Ga direct naar de content

Jrg. 19, editie 982

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 24 1934

54 OCTOBER 1934

A UTEURSRECffT
VOORBEHOUDEN,

Economisch~Statistische

Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DF, MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR’ DE RIJN VAART

UITGAVE VAN’ HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

19E
JAARGANG

‘.

,WOENSDAG 24 (

NEDERLANDSCH ECONOMiSCH INSTITUUT.
Curatoren.: Mr. G. Vissering, Voorzitter; Ir. A. Plate,
Onder-Voorzitter; Mr. E. P. van, der Mandele, Penning-
meester; Mr. P. Hofstede de Groot; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; L. H. Mansholt; Mr. R. Mees; E. D. van Walree;

Ch. J. I. M. Welter; C. J. P. Zaalberg.

ECONOMISCH-STATL5T1SCJJE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES.
Prof. Mr. ‘D. van Blom; Jhr. Mr. L. E. van Lcnnep;
Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. N. J. Polak;
Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. ‘van Welderen Baron
Ren gers; Jan Schilthuis; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
Redacteur.Secretaris: Dr. H. M. H. A. van der .Valk.

Scretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telef bon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bi] abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh
d
van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam,
Ansterdam, ‘s-GraEenhage. Pôstchèque- en giro-rekening.No.
145192.

Abbnnenaentspiijs voor het weèkblad franbo p. p. in
Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,—. per
jaar. Losse nummers 50

cents. •Economisch-Statistisch
-Kwartaalbericht f 1.—. Leden en donateurs ‘ontvangen
het weekblad en het Kwartaalbericht gratis en een reductie
op de verdere publicaties. ‘ —
• Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

INHOUD.

Bz.
DE ROTTERDAMSCHE DOLLARLEENING
door
Dr. R. van
• – Geiiechten ……………………………………924

Het belang van den Nederlandschen uitvoer naar Britscli-
• Indië door
H. F. N. Njei.jwenhuis ………………….925

Is wering van buitenlandsche kolen een lalidsbelangi

927
De Rijksmiddelen over September
1934……………..927

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING:

De ontwikkeling van de koloniale politiek van Frank:
rijk’door
Dr. H. Weichmann………………..928

AANTEEKENINGEN : –

,

.

Beteekenis van cle Engelsche markt voor cle boter-

exporteerende landen………………………
929
De schulden van Rotterdam in de, crisis ………….
930
Koffievoorraden in Brazilië …………………….
930
Plannen tot saneering van cle katoenspinnerijen in
Lancashire ……………………………..
930
Resultaat van de rondvraag van de Interiiitionaie
Vereeniging voor de Suikerstatistiek…………
930
Resolutie van de landen van het goudblok
:……..931

INGEZONDEN STUKKEN:

Vergelijking van den economischen toestand in goud-
en niet-goudlanden door Prof. Dr. W. C. A(ees R.Azn.
met Naschrift door
Dr. J. G. Stridiron……….931

MAANDCIJFERS …….

,

Productie der Steenkolen-, Bruinkolèn- en Zout- –
mijnen ………………………………….
932

Overzicht van den stand der Rijksmiddelen ……..-.
932

STATISTIEKEN
……………………………
933_934
Geidkoersen. — Wisselkoersen. – Bankstaten.

OTOBER 1934

No. 982

23
OCTOBER 1934.

De voornaamste gebeurtenis op cle geidmarkt is de

inschrijving op
f
45 millioen schatkistpapier, waar-

voor de Minister van Financiën heden de gelegenheid

heeft opengesteld. Het resultaat is als volgt:

ingesnhr. toegewezen

(in mill. gld.)

prijs

rendcin.

3-maands – – 9.6

8.4

f
998.72

1
/pCt

6-maands ..
22.7
, 14.—

,, 996.20

%.pCt.

1-jaars – . . . 26.8

9.4

,,1.013

1
3
1i6 pOt.

3-jaars – .. .

3.8

3.66

1.017.95

bijna 2% pOt.

5-jaars – . .. 17.65 9.1

,, 1.024

2n132 pOt.

De ‘geldkoersen veranderden niet: evenmin kwam

wijziging in de noteering voor prdlongatie.

*
*

– Aan de daling van het Pond Sterling is deze week

een eind ‘gëkomen, waarschijnlijk doordal’ de contrôle

in Engeland regelend optrad. Gezien de ‘wijze waarop

de steun op de Engelsche markt werkt, zijn hieover

geen betrouwbare gege.’ens te krijgen:; de stemming

is dan ook’zeer onzeker ‘gebleven. Van 7.18%i is de

prijs tot’ 7.30 opgeloopen om tenslotte op 7.27%1 te
eindigen. Dollars, die aanvankelijk tot 1.46 teruglie-

pen, verbeterden tot 1.46%. In Londen. héeft men

bijna de geheele week den prijs op ca. 4.95Xigehouden.

Fransche Francs veranderden bijna niet; zij shorn-

melden rond de 9172%.’ De £fFrs.-noteering kwam

van 74.10 op 74.80. De Belga’s bleven hij ‘het ‘oaicler-

ste goudpunt — 34.45. De koers voor 1eic]istrken

liep een weinig terug, 59.40-59.32%L Registearken

bleven aanvankelijk overwegend aangeboden op steeds

verder terugloopende koersen; gisteren was ‘een ‘reac-

tie merkbaar en trad- een lcle.ine koersverbeterfng in.

Canadeehe Dollars bleven op ca. 1.50. Argentijijsehe

Pesos wat lager op 38%. Yen ca. 42.

Op de termijnmarkt was er yraag naar Ponden op

latere levering, waardoor het disagio voor
.
3-mnds.

op
°fie
c. kwam; 1-maands
5/
c. onder kassa. Dollars

op 1- en 3-maands-levering Vs resp.
s
/is
c. déport.

Op de gou.dmarkt bleef het stil; de omzetten varen
gering. De prijzen bleven practisch onveranderd.

924

1
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

24 October 1934

DE ROTTERDAMSCHE DOLLARLEENING

In verband met de oneenigheid, die op het oogen-
blik •heerscht, tusschen de gemeente Rotterdam en
de Vereeniging voor den Effectenhandel inzake deze
Dollarleening, moge hier deze vraag van een paar
zijden worden belicht.
In 1924 is door Rotterdam een 6 pot. Dollar-
leening aangegaan bij de National City Company te
New-York tot een bedrag van $ 6.000.000. Bij deze huitenlandsche leening is, blijkens de aanteekening,
voorkomende op de in de Engelsche taal gestelde
obligaties, contractueel vastgelegd, dat ioowel hoofd-
som als interest betaalbaar zijn ten hoofdkantore van
de bank te New-York,, als financiëele vertegenwoor-
digster van de gemeente voor deze leening, in gou-
den munt van de Ver. Staten van Amerika van het
toenmalige gewicht en dezelfde fijn’heid of daaraan
gelijk zijnde.
Voorts is overeengekomen, .dat alle bedragen we-
gens hoofdsom en rente alsmede voor het amortisatie-
fonds te New-York ‘hij bedoelde bank zullen worden
gestort in gouden munt van de Vereenigde Staten
van Amerika of de toen geldende waarde daarvan.
Mede staat vast, dat is gecontractueerd, •dat de over-
eenkomst zal worden uitgelegd in pvereenstemming
met de wetten van den staat New-York.

Op 5 Juni 1933 is in Amerika,tot stand gekomen een joint resolution, uit welke resolution in dit ver-
band van belang is: ,,Every obligation herefore of
hereafter incurred, wether or not any such provision
is contained therein or made with respect thereto,
shali be discharged upon payment dollar ‘for dollar,
in any coin or currency, which at the time of pay

ment is legal tender for public and pr,ivate debts.”
Rotterdam baseert zich op deze ,,resolution” bij haar verdere aflossing der schuld, om rente en af-
lossing in Dollars tegen den dagkoers te betalen.
Dat de gemeente hierbij juridisch gedekt is, komt mij
zeer waarschijnlijk voor.

De leening is in Amerika uitgegeven en de beta-
ling van rente en aflcvssin’g moet in Amerika geschie-
den. Dit is immers in 1924 gecontracteerd. Hieruit
moet geconcludeerd worden, dat de Nederlandsche
rechter, wanneer de zaak aan zijn oordeel wordt on-
derworpen, de Amerikaansche wet heeft toe te pas-sen. Dit is constante jurisprudentie. (Rb. Almelo 17
Febr. 1897 W. 7029; Eb. Rotterdam 30 Jini 1905
W.
8289).
Waar een overeenkomst gesloten is en uit-
gevoerd moet worden in een bepaald land, geldt de
wet van dit land. Eb. Rotterdam 26 October 1911
W.
9401.:
Waar de overeenkomsten moesten wor-
den uitgevoerd, deels in Duitschland deels in Neder-
land,. moet de vraag, welk recht daarop van toepas-
sing is, beslist worden door de plaats waar de over-
eenkomsten waren tot stand gekomen;
Eb. Amster-
dam 3 Maart 1933. W. 9203: Vragen van materieel
recht moeten beslist worden naar de wetgeving van
het land, dat ‘de rechtsbetrekking tusschen partijen
behe’erscht en zulks onafhankelijk van den rechter,
aan wiens oordeel de zaak is onderworpen.

-Nu is bovendien in het contract door partijen over-
eengekomen, dat het contract zal worden uitgelegd
in overeenstemming met de wetten van den staat
New-York, Ver. Staten van Amerika. Hierover zegt
Prof. Mr. D. Josephus Jitta in zijn ,,Internationaal
Privaatrecht” o.a.: ,,Partijen kunnen een toepasse-
lijke wet aanwijzen, maar alleen binnen de grenzen
der vrijheid, welke de wet, die de overeenkomst be-
heerscht, afbakent. .. Partijen kunnen •de aanwij-
zing uitdrukkelijk doen. Is die aanwijzing werkelijk
een gemeenschappelijke wilsuiting, en wordt naar een
wet verwezen •die rederljkerwijs een aanknoopings-punt biedt, dan zie ik geen reden waarom onze rech-ter er geen gevolg aan zou geven”.
Het buitenland’sche karakter der leening wordt
‘bovendien nog gedemonstreerd door de omstan-
digheid, dat de obligaties niet in de Amsterdam-

sche beursnoteering zijn opgenomen. Het is niet aan
te nemen, dat nimmer op noteering zou zijn aange-
drongen. Blijkbaar heeft Rotterdam dat niet willen
doen. Die weigering zou het juridisch probleem nog
wel niet van karakter doen veranderen, maar het
standpunt der ‘gemeente zal daardoor wel kunnen wor-
den versterkt.
Men zou het vraagstuk ook van een moreele zijde
kunnen beschouwen. Immers de ,,resolution” van 1933
laat aah den debiteur de vrijheid te betalen in goud.
De gemeente stelt zich op :het standpunt, dat zij hier-
toe ook moreel niet gerechtigd is. In antwoord op
een vraag, naar aanleiding van, deze kwestie van het
lid van den Rotterdamschen Gemeenteraad, Mr. J. Du-
tilh, heeft het College van B. W. op 17 October 1933
geantwoord, dat zij de vraag, ,,of zij de obligatiehou-
ders door bepaalde handelingen, voor de gevolgen van de Amerikaansche wet behooren schadeloos te stellen, ontkennend hebben ‘beantwoord, omdat het gemeente-
bestuur zich op het standpunt moet stellen, dat uit
de Gemeentekas ‘geen gelden beschikbaar mogen wor-
den gesteld voor uitgaven, die zij niet verplicht is
te doen, a fortiori voor betalingen, die zouden moe-
ten strekken om de werking van de door het wettig
gezag in Amerika genomen maatregelen te corrigee-
ren.”
Persoonlijk kan ik het standpunt van Rotterdam
geheel deelen. De verdedigers van het andere stand-punt stellen zich waarschijnlijk niet voor, ‘dat de ge-
meente Rotterdam al de ‘hou’ders van dergelijke obli-
gaties in gouden Dollars van 1924 zou uitbetalen, en aldus hare schuideischers in de Ver. Staten een Dol-
lar-voordeel in den schoot zou werpen, dat deze zelf,
in verband met de wetgeving in hun eigen land, zeker
niet verwachten; w.at zij verlangen is waarschijnlijk
veeleer, dat de Nederlandsche houders van ‘dergelijke
obligaties zouden worden schadeloos gesteld in ver-
band met het lagere bedrag aan guldens, dat ‘zij nu
zullen ontvangen.
Ik kan een
dergelijk
standpunt echter niet deelen.
Waarom kochten deze obligatiehouders in 1924 Dol larstukken van een Nederlandsche gemeente? Omdat
zij den Gulden niet en den Dollar wel vertrouwden.
Er was toen gelegenheid genoeg ‘om zich Rotterdamsche
gemeenteleeningen in Guldens aan te schaffen. Zij
hebben het nationale ‘geld gewantrouwd en aan het
buitenlandsche de voorkeur gegeven. Wanneer deze
speculatie verkeerd uitvalt, moet dan. ‘de Nederland-
sche gemeenschap zeggen: Wij zullen ‘de onaange-
name gevolgen, die uwe voorkeur voor ‘buitenlandsch
geld voor u gehad heeft, voor onze rekening nemen?
Zouden die obli’gatieh’ouders, wanneer de Nederland-
sche Gulden gedevalueerd was in den loop dier jaren
gezegd ‘hebben:
Wij
zullen de toegenomen lasten, die
het ‘betalen van ‘gouden Dollars in ‘gedepreciêerd Ne-
derlandsch ‘geld met zich brengt voor ‘deze Neder-
landsche gemeente, voor onze rekening nemen? Wijst
niet juist het feit, dat zij Dollarobligaties verkozen
erop, ‘dat zij zich van delotgevallen van den Neder-
landschen Gulden wilden bevrijden? Hunne keuze is
verkeerd ‘uitgekomen, maar wanneer men hen in de
nade’eien, die dit vool hen heeft, tegemoet kwam, zou
dit een premie zijn voor de toekomst op het koopen
van Nëderlandsche ‘Overh’eidsobiig’atiés in buitenland-
sche valuta. Het ware de nationale munt verzwak-
ken, wanneer een Nederlandsche ‘gemeente een der-
gelijk’ standpunt zou innemen.
Men zou desnoods n’og iets voor het standpunt kun-
nen voelen, dat een gemeente als Rotterdam niet be-
hoort te profiteeren van een in zekeren zin onvoor-
zien, voordeel, wanneer ‘daardoor hare crediteuren worden geplunderd. Maar dit is hier niet het geval.
De gemiddelde Dollarkoers bedroeg in 1924:
f
2,64.

Voor het oogenblik is ‘deze
f
1,46. De koopers van 1924 krijgen dus in Guldens ongeveer 55 pOt. terug van wat. zij in 1924 hebben gestort. De’ waarde van
het Nederlan’dsch geld is ondertusschen echter in
sterke mate gestegen. Wanneer wij, om die waarde

24 October 1934

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

925

te meten, een gemiddelde nemen tusschen het index-
cijfer der groothandeisprijzen en dat der kosten van
levensonderhoud voor meer gegoeden, is het Neder-
176,o + 156,
landsch geld gestegen in de verhouding 134,7 + 78

dus tot 156 pOt. Men kan dus niet eens zeggen dat,
in goederen uitgedrukt, de obligatiehouders aanzien-
lijk nadeel lijden door hun voorkeur voor buitenland-
sche valuta. En waar natuurlijk het Nederlandsche
inkomen in goederen uitgedrukt door de stijging van
het Nederlandsche geld niet is gestegen (ik laat hier
nu de daling van het reëel inkomen door de crisis en
door de waardestijging van het geld zelf, buiten be-
schouwing) zie ik ook niet in, welke overweging van
hilljkheid ertoe zou kunnen leiden de obligatiehou-
ders een compensatie te schenken voor hun uit Vrije
verkiezing genomen risico, toen zij zich aan een
vreemde wetgeving toevertrouwde. Ook een beroep op de redeneering, dat de koopers in de tusschenge-legen periodes op deze wijze ‘het kind van •de reke-
ning worden, gaat in dit geval niet op. De leening ricteerde in 1931 en 1932, voordat de Vereenigde
Staten den gouden standaard verlieten, 84 á 86 pOt.
VAN GENEOHTEN.

HET BELANG VAN DEN NEDERLANDSCHEN UITVOER

NAAR BRIT SCH.INDIË

In verband met onzen geduri-g stijgenden export-
nood en lettende op -de trieste omstandigheid, dat de
mogelijkheden van invoer en afzet in de ons omrin-
gende landen, als ook in andere Europeesche gebie-
den, gaandeweg verminderen dan wel uit opbrengst-
oogpunt weinig of niet bevredigend zijn, mag het• ons
geenszins onverschillig laten 6f en zoo ja wèlke kan-
sen en vooruitzichten er alsnog voor onze onderschei-
dene exportproducten aanwezig -zijn of binnen het bereik liggen in enkele ,,vreemde” overzeesche ge-

westen.
In de eerste plaats dienen wij dan wel het oog te
richten op het uitgestrekte gebied van
Britsch-Indi.ë

(mcl.
Burma en Ceylon), met zijn massa-bevolking
van rond 350 millioen zielen, welk land in de komen-
de tijden vermoedelijk steeds meer op den voorgrond
zal treden en allengs grootere behoeften zal toonen
aan velerlei fabrikaten en producten ten gerieve van
zijn inwoners, zoowel als ten dienate van zijn in-dus-
triëele bedrijven.
In dit licht bezien valt het dan ook te betreuren,
dat onsland daar zoo weinig firma’s telt van eigen
origine, want behoudens ‘n enkel importhuis te
Bom-

bay en te
Karachi
en te
Rangoon
kent Britsch-In-dië

geen E[ollandsche vestigingen; zelfs het belangrijke
Calcutta is
daarvan sedert kort gehéél verstoken.
Waarbij nog valt op te merken, dat het de shaars-
overgeblevenen de laatste jaren – in hoofdzaak van-
wege het gemis aan voldoenden verkoop voor hunne
Hollandsche textiel-relaties – al evenmin voor den
wind is gegaan, zoodat er op het moment in deze
véélomvattende markten te weinig stimulans van kan

uitgaan.

• Nu is het natuurlijk niet zonder beteekenis ge-
bleven, dat het Britsch-Indische Gouvernement, on-der den druk van de Otawa-overeenkomst en verder
ter bescherming van zijn locale industrieën, er toe overging om het invoerrecht op de meeste buiten-
landsche goederen in belangrijke mate op te voeren,
waarbij echter meer of min begunstigende bepalingen voor fabrikaten of producten, afkomstig uit de andere
deelen van ‘het British Empire, niet werden voorbij-
gezien. Dat deze maatregel wel, in het bijzonder moest
dienst doen om een verdere penetratie van Japansche
textiel- en andere laaggeprjade goederen zooveel mo-
gelijk te stuiten, vereischt te dezer plaatse zeker geen
nadere toelichting; maar het valt intusschen niet te
loochenen, dat tengevolge daarvan o.m. aan -den in-
vcir van onze voortbreugselen een (onverdiend en on-

noodig) gevoeligen ‘slag is toegebracht. En dit gold
wel voornamelijk ten nadeele van onze Twentsche
industrie, wel-ker
Shirtings
b.v. ginds al sedert jaren een gerenommeerde standaard-positie hadden inge-
nomen, terwijl Japan reeds v66r het intreden van
den crisisstrijd aan de
Sarongs
van Twenthe en Hel-mond de mogelijkheid van verderen verkoop vrijwel
gehéél had ontrukt.

Zoowel Twent’he als Helmond, als ook de
wollen
stoffen
van Til

burg, konden zich nog tot v66r en-
kele jaren in een geregeld ‘debiet naar Britsch-Indië
‘verheugen en daarvan is in het huidige stadium wei-
nig meer intact gebleven.

De vraag is nu maar of en hoe lang en in hoeverre
deze voor onzen ganschen industriëelen uitvoer zoo
fnuikenden toestand nog zal (kunnen) vooi-tduren,
m.a.w. -zijn er aan den horizont perspectieven te zien -van een mogelijken ommekeer in of althans gunstige
wending van ‘de bestaande, door een samenloop van
omstandigheden, door Britsch-Indië ‘geadopteerde
handelsbelemmeringen.

Wat het textiel’belang betreft, gelooven wij niet op
een spoedige kentering ten onzen gunste te mogen
rekenen, wijl de Britso’h-Indische Regeering behalve
op de instandhouding en bevordering van de eigen
zéér belangrijke textielproductie – welke in de over-
grootste behoefte aan kleeding voor de inheemsche
bevolkin-g voorziet – ‘bedacht moet zijn op de belan-
gen van Manchester en Leeds ed; Doch overigens,
voor verscheidene andere fabrikaten, behoeven wij
waarschijnlijk het vooruitzicht op verbetering van de
bestaan-de -min-gunstige situatie niet prijs te geven.

Men moet nl. niet uit het oog verliezen, dat het
Britsch-Indische werelddeel – al evenzéér als onze
eigen overzeesche gewesten – is aangewezen op na-
genoeg iederen ‘staat in het Westen en in het Oosten
voor de afname van zijn ruwe katoen en jute alsook
ju’tefabrikaten, 9f van zijn thee, zaden en grondnoten en/of zijn huiden en vellen, ijzer en sta-al, zijn schel-
lak,
zijn
ta’bak en nog zoo vele andre voortbrengselen
van zijn vruchtbaren bodem. Voor al die gewassen,
mineralen etc., waarvan de totaal-uitvoerwaarde nog
•de laatste jaren rond 1300 tot 1600 millioen Rupees
bedroeg, dient een débouché te worden gevonden en
daarin kan zèlfs het -Britsche Imperium – al neemt
het in z’n gehéél 40
ut
45 pOt. voor zijn rekening –
toch niet voldoende voorzien. Het restant moet dus
naar elders worden verwerkt, o.a. naar’
Nederland,
dat geregeld van 3
tot 3 pOt.
van het totaal heeft
betrokken; terwijl daartegenover aan bnze fabrikaten,
naast die van anderen niet-Britschen oorsprong, toch ook een markt dient te worden aangeboden.

En dat shijnt het Britsch-Indische Gouvernement
ook wel terdege in te zien, getuige -de onlangs in een
bijeenkomst met

belanghebbendeii te Delhi aangeno-
men resolutie om weer meer aansluiting te zoeken
met de handels- en industrie-centra van het Europee-
sche en Amerikaansche Continent en weer voort te
gaan met het aanstellen van handelsvertegenwoordi-
gers in de voornaamste buitenlandsche rayons. In
Londen, New-York, Hamburg en Milaan (?) zijn die functies al meerdere jaren vervuld geweest en ‘blijk-
baar niet zonder succes, want b.v. speciaal
Duitsch-
tand
en
Italië
hebben zich reeds v66r de crisisperiode
bijzonder ingespannen om tot hechtere zakelijke be-
trekkingen met Britsch-Indië te komen, 66k al ten
gerieve van hun scheepvaartbelangen. Nu is het maar
te wenschen, dat Nederland bij de keuze van toe-
komstige standplaatsen voor een als bovenbedoeld
handelsintermedium niet wordt uitgesloten, wijl ver-
wacht mag worden, -dat onze industriëelen
bij
een
nabijen inlichtingsbron allicht méér als tot nu toe –
‘de v66r-crisisjaren inbegrepen – van hun belangstel-
ling voor het arbeidsveld in Britsch-Indië zullen doen

blijken. .
Want schakelen
wij
b.v. enkele grootere in-heemsche
industrieën uit – met -name die van textiel, machin

926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

24 October 1934

rieën, aardappelmeel, stroocarton, gloeilampen en
plantenhoter – dan heeft de Hollandsche producent,
over het algemeen, bitter weinig aandacht aan den
uitvoer naar dit ‘belangrijke deel van den wereidbol geschonken. Het is dan ook aan den ondernemiugs-
geest van de leiders van enkele bedrijven uit de voor-
melcie industrieën te danken, dat ons aandeel in den
totalen Britsch-Indischen import ad
1200 d 1300 mii-
lioen Rupees (=
de helft van de jaren 192711929)
nog van 1V4-1% pOt. varieert, en het valt ook
tevens aan cle uitnemende kwaliteiten van derzelver
leveranties te wijten, .dat de Hollandsche industrie
ginds een alleszins ‘goede reputatie geniet en de
Britsch-Indische handeisman prijs stelt op een zaken-
connectie met industriëel Nederland.
Overigens is de hier te laude nog vaak gehoorde
opvatting niet juist, dat de gindsche bevolking, wier
intelligente en beter gesitueerde voormannen feite-lijk den import in handen hebben, een uitgesproken voorkeur aan den dag zou leggen voor het Britsche
fabrikaat. Wie zijn oor weleens in ginds-inheemsche
kringen heeft te luisteren gelegd, zal éér beamen, dat

de overzeesche handel nie’t ongaarne – soms wel uit
politieke overwegingen – en voor •zoover de gelegen-
heid daartoe voldoend financiëel-gunstig is, een tegen-
widht zoekt voor den invoer van het Britsche product.

De huidige strooming in een ander deel van Voor-
Indië, met name in
Ceylon,
om te voorkomen, dat de
Japansche invoeren in het vervolg nog h66ger zullen
worden belast, alsmede het protest van specifiek-
Engelsche (Manchester-) zijde tegen de, 66k voor
,,home-manufactures” geldende, verhoogde invoerta

neven in
Australië,
zijn bovendien even ‘zoovele tee-
kenen, dat de resultaten van ,,Ottawa” niet alom in
het Britsche Imperium tot voldoening— laat staan
uitkomst – hebben geleid, en men kan er dan ook
van overtuigd
zijn,
dat zéér zeker Britsch-Indië met
zijn overwegend Hindoeschen of Mohammedaanschen
handelstand zich, zoodra het daarin
zijn
voordeel ziet,
een ei’gen weg zal kiezen. Daarom ook is het van
zoo groot gewicht om de toekomstige ontwikkeling
van dingen daar te lande van nabij te volgen.

Dat Nederland daarin momenteel tekort schiet en
dat onze industrie dientengevolge van een mogelijke
koersverandening overzee weinig of niet zal (kunnen)
profiteeren, moet dan ook – gezien de noodzakelijk-
heid van meerderen export voor zoovele grootere en
kleinere bedrijven – als een bedenkelijk feit worden
vastgesteld. Ook hier wreekt zich – trouwens even-
als ten opzichte van ons eigen koloniaal gebied –
de teleurstellende werkelijkheid, dat de Nederland-
sche faibrikant, zonder véél uitzonderingen, zelve zoo
gezegd geen ,,inside information” van het overzeesche
handelsverkeer heeft opgedaan en er feitelijk nimmer
bemoeienis mee heeft gehad; een euvel, dat nu hopen-
lijk spoedig zal plaatsmaken voor een meer energieke
gestie, zich uiteude in een intensief eigen-contact
met de gindsche handelscentra en hun handelaren.
Gelijk al sedert vele jaren door Engeland, Duitsch-
land, Italië, Frankrijk en andere industrie-landen
wordt onderhouden, zij ‘het op een andere wijze (t.w.
door het periodiek uitzenden van bekwame eigen-ver-
.tegenwoordigers en een tusschentijdsche marktbewer-
king door aangestelde inheemsche commissie-agenten)
dan de minder kostbare en toch meer efficiënte uit-
voering, die wij zouden willen voorstellen.
Want de Britsch-Indische import en distributie be-
rust als vorengezegd hoofdzakelijk bij den inheem-
schen handelsstand en het Rijk in zijn grooten om-
vang huisvest zekere meerdere duizendtallen handels-
lieden, waarvan echter gevoegeljk het meerendeel op
grond van minder goede koopmausopvattingen kan worden uitgeschakeld.. Met de overigen, di. met de
vaak zéér kapitaalkrichtige, invloedrijke en betrouw-
bare kooplieden, is het echter – wanneer de beide
partijen elkander eenmaal hebben leeren kennen en waardeeren – als regel zéér wel zaken doen en men
zou verstéld staan over het formaat en de vlotte af-
wikkeling van transacties, die daaruit kunnen resul-
teeren. Het deponeeren van een accreditief ten be-
dra’e van eeuige duizenden £-Sterlin’gs bij een bank
in Londen of elders in Europa of ook wel bij een
ovei’zeesche bankinstelling behoort •dan zekér niet t6t
de zeldzaamheden. –
En de toeleg voor onze toekomstige zaken dient nu
juist te zijn
om
met die betere categorieën van koo-
pers in verbinding te komen en zèlf. geregeld te blij

ven, waartoe enkel een permanente eigen-vestiging in
het overzeesche gebied van nut zal blijken. Alsdan
kan iedere kans tot verkoop wordéh aangegrepen en
dan zal de fabrikant ook geleidelijk een beter inzicht
verkrijgen in de ‘gindsche toestanden èn verhoudin
gen en de zich gedurig wisselende markteischen.
Nu kunnen wij ons indenken, dat mede met het
oog op de tegenwoordig onzekeré tijdsomtandigheden
een fabrikant er mogelijk voor zal terugdeinzen om in een hem tha.ns nog vrijwel onbekend gebied een
z.i. wellicht riskante verbinding aan te gaan en ook
tegen de daarmede gemoeid gaande vesti’gingskosten
zal opzien. Het risico van opname en betaling van
uitgezonden partijen is bij een permanente en corn-
petente vertegenwoordiging ter plaatse echter minder
groot en omvangrijk dan veelal wordt gedacht. De
méést-gebruikelijke verkoopstermijn luidt:
30
(or 60)
days D/P
=
documents against payment, dus ont-vangst van goederen zonder voorafgaande betaling
kan niet plaats vinden. Met de afnemers, die DIA-
condities
(=
documents a’gainst acceptance) verlan-
gen, behoeft immers niet te worden gehandeld, ter-
wijl wat de grootere zendingen betreft – vanzelf-
sprekend geldt dit voor reeds ingevoerde en/of ge-
wilde goederen – daarvoor kan als vorengezegd vaak
een Letter of Credit worden bedongén. Overigens
hebben wij reeds eerder – zie onze beschouwing van
20 Juni jl. met betrekking tot onzen industniëelen
export naar Ned.-Indië – voorgehouden, dat het
deicredere voor een belangrijk deel door verzekering
kan worden ‘gedekt (middels de Nederlandsche E*-
portcrediet-Verzekening Maatschappij).

Ten huidigen dage vormen de voor Britsche goe-
deren ingestelde preferentie-rechten natuurlijk een
,,handi’cap” voor onze producten, doch zal men ginds
binnen afzien’baren tijd ook wel tot andere dan ,,Ot-
tawa”-gedachten moeten (wiIlen) komen.

Maar wenschen wij daarvan mede profijt te trek-
ken, dan dienen’wij er toch
bijtijds
voor te zorgen,
dat wij behoorlijk present zijn om ons naar de gun-
stigere omstandigheden te kunnen aanpassen. En
daartoe is het voorzeker niet noodig of wel geweuscht,
dat elke export-fabrikant individueel zijn plan de
campagne voert, wijl een evengoed of wellicht beter
effect kan worden bereikt, wanneer een combinatie
van verscheidene fabrikanten tot stand komt, die
,,en bloc” voor een deugdelijke vertegenwoordiging
zorg draagt. Voorloopig kan dan ook wel met één
enkele nederzetting, hetzij te Bombay of Calcutta,
worden volstaan en de vaste lasten daarvan – die
niet méér dan rond
f
15.000 (pim. Rs. 27.000) ‘s jaars behoeven te beloopen – kunnen dan gezamenlijk wor-
den gedragen, al naar verhouding van ieders zaken.
Zijn er nu hier te lande geen 12 á 15 export-wil-lende of. zoekende fabrikanten te vinden, die het –
zèlfs bij de ginds momenteel nog heerschende minder
aantrekkelijke handelstoestanden – aandurven om
dezen exportkans te benutten? En ligt het mogelijk
niet op den weg van onze in Britsch-Indië gevestigde
Hollandsche huizen om op de bovenomschreven wijze
voor onze industrie een goede aansluiting met dat
gebied te helpen bevorderen?
Doch hoe clan ook, moge het er in ieder geval van
komen, dat onze economische betrekkingen met het
Britsch-Indische Rijk eenlang een voor onze industrie
beter aspect te zien zullen geven. Den kpers hebben
wij hiermede aangegeven. – H. F.
N. NIEuWENHUIS.

24 October ‘1934

ECONOMISCH:.STATISTISCHE BE1ICHTEN

927

IS WERING VAN BUITENLANDSCHE KOLEN EEN

LANDSBELANG?

Onze medewerker schrijft ons:

Het Jtarverslag van den lloofding’euieur.der ‘Mij-nen over
1933
is dezen keer van bijzonder belang,
omdat het een punt aanroert, dat meer nam voren
dient te komen dan daarin geschiedt.
Er staat om.: ,,Onze voorraden aan op practisch
ontginbare liepte liggende steenkolen zijn ‘beperkt. In
het zuiden van het rnijndistrict zullen de meeste onzer
bestaande mijnen in ongeveer
30
jaren uitgeput zijn.
De iioordelijkere staatsmijnen over
60 â 90 jaren.”
Wanneer wij het nog niet wisten, wordt het hierin
nog eens luide uitgezegd: Bedenkt, Nederlanders, dat
gij u
iv
kapitaal ôpeet. In het Zuidelijkste’ deel van
ons koléngebied is het over een jaar of dertig afge-
loopen met de winning van kolen en over nôg éens
dertig á zestig jaar in de rest van het gebied. Men zou nu mogen aannemen, dat wij zuinig met
dien kostbaren voorraad, die wèl tf- maar niet toe-
neemt, zouden omspringen. Het tegendeel is waar. Wanneer deeigen markt, of, zooals bedoelde fune-
tionari het uitdrukt, ,,het natuurlijke marktgebied”
niet voldoende is, dan moeten wij maar zien ‘het on-
erkoéhte gedeelte elders ‘tegen de ruïiieiize prijzen
van het oogenblik kwijt te raken. Nietwaar? Wij
brengen die kolen nu eenmaal boven en kunnen er
toch moeilijk mee ‘blijven zitlen. Wij denken er zelfs
niet aan de prodüctie althans wat té beperkén,’ z’oo-
als alle andere producenten in Europa doen en gaan
maar’ lustig voort te’ ,produâeeren, als hadden wij vele
honderden millioenen tonnen van. die kostbare ener-
gie be’schikhaÂr. –
De productie is als volgt geweest:

1913 ……1.870.000’toii

1928 ……..10.920.000 ton
1914 ……’1.983.000 ,,

1929 ……..11.581.000
197′ …….3.007.000 ,.

1930 ……:.

12.211.000
1920 ……4.116.000 ..

1931 …….. 12.901.000
1923 ……5.596.000 .,

1932 ……..12.756.000
1926 ……8.843.000 ,,

1933 ……..12.574.000
1927 ……9.488.000 ,,

1934 (8 mnd.)

8.166.000

• Hieruit ‘blijkt zonneklaar, dat ‘de stijgende lijn, met
uitzondering van een minimale vermindering in
1932, 1933
en
1934,
geen oogenblik losgelaten is. Is dat ver-
antwoord in tijden ‘als deze, die het noodzakelijk ma-
ken, dat ‘dikwijls onder kostprijs moet worden afge-
zet? Is het op ‘den duur geen averechtsche politiek
ons uit te putten zonder dat iemand ons daar dank-baar voor is? Integendeel: dit werpen van kolen op
een overza’digde markt, dit ‘maar raak produceeren
zonder met de tijdsomstandigheden rekening te hou-
den, schept wrevel bij de andere producenten, die
zonder die verkeerde stemming allicht ‘voor een wer-
kelijk rationeele verdeeling van markten ‘te vinden
zouden zijn, tot wederzijdsch voordeel, niet het minst
ook’ van de ‘bij het mijnbedrijf betrokkenen.
Er
‘isP
evenwel nog een andere reden waarom het een landsbelang moet worden genoemd, dat buiten-
landsche kolen niet geweerd worden. De opsteller van
het verslag noemt ze zelf. ,,Het handelsverdrag geeft
,,aan Duitschiand den vrijen invoer (hij bedoelt den
,,vrjen invoer tot pl.m.
4
millioen tons) van kolen in
,,Nederland, geëischt door het Duitsche handelstrac-
,,taat als contra-prestatie van de ‘regeling van onzen
,,export’naav Duitschland van onze land- en tuin-
,,bouwproducten, visch, enz.” Het percentage van
o’nzen invoer; dat door export gedekt wordt, wordt
hoe langer hoe grooter; op de Nederlandsch/Duitsche
clearing-rekening bij De Nederlandsche Bank komt
veel minder geld dan wij gehoopt hadden – gevdlg-
trekking: ijij koopen te weinig van Duitsc’hland, alias
wij verkoopen te veel aan dat land. Hoe denkt zich
degeen, die den Nederlandschen kolenmijnbouw door
kunstmiddelen wil helpen, de rriogeljkheid om Duitsch-
land – om even bij dat land te blijven – te bewegen
‘méér van onze landsproducten te gaan koopen, indien
wij zijn invoer (van kolen o.a.) nog méér aan banden
gaan leggen? En hoe staat hij ten aanien b.v. van

koleninvoer-restrictj’es tegenover Engeland, dat thans
reeds méér van ons koopt dan wij van hem?
Ook cru dèze redenen, derhalve, m’oet het wensche-lijk geacht worden de eigen productie niet op het hui-
dige peil te houden. De veel dringender reden even-
wel blijft deze, ‘dat ivij spaarzaam moeten omgaan met
wat de Natuur in onzen schoot gelegd heeft en dat
zeker niet moeten verbruiken in tijden, die de waarde
problematiek doen schijnen, althans ten zeerste om-
laagdrukken.

DE RIJKSMIDDELEN OVER SEPTEMBER 1934.

Het in dit nummer voorkomende Overzicht van den
stand der Rijksmid-delen op ultimo September ji. be-
wijst ten duidelijkste, dat het met de financiën van
het Rijk nog steeds bergafwaarts gaat. De plotselinge
verbetering, die de maand Juli te zien gaf, blijkt
slechts ‘een fluctatie te zijn geweest. Om te beginnen
met de groep middelen van Afdeeling II, weliswaar
is de totale opbrengst ad
f 30.7,24.200,
een kleine
f40.000
hooger dan in de ‘gelijknamige maand van
1933,
•doch dit op peil ‘blijven van het totaalcijfer is
uitsluitend te danken aan de omzetbelasting en de
couponbelastin’g, welke in het vorige jaar nog niet
werden geheven. De raming werd dan ‘ook niet ge-
haald (nadeelig verschil
f 1.485.600).
Schakelt men
de beide nieuwè ‘heffingen uit, dan ‘blijkt, dat de over-
blijvende mi’ddelen f
5.457.900
in opbrengst zijn ach-
teruitgegaan, waartegenover thans met betrekking tot
de raming een dierschot van
f 342.000
is verkregen.
Beziet men de aflonderljke micldeleu, dan zijn’vrij-
vel alle middelen debet aan dit ongunstig restil’taat.
Slechts de zoutaccijns, de wijnaccijns en de tabaks-
accijns konden iets monteeren.
Het overzicht over de eerste drie kwartalen biedt
eveneens weinig stof tot roemen. De totale opbrengst
beloopt
f260.266.700
tegen
f237.875.900
in hetzelfde
tijdvak van
1933
en bij een raming van
f 289.888.100.
Worden ook hier de omzetbelasting en de couponbe-
lasting ‘buiten’ de vergelijking gehouden, dan ‘blijkt,
dat de resteerende middelen
f 17.829.000 ‘beneden de
opbrengst van de eerste
9
maanden van
1933
zijn ge-
bleven, terwijl met ‘betrekking tot het evenredig deel
der raming een tekort bestaat van f3916;200.

De dividend- en tantièmebelasting bracht een
nieuwe teleurstelling. In de afgeloopen maand werd
,f 405.800
minder ontvangen dan in Septem’ber
1933
en de achterstand over de reeds verstreken maanden
van het jaar steeg daardoor tot f
946.800.
Daar de
‘guntige maanden voor dit middel achter den rug
zijn, kan reeds nu – worden vastgesteld, dat het
loopende jaar weer een belangrijken teruggang zal te
zien geven; het is zelfs onwaarschijnlijk, dat de jaar-
raming van
f 12.240.000
zal worden gehaald.
De invoerrechten vertoonden een daling van niet
minder dan
f 2.577.500.
1-let opbrengstcijfer v.an Sep-
tember
1933
was echter ahnormaal hoog; de ont-
vangsten der afgeloopen maand zijn volstrekt niet
laag, immers ruim
f 1,7
millioen meer dan de maand-
raming en
f 450.000
boven de opbrengst -van Augus-
tus jl. ‘De nieuwe en hoogere tarieven, ‘met 1 Juli jl.
in werking getreden, doen hun invloed gevoelen. Een
tegenvaller vormde het s’tati:stiekrecht, dat bij een
ontvangst van –
f 143.100
-ditmaal
f 45.100
minder
verschafte (over negen maanden’
f 136.200).
Over daccijnzen is weer weinig- goeds te vertel-len. Het zou’t.gaf een ‘klein surplus (van
-f16.000),
waardoor de terliggang over de reeds •verstreken
maanden echter slechts voor een klein deel werd ge-compenseer-d. Door de voortgezette daling dor vee-
prijzen en het verminderd verbruik van rundvleesch
lever-de de. geslachtaccijns
I’
114.100
minder op (bij
een ontvangst van
f 463.400).
De wijnaccijns is bezig
zich iets te herstellen; de afgeloopen maand wees een
toeneming.aan van
f11.000- en ook de voorafgaande
maanden waren over het algemeen niet ongunstig.

928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

24 October
.
1934

Daarentegen vertoont de gedistilleerdaccijns een in-

zinking; de afgeloopen maand bracht
f
411.900 min-

der in ‘s Rijks schatkist, waardoor de achterstand
over de drie verstreken kwartalen steeg tot

f
2.274.000. De ongunstige tijdsomstandigheden doen
het verbruik van •dit genotmiddel sterk verminderen.

Hetzelfde kan van den bieraccijns gezegd worden, die

zelfs een nog ongunstiger beeld vertoont. Hier be-
droeg de daling in de afgeloopen maand
•f
684.600 bij

een ontvangst van
f
525.900. Vooral echter de sui-

keraccijns blijft verre bij de verwachting ten achter;
de afgeloopen maand wees een teruggang aan van

f
957.400, terwijl gerekend over drie kwartalen een
vermindering moet worden geconstateerd van

f
8.446.600. Het verminderd verbruik en •de afschaf-
fing der 20 opcenten met ingang van 1 Juli jl., als-
mede de teruggaaf van opcenten voor voorraden ver-
oorzaken dit ongunstig resultaat. Tenslotte de tabaks-
accijns, die, dank zij de met 1 Maart jl. ingevoerde
.verhooging, een flinke stijging te zien gaf (van

f
407.900). Door :de ruime baten, in de vorige maan-
den verkregen, is het loopende jaar, gerekend over

negen maanden,
f
1.154.700 in het voordeel.

De omzetbelasting blijft nog steeds beneden de ver-
wachting. De opbrengst •der afgel’oopen maand be

‘droeg
f
5.189.600, hetgeen weer een teruggang be-
teekent ‘bij de tot dusver hoogste’ inaandopbrengst van

Augustus 31. ad
f
5.414.300. Ongetwijfeld belemme-
ren de reeds meermalen vermelde oorzaken gedurende
den overgangstijd nog steeds ‘het op peil komen van
dit middel; doch de op’brengst schijnt ook wel wat hoog te zijn ‘gewaardeerd. In ieder geval wordt de
omzetbelasting voor 1934 een groote tegenvaller; het
tekort bij de raming bedraa’gt thans reeds
f
23.945.100.

De couponbelasting gaf in de afgeloopen maand maar

f
307.700 bij een maandraming van
f
533.300.

De zegelrechten liepen ditmaal terug met
f
104.400,

waaivan een bedrag van
f
32.300 is te wijten aan

een ‘trager vloeien van de beurs’belasting. Ook de
registratierechten konden de opbrengst van dezelfde
maand van het vorige jaar ditmaal niet halen (tekort

f
52.100). Het overzicht over negen maanden is voor deze groep van middelen echter vrij ‘gunstig. De ont-
vangsten van 1933 en het evenredig deel der raming
werden ‘bij de zegelrechten overschreden met resp.

f
988.400 en
f
1.058.400, bij de registratierechten

met onderscheidenlijk
f
186.800 en
f
894.500.

De successierechten daalden met
f
459.500, waar-
door het accres over de afgeloopen maanden vermin-

derde tot
f
1.261.000. De loodsgelden leverden

f
56.100 minder op, geheel of in ‘hoofdzaak door de
verlaging van het tarief met ingang van 1 Aug. jl.

Wat ‘de directe belastingen van Afdeelin’g 1 betreft
valt’ opnieuw een ‘sterke toeneming te bespeuren van
den invloed, welke door het nieuwe belastingjaar

1934/1935, waarvan
VS
aan het dienstjaar 1934 ten
goede komt, w’ordt uitgeoefend. De stand van ‘het
kohier der inkomstenbelasting steeg van
f
42.682.500

tot
f
46.767.900. Voor de ‘vermogensbelasting, ‘die in
‘het . Overzicht van Augustus jl. voorkwam met

f
12.561.300, was ultimo September f13.504.500 op
kohier gebracht.
Bij
de overige posten was de aan-

groeiing geringer.

Vergeljk’t men nu de cijfers van ultimo September
1934 met ‘die van ‘het overeenkomsti’ge tijdstip van
•het vorige jaar, dan ‘blijkt, dat zij voor de inkomsten-
belasting weer ongunstiger zijn geworden; •de ach-terstand ‘kwam van
f
7.510.100 op f 8.250.200. De
overige middelen vertoonden echter een verbetering,
hetzij doordat het reeds aan het einde van Augustus
ji. bestaande accres toenam, zooals bij •de grondbelas-
ting, en de vermogensbelasting het geval was, hetzij
doordat de achterstand verminderde als ‘bij de Ver-
dedigingsbelasting I. De stijging van de vermogens-
belasting is vermoedelijk te danken aan het z.g.
,,generaal pardon” en de daarna gevolgde aangifte

van verzwegen vermogens.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
DE ONTWIKKELING VAN DE KOLONIALE POLITIEK
VAN FRANKRIJK.’)

Dr. H. Weichmann te
Parijs
schrijft ons:
Tot voor kort heeft
Frankrijk,
wat zijn ‘handelspo-

li’tiek ‘betreft, slechts gerin’ge beteekenis toegekend
aan
zijn
overzeesche bezittingen. De erkenning van
de Brjtsche Inaper.iumpolitiek en ‘het stelsel der
preferentiëele rechten volgens de Ottawa-overeen-
komsten vorm’de geen aanleiding tot een poging het Engelsche voorbeeld na te volgen met het oog op de
moeiljkhéden, welke door een wijziging van ‘de afzet-
verhoudingen zouden kunnen ontstaan. Eerst in de
crisis, toen de
goederenruil
met de koloniën in rela-
tieven ‘zin in omvang toenam, werd men zich in het
moederland weder bewust van de beteekenis der kolo-
niale reserves.
In den herfst van 1933 kwam het denkbeeld van
een inschakeling van het Fransche koloniale
rijk
met
het doel om ‘z’oodoende het verlies van afzetgebieden
te compenseeren on’der den ‘toenmali’gen Minister-
Presi’dent Sarraut voor de eerste maal op ‘het program
der regeering voor. Diens opvolger, Daladier, trachtte
door samenvoeging van de verschillende organisaties,
welke de koloniale vraagstukken tot dusverre behan-
delden, in één Ministerie ,,France outre-mer”, aan
dit denkbeeld een administratief, karakter te geven.
Dit denkbeeld kwam echter d’oör den snellen val’ van
het kabinet Daladier in de practijk niet tot uitvoe-
ring. Na het optreden van het ‘kabinet-Doumergue,
‘heeft de Minister van Koloniën, Pierre Laval, het
denkbeeld van zijn voorganger echter weder opgeno-
men, opnieuw wjzen’de op de noodzakelijkheid van
nauwere handelsbetrekkingen tusschen Frankrijk en
zijn koloniën en de
‘bijeenroeping
van een koloniale
conferentie aankondi’gende, welke tot taak
,
zou heb-
ben, een Fransche Imperiumpolitiek voor te bereiden.
Men is reeds ongeveer een ‘half jaar met de voor-
bereidingen voor deze belangwekkende ‘heroriëntee-
ring van de Fransche koloniale betrekkingen bezi’g.
Een stu’diecominissie, ‘die begin April van dit jaar
is geïnstalleerd, heeft tot taak de aan de koloniale
conferentie voor te leggen vraagstukken uit te wer-
ken. Deze werkzaamheden naderen than’s haar einde.
Zij bestonden in ‘de eerste plaats uit het ‘bestudeeren
van een reeks ‘technische vraagstukken (transportwe-
zen, de inrichting van de ‘douanerechten, de doelma-
tigheid van ‘het heden ten dage
gebruikelijke
stelsel
van preferentiëele rechten en de financiering van
bepaalde maatschappijen), maar verder ook uit het
bestudeeren van algemeene vraagstukken, zooals de marktpositie van de afzonderlijke koloniale produc-
ten, hun productie- en afzetverhoudingen en vooral
de mogelijkheden van een uitbreidin’g van den goe-
derenruil tusschen ‘de koloniën en het moederland. Op
grond van deze werkzaamheden, welke reeds einde
Juli gereed waren, werd aan de Fransche koloniale
administraties in een later stadium nog een verdere
reeks onderzoekingen opgedragen, waarvan de beëin-
diging op 15 October was vastgesteld en welke aan
de koloniale conferentie ‘zooveel materiaal moet over-
leggen, ‘da’t men snel tot een resultaat kan komen. De
bijeenroeping van de koloniale conferentie is reeds op November van ‘dit jaar vastgesteld.
Een blik op ‘den omvang en de ontwikkeling van
den goederenruil tusschen Frankrijk en zijn overzee-
sche bezittingeia gedurende de laatste jaren is reeds
voldoende om de ‘beteekenis van •deze conferentie in
1)
Naar aanleiding van de onderhandelingen van de lan-
den van het goud’blok, laten wij hier een beschouwing vol-
gen over het streven van Frankrijk om tot nauwere samen-
werking met zijn koloniën te komen. De bezwaren, die
Frankrijk zal ondervinden om aan de goudlanden grootere
faciliteiten bij den invoer toe te staan, zonder in conflict
te komen met andere landen, zullen niet alleen van
agra-
rischen,
maar waarschijnlijk ook van
kolonialen
aard zijn.
De resultaten van de Fransche koloniale conferentie, die
in November zal plaats vinden, verdienen daarom alle be-
langstelling. (Rad.).

24 October 1934

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

929

te zien. De goederenruil tusschen Frankrijk en ‘zijn
koioniën heeft juist in •de periode van den grootsten
achteruitgang van den Franschen uitvoerhandel een
opmerkelijke stabiliteit getoond. Terwijl de totale
uitvoer van Frankrijk in de jaren 1931 tot :1933 van
Fr. 30,4 milliard tot Fr. 18,4 milliard daalde en de
invoer van Fr. 42,2 milliard tot Fr. 28,4 milliard
achteruitging, heeft de goeclerenruil met de koloniën
slechts betrekkelijk geringe veranderingen ondergaan.
De uitvoer van Frankrijk naar de koloniën is slechts
van Fr. 7,3 tot 5,9 milliard gedaald, terwijl de invoer
zelfs een toeneming van Fr. 6,2 tot 6,7 milliard te
zien geeft.
Dientengevolge is het percentage van de Fransche koloniën in den geheelen handel van Frankrijk aan-
zienlijk gestegen. Het belang van •de Fransche kolo-
niën voor het moederland treedt hiermede nog duide-
lijker in het licht. Het percentage van de koloniën
in dan geheelen Franschen in- en uitvoer steeg als
vo1gt
Jaar

Uitvoer

Invoer
1929 ………………18.8 pOt.

12

pOt.
1930 ………………20.6 ,,

12.5
1931 ………………24

14.7
1932 ………………31.4 ,,

20.8
1933 ………………32.3. ,,

23.8
1934 (7 maanden) …..31

,,

23.3
2
Uit deze ontwikkeling valt af te leiden, dat de
Fransche regeering er op zal letten, dan goederenruil
met de overzeesche bezittingen als beproefde steun-
pilaar van de Fransche markt te beschermen en te be-
vorderen. Juist ten tijde van valutamanipulaties, van
m.arktdumping en protectionisme komt de gedachte
naar voren, dat ook Frankrijk, op gelijke wijze als
Engeland met de Ottawa-overeenkomsten, zijn kolo-
niaal rijk als een factor voor het overwinnen van de
crisis beschouwt en daarom de koloniën met het moe-
derland tot een gesloten huishouding tracht te ver-
eenigen.
Een grondig onderzoek naar de handelsbetrekkin-gen met de koloniën schijnt echter des te noodzake-
lijker, nu de contingenteeringspolitiek, welke in dit
jaar werd ingevoerd, een vermindering van de in de eerste jaren van de crisis begonnen vergrooting van
den goederenruil met de koloniën teweegbracht. De
afzet van koloniale producten in
Frankrijk
is voor
het eerst aanzienlijk gedaald en bedroeg, in vergelij-
king met de eerste zeven maanden van het vorige
jaar slechts Fr. 3.3 milliard tegenover bijna Fr. 4
milliard in 1933. Door de Fransche contingentee-
ringspolitiek werden voornamelijk de landbouwpro-
ducten getroffen en wel met bijna Fr. 1 milliard.
Dienovereenkomstig daalde ook de uitvoer van Frank-
rijk naar zijn koloniën van Fr. 3.4 tot 3.1 milliard.
De achteruitgang van den uitvoer omvat in de eerste
plaats fabrikaten, in hoofdzaak chemische producten
en voortbrengselen van de mechanische industie.
Deze vermindering van den goedereuruil behoort hij de toenemende erkenning van de beteekenis van
de koloniale reserves voor het moederland spoedig te
worden herzien. Uit de snelle stijging van den invoer
van koloniale producten in Frankrijk in de laatste jaren blijkt, dat een wijziging van ‘den invoer ten
gunste van de overzeesche bezittingen in grooteren
omvang kan plaats hebben, hetgeen noodzakelijk tot
een versterking van de uitvoermogelijkheden voor het
nioederland moet leiden. Het vinden van de middelen
voör een practishe uitvoering van de bestaande mo-
gelijkheden zal tot de speciale taak van de koloniale
conferentie behooren.
Hierbij moet er echter de nadruk op worden ge
legd, dat het verkrijgen van een practisch resultaat
afhankelijk is van een aantal moeilijke primaire
vraagstukken, die eerst moeten worden opgelost. Eco-
nomische factoren, zooals transportkosten en produc-
tiekosten, spelen hierbij een even groote rol als fis-
cale én handelspolitieke overwegingen.. Er dient
slehts op te worden gewezen, dat de invoer van de
Fransche koloniale producten tot dusverre door de

Fransche wetgeving door een premiestelsel werd aan-
gemoedigd, waarvan de natuurlijke grenzen afhan-
kelijk zijn van de draagkracht van het Fransche ho-
drijfsleven. Daarbij komt, dat ook de uitvoering van
het premiestelsel vaak met moeilijkheden gepaard moet
gaan. Buigzamer dan het preferentiëeie stelsel van
douanerechten, omdat zijn tarieven dalen, wanneer de
productiekosten dalen of de prijzen stijgen, verzet het
zich tegen een uitbreiding met nieuwe goederen of
een verhooging van het tarief voor die grondstoffen,
waarvan de
prijzen
onder ‘den invloed van de crisis
aanzienlijk zijn gedaald. Van de wijze, waarop deze en
een reeks andere vraagstukken ter hand zullen wor-
den genomen, zullen de practische vooruitzichten van
een ontwikkeling van de economische •betrekkingen
tusschen Frankrijk en
zijn
koloniën in •hooge mate
afhankelijk zijn.

AANTEEKENINGEN.

Beteekenis van de Engelsche markt voor de boter-
exporteerende landen.

De toestand op de ixt’ernationale botermarkt blijft
nog zeer ongunstig. De
prijzen
zijn zeer laag, niet
a11een als een gevolg van de valuta-depreciatie in de
voornaamste uitvoerlanden, maar mede door de be-
lemmeringen,

die de invoer in de grootste consump-tielanden ondervindt. Alleen •de invoer in Engeland
is nog steeds toenemende. Welke beteekenis dit land
voor de internationale markt heeft, moge blijken uit
de volgende statistiek, die wij ontleenen aan ,,The
Statist” van 13 October jl.

Netto invoer van boter in de voornaamste invoeilauden
in 1000 cwt.

1928
1929
1930
1931
1932
1933
Engeland

5.949
6.274
6.649
7.709
8.056
8.749
Ierland

53
41
30
30
24

Duitschiand

2.491 2.645 2.621 1.973 1.368
1.164
België

26 85
200
371
418
244
Frankrijk
.

52
87 115
365
233
181
Zwitserland

161
149 168
208
73
10
Italië

32
17
28
55
34
21
7anderelancleu458
612
651
388 342
262
9.222

9.910 10.462 11.099 10.548 10.631

Het aandeel van Engeland in den wereldinvoer
is ‘dus vanaf 1928 zeer aanzienlijk gestegen. Dit is
gepaard gegaan met een sterke daling van het ver-
bruik van margarine; van 1930 tot 1933 is het mar-
garineverbruik in Engeland per hoofd van de bevol-
king met ongeveer 3K lb. afgenomén.
De stijging van het boterverbruik in Engeland,
gepaard gaande met een afnemenden invoer in de
andere belangrijke consumptielanden in de laatste
jaren heeft ertoe geleid, dat de meeste exportlan.den
een steeds grooter aandeel van hun uitvoer in Enge-
land afzetten.

Aandeel van den •totaleu ûitvoer •van boter van de
exportianden naar Engeland.

1928

1932

1933

pot.

pCt.

pCt.

Denemarken …………….68

82

84

Rusland ………………..45

.52

74
Zweden

………………..51

67

69

Finland ………………..73

74

56
Letland

…………………14

33

50
Estland

………………..35

37

46

Lithauen …………………6

. .

. 38

57
Nederland …………….

15
.

11

29
Polen

…………………

.

.11

. . 11

1
Ierland

………………….100

. .94

.941)

Nieuw-Zeeland …………

80

.

.99

‘ 99
Australië

……………………..83 . .

93 .

92
Argentinië ………………….92 …..55.

. . .

60
1)
Geschat

. .

Opmerkelijk is de snelle. stijgir. v&n den export
van boter van de Baltische. staten naar Engeland.
Verder blijkt uit deze tabel, dat Nieuw-Zeeland en
Australië hun uitvoer
,
bijAq geheel in Engeland af-

930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

24 October 1934
zetten, zulks
als gevolg van d bevoorrechte positie

van deze landen op de Engelsche markt. Nederland
heeft ook in 1933 een zeer groot deel (bijna
‘3)
van

zijn uitvoer in Engeland afgezet als gevolg van de
invoerbelemmeringen in andere landen. Ondanks de verlieslatende prijzen, blijkt de Engelsche markt van
toenemende beteekenis voor ons land te worden.

De schulden van Rotterdam in de crisis.

