Ga direct naar de content

Jrg. 27, editie 1360

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 11 1942

11 FEBRUARI 1942

EconomischStatistische.

B

ÂLGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

27E
JAARGANG

WOENSDAG 11 FEBRUARI 1942

No. 1360

1

N.V.

Stoomvaart-Mij. ,,Nederland”

Amsterdam

N.V.

Rotterdamsche Lloyd

Rotterdam

Een dezer dagen verschijnt

DE BELEGGINGEN

DER BIJZONDERE

SPAARBANKEN IN

NEDERLAND,•

door

Dr. J. R. A. BUNING

32ste Publicatie vn het Neder-
landsch Economisch Instituut.

POTEPDÂMSCH E

BANKVEREENIGING
RO1TERDAMA1.ISTERDAIIs CRAVENHAGE

KAPITAAL EN RESERVE
62.000.000

SAFE LOKETTEN
TER BERGING ‘eD.N WAARDEN

150 KANTOREN IN NEDERLAND

PRIJS f
3.65

(Prijs voor donateurs en leden

van het N. E. 1.
f
2.75) –

Verkrijgbaar in den Boekhandel

Uitgave: De Erven

F. BOHN N.V., HAARLEM

Openbare werken en

Conjunctuurbeweging

– door
Dr. lr.A. Baars

PRIJS
f
2.10*

Prijs voor donateurs en leden
van het N. E. 1. f 1.50.
Iii
. den boekhandel verkrijgbaar
UITGAVE: DE ERVEN
F. BOHN N.V., HAARLEM

Wat is de

HOLLE RITH

Boekhoud-
en Statistiek-DI EN ST
.-

Deze dienst vormt een afdeeling van ons bedrijf,

dle over een uItgebreide, moderne WATSON

Machine Installatie (HOLLERITH Systeem) beschikt,

-alsmede over een staf van deskundig bedienend

personeel, om
alle administratieve werk-

zaamheden en statistieken,
tegen eén rede-

lijk tarief, feilloos en snel volgens het HOLLERITH

Systeem uit te voeren.

Vraagt nadere inlichtingen aan de:

WATSON BEDRIJFSMACHINE MAATSCHAPPIJ N.V.
HOOFDVERTEGENWOORDIGING VOOR NEDERLAND DER
INTERNATIONAL BUSINESS MACHINES CORPORATION te

NEW-YORK.
Freder*kspleln 34, Amsterdam C –

Telef. 33656-31856

R.MeesfjZoohen

00. 1720

BANKIERS EN ASSURANTIE-MAKELAARS

ROTTERDAM
AMSTERDAM (AsB)
‘..GRAVENHAGE
DELFT – SCHIEDAM
VLAARDINGEN

-II

0

BEHANDELING VAN ALLE

BANK ZAKEN

BEZORGING VAN ALLE

ASSURANTIËN

/

t
.

NEDERLANDSCHE

HANDEL-MAATSCHAPPIJ,
N.V.

69 KANTOREN IN NEDERLAND
EFFECTEN

AAN.
EN
VERKOOP – ADMINISTRATIE

CREDIETEN

AAN HANDEL EN INDUSTRIE

n.v. neerIandsche kabelfabriek

n.k.f. delft.
aDe’5
et
50
totie

te%etOO*’m
en

m a s s a

koperd
r:aad,
kop’erka bel

Economische

aspecten der –

internationale

migratie

door

Dr. A. Winsemius

29e Publicatie van

het Nederlandsch

Econom. Instituut

Prijs f2.!O*

– (Prijs voor donateurs en

leden van het N.E.I. fl.50)

Verkrijgbaar in den boekhanlel

Uitgave.:

De Erven F. Bohn N.V. – Haarlem –

til

Koninkl. Nederlandsche Boekdrukkerij

H. A. M. ROELANTS

– SCHIEDAM

Onze terzake-kundige staf is te allen

tijde voor gratis advies te Uwer

beschikking.

Tel. 69300 (3 lijnen)

Nieuwe belastingbesluiten geven nieuwe

BELASTINGMOEILIJKHEDEN

Daarom is voor U van belang

MAANDBLJAIJ GEWIJD AAN

D
E

CONSULENT
BELÂSTINGVRAAGSTUM4EN

Waarvan de prijs slechts f 4.— per jaar bedraagt

ADMINISTRATIE:
PROEFNUMMER

LAAN VAN MEERDERVOORT la

OP AANVRAAG

DEN HAAG.

Ter vervanging vanhaar door brand verloren geganen vorraad nummers van

Economisch-Statistische Berichten en Economisch-Statistisch friaandbericht

van den jaargang 1940, zou de redactie het zeer op prijs
stellen,
isviien de
4

,
lezers,
die hun exemplaren kunnen missen, deze aan haar zouden willen afstaan.

t,,’

Laat Uw

JAARGANG

inbinden !- II

Stort f 0.75 op giro 5858 ten name

van H.A.M. Roelants, Schiedcnn

met vermelding: Band E.-S. B.

1941 en U ontvcmgt, zoodra de

oplaag gereed is, franco per

post Uw band toegezonden.

Bij franco opzending van Uw

jaargang aan

II. A, M. ROELANTS

SCHIEDAM

onder gelijktijdige storting van

f 2.40 op giro 5858, ontvangt U,

zoodra de banden gereed zijn,

-Uw Jaargang keurig gebônden

franco huis terug.

(Uitvoering van dèn band linnen

rug, verdér stevig beplakt bord)

11 FEBRUARI 1942

A UTE URSRE CHT VOORBEHOUDEN

conom schA-rStatistische

Berl*c.hten

S

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL,NIJ VER}TEID, FINANCIËN EN VERKEER

UITGAVE VAN HtT NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

27E JAARGANG

WOENSDAG 11 FEBRUARF 1942

No. 1360

HOOFDREDACTEUR:

M. F. J. Gooi (Rotterdam).

PLAATVERVAIVGEND HOOFDREDACTEUR

H. W. Lambers (Zwartewaal).

Redactie en adnain istratie: Pieter de Hoochweg 122, R’dam- W.

A angeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaat weg.

Telefoon Nr. 35000. .Pestrekening 8408.

Abonnements prijs voor het weekblad, waarin tijdelijk
is opgenomen het Economisch-Statistisch Maandbericht,

franco p. p. in Nederland j 20.85′ per jaar. Buitenland en

holoniën f 23.— per jaar. Abonnementen kunnen met elk

nummer ingaan en slechts worden beëindigd per ultimo van

eik kalenderjaar. Losse nummers 50 cent. Donateurs en

leden van het Nederlandsch 2conomisch Instituut ontvangen

het weekblad gratis en ge7ieten een reductie op de verdere

publicaties. Adreswijzigin gen op te geven aan de administratie.

Advertenties voorpagina / 0.50 per regel. Andere pagina’s

/
0.40
per regel. Plaatsing bij abonnement volgens tarief.

INHOUD:

Blz.

De Nederlandsche kapitaa1nTarkt in 1941 door

P. L. van der Velden ……………………70

De heteekenis van. Europa als afzetgebied voor den

wereidhandel in agrarische producten door

J. Willen’s …………………………….
71

M a a n d cij f e r
S.

Emissies- in December 1941 ………………74

Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen ……
75

Overheidswaatregelen

op

econo-

misch

gnbied ……………………..
75

S t a t i s t i e k n.

Wisselkoersen – Bankstaten
.
……………..
‘î8

GELD- EN KAPITAALMARKT.

Sedert kort na de storting op de 3j pCt.-consoiidatie-

leening 1941 doet zich op de
geidmarkt
meermalen het

verschijnsel voor, dat de geidgevers meer middelen be-

schikbaar hebben dan de Schatkist op zeker oogenblik
noodig heeft. Slechts bij tusschenpoozen is de Agent van
de Schatkist bereid papier af te geven. Terwijl eenige
jaren lang de situatie aldus was, dt de Agent zich moest
matigen hij het zetten van drang achter de plaatsing van
papier, en steeds zorgvuldig het absorptievermogen van
de markt moest peilen om een overvoering te vermijden,
terwijl het restant van de behoeften bij de centrale bank
werd gedekt, is nu het geldaanbod vrijwel permanent
grooter dan de vraag. De banken en andere geldgevers
wachten met een zekeren beleggingshonger telkens weer

op een nieuwe bereidverk)aring van de Schatkist om
papier af Ae geven, en wanneer deze situatie zich door
verdere verruiming van de markt mocht verscherpen,
dan lijkt het geenszins ondenkbaar, dat het vroegere
systeem van de openbare inschrijving weer in eere wordt
hersteld. Daarvoor is geen reden, zoolang de geldvraag
grooter is dan het aanbod en er dus geen concurrentie is
onder de (geld)aanbieders, maar zoodra die concurrentie
wel ontstaat, komt er weer behoefte aan een middel om
de distributie van het beschikbare materiaal te reguleeren
naar den geboden prijs. Noodig is het natuurlijk niet om

den prijs tot regulator van de verdeeling te maken, wellicht
kan men daarvoor andere en betere maatstaven opstellen,
wanneer men er de voorkeur aan geeft de prijsbepaling in handen van de Schatkist te houden.

