Ga direct naar de content

Jrg. 15, editie 760

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 23 1930


FT

E3 JULI 1930

• AU’I’ËURSRECBT VOOÉBEIJOUDFJN.

‘t-

Eoti6niish-Statistis
c’he

B

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGÂVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.

j5E
JAARGANG

WOENSDAG 23
JULI’i0′

No. 760

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRiFTEN.
Algemeen Secretaris: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE
VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandela; Prof. Dr. Y. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Rengers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis;
Mr. Q. J. Terpstr;
Prof.
Mr. F. de Vries.
• Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
– Redacteur-Secretaris:
H. M.
H. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het
instituut ontvangen het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont-
vangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoo-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s-Gravenha.qe. Postchèque- en giro-
rekening No. 6729.

22 JULI 1930.

De iets vastere stemming op de gelcimarkt bleef

aanvankelijk ook (leze week aanhouden en kwam

hoofdzakelijk tot uiting in ‘de noteering voor parti-

culier disconto. Woensdag vooral was de stemming

vast en moest voor enkele posten tot 2¼ en 2/ie pOt.

worden toegestaan, terwijl de calirente nog regel-

matig
2%
pOt. noteerde. Daarna trad een teruggirng

in, doordat van verschillende kanten meer vraag naar

wissels ontstond bij nog steeds zeer beperkt aanbod.

De noteering liep daardoor vrij snel terug, zoodat

gisteren wissels weder voor 1
7
/8
pOt. te plaatsen

wareii, terwijl cailgeld voor 1’% pOt. verkrijgbaar
bleef. De prolongatierente schommelde omstreeks

pOt.

*
* *

Op den veekstaat van Dô Nederlandsche ,Bank ver-

toont de post binnenlandsche wissels een verminde-

ring van ruim
f 600.000.
De heleeningen blijken met

f 5,3
millioen te zijn afgenomen. Het retteloos voor-

schot aan het Rijk werd in cle afgeloopen week ge-

heel afgelost om plaats te maken voor een credit-

saldo van de schatkist ten bedrage van
.f
2,4 millioen.

De goudvoorraad der Bank liep, blijkbaai als ge- –

volg van verdere goudzendingen naar Frankrijk met

f
23,8 millioen terug.
01)
te merken valt, dat het

bedrag van het (1uur De Bank in liet buitenland ge-

]iouclen goud, dat aan den voet van de balans pleegt

te worden vermeld, gedurende de afgeloopen weék

met een kleine
f 5
millioen is toegenomen. De zilver-

voorraad veitoont een stijging van ruim
f
300.000. De

post papier op het buitenland en de diverse rekcni n-

gen op de actiefzijde der balans stegen resp. met

f 100.000
en
f
8,2 millioen.

De hiljettenci reulatie vertoont een vermiing

van
f15,2
millioen. De rekening-courant-saldi van

anderen blijken met
f
11,3 millioen te zijn terugge-

loopen. Het beschikbaar metaalsaiclo daalde met
f 13,

millioen. lIet- dekkingspercentage bedraagt ruim 50%.

* *
*

De wisselmarkt was deze week over het algemeen

weinig geanimeerd. De omzetten blijven gering en

een bepaalde richting was nilet op te merken. De

meeste koersen ondergingen weinig verandering;

alleen Ponden waren flauwer, vooral in het midden
der week, toen ook de Dollars een kleine inzinking

vertoonden. Geopend op
12.00
1
/is
werd Donderdag

‘voor 12.08% afgedaan; maar later werd weder 12.08’
3
/io

betaald. Marken bleven eerder gezocht en ook Parijs

was vast; Donderdag werd 078¼ betaald. Madrid was

iets minder sterk schommelend; meestal omstreeks

28.85. Buenos Aires was aanvankelijk zeer gezocht;

Dinsdag trad een stijging in tot 00%. Daarna ont-

stond Donderdag plotseling weder scherp aanbod,

waardoor de koers tot 89% terugliep; maar ook dat

r55
weder voorbijgaand en het slot was op ongeveer

90% eerder bieden.

Lox:DN, 21 JULI 1930.

Eenigszins tegen de verwachting bleef c]e gelclmarkt

ruim van beschikbare saldi voorzien, zooclat daggeld

tegen zeer lage percentages verkrijgbaar bleek te ziji.
Daar het bedrag der deze week vervallende schatkist-

promessen £
5
millioen lager is dan het bedrag

aan nieuwe wissels, lietwelic moet worden opgenomen

en daar verder cle onttrekkingn voor vacantiecloel-

èindeu een aanvang zullen nemen, zal dit in eene

veraindering van de marktsalcli tot uiting moeten

komen.

Op (le (1 iscon tornarkt bleef de voornaamste factor

dc voortgaa ode onttrekking van goud door Parijs,

waarbij Frankrijk nu ook als. kooper in New-Yorlc

optreedt en reeds eenige groote josten aldaar voor

exl)ort heeft geëngageerd. De noteering voor 3-maands

bankaccepten werd dan ook tot 2[o
pOt. opgezet, ter-

wijl • cle werkelijke omzetten slechts gering bleven.

660

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

23 Juli 1930.

HET LEVENSVERZEKERINGSCÔNGRES TE

STOCKHOLM.

Op een internationaal Congres komen, alle gelijk-

gerichtheid ten spijt, merkwaardige tegenstellingen
tot uiting. Gelukkig echter is men niet bijeen vöor

een poging om deze te overbruggen; het doel is veel-
eer om, al pratende over die verschillen, een beter in-

zicht te krijgen, waarom men het elders anders doet
en om met dit inzicht t.z.t. zijn voordeel te doen, als

veranderende economische. of sociale omstandigheden
nieuwe eischen aan het eigen bedrijf zullen stellen. De

indrukken• samenvattende kan men dit zeggen: de

levensverzekering heeft inderdaad een zéér groot aan-
passingsvermogen, en de vraag dringt zich op: is het

misschien juist dit in de laatste decenniënzoo duide-

lijk gebleken aanpassingsvermogen, dat op ‘zijn beurt

weer voert tot een bijzondere stabiliteit, dat de levens-
verzekering zoo veel meer naar voren heeft doen

komen dan vroeger het geval was.

Het is natuurlijk niet mogelijk om van een congres,
dat een week duurde en waarvan de verhandelingen

aanstonds eenige folianten zullen vullen, in een kort

bestek een volledig résumé te geven. Echter loont het
wèl de moeite om op eenige van de hierbovenbedoelde
tegenstellingen nader in te gaan. Daarbij ga ik wat

meer speciaal voor de Sociale Verzekering bestemd
was voorbij.
* *
*

Daar was ten eerste deze tegenstelling: moeten d levensverzekeringscongressen in de eerste plaats de
zuiver theoretisch-iaathematische problemen . bespre-

ken, of wel de meer practisch-economische vragen
vooropschuiven? Een alround verzekeraar, als de hier

te lande ook welbekende Alfred Manes uit Berlijn
en zeer velen met hem, ‘ achten momenteel’ de economi-

sche kant van het bedrijf belangrijker. Daartegenover
staat een groep, die vooral belangstelling verwach.t

voor de theoretische zijde. Als tolk van deze richting
sprak o.a. de hier te lande niet onbekende Zweed

Harald Cramèr. Het is zeker merkwaardig, dat de
Zweden zich
vrij
unaniem aan den theoretischen kant

schaarden. In Zweden toch is het levensverzekerings-
bedrijf betrekkelijk kort geleden afdoend wettelijk ge-
regeld, z66 afdoend, dat het Zweedsche
bedrijf
niet
meer doet wat het zelf wil, maar wat Wet en Wet-

gever voorschrijven. Op hoe moderne leest men in
Zweden een en ander ook regelde, kan men toch een
zekere ,,verstarring” nu al aanwijsbaar achten: de
mindere belangstelling voor de practische problemen
van het
bedrijf
zou’ men daarvan als symptoom kun-
nen aanzien. -Hoe men ‘deze tegenstelling ook zal oplossen

of
niët oplossen -, het zal wel een niet te weerspreken
feit geacht worden, dat op dat Stockholmsche Congres de practische problemen meer de aandacht trokken, en
tot levendiger debat hebben geprikkeld dan de zuiver

theoretische.
Onder die practische problemen was er één tegen-
stelling, die wel zeer merkwaardig is. Waarom sluiten
de Amerikaansche maatschappijen, vooral de gewone,
levenslange verzekeringen bij overlijden, en waarom
praedomineert in Europa de verzekering, die welis-
waar eveneens een uitkeering bij overlijden verzekert,
maar waarbij na verloop van een zekeren termijn, 20,
30 jaar de polis expireert en de verzekerde zelf de uit-
keering toucheert, de z.g. -gemengde verzekering.

Vooral in ons land zijn velen er altijd gauw bij om
te zeggen: natuurlijk is dat wat men in Amerika doet
beter, verstandiger, en dus navolgenswaardig. Daarom
alléén al zou een congres nuttig zijn, dat men dan een
zoo oppervlakkig antwoord niet maar geven zal. Dit

verschil tusschen Amerika en Europa is Vrij complex,
z66 complex, dat vermoedelijk niemand een absoluut
afdoende verklaring van dit verschil kan geven.

Een feit is het natuurlijk, dat voor den levensver-
zekeraar het levenslange contract een zekere attractie
bezit: zijn eenmaal gevormde portefeuille zal niet zoo

INHOUD.

Blz.
• HET LEVENSVERZEKERINGSCONGRES TE ST0CKE0LaL
door
Prof. Dr. A. 0. Holwerd ……………………660
Munthervorming in China door
Dr. J. Stroomberg …. 662
IJzer en Staal in
1929 II
(Slot) door
G. S. K. Blaauw 663
De Rijksmiddelen ……………………….. ..
664
BUITENLANDSOHE MEDEWERKING:
De wettelijke stabilisatie van den Indo-Chineeschen
– piaster door
Prof. B. Nogaro……………..

. 666
– Immigrasie in Suid-Afrika en die nuwe Immigrasie-
wet door.
-Dr. C. G. W. Sch’umann ………….. 667
-AANTEEKENINOEN:


De ontwikkeling van de Margarine-Industrie ….
669
BOEKAANKONDIQIN(EN:
A. Sevenster: Het bevolkings- en emigratievraag-
stuk in Nederland en in den Nederlandschen land.

bouw, bespr. door
J. Smid ……………-.’.. :. 670
Moody’s Bank, Iniurance and Finanee Manual ….
671 MAANDCIJFERS:

.Emissies in Juni
1930 . . ……………………671 –
– Productie der Steenkolen
,
, Bruinkolen-en Zoutmijnen
672
Giro-kantoor der Gemeente Amsterdam …. …..
– 672
Posterijen, Telegrafie en Telefonie …………..
672
,
Overzicht der Rijk8middelen . ………….. ._ …

672

STATISTIEKEN EN OVERZIOHTEN
……… . …….
673-678
Geidkoersen,

Bankstaten.’

Verkeerswezen.
– Wisselkoersen.

Goederenhandel.

snel vernieuwd beh6even ,te worden.’ Om echter de

zuivere levenslange verzekering bij overlijden bij het
publiek ingang te doen vinden, moet dit willen afzien

yan elke kapitaalvorming te eigen bate; men moet
dus een publiek hebben, dat uitsluitend, of. althans

overwegend, om risico-dekking vraagt en egoistische
-motieven op zij weet te zetten. Dat zou inderdaad een
publiek moeten zijn, anders dan wij hier kennen.

– Dat een dergelijke altruistische’ vooruitstrevend-

-heid.
bij
het .Amerikaansche publiek zou bestaan, dat wil toch eigenlijk niemand gelooven, ‘ook de Ameri-
kanen zelf niet. Het is dë Amerikaanscie vrouw,.
werd er gezegd, die sociaal en economisch ruimer

denkend dan haar Europeesche zuster, een,even groot
voorstandstér is van levensverzekering als fielaa8 haar
Eurbpé’esche zuster nog al te vaak tegenstandster.