Verschenen is het verslag van de gmeente Rot-terdam over. 1933. Vergelijkt men de daarbij ver-
strekte gegevens betreffende ‘den financiëelen toestand
met die, welke het vorige jaar werden medegedeeld,
dan blijkt het volgende.
Op 1 Januari 1932 bedroeg de g,econsolideerde
schuld ………………. …….
f
342.658.600,-

en de vlottende schuld …………,, 33.300.000,-

totaal ..
. . f
375.958.600,-

Op 1 Januari 1934 bedroeg de •geconsolideerde

schuld ………………………
f
321.459.600,-

en de vlottende schuld ………….. ,, 61.650.000,-

totaal
. . . . f
383.109.600,-

De vlottende schuld is dus meer gestegen dan de
geconsolideerde ‘schuld is afgenomen. ‘Om echter het
gemeentelijke beleid beter te heoordeelen is het nood-
zakelijk van beide totalen af te trekken, hetgeen ter-
zake van de ondersteuning aan de werkloozen meer
moest worden uitgegeven, dan ontvangen kon worden
tengevolge van de onvoldoende Rijksbijdragen in de steunverleening. Men krijgt dan het volgende beeld:

totaal schuld per 1 Januari 1932 . .
f
375.958.600,-

af ongedekte crisisuitgaven …….,, 4.807.105,-
blijft ….
f
371.151.495,-

totaal schuld per 1 Januari 1934 ..
f
383109.600,-

af ongedekte crisisuitgaven ……..,, 22.006.397,-

blijft ….
f
361.103.203,-

Hieruit blijkt, dat de gemeenteschuld, afezien van
de crisisschuld, in twee jaar met ruim
f 10.000.000,-

is afgenomen. In het bedrag van ruim
f
361 millioen

is ‘bovendien nog begrepen ongeveer
f
4 millioen van

de nadeelige saldi op den gewonen dienst 1932 en
1933, welk ‘bedrag op korten termijn zal worden af-

geschreven.

Koffievoorraden in Brazilië.

Het Nationale Koffie-Departement van Brazilië
heef t, in samenwerking met het Koffie-Instituut van Sao Paulo en het Minas-Instituut ter verdediging van
de koffie, de cijfers bekend gemaakt van de op 30

September teruggehouden voorraden. Hieruit blijkt,
dat de totale voorraden bestaan uit 13.526.000 balen
samengesteld als volgt: 13.157.000 balen Sao Paulo
(waaronder 147.000 bn. Minas en 5000 bn. Parana),
202.000 bu. Rio (waaronder 165.000 bn. Minas en 9000 bn. Sao Paulo), 146.000 bn. ‘Victoria 21.000
bn. Paranagua. Van deze 13.526.000 balen moeten worden afgetrokken 11.614.000 ‘bn. als onderpand
voor de £ 20.000.000 leening en 258.000 balen, welke
van 1 tot 10 October vernietigd zijn. Er blijven dus
over ter beschikkin’g van het Nationale Koffi-De.-
partement 1.654.000 balen, waarvan het grootste ge-
deelte benoodigd is voor propaganda- en andere doel-
einden. De koffie, welke onlangs van de voorraden in
de havens werd teruggetrokken, is bestemd om bin-
nen 30 dagen te worden vernietigd, terwijl 500.000

bn. van de ,,piedged stocks” eveneens voor vernieti-ging bestemd zijn, onder voorbehou’d van desbetref-
fende voorschriften van de Bankiers. Het Nationale
Koffie-Departement heeft tevens medegedeeld; dat zij de koffiemarkt tot einde Juni 1936 in evenwicht
zal houden en dat er veel’ waarschijnlijkheid bestaat
voor een kleinen 1936/’37er oogst.
Rotterdam, 17 October 1934. …..

Plannen tot saneering van de katoenspinnerijen

in Lancashire.

De Federation of Master Cotton Spii:iners’ Asso-
ciation heeft op haar bestuursvergadering van 9 Octo-
ber een tweetal plannen besproken en goedgekeurd,
die door commissies waren opgemaakt na een onder-
zoek van den toestand in de textielnijver.heid van
Lancashire. Beide plannen hangen ten nauwste
samen, en hebben ten doel de rentabiliteit in deze
industrie te herstellen. Zij ‘zullen thans aan alle aan-
geslotenen worden toegezonden en indien 90 pOt.
daarmee zijn instemming ‘betuigt, ligt het in de be-
doeling tot uitvoering dier plannen over te gaan.
De situatie in het spinnerijbedrijf in Lancashire
wordt door de volgende gegevens gekarakteriseerd. De
werkloosheid bedraagt 24,4 pOt. tegenover 16,6 pOt.
voor de geheele En’gelsche in’dustrie. Lancashire is
voor 70 pOt. van zijn productie op export aangewezen,
terwijl deze export nog steeds achteruit gaat en juist
de helft bedraagt van ‘den uitvoer in 1929.
De voorstellen willen nu een vereeni’ging van alle
katoenspinners tot stand brengen, die de productie-
quota voor ieder bedrijf zou vaststellen. Boeten zou-
den worden bepaald op overschrijding van het quotum.
De bedoeling is om zoodoende het aanbod in overeen-
stemming te brengen met de verminderde v
r
aag en

aan de verliesgevende prijzen een einde te maken.

Resultaat van de rondvraag van de Internationale Vereeniging voor de Suikerstatistiek.

Dr. Gustav ‘Mikusch te Weenén zendt ons onderstaand overzicht van de Internationale Vereeniging voor

de Suikerstatistiek:

Aantal
Hoeveelheid ver-
Suikerproductie
±
in procenten
fabrieken
Aantal werkte bieten
in metr. tonnen
t.o.v. het vorige jaar
in bedrijf
ant-
in metr. tonnen
ruwsuiker waarde
woorden
1934/35
1933134
1934135
1933134

1934
,
35 1933134
verwerkte
bieten
suiker- productie

Duitschland

…………….,
210 ”’2’09’
210
9.472.662
8.284.433
1.528.388
1.429.175
+
14.34
+

6.94

113
116
113
3.507.209
2.810.745
589.406 515.766
+
24.78

+
14.28

Oostenrijk

.’
………
….
.
.

7
.

7
7
1.263.040 1.059.835
198.170
170,458
+
19.17

+
16.26

.

1,,,
12
12
861.447 808.429
1
.
24.910
135.567
+

6.56

7.86

Tsjecho-Slowakije

……………..

Joego.Slavië

……………,.
8
8 8
458.000
476.494
58.278 74.606

3.88

24.57
Hôngarije

…………………..

.
4

1,
4
460.000
204.996 84.000
35.292
+124.39
+138.01′

België

…………………,,.
36


, ,
37
36
1.570.000 1.710.000
239.270 247.040

8.19

3.15

51
51 51
2.600.000
2.086.000 325.000 296.340 +
24.64

+

9.67
lersche

Vrijstaat

…………….

Polen………………
63 62 63
2.469.900
1.845.610
422.600
344.052
+
33.83

+
22.83
Italië

…………………..

Denemarken

…………..’…
.
9


9 9
950.000
1.541.000
115.000
254.000

38.35

54.72

.Zweden ………………….
19
20

19
1.730.000
1.818.964
262.000
304.792
4.89
14.04

Turkije (Europ. en, Aziat.)


.
.4
3
4
420.000
496.000
70.566
73.097

15.32

3.46

771

Totaal

….

536
1

535

536 125.762.258123.142.50614.015.588
13.
880
.
185

+
11.32
1
+

3.’

24 October 1934

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

931

Voorioopig zou de regeling slechts voor enkelvoudige garelis worden doorgevoerd, met de mogelijkheid van
uitbreiding tot getwiste en condensgarens in een later
stadium.

Er zouden dan ongeveer 13,5 millioeri spin’dels te
veel zijn op een totaal van 43,5 millioen. Het tweede
voorstel bevat bepalingen, volgens welke 10 mifl’ioen
spindels voor afbraak zouden worden opgekocht. De
kosten daarvan worden •op £
2,5
millioen geraamd,
waarvan £ 0,5 millioen terug zou ‘worden ontvan-
gen door verkoop van het materiaal als scrap. De
overblijvende £ 2 millioen dienen uii een leening te
worden gevonden, waarvan rente en aflossing door
de overblijvende spinnerijen worden opgebracht, het-
geen een som van £ 180.000 pdr. jaar heteekent.

Resolutie van de landen van het goudblok.

Aan het einde van de conferentie, die de landen
yan het goudblok Vrijdag en Zaterdag (19 en 20 Oc-
tober) hebben gehouden, hebben de regeeringen van
België, Frankrijk, Nederland, Zwitserland, Italië,
Luxemburg en Polen de volgende resolutie opge-
steld.
1)

,,De ondergeteekende regeerin’gen overtuigd, als zij
het te Londen op 3 Juli 1933 hebben bevestigd, dat
de muntvastheid een der esseutieele voorwaarden is
voor terugkeer tot een normalen oeconomischen
toestand,

overwegende, dat zij door de verzekering van de
stabiliteit van hun muntwaarde tot het herstel van
de wereldoeconornie bijdragen,

bevestigen hun wil de huidige goudpariteit van
hun resp. munt te handhaven,

erkennen, dat deze gemeenschappelijke monetaire politiek een verruiming van den internationalen ruil-
handel insluit, welke verruiming door de gelijkv’or-
‘migheid van de monetaire toestanden in hun resp.
landen bestaande, moet worden bevQrderd,
besluiten:
1. tot de oprichting over te gaan van een algemeene
commissie, samengesteld uit hun resp. gedelegeerden;
2.
,
wat betreft de handelsbetrekkingen,
na te gaan op welke wijze het thans mogelijk is
de handelsbetrekkingen tusschen hun landen te bevor-
deren. Zij achten een toeneming van tien percent van
den globalen omvang der handelsverrichtingen, die
tu’sschen 1 Juli 1933 en 30 ‘Juni 1934 plaats ‘hadden,
gevenscht;
zonder verwijl met dit doel bilaterale onderhan-
delingen te openen, welke binnen een termijn van maximum een jaar tot een goed einde moeten zijn
gebracht;

het ontwerpen van internationale overeenkom-
sten betreffende de commercieele propaganda aan
hetwelk zij in beginsel hun goedkeur’ing hebben ge-
hecht, aan een subcommissie te onderwerpen bestaan-
de uit de vertegenwoordigers van ieder ‘der onder-
teekenende regeeringen, met opdracht den tekst van de overeenkomst definitief vast te leggen, zoodanig,
1)
Ontleend aan de N.R.C. van
21
Oct. ji.

dat de onderteekening binnenkort kan plaats hebben,
wat betreft het toerisme en de transportpolitiek
twee subcommjssies samen te stellen uit gedelegeer-
den van ieder der onderteekenende regeeringen, met
opdracht rapport uit te brengen bij de algemeene com-
missie over de voorstellen, die nu reds bij haar aan-
hangig zijn gemaakt of die haar later nog zullen be-
reiken,

zonder verwijl de hierboven bedoelde subcomité’s
bijeen te roepen en binnen drie maanden te Brussel
een vergadering van de algemeene commissie te hou-
den ten einde kennis te nemen van den stand der
werkzaamheden en het verdere programma te bepalen
zonder de belangen van derde landen en de noodzake-
lijkheid van een meer uitgebreide samenwerking op internationaal gebied uit het oog te verliezen.”

INGEZONDEN STUKKEN.

VERGELIJKING VAN DEN ECONOMISCHEN TOESTAND

IN GOUD. EN NIETGOUDLANDEN.

Prof. Dr. W. C. Mees R.Azn. schrijft pns:
In een aantal artikelen heeft Dr. Stridiron trach-
ten aan te toonen, dat de laatste er zooveel beter aan
toe zouden zijn dan de eerste. Het ligt niet in mijn
voornemen hem in al Zijne berekeningen te volgen,
doch ik meen, dat hetgeen schr. in zijn slotartikel
(E.-S.B. van .10 dezer) vermeldt, niet onbesproken
mag blijven.

Schr. wil de welvaart, van de verschillende landen
vergelijken aan de hand van de koersen der staats-
leeningen. Hoe .hooger die koersen, hoe grooter, vol-
gens •hem, de welvaart. Dit
behoeft
echter allerminst
het geval te ‘zijn.
Lage rentestand en dus hooge koer-
sen is lang niet altijd een teeken
van
welvaart.
Ik
meen integendeel, ‘dat het feit, dat de overheid in
sommige landen thans op voor haar zeer voordeeligen
voet kan leenen,’ grootendeels moet worden toege-
schreven aan een
tekort aan welvaart.
Omdat ‘het be-
drijfsleven, bij ‘gebrek aan winstmogelijkheid, ‘geen
kapitaal ‘kan opnemen, ‘zien de beleggers zich wel
genoodzaakt
in staatsfondsen te beleggen. Zij hebben
vrijwel geen keus.
Verder neemt schr. als criterium van welvaart de
koersen van industriëele aandeelen in ‘de verschillen-
de landen. Ook tegen d’it criterium heb ik ‘bezwaar.
Immers,
het spreekt vanzelf,
dat indien in eenig land
de munteenheid deprecieert, dit aan den geldprijs
der aandeelen ten goede zal ‘komen. De koers van aan-deelen toch is voor een belangrijk deel ‘afhankelijk van
het reëele bedrijfsvermogen, dat uit den aard der

zaak een grooter aantal ‘gedeprecieerde dan volwaar-
dige munteen’heden vertegenwoordigt. Deze
koersver-
hoo’ging behoeft geen welvaartsverhooging te b’etee-
kenen.

N a s c h r i f t. De ,laatste zin van bovenstaand
stukje achten wij ‘het meest geslaagd, indien Prof.
Mees ons toestaat het aanwijzeud voornaamwoord weg
te laten en dus te lezen:
,,Koersverbetering (der iudustriëele aandeelen) be-

AANVOEREN in tona van 1000
KO.

Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen

,
14-20 Oct.
Sedert
Overeenk.
14-20 Oct.
Sedert
Ove reenk.
1934
1jan. 1934
tijdvak 1933
1934
1Jan. 1934
tijdvak
1933
1934
1933

24.671
1.099.629
1.262.482
200
29.755
22.691
1.129.384
1.285.173 5.213 347.491
334.634

15.257
6.669
.362.748
341.303

Tarwe

……………..
Rogge

……………….
62
17.761
18.365


25
17.761
18.390
Boekweit ………………..Male ………………
757.868 844.991
1.450
189.920
171.170
947.788
1.016.161 7.007
302.999
366.821
275
43.565
35.068
346.564 401.889
604 100.505 113.226 3.195 3.808
103.700 117.034
20.22
.
4

5.116
177.208 165.819

192.792
198.502
370.000
364.321

Gerst

………………
Haver

………………..

.
337
56.941
103.500

25
200
56.966
103.700

Lijnzaad

…………….
Lijnkoek

……………..100
Tarwerneel’

………….
16.657
,

15.069
230
.

2.716
5.425 19.373
20.494
Andere meelsoorten
1.127

,

47.354
‘43.137
70
5.865
7.8,12
53.219 50.949

932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

24
October
1934

hoeft geen welvaartsverhooging te beteekenen”.
Ac-

coord! Mocht men onverhoopt tôch waarde hechten
aan het aanwijzeud voornaamwoord, dan veroorloven

wij ons erop te wijzen, dat
deze
koersverbetering

plaats vindt in landen, waar de koopkracht van de
geldeeuheid, (zonder herleidingsstëlsel) practisch con-

– stant is gebleven of zelfs is gestegen (zie onze tabel

la).
Deze
koersverbetering is dus wel degelijk syinp-
toom van welvaartsvermeerdering, namelijk in dezen
zin, dat het productie-apparaat bij gelijkblijvend
prijsniveau grooter activiteit gaat ontwikkelen. Dit
loopt logischerwijze parallel met de in •deze landen

teruggaande werkloosheid.

Ook met de stelling van Prof. Mees, dat een lage
rentestand een syinptoom is van een tekort aan wel-vaart, omdat het bedrijfsleven ‘bij gebrek aan winst-
mogelijkheid geen kapitaal kan opnemen, kunnen wij
ons geheel vereenigen. Wij zijn zelfs bereid om hem verder toe te stemmen, dat de kapitaalrente in
zuiver

economischen zin
in de landen met gedeprecieerde

valuta, waar de activiteit van het bedrijfsleven (zie
boven) weder aan het toenemen is, vermoedelijk hoo-
ger zal zijn dan in de goudlanden, waar
zij
bij de nog

steeds afnemende activiteit negatief moet zijn. De
rente waartegen de Overheid kan leenen is evenwel
samengesteld uit deze zuiver economische kapitaal-
rente, verhoogd met een risico-premie. Deze risico-

premie
stijgt
in dezelfde mate als men het overheids-
crediet minder solide acht. Uit het feit, dat de ren-
testand voor het overheidscrediet in de niet-goudian-

den
lager is
dan in de goudlanden, gepaard met het
feit, dat de kapitaalrente in zuiver economischen zin

in de niet-goudianden
hooger
moet zijn dan in de

goudianden, leiden wij dus af, dat de risico-premie
in de niet-goudlanden aanzienlijk
lager is
en dus de
soliditeit van het overheidscrediet in deze landen

hooger is
dan in de goudlanden. Dit •betoog is ons

volkomen voldoende. Dr. J. G.
STRIDIRON.

MAANDCIJFERS.

PRODUCTIE DER
STEENKOLEN-, BRtJIW
KOLEN- EN ZOUTMIJNEN

(Gegevens verstrekt door dec Hoofdingenieur der mijnen.)

Gezamenlijke Steenkolénmijnen.

Aug.

Jan.lAug. Jan.jAug.

1934

1

1934

1

1933

Prod. Steenkolen in tonnen . 1.053.333 8.167.709 8.409.369
Aantal normale werkdagen .

25
1
)

204

203

Bruinkolenmijn ,,C.arisborg”.

Netto-productie in tonnen..

10.5802)

77.984 82.331
Aantal normale werkdagen

15

149

165

Zoutmijnen. (Kon. Ned. Zoutindustrie te Boekelo

Afgeleverd:

Geraff. zout ……..(ton))

}31.513
Industriezout …….,,

,11.932
3
)
Afvalzout ……

….( ,, ) ,
J

J
Aantal normale werkdagen

51
3
)

179

Gezameni.

Bruin-
Aantal arbeiders.

Steenkolen- kolenmijn Zoutmijnen

mijnen

,Carisborg”

1 Sept. 1934

86

1 Sept. 1933 …………….
74

1)
Staatsmijnen Emnia, Hendrik en Maurits;
24
Staatsmijn Wilhelmina;
22
Willem-Sophia en Laura & Vereeniging;
21
Domaniale mijn en
19
Oranje-Nassaumijnen.
2)
7.679
ton ruwe kool,
2.901
ton bruinkool-
briketten.
3)
Januari en Mei.
4)
Bovengronds.
5)
Inci.
1.990
arbeiders in
de nevenbedrijven.
6)
Ondergronds. ) mci.
2.060
arbeiders in de neven-
bed rijven.

N.B. De prijsstatistiek is in het ,,Economisch-Statistisch
Kwartaalbericht” opgenomen.

OVERZICHT VAN DEN STAND DER RIJKSMIDDELEN.

(In Guldens)

Afdeeling 1
Kohieren
voor den dienst
19341)
‘C

a

Dir. belastingen.
Bedragen,
welke zijn
terugge-
san
Q
Benaming der
Totaal
geven of
Zuiver
-bD
‘•-.

n’c
_1
middelen
bedrag
anders dan
wegens be
d
berag
.n

taling op de
kohieren af-
geschreven

Grondbelast. a)
9.779.757
14.659
9.765.098
9.542.353
Inkomst.bel. b)
48.210.164

1.442.294 46.767.871 55.018.077
Vermogensbel. c)
113.627.631
123.090
13.504.540 13.120.026
Verdedig.bel. 1
8.464.472
96.274
8.368.1981
8.490.040

Totalen. .180.082.024
1.676.317
78.405.707
86.170.496

Y4 hoofdsom + 20 opeenten op de hoofdsom der ge-
bouwde eigendommen.
Hoofdsom + 20 opeenten. c) Hoofdsom + 55 opcenten.

i) Voor de belastingen naar inkomen en vermogen be-
staan de vermelde bedragen uit 213 gedeelte van het belas-
tingdieustjaar 193411935 en 113 gedeelte van het belasting-
dïenstjaar 193311934. .
2)
Voor de belastingen naar inkomen en vermogen be-
staan de vermelde bedragen uit 2/3 gedeelte van het be-
lastingdienstjaar 193311934 en 1/3 gedeelte van het be-
lastingdienstjaar 193211933.

Af.1
1′

II

Sederf

Overeen-
ee ing

1 Januari

komstige
Overige middelen.

i&i

periode 1933
Benaming der middelen
Divid.- en tantièmebel. )

557.315 10.593.052 11.539.826
Rechten op den invoer ) 7.964.346 58.807.984 ‘67.543.684
Statistiekrecht ………143.074

1.334.304

1.470.525
Accijns op zout ………..185.679

1.510.501

1.570.129
Accijns op geslacht ..

463.407

4.769.548

4.932.572
Accijns op wijn )

595.893

2.125.363

1.996.138

..

Accijns op ‘t gedistill. ) 2.406.380 22.120.621 24.394.603
Accijns op bier )

525.892

7.585.915

8.428.249
Accijns op suiker ) . .

4.996.955 38.946.500 47.393.116
Accijns op tabak ) … .

2.805.927 23.014.322 21.859.610
Bel, op gouden en zilverw.

33.238

367.662

465.098
Omzetbelasting
3)

..5.189.643 ‘37.179.858


Couponbelasting
4)
……307.746

3.039.898


Recht, en boeten v.zegel)
5
1.202.302
6
12.953.368 11.964.947
Recht, en boet. v. registr. 762.077 8.394.507 8.207.724
Recht, en boet. v. succes-
sie, v. overgang bij over-
lijden en v. schenking 2.356.536 24.787.358 23.526.403
Opbrengst d. loodsgelden

227.746

2.735.895

2.583.285

Totalen …. 130.724561
2
60.
266
.
656
1
237.875.909

) Hoofdsom en opcenten, ook wat betreft de ontvang-sten over het vorige jaar, bedoeld in kolom 3.
S)
Het verschil tusschen de raming en de opbrengt van
dit middel, is in hoofdzaak het gevolg van de in vorige
overzichten medegedeelde oorzaken.
4)
Ofschoon de raming van dit middel over een vol jaar
is berekend, trad de wet tot heffing van deze belasting
eerst op 25 Februari 1934 in werking.
9)
Hieronder begrepen wegens zegelrecht van nota’s vai.
makelaars en commissionnairs in effecten, ena.
f
199.338
(Beu rsbel.).
6)
Id.
f
2.398.364.

INKOMSTEN TEN BATE VAN HET WEGENFONDS.

Wegenbelasting

722.7251 11.571.8881 11.141.410
Rijwielbelasting

124.6701

7.381.0351

7.182.630

Totaal ………..847.395 18.952.923 18.324.040

INKOMSTEN TEN BATE VAN HET GEMEENTEFONDS.

Dienst
1933/1934
Zuiver bedrag der ko-
Zuiver bedrag der
hieren voor den dienst
kohieren tot en met
1932/33
tot en met de-
1

de maand Sept.
1934
zelfde maand van
1933

Gemeente.f.belast..

59.626.249 69.785.979
Tijd. opc. o. d. gem.f.b.
22.838.639

Opc. verm. t. get. v. 50
5.783.933 5.516.757
Tijd. opc. o. d.verm.b.
3.470.360

24 October 1934

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

933

STATISTIEKEN.
BANKDISCONTO’S.

1934
1933
1932
1914

C
200 t
15/20
8/13
1/6
16/21
17122
2
01
24

.
Oct. Oct. Oct. Oct.
Oct.

.
Juli

Amsterdam
Partic.disc.
1
12
1
12
1
12
‘Is

Ii
Iie

/s
1
14
1
12
3
1
I8-
1
I,8
Prolong.
1 1 1 1
1
1
2114.214
Londen

DageId.
. .
u121
‘/,-I
1
12
1

1
12-1
1
12

1
’12-1
1
3
1e2
Partic.disc.
I4
1
I16
I4-11I6
31
1
_71
3/4.715
141/16
4114814

Berlijn
Daggeld…
‘4.51/4
4-5114
4.5114
4_5
1
12
4114531 4
1
18-5
1
14

Maandgeld
4
1
1-6
4I2-6
412-6
42-6
4
1
12-6
4
1
l-5/s

Part, disc.
371
4

331
4

37j

37 s
3
7
18
3
7
I8
2
1
18
1
!
1

Warenw.-.
.
4-ij2
4-l2
4_11
4

/2
4_lI,
4_11
4


New York
Dageid
1)
1
1 1 1
‘/
/
1


1
2
142
1
12
Partic.disc.
/s /s
181

1

3
18
1
12

1
5
18

1)
Koers van 19 Oct. en daaraan voorafgaande
weken t/m.
Vrijdag.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

D ata
New
Londen
Berlijn
Parijs

Brussel
Bafavia
York’)
‘)
*)
S)
S)
1)

16 Oct.

1934
1.46s1,,
7.1971
8

59.40
9.724
34.45
100’j,
17

,,

1934
1.46
7.22
3
,
59.42
9.73
34.464
1008/
8

18

,,

1934
1.46h
7.23%
59.41
9.724
34.46
10021,
19

1934
1.4651,
7.2681
8

59.41
9.724
34.46
1008/
20

1934
1.4671,
7.29k
59.41 9.73
34.454
10081,
22

,,

1934
1.4618/,
7.273,
59.35
9.721 34.45
10021
8

Laagste d.w
1
)
1.453,
7.18
59.324
9.72 34.40
100
Hoogste d.wl)
1.47
7.29k
59.45
9.734
34.50
10081
8

Muntpariteit
2.4878
12.1071
59:263

9.747
34.592
100

Da a
Zwtt-
ser an
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan Madrid
9
rest
1,)

16 Oct.

1.934
48.12

6.17
1.48
12.64 20.17 17

,,

1934
48.1434

6.174
1.48
12.63
20.17
18

,,

1934
48.15

6.174
1.48
12.64
20.174
19

,,

1934
48.14

6.174
1.48′
12.64
20.174
20

,,

1934
48.12
, –

.
6.174
1.48
12.65
20.17
22

,,

1934
48.12%

6.174
1.48
12.66
20.174
Laagste d.w
1
)
48.0734

6.124
1.45
12.60
20.05
Hoogste d.wi)
48.174
28.-
6.20
1.50
12.674
20.25
Muntpariteit
1 48.003
35.007
7.3711.488
13.094
48.52

Data
Stock- Kopen-
‘7:’-
Buenos-
Mon-
holm’)
hagen*)
Oslo
*
/
‘forf
Aires’)
t real’)

16 Oct.

1934
37.15 32.20
3
6.2
0′
‘Iï
3851
1.4951
8

17

,,

1934
37.274
32.30
36.35
3.18
3834
1.4934
18

,,

1934
37.324
32.35
36.40
3.18
3881,
1.498/,
19

,,

1934
37.60
32.50
36.55 3.20
38 1.49
20

,,

1934
37.574
32.55 36.65
3.22
38y
4

1.50
22

,,

1934
37.55 32.55
36.60
3.22
3834
1.50
Laagste d.w
1
)
36.80
31.85 35.90
3.15
3734
1.4834
Hoogste d.wl)
37.75
32.75
36.75
3.24
39
1.5034
Muntpariteit.
66.67.1
66.671
66.671
6.266
9534
2.4878
*
1
Noteerine te
Amsterdam.
“1
Not, te
Rotterdam.
11
Part.
ooeave.
In ‘t
isEe
of 2de No. van’ iedere maand kom een
o
v’ei:
r
zicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN ‘TE NEW YORK. (Cable).

D a a
Londen
($ per £)
Parijs
($p.IOOfr.)
Berin
ij
($ p. 10Mk.)
Amsterdam
(8 p. 100 gid.)

16

Oct.

1934
4,93k
6,66
40,73
68,50
17

,

1934
4,93s1,
6,6534
40,68
68,43
18

1934
4,94
6,6421
8

40,62
68,32
19

1934
4,9534
6,6334
40,51 68,20
20

.

‘1934
4,9734
6,6334
40,52
68,20,

22
.

1934
4,95
,

6,6234
40,48 68,04

23

Oct.

1933
4,62
5,5834
34,20
57,80
Muntpariteit..
4,86′
3,9051
8

23.8134
4081,,

KOERSEN
TE L0ND8N.

Plaatsen en
Landen
Not eerings-
eenheden
6
Oct.
1934
13
Oct.
1934
15120
Oct.
’34

~
Laagsteilloogstel

1
20
Oct.
1934

Alexandrië..
Piast.
p.g

97,%
97
97818
975
18
97
Athene
Dr.
‘p.g

512 510 510
512 512
Bangkok….
Sh.p.tical 1/10*,
1/10 1/10
8

1/10k
1/1O’
Budapest

‘..
Pen. p.
£
1634
1651
8

1621
8

’16k
16%
BuenosAires’
d.’p.$
29
2981,
8

28
5
18
29’1,
28
Calcutta
. . . .
Sh. p. rup.
1/681,
6

11811
16

116
1
1
82

11162182

11611,
Constantin..
Piast.p.0
605
605
,

60,0
610
‘610
Hongkong
•.
Sh. p.
$
11734
1/851
16

‘117
11871
8

11771
8

Sh. p. yen
11211,
0

1/211
1
,
1115,
6

11211
8

111
27
1
82

Lissabon….
Escu. p. £
110t1
8

110
‘/8

10934
11034
11011
8

Kobe

…….

Mexico

….
$per
18 18
1734
1834 18
Montevide0
2
)
d.perg
20
1934 1934
20v,
1934
Montreal

..
$
per
£
4.8071
8

4.8134
4.80
4.87k
4.8611
8

Riod.Janeir(,3
d. per Mii.
3
1°112
391,,
3
3518
317132
Shanghai

..
Sh. p. tse!
11534
1
1
1
681
8

1/334
1,634
11481,
6

Singapore
..
id. p.
$
214
6
1
32

2145122

21411,
6

2/434
2
1
45
1
82

Vaiparaiso
4).
$
per
£
121.00
120.251 120.001
120.25
120.00
Warschau
..
Zi. p. £
257
18
25’1
16

2534

1
2681
8

2681
1
,
‘)
IJtt,cieele not.
ïb’ls laten, gemîdcl. not., welke importeurs hebben te
betalen, sinds 5 Oct. 31
2
9132
, 17 Oct. 313’1.
1)
Offic. not, vanaf 1 Oct. 3931
4
,
8 Oct.
397/8,
9 Oct. 39
15
116, IS Oct. 40, 16 Oct.
39
1
5116,
18 Oct.
39314,
19 Oct.
3951,, 20 Oct.
3918. 3)
Id.
4114,
sinds 28 Sept.
4812,
vanaf 2Oct.
4114.
4
)90 dg.
5)
Vanaf,28 Aug. laatste ,export” noteering.
ZILVERPRIJS

GOUDPRIJS’)
Londen’) N.York2)

Londen
16 Oct. 1934.. 2471,

5551,


16 ‘Oct. 1934 …. .142/94
17
,,

1934., 2371,

54
8
/8

17
,,

1934…. 14217
18
,,

1934.. 23
8
4

5334

18
,,

1934…. 14211
19
,,

1934.. 2315
1
, 53 y
4

19
,,

1934…, 1418

20

1934., 2315,, 5334

20
,,

1934…. 141124
22

1934.. 2318,
1
, 53

22
‘ ,,

1934…, 14116
23 Oct. 1933.
.
188/,, 37
51

23 Oct. 1933…. 12912
27 Juli. 1914.. 24i51,
6
59

27 Juli 1914…. 84110%
1)
In pence p.oz.stand.
2)
Forelgn sllver in $c. p.oz.
line.
8)
in
sh. p.oz.tine

STAND_VAN_’a_RIJKS_KAS

voraeringen.

1

0
oct.
1934
j
15Oct.
1934
Saldo van’s
Rijks
Schatkist
bij
De Ne-
derlandsche Bank……………….t
47.750.273,55
f
53.519.150,89
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,

360.729,91
,,

28.531,52
Voorsch.
op uit.
Sept.(resp.
Aug.) ’34 aan
de gem. verstrekt op aan haar
uit
te keeren hootds. derpers. bel., aand. in de hoofds. der grondbel. en der gem.
fondsbel., alsmede opc. op die
belas-
tingen en op de vermogensbelasting
,,
2.389.415,31
,,
7.434.575,21
Voorschotten aan Ned.-1ndi ………..
270.486.200,62 ,269.656.532,07
Id.
aan Suriname
…………………
..
,,
12.844.665,05

12.906.498.06
Id. aan Curaçao
………………….
..
,,
2.244.435,88

2.342.309,32
Kasvord. weg. credietverst.
all,.
bultenl.
,,
115.295.145,84
,,
114.976.687,48
Daggeldleen,ngen
tegen
onderpand
..
,,
1.000.000,-

1.000.000,

Saldo der postrek. v.
Rijkscomptabelen

34.727.068,47

31.031.980,35
Vord.op het Alg.Burg. Pensioenfonds’)


Vord. op andere Staatsbedrijven
1)….
,,
19.262.587,42

21.877.423,39
Verstr. t. laste der Rijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo)…
,
35.488.236,77
,,
35.286.666,26

V e r pIl
Ch t 1 n ge n.
Voorschot door De Ned. Bank lngev.


art. 16
van haar octrooi verstrekt


Schatkistbiljetten in omloop ………
..
f445.464.000,- f445.452.0(30,-
Sch’atklstpromessen In omloop …….
… 124.550.000,

124.020.000,-
Zilverbons in
omloop
…….
.
……..
..
,,

1.308.818,50

,,

1.306.159,-
Schuld op
uit.
Sept.
(resp.
Aug.) 1934
a/d.
gem. weg. a. h. uit te keeren hoofds. d.


pers. bel., aand. 1. d. hoofds. d. grondb..
e. d. gem. fondsb. alsm. opc. op die
bel, en op de verm. bel
……….

……….


Schuld
aan het
Alg. Burg.
Pensloenf.’)

13.309.112,76
,,
13.337.371,03
Id. a.
h. Staatsbedr. der P.T. en T.
..

114.466.944.47

104.807.765,70
Id.
aan andere Staatsbedrijven’)

76.805,10

76.805,10
Id. aan diverse instellingen’) ……..
..60.015.936,&
,,
69.573.961,49
1)
In rekg-crt. met ‘s Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCWINDISCHE VLOTTENDE SCHULD.

Saldo’Javasche
Bank ……………..


f

2.767.000,-
Betaalmiddelen in
‘s
Lands
kas

60.237.000,-
waaronder Muntbiljetten
………..

…….


Verplichtingen:
…….

Voorschot ‘s Rijks kas e. a. Rijksinstell
f269.654.000,-
272.990.000,-
Schatkistpromessen ……………….

1.750.000,-
1.750.000,-
Schatkistbiljetten
………………..
Muntbiljetten in Omloop
………….
12.035.000,-


12.035.000,-.

Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.
1.750.000,

..

1.750.000.-
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.

…..

,,

1.919.000,

1.934.000,-
Voorschot van de Javasche
Bank……
99.000,-

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste
posten
in duizenden guldens.

Data
Metaal
Clrcu-
latie

Andere
opeischb.
schulden

1
1
Discont.
1

‘Div. reke
ningen’)

29 Sept.

1934.,
747 1.198 468 590 1.783
22

1934..
944
1.038 515 580 1.753
15

1934..
934

.
1.058
528 579
1.749
8

1934..
920
1.082
526
577
1.759
1

1934..
720
1.151 661
580
1.750

5 Juli

‘1914..
645 1.100 560 735
396
1)Sluitp.
der
activa.

Ned(Disc Wissels. 24
19Sept.’33
Lissabon

.,..
54
8Dec.’33

Bk

Bel.Binn.Eff.3
198ept.’33
Londen ……
2
30Juni’32
in R.C. 3
19Sept.’33
,
Vrsch.
Madrid ……
6 26Oct.
1
32
Athene ……….
7

14Oct.’33
N..YorkF.R.B.
11
1 Feb.’34
Batavia ……
.
….

4

1
j1j,j
’34 Oslo

……..
34
22Mei’33
Belgrado

….
….

6416Juli’34 Parijs

……
2431
Mes’34
Berlijn

……….
4
22Sept.’32
Praag

……

3425
Jan.’33
Boekarest ….
….
6

5Apr.’33
Pretoria

….
3415
Mei ’33
Brussel ……….
24
28Aug.’34
Rome………
3

11Dec.’33
Budapest ……..
44
17
Oct.’32
Stockholm
..
24
1Dec.’33
Calcutta

……..
34
16Feb.’33
Tokio

.
.3.65
2
Juli’33
Dantzig

…. ….

4
21Sept.’34
Weenen …
.
..

4427Juni’34
Helsingfors ……
44 20Dec.
1
33
Warschau….
5
26 Oct. ’33
Kopenhagen

….
24

1Dec.
1
33
Zwits.Nat.Bk. 2
22Jan.’31
OPEN MARKT.

934

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

24
October
1934

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 22 October 1934.

Activa.
Binnenl. Wis-(Hfdbk.
f
21.733.745,-
sels, Prom., Bijbnk.
,,

231.832,56
enz.in
disc.Ag.sch.
,,

3.143.572,90
f

25.109.150,46
Papier o. h. Buiten!. in disconto ……,,


Idem eigen portef.
f

866.250,-
Af: Verkochtmaar voor de bk.nog niet afgel.
,,

866.250-
Beleeningen Hfdbk.
f
99.539.256,76
1
)
ncl.
vrsch.
Bijbnk.
,,
5.289.002,86
in rek.-crt. Ag.sch. ,, 38.709.465,38 op onderp.

f
143.537.725,-

Op Effecten ……
f
138.160.269,52
1
)
OpGoederenenSpec.
,,
5.377.455,48

143.537.725,-‘)
Voorschotten a. h. Rijk …………….,,


Munt, Goud ……
f
102.178.445,-
Muntmat., Goud •.

779.551.548,96

f
881.729.993,96
Munt, Zilver, enz.

21.553.088,18
Muntmat.. Zilver..
..


,,
903.283.082,14
2
)
Belegging van kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds

……………………,,
37.736.326,94
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,
4.970.000,-
Diverse

rekeningen ………………,,
5.483.359,83
Staatd. Nederi. (Wetv. 27/5/’32, S. No. 221) ,,
16.996.491,37

f
1.137.982.385,74
Passiva.
Kapitaal
……………………….f.
20.000.000,-
Reservefonds ……………………,,
3.807.914,92
Bijzondere reserve

………………,,
5.000.000,-
Pensioenfonds

………………….,,
9.238.949,75
Bankbiljetten in omloop …………..

,,
880.103.695,_
Bankassignatiën in omloop ……….,,
183.352,81
Rek.-Cour.
J
Het Rijk
f

56.713.666,50
saldo’s:

Anderen

,,160.160.557,01

,,
216.874.223,51
Diverse rekeningen ………………

,,
2.774.249,75

f
1.137.982.385,74

Beschikbaar metaalsaldo

…………f
464.232.186,90
Minder bedrag aan bankbiljetten in om- loop dan waartoe de Bank gerechtigd is ,,
1.160.580.470,-
Waarvan aan Nederlandsch-lndië
(Wet van 15 Maart 1933, Staatsblad No. 99) ……..
1 73.789.100,-
Waarvan in het buitenland …………………….
..49.927.948,-

Voornaamste posten in duizenden
guldens.

Goud
1
Andere
1 Beschlkb.
1
Dek-
Data

1
Munt
1
Munfmati
Circu latlel
opelschb.I
Metaal-
Ikings
1
1
schuldenl
saldo
perc.

22 Oct.

‘3411021781
779.552
880.1041217.0581
4Q4.232
’83,
15

,,

‘3411021771
.775.540
892.047
205.060
460.058
82

25
Juli’141
65.7031
96
.
41
0
310.
4
371
6
.
198

43.521
54

Totaal
1
Schatkist-
1
Belee-
Papier
Tbive’T
Data
bedrag 1
Idisconto’slrechtstreeksl promessen
1

ningen

het
b
°
u

tenl. reke
ningen
1
)

22 Oct.

1934
25.109
1


1143.538
866
5.483
15

,,

1934
25.371
1


147.361
866
5.558

25 Juli

1914
67.947
1


1

61.686 20.188
509
‘)unaer ae activa.

JAVASCHE BANK.
Andere
Beschikl
Data
Goud
Zilver
Circulatle
opeischb.
metaal-
1

schulden
saldo

20 Oct.’34
2
)
1ii840
185.000
32.590 54.804
13

,,

‘342)
141.400
188.460
28.320 54.688

228ept.1934
113.488
1

28.358
187.013
28.484
55.647
15

,,

1934
113.484
1

28.005
184.190
35.413.
53.649

25Juli1914
22.057
1

31.907
110.172
12.634
4.842

Wissels.
1
Dek-
Data
buiten
Dis-
Belee-
Dreke-
iverse

kings-
N.-Ind.
1

conto’s
ningen
ningen’)
percen- betaalb.
1
tage

20 Oct.’34
2)
880
76260
10.420
65
13

1342)
1.140
75.880
10.150
65

22Sept.1934
1.192
9.400
66
9.501

56.477
15

,,

1934 1.674
9.592
1

56.903
12.807
64

25 Juli1914
6.395
7.259

75.541
2.228
44

‘)
Sluitpost activa.
2)
Cijfers
telegrafisch ontvangen.

BANK VAN ENGELAND.

1
Bankbilf.
1
Bankbilf.
L
OtherSecuritles Data
Metaal
1

in
un Bankiagl
Disc,
and
Securities
1
circulatle

1
Departm.
Advances

17 Oct.

1934
192.584 377.217

1

74.721

1
9.468
1

10.993
10

,,

1934
192.588 379.551

1

72.388
1
14.032
j

10.289

22
Juli

1914
.40.164
29.317

1
33.833

Oov.
1

Public
OtherDeposits
1

Dek-
Data
Sec.
1

Depos.
Other
Reserve1
_
kings-
Bankers.IA
cc
O
un
tSI
1
perc.’)

17 Oct. ’34
81.279
1

17.516
104.491

37.444
1
75.3671
47,2
10

,,

’34
83.384
1

18.636
107.598

36.867
1
73.0381
44,7

22 Juli ’14
11.005
1

14.736
.

42.185
1
29.2971
52
) v ctIIuuuI.Ig IubaÇiIe,I neserve all ueposlts.
BANK VAN FRANKRIJK.

Data
Goud
1
Zilverl
Te goed
In h t

Wis

Waarv.l

‘ophet
Bel

ee-
voorschot
buitenl.
sels buitenl.I
___
ngen
Iv.d.
Staal

12 Oct.’34
82.407
675
101
4.373
923
4.692
3.200
5

,,

’34
82.347
667
10 1
4.319
924
4.7021
3.200

23 juli’14
4.104
640
-.
1.541
8
769
1

Bons
v.
dver
1
Rekg.Courant Data
zelfst.
sen’)
Circulatle
1

1

zest.
1
amort.k.
1
___________
_
1
StaatIamort.k.iculleren

12 Oct.
1
34
5.898
1

2.325
1

80.384
1

756
1
2.979 118.036
5

,,

’34
5.898
1

2.440
1

81.310
1

311
2.996 117.482

23 Juli’14


5.912
1

401

1

943
, ,Iulrpuat activa.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Daarvan
Devlezen
Andere
Data
Goud
bij bui-
als goud-
wissels
Belee-
ten!. circ.
dekking
en
nin gen
banken
1
)
geldende
cheques

15
Oct.

1934
79,8
1
20,9
3,9
3.496,8
72,3
6

,,

1934
78,6
1
20,9
3,9
3.678,8
78,0

30 Juli

1914 1.356,9
1


750,9
50,2

Data


Effec-
Diverse
Circu,.
Rekg.-
Diverse
ten
Activa’)
latle
Crt.
Passiva

15 Oct.

1934
433,8 667,6 3.697,5
773,1
243,3
6

,,

1934
433,4
631,8 3.772,6
.
798,0 248,7

30 Juli

1914
330,8 200,4
1.890,9
944,-
40,0
IA.,ht,.,+

‘,U!,.
91″l,’.+

IûA
lQ
l lr…11l

NATIONALE BANK VAN BELG1.
Data

Goud

IlIJ

.0

‘..QJ

Rekg.Crt.

1934
82e’
c.
082
.o82
‘-
n

L
L
,,

.0

18Oct.
12.6131
’74
1
617
1

54
1
1

40
3.519
36
179
11


1

72
641
49
344
1

40
3.558
31
182
VrrlvD
Al
Drcro,r
12AV.1V0
-.

Goudvoorraad
Wissels

Data
,,Other
1

Goud-
In her-

1
In de Totaal
certifi- cash”
2
v.

disc.

d.
1
open
bedrag
caten
1)
member
1
markt
banks

1
gekocht

3Oct. ‘341
4.980,3
1

4.958,5
211.,4
.
15,3

1
.

5,8
26Sept.’34
4.980,3
14.958,0
236,7
20,3

_
5,8

Belegd
1
F.
R.
Notes
1
Totaal

1
Gestort
1
Goud-
1

Dek-
1
Algem.
1

Dek-
Data
in
U.

.
Gov:Sec.
1
Incirca-‘
Depo-
sito’s
IKapitaall
kings-
1

kings-
latie
1
1

.
_
1
perc.3)

_
1

perc.
4)

3
Oct.
‘341

2.431,2
I
3.175,7
I
4.233,4
1

146,8

1
70,1

26Sept.’341
2.430,1
1
3.135,0
1
4.309,7

1

146,8

1
70,1
) .Jee lerliiiçalen weruen uoor ue cnateist aan ue neserve
gegeven voor de overname van het goud, toen de $ op 31 Jan.’34 van
100 op 59.06 cents werd gedevalueerd.
,,Other Cash” does not include Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank
notés.
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opelschbare
schulden: F. R. Notes en netto deposito.
4)
Verhouding totalen
voorraad muntmaterlaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.
Dis-

1
Totaal
l
Waarvan
Data
Aantal
leening.

conto’s
1

Beleg-
en

1
gingen
bijde
F.R.
depo-
1

time
beleen.
.
1
banks
sito’s
1
deposits

26Sept.’341
6
1

7.793
1

9.996

1
2.989

1
18.681
1

4.477
19

,,

‘I
7

1

7.799

1

9.957
2.891 18.512
4.478
isa puata., war, .,a ,.au. flank, uw ijavas000 flank Un CU flank
rn
Cfl9•
land zijn In duizenden, alle overige posten In mlliloenen van de be.
treffende valuta.

Economisch~StatistisC

k

.

K

Uitgave van het Nederlandsch Economisch Instituut –
(Bijvoegsel van het Weekblad ,,Economisch.Statistische Berichten”)

No. XV

WOENSDAG, 24 OCTOBER’ 1934

INLEIDING.

Het derde Kwartaal van 1934 is over het geheel

onginstig geweest Met betrekking tot de prijzen

heeft men: dezelfde tendeuzen. kunnen waarnemen als

in het vorige kwartaal: ‘gestegen gemiddelde van de

prijzen der granen, dalend prijsgemiddelde van grond-

stoffen en koloniale producten. Toenemende handels-

belemmeringen en verscherpte deviezenregelingen

hebben, gepaard aan de contrôle op den invoer van

grondstoffen in Duitsc’hland en aan de daling van het

Pond Sterling, een druk op verschillende prijzen uit-

geoefend, die een verdere belemmering voor het we-

reldherstel vormt.

De vooruitgang, die in een aantal landen in den

aanvang van dit jaar kon worden waargenomen, is

in de meeste dier landen, verlangzaamd of tot staan

gekomen, terwijl de teru’gslag in de Vereenigde Sta-

ten. van Amerika scherpere vormen heeft aangeno-

men. In Engeland is een stagnatie in het herstel

ingetreden, terwijl de toestand in ‘Duitschland ook

ongunstiger is geworden.

In de goudianden, waaraan hieronder een afon-

derlijke beschouwing zal worden gewijd, zijn de moei-

lijkheden van het deflatiepro’ces zeer groot en met

name in Nederland is de economische toestand be-

paald ongunstig te noemen. Bijzonder ‘bedenkelijk is

hier te lande de omvang van de werkloosheid.

De thans in de goudianden gevolgde eoonomische

politiek levert geen uitzicht op een spoedig econo-

misch herstel. De Resolutie, waarmede de conferentie

van vertegenwoordigers van het goudblok is geëin-

‘digd, en waarbij enkele vraagstukken commisso-

riaal, worden gemaakt, terwijl tevens het openen van

bilaterale onderhandelingen wordt voorgeschreven met

het doel om binnen een jaar nieuwe handeisverdra-

gen tot stand te brengen ter vergrooting van den han-

delsomvang van de landen van het goudblok onder-

ling, zal aan deze landen niet’ op ‘korten termijn ver-

betering kunnen brengen. De ervaring, met interna-
tionale resoluties opgedaan, is in dit opzicht al zeer

weinig bemoedigend. Het vraagstuk, waarom het in

al deze landen gaat, t.w. het verkrijgen van een beter

verband tusschen hun ‘kostenniveau en de daling van

het wereldprijsniveau der goederen, is, als men op

deze’ resolutie mag afgaan, geen stap nader tot Zijne

oplossing gekomen.

• Met betrekking tot de geld-, en kapitaalmarkt is

het beeld weinig veranderd en over ‘het geheel wel-
licht iets verbeterd door het succes van de Fransche

emissie, waardoor de schatkist van dat land voorloopig

uit de moeilijkheden is geholpen. De internationale

credietverleening vertoont echter
,
nog steeds een droe-

vig, verval, terwijl het vraagstuk ‘der valutastabilisatie’
nog steeds op oplossing wacht.

Zoo toont dus het derde kwartaal van 1934 een

uitermâte somber aspect. Vanaf ‘het ‘begin van het

jaar, toen de toestand iets gunstiger leel, vooral ook

door ‘de voorloopige stabilisatie van ‘den Dollar, is de’

intérnationale conjunctuur aanhoudend blijven dalen.

INHOUD:

BIz

inleiding

………………………………….
935

De ioop der prijzen …………………………..
936

De wereldproductie in
1933 ……………………938

Productie van voedings- en genotmiddelen…………
938

Voorraadstatistiek van groothandelsartikelen ……..
.939.

Productie van metalen en andere grondstoffen ………
940.

Industriëele productie…………………………
941

Geld- en kapitaalmarkt ……………………….
942

Deviezenmarkt ………………………………
943

Lijnen betreffende de conjunctuur in Nederland …….
944

De ontwikkeling van het defiatieproces in de landen van

liet goudblok ………………………………
948

Crisiswetgeving in Nederland ………………….
952

De loop der prijzen van groothandelsartikelen ge-

durende het derde kwartaal van
1934 …………..955

Statistisch overzicht van groothandeisprijzen ……..’
956

De economische toestand van:

Nederlanclsch-Indië ………………………….
967

Duitschland ……………………………….
968

G’root-Brittannië ……………………………
969

Vereenigde Staten…………………………..
971

Conjunctuurgegevens betreffende Nederland, Neder-

landscli-Indië, Duitschiand, Groot-Brittannië, Vereenig-

deStaten ……………… . …………………
974

936

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

24
October
1934

DE LOOP DER PRIJZEN.

De ontwikkeling van de indexeijfers van de groot-
handeisprijzen in de verschillende landen geeft, zoo-
als onderstaande tabel laat zien, weinig aanleiding
tot opmerkingen. In de niet-goudianden is, met uit-
zondering van Japan en Engeland, een stijging op te
merken, in de goudianden blijven deze indexcijfers vrijwel stabiel of bewegen zich in opwaartsche rih-
ting. Alleen in Frankrijk en Ned.-Indië is nog een
‘daling op te merken. Belangrijker is echter de ontwik-

keling van de prijzen van de afzonderlijke artikelen.
In het afgeloopen kwartaal is opnieuw gebleken,
dat aan de dalende beweging van de goudprijzen nog
5teeds geen einde is gekomen. Van
22
belangrijke
wereldproducten, die in de tabelop’ pag.
937
zijn op-
genomen, h
e
bb
en
in de afgeloopen maanden
6
een
nieuw laagtepunt bereikt; nl. koper, lood, zink,
steenkolen, wol en suiker. Met uitzondering van sui-
ker behooren alle tot de grondstoffen. Het index-
cijfer van grondstoffen (14 producten) stond eind
September dan ook nog slechts
2
pOt. boven het
laagtepunt, dat in Februari
1933
werd geregis-
treerd en is het laagste van ‘dit jaar.
Ook
het indexeijfer van koloniale pro’ducten (‘ge-
notmiddelen) is in dit kwartaal weer opnieuw ge-
.daald, waardoor het ‘op •een tot dusverre ongekend
laag niveau is gekomen, hetgeen vooral aan den zeer
lagen suikerprijs is toe te schrijven.
In opwaartsche richting bewoog zich het index-
cijfer van granen in Juli en Augustus; in Septem-
ber is het echter wëder gaan dalen. Het staat even-
wel nog aanzienlijk boven het laagste punt, dat in
April is geregistreerd. Zulks is voornamelijk te danken
aan den sterk gestegen gerstpri.js. Want de
prijs
van tarwe was, hoewel gestegen, op 1 October jl. nog
22
pOt. lager dan aan het begin van dit jaar.
De nevenstaande grafiek laat de beweging van de
indexcijfers van de groepen
duidelijk
zien.
De’ ongunstige prijsontwikkeling van het index-
cijfer van grondstoffen – 5 van de 14 producten
bereikten, •zooals reeds gezegd, een nieuw ‘laagtepunt

– is voornamelijk aan drie oorzaken toe te shrj-
ven, ni. aan:

10. de contrôle op den invoer in Duitschland;
2o.
de dalende conjunctuur in de ‘belangrijkste in-
dustrielanden;
3o.
•de dalende beweging van het Pond Sterling.
Welke beteekenis aan elk dezer factoren is toe te
kennen, is moeilijk na te gaan. Dat de eersbgenoem-
•de factor voor de prijsontwikkeling van metalen zeer
belangrijk is geweest, staat vast. De contrôle op dèn
invoer van metalen in Duitschland heeft, n’aast een
besparing op .het verbruik, vooral ten doel om de
inheemsche metaalproductie aan te moedigen. Het
protectionisme, .dat ‘tot zoo belangrijke verschuivin-
gen in de agrarische productie van Duitschland heeft
‘geleid, wordt thans ‘op het ‘gebied van de metaal-
productie voortgezet. Bedenkt men, dat de invoer in
Duitschlan.d van koper 15 pOt., die van zink
12
pOt.,
die van lood 5.p0t. en die van tin
9
pOt. van de
wereldproductie (cijfers van
1931)
bedraagt, dan

blijkt
‘daaruit
duidelijk
de groote ‘beteekenis van

18 September 1931
=
100
1913= 100
1914
=
100
1913
=
100

lndexc. ,,The Economist”
.
.

Data
‘o
….’-
‘s”-
9.=.E
Zweden2)
.
s
3
,,

Totaal
Grond- Grond-
stoffen
index
stoffen
in
.
,
z
ifl
ifl
papierS
N

30Dec.’31
108.9
117.1
94.4
96.1
93.4 96.9
94.&
85
109.9 (76.5)
119 83.1
103
131.0
105
110.0
114.1
27 Jan. ’32
108.3
115.7
93.8 93.5
93.6 95.8 91.6
84 108.5

(77.6)
118
80.8
101
130.0
93
108.4
120.5
29 Juni’32
97.4 99.3 80.5
86.4
91.5 89.5
88.1
78
107.5 (75.0)
113
74.7
95
127.8
84
104.0 110.6
21 Sept.’32
106.0 117.4
.89.6
90.5
89.7 91.2
87.1
76
109.4 (72.6)
119
77.0
95
132.4
83
104.5 126.5
14Dec. ’32
‘.1022
112.1
78.2

85.1
87.9
91.4 85.0
77
106.7

(71.2) 119
75.4
92
125.6
78
100.0 139.5
11 Jan. ’33
1018
109.7
80.3
83.1 87.1
90.7
83.8
75
104.1

(70.9) 117
75.3
91
123.5
77
99.8
139.8
8Febr.’33
100.0 105.2
77.2 80.2
88.1
89.8 83.2
74
103.6

(70.4) 124
74.6
90
122.2
77
99.3
135.7
8 Mrt. ’33
99,2
105.1


87.2 88.0
84.1
72
103.6

(70.2) 123
73.5
90
122.5
72
100.6
134.0
5Apr.’33
98.2
102.9
82.0
81.5
87.0
86.2 83.2
71
103.9

(69.2)
122
72.2
91′
124.8
71
102.1 133.1
17 Mei ’33
103.1
112.5
104.5 87.9
86.1
86.0
84.8
72
104.6 (67.2)
123
72.3
92
129.2
74
104.5
.133.6
14 Juni’33
105.5
115.0
110.6
92.1

.
87.0 86.9 85.4
73
104.6 (67.5)
123
73.1
91
132.3
72
105.6
135.7
12Juli ’33
109.1
119.9
129.2
99.8
90.2
86.5
86.1
73
105.9

(67.7)
125
72.9
92
133.7
72
110.1
137.6
9 Aug.’33
107.6 118.6
122 1 101.9
88.6 86.4
86.7
73
106.6

(67.1)
126
72.2
91
134.6
71
108.4 136.0
6 Sept.’1-
108.6
118.4
118.2 102.8
88.8
86.3 86.6
75
108.0 (65.0)
128
71.5
9.1
136.1
69
107.6 137.8
4 Oct. ’33
107.2 114.8 119.4
103.1
87.2 84.9 87.8

108.3

(65.0)
127
70.5
91
132.8 68
106.1
136.3
1 Nov.
1
33
105.9
114.4
114.0
104.1
86.5 84.3
88.3
76
108.9

(66.6)
128
69.9
91
130.0
68
107.3
135.0
13Dec. ’33
105.3 114.8 117.0 104.4
87.2
84.5 88.4
77
109.3

(68.3)
129
69.8
91
132.0
67
107.8 132.6
31 Jan. ’34
108.8
118.0 124.8 105.6
87.2
84.4
88.5
79
111.3

(67.9)
130
69.8
92
133.8
68
110.3 132.6
28Febr.’34
109.1
121.3 128.0 107.9
86.1 84.1
88.0
80
111.2

(64.8)
131
69.6
91
133.5
69
112.6
134.1
28 Mrt. ’34
108.3
121.4
127.5
107.3
85.9 84.2
88.1
79
111.7

(64.9)
129
68.9
91
134.1 68 112.5
133.7
25 Apr.’34
108.2 119.8
125.3
106.0
85.4
.83.2 87.7
79
113.5

(66.5)
128
68.3
90
135.2
68
111.1
133.7
23 Mei ’34
108.2
121.4 128.8
109.5
84.7 83.9
88.5
77
113.2

(65.7) 128
67.7
89
133.8
67
111.1 133.1
20Juni’34
108.1
123.4
133.9
113.1
82.7 83.9
89.6
76
114.0

(65.6)
128
68.0
89
134.5
67
112.6
131.9
18Juli ’34
109.5
124.8
136.7
113.2
81.4
83.2
91.1
77
114.0 (65.4)
129
67.9
89
136.3
67
112.5
131.6
15Aug.’34
111.1
129.2 145.0
112.8
81.8
84.2
92.1





29

,,

34
111.1
129.1
150.6 115.6
82.0
84.1
92.0
78
116.0

(66.1)
134
68.3
90
12 Sept.’34
110.0 127.7 150.3
115.9
81.8
84.1
92.2
26

,,’34
108.1
125.7
149.0
116.1
81.4
84.3 92.5
10Oct. ’34
107.8
123.1
146.8
115.6
1
)
80.7
1
)
84.4
1
)
92.6
1
)

1)
Deze cijfers hebben betrekking op 3 Oct.
2)
Maandgemiddelden. Cijfers tusschen haakjes goudpariteit.

