18 I916—’I7

1

1915—’16

Ontvangsten Gulf-Havens..
2255
3401
2834
,,

Atlant.fla,ens
1658 1934 1842
Uitvoer naar Gr. Brittannië
1420
1773 1167
‘tVasteland.
1,

879 1361
1264
Japan ete…
J


360
198

Voorraden in duizendtallen
I
18
Jan. ’18
18 Jan. ’17
18jan.’16

1375
1471
1768
Binnenland …………..
1204
1225
1305
Amerik. havens ………..

,

160
332
New York

…….
………-
.
.

41
503
447,
New Orleans ….
………-
Liverpool

……………
837
767
2)
Middling.
2)
24 Jan.

BANKA—TIN.

In Nederlaudsch-Indië zijn in December 1917 verkocht
3.500 pikols Gouvernements-Bankatin. De opbrengst daarvan
bedroeg ongeveer
f
690.000,—. (St.ct.)

VERKEERS WEZEN.

SCHEEPVAART.

2 Februari 1918, Kolenvrachten naar onzijdige haveils
bleven hoog. Naar Barcelona wérd 440/- per ton betaald,
waarmede het laatste record weder belangrijk overschreden
werd. Naar verluidt werden in Spanj’e wettelijke maatrege-
len genomen om aanvoer ten behoeve van de i{ariue tot
verlaagde vrachten te verzekeren; voor alle andere transpor-
ten zou de loopende vracht betaald moeten worden. Een
onderlinge’ regeling w’erd gemaakt, waarbij de reeders, die
de verlangde vrachteu ontvangen, schadeloos gesteld worden door cle reeders, die de loopende vrachten kunnen bedingen.
Voor zeilschepen in de kolenvaart op Frankrijk werden
maximumvrachten vastgesteld, tw. 90/- per ton naar Noord-
Fransche havens, 120/- van L’Orient tot de Loire, 130/. van
de Loire tot de Charente en 140/- voor Gironde-havens.
Op timecharter werden eenige booten afgesloten voor een
tijdperk van vijf jaren, huur in te gaan binnen zes maanden

6 Februari 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

127

na het sluiten van den vrede, tot vrachten, afwisselend t-us-
schen 2216 per ton draagvermogen per maand voor 5000
tonners en 30/- voor 1500 tonners.
Een aantal in Amerika liggende Nederlandsche schepen,
welke door de regeering opgekommandcerd waren, werd voor
een tijdperk van 1 tot 3 maanden uit de vordering ontsla-gen. Die schepen komen weder in de vaart, hoofdzakelijk op timecharter naar Zuid-Amerika en West-Indië tot 35/-
a 40/- per ton draagvermogen per maand.

GRAAN.

Data
Petra
grad
Londen/
R’dam

Odessa
Rotte,-
d

.4 ,1. Ku,t
Ver. Staten
San Lorenzo

Rotte,-
Ertatol
Rotte,-
Enge-
dam
Kanaal
dam
land

28J./2Eebr.1918



50/-

200/-
21/26 Jan. .1918

1


50/-

200/-
29 J./3 Febr. 1917

1


24/-
140/-
130/-
31 J.15 Febr. 1916


f12,-
15/9/
f85,-
140/-
Juli

1914
11 d.
7/3

.
1/] 1

/g
1/11 ‘/
12/- 12/-

HOUT.

Ook de verlading van kolen vanaf de Ruhrhavens naar
den Bovenrijn was beperkt en vraag naar particuliere scheeps-
ruimte was zoo goed als uitgesloten, aangezien de groote
kolenfirma’s over voldoende eigen scheepsruimte beschikten.
De vracht bedroeg van de Ruhrhavens naar:

Mannheim ……Mk. 2,50
Karisruhe ……

..2,65
per ton
Lauterburg ……

..2,75
Strassburg .. … ….3,-

terwijl de vracht voor schepen, die -op het Rhein-Herne-
Kanal konden laden, 50 p1. per ton meer bedroeg. Het sleep-
loon van de Ruhrhavens naar Man nheim, dat in het begin
der week slechts Mk: 2,- per ton bedroeg, steeg in de laatste
dagen weder tot Mk. 3,- per ton.
De vooruitzichten zijn, dat, als het viutergevaar geheel
geweken zal zijn, de verladingen van kolen weder in dezelfde mate zullen plaats vinded als v66r de winterperiode, teneinde
de verladingen per spoor zooveel mogelijk te beperken.
De kolenvracht vau Ruhrort naar Antwerpen bedroeg
Mk. 5,50 per ton voor groote schepen.

