Ga direct naar de content

Jrg. 19, editie 972

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 15 1934

15 AUGUSTUS 1934

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Economi*sch~

Staftsti*sche


Ben
*
ch
.
ten

ALGEMEEN
WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT
t,

19E JAARGANG

WOENSDAG 15 A

NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT.

Curatoren: Mr. G. Vissering, Voorzitter; Ir. A. Plate,

Onder-Voorzitter; Mr. K. P. van der Mndele, Penning-

meester; Mr. P. Hofstede de Groot; Jhr. Mr. L. H. van

Lennep L. H. Mansholt; Mr. R. Mees; E. D. van Walree;

Ch. J.
I. M.’
Welter; C. J. P. Zaalberg.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE
VAN ADVIES.

Prof. Mr. D. van Blom; Jhr. Mr. L. H. van Lennep;

Mr. K. P. van, der Mandele; Prof. Dr. N. J. Polak;

Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. tian Welderen Baron

Rengers; Jan Schilthuis; Prof. Mr. F. de Vries.

Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.

Redacteur-Secretaris: Dr. H. Al. H. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de H000hweg 122, Rotterdam.

Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement

volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-

tenties: Nijgh f van Ditmar NV., Uitgevers, Rotterdam,

Amsterdam, ‘s.Gravenheye. Postchè qua- en giro-rekening No.

145192.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in

Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per

jaar. Losse nummers 50 cents. Economisch-Statistisch

Kwartaalbericht f 1.—. Leden en, donateurs ontvangen

het weekblad en het Kwartaalbericht gratis en een reductie

op de verdere publicaties.

Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

INHOUD.

BIz.
ONS BET’LINOSVERKEE1t MET DUÏTSOHLAND
door
C. A.

Klaasse………………………………….732

Uit de scheepvaart door
C.
Vermey ………………733

Toerisme en prijsniveau door
Dr. H. M. H.
A.
van der Valk 734

De wereidhandel in
1933……………………….737

AANTEEKENINOEN:

Tusschentwee vuren ……………………….
738

Gevaren van inflatie in de Vereenigde Staten……
738

Blijvende expansie van de industrie in Japan……
738

– Koffievernietiging in Brazilië…………………
739

Koffie-statistiek over Juli
1934 ……………….739

INGEZONDEN STUKKEN:

Critische beschouwingen ten aanzien van de beoor-

deeling van de conjunctuur in Nederland .door

W.
J. van de Woestijne
met Naschrift door Redactie

,,Economisch-Statistisch Kwartaalbericht” ……
739

STATISTIEKEN …………………………..
743-746′
Geidkoersen.

Wisselkoersen.

Bankstaten.’

JGTJSTUS
1934

No.
972

14
AUGUSTUS
1934.7

‘Wan de geidmarkt valt maar weinig te vermelden..

D berichten’ uit Amerika hebben een oogeublik eenige

aarzeling bij de geldgevers doen ontstaan; dit duurde

echter slechts kort. Privaat-disconto noteerde ten-

slotte
1
j1e—%
pCt. Cali op % ‘pOt. aangeboden. Pro-

longatie onveranderd 1 pOt.

* *
*

Op de wisselmarkt had de Dollar aller belangstel-

ling. De zilverprocla’matie van Roosevelt bracht in

het eerst allerwege onrust; bij rustiger. beschouwing

kwam men tot de slotsom, dat er geen oogeublikkelijk

gvaar dreigde. De onzekerheid over cle toekomst van

het Amerikaansche devies werd door de uitgevaardig-

de, bepalingen echter nog eens speciaal geaccentueerd.

Van 1.47 is de koers op 1.45 teruggeloopen; op ca.

1.45% is import van goud uit Amerika loonend. Waar

het op het oogeublik voor ons in Nederland mogelijk

is goud uit Amerika naar ‘hier te laten komen, zal

voorloopig de ‘koers wel niet veel verder inakken.

In Londen is de Dollar-noteering van 5.05% op 5.10%

gekomen. Ponden waren hier de geheele week tamelijk

stabiel; ‘gisteren na ‘beurs ‘zijn ze plotseling tot 7.42%

iitgezakt. Fransche Francs 9.74%-9.73. In Londen is

de noteering op ongeveer 76.32 vastgehouden. Marken

waren gezocht en verbeterden van 57.30 tot 57.70.

R.egistermarken liepen onder voortdurend aanbod

terug. Belga’s onveranderd rond de 34.70. • Canadee-

sche Dollars bleven vast ca. 1.50. Veel vraag was er

naar Argentijnsche Pesos, die tot 41.50 opliepen; deze

rijzing zal wel in verband staan met de gunstige

pbsitie, die Argentinië op het oogenblik in de wereld-

graanhandel inneemt. Milreis 10.25.

i’Op de
termijnmarkt
waren Ponden en Dollars op

latere, levering aangeboden; Ponden op één- en drie-

niaanden deden resp.
/io
en
fio
c. onder contant,’ Dol-‘

lars eveneeiis
/io
en p. onder kassa. Voor Marken

wordt 80 en 190 p. ‘disagio genoemd; het is echter.

moeilijk termijnmarken af te sluiten.

Op de goudmarkt was het iets levendiger; .groote

zaken werden echtei niet gedaan. In Londen heeft

men . deze week voor het eerst sin’ds langen
tijd
de

goudprijs weder vastgesteld o.p grond van vraag en

anbd. Eag’lee waren “gezocht: 2.48%.

732

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15
Augustus 1934

ONS BETALINGSVERKEER MET

DUITSCHLAND.

Z’ooals bekend, werden door onze regeering met
Duitschiand verschillende overeenkomsten gesloten

betrekking hebbeud op het betalingsverkeer tusschen
heide landen, zulks teneinde de nadeeli’ge gevolgen
van de Duitsche deviezenverordeningen voor de Ne-
derlandsche belanghebbenden te verzachten of uit den
weg te ruimen. Deze overeenkomsten zijn in twee

groepen te verdeelen:
die, welke de bedoeling hebben om de Neder-
landshe exporteurs vrij over het provenu van hun
verkoopen naar Duitschiand te kunnen doen be-

schikken, en
die, welke het opzet hebben om de Nederlandsche
rechthebbendeti op inkomsten, welke onder het traus-
fermoratorium van Juni 1933 vallen (coupons, divi-
denden, huren, pachten enz.) over die revenuen ge-
heel of gedeeltelijk te doen beschikken.

De opzet van heide groepen overeenkomsten is der-
halve de ,,’bl’okkade” ‘der ‘betrokken bedragen te bre-
ken. Om die afspraken te kunnen maken, moesten
onzerzijds concessies worden gedaan. Met betrekking tot het goeciërenverkeer was de concessie slechts een
negatieve, ni. deze, dat de overeenkomst slechts zou
voortduren, zoolang ‘het in het verleden steeds be-
staande relatief omvangrijke importoverschot, dat ons
land uit Duitschland betrok gehandhaafd werd, zoo-
dat derhalve uit het ‘goederenverkeer t’usschen heide
landen steeds ee:n overschot in ,,vrije deviezen” voor Duitschlan’d zou resulteeren. Duitschland was bereid
onze stelling te erkennen, dat de deviezenranttsoenee-
ring als uitvloeisel van een onevenwichtige verhou-
ding tusschen invoer en u’itvoer ons niet ‘mocht tref-
fen, omdat het motief: tekort aan export in ‘erhou-
ding tot den import op het handelsverkeer tusscheu
onze heide landen niet gold, mits wij erkenden, dat
ccii zeker exportsurplus voor Duitschland moest blij-
ven bestaan, teneinde lacunes in de betalingsbalans
uit anderen hoofde aan te vullen. Deze naar voorbeeld
van cle eerste soortgelijke bepaling ,,Schwedenklausei”
genaamde passus in de overeenkomst werd opgeno-
men in het Devisenaibkommeu op 31 December 1932
met Duitschland gesloten en bleef sedertdien ‘de basis
der onderhandelingen. Op 5 Juni van dit jaar werd
een nieuwe overeenkomst aangegaan, die van de oude
slechts in dit opzicht verschilde, dat voor goederen,
clie in transito van ons land uit naar Duitschiand
werden verzonden maar in zeer beperkte mate van de
regeling konden profiteeren.

De inhoud van deze overeenkomst was •in het kort
het volgende. De bedragen, welke Duitsche imnpor-
teurs van Nederlan’dsche goederen (sedert 5 Juni
moeten ‘de ‘goederen Nederlan’dsch d’origine zijn;
vôôrdien werd slechts verlangd, •dat zij Nederlandsch
de provenance waren) niet volgens ,,Devisengenehmi-
gung” kunnen overmaken in Guldens of in vrije
Marken ten gunste van de exporteurs, kunnen gestort
worden bij de Reichshank op een ,,Sonderkonto” ten
name van De Nederlandsche Bank. Laatstgenoemde instelling mag ten laste van deze rekening bedragen
verkoopen onder het beding, dat deze Marken voor
geen ander doel gebïuikt zullen worden ‘dan voor
betaling van goederen ‘door Nederlanders uit Duitsch-
land ingevoerd.

Theoretisch moet er voor de liquidatie van het
saldo van dat Sonderkonto dus niet ‘de minste moeite
bestaan, gezien het feit, dat onze invoer uit Duitsch-
land zooveel grooter is ‘dan onze export daarheen.
In 1933 kochten wij voor rond 380 millioen in
Duitschland en exporteerden daarheen voor 155 mii-
lioen. In het eerste halfjaar 1934 importeerden wij
uit genoemd land 163 millioen en voerden daarheen voor 87 millioen uit. Bedenkt men dan, dat tenslotte
toch slechts een deel van onzen export op het Son-
derkonto wordt gestort •dan is duidelijk, dat er in de

liquidatie feitelijk geen stagnatie mag intreden.
Intusschen
blijkt
‘in de laatste maand wei degelijk
een obstakel te zijn gerezen, het saldo van de reke-
ning wast en de afzet is niet voldoende. Daarbij kan
van seizoensinvloeden
nauwelijks
sprake zijn; immers

in de ‘beide voriige jaren vertoonde de export in het
derde kwartaal geen noemenswaardige stijging ten
aamrzien van het tweede en heel weinig in vergelijking
met het eerste. Dat de stort’ingeu op het Sonderkonto
grooter werden is intusschen ook ‘hij gelijkbljvenden
export volkomen begrijpelijk. Gestort wordt nl. het
verschil tusschen ‘de totale factuurwaarde en dat ge-
deelte, dat volgens de bestaande voorschriften ,,vrij”
‘betaald mag worden. In de laatste maanden is dit
gedeelte steeds kleiner geworden. Het percentage van
‘de zgn. Basisquote, dat importeurs in deviezen of
vrije Marken mochten betalen is in den ioop van dit
jaar gereduceerd van 50 pOt. tot 5 pOt., zoodat het
gedeelte, dat op Sonderkonto gestort moest worden
evenredig toenam.

Wanneer men echter vorengenoemde in- en uitvoer-
cijfers vergelijkt, dan blijkt ‘duidelijk, dat zelfs in-
dien het volle bedrag ‘der uitvoeren op de genoemde
speciale rekening ‘werd betaald, de liquidatie daarvan
geen moeilijkheid kon opleveren, wanneer maar aan de organisatie niets haperde, d.w.z. dat voor alle ge-
vallen, waarin de zgn. ,,bankmarken” van deze reke-
ning mochten worden gebruikt, dat inderdaad ge-
schiedde. Aan dit ‘laatste blijkt echter nogal wat te
haperen. Door middel van de pers is tot importeurs
het verzoek gericht zooveel mogelijk van deze Marken
voor hun betalingen gebruik te maken. Eenig succes
kan men ‘daarvan niet verwachten. Immers practisch alle betalingen der importeurs loopen door bemidde-
i’ing van hun ‘banken; en men mag gerust aan:aemen,
dat alle ha.nkeu, hetzij uit eigen belang, hetzij in het
‘belang der concurreerende koersofferte, in practisch
alle ‘gevallen, waarin dat mogelijk is, zich van deze
Marken zullen hebben, gezien het koersvoor-
deel van 7 á 8 cents per R.M. 100, een voordeel, dat
absoluut beschouwd wel heel weinig beteekent, maar
in vergelijiking tot normale winstmarge bf prijscon-
curre.atie hij den valutahandel zeker niet te verwaar-
loozen is.

Daar moet men dan ook de remedie niet zoeken. De
oorzaak van de stagnatie in den verkoop ligt veeleer
in cle
omstandigheid, dat meer en meer de D’uitsche
enporteurs waarschijnlijk onder druk van de Reichs-bank in Guldens zijn gaan afsluiten en. factureeren..
Het is begrijpelijk, dat in verband niet den deviezen-
nood in het algemeen deze instructie aan exporteurs
werd gegeven en dat deze liet ook voor Nederland toe-
pasten, ‘behoeft nog geenszins een bewijs van kwade
trouw in de tenuitvoerlegging van ‘het Devisen’abkom-
men te zijn. Maar de consequentie was in elk geval,
dat, ondanks.ons groote invoersaldo, het Sonderkonto
moeilijk te liquideeren is, vijl zulk een groot deel van
den invoer in Guldens wordt betaald, zoodat de
,,’bankmarken” daarbij automatisch ‘buiten schot blij-
ven. De regeeringsdelegatie,. ‘die om. dit punt in Ber-
lijn bespreekt, zal wellicht gedaan kunnen krijgen, dat het Reichsvirtschaftmijristeriuni de exporteurs
naar Nederland uitdrukkelijk.machtigt in Marken te
factureeren, waarvan dan onze importeurs in eigen
belang ‘gebruik zouden maken, omdat de Markenno-
teering in Amsterdam – en dus ook die van
. ,,bank-
marken” .- niet onbelangrijk voo’rdeeliger is dan de Gul’densnoteering te Berlijn. Een oplossing zou na-
tuurlijic ook ‘gevonden kunnen worden, doordat onze regeering •de importeurs voorschrijft, uit Duitschiand
alleen maar in Marken te koopen, doch de voorkeur
ware aan een andere oplossing te geven.

Daarbij komt, dat de stagnatie in het Sonderkonto
niet de eenige moeilijkheid is die in de deviezenrege-
ling met Duitschlanci is gerezen. Een voor onze Rijn-
vaart in het bijzonder belangrijk punt ise vereffe-
ning van scheepsvrachten. Tot voor kort werden deze

15 Augustus 1934

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

733

normaal in cleviezen of vrije Marken betaald, maar
plotseling heeft de deviezeunood de Reichshank blijk-
baar genoopt ook hier een ,,Sperre” af te kondigen.
Dat ‘was Jiet bevaar van de tot nu toe gemawkte af-spraken, dat zij slechts twee, inderdaad belangrijke,
maar niet alles omvattende, gebieden: het goederen-
verkeer en de ‘kapitaalrevenuen bestreken. Wat de

scheepvaart •betreft ontstaat nu plotseling een noei-
lijkheid. Wat betreft een anderen vorm van onzicht-
baren export, het vreemdelingenveikeer heeft ons
land ten cletrirnente van onze badplaatsen reeds eenige
jaren ten achter gestaan bij Zwitserland en Italië.
En met betrekking tot het goederenverkeer heeft de
bestaande regeling, 7ooals ‘gezegd, het bezwaar, .dat
wij de uitvoering niet in eigen ;hand hebben, zood’at
de heele regeling tot een aanfluiting kan worden ‘ge-
maakt door ‘het simpele feit, dat de Duitsche export hierheen in Guldens instede van in Iarken kan wor-
den gefactureerd.
Wanneer men al deze feiten in oncierlingen samen-
hang beschouwt, dan is men geneigd te concludeeren,
dat de meest afdoende oplossing gevonden ‘zou moeten
worden eerstens in coördinatie van de verschillende
en uiteeiiloopende factoren van ons hetalingsveikeer
met Du’itschland, terwijl dan bovendien de uitvoering
tot op zekere hoogte in onze eigen handen moet lig-
gen. In dat verband kan men wellicht het best den-
ken aan een verrekenin’gsovereenkomst, een soort Vrij-
willige in onderling overleg ingestelde clearing dus,
zooals Zwitserland die heeft getroffen. Zulk een over-eenkomst ‘brengt eenerzijds de verlangde coördinatie,
het geheele geldverkeer tussche.n heide landen wordt
daarin samenvattend geregeld. En een tweede voor-
deel is dat, doordat de ‘betalingen welke Nederlan-
ders aan Duitschlan’d hebben te verrichten ‘hier ge-
schieden, hetzij hij de centrale bank, hetzij bij het
Clearinginstituut, wij tot op zekere hoogte zelf kun-
nen zorgdragen, dat een deel daarvan wordt uitbe-.
taald aan de houders van Duitsche vorderingen. De
exporteurs •hehoeven dan niet te wachten op verkoop
uit het Sonderkunto, maar het Clearinginstituut kan
hen zelf betalen. Natuurlijk kan nok zulk een regeling
een ,,Schwedenklausel” bevatten, zooals bij clearing-
regelingen velfs veelal gebruikelijk is. Wij hebben
thans in den Haag een Clearinginstituut, dat zijn
werkzaamheden iieeds aanving en dat zeer zeker ook in cle afspraken met Duitschland ingelascht zou kun-
nen worden. Zonder dat is een afdoende oplossing
van deze kwesties nauwelijks denkbaar!
C.A.K.

UIT DE SCHEEPVAART.

Blijkens een overigens nog niet bevestigd bericht
van den correpondent ‘der Deutsche Aligemeine
Zeiturig te Hamburg, verluidt aldaar in scheepvaart-
kringen, ‘dat weldra de bijeenroeping van een inter-
nationale scheepvaartconferentie te Londen kan wor-den verwacht. Vrijwel zonder uitzondering, aldus het
‘bericht, hebben de ‘door de En’gelsche Regeering uit-
genoodigde landen •hun instemming betuigd met het
plan, te trachten een internationale regeling voor het
tonnage-probleem te vinden. Het is, al weder volgens
genoetnde.n correspondent, zoo ‘goed als zeker, dat
vertegenwoordigers van ‘de Duitsche Rijksregeering
de gevolmachtigden van •de Duitsche scheepvaart op
hun reis naar Londen zullen vergezellen. De confe-
rentie vou ‘in September of October worden gehouden.
Indien ‘de mededeelingen van de Deutsche Allge-
meine Zeitung juist zijn en ‘dus inderdaad eerlang
onder ‘de auspiciën en op initiatief van ‘de Britsche
Regeering een internationale ‘scheepvaartconferentie
zal worden gehouden, dan moet dit als een welkom
resultaat worden beschouwd van ‘de pogingen onder-
nomen ‘door Minister Runciman öm alsnog te trach-
ten langs ‘den weg van internationale samenwerking
‘den hoogst ongunstigen toestand, waarin ‘het scheep-
vaartbedrijf verkeert, te verbeteren. Znoals reeds in

1
de beschouwing ,, Scheepvaartprohlemen” van de hand
van Mr. II. E. Scheffer
1)
uiteengezet, heeft ‘de En-
gelsche Regeering bij monde van ‘den heer Runciman
in
1
‘cle La’gerhuiszittin’g van 3 Juli jl. aan een even-

tueel ‘door haar aan de trampvaart.voor ‘den tijd van
twaalf maanden te verleenen subsidie van £ 2 mii-
lioen, verschillende voorwaarden verbonden.
Om. ‘heeft jij als eisch gesteld, dat ‘de En’gelsc’he
trampreeders bij hun ‘buitenlandsche collega’s aan-
‘dringen op het ontwerpen van een schema ter ver-
zekering van meerder evenwicht ‘tusschen vraag naar
en aanbod van tonnage, opdat de vrachten weder tot
eeh’ loonend peil kunnen stij’gen. Zij heeft ‘daarbij
zelve ‘de toezeggin’g gedaan, dat haar pogingen tot
internationaal overleg met het doel het scheepvaart-
bedrijf weer op een economische ‘basis te brengen, eeuerzij.cis ‘door internationale maatregelen tot af-
schaffing of vermindering van subsidies, anderzijds
door plannen voor het, opleggen en/of sloopen van
tonnage, zouden worden voortgezet. Indien ‘derhalve
in SepternherfOct’ober a.s. inderdaad een interna-
ti’onale scheepvaartconferentie in Lon’den wordt ge-

‘houden, is de Engelsche Regeeriug de ‘door lhaar ge-
‘dane belofte spoedig nagekomen. Verwadht mag ‘dan
tevens worden, ‘dat de onmisbare voorbereidende
maatregelen zijn ‘genomen en dat ‘de Engelsche Re-
geerin’g zich er van te voren van heeft overtuigd, dat
althans cle primaire voorwaarden, welke een’ geheel
of ‘gedeeltelijk welslagen eener dergelijice conferentie
mogelijk maken, zijn vervuld.

