22 DECEMBER
1987
4UTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
Economi’sch~Staftstisc’he
Blenchten
–
ALGEMEEN WEEKBLAD
VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE ‘CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT
22E
JAARGANG
WOENSDAG 22 DECEMBER 1937
No. 1147
COMMISSIE VAN REDACTIE:
P. Lieftinok; N. J. Polak; J. Tinbergèn; F. le Vries en
E. M. H. A. van der Valk (Redacteur-Secretaris).
Th. Van Luytelaer (waarnemend Redacteur-Secretaris).
Redactie-adres: Pieter de ]loochweg 122, Rotterdam West
A.angeteekende stukken. Bijkantoor Ruigeplea tweg.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
Advertenties voorpagina f 0,50 per regel. Andere pagi-
na’s f 0,40 per regel. Plaatsing bij abonnement volgens
tarief: Administratie van abonnementen en advertenties:
Nijgh ct van Ditmar NV., Uitgevers, Rotterdam, Am-
sterdam, ‘s-Gravenhage. Postchque- en giro-rekening
No. 145192.
Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f 16,—. Ab onncments prijs Economisch-S tatis-
tisch Maandbericht f 5,— per jaar Beide organen samen
f 20,— per jaar. Buitenland en Kolon.iën resp. f 18,—,
f 6,— en f 23,— per jaar. Losse nummers 50 cent. Do na-
teurs en leden van het Ncderlandsch Economisch Instituut
ontvangen het weekblad en het Maandbesicht gratis en
genieten een reductie op de verdere publicaties.
INHOUD:
Blz.
in Meinoriam Mr. G.
VISSEIiINO
door
Prof. Mr. G. W.
J
. Bruias
………………………………..930
Mededeelingen van de Centi-ale Commissie voor cle
Rijnvaart
………………………………..
932
De Handelsmissie naar Zuid-Amerika door
E. D. van
Walree
………………………………….932
Prijsontwrichting en monetaiçe aanpassiiigspolitiek.
II. De prijsoutwrichting in Nederland na
1929
en de
monetaire correctie in September
1936
door
A.
J. W.
Renavcl
………………………………….
935
De internationale graanmarkt en de Nederlandsche
rogge door
Jan Schilthuis ……………………937
Verbindendverklaring onder nemersovereenkomst j apon
nen-conlectiebedrijf door
G. Langelaar Jr . …….. 939
De Rijksmiddelen over November
1937 …………..940
AANTEEKENINGEN:
Handelsbelemmeringen tusschen de staten clej U.S.A.
941
MAANDCIJFERS:
Emissies in November
1937 …………….. . …. 942
Overzicht van den stand der Rijksmiddelen ……..
943
O
NTVANGEN BOEKEN
…………………………..
943
Statistieken:
Oeldkoersen-Wisselkoersen-Bankstaten ……………..
945, 948
Oroothandeisprijzen ……………………………
gi, g-gv
GELD-, KAPITAAL- EN WISSELMARKT.
In cle verslagweek werd op de wisselmarkt de aan-
dacht vooral getrokken door den Franschen Franc.
De contante noteering veranderde maar heel weinig,
doch alleen omdat het Fransche Egalisatiefonds de
noteering ondanks vrij omvangrijk aanbod van Fraucs
op peil hield. De termijnmarkt echter weerspiegeide
duidelijk het weer toegenomen wantrouwen. Het disa-
gio voor Driemaandsfrancs, dat was gedaald tot on-
geveer 12 cts., steeg op een gegeven moment weer tot 23 ets. Daarna is weer eenig herstel ingetreden,
naar men aanneemt mede omdat het Egalisatiefonds
op de termijnmarkt geopereerd heeft. Een directe
aanleiding voor dit ploteling weer herleefde ‘van-
trouwen is moeilijk aan t geven. Wel werden enkele
pessimistische taxaties bekend van het tekort oi de
Fransche hegrootingen, welke taxaties heel wat hoo-
ger uitvielen dan de officieele schatting van de Re-
gering. Anderzijds werden de cijfers van de haii-
delsbalans over November bekend, waaruit ook weer
een verdere stijging van het passieve saldo naar vo-
ren kwam. In elk, geval bleek het met de kapitaal-
repatrieering tot een eind te zijn gekomen, en de
speculatie greep de gelegenheid aan op cle termijn-
markt weer d.ruk uit te oefenen.
De overige wisselkoersen toonden weinig verande-
ring. Zoowel Dollars als Ponden waren per saldo een
kleinigheid vaster. Het Egalisatiefonds bleef voort-
durend op wisselende koersen als kooper van Ponden
in de markt, maar per saldo behoefde slechts heel
weinig te worden opgenomeli. Nu weer enkele bui-
tenlandsehe emissies aan de markt komen, zou het
niet behoeven te verwonderen, wanneer eens de op-
waartsche druk op onzen Gulden tijdelijk zou ver-
dwijnen of zelfs omslaan in, het tegendeel. Groot is
weliswaar cle kans daarop niet, want voor een be-
langrijk deel der leenin.gsbedragen zal het provenu nog hier te lande blijven tot de aflossingsdatum der
betrokken leeningen. En voor zoover de houders der
oude waarde converteerden, blijft ook onze betalings-
balans buiten schot.
De geldmark-t blijft ongewijzigd. Van het Fransche
spoorwegpa.pier kon maar heel weinig op onze geld-
markt worden geplaatst, de animo is niet groot nu
niët, zooals bij het Engelsche erediet, het goud als oiiderpand voor de leening buiten Frankrijk is ge-
bleven. Voor het Egalisatiefonds zal weer een onder-
handsche inschrijving worden gehonden voor 3- tot
8-maandspromessen.
De heleggingsmarkt blijft vast gestemd,de 3Y2i pOt.
leeningen vertoonen een dalende tendens, omdat men,
ondanks het niet geheel slagen van de jongste 3 pOt.
leening Noord-Holland, meer en meer het tijdstip
ziet naderen waarop de 3lI pOt. leeningen algemeen
in 3 pOt. zullen worden omgezet.
930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 December 1937
IN MEMORIAM Mr. G. VISSERING.
Met Mr. G. Vissering, ji. Zondag op 72-jarigen
leeftijd overleden, is een van de belangrijkste figuren
van ons land uit de eerste drie decenniën dezer eeuw
heengegaan, een man, clie ook buiten ons land een
bijzonderen roep genoot.
Na tevoren reeds aan de leiding van de Kas-Ver-
eeniging en van cie Amsterdamsche Bank deel te heb-
ben gehad, werd Mr. Gerard Vissering in 1906 be-
noemd tot President-Directeur van de Javasche
Bank. Een ongebroken werkzaamheid van ruim een
kwart eeuw in het centrale bankwezen nam hiermede
een aanvang.
Toen Mr. Vissering zijn taak in Indië aanvaardde,
behoorde de zgn. mindere-welvaartperiode tot het verleden. Een nieuw tijdperk van ontwikkeling en
vooruitgang was aangebroken. Zijn eerste werk was
de reorganisatie van de Bank en gezegd kan worden,
dat deze zich onder zijn leiding heeft ontwikkeld tot
een moderne circulatiehank, aangepast aan de nieuwe
economische en financieele structuur van het gebieds-
deel. Met kracht heeft Mr. Vissering voorts al spoe-
dig de muntzuivering in de Buitengewesten – corn-
plement van de pacificatie van Van Heutsz – ter
hand genomen en daarmede de werkingsspheer van
het nationale ruilmiddel binnen het eigen gebied aan-
zienlijk uitgebreid. Een en ander komt tot uitdruk-
king in de cijfers der Bauk. In de zes jaren van
Mr. Vissering’s presidentschap verdubbelde de bil-
jettencirculatie zich van
f
60 op
f
120 millioen. Uit
het na zijn terugkeer in Nederland verschenen boek
,,Muntwezen en circulatiebanken in Nederlandsch-
Indië” blijkt verder hoeveel andere problemen op
financieel en economisch gebied zijn belangstelling hebben gevraagd, terwijl in de laatste jaren van zijn
Indisch verblijf bovendien nog valt zijn adviseur-
schap van de Chineesche Regeering, waarvan het he-
keude twee-deelige werk ,,On Chinese Currency” ge-
tuigenis aflegt.
In 1912 werd Mr. Vissering geroepen tot het presi-
dentschap van de Nederlandsche Bank. Nog geen
twintig maanden later brak de wereldoorlog uit. Vier
moeilijke jaren volgden, die zijn volle kracht in be-
slag namen. Daarna de eerste periode na den oorlog
met clan scherpen conjunctuurval in 1.921, een perio-
de waarin – het wordt wel eens vergeten – de gul-
clan evenzeer zwevend is geweest als thans, en dat
zonder egalisatiefonds, zoodat elke verschuiving in
dcii gouclvoorraad cliret in cle weekstaten aan den
dag trad. De moeilijkheden werden nog vergroot,
docndat zich in het particuliere bankwezen enkele
zwakke plekken openbaarden, die de circulatiebank
eii cle Nederlandsche Regeering noopten tot het
neincn van een aantal maatregelen, waarvan de nr-
vartng de juistheid heeft bewezen. Voegt men hier-
aan nog toe de repercussie van de inflatie bij onze
Oosterburen, dan is het duidelijk, dat in deze jaren
een hij uitstek vast en doelbewust beleid van de cir-
culatiebank vereischt was. Uiteraard heeft ook het
financieele beleid der Regeering een belangrijke rol
gespeeld. Dat echter de moeilijkheden dezer jaren
zonder schokken tot oplossing zijn gebracht en dat
tenslotte liet herstel van de oude goudwaarde van den
Nederlandschen gulden in 1925 zich kon beperken tot de constateering van een reeds in feite bestaan-
den tocstancl en niet, als in Engêland, met een kunst-
matige opvoering van cle waarde van het ruilrnidclel,
met alle gevolgen van dien, gepaard behoefde te gaan,
is mede in de eerste plaats te danken aan de onder
Vissen ng’s leiding gevolgde hankpolitiek.
Dat de moeilijkheden in hun kern veeleer van in-
ternationalen aard waren en mitsdien voor hun op-
lossing internationale samenwerking eerste vereiscbte
was, heeft Mr. Vissering van den aanvang af beseft.
Hij zelf is het geweest, die reeds in 1919 het initia-
tief heeft genomen tot besprekingen met economisteia
en bankiers uit verschillende landen, uit welke be-
sprak i ogen het z.g. ,,Memorandum van Amsterdam”
is voor tgovloei d. Aan cle internationale conferentie
van Brussel van 1.920, welke met dit memorandum in
oorzakelijk verband staat, en’ aan die van Genun van
1.922 had hij een zeer belangrijk aandeel. Daarna volg-
den besprelcingen in een Commissie van bankiers, bij-
eengeroepen door de Reparatiecommissie en nog in
hetzelfde jaar, midden in de inflatie, zien wij hem
als leider van een Commissie van Deskundigen naar
Berlijn gaan.
Enkele jaren later – 1.925 – brengt hij tezamen
niet Prof. Kemmerer aan de Regeening van Zuid-
Afrika een rapport uit over het centrale bankwezen
van dat land en het herstel van den gouden standaard.
Vraagt men zich af, wat verder nog de periode van
zijn presidentschap van de Nederlandsche Bank heeft
gekenmerkt, dan tredén twee zaken naar voren. In
de eerste plaats valt in deze periode de betrekkelijk
snelle ontwikkeling va:o. de Nederlandsche Bank tot
,,banker’s bank”. Reeds v66r den oorlog was het –
normale – ontwikkelingsproces, waardoor met den
groei en het toenemend self-supporting worden van
het particuliere bankwezen de functie van de cen-
trale bank als zelfstandige creclietgeefster ineen-
schronipeit, duidelijk te onderkennen. De oorlogs- en
na-oorlogsjaren hebben dit proces aanzienlijk versneld
– zelfs van de volgende phase, die door toenemende
self-sufficiency van het bedrijfsleven zelf wordt ge-
kenmerkt, zijn verschillende symptomen reeds duide-
lijk aanwijshaar – met het gevolg, dat de Nederland-
sche Bank met snelle schreden derizelfden weg is ge-
gaan als verschillende harer zusteren t.w. beknotting
harer credietfunctie en daarmede verzwakking harer
mater.ieele machtspositie, doch tevens verawaring
harer taak en verlegging van het accent naar het
,,leadership” in den geest van de Bank of England.
Mr. Vissering heeft, ook al beteekende deze ontwik-
keling voor de Bank tot zekere hoogte een sacrifice,
haar in volledig begrip van haar wezenlijk karakter geleid. Zijn reeds vroegtijdige en aanhoudende po-
gingen om aan het guldensdevies een internationale plaats te geven, passen geheel in dit kader. Een van
de gevolgen van liet geschetste proces was toch een
aanzienlijke verruiming van het aanbod van kort
geld, hetgeen een nieuw beleggingsobject, dat boven-
dien aan de positie van Amsterdam als internatio-
nale geidmarkt slechts kon ten goede komen, zeer ge-
weuscht maakte.
In de tweede plaats de ontwikkeling van de gold-exchange standaard. Men ldan van de ontwikkeling
van deze dekkingsfiguur, die na den oorlog door vrij-
wel alle continentale circulatiehanken in toenemende
mate werd toegepast, veel kwaads zeggen en wijzen
op de bezwaren en risico’s, die daaraan ontegenzegge-
lijk verbonden waren. Niet te ontkennen is echter,
dat, gezien in ruimer verband, deze figuur in de
toenmalige periode nauwelijks te missen was. Het
hooge prijsniveau, de toenemend eenzijdige distributie
van het aanwezige goud, gepaard aan een veeleer af-
nemende productie, zouden de wereld aan een ernstige
en voortdurende deflatie-druk hebben blootgesteld,
wanneer niet op deze wijze de hoeveelheid dekkings-
materiaal met een allengs tot boven 20 pCt. geste-
gen percentage was vergroot. Bovendien vergete men
niet, dat na het herstel van den gouden standaard
in 1925 het gevoel, een nieuwe periode van evenwicht
en rust op monetair gebied te zijn ingetreden, steeds
sterker werd. Had . men toentertijd voorspeld, dat
dit evenwicht enkele jaren later, in 1931,
01)
ZOO
ruwe wijze zou worden verstoord en dat nog wel door
den val van het Pond Sterling, weinigen zouden dit
hebben geloofd.
Men vergelijke het bovenstaande met het rustige leven der 19e eeuw om te beseffen hoe enorm veel
zwaarder en verantwoordelijker het presidentschap
van Mr. Visserinig ‘is geweest dan dat van wien ook
zijner voorgangers. Het is zijn zeer groote en blij-
vende verdienste, deze taak te hebben vervuld op een
22 December 1937
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
931
wijze, die in elk opzicht aan de Nederlandsche volks-
gemeenschap is ten goede gekomen. En daarnaast is
het aan hem te danken, dat bij het zich toenmaals
reeds ontwikkelende directe verkeer tusschen de ver-
schillende circulatiebanken de hechte grondslag is
gelegd voor de eervolle positie, die de Nederlandsche
Bank daarbij thans inneemt.
Niettegenstaande zijû drukke werkzaamheid aan
de Bank vond Mr. Vissering tijd en gelegenheid zich
aan tal van andere belangen te wijden. Zoo heeft
het Zuiderzee-vraagstuk steeds zijn volle liefde en
belangstelling gehad. Reeds in 1898 publiceerde hij
een studie over de economische beteekenis van de
afsluiting en drooglegging der Zuiderzee en in vol-
gende jaren heeft hij op verschillende wijzen – o.a.
als voorzitter van de Zuiderzee-vereeniging en later
van den Zuiderzee-raad – aan dit werk en wat daar-
mede samenhangt deel gehad. Zijn belangstelling voor
alles, wat het stamverwante Zuid-Afrika betrof, heeft zich op tal van wijzen geuit en gemakkelijk zou deze
opsomming tot ver buiten het economische en finan-cieele terrein kunnen worden uitgebreid.
Daarbij voegt zich zijn voortdurende en belangrijke
publicistische werkzaamheid. Slaat men de lijst der
verzamelde geschriften op, welke in 1935 op zijn
70steu verjaardag door de Directie der Nederlandsche
Bank aan Mr. Vissering werden aangeboden, dan
wordt men ook hier in de eerste plaats getroffen door
do veelzijdigheid ervan. Met dat al is het begrijpelijk,
dat het overgroote deel van zijn geschriften, in de
eerste plaats zijn grootere studies, liggen op het ge-
bied van het centrale bankwezen, zijn eigen werk, waarbij ook voor hem geldt, dat de jaren, die hem
voor de grootste problemen stelden en het meest
van zijn werkkracht vorderden, tevens de vruchtbaar-
ste jaren zijn geweest zijner publicistische werk-
zaamheid.
Zeker, Mr. Vissering schreef gemakkelijk en gaar-
ne. Vraagt men echter naar wat hem hiertoe dreef,
dan ligt het antwoord in laatste instantie elders. lIet
was in de eerste plaats de behoefte, die hij in zeer
sterke mate gevoelde, om in het openbaar van zijn
beleid rekenschap te geven en de dikwijls ingewikkel-
de verhoudingen bloot te leggen, in wier kader dit
beleid moest worden gezien, en voorts het gevoel,
dat begrip en inzicht in ruimen kring aan het
onmisbaar vertrouwen in het gevoerde beleid een bij-
zonderen steun konden geven.
Den. neerslag dezer overwegingen vindt men in
de allereerste plaats in het algemeen gedeelte van
het jaarverslag der Bank, dat onder hem is uitge-
groeid tot het belangrijke stuk, dat het ook nadien
steeds gebleven is. Dezelfde overwegingen bepalen echter ook het karakter van de overgroote meerder-
heid zijner geschriften uit deze periode. De studie,
die als No. 1 van de eerste reeks geschriften in het
kader, waartoe ook dit weekblad behoort, werd gepu-
bliceerd: ,,Het vraagstuk van de geldruimte in Ne-
derland en de goudpolitiek van de Nederlandsche
Bank” is hiervan een markant voorbeeld. Geschreven
in 1917, dus midden in den oorlog, had het betrek-
king
0
1
)
geheel andere toestanden dan de huidige,
maar de titel is als voor het heden gekozen en met
de herleziug kan men in velerlei opzicht ook thans
nog zijn voordeel doen.
Mr. Vissering wist, dat meeningsverschil en critiek
zijn deel konden zijn. Zoo spoedig hij er een persoon-
lijk element in meende te bespeuren deed zulks hem,
gevoelig man als hij was, pijn. Zakelijke critiek is hij
echter nimmer uit den weg gegaan en het lag in zijn
persoon deze zelfs te waardeeren als middel tot
beter begrip.
Is het wonder, dat hij de verbreeding en verdieping
van de studie der economie, waartoe de Handels-
Hoogeschool hier te lande het eerst den weg geopend
heeft, toejuichte en steunde? Met dankbaarheid zij
herdacht, dat hij, niettegenstaande zijn drukke werk-
zaamheden en de verplaatsing, waartoe zulks hem
noopte, herhaaldelijk in het kader der toenmalige
Woensdagavondvoordrachtert als spreker is opgetre-
den en het gehoor, dat bij die gelegenheden waarlijk
niet alleen uit studenten bestond, onder den ban
heeft gebracht van zijn woorden en van zijn persoon-
lijkheid.
Ook dit weekblad en de organisaties, waarvan het
achtereenvolgens is uitgegaan, hebben steeds op de
daadwerkelijke belangstelling en steun van Mr. Visse-
ring, hun voorzitter, mogen rekenen. Hoeveel wijze
raad is, vooral in de eerste jaren, niet door hem ge-
geven! De oudere jaargangen kunnen ervan getuigen,
hoe hij steeds gereed stond om bij
belangrijke
gebeur-
tenissen in het leven van dit blad blijk te geven van
zijn belangstelling en waardeering. In het eerste
nummer van den tweeden jaargang, toen tot oprich-
ting van het Instituut voor Economische Geschriften
was overgegaan, heeft hij zijn visie op de taak
van dit weekblad en de genoemde Organisatie uit-
eengezet. Reeds de titel ,,Eenheid” kenmerkt hem.
Persoonlijk zich van alle politiek verre houdende, zag
hij in het samenbrengen van velerlei gezindheid in
één Organisatie het voornaamste doel. De oorlog WaS
nog in vollen gang en het is geen wonder, dat dit
alles overheerschende feit ook in het volgend citaat
naar voren treedt. Ook andere omstandigheden dan
oorlog kunnen zoodanige samenwerking echter even
noodig maken.
Mr. Vissering schreef:
,,Met waardeering van ieders medning in de groote
,,maatschappelijke en politieke vraagstukken hebben
,,wij thans meer dan ooit in Nederland en zijn Ko-
,,loniën aansluiting noodig om ons volksbestaan te
,,handhaven. Verbreiding van kennis, zoowel onder
,,ons zelven als voor het buitenland, is een eerste
,,eisch, vooral nu in den oorlogstoestand nog meer
,,dan anders onjuiste berichten over ons land cii
,,zijn bedoelingen opduiken. Willen wij echter de
,,waarheid naar buiten kenbaar maken, dan moeten
,,wij eerst in eigen kring ook op het gebied der
,,feiten goed voorgelicht zijn.”
Velerlei beweegt den mensch. Vraagt men echter, wat het was, dat in de veelzijdigheid van dezen man
samenhang bracht en eenheid, wat het leidend be-
ginsel was bij de uitoefening zijner hooge functie en
bij zijn oprechte belangstelling voor zoo velerlei daar-
buiten, clan was dit in de eerste plaats het streven,
voor zijn deel te kunnen medewerken aan de verster-
king van cle eer en de kracht van het land en den
ederlandschen stam.
Wie zijn beeld ten voeten uit zou willen teekenen,
zou nog op veel meer moeten wijzen dan in het boven –
staande is geschied. Hij zou zijn persoonlijke eigen-
schappen naar voren moeten brengen, zijn distinctie,
de charme, die van hem uitging, zijn voorkomendheid
en huipvaardigheici, zijn fijnbesnaarden geest, zijii warni gemoed, den zin voor eruditie en kunst, hem
reeds vroegtijdig
bijgebracht
in de spheer van het
ouderlijk huis, zooveel, dat hier slechts kan worden
aangeduid.
1-Jet zij
schrijver
dezes veroorloofd te eindigen met
een persoonlijke herinnering – één uit zeer vele –
die hem bij het schrijven van deze regelen bijzonderljk
voor den geest staat. Het was in November 1916, toen
een drietal jongeren – waaronder de helaas eveneens
dezer dagen overleden Jhr. Mr. L. H. van Lennep –
zich op een middag naar Mr. Vissering begaven om
zijn medewerking in te roepen teneinde aan dit week-
blad, dat het eerste jaar min of meer in de lucht had
gehangen, een organieke basis te geven. Van zijn be-
langstelling in het blad had Mr. Vissering al herhaal-
delijk doen blijken. Dat
hij
echter de plannen met bijna
jeugdig enthousiasme zou begroeten, dadelijk bereid
zou zijn het voorzitterschap op zich te nemen en met-
een zich zou gaan verdiepen in de details van uit-
voering, had wel geen hunner verwacht. Met groote
932
ECONOMTSCHSTATISTiSCHE. BERICHTEN
22
December
‘)i937
dankb,t,i-1.-lie,icl en geheel onclr de bekori ng van zijn
Persoonlijkheid verlieten zij hem.
De laatste levensjaren van Mr. Vissering zijn moei-
lijk geweest. Er zijn er eehter zeer velen, die hij den
algemeenen (lank, die hem toekomt voor al wat hij
in het belang van het land heeft gedaan, hun bijzon-
(leren dank hebben te voegen voor wat hij in vroeger
jaren voor hen persoonlijk deed. Met droefheicl in het
hart zullen zij hem in deze dagen gedenken en zijn
beeld zal hun hijhlijven. Requiescat in Pace. 13
MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE
VOOR DE RIJNVAART.
VERSLAG VAN DE ZTVT’ING VAN NOVDMBER
1937.
De Centrale Contin’issie voor de Rijnvaart heeft te
Stra.atsburg van ii tot
13
November haar tweede zittii:ig
van
1937
gehouden, onder vooraitterschap van den heer
Jean Gout, bu iteugewoo ii gezant.
De heer Paul Oharguéraud is benoemd tot Commissaris
voor Frankrijk en heeft de volmacht, hem door den Presi-
dent van de F r,ansc’he Republiek gegeven, overgelegd.
De Connuissie heeft ‘in haar hoedanigheid van beroeps-
instantie in Rijn’vaartzaken een von nis gewezen in een
burgerlijke rechtszaak.
Zij heeft kennis genomen vail de ‘haar verstrekte op-gaven betreffende de werken, welke gedurende het jaar
1936
in de havens iii Zwitserland, Frankrijk en Nederland
weiden uitgevoerd.
De Zwitsersohe delegatie ‘heeft aali de Commissie mede-
gedeeld, dat dc noama.lisa tiewer’ken tussuhen Straatsburg
en Iteiu, welke door de hooge waterstanden van den
zomer
1937 onderbroken ‘aren, weer werden voortgezet
en dat ‘de lage waterstanden van ‘den winter benut werden
om deafdekkin’g der kribben te voltooien.
Dank zij de hooge waterstanden kon de vaargeul de
richting. de breedte en de diepte van
2 iii
ouder dcii ge-
lijkwaar.digen waterstand
1.932
over het geheele te norina-liseoren riviervak verkrijgen. bebalve
01)
enkele plaatsen, waar het tekort echter zeer gering ‘is.
