Ga direct naar de content

Jrg. 20, editie 1018

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 3 1935

3 JULI 1935

AUTEURSRECHT
VOORBEHOUDEN.

Economisch~Statistische

Beri*chte

n

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

20E JAARGANG

WOENSDAG 3 JULI 1935

No. 1018

COMMISSIE VAN REDACTIE:

P. Lieftiuck; N. J. Polak; J. Tinbergen; F. de Vries en

H. M. Ii. A. van der Vulk (Redacteur-Secretaris).

Redactie-adres: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.

Aangeteehende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement

volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-

tenties: Nijgli & van Ditinar NV., Uitgevers, Rotterdam,

Amsterdam, ‘s- Gravenhage. Postchèque- en giro-rekening No.

145192.

Abonnementsprijs voor liet weekblad franco P. p. in

Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,-.– per

jaar. Losse nummers 50 ceiii. Economisch-Statistisch

Kwartaalbericht f 1.—. Leden en donateurs
-^
ontvangen

liet weekblad en liet Kwartaalbericht gratis en een redctie

op
de verdere publicaties.

INHOUD.

Bl7.
HET PACHTVRAAGS’PUK
door
Prof. Dr. G. Minilerhoud 562

De lOde Internationale Arbeidsconferentie door
Mej.
Mr.
G.
J. Stemberg…………………………
563

De Vereenigde Staten onder de codes door
Gerlof

Verwey………………………………….
565

Kantteekening op de jongste niotorrijtuigen-statistiek

door
Mr. P. J. Mijksenaar ……………………
566

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING:

Wegen in China door
Drs. Tjoa Boe Tjong ……
567

AANTEEKENINGEN:

Goudverschuivingen bij particulieren en’ circulatie-
banken
………………………………..569

Handelspolitieke maatregelen in Nederlan dsch-Indië
570

De Duitsche filminciustrie ………………….
571

BOEKAANKONDIGINGEN:

High-level consumption. William
H.
Lough en Martin

R. Gainsbrugh……………………………
572

ONTVANGENBOEKEN
…………………………..
572

MAANDCIJFERS:

Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen……….
572

STATISTIEKEN
…………………………
573-576
Geidkoersen.
-.
Wisselkoersen.

Bankstaten.

1 JIJLI
1935.

De ‘toestand op onze gel’dmark-t heeft De Neder-

landsehe Bank er toe kunnen ‘doen besluiten ‘de rente
.over de geheele linie met een vol percent te verlagen.

Kon in het ‘vorig overzicht al ‘gewag worden gemaakt

van enkele gou’dverkoo’pen aan onze circulatiehaiak,

‘he’t aantal ‘van deze %aken is ges’tad’ig ‘toegenomen en

nog steeds is ‘het mogelijk z’ih ‘in Londen ‘goud ‘te

verschaffen, hetwelk dan hier met een kleine winst

aan de Bank ‘kan worden afgegeven. Dit ‘droeg ‘bij ‘tot

een gunstiger en meer vertrouwen wekkende stem-

ming. De, noteering voor ‘driemaand’s ‘bankaccepten ‘is

tot 3% pOt. ‘teru’ggeioopen. -De rente voor ca’ll was

tenslotte
2%
pOt. Prolongatie: 3%-3-4-3i pot.

* *
$

” Van de wisselmarkt valt maar weinig te melden.

De stemming blijft heel kalm, met maar k1ei’e om-

zetten en een -tendens naar beneden. Pon’den ‘kwamen
van 7.25 op
7.23%,
slot weder
7.2318.
De Dollarkoers

bewoog zich niet kleine schommelingen rond ‘de

1.46%. De $/£ no’teering werd op ca. 4.94 gehand-

haafd. V’oor Franshe Fr.ancs’ heersdhte e’en f’lauwere

teniniing; de koers liep van
9.72%
‘op 9.71%’ ‘terug.

De Belga-koers kon Ei’ch nog niet herstellen ‘en bleef

ron’d de 24.77% schommelen. Zwitsersuhe Francs

48.10-48.03. Lires en Peseta’s onveranderd, evenals

de’ Scan’dinavische koersen. Marken ongeveer 59.22%.
Voor Registerm’arken was eeni’ge vraag, waardoor ook

de nieuwe Reismarken in prijs ‘stegen. Oanadeesehe

Dollars een fraebie on’der New-York.

De veranderingen ‘in ‘de marges ‘op de ‘termijnmarkt

waren ‘dezë week
v
ar
n
geen beteekeni’s.

Zooals te verwachten, liepen ‘de goudprijzen verder

terug; Esvgles noteerden 2.49%, Soverei’gns 12.26,

Gouden Tientjes 1027%. Baren, levering Amster-

dam, rond den ban’kprijs, levering Lon’den
f
1.646.

Marken, ‘ban’kpapier, op 49.50 aangeboden.

562

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERIÇHTEN

3 Juli 1935

HET PACHTVRAAGSTUK.

liet ‘padh’twezcn is in ons land zeer algemeen. On-
geveer de helft van den cultuurgrond wordt ‘door

pachters beheerd. Vooral ‘in cle kustst,reke•n is de

pacht sterk verbreid. Op cle zanclgronden komt deze

minder voor. Bijgevoig treft men o1]!der de igrootere

boeren meer ithters aan, dan onder de kleineren..
flat padhtwezen in ons land dateert, als ‘tijdpadht,

reeds uit ‘de Middeleeuwen. Ondanks alle bezwaren
heeft ‘het z’ih tot op den ‘huicligen dag gehandhaafd.

Erkend moet worden, dat vele van de bezwaren tegen
ons pathtwezen in theorie veel ernstiger zijn dan in
de practijk. Zoo is van een minder goede ‘hehande-

ling van den grond door de pachters in ons land ge-

mi’dcleld geen sprake. Pachthoeven worden – met de

gebouwen – ‘dooreen’genomen evengoed onderhouden

als ‘de hoeven van de ,,eigen’ boeren; van een ver-

schil ‘in cul’tu’urpeil kan niet worden gesproken.

De bezwaren tegen ons padhtwezen zijn vooral van

socialen aard. iloewel ‘in vele streken de verbouding
tusschen verpachter en padhr uitstekend is, kan

niet worden ontkend, ‘dat mi&sanden ook vootkomen

en dat de bepalingen, welke ons Burgerlijk Wetboek
ten aanzien van ‘de pacht bevat, niet in staat zijn,

deze misstanden te keeren.
Toch dient hedadht te worden, dat ondanks de ge-

brekkige wettelijke regeling het padhtwezeri in ons

land in vele streken zeer veel goeds bevat en dat men

het door wettelijke maatregelen ook grondig zou kun-nen bederven. Men kan ‘de goede verpa’chters ni. ‘ge-

makkeljk ,,kopschuw” maken en een wijziging van

cle thans veelal vriendschappelijke toestanden in

streng zakelijke teweegbrengen. De pachters zouden daarmede zeker niet gediend zijn. Een toestand, •die

scihreeuwt om verbetering, wordt vrijwel nergens op
groo’te ‘schaal aangetroffen, al kunnen schrijnende
excessen tal van, malen geconstateerd ‘wo’iden.
De punten, waarem het hij het paohtvraagtuk

vooral gaat, zijn de
pcccht prijzen;
die de pachters inoe-

ten betalen, en ‘het ontbreken van een recht op ver-

rieuwi
ng van het p
ac
ht
cont
rac
t
(continuatiierecht),

nadat de overeengekomen termijn is verstreken. Daar-
naast zijn er nog wel andere grieven, ‘doch deze raken

de ‘kern van het probleem niet
Vooral sedert het begin va.d deze eeuw iheeft het

padh tvraags tuk de algemeene belangstelling. De
klachten iijn. la.ngiam.erhaizd z66 talrijk en zôô luid
geworden, dat vrijwel elke politieke partij zich geroe-
pen heeft ‘geacht ‘ten aanzien van ‘het pathtvraagstuk
stelling ‘te nemen. Dat vooral de klagers invloed ‘heb-

ben gehad op het standpunt der genoemde partijen,
ligt voor de hand. Tevredenen, die zich stil hielden,

telden niet mee.
Reeds twee Staatscom’m’issies hchben het vraagstuk
onderzocht en daarover lijvi’ge rapporten uitgebracht.

Onder den van alle zijden op ‘haar u’ibgeoefenden
‘drang ‘diende de Regeering ‘in 1929 ‘hij ‘de Tweede
Kamer voorstellen t’ot wijziging van ons pachtrecht in.
De Tweede Kamer heeft deze, op verschillende
punten gewijzigde, voorstellen aangenomen, doch de Eerste Kamer bleek niet ‘te vermur’we.n. Deze achtte
de aantasting van de rechten van ‘de verpachters te ernstig en. , ‘verwierp de voorstellen. D’it heeft aan

enkele leden van ‘die Kamer hun zetel gekost.
I’Ioewel, als gevolg van ‘de gewijzigde ‘samenstelling
van de Eerste Kamer, de Regeeri’n’g ‘bhans en in de
naaste ‘toekomst waarschijnlijk voor een regeling van
dezelfde ‘strekkin’g als ‘die van 1929 in, beide Kamers
op een mecrdetheid zou mogen rekenen, heeft zij op
23 Mei I.I. toch voorstellen ingediend, welke ‘op ver-
sdhi’ll,end’e pnnten van de vooritellen van 1929 afwij-
ken. Een hespreking van ‘dit wetsontwerp moge tot

een v’olgen’d artikel worden uitgesteld.
* *

De voornaamste grief tegen ons pach.twezen is, dat ‘de pachtprijzen ‘door ‘de onderlinge concurrentie van
‘de gegadigden worden opgedreven tot een zoodani’g

peil, dat – ook al was er geen crisis – ‘de pachter

geen redelijk bestaan kan hebben. Zeker zal ‘deze
niet de kans krijgen om zichtegen komende hedrjfs-

risico’s be’hoorlijk’te dekken en ‘in geen geval zal hij

zooveel op zij kunnen ‘leggen, dat hij
bijv.
op 65-jari-

gen
leeftijd
zijn bedrijf aan jon’geren kan ‘overdoen.

Vooral sedert het stelsel van publieke ‘verpachting.
meer ‘in zwang ‘is gekomen, ‘zijn ‘de ‘klachten over te

h’ooge pach’tprijzen
talrijk
en kradhti’g.
Velen ath’ten gezonde pach’ttoestan’den slechts mo-

gelijk, indien ‘de pac’htiprijzen door of vanwege de

Overbeid – bijv. door verplichte arbitrage – ‘dwin-.

gen’d worden voorgeschreven. Naar ‘de meening van
‘deze personen wettigt het groote belang, ‘dat ‘de

exploitanten van ‘den ‘gron’d kans ‘op een behoorlijk
bestaan ‘hebben, een ‘ingrijpen van ‘de Regeerin’g in

‘de
vrijheid
van ve’rpachter en ‘pachter om in het
pachteontract een pachtsom op te nemen, ‘d’ien de

pachter bereid is te ‘betalen.

De wet ‘dient ‘hier den zwakke tegen ‘zichzelf ‘te

beschermen, aan’gezien deze niet uit
vrijen
wil than-

delt. Slechts ‘het feit, ‘dat ‘deze op een
‘leeftijd
is, ‘dat

hij niet meer van beroep kan veranderen, zoodat hij

om te kunnen bestaan, een hoeve hcbben
moet,
doet

hem bij de ‘beperkthei’d van den ‘gron’d en ‘het ‘groote aantal personen, dat ‘in ‘dezelfde omstan’di’gheden als

hij ‘zelf verkeert, een pachtprjs bieden, welke veel

te ‘hoo’g ‘is, om ‘daarbij een redelijke ‘ondernemerswinst

te mogen verwachten.

Hier
!
ligt ‘de kern van ‘het pac’htvraagstuk. Er is
een bepaalde hoeveeleid cultuurgron’d, die slechts

ui’terst bezwaarlijk kan worden uitgebreid. Splitsing

van bestaande bedrijven ‘is ‘in vele streken ‘onmogelijk

of ‘op economische gronden onraa’dzaa’m. De gemid-

‘del’de hedrijfsgrootte
is
in ‘ons land slechts 10 ha!
De tuinbouw zou theoretisch een uitkomst bieden,
want ‘hij tuinbouw kunnen de bedrijfsoppervlakten

veel kleiner
zijn.
Doch wie kan aan ‘een sterke uit-
b
re
idi
n
i
g
‘van onzen tuinbouw gel’ooven?

In ‘het algemeen kunnen er ‘dus ‘slechts meer b’oeren
‘komen, als er n’ieuwe ‘gronden ‘ontgo.n.nen of ingepol-
clerd worden. Sedert 1900 is gemiddeld per jaar 7000
ha cul’tuur.gronzl gewonnen. Voor uitbreiding van

steden en ‘dorpen, aanleg van kanalen en ivegen was
echter zeker 1500 ha per jaar noodig. Er
blijft
dus

een netto-vooruitgang van 5 â 6000 isa, w’aarop gemid-

‘deld 5 â 600 ‘boerd’erij’tjes kunnen worden gesticht.
Dit ‘is echter
hij
‘lange na niet toereikend om de
:hevolkin.gsver,meerderin.g, welke 234.000 landigebrui-

‘kers te weeg brengen, op t’e nemen. Daarvoor zou de
aanwinst van cultuurgrond ‘in de toekomst ‘zeker vijf

maal zoo ‘groot moeten zijn als in ‘het verleden en
dit is, zelfs mèt ‘de Zui’de’rzee, ‘practis’dh ‘onmogelijk. Hoewel ‘dus vast staat, ‘dat ni’et alle boerenzoons en
-dochters het vak van hun ouders zullen kunnen uit-

oefenen,
blijft
toch ‘de groote ‘meerderheid van de

‘hoerenkinderen in ‘het ouderlijk bedrijf. Zij werken ‘daar reeds op jeugdigen leeftij’d mee en vormen de

kracht, waardoor ‘de kleine bedrijven ‘in ‘den ‘land-
bouw kunnen concurreeren met ‘de ‘grootere, ‘die met
‘betaalde arbeidskrachten moeten werken.,
Doch eenmaal volwassen zijnde, kunnen de boeren-
kinderen ‘dan csiterst ‘hezwaatlijk nO!g ‘êtn ‘ander be-
roep kiezen. Daarin bren’gen ‘zij ‘het dan niet verder
meer dan ongeschoolden. Deze personen wagen er ‘dan
ook alles op en trachteneen ieclrijf te ko’open of te
pachten, ‘ook al i’s ‘de prij•s’in ‘de oogen van iederen
‘deskundige ‘buitensporig.
Aantasting van di’t euvel in ‘de kern ‘is slechts mo-
gelijk op tweeërlei wijze; 5f regeerin’gsmaa’tregelen

rnoetn ir ‘op gericht
‘zijs,
“den aanvoer van jonge boe-

ren in te bomen, 5f ‘deze maatregelen moeten tot ge-
vo’l’g hebben, dat ‘oudere ‘hoeren eeider dan thans het
bedrijf neerleggen. Tegen het eerstgenoemde denk-
‘beeld ‘zouden ongetwijfeld een ‘berg van ‘bezwaren van
iillerlèi acrd rijzen. Hier moge er slechts ‘op gewezen
worden, ‘dat dan ‘het kleine landibouwbedrijf ‘in veel
min’d’ere mate ‘dan thans zou kunnen beschikken over

3 Juli 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

563

jeugdige werkkraehten. Ook voor een bepaling, dat

‘buy, landbouwers, ouder ‘dan 85 jaar, niet zullen
vallen onder de beschermende maatregelen van de
komende pahtwet, of in ‘de huidige tijden niet lan-

ger zullen kunnen genieten van den lan’dhouws’teun,
schijnt de ‘toestand niet rijp. Het is ‘dan ook wel begrij-

pelijk, ‘dat :de Re’geerinig in andere ridhti.ng
‘heeft ge-

zocht. Dit neemt niet weg, dat vaststelling van •de
pathtprjzen ‘door of vanwege ‘de Ovethei’d, wat van

vele zijden is aan’hev’olen, een iapmi’d’del blijft, daar

het slechts een ‘symptomatisehe bestrijding zou zijn.
Als men de ‘vrije concurrentie als middel om een

bedrijf ‘te verkrijgen, verwerpt, sChept men bij ‘den
‘hui’di’gen toestand een sterke bevoorredhtin’g van de-

genen, ‘die een ‘pachtbedrijf hebben, of tegen den
O’veihei’dspachtprjs zullen krijgen.
Wie wel en wie niet onder ‘de vleugels van Vader
Staat zullen mogen komen, zal dan
moeilijk
objectief
kunnen worden vastgesteld. Gelukkig beoogt ‘de Re-

geering ‘met haar jongste ontwerp dan ook niet de
bevoegdheid te verkrijgen om ‘de pachtprijzen vast
te stellen. Al lijkt het er bedenkelijk veel op.
* *
*
Ook aan ‘den tweeden grooten weusch va degeden,
‘die een pachthedrijf ‘hebben, ni. om ‘het recht ‘te krij-
gen
‘1)1)
het einde van ‘de overeenkomst, desnoods tegen

den zin van den eigenaar, het bedrijf te 1beffiouden,
wil ‘de Regeering niet volledig tegemoet ‘komen. Een volledig conti.nuat’ierecht van den ‘zitten’den pachter
zou ‘dezen wel een zeer ‘bevo’orredhte positië geven
boven ‘de velen, ‘die ook gaarne een bedrijf zouden
willen paChten, ‘doch niet aan de beurt kunnen
komen. Deze laatsten kunnen ôf geen boer worden,
ôf •zij moeten een ‘hoeve koopen, al ‘moeten zij zich daarbij •ook tot aan ‘den hals in shul’den ‘steken.
Bovendien i’ou ‘hij ‘invoering van een wettelijk con-
‘tinu’atiereht voor ‘cle ‘zittende pachters van ‘het recht
van ‘den eigenaar wel uiterst weinig overblijven. De
lust cm ‘verpadh’ter ‘te zijn zou ongetwijfeld sterk
dalen. Onder de verpachters komen thans hijv. ‘heel
wat ‘ou’dboeren voor, die hun gaheele leven ‘hard ge-
werkt ‘hebben, en ‘die, oud geworden, van ‘de pacht
moeten leven. Dergelijke verpach’ters past ihet niet een
padhter te krijgen, ‘die ‘het recht heeft ‘on’hepaal’d ‘te
blijven ‘zitten, eventueel ook na ‘des verpach:ters ‘dood.
En hoeveel andere verpac’hters ‘verkeeren ‘in soort-gelijke omstandigheden? Vele ‘strijders voor continua-
tieredht ‘letten mi. te veel op ‘de kapi’tal’isten ‘met een
groot vermogen, wien het niet erg cleert, of zij wat
meer of minder pacht heuren, ‘wien het ook minder
interesseert, wie ‘hun pachter is, als hun geld maar
veilig belegd ‘blijft.
Zulke eigenaren
‘zijn
er eeker; ‘helaas weet nie-
mand flioe groot hun aantal is. De laatste ‘statistiek van het g
r
o
n
dbe
zi
t is 50 jaar ou’d en totaal onbruik-
baar. Wel weet ieder, ‘die ‘het platteland kent, dat de
toestanden in de verschillende streken ‘sterk uiteen-
l’oopen, maar ‘dat er overal boerderijen inhanden
zijn van eigenaren, ‘die, als men hun ‘al ‘te veel rech-
ten ontneemt, èf hun boerderijen zullen verkoopen, èf deze in eigen beheer zullen nemen. Daardoor zal
‘de ‘gelegenheid om te pachten kleiner worden, waar-
door ‘h’et aantal jonge hoeren, dat tevergeefs op een
gelegenheid om ‘te kunnen pachten ‘wacht, ‘zal stijgen.
Con’tinuatie is in hoorge mate wenschelijk, voor
beide partijen, ‘maar een continu atierec/st ware fataal
voor ‘de streken, waar ‘het gelukkig gewoonte is, dat
een goede pachter, na afloop van zijn pachttermijn,
‘telkens ‘opnieuw ‘kan ‘in’pachten; vaak zij’n leven lang.
In Engeland ‘heeft ‘de paChter recht op een ver-
goeding als hij om onredelijke motieven ‘het bedrijf
moet verlaten. Dit ware mi. ook voor ons ‘land het
juiste ‘m’id’del om conti.nuatie v’oor ‘de pachters te be-
vorderen. Maar ‘de Regeerin’g is van een andere mee-
nin’g. Hoe ‘zij ‘de bezwaren van een volstrekt conti-
nua’tieredh’t meent te kunnen ondervangen, ‘h’oop ik in een volgend artikel uiteen te ‘zetten.
G.
MINDERHOUD.

DE 19de INTERNATIONALE ARBEIDSCONFERENTIE.

