28 OCTOBER 1942
–
Conomisch,-wSt
*
‘
at1*st1
9`
SC’
he
Berichten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FIN ANCiEN EN VERKEER
27E
JAARGANG
WOENSDAG 28 OCTOBER 1942
No. 1397
N.V.
Stoomvaart-Mij. ,,NederIand’
Amsterdam
II
/
N.V.
Rotterdamsche Lloyd
Rotterdam
Èerste Nederlandsche
Verzekering-Maatschappij
op het Leven en tegen
InvaIiditit N.V. –
Gevestigd
te
‘s-Gt-avenhage
Administratiekantoor
Dordrecht
Bellévuestraat 2
Telefoon 5346
Ons Bureau voor
Collectieve Contracten
verstrekt gaarne
Gedocumenteerde
adviezen
voor
Personeelverzekèring
ROTTERDÂMSCHE
BÂNKVEREENIGING
ROTtERflAMSTERDNls GRAVENHAGE
KAPITAAL EN RESERVE
t
62.000.000
SAFE LOKETTEN
TR 9ERGING XkN WAAPD
150 K.NT0REN IN NEDERLAND
Openbare werken en
Conjunotuurbeweging
–
door
Dr. Ir.A. Baars
PRIJS f 2.10*
Prijs voor donateurs en leden
van het N. E. 1.
t 1.50.
In den
boekhandel verkrijgbaar
UITGAVE: DE ERVEN
F. BOHN N.V., HAARLEM
Open bewaarneming van•
– effecten
–
Adviezen voor belegging
Uitvoering van beursorders
R.MeesfiZoonen
&o. 17S0
EANKiERS EN A$URANTIE.51AKELAAR8
ROTTERDAM
AMSTERDAM (Asa.)
B.GRAVENHAG
E
DELFT – SCHIEDAM
VLAARDINGEN
D
BEJ
–
IANDELING VAN ALLE
BANK ZAKEN
BEZORGING
VAN ALLE
ASSURANTIËN
Ter vervanging van haar door brand verloren geganen voorraad nummers van
Economisch-Statistische Berichten en Economisch-Statistisch t’4aandbericht
van den jaargang 1940, zou de redactie het zeer op prijs stellen, indien de
lezers, die hun exemplaren kunnen missen, dezeaan haarzouden willen afstaan.
AMSTERDAMSCHE BANK N.V.
AMSTERDAM
Te koop aangeboden
BOD GEVRAAGD OP
Economisch-Statistische Berichten,
W % W
VERLIESPOSTEN..VOORKOH[ND.SYSTEEH
BESTAANDE UIT VIER DIENSTEN
Deze tijd is rijk aan veran-
deringen. Laat daarom Uw
onbetaald gebleven oudè
posten inschrijven bij
DIENST IV VAN HET V.V.S.
VAN DER GRAAF & Co. N.V.
AMSTERDAM C. – AMSTELSTRAAT 14-18
Dr. J. R. A. Buning:
De beleggingen der bijzondere
spaarbanken in Nederland
Publicatie No. 32
van het Nederlcmdsch Economisch Instituut
51
Prijs f3 65*
(voor donateurs en leden van het N.E.I. f 2.75)
Verkrijgbaar in den boèkhandel
UITGAVE: DE ERVEN F. BOHN N.V., HAARLEM
Overzicht van de ontwikkeling der
handelspohtiek van het Koninkrijk
der Nederlanden van 1923 t/m. 1938
(Somengesteld door een groep mede-
werkers von het N. E. 1., onder leiding van
Prof.
t’r. P. Lieftlnck)
Jrg. 1 t/m 4 en 10, gebonden in 10
banden.
De Naamlooze Vennootschap, Jrg.
1 t/m 10, vijf jrgn. geb.; vijf jrgn. in af!.
Maandblad
v/h
Boekhouden, Jrg. 19
t/rn 24 in 6 banden; Jrg. 27 t/m 30
in afleveringen.
Accountancy, Jrg. 19 t/m 21 in af!.
Maandblad voor Accountancy
en
Bedrijfshuishoudkunde, Jrg. 1 t/m 3
in 3 banden, Jrg. 4 t/m 15 in afl.
Handeisstudie, Jrg. 7 (1910) gebond.
Brieven onder nr. 227 aan Boekhandel
Hoonhoud, Laan van Meerdervoort 286,
Den Haag.
TINRESTRICTIE EN TINPRIJS
door M.J.Schut
31 ste Publicatie van het Neder-
landsch Economisch Instituut.
Prijs f 1.55*
(Prijs voor donateurs en leden
van het N.E.I……11.10)
Verkrijgbaar i. d. boekhandel
UITGAVE:
De Erven F.BohnN.V.,Haarlem
Derde Gewijzjgde Druk
van
Egalisatiefondsen
en Monetaire Poli-
tiek in Engeland,
Nederland . en de
Vereenigde Staten
door
Prof. Dr. H. M. H. A:van der Valk
30ste Publicatie van het Neder-
!andsch Economisch Instituut.
28ste publicatie van het Nederi. Econom. Instituut
Prijs f 2.10*
(Prijs voor donateurs en !eden
Prijs f 2.10*
van het N. E. I. f 1.50)
(Prijs voor donateurs en leden van het N. E. 1.
Verkrijgbaar in den boekhandel
f
1.50)
Verkrygbaar in den boekhandel
UITGAVE:
Uitgave: De Erven
DE ERVEN F. BOHN N.V., HAARLEM
F. BOHN N.V., HAARLEM
28 OCTOBER 1942
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN
&onomischStatistische
–
Berichten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËNEN VERKEER
UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT
27E JAARGANG
WOENSDAG 28 OCTOBER 1942
No. 1397
–
HOOFDREDACTEUR:
M. F. J. Goot (Rotterdam).
PLAATSVERVANGEND HOOFDREDACTEUR:
H. W. Lambers (Rotterdam).’
Redactie en administratie: Pieter de Hoochweg 122, R’danz-W
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaat weg.
Telefoon Nr. 35000.
Postrekening 8408.
Abonnementsprijs çoor het weekblad, waarin tijdelijk
is
opëenomen
het Economisch-Statistisch Maandbericht,
franco p. p. in Nederland / 20,85* per jaar. Buitenland en
koloniën / 23,— per jaar. Abonnementen kunnen met elk
nummer ingaan en slechts worden beëindigd per ultimo ç’an
elk kalenderjaar. Losse nummers 50 cent. Donateurs en
leden c’an het Nederlandsch Econo,nisch Instituut ontQangen
het weekblad gratis en genieten een reductie op de ç’erdere
publicaties. Adreswijzigingen op te geven aan de administratie.
Ad9ertenties t’oorpagina / 0,28 per mm. Andere pagina’s
/ 0,22 per mm. Plaatsing bij abonnement Qolgens tarief.
IMLOUD:
Blz.
De ,,TreuhInder der Arbeit” door
Mr. Ir. A. W. Quint 472
De verdeeling van het aan de Amsterdamsche beurs
belegde kapitaal over de verschillende fondsen-
categorieën door
F. Bruins ………………… 473
Wederopbouw en industrialiseering in Spanje door
E. Wiegand …………………………….474
o
n t v a n g e n b o e k e n, b r o c h u r e s e n s t
tistieken
…………………………..
478
Overheidsmaatregelen
op
econo-
misch gebied
……………………..
478
Maandcijfers.
Gecombineerde maandstaat van de vier Neder-
landsche groote banken en van het Nederlandsch’ bedrijf der Nederlandsche Handel-Maatschappij
478
S t a t i s t i e k e n.
Stand van ‘s Rijks Kas – Bankstaten
.
……..
–
.
479
GELD- EN KAPITAALMARKT.
Op de
geldmarlct
waren de omzetten in liet langer loo-
pende papier niet overmatig groot. De rentetarieven, waarop
werd gehandeld, bleven voor de verkoopers weinig bevre-
digend, met het gevolg, dat ei’ wat meer terughoudendheid waS waar te nemen. lIet aanbod blijft echter in verhouding
tot de vraag nog voldoende omvangrijk om het rentepeil
op het niveau te handhaven, waartoe het in de laatste
maanden geleidelijk is opgeloopen.
Nadat in de beide weken voorafgaande aan de laatste
de stijging van den biljettenomloop uitzonderlijk klein
was in verhouding tot de marktverruiming, voortvloeiende
uit den aanwas der buitenlandsche wisselportefeuille van
de cgntrale bank, zijn op den laatsten weekstaat de cijfers
als volgt geweest: stijging van de posten papier op het
buitenland en diverse rekeningen met f
43
millioen, stij-
ging van den biljettenomloop met f
28
millioen. De saldi
van’ anderen, die in de voorgaande week een bijzonder
krachtige daling vertoonden (waarmee overigens slechts
een voorafgegane even snelle stijging ongedaan werd ge-
maakt) vertoonen, deze week een stijging met £
16
millioen.
De
obligatiemarkt
heeft in de eerste helft van de week
weinig schommeling van beteekenis te zien gegeven. De
markt vertoonde Vrijdag als gevolg van opnieuw hardnek
kig opduikende geruchten inzake een op handen zijnde
nieuwe staatsleening een plotselinge reactie, die ook
Zaterdag beginbeurs nog aanhield, maar die in de tweede
helft van de overigens aan omzetten natuurlijk niet rijke
Zaterdagsche beurs plaats maakte voor een krachtig her-
stel. De
3-31
pCt. leening
1938
sloot op
975/,,
hetgeen
nauwelijks onder het hoogste punt van de week was,
nadat Zaterdag beginbeurs nog
96}
was genoteerd. De
31
pCt. leening
1941
toonde eveneens Zaterdag een her-
stel. De leening sloot intusschen op
99
4
-1
pCt, hetgeen
toch nog vrij belangrijk onder het peil van het begin van
de week was, toe,n 100k werd genoteerd.
De
aandeelenbeurs
heeft, over het geheel genomen, weinig
wijziging vertoond. Vrijdag trad plotseling in de hoofd-
fondsen, voornamelijk in Olies ‘en H.V.A.’s, een vrij krach-
tige haussebeweging in, die echter spoedig door een reactie
werd gevolgd. De ondertoon van de beurs blijft niet on-
gunstig, wellicht mede omdat de op dekking bedachte
contramine elke dreigende inzinking opvangt. Nog steeds is de contramine een factor van beteekenis voor de tech-
“nische positie van de markt, hetgeen blijkt uit de moeilijk:
heden, die men onophoudelijk ondervindt met de levering
in de hoofdfondsen.
De markt voor binnenlandsche induStrieelen vertoonde
voor verschillende fondsen neiging tot afbrokkelen. De
kbei’s van de claims Nederlandsche Kabel was weinig vast;
één dag was de noteering zelfs 110, hetgeen neei’kwam op
een noteering van
215
van de aandeelen’ cum claim, of
wel
35
punten beneden de reeds zoo lage noteering voor
de aankondiging der emissie. 1-let ,behoeft geen betoog,
dat de bepalingen inzake aanmelding en inlevering van
waardepapieren niet gunstig zijn voor het onthaal van een
nieuwe uitgifte, althans’ niet bij de grootere houders, die
èf reeds onder den aanmeldingsplicht vallen dan wel op de
grens daarvan staan.
.’
‘S
472
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
28 October 1942
DE ,,TREUHXNDER DER ARBEIr’.
De Verordening van den Rijkscommissaris van 13 Oc-
tober 1942, waarbij om. de functie van Oemachtigde voor
den arbeid
werd
ingesteld,, vestigt opnieuw de aandacht
op de analogefunctie in Duitschiand. Terwijl in dat land
aanvankelijk de positie der ,,Treuhünder der Arbeit”
voorloopig werd geregeld door een speciale wet van 19
Mei 1933, verkreeg deze figuur haar definitieven vorm
in de bekende wet van 20 Januari 1934, hèt ,,Gesetz zur
Ordnung der nationalen Arbeit”
1).