Het belang van de vrouw en het gezin eischt natuur-
lijk, bij een gegeven beschikbare premie, het hoogst mogelijk bij overlijden verzekerd bedrag, eischt dus

de goedkoopste verzekering, dat is de levenslange.
Maar hoe dit dan te
iijmen
met het feit, dat ‘verre-

weg de meeste Amerikanen een verzekering sluiten
tegen een premie die 20, 30 pOt. te hoog is, maar dan
met conditie, dat zij in de aldus kunstmatig gekweek-te winit zullen deelen?

Juist deze winst brengt ons op een ander spoor. De
Amerikaansche maatschappijen geven als regel de
verzekerden winstaandeelen, die op een of andere
wijze klimmen naarmate de verzekering, langer be-
staat. Hoe langer de duur der verzekering, tot hoe
– hooger peil de winst kan klimmen. De agent, die zijn
candidaat natuurlijk winstvoorspiegelingen voorlegt,

zal de uiterlijk fraaiste en makelijkste offerten kun-nen maken, als de duur der verzekering lang is. Dat
die hooge winsten alléén maar komen als de polis over
vele jaren nog van kracht is en dat dus allen, die
bijvoorbeeld vroeg overlijden, duur verzekerd zijn ge-
weest, dat wordt weggedoezeld. En eveneens wordt
weggedoezeld, dat de waarde van in de toekomst te ontvangen bedragen niet is de absolute grootte dier
bedragen, maar dat dit is de contante waarde dier
bedragen. M.a.w. de propaganda voor de Amerikaan-
sche met-winst verzekering is er op gericht, dat het
publiek degeheele intrestfactor wel zal vergeten.
Ieder die wel eens Amerikaansch propaganda-mate-riaal in handen heeft gehad, weet dit. Trouwens niet
alléén Amerika maakt, deze fout, het Duitshe bedrijf
• bijvoorbeeld is even scheef georiënteerd. Als het pu-
bliek dit slikt is het niet een bewijs, dat zij vooruit-
strevend zijn, maar een bewijs van oppervlakkigheid.

De winst moge een factor zijn, die de levenslange
verzekering bevordert, het verklaart niettemin niet
-de z66 uitgesproken voorkeur der Amerikanen vodr

23 Juli 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

661

(lezen altruistischen vorm van verzekering, zij. het dan
ook, dat door dc winst, d:ie als het ware uitkeeringen

hij leven zijn, het altruistische al wat moer op den
achtergrond raakt. De vraag blijft dus: waarom

spaart de Amerikaan ook niet zelf via het instituut
der levensverzekering? Ik ben geneigd om te ant-
woorden: omdat hem zulks te solide is. Tot dit ant-

woord hel ik des te meer over, nu ik van Amerikaan-

sehe zijde hoor, dat het
mogelijk
is om zelfs aandeel-

ties in heleggingstrusten op afbetaling te koopen. De

doorsnee-Amerikaan wil niet beleggen maar specu-

lecren, en daarvoor kan hij bij de levensverzekering

niet terecht.
* *
*

Inmiddels bracht deze kwestie ons op een andere
tegenstelling: is het gewenscht de levensverzekering
af te sluiten met recht op aandeel in de winst van
den verzekeraar, of kan men het even goed, dat is
even goedkoop en met dezelfde mate van zekerheid,
zonder w’inst doen? Op dit punt was het een genoe-
gen naar de Amerikanen te luisteren. Hoewel wij,

zoo zeiden
zij,
zeer overwegend met winst sluiten,
sluiten wij toch altijd nog meer tegen lage zonder-
winst premiën dan in heel Europa tezamen, en dat
gaat bij ons ten minste precies evengoed. Door de
toevallige conjunctuur kan
tijdelijk
het een en dan

het ander eens voordeeliger lijken, maar op den lan-
gen duur – en dat moet bij levensverzekering altijd
– is het moeilijk uit te maken wat beter is. Vooral
(le Hollanders hebben dit oordeel met genoegen ver-
:uomen. Nederland vormt toch met Hongarije op dit
oogenblik in Europa een der weinige centra, waar
het verzekeren zonder winst praedomineert en waar,
als al met winst gesloten wordt, de winst, zelfs bij
de zuiver onderlinge maatschappijen, als regel bij-
zaak is. Wij missen hier dus de misleidende en on-
zekere winstvoorspdllingen van andere landen; ‘ons
bedrijf is eerlijker. Wie zijn polis na korten tijd moet
opgeven door overlijden of onmacht tot betalen, is
goedkoop verzekerd geweest. Voor Nederland had
Dr. Moll alle voordeelen van het zonder-winst verze-keren scherp en duidelijic uiteengezet in een referaat,
(lat zeer de aandacht van de anderen had.

Daartegenover staan de Duitsche theoretici, zooals
1[öckner of Berger uit Weenen, die anders redenee-

ren. Zij zeggen: wij moeten de premie voor het con-
tract van levensverzekering veilig, dat is dus aan den
hoogen kant, vaststellen. Wat wij te veel laten be-
talen, willen wij nu weer teruggeven ook, dat is niet meer dan billjk.

liet antwoord hierop kan zijn: als die veiligheid
20 tot 30 pCt. van de eigenlijke
kostprijs
zou moeten
bedragen, dan hebt ge zeker gelijk. Maar, een zoo
hooge toeslag is in normale omstandigheden absoluut
onnoodig, ja zelfs schadelijk. Het houdt de verzeke-ring noodeloos duur en men haalt zich alle nadeelen
van de zooeven genoemde winstvoorspellingen op den
hals. Een kleinere veiligheidstoeslag in een assuran-
tiepremic, een toeslag voor het ondernemersrisico, voelt het publiek niet als een bezwaar en is econo-
misch heel goed verdedigbaar. Toegegeven zelfs, dat
het in bijzondere gevallen moeilijk kan zijn om uit te
maken, waar een toeslag ophoudt een redelijke toe-
slag te zijn en waar recht op restitutie verdedigbaar
wordt, dan staat toch nu wel vast, dat het verzekeren
zonder winst vele en groote voordeelen heeft.
Bij het verzekeren met-winst komt trouwens nog
een andere groote
moeilijkheid
om den hoek kijken.
[loo moet men die winst ,,eerlijk” verdeelen? Theore-
tici als Höckner weten daar weg mee: men berekene
voor elke polis rentewinst, sterftewinst, enz., en
ziet daar zijn winstaandeel. De tegenwerping is deze,
dat men wel de totale winst op een groot complex van
verzekeringen kan berekenen, maar niet op elke polis
individueel. Zulks verzet zich tegen het wezen van
de verzekering, dat is een collectieve risicodekking
en een collêetieve spaarpot, waarin ieders persoonlijk

aan deel niet meer te tracôcren is. Elke individueele
toekenning van winst is daarom toch weer een gemici-

delde winst, die het arbitraire van elk gemiddelde
heeft.

Als ge dan winst wilt uitkeeren, zeiden de Engel-
schen, wees dan toch in hemelsnaam practisch en doe

het eenvoudig. Geen lange berekeningen om ieders
aandeel ,,eerlijk” te berekenen, maar neem een een-

voudig mechanisch recept; waardoor ge de totale

winst zonder opzettelijke bevoorrechting van den een

boven den ander verdeelen kunt. Elk systeem van
vinstverdeeling is te:nslotte even eerlijk, want er is

geen systeem denkbaar, dat niet hetzij in zijn uit-
gangspunt, hetzij in zijn uitwerking van volkomen
willekeurige vooropstellingen uitgaat.

Het was vooral dit winstprobleem en alles wat
daarmee samenhing, dat de bijzondere belangstelling van het Stockholmsche congres had. In welhaast alle

landen heeft men momenteel in dit opzicht puzales
op te lossen. Voor ons land wees ik daarop reeds in
mijn artikel in dit tijdschrift
1)
naar aanleiding
van een passos in het jongste verslag van de Ver-

zekeringskamer: Als de hoogconjunctuur voor het verzekeringsbedrijf nog lang aanhoudt, moeten de

maatschappijen hun verzekerden daarvan niet laten

profiteeren door vrijwillige winstuitkeeringen of
premierestituties? Gewezen werd op het Engelsche
bedrijf. lic heb mij toen al tegen deze uiting van de
Verzekeringskamer in haar algemeenheid verzet. De
winsten onzer levensverzekeringmaatschappijen die-
nen in overwegnde hoofdzaak tot versterking van het bedrijf; redelijke zekerheid gaat in de levensverzeke-
ring nog altijd boven minimum kostprijs en over de

kwestie of een bedrjf.,,te” sterk is, laat zich moeilijic
discussieeren.

Bovendien is mij nu gebleken, dat de vrijwillige
winstdeeling der Engelsche maatschappijen een heel
andere ondergrond heeft. Deze beweging wordt boven-
al gedragen door eenige groote volksverzekeraars. Er
was in Engeland ernstig aanmerking op gemaakt, dat
de kleine verzekering zoo duur was, en de publieke
opinie kantte zich daar sterk tegen. Onder invloed
daarvan hebben de Engelsche volksverzekeraars hun
kosten zeer aanzienlijk weten te beperken en mede
onder invloed daarvan komt nu het ,,plus royaliste
que le roi”, het onverplicht aanbieden van winst-
quoten.
Dit heeft in Engeland trouwens nog een breedere
achtergrond. Het Engelsche publiek schijnt genoeg te krijgen van de zéér hooge met-winst-premiën en
begint, zooals in Engeland al meer gebeurd is, te vra-
gen om lagere premie. Echter is de propaganda in

Engeland nog geheel en al ingesteld op de winstresul-
taten der Maatschappijen, zoodat een plotselinge om-
slag naar zonder winst de organisatie in den buiten-
dienst zou dreigen te ontwrichten. Daarbij komt, dat
zelfs verscheidene Engelsche vaklieden openlijk
zeggen, dat de winstaandeelen, die de maatschappijen
thans aan de verzekerden uitkeeren, onder invloed van
de onderlinge concurrentie, hooger zijn dan strikt
genomen Lverdedigbaar is. Daarom ziet men nu in
Engeland een beweging voor lagere premie, maar dan
ook met lage winstuitkeeringen, gepropageerd onder
de leus: premiën zonder winst, maar toch winst. Hee-
lemaal juist is deze leuze, zooals alle leuzen, blijk-
baar niet.
Duidelijk is in elk geval, dat verwijzing naar de
toestanden in een ander land, zonder meer nooit juist
kan zijn. Economische en sociale verhoudingen en de
historisch gegroeide omstandigheden waaronder het
bedrijf werkt en propaganda maakt, bepalen wat voor elk bedrijf op een gegeven oogenblik het beste is. Dat
is vooral wat dit Congres ons geleerd heef t: aan den
eenen kant waardeering voor wat het buitenland doet,
maar aan den anderen kant niet minder waardeering
voor het eigen bedrijf.
Dr. A. 0. HOLWERDA.
1)
Zie E.-S. B. van 8Jan. 1930.

662 .

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

23 Juli 1930

MUNTHERVORMING IN CHINA.