24 October 1934

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

937

Duitschiand als kooper op de wereldmarkt van dez
metalen.
De toenemende bescherming van de metaalproduc-
tie in Duitschland heeft er natuurlijk toe geleid,
dat de inhe.emsche prijzen hooger zijn dan de wereld-
marktprijzen, zooals uit de volgende tabel blijkt.
1)

Prijsontwikkeling (in R.M.) van enkele metalen in Duitscb-
land en op de wereldmarkt in
1934.

3 Jan.
26
Mrt.
1
Aug.
8Aug.
31Aug.
26Sept.

Koper.
48.85 45.45
40.20
40.20
38.73 37.60
49.25
48.00
42.25
48.00
46.25 43.75
Lood.
14.50 14.60
13.50
13.35
13,00
12.89

Londen ……….

14.75
15.37
20.00
19.75
.19.50 17.50

Berlijn

……….

Zink.

Londen ……….
Berlijn

……….

19.25 18.60 16.70 16.95 16.70
15.16
18.75
20.00
21.50 20.75
19.48
19.50
Tin.

Londen ……….

304.50
299.00
286.10
283.70
280.10 282.65

Berlijn

………..

312.50 308.00 305.50 305.50 299.50 306.50
Londen ………

Nikkel.
Hamburg …….

304.50
284.10
252.00 252.00 249.60
245.65
Londen ……….
Berlijn

………
305.00 305.00 270.00
270.00 270.00 270.00

Reeds vanaf einde Maart van dit jaar, toen voor
het eerst in de prijsverhoudingen werd ingegrepen,
is •dit verschijnsel te constateeren. V66r de invoering
van de richtprjzen in het begin van Augustus was
de marge tusschen de Duitsche en de wereldmarkt-
prijzen steeds grooter geworden. Door herhaalde ver-
lagingen van de richtprij’zen, die evenwel gepaard
gingen met daling van de wereldmarktprijzen, is
weliswaar geen nivelleerintg met •de wereldmark°tpij-
zen verkregen, zooals door de regeering was aange-
kondigd, maar de wanverhouding is thans inder-
daad niet meer zoo groot als begin Augustus. Na
een hernieuwde verlaging van de richtprjzen op
2 October, is de prijs van koper ongeveer 15 pOt., die van lood ongeveer 30 pOt., die van zink onge-
veer 25, die van tin 8 pOt. en die van nikkel 15 pOt.
hooger dan de vereidmarktprijs.
Dat onder deze omstandigheden de
prijzen
van
koper, lood en zink, mede onder invloed van de on-gunstige productie- en verbruiksverhoudingen in de
wereld, tot een nieuw laagtepunt zijn gedaald, is
dan ook niet te verwonderen.

t)
])eze tabel is ontleend aan de Frankfurter Zeitung
van
30
Sept.
1934.

De twee andere belangrijke factoren, die tot een
daling van het indexcijfer van de grondstoffen heb-
ben geleid, zullen hieronder
bij
de betreffende af dee-
lingen ter sprake komen.
In tegenstelling tot de prijsdaling van grondstof-
fen, die
voor
een belangrijk deel een gevolg is van
de vermindering van de vraag is de prijsstijging van
granen in het begin van het derde kwartaal voor-
namelijk toe te schrijven aan de beperking van het
aanbod, •dat in de toekomst te verwachten is. Wij
zullen aan dit belangrijke verschijnsel hieronder na-
dere aandacht schenken. Alvorens hiertoe over te gaan,
vestigen wij eerst nog de aandacht op het verbroken parallellisme tusschea den koers van het Pond t.o.v.
de goudvaluta’s en den tarweprijs. Tengevolge van de
groote invoerbehoefte van Engeland en door allerlei
andere oorzaken staat de tarweprijs (in goud) sterk onder invloed van de koersschommelingeh van het
Pond Sterling. In 1932, 1933 en het begin van 1934
bestond tusschen deze beide een zeer hooge correla-
tie. Deze correlatie is echter in het laatste halfjaar
geheel verbroken.

YN
K
OM%£STERUNG

Isjz

jgyj

I93L1

Indien het Pond t.o.v. de goudvaluta’s in de afge-
loopen maanden niet was gedaald, zou de tarweprijs
waarschijnlijk sterker gestegen zijn dan thans het
geval is geweest.

80

Artikelen
Laagste prijs
tot begin
Januari 1934 Datum
Laagste prijs
1934
Datum
Prijs begin
October 1934
Stijging in

.
proc. sedert
laagsten
Stijging en
daling van begin
Jan. 1934 tot
begin Oct. 1934
lndexcijf er van Grondstoffen:
32.1
Febr. ’33
32.7
1 Oct. ’34
32.7
2
—12
Lijnzaad ……..
fl25,5O
3 April
’33
f
130,25
5
Maart
f
141,00
12

5

£
18.51-
12
Dec.

’32
£
16.4

1
Oct.
£

16.41_


25

£

7.-16
25
Juli

’32
£

6.4/-
10 Sept..
£

6.616 2
—15

.

£
81.101-
11 April
’32
£
137.2

17
Sept.
£
139.11_
71

9

Kopér ………..

Gieterij-ijzer
Sh.
33.6
13
Febr.
’33
Sh. 31,6
18
Juni
Sh.
3216
3

10

Lood

…. ……
..
Tin

…….
……

£

8.2,6
18
Juli

’32
£

7.63
10 Sept.
£

7.8/-
2
—24
Zink

……
…..
Steenkolen ……..
f

6,60
16
Oct.

’33
f

6,00
3
Sept.
f

6,00
– –
13
Petroleum …….
$

0,15
13
Juli

’31
$

0,62
1
Oct.
$

0,62
313

6
$cts.
5,15
13
Juni

’32
$cts. 6,75
14
Mei
$cts. 7,45
45
13
Wol (Merino)….
d.

14,75
1 Dec.

’32
d.
14,50
27
Sept.
d.
14,50
– –
Katoen

………..

f

8,75
2
Juni

’32
f

11,50
12
Juni
f

11,75
.34
—13

f

60,—
5
Sept. ’32
f

73,00
1 Oct.
f

73,00
22

3
Koeliuiden ………
Vurenhout ………

f

7,375
9
Oct.

’33
f

6,50
3
April
f

6,75
4
—11
Sh
.

_11,3125
27
Juni

’32
Sli.

-12,8125
15
Jan.
Sh.
-14,375
233
52

Granen:
Tarwe ……….
f

4,30
16
Oct.

’33
f

3,15
26
Maart
f

3,60
14

.
22
Rogge ………..
f

2,85
13 Nov.

’33
f

2,65
26
Maart
f

3,90
47
. .

16
58,—
16
Oct.

’33
f

60,00
28
Mei
f

72,00
24
6

Copra ………….
Rubber

…. …..

56,—
2

Jan.

’34
f

55,50
23
April
f

94,00
71
68

Indencijf er van

..

Maïs

………..f

koloniale producten:
30.3

..

ii Dec.

’33
27.9
1 Oct. ’34
27.9

—13

Gerst

………..f

1111
11 Dec.

’33
Sli. 117
2
Jan.
Sh.
121_
8
4
Koffie ……….
Cts.
16
2
Jan.

’34
Cts

16
2
Jan.
Cts.

16,50
3 3
Cacao

………..Sh.

Suiker ……….
4,50
..
20 Nov.

133
f

3,50
1 Oct.
f

3,50

—30
Thee

………..
.
f
Cts.
22,75
4
Aug.
’32
Cts.
31,50
20
Sept.
Cts.
31,50
38
—23

938

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

24 October 1934

De wereldproductie in 1933.

De geweldige droogte, die dezen zomer in verschil-
lende gebieden van ‘het Noordelijk halfrond heeft
geheerscht, heeft vooral de tarwe-oogsten zeer on-
gunstig beïnvloed. Het is te verwachten, dat dien-
tengevolge ‘dit jaar de wereldproductie van voedings-
iniddelen ‘die sedert 1928 vrij stabiel is gebleven, zal
verminderen, waardoor ook de nog groote voorraden,
vooral van tarwe, zullen dalen. Uit de recente bere-
keningen van het Economisch Secretariaat van den
Volkenbond i) blijkt, welke versQhuivingen in de we-relciproductie tfm. 1933 hebben plaats gevonden.

Gemiddelde
1925-1929 = 100.

1926 1927 1928 1929 1930 1931 1932

1933*
Basisprod. (totaal)
96 100 103 106 103 98 95

97
bestaande uit:
(Agrarische prod
97 99 103 103 104 102 103 102
Niet.agrarische

productie ……
92 100 105 114 101 86 73

82
jOnbew.voedingsm
97 100 103 103 104 102 104 103

lndustr. grondst
94 99 104 111 102 91 81

1
88

Industriëele productie’):

Wereld z. Rusi
94 99 104 110 94 81 69

79

Wereld m. Rusi
94 99 105 112 98 87 77

87
Volumen van den

wereidhandel .

94 101 104 110 102 94 81182

82,83

= voorloopig.
1)
Indexcijfers van het Institut fOr
Konjunktu rforschuug.

In ‘deze tabel is, ooals men ziet, voor de wereld-
productie een verdeeling ‘gemaakt naar de herkomst en naar de bestemming. De voortbrenging van land-
bouvproducten, vooral •die van onbewerkte voedings-
middelen, is sedert 1928
vrijwel
stabiel gebleven.

Daarentegen is de wereldproductie van in’dustriëele grondstoffen, die in 1932 haar diep’tepuiït berëi’kte,
in 1933 met bijna 9 pOt. gestegen; zij is echter nog
12 pOt. lager dan hét gemiddelde van de jaren 1925
—1929. De werel’dproductie van industriëele grond-
stoffen van niet-agrarische herkomst steeg echter
in 1933 sterker (met 12 pOt.) dan die van ‘agrari-
sche herkomst (4 pOt.).
De ‘bovenstaande gegevens brengen duidelijk naar
voren, dat de wereldproduetie van industriëele grond-
stoffen zich vrijwel parallel beweegt met den index
vk’n dë indiitriëèlé ‘bedrijvigheid. Deze index, die
tot 1932 sterker was gedaald, is in 1933, ook sterker
gestegen dan de gron.dstoffenproductie. De gevolgen
van deze grootere stijging hebben ‘,ich’ geopenbaard
in een vermindering van de wereldvoorraden.
In tegenstelling tot de gestegen productie van
grondstoffen en in’dustriëele artikelen is het vom-
men van den wereldhandel in 1933 nagenoeg onver-
anderd gebleven. Dit is aan verschillende oorzaken
toe te schrijven. In de genoemde publicatie van den
Volkenbon’d is en vergelijking gemaakt tusschen dé
werel’dproductie en ‘den wereidhandel van verschillenl
de groêen van producten. Hoewel. deze groepen ii
verband met de sanienstelling
2)
niet geheel voor ver
gelijking vatbaar zijn, kunnen er niettemin enkele
conclusies uit ‘getrokken worden.

— Indexcijfers van de wereldproductie.
1929 1932 1933
6

Onbewerkte v6edingsmiddelen………100

101

100

Grondstoffen ‘ ……………
100

73

79
Productie van mijnbouw- en industriëele

producten … ………………….
‘100

68,5

77

Ind’ecijfers van het volumen van den wereldliandel.

1929 192 1933*
Voedingsmiddelen …………….
100 91 83,5:
Grondstoffen, onbewerkt
of
gedeelte.
lijk bewerkt:
.
………………..

.
100

80 ‘

86,5

Fabrikaten …………………..
‘100

58

59
= voorloopig.

Ondanks de gelijkblijvende wereldproductië van onbewerkte voedingsmiddelen, is de wereidhaudel
zeer sterk ge4aald. Hierin: komt ‘het toenemende pro-

La prodüction mondiale et-les prix
1925-1933.
Men zie de verschillende indeeling van groepen in
onderstaande tabellen.

tectionisme van de Europeesche invoerlanden van
‘granen tot uiting, dat geleid heeft tot een daling van
den uitvoer vooral van de Ver. Staten. Hetzelfde
geldt voor suiker; de uitvoer van Otiba en Java is
sedert 1929 met ongeveer 50 pOt. gedaald.
O.ok bij ‘de industriëele producten doet zich het-
elfde verschijnsel voor. Terwijl de index van de in-
‘dustriëele productie (waarin de minerale productie is begrepen) in 1933. 77 bedroeg, is de wereidhandel in
fahrika’ten gédaald tot 59. Men behoeft er niet aan
te twijfelen, aldus de Volken’bond in zijn publicatie, dat een ‘deel van, deze verschillen toe te schrijven is
aan de toenemend industriëele ‘autonomie, van een
groot aantal landen. Nièt alleen . is in .een- aantal
landen een toenemende industrialisatie – vooral op
tex’tielgebied – op te merken, doch de’ handel in in-
dustrieproducten tuschen de industrielade is even-
eens afgenomen. Vooral van 1932 op 1933 is ‘deze
tendeus öp ‘te merken. Terwijl de’. in’dusfiifëele pro-
duitie met 12 pOt. stkeg, nam ‘het volumen van çlen
uitvoer van industrieproducten slechts, met. ongeveer
2 pOt. toe.

Productie van voedings- en genotmiddêlen

Van de 4 belangrijkste granen is ‘de prijs van
tarwe
‘het sterkst gedaald en de prijsstijging, die
sedert Juni heeft plaats gevon’den, .is ook hier het
geringst ‘geweest. De ook •thans nog zeer lage tarwe-
prijs wijst op de groote moeilijkheden, die in de pro-
ductie- en consumptiesfeer nog overwonnen moeten
worden. Want tegenover de geringe ‘tarweproductie
van dit jaar, staat de behoefte van de verbruiksian-
den, die vooral, wat de Europeesche landen betreft,
tot dusverre nog steeds is afgenomen. Dit
blijkt
wel
zeer duidelijk uit de toenemende bebouwing va
gronden met tarwe in de Europeesche invoerlanden.
1)

Met tarwe bebouwde oppervlakte in millioenen ha.
1929/’30 1931f’32 1932f33. 1933f 34 )
4
belangrijkste

‘exportlanden

48.1

45.5

46.9 « .

43.6
Doniu exportianden

7.4

8.5

7.6

.’
8.0
Europeesche

invoerlanclen
19.3

20.2

20.9

21.5
) Voorloopige cijfers.

De pro’tectionist’ische maatregelen in de meeste
Europeesche landen hebben geleid tot een verminde-
ring van de bebouwde oppervlakte in de Ver. Staten,
Argentinië en Australië. In Canada, dat van 1928
tot 1932 de bebouwde oppervlakte had uitgebreid,
heeft in 1933 eveneens een vermindering plaats ge-
vonden. De bovenstaande gegevens werpen een beter
licht op de reëele verhoudingen dan de productie-
cijfers, omdat door de droogte de oogst in Noord
Amerika veel lager is dan met deze cijfërs overeen-
komt. ‘ ……..

De jongste gegevens van het Internationaal Land-
bouw Instituut te Rome
wijzen
op ééiY ‘ze’r kleinen
oogst van ‘het Noor’deljk ‘halfrond. Dé’ b’o’sVvan dit
jaar zal ‘voigeiis schatting 75 millioen quintalen min-
der bedra’gen dan in .1933 en 110 •wjlljoen quintalen
minder dan het gemiddelde van de.. periode 1928
‘tfm. 1932.

Tanweproductie op het No6rdelij’k ‘halfrond.
In millioen qufife’n.
Jaren ‘

Europa
Amerika
Azië
1

Afrika

Totaal
2)

1928

.
..
.

384


406
109


‘0

928
1929


..
. .

395
‘310
132

1
…..
34
871
1930

. ..

370
360
150

29
909
1931

.
. . .

391
‘346


1
3
9

…..32..-
908
1932

.
..
.

406 326
126

.
…..35–.
893
1933

‘.
. . .

476
220

.
136

—–30…
862
1934′)

.

401
213

‘.
141

…..34.-.
,
789 Gemiddelde:

1928-1932

389 349

131

32
901
1)

Zonder .Ohia.
2)

Zonder
Sovjet-Rusland en
China:
Vooiloopuge gegevens
1)

Ontleend ‘aan ,,La
Production’
moivlia,le. etJes
lirix”,
publicatie van dec
VoIken’boud
,

:

.

……….

24 October
1934

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

939

Voor het Zuidelijk halfrond wordt ook een lagere
oogst verwacht, daar in Argentinië en Australië -de
bebouwde oppervlâkte met resp. 6 ea
13
pOt. is ver-
minderd.- –
Wat het verbruik betreft, is de invoer van de
.Europèesche importianden dit jaar opnieuw gedaald.
Deze daling betreft niet Engeland, -dat dit jaar zelfs
iets xieer’ heeft afgenomen -dan in
1932/’33.

Netto-invoeren van tarwe van -Europa. –

Aug. tfni. Juli

Engeland Tbtaal Euiopa -.

1933f’34 …………
64.6

106

iiiiflioliii quintalen
1932f 33 ………..

63.5

12.1

1_931/’32

……….-

i.930/’31-

…………
……….

1-67.8- .

De werèlduitoer is in het afgeloopeh oogstjaar
dan ook opnieuw, gedaald tot
147.5
millioen tegen

171
millioen in
1932f’33
en
217
millioen quintalen

in
1931/’32.

– De oogst van
rotjge is
dit jaar eveneens zeer laag,
voornamelijk als gevolg van de weersonistandighe-
-den, waardoor vooral de •grootste Europeesche pro-
ductielanden (Duitschlan-d, Polen en Tsjecho-Slowa-
kije) zijn getroffen. Zoodoende is de Europeesche
productie dit jaar, met uitzondering van den zeer
slechten oogst in
1931,
lager dan in de laatste zeven
jaren het geval is -geweest. –

Roggeproductie op het Noordelijk halfrond.
1)

In millioen quintalen.
Jaren

Europa Andere landen
1)
Totaal
1)

1928
.

……………


230

15

– 245
.1929


…………. 1-239

16

255 1930

…………..235

20

255
‘1931

…………..197

13

210
1932 ……………237

15

252
1933

…………..255

9
…….
264
19342)

…………214 –

9
……..
223
Gemiddelde 1928-1932 227

1.6

243
1)

eha1ve Sovjet-Rusland.
– 2)
Voorlbôpi

gege’66s.

VOORRAADSTATISTIEK VAN (ROOTHANDELSARTIRELEN.
1)

– –


TIN”)
LOOD
3
)
ZINK
RUBBER
4
)
SUIKER)
KOFFIE6)

THEE
TARWE°)
KATOEN
10)


Wereld
Kartèl
Wereld
iefl.
Europa

Wereld
Wereld’
Londen
iStI–

dam
Wereld
Wereld


.
In lOCO

.

.
in 11)00
lo:g;
in 1 000

OflS
in miii.

in miii.

in milI.- in miii.
in miii.
.
in 1000
in miii.
in 1000
tonS
3
3
3
3
tons

> >


>
barrels
tons.
tons
.
balen
>
lbs.
isg.
qtrs.
balen
> >

1925
17.1
11



3.3
13
9.6
8

50
187.3
31.5

.5.635
26,
1926
15.8
11



3.2 12
10.9.
8

53
191.3
57.4 40.5 8.225
35
1927
15.6
11
543


5.7 3.8
15
18.4
8

89
213.0
64.7
47.3
7.037
28
1928
24.9
15
624
6.0 4.4 16
18.8
83
220.5 88.2 50.0 7.024
28

1929
32.4
18


334.5
42
630
50
6.7
25
25.1
118 260.4
69.6 72.9
7.234
28
1930
46.6
29
90.5
479.9

63
17.4
8.5
31
,29.3,
131
261.6
68.5 72.9
9.731
32
1931

-59.2.
44 148.3

623.6
90
568

20.7

8.8
33
34.3
154
244.7 89.4
76.1
10.709
48
:1932
55.9
-56
177.0 148.6
61l.

.525
20.8
8.9
33
28.4
121
285.8
64.2
74.1
10.807
4.9

133-
29.1
23
210.5
134.2
651.5

18.9


8.3
31
269.8 75.2 66.6
10.240
42

Jan.
1
32
60.4
60

156.4 189.3
646.6
99
547
20.7
8.3 32
34.4
146 248.3
83.4 79.0
10.742
48
Febr.
59.6
60 161.9 191.2
634.9 97
568
-21.0
8.4


52
34.2
146 240.4
80.2 76.5
10.613
48
-Maart
60.2 60
165.7.
177.5
614.9

……

94
549
21.0
8.6 33
34.3
146
213.3 75.9
74.5 10.243
46
Ap.ril
60.5

61
165.3
177.5
614.7
94
570
21.0
9.0 34
33.4
142
171.2
71.7
66.2 9.462
42
Mei 59.4
59
169.1
174.4
621.8
9,5
571
21.6
8.3 32
30.7 131 182.1
73.6 61.0
8.849 40
Juni
58.2
53
176.8
167.8
585.2
89
538
21.5

7.7
30
29.1
126
182:2
72.0 55.6
8.281
37
Juli
59.8
60
176.8
167.8
572.4
87
59
21.5
7.8

30
7.3″
31
183.9
75.4
51.0 7.682
34
Aug.
56.7
57
173.4 163.2
589.0
90
560
21.1
7.5
29
6.911
29
202.7
92.5
53.0 7.546
31
Sept.
56.3
56
169.9
154.6
594.8
91
530 20.0
7.2
27
6.4″
2-7
219.1
79.0
62.2
8.239
34
Oct.
56.1
56
167.1
154.6
598.7
91
526
20.0
7.8
29
29.1
126
239.0
61.1 66.1
9.552
3.9

Nov.
56.2
56
175.1
153.8
602.5
92
545

.
19.7
9.0
34
28.8
123 263.8
61.7 65.7
10.778
44
Dec.
55.9
56
177.0
148.9
611.8
93
509
19.5 8.9
34
28.4
121
2858
64.2
74.1
10.807 44

Jan. ’33
54.3
42 188.6
152.2 651.7
4
)
81
508
19.5
8.6 32
27.1
115
295.5
83.9
80.4 10.832
45
Febr.
52.7
41
194.7 150.0.
642.9
80
503
19.7
8.5


32
25.4 108
292.1
98.6 77.6
10.365
43
Maart
51.7
40 198.7 151.3
642.2
80
510


20:4 8.9
34
24.7
105
275.6,
95.9 72.2
9.866
41-
April
49.9 39
201.9
148.2 626.1
78

……………

504
210
8.8 33
23.7
101
262.4
96.8 65.3
9.362
39
lvlei
48.9 38
202.2
141.9
625.0
78
510
2U1 8.4
32
21.8
93
257.4
114.2
59.4
8.661
36
Juni

46.6
-36
1.98.3
131.8
623.6
77
51

4
21:0
7.7
29 20.9 89 244.8
115.3
57.3
8.038
33
Juli
.
44.9
35
180.6
128.1
616.9
77
521
21.0
7.4
28
20.3
86
234.4
119.1
57.5
7.510
31
Aug.



40.0
31,
170.1
125.5
602.6
75
530
21:2
6.9
26
20.2
86
235.1 106.0
60.3
7.088 29
Sept.
35.9
28
175.1
129.2
616.7 77
530
20.9
6.4
24
21.3 91′
235.3
96.1
64.5- 7.871
35
Oct.
33.8
26
184.1
130.8 622.1
77
525
20.4
7.8
29
-22.5
96
248.3 89.2
64.6
9.253
38
Nov.
31.7
25
197.5
128.7
636.8
79
518 19.9
8.4
32 22.6
96
254.5V
94.0 62.6
10.842
46
Dec.
29.1 23
210.5 134.2
650.5
8
1
513
18.9 8.3
31
7.711
33
269.8 75.2
66.6
10.240 42

Jan. ’34
284
22
214.8
139.9
650.8
81
507 18.6
7.7
29
7.8″
33
275.1
81.1
72.8
9.764 40
Febr.
27.6
21
222.4
134.2
651.9
81
502


18.7
7.6
29
7.611
32
265.8
77.8 69.8
9.033
37
Maart
24.4
19
227.7
123.8
652.0
81
507
8.0 30
8.1″
34
251.5
69.8
66.6
8.546
35
April
22.4 18
244.6
113.8
649.4
81
506
8.2
31
16.5
8

70
239.2
84.8
61.9
8.026 33
Mei
21.0
16
237.3 670.6
83
504
8.0 30
8.612

37
222.0
88.2 58.0 7.406
30
Juni
20.1
16
239.7
– –
660:0 82
507
6.5
25
14.0
60
212.2
83.7
56.5
6.948 29
Juli
20.6
16
239.3 677.8
84

6.9
26
12.3
52
208.9
84.0
59.7
6.571
27
Aug.
19.6
15
675.4
84

6.4 24
10.7
46
219.4
91.9
61.4 6.302
26
Sept.
18.7
15

8.312
35
232.5 88.2 6.987 29

De cijfers hebben betrekking op heteinde van de maand
(jaar) of het begin van de daarop volgende maand.
De visible supply volgens W. H. Gartsen (vroeger

Ricard
en Freiwald). ilet wereldverbruik bedroeg in 1932 ruini
117.000 ton.


Voorraden in de Ver. Staten en Engeland.
Wijnand & Keppler’s Rubberbericht. In Februari 1934 zijn de wereldvoorraadcijfers gewijzigd. De gewijzigde cijfers gaan
niet verder terug dan: Januari 1933.
De wereldvoorraden
van vôôr
1933
rijn dus niet te vergelijken met die vanaf
1933.
Zichtbare voorraden volgens Czarnikow.


Statistiek der firma G. Duuring & Zoon..

– –

Niet inbegrepen de binnenl. voorr. mB razilië. SedertJuni
niet inbegrepen de gouvernementsvoorraden van Sao Paulo.
Zonder Rio.
Statistiek van George Broomhail. Zichtbare voorraden
in de tweede hand in de Ver.

Staten en Canada, en in de
voornaamste havens van Groot-Brittannië, in Europa, Ar-
gentinië en Australië en stoon1ende partijen.


Liverpool Cotton Association. De cijfers hebben betrek.
king op de voorraden in Engeland, op het Continent, in de
Ver. Staten, te Alexandrië, te Bombay en in den Oriënt.
Zonder Santos.


Zonder Rio en Saiitos.

940

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

24 October 1934

Ook de oogst van
gerst
is dit jaar in vele gebieden
aanzienlijk lager dan sinds vele jaren is voorge-
komen. Dit geldt inzonderheid voor Noord-Amerika,
waar de productie slechts de helft is van het gemid-
delde van de periode 1928 t/in. 1932. De geweldige droogte heeft niet alleen de opbrengst nadeelig be-
invloed, doch heeft eveneens .hijigedragen tot een ster-
ke vermindering van de geoogste oppervlakte. In
Azië en Afrika is de oogst vrij overvloedig geweest.

Productie van gerst
01)
het Noordelijk halfrond..

In millioen quintalen

Jaren
Europa Amerika Azië
2
)
Afrika Totaal
8
)

1928…………..
162

102

38

24

326
1929…………..
180

84

49

25

338
1930……………
165

96

46

20

327
1931…………..
150

59

46

23

.

278
1932…………..
170

84

41

24

319
1933…………..
169

49

41

23

282
1934
1
)…………
151

42

46

28

267

Gemidd.
1928_1932
165

85

44

23

317

1)
Voorloopige gegevens.
2)
Behalve Britsch-Indië en Perzië.
3)
Behalve Sovjet-Rusland,
Britsch-Indië en Perzië.

In tegenstelling met de •graanprijzen, is de prijs

van
suiker
het afgeloopen kwartaal opnieuw tot een laagterecord gedaald. De Java-suikerpositie is onder
deze omstandigheden weer ongunstiger geworden,
waarop ook .de jongste berichten van het sluiten van de fabrieken van de H.V.A. wijzen. In Europa wordt
volgens de schatting van Mikusdh de met suiker be-
bouwde oppervlakte weer vergroot, waardoor de pro-
ductie, mede met het oog op de gunstige weersge-
steldheden, .grooter zal zijn dan sedert 1930/’31. Dit.
zal er toe leiden, mede met het oog op de geringe
suikerproductie op Java, •dat het aandeel van de riet-suikerproductie in de totale wereldproductie opnieuw

daalt.

Ook de prijs van
koffie
blijft nog steeds laag, hoe-
wel de marktpositie iets is verbeterd door de ver-
mindering van de voorraden. De voorraden in Bra-
zilië zijn echter nog steeds zoo groot, dat zij sterk
zullen moeten verminderen, alvorens een definitief
herstel kan intreden. De vernieti’gingscampagne kan
dit proces bespoedigen, evenals een geringe koffie-
oogst, die in het loopende jaar verwacht wordt en op
ongeveer 14 millioen balen wordt geschat. Zeer groo-
te schommelingen in de productie blijken duidelijk
uit de volgende gegevens:

We reldproductie in m illioen balen.

Brazilië
Andere landen
Totaal

19291
1
30

……………
29.1
11.1
40.2
1930f’31

……………
11.6 16.3
27.9

1931f’32

……………
27.9
10.6.
38.5

1932f’33

……………
16.5
.

1.1.6
28.1

1933f’34

……………
29.9
10.4
40.3

De geringe oogst, die dit jaar wordt verwacht zal
dus medewerken tot een aanzienlijke vermindering
van de voorraden. In welke mate de vernie’tigings-
campagne dit proces heeft bevorderd, moge hieruit
blijken, dat tot heden een hoeveelheid koffie is ver-
nietigd, die grooter is dan de overvloedige oogst, die
in het afgeloopen jaar is verkregen en tweemaal zoo
groot is als de. oogst die wordt verwacht.

De stemming op de theemarkt is in het afgeloo-
pen kwartaal zeer gedrukt geweest als een gevolg
van de sterk gedaalde prijzen. De resultaten van de
theerestrictie, die het eerste jaar zoo gunstig leken,
zijn niet in alle opzichten bevredigend. Hoewel de
productie van de aangesloten landen sterk is beperkt,
neemt de productie van de outside-landen toe. For-
mosa en Japan breiden hun productie gestadig uit,

zooals uit onderstaande tabel blijkt.

Uitvoer van thee uit de voornaamste productielanden der
wereld (exclusief China).

1934
1933

Jan.
tin.
Juli
Jan. t/in. Juli

1000 kg.I1000 lbs. 1000 kg.I1000 lbs.

41.405
91.282
45.628
100.592
13.914
30.676
13.215
29.134
Z.
]3r. indië …………
63.616
140.251
64.661 142.554

N. ]3r

Indië…………

30.589
67.438
39.880
87.921 7.339 16.179 7.575 16.700

Ceylon

…………….
Java

………………

5.812
12.812
4.847
10.685
Sumatra

…………..
Japan

…………….
5.722
12.614 3.376 7.443
.I?orn8osL

………….

Totl………..
168.397
371.252
179.182
1
395.029

Volgens recente heridhten zal Rusland zijn produc-
tie zoodanig uitbreiden, dat het op den duur in eigen
verbruik zal kunnen voorzien. Bovendien moet men
er nog rekening mede houden, dat de thee-export van
de aangesloten landen dit oogstjaar grooter kan zijn

dan het vorige, omdat alle deelnemers aan •de thee-
restrictie in het eerste jaar minder hebben uitgevoerd
dan hun was toegestaan (met uitzondering van
Britsch-Indië, wat den uitvoer over land betreft).
Het quotum voor deze landen luidt volgens de Ver-
eeniging voor de Theecultuur in Ned.-Indië voor het loopende jaar als volgt:

Export-

Minder

Totaal
quotum uitgevoerd quotum

1934/35

1933134

1934135

lbs.

lbs.

lbs.
Ned.-Indië …………
151.897.375 11.433.085 163.330.460
Britsch-Indië:
Oyer zee …………
329.999.150

2.726.161 332.725.311
Oyer land ……….
4.771.282

_’)
Ceylon…………….
220.082.290 12.020.627 232.102.917

706.750.09

– 1)

__1)

1)
De uitvoeren overland hebben het quotum overschreden.
De juiste cijfers moeten nog worden vastgesteld.

Wat het verbruik betreft, valt in de eerste plaats
een verschuiving in de vraag naar goedkoope theeën
te coustateeren, hetgeen de prijzen voor •de betere soorten na.deeli.g beïnvloedt. Daarnaast neemt het
verbruik in enkele landen als gevolg van valuta-
moeilijkheden af. In dit verband moet ook gewezen
worden op den aandrang van de producenten in Indo-
China op de Fransche re.geering om den invoer van
buitenlandsche theeën in Frankrijk door handelspoli-
tieke maatregelen te belemmeren.

Productie van metalen en andere grondstoffen.

De verhooging van de tinquota der aangesloten
landen, die 1 April is ingevoerd, is met 1 October
weder ongedaan gemaakt wegens den ongunstigen
ioop van de conjunctuur in de Ver. Staten en de im-
portbelemmeringen in Duitschland. Dat d.e vooruit-
zichten ongunstig worden beoordeeld; blijkt wel uit
het feit, dat de
prijs
niet onaanzienlijk is gedaald,
ondanks de vermindering van de zichtbare wereld-

voorraden.
Op de wereldmarkt van
koper
duurt de felle con-

currentie tusschen de producenten nog steeds onver-
minderd voort; de invoerbelemmeringen in Duitsch-
land, die de wereldmarkt opnieuw hebben doen in-
krimpen, hebben een hoogst ongunstige uitwerking
op .de prijzen gehad. Aan den anderen kant is het
aarbod op de wereldmarkt nog toegenomen door de
Amerikaansche uitvoeren. De koperprjs in de Ver.
Staten was in den code gefixeerd op 9 c. per lb. Daar
een prijsverlaging verboden was, kon een vergrooting
van den afzet dus niet langs dezen weg worden ver-

kregen. De producenten, die hun voorraden zagen
toenemen, zijn er dientengevolge toe overgegaan op
de wereldmarkt tegen elken prijs te verkoopen. Daar
de producenten in Rhodesia, Canada en enkele an-

24
October
1934

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

941

dere ‘gebieden hun productie intusschen hebben op-gevoerd, is de toestand op de kopermarkt thans bui-
tengewoon ongunstig en het valt dan ook niet te ver-
wonderen, ‘dat er weder sprake is van een nieuwe
internationale koperconferentie.

De daling van •den
rubberprjjs
aan het einde van
het derde en ‘het begin’ van het vierde kwartaal is
een bewijs voor de moeilijkheden, die zich ook bij de
restrictie van de productie van ‘dit artikel voordoen.
Tengevolge van de groote productie in het begin
van -dit jaar, is de wereldproductie over 8 maanden
grooter dan zij ooit is -geweest.

Wereldproductie plantagerubber in tonnen.

1929 1930
1931
1932
1933
1934

Januari

•…
76.542
74.687 64.262
62.414
63.271
80.627
Februari….
71.116 72.644 63.893 58.870
55.381
87.337
68.548
68.267
70.391
58.270
61.227 91.195
71.153 61.572
62.083
56.388
56.541
82.703
64.406 70.870
67.459
61.751
65.985
114.332
59.960
52.529
61.171
57.112 61.615 69.400
69.272
59.486
65.551
60.121
73.060
71.749

Maart …….
April

…….

Augustus

..
68.270
71.679
63.922
58.370
72.750 73.824

Mei

………
Juni

…….

September
. .
75.752
73.325
65.099
58.180
74.980

Juli ………

October

•…
71.585
70.287 69.984
54.480
83.873
November ..
66.275
61.828
69.883 56.724
76.97
December

..
72.918 63,634
57.848 58.680
87.851

Totaal..
835.797 800.808
781.546 701.360
833.491
Jan. tot Sept.
549.267
531.734 518.732 473.296 509.830
671.167

De wereldpro’ductie is over de eerste 8 maanden
ruim 160.000 ton grooter dan in
1933.
Hoewel het
verbruik in de Ver. Staten in de eerste
4
maanden
van dit jaar ongeveer tweemaal zoo groot was als in
dezelfde periode van
1933,
geven de laatste
3
maan-
den een tegengesteld beeld te zien.

Vérbruik in de Ver. Staten.

8 maanden totaal Jan. t/m. April Juni, Juli. en Aug.
1931 . . .

258.719

123.463

97.439
1932 . . .

230.712

111.755

89.760
1933 . . .

277.445

86.416

146.449
1934 . . .

322.794

173.583

106.199

Hieruit blijkt wel, van hoe groot belang de toe-
komstige ontwikkeling van de conjunctuur in de Ver.
Staten voor den rubberprjs is.

De prijzen van
katoen
hebben ‘zich betrekkelijk goed
kunnen handhaven, hetgeen voornamelijk een gevolg
is van de geringe oogst, die in de Ver. Staten wordt
verwacht. Dit resultaat is voornamelijk toe te schrij

ven ‘aan de groote droogte. Want hoewel de opper-
vlakte sterk beperkt is geworden door de contrôle
van de A’gricultural Adjustment Administration (tot
27.2
millioen acres tegen
30.3
millioen aceres in het
daaraan voorafgaande jaar) bleek ‘het, dat de beste
gronden met katoen waren beplant, zoodat -onder nor-
male omstandigheden een goede oogst had kunnen
worden verwacht. Volgens de jongste schattingen zal
de katoenoogst in de Ver. Staten
9.4
millioen balen
bedragen tegen ruim
13
millioen balen in
1933.
Het verbruik van katoen is, volgens de gegevens
van de Manchester Federation of Cotton Spinners,
in het afgeloopen oogstjaar niet onaanzienlijk geste-
gen. Deze stijging heeft zich echter alleen voorgedaan
in de niet-Amerikaansche soorten; want het verbruik
van Amerikaansche katoen is in den laatsten tijd
sterk ‘beperkt, zooals eveneens uit onderstaande tabel
blijkt.

Katoen’verbr.uik in de wereld in duizend balen.
Balen van verschillend
gewicht

1933134 1932133 1931/32 1930131
Amer. katoen in de V. S.

5.554

6.003

4.747

5.091
Overige landen ………7.985

8.164

7.572

5.817

Totaal Amer. katoen

13.539 14.167 12.319 10.908
Indische katoen ……… 4.770

4.200

4.780

5.863
Egyptische katoen …… 1.108

936

‘980

853
Diversen ……………

5.677

5.029

4.235

4.864

Totaal verbruik .. 25.094 24.332 22.323 22.488

Industriëele productie.

De economische toestand is in het derde kwartaal
van
1934
in de belangrijkste industrielanden, met
uitzondering van Tapan, weder ongunstiger gewor-
den. In Frankrijk vond een sterke inzinking plaats,
terwijl in Engeland en Canada slechts een stagnatie
in het herstel is ingetreden. Voor Engehtnd wijzen de
onderstaande gegevens nog op een vooruitgang, doch deze ‘hebben betrekking op het tweede kwartaal.

Indexeijfers van de industriëele bedrijvigheid 1928 = 100.

Duitsch-
land
Enge-
land
Frank-
rijk
Ver.
Staten
c
ana d
S
Japan

1929

….
100.4
106.0
109.4
107.2 108.1
111.8
1930

….
90.1
97.9
110.2
86.5 91.7
105.8
1931

….
73.6
88.8
97.6
73.0 76.7
108.7
1932

•…
61.2 88.4 75.6
57.7
62.8
115.3
1933

.
..
.
68.9 93.5 84.6
68.5 65.2
133.0

Jan. 1933
62:9

78.7
58.6 52.8
130.7
Februari
64.6
,

89.9
81.1 56.8 51.7
124.9
Maart
64.9
J
82.7
53.2
53.1
125.8
April
.
65.5
84.3
59.5
55.3
126.0
I’1ei
67.9
91.7
85.8
69.4
61.7
130.7
Juni
69.5 87.4
82.0
67.7
130.3
Juli
70.6
88.2 89.2
70.1
134.0
70.7
91.8
87.4 82.0 76.0
136.7
71.0

86.6
75.7 76.6
136.3
71.9
85.0
68.5
74.2 137.0 73.2
‘99.5
84.3 64.9
71.2
140.2
75.1
J
83.5
67.6 72.2
143.7

Aug…….

Jan. 1934
79.1
83.5
70.3
71.7
142.5

Sept……
Oct…….

Februari
82.5
103.8
82.7
73.0
71.3
139.1

Nov……
Dec……

Maart

.
84.2
81.9
75.7
78.1
140.5
April

.
86.1 81.1 76.6
77.6
142.1
Mei

.
..
88.1
104.6
79.5 77.5 84.8
149.2
Juni
89.4 78.0
75.5
80.8
Juli

.
..
88.8

76.4
68.5
81.2

De grootste terugsiag vond in ‘de Ver. Staten plaats,
waar in Juli en Augustus de bedrijvigheid in de
meeste industrieën sterk is gedaald. De conjunctuur
heeft zich in dit land sedert de ambtsaanvaarding
van Roosevelt zeer onregelmatig bewogen. De on-
zekerheid, die over de te ‘volgen politiek ‘bestaat,
schept wantrouwen, da’t niet bevorderlijk is voor
duurzaam herstel. In het afgeloopen kwartaal heeft
het groote textielconf liet en de strijd om ‘de N.R.A.
opnieuw ‘bewèzen, hoe zwak het fundament nog
is, waarop Pres. Roosevelt zijn hervormings- en her-
stelprogram ‘heeft gbouwd. In di’t verband wijzen
wij er op, dat de conjunctuur i’s gaan dalen enkele
maanden nadat de uitgaven voor openbare werkver-
schaffin’g waren verminderd. De onderstaande gra-
fiek, die wij heb-ben ontleend aan het Institut für
Konjunkturforschung, laat zulks duidelijk zien.

100

80

60

195
,
5

193’4

– Index industrieele productie (1923125 = 100.)

• • Crisisuitgaven’ (glijdeiid 3-mud. gemidd.).

942

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

24
October 1934.

Hoewel de resultaten van deze enorme steunver-
leening nog niet kunnen worden beoordeeld, omdat

allerlei andere factoren deze politiek doorkruist heb-
ben, heeft tot dusverre de particuliere bedrijvigheid
hiervan nog geen voldoende stimulans dndervonden,.
In Engeland en Zweden is een stagnatie in het
herstel ingetreden. Het verschil tusachen de conjunc-
tuurbeweging in beide landen ligt hierin, dat het
herstel in Zweden meer dan in Engeland op den uit-

voer is gebaseerd.
De depressie in de landen van het goudbiok heeft
zich in de laatste maanden verscherpt. Met uitzon-
dering van Italië, w’aar de economische toestand op een

laag niveau
vrij
stabiel is gebleven, is in alle andere
landen de economische toestand ongunstiger gewor-
den. Elders in dit kwartaalbericht is over den eco-
nomischen toestand van deze landen een uitvoerige
beschouwing opgenomen, waarin op de gemeenshap-
pelijke kenmerken van het deflatieproces wordt ge-
w
re
z
e
n
, zoodat
wij
hierop thans niet verder zullen in-

gaan.

Voor de beoordeeling van de huidige con:jCmctuur in de verschillende landen is het van belang te weten,
in hoeverre het herstel plaats vindt door een verrui-
ming van den afzet op de ‘binnenlandsche markt of
door een uitbreiding van den uitvoer van f’ahricaten.
De Volkenhoud heeft in een van rijn laatsté publi-
caties ‘) aan dit punt aandacht geschonken.’ In de
onderstaande grafiek, die hieraan is ontleend ,en be-

trekking heeft op vier
belangrijke
industrielanden, beteekent elke daling van de curven, dat de uitvoer
van industriepro’ducten, ôf meer is gedaald, ôf’ (zoo-
als in 1933) minder is gestegen dan de industl’iëele
productie, elke
stijging
het omgekeerde.

4
p


uuuu!I

loo

alt

80

.

•.
– –

60

to

1929

1930

1931

l9

1933

Ver. Staten

Frankrijk
– – – Engeland

xxxxx
Duitschiand

Hoewel men met de interpretatie voorzichtig moet
zijn met het oog op de ongelijke samenstelling van
deze curven, laat .deze grafiek toch enkele algemeene
conclusies toe. Met uitzondering van Duitschlan’d, is
in de betreffende landen in het begin van de crisis
de export sterker getroffen dan de binnenlandsche
productie. Dit geldt vooral voor de Ver. Staten. Het
herstel in alle vier landen sedert 1932 is niet ge-
paard gegaan met een relatieve verbetering van den
uitvoer. Alleen in Engeland schijnt na’ de depreciatie
van het Pond Sterling een evenwicht tusschen pro-
ductie en uitvoer, rij het op een lager niveau, tot
stand te zijn gekomen. In dezelfde periode is in
Duitschlan’d ‘dit evenwicht ‘geheel verbroken evenals
in Frankrijk sedert 1932: Het geringe herstel, dat in 1933 in dit land heeft plaats gevonden, is geheel tot
de binnenlandsche markt beperkt ‘gebleven.’

1)
La production mondiale et les prix 1925-1933

Geld- en kapitaalmarkt.

De geidmarkt heeft zich ‘in de voornaamste centra
ok in het af’gel•oopen kwartaal weder gekenmerkt
door groote geidruimte. De met de politieke omstan-
digheden samenhangende hooge stand van het par-
ticulier disconto, welke in het vorig kwartaal nog
te Parijs kon worden waargenomen, heeft thans ook
daar plaats gemaakt voor een daling. Ook ‘na de
emissie van schatkistbons, waarop wij hier’chder nog
terugkomen, heeft zich de geidruimte te Parijs weten
te handhaven. Het beeld van lusteloosheid en’ geringe credietvraag heeft zich derhalve bestendigd

Particulier Disconto.

Amster-
dam
..
Berlijn
Londen
New
York
Pars
ij

1928

•…
4.18
6.54
4.16′
4.10
.
.3.02
1929

….
4.82
6.87
5.31
5.03
.

3.44 1930
2.06
4.43
2.62
‘2.46
2.31
1931

….
1.42
6.14
3.56
1.58.
1.56
1932

….
0.85
4.95
1.94


1.26
.1.31

193


.
1.08
3.88
0.71
0.61
1.82

Jan.’33
0.37
3.88
0.92
0.31.
1.27
Febr
0.37
3.88
0.88 0.44
1.99
Maart
0.69
3.88
0.68′
2.88
2.18
April
0.62 3.88
0.66
0.88
2.06
Mei

….
2.07
3.88 0.53
0.50
1.95
Juni
2.19 3.88
0.48 0:38
1.75
Juli
3.53
3.88
0.51
0.44
1.71
Aug
1.21
3.88
0.40 0.44
1.59
Sept
0.77 3.88
0.42
0.25
1.39
0.50 3.88
0.72
0.25
1.52
.0
3.88
1.07
0.38
2.09
.0
3.88
1.22
0.60
2.36

Oct…….
Nov.

…….47

Jan. ’34
0.50
3.88
0.98


0.50
2.27

Dec……..50

Febr
0.75
3.88
0.94
0.50 2.72
Maart

.
1.23
3.88
0.94
0.36
,

2.88
April …
2.04
3.88
0.97
0.19 2.86
Mei

.
..
1.37
3.88 0.90
,

0.19
,
.2.79
Juni

….
0.77
3.76
0.91
0.19
.2.18
Juli

.
0.74
3.75
0.88 0.19
1.92
Aug
0.72

3.75
0.81
0.19
1.82
Sept
3.75 0.66

Op de kapitaalmarkt was de belangrijkste gebeur-
tenis de emissie van 3-, 6- en lO-jarige sc’hatkistbons
van den Franschen Staat. Dit papier ,, moyen ter-
me”, dat een looptijd heeft tusschen ‘het korte en het
lange crediet in, en dat van het
41/
pOt. reu’tetype

is, had een opmerkelijk succes. Voor aflossing van
verschillende schulden had de Staat circa 5,6 mil-
hard Francs noodi’g, terwijl voor ongeveer 9 milliard
Francs werd ingeschreven. Voorloopig rai dus de
Fransche Staat geen beroep meer op de kapitaalmarkt behoeven te doen. De positie van de Fransche Schat-
kist is, afgezien wellicht van een tijdelijk beroep op
de geldmarkt in de eerste helft van 1935 in de perio
de, waarin de niéuwe belastingen nog niet overvloe-•dig genoeg binnenkomen, voor geruimen tijd verze-
kerd. Dat beteekent als zoodanig natuurlijk een ge-

ruststellend feit. Toch heeft de medaille ‘haar keerzijde. In de eerste
plaats is dit crediet zeer duur; de netto-rei4e komt
op circa 5%1 püt. uit. Dit is teekenend voor het das-
sement van het Fransche Staatscrediet, wanneer men
bedenkt, dat de Engelsche Staatsschuld op hetzelfde
oogenblik een netto rendement geeft van ongeveer
3 pOt., dat 4-jaars sohatkistbons der Ver. Staten nog geen 2 pOt. rente doen en het rendement van 5-jaars
Nederlandsch schatkistpapier einde’ September ruim
2%, pOt. beliep.
Bovendien is de schuld hiermede slechts tijdelijk
geconsohideerd; daarmee is echter de ‘grond der be-
staande moeihijkhedën niet opgeheven. Het vraagstuk
van ‘het budgetair evenwicht en.dat van de vaste las-ten in het bedrijfsleven blijft dan ook bij voortduring
zorgwekkend. Verschillende voorstellen’ zijn in den

24
‘Octolief 1934

ECONOMISCH-STATISTISCH ‘KWARTAÂLBERICHT.

943

laatsten tijd gedaah om’ daarvoor een oplossing te
vinden.
Veel gerucht maakte een voorstel van den Minis-
ter van Justitie om te komen tot het vâststelleh van
een maximum rente voor particuliere schulden va
5 pOt. Dit plan schijnt niet veel kans op verwezep
lijking te hebben, hetgeen begrijpelijk is. Een maxi-
mum rente ontwricht het .credietverkeer op. langen
termijn en remt de heschikbaarstelling van iieuw
te investeeren gelden. Bovendien laat zulk een rente-
maximum den last der bestaande schulden, welker
druk door de deflatie zwaarder is geworden, onaan-
getast.
Een ander denkbeeld om het aanbod van geld ter
kapitaalmarkt te vergrooten, betreft de betaalbaar-
stelling van de coupons der Staatsschuld in effectieve
gouden munt. Dat zou het vertrouwen in den Staat
verhoogen en de geidgevers tot het aanvaarden van
een lager ±entetype kunnen overhalen. Mogelijk heeft
zulk een systeem effect bij de ei’genaardige en sterk
metallistische Fransche mentaliteit. Dat er intusschen
gevaren aan verbonden zijn, is duidelijk. Het gaat
lijnrecht in tegen de beginselen van een rationeel
goudgebruik, terwijl het na invoering van zulk een
effectieve goudafgifte vrijwel onmogelijk is om zonder
het veroorzaken van groote schokken op den inge-
slagen weg terug te komen.
De emissiebedrijvi.gheid vertoont ongeveer hetzelfde
beeld als in het vorige kwartaal. De particuliere emis-
sies zijn in de meeste landen gering.
De
cijfers
van •de aan het eind van dit kwartaalbe-
richt gepubliceerde conjunctuurstaten toonen met
betrekking tot de Vereenigde Staten duidelijk, dat
van eenige herleving, van de particuliere aandeelen-
emissies, die toch met herstél van het bedrijfsleven
gepaard zouden moeten gaan, nog geen sprake is. Het
zelf de •beeld vertoonen de emissies van aandeelen in
Duitschland, Nederland en Frankrijk. Engeland pu-
bliceert op dit punt geen cijfers.
Dat de ‘buitenlandsche credietverleening ‘op langen
termijn nog steeds miniem is, blijkt evneens duide-
lijk uit de cijfers. Alleen Engeland speelt een rol van
beteekenis, doch in hoofdzaak ten behoeve van de over-
zeesche gebieden van het Britsche wereidrjk. Er is nog
geen sprake van eenig herstel van het internationaal
verkeer, hetgeen intussc’hen begrijpelijk is in verband
met de onzekerheid der politieke en monetaire toe-
standen.

Buitenlandsche Emissies in millioenen Guldens.

Ver.
Staten
Groot
Brittannië
Neder-
land
1)
Zwitser-
land
T
t
o aal

le kwart. 1929
838
547
55
31
1.471
2e
622
317
14
12
965
3e
164
132
25
10
331
4e
331
145
14

490

le kwart. 1930
804
402
65
14
1.285
2e
1.245 423
141
74
1.883 3e
451
110
22
23
606
4e
354
382
15
36 787

le kwart. 1931
385
292
8
12
697 2e
159
228
20
38
445
3e
126
36
8

170
4e
0.2
0.9


1

le kwart. 1932
2
57

36
95
2e

,,

127
– –
127
3e

,,

,,
54.6
1
4
14
74
4e
10.4
74 124
20
228

le kwart. 1933

3

19
52
2e

66
– –
66 3e

,,

,,

172
– –
172
4e

40


40

le kwart. 1934

38

3
41
2e


52 0.7

.52.7
3e

,,

,,

95
-1-
95
1)
Buitenland en koloniën.

Deviezenmarkt.

Op de deviezeunarkt heeft inzonde±heid de daling
van het Pond Sterling de algemeene aandacht ge-
trokken. Van den stand van het Pond en enkele an-
dere valuta’s ten opzichte van den Gulden geeft
onderstaande grafiek een beeld.

1

OLM


.KOP

11

1932.

1933 –

1934

Ten deele is deze daling een gewoon seiaoensver-
schijnsel. Zij schijnt echter ook samen te hangen met
kapitaalverplaatsingen ten laste van Engeland. Het
Equalisatiefonds heeft deze groote daling niet tegen-
gegaan. Van Engelsche zijde is te kennen gegeven,
dat men de middelen van dit fonds slechts wil bezi-
gen tot het wegnemen v.an de scherpe kanten der
kleine schommelingen van de valuta, doch niet tot
het tegengaan van groote veranderingen. Officiëel is overigens nog eens duidelijk te kennen gegeven, dat men voorlôopi:g aan stabilisatie van het
Pond op goi.idbasis niet denkt. In dezen zin heeft de Kanselier van de Schatkist zich zeer pertihent uitge-laten. Ook van een nieuwe wereldconferentie wil de heer Ohamberlain niet weten; •de wereld is moe van
conferenties! Men zal zich •dus hebben• in te stellen
op een toestand, waarin van gefixeerde valuta’s niet
kan worden gesproken. Hoogstens zal men een tijde-
lijke stabiliteit krijgen.
Het trekt echter de aandacht, dat zelfs Amerika,
waar men zoo weinig heeft te verwachten vn een
verdere depreciatie van ‘den Dollar voor interne
,,Ankurbelung” en
waarbij,
als men ‘de aaik van de
geldzijde wil aanpakken, heel andere middelen, met
name nog veel grooter credietexpansie, noodig zullen
zijn, voordat de Dollar verder verlaagd ‘behoeft te
worden, zich niet definitief wil vastleggen op het
voorloopig stabilisatiepeil. De Pre4ident heeft zich niet uitgelaten ten gunste, van definitieve stabilisa-
tie en het heeft de aandacht getrokkeh, dat een ad-
vies tot vaststelling van een vaste goudbasis, uitge-
bracht door den Federal Advisory Council aan den
Federal Reserve Board, ‘door dit laatste lichaam op
weinig heusche wijze is teruggestuurd met de mede-
deeling, dat de Council zijn wettelijke competentie
te buitén ging.

Voorloopig wordt intusschen de kans op verdere
daling van den Dollar tegenover de goudvaluta’s ge-
ring geacht. Ook de beroering, welke de zilverdecla-
ratie heeft gebracht, is van v’oorbijgaanden aard ge-
weest, toen men zag, dat het bij den opkoop van zil-
‘ver slechts om ‘betrekkelijk geringe vermeerdering
van de geldcirculatie gaat.

944

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

24
October 1934

LIJNEN BETREFFENDE DE CONJUNCTUUR IN

NEDERLAND.

(Samengesteld in overleg met het Centraal Bureau

voor de Statistiek te ‘s-Gravenhage).

int eiclinq.

in ‘het afgeloopen kwartaal heeft zich plotseling
een zeer ongunstig verschijnsel in ons economisch
leven voorgedaan, dat reeds een duidelijk nadeelige
werking op verschillende vooi den uitvoer producee-
rende ondernemingen ‘heeft gehad en waarvan de toe-
komstige invloed nog niet te overzien is. Wij bedoelen
hiermede de verscherpte betalingsmoeilijkheden met
Duitschiand, ouzen grootsten afnemer. De reeds on-
gunstige vooruitzichten voor onzen uitvoer zijn door
deze nieuwe complicatie èn ‘door de nog niet geregel-
de handelsbetrekkingen met Engeland er niet beter
op geworden.
Dat onze uitvoer, wat de waarde betreft, zich des-ondanks dit jaar, na de gestadige daling van de laat-
ste jaren weder een weinig heeft hersteld, moge wel-
licht als een gunstig teeken worden beschouwd, het
hangt echter nauw samen met de zeer geringe verbete-
ring van den internationalen handel in zijn geheel.
Het aandeel van den Nederlandschen uitvoer in den
totalen werelduitvoer is intusschen in de eerste helft
van ‘dit jaar nog lager dan in dezelfde periode van
1933, zooals onderstaande cijfers duidelijk laten zien.
Er is weliswaar tot 1931 een stijging te constateeren,
maar sedertdien verliest de Nederlandsche volkshuis-
houding op de wereldmarkt niet alleen in absoluten,
maar ook in
relatieven
zin voortdurend terrein.

Procentueel aandeel van de Nederlandsohe uitvoerwaarde in de totale werelduitvoerwaarde.
ie halfjaar
1929

…………..
2.78
1930

…………..
.2.93
1931

…………..
3.16
1932

…………..
2.92
1933

…………..
2.66
1934

…………..
2.57

In overeenste’mming hiermede is ook ‘het beeld van
de ‘indus’triëele bedrijvigheid, zooals dat berekend
wordt uit de omgekeerde
werkloosheidscijfers.
De
werkloosheid is in de afgeloopen maanden grooter
geweest dan ooit in dezelfde periode is voorgekomen.
1-loudt men rekenin’g met de seizoenswerklooshei’d,
dan ligt het niveau van de industriëele bedrijvigheid
nog slechts iets hooger dan het laagtepunt, dat begin
1933 werd geregistreerd. Uit onderstaande grafiek
blijkt intusschen, dat ‘dit laagtepunt door toevallige
oorzaken werd bereikt (groote koude in de betreffen-
de maanden en ‘onnauwkeurige correctie van de sei-
zoensfluctuaties in den winter tengevolge van de wis-

selende weergesteldheden), m.a.w. de lage bedrijvig

heid was toen niet in overeenstemming met den con-juiactuurtoestand, hetgeen duidelijk naar voren kdmt,
indien ‘men de curve vlak vSSr en vlak na deze tij-
delijke inzinking met elkaar vergelijkt.

Op grond hiervan komen wij dan ook tot de con-
clusie, dat de industriëele bedrijvigheid feitelijk nog
nooit zoo laag is geweest als volgens de
definitieve
werkloosheidsgegevens, die tot Augustus bekend zijh,
wordt weerspiegeld.
1)

De vraag kan gesteld worden, hoe het mogelijk is,
dat in dezelfde periode,
viaarin
de daling vân de
uitvoerwaar.de tot staan is gekomen, in de industrie
een verscherping van de depressie is op te merken.
Wat dit betreft, zouden wij allereerst willen opm’er-
ken, dat er met ‘het oog op de. samenstelling van onzen
uitvoer, in het geheel geen correlatie tusschen beide
grootheden behoeft te bestaan. De Nederlandsche
export ‘bestaat immers voor een deel uit agrarische
producten. Voorts kan een
gelijkblijvende
uitvoer van
industriëele producten gepaard gaan met eên ver-
minderden afzet op de binnenlandsche markt. Het
volumen van den uitvoer van in•dustriëele producten
is dit jaar geleidelijk gestegen. Wat de binnenlandsche
afzet •betref t, kan er weliswaar op worden gewezen,
dat een deel van de landbouwende bevolking, voor-
namelijk in akkerbouwstreken, een grooter inkomen
heeft dan enkele jaren geleden (goede oogst met hoo-
gere prijzen), maar de koopkracht van het grootste
deel van •de bevolking voor industriëele producten
is zonder twijfel in de ‘laatste jaren sterk verminder
(lagere inkomsten met stijgende uitgaven voor voe-
dingsmiddelen). Als derde factor kan nog gewezen
worden op de toenemende mechanisatie, die het aan-
tal arbeiders per eenheid product doet afnemen, en
dus bij ‘gelijkblijvende productie tot een grootere
werkloosheid leidt.