INKLARINGEN

TE IJMUIDEN.

Ir

Data

Cronstadt
Golf van Mexko

Holland
Oostk.
Engeland Holland
Engdand
(gezaagd)
(mijn-
(pite,,
pine)
(pttcl,-
pine)
s tuiten)

28Jan.12Febr.1918




21/26 Jan.

1918






500/-
650/-‘)
29Jan./3Febr.1917 …….
3lJan.löFebr.1916….


475/-
ju
l
i

1914….
f12,-
24/6
75/-
77/6

ERTS.

.Btlbao
Cart/,a-
Greken-
,,
Poti
Data
Middles.
gena
Mtddleo-
tana
Middles.

I
Mlddle,.
l,,o bro’
lro’
brd

28Jan./2Febr.1918….




21/26

Jan.

1918….

29 jan./3 Febr. 1917..
. .
201-
21/6


31jan./5Febr.,1916
22/9
22/-


juli

1914….
4/3
5/4’/2
5/9
8/6

KOLEN.
Cardlff
Oostk. Engeland
Data
Bor-
Genua
Port
i_T
Plato
Rotte,-
Cran
.
deaux
Said
R.tvler

dam
stadt

28 J./2 Feb. 1918
69/-
10113



21/26 Jan 1918
69/-
101/3



,,45,-


29J.13 Feb.1917
40/9
8913

90/-
8216


81J./5Feb.1916
fr44,-
60/-

85/-
4516
,,5,50


Juli 1914
,,

7,-
7/-

7/3
14/6 3/2

5!-

DIVERSEN.

Bom l,ay
Birma

Vladiva- Chili
Data
We3t
West
I

stock
We.,I
Europa E,.ropa
West.
Europa
(cl. w.)
(rijst) Europa
(salpeter)

28 Jan./2 Febr. 1918.. ..
275/-
5001-

200/-
21/26

jan.

1918….
275/- 500/-

200/-
29Jan./3Febr.1917….
220/-
2801-
– .
1551-
31jan-/5 Febr. 1916 ….
143/3
175/-

120/-‘)
Juli

1914….
14/8
18/3
25/-
2213
1)
Per zeilschip.

Graan Petrograd per quarter van
496
Ibi. zwaar, Odessa per Un/t, Ver.
Staten per quarler van
480
163.
zwaar.
Hout gezaagd en pitchptne per St. Pet. Standard van 165 kub. vt., mijn-
stutlen per vadem van 216 bul,. vt.
Overige noteeringen per ton aan 1015 K.G.

RIJN VAART.

.

Het water in den Rijn is de laatste dagen dusdanig ge-
daald, dat de geregelde vaart, zoowel van Rotterdam naar
de Ruhrhavens, als van de Ruhrhavens naar den Bovenrijn,
als hervat kan worden beschouwd.
Het sleepwerk vanaf Rotterdam naar-de Ruhrhavens was
echter onbeduidend. Het sleeploon bewoog zich tusschen 60
en 70 ceiits boven het 50 cents tarief.
Januari 1918
Januari 1917
Landen van
er komst
Aantal

N. R. T.
schepen

.
Aantal
schepen

Binnenland ..
9
4.206
7
6.121
Engeland
14
5.581
55
31.538
Noorwegen

….
3
374
3
1.041
Zweden
6
1.410
15
6.945
Noord-Amerika


5
11.781
Zuid-Amrika
.


12
23.764
Ned. Oost-Indië


5
19.559
Denemarken..
1
628
1
474
Spanje
1
977
2
1.511
Portugal


1
564

Totaal ….
34
13.178
106
103.298

Nationaliteit.

Nederlandsch
33
12.840
89
93.961
Engelsch
– –
7
4.579
Noorsch
1


336
2


966
Zweedsch


8
3.792

Totaal ..
. –
34
13.178
106
103.298

(Halverhout & Zwart’s Scheepsagentuur.)

NIEUWE WATERWEG.

Januari 1918
Januari 1917
Landen van
Aantal
schepen
N.R.T.

Aantal

schepen
N.R.T.
herkomst

Binnenl. havens
9
1.187
13
1.727
België
1
668
– –
Engeland
47
35.944
142
90.160
Frankrijk
2
218
4
1.409
10
3.326
-15
5.848
Noord-Amerika
8
16.918
39
99.327
Zweden ……….

Zuid-Amerika

.-


10
19.134
Spanje


5
4.916
Ned.-Indië

..

– –
2.
7.312
Noorwegen

..
8

-.
1.056
5
2.621

Totaal ….
83
59.315
235
232.454

National iteit.