Er is waarschijnlijk geen ander land ter wereld,

waar op monetair gebied een erger chaotische toe-stand bestaat dan in China. Inheemsche ruilmidde-

en, onderling in de diverse districten zeer uiteen-

loopend, circuleeren naast geld van buitenlandsehen

oorsprong, als Carolus daalders, Boliviaansche-, Chi-
leensehe-, Amerikaansche dollars, enz. Verder doet

zich in zeer sterke mate de invloed van aangrenzen-
de gebieden gelden; de Japansche Yen veroverde

zich een belangrijke positie in het Yangtze gebied,

in de.. Zuidelijke Provincies Yunnan, Kwangsi en

Kweichow is de Piaster van Frausch Indo-China

vrijwel standaardmunt, in de streken rond Hong-

kong doet zich in sterke mate het muntwezen van

(leze Engelsche Kolonie gelden. Houdt men verder

rekening met liet papiergeld, in allerlei coupures
uitgegeven door grootere en kleinere Ohineesche Ban-

ken of besturen van verschillende provincies van het

Liemelsche Rijk, overwegend zonder een.igszins be-hoorlijke dekkingen geërnitteerd, uitsluitend als mid-
del tot goedkoope geldversehaffing, dan kan men
zich een.igermate een beeld van de verwarring en

orcieloosheid vormen.
Minder juist is het dan ook te spreken van ,,de”

standaard van het Chineesche muntstelsel; hij toch
verschilt in cle diverse streken van het rijk, varieert
usscliell papier, koper, zilver en goud, naar gelang

van het in beschouwing genomen gebied. In het ruil-

verkeer m.et het buitenland heeft echter het zilver
steeds een overwegende rol gespeeld; dit in verba:od

met liet feit, dat de-ilaikwan tael, wegende 583,3 gr.
troy zilver, door de Maritinie Custois als grondslag

voor reehtenheffing en maatstaf voor ex- en import
werd aangenomen, liet is een rekeningseenhei.cl, waar-
van, in verband met schommelingen van den zilver-
prijs, de goudwaarde, omgerekend in buiten landsehe valuta, periodiek door de douane-administratie wordt

vastgesteld.
Daar verder een officieele verhouding bestaat tus-

schen de Haikwan taal en. andere, in China gebrui-
kelijke, taels, t.w. de Kuping-, de Tsaoping- en de

Shanghai tail, laat verandering iii de goudwaarde
van de Custom-tael telkenmale ook zijn invloed hin-
uenlandsch gevoelen. China moet zijn schulden aan

liet buitenland en invoeren uit den vreemde met
goud betalen; goud, dat tegen, vooral na 1925, sterk
deprecieerend zilver moet worden gekocht.
Beide omstandigheden, t.w. het ‘verwarde munt-
stelsel en de sterke zilverprijsdaling, met zich brei’-
gende gocderenprijzenstijging en vermindering van
de nationale koopkracht, brengen voor het economi-
sche leven erustige nadeel.en met zich. Zeer terecht
poogde daarom de Chineesehe regeering, ook in an-
dere opzichten strevende naar het stellen van orde
op eigen zaken, – men (leuke slechts aan dc afschaf-

fing der capitulaties en de tarieven autonomie – in
den bestaanden toestand verbetering te brengen.. Het
Nanking Gouvernement riep daartoe, ruim een jaar
geleden, den bijstand van den Amerikaanschen finan-
.cieelen expert, Prof. Dr. D. W. Kemmerer in, ten-
einde, bijgestaan door deskundigen, den financieel-
ceonomischen toestand van het Rijk te onderzoeken

en voorstellen tot verbetering ervan, nl. wat betrof
wijziging van het muntstelsel, te doen. Deze Com-
missie bracht den 11 November 1929 aan den Minister
van’ Financiën haar verslag ,,Project of Law for the
gradual introduction of a Gold-standard currency

system in China, together with a report in support
thereof”, kortweg genaamd het ,,Kemm.erer currency

reform project” uit, waarvan de inhoud ulto. Maart
I.I. werd gepubliceerd.
* *
*

Het rapport, waarvan hier slechts de essentieele
punten vermeld worden,, betoogt de wenschelijkheid
van overgang tot den Gouden standaard en stelt de
invoering van een rekeningseenheid voor, de Sun,

vertegenwoordigende 60,1866 eentigram fijn goud,
verdeeld iii . honderd cents, de cent nader in tien
mills. De Sun, het vijftig cents en twintig cents stuks

zullen in zilver, het tien cents en vijf cents stuk in
nikkel, de cent, de halve cent en het twee mili stuk

.i.n koper worden geslagen. Men koos dezen grondslag,

in verband met het equivalent aan 40 U.S.A. Dollar-
cents, vaardoor de nieuwe uniteit de waarde der in

China in eirculatie zijnde diverse dollars -het meest

benadert. Ten aanzien van de aanmunting van goud-

geld worden geen aanwijzingen gegeven; invoeri ug
van een Gouden standaard toch maakt niet de aan-

munting en het in cireulatie brengen van gouden

munten noodzakelijk.
Voor de invoering en de handhaving van den Gou-den standaard zal een afzonderlijk f ouds worden ge-
sti.eht; baten daarin vloeiend zijn o.m. de seignoniage

hij aan niunting van ii i.euwe ruilmiddelen, winsten be-

haald hij :i.nwjssehng van oude aan de circulatie ont-

trokken. munten, initerest gekweekt op in het buiten-
land op deposito geplaatste gelden, alsmede cle op-
brengsten van leeningea ten behoeve van de munt-

hervorming aangegaan. De op deze wijze verkregen
middelen van het Gold-Standard Fund, dat minstens
35 pCt. van de waarde der in cireulatie zijnde mun-

ten. moet bedragen, moeten gedeeltelijk buitenslands,
in twee of drie financieele centra, aanvankelijk
slechts in New-York en Londen, worden belegd in

goud-bullion en in goud opeischhare eredieten. Het

in China aanwezige deel mag slechts bestaan uit
diverse gouden munten of edel metaal, bestemd voor

rnuntdoelemnden. Beheer van liet fonds zal worden op-

gedragen aan een Muntwezen afdeeling, ressortee-
rende onder het Departement van Financiën; toe-

zicht daarop zal, behalve van Regeeringswege, wor-
den. uitgeoefend door een drietal organisaties van
Chineesche Banken, de Chineesche Kamer van Koop-
handel en de Directie van cle in 1928 opgerichte Cen-

trale Bank, alle te Shanghai gevestigd.
De pariteit van liet ruilmiddel tegenover buiten-
landsche valuta wil men handhaven -door een Gold-

exehange politiek, nl door bij aanbieding ter inwis-

seling van bedragen boven de 2000 Sun, goudwissels
in Ponden, Dollars, eiiz. luidend af te geven, terwijl

in het buitenland, banken als agenten van de Chi-

neesche Regeering fungeerend, omgekeerd wissels, in
China in goudvaluta converteerbaar, zullen verstrek-
ken, waarbij de koersen op de resp. gouduitvoerpun-

tea zijn gefixeerd.
Voor de wijze van uitvoering der mctnthervorming zijn tweeërlei vegen aangegeven, die het beste als het

indirecte en het directe plan kunnen worden aan-
geduid. liet indirecte plan wil allereerst, ter vervart-
ging van de in omloop zijnde diverse soorten ruilmid-
delen, ccii eenvoudig muntstelsel, met decimale ver-

deelingen, op de zilverbasis van den in 1914 als offi-
cieelc eenheid aangenomen natioiialen of Yuan dollar

invoeren. Heeft dit systeem over geheel China toe-
passing gevonden, dan zal in een nabije toekomst de

nieuwe uniforme zilvermunt op een alsdan in te voe-
ren Gouden standaard worden gegrondvest. Daaren-

tegen wil het
z.g.
directe plan een onmiddellijken over-
gang van het bestaande verwarde muntwezen naar

een Gouden standaard stelsel in die gebieden, waar

economische omstandigheden voor het slagen gunstig
zijn, waarua geleidelijke uitbreiding over aangren-
zende territoria zal plaats vinden, tot het systeem
‘tenslotte over geheel China doorvoering vindt. Als
een derde plan, in wezen een combinatie van de beide
hiervoren besprolcene, is verder nog voorgesteld de introductie van een uniform decimaal zilveren stan-
daardstelsel (als bij het directe plan) en dit vervol-
gens geleidelijk, districtsgewijze (als hij het directe
plan) te hervormen in een Gouden standaard-systeem.
Voor- en nadeelen der in overweging gegeven maat-
regelen worden in het verslag uitvoerig toegelicht en
besproken, waarna het eindigt met de conclusie, dat

hêt directe plan de
,
voorkeur verdient. ‘ok daarvan

1
.
23 Juli 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

663

ontveinst men zich evenwel de bezwaren en nadeelen

niet; ten rechte wordt echter opgemerkt ,,no tho-
roughgoing plan of currency reform can be carriea out in China or in any other country without meet-
ing obstaeles and causing hardship and injustice to

some people. This fact must ho squarely faced”.
Gaat men de geschiedenis der pogingen tot hervor-
ining van het Chineesche muntwezen, gedurende de

laatste decennia, en de daarbij bereikte resultaten na,
dan zal men ten opzichte van het welslagen van de

voorstellen van Kemmerer geen hooge verwachtingen

koesteren. De eerste ernstige voornemens toch datee-

ren van ca: 1890, toen, gedurende het Manehu regime,

plannen yoor invoering van een op Westersche leest

geschoe:id rnuntsteisel werden ontworpen. Vervolgens
bevatte het Engelsch-Chineesche verdrag van 1.902
aansporingen tot dit doel; iii 1903 adviseerde de toen-
malige Inspecteur-Generaal van de Maritime Cus-
toms, Sir Rohert Hart, de Peking Regeering tot over-

gang naar een gouden standaard; in 1905 en daarna
in 1911 brachten, op verzoek van het Ohineesche Gou-

vrnement, resp. Prof. J. Jenks en Dr. G. Vissering
rapporten betreffende den munttoestand uit, waarin

in overeenkomstigen zin werd geadviseerd; in 1918
geschiedde zulks andermaal door den Minister van
Financiën Tsan Ju-Lin, terwijl verder congressen van de Chinese Bankers Associat.ion, in 1921 en 1.924 te
Tsicntin en te Peking gehouden, resoluties inzake
munthervorming, aannamen en ter kennis van de
Rcgeering brachten.

Zal, waar geen dci’ hiervoren vermelde plannen tot
een ige uitvoering kwam, het Kemm.erer-advies een
beter lot zijn beschoren; het is zeer te betwijfelen. Een
eerste eisch toch voor het welslagen daarvan is een
in politiek opzicht gestabiliseerd China, een natie,
vrij van bui’gertwisten, met een gezag, dat zich over
het geheele imperium krachtig kan doen gelden. Een
dergelijke toestand ligt echter waarschijnlijk, nu
Noord en Zuid elkaar wederom heftig beka.mpen,
mcer dan ooit van elkaar verwijderd schijnen, in een
verre toekomst.
STeoomwno.

IJZER EN STAAL IN 1929.

II (Slot).

:l)e hinnculandsche rna.rkt van dc ijzer- en staalindus-
l.tjo van
Fran,krjjk is
niet alleen absoluut, doch ook
met betrekking tot de productie belangrijk kleiner
dan die van Duitschiand. De wereldmarkt-situatie is
clan ook voor de Fransche metallurgischc industrie
met het oog op hare resultaten van bijzondere betee-
kenis. In do eerste maanden van het jaar toen dc
.
,
;taal.prijzea hoog en ten dccle zelfs nog stijgende
waren, was de conjunctuur voor de Franschc ijzer-
en staalnijverheid dus zeer gunstig. Toen in den loop
van het jaar de vraag naar ijzer en staal begon te ver-
minderen, moest de Franicho export worden inge-
krompen, in November-December was hij bijna 20 pCt.
lager dan in Juni-Juli. De export van ijzer en staal
was voor het geheele jaar 1929 4.680.000 ton tegen-
over 5.040.000 ton in 1928. De gemiddelde opbrengst
van den export zal echter in 1929 nog wel iets hoo-
gor zijn geweest dan in 1928, en daarbij komt dat de
opwaartsehe ontwikkeling van het opnemingsver-
mogen der binnenlandsche markt, die in 1928 begon-
rien was, in 1929 nog verder is gegaan. Belangrijke be-
stellingen werden geplaatst dooi’ den Staat, zeer ruim
was do vraag naar ijzer en staal van de zijde der auto-
mobiel-industrie en hot bouwbedrijf.