Deze voorwaarden zouden ‘hierin moeten bestaan,
‘dat niet ‘de Regeeringen èn reedersorganisaties der
voornaamste zeevarende landen althans in ‘beginsel
omtrent enkele ‘der meest essentiëele punten overeen-
stemming is bereikt. Een ui’tnoodi’gin’g tot bijwoning zonder ‘meer, ‘d.w.z. zonder dat omtrent enkele vitale
problemen, ‘die ‘dringend om oplossing roepen, vooraf
overleg heeft’ plaats ‘gehad, zou immers geen zin heb-ben. Integendeel, een ‘hernieuwd échec zou de belan-
gen-tegenstelling slechts toespitsen en de kans op een
uiteindelijk accoord voor afzien’haren tijd teniet ‘doen.
De landen, welke wars van Regeerin’gssteun zijn, t.w.
Scandinavië en Nederland, ‘die tezamen,de theer
Sheffer ‘heeft •hierop in zijn lezenswaardige beschou-
wing reeds ‘gewezer, 14.3 pCt. van ‘cle werel’dvloot
vertegenwoordigen, ‘zullen elk eerlijk en doelbewust
streven naar iiternationale samenwerking, ‘gaarne krachtigen steun verleeuen. De Bal’tic & Interna-
tional Maritime Conference heeft trouwens reeds ver-scheidene maanden geleden in een aan ‘dui’delijlcheid
niets te wenschen latende resolutie, de invoering van
een opleg- en/of sloopprogram bepleit, pleidooi, dat
ook in bepaalde Engelsche kringen – wij denken hier-
bij aan Lord Essen’don, wel de meest representatieve
en ‘gezaghebbende figuur op scheepvaartgehied, –
uitgesproken sympathie ontmoet.
Men zal o.i. ‘goed doen als eerste punt op het pro-

gramma te plaatsen, laatstgenoemd rationalisatieplan. immers mag recieljkerwijze worden aangenomen, dat
een schema, hetwelk voorziet in betere aanpassing
van vraag en aanbod met als natuurlijk gevolg herstel van ‘het vrachtenpeil, voor allen dus ook voor ‘de lan-
den, ‘die haar scheepvaart subsidieeren, ‘aannemelijk
is.. Zoekt men allereerst naar punten van gemeen-
schappelijk belang en tracht men te dien aanzien een
oplossing te vinden, dan is er tenminste een spheer
van ,,mutual ‘goodwill” geschapen, ‘die ‘het ‘gemakke-
lijker zal maken ook het zooveel neteliger vraagstuk
der subsidies onder het oog te zien.
Zon’der het subsidie-euvel en ‘de ontwrichtende wer-
king van ‘dit voor de internationale scheepvaart per-
nicieuze stelsel ook maar in ihet minst te onderschat-
ten, meenen wij niettemin te mogen stellen, dat ‘het
tot standikomen eener internationale opleg- en sloop-
regeling een zéér ‘belangrijke schrede zou be’teekenen
op ‘den weg. naar saneerin’g van het wereld-scheep-
1)
Zie
E.-S.B. No. 967, 11 Ju1i ji.

734

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 Augustus 1934

vaartbedrijf. Maar al te zeer is men geneigd – en dit
geldt met name voor Engeland –
alle
misère der
achterliggende jaren,
alle
moeilijkheden, waaraan •de
scheepvaart het hoofd moet bieden en naarmate de
crisis langer duurt wordt de misère grooter en nemen
de moeilijkheden toe, voornamelijk zooal niet uitslui-

tend toe te schrijven aan •de subsidie-politiek der
,,foreigners”. Men verliest hierbij echter uit het oog, dat de subsidies er weliswaar toe bijdragen de moei-
lijkheden te vergrooten, maar dat de hoofdoorzaak der
huidige malaise in, de scheepvaart is gelegen in den
zoo belangrijk ingekrompen vere1’d’hande1 en het zoo-
veel grooter geworden vervoersapparaat!
Het vinden van een oplossing voor het subsidie-
probleem zal niet gemakkelijk zijn. Het verleenen van
scheepvaartsubsidies op zichzelf is geen na-oorlogsche
trouvaille. Wel is na ‘den oorlog ‘de juistheid beves-tigd van het Fransche spreekwoord: ,,L’appétit vient en mangeant.” Ondersitaand vergelijkend overzicht, dat wij hebben ontleend aan het maand-bulletin van
Svenska Handelsbanken is in dit opzicht even lee’–
zaam als interessant:

1913

Engeland

1933
£ 480.000
subsidies
310.000
vergoeding voor mailvervoer

£
350.000
150.000 vergoeding van
de Admiraity

£ 940.000

Ver. Staten
$1.100.000 vergoeding voor
mailvervoer.

$
23.100.000

Japan
Yen
11.5
millioen.

Yen
12.3
miliioen. (directe sub-
sidies) In
1932
werd door de Re-
geen ng bovendien een bedragvan
11
millioen yen gevoteerci in ver-
band met het drie-jaren-plan het-
welk het sloopen van
400.000
tons
en den bouw van
200.000
tons
scheepsruimte omvat.

Duitschiand
Rmk.
7.1
miii. vergoeding Rmk.
20 miii.
Bovendien werd voor mailvervoer. een leenimig van Rmk.
12
miii.
voor het sloopen van schepen
verstrekt.

Frankrijk
Frs.
51.2
miii.
mci.
vergoe- Frs.
353.7 millioen.
1)
ding voor mail.
subsidies.

Italië
Lire
19.2
miilioen.

Lire
263.2
miiiioen.
1)
1)
Rekening dient te worden gehouden met de depreciatie
van de Fransche franc en de Lire.

Zooals uit bovenstaand vergelijkend overzich t blijkt
zijn vergeleken met 1913, niet uitzondering van En-
geland, ten aanzien van welk land het feitelijk on-juist is van subsidies te spreken, ‘daar het totaal in
1933 aan de scheepvaart uit ‘s lands schatkist uitbe-
taald bedrag slechts een redelijke vergoeding voor
mailvervoer vertegenwoordigt, de subsidies, welke de
betrokken landen aan hun nationale scheepvaait ver-
leenen, zéér aanzienlijk, in Amerika zelfs buiten ver-
houding tot de geleverde ‘praestaties, gestegen. Be-
grijpelijk is het, dat juist tegen een ‘dergelijke poli-
tiek, die iedere faire concurrentie bij voorbaat onmo-
gelijk maakt, in Engeland een steeds groeiend ver-
zet is ontstaan. Of represailles, want hierop zou in
wezen een door En’geland aan
zijn
trampvaart te ver-
leenen subsidie van £ 2 millioen voor twaalf maanden
neerkomen,
het
correctief is, moet echter op goede
gronden worden betwijfeld. Langs dezen weg zal men
de andere landen, die elk voor zich op verschillende
gronden het subsidieeren hunner nationale scheep-
vaart trachten te rechtvaardi’gen, er nimmer toe krij-gEn hun polit ca te wijzigen. Veeleer moet gevreesd
worder. dit een su’bsi’dieering door de Engelsche Re-geering van .1e Engelsche vracl:tvaartreederijen, niet

slechts andere Regeeringen, die tot ‘dusver iedere sub-
sidie aan de scheepvaart als ondoelmatig van de han’d
hebben gewezen, zal nopen uit zelfverdediging haar
houding te herzien, maar bovendien de ,,subsi’dielan-
den” bij uitnemendheid zal prikkelen de thans reeds
bestaande subsidies nog verder te verhoogen. Een
soort van wedloop in subsidies derhalve, die het be-
drijf volkomen sial ontwrichten. Bovendien is Enge-
land zelf kwetsbaarder dan men althans in scheep-
vaartkringen, waar men maar al te gaarne schermt
met herleving der Acte van Navi’gatie et tutti quan.ti,
wil erkennen. Engelsche schepen vervoeren naar
schatting 90 pCt. ‘der lading tussohen •de verschillen-

de landen, welke deel van het Britsch Imperium uit-
maken, 60 pCt. der la.ding tusschen het Britsch Im-
perium en andere landen en circa 20 pCt. der lading
tusschen vreemde ‘landen!
Men mag aannemen, ‘dat •de Engelsche Regeering
zich van, alle bezwaren, welke ‘het subsidieeren van
een •deel ‘der Engelsche handeisvloo’t ontmoet, terdege
rekenschap geeft. Dit blijkt trouwens voldoende uit
de ontwijkende antwoorden, die zij maandenlang aan
al te ijverige leden van het Lagerhuis heeft gegeven
en uit de in zeer voorzichtige ‘bewoordingen gestelde
,,toezegging”, •die zij tenslotte aan ‘de vrachtvaartree-
derijen heeft ‘gedaan.
Intusschen
blijkt
uit het voorgaande, hoe moeilijk

het is voor het subsidie-probleem een oplossing te vin-
‘den, ‘die allen zal ‘bevredi’gen. Onmogelijk lijkt het niet, mits slechts hij allen de wensch levendig is om
met waardeering van elkanders stan’dpunt 66k
dit

neteli’g vraa’gstuk in een sfeer van wederzijdsch begrij-
pen te bezien en in studie te nemen. Nuttig voorbe-
reidend werk kan door de reedersorganisaties in de
verschillende landen worden verricht. Men dient er-
naar te streven als het ware in klein comité een hasj’s
te vinden, waarop straks ter eveutueele conferentie
kan worden voortgehouw’d. Komt men onvoorberei’d
dan wel, zonder de meeningen omtrent een evt.
internationale regeling ten aanzien van bepaalde mo-
gelijkhe’den behoorlijk te hebben gesondeerd, opnieuw
in pleno bij elkander, dan zijn de kansen op welslagen
gering. En, indien het waarlijk eerlan’g tot een con-
ferentie komt, ‘dan is dit wellicht -de laatste gelegen-
hei’d, ‘die voorshands geboden wordt om langs ‘den
weg van gemeen overleg tot een internationale rege-
ling, tot internationale samenwerking bovenal, te
komen!
C. VERMEY.
TOERISME EN PRIJSNIVEAU.

Het hotel- en verkeerswezen in Nederland onder-
vindt reeds eenige jaren ‘de gevolgen van ‘de ernstige
wereldcrisis. En wel in tweeërlei opzicht. In de eerste
plaats wordt ons land ‘door ‘de buitenlanders ‘gemeden,
maar bovendien schijnt het aantal Nederlanders, dat
naar het buitenland gaat, ‘ondanks ‘de verhooging van
•de kosten van een paspoort, niet af te nemen in die
mate, zooals men zou verwachten.
Beide verschijnselen – het eerste natuurlijk in
sterkere mate dan het tweede – zijn hoofdzakelijk
het ‘gevolg van het hoo’ge prijspeil ‘hier te lande. De
vraag op toeristisch gebied is zeer elastisch. Goed-
kooper reizen ‘doet het aantal reislustigen hij dezelfde
inkomensverhoudingen sterk toenemen. Nu echter in
de laatste jaren ‘de koopkracht van een ‘groot deel
van de werel’dbevolking is afgenomen, ‘oefent het hoo-

‘ge
prijspeil
in enkele landen al een bijzonder ongun-
stigen invloed uit op het hotel- en verkeerswezen.
Hoewel de statistieken op het gebied van het toeris-
me over het algemeen zeer gebrekkig zijn, kunnen
wij toch aan ‘de hand van de Oostenrijksche en Zwit-sersche statistieken op enkele verschuivingen wijzen,
die
het
bovenstaande in vele opzichten ‘bevestigen.
Dat wij ‘daarvoor Oostenrijk en Zwitserland kiezen,
heeft verschillende redenen. In de eerste plaats ‘be-
schikken deze landen over vrij volledige statistieken.

15
Augustus
1934

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

735

Voorts zijn zij toeristenlanden bij uitstek, zoodat daar
de invloed van de crisis zeer duidelijk is waar te
nemen. Terwijl echter in Oostenrijk •door de omstan-
digheden •de •hotelprijzen zeer laag zijn, kan dit voor
Zwitserland niet gezegd worden. Verder heeft
Oos-
tenrijk •de laatste jaren een veel krachtiger propagan-
da gevoerd dan vroeger, hetgeen met Zwitserland niet
het ‘geval is.
Alvorens hierop nader in te gaan, willen wij er nog
op wijzen, dat ons land in ‘het Zwitsersche toerisme
een zeer bijzondere plaats inneemt. Er is geen enkel
land ter wereld, wiens inwoners – per hoofd van de
bevolking berekend – in die mate Zwitserland be-
zoeken als die van Nederland. Dit moge uit de vol-
gende tabel blijken.

Aantal toeristen in Zwitserland in verhoudig tot de bevol-
king van het betreffende land.

L a n d e n

Izomer

’32IZomer ’33

_loo


loo
Nederland

……………………9.0

10.4
Duitschiand ………………….

.3.0

4.2

Engeland …………………….1.1

3.1
België

………………………3.7

3.4

Frankrijk …………………….3.5

3.3
Oostenrijk…………………….3.3

Hongarije …………………….0.5

2.1

Tsjecho Slowakije ……………..0.5

J

Italië ………………………..1.1

1.3
Scandinavië ………………….

0
..4

1.2

Amerika …………………….0.3

0.4

Het Nederlandsche toerisme in Zwitserland staat
dus in relatieven 2in aan de spits. Het behoeft dan ook niet te verwonderen, dat ‘door de Zwitsersche
hotels in Nederlandsche dagbladen en periodieken
steeds een intensieve reclame is gemaakt. Immers, in
geen enkel land ter wereld was -het terrein voor een
‘dergelijke propa’ganda zoo vruchtbaar als in Neder-
land.

In de laatste jaren is de Zwitsersche hotelindustrie
in ‘groote moeilijkheden ‘gekomen. De vermindering
van ‘de koopkracht in de wereld, de depreciatie van ver-
schillen-de valuta’s heeft tot een sterk verminderd toe-
risme ‘gelei’d en vooral Zwitserland is hierdoor, on-
clanks een verlaging van ‘de hotelprjzen, zwaar ge-
troffen.

Overzicht van de aankomsten van toeristen in Zwitsersche
hotels.
1)

1930
1931
1932
t.o.v. 1931

0
/0
944.573 934.877
965.864
+

3.3
510.081
322.115
208.776

35.2
Frankrijk …………
149.846
157.214 157.704
+

0.3
174.939 110.945
75.394

32.0

Zwitserland …………

73.618 57.730
49.835

13.7
189.409 167.338
53.500

68.0

Amerika

…………..

Italië …………….
62.614
60.097
49.905

16.9

Duitschiand …………
..

30.103 25.787 28.065
±

8.8

)
46.451 26.642

42.6 73.905 8.709 5.374

38.3

België

…………….
Oostenrijk

………..

Tsjecho Slowakije


J
13.340
7.520

56.4

Nederland

…………
Engeland

…………..

Hongarije …………..

20.505
16.569 10.335

37.6
Spanje en Portugal. ..
13.095

..

9.839 7.739

21.3
Balkanlanden ……….

19.601
19.406
6.566

66.2

k

13.527

9.226
5.834

36.8
Scandinavië …………

2.732
1.852

32.2
Polen………………
Rusland

…………….
21.873 20.998
15.347

26.9
Diversen

…………..

Totaal ……..
.2297.689
1983.373
1676.252

15.5

1932
is •dus al een zeer ongunstig jaar geweest.
In het afgeloopen jaar schijnt een ‘geringe verbete-
ring te zijn ingetreden, indien men althans af-gaat
op de ‘gegevens van het winterseizoen, die wij :hi
er

onder laten volgen.
1)

1.)
Dit zijn niet alle hotels. De hotels in Bazel zijn bijv.
hierin niet betrokken, daar deze stad eerst vanaf 1931 een statistiek naar de nationaditeiten bewerkt.
2)
De eerste drie tabellen zijn ontleend aan de ‘publica-
tie, van de ,,Sch-weizerische Verkehrszentrale”.

Vreemdelingenverkeer in den winter.

1930131
1931132
193233

>
Aankonisten uit
a
5
E
o

Zwitserland ……..
51 409 35.3
58.165
52.2
60.130
47.8
+

3.4 37.768
25.9
18.271
16.5
24.486
19.4
+
34.0
25.448
17.5
7.104
6.4
13.018
10.3
+
83.2
8.022
5.5
8.329 7.2
8.383
6.6
+

0.6
6.330
4.3
4.850
4.4
5.168
4.1
+

6.5
2.3241
1.526
1.4
1.418
1.1

7.1
487
>28
343
0.3
295
0.2
– 1
4.
0
Tsjecho Slowakije.
1.220)
1.125
1.0
699
0.5

37.9 3.908
2.7
2.993 2.7 2.424
1.9

19.0

Duitschland ………

3.138

..

2.1
3.241
2.9
5.105
4.1
+
57.5

Engeland …………
Frankrijk …………

België en Luxemb
1
813
1.2
2.244
2.3
2.451 1.9
+

0.9

Nederland ………..
Oostenrijk ………..

Balkan!anden
978
0.7
807
0.7
620
0.4

23.2

Hongarije

………..

Scandinavië
707
0.5
386
0.4
380
0.3

1.5

Amerika …………
Italië

…………….

Spanje en Portugal

636
0.4
490
0.4
361
0.2

26.3
311

262
0.2
307
0.2
+

17.2
Rusland…… ……
152
5
142 0.1
107
0.8

24.6
Polen

……………

Overige landen
1.118
..
0.8
1.046
0.9
300
0.2

71.3


145.769
100.0
111.324 100.0
125.652
100.0
+

12.9
– Plaat-st men hiernaast de Oostenrijksche statistie-
ken, dan stuit men op -de
moeilijkheid,
dat een zui-
vere – vergelijking niet mogelijk is. De Oostenrijksche
statistiek vermeldt namelijk het aantal
logeernach-
ten
•de Zwitsersche statistiek het aantal
aankomen-
de gasten.
1) Het eerste geeft natuurlijk een veel nauw-
keuri-ger ‘beeld van ‘den werkelijken toestand. Immers
het is te verwachten, dat het gemiddelde verblijf van
toeristen -in een depressie korter is dan in normale
tijden.
2)

De ontwikkeling van ‘het vreemdelingenverkeer in
Oostenrijk blijkt uit de volgen-de tabel. ‘)

Aantal logeernachten (in duizenden) van 1 Nov. tot 31 October

Herkonisten


-.
1930
1
31
1931/32
1932/33

Stijging of
daling in
proc. in
1932133 t.o.v.
1931/32

0/
11.222 11.073
10.331
f0

6,7
3.643
3.938 1.538
-60,9
Duitschland

…………..
Zwitserl. en Liechtenstein
163
176
172
-. 2,2
Italië

……………..-
259
296
233
-21,8
Joego.Slavië

………..’
428 263
222

15,6
1.200
713
783
+

9,9
380 254 236

7,1
1.578
1.676
1.531

8,6

Oostenrijk

…………….

514
-432
344
-20,4
116
59
72
+
22,0
96 92
133
+
44,6

Hongarije

…………….

België en Luxemburg
19
26
23

11,5

Roemenië

…………….


249
179
228
+
27,4

Tsjecho-Slowakije ……….
Polen

………………..

1′
ederland …………….

Frankrijk en Monaco
.
92
103 139
+
35,0

Scandinavië

…………..

Engeland

…………….

Ver. Staten en Canada
287
302
277

8,3
338 298 257
-13,8
Diversen ………………

‘i’otaal ……………..-.
20.584
19.880
16.5,18

16,9
Totaal Buitenland zonder
Duitschland

………..
5.719
4.869 4.649

4,5

Het touristenverkeer in Oostenrijk heeft ook een
zeer gevoelige achteruitgang getoond. Dit is echter
voor een -belangrijk -deel toe te schrijven aan de -ge-
weldige daling van het -aantal Duitsc’he -gasten. Ten-
-gevolge van de stren-ge bepalingen, -die vanaf 1 Juni
1933 in het verkeer tusschen Duitschlan-d en Oosten-rijk gelden, is -de Oostenrjksche hotelind’ustrie zwaar
getroffen.
4)
Oostenrijk dreef nog meer dan Zwitser-
land op -touristisch gebied op Duitschiand.
In-dien men de ontwikkeling van het touristenver-

) Wel i-s voor een groot aauta-1 Zwitsersche plaatsen -het
aantal logeernachten bekend, maar een volledige statistiek
wordt niet gepubliceerd.
2)
Dit blijkt ook uit de mededeeiiiigeu van de ,,Schweize-
-rische Verkehrszentrale”. In 1932 daalde namelijk het aan-
tal -aan-komende gasten vergeleken -met 1931 met 13.6 pCt.,
het aantal logeeo-nachten echter met 25.1 pCt.
– 3)
Ontleend aan de ‘publicatie van

het ,,Bundesanrt fër
Statisti-k” te Weenen.