De
obligatieinaikt
vertoont nog steeds een goede vraag
1{aar materiaal, bij beperkt aanbod. Dit is duidelijk ge-
bleken, toen in de verslagweek de emissiekoers dr nieuwe
leening, t.w. 971 pCt., zoo vlot werd gepasseerd, hoewel
er juist op dat peil, naar wij vroeger reeds hebben uiteen- –
gezet, omvangrijke verkooplimites aan de markt lagen.
Er waren enkele dagen van zeer omvangrijke omzetten,
maar het aanbod, werd vlot opgenomen, en de koers bleef
zich in stijgende lijn bewegen. Ook voor de gestaffelde lee-
niog was er goede vraag, waarbij voor het eerst na zeer
geruimen tijd het peil van 95 pCt. veer werd overschreden.
Ook gemeenteleningen waren naar rato zeer vast gestemd,
terwijl tenslotte ook pandbrieven hun vaste houding
konden handhaven. Wanneer de huidige stemming eenigen
tijd.aanhoudt, zol de markt spoedig rijp zijn, hetzij voor
een nieuwe consolidatie-, hetzij voor een conversie-operatie,
waarbij men wellicht uit tactische overwegingen de laat-

ste zou willen laten voorgaan.

De
aandeelenmarkt
heeft in de verslagweek per saldo
niet zoo veel verandering getoond, terwijl afwisselend de
stemming wat meer of minder gunstig was. De omzetten
waren niet groet; evenmin als de koersiluctuaties.

ECONOM ISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
70

4


DE

M
NEDERLANDSCHE KAPITAALARKT

IN 1941.

De Nederlandsche kapitaalmarkt heeft, blijltens onder-

staande jaarstatistiek, in 1941, evenals in dë .beide voor-

afgaande jaren, in sterke mate den in’t1oed der oorlogs-
omstandigheden ondervonden. De ‘tianzienlijke kapitaal-
‘behoeften van de Overheid hebben ook dit jaar hun

stempel gedrukt op de emissiemarkt.

Emissies in millioenen guldens

Nederl. en Buiten-

Aan-

Obli-
Koloniën

land

deden

gatiën
,
4)

0-0,4

0,4

0,4
0-

c:

1
.

E

1-
4

ç

Ei

1-4

1925 516 297 219 175 59 122

41

64

22 233

78
1926 899 470 429 196 42 274

58

73

16 397

84
1927, 540 494

46 158 32 336

68

93

19 401

81
1928 715 667

48 364 55 303

45 338

51

329

49
1929 544 460

84 327 71 133

29 287

62 173

38
1930 662 598

64 349 58 249

42

29

5 569

95
1939 807 336 474 292 88

41

12

11

8 322

97
1932 719 439 280
1
415 95

24

5

0,7

0,2 438,5 99,8
.1933 584 362 222 353 98.

9

2

2

0,6 360

99,4
1934 2.243 363 1.880 363 100

– 17

4,7 345

95,3
1935 241

65 176

65 100

3

4,6 62

95,4
1936 331 250

81

250 99,9

0,3

0,1

3

1,2 247

98,8
1937 2.376 125 2.251 416 92,8

9

7,2 51

40,8 74

59,2
1938 1.457 150 1.306 118 78,2 32

21,8 29

19,1 121

80,9
1939 475 402

73 363 90,3 39

9,7 20

5 382

95
1940 301 301 –

301 100

1,1 0,4 300 . 99,6
1941 1.009 8.009 – 1.009 100

– – 20

2 989 98

Bezien wij de tabel, dan blijkt de kolom der in totaa’
geplaatste emissies voor 1941 een belangrijke stijging
ten opzichte van de vorie jaren te vertoonen, welke
toeneming geheel op rekening van de twee staatsleeningen,’

ter gezamenlijke grootte van f 987.5 millioen, moet wor-
den geschreven. In de geschiedenis van deze emissie-

statistiek komt geen enkel jaar voor, waarin zulk een
omvangrijk bedrag aan emissies voor het opnemen van

nieuw kaiitaal werd geplaatst. In totaal werd voor niet minder dan f.1.009 millioen aan nieuw kapitaal opge-
nomen, waarbij zelfs de jaren 1928 en 1930 met respec-

tievelijk f 667 en f 598 millioen nog ver ten achter blij-
ken te blijven. Deze cijfers geven een indruk van de
orde van grootte der kapitaalbehoeften van den Staat en

11 Februari 1942

van de huidige opnemingscapaciteit der kapitaalniarkt.

Conversies vonden in 1941 – behoudens eenige côn-

versies van pandbrieven, welke in de statistiek niet zij

opgenomen – niet plaats; sedert het eerste kwartaal
van 1939 kwamen conversies niet meer voor. Dit feit

staat in scherpe tegenstelling tot de talrijke conversies

in andere landen. De oorzaak hiervan zal wel gelegen zijn

in dè omstandigheid, dat de rentevoet hier te lande reeds

in de jaren voor den oorlog een Vrij laag peil had bèreikt.

Voor de verdere ontwikkeling dient men rekening te

houden met de mogelijkheid, dat er van overheidswege
invloed zal worden uitgeoefend op de rentevorming’).

Buitenlandsche emissies en emissies ten behoeve van

Nederlandsch-Indië kwamen in 1941 uiteraard niet voor.

De obligatiën namen met 98 pCt. van het totaal aan

nieuw kapitaal weer een overheerschende plaats in. De

verhouding van de obligatiën tot de aandeelen wordt
echter, evenals in 1939, door de groote staatsleeningen

sterk geflatteerd naar de zijde der obligatiën.

Behalve de beide staatsleeningen werden een kerke-
lijke leening, groot f100.000, en een gemeentelijke leening,
ter grootte van f1.600.000, geplaatst, berwijl de rest

van het geëmitteerde kapitaal geheel in aandeelen werd

geplaatst ten behoeve van industrieele ondernemingen,
banken en diversen (deze laatste groep bevatte dit jaar

alleen een emissie van een maatschappij tôt exploitatie
van onroerende goederen).
Industrieele emissies.

Blijkens het hiervolgende overzicht der emissies ten
behoeve van industrieele ondernemingen mag voor 1941

ten aanzien van deze groep credietvragers van een zekere
bedrijvigheid worden gesproken:

Emissies ten behoeve van industrieele ondernemingen.
Jaar ,

inj 1.000.000

3aar

in f1.000.000
1925
……….
78,2

1934
……….
1926
………..

163,4

1935
……….
0,3
1927
……….
93,0

1936
……….
3,1
1928
……….
221,7

1937
……….
8,0
1929
……….
252,0

1938
………..
14,3
1930
……….
75,7

1939
……….
12,3
1931
………..
6,6

1940
………..
1,1.
1932
……….
0,7

19
1
11
………..
19,3
1933
……….

Oppervlakkig beschouwd, mag dit verschijnsel zeer


‘)
Wij wijzen ér voorts op, dat in’ het begin van dit jaar door
eenige ondernemingen reeds conversies zijn aangekondigd.

Onderneming.

Doel van iie emissie. .

.

Grootte van do emissie.

Nom.
Koers

.ReëeIl
Kromhout’s Motorenfabrick D.

Goedkoop

Jr
1.530.000
135*’)
2.057.850
G. H. Bührrnann’s Papiergroothanciel N.V.
Introductie

…………………………..
830.000
115
954.500
Chamotte

Unie

N.V.

………… . ………
Aflossing

bankerediel

…………………….
925.000
130
162.500
‘)
300.000
2.000.000
140
177
‘)

‘i20.000
‘)

3.540.000
Ijzer-,

metaal-

en tempergieterij
Financiering debiteuren en voorraden

…………
Introductie

……………………………..

v/h B. Ubbink

&
Co.

N.V.

…………..

Introductie

……………………………

Vergrooting capaciteit der gieterij en temper-
450.000 250.000
110 130
495.000
325.000 ‘)
N.V. Kon. Ned. Hoogovens

en

Staalfabrieken

..

3.105.000
105
3.260.250

)
‘)

Nederlanclsche Dok Maatschappij

………….

500.000
110
550.000 ‘)
Kon. Ned. Fabriek voor Wollen Dekens

Versterking bedrijfsmiddelen

……………….

.

v/h

:

C.

Zaalberg

………………….

Vergrooting staalfabriek

………………….

75.000
100
75.000
2)

.

N.V. Ned. Scheepsbouw-Maatschappij

………
Vergrooting bouwcapaciteit
………………….

105.000
120
126.000
2)
825.000
100
825.000
2)

N.V.

Werkspoor

……………………..
Financiering

orders

en

afscheiding

reserves

N.V.

Kon.

Ned.

Grofsmederij

…………….

Oprichting fabriek van ,,homespuns”
…………..

voor personeel” van de bedrijfsmidclelen

.
.
1.470.000
60.000
140
100
2.058.000 ‘)
60.000
3)
Ned.

Vlasspinnerij

……………………..

..

Grootendeels

aflossing

v.

fl.

crediet

van

Mij.

N.V. Automatiê Screw Works

…………….
N.V.

Kon.

Ned.

Papierfabriek

…………….

Amsterdamsche Droogdok Mij. N.V.
……….

installatie

…………………………….