De binnenlandsche prijzen van do meeste staalpro-
ducten bewogen zich in het eerste halfjaar naar boven
en met behulp der hoogc beschermende rechten w’erd
het prijsniveau in het tweede halfjaar, ondanks
de ingetreden depressie op de wereldmarkt, gehand-
haafd. Ook in de prijsbeweging voor gieterij-ijzer
wcrd de algeitmeene conjunctuur niet weerspiegeld, in-
tege:adeel. In Februari 1929 werd Lux. 3 varj 450 op

475 frs. gebracht, om verder het geheele jaar hierop
te blijven. Hoewel reeds begin October op de export-
markt de
prijsdaling,
die zelfs nu nog niet geheel tot
staan schijnt te zijn gekomen, begon, werd Luç. 3
voor de Vransche markt begin Januari van dit jaar
tot 490 frs. verhoogd en krachtens een besluit
an het

O.S.P.M. zal deze prijs tot uitimo December gehand-
haafd blijven. Wel vordt den Franscheu gieterjen, die
hun geheele behoefte
– aan gieterij-ijzer bij de natio-

nale hoogovens dekken, een prjsreductie toegestaan,

het bedrag van deze is niet bekend.

Het is bekend, dat de Fransche industrieelen in tegenstelling tot hun Duitsche collega’s zich zeer
moeilijk kunnen voegen in kartel- of syndicaats-ver-

band. Deze neiging tot het bewaren der zelfstandig-
heid is langen tijd een belemmering geweest voor den
uitbouw van het Internationale Ruwstaalkartel, zou-

als deze vooral door de Duitsche ijzer- en staalindus-
ti’ie van do oprichting van het kartel af is nage-

streef d. Het ,,frapper toujours” van de Duitschers
is echter niet zonder resultaat gebleven: nadat in

1928 reeds een Fransch verkoopkantoor voor haiffa-

brikaten en balkijzer werd opgericht, werden. in 1929
dergelijke organisaties voor andere walsproducten in
het leven geroepen.
* *
*

-In vorige overzichten werden de weinig guusl;igc
omstandigheden van de ijzer- en staalindustrie van
Engeland
en cie oorzaken daarvan reeds uitvoerig be-

sproken en wij mogen ons dus ontslagen rekenen van
de taak om opnieuw te laten zien ,vaaraan het te
wijten is dat zij niet floreert. Slechts in een enkel op-
zicht was er in 1929 in dit verband een vooruitgang

te bespeuren: de toenemende neiging tot concentratie,
welke in Cleveland en Wales leidde tot het vormen
van eenige zeer belangrijke combinaties in de ijzer-
en staalindustrie, waardoor een rationeeler productie
mogelijk is geworden en dus met mèer resultaat dan
voorheen, zal kunnen worden opgetreden tegen den
import van vreemde producten die sedert den oorlog
zoo aanzienlijk is toegenomen.

i)e eind 1927 opgerichte organisatie voor den
export, die practisch alle producenten van plaat- en
profi.el-ijzer aan de Oostkust en in de Midlands,
Schotland en Zuid-Wales omvat, werd geconsolideerd
en tegen het einde van het jaar onder den naam van

,,British Steel Export Association” in definitieve’u
vorm gebracht. De eigenlijke handel wordt door dit
orgaan van de Engelsehe staalindustrie niet ge-
dreven, het noteert prijzen en verwijst adspirant-
koopers naar die fabrieken, die het meest voor het
uitvoeren. van de orders in aanmerking komen.

De roep om protectie verti.erf in 1929 echter nog
niet. Integendeel, leidende personen u:it dc ijzer- en
staalindustrie gingen door te verkondigen, dat Enge-
land slechts door het voorbeeld van de meeste ijzer-
en staalproduceerende landen te volgen, nl. door be-
schermende rechten te heffen, zijn ijzer- en staali ndus-
trie weer tot de oude welvaart zou kunnen terug-
l)rengen.

Zooals wij reeds zagen steeg de productie, zoowel
van ruwijzer als van ruwstaal in 1929 met ongeveer
een millioen ton, zoodat de ruwstaalproductie op

enkele duizenden tons na liet recordeijfer van 1917
bereikte. Het exportsaldo bleef ongeveer gelijk, de
uitbreiding der productie geschiedde dus onder dec
drang van een grootere binnenlandsche vraag, die
vooral kwam van de zijde der scheepsbouw-industrie.
Dat deze zich naar het nationale product richtte was
ten dccle te danken aan het ,,Steelmakers’ rehate
scheme”, waarvan in het vorige overzicht reeds mede-
deelingen zijn gedaan en dat voorziet i.n een prijs-
reductie ten behoeve van die verbruikers, die zich heb-
hen verbonden uitsluitend Engelsch materiaal te zul-
leo koopen. Niettegenstaaride de uitbreiding dci’ pro-
cluctie waren de resultaten der industrie niet gun-
stiger dan in 1928. Do prijzen der grondstoffen –

064

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

23 Juli 1930

kooks en erts

stegen belangrijk en meer dan in de
opbrengst van het product tot uitdrukking kon wor-

den gebracht.
1eveiancl gieterij-ijzer No. 3, dat begin 1929
661-
roteerde, liep tot 12/6 in Juni op en hoewel de vraag

nadien gestaag verminderde, werd de prijs niet eerder
verlaagd dan in Maart van dit jaar, toen zij op 67f6

werd gebracht. De producenten steunden hun prijs-

politiek op het feit, dat de productiekosten in den

loop van het jaar met meer dan de verhooging van

den prijs van gieterij-ijzer gestegen waren en liever

dan toe te geven aan den drang tot prijsverlaging –

gemotiveerd door de daling der wereldmarktprijzen –
beperkten zij de productie.

.* *
*

l)e ,,boom”-periode, die in 1928 in de
TTer. Staten

van Noord-Amerika
inzette duurde in 1929 nog ge-

ruimen tijd voort. Terwijl de staalproduetie in 1928

reeds belangrijk was toegenomen en een recordeijfer
had bereikt, werd zij in 1929 nog verder uitgebre:id.

Iletzelf de geldt voor de productie van ruwijzer, zij

was bijna
41%
millioen ton hooger dan in 1928 en bijna

21% millioen ton boven het record van 1923. De vraag

icaar staal bereikte in het eerste halfjaar zoo’n hoogte,

(lat de voorraden ruwstaal en ruwijzer voor de staal-
bereiding geheel werden verbruikt en sommige staal-
producenten met eigen hoogovens zich genoodzaakt
zagen om een gedeelte van hun ruwijzerbehoefte bij

z.g. ,,rnerchant”-hoogovens te dekken. Onder deze om-
standigheden stegen de prijzen, die reeds in het 2e

halfjaar vn 1928 een opwaartsehe beweging begon-
nen waren, nog verder en wel tot Augustus, toen de
naderende depressie zich reeds in de prijsbeweging

begon af te teekenen.
Eveals in 1928 was de conjunctuur voor gieterij-
ijzer ook in 1929 ongunstiger dan de gemiddelde. Een
deprirneerende factor van beteekenis op de markt –

en hierin is nog steeds geen verandering gekomen –

was let aanhoudend pogen van cle Zuidelijke produ-centen (Alabama) om vasten voet op de Noordelijke
en Oostelijke markten te krijgen, waarin zij vrijwel

slaagden. De gieterijen in het Zuiden, in het bijzonder
de belangrijke industrie van gietijzeren buizen, die in
normale omstandigheden 60 pOt. van de ruwijzerpro-

ductie van Alabama opneemt, hebben, evenmin trou-
wens als de gieterijen in andere districten, gedeeld
in de algenieene welvaart, zoodat de voorraden hij de
Alabama-hoogovens sterk stegen. De afzet van deze

voorraden op de Noordelijke en Oostelijke markten
werd geforceerd door een buitengewoon lage no-

teering.
Het niveau der gieterj-ijzerprjzen was dus ook ook
weinig aanlokkelijk met het oog op den import. De
totale invoer van ruwijzer, die in 1926 nog 450.000
ton.
bedroeg, was in 1929 slechts 141.800 ton (1928
1.35.000 ton), waarvan 69.000 ton uit Br.itsch-Indië,
30.000 ton uit Engeland, 24.000 ton uit Nederland.
liet opnemingsvermogen van de binnenlandsehe
markt gedurende het grootste gedeelte van het jaar
was van dien aard dat niet meer dan de gewone aan-
(lacht aan den export behoef cle te. worden besteed.
i)e Steel Export Association, in 1928 door de U.S.

Steel Corp. tezamen met de Bethlehem Steel
Corp. opgericht met het doel om zoo noodig den ex-
port te cultiveeren, ontwikkelde ‘dus nog geen bijzon-
dure activiteit. De totale uityoer van ijzer en staal was
2.480.000 ton tegenover 2.348.000 ton in 1928.

* *
*

Evenals vorige jaren was cle Directie der Konink-
lijice Nederlandsche Hoogovens en Staalfabrieken te
iJmuiden zoo welwillend om eenigp gegevens betref-fende de productie van ruwijzer in
Nederland
te ver-
schaffen. Wat den afzet betreft zijn de hieronder ver-
melde gegevens ontleend aan de Statistiek van den
in-, uit- en doorvoer van het Centraal Bureau voor
cle Statistiek.

Behoudens een interruptie van ongeveer 11% maand

voor periodieke reparatie-doeleinden, gedurende wol-
ken tijd één der beide hoogovens buiten bedrijf was,

werkte het hoogoveuhedrjf het geheele jaar op volle
capaciteit. Sinds 1924, het jaar waarin het bedrijf in

werking ging, ontwikkelde de productie zich als

volgt: –

1924
……..
91.100 ton

1925
……..
109.300
1.926
……..
142.500
1.927
……..
203.700

1928
……..
,
258.200
1020
25800

Met het oog op de wensehelijkheid om ‘de stabili-
teit van de ruwijzerproductie te kunnen verzekeren,

werd in 1929 aangevangen met den bouw van een

derden hoogoven, deze kwam reeds in het begin van
dit jaar gereed.
liet verbruik van ruwijzer in ons land bedroeg in

1921: 71.500 ton, in 1928: 89,500 ton en in 1929 even-
eens 89.500 ton. Van deze hoeveelheden werden door

de Hoogovens resp. 39.700 ton (55 pOt.), 54.000 ton

(60 pOt.) en 59.000 ton (66 pOt.) geleverd. In het

eerste bedrijfsjaar leverde het bedrijf 35 pOt. van de
binnenlandsehe behoefte.

De rest van de productie werd geëxporteerd, en
wel in de volgende quantums (m.t.):

1929
1928

Totaal

……………
179.000 216.000
waarvan naar:
België

…………….
36.700
61.600
Frankrijk

………….
30.500
40.000

Duitschiand

………..
14.200 33.100

Ver.

Staten

………..
22.500 29.300
Gr.-Brittannië

……..
26.900,
15.100
Zweden

…………..’
8.800
10.000
Italië

…………….
8.100
9.600

Denemarken

……….
15.800 5.500

Als exportbedrijf is het Nederlandsche Hoogoven-
bedrijf tegenover de belangrijke omringende ruwijzer-produceerende landen van beteekenis: de ruwijzeruit-
voer van Frankrijk was in 1929 560.300, van Enge-
land 462.900, van Duitsehland 387.800 en van België-
Luxemburg 121.000 ton.
G.S.K.B.

DE RIJKSMIDDELEN.