Ten aanzien van de verhooging der Stra.atsburg-Kehler
bruggen, heeft de Fra.nsche delegatie medegedeeld, dat de
Fransdhe administratie gereed is om niet de werkzaam-
heden te ‘beginnen, zoodra de Duitsehe adiutinistratie aal
hebben doen weten. dat ook .harerzijds daanuuede een begin
gemaakt zal kunnen worden.
De Fra’nsc’he delegatie ‘heeft voorts het ontwerp aan-
geboden ‘van de wcrkzaamheden voor •de epruiming ‘an
den bovenbouw van cle Huninger spoorbrug en cle Com-
nrssie heeft vastgesteld, dat dc door de Fransehe Regee-
ring gedurende ‘de uitvosring der werk’zaaimheden voor-
ziene maatregelen geen bezwaar opleveren ten aanzien van
cle belangen ‘der scheepvaart.
Het Coniitd, onder voorzitterschap van den ‘heer Herold,
Commissaris voor Zwitserland, dat sedert ettelijke jaren
aan de iier’zieni lig valt het RijitvaairtpoL’itiereglement w’erkt,
heeft in de nieuw ontstane situatie
0E)
den Rijn aanlei-
ding gezien zijn werkzaamheden te hervatten Daarom-
trent is aan .de Commissie medegedeeld, dat alle oeversta-
ten en .l3elgië de invoering beoogeu ‘ali een nieuwe ver-
ordening, welke aan de technische en nautische be’hoef’teua
van de moderne scheepvaart beantwoordt, en dat onder-
handeLingen tussehen deze Staten gaande zijn ten aanzien van cle wijze van ‘inwerkingtreding der nieuwe bepalingen
op den geheelen Rijn beneden Bazel.
De datum van ‘de volgende aitting ‘is bepaald
01)
Dins-
dag
26
April
1938:
DE HANDELSMISSIE NAAR ZUID-AMERIKA.
Door cle redactie uitgenoodigd het rapport van de
Handelsmissie naar Zuid -Amerika te bespreken, dat
als bijlage van het Weekblad Economische Voorlich-
ting van 5 Nov. I.I. werd gepubliceerd, ga ik daartoe over niet de aarzeling en den schroom, welke uit het
ontbreken van persoonlijke ervaring op het stuk van
de bezochte landen voortvloeien.
De handelsmissie werd ingesteld hij K. B. ‘van
25 Juni
1936
No. 21. Uit overweging, dat het wen-schelijk was gebleken de economische betrekkingen
tussehen Nederland en eenige Zuid-Amerikaansche Staten te verlevendigen en uit te breiden, werd haar
t.ak daarin omschreven als: ,,het instellen van een
onderzoek naar de mogelijkheid tot verruiming van
het handelsverkeer niet Argentinië, Bra,zilië, Chili en
Uruguay te geraken”.
”’
.
. , .
De missie was een uitvloeisel van den aandrang
door het Nederlandsch Zuid-Amerika Instituut op de Regeering uitgeoefend om zijn streven naar nauwere
aanrakingen met het Zuid-Amerikaansehe werelddeei,
voor zooveel het .handelsverkeer betreft, te ondersteu-
nen. Zij stond onder leiding van Jhr. van Karneheek,
oud-Minister van Buitenlan dsche Zaken, en telde
onder haar 10-tal leden vooraanstaande vertegenwoor-
digers van. de voornaamste takken van ons bedrijfs-
leven, zoomede van Nederlandseh-Indië.
Ingevolge haar opdracht bezocht de missie in de
maanden Maart tot Mei
1937
de vier opgenoemde
landen, welke gezamenlijk, afgezien van Paraguay,
liet geheel van. Zuid-Amerika omvatten, dat, binnen
de gematigde zone ligt. Voor het bezoek aan Uruguay
waren slechts 2 of
3
dagen beschikbaar, weshalve de
volle aandlacht valt
0.1)
Argentinië, Brazilië en Chili,
de zoogenaamde ABC staten, welke doorgaans be-
schouwd worden de voornaamste rol in Zuid-Amerika
te vervullen.
Uit de in het rapport weergegeven indrukken en
beschouwingen springt sterk naar voren, dat in Zuid-
Amerika, al evenzeer als in. de overige overzeesche
landen, het streven naar industrieele zelfgenoegzaam-
heid sedert den wereldoorlog aanzienlijken voortgang
heef t gemaakt. Alleen in Argentinië schijnt men te
beseffen, dat deze zelfgenoegzaamheid niet mag gaan
ten koste van de afzetmogelijkheid zijner landbouw-
voorthrengselen, eiÏ dat op den duur geen uitvoer
zonder invoer kan stand houden. Om die reden wil
Argentinië zich vooral toeleggen op die takken van
nijverheid, welke de grondstof binnenslands vinden.
Omtrent cle hestuurstoestanden van Argentinië en
Chili w’orden bevredigende medecleelingen gedaan.
Ten aanzien van Brazilië wordt hieromtrent niets
bepaald gezegcl. Wellicht voorzag de missie reeds den
recenten staatsgreep.
Met zijn langgerekt territoir is Chili, wat den
bodem betreft, in veel minder gunstige conditie dan de heide andere zeer uitgestrekte en rijke, maar nog
slechts gedeeltelijk in cultuur gebrachte landen.
De missie bevond,’ dat de gelegenheid tot emigratie
van Nederlanders naar de landbouwstreken in het
Zuiden ernstige aandacht verdient, speciaal ook voor
zoover het den tuinbouw aangaat.
Zij
vermeldt ech-
ter niet in hoever de emigratie van duizenden land-
genooten naar Argentinië omstreeks
1890,
en naar
Brazilië in de beginjaren van deze eeuw voor de be-
trokkenen succes heeft opgeleverd.
Op het gebied van dien handel verdiept het rap-
port zich niet in de mogelijkheid tot verruiming
van den invoer uit Zuid-Amerika, ofschoon deze rela-
ties van veel grooteren omvang zijn dan die van onzen
uitvoer derwaarts. Toch is het voor onze voedselvoor-
ziening en voor onze industrie van groot belang, dat
de producten van ‘Zuid-Amerika onder haar bereik
blijven, en dat de beschikking over deze bronnen niet
versperd gerake door ruil-overeenkomsten zooals
Duitschland er een niet Brazilië heeft gesloten.
Aan de scheepvaarthelangen van Nederland worden
nauwelijks enkele regels gewijd. Toch ware het wel
de moeite waard geweest te vermelden, dat 50 jaar geleden nog een heele vloot van Groningsche zeil-
scheepjes in de Braziliaansche kustvaart,, niet Rio Grande do Sul als centrum, emplooi vond. Daarna
zijn de Zuid-Amerika lijn en de Koninklijke Hol-
landsche Lloyd ‘gekomen: de mislukking van deu
grootscheeps opgezetten, meermalen gesubsidieerden
passagiersdienst had gereleveerd en verklaard kun-
nen worden. En voorts had er de aandacht op mogen
w’orden gevestigd, dat nog heden ten dage, zoowel
langs de West- als langs de Oostkust, geregelde Ne-
derlandsche lijnen worden onderhouden door moderne
vrachtschepen met behoorlijke passagiers-accomodatie.
In het petroleumvervoer, alsmede in de wilde vaart
op de ‘Plata-rivier neemt cle Nederlandsche vlag eeui
5
22 December 1937
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN’
933
behoorlijke plaats in (101 schepen totaal in de eerste
zeven maanden van 1937), te..wijl zij zich ook begint te interesseeren voor het ertsvervoer van Brazilië.
Bevreemdend moet het heeten, dat het rapport geen
melding maakt van de kansen op waterhouwkundig
terrein, omdat on.s land op dat terrein in vroeger
jaren in Argentinië en Chili naam heeft gemaakt.
01) het gebied van de kapitaalinvesteering staat
Nederland, zooals het rapport terecht zegt, ahter bij
Engeland en Amerika, en waarschijnlijk ook bij
Duitschiand, Frankrijk en België. Wat op dat gebied
werd ondernomen, smaakt echter over het geheel niet
naar meer; men herinnert zich verliezen in de suiker-
industrie in Brazilië, in het.graanhedrijf van Argen-
tinië (Compania Mercantil), in de mijnindustrie van
Chili. Ook de beurs heeft weinig vreugde beleefd van
de beleggingen in Zuid-Amerikaansche fondsen, met
uitzondering van sommige Argen tij nsche soorten.
Chili betaalt slechts een klein deel van zijn coupons,
en Brazilië heeft onlangs den gebeelen rentedienst
van zijn buitenlandsche schulden stopgezet. Hoe te-
leurstellend zulks moge wezen, men moet er zich
eigenlijk niet over verwonderen, dat het slechte voor-
beeld van een groot Europeesch land, dat de rechten
van zijn huitenlandsche crediteuren eigenmachtig
heeft beknot, in de nieuwere landen school maakt.
Gelukkig kan het rapport constateeren, dat de
llollandsche Bank Unie zich wederom gaat rang-
schikken onder de financieele instellingen van den
eersten rang, en dat derhalve de dure ondervinding,
met de iollandsche Bank voor Zuid-Amerika opge-
daan, toch vruchten begint te dragen. Over de aan-leiding tot het liquideeren van de Holland-La Plata
hypotheekbank wordt niet gesproken.
Bij verre de meeste aandacht wijdt het rapport aan
de kansen voor onzen export naar cle bezochte lan-
den. Het rapport vermeldt in het bijzonder den uit-
voer van consumptie- en van poot-aardappelen, van
fokvee en van manufactu.ren, en verwondert zich er-
over, dat zoo weinig exporteurs op de ,,hearings” van
de missie zijn verschenen. Inderdaad blijkt uit de Ne-
derlandsche handels-statistiek, dat er behalve van de
genoemde artikelen ook uitvoer van eenige heteeke-
nis bestaat van garens (vermoedelijk kuustzijde), van steenkolen, ijzer, kope:r en tinwerk, van gepelde gra-nen (vermoedelijk rijst), van chemische producten en
verfwaren, van glas- en aardewerk, van papierwaren
(vermoedelijk strookarton), van vaartuigen (vermoede-
lijk baggermaterieel) en vaic werktuigen naar Argen-
tinië, van instrumenten (misschien radio), garens en
tin naar Brazilië, van rijst en garens naar Chili en
van suiker en spiritus naar Uruguay.
En wat Nederlandsch-Indië betreft wordt alleen de
aandacht gevestigd op kapok en rubber voor Argen-
tinië. Ik zou denken, dat mogelijk ook thee, sisal en
tabak in aanmerking kunnen komen. Over het geheel
zullen de landen der gematigde zone van Zuid-Ame-
rika zich voor hun behoeften aan koloniale waren
echter wel hij voorkeur wenden tot de tropische stre-
ken van dat werelddeel. Trouwens de Para-ruhher, de
kina en de cocaïne van Nederlandsch-Indië stammen
uit Zuid-Amerika.
De markten in Argentinië, in Brazilië en in Chili
worden in het rapport afzonderlijk besproken, waarbij er de nadruk op wordt gelegd, dat voor ons productie-
apparaat afzetmogelijkheden bestaan in weerwil van
inheemsche industrialisatie, hooge tariefmuren en
scherpe buitenlandsche concurrentie, en dat de afzet-
mogelijkheden dan nog weinig bemoedigend zijn in
Brazilië, en niet geheel hopeloos in Chili. De op
export beluste liefhebber dient zich voorts reken-
scha te geven, dat hij zijn goederen aan de vraag
moet aanpassen, dat hij crediet moet geven, zijn agen-
ten onbekrompen moet steunen, en zoo mogelijk zelf
een bezoek ter verkenning van de markten moet bren-
gen. De kost gaat nu eenmaal voor de baat uit. De
c.redietrisico’s worden over het geheel minder groot
geacht dan gewoonlijk wordt aangenomen, terwijl er
OJ)
wordt gewezen, dat uit een oogpunt vau.00rlogs-
gevaar (ook revolutiegevaar?) misschien geen hoek
van de wereld veiliger is. Het rapport stelt, dat Ne-
derland zijn toekomstige afzetmogelijkheden in hoofd-
zaak moet zoeken in den export van grondstoffen,
mnachinerieën en halffahrikaten voor de industrieele
bedrijven. Het is mij nntusschen niet duidelijk, welke
grondstoffen Nederland zou kunnen
leveren,
behalve steenkolen, wanneer wij die kunnen missen.
* *
In het kort zijn dit
de*gegevens,
op grond waar-
van ,,de” Nederlandsche handel en de” Nederland-
sche exportfabrikant worden opgewekt zich voor den
afzet naar Zuid-Amerika te interesseeren. Ik kan mij
niet goed voorstellen, hoe men zich het effect hier-
van denkt. Welke koopman, welke fabrikant, die aan
het hoofd van drukke winstgevende zaken staat, zal
zich te midden van zijn beslommeringen, van zijn
telegrammnen en telefoontjes, er rekenschap van
geven, dat de missie het op hem heeft voorzien? Zijn
de winstmogelijkheden in het verre verschiet inder-
daad zoo veelbelovend, dat men zich daarvoor al cle
moeite, al de kosten en al de risico’s mag getroosten?
Niet onw’aarschijnlijk heeft de exportfahrikant wel
een Duitsche of Fransche exportrelatie, die zich, nu
hij door de depreciatie van den Gulden veer kan
concurreeren, voor zijn artikel wil interesseeren, ook
al moet hij zich dan misschien bereid verklaren
,,made in Germany” of wel ,,gara.nti, article de Paris”
op zijn kisten te schilderen.
Zonder twijfel is het te betreuren, dat zoo weinig
flinke Nederlandsche importhuizen in Zuid-Amerika zijn gevestigd, en dat hier te lande, behalve voor den
export naar Nederlandsch-Indië, zoo weinig flinke
exporthuizen bestaan. Nagenoeg alle Nederland-
– dit of dat – handelmaatschappijenhebben gering
succes gehad; in de richting van Zuid-Amerika o.a. de Transmarina en de Holtrans, terwijl ik verschil-
lende kleinere firma’s ken, die het daar evenzoo te-
vergeefs hebben geprobeerd. Ondanks de sterke uit-
breiding van het middelbaar eu hooger handeisonder-
wijs schijnt het aantal jonge landgenooten, die van
nature voor den internationalen koophandel in het algemeen, en voor den export in het bijzonder ge-
schikt zijn, niet toe te nemen. Bij den import doet
zich trouwens hetzelfde verschijnsel voor. De belang-
rijke importen van Brazielkoffie en tabak, van Ar-
gentijnsche wol en granen, van Chileensche salpeter
worden door onze importeurs zoo goed als geheel van
buitenlaudche afladers gekocht. Alleen in den graan-
handel te Buenos-Aires zijn, meen ik, een paar Hol-
landsche exporthuizen werkzaam, maar wier personeel
dan nog ten deele uit vreemdelingen bestaat.
Dit gebrek aan prima Nederlandsche, voor den
eigenlijken goederenhandel berekende krachten kan
er licht toe leiden, dat de aanbevelingen der missie
zullen worden opgenomen door personen, die, al of
niet door eigen schuld, niet in den handel zijn ge-
slaagd. Onnoodig te zeggen, dat men met onvolwaar-
dige menschen zoo goed als geen kans op slagen mag
verwachten, en dat dus alleen de pogingen van alles-
zins bekwame en betrouwbare jongelieden eventueel
voor ondersteuning in aanmerking behooren te komen.
Alles tezamen genomen moet ik vreezen, dat van
de reis der missie niet meer dan een bescheiden recht-
streeksch resultaat is te verwachten. Er zij daarbij
nog op gewezen, dat haar aanbevelingen weinig an-
ders doen dan het refrein herhalen, dat door onze
beroepsconsuls sedert 50 jaren is gezongen, tenzij het de aanbeveling op blz. 24 mocht zijn, waarbij het or-ganiseeren van een ,,supervising office” als algemeen
steunpunt ten behoeve van onze exportindustrieën
wordt aanbevolen. Maar ook daarin kan ik weinig
heil zien, omdat het moeilijk zonde zijn een all round
geschikt en belangeloos persoon te vinden, in staat
en bereid als algemeen adviseur op te treden, en om-
dat het. de kosten van ouzen export onnoodig zou ver-
hoogen. Ook geloof ik, dat een bekwaam en belang-
934
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 December 1937
stellend beroepsconsul schier even, goed die taak op
zich kan nemen. Overigens is het mij bekend, dat
althans enkele Nederlandsche fabrieken Zuid-Amerika
geregeld door eigen menschen bewerken.
Een en ander doet intusschen de vraag rijzen of
het economisch nut van de uitzending van bijzondere
handeismissies als de hier besprokene tegen de moeite en de kosten opweegt. Te dien aanzien valt op te mer-
ken, dat andere landen, o.a. Engeland, Duitschland en België met dergelijke economische missies zijn
voorgegaan, en dat daartoe in slechte tijden vermoe-
delijk wel weer zal worden besloten. Voor zoover die
missies het Verre Oosten bezochten is mij bij onder-
vinding gebleken, dat de handeiswereld ter plaatse
over het geheel schouderophalend tegenover het prac-
tisch nut pleegt te staan. Hoe bekwaam de leden van
een dergelijke missie ook mogen wezen, het ware on-
redelijk te verwachten, dat zij in staat zouden zijn na
een kort bezoek cle toestanden beter te beoordeelen
dan diegenen, die sinds jaar en dag daar arheiden,
of dat zij nieuwe mogelijkheden zouden kunnen ont-dekken, welke aan de waakzaamheid der belangheb-
bende kooplieden en der consulaire waarnemers waren
ontsnapt. Toch is het juist voor de laatstbedoelde
categorieën van personen overzee dikwijls belang-
wekkend hun eigen inzichten te toetsen aan de ge-
publiceerde rapporten der handeismissies, waarbij te
bedenken valt, dat dergelijke rapporten gemeenlijk
even nauwkeurig, zoo niet nog nauwkeuriger, bestu-deerd plegen te worden door de buitenlandsche con-
currentie. De vaktijdschriften verspreiden cle ge-
gevens in eik geval over de geheele wereld. En het
komt herhaaldelijk voor, dat zij inlichtingen bevat-
ten, welke door de informanten der missie geenszins
voor openbaarmaking waren bestemd.
Wat het laatste punt betreft levert het sobere
rapport van onze handelsmissie weinig gevaar op. Uit den aanhef blijkt overigens, dat daarnevens mededee-
lingen zijn gedaan, welke uitsluitend voor de Regee-
ring zijn bestemd. Terwijl het voor de hand ligt, dat
in die mededeelingen de personen van onze officieele
vertegenwoordigers zijn besproken, zoo is het niet uit-
gesloten, dat belangrijke onderhandsche wenken voor
onzen handel en onze industrie zijn, bijgevoegd. Is
onze missie aldus te werk gegaan, dan kan men haar
slechts om haar verstandig inzicht loven, en dan moet
de critiek wegens de in dit opstel aangeduide leem-
ten misschien grootendeels verstommen.
Afgescheiden van de rechtstreeksche resultaten
dient het nut van handelsmissies echter vooral ook
beschouwd te worden uit het oogpunt van de bijzon-
clere reclame, welke in het bezoek van een aantal
vooraanstaande zakenmenschen is gelegen. Wanneer
dc missie op grond van haar ondervinding tot de
overtuiging is gekomen, dat haar uitzending nuttig
en verantwoord was, dan zal men vel in de eerste
plaats aan deze zijde van het vraagstuk moeten den-
ken. Op verschillende plaatsen gewaagt het rapport
van de goede sfeer ten opzichte van ons’ land, welke
zij heeft aangetroffen. Ook al moet het rapport be-
scheidenlijk daarover zwijgen, zoo mag uit de berich-
ten, welke daaromtrent over kwamen, wel worden op-
gemaakt, dat de missie, niet het minst dank
zij
den
persoon van haar emin,enten leider, er ten volle’ in geslaagd is die sfeer nog te verbeteren, en tot veel-
zijdige ontwikkeling te brengen. Zoowel de aanrakin-
gen met de hooge autoriteiten als die met de locale
pers hebben daartoe bijgedragen, liet kan geen twijfel
lijden, dat onze diplomaten, beroepsconsuls en zaken-
menschen in de bezochte landen van die vriendschap-
pelijke sfeer nog geruimen tijd de gunstige gevolgen
zullen kunnen plukken, en dat dientengevolge de
kansen voor onze ondernemers om zich hizondere
bestellingen of de uitvoering van openbare werken te
zien opgedragen aanmerkelijk beter
zijn
geworden.
* *
Kan de invloed van een handelsmissie uit den aard
der zaak slechts van voorhijgaanden aard zijn, des te
meer moeten onze handel en onze industrie kunnen
bouwen op de toegewijde werkzaamheid van onze
permanente vertegenwoordigers overzee, in casu op
onze beroepsconsuls in Zuid-Amerika. Ook wanneer
deze een diplomatieken titel voeren, dienen zij hij
voortduring op de bres te staan voor onze economi-sche belangen, en zich door het nauwlettend volgen
van de economische ontwikkeling, zoowel in het land
hunner vestiging als in Nederland en Nederlandsch-
Indië, op de hoogte blijven houden van alles vat
noodig is voor de richtige vervulling van hun taak.
Dank zij de veelzijdige en langdurige speciale studie
welke zij achter den rug hebben, moet het hun niet
te moeilijk vallen het economisch leven op hun stand-
plaats te bestudeeren en te doorgronden.
Er heerscht veel wanbegrip en misverstand om-
trent de wijze waarop heroepsconsuis hun taak moeten
aanvoelen en vervullen. Men moet niet van hen ver-
wachten, dat zij elken dag acht uren achter hun
schrijftafel rapporten zitten te schrijven, of bij elke hopelooze aanvraag uit het moederland de stad af-
loopen om een willekeurige relatie te zoeken.
Wat van hen verlangd mag worden, is dat zij de
kaart van het land kunnen overzien, goed georiën-
teerd zijn omtrent den handel ter plaatse, en zoovele
en uiteenloopende aanrakingen met dien handel heb-ben, dat zij niet op slechts enkele bekenden zijn aan-
gewezen, en feitelijk alleen door de oogen van die
paar bekenden kunnen zien. Men hoort dikwijls sma-
len op de sociale functies der diplomaten en consuls,
en ziet voorbij, dat voornamelijk langs dien weg, door
het bijwonen van ontvangsten, het aanzitten aan
diners, door dansen, jagen, golf, of kaartspelen, de
veelzijdige relaties kunnen worden verkregen, welke
zoozeer noodig
zijn.
Veel meer dan gedurende zijn kantooruren is de zakenman tijdens zijn recreatie
bereid een consul te woord te staan en in te lichten.
Aldus handelend zal de heroepsconsul
zijnerzijds
sfeer
kunnen scheppen, een aangenamen en mooien werk-
kring hebben, en in staat zijn den nationalen handel
behoorlijk ,te informeeren, schriftelijke aanvragen
juist te beantwoorden en bezoekende landgenooten op den goeclen weg te helpen.
Daarnevens moet de consul trachten een centrum
te vormen voor de landgenooten ter plaatse. In het
bijzonder wanneer hij gesteund wordt door een wel-
opgevoede vrouw, Hollancische, dan wel Holiandsch
voelende vreemdelinge, zal hij in dit opzicht veel
kunnen doen om de jongelieden het verblijf te ver-
aangenamen, en aldus nieuwe krachten kunnen aan-
trekken. Want ik beschouw het van zee.r groot belang,
dat een aantal jonge kooplieden overzee ervaring op-
doet. Om het even of zij later repatrieeren dan wel
overzee gevestigd blijven, daar huwen en zich inbur-
geren, zoo kunnen deze jongelui de dragers worden
van latere ontwikkeling op ruime schaal. In vroeger
jaren placht de vereeniging ,,het Buitenland” syste-
matisch de plaatsing van jonge kooplieden in het
buitenland te bevorderen, en ondanks vele teleurstel-
lingen heeft deze werkzaaniheid in menig geval toch
de gewenschte resultaten opgeleverd.
Van hun kant kunnen het Departement van Bui-
tenlandsche Zaken en de Economische Voorlichtings-
dienst veel bijdragen om de nuttige werkzaamheid
der beroepsconsulaten tot haar recht te doen komen,
– het Departement door de beste krachten op de ge-
wichtigste posten te plaatsen, door daarbij op elks
speciale bekwaamheden en geschiktheid te letten, en
door de consuls niet tekort en niet te lang op een-
zelfden post te laten. Niet tekort, omdat het een paar
jaar neemt om zich goed in te werken; niet te lang
om het gevaar van inslapen te voorkomen; 5 â 10
jaar schijnt mij de juiste tijd. De Economische Voor-
lichtingsdienst daarentegen dient de verslagen der
consuls in ophouwenden zin met hen te behandelen, hen te steunen met gegevens over Nederland en Ne-
derlandsch-Indië, en hen te atteudeeren
01)
nieuwe
22 December 1937
ECONOMISCH-STATISTISCHE ÉEICHTEN
935
ondernemingen, welke eventueel zaken in hun ressort
kunnen doen.
In geen enkel land voldöet de consulaire dienst
aan alle wenschen, vermoedelijk omdat dikwijls on-vervulhare verwachtingen worden gekoesterd; altijd en overal worden wijzigingen voorgesteld of aange-
bracht. In ons land wordt nog herhaaldelijk aange-
drongen op uitbreiding van het corps beroepsconsuls.
Ik zou daartegen willen waarschuwen, omdat het niet
gemakkelijk is goede krachten te vinden, en omdat
het funest is wanneer de beroepsconsul op zijn post
onvoldoende arbeidsveld vindt. Beter één prima be-
hoorlijk bezoldigd man op een centraal punt dan twee
of meer halve krachten over het ressort verdeeld.