4)
Dit zal nog duidelijker uit de -statistiek over 1933/’34
blijken, daar de maatregel, dat elke Duitscher, die naar
Oostenrijk gaat, R.M. 1000 moet deponeeren, eerst 1 Juni

1933 is ingevoerd, zoodat de bovenstaande statistiek slechts
de gevolgen over vijf maanden toont. –

736

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15
Augustus 1934

keer van buitenlanders in Oostenrijk in de laatste
jaren beschouwt, zonder het verkeer van de Duit-
schers
dan krijgt men, voor zooverre de statistieken
een vergelijking toelaten, den indruk, dat het touris-
me in Oostenrijk niet zoo sterk onder de crisis ge-
leden zou hebben als in Zwitserland, indien zich geen
politieke invloeden hadden doen gelden.
Opmerkelijk is, dat de verbetering van het touris-
tenverkeer in Zwitserland in den winter van 1932f’33
vergeleken met den daaraan voorafgaanden winter
geheel is toe te schrijven aan de touristen uit
alle

landen van het goudbiok, uit Duitschiand en Enge-
land. Laten wij Engeland buiten beschouwing ), dan
hebben ‘dus alleen die landen, welken den gouden
standaard voeren, de crisis in het Zwirtsersche tou-
risteiïverkeer iets verzacht
2)
Het relatief geringe
verschil in prijsniveau tussehen deze landen is hier-
van de oorzaak. Dit blijkt zeer
duidelijk
uit de uit-
zou.derlijke positie van Frankrijk in het Zwitsersche
tourisme. Dit is het eenige land, waaruit in 1932
meer toeristen naar Zwitserland gingen ‘dan in 1930.

Doch niet alleen in Zwitserland, ook in Oostenrijk
is het touris’tenverkeer van Franschen in de laatste
jaren, met uitzondering van dat van Nederlanders,
meer vooruitgegaan d’an van één enkel ander land.
Helaas beschikken wij niet over andere statistieken.
Want waarschijnlijk zal het verschijnsel van een toe-
nemende huitenlandsche reislust van Franschen zich
ook in het touristenverkeer met enkele andere ‘landen
(hijv. met Engeland) weerspiegelen. Indien dit ver-
schijnsel dus algemeen is, dan zien wij op dit gebied
een opmerkelijke overeenkomst tusschen Frankrijk en
Nederland.

In beide landen ondervindt de hotelindustrie de
nadeelige ‘gevolgen van het geringe bezoek van bui-
tenlanders en klaagt men er over, •dat zooveel inwo-
ners een reis naar het buitenland prefereeren ‘hoven
een reis in eigen land. Waar ligt echter de oorzaak?
Deze ligt voor een belangrijk deel in ‘het ho’oge prijs-
ni eau in beide landen ten opzichte van ‘dat van vele
andere landen. Typeerend voor beide landen is ook
het z.g. spaarderselement, hetgeen ibeteekent, dat ver-
schillende categorieën van personen een slechts wei-
nig gedaald reëel inkomen genieten – hetzelfde geldt
voor verschillende andere groepen —, waarmede men
in het ‘buitenland veel meer kan doen dan in eigen
laad.
8)

Vandaar o.a de trek van vele Nederlanders naar goedkoope landen, hetgeen hijv. zeer ‘duidelijk te
zien is uit het toenemende bezoek van Nederlanders
aan Oostenrijk
4
). Dit land heeft zeer goed ibeseft,
welke mogelijkheden in Nederland voor het aantrek-
ken van toeristen lagen. Want behalve de lage prij-
zen, is het toenemende bezoek van Nederlanders aan
Oostenrijk ook te verklaren uit ‘de propaganda, die
hier gevoerd is. Daarnaast heeft ook het goed geor-

Het toui’istenverkeer van Engelschen in Zwitserland
was na de depreciatie van hat Pond catastrophaal gedaald
(met 30 pCt.!), mede als ean gevolg van de propaganda
om de vaca’ntie in eigen laad door ‘te brengen, een Propa-
ganda, die inderdaad ee]i succes is geworden. Daarom is
de stijging van het aantal Engelsche toenisten in Zwitser-
land in den winter van
1.932/’33
als een verbetering op
een al te sterke reactie te beschouwen. Vergeleken met
1930/’31
is de achteruitgang nog buitengewoon aanzienlijk.
De statistieken over het afgeloopen jaar en die ovel
1934
zullen wellicht een verbetering van het IDuitsche tou’
i’isme in Zwitserland toonen, Daar dit gedeeltelijk een ge-volg is van politieke factoren, kunnen deze gegevens voor
de beschouwing van dit vraagstuk niet in aanmerking
komen.
8) In de periode, waarover de statistieken loopen, wa
de kapitaalrente in beide landen nog slechts weinig ge-
daald.
4)
Naast Franschen en Nederlander’s, is in
1932f’33
ver-
geleken met
1931/’32
ook het aantal Hongaren en Scandi-
nav.iërs toegenomen. Men vcrgelijke verder het stabiele
touristenverkeer van Zwitsers in Oostenrijk, met het sterk
gedaalde aantal Oostenrijkers, dat Zwitserland bezoekt

ganiseerde onderwijs in skiën ‘het bezoek aan de win-
tersportpiaatsen aangemoedigd, zulks ten nadeele van
Zwitserland, welk land thans ook begonnen is met een
verbetering van •de organisatie van dit onderwijs.

Uit de bovenstaande gegevens valt ook voor ons and leering te trekken. Het is namelijk niet geheel
gerechtvaardigd, de Nederlandsche hotelindustrie er
een verwijt van te maken, dat zij niet in meerdere
mate de buitenlanders aantrekt en de Nederlanders
ertoe aanspoort de vacantiie in eigen land door te
‘brengen. Er zijn op het oogenblik factoren, die buiten
haar macht liggen en die een groo’ten invloed op het
toerisme hebben.
1)
Zoolang het prijsniveau in Neder-
land zoo hoog blijft, behoeft men zich geen groote
illusies te maken voor een geweldig uitbreidend tou-
ristenverkeer.

Daarom is het ‘toe te juichen, dat de Nederiandsehe
Reisvereeniging het initiatief •heeft genomen tot het
organiseeren van een Nederlandsche Reisweek, die
van 20-27 Augustus zal worden gehouden. Want een
eeni’gszins aanzienlijke verlaging van reis- en ver-
blijfkosten in ons land zal het tourisme zonder twij-
fel kunnen aanmoedigen.
Hiermede willen wij niet zeggen, dat het hooge
prijsniveau hier te lande de eenige ‘oorzaak is van den
ongunstigen toestand in onze hotelindustrie. Degene,
die op d’it ge’bied geen vreemdeling is, weet zeer goed,
‘dat er nog veel voor verbetering vatbaar is.
2)
Twee
punten vragen echter nog speciale aandacht.
Allereerst rijst de vraag, of wij in het ‘buitenland
niet meer reclame zouden kunnen maken voor een of
anderen Hollandschen tak voor sport (bijv. watersport)
of voor een Hollandsche specialiteit, •die buitenlan-
ders zouden kunnen aanlokken, zooals de Rijn in
Duitschland, ‘de bergen in Zwitserland en de winter-
sport ons tot een ‘bezoek verleiden. Doch belangrijker
is nog de reclame voor ons land op zichzelf be-
schouwd. Ook in dit opzicht kunnen wij van het bui-tenland leeren.
Tjj
weten niet, in hoeverre in het
buitenland op groote schaal door verschillende in-stanties in Nederland collectief reclame wordt ge-
maakt en ‘zouden daarom op een speciaal geval de aan-
dacht willen vesti’gen.

Doeltreffende reclame is onder de huidige omstan-
digheden slechts daar te maken, waar het p:rijsniveau
hooger of ongeveer gelijk is aan dat van ons land. De
mogelijkheden hiervoor zijn thans zeer beperkt. Feite-
lijk komen slechts twee landen in aanmerking, nl.
Frankrijk en Zwitserland. En voor zooverre wij kun-
nen ‘beoordeelen, biedt Frankrijk nog de beste kan-
sen. De bovenstaande statistieken leiden ook tot een
dergelijke conclusie.
Wij beseffen zeer goed, dat de ho’telindustrie en
het verkeerswezen ‘hier te lande moeilijk het ‘geld voor
een ‘dergelijke collectieve reclame kunnen bijeenbren-
gen. Ligt het echter niet op den weg van de Regee-
ring hi’er de ‘behulpzame hand te bieden? De regee-
ringsmaatregelen hebben er immers mede

toe geleid,
dat de Nederlanders, die zich dat veroorloven kunnen,
naar goedkoope streken in het ‘buitenland gaan en dat
vele ‘buitenlanders ons land mijden. Een dergelijke
steun past boven’dien geheel in de regeeringspolitiek,
omdat vele andere industrieën reeds compensatie krij-
gen voor den prijsverhoogen’den invloed van ‘den land-
bouwsteun.
3)
Een gedeelte van het ‘bedrag, dat voor
propaganda benoodigd is, zou dan, ook, ‘indien zulks
mogelijk is, uit het Landbouwcrisisfonds genomen
kunnen worden. v. d. V.

Wij denken hierbij ook aan de Du’i’tsche deviezenmaat
regelen, die de hotelindustrie in Nederland veel ernstiger
treffen dan ‘die in Zwitserland.
‘In de rubriek Toerisme van de ,,Haagsche Post” is
zeer terecht aan dit vraagstuk herhaaldelijk aandacht be-
steed,
Om misverstand ‘te vooi’koinen, wijzen wij er nog
op, dat het hooge l-iis’nh’e

in Nederland niet alleen aan
den Landbouwsteun is ‘toe te schrijven.

15 Augustus 1934

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

737

DE WERELDHANDEL IN 1933.

Het afgeloopen jaar is, wat de internationale han-
dels’beweging betreft, in zooverre van heteekenis ge-
weest, dat volgens de voorloopige gegevens in de
jongste pulblicatie van den Vol’keuhond
t),
de daling

in het volurnen van den wereld.handel tot staan is
gekomen. Daarentegen is de waarde van den wereld-
handel nog met ongeveer 11 pCt. afgenomen, waar-
door zij thans 65 pOt. lager is dan in 1929. Het vol-
gende staatje laat dit •dui’delijk zien.

Werelclhandcl.
Waarde in ruillioen goud $ :
1929 1930 1931

1932 1933
Invoer ………….
35.601 29.087 20.818 13.996 12.485
Uitvoer …………
33.040
26.495
18.908 12.902 11.694

Totaal ………..
68.641 55.582 39.726 26.898 24.179
indexeij Iers v. cl. waarde

Invoer ………….
100

81.7

58.5

39.3

35.1

Uitvoer ………….
100

80.2

57.2

39.0

35.4

Totaal …………
100

81.0

57.9

39.2

35.2
Beweging van prijzen en
volumeii (totaal van
k-
en uitvoer)

Prijzen (iii goud)

100

87

67.5

53

47
Prij’zei.i (in £ Sterling)

100

87

72

74

69

‘oluuien …………
100

93

86

74

75

De totale waarde van den wereldhandel in 1933
bedraagt dus iets meer dan 35 püt. van die in 1929.
Deze catastrophale daling is voornamelijk een gevolg
van cle •groote prijsdaling (met 53 pOt.), in mindere
mate van de vermindering van het volumen van den
wereldha’nclei (met 25 pOt.). Vergelijkt men de prijs-
daLing in goud met die in Pond Sterling sedert 1931,
dan is er voor het laatste een veel grootere stabiliteit
op te merken. In elk ‘geval is liet verheugend, dat het
tempo van prijsdaling i.n 1933 is verminderd.
De ontwrikkeiing van de prijzen is in 1933 echter
niet uniform ‘geweest. De prijzen van fahricateu zijn
namelijk in 1933 t.o.v. 1932 sterker gedaald (met
12 â 13 pOt.) •dan clie van grondstoffen (8 á 9 pOt.)
en die van voedingsmiddelen (11 i 12 pOt.).

Jndexcijfers van prijzen (in goud) van enkele groepen
van producteit.
Voecl i ngsmicl.delen Grond- en ‘huipstoffen Fabricaten
1929 . .

100

100

100
1932 . .

51.5

45.5

64
1933 . .

45.5

41.5

56

De veibetering in de prijsverhoudiiigen tusschen
fabricaten eenerzijds en voedingsmi ciclelen en grond-
stoffen anderzijds, is een belangrijk syrnptoom voor
een veibetering van de internationale conjunctuur.
Voor zooverre wij kunnen nagaan, heeft ‘deze verbete-
ring zich ook in de eerste helft van 1934 voortgezet.
Het is echter niet zeker of deze gunstige ontwikke-
ling zal aanhouden in vehand met de prijsdaling
van grondstoffen, als gevolg van de maatregelen in
Duitschland en de dalende conjunctuur in de Ver-
eenigde Staten en Engeland. Daar staat echter weder
tegenover, dat de graanprijzen zich de laatste weken
sterk in opwaartsche richting bewegen.
Het is mogelijk, dat de droogte in verschillende
land’bouwge’bieden ook een verandering in den inter-
nationalen handel van granen zal teweeghreugen. In
1933 is het volumen van voedingsmiddelen in den ‘in-
ternationalen handel t.o.v. 1932 gedaald met 8 pOt., dat van ‘grondstoffen is, in veiband met de conjunc-
tuurverhetering in verschillende industrielanden,
daarentegen gestegen met 8 pCt.
De daling van de internationale •handelsbeweging
van voedingsmiddelen, is voor een belangrijk deel het
gevolg van de afsluitingsp’olitiek van de invoerlanden.
De sprekendste voorbeelden hiervan zijn tarwe en suiker. In welke mate de uitvoer van ‘het eerstge-
noemde product onder de maatregelen tot bescher-
lning ‘van den Landbouw lijdt, moge uit het vol-
gende blij’ken.

‘) Aperu Gdnéral ‘du Contmerce Mondial
1933.
(Société
des Nations-Genève
1934).
Netto-invoer van tarwe in duizend tonnen.

Gemiddelde
1924-1928
1932
1933
Duitsehlanci
1.999
537
58
Frankrijk
1.247 1.350
188
Italië

………..
2.241 885
325
Polen

………..
174

68
1
)

19
1)

Zweden
226
171
53
Tsjeclio-Slowakije
576
358
294

“)

Netto-uitvoer.

In al deze landlen is de productie van tarwe in de
laatste jaren, evenals trouwens in ons land, sterk
uitgelbreid. Het is van belang er op te wijzen, dat het
vraagstuk van den tarwe-uitvoer gradueel ‘verschilt
van dat van den ‘boteruitvoer. Want hoewel ons land
sterk getroffen is door de boterpolitiek van Duitsch-
land, is de verelduitvoer van boter, in tegenstelling
met dien van tarwe, gestegen, indien men althans het
jaar 1931 buiten beschouwing laat.

Het vraagstuk van den invloed van monetaire maat-
regelen op de internationale handelsbeweging wordt
in de pu’blicatie van den
Volkenbond eveneens ‘bespro-
ken. Hoewel de Volken’bond dit onderzoek tot enkele
groote lijnen heeft ‘beperkt, wordt toch een nieuw
licht op dit probleem geworpen. Het ‘blijkt dan, dat
de gezamenlijke uitvoer van de goudlanden’) in pro-
centen van den wereid’handel gestegen is van 35 pOt.
in den herfst van 1929 tot bijna 45 pOt. in September
en October 1931, maar daarop gedaald is tot 38 5.
40 pOt. De uitvoer van de ,,bterling-groe.p”
2)
toont
een tegenovergestelde beweging; hij daalt van ongeveer
30 pOt. in het 3de kwartaal van 1929 tot een mini-
mum van 26 pOt. in Octelber 1931 en stijgt daarna
tot ongeveer 32 pOt.

Dit verschijnsel wijst, aldus genoemde publicatie,
niet op ee.n nieuwe wanverhouding in de internatio-
nale handelsbeweging sedert 1931, maar veeleer op
een verbetering van een wanverhouding, die in de
eerste jaren van de crisis heeft bestaan. Een vroeger
onderzoek van den Volken’bon•d heeft namelijk vast-
gésteld, dat in 1931 en het ‘begin van 1932 de ver-
houding tusschen de prijzen van onbewerkte produc-
têu en falricaten, die zich gedurende eenïge jaren ten gunste van de laatsten hadden bewogen, min of meer
tdt staan was gekomen, hoewel de prijzen van beide
groepen nog bleven dalen. Aan de ongunstige ontjwik-
keling van den internationalen ruilvoet van de landen,
die voornamelijk grondstoffen en voedingsmiddelen

uitvoeren, was hiermede een eind gekomen. Het is
aan geen twijfel onderhevig, dat •de depreciatie van
het Pond tot dit resultaat heeft bijgedragen, daar zij
de gou’dprjzen van de uit Engeland geëxporteerde
fabricaten verlaagde.
1
De landen, die bij het begin van de crisis, hun
töevlucht hadden genomen tot depreciatie, waren
alle producenten van voedingsmiddelen en ‘grond-
stoffen en de depreciatie van het Pond hangt zeker
samen niet het feit, dat de Engelsche exportindustrie afhankelijk was van afzet in die landen. Deze depre-
ciatie heeft op haar ‘beurt de valuta’s van een aantal

andere landen, zooals de Scandinavische landen, mee-
gesleept, die wat hun uitvoeren betreft, weer van
Engeland afhankelijk waren. De uitvoer vande Ver.
Staten, die eveneens afhankelijk is van de lan’den, die
voedingsmiddelen en grondstoffen produceeren, is
‘zeer sterk gedaald, zoolang de Dollar op het goudpeil
bleef ‘gehandhaafd.

De goudlan’den – en vooral de’ industrielanden op
‘het Europeesche Oontinent – hangen voor een be-
langrijk deel van hun on’derlingen ruil af. In ‘het
algemeen is dus een verdeelin’g van ‘goudlanden en niet-goudlanden, een verdeeling in ‘landen naar hun

‘) Duitschland, Frankrijk, Nederland, België, Italië,
Tsj.-Slowakije en Zwitserland.
2)
Ene1and, Canada, Indië, ‘Australië, Denemarken,
Zweden, Malakka, Ierland, Noorwegen, Nieuw-Zeeland,
Egypte, FInland, Ceylon, Portugal en Paleatina.

738

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 Augustus 1934

onderlinge afhankelijkheid op het gebied van den
uitvoer.

Deze conclusie wordt bevestigd door een studie
over de recente veranderingen, die hebben plaats ge-
vonden in de geografische verdeeling van den handel
tusschen landen, die tot de genoemde groepen ‘behoo-
ren. De uitbreiding van den uitvoer uit niet-goudian-
den schijnt voornamelijk toe te schrijven te zijn aan
den ruil, die tusschen hen heeft plaats gevonden. Dat
de goudlanden een groot ‘gedeelte van hun uitvoer-
producten aan elkaar verkoopen, is een gevolg van
het feit, dat de concurrentie in de niet-goudianden
moeilijker voor hen is geworden.
Dit verschijnsel wordt bevestigd door de volgende
cijfers, aangevende de waarde van goederen, die vijf
goudlan’den – Duitschland, Frankrijk, Nederland,
België en Zwitserland – van elkaar betrekken in
percenten van den totalen in- en uitvoer, vergeleken
met de overeenkomstige gegevens voor zes nietgoud-
landen (Engeland, Canada, Indië, Australië, Zweden
en Japan).

Invoer

Uitvoer
1931 1932 1933 1931 1932 1933
Handel tusschen
5
goudianden
33.1 31.2 30.3 33.8 36.3 37.6
6
niet-goudl.
25.1 29.7.32.0 30.2 33.9 35.1

Het feit, dat de goudianden aan elkaar een grooter
gedeelte van hun goederen verkoopen, doch dat zij in
mindere mate goederen uit elkaar’s landen importee-
ren, bewijst, dat sedert 1931 de totale invoer zih
beter gehandhaafd heeft dan cle totale uitvoer. Dit
wordt bevestigd door het aandeel (in procenten) van
21 landen (wier valuta-pariteit gelijk of ‘bijna gelijk
was aan die in 1929), in den totalen in- en uitvoêr
van de wereld.
1929

1931

1933
Invoer ………..
32.9

36.0

37.6
Uitivoer ………
31.4

37.4

35.3

AANTEEKENINGEN.

Tussehen twee vuren.

