54 JUNI 1931
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
Economisch~
‘
Statsti*sche
Beri*chten’.
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
16E JAARGANG
WOENSDAG 24 JUNI 1931
No. 808
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris:
Prof.
Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Jiasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der iulandale; Prof. Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Rengers;
Prof.
Mr. H. R. Ribbiu8; Jan Schilthuis; Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof.
Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: H. M. H. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
Abonnementsprijs 000r het weekblad franco p. p.
in
Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het
intituut ontvangen het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont-
vungea de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoo-
ver daaromtrent niet anders wordt beali8t.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeptaatweg.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver”
tenties: Nijgh d van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro-
rekening No. 145192.
23 JUNI 1931.
De geidmarkt blijft nog steeds overvloedig van mid-
delen voorzien. Prima Nederlandsch papier werd voor
?/8
pOt. afgedaan. Gisteren legden echter geidgevers
eenige terughoudendheid aan den dag en was het op
°
/io
pOt. niet mogelijk ‘papier te plaatsen. Oall bleef
ruim op 1%. pOt. Prolongatie noteerde meest 1 pOt.
* *
*
Op den weekstaat van De Nederlandsche Bank no-
teert de post binnenlandsche wissels ruim
f
850.000
lager dan op den vorigen weekstaat; de post :beleenin-
gen is met ruim
f 750.000
opgeloopen. De post papier
op het buitenland nam toe met bijna
f
3 millioen; de
diverse rekeningen onder het actief daalden met ca.
f
2,3 millioen.
De metaalvoorraad is opnieuw toegenomen en wel
met bijna
f
19 millioen, ni. uit hoofde van een toe-
name van den goucivoorraad.
De bankbiljetten in omloop daalden met ruim
f
7
millioen. De rekening-courant-saldi van anderen na-
men met bijna
f
26,5 millioen toe. Het saldo van het
Rijk nam met bijna
f
90.000 af. Het beschikbaar me-
taaisaldo steeg met ruim
f 11
millioen. Het dekkings-
percentage bedraagt bijna 57.
* *
*
De wisselmarkt bleef nerveus; men wist niet welken
kant men uitwilde. Allerlei oncontroleerbare geruch-
ten deden de ronde en deden na een kleine hausse, de
koersen plots weder terugloopen. Na het publiceeren
van Hoover’sverklaring trad echter cvor de geheele
linie eenig herstel in; de hoogste koersen konden niet
behouden blijven en het slot was dan ook weder iets
lager. Marken noteerden 58.921%-58.98-58.91-59.02
—58.98%. (Poncien tegen Marken
20.491%.
Dollars te-
gen Marken 4.2110). Ponden veranderden aanvankelijk
slechts weinig, doch hadden tenslotte toch ook hun aan-
deel in de algemeene verbetering: 12.08f16—.12.08°/ie.
Dollars noteerden de geheele week rond de 2.4840. Dol-
lars tegen Ponden waren 4.8670 na 4.863716. Fransche
Francs zonder veel variatie 9.72%. (Ponden tegen
Francs 124.21-124.15-124.27). Belga’s eerder lager:
34.58. Zwitsersche Francs schommelden nogal, wat
het volgend koersverloop aantoont: 48.23 %-48.21
Ya
48.26-48.19. Oostenrijksohe Shi ilirigen handhaafden
zich rond de 34.90. De Peseta’s heel onzeker: 25.05-
23.30-24.20-23.80-24.—. Fi.nsche Marken 6.25. Ca-
nada bleef laag: 2.47%. Van de Zuid-Amerikaansche
deviezen .verbeterde de
Argentijnsche
Peso tot: 77.50.
Daarentegen Rio lager: 18.75. Uruguay Dollars: 1.44.
Rupees waren eveneens lager:
89°I16.
Yen: 122/1.o.
Voor Ponden en Dollars op 1- en 3-maanden weinig
verandering: 36, en 1
°
11e disagio en 4 resp. 3 punten
report. Marken op termijn waren vaster ; slot 6 en 15 c.
onder kassa. Peseta’s op
termijn
bleven aangeboden;
voor 1 daagseh Peseta’s werd 10 c. betaald.
LONDEN, 22 JUNI 1931.
De geldmarkt, geholpen door den toevloed van
goud uit het buitenland (Duitschland), was nog rui-
mer voorzien dan in de laatste maanden reeds het
geval was.
Disconto was daardoor eveneens zwakker. Drie-
maands bankaccepten noteeren tenslotte
2’Iie—%
pOt.
Het buitengewoon belangrijke voorstel, door den
President der Ver. Staten Zaterdagmiddag bekend
gemaakt, om de betaling van de schulden, uit den oor-
log voortvloeiende, voor 12 maanden stop te zetten,
werd natuurlijk met groote vreugde begroet. Reeds
lang was men hier van meening, dat een stap in die
richting gedaan moest worden als een eerste, doch be-
langrijke schrecle tot verbetering van de heerschende
internationale depressie in het algemeen en ter voor-
koming van een financiëele débacle in Oentraal-Euro-
pa in het bijzonder.
566
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 Juni 1931
MEDEDEELINGEN VAN
DE
CENTRALE COMMISSIE
VOOR DE RiJ NVAART.
VERSLAG OVER DE WERKZAAMHEDEN VAN DE
CENTRALE COMMISSIE GEDURENDE HET JAAR
1930.
II
(,SZot.)
2o.
Bebakening.
Zooals in het vorige verslag vermeld, waren de belang-
hebbende Delegaties verzocht om cle Commissie het resul-
taat mccle te deden van het onderzoek, hetwelk cle be-
voegde administraties zouden instellen, inzake de bebake-
uin.g van het vaarwater tussehen Maunheïm en .Bazel.
In cle tweede nitting heeft de Commissie vastgesteld, dat
de Duitsche en Frausche waterstaatadmiiiistraties het
eens zijn geworden over de wijze van bebakening en be.
sloten hebben drie z.g. vaarwater-overgangen beneden cle
bruggen van Straatsburg—Kelil te bebakenen. De onder-
vinding zal aantoonen, of deze wijze van bebakening vol-
doende is. Bovendien is de bebakening van andere vaar-waterovergangcn tusschen Straatsburg en Man uheim in
studie.
30.
Rijwoerbetering tusschen Straet8bvrg en Bezet.
Wat betreft de normaÂisa.tie, heeft de Commissie in de
tweede zitting vastgesteld, dat de onderhandelingen be-treffende de wijze van de technische en administratieve
samenwerking der Oeverstaten (zie vorig verslag), tot
resultaat hebben gehad, een vergelijk tusschen Frankrijk,
Duitschlancl en Zwitserland, hetweik 19 Mei 1930 van kracht
is geworden. Zij heeft ervan kenqiis genomen, dat de uit-
voeri ngswerkzaamhecleii weldra kunnen beginnen.
Wat betreft de stuw van IKembs, blijkt uit de verklarin-
gen der Fransche Commissarissen, dat tegen einde Novem-
ber de volgende werken beëindigJ waren het landhoofd
van den linker oever, de muren van den linker oever
boven de stuiv. de fundeering van den eersten pijler, de
4e en 5e drempel, cle 4e pijler, het laricihoofd van den recli-
ter oever en bert onderste gedeelte van den 3en pijler (ivel-
ke voorloopig moest worden gelijkgemaakt met het niveau
van den drempel, om de scheepvaart in de openingen 3 en 4
mogelijk te maken) en de 5e overspanning valb de dienst-
brug, welke zich boven de stuw bevindt.
In gang waren: liet monteeren van de waaiers van de
opening No. 5 en van de eerste overspanniug van de
dienstbrug, welke zich beneden de stuw bevindt, de oever-
verdediging, de voorbereidende werkzaamheden voor de
construot.ie van den eersten en den tweeden pijler.
Wat het kanaal betreft, waren de uitgravingen bijna be-
eindigd. Het betonneeren was zeer ver gevorderd; aan cle
sluizen en aan de fabriek waren 250.000 M
3
. beton ver
–
werkt. De betonneerbekleedingen voor dc dichting waren
over 3,5 KM. uitgevoerd. De eerste fundeeringsring voor
de turbines was geplaatst.
Juridische kivesities.
J)e Centrale Commissie voor de Rijnvaart heeft tijdens de eerste zitting van 1930 de studie voortgezet, welke zij
had ondernomen, inzake de interpretatie en de toepassing
van artikel 40 van cle Overeenkomst van Mannheim in de Oeverstaten in in België, zoowel wat betreft de uitvoering
der besluiten van de Rijnvaartrechtbanken ds cle wijze
van de toezending van mededeelingèn, betrekking hebbende
op de Rijnvaartzaken. Evenwel, gezien eenerzijds, dpi om
het onderzoek van deze kwesties te bespoedigen de mede-
werking hn gespecialiseerde deskundigen noodig scheen
en dat anderzijds de Fransche juridische autoriteit, clie
de aandacht der Centrale Commissie op deze kwesties ge-
trokken had, intusschen verklaard had, dat de directe toe-
zending van rogatoire commissies van Fransche liijnvaart-
rechtbanken tegenwoordig door tussc’henkomst van den
Procureur van de Republiek te Straatsburg, en tot vol-
doening van deze autoriteit geschiedde, heeft de Centrale
Commissie tijdens hare tweede zitting, besloten, om, voor
het oogenblik het hierbovengenoemde onderzoek uit te stel-
len en niet eerder te hervatten, als zich tenminste geen
nieuw feit voor zou doen, dan tijdens de tweede lezing •der
nieuwe Rijnvaart-Akte.
Beroepen voor de Centrale Commissie gebracht.
Bij cle Centrale Commissie zijn in 1930, in ha.re
hoeda-
nigheid van rechtbank van twceden en laatsten aanleg in
zaken, uitgesproken door de Rijnvaartrechtbanken, 10 be-
roepen in burgerlijke zaken en 4 in strafzaken aanhangig
gemaakt. In 1929 waren 4 beroepen in burgerlijke zaken
en 5 in strafzaken voor haar gebracht. .Uet jaarlijksche
gemiddelde der beroepen voor de Commissie gebracht van
1926 tot 1930 bedraagt
14.
INHOUD.
Biz.
Mededeelingen
van de Centrale Commissie voor de Rijn-
vaart II (Slot) ……………………………
566
DE BROODPRIJzEN door
Dr. É. van Genechten
……
567
Internationaal Instituut voor hypothecair landbouw-
crediet door
Dr.
J. J. L. van Rijn……………..
569
Het jaarverslag
van De Nederlandsche Bank ……..571
De Rijksmiddelen . . …….. … _ …………..573
BUITENLANDSOJIE MEDEWERKING:
De economische en financiëele toestand van Duitsch-
l
and .. …………………………………
575
AANTEEKENINGEN:
De wereldproductie,
-in en -uitvoer van suiker … 577
De wereldproductie en werelduitvoer van automo-
bielen in 1930…………………………..578
Ontvangen boeken …………………………..
579
MAANDCIJFERS:
Productie der Steenkolen-, Bruinkolen- en Zoutmijnen 579
Overzicht der Rijksmiddelen
………………..580
STATISTIEKEN EN OVERZIORTEN
……. . …….. 580— 588
Oeldkoersen.
1
Bankstaten.
1
Verkeerswezen.
Wisselkoersen.
1 Qoederenhandel.
Rechts gebied. der Rijnvaartrechtbanken.
De Centrale Commissie heeft besloten een speciale bro-
chure te publiceeren, bevattende de juiste opgave van de grenzen van het rechtsgebied der Rijnvaart-rcchtbanken.
Deze publicatie zal bijgehouden en indien noodig, her-
drukt worden.
Economische kwesties.
Rapport ilines.
(Zie hierboven : J3etrekkingen met andere i iternationale
lichamen).
Boor&voorraad.
11e kwestie va,ii den boordvoorra.ad, vermeld in het verslag
van het vorige jaar, heeft in de eerste zitting het onder-werp uitgemaakt van een grouc ige discussie, welke tot
resultaat heeft gehad, dat cle Coi’missie vastgesteld heeft,
dat nieeniugsverschillen tusschen het meerendeel der Dele-
gaties cci de Duitsche Delegatie te clezen opzichte beston-
den. Eveuwel heeft de :Duitsche Delegatie verklaaxcl, bereid
te zijn de noodige instructies te geven, opdat scheepsbe-
lioeften Vrij van clouanerechten worden toegelaten:
(t)
op sleepbooten, welke Duitschlaucl doorvaren, zonder
dat aan haar sleeptreinen of aan cle ladingen van haar
sleeptreinen verauderingcu worden aangebracht en op
sleepsehepen en goederenvrachtbooten, welke Duitschlancl
cloorvaren, zonder dat aan hun ladingen veranderingen
worden aaiigebrachrt;
b)
op alle vaartuigen, welke niet ouder
a)
vallen, in vol-
cloet:icle cii ruim berekende hoeveelheden voor een normale
en werkelijke vaart van 48 uur.
Dc Commissie heeft zich voorloopig bevredigd verklaard,
(leze verklaringen te ontvangen, zich geheel en al de rechts.
kwestie voorbehouclencle.
De instructies van de Duitsche Begeering zijn 1 Juli
1931 in werking getreden.
Privaat- en sociaalrecht.
(Zie hierboven : Betrekkingen met andere internationale
lichamen).
K 1 ccc h te n.
liet onderzoek van ‘cle klacht, betrekking hebbende op de
sociale kwesties (ziekteverzekeriugen, ougevalleii, enz.) ver-
meld iii het vorige verslag, werd uitgesteld in afwachting
vaui liet verloop der werkzaamheden van het hierboven ver-
melde gemengde Comité. De klacht betreffende den boord-
voorraad heeft aanleiding gegeven tot een besluit in 1930
(zie hierboven: Economische kwesties) –
Tijdens het afgeloopen jaar is slechts één nieuwe klacht
bij cle Commissie aanhangig gemaakt, welke bovendien mis-
schien slechts als een eenvoudige mededeeliog van feiten
01) te vatten is.
Deze niedecleeliug had btrekking op bert z.g.,,Auslohungs-
verfalireit”, dat op een gegeven oogenblik door de i)uit-
scbe Spoorwegen aangenomen ivas en liet verkeer tusseben
cle haven van Kehl en de grensstatioiis gelegen tea Oosten
van Sliazel betrof.
Interne kwesties.
liet budget voor 1930 is vastgesteld op Fr. Frs. 875.000.
De Centrale Commissie heeft besloten den verkoopsprijs
van het jaarverslag’ van Zw. Frs. S tot Fr. Frs. 25 te ver-
lagen om den omzet te bevorderen.
24. Juni
1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
567
D i v e r s e ei.
De Commissie heeft in April 1930 de werken van cle
stuw van Kembs bezocht.
De Commissie heeft deelgenomen aan de Tentoonstelling
voor den Volkenbond en de Vrede, welke in Den Haag
heeft plaats gehad in Februari 1930 en besloten aan het
uitvoerend Comité van deze tentoonstelling grafieken en
fotogra-fieën, bestemd om een permanente collectie te
vormen, te doen toekomen. Verder was cle Commissie uit-
genoodigd om zich te doen vertegenwoordigen op de jaar-
vergadering van den ,,Vereite fOr die Schiffahrt auf dem
Oberrhein”, te Bazel.
Bijlage bij het Verslag over de ‘werkzaensheden van cle
Centrale Coinm’issie voor de Rijnveart gedvrende
het jaar 1931.
Volgens cle overeenkomst betreffende de teboekstelling van binnetischepen enz. verbinden de Staten zich registers
aati te leggen voor de teboekstelling van binnenschepen
(artikel
1);
cle…voorwaarden van teboekstelling werden in
beginsel vastgesteld door de nationale wetgevingen, terwijl iecter land zich verbindt de noodige maatregelen te nemen,
opdat een schip niet gelijktijdig in twee van zijn bureau’s
teboekgesteld kan worden (artikel 3); de teboekstelling is
verplichtencl; als het schip aan de voorwaarden van in-
schrijving van twee of meer contracteerende Staten vol-
doet, geeft de eigenaar, in beginsel, de keuze van het land,
waar het schip teboekgesteld zal worden; deze keuze is
echter beperkt door het recht van elk contraeteerend land
om van zijn onderdanen cle teboekstelling op zijn registers
te verlangen van schepen, waarvan zij voor meer dan de
helft eigenaar zijn.
–
10.
als deze onderdanen te.’eus zijn ingezetenen, of in
geval van vennootschappen, indien, haar zetel op zijn
grondgebied gevestigd is;
2o. als – en dit alleen in het geval van lichamelijke per-
sonen – de schepen uitsluitend worden gebruikt voor cle
scheepvaart in de wateren van genoemclen Staat (art. 4).
i)e inschrijvingen, gedaan op het teboekstellingsregister,
moeten op een certificaat van rteboekstelling worden weer-
gegeven, een certificaat, hetwelk aan boord moet zijn.
De overeenkomst bepaalt eveneens het volgende (art. 14):
(1) Elk teboekgesteld schip moet langs beide zijden of
op het achterschip aangeven:
to. den naam of de kernspreuk en, als meerdere schepen
met clenzelfden naam of dezelfde kernspreuk toebehooren aan eenzeifden eigenaar, een o-nderscheid’ingsn ummer;
2o. het nummer van teboekstelling, genoemd in artikel
10. voorafgegaan iii Latijnsch schrift, hetzij door het initiaal of de initialen van het bureau van teboekstelling, hetzij door
den naam van genoemd bureau en gevolgd, wederom in
Latijnsch schrift, van het initiaal of de initialen van den
Staat, onder welken het bureau ressorteert.
De in alinea (1) van -dit artikel genoemde gegevens
moeten aangebracht worden
01)
een zichtbare en duidelijke
wijze in lettertypen van minstens 15 eM hoogte.
Het is verboden deze namen, letters en nummers uit
te ivisschen, onherkenbaar te maken, te bedekken of te
verbergen door wat dan ook en er anderen aan toe te voe-
gen, welke de duidelijkheid van de bovengenoemde inscrip-
ties zou kunnen schaden.
Ten slotte bevat de overeenkomst bepalingen betreffende
de autoriteiten, die bevoegd zijn voor de vervolging en de
bes-traffing der overtredingen, welke betrekking hebben op
het niet teboekstellen, op de dubbele teboekstelling, op het
aan booed zijn vs-Ir het certificaat van teboekstelling, en
op cle inscripties, welke het vaartuig moet bevatten.
Volgens cle overeenkomst betreffende -de -administratieve
maatregelen tot vaststellen van het vlaggerecht, kan een
binnenschip slechts recht hebben op één enke-le nationale
vlag (art. 1). Elk schip dat zijn recht op de nationale vlag
wil bewijzen, moet ingeschreven zijn op een register, be-
stemd voor dit doel en gehouden door cle hevoegde autori-
teit van den’ Staat, welke het recht op ‘cle vlag verleent
(art. 3). Het recht tot het voeren van een vlag wordt door
een document bewezen. bc’twelk het schip kan identifi-
ceeren (art. 6). ‘De overeenkomst bevat voor het overige,
de nooclige regels om de dubbele inschrijving te voorkomen
(art. 2. 4 en 5). Deze regels zijn dezelfde als die, betref-
fende de teboekstelling.
‘De overeenkomst betreffende de aanvaring in de bin-
nenvaart richt zich vrijwel naar de overeenkomst van
Brussel van 23 September 1910, betreffende cle aanvaring
op Zee.
Wanneer de aanvaring is toe te schrijven aan toeval,
wordt cle schade gedragen door hen aan wie ze is over-
komen (art. 2).
Als het beschadigde schip, waarop zich personen of goe-
deren bevinden, welke schade hebben geleden, door eigen
fout heeft ‘bijgedragen tot de aanvaring, is de aansprake-lijkheid van ieder der schepen evenredig aan het gewicht
der wederzijds begane fouten, zonder aansprakelijkheid ten
aanzien van derden, behalve wat -betreft lijf schade (art. 5).
Op een belangrijk punt, ten opzichte waarvan de tekst
van de’ overeenkomst van Brussel aanleiding gegeven heeft
to-t verschillende interpretaties, brengt de overeenkomst
voor de binnenvaart een nadere aan.duiding: ale de aan-varing veroorzaakt ‘is door de -schuld van twee of meer
schepen, zijn deze schepen hoofdelijk aansprakelijk voor de schaden toegebracht aan het onschuldige schip en aan
personen of zaken, welke zich aan boord van dat schip be-
vonden (art. 4).
DE BROODPRIJZEN.
Als No. 2 van den jaargang 1931 van de ,,Verslagen
en mededeelingen van ‘de afdeelin’g handel en nijver-
hei’d van het Departement van Arbeid, Handel en
Nij-
verheid” is verschenen het rapport door de Heeren
Prof. Dr. Nico J. Polak eia
Prof.
H. A. Kaag
aan
den Minister over de ‘broodprijzen uitgebracht. Dit
rapport is een zorgvuldig stu’k werk, dat vooral
0])
dit
oogen(blik, nu het probleem vaá de broodprijzen en de
aanpassing daarvan aan den prijs der grondstoffen
wel zeer actueel is geworden en daarenboven in ver-
band met de uitvoering der tarwewet, op zijn tijd komt
en waardevolle gegevens bevat. De rapporteeren-de hoogleeraren hebben met de medewerking van -den
Heer
A. W. J. Ren.aud, op
zeer concientieuse wijze de
factoren, die inzicht kunnen geven in de vraag of de
hroodprijzen zich voldoende hebben aangepast, onder-
zocht. Zij vangen het rapport aan met een critiek op
een verkeerde wijze van vergelijking tusschen brood-
en tarweprjzen, nl. de rechtstreeksche vergelijking
van ‘heide
indexcijfers.
Dat deze ontoelaatbaar is, is
duidelijk. Persoonlijk heb ik deze vergelijking ook
nooi.t weten te maken, maar het is zeker wen-
sohelij
–
k, dat de fouten van een dergelijke opper-
‘lakkige behandeling worden vastgesteld. Het ver-
dere rapport vervalt in verband met de tweeledighei’d
van -de bewerking, die de tarwe ondergaat: lo. van
tarwe tot bloem en 2o. van bloem tot brood, in 2 dee-
len. In ‘het eerste deel wordt onderzocht of de ‘bloem-
prijzen zich voldoende aan de tarweprijzen hebben
aangepast, waarbij de rapporteurs tot de conclusie ko-
men, dat dit inderdaad ‘het geval is, al zal de aanpas-
sing in een vootduren’d dalende markt licht eenige
maanden worden vertraagd. De beantwoording van deze
vraag hebben rapporteurs zich niet gemakkelijk ge-
maekt,, omdat zij, terec-ht, met de verschillende tarwe-
soorten, die worden ingevoerd, rekening hebben ge-
bonden, benevens met den invloed, ‘dien verandering
in de prjsverhonding tusschen deze soorten op de
samenstelling van het mengsel uitoefent. Zeer irite-ressant, in verband roet de uitvoering van de tarwe-
wet, die de invoer van huitenlandsch meel zeer be-
moeielijkt, is de opmerking der rapporteurs, dat
moet worden aangenomerr .,da;t in het algemeen de
import (van Noord-Amerikaansche bloem) een ‘prijs-
reguleerenden invloed op den hloemprjs kan uit-
oefenen”. Vervalt deze bloeminvoer, dan is een ver-
hooging van de marge tussohen tarwe- en bloemprij-
zen te verwachten. Dit ‘blijkt uit het in ‘het rapport
vermelde feit, dat. nu
de Amerikaansche ‘bloem niet
concurreerend is ten opzichte van de, met ‘behulp van -goedkoope Russische tarwe ‘hereide, binnenlandsehe
bloem, de verhoogde marge tusschen bloem- en graan-
prijzen onaangetast blijft. Wel zeer mag er worden toe-
gezien, dat, nu de tarwewét de binnenl-andsche
maalderijeri vrijwel een monopoliepositie -geeft, zij
van den maatregel, die de ‘hoeren heet ten goede
te moeten komen, niet de grootste winst hebben. De
sterke daling van de tarweprij-zen in de laatste jaren
blijkt niet geleid te hebben tot veihooging van den
norm van de marge tusschen
–
tarwe- en bloemprijzen..
Dit ‘is alles wat rapporteuren in dezen conclu’deeren.
568
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 Juni 1931
Zij onderzoeken niet of die marge niet al sinds jaren
te hoog is, maar zij hebben hunne taak opgevat in den
beperkten zin, in overeenstemming trouwens met de
opdracht, dat zij alleen de prijsdaling der laatste paar
jaren onderzoeken. Dezeif de gedachtengang heeft hen ook geleid bij het
onderzoeken van het tweede punt: de verhouding tus-
schen tarwebloem en brood. Zij berekenen hier den
prijs van de grondstoffen voor zoover men di.e kan na-
gaan, bloem, gist, zout, in centen per brood van 8 lIG., vergelijken daarmede de hroodprijzen in ii. gemeenten
en gaan dan na of het verschil tusschen ‘broodprijs en
prijs van de grondsto:fen gewijzigd is. Dit verschil
bevat dus allerlei kosten, als olie, brandstoffen, ‘bak-
loon, verkoopleer, beheer en administratie, afsc’hrij-
ving, risico en winst, die in de verschillende bedrij-
ven en in de verschillende steden zeer uiteenloopen en
waarvan rapporteurs terecht meenen, dat geen alge-
meen schema is vast te stellen. Rapporteurs zijn nu
van meening, dat men, door vast te stellen of deze ver-
schillen al dan niet zijn toegenomen, kan nagaan of
de aanpassing van de broodprijzen aan den prijs van
de grondstoffen al dan niet voldoende is geweest. Vol-
gens hen toch
zijn
er geen redenen te noemen, waar-om deze verschillen zouden veranderen behalve dan
dat de prijs van vet- en brandstoffen gedaald is met
een bedrag, dat ‘berekend kan worden op 1110 cent per
brood en dat, waar de gewoonte bestaat 10 pOt. kor-
ting te geven, dit op een lagere
prijs
ook een lager 1e-
drag uitmaakt, gelijk aan het 10e deel van, het be-
drag, waarmede de prijs verlaagd is. Waartegenover
echter staat een vermeerdering van 2/1.0 cent per ‘brood
tengevolge van ‘kosten van sociale verzekering. Raad-
pleegt men dan de tabellen, dan blijkt het verschil
tussc’hen hroodprijzen en prijzen der grondstoffen te
hebben bedragen in centen:
December
1930,
re-
kening houdende met
de door rapporteurs
vermelde oorzaken
Gemeenten
Januari
December van verandering in
1927
1930
cle verschillen.
Rotterdam
12.5
11.5
12
Groningen …..
12.5
11.5
12
Haarlem ……
11
11
11.4
Den Haag
14.3
13.5
14.
Arnheni ……
10.5
11.5
11.8
Maastricht . . .
8.5
9.5
9.8
Eindhoven
. . .
10.5
11.5
11.8
Leeuwarden
. .
11.5
11.8
12.2
Amsterdam . .
8.1
9.5 ‘
9.7
Enschedd …..
6
8.5
8.6
Utrecht …….
11.5
13.3
13.5
De rapporteurs besluiten hieruit ‘dat, afgezien van
Utrecht, (wanneer men er rekening mede ‘houdt dat in Enschedé en Amsterdam in 1927 de broodprjzen
•bijzonder laag waren door ‘broodoorlogen) de aanpas-
sing van de hroodprjzen aan •de prijzen ‘der grond-stoffen vrij goed is ‘geweest. Hoezeer ik met hunne
wijze van behandeling van het probleem ook inge-
nomen hen, toc’h meen ik da1 de conclusie, die de
rapporteurs daaraan verbinden, niet ‘heelemaal ge-
rechtvaardigd is en wel op grond van de volgende
overwegingen:
lo. afgezien van Rotterdam, Groningen en den
Haag, waar het verschil verminderd is, is tenslotte
het verschil in Haarlem vermeerdefd met 0.4; in
Arnhem met 1.3; Maastricht met 1.3; Eindhoven met
1.3; Leeuwarden met 0.7; Amsterdam met 1.6; En-
schedé met 2.6 en Utrecht met 2 cent per brood. Dit
heteekent voor deze plaatsen, wanneer wij uitgaan van de stellin’ van 1-apporteurs, dat de verschillen
‘gelijk moesten ‘blijven (behalve dan voor wat betreft
de door hen opgegeven oorzaken) dat het brood van
3 pOt. (Haarlem) tot 10 pOt. (Utrecht) te duur is,
ook wanneer wij Amsterdam en Enschedé wegens den
broodoorlog in 1921 buiten beschouwing laten;
2o. moet men zich afvragen in hoever de daling
‘in ‘de genoemde 11 gemeenten representatief is of
wel of zij misschien ook sterker is dan in de andere gemeenten van Nederland. Men kan het de rappor-
teurs natuurlijk niet ei,ivel dui’den, dat zij hun manier van ‘berekenen niet ‘hebben toegepast voor alle plaat-
sen in Nederland, maar, met verwijzing naar de door
mij gegeven grafiek in E.-S. B. van 27 Mei, (pa’g. 485)
kan worden vastgesteld, dat voor verscheidene ge-
meenten de prijsdaling niet even groot is, zoodat het
de aandacht van de plaatselijke belanghebbenden ver-
dient, na te gaan, ‘waaraan ‘dat ligt;
3o. en dit is het eenige bezwaar, dat ik tegen •de
wijze van berekening van rapporteurs zelf inbreng:
in de verschillen tussehen broodprjzen en kosten der
grondstoffen die zij ‘berekenen, is natuurlijk ook
begrepen do zuivere winst. Wanneer men nu uitgaat,
zooals zij, van de gedachte, dat een voldoende aanpas-
sing heeft plaats gevonden van de prijzen aan de kos-
ten, wanneer het absolute bedrag van dit verschil
gelijk ‘blijft, dan gaat men uit van ‘de stelling, dat het
bedrag van de’ zuivere winst, die per brood wordt ge-
maakt, gelijk moet blijven. Dit beteekent echter, dat
het
winstpercentage,
dat in elk ‘brood begrepen is,
hij dalende broodprjzen snel stijgt. Neemt men aan,
‘dat dit percentage in ‘den
prijs
van elk brood ‘begre-
pen, in Januari 1927 bijv. 5 pOt. bedraagt, dan zou,
zelfs ‘hij gelijkgebleven verschil, het winstpercentage
per brood gestegen zijn in Rotterdam tot 6.66; in Gro-
ningen tot 6.66; in Haarlem tot 6.4; in den Haag tot
6.95; in Arnhem tot 6.1 ; in Maastricht tot 6.2; in
Eindhoven tot 6.1; in Leeuwarden tot 6.3; in Amster-
dam tot 6; in Enschedé tot 5.76 en in Utrecht tot 5.2.