Sedert lhet vrangstik van ‘de verkorting van den

arbeidsduur ‘in ‘begin 1933 een onderwerp van he-
‘handeling van ‘de zrg. internationale voor:herei
,
clen
,
de

‘clriedeel’igc conferentie heeft uitgemaakt,
blijft
‘te Ge-
ndve de Internationale Arhei’dsoonferentie ‘haar aan-
dacht op ‘dat onderwerp con,cen’treeren. De 17rle In-

terna’ti’ona’le Arhei’cisconferen’tie stelde punten voor
een ‘vragenlijst vast, over welke punten ‘de Regeerin-

gen ‘geraadpleegd werden. De 18de Internationale

Arheidseonferen’tie ‘had een tweetal ontwerp-verdra-

gen, ‘door ‘het Internationaal Arbeidsbureau ‘ontwor-

ped, te heiha’ndelen, ‘t.w. een ‘ontwerp hevattenrde een

regeling van ‘de 40-uren week voor de industrie en

een, een dito regeling ‘bevattende voor ‘den handel en

kantoren. D’e Coiiferentie n’am ‘die ontwerp-verdragen
niet aan. Wel nam zij een resolutie aau, waarin ‘het
Arbeidsbureau werd u’i.tgenoo’d’i’gcl, om aanvullende
in’l’idhti’n’gen te ‘verzamelen en de Raad van Beheer

om ‘het vraa’gstu’k van ‘de verkorting van ‘den arhekls-

‘duur opnieuw op ‘de agenda te plaatsen, ‘teneinde een
‘of ‘meer on’Üwerp-verdfagen aan ‘te nemen. Z’oo zag de

19’de Internationale Ai’heidsconferentie, welke 4 Tuni
te ‘Genève aan’v’ing, bedoeld onderwerp weer op de
agenda ‘geplaatst. Het Internationaal Arbeidsbureau
had ‘tèr voorbereiding van ‘de ‘behandeling een reso-
lutie ontworpen, waarin ihet algemeene beginsel der

v’erkorting van ‘den arbeidsduur was neergelegd en
eod ‘tweede, waarin ‘de aanpassing van ‘de bonen
werd ‘beha.nrdel,cl, voorts punten voor vragenli,jsten, be-
trekking hebbende ‘o’p een verkorting van den arbei’ds-

‘duur ‘hij openbare werken, ‘in het ‘bouwbedrijf, in de
ijzer- en staalin’dustri, de flesschen’in’dustric en in
‘de ‘s’teenkolenmijnen; voor het ‘geval ‘de Conferentie
‘dit jaar reeds onimni’ddellijk ontwerp-verdragen wilde

aannemen, had het Bureau een vijftal ontwerp-ver-
‘dragen ontworpen.

De Conferen’tie hegon met een algemeene ‘discussie
te houden over een verkorting van ‘den arbeidsduur.

Z’ooais wel vanzelf„:spreekt, werdên ‘daarbij geen
nieuwe ‘gezichtspunten ‘geopend. De voor- en tegen-
stan’der hecihaal’clen de ‘opmerkingen, welke
ht
vorig
jaar ‘vôôr en ‘tegen waren aangevoerd. De werkgevers ]ee’l’den mede, ‘dat zij volkomen bereid waren hij ‘het
algemeen ‘debat mede’te werken en ‘daar ‘hun meening
te zeggen, ‘doch van het werk in de commissie zou-
‘den zij ‘z’idh, evenals het vorig jaar, onVl’i’ouderi. Na een
ui tvoerirg ‘debat, tij’dens hetwelk versth i llen’d e resolu –
ties werden ingediend, werd een resolutie van de
arbei’dsgroep aangenomen, waarin de Conferentie als

haar meenin’g uitsprak, dat e.r alle aanleiding was
een algemeen verdrag aan ‘te nemen, gegrond op ‘het
beginsel ‘van de 40-uren week en ‘het behoud van dien levensstandaard van ‘de arbeiders en ‘dat een ‘dergelijk
verdrag het geraamte zou ‘vormen voor verdragen,
waarin ‘dat beginsel voor ‘cle bijzondere industrieën zou ‘worden verwezenlijkt. D’ie aanneming was een
volkomen verrassing. De Conferentie verwees ‘daarop
he’t geh’eele vraagstuk naar een commissie, wier eerste werk nu was een Iheginselconventie ‘op te stellen. D’ie
conventie ‘moest, volgens de beslissing ‘der Conferen-
tie, op 3 punten berusten: lo. op het beginsel der
40-uren week,
2o.
op ‘de ‘han’d’havi’n’g van ‘den he-
staan’den levensstandaard e.n 3o. mogelijke toepassing in afzonderlijke verdragen.

De Commissie had weinig moeite het eens te wor-
‘den over een enkele behandeling (van ‘cle 46 leden
varen er ‘slechts 5 voorstanders van een ‘dubbele
lezing). Ook over het ‘beginsel van ‘cle 40-uren. week
‘was spoedig overeeitemm’in’g, ‘doch het vraagstuk
der ‘handhaving van den levensstandaard leverde
groo’te moeilijkheden op. ‘Wat ‘moet on’der ,,’he’houd
van ‘den levensstandaard” worden verstaan? Sommi-
gen meenden, ‘dat ‘daarmede bedoeld ‘was,
behoud
van
‘de hij een 48uren werkweek verdien’de loonen, an’de-
rên waren van oordeel, ‘dat ‘hij Ibehouwl van den levens-
standaard rekening ‘gehouden moet worden met eco-

504

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3 Juli 1935

nomische en andere factoren, welke den leven
.stn
daard bepalen, als ook met de verschillende andere

‘middelen, waarmede die stand aard kan worden he-

‘honden. Verschi11ende arbeiders- en eeni’ge Regee-

rinigsafige’vaardigclen wilden, dat ii het verdrag uit-

drukkelij’k ‘het behou’cl van ‘de bestaande loon en, van
het werkelijke inkomen, zou worden neergelegd. Een.

arbeidsduurverkorting los van het loon had geen

zin. Voor een arbeidsduurverkorting, waarbij •ook het

wedkloon vermindering ondergaat, is, zoo betoogde

de Engelsdhe Regeerin.gs’vertegenwoord iger, geen

internationaal verdrag noedig. De internationale rege-

lirug is edh’ter vereisdh’t om te zorgen, dat ‘het week-
loon behouden blijft. Als men van de 40-uren werk-

week spreekt, bedoe4t men dm ook
z.i.
een week van
40 uur arbeid met loon, berekend naar 48 uur arbeid.

Arbeidsduurverkorting en ‘de loonquaestie zijn z.i.
niet .van elkaar te sheiden e.n hooren tezamen in het

verdrag thuis, een meening, ‘die weer door andere
leden niet gedeeld werd. De Commissie, wier rappor-

teur was .de Italiaansehe Regeeingsdge’vaardigde, de

‘heer De Michelis, ‘die oorsprohkelijk het vraagstuk
van de ar’hei’dsduurverkorting 1h ad aangehouden, wil-
‘de tradhte.n een zoo groot mogelijk resultaat te berei-

ken en meende, ‘dat in de Conferentie geen % meer-

‘derbeid zou worden verkregen over een conventie, die
‘de verkorting met de l’oonquaestie nauw samenh’onid.

Derhalve werd aan verschillende leden, ‘die amende-
menten hadden ingediend, in overweging ‘gegeven,
deze in te trekken en tot overeenstemming te komen

over een tekst, waarin bepaald werd, dat de Regeerin’g,
die ‘het ‘bedoelde veridrag ‘bekrachtigt, zidh lo. uit-

spreekt voor het beginsel, van de 40-uren werkweek,

‘zoodani.g toegepast, dat zij ‘geen vermindering van

den levensstandaard van ‘de arbeiders medebrengt en
2o.
voor ‘het aannemen van ‘maatregelen,
,geschik
om
dat doel ‘te bereiken en
zich
voorts verbindt om dat

beginsel ‘toe ‘te passen •op versdhil’]en’de industrieën,
v’oi’gens de bepalingen ‘door afzonderlijke verdragen,
die door die Regeering geratificeerd zullen worden,
vast te stellen. De Commissie vereenigde zich met

voornoem’den tekst. Daarnaast nam zij een resolutie
aan, op de bonen betrekking hebbende, waarin zij o.a.
als
haa
meening uitsprak, dat de ‘toepassing van
‘het beginsel van ‘de 40-uren week ‘geen vermindering

van het wekelijksche, ‘maandeiijksdhe of jaarinkomen
van ‘den arbeider mag meebrengen, nodh verminde-
ring van diens levensstandaard. De Conferentie heeft
zich met dat ‘heginselverdrag en met ‘die revolutie
vereeni’gd. De ‘heer Aalherse, ‘de Ne’derlandsdhe Re-
geerin’gsaiigevaardigde, ‘heeft zic’h tegen een derge-
lijk :beginselverdrag verklaard. Hij beriep zieJh ‘daar-
bij op •een betoog, ‘dat het Arbeidsbureau zelf ‘tegen
een ‘beginselverdrag ‘had aan’gevoerd, ‘dat ni. een der-
gelijk verdrag zonder werkelijken inhoud en zonder
practische beteekenis is, zoolang ‘het niet ‘op bijzon-
dere industrieën is toegepast en dat ‘de Conferentie
met het inslaan van deien weg – aannemen van een
be’ginselverdrag – een gevaarlijken kant uitgaat. De
‘meei-deiheid ‘der Conferentie deelde echter die opvat-
tin’g niet. Nadat over ‘dit ‘heginselverdrag beslist was,
zette ‘de Oonirnissie zieh met spoed aan ‘het werk om
vijf verschillende verdragen samen te stellen, betrek-
kin.g hebbende op de hiervoren reeds genoemde in-
dustrieën.
Zij
was van oordeel, ‘dat sledhts én ‘lezing
gehouden moest worden. Zij vereenigde z’icih in hoofd-

zaak met de ontwerpen, ‘door het Bureau voorbereid. In haar rapport aan ‘de Conferentie overgelegd, ‘deelt
zij mede haar rapporteur gemadhtigd te ‘hebben om,
moht ‘de Conferentie voor twee ‘discussies gevoelen,
of modht ‘het quorum niet ‘bereikt worden of de ver-
eischte % meerderheid niet verkregen worden, als-
‘dan voor te stellen de lijst met vraagpunten ter raad-
plegin’g van de Regeeringen, welke ‘door ‘het Bureau
(zie hi’ervoren) reeds ontworpen was, aan te nemen.
Veel tijd ‘heeft de Conferentie aan ‘de discussie niet
meer
beted.
Het onderwerp was al reeds zoo vaak
‘besproken. Het resultaat van ‘de
btiiandeling
in ‘de

Conferentie is geweest, dat tenslotte met ‘de ver-
eischte % meerderheid aangenomen werd het ‘ont-

werp-verdrag ‘betreffende ‘de 40-uren week in de fles-
sohenindustr’ie, ‘terwijl ten aanzien vnu (le openbare

werken, ‘het ‘bouwbedrijf, ‘de ijzer- en staalindustrie

en ‘de. ateenkolenmijnen vraagpunten werden aange-
nomen. (De ontwerp-verdragen betreffende ‘de Open-

bare werken en het bouwbedrijf hadden hij ‘de eind-

stemming niet het voor aannem’iug vereischte aan-

tal stemmen verkregen). De Regeeringen krijgen ‘der-
halve ‘de ‘gelegenheid zich terzake van een ar’bei’ds-

duu’rverkortin’g in die bedrijven ‘te uiten en kunnen
practische wenken geven, zo’oda’t – naar wij ‘zullen
hopen – het volgend jaar op meer ‘deskundige wijze

en in rustiger sfeer, eventueel ‘ontwerp-verdragen,
hou’den’de ‘een arbeidsduurverkorting, behandeld zullen

worden. De behandeling van ‘dit jaar ‘heeft wel eens

‘den indruk gewekt, alsof ‘het ‘den voorstander’s van ‘de

40-uren week er om te ‘doen was, in eik geal een ver-

drag aan te nemen. Al ‘heeft ‘het Bureau de ontwer-
pen zoo ‘goed mogelijk samengesteld, niet ontkend
kan worden, ‘dat ‘de behandeling in ‘de commissie wel
eenigszins overhaast ‘geschied is.

Van geheel anderen aard was ‘het vraagstuk be-
treffende het ‘hchou’d van verkregen rechten en aan-

spraken uit ‘de verplichte ouderdons- en i’nvali’di-

teibsverzekerinsg ‘voortvloeiende. Het heeft niet zoo-

veel stof ‘doen opwaaien als ‘dut van de 40-uren week,
al waren ook hier ‘tegenstrijd’i’ge belangen en ‘stonden
vaak de belangen van landen met een em’i’greeren’de bevolking ‘tegenover die van landen, waarin veel im-

migranten wonen. Voor de arbeiders ken het ‘desbe-
treffende ‘verdrag in de toekomst van groot belang
worden. Dank zij ‘de ‘bepalingen van ‘het verdrag zal

een arbeider, die achtereenvolgens in versh’illen’de
landen gewerkt ‘heeft en ‘daar verzekerd is ‘geweest,

hij ‘het bereiken van ‘den pen’sioengerechti’gden leef-
tijd ‘of ingeval van inva’li’diteit, niet langer van alle

reohten verstoken iblijven, ‘doch aanspraak op een

rente in de verschillende landen, waar hij verzekerd
was, kunnen maken.

Van ‘groot jbelang is voorts ook de aanbeveling be-

treffen’de ‘de werkloosheid ‘der jeugd. Die aanbeveling
geeft middelen aan, welke eenigermate de ernsti’ge
gevol’gen, welke ‘de werkloosheid voor ‘de jeugd heeft,
trachten ‘weg te nemen.

Ten aanzien van de werving van arbeidskrachten
en van vacantie met behoud van loon, stelde de Con-
ferentie punten voor een
vragenlijst
vast. Zij nam
nog, behalve een ontwerp-verdrag, ‘hou’den’de verbod
van. arbeid van vrouwen bij ondergron’dschen arbeid
in s.teenkolenmijnen, eenige wijzigingen aan, aan ‘te
brengen in ‘het ontwerp-verdrag, in 1931 aangenomen,
‘betreffende den arbeidsduur ‘in de rteenkolenmijnen:

Die wijzigingen hadden ten ‘doel een sp’oe’d’ige ratif i-
c’atie van ‘dat verdrag ‘te vergemakkelijken. De Ne-
derlandsdhe Regeeringsafgevaardi’gden ‘heihben aan
die wijzigingen hun stem onth’ouden; het mogelijk
maken van arbeid op Zon’dag scheen hun geen verbe-
tering toe, terwijl ‘door het niet opnemen van ‘den ,,spreadover” aan Nederland ‘onmogelijk gemaakt
wordt ‘den bestaanden Zondagsrust van 30 uur te be-‘houden. Verder hebben verschillende Regeerin’gsaf-
gevaard’i’gden verklaard, dat hun Regeeringen slechts
rullen ratificeeren, wanneer ‘de 7 landen: Nederland, België, Dui’tsch’lan’d, Frankrijk, Engeland, Polan en
Tsjecho-Siowakije ‘dat ook ‘doen, zooda’t, ‘gezien den
huidi’gen toestand, van een ‘inwerkingtreding ‘van dat
verdrag ‘in ‘de voornaamste kolenv’oortbrengen’de lan-
‘den vooreerst wel niets zal komen.
Vol’le’d’i’ghe’,ids’halve zij nog vermeld, ‘dat ‘de Confe-
rentie ‘geruimen ‘tijd ibestjeed ‘heeft aan de be’han’de-
lin’g ven het rapport van ‘den Directeur van het In-
terna’tionaal Arbeidsbureau, dat tot vaak ‘interessante
bescho
uw
i
n
ge
n
‘aanleiding gaf, al ‘ble’ken velen het
niet altijd eens ‘te ‘zijn met de opvatting van dien
Directeur, ‘die in zekeren zin een voorstander is van
‘de ,,’gelei’de eco:nomie” (economie ‘dirigée). Bij het

3 Juli 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

565

weergeven van cle werkzaamheden van cle 19de Ar-

hei’d’soonferent-ie heb ik gemeend meer uitvoerig te

moeten ingaan op de quaestie der 40-uren week, om-
dat, naar veler meeniug, het vraagstuk van de ar-
beid’sverkorting van groote ibeteekenis -voor de Inter-

nationale Ar’bei-clsorganisatie en haar toekomstige ont-

wikkeling is. De heer De Miehelis drukte’ ‘zijn mee-
n-ing aldus uit: la réduction de la durée ‘du travail

est en marche, rien ne l’arrêtera. Zal inderdaad -de
Internationale Arbe.iidsorganisatie, welke krachtens

haar statuut streefde naar een 8-uren dag, thans als

doel moe-ten stellen ‘de 40-uren week? Zal de 40-uren
week, welke aanvankelijk voorgestaan werd als mid-
del ter ‘bestrijding van ‘de werklooeh’ei’d, het l’o:gisohe

en noodzakelijke gevolg zijn van de zoo sterk -toge-

nomen pro’ductiekraoht ‘der industrie? De -tijd aal
leeren of ‘deze opvatting, welke meer en meer veld
wint, ook de ware is. G. J.
STEMBERG.

DE VEREENIGDE STATEN ONDER DE CODES.

I.
Twee jaren zijn nu verloopen, sinds – in den
zomer van 1933 – Roosevelt zijn economische expe-

rimenten in de Vereenigde Staten eerst goed begon.
Eet treft wel gelukkig, da-t, nu allenigs de tij’d
gekomen schijnt, waarop men er zich me-t vrucht toe
zetten kan •zidh een oordeel te vormen over de gevol-
-gen, welke ideze experimenten voor het economisch
leven van Amerika ‘hebben gehad,

het National Bu-
reau of Economie Research een publicatie in het
licht gezonden heeft
1),
-die het vormen van een oor-
deel, aan de hand van feitelijke gegevens, wel bij-
zonder gemakkelijk maakt. Ik heb in -de volgende –
overigens -beknopte – samenvatting dankbaar van
deze ‘gegevens gebruik gemaakt.

II.
Men zal zich -herinneren, da-t ‘de kom-st van Roose-
velt (Maart 1933) ongeveer met ‘het ‘dieptepunt -der
crisis in -de Vereenigde Staten samenviel. Gewoonlijk
wordt -dit -dieptepunt op Februari/Maart 1933 ge-
stel-d, hoewel er -ook iets voor -te zeggen zou zijn, het
te stellen op -den véérzomer van 1932. Maar zelfs in-
‘dien men -deze laatste keuze doet, was Februari-Maart
1933 opnieuw in allerlei opzicht een -zeer markant
dieptepunt. De productie bedroeg o-p ‘dat moment iets
minder -dan ‘de helft (49 pOt.), het, bruto-inkomen
en -de totaal in -de industrie verifoon-de bedragen iets
meer ‘d’an één ‘derde (resp. 34 en 35 pOt.) van ‘d

ie van
v66r de crisis (Juni-Juli 1929). Al waren ‘deze in-
zinkingen ‘grooter ‘dan zij in -vorige erisissen waren
geweest, toch was het algemeene cr.isis’beel-d volkomen
normaal.
Normaal was ook tde -opleving, -die er op volgde en
die zich -af-speelde tussc’heu Februari/Maart en Ju’ni/
Juli 1933. Deze opleving was
ongemeen sterk
(de
index voor ‘de productie steeg van 49 tot 77, ‘die van
het -bruto inkomen van 34 tot 58, en ‘die v-an de ver-
1-oonde -bedragen van 35 tot 45
2),
maar zij week in
niets -af van vooraf-gaan-de -oplevingen na een crisis-
tij-d. Zij vertoont met -deze vroegere oplevingen zelfs
een merkwaardige overeenstemming. Evenals hij vo-
ri-ge gelegenheden was zij hierdoor gekenmerkt, dat
de productie sterker steeg -dan de verkoopsprijzen,
-dan het aantal tewerk-gestelde personen en het totaal
verloon-de ‘bedrag, zoo-dat -de productivitei-t per arhei-
-der toenam en ‘de arbeidskosten per eenheid van pro-
duet verm-iqiderden.
3)

Freder.ick C. Mills, Aspects of Manufacturing opera-
tions during recovery. Bulletin
56 (May
1th,
1935)
Na-
tional Bureau
of
Economie Research.
Juni—Juli
1929 = 100.
Of -deze ontwikkeling mede het gevolg
-was
van de
daling van den Dollar, hebben
wij
buiten -beschouwing
gelaten, omdat ons -hier niet -de
(bij
elke crisis weder
andere) oorzaken, die medehèlpen de opleving te voor-
sehijn te roepen, in-teresseeren, doch uitsluitend de feite-
lijke ontwikkeling, welke aidh, als gevoLg van deze oor-
zaken, heef t voorgedaan.