Wat was de gedachten-
gang, die aan het creëeren van dit nieuwe staatsorgaan
ten grondslag lag?
111
het kort gezegd deze: tot nu toe
kwamen bonen en arbeidsvoorwaarden tot stand door
overleg tusschen werkgevers- en werknemersorganisaties;
aan heide stond daarbij het wapen der uitsluiting resp.
staking ten dienste om aan hun eischen kracht bij te zetten.
Over de uiteindelijke loonhoogte besliste tenslotte de
machtstiijd. Wel kende ook de ,,Schlichtungsverordnung”
van 1923 de mogelijkhei&van bindendverklaring van een
,,Schiedsspruch”, hetgeen in zekeren zin reeds een vorm
was van verplichte arbitrage. Doch in de practijk bleef
de toepassing ‘hiervan tot uitzonderingsgevallen beperkt:
in beginsel waren aan partijen bij hun onderhandelingen
geen beperkingen opgelegd en hield de Staat zich bij de
loonbepaling afzijdig.
De orde, die op sociaal gebied werd ingpsteld door de
wet van 20 Januari 1934, bracht groote principieelewijzi-gingen in het Duitsche arbeidsrecht. Werkgever en werk-
nemer stonden niet langer als (formeel gelijkwaardige)
partijen tegenover elkaar: veeleer werd het accent ge-
legd op de eenheid der bedrijfsgemeenschap. In de onder-
neming kreeg de ,,Führer” de leiding, terwijl de ,,Gefolg-
schaft” hem trouw verschuldigd was. Deze nieuwe struc-
tuur, waarbij dus het zwaartepunt op den ,,Betriehsführer”
werd gelegU, bracht mede, dat aan den Staat een sterke
controleerende pösitie diende te worden toegekend in het
belang der werknemers.
f
–
Dit laatste zou ook reeds voortvloeien uit het wegvallen
van het stakingswapen. Zoo leidde de ontwikkeling in de
Mei-dagen 1940 hier te lande ertoe, dat kort na het door
den bevelhebber van de weermacht uitgevaardigde sta-
kings- en uitsluitingsverbod de bekende Verordening 0.800
tot stand kwam, waarbij aan werknemers het recht werd
toegekend zich tot het College van Rijksbemiddelaars te
wenden, bij naar hun meening onredelijke loonkorting of
wijziging der overige arbeidsvoorwaarden sinds 10 Mei
1940. Later werd dit negatieve voorschrift vervangen door
eën tweetal positieve, nl. de Verordeningen 111/1940 en 217/1940, welke beide ingevolge de recente verordening
per 1 November 1942 buiten werking, treden. Door de
eerstgenoemde verordeningen werd zoowel loonsverlaging
als loonsverhooging aan vergunning gebonden, terwijl
tevens het College de bevoegdheid kreeg ,,in het belang der
werknemers” bonen en arbeidsvoorwaarden bindend vast.
te stellen. Ook hier te lande dus een sterke staatscontrôle
op de boonvorming, met de mogelijkheid van loonvaststel-
ling door het staatsorgaan.
Intusschen was blijkens de toelichting de aanvankelijke bedoeling, dat het College zijn ,,loonvormende” taak toch
slechts subsidiair zou beschouwen, aangezien het onder-
handelen van partijen en het dientengevolge afsluiten van ,,C.A.O.en” voorop diende te staan. De geleidelijke liqui-
datie der vakvereeniingen deed echter de afsluiting van
C.A.O.en practisch geheel ophouden, zoodat den laat-
sten tijd het College veel meer dan vroeger uit eigen hoofde
loonregelingen is gaan vaststellen.
Keeren wij thans terug tot de ,,Treuhënder der Arbeit”,
dan ligt het voor de hand, dat hun positie, in verband met
het geheel verdwijnen der vakvereenigingen en haar op-
gaan in het Arbeidsfront, zeer sterk wei’d gemaakt. ilueck
spreekt van den belangrijksten vertegenwoordiger van de
autoriteit van den Staat op het gebied van het Arheids-
recht
1),
terwijl hij elders
2)
opmerkt, dat in den ,,Treu-
hënder” de beheerschende positie van dn Staat op
sociaal-politiek terrein wordt belichaamd.
Toch dient men hieruit niet af te leiden, dat het be-
ginsel der regeling door den Staatvoorop. zou dienen te
staan. In de commentaren.treft men uitdrukkelijk de vast-
stelling aan, dat het bedrijfsleven de sociale problemeh
zooveel mogelijk zelf moet oplossen en dat de ,,Treuhin-
der” slechts een controleerende positie dient in te nemen
3).
In den idealen toestand zou de ,,Treuhiinder” slechts
in uitzonderingsgevallen dienen in te gijpen. De ,,soziale
Selhtsverwaltung” werd dus in geenen deele aangetast;
echter zou dit doel eerst na geruimen tijd kunnén worden
bereikt, zoodat aanvankelijk het staatsorgaan meer op
den voorgrond zou dienen te treden. Men zal zich afvragen,
hoe dan in de nieuwe sociale orde het overleg
t
iiog ou
kunnen plaats grijpen. hier valt te denken aan het over-
leg in de commissies van deskundigen, welke zijn voorzien
ter voorlichting van den ,,Treuhiinder”. Deze commissies
bestaan uit een gelijk aantal ,,Betriebsführer” en ,,ver-
trouwensmannen”; bij het vaststellen van , ,Tarifordnun-
gen” en richtlijnen voor ,,Betriebsordnungen” is het
hooren van een dergelijke commissie zelfs verplicht.
lIet overleg kan ook plaats grijpen-in de commissies van
bedrijfsleiders en werknemers, voorzien in de bekende
,Leipziger Vereinbarung” van 21 Maart 1935, gesloten
iusschen de Ministers van Economische Zaken en van Ar-
beid met het Duitsche ,,Arbeitsfront”.
lIet thema staatsregeling of regeling door bedrijfsge-
nooten is kort geleden nog eens principieel aangesneden
door Dr. Mansfeld
4).
Deze betreurt het, dat de wet van
1934 in de practijk heeft geleid tot een aanzienlijke regle-
menteering van het bedrijfsleven, waarbij het ,,zelfdoen”
geheel op don achtergrond is geraakt. Deze gezaghebbende
commentator acht deze ontwikkeling, hoe begrijpelijk ook
in de gegeven omstandigheden, niet conform de bedoeling
der nieuwe wet, welke het treffen van regelingen door het
bedrijf zelf vooropstelt. Vandaar ook het primair stellen
van het overleg in de ondernemingen en de daruit resul-
teerende ,,ihetriebsordnungen”; in de practijk zijn echter
de ,,Treuhiinder”-regelingen pér bedrijfstak verre in de
meerderheid. Dr. Mansfeld spreekt van 8.000 â 10.000 van
dergelijke ,,Tarifordnungen”, die, zoowel in de diverse
bedrijfstakken van één district als per bedrijfstak in de ver-
schillende , ,Treuhënder”-districten onderling sterk uiteen
kunnen loopen. 1-Jet bedrijfsleven is bedekt met een steeds
dichter wordend netwerk van voorschriften en Dr. Mans-
feld ziet als eenige oplossing, dat opden duur veel meer
aan het bedrijfsleven wordt overgelaten, zij het binnen
het kader van een van overheidswege vast te stellen uni-
forme mantelregeling van arbeidsvoorwaarden. Verder
zou z.i. de loonpolitiek ook sterk kunnen worden vereen-
voudigd door het vaststellen van uniforme grondslagen
voor de waardeering van den arbeid. In dezen gedachten-,
gang zou dus de ,,TreuhLinder”-functie veelszins tot een
in hoofdzaak controbeerende worden teruggebracht.
Wij zagen reeds, dat de ï’ol van den ,,Treuhënder” op
het terrein van bonen en arbeidsvoorwaarden wel als zijn
belangrijkste functie kan gelden. Toch is dit slechts een
der onderdeelen zijner taak, welke in artikel 19 van de wet van 1934 aldus wordt omschreven, dat zij voor .de
handhaving van den arbeidsvrede hebben zorg te dragen.
Dit brengt met name mee, dat zij ook bij geschillen tusschen
,Betriebdführer” en , ,Vertrouwensraad”
5)
tusschenbeide
komen, indien althans de meerderheid van den ,,Vertrou-
vensraad” hun tusschenkomst inroept. Ook indien zich
‘) Hueck-Nipperdey
–
DietZ:,, Gcsetz zul’ Ordnung der nationalen
Arbeit”, blz.
272.
Id.
blz.
221.
–
8)
Aldus
om. Dudcnhöffer: ,,Der Treuhander der Arbeit in scinem
Einfluss auf clie Wirischaft”,
ijle. 19
vlgg.
Mausfeld: ,,tJm die Zukuflft des deutschen Arbeitsrechts”,
,,Deutsches Arbeitsrectit”, SepteTnber
1942, ijle.
117.
3)
Verplicht gesteld voor ondernemingen met minstens
20
per
–
soneelleden.
28 October
1942
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
43
bij de samenstelling van den ,,Vertrouwensraad” moeilijk-
heden voordoen, treedt de ,,Treuhinder” op.
Interessant is de bemoeiing van den ,,Treuhin der” bij
collectief ontslag. De ondernemer moet van ontslagen
van eenïgen omvang (meer dan
9
werknemers bij bedrijven
beneden de 100 werknemers; overigens 10 pCt. of meei’
der werknemers, resp.
30
werknemers binnen
4
weken)
daarvan aan den ,,Treuhënder” mededeeling doen. Binnen
4
weken daarna kan ontslag slechts hettoesternming van
dezen laatsten geschieden; de ,,Treuhiinder”kan den sper-termijn ook verlengen. Aldus ontstaat contréle op ontslag.
Wij spraken reeds over de ,,Tarifordnungen”, regelingen
voor een groep van ondernemingen, l)evattend minimum-
voorschriften. Daarnaast staat de bevoegdheid van den
,,TreuhLinder” om richtlijnen te geven voor de ,,Betriebs-
ordnungen” (ondernemingsreglementen). Aan dezen laat-
ste, welke verplicht zijn gesteld voor ondernemingenmet
minstens
20
werknemers, is in artikel
27
van de wet van
1034
een Vrij uitvoerige bepaling gewijd. Ten aanzien van
het loon dienen deze reglementen de grondslagen te be-
vatten voor de berekening der stukloonen, terwijl ook de
bonen en arbeidsvoorwaarden zelf in deze reglemeisten
kunnen worden vastgelegd. In verband met het belang
hiervan kan de ,,Treuhënder” richtlijnen voor deze regle-
menten (en zelfs ook voor de individueele arbeidscontrac-
ten) uitvaardigen. Blijkens een mededeeling van Dr: Mans-.
feld
6)
hebben de ,,Treuhinder” van deze laatste bevoegd-
heids1echts een spaarzaam gebruik gemaakt. De auteur
ziet in deze richtlijnen een mogelijkheid om in den over-gangstoestand naar het-door hèm bepleite sociale zelfbe-
stuur, de ontwikkeling der onciernemingsgewijze regelingen
eenigszins in de hand te kunnen houden. Noemen wij ten-
slotte nog het voorschrift, dat de ,,Treuhiinder” de Rijks-
regeering voortdurend van de sociaal-politieke ontwikke-
ling op de hoogte moeten houden.