Let wel, dat ‘deze stijging van het percentage zou
hebben plaats gevonden, wanneer het verschil gelijk
was gebleven, terwijl in werkelijkheid, zooals wij ge-
zien ‘hebben, dit verschil ‘daarenboven ook nog dik-
wijls veranderd is.
Wanneer
wij
aannemen, dat, afgezien van de door
rapporteurs zelf vermelde oorzaken van veranderin-
gen in de verschillen, de verschillen tussehen ‘brood-
prijzen en.grondstoff en gelijk moesten ‘blijven, behalve
dat het winstpercentage per brood gelijk moest blij-
ven, en wij nemen een winst van 5 pOt. per brood aan,
dan zou de broodprjs in de verschillende gemeenten
moeten zijn, zooals in ‘de eerste kolom van onderstaand
staatje is opgegeven. Daarnaast vermeld ik de wer-
kelijke ‘prijzen en in cle derde kolom ‘het percentage,
waarmede de berekende prijs blijft onder den wer-
kelijken prijs.
Percentage waar-
Prijs die
mede de berekende
zou moeten
Wer-
prijs blijft
Gemeenten
gelden volgens
kelijke
onder den
de berekening
prijs
Cwerkelijken
Rotterdam
18.2
18
–
1
pCt.
Groningen
…..
18.2
18
–
1
‘[‘Taarlem
……
16.8
17.5
4
Den Haag
20
20
0
Arnhem
16.5
18
8.3
Maastricht
. . . .
14.5
16
9.3
Eindhoven
…..
16.5
18
8.3
Leeuwarden
…
17.4
18.3
4.9
17 7
10 S
lOS
Wanneer men ‘de methode van ‘berekening van de
rapporteurs aanvaardt, dan stelt men zich op ‘het
standpunt, dat bij dalende prijzen, het winstpercen-
tage, dat de •bewerker en detaillist op ‘het product
leggen, mogen stijgen. Dit lijkt mij onjuist. Tegen
mijn redeneering kan men inbrengen, dat, wan-
neer het absolute bedrag aan winst per brood gelijk
blijft, de belooning van het ‘in de ‘bakkerij geïnves-
teerde kapitaal ‘dezelfde blijft en er dus van onmatige
winsten geen sprake is, buiten cle door •de rapporteurs vermelde gevallen. Maar zelfs wanneer wij aannemen,
dat, doordat ‘het brood een weinlg elastische vraag
Jheeft, de ‘brood consumptie hij ‘dalende broodprijzen
niet zou zijn toegenomen en wanneer daarenboven ‘de
hrood’hakkerijen in geenen dccle profiteeren van de
lage geldrento, enz., dan sluit in elk ‘geval het stand-
punt van de rapporteurs in, dat de winsten van een
24 Juni
1931,
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
569
Lcsuhut bedrijf als een broodbakkerij even hoog moe-
ten blijven in ‘deren tijd als in de tijden van hoogeon-
junctuur, terwijl zij overal ‘,elders gedaald zijn. Di t
moet echter leiden tot ‘het ‘vericeerde resultaat, dat cle
prijzen van het :heschutte ‘bedrijf de algemeene prijs-
beweging niet volgen, dat dus de arbeider in het niet
beschutt.e bedrijf een steeds hooger winstpercentage
in de consumptiegoederen, die hij van de binnenland-sche markt betrekt moet vergoeden. Ik kan di.t stand-
punt niet deelen. Ik begrijp natuurlijk, dat rappor-
teurs hierbij niet tot een bepaalde conclusie konden
komen, omdat zij in ‘hun strenger betoog zich n:iet de
vrijheid konden veroorlooven, die ik ‘hier neem door
uit te gaan van een niet gecontroleerd winstpercen-
tage van 5 pCt. van dan verkoopprijs. Maar ‘het komt
mij voor, dat in het rapport op de stijging van het
vi n’stpercentage de aandacht had mogen worden ge-
vestigd,
4o. is het wenschelijk er nog eens uitdrukkelijk op
te wijzen, dat in ‘het rapport uitsluitend ‘besproken
wordt of ‘cle prijsdaling van de laatste maanden zich
voldoende in den prijs der producten ‘heeft doen ge-
voelen. In geenen deele wordt door de uitkomsten van
dit rapport de vraag geprejudicieerd, ‘die in de laatste
maan den in dit tijclschrift herhaaldelijk aan de orde
was: of niet in het algemeen na den oorlog de goede-
renprijzen van de beschutte bedrijven te hoog zijn ‘ge-
bleven. –
In verband met deze vraag is ‘het van belang te wij-
zen
01)
het ingezonden stuk van den Heer
J. Snvid
in
‘de Nieuwe Rotterdamsche Courant (ochtendblad van
19 Juni), waarin hij ero wijst, dat in
1913
de tarwe
pim.
9
cent en het waterbrood te Den Haag 14’/2
cent ‘per lIG, kostte. Verschil 5I cent. Daarentegen
kost tarwe nu 6 cent en het brood
23i’,;
verschil 17′
cent, In deze tegenstelling ligt ‘het probleem van de
te ‘hooge w.i nsten in de beschutte ‘)edrven in het bij-zonder besloten. Rapporteurs hadden in ‘hun stuk niet
hierover verslag uit te brengen, maar het leek mij
wenschelijk nog eens uitdrukkelijk op liet verschil
en hot verband tusschen ‘beide kwesties te wijzen.
VAN GNNECHTEY.
INTERNATIONAAL INSTITUUT VOOR
HYPOTHECAIR LANDBOUWCREDIET.
Ir cie Economisch-Statistische Berichten van 11
Maart ‘heb ik een overiicht gegeven van de voorge-
schicclen,is der stichting van een instituut om op in-
ternationalen grondslag, credieten te verleenen ten
behoeve van clenian’dhouw in kapitaalarnie landeo.•
Sedertdien is de oplossing ‘van het vraagstuk ,een groo-
te Stal) verder gekomen, doordat “de Raad van ‘den Vol-
ken bond op 21 Mei jl. eene conventie heeft goedge-
keurd, waarbij cie ‘deelnemende Regeerin’gen zich ver-
binden tot het ‘stichten van ‘de ,,Société Internationale de Crédit Hypothécaire Agricole” en gezamenlijk deel
to nemen i.n een speciaal reservefonds tot een totaal
bedrag van Zw. Frs. ’25 millioen. De conventie werd tot nu toe (1. Juni) geteekend door de vertegenwoor-
digers van 1,6 staten en men hoopt en verwacht, dat Engeland, Nederland en ‘de Scandinavische landen,
‘Mr
30
September, den uitersten termijn, ‘die in de
conventie is vastgelegd, alnog zullen toetreden.
Ze-
‘kerlieid bestaat hieromtrent nog niet, te minder, aan-
gezien enkele landen zooals Duitschiand en Nederland
definitieve deelname en’ ra’tificatie afhankelijk ‘hebben
gesteld ‘van ‘de ‘deelname van andere landei,. Buiten-
dien moet oene deelname van Frs. 25 millioen in de
speciale reserve ‘verzekerd zijn, alvorens de conventie
in werking kan treden. Mocht zulks niet véér
31
De-
cember
1931
‘het geval zijn, dan zal eene nieuwe confe-
rentie moeten beslissen over nieuwe voorwaarden,
waarop de conventie in werking kan treden. Op grond
van één en ander zal de nieuwe credie’tinstelling dus niet hare werkzaamheden v66r 1 Januari a.s. kunnen
beginnen, vooral omdat niets vaststaat, véérdat ‘de lan-
den, ‘die geteekend hebben, ‘de conventie ook hebben geratificeerd.
Op grond van het groote ‘belang, ‘dat een aantal lan-dien aan de totstandkoming ‘der nieuwe instelling heb-
1)011,
zullen krac’htie pogingen om teekening en rati-
1 icatie te bevorderen, niet ontbreken en mag men dus
met reden een goed eindresultaat tegemoet zien.
1)e considerans, waarmede de coyentie begint,
geeft het doel, dat men zich voorstelt te bereiken,
weer in de volgende woorden:
,,Les gouvertieineiit’s cle .’ ………..clésireux de prêter
,,leur aicle i l’agriculture par le moyeii d’uue organisation
internationale de cr&lit hypothécaire agricole;
,,Coiisidéraitt ‘qu’une telle organisation coustituerait un
,,instrurnent précieux dc coöpération internationale clans l
,,ca’clre de l’oeuvre .économique cle la Société des ‘Nations;
Résolus
S
favoriser lic créatiou cl’une Société interna-,,tionale de Crécl’it hypothécaire agricole ayaut pour objet
,,cl’alléger les charges fi’nancières, qui grvent la procluction
,,agricole clans divers ptys, cle diminuer les frais d’cxploi-
.,tation, qui absorbent actuellernent nne ‘trop grande prt
,,des profit’s et d’augrnenter le pouvoir d’achat des agrieul-
,,teurs;
.,Déci’clés
S
donoer
S
cette Société internationale toute
,,l’assistance, qui est en leur ‘pouvoir pour ‘qii’el’le reruplisse
avec succès sa mission sont coiii’euiis, etc…,,”
Uit deze consÏ’derans blijkt, dat men het welzijn en
de, koopkracht van de landbouwers wil bevorderen,
zonder echter vermeerdering der productie te beoogen.
Dit laatste wordt vooral op den voorgrond ‘gebracht
door het rapport, waarmede ‘de stndiecommissie voor de
Europeesche linie de conventie hij den Volken’bonds-raad heeft aanbevolen en waarin gezegd wordt, dat het’
nieuwe Instituut de grootste zorg moet in acht nemen
om de kritiek te vermijden, cciie onhera’den vermeer-
dering van de lan’d’bouwprodnctie te hebben begun-
stigd. ‘
Het zal zeker geen ‘gemakkelijke taak ‘van het ‘be-
stu’ur der nieuwe’ instelling zijn, te voorkomen, ‘dat
liet door haar geleende geld aan eene vermeerdering
der productie ‘thn ‘goede komt. De Société interna-
tionale de Crédit hypothécaire agricole” zal te Genève
wotcien gevestigd. Aanvankelijk is sprake geweest van
Parijs en Genève, maar nadat de Heer Briand ver-
klaard had, do vettiging te Genève twillen begunsti-
gen, is zonder meer aan Genève de voorkeur gegeven.
Het Instituj,tt krijgt ‘den vorm van eene naamlooze
vennootschap, met een kapitaal ‘van 250 miflioen
Zwit-
sersche goudfranken, verdeeld in, aandeelen van 2500
Frhnken. Naast liet aancleelmikapi taal komt vanaf den
heginne cciie speciale reserve A, groot 25 millioen
Franicen,’ te storten ‘door dd Regeeringen, die aan de
‘conventie deelnemen. Het aandeel van ,iedere Regee-
ring in deze speciale reserve staat in verhouding tot
het aantal contributie-eenheden, dat cle Regeering aan
den Volken’bond betaalt.
Zoo noodig mag cciie Regeering haar aandeel in de
speciale reserve verhoogen, teneinde de vereischte
25 millioen Zwitsersche Franken vol te maken.
‘Het Instituut zal steeds hij de Bank voor Interna-
tionale Betalingen te Bazel of bij andere banken van
eersten
rang,
in dépôt beschikbaar moeten houden een
bedrag gelijk aan de voorschotten door ‘de Regeerin-
gen ‘voor ‘de Speciale Reserve verstrekt, voor zooverre
deze nog niet zijn afgelost. Het Instituut zal echter
over dit bedrag geheel of gedeeltelijk kunnen ‘be-
schikken, indien zulks voor het nakomen zijner ver-
plichtingen noodig mocht zijn, op voorwaarde ‘echter,
dat het aldus opgenomen ‘bedrag zoo spoedig mogelijid
zal worden teruggestort en ‘dat geenerlei winstver-
cleeling zal kunnen plaats vinden, alvorens ‘die terug-
storting heeft plaats gehad. ‘De rente, die ‘deze speciale
reserve A zal ophrenen, komt ten goede aan de Re-
geeringen, ‘die tot de vorming ervan hebben bijg-
dragen, zonder dat zij op eenige andere rentevergoe-
ding kunnen aanspraak maken. Alleen zullen zij een
‘idem gedeelte der winst als ‘bonus ontvangen, zooals
hierna zal ‘blijken.
De speciale reserve zal worden afgelost ‘door mid-
del van een vastgesteld aandeel van de win’st van het
Instituut, met dien verstande, dat daarmede eene
570
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 Juni 1931
nieuwe speciale reserve B. wordt gevormd gelijk aan
cie oorspronkelijke. Naast het aan-deelenkapitaal staat
dus steeds eene speciale reserve van 25 millioen -goud-
Franken als meerdere zekerheid voor de houders der
obligaties, ciie uitgegeven zullen worden. Uit de win-
sten zullen buitendien de gebruikelijke reserven wor-
den opgebouwd, ni. eerst 5 pOt, der winst voor de
wettelijke reserve ‘tot een maximum van 10 pOt. van
het uitgegeven aan deeIenkapita.l. Nadat alsdan 6 pOt.
(cumulatief) aan de aandeelhouders zal zijn uitge-
keerci, zal de rest •der winst voor 75 pOt. ten -goede
komen aan de Regeerin-gen, ni. 70 pOt. voor aflos-
sing der speciale reserve A. en 5 pOt. als bonus en
verder voor 25 pOt, beschikbaar zijn voor een sup-
plernentair niet cumulatief dividend van ten hoogste
6 pOt. (‘voor reserves voor speciale doeleinden) voor
overschrijving op nieuwe rekening. Van het kapitaal
zaL als eerste tranche 25 millioen Franken worden
uitgegeven en deze eerste aandeelen zullen als aan-
deden A. worden aangeduid en •de overige aandeelen
als aandeelen B.
De aan deelen A. zijn o’p naam, terwijl -de aandeelen
B. op naam of aan toonder kunnen zijn. Op de alge-
meene vergaderingen hebben de houders der aandeelen
A. é&n stem per aandeel, de houders van aandeelen B.
lén stem per 15 aan-deelen. Buiten-dien hebben de
houders
–
van aandeelen A. het recht van voorkeur bij uitgifte der eerste tranche van de aan-deden B. Voor
cie uitgifte van verdere tranches van aandeelen B. heb-
ben de houders van aandeelen A. en B. gelijke rech-
ten van voorkeur.
Houders van aandeelen A. en B. hebben -gelijke
rechten ‘bij de verdeeling van de winst en bij iedere
andere verdeeling van de activa van het Instituut.
Overschrijving van aandeelen A. is alleen mogelijk
Ïnet toestemming van den Raad van Beheer. Deze ver-
deeling in aandeelen A. en B. is geschied, in verband
met het doel om de aan-deelen A. zooveel als mogelijk
te plaatsen in hn’den van grond- of landbouwcrediet-
instituten in ‘de landen, die aan de conventie deel-
nemen en deze instituten groot recht van medespre-
ken te -geven. Dit heeft vooral ‘heteekertis, orndat de
deelnemende staten recht hebben op uitgifte in hun
land van een -gedeelte der aandeelen A., in
–
verhou-
ding tot ‘het aandeel, dat zij ‘hebben genomen in de
speciale reserve A. Daarbij is dan -tevens ‘bepaald, dat
de grond- en ]andbouwcrediêtinsteliin•gen recht van
voorkeur bij de inschrijvingen op die aan-deden A.
zullen genieten.
Het nieuwe Instituut is trouwens geheel gebaseerd
op de medewerking van die plaatselijke
–grond- en
lan’d-bouwcredietinstellingen ‘der verschillende landen,
want het zal niet in direct contact mogen treden met de geidbehoevende landbouwers, maar’ zulks alleen kunnen -doen door tusschenkomst van die nationale
i.nstelliigen. Dit vereenvoudigt in hooge mate de
werking van het Instituut; dat -trouwens onmogelijk in staat zou-de zijn alle transacties met landbouwers
zelf tot stand te’hrengen en ‘de waarde der onder-
pan-den ‘te -heoorcleelen. Waar men van -de eelnemen-
de landen een offer vraagt in -den vorm van voorschot-
ten ten behoeve van de speciale reserve A. ligt het
voor de hand, ‘dat men de mogelijkheid overwogen heeft om den Regeeringen medezeggenschap in het beheer van het Instituut te -geven. Daar-door zonde
echter gevaar bestaan, dat de politiek eene rol ging
spelen in de gestie van het Instituut, ‘hetgeen men in
ieder -geval wenscht te vermijden. Men heeft daarop
een oplossing gevonden, doordat men den Volken-
bondsraad, als vertegenwoordiger van alle Rôgeerin-
gen, het recht heeft ‘toegekencl om -den Voorzitter en
-den On’dervoorzitter van -den Raad van Beheer te ‘be-
noemen. Deze Raad van Beheer zal uit ten hoogste
1.8 leden bestaan, waarvan er twee, zooals reeds ge-
zeg-d, zullen worden aangewezen door den Volken-
bondsraad, één door de Bank voor Internationale Be-
talingen te -Bazel en één -door het Internationaal
Landbouw Instituut te Rome. Dit laatste zal vooral het landbouwelement in den Raad van Beheer ver-
tegenwoordigen. Verder zullen 9 leden benoemd wor-
-den door de algemeene vergadering van aandeelhou-
ders. De aldus -benoemde 13 leden zullen nog hoog-
stens 5 leden kunnen benoemen, vooral met het oog
op ‘de internationale belangen van het Instituut en
om de deelname van cle voornaamste geldrnarkten te
-begunstigen ‘bij het plaatsen -der obligaties.
– Het ligt voor de hand, dat de -gelden, noodig voor
het verleenen van credieten, verkregen moeten wor-den
door uitgifte van obligaties en volgens de statuten
mag -het Instituut een bedrag aan obligaties uitgeven niet grooter dan – – liet totaal ‘bedrag van aandeelen-kapitaal eîi speciale reserve. Daar voorloopig 25 mii-
lioen Goud-Franken aan aandeelen zullen worden uit-
gegeven en de speciale reserve een gelijk bedrag ver-tegenwoordigt, zal -dus in den aanvang nominaal 500
millioen Goud-Franken, aan obligaties kunnen- worden
uitgegeven. De obligaties kunnen op naam of aan
toonder zijn.
De normale waarde der door het Instituut uit te
geven obligaties zal niet grooter mogen zijn dan de
waarde van ‘de obligaties, die het zelf van de natio-
nale landbouw hypotheekbank ontvangen heeft als on-
derpa,nd voor de aan deze te verleenen credieten. De
obligaties der nationale instellingen moeten gedekt
zijn -door eersterangs hypotheken.
Daar niet overal ‘de wetten en bepalingen, die de
‘hypotheken betreffen gelijke waarde hebben en dus
‘het risico verschilt, ligt het .voor de hand, dat ook ‘de
rente -door de verschillende credietbehoevende landen
te betalen verschillen kan.
Daarmede in verband is buitendien door de -statuten
voorzien, -dat het Instituut eventueel ede -supplemen-
taire -garantie -van den Staat kan verlangen. Daarbij
-doet zich dan vcnzelf de vraag voor of eene bepaalde
uitgifte van -de obligaties van het Instituut zullen ge-
deict worden door de obligaties van de nationale in-
stellingen van een bepaald land of van eene bepaalde
groep van landen, waarmede dan ook de rente der
obligaties door hét Instituut ui.t te geven, verband zal
-kunnen hou-den.
I]c zal hier niet verder in bijzonderheden tred-en
över cle verschillende artikelen van de conventie en
de statuten, alleen zij vermeld, dat de o-bligaties van
het Instituut -door inkoop of uitloten zullen worden
afgelost, terwijl ‘de nationale instellingen -gehouden
‘zullen zijn, de ontvangen gelden voor zooverre zij op
langen
termijn
zijn -geleend terug te betalen in jaar-
lijksche termijnen binnen een maximum van dertig
jaren.
Leecingen op gemiddelden tei’mijn verstrekt zullen
terugbetaald möeten worden met of zonder jaarlijk-
scho aflossingen. Het Instituut zal geen geld benen
0])
korten termijn en ihet is dus aan anderen overge-
laten te voorzien in de credietbe-hoef te op korten ter-
mijn. Er zijn reeds ‘besprekingen gaan-de voor het
stichten eener internationale organisatie voor dit doel
Belangrijke -bepalingen der conventie zijn die, waar-
bij vrijstelling van zekere ‘belastingen door -de contrac-
teerende staten zei worden verleend. Deze vrijstellin-
-gen ‘betreffende alle belastingen op kapitaal, inkom-
sten of voorcieelen van het Instituut en alle belastin-
gen voor ‘houders van aandeelen. en obligaties voor
zoover -deze houders niet gevestigd zijn in het land,
dat -de -belastingen heft. Ver-der vrijstelling van alle
zegelrechten voor transacties betreffen-de het ver-
strekken van credieten door het Instituut aan de na-
tionale instellingen, of van deze aan de bberen en
vooi’ alles wat noodi-g is om hypothelcen te vestigen
of te ‘behouden die als otiderpand voor bedoelde ‘lee-
n.ingen -dienen. Tenslotte vrijstelling van belasting op
ititerest en kapitaal, -die ‘door de ‘hoeren aan de na-
tionale instellingen worden betaald of teruggegeven.
Deze fiscale voordeelen, als zij overal worden verleend,
zullen er belangrijk toe ‘bijdragen om de kosten voor
24
Junj
1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
571
de gelcibehoevende ‘boeren laag te houden. Er zij ech-
1:er opgemerkt, dat de Regeeringen tot deze vrijstel-
liegen niet ingevolge de conventie zijn verplicht, maar
bij afzonderlijk document moeten verklaren of zij deze
vrijstellingen geheel of gedeeltelijk willen verleenen.
Bij afzonderlijke charter heeft de Zwi’tsersche Regee-
ring aan het Instituut dezelfde immuniteit verleend
als destijds ook aan de Bank voor Internationale Be-
talingen te Bazel werd toegeken’d, waarbij •dus het In-
stituut van Zwitsersche belasting vrijgesteld is, zoo-
wel kapitaal en inkomsten, als wat de uitgifte van aan-
doelen en obligaties betreft.
* *
*
Teneinde alle vertraging in de organisatie van
het Instituut te voorkomen, is in de conventie be-
paalci, dat de Volken’bondsraa.d een Organisatie
Co-
mité zal ‘benoemen, dat de organisatie moet voorbe-
reiden en tevens alle voorloopige maatregelen moet
nemen om de eerste 25 millioen Franken aandeelen te
kunnen uitgeven, zoodra ‘het Instituut in werking
treedt. Verder zal dit Organisatie Comité de eerste
leden van den Raad van Beheer benoemen, voor zoo-
v&re deze benoeming volgens de statuten later aan
de algemeene vergadéring van aandeelhouders toe-
komt. De aldus ‘door het Organisatie Comité ‘benoem-
de a’drninistrateurs zullen in functie blijven tot de al-
gemeene vergadering van
1934,
om alsdan te worden
vervangen door de door deze vergadering te benoe-
men leden.
Rot Organisatie Comité heeft tevens opdracht ge-kregen middelen te beramen om landen zooals Tur-
kije, die geen lid van den Volkenbond zijn, aansluiting
hij het Instituut mogelijk te maken. Deze opdracht is
het gevolg van den wensch door Turkije, uitgesproken
in de Mei-zitting van de Studiecommissie van de
Europeesche Unie, maar de bedoeling is, eene alge-
meene formule voor niet-bondstaten te vinden.
Het Organisatie Comité, ‘dat reeds 22 Mei benoemd
werd en dat reeds eene constitueerende bijeenkomst
‘heeft gehouden, zal eene verantwoordelijke taak heb-
ben, vooral als het voor de keuze komt van de door
hem te benoemen leden van den Raad van Beheer
Aangezien de Regeerin’gen tijd ‘hebben tot
30
Sep-
tember om ‘de conventie te teekenen, zal voor dien
tijd alles slechts een ,voorloopig karakter dragen, ter-
wijl liet Instituut niet in werking kan treden, vôér
‘dat een vol’cloend aantal landen de conventie hebben geratificeerd om een speciale reserve van 25 millioen Zwitsersche Franken te garandeeren.
Ik mag deze korte uiteenzetting niet besluiten, zon-
der mede te deden, dat het algemeen wordt betreurd,
dat onen landgenoot, de Heer
C.
E. ter Meulen, die
als voorzitter der voorbereidende commissie, zoo
enorm veel ‘bijgedragen heef t om ‘door de sam enstel-
ling der statu’ten een gezonden grondslag aan het In-
stituut te verzekeren, gemeend heeft geen benoeming
in het Organisatie Comité te kunnen aannemen.
Dr. J. J. L.
VAN RIJN.
HET JAAR VERSLAG VAN DE NEDERLANDSCHE BANK
De ?nalaise.
De President van De Nederlandsche Bank opent
zijne beschouwingen over het afgeloopen ‘boekjaar met
enkele opmerkingen over de huidige economische de-
pressie. Na daaromtrent liet een en ander gezegd te
hebben met betrekking tot de Vereenigde Staten, En-
geland, Duitschlancl
1)
en Frankrijk, schrijft Mr. Vis-
1)
Met genoegen lazen wij, (lat de Bankpresiclent bij de
bespreking van de i)uitsche herstelbetalingen nog eens de
aandacht vestigt op de verzwar’ing, welke deze lasten hebben
‘ondergaan als gevolg van de daling der prijzen :,,De n’ieu-
we regeling der herstelbetahingeu die op 17 Mei 1930 in
werking trad, bracht wel cenige verlichting van lasten,
niaa.r door het niet overnemen van de zoogenaamde gdud-
clausule uit het ‘plan-Dawes, was deze verlichting veel min-
tering verder in zijn jaarverslag het volgende over den
economischen toestand van Nederland:
Het spreekt vanzelf, dat een land als het onze, dat door
zijn buitenlandschen handel, zijn belangen in overzeesehe
gebieden en zijn positie als financieel centrum zoozeer op het
internationale verkeer is aaugewezen, niet gespaard is ge-
bleven voor de gevolgen der economische depressie. Gecon-
stateerd kan echter worden, dat het economische leven van
Nederland een groote mate van weerstandsvermogen aan
‘den dag heeft gelegd, en .dat de teruggang der conjunctuur
zich er later en in het algemeen ook minder ‘scherp dan
elders heeft ‘doen gevoelen.
De oorzaken hiervan zijn, behalve in het feit, dat het
buiten den ‘wereldoorlog is gebleven en dat ook van een in-
flatie van het ruilmk dcl, zooals vele andere landen heb-
ben doorgemaakt, ten onzent geen sprake is geweest, waar-
schijnlijk in hoofdzaak te zoeken in de economische struc.
tunr van het land. Nederland pleegt zijn ‘inkomen uit een
zeer gevarieerde reeks van bronnen te betrekken, terwijl het
als kapitaalexporteerend land steeds kan rekenen op een
vasten actiefpost van ‘beteekenis op zijn ‘betalingsbalans.
Bovhndien verkeerde het bedrijfsleven ten onzent bij het
intreden der depressie over het algemeen in gezonde con-
ditie, mede doordat ean aantal niet levensvatbare bedrij-
ven onder dien invloed van de vorige crisis, die een einde maakte aan de ,,boom”-periode 1919-1920, ten onder was
gegaan. Ook het feit, dat Nederland tot dusver aan ‘het
beginsel van den vrijhandel is blijven vasthouden, heeft hier
stellig een invloed ten goede uitgeoefend.
Aan deze gunstige factoren moet het te danken zijn, dat
bij voorbeeld de werkloosheid ten onzent, al is haar omvang
tengevolge van de depressie aanmerkelijk gestegen, toch in
de verste verte niet die afmetingen heeft aangenomen die zij
in verschillende andere landen heeft bereikt. Nauwkeurige
gegevens omtrent het aantal werkloozen ontbreken hier
te lande, doch als hoogste schatting kan een totaalcijfer van
200.000 worden aangenomen. Zelfs met dit cijfe’r, dat boven-
dien geldt voor een tijdstip waarop de seizoen-invloeden op
de werkloosheid zich het krachtigst deden gelden, maakt Nederland, vergeleken met de meeste andere landen, een
gunstig figuur.
Ook de cijfers van den buitenlandschen handel van ons
land over liet kalenderjaar 1930 geven blijk van het opmer-kelijk weerstandsvermogen (lat Nederland tot dusver tegen.
over de depressie aan den dag gelegd heeft. Wel daa.lde,
vergeleken bij het vorige kalenderjaar, de waarde van onzen
uitvoer van
f
1.989,4 millioen op
f
1.718,9 millioen en die
van onzen invoer van
f
2.752,3 millioCn op
f
2.41,8,3 mil-
lioen; doch deze verminderingen zijn relatief aanmerkelijk
geringer dan die, welke de meeste andere landen te zien
geven. Bovendien zijn zij uitsluitend toe te schrijven aan
de prijsdaling, want het gewicht zoowel van den export als van den import is nog gestegen. Ondanks de depressie was
Nederland dus in 1930 in staat zijn buiteulandschen han-
del in vollen omvang te handhaven en ‘bovendian een quan.
titatief grooter invoer-overschot met een geringer bedrag
(f
699,4 m’illioen tegen
f
762,9 millioen in 1929) te betalen.