Na deze periode, d-ie met Juni—Juli 1933 geëin-
‘digd was, -beginnen -de afwijkingen.

Ziet men -de geheele periode van Juni—Juli 1933
tot Januari—Februari 1935 ‘als één -geheel – los van
de groot-ere ‘of kleinere in-zin-kingen en op-le-vingen,
welke zich -in -d-ien tu-sschen-tij-d hebben voorgedaan –

dan -blijkt, dat de productie en afzet van de indus-
trie zidh nauwelijks konden handhaven op het be-
staan-de niveau. De ‘algemeene bedrijvigheid
liep eer-
der iets achteruit en in ieder geval was- er over -deze
periode als geheel gezien geen sprake van een toe-

nemen-de bedrijeig1heid. Voor zoover ‘het in -bepaalde
industrieën ‘beter ‘gin-g (automobielen), is het in de
andere ‘slechter gegaan.
Doch terwijl ‘dit zoo was, nam

het aantal te werk
gestelden sterk toe (niet 18 pOt.; gevolg van ver-

korte werkweek en van het Regeeringsprogram) en
steeg daarenboven liet ‘gemiddelde uurloon van -den
arbeider (in-vloed van ‘de ‘door de codes geëischte mi-

nimum-loon-en), zooda-t zelfs, ondanks -de kortere
werkweek, ‘de arbeider gemiddeld nu meer verdient
dan toen Roosevelt zijn experimenten begon, en niet
slechts meer verdient in
Dollars, doch ook iv wat hij
voor die Dollars koopen kan, kortweg: in. koopkracht.

De toeneming in ‘het ‘gemiddelde Doll’arloon geduren-de -deze periode mag men -stellen op -bijna 20 pOt. en
-de toeneming in koopkracht per arbeider op gemirl-deld 4 pOt.

Dit -grootere aantal larbei
,
ders met ‘hoogere 1-oonen
produceert minder. De productie van alle industrieën
gezamenlijk i-s, ondanks

het feit, ‘dat grootere bedra-
gen worden verloon-d dan v55r -d’ien tijd, eer-der iets
achteruit gegaan (de desbetreffende in-dex, welke op
157 stond in Juni—Juli 1933, stond op 149 in
Januari—Februari 1935) ‘). Dat wil ‘dus zeggen, dat
de andere ‘klassen der samenleving hun uitgaven
sterker hebben moeten besnoeien, -dan ‘de arbeiders ze
kon-den uilibreiden.

Het eerste -deel vait -het Roosevelt-program – den arbeiders een grooter aan-deel te geven in’ de totaal-
opbrengnt – is dus bereikt.

III.

Wat is er ‘in -deze periode met -de industrie ge-
schied?

De industrie had in ‘de ‘lente- en zomer-maanden
van 1933 (April—Juni) een ‘sterke opleving doorge-
maakt De -productie schoot -in eens naar -boven en
de floonen 1-iepen nog niet naar verhouding mee. Eet
effect ‘hiervan was te ‘gunstiger, omdat in de voor-
afgaande peri’o’de (1929—Maart 1933) de bonen zoo
sterk waren gedaald, -dat -de productie op dit -lage
niveau in vele ‘gevallen al loonen-d werd. De -daling
der bonen was in die voorafgaande periode zelfs
zoo sterk geweest, -dat zij – in tegenstelling tot wat
men vrijwel steeds hij’ een crisis gebeuren ‘ziet – bijna
volkomen met ‘de ‘daling -der prijzen was meegegaan.
Toen -dan ook in ‘de ‘lente en zomer 1933 -de productie
sterk toenam, ‘daalden de arbeidskosten ‘per eenheid
van product zeer sterk. In Juli 1933 waren zij 42 pOt.
on-der ‘het pe

il van den zomer van 1929. De p’ositie
van -de industrie -onderging een aanmerkelijke verbe-
tering. Er werd in de meeste industrieën ‘weer met
vrij ‘behoorlijke winstmar•ges gewerkt. De stemming
was -dan ook in idie zomermaanden bepaald rooskleu-
rig. Over -liet algemeen was -de ‘industrie ‘ook niet
ongenegen, -den -arbeider ‘in ‘de verbetering te doen
-dee-len. De eo-des ‘kwamen, wat dit betreft, psycholo-
gisc-h op een ‘goed moment.
De industrie nam nu, als ‘gevolg van de codes, meer
arbeiders in dienst tegen een kortere werkweek en
een gemiddeld ‘ho-oger loon. De kosten per eenheid
van product stegen ‘dus aanzienlijk. Zij varen – als men 1929 op 100 stelt – eerst -gedaald tot 58 (Mei
1933), nu stegen zij weer tot 85.
Zelf-s ‘als men niet Juni 1933, ‘doch Februari/Maart

1)
Juni—Juli
1929 = 100.

566

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3 Juli
1935

1933 neemt. 1s uitgangspunt, was de stijging in aller-

Iei industrieën ongemeen sterk. Zoo zijn ten opzichte
van Februari/Maart 1933 de arbeidskosten per een-
heid van product gestegen in de:

meeliudustrie met ………..34 pOt.

houtzagerijen met ………..56
lederiudustrie met ………..31

textielgoederen met ……….87

Dit zijn de ongunstigste gevallen, doch
zij
maken

duidelijk, in welke mate ineens -allerlei ‘industrieën

voor veel hoogere lasten w’erden ‘geplaatst.

Deze ‘grootere’ lasten zouden te dragen zijn geweest,

als de afzet sterk zou zijn toegenomen. Do ‘dit is,

zooals reeds eerder werd medegedeeld, niet gesohied.
Productie en afzet zijn eerder iets gedaald. Nu had

men, hij den aanvang van het in werking stellen der
codes, ‘clan ook niet ioozeer gerken’d op een verhoog-
den afzet, als wel op een prijsstijging van de af te Eet-
ten producten. Deze
prijsstijging
‘had de hoogere
arbeidskosten zooal niet moeten opvangen, dan tdeh

voor een belangrijk deel moeteil neutral’iseeren.
Deze
prsstmging is echter niet ver genoeg gegaan.
Terwijl
het totaal ‘door de in’dustrieën verloonde bedrag steeg

met 35 pOt., nam ‘de verkoopsprijs der producten
slechts met ca. 15 pOt. t’oe.

Ook al neemt men in aanmerkin’g, dat beide stij-

gingen – verloonde bedragen en verkoopsprijs der

producten – niet even sterk behoeven te
zijn
om

elkaar te neutraliseeren (‘arbeid m’aakt slechts een
deel u’it van den verkoopsprijs), is ‘de verhouding

tusschen ‘de percentages ‘toch ‘te ongunstig, dan dat

er van compensatie ‘sprake kan zijn.

Dit ‘deel van het Roosevelt-prograrn is ‘dus
niet gelukt.

Iv.

Nu is er veel te zeggen voor de opvatting, ‘dat als
dit deel van ‘het program eens wel ware gelukt en ‘de

prijzen sterk zouden zijn gestegen, men er nog veel

ongunstiger voor zou ‘hebben gestaan. De verbruikers
hadden dan ‘de pro’ducten nog ‘duurder moeten beta-
len en ‘de afzet ‘zou ‘dientengevolge nog •sterker ver-
minderd zijn. Deze verminde4e afzet ‘zou ‘op zijn

beurt de arbeidskosten per eenheid van ‘product weer
hebben ‘verhoogd en zoo zouden ‘a’llengs de moeilijk-
heden nog zijn toegenomen. Daarom kan men met ‘den
!he
er
Mills, die ‘b’oven’bedoe’lde studie van het National
Bureau of Econom’ic Research heeft opgesteld, mee-
gaan indien ‘deze argumenteert, ‘dat niet de te
ge-
ringe
maar juist de
te sterke
stijging ‘der verkoops-
prijzen een gevaar voor de voortduring der economi-
sche welvaart werd. De v•erkoopsprijzen van indus-
tE-ieele producten waren volgens M’ills reeds in 1933
relatief (‘in verhouding tot het verdere prijsniveau)
te weinig gedaald. Econ:omni-scli ‘herstel was volgens
hem slechts mogelijk geweest, als deze daling was
‘doorgegaan. Was dit ‘geschied, ‘dan ‘zou vanzelf ‘de afzet gaandeweg zijn uitgebreid en zouden daardoor
de arbeidskosten per eenheid zijn gedaald. De stijging
der ‘arbeidskosten – en ‘ook v.an de ‘overhead expenses
– verhinderde echter de in d’it opzicht noodzakelijke
aanpassing. Door ‘de codes en ‘de verhoo’gin’g van kos-
ten, ‘die hiervan het ‘gevolg was, werd ‘deze aanpas-
sing in -den kiem gesmoord. De verbruikers hebben
daarom niet door lagere prijzen kunnen profiteeren
‘van de verhoogde producti’v’i’teit van de ‘industrie, welke
in ‘deze crisis – zooals in elke crisis – ‘het herstel
moest brengen. Vandaar ‘dat ‘de verkoopen zich nau-
welijks konden handhaven.
De zich niet ‘handhaven-de aftet wordt vanzelfspre-
kend weer een ‘gevaar voor dd werkgelegenheid. Al
zijn de maatregelen, ‘die op een uitbreiding der werk-

gelegenheid en een ver’hoogin’g van het ‘aandeel van
den arbeider in ‘het nationaal inkomen ibetiekking
‘hchben, ‘zoaals hierboven bleek, als ‘gelukt te beschou-
ven, ‘deze maatregelen missen uiteindelijk haar doel,
indien ‘deze werkgelegenheid
tenslotte,
‘als indirect ge-
volg van deze Eelfde maatregelen, weer zou moeten

worden ‘ingekrompen. Daarom moet de huidige toe-
stand nog als uitermate ‘onstalbie’l worden beschouwd.

Iii ‘dit opzicht kan er tot op ‘zekere hoogte een
parallel worden getrokken tussc’hen de periode, die

than’s achter den rug is (1933-1935) en die, welke
viel tussdhen de jaren 1922 tot 1929. Beide perioden

werden gekenmerkt -door het relatief te hoog ‘blijven

van ‘de verkoop-prijzen van in’dustrieele producten. In
beide perioden werd de afzet hierdoor in ‘gev’aar ge-
bracht en de werkgelegenheid geremd. In 1929 werd

‘het een van ‘de oorzaken, die lei’d’den tot de crisis;

thans -is ‘het een van de oorzaken, die het herstel in
de Vereenigde Staten ‘tegenhouden, ‘ook al ‘is het na-

tuurlijk denkbaar, .dat ‘deze -onstabiele factor te eeni-

ger tij’d ‘door krachtiger factoren, die ‘in ‘de goede
richtin’g werken, wordt opgeheven ‘). Uit ‘dit (lang

niet u’it elk) ‘oo’gunt ‘bezien, is ‘de ‘opheffing ‘der
codes een stap in ‘cle ‘goede richting.
GERLOF VERWEY.

1)
Alleen zoo is het mogelijk, dat de tetidens tot ver-
betering, welke zich, -na cle voorafgaande ‘inzinking, sinds October I.I. manifesteert, gehandhaafd blijft.

KANTTEEKENING OP DE JONGSTE MOTOR

RIJTUIGEN STATISTIEK.

De jon’gst verschenen ,,Stati’stiek ‘der M’otorrjtui-
-gen”, gedateerd 1 Augustus 1934, maakt ‘het mogelijk
zich een algemeene indruk te vormen, hoe de auto-
en m’ot-ori’ijwielindustrie in -de ruimste zin van het

woord genomen, zich in de crisisjaren hou’dt.

De eers-te algemeene conclusie ‘is ‘deze: ‘ondanks ‘de
economische ‘depressie
blijft
‘het aantal wio’torv-oertui-
gen van ja-ar tot jaar toenemen. Het volgende over-
zicht levert ‘daar het bewijs voor; het geeft, telkens
op 1 Augustus, in verschillende jaren ‘het totaal van de in ons land aanwezige personen- en vrachtauto’s,

motor:bussen, motorfietsen en fietsen met ‘hulpmotor
aan.

1929 ……..128.000

1932 ……..171.248

1930 ……..143.922

1933 ……..180.343

1931 ……..158.384

1934 ……..188.264

Intussohen zijn ‘deze
cijfers
-onvoldoende om een
-indruk te krijg

en v-an den ‘stand van -zaken in dezen
Neder.lan’dschen ‘tak van bedrijvigheid. Het is todh van
veel omvatten’der economische ‘beteekenis, wanneer een drie-t-ons-vrachtwagen of 25 -persoons-auto’hus
wordt aangeschaft, dan wel een licht of ultra-licht
motorrijwiel. Teneinde hierin ‘inzicht te verkrijgen, is

de ,,ja’argr-oei” voor de verschillende afzonderlijke
categorieën nagegaan en ‘grafisdh weergegeven ‘in bij-
gaande fi’guur, die echt-er ‘beperkt is tot ‘de twee
hoof’digroepen, namelijk de personen- en vrachtauto’s.
En wel om ‘deze redenen: ‘het motorrij wiel wordt in
ons land hoofdzakelijk ‘gebezigd voor ‘sportieve doel-
einden, ‘hetgeen blijkt uit het feit, dat sinds jaren
het aantal m’otorrijwielen schommelt om ‘de 32
33.000, terwijl, sinds ‘de invoering van het concessie-
stelsel voor ‘geregelde autohuad iensten, het ‘totaal van
deze motorvoertuigen ‘bijna niet toeneemt. ‘Wat ‘de
zeer snelle opkomst van ‘het rijwiel met ‘hulpmotor betreft (in vijf jaar tijds groeide het ‘totaal van 0 tot
11.000), deze ‘groep speelt voor de bedrijvigheid in ‘de
gdheele m’otorin’dustrie nog een te geringe rol.
Wat bij het ‘bezien van de grafische voorstelling
aanston’ds treft, is de ‘bijn’a vernieti’gen’de invloed van de crisis ‘op -den jaargroei van’het aantal vra’dhtau’to’s.
Nam -in ‘de pe-ri-ode 1 Augustus 1928—’29 ‘dit aantal
met 6300 toe, in ‘het tij’dv’ak van 1 Augustus 1932-
1933 was ‘de jaargr-oei ‘geslonken tot 500!
Een soortgelijk, maar minder •sterke vermindering
‘van den jaargroei valt bij de personenauto’s op te merken. Hier ‘loopt ‘de groei echter van 8300 per
jaar slechts tot 4100 terug. Een
bewijs,
‘dat de per-
sonenauto minder direct -van ‘de conjunctuur afhan-
kelijk i-s dan de vrachtauto. Anderzijds schijnt –
volgens ‘het oordeel van -sommigen – juist de crisis

3 Juh 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

567

4700

900

/29

’20:5ç/

‘3V

‘3 /,

3V

/31

/32

3

“5’4

stimuqeerenci te werken op sommige bevolkingsgroe-
pen, om tot aans6haff’ing van een, ‘al dan niet tweede-
han’d’sch
wagen,
over ‘te gaan (ha’n’delsreizi’gers), ten-
einde op die wijze het slin’kend ‘dbiet te bekampen.

Merkwaardig nu is, dat voor ‘het eerst in deze
crisisjaren, aan de ‘voortdurende ‘afneminig van den
:iaargroei van vracht- en personenauto’s, althans op
1 Augustus 1934, een eind is gekomen.

Ditmaal todh vertoont ‘de jaargroei van personen-
wagens een stijging met 550, waardoor het totaal op
90.088 is ‘gekomen. Daarnaast geeft de jaargroei van
de vrachtauto’s een stijging van ongeveer 400 te zien,
waardoor deze categorie op een totaal van 49.954 is
gekomen.

Of inderdaad ten aanzien van deze beide hoofd-
groepen van motorvoertuigen dit verheugend ver-
sdhijn’sel ook op 1 Augustus 1935 nog zal zijn op te
merken, is een open vraag. Dat de verh’ooging van de wegenbelasting, welke sindsdien plaats vond, een on-
gunstige factor hierbij zal vormen, ligt voor de hand.
Nu wij sinds eenige tijd ‘beschikken over een semi-
iniieemshe automdbieiindustrie – wij bedoelen de
,,’assemblin’g-p’lant” van ‘de Ford Mot’or Company –
kan Lhet niet van 1belang ontbloot zijn, na te gaan,
welke rol •deze fabriek in de Nederlandsehe motor-
wereld vervult. Deze toch moet uitdrukking vinden
in het ‘getal, dat aangeeft het percentage Fordauto’s,
dat deel uitmaakt van het landelijk totaal.
Voorop staat, •dat de beide top-concurrenten zijn ‘de
Ford Motor Company en het General Mot’ors Concern,
hetwelk – zooals men weet – te Antwerpen over
een ,,assembling-plaut” beschikt.
Het aantal in ons ‘land ‘aanwezige Ford-personen-
auto’s ‘bedroeg ‘op 1 Au’gustus 1934 totaal 20.161,
tegen 18.044 Ohevrolets. Ford neemt ‘dus nog een
leidende positie in, maar het is merkwaardig te con-
stateeren, dat ‘sinds een aantal jaren het percentage
personen-Ford’s in ons ‘land afneemt en dat der
Ohevrolets ‘toeneemt.
De volgende pereeiïta’gecijfers b
eves
ti
gen
d’it:

1931

1932

1933

1934

Ford ……..
25.4

24.1

23.4

22.4
Chevrolet

17.5

18.3

18.6

20.0
Niet minder ‘opvallend zijn de cijfers in ‘de vracht-
autogroep. Op 1 Augustus 1934 bedroeg het aantal
Fordvradhtwagens 21.431; ‘dat ‘der Ohevrolets 14.226.
De percentage-cijfers geven (hier het volgend beeld te zien:

1931

1032

1933

1934
Ford ……..
55.—

51.4

48.4

42.9
Chevrolet

24.4

25.7

26.7

28.4

Het merkwaardige verschijntel ‘doet
zich
‘dus voor,
dat de positie van de semi-inlandsche industrie bij
voortduring ongunstiger wordt ten aanzien van die
van een geheel buitenlandsch bedrijf. Wij ‘beschikken
over te weinig gegevens, om de oorzaak of ‘het com-
plex oorzaken van ‘dit verschijnsel vast te stellen,
maar het oonstateeren ervan op zihze’lf scheen ons
van waarde.
Reeds eerder merkten wij op, dat het ‘aantal rijw’ie-

len met hulpmotor ‘in vijf jaar tijds zeer snel is ge-
stegen, maar dat het totaal nog zeer gering is. Men
behoeft slechts te bedenken, dat ‘het aantal nog niet
gemotoriseerde rijwielen ‘in ons land thans de

3.000.000 overschrijdt, om ervan overtuigd te zijn, dat

hier nog een terrein ibraak ‘ligt, ‘dat van groot ‘belang
kan
zijn
voor de inheeinsche rijwiel- en m’otorin’dus-

trie. J’uist in ons land, waar ‘het rijwiel zeer veel
al’s ‘dagelij’ksch vervoermiddel naar fabriek of kantoor,

over ‘dikwijls Vrij grooten afstand, wordt ‘gebezigd,

heeft motoriseering zeker grooten zin. Temeer, waar de
heershen’de atmosferische omstandigheden dikwijls

het trappen tot een zeer vermoeiend werk maken.

Tot nu toe worden de ultra-lichte motoren, nog Vrij-
wel uitsluitend uit het buitenland ‘betrokken (I.L.O.
en S’acihs). Maar ‘de vraag moet worden ‘gesteld of juist ‘in ‘deren tijid nï’et ‘de motoriseering van zeker
2.000.000 wielrijders zou moeten worden aangevat

door middel van inlandsche motoren.

Onmiddellijk rijst ‘hierbij de vraag, of ‘dan ‘ook de
fiscale politiek van ‘dç, overheid ten aanzien van ‘deze
groep motorvoertuigen, ni’et gewijzigd zou moeten

worden. Want – vergissen wij ons niet – ‘dan tee-

kenen zich nu reeds ‘de gevolgen van ‘de verh’ooging
van ‘de belasting voor ‘deze ultra-lichte motorrijwie-
len af. Mr. P. J.
MIJId5ENAAR.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

WEGEN IN CHINA.
De Heer Drs. Tjoa Soe Tjong te Shanghai ‘schrijft
ons:

Niet minder belangrijk en interessant dan de ont-
wikkeling van China’s luchtwegen
1)
is o.i. die van
haar landwegen. Een overzicht hiervan moge daarom

thans volgen; de gegevens hiervoor zijn ontleend aan
de jongste publicatié van de National Economic
Council (N.E.C.).