Hetzelfde geldt trouwens voor de landbouw- en an-
dere bijzondere consulenten en voor de handelswaar-
nemers, waarvan Indië zich onbegrijpelijker wijze zoo-
veel voorstelt. Ook al dezen dienen in hun ambt vol-
doende nuttig werk te vinden. Wat Zuid-Amerika
aangaat, zou ik meenen, dit met 5, hoogstens 6 con-
sulaire beroepsposten kan worden volstaan.
Tot besluit zou ik nog willen wijzen op een zijde
van de medaille, welke doorgaans niet wordt bekeken.
Men spant zich veelal in om door goede vertegen-
woordigers in den vreemde zijn economische belan-
gen te bevorderen, maar besteedt niet altijd voldoende
aandacht aan de buitenlandsche vertegenwoordigers, diplomaten en consuls, in het eigen land. En toch ligt
het zoozeer voor de hand, dat de buitenlandsche
regeering bij het doen van bestellingen en het geven
van opdrachten allicht meer waarde zal hechten aan
de inzichten van haar eigen ambtenaren dan aan de
vertoogen van den buitenlandschen vertegenwoordi-
ger. Een denigreerend advies van die zijde kan veel
kwaad doen.
Het ontbreekt hier te lande waarlijk niet aan ver-
eenigingen of commissies. Maar toch zou ik de op-richting willen bepleiten van nog een commissie of
Organisatie, welke zich tot taak zou stellen, in samen-
werking met de Regeering, de buitenlandsche diplo-maten en beroepsconsuls, die hier te lande in functie
zijn, met ons bedrijfsleven in aanraking te brengen, hen te attendeeren op alles wat voor ons van belang
kan zijn, fabrieken te laten zien, uitnoodigingen te
bezorgen voor tentoonstellingen, tewaterlatingen,
proeftochten enz., en hen daarbij te vergezellen. Voor
zoover het de vertegeuwroordigers van Argentinië, Brazilië, Chili en Uruguay betreft, zouden de leden
onzer handelsmissie daarvoor de aangewezen per-
sonen zijn.
E. D. VAN WALREE.
PRIJSONTWRICHTING EN MONETAIRE
AANPASSINGSPOLITIEK.
II. DE PRIJSONTWRICHTING IN NEDERLAND NA 1929
EN DE MONETAIRE CORRECTIE IN SEPTEMBER1936.
Voor de Nederlandsche binnenlandsche prijsver-
houdingen bleken de gevolgen van de Amerikaansehe
goederen-,,inflatie” en de hiermede gepaard gaande
,,opblazing” der credieten ter financiering van de
opgetaste valorisatievoorraden’) – andere storende
!)egeleidingsverschijnselen als hijv. de speculatie ter
New-Yorksche effectenbeurze, de stagnatie in de in-ternationale credietverstrekking aan Duitschland, het
probleem der z.g. goudschaarschte e.d. buiten beschou-
1)
Als bekend ineenen wij te mogen veronderstellen, hoe
na de .New-Yorksche beurskrach in October 1929 de Ame-
ri kaansohe valori satie-voorraden van allerlei stapelartike-
lan als o.a. koffie, tarwe en katoen, in verband met de
zeer overvloedige oo.gatopbrengsten tin 1928 en 1929 niet
langer te houden bleken. Nieuwe credieten om deze voor-
raden te financieren en uit de markt te ‘houden, bleken niet langer te verkrijgen. Toen een nieuwe leening van
$ 9.000.000 ter financiering van de gevaloriseerde koffie-
voorraden van ‘het bekende Koffie-Instituut te Sao-Paulo
per 16 October 1929 ter New-Yorksche beurze geen plaat-
slag vermocht te vinden, was dan ook een caitastrophale
prijsval voor koffie het on.niiddelljk gevolg. Den 19den
wilg gelaten – in vele opzichten soortgelijk aan die,
tijdens de Belgische Franc-depreciatie in 1.926 en
reeds eerder tengevolge van de Duitsche papiermark-
,,inflatie” ondervonden. De Nederlandsche mport-
prijzen, bij invoer uit het buitenland te betalen, moet
men zich immers denken als een
product,
waarvan
(le eene factor wordt gevormd door den
prijs,
voor
het betreffende artikel in het buitenland genoteerd in vreemde valuta, eventueel te vermeerderen met
vracht en overige kosten, eveneens in buitdnlandsch
geld te betalen en de andere factor door den stand
van den wisselkoers op het betreffende buitenland’)
Volgens een oude zegswijze zal het iemand doorgaans
vrij onverschillig zijn, of hij door den hond dan wel
door de kat wordt gebeten. Zoo is het ook voor het
Nederlandsche
bedrijfsleven
en voor de ontwikkeling
der binnenlandsche prijsverhoudingen hier te lande
vrijwel om het even, of de Nederlandsche import- en
exportprijzen tot de helft worden gereduceerd, door-
dat de wisselkoersen op het buitenland inzakken tot 50 pOt. van de oorspronkelijke koersverhoudingen,
dan wel de groothandelsprijzen ter wereldmarkt. op
zichzelf een dergelij ken val vertoonen
2).
Voor Nederland, waar zelfs in 1929 over het alge-
meen van een infiatorische prijsontwikkeling in het
October volgde een zeer scherpe .koersreaotie te New-York
voor sta.almaatsohappïjen, public utility-bedrijven en ver-
schillende specialiteiten, waarvan de technische positie bij-
zonder zwak te noemen was, of waarvoor geringere win-
sten werden verwacht. De algemeene baisse, eenmaal los-
gebroken en de stroom ‘van geforceerde liquidaties, hier-door in het leven geroepen, tastteu weldra ook de andere
Amerikaansche markten aan, als o.a. de graan- en zelfs
de varkensmarkt te Chicago. Van een langer handhaven
der vastgestelde minimumprjzen voor allerlei gevaloriseer-
de artikelen bleek geen sprake meer te zijn. De prijs-
lawine, door dan prjsval dezer artikelen aan het rollen
gebracht, sleepte vrijwel het geheele Amerikaansahe prijs-
niveau ‘in den groothandel met zich mee omlaag en daar-
mede .teveni het groothaudelsprijsniveau ter wereldmarkt.
1)
Noemen wij den importprjs, door land A bij invoer
uit land B voor eenig artikel te betalen Ipr., den prijs
in vreemde valuta in B genoteerd Pbui., de bijkomstige
kosten voor vrachten ed., eveneens in vreemde valuta te
betalen Kbui., en dan wisselkoers van de valuta van land
B in
AWi.,
dan zal:
Ipr. = (Pbui + Kbui.) x Wi zijn,
(eventueele invoerrechten en overige kosten in :het ‘binnen-
land ‘buiten beschouwing gelaten).
Nemen wij verder aan, dat een plotselinge ,,depreciatie”
van de geldeenheid van
A
‘volgens de koersnoteeringen ter
vreemde beurze x pOt. zou bedragen, dus omgekeerd Wi.
100
in land
A
zou zijn gestegen tot — Wi, dan zou ook:
100—x
100
Ipr.’ = (Pbui. + Kbui.)
x —
Wi
zijn geworden,
100— x
100
en dus Ipr.’=
lpr.
l00—x
of met andere woorden zou ‘door de valuta-,,depreciatie”
in A plotseling de importprijs van dat artikel in A om-
gekeerd evenredig
met genoemde ,,depreoiatie” zijn geste-
gen. Bij een valuta-depreciatie met 20 pOt. ten opzichte
van de oorspronkelijke koerswaarde in het buitenland tot
801100 der oude waarde, zou dus volgens ‘deze berekening
een stijging ‘van genoemden importprijs tot 100/80 of met
25 pct. moeten resulteeren. In figuur II enlil (bladz. 914 van E.-S.B. van 15 Dec. 1937) toonden wij aan, dat een dergelijke stijging in werkelijkheid zal worden ‘beperkt,
doordat in het buitenland de prijzen der betreffende arti-
kelen vaak in meerdere of mindere mate naar omlaag w’or-
‘den gezogen door de valuta-depreciatie in het nabuurland.
) Daalt de buitenlandsc,he wisselkoers Wi. tot ‘de I,elf t,
dus tot Y
2
i Wi., dan wordt dientengevolge dus ook:
Ipr.’ = (Pbui. + Kbui.)
x 1
Wi = i Ipr.
Doch ook bij ‘halveeri’n’g der buitenlandsohe prijsnoteerin.
gen voor dat artikel en hazlveering der kosten in ‘het bui-
tenland bij onveranderde wisselkoersen zal:
(Pbui. + Kbui.)
Ipr.’
=
X Wi =
zijn.
0
936
E&NO14IStH-STATISTIScHE BERICHTEN
22 December 1937
bintenhufid of van andere erustige economische span-
ningen en daaruit voortspruitende ,,aanpassings”-
p.i.oblemen geen sprake was, en voor Engeland, dat
sedert zijn zoogenaamcle ,,stabilisatie” van liet Pond
Sterling in 1925
0])
een te
hoope
goudwaarcie zelfs te
lijden had gehad van een slepende depressie’), bleek
de prijsval ter wereldmarkt tengevolge van cle Amen-
kaansche gdecleren- en crediet-infiatie en de daaruit
oortspruitende ,,krach” in .liet leven geroepen, cats-
stropha al.
Door den zoogenaamden ,,val” van het Pond Ster-
ling in September 1031. werden cle l)innenlafldsChe
prijsvenhou cl ingen in Engeland, welke tengevolge van
dc algemeene prijsdaling ter wereldmarkt eerst ge-
heel scheef waren getrokken op een soortgelijke wijze,
als door ons hieronder in figuur Vi voor de Neder-
landsche prijsverhoudingen aangegeven, weer auto-
matisch recht getrokken in de richting van een on-
derling evenwicht, als in ons vorig artikel (E.-S.B. 15
Dec. hladz. 913) schematisch voorgesteld, in figuur 1.
Voor de niet tegelijkertijd met Engeland mede-
devalueerende landen als o.a. Nederland, beteekende de ,,val” van het Pond Sterling daarentegen ontegen-
zeggelijk een aanmerkelijke verscherping van den
reeds bestaanden druk in neerwaartsche richting op
liet eigen groothandeispnijsiiieau uitgeoefend. Als klein land met een bedrijfsleven, hetwelk in sterke mate afhankelijk is van het internationale handels-
verkeer, trachtte Nederland zich desondanks nog
langen tijd een niveau van loonkosten en ,,vaste las-
ten” te veroorloven, dat in geen enkel opzicht meer
in een redelijke verhouding was te achten met dat in
het voor het wereldmarktverkeer toonaangevende bui –
tenland. Welke prijs-,,schaar” zich in Nederland v66r
de devaluatie van den Gulden had gevormd, hebben wij geïllustreerd door het beeld, dienaangaande ver-
strekt in figuur V, waarbij wij in het linkergedeelte
de procentueele pnijsdalingên of -stijgingen voor en-
kele belangrijke pnijsgroep.en in September 1936 (dus
onmiddellijk vôôn (ie devaluatie van den Gulden)
t.o.v. het gemiddelde in 1926/1930 hebben aangegeven
en in liet rechtergedeelte de gedurende het jaar Sep-
tember 1936 tot September 1937 ingetreden ,, correc-
ties” in de richting van een nieuw evenwicht, waar-
1916/
1930
Sept-.
Sept
it6
00
+11%
,,Overige’ kosten van levens.
:re9d)
53
/
Hu shu en
zinnen te ‘s-Gravenhoge.
90
85
i—
-1
3
Kosten vat, levensonderhoud
van
arbeidersgezinnen
te
80
– – – –
–
–
– –
–
::iizen
1
von af- gewerkte producten.
75
—–t-
_
70
– – –
.L
—
–
–
–
0
–
321
/
Groothandelspnizert van
65
–
__
“
t
,.
:
9
_
–
grond- en huipstoffen.
60
55
——
————
–
–
–
Fig. V. – noot bij grafiek: 1)
Belasting, gas en electriciteit, verzekering, ginees-
kundige hulp, contributies cii giften, abonnementen
cii
schoolgeFden, boeken, enz., hulp in de huishouding, toilet-
benoodi.gdheden, kap per en baden, ontspa no ing, train en
trein, tabak, sigaren, enz., en diverseji, met elkaar in
1926/1930
gemiddeld
20
pOt. der totale kosten van levens-
onderhoud en September
1936
zelfs rond
27 pOt.
J)
Voor nadere bijzonderheden dienaaitgaande zij o.a.
verwezen naar onze studie betreffende ,,lfet conjunctuur-
verloop in Engeland sedert begin
1919″
in ;,DeiEcononsist”
van juni
1935
•bladz.
419
e.v.
hij echter ter voorkoming van misverstand zij opge-
merk t, dat dli t n eo we evenwicht geenszins’ op het-
zelfde iii ‘eau als in 1026/1930 behoeft te zijn gelegen.
ie bi n nenlandsche prijsontwikkeling hier te lande
vlak v66r cle z.g. ,devaluatie” van den Gulden wordt,
als reeds bnven opgemerkt, in figuur V’ duidelijk tot
ci rtdnukking gebracht in de wijd geopende prijs-
,,schaar” per September 1.036, waarbij het eene been wordt gevornici door de zelfs lichtelijk
stijgende
lijn
der ,,Overige” kosten van levensonderhoud, welke
stijging speciaal veroorzaakt is door cle hoogere be-
lastingen, en het andere been door de in September
1036 met 51,6 pOt.
gedaalde
groothandelspnijzen van
grondl- en huipstoffen. Ook liet internationale we-
reldmarkt-prijsniveau was, gerekend in Guldens, op
genoemd moment ongeveer eenzelfde percentage in-
gezakt. Wat dit practisch voor Nederland heteekende
zal men eenigszins kunnen nagaan, als men bedenkt,
höe weinig invloed Nederland als klein landje,
Op
zichzelf vermag uit te oefenen op het betreffende
prijsverloop ter iirerelchnntrlct in 1.926 wer.d bijvoor-
beeld het Nederlandsche groothandelspnijsni veau (zie
figuur II en III E.-S.B. 15 Dec. bladz. 914) wel eeni-
germate door de Belgische inflatie-invloeden omlaag
gezogen, doch anderzijds in heel wat sterker mate om-
hooggehouclen, doordat het wereldprijsniveau slechts
relatief weinig werd aangetast. Zonder veel overdrij-
ving kan men clan ook zeggen, dat het Nederlandsche
groothan delsbedlnijfsniveau wordt gedicteerd door de
pnijsverho ud i ngen, geldende ter we relcl markt. Deze
prijzen heeft Nederland als een factor, practisch
vrijwel geheel vallende buiten de eigen heheerschings-
sfeer, te aanvaarden.
De tweede factor, welke voor Nederland liet bin-
nenlan,dsche prijsniveau, speciaal dat der Nederland-
sche import- en exportprijzeu bepaalt, wordt, zooais
reeds opgemerkt, gevormd door den stand van de
wisselkoersen op het buitenland, welke in tegenstel-
ling met eerttgenoernden factor, zeer
wel
door Neder-
land zelf kunnen worden gereguleerd. Onze •z.g.
,,zwevencle” Gulden is zelfs bij uitstek hiervoor ge-
schikt te achten.
V66r de devaluatie van den Gulden, zelfs onmid-
clelljk claar’oor, was het ,,aanpassings”vraagstuk in
Nedeidand te omschrijven als het probleem, hoe dle
verschillende pnijsgroep.en, welke ,,star” gebonden
bleken te zijn aan een onveranderljk, of althans
uiterst moeilijk te verlagen Guldenbedrag, omlaag te
drukken. In cle eerste plaats gold deze vraag dus de
z.g. ,,vaste lasten” en huishuren. In figuur V.
ziet
men, hoe genoemde ,,vaste lasten”-groep (de ,,Oveni-
ge” kosten van levensonderhoud), in zooverre deze cle
kosten van levensonderhoud van arheidersgezinnen te
‘s-Gravenhage beïnvloedde, in September 1936 t.o.v.
het gemiddelde in 1926/1930 nog zelfs met 1,7 pOt.
bleek te zijn
gestegen
en toen zelfs roni 27 i4 pOt.
van het geheele arbeidersbuclget vorderde. Met de
eveneens vrij .,starre” post ,,huishuren”. medegere-Lerid, vere.ischten genoemde lasten toen zelfs rond
45 pOt. van het totale arbeidersbudget
‘).
Maatstaf voor alle ,,aanpassingen”, welke in Ne-
clerland nog voor den boeg stonden, waren in feite
(ie opbrengstpnijzen, voor al onze exportartikelen ter
wereldmarkt te beclirugen. Aan deze, ons door de in-
ternationale concurrentie ter wereldmarkt gedicteer-
de prjsvrhoudingen hadden onze nationale kostpnij-
ren zich op itraffe van uitschakeling van ons bedlrijfs-
leven uit het internationale ruilverkeer, aan te pas-
sen. De situetie voor Nederland, zooals deze was on
middellijk v6ôr de devaluatie van den Gulden, heb-
ben wij schematisch weergegeven in figuur VI, waar-in bij punt a de as of spil moet worden gezocht, waar
om zich het Neclerlanclsche aanpassingsproces prin-
1)
Vedr nadere bijzonderheden dienaangaande zij verwe-
zen naar ons artikel ,,Indexeijfers van kosten. van leven.s
onderihoud van arbeidersgezinnen te ‘s-Gravenhage” in de
E.-S.B. van
17
‘November
1.937,
bladz.
846.
2 December 1937
.
ECONOMISÇH-STATISTISCHE:BERICHTEN
937
cipieel had’ te voltrekken. Figuur Via brengt dit pro-
ces, deze wenteling van het Nederlandsche prijzen-
stelsel orh punt a in beeld.
NEDERLAND
i>
–
—-
Huishuren
e
1
vaste lasten
Tt1I
Wisselkoers.
klei:
Pi/[a
delspr..
:. Z
—k
Vat er in feite van, deze
aanpassing naar bene-
den”
per 26 September 1936, vlak vbbr cle dévaluatie
van den G-ulclen, was terecht gekomen, hebben wij
laten zien in de wijd opengesperde prij.s-,,schaar” per
dien datum volgens figuur
V
. Wel hadden uit den
aard der zaak cie Necierla ndsche groothandeisprijzen
van allerlei geïmporteerde grond- en huipstoffen en
ook de exportpr:iizen van, verschillende Necleriandsche
voorthrengsel.en zich
vrijw’el
ten. i’olle moeten ,,aan-
passen” aan de ter ,,we°reldmarkt” geldende prijsver-
houdingen (lijngecieelte a in figuur Vi) doch bij af-
zet dierzelfde eindproducten in het binnenland (men
denke bij’. aan de boterprijzen) golden vaak heel wat hoogere prijzen, deels als een gevolg van de tallooze
,,heschermings”-, en ,,steun”-maatregele;i der – Over-
heid, deels in verband met allerlei, min of meer me-
nopolistische prijszettingen, bijv. voor verschillende
merkartikelen door particuliere producenten voor
het bin nenlan ci vastgesteld (lijngedeelte b in i..i guur VI). Elciers
t)
berekenden wij, dat deze groothandels-
prijzen van eiridproducten in het binnenland vermoe-
delijk zelfs een 30
ii
35 pOt. waren omhooggeschroefd
t.o.v. het niveau, voor deze zelfde artikelen geldende
ter ,,wereldmarkt” en ook figuur V laat duidelijk uit-
konien, hoe in September 1936 de Nederlandsche
grooth and eisprijzen van ,,grond- en hulpstoffen” t.o.v.
1926/1930 met 51,6 pOt. waren gedaald tegenover de
,,a fgewerkte producten” slechts 33,9 pOt.
liet gemiddelde groothancleisprijsuivea u, door ons
in figuur VI voorgesteld door (ie horizontale stippel-
lijn g-h, kwam dientengevolge dus heel wat hooger
te liggen dan het geheel links geteekende ,,wereld-
markt”-prijsniveau
2)
Ten opzichte van bonen, kleinhandeisprijzen en
kosten van levensonderhoud, in ons schema samen-
gevat als midd.engroep, kan men soortgelijke verschil-
len constateeren. De bonen in de ,,onbeschutte” be-
drijven, dus bijv. in den landbouw en in exportbecirij-
ven als de Twentsche katoenindustrie, waren vaak
drastisch verlaagd (lijngedeelte c in figuur VI), die
in cle ,,beschutte”, meer b.innenslands georiënteercie
bedrijven doorgaans heel wat minder (lijngedeelte d
in figuur VI), zoociat liet algemeene gemiddelde ook
hier weer tusschen deze beide uitersten. :i.n kwam te
liggen, als in figuur Vi voorgesteld door de horizon-
ta.le stippellijn i-j. Zoo waren ook de kosten van
levensoncierhosid als gemiddelde der kosten van voe-
ding eenerzijcis (lijngedeelte b en c) anderzijds huis-
.1.)
in wis artikel ,Dcvaluatie; geen vraagstuk, doch een
onvcrnuj-dn1ijkhid” in het ,,EIaagsoh Maandblad” van Sep-
tember 1936, bladz.
248.
2)
ilut
geen geval mag mcii dit ,,wereldmarkt”-prijs.u.ivcau,
het gemiddelde niveau der prijzen, in internationale con-
currentie bij export ter wereldmarkt te bedingen, .versvftr-
ren met ee mi gein id.deide van de ve rschi 1.1e ide
binnenland-
sche
groobhandeleprijsniveaux in bij-s’. 1)uitsc-hland, Frank-
rijk, Zw-uitserlancl, enz.
Zou men hij-v. uit de Zuid-Willemsvaart plotseling alle
sluizen verwijderen, dan zou het water immers niet naar het middelste, doch naar het laagatgelegeti kamiaaipand
afvloeien.
huien en inste 1 usten (lijngedeelte d tot f) ei enoen
in deze middiengroep te rubr.i.ceeren.
Dehuish uren van allerlei luxe-woningen, waarvoor
de crusisdruk zich het eerst had doen gevoelen, waren
vaak s’rij aanmerkelijk gedaald. (lijngedeelte e), die
der goedkoopere arbeiderswoni.ngen over het geheel
genomen, waren t.o.v. het gemiddelde in 1926/1930
volgens figuur V slechts 2,2 pOt. gedaalçl.
Er’pachtcanon.s, grond- en verschillende andere be-
lasti ngen, gas-, electri ci tei ts- en watertar ieven e.d.
(zie noot hij f:iguur V) waren sedert de crisis vaak
star op eenzelfde bedrag -in Guldens gehandhaafd ge-
bleven, of zooals bijv. aani’ ankelijk de tramtarieven,
zelfs nog verhoogd. Ook van een verlaging der hoofd-
sommen van allerlei hypothecaire en andere geidlee-
iii ngen, anders clan door aflossingen, fai 111 ssemen.ten
of ,,reorganisa.ties” e.d. was vrijwel geen sprake ge-
ss’,eest.
V66r de devaluatie van. den Gulden, zelfs onmid-
delbijk daarvoor, . was het ,,aanpassings”-vraagstuk in
Nederland dus te omschrijven als liet probleem, hoe
al deze afzonderlijke prijsgroepen b tot en met f z66-
(lui
nig in de richting van het ,,werebdmarkt”-prijs-
niveau
omlaag
te drukken, dat kost- en opbrengst-
prijzen voor ons Nederlandsche bedrijfsleven weer in
het algemeen een redelijke ,,rnarge” zouden laten en
een als ,,norma.al” te beschouwen winstvermogen zou svorcien hersteld1. Figuur VI a brengt dit proces, zoo-
als liet zich had
moeten
voltrekken, in beeld. In is’er-
kehjkheid ging liet echter geheel anders. En de eerste plaats moesten cle huishuren en vaste
lasten- omlaag (zie ook figuur V). Maar hoe? Een be-
langrijk contingent der eigenaren was reeds door de
waardedaling van liet hu.izenbezit practisch geruï-
nee-rd. T
–
let nationale hypotheelchank- en levensverze-ken ngsbedrij.f zat reeds opgescheept niet tal van. hy-pothecaire vorderingen, welke weliswaar als volwaar-
dig in de babansen werden opgevoerd zoolang rente-
en aflossingsbedragen nog maar ,,regelmatig” (zij het
vaak met allevlei vertragingen, en andere moeilijk-
heden) binnenkwamen, doch waarvoor stellig in feite
van een volwaardige on.derpanclsclekking geen sprake
meer was.
Toch was zonder een drastische verlaging der huis-
huren. en ,,vaste lasten” – zooals boven opgemerkt
met elkaar in September 1.936 rond 45 pOt. der totale kosten van levensonderhou ci van arbei dersgez.innen
te ‘s-Gravenhage vergende -‘ een verdere daling der
kosten van levensonderhoud vrijwel niet te verkrijgen
en zonder een dergelijke verlaging der levenskosten
ook alweer geen verdere loonsverlaging mogelijk. Van
een asw’enteling of
,,aanpassing naar beneden”
om
punt a, als door ons schematisch voorgesteld in fi-
guur Via was clan ook practisch geen spraice. In feite
hield de tweeleclige, gebondenheid van het Neder
–
ltu ncische prijsniveau, eenerzijds die der groothandels-
irijzen aan het ,,wereldlmarkt”-prijsni.veau. (punt a),
anderzijds die der aan de ,,Gulden is Gubden”-fictie
gebon dl cru ,,vaste lasten” het geheele binnenlandsche
prijzenstelsel in den geheel scheef getrolcken our-
vrichtingstoestanul, als door ons schematiscli voor-
gesteld door figuur Vi.