350.000 500.000
115
125
402.500
3).
625.000
2)

N.V. Fabriek van Elecir.

Apparaten

Verruiming

kasmiddelen

……………………..
Aflossing hyp.oblig.

leening
………………….

250.000
110
275.000
2)

.v/h F.

Hazemeyer

&

Co.

……………….

..

Bouw
van kalkstikstoffabriek en aflossing van

Ned. Electrolasch Industrie

……………..

N.V. Electro Zuur- en Waters to ffabriek
……..

N.V. Kon. Pharmaceutisclie Fabr.

Versterking

kaspositie

…………………….
..

500.000
150
750.000
2)

v/h Brocades Stheeman
&
Pharmacia
voor Industriefinanciering

………………..
Uitbreiding en verbetering gebouwen

………..
..

500.000
135
675.000
‘)
N.V. Machinefabriek Du Croo & Brauns

.
. .

Versterking bedrijfskapitaal

……………….

300.000
100
300.000
Chamotte-Unie

N.V …………………….

bankcrediel

………………………..

330.000
925
416.250
2)
2)
Eleciromotorenfabriek ,,Dordt” N.V.

……..

Verruiming

bedrijfskapitaal
………………..

280.000
125
350.000
2)
Utrechtsche Asphaltfabriek
……………….
..
Aflossing kortloopende

schulden

………….
Aflossing

obligatieleening
…………………
Versterking

bedrijfskapitaal

……………..

3

en uitbreiding….
353.400 127k
450.585′)
Hollandsche Constructie’Verkplaatsen
………
Buitengewone, onvoorziene uitgaven

………
100.000
100
100.000
2)

‘) Eerste koers.
2)
Uitsluitend of met recht van voorkeur voor aandeelhouders.
2)
Ondershands werd in totaal nog geplaatst f 2:507.250.

11. Februari 1942

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

71

verwonderlijk worden genoemd, daar het bedrijfsleven

in het algemeen tengevolge van de productiebeperkingen,
die onder den druk der oorlogsomstandigheden aan het
bedrijfsleven moesten worden opgelegd, eerder een over-
schot dan een tekort aan middelen bezit.

Doel en karakter der indusi,’ieele emisses.

Deze overweging gaf ons aanleiding tot een nadere

ontleding van de industrieele emisies, waarbij wij hebben

nagegaan,.welk karakter de diverse emissies droegen en

ten behoeve van welke bedrijfstakken nieuw kapitaal
werd opgenomen. Deze analyse is in het chronologisch

overzicht van industrieele . emissies onderaan blz. 70
weergège’en.
1-loewel het vaak moeilijk na te gaan was, tot welk,
doel een emissie werd geplaatst ‘- de prospectussen zijn

veelal tamelijk geheimzinnig op dit punt – geeft dit

overzicht ons een beter inzicht in de industrieele emissies
dan het totaalcijfer.
Vatten wij de emissies samen naar het doel der kapitaals-

vergrooting, dan komen wij tot de volgende groepeering:

inguldens

inpCt.
Introducties

………… . ………….
t

5.897.850

30,5
Aflossing bankcredieten en obligatiën

– 3.048.250

16,0

Versterking kasmidclelen
…………….

286.000

1,5
Uitbreiding bedrijfskapitaal

…………
– 3.965 500

29,5
Uitbreiding vast kanitaal
…………….

6.055.835

11.8

Totaal

…………………………..
t 19.253.435

100,0

toor deze indeeling zijn de door de industrie voor
werkelijke investeering opgenomen kapitalen tot meer

bescheiden prôporties teruggebracht. lIet blijkt, dat
46.5 pCt. van het emissiebedrag niet voor uitbreiding

der middelen was bestemd; 30.5 pCt. had namelijk be-
trekking op introducties van aandeelen ter beurze, terwijl
10 pCt. voor ô.flossing van bankcredieten en obligatiën werd geplaatst. Slechts voor 53.5 pCt. kan men van een
vergrooting der bedrijfsmiddelen spreken, terwijl maar
31.5 pCt. van het in totaal geëmitteerde bedrag ter in-

vesteering in vaste kapitaaisgoederen werd aangetrokken.
Dat de hierbedoelde emissies ter uitb’reiding van het
vaste kapitaal bijna geheel van één enkelen bedrijfstak,
de metaalindustrie,’ afkomstig waren, zal voorts bij de

huidige omstandigheden geen verwondering baren.
Opmerkelijk zijn tenslotte nog de emissies ter ver-

sterking van de kasmiddelen en het bedrijfskapitaal, nu
de meeste ondernemingen over een groot surplus aan
vlottende middelen beschikken.

Naast verschillende andere redenen, welke men voor dit streven ter versterking’der kasmiddelen zou kunnen

aanvoeren, zou men hierin reeds een poging kunnen

zien, het bedrijf na if1oop van den’ oorlog voor illiquidi-
teit te behoeden. Daar de juistheid van deze ver-
onderstelling echter afhankelijk is van een zeer groot

aantal onmeetbare factoren, kunnen wij haar niet verder
uitwerken. Immers op het oogenblik kan nog niet worden
beoordeeld, in hoeverre het verschijnsel van illiquiditeit
zich op dat tijjstip zal voordoen. Dit hangt af van de

vraag, in welke mate de ondernemingen zich uit inflatie-
vrees hebben laten verleiden tot illiquide belegging van hun tijdelijk overtollige middelen. Hierbij verlieze men
bijvoorbeeld niet uit het oog, dat belegging in effecten in
wezen verleening van crediet op langen termijn beteekent,
en alleen liquide is, wanneer op ,,plaatsvervanging” kan

worden gerekend. Dat het hieraan op bepaalde oogen-
blikken kan schorten, is duidelijk.

P.L.v.d.VELDEN.

DE BETEEKENIS VAN EUROPA ALS AFZET-.

GEBIED VOOR DEN WERELDHANDEL
IN AGRARISCHE PRODUCTEN.
Daar de economische structuur der buiten-Europeesche

gebieden in hôt algemeen een overwegend agrarisch
karakter draagt – slôchts Japan en de Vereenigde Staten..
zou men als uitzonderingen op dezen regel kunnen be-

schouwen – worden de verstoringen door den oorlog in het zoo belangrijke overzeesche handelsverkeer van en
met

deze landen in de eerste plaats op het agrarische
terrein der economische activiteit ondervonden.

Schetsmatig kan men de handelsbetrekkingen van Jiet
dichtbevolkte, .grootei3deels industrieele, Europa met de

rest van de wereld, wat de.goederenbewegind betreft, zien
als een toevloed van ruwe grondstoffen en voedigs-

middelen naar Europa en een tegenstroom van veredelde

voortbrengselen naar de buiten-Europeesche gebieden.
Wel is het beeld van deze teekening in den loop van
deze eeuw steeds ingewikkelder geworden. Eenerzijds door-

dat de stroom naar Europa niet enkel meer uit ruwe

grondstoffen en voedingsmiddelen bestond, terwijl ander-

zijds de verzorging der overzeeschd gebieden met veredelde
producten niet uitsluitend meer voor Europa gereserveerd

bleef en tevens ook plaats maakte voor goôderen, die
meer het”karakter van productiemiddelen (machines .d.)
droegen. Ter illustratie van bovenstaande opmerkingen
geven wij deze tabel
1):

‘TABEL 1.

Procentueele oerdeeUng oan den buitenlandschen handel
n’an Europa en oan de rest oon de wereld naar goederensoorten.

1925 1932
.
1937

Europa
1)

– Uitoei’

Toedingsmiddelen en levende.

dieren ………………..18

21

16
Grondstoffen, ruw of gedeel-

telijk bewerkt …………22

21

27
Bewerkte goederen ……….60

58

57

100 100 100

Rest van de wereld

Uiwoer

T.

………………………..33

34

26

48

41 – 46

111.2)
19

25

28

100 100 100

Europa

Int.uer

1.

………………………..33

35

28

II………………………..43

38

47
III.

………………………..

24

27

25

100 100 100

Rest van’ de wereld

Inooer

•I.

……………………….21

22

18
II………………………..

33

29

33

III………………………..46

.

49

’49

100 100 100

‘)
Exclusief de Sovjet-Unie.
‘)• Inclusief goud- en zilverexporten van sommige der edele metalen-
produceerende overzeesche gebieden.
Teneinde nu eenig inzicht te krijgen in den omvang
van den invloed van den oorlog op de handelsbetrekkingen
van en met Europa, in het bijzonder ten aanzien van

) De gegevens in dit artikel zijn, voorzoovor niet anders ver-meld, ontleend aan ,,Europe’s Trade” en aan publicaties van het
,,Institut International d’Agriculture” te Rome.
De cijfers betreffende Europa zijn in het algemeen exclusief den
in- en uitvoer van de Sovjet-Unie.
Indien van den in- en uitvoer van een groep landen wordt ge
sproken, is hiermede – tenzij anders vernield -. de totaalpost van
de resp. in- en uitvoeren der, afzonderlijke landen bedoeld en dus ook
de handel tusselien deze landen Ônderling iii de cijfers inbegrepen.
Tenzij anders vermeld, hebben verhoudings’ijfers bet”ekking op
:de gelaswaardegegevens van den internationalen hanal.