De positie van Nederland in het internationale
handels- en betalingsverkeer is in den laatsten tijd
niet bepaald rooskleurig. Nadat einde Juli de onde-
handelingen met Engeland over het afsluiten van
een handeisverdrag waren mislukt, zijn de moeiljkh-
den over de regeling van het betalingsverkeer mèt
Duitschland, voortvloeiende uit het goederenverkeer,
op het oogenblik buitengewoon groot. De Nederlan1-
sche delegatie, die reeds eenigen tijd in Duitschiand vertoeft, schijnt, op het oogenblik, dat wij dit schrij-ven, nog geen positief resultaat te hebben bereikt.
Hoe de onderhandelingen ook mogen verloopen, zeker
is in eik geval, dat onze exportindustrie, vergelekdn
met den toestand van eenigea tijd geleden, er do6r
benadeeld zal worden.
De mislukking van ‘de onderhandelingen met Eii-
geland heeft gelukkig niet tot een handelspolitieken
oorlog geleid. Dit gevaar heeft onze delegatie kunnen
afwenden. De toestand in de handelsbetrekkingen tus-
schen beide landen is thans zoo, dat zoowel Engeland
als wij vrijheid van handelen ‘hebben. Intusschen heeft
ons land van deze vrijheid reeds gebruik ‘gemaakt
door de invoering van de contingenteering van steen-
kolen, di’e •de Engelsche kolenindustrie niet onaan-
zienlijk treft. Aan den anderen kant is •het te ver-
wachten, dat Engeland eerlang ook weer maatregelen
zal nemen, die onzen Landbouw zullen schaden.
Want hoewel beide partijen zijn overeengekomen,
om elkaar niet opzettelijk te benadeelen, is de agrari-
sche politiek van Engeland niet te vereenigen met de
belangen van onzen export. Op dit punt moest zich
een ‘bijna onoverkomelijke moeilijkheid voordoen. Zoo

1)
Voor een uiteenzetting van de kwestie, waar het kier
om gaat, verwijzen wij naar het artikel van den heer
Klaasse, dat elders in dit nummer is opgenomen.

zijn op het oogen’blik de betrekkingen met onze groot-
ste afnemers, die in 1933 tezamen nog ‘bijna 40 pOt.
van onzen uitvoer (naar de waarde) •betrokken, on-
gunstiger dan zij ooit zijn geweest. Met reden kan
men dan ook de handelspolitieke situatie van Neder-
land typeeren met de woorden, die hierboven als
opschrift zijn gebruikt.

Gevaren van inflatie in de Vereenigde Staten.

De proclamatie, die President Roosevelt aan het
einde van de vorige week heeft uitgevaardigd inzake
den a’ankoop van zilver tegen een prijs van 50 $ cents,
heeft opnieuw het vraagstuk van inflatie in het mid-
delpunt van ‘de belangstelling geplaatst. Wij meenen,
•dat de vrees voor inflatie voorshands ongegrond is.
Indien President Roosevelt tot inflatie wil overgaan,
zijn er wel andere middelen dan een maatregel tot
‘aankoop van zilver. De gevaren van inflatie schui-
len niet in de eerste plaats in de monetaire maat-
regelen, doch veeleer in de credietsituatie.
Volgens recente berekeningen bedraagt de surplus-
reserve in de Vereenigde Staten thans $ 1.7 milliard.
Bij •dit cijfer moet nog worden gevoegd het bedrag
aan opgepotte geldmiddelen ad ‘$ 1.5 milliard en $ 0.6 milliard aan ‘betaalmiddelen, welke de Natiônal Banks
krachtens ‘de wet in omloop mogen brengen. Zoodoen-
de ‘bedraagt de ‘geheele reserve, welke voor crediet-
verleening beschikbaar is, bijna $ 4 milliard.
Volgens een raming van Gouverneur Black van
den Federal Reserve Board kan dit ‘bedrag voor ere-
dietdoeleinden, vertien- of vervijftienvoudigd worden.
Er bestaat derhalve de mogelijkheid van een crediet-
inflatie van 40 tot 60 milliard Dollar. Het is duide-
lijk, dat een bedrag van één of twee millioen Dollar,
‘hetwelk voor zilveraankoopen uitgegeven zou kunnen
worden, daarbij in ‘het niet zinkt.
Prof. Moley, een van de vroegere raadgevers van
President Roosevelt, heeft reeds een half jaar geleden
gewezen op de noodzakelijkheid van een gecentrali-
seerd toezicht op het crediet van de zijde van de
regeering, niet omdat hij meende, ‘dat de regeering
een dergelijke contrôle ‘zou aanwenden om credietin-
flatie te veroorzaken, doch omdat bij een ‘herstel van de conjunctuur het gevaar bestaat, dat de particuliere
contrôle over het crediet, op dezelfde kortzichtige
wijze als in 1928 en 1929, een gevaarlijke ,,’b’oom” zou
veroorzaken.
Volgens Prof. Moley is er slechts één instantie,
‘die een
‘dergelijke
contrôle kan uitoefenen, nl. de
regeering. In de laatste Congresperiode werd reeds
een poging in die richting ondernomen, doch de be-
voegdheden, die het verleende, waren niet duidelijk
en de verantwoordelijkheid, zooals deze thans bestaat, is niet voldoende gecentraliseerd.
Er ‘zijn reeds ‘geruchten geweest, ‘dat in de Ver-eenigde Staten het stelsel van één centrale bankin-
stelling zal worden ingevoerd. Met het oog op de
‘groote credietmogeljkheden en de gevaren, die hier-
mede verbonden zijn, lijkt ‘het waarschijnlijk, dat op
het gebied van het geld-, crediet- en ‘bankwezen nog
verschillende maatregelen te verwachten zijn.

Blijvende expansie van de industrie in Japan.

Het
Mitsubish, Econ.omic Research Bureau
te
Tokyo ‘geeft in zijn ,,Monthly Circular” van Juli 1934
de volgende cijfers, die alle betrekking hebben op de
eerste vijf maanden van het jaar (alle cijfers in dui-
zendtallen).

Uitvoer van Japan in Yen’s.
Uitvoer naar Ned.-Indië naar Nederland

1934 . . 819.784

60.512

10.082

1933 . . 667.184

53.661

5.205
1932 .. 448.000

15 Augustus 1934

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

739

Bij •de beschouwing van deze cijfers dient men er rekening mede te houden, dat de Yen t.o.v. den Gul-
den in de eerste vijf maanden van 1934 t.o.v. dezelfde
periode van 1933 intusschen met ongeveer 10 pOt. is
gedeprecieerd. Niettemin getüigen deze cijfers van
een verdergaande expansie
op
de wereldmarkt; voor-
al de stijging van den uitvoer naar Nederland is zeer
opmerkelijk. Hieronder laten wij nog de uitvoer van
enkele afzonderlijke groepen volgen.

Katoentjes.
1.934 .. 1.043.154
square yards
190.653
yen

1933 . .

856.051

153.166
waarvan naar

Ned.-Indië
1934 . .

189.030
square yards

34.251
yen

1933 . .

151.648

,,

,,

28.429
Tricotages
1934

……….
7.i4

dozijn

18.713

yen
1933

………
6.074
14.704
1932

………
4.356
7.931
Waarvan naar

Ned.-Indië

1934

………
91
dozijn
1.383
yen
1933

………
584

,,’
1.422
1932

………
286
547
Aardewerk
Totaal
naar Ned.-Ind.ië
1934

………
13.807
yen
1.185
yen
1933

………
12.295
1.259
1932

………
6.809


584
IJzer- en staalwaren
Totaal naar Ned.-Indië
1934

………
13.204
yen
1.942
yen
1933

………
8.636
1.132
1932

………
3.912
465
Speelgoed
Totaal
naar Ne.-I’ndiië
1934

………
11.366
yen
633
jen
1933

………
10.092

,;
557
1932

………
4.216
186

Invoer
in Japan.
Totaal

uit Ned.-Indië
1934

………
957.004
yen
26.141
yen
1933

………
879.331
21.631
1932

………
704.900

hout
Totaal
uited.-Indjë
1934

………
15.674
yen
873
yen
1933

………
17602
672
1932

………
15.525
313
Ruwe mb bar
Totaal
uit Ned.-Indië
1934

. . . .
486 pic.

18.027
yen
117 pic.

4.793
yen
1933

. . . .
564

,,

11.263

,,
135

,,

2.819

Koffievernietiging in Brazilië.

Volgens officieele opgave van •den Nationalen Kof-
fie-Raad in Brazilië, werden vanaf het begin in
Januari 1931 tot 31 Juli 1934 vernietigd 29.935.000
balen. Tot 30 Juni 1934 bedroeg dit cijfer 29.141.000
balen. In de maand Juli werden dus 794.000 ‘balen
vernietigd.
Rotterdam,
7
Augustus 1934.

Koffie-statistiek over Juli 1934.

De, dezer ‘dagen verschenen Statistiek van de ‘Firma
G. Duuring & Zoon te Rotterdam geeft aan, dat in
Juli de aanvoer geweest is âls volgt:

1934

1933

1932
bn. .

bn.

bn.
in Europa ……………
923.000

892.000

625000
Ver. Staten van Amerika

771.000

879.000

638.000

Totaal….
1.694.000 1.771.000 1.263.000

De Aanvoeren in Europa en in Amerika tezamen
gedurende de eerste ‘zeven maanden van het jaar be-droegen 14.774.000 ‘balen tegen 13.439.000 balen in
1933 en 13.492.000 balen in 1932.
De Afleveringen in Juli waren:

1934

1933

1932
bn.

bn.

bn.
in Europa’ …………….
781.000

851.000 ,

781.000
Ver. Staten van Amerika

701.000

930.000

875.000

Totaal….
1.482.000 1.781.000 1.656.000

De Afleveringen in Europa en in Amerika tezimen
gedurende de eerste zeven maanden van het jaar
waren 13.628.000 ‘balen tegen 13.098.000 ‘balen in
1933 en 13.394.000 ‘balen in 1932.

De zichtbare voorraad was op 1 Augustus in Euro-

”pa 3.323.000 balen tegen 3.181.000 balen op’ 1 Juli.
In Amerika bedroeg hij 956.000 balen tegen 886.000
balen op 1 Juli. In Europa en in Amerika tezamen
was de zichtbare voorraad dus op 1 Augustus 4.279.000
‘balen tegen 4.067.000 balen op 1 Juli. Hij bedroeg op
1 Au’gustus 1933 – 3.076.000 balen en op 1 Augustus 1932 – 4.152.000 ‘balen.

De zichtbare wereidvoorraad was op 1 Augustus
8.475.000 balen tegen. 8.523.000 balen op 1 Juli en
6.699.000 balen verleden jaar (in deze cijfers zijn niet
‘begrepen ‘de voorraden in het binnenland van’ Bra-
zilië, waarvan het cijfer van 1 Augustus nog’ niet
bekend is, ‘doch die op 1 Juli bedroegen 5.432.000
(
balen en op 1 Augustus 1933 – 13.575.000 balen).
Rotterdam, 6 Augustus 1934.

INGEZONDEN STUKKEN.
CRITISCHE BESCHOUWINGEN TEN AANZIEN VAN DE

BEOORDEELING VAN DE CONJUNCTUUR IN

NEDERLAND.

De Heer W. J. van de Woestijne schrijft ons:
De methode, welke in ‘het Economisch-Statistisch
Kwartaalbericht gevolgd is, bestaat in ‘het indeelen
van de landen in z.g. ‘goudlan’den en niet-goudlanden.
Het algemeene resultaat van het onderzoek is, dat
de positie van de-niet-goudlanden beter is dan van de
goudlan’den. De conclusie, welke zich bij den lezer
opdringt, is ‘daarom, dat de Nederlandsche monetaire
politiek on’gunstige gevolgen heeft gehad; een ver-
dere naar v,oren komende gedachte, aansluitend “bij
de vorige i’s ‘dan, ‘dat het gevenscht kan zijn, dat Na-derland de tot dusver ‘gevolgde politiek laat varen en
zich aansluit, bij de z..g. ,,Sterling-club”.

De ‘groote economische belangen, welke aan een
‘veran’dering van ‘de geldpolitiek verbonden zijn,
maken een ernstig ‘onderzoek naar ‘de ‘beteekenis van
het ‘hier geproduceerde cijfermateriaal gewenscht; de
zeer suggestieve wijze, waarop cijfers en conclusie
worden voorgedragen, maakt ook uit het oogpunt van
economische politiek een critisoh onderzoek nood-

zakelijk.
Jndustriëele productie
(Kwartaalbericht blz. 658).
Gegeven worden ‘de volgende productie-in’dices.

Oct.fMaart

1929130 1930/31 1931132 1932133 1933/34
Nederland

100.0

81.0

71.2

68.7

,

70.6
België ……100.0

81.7

75.3

‘ 72.6

72.0′
Frankrijk … 100.0

93.7

75.5

69.9

74.1
Italië …….100.0

90.8

84.4

80.7

84.4

Engeland

100.0

79.2

81.0

78.1

89.0
Zweden …..100.0

85.8

62.4

61.7

71.6
Ver. Staten’ 100.0

78.7

‘ 63.9

57.4

72.2
IDuitschland

100.0

75.0

60.9

65.0

‘80.4
Japan ……-

100.0

118.5

133.3

De redactie komt tot de volgende conclusie:

,,Hieruit blijkt, dat voor de gou’dlanden, vooral Neder-
land, de productie-indices der laatste kolom over het al-
gemeen ongunstiger zijn dan voor de niet-goudianden.
Neemt men als basis van vergelijking de periode, waarin
voor ieder huid het laagste punt bereikt is, dan geeft
België het ongunstigste beeld te zien, gevolgd door Ne-
derland, waar het herstel slechts van beperkten omvang
is gebleven en in elk geval kleiner was dan in de andere
goudianden, Frankrijk en Italië. i)och het herstel in deze landen is veer ‘veel kleiner geweest dan in de niet-goud-
landen.”

Erkend ‘kan worden, ‘dat ‘de verbetering in de laat-
ste periode .grooter is voor de z.g. niet-goudianden
‘dan voor de ‘goudlanden. Mijn bezwaar tegen ‘deze
methode om cijfers te interpreteeren is evenwel ‘het incidentee’le karakter van het on’derzoek. Indien de

740

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 Augustus 1934

conjunctuur in twee landen gelijk verloopt, met een
verschil in fase b.v. van een jaar, dan zal men in de
keerpunten het hier geconstateerde verschijnsel waar-nemen, zonder ‘dat men daarom gerechtigd is van een
verschil in conjunctureele ontwikkeling te spreken.
Zulk een fase-verschil tusschen Nederland en Enge-
land is niet alleen mogelijk, maar zelfs waarschijn-
lijk. Nu kan men natuurlijk zeggen, dat de niet-
goudlanden een fase voor zijn,
omdat
zij het goud

hebben losgelaten, maar met minstens evenveel recht
kan men het causale verband anders stellen: omdat
zij in ‘de ‘depressie een fase voor waren, moesten zij
den gouden standaard verlaten. Ook dit keer b1jkt de
statistiek geen inzicht te kunnen ‘geven in den cau-
salen samenhang der verschijnselen.
Het is onjuist om te zeggen, dat ‘de productie-
indices over het algemeen in ‘de goud-landen thans
ongunstiger zijn dan in de niet-goudlanden. Wij scha-
kelen Duitschlan’d en J’apan uit, omdat •de economi-
sche structuur ‘daar te sterk afwijkt. Van de twee
landen met de hoogste index behoort er één tot de
goud’landen en één tot de niet-goudianden. Van de
vier landen met ]e ‘hoogste indices behooren er twee
tot de goud’lan’deu en twee tot de niet-goudianden,
terwijl van de zes hoogste indices er precies drie bij
elke catego.rie behooren. Het in’derdaa’d lage cijfer voor Nederland blijft dan nog over, maar dat is ook
feitelijk geen productie-index ‘doch een index voor
gro.ndstoffeninvoer. Een vervanging van buitenland-sche ‘grondstoffen door ‘binnenlandsche teekent zich
op die wijze als een vermindering der binnenlandsche
productie af inplaats van als een vermeerdering. Wel
een bewijs hoe gevaarlijk dit
in’dexcijfer
in het ge-
bruik is. Wij mogen waarschijnlijk aannemen, dat dit
cijfer voor het hier gebruikte ‘doel te laag is.

Wer7cloosheid.

Ook hier is het gunstige beeld voor de niet-goud-landen tenminste voor een deel ontstaan ‘door fase-
verschil gecombineerd met een gelukkige keuze van
‘de ‘basis-periode. Dat zulk een faseverschil bestaat,
‘blijkt onmiddellijk indien wij het niet gereduceerde Nederiandsche iudexcijfer der werkloosheid met de
totalen der Engelsche werkloozenstatistiek verge-
lijken.
Nederland
Engeland
1000 tallen
1929

……………
5.9 1.263
1930

……………
7.8
1.991
1931…………….
14.7
2.717
1932

……………
25.3
2.828
1933

……………
26.8
2.567

Het jaar 1931 voor Engeland correspondeert ‘blijk-
baar met 1932 voor Nederland. In die jaren bereikt
de werkloosheid de crisishoogte. Door nu den winter
van 1931132 tot basisperio’de te maken, een tijd dus
waarin ‘de Engelsche cijfers bijna hun top bereikt
hadden, wordt het beeld wel sterk geflatteerd ten
gunste van de niet-goudlanden.

Prijzen- en handelsbewe ging.

De redactie van het Kwartaalbericht
schrijft:
,,De
gou’dlanden zijn er nog steeds niet in ‘geslaagd het
vraagstuk van ‘de vanverh’ouding tussohen prijzen en
productiekosten op te lossen.” Dit beteekent, •dat voor
de industrie nog geen rendabele basis gevonden is.
In
zijn
algemeenheid moet ‘dit helaas worden toege-
geven, maar ook in ‘de niet-goudla’nden is men aan
een algemeen rendabele industrie, ‘dus het einde van
de ‘depressie nog niet toe. Of men er in de goudian-
den verder van af is, kan zoo zon’der meer niet uit-
gemaakt worden. Algemeene cijferreeksen van groot-
of klein’handelsprjzen zeggen weinig. De kosten van het levensonderhoud staan slechts in verwijderd ver-
b
an
d met het algemeene loonpeil en practisch in geen
verband tot den prijs van de arbeidskracht met in’be-
grip van de sociale kosten en rekening houdend met
verschillen in productiviteit, welke’ laatsten dikwijls
in ‘de internationale concurrentie ‘beslissend zijn. Er
ontbreken ‘dan ook verschillende schakels in een be-
toog, dat na een analyse van de kosten van het
levenson’der’houd overgaat op de ,,Han’delsbewegin’g”
en daarbij onmiddellijk concludeert: ,,Het behoeft dan
ook geen verwondering te wekken, ‘dat ‘de ‘gou.dlanden
‘den concurrentiestrijd op de wereldmarkt niet meer
kon’den volhouden en langzamerhand terrein verlie-
zen. . . .” De geproduceerde
indexcijfers
geven weer
voor Nederland een hoogst ongunstig, voor Engeland
een zeer gunstig beeld. Wij kunnen wei zeggen, dat
dit geheel op rekening van de methode gesteld kan worden. Om cle verschillen in ‘den aard ‘der uitge-
voerde goederen zooveel mogelijk te verminderen en
de gevaarlijke indexcijfers te vermijden, geven wij
hieronder de gemiddelde maandelijksche cijfers voor
den uitvoer van fabrikaten.

Nederland
Engeland
ii
miii.
Guldens
in
miii.
£
1925

………
52
51.4
1926

………
52 44.8 1927

……

58
47,0
1928

………
‘7
48.3 1929

………
72
47.8
1930

………
62
36.6
1931……….
45
24.2 1932

………
28


23.0
1933
9e
234

Alles ‘hangt hier van de keuze van het basisjaar af.
(Men vergelijke maar even het resultaat met 1925
of 1931 gelijk 100). In het Kwartaalbericht wordt als

basisperiode gebruikt Oct/Maart 1931/32, dus een
periode, waarin ‘de Engelsche uitvoer bijna op een
iii i:ri imum stond.