De ,,Treuhhnder” zijn Rijksambtenaren en staan hiërar-
chisch onder den Minister van Arbeid. Zij zijn verdeeld.
over 18 districten; bovendien v?orziet de wet nog ,,Son-
dertreuhiinder” voor regelingen, welke meer dan één
district omvatten, alsmede in verband met speciale op-
drachten. Zij kunnen van de Rijksregeering richtlijnen
en bevelen ontvangen. Men’ krijgt den indruk, dat zij
in de practijk meer autonoom zijn dan hun voorgangers,
de ,,Schlichter”, waarvan bekend is, dat zij dikwerf niet
meer dan uitvoerders waren van de door de aan hetbe-
wind zijnde regeering gewenschte loonpolitiek.
Dr. Ir. A.
”T
QUINT.
‘) Tap. blz. 121.
DE VERDEELING VAN
HET AAN
DE AMSTERDAMSCHE BEURS
BELEGDE KAPITAAL OVER DE
VERSCHILLENDE FONDSEN-CATEGORIEËN.
‘In een bespreking van positie en vooruitzichteii der
Berlijnsche beurs merkt hét ,,Bankhaus Flardy
& Co.
G.M.B.II.” in haar ,,Wirlschaftsausblick” van Juli
1942
op, dat van het ‘totaal aan de Duitsche beurzen belegde bedrag van RM. 110 milliard hoogstens een vijfde deel voor rekening der aandeelen komt.
Deze opmerking gaf ons aanleiding, om – ook al gezien
de actualiteit van het vraagstûk van overheidsmaat-
regelen int verband met de verhouding van aandeelen- en
obligatiemarkt – na te gaan, of het beeld van de Am-
sterdanische beurs hiermede overeenkomt.
Derhalve berekenden wij per
2
Januari
1942
de waarde
van alle ter beurze van Amsterdam op dien datum geno-
teerde fondsen; een overzicht van de uitkomsten dezer
berekening geeft tabel 1.
Voor rekening van obligaties en aandeelen komt dus
in totaal nominaal resp.
74
pCt. en
26
pCt:, reëel resp.
59,5
en
40,5
pCt. van het aan de’ beurs belegde kapitaal.
Na correctie wegens elimineering der voornaamste
TABEL 1.
•R b”
k
u
iie
Nominaal
Reëel
bedrag
bedrag
Gemeenten
en
,
andere
p
ubliekr.
f5.320.276.000
f 4.822.003.000
Slaatsleeningen
……………
–
902.552.500
–
863.195.000
lichamen
……………….
–
757.596.000
.-
727.049.000
Pancibrieven
………… …….
Diverse
obligaties ‘)
………….
496.860.800
–
430.974.000
Totaal
obligaties. ……..
.t 7.477.285.300
f6.843.221.000
Bankaancieelen
…………..
t
344.162.000
f
461.172.000
–
856.992.000
–
1.643.804.000
Electriciteitsaandeelen en7.
….
–
44.776.000
–
90.315.000
Handelsaandeelen …………..
–
78.234.000
–
100.846.000
Mijnbouwaandeelen …………
–
29.704.000
–
60.901.000
Industriëele aandee]en
……….
m
Petroleuaandeelen
……….
–
552.605.000
..
–
1.310.779.000
–
102.302.000
.. ..
–
130.297.000
Rubberaandeelen
…………….
–
238.384.000
..
..
–
351.409.000
–
94.983.000
–
185.777.000
Tabaksaandeelen
…………
.-55.784.000
–
89.650.000
Theeaandeelen
…………..
–
19.668.000
–
31.115.000
Scheepvaartaandeelen
………
Suikeraancleelen
…………….
–
38.902.000
–
39.776.000
Diverse
aandeelen
…………
–
88.052.000
..
.
–
127.383.000
Diverse cultuuraandeelen
…….
Spoorwegaandeelen
……….
..
–
42.750.000
–
25.230.000
Traniwegaandeelen
………….
..
–
36.615.000
–
91.717.000
Totaal aandeelen’
…….
t
2.623.913.000
1
t 4.660.1’71.000
dubbeltellingen (,,holding-companies” als Dordtsche Pe-
troleum, Moeara Enim en Nederlandsche Scheepvaart
‘Unie) worden de totale bedragen iets lager voor de aan-
deelen, zoodat het toteal beurskapitaal dan bedraagt:
Nominaal
Reëel
bedrag
bedrag
Obligaties …………………t 7.477.285.300 t 6.843.221.000
Aandeelen …………………- 2.511.147.000 – 4.449.717.000
t 9988.432.300 fl1.292.938.000
De ‘verhouding wijzigt zich hiermede licht ten gunste
der obligaties tot nom. resp.
75
pCt. en
25
pCt., reëel resp.
60,6
pCt. en
39,4
pCt.
Men houde er rekening mede, dat hierbij:
alleen de belangrijkste dubbeltellingen zijn weg-
gelaten;
de uitdrukking van -het belang ter beurze ook in
zooverre niet zuiver is, dat thans vele stukken, waar-schijnlijk voornamelijk aandeelen, aan de markt ont-
trokken zijn door afscheiding van de niet, in NedOrland of
op het Continent aanwezige stukken.
De verhouding wijkt dus, in Vrij belangrijke mate van
de voor Berlijn gege’en cijfers af. De oorzaken van dit
verschil zullen moeten worden’ gezocht in: 10.
een ‘anderen opbouw van het bankstelsel, waai’bij
in Nederland de industrie in sterkere mate een beroep
moest doen op de open kapitaalmarkt;
2
0
. den band met Indië, waar het meer s’iskante
ondernemingskarakter vrijwel uitsluitend financièi’ing met
op de open markt te plaatsen aandeelen vereischte;
3
0
. een sterkere deelneming in internationale concerns
en handel (petroleum, margarine, scheepvaart).
Het aandeel oan Nederlandsch-Indische rr?aa,’den, scheepuaa’t-
nuaa,’den en’ petroleum fondsen in het te,’ beu,’ze genoteerde
kapitaal.
1
Gaan wij na, welk deel van ‘het ter beurze belegde
kapitaal voor (directe) rekening van Nederlandsch-Indië, van scheepvaartwaarden en petroleumfondsen komt, dan
leidt dit tot de volgende berekening:
1
1
Deze Post
Î5
als volgt onderverdeeld:
Rubri k
e
Nominaal
Reëel
bedrag
bedrag
Kerkcl. en liefd. instellingen.
. .
t
‘
8.1 55.500
t
7.930.000
–
116.880.800
–
108.430.000
Banken
…………………..
Inclustriëelc obligaties
………
–
63.594.500
–
64.918.000
Petroleum
…………………
–
136.000.000
–
119.280.000
–
79.172.600
–
41.300.000
Spoor- en tramwegen
‘
………
Diversen ………
…………..
.-
93.057.400
–
89.116.000
t 496.860.890 1 t 430.974.000
474
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
.
28
October
1942
T.3Z
1
1
II.
Obligaties.
I
pCI. van het
Nominaal
Reëel
,
to
n taal
der
in
bedrag bedrag
tabel
1
aaflge-
geen rubriek.
Indië:
i
.
iOITl.
Reëel
18,6
17,6
Staatsleeningen
r
988.50,0.000
f
819.528.000
Diverse oblig.
–
79.822.000
–
43.226.000
16,1
10,0
In pCt.
van liet
–
–
totaal der
obli-
gaties.
Nom. Reëel
Totaal Indië
f1.068.322.000
f
862.754.000
14,3
12,
Tot. Scheepvaart
–
6.896.000
–
7.034.000
0,1 0,1
Tot. Petroleum
–
136.000.000
–
119.280.000
1,8.
1,7
16,2
1
14,5
Aandeelen.
In pOt. van liet
–
Nominaal
Reëel
totaal
der
in
bedrag bedrag
tabel
1
aange-
geven rubriek
Indië:
Nom.
Reëel
Banken
f
104.750.000
1
125.725.000
30,5 27,3
–
11.074.000
–
13.273.000
1,3 0,8
Electriciteit
.
–
38.788.000
–
75.784.000
86,6
83,9
Handel
–
69.175.000
–
92.651.000
89,7
91,9
Mijnbouw ……
–
27.304.000
–
52.261.000
91,9 85,8
Rubber ……..
–
102.302.000
–
130.297.000
100,0
100,0
–
94.983.000
–
185.777.000
100,0
100,0
–
55.784.000
–
89.650.000
100,0 100,0
Suiker
………
–
19.668.000
–
31.115.000
100,0 100,0
Tabak
………
Thee
………
Diverse cultures
–
38.902.000
–
39.776.000
100,0 100,0
Diversen
. . .
–
6.300.000
–
10.258.000
7,2
8,1
Spoorwegen
.
–
42.750.000
–
25.230.000
100,0
100,0
Tramvegen
.
–
32.802.000
–
6.481.000
89,6
55,4
In pCt. van het
Industrie …….
. .
totaal
der
–
aandeelen
Nom.
Reëel
Totaal Indië
1
644.582.000
f
878.278.000
25,6
19,7
Tot. Scheepvaart
–
167.618.000
–
246.675.000
6,6
5,5
Tot. Petroleum
–
510.605.000
–
1.205.059.000
20,7
27,1
52,9 52,3
Het geheele belang dezer drie beleggingsrichtingen kan
als volgt worden opgesteld:
Résumd:
Nominaal
Reëel
InpCt.
van het
bedrag bedrag totale
beurs-
kapitaal
Nom.
Reëel
11.068.322.000
1
862.754.000
17,2 15,4
–
644.582.000
–
878.278.000
f1.712.904.000 f1.741.032.000
6.896.000
1
7.034.000
–
167.618.000
–
246.675.000
,
1,7
2,2
174.514.000
f
253.709.000
136.000.000
f
119.280.000
–
510.605.000
–
1.205.059.000
6,5
11,7
646.605.000
11.324.339.000
25,4
29,3
Van cle obliga’
Van de aandee-
Van het totaal
ties komt
voor
len
komt voor
komt
voor
re-
rekening
van
rekening van
kening van
(in
pOt.)
(in
pOt.)
(in
pCI.)
Nom. Reëel Nom.
Reëel
Nom. Reëel
Indië
………
Scheepvaart
. .
Petroleum
. .
14,3
0,1
1,8
12,7
0,1
1,7
25,6
6,6
20,7
19,7-
5,5
27,1
17,2
1,7
6,5
15,4
2,2
11,7
Wat de ontwikkeling dezer verhoudingen sinds den
aanvang van het loopende jaar betreft, valt eenige ver-
sterking van het overwicht der belegging in obligaties
op te merken. –
De index der aandeelenkoersen, op de basis waarop
deze door het Centraal Bureau voor de Statistiek wordt
samengesteld, geeft, indien wij rekening ho’uden met de
herkapitalisaties, welke inmiddels hebben plaats gevonden,
per 1 October
1942
voor Nederlandsche aandeelen een
daling van ca.
5
pCt., voor Indische fondsen
(mcl.
Petro-
leum en Scheepvaart) zelfs een iets grootere daling
(6
pCt.)
tegenover de Januari-cijfers te zien; enkele nieuwe emis-
sies vormen slechts een gedeeltelijk tegenwicht tegenover
deze waardevermindering van het in aandeelen belegde
vermogen.
Op
de obligatiemarkt valt een koersstijging van eenige
procenten waar te nemen, die echter door periodieke (ên
extra-) aflossingen in hoofdzaak wordt gecompenseerd.
En wijziging van eenige beteekenis in de verhouding
van aandeelen- en obligatiemarkt is voorts, gezien de
beperkende maatregelen tegen koersstijging der aandeelen,
van de uitgifte eener groote staatsleening te verwachten;
bij een bedrag van bijv. f1 milliard zou de verhouding
ruim
3
pCt. naar iedere zijde ten gunste der obligatie-
markt verschuiven, overeenkomstig de tendens, die inter-
nationaal in het financieel-economische leven is op te merken.
F. BRUINS.
WEDEROPBOUW.. EN INDUSTRIALISEERING
IN SPANJE.