In dit nummer treft men aan het gebruikelijke
overzicht van de op:brengst der Rijksmiddelen over
de maand Juni 1930, afzonderlijk en vereenigd met
die der vorige maanden, in vergelijking gebracht met de raming van dat jaar en de opbrengst over dezelfde
tijdvakken van 1929.
De gewone middelen brachten in de afgeloopen
maand
f
39.728.100 op tegen
f
39.187.200 in Juni 1929
en vertoonen mitsdien een achteruitgang van
f
59.100.
De totale opbrengst bleef bij de raming een bedrag
van
f
654.800 ten achter.
De totaal-opbrengst over de eerste zes maanden van
dit jaar bedroeg f259.742.500, d.i.
f
9.966.800 meer
dan in hetzelfde tijdvak van het vorige jaar. Ook de
raming werd in bedoelde periode overseilreden en wel
met
f
17.445.000.
In vergelijking met de overeenkomstige maand van
het vorig jaar vertoonen de grondbelasting, de’ per-,
soneele belasting, de inkomstenbelasting, de dividend-
en tantièmebelasting, de gedistilleerd-, de bier-, de
suiker- en de tabakaeeijns, de belasting op gouden en
zilveren werken en de rechten en boeten van registra-
tie een hooger opbrengstcijfer. Daarentegen brachten
minder op de’vermogensbelasting, de rechten op den
invoer, het statistiekrecht, de zout-, de geslacht- en de
wijnaccijns, de rechten en boeten van zegel, de rechten
en boeten van successie, van overgang hij overlijden
en van schenking, de domeinen, wegen en vaarten en
de loodsgelden. Het aantal middelen, dat in opbrengst
vooruitging, was dus even groot als het aantal mid-

23 Juli 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

865

delen, dat een lagere bate in ‘s Rijks schatkist bracht.
Overigens verliest de teruggang, die het totaal-cijfer

der opbrengst te zien gaf, veel van zijn beteekenis,
omdat dit ongunstig resultaat voornamelijk aan de
succcssiercchten is te wijten, die met niet minder dan
ruim
f 1.280.000
terugliepen.
In tegenstelling met de vorige maand gaf de grond-
belasting ditmaal weer een hoogere opbrengst. Het

accres was overigens niet zeer belangrijk
(f 32.000).

Daar deze belasting in de eerste vier maanden van het

jaar
bijzonder
ruim heeft gevloeid, wijst de middelen-

staat over het le halfjaar een flink surplus aan (van

f 1.473.800)
boven de ontvangsten van hetzelfde tijd-

perk van
1929.
De stijging zit voornamelijk in het

loopende belastingjaar en is grootendeels te danken
aan snellere invordering. Ook de raming werd, gere-
kend over zes maanden, overtroffen (met
f 3.693.900),

doch dit is voor het le halfjaar een niet ongewoon

verschijnsel.
De personeele belasting vertoonde eveneens een stij-

ging in opbrengst (van
f 322.700).
Mede in verband

met de gunstige resultaten van de eerste maanden des
jaars, kwam de ontvangst van het le halfjaar

f 1.543.700
uit boven die van dezelfde maanden van

1929.
Ook bij dit middel is de vluggere kohierbewer-

king een factor van beteekenis. Het loopende belas-tingjaar bracht tot dusver ruim
f 1.228.000
meer bin-

nen dan het overeenkomstige belastingjaar in de
maanden Januari tjm. Juni
1929.
De raming werd in
het le halfjaar niet bereikt; het nadeelig verschil be-

droeg
f 2.695.200
en vindt zijn verklaring in de om-
standigheid, dat de personeele belasting grootendels
in het midden ds jaars binnenkomt; in de afgeloo-
pen maand werd reeds ruim
f 1
millioen boven de

gemiddelde maandraming ontvangen.

De inkomstenbelasting maakt tot dusver ook geen
kwaad figuur. In de afgeloopen maand leverde deze
belasting een surplus van
f 127.900
boven de inkomst
van Juni
1929.
Daarentegen werd de raming niet
gehaald (ontvangst
f 2.349.500
minder), doch de
maand Juni is in den regel voor dit middel niet zeer
gunstig. Gerekend over een half jaar kwam in het
loopende jaar (dank
zij
ook de ruime baten in de
vorige maanden)
f 3.998.300
meer binnen dan in het-

zelfde tijdvak van
1929.
Bij vergelijking van de ont-
vangsten over de eerste zes maanden van
1029
en
1930

blijkt, dat de bedragen als volgt over de verschillende
dienstj aren kunnen worden verdeeld

Jan. tfm. Juni
1929
Jan. t/m. Juni
1930

192611927
f

270.800

192711928
1.492.600
f

199.900 1928/1929
47.299.000
950.300
192911930
55.800
51.893.700
1930/1931

72.600

f49.118.200
f 53.116.500

De vooruitgang is,
blijkens
de bovenstaande cijfers,
vrijwel geheel toe te schrijven aan de hoogere baten
van het belastingjaar
192911930.
Ongetwijfeld doet ook
hier de snellere invordering haar werking gevoelen.
Tenslotte moge worden aangeteckend, dat in de eerste
zes maanden de raming met
f 13.116.500
werd over-
troffen.
De vermogensbelasting was de eenige directe be-
lasting, die niet in opbrengst vooruitging, doch een daling vertoonde. Het decres beliep
f 51.100,
doch
valt in het niet bij het surplus, dat door de vorige
maanden is opgeleverd. Dat de gemiddelde maand-

laming niet werd bereikt (nadeelig verschil
f 430.000)
vindt zijn oorzaak in de omstandigheid, dat de maan-
den Juni t/m. Sept. voor deze belasting niet gunstig
zijn. In het tijdvak Januari tfm. Juni bedroeg de
vooruitgang boven het vorige jaar
f 647.900,
terwijl
ten opzichte van de raming een stijging viel waar te
nemen van
f 1.878.600.
Ook de loop van deze belas-
ting is dus bevredigend, al dient te worden bedacht,
dat de ontvangsten voor een groot deel op reeds ge-
noten inkomsten berusten, zoodat de middelen nog
maar weinig den teruggagng der conjunctuur weer-

spiegelen.
De dividend- en tantièmebelasting wees ditmaal ecu

liooger opbrengstcijfer aan van
f 573.000,
waardoor

de in de vorige maanden ontstane achterstand even-
wel nog niet werd ingehaald; gerekend over zes maan-

den werd in het loopende jaar
f
513.000 minder ge-

ïnd clan in het vorige. Dat de maandontvangst de

gemiddelde maandraming met
f 912.500
overtrof,

wijst erop, dat de gunstige maanden voor dit middel
beginnen te komen. Gerekend over zes maanden werd
de raming niet bereikt (ontvangst
f 1.823.600
min-

der). Eerst over eenige maanden zal het mogelijk zijii
omtrent deii loop van dit middel een meer gefundeerd

oordeel uit te spreken.
De invoerrechten vertoonden, voor het eerst sedert Februari
1929,
een lagere opbrengst
(f 342.900
min-
der), welke echter weinig gewicht in de schaal legt
tegenover de ruime ontvangsten der eerste vijf maan-

den. De halfjaar-staat
wijst
dan ook, vergeleken met het vorige jaar, een vooruitgang aan van
f 1.931.000,
terwijl voor wat de raming betreft een surplus van
f 2.018.000
kon worden geboekt. Met het statistiek-
recht liep het tot dusver minder goed. Niet alleen

leverde dit recht in de afgeloopen maand minder op
dan in Juni
1920
(teruggang
f 51.700),
doch ook de
halfjaarstaat maakt geen gunstigen indruk; verge-
leken met het tijdvak Januari—Jupi
1929
beliep de
daling
f 149.100
en vergeleken met de helft der
raming
f 153.100.
De malaise doet zich hier lang-
zamerhand gevoelen.

De
accijnzen
vertoondn onderling een geheel ver-
schillend beeld. De zoutaecijns liep terug met
f 22.600,
hetgeen na de zeer ruime bate, die de eerste maanden
van het jaar opleverçlen, van minder belang is te
achten. Ook de geslachtaeeijns gaf een daling in op-brengst te zien (van
f 125.100).
Vermoedelijk is deze
teruggang toe te
schrijven
aan de sehaarsehte van
slachtvee, hetgeen hooge veeprijzen en meerdere in-
voer van vleesch tengevolge heeft. Ook de wijnaccijns
wees een lagere opbrengst aan (van
f 8.200).
De loop
vah dezen accijns blijft teleurstellen; gerekend over
zes maanden werd in
1930 f 32.400
minder ontvangen
dan in het vorige jaar. De gedisilleerdaecijns leverde
een surplus van
f 02.000
boven de ontvangst van Juni
1929.
Overigens blijft de loop van dit middel bij de
verwachting ten achter; in het eerste halfjaar kwam
f 777.600
minder in dan
6/12
der raming. En wel
werd
f 580.600
meer geboekt dan in hetzelfde tijdvak
van
1929,
doch de ontvangsten werden toen ongunstig
beïnvloed door teruggaven van
accijns,
betaald over
den op 1 Maart
1929,
datum van inwerkingtreding der
tariefsverlaging, aanwezigen voorraad. Het bier bracht
f 346.200
méér voor de schatkist op. Eet zachte voor-
jaar heeft het bierverbruik ongetwijfeld bevorderd
(voor den accijns wordt
3 A 4
maanden erediet ge-
noten). Ook de suikeraecijns gaf opnieuw een aceres
(van
f 76.900).
Naar alle waarschijnlijkheid is deze
stijging toe te schrijven aan het opslaan van voor-
raden, bevorderd door de lage suikerprijzen. Van
Januari t/m. Juni werd reeds
f 1.914.400
meer geïnd
dan in dezelfde maanden van het- vorige jaar. Qok
de tabakaceijns blijft zich in stijgende lijn bewegen;
ditmaal bedroeg het aceres niet minder dan
f 401.200,
waardoor de ontvangsten over het le halfjaar
f 1.258.200
stegen boven die van hetzelfde tijdvak
van
1929.

Een vergelijking van de opbrengsten der accijnzen
over de eerste zes maanden van
1930
met die van
1929
en met de raming leidt tot het volgend resultaat:

Opbrengst

Opbrengst

Raming

8m.1929

6m.1930

6rn.1930
Zout
……
f

917.900

f
1.150.400

f

900.000
Geslacht….

5.760.100

5.864.400

6.000.000
Wijn
…..
.

1.350.200

1.317.800

1.350.000

Gedistilleerd ,17.141.800

17.722.400

18.500.000
Bier
……

6.420.400

7.386.200

7.500.000
Suiker
….

22.447.400

,24.361.800

23.900.000

Tabak
….
,13.166.500

,,
14.424.700

,,
13.000.000

666

ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN

23 Juli 1930

De belasting

op gouden en zilveren werken bracht j 3.000 meer op over zes maanden bechoeg cle voor

uitgang
f
30.500.

Van cle middelen, die in direct verband met het
zakenleven staan, wezen de zegelrechten een daling

aan van [1.31.800, welke geheel aan een trager vloeien
der beursbelasting moet worden toegeschreven, welke

f
201.500 minder opbracht. Toch leverden de zegel-

rechten. nog
.f
54.600 meer op dan de gemiddelde

maanciramirig. De registratierechten gaven in de af ge-
loopen maand een klein accres (van
f
41.300), waar-
bij intusschen moet bedacht, dat cle ontvangst van

Juni 1929 zeer laag was. Op zichzelf beschouwd ws cle loop van dit middel in de afgeloopen maand niet
gunstig, daar cie opbrengst
f
822.800 hij de maand-

raming ten achter bleef. Eene vergelijking van deze
middelen over een tijdvak van zes maanden met cle
ôpbrengst van het vorige jatr en met de raming, geeft

de volgende uitkomst:

Opbrengst Opbrengst

Raming
6 in. 1929 6 m. 1930 6
ni.
1930
Zegelrechten ……
fl3.993.500
fl3.279.200
fl3.25O.000
Registratierechten ,,
18.296.900 ,, 14.418.700 ,, 15.000.000

IDe snccessierechten gaven ditmaal een decres te
zien van niet minder dan
f
1.280.700, waardoor dein de

vorige maanden verkregen voorsprong geheel te niet

ging. Gerekend over zes maanden kwam n.l.
f
140.200

minder binnen dai in dezelfde periode van het vorige
jaar. De raming werd in het le halfjaar daarentegen

met
f
584.000 overschreden. in aanmerking genomen
den grilligen aard der successierechten valt omtrent

den verderen
100])
weinlg te zeggen.
De domeinen verschaften door toevallige omstan-

lighedea
j
24.400 minder, terwijl
de loodsgelden een

lagere bate van
f
36.600 gaven. Laatstgenoemd mid-
lei leverde over het halfjaar
f
35.800 meer op; daar-
entegea werd de raming niet bereikt (nadeelig ver-

schil
f
77.800).
De inkomsten van liet ,,Leeningfonds 1914″ daal-

(ten van f6.075.400 tot
f
5.545.800. Van laatstge-

itoemd bedrag was ruim
f
2.334.000 aan de Verdedi-
gingsbelastingen te danken. Over de eerste zes maan-
(ten viel een vooruitgang te bespeuren van f763.800.