De
,,aanpassing naar beneden,”,
als door de Regee-
ring voorgestaan, moest dan ook als
practisch onmo-
gelijk,
worden opgegeven.
A. J. W. RENAUD.
DE INTERNATIONALE CRAANMARKT EN DE
NEDERLANDSCHE ROGGE.
Meer clan gewoonlijk verdient in ons land de loop
der prijzen aan cie internationale graanmarkt tegen-
woordig cle aandacht. In ruimen kring immers be-
staat er, belangstelling voor de vraag, of en .i n hoe
verre het mogelijk is om het samenstel van landbouw-
crisisffiaatregelen in omvang te doen afnemen, en dus
een toenemend tiantal (ler maatregelen een einde te
doen nemen. –
938
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 December 1937
Het is bekend, dat de regeering daartoe slechts
venscht over te gaan, indien dat mogelijk is zonder
de positie van den landbouw te schaden. Dat wil dus
zeggen, dat slechts die landbouwcris:ismaatregelen
zullen worden opgeheven, welke niet meer noodig
zijn in het streven der Landbouwcrisiswet oni het
voortbestaan van de bodemcultuur te verzekeren. Ook
verder zal dus prijsregelend worden opgetreden om
den landbouwer een redelijken, de productiekosten
dekkenden prijs voor zijn producten te bezorgen.
Daartoe dienen indirecte middelen, zooals de bij
invoer geheven monopolie-heffingen, die den prijs der
door haar getroffen artikelen opdrijven, alsmede di-
recte middelen, zooals het verleenen van toeslagen
op de bij verkoop verkregen prijzen. Dit systeem zal
vooralsnog van toepassing blijven, evenals zijn finan-
ciering door middel van het Landbouw-crisis-fonds.
Het ligt voor de hand, dat maatregelen, welke niet
meer noodig zijn, opgeheven worden, en dat hef-
fingen aan welker opbrengst niet meer dezelfde be-
lioefte bestaat als vorheen, verlaagd worden. Dit
doet zich voor, wanneer de prijs van het gesteunde
product ook zonder steunverleening voldoende is om
de productiekosten te dekken, of wanneer het te over-
bruggen verschil tusschen bedingbaren prijs en rede-
lijk
prijspeil
verminderd is. Zoozeer ligt dit alles
voor de hand, dat de Regeering reeds sedert het na-
jaar van 1936, toen de Gulden zijn depreciatie onder-
ging, waaruit voor verschillende landbouwproducten
in Nederland een prijsverhooging voortvloeide en
tevens de internationale prijzen van vele producten
steeds meer stegen, in dien geest gehandeld heeft.
Het is dus duidelijk, dat voor het handhaven van
landbouw-crisismaatregelen, de buiten Nederland haar
oorsprong vi ndende prjsfluctuaties voor belangrijke
producten der bodemcultuur van allereerste beteeke-
nis zijn.
Zoo kon de steun, die verleend werd aan den
Nederlandschen graanverbouw, verminderd worden,
naarmate sedert den zomer van 1936 de graa’nprjzen
op de internationale markt stegen. Eerst wegens de
depreciatie van den gulden, later mede op grond vn
de internationale prijsstijging, zijn geleidelijk de
prijstoeslagen, die uit het Landbouw-crisisfonds wer-
den betaald aan de telers van gerst en rogge, ver-
laagd en tenslotte reeds in den winter van 193611937
geheel afgeschaft. Aan de opbrengst der monopolie-
heffingen op granen, welke voor die prijstoeslagen cli
middelen leverde, bestond daarna niet meer de finan-
cieele behoefte van voorheen. Toen de internatio-
nale prijsstijging voortging, had men ook minder be-
hoef te aan haar prijsopdrijvende werking, omdat ook
met verzachting dier werking een voldoend prijspeil
bereikt werd. Daarop zijn in April 1937 de rnon-polieheffingen op granen, de daaruit vervaardgde
producten en een aantal andere veevoeder-artikelen
vrij belangrijk verlaagd.
Gehoopt werd, dat op dien weg kon worden voort-
gegaan. In het voorjaar en de zomermaanden van
1937 heeft het er zelfs naar uitgezien, dat het mo-
ment zeer nabij was, waarop de Nederlandsche akker-
bouw het geheel zonder steun aan de graanprijzen zou
kunnen stellen. Toen heershte er namelijk aan de
graanmarkten een zeer levendige, optimistische en
vaste stemming. In April kwam aan de termijnmarkt
te Rotterdam de tarweprijs zeer nabij de
f
10.— per
100 kg. Weliswaar gold dit slechts voor de termijnen van het toen nog loopende oude oogstjaar en stonden
latere posities aanmerkelijk lager, doch ook de Sep-
tember-termijn kwam aanzienlijk boven
f
9.—. De
prijzen bedroegen toen ongeveer het dubbele van een
jaar tevoren, in welke prijsstijging de invloed van de
depreciatie van den Gulden trouwens verdisconteerd
was. De prijsstijging ging echter niet voort en in-
tegendeel zette een reactie in, maar weder volgde
een herstel en in Juli bewogen de tarweprijzen zich
te Rotterdam nog tusschen
f
8.— en
f
9.—.
Ook de andere graansoorten, welke voornamelijk
als veevoeder toepassing vinden, beleefden tij dperken
an vaste markten en goede vraag. De vooruitzichten
voor de nieuwe oogsten van Nederlandsch graan waren daarom gedurende den zomer, wat de ver-
wachtingen omtrent de bedingbare prijzen aangaat,
niet ongunstig. Aanvankelijk werden die verwachtin-
gen ook wel bewaarheid. Voor de nieuwe Nederland-
sche gerst werden den teler zeer bevredigende prijzn
betaald, waartoe de prijsopdrjvende invloed der mo-
nopolieheffing van
f
1.— per 100 kg het zijne bij-
droeg.
*
41
*
Veel grooter dan van gerst en ook om andere rede-
nen belangrijker als onderdeel van den ak-kerbouw is in ons land de verbouw van rogge. Aanvankelijk wer-
den echter ook voor de Nederlandsche rogge goede
prijzen verkregen. Vooral werd daartoe bijgedragen
door de goede vraag naar rogge in naburige landen.
Vrij belangrijke hoeveelheden werden verkocht naar
Denemarken en Duitschland en tezamen met de uit-
werking der monopolieheffing bracht die uitvoer den
roggeprijs hier eenigen tijd zelfs boven het peil, dat
de Regeering aanvaard heeft als den richtprjs, die
door middel van landbouw-crisismaatregelen nage-
streef d dient te worden. Wie echter in diefi tijd g3-
meend heeft, dat ook in de positie der roggemarkt spoedig een argument kon worden gevonden voor
verdere verlaging of misschien zelfs wel beëindiging
van de monopolieheffing op granen en voederartikelen
(waartegen dan echter nog hét bezwaar gegolden zou hebben, dat die heffingen tevens de middelen leveren voor andere betalingen uit het landbouw-crisisfonds),
is teleurgesteld uitgekomen. De markt heeft name-
lijk voor verschillende graansoorten in de herfst-
maanden haar vaste houding geleidelijk verloren. De
buitenlandsche vraag voor Nederlandsche rogge ver-
dween bijna geheel en dat geschiedde juist in het
jaargetijde, waarin het voor tallooze roggetelers zaak
is om hun rogge te verkoopen ten einde de middelen
te verkrijgen voor het nakomen van in dien
tijd
ver-
vallende financieele verplichtingen.
De teleurstellende wijziging in de houding der
graanmarkt heeft haar oorzaak slechts zeer ten deele
gevonden in redenen, die direct met het graan ver-
band houden. Goeddeels sproot zij voort uit het einde,
dat er gekomen was aan de internationale conjunc-
tuurverbetering en uit de twijfelmoedige stemming,
welke voor het kort tevoren nog zoo groote opti-
misme in de plaats was getreden. Met de koersdalin-
gen aan de New-Yorksche effectenmarkt, de inzin-
king der
prijzen
van vele stapelartikelen, daalden ook
de graanprijzen en verdween de levendige kooplust
der voorafgegane maanen. In November kwam de
tarweprijs aan de termijnmarkt te Rotterdam zelfs
even beneden
f
7.— per 100 kg, om zich na dien tijd
iets boven dien mijlpaal te blijven bewegen.
In de oogstresultaten van de landen van het Noor-
delijk halfrond en de vooruitzichten voor de tarwe-
opbrengsten in Argentinië en Australië lag eigenlijk
geen voldoende aanleiding voor die wijziging in de
houding der graanmarkt. Voorts valt een verband
tusschen den minder goeden gang van zaken op de
effectenmarkt en op die van rubber en andere sta-‘
pelgoederen eenerzijds en de graanmarkt anderzijds,
hetwelk de daling van de prijzen van tarwe en en-
kele andere graansoorten zou kunnen rechtvaardigen,
nauwelijks aan te toonen, doch
wij
dienen nu eenmaal
rekening te houden met de feiten, ook wanneer wij
hun optreden ongemotiveerd achten.
Voor ‘Nederland is de verandering aan de graan-
markt onder meer vooral van belang geweest omdat
de voor rogge bedingbare prijs beneden het als rede-
lijk beschouwde peil kwam en op verbetering niet
veel uitzicht scheen te bestaan. Nadat de Regeering
dien toestand eenigen tijd had aangezien, tevens zin-
nende op middelen om den roggeteler aan een beteren
22 December 1937
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
939
prijs te helpen, zijn daartoe in December eenige
maatregelen genomen.
Er werd niet overgegaan tot een verhooging van
monopolie-heffingen, die wel volkomen het tegen-
overgestelde zou zijn geweest van het inkrimpen van landbouw-crisismaatregelen, op welker mogelijkheid
zoowel de Regeering als vele groepen der bevolking haar hoop hadden gevestigd. Ook werd niet de prijs-
toeslag aan roggetelers in eere hersteld, die al even-
zeer als verhooging van monopolieheffingen cons-
quenties met zich zou brengen, welke als minder ge-
wenscht zijn te beschouwen. De regeering bepaalde
zich tot maatregelen, die in Nederland het aanbod
van rogge als veevoeder moesten doen afnemen en
dus voor de Nederlandsche rogge, die grootendeels
als veevoeder wordt gebruikt, de marktpositie moo.strn
verbeteren.
In de eerste plaats werd op 7 December bekend
gemaakt, dat daartoe de invoer van rogge nog slechts
zou worden toegestaan op schriftelijke vergunning van de Nederlandsche Akkerbouw Centrale. Daar-mede was dus aan den vrijen invoer van rogge een
einde gemaakt en kon tot een beperking van import
worden overgegaan, zooals bij overeenkomstige moei-
lijkheden ook vroeger wel eens is geschied. Nader
verscheen op 14 December de mededeeling, dat in-voer-vergunning voor bakrogge (rogge, die voor de
iiienschelijke consumptie zal worden gebruikt) slechts
zal worden verstrekt, indien volgens een reeds ge-
ruimen tijd op tarwe toegepast systeem de zekerheid
geboden wordt, dat die rogge niet als veevoeder zal
worden aangewend.
Dadelijk hebben deze twee maatregelen, gegrond op de Landbouw-Crisis-Wet, inderdaad tot een herstel der
roggeprjzen geleid. Het peil, waarop zij zijn aan-
gekomen, zal echter waarschijnlijk nog niet de alge-
meene tevredenheid der telers opwekken. Gehoopt
dient dan ook te worden, dat eenige verbetering aan
de internationale graanmarkt het hare zal doen om
een verder ingrijpen onnoodig te maken, dat dan al-
licht een weinig gewenschten vorm zou moeten aan-
nemen en ons zou terugleiden naar crisis-maatregelen,
welker afschaffing of inkrimping juist zoo welkom
was.
De kans op zulk een verbetering der graanmarkt
en daarmee op een herstel van den uitvoer van rogge,
die zeker verdere ontspanning zou brengen, schijnt
ïn de naaste toekomst niet uitgesloten, doch ook dit
jaar heeft weer geleerd, dat op de ontwikkeling aan
die markt weinig peil te trekken valt.
JAN SCHILPHUI5.
VERBINDENDVERKLARING ONDERNEMERSOVER-
EENKOMST JAPONNEN-CONFECTIEBEDRIJF.
De Staatscourant van 1 November 1937, No. 210,
brengt ons de beschikking van den Minister van
Economische Zaken van 30 üctober 1937, waarbij
voor de eerste maal een oiidernemersovereenkomst
krachtens de wet van 1935 verbindend wordt ver-
klaard.
Zij betreft de ,,Overeenkomst Nederlandsche Ja-
ponnenconventie”, die als bijlage aan het besluit
wordt toegevoegd.
Het is niet de bedoeling de inhoud der overeen-
komst hier te bespreken, maar wel geeft dit besluit
aanleiding tot enige beschouwingen over de toe-
passing, die de wet in dit besluit voor de eerste maal
heeft gevonden.
Wanneer wij in de considerans van de wet als
primair punt van overweging lezen, dat het weti-
selijk is
in het algemeen bela.ng
bepalingen va,st te
stellen betreffende het algemeen verbindend en on-
verbindeud verklaren van ondernernersovereenkom-
sten, dan ligt het voor de hand, dat men bij een ver-
bindendverklaring van enigerlei ondernemersover-
eenkomst in de eerste plaats onderzoekt in hoeverre
het algemeen belang wordt gediend of een dergelijke
verbindendverklaring vordert.
In vele gevallen zal dit op het eerste gezicht niet
mogelijk zijn, vooral dan niet wanneer men niet op
de hoogte is van de economische verhoudingen, waar-
voor bepaalde ondernemersovereenkomsten in enige
tak van handel of nijverheid overwegende betekenis
hebben.
In dit geval is hieromtrent echter ook zonder deze
speciale kennis van zaken het een en ander op te
merken.
Het algemeen belang moet worden gediend. Wan-
neer men kennis neemt van de schriftelijke en mon-
delinge gedachtenwisseling tussen de Regering en
de beide Kamers over het oorspronkelijke en gewij-zigde wetsontwerp, dan blijkt vel zeer duidelijk, hoe
voor- en tegenstanders het algemeen belang op de
voorgrond, stelden.
Het zou niet moeilijk zijn met verschillende aan-
halingen enige kolommen te vullen, om het voor-
gaande te bevestigen. Ik volsta slechts met een tweetal.
Aan het slot van zijn antwoord op de algemene
beschouwingen in de Tweede Kamer zeide Minister
Steenberghe o.m……„dat wij toch kunnen trach-
ten om met behulp van deze wet, die, zooals alles
zich laat aanzien, door een grote samenwerking, niet
alleen in het volk, maar ook in de Kamer hopelijk
tot stand zal komen, verder te werken in het belang
van de welvaart van het volk.” (Handelingen Tweede
Kamer Februari 1935, blz. 1537).
In de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer betoogt deze bewindsman: ,,Vanzelfsprekend mag de
Overheid slechts haar sanctie hechten aan afspraken, waarmede het algemeen belang wordt gediend. En ‘wanneer wij dan kennis nemen van de overwe-
gingen
1
), die tot de verbindendverklaring van de on-
dernemersovereenkomst japonnenbedrijf hebben geleid,
dan rijst de vraag, waaruit nu eigenlijk blijkt ,,dat
mitsdien het algemeen belang de algemeen verbin-
dendverklaring dier overeenkomst vereist.”
De overwegingen, waarop deze verbindendver-
klaring steunt, zijn in twee rubrieken onderscheiden,
van welke laatste en vaagste het algemeen belang constateert, terwijl daaraan voorafgaan vier meer
gedetailleerde motieven, die in het licht stellen, dat
de overeenkomst voor de betrokken bedrijfstak over-
wegende betekenis heeft.
De overeenkomst Nederlandsche Japonnenconven-
tie is ondertekend door 21 deelnemers, die volgens
het Ministerieel besluit een belangrijk deel der be-
treffende industrie vertegenwoordigen. Het is echter
geen geheim, dat volstrekt niet alle fabrikanten der
in artikel 1 der overeenkomst genoemde goederen
tot deze zijn toegetreden. Welke motieven de
eiger
achtigen daarvan weerhielden kan hier onbesproken
1)
Wij laten deze overwegingen hier volgen:
,jüverwegenda:
dat de aangehaalde overeenkomst, welke wordt ge-
steund door een groep ondernemers, die een belangrijk deel
der betreffende industrie vertegemvoordigsu, de strekki lig
heeft door het brengen van uiniforniiteit in de leverings-
en betalingsvoo rwaarden bepnalde vormen van o aredelijke
concurrentie teniet te doen;
dat daardoor een nauwkeurige calculatie kan wordn
bevôrderd;
dat als gevolg daarvan een betere vergelijking der
aangeboden goederen mogelijk wordt;
dat de aangehaalde overeenkomst mitadien geacht
moet worden voor de ecoriomsche verhoudingen in den
betrokken bedrijfstak overwegende beteekenis te hebben;
Overwegende voorts:
dat de aangehaalde overeenkomst in den betrokken
bedrijfstak op juiste wijze meer geregelde toestanden zal
kunun tot stand brengen en in een ougestoorde werking
daarvan derhalve een algemeen belang moet worden ge-
zien;
dut die ongestoorde werking in gevaar zou worden
gebracht, indien buiten de overeenkomst staande belang-
hebbenden niet mede door haar bepalingen zouden wor-
den gebonden;
dat mitsdien het algemeen ‘belang de algemeen ver-
bindendverklaning dier overeenkomst vereisoht.”
940
S
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 December 1937
blijyen. Zij zagen in cle vastgestelde regeling echter
blijkbaar zelfs geen algemeen
bedrijfshelang!
De aangehaalde overeenkomst heeft blijkbaar de
strekking, door het brengen van unifotmiteit in cle
leverings- en hetalingsvoorwaardén, bepaalde vormen
van onreclelijke concurrentie ten jet te doen.
Ongetwijfeld zijn er verschillende bepalingen in
opgenomen,, welke het aantal punten, waarop de
ondernemers elkander concurrentie, zelfs onredelijke concurrentie kunnen aandoen, in zekere mate hebben
beperkt. De vraag blijft echter of er in de onder-
havige tak van nijverheid nog niet vele vormen van
concurrentie overblijven, die in cle overeenkomst ge-
heel vrij worden gelaten.
Wordt de overweging van den Minister van Eco-
nomische Zaken ,,dat daardoor een nauwkeurige cel-
culatie kan worden bevorderd”, hierdoor echter wel
voldoende gemotiveerd?
Zeker, un iformiteit in bepaalde verkoopsvoorwaa r-
den kan ertoe bijdragen, dat zekere factoren met
meer nauwkeurigheid in de calculatie worden opge-
nomen, doch geen enkele fabrikant, ook niet in de
japonnen-confectie, zal daar het zwaartepunt zijner
kostprijsberekening zoeken.
Ik kan mij voorstellen., dat er industrieën zijn,
waar de calculatie van de overige factoren vrijwel
parallel loopt, doch de invloed van de verkoopsvoor-
waarden van grote betekenis is op de prijsstelling.
Bij een, artikel als japonnen c.a. zijn er echter zo-
vele factoren van geheel andere, doch vooral belang-
rijker betekenis, dan dat hij gelijke verkoopsvoor-
waarden een nauwkeurige calculatie in die mate zou
worden bevorderd, dat de daardoor verkregen moge-
lijkheid van een enigszins betere vergelijking der
aangeboden goederen, inderdaad voor de betrokken bedrijfstak van overwegend belang mag worden ge-
acht.
Op het gebied van prjsstelling, arbeidsvoorwaar-
den, modellen, stoffen en verdere zeer belangrijke
factoren voor de calculatie en niet mindere mogelijk-
heden van concurrentie, is een ieder vrij.
De ,,outsiders” worden gebonden ten aanzien van
de levering, reclames, hetalingseondities enz.,
doch
niet ten opzichte van andere mi. veel belangrijker
punten.
En al xoge aan de door de conventie bereikte
resultaten als eerste stap op de weg naar verbetering
van de toestanden in deze bedrijfstak enige beteke-
nis worden toegekend, zeer stellig is zij, naar mijn
mening, voor de economische verhoudingen daarin,
niet zo overwegend als het
,,nzitsdien”
van de vierde
overweging wil doen geloven.
liet schijnt dan ook wel zeer euphemistisch, als
cle Minister in zijn tweede rubriek overwegingen de
ongestoorde werking van deze regeling van onderge-
schikte punten – al zal zij op die enkele punten
,,meer geregelde ‘toestanden kunnen tot stand bren-
gen” – tot een algemeen belang verheft e.n via het
gevaar van belemmering dier ongestoorde werking
tot de conclusie komt, dat het
,algemeen belang
ver-
bindendverklaring dier overeenkomst vereist”. Dat dit besluit van. den Minister niet is genomen,
dan nadat hij de vaste commissie van de Economi-
sche Raad heeft gehoord, staat natuurlijk vast, liet
is echter jammer, (lat dit advies niet wordt gepu-
hhceerd.
Wel wordt gelet op het bepaalde in artikel 9 der
wet, waar in het 2e lid wordt voorgeschreven, dat elke
beschikking de gronden behelt, waarop zij steunt,
met name de gronden, waarom de algemeen bindend
verklaarde ondernemersovereenkomst voor de econo-
mische verhoudingen ‘in de betreffende bedrijfstak overwegende betekenis heeft of kan hebben en. het
algemeen belang verbindendverklaring vereist.
Ik heb die gronden in de gepubliceerde conventie en verkoopsvoorwaarden, noch in de overwegingen
van het besluit kunnen vinden.
G. LANGELAAR
Jr.
DE RIJKSMIDDELEN OVER NOVEMBER 1937.
Blijkens het in dit nummer voorkomedde Ovrzicht
is de opbrengst van ‘s Rijks middelen in de maand
November jl. zeer gunstig voor ‘s Rijks schatkist ge-
eest. ilierhij merken wij op, dat de staat van Octo-
ber 1936 de eerste was, waarin de gevolgen van de
inuntdepreciatie zich weerspiegelden. Daarna hebben
wij een jaar lang overzichten gehad, welke telkens
een stijging van
f
5 millioen of mee.r tegenover het
vorige jaar lieten zien. Nit September ji. zijn cle
maandcijfers der middelenophrengsten echter weer
meer vergelijkbaar geworden met die van dezelfde
maand van het vorige jaar. Uit dit oogpunt nu be-
schouwd maakt de afgeloopen maand een uitstekend
figuur. De niet-directe heffingen brachten tezamen
f
38.310.400 op, d.i. f 3.895.900 meer dan in Novem-
ber 1936; de raming werd zelfs met niet minder dan
j 7.166.600 overschreden. Bij nadere analyse’ blijkt
dit gunstig resultaat voornamelijk op rekening te
komen van de dividend- en tantièmehelasting, de om-
zetbelasting en de successierechten, die ditmaal bui-
tengewoon hooge ontvangsten opleverden. Daarnaast
vertoonden ook de invoerrechten, het statistiekrecht,
alle accijnzen (behalve de zoutaccijns), de belasting
op gouden en zilveren werken, de registratierechteni
en de loodsgeiden een hooger opbrengstcijfer. De ge-
middelde maandraining werd slechts hij den zout
:
accijns, den wijnaccijns en. de couponhelasting niet
bereikt.
De totale opbrengst over de eerste elf maanden
van het jaar bedraagt fJ399.230.700 tegen
f
337.240.500
in hetzelfde tijdvak van 1936, hetgeen een vooruit-
gang beteekent van rond
f
62 millioen. Alle midde-
len droegen hiertoe hij. De ram.ing werd eveneens
hij alle middelen, met uitzondering evenwel van den
zoutaccijns, overtroffen; in totaal werd
f
56.649.400
meer ontvangen dan waarop bij het samenstellen der
begrooting werd gerelcend.
Zooals reeds hierboven werd opgemerkt, heeft dc
dividend- en tantièinebelasting ditmaal voor een bij
–
zonder mooie ontvangst gezorgd. Een opbrengst van
f
1.821.300
(f
671.300 boven de maandraming) is
voor de maand November iets ongekeuds. Gerekend
over elf maanden bedraagt de toeneming f 8.351.700.
Al moet de invloed van de opceutenheffing hierbij
niet over het hoofd worden gezien, in hoofdzaak
komt in deze stijging de verbetering van den econo-
mischen toestand tot uitdrukking.
Ook de invoerrechten waren hoog; de ontvangsten
heliepen
f
8.161.500, of
f
468.900 meer dan in No-
vember 1936. Reeds eerder werd erop gewezen, dat
niet alleen cle prijsstijging van tal van goederen,
welke moeten worden ingevoerd, doch evenzeer de
uitzetting van onze.n invoer van invloed is geweest.
Dat onze huitenlandsche handel in omvang is toe-
genomen wordt trouwens bewezen door de stijging
van het statistiekrecht, dat ditmaal een accres ver-
toonde van f44.000. In het tijdvak Januari t/in
resp.
f
10.912.400 en f917.800 meer ontvangen dan in dezelfde maanden van het vorige jaar.
Met voldoening mag worden geconstateerd, dat
vrijwel alle accijnzen zich in stijgende lijn bewogen.