Een gunstig verschijnsel is tenslotte ook de betrekkelijk
geringe stijging van het aantal faillissementen hier te lan.
de. Het totaal voor 1930 was b’el’iswaar iets hooger dan dat
voor 1929; maar men moet tot 1921 teruggaan om even lage cijfers te vinden als die, welke dc beide evengenoemde jaren
opleverden.
Met dat al zijn de indexcijfers der groothaiidelsprijzen ge-
durende de periode waarop dit verslag betrekking heeft, ook
hier te lande zeer sterk gedaald. Een vergelijking van de
Nederlandsebe cijf2rs met die van een aantal andere landen
wekt zelfs den indruk dat de daling zich ten onzent nog sneller heeft voltrokken dan elders. Hierbij moet echter
worden in het oog gehouden, dat de gegevens voor de ver-
schillende landen slechts gebrekkig vergelijkbaar zijn, en
dat in de Nederlandsche cijfers de prijzen op de wereldmark-t
in zeker opzicht waarschijnlijk zu’iverder tot uitdrukking
komen dan in die van sommige andere landen.
In het algemeen is de toon van betrekkelijk optimis-
me, ‘die in deze woorden weerklinkt, gerechtvaardigd.
Wij meenen echter ten aanzien van den in- en uitvoer
te moeten wijzen op den weinig bevredi’genden gang van zaken in
1931.
De daling van de in- en uitvoer-
waarde wordt in het verslag niet ‘betrekking tot
1930
terecht toegeschreven aan de algemeene prijsdaling.
der groot dan bij de aanvaardig van het Nieuwe Plan”
mocht worden verwacht.” V’gl. over de onredelijkheid van
deze omissie in het Nieuwe Plan ook ons artikel over de
B.I.S. in E.-S. B .van 3 Juni jl.
572
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 J’uni 1931
Wij wijzen er echter op, dat de prijsdaling bij in- en
uitvoer laatstelijk geenszins parallel loopt met cle
daling van liet algemeen inclexeijfer. Het volgende
staatje moge dat duidelijk maken:
Invoer
Uitvoer
-____________________
Index Oiibew. en
halffabr.
Fabrikaten
Grond-
stoffèn
Fabriliaten
1.
prijzen
(.irootlt.
Waarde!
In-
Waarde’
In-!
Waarde! In-
‘Waaide
u-
p. ton
dexi
p. tôn
dexi
p. ton
dex
p. t
on
I
dex
1
1929
f45
100
f223
100f
30
100
f316
100
100
1930-
38
1
84
222
1100
,,
25
83
,,276
1871
82
1931
1
)
,,34
76,,
212
95
,,
20
67
,,197
j
62
73
1)
Eerste 5 maanden.
lJ t bovenstaande cijfers blijkt, dat cle invoer van
oribewerkte en halffahr.ikaten eene prijsdalin n
g vertood
heeft, die yel niet geheel parallel loopt met die van
liet algemeene inciexeijfer, doch daarmede toch itam
e
lijk wei overeenkomt. Daarentegen zijn cle ingevoerde
fabrilcaten sledhts weinig in prijs gedaald. Bij den
uitvoer echter is er inzonderheid in 1031. over cle ge-
heele lijn •eene veel grootere daling, dan met het ver-
loop van het algemeen inclexcijfer zou overeenkomen.
De ru:i ivoet van Nederland tegenover het buitenland on twilckelt zich dus laatstelijk ongunstig, vooral met
betrekking tot de fabrikatén.
Over het geheel echter is ons land er in verhouding
tot de Vereenigde Staten, Engeland e.n :Duitsehiand
niet al te slecht aan toe. Bedacht n,ioet echter worden,
dat naast cle betreickelijk gunstige factoren, waarop ook in het verslag der N. B. w’ordt gewezen, althans
voor 1931 en 1-932 gerekend moet worden met den
buitengewoon ougunstigen invloed, die een gevolg zal
zijn van de gedaalde diviclenden der Indische onder-
nemingen.
De B.I.S.
Over de B.I.S. wordt in liet Jnaverslag het vol-
gende opgemerkt:
Op
20 Mei 1930 ving de
Bank [nl International &ttlu-
inents,
van welker oprichting iii liet vorige verslag recils
met ccii enkel woord nicicling werd gemaakt, te Bazel baar werkzaamheden aan. i.n zijn eerste vergadering besloot cle Raad van ileheer van genoemde instelling, de centrale
l)ilfl-
kcii van Nederland, Zweden en Zwitserland uit te noocli-
geit tot cleelneniing in liet
kapitaal
van de Bank for Inter-
national Settiemeuts. De Nederlandsche Blank heeft deze
uitnoodiging aanvaard cii 4000 aurn.deelen, elk ter waarde
van nominaal Zw. Fr. 2500.—, in ‘haar kapitaal geno-
men. Op 20 Mei 1930 heeft de vastgestelde storting van
de 25
r
op de evengenocrnde 4000 aandeelen plaats ge-
had. Bij een speciaal met dit doel iii het leven geroepen
Koninklijk Besluit was enkele dagen tevoren goedgekeurd,
dat de werkkring van De Nederlandsche Bank werd nitge-
breïd niet de bevoegdheid om deel te nemen in het kapitaal
en aan de werkzaamheden van de Bank for International
Settlements (Kon. Besluit van 14 Mei 1930, Stbl. No. 181).
Dit was nood ig omdat cle bedoelde deel neen lig onder de in
artikel 11, eerste lid, van de Bankwet 1919 opgesonicle werk-
zaamheden van De Nederlandsclie :Ilank niet begrepen was.
Er is toen gebruik gemaakt van de door liet tweede lid van
evenbedoelcl artikel geopende iiiogelijkheid om cle iiank, met
goedkeuring van de Kroon, in het algemeen belang ook
andere werkzaamheden te doen verrichten, dien die welke
uitdrukkelijk in de Bankwet zijn omschreven. Van hare ‘be-
voegdheid om de door haar genomen aaiicleclen door publieke
emissie of op andere wijze te realisoeren (waarbij het stem-
recht krachtens artikel 15 van de statuten van dc Bank for
International. Settlements niettemin aan haar zou zijn ver-
bleven) heeft De Nederlandsche Bank tot dusverre geen
gebruik gemaakt.
Het is hier niet de plaats om met betrekking tot de Or-ganisatie en den werkkring van de Bank for International
Settlements in bijzonderheden te treden. Ik volsta niet te
vermelden dat de Raad van Beheer dier instelling, (lie
aanvankelijk bestond uit zestien leden uit de voornaamste hij de herstelbetalingen betrokken staten, op 19 Mei 1931
met drie personen is uitgebreid, door cle verkiezing van de
Presi,denten der centrale banken van Nederland, Zweden en
Zwitserland tot leden van dit college.
Onmiddellijk bij het in werking treden van de Bank for
International Settlements hebben wij op haar verzoek in
onze boeken een rekening in guldens te haren name ge-
opend.Onzerzijds hebben wij in dcii
1001)
van het bedkjaar
aan cte Ilauk for International Settle*ients verzocht, in hare
boeken ccii rekening iii ponclen sterling en een rekening in
dollars te ouzen name te openen. Wij onderhouden thans bij deze instelling een met onbelangrijk onmiddellijk op-
vraagbaar saldo iii de beide eveagenoemcle valnta’s. Alle
transacties die de Bank for International Settlenients
Op
cle Amsterdamsche markt verricht, loopen over hare reke-
nhlig hij onze instelling, zoodat wij voortdurend op cle hoog-
te blijven van hetgeen zij •in onze markt ‘doet. Zij heeft dit van den aanvang af tot haar vaste gedragslijn gemaakt, ten
einde met in conflict te komen met de crecliet-politiek der
centrale banken van clie itiarktea, waar zij gelden uitzet.
Artikel 20 van de statuten der ]lank for international
Settlements kent aan elke centrale bank een veto-recht
toe ten opzichte van alle financieele operatiën, die de
]iank for :li.uteriiatioiinii Settleuients op hare markt wenscht
te verrichten. De Neclerlandschie Bank heeft gerlitrende het
afgeloopen boekjaar geen enkele maal aanleiding gevori-
den van bedoeld veto-recht gebiti ik te inakeji, evelirni ii als zulks, vom’ zoovcr •bekeud, tot dusverre door eeuige andere
centi’n le bank is geschied.
Goudpolitiele.
En den loop van 1030 werd door De Neclerlmndseie
Bank wijziging gebracht in de voorwaarden, waarop
zij bereid was goud aan ‘te nemen; daaromtrent merkt
cle President het volgende op:
In liet begin van
3
uni 1930 werd door de
Bank of Enl and
liet besluit genomen om voqrtaan bij liet afgeven van goud
als regel alleen baren af te staan u’aiu zoogen. standaard-
gehalte (0,910% fijn). Bij :De Nederlaudsche I3a.nk bestond
reeds sedert geruinien tijd cle regel om alleen baren aan te
neiiien van ccii ‘gehalte van 0,994 fijn of liooger. Dit was
iii overeenstemming niet cle practijk welke door de groote
meerderheid van de iliuropeeselie centrale banken gevolgd
werd. Zoola.ng dit gebruik iii liet algemeen gehandhaafd
bleef, vonden wij geen aanleiding oui onze gedragslijn in
deze te wijzigen, te meer daar krachtens het :loninklijk
Besluit van 20 januari 191:3 (Stbl. No. 35) voor cle aan-
niunting van goncien tienguldenstukken ‘door den Munt-
miieester sldehits goud met ccii gehalte van ten minste 0,994
werd aangenonien. In den loop van 1930 cii, iii liet begin van
1.931 hebben echter verscheidene centrale banken baar stand-
punt te dezer zake herzien en zich in beginsel bereid ver-
klaard tot liet aanuem,ien van baren van lager gehalte Daar
hovencl icn door den Mnntineester in Januari 1931 ccii voor-
stel werd aanhangig geniaakt, strekkeud om evenbedoeld
Jou i nldijk Besluit aldus te uvijzige ii, cl at voortaan door
‘s Rijks Munt ook ‘baren, ontstaan door onismelting van
vreemnide aiu eten, zouden worden aangenomen, hebben wij
gemeend dat ei’ voor De .Ncderlandscbe Bank geen be-
zwaar mcci’ bestond om liet voorbeeld van verschillende
buitenlandsehe cireulaticbankeii, zij liet met een kleine mo-
difieatie, te volgen.
01)
26 Januari 1931 hebben wij dan oolc
onze voorwaarden voor den aankoop van goud
iii
dier
voege gewijzigd, dat wij ons bereid hebben verklaard om,
l.)eha.lve baren niet een-gehalte van ten iiiinste 0,994 fijn, ook
haren van een lager gehalte te koopemi, mits deze tea nnnste
0,899 fijn inhouden en ontstaan zijn door versmclting van
munten van cle meest gangbare soorten.
Oolc
in do af’gi:fte van gouden tientjes voor bin…men-
landsch verlceer, kwam in den loop van het laatste jaar
wijziging:
Nadat haar gouclvoorra’nd in 1925 aanzienlijk was ge-
stegen, was :De Nederlandsehe Ilauk iii Noveniber van dat
jaar, bij wijze van proef, ertoe overgegaan gouden tien-
guldenstukken af- te geven voor binnenlandsche eircula-
tie. Toen liet, na enkele maanden ‘duidelijk werd, dat de
binuenlandsche circulatie spoedig verzadigd was en dat dc
handel zich van cle gouden tienguldenstukken trachtte mnees-
ter te maken voor export naar landen, waar een premie
voor deze munten w’er’d betaald, is de afgifte beperkt tot
f
250.— per dag en per persoon. in het jaar 1927 bleek
op dezelfde principieele gronden ccci verdere beperking van
cie afgifte moodhig, en wel tot
f
50.— per persoon en per dag.
In liet afgeloopen boekjaar is het echter steeds duidelijker
geworden, ‘dat cle door cle Bank niet •gewensc’hte han:lel bij
de vraag naar gouden munten een overheerseliende rol is
blijven spelen in verhouding tot de aanvragen van ander
karakter. Nog steeds uvorden tienguldenstukken met een door
de wisselkoersen niet gewettigdo prenne opgekocht, en de afvloeiing van de door de Bank verstrekte gouden munten
24 Juni 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
573
naar het buitenland bleef aanhouden. Hoewel het hier ten-
gevolge van cle bovengenoemde beperking dr afgifte om
betrekkelijk geringe bedragen ging, en de geheele gou’lvoor-
raad der Bank in het begin ‘an het jaar slechts weinig
geringer was clan toen met de proef een aanvang werd ge-
maakt – de voorraad gouden tienguhLenstukken was zelfs
nog gestegen – hebben wij het onder de gegeven omstan-
•digbeden toch juister geacht de regelmatige afgifte van
gouden munten voor binnenla,rdsch gebruik met het einde
van cIit boekjaar te staken.
Geldruinsfe en mindere credietverleening in het
binne’rsla.nd.
Aan de gelciruimte en den afgenomen omvang der
bi.n.neniandsche crecl ieten wordt na.tu urlijk i ci het ver-
slag van Mr. V:isseri ng de noodige aandacht geschon-
ken. Vooral ‘de disconteeringen namen af (gemiddeld
ruim 49 millioen tegen ruim 79 millioen in 1929/’30)
evenals de beleeningen (resp. bijna 57 en bijna 69 mil-
lioen). Daarentegen beliepen de voorschotten in reke-
ning-courant ruim 9 millioen meer clan in het vorige
boekjaar.
De biljettencirculatie vertoont nog geen teekenen
tot daling, anders dan in ‘de depressie van 1921. Ge-
mi’dcleid was zij zelfs 6,7 millioen ‘honger dan in het
vorig boekjaar. De rekening-courant-saldi van parti-
culiei’en waren gemiddeld bijna 6 millioen hooger dan
in ‘het vorig jaar.’ Is dit laatste, naar de President
meedeelt, vermoedelijk in verband te brengen met de
heerschende gei’druimte, het eerste wordt niet nadèr verklaard. Wellicht, dat hier samenhang ‘bestaat met
de on’buigzaam’heid van bonen en kleinhandelsprijzen;
wanneer de teekenen niet bedriegen, dan zal in 1931
zich eene flinke daling van bonen en kleinhandeisprij-
zen manifesteeren, en het zou ons dan ook niet ver-
bazen, wanneer cie ‘biljetteneirculatie ‘der N. B. dit jaar een minder ‘gemiddelde zou vertoonei, dan het
af’geloopen jaar.
Al is de omvang van ‘het ruiimi’dclel eer gestegen dan
gedaald, de omloopssneiheici is ‘belangrijk afgenomen.
Bij de N.B. toch daalden in het laatste boekjaar, in
vergelijking niet het voorgaande, het giro- en reke-
lii tig-courant-verkeer en de clearing-omzet onderschei-
denii,jk met 12,4 pOt., 1,3,2 pOt, en 19,3 pOt.
Hoe laag de bankrente thans is, moge blijken uit de
rnededeeiing, dat men tot 1853 moet teruggaan om een
even laag wisseldisconto te vinden.
Tenslotte maken wij nog melding van eene mede-
dccli ng omtren.t het Anisterdamsche acceptbedrijf. :De
omvang, waar.i n zich dit ontwikkei ‘blijkt uit onder-
staande grafiek:
ai Ig,2are/dcon/e/e6e’nt’c’ccepfeiz
hOC
–
30f
_________________________
jou
0O
20″
___________-
__________
200
____________
–
100
1928
19.30
T].et Amsterclamsche acceptcrediet wordt bevorderd
door een laag particulier disconto, in ‘het laatste bodk-
jaar der N. B. was ‘dit bijna steeds lager dan dat te
Londen en New-York. De President merkt in ver-
band ‘daarmede het volgende op:
‘Mede dank zij deze omstai.idigheid, is het Amsterdam-
sche ac’oepthedrijf zich, cle ongunstige economische toestan-
den in aanmerking genomen, ook gedurende het afgeloopen
boekjaar op bevredigende wijze blijven ontwikkelen. Het
totaalbedrag der bij De Nederlaudsehe Bank als geaccep-
teerd opgegeven, in beginsel diseontabel verklaarciebank-
accepten, voortvloeiende uit goederentransacties met of in
‘het buitenland, nam weliswaar in den loop van 1930 be-
langrijk af, maar deze daling, die trouwens ten dccle ook
als een normaal seizoenverschijnsel is te ‘beschouwen, was
tenslotte toch niet zoo groot als men, gegeven de heersehen-
de depressie, verwacht zou hebben. Bovenstaande grafiek
moge dit nader illustreeren. ]3ij het beoordeelen van den
loop der curve gedurende het laatste jaar, is vooral ook
in het oog te houden dat de groothau:delsprjien in don
laatsten tijd zeer sterk zijn teruggeloopen, tengevolge waar-van voor de financiering van een bepaalde hoeveelheid goe-
deren thans niet een veel kleiner crediet kan worden vol-
staan dan in den tijd toet.r de prijzen zich op een aanmer-
kelijk hooger niveau bewogen.
DE RIJKSMIDDELEN.
In dit nummer treft men aan het gebruikelijke
overzicht van cie opbrengst der Rijksmi-ddeben over de
maand Mei 1931, afzonderlijk en vereenigd met die
der vorige maanden, in vergelijking gebracht met-de
raming vaci dat jaar en de opbrengst over dezelfde
ti,jdvakken van 1930.
De gewone middelen brachten in de afgeboopen
maand
f
43.215.800 op tegen
f
50.771.300 in Mei 1930
en vertoonen mi’tsdien een achteruitgang van
.f
7.561.500. De totale opbrengst overtrof daarentegen
de gemiddelde maan’draming en wel met een ‘bedrag
van
f
4.057.800. Hierbij dient intusschen te worden
bedacht, dat de maand Mei doorgaans de ruimste op-
‘lrengsten geeft.
De vergelijking van de ontvangsten over ‘de afge-
boopen maanden met het vorig jaar ‘geeft echter geen
zuiver ‘beeld, daar van de grondbelasting slechts een
vierde, te beginnen met het belastingjaar 1931, aan het Rijk ten goede komt en de overige drie vierden
nan de gemeenten worden uitgekeerd, terwijl de per-
soneele belasting, te beginnen met ‘hetzêlf’de dienst-jaar, geheel ten bate van ‘de gemeenten komt, zoodat
de in den middelen.staat vermelde ‘bedragen uitslui-
tend op vroegere belastingjaren betrekking hebben.
Laat men ‘beide belastingen daarom buiten beschou-
wing dan wordt de vergelijking voor het loopende jaar
wel wat gunstiger. Immers, ‘dan ‘blijkt, dat de overige
middelen in de afgeloopen maand slechts
f
3.505.600
hij die van Mei 1930 ten achter zijn gebleven. Daar-
entegen is het voordeelig verschil met de maandra-
ming thans iets lager
(f
3.850.500).
De totaal-opbrengst over de edrste vijf maanden van dit jaar bedroeg
f
198.072.000, d.i
f
21.942.300
minder dan in hetzelfde ‘tijdvak van het vorige jaar.
De raming werd in genoemde periode met
f
2.281.900
overtroffen. Ook deze cijfers ondergaan intusschen
een belangrijke wijziging, indien ‘de grond’belasting en
personeele ‘belasting niet worden mèdegerekend. De
overige middelen hebben nl. in 5 maanden
f
14.268.000
minder opgdbracht dan in het vorige jaar en zijn
f
4.085.400 fbij de verwachting ten achter gebleven.
In vergelijking met ‘de overeenkomstige maand van
‘het vorig jaar ‘vertoonen in Mei jl. de wijn-, de suiker-
en de tabakaccijns, de rechten en ‘boeten van zegel, de
rechten en ‘boeten’ van successie, van overgang hij
overlijden en van schenlcingen, de domeinen, vaarten
en wegen een hooger opbrengstcijfer. Daarentegen
brachten minder op de grondbelasting, de personeele
belasting, de inkomstenbelasting, de vermogenabelas-ting, de dividend- en tantièmehelasting, de rechten op
den invoer, het statistiekrecht, de zout-, de geslacht-,
de ‘gedistilleerd- en ‘de ‘bieraccijns, ‘de belasting op gou-
den en zilveren werlcen, de rechten en ‘boeten van
registratie en ‘de loodsgelden. De meeste middelen ver-
toonen derhalve een ‘daling in opbrengst; toch had
het -onder ‘de tegenwoordige crisis-omstandigheden nog
erger kunnen zijn, daar de maand Mei in het vorige
jaar
.
‘een recordopbrengst (meer dan
f
50 millioen)
heeft opgeleverd,
– De gron’dhelasting gaf in de afgeboopen maand nog
514
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 Juni 1931
een bate van
f 683.100
of
f 2.078.800
minder dan in
Mei
1930.
Gerekend over vier maanden was een terug-
gang te constateeren ‘van
f4.602.700.
De reden voor deze daling is het feit, dat van het •belastingjaar
1931
slechts een vierde aan het Rijk ten goede komt. De
oude dienstjaren brachten nog
f 4.233.600
op of
f 72.300
meer dan in het vorige jaar. De raming werd
in de eerste vijf maanden met
f 3.433.100
overschre-
den, doch het zal na wel duidelijk zijn, dat aan dit
cijfer geen beteekenis mag worden gehecht.
De oude dienstjaren der personeele belasting (het
belast.ingjaar
1931
wordt geheel ten bate van de ge-
meenten geheven) leverden in de afgeloopen maand
nog
f
357.500
01).
Over het tijdvak Januari t/m.. Mei
1931
deden zij
j
4.683.600
in de schatkist vloeien. Dit
resultaat is vrij gunstig; in de eerste vijf maanden
van
1930
brachten de oude dienstjaren niet meer dan
f 4.541.200
op. Dat •het geheele voor
1931
geraamde
opbrengstcijfer van
f 4.200.000
reeds met
f 483.600
werd overtrffen, stemt tot voldoening. Naar te ver-
wachten is, zullen de ontvangsten uit dit middel thans
echter snel in beteekenis verminderen.
De inkomstenbelasting vertoonde een daling in op-
brengst van
f 1.381.500.
Daarentegen werd de gemid-
clelde maandraming met
f 5.805.000 overschreden,
doch de maand Mei is altijd de gunstigste maand voor
cli.t middel. Gerekend over vijf maanden werd in het-
loopende jaar
f 2.651.000
minder ontvangen •dan in
1930,
waar tegenover ‘boven het evenredig deel der
raming een surplus van
f10.731.700
werd verkregen.
Vergelijkt men de ontvangsten over deze vijf maan-
den van
1930
•en
1931
wat nauwkeuriger, dan blijkt,
dat de geïnde bedragen als volgt over de verschillende
dienstjaren kunnen worden verdeeld:
Jan. tfm. Mei
1930
Jan. t/m. Mei
1931
1927128….
f
186.400
–
192829….
892.500
f
162.000
1929130….
47.717.600
,,
944.900
1930131….
2.900
.
45.040.700
1931132….
–
800
Totaal ..
f
48.799.400
f
46.148.400
Tot dusver heeft de inkomstenbelasting zich nog
vrij goed kunnen handhaven. De aanslagen voor de
oude dienstjaren ondervinden den invloed der malaise
nog slechts in beperkte mate. De terugsiag der con-
-junctuurwisseling is dus voornamelijk in de toekomst
te verwachten.
Ook de vermogensbelasting deelde in de algemeene
daling der ontvangsten, zij het met een betrekkelijk
gering bedrag
(f 245.200).
Over het tijdvak Januari
t/m. Mei ‘viel een teruggang te bespeuren van
f 453.100.
Dat in vergelijking met de raming tot dus-ver een voorsprong van
f 1.647.100
werd ‘bereikt, is van weinig belang, omdat ‘de eerste maanden van het
jaar voor dit middel zeer voordeelig zijn. Alles in aan-
merking genomen moet echter ook ten aanzien van dit
middel worden opgemerkt, dat de ontvangsten tot op
dit oogenblik niet tegenvallen.
De dividend- en tantièmdbelasting wees eveneens
een lager
opbren.gstcijfer
aan (van
f 128.500),
waar-
‘door de, in vergelijking met het vorige jaar, verkre-
gen achterstand klom tot
f 937.700.
Zooals bekend
kunnen ‘do eerste maanden van het jaar niet als maat-
staf dienen, daar de ontvangsten eerst in April en de
volgende maanden eeuigszins ruim beginnen te vloei-
en, nadat de Jaarverslagen van verschillende onder-
nemingen zijn verschenen. Hieraan is ‘het dan ook toe te schrijven, ‘dat ‘de ontvangsten in het tijdvak Januari
t/in. Mei
f 3.465.400
hij de raming
zijn
ten achter ge-
bleven. Gezien ‘de veel geringere dividend-uitkeerin-
gen, die tot dusver bekend zijn geworden, valt voor
den verderen loop van dit middel echter niet veel
goeds te voorspellen.
Slechter staat het ervoor met de invoerrechten, die
opnieuw in op’brengst terugliepen, ditmaal.’ met
f 976.600,
al moet hierbij ook worden opgemerkt, ‘dat
de ontvangsten van Mei
1930
buitengewoon hoog wa-
ren (boven de
f 6.000.000).
Vergeleken met de gèmid-
dolde maandraming bedroeg het nadeelig verschil in
opbrengst
f 752.100.
Een vergelijking over de eerste
vijf maanden doet zien, dat de ontvangsten
f 3.396.200
bij die van het vorige jaar en
f 2.803.200
hij de ramirig
ten achter zijn gebleven. De verminderde waarde van
den invoer komt in deze cijfers duidelijk tot uitdruk-
king. Ook het statistiekrecht ondervindt daarvan de
nadeelige gevolgen; ‘over Mei jl. beliep de teruggang
f 92.700;
over ‘de eerste vijf maanden
f 406.200,
‘liet-
geen beteekent, dat cle ontvangsten met ongeeer ccii
kwrart zijn teruggeloopen. De daling hij het statistiek-
recht is dus nog sterker ‘dan hij de invoerrechten, het-
geen hieraan ligt, dat het statistiekrecht een even-
redig recht is van 1
0/00
over ‘de aangegeven waarde van
den geheelen buitenlandschen handel, terwijl het in-voorrecht voor sommige artikelen nogal afwijkt van
het standaardtarief.
De accijnzen gaven deels een hoogere, deels een
lagere opbrengst. De zoutaccijns vertoo:nde een decres
van
f 14.700
en kon ook de gemiddelde maandraming
niet halen (ontvangst
f 10.800
minder). Ook de ge-
siachtaccijns maakte weer een slecht figuur; verge-
leken niet Mei
1930
‘beliep de teruggang
f 256.900,
terwijl. ten aanzien van de raming zelfs een nadeelig verschil van
f 313.000
was te constateeren. Lagere
veeprijzen en nog meer ‘de groote invoer van buiten-lancisch versch vleesch zijn daarvan de oorzaak. Ge-
rekend over vijf maanden leed ‘de schatkist op dit
middel reeds een verlies van
f 1.215.400.
De wijn-
accijns gaf ditmaal een surplus van
f 13.000, waar-
mede intussehen de achterstand, in de eerste maanden van liet jaar ontstaan, niet werd goedgemaakt. Boven-
dien zijn de beide eerste maanden van het kwartaal
voor dezen accijns van weinig beteekenis. De gedistil-
leerdaecijns liep terug met
f 143.900.
Neemt men ech-
ter in aanmerking, dat de maand Mei in
1930
vijf
betaaidagen van den krediettermijn telde tegen vier
in
1931,
dan blijkt, dat dit middel in het loopende
jaar ruimer heeft gevloeid ‘dan in het voorafgaande,
‘hetgeen is te danken aan de verhooging van het tarief
van
f 1,20
tot f 180
per H.L. De gedistilleerdaccijns
is een van de weinige middelen, die zooil de op-
brengst van het vorige jaar ‘als de raming in het tijd-
vak Januari t/m. Mei hebben overschreden (resp. niet
f 723.500
en
f409.600).
Het bier leverde
f230.600
minder op, waarin wellicht een beperking van het ver-
bruik wegens ‘daling der inkomsten mag worden ge-
zien. De suikeraeeijns gaf ‘ditmaal weer een
stijging
in
opbrengst (van
f161.900),
die niet aan een verschil in
krediettermij nen kan worden toegeschreven. Wellicht
is de dalirig aan eenige wisselwerking tussehen
2 op-
eenvolgende maanden toe te schrijven. Over het alge-
meen is do loop van dit middel echter teleurstellend.
Tenslotte moge nog worden gewezen op den tabakac-
cijns, die een aceres van
,f 528.300
aanwees en zoodoen-
de het nog nimmer bereikte bedrag van
f 3.086.400
in
cle schatkist bracht. Het verbruik van sigaretten
neemt nog steeds toe; ook is het mogelijk, dat, in
tegenstelling met de winkeliers, clie zich bij het geven
van orders zullen hebben beperkt, teneinde bij de in-
voering van de heffing van
30
opeenten zoo weinig
mogelijk voorraad aan sigaretten in huis te ‘hebben,
de verbruikers juist voorraden hebben ingeslagen.
Eene vergelijking van ‘de opbrengsten der accijnzen
over de eerste vijf maanden van
1931
en
1930
en met
de ranling leidt tot het volgende resultaat:
Opbrengst
Opbrengst
Raming
5m.1930
5m.1931
5m.1931
Zout ……..
f
1.02.000
f
936.500
f
958.300
Geslacht ……..
4.967.200
3691.900
5.125.000
Wijn
……..
753.200
704.800
1.083.300
Gedistilleerd ..
,, 15.102.800
,, 15.826.300
15.416.700
Bier……….
,, 5.899300
5.226.600
6.833.100
Suiker ……..