Voor het ,,Wegefonds” kwam in de afgeloopen
maand
f
527.500 binnen tegen
f
384.400 in Juni 1929.
Van eerstgenoemd bedrag komt
f
511.900 op rekening
van de wegenbelasting, terwijl de rest of
f
15.600
wordt bijgedragen door de rijwielhelasting. in de
verste zes maanden kwam aan het Wegenfonds ten

goede
f
7.605.300, waarvan
f
7.432.400 wegenbelas-
I:i
ng en
f
1.72.900 rijwielhelasting. In het vorige jaar

bedroegen de beide laatstgenoemde opbrengstcijfers
respectievelijk
f
6.241.600 en
f
84.200.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE WETTELIJKE STABILISATIE VAN DEN

INDO-CHINEESCHEN PIASTER.

Prof. B. Nogaro te Parijs
schrijft
ons:

De stabilisatie de facto van den piaster in Franseh
1 iido-Ohina kwam in het begin van dit jaar tot
stand
i),
terwijl zij wettèlijk door een decreet van
31. Mei. bekrachtigd werd.

Zooals men heeft kannen opmerken, is de stabili-
satie de facto ditmaal tegen de baisse in geschied,
terwijl stabilisatie meestal tegen de hausse in plaats
i.ndt, tengevolge van de gevaren, waaraan zij de
exporteurs blootstelt. Zij had dus de depreeiatie van
het zilver tot onmiddellijk gevolg. Men kan dus zeg-
gen, dat sedert de stabilisatie van den Frarischen
franc, de idee van het monetaire herstel van Indo-
Ohina, groote vorderingen had gemaakt en dat zij
op het punt stond om voltrokken te worden. Dit is
te danken aan de toenemende belangstelling van de
Pransche kapitalisten voor Indo-Ohina en aan de
noodzakelijkheid om het kapitaalverkeer tussehen

‘) Zie E.-S. B.
van 12
Maart ji.

moederland cii kolonie door stabiele muntverhoii-
dingen te bevorderen.
* *
*

Met de wettelijke stabilisatie van den Indo-Ohinee-

schen piaster doet zich niet direct een nieuw econo-

misch vraagstuk voor. Zij heeft tegen denzeifden
koers plaats gevonden als de stabilisatie de facto, d.i.

10 Fransehe francs per piaster. Deze koers is echter
laag. Daar de Itmdo-Ohineesehe piaster v66r 1914 nooit

beneden den koers van twee oude franes was ge-
daald – het laagste jaargemiddelde bedroeg frs. 2.30
in 1.910 en 1.911 – is het niveau, waarop men thans

gestabiliseerd heeft, lager dan men vroeger ooit heeft
gekend. Al kan de uitvoer zich gemakkelijk aanpas-

sen, toch brengt de stabilisatie een groot nadeel te-
weeg voor de in Indo-China gevestigde Europeanen,

wier tractementen vaak gedeeltelijk in piasters zijn
vastgesteld.

Hoe het ook zij, het staat vast, dat de Fransche .regeering het niet juist oordeelde, om den koers

van den piaster op het moment van zijn wettelijke
stabilisatie te verbeteren en deze beslissing kwam

dan ook niet onvoorzien. i)e problemen, die zich zon-
den kunnen voordoen, lagen elders. Men moest zich

afvragen, welke juridische vorm bij de vaststelling van
het muntwezen van Indo-Ohina de overhand zou heb-

ben. Men moest zich tevens afvragen, of de stabili-
satie van den piaster zou plaats vinden met betrek-

king tot den Franschen franc of tot het goud. Ten-
slotte deed zich de vraag voor omtrent de wijzigingen,
die voor het statuut van de Bank van Indo-Ohina

zouden kunnen voortvloeien uit de verandering vn
(len muntstandaard.

De eerste kwestie is op de volgende wijze opgelost.
i)e Indo-Ohineesche piaster wordt voortaan recht-
streeks als een gouden munt beschouwd.

Het eerste artikel van het wetsontwerp beaa1t, 4at: ,,La piastre, unité monétaire de l’union indb-chinoise,

est constituée par 655 milligrammes d’or, au titre cle 900/1000 de fin, soit l’équivalent de 10 frs., selori la
bi du 25 juin 1928.”

Het is dus noodig, dat de inwisselbaarheid
ifi goud
van de biljetten van de Bank van Indo-China voortaan
wordt verzekerd, hetgeen door artikel 2 wordt ge-
regeld op een
wijze,
die wij nog nader zullen be-
schouwen.

Anderzijds is het Indo-Chineesehe betaalmiddel,
hoewel zeer nauw met den Franschen franc verbon-
den – omdat het precies met het tienvoud corres-
pondeert een geheel zelfstandige munteénheid. In
de eerste plaats, omdat het in de wet uitdrukkelijk
als een gouden munt wordt gdefinieerd en voorts
omdat zijn inwisselbaarheid in goud alleen door de
Bank van Indo-China moet worden gewaarborgd. Men

heeft ten gunste van deze laatste geen rekening-cou-
rant bij de Fransehe schatkist geopend, welke een

soort van fonds voor de onbeperkte conversie van
piasters in franes of van francs in piasters zou vor-
men. De verantwoordelijkheid voor de inwisselbaar-heid van den piaster in goud berust dus geheel bij de
Bank van Indo-Ohina, zonder een vooraf vastgestelde
relatie tussehen den piaster en den Franschen franc.
* *
*

Het schijnt intussehen, dat het nieuwe muntstelsel
van Franach Indo-China een nieuwe cxi zeer zuivere
toepassing van den gold exehange standaard brengt.
Artikel 4 van het wetsontwerp bepaalt: ,,Les piastres
métafliques eontinueront â avoir cours légal illimité.”
Het schijnt wel, dat deze eenvoudig als ,,metalen”
aangeduide piasters ook uit zilver kunnen bestaan;
en daar bepaald wordt, dat zij onbeperkt een wettigen
koers zullen houden, ligt de gedachte voor de hand,
dat deze bepaling betrekking heeft op de piasters,
die reeds in cireulatie zijn, dus op de zilveren piasters.
Bovendien zal de Bank de aan haar aangeboden pias-
ters aan de regeering uitleveren, die ze ongetwijfeld
weder in circulatie zal brengen. In ieder geval zullen

23 Juli 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

667

zij niet meer
it
dcii .m.ctaalvoorraad worden opge-
nomen, die uit gouden baren of gouddev.iezen moet

worden samengesteld.
Artikel 3 bepaalt verder, dat ,, la succursale de
Saigon” – de Bank van Indo-China strekt haar werk-
ttamheden ook tot andere Icoloniën uit, met ilame tot
Nieuw-Caledonië – ,,le niontatat cumulé des hillets

en circulation et des cornptes-courants créditeurs
clevra toujours Ure représenté, pour le t
iers
au moins,

par une encaisse de garantie constituée par des lin-

gots d’or ou des devises échangeables
it VLiEt
contre

des monnaies ou des lingots d’or.”
i).it is dus de oude klassieke regel in zijn eenvou-

digsten vorm, namelijk, dat de fiduciaire circulati
het drievoud van den metaalvoorraad niet mag over-
schrijden of anders uitgedrukt, zij moet tenminste
voor een derde door goud gedekt zijn. Dit goud kan
evenwel, in tegenstelling met hetgeen voor de Bank
van Frankrijk is bepaald, vertegenwoordigd worden

door gouddeviezeit.
De inwisselbaarheid van de biljetten van de Bank

van Indo-China wordt gewaarborgd door de bepaling,
dat zij eenerzijds verplicht zal zijn goud te koopen
tegen een vasten koers, onder aftrek slechts van de

kosten van aanmunting en dat zij anderzijds goud tegen een vasten koers zal moeten afgeven in ruil

voor haar biljetten. Deze wijze van inwisselbaarheid
van bankbiljetten in goud is heden ten dage bijna
overal in zwang.
i)e Bank behoeft, zooals in artikel 2 is bepaald,

slechts voor minimum-hoeveelheden, die in overleg
tusschen den Minister van Financiën en den Minis-
ter van Koloniën eenerzijds, en de Bank van Indo-
China anderzijds worden vastgesteld, tot inwisseling
over te gaan. Bovendien zal zij naar haar keuze haar
biljetten tegen goud kunnen inwisselen hetzij te
Saigon, hetzij te Parijs, in dit laatste geval onder
aftrek van de transport- en verzekeringskosten’ Sai-
gon-Parijs.
De beteekeni.s van, deze laatste bepalingen is ge-
makkelijk te verklaren. De verplichting, om slechts
goud af te geven bij een bepaald bedrag aan bank-biljetten, beteekent in werkelijkheid de vrijstelling
van cie inwisselbaarheid van het bankbiljet voor het
hirmenlandsche betalingsverkeer. Dat cle i riwisseling
‘ioowel te Parijs als te Saïgon kan geschieden, houdt verband met de verplichting om alleen voor buiten-
landsche betalingeLi goud af te geven.
Zoo zal het biljet in het binnenland practisch niet itiwisselbaar zijn, cle zilveren piaster zal tot nadere aankondiging blijven circuleeren, terwijl de gouden
piaster geen binneniandsch betaalmiddel schijnt te
worden. Daarentegen is de theoretische inwisselbaar-
heid van het biljet in goud op de meest stipte wijze
verzekerd, omdat de piaster ,,munteenheid”, anders
gezegd ,,waardemeter”, in overeenstemming met een
zeker gewicht aan goud is vastgesteld.
Wat de praktische inwisselbaarheid betreft, kan
toen ongetwijfeld zeggen, dat de oude regel, die den
goucivoorraad in een bepaalde verhouding tot de
fidiiciaire circulatie vaststelt en geen rekening houdt
met de behoeften voor eventueei.e internationale ver-effeningeni, niet geheel aan het nagestreefde doel be-
antwoordt. Hoewel de Bank van Indo-China niet,
zooals dc meeste andere groote Fransche koloniale
banken, in rekening-courantverkeer met de schatkist
van
het moedeniand. staat, is het aan geen twijfel
onderhevig, dat zij, indien haar goudreserve onvol-
doende mocht blijken, in het moederland over vol-
doende credi eten zal kunnen beschikken.
* *
*
iLiermede is het herstel van het Fransch Indo-
Chineesche muntwezen, dat sedert een kwarteeuw
in onderzoek was, thans verwezenlijkt, op een
wijze,
die
Vrij nauwkeurig overeenkomt met de in Indië, de Phi-lippijnen en de Straits-Settlements gevolgde methode.
Deze methode is dus wel beproefd en de middelen,
die de Bank van Indo-Ohina ten dienste staan, zullen




S

ongetwijfeld ruimschoots voldoende zijn om elke nieu-
we depreciatie van den piaster te verhinderen.
Het eenige gevaar voor instabiliteit zou op het

oogenblik uit een
prijsstijging
van het zilver kunnen

voortvloeien, want de stabilisatie heeft ongeveer tegen

cle handelswaarde van het metaal plaats gevonden.
Deze overweging had een iets hoogeren koers bijv.
vai:i Frs. 12,50 kunnen rechtvaardigen. Liet is waar,
dat men bij den thans gekozen koers van Frs. 10 in
geval van een prijsstijging van het zilver een veran-
dering van den koers, waartegen de biljetten in goud

inwisselbaar
zijn,
kan overwegen. Het is echter niet
zeer waarschijnlijk, dat men deze methode zal volgen,

omdat deze koers door de vaststelling van de munt-
eenheid zelf werd bepaald. De oplossing zal dus Lig-
gen, hetzij in een vermindering va:n het gehalte van
den zilveren piaster, hetzij in intrekking daarvan.
:Deze laatste, maatregel zou niet dezelfde moeilijkheden

opwerpen, die
zij
kort geleden zou hebben gehad, want

de bevolkingis thans aan papieren biljetten gewend.