Alleen de zoutaccijns liep in opbrengst terug (met
f
52.300); de ontvangst was zelfs buitengewoon laag
(f
71.700 bij een raming van f166.700). Voor het
feit van den opvallenden teruggang, die de laatste
paar maanden in de opbrengst van dit middel is
waar te nemen, is geen bepaalde oorzaak aanwijshaar;
wellicht is hier eenige wisselwerking met de daaraan
voorafgaande maanden, toen de zoutaccijns vrij ruime
baten gaf. Met den geslachtaccijns blijft het goed
gaan; ditmaal werd
f
647.900 ontvangen (accres
f105.200). hoewel het vleeschverbruik dalende is,
stijgt de opbrengst door de hooge veeprijzen. De wijn-
accijns gaf
f
8.500 méér, doch de tw’eede maand van
het kwartaal is voor dit middel van minder belang.
liet gedistilleerd verschafte f 102.300 meer; ‘ deze
22 December 1937
ÈCONOMISCHSTATISTISHE
ICtEI
941
vooruitganégtevénwe1 niet veel, daar den’angst
van November 1936 vrij laag was; op zichzelf be-
schouwd was de opbrengst der afgeloopen maand nor-
maal (ruim
f 10.000
boven de raming). Hoewel de
hieraccijns zich niet op het hooge peil der vooraf-
gaande maanden kon handhaven, kwam ditmaal toch
nog
f
37.400 boven de ontvangst van November 1936
binnen, terwijl de rarning met
f
62.400 werd over-
troffen. De suikeraccijns geeft den laatsten tijd zeer
bevredigende opbrengsten; de toeneming bedroeg
thans
f
35.400 meer dan in November 1936; gere-
kend over elf maanden is 1937 reeds
f
1.484.300 bij
het vorige jaar in het voordeel. Tenslotte de tabaks-
accijns, die ditmaal een surplus van
f
304.100 ople-
verde boven de gelijknamige maand van het vorige
jaar. Het gaat met den tabaksaccijns den laatsten tijd
op en neer; nu eens hoort men van een toenemend
verbruik van hooger geprijsde sigaren, dan weer
schijnt het verbruik naar de goedkoopere tabaksfa-brikaten te verschuiven. Met dit al heeft de tabaks-accijns tot dusver
f
1.128.800 meer opgeleverd dan
in de eerste 11 maanden van 1936.
De belasting op gouden en zilveren werken gaf in
cle afgeloopen maand een mooie ontvangst
(f
59.900,
of
f
5.700 meer dan in November 1936 en f 20.300
boven de raming). Opvallend is ook de toeneming
van de omzetbelasting, die met f647.700 vooruitging
en f 7.249.400 voor de schatkist opleverde. Ook dit middel is als een gevoelige economische barometer te beschouwen, die de stijgende koopkracht van het publiek aanwijst, al is de toeneming mede voor een
deel aan de prijsverhooging van verschillende artike-
len toe te schrijven.. De eerste elf niaanden hebben
f
10.618.300 meer verschaft dan dezelfde periode van
1936. De couponhelasting liet ditmaal een daling zien
(van f 74.800), doch dit middel heeft in de vooraf-
gaande maanden dermate ruim gevloeid, dat over de
eerste elf maanden nog een surplus van ruim
f 600.000 kon worden geboekt.
De zegelrechten liepen f 775.200 in opbrengst
terug, hetgeen vrijwel geheel aan een trager vloeien
van de beursbelasting is te wijten, welke met f 748.500
terugliep. De teruggang vindt zijn verklaring in de
abnormale drukte op de beurs in November van het
vorige jaar en de veel mindere bedrjvighid in den
effectenhandel op dit oogenblik. De registratierech-
te.n blijven goed op peil; ditmaal valt een stijging
waar te nemen van f 516.000; de ontvangst der af-
geloopen maand
(f
1.480.100) beteekent zelfs een
recordcijfer, waardoor de verbetering van den econo-
mischen toestand dude1jk wordt gedemonstreerd.
Er is weer meer levendigheid op de markt voor on-
roerend goed.
De successierechten bewezen opnieuw hun wissel.-
vailigheid door de ahnormaai hooge opbrengst van
f
5.366.700
(f 1.139.400 meer dan in November 1936
cci f 1.966.700 bove.n de maandraming). Deze toene-
ming behoeft intusschen niet te verwonderen; ver-
wacht Iftag worden, dat deze heffing door de stij-
ging van de waarde der vermogens na de muntdepre-ciatie hoogere ontvangsten zal geven. Gerekend over
elf maanden valt een stijging waar te nemen van
f 6.377.800. De loodsgelden namen toe met
f
30.200
en verschaften daardoor
f
84.100. Het surplus over
de eerste elf maanden bedraagt
f
211.200. Een en
ander staat in verband niet de verbetering in het
scheepvaartverkeer.
Tenslotte nog een enkel woord over de directe be-
lastingen. heel veel valt cr niet Over te zeggen,
Om-
dat het kohierbedrag der verschillende belastingen
zich in dit gedeelte van het jaar slechts weinig wij-
zigt. Een vergelijking van den stand per ultimo
November jl. met het bedrag der kohieren van het
overeenkomstige dienstjaar op hetzelfde tijdstip van
1936 valt ten gunste van het loopende jaar uit. Aan
grondbelasting is thans
f
143.500 meer op kohier
gebracht. De inkomstenbelasting vertoont een accres
van
f
3.957.200; deze verbetering is vrijwel geheel
aan den verbeterden economischen toestd e dun-
ken. De vermogensbelasting en de verdedigingsbelas-
ting 1 laten stijgingen zien van resp.
f
1.860.400 én
.f
1.933.100, dank zij de gestegen effectenkoersen en
de waarcievermeerdering van vast goed. De belasting van de doode hand staat om dezelfde reden
f
286.000
hooger te boek.
AANTEEKENINGEN.
Handelsbelemmeringen tusschen de staten der
U.S.A.
De overigens vrij zwakke verwachtingen, dat bij
een verder voortduren van het conjunctureel herstel
en het daarin deel hebben van alle landen na het
,,alignement” van de goudvaluta’s in September 1936,
de wereld weer een stap in de richting van den vrij-
handel zou zetten, zijn niet vervuld.
Wanneer men let op de beweegredenen, die achter
d.e toenemende politiek van bescherming schuilen,
hoeft dit ook niet te verwonderen.
7Taar
men een
mindere afhankelijkheid van het buitenland, in som-
mige gevallen zelfs volledige zelfvoorziening op na-
tionalen grondslag nastreeft, kan moeilijk verwacht
worden, dat men onder invloed van een gunstige con-junctuurontwikkeling de reeds getroffen beschermen-
de maatregelen weer ongedaan zal maken. Bescher-ming van het hinnenlandsch economisch leven is op
deze wijze een zeer belangrijk element in de moderne economische structuur geworden.
Het is begrijpelijk, dat in landen van groote uitge-
strektheid zooals de Vereenigde Staten,met de daar-
aan verbonden tegenstrijdige belangen der onderdee-
len, ook in het verkeer tusschen. die onderdeelen der-
gelijke protectionistische beginselen zich doen gelden.
Dit te meer in de Vereenigde Staten, *aar het locaal
en regionaal patriottisme sterk genoeg zijn om de rol
van het n.ationaliteitsbesef in het verkeer tusscheu de
volken te vervullen.
In een artikel van ,,The Index” van de New-York
Trust Company wordt deze ,,interstate” protectie
binnen de Vereenigde Staten besproken.
De vrije handel tusschen de Staten is een der
grondslagen geweest van de groote welvaart der
U.S.A. De grondwet, welke met een aureool van on-
aantastbaarheid is omgeven, bepaalt uitdrukkelijk,
dat ,,no State shali without the consent of Congress,
lay any impost or duties on imports or exports,
except what may he absolutely necessary for cxe-
cuting its inspection laws.
Toch ontwikkelt zich thans, volgens the Index, een
wetgeving die de letter van de grondwet niet aantast
maar in strijd is met haar geest. De opgeworpen han-
delsbelemmeringen nemen nergens openlijk den
vorm
van invoerrechten aan, maar liet effect daarvan is
vaak weinig anders. De omvang van dit protectionis-
me is nog niet groot, maar er schuilt een gevaar in
den groei van dit ,,regionalisme”.
,,The Index” noemt dan eenige voorbeelden van de
wetgeving op dit gebied. De Staat Washington heft
een helasting van 2 pCt. (use ta>i) op het gebruik van
goederen, welke in den kleinhandel gekocht worden,
voor zoover deze niet door Washington of eenig an-
dere staat belast zijn. Deze belasting, de laatste zin-
snede van den vorigen zin doet dit al uitkomen, draagt
een compenseerend karakter. De Staat Washington
heft nl. een omzetbelasting van 2 pOt. op de klein-
handeisomzetten binnen dien Staat (welke ook door
verschillende andere Staten geheven wordt). Deze be-
lasting opent echter de mogelijkheid van concurren-
tie door de detaillisten in Staten, die deze belasting
niet heffen; daarom is een compenseerend recht nood-
zakelijk.
liet. Opperste Gerechtshof meende dat deze ,,use
tax” niet in strijd is met de grondwet. Deze belasting
s nl. geen heffing op de handel tusschen de Staten
onderling, maar op het recht de betreffende goede-
942
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 December 1937
ren te gebruiken, nadat de handel reeds plaats heeft
gevonden. Belemmering van den handel kan dus niet
het doel zijn. liet Opperste Gerechtshof beziet het
vraagstuk dus meer formeel juridisch dan economisch.
Economisch gezien is echter van belang, dat in dit
geval het coinpenseerend recht geen element van be-scherming inhoudt, daar het even hoog is als de bin-nenstaats geheven omzetbelasting. Toch meent ,,The
Index”, dat deze ,,i.ise tax” een vorm van protec-
tionisme is.
Een andere belasting is de z.g. ,,chain store tax”,
welke reeds in 22 Staten geheven wordt. Elke filiaal-
winkel, gevestigd in den staat, die belasting heft,
wordt belast, maar het progressief tarief neemt in
een aantal staten als basis het totaal aantal filialen,
dat de desbetreffende filiaalonderneming in de Ver-
eenigde Staten heeft. Ongetwijfeld wordt aldus de
groote nationale winkelmaatschappijen in de concur-
rentie met kleinere locale ,,chains” bemoeilijkt.
Het Opperste Gerechtshof meende, dat ook deze
belasting niet in strijd was met de grondwet. De
grootere filiaalbedrijven zijn immers in het voordeel,
vergeleken bij kleine locale bedrijven – o.a. door de
mogelijkheid van inkoop in het groot – en dit na-
tuurlijke voordeel, dat een hoogere belasting recht-
vaardigt, houdt niet op bij de grens. Het bescher-
mend karakter van deze wijze van heffing kan ech-
ter o.i. niet ontkend worden.
Meer verkapt-protectionistisch zijn verschillende
maatregelen die den handel in alcoholische dranken,
bedwelmende middelen en cosmetische artikelen be-
lemmeren. Deze worden getroffen in het belang van
de volksgezondheid; doch het beschermend element is vaak duidelijk.
In het Westen van de Vereenigde Staten wint
steeds meer de gewoonte veld, transportondernemin-
gen buiten een bepaalde staat gevestigd, te belasten
voor het gebruik van de straatwegen in dien Staat,
of speciale vergunningen te eischen. Aan de grenzen
van den Staat zijn daarom speciale ,,Ports of entry”
ingericht, waar de vergunningen gecontroleerd en de verschillende belastingen (inclusief de invoerrechten
op bepaalde goederen) geïnd worden. De parallel met
nationale douane-stations ligt voor het grijpen; het
artikel vermeldt niet of reeds smokkelverkeer tus-
schen de Staten onderling plaats heeft.
Zelfs de federale wetgeving kan onder bepaalde
omstandigheden een beschermend effect hebben. In
deze richting gaat de voorgestelde ,,Wages and Hours
Bill”. Bij geljkschakeling van de arbeidsvoorwaarden
worden cle Staten, die voorheen betere arbeidsvoor-
waarden kenden, bevoordeeld ten koste van degenen,
waar slechter arbeidsvoorwaarden bestonden; Het is mogelijk, dat er discriminatie plaats heeft; hetzij dat
deze in de wet vastgelegd wordt, hetzij dat de wet
aan een bepaald lichaam de bevoegdheid geeft ont-
heffingen te verleenen. Het laatste opent echter
weer de mogelijkheid voor allerlei administratieve
misbruiken, waarvoor de Vereenigde Staten, naar de
ervaring op andere terreinen leert, een vruchtbare
voedingsbodem vormen.
Het is te betreuren, dat het aangehaalde artikel
van ,,The Index” geen quantitatieve gegevens over
deze toenemende protectie geeft. Wel krijgt men den
indruk, dat de beschermende werking vaak een secun-
dair gevolg is van een maatregel, die andere doel-
einden (met name sociale) beoogt.
Zou werkelijk het gesignaleerde euvel – zelfs al
zou men protectie in het algemeen wenschelijk achten,
dan moet in dit geval wegens den schadelijken invloed
op de nationale eenheid, de bescherming toch afge-
keurd worden – verder doordringen en openJijker
vormen aannemen, dan lijkt het niet uitgesloten dat
de Regeering, vooral nu de ontwikkeling van de
wetgeving in de Vereenigde Staten meer in centrali-
seerende richting gaat, ook op dit gebied gaat in-
grijpen. A. P.
MAANDCIJFERS.
EMISSIES IN NOVEMBER
1937.
Prov. en Gemeentel. Leeningen
1),
Polders, Watersch. en Publ. Rechtel.
Lichamen
…………………..
f
450.897,50
zijnde:
Denemarken
Obligatiën:
Deensch
Rijkswo’niugfonds
f8.841.000
2)
4%
obi.
S
99%
%
.. ………….
f
261.897,50
Deensnh Rijkswoningfonds
f 10.050.000
3
)
4%
eb!. S
100%
……………..,
189.000,
Bank- en Oredietinstellingen
……..
..
500.000,–
zijnde:
Nederland Obligatiën:
Coöp.
Grnndkapitaalbank
voor
den
Landbouw
f500.000 3%
obl.S100%
f
500.000,-
Industrieele ondernemingen
4
)
,,
200.000,-
zijnde:
Nederland
Obligatiën:
Koninklijke Nederla.ndsohe
Grofs3nederij N.V.
f 600.000e)
4%
obi.
S
100%
…………….f
200.000,-
Electriciteit-,
Gas-,
Telef.-,
Telegr.-,
Waterleiding-Mijen.
……………
,, 1.772.500,-
zijnde:
Nederland
Obligatiën:
Prov. en Gemeentel.
TJ’trechtsch
Stroonileve-
ringsbedrjf N.V.
f750.000
6
)
3%
obi.
S
102%
…….. ……..
f
765.000,-
Waterleiding Mij. ,,Schou-
wen—Du iveland”
NV.
f
1.000
.
000
)
334%
obl.
S
10091,
%
…………
..
.1.007.500,-
Spoorweg-Maatschappijen
S).
Kerkelijke Leeningen
Nederland”)
…………..
..1.540.225,-
Totaal
. . . . f
4.463.622,50
i) Conversie:
Nederland:
Pru’. Zeeland
f2.325.000
3%
obi. S 100%.
Van het nettoprovenu dezer leeninig is een bedrag
van
f 8.557.000
voor conversie afgetrokken.
Van het netto-provenu dezer leen.iiig is een bedrag
van
f 10.407.000
voor conversie afgetrokken.
Bovendien conversie:
Nederland: Coöp.
Beetworte!sui-
kerfabriek te Zevenbergen
f 1.200.000 4%
obi. ii. 100%.
Van het .netto-proveuu dezer leening is een bedrag
van
f 400.000
voor conversie afgeli’okkeii.
Van de totale leening groot
f 1.000.000 is
reeds een
bedrag van
f 250.000 op
iirsdhrijvingsvoorwaaiden
ge-
plaatst.
Van dc totale leen’ing groet f 1.500.000
is reeds een
bedrag van
f 500.000 op
insehrij’v.iiigsvoorwaarden ge-
plaatst.
Conversie:
Nederlandsch-Indië:
Nede rlandsdh-Indisohe
Spoorweg Mij.
f4.000.000
3%%
obl. S 100%.
°) ])e Kerkelijke Leeningen zijn als volgt onderverdeeld:
Rente- Emissie-
Guldens
voet
koers
pot.
pct. Coagr. der Fraters van O.L.Vr.
van het H. Hart en de St. Gre-
goriusstichting te Utreoht (con-
versie
f650.000)
………..
750.000
334i
99%
Gereformeerde
Kerk
van
Rot-
terda.m—i)elfhaven (conversie
f 40.400)
………………
100.000
334
100
Stichting R.K. St. Canisius- Zie-
kenhu.is te Nijmegen
……..
1.382.500
4
100
Ver, voor Chr. Hooger en Midd.
Onderw. te Zeist (conversie)
350.000
4 100
Ver, voor Lager Ouderw.
01)
Ge-
reformeerdeu Grondsl. te Rot-
terdam
(conversie)
……….
90.000 334
100
22 December
1937
ECONOMISCH STATISTISCHE BERICHTEN
943
Emissies in
1937.
(In Guldens.)
Nieuw kapitaal:
Obligatiën Aandeelen
Totaal
Jan……
2.055.167,50
3.606.372,—
5.661.539,50
lebr.
28.354.181,66
2.184.500,—
30.538.681,66
Maart
312.227,50
2.568.725,—
2.880.952,50
April
2.817.677,50 17.255.930,— 20.073.607,50
Mei
85.000,—
2.160.250,—
2.245.250,-
Juni
5.967.712,50
3.989.250,—
9.956.962.50
)uli
11.008.612,50
1.925.000,—
12.933.612,50
Aug.
….
6.207.160,—
5.437.500,—
11.644.660,
–
Sept.’)
3.148655,—
1.171.890,—
4.320.545,-
Oét ……
4.236.897,50
10.703.360,—
14940.257,50
Nov. ….
4.463.622,50
–
4.463.622,50
68.656.914,16
51.002.777,—
119.659.691,16
2.116.490.723,34
INKOMSTEN TEN BATE VAN HET GEMEENTEFONDS.
Dienst
193611937
Zuiver bedrag der ko-
Zuiver bedrag der hieren voor den dienst
kohieren tot en met
1935/36
tot en met de-
de maand Nov.
1937
1 zelfde maand van
1936
Gemeente.f.belast.. .
56.711.615
60.220.866
Opc. verm. t. get. v. 50
5.203.960
5.318.168
AFDEELING II. DIENSTJAAR 1936.
Zuivere op-
brengst over het
Bedrag
van de
tijdvak van
1
Benaming der middelen
raming
Jan.
1936
tot en met de maand
Nov.
1937
Conversie:
194.81 1!00,-
209.449.898,34
9.334.000,-
46.742.925,-40.436 000,-
604.708.000,-
162.313.500,-
48.618.000,-724.916.700,-
47080.800,-
28.079.400,-
OVERZICHT VAN DKN STAND DER RIJKSMIDDELEN.
Uit. November 1937 (in Guldens)
AFDEEL1NG la
Kohieren voor den dienst
1937
1
)
‘
Dar. beZastsngen.
Bedragen,
welke zijn
terugge- .
Benaming der
Totaal
geven of
Zuiver
‘.’-
middelen
bedrag anders dan bedrag
wegens
betling
op de koh.
afgeschr.
Grondbelast. a)
10.398.843
37.928 10.360.915 10.217.451
[nkomst.bel. b)
69.245.432 1.772.248 67.473.184 63.515.985
Vermogensbel. c)
18.018.869 144.699 17.874.170 16.013.763
Verdedig.bel. 1
10.264.997 119.436 10.145.561 8.212.492
Bel.v. d.doodehd.
1.843.80721.247 1.822.560 1.536.537
Totalen.. 109.771.948k095.558 107676390 99.496.228
a) Y4 hoofdsom
-J-
20 opeenten op de hoofdsom der ge-
bouwde eigendommen. b) Hoofdsom + 60-78 opeenten. c)
Hoofdsom + 75 opeenten.
1)
Voor de belastingen naar inkomen en vermogen be-
staan de vermelde bedragen uit
%
gedeelte van het belas-
tingdienatjaar 1937/1938 en
3/
gedeelte van het belasting-
dienstjaar 1936/1937.
5)
Voor de belastingen naar inkomen
en vermogen bestaan de vermelde bedragen uit
%
gedeelte
van het belastingdienstjaar 193611937 en
%
gedeelte van
het belastingdienstjaar 193511936.
AFDEELING
ID
Overige tnsddelen.
November
1937
Sedert
1937′
Overeen;
periode 1936
Benaming der middelen
Divid.- en tantièmebel. .
1.821.252
21.555.263
13.203.569
Rechten op den invoer
.
8.161.515
89.488.951
78.576.513
233.623 2.540.333
1.622.579
1.738.405
1.670.989
Accijns op geslacht
. . . .
647.901
6.744.783
5.751.134
Accijns op wijn
49.626
1.792.216
1.581.550
Statistiekrecht
………..
Accijns op gedistill.
. . .
2.302.319 25.233.274 24.735.903
Accijns op zout
………..71.688
..
7.196.957
6.690.064
Accijns op suiker
…..
4.949.530 50.213.864 48.729.604
Accijns op bier
………645.686
3.086.544
.
32.409.961
31.281.164
Accijns op tabak
…….
Bel, op gouden en zilverw,
59.931
517.349 451.329
Omzetbelasting
………
7.249.421
67.295.853 56.677.522
Couponbelasting
……..
398.611
5.892.743 5.292.448
Recht, en boeten v. zegel
‘1.701.755
2
)30.525.453
17.671.150
Recht, en boet. v. registr.
1.480.148 14.943.246
8.751.922
Recht, en boet. v. succes-
sie, v. overgang bij over-
lijden
en
v.
schenking
5.366.731 40.369.337
33.991.529
Opbrengst d. loodagelden
84.101
772.682
561.497
Totalen…
.
38.310.382,
399.230.670 337.240.466
1)
Hieronder begrepen wegens zegelrecht van nota’s van
makelaars en commissionnairs in effecten, enz.
f
240.115
(Beursbel.).
5)
Id.
f
8.096.468.
INKOMSTEN TEN BATE VAN HET VERKEERSFONDS
N,,v. 1937
1
1937
1
1936
Motorrijtuigenbelasting
1.458.1071 20.679.3131 19.808.633
Rijwielbelastin
23.8981 7.714.7331 7.618.770
Totalen ………
1
1.482.0051
28.394.0461
27.427,403
l.*roncibeiasting.
(y
4
hoofdsom
+
20
opcenten
op de hoofdsom der gebouw-
de eigendommen.)
10.125.000
10.160.354
Inkomstenbelasting
74.600.000 69.040.042
Vermogensbelasting
18.375.000 18.566.460
8.000.000
8.425.951
Belasting v. d. doode hand
.
2.000.000
1.737.632
Divid.- en tantièmebelasting
13.800.000 13.813.156
84.000.000 86.243.265
1.600.000 1.814.263
2.500.000
1.774.052
5.000.000 6.335.825 2.000.000
1.950.395
Accijns op gedistilleerd
28.250.000 27.774.046
Rechten op den invoer …….
Statistiekrecht
……………
7.000.000 7.166.667
Verdedigingsbel.
1
………..
Accijns
op
zout
…………..
Accijns op geslacht
……….
53.000.000 53.189.230 35.000.000
33.810.11]
Accijns
op
bier
…………..
Accijns
op
suiker
………..
Belast, op gouden en zilverw.
475.000
499.568
Accijns op tabak
…………
60.000.000 62.273.765
Accijns
op
wijn
………….
Omzetbelasting
………….
5.000.000
5.7 78.104
Rechten en boeten van zegel
18.600.000
19.844.629
Rechten en boeten v. registr.
14.000.000
9.760.351
Couponbelasting
………….
Rechten en boeten v. succes- sie, v. overgang bij overlij-
40.800.000 38.136.446
den
en v. schenking ……
Opbrengst der loodsgelden
–
500.000
1
655.677
Totalen….
484.625.000
1
478.749.989
OVERZICHT VAN DE INKOMSTEN
TEN
BATE VAN
HET WERKLOOSHEIDSSTJBSIDIEFONDS.
Zuiver bedrag
Dienst 1937
Bedrag van
kohieren tot en
raming
met de maand
Nov.
1937
Grondbelasting (veertig ten hon-
derd van de hoofdsom wegens
gebouwde eigendommen en vijf
en twintig ten honderd van de
hoofdsom wegens ongebouwde
10.000.000
9.375.582.
Personeele belasting (tachtig ten
honderd van de hoofdsom naar
den eersten, tweeden en derden
grondslag)
………………
21.000.000
19.269.996
llemeentefondsbelasting
(vijf
en
twintig opcenten op de hoofd-
eigendommen)
……………
Som)
……………………
14.000.000
13.277.219
Vermogensbelasting
(twee
en
twintig opcenten op de hoofd-
2.025.000
2.168.309
Enkomstenbelasting
(tien opcen-
som)
……………………
4.500.000
4.135.991
ten op de hoofdsom)
……….
Totalen…….
51.525.000 48.227.097
ONTVANGEN BOEKEN.
Statistica.l yeczr-book of the World Power Conference
No. 2 Data on resources and annual sta tistics f0?’
1934 and 1935. Inciuding for the first time Sta-
tistics relating to Coke and Manufactured Gas,
met een inleiding en verklarenden tekst van
Frederick Brown, B.Sc. (Econ.), F.S.S. (Londen
1937; The Oentral Office, World Power Oonfe-
rence. Prijs 20 s.).