72

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

11 Februari 1942

agrarische producten, willen wij hieronder een beknopte
analyse geven van Europa’s plaats in den wereidhandel
in agrarische voortbrengselen, vôôrdat het overzeesche
handelsverkeer werd verbroken. Hierbij willen wij dan in
het bijzonder, voorzoover de gegevens, waarover wij be-

schikken, dit tenminste toelaten, de positie vân Continen-

taal-Europa (di. Europa met uitsluiting van Groot-
Brittannië en Ierland) als afzetgebied voor agrarische

voortbrengselen weergeven.

Europa’s plaals in den totalen a’ereldhandel.

Bij een oppervlakte, die 4 pCt. van de totale landopper-
vlakte der aarde uitmaakt waarop over de 400 millioen

menschen, dat is 19 pCt. der wereldbevolking, wonen,

-nam Europa iets meer dan d6 helft (51 pCt.) van den
totaîen wereldhandel (invoeren plus uitvoeren) voor zijn

rekening. Splitst men dit aandeel voor in- en uitvoer af-

zonderlijk, dan is, daar Europa als geheel een vrij belang-
rijk invoersurplus had, het aandeel in den wereldinvoer
56 pCt., in den werelduitvoer 46 pCt. Dit invoersurplus

vindt zijn verklaring in het feit, dat aan dit wereiddeel

elk jaar groote bedragen hetzij in geld, hetzij in goederen,
toevloeiden op grond van haar overzeesche beleggingen

en van de verleende diensten op scheepvaartgebied,
bankwezen, reizigersverkeer, enz. Opmerkelijk is ook de

groote stabiliteit van Europa’s aandeel in den wereld-
handel, dat vrijwel niet is beïnvloed door de groote ver-

anderingen, vooral ook op handelspolitiek gebied, ge-
durende de laatste jaren. Dit is ongetwijfeld een aan-

wijzing voor de centrale plaats, die Europa in handel

en verkeer in de wereld innam.

TABEL II.

Waarde t’an den bujtenlandschen
handel.

(in milliarden guldens
1))

1925
1932
1938

(1 iWoer

Wereld
……. ………….79,1
32,2 41,3

Europa
………………35,6
15,8 18,9

Int’oer

Wereld
………………..83,0
35,1
44
1
0

Europa
………………45,7
20,4
24,8

‘) De oorspronkelijke gegevens, die in nieuwe gouddollars luid-
den, zijn hierbij omgerekend in guldens, waarbij men in aanmerking
dient te nemen, dat in
1938
de devaluatie van den gulden t.o.v.
het goud bijna
20
pCt. bedroeg en dat dus voor een vergelijking op
goudbasis de cijfers voor dat jaar met dit percentage moeten
– worden verlaagd.

Teneinde eenig idee te krijgen van de verhouding van
deze bedragen, zij hier opgemerkt, dat bijvoorbeeld

ruim 8 maal het nationale inkomen van Nederland in
1938 noodig zou zijn om deze totale hoevdelheid goederen
in dit jaar in den internationalen wereldhandel vervoerd
aan te koopen. Het dalen van het bedrag van den wereld-
handel is, zooals bekend, vrijwel geheel een gevolg van de
sterke prijsdaling voor bijna alle goedei’en, welke reeds omstreeks 1925 in matig tempo inzette voor de wereld-
marktgrondstoffen, en die vooral sinds 1929 ook voor de
andere goederen tot een enormen prijsval leidde. Dat het
hierbij enkel om prijsinvloed gaat, blijkt hieruit, dat het
totale gewicht van de in het wereldhandelsverkeer geruilde

goederen in 1938 zelfs nog boven het peil van 1925 lag.
In de bovenstaandd cijfers zijn echter nog twee groot-
heden begrepén, waardoor deze gegevens voor een juiste
beoordeeling van Europa’s betrekkingen met de buiten-

wereld niet bruikbaar zijn. in de eerste plaats is hierin
de inter-Europeesche handel, dus in- en uitvoer tusschen
Europeesche landen onderling, opgenomen, terwijl voorts ook Groot-Brittannië met zijn bijzonder uitgebreide over-
zeesche haridëlsrelaties onder dit totaal valt. Elimineert

men den inter-Europeeschen handel, dan levert dit het
volgende beeld .op:

TABEL III.

Europeesche handel.

(in milliarden guldens)

Invoer

Uit poer

1925 1938 1925 1938

Totale Eui’opeeschè handel…. 45,7 24,8 35,6 18,9.

daarvan:

1

landel met andere werelddee]en 22,1 12,0 12,6

6,9

Gemiddeld zijn dus 48 en 36 pCt. van resp. den Euro-
peenschen in- en uitvoer op biriten dit werelddeel gelegen

gebieden gericht. Deze, voor Europa dus reeds vrij belang-

rijke; hoeveelheid goederen is echter relatief voor de buiten-

wereld van nog meer belang; zij beteekent, dat de overige
•werelddeelen bijna 50 pCt. van hun totale invoeren uit

Europa verkregen en dat zij 54 pCt. van al hun export

naar ons werelddeel verscheepten.

De buitenlandsche handel van Groot-Brittannië en

Ierland ten opzichte van Europa blijkt uit onderstaande

tabel:

TABEL IV.
Europeesche handel in
1938.
(in milliarden guldens)

Jnç’oer

iJitpoer

Totale Europeesche handel

24,8

.18,9

daarvan:

1-lande! Continentaal-Europa ….

16,7

14,6

daarvan:
Cont.-Eur. met andere werelddeelen

6,9

3,6

Zooals uit deze tabel is te berekenen, komen gemiddeld

resp. 69 en 76 pCt. van den Europeeschen in- en uitvoer
voor rekening van Continentaal-Europa, terwijl van deze
laatste hoeveelheid gemiddeld resp. 41 en 25 pCt. uit

invoer uit, en uitvoer naar andere werelddeelen bestond.
Tenslotte komen wij dus tot het resultaat, dat
in 1938, bij een totalen werelduitvoer van ruim 41 mii-
hard gulden, bijna 7 milliard gulden voor rekening kwam

van invoer door Continentaal-Europa uit andere wereld-
deelen. Deze invoer in Europa maakte bijna een derde
deel uit van den totalen uitvoer der niet-Europeesche
continenten. Een vergelijking met voorgaande jaren,

waarvoor voldoende gegevens beschikbaar zijn, geeft
het volgende resultaat:

TABEL Al.


11andel van Cohtinentaal- Europa.
(in miljarden guldens)

Invoer Continentaal-

. –

Europa

Uitvoer niet- .

Uit andere

Wereld- Europeesche

wëreld-

uitvoer

continenten Totaal

deelen

1928

83,3

43,2

.

34,1

13,9′

1935

29,0

15,1

11,8

4,6

1938

41,3

21,8

16,7

6,9

Continentaal-Europeesche incoer uit andere nrerelddeekn in
procenten t’an:

Totale invoer
Totale uitvoer

Continentaal- niet-Europeesche

Europa
continenten

1928

41
32

1935

39
31

1938

41
32

1-loewel dus de absolute bedragen vrij groote verande-
ringen hebben ondergaan, blijkt toch de beteekenis van
den invoer in Continentaal-Europa uit andere wereld-deelen, zoowel voor de invoerende als de uitvoerende
partijen, zeer gelijkmatig te zijn. Men kan zeggen, dat
v66r dezen oorlog het Europeesche continent twee vijfden van zijn invoeren uit niet-Europeesche gebieden verkreeg,

:11 Februari 1942

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

73
,

en dat deze goederenstroom voor de niet-Europeesche
wereld bijna eên derde van haar totale exporten vertegen-

woordigde.

Continentaal-Europa en agrarische import.

Met bovenstaande gegevens als achtergrond, willen wij

nu een beeld trachten te geven van de beteekénis van

Continentaal-Europa voor den agrarischen goederenafzet
der overzeesche gebieden. Hierbij zullen wij ons, bij ge-

brek aan andere gegevens, tot het jaar 1935 moeten be-
perken. Voor het totale beeld levert dit o.i. echter weinig

bezwaar op, daar het ons meer om deonderlinge verhou-

dingen te doen is en het gebleken is, dat 1935 in dit opzicht
zeker representatief is te stellen voor de hier behandelde
véôr-oorlogsche periode.
Over volledige gegevens betreffende de waarde van

den geheelen agrarischen import van Continentaal-Europa
beschikken wij niet. Toch hebben wij, öp grond van eenige
gegevens uit de reeds genoemde Volkenbondspublicatie,
voor het jaar 1935 een berekening gemaakt van het bedrag,

dat Continentaal-Europa aan agrarische producten in
:

voerde. Wij kwamen hierbij tot een totaal (namelijk voor

46 agrarische artikelen) van 3,6 milliard gulden, in dat

jaar door de landen van het Europeesche continent in-
gevoerd, waarbij volgens raming bijna 2,6 milliard gulden
aan agrarische producten uit andere werelddeelen’ werd
1 ingevoerd. De verhoudingen blijken ‘nadet uit onder-
staande tabel.