IMMIGRASIE IN SUID.ÂFRIKA .EN DIE NUWE
IMMIGRASIEWET.

Dr. C. G. W. Schumann te Stellenbosch schrijft ons:
In verband met die immigrasiewet van 1930 sal dit

van belang wees om iets mee te deel omtrent die im-
migrasie in Suid-Afrika in die algemeen. Die be-
volkingsprobleme, die nturelleprobleem en die ar-
meblanke-vraagstuk, waaraan die immigrasievraag-
stuk so nou. verbind is kan hier vanselfsprekend iiie
behandel word nie.

Dit sou. besonder interessant wees om syfers te hê
oor die immigrasie in Suid-Afrika gedurende die
19de eeu na grootte, nasionalitait, beroep ens., maar
sover my bekend bestaan daar geen spesiale studie
hieroor iiie. Selfs die gegewens beskikbaar in die ou
Kaapse blouboeke en ander bronne, is nie versamel
iiie. Interessant egter is ‘n berekening van Ooien-
brauder dat in 1806, by die finale oorname van die
Kaap deur die Britte, die bestaande blanke bevolking
aan die Kaap volgens nasionaliteit as volg ingedeel was: Hollanders ruim 50 pOt., Duits 27 pOt., Frans 17 pOt. en die res ander nasionaliteite. Na 1806 het
die immigrasie begryplikerwyse hoofsaaklik bestaan
uit Britte.
Die offisiële Jaarboek van die Unie gee wel enkele
syfers oor die getal persone in Kaapse hawens beland
vanaf 1853. Slegs van 1903 egter, toe die eerste im-
migrasiewet in werking getree het, is noukeurige
syfers verkrygbaar. Die volgende syfers word dan
deur die Jaarboek gegee:

Aantal persone aan Kaapse hawens geland,
1853-1909.
Jaar

,

Aantal

Jaar

Aantal
1853
……..
300

1904
……..
42,938
1863
……..
900.

1905
……..
39,920
1873
…. ….
1,200

1906
……..
37,124
1883
……..
5,700

1907
……..
30,205
1893
……..
12,800

1908
………
27,192
1903
……..
71,085

1909
……..
30,363

Die besondere groot immigrasie in 1903 is

ii be-wys van die optimisme wat daar in Suid-Afrika, hoof-
saaklik in besigheidskringe, en waarskynlik ook in
Engeland, geheers het net na die Boere-oorlog. Ons
het hier ‘n tiepiese na-oorlogs ,,Hochkonjunktur”, in
hoofsaak baseer op ‘n oorskatting van die binnelandse
lcoopkrag – vrug van die gebrek aan duidelike
mi-
derskeicling tussen reële hehoeftes en, finansiële be-
taalverm,oe. Die verkoop van militêre voorrade in ver-
binding met
die
bestaande oor-invoer van goedere en
die vertrek van die troepe met hulle koopkrag het
die na-oorlogs voorspoed tot ‘n end laat kom. Die de-
pressie duur tot 1909. Dit blyk duidelikuit die merk-
hare daling in die immigrasie en volgens die Jaarboek
moes daar in die jare 1903-1910 ‘n belangrike netto-
afname in die bevolking gewees het w’at betref mi-
grasie.

Na 1910 word syfers gegee vir die hele Unie, maar
die migrasie oor die hesondere lang landsgrense in

668

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

23 Juli 1930

die Noorde is slegs gedeeltelik beskikbaar vanaf 1914
en meer noukearig vanaf 1916. Geduren4e die 9 jaar

1910-18 het 264,150 persone in die Unie hawens
geland en 286,193 is ingeskeep. Dit gee dus ‘n ver-
lies van 22,043 of gemiddeld 2,449 per jaar. Die be-

weging oor land is uitgesluit omdat die getal ver-

trekkendes en aankomelinge ongeveer balanseer.

lIoewel
OflS
lie hier met nuwe aankomelinge en

permanent vertrekkendes te doen het nie, moet die
totaal vir ‘n hele aantal jare ongeveer ‘n juiste beeld

gee van die bevolkingsverandering deur migrasie.

Verder sluit die syfers egter ook in n:ie-Europeane,
veral Indiërs. Dit is waarskynlik dat veral na 1913,

toe die verbod op Indiese immigrasie prakties inge-
voer is, die getal Asiate wat die Unie verlaat het

groter was as die wat ingekom het. Daar sal dus
waarskynlik vir die genoemde jare ‘n klein immigra-

sieoorskot van blankes alleen gewees het.

Vir die volgende jare gee ons die syfers vir nuwe

aankomelinge en permanent vertrekkendes vir Euro-

peane alleen.

Permanent
Vermeerdering
Jaar
Nuwe Aankomelinge Vertrekkendes
of vermindering
Oor see
Oor land
Oor see
Oor land
Oor see
Oor land
1.919
9,038
3,295 8,203
3,438
835
-143

1920
22,095
4,153
9,846
5,010
12,249
-857
1021
20,933 4,491
13,476 3,851 7,457 640

1922
13,235 3,415 12,675
3,240
560
175
1923
11,641 3,445 12,666
3,766
-1,025
-321
1924 5,606
3,222
5,648 4,323
-42
-1,101

1925
5,760
3,344 4,888
5,138
872
-1,794
1926
6,902
4,559
4,812
7,898
2,090
-3,339

1927
6
1
900
4,546
4,971
8,728
1,929
-4,182

24,915 -10,922

Vir. die 9 jaar 1919 tot 1927 is daar dus ‘n immi-
grasieoorskot van slegs 13,993 Europeane, of
’11
jaar-

likse gemiddelde van 1,555. Interessant is die sterk

stygende emigrasie uit Suid-Afrika na die lande ten

Noorde van die Unie, en dit ten spyte van die voor-

spoedstydperk in die Unie vanaf 1923.
Die belangrikste konklus.ie waar die syfers op wys
is dat vanaf 1903 Suid-Afrika geen noemenswaardige
toename in haar bevolking gehad het nie in die vorm

van ‘n immigrasieoorskot. Dis ‘n feit van die grootste
belang in verband met die bevolkingsprobleem van
die Unie. Terwyl die blanke bevolking van Suid-

Afrika
van 1,116,806 in 1904 tot 1,738,937 in 1928,
dus met 622,131, toegeneem het, is dit zeker dat feit-
lik die hele vermeerdering toe te skrywe is aan ‘n
natuurlike aanwas. In dieselfde jare het die nie-blanke
bevolking toegeneem van 4,059,018 tot 6,038,646 in

1928.
Van die standpunt van die blanke bevolking in die
Unie lyk dit dus die aangewese politiek van die Staat

om blanke immigrasie soveel moontlik te bevorder. In
die verlede is die Regering nog altyd goedgunstig
gesind gewees teenoor immigrasie, private vereni-
gings soos die ,,1820 Settiers Society” het aktief im-
migrasie bevorder. ‘n Merkbare resultaat was egter
nie die gevolg nie, soos die syfers aantoon.
Hierdie verskynsel vra dus om ‘n verklaring. Wat
is die oorsake van die geringe immigrasie gedurende
dieseifde tyd dat die Verenigde State immigrasie
streng moet beperk en die immigrasie in Kanada, Ar-
gentinië, Australië, ens. absoluut en relatief veel

groter is? Het ons hier met blywende oorsake te doen,
en moet ons dus op ‘n bestendiging van hierdie toe-
stand vir die toekons gb, of kan die oorsake teen-

gewerk en deels oorwin word?

* *
*

Die negatiewe migrasie-oorsake, soos ekonomiese

ellende öf onderdrukking, gebrek aan politieke seg-
gingskap, of godsdienstige vervolging hoef hier nou-
liks genoem te word. Dit verklaar wel grotendeels die migrasietendeus uit Europa of die Ooste, maar

die verklaar nie
waarheen
die emigrasie sal plaasvind
nie. Juis die laaste interesseer ons hier. Ons moet

Suid-Afrika vergelyk met ander lande van die stand-

punt van die Europese emigrant.

In godsdienstige vryheid, politieke regte vir alle
blankes, gesonde en aantreklike natuursomstandig-

bede vergelyk Suid-Afrika seker goed met enige van

die ,,jonger” lande. Ekonomiese toestande moet dus
‘n verklaring gee.

Dit bring ons tot een aspek van die ekonomiese op-

bou van Suid-Afrika, wat van ingrypende betekenis

is vir feitlik al haar nasionaal-ekonomiese en sosiale probleme en wat ons land onderskei van meeste im-

m:igrasielande. Dit is al. die besondere bevolkings-
opbou, die aanwesigheid van so ‘n groot persentasie

nie-blankes in die land. Ons het hier nie slegs ‘n

kleur, rasse en sosiale onderskeiding nie, maar ‘n

duidelike ekonomiese skeiding tussen twee groot groe-

pe in die bevolking. Die naturelle bepaal hulle feit-

lik uitsluitend tot ongeskoolde werk in die myne, in

die fabrieke en Staatsdiens en in die boerdery, terwyl
die blankes aangewys is op die geskoolde werk, pro-
fessies, boerdery, ens. Hieruit is dit grotendeels ver-
klaarbaar waarom die onderskeid tussen die lone vir

geskoolde en ongeskoolde arbeid in Suid-Afrika rela-
tief hoër is as in enig ander land. Die lewensbehoef-

ten van die naturel is nog besonder gering, hoewel

deur aanraking met Europese gewoontes ‘n sterk sty-
gende tendens merkbaar word, met die gevolg dat
lone besonder laag is. Aan die ander kant is die lone
van blanke geskoolde arbeiders in Suid-Afrika, vol-
gens die Ekonomiese en Loon Kommissie van 1926,
belangrik hoör as in Europa, iets hoër as in Australië,

ongeveer dieseifde as in Kanada en word dit slegs
deur ooreenkomstige lone in die Verenigde State oor-

tref. Volgens ‘n growwe berekening was die inkome
per hoof van die werkende naturellebevolking in 1923
£ 37, en vir die blanke bevolking £ 229, vir alle wer-
kende persone gesamenlik (blank en nie-blank) £ 96

in vergelyking met £ 178 in Australië en £ 260 in

Kanada. By hierdie vergelyking moet onthou word
dat die blanke bevolking van Suid-Afrika ‘n hoër
ekonomiesé en sosiale klas in die bevolkingsopbou
verteenwoordigs as bv. die blankes van Engeland of

Australië wat die hele bevolking, ook ongeskoolde

arbeiders, omvat.
Dit is duidelik dat byna geen ongeskoolde immi-
grant in Suid-Afrika ‘n werkkring sal kry nie tensy
hy met die loon en lewensstandaard van die naturel
tevrede wil wees. Aangesien verreweg die grootste per-
sentasie van die imwigrante in Amerika, Kanada ens. tot die ongeskoolde klas behoort, is dit taamlik veilig
om aan te neem dat in hierdie bevolkingsopbou die
vernaamste oorsaak van die geringe immigrasie in
Suid-Afrika te vind is. Die onbeduidende immigra-

sie in die suidelike negerstate in vergelijking met die
noordelike state in die Verenigde State bewys ook
gedeeltelik die belangrikheid van hierdie faktor.
Met die teenwoordige nywerheidsontwikkeling,

blanke arbeidspolitiek van die Regering en van ver-
skillende fabrieke, is dit wel waarskynlik dat ons in
die toekoms meer immigrante kan verwag. Op die
oomblik word hierdie aanvraag egter in voorsien
hoofsaaklik uit die klas van arm blankes wat duidelik
tot uiting kom in die gedurige trek van die platte-
Ïand na die stede. Ek meen dus dat ons kan aanneem
dat, tensy deur magsfaktore soos een of ander vorm
van segregasie die arbeidsveld vir die blankes aan-
sienlik uitgebrei word, ons ook in die toekoms geen

groot bevolkingsvermeerdering kan verwag in die
vorm van ‘n immigrasieoorskot nie.