Om deze redenen, die nog met andere
zijn
uit te
breiden, behoeven uitvoerwaarde en industriëele be-drijvigheid zich niet parallel te ontwikkelen. Hoe dit
ook zij, de stijgende werkloosheid is een buitengewoon
ongunstig verschijnsel, niet alleen voor den econo-
mischen, maar ook voor ‘den financiëelen toestand van
ons land. De .outzaggelijke financiëele moeilijkheden, waarmede de Overheid reeds te kampen heeft, worden ‘hierdoor nog grooter.

De verscherping van de depressie in Nederland is
niet een op zichzelf staand verschijnsel. De interna-
tionale conjunctuur is in ‘het afgeloopen kwartaal
eveneens ‘ongunstiger geworden, niet alleen door de
betalinigsmoeiljkheden van Duitschland,’ maar ‘ook
door de terugslag in het ‘bedrijfsleven in de Ver. Sta-
ten en de stagnatie in Engeland.

‘) De voorloopige werkloosheidscijfers van de tweede
helft van September wijzen intusschen op een geringe
verbetering.

ioo

INDEXtYFER5
u

ii

Li

INDU
TRULE IEDMMGW
,ID

r’NED
LAi1D

I92′

I9Z5

I9O

‘9’

24 October 1934

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

945

Industriëele bedrijvigheid.

De grafiek van de industriëele bedrijvigheid, voor-
al de lijn, die op seizoensinvloeden is gecorrigeerd,
laat thans gee twijfel meet bestaan omtrent het feit,
dat de bedrijvigheid in ons land gestadig• afnemende
is. Feitelijk is zulks reeds vanaf het najaar van 1933
het geval. Door klimatologische omstandigheden, een
koude Decembermaand’ en warmere maahden gedu-
ren den lateren winter, is zulks niet terstöad aan het
licht gekomen. Vanaf het voorjaar van 1934 vertoont
de gecorrigeerde lijn echter een ononderbroken da-
ling, die in Augustus nog niet tot stilstand is geko-
men. De gecorrigeerde industriëele bedrijvigheid was
in Juli tot onder

de 70 gedaald, hetgeen wil zeggen,
dat de werkloosheid tot boven de 30 pOt. was geste-
gen, een niveau, dat voorheen slechts een oogenblik
heeft •bestaan in de koude vitermaanden van het
begin van 1933 (zie de grafiek •op de vorige pagina). Ook de volgende grafiek, waarin de veranderingen
van de totale werkloosheid in een bepaalde maand
vergeleken worden met de verkloosheid in de
over-

eenkomstige
maand van hdt
jaar tevoren,
bevestigt

de
stijging
der werkloosheid.

Stijging (+) en daling (-) vah de totale werkloosheid
per maand vergeleken met dezelfde maand van
het voorafgaande jaar.

_
:
IIIIIIIInhIIIIIIOIIIIIIhi.
1

I
.

iii-
NWIJ!

9230

0$

302

,933

032

Deze ongunstige situatie heerscht vrijwel in alle
bedrijfstakken. Bouwbedrijf, metaalnijverheid, en voor-
al textielindustrie, als geheel genomen, geven voort-
durend hoogere werkloosheidscijfers dan in de over-
eenkomstige maanden van het vorige jaar. Ook met
de drukkersbedrijven en de voedingsmiddelenindustrie
is dit het geval, ofschoon het percentage der werk-
loosheid daar niet zoo hoog is als in de eerstgenoemde bedrijven. Alleen bij de fabrieksarbeiders en de trans-
p0
rtarbeiders valt geen toeneming der werkloosheid,
in vergelijking met de overeenkomstige maanden van
1933, te constateeren, terwijl •de werkloosheid in de
steenkolenmijnen een hoogtepunt van 18 pOt. in Mei
heeft bereikt, en daarna iets onder dit maximum is
gebleven. (juli 17.3 pOt.). In ieder geval is dit bijna
10 pOt. hooger dan in de overeenkostige maanden
van 1933.
De stijgende werkloosheid in de bouwvakken gaat gepaard met een daling van het bedrag der aanbeste-
dingen. Was de werkloosheid in de textielindustrie
verleden jaar tot ca. 27 pOt. gedaald, thans is zij tot
boven de 32 pOt. gestegen, een punt, dat in den
zomer slechts eenmaal, in 1932 het dieptepunt der
wereldcrisis – is bereikt. Deze ongunstige toestand
wordt veroorzaakt door de slapte in de wo’lindustrie
(Tilburg). In de katoenindustrie is de werkloosheid
ongeveer even groot gebleven.

1.ndexcijfers van de werkloosheid in de Textielindustrie.
Tilburg
Al-nielo
Juli

1933
…………12,5
32,8
Sept…

…………

7,1.
29,7
Oct

,
………….
3,5
31,1
Nov…

…………

6,7
30,9
Dec…

…………

9,3

29,7
Jan

.1934
…………12,3
33,9
Febr…

…………

11,2 31,8
Mrt…

…………

19,7
29,2
April

…………..
27,4
29,2
Juni

…………..
25,2
31,1
Juli

…………..
27,7 35,0

Voorshands zijn er geen puuten aan te wijzen, waar-
aan wij een verbetering der industriëele bedrijvigheid
zouden kunnen vastknoopen, daar zoowel de bedrijvig-
heid in de consumptiemiddelenin-dustrie als die in de
productiemiddelénindustrie achteruitgaande is. Ook
de invoer van grondstoffen, die tea onzent wel als
index voor de in-dustriëele bedrijvigheid wordt benut,
vertoont hetzelfde beeld. Vanaf •het voorjaar 1934 is
een merkbare daling opgetreden.

Handelsbeweging.

In Juli en Augustus overtrof de waarde van den
export die van de overeenkomstige maanden van het
vorige jaar. Dit is de eerste keer sinds het uitb±eken
van de crisis, •dat zulks het geval is geweest. In Sep-
tember was de uitvoer echter weer minder dan, in
eenige Septembermaand sinds de vorige depressie. De
waarde van den uitvoer ontwikkelde ich op de vol-
gende wijze:

Waarde van den uitvoer in
mill.
gld.
1932

1933

1934
Juli …………………63

56

58
Augustus …………….67

62

69
September …………..’

77

74

69

Door deze vermeerdering van den export in Juli en Augustus is het kwartaalcijfer, gecorrigeerd op
seizoensinvloeden, ‘beter geweest dan dat der vooraf-
gaande kwartalen, en is het gelijk gekomen met het
tweede kwartaal van 1933.

Gecorrigeerde uitvoerwaarde in mill. girl.
1933

1934
le kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. le kw. 2e .kiv. 3e kw.
192

186

177

171

181

180

186

Er schijnt dus een duidelijke wijziging in de daling van de uitvoerwaarde opgetreden te zijn, nadat in het
vierde kwartaal van 1933 ‘het dieptepunt was bereikt.
Daarbij treden echter groote varschillen bij de af-
zonderlijke goederen aan ‘het licht. De gezamenlijke
uitvoer van enkele ‘artikelen, is ‘belangrijker gestegen
dan het ‘geheele verschil in de uitvoerwaarde gedu-
rende het derde kwartaal bedraagt, zoodat daartegen-
over artikelen staan, waarvan de uitvoerwaarde be-
langrijk is gedaald.
Een sterke stijging van de exportwaarde heeft zich
b.v. bij bloembollen, tin en radio-artikelen geopen-
baard.

3e kwartaal
In
rnill.
gld.

1933

1934

Bloembollen ………………………
f
14,8

f
17,9
Tin………………………………

..

2,2

,,

5,1
Radio .

..8,1

,, 13,5

Totaal …… ………
.’ f
25,1

f
36,5

Deze drie artikelen geven, een vergrooting van de
uitvoerwaarde van
f 11,5
millioen, terwijl in totaal
‘dit’ jaar ‘in het ‘derde kwartaal voor
f
3,5 millioen
meer is uitgevoerd. Daartegenover staan dan ‘ook vele
artikelen, zooals ‘bacon, versch vérkensvleesch, marga-
rine, vruchten, steenkolen en diverse weefsels; waar-
van de uitvoerwaarde dit jaar veel geringer is geweest
dan in het d’erde kwartaal van 1933.
De belangrijke stijging van den uitvoer van radiô-
artikelen in het derde kwartaal van dit jaar is mis-
schien wel het gevolg van een zeer lagen uitvoer in
‘de eerste twee kwartalen, hetgeen uit de volgende.
cijfers’ blijkt:

Uitvoer radio-artikelen in ton.
1933

1934

le kwartaal …………..1.526

1.303
2e

,

…………1.603

1.113
3e

, ……………1.783 –

2.510

Totaal ……….4.912

4.926

– Waar thans het niveau van het vorige jtar is bd-
reikt, valt het moeilijk te zeggen, of de grootere uit-voer zal blijven bestaan dan wel, dat hier een afwij-‘

946

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

24
October
1934

king van de normale seizoensbeweging in dien export
is opgetreden.
De groote uitvoer van bloembollen is een seizoens-
verschijnsel, wodat een eventueel grootere export dan
verleden jaar in de komende maanden, daarop zeker
niet zal berusten. Zal de uitbreiding van den export
zich kunnen handhaven, dan moet de uitvoer van
andere producten ook verbeteren, daar de bloembol-
lenuitvoer ophoudt, de grootere export van radio-artikelen in het derde kwartaal misschien aan een
bijzondere •oorzaak is toe te schrijven, terwijl het ook
niet vaststaat, dat de export van tin zich het volgend
kwartaal op het hooge niveau zal handhaven.

De waarde van den
invoer
bleef echter achteruit-

gaan, en was weer lager dan in het tweede kwartaal

van
1934.
Dientengevolge toont onze handelsbalans
een ongekend hoog percentage,
77.6,
van dekking van
den invoer door den uitvoer. Wij laten de cijfers hier-

onder volgen.

Waarde in

1932 1933 1.934

1932 1933 1934 1934
miH.
gid

Januari/Sept.

Derde kwartaal 2e
kw.
Invoer …..970

884

791

293

321

253

262
Uitvoer

625

548

534

207

192

196

171
Percentage

inv.fuitv. 64.4

62.0

67.7

70.7

59.8

77.6

65.3

De voortdurende waardevermindering van onzen
invoer kan thans niet meer op rekening van grootere
voorraadvorming tengevolge van de omzetbelasting
worden gesteld. Hierbij. zal de contingenteeringspoli-
tiek eerder een rol van heteekenis hebben gespeeld,
daar de contingenten reeds aan het begin van het
jaar sterk zijn verlaagd en nadien, bij verlenging der
betreffende besluiten, als regel nog meer ingekrom-

pen ‘zijn.

Over de stijging van de waarde van onzen uitvoer
in Augustus zijn door den minister van Economische
Zaken mededeelingen gedaan naar aanleiding van de
nioeilijkheden bij de invoering der clearing met
Duitschiand. De minister vestigde de aandacht erop,
dat het percentage der dekking van onzen invoer door
den uitvoer, dat vroeger voor Duitschiand ca.
67
be-

droeg, in die maand tot boven de
85
was gestegen.

Dit kwam, doordat onze invoer uit Duitschiand ver-
minderde, terwijl onze uitvoer naar dat land steeg.
Duitschiand is in het derde kwartaal een goede
afnemer van verschillende agrarische producten ge-
weest, zooals zuivelproducten, vleesdh, eieren, versche
groenten en bovendien voor katoenafval en lompen,
die als grondstof voor de textielindustrie dienen, na-
dat de verkoop van Engeland naar Duitschiand xve-
gans betalingsinoeiljkheden stagneerde.
Niet alleen de hoeveelheid . van onzen export is
toegenomen, gelijk bij boter en spek eenigermate, bij
eieren en groenten veel meer het geval is geweest,
maar de te behalen prijzen waren hooger, in verband
met de hinnenlandsche prijspolitiek der Duitsche

regeering tot vaststelling van minimum prijzen, bene-
den welke niet mocht worden ingevoerd. Intusschen
is wel gebleken, .dat deze verbeterde export geen on-
verdeeld voordeel voor ons land oplevert, want daar-
uit zijn groote betalingsmoeiljkheden ontstaan, die

nog steeds niet zijn opgelost.
Wij geven hieronder de cijfers omtrent den uitvoer
van eenige belangrijke agrarische artikelen in het

derde kwartaal van
1933
en
1934.

De totale uitvoerwaarde van de in de tabel ge-
noemde producten steeg van
f 52
millioen in het

derde kwartaal van
1933
tot
f 57.8
millioen in het

derde kwartaal van
1934.
De stijging van
f 5.8
mil-

lioen werd, zooals reeds hierboven berekend is, voor
het grootste deel veroorzaakt door de stijging van de
uitvoerwaarde van bloembollen met
f 3.1 millioen.

Bij verschillende producten is een besliste verbete-
ring in den uitvoer opgetreden, zoowel wat hoeveel-
heid als wat prijs betreft. Zoo b.v. bij eieren, boonen,
pootaardappelen en bloembollen. Het uitvoerquantum

Uitvoer

in ton

Prijs per ton br.
1933

1934

1933

1934
Jan.jSpt. 3e kw. Jan.lSpt. 3e kw. 3e kw. Ie h. 3e kw.
Boter ……23.570 6.287 30.908 10.164
f
727
[
574
f
566
Kaas ……48.844 17.855 46.446 16.881 ,,417,, 444 ,,470
Eieren . .. . 46.095 14.770 53.322 16.162 ,, 352 ,, 374 ,, 385
Gecond. melk130.709 39.330 121.158 39.012 ,, 148
2
159 ,, 133
Bacon en spek 49.678 15.481 34.253 13.236 ,,442 ,,477 ,,469
Margarine. . 8.679 2.862 6.931 2.018 ,, 294 245 238
Tomaten. … 57.278 39.716 57.720 40.125 97 210 77
i3loemkool . . 14.388 5.611 14.960 8.503 62 ,, 98 ,, 61
Snij- en prin-
cesseboonen 6 759 6.659 13.277 13.131 ,, 73

186 ,, 95
Komkommers 35.474 17.950 40.214 18.547

61 114 ,, 56
Kleiaardapp.130.015 37.134 95.436 25.708 ,, 19

13 ,, 47
Poot

,,

23.778 2.849 52.664 13.670

41

23 ,, 80
Bloembol. enz. 35.284 32.567 38.961 35.597 ,, 454 ,, 476 ,,503

van andere groenten, zooals tomaten, bloemkool en
komkommers is gestegen in vergelijking met het
vorige jaar. Ook de boterexport is belangrijk grooter dan in
1933,
weliswaar met zeer lage prijzen, die ech-
ter in
vergelijking
met de eerste helft van dit jaar nog
slechts weinig verder zijn gedaald. De export van
gecondenseerde melk heeft zich in het derde kwartaal
op het niveau van verleden jaar kunnen handhaven,
maar de prijzen waren ongunstiger. Bij kaas en bacon
en spek was de uitgevoerde hoeveelheid geringer,
maar de prijzen waren beter dan verleden jaar, voor
kaas zelfs niet onbelangrijk. De prijs van consumptie-
aardappelen is zoo sterk gestegen, dat het bedrag
veel grooter is dan verleden jaar ondanks de gedaalde
hoeveelheid van onzen export. Alleen margarine geeft
het ongunstige beeld met gedaalde exporthoeveelheid

bij gedaalde prijzen.
De algemeene indruk van de gegevens omtrent den
export is dan ook, dat deze niet ongunstiger is dan
in de voorafgegarie kwartalen, in verschillende op-
zichten misschien iets gunstiger. Hierbij wordt na-
tuurlijk een relatieve maatstaf aangelegd in vergelij

king met andere crisisjaren. Vooral het prijsniveau
blijf t nog volstrekt onbevredigend voor een loonende

productie in ons land. Ook bij den industriëelen export komt een zwakke
tendens tot prjsverbetering naar voren, waarnaast
echter andere producten in prijs blijven achteruit-
gaan,
gelijk
uit onderstaande tabel blijkt.

Uitvoer
Prijs per ton
in ton
in gld.
1
933
1934
3ekw. Iehalfj.3ekw.
Jan.lSept.
3e kw. Jan.jSept.
3e kw. 1933

1934
1934
Radio

art……
……..
4249
1625

4926
2510

4990

6060 5372
Gloeilampen
meer dan 16
V.1)
13.5
4.4

10.3
3.5

380

4022)
371
Katoenen weefsels .
5814
1946

5678 2509

1837

1636
1621
Kunstz. garens ……..
6181 2091

6364 2052

1981

2020
2041
Krantenpapier ………
11128
3992

9403 4216

7.39

695 697
Stroocarton…………
156752
52213 181664
51947

41

41 41
Arbeidswerktuigen
3571
1367

4463
1639

910

1006
995
Fijn aardenwerk (wit)
4162
1449

3627
1218

373

285 256
in milhioenen stuks.
2)

Prijs per
1000 stuks.

De totale waarde van den uitvoer van de hierboven
gen.oemde artikelen steeg van
f 21.9
tot
f 27.4
mii-

lioen in het derde kwartaal van
1934.
Daar de uit-
voerwaarde van radioartikelen met
f 5.4 miliioeu
steeg, is •de gezamenlijke uitvoerwaarde van de ove-
rige artikelen nagenoeg gelijk gebleven.

Wat de hoeveelheden betreft, kan bij verschillende
artikelen van een verbetering worden gesproken. De
achteruitgang in den export van fijn wit aardewerk,
kunstzijde en stroocarton in vergelijking met het
derde kwartaal van
1933
is onbeteekenend. Alleen de
export van gloeilampen is iets meer gedaald. Van alle
andere hier genoemde artikelen is de uitvoer naar de
hoeveelheid gestegen. De prijzen van radio-artikelen
zijn flink verbeterd in vergelijking met de overeen-komstige periode van
1933,
en eveneens, zij het in
mindere mate, die van
kunstzijdeii
garens en arbeids-
verktuigen, terwijl de prijs van stroocarton onveran-
derd is gebleven. De
prijs
van gloeilampen is een
weinig gedaald, die van courantenpapier en
fijn
wit
aardewerk sterker. Vooral dit laatste product ver-
keert in ongunstige omstandigheden door daling van
hoeveelheid en van-waarde per ton van den export.

24 October
,
1934

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

947

De stijging van de hoeveelheid uitgevoerde katoe-
nen goederen staat in verband met de contingentee-
ring in Nederlandsch-Indjë, waarbij aan Nederland
gunstige contingenten zijn toegestaan. De vergroote
uitvoer komt dan ook nagenoeg geheel voor rekening
der groep gebleekte katoen. In verband hiermede moet
de gemiddelde prijs per ton der uitgevoërde goederen
dalen, omdat het goedkoopere gebleekte katden een
grooter percentage van den uitvoer uitmaakte •dan
verleden jaar. In dit geval behoeft dus de prijsdaling
niet op ongunstiger voorwaarden voor de leverende
industrie te wijzen.

In vergelijking met het derde kwartaal 1933 ver-
meerderde de uitvoer van katoenen weefsels naar Ne-derlandsch-Indië met 797 ton. In totaal zijn er slechts
563 ton meer uitgevoerd, zoodat de afzet naar andere
landen nog iets geringer was dan in het derde kwar-
taal, van 1933.

Scheepvaart.

Uit het onderstaande overzicht van de grootte van onze koopvaardijvloot, de opgelegde schepen en de
schepen in de vaart, waarvoor de gegevens ons ‘door
de Nederi. Reedersvereeniging welwillend werden ver-
strekt, ziet men, dat door verkoop en sloop van sdhe-
pen. het aantal schepen onzer koopvaardijvloot sinds
begin 1932 met 20 pOt. is verminderd. Het tonnage

Totaal koop-

Opgelegd

In de vaart
Begin
v.
vaardtjvloot

de maand Aan- in 1000 Aan. in
1000 Percen-
Aan. lin 15
tal
1
B.R.T. tal

B.R.T.
tage

tal
1 B.R.T.

Jan.

’32
510 2.315
167
782
33,7
343
1.534
Jan.

’33
478
2.163
165 782
36,3
313
1.381
Febr.

,,
478
2.145
161
753
35,1
317
1.392
Maart

,,
473
2.118
157 725
34,2
316
1.394
April

,,
470
2.106
159
736
34,9
311
1.370
Mei
468
2.096
169
722
34,4
299
1.375
Juni
465
2.078
145 603
29,
320
1.476
Juli
463
2.071
131
560
27,1
.

332
1.511
Aug.
457
2.026
104 427
21,6
349
1.561
Sept.
448
2.002
103
423
20,1
341 1.541
Oct.
445
1.998
101
407
20,4
344
1.591
Nov.
440
1.995
102
412
21,0
334
1.541
Dec.
438
1.986
99
409
20,6
333
1.525
Jan.

’34
432
1.977 96
338
17,1
328
1.574
Febr.
428
1.974
83 301
15,2
339 1.625
Mrt.
424
1.963
88
342
17,4
332 1.586
April

,,
419
1.943
99
411 21,1
315 1.491
ivlei
418
1.948
101
473
24,3
314
-1.452
Juni

,,
413
1.929
69
340
17,7
340
1.559
Juli
411
1.915
60
302
15,8
348 1.592
Aug.
411
1.915
71
354
18,5
339
.
1.554
Sept.

,,
410
1.913
69
338
17,6 339
1.560
Oct.
09
1.909
61
303
15,1
346
1.591

is slechts met 16 pOt. achteruitgegaan in dezelfde
periode, waaruit volgt, dat de kleinere schepen in
hoogere mate verdwenen zijn dan de grootere en dat
deze laatste thans. dus een belangrijker deel van onze
vloot uitmaken dan een paar jaar ‘geleden.
Door de vermindering van het totaal aantal schepen liep ook het percentage der opgelegde schepen gelei-
delijk achteruit, en bedraagt thans 15.1 pOt., bij een
even groot aantal schepen in de vaart als begin 1932. Toen was het percentage der opgelegde schepen ech-
ter 33,7.

Wel is het aantal varende schepen en oor het ton-
nage daarvan boven het minimum van het begin van
1933 gestegen, maar sedert medio 1933 is liet Vrij-
wel constant gebleven met zekere schommelingen naar
boven en naar beneden. Het gemiddelde ligt ‘bij de
340 schepen.

Monetaire Indices.

De daling van de rente voor overheidsobligaties
heeft in de afgeloopen maanden voortgang gevonden,
waardoor in het ‘derde kwartaal de conversie van
leeningen tot een totaal van
f
642.5 millioen mogelijk
bleek. De bedrijvigheid op •de kapitaalmarkt was, wat
nieuwe emissies betreft, echter zeer klein, waarbij
komt, dat de zomermaanden in dit opzicht vaak een
laagtepunt vertoonen.
Ook het particulier disconto is in de afgeloopen
maanden ‘gedaald en is thans ongeveer even laag als
in de herfstmaanden van 1933.

De omloopssnelheid bij den Postéheque- en giro-
dienst verminderde gedurende het derde kwartaal en
kwam weer op het zeer lage niveau van begin 1933,
hetgeen geheel in overeenstemming is met de gedaal-
de industriëele bedrijvigheid. In dezelfde richting wij-zen de gegevens van De Nederlandsche Bank. Teiwijl
de omzetsnelheicl van de saldi bij onze centrale bank
in de eerste vijf maanden van dit jaar honger was
dan in ‘de overeenkomstige maanden van 1933, is van-
af Juni ‘het omgekeerde waar te nemen. Alleen de
cijfers van het girokantoor te Amsterdam toonen een
verbetering (men zie voor de gegevens de tabel op
blz. 952).

Ook de aandeelenkoersen toonden een ononderbroken
inzinking in deze periode, die weliswaar vrij gelei-
delijk voortgang maakte en geen al te groote afine-
tingen aaiinam, maar die toch pessimisme ten aan-
zien van de toekomstmogelijkheden van ons bedrijfs-
leven weerspiegelt.

De monetaire indices wijzen derhalve alle in de
richting van het voortduren der depressie, zonder dat
ditmaal een ige teekenen van herstel vallen waar te
nemen.

vv

rI

4

1923

l92,

1921

916

1927

1925


1
919

1030

1031

012.

1933

1951

948

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

24 October 1934

DE ONTWIKKELING VAN HET DEFLATIEPROCES IN

DE LANDEN VAN HET GOUDBLOK.

Het streven van de iandn van het goudbiok om
tot samenwerking op han.delspolitiek gebied te komen,
wijst op de groote moeilijkheden om zich op de we-
reldmarkt staande te houden. Deze moeilijkheden
zijn van den volgenden aard.
Het kostenpeil (in goud) in de niet-.goudlanden is
zoo sterk gedaald, dat •de concurrentie steeds moeilij-
ker is geworden. De goudlanden zagen zich daardoor
voor de noodzakelijkheid geplaatst het interne prijs-
en kostenniveau langs den weg van deflatie zeer dras-
tisch naar beneden te drukken. Deze noodzakelijkheid
is in vele gevallen een economische en politieke onmo-
gelijkheid gebleken. Het is daarom van belang na te
gaan, hoe het deflatieproces zich in de landen van het goudbiok heeft ontwikkeld en welke gevolgen

zulks heeft gehad, eenerzijds op ‘den uitvoer, ander-zijds op de productie.

1.
Groothandelsprijzen.


In onderstaande grafiek is de loop der groothan-
delsprijzen in de verschillende landen weergegeven.
Daar wij slechts de ‘beweging der prijzen beschou-
iven, niet de absolute ‘hoogte op een bepaald oogen-
blik, zijn de lijnen der indexcijfers als één bundel ge-
teekend, ofschoon’ deze indexcijfers geheel verschil-

lend zijn samengesteld.
In het algemeen bewegen de groot’handelsprijzen
zich in al deze landen in gelijke richting, maar er
bestaan toch belangrijk onderlinge afwijkingen, die
de aandacht trekken. Wij willen daarbij voorop stel-
len, dat men hierbij niet té veel op ‘kleine afwijkin-
gen mag letten, ‘omdat de verschillende wijze van
samenstelling der indexcijfers hierop ‘zeer wel invloed
kan uitoefenen. Bij belangrijke onderlinge afwijkin-
gen wordt het evenwel mogelijk, de meer algemeene
oorzaken hiervan aan te toonen. Nederland maakte tot 1932 een uitzondering op de
vrijwel, volkomen parallelliteit, d’ie er tusschen de
beweging der groothandelsprjzen in de andere goud-
landen bestond. In ons land ‘daalde het prijsniveau
sneller dan in de overige gou.dlanden. In de periode
1932–1933 is dit verschil verdwenen, terwijl eind
1933, begin 1934 het indexcijfer in ons land flink is
gestegen, in de andere goudlanden met schommelingen
op hetzelfde niveau is gebleven of zwak is blijven dalen.
Doordat Nederland het mees’t vrijhan’dels-gezinde
land in deze groep was, i’s deze snellere prijsdaling in
de eerste crisisjaren wellicht mede te verklaren uit
‘de handelspolitiek. ) Niet alleen heeft een zekere
prijsdaling van goederen op de wereldmarkten een
geringeren invloed in die landen, waar boven de we-
reidmarktprjs nog een bepaald .specifiek invoerrecht
moet worden betaald, maar ‘bovendien hebben landen

i) De snellere daling zal echter voornamelijk toe te
schrijven zijn aan ht feit, dat het Nederlandsche index-
cijfer een groot aantal grondstoffen bevat, wier prijzen in
het begin van de crisis veel sterker zijn gedaald dan die
van half- en eindfabricaten.

,

l99

930

1931

l93

033

1934

als Frankrijk, Italië en Zwitserland telkenmale. in

den loop der jaren, toen de prijsdaling op de wereld-
markt voortging, hun invoerrechten verhoogd. Ook
België is, hoewel in mindere mate, in protectionis-
tische richting gegaan. Vanaf 1932 is ook ons land
ertoe overgegaan, opcenten op de invoerrechtn te
heffen, contingenteeringen toe te passen, door hef-
fingen de prijzen van diverse lan’dbouwproducien te
doen stijgen, enz., met het resultaat, dat de prjsbe-weging in ons land meer met die in protect’ionisti-

sc’he landen overeenkwam. De prijsstijging van 1933
op 1934 moet voor een aanzienlijk ‘deel op rekening

van deze steunmaatregelen worden gesteld, omdat uit
den loop der indices van andere landen blijkt, dat in
‘het algemeen het prijsniveau niet is gestegén.
1)

Nog duidelijker blijkt zulks uit de grafiek (rec’h-
ter helft), waarin alleen de gegevens voor Bel-
gië, Frankrijk en Italië zijn verwerkt, omdat deze

gegevens voor Zwitserland en Nederland niet be-
staan. Zij geeft de indexeijfers weer van ‘den prijs
van ingevoerde en uitgevoerde goederen. De prijzen
van ingevoerde goederen in die landen geven voor
1933—’34 dezelfde beweging als het algemeene prijs-
niveau te zien, d.w.z. of schommelend om een con-
stant peil, of langzaam dalend. De ingevoerde goe-
deren zijn dus niet in prijs gestegen, en derhalve
heeft ook Nederland daarvoor op de internationale
markten niet meer behoeven te betalen. De prijsstij-
ging in ons land moet dus aan binnenlandsche oor-
zaken worden toegeschreven.
De indexcijfers van de prijzen ‘der. exportartikelen
zijn in de drie goudlanden steiker gedaald dan die
der ingevoerde ‘goederen. Voor ‘het behoud van den
buitenlandschen afzet is het noodzakelijk gebleken te
verkoopen tegen prijzen, ‘die minstens even sterk wa-
ren gedaald als in landen met gedeprecieerde valuta.
Kon men de prijsdaling van ingevoer.de goederen nog
eenigermate temperen door verhooging van invoer-
rechten en contingenteeringen, ‘bij .den export heeft
men geen middelen tot prijsverhooging. Da’arbij wer-
ken contingenteeringen en invoerrechten in andere
landen juist prijsdaling bij den export in de hand.
Het is zonder meer duidelijk, dat de uitvoer uit alle
goudlanden op deze wijze hoe langer hoe meer verlies
moest gaan opleveren. De sterkere daling van het
indexcijfer der exportgoederen, vergeleken met dat
der ingevoerde goederen en van het algemeene prijs-
niveau vertoont echter, gelijk de grafiek tot uitdruk-
king brengt, het laatste jaar, een mërkbare stagnatie.

Kosten van levensonderhoud.

• De lijnen van de kosten van levensonderhoud zijn
op zoodanige schaal geteekend, dat bij procentueel
gelijke daling deze lijnen evenwijdig zijn voor de ver-

1)
Ook de i.ndexcijfers van de prijzen van grondstoffen,
koloniale l)roduCten en granen zijn in deze periode niet
gestegen. Het indexcijfer van de prijzen van granen is
toen juist sterk gedaald. Men zie daarvoor de grafiek op
blz. 936.

19.g

1930

1931

1959

1933

1934

lffi

I.Rom

~
mmm

mans_
M.R.E

1
____________

i.mmmmmmmam
1

1
Tolihting
’01)
cLile grafieken. – . – . – Italië
Nederland

0-0-0—
Zwitserland

België

– – –

Frankrijk

De lijnen van den prijs van in- en uitgevoerde artikelen
in Frankrijk zijn zes maands moving-average.

24 October 1934
1
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

949

schillende landen. Wij zien, dat zulks niet het geval is. De evenwijdigheid bestaat ongeveer voor de ge-
gevens van België, Italië en Zwitserland, terwijl deze
kosten ‘in Frankrijk en Nederland minder sterk zijn
gedatld dan in de andere goudianden. Een stijging van de kosten van levensonderhoud vindt in 1933
in Nederland en Frankrijk en in zeer geringe mate in Italië en België plaats; zij was overal echter ge-
ringer en van korter duur dan in ons land.

f929

1930

1931

193

933

1934

L

N.13. Zie voor toelichting der lijnen onderaan de eerste
grafiek.

Ter vergelijking volgen hier de indexcijfers der
kosten van levensonderhoud vën de vijf goudlanden.

.1930 1931 1932 1933 Juni 1934
Nederland

……………
100
94
88
87 87
België

………………
100 91
St
80
74
Frankrijk

(45 Dép.)

……
100
97
91
87
84
11

(Parijs)

…….
100
98
91
90 90
:talië

……………….
100
90 86
82
76


Zwitserland

………….
100
95
87
83
82

Alle landen, behalve Italië, verstrekken gegevens
omtrent de onderdeelen der kosten van levensonder-
houd. Wij geven hier de tabel van de vaste kosten, die voor huishuur en voor licht en brandstof. Daar
niet alle landen de uitgaven voor gas en eleetriciteit
afzonderlijk vermelden, hebben wij deze met brand-
stof gecombineerd, zoodat ‘de uitgaven vergelijkbaar
zijn.

1930 = 100
Huishuur Verlichting en verwarming

1931 1932 1933

1931 1932 1933

Nederland …..
102 103 103

94

92

90

België ………
103 102 101

91

86

82

Frankrijk ……
101 105 107

99

98

97
Zwitserland

101 101 100

97

92

90

In alle landen hebben derhalve de ‘huren geen deel genomen aan de prijsdaling; meestal
zijn
zij integen-
deel gedurende de crisisjaren nog gestegen. Dienten-
gevolge is de daling van de totale kosten van levens-
onderhoud vertraagd. Het sterkst is zulks in Frank-
rijk het geval. Uit de Nederlandsche en Frasche
gegevens inzake de uitgaven voor gas en electriciteit,
blijkt, dat daarin ‘gedurende de crisis bijna geen
daling heeft plaats gévonden.

Loonen.

Voor België, Zwitserland en Italië bestaat een al-
gemeene loonindex, voor
Frankrijk
en Nederland is
zulks niet het geval. Ten aanzien van deze laatste
landen beschikt men slechts over loongegevens van
bepaalde categorieën arbeiders, zonder daaruit te
kunnen afleiden, in hoeverre deze gegevens represen-
tatief zijn voor het geheel en welken invloed zij op
het geheele looripeil uitoefenen. Wij zijn daaromge-
dwongen vergelijkend materiaal over de beweging
der bonen in die ‘landen, dat de situatie eenigermate

in haar algemeenheid belicht, met de grootste
voor-

zichtigheid en reserve
te ‘beschouwen, en zuIlen ons
daarom beperken tot het mededeelen van enkele ge-

gevens.
De Zwitsersche loonindex, die slechts tot ‘1933 be-kend is, toont een zeer geringe daling. De loonindices

‘van België en Italië geven een grootere daling te
zien, en wel van ongeveer 24 pOt. In België en Italië
is die daling vanaf 1931
duidelijk
merkbaar; zij heeft
echter van midden 1933 tot begin 1934, de laatste
gepubliceerde gegevens, geen voortgang gemaakt.
Volgens de partiëele gegevens heeft in Frankrijk
tot in 1931 toe een niet onbelangrijke loonstijging in
verschillende bedrijven plaatsgevonden. Daarna is een
daling ingetreden, die na 1,933 geen voortgang heeft
gemaakt, zoodat de bonen van verschillende groepen
arbeiders er begin 1934 ongeveer op hetzelfde niveau lagen als in 1930.
Nederland vertoont, voorzoover gegevens omtrent
arbeidsloonen bekend zijn, (bouwvakarbeiders, metaal-
bewerkers), een ander beeld. De loondaling is laat be-
gonnen, merkbaar ëerst in 1932, maar ging tot in het
tweede kwartaal van. 1.934 ononderbroken door.
Voorzoover dus de gegevens een beoordeeling moge
lijk maken zou de conclusie moeten zijn, dat in Zwit-
serland en Frankrijk de geringste. loondaling lieef t
plaatsgevonden in vergelijking met het begin van de
crisis. Vermoedelijk volgt hierop Nederland, terwijl
in België en Italië de loondaling het grootst is ge-weest tot begin 1934. In verband met hetgeen wij
hierboven schreven over de prijsdaling der exportpro-
ducten mag dus met eenige waarschijnlijkheid worden
vastgesteld, dat dit deel van het kostenniveau in
Nederland inderdaad iets meer is gedaald dan in
Zwitserland en Frankrijk, waar het prijsniveau der exportproducten minder heeft geleden dan bij ons.
De onvolledigheid der gegevens laat evenwel geen
procentueele schatting der verschillen toe.
Zeker is het wel, dat wij ten opzichte van België
en Italië er in dit opzicht ongunstig voorstaan, voor-
al wat België betreft, dat bij een minder gedaald
prijsniveau der exportproducten, zijn bonen waar-
schijnlijk sterker heeft verlaagd dan bij. ons het geval
is geweest.
Wij wijzen er in dit verband op, dat wij., hier
slechts de
beweging
der bonen beschouwen, niet de
hoogte van ‘het loon izelf. Deze is,
gelijk
bekend mag
worden verondersteld, in ons land veel hooger dan
in België, Frankrijk en Italië. Waar zulks echter
steeds het geval is geweest, en wij in gunstige jaren
toch onzen export met die hoogere bonen konden
handhaven, zou dus dezelfde verhouding van vroeger
blijven bestaan, indien de bonen in de betrokken
landen alle in dezelfde verhouding waren gedaald.

Staatsbegrootingen.

Trachten wij thans nog een inzicht te krijgen in de
beweging der vaste lasten in de verschillende goud-
landen, dan moeten
wij
ons daarbij beperken tot die
van de staatsbegrooting en tot den rentevoet, de
eenige deelen van het economisch leven, waaromtrent
statistisch materiaal bestaat. Ook hierbij is groote
voorzichtigheid geboden, daar de mogelijkheid van
verschillende structuur der begrootingen bestaat, ter-
wijl eveneens bepaalde fondsen buiten het begrootings-
totaal gehouden zijn. In ons land is dit tot 1934 b.v.
het geval geweest met het Leeningfonds 1914. Wij
hebben getracht met al deze factoren zooveel moge-
lijk rekening te houden, en hebben de eind-
totalen van de begrôotingen der
gewone uitgaven
genomen. Wat Nederland betreft, is ‘hierbij rekening
gehouden met de bezuinigingen, die tegelijk met de
begrooting zijn voorgesteld, waardoor het totaal der
uitgaven in 1934 met ongeveer 80 millioen ‘werd ver-
laagd. De eindstaten der begrootingen vertoonen geen
groote veranderingen, en leenen zich niet tot een
grafische voorstelling.
Gedurende de laatste jaren overheerscht een flauwe
daling, behalve in Zwitserland, waar het totaal ge-
lijk is gebleven. Over het algemeen .is de daling in
1932 begonnen. In een land als Frankrijk, waai on-
geveer 20 pOt. der uitgaven ‘bestemd, zijn voor, den

dienst der staatsschuld en nogmaals 23 .pOt. voor
defehsie, – uitgaven, die eveneens nagenoeg als
vaste lasten beschouwd moeten worden – beteekent
een procentueele bezuiniging van nagenoeg 10 pOt.
op het totaal een zeer drastische bezuiniging op de
uitgaven, die voor verlaging in aanmerking komen.
In de andere landen, waar de verhouding van rente-
dienst en defensie-uitgaven tot het geheel niet zoo
ongunstig is als in. Frankrijk, is zulks misschien in
mindere maté het geval, maar toch dient er rekening mee te worden gehouden, dat verdere bezuinigingen
in het algemeen op groote bezwaren zullèn stuiten.
Rentestand.
Zoowel de kapitaalrente als de geidrente •geven in
de verschillende goudlanden een geheel afwijkend
beeld te zien. Ter beoôrdeeling van de kapitaalrente
laten wij hier een grafische voorstelling volgen van
het indexcijfer der obligatiekoersen voor de goudian-den, behalve voor Nederland, waarvoor een dergelijk indexcijfer slechts tot 1930 bestaat.
175

‘cc

I’iC

12C

FANKIJK.

I

BELGIË

–.
‘f
TALIE

950

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

24 Octob&r 1934

929

193Q

9I

92

I9

In Frankrijk is de ohligatiekoers’op het oogenblik
nog lager dan in 1930, terwijl ook in Zwitserland de stijging van den obligatiekoers tot begin 1933 groo-
tendeels is verdwenen. België vertoont een aarzelende
koersstijging, terwijl alleen in Italië deze stijging een
uitgesproken karakter draagt. Dit wijst erop, dat de
kapitaalrente in Frankrijk zeer hoog is gebleven,
relatief min of meer ook in Zwitserland, terwijl de
daling alleen• in Italië een uitgesproken karakter
draagt. Ook in öns land is de iente van overheids-
obligaties, gelijk bekend, sterk gedaald. Dergelijke cpnversietransacties worden op beperkte
ichiial in Frankrijk doorgevoerd. In België wordt
thans eeja verlaging van de kapitaalreute gestimuleerd
door de credietpolitieke maatregelen van deregeering.
In het algemeen echter hestait er geen eeibid in
de kapitaalrente; noch in de hoogte daarvan, noch in

192.9

930

1931

.

den ioop. Dé lasten uit hoofde van de rente schijnen
in Fritnkrjk het hoogst te zijn.
Een soortgelijk heterogeen overzicht geven de cij-
fels van het particulier disconto, die. hieronder volgen.
Particulier disconto.

1930

1931

1932

1933 juli 1934
Nederland

2.06

1.42

0.85

1.08

0.74

België ……
2.78

2.32

3.12

2.42

2.20
Frankrijk

2.32

1.57

1.28

1.83

1.78
Zwitserland

2.01

1.44

1.52

1.50

1.50
Italië ……
5-7 4.75-7.25 4.5-7.25 3-4.75 3-3.5
In de periode, waarin in sommige landen een daling

optrad, geven andere landen een stijging der disconto-rente te zien. Ook de hoogte van het disconto vertoont
thans veel grootere afwijkingen tussehen de landen
dan voor •de crisis het geval was.
Wij hebben thans de beweging van een aantal fac-
toren, die het ‘kostenniveau in de goudlanden be-invloeden, nagegaan en willen thans het resultaat
vergelijken ten aanzien van den uitvoer en de indus-
triëele bedrijvigheid dier landen.

Uitvoer.
De waarde van den uitvoer van deze vijf goudlan-
den vertoont een opvallen4e parallelliteit. Zij be-
woog zich in 1934 om de 35 pOt. van de waarde van
1928, met uitzondering van België, waar zij ruim 40

pCt. bedroeg.
Bij
de uitgevoerde hoeveelheden zien wij

echter een geheel ander beeld.
Naar de hoeveelheid gemeten is de uitvoer van
Zwitserland het sterkst gedaild, dan volgt Frankrijk,
terwijl die van Italië en Nederland procentueel wei-
nig is achteruitgegaan. België ligt tusschen die lan-

den in.
Uit het oogpunt van deflatie heteekent zulks, dat
de exportprjzen in Nederland wel het sterkst ge-
daald zijn van die in alle goudlanden. In dit opzicht
worden wij op den voet door Italië ‘gevolgd. In Zwit-serland is die prijsdaling der exportgoederen veel ge-
ringer geweest, en ook in
Frankrijk
‘is dit het geval.

Goeddeels wordt dit verschil in prijsbeweging door
de afwijkende structuur van den export in de ver-
schillende landen bepaald. In Zwitserland •b.v., met
een export van naar verhouding meer hoogindus-
triëele producten, als machines en zijdeweefsels, werd
de prijsdaling niet zoo catastrofaal als in Nederland
met een zeer helangrijken export van agrarische pro-
ducten. Maar toch wijzen •deze •gegevens erop, dat de
Nederlandsche exportbedrjven het, wat prijzen be-
treft, buitengewoon zwaar te verduren hebben.
In dezelfde richting wijzen de gegevens inzake de
positie van Nederland op de wereldmarkt. Gaan wij
na ‘hoe de uitvoerwaarde van de goudlanden zich t.o.v.
de totale waarde van den wereldexport heeft bewogen,
dan blijkt, dat tot 1931 een stijging is op te merken,
gevolgd door een sterke daling in 1932, waarop in
1933 voor alle landen een herstel volgt, met uitzon-dering van Nederland en Italië. Dezelfde gegevens voor de eerste helft van 1932,
1933 en 1934 geven echter voor 1934 een ongunstiger
beeld voor alle goudlandeu, met uitzondering van Bel-
gië. Het percentage in den wereldhandel is voor alle
overige goudlanden min of meer sterk dalende.

193
1933
.
934
129
1930
1931
1909
1933
1934

WAARDE
VAND

UITVOER

.U.ITG
V0RDF
EXCYFL
5

H
O
E
VEFLHEDtN
192.8=1
0

Nederland

. – . – . – ItJië
‘ België

0-0-0—
Zwitserland

FÎankrijk

24 October 1934

ECONOMISCH-STATISTISCH IWARTAALBERICHT

951

Aandeel
in den
werelduitvoer (waarde)
in proceiiten.
Eerste helft van
1929
1931
1932
1933
1932
1933 1934
Frankrijk

6,00 6,32
6,08 6,19 6,88
6
3
54
6
3
50
Italië

……
2,39 2,80
2,78
2,69
3,08 2,99 2,56
België

……
2,73
3,41 3,23
3,34
3,80
3,62 3,67
Zwitserland

.

1,22 1,37
1,17 1,35
1,40 1,50
1,47
Nederland
. .

2,44
2,79 2.68
2,50
2.93
2,66
2,56

Totaal.
. 14,78 16,69 15,89 16,07

18.09 17,31 16,76

Industriëele bedrijvigheid en werkloosheid.
De gegevens op dit gebied, voorzoover zij bestaan,
zijn slechts ten deele onderling vergelijkbaar. Voor
Zwitserland ontbreekt iedere index der productie,
zooclat wij daarover in het geheel geen gegevens ver-
melden. Ook voor Nederland ontbreekt deze index,
maar in plaats daarvan hebben wij het indexcijfer ge-
nomen van den invoer van grondstoffen (Centraal
Bureau voor de Statistiek). Het spreekt vanzelf, dat
daardoor vergelijking der Nederlandsche cijfers met
die van andere landen niet in alle onderdeelen mo-gelijk is. )

1929
1930
1931
1932.
1933
1934

MDU5T
IEELE.

o
-..
-..
BE
DRYVIG
4EID


‘-:
/
S

1928=IOC

Ten aanzien van de werkloosheid is vergelijking
eveneens uiterst moeilijk.
Frankrijk
en Italië ver-
melden het aantal werkzoekenden in duizenden,
Zwitserland het
indexcijfer
van de geheel werkloozen,
Nederland en België het indexcijfar der werkloos-
heid, waarin ook de gedeeltelijk werkloozen zijn op-
genomen. In de grafiek zijn al deze gegevens op zoo-
danige schaal geteekend, dat zij een bundel vormen.
Men mag dus niet de hoogte van de lijn der werk-
loosheid van de verschillende landen met elkaar ver-
gelijken, daar de schaal der. teekening voor ieder land
een andere is, maar het komt uitsluitend op den
ioop der
lijnen
aan. Ontwikkelt de werkloosheid zich
in de beschouwde landen op gelijke wijze, dan loopen
de geteokende
lijnen
evenwijdig. )

lZ9
1930
1931
1932 1933
1934
‘S..


_>
INDtXC:
ERS

D

WEKL00S-1
ID

De al-dus -geteekende lijnen loopen over het algë-
meen evenwijdig
i)

Overal is als eindpunt van de sterke daling der
industriëele bedrijvigheid en van de sterke stijging
der werkloosheid het midden van 1932 aan te wijzen.
Sindsdien -zijn de cijfers op ongeveer het toen bereikte
niveau blijven staan, zij het met schommelingen naar
boven en naar •beneden.
Wanneer
,
men in de laatste jaren eenig ‘verschil
kan waarnemen tussehen de goudi-anden, dan is zulks

) Zie voor toelichting der lijnen onderaan grafiek vori-
ge pagina.

1)
Men dient •bij de beoordeeling van de lijnen in ‘de
bovenstaande grafiek er rekening mede ‘te houden, dat -e
seizoensschommelingen gedurende de laatste jaren, waar-
voor kwartaalcijfers werden gebrüikt,

niet zij
.
0
geëlimi-
nee rd. – –

te verklaren uit het fit, dat -de crisis in Frank-
rijk later is begonnen -dan in de andere landen, het-
geen van algemeene bekendheid is, maar zich ‘daarna
ook iets sneller schijnt te hebben ontwikkeld. Wat Ne-
derland betreft, wijzen de
lijnen
op een iets sterkere
crisisontwikkeling -dan in de overige -goudlanden, doch
de gegevens
rijn
te weinig vergelijkbaar om op dit
punt het feit met -zekerheid te kunnen vaststellen. In
Frankrijk en Italië wijzen de productie-in-dices in het begin van 1933 op een verbetering, welke aanwijzing
in België ontbreekt, terwijl voor ons land de invoer
van grondstoffen evenmin een
dergelijke
tendens
vertoont. Deze verbetering in Frankrijk en Italië
heeft later weer voor een terugslag plaats gemaakt.
Merkwaardigerwijze geven de
lijnen
der werkloosheid
in Frankrijk en Italië gedurende de periode van iets
gestegen bedrijvigheid ‘geen verbetering in -den toe-stand te zien.

Volgens de laatstbekende kwartaalcijfers was -de
werkloosheid in Frankrijk, Nederland en België groo-
ter dan een jaar geleden, in Italië was de toestand
in dit opzicht ongewijzigd, terwijl in Zwitserland een
sterke daling -der werkloosheid inhet tweede kwartaal
van 1934 werd geregistreerd. Waar Zwitserland het
percentage der volledig werkloozen geeft,- is -het even-
wel zeer goed mogelijk, dat die daling is veroorzaakt,
doordat een deel -der werkloozen short time zijn gaan
werken. – -.

– Samenvatting.

– – – –

De verschillen in -de economische strudtüur van de
landen van het goudblok maken een vergelijking tus-
schen de resultaten van de gevoerde deflatiepolitiek
uiterst moeilijk. Men kan bv. opmerk-en, dat de loon-
-daling in Frankrijk niet zulke afmetingen heeft aan-
genomen als in België en dat dit verschijnsel waar-
schijnljkmede verband houdt met -de zeer ongelijke -daling van de kosten van levensonderhoud in beide
landen. Doch ondanks -het feit, dat in België het aan-
passingsproces veel verder is -gegaan als in Frank-
rijk, bevinden beide lan-defi zich nog in een

depres-
– si-e, – welke zich in den laatsten tijd nog

heeft

ver-
scherpt. – – –

Hetzelfde geldt v-oor Nederland, waar- -sedert de
daling van het Pond het ingrijpen van. deOy
e
rheid
zich tot steeds meerdere gebieden heeft uitgestrekt
en waar de liberale handelspolitiek voor protectionis-
me heeft plaats gemaakt. Ook in ons land hebben -de
-moeilijkheden zich in den laatsten
tijd
weer ver–
scherpt, ondanks de niet onbelangrijke loondalingen,
die vooral in de onbeschutte -bedrijven en laatsteljk
– ook bij vrschillende gemeenten hebben plaats ge-
vonden. –

In Italië -daarentegen is de staatsinterentie – weer
veel -groo-ter geweest -dan in de andere goudlanden.
De Staat heeft hier rechtstreeks in prijs- en loonver-
houdingen ingegrepen en daardoor het defla-ieproces zich in versneld tempo laten ontwikkelen.

Ondanks de verschillende economischettriictttür en
ondënks de verschillende middelen, die in -deze landen
zijn- toegepast om de depressie te overwinnen, is dit
streven- in geen enkel land met succes bekroond-Dit
is tenslotte -de -gemeenschappelijke- trek, die zich in
al -deze landen openhaart. En voor een groot -deel ligt
de oorzaak hiervan op hetzelfde gebied, d.w.z. de dis-
harmonie tusschen prijzen en kosten. Het duidelijkst
komt zulks nog tot uiting in de- s

taatsbegrootingen
van deze landen. Hoewel in enkele landen voor het
volgend jaar op papier een evenwicht, is breikt, –
voor het loopende jaar sluit de begrodting n-o-g over –
al met een tekort – gaat zulks niet gepaard met ver-
mindering van lasten. Hier openbaart dch

een van
de groote oorzakenvan de -depressie in de goudlan-
den,. ni. de moeilijkheid, om het vraagstuk van
-de vaste lasten tot een oplossing te bfengèn: Hier-
– mede hangt d-e handelspolitiek van de – -goudianden
nauw samen, een vraa-gstuk, -dat thans op initiatief
van België gemeenschappëlijk in studie- is genomen.

952

ECONOMISCH.STATISTISCH KWARTAALBERICHT

24 Octobei 1934

CRISISWETGEVING IN NEDERLAND.
Touw.
Bij K. B. van denzdilden datum, No. 2, is voor

Wij. vervolgen hiermede ons driemaandeli.jksch over-
de periode van 1 Juli-31 Oct. 1934 de invoer van onge-

zicht van de voornaamste crisismaatregelen, door de
twijncl

hennepgareii

koord

touw,

meer

dan

eendraads-
garen van zachte hennepvezel, alsmede van koord en touw
regeering in de achter
dns
liggende periode getrof-
van jute gecontingenteerd op 80 pCt. ‘van. de gemiddelde
fen, of die zich
in
voorbereiding bevinden,
hoeveelheid per. 3 maanden in de jaren 1931, 1932 en 1933

ingevoerd.
E[ANDELSPOLITIEKE MAATREGELEN
,S’loten.
i3ij K. B. van denzelfdeii datum, No.

15, is voor

IN ENGEREN ZIN.
de periode van 1 Aug.-31 Oct. 1934 de invoer van sloten,

.

.

.

.


1.
C’rssmsmnvoerwet.

(Wet

van

23

Dec.. 1931,

Stbid.
met uitzondering van -hang- en meubelsioten, en van de
onderdeelen
vanb
sloten gecontingenteerd op 70 pCt. van
No. 535, gewijzigd hij de wet van 17 Nov. 1933,
de

hoeveelheid,

PCI

3

maanden

gemiddeld

in

1932

en
Sthld. No. 596).
1933 ingevqerd.

t.

Sinds

het verschijnen

van ons

vorig overzicht

zijn
14
7
olleiv en haifwollen dekei:
ilij K. B. van 28 Augus.
de

volgende

contingenteeringen

nieuw’

ingesteld.
tus

1934,

No.

5,

Stcrt.

No.

166,

is

voor

de

periode

van

,Stcenkolen, cokes en steenkoolbrikettdn.

I3ij

K. B. van
16

Aug.-30 Nov.

1934

de

invoer

gecontingenteerd

op

27

Juli

1934,

Stert.

No.

143,

is

voor. de

l)eriode

van
80 pCt. van de hoeveelheid, gemiddeld per
3i,
maand in

15 juli-31 December 1934 de invoer van ‘deze artikelen
de jaren 1931 en 1932 ingevoerd.

gecontingenteerd

Ofj)

60

pCt.

van

de

hoeveelheid,

in

de
L’int.. en

band

en

veters.

Bij

K.

B.

van

denzeifden
overeen-komstige

periode

van

1933

ingevoerd.,
datum,

No.

14,

Stcrt.

No.

167,

is

‘oor

de

periode

van

Tabel T.

,

Postchèque-
en Girodienst.

Jaar


Jan.
Febr.
Maart April
Mei
Juni

‘Juli
Aug.
Sept.-
Oct.
Nov.
‘Dec.

4.13
3.82
4.20
4.01
4.58 4.44 4.02 3.92 4.13
4.20
,
4.69 4.64

447
4.67 4.67
4.28 5.10
4.62
4.75 4.57 4.35 4.75 5.23 4.20

1929 ………..
4.64
4.57 4.26
4.30
5.09 4.29
5.03
4.67
4.81
5.48 4.93 4.53

1930 ……….
4.87
4.54
4.56 4.38
5.12
4.72 4.75
4.35 4.19 4.56 4.58 4.34

1927 ………..

1928 …………

4.49 4.12 4.23 4.16
4.59
4.54
4.14
3.83
3.84
3.71 3.67
3.44

3.38 3.38
.
3.12
3.29
3.21
2.88 3.05
2.87
2.88
3.01
3.25 3.02

1931 ………..
1932 ………..

3.06 2.92

.
2.87
2.67 3.26 2.87 3.18
3.01
2.89 3.09 3.22 2.93
1933 ………..

1934 ……….
3.22
2.95 2.92

2.96
3.41
2.97
3.06 2.99 2.89

Tabel 11

Girokantoor
der
Gemeente
Amsterdam.
i)

Jaar
‘Jan.
Febr.
Maart
April
Mei
Juni
Juli
Aug.
Sept.
Oct.
Nov.
Dec.

1927 ……….
2.23 2.02
2.07
3.42
5.41
4.40
1.96
1.61
1.64 1.85 1.94
2.54

1928 ………..
2.27
1.70 1.88
5.94
4.31′
5.53
1.79
1.55
1.50
1.93 1.90
1.71

1929 ……….

..

2.34
1.58
J.65
3.75

7.20
5.04
2.14
1.71
1.66 1.99
2.10 2.52

2.13
1.68
1.83
2.66
6.61
4.82
.
1.72
1.40
144
1.64 1.49


1.88

1931 ………..
1.44
2.04 2.79
6.43 3.09
1.69 1.25
1.60
1.92
1.61
1.96

193Ci ………….

1.78


1.51
1.88
2.71
3.88

2.86
4.74
1.13 1.24 1.27 1.46 1.44
1932 ………….

.1
….77

1.00
1.02 1.54
2.00
2.64
2.33
1.27
1.06
1.14
1.37 1.38 1.85
1933 ………….

1934.
0.91
1.35 1.45
2.20
3.31
4.38
1.79
1.27
1.30

Tabel

.

.

.

Girokantoor der Gemeente Amsterdam.
2)

Jaar
Jan.
Febr.
,

Maart
April
,
Mei
Juni
Juli
Aug.
Sept.
Oct.
Nov.
Dec.

1927 ………..’
1.51
‘1,45
1.45
‘1.5
1.53
1.52 1.18 1.06 1.15

,
1.19 1.26 1.23

1928…………

1.23
1i4
,
1.21
1.14
1.25

1.17
1.22
1.01
.1.11
1.26 1.32 1.25

1929 …………1.24
..
1.02
1.10
1
:
14
1.26 1.16 1.32 1.18 1.20 1.29
1.45
1.31

1.18
1.25
.

1.32
.1.32
1.13
1.18
1.01

1.07
1.18
1.03
1.13
1.13 1.00 1.00
1.03,
1.07
1.04 1.14
0.85
1.09


1.23 1.13 1.13
1930 ………..1.45

1932 ……….
1.19
0.94′
0.95
1.00′
.

0.92 0.92
1.04 0.75

0.85
0.87
1.06
0.80

1931 ………….

1933 ……….
0.64 0.73
0.67
0.76
0.72 0.85 0.72 0.75 0.90 0.94
0.93

1934………..

0
..70

0.69
0.81
0.97
0.92
0.97


0.94
1

0.96
1

0.87 0.88

1)
Gemeente-instellingen en particulieren.
2)
Alleen particulieren.

Tabel IV.

.

De Nederlandsche Bank.

Jaar
Jan:
ii’ebr.
Maart
April
Mei
Juni Juli
Aug.
Sept.
Oct.
,
Nov.
Dec.

122,1
176,0
160,3
162.8
153,5 107,8 101,4 120,7
130,4 117,2
123,3 108,3

1928 ……….
109.4
‘8!,8
100,4 105,3
112,9
95;7
106,8
108,7
102,1
107,4
123,6
103,3
1927. ………..