De eerste moderne weg in China van Changsha

naar Siangtan (provincie ilunan), een afstand van
niet meer ‘d’an 58 km ‘dateert eerst van 1913. Waarom
juist ‘daar, is, naar hef ons wil voorkomen, een zuiver
toevallige omstandigheid, d.w.z. het is te danken aan
het initiatief van ‘den t’oen ‘aldaar rgeeren’den gouver-

fleur, en ‘daarom zonder eenig verband met het een
‘of ‘het andere, (het gheele lan’d ‘omvattende, wegen-
systeem.

Van een Centrale Overheid kon toen, z’oo ‘kort na de
revolutie, ook nog geen sprake zijn, laat staan dus
van een centrale organisatie welke co-ordineerend
kon werken t.a.v. den wegenaanleg. Veel, zoo niet
alles, moest hier worden overgelaten aan het provin-
ciaal initiatief, aan de provinciale gouverneurs of,
nog scherper uitgedrukt, aan het individueel inzicht.

In deze omstandigheden kon het niet anders of de
wegenaanleg geschiedde in de eerste plaats om poli-
tieke redenen, m.a.w. wegen werden allereerst voor strategische doeleinden aangelegd, en wellicht eerst
in de allerlaatste plaats voor economische.
f[et de oprichting van het Bureau of Roads in 1,932
door cle N.E.C. is hierin verandering gekomen; er
wordt methodisch gewerkt, er is een wegenplan.
Chin. $ 1.000.000 werden dat jaar ter beschikking ge-
stJd voor den aanleg van zes interprov.inciale wegen
in de provincies Kiangsu, Chekiang en Anhwei, het
eoonomish zoo belangrijke gebied ‘dus van de Yan’g
‘rze vallei. Waar de gemiddelde kosten per km onge-
veer $ 5.000 bedragen, zou daarmee een totale weg-
lengte van 200 km kunnen worden bereikt. Tegen het einde van 1934 beschikte China over rond 85.000 km
wegen, geschikt voor motor-transport, hetgeen het
land aan onderhoudskosten 21Y millioen Dollars jaar-
.ljks zou kosten, â raison van ca. $ 250 per km per
jaar.
De volgende grafiek geeft cle ontwikkeling der
wegen aan van 1921 t/m. 1934.

1)
E.-S. B. van
14
Maart 1934.

568

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3 Juli 1935

192′ ’22 23 ’24 ’25
56
27 20
kg

O

31 ’52

3 3I* 55

In ruim 10 jaar is de lengte der auto-wegen der-

halve veel meer dan vertienvoudigd. Vanaf dc op-
richting van het Bureau of Roads (1932) t/m. 1934

heeft de N.E.C. recds totaal uitgeleend $ 1.896.000 en

wel aan elf provincies, waarvan het meest aan Che-

kiang. Het minst heeft de provincie Kwaugtung ge-

leend; deze ‘bezit evenwel ide ‘grootste lengte ‘aan auto-

wegen van alle provincies in China, ni. 11.244 km.

I-Iiei4bij moet worden ‘aan’getee’kend, dat genoemde pro-

vincie ook, de meest autonome is. De langste weg van

Kintechung (in Kiangsi) tot Toufaping (in Hunan)

beslaat een afstand van 969 km.
Vergeleken met Kwantung steken de andere pro-
vincies wel sterk af, bijv. Shantung met 5.520 1cm,

Kiangsi met 4.652 1cm, Anhwei met.4.208 km, Kwangsi
met 3.828 km en Kiangsu met 3.169 1cm. Bij de be-

oordeeling van deze cijfers is het o.i, onjuist om te

‘coneludeeren, ‘d’a’t ‘deze provinciale overheden minder
voortvarend zouden zijn dan die van Kwantung (de

bakermat van de Chineesche Revolutie). Men mag

namelijk de nog steeds groote (zoo niet overwegende,
in een zoo uitgestrekt land als China, met in hoofd-
zaak producten van agrarischen aard) be’teeken’is ‘der

waterwegen (Y.an’g Tue en Hu’ang Ho), waarover ge-
noemde ‘provincies ook nog ‘beschikken, niet vergeten.
1-let verschil met Kwangtung.blijft desondanks toch

groot, ook berekend naar oppervlakte, waarvan het

volgende staatje een beeld geeft:

In km. per
1000 km2.

In
km.
per
1000 km2.
Kwangtung

50,3

Anhwei …… 29,5
Shantung

36

Kiangsi ……27,7
Kiangsu …….35,7

Fukien ……27
Chekiang

31

Kwangsi

17,4 enz.

Zoo verheugend als de bovengeschetste ontwilcke-
‘ling op zichzelf mag zijn, bij vergelijking met den toe-
stand in’ andere landen valt duidelijk cle achterstand

op, welken China nog iheef t in ‘te ‘halen. Beschikte ‘dit
land in 1932 over 10.899 1cm motorwegen, Engeland
had er in dat jaar 255.382 en: Amerilca 4.844.595 1cm.

De oppervlakte-cijfers dezer landen zijn resp.
11.132.700.000, 231.000.000 en 7.840.000.000 km
2
; op

1. km weg beteekent dit dis’ voor China 158 km
2
, voor

Engeland 0,18 1cm
2
en voor Amerika 1,62 km
2
. Over

de resp. bevolking bérekenci wordt de verhouding al
heel ongunstig: China 6.900 inwoners per 1 km, Enge-

land 163 en Amerika 25.
Hoe staat het dan met het motor-transport?
De eerste automobielen (twee in totaal) werden in

1.902 i.n China geïmporteerd, en wel in Shanghai, wat
vanzelfsprekend is. Dit was het begin van het motor-
transport, terwijl zestien jaar later, in 1918, de eerste

busdienst werd ingesteld tusschen Kalgan en Urga,
heelemaal in N.W. China, waar noch water-, noch
railveib.indingen aanwezig zijn. Thans beschikt Oh:ina

over’ rond 50.000 automobielen.
Nemen wij ook hier het jaar 1932 als vergelijk:ibgs-
jaar, dan bezat China op dat tijdstip 44.462 automo-
bielen, Engeland 1.850.553 ‘en Amerika 24.130.879.

Op 1 km weg bezat China toen 0,63, Engeland 5,5 en

Amerika 5 wagens, en over de resp. bevollcing bere-
kend
krijgen
wij het volgende beeld:

China 11.000 inwoners op 1 motorwagen, tegen
Engeland 29,5 en Amerika 5.
Het grootste aantal motorvoertuigen
(mcl.
bussen,
vrachtwagens en motorfietsen) vindt men natuurlijk

‘daar, waar ‘het verkeer ‘het meest op dat van MTest

Europa gelijict, nl. Shanghai (1934: 17.000), hetgeen
voor China als zoodanig nog niet veel zegt. Voor een

zoo groote uitgestrektheid beteekent een opeenhoopihg

in één stad van zelfs de meest moderne verkeersmid-

delen practisch heel weinig. Van veel meer belang

zijn de cijfers welke het eigenlijke land betreffen.
Deze zijn, ‘in de ‘voornaamste gchieden, als volgt:

1934.

China’s hoofdstad Nanking 1374
Provincie Kwangtung

4195
Hopeh

4258
Chekiang

1065 (1933 : 647)
Hupeh

.

858
Kiangsu

655
Fukien

796
Shantung

1828
Three Eastern Provincies 7050 (1933 : 5675)
Mongolia

2000 (1933 45)
Hongkong

4085

Uit jhet ibovenstaande i’s zonder meer ‘af ‘te leiden,

dat het gebruik van motorvoertuigen nog verre van

algemeen is. Willen wij de diepere oorzaak er van

weten, dan moeten wij deze ‘zoeken ‘in ‘de verschillende

kosten van de, in China bestaande, middelen van ver-

voer (vergelijk onderstaande tabel).

Type

Capaciteit(kg) Afstand (km) Approxim. tarief per ton/km.
Spoorweg 15000-40000 32-50 p. u. le klas vracht Chin. $ 0,170
2e

0,110
3e ,,

0,093
4e

0,068
5e ,,

,,

0,045
6e

0,032
(geclassificeerd in hoofdzaak naar de waarde der goederen)
Vrachtwag. 1000-3500 32-40p.u. le. ki
. vracht $ 0,150-0,560
(motor)

2e.

0,120-0,400
3e.

,,

0,100-0,240
Vrachtkar:
rn. 1 trekdier

300-420 40-50 p. dag $ 0,070-0,165
2 trekdieren
420 -800

idem
0,050-0,150
3
800-1200

idem 0,050-0,110
4

1200-1500
idem 0,050-0,083
Wheelbarro’ws:
1
man
180

idem
$
0,110-0,140
2 man
300

idem 0,100-0,125
Muilezels en paard. 100-150 idem
$
0,133-0,250
Kameelen
120 -200 idem
$
0,100-0,200
Riksha
180-240 idem
$
0,200-0,350 Menschelijke
lastdragers
50-70

idem
$
0,140-0,500
Junks
1000_2000 50-150 p. d.
$
0,020-0,120
Stoombooten en
Barkassen
5000-10000 20 per uur
$
0,020-0,150

Wanneer wij in aanmerking nemen dat welhaast
GO pOt. van Ohina’s handel ‘zijn ‘weg vin’dt door •de
Y’a’ng T’ze vallei, ‘dan blijkt ‘de ‘belangrijke rol welke
‘de na’tuurwegeu ‘spelen ‘voor het binnenland, in de
eerste plaats :de rivieren. Indien wij ver’der bedenken,
dat China’s producten vooral agrarisch van karakter
zijn, ‘goederen ‘dus, welke, ‘in tegenstelling met indus-
trieele producten, in het algemeen kunnen ,,wachteu”

en van massalen omvang
zijn,
dan is het verklaarbaar,
dat China niet ‘direct kan ‘of mag ‘overgaan tot het
zonder meer aanleggen van wegen, nog minder tot
het aanwenden van motortractie. Vandaar oolc het
overwegende belang van de N.E.C. als co-ordineerend
instituut bij dezen aanleg.
Dit wil geenszins ‘zeiggen, dat China reed’s ‘het opti-
male punt van haar wegen-net heeft bereikt, doch wij
willen er slechts op wijzen dat deze ,,achterstand”
zijn natuurlijke verklaring heeft in de economisch-

geografische gesteldheid van het’ land zelf en dan
gaat ‘het er niet ‘zoozeer om, ‘de bakens te verzetten,

als wel omgekeerd. de moderne techniek iich te doen

3 Juli 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

569

aanpassen aan de eensdeels natuurlijke, andersdeels
economische toestanden van het land.

Onder dergelijke voorwaarden is het waterverkeer

onmisbaar en kunnen zelfs de eeuwenoude Junks nog
mee (vergelijk kosten-tabel).

Beschouwen wij het landverkeer, dan is de positie
van de spoorwegen nog lang niet in die mate bedreigd

als dat het geval is in Amerika en in sommige deden

van Europa. De ontwikkeling van China’s motor-

wegen, hoe belangrijk op zichzelf beschouwd, staat
relatief nog in haar kinderschoenen.

Toch is haar invloed op de invoeren van China
reeds merkbaar, niet alleen uit de invoercijfers van
•de transportmid’delen, welke voor die wegens als zoo-
danig bestemd zijn (automobielen, vrachtwagens, e.d.),

maar ook indirect uit de invoerstatistieken van die
goederen, welke noodig zijn voor het gebruik van ge-

noemde transportmiddelen. In dit verband is de petro-
leum-groep een der voornaamste. De invoer van gas-
oline verliep als volgt:

in U.S. Gallon

in U.S. Gallon

1910
……….
224.931

1920
……..
2.604.634

1913
……….
465.577

1925
……..
8.823.511

1915
……….
693.129

1930
……..
29.725.052

1918
……….
1.194.290

1933
……..
31.281.601

Wat het weg-herstel betreft kunnen wij uit de
cijfers van de petroleumproducten slechts afleiden dat
de aanwending van ‘asphalt nog van zeer recenten
datum is. Asphalt werd voor het eerst geïmporteerd
in 1932, en wel een hoeveelheid van 152.186 piculs.
Het jaar daarop bedroeg de invoer 155.588 piculs.

Omtrent het aantal geïmporteerde automobielen bestaat op het oogenblik alleen voor Shanghai een
meer gedetailleerde opgave. Blijkens de gehouden
telling per 1 Januari 1934 telt deze stad rond twee

honderd verschillende merken personenwagens. Voor-

aan staat hierbij het Amerikaansche fabrikaat met
6740 wagens, hierop volgen Engeland met 1911,’
Frankrijk met 922 en Italië met 550 automobielen.
(Wat Frankrijk en Engeland betreft mogen wij niet
vergeten, dat Shanghai, bdhalve uit de eiigenlijke Chi-
nese City, ook bestaat uit de z.g. International (di.
Eng.) Settlement en de French Concession, zoodat
het nationale sentiment almede een rol speelt bij de
keuze van wagens).

T.a.v. de luxe wagens is ook het Amerikaansche

fabrikaat favoriet, wat betreft de bussen daarentegen
niet, doch hier spreekt het nationale gevoel een
woord mee. De stadsbusondernoming in de Settlement

is Engeisch, dus gebruikt men er uitsluitend Tilling
Stevens bussen (139 stuks in 1934). Wat aangaat de

andere vrachtwagens staat Amerika vooraan (1338
stuks).

Ook hier is het aantal merken zeer gevarieerd,
ca. 180.

Gaan wij den toestand in de andere belangrijke
steden van Ohina na, dan blijkt het, dat de Amen-
kaansche wagens het best zijn gedistribueerd. ET:ier-
onder moge een kort overzicht volgen van Nanking,
Tientsin, Cauton en Hankow (per 1 Jan. 1934, per-
sonenwagens, trucks en bussen samengenomen.):

Land van

herkomst
Nanking
1
Tientsin
Cauton Hankow

Ver. Staten

.
..
977
1148
914
613
Engeland
28
116
78

Frankrijk
12
135
12

Italië

………..
13
72
40

Opmerkelijk is niet alleen, dat de Europeesche
wagens buiten Shanghai veel schaarscher zijn dan cle
Amerikaansdhe, maar vooral, dat geen der Euro-

peesche merken in Hankow is vertegenwoordigd.
Van grooter hetekenis is o.i. evenwel de conclusie,
dat China’s automarkt nog verre van verzadigd is en
dat met den voortgang van den wegenaanleg China’s
opnarnevermogen ten zeerste zal worden verhoogd.

Dat zulks geen hofle phrase is moge zijn bewijs vinden
in het ernstig streven van Amerikaansche auto-con-

cerns om genoemd land daarbij direct of indirect

daadwerkelijk behulpzaam te zijn. Ford bijv. stelt
zich de oplossing van het probleem aldus voor, dat

hij den aanleg van een zekeren weg door een bepaald

gebied op zich neemt tegenover de verplichting van
China zidh een zeker minimim aantal Ford-wagèns
aan te ‘schaffen. De General Motor Company zoekt
het in de oprichting van een motorenfbriek (dus
niet een eenvoudige assembling plant).

AANTEEKENINGEN.

Goudverschuivingen bij particulieren en circula-
tiebanken.

In haar publicatie ,,Les Banques Comruerciales

1929-1934″ wijdt de Volkenhoncl eeni’ge ig
teressante
beschouwingen aan enkele goudkwesties, o.a. de be-
langrijke ‘toeneming van de goudproduct’ie in de
laatste jaren. Daarnaast wordt gewezen op de om-

vangrijke teru’gvloeiing van eertijds opgepot goud uit

Oostersëhe landen naar Europa en de Ver. Staten,
aar het voor een deel, wederom door particulieren,
wre
r
d opgepot. Maar deze oppottin’g ‘draagt enkel een
tijdelijk karakter; het particuliere goud’bezit varieert
in de laatste jaren geregeld met de stemmingen op
de geld- en kapitaalmarkt.

Dat èn de goudproductie èn de terugv’loeiing van
goud ‘belangrijk zijn ‘geweest, blijkt uit het volgende
staatje.
‘)
Iii m’illioenea Gouddol1ais.

,. ‘0


,z’0
,b.

-. •.
cl
bc,

bno

2. 3.
1

4.
5.6.

1931

.
..
.
426
142
122,4
668
+ 252—
416 1932

.
..
.
463
226
189,0
689
+ 575

114 1933

.
..
.
470 242
119,0
712— 30—
742
1934

.
..
.
482
139 a
129,2
621
+
909

+
288
1931-1934
T841
749
559,8 2.690
+1706

984
aj
.nlledn uniaa en Jiag.-1udië.

De totale wereldproduc’tie van goud bedroeg van

1929-1934 ruim $ 2600 millioen. In dezelfde periode
namen de goudvoorraden der centrale banken met
‘bijna $ 2600 nillioen toe. De conclusie is dus gewet-
t’ig’d, dat bijna al het nieuwe goud in de kelders der
centrale banken is terecht gekomen, terwijl de rest

– het eertijds opgepotte goud — ‘in handen is geko-
men van particulieren, van de industrie of van de
Vulut’a-egal’isatie-fondsen; het goudbezib van deze
laatste wordt niet ogeuomen in de
cijfers,
welke
de centrale banken publiceeren. Het allergrootste deel
van ‘het goud, tot een bedrag van $ 850-1000 mii-
lioen, dat zoo ‘in circulatie is gebracht, schijnt in
handen gekomen te zijn van particulieren in Europa
en de Ver. Staten.

Van 1931-1934 ‘kwam voor een bedrag van ruim
$ 550 millioen goud in ‘het verkeer, ‘dat vroeger was •opgepot, di. meer dan een geheele jaarproductie be-
draagt. De grootste ‘hoeveelheden verschafte hier En-
gel’sah-Iudië, te hoeveelheden., ‘die uit China en S’traits
Settleinen’t’s kwaren, waren veel geringer. Het ver-
schijnsel ‘begon zich pas in sterke mate voor ‘te doen
in ‘het laatste kwartaal van 1931, toen het ‘goud een
agi.o ‘ging doen. Bijna al dit opgepotte goud, dat o.a.
gehouden werd in iden vorm van muntstukken en
vaatwerk, werd, na zoo noodig omgesmolten te rzijn,
als goud in haren naar Londen gezonden. Nadat de

1)
Geen rekening is gehouden met Rusland, waarvan de
Productie in
1931
werd geschat op $
21-35
millioen, in
1932
Oj)
$ 25-39
miilioen, in
1933 op $ 51-59
millioen
en in
1934 op $ 73-83
milhioeu, waarmede dit land direct
01)
Zuid-Afrika volgt, ‘ten koste van Canada, dat in
1931
deze plaats op de
Ver.
Statet veroverde.

670

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3 Juli 1935

Dollar weer een vasten koers had gekregen, in Januari
1934, werd ook een deel ervan in. Amerika ter markt

gebracht.
Gedurenide 1931-1934 bedroeg het aanbod van
goud, dat in circulatie werd gebra-dht, bijna $ 1 -mii-

hard meer dan de netto-toeneming van de monetaire

goudvoorra’den der centrale banken. De oorzaak hier-

van moet wederom gezocht worden in het oppotten van goud. In de twee-de helft van 1931 begint deze

oppotting; dan vindt er in den to-talen werel’dgou’d-
voorraad voor monetaire doeleinden een vermindering

plaats van 72 -millioen. Neemt in 1932 ‘de beteeke-

n-is er weer -van af, in 1933 daarentegen, wanneer
de Anzerikaan-sdhe ‘bankcrisis uitbreekt, wordt ‘zij

weer zeer intens. In 1934 wordt weer goud in het ver-
keer gebracht; de goud-reserves der centrale ban-ken

stijgen met bijna $ 300 milli’oen meer ‘dan ‘de produc-
tie en de uit het Oosten vrijkomende gou’d’hedragen.

Voor een deel cal dit waarschijnlijk ‘zijn toe te schrij-

‘ven ‘aan de ‘goudverplaatsin’gen van de Valuta-ega’li-sa’tie-fon’dsen naar de circulatiebanken en voor zoover
de Ver. Staten betreft, aan ‘de Emergency Banking
Act, welke aan gou-doppottin’gen paal en perk heeft

gesteld, maar toch ‘is het ook wel ‘zeker, dat ‘de he-
tre’kkelijke rust op ide v-alutamarkt voor velen aan-

leiding is ‘geweest, zich -weer te ontdoen van hun

goud’bezi’t.
Voor speculatieve ‘doeleinden -o.a. wordt door vele

particulieren n-eg goud buiten het verkeer gchou’deu.

Een groot deel ‘daarvan wordt ‘te honden, nog altijd
het centrum van ‘de goudmarkt, gedeponeerd. In

haar jaarverslag over 1933 schat ‘de Bank voor In-
ternationale Betalingen ‘deze hoeveelheid -in begin
1934 -op $ 1350 mi-ilioen, waarvan -ongeveer een tien-de

gedeelte aan niet ‘in Engeland woonachtige personen
zou ‘beh-ooren. In een nog recenter publicatie, nl. in

het jaarverslag van Samuel l,Eontagu & Co., wordt
het totale gou’d’bezit -in Engeland, ‘buiten ‘de Bank of

England, -aan het einde van 1934 geschat op

£ (papier) 300 mil-lioen, ‘d.i. bijna $ 900 mill’i’oen.