20.220.200
,, 20.098.900
,, 22.250.000
Tabak ………
, 11.901.600
,, 12.724.300
12.083.300
De ‘belasting op gouden en zilveren werken bracht
f 23.200
minder op. De zegelrechten gaven een hoo-
24 Juni
1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
575
gere inkomst van f 111.600. Deze stijging was niet te
danken aan een toeneming der beursbelasting, daar
deze laatste juist een decres van f165.700 te zien gaf. De vele conversieleeningen, mogelijk door den lagen
rentestand oefeen een gunstigen invloed op dit mid-
del uit: Gerekend over vijf maanden kwam
f
101.400
minder binnen dan in 1930 en
f
335.000 minder dan
het evenredig deel der ramin.g. De registratierechted
liepen terug met f983.300; toch was de maandop-
‘bren•gst (1.657.000) weer ‘hooger dan in elf maanden
het geval was geweest. De middelenstaat over 5 maan-
den is voor dit middel bijzonder ongunstig; de terug-gang vergeleken met het vorig jaar en met de raming
:ecIroeg resp. f 6.023.800 en
f
4.365.700. De bekende
oorzaken (geen vastlegging van nieuw kapitaal in
naamlooze vennootschappen, minder overdrachten van
vast goed, lage prijzen) doen zich hier gevoelen.
De successierec’hten stegen met f 200.700. De econo-
mische depressie werkt bij deze belasting nog niet
door. In de eerste 5 maanden kwam zelfs f 664.200
meer binnen dan in dezelfde periode van 1930. Daar-
entegen werd de raming niet bereikt (f 159.100 op-
brengst minder). De domeinen verschaften f1.300
meer. De loodsgelden brachten f 51.200 minder op
dan in Mei 1930. Over vijf maanden werd
f
219.300
minder geboekt en bleven •de ontvangsten
f
339.300
beneden de raming.
De inkomsten van het ,,Leeningfonds 1914′ daal-
den van
f
10.810.500 tot
f
7.722900. De Verdedi-
gingsbelasting bracht ditmaal f 2.531.000 op. Gere-
kend over vijf maanden liepen de inkomsten van het fonds in totaal met
f
3.087.500 terug.
Voor het ,,Tegenfonds kwam in de afgeloopen
maand f1.135.700 binnen tegen f 1.898.500 in Mei
1930. Van eerstgenoemd bedrag komt f 1.101.500 op
rekening van de wegenbelasting, terwijl •de rest of
f
34.200 door de rijwielbelasting wordt bijgedragen.
In de eerste vijf maanden kwam aan ‘het Wegenfonds ten goede
f
7.432.800, waarvan f 7.310.800 wegenbe-
lasting en
f
122.000 rijwielbelasting. In •het vorige
jaar bedroegen de beide laatstgenoemde opbrengst-
cijfers onderscheidenlijk f 6.920.500 en
f
157.400.
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
DE ECONOMISCHE EN FINANCIEELE TOESTAND
VAN DUITSCHLAND.
ilet volgende artikel, dat wij van een van onze
Duitsche correspondenten ontvingen en dat ge-
schreven is vÔôr het bekend worden van het mo-
ratoriumvoorstel, werpt een ‘schei licht op dan
noodtoestand van Duitschland. iloewel bij aan-
vaarding van Roover’s voorstel de politieke en
finaiwiëele toestand zal verbeteren, blijkt uit deze
beschouwing, dat voor Duitschl and nog verdere
ingrijpende nsaatregelen nood.za.kelijk’zjn.
(Rad.)
Wat op het ‘oogenblik in Duitschland plaats vindt,
zal voor een burger van een land, dat zich sedert
langen tijd in een rustige en langzame ontwikkeling
mag verheugen, slechts moeilijk te ‘begrijpen zijn. In-
dien men hem ter vergelijking aan de donkere dagen
van het jaar 1023 ‘herinnert, zoo zal dat misschien d
beoordeeling ‘an ‘den omvang van •de tegenwoordige
politieke en economische crisis vergemakkelijken. Wij zullen ‘trachten hier de belangrijkste tendenzen en f ei-
ten weer te geven, die voor een goed inzicht van he’t-
geen in Duitschland gebeurt en van hetgeen ge’beuren
zal noodzakelijk zijn.
De ‘belangrijkste oorzaak is een overschatting van
‘de economische mogelijkheden van DuitschIand, die
‘door verkeerde financieringsmethoden mogelijk werd
gemaakt. Duitschland heeft in de jaren sedert 1924
zeer veel buitenlandsch kapitaal opgenomen en daar-
van een aanzienlijk deel op korten termijn; om dezen
reden verloor men den maatstaf voor hetgeen Duitsch-
land uit eigen kracht kan presteeren en voor den
levensstandaard, die bij de bevolking van een land
past, dat den oorlog heeft verloren, uit ‘het oog. Wij
noemen in dit verband ‘de hersteibetalingen, die op
een tijdstip werden vastgesteld, toen de hoogconjuric-
tuur, de ,,schijrrconjunctuur” nog in vollen gang was,
wier werkelijke last echter eerst werd gevoeld, toen
de toevloeiing ‘van buitenlandsch kapitaal ophield en
toen de Duitsche crisis nog verscherpt werd door de
wereldcrisis, die den Duitsc’hen export zeer bemoeilijk-
te.. Bij den materiëelen invloed van de herstel’betalin-
gen kwam nog de psychologische; aanhoudende zware,
oorlogslasten maken een volk ontevreden en in poli-
tiek opzic’ht moeilijk te besturen.
Toch willen wij de hersteibetalingen niet al te veel
op den voorgrond plaatsen, want hiernaast spelen de lasten •door te hooge bonen, overdreven sociale uit-
gaven en geweldig gestegen staatsuitgaven eenbeslis-
sen’de rol. In het jaar 1929 kwamen er steeds meer
teekenen, die erop wezen, dat het Duitsche economisch
leven aan het einde van zijn krachten was gekomen.
De hoogconjunctuur kwam tot staan, de werkloosheid
en de verliezen begonnen te
stijgen
en •de openbare
huishouding, die zic’h reeds voordien in een weinig
geordenden toestand had ‘bevonden, vertôonde toene-
mende tekorten. Destijds was het misschien nog mo-
gelijk geweest door besliste en radicale hervormingen
op het ‘gebied van ‘de belastingen ‘de staatsuitgaven en
de sociale politiek van Duitschiand voor groot onheil
te bewaren. Men liet dit moment echter voorbijgaan.
Geen enkele hervorming werd ingevoerd, eerder was
het tegendeel ‘het geval. De teekenen van een naderen-
de crisis werden nauwelijks au sérieux genomen. De
begrootingstekorten werden voor •het grootste deel
door credieten op korten termijn gedekt. Men herin-
nert zich missc’hien het conflict tusschen het kabinet
Hezmann Müller en ‘den President van de Rijksbank,
Dr. H. Sc’hacht, tegen het einde van 1929, dat eerst
met de overwinning van clan President van de Rijks-
bank eindigde – besloten werd een amortisatiefonds
van schulden in de begrooting op te nemen – maar
later tot ‘den vrijwilligen ‘terugtocht van Dr. Schacht
leidde.
In den loop van 1930 werd ‘de toestand echter steeds
ernstiger en men zag in, dat men er met de verhoo-
ging van de schuldeil op korten termijn niet zou
komen. De begrootingstekorten werden tengevolge van
een daling van ‘de ‘belastingopbreng.sten en tengevolge
van steeds toenemende uitgaven voor werkloosheids-
ondersteuning steeds grooter; hetzelfde was met de
gemeentobegrootingen het geval. De ontevredenheid
nam ‘toe. De noodverordening van Juli 1930, die eenige
nieuwe belastingen invoerde, doch overigens van geen
beslissende beteekenis wasleidde tot ontbindig van
den Rijks’dag. De nieuwe verkiezingen van 14 Septem-
ber 1930 brachten een voor de regeering van Bruning
weinig gunstige samenstelling van ‘den Rijksda’g en
leidden tot terugtrekking van buitenlandsche gelden
op groote schaal, hetgeen weer omvangrijke ‘goud- en
,deviezenverliezen van de Rijksbank met zich mede-
bracht. Intusschen hield ‘de ‘daling vad de conjunc-
tuur aan. ,
Onder deze omstandigheden ‘besloot ‘de regeering
tot een hervorming, die het volgende inhield. In de
eerste plaats ‘het herstel van het evenwicht in de be-
grooting van 1931 door verhooging van de ‘belastingen
en accijnzen en door een buitenlandsc’h overbruggings-
cr’ediet, ten bedrage van R.M. 525 millioen, en ver-
der diende de regeering voorstellen in voor een slui-
tende ‘begrootirig voor 1931. Bij ‘de opstelling van deze
begrooting ging men echter van ‘de veronderstelling
uit, dat ‘het jaar 1931 een verbetering van den econo-
mischen toestand zou brengen, een veronderstelliog,
die, zooals men destijds reeds kon weten, onjuist was.
Zoo was ook met deze noodverordening van December
1930 slechts lapwerk verricht. Toen men in het begin van deze maand tot een herziening van de’begrooting
van dit j’aar overging, constateerde men, dat de be-
grooting, die in December 1930 van ambtelijke zijde
nog voor volkomn sluitend werd gehouden, een tekort
576
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 Juni 1931
vertoonde van een bedrag van meer dan R.M. 1 mil-hard en dat bij de landen en gemeenten tekorten van
(le uzelf den omvang aanwerg waren.
Nu kan men zeggen, dat Duitschianci met dezen
slechten financi.ëelen toestand niet alleen staat. De
Ver. Staten hebben een nog grooter begrootingstekort,
ook Engeland moet nieuwe inkomsten zoeken, zelfs de
Fransche begrooting is allesbehalve in evenwicht. Het
komt echter niet ‘op den financiëelen toestand aan,
maar op ‘den economischen, namelijk daarop, of de
voikshuishouding in staat is ‘de tot dekking van de
tekorten vereischte bedragen (door belastingen of
leen i ngen) u.i t eigen opbrengsten ter beschikking te stellén. Dit leidt tot cle vraag, hoe thans ‘de economi-
sche toestand van Dnitschlancl ieoordceicl moet worden.
* *
In den loo]) van de jaren 1.929 en 1.930 is men
0
1)
vele geb.i eclen ‘van het Duitselie bedrijfsleven, vooral
daar, waar vele bu iten.iandsc’lie arbeidskrachten werk-
zaam zijn, tot •de erkenning gekomen, dat wegens de
bovenmatig hooge bonen en hooge ‘belastingen de pro-
du.ctie niet Îneer rendabel is. Dientengevolge werd de
productie gedeeltelijk stopgezet, gedeeltelijk sterk ver-
minderd, de vraag werd uit de aanwezige voorraden
bevredigd. Verliesbreugende zaken werden, voor zoo-
verre di.t mogelijk was, niet meer afgesloten (men
denke aan de sterke daling ‘van den Duitschen uitvoer
sedert de laatste n m
egen aanden), anderzijds werden
bestellingen bij fabrikanten van grondstoffen en half-fabrikaten nog veel meer beperkt (men denke aan (ten
sterken achteruitgang van den i)uitschen invoer).
:Daaruit is o.a. ook het feit te ‘verklaren, dat de han-
delsbalans van Duitschland thans een grooter actief-
&aldo aanwijst dan vroeger. Toch zal deze actieve kan-
‘delsbalans waarschijnlijk slechts zoolang duren tot het
,,iaatste” productiestadium beëindigd is, d.w.z. totdat
na de voorraden aan grondstoffen en haiffabrikaten
ook di.e aan eiudproducten zullen
zijn
opgeruimd.
Wij nemen •dus
0
het oogenblik op een groot ge-
.bied van het economisch leven van Duitschlan’d een regelmati gen ,,u itverkoop” waar. Daar de productie niet rendabel is, worden de voorraden verminderd in de verwachting, dat na het opruimen van deze voor-
raden de prijzén weder zoodani’g zullen stijgen, dat de
productie kan worden •hervat. Dat zal waarschijnlijk
niet plaats vinden, en wel daarom niet, omdat intus-
schen de vraag naar industriëele artikelen verder ge-
daald zal zijn. Indien wij ons afvragen, wanneer dat
het geval zal zijn, raken wij ‘de kern der moeilijkhe-
dèn. Vermindering van de loopende productie betee-
kent werkloosheid. Terwijl echter de werldooshei.d in
vroeger tijden voor de producenten een ,,besparing”
van het volle loon beteekende, welke aan de kapitaal-
markt ten goede kwam, en daarmede tot rentedaling leidde en kapitaalbelegging stimuleerde, heeft thans de werkloosheid een zeer geringe besparing voor de
producenten tengevolge, omdat de werkloozen uit be-
lastingen, die den producenten onttrokken worden,
een zeer aanzienlijke ondersteuning genieten. Dit be-
teekent met andere woorden, dat vermindering van
de productie, het vrijkomen van arbeidskrachten en
de daling van de voorraden thans slechts in geringen
omvang aan de kapitaalmarkt, maar hoofdzakelijk aan
de consumptie, ten goede komen en de bedragen, ‘die
aan de kapitaalmarkt toevloeien, worden bovendien
vaak door den Staat tot dekking van •de tekorten ge-
bruikt en leiden derhalve eveneens tot consumptie.
Daarmede zijn wij ‘tot een kardinaal punt gekomen.
Tengevolge van het systeem van de werkloosheids-
ondersteuning (van de meer dan 4 millioen werkloozn
‘genieten er thans 3,3 millioen uit openbare middelen
ondersteuning), evenals in het algemeen wegens de
bovenma.tige en voortdurende hooge belastingen leidt
‘de huidige depressie niet tot aflossing van credietan,
niet tot verlichting van de banken, van de geld-
en de kapitaalmarkt, niet tot ‘rentedaling en daar-
mede tot de mogelijkheid van een opleving, die met
het koopen van kapitaalgoederen een aanvang neet.
De depressie berooft ‘den ondernemer slechts van zijn
bedrijfskapitaal, zonder zijn schulden te verminderen. en zonder een latere opleving voor te bereiden.
Men kan tegen deze opvatti ogen
aicnvoeren,
dat de
werlclooshoi.dsondersteuni ng van den Staat, de hooge
staatsuitgaven überhaupt, tot het op peil houden van
de consumptie bijdragen en daarmede de.n ondernemer
zekere mogelijkheden tot werkverschaffing biedt.
Daarop kan men echter antwoorden, dat de werkloos-
he.i:dsondersteuniiig, afgezien. van liet fe.i t, dat zij ka-
pitaal vernietigt, ook een zeer aanzienlijke verande-ring van de consumptie tengevolge heeft, een nivel-
leering van het inkomen, die aan den eenen ‘kant het
gekwalif.i ceerde verbruik eu daarmede den afzet van
de met veel buitenlandsche arbeidskrachten werkende
verbru iksinclustrieën schaadt en aan den anderen kant
het massaverbru ik en wei in hoofdzaak de uitgaven
voor voeding en woningen in zekere mate steun t. Dat wil dus met andere woorden zeggen, dat deze politiek
tot op zekere hoogte den •afzet waarborgt van binnen-
en bui tenlan dsche voecl i ngs- en genotm i.d delen, wier
opbrengst eenerzijds wegéns de hooge invoerrechten en
accijnzen wederom aan de schatkist ten goede komt
en anderzijds aan ‘den Duitschen landbouw toevloeit,
.die bovendien wegens den achterstand op organisato-
risch en economisch gebied niet rendabel werlct en
tegelijkertijd weinig bui tenlan dsche arbeidskrachten
in dienst heeft. En deze politiek stelt verder •de werk-
loozen in staat hunne huren te betalen, die echter
tengevolge van ‘de buitengewoon hooge belasting op
de huuropbrengst voor het grootste deel weder in de
staatskas terugvloeien. Zou de Staat dus niet op een
dergelijke wijze door vergaande ondersteuning van de
werkloozen, welke ‘bovendien een sterke loondaling
tegenhoudt, in het economisch proces ingrijpen, clan
zou waarschijnlijk reeds lang gebleken zijn, ‘dat het
systeem van cle bescherming van ‘de lan’dbouwprij.den’
door de hooge invoerrechten en den steun tot het
hooghouden ‘van de huren door de ,,Wohnungszwang-
wii tschaf t” eenvoudig wegens gebrek aan koopkrach t
ineen had moeten storten. Men ziet echter, dat doör
de verandering in de consumptie ‘geen nieuw lcap,itaal
geschapen wordt en evenmin een productieve vraag, die tot liet tewerksteiien van arbeiders leidt, kan ont-
staan.
Deze enkele feiten moeten voldoende zijn om den
weg, waarlangs het Duitsc’he economisch leven in snel
tempo a:fgli;jdt, te kenschetsen. Wij kunne.n met zeker-
heid zeggen, dat deze weg steeds dieper in de depressie
voert, omdat steeds meer kapitaal vernietigd en steeds
meer werkloosheid geschapen wordt. In den af’geloo-
pen winter waren er in Duitschland 5 millioen werk-
loozen, terwijl er misschien nog 1.5 millioen menschen
in loondienst werkzaam waren. Den komenden winter
zal ht aantal werkboozen waarschijnlijk 7 miilioen
bedragen en zoo zal het vercler gaan. Dientengevolge
stijgt natuurlijk het tekort van de openbare kassen
steeds verder. De belastingmaatregelen worden steeds
rigoureuzer, de ellende en de ‘verbittering van de be-
volking steeds ‘grooter. Du.itschiand hicici wellicht in
het loopende jaar nogmaals de gelegenheid ghad uit
dezen noodiottigen cirkel te geraken door een adi-kale verandering van zijn politiek, door eed herstel
van de economische vrijheid of door de invoering van
een ,,Plan’wirtschaft” vanwege den Staat. Deze gele-
.genheid werd niet benut. De noodverordening van
5 Juni jl., die politiek zoo noodlottige gevolgen heeft
‘gehad, gaat alleen van de fiscale nooden uit en tracht
door nieuwe ‘belastingen en nieuwe invoerrechten,
evenals door een nieuwe verlaging van de ambtenaar-salarissen, nogmaals het tekort te dekken. Zij blijft in-tusschen lapwerk en zal ‘de financiëe]e moeilijkheden
van het Rijk in het gunstigste geval eenige maanden
verlichten. Een bijzonder kénbietid ‘ç’an den finan-
ciëelen tôestand is nog het feit, dat het Rijk v66r den
24 Juni 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
577
ultiino van deze maand een crediet noodig heeft len
bedrage van R.M. 250 millioen, dat door de Duitsche
bankeo verleend ‘zou worden. De moeilijke politieke crisis tengevolge van de nood-
verordening, de debatten tengevolge van de aankon-
diging van een Duitsche actie in het herstelprobleem,
de kasmoeilijkheclen van het Rijk, de beteekenis hier-
van wordt nog ‘b’jzonder onderstreept door hetgeen
zich op de Duitsche effecten- en deviezenmarkt sedart
het einde van de vorige maand heeft afgespeeld. Het
buitenland – de cleviezenaanvragen uit het bimien-
land Nvaren di tina.ai niet ‘beslissend – ‘heeft een deal van zijn kortioopende credieten weggetrokken en een
deel van zijn bezit aan Du.itsc’he effecten gerealiseerd.
M’arkttechnische oorzaken (verschil i.n renten iveau
,in :Dithid en in het buitenland) speelden
hierbij geen rol. Men moet alles, wat gebeurd
is, aan cle ,,’vertrou wenscrisis” toeschrijven, misschien
ten dccie ook aan politieke factoren; dit zegt voor
ieder, die den toestand kent, voldoende. De Rijksbank
bezat einde Mei. R.M. 2X milliarci aan goud en dcvie-zen. Daarvan
zijn
R.M. 1,8 milliarci als• wettelijke
reserve te •beschouw?en (‘dekking van een maximale bil-
jettencirculatie van R.M. 4Y5
1
mifliard tegen 40 pOt.).
Sedert einde Mei heeft de Ri,jkshank minstens R.M.
1,1. tot 1,2 m:illiarcl aan reserves verloren. Zij verhoog-
de op 13 Juni haar disconto met 2 pOt. tot 7 püt. en
daarmede werd vel een tijdelijke vermindering van
cle vraag nadr deviezen, maar ookniet meer dan dat bereikt.Di t blijkt hieruit, .dat op 10 Juni de afgiften
weder opnieuw begonnen, waarbij in het bijzonder valt
op te merken, dat in cle week vSdr den ulti mo weder
tamelijk groote bedragen vervallen. Het is dus nati-
weiijks waarsc’hijniijlc, dat de Rujksbank met een dis-
conto van 7 pOt. den toestand het hoofd kan bieden.
iloe groot kunnen de afgiften in het ongunstigste
geval worden en wat heeft Duitschianci daartegen aan
reserves aan te bieden? Volgens een desbetreffende
berekening bedroeg
01)
30 September 1930 de schuld
op korten termijn. aan het buitenland inclusief het
liqu ide bezit aan Duitsohe effecten in het bezit van
buitenlanders R.M. 12,5 miiiiard. E.incle Mei. 1,931.
was dit bedrag nog meer clan R.M. 10 milliard,
waarvan R.M. 2-3 niilliard. in den loop van een kwar-
taal weggetrokken kunnen worden. Daarentegen had
Dui tschland aan het eind van September 1930 R.M.
5.!4 miiliarcl vorderingen op korten – termijn op het
‘buitenland, waarvan einde Mei 1931 R.M. 24 mii-
hard als valuta-reserve kon worden beschouwd (‘buiten
de wettelijke reserve van de Rijksbank voor de dek-king van 40 pOt. van ‘haar biljettenuitgifte). Van cle
totale valuta-reserves bedraagt het aandeel van cle
Rijksbank hoogstens R.M. 1 milliard – dit l)edrag is
thans reeds verloren – en dat van de banken, den
handel en de industrie R.M. i’ milliard, welk he-
drag op ‘het oogen.:biik nog wei voor het grootste deel
aanwezig is. Ilieru it blijkt du.s,’dat, theoretisch gespro-
ken, de credietopzeggingen nog wel kunnen voortdu-
ren en dat uit een oogpunt van valu.tapoli’tiek bij na
alles daarop neerkomt, of de buitenlandsche tegoeden,
waarover de ‘banken, handel en industrie thans nog
beschikken,
0])
‘het juiste tijdstip kunnen worden ge-niobi..liseerd.,
AANTEEKENINGEN.
De wereldproductie, -in- en -uitvoer van suiker.
Dr. Gustav Mikusch, te Weenen, zendt ons onder-
staande statistieken, waaruit blijkt, dat volgens zijn.
raming de wereldproductie in 1930/’31 29.682.000 ton zal bedragen, hetgeen een vermeerdering van -4.3 pOt.
beteekent. Deze stijging is geheel aan de bietsuiker-
productie toe te schrijven, daar (Ie productie van riet-
suilcer volgens deze raning 1.27 milhoen ton geringer
,za,l zijn dan in 1929/’30. Ondanks de lage suikerprij-
zen is er dus van algemeene
productiebeperki
ng geen
sprake cci het bedld, dat men uit deze itatistieken van de suikersituatie verkrijgt, wordt nog ongunstiger, in-
dien men rekening houdt met de daling van het we-
reicl ‘erhru i Ic.
IVE RELDSTJIKERPRODIJCTIE.
1913/ 1928/ 1929/ 1930/
’14
’29
’30 Ram.’31
in 1.000.metrieke tons
J3ietsuiker:
ruwsuikerwaarde. Europa:
Duitsehiand …………..2.716
1.864 1.985 2.530
.Tsjecho-Slowakije
(1.057 1.035 1.140
Oostenrijk …………….].680*
107
120
151
Hongarije ………….. ..
I
220
247
234
Frankrijk …………….797
907
917 1.210
België ……………….280
279
252
283
Nederland …………….231
321
265
296
Polen ………………..-
747
917
785
Sovjet.Rusland ………..1.740
1.425
921 1.900
Denemarken …………..144
170
134
168
Zweden ………………137
161
121
187
Italië …………………330
387
435
415
Spanje ……………….188
239
248
330
Joego.Slavië …………..6
129
121
103
Roemenië …………….37
134
90
180
Groot.Brittanniö ……….4
218
319
459
Overig Europa …………17
98
113
152
Totaal Europa ……….. 8.257
8.463 8.240 10.523
Amerika:
Vereenigde Staten, Canada
en Argentinië …………753
1.103 1.063 1.264
Australië:
Victoria (Maffra) ……….1
2
2
2
Azië:
Japan, Korea, Manehoerije
enTurkije ………… . .
–
26
34
31
Totaal Biotsuikcrproductic.
9.011
9.594 9.339 11.820
Verhoudingseijfers ………100
106.5 103.6 131.2
Rietsuiker:
.
Europa:
Spanje ……………….S
17
19
28
Amerika:
Louisiana, Texas en Florida.283
126
205 . 195
Portorico en Maagden.
eilanden……………..336
543
797
700
Hawaï ………………..560
859
871
853
Cuba ………………..2.638
5.240 4.746 3.172
Britsch West. .Ind en Brit.
Guyana …………….251
368
399
345
Franseh West.Indië ……..81
50
63
65
San Domingo en Haïtia)
107
372
387
403
Mexico ……………….161
203
23$
272
Overig Midden.Amerika
59
122
141
141
Perub) ……………….179
375
422
432
Argentinië
1
))
…………..278
375
340
382
Brazilië ………………203
988
850
050
Overig Zuid.Amerikac)
47
93
100
97
Tôtaal Auierika
.
……….5.183
9.714 9.559 7.707
Azië:
Britsch.Indië …………..2.528
3.041 3.079 3.507
Javaa) ……………….1.531
3.163
3.115
3.182
Formosa en Japan ………
261.
907V 921
941
Phillppijnen’) ………….233
725
778
770
Overig Azië……………323
289
230
230
TotaalAzië ……………4.876
8.125 8.123 8.630
Afrika:
Egypte ………………69
109
107
108
Mauritius …………….272
274
244
224
Unie van Zuid-Afrika
84
267
271
357
Overig Afrika ………….81
163
168
178
Totaal Afrika ………….506
813
790
867
Australië:
Queensland en Nieuw Zuid.
Wales………………270
546
547
544
F’idji ….. . ………. . …….
94
89
94
86
Totaaf Australië ………..
364
635
641
630
Totaal rietsuikerproductie . . 10.937 19.304 19.132 17.862
Verhoudingscijfers ………100 176.5 174.9 163.3
Wereidsuikerproductie …..19.948 28.898 28.471 29.682
Terhoudingscijfers ………100 144.9 142.7 148.8
* Oostenrijk.Hongarije;
a)
Excl. de in huisindustrie ge.
produceerde suiker;
b)
Suiker tel quel;
C)
Exel. de in het
binnenland verbruikte Muscovadensniker; ) Excl. de pm
ductie der kleine molen.
–
578
ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN
24 Juni 1931
WERELD VERB1UJIK
*) -IN-
EN -InT VOER VAN SUIKER
Verbruik
Invoer
Uitvoer
1929/ 1928/ 1929/
1928/
1929/
1928/
’30 ’29
’30
’29 ’30
’29
in 1.000 metrieke tons ruwsuikerwaarde Europa:
Duitschiand
1.654 1.693
28
77
260 219
Tsj.-Slowakije
405
407
–
–
606 662
Oostenrijk
219 209
108
112
1
1
Hongarije
114 116
1 1
132
101
Zwitserland.
172
172
167
166
1
1
Frankrijk
1.043
1.020
486
562
318 323
België
……
226
223 75 84
101
118
Nederland..
285
258
173
220
112 162
Groot-Britt.
2.004 2.129
1.973
2.172
327
167
Polen
…….
.
385 411
–
–
445
316
Sovjet.Rusl.C)
1.100a)
1.350a)
304
40
120 138
Denemarken
186 198
51
35
2
2
Zweden
270 244
124 116
– –
Italië
…….
381
395
8
33
10
10
Spanje
……
295 286
–
2
–
–
Overig Eur.C)
909 915 610
617
32
46
Totaal Eur.
9.648 10.026
4.108
4.237 2.467
2.266
Azië:
China, Hong-
kongb)
….
1.175a)
1.210
1.000a)
975
35)
3
Britsch-Indië
4.230a) 4.051 1.210 1.126
60k)
59
Japan,
For-
mosa
. .
…
869 898
214 262 216
217
Java
……..
396
338
–
–
2.568
2812
Philipijnene).
40) 40)
2 2
730
671
OverigAziëb).
562
531
534
501
6
7
Totaal Azië..
7.272
7.068
2,960
2.866
3583
3.769
Afrika:
Egypte
170′)
169
60a)b)
98b)
7a)b)
71))
Unie van Zuid Afrika
…
185 182
20
23
115
78
Mauritius
.
10
9
–
–
233 263
Overig Afr)).
463 455 435
431 135
136
Totaal Afrika.
828
815
515 552
490
484
Amerika:
Ver. Staten..
6.342
6.591
Hawaï
……
20 20
3.172
4.449
76
137
Portorico
en Maagden-
eilanden…
50
50
Cuba
1)
)
……
153
137
–
–
3.407
4.963
Canada New-
Foundland
1)
)
449
427
440
442
11
14
Brit.W.-Indië,
Guyana
1)
)..
46
47
4
4
310
334
Fransch West
Indië
1)
))….
4
4
–
–
0a)
46
Haïti,
San
Domingob).
29
29
1
1
366)
328
Mexico
……
220 213
–
–
–
–
Overig Midden
Amerika
1)
).
92 92
2
4
475)
28
A
rgen
ti
n
iëd)t)
350 350
2
1
9
34
Brazilië
…..
825)
825)
–
–
84b)
15′))
Perud)f)
…..
57
59
– –
363 306
Overig
Zuid-
Amerika’)).
310)
310
242)
238
28)
20
TotaalAmer.
8.947
9.154
3.863
5.139 4.760
6.225
Australië:
Australië
(Vasteland)’
)
)
321 341
–
–
223
206
Overig Aus.’)).
795)
75
76)
72
93
74
Totaal Austr.