Vooral in een tijd, waarin men ‘door over’hei’dsmaat-
regelen, zooals bescherming en contin’genteering, de
huitenlandsche concuirentie tracht tegen te gaan, ken
men moeilijk in de cijfers ‘betreffende den uitvoer een
maatstaf zien voor de ,,Concurrentidkraoht” ‘der lan-
‘den. Waarschijnlijk de eenige methode, die geen al
te foutieve resultaten geeft, is dan een vergelijking
in ‘die ‘gevallen, waarin feitelijke concurrentie mo-
gelijk is. Nu is het weliswaar een nationale eigen-
schap, ‘om alles wat uit het eigen land komt als zwak af te keuren, maar het komt mij voor, dat een werke-
lijke objectieve ‘beschouwing van de feiten geenszins
tot het pessimistische geluid van het Kwartaalbericht
aanleiding be’hoef t te geven.
Een typische uitvoerin’dustrie is die van Philips.
Voor dat ‘bedrijvencomplex schijnt de ,,wanvezhouding
tusschen prijzen en pro’ductiekosten” te zijn opgelost.
Het rendeert tenminste. Ondanks gouden standaard,
hooge kosten van levensonderhoud etc. kon ‘de Ne-
derlandsche steenkolenindustrie zich internationaal
han’dhaven, en eerst midden 1934 kwam een con’tin
genteeringsbesluit. Natuurlijk on’dervon’d men moei-
lijkheden, maar ondanks het loslaten van ‘den gou’den
stan’daard bleven vele Engelsche mijnen verliesgevend.
Zoo ergens ‘dan wordt hier door deze industrie de
beteekenis van de arbeidsproductiviteit bewezen om
overigens ‘groote weerstanden te overwinnen. In de
metaalindustrie ondervindt men natuurlijk ook in
hooge mate ‘de moeilijkheden, maar, als wij zien, dat
in 1933 in ons land een or’der werd geplaatst om voor
Engelsche rekening drie 12.000 ton tankers te bou-
wen, dan vraagt men zich af, of inderdâad de van-
verhouding tusschen prijzen’ en productiekosten hier
grooter is ‘dan in Engeland.’ Dezelf’de vraag komt op
bij
het
vernemen, ‘dat de Nederlandsche machine-
in’dustrie in 1933 belangrijke orders boekte voor de
levering van werktuigen voor suikerfabrieken in
Britsch-Indië.

Kapitaalmar7t.

Het dui’delijkst blijken de gevaren van ‘de in het
Kwartaalbericht toegepaste methode wel ‘hij •de ge-

J’)
Nederland voert in verhouding tot Engeland veel
tuinbouwproducteu uit.

15 Augustus 1934

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

741

produceerde indexcijfers van de koersen van obliga-
ties. Ook daarvoor heeft men als basisperiode ge-
bruikt Oct./Mrt. 1931132. Maar dat was juist de
periode waarin de koersen van de niet-goudianden
tengevolge van zekere monetaire gebeurtenissen
exceptioneel laag waren. Vooral in Zweden was dat
het geval. Juist omdat indertijd de koersen ongunstig
op •de monetaire maatregelen gereageerd hebben, is
thans het indexcijfer, na het herstel, zeer gunstig.
Hoe ongunstiger indertijd de uitwerking was geweest
des te mooier is nu het indexcijfer. Op die manier
nadert de statistiek te dicht ,,l’art de rouper les
hiffres”. Ons algemeene bezwaar tegen de gevolgde
methode is te vinden in de keuze van de ‘hasisperiode,
die hier voor een objectieve waarcieeriug al bijzonder
ongelukkig is. Bovendien meenen wij, dat men hij de verklaring van verschillend verloop van conjunctuur-
indices van meerdere landen, rekening moet houden
met de mogelijkheid van een fase-verschil. )
De zeer gunstige in’dexcijfers van de z.g. nietgoud-
landen vinden ten deele hun verklaring in de ge-
bruikte methode en mogen daarom niet zonder meer
als een verdediging van de door die landen gevoerde
monetiire politiek worden beschouwd.

N a s c h r i f t.

De bezwaren van den inzender
zijn tweeërlei:

de basisperiode is willekeurig gekozen,
wij zouden een verdediging gegeven hebben van
cle monetaire politiek van de niet-goudlandën.
Om bij dit laatste punt te beginnen, mogen wij
er hier nadrukkelijk op wijzen, dat in de Kwartaal-
‘berichten het vraagstuk van de monetaire politiek
steeds buiten beschouwing is gelaten.’ Wij hebben al-
leen de tegenstelling in •de ontwikkeling van de con-
junctuur in ‘de
:
goud en niet-goudlan’den ‘met feiten
bevestigd. Nergens hebben wij ons, op ‘gron’d van deze
feiten, voor het eene of voor het andere stelsel uit-
gesproken.

Belangrijker is echter, ‘dat de geachte schrijver zich schuldig ‘maakt aan hetzelfde feit, ‘dat hij ons verwijt.
Want terwijl hij bij de werkloosheid
199
als uit-
gangspunt neemt, wordt bij de handelsbeweging
195
als basi’s genomen! Wij zouden den ‘heer v. d. W.
hierop willen antwoorden, dat niet de ‘door ons,
maar eerder de door hem gevolgde methode ‘dicht
,,l’art de grouper les chiffres” nadert.
Wij zullen deze uitspraak nader bewijzen.
1. Niet alleen het Nederlandsch Economisch Insti-
tuut is
0])
grond van de feiten tot de conclusie geko-men, dat van een conjunctuurverbetering in de goud-
landen, in. tegenstelling tot de niet-goudianden, nog
geen sprake is, ook een zoo gezaghebbende instantie
als ‘het Institut für Konjunkturforschung te Berlijn,
dat op het gchied van het conjuuctuuron’derzoek een internationale bekendheid’ ‘geniet, komt tot dezelfde
uitspraak. In het jongste Vierteljahrsheft van dat
Instituut wordt o.a. hierover het volgende opgemerkt:

,,Die Un terschiede in der Konjunktu rentwickelung dci
einzeliien Lii.nder haben sich in den vergaagenen Monaten
init wenig Ausnahmen noch verstiirkt. Die Weitwirtschaft
ist von eirlem Gleichtakt der nationalen Wirtschaftsent-
wickelungen’ weiter entfernt als jemals seit dem Ende des
weltw’irtschaftlichen Abschwungs Mitte
1932.
Dies hitngt
ver alleni daniit zusammen, dass die Goldblockhi.nder teils im Interesse ‘der ]3udgetsanierung

teiis nut Rücksicht auf ilire internationale :Koaknrrenzfithigkeit nun einen
ver-
schitrfteu Deflationskurs verfolgen; dieser
ITIUSS
zunichst
riotwendig Pioduktion und Handel dieser Staaten bee’in-
triichtigen.
Die hier•durch bediigte Differenzierung in der kon-
jun.kturellen Entw ickeluug der
inciustriesteaten
bestimmt
weitgohencl das gegenwitrtige Bild der Weltwirtschaft.
Wiihrend in den Jndustrielii.ndern des Goldb!ocks Riick-
gangstendeuzen vorhei’rschen, hiut sich in fast allen grossen
1.iidus’triestaaten, die dieser Grnppe nicht aitgchören, die
:llelebnng fortgesetzt.’ Nu r in den ‘Vcreinigten ‘Staatea

) Dus ook bij de cijfers van ,,De Ned. Conj.” af!. Juni
1934,’
blz.
2.

scheint die Aufwilrtsbewegung neuerdiu’gs ins Stocken
geiaten zu sein.”

Het is ‘dus wel opmerkelijk, dat dit Instituut, dat een zeer speciale methode van onderzoek heeft en
‘dus niet onze ‘basisperiode ‘heeft gebruikt, tot ‘dezelfde
gvo1’gtrekkingen komt.

2. Dr. Stridiron heeft in zijn artikelen over het-
zelfde onderwerp
1)
als basis het gemiddelde van de
periode 1927, 1928 en 1929 gebruikt en komt eveneens
tot een ‘markaïte tegenstelling tusscheu gou’dlan’den
en niet-goudlanden.

Het blijkt dus, dat bij vergelijking van den huidi-
gen stand
2)
van de conjunctuur zoowel met een
periode in de crisis als met. een periode v 6 6 r de

crisis, het beeld voor de .qoudlanden ongunstig is.
Een stericer bewijs lijkt ons overbodig.
3)

Wat stelt de heer v. dl. MT
o
e
s
tij
ne
echter tegenover
onze cijfers?

In ‘de eerste plaats heperict de inzender zich tot
een vergelijking tusschen Nederland en Engeland, waaihij hij met twee basisperioden werkt, ni. 1929
voor ‘de werkloosheid en 1925 voor ‘de ‘handelsbewe-
ging. Verder wijst de beer v. d. W. op de onjuiste
groepeering van de cijfers van de kapitaalrente.
Ad
1.
Trekt men een vergelijking tusschen Neder-
land cii Engeland vanaf 1925, dan moet men zeer
voorzichtig zijn met zijn conclusies. Immers, Enge-
lands positie op ‘de wereldmarkt is na ‘den oorlog
steeds meer verzwalct; op allerlei gebieden werd dit
land, wat zijn industriëelen export betreft, terugge-

drongen. (De cijfers die ‘hierboven zijn afgedrukt,
wijzen ‘daarop zeer ‘duidelijk). Volgens verschillende
bekende economen in Engeland is dit feit o.a. toe te
schrijven aan het herstel van het Pond Sterling in
1925 op zijn vroegere gou’dpariteit, wraardoor het prij-
san- en kostenpeil in Engeland t.o.v. ‘dat van ‘de we-
reldmarkt te hoog was.
4)

Helaas kan men thans niet n.agaan, hoe de positie van Engeland geweest zou zijn, indien ‘dit land ‘den
gouden standaard zou hebben ‘gehandhaafd. Wij ‘be-
twijfelen echter, of Engeland dan in ‘de betrekkelijk
gunstige positie had verkeerd, waarin het zich nu
bevindt.

In tegenstelling niet Engeland, is ‘de industriëele
positie van Nederland op de wereldmarkt in de
periode van 1925 t/m. 1929 sterk verbeterd (zie bo-
venstaande cijfers van den uitvoer van fabricaten).
Nederland is in die jaren steeds meer een in’dus-
triëel en steeds minder een agrarisch land ‘gewor-
1)
Zie E.-S.B. van
14, 21
en
28
Maart jI.
• 2)
Daar cle meeste gegevens eerst na maanden beschik-
• baar zijn, hebben wij niet verder kunnen nagaan dan tot
en met Maart jl.
Intnsschen zijn wij het niet dcii schrijver eens, dat er
een phasevcrschil bestaat tussehen de gondlanden en niet-
goudiariden. Het kostenpeil, dat in de niet-goud!anden door
de depreciatie met één slag is omlaaggebracht, kan in de
goudla.nden eerst langzaam dalen. Intnsschen is in ons
land hiervan nog weinig te merken. Afgezien van de daling
van de kosten van levensonderhoud (in goud) in Engeland sedert Sept.
1931
met ongeveer
40
pCt., is de daling in
1
PaPieren ,Ponden sedertdien nog grooter gewreest dan in
otis land. Het is clan ook niet te verwonderen, dat van een
herstel nog geen sprake is. Integendeel, de laatst bekende
cijfers van de indnstriëele werkloosheid in Nederland zijn
nog nooit zoo hoog geweet.

1930 1931 1932 1933 1934
Maart …….
7.1

17.1

26.8

30.8

27.7
April …….
6.0

12.4

24.6

26.7

26.6
Mei ………
5.9

11.4

25.4

26.2 ‘ 26.6
Wij kunnen niet begrijpen, hoe de heer v. cl. W. ‘ons ktn verwijten, dat wij de zaak te Pessimistisch zien. ‘Laten wij
liever erkennen, dat tot dusverre de meest pessimistischc
verwachtingen beschaa.md zijn geworden.
IEI.oewel wij daarop niet verder kunnen ingaan, willen
wij er toch
0!)
wijzen, dat ons land zich
01)
het oogenblik ecnigsz ins iii dezelfde positie bevindt.

742

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15
Augustus
1934

den.
1)
Een vergelijking met 1925 als basis gaat, met

het oog op het verschil in de industriëele structuur
van beide landen op bedenkelijke wijze het ,,l’art de

grouper les chiffres” naderen.
Daarom is een basis als 1929 beter, hoewel ook
deze niet ideaal is. Dan wordt dus het beeld van den

uitvoer van fabricaten:
Indexcijfers
Nederland

Engeland Index- v. d. prijzen
in miii. Gid. Indexeijfers in miii. £ cijfers v. fabricaten)
1929 . 72

100

478

100

100

1932 . 28

39

230

48.0

64

1933

25

35

239

48.2

56

) Berekend door dell Volkenboud.

De toestand voor Engeland is dus, hoewel nog verre
van ideaal, beter dan die van Nederland, zoowel op basis van het laatste jaar vôôr de crisis, als op basis
van het eerste jaar na de depreciatie.
Het zal den heer v. •d. Woestijne waarschijnlijk ook
niet bekend zijn, dat Engeland reeds jarenlang met
een permanent werkloozenleger te kampen heeft. Gaat
enen de ontwikkeling van het aantal werkloozen in
beide landen na, ‘dan weerspiegelt zioh hierin ook het
door ons geschetste verschil in industriëele ontwik-

keling.
Aantai werkloozen.
Nederland
Engeland.
Mei

1925 ……
57.437
1.295.000
1926

……
56.405
1.719.0001)

1927

……
59.578
1.059.000
1928

……
52.576
1.168.000
1929

……
41.835
1.177.000
1930

……
66.232 1.856.000
1931…….
110.833
2.578.000
1932

……
266.297
2.822.000
1933

……
292.705
2.626.000
1934

……
294.938
2.097.000
1)
Koleustaking.

Deze cijfers geven ons aanleiding tot een tweetal

opmerkingen:
de werkloosheid is in Nederland in Mei nog
nooit zoo groot geweest als thans. Daarentegen is de
werkloosheid in Engeland in den laatsten tijd niet

onaanzienlijk gedaald.
De absolute werkloosheid is in Nederland in Mei
1934, volgens bovenstaande gegevens, ruim zevenmaal
zoo groot als in 1929, in Engeland nog geen tweemaal.

Op
basis van de cijfers van Mei 1925 is ‘de werkloos-
heid in Nederland thans ruim vijfmaal, in Engeland

slecht’s 1 34r maal zoo groot.
2)

Dit is o.it. aangetoond door den heer H. van Velden
in E.-S.]3. van
24
Aug.
1932.
In het kort willen wij nog enkele punten va.n den
heer v. d. W. behandelen:
a.
‘Wij wisten niet, dat
alleen
de En.geisohe mijnen ver-
liezen leden. Als de heêr v. d. W. de laatste jaarverslagen
van de Staatsinijnen ingezien had, zou hij over dit punt
wel gezwegen hebben. Het is bovendien wel zeer boud,
om te beweren: ,,ondanks ‘gouden standaard, hooge
kosten van levensonderhoud ete. kon de Nederlandsehe
steenkolenindustrie zich internationaal handhaven”. Wat
zijn de eijfers?

Ad 2
. Wij zouden, volgens den ‘heer v. d.
W.,
de

verhoudingen op de kapitaalmarkt voor de niet-goud-
landen te gunstig hebben voorgesteld. Daar wij in
onze beschouwing indexcijfers van rendementen heb-
ben gebruikt, geven wij thans voor enkele landen de
absolute hoogte van de kapitaalrente, cijfers, die ont-

leend zijn aan het Institut für Konjunkturforschung.
Kapitaalrente.
Engeland Ver. Staten Frankrijk Zweden
1900104

3.1

4.2

3.5


1905109

3.3

4.3

” 3.5


1910/14

3.6

4.5

3.7


1929 ……..4.8

4.70

4.89


1930 ……..4.0

4.52

3.82


1931 ……..4.7

4.69

370

4.22

1932 ……..4.1

5.87

4.53

4.32

1933 ……..3.7

5.02

5.77

4.02

1934
(Juni)

3.5

4.40

5.28

3.081)

‘) April
1934.
Deze cijfers behoeven feitelijk geen commentaar.
Ondanks de verwarring op monetair ‘gebied in ae Ver.

Staten, is ‘de kapitaalrente na de depreciatie van den
Dollar gedaald. En de kapitaalrente in Frankrijk met

zijn enormen goudschat is thans aanmerkelijk hooger
‘dan in Engeland en Zweden. Indien wij 1929 en 1930
als basis nemen in plaats van 1931 en 1932, waartegen de heer v. d. W. zijn ‘bezwaren richt, dan worden onze

conclusies zelfs nog versterkt!
Hoewel wij nog meerdere voorbeelden zouden kun-
nen aanhalen, zullen wij hiermede volstaan. Het ver-

schil in de ontwikkeling van de conjunctuur in de
gou’dlan’den en ‘de niet-gou’dlandèn ‘blijft bestaan, hoe

mn de ‘cijfers ook wil groepeeren.
Redactie
,,,Econornisch-Statistisch Kwartaalbericht”.

Uitvoer van steenkolen in 1000 ton.
5
groote expor’tlanden Nederland
1932

…………97.211

6.727

1933

…………94.419

5.799
Hieruit blijkt, dat de uitvoer uit Nederland
sterker is
gedaald dan die van de vijf groote exportlanden. En wat Engeland aangaat, deze exporteerde in
1933
zelfs meer

dan in
1932
De Volkenbond schrijft hierover ,,La situa-
tion da Royaume-Uni vis-It-vis de la concurrence sur le
marchd charbonnier s’est affaibhe au cours de la première
phase de la ddpression, mais,
depuis le ddpréciatton dIe
sterling, le Royaume-TJni a reCOnquis certains des Inarchés
que lui eva’eent ravis auparavant 1e Polo gne, l’Allemagne
et les Pays-Bas.”
(Wij cursiveeren). Het is wel opmerke-
lijk, dat Engeland’s positie verbeterd is ten koste van
de goudlanden. Maar op weike statistieken grondt de heer
v. d. W. dan zijn uitspraak? Of maakt de Volkenbond zich
volgens den heer v. d. W. ook al schuldig aan ,,l’art de
groupper les chiffres”?
b.
Dat de Nederlandsche machine-industrie in
1933
be
langrijke orders boekte voor levering van werktuigen vooi suikerfabrieken in Britsch-Indië is toe te schrijven aan ‘het
feit, dat waarschijnlijk geen enkel land ter wereld zulke
goede suikermachines kan leveren. Kent de heer v. d. W.
overigens de verhoudingen in de machine-industrie? Weet
hij dan niet, dat op het oogenbhk de machine-industrie h.t.l. zoo in de put zit, dat de leiders er bijna wanhopig
onder worden?
Wij zullen met deze voorbeelden volstaan, omdat wij de
heer v. d. W. verdere verrassingen willen besparen.

AANVOEREN
in
tOUS
Van 1000 EG.

‘Rotterdam
Amsterdam
Totaal

Artikelen
5-11 Aug.
Sedert
Overeenk. 5-11 Aug.
Sedert
Overeenk.
1934
1 933
1934
1Jan.
1934
tiJdvak
1933
1934
1Jan.
1934
tiJdvak
1933

Tarwe
7.
429

833.573
,

864.691
,

115
21.433 17.176
855.006
881.867

3
.7
61

267.828 255.469

15.257
4.819
283.085
260.288
………………
Rogge

………………

13.775 13.247
.



25
13.775
13.272
Boekweit ……………….
MaIs
……………….
28.5
62

567.225
685.221

125.762 128.531

,
692.987
813.752

10.
514

239.744
227.585 2.220 35.296
19.418
275.040
247.003

Haver
2.500
80.190 96.070

2.206
2.821
S2.396
98.890

5.37
1

145.130
152.648
6.071
151.738
184.580
‘296.868
337.228

Gerst

……………..
……………..

54.094
55.669

25

54.119
55.669
Lijnzaad

……………
Lijnkoek ……………-
583
12.730′
12.057
82
1.746
4.814
14.476
16.871
Tarwemeel

………….
Andere meelsoorten ….
783
30.197
33.124


112
3.791

,
6.227
39.988 39.351

15 Augustus 1934

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

743

STATISTIEKEN.
BANKDISCONO’S.
Disc Wissels.
2
1
9Sept.’33
Ned
Lissabon

•… 5

8Dec.’33
2
30Juni’32
IBel.Binn.Eff.
13k
3
19Sept.’33
Londen ……
Vrsch. in R.C.
3
19Sept.’33
Madrid ……
6 26 Oct.’32
Athene
……….
7

14Oct.’33
N.-YorkF.R.B.
11
1
Feb.’34
Batavia……….
4

1 Juli’34
Oslo

……..
3*
22
Mei’
33

Belgrado

……..
6*l6Juli’34
Parijs

……
2
*3
1
Mei’34
Berlijn

……….
4 22 Sept.’32
Praag

……
3*25
Jan.’33
Boekarest……..
6

5Apr.
1
33
Pretoria

….
3*15
Mei’33
Brussel ……….
3

26Apr.’34
Rome……..
3

11Dec.’33
Budapest ……..
*
17Oct. ’32
Stockholm
.. 21
1Dec.’33
Calcutta

……..
*
16Feb.’33
Tokio

.
..
.
3.65

2 Juli’33
Dantzig

……..
3

6Mei
’33
Weenen ……
4*27Juni’34
ffelsingfors ……
*
20Dec.’33
Warschau….
5
26 Oct. ’33
Kopenhagen

….
21

1Dec.’33
Zwits. Nat. Bk. 2
22Jan.’31

OPEN MARKT.