Frausch
1
1.986


Nederlandsch
54
32.484
117
12′.071
Engelsch
17
8.929
53
28.559
Belgisch
3
7.784
17
29.756
Noorsch……..

4

2.740
37
37.859
Zweedsch
3
4.235
9
4.438


1
1.168
Glrieksch
– –
1
2.603
Deensch……….

Amerikaansch
1
1.151

Totaal
. .
..
83


59.315
235
232.454

(Dirkzwager’s Scheepsagentuur.)

128

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

6 Februari 1918

J. & J. M. VOORHOEVE

TI’fakelaars in Assurantin

Anno 1836

ROTTERDAM

NEDERLANDSCHE GRONDBRIEFBANK

HEERNGRACHT 495, AMSTERDAM

5

pCt. Obligatiën (Grondbrieven)

Gecertificeerd door de Centrale Trust-Compagnie

Verkrijgbaar in stukken van
f
2500,—,
f
1000,—,
f
500,— en
/
100,-
op elk goed effectenkantoor

G E B R 0 E D E R S CH A B 0 T
1 KONINKLIJKE

ROTTERDAM

HOLLANDSCHE

LLOYD
KASSIERS en MAKELAARS in ASSURANTIËN

Deposito’s. – Rekening-Courant. – Franco Chèque-Rekening.

AMSTERDAM

Aan- en Verkoop van Wissels op het Buitenland. – Aan- en Ver-
Geregelde
koop van Fondsen. – Bewaarneming en Administratie van Effecten.
Passagiers- en Vrachtdienst

Ooriogs, Transport-, Casco-, Brand-. Diefstal- e. a. verzekeringen

van eiken aard.

Jnte
‘rnafionale Bank”

voor Zakelijken Waarborg

TE GRONINGEN

Geeft
5
%
PANDBRIEVEN uit in stukken van

f
1000 en f500 tegen den koers van
97 %

met nieuwe, moderne

post-stoomschepen

TUSSCH EN

AMSTERDAM

EN

ZUID-AMERIKA

VIA

NEW YORK

Accountantskantoor
1
ONTVANG-
EN
BETAALKAS

James Polak

NIEUWEDOELENSTRAAT 20-22

AMSTERDAM

KAPITAAL EN RESERVEN
f
5.500.000,-

(Lid Ned. Acc. Verg.) 1

DEposITo’s VOOR 1 JAAR FIXE
â
4
PCT.

POSTHOORNSTEEG 7
B
GELDEN OP DEZEN TERMIJN GESTORT
ZIJN
NA AFLOOP VAN HET

ROTTERDAM.

1

JAAR ZONDER OPZEGGING BESCHIKBAAR.

1
NIET OPGEVORDERD ZIJNDE, WORDT DE POST STILZWIJGEND VOOR GELIJKEN TERMIJN VERLENGD.

P. Cbs & Loembruggen

DE RENTE KAN NAAR VERKIEZING PER KWARTAAL, PER HALF JAAR
OF PER JAAR ONTVANGEN WORDEN.

LEIDEN
Opgericht 1 Mei 1766

if
NNA. van Opiel
y
s

Tel. Intercomm. 370

• Telegr.-Adres: CLOS

Stoomboot en Tpanspoptondepnomingen

Sajetten en Wollen

ROTTERDAM

Garens voor Hand-

Reeders, Cargadoors, Expeditdllrs, Zeebevrachtiiigsageutcu

Telegramadres: FIAT.

en 1’lachinebreien

Telefoonnummers: 1958, 1977, 1997.

GEO.
H. MCFADDEN & BRO. COTTON MERCHANTS

PHILADELPHIA—NEW YORK

Vertegenwoordiger voor Nederland: D. BREEKLAND, Oldenzaal—Enschede

13 Februari 1918

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

129

HOLLANDSCHE BANK VOOR ZUID

AMERIKA

AMSTERDAM

BUENOS AIRES

RIO DE JANEIRO

SANTOS

KAPITAAL
f
14.000.000,—

RESERVE
f
2.100.000,-

ALLE BANKZAKEN OP ZUID

AMERIKA

VERLEENT BEMIDDELING TOT HET AANKNOOPEN VAN HANDEI$SRELATIES IN

ARGENTINIË
EN
BRAZILIË

GRONINGSCHE CREDIET-

EN HANDELSBANK

GRONINGEN, APELDOORN, APPINGEDAM, ASSEN EN VEENDAM

Kapitaal
/
5.000.000,-

Geplaatst en volgestort f2.000.000,-

Reserves
ruim……f

354.000,—

VERSCHAFT
BEDRIJFSKAPITAAL
AAN

LANDBOUW, HANDEL EN NIJVERHEID
a
,

choorsteenbouw
INCASSO

DEPOSITO

SAFE ÔEPOSIT

DE GIR”ONING’ER BANK

Groningen, Wjnschoten, Stadskanaal, Wilder-

Nederlandsche 6ist-
vank, Sappemeer, Deifziji, Emmen, Veendam
en Ter Apel
(Firma TIMMERMAN fi SASSEN)
en Spiritusfabriek