400
416
,76
72
316 280
Wereld
……
27.095 27.479 11.522 12.866 11.616 13.024
5) Geraamd;
b)
Kalenderjaar
1930, resp. 1929; C)Incl. het
Aziatische gebied van Sovjet-Rusland
en Turkije;
1)
Suiker
tel quel;
e)
Excl. de op de
Philippijnen verbruikte Muscovaden.
suiker;
)
Kalenderjaar 1929, resp. 1928.
*
Excl. de donkere
suiker
van de primitieye molens in Azië en
Zuid-Amerika.
De wereldproductie en werelduitvoer van
–
automobielen in 1930.
De automobielin-dustrie behoort tot een van die in-
dustrieën, clie door de depressie het meest zijn getrof-
fen. De vereldproduetie bedroeg in 1930 in 17 lan-
den, volgens een opgave in •de ,,Ooinmeree Reports”
van 25 Mei., 4.1.09.231, hetgeen vergeleken met ‘de
recorciprocluctie van 1929 (6.277.451) een verminde
ring beteekent van 2165.220 stuks of van 34.6 pOt.
Deze daling is toe te schrijven aan een verrninder:ing
van -de lcoopkracht in de invoerlanden en aan den on-
gunstigen economischen toestand in de Ver. Staten,
den grootsten producent van automobielen. De volgende cijfers geven een beeld van de wereld-
productie in de laatste 4 jaren, waarbij wij opmerken,
dat -de Ver. Staten hun aandeel in de wereldproduc-
tie, dat in 1928 en 1920 gestegen was, in het afge-
loopen jaar weer zagen terugloopen.
Wereldproductie van automobielen.
1927
1928
1
1929
1
1930
Totaal
……
aantal
4.158.966
5.203.Ï39
6.277.451
4.109.231
Stijging (+)
ofdaling(_)procent
-17,4
+
25,1
+
20,6
–
34,6
Productie:
Ver. Staten
81,6
83,7
85,3 81,6
Canada
..
4,3
4,6
4,2
3,7
85,9
88,3
89,5
85,3
Totaal..
Deze daling van de productie, die het resultaat was
van een weloverwogen politiek van de groote con-
cerns, heeft ertoe bijgedragen, dat de voor-raad onver-
kochte wagens aan het einde van 1930 lager was dan
men na een jaar van ernstige depressie zou hebben
verwacht en in vele lande:ii een normaal peil had be-
reikt. Zoodoende stond de industrie aan het begin van
dit jaar op een gezondere-basis dan anders ‘het geval
zou zijn geweest. Deze snelle aanpassing van de pro-
•ductie aan het verminderde verbruik mag zeker als
een opmerkelijk feit worden beschouwd, maar zal o.i.
in verband ‘gebracht moeten worden met ‘het bijzonder
karakter van de automobieiindustrie. Immers, ingeval
van •groote voorraden bestaat meer- dan bij eenige an-
dere industrie het gevaar, dat ‘hierop groote verliezen geleden zullen worden, indien er nieuwe modellen op
do markt komen, een verschijnsel, dat zich de laatste
jaren in deze indus’trie herhaaldelijk heeft voorge-
daan.
Mt uitzondering van Engeland, is de productie in
dle landen gedaald. De productie van de Ver. Statefl
en Canada daalde met 38 pOt., die van Duitsehiand
met 12 pOt., die van Italië met 32 pOt. en die van
Franki-ijic me-t 10.5 pOt. i)aar de productie van Enge-
land tegelijkertijd steeg, zij het weliswaar met slechts
0.7 pOt., heeft Engelaud Frankrij]c onder de Europee-
sche landen van de eerste plaats verdrongen.
Opmerkelijk is verder, dat de productievermin-de-
ring liet meest de personenwagens (36.3 pOt.) en in mindere mate de vrachtauto’s (24.8 pOt.) betrof. De
,,Oommerce Reports” merken hierbij op, dat dit een ‘be-
ivijs is voor ‘liet toenemend economisch belang van liet
commercieele autotransport. –
De volgende cijfers (zie pag. 579) betreffende ‘de
Productie
VSfl
au.tomoi)Je]en zijn gebaseerd op offi-
ciëele of op de meëst betrouwbare bronnen.
Vergeleken met 1929 is de uitvoer van automobielen
met 373731 stuks of met 51.2 pOt. gedaald. Alleen
Tsjecho-Slowakije kon zijn export in 1930 ten opzichte
van 1929 vermeerderen.
De werelduitvoer van automobielen in 1.930 is niet
alleen absoluut, maar ook in verhouding tot de pro-
ductie gedaald, en wel van 1.2 tot 9 pOt, hetgeen een
gevolg is van de slechte economische omstandigheden
in ‘de niet-produceerende landen. De volgende tabel
geeft een overzicht van den uitvoer van de verschil-
lende landen in verhouding tot do productie.
24 hini
1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
p579
Wereldproductie van automobielen.
1929 1930
Landen
Per-
sonen-
wagens
rac-
–
Totaal
Per-
sonen-
wagens
ht
a
r
o
,
s
Totaal
4.587.400 771.020 5.358.420 2.784.745
571.241
3355.986
207.498
55.797
263.295
125.442
28.750 154.192
4.794.898
826.817
5.621.715 2.910.187
599.991
3.510.178
Ver.
Staten……….
Canada …………..
Totaal
………
Overige landen:
Oostenrijk
5.960
3.150
9.110
1.100 2.100
3.200 6.000
1.000
7.000 3.800 900 4.700
Tsjecho-Slowak 12.210
2.530 14.740
13.110 3.730
16.840
Denemarken..:
–
.
77.769
150
150
–
230
280
België
…………
Engeland
……..
56.156 233.925
169.099
66.577 235.676 198.000 50.000
248,000
181.250
40.700
221.950
Frankrijk ………
Duitschland
.
56.500 24.000
80.500
59.689
10.355
70.044
Hongarije ……..
….
381
251
632
198 643 841
44. 000
10.100
54.100
27.997
8.535
36.532
–
215 215
–
265 265
–
450 450 200 300 500
Italië …………..
152
1.554 1.706
1
4.42
5
–
4.425
190
260 450
130
320 450
Japan…………..
500
1.258
1.758
600
1.800 2.400
Polen………….
Rusland ………..
Spanje …………
Zwitserland
150
2.850
3.000
100
900 1.000
501.812
153.924 655.736
461.698
137.355
599.053
Zweden ………..
5.296.710 980.741
6.277.451
3.371.885 737.346
4.109.231
Totaal
……….
Tot, van
17
landen..
1)
Alle typen van
het jaar
eindigende 30
September
1930.
Wereldproductie
en -uitvoer
van
automobielen
in 1929 en
1930.
Percent, van de
Productie
Uitvoer
uitvoer t.o.v.
Landen
.
de productie
1929
1
1930 1929
1
1930 1929
1
1930
Ver. Staten ………
5.3582O 3.355.986 536207 237.630
10
7
Canada ………….
263.295 154.192 101.721
44.553
39
29
Totaal ………
.5.621.7153.510.134 637.928 282.183
11
8
Overige landen:
Oostenrijk
……..9.110
3.200
2.858
1.474
31
46
België ………….
7.000
4.700
2.723
933
39
20
Tsjecho-“lowak
14.740 16.840
1.389
1,494
9 –
8
Denemarken
150
230
–
–
–
–
..
Engellnd ……….
1
33.925
1
235.676
42.321
29.819
18
13
• Frankrijk ………
248.000 221.950
49.025
31.158
20
14
Duitschiand
80.500 70.044
7,784
5.665
10
8
Hongarije ……..
…
632
841
–
–
–
–
Italië …………..
04.100
36.532
23.689
20.635
44
56
0
pan…………
.
en
………….450 500 – – – –
Rusland ………
.215 265 – – – –
ol ..1.706 4.425 – – -. –
Spanje… ……..
. .
40
450 450 65 60 14 13
Zweden ……….
..
1.758
20
–
150
–
6
Zwitserland
3.000
1.000
173
160
6
16
Totaal ………..
655.736 599,053′ 180.027
91.548
20
15
Tot,
van
17
landen .
6.277.451 4.109.23ij 767.955 .373.731 12 9
1)
In deze cijfers zijn de in Engeland geproduceerde.Amerikaansche
ypen wagens begrepen, maar niet de wagens, de alleen daar gemon-
teerd zijn.
Wat de productie van de Ver. Staten in het ‘bijzon-
der betreft, deze is in
1930
vergeleken met
1929
ster-
leer gedaald dan de’erel-dproductie en wel met
37
pOt. Niettemin is de productie van dit land nog 14
maal zoo groot als van Engeland, dat thans de tweede
plaats bekleedt. Ook de uitvoer van de Ver. Staten
wijst een grootere daling aan ‘dan die van alle landen
tezamen
(55
pOt. tegenover
51.2
pOt.). Evenwel was
de uitvoer nog
5
maal zoo groot als die van Canada
en meer dan
7
maal zoo groot als die van Frankrijk,
‘dat onder de Europeesche landen, wat den uitvoer
betreft, voor
1930
de eerste plaats inneemt.
Opmerkelijk is verder, d’at -de Canadeesche produc-
tie, vergeleken met
1929,
met 41 pOt. is gedaald; dus
nog sterker dan die van de Ver. Staten.
Tenslotte volgt ‘hier nog een indeeling van ‘de -wa-
gens naar het type, volgens •de opgaven van The Na-
tional Automobile Ohamber of Oommerce.
Personenwagens volgens modellen, geproduceerd in de
Ver. Staten en Canada.
In procenten van de totale productie van personenwagens.
Type
1928
1
1929
1
1930
3,7
2,7
Touring ……………….5,7
Roadster
.
6,7 6,9
Coupé …………
………9,4
20,7
24,1
2-door
Sedan
………….
26,1
28,0 26,9
All other closed cars ……
40,2
39,1
38,4
3,1
..
1,8
1,0
100,0
100,0
100,0
Chassis
._ ……………..
Totaal
………….
ONTVANGEN BOEKEN.
De grondslagen der Volleshuishouding door Dr. C. A.
Verrijn Stuart, Hoogleeraar aan de .Ri,jlcs-Univer-
siteit te Utrecht.
Derde herziene druk. Haarlem
1930;
De Erven F. Bohn. (Prijs
f 8.-
ing.,
f 9.50
geb.).
Ook bij den derden druk zijn opzet en inhöud van
dit ‘boek in hoofdzaak ongewijzigd gebleven. Aan de
sedert den vorigen druk verschenen litteratuur is,
voor zooveel door den schrijver daarvan kon worden
kennisgenomen, aandacht geschonken, waar hem dit
noodig voorkwam. En op enicele punten leidde ver-
der nadenken tot eenige verandering en aanvulling
van den tekst. Tot veranderingen van meer ingrij-
penden aard bestond echter niet aanleiding voor den
schrijver.
Grenzen der Statistilc in der Kon jun,lcturforschung.
Ein Bei’trag zurKritik der Wirtschaftsprognose
von Dr. Hans Peter. Veröffentlichungen der
Frankfurter Geseilschaft für Konjunkturfor-.
sdhung, herausgegeben von Dr. Eugen Altsohul
Heft 5. Bonn
1930;
Kurt Schroeder Verlag.
–
De studie wil aantoonen, dat het doel om, onder het ge-
bruikmaken van statistische methoden, cle diagnose en prog-
nose bij het conjunctuurouderzoek op een veilige basis te
stellen, niet bereikt kan worden.
Die Entwiciclun.g und Organisation des icommunalen
Banlewesens in Deutschiand
von Dr. Gerhard
Hartmann. (Stuttgart
1926; 0.
E. Poeschel Ver-
lag, Prijs R.M.
4.80).
De kenmerken van de historische ontwikkeling en Orga-
nisatie van het koinmunale bankwezen in Duitschianci wor-
den geschetst. Op de rol, die de Lanciesbanken, Landes-kreditkassen en G-irozentralen spelen, wordt de aandacht
gevestigd.
MAANDCIJFERS.
PRODUCTIE DER STEENKOLEN-, BRUIN. –
KOLEN- EN ZOUTMIJNEN.
(Gegevens verstrekt door den Hoofdingenieur der mijnen.)
1. Gezamenlijke Steenkolenimijnen.
Maart
Jau./Mrt.
Jan./Mrt.
1931
1931
1930
Prod. Steenkolen in tonnen
.
1.077.486
3.073.438
3.041.277
1
Aantal normale werkdagen
.
26
75
.
–
76
II. Bruin kolenmijn ,,Carisborg”.
Maart
Jan.iMrt.
Jan./Mrt.
1931
1
1931
–
1930
etto-productie in tonnen.
.
23.042′.
6.554
1
59.608
Aantal normale werkdagvn
26
75
66
ITT. Zoutmijnen.
(Kon. Ned. Zoutindustrie te Boekelo.)
Maart,
1931
Jan./Mrt.
1931
‘Jan /Mrt.
1930
Afgeleverd:
–
Geraff.
zout ..
.
… .(ton)
3.513 11.369
9.546
Industriezout
..
..(
,, )
50
–
182
.18’9′.
Afvalzont
……….(
,, )
125
553
603-‘
Aantal
normale werkdagen
26
76
76
Arbeiders.
Gezamen-‘
lijke
Bruin-
J
–
Aantal.
Stëenkolen-
kolenmijn
ZOutmijnen
mijnen
nCatisbOr(‘
_____________________________
1
April
1931
……
11.133
2
)
3
{
–
110
171
27.020)
…….
f
11.1412)
153
-142
1
April
1930
………….
k
26.7554)
‘)
17.070 ton
ruwe
bruinkool
en
5.972
ton bruinkool-
briketten.
2)
hovngrnnds.
8)
mcl.
1.777 arbeiders der newenbedrijven.
4)
ondergronds.
–
580
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 Funi 1931
OVERZIOËT DER RLTKSMIDDELEN
(In Guldens)
Mei
1931
Sedert
1931
Overeen-
komstige periode
1930
Directe
belaetingn.
Grondbelasting
….
*
683.113
5.850.324
10.452.978
Personeele belasting
$
357.509
4.683.650
7.755.325
Inkomstenbelasting
*
12.888.327
46.148.366 48.799.368
Vermogensbelasting
*
2.134.743
7.688.802
8.141.929
belasting
.. … … … …
1.353.277
4.659.637 5.597.291
Invoerrechten.
.
._.
. .
5.081.256 26.363.433 29.759.675
262.112
1.361.149 1.767.331
accijnzen.
Dividend- en tantiême-
Zout
…_
.. -,
….
180.915 936.466
1.023.040
Siatistielerecht
———-
–
Geslacht
..
._ …
.
.
711.959 3.691.871
4.967.222
Wijn
.. … … … ..
.
.. -.
60.217
704.772 753.150
3.195.133 15.826.265 15.102.815 1.133.746 5.226.625
5.899.267
Suiker
… …
..
.
..
4.002.458 20.098.914
20.220.173
Tabak.
..
3.086.369
12.724.274
11.901.644
Bier
.
…
..
.. ……..
Belasting op gouden en
68.872
356.310
445.722
Indirecte
belastingen.
Gedistilleerd ………..
zilveren werken ……..
Zegelrechten
.
………..
‘2.174.210e
10.915.0123
11.016.391
Règistratierechten
.
-.
1.657.037
6.717.622
12.741.450
Successierechten
.
–
3.523.743
19.840.896
19.176.656
Domeinen,
wegen en
vaarten
.
.. ….
302.860
2.214.641 2.211.655
Staatsloterj
.
…
…..
16.979
235.654 234.684
Loodsgelden
.
…
340.946
1.827.335 2.046.591
43.215.781 198.072.018 220.014.357
Totaal-Generaal
.
$) Zie voor deze noot E.-S. B. van 18 Maart 1931, blz. 276.
1)
Hieronder begrepen
f
232.758 wegens zegelrecht van
nota’s van makelaars en commissionnairs in effecten, enz.
(Beursbel.).
2)
Id.
f
1.987.271.
3)
Id.
f
3.588.864.
HEFFINGEN VOOR HET LEENINGFONDS 1914.
mei
1931
Sdert
1Januari
1931
Overeen-
komst ige
periode
1930
Verdedigingsbelasting ..
2.530.978 9.357.161
1
26.083.368
Opcenten:.
Grondbelasting …
519.538 2.150.157 2.101.333
Personeele belasting
80.106
968.936
1.472.126
Inkomstenbelasting
.
2.536.893 9.113.523
4.659
Vermogensbelasting
.
1.205.589
4.324.294
1.847.106
Dividend- en tanti6mc-
446.582
1.537.680
4.572.620
Accijns op Suiker
–
–
–
580.416
Wijn
… …
12.043
140.954
150.630
belasting
……….
Gedistilleerd
319.513
1.582.627
1.510.282
Tabaksacc.op sigaretten
1.305
1.305
–
Zegel recht van buitl. eff.
70.401 518.791 2.007.970
7.722.950
29.695.428 40.330.510
Totaal….
1)
Venlecligingsbelast.
1 + 1.
HEFFINGEN VOOR HET WEGENFONDS.
Wegenbelasting …….
1.701.502
7.310.777
6.920.543
Rijwielbelasting
34.213
122.000
157.353
Totaal ………..1.735.715
7.432.777
7.077.896
SPLITSING VAN DE OPBRENGST DER GROND-, PERSO.
NEELE-, INKOMSTEN- EN VERMOGENSBELASTING
SEDERT 1 JANUARI 1930.
Dienstjaren Grond-
belasting
1
Personeele
belasting
1
Inkomsten- belasting
Vermogens-
belasting
1928129
–
1
–
1
162.024
26.865
1929130
7.546
1
74.284
944.899
1
155.466
1930131
4.226.102
4.593.315 1 45.040.654
1
7.506.316
1931132
1.616.676
16.051
789
1
156
Totalen
.
5.850.324 4.683.650 46.148.366
7.688.803
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B. “‘beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
d (Disc. Wissels. 2
16
Mei
’31
Lissabon
….
74
2 Juni’30
’31
BkBBILEII.
2416 Mei
Londen ……
2415
Mei
’31
Vrsch. in R.C.
2416 Mei ’31
Madrid …….
6
19 Juh ’30
Athene ……….9
2Dec.’28
N.-YorkF.R.B.
14 7
Mei ’31
Batavia ………
.
4410 Mrt.’SO
Oslo
……..
4
8Nov.’30
Belgrado ……..5428
Mei ’30
Parijs
……
2
2Jan.’31
Berlijn ……….7
13 Juni’31
Praag
……
4
24Juni’30
Boekarest……..8
1 Apr.’31
Pretoria
….
5
12Mrt.’31
Brussel ……….
2431 Juli’30
Rome ………
5419
Mei ’30
Budapest ……..7
16Juni’31
Stockholm
..
3
6
Feb.’31
Calcutta
……..6
28 Mei ’31
Tokio
……
5.1 6
Oct. ’30
Dantaig
……..5
10 Oct.
1
30
Weenen……
7416 Juni’31
Helsingfors ……6
26Aug.’30
Warschau ….
74
3 Oct. ’30
Kopenhagen
…. 3412
Nov.’30
Zwits.NatBk.2 23Jan.’31
OPEN MARKT.
1931
1930
1929
1914
20
Juni
15120
8113
116
16/21
17122
II
2024
Juni Juni
Juni
Juni
Juni
fi
Juli
A,nsferdan,
Partic.dlsc.
71
8
_151
ie
7
18-1
I-
1
116
1-
5
16
1
3
14-2
5l16-‘/1c
3
1
188116
Prolong.
–
1
I-14
1-
3
14
1314-2
5-
1
12
21414
Londen
Daggeld. ..
3
1-2
314-2
3
14-2
1-2
1112-2I2
45114
1314-2
Partic.dlsc.
2
1
1’15_3
133
2’1I6-
5
/32
2
1
1j,_5132
211,,_3/is
2711e-18
591
32
_3j
5
2
1
14_
3
1
4
Berlijn
Dageld…
6
1
12-8
6J3-9
41127
4114-7
1
1
12_4
1
12
614-8113
–
Partic.disc.
30-55
d…
–
7
5
43145 312
7
1
1
–
56-90
d…
–
7 5
4614_5
3
1
12
7
1
/2
2
1
19_I12
Waren-
wechsel.
7i14
7-14
5_31
4
5
314-4
73
4
_811
3
–
New
York
Dageld
)
11
1
3
1 1
3
13-
3
14
1
1
1214
1
1
13
3
14
211
3
311
4
7
–
14
1
1
14_2
1
1,
Partic.dlsc.
1
l
1
I
2
1
18-
1
14
5618_B12
–
1)
Koers van
19
Juni en
daaraan voorafgaande weken t/m Vrijdag.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDEREAND.
o
a a
New
Londen
Berl(/n
Parijs
Brussel
Batavla
York’)
•)
‘) ‘)
)
1)
16 Juni 1931
2.48
5
/,
12.088/
8
58.964
9.734
34.584 90is/
17
,,
1931
2.48%
12.0834
58.974
9.731
34.59
9915j 18
,,
1931
2.4871
1208%
58.97
9.73 34.58
9915,
19
,,
1031
2.4871
12.08k
58.94
9.73
34.574
99
15
116
20
,,
1931
2.48
71
‘
,
12.08%
58.94
9.73
34.58
‘/1Q
22
,,
1931
Laagsted.w.’)
2.4871
16
2.4851
1
12.09 12.08
58.904 58.874
9.73
9.724
3458
34.55
9916/
99151
Hoogste d.wi)
2.48%
12.09%
59.024
9.734 34.60
i
99111
j3
15 Juni 1931
2.48%
12.08
B/
58.95 9.73
34.584
991s,,
8
»
1931
2.485/
12.0931
8
58.994
9.734
34.634
99i5
Muntpariteit
2.48%
12.10%
59.26
9.75
34.59
100
Data
Zwit-
serland
Weenen
Praag
Boeka-
Mllaan
Madrid
•
1
rest
1)
)
)
16 Juni 1931
48.24 34.92%
7.354
1.484
13.01
25.-
17
,,
1931
48.24%
34.92%
7.354
1.485
13.01
24.95
18
,,
1931
48.25
34.924
7.36
1.484
13.014
24.65
19
,,
1931
48.22 34.92% 7.354
1.485
13.014
23.85
20
,,
1931
48.2334 34.9234
7.36 1.484
– –
22
,,
1931
48.19
3492%
7.354
1.484
13.01
23.80
Laagsted.w.l)
48.16 34.88
7.35 1.474 12.99
1
23.15
Hoogsted.wl)
48.27
34.95 7.364
1.494
13.024
25.25
15 Juni 1931
48.24l1
34.92% 7.36
1
484
13.004
25.024
8,,
1931
48.21
3495
7.364
1.484
13.004
23.70
Muntpariteit
48.-
35.10
7.371 1.488
13.09
48.524
Data
Siock-
Kopen-
o 1 •
S 0
Sl1-
Buenos-
Mon-
holm’)
hagen’)
Aires’)
ireal
1)
16 Juni 1931
66.60
86.524
1
66.55
6.254
7471
8
2.475/
17
,,
1931
66.60
66.55
66.55
6.254
78
2.473/,
18
,,
1931
66.624
66.55 66.55 6.254 75sf,
2.473/
4
19
,,
1931
66.60
66.55 66.55
6.254
–
2.4791
20
,,
1931
66.624
66.55
8655
61254
77 2.483(
3
22
,,
1931
66.65
66.55 66.55
6.25
77
2.4751
8
Laagstedv.l)
68.50
66.474
66.474
6.24
75
2.471
8
.
Hoogste d.w
1)
66.674
66.60
66.60
6.264
77%
2.48’1
8
15 Juni 1931
66.574
66.524 66.524
1
6.254
7571
8
2.47%
8
1931
66.625
66.60
66.60
6.254
76%
2.48s/,
Muntpariteit
86.67
66.55
66.67
6.264
95%
2.48%
‘) Noteering te Amsterdam. “) Not,
te
Rotterdam. 1) Part, opgave.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht v”or van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
24 Juni, 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN
581
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
b
‘
a a
Londen
($ per 8)
Parijs
(8 p. 100 Ir.)
Berlijn
(S
p. 100 Mk.)
Amsiérd,im
(5 p. 100 gid.)
16 Juni
1931
4,86
18
1
32
3,9111/
33
23,73%
40,2881
8
17
,,
1931
4,867/
18
3,91
8
/
82
23,74%
40,24%
18
,,
1931
4,86
15
/
88
23,73s,
40,25
19
,,
1931
4,86
17
/
3
,
3
,91
9
1
32
23,72%
40,26
20
,,
1931
4,86
19
1
32
3,91
9
1
31
23,73
40,26%
22
,,
1931
4,86
23
1
82
3,9151
j9
23,76%
40,25%
23 Juni
1930
4,85291
33
3,9251
9
23,83
5
18
40,17%
Muntpariteit ..
4,8867
3,9051
9
1
23,81k
40I1
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en Landen
Noteerings-1
eenheden
6Juni
1
1931
1
13Juni
1
1931
1520
Juni
1
31
1
LaagstelHoogstQl
1
20juni
1931
Alexandrië..
Piast.p.1
97%
97%
9771
9791
97%
Athene …..
Dr.
p.€
375. 375
374%
375 k
375
Bangkok….
Sh.p.tical
119
5
/
8
19%
1/9b/
110
1110
Budapest …
Pen. p.
£
27.891
27.87k 27.84 27.90
27.87
Buenos Aires
d. p.$
3425
34y,
341j,
35
3471
s
Calcutta
…
. .
Sh. p. rup.
115251
33
11525/
39
1/5%
115
25
1
82
1
1
‘5
49
/
94
Constantin..
Piast.p.c
1.025 1.025 1.025 1.025 1.025
Hongkong .. Sh.p.
$
1171
16
11% 11%
11%
11
1
/
s
Sh. p. yen
2/08/
9
210
5
51
94
210
11
1
32
210
71
18
2102
5
1
64
Lissabon … .
Escu.p.c
110 110
109%
110%
110
Kobe
…….
Mexico
….
$
per
£
9.9234
9.95
9.80
10.00
9.90
Montevideo
.
d.per£
29%
29 27%
29
28
Montreal
…
$
per
£
4.86fl
4.8781
4.87%
4.884
4.88
Rio d. Janeiro
d. per Mii.
3116
318116
31132
4
3
11
/
16
Shanghai …
Sh. p. tael
112
18
1
32
112%
11171
8
112s1
112%
Singapore ..
id. p.
$
2/3%
213% 213i1
6
213
13
11
6
213%
Valparaiso
1).
$
per
£
39.89
39.91
39.93
39.97
39.94
Warschau
..
Zi. p. £
431/
9
43819
431I6
4371
435/
t
t, ug.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
5)
Londenl)
N.York’)
Londen
15 Juni
1931..
1211
26%
15 Juni 1931….
8411134 16
,,
1931..
1231
5
2651
5
16
,,
1931…..
8510%
17
,,
1931..
128/
9
2681
8
17
,,
1931….
84/1034
18
,,
1931..
1281
s
2651
18
,,
1931….
84111%
19
,,
1931..
1271
26%
19
,,
1931.
.
.
8411134
20
,,
1931..
1234
2671
8
20
,,
1931.
84111%
21 juni
1930.,..
15%
33%
21 Juni 1930….
8510
27 Juli
1914..
24
15
1
98
59
27 Juli
1914….
84111
1) In pence p.oz. stand. 2) Forelgn silver in Sc. p.oz. line.
8)
in sh. p.oz. line
STAND VAN ‘.RIJKS KAS.
Vorderingen.
–
1
6Juni 1931
1
15 Juni
1931
Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne derlandsche
Bank.. …….
t 19.03.393,95
t 42.314.289,79
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
•
2.721,19
,,
736.754,59
Voorsch. op uit. Mei, resp. April’31 a(d.
gemeenten verstrekt.op voor haar
door de Rijksadministratie te heffen
gemeentelijke
ink.bei.
en
opc.
op
de
Rijksiuk.bel …………………
,,
33.051.432,63
•
9.230.638,30
……….
Voorsch.
op
uIt. Mei. resp. April’31 ald.
gemeenten verstrekt
op
aan haar
uit te keeren hoofdsom der perso-
neele belasting, aandeel in de hoofd-
.
som der grondbelasting, alsmede van
opcenten op die belastingen …….
10.871.385,04
•
8.639.819,04
Voorschotten aan Ned.-lndië ………
…
.
75.883.842,80
,,
79.571.569,25
Id. aan
Suriname …………………
11.335.076,29
,,
11.707.168,45
Id. aan
Curaçao ………………….
Kasvord. weg. credletv erst.ajh. buiteni
,
99.773.902,24
,,
6.587.663,67
,,
99.037.037,12
Daggeidleeningen tegen onderpand
,,
24.500.000,-
,,
2.000.000,-
Saldo der postrekeningen van Rijks-
..
comptabelen …………………..
..6.528.629,60
26.582.019,04
,,
21.539.258,71
Vordering
op
het
Alg.
Burg.
Pen-
..
sioenfonds’)
………………….
,,
10.872.836,33
,,
10.983.289,39
Vordering
op
andere Staatsbedrijven’)
•
16.915.771,67
17.125.771,67
Ver
p11 c
h tin ge n.
t
I78.814.000,-
/
178.814.000,-
Schatkistpromessen in omloop ……
74.040.000,-
74.040.000,-
2.679.511,-
Schatkistbiljetten in omloop
……….
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf. 1)
–
–
Zilverbons in Omloop ……………..2.705.406,-
Id. a. h. Staatsbedrijf d. P., T. en
T.’)..,
..
20.855.955,85
»
16.734.783,49
Id. aan andere Staatsbedrijven’) …..
..1.051.331,61
•
1.102.111.61
Id. aan diverse Instellingen’) ……..
..
3.848.703,78
,,
3.856.404,77
1)
In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH-INDISCHE VLÔTTENDE SCHULD.
Vorderingen:
Saldo bij de Javasche Bank
–
–
Betaalmiddelen in
‘s
Lands Kas
–
1
41.082.000,-
w.o.
muntbiljetten
…………….