In vervolg op onze beschouwingen in een vorig artikel
1)
zullen wij thans de concrete wettelijke maatregelen ter
bevordering van den wederopbouw en de industrialiseering
behandelen en een oerzicht geven van wat ‘in de belang-rijkste takken van industrie (de mijnbouw, metaalnijver-heid en chemische industrie) zooal reeds tot stand is ge-
bracht dan wel in voorbereiding is.
Wettelijke maatrégelen.
Bij
wet van
22
Maart
1939
verkreeg de regeering het
recht een credietinstituut voor den wederopbouw in het
leven te roepen. liet kapitaal van deze instelling zou
onbeperkt mogen zijn.
Als
taak van het instituut werd
genoemd de verleening van voorschotten en leeningen
aan ondernemingen en particuliere personen tot her-
stel van de schade, ontstaan als gevolg van den
burgeroorlog
2).
l Op
deze voorbereidende maatregelen is de wet van
25
October
1939
gevolgd. Uitgaande van de overweging, dat
Spanje als hoofdzakelijk agrarisch land te weinig indus-
trieele beteekenis heef t, en dat derhalve die industrieën,
welke voor het algemeen belang uitermate dienstig kunnen
worden geacht, de zgn. ,,industrias de interés nacional”,
dienen te worden gesteund, bepaalde deze wet, dat de
regeering bedoelde industrieën kan steunn door onteig-
ning van bepaalde terreinen, door vermindering van de te
betalen belastingen tot op de helft, door het verleenen
van een winstgarantie van ten hoogste
4
pCt., alsmede
door het geven van het recht, de noodige machines vrij
van invoerrechten te importeeren
3).
Ultirno
1939
werden nadere richtlijnen gegeven voor de nieuwe investeeringen. Maatregelen werden getroffen met
betrekking tot de verplichting, bedrijfsergunri4ngen aan
te vragen, ten aanzien van de huitenlandsche deelnemingen
bij nieuwe investeeringen, alsook met betrekking tot den
import van grondstoffen, haiffabrikaten en machines.
‘Alle oprichtingen, vergrootingen en verplaatsingen van
industrieele bedrij Ven vereischen volgens genoemde wet
de toestemming van het Ministerie vooi Industrie en Han-
1)
Zie de ,,E.-S.B2′ van 23 Sept. 1942, pag. 420:,, Over de
ontwikkeling van de Spaansche industrie”.
) Cfm. ,,Schaffung eines Kreditinstituts für den ‘nationalen
Wiec1eraufbau’, artikel in ,,Nachrichten fOr den Auszenhandel”
van 6 April 1939.
‘) Cfm. ,,Spaniens Industrialisierung’., artikel in de ,,Berliner
Börsen Zeitung” van 8
Juli
1942.
Indië
Oblig.
Aand.
Scheepv. Oblig.
Aand.
Pelrol.
Ohlig.
Aand.
28 October 1942
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
475
del. De ondernemingen worden hierbij ondprscheiden in
een tweetal klassen, naarmate zij al of niet afhankelijk
van het buitenland zijn voor de verzorging hunner bedrij-
– ven met grondstoffen of machines e.d. bedrijfsmiddelen.
Eerstgenoemde categorie wordt scherper – gecontroleerd
dan die ondernemingen, welke niet op import zijn aange-
wezen. Bij de aanvrage tot verkrijging eener bedrijfsver-
gunning moet men gegevens overleggen ten aanzien van
elk onderdeel van den financieelen en technischen opbouw
4).
De Staat kan voorwaarden stllen in verband met de
productie en rentabiliteit, de standaardiseering van be-
paalde artikelen, de prijspolitiek en het recht de ver-
koopsprijzen te doen – controleeren en tenslotte kan de
Staat daar ingrijpen, waar ifrationeel beheer of andere
omstandigheden het bestaan van een nationaal belang-
rijke onderneming in gevaar brengen 5).
Maatregelen t. a. a. buitenlandsche cleelnemn gen.
Met btrekking tot de buitenlandsche deelnemingen
werd bepaald, dat bij nieuwe ondernemingen ten minste
75 pGt. van het kapitaal en van de leidende beheers- en
technische functies in handen van Spaansche staatsbur-gers dient te liggen. Floogstens 25 pCI. van het kapitaal
kan dus door buitenlanders worden gefourneerd. Dit bui-
tenIaidsche kapitaal kan dan echter nog maar in den vorm
van deviezen of ook van machinese.d. bedrijfsmiddelen,
welke niet door de eigen industrie kunnen worden vervaar-
digd, ter beschikking worden gesteld. In bijzondere geval-
len kan de regeering toestaan, dat de buitenlandsche deel-
neming met nogmaals 20 pCt. wordt verhoogd, namelijk
indien hiertegenover patenten, licenties, recepten, machi-nes e.d. worden ingebracht. Toestemming van staatswege
is echter ‘uitdrukkelijk vereischt en het kapitaal mag
slechts worden ,verstrekt, tegenover obligaties, welke in
niet minder dân tien jaren mogen worden geamortiseerd.
De Staat is voorts bevoegd, het in deviezen of machines
geïnvesteerde kapitaal uit den vreemde,evenals de transfer
van de hierop behaalde winsten en van het aandeel in de
renten en afschrijvingen in deviezen, te garandeeren.
Voor bepaalde takken van industrie zijn echter uitzon-
deringen op dezen algemeenen regel getroffen: met name
in de bewapeningsindustrie is geen buitenlandsche deel-
neming toegestaan; in bedrijven van ,,interés nacional”,
dienen alle leidende beheers- en technische functies door Spaansche onderdanen te worden bezet. In verband hier-
mede kan worden opgemerkt, dat vier bedrijfstakken in
haar geheel tot ,,interés nacional” zijn verklaard: de
fabricage van synthetische vezels en van textielartikelen
hieruit, de productie van automobielen; de vervaardiging
van houtgasinstallaties. Deze industrieën kunnen dus te-
vens op grond van de wet van 24 October 1939 worden ge-
steund Voorts is de exploitatie van verschillende mineralen
,,in het belang der nationale verdedigïng” verklaard:
magnesium, cobalt, hism’uth, grafiet, amiant (soort asbest)
en bepaalde soorten mica
6)
.
–
Maatregelen t.a.o. den ini-‘oer.
De derde categorie van maatregelen, waarop hierboven
werd gedoeld, betrof den import van grondstoffen, half-
fabrikaten en machines. In het algemeen dienen alle open.
bare en semi-officieele bedriji’en uitsluitend binnenland-
sche artikelen te gebruiken. In bepaalde gevallen kan echter
worden toegestaan buitenlandsche artikelen aan te trek-
ken, namelijk indien de Spaansche productie onvoldôende
is of indien dringende oorzaken leverantie uit het buiten-
land strikt noodzakelijk maken. Voots zagen wij reeds,
dat ook bij de behandeling van bedrijfsvergunningsaan-
vragen door de particuliere ondernemingen de noodzaak
‘) cfrn .,, Spanischer Industre-aufbau unter staatliclier Kon-
trolle”, artikel in de ,,Ibero-Amerikanische Rundschau” van-Maart
1942.
) Cfm .,, Die neue Industriepolitik Spaniens”, artikel in de
,,Nachrichten für den Auszenhandel” van
28
December
1939.
°) Cfm.. ,,Economisch Nieuws” van
4
November
1941.
import van grondstoffen of machines te doen plaats
vinden een reden vormde het verzoek aan een uitgebreider
onderzoek te doen onderwerpen.
Nog eenige maatregelen zijn van beteekenis. Ten eerste,
dat de Staat het recht verkreeg, nationale en buitenland-
sche patenten voor industrieën, welke in Spanje niet be-
staan, te verwerven en door inschrijving aan de binnen-
landsche nijverheid ten goede te doen komen. Indien zich
aldus geen interessant voordoet, kan de Staat de techni-
sche realiseering in eigen beheer doen uitvoeren. Voorts
is van beteekenis, dat de regeering de scholing tot be-
paalde beroepen en de oprichting van laboratoria en
research-instituten ter hand zal mogen nemen. Vervolgens werd in Maart 1942 een instituut opgericht,
dat tot taak had, die particuliere ondernemingen, welke
van nationaal belang kunnen worden geacht, in alle op-
zichten te steunen, waarbij het aantrekken van bënoodigde
arbeidskrachten uitdrukkelijk als een der middelen werd
gezien. Dit instituut bezit voorts de contrôle over het van
staatswege geleide opbouwprogramma, in liet bijzonder
ten aanzien van de wapenfabrieken en de grondstofin-
dustrieön van nationale beteekenis.
Beaordering aan den mijnbouw.
De mijnbouW vormt de basis voor de chemische en
voor de metallurgische industrie in Spanje. 1-let stre-
ven van de regeering tot een verhooging der productie is
dan ook begonnen met de poging, de productie van
ertsen door v66r den oorlog werkzame bedrijven zoo snel
mogelijk weer op gang te brengen en tevens de exploitatie
van nieuwe lagen te bevorderen. – Op het oogenblik
worden werkzaamheden verricht om de productie van
mangaanerts; welke thans 4.500 ton beloöpt, te doen’
opvoeren tot 11.000 ton per jaar, waarmede de binnen-
landsche behoefte zou zijn gedekt. De winning van tin-
ertsen wil men stimuleeren door prijsverhooging van
binnenlands geproduceerd tin tot 471 pesetas per 100 kg,
alsmede door voor te schrijven, dat men de exploitatie
resp. de winning binnen 45 dagen na het betreffende de-
creet ter hand dient te doen nemen op poene van het in-
trekken der verleende concessie
7).
De productie van .wolframerts kon belangrijk boven het
peil van véÔr den burgeroorlog worden verhoogd door de
explôïtatie van nieuwe lagen bij Quintana de la Serana,
ten Z.O. van Madrid
8).
Ook de ïoodproductie, welke
langen tijd nog slechts een derde gedeelte van de vôôr den
burgeroorlog gewonnen hoeveelheden opleverde en zelfs
ca. een vijfde gedeelte van de productie in 1929, zal thans
toenëmen, nu de mijn van La Tortilla bij Linares, een der
belangrijkste exploitatiegebieden voor dit metaal, in be-
drijf zou zijn genomen. Voor ijzererts en zinkerts zijn de
prod.uctiecijfers echter nog niet bevredigend. Met name de
afneming van de winning van ijzererts, dat immers een
basismateriaal moet worden geacht voor db geheele
Spaansche volkshuihouding, geeft stof tot nadenken.
Eenige productiecijfers volgen hieronder
):
In tonnen
11 maanden
Jaar Jaar
1941
1935
–
1929
Ijzererts
1.502.858 2.633.000 6.559.000
Zinkerts ……..
.66.388
82.000
144.900
Netto zink
11.555
33.300 53.000
Looderts
39.599
–
101.000
180.900
Netto lood
.
25.342
66.200
116.500
Wolframerts
.
420
45
255
De productiecijfers voor steenkolen en bruinkolen zijn
daarentegen zeer bevredigend. De winping van steenkolen
‘) Cfm. de ,,Deutsche Bergwerks Zeitung” van
4
Juni
1942.
8)
cfm. Economisch Nieuws” van
30 Juli 1941.,
8)
Cijfers ontleend aan de Deutsche Bergwerks Zeitung” van
17
Februari
1942 (11
maanden
1941)
en aan het ,,Wochenberioht
van het Institut für -Konjunkturforschung”: ,,Die Spanische Wirt-
schaft am Ende des Bürge’rkrieges”,
5
April
1939
(wat de jaren
1929
en.
1935
betreft); ,,Europakabel” van
1-6
October
1942
(cijfers over
eerste halfjaar
1942).