TABEL VI.


tj

Invoer van Continentaal-Europa in
1935.
(in milliarden guldens)

Totale invoer ……………………….8,04
Invoer uit buiten-Europeesche gebieden …. 4,65
Invoer agrarische producten …………..3,60
Idem uit buiten-Europeesche gebieden ……2,59
daarvan:
Agrarische industrieele grondstoffen

1,18
Voedings- en genotmiddelen . …………1,01
Plantaardige oliën, vetten en olie- en vet-
houdende zaden ………………….0,40

Uit dezen staat blijkt dus, dat ruim de helft (56 pCt.)
van den invoer van het Eurdpeesche Continent uit andere
werelddeelen bestaat uit agrarische producten. 1-let be-langrijkste zijn hierbij de agrarische industrieele grond
stoffen, vervolgens de voedings- (zoowel voor mensch als
dier) en genotmiddelen, terwijl ook de groep oliëi en vetten
van planfaardigen oorsprong, welke producten zoowel
tot menschelijke consumptiegoederen als tot industi’ieele
voortbrengselen worden verwerkt, een belangrijké post
bij den invoer uitmaakt.
Voor wij tot een nadere detailleering van de bovenstaan-
de totaalr’amingen overgaan, willen wij nog de beteekenis
van dezen invoer voor de niet-Europeesche wereiddeelen
naar voren brengen. Hiertoe’ moet het bedrag van 2,6
1! mihliard gulden echter nog worden verhoogd met den
invoer •an overzeesche agrarische producten, die het
Europeesche Continent via Groot-BHttannië, vôôr dezen
oorlog nog altijd een belangrijk centrum voor den wereld-
handel in grondstoffen en voedingsmiddelen, betrok.
Op grond van onze ramingen komen wij dan tot een
bedrag van 3,2 mifliard gulden aan agrarische producten
üit overzeesche gebieden, die in 1935 hun afzet in Conti-
nentaal-Europa vonden, d.w.z., dat ruim een vijfde (21,4
pCt.) van den totalen uitvoer der buiten-Europeesche
landen uit’ agrarischen export naar het Europeesche
Continent bestond. Schat men, o.a. op grond.van de ge-
gevens, in tabel 1 en VI verwerkt, de waarde van den
uitvoer van de hier samengevatte. agrarische producten
van de niet-Europeesche were1ddelen in’ 1935 op on-geveer 7 mihliard gulden, dan valt hieruit af te.leiden,
dat ongeveer 45 pCt. van den buiten-Europeeschen
agrarischen- export •naar Conti ne ntaal- Europa ging. De

bovenstaande gegevens wijzen er dus wel op, dat de afzet
naar het Europeesche Continent voor de overzeesche

agrarische landen een factor van de allergrootste beteeke-nis is.

Samenstelling naar goederensoorten.

Bezien we nu in het kort de belangrijkste groepen van
artikelen van dezen handel.

Voedingsmiddelen.

TABEL VII.

Invoer in Continentaal-Europa uit andere rverelddeelen in
1935.

Waarde in In pCt. van

– Gewicht in
millioenen totale waarde millioenen
guldens van deze groep tons

Granen en meel

417

42

9.28 –
Koffie ……….238

24

0.64
Tabak (ruw) ……111

11

0.17′
Suiker ……….68

7

0.64
Cacao

……….52

5

0.25
Bananen ……..46

5

0.30 –
Citrus-vruchten

28

3

0.24
Vleesch ……….14

2

006
Overige artikelen

13

1

0.02 ‘)

‘)
Exclusief levende dieren.

Zooals blijkt,zijn de granen, zoowel naar waarde als
naar hoeveelheid, verreweg de belangrijkste uit andere
werelddeelen geïmporteerde voedingsmiddelen.
Om de groote beteekenis, die deze importen voor de
voedselvoorziening van mensch en dier in Europa vôÔr
den oorlog hadden, te doen uitkomen, geven wij hieronder
nog den invoer van de afzonderlijke soorten.

TABEL VIII.

C,aaninvoe, in Continentaal-Europa uit andere nr’e,elddeelen
in
1935.

Waarde in
Gewicht in
millioenen guldens
milhioenen tons

Tarwe en tarwemeel
.

192
3,74
Maïs

…………….
104 3,03
Rijst

…………….
61
0,97
Gerst

…………….
30
0,77
Haver

……………
24
0,55
Rogge

…………..
9
0,25

Van de totale tarwe- en niaïsexporten in 1935 der buiten-
Europeesche gebieden nam het Europeesche Continent
resp. ongeveer 25 en 30 pCt. der hoeveelheden af.
Opmerkelijk is overigens de vrij belangrijke plaats, ‘die
min of meer luxe voedingsmiddelen en genotmiddelen in
dit geheel innemen.
Daar het ei’ ons in dit artikel om gaat, de beteekenis
van Continentaal-Europa als afzetmarkt voor de niet-
Europeesche agrarische producten naar voren te brengen,
en niet op de verzorgingspositie met deze artikelen van
Europa zelf in te gaan, laten wij hier eventueelen export

uit Europa, en dus ook netto-in• of uitvoer, van deze
goederen buiten beschouwing.

Oliën en vetten.

De steeds belangnijkere plaats, dië de plantaardige oliën
en vetten in het wereldverkeer zijn gaan innemen, blijkt
ook, als we de bedragen en hoeveelheden bezien, die het
Europeesche Continent hiervan uit de overige wereld-
dèehen invoerde. –
De invoer van deze producten bewoog zich de laatste
jarën v65r dan oorlog in steeds stijgende lijn, zöodat
hier de cijfers voor 1935 niet geheel representatief zijn -te
achten. Bij de samenstelling van dien invoer viel er over
het ahgemêen een grootere toeneming van den invoer der
ohiehoudende vruchten-waar te nemen dan van de daaruit-
gewonnen olie. Ook bestaat de mogelijkheid, dat de ‘ver-

74.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

11
Februari
1942

TABEL IX.

Invoer van plantaardige oliën ei
oeten in Cçntinentaal-

.Europa in 1935.

Waarde in
In pCt. van
Gewicht in

millioenen totale waarde
millioenen

guldens
v. d. groep
tons


Grondnoten en -olie.

:129


32
1,54

Lijnzaad en lijnolie
.

82 20
1,21

Copra en cocosolie

50 12
0,57

Palmnotenenpalmolie

47 12
0,58

Soyaboonen en soyaolie

39
10
.0,73
Veekoeken en -meel.

37
9
0,88
Olijfolie

……….17
..

4
0,05

Katoenzaad en -olie

1.
1
0,007

houding der verschillende soorten is gewijzigd, daar deze

producten voor een zeker deel onderling vervangbaar zijn

en de import zoodoende sterk door de marktsituatie en

de prijzen der verschillende oliën en vetten wordt be-
invloed.

Agrarische industrieele grondstof/eet.

In deze groep nemen, zooals uit onderstaande tabel
blijkt, de plantaardige vezels en wol de voornaamste

plaats in.

TABEL X.

Inpoer pan agrarische inciustrieele gi’ondstoffen in
Continentaal-Europa in. 1935.

Waarde in In pCt:’an Gewicht in
millioenen totale waarde millioenen

guldens v.
d.
groep• tons

Plantaard.vezelsenwol
991.

‘ 84

2,32

daarvan:
Katoen

……..
570

48

1,24

Wol

…………
311

26. .

. 0,46

Jute …………
59

– 5

0,47

Hennep

41

4

0,10

Vlas

……….10

1

0,05

Huiden

……….
93

8

0,23

• Rubber …………
76

6

0,19
Zijde

…………
18

2

0,004

Vooral voor katoen en wol is het Europeesche Continent
een zeer groot afzetgebied; volgens raming ging in
1935

resp. ruim
40 en
50
pCt. van den totalen overzeeschen’
uitvoer van deze producten naar dit werelddeel.
Resumeerend, welke nu de belangrijkste Europèsche

agrarische invoerartikelen, afkomstig uit overieesche gebieden, waren, komen wij tot het volgende reultaat
(iie tabel
XI,
volgende kolom).

Samenvatting.

.

Overziet men bovenstaande, door gebrek aan meer
gegevens vrij beknopte, beschouwing van de plaats, die
Europa, en in het bijzonder het Europeesche vasteland, als
afzetgebied voorden agrarischen producent der overzeesche
gebieden inneemt, dan komt men ongetwijfeld tot de slot-
som, dat de huidige verbreking van dezen goederenstrôorn
een belangrijke verstoring voor het agrarische productie-
proces van die andere werelddeelen beteekent. Immers

wij zagen, dat Europa, en ook Continentaal-Europa, een
centrale en vrijwel niet verandèrende plaats in het wereld-
handeisverkeer innam.
Zoo
bleek, dat ons werelddeel het
grootste deel
(56
pCt.) van den totalen wereldinvoer
opnam, en dat een belangrijk deel
(48
pCt.) van dezen

invoer uit een goederenstroom van buiten Europa gelegen
-. landen naar dit continent bestond. Het Europeesche
vasteland bleek ook een groot deel van deze goederen op
te nemen, waarvan ruim de helft
(56
pCt.) belangrijke
agrarische producten waren, ten bedrage in
1935
van
2,6
milliard gulden (dat.is
bijna
38
maal het bedrag van den
Nederlandschen invoer uit Indië in dat jaar) en in een

hoeveelheid van meer dan
20
millioen tons. Hiermede

TABEL XI.