1934

1933

1932

6/11
1
30Juli!1 23/28
h
7/12

8113

20124
II
Aug. Aug.

4Aug.
1
Juli
II
Aug.

Aug.

juli

Amnterdam
Partic.dlsc.
11
116
01
5
31
4

314.719
1
8
I
4

11.51
5

1
14_
1
12
31
3
1
Prolong.

1
1 1
I-
1
j4
1
211
4
31
4

Londen
DageId…
14’1
1
12
-1

1
12-1
314-1
‘(,-I
ja-1
1
3
14-2
Part,c.disc.
131
/411,6
314

‘/16

814_7;9

118-l16
1/
5
.31
4

411
4
_31
4

Berlijn
Daggeld…
4_511
4_511
4

4
1
18-5015
4-5i1
4
1
1-5
1
1
5
1
1e6

Maandgeld
4
212
•6
415
371_5
31s-5
4
1
12-6
5-6
1
I

Part, disc.
331
4

341
4

3
3
14
37/
4

371
41/,
21J-‘j,
Warenw…
4.11
4

4.11
4

4.4114
4-412
4
.1
12
5_112

New
York
Daggeld
1)
1 1 1
1
1
2-J4
13/
4
211,
Partic.disc.
4114
31
116
116
51
9

719


1)
Koers van
10
Aug.
en daaraan
voorafgaande
weken
Om.
Vrijdag.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

D af a
New
York)
Londen
)
Berlijn
)
Parijs
)
Brussel
)
Bafavia
1)

7
Aug. 1934
1.4711
8

7.435/
57.30
9.74j
34.70
1003%
8

,,

1934
1.47
7.44
57.45
9.741
34.70*

10051
8

9

,,

1934
1.4731
5

7.43%
57.65
9.741
34.70
10001
1
,

10

,,

1934
1.45
7
18
7.43s1
9

57.70
9.741
34.70
1005/
8

11

,,

1934
1.4611
1
,
7.43%
57.75 9.741 34.70
lOOsj,,
13

,,

1934
1.45l
1
/,,
7.423%
57.75
9.731 34.68
10091
16

Laagste d.wl)
1.45%
7.42t/
57.10
9.72*

34.65
100
,
1
8

Hoogste d.w
1
)
1.4751
7.443%
57.82*

9.75
34.75
lOO’/a
Muntpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747
34.592
100

Data
serland
Weenen
Praag
1
)
1
Boeka-
rest
1,)
1
Milaan
*•,)
Madrid
)

7 Aug. 1934
48.243

‘iT’
1.471
i
20.21
8

,,

1934
48.24

6.14
1.47*

12.69
20.20
9

,,

1934
48.23

6.14
1.47*

12.69
20.20
10

,,

1934
48.23

6.14
1.47*
12.68* 20.20
11

1934
48.23

6.14
1.48


13

,,

1934
48.20

6.13*
1.48
12.68
20.21
Laagste d.wl)
48.1734
27.75
6.10
1.45
12.65
20.10
Hoogste d.w’)
48.27
‘ja

28.-
6.16
1.50
12.75
20.30
Muntpariteit
48.003
35.007 7.371
1.488
13.094 48.52

Data
Stock-
1
1

Kopen
-I

Oslo
5)
lin
e!-
s i
Buenos-
Mo
n
holm
*)1hagen*,)
for
1

Aires’)

1
treal’)

7 Aug. 1934 38.37* 33.22* 37.371 3.28

38’j,

1.50
S ,,

1934 38.
3
7* 33.
22
* 37.371 3.28

393%

1.50%
9 ,,

1934 38.371 33.
22
*

3.30

399%

1.50k
10 ,,

1934 38.35 33.20 37.35

3.30

403%

1.50
11 ,,

1934 38.35 33.25 37.40

3.22* 418,

1.50
13 ,,

1934
38.32*
33.20 37.371 3.28.

413%

1.50
Laagste d.wl) 38.05 32.90 37.05

3.25

373%

1.493%
Hoogste d.w
1
)1 38.60 33.50 37.65

3.371 413%

1.50,,
rvluntpariteit 1 66.671 66.671 66.671 6.266

953%

2.4878
‘) Noteering te Amsterdam. **) Not, te Rotterdam. 1) Part, opgave.
En ‘t lste of 2de No. van iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomesi wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

Data

t
(“)
I(

‘7fr.)l($
‘O’llfk.)I(i’O”‘i)

7 Aug.

1934
5,06a1
6,633%
39,10
68,06
8

1934
5,05a1
6,62’1
39,30 67,99
9

,,

1934
5,09%
6,673%
39,57
68,50
10

1934
5,085/
6,66%
39,61
68,43
11

,,

1934
5,113% 6,693%
39,923%
68,75
13

1934 5,10% 6,69%
39,87 68,83

14 Aug.

1933
4,443.
5
1
253%
32,15
54,20
Muntpariteit..
4,86
3,9051,
23.813%
4011
16

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
28
Juli
1934
1
4
Aug.
1934
7111
Aug.
’34
LaagsteHoogs1e
II
Aug.
1934

Alexandrië.. Piast.
p. £
97
3.i
9734
97s1
8

9751
973%
Athene

….

Dr.
p.,
525 525 525

528 525
Bangkok
…. Sb. p.
tica]
l/lO’/s

111011
8

1/1011

l/lO’/s
111011,
Budapest

..
Pen.
p.
j.
173%
17 17

17
17
BuenosAires
1

d.
p.$
271o
1

27’5,
8

28
5
18

303%
3011
15

Calcutta
. . . .
Sh.
p.
rup.
11611
18

1161116
1
1
61
182

1163182
11611,,
Constantin.. Piast.
p. £
620
620
620

620 620
Hongkong
..

Sh.
p. $
115’81,
11611
16

115%

1169/
4

11681
8

112k
1123%
11201,
0

11251,
112%
Lissabon…. Escu.
p. £
110’1
8

110’1
109%

1103%
110I1
Mexico

….

$perg
18 18
173%

183%
18
Montevideo’)

d.per.
193% 193%
183%

20
193%
Montreal

..

$
per
£
4.95a1
8

4.953%
4.943%

4.96%
4.96
,
1
8

Kobe

…….Sh.
p.
yen

Riod.Janeiro3
d.
per
Mil.
3
1
1,
33,,
3I1

3′
16

3a
16

Shanghai

..
Sh.
p.
tael
114
11
8

1/43%
1141/

115
1/4hh/,
Singapore
..

id.
p. $
2/4i1
21411s

214

214%
2146132
Valparaiso
4).

$
per
£




Warschau
..

ZI. p. £
2651
8

2691,
0

2611
2

26%

.
1

26
0
1
8
.
1)
Officiëele noteering 36
1
13
laten.
3)
Id. vanaf
19Juli 381, 4 Aug. 38
3
/4.
3) Id. 411
4
.

4)
90 dg.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS’)
Londen’)
N.York2)
Londen
7 Aug. 1934..

20s31
1
,
478
7 Aug.
1934….
137110
8

,,

1934..

20i51
1
,
48
8

,,
1934….
13810*
9

,,

1934..

2171
1
,
493%
9

,,
1934….
13811
10

,,

1934..

2171,,
493%
10

,,
1934….
13811
11

,,

1934..

2191
1

49%
11

,,
1934….
138/1*
13

,,

1934..

2191,
49%
13

,,
1934….
138/3
14 Aug. 1933..

17
1
1,
355
14 Aug.
1933….
12418

27 Juli

1914..

24i.,,
59
27 Juli

1914….
84110%
1)
In pence p.oz.stand.
1)
Forelgn
sliver In
$c. p.oz.
line.
3)
in ah. p.oz.fine

STAND
VAN ‘s
RIJKS KAS
Vorderingen.
I

31 juli1934

I

7Aug.1934 Saldo van’s Rijks Schatkist bij L)e Ne-
derlandsche Bank……………….t 66.986.794,16
f
32.565.025,50
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten ,, 1.808.765,11 ,,

19.375,97
Voorschotten op ultimo Juni 1934 aan
de gem. verstrekt op aan haar uit te
keeren hoofds. der pers. bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. endergem.
fondsbel., alsmede opc. op dle belas-
tingen en op de vermogensbelasting ,, 5.787.230,50 ,, 5.787.230,50
Voorschotten aan Ned.-lndië ……..
…272.422.504,65 ,,273.378.305,07
Id. aan Suriname ………………..
…..12.772.382,83

,, 12.387.47189
Id. aan Curaçao ……. . …………..
….2.480.333,48

,, 2.373.547,07
Kasvord. weg. credietverst. alh. buftenl ,,111 .795.834,84 ., 111.860.027,05
Daggeldleeningen tegen onderpand

7.000.000,- ,, 5.000.000,-
Saldo der postrek. v. Rijkscomptabelen

25.652.445,62

29.145.426,23
Vord. op het Alg.Burg. Pensioenfonds’)


Vord. op andere Staatsbedrijven
1)
……19.581.342,53 ,, 19.460.216,25
Verstr. t. laste der Rijksbegr. kasgeld- leeningen aan gemeenten (saldo)

.. 46.618.432,15
VerplIchtIngen.
Voorschot door De Ned. Hank ingev.
art. 16 van haar octrooI

verstrekt
– –
Schatkistbiljetten In omloop ………
f444.624.000,-
f453.730.000,-
Schatkistpromessen In omloop …….
84.280.000,-
.
,,
97.570.000,-
Zilverbons in omloop
…………….
1.328.093,50
..
.,

1.326.312,-
Schuld
op
ultimo Juni

1934 aan

de
gem. weg. ah, uit te keeren hoofds. d.

pers. bel., aand.
1.
d. hoofds. d. grondb.

e. d. gem. fondsb. alsm.
opc. op
die
bel
,
en
op
de verm. bel …………..
– –
Schuld aan het Alg. Burg. Pensloent.’)
,,

29.124.272,49
,,

31.765.117.62
1)
Id. a. h. Staatsbedr. der
P.T.
en
T.
Id.
aan andere Staatsbedrijven’)

…..

97.342.088,47
61.869,63
,,107.973.665,67
,,

61.869,61
Id. aan diverse instellingen
1)

…….
36.214.662,18
,,

41.549.666,65
1)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks
Schatkist.
NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
4 Aug. 1934
1

II
Aug. 1934
Voraeringen:
Saldo Javasche Bank ……………..
.
f

296.000,-
/

2.458.000,-
Betaalmlddelen In
‘s
Lands kas




waaronder Muntbiljetten ………..

VerplIchtingen:
Voorschot’s Rijks kase. a. Rijkslnsteli.

273.541.000,- 275.213.000,-
.
,,

1.750.000,-

….

,,

11.370.000,-
Schatkistpromessen

……………..1.750.000,-

Schuld aan het Nednd. Muntfonds.

….

Schatkistbiljetten …..
……………..1.370.000,-

.-I

1.746.000,-
1.746.000,-
Muntbiljetten in omloop
……………-

Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.,,

1.496.000,-
,,

1.686.000,-
Voorschot van de Javasche Bank


CURAÇAOSCHE BANK. Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Ctrcu-
laffe
schotten’
aan de
kolonie

Dis-
conto’s
Diverse
1

reke-
ningen ‘Iningena

1
Diverse
1
reke-

1
Juli

1934
4.535 4.622
146
96
550
116
1
Juni

1934
4.555
4.589
123
99
509
108
1
Mei

1934
4.513
4.661 232
99
535
130
1
April

1934
4.513
4.612
121
120
580
131

1
Juli

1933
5.119 5.352
240
133
543
87
1)
SIuItp. der activa.
‘)SluItp.
der
pasalva.

GRANEN EN ZADEN

.
TUINBOUWARTIKÉLEN
VLEESCH

TARWE
80 K.G. La
R000E
MAIS
OERST
64165 K.G.
LIJNZAAD
DRUIVEN
TOMATEN
1
VROEGE
1

AARD-
RUND-
VLEESCH
VARKENS-
VLEESCH
Plata
74 K.G. Bahia
Blanca loco
La Plata
loco
La Plata
La Plata
loco
Black
Alicante
A per K.G.
1 APPELEN
(versch)
(versch)
Rotterdam! Amsterdam
R’damlA’dam R’dam(A’dam
loco Rotter-
damlA’dam
R’dam!A’dam
per K.G.
Westland
P.
ioo
K.G.

1
Gn.v.3kw.
100KG.
per
per 100 KG.
per 100 K.G.
per lOO 1(0.
per 20001(0.
per2000KG
per 19601(0.
Westiand Groote-
Rotterdam
2)
3)
4)

1

broek
Rotterdam

fl
%
f1.
0
10
f1.
1
10
f1.
1
10
f1.
°I
o


Y
°h
T
0
1
Y
110

Y
°/o
f
1925
17,20
100,0 13,07
5

100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0


1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50 77,9


1927
14,75
85,8
12,475
95,4
176,00
76,0
237.00
100,4
362,50
78,4


1928 13,47
2

78,3
13,15 100,6
226,00
97,7
228,50
96,8
363,00
78,5
0,80
100,0
20,-
100,0
4,93
100,0
93,-
100,-
77,50
100,-
1929
12,25
71,2
10,875
83,2 204,00
88,1
179,75
76,2
419,25
90,6
0,64
80,0
16,-
80,0 3,15 63,9
96,40
103,7
93,125
120,2 1930
9,67
5

56,3
6,22
5

47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77,0 0,62 77,5
20,-
100,0
4,12
83,6
108,-
116,1
72,90
94,1
1931
5,55
32,3
4,55 34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4 0,49
61,3
14,50
72.5
4,95
100,4
88,-
94,6
48,-.
61,9
1932
5,225
30,4
4,62
5

35,4
77,25
33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
0,41
51,3
11,50
57.5
1,69
34,3
61,-
65,6
37,50
48,4
1933
5,015
29,2
3,54
27,1
68,50
29,6
70,00
30,0
148,00
32,0
0,31
38,8
8,21 41,1
0,85
17,2
52,-
55,9 49,50
63,9

Jan.

1932
5,05
29,4
,

5,07
5

38,8
71,25
30$
114,00
48,3
142,50
30,8
70,-
75,3
40,-
51,6
Febr.
5,30
30,8
5,07
5

38,8
74,00
32,0
108,50
46,0
142,25
30,8
68,-
73,1
34,_
43,9
Maart

,,
5,525
32,1
5,80
44,4
86,75
37,5
118,00
50,0
143,25
31,0
67,-
72,0
32,-
41,3
April

,,
5,65
32,7 6,225
47,6
88,75
38,3
124,50
52,8
135,25
29,2
63,-
67,7
28,-
36,1
Mei

,,
5,60
32,6
5,30
40,5
78,00
33,7
116,00
49,2
130,25
28,2

67,7
26,-
33,5
Juni

,,
5,225
30,4
4,15
31,7
80,75
34,9
105,75
44,8
128,75
27,8

———————

67,-
72,0
34,-
43,9
Jul

,,
4,90
28,5
4,-
30,6
78,75
34,0
100,25
42,5
129,75
28,1
15,50

——————

77,5 2,07
42,0

68,8
35,50
45,8
Aug.
5,20
30,2
4,07
5

31,2
77,50
33,5
98,25
41,6
133,00
28,8 0,56
70,0
8,
40,0
1,31
26,6
62,-
66,7
40,50
52,2
Sept,,
5,47b 31,8
4,20
32,1
78,50
33,9
88,50
37,5
150,75
32,6
0,37
46,3
5.50












27,5
55,_
59,1
42,50
54,8
Oct.,,
5,25
30,5
3,92
5

30,0
74,50
32,2
79,50
33,7 138,25
29,9
0,30
37,5

————–

17,
85,0
51,-
54,8
44,-
56,8
Nov.

4,90
28,5
3,90
29,8
71,25
30,8
79,00 33,5
135,25
29,2
53,-
57,0
46,-
59,4
Dec.
4,72
2

27,5
3,80
29,1
66,25
28,6
75,25 31,9
135,00
29,2

—–






53,-
57,0
46,-
59,4

Jan.

1933
4,95
28,8 3,75
28,7
73,00
31,5
75,25
3i,9
136,50
29,5

—-

—–





—–


——————–

50,50
54,3
44,75
57,7
Febr.
4,775 27,8
3,70
28,3
71,00
30,7
74,75
31,7
130,25
28,2
49,25
53,0

58,1
Maart

,,
5,05
29,4
3,825
29,3 73,50
31,7
76,25
32,3
130,50

46,50
50,0

59,4
April
5,15
29,9
3,75 28,7
72,75
31,4
71,25
30,2
129,50
28,0

-.

—-






—-






49,50
53,2
48,25
62,3
Mei
5,40
31,4
3,775

28,9
70,50
30,5
73,25 31,0
146,75
31,7

52,25
56,2
49,-
63,2
Juni
5,25
30,5
3,55
27,2
66,00
28,5
75,75
32,1
163,25
35,3

28,2
—–








—-







51,25
55,1
48,-
61,9
Juli
5,82
5

33,9
3,85
29,4 64,25
27,8
78,00
33,1
176,25
38.1
13,55
67,8
0,83
16,8
49,25
53,0
48,50
62,6
Aug.
5,30
30,8 3,55
27,2 61,25
26,5
67,75
28,7
161,50
34,9
0,41
51,3
8,
40,0
0,86
17,4
49,-
52,7
49,25
63,5
Sept.

,,
4,95 28,8
3,475

26,6
61,00
26,3
65,25
27,6
159,00
34,4
0,25
31,3
2,70
13,5
50,25
54,0
54,_
69,7
Oct.

,,
4,40
25,6
3,-
22,9
60,25
26,0
63,50
27,0
141,25
30,5
0,27
33,8
8,60
43,0 56,25
60,5
54,25
70,0
Nov.

,,
4,55
26,5
2,95
22,6 74,50
32,2
60,00
25,4
147,25
31,8
59,50
64,0
54,375

70,2
Dec.
4,57
26,6 3,30
25,3
73,50.
31,7
59,25
25,1
154,50
33,4 60,75
65,3
53.50
69,0

j
.
,an.

1934
4,75
27,6 3,10
23,7
65,25 28,2 58,00
24,6
144,25
31,2

—-




——

62,50
67,2
53,75
69,4
rebr.,,
3,40
19,8
2,77
21,2
65,25
28,2
58,50
24,8
133,00
28,8
63,-
67,7
53,50
69,0
Maart

,,
3,25
18,9
2,72
5
,,
20,8
70,75
30,6 58,75
24,9
132,00
28,5

—-





—-

61,75
66,4
50,50
65,2
April
,,
3,20
18,6
2,70
5

20,7
70,50
30,5 56,75
24,0
136,50
29,5









—-

63,50
68,3
49,125 63,4
Mei
3,32
5

19,2
2,87
5

21,9
62,00
26,8 63,00
26,7
154,50
33,4

—-





—-


65,75
70,7
47,50
61,3
Juni
3,67
5

21,4
3,17
24,3
65,00
28,1
74,75
31,7
156,50
33,8

—-





—-



—-





—-

63,25
68,0
43,75
56,5
Juli
3.81
22,1 3,31
25,4
71,50 30,9
78,75
33,4
151,25
32,7
8,28

—-





—-


—-





—-


41,4 3,52
7l;3
63,-
67,7
44,62
5

57,6
6 Aug.
6) •
4,50
26,2
4,30
329
83,00 35,9
90,00
38,1
161,00
34,8
0,43
53,8
6,93

—-





—-


34,7
3,09 62,7
63,-
7
)
67,7
43,50
7
)
56,1
3

,,
4,50 26,2
4,50
34,4
85,50 36,9 97,00
41,1
163,00
35,2
0,37
46,3
10,62 53,1
2,90 58,8
64,50
0
)
69,4 43,50
8
)
56,1

1) Men zie voor de toelichting op’dezen staat de nos. van 8, 15 Aug
5
. 1928, 25 Febr. 1931 en IS Febr. 1933.
3)
Tot Jan. 1931 Hard Winter No.2. van Jan. 1931 tot
16 Dec.1929 tot 26 Mei 1930
7415
K.G. Hongaarsche vanaf 26Mei1930 tot 23Mei1932 74 K.G. Zuid-Russische; van 23 Mei 1932 tot 2 Oct. 1933 No. 2 Canada.
4)
Tot
Canada.Van 19Sept.’32 tot 24 Juli
1
33 62163 K.G. Z.-Russ.
5)
De iaargemiddelden ziin berekend
,,if
de eemiddelde ,,rii,’er, v,,n Anril Mei en t,,i ,nn het he+,eiten,le

MINERALEN TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN

STEENKOLEN
Westfaalschel
PETROLEUM
BENZINE
1

KATOEN
WOL WOL
gekamde
KOE-
KALK-
Hollandsche
bunkerkolen, Mid. Contin.
Cr’ide Gulf exp.
-,
gekamde
us
ra
is,c
Australische,
HUIDEN
SALPETER

onezeefd f.o.b.
t,m

.
64I66
0

$cts. per
Middling
locoprijzen
F.0. F.
Sakella-
t.i.
F. No.
1
5A
erino,

,
1

d

r”
CrossbredColo-
nial Carded,
Gaaf, open
kop
Old. per
100 1(0.
R damjA’dam
i000
K.G.
per
S.
g.
per barrel
U.S.
gallon New-York
rides
uomra
Liverpool
oco

b
°
per

.
50’s Av.
loco
57-61 pnd.
netto

per Ib.
Liverpool
Bradford per Ib.