1929 ………..
96.6
1195
251,4
239,2
287
;
5
250,2
252,2
222,9 272,2
219,0
193,8 187,9

1930 ………..

..

140.9
‘174,9
91.3
227,8

209,9
90,1
186,3
151,0
182,3
89,7
142,0
‘133,8

134.9

96,9

161,1,
187,8
193,9
97,2
38,3
12,3
15,8
13


9,6
11,0

1932 …………

16,5

16,8
.

17,5

…..

.

‘12,9
1-0,4

6,3
6,5

5,5


5,7 6,7

5,1


5,5
1931 …………

5,7
.7,4

8,1.7,8
14,5 19,0
32.4
14.7 13.4
9.4
.7.5
7,2
1933 …………

1934…………

8,1


13,3

16,6-

230


”18,7
16,2
17.8
10.7
10.3
.

24
October
1934

ECONOMISCH-STATISTISCH. KWARTAALBERICHT

953

1 Sept.-30 Nov. 1934, de invoer van lint, band en veters
zonder .ruhber, niet van wol en haifwol,’ alsmede van
elastiekband en koodelastiek, gecontingenteerd op 30 pCt.
van de waarde, per 3 maanden in 132.ingey.oeid.
B. Verlengd zijn’ de contingeteori’ngeu der v6lgende
artikelen, waarbij in alle gevallen, behalve bij lucifers, het
contingent werd verlaagd. Dit geldt ook voor die contin-
genteeringen, welke reeds bij een vroegere verlenging een
laag minimum-contingent hadden gekregen, waar.boen
bijzondere contingenten konden worden gegeven. Bij alle
nieuw afgekondigde contingenten, evenals bij de verleng-
de, is deze mogelijkheid van toewijzing van 1bijzondere
contingenten boven het algemeene minimum opengelaten.

Veekoeke9v.
Bij K. B. vau 27 Juli 1934, No. 9 (Stcrt.
No. 145) is voor de periode van 1 Aug. 1934-31 Juli
1935 de contingenteering van veekoeken verlengd. Het
contingent is thans vastgesteld op 60 pCt. van de hoe-
veelheid, ‘gemiddeld in de periode van 1 Juli 1931-30 Juli
1933 per 12 maanden ingevoerd, terwijl het vroeger 100
pCt. bedroeg.

Rijwiel binnen- en buitenba’nden.
Bij K. B. van 28 Aug.
1934, No. 10, Stcrt. No. 167, is voor de periode van 1 Sept. 1934-31 Aug. 1935 de contingeuteering van
rijwielbanden verlengd, en het contingent vastgesteld op
25 pCt. van het aantal, gemiddeld in 1929, 1930 en 1931
ingevoerd (vroeger 60 pOt.).

Lvoifers.
Bij K. B. van den’zelfden datum, No. 11, is
voor de periode van 1 Sept. 1934-31 Mei 1935 de con-tingenteering van lucifers verlengd, waarbij het contin-
gent ongewijzigd op 30 pot. is vastgesteld van den in-
voer per 9 maanden in 1932 en 1933. Deze contingev-
teering geldt ook voor lucifershoutjes.

Niet-houtvormende siergewassen,
alsmede azalea indica.
Bij K. B. van denzelfden datum, No. 12, is deze contin-genteering verlengd en het contingent vastgesteld op 10
pOt, van de ‘hoeveelheid, gem. in de jaren 1930 en

1931
ingevoerd.

Katoenen manufacturen, stoffen en
‘weefsels.
Bij K. B.
van denzelfden datum, No. 13, is voor de periode vn
1 Sept. 1934-31 Aug. 1935 deze contingenteering ver-lengd. Het minimum-contingent Js bij alle ‘groepen op
10 pCt. van de waarde gesteld, de minimale hoeveelheden
zijn echter: voor geverfde, bedrukte en bontgeweven ma-
terialen 20 pOt. van de hoeveelheid, gemiddeld in 1929,
1930 en 1931 ingevoerd (vroeger 55 pCt.), voor gebleekt
en onge’bleekt iateriaa1 15 pCt.’ van de ‘hoeveelheid, ge-
middeld in 1931 en 1932 ingevoerd (vroeger resp. 60 en
35 pOt.).

H. Regeling van het Internationale Betalingsverkeer.

(Wet van
25 Juli 1932,
Stbl.
375).

Op grond .van het K. B. van 5 Juli 1933, Stbl. 344,
waarbij was bepaald, dat bepaalde landen konden worden
aangewezen, waarop de bepalingen van deze vet van toe-
passing werden verklaard, is zulks bij K. B. van 6 Augus-
tus 1934, N zi
o. 19, geschied ten aanen van het betalings-
verkeer met Duitschlaiid. Hierdoor is vastgesteld, dat alle
betalingen via De Nederlandsche Bank moesten geschieden.
Onderhandelingen met i)uitschland hebben tot ouder-
teekeni’ng van een clearing-verdrag geleid, dat op 24 Sep-
tember 1934 van kracht werd, en uitvoeringsbepalingen
bevat omtrent de wijze, waarop de cleariug tot stand zal
kou en. Een uiteen’zettiiig van deze bepalingen is opge.
uomen in Economisch-Statistische Berichten van 26 Sep-
tember, bl’z. 868: Cleariugverdrag niet Duitschland.

LANDBOUW.,

De maatregelen’ in verband met de Landbouw-
Crisiswet droegen in de afgeloopen maanden’ ‘hoofd-
zakelijk een administratief en organisatorisch karak-
ter,- in verband met •de wijziging dier wet en de in-
trekking van Tarwewet
1931,
Crisis-Zuivelwet 192
en de Crisis-Varkenswet
1932,
welke wijziging
is
af-
gekondigd bij de Wet van
27 Juli 1934,
Stbl.
No. 469.
1

lierdoor ‘konden alle ‘bestaande steunmaatregelen on-der de Landbouw Crisiswet worden gebracht, -hetgeen
ceutralisa’tie bij de uitvoering dier wet mogelijk
maakte. Ook eenige andere maatregelen van organi-
satorischen ‘aard werden getroffen, die wij in dit ver-
band eveneens zullen vermelden.

I.
Crisis-Organisatiebeschikking 1934 H.

Bij Min. Besch. van 27 Juni 1934 (Stcrt. No. 122) moe-
ten de .georganiseerdeiï bij de 11 provinciale crisisorga-
nisaties en bij de Turfcentrale in door den Minister te
bepalen gevallen omtrent de arbeidsvoorwaarden van het
bij hen in diënst zijnde l)erso!eel overleg plegen met de
organisaties der arbeiders.

H. Regeeringsbureau voor de uitvoering der Land-
bouw-Crisiswet 1933. –

Bij Min. Besch. van 28 Juli 1934 (Stcrt. No.’ 144), is
een stichting onder bovenvermelde naain_ opgericht, waar-
van de statuten in deze Staatsouraut zijn opgenomen.
De vier regeeringscommissar-issen voor den landbouw-
steun vormen de bestuurders van- deze ‘stichting, terwijl
de voorzitter van het college van Regeeringscommissaris-
sen tevens voorzitter van de stichting is. Volgens de sta-
tuten is het de taak der stichting mede te werken aan
de ‘uitvoering der regeer-ingsmaatregelen inzake den land-
bouwsteun, voor zoover het ‘geen contrôle op de naleving
dier maatregelen betreft.

Compta.biliteitsbeschikking 1.

Bij Min. Besch. van 26 Juli 1934, is aan de Crisis-
Accountantsdienst, nu deze bij de wet ‘is ingesteld, het
beheer over het Land’bouw-Crisisfouds opgedragen, terwijl
bij beschikking van denzelfden datum, No. II, een centraal
kasbeheer van dat fonds is ingesteld, dat door een door
den Cr•isïs-Accountantsdienst aan te wijzen persoon wordt
geleid.

Akkerbouwcentrale,

Bij K. B. van 19 Juli 1934, (Stbld. No. 352) is het
Crisis-Akkerbouwbesluit 1934 1 afgekondigd. Daarbij zijn
tevens verschillende besluiten en beschikkingen ingetrok-
•ken, die vroeger waren Mgekondigd op grond van de
Tarwewet, e.a. De statuten, het huishoudelijke en ‘het
‘handelsreglement dier Akkerbouwcentrale zijn goedge-
keurd bij Min. Besch. van 20 Juli 1934,
No.
19886 en
19887 (Stert. 20121 Juli, No. 138).
Onder het beheer vail de Akkerbou’wcentrale vallen
thans alle maatregelen ,met betrekking tot granen en
verwerkte producten daarvan, aardappelen, zoowel con-
sumptie-
als
fabrieksaardappelen, en peulvruchten. Dien-
tengevolge zijn de ‘besluiten t.a.v. aardappelmeel en con-
sumptie-aardappelen, alsmede een
dvei,
der besluiten, die
op tuinbouw betrekking hadden, ingetrokken en vervan-
gen door soortgelijke maatregelen, welke thans in het
Crisis-Ak’kerbouw-besluit en de daarop steunende beschik-
kingen zijn verwerkt. De via-s-, cichorei-, suikerbieten- en griend- en rietcentrale ziju opgeheven.
Deze akkerbouwbeschikkingen 1934 1 en II zijn 20 Juli
en 21 Juli afgekondigd, en opgenomen in de Stcrt. No.
138 en 139. Verschillende organisatorische wijzigingen wor-
den daarin doorgevoerd, terwijl in de lijst van prijsver-
schillen bij invoer aardappelen, e.a. producten, die vroe-
ger onder een afzonderlijke organisatie waren ‘geregeld,
thans in de lijst der akker’bouwceutrale zijn opgenomen.
De voornaamste wijziging is opgenomen in beschikkin’g II
ten aanzien van monopolieheffingen bij den invoer van
peulvruchten. 1)eze bedragen voor boonen, geschikt voor
inenschelijke consumptie
f 0.—,
‘voor capucijners , en an-
dere peulvruchten
f
5.— en voo!’ boonen en erwten, on-
geschikt voor menschelijke consumptie
f 0.10
per 100 kg.
Hierdoor is eei aanvang gemaakt met den steun van
ërwten en hoonen als akkerbouproducten, terwijl voor-
heen slechts warmoezerijgewassen werden gesteund.

Gerst.

Bij Min. Besch. van 3 Juli 1934, No. 18795 (Stcrt. No.
126), is de steun op gerst, aan de vei»bou’wers uit te kee-
ren, voor den oogst 1934 vastgesteld op
f
3.50 per 100 kg.
Bij gemengde gewassen zal die steun worden uitgekeei-d
in overeenstemming met de hoeveelheid gerst, die in
100 kg van het product aanwezig is. In veoband met de
stijging der wereldmarktprijzen is deze steun met in-
gang van 30 Aug. 1934 verlaagd tot
f
2.50 (Min.’ Besch.
van 30 Aug. 1934 No. 21247, Stcrt: No. 168).

Rogge. Wijziging denaturatietoeslag,,
die van
f 3.50 op f 3.—
per 100 kg
is
gebracht. (Min..
Besch. van
30
Aug.
1934,
No.
21247,
Stort.
168)
,.

In verband hiermede is de monopolieheffing op inge-
voerde 1-ogge van
f
5.— tot
f
4.50 verlaagd, die op rogge-
blôem van
f
6.75 tot
f
6.— en
01)
roggemeel van
f 5.-
tot
1
4.50.

954

ECONOMISCH-STATISTISCH. KWARTAALBERICHT

24
October
1934

Consumptie-aardappelen.
Crisis-Steunbeschik-

king
1934 XVI.

Bij Min. Besch. van 1 Aug. 1934, No. 20276, Stcrt. No.
146, is de slotuitkeering op consumptie-aardappelen voor
de eerste soort bepaald op 75 ct. en afnemend voor de
vierde soort op 31Y
4
ct. per 100 kg. ])e uitkeering wordt
op aardappelen van den oogst 1933 verstrekt, overeen-
komstig de inhouding van den prijs op de geleidebiljetten.

Suikerbieten.
Orisis-Steunbeschikking
1934

XVIII.

Bij Min. Besch. van 13 Aug. 1934, No. 20156, Stcrt.
No. 154, is de garantieprjs van suikerbieten, die de
fabrikanten van suiker aan de verbouwers der bieten
zullen uitbetalen,
f 10.-
per ton voor bieten met ten
minste 16 pCt. sui.kergehalte, en dat voor een hoeveelheid
van ten hoogste 90 pct. der in 1933 geleverde.

Peulvruchten.
Orisis-Steunbeschikking
1934 XIV.

Bij Min. Besch. van 13 Aug. 1934, No. 20532, Stcrt: No.
154, is de steun op boonen, uit oogst 1934, vastgesteld ep

f
3.50 per 100 kg.

BLOEMBOLLENTEELT, BLOEMENTEELT
EN BOOMKWEEKERIJ.

Nederlandsche Sierteeltcentrale.

Bij Min. Besch. van 30 Juli 1934, No. 2022, Stcrt.
No. 145, is de Nederlandsche Sierteeltcentrale ingesteld,
waarvan de statu.ten in dezelfde staatscourant zijn goedge
keurd. Onder deze centrale zijn de maatregelen gebracht,
die voorheen golden voor de bloembollenteelt, de bloem-
kweekerj en het boomkweekersbedrijf.
Een nieuw
bloembollensaneeringsplan
1934 is vastge.
steld (K. B. van 27 Juli 1934, Stblcl. No. 441, voor de
teelt en K. B. van denzelfden datum, Stbld 442 voor den
handel, Stbld. 443 voor den export), op grond varvan
diverse Min. Besch. zijn uitgevaardigd. De teeltb’eschik-
king op 31 Juli, Stcrt. No. 146, waarin Wordt aangege”eu
welk deel ‘van de oppervlakte van
1932r33
mag worden
beteeld, de handelsbeschikking van denzelfden datuni, in
dezelfde Stcrt. afgekondigd, en ook de exportbeschikking,
waarin de vroegere maatregelen worden bekrachtigd, alleen
thans de woorden Bloembolleucentrale en wat daarmede
in ‘verbinding staat zijn vervangen door Sierteeltcentrale.

– TUINBOUW.

Crisis-Steunbeschikking 1934 XVII.

Bij Min. Besch. van 17 Aug. 1934, No. 20257,

Start.
No. 1158, zijn de steunbedragen voor fruit en warmoezerij-gewassen van den oogst ‘1934 vastgesteld.

Invoermonopolie Krenten en Rozijnen.

Bij M. B. van 21 September 1934, No. 21703, is vastge-
steld, dat vanaf 13 September 1934, krenten en rozijnen
slechts mogen worden ingevoerd door de Nederlandsehe
Groenten- en Fruitcentrale. Het monopolierecht is vast-
gesteld op 2 ct. per kg.

VEENKOLONIËN.

– Steun op turf.

– Bij Crisis-Steunbeschikking 1934 XV yan 13 Aug. 1934,
No. 10843, Start. No. 154, is vastgesteld, dat de steun
voor de turffabricage bedraagt
f
25.- per dagtaak, d.i.
45 cub.meter goedgestuwde luchtdroge turf.

VEETEELT.

Crisis-Zuivel-Centrale.

Bij Min. Besch. van 20 Sept. 1934 No. 21780, Stcrt. No.
1059, Stcrt. No. 139, is bepaald, dat alle eetbare vetten
en oliën onder de categorie spijsvetten vallen en met een
heffing zullen worden belast. De wikkelpapieren en an-dere kenmerken bij betaalde heffing zijn eveneens vast-
gesteld.

Crisis-Veehouderij-Centrale.
Bij Min. Besch. van 20 Sept. 1934 No. 21780, Start. No.
181, is de stichting Nederl. Veehouderj Centrale opge-
richt, die de Rundveecentrale en de Varkenscentrale moet
vervangen. Deze laatste organisaties zijn, volgens M. B.
No. 21785, en Start. van den’zelfden datum, in liquidatie
getreden, terwijl de liquidatie is opgedragen aan het be-
stuur der Veehouderj Centrale. Statuten en bestuur der
nieuwe organisatie zijn in dezelfde St’.rt. afgekondigd.

PLUIMVEEHOUDERIJ.

Nederlandsche Eieren- en Pluimveecentrale.

Bij Min. Besch. van 30 Aug. 1934, No. 21205, Stcrt. No.
167, is de Nederlandsche Centrale voor Eieren en Pluim-
vee opgericht, waarvan de statuten zijn goedgekeurd,
zulks ter vervanging van de Eieren-Centrale, de Pluimvee-
centrale en de Garnalencentrale, welke thans gecombineerd
zijn. In verband hiermede zijn nieuwe reglementen vast-
gesteld voor kuikenbroeders, ‘houders van ver.meerderings-
bedrijven en fokkers.

Grensvervoer van pluim,vee.
(K. B. van
19
Juli

1934,
Stbl.
409
en
410).
Bij dit K. B. is het grensvervoer van pluimvée ver-
boden zonder speciale machtiging, behalve in het geval
in Stbl. 410 vermeld, dat het materiaal zich in een onder
douaneverband staanden wagon of vaartuig bevindt. De
hierop gêbaseerde Min. Besch. van 30 Juli 1934; Start.
No. 145,’ geeft aan op welke voorwaarden een vervoers-
vergunning kan worden verkregen.

VISSOHERIJ.

Nederlandsche Visscherij-Centrale.

Bij Min. Besch. van 15 Sept. 1934, No. 21684, Start.
van 17 Sept. No. 178, is de Stichting Nederlandsche Vis-
scherij Centrale opgericht, waarvan de statuten en het
huishoudelijk reglement in dezelfde Start. zijn goedge-
keurd. Bij Min. Besch. No. 21683 en Stcr’t. van denzelfden
datum is de credietverleening aan – cle haringvisscherij
over de periode 1934/’35 geregeld. De Stichting Visscherj-
Centrale krijgt een crediet van
f
750.000. De reeders ver-
binden zich de haring, welke aan den afslag niet dan
minimum-prijs opbrengt, aan de stichting over te doen, die
bedoelde haring opslaat. De reeders ontvangen een ‘voor-
fahot op die ‘haring ter grootte van 85 pCt. van den
minimum prijs. Deze voorschotten worden als leeningen
beschouwd, die de reeders terug moeten betalen, inclusief
rente en onkosten, wanneer de opgeslagen haring wordt
yerkocht.

WERKVERRUIMING.

Arbeid door vreemdelingen.
(Wet van 16 Mei
1934,

Stbl. No.
257).
Bij K. B. van 11 Aug. 1934, Stbld. No. 473, is een alge-
meene maatregel van Bestuur vastgesteld voor uitvoering
van deze wet. Daarbij is bepaald, dat de vergunningen
tot aanstelling en in dienst houden van vreemdelingen
voor een bepaalden termijn door den directeur van den
dienst der werkloosheidsverzekering en arbeidsbemidde-
ling op aanvraag van den werkgever kunnen worden af-
gegeven.
Bij K. B. van 14 Sept. 1934, No. 10, Start. No. 178, is een
lijst vastgesteld van de bedrijfstakken, waarin geen arbeid
door vreemdelingen mag worden verricht zonder boven-
vermelde vergunning. Deze lijst bevat 21 groepen.

STEUN AAN GEMEENTEN.

Voorzieningen terzake gemeentelijke kosten van werk-

loosheidszorg.
(Gedrukte Stukken Tweede Kamer,
Zitting
1934-’35, No.
144).

Den 18den September is een wetsontwerp ingediend, dat
beoogt de lasten van de werkloosheidszorg gelijkmatiger
over de gemeenten te ‘verdeelen. ])aartoe zal een werkloos-
heidssubsidiefonds worden gesticht, waarin een bepaald
deel van verschillende rijksbelastingen zal worden gestort.
Uit dit fonds ontvangen die gemeenten een uitkeering, die
een tekort op de begrooting overhouden tengevolge der
hooge uitgaven tot ondersteuning van werkloozen, ondanks
het feit, dat zij alle begrootingsuitgaven tot een minimum
hebben teruggebracht.
mde Memorie van Toelichti.ng
op het wetsontwerp wordt
medegedeeld, dat de gemeentebesturen reeds, in opdracht
van de regeering, zekere bedragen voor werkloosheidsvoor-
ziening op de begroo’ting 1935 hebben ,,uitgestooten”, voor-
zoover die bedragen, niet uit de gewone gemeente-inkom-
sten konden worden betaald. Ht totaal dier uitgestooten
bedragen zal in 1935 ongeveer
f
25 millioen bedragen. Ge-
meenten met geringere werkloosheidslasten zullen dit be-
drag dus moeten opbrengen boven hetgeen zij uit het
werkloosheidssubsidiefonds onrt’vangen, en de gemeenten
met hooge werkloosheidslasten zullen dit bedrag meer ont-
vangen dan hetgeen hun aandeel in de belastingen be-
draagt, die in het fonds worden gestort.

MEE

1929

1930

1931

.1932
,

1930

1934

24 October 1934

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

955

DE LOOP DER PRIJZEN VAN GROOT-

HANDELSARTIKELEN GEDURENDE HET

DERDE KWARTAAL VAN 1934.
TARWE.

In de eerste zes weken van het
afgeloopen
kwartaal

hebben de oogstvooruitzichten nog een belangrijke
rol gêspeeld aan de tarwemarkt. Deze vooruitzich-
ten waren slecht en de uitkomsten zijn daarmede in-
verscheiden landen in overeenstemming geweest.
Droogte heeft in bijna de geheele tarwe vbouwende
wereld kleine opbrengsten doen dntst’aan. In de Ver-eenigde Staten werd daardoor de opbrengst van win-
tertarwe nog kleiner dan in ‘het vorige jaar, terwijl
wat romertarwe ‘betreft bijna van een misoogst ge-
sproken kan worden. De totale tarwe-opbrengst in de
Vereenigde Staten rai geene uitvperen toelaten in
dit seizoen. Zelfs werden sommige soorten ‘uit Cana-
da ingevoerd. De oogst in Canada had minder van
droogte te lijden dan die in de Veree’nigde, Staten en
de opbrengst werd in Canada op 1 September iéts grooter geschat dan die van het vorige jaar, welke
toen reeds klein was. Particuliere ramiûgen van 1 Oc-
tober zijn lager dan die van het vorige jaar. Ook ‘in
Europa was de daar heerschende droogte vn nadee-
ligen invloed op de tarwe-opbrengst, .vooral in mid-
den- en Oost-Europa. Duitschland, dat in het vorige
jaar tarwe üitvoerde, werd nu kooper van buiten-
landsche tarwe, daar de eigen oogst niet groot ‘ge-
noeg is voor de ‘behoefte. In Tjecho-Slowakije zijn
de uitkomsten slecht en in Polen is ook minder tarwe.
Hongarije .voerde het vorige jaar “groote hoeveelheden
uit, welke vaak de markt drukten en heeft dit jaar
slechts beperkte hoeveelheden voor ,uitvoer beschik-baar, welke gemakkelijk plaatsing ‘vinden in Oosten-
rijk, Zwitserland, Tsjecho-‘Sl6wakije en Duitschland.
Van aanbod, aan de West-Europeesche markt van
Hongaarsche tarwe hoort stn niet. Züid-Slivië ver-
kèert in dezelfde positie als’ Hongâr’ije,en’
Roemenië
komt als exporteur van tarwe amper in aanerJd,ng.
Uit Rusland hoort men ‘veel klachten, er schijn’t, ,nog
een belangrijk gedeelte van den oogst buiten’ te lig-
gen, terwijl het nu regent. In Engeland,ed’er1and,
België, waren de uitkomsten goed, ‘evenals. ‘in,’ de
Scandinavische en de Baltisché landen, wélki lTa”atste –
een klein uitvoeroverschot hebben. In Frankrijk :was.’ de opbrengst weliswaar kleiner dan in het vorige jaar,’ maar toch overloedig. Bovendien ‘zijn van den ouden
oogst nog groote voorraden aanwezig. In Frankrijk
zijn verschillende plannen in overwegihg om ‘een af-zet voor het overschot te vinden en men is reeds over-‘
gegaan tot uitvoeren met een regeeringssubsidie.
Italië gaf ‘ook al een kleinere opbren’gst en zal in den
loop van dit seizoen moeten invoeren. De totale op-
brengst op het noordelijk halfrond van tarwe werd
kort geleden ‘geschat op 469 millioen quarters tegen
een opbrengst in het vorige jaar van 518 millioen
quarters. Ook andere granen gaven kleinere opbreng-
sten, zoodat vergeleken met het vorige jaar de totale
‘graanop’brengst op het noordelijk ‘halfrond 255 mil-
lioen quarters kleiner werd geraamd. Onder den in-
vloed van de ongunstige oogstberichten en door het
verdwijnen als verkooper van. Europeesche landen,
welke verleden jaar uitvoerden en ‘dit jaar in ver-
schillende ‘gevallen zullen moeten invoeren, waren de markten in Juli en Augustus, reer vast en stegen

de
prijzen
snel. De slechte vooruitzichten van voer-
granen hielpen mee de markt te steunen. in de ver-
wachting van verder stijgende prijzen werden ‘groote’

IAPWE. F. 199 10090.

zaken gedaan. Eind Augustus en ‘begin September
is een ommekeer gekomen. De eigen oogsten; al waren
zij dan ook kleiner dan ‘in het vorige jaar, werden
met spoed ter markt gebracht, zoowel in Europa als
in Noord-Amerika. Het da’ardoor ontsta’ande drin-
gende aanbod deed de prijzen wankelen, daarna in
de tweede helft van September belangrijk dalen. De
in dien tijd bekend gemaakte nieuwe schattingen van den Argentijnschen oogst hielpen mede de stemming
te versleôhteren. Het Ministerie van Landbouw in
Argentinië ‘had in het begin van het jaar de tarwe-
opbrengst geschat op 32 millioen quarters en ver-
hoogde nu die schatting tot 35.820.000 quarters. Ook
bleef het aanbod van tar’we uit Argentinië groot. De
voorraden van den ouden oogst moeten worden opge-
ruirhd v66r de nieuwe oogst in December en J’anuari
binnenkomt en tot de maakbare
prijzen
‘blijft Argen-
tinië gedurig áfgeven. Het resultaat der flauwe
stemming, vooral in de, laatste weken van September,
is dat een groot gedeelte van de prijsverhooging in de
eerste zes weken van dit kwartaal weder verloren is
gegaan. )
ROGGE.

Ook van rogge is de opbrengst ‘va,n .den laatsten
oogst aanmerkelijk kleiner dan in het vorige jaar.
Duitschland, dat het vorige jaar rogge uitvoerde, is
dit jaar kooper en heeft ‘het .gebruik van rogge voor
‘veevoeder verboden. Polen heeft een beperkt over-
schot voor uitvoer, de Baltische landen éveneens.
1-longarje ‘gaf een aanmerkelijk kleinere opbrengst .en
‘is slechts’ matig, als verkooper aan de markt., In
Noord-Amerika
zijn
de opbrengsten eveneens kleiner
en de’ Vereenigde Staten kochten in Europa flinke
hoeveelheden rogge. Van aanbod uit Rusland hoort
men niet, het schijnt alleen dat Duitschland eenige posten rogge in compensatie van Rusland gekocht
heeft. De opbrengst van ,rogge werd,op het, noorde-lijk halfrond met uitzondering van Rusland, ‘geschat
op 98Y21 millioen’ quart&rs tegen 117 millioen in het vorige jaar. De prijzen voor rogge zijn in het af.geloo-

1929

1930

1951

1952

1933

1034

pen’ kwartaal ook sterk opgeloopen, doch aan het
eind trad eene niet onbelangrijke prijsverlaging
,in, toen de aa±voeren van den eigen oogst aan de
markt kwamen en het binnenlandsche aanbod drin-
gend werd. In Nederland haasten de boeren zich
.’bijzonder met het ter markt brengen van rogge, om-
dat de regeeringssteun is verlaagd en rij verdere
verliging vreezen. Argentinië heeft nog een ‘over-
schot van rogge en
blijft
daarmede geregeld tot de
gedaalde prijzen aan de markt. Voor rogge is de
prijsverlaging echter minder sterk ‘geweest dan voor
tarwe:
MAIS.

De prijzen voor Platamaïs, welke in het begin van
Juli reeds hooger waren dan in het voorjaar,
zijn
in
den loop i’ah het afgeloopén kwartaal verder gestegen.
Vooral i,. de eerste.weken van Augustus as dit het
geval. De eenige lereranci?i. van mais was toen Ar-
gentinië. ZuidAfrika heeff weliswaar een uitvoer-
surplus van mals,
doch:
‘de ‘ afgesloten contracten
konden in Augustus niet :worden geleverd wegens de
conditie van de maïs, welke tengevolge van slecht
weder niet voldoende drogde ôm ze zonder geva,ar
voor bederf onderweg te verschepen. Ook de Balkan
was toen ni’et met’ maïs aan de markt. De maïsoogst
in Argentinië ‘was kleiner geweest dan in het vorige

) De in de grafieken geteekende prijzen (goudprijzen)
zijn
maandgemiddelden,
zoodat de curve du’s niet de bewe-
ging van week tot week aangeeft. ., -‘

956

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

24 October 1934

STATISTISCH OVERZI

GRANEN EN ZADEN
TTMNBOIJWARTIKELEN
VLEESCH
TARWE
R000E
MAIS
GERST
LIJNZAAD
DRUIVEN
TOMATEN
BLOEM-
RUND-
VLEESCH
VARKENS-
80 K.G. La
Plata loco
74 K.G. Bahia
La Plata
64/65 K.G.
La Plata
La
Plata Black
A
KOOL
le soort
(versch)
VLEESCH

Rotterdam! Amsterdam
Blanca loco
R’dam!A’dam
loco
R’dam/A’dam
loco Rotter-
damjA’dam
loco
R’damiA’dam
Alicante
per K.G.
per 100 K.G.
p.
100
St.
Groote-
Ge,m.v.3kw.
(versch)
per 100 KG.
per
100
K.G.
per
100
K.G.
per
2000
K.G.
per 2000 K.G.
per
1960
K.G.
Westland
Westiand
broek
5)
per ® KO.
Rotterdam
2)

3)
4)
Rotterdam

i
f1.
°fs
f1.
01
fL
lig
II.
1
10
T

Y
iY
°/s
T
110
/
010
1925
17,20
100,0 13,07
5

100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
452,50
100,0


1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
1
96
,75 83,4
360,50
77,9


1927
14,75
85,8
12,47
5

95,4
176,00
76,0
237.00
100,4
362,50
78,4



1928
13,47
5

78,3
13,15
100.6
226,00
97,7
228,50
96,8
363,00 78,5
0,80
100,0
20, 100,0
114,
80

100,0
93,
100,-

77,50 100,-
1929
12,25
71,2
10,87
5
83,2 204,00
88,1 179,75
76,2
419,25
90,6
0,64
80,0
16,
80,0
17,23 116,4
96,40
103,7
93,125
120,2
1930
9,67
5

56,3
6,22
5

47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77,0

0,62
77,5
20,
100,014,22
96,1 108,
116,1
72,90
94,1
1931
5,55
32,3
4.55
34,8 •84,5()
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
0,49 61,3
14,50
72,5
7,54
50,9
88, 94,6

44,75

61,9
1932
5,22
5

30,4
4,62
5

35,4
77,25
33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
0,41
51,3
11.
50

57,5 9,92 67,0
61, 65,6 37,50 48,4
1933
5,02
5

29,2
3,55
27,2
68,50
29,6 70,00
30,0
148,00
32,0
0,31
38,8
8,21 41,1

52, 55,9 49,50 63,9

Jan.

1933
4,95 28,8
3,75
28,7
73,00
31,5
75,25
31,9
136,50
29,5
– –

50,50
54,3 57,7
Febr.,,
4,776
27,8
3,70
28,3
71,00
30,7
74,75
31,7
130,25
28,2

49,25
53,0
45,-
58,1
Maart

,,
5,05
29,4
3,82
5
29,3
73,50
31,7 76,25 32,3
130,50 28,2

46,50
50,0
46,

59,4
April

,,
5,15 29,9
3,75
28,7
72,75
31,4 71,25
30,2
129,50
28,0

49,50
53,2 48,25
62,3
Mei

,,
5,40
31,4
3,775
28,9
70,50 30,5 73,25
31.0
146,75
31,7
52,25 56,2

63,2
Juni

5,25 30,5
3,55
27,2
66,00
28,5
75,75
32,1
163,25
35,3

51,25

——

55,1
48,-
61,9
Juli


5,82
5

33,9
3,85
29,4
64,25 27,8 78,00
33,1
176,25
38,1 13,55
67,8
49,25
53,0
4850
62,6
Aug.


5.30 30,8
3,55
27,2
61,25
26.5 67,75
28,7
161,50
34,9
0,41
5
1
.3

——-

8.-
40,0
– –
49,-
52,7
4
9:
2
5
63,5
Sept.

,,
4,95 28,8 3,475 26,6
61,00 26,3 65,25
27,6
159,00
34,4 0,25 31,3
2,70
13,5

———————– ———————–

9,28
62,7
50,25 54,0
54,-
69,7
Oct.
4,40
25,6
3,-
22,9
60,25 26,0 63,50
27,0
141,25
30,5
0,27
33,8
8,60
43,0
4,30
29,1
56,25 60,5
54,25
70,0
Nov.

4,55 26,5
2,95
22,6
74,50
32,2
60,00
25,4
147,25
31,8
– – –

—-

6,50
41,2
59,50 64,0 54,375
70,2
Dec.

,,
4,57
26,6
3;30 25,3
73,50
31,7 59,25
25,1
154,50
33,4






60,75
65,3 53,50
69,0

Lan.

1934
4,75
27,6 3,10 23,7
65,25
28,2 58,00
24,6
144,25
31,2

—–





—-

62,50 67,2 53,75
69,4
rebr.,,
3,40
19,8
2,77 21,2
65,25
28,2
58,50
24,8
133,00
28,8









—-









—-

63,-
67,7
53,50
69,0
Maart

,,
3,25
18,9
2,72
20,8
70,75 30,6
58,75
24,9
132,00
28,5

—–





—-

—–





—-

61,75
66,4
50,50
65,2
April

3,20
18,6
2,70
5

20,7
70,50
30,5
56,75
24,0
136,50
29,5
63,50 68.3 49,125
63,4
Mei
3,32
5

19,2
2,87
6

21,9
62,00
26,8 63,00
26,7
154,50
33,4
65,75
70.7
47,50
61,3
luni

,,
3,579
21,4 3,17
9

24,3
65,00
28,1
74,75

31,7

156,50
33,8 63,25
68,0 43,75
56,5
Juli

3,80
22,1
3,30
25,3
11,50
30,9
78,75
334
151,25
32,7
8,28

——–




41,4
63,-
67,7 44,625
57,6
Aug.
4,375
25,4

4,275
32,7
83,25 36,0
93,50
39,6
159,25
34,4
0,35
43,8
5,89

——–





——–



29,5
63,95
68,8
43,30
55,9
Sept.

4,-
23,3
4,15
3
1
,7
77,25
33,4 93,25
39,5
145,50
31,5 0,25
3l,3
2,02

——–







—–




10,1
11,21
75,7
63,55 68,3 42,62
5

55,0
1

Oct.

,,
3,60
20,9
3,90
29,8
72,00
31,1
94,00
39,8
140,00
30,3
0,21
26,3 2,93



—–




14,7
5,16
34,9
63-
6
)
67,7
42,-
6)

54,2
8

,,

,,
3,55
20,6
3,60
27,5
68,00
29,4
92,00
39,0
139,00
30,1
0,20
25,0
5,20
26,0 5,28
35,7
61-7)
65,6
42,507) 54,8
15

,,
3,70
21,5
3,75
28,7
70,50 30,5 95,00
40,3
137,00
29,6 0,19
23,8 7,83
39,2 6,98
47,2
60,705)
65,3
42,-
8
)
54,2 22

,,

,,
3,40
19,8
3,70
28,3
69,00 29,8 95,00
40,3
133,00
28,8
1)
Men zie voor de toelichting op dezen staat de nos. van 8, IS Aug. 1928, 25 Febr.
1931
en 15 Febr.
1933.
2)
Tot Jan. 1931 Hard Winter No. 2. van Jan.
1931
tot 16 Dec.
1929
tot 26 Mei
1930 7415
K.G. Hongaarsche vanaf 26 Mei
1930
tot 23 Mei
1932
74 K.G. Zuid-Russische; van 23 Mei 1932 tot 2 Oct.
1933
No. 2 Canada.
4)
Tot
Canada. Van 19Sept.’32 tot 24Juli
1
33
62163
K.G. Z.-Russ.
5)
De Jaren
1928
en
1929
Broek op Langendijk.
6)5
Oct.
7
)12 Oct.
5
)19 Oct.
9)4
Oct.
10
)
II Oct.
11)
18Oct.

Vervolg STATISTISCH
OVERZICHT

MINERALEN
.

TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN

STEENKOLEN
Westfaalschej
PETROLEUM
BENZINE KATOEN
WOL WOL
gekamde
KOE-
KALK-
Hollandsche
Mid. Contin.
Cr’ide
Gulf exp.
____________ _________
______
gekamde
Australische,
Australische,
HUIDEN
SALPETER
Middling

locoprijzen

1
F.

F.
Sakella-.
F. No. 1
bunkerkolen,
onezeefd f.o.b.
33
tjtfl
33.90
64166°
$cts. per
Merino,
64’s
Av.
CrossbredColo-
nial Carded,
Gaaf, open
kop
Old, per
100
KG.
R dam(A’dam
Bé s. g.
per barrel
U.S. gallon
New-York

1
rides
T

~b

omra
Liverpool
loco Bradford
per Ib.
50’s
Av. loco.
57-61 pnd. netto
per
1000
K.G.
per Ib.
Liverpool
Bradford per lb.

iJ
$cts.
1
10
pence
0
/0
ie
pence pence
i.

“ii’
015
1925 10,80 100,0
1.68
100,0
14,86
100,-
23,25
100,0
29,27
100,-
9,35
100,- 55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
1926 17,90
165,7
1.89
112,5 13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5
6,30 67,4
47,25 85,9
24,75 83,9 28,46
82,0
11,61
96,8
1927
11,25 104,2
1.30
77,4

1
4,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3
7,27
77,8 48,50
88,2 26,50 89,8 40,43
116,5

1
1,48
95,7
1928
10,10
93,5
1.20
71,4
9,98 67,2
20,00
86,0.
19,21
65,6
7,51
80,4
51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
1929 11,40 105,6
1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17,05
58,2
6,59
70,5
39,-
70,9
25,25
85,6
32,25 92,9
10,60
88,3
1930 11,35
105,1
1.12
66,7 8,77
59,0
13,55
58,3
12,-
41,0
3,92
41,9 26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84 82,0
1931
10,05
93,1
0.58 34,5
5,04
33.9
8,60
37,0 7,33 25,0 3,08 33,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,1
0.81
48,2
4,50 30,3
6,45
27,7
5,21
17,8
3,11
33,3
16,00
29,1
8,50 28,8
11,15
32,1
6,15 51,3
1933
7,00
64,8
0.45
26,8
3,61
24,3
6,75
29,0
5,13
17,5
2,78 29,7
19,25
35,0
9,50
32,2
13,26
38,2
6,18
51,5

Jan.

1932
8,25
76,3
0.71
42,3
5,25 35,3
6,65
28,6
5,09
17,4
338
36,2
16,50
30,0
9,00
30,5
11,63
33,5
7,10 59,2
Febr.,,
8,25
76,3
0.71
42,3 4,92
5

33,1
6,90
29,7
5,31
18,1
3,51
.37,6
16,25
29,5
9,00 30,5
11,75
33,9
7,25 60,4
Maart

,,
8,35
77,3
0.71
42,3 4,62
5

31,1
6,90
29,7
5,37
18,3
3,30
35,3
16,50
30,0 8,75 29,7
10,25
29,5
7,40
61,7

p
rll
8,65
80,1
0.86 51,2
4,34
29,2
6,25
26,9
5,08
17,4
3,08 33,0
16,50
30,0 9,00
30,5
9,25
26,7
7,40
61,7
ei
8,30
76,9
0.86 51,2 4,25 28,6
5,80 24,9 4,57
15,6
2,76
29,5
15,75
28,6
8,25 28,0
8,88 25,6
7,40
61,7
uni
8,25 76,3
0.86 51,2 4,25
28,6 5,25
22,6
4,44
15,2
2.55
27,3
15,25
27,7
7,75
26,3
9,-
25,9
7,40
61,7
uli

A
8,10 75,0
0.86 51,2 4,25 28,6
5,80
24,9
4,97
17,0
2,77
29,6
16,00
29,1
8,50
28,8
9,75
28,1


ug.,,
7,80 72,2
0.86
51,2 4,30
28,9
7,35
31,6
5,71
19,5
3,33 35,6
15,75
28,6
8,25 28,0

34,6
5,70 47,5
Sept.,,
7,75
71,8
0.86
51,2 4,375 29,4 7,75 33,3
.
6,37
21,8
3,64 38,9
16,75
30,5
8,75
29,7
13.75
39,6
.

5,90
49,2
Oct.,,
7,65
70,8
0.86
51,2 4,45 29,9 6,50
28,0
.5,68
19,4
3,16 33,8
15,75
28,6
8,50 28,8

40,3
6,-
50,0
Nov.,,
7,40
68,5
0.86
51,2 4,60
31,0
6,15
26,5 5,16
17,6
3,-
32,1
15,25
27,7
8,25
28,0

34,6 6,10 50,8
Dec.

.
7,25
67,1
0.745
44,3
4,435

29,8 5,95
25,6 4,73
16,2
2,80
30,0
15,25
27,7
8,00
27,1
11,50
33,1
6,20 51,7

Jan.
.
1933
7,05
65,3
0.53
31,5
4.16 28,0
6,15
26,5 5,13
17,5
2,95 31,6
15,75
28,6
8,25
28,0
11,50
33,1
6,30 52,6
Febr.
7,20
66,7
0.38
22,6
3,97
26,7
6,10
26,2 4,98
17,0
2,78
29,7
15,50
28,2
8,25 28,0
10,38
29,9
6,40 53,3
Maart

,,
7,25
67,1
0.38 22,6
3,970

26,1
6,40
27,5
4,97
.17,0
2,77
29,6
15,25
27,7
7,75
26,3
10,75
31,0
6,40 53,3
April

,,
7,25
671
0.37 22,0 3,67
24,7
6,65
28,6
5,18
17,7
2,68
28

7
.
15,75
28,6
7,75
26,3
11,25
32,4 6,40
53,3
Mei
7,15
662
0.23
5

14,0
2,95
19,9
7,30
31,4.
5,60
19,1
3,07.
32,8
17,00
30,9
8,25
28,0
12,25
35,3 6,40 53,3
Juni
7,15
66,2 0.25
5

15,2
3,02
20,3
7,85
33,8
5,85
20,0
3,25 34,8
18,50
33,6
9,00 30,5
15,75
45,4
6,40
53,3
Juli

,,
7,05
65,3
0.41
24,4
3,33
22,4
7,60
32,7 5,76
19,7
3,20 34,2
20,75
37,7
9,75
33,1
16,-
46,1
6,40
53,3
Aug.
6,95
64,4
0.37
22,0
3,37 22,7
6,90
29,7
5,39
18,4
2,91
31,1
20,75 37,7
9,75
33,1
14,75
42,5 5,80 48,3
Sept.

,,
6,85
63,4
0.52 31,0
3,50
23,6
6,60
28,4
470
16,1
2,54 27,2
21,50
391
10,50
35,6
15,13
44,1
5,85 48,8
Oct.
6,60
61,1
0.66
39,3
4,04
27,2
6,40 27,5
455
15,5
2,48
26,5 20,75
37,7
10,75
36,4
14,50
41,8 5,90 49,2
Nov.

,,
6,75
62,5
0.66
39,3
3,72
25,0
6,25
26,9
4,63
15,8
2,39 25,6
23,75
43,2
12,00
40,7
13,38
38,6
5,95 49,6
Dec.

,,
6,95 64,4
0.67
39,9
3,75
25,2
6,50
28,0
4,89
16,7
2,38
25,5
25,00
45,5
13,25
44,9
13,50
38,9
6,-
50,0

lan.

1934
665
61,6
0.66 39,3
3,74 25,2
7,10
30,5
5,47
18,7
2,59
27,7
27,00
49,1
14,75
50,0

37,5 6,15
51,3
f’ebr.

,,
6′,30
58,3
0.64
38,1
3,25
21,9
7,50
32,3
5,64
19,3
2,68
28,7
.23,75
43,2
12,75
43,2

37,5
6,20
51,7
Maart

,,
6,25
57,9
0.63
37,5
3,05
20,5
7,40
31,8
5,50
18,8
2,76
29,5 23,25
42,3
11.75
39,8
12,50
36,0 6,25
52,1
April

,,
6,30 58,3
0.62 36,9 2,795
18,8
6,95 29,9
5,37
18,3
2,50 26,7
23,00
41,8
11,50
39,0
12,-
34,6
6,30
52,6
Mei

,,
6,25
57,9
0.62 36,9 2,88
19,4
6,80
29,2 5,20
17,8
2,48 26,5
21,00
382
10,50
35,6
11,88
34,2
6,30
52,6
Juni

,,
6.151
56,9
0.62 36,9
2,83
19,0
7,15
30,8 5,23
17,9
2,77
29,6
19,00
34,5
9,50
32,2
11,50
33,1
6,30 52,6
Juli
6,15
56,9
0.62 36,9
2,68
18,0
7,55
32,5
5,22
17,8
2,83
30,3
17,00
30,9
9,00
30,5
11,50
33,1
6,30
52,6
Aug.
6,15
56,9
0.62 36,9
2,68
18,0
7,85
34,0
5,32
18,2
2,85
30,5
16,00
29,1
8,50
28,8
11,75
33,9
5,80 48,3
Sept.
6,00
55,6
0.62
36,9 2,74
18,4
7,70
33,1
5,06
17,3
2,71
29,0
15,00
27,3
8,50
28,8
12,-
34,6
5,85
48,8
1 Oct.
6,00
55,6
0.62
36,9
2,852
19,2
7,45 32,4
4,88
5
)
16,7
2,56
5
)
27,4
15,00
8
)
27,3 8,50e)
28,8
12,50
11

36,0
5,90
49,2
8

,,

,, –
5,95
55,1
0.62
36,9
2,51
3

16,9
7,30
31,4
4,72
0
)
16,1
2.48
0
)
26,5
14,75
5
)
26,8
8,25°)
28,0 5,90
49,2
15


5,95
55,1
0.62
36,9
2,51
4

16,9
7,40
31,8
4,977)

17,0
1

2,60
7
)
27,8
15,00
10
)
27,3
8,50
15
)
28,8 5,90
49,2
22
6,00
55,6
0.62
36,9
1

7,40
31,8
5,90
49,2
1) Jaar- en mâandgem.
afger.
op1!8
pence.
2)
5 Oct.
3
)13 Oct.
4)
20 Oct.
5)
3 Oct. 6)10 Oct. 7)17 Oct.
8)
4 Oct. 8)11 Oct.
10)
18 Oct.
11)
16 Oct. ‘) 2 Oct.
13)
9 Oct.

24 October
1934

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

957
VAN
GROOTHANDELSPRJJZEN.

ZUiVEL EN EIEREN
METALEN

BOTER
BOTER

KAAS
Edammer
EIEREN
KOPER
LOOD
TIN
IJZER
Cleveland
GIETERIJ-
ZINK
GOUD
ZILVER
perK.G.
•Leeuwar-
Alkmaar
Fabrieks

0cm. not.
Eiermijn Standaard
Locoprijzen
Locoprijzen locoprijzen
Foundry
IJZER
Locôprijzen
cash
cash
derComm.
Crisis
Zuivel
kaas
Roermond
Londen
Londen
Londen per
No. 3
f.o.b.
(Lux
III) p.
Eng, t. f.o.b.
Londen
per
Londen
per
ounce
Londen per
Standard
Noteering
Centr.

kI. mlmerk
p.
100
st.
pèr
Eng.
ton
per Eng. ton
Eng. ton
Mlddlesb.
perEng.ton
Antwerpen
Eng.ton
iine
Ounce
per5OK.G.

0. 0.
01
11.
01
9
1
£
£’
Sh.
sh.
5h.
°/
nence
0
10
1925
2,31
100,0
-:
56,-
100,0
9,18
100,0
62.116
100,0
36.816
100,0
261.17
1

100,0
73/-
100,0
67/-
100,-
36.3
1
6
100,-
85
1
6
100,-
2’/
100,0 1926
1,98
85,7

43,15
77,1
8,15
88,8
58.11-
/

93,5
31.116
85,3
290.1716
111,1
8616
118,5
6818
02,5

34.2
1
6
94,3
85/-
99,5
28
1
1
6
89,3
1927
2,03 87,9

43,30 77,3
7,96
86,7
55.14
1

89,7
24.4
1

66,4
290.4
1

110,8
73/-
100,0
64/6
96,3
28.10
1

78,8
85/-
99,5
26
3

83,3
1928
2,11
91,3

48,05 85,8
7,99
87,0
63.16/-
I
102,8
21.1
1

57,8
227.5
1

86,8
66
1

90,4
62/8 93,5
:
02,6
25.5
1
6
69,9
85/-
99,5
26
1
/
81,1 1929
2,05
88,7

45,40
81,1
8,11
88,3
75.14/-
121,9
23.5/

63,8
203.15
1
6
77,8
70
1
6
96,6
68/9
24.1716
68,8
85/-
99,5
2471
76,2
1930
l66
71,9

38,45
68,7
6,72
73,2 54.131- 88,0
18.116
49,6
142.51-
54,3
67/

91,8
59/6
88,8
16.171
46,6
85/

99,5
17
1
/i
55,4
1931
1,34
58,0

31,30 56,9
5,35
58,3
36.51

58,4
12.11-
33,1
110.1/-
42,0
551-
75,3
47/6
70,9
11.1016
31,9
9216
108,2
13/
41,6
1932
0,94 40,7

22,70 40,5
4.14
45,1
22.171-
36,8
8.121-
23,6
97.2/-
37,1
42/-
57,5
37/-
55,2
9.I6-
27,1
118/-
138,0
12
7
18
40,1 1933
0,61
26,4 0,96
20,20
36,1
3,71
40,4
22.216
35,6
7.1716
21,6
131.18,-
50,1
411-
56,2
35/

52,2
10.1216
29,4
12417
3
14
145,8
12
3
/8
38,5
Jan.

’33 0,73
31,6
0,89 21,75
38,8 4,27
46,7
19.17/-
32,0
7.81-
20,3
100.1/6
38,1 4016
55,5
3416
51,5
9.191-
27,5
12218
143,5 11i1/j
36,4
Febr.
,,
0,65
28,1
0,91
20,60 36,8 4
t
35
47,4
20.31-
32,5 7.71-
20,2
104.716
39,9
43/

58,9
34/-
50,7
9.151-
27,0
12015
140,8
1115/16
37,2
Mrt.

,,
0,53 22,9
0,99
19,40
34,6
2,80
30,5
20.

16
32,3
7.101- 20,6
104.1813
40,1
43/

58,9
3417
51,6
10.71-
28,6
120/5
140,8
12
7
116
38,7
Apr.

,,
0,54
23,4
1,-
18,55
33,1
2,07
5

22,6
20.1116
33,1
7.1216
20,9
109.171-
42,0
431-
58,9
351

6
53,0
10.816
28,8
12011
140,4
1213/16
39,9
Mei

,,
0,52 22,5
1,-
21,80
38,9 2,49
27,1
23.6/6
37,6
8.61-
22,9
128.1716
49,2
4116
56,8
3616
54,5
10.131-
29,4
123/6
144,4
1311
4

41,2
Juni

,
0.52 22,5
1,-
23,50
42,0
2,50
27,2
25.7
1

40,8
9.4
1

25,3
151.10/-
57,9
42/-
57,5
37/-
55,2 11.12
1
6
32,1
122
1
34
143,0

1
3
1
/
41,2
Juli

,.
0,55
23.8
1,-
18,50
33,0 2,60
28,3
25.16
1

41,6
9.2
1

25,0
148.1
1
6
56,5
41
1
6
56,8
35/

52,2
12.1/-
33,3
123
1
104
144,9
12
7
1
16
38.7
Aug.

,,
0,63 27,3
1,-
18,90
33,8
3,571

38,9
24.51

39,1
8.416
22,6
145.3/

55,4
411-
56,2
35/-
52,2
11.71-
31,4
125110
147,2
12
37,4
Sept.
»
0,66
28,6
0,95
18,40
32,9
3,91
42,6
22.1616
36,8
7.161-
21,4
140.1716
53,8
3916 54,1
3416
51,5
10.1816
30,2
130111
153,1
11151
13

37,2
Oct.

,,
0,68
29,4
0,90
19,45
34,7
4,68
51,0
22.1/-
35,5
7.14/-
21,1
145.51

55,5
3916 54,1
3416
,
51,5
10.131-
29,4
13111
153,3
11
7
18
37,0
Nov.

,,
0,65
28,1
0,90
20,80
37,1

5,80 63,2
20.6/6
32,7
7.13/6
21,1
150.9/6
57,5
401-.
54,8
3416
51,5
9.19,6
27,6
128
1
54
150,1
12
1
1
4
38,1
Dec.


0,60
26,0
1,-
20,40
36,4
5,475

59,6
21.1/-
33,9
7.12
1

20,9
153.8/

58,6
40/6
55,5
36/-
53,7
9.19
1

27,5
126/24
147.6
12
0
/
1

39,1
Jan.’34
0,50
21,6
1,-
20,40
36,4
5,05
55,0
21.71-
34,4
7.71-
20,2
148.31

56,8
3916
54,1
36/

53,7
9.121-
26,5
12916
151,5
12
3
/4
39,7
Feb.,
0,47 20,3
1,-
21,55 38,5
3,68
40,1
20.9/6
33,0
7.4/-
19,8
140.13!-
53,7
39/6
54,1
36/5
54,4
9.-/6
24,9
137/1
160,3
12
1
/
38,9
Mrt.,,
0,44
19,0
1,
19,90
35,5
2,71
29,5
20.31-
32,5
7.3
1
6
19,7
144.15/6
55,3
40
1
6
55,5
35
1
3
52,6
9.2
1

25,2
136
1
8
159,8
12
5
/
8

39,3 0,42
18,2
1,-
17,20
30,7 2,72
29,6
20.14
1
6
33,4
7.416.
19,8 150.1016
57,5
4116
56,8
34/2
51,0
9.716
25,9
135114
158,0
127116
38,7
ei
0,41
17,7
1,-
16,05
28,7 2,54 27,7
20.4/-
32,5
6.16/6
18,7
144.19/6
55,4
4016
55,5
3219
48,9
9.21-
25,2
13613
159,4
12
1
/
37,5
Juni
0,41 17,7
1,-
19,40
34,6
2,74
8
29,9
19.1816
32,1
6.141-
18,4
140.11-
53,5
4016
55,5
3119
47,4
8.161-
24,3
137184 161,1
12
1
14
38,1
Juli,
0,40
17,3
1,-
21,50
38,4
2,81
30,6
18.111-
29,9
.6.1416
18,5
142.9
1

54,0
40
1
6 55,5
32
1
4
48,2
8.6
1

22,9
137
1
11
161,4
12
3
1
4
39,7
Aug.,
0,43
18,6
1,-
20,90 37,3 3,32
5
36,2
17.6
1

27,9
6.14
1

18.4 139.716
53,2
401

54,8
.32/6
48,5
8.716
23,2
13816
162.0
13
40,5
Sept,
0,43
18,6
1,-
18,12
5
1
32,4
3,31 36,1
16.10/- 26,6 t
6.5/6
17,2
137.17/-
52,6
3916 54,1 3216
48,5 7.171- /21,7 1141/-
164,9

1
3
1
/
40,9
1 Oct.,
0,43e)
18,6
1,-
17
,
506
1
31,3 3,50
37,1
16.4
1

26,1

1
6.6
1
6
17,4
53,1
3916 54,1
/ 32/6
48,5
78/
20,5 1141/6
165,5
13
7
fe
41,8
8

,

,
0,43
10

18,6
1,-
17,5071

31,3
3,80
41,4
15.11/3
25,1

/
6.59
..

17,2
38.6/

52,8
39
1
6
54,1
I
32/6
48,5
7.5/-
I20,0
Il42/6
166,7
13
3
/4
42,8
15

,,
0,43
61

18,6
1,-
17,50
8
/
31,3 3,95
43,0
15.616
24,7
6.2/-‘
16,7

~1139-11-

136.61-
52,1 3816
52,7
/
3216
48,5
7.216
Il9,7
1
143l
167,3

1
4
3
/
44,7
22

,,
/
4,35
47,4
16.5
1
6
26,2
/
6.4:6
17,1
138.10
1
6
52,9
39
1
6
54,1
/
326
48,5
7.6
1
6
/20,2141/6
165,5
14
5
116
44,6
O
sept.
iYJ ï K.U.
La
1-‘Iata; van 2b Sept. 1932 tot 5 Febr. 1934 Manitoba No. 2
8)
Tot Jan.
1928
Western; vanaf Jan.
1928
tot 16 Dec.
1929
American No. 2. van
Jan.
1928
Malting; van Jan.
1928
tot
9 Febr. 1931 American No. 2,
van
9
Febr.
1931
tot
23
Mei
1932 6415
K.G.
Zuid-Russische.
Van
23
Mei-19
Sept.
1932
No.
3

VAN GROOTHANDELSPRIJZEN
1
)

.–
BOUWMATERIALEN KOLONIALE PRODUCTEN

VURE
NHOU
T

basis 7″

b
0
T E E N E N
CACAO

COPRA
KOFFIE
DTIPD O1
Standaard’
SUIKER
THEE
INDEXCIJFER ____________
Zwedeii(
binnenmuur

buitenmuur
G.F.Accra
Ned._Ind.
Ribbed Smoked

Finland
per

per
K 0 c
1.1
per
100
K.G.
Loprten
Rotterdam
3eet5
R’dam/A’dam
Java- en
Suma-
.
Orond
l(olo-
nlale
Pvan5;2ai.
per 1000
stuks
per
1000
stuks
NeeIand
Amsterdam
per
ij
l
K.G.
°,er°i% en
per 100 K.G. frathee

1(0.
stoffen
den

/
%
f
%
/
01
‘r
7′
i’
C
I
S.

‘i”
Sh.
1
1
0

T”
cts.
1925
159,75
100 15,50
100,-
19,-
100,-
4216
100,-
35,87′
100,0
61,375
100,0
12111,625
100,0
18,75
100,0
84,5
100,0
100.0
100.0
1926
153,50
96,1
15,75
101,6 19,50 102,6
49/-
115,3
34,-
94,8
55,375
90,2
21-
67,4
17,50
93,3 94,25
111,5
96.0 102.6
1927
160,50
100,5 14,50
93,5
18,50
97,4
68/-
160,0
32,62 90,9 46.875 76,4
116,375
51,6
19,12′
102,0
82,75 97,9 87.5
109.1
1928
151,50
94,8
12,-
77,4
18.50
97,4
5713
134,9
31,87 88,9 49,625
80,9
-110,75
30,2
15,85
84,5 75,25
89,1
84.6
97.4
1929
146,00
91,4
14,-
90,3 21,25
111,8
45110 107,9
27,371

76,3
50,75
82,7
-110,25
28,8
13,-
69,3
69,25
82,0
81.9 85.5
1930
141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
34111
82,2
22,625
63,1
32
52,1

-15,875
16,5
9,60
51,2 60,75
71,8
68.0
64.3
1931
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
22
1
5
52,8
15,37
5

42,9
25
40,7
-/3
8,4
8,-
42,7
42,50
50,3
46.8 46.6
1932
69,00
43,2
9,25 59,7
15,-
78,9
1916
45,9
13,-
36,2
24
39,1
-11,75
4,9
6,32′
33,7
28,25
33,4
38.1
38.0
1933
73,50
46,0
10,-
64,5
12,75
67,1
1514
36,0
9,30
25,9 21,10


34,2

12,25
6,3
5,525
29,5
32,75 38,7
35.2
34.7
Jan.