Kapitaal /6.000.000,— Geplaatst
011
gestort /4.000.000,—
DELFT


Afll AflO
fl
a

j ‘±ui.’±u,i

f
Dr. F. G. WALLER en
Directie
i
E. G. VERKADE

ARTIKELEN:
VERRICHT ALLE BANKZAKEN

Gist

Belast zich met het incasseeren van wissels op binnen-
r
i

i.

(gorectificeerde en
i
,.rI

en buitenland
Amyl-alcohol

W
E
IS
E

o
OTTERDAM

C
O,

Jenever
OC L-

AMSTERDAM
Brandewijn

Aether Sulfuricus
Import
van en
Handel
in


Kurken en

OVERZEESCHE PRODUCTEN
Gedroogde Spoeling

speciaal
RUBBER, GUTTA-PERCHA en BÂLATA
L

Pletterij, voorheen L. I. Enthoven
&
Cie

Delft

Wissels, Veerwissels, Goederenwagons, Draaischijven,

Bruggen, Kappen en Gebouwen, Tanks, Aanlegsteigers.

ZWAAR
EN
LICHT
SMEEDWERK
EN
PERSWERK.

130

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13 Februari 1918

KONINKLIJKE STEARINE KAARSENFABRIEK GOUDA

GOUDA

GOUDA KAARSEN

NACHT-, THEE- EN SCHEMERLICHT

STEARINE

KAARSENPIT

OLEINE

CHEMISCH ZUIVERE EN ALLE ANDERE SOORTEN GLYCERINE

NEDERLANDSCHE HANDEL•MAATSCHAPPIJ

GESTORT KAPITAAL
f 60.000.000,–

STATLJTAIRE RESERVE
f11.595.462,-

Hoofdkantoor: AMSTERDAM

Ageutsohappen te ROTTERDAM en ‘S-GRAVENHAEI

Vestigingen in de voornaamste plaatsen van
NEDERLANDSCH.INDIË,

in de
STRAITS.SETTLEMENTS,
in
BRITSCH-INDIJK
en in
CHINA.

In- en Verkoop van Wissels en Telegrafische Transferten,

Incasseeringen en Financieeringen, Schriftelijke of Telegrafische Creieten,

Reiscredietbrieven, Deposito’s, Rekeningen-Courant,

Administratie van Effecten en alle andere Bankzaken.

ht

CREDIETVEREENIGING

Gevestigd te AMSTERDAM

Opgericht 1853

KAPITAAL
f
5.000.000,—

RESERVES
f1.200.000,-

HOOFDKANTOOR en BIJKANTOREN te AMSTERDAM

AGENTSCHAPPEN
te: ALKMAAR. ARNHEM, DEVENTER. DORDRECHT, ‘s-GRAVENHAGE, GRONINGEN.

LEEUWARDEN. MAASTRICHT, MIDDELBURG, NIJMEGEN, ROTTERDAM, TILBURG, UTRECHT en ZWOLLE.

CREDIETEN, REKENING-COURANT met
Rentevergoeding,
DEPOSITO’S, INCASSEERINGEN.

Aan- en Verkoop van CHEQUES OP HET BUITENLAND.

NEDERLANDS CHE BKINSTELUNG

VÖOR WAARDEN BELA5T MET VRUCHTGEBRUIK EN PERIODIEKE UITKEERINGEN

-GLVE1LGE

Dir’ectie
:
P.. .S’CNWAPZ en Mi’. H. S. van MAASDkJK

Geplaatst
Kapitaal f 5.000.000,-

Resez’ves f 700.000.-

Pandbieverflpitaal rdm f 20.000.000,-

5
%
PAIJDBRIEVEN ‘TEGEN

EUKOER,

R. MEES &’200NEN

ANNO 1720

BANKIERS

ASSURANTIE-MAKELAARS

SCHIEDAM

ROTTERDAM

VLAARDINCEN

ROTTERDAM

AMSTERDAM

Behandeling van alle Bankzaken

Bezorging van alle Assurantiën

Auteur