Het Statistisch Jaarboek van de Wereld-Kracht-Confe-
rentie bevat statistieken van de productie, voorraden, in-
voeren, uitvoeren, en het verbruik van kracht en kracht-
bronnen in alle landen, waai’omtrent gegevens vedciijgbanr
varen. In de kr.auhitbronnen zijn .begrepei steenkool, bruin-
944
ECCNOM’ISHSTISTISCHE-BERICHTEN
22
December
1937
kool en ligniet, ‘turf, cokes, hout,
–
petroleum, benzol, alco-
hol, natuurlijk gas, fabrioksgas, waterkracht, en eleetri-
citeit. Ten aanzien van de ‘kraohtbronnen, werden de
nieuwste statiistieken igeuornen en voor dc productie, voor-
raden, invoeren. uitvoeren en het ‘verbruik de jaren 1934
en 1935.
The crisis in the far east 1931-1937
door Wunsz
King.
Japanese aggression and the nine power conference
al Brussels 1 and H.
Uitgegeven door het pers-
bureau van de Ohineesche Delegatie te Brussel.
Wissels en chèques, beknopte verklaring der wett-
lijice bepalingen
door Mr.
R.
F. van Lier. (Haar-
lem
1937; H.
D. Tjeenk Willink & Zoon
N.V.
Prijs ingen.
f
2.75,
geb.
f
3.50).
Deze uitgave is in hoofdzaak een geheel nieuwe bew er-
king van de stof van het in December 1933 verschenen
commentaar van den schrijver: ,,De nieuwe wettelijke
bepalingen omtrent wissels, cheques, enz. met aanteeke-
Umri8s einer Geschichte der Preise.- und Löhne in
Deutschland
door Dr.
M. J.
-Ejsas. (Leiden
1936;
A. W.
Sijthoff’s Uitg.
Mij.
N.V. Prijs ing.
f
12.50,
geb.
f
14.-).
Schrijver behandelt in dit lijvige boekdeel (ruim 800
pagina’s) zijn onderwerp .,Vom ausgehetiden M.it’telalter
bis zuîn Beginn des neunzehnten Jajhrhunderts” en kondiigt
nog een verdere band aan. Vele medewerkers stonden hem
bij bij zijn diepgaand onderzoek, aan de uitkomsten waar-
van d’it werk gewijd is. Niet alleen is de geschiedenis van
de prijzen uitvoerig weergegeven, ook de ‘gebieden welke
‘hierbij als correlaat behooren,’zijn omvat. Zoo is een hoofd-
stuk gewijd aan de methode van bewerking, aan munten
en va.lu.ta’s, aan maten en gewicihten. Ook de geschiedenis
van het verkeer en de verkeerswegen moht hierbij een
behandeling vinden. De eerste band ‘behandelt de gegevens
betreffende München, Augsburg en Würzburg. In een later
verschijnende baud zal het .geheeie mater’iaai verwerkt
worden en oo in’ter.locaal de prijabewegiug worden be-
handeld.
II
nge.n
bOU
4iieJIaL.e uej
praKtijK
–
Geologische kaart van Java met toelichting bij blad
66 (Ka,ra,ngkoba.r)
door Dr.
R. W.
van Bemmelen.
GROOTHANDELSPRIJZEN.
Dienst van den Mijnbouw in Nederlandsch-Indië.
4
(Indexcijfers
gebaseerd
op 1928-1929
=100).
(Batavia
1937;
Landsdiukkerij.
Prijs
per
stuk
TUINBOUWARTIKELEN
f
2.50
met kaartbiad).
(‘s-Gravenhage)
Remarques sur l’tcst actuel des relations geonomiques
ROODE
WITTE
internotionales (Septembre 1937). La réalisation
BLOEM-
KOOL KOOL
UIEN
KOOL
du Programme de la Déclaration tripccrtite.
An-
le soort
Ie kwal.
gewoon
Ie kwal.
nexe: Apaisement économique paz M. F.
J.
Mac-
1
P. 100 St.
1
Groote-
1-5
pond
per 100 kg
per 100 kg
Broek op
1-5
pond
per 100 kg
Dougall,
0.
M
.
G.
(Genève
1937;
Société des
1
broeki)
‘Broek op
Langendijk
Broek op
Nations).
Langendijk
Langendijk
1928
14,80
92,4
17,23
130,9 13,25
105,8
4,55 76,3
Liberté éconornique mais organisation politique
door
Dr. Paul Berryer. (Brussel
1937;
Maison Ferdi-
1929
17,23 107,6
9,10
69,1
11,78
94,2
7,38
123,7
nand Larcier, S.A.).
1930
14,22
88,8
5,77
43,8
2,14
17,1
2,05
34,4
Revue de la situation économique mondiale, sixièrne
1931
1932
7,54
9,92
47,1
61,9
6,96
1,84
52,9
14,0
1,94
8,07
15,5
64,5 3,06
1,49
51,3
25,0
année 1936137.
(Genève
1937;
Société des Na-
1933 1934
6,69 8,28
41,8 51,7
2,60 3,04
19,7 23,1
2,30
1,89
18,4
15,1
0,82
3,23
13,7 54,1
tions).
1935
8,85
55,2
5,25
39,9
2,58 20,6
2,21
37,0
Een economisch corn pas in den econornischen mist.
1936
7,71
48,1
6,10
46,3 2,17
17,3
3,45
57,8
Ordening der Economie volgens de grondbegin-
Jan.
1936
– –
6,41
48,7 2,26
18,1
4,47
74,9
selen van productie, distributie, consumptie en
Febr.
–
–
7,43
56,4 2,59
20,7 4,50
75,4
contributie
door Ir.
H.
K. Oopijn.
(Gorinchem
Mrt.
–
–
9,06
68,8 3,05
24,4 6,60
110,6
1036;
J.
Noorduyn
en
Zoon
N.V.
Prijs
ing.
Sept.
Oct.
,,
5,81
36,3
f1.75,
geb.
f
2.25).
Nov.
– –
–
–
1,60 12,8
0,85
14,2
Een ‘beschouwing over de huidige eoenomisohe o,njtwric-h-
Dec.
,,
–
–
1,48
11,2
1,36
10,9
0,84
14,1
tinig, nIet in den vorm van een geleerd betoog, alleen voor
Jan.
1937
–
–
1,84 14,0
1,29 10,3 1,05
17,6
vakkundigen begrijpelijk, maar veeleer een eenvoudige ver-
Febr.
,,
– –
2,15
16,3 1,13
9,0
1,03
17,1
handeling, gesoh.re’ven voor ieder, ook zonder economische
Mrt.
,,
–
–
1,88 14,3
0,94
7,5
1,02
17,1
vakkennis.
Aug.
,,
10,03
62,6
De schrijver ontwikkelt ‘in het eerste deel eenige een-
Sept.
10,78
67,3
voudige grondbeginselen, laat isa het tweede deel het para-
Oct.
,,
8,30
51,9
–
–
8,18
65,4
1,02
17,1
doxa.le in ons huidig economIsch stelsel zien, toetst in ‘het
Nov.
21-31 Oct.
9,36
6,58
58,4
411
‘2,51
–
19,1
–
7,77
8,18
62,1
65,4
1,03
1,02
17,1 17,1
derde
deel
verschillende
nieuw.-cconomiisehe
stroomingen
1-10 Nov.
6,41
40:0
1
–
-.
6,88 55,0 0,86
14,4
als:
Communisme, Corpoma’bisnie, New ])ea.l, Technocratie,
10-20
,,
9,04 56,4
1
2,33
17,7
8,29 66,2 0,98
16,4
Frei’tvir’tohaf’t,
Social
Credit
en
eenige
andere,
aan
de
2030
,,
,,
i
1-5
Dec.
12,29
–
76,7
–
1
2,57
1
2,33
19,5 17,7
8,06 8,03
64,4
64,2
1,22 1,20
20,5
20,1
begiiuselen in het eerste deel ontwikkeld, en ‘komt tOt een
6-14
,,
,,
– –
1
3,06
23,2 8,23 65,8
1,29
21,6
aantal eenvoudige conclusies.
1)
De jaren
1928
en
1929
Broek
op
Langendijk.
AANVOER VAN GRANEN.
(In tons van 1000 kg.)
Artikelen
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
12-18 Dec.
Sedert
‘
Qvereenk.
12-18 Dec.
Sedert
Overeenk
1937
1936 1937
1Jan.1937
tijdvak 1936
1937
1Jan. 1937
tijdvak 1936
8.664
1.449.497
978.392
–
27.433
9.943
1.476.930 988.335
5.912
269.007
257.174
–
3.875
1.976
272.942
259.150
Boekweit …………..
101
18.912
23.860
– –
350
18.912
24.210
Tarwe
……………….
Rogge
……………….
Maïs ………………
16.443
1.333.822 796.706
59
148.817
146.585
1.482.639
943.291
.’
7.924
379.759
322.383
–
13.414
27.916
393.173
350.299
Gerst
………………
Haver
…………….
.
144.069
110.981
–
3.180 4.081 147.249
115.062
Lijnzaad
……………
1
..854
6.021
204.066
273.340
–
213.000
174.170 417.066
447.510
288
68.574 50.628
–
–
375
68.574-
51.003
Lijnkoek
……………..
995
40.143
36.608 250
9.575
10.118
49.718
46.726
Tarwemeel
……………
Andere meelsoorten ….
1.045
41.058
38.178
285
7.860
1.136
48.918 37.314
Noot
hij groothandeisprijzen. (Zie blz. 946147)
1)
Tarwe:
Tot Jan. 1931 Hard Winter No. 2; van Jan. 1931 tot 26 Sept. 1932 79 k.g La Plata; van 28 Sept. 1932
töt 5 Febr. 1934 Manitoba No. 2; van 5 Febr. 1934 tot 6 Juli 1935 80 kg La Plata; van 6 Juli 1936 tot 30 Nov.
1936 Manitoba; van 30 Nov. 1936-2 Aug. 1937 Bahia Blanca; van 2 Aug.-16 Aug. 1937 La Plata; van 16-
23 Aug. 1937 Bahia I3lanca.
Rogge:
Tot Jan. 1928 Western; vanaf Jan. 1928 tot 16 Dec. 1929 American No. 2; van
16 Dec. 1929 tot 26 Mei 1930 74/5 kg Hongaarsche; vanaf 26 Mei 1930 tot 23 Mei 1932 74 kg Zuid-Russisehe; van
23 Mis 1932 tot 2 Oct. 1933 No. 2 Canada; van 2 Oct. 1933-25 Oct. 1937 La Plata.
Gerst:
Tot Jan. 1928 Malting;
van Jan. 1928 tot 9 Febr. 1931 American No. 2; van 9 Febi-. 1931 tot 23 Mei 1932 6415 kg Zuid-Russische; van
23 Mei-19 Sept. 1932 No: 3; van 19 Sept. 1932 tot 24 Juli 1933 62163 kg Zuid-Russische; van 24 Juli 1933-
7 Oct. 1935 64/65 kg La Platta; van 7 Oct. 1935-18 Mei 1936 62/63 kg Zuid-Russisohe; van 18 Mei 1936-23 Aug.
1937 64/65 kg La Plata.
Cement:
In bepaalde gevallen worden hierop rabatten verleend. –
22 December 1937
ECONOMISCH-STATISTISCHE BÉRICHTEN
945
• STATISTIEKEN.
HANKDD1CONIUc
N*d ‘Disc.Wisse1s. 2
3Dec.’36
Lissabon . ..
.411 Aug.’37
B.Eff. 24
3Dec.’36
Londen ……2
30Juni’32
Bk’
JVrsch.jnR.C. 24
3Dec.’36
Madrid ……5
9Juli’35
Athene ……….
6
4
Jan. ’37 N.-York F.R.B.i
26Aug.’37
Batavia
……..
3
14Jan. ’37
Oslo
……..4
7Dec.’36
Belgrado ……..
5
1Febr.’35
Parijs
……
312 Nov.’37
Berlijn ……….
4
228ept.’32
Praag
……
3
1Jan.’36
Boekarest ……..
44
15Dec.’34
Pretoria
. .
.34
15Mei’33
Brussel ……….
2
16 Mei’35
Rome ……..44
18Mei’36
Boedapest
……
4
28Aug.’35 Stockholm
.
.24
1Dec.’33
Calcutta
……..
3 28Nov.’35
Tokio….
3.285
7Apr.’36
Dantzig
……..
4
2Jan.’37
Weenen ……
34
10Juli’35
Helsingfors ……
4
3Dec.’34
Warschau
…
.44 18Dec.’37
Kopenhagen
….
4
19Nov.’36
Zwits.Nat.Bk.1425Nov.’36
OPEN MARKT.
1937
1936
1935 1914
18 13118
6111
29 Nov./
14119
16121
20124
Dec.
Dec.
Dec.
4 Dec.
Dec.
Dec.
Juli
Amsterdam
Partic. disc.
11
4
11
4
114
11
4
5(8..11111
3_1l
3
3
1
18_
3
16
Prolong.
1
12
L1
3
1
12
1
12
1
1
11.
3
14
3.11
4
21(
4
.3(
4
t..onden
Daggeld.
.
112.1
1
12.1
‘/,-I
1121
11-1
11
3
.1
1314-2
Partic. disc.
11
(16.
3
(4
11
/15.
13
/16
11618
14116
7
!8_1
1
116
214.13116
4114.314
Berlijn
Daggeld
.
2
7
18-3
1
18
2Is-3
1
18
2’i2-3
3
:4
2
3
I4-3l8
2
7
18-318
3-
1
I
–
Maandeld
2
3
14-
7
18
2
3
14-
7
15
2
3
(4-
7
(8
2
3
14-
7
18
214-3
3_114
1
–
Part, disc.
2718
27/s
27/8
271
8
3 3
211-11
Warenw.
. .
4_11
4.11
3
4_11
3
4.1/3
4-11
4_11
4
–
Nea’ York
Daggeld 9
1
1
l
1
l
3/
4
11/
4
211
2
Partic.disc.
,
13
1
1
13
1
1
17
1
1
12
11
4
51
3
4
–
1)
Koers van 17 Dec. en daaraan voora!gaande
weken t/m. Vr jdag.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
D a a Neiv
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavia
York
)
*)
*) *)
*)
1)
14 Dec.
1937
1.79′
8.98%
72.51
6.10%
30.57
100%
15
,,
1937
1.79%
8.98%
72.50
6.10% 30.56
100%
16
,,
1937
1.79%
8.983/
4
72.52
•6.10%
30.564
100%
17
,,
1937
1.79%
8.98% 72.48 6.10%
30.56
100%
18
,,
1937
1.79’%
8.99
72.50
6.11
30.57
100% 20
,,
1937
1.79’%
8.99%
72.45 6.11%
30.57
1003
Laagste d.wl)
1.79%
8.98
72.45
6.09%
30.54
100
Hoogste d.w1)
1.80
8.99
72.55
6.11% 30.59
100%
Muntpariteit
1.469
12.1071
59.263
9.747
24.906
100
Data
serland
Weenen
Praa!
Boeka-
Milaan
Madrid
14 Dec.
1937
41.59
–
6.32
–
–
–
15
,,
1937
41.59
–
6.32
–
–
–
16
,,
1937
41.59%
–
6.32
– –
17
1937
41.59
–
6.32
–
–
–
18
,,
1937
41.60
–
6.32
.-
–
–
20
1937
41.60
–
6.32
–
–
–
Laagste d.w
1
)
41.56
–
6.30
–
9.40
–
Hoogste d.w’)
41.62 34.25
6.35
1.34
9.50
–
Muntpariteit
48.003
35.007
7.3711.488
13.094 48.52
a a
D t
.
Stock-
Kopen-
S 0
)
Hel-
si
Buenos-
Mon-
holm
8
)
hagen*)
Aires’)
treal’)
14 Dec.
1937
46.325
40.121,
45.174
3.97
53
1.79%
15
,,
1937
46.324
40.10
45.15
3.97
53
1.79%
16
,,
1937
46.325
40.10 45.15
3.97
53
1.79%
17
,,
1937
46.324 40.10
45.15
3.97 53
1.79%
18
,,
1937
46.35 40.124
45.20
3.97
52%
1.79%
20
,,
1937
46.374
40.15
45.20
3.97
52%
1.79%
Laagste d.w’)
46.25 40.05 45.10
3.95 52% 1.79%
Hoogste d.w
1
)1
46.42J1
40.20
45.224
4.-
53X
1.80%
Muntpariteit
166.671166.67
1
66.671
6.2661
95%
2.1878
8)
Noteering te Amsterdam.
8*)
Not, te Rotterdam.
1)
Part. opgave.
in ‘t Iste of 2de No. van ieder maand komt een overzicht
voor va,, een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
•
IÇOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
D ala
Londen
($
per
£)
Parijs
($ p. 100
fr.)
Berlijn
(8 p. 100
Mk.)
Amsterdam
(3 p. 100
gld.)
14 Dec.
1937
4
3
9 9 iy,
6
3,39% 40,33 55,63
15
,,
1937
4,993/
4
3,39%
40,32 55,62
16
,,
1937
4,99%
3,39%
40,33%
55,63
17
,,
1937
4,99’j
3,39%
40,30
55,61
18
,,
1937
4,991%
3,39%
40,31
55,59
20
,,
1937
4,99’%
3,39%
40,30
55,60%
21 Dec.
1936
4,91
11
32
4, C- 6 1V
16
40,24
54,76
Muntpariteit..
4,86
3,90% 23,91%
40%
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen
1Noteerings-1
eenheden
4Dec.
1937
ii
Dec.
1937
13118
Dec.
1937
LaagsteHoogste
18Dec.
1937
Alexandrië..
Piast.
p.0
97%
97%
97%
97% 97%
Athene
….
Dr. p. £
547%
547%
540
555
547%
Bangkok….
Sh.p.tical
1110%
1/10% 1/10% 1/10% 1/10%
Budapest
..
Pen. p. £
25%
25%
24%
25%
25%
BuenosAires’
p.pesop.
16.984
16.99k
16.96
17.08
17.054
Calcutta
. . . .
5h. p.
rup.
1/6%
1/6%
116
3
1
3
116
5
1
33
1/6%
Istanbul
..
Piast.p.
619
619
619
619
619
Eongkong ..
Sh. p. $
113
113
112%
1/3%
113
Sli. p. yen
112
112
111
81
/
33
112
1
1
112
Lissabon….
Escu.p.c110%6
1i0%
110
110%
1i0%
obe
…….
Mexico
….
$per
18 18
17%
18%
18
Montevideo
.
d.per
25%
26
25%
26%
26%
Montreal
..
$
per £
4.98}
4’99H
4.99%
5.00
499H
Rio d.Janeiro
d. per Mil.
2231
33
2
4
l/
2191
33
2%
2
21
1
32
Shanghai
..
Sh. p. $
1/2%
1/2%
1/2
112%
11221
18
Singapore ..
id. p. $
214
5
/
33
214
5
1
214%
2/4%
214
5
1
33
Valparaiso 2).
$
per £
124 125 125
125
124
Warschau ..
Zl. p. £
26% 26%
26%
26%
26%
1)
Offic.
not. 15 laten, gem. not., welke Imp. hebben te betalen
10
Dec. 1936
16.12.
2)
90 dg. Vanaf 13 Dec. 1937 laatste ,export” noteering.
ZILVERPRIJS GOUDPRIJS
3)
Londen’)
N.York
2
)
Londen
14 Dec.
1937.. 18%
449/
4
14 Dec.
1937 …..139/10
15
,,
1937..
181)
44%
15
,,
1937….
139194
16
,,
1937.. 18%
44%
16
1937….
139194
17
,,
1937..
19%
44%
17
1937….
13919
18
,,
1937..
18′
–
18
1937….
139194
20
,,
1937..
19
44%
20
1937….
139194
21 Dec.
1936.. 21%
45 y
4
21 Dec.
1936….
141184
27
Juli
1914.
.
24
,
y
ls
59
27
Juli
1914….
84110%
1)
in pence
p.
oz.stand.
2)
Foreign silver in
$c. p. oz.
line.
3)
in sh.
p. oz.
line
STAND VAN ‘s
RIJKS KAS.
Vorderingen.
I
7Dec.1931
1
IS
Dec.
1931
Saldo van
‘s
Rijks Schatkl8t bij De Ne-
derlandsche Bank ………….
.. …
f
55.175.484,82
1
75.038.109,11
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,
144.989,24
,,
243.656,51
Voorsch.
op
uit. Nov. (resp. Oct.) 1937
ajd. gemeent. verstr.
op
a. haar uit te
keeren hoofds. der pers, bel., aand. in
.
de hoofds. der grondbel. en der gem.
fondsbel., alsmede
opc. op
die belas-
tingen en
op
de vermogensbelasting
–
–
Voorschotten aan Ned.-lndië ………
43.361.130,39
•
36.758.330,92
Idem aan Suriname ………………
…12.269.154,70
•
12.228.724,87
Kasvord.weg. credietverst. a!h. bultenl
….
,,
102.177.699,19
•
102.461.549,10
Daggeldleeningen tegen onderpand
Saldo der postrek.
v.
Rijkscomptabelen
–
.
34.128.173,22
–
36.317.385,52
Vord.
op
het Alg. Burg. Pensioent.
Vord.
op
andere Staatsbedrijven’)
5.340.522,26
,,
5.205.148,68
Verplichtingen
Voorschot door De Ned. Bank ingev.
art.
16 van haar octrooi verstrekt
– –
Schatkistbiljetten in omloop ………
f237.165.000,-
f237.140.000,-
118.700.000,-
•
118.700.000,-
1.101.014,50
,,
1.100.644,-
Schuld
op
uit.
Nov.
(resp. Oct.) 1937 a/d.
Schatkistpromessen in omloop
…….
gem. weg. a. h. uit te keeren hoofds. d.
pers, bel., aand.
1.
d. hoofds. d. grondb.
.
Zilverbons in Omloop
………. ………..
e. d. gem. fondsb. alsm.
opc. op
die bel, en
op
de vermogensbelasting
5.142.565,12
•
7.538.384,54
Schuld aan het Alg. Bur,g. Pensloenf.
1)
,,
2.028.424,58
•
22.l52.489,38
»
2.090.641,-
•
22.319.614,14
Id. a. h. Staatsbedr. der
P.T.
en
T. 1)
170.472.068,33
,,
160.494.790,02
Schuld aan Curaçao’) …………..
…
Id. aan andere Staatsbedrijven
1)
16.500.000,-
•
16.500.000,-
Id. aan diverse insteilinen
1)
………
….
..148.434.843,55
,,
150.151.986,59
1)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE
SÇHULD.
ec.
Vorderingen:
1)
Saldo Javasche Bank
–
–
Saldo b. d. Postchèque- en Girodienst
f
297.000,-
1
550.000,-
………………..
Verplichtingen:
Voorschot’s Rijks kase.a. Rijksinstell
43.165.000,-
,,
38.622.000,-
10.500.000,-
,,
10.500.000,-
Schatkistbiljetten in omloop
………
Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds
5.000.000,-
•
733.000,-
,,
5.000.000,-
607.000,-
Schatkistpromessen in omloop………
Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank
443.000,-
..
,,
179.000,-
730.000,-
,,
730.000,-
Belegde kasmiddelen Zelfbesturen…..
Voorschot van de Javasche Bank
–
311.000,-
,,
2.373.000,-
1)
Betaalmiddelen In
‘s
Lands Kas
f
26.560.000,-.
SLJRINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
ci
li
Andere
opei
s
chb.
Discont.
ID’
k
7,grejeÇ
20 Nov.
1937..
840
1.078
613
618 1.427
13
1937..
841
1.132
582
615
1.418
6
,,
1937..
841
1.297
614 618
1.433
30 Oct.
1937..
843
1.273
583 621
1.462
23
,,
1937..
843
1.067
602
621
1.463
1
Juli
1914..
645
1.100
1
560
735
396
1) Sluitp. Oer activa.
946
GROOTHANDELSPRIJZEN VAN BELANGRIJKE VOEDINGS-_ENGENOT
GERST
6
kg
MAIS
•
R000E
TARWE BURMA RIJST
BOTER per kg.
KAAS
EIEREN
.
,
Rotterdam per 2000 kg.
74kgRussi-
Rotterdam per 100 kg. Loonzein
E,dmmer
Gem. not.
.
Ing
1•
bi
944
,
0
usrsc e
Rott°eam
loco
Rottrdm
per cwt. f.o.b.
RangoonjBassein
Leeuwar-
derCornm.
zJ-
F bk
Eiermijn
Roeoid
T
••
schei)
La PIai
..
La Plata i)
vc
dit
nummer.
per2000kg.
1 of 2 mnd.
ocoprijs
per 00
g.
1 of 2 mnd.
ocoprijs
HerI.Ned.Ct.I
Not.
°
eering
Centr.
gn
ec
per 50 kg.
f
%
f
%
1
—
%
f
%
1
t
%
–
T
–
%
sh.