’32
82,50
51,6
ID,-
64,5
18,75
98,7
1719
41,8
13,12
5

36,6
23
37,5

1
2,125
6,0
7,35 39,2
32
37,9
38.5
39.1
Febr.
»
82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
18
1
1
42,6
14,50
40,4
23
37,5
-12
5,6
7,05 37,6
30
35,5
38.3 38.3
Mrt.

»
70,00
43,8
9,75
62,6
18,-
94,7
2119
51,2
14,75
41,1
23
37,5

11,625
4,6
6,25 33,3
31
36,7
37.0
39.7
Apr.

»
70,00
43,8 9,75
62,6
18,-
94,7
2016
48,2
14,-
39,0
23
37,5
-11,5 4,2
5,90 31,5 29,25
34,6
36.2 38.0
Mei
,,
70,00 43,8 8,50
54,8
15,-
78,9
2016
48,2
13,25
36,9 23,50
38,3
-11,5- 4,2
5,62
5
30,0
‘30,25
‘35,7
35 2
38.1
Juni

»
70,00
43,8 8,50
54,8
15,-
78,9
20
1
6
48,2
12,375
34,5
24-
39,1

1
1,375
3,9
6,30 33,6 28,50
33,7
34.2
38.7
Juli

»
67,50
42,3 8,50
54,8
15,-
78,9
2011
47,3
12,375
34,5
.24
39,1

1
1,375
3,9
6,70
35,7
23,75
28,1
34.3 37.6
Aug.
»
63,00
39,4 8,50
54,8
1h,-
78,9
20
1
7
48,4
12,373
34,5
.24
39,1
-11,75
4,9
6,575

35,1
22,75 26,9
35.9
37.4
Sept.-
»

60,00
37,6 8,75
56,5
15,-
78,9
2112
49,8
12,75
35,5.
‘25,25
41,1
-/2,125
6,0
6,52
1
34,8 23,75
28,1
37.8 38.5
Oct.

»
63,50
39,7

58,1
14,50
76,3
1818
43,9
12,375
34,5
‘26,50
43,2
-/1,75
4,9
6,32
5
33,7
28,50
33,7
36.2
38.7
Nov.
»
63,50
39,7
9,50
61,3
14,25
75,0
1716
41,2
12,125
33,8
24,50
39,9

-/1,75
4,9 5,87e
31,3
30,75
36,4
35.3′
37.2
Dec.

»
65,00
40,7

64,5
13,75
72,4
17
1
4
40,8
11,75
32,8,
24
39,1

/1,75
4,9 5,50 29,3
28,25
33,4
34.0
35.7
Jan.

’33
70,00
43,8
9,25
59,7
13,50
71,1
16
1
6
38,8
11,50
32,1
24 39,1

1
1,625
4,6
5,375
28,7
25
29,6
33.2
34.1
Febr.
»
70,00
43,8
9,25
59,7
13,-

68,4
1519

37,1
10,625
29,6′ 23,75
38,7
-11,5
4,2
5,60
29,9
26,75
31,7
32.1
34.4
Mrt.

»
70,00
43,8 9,50
61,3
12,25
64,5
1613
38,2
10,375

28,9
23,50 38,3
-11,5
4,2
6,-
32,0

26,25
31,1
32.4

34.9
Apr.

»
70,00 43,8 9,75
62,6

12,75
67,1
15
1
5
36,3 9,50
26,5,
23,50
38,3

1
1,625
4,6 6,07
5

32,4
27,50 32,5
32.8 34.9
Mei

»
70,00
43,8 9,50
61,3
12,50
65,8
1616
38,8
9,50 26,5 23
37,5
-12
5,6
6,02
5

32,1
26,50
31,4
34.2
35.0
Juni

,,
72,50
45,4
10,-
64,5
13,-
68,4
18
1
1
42,6
10,-
27,9
-22,50
36,6

1
2,375
6,7
6,35
33,9
31
36,7
37.2
37.5
Juli

»
75,00
46,9
10,25 66,1
13,-
68,4
1718
41,6 9,475 26,4 22,50 36,6 -12,625
7,4
5,925
31,6 33,50
39,6
38.2
37,4
Aug.

,,
75,00
46,9
10,50
67,7
13,-
68,4
16
1
5
38,6 8,75
24,4
20,75 33,8

1
2,625 7,4 5,27
5

28,1
35,25 41,7
36.5
35.6
Sept.
»
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1415
33,9
8,25
23,0
19,75
32,2 -12,5 7,0
5,375

28,7
36,75
43.5
36.7
34.6
Oct.

»
80,00
50,1
10,50 67,7
12,50
65,8
1217
29,6
7,62
5

21
1
3
17,75
28,8 -12,625 7,4
4,90
26,1
42,25
50,0

36.5
33.4
Nov.
»
75,00
46,9
10,-
64,5
12,50
65,8
1216
29,4
8,-
22,3

16,25
26,5
-/2,75
7,7
4,65
24,8 40,50
47,9
36.4
32.7
Dec.

,,
75,00
46,9
10,75
69,4
12,50
65,8
1115
26,9
7,975

22,2
16 26,1

12,875
8,1
4,75 25,3
41
48,5

37.1

31.3

Jan.’34
75,06
46,9
10,75
69,4
12,75
67,1
12110
30,2
7,45 20,8

16,50
26,9
-12,875
8,1
4,95 26,4
45,50
53,8
36.9
33.8
Feb.
»

80,00
50,1
10,50

67,7
12,50
65,8
14
1
5 33,9
7,25 20,2
17,25
28,1

1
3
8,4 4,975 26,5
46,75
55,3
35.9
35.9
Mrt.,
80,00
50,1
9,75 62,6
12,-
63,2
1411
33,1
7,-
195′
“‘17,75
28,9
-13,25
.9,1 4,525
24,1
45,50
53,8
35.7 35.2
Apr.
»

80,00
50,1
9,75 62,6
12,-
63,2
1414
33,7
6,55
18,3
-17,75
28,9


13,625
10,2
425
22,7
44,25
52,4

35.6 34.5

Mei,
80,00
50,1
9,25 59,7
11,25
59,2
1512
35,7 6,72
5
18,7
17
27,7
-14
11,2
4,15
22,1
42,75
50,6
35.1
34.3
Juni,
77,50
48,5
8,-
51,6
10,-
52,6
15/4
36,1
7,

19,5
17
27,7

/4
11,2
4,20
22,4
41,-
48,5
34.5
33.8
luli
»
77,50
48,5
7,50′
48,4
10,-
52.6
13
1
11
32,7
6,925
19,3
16,75
27,3
-/4,375
12,3
3,975

21,2 40,50 47,9
34.1
32.2
Aug.
»

75,50
47,3
7,25
46,8
9,50 50,0
12/10 30,2

6,87
5

:19,2
16,50
26,9
-/4,5
12,6
3,975
21,2
39,75
47,0
339
31.4
Sept..
73,50
46,0
7,-
45,2 8,75
46,1
12/5
29,2
6,65
18,5
16,50
26,9

1
4,5
12,6
3,72
5

19,9
33,50 39,6
33.1
29.5
1
Oct.
»
73.00
45,7
1118
62
)
27,5
6,75
-18,8
16,50
26,9

1
4,375
12,3
3,50
19,0
33

8)

39,1

32.8
27.7
8

»

»
73,00
45,7

11,713)
27,3
6,75
18,8 16,50
26,9
-‘4,125
11,6
3,375

18,0
32,25
10
)
38,2 32.6
21.9
15

,

,
73,00
45,7 11/111)
26,1
6,75
18,8
16,50
26,9

1
4,0625
11,4
3,50
19,0
32.4
28.1
22

, –

,,
73,00 45,7
,
6,75
18,8
16,50
26,9 -14,125
11,6
3,87
5
20,7
32.7
29.0
,,..
alle ronoennotoeringen vanat
Zi
5ept.131 zijn op goudbaals omgerekend; do Doliarnoteeringen vanaf 20April ’33 zijn In verhouding van de dopreclatle
van den Dollar t.o.v. den Gulden verlaagd.

958

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

24 October 1934

jaar, vermindering van de verschepingen werd ver-
wacht en op ruime schaal werd tot de stijgende prij-
zen Platamaïs gekocht op latere aflading. De slechte
oogstberichten over voergranen op het noordelijk
halfrond hielpen mede de vaste stemming in de hand
te werken. Duitschiand kocht voergranen in compen-

MUr


‘-3’-

satie en de Vereenigde Staten waren eveneens koo-
pers, al was het dan niet voor mais. De hoogste, half
Augustus voor maIs betaalde, prijzen hebben zich niet
kunnen -handhaven en eenige reactie trad in toen
Argentinië op ruime schaal aan de markt bleef, Zuid-
Afrika weder begon -te exporteeren en het aanbod
van de eigen oogsten, vooral van rogge, de traag
voor maïs in Europa deed verminderen. Ook kwam
aanbod van maïs uit de Donaulanden ter verscheping
laat in het najaar, toen de vooruitzichten van den
maïsoogst gunstig werden. Naar Duitsohland zijn in
ruime mate zaken in Donaumaïs in compensatie. ge.-
daan. In den loop van September zijn de prijzen
verder afgebrokkeld, zoodat een gedeelte van de ver-
hooging in Augustus verloren ging; de prijzen zijn
evenwel nog hooger dan in het begin van Juli.

GERST.

Het aanbod van gerst was schaarsch. De oogst in
Roemenië was klein uitgevallen en het aanbod werd
grif door Duitschiand in compensatie opgenomen. In
andere West-Europeesche landen was Roemenië dien-
tengevolge met gerst niet aan de markt. Van Rlis-
sisch aanbod hoorde men niets, ‘ook deze gerst vond
haar weg naar Duitschiand. Aan de vraag naar gerst
moest •buiten Duitschiand in hoofdzaak voldaan wor-
den door Argentinië en voor deze soort stegen de
prijzen in Juli en Augustus voortdurend -bij beperkt

&

•_______

,—–

•_____

4929

4930

4931

1936

4933

4934

aanbod. Ook werd Peraische gerst in flinke hoeveel-
heden verladen, waarvan bovendien naar Noord-Ame-
rika werd verkocht. Eind Juli is Canada nog korten
tijd aan de markt geweest met gerst en verschillende
zaken zijn daarin gedaan, doch spoedig stegen de prij-
zen in Canada boven exportpariteit. Toen de stem-
ming voor andere voergr-anen flauwer werd, zijn- ook
voor gerst de prijzen gedaald, doch in mindere mate
dan voor mais. Het aanbod bleef klein. In Augustus
kwam Argentinië aan de markt met •gerst van den
nieuwen -oogst, ter verlading in de eerste maanden
van het volgende jaar. Hiervoor ‘bestond goede vraag.
In September zijn ook hiervoor de prijzen gedaald
met geregelde zaken.

LIJNZAAD.

gestegen tot ongeveer
f
165 voor stoomende en dicht-
hijzijnde posten. Op deze prijzen werd lijnzaad te
duur bevonden tegenover alle andere artikelen.
Het gevolg is een daling geweest, die onafgebro-ken geduurd •heeft tot begin October. Die daling is
verscherpt door gunstige weerberichten uit Argenti-
nië voor den nieuwen oogst en door de particuliere mededeelin’gen, dat het aanwezige surplus van den ouden oogst in Argentinië ca. 100.000 tons grooter
was dan de officiëele schattingen aangaven. • De verladingscijfers toonen intusschen, .dat de con-
sumptie van lijnzaad •dit jaar niet minder geweest is
dan het vorige jaar, toen de ‘gemiddelde prijzen lager
waren.

D F. PQ 4060 60

199

1930

1941

1932

1933

1934

De ‘totale tot op heden uit Argentinië verscheepte
hoeveelheid sinds 1 Januari 1934 is 1.250.000 tons
tegen 1.216.000 het vorige jaar. De in Argentinië
-beschikbare hoeveelheden lijnzaad worden voor het
einde van dit seizoen nog geraamd op 195.000 tons.
De officiëele raming van den oogst in Noord-Ame-
rika was slechts 152.000 tons. Dat land zal dus in
nog sterkere mate dan het vorige jaar zijn behoeften
op de Argentijnsche markt moeten dekken en blijkt
ook reeds in Britsch-Indië als concurrent van •de
,engelsche industrie op te treden.
De Canadeesche oogst is daarentegèn iets beter
dan de uitermate slechte oogst van het vorige jaar,
maar bedraagt toch slechts ongeveer 28.000 tons, het-
geen •dus op ‘de wereld-productie geen invloed van
eenige beteekenis kan hebben.
Niettegen’staande -dus de statistische positie van
dit’ artikel uitermate gezond is, zijn de economische
omstandigheden der wereld zoo moeilijk te beoordee-
len, dat men zioh eenig betrouwbaar beeld van de
toekomstilge ontwikkeling niet – kan vormen.

BOTER.

Het kwartaal opende voor de botermarkt op de laagste prij’zen van het jaar. Tengevolge van den
onvoldoenden verkoop in Engeland was het aanbod
op de binnenlandsche markt dringend. Frankrijk en
België hadden dit kwartaal voor onze markt geen of
vrijwel geen beteekenis.
In den loop van de maand Juli verdween het op
de markt ‘drukken-de overschot, naar mate de verkoop
n Engeland vlotter werd en de vraag uit Duitsch-
land toenam. Tot deze vaste tendens droeg ook bij
het plaatsen van ‘boter onder de koelhuisregeling,
waartoe na de tweede week in Juli wederom gelegen-
heid gegeven werd. Tegen het einde van de maand
werden de koelhuizen echter weer gesloten, -daar het
aanbod op de binnenlan-dsche markt intusschen
schaarsch geworden was.

Na de vrij .groote daling, die eind Juni en begin
Juli plaats vond en de prijzen van lijnzaad weer op
ca.
f
146 per last terugbracht, is een stijging ge-
volgd, die evenwel slechts van korten duur is ge-
wees t.

Tengevolge van de verbeterde vraag en de berich-
ten over droogte in
vrijwel
de geheele wereld, zijn
de prijzen tegen het midden van Augustus vrij scherp Tot midden Augustus bleven vraag en aanbod vrij-

24
October
1931

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

959

wel in evenwicht. Wel gaven de verkoopen naar En-
Kaas
in tons.

geland weer een vermindering te tien en klaagden

de exporteurs over een zeer onvoldoende vrahg, ten-
Invoer
.

.
Uitvor

gevolge van •de concurrentie van den kant der Bal-

tisché hoters, doch op Duitschiand was de handel, in
1931
1932 1933
1934
1931
1932
1933
1934

verband met de steeds schaarsher voorziening met
eigen boter daar te lande, opnieuw beter geworden,
le halfj.

274

239

162 194
41.364
36.603
30.989 29.565
zoodat de contingenten vlot weggingen.
2e

,,

336

249

205

45.027 40.535
32.923


Sedert 15 Augustus viel echter ook deze gelegen-
le kwart.

148

128

90
108
18.934 16.302 15.953

13.184
heid weg,

toen de onzekerheid op het gebied der
2.e kwart. .127

111

72
86
22.430
20.301 15.036

16.381

betalingen uit Duitschiand de exporteurs noopte, den
3e kwart.

158

109

95
386
24.170
22.161
17.855

16.881

boteruitvoer naar

dat land

vrijwel geheel

stop

te
4e kwart.

179

140

110

20.856
18.374 15.067

zetten en was men voor den export practisch ng
Jan ….

50

37

27
Febr.

41

44

26
31
39
6.741
5.845 5.883
5.457
4.910

4.426

alleen op Engelnd aangewezen. Terwijl de positie van
Maart

57

47

37 39
6.348 4.962

5.232

3.956

5.811

4.802
de koloniale en vooral van de Deensche boter tot mid-
April

46

37

25 30
6.988
6.397
4.438

5.101
den September vast bleef, behielden .de la’aggeprijsde
Mei

36

38

25 35
6.815 6.299 5.064

5.418
Baltische boters haar zeer onguns-tigen invloed op den
Juni

45

36

22
21
8.627
7.605 5.534

5.862
verkoop van het Néderlandsche
.
product, zoodat de
Juli

48

33

31
203
8.916 6.733 5.700

5.534

uitkomsten van den export zeer onbevredigend bleven.
Aug …..

54

39

22
137
7.716 7.325 6.402

5.915

Gedurende de rest van het kwartaal is men ten aan-
26
7.538
8.183 5.753

5.432

zien van de betalingskwestie met Duitschiand in het

Sept……56

37

42
..

8.058
7.804
.
5.529

onzekere gebleven en hoewel er ih verband met de

Oct……

.63

51

34
Nov……57

45

43
7.229 5.465 5.314

anders afloopende licenties hier en daar eeuige boter-
Dec. •…

59

44

33
5.569 5.105
4.224

export naar Duitschland plaats vond, is er van een
regelmatigen uitvoer geen sprake meer geweest. De
.

EIEREN.
hinnenlandsche markt blef onveranderd kalm, ter-
Uitvoer van Eieren
in schaal
in tons.

wijl de prijzen in September hier iets aantrokken.

Boter in tons.

Invoer

1

Uitvoer

1931 1193211933119341 1931
1
1932
1
1933
1
1934

le halfj.. 1.233 3.792 310 129 18.007 8.400 17.283 20.744
2e ,, 2.798 437 347 – 14.951 11.977 11.090 . –
le kwart. 813 3.165 114 32 6.936 3.824 6.454 6.325
2e kwart. 419 627 196 98 11.073 4.577 10.829 14.419
3e kwart. 812 196 125 143 8.656 4.151 6.287 10.163
4e kwart. 1.987 241 232 – 6.295 7.826 4.803 –
Jan……423 1.252 15 12 2.278 1.060- 1.905 1.753
Febr..-.. .260 1.606

58

8

1.819

853 . 1.916 1.703
Maart .. 130 307

41 13

2.839 1.911 2.633 2.870
April . .

94 266 128 15

3.473 1.600 2.407 3.847
Mei …. 152 110

21 38

4.132 1.881 4.047 5.522
Juni …. 173 251

47 45

3.468 1.096 4.375 5.050
Juli …. .
..368

74

24 39

2.914 1.128 2.952 4.181
Aug …..
.360

90

36 41

2977 1.436 1.695 3.408
Sept……84

32

64 – 63

2.765 1.587 1.641 2.574
Oct. …. .442

54

81

2.793 2.074 1.907
Nov …..
.663 112

75

1.653 2.496 1.459
Dec. ….
.882

75

66

1.849 3.256 – 1.437

KAAS.

Gedurende de maand Juli was de kaashandel. in ‘t
algemeen gedeprimeerd, ook de vraag uit het binnen-
land was gering, en de prijzen voor consiimptiekaas
geven verdere laagterecords te zien. Beter heeft zich
de markt voor exportkaas kunnen handhaven. Vanuit
de ‘gecontingenteerde landen was goede vraag.
Na eenige verbetering in de eerste weken van
Augustus oefende de onzekere toestand ten aanzien
van het betalingsverkeer met Duitschiand een druk
op de markt uit, zoodat de prijzen opnieuw teruglie-
pen.. Gedurende da rest van het kwartaal bleef -deze
gereserveerdheid van den handel met Duitschland
aanhouden.

Versche eieren
Kalk-

Koelhuis-
eieren en
op andere
Waarvan naar
Jaar
Totale
uitvoer
eieren
wijze ge-
Duitsch
Groot-
land
Britannie
conserv.
eieren

1920 ….
433
– .
441

30
1923 ….
13.522
-.
11.383
107
1.374
1925 ….
43.864
31.492
11.826
1.359
3.129
1926 ….
53.598 38.632
14.571
2.258 2.940
1927 ….
63.904
45.593 16.580 3.880 2.714
1928 ….
66.762
46.782
17.716
6.032 2.829
1929 •…
71.827
52.329
16.977
.

6.872
2.886
1930….
.
16.073
50.888
21.260
6.595
2.285
1931……
77.958 52.687
22.117
6.586
1.655
1932 ….
75.020
62.667
10.223
3.964
1.076
1933 ….
53.503
41.842
7.566
2.663
810
Ie halfj. ’31
47.675
32.056
13.396 334
,

547
’32 48.374 40.904
6.065
700 334
’33
31.325
24.374

4.211
134 32
’34
37.160
29.279
4.045
235
254
3ekwart.’31
20.660
12.872 7.431 279
59
’32
19.389,

15.176
3.745
122 53
’33
14.770
10.533
3.148
259
8
’34
16.163
12.141
2.425
48

1.1109.


1939

1931

1932

1933

19,4

KOPER.

De prijsontwikkeling van dit metaal is zeer on-
gunstig. Dagelijks brokkelt de prijs, zoowel voor
Standard als voor Electrolytisch koper af, en de prijs
ligt nu reeds aan’zienlijk beneden het- laagste peil,
da’t ooit voor koper bereikt is. .
Tot één van de oorzaken van deze prijsafbrokkelin.g
behoort wel het uit-de-markt zijn van één der ‘groot-
ste koperconsumenten, t.w. Duitschland Zoolang met
Duitschland geen definitieve regeling, wat betreft
de levering van m’a’terialen, is getroffen, ‘zal men steeds op een lahg-prijsn.iveau blijven. Toch is de
statistische positie van dit metaal iets veDbeterd, het-
geen men tilt onderstaand staatje kan zien, waarin
de voorraden van’âf
1929
tot en met Mei
1934
zijn
opgenomen:
– 1..
.’.. .

960

ECONOMISCH’STATISTISCH KWARTAALBERICHT

24 October 1934

Voo rrade ii.
Stand einde:

In 1000 rnetr. tonnen.
1929
561
1930
668
1931
864
1932
927 1933 807
Mei
1934
725

welke dient voor verrekeningen en alleen geldig is
voor het loopende jaar.
Het mag wel worden aangenomen, dat het Inter-
national Tin Committee hiertoe is overgegaan onder
den indruk van de minder gunstige wending, welke
de toestanden in het algemeen in den laatsten tijd
hebben genomen.

Men ziet uit dit staatje, dat vanaf 1932 een con-
stante daling is ingetreden; ook de productie blijft
onder de consumptie en de toeneming van het ver-
bruik ten opzichte van de productie is in de eerste
helft van dit jaar •grooter dan in 1933.

•__

•_

LM

ni

11
1’»

Wèl had men verwacht, dat na het beëindigen van
de textielstaking in Amerika
;
een opleving van dit
metaal zou plaats vinden. Deze is echter uitgebleven
en, zooals reeds hierboven aangegeven, blijft. de prijs-
situatie van koper vèr beneden de verwachtingen. Op
het oogenblik hebben er in New-York besprekingen
plaats tusschen de grootste producenten; een verbete-
ring van de markt zal natuurlijk ook afhangen van
het resultaat van deze onderhandelingen.

LOOD.

De prijs van lood variëert’ nog steeds tusschen
£ 10:-.- en £11.-.- (papier £). Er is voor dit metaal op
de wereldmarkt zelfs een gereede vraag, terwijl de
producenten van lood aan den anderen kant de pro-
ductie goed in handen hebben.
D,e cijfers van de wereldvoorraden vanitf 1929
wijzen erop, dat •deze over de jaren 19321’33f’34 be-
trekkeii.j!k constant zijn gebleven, terwijl de cpisump-
tie en •de productie zich ook wel in evenwicht ‘hou-
den. Ook hier zal een opleving niet intreden, alvo-
rens een regeling getroffen is met Duitschiand, welk
land ook van Europa één der grootste consumenten

1929

1930

1931

1932

2933

2934

van lood is. De toestand zal voor Duitschland eerst
dén nijpend worden, wanneer door beperkende bepa-
lingen een absoluut gebrek aan dit metaal zal zijn
ontstaan. Het
belangrijke
voor Duitschiand is, of het
voldoende deviezen kan krijgen voor den import van
grondstoffen.

TIN.

• Kon in het vorige overzicht nog melding gemaakt
worden van een quotaverhooging van 13 pOt. voor de tinexporten der bij de restrictie aangesloten lan-
den, ni. Malakka, Bolivia, Ned.-Indië en Nigeria
(de z.g. signatory countries), thans valt evenwel te
vermelden, dat het International Tin Oommittee zich
genoodzaakt heeft gezien met ingang van 1 October
1934 deze verhooging weer teniet te doen.
Met . ingang van dien datum, en voorloopig tot
uit. December 1934, komen de quota der bovenge-
noemde landen dus weer op 40 pCt. van de stan-
•daard tonnages, vermeerderd met de extra 4 pCt.,

In Amerika beweegt de bedrijvigheid in de auto-
mobiel-industrie zich in dalende richting; de tinplate
fabrieken werken momenteel op 40 i 45 pOt. der
capacitëit, terwijl men voor de rest van het jaar nog
een verdere daling tegemoet ziet.
Daarenboven zullen de restrictiemaatregelen op
den invoer van grondstoffen in Duitschland niet na-
laten een ongunstigen invloed uit te oefenen op het verbruik van tin daar te lande.
De prijs van het metaal gaf in het ageloopen
kwartaal slechts geringe fluctuaties te zien en be-
woog zich hoofdzakelijk om de £ 230 per ton, met
als hoogste prijs £ 233361 op 25 Juli, terwijl ‘het laag-
ste punt, £ 22636 (papierponden) werd berdikt op
22 Augustus.
Ook in de voorraden kwam in de afgeloopen perio-
de weinig verandering. De totale zichtbare wereld-voorraad tin, welke eind Juni 20.066 fons bedroeg,
daalde tot 18.694 tons per eind September. Een overzicht van de exporten der vijf ,,signatory
countries” vèlgt hieronder.

1933

1934
le
kwartaal
2e
kwartaal Juli Augustus

tous

tous

tons

tons

tous

Ned.-Indië
14.181

4.240

4.853

1.667

1.629
Malakka

23.760

7.707

8.990

3.194 – 3.276

Bolivia . 14.725

4.548

4.918

1.703

1.891
Nigeria .

3.651

995

1.293

450

727

Siam
. . 10.324

2.656

1.880

1.170

1.091

66.641

20.146

21.934

8.184

8.614

IJZER.

Evenmin als in het tweede kwartaal is e in het
derde kwartaal een spoor van opleving op de hxport-
markt geweest. Terwijl er echter in het tweede kwar-
taal melding kon worden gemaakt van een vrij gunsti-
gen toestand op de verschillende binnenlandsche
markten, is dit voor het derde kwartaal niet mogelijk.
Er is overal een merkbare verslapping ingetreden.
Daar waar nog eenige vraag te bespeuren was, ont-
stond een geweldige concurreiltie. –
In tegenstelling tot de exportmarkt voor ruwijzer
is de exportmarkt voor stalen halffabrikaten en afge-
werkte producten in het laatst van het vorige kwar-
taal aanmerkelijk verbeterd. Belangrijke opdrachten
kwamen uit het verre Oosten en Rusland, Britsch-In-
did, Zuid-Afrika en Zuid-Amerika, Canada en Aus-
tralië. Dientengevolge is het Irka in staat geweest
voor verschillende bestemmingen de prijzen te ver-
hoogen.
Terwijl de kartelvorming in •de West-Europeesche
staalindustrie veld wint, en het Internationale Ruw-
staalkartel geleidelijk tot een hecht geheel wordt op-
gebouwd, lijkt het wel of iets dergelijks op het gebied
van ruwijzer, voorloopig althans, niet mogelijk is.
Zooals men weet kwam in Juni 1934 in Frankrijk
een prjsafspraak voor phosphorhoudend gieterj-ijzer
tot stand. De bedoeling was, dat op 1 November de
Fransche hematietproducenten eveneens tot overeen-
stemming zouden komen, waardoor de mogelijkheid
tot samenvoeging der producenten van gieterij-ijzer en
hematiet in één verkoopkantoor zou ontstaan. Er is
echter geen sprake van, dat de hematietproducenten

24 ‘October 1934

ECONOMISCH-STATÎSTISCH KWARTAÂLBERICHT

961

v6r 1 November tot een vergelijk komen. Rêeds
spreekt men van uitstel eener beslissing tot 1 Deem-
her. Nu is de vraag naar stalen walsproducten en
gietwerk op de Frinsche markt gedurende den zomer
geleidelijk ahteruitgegaau en voor de weinige orders,
die er nog te vergeven zijn, ‘bestaat groote concurren-
tie onder de hematietproducenten. Zij bieden aan
tegen verscheidene tientallen Francs onder de of fi-
ciëele noteering van de in los verband nog bestaande
hematietconventie. Het prijsniveau voor hematite de
• moulage in het Noorden is ongeveer Frs. 325 franco.
Daarentegen ‘heeft ‘men de noteering voor P. L. No. 3
(P-houdend gieterj-ijzer) kunnen ‘handhaven op
Frs. 210 basis Longwy. Dit is in eIk geval een, zij het
ook betrekkelijk, ‘gunstig resultaat van de prijsaf-
spraak, die er voor den verkoop van ‘deze soort ruw-
ijzer bestaat.

Ook in België heeft. men het prijspeil voor Lux 3
kunnen handhaven, ni. op Belgische Frs. 310 franco
grens. Zooals men weet, bestaat er voor levering op
de Belgische markt een verkoopkantoor van Fran-
she producenten. Er is ech’ter dn laatsten tijd een
toenemende concurrentie te •bespeuren, speciaal van
den kant van En’gelsche producenten, die aanmerke-
lijkeii steun krijgen in •den lagen Pondenkoers. Het is echter niet geheel duidelijk hoe de Engelsche
producenten met succes op de Belgische markt kun-
nen concurreeren, tenzij zij hun product tegen een
bijna onmogelijk lagen prijs aanbieden. Wij hebben
reeds gezegd, dat Lux 3 op •de Belgische markt ver-
kocht wordt tegen Frs. 310 franco grens, di. in En-
gelsche valuta omgerekend 601- papieren sh. De En-
gelschen zullen dus, willen zij in België succes heb-
ben, moeten aanbieden tegen ten hoogste 601- cif.
Antwerpen. Als algemeene noteering voor Cleveland
No. 3 op de exportmarkt wordt echter aangegeven
60/- fob. Middles’broug’h. Dit is al een zeer lage prijs,
vergeleken bij de binnenlandsche markt’; wa’ar Cleve-
land No. 3 wordt ‘verkocht tegen resp. 6716 franco
Mid’dleslrough, 67/3 franco Falkir’k en 70/3 franco
Glasgow. Uit de verschepin’gscijfers van de Tees blijkt,
dat de Engelschen speciaal in de afgeloopen maand
zeer weini’g succes hebben geboekt op de expor’tmarkt.
Het totaal der verschepingen van ruwijzer van Mid•d-
lesbrough is achteruitgeloopen van 14.600 ton in
Augustus tot 12.300 ton in September. De verzendin-
gen naar Engelshe havens stegen van 7900 ton tot
9400 ton, terwijl de export daalde van 6700 ton tot
2900 ton.

De zoo juist bekend geworden gemiddelde netto-
verkoopp,rjs van Cleveland No. 3 over het derde
kwartaal van 56/9 wijst er ten overvloede op, tegen
welke lage prijzen er op de exportmarkt word’t aan-
geboden. Weliswaar is ‘dit gemiddelde, vergeleken bij
dat van het tweede kwartaal met 116 gestegen, maar dit is, louter gevolg van het feit, dat geleidelijk meer
contracten in het binnenland tegen den in Februari
met 51- verhoogden prijs
werden gesloten. Het gemid-
‘delde van 5619 is ‘het ‘hoogste sedert 1930; de stijging
moet ‘geheel en al op rekening worden geschreven
van de beschermende maatregelen ten behoeve van de
Engelsche ijzer- en staalproducenten (33 pOt. ad

valorem).

1
1

L
,,..

De Olevelaud-produceuten hebben thans contracten
loopen gedeeltelijk tot het einde van 1934, gedeelte-
lijk tot einde Maart 1935. Op het oogenblik ‘beperkt
de vraag zièh tot kleine partijen voor loopende be-

hoeften, ‘de producenten maken zich ‘daarover echter
niet bezorgd, daar hun productie voor geruirnen tijd
geplaatst is. De voorraden ‘zijn zeer beperkt. De pro-
ductie ëèhter is zeer beperkt (4 ‘hoogovens) en er is
geen teeken ‘van expansie.’ Na een kleine inzinking,
welke het gevolg is geweest van de prjsverhooging
voor hernatjet -mixed nrs. voor de ‘binnenlan’dsche
markt met 1 en2 sh., is de vraag naar dit product
weer omhoog gegaan. De meeste groote verbruikers
van hema’tiet hebben zich, gedekt tot het einde van
1934. De statistische positie van enkele hematiet-
producenten is minder goed dan die der gieterij-ijzer-
producenten. Sommigen hebben nog vrij groote voor-
ra’den.

De Engelsche grondstoffenmarkt was gedurende
het ge’heele kwartaal zeèr vast. Op het oogenblik zijn
er hier en daar ‘eenige teekenen van zwakte, maar
Saansch erts dot voor prompte levering nog altijd 171- cif Tees, ‘terwijl voor levering in 1935 meer gevraagd en betaald ‘wordt. De prijs van Durham
h.o. kooks is nog altijd Vrij vast op 20/- franco hoog-
oven. Het spreekt vanzelf, ‘dat een vaste grondstof-
fenmarkt alleen van invloed is op den ruwijzerprijs
op de beschermde ‘binnenlan’dsche markt. Het Roheisenverban’d, het Duitsche verkoop’kantoor
voor luwijzer, verkocht in het derde kwartaal tegen
onveranderde prijzen en voorwaarden. Het maakte melding van een stijgenden verkoop in het binnen-land. De verkoop op de exportmarkt ‘-daarentegen
ging naar beneden. Tengevolge van de maatregelen,
die ten doel ‘hebben een economische opleving in
het binnenland teweeg te ‘brengen, is ook de voor-raad ruwijzer in Duitschland sinds 1933 sterk naar
beneden gega’an. Terwijl in 1933 nog
cijfers
van
900.000 ton en 1 millioen ton werden vermeld, ont-
moeten wij thans een voorraadcijfer van 400.000 ‘ton.
Het Roheisenverban’d is door een ‘der leden tegen
einde ‘1934 ‘opgezegd; besprekingen hebben echter
geleid tot een hernieuwing van de overeenkomst,
welke tot einde 1937 loopt.
Hieronder volgen de cijfers van de voortbrenginig
van ruwijzer in het tijdperk Tanuari—Augustus 1934
en 1933 in West-Europa en de Vereeni’gde Staten
van Amerika in duizenden metr. tonnen:

1933

1934
Jan./Aug.

Jan.!Aug.

Frankrijk
…………
4.221

4.113

Saargebied
…………
1.033

1.195

Duitsehland
……….
3.294

5.462

Engeland
…………
2.648

3.992

België
…………….
1.880

1.932

Luxemburg… …. ..

1.206

1.273

Totaal West-Europa

14.283

17.967
Vereenigde Staten . ..

8.196

12.271
Uit bovensta’an’de cijfers ‘blijkt, dat alleen de pro-
ductie van Frankrijk •bij 1933 is achtergebleven, ter-
wijl die •in de overige landen, in het eene land moer,
in •het andere land niin’der, vooruit is gegaan. Het
scherpst is wel de vooruitgang in Dui’tschland en
Engeland, alsmede in de Vereenigde Staten. België’
en Luxemburg, die tot Mei nog een achteruitgang
bij 1933 vergeleken vertoonden, hebben thans hun
achterstand ingehaald.

PETROLEUM.

In de verslagperi’ode kon de
Amer’ikaansche pelro-
leumindustrie
twee belangrijke jubilea vieren: 75 ja-ren waren verstreken, sinds Cel. Drake voor het eerst
d’oor een boring -olie had aangetroffen, en ‘één jaar
geleden trad de petroleumcode in werking, bestemd,
om in de petroleism’industrie ‘gezon’dere toestanden te scheppen dan zij gedurende het meerendeel ‘der laatste
drie kwart eeuw ‘had ‘gekend. Staatssecretaris van
Binnenlahdsche Za-ken Ickes hield een ‘belangwek-
kende redevo&ring, waarin hij uiteenzette, wat ‘de pe-
troleumcode voor de petroleu-min-dustrie had gedaan.
De iuwe olie, die onder ‘het régime der Code was -ge-
produceerd, -hmd een ‘marktwaarde van $ 750 millioen,
terwijl op baiis der prijzen, die voor de introductie’

962

ECONOMISCH.STATISTISCH KWARTAALBERICHT

24 October 1934

van den code van kracht varen, de opbrengst maar
een derde ervan zou hebben beloopen. (Echter vergat
Mr. Ickes met de verandering der goudwaarde van
den Dollar rdkening te houden). Ook de prijzen der
eindproducten ‘zijn gestegen, al geschiedde dit niet in
dezelfde mate als met die •der ruwe olie. Deze prijs-
stijging was toch voldoende om de petroleuinindustrie,
als geheel beschouwd, weer rendabel te maken. Echter
is ng steeds geen einde aan tde productie van ,,hot
cii” gekomen, en nog steeds worden de voorsdhriften
der regeerin.g op alle mogelijke manieren ontdoken en
de wettigheid harer besluiten alsmede de constitutio-
naliteit der wetten, waarop zij worden gebaseerd, voor
de rechtbanken betwist, om op ‘die manier eithans
uitstel •der toepassing der maatregelen te verkrijgen.
De groote petroleummaatschappijen zijn begonnen,
groote hoeveelheden benzine vah kleine raffinadeurs ôp te koopen, mits deze ‘zich verplichten, •geen ,,hot
oil” meer te koojeu. Welke uiteindelijke gevolgen
men van deren stap der groote maatschappijen – die
natuurlijk een tijdelijke hulp voor de marktsituatie kan
brengen, omdat de ,,distress gasoline” niet meer tot
elken prijs op de markt komt – ‘zal moeten verwach-
ten, kan men
•gemakkelijk
gissen: de productie van

ben’zine uit hot oil zal
niet
worden stop gezet, maar
vermeerderen; de producent ervan is immers van
groote en kapitaaikrachtige afnemers verzekerd. De
juistheid dezer stelling kan reeds worden aangetoond:
het aantal stop gezette
dergelijke
kleine raffinade-
rijen, dat na aankondiging dezer aankoopspolitiek
weer te produceeren begon, is belangrijk.
De steun aan de markt, die echter op deze manier
werd veikregen, was belangrijk genoeg, om bepaalde
hoeveelheden benzine, die voor den export waren be-
stemd, weer op de ‘binnenlandsche markt te doen aan-
bieden, aangezien aldaar meer loonende prijzen waren
te verkrijgen dan op de exportmarkt, al was ook deze,
tegen alle verwachting in, juist gedurende den laat-
sten
tijd
iets vaster. Daartoe droeg ook de vastere
houding der Roemeensche exportmarkten bij, ja men
kan zeggen, dat deze fhou’ding misschien ook de aan-
leiding tot de vastere tendens in Amerika was, ‘al
woog deze niet op tegen de vaste prijzen op de bin-
nenlandsche markt. De dalende exp’orten uit Rus-
land hebben eveneens niet nagelaten de prijzen op de
wereldm’arkten in zekeren omvang te steunen.

In den wereldhandel van petroleum valt echter nog
een andere, misschien, ja waarschijxljk duurzamere
tendens op: de vervanging van den eindpi-oductenuit-
voer
naar bepaalde landen,
door den uitvoer van ruwe
olie.
Als een van de voornaamste voorbeelden ervan kan
de invoer naar
Frankrijk
worden genoemd; in Italië
is dezelfde tendens vast te stellen, en in Duitschland
geeft men zich moeite, om eveneens den benzine-invoer
te beperken. In alle ‘landen wenscht men ni. liefst
ruwe ‘olie te importeeren, om de verwericing door
inheemshe werkkrachten in inheemsche raffinade-
rijen te doen geschieden. Geheel in overeenstemming
hiermede is, dat de Vereenigde Staten gedurende de
eerste ‘helft van het loopende jaar 18.842.000 barrels
ruwe olie en 37.121.000 barrels eindproducten hebben
geëxporteerd tegen 14.179.000 vaten ruwe olie en
43.523.000 vaten eindproducten twee jaar geleden.
De petroleumproductie van
Rusland
heeft ‘gedu-
rende de eerste acht maanden van 1934′ 15.931.300
ton ‘bedragen tegen 13.588.800 ton een jaar ‘geleden;
de raffinaderijen hebben 14.029.400 ton tegen
12.278.000 ton verwerkt; men dient
bij
deze verge-

ljking echter ermede rekening te ‘houden, ‘dat de
cijfers van 1933 zeer ongunstig waren, en dat ook
de vermeerdering der productie in’ .het loopende jaar
nagenoeg geheel op rekening van Bakoe kwam, terwijl
vooral Grosny zeer te’leurstelde. De
Roemeensche

productie en verwerking blijven hoog; een groot ver-
dra’g met ‘het Spa’ansche petroleum’monopolie verze-kert de Roemeensche petroleumindustrie van een ver-
meerderden afzet in dit gebied.
In
Duitschiand
hebben onderhandelingen ‘betref-
fende een nieuw kartel tot principiëele overeenstem-
ming géleid; ook de Russen zullen
•bij
deze regeling

betrokken worden.
‘Berichten omtrent een regeling van de benzine-
prjèn in
Nederland
door de regeering missen, zoo-

als door haar en door de betrokken groote maat-
schappijen werd medegedeeld, eliken ‘grond.

KATOEN.

Prij’zen van ruwe katoen hebben in het afgeloopen
kwartaal al heel weinig gefluctueerd. Begin Juli
bedroeg de prijs voor American Mi.ddling te Rotter-dam 23% cent per 31 kg, welke prijs in den loop van
Juli steeg tot 243′ cent. Op 8 Augustus werd de
eerste oogstschatting gepubliceerd, die den nieuwen
Amerikaanschen katoenoogst taxeerde op 9.195.000
balen, ‘dus belangrijk minder ‘dan in 1933, toen deze
taxatie 12.314.000 balen bedroeg.
Deze schatting heeft echter weinig invloed op prij-
zen gehad, daar men allerwege door restrictiemaat-
regelen van de Regeering op een kleineren oogst ge-
rekend had. De hoogste
prijs
van het kwartaal werd
bereikt op 10 Augustus, toen de prijs te Rotterdam
25i cents per 4: kg noteerde. Daarna zijn in verband
met de kleinere vraa’g uit de industrie en het groo-
tere aanbod uit de nieuwe aanvoeren, prijzen succes-
sieveljk weer wat gedaald, zoodat de noteering op
29 September 23% cent per 3 kg bedroeg.

1929

1930

1931

1932

1
1933

1934

Over ‘het algemeen ‘zijn prijzen van ‘Amerikaansche
katoen vrij hoog in verband met andere katoensoor-
ten als Oost-Indische, Egyptische, Bra’ziliaansche enz.,
zoodat de’ spinners over de geheele wereld zich ook
meer op het gebruik van andere soorten toeleggen en
het er wel naar uitziet, alsof de Amerikanen hun
positie ‘als producenten van ruwe katoen eenigszins
hebben overschat. Het vermoedelijk verbruik van
Amerikaansche katoen in het a.s. seizoen wordt op
ca. 13 millioen balen getaxeerd, zoodat zelfs ‘bij een
oogst van 9Yoi millioen halen, de voorraden tegen Juli
1935 waarschijnlijk flink verminderd zullen zijn.

WOL.

De stemming van de markt gedurende het derde
kwartaal van 1934 was bepaald slecht te noemen, om-
dat zoowel Duitsohland als Italië, in verband met de
in deze landen ingevoerde restrictiemaatregelen, als
koopers volkomen uitvielen, terwijl ook de andere
landen op ‘grond van den slechten ‘gang van zaken en
een verdere
prijsdaling
vermoedend, uiterst terug-
houdend waren.

24
MTOU3Ç,SI’EQ ,,B,

24 October 1934

ECONOMISCH-STATISTISCH. KWARTAALBERICHT

903

Ten aanzien van de prijs’bewegin’g in het boven-
aangegeven tijdvak valt te vermelden, dat de prij-
zeii ononderbroken langzaam afbrokkelden, en in
September op – in Guldens ‘gerekend – het laagste
ooit bereikte prijsniveau waren gekomen. Slechts in de allerlaatste ‘dagen van September viel een kleine
verbetering der prijzen waar te nemen.
De omvang van den omzet bleef gedurende het
derde kwartaal van 1934 ver beneden normaal,en is,
naar wij meenen, gedurende hetzelfde tijdvak van
vroegere jaren nog niet zoo gering geweest.

HOUT.

Ofschoon voor het •zoo juist afgeloopen kwartaal
wel eenige verbetering in den toestand van den hout-
handel werd verwacht, blijkt tenslotte, dat die ver-
wachting slechts ten deele in vervulling is gegaan.
Er is uit het binnenland veel minder vraa’g geweest dan in vorige zomers en de voorraden zijn over het
algemeen nog te groot.
De export is nog meer achteruitgegaan, tengevolge
waarvan de kistenfabrieken veel minder werk ‘hebben
gehad dan onder normale omstandigheden het geval
zou
zijn
geweest, terwijl ‘de prijzen ‘bovendien zeer
slecht waren.
In de bouwerij ging er weinig om, in ieder geval
niet ‘genoeg om een eenigazins behoorlijke vraag naar
voor die branche passende maten te veroorzaken,
zoodat de meeste handelaren voor dezen tijd van het
jaar nog voldoende voorzien zijn. In z.’g. najaarshout
is er deze keer dan ook heel wat minder omgegaan
dan ‘gewoonlijk.
De prijzen zijn iets lager gegaan, omdat ten eerste
de Pondenkoers naar beneden is en cle afladers er nog
steeds de vooxkeur aan geven in die valuta te ver-
koopen, terwijl de Russen, teneinde met de Finsche
en Zweedsche noteeringen ongeveer gelijk te blijven, hun prijzen ook ‘hebben verlaagd. Zweden en Finland
noteeren op het oogenblik voor de ‘betere producties
£ 10.-f- per std. voor
7″
f.o.b. terwijl ‘mindere kwali-
teiten h 101- lager .worden aangeboden.

Zooals wij reeds in ons voorgaand rapport ver-
meldden, hebben zoowel de Zweedsehe als de Finsche
afladers een ‘groot gedeelte van hun producties reeds
eerder kunnen plaatsen, zoodat zij zich de weelde
kunnen veroorlooven de markt even aan te zien en
niet geforceerd ‘behoeven te verkoopen. De Russen
daarentegen hadden nog Vrij ‘behoorlijke kwantiteiten
af te ‘geven voor levering per najaar en •daar er over
het algemeen niet veel animo was om te koopen, zijn
zij tenslotte er toe overgegaan hun
prijzen
te verlagen.
Zooals reeds opgemerkt was ook de lagere Ponden-
koers hiervan voor een groot gedeelte ‘de oorzaak,
hetgeen niet uit het oog moet worden verloren.
De vooruitzichten voor een spoedige verbetering
van de houtmarkt zijn niet bepaald ‘gunsti’g, hetgeen
trouwens voor de hand ligt. De algemeene toestand
wordt er immers ook n’iet beter op en het is niet te
verwachten, ‘dat als straks de onderhandelin’gen be-
ginnen voor contracten met levering 1935 er eenige
neiging zal ‘bestaan tot het betalen van hoogere prij-
zen dan op ‘het oogenblik worden genoteerd.

RUBBER.

De eerste maanden van ‘de
rubberrestrictie
die,
zoeals men weet, met 1 Juni 1934 van ‘kracht is ge-
worden, zullen ongetwijfeld
blijken
niet de moeilijkste
voor de werking van het plan te zijn’ geweest. Immers
beliep de toegestane verscheping althans in Juni

en Juli 100 pOt. der basisqu’ota, en was zij inAugus-tus “en September n’og 90 pOt., maar ook zullen be-.p’aalde problemen, die de nieuwe aanplantin’gen, het
gebruik van bijzondere selectiemetho’des enz. meebren-
gen, pas in een later stadium van groo’teren invloed
op de productie worden. Indien desond’anks de
rub-
berprijs,
na een verdere lichte stijging, gedurende de laatste weken weer een neiging tot lichte daling ver-
toont, zal de oorzaak ervan vooral bij het
verbruik
moeten worden ‘gezocht, want ‘ook het ‘beste restrictie-
plan kan weliswaar het aanbod aan het verbruik aan-
p’assen, maar niet ‘het verbruik ze’lf beïnvloeden.
De consumptie was gedurende de eerste helft van
het jaar vrij bevredi’gend, maar moet in verband met
de minder gunstig geworden economische toestan-
den in de Vereenigde Staten, alsmede in Duitschland
en misschien in eenige andere landen, voor de tweede
helft ‘zeer voorzichtig worden geraamd, al zal wel-
licht in Engeland, en in navolging van het Engel-
sche voorbeeld ook in andere landen, de handel en ‘de
industrie met het oog op de komende sterkere beper-king der verschepiugen nog
voorraden
inslaan. Deze beperking der
verschepingen
stijgt tot 30 pOt. in De-
cember, en, zooals men in Nederlandsche vakkringen
meent, zal zij ook gedurende de eerste maanden van
1935 met di’t percenta’ge worden vastgesteld.
Tegen ‘het einde van de verslagperiede heeft zich
echter •ook een positieve
moeilijkheid
met betrekking
tot het pl’an voorgedaan, nl de houding van
Siam
t.a.v. de restrictie. Siam had in het plan een basis-
quotum van 15.000 ton verkregen, welk cijfer men
voor ‘dit land zeer gunstig, ja ‘zelfs, rekening houden-
‘de met zijn verschepingen gedurende de laatste jaren
(1932: 3451 ton en 1933: 7649 ton) aan den hoogen
kant beschouwde. Eehter heeft Siam gedurende de
eerste zes maanden van 1934 ‘haast evenveel geëxpor-
teerd ‘als gedurende het geheele vorige jaar, en onder
deze omstandigheden begrijpt men de houding van de volksvertegenwoordiging van Bangkok, die weigerde,
het plan met zijn quota van 15.000 ton te ratifi-
ceeren. Het heette, dat Siam een contingent van
50.00,0 ton wenschte. Zooals meer gebruikelijk, zal
het bedrag, waaromtrent men overeenstemming tus-
sdhen de Rubber-Commissie en Si.am ‘ho’opt te berei-
ken, in het midden liggen, en 20.000, misschien 25.000
ton bel’oopen. Het is voor het welslagen van ‘het plan
minder belangrijk of Siam 5 of 10.000 ton meer wor-
den toegestaan, dan dat het land inderdaad zich bij
het plan aansluit, omdat, indien dit niet gebeurt, met
belangrijken smokkelhandel tusschen de Maleische
Staten en ‘Siam, en uitvoer via Siam van in de Ma-
leische Staten clandestien geproduceerde hoeveelhe-
den rubber moet worden ‘gerekend.

Een tweede moeilijkheid voor de rub’berrestrictie
was steeds ‘het vraagstuk der
inlandsche rubberpro-
ductie.
De regeering heeft voor Java de z.g. ,,indi-
vidueele restrictie” voor de hevolkings’tuinen toege-
iast, echter voor ‘de buitenbezittingen, in afwachting
eener ‘betere regeling, tot heffing van een uitvoer-
redht besloten. Na eenige wijzigingen beloopt dit vo’or
alle droge rubber
f
20 per 100 kg en voor alle rub-
ber, die niet onder de rubriek ,,droge rubber” valt,
tusschen
f 16
en
f
18.50 per 100 kg, naar gelang van
de u’itvoerhavens. Reeds nu valt echter ook een gun-
stig resultaat van deze, op zichzelf beschouwd, vrij
ruwe methode, te vermelden: de bevolking produceert
meer’ droge rubber dan vroeger, want ook
2ij
kan
rekenen en begreep, dat de ‘door de regeering vastge-

964

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

24
October
1934

stelde uitvoerrechten als het ware een premie voor
den uitvoer van droge riihber vormen, en daarmede
wordt lang7iamerhand in vele streken weer een toe-
stand gesdhapen, zooals die in het Ebegin van de in-
landsche ru’bberproductie bestond: er wordt een veel
beter product afgeleverd dan gedurende de laatste
jaren het geval was. De uitvoerrechten worden, zooals
beloofd, ‘in het belang der inlandsdhe bevolking ge-
bruikt, en dit wordt zeker ook door de bevo1kng be-
grepen en misschien getppreciëerd.
De •heeren Symington & Wilson schatten den
rub-
beruitvoer
uit de productielanden gedurende de eer-
ste ‘zes maanden van
1934 op 531.900
ton en de
con-
sumptie op 510.000
ton; in de eerste helft van
1933
waren de cijfers
366.500
en
385.500
ton geweest. De
verschepin’gen gedurende ‘de tweede helft worden,
rekening houdende ‘met de restrictiequota, op
458.900
ton geschat en de totale verschepingen voor
1934
met
990.800
ton aangenomen. Symington & Wilson schat-
ten, dat het verbruik gedurende de tweede helft van
1934 420.000
ton zal ‘beloopen; indien deze raming
zal blijken juist te zijn, zou het verbruik •dus
930.000
ton heloopen, of ruim
60.000
ton minder dan de pro-
‘ciuctie. Onder deze omstandigheden ‘zal een uitvoer-
beperking van
30
pOt. niet bovenmatig kunnen wor-
den geacht. Tot einde Au’gustus was, ondanks deze
ho’csge cijfers, de uitvoer der drie voornaamste pro-
ductiecentra toch nog ongeveer
40.000
ton lager dan
de toegestane hoeveelheid (M’alakka
29.000
ton, Cey-
lon
6400
ton en Nede.rlandsch-Indië
4600
ton). Het
schijnt, dat vele producenten het prefereerden een
gedeelte van de trouwens ruim berekende contingen-
ten te doen vervallen, dan den uitvoer te forceeren
en ‘daartoe ook werkvolk aan te nemen, dat binnen-
kort zou moeten worden ontslagen. Gezien de statis-tische positie van het product, vallen
belangrijke
wij-
zigingen in den rubberprjs in de allernaaste toe-
komst
nauwelijks
te verwachten.

KOFFIE.

In den loop van het derde kwartaal daalde de
noteering van loco Rohusta van
17 op 16%I
ct:
per
% Kgr. en die van loco Superior Santos van
19 op
18
ct.

De kos’t- en vrachtaanbiedingen van Brazilië bleven in de maand Juli voor ‘goed beschreven Superior San-
tos vrijwel onveranderd
7.-
gouddollar per cwt.,
stegen in Augustus tot
7.40
en liepen daarna weder-
om iets terug, totdat zij aan het ein’de van ‘het kwar-
taal op
7.30
‘gouddollar kwamen. De
prijs
van Rio
type New-York
7
met beschrijving, steeg van
6.30
gouddollar per cwt. tot
6.45
en daalde daarna, met
enkele schommelingen, tot
6.10
‘goud’dollar per cwt.,
alles prompte verscheping.

i’

1

1__
–,–

IIIIIIIî*,

:k.

‘kfr

I’fl

De cifprjs op prompte verscheping van Neder-
landsoh-In’dië liep voor Robusta W.I.B. f.a.q. terug
van
16%
tot
15
ct. en die van ongewasschen Palem-
bang Rohusta van 113 tot i0% ct.
De noteeringen aan de Rotterdamsche termijn-
markt daalden in de maand ,Tuli % ct., liepen tot
begin Augustus
7/
ct. op en zakten daarna wederom
geleidelijk 1%! ct. in.
De vernietiging in Brazilië werd onverminderd
voort’gezet. In het afgeloopen kwartaal bedroeg zij
2.778.000
balen, zoodat vanaf het begin in Januari
1931
tot op
30
September
1934
een hoeveelheid van
31.919.000
balen werd vernietigd.

Onze markt verkeerde’ voortdurend in een gedrukte
stemming. De vele onoverkomelijke’ moeilijkheden,
welke den export.handel in den weg zijn gelegd, ver-oorzaakten een algemeene lustelooshei’d, ‘hetgeen de
belangstelling voor het artikel van da’g tot dag deed
verminderen, terwijl de zaken ‘zich tot het alleruiter-
ste beperkten.

THEE.

Gedurende het afgelcopen kwartaal
zijn
de op-
brengstprjzen in ‘veiling te Amsterdam voortdurend
omlaag gegaan. De daling, die reeds eerder te Londen
inzette en aanvankelijk niet door Amsterdam werd
gevolgd, kon tenslotte op onze markt niet uitblijven.
Door de vacantie op de ‘theemarkt in Augustus, waar-
door gedurende eenige weken ‘geen veilingen werden
gehouden, hoewel er reeds een dalende tendens op
cle Amsterdamsche markt .heerschte, was de val in de
veiling van
6
September groot
(4Y-
,
i
cts. per 34 kg).
Ook de daaropvolgende veiling gaf nog een val te
zien, ni. van
3%
cts. (zie •ook nevenstaande grafiek).
Schreven wij in ons vorig overzicht, dat de prijzen
yan Sumatra thee iets sterker terugliepen dan van
,Tava thee, thans is het vrijwel gelijk opgegaan.

28/6 Java thee 41 34 Sumatra thee 39% Tot, gemiddeld 41
1217 ,, ‘

41341

38%

,,

,,

40
1
/.,
918 ,,

., 39%,

39

,,

,,

39%
6/9 ,,

,, 35%

,,

,, 3334

,,

35%
20/9 ,,

32

.,

30

,,

,,

31%

Oorspronkelijk werd de daling van de theeprjzen
op cle wereldmarkt als een voorbijgaande aangele’gen-
heicl beschouwd, voor een deel ‘als reactie op de sterke
prijsstijging in het eerste restrictiejaar, doch de oor-zaak van de ‘daling van de laatste weken ‘blijkt toch
•dieper te wortelen. Algemeen worden •de hoogere uit-
voeren van de restrictielanden, het verminderde ver-bruik en de hiermede gepaard •gaan’de onvoldoende
afneming van ‘de voorraden in Engeland als oorz’aken
aangewezen.

Ook de ‘hoogere uitvoeren der niet aan de restric-tie deelnemende landen kan als .een psychologische
factor genoemd worden, hoewel deze vooralsnog niet
werkelijk van invloed zijn.
Van belang voor de Amsterdamsche theemarkt is
bovendien de ‘dalende Pondenkoers (uit. Maart
f 7.62;
uit. September
f 7.26%).
In tegenstelling met het eerste halfjaar liep het
veilingaanbod te Amsterdam op, ‘hetgeen echter voor
een deel’ te verklaren is, doordat de restrict’ie het
vorig jaar gedurende
het
derde kwartaal reeds in ver-
king was getreden, met een hooger rstrictie-percen-
tage ‘dan thans het ‘gev’al is, terwijl – doordat de uit-
voer in de daaraan voori’fgâande maanden Vrij groot
was – het werkelijke restrictie-percentage nog hoo-
ger lag.
Bovendien is de uitvoer grooter dan
8734
pOt.,
daar ook’ de ,,carry-over” er nog aan moet worden
toegevoegd.
Veiling-aanbod in kisten te A’dam

– 1934

verschil met

1933
le kwart. (6 veilingen) 65.624

afneming 35
0
/0
100.456
2e

,,

(7

,,

)80.055

,,

23
0
/0
103.967
3e

,,

(4

) 74.591

toeneming 22
o/

61.057

Totaal (17 veilingen)220.270

afneming 17
Ojo
265.480

Yoor
Londen
waren deze cijfers:

1934
verschil met

1933
le kwart. (13 veilingen)

945.566
afneming 151
0/

1.118.016
2e

,,

(11

,

)

870.914
8

0
/0

945.460
3e

,,

(12

)

915.542
,

61
0/

977.843
Totaal

(36 veilingen) 2.732.022
afneming 10
0
/0
3.041.319

De voorraden Ned.-In.dische
thee ‘bij het Thee Eta-
blissement te Amsterdam bedroegen:

1934
verschil met

1933
ult. le kwartaal

. .. .