1925
f1.
10,80
01
100,0
$
1.68
°lo
100,0
$cts.
14,86
01
100,-
8
cts.
23,25
0
0
100,0
pence
29,27
01
100,-
pence
9,35
01
100,-
pence
55,00
°Io
100,0
pence
29,50
0
10
100,0
f1.
34,70
°/o
100,0
f1.
12,-
Ujo

100,0
1926
17,90
165,7
1.89
112,5
13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5
6,30
67,4
47,25 85,9 24,75
83,9
28,46 82,0
11,61
96,8
1927
11,25
104,2
1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3 7,27 77,8
48,50 88,2 26,50
89,8
40,43
116,5
11,48
95,7
1928
10,10
93,5
1.20
71,4 9,98

67,2
20,00
86,0
19,21
.65,6
7,51
80,4
51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
1929
11,40
105,6
1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17,05
58,2 6,59
70,5
39,-
70,9
25,25
85,6 32,25
92,9
10,60
88,3
1930
11,35
105,1
1.12
66,7 8,77
59,0
13,55
58,3
12,-
41,0 3,92
41,9
26,75 48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82,0
1931
10,05
93,1
0.58
34,5
5,04 33,9 8,60 37,0
7,33
25,0
3,08
33,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,1
0.81
48,2
4.50
30,3
6,45
27,7
5,21
17,8
3,11
33,3
16,00
29,1
.8,50
28,8
11,15
32,1
6,15
51,3
1933
7,00 64,8
0.45
26,8
3,61
24,3 6,75 29,0
5,13
17,5
2,78
29,7
19,25
35,0
9,50
32,2
13,26
38,2
6,18
51,5

Jan.

1932
8,25 76,3
0.71
42,3
5,25
35,3 6,65
28,6
5,09
17,4
3,38 36,2
16,50
30,0 9,00
30,5
11,63
33,5
7,10
59,2
Febr.,,
8,25 76,3
0.71
42,3
4,925
33,1
6,90
29,7
5,31
18,1
3,51
37,6
16,25
29,5 9,00
30,5
11,75
33,9
7,25
60,4
Maart

,,
8,35
77,3
0.71
42,3
4,62
5

31,1
6,90 29,7
5,37
18,3
3,30 35,3
16,50
30,0
8,75
29,7
10,25
29,5
7,40
61,7
April

,,
8,55
80,1
0.86
51,2
4,34
29,2
6,25 26,9
5,08
17,4
3,08 33,0
16,50
30,0
9,00
30,5
9,25 26,7
7,40
61,7
Mei
8,30
76,9
0.86
51,2
4,25
28,6
5,80
24,9 4,57
15,6
2,76
29,5
15,75
28,6
8,25
28,0
8,88
25,6
7,40
61,7
Juni
8,25
76,3
0.86
51,2
4,25
28,6
5,25 22,6 4,44
15,2
2.55 27,3
15,25
27,7
7,75
26,3
9,-
25,9
7,40
61,7
)uli
8,10 75,0
0.86 51,2
4,25
28,6
5,80
24,9
4,97
17,0
2,77
29,6
16,00
29,1
8,50
28,8 9,75
28,1


Aug.,,
7,80 72,2
0.86 51,2
4,30
28,9
7,35
31,6
5,71 19,5
3,33
35,6
15,75
‘28,6
8,25
28,0

34,6 5,70
47,5
Sept.,,
7,75 71,8
0.86
51,2
4,375
29,4
7,75
33,3
6,37
21,8
3,64
38,9
16,75
30,5
8,75
29,7
13,75
39,6
5,90
49,2
Oct.,,
7,65
70,8
0.86
51,2 4,45 29,9
6,50
28,0
5,68
19,4
3,16
33,8
15,75
28,6
8,50
28,8

40,3
6,-
50,0
Nov.,,
7,40
68,5
0.86
51,2 4,60 31,0
6,15 26,5 5,16
17,6
3,-
32,1
15,25
27,7
8,25 28,0

34,6
6,10
50,8
Dec.
7,25
67,1
0.745
44,3
4,435

29,8
5,95 25,6 4,73
16,2
2,80
30,0
15,25
27,7

8,00
27,1
11,50 33,1
6,20
51,7

Jan.

1933
7,05
65,3
0.53
31,5 4.16
28,0
6,15
26.5
5,13
17,5
2,95
31,6
15,75
28,6
8,25 28,0
11,50
33,1
6,30
52,6
Febr.,,
7,20
66,7
0.38 22,6 3,97 26,7
6,10
26,2
4,98
17,0
2,78
29,7
15,50
28,2
8,25
28,0
10,38
29,9
6,40
53,3
Maart

,,
7,25
67,1
0.38 22,6 3,87
5

26,1
6,40
27,5
4,97
17,0
2,77
29,6
15,25
27,7
7,75 26,3
10,75
31,0 6,40
53,3
April

,,
7,25
67,1
0.37
22,0 3,67
24,7
6,65
28,6
5,18
17,7
2,68
28,7
15,75
28,6
7,75
26,3
11,25
32,4
6,40 53,3
Me i

i
,,
7,15
66,2
0.235
14,0
2,95
19,9
7,30
31,4 5,60
19,1
3,07
32,8
17,00
30,9
8,25
28,0
12,25
35,3 6,40
533
uni

,,
1
7,15
66,2
0.25
5

15,2
3,02 20,3
7,85
33,8 5,85 20,0
3,25
34,8
18,50
33,6
9,00
30,5
15,75
45,4 6,40
53,3
uli

,,
7,05
65,3
0.41
24,4
3,33
22,4
7,60
32,7
5,76
19,7
3,20 34,2
20,75
37,7
9,75
33,1
16,-
46,1
6,40
53,3
Aug.

,,
6,95
64,4
0.37
22,0
3,37 22,7
6,90
29,7
5,39
18,4 2,91
31,1
20,75
37,7
9,75
33,1
14,75
42,5 5,80
48,3
Sept.

,,
6,85
63,4
0.52 31,0 3,50
23,6 6,60 28,4 4,70
16,1
2,54 27,2
21,50
39,1
10,50
35,6
15,13
44,1
5,85
48,8
Oct.
6,60
61,1
0.66
39,3 4,04
27,2 6,40 27,5

4,55
15,5
2,48
26,5
20,75
37,7
10,75
36,4
14,50
41,8
5,90
49,2
Nov.

,
6,75
62,5
0.66
39,3 3,72
25,0
6,25
26,9
4,63
15,8
2,39
25,6
23,75
43,2
12,00
40,7
13,38
38,6 5,95
49,6
Dec.
6,95
64,4
0.67
39,9
3,75
25,2 6,50
28,0
4,89
16,7

2,38
25,5
25,00
45,5
13,25
44,9
13,50
38,9
6,-‘-
50,0

Jan.

1934
6,65 61,6 0.66
39,3
3,74
25,2
7,10 30,5
5,47
18,7
2,59 27,7
27,00
49,1
14,75
50,0

37,5 6,15
51,3
Febr.
6,30 58,3 0.64
38,1
3,25
21,9
7,50 32.3
5,64
19,3
2,68 28,7 23,75 43,2
12,75
43,2

37,5 6,20
51,7
Maart

»
6,25 57,9
0.63
37,5
3,05
20,5
7,40 31,8
5,50
18,8
2,76
29.5
23,25
.
42,3
11,75
39,8
12,50
36,0
6,25
52,1
April
6,30
58,3
0.62
36,9
2,79
5

18,8
6,95
29,9
5,37
18,3
2,50
26,7 23,00
41,8
11,50
39,0
12,-
34,6
6,30
52,6
Mei

»
6,25
57,9
0.62
36,9
2.88
19,4
6,80
29,2
5,20
17,8
2,48
26,5
21,00
382
10,50
35,6
11,88
34,2 6,30
52,6
Juni
6.15
56,9
0.62
36,9
2,83
19,0
7,15
30,8
5,23
17,9
2,77
29,6
19,00
34,5
9,50
32,2
11,50
33,1
6,30
52,6
Juli
6,15 56,9 0.62
36,9
2,68
18,0
7,55
32,5
5,22
17,8
2,83
30,3
17,00
30,9
9,00.
30,5
11,50
33,1
6,30
52.6
6 Aug.

»
6,15
56,9
0,62
36,9
2,69
3
)
18,2
7,80 33,5 5,26
4
)
18.0
2,85
4
)
30,5
15,50
6
)
28,2
8,50
6
)
28,8
5,80
48,3
3

,,

,,
6,15
5
6,9

0,62 36,9
2,693)
18,2
8,00 34,4 5,375)
18,3
2,935)
31,3
15,507)
28,2

8,50
7
)
28,8
5,80
48,3
‘)Jaar- en maandgem. afger. op lis pence.
2)3
Aug.
3
)10 Aug.
4)
1 Aug.
5
)8 Aug. 6)2 Aug.
7)
9Aug.

ZUIVEL EN EIEREN
METALEN

BOTER
BOTER

Eda
EIEREN
KOPER
.
IJZER
Cleveland GIETERIJ-
ZINK
GOUD
ZILVER
perK.G.
Leeuwar-
Alkmaar
Fabrieks-
Gem. not. Eiermijn
Standaard
Locoprijzen
Lo
°0
e

“N
1

e
°

grjz n
IJZER
(Lux III) p.
Locoprijzen
Londen
cash Londen
cash
Londen per
derComm.
Noteering
Zuivel-
kaas
kI. m(merk
Roermond
p.
100 St.
Londen
per Eng. ton
Lo ng.

n
er E

to
ng.

n
to
N
Md
1


1En es.
Eng. t. f.o.b.
per per ounce
fine
Standard
Ounce
Centr
.
per5OK.G.
e
p
r

g. ton
Antwerpen
Eng.ton

f1.
%
fl.
f1.
OJ
f1.
Oj
£
%
£
°!o
k
°Io
Sh.
°lo
5h.
°/o
£
°Io
ah.
0
10
pence
0
10
1925
231
IOOO

56,-
100,0
9,18
100,0
62.116
100,0
36.816
100,0
261.171-
100,0 731-
100,0
671-
100,-
36.316 100,-
8516
100,-
32
100,0
1926
1,98
85,7

43,15
77,1
8,15
88,8
58.11-
93,5
31.116
85,3
290.1716
111,1 8616
118,5
6818
102,5
34216
94,3
851-
99,5
28U;08
89,3
1927
2,03
87,9

43,30 77,3
7,96
86,7
55.141-.
89,7
24.41-
66,4
290.41-
110,8
731- 100,0
6416
90,3
28.101-
78,8
851-
99,5
26i
83,3
1928
2,11
91,3

48,05
85,8
7,09
87,0
63.161-
102,8
21.1(-
57,8
227.51- 86,8
661-
90,4
6218
93,5
25.516
69,9
851-
99,5
26
1
110
81.1
1929
2,05
88,7

45,40
81,1 8,11
88,3
75.141-
121,9
23.51-
63,8 203.1516
77,8
7016
96,6
6819
102,6
24.1716
68,8
851-
99,5
24
7
11
76,2
1930
1,66
71,9

38,45
68,7
6,72
73,2
54.13(-
88,0
18.116
49,6
142.51-
54,3
671-
91,8
5916
88,8
16.171-
46,6
851-
99,5
l71:ij
55,4
1931
1,34
58,0

31.30 56,9
5,35
58,3
36.5/-
58,4 12.1/-
33,1
110.II-
42,0
551-
75,3
4716
70,9
11.10:6
31,9
9216
108,2
13
1
1
41,6
1932
0,94
40,7

22,70 40,5
4,14
45,1
22.171-
36,8
8.121-
23,6
97.2/-
37,1
42f-
57,5 3
7
1
55,2
9.l6-
27,1

118/-
138,0
1271
40,1
1933
0,61
26,4
0,96 20,20
36,1
3,71
40,4
22.216
35,6
7.1716
21,6
131.181-

50,1
411-
56,2
351-
52,2
10.12(6 29,4

124/7
3
/4
145,8
1218
38,5

Jan.

’32
1,16
50,2

25,75
46,0
4,71
51,3
27.1416
44,7
10.14!-
29,4
98.18!-
37,8
41j6
56,8
421-
62,7
10.616
28,5 1203
140,7
13
7
18
43,2
Febr. ,,
1,34
58,0

27,75
49,6 3,79
41,3 26.41-
42,2
10.51-
28,1
00.2/6

37,9
41/6
56,8
401-
59,7
10.-j-
27,6

11916
139,9
14
43,6
Mrt.

,,
0,98
42,4

23,65
42,2
3,42b 37,3
24.18J-
40,1
9.9!-

25,9 96.61-
36,8
441-
60,3
401-
59,7
9.11e-
26,4

1141-
133,5
13
3
14
42,8
Apr.

,,
0,99
42,9

19,60
35,0
2,77
5
30,2 23.81-
37,7
8.1616
24,2
84.1516
32,4
451-
61,6
3716
56,0
9.21-
25,2

11013
129,0
13
01
40,9
Mei

,,
0,82
35,5

19,65
35,1
2,88
31,4
21.61- 34,3
8.-!-

22,0
89.1316
34,2
441-
60,3
3716
56,0
9.91-
26,1

11219
132,0
12
5
18
39,3
Juni

,,
1,11
48,1

24,25
43,3
3,08 33,5
20.1216
33,2
.7.5!-
19,9
84.91-
32,3
441-
60,3
3716
56,0
8.131-
23,9

11316
132,7
12
5
1
39,3
Juli

,,
0,96
41,6
0,45
19,55
34,9
3126
34,0
19.216
30,8
7.316
19,7
90.1716
34,7
42j6
58,2
371-
55,2
8.616
23,0

1161.
135,7
38,5
Aug.

,,
0,76
32,9
0,58
17,90
32,0
3,72
40,6
22.4J6 35,8
7.17(6
21,6
101.-j-
38,6
421-
57,5
36(6
54,5
9.13/6
26,7

11816
138,6
I2′
3
Joe
39,9
Sept. ,,
0,84
36,4
0,65
19,70
35,2
4,64
50,5 25.81-
40,9
9.1016 26,1
100.916
41,8
421-
57,5
351-
52,2
11.21-
30,7

11819
138,8
13
40,5
Oct.
0,82 35,5
0,73
25,50
45,5
5,73
62,4
22.516
35,9
8.71-
22,9
105.1316
40,4
411-
56,2
3416
51,5
10.816
28,8

12116
142,1
121h
38,9
Nov.
0,81 35,1
0,78
26,50
47,3
6,65
72,4
21.19!-
35,4
8.416
22,6
104.7/6
39,9
401-
54,8
3416
51,5
10.81-
28,7

12519
147,2
12
5
11
38,3
Dec.

,,
0,73 31,6
0,85
22,55
40,3 5,120
55,7
19.12j6
31,6
7.916
20,5
100.1016
38,4
391-
53,4
3416
51,5
10.71-
28,6

12519
147,2
11
1
1
35,8

Jan.

’33
0,73
31,6
0,89
21,75
38,8
4,27
46,7
19171-
32,0
7.81-
20,3
100.116
38,1
.40/6 55,5
3416
51,5
9.191-
27,5

12218
143.5
1101116
36,4
Febr. ,,
0,65
28,1
0,91
20,60
36,8
435
47,4
20.31-
32,5
7.71-
20,2
104.716
39,9
431-
58,9
341-
50,7
9.151-
27,0

1205
140,8
11
1
6/
37,2
Mrt.

,,
0,53
22,9
0,99
19,40
34,6
2,80
30,5
20-16
32,3
710j-
20.6
104.1813
40,1
43!-

58,9
347
51,6
10.71-
28,6

12015
140,8
121116
38,7
Apr.
0,54
23,4
1,-
18,55
33,1
2,075
22,6
20.1116
33,1
7.1216
20,9 109.17!-
42,0
43j-
58,9
3516
53,0
0.816
28,8

12011
140,4
12
13J1
39,9
Mei

,,
0,52 22,5
1,-
21,80
38,9
2,49
27,1
23.6/6
37,6
8.61-
22,9
139.17/6 49,2
4116
56,8
3616
54,5
10.131- 29,4

12316
144,4
13
1
14
41,2
uni

,,
0,52
22,5
1,-
23,50
42,0
2,50
272
25.7
1

40,8
94f-
25,3
151.101-
57,9
421-
57,5
371-
55,2
11.1216
32,1

12213
143,0
13
1
14
41,2
Juli

.
0,55 23.8
1,-
18,50
33,0
2,60
28,3
25.161- 41.6
9.21-
25,0
43
1.116
56,5
4116
56,8
351-
52,2
12.11-
33,3

1231104
144,9
1271
1
8
38,7
Aug.
0,63
27,3
1,-
18,90
33,8
3,576
38,9
2451-
39,1
8.416 22,6
1453f-
55,4
411-
56,2
351-
52,2
11.71-
31,4

125110
147,2
12
37,4
Sept.
0,66 28,6
0,95
18,40
32,9
3,91
42,6
22.1616
36,8
7.161-
21,4
140.1716
53,8
39,6
54,1
34/6
51,5
10.18/6
30,2

130111
153,1
1
1
1
5
/
1
37,2
Oct.
0,68 29,4
0,90
19,45
34,7
4,68
51,0
22.1-
35,5
7.141-
21,1
145.51-
55,5
39(6
54,1 3416
51,5
10.13′-
29,4

13111
153,3
11
7
1
37,0
Nov.

,,
0,65
28,1
0,90
20,80
37,1
5,80
63,2
39.616
32,7
7.1316
21,1
150.916
57,5
40s-
54.8
34/6 51,5
9.196
27,6 128/51
150,1
12
1
14
38,1
Dec.

,,
0,60 26,0
1,-
20,40
36,4
5,476

59,6
2111-
33,9
712f-
20,9
153.81-
58,6
40/6
55,5
36f-

53,7
9.191-
27,5

126/21
147,6
12
0
/,
39,1

Jan.’34
0,50
21,6
1,-
20,40
36,4
5,05
55,0 21.71- 34,4
7.71-
20,2
148.31-
56,8
3916
54,1
361-
53,7
9.121-
26,5 129/6
151,5
12
3
14
39,7
Feb.
0,47 20,3
1,-
21,55
38,5
3,68
40,1
20.916
33,0
7.41-
19,8
140.131-
53,7
3916
54,1
3615
54,4
9-15

24,9

13711
160,3
12
1
1
38,9
Mrt.,,
0,44
19,0
1,
19,90
35,5
2,71
29,5 20.31-
32,5
7.316
19,7 144.1516
55,3
4016
55,5
3513
52,6 9.21-
25,2 13618
159,8
1251
39,3
Apr.,,
0,42
18,2
1,-
17,20
30,7
2,72
29,6
20.1416
33,4
7.4l6
19,8
150.1016
57,5
4116
56,8
3412
51,0
9.716
25,9

135/1
158,0
12
7
1i
38,7
Mei ,,
0,41
17,7
1,-
16,05
28,7
2,54
27,7
20.41-
32,5
6.1616
18,7
144.1916
55,4
4016
55,5
3219
48,9 9.21-
25,2 13613
159,4
12
1
1i
37,5
Juni,,
0,41
17,7
1,-
19,40
34,6
2,74′
29,9
19.1816 32,1
6141-
18,4
14011-
53,5
4016
55,5
3119
47,4
8.161-
243 13718
161,1
12
0
14
38,1
Juli ,,
0,40
17,3
1,-
21,50
38,4
2,81
30,6
18.111-
29,9
6.1416
18,5
142.91-
54,0
4016
55,5
3214
48,2
8.61-
22,9

137J11
161,4
12
3
14
39,7
6Aug..
0,43
9
)
18,6
.