Agrarische

inç’oer

pan

het

Europeesche
Continent

uit
andere wereiddeelen in 1935.

Waarde in
In pCt. van
Gewicht in millioenen
totale waarde
millioenen

guldens
agr. invoer
tons

Plantaard. vezels en wol
991
38
2,32
daarvan:

Katoen

……..
570
22
1,24
Wol

…………
311
12
0,46

Granen en mel

.
417
16
9,28
daarvan:
Tarwe en -meel
192
7
3,74
Maïs

…………
104
4
3,03

Plant. oliën en vetten’
402
16
5,57
daarvan:


Grondnoten en -olie
129
5

1,54
Lijnzaad en -olie

. .
82
3
1,21

Koffie

…………
238
9
0,64
Tabak

(ruw) ……..
111
4
.

0,17
1-luiden

……….
93

.
4
0,23
Rubber

…………
76
3
0,19

Overige artikelen
‘).
258
10
1,65

Totaal

…………
2.586
100
.

20,05

‘) Beneden een invoerwaarde van
t 75 millioen.

nam Continentaal-Europa naar schatting bijna de helft

(45 h 50
pCt.) van den totalen overzeeschen agrarischen

export op, .waarbij vooral plantaardige vezels en wol, gra-

.

nen en plantaardige oliën en vetten voor groote bedragen en hoeveelheden hierheen werden verscheept.

J. WILLEMS.

MAANDCIJFERS.

EMISSIES
IN
DECEMBER
1941
-Indusirieele

ondernemingen

……………….
/

100.000
zijnde:
Nederland:
Aandeelen:
Ilollandsche Constructie Werk-
plaatsen,

/
100.000 ‘)

gew.
aand., serie B, S 100 pCt.

. .

t

100.000

‘) Recht van voorkeur voor aandeelhouders in
de verhouding
‘l
:
5.

RECAPITULATIE VAN EMISSIES IN
1941.
(in guldens)
Nieuw kapitaal:
Obligatiën

Aandeelen
Totaal
.Tanuari

500.000.000


500.000.000 1″ebruari

. . .

100.000

2.057.850
2.157.850
Maart

5.792.000
1
)
5.792.000
1
)
April

4.210.250
4.210.250
‘Mei

3.009.000
3.009.000
‘Juni

1.142.700
1.142.700
Juli

……….1.600.000

900.000
2.500.000
Augustus

. . .

1.725,000
1.725.000
September
. . .

.—

October

487.500.000

1.216.835
2
)
488.716.835
2
)
November

.



1December

. . .

100.000
100.000 989.200.000

20.153.635
1.009.353.635

‘) In ons nummer van 14 ?tci 1941 werd abusievelijk
opgenomen gen emissie van N.V. Kemo Corsetfabriek, t 100.000
aand. 5105 pCt.
‘) Dezë cijfers werden verhoogd door de volgende emissie, die
in October nog plaats vond en niet in onze vorige opgave was ver-
meld: f353.500 aandeelen Utrechtsche Asphaltfabriek S 127k pCt.
f450.585.
RECAI’ITULATIE VAN
HET
IN
1941
QPOENOMIIN NIEUW’
KAPITAAL.
Obligatiën en
andere vaste rente-
dragende fondsen

Aandeelen
Totaal
Staats1eeningen

.

987.500.000


987.500.000
Prov. en Gem. lee-
ningen

………1.600.000


1.600.000


Industrieele ondern

19.253:435
19.253.435
Banken

680.200
680.200
Diversen

220.000
220.000
Kerkelijke leeûingen

100.000

‘.
100.000
989.200.000

20.153.635 1.009.353.635
Totalen in 1940,.
. .

300.269.375

1.140.000
301.490.375.

11 Februari 1942

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

75

OVERHEIDSMAATREGELEN OP


ECONOMISCH GEBIED.

HANDEL EN NIJVERHEID.

Buitenlandsche handel. Besluit, waarbij een aantal arti-

kelen voor den buitenlandschen handel onder de zgn.

monopolieproducten worden gebracht. (E. V. 30/1/’42,
pag. 146; Stct. No. 17).
Grafische industrie. Nadere mededeelingen inzake het
aanvragen van goedkeuring van drukwerkorders.- (E. V.

30/1/’42, pag. 148).
Machines. Verplichte inschrijving van handelaren in

machines bij het Bureau Metalenverwerkende Industrie.
Het is fabrikanten van en handelaren in machines ver-
boden zonder vergunning van bovengenoepid bureau
machines te koopen, te verkoopen of af te leveren.
30/1/’42, pag. 146/47; Stct. No. 17).

Metalen. Met ingang van 1 Februari wordt terzake
van een vergunning tot het be- of verwerken, alsmede
ge- of verbruiken van non-ferrometalen een enkelvoudig

consentgeld geheven van 2 pCt. vah de waarde van het
materiaal. (E. V. 30/1/’42, pag. 149; Stct. No. 13).
Prjsregeingen. Nadere prijsvoorschriften met betrekking

tot biçzen alsmede vaststelling van de maximum-prijzen

voor levering aan den consument van verschillende aard-
appelsoorten. (E. V. 30/1/’42, pag. 148; •Stct. No. 17).

Restaurants. Nadere bepalingen inzake het gebruik

van vet in restaurants. (E. V. 30/1/’42, pag. 148).

Spertijden kleinbedrijf. De op grond van de Vestigings-

wet Kleinbedrijf 1937 ingestelde spertijden inzake het
electrotechnisch- resp. het fotografisch kleinbedrijf zijn

voor de tweede maal met 6 maanden verlengd. (E. Y.

30/1/’42, pag. 149; Stct. No. 18).

LANDBOUW EN V6EDSELVOOEZIENINO.
Inlevering rijst
en
boekweit. Regeling waarbij degenen,

die rijst, rijstderivaten, boekweit en boekweitderivaten
hebben, verplicht zijn, deze op vordering van de Neder-
landsche Meelcentrale bij deze instantie in te leveren.

(E. V. 30/1/’42, pag. 147; Stet. No. 18).

Kaas. Aanvulling van het Zuivelbesluit 1941 (Kaas),

waarbij het aanbrengen op kaas van aanduidingen, be-
trekking hebbende op den ouderdom van kaas, tenzij
het merk ,,Belegen N.Z.”, verboden is. (E. V. 30/1/’42,

pag. 148; Stct. No. 18).

Stroovlas. Nadere regeling van den handel, in en het
vervoer van stroovlas. (E. V. 30/1/’42, pag. 147).

MAANDCIJFERS..

.

INDEXOIJFERS VAN NEDEflLANDSCHE AANDEELEN (Centraal Bureau voor de Statlstlok).

(Men zie voor de wijze van berekening der’indexcijfers het Maandschrift van het C.B.S. van Maart 1925, blz. 355 e.v. en 30 April 1937, blz. 605 e.v. De lijst der fondsen, uit welker noteering de indexcijfers worden berekend, ligt ter inzage op

het Centraal Bureau voor de Statistiek).
De tusschen haakjes geplaatste cijfrs geven het aantal fondsen aan, waaruit het indexcijfer berekend is.

1930 = 100
°

(22)
(
(6)


2

W (5)
(5)

.n

(7)

.

,

j

.o
.

1

)


E

(t O5)

‘n

100
100 100 100 100
100
100
100
‘100
100 100 100
100
100

1931
72
76
74
86
55
57
51
63
51
68 65


66 70
59
1923
44
55
49
64 30
37 82 86 29
89
46
41
’46
39
1933
51
59
54 72
26
44
34
35
45
38
59
49 52
36
194
50 66


57
68
21
42
34
28
73
41
69 58
.55
34
1935
46
67 55
75
21
47
38
34 80 48
65 60
55 37
1936

.

.
.1
52 76
64
80 38
79
44
•42
109
70
73
79
66
62
1937
85
108
95
103
113


108
70
64
209
92
107 120
104
76
1938

……
105
93 99 98 90
57
56

.
145
81
94
98
96
54
1939
86
100
92
80
94
79
45 63
132
.53
84
86
90
.56

1930

……..

1941
4)
140
154
146
91
139
72
74
75
192
75
101′
1W
129

Jan. 1941
126.2 189.2
181.8
85.9
184.1
70.8
61.8
77.6
.186.2
70.6 93.4 106.4
120.0
69.7
Febr.
120.8
133.4
126.2
84.1
125.3
62.0
56.7
69.6 169.9
64.9,
89.4
97.6
113.4
63.4
Mrt.
123.0
135.8 128.5
82.1
125.6
600
56.8
69.9
174.0
64.9
90.7′
99.0
115.1
63.8
April
134.3
151.7
141.8
87.1
133.7
70.6
68.8 78.9 189.3
75.3
100.7 109.5 126.5
57.1
Mei
130.2 146.2
137.1
88.3
128.6
64.7
67.6
74.5
181.3
72.4
100.1
105.2
121.6′

Juni

..’84

127.1
141.1
133.1
85.5
124.8 66.9
68.1
169.4 70.4 97.3
99.0 117.1

Juli
136.9
150.2
142.8 87.7 133,7 65.8
74.8
72.5
186.2
76.0
99.1
106.4
125.6

Aug.
147.0
160.3
152.7
92.2
144.9
71.2
79.2
75.4 195.2
77.9
100.2
110.9 133.6

Sept.