Uit het -bovenstaande ‘blijkt wel voldoende, – dat de
‘crisis in velerlei opzicht ‘de gou’dpi’oduc’tie- en -het
go-udibezit heeft beïnvloed en ‘dat -ook ‘hier -de’ laatste

-pih-ase nog niet i-s ‘bereikt.

Handelspolitieke maatregelen in Nederlandsch-

Indië.

In. het Economisdh -Weeh1blad voor Neder-lamisch-
Indië (afl. 19 April 1935, No. 16) worden de mdi-
•scjhe han’delspo’litieke maatregelen ‘in 1934 -besproken.
De ove’rv:oeri-n’g van de Indische markt met ‘buiten-
gewoon laag -ge’prjsde -goederen -is een verschijnsel,
‘dat zich gedurende de laatste jaren in -steeds sterkere

mate heeft -gemanifesteerd. Vanzelfsprekend werd de
stroom . van ‘goederen naar landen zooals Ne’der-
landsoh-In-dië, welke geenerlei ‘bescherming kenden,
-steeds omvangrijker, terwijl bovendien versdhillen-de
landen ‘door -hun monetaire maatregelen een groo tea
voorsprong -hij de onderlinge mededinging verkregen.
Het gevolg was, ‘dat ‘de bes’taansmogelijkheid voor -de
eiigen ‘bedrijven steeds moeilijker werd. Daar ‘de Re-

geerinig niet kon gedoo-gen, -dat op zichzelf ‘levensvat-
bare bedrijven d-oor gebrek aan weerstand zouden
-worden verdrongen, heeft zij met de ,,Orisis-i’n’voer-
ordon-nantie 1933″ (S’taats{bla’d 349) een voorziening
getroffen, . tenein’de overmatigen invoer te kunnen
weren. Bepaald werd, -dat de Regeering den invoer
van ‘bepaalde ‘goederen kan verbieden, wanneer -de

waarde, ‘de hoeveelheid ‘of lhetgewioht ‘hoo’ger ‘z-ou zijn
d-a.n -een voor elk geval te bepalen maximum.
Deze invoerreguleerirug wordt ‘toegepast ter berei-
king van één -of meer van -de volgende drie ‘doeleinden:
le. bescherming van. -de I-n’disdhe industrie;
2e. begunsti’ging van ‘den invoer uit -die -landen,
welke tot de voornaamste afnemers van Ned.In’dische

producten behooren;
3e. ‘bescherming van ‘de -belangen van het geves-tig-
de invoer- en ‘dé-s-tri’bu-tie-appara-at. –

De maatregelen, welke to-t, -de eerste categorie be-

hooren, zijn de contin.genteerinig voor cement, bier,

b-ontgeweven -stoffen en -oostpannen (gietijzeren pan-
een).
Cement:
Een eigen cement–industrie wordt van

vitaal ‘belang -geacht. De Paidanigsche cementfabriek
kan in de -bestaande behoefte van het land voorzien,

terwijl ruime werkverschaffing, ‘belangrijk steen-

-kolenverbruik en uitgebreid vervoer er nauw mede

samenhangen.
Bier:
De Nederlan’dsc’h-In’dische tbierindustrie -da-
-teert van 1931. Reeds in de tweede helft van 1932

-ondervond
zij
‘in toenemen-de mate concurrentie van
geïmporteerde bieren. Hierin vond de Regeering aan-

leiding ‘de jonge industrie in zooverre te steunen, dat

‘daardoor ‘het bedrijf
een voortbestaan ‘zou kunnen

worden verzekerd, zonder ‘de rentabiliteit ‘van -het ge-

inves-teerde kapitaal te waarborgen.
Bontgewe.ver& stoffen:
Het weef’bedrijf vormt in

Nederlandsdh-In’dië een
belangrijk-en
-tak van nijver-

hei-d. De ‘buiteulan-dsche concurrentie was ‘hier echter

van -dien aard, -dat -slechts contin’genteering van ‘den
invoer ‘de Ihinnenlan-dsdhe weef industrie voor ‘onder-

gan-g kon ‘be’hoeden.
Oostpnn.nen:
Wettigde ‘de Nederlandseb-Indisohe

productie tevoren de -conclusie, ‘dat de estaansmo-
gelijk-heden on-der normale omstandigheden redelijk
te achten zijn, ‘de -lage prijzen van het uitheemsche

artikel -drongen ‘de binneMandsdhe productie -steeds
meer terug. En waar het voortbestaan van -meerdere
dezer bedrijven ernstig werd bedreigd, achtte de Re-

geeriug ook -hier contingeuteeriug geweijti’gd.
‘ÇT
a
t ‘de tweede categorie van maatregelen betreft,
wordt gewezen op het streven van -tal van landen
n-a-ar een sluitende hajndelsb-al-ans -ten aanzien van
-de verschillende naties afzonderlijk.
Was ‘de uitvoer van Nederlan’dsch-In-dië voorname-
lijk op Europa en Ameri:ka – ‘gericht, -de invoer uit
Europa en Amerika werd grooten’deels ‘door uiterst
laag -geprijs-de artikelen van Japansche ‘herkomst ver-

d-rongen. Van ‘de -zijde der landen, waarnaar Indië
exporteerde, ‘werd dan -ook op een -herstellen van ‘het

evenwicht -tusschen ‘in- en uitvoer aangedrongen.
Nederland neemt in ‘dit opzicht een -zeer bijzondere
plaiuts in. Stonden voor enkele jaren Moeder-land en

Kol-o-niën nog geheel onafhankelijk van elkaar, nu
werd ‘in beginsel besloten, ‘dat ‘beide gebieden elkaar
economisch zou-den steunen. Indië zoekt in Neder-
land bijvoorbeeld af-zetm’ogelijkheden voo-r mais, rijst,
copra en ‘p’a’hnolie, -terwijl -omgekeerd Nederlan-dsdh-
Indië het Moederlan’d steunt door con-tin’genteerin-g van ‘gebleekte en onge.bleekte ‘katoenen stoffen. Te-

vens -kan op ‘de in 1935 afgekond’i’gde -in’voerbeper-
king -van mes-tst-offen en ,gloeilaanpen, en lhet voor
Nederland bestemde -deel ‘in den invoer bij ‘de hier-

contingen’teering worden geweze.
Wat -de ‘behartiging van ‘de belangen van ‘het geves-
tigde invoer- en ‘distributie-apparaat betreft kan -het
vol-gen-de worden -opgemerkt. Daar zich in korten tijd
een nieuwe imp’orthan’del van grootere -en kleinere, ten ‘deele bui-tenlan-dsche importeurs heeft ontwik-
‘keid, Ibesloot ‘de Regeering d-oor middel van een im-
porthi-cent’iëering, waax’bij -de invoer van bepaalde goe-
deren van -Overheidswege tussdhen de daarvoor in
aanmerking komende importeurs word-t verdeeld, ‘het
bestaande apparaat te ‘hesdhermen. –
In 1935 ‘is hiermede een aaflvang gsmaakt met ‘be-
trekking tot artikel-en van -glas, geëmai’hleerd huis-houd-
gerei, rijwielen – -en rijwiel-onderdeelen, messen, tan-
denborstels en petredeumlampen.
Naast ‘de regeling van het ‘goederenverkeer, moest
-ook een regeling van’het betalingsverkeer t.a.’v. ‘bepaal-

‘de landen door ‘de Overheid ter hand worden genomen.
Tot nu -toe bleef ‘de clearing beperkt tot regeling
hij verdragen. De clearingverdrage’n, gesloten met Oh’ili, Turkije en Duitschlan’d, werden met ingang
van 20 November 1934 mede voor Ned.-Indië van

toepassing verklaard.

3 Juli 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

571

De Duitsche filmindustrie.

Bij een besdhouwing over ‘cle fihnn’i’ndustrie zullen
wij ons in de eerste plaats moeten wenden tot
Duitschiand, daar dit land in Europa het meest toon-

aangevend is op dit gebied. De filinindustrie heeft

iii haar korte bes’taansperi’ode reeds zeer •groote ver-
anderingen ondergaan, voornamelijk door den over-

gan’g van de zwijgende naar de ‘geluidsfilm. Indien
wij de inkomsten van de fil’mtheaters beschouwen,

welke de eigenlijke conjunctuurbarometer voor de
filmindustrie vormen, dan ‘toont het eerste kwartaal
van 1935 een vermeerdering met 11 pOt. in vergelij-

king met het eerste kwartaal van 1934, aldus ont-
leenen wij aan het Wochenberidht van het Institut

für K’onjunkturforsthun’g, welke bron wij met enkele
andere gegevens aanvulden.
Er valt een stijging •op te merken na ‘den achter-
uitgang der laatste jaren. Tengevolge van de ver-

minderde koopkracht nam het bioscoopbezoek af,de

onezon’de concurrentieverhoudingen (prij son’clerbie-
dingen en het geven van ‘twee ‘hoofdnummers) en
‘bovenal de reeds genoemde overgang naar geluids-

films maakte, dat vele kleine ibioscopen, welke
veelal bodh al niet renda;bel waren, vich niet konden

handhaven. Doch ook verschillende groote ‘theaters,
vooral de zeer groote, met meer dan 1500 zitplaatsen,
moesten het onder den druk ‘der hooge vaste lasten
opgeven. S’ledhts de theaters met 501 tot 1000 zit-
plaatsen zijn in aantal toegenomen.
Door de ho’o’ge ‘installatie- en verbouwingskosten,
veihonden aan ‘de toepassing van de gelu’i’dsfilm, was

aanvankelijk de afzet van de gelui’dsfi’lna nog niet zeer
groot. In 1929 hadden 4 pOt., in 1931 46 pOt. van
de film’theaters een •geluidsfilm-installatie. [hans
heibjben vrijwel alle (99.96 pOt.), ook de niet ‘dagelijks
geopende theaters, er een.

daarv.v.sport en
Aantal
zitpi.
bezoekers

onk,in volksink,in
vermaak in
theaters
in miii. in miii.

miii. R.M.
miii. R.M. miii. R.M.
1925.
.
3734
1.32
272

187
60
1.6
1928.
.
5267
1.89
353

275
75
1.9
1929..
328

275
76
2.0
1931.
.
5071
1,89
273

197
58
1.6
1932.
.
250

190-197
45
1.3
1933.. 250-260180-190
46
1.3
1934..
265-275 190-200
50
1.4
Uit:
Der Deutsche
Volkswirt van
3
Mei
1935.

De hoogste inkomens van de theaters vallen nog
in ‘het jaar 1928, ‘dus ‘in den tijd van de zwijgen’de
film, waarna een gestadiige achteruitgang ‘intreedt,
totdat 1935 weer ‘een’ige opleving te zien geeft.
De verbetering, ‘die zich in de positie der i’m-
theaters heeft vootgedaan, is vooral aan ‘de wettelijke
bescherming te danken. Men ‘heeft regelingen getrof-fen ten aanzien van de entreeprijzen en ‘het vertoonen
van twee hoofdfilms op één avond verboden; dit is
de com’mercieele zijde van de maatregelen.
Niet alleen met de speelfilms moeten wij rekening
houden, maar ook met ‘de productie van cultuur- en
reclame±ilms, die in de laatste jaren sterk is geste
gen. De oorzaak ‘hiervan is eveneens ‘gelegen in een
wettelijke verplichting aan de theaters opgelegd,
namelijk om naast een speelfilm een cultuurfilm te

vertoonen (‘de cu’ltureele zijde van de maatregelen).

De Duitsche productie van reclame- en cultuur-
films e.d. is zelfs grooter dan ‘die van speelfilms, zoo-
als onderstaande tabel
1)
aangeeft.

Speelfilms

Cultuur- en reclamefilms
in 1000 meters

en andere in 1000 meters 1925
……
421

559
1928
……
556

780
1932
……
318

417 1933
……
275

551
1934
……
314

518

Het aantal films, zoowel Du.itsohe als Amerikaan-

sche, dat op de markt ‘kwam, werd tot de helft gere-

duceerd ‘door de zeer groote kosten, die aan de ver-.

vaardi’ging verbonden zijn. Een belangrijk punt voor
de Duitsdhe fihn’in’dustrie blijft de exp:ortmogelijk

he’id, welke voor ‘haar rentabiliteit van doorslagge-ven’de ‘beteekenis is. Men ‘stuit ‘dan evenwel op de

concurrentie van de goedkoopere, en veelal meer in

de smaak vallende Ainrerikaansdhe films. Een eigen-aardig ana’lisme op dit gebied ‘doet zidh voor. Eener-
‘zij’ds is de Duitsche productie te klein om de ‘binnen-

lan’dsc’he ‘behoefte zelf te ‘dekken, ‘anderzijds is ‘de

Duitsche markt te klein om ‘de heele Du’itsdhe pro-
ductie op te nemen.

Export van films is ‘dus van het meeste belang.
Daartegenover is ‘door den overgang van de zwij-
gen’de naar de gelui’dsfilm een sterke vermindering
opgetreden in den invoer van ‘bu’itenlandsche films,
tengevolge van het ‘bezwaar van ‘de vreem’de taal.

Ook de contingenteering ‘beperkte den invoer van
‘bu’i’tenlaia’dsdhe films.

Beih’alve ‘de groote concentratie ‘in ‘de vervaardi-
ging van gelui’d’sapparaten (zonder licen’tié van de
Tob’is kan in Du,itsohland ‘geen film gemaakt wor-
den) vindt de fi’lmproductie plaats in vele kleine be-
‘drijven en in een betrekkelijk kleine groep van ate-
lierbedrijven. De Ih’ooge kosten, die noodig zijn ‘bij de
vervaardiging van een film (ca. millioen R.M.)
worden slethts bij uitzondering ‘d’öor één onderne-
ming ‘gedragen.

Er is in de filmindustrie een ‘belangrijke arbeid’s-
verdeelin’g ontstaan, waarvan een hooge ‘graad ‘van
specialisatie het ‘gevolg is. De eigenlijke producenten
zijn, economisch gezien, organisator en financier. ‘Dè
ateliers nemen de en’sceneering en aankleedin’g op zich. Natuurlijk ‘komt. ‘het voor, dat ‘beide functies

samengaan, maar dan wordt ‘ook een omvang ‘van on-
cTernaming als bijv. ‘der Ufa vereischt. Deze beweegt
zich op ‘alle terre’inen, al ligt haar voornaamste werk

in ‘de exploitatie ‘van haar sdhitteren’de ‘ ateliers ,en
niet in ‘het produceeren van films. Van ‘de 122, films,
die ôp naam van de Ufa ‘staan, zijn slechts 20 geheel’ door haar zelf vervaardigd.

Om ‘de hooge vaste kosten, die aan het atelierbe-
‘drijf verbonden vijn, ‘goed te maken, ‘is eèn volledige
bezetting gedurende het ‘heele j’aar wenschelijk, het
geen vaak moeilijk te verkrijgen is, mede ten’gevolge
van ‘seizoen’sfluctu’a’t,ies. Door ‘het groote risico, ‘het-
geen de filmpro’ductie’ met zich brengt, werd het steeds
moeilijker het kapitaal bijeen te ‘krijgen, ‘benoodigd

1)
Der Deutsche Volkwirt van
3
Mei
1935.
….

AANVOEREN
in tons van 1000 KG.

Rotterdam
1

Amsterdam
Totaal
Artikelen
23 129 Juni
Sedert
Overeenk.
2
31
2
9 Juni
Sedert
Overeenk.
1935
1Jan. 1935
tijdvak 1934
1935
1 Jan. 1935
tijdvak 1934

1934

7.087
454.447
689.267

7.837
20.762
482.284
710.029
Tarwe

………………
623
116.244
246.567

281
15.257

.
116.525.
262.824
Rogge

………………..
Boekweit ………………..

11.163 12.172



11.163 12.172
21.009 385.218
465.792
1.495
69.676
106.914 454.894
572.706
434
148.432
194.267
300
18.454
27.229
166.889

221.496
100
66.149 73.312

1.660
2.206 67.809 75.518

MaIs ……………….
Gerst

……………….

Lijnzaad

…………..
79.797
126.146

2.394
233.227
127.321
313.024
253.467

Haver

………………..

5.175
24.623
49.839
,



25
24.623:
49.864
Lijnkoek ……………
Tarwemeel

………….

9.4
.
76

297
9367
10.366
318
3.647
1.462
13.014
.11.828.
Andere meelsoorten 380
14.273
31.626

1.339
3.302
15.612
34.928

72

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3 Juli 1935

vooi het vervaardigen van een film, en indien men
het verkreeg, was ‘de te betalen risicopremie ontstel-

lend hoog.
De functie van de handelaren als bemiddelaars tus-

schen producent en theater is op het gebied van de financiering langzamerhand van groote beteekenis

geworden. Het werd gebruikelijk, dat zij aan de pro-

ducenten opdracht gaven om een film te maken en
deze van ‘te voren reeds verkochten aan de theater-

bezitters. De laatste betaalden dan met wissels, welke

niet bij de eerste klasse banken ondergebracht kon-

den vor.den, en bij a’dere alleen tegen een zeer hoog

disconto (soms tot 50 pOt.). Om deze reden heeft

men in 1933 op initiatief van de Overheid ‘de Film-
credietbank opgericht, welke thans werkt met een

kapitaal van R.M. 1 millioen.
De producenten kunilen nu kapitaal opnemen zon-

der dat
iij
een beroep op handelaren of t’heaterbe-

zitters behoeven te doen. Zelf behoeven
7ij
slechts

over 30 pOt. van de productie- en copieerkosten te
beschikken. De helft ongeveer van de totale Dui’tsche
fi’lmproductie werd in 1934 door deze bank gefinan-

cierd. Het is ‘een van de wijzen, waarop de Regeering

de filmmndustrie steunt. Het ,,F’ilmkanimerges’etz” van
14 Juni 1933 heeft verder ten doel de coördinatie

tusschên de verschillendle onderdeelen van de film-

industrie in den ruimsten zin ‘te bevorderen. De

Rijksf’ilmkamer vat daartoe allen bij de industrie in
Duitschlan’d betrokkenen in één coöperatie samen.
Zooals gezegd, laat de filmin’dustrie zich in 1935

in het algemeen gunstig aanzien, hetgeen een gevolg

is, zoowel van de igrootere. ‘kooplcraclTt van de bevol-
king, als ook van de verbeteringen, die in ‘de film-

industrie zijn aangebracht.

. BOEKAANKONDIGINGEN.

High-level consumplion,
its beha-

vier; its con’sequences, door Williain
H. Lougb en M’artin R. Gainsbrugh.
(New-York en Londen 1935; McGraw-
Hill Book Company, Inc. Prijs. 241-).
Alles wat met consumptie samenhangt, wordt in dit
zeer goed opgezette ‘boek behandeld. Het is in •de

eerste plaats ‘bedoeld voor zakenmenschen en geeft
metingen en schattingen van nationale ‘consumptie.
Zoowel voor cornmerciee’le onderzoekingen en prom’o-

torbedrijven, advertentiebureaux en verkoopafdeelin-

gen kan het bij hun marktonderzoekingen goede ‘dien-
sten ‘bewijzen. Voor hen, die voor economische en

sociale vraa’gstukken :belangslellin,g lhebben, •bevat ‘het

werk interessant materiaal wat betreft ‘o.a. ‘he’t sparen
van consumenten, {]e ‘besteding van het inkomen, kos-

ten van distributie van eonsumptiegoederen, bronnen van onstahifrteit van consumptie en ‘de mogelijkheid

van een evenwicht ‘tussch’en de behoeften ‘der consu-

men’ten en de productiecapaciteit. Zeer veel tabellen

en ‘grafieken, welke tevens uitvoerig in den tekst

worden t’oegelicih’t, verduidelijken den ‘opzet. Vooral

Amerikaansche con’sumptiegewoonten worden onder-

zodht, ‘en wel van de jaren 1924 tot en met 1929,

w’eike uitkomsten met overeenkomstige ‘gegevens van
véér den oorlog worden vergeleken. Het ‘geheel wint
‘hierdoor nog aarinierkelijk ‘in waarde. Ook vergelij-

kingen ‘met andere ‘landen, Engeland en Duitschiand,
ontbreken niet.
S.

ONTVANGEN BOEKEN.