476
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
28 October 1942
bedroeg in 1940 reeds 7.763.269 ton en overtrof daarmede
alle cijfers sinds 1920 (productie 1929: 7.108.000 ton, 1935:
7.017.000 ton). In de eerste 6 maanden van 1942 beliep
de productie 4,5 millioen ton en daarmede overtrof zij
het hooge niveau van 1940 met ca. 15 pCt. Wat de bruin-
koolproductie betreft, dee verliep zoo mogelijk nog gun-
stiger. Terwijl in 1929 de gewonnen hoeveelheden 439.000
ton bedroegen, hetgeen in 1935 daalde tot 304.000 ton, beliep de productie in 1941 ca. 90 pCt. meer dan in het
gunstige jaar 1929, namelijk 819.186 ton, in de.eerste
helft van 1942 zelfs 535.000 ton
10).
Voor kwikzilver werd eveneens een record geboekt
11).
De beoordering oan cle metaalindustrie.
Kenmerkend voor de ontwikkeling van de bedrijvigheid
der metaalnijverheid moet worden geacht, dat de produc-
tie van ijzer, in overeenstemming met de tamelijk lage
cijfers voor ijzererts, niet bevredigend kan worden genoemd. In 1929 beliep de productie 753.000 ton, in 1935 nog slechts
de helft, 353.000 ton. In 1940 was het cijfer weer toegeno-
men tot 580.000 ton, waarmede echter de stand van 1929
nog niet was bereikt. In 1941 verminderd6 de productie
echter weder tot 540.000 ton. De ontwikkeling der staal-
productie verliep hieraan parallel. Voor genoemde jaren
bedroeg de pniductie: 1.0Q7.000 ton, 586.000 ton, 780.000
ton, 690.000 ton.
In 1939 werden plannen medegedeeld om in Bilbao een
viertal nieuwe hoogovens te bouwen met een clagelijksche
capaciteit van 2600 ton ijzer. De tweede van deze serie
kwam in Juni 1939 gereed, terwijl de derde toen bijna be-
drijfsklaar zou zijn’
2
).
Verschillende nieuwe fabrieken zijn opgericht, zooals
een aluminiumfabriek door de Sociedad General Espa-
nola dcl Aluminio S.A. met een geschatte jaarproductie
van 2.000 ton aluminium
13),
een blikfabriek op het
eiland Oleo, waarvan de jaarlijksche capaciteit,op 20.000
ton is aangenomen
14),
een pletterij voor fijn en gewoon
blik te Sevilla met 30 millioen pesetas bouwkosten
15),
een nieuwe afdeeling bij het bedrijf te Sagunto van de
hoogovenonderneming te Vizcaya, voor de vervaar-
diging vaft dunne ijzeren platen
16),
de productie van
ijzerlegeeringen in een nieuwe fabriek te Gyon
17).
Vooral de automobieindustrie en de scheepsbouw
genieten de belangstelling van regeeringszijde. In het
begin van dit jaar was te Madrid een maatschappij in
oprichting, welke met financieelen steun van Madri-
leensche banken en onder gebruikmaking van patenten
van Fiat automobielen gaat vervaardigen. 1-Jet kapitaal
der onderneming is op 125 millioen pesetas gesteld
18).
De scheepsbouw.
De scheepsbouw wordt van officieele zijde bevorderd,
opdat de transporten ter zee, welke voor Spanje niet alleen
met betiekking tot den buitenlandschen handel van nut
zijn, maar, zoo mogelijk nog in grootere mate, ook voor den
kustvaart, daar goede landverbindingen veelal ontbreken,
kunnen plaatsvinden, onafhankelijk van de al of niet aan-
wezigheid van buiteniandsche tonnage. De vernieuwing
en uitbreiding van de handelsvloot wordt dan ook een der
voornaamste factoren voor den wederopbouw van het land
geacht. Ter bevordering van den aanleg van nieuwe verven
en den bouw van nieuwe schepen is dan ook van staatswege
Desondanks
zou
de steenko1nproductie nog niet voldoende
zijn om voldoende kolen ter beschikking van de hoogovens te
stellen. Volgens recent bericht zouden
7
van de
18
Spaanshe hoog-
ovens zelfs wegens kolenschaarschte moeten worden gedoofd (,,Atge-
meen Handelsblad” ad.
23
October
1942).
“) Cfm. de Nieuwe Rotterdamsche Courant” van
5
Januari
1942.
‘) Cfiii. ,,Spaniens Wirtschaft im Wiederaufbau”, arlikel in
,,Nachrichten für den Auszenhandel” van
30
Juni
1939.
‘) Cfm. ,,Nachrichten fOr den Auszenhandcl” van
13 Juli
1942.
‘) Cfm. ,,Deutsche Bergwerks Zeitung” van
28
Maart
1942.
15)
Cfm. ,,Deutsche Bergwerks Zeitung” van
20
Januari
1942.
15)
Cfm, ,,Economisch Nieuws” van
29
Augustus
1941.
15)
Cfm, ,,Deutsche Bergwerks Zeitung” van
28
Maart
1942.
‘) Cfm. ,,Economisch Nieuws” van
7
Januari
1942.
de mogelijkheid van het verstrekken van ruime credieten
geopend. liet staatsinstituut ,,Nacional de Industrias” is
met de bespoediging van den bouw belast; het kan daartoe
staats- of particuliere werven uitbreiden en nieuwe werven
oprichten, in welker kapitaal het zelf kan deelnemen. Niet
alleen kan het instituut voorts alle maatregelen treffen,
welke dienstig kunnen worden geacht om den bouw van
schepen te bevorderen, het is bevoegd ook zelf opdrachten
tot bouw te verstrekken en schepen voor eigen rekening
in de vaart te brengen. Beperking van het aantal typen en
bouw in serie worden doelmatige middelen genoemd om
het tempo van de productie op te voeren. Door middel van
een dochteronderneming mag het instituut tenslotte bouw-
materialen, verven ed. van de marine overnemen, ten-
einde deze zoo efficiënt mogelijk te gebruiken
19).
Ultimo
1941 zouden meer dan 750 millioen pesetas ter beschikking
zijn gesteld voor de uitbreiding der handelsvloot
20).
Wat de resultaten van de getroffen maatregelen betleft,
kan erop worden gewezen, dat begin van dit jaar 111 sche-
pen met 139.000 B.R.T. en ter waarde van 540 millioen
pesetas op stapel stonden, hetgeen toen reeds een opmer-
kelijk aantal werd genoemd, terwijl per 1 Juli jl. 174
schepen met 193.160 B.R.T. en ter waarde van 731 mii-
lioen pesetas in aanbouw waren
21).
De door de regeering
getroffen maatregelen hebben blijkbaar effect gesorteerd. Tenslotte vermelden wij de oprichting te Barcelona van
een maatschappij voor de vervaardiging van materiaal voor
tramwegen, een dochteronderneming van de Tranvias de
Barcelona
22);
voorts den bouw van de naar men zegt,
grootste koell5edrijven ter wereld, te Vigo voor de vervaardi-
ging van ijs en het bewaren van visch, boter, vet, enz. en
waarbij temperaturen van —35° C. kunnen worden be-
reikt
23) ;
tenslotte den bouw van een fabriek voor de
vervaardiging van bijzondere soorten gloeilampen door
de Sociedad Espanola de. Apparatos y Lamparas ).
Herordening pan de chemische industrie.
De belangrijke projecten op dit gebied zijn de navolgende:
De voorziening van het land met voldoende stikstof-,
fosforhoudende en kalimeststoffen;
De bevordering van de cellulosewinning en in verband
hiermede de fabricage van kunslmatige vezels;
8. De bereiding van oliën, harsen, zeep, cosmetica ed.;
De hydreering van benzine;
De vervaardiging van looistoffen.
Aan elk dezer vijf projecten zullen wij hieronder aandacht wijden.
–
1.
De bcordering oan de bereiding Pan meststo//en.
De bemesting heeft in Spanje altijd op een zeer laag
niveau gestaan. Zij bedroeg 4 kg stikstof-meststof per ha
(in Nederland 25 kg per ha). Nochtans kan de stikstof-mest-
stofindustrie niet voldoende worden geacht om de tinnen-
lardsche behoefte te dekken. Niet alleen is dit voor een
land, dat zooals Spanje sterk agrarisch van strutuur is,
van groot nadeel, in het onderhavige geval komt er nog
bij, dat Franco ernaar streeft, de agrarische productie op
éen hooger niveau te brengen en daardooi o.m. de deviezen-
positievan het land te verbeteren. Hiertoe zal de bemesting
moeten worden verbetrd, hetgeen weer de vraag naar
meststoffen zal doen toenemen. Terwijl de huidige behoefte
ongeveer 100.000 ton stikstof bedraagt, hetgeen overeen-
komt met ca. 625.000 ton stikstof-meststoffen, kon de
eigen productie tot voor kort nog slechts 5. pCt. van dit
verbruik dekken. In don loop van 1941 zijn echter vele
fabrieken van meststoffen opgericht.
De Altos llornos de Vizcaya S.A. heeft in September 1941
onder medewerking en met gebruikmaking van patenten
‘°)
Cfm.
,,Frankfurter Zcitung” van
27
Mei
1942
en ,,DcutsclLc
Verkehrsnaclirichten” van
28
Mei
1942.
50)
Cfm. ,,Nieuwe Rotterdamsche Courant” van
16
Dec.
1941.
“) Cfm. ,,KÜlner Zeitung” van
28 Juli 1942.
“) Cfm. ,,Economisch Nieuws” van
6
Februari
1942.
“) Cfm. ,,Nieuwe Rotterdamsche Courant” van
15
Januari
1942.
“) Cfm. ,,Nachrichten fOr den Auszenhanclel” van
9
Juli
1942.
28 October 1942
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
477
van de I.G. Farijeninciustrie A.G. de ,,Sefanitro” (Sociedad
Espanola de Fabricaciones Nitrogenadas) met fabriek te
Bilbao opgericht; de productie zal in 1944 aanvangen en
125.000 ton stikstof-rneststoffen, voornamelijk ammonium-
sulfaat, beloopen
25)
Een filiaal zal te Sagunto worden ge-
sticht voor de productie van 60.000 ton calciumnitraat
26).
Voorts heeft het bekende electriciteitsconcern, de Saltos
de! Duero S.A., een dochteronderneming opgericht, de
Nitratos de Castilla S.A., welke afgekort de ,,Nicas” wordt
genoemd, met een fabriek in aanbouw te Vlladolid. Ook
in de ,,Nicas” zijn Duitsche ondernemingen geïnteresseerd.
De capaciteit vitn de fabriek zal 10.000 ton stikstof bedragen.
De Sociedad Ibérica de! Nitrogéna S.A. is een dochter
van de Duro Felguera, een mijnbouw- en hoogovenonder-
neming. Dit bedrijf, afgekort de S.I.N., zal een capaciteit
van 9.000 ton stikstof bezitten. Van slechts een weinig
geringeren omvang zal het bedrijf van de 1-lidro-Nitro Es-
panola S.A. te 1-luesca zijn. De capaciteit bedraagt namelijk
8.250 toil stikstof, t.w. 10.000 ton synthetische ammoniak,
40.000 ton zwavelzure ammoniak, 32.000 ton verduhd
salpeterzuur, 6.000 ton geconcentreerd salpeterzuur. Voorts
zijn nog vermeld de oprichting van de Productos de Nitro-
gena S.A. te Valencia en de Minas y Ferrocurriles de Utril-
las S.A.