–
1.519.000,-
Verplichtingen:
Voorschot’s Rijks kas e. a. Rijksinstell.
f
79.571.000,-
,,
80.993.000,-
Schatkistpromessen
………………
»
16.500.000,-
16.500.000,-
Schatkistbiljetten
……………. …
,,
1.000.000.-
..
1.000.000,-
Muntblljetten In Omloop
………….
.
11.000.000,-
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.
..11.171.000,-
37.000,-
..
37.000,-
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.
»
819.000,-
»
903.000,-
Voorschot van de Javasche Bank….
•
22.419.000,-
•
24.161.000,-
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 22 Juni 1931.
kotiva.
Binnenl.Wis-(fffdbk.
r
35.594.188,69
sels, Prom., Bijbuk. ,,
147.500,-
..;..a:
8c.
……i_
u1.n.auu.
,,
O.OlJa.,)O
(,00
f
44.051.076,54
Papier
o.
h. Buiten!, in disconto
……
Idem eigen portef.
.
f
228.434.14 7,-
Af :Verkocht maar voor
de bk. nog niet af gel.
228.434.147,…..
Beleeningen
mcl.
vrsch.i
I’Hfdbk.
33.452.646,83
ç
in rek.-crt.i
Bijbnk.
5.659.960,06
op
onderp.!.
Ag.sch.
56.685.480,39
r
95.798.067,28,
Op
Effecten
……
94.060.826,71
Op
Goederen en Spec.
1.737.240,57 95.798.067,28
Voorschotten a. h. Rijk ……………..
Munten Muntmaterjaal
Munt, Goud
……
f
88.687.185,-
Muntmat., Goud
.. ,,
408.494.318,-
f
497.181.503,-.
Munt, Zilver, enz.
• ,,
40.652.141,81
Muntmat., Zilver..
–
,,
537.833.644,81
1
)
Belegging
I/
kapitaal, reserves en pen.
sioenfonds
……………………,,
25.930.326,33
Gebouwen en Meub. der Bank
……..,,
5.000.000,_
Diverse rekeningen
………………,,
59.208.239,69
Passiva
f
___________________
996.255.501,65
K
apitaal …..
……………………
f
20.000.000,-
Reservefonds
….
………………..
,,
7.199.946,44
Bijzondere
reserve
………………,,
8.000.000,-
Pensioenfonds
………………….,,
7.106.880,63
Bankbiljetten in omloop …………..
,,
842.202.055,-
Bankassignatiën in omloop ……….
..
140.751,61
Rek.-Cour.
f
Het Rijk
t
42.224.340,14
saldo’s:
k Anderen
59.618.086,89
101.842.427,03
Diverse rekeningen ………………,,
9.763.440,94
f
996.255.501,65
Beschikbaar metaalsaldo
…… . ……
f
159.772.559,17
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigd
is ,,
399.431.395,-
1
)
Waarvan in het buitenland
1
28.846.779,33.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Ooud
Andere
Beschlkb.
Dek- Data
Munt
.
1 Muntmat.
Circulatte
opelschb.
schulden
Metaal-
saldo
1)
Ikings
parc,
22 .Junj ’31
88.687
408.494
842.202
101.983 159.773
57 15
,,
’31
88.487
389.994
849.489
75.597
148.488
56
8
’31
88.486
361.494
852.874
39.231
131.379
544
1
’31
88.484
361.494 885.730
42.520 116.503
52
26 Mej
’31 88.484
361.494
837.012
42.852 134.470
55
18
,,
’31
88.484 361.494 847.662
30.558
134.697
56
23 Juni ’30
64.870
367,054
790.921
61.570
117.320
54
25 Juli
’14
65.703
96.410
310.437
6.198 43.521
54
Belee-
Up86l’
!.JIVCI5
1 op het 1 reke-
ningen
22 Juni 1931
44.051
–
95.798
228.434
59.208
15
,,
1931
44.919
–
95.043 225.641
61.586
8
,,
1931
45.457
–
95.104
224.987
58.875
1
,,
1931
43.722
–
131.555
224.666
60.944
26 Mei
1931
42.182
–
93,341
223.736
54.493
18
,,
1931
43.428
–
99.389
223.681
49.300
23 Juni 1930
51.092
–
86.758
237.570
31.753
25
Juli
1914
67.947
–
81.686 20.188
509
1)
Sedert den
bankstaat
van 14 Jan.
’29 weder
op
de basis van
21
metaaldekking.
2)
Sluitpost
activa.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
—
Metaal
latie
I
Andere
1
opelschb.
1 schulden
Discont.
Dlv. reke-
ntn gen
1)
________________
23
Mei
1931-
876
1.213
495
821 531
16
1931..
876
1.262 513 822
530
9
1931…
871
1.333 530 826 535
2
1931—
866 1.452
498
825
529
24
Mei
1930…
915
1.297
532
1.033
498
5 Juli
1914-
845
1.100
560
735
396
‘)Slultp. der activa.
Data
582
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 Juni 1931
JAVASCHE BANK.
Voornaamste postn in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.
C’rculatie
opeischb.
schulden
metaal-
saldo
243.600
36.000 49.160
248.300
33.300
48.460
249.600
32.400 49.000
243.911 42.183 47.318
247.517
40.649
45.799
250.610
38.647
46.335
243.582
42.611
47.448
276.238 50.534
33.069
304.670
43.483
42.834
110.172
12.634 4.842
Lek-
Dat a
Dis-
buiten
Belee-
kings-
conto’s
N.-Jnd.
ningen
nfn
percen-
______________
betaaib.
lage
20Juni 1931
10800
***
58
13
1931
113.200
”
57
6
1931
113.100
*5*
57
23 Mei 1931
9.053
24.330
36.208
29.182
57
16
1931
8.955
26.750
36.288
29.475
57
9
,,
1931
9.012
26.274
36.434
31.126
56
2
1931
8.920
29.484
37.285
28.391
57
21Juni1930
10.451
45.944
46.123
39.090
50
22 ,Xu011929
9.812
27.312
100.097
35.631
53
25juli1914
7.259
6.395
75.541
2.228
44
‘) Sluitpost activa.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten in duizenden ponden sterling.
Bankbilf.
Bankbilf. 1
Other Securities
Data
Metaal
in
in Bankingi Disc, and secur iie circulatie
Deparim.
Advances
17 Juni 1931
161.987
352.266
68.661
9.395
28.044
10
.
1931
156.288
354.251
61.005
6.597
28.526
3
,,
191
152.934
356.371
55.505
7.106
28.311
27 Mei
1931 -152.078
354860
56.158
6.825
28.553
20
,,
1931
151.206
351.541
58.633
5.956
25.890
13
‘
1931
150.004
353.127
55.850
6.362
25.343
18 Juni 1936
157.490
359.247
57.363
7.099
16.841
22 Juli
1914
40.164
29.317
33.633
1
–
Data
Oov.
Public
Other Deposils
1 Reservel
1
D
king
eks-
1
Other
Sec.
Depos.
Bunkers IAccountsl
perc.’)
17Juni’31
30.846
15.017
71.446
33.681
69.721 58
10
,,
’31
33.121
9.627
69.561
33.267
62.037 5531
3
,,
’31
38.496
6.545
72.209
33.920
56.563 50
3
1
32
27 Mi ’31
31.215
17.449
54.761
33.820
57.218 53
29
1
32
20
’31
31 880
14.966
.56.634
34.026
59.665 56
18
1,
32
13
’31
35.665
10.324
62.199
33.966
56.877 5313
/28
18 Juni’30
46.476
16.578
58.332
35.687
58.243 5.2
39
1
33
22 Juli ’14
11.005
13.736
42.185
29.297 52
1)
Verhouding tus8chen Reserve en Deposits.
BANK VAN FRANKRIJK.
VOornaamste posten in millioénen fraucs.
•
1
Te goed
Wis
Waarv.
1 Renteloos
Data
.
Goud
Zilver’ in he
–
op het
voorschot
buitel.
sels
b,,itent
ningen ad. Staat
12Jni31
1
56.138
845
5.573 25.2801 20.584
2.8661
3.200
5
,,
’31 55.933
835
5.464 25.4071 20.695
2.869
1
3.200
29Mei ’31 á5.634
827
5.430 26.9191 20.730
2.806!
3.200
22
,,
’31 55.633
818
5.651 258511 20.506
2.770
3.200
13 Juni’30 43.900
314
6.864 23:579! 18.678
2.734
3.200
23 Juli
‘l4
4.104
640
–
1.5411
8
769
–
-I Diver-
Bons v. d
Rekg.Courant
Data
zelfst.
sen
1)
Staat Iamort.k.tcuueren Circulatie
1 zeijsi.
Pont-
amorf. k.
12 Juni’31
‘
5.082
2.234
77.012
1.016
8.320
13.383
5
,,
’31
5.082
2.665
77.803
990
8.656
12.395
29Mei’31
5:082
2.50678.185
1
1.123
8817
12.669
22 :
, ‘3
1
1
5.082
2.2.18
76.826
1
1.540
8.975
12.280
13 Juni30
5:395
1.591
71.938
j 3.516
1.935
8.605
3 Juli’14
.
:
.-
–
5.912
401
–
943
1) Sluilpost activa.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichemark.
Daarvan
Deviezen
Andere
D
d
bij bui-
als goud-
wissels
Belee-
15 12
,
011
tent. circ.
dekking
ei
ningen
banken
1
)
geldende
cheques
15 Juni 1931
1.765,6
198,1
104,3
2.019,1
154,8
7
,,
1931
2.299,9
259,4
113,0
1.709,5
89,9
31 Mei
1931
2390,3
207,6
186,2
1.791,4
167,2
23
,, .
1931
2.370,4
207,6
196,6
1.430,5
67,1
15
,,
1931
2.370,3
207,6
170,8
1.417,4
–
180,8′
14 Juni 1930
2.618,8
149,8
422,2
1.543,8
55,1
30 Juli
1914
1.356,9
–
–
750,9
50,2
D
Effec-
Diverse
Circa-
Rekg.-
Diverse
12
ten
Activa
2
)
latle
Crt.
Passiva
15 Juni 1931
102,7
574,0
3.888,6
3211,6
– 251,5
7
,,
1931
102,7
542,7
4.079,3
270,5
245,0
31
Mei
1931
102,7.
541,5
4.299,1
353,3
244,0
23
,,
1931
102,7
472,3
3.751,4
374,4
246,9
15
,,
1931
102,7
491,2
3.909,9
279,4
261,3
14 Juni 1930
101,0
620,0
4.278,8
537,4
219,8
30 Juli
1914
330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0
•J unoeiasr.
‘)
w.o. 9(entenoangscneine
15,7
JUfli,
Ji, 23, IS
Mei ii,
14Juni 30, reop.
38; 36; 1I;46;35;51 miii.
NATIONALE BANK VAN BELGIE.
Voornaamste posten in millioenen Belgas.
Goud
L
.
-no
‘cIB
Data
.2
–
Rekg. Cr1.
1931
2
.
…,.
.
0
0
..Y
18 Juni 1433
860
–
728
33
292
3.186
16
167
10
,,
1433
861
–
728
34
292
3.220
4
145
3
,,
1447
848
–
731
38
292
3.231
48
90
27 Mei
1448
870
–
744
35
292
3.218
33
150
20
,,
1447
871
–
738
34
292
5.204
37
.153
19 Juni’ 1202
715
45
770
32
310
2.885
20
127
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS. Voornaamste posten in millioenen dollars.
Goudvoorraad
Wettig
Wissels
betaal
–
Data
Dekking
middel,
disc. v. d:
open
in her-
in de
Totaal
F. R.
Zilver
member
markt
bedrag
Notes
eic.
banks
gekocht
3Juni’31
3.259,1
1.810,8
187,9
172,8
134,2
27 Mdi ’31
3.259,3
1.824,9
173,2
152,9
124,5
20
,,
’31
3.223,3
1.823,4
176,6
148,9
131,0
13
,,
’31
3.210,6
1.790,5
178,3
144,9
153,1
6
,,
’31
3.172,3
1.807,3
172,7
150,2
193,9
29 Apr.’31
3.174,7
1.814,8
177,4
155,2
169,8
4 Juni’301
3.060,6
1
1.641,6
1
164,7
1
239,7
189,2
Dato
in
u. s.
Notes
Totaal
Gestor’t
1
Dek-
Dek-
Belegd
1
Goud-
Algeni.
Oov.Sec.
latie
_I
perc.’)
perc.’)
in circa-
Kapitaatl
kings-
kings-
3Juni’31
598,3
1.583,6
2.484,4
168,4
80,1
84,2
27 Mei ’31
598,4
1.551,8
2.471,1
168,4
81,0
85,3
20
,,
’31
598,5
1.551,5
2.452,5
168,5
80,5.
849
13
,,
’31
598,4
1.528,3
2.483,2
168,5
80,0
84,5
6
,,
’31
598,4
1.510,8
2.471,5
168,6
79,0
83,4
29 Apr.’31
598,3
1.527,7
2.462,8
168,6 •
79,5
84,0
4Juni’30
543,8
1.457,3
1
2.484,5 1
170,6
78,0
82,2
) vernouuing totaien gOuavoorraacl tegenover opelsenbare
schulden: F. R. Notes en netto deposito.
2).
Verhouding totalen
voorraad muntmaterlaal en wettig betaalmiddel tegenover Idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
•
FEl). RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.
Data
banken
1
en
gingen
P.
R.
1
sito’s
deposits
Reserve
1
Aantal
1
conto’s
Beleg-
bil de
1
Totaal
Waarvan
t
beleen.
banks
1
depo-
time
27 Mei ’31
29
14.813
7.785
1.847
21.059
7.396
20
’31
28
14.905
7.803
1.834
21.230
7.409
13
’31
22
14.925
7.853
1.835
21.296
7.398
‘6
,,
’31
36
14.922
7.846
1.829
21.174
7.422
29 Apr.’31
38 1
14.993
7.903
1.832
21.292
7.410
23 Mei’30
67
16.837
5.889
1.742
–
20.591
‘ 7.159
ii lerachter volgen enkele hankstnten, welke aan liet eind
van ieder kwartaal worden opgenomen.
Data
1 Goud 1 Zllvr
• -_
20Juni 1931
161.000
13
1931
161.100
6
1931
161.800
23 Mej. 1931 “1 14.890
46.865′
16 ,, 1931 114.528
46.538
9 ,, 1931 114.499
47.539
2 » 1931 114.782
47.143
21Juni1930 139.210
24.567
22Juni1929 161.429
21.454
25 Juli 1914 22.057
31.907
1
Wissels,
IV. NATIONALE BANK VAN DENEMARKEN.
(In millioenen Kronen.)
Data
Goud Pasmunt soMt,
J
wissels
J
Circu.
Rek.
munt en bel, en
latie
Cel.
wissels
cred.
30Mei
1931..
171,9
6,6
69.9 101,3
341,5
38,6
30April1931..
171,9
6,7
66,2
109,1
353,7 55,2
31 Mrt. 1931..
171,8
6,7
77,6 92,9
341,3
40,2
31 Mei
1930..
172,3
7,1
106,3
98,0
371,1
41,7
31 Mei
1929..
172,6
7,8
94,8
89,2 358,2 45,1
30 Juni 1914
1)
75,6
6,6
1
–
–
159,8
‘
4,8
1)
Wegens andere berekening
niet vergelijkbaar.
V. BANK VAN SPANJE.
(In millioenen Peseta’s.)
24 Juni 1931
ECONOMISCH-STATISTiSCHE BERICHTEN
583
1.
FEDERAL RESERVE BANK TE NEW YORK.
(In
millioenen Dollars.)
Goudvoorraad Wettig
Wissels
Totaal
Delek,ng
Data
betaal-
middel.
in herdi,c.
n
open van cia
bedrag
F.R. Notes
Zilver etc.
‘
gf
member
banki
27 Mei
1931..
1.192,3
400,0
61,5
27,0
2.7,5
20
,,
1931..
1.123,2
400,0
62,3 27,8 30,3
13
,,
1931…
1.134,7
375,1
62,7
31,9
45,5
6
,,
1931..
1.087,3
375,1 59,3 28,5 72,9
29 Apr. 1931..
1.088,4
375,2
59,3
30,6
61,7
22
,,
1931..
1.056,5
365,2 59,4
31,2 41,0
15
,,
1931..
1.050,7
375,2
57,5 26,1 24,6
8
,,
1931..
1.037,1
365,2
59,0 34,8
57,5
1
,,
1931..
1.067,0 365,2
58,2 36,2
13,3
25 Mrt. 1931..
1.073,7
380,2
56,8
34,7 13,3
18
,,
1931..
1.104,3
380,3
51,6 37,9
11,6
11
,,
1931.
.
1.109,9
380,3
56,3
38,1
50,7 4
,,
1931..
1.068,8
380,5 48,8
38,8 41,1
28 Mei 1930..
965,2 273,6
.
53,8 52,8
47,3
29 Mei 1929-
1.002,7
275,6 41,5 194,4
11,6
Data
U. S. Gov
.
FR. Notes
in
Totaal
Gestort Algemeen
Dekkin s.
Sec.
circulalie
Deposito s
Kapitaal
perc.
27 Mei
1931..
145,2
273,2
1.081,5 65,5 92,6
20
,,
1931..
145,2
268,1
1.029,1
65,4
91,4
13
,,
1931..
145,2
258,4
1.066,9
65,4
90,4
6
,,
1931..
160,2 269,3
1.041,0
65,5 87,5
29 Apr. 1931.
.
182,7
269,0
1.053,4
65,5 86,8 22
1931..
182,7
261,4 1.017,2
65,5 87,3
15
,
1931..
182,7
261,8 992,9
65,5 88,3
8
1931..
182,7 269,9 1.006,7 65,5 85,9
1
,,
1931..
182,7
278,3 1.045,3
65,6 85,0
25 Mrt. 1931..
182,7
246,3
1.016,5 65,6 89,5
18
,,
1931..
201,7
249,3
1.068,2
65,7
87,7
11
,,
1931..
188,3
256,0
1.088,8
65,7 86,7
4
,,
1931..
183,9
267,2
1.008,4
65,7
87,6
28 Mei 1930..
179,0 184,3 990,9 66,2
84,8
29
Mei
1929..
13,4 274,5
931,2
‘
56,3 86,6 1)
Verhouding totalen
voorraad
inuntmateriaal
en
wettig
betaal-
middel tegenover
F.R. notes
en deposito’s.
H.
ZWEEDSCHE
RIJKSBANK.
(In
millioenen
Kronen.)
Data
Goud
tegoed
en
wisiels
sclie en
vreemde
Staat,!.
contds
en
Beleen.
1
)
Circu.
lof
ie
Rek.
CII.
6Juni’31
239,3 214,8
66,0
25,3
519,9 239,1
30 Mei ’31
239,4
218,0
65,5
259,0
542,4
239,2
23
,,
’31
239,5
218,0
76,6
214,6
488,1
230,8
16
,,
’31
239,6 218,5 76,6 226,2
506,3 231,1
9
,,
’31
239,7
218,7 76,6
197,8
509,8 199,3
2
,,
’31
239,8
222,1 76,6
228,5 546,5
193,0
25 Apr.’31
239,8
226,0
76,6 181,4
482,5
211,8
18
,,
’31
239,8 225,8
76,6
185,7
494,1
206,1
11
,,
’31
239,9 230,7 73,0 190,3 509,6
198,1
4
,,
’31
239,9
230,4
73,0 240,8
573,1
201,8
28 Mrt.’31
240,0
232,1
73,0 174,4
517,3 171,2
21
.,
’31
240,1 260,2 73,0
156,8
501,1
186,2
14
’31 240,2
262,1 71,0 164,4 516,2 182,4
7Juni’30
243,0
297,0
83,8
147,3
534,3
184,9
8Juni’29
234,0
112,1
81,8 327,2
496,4
210,6
25 Juli’14
105,8 115,6
28,0
92,4
206,2
68,2
1)
Vanaf 29Oct.
’27
excl. de voorschotten
en kascredieten,
die
niet
voor dekking
beschikbaar
zijn.
LU. BANK
VAN
NOORWEGEN.
(In millioenen
Kronen.)
Data
Goud
Tegoed
in het
buitenl.
Effecten
‘-“-
contos
en
Ircu-
alle
e
rt.
8 Juni
1931..
146,4 26,0 54,4
174,1
285,3
63,6
30 Mei
1931..
146,4
25,1
54,4 178,4
291,1 63,6
22
,,
1931.
146,4
31,1
53,9 173,5
289,4
63,8
15
,,
1931..
146,4
30,8
53,9
177,0 290,7
67,2
7
,,
.1931..
146,4
30,3
53,9
176,6
291,7 60,6
30 April 1931..
146
2
4
31,5 53,9
184,9
295,8
66,5
22
,,
1931..
146,4
33,2
53,9 172,0
288,0
62,9
15
1931..
146,4
36,4
53,9 171,6
291,2
62,8
7
1931..
146,4
37,7
54,4
173,7
297,0
61,5
31 Maart 1931..
146,4
36,7 54,3
183,1
295,8
71,9
23
,,
‘
1931..
146,4
30,5 54,3 172,0 280,9
69,1
16
,,
1931…
146,4
25,7
54,3
176,0
280,0
69,8
7 Juni
1930..
146,6
41,6 36,2 224,0
304,0
82,3
7 Juni
1929..
146,8
43,6 11,4 269,6
303,0
104,4
22 Juli
1914..
52,4
65,7
8,9
79,3 120.8
10,7
Staat,-
Di,.,
conto
Clrcu-
Rekg. Cel.
Data
Gaud
Zilver
fona’-
en
latte
Pa,tic.
Slaat
sen t)
Beleen.
13 Juni
’31
2.425
689
582
2.652
5.259
840
132
9
,,
’31
2.424
693
582
2.638
5.294
830
17
2
30 Mei
’31
2.424
701
582
2.569
5.197
830
22
23
,,
’31
2.424
698
582
2.455
5.160
808
432
16
,,
’31
2.424
695 583
2.407
5.088
814
82
2
9
,,
’31
2.423
698
583
2.343
5.038
782
472
2
,,
’31
2.423
703
583
2.246
4.983
764
22′
25 April ’31
2.423
706
583
2.257
4.951
767
28
2
18
’31
2.422
707
583
2.183
4.892
736 262
11
’31
2.421
709
583
1.999
4.744
779 242
4
,,
’31
2.421
713
.
583
2.041
4.670
785
48
28 Maart’31
2.420
717 583
1.953
4.604
801
116
14 Juni
‘301 2.471
716
584
1.877
4.403
806
204
15 Juni’29
2.561
720
585
1.930
4.280
967 320
24 Juli
’14
543,5
726,8
494,4
783,8 1919,0 497,9
2)
Ten bedrage van 344 millioen, plus voorschot in rek.-cd. aan de
schatk.
2)
Actief.
VI. ZWITSERSCHE NATIONALE BANK.
(In millioenen Francs.)
Dis.
Data
Goud
Zilver
Goud-
dclezen
conto’s
en
Clrcu-
lalte
Rek.
Cel,
t)
15 Juni
1931..
680,0
–
368
,
5
69
,
6
:
9
62,6
266,6
6
,,
1931.
.
652,5
–
326,9
70,6 966,3
190,9
30 Mei
1931..
642,8
–
310,0 78,0
989,8i
1467
23
,,
1931..
642,8
–
297,1
74,4
922,6
1
194,4
15
,,
1931..
642,8
–
300,8 71,3 919,8
192,4
7
,,
1.931..
642,8
–
288,4
81,3
941,1 173,1
30 April 1931..
642,8
–
315,3 99,2 987,8
149,3
23
,,
1931..
642,8
–
316,5 68,0 907,0
197,7
15
,,
1931..
642,8
–
315,8
66,4
920,5
188,5
7
,,
1931..
642,8
–
313,7
86,2 971,8 158,4
31 Maart 1.931..
642,8
–
306,1 94,6
994,4
133,8
23
,,
1931..
642,9 316,8 64,0
898,4
208,5
15 Juni
1930..
578,9
–
365,9 77,9
849,3
279,1
15 Juni
1929..
191,6
340,2
204,5
109,7
921,7 95,5
23 Juli
1914..
180,1
18,9
– ‘
107,8
267,9 105,2
Sedert 31 Maart
’28 zonder
rek.-crt.
saldi
in het
buitenland.
Deze
zijn met ingang van
dien datum
met
den post
buitenlandsche
wissels
tot den post gouddeviezen
samengesmolten.
Sedert 31 Mrt.’28
uitsluitend
de dagelijks
vervallende
verplichtingen.
VII. OOSTENRJJKSCHE NATIONALE BANK.
(Voornaamste posten in millioenen Schillingen.)
1)
G.
gd’,
sie”
zenen tegd.
iji,. buit./.2.)
Vreemd
Dis.
Voor-
Data
‘7le
valuta
conto’s
en
Beleen.
schol old.
Staal
Circu-
lat,e
Rek.
Crt.
15Juni’31
214,3 136,4
347,9
488,2
96,1
1.05O,1 236,3
7
,,
’31
214,3
116,1
346,7
475,4
96
2
1 1.055,7
196,2
31 Mei ’31
214,3
116,5
401,4
451,9
96,1 1.140,6 142,2
23
.,
’31
214,3 119,4
446,8
350,0
96,1
919,2
311,2
15
,,
’31
214,3
128,8
483,3
297,6
96,1
1.037,9 185,9
7
’31
214,3
135,7
505,4
70,1 96,1
905,4 119,2
30 Apr.’31
214,3 138,4
507,3
89,2
96,1
984,4
64,1
23
,,
’31
214,3
134,5
500,9
57,6
96,1
834,3 172,3
15
,,
’31
214,3
132,1
494,6
65,1 96,1
866,7 139,4
7
,,
’31
214,4
138,8
499,6
76,1
96,1
930,4
98,0
31Mrt..’31
214,4
138,6
499,1
92,1 96,1
977,6
66,4
2
3
11
‘31214,41
135,2
492,7
60,0 96,1
836,5 165,4
15Juni’30
168,5
256,4
391,3
89,3 101,5
922,5
91,5
15Juni’29
186,6 191,6
340,2
204,5
109,7
921,7
95,5
1
Schilling
=
0.694
goudkronen
=
10.000 papierkronen.
Als dekking
der
circulatie
en saldi in rekg.
crt. geldende, volgens
art. 85 der
Statuten.
–
584
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 Juni 1931
VIII. NATIONALE BANK VAN HONGARIJE.
(In
millioenen Pengö’s. 1 Pengö = 12.500 Kr.)
Data
Goud
g
eld, deviezen
tegoed
Wissels
.
CCCICfl ,chot
aan den
latie
Circu’.
Rckg.. Courant
in hel
en
Staat
Staat
Pa rt le.
buit
enl.
1
)
15 Juni
’31
1.12
7
232
60
334
13
18
7
,,
’31
112
18
237
60
354
15
15
31 Mei
’31
112
21
257
Ô0
370
16
25
23
,,
’31
112
23
215
60
319
25
21
15
’31
112
31
225
60
356
12
17
7
,,
’31
112
44
244
60
380
17
17
30 April ’31
112
47
263
60
406
16
15
23
’31
126
15
205
60
320
21
20
15
’31
126
20
214
60
334
24
18
7
,,
’31
126
26
236 60
366
19
19
31 Maart’31
126
25
258
60
385
19
19
15 Juni ’30
163
25
194
83
393
42
25
15
Juni
’29
177
12
356
92
398
186
14
1)
Als dekking van niljetten en saldi In rekg.-courant geldende, vol-
gens art. 85 der statuten.
IX. TSJECHOSLOWAAKSCHE NATIONALE BANK.
(In
millioenen Tsjechoslow. Kronen.)
Data
Vorde.
ring op
den
Staat
G d
‘
Zil
°
Vreemd
geld en tegoed in
htt.l.
Discon-
to’s en
belee-
ningen
Circu.
h,tie
Rek.
C,t.
7 Juni
1931
3.317
1.541
2.051
288
6.432
912
31
Mei
1931
3.323 1.542
.2.043
245
6.732
665
23
1931
3.326
1.541.
2.046
147
5.773 1.424
15
1931
3.330
1.541
2.01.8
141
5.966
1.210
7
1931
3.338
1.542
2.028
156
6.179
1.051
30 April
1931
3.341
1.542 2.078
170
6.609
71.1
23
1931
3.345 1.542
2.104
1.635.743
595
15
,,
1931
3.352
1.542
2.131
171.
5.933
1.478
7
1931
3.357
1542
2.160
183
6.390
1.102.’
31 Maart 1931
3.364
1.542
2190
1.63
6.609
828
23
,,
1931
3.366 1.542
2.2.31
1.21.
5.788
1.713
7 Juni
1930 3.995
1.262 1.730
625
6.877
685
7 Juni
1929
3.995
1.206 1.730
625
6.877
685
X. ZUIDAFRIKAANSE RESERVEBANK.
(Voornaamste posten in duizenden Ponden.)
ata
Goud en
ou
–
cert.
Dis-
conto’s
en
heleen,
Waar-
van
Rep.-
papier
Circa-
‘
lotic
Rek.-
Crt.
Alge-
meen
Dekkings
perc.
)
29 Mei
1931..
6.583
7.067
414
8.1.43
6.821
46,2
22
,,
1931..
6.184 7.004
264
6.544
7.457 45;2
15
,,
1931..
6.166 6.612 268
6.858 6.819
46,1
8
,,
1931…
6.204
6.017
271
7.333
6.566
45,4
1
,,
1931..
6.639
7.771.
296
8.292 7.040
44,0
24 April 193Ï..
6.304 7.154
224
6.692
7.545 45,5
17
1931..
6.265
7.584
1.90
6.835
7.215
45,9
10
1931..
6.601
7.524
240
7.393
7.159 46,5
2
1931..
7131
8.255 260
8.286
7.955
43,8
27 Maart1931..
6.423
7.132
285
7.412
6.962
46,8
20′
1931..
6.410
6.790 265
6.711.
6.670′
49,1
13
1931..
6.774 7.198
252
7.01.7
7.369 47,9
6
1931..