69.799
afneming 27 pCt.


95.927
2e

,

. . . .

83.691
.,

27

,,

115.309
3e

.,

….
88.193
8

,.

96.111

De afneming van ‘dd Londensche voorraden was

24 October 1934

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

965

aanzienlijk minder en vooral voor het laatste, kwar-
taal zeer onbevredigend, hetgeen uit de volgende
cijfers blijkt.

1934
verschil met
1933
Uit.

le kwartaal..

251.475
9
0
/0
275.640
2e

..

212.207
13

o
244.771 3e

..

232.544
1

0
10
235.329

De aanvoeren en afleveringen te

Amsterdam

be-
droegen (in kisten):

Aanvoeren
Afleveringen
1934

1933
1934
1933
le kwartaal

58.562

102.502 63.995
70.812
2e

87.571

109.709 73.679
90.327 3e

87.757

57.565 83.255
76.763

Totaal …… .233.890

269.776 220.929 237.902

Volgens de ‘gegevens van het Centraal Bureau voor
‘de Statistiek bedroeg de aanvoer in Nederland ge-
durende Januari/September 296.607 kisten (v.j.
349.597) en de invoer tot verbruik 171.410 kisten
tegen 152.609 gedurende het overeenkomstige tijd-
perk 1933.

gunstige tijdsomstandigheden, blijft de onzekerheid
voortduren. De Mijnwrerkersbond heeft zich inmid-
dels reeds met een verzoekschrift tot de Ministers
gewend om voor de mijnwerkers gunstige condities
te verkrijgen.

Een zeer belangrijk ingrijpen in den kolenhandel
was de continigenteering vanaf 15 Juli tot 31 De-
cember 1934, dus voor 5Y2i maand. Als basis is de in-
voer van 1933 aangewezen, waarop den importeurs
voorloopig 50 pCt. wordt toegewezen.
Gezien onze handelsovereenkomst met Duitsch-
land zullen de Duitsche kolen tot 31 December a.s.
niet gecontingenteerd kunnen worden. Engeland zal
vermoedelijk gelijke hoeveelheden als in 1933 mogen
invoeren, terwijl hetzelfde voor België geldt, alles
op grond van bestaande handelsverdragen. Invoerver-
gunningen werden echter nog niet voor het volle
kwantum verstrekt, maar men verwacht spoedig toe-
wijzingen.
Feitelijk is de contingenteering tegen Polen ge-
richt. Inderdaad dreigde Polen ons land met goed-
koope kolen te overstroomen, daar Polen elders zeer
veel afzetgebied verloor en in Nederland terrein
wilde veroveren.

•___________

_____

De Vereeniging voor de Thee-Cultuur in Neder-
landsch-Indië publiceerde de uitvoercijfers van de
restrictielanden gedurende de eerste 5 maanden van
het tweede restrictiejaar. Deze cijfers ‘geven een toe-
neming van 5 pOt. te zien, hetgeen voornamelijk een
gevolg is van de hoogere uitvoeren van Ceylon en
voor een klein deel van Nederlandsch-Indië. Britsch-
Indië voerde 2> inillioen kg. minder uit gedurende
dien tijd.
In 1000
kilo’s
1934
1933
Nederlandsch-Indië

…….
27.562 25.914
Britseh-Indië

………….
49.310 51.795
Ceylon

………………
49.669
42.778

126.541

120.487

De uitvoeren van •de voornaamste, niet aan de
restrictie deelnemende landen vertoonen over het
eerste halfjaar een zeer sterke toeneming ni. met
37 pCt.

In 1000 kilo’s

Januari/Juni
1934

toeneming

1933
Japan …………4.710

27pCt.

3.693
Formosa ……….4.445

85

,,

2.405
China …………22.138

32

16.772
31.293

37 pCt.

22.870

Deze hoogere uitvoeren van ongeveer 8, millioen
kg., hoewel zeer aanzienlijk, zijn voor het slagen van
het restrictieplan niet zoo belangrijk als men op het
eerste gezicht zou denken. Als psychologischen factor
moet men ze echter in ‘t •oog houden.

STEENKOLEN.

In het derde kwartaal van 1934 kwam het Lim-
burgsche mijnconflict tot een oplossing. Oorspronke-
lijk hadden de mijnwerkers alle voorstellen van de
hand gewezen, doch de regeering verklaarde, dat
loonsverlaging
‘mogelijk
was. Het l’ooncontract werd
in ouden vorm tot 1 Augustus gehandhaafd, daarna
werd een loonsverlaging van 3 pCt. ingevoerd. Aan-gezien echter de mijridirecties verklaard hebben, dat
zij het geheele vraagstuk binnen twee maanden weder
onder de oogen moeten zien, in verband met de on-

De contingenteeringsvoorschriften zijn op zichzelf
niet van ‘onbillijkhei’d vrij. In de eerste plaats wordt
het ‘basisjaar 1933 onrechtvaardig genoemd, omdat
in dat jaar de import door de bona fide importeurs
uiteraard beperkt werd. Kleinere firma’s maakten
van de gelegenheid ‘gebruik om hoeveelheden buiten-
landsche kolen op de markt ‘te brengen om ,daar-
mede tegen de anderen te concurreeren. Die kleine
firma’s beschikken thans over invoervergunningen,
terwijl de vroegere importeurs geen contingent van
eteekenis hebben.
De invoer gedurende de laatste 53′ maand van
het jaar is altijd belangrijk grooter dan de invoer gedurende de daaraan voorafgaande 63’l maand,
voornamelijk wat betreft huisbrandkoien. De contin-
genteering ‘hield daarmede geen rekening en ver-
deelde den invoer gelijkelijk over twaalf maanden,
zoodat ook om die reden den importeurs te weinig
toegewezen wordt voor hunne behoeften.
Contin’genteerin.g heeft reden van bestaan, van-
neer de invoeren ôvermatig groot worden en de prij-
zen •der buitenlandsche kolen bijzonder laag, zoodat
de binnenlandsche kolen’ ver onder kostprijs afgezt
zouden moeten worden. De statistische gegevens we-
zen echter niet in die richting, zoodat de contingen-teering in Nederland al ‘te zeer ten ‘behoeve der Ne-
derlandsche mijnen tot stand kwam.
De Nedrlandsche ‘iijnen kunnen echter nié’t” aan
alle behoeften van ‘den’ handel, wat kwaliteit-betreft,
voldoen. De invoer ‘van de niet. leverbare kwaliteiten
moet
:dus
plaats vinden. De Nederlandsche kolen-
iharkt is en blijft internationaal en kan niet i’aii te
strakke banden gelegd worden.

In de buitenlandche kolenp’roductiec.entra bljft de toestand zeer onbevredigend. België had in de
Borinage met moeilijkheden te kampen. Een loons-
verlaging van 5 pCt., ingaande 15 September; werd
ingevoerd.

In ,Engeland liep het trbeidscontract af ‘en de be-
richten ovér een staking doken’ weer op. Ernstig kon
niemand aui eeû staking gelooen, daar immers En-
geland’ in 1926 een zeer treurige ervaring ‘opgedaan heeft en veel afzetg’ebied ve’rloor. Zooals verwacht,

966

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

24
Öctober 1934

kwam er tegen het einde van September een voor-
loopige overeenkomst tot stand, welke met groote
stemmenmeerderheid werd aanvaard, waardoor de
vrede voor ten minste drie jaar weergekeerd en ver-

zekerd is.
De berichten uit Wales gedurende het afgeloopen
kwartaal waren weinig opgewekt. Het feit, dat de
Italiaansche Spoorwegen alle kolen van Duitschiand
betrokken, werd in Engeland sterk gevoeld. In Juli
stegen de export’hoeveelheden naar verschillende lan-
den een weinig en in den loop van het kwartaal wer-
den vele ladingen anthraciet naar Canada verscheept.
Ierland is nog steeds een gevoelig verlies voor de
Engelshe mijnen, terwijl Polen ‘zich daar meer en
meer ingewerkt heeft.
Tengevolge der Duitsche betalingsmoeilijkheden
verminderde ook de export van Engelsche kolen naar

Duitschland belangrijk.
De EngelschfFransche handelsovereenkomst be-

perkt Engelsche invoeren tot een minimum, waar-tegenover Engeland 20.000 ton Fransc’h mijnhout

moet afnemen.
De onderhandelingen van Polen met Engeland om te komen tot marktverdeeling liepen op een misluk-
king uit. De Polen beweren, dat de Engelschen te
hooge eischen stellen. Polen tracht nog steeds tegen
lage prijzen afzet te vinden op Fransche, Italiaan-
sche en Middellandsche Zee markten en klaarblijke-
lijk met succes. Kostprijsberekeningen schijnen in
Polen, waar de prijzen nog steeds afbrokkelen, geen
groote rol te spelen. Prima stukkolen worden tegen
10/- per ton fo.h. G.dynia geleverd.
Frarkrijk betrok groote hoeveelheden Poolsche en
Russische kolen, welke vroeger door Engeland ge-
leverd werden.
Om kort te gaan, alle kolenproductielanden maken
een uiterst moeilijken tijd door, waarbij Engeland
wel
het zwaarst van alle getroffen wordt.

SUIKER.

Hoewel de statistische positie van suiker er niet
slechter op is geworden, heeft de wereidprijs voor
het hrtikel geen verbetering kunnen ondergaan. De
reguleering van de suikervoorziening in de Ver. Sta-
ten heeft weliswaar de markt in dat land een flinken
steun gegeven, doch tegelijkertijd heeft de Amen-
kaansche markt haar invloed op de wereldmarkt voor
een groot deel verloren. Immers te Londen en Am-
sterdain waren de markten doorgaans lusteloos bij
gebrek aan koopers.
In Amerika was de stemming gunstig en konden
de termijnnoteeringen langzaam verbeteren. Winst-
nemingen veroorzaakten nu en dan een kleine inzin-
king, doch over het algemeen was de
lijn
stijgend. De loopende maand noteerde begin Juli 1.66 d.c. en
December 1.80 dc. terwijl eind September de notee-
ring voor October 1.87 •d.c. was, voor December
1.92 d.c. en voor Maart 1.91 d.c.
SUIKEPFPEP
ioo
K.r.

Intusschen raakt me]i in de Philippijnen in moei-
lijkheden in verband met het feit, dat het toegestane kwantum voor de Ver. Staten reeds flink overschre-
den werd. Dientengevolge zou van oogst 19341
1
35

slechts 550.000 tons naar Amerika verkocht mogen
worden en wordt een drastische inkrimping van den
oogst onder regeeringsdwang :heplei
.
t
.
.
In Europa hebben zih weinig nieuwe gezichts-
punten voorgedaan; de oogstramingen van Licht en
Mikusch geven geen reden tot bijzonder commentaar.
De suikerbieten hbben zich tengevolge van den dro-
gen zomer niet zoo gunstig kunnen ontwikkelen als
andere jaren. Verwacht wordt echter een gemiddelde
opbrengst, die niet veel minder dan een normale zal

blijken te zijn.
Vermelding verdient de eigenaardigheid, dat op
verschillende markten de bietenpulp voor veevoeder
een Sh. 21- hoogeren prijs bedingt dan ruwe biet-
suiker. Het is derhalve wel te verwachten, dat suiker-
bieten meer en meer voor veevoeder gebruikt zullen

worden.
De Engelsche markt was voortdurend bom ge-
stemd. Daar de handel in geraffineerde suiker niet
bepaald vlotte, hebben de groote raffinadeurs de
markt niet door aankoopen van ruwe suikers kunnen steunen. Het is in hoofdzaak deze afwachtende poli-
tiek geweest, die de markt het drukkende aanzien gaf.
De noteeningen op de termijnmarkt te Londen
daalden van ca. Sh. 4110Yi voor Augustus, Sh.
51-%

voor December en Sh. 513 voor Maart in •begin Juli tot Sh. 4/2 voor September, Sh. 41536 voor Decem-
ber en Sh. 418 voor Maart aan het slot van het kwar-taal; fluctuaties deden ‘zich zoo goed als niet voor.
Onze markt volgde de Londensche daling iii ver-
scherpte mate. De groote voorraden en geringe koop-
lust oefenden hier een drnkkenden invloed uit. Bui-
tendien hebben de producenten in ons land absoluut
geen belang erbij om de markt te steunen, aangezien
elke prijsdaling door den Regeeringssteun gecompen-
seerd wordt.
De Amsterdamsche termijnnoteeninigen luidden bij
het begin der verslagpeniode voor Augustus
f
4.—,

December
f
436 en Maart
f
4361, brokkelden gestadig

langzaam af en belandden aan ‘het slot op
f
3
3
/s voor

September,
f
336 voor December en
f
3
5
/s voor Maart.
Merkwaardig was het verschijnsel, dat einde Juli
de pariteit van witte kristalsuiker in Nederland ruim
5 cent lager was dan die van ruwe suiker in Londen.
Op Java verkocht de Nivas gedurende het afge-
boopen driemaandelijksche tijdvak ca. 390.000 tons
tot prijzen, welke nu en dan gewijzigd, resp. verlaagd
moesten worden om in Britsch-Indië tegen British
Granulated en in het Verre Oosten tegen Cuhasuiker
te kunnen concurreeren. Het totaal der verkoopen
sedert 1 Januari van dit jaar bedraagt. thans ca.

930.000 tons.
ZILVER.

;iJ[4

•__

LM•

COPRA.

De reeds in Juni aangekondigde nieuwe tarief-
regeling met Cuba kwam eind Augustus tot stand. Het invoerrecht voor Cubasuiker werd hierbij van
1.50 d.c. op 0.90 d.c. per 1h. verlaagd. Ongeveer ge-
lijktijdig werd in Cu.ba een commissie benoemd, ten
doel hebbende minimumprijzen vast te stellen voor
den verkoop van Cubasuiker naar de Ver. Staten.
Met het vaststellen der minimumprijzen beoogt men
houders van Oubasuiker, waarvoor nog het oude recht
betaald was, voor schade te vrijwaren.

24 October 1934

ECONOMISCH-STATISTISCH
1
KWARTAALBERICHT

967

DE ECONOMISCHE TOESTAND VAN NEDERLANDSCH-

INDIË, DUITSCHLAND, GROOT-BRITTANNIË EN DE
VER. STATEN.

(Samengesteld in overleg met het Centraal Burea’a
voor de iStatistiek te ‘s-Oravenhage.)

Nederlandsch-Indië;

De stabiliteit, zij het ook op laag niveau, welke in
het economisch leven van Nederlau.dsch-Indië sedert
het midden van 1933 te bespeuren viel, schijnt in den
laatsten tijd weer in een lichte daling te zijn over-
gegaan. De oorzaak dezer kleine daling moet voorna-
melijk gezocht worden in het feit, dat de prijzen van
eenige belangrijke uitvoerproducten, zooals suiker,
thee en in de laatste weken ook van rubber vrij aan-
zienlijk gedaald zijn. Verder is de tinproductie, welke
in April met 10 pOt. verhoogd werd, per 1 October
weer met 10 pOt. verlaagd. De ontwikkeling bleef
echter tamelijk heterogeen, zoodat er naast gebieden,
waarin een -zekere verbetering waarneembaar was,
andere takken waren, welke weer of nog altijd, een
dalende tendens vertoonden.
Oppervlakkig beschouwd, geeft de uitvoer een vrij
gunstige ontwikkeling te zien. Gedurende het eerste
halfjaar van 1934 bedroeg de uitvoerwaarde reeds

f
265.5 millioen tegenover
f
244.6 millioen in de-
zelfde periode van 1933; een stijging dus van iuim
8 pOt. De hoeveelheden stegen van 4117.4 millioen kg
op 4375.6 inillioen kg, hetgeen een vermeerdering van
C. pOt. beteekent.

Het ‘grootste aandeel in de stijging ‘had echter de
enorme rubber-export gedurende de maanden Januari
tfm. Mei. In anticipatie op de verwachte rubber-
resti-ictie, welke vooral door de indiening der ot-
werp-ordonnanties bij den Volksraad op 10 Mei jl.,
vasten vorm verkreeg, werden groote hoeveelheden
geëxporteerd. Na in werking treding der restrictie
daalde de uitvoer dan ook weer aanzienlijk.

Uitvoer van rubber in duizenden tons.

Jan. Febr. Mrt.
Apr.

Mei

Juni
1933

18.6

17.4

19.8

20.7

28.9

30.7
1934

35.9

37.1

48.6

46.2

66.6

33.7

Tntusschen be’droeg de waarde van den rubber-uit-
voer tot Juni
f
43.0 millioen tegenover
f
13.7 mil-
lioen in het eerste halfjaar van 1933. De stijging van
het uitvoer-totaal krijgt zoodoende een igeheel ander
aanzien. Want zonder de rubber-uitvoeren, welke zeker
ahnormaal genoemd kunnen worden, blijkt de waarde
vergeloke.n met het vorige jaar, nog gedaald te zijn.
Natuurlijk heeft de ‘gestegen rubber-uitvoer en voor-
al die van de bevolkingsrubber welke van
f
2.0 mii-
lioen in het eerste halfjaar 1933 op
f
19.2 millioen
in 1934 steeg, een gunstige uitwerking op de inko-
mens der ‘inlanders in bepaalde gebieden gehad. Ver-
der ‘zal de gestegen rubberprijs, afgezien van de kleine
daling, die sedert begin October optreedt, ook na de
restrictie de opbrengsten gunstig blijven beïnvloeden.
Zooals uit het bovenstaande blijkt, moet de rest
van den uitvoer gedaald zijn. Een gunstige uitzon-
derinig ‘hierop maakt de thee-export, welke van

f
12.5 millioen van Januari tfm. Juni 1933 op
f
20.6
millioen in dezelfde periode van 1934 steeg. Het uit-
voer-gewicht daalde van 43.6 millioen kg op 32.2 mii-
lioen kg. Hier heeft de restrictie gedurende de eerste
zes maanden van 1934 een gunstige uitwerking op cle
prijzen gehad. Het
indexcijfer
bedroeg voor die
periode nl. 52.4 tegenover 32.2 voor het eerste half-
jaar van 1933. Nadien is de theeprjs evenwel sterk
gcdaald. (Het
indexcijfer
‘bedroeg in September 39.6 tegenover 43.5 in September 1933).
In niet on’gunstige omstandigheden, hoewel de prij-
zen zich op zeer laag niveau bewegen, ‘bevindt zich
verder de uitvoer van koffie. De hoeveelheid steeg
van 27.3 millioen kg in het eerste ‘halfjaar van 1933
op 37.5 millioen kg, de waarde van
f
9.8 millioen op

f
10.2 inillioen in 1934.

De uitvoer van aardoliën is naar de hoeveelheid
gestegen, doch in waarde gedaald. (Van
f
52.9 mil-
lioen van Januari t/in. Juni 1933 op 51.3 in 1934).
De copra-uitvoer bevindt zich nog steeds in dalende
beweging. De in de Vereenigde Staten ingestelde
accijns verergerde den toestand nog meer. De, prijzen
hebben opnieuw een, laagterecord bereikt. Hoopvoller
kan hier de bepaling stemmen, welke in het verdrag met Duitschland t.a.v. copra gemaakt is, daar laatst-
genoemd land deze grondstof in toenemende mate
gebruikt. Onderstaand staatje illustreert ‘de export-
positie van copra.

Uitvoer vali copra gedurende het eerste halfjaar
vau
(in duizenden tons)
1932
1933
1934
Nederland

………………….
43.9 41.7
41.8
Duitschiand

………………..

24.6


21.0
32.0
Frankrijk

…………………..
30.4
33.2 8.0
Denemarken

…………………
29.8 35.0
49.7
Singapore

…………………..
26.5
29.6
27.5
Ver.

Staten

…………………
29.2
36.7 15.0
Overige landen

………………
40.3
31.9
22.2

Totaal gewicht ………………
224.6

229.2

196.2
Waarde in miii. gid. …………

19.7

19.2

8.8

Blijvend ongunstig is ook de toestand van den sui-
ker-uitvoer. De suikerprjzen bevinden zich bovendien
op een dieptepunt. De uitgevoerde ‘hoeveelheid daalt
nog steeds, zoodat de waarde van den export in nog
sterker mate vermindert. Bracht de uitvoer in het
eerste halfjaar van 1933 nog
f
30.3 millioen op, in
1934 was dit bedrag weer tot
f
20.4 millioen geslon-
ken. Sterke vermindering onderging vooral de uitvoer
naar Japan, China en Britsch-Indië.

De invoer vertoonde in de maanden April t/m.
Juni eveneens een abnormale toeneming. Deze werd
veroorzaakt door de verwachting van verdergaande
contingenteeringsmaatregelen, waardoor vooral van-
uit Japan nog groote hoeveelheden werden geïmpor-
teerd. Door de contingenteering in het begin van ‘dit
jaar was de invoer echter reeds sterk gedaald; zoodat
het totaal voor het afgeloopen halfjaar zich nog on-der dat van het vorige jaar ‘bevindt.

De invoeren van garens en manufacturen stegen in
de laatste maanden evenals die van ijzer- en ijzer-
legeeringen èn die van machinei-ieën. De ‘rijst-invoe-
reia zijn aanzienlijk lager ‘dan in het vorige jè.ar.

De onderhandelingen met Japan zijn nog niet af-
gesloten, ioodat van de verdere ontwikkeling van den
invoer nog weinig gezegd kan worden. Door de sterk gestegen ‘invoer is het uitvoeroverschot, dat in Maart
reeds
f
32.1 millioen bedroeg, weer tot
f
14.9 millioen
in Juni ingezakt.

De groothandelsprijzen der invoer-artikelen bewe-
gen zich nog steeds in dalende ridhting, die der uit-
voerproducten schijnen op laag niveau een zekere sta-
biliteit ‘bereikt te hebben. De daling der kleinhandels-
prijzen en der voedin’gskosten voör een Europeesch
gezin, heeft zich in de afgeloopen maand voortgezet.
De voedingskosten der inheemsdhe bevolking zijn on-
danks een heel kleine daling nog eveil hoog als in
midden 1933. Het ophouden der daling van deze kos-
ten moet o.a. gezocht worden in de door Nederland
gevolgde ‘handelspolitiek t.a.v. rijst en mais.

De opbrengsten der spoorwegen en der posterijen
zijn weer minder dan in dezelfde maanden van het
afgeloopen jaar. De scheepsvradhten naar Europa en
Amerika on’dergingen geen verandering.
Als een eenigszins gunstiger verschijnsel kan nog
gemernoreerd worden, dat de achterstand der afdee-
linigs- en desabanken volgens de laatst bekende ge-gevens nog steeds dalende is en in Mei reeds
f
14.4
millioen tegenover
f
16 millioen in Mei 1933 bedroeg.
Dat het deflatie-proces intusschen nog steeds voort-
gang vindt, blijkt voorts duidelijk uit de verder-
gaande vermindering der ibankbiljettencirculatie en
uit de daling der clearing-omzetten.

968

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

24 October 1934

Duitschiand.

De in ons vorig overzicht geschetste ontwikkeling
in Duitschiand, ni. sterk stijgende productie in na-
genoeg alle takken van voortbrenging, gepaard gaan-
de met een daarbij achterblijvende stijging in de om-
zetten in den kleinhandel en een vrij belangrijke da-
ling in den export, heeft in het laatste kwartaal
allereerst in rooverre een wijziging ondergaan, dat de

productie zich in sommige takken op het bereikte
peil bleef voortbewegen, in verschillende bedrijfstak-
ken daarentegen begon te dalen, terwijl ‘de export in
de laatste maand – hoewel grootendeels onder sei-

zoensinvioed – steeg.

De index der in.dustriëele productie was van 89.4
in Juni, in de volgende maanden, voor het eerst
sedert Januari 1933, weer gedaald, en bedroeg in
Augustus 86.6. De index voor de productie-middelen
vertoonde nog een kleine, doch constante stijging;
die voor de verbruiksgoederen daalde evenwel – een
gevolg der invoerpolitiek – van 101.8 in Juni, op
91.9 in Augustus. In totaal is de productie echter
sedert Juli van het vorige jaar nog met ruim 22 pOt.
en sedert Januari 1933 met bijna 38 pOt. gestegen,
zoodat het Regeeringsingrjpen op dit gebied zeker
niet zonder succes is gebleven.

Van de 1.2 milliard, welke voor de uitvoering der
drie groote werkverschaffingsprogramma’s (Rein-
hardt, Papen en Sofort-program) voorzien waren, was
eind 1933 581 millioen, 1 October 1934 ca. 950 mii-
lioen uitbetaald. Voor het opvangen der seizoenswerk-
loosheid in den winter res’teeren dus nog 250 mil-
lioen R.M. Het is voornamelijk de houwbedrijvigheid
in de ruimste zin van het woord, welke onder de
werkverschaffing valt. Vooral de zgn. Tiefbau wordt
op groote schaal bevorderd. De ijzer-, staal-, cement-en machine-industrie werken bede hierdoor op hooge
capaciteit. Dat de woningbouw, welke vroeger in
waarde ver boven de Tierhau stond, nog slechts wei-
nig van de crisisverliezen heeft ingehaald, blijkt wel
uit onderstaand, aan ,,Der Deutsche Okonomist” ont-
leend staatje.

Waarde de.r Productie in de bouwnijverheid
(in milliarden R.M.).

1927
1929
1931
1932
1933 19341)

Partic. woningbouw

.. 2.9
3.5
2.2
0.7 0.8

2.0
Industr.: bouw

…….2.5
2.7
1.8
0.6 0.6
Openbare werken
2)

. .
2.4
2.7 1.6 0.9
1.7

2.5

Totaal

…………..7.8
8.9 5.6 2.2
3.1

4.5
1)

Geschat.

2)

Bijna alles
,,Tiefbau”.

De particuliere bouwbedrjvigheid werd indirect
bevorderd door vrijstelling van de belastingen en door
een onder de werkverschaffingsplannen vallend vis-seicrediet van 100 millioen R.M. aan de bouwspaar-
kassen, waardoor deze laatste op ruimere wijze bouw-
credieten konden verleenen.

Hoezeer de geheele opleving nog onder invloed der
werkverschaffing staat, blijkt wel uit het feit, dat
nu de subsidies ter grootte van 600 millioen R.M.
voor verbouwingen en reparaties sinds eenige maanden
uitgeput zijn, de werkloosheid onder de geschoolde
bouwarbeiders tegen de normale seizoensbeweging in,
van 107.172 in Maart op 157.765 in Juli gestegen is.
De totale werkloosheid is echter nog steeds dalende
en bedroeg in Augustus 2.4 millioen tegen 4.1 mil-
lioen in Augustus 1933.

De Regeeringsmaatregelen bewogen zich vooral op
het •gebied der productie. Het verbruik bleef in den
eersten t’ijd verder dalen, en pas in de tweede helft
van 1933 kon hij sommige takken een kleine stijging
waargenomen worden. Eerst toen de gestegen produc-
tie haar uitwerking op de inkomens deed gevoelen,
werd langzamerhand ook het verbruik in de stijging
betrokken. Volgens een berekening van het Institut
für Konjunkturforschung is de groote stijging bij de
inkomens eerst in 1934 ingetreden.

Loop van het inkomen.
le kwartaal 1933 ……….100
2e

102
3e

104
4e

106
le

1934 ……….115
2e

,,

117

Deze toeneming is geheel te danken aan de ver-
minderde werkloosheid en de gestegen arbeidsduur.
Het aantal werkzame personen is volgens de statis-
tiek der ziektekassen sedert begin 1933 met ruim 30
pOt. gestegen. De arbeidstijd •der industriëele arbei-ders is gemiddeld 10 pOt. hooger. De uurloonen zijn
over het geheel echter gedaald. De gestegen inko-
mens, welke in den eersten tijd vooral het tegoed bij
de spaarbanken deden stijgen, beginnen nu op het verbruik in te werken. De waarde der omzetten in
den kleinhandel bedroeg in het eerste halfjaar. van 1934 12 pOt. meer dan in dezelfde periode van het
vorige jaar. Daarbij moet natuurlijk met de prijs-
stijging rekening worden gehouden. Toch zal men na eliminatie der prjsbeweging nog een behoorlijke ver-
meerdering der omzetten behouden. Belangrijke om-
zetstijgingen hadden plaats hij den verkoop van auto-
mobielen (50 pOt.), bureaumachines (56 pOt.), meu-
bels (40 pOt.), huisraad (25 pOt.) (de laatste twee
tengevolge der huwelij’ksleeningen). De textielzaken
hadden een omzetstijging van 25 pOt., mede een ge-volg van angst-inkoopen n.a.v. de benarde deviezen-
positie benevens de mogelijkheid van minderwaardige
,,Ersatz”. Een achteruitgang vertoonden nog steeds
•de warenhuizen (94 pOt. t.o.v. 1933 en 76 pOt. 4.0v.
•het eerste halfjaar 1932).
De ontwikkeling in de prijsbeweging had een in-
grijpen van de Regeering ook op dit gebied tenge-
volge. Sedert Januari 1933 waren de groothandels-
prijzen met ruim 10 pOt. .gestegen, waardoor mede
de kosten van levensonderhoud een verhooging onder-
gingen. Na een verordening van 16 Maart jl. tegen
ongemotiveerde
prijsstijging,
werd op 17 Augustus

een ,,Preisüberwachung” op alle goederen en dien-
sten ingesteld. Tot op zekere hoogte zal het Duitsdhe
prijsniveau echter afhankelijk blijven van de prijzen
der grondstoffen op de, wereldmarkt, welke t.o.v.
Duitschiand dikwijls naar den hoogen kant berekend
worden.
1)
Ook zal de nieuwe invoerpolitiek zeker een
verhoogenden invloed op de prijzen hebben. De agra-
rische prijzen zijn vooral sterk gestegen, waardoor de prijsschaar met de industriëele producten gedeeltelijk
weer gesloten werd; maar deze beweging had aan den
anderen kant weer tot gevolg, dat massa-artikelen
als peulvruchten en zuivelproducten gemiddeld met
14 pOt. in prijs stegen. Het kunstmatige verhoogen der agrarische prijzen, in het binnenland, terwijl de
wereldmarktprijzen nog laag zijn, heeft ook nadeeli-
gen invloed op de exportprijzen.

De toestand op de geidmarkt ‘heeft nog geen ver-betering ondergaan. Vergeleken met het buitenland
ligt de geldrente nog abnormaal hoog. De cailrente
ligt, nog zelfs boven het Rijksbankdisconto. Deze
voortdurend ongunstige toestand vindt gedeeltelijk
zijn oorzaak in de financieringswijze der werkver-schaffing. Van de tot einde 1933 uitgegeven werk-verschaffingswissels was door de Rijksbank ca. 30
pOt. opgenomen. Midden 1934 bevonden zich meer dan de helft dezer wissels in handen der Rijksban’k. De particuliere ‘banken konden geen nieuwe midde-
len voor de financiering der werkverschaffing op-
brengen. ‘Werkverschaffingswissels werden slechts
opgenomen, indien het totale wisselbedrag hierdoor
niet steeg.
De ‘gestegen productie-opbrengsten hebben ‘zich ul.
nog niet in een stijging der ‘bankcrediteuren geuit.
Deze vertoonen, evenals de debiteuren, veeleer een
dalende tendens. De opbrengsten uit de toegenomen productie worden waarschijnlijk voor schuiddelging

1)
Zie o.a. in ,,Der Deutsche Okonomist” van 7 Sept. 1934,
het artikel ,,Zum Stand der Preise”.

24. October 1934

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

969

of zelf-financiering gebruikt. De secundaire uitwer-
king der werkverschaffing verdorzaakte dus nog geen
rentedaling, iooals in den heginne werd verwacht.
De vrijgekomen ‘middelen worden voor verdere finan-
ciering der werkverschaffing onmiddellijk weer aan
cle geidmarkt onttrokken. De hooge geidrente weer-
hield de kapitaalbezitters van beleggingen op langen
termijn. De kapitaalrente steeg den laatsten tijd
eenigszins. De hooge kapitaalrente (in Juni 6,66 pOt.)
verhindert ook de daling van de geidrente. Want wo-
lang de kapi’taalrente op hei tegenwoordige hooge
niveau blijft, is een overbrenging der werkverschaf-
fin•gscredieten in een leening op langen termijn, en
zoodoende een verlichting van de geldmarkt, niet uit-
voerbaar.

‘In ongunstigen zin bleef ook de huitenlandsche
handel zich ontwikkelen. De Regeering stelde alles in
het werk, om ‘het invoeroversohot te verkleinen en weg
te werken. Het bedroeg voor de eerste negen maanden reeds 249 millioen R.M., terwijl voor dezelfde periode
van 1933 het uitvoeroverschot 477 millioen groot
was.
1
) Daar de goud- en deviezenvoorraad der Rijks-
bank reeds eenigen tijd zoo goed als uitgeput is en
de inkomsten uit andere posten der betalingsbalans
bij lange na geen compensatie bieden, moest er op
de een of andere wijze ingegrepen worden. Reeds in
het begin van dit jaar werden voor den invoer van
eenige ‘grondstoffen ,,tlberwachungsstellen” ingesteld.
Deze ‘moesten overmatigen invoer tegengaan en voor
de meest rationeele verdeeling der voorradige grond-
stoffen zorgdragen. Bovendien werd het stelsel der
,,Devisenrepartierung” toegepast, terwijl bij sommige
landen de ‘betaling van den invoer in Marken op het
Sonderkonto der betreffendé circulatieban’k bij de
Rijksbank geschiedde.

Tot het gewenschte resultaat leidde dit alles échter
niet, en zoodoende heeft de Rijksminister voor Eco-nomische Zaken, Dr. Schacht, in eën rede te Leipzig
een geheel nieuwe regeling voorgesteld, welke dan
ook op 24 September in werking getreden is. ,,Devi-
senbewirtschaf’tung” en invoercontrôle worden nu
vereenigd. Slechts de importeur, die een ,,Devisen-
bescheinigung” ontvangen heeft, kan zijn invoer be-
talen. Zonder ,,Devisen’bescheinigung” kan men wel
importeeren, maar waarschijnlijk in afzienbaren tijd
niet betalen. Het aantal ,,’tlberwachungsstellen” wordt
op 25 gebracht, zoodat nu
feitelijk
de geheele import
onder contrôle staat. Het verlof tot invoer zal eerst
na grondig onderzoek naar de noodzakelijkheid ervan,
gegeven worden. Verder zullen compensatie-transac-
ties, nadat zij eveneens onderzocht zijn, bevorderd
worden. Hoofddoel van deze regeling is, den invoer
in die mate te verminderen, dat zij geheel uit den
export betaald kan worden. Door de passieve han-
•delsbalans waren ni. voor eenige honderden millioe-
nen Mark goederenschulden ontstaan, welke slechts
zeer langzaam en dan no in gedeelten getransfereerd
konden worden, waardoor velerlei moeilijkheden met
•het buitenland ontstaan waren.

Bij de verdeeling der ,,Devisenbescheinigungen” zal
vooreerst gezorgd moeten worden, dat de exportbe-
drijven geen gebrek aan grondstoffen en halffabri-
keten zullen lijden. Daarnaast ‘zal de productie van
grondstoffen in Duitschland zelf, sterk bevorderd
worden, om den invoer tot het laagst mogelijke peil
te reduceeren. De ijzer-, staal-, kunstzijde- en che-
mische industrieën komen daarvoor in de eerste plaats
in aanmerking. Aan den anderen kant moet er weer

t)
In Augustus was het invoersaldo weliswaar tot 8
mii-
lioen R.M. gedaald, maar de vermindering van dan invoer
in die maand ‘berustte grooteudeels nog op de normale sei-
zoensbeweging. In September bedroeg het nadeelig saldo
der handelsbalans nog slechts
2
millioen EM., zoodat de
maatregelenw ei hun uitw’erkiug beginnen te vertoonen.
Echter moet men niet uit het oog verliezen, dat ook nu
een seizoensschornmeling in gunstigen zin meewerkt. Men
dient af te wachten, hoe de handelsbalans zich gedurende
den winter zal ontwikkelen.

zorg voor worden gedragen, dat door deze kunst-

matige stijging der grondstoffenproductie en van
allerlei ,,Ersatz”, het hinnenlandsche prijsniveau niet
stijgt en zoodoende weer •de exportprijzen. Om een
juiste uitvoerifig dezer maatregelen te verkrijgen,
worden nu de totale binnenlandsche voorraden van
voedingsmiddelen en ‘grondstoffen geïnventariseerd. Natuurlijk zijn door deze regelingen en door de stop-
zetting der schulden- en rentehetalingen moeilijkhe-
den met het buitenland ontstaan. Door middel van
ingewikkelde clearingverdragen hoopt men deze op
te lossen.

Met dit alles ziet de toekpmst er verre van roos-
kleurig uit. Door de uitvoering der werkverschaf-
fingsplannen is in het binnenland tijdelijk een gun-
stige conjunctuur ontstaan. Deze veroorzaakte even-
wel een grootere behoefte aan grondstoffen, voor wel-
ker voorziening Duitschland voor zeker 45 pOt. op
het buitenland is aangewezen. Gebrek aan grondstof-
fen kan voor de voortzetting der verkverschaffing
op dezelfde schaal en dus voor het behoud der gun-
stige binnenlandsche conjunctuur uiterst nadeelige
gevolgen hebben. Het gebrek aan grondstoffen begint zich nu reeds in een aantal productie-indices te weer-
spiegelen. De index voor de textiel-industrie, welke van 83.7 in Januari 1933, bijna constant tot 105.1 in
Mei 1934 was gestegen, liep in de daaropvolgende
maanden zelfs tot 87.9 terug. Door ‘de maatregelen
tot vermindering van den invoer kunnen oo’k hen-
•delspolitieke moeilijkheden met het buitenland ont-
staan, waardoor tevens de uitvoer geschaad wordt.

Groot-Brittannië.

De sedert het begin van 1933 ingetreden verbete-
ring van het economisch leven, welke zich o.a. in een
constante stijging van het door ,,The Economist” ge-
geven
index-cijfer
van •de ,,business activity”
1)
van
96.6 in April 1933 tot op 109.1 in Maart 1934 weer-
spiegelde, maakte in de maanden na April plaats
voor een stagneerende, zelfs eenigszins dalende ten-
dens. 1-let index-cijfer dat zoodoende tot 107.9 in Juli
terugliep, verbeterde in Augustus – deels echter
tengevolge der normale seisoensbeweging – weer tot
109.4. Het is evenwel, ook volgens uitingen van En-
gelsche zijde, niet te verwachten, dat de snelle op-
waartsche beweging van het vorige jaar, zi.ch nu
weer zal voortzetten. Tegen zulk een hernieuwde
stijgig pleit trouwens de ontwikkeling der laatste
maanden.

Tengevolge der •depreciatie van .het Pond en der
gevolgde ‘handeispolitiek, welke een protectionis-
tisch karakter droeg, was vooral wat de binnenland-
sche markt betreft, een opleving ontstaan.
2)
Dat deze
nu schijnbaar langzamerhand haar grenzen begint te
bereiken, blijkt o.a. uit de licht afuemende emissiebe-

Wij gebruiken ditmaal voor het cerst de door ,,The
Economist” sinds het ei’nde van het vorige jaar gepubli-
ceerde index der ,,business activity”. Deze is na nauw-
keurige bestudeering gebleken de beste, met de voorhanden zijnde gegevens te construeeren indicator voor de conjunc-
tuur in Engeland te zijn. Zij bevat een 18-tal groepen,
welke na veging en na uitschakeling der abnormale
cijfers, in de algemeene index zijn opgenonien. De 189roe-
pen zijn in een 6-tal hoofdgroepen te vereenigen, welke
als volgt gewogen zijn:
Bedrijvigheid
———————(4
groepen)
24
pOt.
Krachtverbruik ——————-
(2

) 13
Binnenl. handel en verkeer ——–
(3

) 1934
Eenige binnenl. industrieën ——-
(5

) 17341
Buitenl. handel ——————-
(2

) 11
Finauciëele indices
—————(2

) 15
Van de zoo verkregen totale index is voor uitschakeling
van schommelingen op korten termijn, nog een .bewegend
drie-maandsgemiddelde berekend.
Dat de depreciatie van het Pond van groot belang
voor de binuenlandsche bedrijvigheid is geweest, blijkt ook
nog hieruit, dat de invoer van fabrikaten voor de eerste
acht maanden van
1934
een achteruitgang van ruim
35
pCt. tegenover
1931
vertoont, terwijl de uitvoer van fa
brikaten zich op hetzelfde niveau als in
1931
beweegt.

970

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

24 October 1934

drijvigheid, wat Engeland zelf betreft ( 65.9 mii-
lioen voor de maanden Januari t/m. September 1934 tegen 10.9 millioen in dezelfde periode van 1933) en tevens uit cle stagneerende cijfers voor de bedrijvig-
heid in de productiemiddelen-industrie (98 in April
1933, 106 in April 1934 en 106 in Augustus), terwijl deze voor de consumptiemiddelen-industrie nog een
kleine stijging aangeven. Een verdere opleving zou
dus o.a. vooral gepaard moeten gaan met een verdere uitbreiding der buitenlandsche markten, hetgeen ech-
ter in verband met de door de meeste landen gevoig-
de handelspolitiek, niet gemakkelijk te bereiken valt.
Toch is het streveii der huidige Regeering in sterke mate op vergrooting van den buitenlandschen afzet
gericht. Een uiting hiervan was de samenwerking
met de Dominions en de landen van het sterlingbiok.
Het onderstaande overzicht toont aan, dat deze poli-
tiek niet vruchteloos is geweest, zoodat de buiten-
landsche handél ook reeds zijn aandeel aan de ople-
ving heeft gehad.
Export in nijl!. £
Bestemd voor:

le halfjaar
1933
le halfjaar
1934
Empire ……………….
77

85
Landen van Sterliugbiok

12

1.5
Rest van Europa ……….
51

53
Overige landen …………
34

– 35

Totaal ….

174

188

Het is vanuit dit gezichtspunt wel van belang, dat
juist ook in de laatste maanden de expot zich heeft
kunnen handhaven, en in September zelfs een niet
onbelangrijke
stijging
te zien gaf.
Een der toonaangevende factoren voor de opleving
in het binnenland is vooral de bouwbedrijvigheid ge-
weest. Het index-cijfer hiervoor steeg van gen1id-
dold 123 in 1931, op 173 in 1933 en bedroeg in Juni
1934 226. De inzinking, welke zich hierop in Juli
(107) voordeed, werd echter door het
cijfer
voor
Augustus (219), weer grootendeels gecompenseerd.
De ijzer- en staalindustrie heeft in de zomermaan-
den reeds eenige stagnatie vertoond, en de afzet
van deze producten daalde in September zelfs ta-
melijk strk
(index-cijfer
April 1933 53, April 1934
97, Augustus 1934 95, September 1934 85). Nu is bij
de daling in September een zekere seizoensinvloed
niet uitgesloten, hoewel deze zich in het vorige jaar
in die mate niet voordeed, tenminste door de con-
junctureele opleving werd gecompenseerd.
Eveneens een indruk van een zekere stagnatie in de stijging, maakt de ontwikkeling der steenkolen-
industrie. Het aantal werkloozen in dezen bedrijfstak
steeg eenigszins. Het index-cijfer der steenkolen-con-
sumptie bewoog zich sedert Maart, toen het 89 be-
droeg, nadien bijna voortdurend in dalende richting,
zoodat het in Juli nog maar .75 was. Toch was het
toen nog iets hooger dan het
cijfer
voor dezelfde
maand in het vorige jaar (nl. 71V2). In Augustus
trad de normale seizoensopleving weer op, zoodat het
verbruik in die maand tot 87V2 steeg.
Kon de ontwikkeling bij de steenkolen-productie
nu nog niet bepaald ongunstig genoemd worden, dit
is echter wel het geval bij de textiel-industrie. Na
de sterke opleving, welke zich aan het einde van het
vorige en het begin van dit jaar voordeed, kwam er
een duidelijke inzinking. Het index-c’fer van het
katoenverbruik bedroeg in Augustus 97 tegenover
108 in Augustus 1933. De voorraden schijnen nu wel
tot op zekere hoogte te zijn aangevuld, zoodat de be-
stellingen uit het binnenland minder worden. Daar-
naast traden moeilijkheden bij den buitenlandschen
afzet op (Duitschland), terwijl tevens de terugloo-
pende prijzen (vooral bij wol) van invloed op de out-
wi kkeling waren.
Een lichte achteruitgang was verder te bespeuren
bij de schoenen-industrie, machine-industrie (hier is
echter ook een seizoenmatige daling) en in den afzet
van automobielen. Daartegenover staat een blijvende
vooru:itgang bij den scheepsbouw.
Met de in het laatste halve jaar ingetreden stag-

natie, correleert in het algemeen ook de stijging
van de werkloosheid. Het aantal werkloozen was in
Augustus van dit jaar iets hooger dan in Mei.
(2135.000 tegenover 2.097.000), terwijl het Augus-
tnscijfer van het vorige jaar beneden het resp. Mei-
cijfer lag (2.459.000 en 2.626.000).
De gunstige ontwikkeling van den bu.itenlandschen
handel memoreerden wij reeds in het begin. De in-
voeren van grondstoffen hebben in gröote trekken de
binnenlandsche opleving meegemaakt. De waarde-
cijfers dezer invoeren
(hoeveelheids-cijfers
bestaan in

Engeland niet) zijn de laatste maanden tamelijk sta-
biel gebleven, waarbij men echter de daling van het
Pond niet uit het oog moet verliezen. De ingevoerde
fabrikaten handhaven zich, eveneens naar de waar-
de, op het niveau op hetwelk zij na de depreciatie zijn
teruggebradht. Om cle ingevoerde grondstoffen en voe-
dingsmiddelen te kunnen betalen, was allereerst ook
een uitgebreide export noodzakelijk. Naast de over-
eenkomst van Ottawa en de verdragen met de Scan-
dinavische landen sloot de Regeering daarom ook
met een aantal andere landen nieuwe handelsver-
dragen. De export ondervond bovendien nog den steun van de gestegen koopkracht in enkele niet-
goudianden en vooral ook van de gestegen koopkracht
van een aantal agrarische landen. Het door het Ber-
lijnsche ,,Instiiut für Konjunkturforschung” be-
rekende
index-cijfer
der koopkracht van de agrarische
producten op de wereldmarkt, steeg van 59.4 in 1932
op 64.9 in 1933 en bedroeg naar schatting 13 in het
derde kwartaal van 1.934. Met betrekking tot de ver-
houding met de agrarische landen doet zich evenwel
een moeilijkheid voor, welke uit de door Engeland
nu in het binnenland gevolgde landbouwpolitiek
voortgekomen is.
Door de structuurveranderingen in den loop van
de vorige eeuw was de volgende toestand ontstaan.
Engeland kreeg het grootste gedeelte zijner voedings-
middelen uit de overzeesche landen, hoofdzakelijk
zelfs uit zijn Dominions en koloniën. Daartegenover exporteerde het daarheen fabrikaten, leverde diens-
ten en investeerde er kapitaal. Nadat evenwel de
Landbouw in Engeland zelf, welke zich op bepaalde
kwaliteitsproducten gespecialiseerd had, na 1925 met
moeilijkheden te kampen kreeg, werden de stemmen
om den binnenlandschen Landbouw te beschermen,
steeds luider.
De in 1931 opgetreden nationale Regeering heeft
allereerst in den vorm van verhoogde invoerrechten
hulp verleend. De ,,Import Duties Act” van 1932
bleef echter zonder veel resultaat, daar de Domini-
ons buiten deze wet bleven, terwijl zij bovendien hun
valuta aan het Engelsche Pond koppelden. Bij de
verdragen van Ottawa behielden de Dominions vrij-
stelling van invoerrechten. Er werd toen evenwel al
een uitzonderingsbepaling gemaakt, nl. t.a.v. eieren,
pluinivee en zuivelproducten, van welke in 1935, met
behoud der preferentie voor de Dominions, een recht
geheven kon worden. Hetzelfde gold t.a.v. vleesch
al voor 1934. Tevens werden de landbouwproducten van niet-Empire-landen hoe langer hoe meer gecon-
tingenteerd of aan hooge rechten onderworpen. Nu
de Regeering binnenkort meer vrijheid van handelen
tegenover de Dominions verkrijgt, zal zij wel in een
moeilijke positie geraken, daar eenerzijds de Domi-
nions de grootste afnemers van fabrikaten zijn en
anderzijds, de binnenlandsehe Landbouw tijdens de
periode van bescherming een niet onaanzienlijke uit-breiding heeft ondergaan.
Toeneming in pCt. t.o.v. het voorgaande jaar.
t)

Landbouw:

Veeteelt:
Bebouwde oppervi
1933 1934
In aantal

1933 1934
tarwe ……..
28

8

rundvee ……
4.1

0.6
suikerbieten ..
42.7

8.9

varkens . …. —
3.6 8.1
groenten …..
5.2 4.1

schapen …….- —
8.7
veevoer …….
3.7

7.9
aardappelen … – —
6.1
t)
Ontleend aan artikelen van
24
en
31
Aug.
1934 in
,,Wirtschaftsdienst”.

24 October 1934

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT.

97

l)e groothandeisprijzen stegen in Juni en Augus-
tus een weinig (van 61.7 in Mei op 63.6 in Augus-
tus), doch dit heteekent tegenover de even sterk ge-
daalde Pondenkoers (in Mei 62.1 pOt. der goudwaar-
de en in Augustus 61.2 pOt.) niet veel, indien men
bedenkt dat het index-cijfer in Nederland in dezelfde periode van 77 op 78 is gestegen. Over het algemeen
bewegen de groothandeisprijzen in Engeland zich nu
weer op het niveau van het begin van het jaar, terwijl
de Pondenkoers toen hooger lag. De prijzen der voe-
cl ingsmiddelen vertoonen een sterkere stijging dan met
dc normale seizoensbeweging zou overeenkomen. Een-
zelfde beeld, hoewel meer getemperd, vertoonen ook
de kosten van levensonderhoud. De gestegen graan- en
vleeschprijzen evenals de meer seizoenmatige stijging
bij de zuivelproducten en de aardappelen zijn de
voornaamste oorzaken dezer opwaartsche beweging.
liet prijsindex-cijfer voor de grondstoffen voor de
industrie was zelfs eenigszins dalend.
De opleving in de scheepvaart bleef voortduren
en profiteerde een igen tijd o.a. van de gestegen
katoen- en graanprijzeu. Het index-cijfer voor tijd-
charter en de vrachten-index stegen vooral in Augus-
tus belangrijk (resp. van 58 op 69 en van 62
0])
68).
.l:[et in- en uitgaande scheepvaartvet-keer steeg even-
eens in Augustus, maar deze stijging wordt gedeelte-
lijk door de seizoensheweging veroorzaakt.
De algemeene indruk van de bankgegevens der
laatste maanden is, dat de Bank of Engiand opge-
houden heeft met uitbreiding harer credieten; tevens
valt een vermindering van het clearing-verkeer
waar te nemen. De depositos en hedrijfsvoorschotten
bij de Londensche banken vertoonen daling of stag-natie. Het totaal bedrag der ernissies is eveneens af-
nemende.

De kapitaalrente heeft ria eenige onderbreking
reer een licht dalende tendens. Het is zeer waar-
schijnlijk, dat de stijging der koersen van vaste rente-
dragende fondsen zich zal voortzetten, daar de geld-
rente door het geringe aanbod aan handeiswissels en
de nog steeds niet groote emissiebedrijvigheid weinig
neiging tot
stijgen
zal hebben, en de kapitaalrente
bovendien nog vrij aanzienlijk boven de geldrente
ligt.

De toestand op de geld- en kapitaalmarkt is ook
vau zekeren invloed op de verdere ontwikkeling der
bedrijvigheid. Indien ni. de niomenteele stagnatie ook
beïnvloed wordt door het feit, dat de grens der ren-
tabiliteit van nieuwe in
esteeringen bij de huidige
hoogte der kapitaalrente bereikt is, zoo zal een
verdere daling van de kapitaalrente een gnnstigen
invloed kunnen uitoefenen.

Vereenigde Staten.

Algemeen.

De in ons vorig Kwartaalbericht reeds vermelde
conjunctureele inzinking in de Vereenigde Staten
heeft in de periode, waarover het tegenwoordige over-
zicht loopt, grootere afmetingen aangenomen, het-

geen uit de conjunctuurgegevens blijkt. Wel zijn deze
niet verder bekend dan tot einde Juli, gedeeltelijk
einde Augustus, maar de berichten, die sindsdien
zijn gepubliceerd, wijzen erop, dat er tot eind Sep-
tember geen verbetering is ingetreden.
Ofschoon, in
vergelijking
met de periode Maart-
Mei, de indices van de industriëele bedrijvigheid in
al]e takken, behalve de petroleumindustrie, achter-
uitgingen, was deze achteruitgang toch niet veront-
rustend en beperkte hij zich meestal tot eenige pun-
ten, behalve bij de ijzer- en staalindustrie, waar na
Juni een daling van 85 op 47 in Juli en 38 (1923-
1925 = 100) in Augustus optrad, welke daling zich later, heeft geaccentueerd, zoodat de bedrijvigheid
tijdelijk tot nder de 20 pOt. van de totale capaci-
teit is gedaald. Nadien is een gering herstel inge-
treden, waardoor de capaciteit einde Sept. tot 23
pOt. stéeg. Vanaf het begin der herstelperiode,

onder het bewind van president Rooevelt, geeft de
activiteit in deze branche buitengewoon sterke schom-
melingen te zien, waaruit wel de conclusie getrok-
ken mag worden, dat er van een stabiele ontwikke-
ling nog geen sprake is.
Een van de hoofdoorzaken van de onzekerheid, die
zich in deze sterke fiuctuaties weerspiegelt, ligt in het regeeringsingrijpen op ieder gebied. Bij de ge-
weldige gecompliceerdheid van het economisch mecha-
nisme in een reusahtig land als de Ver. Staten moet
zulk een ingrijpen op bepaalde punten wel telken-
male nieuwe problemen en verrassingen elders te
voorschijn roepen, waarop het zakenleven dan met
inkrimping der bestellingen reageert. Bij de be-
spreking van het conflict in de textielindustrie zal
dit worden verduidelijkt.

Landbouw.
Hierbij schijnt de droogte eer een iunstigen dan
een ongunstigen invloed op den loop der conjunctuur te hebben. Door den sterk ingekrompen oogst van de
meeste producten, ook van die, waarvan grooe voor-
raden uit vroegere jaren bestonden, zijn de prijzen
van agrarische artikelen de laatste maanden flink
gestegen en staan thans weer op 95 pOt. van het peil
van 1913. Hiervan profiteeren natuurlijk alleen die
farmers, wier oogst •of productie niet of niet te zeer
van de droogte heeft geleden, en ook
zij,
die nog oude
voorraden op de boerderij hadden opgeslagep De
anderen zullen echter worden gesteund door de’ regee-
ring met behulp van groote credieten, die voor dat
doel beschikbaar zijn gesteld, terwijl velen bovendien
gelegenheid krijgen om in werkverschaffing te arbei-
den. Volgens de gegevens tot einde Augustus waren
reeds meer dan 750.000 boeren uit de door droogte
geteisterde gebieden op deze wijze aan werk geholpen.
Dit neemt niet weg, dat b.v. de New-York Oity
Bank zich in haar September-heriht vrij optimistisch
over de gevolgen van de droogte uitlaat. De invloed
der prijsstijging zal, volgens haar, belangrijk grooter zijn dan de nadeelige gevolgen voor die farmers, die
direct door de droogte zijn getroffen. De verdere
gevolgen, vooral die voor het budget en de monetaire
stabiliteit van het land, zijn evenwel ongunstiger, omdat bij voldoende hulp aan de slachtoffers van
de droogte een zeer zware last op de begrooting voor
toekomstige jaren wordt gelegd.
De politiek van inkrimping, door de A. A A. ge-
volgd, schijnt, wat de katoencultuur betreft, tot on-verwachte consequenties te leiden, daar andere ka-
toenverbouwende landen hun aanplant uitbreiden. Bedroeg de Amrikaansche katoenproductie in 1929
nog 60 pOt. van de vereldproductie, dit aandeel zal
in het oogstjaar 1934/35 tot 41 pOt. dalen.
Het Ministerie van Landbouw zal de komende
maanden een enquête onder de katoenverbouwers
houden omtrent de wenschelijkheid van verlenging
der beperkende bepalingen.

Katoenproductie in millioen balen.
19247125—

1934f 35

1928f29

1933/’34

geschat
Amerika ……………
15,2

12,7

9,1
Andere

…………….
10,3

12,6

13,2
Totaal

……………..
25,5

25,3

22,4
Percentage Amerika

59,5

50,1

40,9

Voorwaarde tot herstel van het economisch even-
wicht.
De President van •de General Motôrs Oorporâtion,
Alfred P. Sloan Jr., heeft in een vergadering van
aandeelhouders dier maatschappij betoogd, dat de
uitweg uit de tegenwoordige moeilijkheden ligt in de
productie van goedkoopere goederen, ondanks de
hoogere bonen en prjzen van grondstoffen, en wel
door verhooging van de arbeidsproductiviteit en de
efficiency der bedrijven. De industrie moet op volle
capaciteit produceeren, wil zij in staat zijn goedkoop
te produceeren. De industriëele producten moeten
dus tegen lage prijzen in groote hoeveelheden worden

972

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

24
October 1934

verkocht. De landbouw, en hetzelfde geldt voor
grondstofleverende en koloniale gebieden, moet rede-
lijke prijzen voor hin producten krijgen, echter weer
niet zulke opgedreven prijzen, dat deze de koop-
kracht der afnemers overtreffen. De winsten in de
industrie worden in normale tijden goeddeels belegd
in uitbreidingén en vernieuwingen, die eenerzijds
onmiddellijk. arbeid verschaffen, anderzijds voor de
toekomst nog goedkoopere productie mogelijk maken.
Het gaat dus niet om de absolute hoogte der prij-
zen van verschillende producten, in vergelijking b.v.
met de jaren vddr den oorlog, maar de moeilijkheid
ligt hierin, een redelijke verhouding tusschen prijzen
van de meest verschillende goederen en diensten op
een bepaald ocgenblik vast te stellen, waardoor al-
leen evenwicht van productie en consumptie mogelijk
is. Hierbij wordt onder consumptie ook de industri-
eele consumptie van grondstoffen, hulpmiddelen, enz.
verstaan.
In dit opzicht nu zijn de maatregelen onder de
New Deal in vele opzichten tekort geschoten. Het
departement van landbouw streeft naar productiebe-
perking, hetgeen den kostprijs in den landbouw moet
verhoogen. De NRA codes hebben de bonen ver-
hoogd, den arbeidstijd verkort, hetgeen de productie-
kosten deed stijgen. De vaststelling van zekere
prij-
zen
;
beneden welke de producten niet mogen worden
verkocht, vermindert in vele gevallen de prikkel om
het productieproces te vervolmaken.
Zonder belangrijk gestegen activiteit op investee-
ringsgebied kan
er,
van een terugkeer van welvaart in de Ver. Staten geen sprake zijn, meent de Natio-
nal City Bank. Van dat standpunt bezien kan men
de laatste maanden alleen een achteruitgang consta-teeren. De emissiehedrijvigheid, vooral die van par-
ticuliere ondernemingen, stond de laatste maanden
uiterst laag. Ook de bouwbedrijvigheid is, sinds het
vorige kwartaaloverzicht, achteruitgegaan, waardoor
de op seizoensinvloeden gecorrigeerde index tot 26-27 is teruggeloopen tegenover ruim 35 in het
vorige kwartaal.