27)
Met betrekking tot de bereiding van fosforhoudende
meststoffen kan worden opgemerkt, dat de invoer van
fosfaten uit Frankrijk stagneert, terwijl de Spaansche
productie relatief onheteekenend is. De I.G. Farben heeft
nochtans met eenS Spaansch mij nsyndicaat een overeen-
komst gesloten voor de oprichting van fosfaatfabrieken
in Spanje, o.a. te Castillon met een jaisrcapaciteit van
200.000 ton fosfaat
28)
De oorlog heeft voorts nieuwe aspecten voor den kali-
mijnbouw geopend, daar de zwaarste concurrenten, nl.
Duitschland, Frankrijk, Palestina en Polen, zijn uitge-
schakeld. De winning is thans tot meer dan 100.000 ton
K
2
0-gehalte toegenomen, waarvan de helft door de bin-
nenlandsche industrie wordt afgenomen en de helft wordt
geëxporteerd.
2.
Celluloseninning en fabricare pan synthetische vezels.
De grondstoffen voor de productie van cellulose vormen
in Spanje: espartogras, graanstroo, rijststroo, hout van de eucalyptus, suikerbietbladeren, tallo.
Uit espartogras wordt celloluse bereid door de Cellulosa
Almariense S.A. (jaar!ijksche productie 20.000 ton cellu-
lose); uit graanstroo door de Fabricacione Espano!a de
Fibras Artificales S.A., welke te Miranda de Ebro eenfa-
briek bezit met productie van 27.000 ton cellulose en 9.000
ton celwol. Met Japansche licenties worden door de ,,Saipa”
te Valencia onder deelname van het Nationaal Industrie-
Instituut 9.000 ton ktmnstvezels en 3.000 ton cellulose per
jaar bereid. 1-let eucalyptushQut wordt als grondstof ver-
werkt door de Sociedad Nacionale de Industrias de Aplica-
ciones de Cellulosa Epanola (,,Sniace”). De productie zal
10.000 ton cellulose en 3.500 ton celwo! enkunstzijdebedra-gen. Te Malaga wordt een cellulosefabriek gebouwd voor de
vervaardiging van celstof uit suikerbietenbiaderen. Ook
probeert men uitvoering te geven aan een plan om de
stengels van een inheemsche distel, de tallo, ten behoeve van de kunstvezelfabricage te verwerken
29).
Men meent aldus ongeveer de helft van, den invoer van katoen te
kunnen vervangen door inheemsche cellulose. Verdere
“) Cfm. ,,Frankfurter
Zeitung”
van 27 Mei 1942.
) Cfm. ,,Spaniens Industrialisierung”, artikel in de ,,Berliner
Börsen Zeitung” van
8
Juli 1942 en den ,,Wirtschaftsdienst” van
3
Juli 1942: ,,Aus der Spanischen Chemie”.
Cfm. ,,Die chemische Industrie Spanigns im Jahre 1941″, artikel
in ,,Die Chemische Industrie” van 24 Juli 1942; het Spaansche
tijdschrift ,,Dyna” van Juli 1942: ,,La politica industrial de la Nueva
Espana en la
XX.
Feria-Muestrario Inlernacional de Valencia”;
de ,,Westdeutsche Wirtschaftszeitung” van 24 Juli 1942: ,,FÖr-
derung nationalwichtiger Industrieis in Spanien”.
CIm. ,,A.lgcmeen 1-landelsbiad” van 23 Juli 1941 en de ,,Nach-
richten für den Auszenhandel” van 19 Februari 1942.
aanvulling van de grondstoffen voor de textie!industrie vindt vooral plaats door het stimuleeren van de katoen-
teelt in Andalusië. Ook worden hennep en vlas als grond-
stoffen gebruikt.
3. Oliën, ha,’sen, zeep, cosmetica, enz.
Hier is van beteekenis, dat de Spaansche harsproductie
een waardevol uitgangspunt vormt voor de bereiding van
een groot aantal artikelen. De harsolie wordt gebruikt in
de zeepindustrie en ter vervaardiging van zeepvervangende
wasch- en reinigingsmiddelen. Voorts worden in de toilet-
e.a. zeepen nog afvalproducten van de olijfoliebereiding
verwerkt. De harsolie zal wordén verkregen in een nieuwe
fabiek in de provincie Avilo (productie maandelijks 1.500
ton) van de Union Resindra Espanola S.A. welke het mo-
nopolie van de harsproductie in Spanje bezit
30
). Voorts zal
deze nationaal-belangrijk verklaarde onderneming nog
synthetische harsen, pigmenten, vernissen, celluloid cd.
gaan maken
31
).
De reeds bestaande prdductie van potasch, zwavelzuur,
springstoffen, kunstharsen, lakken, synthetische reuk-
stoffen en essences is belangrijk uitgebreid 3f). Van be
teekenis is hierbij de groote productie van terpentijn en
cellophonium, welke eertijds tot 10.000 resp. 35.000 ton
per jaar werden geëxporteerd en thans voor een groot
gedeelte binnenslands verder worden verwerkt. Dear-
naast bestaan nog planndn tot voortbrenging van synthe-
tische benzine, waarbij de bruinkool uit Asturië de grond-
stof zal vormen, terwijl bijv. ook een fabriek is opge-
richt voor de bereiding van looistoffen uit kastanjes,
welke in Asturië worden verzameld.
Slotopmnericing.
.Al moge betreffende een groot aantal,projecten nog niet veel meer bekend zijn dan het voornemen tot uit-
voerihg, eventueel de voorbereiding tot den bouw, toch
kan worden geconstateerd, dat er teekenen zijn, dat de
Spaansche industrie bereid is in grootere mate van de
bodemrijkdommen en andere omstandigheden te gaan
profiteeren dan tot dusverre het geval was.
In zooverre de afzonderlijke berichten, welke ons hebben
bereikt, representatief kunnen worden geacht voor het
algemeene beeld, kan worden besloten, dat de ontwikkeling
van de chemische industrie in een sneller tempo lijkt te
gaan dan die van de metaalnijverheid. Ook bij dezen laat-
sten bedrijfstak zijn echter, teekenen aanwezik, welke
op een hervatting van de opgaande lijn wijzen, zoodra de
oorlog, althans de huidige belemmeringen in den aanvoer,
zal zijn beëindigd. Voorloopig hebben de mijnen en
hoogovens nog zeer te lijden van tekort aan kolen,
machines, gereedschappen, arbeiders, vertraging bij de
reparaties e.d. 33).
In 1935 waren 4.899 ondernèmingen aanwezig met een
kapitaal van 16.274 millioen pesetas. Eind 1940 varen er
4.126 ondernemiingen, echter met een.kapitaal van 19.051
millioen pesetas. Het concentratieproces, dat uit deze cijfers
spreekt, blijkt ook uit het gemiddeld kapitaal der onder-
nemingen, dat in 1935 ca. 31/3 millioen pesetas, in 1936
3,9 millioen, in 1940 4,64 mi!lioen pesetas bedroeg.
Voorts geeft de volgende tabel de verdeeling der
ondernemingen en Van hét geïnvesteerde kapitaal over de belangrijkste bedrijfstakken aan. Deze gegevens betreffen
begin 1940).
“),Cfm.
,,Economisch Nieuws” van
18
Augustus 1941; de ,,Ber-
liner Börsen Zeitung” van
8
Juli 1942.,, Spaniens Industrialisierung”;
den ,,Wirtschaftsdienst” van
3.
Juli 1942: ,,Aus der spanischen
Chemie”; ,,Algemeen Handelsblad” van
5
Augustus 4941; ,,Eco-
noinisch Nieuws” van
8
Januari 1942; het Spaansche tijdschrift
,,Dyna” van Juli 1942, loc. cit.
• 70)
Cfni. ,,Deutsche Zeitung in den Niederlanden” van
6
Augus-
tus 1942.
71)
Cfm. ,,Dyna”, Juli 1942, loo. cit. “) Cfm.
,,
1
,Virtschaftsdienst” van
3 Juli
1942, loe. cit.
8)
Cfm. ,,Wirtschaftsdicnst” Heft 42, van
16
October 1942.
7)
Cfm. ,,Spaniens wirtschaflliche Struktur”, artikel in de
,,Deutsclme Zeitung in den Nied.erlanden” van
6
Mei9941.
Gebouwen
………………….
Diverse reken. (mcl. oven, posten) Belegde bestemmingsreserven. ..
Effecten leendepôt ……………
15
1
2
15
–
2
1339 1362
Passiva:
948
964
Wissels
………………….
–
–
99
Crediteuren
………………….
Kassiers en geno m
.
daggeldieeningen
–
–
Deposito’s
op
termijn
…………96
38
..
42
Diverse rekeningen ……………
2
Bestemmingsreserven
…………2
Effecten leendepôt
……………
.
3
13
216 216
18
19
2 2
13 13
1622 1647
1148
-1169
–
119
121
47
49
2
.2
-13
13
62
1
56
67
996
1157
1174
758 1213 1241
17
16
17
2
6
7
67
91
91
31
46
41
132
15 10
172
171
22
23 22
1
22
49
985
1034
16
67 34
118
131
15 10
478
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
28
October 1942
miljoen
maat-
pesetas
schappijen
Electriciteit en gas
……..
2.755 429
Spoorwegondernemingen
.
1.436
75
Monopolie-ondernemingen
1.275
2
Ijzer- en metaalindustrie
. . .
1.137
289
–
Textielindustrie
…………917
314
Mijnbouw
………………803
196
Chemische industrie
745 284
Bouwnijverheid
…………420
202
Voedingsmiddelenindustrie
237 182
Tenslotte moge nog worden vermeld, dat
de investee-
ring, welke indertijd voor de periode
1939-1941
werd. geraamd,
voor
de
chemische
industrie’ 423
millioen
pesetas,
voor
de
textielindustrie
251 millioen pesatas,
voor de hoogovenbedrijven 86 millioen
pesetas
beliep.
overige industrieën bewegen zich om de
•
De
20 millioen
pesetas
35).
Ook uit deze gegevens blijkt cle
belangrijke
plaats, welke de chemische industrie in
de
plannen tot
industrialiseering van Spanje inneemt.
E.
WIEGAND.
“) CML
,,Wirlschaftsdienst” Heft
40,
van
2
Oétober
1942
ONTVANGEN BOEKEN, BROCHURES
EN STATISTIEKEN.
BO
‘
EKEN.
Drie belastingen op het bedrijf
1942. Ondernemingsbelating, vennootschapsbelasting en vermo’gensbelasting 1942,
– toegelicht door den fisca]en medewerker van het
weekblad ,,De Zakenwereld”.
Deel II: Vennootschaps- en vermogensbelastingen
met volledigen tekst der Bésluiten. (Amsterdam 1942;
NV. Nederlandsche Uitgeverij , ,Opbouw”. 120 blz.).
Znölfter Jahresbericht 1. April
1941 – 31
Mirz
1942, van’.
de Bank für internationalen Zahlungausgleich. (]3azel 1942; 1-lans Boehm. 242 blz.).
Het Rekeningsysteern 000r de Kleedingindusti’ie.
PubI. No. 1.
Uitg. door Bedrijfsgroep Kleedingindustrie. (Amster-
dam 1942).
ROdllu1iE.
Arbeid en recht,
door Dr. J. J. M. van der Ven. (Nijmegen,
Utrecht 1942; N.V. Dekker & van de Vegt. 17 blz.).
STATISTIEKEN.
Viei’teljahrshefte zur Statistik des Deutsches Reichs.
1-leraus-
gegeben vom Statistischen Reichsambt. 51. Jahrgang
1942. Zweites 1-left. (Berlin 1942; Verlag für Sozial-
politik, Wirtschaft und Statistik, Paul Schmidt.
66 blz.).
Statistiek de, Rijksfinanciën
1941, uitgegeven door het
Centraal Bureau voor de Statistiek. (‘s-Gravenhage
1942; Drukkerij Albani C.V. 116 blz.).