6.561.
7.545 252 7.670
7.269 45,0
30
Mei
1930..
7.252
8.323
96
8.979 7.057
46,0
30 Mei
1929..
8.257
9.404
–
9.700
7.044
47,1.
5)
Verhouding goud, goudcert. e.0 pasnsunt tegenuver opeischbare
Schulden: bankbiljetten en deposito’s.
XI. BANK VAN LJTHAUEN
(In
millioenen Lita’s.)
Data
Goud
Zilver
Devie-
ze,,
Dis-
contos
en
Beleen.
Kapi
taal
Bank-
biljetten
in omloop
Depo-
s,to
31 Mei 1931
39,5
2,9
63,4
106,8 12,0 108,6 91,7
15
,,
1931
39,5
2,9
69,8
106,5
12,0 107,9
101,7
30 Apr. 1931
39,4
2,9
74,2 104,5
12,0 111,9
97,6
15
,,
1931 39,5
2,8
76,2
102,0 12,0
107,1
103,3
31. Mrt. 1931
39,4
2,8
70,6
109;2
12,0
112,8
98,1
15
,,
1931
39,4
3,0
67,3
103,3
12,0
104,0 99,6
31 Mei 1930
35,2 4,3 73,0 96,2
12,0
98,0
98,9
31 Mei 1929
34,4
4,4
39,0
83,5 12,0 85,5 69,0
GOEDERENHANDEL.
GRANF!&
23 Juni 1931
:l) L-a r v c-iiiarkt he..ît deze week weder iii sterke, itiato
tleii invloed oi,iclervoiiden van oogst- cii weerberichten en
gedurende het grootste gedeelte der week werd zij zeits
geheel door die berichten beheerscht. ‘:Da’ tr er uit Canada
ii 11 CI5
clan regei.1 gemeld werd, evenals uit het z.osi’iertarwç-
gebied der Vereenigde Staten, en daar ook de ber ic’Iiteii om
–
trent cle wiutertarwe in de Vei-eenigcle Staten gunstig wit-
ren, was aanvankelijk van ccii vaste stemming anti de tsr-
wemarkt geen sprake. Daar echter ook tevens telkens t’ees’ werd gerapporteerd, dat de legen
U
Canada eigeit]ijk niet
algemeen genoeg en niet hevig geuoeg was, trad evenni.in
eed sterke verlaging in. en de noteei-imigen van 19 Juni
aami de termijnmarkt te Winnipeg varcn slechts ongeveer
1 dollarcent per bushel lager dai.r aan het eimide der vorige
week. ]3’lauwer was de markt ‘in de Vereenigcle Staten cii
de verlaging t’as daar dart ‘ook wat grooter. Vooral voor
den JuIï-teri’nijii was dat liet geval, clie ongeveer 2 .4, clollai-
cent gedaald ivas. Dit was het gevolg valt de opnieuw op.
getreden vrees, dat de Fedcral Fa.rni iioard ‘spoe’cliger en in steikeme mate duit uien e*i’gen]ijk dcii laatsten tijd gedacht
had, zijn voomiatlemi
:1511
dc niarkt zou gaan bi’ei.igen . Die
vrees was opimieuw ontstaan, omdat de Farni Boarci had
lateit vctemt, dat hij nct zeer lang zou t’achteii rrmet dcii
verlcoop Zijiler tartte, indien dans-toe reeds eerder de ge-
]egcnlicid zou bestaami, en ‘dat hij iii dat geval dc ta.rwc ook voor verkoop in Amerika aaji de markt zou brengen.
Wel werd daaraau toegevoegd, dat dit slechts zou plaats
vi.ncici,i, zoolang de tarwes’riarkt er niet te zeet- door werd
gedrukt, maar deze geheele niecledecling van dcii Fai-ni
.11oard wcrd toch als een reden voor een Hauw’e markt-
stemming beschouwd. Daarbij kwam dan, dat ‘de vraag iii
Europa meestal slecht was en er slechts een enkelen keer in
Engeland wat meer zaken mogelijk waren. Ook de omnstan-
tiigheid, dat in Italië een niaalgebod werd uitgevaardigd,
volgens hetwelk slechts 5 pOt. buitenlandsche ‘tarwe mag
worden gebruikt en cle uuioleivaars ‘tle, overige 95 pCt. hun-
ner behoefte geheel moeten dekken met Italiaansche tarwe,
drukte de markt. Dat tegelijkertijd in Frankrijk liet vel-
oorloofde perceuita.ge buitenlandselje tarwe met 5 pOt. ver-
hoogd werd en daardoor op 30 pCI. gebracht, vormde slechts
een zeer gering tegenwicht. Verder ‘is de stand der tarwe ‘iii
Frankrijk, ‘in verband niet dc betere weersomstandigheden,
aanmerkelijk gunstiger geworden, terwijl ook uit :Duitsch-
land goede oogstbes-iclrten kwamen. Bovendien ‘blijkt het,
dat wei
–
kel ijk de u itzaai valt tarwe in Dnitsclilan.d dit jaar aanmem-kelijk grooter is dan in het vorige jaar, hetgeen in
overeenstemming is iriet ‘de raadgevingen, ‘die ‘indertijd int-gingen van de Dmntselie regeeriiug, welke toen aandrong op
:grooteien uitzaal van tarwe niet gelijktijdige vermindering’
van dien van rogge. Volgens dc offieiëele gegevens is in
Pru isen de niet win te rtarwe hezaa.idc oppervlakte tegen-
over verleden jaar uitgebreid met 20 pCI., terwijl voor
i’ogge een vermnintiering met 7 pOt. ‘plaats vond. Ook de be-
richten over den Russischen miitzaa,i wijzen op •de waar-
schi,jnlijkiheid, dat Rusland dit jaar een grooteren oogst zal
hebben. De hezaa’idc oppervlakte sclnjnt namelijk werke-
lijk te zijn vei-meerdcrd en liet is dus slechts een kwestie
van weersomstandigheden, of Rusland dit jaar in nog ster-
hete mate dart in liet afgeloopert seizoen tarwe zal ver-
schepen. Het schijnt, ‘dat liet weder den laatsten tijd ‘in
Hits-
land over liet algemeen niet gunstig is geweest. Bij dit
alles kwam (lan nog, dat uit Argentinië veel tarwe werd
aîgelarleu’t cii dat de naar Europa onderweg zijnde hoeveel-
held zeer groot is. Deze bedroeg op 20 Juni 7,4 milliocn
quarters, evenals een week tevoren, terwijl op dem,i over-
eenkomstigen datum van het vorige jaar slechts 4,4 mii-
lioen quarters onderweg waren. Vermelding verdient ‘bij
d’it alles echter, dat, ondanks den nu en dan i& de afge-
loope’u week gevallen regen, (le ramingen der nieuwe Ca-
nadeesche tarsve-opbreiigst zeer laag ‘blijven. Volgens de
Canadeesehe rapporten is in verschillende gedeelten der
Prairie-Provi ncies veel tarwe onherroepelijk verloren ge-
gaan en mag er met zekerheid op worden gerekend, dat de
oogst ‘veel kleiner zal worden -dan verleden jaar. Tevens
hoort uien telkens beweren, dat de uitzaai in Argeutini
en Australië veel kleiner is dan in het vorige jaar en dat
deze vermindring in Anstral’ië ongeveer 40 pCt. zal be-
dragen. Invloed op de mai-kt zullen ‘die verminderingen van
den iiitzaai waarschijnlijk eerst ten volle kunnen krijgen
in de tweede helft van het seizoen, doch reeds nu droegen
zij hij tot het onzekere karakter, ‘dat de markt deze week
heeft gehad. Men had den indruk, dat er slechts weinig
behoefde te gebeuren, om een verliooging te veroorzaken en
op 20 Juni scheen zulk een verhooging te ontstaan, toen
.24 Juni 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
585
•
.
AANVOEREN in tonG van 1000 KG.
Rotterdam
1
Amsterdam
Totaal
Artikelen
14120
Juni
Sedert
Overeenk.
14
1
20
Juni
Sedert
Overeenk.
1931
1930
1931
1 Jan. 1931
tijdvak 1930
1931
1Jan. 1931
tijdvak 1930
20.919 578.223
626.393
–
9.515
25.718
587.738 652.109
Tarwe
……………….
Rogge
……………..
734
162.784
211.814
–
105
24.440 162.889
236.254
11.636
7.307
–
145
1.467 11.781
8.774
Boekweit ……………44
Mais ………………
3.186
…
515.269
464.929
635 118.246 78.695
633.515 543.624
5.560
300.023
211.534
–
21.615 20.150 321.638
241.684′
7.377
143.147
102.550
–
1.410
2.602
144.557 105.152
.
109.849
36.822
–
266.375
138.086
376.224
174.888
Gerst
……………..
Haver
……………..
800
..
42.118
83.723
–
204
–
42.322
83.723
Lijnzaad
……………181
Lijnkoek
……………..
Tarwemeel
…………
4.805 56.736 52.976
406
17.746 18.338
74.482
71.314
Andere meelsoorten ….
.483
22.150
9.796
169
7.074
–
29.824
9.796
President Hoover bekend maakte, dat de Amerikaansche
regeering geneigd was om tot schorsing gedurende een Vrij
lange periode van de betaling der oorlogsschulden over te
gaan, hetgeen dan ook voor de Duitsche herstel.schulden
zulk een schorsing met zich zou brengen.. Daar de lage
graanprijzen voor een niet gering gedeelte te beschouwen
zijn als een gevolg van de werelcierisis en deze laatste
tengevolge van een maatregel, als door Presi&ent Hoover
aangegeven, wel eens een belangrijke verbetering zou kun-
nen ondergaan, was tarwe op 21 en 22 Juni aanmerkelijk
vaster. Juli sloot te Chicago 131 dollarcent per 60 lbs. hoo-
ger. dan een week tevoren, terwijl voor de andere termijnen
en aan de markt te W’inniptg de verhooging ‘2i, t 3 cen.t
bedroeg. De Argentijnsche termij.nn]arkten waren op 22
Juni na de inzinking van, het eerste gedeelte ‘der week
5 t 10 centavos pei 100 KG. hooger, terwijl tevens de koers van den Argentijnschen peso aanmerkelijk was gestegen.
Omtrent r o g ge wordt uit Duitschland bericht, dat de voorraden van het inlandsche product daar nu zeer klein
zijn gewôrden, doch tot verbeterde vraag voor Russische en
Amerikaansche rogge heeft dat in Europa deze week nog
nauwelijks geleid. Een lading Russische rogge, die in Euro-
peesche wateren was aangekomen, vond geen plaatsing en
werd onverkocht naar Rotterdam gedirigeerd. De alge.
nieene verbetering der markt, welke op 22 Juni intrad,
(leed echter ok op rogge haar invloed gevoelen en iets
betere prijzen werden in Nederland op 22 Juni ook voor rogge betaald. De verschepingen van rogge uit Rusland,
zoowel als uit Noord-Amerika, zijn deze week zeer klein
geweest. Het ‘schijnt, dat rogge in Centraal Europa, in
Duitschland en in Polen er niet zoo goed voor staat als
andere graansoor.ten, want zoowel in Hongarije als in Oos-
tenrijk, Polen en sommige gedeelten van Duitschland wordt
over den stand dezer graansoort geklaagd. In Noord-Ame-
rika was de stemming voor rogge deze week aanvankelijk
onzeker en op 18 Juni zelfs zeer flauw, doch later, toen
alle graansoorten veel vaster waren, steeg ook de prijs voor
rogge, zoodat te Chicago en Winnipeg het slot op 22 Juni
ongeveer 1 dollarcent per 56 lbs. hooger was dan een week
tevoren.
Ook voor m a 1 s zijn in het eerste gedeelte der week de
prijzen voortdurend gedaald. Vooral was dat het geval,
toen op de zeer groote Argentij’nsche verschepingen van de voorafgaande week ook ditmaal weder verschepingen
volgden, die grooter waren (lan ooit ‘tevoren. Zooveel maïs
als in de afgeloopen week is er zelfs in 1927, ‘het jaar van
den zeer grooten Argentijnschen oogst, nooit in een enkele
week uit Argentijnsehe havens verscheept. De markt werd
‘hierdoor sterk gedrukt en bij beperkte vraag daalden cle
prijzen aanmerkelijk. In Nederland is deze week zoo goed
als geen mais aangekomen, doch cle flauwe stemming kon
‘daardoor niet worden voorkomen. In de laatste dagen der
week echter werd uit Duitschland bericht, dat zeer waar-
schijnlijk ‘de prijs, w’aartoe het maïsmonoiolie in Duitsch-
land mais verkoopt, zeer sterk
ZOU
worden verlaagd. Op
18 Juni leidde dit op de sterk gedaalde prijzen reeds tot
wat meer zaken, ook naar Duitschland, en op den 20steu,
toen bekend gemaakt werd, dat de verkoopprijs van het maïsmonopoiie verlaagd was van 250 tot 175 Mark per
1.000 KG. en de Duitsche vraag 7,ieh aanmerkelijk uitbreid-
‘de, kon een flinke verbetering in ‘den ma.ïsprijs intreden. In
nog veel sterkere mate was dat laatste het geval op 22
Juni, toen de Dititsche maatregel algemeen bekend was ge-
worden en tevens de reeds besproken uitlating van Presi.
dent Hoover haar invloed deed gelden. Bovendien was de
Argentijnsche wisselkoers aanmerkelijk gestegen en tot veel
hoogere prijzen clan .tevoren bestond in Nederland en elders
goede vraag voor Plntamaïs, vooral in •spoedige posities,
waarbij ook naar Duitschland weder vrij w.at.zaken werden
gedaan. De Duitsche vraag viel echter niet mee en op 23
Juni bleek de prijsstijging wel witt al te groot te zijn ge-
weest. Platamaïs werd toen namelijk iets beneden het
hoogste punt van den vorigen dag verhandeld.
Op dezelfde wijze he’bben cle ‘prijzen voor ge r s t zich
bewogen. Aanvankelijk was gerst flauw wegens Canaclee-schen regenval en beperkte Europeesche vraag, doch later,
toen het met cle Canadeesche weerberichten toch niet mee-
viel, trad een herstel in. In Duitschiand is de vergemakke-
lijking van den gerstinvoer, waarvan reed.s eenigen tijd
sprake is geweest, nu definitief bekend gemaakt, doch van groote beteekenis is zij niet. Nu echter de roggevoorraden.
in Duitschland zoo klein zijn geworden, zal men wel voort-
gaan daar geest te koopen. In Canada ‘is op 20 en 22 Juni
ook gerst vrij w’af vaster geloopen en de verhoogde prijzen
werden op den 22sten in Nederland voor flinke hoeveel-
heden betaald.
Qok h a v e r is de laatste dagen duurder geworden, nadat
ook deze graansoort aanvankelijk gemakkelijker te koop
was gekomen, speciaal uit Canada. Zaken van groote betee-
kenis vonden echter ook in Canadeesche haver niet plaats
en de versehepingen wa.ren ook deze week weer klein.
Slechts uit Argentinië worden geregeld flinke kwantiteiten
haver’ afgeladen. Ook Rusland ver.scheepte deze week vrij
wat haver, w’aarvan een gedeelte naar Nederland is ver-
kocht. Het aanbod is echter niet overdadig.
•
SUIKER.
Deze week gaf stille doch prijshouden’de suikermarkten
te zien.
In A me r i k a w’aren raffinadeurs in veel geringere
mate dan de voorafgaande weken koopers en vonden eenige
transacties in ru.w’.suiker plaats tot en. 1.35 dc. c. & Ir.
basis Cubasuiker. De afzet van geraffineerde suiker bleef
bevredigend.
De termijnmarkt te N e w-Y o r k was .prijshoudend en de
noteeringen belandden na enkele niet noemenswaardige
schommelingen aan het einde der week op de volgende cij-
fers: Juli 1.20; Sept. 1.38; Oct. 1.31; Dec. 1.37 en Jan.
1.38, terwijl de .laatste noteeriu.g voor spot ce’ntr. 3.35 was.
De ontvangsten in de Atlantische havens der Ver. Staten
bedroegen ‘deze week 65.000 tons, de versmeltingen 54.000
tons tegen 52.000 tons verleden jaar en de voorraden
326.000 tous tegen 487.800 tons.
De laatste C u b a.-statistiek is als volgt:
1931
1930
1929
tons
tous
tons
Productie ……………3.122.000 4.675.000 5.156.315
Voorr. overgebracht per 1/1 1.410.000
321.000
193.000
Cô’nsumptie
………….62.000
45.000
70.000
Weekontv. afscheephavens . 23.752 46.746 43.934
Totaal ‘sedert 1/1 N. Oogst 1.435.680 2.784.317 3.988.748
Weekexport ……………37.574 68.077 91.996
Totaal sedert 1/1 ……..907.009 1.432.255 2.619.604
Voorraad afsebeephaven.s . 1.663.875 1.659.272 1.370.462
binnenland …..1.899.116 1.845.683 1.097.567
Aantal werkende fabrieken . 1 S –
De raffinadeurs in E n ge 1 a n
cl
toonden slechts geringen
kooplust, terwijl het aanbcl eveneens niet’groot was. En-
kele partijen ruwe rietsuiker verwisselden van eigenaar tot
ca. Sh. 6/3 cif.
Ook op de L o n d e n s oh e termijnmarkt was de stem-
ming rustig; de noteeringen waren aan het slot onveran-
derd vergeleken bij de. opening.
Op J a v a kon de V.I.S.P. slechts enkele luttele par-
tijtjes Superieur oogst 1930 en No. 16 &/hooger oogst 1931
tot de oude lirnites van ‘de hand doen.
H i e r te 1 a n d e ‘bleef cle su.ikermarkt zoo goed als zon-
der zaken. ])e noteeriugen op de A m s te r cl a ni s oh e ter-mij nmarkt waren de geheele week ongeveer als volgt: Aug.
f
Si’; Dec.
f9.-
en Maart
f
9%. De omzet bedroeg 1750
tons.
586
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 Juni 1931
KATOEN.
Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons.
Manchester, d.d. 17 Juni 1931.
De Amerikaansche katoenmarkt heeft wederom een kalme
week doorgemaakt. Prijzen zijn door manipulaties van spe-
culanten iets vaster geworden en Mid-American-Loco iii bi-
verpool noteerde den vorigen Zaterdag 5.78 cl. New-York was
gisteren vaster en sloot 23 tot 27 punten hooger, terwijl Liverpool vanmorgen vast van 12 tot 14 punten hooger
opent. Egyptische katoen is eveneens vaster geworden en
F.G.P. Sakellaridis noteerde gisteren 7.50 d. Loco-verkoopen
bedroegen de vorige week totaal 28.880 balen, waarvan
12.520 Amerikaansche. Zuid-Amerika nam 8.130 balen voor
zijn rekening, Egyptische en Soeclan katoen 3060 en Afri-
kaansche 1100, terwijl het restant oyer andere aanvoerbrom
nen verspreid was.
De Amerikaansehe garenmarkt is nog zonder veel voor-uitzichten. Verkoopen van de meeste soorten twist en vef t
beperken zich voornamelijk tot kleine hoeveelheden, hoewel,
zooals dikwijls het geval is, hier en daar flinke kwanti zoo-
wel voor de Midlands als voor Lancashire worden genoemd.
Naar getivijnde garens bestaat weinig belangstelling en stil-
stand in de bedrijven tengevolge van arbeidsmoeilijkheden
worden gerapporteerd in de twee voornaamste gordijuka.nt-
districten, Ayrshire en de Midlands. Naar Egy’ptische ga-
‘rens bestaat eenige vraag, doch in de meetr gevallen zijn
de geboden prijzen te laag om zelfs cle meest om orders
verlegen zijnde verkoopers te tempteercn. Desniettegen-
staande zijn enkele flinke hoeveelheden geboekt geworden
en iii vele gevallen komen indeelingen tegen contracten
ruimer binnen. Getwijnde garens voor Indië worden nog in
kleine hoeveelheden gevraagd en de binnenlandsche vraag
naar fijne poplin- en crëpegarens blijft bij voortduren goed.
De cijfers van den ,,Boarcl of Trade” betreffende den export
van katoenen garens gedurende cle maand Mei, verleden
Vrijdag gepubliceerd, geven een totaal aan van 10.686.200 pond vergeleken met een gemiddelde van 10.573.925 pond
voor de voorafgaande 4 maanden van dit jaar. Whnneer
wij echter deze cijfers vergelijken met den gemiddeklen
totaalexport van Mei gedurende de vier jaren 1927 tot
1930 nl. 16.339.325, bestaat er een aanzienlijke verminde-
ring. Duitschlaud en Nederland blijven onze voornaamste
klan.tei.i, dakr zij 4.855.600 pond importeerclei.i of gemid-
deld de helft van onze exporten van ruwe garens. Engelsch-
Indië nam in ruwe. garens de vorige maand 576.400 pond
af, vergeleken met 657.700 pond verleden jaar en 1.280.200
pond in 1929.
Doekprijzen blijven vast. Er is echter tot nu toe nog
geen vermeerdering in de hoeveelheid zaken, of een verbe-
tering in de geboden prijzen gek9men. Hier en daar worden
enkele transacties afgesloten en China en de kleinere
Oos-
tersche markten toonen meer belangstelling, ofschoon het
als gewoonlijk moeilijk is het aantal werkelijk geboekte or-
ders te schatten. Over het algemeen zon men echter wel
zeggen, dat, hoewel de meeste,markten wel interesse toonen,
het vertrouwen in zoovex- nog niet hersteld is om ook maar
eenigszins op normale, schaal bij te koopen en (Ie handel
is daarom gering en van een gemengd karakter.
Liverpoolnoteeringen
Oost. koersen 9Juni 16Juni 10 Juni 17Juni T.T.opBr..Indië 1153/ 1/5%
F.G.F. Sak,IlHrlIli
7,20 7,85 T.T.opffongkong 11% 11%
G.F. l’o. 1 Onirirs. 2,84 3,08 TT.opShanghai 112
112
Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In dulzendtallen balen).
1
Aug.
’30
t
Overeenkomst/ge periode
tot
—
–
12Juni’31
1929130
1
92812
9
Ontvangsten Gulf-Havens.
)
8762 8509 9305
11
AtI ant.Havens
Uitvoernaar Gr.Brittannië
1057 1242
1819
‘t Vasteland etc.
3870
1
4126
4562
het Orient….
1533
1199
1441
Voorraden.
(In dulzendtallen balen).
Overeenkomstig tijdstip
l2Juni’3I
1930
1929
Amerik. havens ……….
3133
1703
951
.
973
715
353
Binnenland
………….
New.York
……………
227 222
169
660
426
174
New Orleans ………….
Liverpool
……………
410
298 523
KOFFIE.
Na de vaste stemming, waarvan in het vorig Overzicht
kon worden gewag gemaakt, trad in deze week een reactie
STATISTISCH OVERZICH
GRANEN EN ZADEN
ZUIVEL EN EIEREN
MINERALEN
TARWE
R000E
MAIS
OERST
LIJNZAAD
BOTER
KAAS
EIEREN
STEENKOLEN
Weatfaalsche!
PETRO LE t..
M
Hard WInter
No. 2 loco
AmerIcanNo.2°)
La Plata
Amer.No.24)
loco
La Plata
per K.G.
Edammer
Alkmaar
Gem. not. Hollandsche
Mid.
Coptiii.
Crude
Rotterdam!
loco
Rotterdam
loco R’dam!A’dam
Rot
am
loco R’dam!A’dam
Leeuwar-
der Comm.
Fabrieks-
Eiermijn Roermond
bunkerkolen
ongezeefd f.o..
33
t!m
33.90
Amsterdam
per 100 K.G.
per 100 K.O.
per 2000 K.O.
per
2000 K.G.
per 1960 K.O.
Noteering
kaas
kI. mlmerk
p. 100 st.
R’dam!A’dam
per 1000 KG
B
s.
g.
per barrel
f1
01
0
f1.
01
0
8.
°!o
II.
01
0
f1.
0
10
f1.
°Io
f1.
°!o
II.
°Io
f1
0
10
8
°
!i
1925 17,20
100,0
13,07
6
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
2,31
100,0
56,-
100,0
9,18
100,0
10,80
100,0
1.68
100,0
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50 77,9
1,98
85,7
43,15
77,1
8,15
88,8
1790
165,7
1.89
112,5
1927
14,75
85,8
12,47
5
95,4
176,00
76,0 237,00
100,4
362,50 78,4
2,03
87,9
43,30
77,3
7,96
86,7
1125
104,2
1.30
77,4 1928
13,476
78,3
13,15
100.6
226,00
97,7
228.50 96,8 363,00
78,5
2,11
91,3
48,05
85,8
7,99
87,0
10,10
93,5
1.20
71,4 1929
12,25
71,2
10,87
5
83,2 204,00
88,1
179,75
76,2 419,25
90,6
2,05
88,7 45,40
81,1 8,11
88,3
11,40
105,6
1.23
73,2
1930
9,675
56,3
6,225
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77,0
166
71,9
38,45 68,7
6,72
73,2
11,35
105,1
1.12
66,7
lan.
1929 12,35
71,8
12,20
93,3 231,50
100,0
194,25
82,3 365,00
78,9
2:25
97,4
45,95
82,1
9,03
98,4
10,10
93,5
1.16
69,0
lzebr.
12,725
74,0
12,65
96,7
236,00
101,9
194,75
82,5 357,25
77,2
2,29
99,1
45,40
811
9,19
100,1
12,90
119,4
1.11
66,1
Maart
,,
12,65
73,5
12,625
96,6
233,00
100,6
191,75
81,3 359,00
77,6
1,95
84,4
44,60
796
8,56
93,2
12,00
111,1
1.11
66,1
April
12,12
5
70,5
11,62
5
88,9 218,00
94,1
185,25
78,5
373,25
80,7
1,81
78,4
40,25
71,9
5,90 64,3
11,05
102,3
1.11
66,1
Mei
11,125
64,1
10,576
80,9
198,25
85,6
177,50
75,2
363,50
78,6.
1,86
80,5
39,90
71,3
6,16
67,1
11,15
103,3 1.16
69,0
luni
10,875
63,2
10,20
78,0
193,50
83,6
171,25
72,6
355,25 76,8
1,87
81,0
78,6
6,41
69,8
11,25
104,2 1.30
77,4
juli
,,
12,80
74,3
11,20
85,6
218,50
94,4
191.25
81,0
41550
89,8
1,88
81,4
80,4
6,88
74,9
11,25
104,2
1.30
77,4
Aug.
13,125
76,3
10,75
82,2
202,50 87,5
182,75
77,4
4
52
:
50
97,8
1,93
83,5 46,15 82,4
7,13
77,7
11,25
104,2 1.30
77,4
Sept.
12,625
73,4
10,20
78,0
191,00
82,5
172,00
72,9 506,75
109,6
2,22
96,1
45,25
80,8
8,01
87,3
11,40
105,6
1.30
77,4
Oct.
12,10 70,4
9,87
5
75,6
185,00
79,9
168,00
71,2
516,50
111,7
2,28
98,7
50,25
89,7
9,53
103,8
11,25
104,2
1.30
77,4
Nov.
,,
11,775
68,5 9,20
70,4
174,00
75,2
164,75
69,8
483,25
104,5
2,20
95,2
50,70
90,5
10,60
115,5
11,35
105,1
1.30
77,4
Dec.
12,62
5
73,4 9,35
71,5
166,00
71,7
163,75
69,4
482,00
104,4
2,06
89,2 47,50
84,8
9,97
108,6
11,75
108,8
1.30
77,4
,,
Jan.
1930
12,675
73,7 9,35
71,5
149,25
64,5
151,25
64,1
433,75
93,8
2,00
86,6
43,95 78,5
7,55
82,2
11,75
108,8
1.21
72,0
Febr.
,,
11,72
5
68,2
8,175
62,5
139,00
60,0
135,75
57,5
398,50
86,2
2,03
87,9
41,15
73,5
6,90
75,2
11,75
108,8
1.11
66,1
Maart
10,90
63,4
7,15
54,7
143,50
62,0
125,00
53,0 390,00
84,3
1,71
74,0
41,25 73,7
5,18
56,4
1155
106,9
1.11
661
April
,,
11 17
65,0
7,62
5
58,3
180,25
77,8
129,75
55,0
431,00 93,2
1,0
64,9
36,50
65,2
516
56,2
11:35
105,1
1.16
5
69′,3
Mei
,
10:45
60,8
6,55
50,1
148,50
64,1
114,50
48,5 405,00 87,6
1,44
62,3
37,20
66,4
5,30 57,7
11,35
105,1
1.18
5
70,5
luni •
10,05
58,4
5,17
5
39,6
145,50
62,9
103,75
44,0
385,50
83,4
1,54
66,7
37,-
66,1
5,09
55,4
11,35
105,1
1.18
5
70,5
Juli
955
55,5
5,82
5
44,6
157,75
68,1
108,00
45,8 345,75
74,8
172
745
39,90
71,3
5,99
65,3
1135
105,1 1.18
5
70,5
Aug.
945
54,9
6,30 48,2
146,00
63,1
116,25
49,3
365,00
78,9
1:58
68:4
40,20 71,8
6,03
65,7
11:35
105,1
1.185
70,5
,,
Sept.
,,
8,40
48,8 5,25
40,2
127,50
55,1
99,00 41,9 318,75
68,9
1,64
71,0
3755
67,1
7,23
78,8
11,35
105,1
1.186 70,5
Oct.
•
7,40
43,0
4,625
35,4
112,25
48,5.
86,00 36,4 281,25
60,8
1,63
70,6
36,90
65,9
8,60
93,7
11,35
105,1 1.18
5
70,5
Nov.
,,
7,25
42,2
4,25 32,5
94,50
40,8
82,25 34,9 270,75
58,5
1,58
68,4
36,50
65,2
9,63
104,9 10,90
100,9
0.85
50,6
Dec.