Geld en Goud
‘hun beteekenis en hun vraagstukken

door F. Schoepp, Financieel Redacteur der

Haaigsehe Post. (Den Haag 1935. H. P. Leopol’d’s

U. M. Prijs ing.
f
1.90
)
geb.
f
2.50).

In dit boekje vindt men bek’nopt uiteengezet, welke
beteeken’is het geld heeft en welke rol het vervult in het
ruilverkeer. Vele van de talrijke vraagstukken, die zich
daarbij voordoen, worden uitvoerig besproken, o.a. is
uitvoerig aandacht geschonken aan De Nederhandsche
Bank, ‘gezien het groote belang, dat de werkzaamheid
dezer ‘instelling voor ons •geheele land heeft. Uiteengezet
wordt, wat men onder de w”isselkoer’sen ‘heeft ‘te verstaan
en hoe de werking daarvan is, in verband met de betrek-
k.in’gen tot het buitenland. Verder wordt een schets ge-
geven van den toestand op financieel en ecoi.iomisch ge’bie’d
hier te lande, zooals het verloop daarvan in de laatste
jaren is geweest. Tenslotte wordt ook de veel besproken
vraag onder de oo’gen gezien, of het al dan niet gewenscht
is tot waardevermindering van den gulden ‘over te gaan.

Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen.

De Bank voor Handel en Scheepvaart te Rotterdam zendt ons onderstaand overzicht:
Indexciifers van
12
aandeelengroepen der Amsterdamsche effectenbeurs.
1)

1 Electri- 1 Handels-

Kunst-
Industrie! zijde
lMii0h1

Olie

Rubber
1
Scheep-
Suiker

Tabak

Thee
Banken

citeit
1
ondern.
i vaart

Gemiddelde
1929 158.3
337.5
168.0
432.7
243.0
268.7
402.0 233.5
125.0
398.4

01
1930
149.4
257.7
125.6
264.9
87.4
177.2
371.1
110.7
82.6
292.9

1931
118.1
211.8
93.4
167.7

64.5
144.5
209.8
51.8
49.6
181.9

1932
76.4
178.3
67.1
115.6
37.6
106.4 137.5
27.0
24.9 107.2

1933
84.0
201.8 79.3
137.8
27.8 143.4
164.5
42.8
23.1
112.9

10
1934
75.2
186.8
76.4

52.2
175.7
155.7
62.5
16.1
94.0

Januari
1934
79.2
190.1
85.1

49.9
157.7
176.6
52.4
18.6
99.9

Februari
,,
80.6
187.4
88.5
158.7
50.9
165.7 178.1
51.3
19.-
106.6

Maart
,,
80.2
187.4
87.3
156.9
00.2
170.1
170.2
54.8
20.1
104.-

April
,,
77.-
190,5
85.1
157.9
59.1
172.9
158.1
56.4
18.5
98.2

Mei
,,
75.4
190.7
80.8
155.9
55.1
178.8
155.5
68.1 17.4 98.9

Juni
,,
71.1
192.-
72.5
154.-
53.8
181.4
‘157.5
65.8
14.8
96.1

Juli
,,
72.4
195.8
69.-
156.7
50.8
182.4
152.7
68.1
14.7
92.-

Augustus
,,
74.8
188.2
70.8 155.6
50.7
179.7 151.9
73.1 15.2
94.2
September
,,
76.7
188.1
71.8
157.9
51.-
177.2
151.9
72.2
16.1
93.6

October
,,
76.7
183.8
69.6
160.8
50.6
176.9
145.3
65.7
14.4
86.5

November
74.9
179.5
67.9
161.3
48.5
179.-
137.-.
58.4
12.9
79._

December
,,
72.2
167.6
68.1
161.3
46.3
180.2 133.5
61.4
11.9
79.3

Januari
1935
74.3
164.3
74.5
169.-
45.4
178.8
140.-
81.6
18.8
88.4

Februari
,,
78.4
166.4
80.1
171.8
45.7
173.4
140.0
79.9 19.8
93.9

Maart
,,
79.2
165.4
78.4
170.5
47.8
162.7
136.5
73.1
18.-
91.8

April
,,
81.2
165.3
81.8 175.0 48.9
171.6
151.-
76.-
18.5
100.2

Mei
,,
83.-
166.1
84.2
179.7
45.3
172.8 173.8
79.3
17.3
99.8

Junï
,,
82.6
167.1
86.1 180.1
44.6
177.1 186.3
80.3
17.7
97.2

Schommelingen
in het
aandeelen-indexcijfer.
2
Januari
1935 f 2.064.260.000
=
100.

‘2
Januari
100.-
6
Februari
107.6
6
Maart
103.8
3
April
109.1
1
Mei
109.4

9

,,
.102.4
13
,,
106.3
13

,,
103.2
10

,,
109.-
8

,,
110.6

16

,,
103.8
20
,,
107.3
20
104.2
17

,,
108.6
15

,,
111.6

23

,,
108.1′
27
,,
105.7
27

,,
106.1
24

,,
108.7
22

,,
115.5

30

,,
106.1

29

,,
116.7
1)
‘Men aie voor de toelichting op dit overzicht het nummer van E.-S.B. van
15
Januari
1930, blz. 64.

487.3

443.2

361.3

357.2

241.6

251.4

137.9

175 9

135.9

211.3

150.8

242.8

130.3

229.6

136.2

240.4

135.9

243.4

137.5

246.8

144.8

252.8

1541

250.9

157.8

254.7

168.-

255.7

168.2

236.1

164.3

238.1

153.3

232.3

159.1

232.4

168.3

237.4

166.4

232.7

164.8

208.4

161.7

214.5

162.8

226.

169.4

232.9

5
Juni

118.7
12

119.1
19

116.6
26

,,

116.8

Naclrmzk verboden.

3 Juli 1935

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

573

Fuhrn,o,nn 200 Jci-hre Wolihandel 1735-1935.
Die

Gesch’ich

te des Hauses Fuhrmann
mi
Gesamt-

rahrnen des deutschen Vo11’gewerbes.

Dit prachtig uitgevoerde gedenkboek van de Firma
Fuhrrnann te Amsterdam/Berlijn is een belangrijke bij-
drage voor cle kennis van den wolhandel. Teruggaande tot
de lide eeuw worden o.a. de •hu.isarbeid, het weven in
kloosters en vroonhoeven, dc wrijvingen en ‘tegenstellin-
gen tussehen kooplieden en handwerkers, de regeling van den w’olhandel in de iGde eeuw en cle aohteruitgang ten-
gevolge van den dertigjarigen oorlog besproken. In de
iSde eeuw heeft dan de overgang naar mnnufantuur en
fabriek plaats.

MAANDCIJFERS.
Laatstbekende noteeringen te Amsterdam en Rotterdam
tp
1 Juli 1935 voor
telegrafische
uitbetaling op:

Gulden per
Pari
Koers
Bank-
disconto
.

Europa.
Londen *)
£
12.10
8

7.234
2
Berlijn
5)

100 Mark
59.26 59.23
4
Parijs
5)

……….
100 Franc
9.747
9.7
1
*
Brussel *)
100 Belga
34.59
24.79
2
Luxemburg
……..
100
Franc

6.20
Zünjch
5)

100

,,
48.-
48.044
24
100 Kronen

6.14*
34
Praag ………….
……….
Weenen *)
100 Schilling
35.-
2
7.8
2
*
4
100 Pengö
43.51
43.-
44
100 Lei
1.4880
1.48
44

..

100 Leva
1,797
1.80
7
Belgrado ……….
100 Dinar
4.379
3.39
5
Turksch
£
10.93
1.174
100 Drachme
3.23
1.40
7
100 Lira
13.09
12.16
34
100 Peseta

..
.

..

48.-
20.124
54
Escudo
2.684 0.064
5
Kopenhagen
5)
….
100 Kronen
66.67
32.30
24

Boedapest

………
Boekarest

………

Istanbul ………..

Oslo
5)

100
66.67
36.374
34

Sofia

………….

Athene

………..

Stîckholm
5)
66.67
37.324
24
Rdickjxvick

…….
100

51.
Kr.
1J
66.67
32.70

Milaan

………..

.100

100 Zloty
27.91
27.774
5

Madrid

………..
Lissabon ………..

Kovno (Litauen) ..
100 ‘Lita
24.88 24.80
6
Riga (Letland) ….
100 Lat
48.-
484
54-6

Warschau

………

Tallinn (Estiand) ..
100 Estl. Kr.
66.67
40.50
54

.
.

.

100 Finnmrk.
6.264
3.19
4
Tjerwonets
12.80 12.85
Helsingfors

…….
Moskou

………..
(10 Roebel)
Dantzig

………..
100 Gulden
48.42 28.10
5
)
6
Amerika.
New-York
5)

$ 146.944
14671,
6

14
Canad.
$ 2.4878
1.464
Mex. Dollar
1.24 0.42
Buenos Aires……
Peso (papier) 1.0568′
384
La Paz (Bolivia)
8)

Bolïviano
0.9080

Rio de Janeiro….
Milreis (pap.)
0.8075′
74
Peso (papier)
0.30
155)6)
6-7 Bogota (Columbia)
3)

Peso
2.42 0.74

Montreal

………
Mexico

………..

Quito (Ecuador)

..
Sucre
0.49
8

0.14
Sol
0.69
7

0.35

Valparaiso ………

Montevideo (Urug.)
Peso
2.5725
0.59
Caracas (Venezuela)
llolivar
0.4795
0.374

Lima (Peru)

…….

Gulden
1.-
1.004
Paramaribo

…….
San

José (C. Rica)
Colon
– –
Quetzal
2.484
1.49
Willemstad (Curaç.)
Gulden
1.-
1.004
Managua (Nicar.)
8)

Cordoba
2.484
1.34
San Salvador
3)
….
Colon
1.2440
0.58
Azië.
Rupee
0.91
0.544
34
Gulden I.G.
100 1008/,
6

4
Yen
1.24
0.424
3.65
Dollar
0.814
Dollar
0.60

Guatemala ………

Calcutta ………..
Batavia

………..

Straits Doll.
1.4125
0.844
Phil. Peso
1.24
0.75

Shanghai

………
Singapore

………

Teheran
4)
(Perzië).
.
Pahlavi

8.874

Kobe

………….

Manilla

………..

Baht

0.664

Hongkong ………

Afrika.
Kaapstad
£
12.104
7.23
34

Bangkok ………..

Alexandrië ……..
Egypt.
£
12.42
7.424
Australië.
Melbourne, Sidney

.

en Brisbane
….
£
12.104
5.79
Nieuw Zeeland
….
£
12.104
5.83 ‘)Goudpeso. l)Milreis Goud.

5)
Not, te A’dam.
0v.
not, part. opg.
3) Zichtkoers.
4)
Munteenheid = Rial ( een Kran.)
5)
Nominaal.
6) Op basis offic. not. 0.07314, exportkoers
0.06
1
14.

STATISTIEKEN.

BANKDISCONTO’S.
Ned(Dic Wissels. 4
27Juni’35
Lissabon

…. 5

13Dec.’34

Bk

Bel. Binn. Eif
4427Juni’35
Londen ……2
30Juni’32
Vrsch.inR.C.4427Juni’35
Madrid ……
546Nov.’34
Athene ……….
7

14 Oct.’33
N.-YorkF.R.B
14
1Feb.’34
Batavia……….
4

1 Juli’35
Oslo

……..
3*22Mei’3
3

Belgrado

……..
5
lFebr.
’35
Parijs

……5
20Juni’35
Berlijn

……….
4
22 Bept.’32
Praag

……
3425 Jan.’33
Boekarest ……..
44
15Dec.’34
Pretoria

315 Mei’33
Brussel ……….
2

16Mei’35
Rome ……..
3425Mrt.’35
Budapest ……..
44
17Oct.’32
Stockholm

.. 24
1Dec.’33
Calcutta

……..
3416
Feb.’33
Tokio

…. 3.65

2 Juli’33
Dantzig

……..
6

1Mei ’35
Weenen ……
4 23
Febr.’35
Helsingfors ……
4

3 Dec.’34
Warschau…. 5
26 Oct. ’33
Kopenhagen

….
24

1Dec.’33
Zwits. Nat. Bk. 24 3 Mei’35

OPEN MARKT.

1935

29

24129

17122

11115
Juni

Juni

Juni

Juni

1934

25/30
Juni

,J
26 Juni!’
1Juli

__
1914

20124
Juli

Amsterdam
Partic.disc.
3
1
12-I8
3
1
1-4
1
12
45/
9
_5
4
1
144
3
14
11618
24112

3
1
/8
-3
!16
Prolong.

34
3i1.4
3314_4113
1
111
4
.311
4

2
1
14-
1
14
1onden
Dag8eld.
. .
1
13_
1

1
1_
1

‘/,-I
1
121
:
1
14.2
112
‘,-i
1
3
14′.2
Part,c.disc.
3
14.
13
116
I4’116
14

18
5
I8I4
718-1
112_9116
4114_8J4
Berlijn
Daggeld…
3
18

18
3-18
23/
4
_311
4

2/4-318
31s-
5
1
12
4
1
14.5
1
12

4aanc1geld
231
4
.311
5

231
4
.311
5

2
3
14_3
1
/5
23/
4
31/
5
33/4_51/
3

4
1
1,-6

Part,
disc.
3
3
3
3
33/
3718
211-115
Warenw.
. .
4_11
4_11
4

4_1/
4

4_11
4

4_11 4_11

r.Jew York
Daggeld
1)
11
4

11
4

1f
4

1142)
1
1
1
3
14-2
1
3
Partic.disc,
81
31
(
_51
(

31
3
116
5
18

1) Koers van 28 Juni en daaraan voorafgaande weken t/m. Vrijdag.
2
)10)15 Juni.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND:

Data
NeIV
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavla
York5)
S)
S)
S)
S)
1)

25 Juni 1935
1.4651
s

7.26
59.224 9.724
24.79
100K
26

,,

1935
1.4621
8

7.23%
59.25
9.714 24.80
100
14

27

,,

1935
1.46’/8
7.24
8
/8
59.22
9.72
24.764
10091,
28

,,

1935
1.46f4 7.24
59.224
9.72
24.824
1009/
o

29

,,

1935 1.46
5
116
7.23
71
8

59.25
9.714
24.78
10091,
1
Juli

1935
1.4671
1

7.233
59.23
9.714
24.79
100
8
1
16

Laagste d.w’)
1.4611
8

7.22s.
59.15
9.71
24.75
100
Hoogste d.w
1
)
1.47
7.26
59.274
9.73
24.824
10051
16

Muntpariteit
12.4878
12.1071
59.263
9.747
1
34.592
100

D
a a
Zwit-
ser an
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
5,)

IJ
restl,1
**,
*5,)

25 Juni 1935
48.07

6.14
1.48
12.15
20.16
26

1935
48.04

6.16
1.48
12.17
20.15
27

1935
48.06
– ,
6.15
1.48
12.16
20.17
28

,,

1935
48.07k

6.15
1.48
12.174
20.174
29

,,

1935
48.05

6.15
1.48


1
Juli

1935
48.04

6.15
1.48
12.16
20.12
Laagste d.w
1)
48.-
27.95
6.13
1.45
12.10
20.10
Hoogste
d.w’)
48.12
28.-
6.18 1.50
12.20
20.25
Muutpaniteit
1

48.003
35.007
7.3711.488
13.094
48.52

a a
D
t
Stock-
Kopen-
*
S 0

)
lie!-
Buenos-
Mon- holm
S)

hagen*)
Aires’)
(real’)

25 Juni 1935
37.424
32.424 36.47
3.20
3 9
y
4

1.46k
26

,,

1935
37.35 32.35
36.40
3.20
39
1.464
27

,,

1935
37.35 32.40 36.45
3.20
39
1.46
5
18
28

,,

1935
37.30
32.35
36.40
3.20
387/
8

1.463%
29

,,

1935
37.35 32.35 36.40 3.20
39
1.464
1
Juli

1935
37.324
32.30
36.374
3.20
39
1.46v Laagste
d.w’)
37.-
32.-
36.10
3.15
3831
8

1.4534
Hoogste d.w
1)1
37.65
32.65
3 6.7 0
3.25
3934
1.47k
Muntpaniteit
1
66.671
66.671
66.671
6.266
953%

2.4878
5)
Noteerine te
Amsterdam.
)
Not, te
Rotterdam.
11
Part.
ooeave.
In ‘t Iste of 2cle No. van’ iedere maand komt een ovezieht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen,

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D ata
Londen
($
per
£)
Parijs
($ p. 100
Ir.)
Berlijn
( p. 100
Mk.)
Amsterdam
($ p. 1.00
gid.)

25 Juni

1935
4,94W
6,6311,
40,43
68,21
26

,,

1935
4,94
1
/8
6,63k
40,45
68;26
27

,,

1935
4,94w
6,63s„
8

40,47
68.31
28

,,

1935
4,9411,
6,64
40,50
68,36
29

,,

1935
4,94
,
1
8

0,6371
8

40,50
68,39.
1
Juli

1935
4,94
tj
e

6,63%
40,47
68,34

2 Juli

1934
5,0531
t

6,59k
38,34
67,87
Muntparit.eit..
4,86
3,9081
8

23.81(
408186

.574
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
3 Ju1i 1935

STATISTISCH OVERZI
.
GRANEN EN ZADEN
TUINBOUWARTIKELEN
VLEESCE

.
TARWE
80 K.G. La
ROGGE
MAIS
GERST
K.G.
LIJNZAAD
(Loosduinen)
RUND-
VLEESCH
VARKE?
VLEES(

Plata loco
K.G. Bahia
Blanca loco
La Plata
loco
La Plata
La
loco
Plata
BLOEM-
KASKOM-
SALADE
(versch)
(versct
.
Rotterdam!
Amsterdam
R’dam!A’dam
per 100 K.G. R’damiA’dam
per 2000 K.G.
loco Rotter-
damjA’dam

R’dam/A’dam
1960 K.G.
per

KOOL
Ie soort
KOMMERS
Ie soort
le soort
)
Gem.v.3kw.
perlOOK.G.
per 100
l
per 100 K.G.
per000K.o.

P. 100 St.
5)

P. lOOst.
5)
100 Krop
Rotterdam Rotterd

101
0

fi.
0
10
fi.
I
fL
0
10
“7
0
10
010
1
10
t

L
.
1925
1720

100,0
1307
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
42,50

100,0

1926
15,90

92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4 360,50

77,9

1927
14,75

85,8
12,475
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
36250

78,4

1928
13,475

78,3
1315

100,6
226,00.
97,7
228,50
96,8
363,00
78,5

26,47

100,0
23,08
100,0
5,83

100,0

93,-

100,-
77,50
1929
12,25

71,2
10,876
83,2
204,00
88,1
179,75
76,2
419,25

90,6

26,32

99,4 23,83
103,3
7,60

130,3

96,40

103,7
93,125
:
1930
9,675

56,3
6,225
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77,0

16,32

61,7 18,28
79,2
3,51

60,2

108,-

116,1
72,90
1931
5,55

32,3
4,55
34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4

18,49

69,9
16,89
73,2
4,33

74,3

88,-

94,6
48,-
1932
5,225

30,4
4,626
35,4
77,25
33,4
100,75
42,7
137,00
29,6

16,71

63,1
11,87
51,4
3,57

61,2

61

65,6
37,50
1933
5,025

29,2
3,55
27,2
68,50
29,6
70,00 30,0
148,00
32,0

14,47

54,7 9,96
43,2
1,86

31,9

52-

55,9
49,50
1934
3,67
5

21,4
3,325
25,4
70,75
30,6
75,75
32,1
142,50
30,8

11,72

44,3 8,78
38,0
2,52

43,2

61,50

66,1
46,65

lan.
1934
4,75

27,6
3,10
23,7
65,25
28,2
58,00
24,6
144,25
31,2
62,50

67,2
53,75
#ebr.,,
3,40

19,8 2,775
21,2
65,25
28,2
58,50
24,8
133,00
28,8
63,-

67,7
53,50
Mâart
,,
3,25

18,9
2,725 20,8
70,75
30,6
5875
24,9
132,00
28,5
61,75

66,4
50,50
rit
,,
3,20

18,6
2,70
20,7
70,50
30,5
56,75
24,0
136,50
29,5

17,03

64,3
12,20
52,9
4,61

79,1

63,50

68,3
49,125 ?ei
3,32
5

:
19,2
2,8fl
21,9
62,00 26,8
63,00
26,7
154,50
33,4

12,77

48,2
11,20
48,5

———————–
————————

2,09

35,8

65,75

70,7
47,50
luni
3,67e

21,4 3,175
24,3 65,00
28,1
74,75
31,7
156,50
338

5,35

20,2 2,93
12,7

———————–

0,85

14,6

63,25

68,0
43,75
juli
,,
3,80

221
3,30
23,3
71,50
30,9
78,75
334
151,25
32,7












63,-

67,7
44,62
5

Aug.
.
4,375

25,4
4,275 32,7
83,25
.