/
T
/
%
t
%
1927
237,-
110,2
171,50
89,3
176,-
87,1
12,475 102,5
13,82
5
110,1
14,75 109,3
6,83
104,5
1113
1
14
2,03 98,4
–
43,30 95,0 7,96
99,3
1928
228,50
106,2
208,50
108,6 226,-
111,9
13,15
108,1
12,575
100,1
13,475
99,9
6,43 98,4
10J7j4
2,11
102,3
–
48,05
105,4
7,99
99,6
1929
179,75
83,6
196,-
102,1
204,-
101,0
10,87
5
89,4
11,275
89,8
12,25
90,8
6,34
97,0
1016
2,05 99,4
–
45,40
99,6
8,11 101,1
1930
Z
111,75
52,0
118,50
61,7
136,75
67,7
6,225
51,2
8,27
5
65,9
9,67
5
71,7
5,09 77,9
815
1,66
80,5
–
38,45
84,4
6,72
83,8
1931
107,25
49.9
78,25 40,8 84,50
41,8
4,55 37,4
4,65
37,0
5,55
41,1
3,09
47,3
516
1,34
64,9
–
31,30
68,7
5,35
66,7
1932
u
100,75
46,8
72,-
37,5
77,25
38,2 4,62
5
38,0
4,70
37,4
5,225
38,7
2,59
39,6
511
Iij2
0,94
45,6
–
22,70
49,8
4,14
51,6
1933
0
70,-
32,5
60,75 31,6 68,50
33,9 3,55 29,3
3,75 29,9
5,02
5
37,2
1,84
28,2
415
1
12
0,61
29,6
0,96
20,20
44,3
3,71
46,3
1934
–
75,75
35,2
64,75 33,7
70,75
35,0
3,32
5
27,3
3,25
25,9
3,67
5
27,3
1,74
26,6
4171
0,45
21,8
1,-
18,70
41,0
3,45
43,0
1935
68,-
31,6
56,-
29,2
61,25
30,3 3,07
5
25,3
3,575
30,9
4,125
30,6 2,07 31,7
5(8
112
0,49
23,7
0,99
14,85
32,6
3,20
39,9
1936
86,-
40,0
74,50
38,8
74,-
36,6
4,275
35,1
5,75
45,8
627
5
46,5
2,19 33,5
517
1
12
0,58
28,1
0,88
5
17,55
38,5 3,50
43,6
Jan.
1937
w
61,4
99,75 52,0
97,50
48,3
7,975
65,5
8,07
5
64,3 8,40
62,3 2,74
41,9
611
1
12
0,66
32,0
0,85
17,075
37,5
3,45
43,0
Febr.
0
129,-
60,0
102,-
53,1
100,50
49,8 8,72
5
71,7
7,92
5
63,1
8,25
61,1
2,62
40,1
5110
1
14
0,69 33,4
0,80
18,75
41,1 3,81
47,5
Maart
,
Z
61,8
104,25
54,3
106,-
52,5
9,02
5
74,2
8,72
5
69,5
9,15
67,8
2,57 39,3
519114
0,68 33,0
0,80
18,82
5
41,3 3,86
48,1
April
(LI
149,75
69,6
110,75
57,7
1
1 5,-
56,9
10,-
82,2 9,40
74,9
10,17
5
75,4
2,72
41,6
6/-14
0,69
33,4
0,80
16,45
36,1
3,05
38,0
Mei
J
144,40
67,1
107,-
55,7
110,-
54,5
10,-
82,2
8,92
5
71,1
9,725
72,1
2,64 40,4
5/10
1
(2
0,71
34,5
0,72
5
17,32
5
38,0
2,89
36,0
Juni
,,
148,75
69,2
99,-
51,6
105,-
52,0
10,15
83,4
7,52
5
59,9
8,95 66,3
2,63
40,3
5110
1
(4
0,74
35,9 0,70
19,82
5
43,5
2,98 37,2
Juli
,,
149,25
69,4
108,25
56,4
III,-
55,0
9,85 81,0
8,57
5
68,3
9,975
73,9 2,68 41,0
511114
0,77 37,4 0,68
20,15
44,2
3,74
46,6
Aug .,.
136,50
63,5
106.50
55,5
1
12,-
55,4
9,30 76,4 7,82
5
62,3
9,225
68,4
2,86
43,8
6(4
0,78
37,9
0,64
21,50
47,2
3,84 47,9
Sept.
,,
129,50
60,2
107,-
55,7
122,-
60,4
9,225
75,8
7,55
60,1
8,52
5
63,2
2,96 45,3
617
0,85
41,3
0,52
5
21,-
46,1
4,69
58,5
Oct.
,,
136,25
63,3
109,-
56,8
114,75
56,8
8,57
5
70,5
7,62
5
60,7
8,50
63,0
2,96 45,3
617
1
14
1,-
48,5
0,42
23,
_
50,5
4,99
62,2
Nov.
.
133,50
62,1
106,25
55,3
1
16,-
57,4
7,225
59,4
7,10
56,5 8,125
60,2
2,53
38,7
517
1
/
2
0,96
46,6
0,46 22,20
48,7
4,99
62,2
30 Nov.-7 Dec.
129,50
60,2
10525
54,8
1
16,-
57,4
6,97
5
57,3 7,05
56,1
7,95 58,9
2,41
36,9
5/4
1
12
0,84
40,8 0,60 21,25
46,6 5,10
63,6
7-14 Dec. ’37
130,50
60,7
108,75
56,6
119,58
59,2
7375
60,6
7,-
55,7
7,95
58,9
2,41
36,9
51412
0,84
40,8
0,60
21,25 46,6
5,20
64,8
14-21
,,
129,-
60,0
110,50
57,6
121,-
59,9
7,375
60,6
7,-
55,7
•
8,05
59,7
2,44
37,4
515114
0,84
40,8
0,60 20,75
45,5 5,35
66,7
–
JUTE
KATOEN
AUSTRALISCHE WOL
JAPAN. ZIJDE
RUBBER
.
,,First Marks”
inOlie gekarnd; loco Bradford per Ib.
1
31
14
Dernier
Stand. Ribbed
Middling Upland
Super Fine C.P.
c.i.f.
Londen
per Eng. ton
loco
New York per Ib.
Oomra
Liverpool per Ib.
Crossbred Colonial
Carded 50’s Av.
Merino 64
5 Av.
wit Dr. D. te
New York per Ib.
Smoked Sheets
loco Londen p. Ib.
I-Ierl.Ned.Ct.l
Not.
HerI.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.) Not.
Herl.Ned.Ct.
1
Not.
Ilerl.Ned.Ct.
1
Not.
Herl.Ned.Ct.1
Not.
Herl.Ned.Ct.1 Not.
/
%
£
cts.
%
$cts.
ets.
%
pence
cts.
%
pence
ets.
%
pence
f
%
$
cts.
%
penm
1927
,
442,38
103,4
36.101-
43,8
93,1
17,60
36,7
102,1
7,27
133,8
96,8
26,50
244,9
104,8
48,50
13,55 105,8
5,44
93
140,2
18,50
1928
0
445,89
104,2
36.16111
49,8
105,8
20,-
37,9
105,5
7,51
153,8
111,2
30,50
259,7
111,1
51,50
12,60
98,4
5,07
54
81,4
10,75
1929 1930
395.49 92,4
32.1413
47,6
101,1
19,10
33,2 92,4
6,59
127,2
92,0
25,25
196,5
84,1
39,-
12,28
95,9
4,93
52
78,4 10,25
1931
<
z
257,97
192,15
60,3 44,9
21.619
17.117
33,6
21,1
71,4 44,8
13,50
8,50
19,7 20,1
54,8 55,9
3,92
4,28
81,9 60,9 59,2 44,0
16,25
134,8 109,0
57,7 46,6
26,75 23,25
8,50
5,97 66,4
46,6
3,42 2,40
30
15
45,2 22,6
5,87 3,12
1932
u
146,86
34,3
16.181-
15,9
33,8
6,40
19,5
54,3
5,39
42,5
30,7 11,75
79,7
34,1
22,-
3,87 30,2
1,56
12
18,1
3,37
1933
1934
Z
128,63
30,1
15.12/2
17,4
37,0 8,70
16,8
46,8
4,91
48,9
35,4
14,25
96,9
41,5
28,25
3,21 25,1
1,61
II
16,6
3,25
1935
115,83 134,52
27,1
31,4
15.9/9
18.1118
18,3 17,6
38,9
37,4
12,30 11,90 13,6
17,7
37,8
49,3 4,37
5,87
51,4
42,2 37,2
30,5
16,50
95,8 84,5
41,0
36,2
30,75
28,-
1,92 2,41 15,0
18,8
1,29
1,63
19
18
28,6
27,1
6,25
6,-
1936
.
142,61
33,3
18.618
19,0
40,4
12,10
18,2
507 560
54,3
39,3
16,75 108,6
46,5
33,50
2,71
21,2
1,73
25
37,7
7,75
Jan.
1937 166,88
39,0
18.1216
23,7
50,4
13,-
22,0 61,2 5,88 88,2
63,8
23,75
141,9
60,7
38,
3,92 30,6 2,14
38
57,3
10,37
Febr.
169,23
39,5
18.1812
24,0
51,0
13,15
21,8
60,7
5,85
85,6
61,9
23,-
133,6
57,2
35,75
3,53
27,6
1,93
40
60,3
10,50
Maart
174,86
40,9
19.911
26,6
56,5
14,45
23,3
64,8
6,25
88,6
64,1
23,75
138,9
59,4
37,25
3,59 28,0
1,96
44
66,3
12,
April
,,
189,96
44,4
21.313
26,0
55,2
14,35
23,1
64,3
6,16 96,5
69,8
25,75
144,9
62,0
38,75
3,56 27,8
1,95
44
66,3
11,62:
Mei
,,
IL:
201,20
47,0
22.716
24,3
51,6
13,35
22,7
63,2
6,04
97,4 70,4
26,-
142,9
61,1
38,25
3,25 25,4
1,78
5
38
57,3
10,25
Juni
,,
u.
186,90
43,7 20.1617
22,9
48,6
12,60
22,3
62,1
5,96
95,6
69,1
25,50
140,2
60,0
37,50
3,28 25,6
1,805
36
54,3
9,62!
Juli
0
189,87
44,4
21.113
22,4
47,6
12,32
21,5 59,8
5,71
95,8
69,3
25,50
142,2
60,8
37,75 3,42
26,7
1,885
34
51,3
9,12!
Aug.
, Sept.
188,67
186,01 44,1
43,5
20.1716
20.1413
18,8
16,3
39,9
34,6
10,35
9,-
19,6 17,4
54,5
48,4
5,19
4,64
98,9
94,1
71,5
68,1
26,25 25,25
145,0 131,3
62,0
56,2
38,50
35,-
3.30
3,19 25,8 24,9
1,82
1,76
33
34
49,7 51,3
8,85
9,-
Oct.
,,
Nov.
Z
188,16
44,0
20.1918
15,2
32,3
8,42
15,5
43,1
4,15
83,6
60,5
22,50
117,7
50,4
31,50
3,02 23,6
1,67
30
45,2
8,–
CX
185,91
43,4
20.12/10
14,4
30,6
7,99
15,2
42,3
4,04
74,6
54,0
20,-
103,9
44,5
27,75
2,86 22,3
1,585
27
40,7
7,12
1
3ONov.-7 Dec.
177,48
41,5
19.15/-
14,4
30,6
8,03
15,5 43,1
4,14
65,5
47,4
17,50 104,8
44,8
28,
2,65
20,7
1,47
28
42,2
7,50
7-14 Dec. ’37
177.45
41,5 19.15/-
14,8
31,4
8,21 15,4
42,9
4,12
69,3
50,1
18,50
108,6
46,5
29,-
2,72 21,2
1,515
28
42,2
7,37!
14-21 177,45
41,5
19.15/-
15,2
32,3
8,46
15,5
43,1
4,14
70,2
50,8
18,75 112,3
48,1
30,-
2,69 21,0
1,49
5
27
40,7
7,25
KOPER
LOOD
‘IIN
IJZER
GIETERIJ-IJZER
ZINK
ZILVER
Standaard gem. prompt en
,
Cleveland No. 3
(Lux III)
gem. prompt en cash Londen Loco Londen 1ev. 3 maanden
OcoE on e per
ng.
on
franco Middlesb.
per Eng. ton
1ev. 3 maanden
per Standard
per Eng. ton
Londen per Eng.ton
per Eng. ton
f.o.b. Antwerpen
Londen p. Eng. ton
Ounce
HerI.Ned.Ct.INE
HerI.Ned.Ct.I
Not.
HerI.Ned.Ct.INot.
I1erl.Ned.Ct.ITt
FlerI.Ned.Ct.I
Not.
HerI.Ned.Ct.
Not.
/
%
£
/
%
£
f
%
£
1
%
sh.
f
%
5h.
f
%
£
cts.
%
pence
1927
675,10
85,9
55.13111
295,75
106,5
24.811
3503,60
120,6
289.115
44,10
104,7
7219
39,10
98,9
6416
345,40
108,8
399(11
132
101,5
26
1
115
1928
771,20
98,1
63.1419
256,15
92,2
21.314
2749,50
94,6
227.4/8
39,85
94,6
65110
37,90
95,9
6218
305,75
96,4
25.515
135
103,8
26
3
14
1929
912,55
116,1
75.917
281,10
101,2
23.4111
2465,65
84,8
203.18!10
42,45
100,8
7013
41,55
105,1
6819
300,80
94,8
24.1718
123
94,6 24
7
1
1930
661,10
84,1
54.1317
218,70
78,8
18.115
1716,20
59,1
141.1911
40,50
96,1
671-
35,95
91,0
5916
203,55
64,1
16.1619
89
68,5
I7UJ1
1931
431,85
54,9
38.719
146,60
52,8
13.-17
1332,55
45,9
118.911
33,-
78,3
5818
28,90
73,1
5115
140,05
44,1
12.8111
69
53,1
1451
1932
o
275,75
35,1
31.1418 104,60
37,7
12-19
1181,30
40,6
135.18110
25,40
60,3
5816
22,20
56,2
51/1
118,95
37,5
13.13110
64
49,2
17
13
111
1933 1934
1X
268,40
34,1
32.1114
97,25
35,0
11.1611
1603,50
55,2
194.11/11
25,55
60,6
621-
21,-
53,1
51/-
129,80
40,9
15.14111
62
47,7
18
1
/
1935
226,80
28,8 30.615
82,65
29,8
11.1/-
1723,15
59,3
230.715
25,-
59,3
66111
20,25
51,2
5411
103,05
32,5
13.1516
66
50,8
21
1
14
1936
230,95 298,75
29,4
38,0
31.1811 38.811
103,40
37,2
14.518
1634,25
56,2
225.14/5
24,70
58,6
68/2
20,25
51,2
561-
102,65
32,3
14.3(6
87
65
66,9
28
1
5/5(
LU
137,15
49,4
17.1217
1592,-
54,8
204.1218
28,40
67,4
731-
22,40 56,7
5717
116,55
36,7
14.1917
50,0
2011
1
6
Jan.
1936
u
253,-
32,2
34.14111
112,50
40,5
15.8111
1528,35
52,6
209.1819
25,50
60,5
701-
20,10 50,9
5512
106,30
33,5
14.1211
61
46,9
20
1
116
257,35
32,7
35.71-
117,05
42,2
16.1/8
1508,85
51,9 207.5
1
2
25,50
60,5
70
1
–
20.10
50,9 55(2
111,10
35,0
15.5
1
2
60
46,2
1
9/
Maart
,,
262,25
33,4
36.1
1
6 121,30 43,7
16.1319
1551,15
53,4
213.713
25,45
60,4
701-
20,10 50,9
5513
116,95
36,9
16.119
60
46,2
19
3
14
April
269,45
34,3
37.-/3
117,70
42,4
16.314
1524,80
52,5
209.911
25,50
60,5
701-
20,10
50,9
5512
111,10
35,0
15.512
61
46,9
20
3
1
Mei
0
269,95
34,3
36.14(6
114,45 41,2
15.11(4
1489,20
51,2
202.1212
25,75
61,1 701-
20,20
51,1
54111
107,75
34,0
14.1312
62
47,7
20
3
1
Juni
‘9
269,80
34,3
36.712 112,90
40,7
15.413
1360,45
46,8
183.6111
25,95
61,6
701-
20,20
51,1
5415
103,95
32,8
14.-(2
61
46,9
19
3
14
Juli
l-
274,90
35,0 37.5/1
116,95
42,1
15.1711
1374,30
47,3
186.415
27,70
65,7
751-
20,05 50,7
5414
100,20
31,6
13.1117
60
46,2
195/
Aug.
,,
283,40
36,0
38.5111 124,10
44,7
16.1515
1360,70
46,8
183.1718
27,75
65,9
751-
20,05
50,7
5412
100,10
31,5
13.1017
60
46,2
19
1
2
Sept.
Z
290,20
36,9 38.191-
134,15
48,3
18.-12 1451,85
50,0
194.1717
27,95
66,3
751-
20,20
51,1 5413
103,65
32,7
13.1812
61
46,9
1951
Oct.
,,
z
365,90
46,5
40.214
168,25
60,6
18.8111
1836,45
63,2
201.713
34,20
81,2
751-
27,45
69,5
6012
132,70
41,8
14.1111
75
57,7
19
1
3/
1
(
Nov.
397,95
50,6
43.19
1
6
196,60
70,8
21.14
1
6
2091,-
71,9
231.-/1l
33,95
80,6
75
1
–
29,35 74,3
64/10
147,75
46,6
16.6
1
6
79
60,8
21
Dec.
,,
413,45
52,6
45.1919
229,80
82,8
25.1112
2087,95
71,8
232.511
36,40
86,4
811-
32,75
82,9
72110
161,45
50,9
17.1912
80 61,5
2111
4
z
Jan.
1937
461,70
58,7
51.1018
244,05
87,9
27.4110
2060,25
70,9
229.1819
36,30 86,2
811-
34,20
86,5
7614
188,60
5,4
21.-/11
78
60,0
20
7
/
Febr.
ii..
522,10
66,4
58.712
248,-
89,3
27.1414
2080,65
71,6 232.1113
36,25
86,0
811-
34,75
87,9
7716
219,45
69,2
24.1018 75
57,7
20
1
1
Maart
0
638,40
81,2
71.916
292,95
105,5
32.161- 2498,25
86,0
279.141- 36,15
85,8
811-
48,20
122,0
10811
289,65
91,3
32.818
77
59,2
20
11
(u
April
,,
Mei
,, in
559,70 545,95
71,2
69,4
62.716
60.151-
235,50
214,95
84,8
77,4
26.4110
23.1815
2404,95
2256,45
82,8
77,6
268.-/-
251.21-
36,35
36,40
2015(
51
86,3
86,4
811-
81/-
54,25 59,65
137,3 150,9
120111
132(9
238,65
209,35
75,2
26.615
66,0
23.5111
78
76
60,0 58,5
20
5
/i6
Juni
,,
Z
499,70
63,6
55.1315
205,40
74,0
22.1718
2245,10
77,3
250.216
36,35
86,3
811-
60,60
153,3
1351-
194,55
61,3
21.1315
75
57,7 20
Juli
Aug.
cD
510,10 517,55
64,9
65,8
56.1113
57.61-
213,70
205,25
77,0
73,9
23.13111
22.14
1
6
2365,20 2388,50
81,4
82,2
262.51-
264.9/-
45,55
45,60
108,1
108,2 1011-
101
1
–
59,60
48,60
150,8
123,0
13216
109/-
205,75
215,35
64,8
22.13/6
67,9
23.16/8
75 75 57,7
57,7
20
19
1
Sept.
474,25
60,3
52.15
1
11
187,55
67,5
20.1718
2323,10
79,9
258.1216
45,35
107,6 1011-
44,65
113,0
9915
191,80
60,4
21.711
74 56,9
19
7
/
Oct.
,,
413,15 52,5
46.1(11 164,80
59,4
18.718
2036,85
70,1
227.51-
45,25
107,4
1011-
42,30
107,0
9415
162,05
51,1
18.117
75
57,7
20
Nov.
357,50
45,5
39.1319
150,10
54,1
16.1313
1726,80
59,4
191.141-
46,85
111,2
1041-
39,85
100,8
8815
143,20
45,1
15.17111
74
56,9
19
11
(51
3ONov.-7
Dec.
372,15
47,3
41.8
1
9
152,10
54,8
16.18
1
9
1800,75
62,0
200.10
1
–
48,95
116,2
109
1
– 39,85
100,8
88
1
9
147,05
46,3
16.7
1
6
69
53,1
18
7
1
16
7-14 Dec. ’37
359,35 45,7
40.-/-
146,85
52,9
16.6/11
1787,75
61,5
199.-/-
48,95
116,2
109/- 38,40
97,2
85/6
136,45
43,0
15.3(9
69
53,1
18
1
/2
14-21
,,
,,
360,20
45,8
40.113
139,65
50,3
.
15.1018
.
167460,
57,6
186.51-
49,-
116,3
1091-
.38,45
.
97,3
1
8516
136,-.
42,9
15.216
71
.
54,6
.
19
4IDDELEN EN GRONDSTOFFEN.
(Indexeijfers gebaseerd op 1927 t/m 1929 = 100).
947
GE-
SLACHTE
GE-
SLACHTE
DEENSCH
BACON
BEVROREN
ARG. RUND-
–
CACAO OF.
KOFFIE
Loco R’damjA’dam
SUIKER
Witte krist.-
THEE
N.-Ind thee-
•
RUNDEREN
(versch)
VARKENS
(versch)
middelgew. No. 1
VLEESCH
Accra per 50 kg
c.i.f. Nederland
per
“2
kg.
suiker loco Rotterdam!
veiling A’dam
Gem.Java- en
Robusta
Superior
oer 100 kg
oer 100kg
Londen per cwt.
Londen per 8 lbs.
–
Amsterdam Sumatrathee
Hen. Ned.Ct.
Not.
Herl.Ned.Ct.(
Not.
1-Ierl.Ned.Ct.
Not.
Ilotterdam
lotterdarn
Santos
per 100kg.
per’!, kg.
f%
f
%
cts.
% %
cts.
%
1927
–
–
–
–
65,15
97,8
1076
2,73 92,2
416
41,21
119,4
68/-
46,87
5
95,5
54,10
91,4
19,12
5
119,6
82,75
109,2
101,3
1928
93,-
98,2
77,50
90,8 66,80
100,3
11015
3,03
102,4
51-
34,64
100,4
5713
49,62
5
101,1
63,48
107,3
15,85
99,1
75,25 99,3
102,2
1929
96,40
101,8
93,12
5
109,2 67,81
101,8
11212
3,12
105,4
512
27,70
80,2
45110
50,75
103,4
59,90
101,2
13,-
81,3
69,25
91,4
94,7
1930
108,-
114,0
72,90
85,5 57,19
85,9
9417
2,97
100,3
4111
21,04
61,0
34111
32
65,2
38,10
64,4
9,60 60,0 60,75 80,2
72,1
1931
88,-
92,9
48,-
56,3
35,72
53,6
6316
2,44
82,4
414
13,84 40,1
2417
25
50,9
27,10
45,8
8,-
50,0 42,50
56,1
53,3
1932
61,–
64,4 37,50 44,0
25,46
38,2
58
1
1
1,70
57,4
3111
11,77
34,1
2711
24
48,9
30,04
50,8
6,32
5
39,6
28,25
37,3
43,0
1933
52,-
54,9
49,50 58,0 30,74 46,2
7417
1,54
52,0
319
9,30
26,9
2217
21,10
43,0
22,83
38,6
5,325 34,5 32,75 43,2
37,0
1934
61,50
64,9
46,65
54,7 32,94 49,5
8811
1,42
48,0
3/9
1
1,
8,15 23,6
21110
16,80
34,2
18,40
31,1
4,07
5
25,5
40
52,8
34,9
1935
48,125 50,8
51,62
5
60,5
32,-
48,1 8815 1,19
40,2
3/3
1
1,
8,15 23,6
2216
14,10
28,7
15,21
25,7 3,85
24,1
34,50
45,5
32,5
1936
53,42
5
56,4
48,60
57,0 36,37
54,6
9316 1,48
50,0
3/9
1
/,
12.05
34,9
3014
13,62
5
27,8
16,87
5
28,5
4,02
5
25,2
40
52,8
39,2
Jan.
1937
64,60
68,2
52,75
61,8
41,22
61,9
921-
1,81
61,1
4/-
1
1,
24,50
71,0
5418
16,75
34,1
22,12
5
37,4
5,575
34,9 50,50 66,7
52,0
Febr.,,
64,175
67,8 53,32
5
62,5
38,49
57,8
861-
1,80
60,8 41-
1
14
21,09
61,1
4712
18,25
37,2
24
40,6 5,72
5
35,8 53,50 70,6
52,4
Maart
,,
66,15
69,9 54,82
5
64,3
39,83
59,8
8912 1,67
56,4
318
3
14
23,-
66,7
51/6
18
36,7
23,80
40,2
6,10
38,1
55
72,6
53,7
April
71,-
75,0
56,25
65,9 42,32 63,6
9413 1,72 58,1
3110
20,83
60,3
46/5
17,87
5
36,4 23,37
5
39,5
6,12
5
38,3
54,25
71,6
54,4
Mei
,,
73,325
77,4
56,75
66,5
42,71
64,1
951-
1,90
64,2
412
3
14
17,30
50,1
3816
17,50
35,7
23
38,9 6,07
5
38,0
55
72,6
53,6
Juni
,,
80,25
84,7
55,75
65,3
39,87
59,9
88110
2,04 68,9
416
1
12
15,66
45,4
34/11
17,50
35,7
23
38,9
6,52
5
40,8
50,50 66,7
52,1
Juli
,,
78,45 82,8 60,85
71,3 42,63 64,0
9416
1,97
66,6
414
1
1
16,46
47,7
3616
17,50
35,7
23
38,9
6,57
5
41,1
55
72,6
55,1
Aug.
,,
77,87e
82,2
67,87
5
79,6 46,32 69,6
10216
2,13 72,0
4/8
5
1,
17,61
51,0
391-
17
34,6
23
38,9 6,50 40,6
54,75
72,3
55,3
Sept.
,,
72,42
5
76,5 69,20
811
46,17
69,3
102110
1,96
66,2
4/4
1
1
15,97
46,3
357
16,75
34,1 23
38,9 6,32
5
39,6
56
73,9
55,1
Oct.,,
69,97
5
73,7
70,20 82:3 43,70
65,6
9716
1,91
64,5
413
12,55
36,4
281-
15,75
32,1
22,87
5
38,7
6,40
40,0 55,25 72,9
55,0
Nov.,,
68,17
5
72,0
72,37
5
84,8
40,77
61,2
9016 1,95
65,9
414
12,18
35,3
2711
13,50
27,5
20
33,8
6,42
5
40,2
53,75
71,0
52,2
!0Nov..7Dec.