7,07
5
41,1
4,30 32,9
96,00
41,5
91,00
38,6 247,75 53,6
1,55 67,1
33,50
59,8
7,97
86,8
10,85 100,5
0.85
50,6
,,
Jan.
1931
6,525
37,9
30,6 84,50 36,5
86,25
36,5 207,50 44,9
1,61
69,7
32,25
57,6
6,63
72,2
10,30
95,4
0.85
50,6
Febr.
,,
5,775
33,6
3,90 29,8
87,50
37,8 85,75
36,3
206,25
44,6
1,66
71,9 33,80
60,4
6,21
67,6
10,30
95,4
0.85
50,6
Maart
5,625
32,7
4,20
32,1
103,00
44,5
104,75
44,4
214,00
46,3
1,47
63,6
35,00 62,5
4,94
53,8
10,30
95,4
0.€6
39,3
April
5,90
34,3
4,42
5
33,8
112,00
48,4
117,00
49,6
197,75
42,8
1,35
58,4
31,60 56,4
4,20
45,8
10,15
94,0
0.53 31,5
Mei
6,15
35,8
4,975
38,0
95,75
41,4
124,00
52,5
189,00
40,9.
1,26
54,5
30,85
55,1
4,075
44,4
10,00
92,6
0.53
31,5
1Juni
5,65
32,8
38,2
82,00
35,4
116,00
49,2
181,00
39,1 1,26
7
54,5
32-
7
57,1
4,10
44,7
10,00
92,6
0.53
31,5
8
,,
,,
5,90
34,3
5,10
39,0
87,00
37,6
116,00
49,2
190,00
41,1
1,30
8
56,3
32,50
8
58,0
4,15
45,2
10,00
92,6
0,30
17,9
15
,,
,,
5,80 33,7
5,10
39,0
86,00
37,1
115,00
48,7
187,00
40,4
1,30°
56,3
34,-
°
60,7
4,35
47,4
10,00
92,6
0.30
1
17,9
22
,,
,,
5;65
32,8
5,-
38,2 90,00
38,9
117,00
49,5
192,50
41.6
4,50
49,0
10,00
92,6
0,30
17,9
li
1)
Men zie voor de toelichting op dezen staat de nummera van 8 en 15 Augustus 1928 (No. 658 en 659) pag; 689190 en
709.
2
)79 Kg.
La F’iata. ‘) = WeSlerfl
VOO
ring van de huidige offic. not.wijze
(Jan. 1928); Barley vanaf 212131; vanaf 912
6415
Z.-Russ.
–
24 Juni 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
587-
in, welke hoofdzakelijk te wijten was aan de daling van den
Braziliaanschen wisselkoers. Deze was in den loop van de vodriaatste week gestegen van 3hu/is op
411M
cl. per Mii-
reis; thans daalde hij weder tot op 3
23
1
32
, waarmede de stij-
ging van cle week tevoren bijna geheel werd teniet gedaan.
Evenals bepaalde groi.ideii voor de stijging niet bekend wa-
reti geworden, bleef men nu ook van de aanleiding tot de
daling onkundig.
Op
den laatsten dag trad echter weder
een herstel in, hoogstwaarschijnlijk alleen naar aanleiding
van de betere stemming aan alle fondsen- en goederenbeur-
zee
01)
het voorstel van Amerika betreffende een morato-
rium inzake cle oorlogsbeta.lingen. De koers steeg toen plot.
seling weder op 37/8.
Officieele berichten omtrent den toestand in Brazilië
kwamen ditmaal in het geheel niet door; van particuliere
zijde in New-York werd alleen geseind, dat volgens geruch-
ten thans in Brazilië tegenstand opkomt tegen de reeds
vroeger gemelde plannen f,ot verdere verhooging van het
uitvoerrecht.
De kost- en vrachtaanbiedingen van Santos liepen aan-vaukelijk 2/6 A 3/- en van Rio 213 fi. 216 per cwt. terug,
doch ten slotte stegen zij weder 1/- k 116 en -/9 h 1/-. Ook
aan de termijnm’a.rkten zakten de noteeringen in den be-
ginne niet onbelangrijk in. De markt te New-York, die als
steeds de leiding had; stond, behalve onder dec invloed van
den gang van zaken in Brazilië, tevens onder druk van
verkooporders uit •het groote productieland en van winst-
nemingen. In overeenstemming met de houding van Bra-
zilië w’aren de noteeriugen den laatsten dag weder honger.
Een bericht uit Santos meldde, dat de conferentie van af-
gevaardigden der •koffie-produceerende landen, welke op
15 Mei te Sao Paulo zou zijn geopend, een dezer dagen ge-
sloten is zonder eenig resultaat van beteekenis te hebben
bereikt. Via New-York werd bericht, dat op vçor.stel van
den afgevaardigde van Columbia besloten is tot oprichting
van een permanent Internationaal Koffie-Bureau, dat uiter-
lijk in Juli 1932 te Lausanne zal bijeenkomen.
Verder is bekend geworden, dat de Raad van het Uit-
voerend Comité in Bra,ailië aan het Koffie-Instituut van
Sao Paulo order heeft gegeven om met ki-acht de hand te
houden aan het in Augustus 1.930 gegeven voorschrift, vol-
geits hetwelk het vervoer, de handel en de uitvoer van kof-
fie onder type No. 8 over ‘het geheele Braziliaansche grond-
gebied is verboden. Bij aankomst in de uitvoerhavens wordt
alle koffie nu gekeurd en iuclie zij als te gering voor de
consumptie wordt besckouwd, wordt zij vernietigd. De door
den eigenaar betaalde ta.xes worden hem dan vergoed, de
spoorvracht evenwel niet.
Volgens heden ontvangen telegram uit Rio bedroeg de
voorraad, in de binnenlandsche pa.khuizen van Rio. terug-
gehouden, op 31 Mei 794.000 balen tegen 989.000 balen op
15 ktei, hetgeen een vermindering beteekent van 195.000
balen. De limiet van de dagelijksche aanvoeren in de haven
van Rio is voor de tweede helft van Juni vastgesteld op
19.151 balen tegen ca.. 20.000 balen in de eerste helf t dier
maand.
De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
op prompte verscheping zijn thans 4516 á 47/- per cwt. en
van dito i
Prme 4716 h 491-, terwijl zij van
Rio
type New-
‘Vork ‘7 met beschrijving, prompte verscheping, bedragen
33/6 it 341..
Nederlandsh-Indië is. voor Palembang Robusta ongeveer
lys ct. en voor de andere ongewas’ehen Sumatra Robusta’s
:y ic ct. lager (Mandhelin.g Robusta stond in het vorig
Overzicht abusievelijk genoteerd op 20718 & 21 ct., hetgeen
19
7
1
8
it 20 ct. had moeten zijn). Gewasschen Robusta is nog
steeds onveranderd. De noteeringen in de eerste hand zijn
op het oogeublik:
Palembivag Robusta, Juli1verscheping, 17V4 ct.; Benkoe-
lee Robusta, Juli-versoheiag, 184 ct.; Mandheling Ro-
buste, Juli-verscheping, 19% ct.; W.I.B. f.a.q. Robusta,
JuLi-verscheping, 25 ct., alles per K.G., cif, uitgeleverd
gewicht, netto contant.
Aan de Rotterdamsche termijnmarkt liepen de noteerin-
gen 1 h 1i, ct. per
V
2
1
E.G. terug om daarna weder % fi
1 t. te stijgen.
In loco was de afzet weder zeer beperkt. De officieele
noteeringen bleven onveranderd 29 ct. per
i4
K.G. voor
Superior Santos en 26 ct. voor Robusta.
De slot-noteeringen te New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren
Sept.
Dec.
Mrt.
Mei
22 Juni …………. $ 6.32
$ 6.48
$6.52
$ 6.56
15 Juni …………. ..6,59
,, 6.76
,, 6.79
..6.81
.8 juni ………….,, 6.20
.. 6.30
,. 6.36
116.38
1 Juni ……………6,06
..6.17
.. 6.21
11
6.23
Rotterdam, 23 Juni 1931.
1
VANQROOTHANDELSPRIJZEN
1)
METALEN
TEXTIELGOEDEREN
– ‘
DIVERSEN
ZILVER
IJZER
Cleveland
KOPER
Standaard
TIN
LOOD
KATOEN
Middling
WOL
gekamde
WOL
gekamde
Australische,
KOE-
HUIDEN
KALK-
SALPETER
cash Londen
per
FoundryNo.3
f.o.b.
Locoprijzen
locoprijzen
Londen per
Locoprijzen Londen locoprijzen
Australische,
Merino,64’8 Av.
CrossbredColo-
nial
Gaaf,open
Old. per
100 KO.
Sndard
Ounce
2€51
Middlesbrough
Londen
per Eng, ton
Eng. ton
per Eng. ton
New York
per Ib.
loco Bradford
1h.
per
Carded,
50’s Av. loco
kop
57-61 pnd.
netto
per Eng. ton Bradford per Ib.
pence
32
1
/8 0
J
100,0
Sh.
1
731-
1100,0
O/
£
62.116
0(
100,0
£
261.171- 1100,0
010
£
36.816
Olo
100,0
$
cts.
23,25
o/o
100,0
pence
55,00
01
100,0
pence
29,50
0
0
100,0
f1.
34,70
0j
100,0
f1.
12,-
0
/s
100,0
2411/
89,3
8616
118,5 58.11-
93,5
290.1716 1111,1
31.116
85,3
17.55
75,5
47,25
85,9
24,75
83,9
28,46
82,0
11,61
96,8
26
3
14
83,3
731-
1100,0
55.141-
89,7
290.4/-
(110,8
24.41-
66,4
17,50
75,3
48,50
88,2
26,50
89,8
40,43
116,5′
11,48
95,7
81,1
661-
90,4
63.16j
102,8
227.51-
86.8
21.1/-
57,8 20,00 86,0
51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
24
7
/i6
76,2
70/6 96,6
75.14/-
121,9
203.15
1
6
77,8
23.5/-
63,8
19,15
82,4
39,-
70,9
25,25 85,6
32,25
92,9
10,60
88,3
1713116
55,4
671-
91,8
54.131-
88,0
142.51-
54,3
18.116
49,6
13,55
58,3 26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82.0
(,
261
4
81,8
661-
90,4
.75.1016
121,7
222.716
84,9
22.2/-
‘
60,7
20,20
86,9
46,75
85,0
28,75
97,3
37,50
108,1
11,70
97,5
257/s
80,7
66/6
91,1
78.-/6
125,7
222.111-
85,0
23.216
63,5
20,10
86,5
44,25
80,5
27,75
94,1
34,50
99,4
11,70
97,5
26
81,0
671-
91,8
89.8/-
144,0 221.016
84,4
25.816
69,7
21,25
91,4
44,00 80,0 27,50
93,2
36,-
103,7
11,70
97,5
254
80,2
68/-
93,2 82.17/6
133,5
207.5/6
79,2
24.16/-
68,0
20,45
88,0
43,25 78,6 27,25 92,4
33,50
96,5
11,70
97,5
2S’/i
78,1
69/6
95,2
75.4/6
121,2
197.5/6
75,3
23.19/-
65,8
19,40
83,4
41,50 75,5 25,25
890
30,50
87,9
11,70
97,5
24’/
75,6
71/-
97,3
74.11/-
120,1
200.5/-
76,5
23.14/-
65,1
18,75
80,6
40,00
72,7
25,75
87
:3
34,50
99,4
11,70
97,5
24
1
/16
75,7 72(6 99,3
72.12/6
117,0,
209.5/6
79,9
22.16/-
62,6
18,65
80,2
38,75
70,5
24,75
83,9 32,25
92,9
9,18
76,5
24′
75,7
7216
99,3
73.171-
119,0
210.111-
80,4
23.3j-
63,6
18,60
80,0
37,00 67,3 24,00
81,4
29,75 85,7
9,28
77,3 23
1
/
73,9
7216
99,3
74.191-
120,7
205.516
78,4
23.111-
64,7
18,90
81,3
34,25 62,3 23,75
805
31,25
90,1
9,39 78,3
23″16
71,8
7216
99,3
7116/-
117,3
188.916
72,0
23.415
63,8
18,45
79,4
32,50
59,1
22,50
76:3
–
–
9,49
79,1
22
11
1,6
70,7
7216
99,3 70.51-
113,2
182. -/6
69,5
21.131-
59,4
17,50
75,3
34,25 62,3
23,00
78,0 27,25
78,5
9,70 80,8
221/
4
69,3
72/6
99,3
68.6/6
110,1
178.1816
68,3
21.916
59,0
17,25
74,2
31,25 56,8
21,25
72,0
27,75
80,0
9,90
82,6
200
1
/16
65,3 72/6
993
71.9/6
115,1
174.13/-
66,7
21.11/-
59,4
17,15
73,8
29,50
53,6
19,25
55,3 26,63
76,7
10,11
84,3
2O’/s
62,6 72/6
99:3
71.1216
115,4 174.41-
66,5
21.4/-
58,2
15,45
66,4
28,50 51,8
17,75
60,2 24,50
70,6
10,21
85,1
I91l
59,5
701-
95,9
68.1916
111,1
165.18/-
63,4
18.161-
51,6
15,20
65,4
26,25
47,7
16,50
55,9
69,2
10,21
85,1
19
9
116
61,0
6716
92,5
61.31-
98,5
161.1716
61,8
18.616
50.3
16,45
70,8 27,25 49,5
17,25
58,5
24,13
69,5
10,21
85,1
1815:16
59,0
6716
92,5
53.91-
86,1
145.-/-
55,4
17.161-
48,9
16,50
71,0
28,75
52,3
18,00
61,0 26,25
75,6
10,21
85,1
1
6
1
11
50,0
6716
92,5
50.116
.80,7
136.416
52,0
17.19/- 49,3
14,50
62,4
27,75
505
17,50
59,3
26,63 76,7
10,21
85,1
16
49,9
67/6
92,5
48.2/-
77,5 134.17/6
51,5
18.3/-
49,8
13,10
56,3 27,00
49:
1
16,75
56,8
24,25
69,9 9,18
76,5
1C
3
/
51,0
651-
89,0-
47.151-
76,9
135.516 51.7
18.61-
50,2
11,95
51,4 27,25 49,5
16,50
55,9
24,88
71,7
9,28
77,3
16
10
116
52,0
6316
87,1
46.61-
74,6
132.61-
50,5 17.18/-
49,1
1i,-
47,3 27,00
49,1
15,75
53,4
26,50 76,4
9,39
78,3
16
1
/2
51,5
6316 5
87,1
43-/-
69,3
117.131-
44,9
15.151-
43,2
10,55
45,4
24,50 44,5
14,50
49,2 26,25
75,6
9,49
79,1
16
5
/
51,9
6316
6
87,1
46.816
74,8
113.161-
43,5
15.1816
43,7
10,85
46,7
24,00
43,6
13,00 44,1
25,25 72,8 9,70 80,8
165/
51,1
63/6
6
87,1. 47.616
76,2
115.31-
44,0
15.516
41,9 9,95
42,8
22,50
40,9
12,50
42,4
72,0
9,90 82,6
13
7
/
43,2
6016
82,9
45.716
73,1
/
116.81-
44,4
14.-16
38,5
10,30
44,3
21,25
38,6
12,00
40,7
24,63 71,0
10,11
84,3
12
1
i
38,9
58/6
80,3
45.116
72,6
1
117.-16
44,7
13.516
35,4
10,95
47,1
21,75
39,5
12,00
40,7
22,50
64,8
10,21
85,1
13
7
/1
41,8
5816
80,3
45.1/6
72,6
1
122.11-
46,6
13.316
35,2
10,90
46,9
25,25
45,9
14,50
49,2
22,25
64,1
10,21
85,1
131/
40,9
5816
80,3
42.1516
68,9
/
113.4)-
43,2
12.101-
34,3
10,25
44,1
24,50
44,5
14,50
49,2
22.25
64,1
10,21
85,1
12
15
/,6
40,3
5816
80,3
39.616
63,4
104.17/-
40,0
11.1016
31,6 9,40
40,4
23,50
42,7
13,00
44,1
21,75
62,7
/
10,21
85,1
1211
4
38,1
58/6,
80,3
35.1716
57,8
100.12(6
39,4 10.15/-
29,5
8,60
10
37,0
22,25
13
40,5
12,50
13
42,4
19,-”
54,4
10,21
85,1
12
5
/1
38,3
5916
80,3
34.101-
55,6
100.1216
38,4
10.10/-
28,8
8,65″
37,2
22,0014
40,0
12,50
14
42,4
10,21
85,1
12
5
11
38,3
5816
80,3
34,10-
55,6
102.101-
39,2
II.-/-
30,2
8,8512
38,1
.
10,21
.85,1
13
1
/i
43,0
5816
80,3 36.51-
58,4
108.716
41,4
12.-/_
32,9
1
10,21
.85,1
de Invoering van de huidige officisele noteeringswijze (Jan. 1928);’vanaf 16
Dec.1929
7415 K.G. Hongaarsche: vanaf 26Mei1930 Z.-Russische.
41
=
Mailing v6Ôr de invoe-
5)
Noteering Schotland59/6.
6
)581-.
7)
5Juni
6
)12 Juni.
9)
19Juni.
10)
3Juni. 12),I0 Juni.
13)
17 Juni.
13)
4 Juni.
14)
11 Juni.
II)
2Juni.
–
688
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 Juni 1931
(Meciedeeling van de Vereeniging voor den Goederenhandel
te Rotterdam.)
Noteeringen en voorraden in Brazilië.
te Rio
te San los
Wisselkoers
Data
te Rio
Voorraad Prijs Voorraad Prijs o Londen
(In Balen) No.71) (In Balen) No.41)I °
22 Juni
1931
275.000 12.125 1.049.000 16.700 3%
pence
15 ,, 1931
274.000 12.600 1.089.000 16.900 4′
pence
8 » 1931
272.000 13.475 1.118.000 17.400
pence
22 Juni
1930
309.000 13.900 1.206.000 21.000
561s
peuce
‘) In Reis.
Ontvangsten uit het binnenland van Braziii in Balen.
te Rio
te Santos
Data
Sedert7ioopen
Sedert
week
1Juli
week
1Juli
20
Juni
1931…. 102.000
1
4.456.000
1
181.000 11.114.000
20
Juni
1930….
58.000 2.947.000 156.000 9.456.000
THEE.
De prijsdaling op de theemarkt in de vorige weken had
ook in de afgeloopen week verderen voortgang.
Te Amsterdam werd op
18
Juni een thee-veiling gehou-
den met een aanbod van
15.838
kisten Nederlandsch-Indi-
sche thee, directen aanvoer. De veiling had een onregel-
matig verloop en de prijzen liepen van
2-8
ets. lager, het-
geen, gezien de aanzienlijke inzinking te Londen der beide
vorige weken,nog meeviel.
Voor bladsorteeringen bestond de meeste vraag en de
teruggang voor deze soorten was het geringst. Vooral voor
Pecco’s was veel belangstelling en verschillende partijen
konden .een enkele maal iets boven den vorigen afloop wor-
den afgedaan. De middenprijs dier veiling komt uit op
36
ets. (vorige veiling
424
ets.). Er bleven ongeveer
2500
kisten onverkocht.
De volgende veiling is bepaald op
2
Juli a.s. met een aan-
bod van circa
14.000
kisten Ned.-Indische thee.
Volgens mededeeling van de Vereeniging voor de Thee-
cultuur in Nederlandseh-Indië bedroeg cle 4hee-uitvoer van
Sumatra gedurende de maand Mei
1931 1.196.000
KG. tegen-
over
1.134.000
KG. in Mei
1930.
Gedurende Januari-Mei
werden uitgevoerd
5.113.000
KG. (vorige jaar
4.954.000
:KG.).
Zuidelijk Br.itsch-Indië exporteerde in April
1931
3.731.000
lbs. (v.j.
2.974.000
lbs.). In het tijdvak Januari-April bedroeg de uitvoer in
1931: 13.922.000
lbs. (v.j.
12.268.000
lbs.).
Volgens telegrafisch bericht uit Calcutta bedroeg de oogst
van Noordelijk Britsch-Indië per einde Mei 1931: 31.7
mii-
lioen lbs. tegenover
32.4
millioen lbs. in
1930
en 37.6
mil-
lioen lbs. in
1929.
De aanvoeren in Nederland, samengesteld volgens ge-
gevens van het Centr. )3ur. v. d. Statistiek bedroegen in
Mei
1931
totaal
1.871.000
KG. (vi.
2.083M00
KG.): De in-
voer tot verbruik bedroeg
865.000
liG. (v.j.
984.000
KG.),
terwijl uitgevoerd werden
617.000
liG.
(v.j. 788.000
KG.).
Voor de periode 111
’31-31/5 ’31
zijn deze cijfers resp.
9.424.000
liG.
(v.j. 9.257.000
KG.)
;
5.588.000
KG. (vi.
4.763.000
liG.) en
2.962.000
liG. (v.j. 3.104.000
liG.).
Amsterdam,
22
Juni
1931.
VRACHTENMARKT.
De afgeloopen week gaf een verdere inzinking te zien
van cle vraag naar scheepsruimte. Veelal moeten groote rei-
zen in ballast worden gemaakt om lading te krijgen. De
markten, waar nog een behoorlijke vraag is naar scheeps-
ruimte, lijden vanzelfsprekend onder het groote aanbod van
tonnage. E:et eenige vermeldenswaardi:ge feit is, dat de
Russen weer in de markt zije op eenigszius ruime schaal
voor scheepsruimte voor granen van de Zwarte Zee per
J’uni/JuliAugustus. Verscheidene booten werden afgeslo-
ten met volle opties tegen
10/3
basis Continent.
De toestand op de Noord-Amerikaansche graanmarkten
is vrijwel hopeloos; slechts sporadisch wordt een afsluiting
vermeld en dan nog tegen lage vracht.
Van de La Platarivier werden heel wat booten bevracht,
doch door het groo’te aanbod in het bijzonder van Juni ton-
•nage, liep de vracht wel
9
(1. terug vergeleken bij een week
tevoren.
Kolen van U.K.
Eenige verandering ten goede vond niet plaats. Verschepingen worden beperkt tot prompte •booten
en aangezien hiervan een groot aantal voorhanden is, zijn cle vrachten in alle richtingen dan ook iets gemakkelijker
geworden.
Vervolg STATISTISCH OVERZICHT VAN GROOTHANDELSPRIJZEN.
DIVERSEN
KOLONIALE PRODUCTEN
INDEXCIJFERS
RUBBER’)
SUIKER
KOFFIE
THEE
Bruto-
gewichtv.d.
VURENHOUT
basis 7″ f.o.b.
Standaard
Ribbed Smoked
Witte krustal-
suiker loco
Robusta
Locoprijzen
All. N.-l. theev.
A’dam gem. pr.
COPRA
Ned.-lnd. f.m.s.
buit, handel
Nederland
II
II
.
ir)
°
–
II
Zweden!
Finland
Sheets
loco Londen
R’dam(A’dam.
Rotterdam
Java- en Suma-
per 100 K.G.
Amsterdam
1925= 100
°
–
per lb
per 100 K.G.
per
1
12 K.G.
tratheep,’/,KO.
1n
uit-
voer
voer
,O
>”
‘
0
E-
f
°Io
Sh.
10
II.
0
/,
ds.
0
10
cts.
01
f
°Io
1925
159,75
100:
2111,625 100,0
18,75 100,0
61,375
100,0
84,5
100,0
35,87′
100,0
100 100
1000
100,0
1926 153,50
96,1
21-
674
17,50
93,3
55,375
90,2 94,25
111,5
34,-
94,8
112 128
93:
2
92,9
1927 160,50
100,5
1(6,375
51
:6
19,12′
102,0
46875
76,4
82.75 97,9
32,62
5
90,9
113
116
95,4
89,5
1928 151,50
94,8
-110,75
30,2
15,85
84,5
49,625 80,9
75,25
89,1
31,87′
88,9
118
128
96,4
87,6
1929 146,00
91,4
-110,25
28,8
13,-
69,3 50,75
82,7
69,25
82,0
27,37
5
76,3
122
132
91,6
82,6
1980
141,50
88,6
-15,875
16,5
9,60
51,2
32
52,1
60,75
71,8
22,62′
63,1
124
135
75,5
69,4
lan.
1929
15250
95,5
-19,875
27.9
13,77′
73,5 53,125 86,6
77,25
91,4
29,-
80,8
III
119
94,2 84,6
lebr.
,,
150:00
93,9
11-;
33,7
13,37
6
71,3
54
88,0
74,25
87,9
28,62
6
70,8
75
83
94,2
85,4
Maart
,,
147,50
92,3
1(0,125
34,0
13,50
72,0
54
88,0
72,75
86,1
27,62
5
77,0
82
III
94,8
85,8
April
147,50
92,3
-110,5
29,5 13,37′ 71,3
54
88,0
74,25 87,9
26,75
74,6
110
142
92,9
83,9
Mei
145,00
90,8
-110,875
30,5
12,25
65,3
54
88,0
73,50 87,0
25,87′
72,1
135
144
91,6 81,7
Juni
»
147,50
92,3
-/10,625
29,8
12,00
64,0
54.
88,0
69,50 82,2 24,87
6
69,3
137 134
91,0 81,9
Juli
»
145,00
90,8
-(II
30,9
13,426
71,6
54
88,0
68,50
81,1
27,50 76,7
144
147
91,0
83,1
Aug.
145,00
90,8
-110,5 29,5
13.00
69,3
53,50
87,2
64
75,6 27,25 76,0
151
149
91,6 83,6
,
Sept.
145,00
90,8 -(10,125
28,4
13,476
71,9
51,75
84,3
64
75,6
28,25
78,7
135
144
91,0 82,0
Oct.
,,
142,50
89,2
-19,625 27,0
13,30
70,9 48,50
79,0
66
78,1
27,50
76,7
137
146
90,3 80,5
Nov.
,,
142,50
89,2
-/8,125
22,8
12,50
66,7
41,75
68,0
66,50
78,7
27,25 76,0
128
143
88,4
78,8
Dec.
,,
142,50
89,2
-18
22,5
12,01′
64,4
36,75
59,9
60,75 71,8
27,125
75,6
123 125
87,1
78,8
n.
1930
147,50
92,3
-17,375
20,7
11,67
6
62,3 35
57,0
60,50
71,6
26875
74,9 128
136
84,5
76,9
k
br.
,,
147,50
92,3
-/8
22,5
11,40
60,8
35
57,0
58,25
68,9 26:376
73,5
112 126
81,3 75,2
Maart
,,
141,50
92,3
-17,625
21,4
10,70
57,1
35
35,
57,0
62,25
59,50
73,7
70,4
25,25 26,12
5
70,4
72,8
125 115
131
127
78,7
78,7
14,2 72,8
April
»
Mei
147,50
145,00
92,3
90,8
-17,375
-/6,875
20,7
19,3
10,55
9,80
56,3
52,3
34;75
57,0 56,6
58
68,6
25,50
71,1
132
132
76,1
72,0
Juni
,,
145,00
908
-/6,125
17,2
9,776
52,1
33
53,8
58
68,6
22,875
63,8
131
‘133
76,1
704
Juli
142,50
89:2
-15,625
15,8
9,275
49,5 31,50
51,3
55,50
65,7
21,75 60,6
138
141
74,2
6
9:3
Aug.
142,50
89,2
-/4,875
13,8
8,50
45,3
29,50
48,1
55,25
65,4
20,-
55,7
129
145
73,5
67,9
Sept.
140,00
87,6
-(4,125
11,6
7,976
42,5
28,25
46,0 59,50
70,4
19,25
53,7
122
126
72,3
.
65,4
Oct.
»
132,50
82,9
-(4
11,2 8,625
46,0
29,
47,3 66,50
78,7
1875
52,3
128
152
71,6
64,6
Nov.
,,
130,00
81,4
-14,375
12,3
8,75
46,7
29
47,3
68,25 80,8
19,37
5
54,0
121
139
.
71,0
63,3
Dec.
,,
130,00 81,4
-(4,375
12,3
8,20;
43,7
29
47,3
66,75
79,0
19,-
53,0
105
129
.
69,0
61,3
Jan.
1931
125,00
78,2 -(4,25
11,9
8,20
43,7
28
45,6
66,25 78,4
18,25
50,9
121
132
67,7
59,2
125,00
78,2
-13,875
10,9
8,20
43,7
26,25 42,8
53
62,7
18,125
50,7
96
121
67,1
59,4
Maart
,,
125,00
78,2
-(3,75
10,5
8,30
44,3
25,50
41,5 45
53,3
18,625
51.9
107
140
66,5
50,1
April
,,
125,00
78,2
-/3,125
8,8
8,575
45,7
24,75
40,3 43
50,9
17,50
48,8
110
138
65,8
.
58,4
Mei
125,00
78,2
-/3,125
8,8 1
8,50 45,3
25
40,7 40,25
47,6
15,37′
42,9
114
141
65,8
56,8
1 Juni
»
110,00
68,9
-13,0625
8,6
t
8,25
44,0
25
40,7
42,50
1
50,3
13,50
37.6
8
,,
110,00
68,9
-13,0625 8,6
1
8,50 45,3
25
40,7
36,25
3
42,9
13,25
36,9
5
,,
110,00
68,9
-13-
8,4 1
8,62
5
46,0
26 42,4
14,125
39,4
12
,,
,,
110,0
0
.
68,9
-13,187 5 1
8,9
1
8,75
46,7
1
26
42,4
,14,25
39,7
9
Jaar- en maandgem.afger. op
1/
penèe.
2)
4Juni.
3)
18Juni.
p.
/
–
4
–
•
:
1
1
4.
‘
1
.
/
–
t
/
1
/
–
•
1
•
/
–
-.
•’-
:
0
.
•
-‘
–
ii,
–
–
.
-S.
–
1
t
S
1
*
/
S–
/
S
1
S-
–
–
S
–
S-
–
S
S
S
–
*
S
–
–
,-
–
–
S