1,-
21,_U
37,5 3.10
33,7
17.12/-
28,4
6.1516
18,5
139.91-
53,2
4016
55,5
326
48,5
8.71-
23,1

13811
161,6
1211
2

38,9
13

1
,,
0,43
10

18,6
1,-
2l,S)
37,5
3.30
35,9
17.9/-
28,1
6.161-
18,7
139,111-
53,3
401-
54,8
3216
48,5 8.61-
22,9 13813
161,7
13
118
40,9
16 Sept. 1932 79 K.O.
La Plata
;
van
26 Sept.
1932
tot 5
Febr. 1934
Manitoba
No. 2
3)

Tot Jan. 1928
Western
;
vanaf
Jan.
1928
tot 16 Dec.
1929
American
No.
2. van
‘an. 1928
Malting;
van
Jan. 1928
tot
9 Febr.
1931
American
No.
2, van
9 Febr.
1931
tot 23 Mei
1932
6415
K.G. Zuid-Ruasische.
Van
23 Mei-19
Sept.
1932
No. 3
aar.
6)
Wegens
Bank Holiday op 6 Aug.
zijn
de Londensche
noteeringen
van
3 Aug.
genonlen.7
4 Aug.
8)
10
Aug.
9)

2 Aug.
00)

9 Aug.
11)

3 Aug.

BOUWMATERIALEN

. .
.
KOLONIALE PRODUCTEN

t
UREDU
,
T
S T
E E N E N
.
CACAO
COPRA
KOFFIE SUIKER
THEE
INDEXCIJFER

Zweden!
binnenmuur

buitenmuur
G.F.Accra
Ned.-Ind.
Lcpr?ien

Standaard
Ribbed Smoked
________-

Kolo-

erstaa d
per

per
so
K.G.
c.i.f.
per
100
K.O.
Rotterdam
Shets
R’damfA’dam
Java- en Suma-
Grond-
niale

an 4.672 M.
per
1000
stuks per
1000
stuks
Nederland
Amsterdam
per
‘!

K.G.
OCO:,erOlnb


per
100
K.G.
tratheep.’/,KG.
stoffen
den

1
°!o
1
°Io
f
Of
o

ah.
0(
f
!o
cts.
01
Sh.
Of
f1.
0
10
ets.
0
10
1925 159,75
100
15,50
100,-
19,-
100,-
4216
100,-
35,87e
100,0
61,375
100,0
2111,625
100,0
18,75
100,0
84,5
100,0
100.0 100.0 1926 153,50
96,1
15,75 101,6 19,50 102,6
491-
115,3
34,-
94,8
55,375
90,2
21-
67,4
17,50
93,3 94,25
111,5
96.0 102.6
1927
160,50
100,5 14,50
93,5
18,50
97,4
681-
160,0
32,620
90,9
46,875 76,4
116,375
51,6
19,12
0

102,0
82,75
97,9 87.5
109.1
1928 151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
5713
134,9
31,875
88,9
49,625 80,9 -110,75
30,2
15,85
84,5
75,25
89,1
84.6
97.4
1929 146,00
91,4
14,-
90,3 21,25
111,8
45110
107,9
27,375
76,3
50,75
82,7
-110,25
28,8
13,-
69,3
69,25
82,0
81.9 85.5
1930
141,50
88,6
12,50
80,6 20,75
109,2
34111
82,2
22,62
5

63,1
32
52,1
-15875
16,5
9,60
51,2
60,75
71,8
68.0 64.3
1931
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
2215
52,8
15,37
5

42,9
25
40,7
-13 8,4
8.-
42,7
42,50
50,3
46.8
46.8
1932
69,00
43,2
9,25
59,7
15,-
78,9
1916
45,9
13,-
36,2
24
39,1
-11,75
4,9
6,32
5

33,7
28,25
33,4
36.1
38.0
1933
73,50
46,0
10,-
64,5
12,75
67,1
1514
36,0
9,30 25,9
21,10
34,2
-12,25
6,3
5,526
29,5
32,75
38,7
35.2 34.7

Jan.

’32
82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
1719
41,8
13,12
5

36,6
23
37,5
-12,125
6,0 7,35 39,2
32
37,9
38.5
39.1
Febr.
82,50
51,6
10,.-
64,5
18,75
98,7
1811
42,6
14,50
40,4
23
37,5
-12
5,6 7,05
37,6
30
35,5
38.3
38.3
Mrt.
70,00
43,8
9,75
62,6
18,-
94,7
2119
51,2
14,75
11,1
23
37,5
-11,625
4,6
6,25
33,3
31
36,7
37.0
39.7
Apr.

,,
70,00
43,8
9,75 62,6
18,-
94,7
2016
48,2
14,-
39,0 23
37,5
.
1
,5
4,2
5,90 31,5
29,25
34,6 36.2
38.0
Mei

,,
70,00
43,8
8,50 54,8
15,

78,9
2016
48,2
13,25
36,9 23,50
38,3

11,5
4,2 5,62
6

30,0
30,25
35,7
35 2
38.1
Juni
70,00
43,8 8,50
54,8
15,-
78,9
2016
48,2
12,375
34,5
24
39,1
-11,375
3,9 6,30 33,6
28,50
33,7
34.2
38.7
Juli
67,50
42,3 8,50
54,8
15,

78,9
2011
47,3
12,375 34,5
24
39,1
-11,375
3,9
6,70
35,7
23,75
28,1
34.3
37.6
Aug.

63,00
39,4 8,50 54,8
15,-
78,9
20
1
7
48,4
12,37
5

34,5
24
39,1

1
1,75
4,9
6,576
35,1
22,75 26,9
35.9
37.4
Sept.
,,
60,00
37,6 8,75
56,5
15,-
78,9
2112
49,8
12,75
35,5
25,25
41,1 -12,125
6,0 6,52
5

34,8
23,75
28,1
37.8
38.5
Oct.

,,
63,50
39,7

58,1
14;50
76,3
1818
43,9
12,375
34,5
26,50
43,2
-11,75
4,9
6,32
5

33,7
28,50
33,7
38.2
38.7
Nov.

63,50
39,7
9,50
61,3
14,25
75,0
17
1
6
41,2
12,125
33,8
24,50
39,9

1
1,75
4,9
5,87
5

31,3
30,75
36,4
35.3 37.2
Dec.

65,00
40,7

64,5
13,75
72,4
1714
40,8
11,75
32,8
24
39,1
-11,75
4,9
5,50
29,3
28,25
33,4
34.0
35.7

Jan.

’33
70,00
43,8
9,25
59,7
13,50
71,1
1616
38,8
11,50
32,1
24
39,1
-11,625
4,6
5,375

28,7
25
29,6
33.2
34.1
Febr.
70,00 43,8 9,25
59,7
13,-
68,4
1519
37,1
10,625
29,6
23,75
38,7

11,5
4,2 5,60
29,9
26,75
31,7
32.1
34.4
Mrt.

,,
70,00 43,8 9,50
61,3
12,25
64,5
1613
38,2
10,375
28,9
23,50
38,3
-11,5
4,2
6.-
32,0
26,25
31,1
32:4
34.9
Apr.

,,
70,00
43,8
9,75
62,6
12,75
67,1

15
/
5

36,3
9,50
26,5 23,50 38,3

1
1,625
4,6
6,07
6

32,4
27,50
32,5 32.8
34.9
Mei

70,00
43,8 9,50
.
613
12,50
65,8
1616
38,8
9,50
26,5
23
37,5
-12
5,6
6,02
5

32,1
26,50
31,4
34.2 35.0
Juni

72,50
45,4
10,

64,5
13,

68,4
18
1
1
42,6
10,

27,9
22,50
36,6

1
2,375
6,7 6,35
33,9
31
36,7
37.2
37.5
.
Juli

75,00
46,9
10,25
66,1
13,-
68,4
17/8
41,6
9,475

26,4
22,50
36,6 -12,625
7,4
5,92
5

31,6
33,50
39,6 38.2
37.4
Aug.


75,00
46,9
10,50
67,7
13.

68,4
16/5
38,6
8,75
24,4
20,75
33,8

1
2
,
62
5
7,4
5,275
28,1
35,25
41,7
36.5
35.6
Sept.

80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
14/5
33,9
8,25
23,0
19,75
32,2
-12,5
7,0
5,375

28,7
36,75
43,5
36.7
34.6
Oct.

,,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1217
29,6
7,625 21,3
17,75
28,8

1
2,625
7,4
4,90
26,1
42,25 50,0 36.5
33.4
Nov.

,,
75,00
46,9
10,-
64,5
12,50
65,8
12
1
6
29,4

8,-
22,3
16,25
26,5
-12,75
7,7
4,65
2.4,8
40,50 47,9 36.4
32,7
Dec.

,,

75,00
46,9
10,75
69,4
12,50
65,8
11
1
5
26,9
7,975

22,2
16
26,1

1
2,875
8,1
4,75
25,3
41
48,5
37.1
31.3

Jan.’34
75,00
46,9
10,75
69,4
12,75
67,1
12/10
30,2
7,45
20,8
16,50
*9

/2,875
8,1
4,95
26,4
45,50 53,8
36.9 33.8
Feb.,,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
14
1
5
33,9
7,25
20,2
17,25 28.1

1
3
8,4
4,975
26,5
46,75
55,3
35.9
35.9
Mrt.,
80,00
50,1
9,75
62,6
12,-
63,2
14/1
33,1
7,-
19,5
17,75
28,9

/3,25
9,1
4,525
24,1
45,50 53,8 35.7
35.2
Apr.
80,00
50,1
9,75
62,6
12,-
63,2
1414
33,7
6,55
18,3 17,75
28,9

13,625
10,2
4.25
22,7
44,25
52,4
35.6
34.5
Mei .,
80,00
50,1
9,25
59,7
11,23
59,2
1512
35,7 6,72
5

18,7
17
27,7

1
4
11,2
4,15
22,1
42,75 50,6
35.1
34.3
77,50
48,5
8,

51,6
.

10,-
52,6
1514
36,1
7,-
19,5
17
27,7

1
4
11,2
4,20
22,4
41,-
48,5
34.5
33.8

j

uni,,
uli
77,50 48,5 7,50
48,4
10,

52,6
13
1
11
32.7
6,925
19,3
16,75
27,3

1
4,375
12,3
3,975
21,2
40,50
47,9
34.1
32.2
6ug..
77,50
48,5
1218
29,8
7,-
19,5 16,50
26,9

14,375
12,3
3,87
5

20,7
39,757)
47,0
34.0
31.3
3

,,

,,
77,50 48,5
6,8751
19,2
16,50
26,9

/4,5625
12,8
4,-
21,3
34.1
31.3
.B. Alle Pondennotaaringen vanaf 21 Sept.’81 zijn op goudbasla omgerekend; de Dollarnoteeringan vanaf
zo
April
1
83 zijn In verhouding van de depreciatie
in den Dollar t.o.v. dan Gulden verlaagd.

746

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 Augustus 1934

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 13 Augustus
1934.

Activa.
Binnen!. Wis-i Hfdbk.
f

22.924.673,56
sels, Prom.,

Bijbnk. ,,

245.715,66
enz.in
disc.(Ag.sch. ,,

3.609.819,67
26.780.208,89
Papièr o. h. Buiten!, in disconto

……

Idem eigen portef.

f

1.360.725,-
Af: Verkocht maar voor
de bk.nognietafge!.


1.360.725,
Beleeningen
inc!. vrsch.J ilfdbk.
f
100.173.353,881)

in
rek..crt.’ Bijbuk. ,,

4.470.714,82

op

onderp.

Ag.sch. ,,

40.426.761,21

f
145.070.829,91

Op Effecten

……f
139.791.161,14
1
)
Op Goederen en Spec. ,,

5.279.668,77
145.070.829,911),.
Voorschotten a. h. Rijk …………….,,
-.
Mint, Goud
……f
102.173.650,-
Muntmat., Goud ..

761.222.099,45

f

863.395.749,45
Munt, Zilver, enz.

,,

23.437.872,80
Muntmat., Zilver..
,,


,’
886.833.622,252)
Belegging
1
1,
kapitaal, reserves en pen.
sioenfonds

……………………,,
36.920.135,19
Geboüwen en Meub. der Bank ……..,,
4.970.000,-
Diverse

rekeningen ………………,,
3.845.973,20
Staatd. Nederi. (Wet v. 27/51’32, S. No. 221) ,,
16.996.491,37

f
1.122.777.985,81
Paisiva.

Kapitaal …………………
……..
f

20.000.000,-

Reservefonds …………….
…….. ,,

3.807.914,92

Bijzondere reserve ……….
…….. ,,

5.000.000,-

Pensioenfonds …………..
………,,

9.262.553,07

Bankbiljetten in omloop ……
……..,,

893.364.260,_

Bankassignatiën in omloop ……….,,

87.256,93
Rek.-Cour.

.5
Het Rijk
f
32.489.235,29

saldo’s: ‘ Anderen ,,156.906.530,23 ,,

189.395.765,52
Diverse rekeningen ……………… ,,1.860.235,37

f
1.122.777.985,81

Beschikbaar metaa!sa!do …………
f
453.508.248,54
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is ,, 1.133.770.620,-
Waarvan aan Nederlandsch-lndjë
(Wet van 15 Maart 1933, Staatsbiad No. 99) ………
/
73.789.100,-
Waarvan in het buitenland …. ………………… ..32.341.466,4?

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Goud
1
Andere
1
Beschikb.
1
Dek-
Data
ICirculaiiel
opeischb.l
Metaal-
Iklngs
Munt
1
Muntmat.)
1
schuldenl
saldo
1
perc.

13 Aug:’3411021741
761.222
893.3641189.483
453.508
1

82
6

,,

‘3411021741
761.222
906.4471179.103
452.356
82

25Juli’141
65.703j
96.410
310.4371
6.198

43.521
54
1

Totaal
1
Schatxist-
Belee-

Papier
Diverse
Data
1

bedrag
1
pramessen
ningen
het
b
°
uienl.
reke-

Idisconto’slrechtstreeksl
ningen
1
)

13 Aug. 1934
26.780
1
1145.071
1.361
3.846
6

,,

1934
27.135
1


1146.863
1.361
20.140

25 Juli

1914
67.947
1


1

.61.686
20.188
509
‘)unaer ae acuva.

JAVASCHE BANK.

Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
metaal-
schulden
saldo

11Aug.’34
5
)
14L060
187.000
32.620 53.212
4

,,

‘342)
141.550 185.030
34.240
53.842

14 Juli 1934
113.475
27.579
189.000
27.938 54.279
7

,,

1934
113.445
28.602
188.980
28.692
54.978

25 Juli1914
22.057
31.907 110.172 12.634
4.842

wiaaeI.
,

1
Diverse t
Data

1
bulten
1
Dis.

Belee-

reke-

kings-
1
N.-Ind.
1
contos
1
ningen
ningen’)

oercen-
1
betaalb.
1

1

tage

11Aug.’34
2
)
940
75950
13.060 84
4

‘342)
1.280
74.730
13.040
65

14 Juli 1934
991
‘9.921
55.068

9.902
85
7

,,

1934
1.180
9.850
53.633
10.255
65

25 Juli1914
6.395
7.259 75.541
2.228
44

‘)
Sluitpost activa.

2)
Cijfers telegrafisch ontvangen.

BANK VAN ENGELAND.

1
Bankbilf.
1
Bankbilf.
1

OtherSecurities
Data
Metaal
1

in
Iin
Bankingl
Disc, and
1
circulatle
Departm.
1
Advances Securtiles

8 Aug. 1934
1192.187
j
392.806

1

58.871
1

6.985

10.073
1

,,

1934
1192.158
389.310

62.311
1

8.869

10.476

22 Juli

1914
1

40.164

1

29.317
1

33.633

1

Gov.
1

Public
OtherDeposits
1 1
t
Dek-
Data
Sec.
Depos.
Bankers

Other
1
Reservel
kings-
IAccountsl
1
perc.’)

8 Aug.’34
1

83.254
1

23.883
1
82.001
1
35.660
59.3811
41,9
1

,,

’34
1

81.249
1

11.860
1
96.507

36.927
1
62.8481
43,2

22 Juli ’14
1

11.005

1

14.736
1
42.185
t
2
9.2971
52 .
,vcl,J uuuitig tUaaCtIC,, flCbCI VC CII UCPVbIIC.
BANK VAN FRANKRIJK.

Te go’ed
Wis

Waarv.
Belee-
Renteloos
Data
Goud
z
in 3t

sels

op het
ningen

voorschot
buitenl.
buitenl.
Iv.d.
Staat

3Aug.’34
80.487
1
679
1,3
1
4.845
1.1411
4.689
3.200
27 Juli’34
80.252
1
683
15
1
5.389
1.141
4.568
3.200

23 Juli’14
4.1041
640
_

1
1.541_
81
769

Bons v. d)
Diver-
)
1
Rekg.Courant
Data
zelfst.
sen
11
Circulatie
1

1
Zelfsi.
1
Parti-
Staat
amort. k.
1
Iamort.k.I culieren

3Aug.’34I
5.913
1

2.436
1


81.718
1

231
1

3.029
1
15
.
742

27 Juli’341
5.913
1

2.199
1

80.809
1

407
1

3.108
116.547
23 Juli ‘141


5.912
401

t

94
, iu;,puat acuva.
DIJITSCHE’ RIJKSBANK.
Daarvan
Deviezen
Andere
Data
Goud
bij bui-
als goud-
wissels Belee-
tent. circ.
dekking
en
ningen
banken
1)

geldende
cheques

7 Aug. 1934
1
74,8
16,
3,3
3.317,7
68,9
31 Juli

1934
1
74,9
16,8
3,1
3.407,6
109,0

30 Juli

1914 1
1
.
3
56
,9
– ‘

750,9
50,2

Data
1

Effec-
1

Divèrse
1

Circu-
1

Rekg.-
Diverse
ten
1
Activa’)
latie
1

Crt.
Passiva

7 Aug. 1934
1

398,0
1

627,9
1

3.645,0
1

626,0
186,0
31 Juli

1934
1

389,6
1

653,6
1

3.768,5
1

649,0
.176,9

30 Juli

1914
1

330,8
200,4
1

1.890,9

1

944,-
40,0
)
JuIOCIabt.
. W.U. flCIItClibUhIKSCIICIiiC 1 nug., ai JULI la’., .Csp. ul, 04
miii.

NATIONALE BANK VAN BELGIË.

Data

Goud

‘.’
0

Rekg. Cr1.


1934
0
2

0
c’g
L L
ç
3
.

9 Aug.
12.6361
66
679
1

67
1
344
40
1
3.542
96
185
2

,,
1

67
672
92
3


40
1
3.546
110
181
FEDERAL
RÉ SERVE
BANKS.

Goudvoorraad
.
Wissels

Data
,,Other
cash

2)
rotaal
1

Goud
In her-

1
disc. v. d.
1
In de
open
bedrag
1

certifi-
caten’)
member
1
markt
banks

1
gekocht

25Juli ’34
4.897,8
1

4.873,2
235,3
21,,3

1
5,3
18

,,

’34
4.872,6
4.847,6 228,8
23,3
5,3

Belegd
1
F. R. Notes
T
Ze
Gestort
1
Goud-
1

Dek-
1
Algem.
t

Dek-
Data
Gov.Sec.
i
in circu-
,
Kapitaall
kings-
1

kings- latie
1
perc.’)

1

perc.
4)

25 Juli
’34

2.432,1
1
3.060,2 14.297,6
1
147,3

1
69,9
1


18

,,

‘341
2.431,8
1
3.084,8 4.230,6
147,3
69,7
•, ueze certiiicasen weruen uoor ue ocnatas, aan ue flCbCIVC UaUIlCrI
‘gegeven voor de overname van het goud, toen de $ op 31Jan.’34 van
100 op 59.06 cents werd gedevalueerd.
,.Other Cash” does not inciude Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve bank
notes.
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opelscbbare
schulden: F. R. Notea en netto depoalto.
4)
Verhouding totalen
voorraad muntmaterlaal en wettig betaalmiddel tegenover Idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.

Aantal
Dis-

1

R

1
conto’s
1

Beleg-

6/ de
1
Totaal
1
Waarvan
Data
leenin.
en

gingen
1

depo-
sito’s
1

time
1
deposits
beleen.

1

banks
1

18 Juli ‘341
5
1

7.961
1

9.796
12.981

1
18.560
1

4.510
11

,,

‘I
5
j

8.006 9.745
1
2.915

1
18.506

1

4.512
U pus,an VU!) I#U flUU. …………… …… 00 OUflR 0! Cflg•
land zijn In duizenden, alle overige
posten In millioen envan de be. treffende valuta.

Auteur