Statistiek 000r het kruideniersbedrijf IX
19’0/1941. (‘s-Ci’a-
venhage 1942; Stichting Eonomisch Instituut voor
den Middenstand. 31 blz.).
Statistiek der Genieentefinanciën
1941. Uitgegeven door het
Centraal Bureau voor de Statistiek. (‘s-Gravenhage
1942; Drukkerij Albani C.V. 91 blz.).
OVERHEIDSMAATREGELEN OP
ECONOMISCH GEBIED.
HANDEL EN MJVERHEID.
Buitenlandsche handel. De geldigheidsduur van de Wet
van 18 December 1939 (Stbl. No. 408) tot wijziging van de TariefWet 1934 en de-Wet op het Statistiekrecht, als-
mede de Wet van 26 April 1940 (Stbl. No. 404) tot aan-
wijzing van heffingen ten behoeve van het Leeningfonds
1940 is voor onbeperkten tijd verlengd. (E.V. 23/10/’42,
pag. 1284; Stct. No. 203).
Economische rechtspraak. De onderscheidene Hoofd-
bedrijfschappen en Bedrijfschappen zijn aangewezen als
instanties, belast met tuchtrechtspraak, conform het
Besluit Tuchti’echtspraak Voedselvoorziening. (BV.
23/10/’42, pag. 1283; Stct. No. 202). –
Handel. Aanvullende mededeelingen inzake het verkoop-
en aflevei’ingsverbod voor bepaalde artikelen. Stencils,
stencilinkt ên crbonpapier zijn als distributiegoed aane-
-wezen. (BV. .23/10/’42, pag. 1284; Stct. No. 204).
Imhistrie. Wijzigingen in de Beschikking Verwerkeide
Industrieën 1940 No. 2, waarbij verschillende verbodsbe-
palingen niet alleen op ondernemingen, maar op iedereen
betrekking hebhen,maar tevens aan hen, die geen onder-
neming zijn, dispensatie van deze verbodsbepalingen wordt
vei’leend. Nadere regeling, o.a. intrekking van eenige
dispensatie’s, ten aanzien van het be- en verwerken van
beenderen en lijmvleesch. Beperkende bepalingen inzake
het be- en vei’werken van gips. (BV. 23/10/’42, pag. 1285;
Stct. los, 201 en 203).
OrganHatie bedrijfsleven. De zittingsperiode van de voor
de eerste maal benoemde functionarissen van de Hoofd-
groep Handel en de daartoe behoorende Bedrijfsorganisa-
ties en Raden van Bijstand zal volgens een besluit in de
Stct. tot 31 December 1943 duren. Aanvullendebepalingen
inzake werkwijze en bevoegdheden met betrekking tot de
organisatie van het bedrijfsleven. (E.V. 23/10/’42, pag;
1284; Stct. No. 203; V.B. No. 28).
i’rijsregdlingen. Besluit, waarbij de bevoegdheden, met
uitzondering van enkele met name genoemde, van de.Secre-
tarissen-Generaal van de onderscheidene Dpartementen
op
,
het gebied van prijsvorming en prijsbeheersching in
–
MAANDCIJFERS.
GECOMBI1iEERDE1%IIAANDSTAAT VAN DE VIER NEDEIt-
LANDSCHE OROOTE BANKEN EN VAN
HET NEDER-
LANDSCHE BEDRIJF DER NEDERLANDSCHE
HANDEL-MAATSCHAPPIJ.
-.
Nederi.
Nederl.
Banken Banken
en Ned.
Handel-Mij.
31
3031
30
Aug. Sept. Aug. Sept.
1942
1
,
1942
1942
1942
Ander overheidspapier ……….
Wissels ……………………
Bankiers in binnen- en buitenland
Prolong. en voorsch. op effecten.
Debiteuren
………………..
Effecten en syndicaten ……….
Deelnemingen (mcl. voorschotten)
Aandeelenkapitaal …………….
170
170
210
210
Reserve
………………….
¼
–
72
72
83
83
1339 1362 1622 1647
(In millioenen guldens)
Activa:
Kas, kassieri en daggeldieeningen
Ned. scbatkistpapier
28 October 1942
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
479
het vervolg aan den Gemachtigde voor de Prijzen worden
toegekend. De Gemachtigde kan deze bevoegdheden aan
andere instanties overdragen. Nadere prijsvoorschriften
inzake de winstmarges bij den handel in versche zuidvruch-
ten, vaststelling van nieuwe maximum-groothandels- en
kleinhandelsprijzen. (E.V. 23/10/’42; pag. 1284 en 1285;
Stct. No. 201; V.B. No. 28).
Nationale Plan. Instelling van een Commissie voor agra-
rische vraagstukken door den President van den Rijks-
dienst van het Nationale Plan. (E.V. 23/10/’42, pag. 1285;
Stct. No. 202).
LANDBOUW. EN’VOEDSELVOORZIENINO.
lennep. Regeling van de handel in en het vervoer van
hennep. (E.V. 23/10/’42, pag. 1284; Voedselvoorzienings-
blad No. 31 d.d. 15/10/’42).
roente,rt en fruit. Verplichting tot het voeren van het
opschrift ,,Verkoop uitsluitend aan vaste klanten” op
groenten- en fruitwagens voor aflevering bij den consu-
mont aan huis. (E. V. 16/10/’42, pag. 1265; Stct. No. 196).
logge en roggemeel. Inleveringsplicht door handelaren
ten aanzien van de N.I.C.A. van aanwezige voorraden rogge en roggemeel. (E. V. 16/10/’42, pag. 1265; Stct.
No. 198).
Visseherj. instelling van een vervoerverbod voor on-
bewerkte mosselen tot nader te bepalen hoeveelheden
en voor aan te wijzen gebieden. (1?. V. 16/10/’42, pag.
1265; Stct. No. 196). –
Zisden.
Regeling van den handel in en het vervoer van
zaden van groenvoedergewassen. (E.V. 23/10/’42, pag.
1284; Stct. No. 203).
STATISTIEKEN.
STAND VAN
‘s
RIJKS
KAS.
Vorderingen
15 Oct. 1942
23 Oct. 194
Saldo van ‘s Rijks Schatkist
bij de Nederlandsche Bank
f
–
t
–
Saldo b. d. Bank voor Ned.
Gemeenten
…………..
131.170,-
Voorschotten op ultimo Aug.
1942
aan
de
gemeenten
‘t
verstrekt
op
.
aan
haar
uit te keeren hoofdsom (Ier
pers. bel., aand. in de hoofd-
som der grondbel. en dei
………224.156,49
–
gem.fondsbel., alsmede opc.
op die belastingen en op de
vermogensbelasting
……
17.676.226,03
,,
17.676.226,03
Voorschotten aan Ned.-Indiët)
……
,,
250.305.306,05
250.647.931,23
Idem
voor
Suriname
t)
….
7.970.162,86
Idem
aan
curaçao t)
260.283,23
n
260.283,23
Kasvord.
wegens credietver-
strekking a.
h.
buitenland
…….’
7
.940.962,86
.,
18.502.948,23
,,
18.502.948,23
Daggeldleeningen tegen onder-
Saldo der postrek. van Rijks-
comptabelen
…………
114.980.337,35
,,
126.459.794,23
Vordering op het Alg. Burg.
pand
……………………..
Pensioenfonds
t
)
…
,
–
Vordering op andere Staats-
bedr. en instellingen ‘)
69.636.414,83
76.603.742,79
Verplichtingen
Voorschot door de Ned. Bank
ingevolge art. 16 van haar
t
8:656.423,12
1
11.623.736,12
Voorschot door de Ned. Bank
in reken.-cour. verstrekt
. .
,,
–
–
,,
Schuld
aan
de
Bank
voor
Octrooi
verstrekt
………
Ned.
Gemeenten
……..
–
Schatkistbiljetten
in
omloop
110.096.000,-
,,
110.096.000,-
Schatkistpromessen in omloop ………
,,2847.500.000,-‘) ,,2847.300.000,-‘)
–
,,
–
Daggeldleeningen
………………
128.864.533,-
,,
128.815.957,-
Schuld
op
ultimo
Aug.
1942 aan de gemeenten weg.
a. h. uit te keeren hoofds. d. pers.bel., aand. I. d. hoofds.
Zilverbons
in
omloop
……
….
d. grondb. e. d. gem. fondsb.
alsm. opc. op die bel, en op
Schuld
aan
het
Alg.
Burg.
366.361,93
,,
397.587,59
Pensioenfonds’)
……………
Id.
aan
het Staatsbedr.
der
de vermogensbelasting …………
I. T. en T.
t)
315.974.419,40
,,
320.926.656,03
3d.
aan
andere Staatsbedrij-
…
ven
t)
19.514.791,28
3d. aan div. instellingen ‘)
..,,
…19.514.791,28
471.761.261,70
,, 471.763.175,-
)
In
rekg. crt. met ‘s Rijks Schatkist.
‘)
Rechtstreeks
bij De
Nederi. Bank geplaatst 8 262.000.000,-.
t)
Idem
t 247.000.000,-.
DE NEDERLANDSOtIE
BANK.
Verkorte balans op 26 October 1942.
Activa.
Binneni. wissels,
Hfdbank. 1 251.000.000
Bijbank ,,
–
pronlessen, enz. (Agentsch.
,,
‘.2.000
Voornaamste posten In duIzenden guldens.
Gouden
1
.
1
Andere
Beschikb.
Dek-
”
Data
munt en
opeischb.
dekkings-
lungs-
munlmoter.
schulden
saldo
perc.
26 Oct.’42
917.809
2.763.984 176.852 1.265.678
31,5
19
,,
’42
917.808 .2.735.809 160.536
1.240.141
32
12
,,
’42
917.809
2.724.144
1
191.785
1.208.705
32
6
Mei ’40
1.160.282
1.158.613
1
255.183
607.042
83
Totaal
Schat
.kist-
1
l
Beee-
Iapier
Div.
Data
bedrag
prom.
1
het
reken.
I
disconto’s
rechtstr.
buitent.
(act.)
26 Oct.’l
251.002 251.000
142.547
1
1.439.399
171.161
19
,,
‘421
247.002
‘”7.0OO
144.619
1.403.754
163.707
12
,,
‘421
297.002
297.000
139.986
1
1.378.811
163.529
6 Mei
‘401
9.853
–
217.726
1
750
150.648
DUITSORE RIJKSBÂNK.
(in mili. RK.)
Goud
Rente-
1
Ai0dere
wissels,
Belee-
Data
I
en
bank-
1
chêques
en
deviezen
1
scheïne
schatkistpapier
ningen
15 Oct.
1942
1
76,7
1
259,6
23.698,7
21,2
7
,,
1942
76,5
1
302,2
1
24.206,4
t
16,9
30 Sept. 1942
76,8
297,5
1
23.995,9
1
21.3
23 Aug. 1939
1
77,0
27,2
1
8.1 40,0
1
22,2
Data
Effec-
Diverse
1
Circu-
1
Rekg.-
Diverse
ten
Activa
1
latie
1
Cr1.
1
Pasiva
15 Oct.’42
77,6
1
1.525,8
1
21.620,9
1
2.798,9
1
695,4
7
,,
’42
68,0
1
1.146,4
21.870,4
t
2706,6
1
706,7
30 Sept. ’42
67,8
1
1.801,5
1
22.036.9
1
2.985,5
1
703,2
23 Aug. ’39
982,6
1
6.380,5
1
8.709,8
1
1.195,4
1
94,2
OEZAMENLIJI{E STATEN VAN DE NATIONALE BANK VAN
BELGIË EN VAN DE EMISSIEBANK TE BRUSSEL.
(in mill 1t’r,nne
1
.
–
1″
e’I
tes
,
‘ Ote
5)
.E
te
+.
nte
IH
te
,,O
°
t)
Pq
8
Oct.