68,-
71,8 72,50 85,0
41,34
62,1
92/-
1,93
65,2
413
1
/,
11,57
33,5
25/9
13
26,5
17,50
29,6
6,50 40,6
47,75
63,0 50,5
7-14 Dec.’37
68,70
72,5
73,-
85,6
42,68
64,1
951-
1,91
64,5
413
11,45
33,2
2516 13
26,5
17,50
29,6 6,37
5
39,9
47,75
63,0 51,0
4-21
,,
,,
70,-
73,9 71,50
83,8
43,58
65,4
97/-
1,91
64,5
413
11,12
32,2
2419
13
26,5
17,50
29,6
6,37
5
39,9
47,50 62,7
51,1
GRENENHOUT
Zweedsch ongesor-
teerd 21/,
X
7
per standaard
VUREN-
HOUT
basis 7″ f.o.b.
Zweden/FinI.
perstandaard
van 4.672 M
3
.
K5ï
HUIDEN
Gaaf,open kopi
57-61 pond
Veiling te
Amsterdam
1
COPRA
1
Ned.-lnd.
1. ma,
1
I
per 100 kg
Amsterdam
1
GRONDNOTEN
Gepelde Coromandel,
per longton
c.i.f. Londen
LIJNZAAD
La Plata
loco
Rotterdam
per 1960 kg.
GOUD
per ounce fine
Uerl.Ned.CLI
Not.
cash Londen
‘aS
-_
Her!. Ned. Ct.
Not,
Her!. Ned. Ct.
1
Not,
Y
T-
T-
T
x
£
T-
%
–
Y
sh.
1927
230,28
100,1
19.-f-
160,50
105,1
40,43
100,9
32,625
106,5
266,03
106,4
21.18111
362,50
95,0 51,50
100,1
851-
105,3
104,4
124,1
1928
229,90
100,0
19.-/-
151,50
99,2
47,58
118,7
31,87
5
104,1
254,10
101,6
21.-
/-
363,-
95,1
51,45
100,0
851-
102,0
100,2
94.6
1929
229,71
99,9
19.-/-
146,-
95,6
32,25
80,5 27,37
5
89,4 230,16 92,0
1
9-19
419,25
109,9
51,40
99,9
851-
92,7 95,4
84,5
1930
218,43 95,0
18.112
141,50
92,7
25,36
63,3 22,62
5
73,9
175,55
70,2
14.1014
356,-
93,3
51,40 99,9
851-
69,6
75,3
60,0
1931
187,88
81,7
16.141-
110,75
72,5
18,65
46,5
15,37
5
50,2
136,69
54,7 12.2/11
187,-
49,0
52,-
101,1
9215
41,6
54,2
44,7
1932
136,14
59,2
15.1314
69,-
45,2
11,15
27,8
13,-
42,4
130,52
52,2 15.-14
137,-
35,9 51,25 99,6
118/-
35,1
43,0 38,4
1933
136,48
59,3
16.1112
73,50
48,1
13,26
33,1
9,30
30,4
90,39
36,1
10.1914
148,-
38,8 51,35 99,8
12417
33,1
39,2
34,5
1934
134,02
58,3
17.1814
76,50
50,1
12,07
30,1
6,00 22,5 71,90
28,7 9.1213
142,50
37,3
51,50
100,1
13718
31,6 31,4 36,5
1935
127,91
55,6
17.1314
59,50 39,0
12,54
31,3
9,15
29,9
104,26
41,7
14.81-
131,75
34,5
51,50
100,1
14212
32,2
31,3 34,8
1936
139,98
60,9
17.19110
78,25
51,3
15,40
38,4
11,90
38,9
113,49
45,4
14.11/9
166,50
43,6
54,60
106,1 14014
39,0 42,3 40,7
Jan.
1937
181
–
78,7
20.41-
118,75
77,8
21,50
53,6
20,62
5
67,3
145,04
58,0
16.3/9
201,50
52,8
63,45
123,3
14118
55,1
56,3
58,5
Febr.
,,
187:95
81,7
21.-!-
125,-
81,9
22,75
56,8
17,95
58,6
132,01
52,8
14.151-
194,50
51,0 63,60
123,6
14211
54,1
57,1
59,5
Maart
,,
201,84
87,8
22.121-
135,-
88,4
25,-
62,4
18,05
58,9
137,54
55,0
15.81-
209,25
54,8
63,60
123,6
14214
51,5 61,6
64,8
April
,,
208,79 90,8
23.51-
135,-
88,4 28,50
71,1
16,875
55,1
138,95
55,6
15.918
224,50 58,8
63,45
123,3
14115
59,3
60,5
63,6
Mei
211,29 91,9
23.101-
137,-
89,7 26,25 65,5
14,95
48,8
127,60
51,0
14.41-
220,50 57,8
63,15
122,7
140/8 56,7
60,3
58,2
Juni
,,
211,01
91,8
23.101-
137,50
90,1
24,25 60,5
14,32
5
46,8
130,85
52,3
14.1117
216,50
56,7 63,10
122,6
140174
54,8
59,1
56,1
Juli
212,-
92,2
23.101-
136,25
89,5
59,9
14,52
5
47,4
137,65
55,0
15.514
221,75
58,1
63,15
122,7 1401-
55,2
60,3
56,3
Aug.,,
212,40 92,4
23.10/-
135,-
88,4
62,4
13,95
45,6
126,60
50,6
14.-/6
225,50
59,1
63,05
122,5
139/7 53,7
59,2
55,3
Sept.
,,
211,08
91,8
23.10/-
135,-
88,4
25,-
62,4
13,15
42,9
120,84
48,3
13.911
226,-
59,2 63,05
122,5
14014
52,3
51,9
55,3
Oct.,,
210,65
91,6
23.10/-
135,-
88,4
23,-
57,4
13,50
44,1
121,70
48,7
13.1117
228,75 59,9
63,-
122,4
140164
50.4
56,2
51,2
Nov.,209,46
91,1
23.5/-
132,50
86,8
18,-
44,9
12,50
40,8
109,57
43,8
12.313
216,50
56,7
63,10
122,6
140/14
41,7 53,3
46,7
30Nov.-7Dec.
206,68
89,9
23.-!-
l30,-)
85,1
18,-°)
44,9
12,25
40,0
105,53
42,2
11151-
209,75
55,0
62,85
122,2
139111
45,0
51,9
46,6
7-14 Dec.’37
206,68 89,9
1
23.-/-
130,_*)
85,1
l8,-°)
44,9
12,25
40,0
104,44
41,8
11.1216
210,-
55,0
62,85
122,2
139111
45,3 51,9
46,5
14-21
,,
,,
206,68 89,9
23.-!-
130,_*)
85,1
18,-
0
)
44,9
12,50
40,8
105,65
42,2
11.151-
219,-
57,4
62,85
122,2
139194
45,7
52,1
45,3
) In verband niet het dicht zijn van de havens kousen en op het oogenblik geen f.o.b. noteeringen tot stand. Voor de continuïteit is de laatste noteering aangehouden.
0)
In December is tot nog toe geen noteering tot stand gekomen. Voor de continuïteit is de laatste noteering aangehouden.
STEENKOLEN
Westf./HoIl.
PETROLEUM Mid. Contin. Crude
BENZINE
Gulf Exp. 64166
0
KALK-
SALPETER
ZWAVELZURE
CEMENT
levering bij
ST E EN E N
af fabriek
.
-.
–
bunkenk. ongez.
f.o.b.Rdani/
33 tjm.
33.90
Bé
S.
g.
te N.-York p. barnel
per
U.S. gallon
franco schip
Ned.perlookg
AMMONIAK
r’g
groote part franco wal’
E”
.
binnuur
buiteinuur
1000kg.
bruto
Ned.perton’)
1000 stuks
1000 stuks
I’ÏLNed.Ct.I
Not.
Uerl.Ned.Ct.I
Not,
f
“3”
f
%$cts.
%$cts.
f
%
f
%
f
i3’T’%
1927
11,25
103,1
3,21
103,6 1,28
37
128,0
14,86
11,48 102,6
11,44
102,5
18,-
99,1
14,50
107,4
18,50
95,3
105,1
105,2
1928 10,10
92,5
2,99
97,1
1,20
24,85
85,9
9,98
11,48 102,6
11,08
99,3
18,-
99,1
12,-
88,9
18,50
95,3
96,5 99,0
1929
11,40 104,4
3,06 99,4
1,23
24,90
86,1
10
10,60
94,8
10,96
98,2
18,50 101,8
14,-
103,7
21,25
109,4
98,4 95,8
1930
11,35 104,0
2,76
89,6
1,11
21,90
75,7
8,81
9,84 88,0
10,55
94,5
19,50 107,3 12,50
92,6
20,75
106,9
83,7
77,3
1931
10,05
92,1 1,42 46,1
0,57
12,38
42,8 4,98
8,61
77,0
7,73 69,3
14,-
77,1
10,25
75,9 20,25
104,3
60,7
54,7
1932
8,-
73,3
2,01
65,3
0,81
11,99
41,5
4,83 6,15 55,0 4,20 37,6
12,-
66,1
9,25 68,5
15,-
77,3
49,6
43,0
1933
7,-
64,1 1,14
37,0 0,57
9,24
32,0
4,63 6,18
55,2 4,63 41,5
12,-
66,1
74,1 12,75
65,7
46,8
40,6
1934
6,20
56,8
1,40
45,5 0,94 7,18 24,8 4,94
6,11
54,6
4,70
42,1
12,-
66,1
8,50 63,0
10,50
54,1
45,2 39,0
1935
6,05
55,4
1,39 45,1
0,94
7,65
26,5 5,18
5,89
52,7
4,81
43,1
.12,50
68,8
7,25
53,7 8,75
45,1 41,1
40,3
1936
6,60
60,5
1,63
52,9
1,04
8,86
30,6
5,65
5,70 51,0 4,82
43,2
II,-
60,5
7,50
55,6
9,50
48,9
48,1
44,3
Jan.
1936
6,15
56,3
1,48
48,1
1,01
8,51
29,4 5,80
5,80
51,8
4,85
43,5
II,-
60,5 8,25
61,1
10,-
51’5 45,5
40,8
Febr.
6,15
56,3
1,51
49,0
1,04
8,57
29,6
5,88
5,85
52,3
4,90
43,9
II,-
60,5
8,-
59,3
9,50 48,9
45,9
40,9
Maart
6,15
56,3
1,52
49,4
1,04
8,60
29,7
5,88 5,90
52,7
4,95
44,4
II,-
60,5
8,-
59,3
10,25
52,8
46,5
41,1
April
,
6,20
56,8
1,53
49,7
1,04
8,55 29,6
5,80
5,95
53,2
5,-
44,8
1l,
60,5
8,-
59,3
10,25
52,8 46,4 41,0
Mei
,,
6,25
57,3
1,54
50,0
1,04 8,41 29,1
5,69
6,-
53,6
5,05 45,3
60,5
8,-
59,3
10,25
52,8 46,3
40,8
Juni
6,30
57,7
1,54
50,0
1,04
8,32
28,8
5,63
6,-
53,6
5,05.
45,3
II,-
60,5
7,75
57,4
10,-
51,5 45,7
40,6
Juli
6,25
57,3
1,53
49,7
1,04
8,08
27,9
550
6,-
53,6 5,05
45,3
II,-
60,5
7,-
51,9
9,25
47,6 45,6 41,2
Aug.,,
6,30
57,7
1,53
49,7
1,04
8,10
28,0
5,50
5,25
46,9 4,45 39,9
II,-
60,5
6,50
48,1
9,-
46,4
44,9 41,2
Sept.,
6,35 58,2
1,53
49,7
1,04
8,10
28,0
5,49
5,35
47,8
4,55 40,8
II,-
60,5
51,9
9,-
46,4
45,9 42,0
Oct.,,
7,80
71,4
1,94
63,0
1,04
10,16
35,1
5,46
5,40 48,3
4,60
41,2
II,-
60,5 7,25
53,7
9,-
46,4 54,9 51,2
Nov.
,,
7,70
70,5
1,93
62,7
1,04
10,28
35,6 5,55 5,45
48,7
4,65
41,7
II,-
60,5 7,25 53,7 9,25
47,6
57,9
53,9
Dec.
,
7,85
71,9
1,91
62,0
1,04
10,32
35,7
5,63
5,55
49,6
4,75
42,6
II,-
60,5
7,50
55,6
9,-
46,4
60,4
57,2
Jan.
1937
8,05
73,7
1,90
61,7
1,04
10,61
36,7
5,81
5,65
50,5
4,85
43,5
II,-
60,5 7,50
55,6
9,-
46,4
62,5
59,1
Febr.
8,25
75,6 2,12
68,8
1,16
10,95
37,9
5,99
5,70 51,0
4,90
43,9
11,85
65,2
7,50
55,6
9,-
46,4
65,0
60,1
Maart
,,
9,30
76,0 2,12
68,8
1,16
11,16
38,6
6,10
5,75 51,4
4,95
44,4
11,85
65,2
59,3 9,25 47,6
14,1
66,6
April
,,
8,55
78,3
2,12
68,8
1,16
11,30
39,1
6,18
5,80
51,8
5,-
44,8
11,85
65,2
8,25
61,1
9,50 48,9
68,6 64,4
Mei
9,-
82,4
2,11
68,5
1,16
11,46
39,6
6,30
5,85 52,3
5,05 45,3
11,85
65,2
8,25
61,1
9,50
48,9
71,1
64,5
Juni
,,
82,4
2,11
68,5
1,16
11,48
39,7
6,31
5,85
52,3
5,05
45,3
11,85
65,2
8,25
61,1
9,50
48,9
70,1
63,1
Juli
9,-
82,4
2,11
68,5
1,16
11,58
40,0 6,38 5,60
50,1
4,80
43,0
11,85
65,2
8,50
63,0
9,75
50,2
70,5
63,5
Aug.
,,
9,-
82,4
2,10
68,0
1,16
11,57
40,0
6,38
5,70
51,0
4,90
43,9
11,85
65,2
8,50 63,0 9,75
50,2
68,4
61,7
Sept.
,,
9,-
82,4
2,11
68,5
1,16
11,56
40,0 6,38
5,75
51,4
4,95
44,4
11,85
65,2
8,50 63,0 9,75
50,2
65,8
59,7
Oct.
,,
8,95 82,0 2,10
68,0
1,16
11,25
38,9
6,22
5,80
51,8
5,-
44,8
11,85
65,2
8,50 63,0 9,75
50,2
62,4
56,9
Nov.
,,
9,-
82,4
2,09
67,7
1,16
10,49
36,3 5,82 5,85
52,3
5,05
45,3
11,85
65,2
8,50
63,0
9,75
50,2 59,3
54,0
30
Nov..7 Dec.
9,-
82,4 2,09
67,7
1,16
9,80
33,9
5,44
5,95
53,2 5,15
46,1
11,85
65,2
8,50
63,0
9,75 50,2
59,4
52,8
7-14 Dec.’37
9,-
82,4
2,09
67,7
1,16
9,55
33,0
5,31
5,95 53,2 5,15
46,1
11,85
65,2 8,50
63,0
9,75
50,2 58,4 52,5
14-21
,,
,,
9,70
88,9
2,09
67,7
1,16
9,55
33,0
5,31
5,95
53,2
5,15
46,1
11,85
65,2
8,50
63,0
9,75 50,2
58,6 52,7
948
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 December 1937
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 20 December 1937.
Activa.
Binnen!. Wis- (Hfdbk.
f
22.907.925,11
sels, Prom.,
Bijbnk.
,,
109.100,79
enz.in
disc. J
,
Ag.sch.
,,
427.970,09
f
23,444995,99
Papier o. h. Buiteni. in disconto
……
Idem eigen portef.
f
5.145.000,-
Af: Verkocht maar voor
de bk.nog niet afgel.
–
5.145.o0O,-
Beleeningen
1′
Hfdbk.
f
164.626.363,981)
nc1. vrsch
.
, Bijbnk.
3.207.208,84
in rek.-crt.
i
op
oflrp
A8ch.
,,
26.715.471,97
f
194.549.044,79
Op Effecten
……
f
192.638.659,06′)
Op Goederen en Spec.
1.9]0.385,73
194.549.044,791)
Voorschotten a.h. Rijk …………….
,,
–
Munt, Goud ……
f
113.607.470,- Muntmat., Goud
..
,,1.252.233.166,22
f
l
.
365.840.636,22
Munt, Zilver, enz.
17.569.531,35
Muntmat., Zilver..
–
11
1.383.410.167,579)
Belegging van kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds
……………………
,,
40.042.883,55
Gebouwen en Meub. der Bank ……..
,,
4.600.000,-
Diverse
rekeningen ………………
8.821.404,36
Staat d. Nederi. (Wetv. 27/51’32, S. No. 221)
,,
10.193.915,19
f
1.670.207.411,45
Passiva.
Kapitaal ………………………..
f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………
,,
4.338.707,82
Bijzondere
reserve
………………
,,
6.600.000,-
Pensioenfonds
………………….
,,
11.152.079,32
Bankbiljetten in omloop …………..
,,
858.418.350,-
Bankassignatiën in omloop
……….
,,
11.488,16
Rek.-Cour.
J
Het Rijk
f
79.024.023,11
saldo’s:
1
Anderen
,,
687.610.060,15
,,
766.634.083,26
Diverse
rekeningen …….
.
………..
,,
3.052.702,89
f
1.670.207.411,45
Beschikbaar metaalsaldo
.
…………
f
733.734.862,33
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is
,,
1.834.337.150,-
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank
ondergebracht
………………..
,,
–
1)
Waarvan aan Nederlandsch-lndië
(Wet van 15 Maart 1933, Staatsblad No. 99) ……..
/
65.883.125,-
1
)
Waarvan
in
het buitenland
………………………
119.457.644,49
Voornaamste posten in duizenden
guldens.
Goud
1
,
Andere
1
Beschlkb.I Dek-
Data
1
Munt
1
Munt mat.
ICirculatiel
opelschb.I
Metaal-
Ikings
1
1
1
schuldenj
saldo
perc.
20 Dec.
‘37111360711.252.2331
858 4181766.646
733.735
85
13
,,
‘37111360711.252
‘2331
862.7171760.459
734.502
1
85
25
Juli
‘141
65
.70
3
1
96.
41
0
J
310.4371
6
.1
98
43.521
54
1
Totaal
Schatkist-
Belee-
Papier
Diverse
Data
1
bedrag
,
1
prolnessen
1
ningen
P het
reke- disconto_slrechtstreeksl
buit enl.
ningen’)
20 Dec.
19371
23 445
1
–
(194.549
5.145
t
8.821
13
,,
19371
26.158
1
–
1190.337
1
5.145
1
8.165
25 Juli
19141
67.947
–
61.686
20.188
J
509
-,
uiiucr ur acilva.
JAVASCHE BANK.
Andere
1
Beschikl
Dala
Goed
Zilver
Circulatie
opeischb.
1
metaal-
schulden
1
saldo
18 Dec.’37
2
)
132.020 188.070
82.870 23.644
11
,,
‘372)
133.120 191.620
82.880
23.320
20Nov.1937
116.574′
16.550
188.095
94.269 20.179
13
,,
1937
116.574
16.296
193.282 90.888
19.202
25Juli1914!
22.057
31.907
110.172 12.634
4.842
1
Wissels,
1
Diverse
1
Dek-
Data
1
buiten
Dis-
J
1
N.-ind.
Belee-
i
reke-
1
kings-
conto’s
1
nineen
I
nlngen
1)
percen-
_______________
1
betaalb.
1
1
_____________
lage
18 Dec.’37
2
)
3.970
750
73.720
1
49
11
‘372)
4.430 75.980
l
75.340
48
20Nov.1937
3.155
85.559
1
47 10.339
53.826′
13
,,
1937
3.647
_
10.695
i
54.188
1
84.145
1
.
47
25 Juli1914
6.395 7.259
1
75.541
J
2.228
44
1
3 Sluitpost activa.
2)
Cijfers
telegrafisch ontvangen.
BANK VAN ENGELAND.
Bankbilf. Bankbilf.
I
OtherSecurities
Disc.and
l5ecurities
Data
Metaal
In
lcirculatie
l
inBankingl
Departm.
1
Advances
15 Dec.
1937
1 327.563
1
501.954
1
44.452
7.849 1
20.717
8
,,
1937 327.579 1
492.831
53.576
1
9.641
1
20.955
22
Juli
1914
j
4
0.
1
641
29.3
1
7
33.633
Gov.
1
Public
1
OtherDeposits
1
Dek-
Ban kers
Other
Data
Sec.
Depos.
Reservel
kings-
Accounts
1
perc.
1)
15 Dec. ’37
95.008
1
11.432
1103.382
1
36.463
1
45.6091
30,1
8
,,
1
87.243
11.742
106.310
1
36.658
i
54
.
748
1
35,4
22 Juli ’14
1
11.005
1
14.736
1
42.185
1
29
.
2
971
52
‘) Verhoullng
tusschen ieserve en Deposits..
BANK VAN FRANKRIJK.
Data
Goud ‘Zilver1
1
Te goed
in het
–
Wis
1
Waarv.l
op het
1
Belee-
1
Renteloos
voorschot
1
Ibuiteh1!.I
sets
lbuitenl.l
ningen
lv.d.
Staat
9 Dec.’37158.932
1
3821
18
951
932′
4.100!
3.200
2
,,
‘37158.932
1
3811
16
~10
:
3
2
1007
°l
4.507
1
3.200
23 Juli’14!
4.104
1
640!
–
1.5
4
11
81
769
1
–
Bons
v.d.
l
Diver-
1
1
Rekg.Courant
1
Data
zelfst
k.
amort.
sen’)
‘rculatie
Ci
Staat
1 Zei/st.
1
Parti-
Iamort.k.I
culieren
9 Dec.’37!
5.637
1
3.1101
91.143
t.
78
1
2.507
116.315
2
,,
‘371
5.637
3.349
1
91.933
1
1
2.650
115.712
23 Juli ‘141
–
1
–
1
5.912
1
401
1
–
1
943
3 Slul tpost activa.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Daarvan
1
Deviezen 1 Andere
1
Data
Goud
bij bui-
1
als goud-
1
wissels Belee-
tent. circ. 1
dekking
1
en
ningen
banken
1
)
1
geldende
1
cheques
15 Dec.
1937
1
70,6
1
20,3
1
5,4
5.207,6
56,7
7
,,
1937
1
70,5
1
20,3
1
5,6
5.361,2
42,8
30 Juli
1914
11.356,9
1
–
1
–
750,9 50,2
Data Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
1
Diverse
ten
Actii’al)
latie
Crt.
1
Passiva
15 Dec.
1937
104,5
1
772,1
1
5.006,0
732,2
1
332,8
7
,,
1937
104,5
1
737,0
1
5.074,6 703,3
1
325,0
30 Juli
1914
330,8
200,4
1
1.890,9
944,-
1
40,0
1)
Unoelast.’) wo.
t
Dec.
resp.
1e, 19 mlii
NATIONALE BANK VAN BELGIE (in Belga’e).
Goud
.
8′
Rekg. Cr1.
Data
1937
13.
4
201 5111.2701
38
1152
l
40 14.296
l
35
l
632
FEDERAL RESERVE BANKS.
Ooudvoorraad
Wissels
Data
,,Other
1
Goud-
1
In her-
1
In de
Totaal
certifi-
cash”
2)
1
disc. v. d.
1
1
1
open
bedrag
caten ‘.1
__
inember
markt
1
banks
t
gekocht
1 Dec. 371
9.131,7
9.121,9
1
322,3
17,0
‘1
2,8
2
4
Nov.’371
9.132,3
_
319,2
_
15,9
_
2,8
Belegd
1
F. R.
_
Notes
1
1
Totaal
1
Gestort
1
Goud-
I
Dek-
1
Aluem.
1
IYek-
Data
in
u.
.
Gov.Sec.v
”
circu-I
De
p
IKapitaaIl
kings-
1
kings-
latie
1
1
1
perc.3)
1
perc.4)
1
Dec.’371
2.564,01
4.279,5
1
7.542,5
1
132,5
1
80,0
1
–
24 Nov.’37j
2.564,0
4.264,8
1
7.547,0
132,5
80,0
–
‘) ueze çerii,ca,eii weruc,, uour ue oc,,atn,st aan uc Içrbcrvc oaIIaerI
g
e
g
even voor
de
overname van
liet goud, toen de $
op
31Jan.’34 van
100 op
59.06
cents werd gedevalueerd.
1)
,Other Cash” does not include Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal
Reserve
bank
notes.
3)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opelschbare
schulden: F. R. Notes en
netto depoalto.
4)
Verhouding totalen
voorraad uiuntmaterlaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.
Dis-
contos
1
Il
Totaal
Waarvan
Dato
Aantal
1
Beleg-
1
de,00-
time
leenlne.
en
heleen.
gingen
t
banks
sïto’s
1
deposits
24Nov.’37’
3
I
9.479
111.953
5.394
1
25.972
1
5.273
17
,,
‘371
t
9.532
111.9
9
8
5.365 25.879 5.296
U pUbOfl VU,, U
UU. oa.U, 1
.
l
and zijn In duizenden,’ alla overige posten in millioenan van de be-
reffende valuta.