Kleinhandelsomzetten en prijzen.

Tegenover dit ongunstige verschijnsel staan echter
weer andere, waarop men in Amerikaansche raken,
kringen grooten nadruk legt. De omzetten in den
kleinhandel zijn niet onbevredigend, en men verwacht
een flinke opleving in den herfst, vooral omdat de
voorraden allerwegen klein zijn. De onzekerheid om-
trent het toekomstige prijsverloop heeft gemaakt, dat
men thans niet tot aankoop van goederen op groote
schaal overging, gelijk in den zomer van 1933 wèl
het geval was, toen men verdere inflatie verwachtte.
De regeering tracht de ontwikkeling in deze rich-
ting van grootere industriëele consumptie te bevor-deren, o.a. door het verleenen van credieten aan de
spoorwegen voor onderhoud en vernieuwing van• ma-
terieel. Volgens een rapport van Eastman, den coör-
dinator voor het transportwezen, kosten locomotie-
ven eenmaal per 5 jaar ‘hun waarde aan vernieuwing
en reparatie. Het is dus mogelijk veel spoediger dan
thans geschiedt oude locomotieven door nieuwe,
betere, te vervangen, zonder dat daarmede groote bedragen gemoeid zijn, daar de herstellingen ver-
minderen.
De mogelijkheid van verdergaande Dollardeprecia-
tie is tijdelijk, na aanneming van de Zilverwet, in
zakenkringen onder de oogen gezien. Spoedig bleek
het echter, dat de toepassing van die wetgeving voor-
loopig niet tot waardedaling van den Dollar zou voe-ren, omdat de goud- en deviezenvoorraden meer dan
voldoende waren om de aankooen van zilver uit het
buitenland te financieren en deze buitenlandsche aan-
koopen bovendien niet op groote schaal)werden uit-
gevoerd.
De
prijsstijging
is zeer onregelmatig. Van April tot
Sept. steeg •de index der grondstoffenprijzen met 10
pOt., die der agrarische producten met 24.2 pOt., ter-

wijl de Fairchild-idex voor industrieproducten in
dezelfde periode met 2.6 pOt. daalde. De prijs-
divergentie tusschen industrie- en landbouwproduc-
ten is dus “sterk verminderd, maar de verhouding
tusschen kostprijs
en opbrbngst is voor de industrie
ongünstiger geworden
Uit de grafiek blijkt, dat de uithetaalde loonsom-
men zich’ in het algemeeil gunstig ontwikkelden in
vergelijking met de kosten van levensonderhoud, al
zijn de schominelingen vanaf Maart 1933 belangrijk
geweest. Men ziet, dat •het gemiddelde uur- en week-
loon stijgt, doch de uitbetaalde loonbedragen sterker, waarin zich het grooter aantal tewerkgestelden weer-
spiegelt. In de laatste maanden is daarin een veran-
dering gekomen. Bij constant uurloon is het week-
loon gedaald, en de uitbetaalde loonsommen nog ster-
ker. Er is derhalve korter
tijd
door minder personen
gewerkt.

KOSTEN
V. LEVENONOERkOUO

UUQ.
LQOt.
LOONoMEN
U
T8ETOE

19

1990

1931

1932

1933

1934

Geld- en kapitaalmarkt.

De rentestand bleef in de afgeloopen maanden op
•het zeer lage niveau van het vorige kwartaal; het
aanbod op de •geldmarkt was zoo ruim, •dat de regee-
ring geen moeilijkheden ondervond bij het opnemen
van bedragen voor de financiering van het herstel-
programma. Van eenig binnenlandsch wantrouwen
in het ruilmiddel is geen sprake,
blijkens
het feit, dat
de regeer.ing bij de emissie van sihatkistpromessen
met 4 jaar ldoptijd een rente van
lYa
pCt. weet te
verkrijgen, en bij zesmaandspromessen een jaarrente
van 0,29 pOt. De depreciatie van den Dollar heeft
.00k op de geldquantiteit nagenoeg geen invloed gehad.

Milliard $

Bank debits Deposito’s Omloopssnelheid

1932
gem.

26,9

16,8

1,60

1933
gem.

25,4

15,0

1,70
Juli

1933
……
31,3

15,0

2,09
October

, …….
26,3

15,1

1,74
Januari
1934..
….

27,2

15,5

1,75
April

31,2

16,7

1,87
Mei

28,8

16,9

1,70
Juni

3&,1

17,0

1,77
Juli

27,8

17,2

1,62
Bij langzaam, maar regelmatig stijgende deposito’s
is het bedrag der ban’komzetten sneller gestegen,
zoodat de omboopssnelheid vanaf April 1933 grooter
is dan het gemiddelde van 1932. Het blijkt echter,
dat vanaf April 1934 weer een achteruitgang is
ingetreden, waardoor, met een gering .herstel in
Juni, de omloopssnelheid in ,Tiïli 1934 bijna tot het
gemiddelde van 1932 was gedaald. De regelmatige
stijging der deposito’s is evenwel niet onderbroken.
De
bedrijvigheid
op de kapitaalmarkt was onbevre-
digend, vooral ten behoeve van particuliere maat-
schappijen. De langzame koersstijging van obligaties
bleef aanhouden, gelijk uit onderstaande grafiek der
Moodey

cijfers blijkt. Deze vertoonen een zeer dui-delijke golfbeweging, waarbij de trend opwaarts is
gericht, terwijl de laatste daling, tot eind Septem-
ber, minder krachtig was dan de voorafgaande in No-
vember 1933. Volgens. ‘de dagelijksche Moodey-gege-
vens heeft daarna w.eér éen gering herstel plaats

120

100

80

60

40

20

24 October 1934

ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT

973

934

gevonden. 1-let dieptepunt werd in de tweede helft van
September bereikt.

De geleidelijke stijging van de staatsschuld tot

$
27.2
milliard is in overeenstemming met de plan-
nen, zooals deze bij de begrooting 1933f’34 bekend
v’erden gemaakt. De staatsschuld zal, ‘bij volledige
uitvoering dier plannen, in Mei 1935 tot ca. $32 mil-
hard stijgen.

De uitzettingen der banken bleven tot einde Juli,
de laatst ‘bekende cijfers, stijgende. Het totaal ‘der be-
dragen, aan leeningen en beleggingen, door de mem-berbanks verstrekt, bedroeg in mihliard Dollars:

Investee ringen
Fondsen met
Totaal Overheicisgarantie Andere

1933 30
Juni …….
24,8

6.9

5,0
25
Oct.

……..

25,0

6,8

5,1

30
J)ec. ……..

25,2

7,3

5,1

1934 5
Mrt . ……..

26,5

8,7

5,2 11

30
Jnni …….
27,1

9,1

5,5

Hierdoor begint het bedrag van 1932 benaderd te
worden. Van een credietinflatie is evenwel nog ‘geen
sprake, daar het totaal in 1930 ca. 35 milliard goud-
dollars bedroeg, en thans dus nog steeds belangrijk
lager ligt. Men vindt hier een veel geleidelijker en
constanter vooruitgang dan bij de industriëele mdi-
ces het geval is.
National Recovery Administra,tion. Sinds president Roosevelt aan het bewind kwam, is
eenerzijds het bedrag der uitbetaalde bonen meer
‘gestegen dan de verh’ooging der kosten van levens-
onderhoud bedraagt, terwijl dit anderzijds ook met de
inkomsten van de landbouwende bevolking het geval
is geweest, hetgeen uit onderstaande grafiek blijkt.

l’ILUPRD
DOLLARS

INKOMSTEN DER FARMERS

Daardoor zou ‘de vraag naar verschillende verbruiks-
artikelen dienen te stijgen. Niettemin ontmoet iedere
verlevendiging op een of meer punten zooveel tegen-
actie en onzekerheid, dat een vleug van opleving
telkens weer •door een verslapping wordt gevolgd.
Velen geven de schuld daarvan aan het te ver
gaande regeeringsingrjpen door de National Re-
covery Administration. Een voorbeeld van de moei-
lijkheden, aan dit ingrijpen verbonden, ‘geeft de ge-

schiedenis ‘der textieleode, die in September tot het
groote arbeidsconflict in de tex tielindustrie heeft
geleid.
De textielcode behoorde tot de eerste, door de NRA
samengesteld en viel nog geheel in de periode van
de koopkrachtt’l’Ieorie. Door vermindering van den
arbeidstijd van b3 tot 40 uur per week, afschaffing
van kinderarbeid en verhoogi.ng der minimum-bonen
nam het aantal arbeiders in deze branche met onge-
veer 70 pOt. toe, terwijl ‘de uitbetaal’de loonsommen met 78 pOt. stegen. Natuurlijk moest een belangrijke
prijsstijging der producten hiervan het gevolg ‘zijn,
waarmede in de code rekening werd gehouden bij de
bepaling van minimum-prijzen. Niettegenstaande die
prijsstijging scheen het resultaat in het begin be’re-digend te zijn. De productie bereikte in ‘den zomer
van 1933 in deze ‘branche een record’hoogte. In den herfst volgde hierop een terugslag, die in November
even ‘onderbroken werd, muar in December weer toe-
nam, zoodat de fabrikanten toen van de code-autori-
teiten vergunning kregen om ‘cle werkuren aan de
‘machines met 25 pOt. te verminderen en dus op 30 terug te brengen. Nadien is de bedrijvighei’d onbe-
vredigend gebleven, zoodat de totale productie na
invoering der code slechts 3 pOt. ‘boven die van ‘de voorafgaande periode steeg. Voor ‘de maanden Juni
en Juli werd dezelfde reductie van machine-uren
aangevraagd. De arbeiders verlangden toen evenwel
een zoodanige loonsverhooging, dat in 30 uur even-
veel werd verdiend als voorheen in 40. Dit was, naast
de eisch tot erkenning der vakvereeniging, het voor-
naamste strijdpunt, waarover het conflict liep.
Men heeft thans het bemiddelend voorstel van Pre-
sident Roosevelt aanvaard, volgens hetwelk een ‘Labor
Board voor de textiehindustrie werd ingesteld, die
zou bepalen welke ‘bonen de industrie kan ‘betalen
in verband met werktijd en prijs der producten, die
verlangd konden worden zonder ‘de consumptie na-
deehig te beïnvloeden. Van het -oorspronkelijke opti-
misme omtrent de gunstige uitwerking van hoogere
bonen en ,,dus” verhoogde koopkracht en bedrijvig-heid is, naar men ziet, niet veel overgebleven. Meer
en meer ‘breekt zich het inzicht baan, dat er steeds
een zekere evenredighei’d moet ‘bestaan tusschen de
hoogte der bonen en andere productiekosten en tus-
schen de opbrengst der productie.

In verband hiermede is het van groot belang, wat
de opvolger van generaal Johnson als leider der
NRA, Donald R. Richberg, ‘denkt te doen tot oplos-
sing van deze problemen, die feitelijk ‘bij alle vastge-
stelde codes naar voren komen. Hij heeft reeds mede-
gedeeld, dat de ‘bepalingen omtrent minimum-prijzen
der pro’ducten, gelijk ‘d’ie in verschillende codes zijn vastgesteld, zullen worden herz’ien of afgeschaft. Dit
heteekent een soherpere concurrentie tusschen de
verschillende bedrijven in dezelfde tak werkzaam,
vooral ‘omdat meer aandacht zal worden besteed aan
‘de han’dhaving der anti-trustwetten en dus prjsvast-
stelling voor het geheele land, gelijk die van de staal-
code, die zooveel critiek -heeft uitgelokt, niet meer
zâl voorkomen. Voorshands zou dit echter de situatie
voor de industrie nog ongunstiger maken, zoolang zij
er niet in ‘geslaagd is door verbeterde productie-
methoden goedkooper te produceeren, indien tenmin-
ste de minimum-bonen en maxirnum-arbeidsijden-van

de codes worden gehandhaafd.
Richberg heeft evenwel reeds medegedeeld, dat hij
de verplichting tot het voeren van den Blauwen
Adelaar voor levering aan openbare lichamen zal af-
schaffen. Zonder ‘dwangmi’ddelen moet -de industrie ertoe gebracht worden zich aan de codebepalingen te
onderwerpen. Of hierin het begin moet worden ge-
zien van een minder straffe handhaving dier codes
kan nog niet worden uitgemaakt.

974

CONJUNCTUURGEGEVENS
BETREFFENDE NF.DERÏ.Âî.Jfl.

24 October 1934

=
Productie en Handel.

Productie.
Invoer
1)
Uitvoer
1)

Aanbe-

stedingen’)

bD

in


t ons
1000
B.

.

.

•i

ii
mi

g
in
miii.
in
miii. K.G.
in
miii.
in
i000
in
miii.
in
1000
in
miii.
>(
10.000

OflS
t n
.
in
ons
in
1000
in,
1000
in
1000
in
1000
in

R.T.

gid.
gid.
tons
gid.
tons
gid.
stuks
gid.
tns
tons
tons
gid.

1925
593
101
9.55
0.36 205
121
2.56
4.12 0.62
151
164
52 631
24
3954
31
237
1.280
7.7
6.6
36.5
54
1926
737
148
11.33
0.39

203
125
3.04 4.69:
0.67
146 193 52 899
28
325′
100
444
1.744
7.9 7.0
35.9
58
1927
791
172 11.07
0.48
7,5
212
139
3.28 5.32
1
0.59
158
210
58
751
29
318′
173 579
2.158
7.7
8.1
38.8
54,
1928
910
173
13.35
0.57
5,6
224
157
4.02
6.38 0.59
166 225
67′
849
27
573
336 633
2.431
7.4
7.7
43.8
58
1929
965
172
14.84 0.68
5,9
229
161
4.27
6.87 0.62
166 228 72 895
27
503
875
717 2.271
6.0 8.0
45.9
63
1930 1.018
187
15.42
0.29
7,8
202
146
3.36
6.52 0.67
143
222
62 929 23
412
908
743
1.992
5.7
7.8
45.0
59
1931
1.075
108
12.66 0.16
14,7 158 128
1.95
4.67 0.54
109
230
45
941
17
243 706
791
1.588
4.5
7.2
39.4
49
1932
1.063
49
7.44 0.10
25,3
108
101
1.57
3.15 0.37
71
204
28
764
12
163
530
686 1.380
1.3
6.4
35.0
38
1933 1.048
32
9.08 0.12
26,8
101
112
1.42
3.42 0.47
61
189
25
704
13
194
564
683 1.356 0.9 5.3
31.3 40
J.’33
1.088
5.84 0.12
35,3
95
121
2.29
2.43 0.15
58
180
25
646
12
227
694
588 1.189
1.0
4.9
24.8
3
Feb.
957
32
10.04 0.03
31,7
86
120
0.78
2.43 0.23
55 190 23 540
11.
180
478
629 1.245
1.0
5.2
27.1
31
Mrt.
1.137
10.56
0.18 27,2
99
108 1.21
3.27 0.31
65 241
28
795
13
197
316
803
1.572
1.2
5.8
28.9 34
Apr.
994
9.19 0.19 24,2
90
106
1.14
3.13 0.31
54
185
23
723
11
181
276
662 1.345
0.8
4.4
26.3
36
Mei
1.089
3213.34
0.18 25,_
97
111
1.26
3.36 0.71
61
192 25
751
13
179 361 699 1.387
0.9
5.1
35.6
36
Juni
1.028
.
11.58
0.15
23,7
97
109
1.47
3.36 0.66
63 170
24
763
14
164 504
66
1.305
0.9
5.5
39.0
34
Juli
1.045 8.55
0.11
23,8 104
117
1.48
3.49 0.62
56
173
22 778
12′
181
497
616 1.246
‘1.0
5.7
39.5
48
Aug.
1.071 41 8.07
0.02 24,4
106 113
1.22
3.50 0.65
6
217
24
804
13
189
534
752
1.541
1.0
6.4
41.3
44
Sept.
1.040
5.26
0.13
24,4
111
‘110
1.44
3.33 0.52
74
208 28 771
13
204.
590
689
1.334
0.9
5.8
36.6
37
Oct.
1.058)
10.10 0.18 24,6
109 105
1.45
3.68 0.41
63 199 26 753
13
196
844
674 1.326
0.9 5.5
26.2
46
Nov.
1.047!
,

41 5.38
0.06
25,7
109
109
1.42
4.27 0.29
63
191
26 688
14
206
899
799
1.554
1.0
5.3
30.4
46
Dec.
1.020)
11.09
0.06
31,9
108
112
1.82
4.73 0.81
52
116
23
531
11
224
780
631 1.231
1.1
4.2
20.4
55
J.’34
1.070)
7.15
0.08
31,9
100 119
2.05
4.961 0.92
56
202
22
645
13
184
630
655 1.297 0.9
4.4
32.7
44

24 October 1934

CONJUNCTUURGEGEVENS BETREFFENDE NEDERLANDSCH.INDIÈ.
)

975

-,
Productie van
1)


.

Buitenlandsche Handel
1)
Invoer Uitvoer

6
.
E-
•-
.
0
.
:,

1-
15
i•
:

E•

..
0
.
E-
E-

E-•
0
E E
1/)
EIZ
0

in

in

in
In 1000 K.G.
miii.

In miljoen.
K.G.

miii.
In millioen. K.O.
miii.

gid. gid.

.

.
gid.

1925
-•
– –
–70.0-
—-150.1-


190.04.2
5.8

29.3

80.1
1926

•-
– – –
74.5 123.4
_


_
132.1
234.4

166.8
5.1
6.2

31.4

5.6
1927
– •
_

– –
75.2
117.4


_
_
137.0
630.3
10.5
8.1
193.9
5.5
7.2

25.4

61.8 1928

83.6
234.8
.-


131.7
801.4
12.9 10.7
255.0
5.8
9.7
2.8
36.7
231:3
48.1
1929


. –


88.1
279.7
_


60.3
120.3
842.7
13.6
12.4
248.0
6.9
7.0
2.7
37.8
299.4
32.2
130
12.794 5.341
3.136
849
3.581
69.5
236.0

7.0
12.4
52.3
100.3
830.3
13.4
9.9
185.0
6.0
5.2
2.9
31.3
356.1i
30
.8
1931
13.901
6.059 3.817
776
4.387
45.7
183.2

3.1 10.2
50.7
67.6
675.5
15.0
9.8
129.5 6.6
5.8
2.3
30.0 286.8
21.9
1932
12.728 5.979 4.884
688 6.091
32.9
143.4
13.0
1.9
10.2
35.3
48.2 714.0
13.3
6.8
125.2
6.5
9.6
1.4
39.9
328.2
15.3
1933-
14.232
5.389
4.207
532
7.318
26.7
138.6
13.7
2.1 10.9
29.6 40.9
707.0
15.0
13.3
96.0
6.0
6.0
1.2
40.5
366.7
.
14.2

J.’32
11.930
5.351
16.205
742
6.229
28.5
111.0.
12.3
1.4
9.0
24.4
42.5 734.8
13.7
5.1
107.2
6.4
14.6
1.0
43.1
389.8
14.0
Aug.
10.951
5.270
11.252
797
7.585
31.8
135.7.
13.8
1.5 9.7
31.2
42.9 705.5
11.6 6.7
105.8 6.0 17.8
0.5
37.5
33.6
11.1
Sept.
11.411
4,962 5.606
717
7.653
26.7
123.6
11.7
1.8
9.7
32.0
46.2 799.1
11.9
7.6
129.8
5.1
19.0
1.3
45.9 342.2
19.5
:

Oct.
12.236
6.144
1.850 574
7.919
27.6
Ï33:9
12:7
1.8
9.5
35.3
42.6
665.2
12.1 9.4
143.7
6.1
9.9
1.3
44.1
263.9
15.ô
Nov:
13.055
6.912
958 404
7.545
29.2
144.4
171

1.6
11.1
41.6
43.0
717.1
11.9 9.3
147.5
7.0
6.7
1.2
38.8
345.5
13.8
Dec.
13.176
6.515
924
371
6.094
30.3
158.4
16.1
1.7
11.8
39.6
43.3
699.5
13.5
8.9
142.8
7.8
6.4
1.4
44.2
329.6
13.0

J.’33
12.619 5.999
477
486
5.598 28.9
162.5
21.5
1.8
13.0
35.9
37.8 595.1
12.1
6.5
47.5
6.1
3.4
1.4
41.3
350:2
8.9
Feb.
13.249
6.593
465 572
5.922
26.4
148.9
13.6
1.7
10.7
40.3
37.8 620.5
11.8
5.6
85.3
7.0
3.0
1.3
85.3 328.7
11.4
.

Mrt.
13.573
6.000
595 638
6.248
26.9
167.9
11.7
1.8
10.8
537
49.2
754.1
13.7
6.1
129.0
12.7
3.9
1.3
38.2
384.0
22.3
Apr.
13.066 5.769
1.208 616
5.944
25.8
174.3 12.0
1.7 9.1
60.8
38.7
670.0
13.2 7.5
86.6
5.8 4.3
1.3
35.1
393.6
12.9
Mei
14.172
6.476 2.972
561
5.795
24.9
125.6
12.7
1.7
10.5
23.8
40.9
729.0
16.2 12.7
107.7
7.0
5.3
1.3
40.2
400.3
16.0
Juni
14.288
4.875
5.895
497
6.632
23.2
114.3
11.3 2.1 8.8

19.7
40.2
748.7
15.4
15.3
97.5
5.0
.
7.4
1.5
39.2
413.7
17.0
Juli
15.029
4.555
13.245 526
7.546 24.4
115.5
11.5
1.9
10.5
21.6
39.7
679.7
17.2
17.9
99.0
3.9 9.0
1.4
51.5
319.8
1.5.3
‘Aug.
13.565
4:657
14.331
579
9.326
25.4
118.0
12.7
1.9
9.9 20.7
37.0
650.0
14.8
16.5
84.4
4.2 8.3 0.9
37.0
328.3
11.6
Sept.
13.940
4.786
6.87e
641
9.762
25.6
121.4
12.0
2.6
10.7
20.6
41.4
733.2
15.1
16.8
99.8
4.5
7.5 1.0
36.8
348.2
15.8
Oct.
15.338
5.195
2.499
521
8.694 26.2
134.7
13.6
2.4
10.3
18.6
43.2
784.0
16.2 16.9
120.6
5.1
7.7
0.9
40.2 383.5
17.0
Nov.
15.795
4.948
1.111
416
8.162
29.3 134.9
15.9
3.1
13.2
20.1
40.1
708.1
16.7 17.8
97.4
5.1
6.0
1.1
52.3
344.3
10.8
Dec.
16.153
4.gió
811
335 8.181
32.9
145.9
16.2
3.0
13.7 19.1
45.0 811.6
18.1 19.5
97.1
5.6
6.4
1.3
39.2
405.5
12.1

J.’33
14.382
4.680
575
446 7.397
23.8 109.0
14.8
2.4
9.1 10.8
39.7 716.7 14.5
21.4
54.9 5.5
5.7 1.0
32.0
445.3
15.9
Feb.
15.317
4.798
736 566
6.009
17.9
100.2
12.0
1.9
7.3 12.5
42.3
685.7
16.5
20.6
70.0
4.5
5.8
1.5
32.4
377.0 24.4
Mrt.
16.406 4.961
1.183
616 6.493
20.4
125.2
13.9
2.3 9.3
16.0
52.5 787.4
19.4
29.2 94.6
5.7
.
6.5
1.4
33.4
405.4
32.1
Apr.
16.226
5.295 2.268
685
6.255
23.7
135.6
13.8 2.3 10.6
17.5
43.9 726.0
17.2
29.0
68.6
4.4
5.0
1.3
30.2
43.2
20.2
Mei
17.273
5.541
5.422
669
5.738 27.2
145.0
14.6
3.2
12.4
16.0
45.2 758.9
27.2 39.4
66.9
6.5
5.8
36.7
418.9
18.0
Juni
15.229
5.017.
13.397
629
5.953
27.0
130.5
14.2
.2.9 12.6
14.8
41.9700.

9
10.4
23.3
91.1
5.6
8.7
30.9
381.4
14.9
Juli
.
..
.
.
.95.6

-.

Effectenbeurs

‘Geidmarkt’)
Kapitaal-
Prijzen
1)

Verkeer’)
markt
Indexcijfers van
.
Indexcijfers van
Ontv. van
W


‘2
n.
Aandeelen

gpIs
Grooth.-
Kleinh.-
Scheeps-
-n

.-
prijzen
.
prijzen
vrachten
n

,
s
.
CL
n
0)
co
C
.
M
.

2400

1nioen
gdens
nenguld
e
n
si
1
lioe-

1925
.
397



34.7
11.5 172
146
169

152

166
104.0 108.0


1926
334
81
333



22.4
12.1
165 137 170 148

163
103.8 109.6


1927 317
106
349
1.2


20.9
9.4 160 130
166
147

161
103.0
106.7
6.1 1.6
1928
100
314
100
318
0.4


11.1
30.5
155.
125 160 148

161
102.9 103.6
6.4
1.4
1929
234
398 487 443
99
305
111
306
1.0
1.8

4.1
61.9
155
123.
162 145

161
97.7
100.3 6.5
1.4
1930
111
293
361 357 100
270
59
231
5.6 2.9

0.9 115.2
146 88
156
143

163
90.1
100.5
5.5
.
2.6
1931 52 182
242
251
96
243
48
.198
9.6.
6.6

1.6
102.1
115 66 134 133

146
85.9
97.9
4.4
2.4
1932
27
1

107
138
176 92
221
49
155 6.1
13.0
86

104.4
95
52
107
116

123
80.4
86.1
3.4
-2.1
1933
43 113

—-




136
211
94 199
43
134
5.3
15.8
62
•_

82
.
43
93
105

105
66.9 87.3
2.6
1.9

J34
53:

137 155
241
92
201
45

153
5.4
15.9
59
– –
78 48 93 105

105
68.1
87.3
3.1
1.9
Aug.
55 128
.145
234
95
19.6.
45
133
5.3
15.8
57


78
45 92 104

103
68.1
87.3
3.0
1.8
Sept;
50
i09
132
213
95
194
44
133
5.1
15.7
56


77
41 90
103

102
68.1
87.3
2.7
1.8
Oct.
48
97
.







—–

120











—-




220
94

190
42
129
5.0 15.5
55
..:…

76
40
90 103

101
67.0
87.3
2.5
1.9
Nov.
48
87 108
215
91
188
40
129
4.9
15.3 54


76
39
89
101

100
64.6
87.3
2.3
1.8
Dec:
49
97 123
215
93
188 39 116
4.9 15.0
53

75
40
90
99

100

63.5
87.3
2.3
2.2

J.’3’4
52
-100
130
230

97
191
38 145
4.9
15.2
52

-.
75
43
90
99

99
63.5 82.8
2:2
1.9
Feb.
53

107
136
240
98
191

35
110
5.0
15.2
53

– –
76
43

89
99

97
64.6
82.7
1.9 1.7
Mrt
55
104 136
243
98-
192
35 116
5.0
14.9
53
– –
76 43
89
99

96
64.7
82.3
2.1
iT
Apr.
56
98
138
247

99
190
35
110
5.1
14.8
52
– –
75
42
87


98

95
64.7
82.2 2.2
1.6
Mei
68
99
145 253
99 188 34
130
5.0
14.4
51


74
42
86
97

94
64.7
82.1 2.3
1.8
Juni
66
96
154
251
100
187 35

130

74
42
85

96

93
64.7
82.2
2.5
1.7
Juli

68
92
158
255
. .
85
95

91
2.7
Aug.
73
94

168
256

Sept:
72 94
168
236
– –
*)
De
jaarcijfers
zijn berekend
uit de
gemiddelde
maandcijfers.
1)
Centraal-
Kantoor
voor
de
Statistiek.
2)
Tot 1930,
suiker
van
alle soorten,
vanaf
1930, alle
fabr.
suiker,
excl.
residu..
1)
Tot
1930,
alleen
buitengewesten,
vanaf
1930, Java,
Madoera
en buitengewesten.
4)

Bank
voor
Handel
en Schepyaart.
b)

Jaargem.
.resp.
1925j’26, 1926127,
enz.
6)
Hierin
is
niet begrepen
de achterstand
van de
desabanken
in de
Buitengewesten.
7)
Vanaf.
Juni-1934
is
de latex
omgerekend
op
drooggewicht.
8)
Vanaf
Januari
1934
bruto
uitvoergewichten.

976

CONJUNCTUURGEGEVENS BETREFFENDE DUITSCHLAND.
*)

24 October 1934

Productie
1),
Handel en Verkeer

.

.

Productie-index van Biiitenlandache handel
-.
Scheepvaart-
verk. v. d. be-

langr.havens2
.

r

Invoer
Uitvoer
Datum
:

;

.

•E
.E
_Totaa
1
Grond-
stoffen
Fabri-
katen
Totaa

Grond-
stoffen
Fabri-
katen
°
o
e
0

4′
Gemiddelde van 1928
=
100
in millioenen R.M.
1
R
0

:
1926
. .
80,81
78,7
81,5
96,5
82,7
76,7
60,7
82,8
833
412
114
868
228
596

353.190
3.183
1927
. .
101,1
100,4 101,4
102,0
111,3 112,6 79,7 108,5 1.186 599 212 900
217
644

286
3.389 3.374
417,6
1928
. .
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
1.167
602 204 1.023 229 740

144
3.678 3.653
428,3
1929
. .
100,4 104,0
94,8
108,3 113,8
112,5 100,9 92,4 1.121
600
189
1.124 244 819
+

3
3.637 3.598
445,5
1930
. .
90
,
1
1
88,7
92,3
94,7
82,5
80,5
83,1
90,0
866 459
150
1.003
204
753
+
137
3.671
3.644
380,3
1931

. .
73,6,
65,4
85,7 78,7
51,6
57,5 59,5
87,7
561
290
102
800
151
615
239
3.366
3.331
319,8
1932
. .
61,2
50,2
77,7
69,0
33,4
40,0
38,2
80,0
389
201
61
478
86
374
892.943
2.909
240,
1933
. .
68,9
58,5
84,6
73,2
44,7
53,1
41,9 90,6
350
202
56
406
75
315

56
3.015 2.999 242,9

Juli ’32
60.0
49,4
76,0
63,7
29,5 34,8 37,4
72,3
366
179
56
431
79
339

65
3.067
3.014
253,1
Aug.
58,5
47,5
74,9
62,9
27,0
32,7
38,6
74,7
331
174
50
428
79
334
+

97
3.076
3.058
253,0
Sept.
60,3
49,3
76,7
66,5
28,2
31,9
41,9
80,7
360
194 55
444
81
340
+

842.882
2.918
249,4
Oct.
61,0
49,4
78,5
73,3 33,2 42,4 37,4
86,7
398 207
58
482
87 371
843.200
3.163
258,3
Nov.
62,4
51,4
78,9
80,0
38,5
47,9 36,2
89,7
393
215
59
475
82 371
+

822.924
3.14

230,0
Dec.
62,1
51,4
78,2 76,9
36,3
41,2
39,4
86,6
423
232
60
491
84
387

683.128
3025

246,4

Jan.’33
62,9
53,1
77,6 72,7
40,3
44,1
31,0
83,7
368
214
51
390
75
299
23
2.712
2.708 208,4
Febr.
64,6 55,0
78,9
73,5
37,5
40,8
34,2
82,1
347
200
52
374
74
284
+ .
262.483
2.468 201,5
Maart
64,9 55,0 79,8
68,3
42,5 45,8
35,4
83,2
362
200

56
426
76
337 +

642.931
2.843
229,6
April
65,5
54,3 82,3
68,6 38,8 48,8
39,4
84,2
321
177
55
382
69
302
+

61
2.741
2.693
221,1
Mei
67,9
56,8 84,5 70,0 41,6 54,3
38,9
83,1
333
190 54
422
76
333
+

89
3.106
13.127

231,7.
Juni
69,5
57,8
87,1
71,4
43,7
58,7
42,9
90,0
357
212
58
384
72
299
+

283.201
13240
246,1
Juli
5
)
70,6
58,6
88,7 70,3
44,0
52,2
45,6
94,7
360 218
58
385
76
298
+

25
3.344
3.288
260,0
Aug.
70,7
59,0 88,3
69,5
47,5
55,3
47,6
96,6
347
210
54
413
78
320
+
66
3.437
3.489
262,8
Sept.
71,0
59,7
88,0
72,3
45,3
51,3 49,1 97,3
337 201
58
432
77
336
+

95
3.048 3.144
260,3
Oct.
71,9
61,9
87,0
75,7
49,3
58,1
43,9
97,2
347
195
60
445
83
343 +

98
3.165
3.037
258,3
Nov.
73,2
64,4
86,5
81,8
52,7
63,8 42,9
96,6
351
195
54
394
74
303
+

43
3.071
3.038
259,5
Dec.
75,1
66,1
88,6
83,9 53,3
64,2
52,4
97,7 374
208
60
424
74
331
+

502.941
2.903
275,7

Jan.’34
79,1
74,1
89,6
82,6
54,3 66,5
41,9
98,3
372 225
56
350
78
259
‘-

222.824
2.808
239,1
Febr.
82,5
75,4
93,2 82,0 60,8 72,4
49,6
101,2 378

238
57
343
71
260

35
2.637
2.694
232,7
Mrt.
84,2
77,6 94,1
80,2
65,1
75,6
58,7 103,4
378 245
62
401
72
315
+

23
3.171
3.133
271,9
April
86,1
79,4
96,2
81,1
72,0
86,0
62,2
103,3
398 253
63
316
66
240

823.137
3.042
249,4 Mei
88,1
82,5
96,6
81,0
73,8
87,0
61,5
105,1
380
240
62
337
61
265

43
3.379 3.464
266,1
Juni
89,4 81,2
101,8
77,2
74,1
81,5
69,1
104,1
375 224
64
339
64
267

36
3.358
3.398
285,3
Juli
88,8 82,8 97,9
79,0 76,6
84,3
69,6
103,2 363
199
62
321 62
250

423.545
3.503
Aug.
86,6
83,1
91,9
80,1
80,0 83,4
87,9
342
195 64
334
64
262

8
Sept.
.
352
350

2

__________
Kapitaalmarkt
2)

Effectenbeurs Emissies
2)
Geldmarkt
2)
Prijzen
.
liidexcijfer van
:c

8
.
_i.

..-
n n
.
2
ig
bo
,5

.0
0

O.,u’
,o’-vo
,2

1924-1926 = 100
in millioenen R.M.
in
‘=
1000

1926..
109
118
121
97
121 113
500
368
133 82
418
310
189
3.089
5,31
4,91
6,57
134
141
1.003
1927 ..
158 162
163
130
174
155
479a 361a
118
120
359
358
121a
4.693
6,05 5,47
7,82
138 148
475

1928 ..
148
‘159
128
101
174
142
477b 355h
122 112 365 321
156b
6.990
6,74
6,54
8,22
140
152
665

1929 ..
134
153 120 85
168
123
253
224
29 82
171
174
78c
9.016
7,68
6,87 8,97
137
154
821

1930 ..
109 130
111
73
139 94
388
290
98
46
342
224
164 10.400
5,06
4,43
6,14
125 147
945
1.915
1931
..
194 165
29 53
140
136
57
9.722
8,37
6,78
8,71
111
136
1.133
3.139
1932
..
81
81

13
68
37
44
9.917 6,23 4,95
6,73
97
121
717
4.573
1933
. .
67.3
56.2
74.4
46.7
68.0 74.4
126 126

8
118 39 87
10.808
5,11
3,88
5,78
93
119
326
5.580

Jan.’33
64.6
57.1
70.5
39.8 66.3 66.9
133 133

19
115
51
82
10.228
5,06
3,88 5,79
91
117
539
4.733

Febr.
64.8
57.3
72.2

—————–

40.2
65.5
67.9
105 105

12
94 38
67
10.365
5,09
3,88 5,79
91
117
475
6.014
Maart
70.3 58.3 77.7
44.5
72.5 76.3
142
142

6
136
44
98
10.396
5,12 3,88
5,79
91
117
467
6.001
April
72.8 60.3
80.3 46.7
75.8
81.1
112 112

4
108
31 81
10.459
5,21
3,88 5,79
91
117
373
5.599
Mei
73.3
59.0
81.8
51.2
75.1 81.7 124
124

8
117
27
97
10.478
5,12
3,88
5,79
92 118
394
5.331
Juni
71.6
57.0
81.3

—–









52.0
70.7
80.0
115
115

6
108 30 85
10.467
5,11
3,88
5,79
93
119
264
5.039
Juli
5)

68.5 55.9 78.4
50.9 67.0 77.0
129
129

3
126 36
93
10.490
5,04
3,88 5,79
94 119
262 4.857
Aug.
66.2 55.2
74.1
49.6 65.9
75.3
134
134

12
123
•38
96
10.545
5,11
3,88
5,79
94 118
255
4.464
Sept.
62.5
53.3
67.7
46.7
63.7
70.3
121 121

9
111
39
82
10.561
5,16 3,88
5,79
95 119
218
4.124
Oct.
62.1
52.5
66.7
45.5 61.8 70.2
134 134

5
129
41
93
10.618
5,12 3,88
5,79
96
120
250 3.849
Nov.
64.0 53.2
67.7
45.8 63.3 72.0
129 129

5
124
50
79
10.684
5,05 3,88
5,74
96
120
221
3.745
Dec.
67.4
55.1
73.8
47.3
68.7
74.6
115
115

2
112
36
78
10.808
5,14 3,88
5,69
96
121 197
3.714

Jan.’34
70.2
56.6
76.0 49.5
71.9
77.3
128 128

10
118
57
71
11.234
4,78
3,88
5,18
96
121
270
4.059

Febr.

.
73.9
58.9
.81.2
52.3 75.5
82.2
141 141

18
123
52
89
11.565
4,85 3,88
5,06
96
121
227
3.773
Mrt.
77.0
58.7
86.4
54.6
78.3
87.1
82
82

6
76 35 47
11.621
4,93
3,88
5,06
96
121
274 3.373
April
75.0
56.1
85.0
53.7 76.3
85.6
62
62

5
57
30 32
11.669
4,68 3,88
5,06
96
121
225
2.798
Mei
73.3 54.9
83.1
52.3 73.7 81.9 72
72

7
65
41
31
11.688
4,69
3,88
5,06
96 120
249
2.609
Juni
76.2
56.5
87.5
54.3
78.5
86.4
67
67

4
63
44
23
11.668
4,56 3,76
5,06
97
122
227
2.529
Juli
77.7
57.2
88.7 54.7
82.0 88.5
79
79

6
73
42
37
11.675
4,68 3,75
5,06
99
123
196
2.481
Aug.
80.0
4,69
3,75
5,06
100
123
213
2.426
Sept.
83.1
4,71 3,75
5,06
100
123
208
2.398
*) De jaarcijfers
zijn
berekend
uit
de gemiddelde
maandcijfers.
1)
Ontleend
aan het
.lnstitut
für
Konjunkturforschung”.
2)
Ontleend
aan
Wirtschaft
und Statistik”.
3)
Vanaf
1
Oct.
1932
mcl.
,Steuergut-
scheine”.
4)
De
cijfers
hebben
betrekking
op
het einde
van
de
maand,
resp.
van
het jaar.
5)
Vanaf
Juli
1933
gedeeltelijk
voorloopig.
a)
waar-
van 5, b)
1,

c)
2,
buiten!.
em.
in Duitschiand.
v.
=
voorloopig.

24 October 1934
CONJUNQTUURGEGEVENS BETREFFENDE GROOT-BRITTANNIË.
*)

977

Productie, Handel en Verkeer.

Productie-index
1)
van
=
Buitenlandsche handel
Scheepvaartverkeer
0
2
o
55
-N

Invoer
Uitvoer
.
..
Indexcijf. v.
Cd
C2
j
. =,
-ot
1

Tft
,

IIHI

Gemiddelde van 1924
=
100
10001
Miii.
£
0000 tons
1924=:
100
iilI.

1925..


97,5
91,7
85,4
90,2
69,7
106,0
93,0
123,6
1.338 110,3
35,5
26,7
64,4 51,4
45,9
463 519
95
86
8,65
1926..


75,3
46,1
33,4
43,4
52,0
113,8 81,6
106,7
1.506
103,6
32,7 26,3 54,3
44,8
49,3
534 392
111
98
7,12
1927..


108,1
94,6
99,8
111,0 103,6 122,0 97,6
120,5
1.166
101,7
29,3 26,9
59,1
47,0
42,6
501
529
107 95
9,15
1928..


102,5
89,6 90,5 104,0
90,6
114,9
101,2
107,8
1.290
99,8
27,9
26,5
60,3
48,3
39,5 504
537
97
87
8,88
1929.. 110,0
110,6
96,8
103,7
118,4
105,9
116,1
102,8 108,4 1.263 101,9
28,3 27,9 60,8
47,8
41,1
522
573
107
84
8,92
1930.. 105,9
98,5
91,8
84,8
90,5
91,7
115,7
91,3
84,1
1.991
87,1
20,9 25,6 47,5
36,6
39,6
531
549
77 65
8,29
1931..

96,3
84,3
83,0
51,4
63,8
37,7′
106,5
81,7
81,5
2.717 71,9
14,5
21,8 32,4
24,2
39,5 502
486
61
67.
7,54
1932.
.

95,8
84,9
79,4
48,9
64,8
20,4
98,2
89,3
89,0 2.828
58,6
13,7
13,1
30,4
23,0
28,2
495
462
58
64
6,23
1933..

99,7
90.4
78,5
56,5 86,3 21,4
109,2
89,1
94,0 2.567
56,6
15,1
12,6
30,6
23,4
26,0
504
464
62
64
6,23
Jan.’33

96,5
(2.955
54,1
15,1
11,5
29,2
22,1
24,9
440 440
60 64
6,02
2

Febr.

96,6
88,085,5
48,7
75,1
18,4
87,3
88,0
95,7
2.915
49,1
13,2
10,5
27,9
21,4
21,2
403 409
61
63
6,33
Mrt.

96,6
1
2
.82
1

56,3
14,1
12,8
32,6
25,4
23,7
476 443

60
6,45
April

96,6
51,2
13,0
11,4
26,4
20,5
24,8
464 420

58
5,77
IIei

97,8
88,8
73,0
55,3
83,7
21,0
115,9
94,1
89,7
1
2.738 2.626
57,3
14,5
12,6
30,8
23,5
26,5
524 478
64
59
6,16
Juni

98,3
2.498
53,8
14,0
12,2
28,5
21,7
25,3
531
485
64
61
5,60

Juli

99,6
(2.508
53,7
14,9
12,0
29,8
22,8
23,9
549 482
64
61
5,85
Aug.

101,1
87,9
71,1
58,4
87,2
22,1
110,1
84,4
91,3.
2.459
56,8
16,4
13,0
31,0
23,9
25,8
565
512
61
60
5,55
Sept.

102,2
2.375
57,8
14,5
13,1
32,2
24,6
25,6
558 516
61
56
6,13 Oct.

102,5
(2.335
61,8
15,0 14,2 34,1
26,1
27,7
543 476

64
61
6,43
Nov.

102,7
97,484,4
63,4
99,1
24,2
123,3
101,1
99,3
2.309
63,7
17,0
14,5
34,4
25,7
29,3
498 478
60
64 6,87
Dec.

102,9
12.
2
63
63,2
18,9
13,6
30,4
22,6
32,8
491
424
64
70
7,10
2

Jan.’34105,9
.
(2.407
64,7
21,3
13,9
31,6
24,2
33,1
481
449
.68
64
6.68
2

Fébr.¶107,4
102,5 90,5
74,4
109,6
35,0
139,3 103,7
99,0
2.343
57,4
18,2
13,2
30,1
22,7
27,3
425 414
64
64
6,75
Mrt.

J109,1
12.224
62,0
18,2
14,8
33,1
25,6
28,9
499
455
58
62
7,00
April

108,5
(
2.148
56,3
17,1
13,5
30,1
23,7
26,2
497 425
56 60 7,13
Mei

107,5 103,1
79,6 84,3
112,4
42,8
142,3
105,0
94,9
2.097 61,7
16,9
14,9
32,8
25,1
28,9
530 476
58
60
6,38
Juni

108,2
1
2
.125
61,2
16,9
14,4
32,1
24,9
29,1
571
490
58
58
6,45
Juli

107,9
(2.163
58,0
16,6 14,3
33,2
26,0
24,8
571
484
58
62
5,93
Aug.

109,4
.
2.135
60,0
17,6
14,7
32,1
25,1
27,9
573 524
69
68
Sept.
1
57,7
34,0
23,3

Kapitaalmarkt
-.
Prijzen
.
Effectenbeurs
S)
Emissies
4
)
Geidmarkt
..
Indexcijfers v.
Koersen van grooth.prijzen’)
u
E=
E

Datum
aw
dr:gfonds
Vaste rente-

I.
.

1
LondenscheBankens

194
=
iöo

Mil1.0
Miii.
£
1924
=

100
0,;

109
98,3
101,8
18,3
11,0
4,8 2,5
2.983
1.662 856
226
3,47
4,15
95,9
1Ô0,4
93,5
100
100,6
413
114
96,4
103,8 21,1
11,7
4,4
5,0
2.946
1.665
892 216
4,01
4,49
89,1 93,1
87,0
98
100,7
370
1927.
124
96,9
103,2
26,2
14,7 7,3
4,2
3.068
1.713
928 218
3,71
4,24
85,1
91,4
81,8
96
100,6
381
1928.
142
1

99,2
100,8
30,2
18,3
7,1
4,8
3.276
1.766
948
1

237
3,56
4,16 84,4
1

91,6 80,7
94
99,7
365
1929.
139
96,3
104,3 21,1
13,3
4,5
3,3
3.328
1.800
991
229
4,58
5,31
82,2 87,4
79,4
94 99,3
345.

1925
………..
1926
………..

112
99,4
100,7
19,6 10,6
5,8 3,2
3.232
1.801
963
264
2,36
2,62 72,0 76,2
69,7
90
98,2
369
98,7 101,8
7,4
3,5
3,1
0,8
2.651 1.760
957
270 2,92
3,53 62,7
67,0
60,3
84
97,0
389
112,4 90,3
9,4
7,0
2,4

2.319
1.791
843
308 1,64
1,94
61,1
66,5
58,4
82
95,3
415

1930
……….
1931.
………87

103
124,3
80,7
11,1
7,9 2,5
0,7
2.310
1.953
759
354
0,66
0,71 60,7 62,2
60,0
80
94,0
367

1932……….84
1933
……….

Januari 1933
95
122,3
82,2
8,3
7,9 0,3
0,1
2.250
1.983
764 431
0,75
0,92 60,3
64.1
58,4
81
94
395
Februari
96
12:1,6
81,3
7,2
4,9
1,8
0,5
2.268
1.957
766
386
0,75
0,88
59,5 62,8
57,8
80 94
411
Maart
92
122,4
82,1 13,5 12,3
1,2

2.574
1.925
766 348
0,58
0,68
58,7
61,4
57,4
79
94
486
April
93
125,3
80,2
8,3
7,3

1,-
2.039
1.930
764 338
0,63
0,66 58,5 60,6
57,3
78
94
336
Mei
96
123,1
81,5
14,6
9,3 5,0
0,3
2.253
1.944
775 346
0,58
0,53
59,7
61,4
58,8
78
94
398
Juni
10i
123,1
81,5
17,5
16,0
1,1
0,4
2.070
1.978
775
352 0,58
0,48 61,2
62,3
60,6
79
94
381
Juli
108
121,6
82,5
6,0
5,2 0,3 0,5
2.465
1.973
768
362
0,58
0,51
61,5 61,0
61,8
80
94
330
Augustus
106
124,3 80,7
21,2
1,3
15,6
4,3
11
)
2.142
1.966
758 359
0,62
0,40
61,7
62,3 61,3
81
94

302
September
110 126,2
79,3
7,1
6,7
0,2 0,2
2.332
1.958
750
355
0,63 0,42 62,0
63,1
61,4
81
94
351
October
115
126,3 79,3
10,0
6,8 3,0
0,2
2.491
1.951
747
343
0,75
0,72
61,8 62,4 61,4
81
94
351
November
114
126,4
79,4
12,8 12,2
0,5
0,1
2.498
1.928
737
317
0,75
1,07
61,9
62,5
61,5
82
94
335
December
113
127,5 78,4
6,4
5,1
0,9 0,4
2.234
1.941
736
311
0,75
1,22
61,9
61,9
61,8
81
94
331
Januari 1934
118
129,6
77,4
10,9
8,7
1,8
0,4
2.848
1.920
735
284
0,90
0,98
63,0
62,8
63,1
81
94
366
Februari
116
128,8
77,7
7,0
5,3
1,4
00,5
2.845
1.867
742 250
0,88 0,94
63,4
62,5
63,9 80 94
Maart
122 130,8
76,6
7,1
6,0
0,9 0,2
2.926
1.831
753
202
0,88 0,94
62,5
60,6
63,5
80
94
April
124
130,9
76,6
9,6 8,7
0,9
0,1
2.506
1.852
759
212
0,88
0,97
61,9
59,8
63,1
79 94
Mei
127
130,7
76,7
22,4
11,4
10,9
0,04
2.274
1.858
755
222
0,79
0,90
61,7
60,1
62,5
79
94
Juni
124
130,3 76,9
12,0 7,0
4,6
0,4
2.350
1.870
757
228
0,88
0,91
62,4
62,3
62,4
81
94
Juli
124
131,6
76,2
15,0
10,0
5,0 0,03
2.441
1.871
759
224
0,88
t,88
62,3
62,4
62,2
81
94
Augustus
125
132,2
75,8
9,9
3,2
5,5
1,23
2.284
1.856
756
222
0,88
0,81
63,6
66,5
62,0
82
94
September
127
132,7
75,5
67
5,6 0,6
0,41
0,75
0,66
94
) Alle jaarcijfers zijn beekend uit de gcmiddelde maandcijfers.
1)
Productie-index van de London and Cambridge Economic Service, met uitzondering van dien van kunstzijde, welke aan de Board of Trade is ontleend.
2)
4 wekelijksche gemidd. na 1931, dus 13 cijfers per jaar. 7.10
behoort bij Nov. 6.68 hij Dec.
3)
London and Cambridge Economic Service.
4)
Volgens Midland Bank Ltd.
5)
London Banker’s Clearing-House
Returns. 6) Wekelijksche gemiddelden.
7)
Board of Trade.
5)
‘Ministry of Labour.
9)
London and Cambridge Economic Service. O) Société
des Nations. 15) Leening Australische regeering.

978

CONJUNCTUURGEGEVENS BETREFFENDE DE VEREENIGDE STATEN.
) 24 October 1934

Productie
1),
Handel en Verkeer

Productie-index van
Buitenlandsche handel

0)
°.’

,
_.
n


.
Datum
tOto
004
.o
invoer
i

Uitvoer
.
1


0
0 0
be

o
•0
0
1


Fabri-
1-
Totaai
?j
Totaai

katen

Gemiddelde van 1923-1925
=
100

925
1

=100

$

1925..-..
104
ir
99
99
104
116 106
104
107
122
103

06
352
ïW
409-154157

1926
.-.
108 108
108
110
105
116
113
104
108
129
106
logs
101.2
103.8
369
149
401
163
32
1927
•…
106 106
107
99
122
120 104
113
86
129
103
122
98.9 101.8
349
133
405
165
56-

1928
•…
111
112
106
96
122
144 119
107
110
135
103
107
98.9
102.4
341
122
427
188
86

1929
….
119
119
115
102
137 135
130
115
135
117
106 115
104.8
109.1
367
130
4378)
211
1

70

1930
96
95
99 89
122
100
94
91
85 92
92
87
91.5
88.7
255
84
320
158
65

1931
81
80
84 72
115
96
59
94
60
63
75
88
77.4
67.5
174
54
202
93
28

1932
64
73
71
58
106
78
31
83
35
28
57
81
64.1 46.1
110
30
134
52
24

1933
77
76
72
63
122
90
55
98
48
26
58
102
69.0
48.5
121
35
140
51
19

Jan. ’33
65
64
73
57
107
59
30
87
48
22
56
88
60.2 39.5
96 27
121
44
25

Februari
63 61
79
•63
110
54
31
83 33
19
54
87
61.1
40.2
84
21
102
42
18

Maart
60
56
81 51
122
41
22
76
27
14
50
86
58.8
37.1
95
24
108
47
13

April
66
66
72
55
108
65 35
85
44
14
53
91
59.9
38.8
88 21
105
48
17

Mei
78 78
78
57
134
94 49
108
51
16
56
113
62.6
42.7
107
25 114 46
7

Juni
92 93
84
64
134
115
72
133
65
18
60
139
66.9
47.2
122
34
120
46

2

Juli
100
101
90
76
132
143
99
130
69
21
65
135
71.5 50.8
143
46
144
53
1

Aug.
91 91
91
75
134
111
80 114v 60
24
61
120
76.4 56.8
155
51
132
50
-23

Sept.
84
84
87 65
125
103
65
99v
55
30
60
103
80.0
59.1
147
48
160
54
13

Oct.
77
76
81 61
120
90
60
91v
45
37
58 95
79.6 59.4
151
47
194
61
43

Nov.
72
71
81 65
116
97 47
89v
30
48
60
89
76.2
55.5
129
37
184 62
55

Dec.
75 73
85
66
119
108
60
78v
45
58
62
77
74.4
54.5
134
36
193 64
59

Jan. ’34
78
76
88
67
120
-97
56
87
56
49 64
91
73.3
54.0
136
36
172
61
36

Februari
81
80
91
74
118
100
64
91v
71
44
64
95
77.7 60.6
133
37
163
61
30

Maart
84
82
100
84
122
106 66
94v
78
33
66
97
80.8 64.8
158 45
191
81
33

April
85
85
90
72
125
97
76
90v
85
32
62
97
82.3
67.3
-147
41
179 83
32

Mei
86
86
89
72
127 81
84
89v
78
26
63
95
82.4
67.1
155
43
160
76
5

Juni
83 83
87 67
130
84
85
77v
82
26
64
74
81.0
64.8
136
43
171
78
35

Juli
76
74
85
65
129 83
47
77
77
27
61
.79.4
60.4
127 39
162
76
35

Aug.
73v 72v
80v
61v
124v
79v
1

38
80v
61
27v
59
79.2
62.2v

Kapitaalmarkt

0
o.
Geld.markt
Prijzen
Effectenbeurs Emissies
4
)
ce
indexcijlervan
Binnen- enbuitent
Binneniands

0)
0
tO,1,0
E

0)

=
°

0
tO
0
‘0
Q.’0Ct)tOO
Z
E
0
tOt_
0=
tO
U)tO
0.
0
.
.
0
..

(1)

0

1926
=
100
mlii.
in millioenen dollars
1

miild.
$
1

in
010
1926= 100
1

1

1923
=
$
11)0

1925
90 88 90
95
95.3

517
76 96 421
427
300
127
90
20.5
34
34-44
104
110
103.8
1926
100
100 100
100
97.0
3.292
526
91
91
435
433 313 120
94
19.6
344
3J-4ï
100
100
103.8

1927
118
118
119
116
98.9
4.432
649
179 123
526
519 388
131
130
18.5
344
4_44
95
99
101.6
1928 150
154 129 149
98.7
6.440

676
155
247
429
566 446
120
110
17.6
44-4
4.54
97
106
100.4

1929
190
189 147
235
95.6
3.990 848
117
494 354 786
667
119 63
16.9
34-54
51-.64
95
105
100.0

1930
150
141
125
215
98.3 1.894
585
55
125
460 500 374
126
84
16.2
14-34 24-5
86
88
96.2

1931
94
87 72
148 96.1 587
258
76
26
232 238
129
109
19
16.8
14_34
2..34
73
65
86.7

1932
49 46 26
79
81.1 347
99
45
2
97
96
27 69
2
19.5
14
23,j
65 48

77.7
1933 64
67
38
78
84.0
845
59
28
10
49
59
13
46

22.3
4
13.
66
52
74.8

Jan.’33
49 46
28
82
84.1
359
65 47
3
62
65
22
43

20.8
4-4
14-4
61
43
73.7

Febr.
45 43
27
73
82.5
360
20
37

20
20
1
19

20.9
44
14_4
60
41
72.1

Mrt.
43
42 26
67
76.7
311
16
3 3
13
16
3
13

21.3
14_344_44
60 43
71.8

Apr.
48 49 26
64
75.4 322
25 20
1
24
25
17
8

21.4
4_14
2_34
60
45
71.5

Mei
63
65 38
79
82.0
529
44
16
3
41
44
4
40

21.9 4
224
63
50
72.1

Juni
75 77
44
97
86.8
780
110
112
9
101
110
12
98

22.5
4
14.2
65
53
72.8

Juli
80
84 53
98
89.6
916
117
45
53
64
117
53 64

22.6
44
144
69
60
75.2

Aug.
75
79 49
87
89.9
917
46
7
14
32
46
14
32

23.1
44
14
.
70
58
76.9

Sept.
75
81
47
80
87.9
897
64
30
9
55
64
9
55

23.1
4
14-4
71
57
77.9

Oct.
70
76
40
75
86.5
776
59
1
3
56
59
3
56

23.1
4
14
71
56
78.0

Nov.
69
77
38
70
82.6
789
88
2
6
82
88
6
82

23.5
4_4
14
.
71
57
77.8

Dec.
70
79
40
67
83.6
845
57
18
16
41
57
16 41

23.8
4
14._4
71
56
77.3

Jan.’34

76 84
46
73
88.3
903
48 42
6
42
48
6
42

25.1
4
14-4
72 59 77.5

Feb.
81
88 50
81
92.9
938
79
8
1
78
79
13
65

26.1
4
14-4
74
61
78.3

Mrt.
77
85

48
76
95.1
981
97 50
5
92
971
14
83

26.2
4-4
1-14
74
611
78.5
Apr.
80 88
49 76
97.0
1.088
143 93
5
138
1431

28
115

26.1
44
1-14
73 60
1

78.4

Mei
72
80
43
70
97.6
1.016
103 39
3
101
103
29
74

26.2
4-4
1
74
60
78.

Juni
74
81
44 72
99.0
1.082
123 183
9
114
123
9
113

26.2
4-4
4-1
75 63 78.8

Juli
71
80
41
69
99.3
923
217
157
2
215
217
20
197
–.
27.1
4-4
4-1
75
65
1

79.1

Aug.
180
79
9
)

180 180
8
172

27.2
77
1
Sept.
43
26
2
41
43
4
39

78
1
*) De jaarcijfers zijn berekend uit de maandelijksche gemiddelden.
1) De- indexcijters betreffende de productie, de wagoniadingen, het katoenverbruik, het aantal tewerkgestelden en de betaalde bonen zijn
ontleend aan het Federai Reserve Bulletin. De index van de industrieele productie is samengesteld uit de gegevens van
58
industrie8n n.l.
50
van fabrikaten en
8
van mineralen.
2)
Gemiddelde van Maart-Dec.
3)
Einde v. h. jaar (reso. maand).
4)
Ontleend aan the Commercial and
Financial Chronicle. Hieronder zijn niet opgenomen de leeningen van de Reconstruction Finance Corporation en die van verdere herstel-
organisaties aan Staten en Gemeenten.
5)
Stock exchange cali ioans.
6)
Renewai rate.
7)
Bureau of Labor Statistics.
8)
Volgens ,Survey of Current
business” 435. v) = voorboopig.
0)
w.o. 50 milI. dollars van de Canadeesche regeering.

Auteur