,,
154.1
170.7
161.
96.3
156.3 84.1
89.1
81.4

218.2
85.2
106.0
122.1
143.0

Oct
150.2
166.8
157.4
96.3 154.7
84.1
84.5
82.0 218.2
85.1
112.0
123.5 141.1

Nov.
161.4
176.6
167.9
99.6 161.9
89.5 90.3
85.3
2295
89.3
121.2
130.4
149.9

Dec.


163.6 177.9
169.8
103.4
139.6
76.0
91.3 67.9
186.5
72.3
103.3
105.5
142.8

Jan. 1942
160.4 174.5 166.4
103.6
127.2
65.8 89.5 53.7

li

127.1
49.0 .78.7 76.2
1

131,6′

Fondsen, die zoowel internationaal verhandelbaar zijn, als geacht ‘kunnen worden sterk den invloed van den
buitenlandschen conjunctureelen toestand te ondervinden,

Hieronder is ook het petroleumaandeel uit de voorafgaande kolom opgenomen.

.

t
Hieronder zijn begrepen de aandeelen uit de 4 voorafgaande kolommen.

Aandeelen van Nederlandsche en Nederlandsch-Indische ondernemingen, waaronder 3 fondsen, die niet in. de
voorafgaande kolommen zijn opgenomen.

.

.

.

.
Daar over de maanden Mei t/m Augustus 1940 geen indexeijfers werden berekend is het niet mogelijk een

gemiddelde voor 1940 te gevenJ

..

… .

/

KOERSEN VASTGESTELD DOOR HET NEDERLANDSCU CLEAIUNGINSTITUUT.
(met data van vaststelling)
Belga’s

.

.30.14

7Aug.

40
Lewa(Bulgarije)2.3025 Nov. ’40
Zw. Francs. .43.56 11 Oct.

’40
Pengoe (Hongarije)
Fr.Francs

..

3.77

6 Mrt.

’44
(oude schuld)36.52 20 Dec.

’40
Lires

……9.91

3 Juli

’41
•Pengoe
Deensche Kr.39.34

2 Febr. ’42
(nwe. schuld)45,89 20Dec.

’40
Noorsche Kr.42.82 21 Dec.

’40
Zloty (Polen)
ZweedsctieKr.44.85 13 Aug. ’40
(oude scbuld)35.00 28 Jan.

’41
FinscheMark

3.82

2 Juli

“1
(nwe. schuld)37.68 11 Febr. ’41
Dinar (Joego-Slavio)
(oude schuld)

3.43 16Aug. ’40
Lei

……..1.28

24 April ’41
Dinar Slow. Kr.

..

6.4840 Juni

’39
(nwe. schuld)

3.77

1 Juli

’41
Drachmen
Turksche
(Griekenland)

1.26

8 Oct. ’41
Ponden

… 1.45

29 Dec.

’39

Kuna

3.77 29 Oct. ’41

OFFICIEELE WISSELKOERSEN NEDERLAI4DSOHE BANK.
Valuta’s (schriftelijk
en t.t.
N.-York

I
Brussel
I

Zürich

I
Stockh.
I
Helsinki
2Febr.1942

30.14
43.67
44.85j

3

,,

1942.
30.14
43.67

.
44.851

4

1942

30.14
43.67
44.851

5

,,

1942

30.14
63.67
44.85+

6

1942

30.14
43.67
44.85+
7

.,

1942

30.14
43.67
44.85+
Laagste d.w..

30.41
43.63


46.81

Hoogste d.w.

30.17 43.71
44.90

Mintpariteit
1.469
24.906
48.003
66.671
6.266

STAND VAN ‘s RIJKS KAS
Voi’der•ingen

1
23Jan. 1942
31Jan. 1942
Saldovan
‘5
Rijks Schatkist.
bijde Nederlandsché Bank
t

8.403.460,78
f

6.020.736,86
Saldo
b.
d. Bank voor Ned

‘Gemeenten

…………..
549.142,07

Voorschotten

op
.
tilt.

Dec.
1961

aan

de

gemeenten
verstrekt

op

aan

haar
uitte keren hootdspm der
pers. bel., aad. in de hoofd-
som der grondbel. en der
gem.fondsbel., alsmede ope.
op die belastingen en op de

………

veripogensbelasting

……
11.294.539,71
,,

11.294.539,71
Toorschotfen aan Ned.-IndIC’)
,,

171.602.825,43
,,

171.752.825,48 7.459.247,74
7.459.247,74
Idem

aan

Curaçao 1) 450.076,78

…..

,,

250.076,78
Idem

voor

Suriname ‘)

………

Kasvord. wegens credletver-
strekking a. h. buitenland
,,

51.tOS.781,72
,,

51.069.784,72
Daggeldleeningen tegen onder-
pand

……..

………….

Saldo der postrek. van Rijks-

comptabelen

…………
116.705.785,32
,,

88.076.978,95
Vorderi!)g op het Alg. Burg. …
Pensioenfonds ‘.

……..
Vordering op andere Staats-
…….

bedr. en InstellIngen ‘)
74.268.913,53
,,

78.473.368,92
Verplichtingen

1

76′

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

11,Februari ,1942:II

– –
STATISTIEKEN.

ZILVERPRIJS.

.00VDPRIJS.
Londen’)
N York’)

A’dam’)
Londen ‘)
2Febr.1942..

2Febr.4942.. 2125
168/-
3

,,

1942..
– –

3

,,

1942- 2125
168/—
4

,,

1942..

–S

4

1942.

2425
4681-

S

,,

1942..


5

,,

4942.

2125
468/–
6

,,

1942..

6

,,

1942..

2425
168/-

7

,,

1942..


7

,,

1942..
1
2125
468/-
8 Febr. 1941..

34’/

8 Febr. 1944..

2125
168/-
23 Aug. 1939..

18
1
/
37
1
/

23 Aug. 1939..

2410
148/6
1
/,.

‘)
In pence p. oz. stand.

‘)
Forelgn silver In Sc.
p. oz. line.
‘)
In guldens per kg 1000/1000.

‘)
In sh. p. oz. line.

VOOUSÇIIOL
uuur
ue
iNeo, naiie
ingevolge art. 46 van baar
t


t


Voorschot door de Ned. Bank
in rken.-cour. verstrekt
..,,

,


octrooi

verstrekt

………

Schuld

aan

de. Bank

voor
Ned,.

Gemeenten

……………

2.944.985,67
Schatkistbiljetten

in

omloop
,, 110.106.000,-
,, 110.106.000,-
Schatkistpromessen in omloop
,,1613.500.000,-‘) ,,1613.300.000,-‘)
Daggeldieeningen

…………….
– –
Zllverbons In omloop

……
.17.7
147.073,50
,,

119.595.463,50
Schuld op ultimo

December
1941, aan

de

gem.

weg.
d. a h. uit te keeren boofds.
pers.bel., aand. i. d. hoofde.
d. grondb. e. d. gem. fondsb.
alsm; opc. op die bel, en op
de vermogensbelasting

….

Schuld

aan het Alg.

Burg.
Pensioenfonds’)

……..
1.112.464,-
4.082.901,94
Id. aan het Staatsbedr. der

238.038.689,44

…..

,

237.369.217,27
P. T. en T.

‘)

……………
Id. aan andere Staatsbedrij-
ven

‘)

………………
,,

19.337.460.69
10. aan div. instellingen ‘)

..,,
…19.337.460,69
359.787.219,02
,,

359.466.03462
‘) In rekg. crt. met ‘s Rijks
Schatkist.

‘)
Rechtstreeks
bij de
Nederi. Bank geplaatst nihil.


DE.2EDERLAYDSdHE BANK.

Verkorte balans
op
9 Februari 4942.
Activa.
Binnenl.

Wissels,

(Hfdbank.

t


Promessen, enz. jBijbank

(Agentsch.

,,

83.100
83.100
Papier
op

het

Buitenland

. .

(-1.048.188.336
Af: Verkocht maar voor de
bank. nog

niet

afgeloopen

. i

,,

e eeningen

nc.
1.048.188.336
f

133.164.276

)
McIbank.

op
ond;pand
a
çnt5cl1.
,,

13.657.389
149.033.073
Op
Effeçten enz.

……….