36,0
93,50
39,6
159,25
34,4
63,95

68,8
43,30
Sept.
,,
4,-

23,3
4,15
31,7 77,25
33,4
93,25 39,5
145,50
31,5
.
63,55

68,3
42,625
Oct.
,,
3,50

20,3
3,70
28,3 69,50
30,0 93,50
39,6
135,25
29,2



—-





—–

60,70

65,3
42,125
Nov.
,,
3,50

20,3
3,45
26,4
71,25
30,8
89,25 37,8
127,75
27,6












—-

53,75

57,8
44,50
Dec.

3,45

20,1
3,55
27,2
76,25 32,9 91,00
38,6
134,00
29,0
53,15

57,2 44,65

Jan.
1935
3,30

19,2
3,52
5

27,0
74,25
32,1
89,25 37,8
137,25

29,7

—————–

53,625

57,7
45,62′
Febr.
3,20

18,6
3,375

25,8 68,00
29,4
71,25
30,2
124,25
26.9

—————-

– .













– .


.

51,90

55,8
47,55
Maart
,,
3,20

18,6
3,07
5

23,5
67,75 29,3
64,00
27,1
120,50
26,1
























51,40

55,3
51,20
April

4,07
5

23,7
2,95
22,6
70,75
30,6
66,75
28,0
125,00
27,0

10,81

40,8
1 1 .21






















48,6
3,27

56,1

51 ,92
5

55,8 50,25
Mei

4,05

23,5
2,90
22,2
59,90
25,9
67,25
28,5
125,50
27,1

8,98

33,9 7,14









——

30,9
2,46

42,2

50,80

54,6 48,50
Juni
,,
4,025

23,4
2,90
22,2
57,50
24,8
75,00
31,8
124,25
26,9

4,57

17,3
2,02 8,8
0,95

16,3

48,-

51,6
46,12
24

,,

4,-

23,3
2,80
21,4
56,00
24,2
76,00
32,2
123,00
26,6

3,86

14,6
1,64
7,1
0,50

8,6

45,_6

48,4 46,50
6
)
1

Juli
,,
3,95

23,0
2,70
20,7
54,00
23,3
73,00
30,9
121,50
1

26,3
1
1)
Men
zie voor de toelichting
op dezen
staat de
nos. van
8, 15 Aug. 1928, 25 Febr. 1931

en 15 Febr.
1933.

)
Tot Jan.
1931 Hard
Winter No.2. van Jan.
l
16 Dec.
1929
tot 26 Mei 1930
7415
K.Q.
Hongaarsche
vanaf 26 Mei 1930 tot 23 Mei
1932 74 K.G. Zuid-Russisclie; van 23
Mei 1932 tot
2 Oct. 1933
No.
2 Canada.
Canada.Vanl9
Sept.’32 tot24juli ‘3362163 K.O. Z.-Russ.
‘)
Dejaargemiddelden zijn berekend uitde gemiddelde prijzen van April,Mei enjuni van
het betreffend

.
Vervolg
STATISTISCH 0VERz:

MINERALEN TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN
STEENKOLEN
Westfaalschej
PETROLEUM
BENZINE
.

..
KATOEN
WOL
WOL
gekamde
KOE-
KALI
Hollandsche Mid. Contin.
Crude
Gulf
exp.
_____________ _________
__________
gekamde
Australische
Australische,
HUIDEN
SALPE
Midding
locoprijzen

.
1

F. G. F.
1

Sakella-
G. F. No.
i

bunkerkolen,
onezeefd f.o.b.
33 tjm 33.9°
641660
$cts. per
Merino, 64’s Av.
loco
Bradford

CrossbredColo-
nial Carded,
Gaaf,

kop
open
Old.
ç
100K.
R damjA’dam

s.
g.
per barrel
U.S.
gallon New-York
1

ride
Oomra Liverpool
per lb.
50’s Av.
loeo
57-61
pnd.
nett per
1000
K.G.
per Ib.
Liverpol
Bradford per Ib.

f1.
01
$
0
/o
$cts.

0
10
$
cts.
pence
O/o
pence
01
pence
17
pence
‘ii
010
‘ï
1925
10,80
100,0
1.68
100,0
14,86
100,-
23,25
100,0
29,27
100,-
9,35
100,-
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
1926
17,90
165,7
1.89
112,5
13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5
6,30
67,4
47,25
85,9
24,75
83,9
28,46
82,0.
11,61
1927
11,25 104,2
1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3 7,27 77,8
48,50
88,2
26,50
89,8
40,43
116,5
11,48 1928
10,10
93,5
1.20
71,4
9,98
67,2 20,00
86,0
19,21
65,6
7,51
80,4
51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48 1929 11,40
105,6
1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17,05
58,2 6,59
70,5
39,-
70,9
25,25
85,6
32,25 92,9
10,60 1930 11,35
105,1
1.12
66,7
8,77
59,0
13,55
58,3
12,-
41,0
3,92 41,9
26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
1931
10,05
93,1
0.58
34,5
5,04
33,9
8,60
37,0
7,33 25,0
3,08
33,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
1932
8,00
74,1
0.81
48,2
4,50 30,3
6,45
27,7
5,21
17,8
3.11
33,3
16,00
29,1
8,50 28,8
11,15
32,1
6.15 1933
7,00 64,8 0.45 26,8
3,61
24,3
6,75
29,0
5,13
17,5
2,78
29,7 19,25
35,0
9,50
32,2
13,26
38,2
6,18
1934
6,20 57,4 0.63
37,5 2,88
19,4
7,35
31,6 5,32
18,2
2,68
28,7
19,25
35,0
10,25
34,7
12,07
34,8
6,11

lan.
1933
7,05 65,3 0.53
31,5
4,16
28,0
6,15
26,5 5,13
17,5
2,95 31,6
15,75
28,6
8;25
28,0
11,50
33,1
6,30
.l°ebr.
,,
7,20 66,7 0.38 22,6
3,97
26,7
6,10
26,2 4,98
17,0
2,78
29,7
15,50
28,2 8,25 28,0
10,38
29,9
6,40
Maart
,,
7,25
67,1
671
0.38 0.37
22,6
3,87
26,1
6,40
27,5 4,97
17,0
2,77
29,6
15,25 15,75
27,7
28,6 7,75 7,75 26,3
26,3
10,75 11,25
31,0 32,4
6,40 6,40
April
Mei
,,
7,25
7,15
66:2
0.23
5

22,0
14,0
3,67
2,95
24,7
19,9
6,65
7,30 28,6 31,4
5,18 5,60
17,7
19,1
2,68
3,07
28,7
32,8
17,00
30,9
8,25
28,0
12,25
35,3 6,40
Juni
:
Juli

7,15
66,2
0.25
5

0.41 15,2
3,02
20,3
7,85
33,8 5,85
20,0
3,25
34,8
18,50
33,6
9,00
30,5
15,75
45,4
6,40 6,40
Aug.
,,
,,
7,05
6,95
65,3
64,4 0.37
24,4 22,0
3,33
3,37
22,4 22,7 7,60
6.90
32,7
29,7
5,76 5,39
19,7 18,4
3,20
2,91
34,2
31,1
20,75 20,75
37,7 37,7
9,75 9,75
33,1 33,1
16,-
14,75
46,1
42,5
5,80
Sept.
,,
6,85
63,4
0.52 31,0
3,50
23,6
6,60
28,4
4,70
16,1
2,54 27,2
21,50
39,1
10,50
35,6
15,13
44,1
5,85
Oct.
6,60
61,1
0.66
‘39,3
4,04
27,2
6,40
27,5
4,55
15,5
2,48
26,5
20,75 37,7
10,75
36,4
14,50
41,8 5,90
Nov.
6,75 62,5
0.66
39,3
3,72 25,0
6,25
26,9
4,63
15,8
2,39 25,6
23,75
43,2
12,00
40,7
13,38
38,6 5,95
Dec.
,,
6,95
64,4
0.67
39,9
3,75 25,2
6,50
28,0
4,89
16,7
2,38 25,5
25,00

45,5
13,25
44,9
13,50
38,9
6,-

lan.
1934
665
61,6
0.66 39,3
3,74
25,2
7,10
30,5
5,47
18,7
2,59
27,7
27,00
49,1 14,75
50,0
13,-
37,5
6,15
Pebr.
6:30
58,3
0.64
38,1
3,25 21,9
7,50
32,3 5,64
19,3
2,68
28,7 23,75 43,2
12,75
43,2
13,-
37.5
6,20
Maart
,,
6,25
57,9
0.63 37,5
3,05
20,5
7,40
31,8 5,50
18,8
2,76 29,5
23,25
42,3
11,75
39,8
12,50
36,0
6,25
April
,
6,30
58,3
0.62
36,9 2,79
6

18,8
6,95 29,9 5,37
18,3
2,50
26,7 23,00
41,8
11,50
39,0
12,-
34,6
6,30
Mei
,,
6,25
57,9
0.62
36,9
2,88
19,4
6,80
29,2 5,20
17,8
2,48 26,5
21,00
382
10,50
35,6
11,88
34,2
6,30
6.15
56,9
0.62
36,9
2,83
19,0

7,15
30,8 5,23
17,9
2,77
29,6
19,00
34,5
9,50

32,2
11,50
33,1
6,30
J
luni
uli
6,15
56,9
0.62
36,9 2,68
18,0
7,55
32,5
5,22
17,8
2,83
30,3
17,00
30,9
9,00 30,5
11,50
33,1
6,30
Aug.’
6,15
56,9 0.62
36,9
2,68
18,0
7,85
34,0
5,32
18,2
2,85
30,5
16,00
29,1
8,50 28,8
11,75
33,9 5,80
Sept.
,,
6,00
55,6 0.62
36,9
2,74
18,4
7,70
33,1
5,06
17,3
2,71
29,0
15,00
27,3
8,50
28,8
12,-
34,6 5,85
Oct.

6,00 55,6
0.62
36,9
2,60
17,5
7,40
31,8
4,93
16,8
2,57
27,5
15,00
.
27,3
8,50 28,8
12,50
36,0
5,90
Nov.

6,10 56,5
0.62
36,9 2,53
17,0
7,40
31,8
5,42
18,5
2,67
28,6
15,00
27,3
8,75
29,7
12,-
.34,6
5,95
Dec.

6,05 56,0
0.62
36,9 2,76
18,6
7,50
32,3
5,43
18,5
2,77
29,6
14,50
26,4
8,50
28,8
11,25
32,4 6,05

lan.
1935
6,05
56,0
0.625
37,2
2,97
5

20,0
7,55
32,5
5,38
18,4
2,99 32,0
14,75
26,8
8,25
28,0
10,751
31,0
6,15
lebr.
,,
6,05 56,0
0.625 37,2
2,75
18,5
7,50
32,3
5,24
17,9.
3,-
32,1
14,00
25,5
7,75
26,3
10,50
30,3
6.20
Maart
,,
5,90
54,6
0.62
36,9
‘2,74
18,4
6,80
29,2 4,85
16,6
2,79
29,8
13,75
25,0
7,50
25,4
10,25
29,5
6,25
April
,,
6,00
55,6
0.63
37,5
2,99
20,1
7,05
30,3 4,89
16,7
2,89 30,9
14,75
26,8
8,00
27,1
10,75
31,0
6,30
Mei

1

6,05
56,0
0.62
36,9
2,97
6

20,0
7,30
31,4
4,96
16,9
3,07
32,8
16,00
29,1
8,50
28,8
11,75
33,9
6,30
Juni
,,
1

6,05
56,0
0.62
36,9
3,15
21,2
7,-
30,1
4,82
16,5
2,98
31,9
16.75
30,5
8,50
28,8
12,

34,6
6,30
24

,,
1

6,05
56,0
0.62
36,9
3,10
2

20,9
7,-

.
30.2
4,78
3

16,3
2,95
3

31,6
17,50
4
)
31,8
8,75
4
)
29,7
12,-
5

34,6
6,30
1

Juli
1

6,05
56,0
0.62
36,9
‘7,25
31,2
,
6,30
1)
Jaar- en maandgem. afger. opI(s
pence.
2
)29
Juni.
3)
26Juni.
4
)27 Juni.
5
)
18 Juni.
6)
25Juni.
7)

20 Juni.

3 Juli

1935
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
575

i
GROOTHANDELSPRIJZEN
1)

ZUIVEL EN EIEREN
METALEN

BOTER BOTER

KAAS Edammer
EIEREN
KOPER
LOOD

1
1

TIN
IJZER
Cleveland
GIETERIJ-
ZINK
GOUD
ZILVER
per K.G.
Leeuwar-
1
1g•
Alkmaar
Gem.
not.
Standaard
Locoprijzen
1

Locoprijzen
Foundry
IJZER
Locoprijzen
Londen
cash cash
Londen
per derComm.
Crisis
Fabrieks-
Eiermijn Locopriizen
Londen
t

Londen per
No. 3 f.o.b.
(Lux
III) P.
Londen Standard
Zuivel-
kaas
Roermond
Londen
per Eng.
ton
1

Eng.
ton Middlesb.
Eng. t. f.o.b.
per per ounce
Ounce
Noteering
Centr.

ki.
mjmerk
p.
100
st.
per Eng.
ton
1
per Eng.ton
Antwerpen Eng.ton fine
per50K.G.
1
— ii:

-i/-

It


ii:


i


it


%
T
Ç
010

Sh.

01
0

ii
£
0
10

sh.

010

pence
OI
1925 2,31

100,0


56,-
100,0
9,18
100,0 62.116
100,0 36.816
100,0
261.171-

100,0

73

100,0

67/-

100,-
36.316
100,.

55/6

100,-

32
1
(
100,0
1926 1,98

85,7


43,15
77,1
8,15
88,8

58.11-
93,5
31.116
85,3
290.1716

111,1

8616

118,5

6818

102,5 34.216
94,3

851-

99,5

28
11
116

89,3
1927 2,03

87,9


43,30

77,3
7,96
86,7

55.141

89,7 24.41- 66,4
290.41

110,8

73
1

100,0

6416

96,3
28.10/-
78,8

851-

99,5

2614
83,3
1928 2,11

91,3


48,05
85,8
7,99
87,0

63.161-
102,8
21.11-
57,8
22751-
86,8

661-

90,4

6218

93,5
25.516
69,9

851-

99,5

26
1
116
81,1
1929 2,05

88,7


45,40

81,1 8,11
88,3

7514!-
121,9
23.51-
63,8
203.1516

77,8

7016

96,6

6819

102,6
24.1716 68,8

851-

99,5

24
7
1
76,2
1930 1,66

71,9


38,45

68,7
6,72
73,2

54131-
88,0
18.116
49,6
142.51.
54,3

671-

91,8
59(6

88,8
16.171-
46,6

851-

99,5

17
1
11
6

55,4
1931

1,34

58,0


31,30

56,9
5,35
58,3

36.51-
58,4
12.11-
33,1
110.11-
42,0

551-

75,3

4716

70,9
11.1016 31,9

9216

108,2

13(
41,6
1932 0,94

40,7


22,70

40,5 4,14
45,1

22.171-
36,8 8.121-
23,6
97.21-
37,1

421-

57,5

371-

55,2
9.161-
27,1

118/-

138,0

12718
40,1
1933 0,61

26,4

0,96

20,20

36,1 3,71
40,4

22.216
35.6
7.1716
21,6
131.181-

50,1

411-

56,2

351-

52,2
10.1216

29,4

12417
8
14 145,8

12318
385
1934 0,45

19,5

1,-
18,70

33,4 3,45
37,6
18.1416
30,2
6.1516
18,6
141.1916

54,2

401-

54,8

3317

50,1
8.91-
23,4

137j73/
4
161,0

131116

40,7

an.’34 0,50

21,6

1,-
20,40

36,4
5,05
55,0

21.71-
34,4
7.71- 20,2 148.31-
56,8

3916

54,1

361

53,7
9.121-
26,5

12916

151,5

12
3
14
39,7
Feb.,0,47

20,3

1,-

21,55

38,5
3,68
40,1

20.916
33,0 7.41-
19,8
140.131-

53,7

3916

54,1

3615

54,4
9.-16
24,9 13711

160,3

12
1
1
38,9
Mrt.,

0,44

19,0

1,
19,90

35,5
2,71
29,5

20.31-
32,5
7.316
19,7 144.1516

55,3

4016

55,5

3513

52,6 9.21-
25,2
13618

159,8

12
5
18
39,3
Apr.,, 0,42

18,2

t,-
17,20

30,7
2,72
29,6

20.1416
33,4
7.46
19,8
150.1016

57,5

4116

56,8

3412

51,0 9.716
25,9 13511

158,0

1211
1
6
38,7
Mei

0,41

17,7

1,-
16,05

28,7
2,54
27,7

20.41-
32,5
6.1616

18,7
144.1916

55,4

4016

55,5

3219

48,9
9.21
25,2 13613

159,4

12
1
116

37,5
luni
n

0,41

17,7

1,-
19,40

34,6
2,74
29,9
19.1816.
32,1
6.141-
18,4
140.1-

53,5

4016

55,5

3119
47,4
8.16!-
24,3
I37I8

161,1

12
1
14
38,1
juli
.

0,40

17,3

1,-
21,50

38,4
281.
30,6

18.111- 29,9
6.1416

18,5
142.91-
54,0

4016

55,5

3214

48,2
8.61-
22,9

137111

161,4

12(
39,7
ug.. 0,43

18,6

1,-
20,90

37,3
332e
36,2

17.61-
27,9
6.141-
18,4
139.716
53,2

401-

54,8

3216

48,5
8.716
23,2 13816

162,0

13
40,5
ept.

0,43

18,6

1,-
18,125

324
3,31 36,1
16.101-
26,6
6.516
17,2
131.171- 52,6

3916

54,1

3216

48,5
7.17!-

21,7

1411-

164,9

1318
40,9
)ct. ,,

0,43

18,6

1,-
17,37
6

31,0 3,95
43,0 16.31-
26,0
6.61-
17,3
137.1916

52,7

3916

54,1

3216

48,5
7.71-
20,3

141110

165,9

14
43,6
N4ov.

0,47

20,3

1,-
.
17,-

30,4
4,52
5

49,3
16.1116
26,7 6.81-
17,6
139.81-
53,2

401-

54,8

3216

48,5
7.7/6

20,4

139164

163,2

14
7
/
46,3
Dec.

0,54

23,4

0,95

15,12
5

27,0 4,07
44,3
16.161-
27,1
6.61-
17,3
137.816
1

52,5

3916

54,1

34j1
50,9
7.4/6

20,0 140/6*

164,4

14″Jio

45,7

an. 35 0,58

25,1

0,90

1495

26,7
3,12
6

34,0
16.191-
27,3
6.51-
17,2
138.111-
52,9

3916

54,1

3416
51,5
7.66

20,4

141/10

165,9

1414

45,9
eb.
,,

0,52

22,5

0,95

14,375

25,7
3,20
34,9 16.41-
26,1
6.41-
17,0 136.81-
52,1

3916

54,1

3416
51,5
7.316

19,8

14218

166,9

14
1
ji
46,1
Mrt.,,

0,37

16,0

1,025

13,30

23,8
2,74 29,8 16.81- 26,4
6.716
17,5
124.516
47,5

381-

52,1

33/9

50,4
7.-!-
19,4

14715

172,4

15j4
49,0
Apr.

0,37

16,0

1,08

11,50

20,5
2,31
5

25,2 18.81-
29,6
7.516
20,0
131.-IS
50,0

3816

52,7

33(6

50,0
7.111-

20,9

14415

168,9

18
3
116.
56,6
VIel

0,34

14,7

1,10 11,85

21,2
2,38
5

26,0

20.-j-
32,2
8.616
22,9
135.516
51,7

391-

53,4

3316

50,0
8.1516 24,3 14213

166,4

20
62,3
luni

0,41

17,7

1,07

11,95

21,3 2,415
26,3
18.16

30,3
8.1116
23,5
136.516
52,0

3916

54,1

3316

50,0
8.111-
23,6 14116

165,5

19(
61,1
p,437

18,6

1,-
11,50
8
)

20,5 2,40 26,2
18.71-
29,6
8.716
23,0
13717f-
52,6

39,6

54,1

3316

50,0
8.716
23,2

140111+ 164,9

18
7
18
58,8
Juli

1

1,-
1
t
2,45 26,7
17.11!-
1

28,3
1

8.316
22,4
1137.1816

52,71 3916

1

54,1

1
3316
1

50,01
8.716

123,2.1141141

165,4 118/4
1

58,4
ept. 1932 79 K.G. La Plata;
van
26 Sept. 1932
tot 5
Febr. 1934 Manitoba
No. 2
3)

Tot Jan. 1928 Western

vanaf Jan.
1928
tot 16
Dec. 1929 American
No.
2 van
1928 Malting; van Jan.
1928 tot
9 Febr.
1931
American
No.
2, van
9 Febr.
1931
tot 23
Mei 1932 6415 K.G.
Zuid-Russische.
Van
23 Mei-19 Sept. 1932
I4o.
3
Juni.
7)
27 Juni.
8)
28 Juni.
:

l
GROOTHANDELSPRIJZEN.
.