’42
46.832
1
398
22.474
Ti”
öY&
“iT
5iT”
1
,,
’42
46.831
1
361
21.584
1.707 62.403 3.884
3.401
24Sept.’42
1
46.389
1
404
20.819
1.745
61.529 3.829
8.201
17
,,
’42
1
45.916
1
364
20.945 1.789
61.128
3.830
3.259
10
,,
’42
145.681
1
398
21.475 1.819
60.961
3.885 3.728
8 Mei ’40
1
23.606
1
5.394
695
1.480
29.806
–
909
251.002.000
Papier op
het
buitenland
..
f1.439.398.749
Af:Verkocht
maar voor
de
bank
nog
niet
afgeloopen
–
Beleenin
g
eninci.
1.439.398.749
Hfdbank.
t
i30.89523′)
rekening-courant
jAec1O:351:902
t 142.57.054
Op
effecten,
enz.
……….
t
142.385.317
)
Op goederen en ceelen
……..
161.737
142.547054
)
Voorschotten
aan
het
Rijk
………………..
15.000.000
Munt en muntmatei’iaal:
Gouden
munt
en
gouden
muntmateriaal …………f
917.809.229
Zilveren
munt,
enz .
……….
6.396.859 924.206.088
Belegging van kapitaal, reserves en
pensioenfonds
,,
60.515.174
Gebouwen en meubelen der Bank
………… …………
4.000.000
….
Diverse
rekeningen……………………..
171.161.378
63.007.830.443
Passiva.
Kapitaal
……….
..
………………..
t
20.000.000
Reservefonds
……………………………
8.050.923
Bijzondere
reserves
……………………..
19.564.874
Pensioenfonds
…………………………..
13.143.246
Bankbiljetten
in
omloop
……………….2.763.984.495
Bankassignatien
in
omloop
………………..
14.635
Rek.Courant
5′
Van het Rijk
t
–
saldo’s
t, Van anderen
,,
176.837.661
11
176.837.661
Diverse
rekeningen
……………………..
6.234.609
3.007.830.443
Beschikbaar dekkingssaldo
………………
11.265.678.671
Minder bedrag aan bankbiljetten in
omloop dan
waartoe de bank gerechtigd is
…………..
3.164.196.670
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de bank onder-
gebracht
…………………………….
251.000.000
t)
Waarvan aan
Nederlandsch-Indië (Wet van 15 Maart 1933, Staatsblad No.
99)
……….
52.706.500
480 –
28 OCTOBER 1942
4
1
fabetische Index Overheidsmaatrege/en op economisch gebied
(Zie voor den alfahetischen index Overheidsmaatregelen in 1941 het Jaarregister 1941, laatste bladzijde)
Blz.
Blz.
1Hz
Aardappelen 33, 47, 248, 314, 335, 354, 364.
Kunstmest
………………59, 215,
335
Veenproducten
……………….
113
394, 414, 424
Kweekerij
………………..59,
354
Veevoeder
…………..
47,
102,
238, 445
Aardolieproducten ……….102,
345,
414
Landbouw 33, 47, 59. 67, 75, 85, 93, 102, 155,
Vennootschappen …………….
.325,
363
Accijns
…………33,
485,
195,
354,
364
165,
195,
205,
215,
227,
248,
305, 364,
375,
Vennootschapsbelasting
227.
305,
335,
395
Advertenties …………………..345
385, 394/95, 425, 446.
468
Verf en
-grondstoffen
……….
102,
165
Afval
……………………165,
445
Landstand, Nederlandsche
. . . .
33, 102, 272
Verkoopverbod ………………….
468
Arbeldszaken
113,
189,
215,
227,
248,
272.
Leeningîonds
1940
………………102
Vermogensbelasting
……….
227, 305
305, 325, 345,
354, 364, 374, 414, 445,
467
Loonbelasting
…………………335
Vervoerswezen ……59, 002, 165, 248,
375
Bakkerij
………………….335,
345
Lucerne
……………………….354
Verzekering
………………..
414,
445
Bank- en
Credietwezen
……….33,
195
Machines
……………………..215
Vestigingseischen
………………..
102
Bankwet
1937
………………..135
Meel
en
-producten
……101,
195,
470
Vezelstoffen
……………………
215
Bedrijfsorganisatle Vee en Vleesch 59, 305,
Melk
en
-producten
………….33,
205
Visscherij
33,
59,
102,
123,
215.
305,
325,
315
Merkengeld
……………………113
385, 425, 479
Bedrijîsvorm
………. …………59
Metalen 47, 58, 75, 155, 184, 195, 227, 238,
Vlas
…………….
59,
75,
227, 248
Belastingen
.
. . .
33,
59,
227,
248, 305,
355
394, 414,
467
Vleesch
. .
59,
165,
185,
205,
315, 355, 468
flindt.ouw
…………………..33
215
Middenstand
…………..195,
215,
272
Voederbieten
………………….
215
Binnenscheepvaart 59, 156, 238, 248, 446, 468
Slijnhouw
………………………305
Voedselvoorziening 33, 47,
59,
75,
123,
155,
Bloembollen
…………………….
364
Molens
…………………….
.
.
.
465
175, 205, 227, 355, 364,
375,
415,
425,
446
Ploemkweekerij
………………..155
Motorbrandstof
. . . .
58,
165, 215. 305, 325
Vruchtboomen
………………….
355
Boschbnuw
…………………….185
Nationale
Plan
…………lol,
345,
470
Vijandelijk vermogen
…………….
215
Bouwnijverheid
………47, 58, 113,
325
Nederlandsche Coöperatieve Raad
. . . .
194
Waardevermeerderingsbelasting
…….185
Buitenlandsche Randel 47, 59, 75, 101,
113,
Nicotine
……………………..102
Warenwet
……………………..
305
155, 204,
215,
22.7,
238,
‘272. 314,
325,
345,
Oli6n en vetten
. .
402,215,
305, 468
Wol
………………………….
205
374, 384, 414,
445, 467,
478
Omzetbelasting 59, 102, 227, 315,
335, 364, Wijnbelasting
………………….
33
Chemische industrie ……….58, 184,
248
425
Zaden 47, 59, 102, 123,
156,
195,
205,
335.
Commissarissenbelasting …………..
415
Ondernemingsbelasting
……….227, 364
364, 385,
479
Deviezenverkeer
33, 59, 167. 335, 355
Oorlogsschade
……….123.,
184,
195
Zuidvruchten
………………….
195
Diamant
……………………..113
Oost-Compagnie, Nederlar.dsclie
..
.
314
Zuivel
227,
335,
355,
364,
385,
395,
415,
Disiributie
……………………354
Organisatie
Bedrijfsleven,
47,
102,
113.
I?7,
446
Dividenlbeperklng
…………..59,
335 165,
125.
204,
215,
227,
238,
248,
30.
310.
Drankwet.
…
. ………………..
58
325, 335,
345, 354, 363. 375, 467, 478
Drukwerk
……………………345
Paarden ……………………215,
414
F.conomische Rechtspraak 194, 445, 467, 478 Pacht
……67,
102,
123,
105,
335,
354
Effecten……………………….468
Papier
……..58,
102,
195,
206, 215,
335
Eieren
……………………248,
354
Pelterijen
……………………..58
Electricfteit
…………………….334
Pensionbedrijven
…………….58,
218
Electrotechnische
Industrie
……….58
Peulvruchten
…………………205
Fruit
…………..59,
315,
345,
445,
479
Pluimveehouderij
……165, 268, 354, 468
–
Garnalen
………………………123
Postverkeer
……………………59
Gas
…………………………334
Prijsregeling 47,
58,
75,
101,
113,
123,
155,
Gasgeneraloren
………………..325
165,
18!,,
195,
204,
215,
227,
238,
248,
305,
Gevogelte
……………………67
316,
325.
335,
345,
363,
384,
394,
414.
424,
Goederen voor Duitsclie Weermacht
.. 345
.
445,
467,
478
Gort
………………………….335
Radio
………………………..67
Grafische
industrie
……….58,
75,
194
Rantsoeneering
………………..227
Granen
…………………….205,
479
Registrallerechten
………………59
Gras
…………………………354
Restaurants
……………………75
Grasland
……….33,
67,
85,
155,
205
Rijwielen
……………………47,
123
Grienci
en
riet
………………….467
Rubber
…………..113,
123,
305,
467
Groenten …… 3.1.
155,
315,
335,
345,
470
Ruwvoedergewassen ………………355
Handel
. .
204. 215,227, 238, 248, 344,
325,
Slaclitvee
…………33,
59,
67.
248,
272
345,
354
363, 374, 384, 394,
414, 424.
445,
Smeerolie
……………………..102
467,
478
Spaar- en betaalzegelkasbedrijf 102, 227, 355
11effingen
……………………..354
Spertijden
Kleinbedrijf
……….75,
123
Flennep
………………….205,
679
Suikerbieten
………………….205
hooi
……………………..335,
354
Surrogaten
……………………155
Hout
……..248.
272,
335,
365,
354,
445
Tabak …………..47, 58,113,
195;
355
Industrie
238, 248, 345, 354.
963, 375, 384,
Tankas
…………………….205
394, 424,
445,
467,
478
Textiel
………………102,
325,
364
Inlichtingen7 verstrekken
…………..468
Tuinbouw
33, 59, 102, 205, 227, 364, 395.
Kaas
………………….75,
227,
315
414,
425,
468
Kamers van
Koophandel
……..47,
184
Turf ……………… ……
59,
335,
467
Kantoormachines
………………156
Tweelandenorganisaties
…………..59
Kpok
……………………101,
165
uien
………………………
..’13
Keramische
Industrie
……….58,
194
Varkens
………………..59,
227,
915
Klaver
……………………….356
Vee 67, 165, 185, 195, 205, 227, 248, 272,
315,
Klompen
……………………..272
355,
375, 414, .425
Publicaties van het Néderlandsch Economisch instituut:
25.
Dr. L. R. W. SOUTENDIJK
M’thoden
tot het vaststellen van den omvang der besparingen
………………..
(f
2,60)
J.
VAN DER
WIJK
Inkomens-
en
Vermogensverdeeling
……………………………………….
(!
2,60)*
Dr. T. KOOPMANS
Tanker
freigltt
i’ates
and
tankship
building
………………..(/3,95*
geb.,
12,10*
ingen.)
23.
Overzicht vait de ontwikkeling der handelspolitiek van het Koninkrijk der Nederlandei
van
1923
tot en met 1938, samengesteld door een groep medewerkers
van
het N.E.I.,
–
onder.
leiding
vorm
Prof.
Mr.
P.
Lïeftinck
………………………………..
(f
2,10)
Dr. A. WINSEMIUS
Economische
aspecten
(Ier
internationale
migratie
……………………………
(f
2,10)
Dr. IT. M. H. A. VAN DER VALK
–
Eqalisutiefondsen en monetaire politiek in Engeland, Nederland en de Vereenigde Staten
(derde
gewijzi
g
de
druk)
…………………… ……………………………
(f
2,10)
M.
J.
SCHUT,
i’ini’e.strictie
en
tinprijs
………………………………………………..
(/ 1,55)
Dr. J. R. A. BJNING
De beleggingen
der bijzondere spaarbanken in
Nederland ……………………..
(t 3,65)
(Tilgaoe: De Erven F. Bohn N.V. Haarlem
Verkrijgbaar in den boekhandel
P. 1299/3.
– Verantwoordelijk voor het redactionecle gedeelte: Drs.
M. F. J. Cool,
te Rotterdam. – Verantwoordelijk voor de
advertenties:
H. A. M.
Roelants, Schiedam. – Uitgever: H.
A. M.
Roelants, Schiedam. – Drukker: H.
A. M.
Roelants, Lange
Haven 141, Schiedamn, –
K 2193.