•f

148.732.654 ij
Op
Goederen en Ceelen ………300.419

11
.149.033.0731)

1
.Voor5chott8D aan

het Rijk

…………………
3.026.860
Munt en muntmateriaal:
Gouden

mnnt

en

gouden
muntmateriaal …………11.026.298.294
Zilveren munt,

enz………..7.876.710
t

1.034.473.007-
Belegging van kapitaal, reserves en pensioenfonds
,,
53.626.691
Gebouwen en meubelen der Bank

…………
4.000.000
DIverse rekeningen

……………………..
140.733.708
2.432.864.775
Passlva.
Kapitaal

———————————–t
20.000.000
Reservefonds

…………………………..
5.368.354
Bijzondere

reserves

………………………
16.583.835
Pensioenfonds

…………………………..
11.735.923

1
1
Bankbiljetten In

omloop

…………………
2.419.319.650
Bankassignatlon

in omloop

……

……….
..
-15.232
Rek.-Courant

%
Van het Rijk t


saldo’s

Van anderen
,,

253.141.321

,,
253.141.321
Diverse rekeningen

……………………..
6.700.460

1
2.432.866.775

Beschikbaar metaalsaldô

………………t
88.427.495
Minder bedrag aan bankbiljetten in omloop dan waartoe de bank gerechtigd
is

……………
221.068.740
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de bank onder-
gebracht

——————————–


)
Waarvan aan Nederlandsch-IndiO (Wet van
15 Maart

1933,

Staatsblad No.

99)

……….
55.341.825

Voornaamste posten In duizenden guldens.

Gouden
Circu-
Andere
1

i3eschikb.
Dek-
Data’
munt en
latte
opeischb.
1

Metaal-
king’-

miznlmater.
schulden

saldo
I
perc.
9Febr.’42
1.026.298
2.149.320
253.157
1

88.427


43
‘2

.,,

’42
1.026.264
2.128.283
‘126.751
1

95.374 43.6
26 Jan. ’42
1.026.304
2,094.346 251.242
1

99.196
44
8
Mei ’40
1.180.282 1.158.613
255.183
1
607.042
83
Totaal
Schatkist- Belee-
Papier
Div.
Data
bedrag
prom.
op het

reken. disconto’s
redhtstr. ningen
builenl.


(act.)
9Febr7Z2
83

1

149.033

1
1.048.188
2

,,

’42
73

1

151.760

1
1.020.069
151.740
26 Jan. ’42
79

1

151.279

1
1.011.609

1140.?34

148.878
6 Mei ’40
9.853

1
. –
217.726

1
150
20.648

D1JITSCHE RIJKSIIANK.
(in inili. R.M) –

f.
Goud
J?enten-
Âderev,,issels,
1
Belee-
Dpia
en
Id.eviezen
bank-
scheine
chèg-us
en
schathistpapier
1
1

71171gen

31

Jan. 1942
1

77,3

1
316,5
20.884,3
1

27,7
23

,,

1942
77,5
253,4
19.943,2
1

17,6
15

,,

1942
1

77,2.
1

230,1
19.834,2
1

28,7
23 Aug.

1939
1

77,0

1

27,2
8.140,0
1

22,2

j)ata
1

Elf ec-
vo
Circa-
1

flehg.-
Diverse
ten
Activa
laffe
1

Cr1.

4

Passiva
31

Jan. ’42
151,0 995,6
18.987,2
1

2.416,6

1
611,2
23

,,

’42
1

432,9 975.9
17.908,2
1

2.478,7
600,7
15

,,

’42
1

113,3
f
1.426,9
48.186,2
1

2.432,5

1
686.3
23 Aug. ’39
1

982,6
1380,5
8.709,8
1

1.195,4

1
454,8

GEZAMENLIJKE STATEN VAN DE NATIONALE BANK VAN
BELG11 EN VAN DE EMISSIEBANK TE BRUSSEL.
(in milI. francs)


‘5

‘o


to
1

a a

a
I
0

0)
Q
Q
l.o

22 Jan.’42
34.991
885
TTlt
2.337
4:146
3.730

1
2.331
45

,,

’42
34.719
960
47.615
2.379 49.008 3.766

1
2.183
8

,,

’42
34.643
904
17.818
2.396
48.942
3.797
2.348
30Dec.’41
34.576
909.
17.250 2.417 48.466 3.749
2.263
22

’41
34447.
763
11.045
2.408
47.855 3.724
t
2.380
8 Mei ’40
23.606
5.394
695
1.480
29.806


1

909

A!fabetische
Index Overheidsmaatregelen. op
Economisch, gebied

(Zie voor den alfabetischen index Overheidsmaatregelen in 1941 h’et Jaarrgister 1961, laatste bladzijde.)

BIz
Blz.
Aardappelen

………………..
33,

47
Wijnbelasting

……………………33
AcCijnS

………………………….
33
Zaden

. .

…………………..

47

59
Bank-

en

Credietwezen

…………..
33
Bedrijfsvorm

……………………
59
]3edrijfsorganisalie

Vee (,ii
Vleesch

. . . .

59
Belastingen

………………….
33,

5
Bindtouw

……………………..
33

Binnenscheepvaart ………………..
59
Bouwnijverheid

……………….
47,

58
Buitenlandsche Handel ………
47, 59,

75
Chemische

Industrie ………………
58
Deviezenrerkeer

………………
33,

59
Dividendbeperking

………………
59
Drankwet

……………………..
58
Electrotechnische Industrie
.

………58
……

59
Fruit……………………

Gevogelte

………………………
47
Grasland

……………………
33, 67
Grafische Industrie

…………..
58,

75
Groenten

……………………….
33
Kaas………………………….
75
Kamers van

Koophandel

………….
47
Keramische Industrie

…………….
58
Kunstmest

……………………..
59
Kweekerij

……………………..
59
Landbouw

…………33,

47,

59,

67,

75
Landstand, Nederlandsche
…………33
1lelk

en

-producten
.
………………
33
Metalen …………………..
47,

58, 75
Motorbrandstof

………………….
58
Omzetbelasting

…………………..
59
Organisatie

Bedrijfsleven

………….
47
Pacht

…………………………
67
Papier…………………………
58
Pelterijen

……………………..
58
Pensionbedrijven

………………..
59
Postverkeer ……………………..
59
Prijsregeling

……………..
47, .58
2

75
Radio

…………………………
47
Registratierechten

………………..
59
Restaurants

…………………….
75
Rijwieten

……………………….
47
Slachtvee

………………..
33,

59,

67
Spertijden

Kleinbedrijf …………….
75
‘tabak

……………………..
47,

58
Tweelandenorganisaties
.
……………
59
Tuinbouw

…………………..
33,

59
Turf…………………………..
59
Uien………………………….
33

Varkens

……………………….
..

59
Vee…………………………..
67

Veevoeder

……………………..
47
Vervoerswezen

………………….
59
Visscherij

………………..
33,

47,

59
Vlas

……………………….
59,

75
Vleesch

………………………..
59
Voedselvoorziening

……..
33,

47,

59,

75

Overzicht van de ontwikkeling der

handelspolitiek van het Koninkrijk

der Nederlanden van 1923 t/m. 1938

(Samengesteld door een groep mede-

werkers van het N. E. 1., onder leiding van

Prof. Mr. P. Lieftinck)
28e publicatie van het Nederi. Econom. Instituut

Prijs f 2.10*

(Prijs voor ‘donateurs en leden van het N. E. 1.

f
1.50)

Verkr,gbaar in den boekhandel

U
1 T GA
V E:

DE ERVEN F. BOHN N.V., HAARLEM

Tanker Freight

Rates and Tank-

ship Building

door

Dr. T. Koopmans

27e Publicatie van.
het Nederlandsch
Econom. Instituut

Prijs:

Ingenaald
f 2.10*

Gebonden
f 3.15*

(Prijs voor donateurs

en leden v. h. N.E.I.

resp. fl.50 en t 2.25)

Verkrijgbaar in den boekhandel

Uitgave:

De Erven F. Rohn N.V. .

Haarlem
III

11 FEBRUARI 194

DETWENTSCHEBANKN-V.

GEVESTIGD TE AMSTERDAM

Maandstciat op 31Januari 1942

Kas, Kassiers en Daggeldleeningen

…………………………….f

14312.466,63

Nederlandsch Schatkistpapier …………………………………….

256.819.720,89

Ander Overheidspapier

…………………. . ………………….
..

7.482.789,16

Wissels……………………………………………..

…….

,,

477.116,35

Bankiers in Binnen-‘ en Buitenland………………………………,,

12.220.204,52

Effecten en Syndicaten

………………………………………,,

6.481.243
1
84

Prolongatiën en Voorschotten tegen Effecten …………………,

,, 14.351.099,98

Debiteuren ………………………………………………….,,

32.050.520,91

Deelnemingen – (
mci.
Voôrsâhottn) ……………………………,,

1.551.584,40

Gebouwen

……………………. . …………………………..

4.000.000,

Belegde Reserve voor Verleende Pensioenen ………
…………….. ,,

1.615.789,33

Effecten van Aandeelhouders in Leendepot ……………………….,, 12.687.750-

f 364.050286,01

Kapitaal

………………………………………

.

.
. .

.

.

.

.
…….
f

40.000.000
7

Reserve ……………………………..
……………..,……….

,,

10.750.000,-

Deposito’s op Termijn

………………………………………

35.670.771,13

Crediteuren

………………………………………………..
.,, 254.408.877,62

Overloopende Saldi en Andere Rekeningen …………. ……………

8.917.097,93

Reserve voor Verleende Pensionen

……………………………,,

1.615.789,33

Aandeelhouders voor Effecten in Leendepot ………………………,, 12.687.750,-

f 364.050.286,01

II

DRUK H. A. M. ROELANTS – SCH1EDAM

Auteur