BOUWMATERIALEN
KOLONIALE PRODUCTEN
.

VURENHOUT
STEENEN
CACAO
COPRA
KOFFIE
RUBBER
SUIKER

THEE
INDEXCIJFER

Kolo-
basis 7″ f.o.b.
Zweden/
binnenrnuur

buitenmuur
G.F. Accra Ned.-Ind. Robusla
Standaard
Ribbed Smoked
Witte kristal-
AfI. N.-1. theev.
Finland
per
f.m.s.
Locoprijzen
Sheets
suiker
loco
A’dam gem. pr
Grond-
nlale
perstandaard
per
per
50 K.O. c.i.f.
Nederland
per
100
K.G.
Amsterdam Rotterdam
per

!2
K.G.
loco
Londe
R’damlA’dam
per 100KG.
Java- en Suma-
trathee
P’!
K.G.
stoffen
d?en
van 4.672 M
3
.
per
1000
stuks
per
1000
stuks
per Ib.


f
°Io
f
0
10
sh.
0
10
f
°lo
5h.
0
10
f1.
0
10
ets.
1925
159,75 100 15,50
100,-
19,-
100,-
4216
100,-
35,87
5

100,0
61,375
100,0
2111,625
100,0
18,75
100,0
84,5
100,0
100.0 100.0
1926
153,50
96,1
15,75
101,6
19,50 102,6
491-
115,3
34,-
94,8 55,375
90,2
21-
67,4
17,50
93,3 94,25
111,5
96.0
102.6
1927
160,50
100,5
14,50
93,5
18,50
97,4
681-
160,0
32,62
5

90,9
46,875
76,4
116,375
51,6
19,125 102,0
82,75
97,9
81.5
109.1
1928
151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
5713
134,9
31,87
5
88,9
49,625
80,9
-/10,75
30,2
15,85
84,5
75,25
89,1
84.6 97.4
1929
146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
111,8
45110
107,9
27,37h
76,3
50,75
82,7
-110,25
28,8
13,-
69,3
69,25′
82,0
01.9
85.5
1930 141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
34111
.82,2
22,625
63,1
32
52,1
-15,875
16,5
9,60
51,2 60,75
71,8
66.0
64.3
1931
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
2215
52,8
15,375
42,9
25
40,7
-/3
8,4
8,-
42,7
42,50. .50,3
46.8
.46.8
1932
69,00 43,2 9,25
59,7
15,-
78,9
19,5
45,9
13,-
36,2
24
39,1
-11,75
4,9
6,325
33,7
28,25
33,4
36.1
38.0
1933
73,50
46,0
10,-
64,5
12,75
67,1
1514
36,0
9,30
25,9
21,10 34,2
-12,25
6,3
5,52
5

29,5 32,75
38,7
35.2
34.1
1934
76,50 47,9
8,50
54,8
10,50
55,3
1316
31,8
6,90
19,2
16,80
1

27,4
-13,875
10,9
4,07
5

21,7
40
47,3
34.4
32.1

1.

’33
70,00
43,8
9,25
59,7
13,50
71,1
1616
38,8
11,50
32,1
24
39,1
-11,625
4,6
5,37′
28,7
25
29,6
33.2
34.1
br.

70,00
43,8
9,25
59,7
13,-
68,4
1519
37,1
10,62
5

29,6 23,75
t

38,7 -11,5
4,2
5,60
29,9
26,75
31,7 32.1
34.4
t.

,,
70,00
43,8
9,50
61,3
12,25
64,5
1613
38,2
10,37
5

28,9 23,50
38,3 -11,5 4,2
6,-
32,0 26,25
31,1
32.4
34.9
r.
70,00
43,8 9,75 62,6
12,75
67,1
1515
36,3 9,50 26,5 23,50
38,3
-11,625
4,6
6,07′
32,4
27,50
32,5 32.8
34.9
1
70,00
43,8 9,50
61,3
12,50
65,8
1616
38,8
9,50
26,5
23
37,5
-12
5,6 6,02
5

32,1
26,50
31,4
34.2 35.0
72,50
45,4
10,-
64,5
13,-
68,4
18/1
42,6
10,-
27,9
22,50
36,6
-/2,375
6,7
6,35
33,9
31
.
36,7
97.2 37.5
75,00
46,9
10,25
66,1
13,-
68,4
1718
41,6
9,475

26,4
22,50
36,6
-/2,625
7,4
5,92
5

31,6
33,50
39,6
38.2
31.4
g.

,,
75,00
46,9
10,50
67,7
13.-
68,4 16/5
38,6
8,75 24,4
20,75
33,8
-/2,625
7,4 5,27
5

28,1
35,25 41,7
36.5
35.8
pt.

,,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1415
33,9
8,25 23,0
19,75
32,2
-12,5
7,0
5,375

28,7
36,75 43.5
36.1 34.6
t.
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1217
29,6 1,62
5
21,3
17,75
28,8
-/2,625
7,4 4,90
26,1
42,25
50,0
36.5
33.4
75,00
46,9
10,-
64,5
12,50
65,8
1216
29,4
8,-
22,3
16,25
26,5
-12,75
7,7
4,65
24,8
40,50
47,9

36.4 32.7
C.

,,
75,00
46,9
10,75
69,4
12,50
65,8
11/5 26.9
7,975

22,2
16
26,1
-12,875
8,1
4,75
25,3
41
48,5
31.1
31.3

an.’34
75,00
46,9
10,75
69,4
12,75
67,1
12/10 30,2 7,45 20,8
16,50
26,9
28.1
-12,875
8,1
4,95
4,975

26,4
45,50
t

46,75 53,8 55,3
38.9
‘35.0
83.8
35.9
eb.

Mrt.,
80,00
80,00
50,1
50,1
10,50
9,75
67,7
62,6
12,50
12,-
65,8
63,2
1415
1411
33,9
33,1
7,25
7,-
20,2
19,5
17,25 17,75
28,9
-13
-/3,25
8,4
9,1
4,525
26,5
24,1
45,50
53,8
35.1
35.2
.pr.
80,00
50,1
9,75
62,6
12,-
63,2
1414
33,7
6,55
18,3
17,75
28,9
-13,625
10,2
4,25
22,7
44,25
52,4
35.8 34.5
tei

80,00
50,1
9,25
59,7 11,25
59,2
1512
35,7
6,72
5

18,7
17
27,7
-14
11,2
4,15
22,1
42,75 50,6
35.1
34.3
uni,,
77,50
48,5
8,-
51,6
10,-
52,6
15/4
,
36,1
7,-
19,5
17
27,7
-14
11,2
4,20
22,4
41,-
48,5 34.5
33.8
uh
77,50
48,5
7,50
48,4
10,-
52,6
13111
32,7 6,925
19,3
16,75
27,3 -14,375
12,3
3,975

21,2 40,50 47,9
34.1
32.2
ug..
7550
47,3 7,25
46,8
9,50′
50,0
1

12110
30,2 6,87
5

19,2
16,50
26,9
-/4,5
12,6
3,975

21,2
39,75 47,0
33.9 31.4
ept.,
7350
46,0
7,-
45,2
8,75
46,1
j

12/5 29,2
6,65
18,5
16,50
26,9

1
4,5
12,6
3,725
19,9
33,50
39,6
33.1
20.5
Ict.,,
73.00 45,7
7,-
45,2 8,75
46,1
11
1
7
27,3 6,70
18,7
16,50
26,9

1
4,125

1
1,6
3,525
18,8
32,75
‘38,8
32.7
.
27.8
bv..
73,00
45,7
7,-
45,2 8,75
46,1
t

1213
28,8
6,62
5
18,5
16
26,1
-/3,875
10,9
3,15
16,8
33
39,1
32.1
27.6
lee.,
73,00
45,7
7,-
45,2 8,75
46,1
1218
29,8
7,175
20,0
16 26,1
-/3,875
10,9
3,375

18,0
34,50 40,8
32.1
28.8

an.’35
66,00
41,3
7,25
46,8 8,50
44,7
1411
33,1
8,775
24,5
16
26,1
-13,875
10,9
3,50
18,7
33,75
39,9
32.9
29.5
eb.,,
66,00
41,3 6,75
43,5 8,25 43,4
1412
33,3
9,375

26,1
15,62
5

25,5
-/3,75
10,5
3,45
18,4
32
37,9
32.4 28.9
Lrt..
59,00
36,9
7,-
45,2
8,25
43,4
1313
31,2 8,57
5
23,9
14,625
23,8
-13,25
9,1
3,55
18,9
29
34,3
30.9 27.4
pr.,
60,00 31,6
7,-
45,2
8,25
43,4
1316
31,8
9,15
25,6
14,50
23,6
-/3,375
9,5 4,15
22,1
31,25
37,0
32.1
28.5
lei
,,
57,50
36,0
7,–
45,2 8,25 43,4
1314
31,4
9,50
26,5
14,125
23,0
-13,4375
9,6
4,20 22,4
32,75
38,8
33.3
.
28.6
uni,,
57,50 36,0
13
1
3
35,2
9,07′
25,3
13,875
22,6

1
3,625
10,2
3,87
5

20,7 30,25
35
,8

33.2 27.8
57,50
36,0
1314
6

31,4
8,50
1

23,7
13,50
22,0
-/3,625
10,2
3,62
5
19,3
30,257)
35,8
33.1
21.0
uh

.
57,50 36,0

.

8,1251
22,6 1
13,50
.
22,0 -13,625
10,3
1

3,62
5

1
19,3
1

33.0
,
27.1

1
Alle Pondonnoteeringen vanaf 21 Sept.’31 zijn op goudbasts omgerekend; de Doliarnoteoringen vanaf 20April ’33 zijn In verhouding van de dopreciatie
on Dollar t.o.v. den Gulden verlaagd.

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 1 Juli 1935.

Activa.
Binneni. Wis-f Hfdbk.
f
30.502.621,25
sels, Prom., Bijbnk.

1.448.950,43
enz.in
disc.Ag.sch. ,, . 3.020.911,03 f

34.972.482,71
Panier o. h. Buiten!. in disconto ……..-
idem eigen portef.

f

785.725,–
Al: Verkochtmaar voor de bk.nog niet afgel.


785.725,-
Beleeningen
Hfdbk.
f
122.741.996,971)
mcl. vrsch.
in rek..crt.

Bijbnk. ,,

13.835.053,97

{
op

onderp.

Ag.sch. ,,

46.386.904,43

f
182.963.955,37

Op Effecten ……
f
175.227.098,84
1
)
Op Goederen en Spec. ,,

7.736.856,53
182.963.955,371)
Voorschotten
a.
h. Rijk
…………….,,

Munt, Goud ……
r
113.593.740,-
Muntmat., Goud

544.435.269,81

f

658.029.009,81
Munt, Zilver, enz.

,,

22.074.314,58
Muntmat., Zilver.. ,,


,,
Belegging van kapitaal, reserves en pen-
680.103.324,39
2
)

sioenfonds

……………………,,
39.545.749,18
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,
4.600.000,-
Diverse rekeningen ………………,,
3.126.616,82
Staat d. Nederi. (Wetv. 27/5/’32, S. No. 221)
1&486.148,55

r
961.584.002,02
Passiva.
Kapitaal ……………………….f

20.000.000,-
Reservefonds …………………….,,

4.049.884,01
Bijzondere reserve …….
……….. ,,

5.675.000,-
Pensioenfonds ………………….,,

9.967.314,44
Bankbiljetten in omloop ………….. ,,

854.977.550,-
Bankassignatiën in omloop ……….,,

143.571,36
Rek.-Cour.
5
Het Rijk
f
26.468.513,36
saldo’s:
1,
Anderen,, 39.851.725,95

66.320.239,31
Diverse rekeningen ………………,,

450.442,90

f
961.584.002,02

Beschikbaar metaalsaldo …………
f
312.043.817,58
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is

780.190.540,-
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank
o
ndergebracht …………………,,


Waarvan aan Nederlandsch-lndjf
(Wet van 15 Maart 1933, Staatsbiad No. 99) ……..
f
73.789.100,-
Waarvan in het buitenland ……………………..16.852.940,99

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Goud

Andere Beschlkb. Dek-
Data

Circulatte opetschi’. Metaal- kings
Munt
1
Munt,naf.

schulden saldo

perc.

1 Juli ’35 113594 541.435 854.978 66.464 312.044 74
24 Juni ’35 113594 513.469 808.478 47.992 307.587 76

25 Juli ’14 65.703 96.410 310.437 6.198 43.521 54

Data
LEJis?J

nin
g
en
1

1 Juli 19351 34.972 1

182.964786

3.127
24 Juni 19351 34.813 1

148.190

786

3.410

25 Juli 19141 67.947 1

61.686 2

0.
188

509
1) Onder de activa.
JAVASCHE BANK.

Data
Metaal
Circu- laffe Andere
opeischb.
schulden
Discont.
IDIY. reke-
nlngenl)

1
Juni

1935,,
794 1.196
473 595
1.724
25 Mei

1935..
.
798
1.058
430
626
1.697
18

1935,.
799 1.093 414
621
1.707
11

1935..
789
1.112 440 612
1.684
4

1935..
790 1.164
426
609
1.717

5 Juli

1914..
645
1.100
560
735 396

I
ISluitp. der activa….
,…

-.

Data
1
bulte,i
1
Dis-

Belee-

Diverse 1

1
N.-Ind.
1
conto’s
1
ningen

reke-

1
k1ns-
percen-
1
bef aalb.
1

1

ningen 1)

taee

29Juni’35
2
)
2.660
77:960
12.560
60
22

,,

1352)
2.500 75.090
,

12.200
61

1Juni1935
916
10.924
53.921
12.102
64
25 Mei 1935
642
10.834 51.607
11.557
64

25 Juli 1914
6.395
7.259 75.541
2.228
44
‘)
Sluitpost activa.

2)
Cijfers telegrafisch ontvangen.

576

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3 Juli 1935

KODRSEN TE LONDEN.

Plaatsen
en
Landen
Not eerings
eenheden
15Juni
1935
22
Juni
1935

1
Laagste
l
Hoogstel
24129
Juni
1935
2
9Jum
1935

Alexandrië,.
Piast. p.
£
9731
97%
97s1
8

975
8

97
Athene

•…
Dr. p.
517 514 514 515 514
Bangkok ….
Sh. p. tical
111011,

111011
8

111011,
111011
8

1110
1
/,
Budapest

• .
Pen. p.
£
-16%
16%
16% 16%
16%
BuenosAires’
p.pesop.£
18.75
18.65
18.60
18.80 18.70
Calcutta
. . . .
Sh. p. rup.
116
1
18
116118
1
1
631
32
1
1
65
13
2

11681,
Constantin,.
Piaat.p.c
610
610
610
610
610
Hongkong ..
Sh. p.
$
2/48/
5

21313,
0

212 214
21285/
16

Kobe

……
Sh. p. yen
1128/, 112’1
8

1/211
1
,
1127/,,
1/2
1
1
8

Lissabon,,
Escu. p.
£
110
1
1
8

1108/,
109
7
18
11081
8

1101/
s

Mexico

•..,
$perC
17%
17%
17%
18%
173%
Montevideo’)
d.perg
19%
19%
19%
20
19%
Montreal

..
$
per
£
4.93%
4.95k
4.9451
8

Riod.Janeiro3
d. per Mii.

..

2
19
f
2s1
8

2%
218/,,
29116
Shanghai

..
Sh. p. tael
1/8
1/78/,
11671,
117
7
18
11
77/,,
Singapore ..
id. p. $
2/4
1
/
32

2/3
31
/
32

21371,
2,
1
4′,,
8

213
31
1
32

Valparaiso’).
$perg
118
118
118 118 118
Warschau
• .
ZI. p.
£
26% 26
259/
4

1
26%
26
1)
Offic. not. 15
laten. eem.
not., welke
imoorteurs
hehhen
te
hefslen
1Juni
1! Z
Juni
11,01.
2)
Uttic. not.
12
Juni 39
1
12; 17 Jtini 393/
4;
3)
Id
Ii Mrt. 411
4.
4)
90 dg. Vanaf 28 Aug. laatste export” noteering.

ZILVERPRIJS
COUDPRIJS’)
Londen’)
N.Yorkl)
Londen
25 Juni 1935,,

31i
69%

25 Juni 1935,,.,

1411_1
26

,,

1935..

31
69%

26. ,,

1935….141/2
.
27

,,

1935..

3lij
69%

27

,,

1935,•

141131
23

,,

1935..

31
69%

28

,,

1935,

141/31
29

,,

1935.,

31% 69%

29

,,

1935

141/41
1 Juli

1935.. 31%
69

1 Juli

1935..,

14114k
2 Juli

1934..

21
46%

2 Juli

1934

137110
27 Juli

1914..

24111,
6

59

27 Juli

1914

84110%
1)
in pence p.oz.stand.
1)
Forelgn
silver In $c. p.oz. line.
7)
in ah. p.oz. line

STAND
VAN
‘s RIJKS KAS.

Vorderingen.
1

22Juni1935
1
30Juni 1935
Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne
/

5.454.907,03

derlandsche

Bank……………….
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
431.482,67
f

74.092,69
Voorschotten

op

ultimo

Mei

1935
ajd. gemeent. verstr. op a. haaruitte
keeren hoofds. der pers. bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. en dergem.
fondsbel., alsmede opc. op dle belas-
tingen en op de vermogensbelasting
4.772.574,31
4.772.574,31

Id. aan

Suriname …………………
140.088.332,27
,,

12.141.796,50
144.975.963,25
12.279.992,21
Id. aan

Curaçao ………………….
..,

1.907.319,92
,,

1.909.511,15
Kasvord. weg. credietverst. alh. buitenl.
,, 119.039.914,11
,, 118.874.004,12

Voorschotten aan Ned.-lndië……….

Daggeldieeningen tegen onderpand

.


Saldoderpostrek.v.
Rijkscomptabelen
Vord. op het Alg. Burg. Pensioenfonds’)
,,

36.055.903,26
,,

6.152.710,80
34.787.812,93
197.639,86
48.189.550,52
,,

53.089.550,52
Vord. op andere Staatsbedrijven’)……
Verstr. t. laste der Rijksbegr. kasgeld-
leeninggn aan gemeenten (saldo),..
,

38.789.923,35
»

39.383.063,30

Voorschot door De Ned. Bank ingev.
art. 16 van haar octrooi

verstrekt

f

10.361.564,63
Schatkistbiljetten In omloop ………
f406.217.000,-
406.217.000,-
,,

67.530.000,-
,,

67.530.000,-

1.000.000,-
1.23

,,

2.816,50

.

1.231.325,50

Sch atkistpromessen in Omloop……..

Schuld op ultimo Mei

1935

aan de

Daggeldieeningen ……………………
Zilverbons in

omloop ……………..

gem. weg. a. h. uitte keeren hoofd,. d.
pers. bel., aand. 1. d. hoofds. d. grondb.
e. d. gem. fondsb. alsm. opc. op dle


Schuld aan het Alg. Burg. Pensloenf.i)


bel, en op de verm. bel………………….

Id. a. h. Staatsbedr. der P.T. en T.’)
91.401.539,08 599.569,47
88.078.908,15
1.274.229,06
Id. aan andere Staatsbedrijven’) ………..
,, 118.426.128,81
118.448.499,67
Id. aan diverse instellingen’) ………
‘) in rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
1

22Juni 1035
1

30 Juni 1935
Vorderingen:
f

8.683.000,-
Saldo b. d. Postchèque- en Girodienst

,,

1.837.000,-
5.605.000,-
Betaalmiddelen in ‘s Lands kas

.

Verplichtingen:

Saldo Javasche Bank……………../ . 6.512.000,-

Voorschot’s Rijks kase. a. Rijksinstell

,
140.088.000,-
144.976.000,-
Scjiatkistpromessen ………………

750.000,-
.750.000,-
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds

226.000,-

226.000,-
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank

,

664.000,-
,

515.000,-
Voo/schot van de Javasche Bank


SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Goud
Zilver
Circulatle
opeischb.
1
schulden
metaal-
saldo

29Juni’35’)
1230
172.330
32.560
41.574
22

,,

1352
)

123.880 172.710
29.230 43.104

1 Juni1935
105.480
1
,

25.383
173.569
32.534
48.422
25 Mei1935
103.980
1

26.392
171.755
30.670
49.401

25 Juli 1914
22.057
1

31.907 110.172 12.634
4.842

Auteur