* *
*

Met die oog op hierdie feite mag die nuwe immi-
grasiewet waarskynlik vreemd lyk. Die inhoud van die wet is in kort as volg: Vanaf 1 ,Tulie, later ver-
vroeg tot 1 Mei, 1930 word die maksimum getal im-
migrante wat die Unie mag binnekom van ‘n bepaalde
land beperkt tot 50 per jaar, uitgeslote die volgende
lande: die Britse Gemenebes, Duitsland, Holland,

23 Juli 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

669

Italië, Noorweë, Portugal, Spanje, Swede, Switser-
land en die Verenigde State. ‘n 1inigrasie Raad, be-
staande uit 5 lede, word ingestel om toesig te hou

oor immigrasie. Art. 3 van die wet bepaal egter dat
meer as 50 van enige van die beperkte lande mag toe-

gelaat word deur die Raad op voorwaarde dat die

totale getal so toegelaat van al die beperkte lande
saam nie 1000 sal te bowe gaan nie.
Om die bedoeling van die wet te begryp is dit no-

dig om aan te toon hoe die karakter van die immi-
grasie in Suid-Afrika gedurende die laaste jare ver-

ander het. Die volgende syfers gee die nuwe aanko-
melinge uit clie lande wat deur die wet affekteer sal

word.

Nuwe aankomelinge in die Unie van:
1920 1923 1926 1927 1928 1929

Griekenland

56

53

80

120

107

207

Suid-Slawië …….x

x

24

55

88

30

Letland ……….x

x

94

176

269

400

Litoue …………-

190

974 1112 1323 1379

Pole …………..-

31

170

243

365

528

Rusland ……….
513

86

74

106

109

69

Palestin% ………x

x

34

81

(x Die sylers is nog nie apart sesifiseer iiie.)

Die getalie van emigrante uit Suid-Afrika na

hierdie lande is onbetekenend.
interessant is om hiermee te vergelyk die volgende syfers wat die immigrasie uit en die emigrasie na die

lande van
Noord-
en
Wes-Europa
weergee:

Jaar

Tmmigrasie Jirnigrasie

– 1924 …………..4425

5687
1937 …………..4579

3904
1929 …………..4763

3418

Die aansienlike oorskot vir 1929 is hoofsaaklik toe
te skrywe aan die koms van ongeveer 700 Hollanders
en Beige in verband met die nuwe diamantslyperye.
Nog meer sprekend is die volgende gegewens: Ge-
durende die jare 1924-29 was die netto-verlies ian

Britse onderdane ongeveer 1800 terwyl die netto-wiis
van ander lande 14,527 was waarvan die oorgrote
meerderheid van Oos-Europa afkomstig is. Verder
2

gedurende 1924-1928 wag die netto-toename in die

getal Noord- en Wes-Europeane 831 of 9,8 pOt, van
die totale vermeerdering, terwyl die toename van die
Oos-Europeane 7576 of 87,4 pOt. van die totaal was.
Al hierdie syfers wys duidelik op die algemene

tendens in die Suid-Afrikaanse immigrasie geduren-
de die laaste jare. Volgens gegewens verstrek aan die
hetrokke Minister besit meeste van die Oos-Europeane
geen geld. Hulie word ook toegelaat op krediebriewe.
Van die inkomelinge is ongeveer 22 pOt. afhanklikes,

siegs 3 pOt. is landbouers, terwyl 80 ander beroepe
het. Meeste van die Litouers ens. word opgeneem in
die kleinhandel, ens. – bedryfstakke waar daar al-

reeds ‘n tendens tot ‘n teveel bestaan. Van die standpunt van die bestaande bevolking in
Suid-Afrika kan hierdie wet nie anders as toegejuig

word nie. Ekonomies gesien kan die besproke klas
van immigrante nie as ‘n bate vir die land beskou
word nie. Deur hulle laë lewensstandaard vorm hulle

‘n bedreiging vir bepaalde beroepsklasse van die be-
staande bevolking – tot ‘n groot mate vul hulle nie
‘n behoefte of leemte in ‘n groeiende ekonomiese stel-
sel nie, maar het hulle meer ‘n verplaasende uitwer-
king waardeur bestaande blanken buite werk geplaas
word. Op die lang duur moet nuwe kompetiesie wei
stimulerend werk, maar dis onwaarskynlik dat hier-
clie klas ‘n gesonder konkurensiestelsel of gesonder

besigheidstoestande bevorder. Van ‘n sosiale of breed
nasionale standpunt is hierdie Oos-Europeane nog

minder gewens.
Waar
die strewe in Suid-Afrika is om

‘ii
nasionale sosiale lewe en kuituur op te bou op
Wes-Europese grondslag, is dit onwenslik om hierdie bevoikingselemerlte, so vreemd aan en onassimiieer-
haar in die Suid-Afrikaanse sameiewing, op te neem.
Soveel temeer word juis gewenste immigrante van
die Germaanse lande in Suid-Afrika aangemoedig.

Op die abstrakte reg of regverdigheid van immi-

grasiebeperldnge van sommige lande teenoor anders
kan hier natnuriikerwys nie ingegaan word nie. Al-

leen moet onthou word dat ons hier te doen het nie slegs met ‘n reg op geografiesè migrasie, maar met

‘n vraagstuk van rassevermenging, en met ‘n proses
van ekonomiese en sosiale migrasie vanuit laër strata
na hoër strata in die sameiewing.

AANTEEKENINGEN.

De ontwikkeling van de Margarine-Industrie.

In het jongste nummer van het kwartaaisbericht

van de Amsterdamsche Bank komt een beschouwing
voor van den heer Anton Jurgens, waaraan wij het

volgende ontieenen.
Na een inleiding over het ontstaan van margarine
en haar beteekenis voor de voiksvoeding wordt de in-
vloed van dit artikel op de handels- en betalings-
balanseii van enicele landen aarL de hand van voor-

beelden nagegaan. Denemarken als voornamelijk agrarisch land heeft als zooclanig een zeer belangrijke natunrboterproductie. De
consumptie van natuurboter in Denemarken is echter ge-
ring, doordat de Denen op groote schaal de hooggeprijsde
natuurboter uitvoeren;
80 h 90
pCt. van de kostbare
natuurboter wordt naar het buitenland verkocht, terwijl
de bevolking zelf margarine verbrinkt, welke in Denemar

ken wordt gefabriceerd.
De margarine-eonsuniptie in ])enemarken is ongeveer viermaal zoo hoog als de natuurboter-consumptie en be-
draagt niet minder dan ongeveer
22
KG. per jaar per
hoofd, een cijfer, (lat in geen enkel ander land bereikt
wordt.
In 1929
bedroeg de waarde van den uitvoer van de
natuurboter uit Denemarken niet minder dan ongeveer
Kr.
520.000-000.
Het omgekeerde beeld vertoont Duitschianil. De Duit.
sche natuurboterproductie is niet voldoende out de bui-
neulandsche vraag te dekken. II Loewel de margarinecon-
surnptie van ongeveer
7
4 1KG. per hoofd der bevolking
nog voor zeer belangrijke uitbreiding vatbaar is, wordt

er meer dan
136.000
ton natuurboter per jaar in Duitsch-
land ingevoerd, tea- waarde van ruim Mk.
458.000.000.
Bij
verdere stijging van dle margarine-consumptie zon de Duit-
sehe betalingsbalans ontlast kunnen worden met het ver-schil tussehen de waarde det- natuurbotor en de aanmer-
kelijk lagere waarde van de grondstoffen, benoodigd voor
de margarine.
In Nederland is de toestand weer anders. Van cle natuur-
boterproduetie wordt een zeer belangrijk deel uitgevoerd,
vooral naar Duitscbnd. De totale hoterproductie be-
droeg in Holland in
1928 85.000000
KG. en de uitvoer

bruto 47.000.000
1KG., ter waarde van ongeveer
f 88.000000.
Naast de natuurboter-productie heeft Holland een zeer
belangrijke margarine-productie. Volgens het rnaandschrift
van het Centraal Bureau voor de Statistiek bedroeg de
Nederlanclsche margarine-productie in
1928 140.000.000

1KG. Hiervan werd
66.5
millioen 1KG. in ons land zelf ge-
consumeerd, wat op een verbruik van
8.4
1KG. per hoofd
van de bevolking neerkomt; tegenover eau gemiddeld
natuurboterverbru ik van
5.8
1KG.
Naast den boteruitvoer ter waarde van ongeveer
f 88.000-000
bedroeg de margarine.uitvoer in
1928

89.000.000
KG. bruto ter waarde van j
52.000.000
Wij zien dus in cle drie verschillende landen den vol-
genden toestand:

Denenaarken:
Uitvoer aatuurboter ……Kr.
520.000.000
Margariue-consumptie per
hoofd ………………….(G.

22

Duitschiand:
Invoer natuurboter ……. l
k. 458.000.000
Margarine-consuinptie

per
hoofd ……………….1KG.

7.5

Nederland:

Uitvoer natuurboter ……
f

88.000.000
Margarine-consumptie

per
hoofd ………………. 1KG.

8.4
Uitvoer margilrine ……..
f

52.000.000

Voor Nederland en Denemarken geldt
in
zekeren zin, dat
voor iedere 1KG. margarine, welke geconsuineerci wordt,
ccii 1KG. natnurboter van belangrijk hoogere waarde voor
export vrijkomt; terwijl voor Duitschland voor iedere 1KG.
ulargarine., welke geconsumeerd wordt,
1
1KG- natunrboter
minder behoeft te worden ingevoerd.
Dan tenslotte de beteekenis van de margarine-industrie
voor de nationale en internationale geld. en kapitaalmark-

670

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

23 Juli 1930

ten. waarbij wij
ill
ht bijzoudel llloei;eFt jZ61 op
(1C
enorme kapitaJen, Nvelke door de nlargarillc-iII(tustrie door-
loopenci noodig zijn voor haar grondstoffen-voorziening cii
voor de financiering van ceii margarinehai:idel.
Verder
cle
‘e1e milliociien, benoodigd voor ôiiclerhoud ee reparaties
van tankbooten, tankinstallaties, fabrieken, autoparken,
spoorwagens, enz.; dan de groote bedragen, welke de vaste activa vereischen. Voor cle grootc combinitie, welke in cl.e
Margarine Tlnie/Unioi.i was geconcentreerd, werd in 1929
meer dan
f
18.000.000 vlottende niicldclen in vaste activa
omgezet, terwiijl voor reparaties, – veranderingen en onder-
houd over hetzelfde jaar
f
13.000.000 besteed werd. Wij
kunnen aaniienien, dat in dc vaste activa dezer combinatie
een bedrag van ongeveer
f
175 millioen is geïnvesteerd.
Tot op den huidigen dag is de margarine een specifiek
Efollandsch product gebleven. Vanuit Holland heeft de
margarine-industrie zich over geheel Europa ontwikkeld
en meer dan vanuit eenig ander land wordt vanuit Hol-
land tot in dé uithoeken van de wereld margarine ver-
zonden. Niet alleen in Nederlandseh-Indië, maar ook in China en Japan, op Haïti en Curaçao, in Zuid-Afrika en
op cle Philippijnen kaii men blikjes i3lue J3and en andere
kwaliteiten 1111andsche margarine koopen.
De margarine-industrie is sterk ,,Rohstofforientiert”,
niet alleen wat betreft den aanvoer van oliën, maar in het
bijzonder ook ten opzichte van cle melk-verhoudingen. i)it
was 66n der redenen waarom cle firma Van den Bergh te
Oss er in 1890 toe overging haar fabriek naar Rotterdam
te verplaatsen, waar aan dcii overkant van de Maas, aan
diep vaarwater en gunstige spooraansluitiugen, haar eta-blissementen werden gebouwd. Ook de fabrieken, welke
later in ijt buitenland verrezen, vertoonen grootendeels
deze ,,grondstof-oriëutatie”. Er ontstonden in Engeland f a-
brieken langs de Theems, de grootsten in Pnrfleet en in
Fulha.m; in II)uitschland vooral aan den Beneden-Rijn in
Clcve ei.i Goch; verder ontstonden er in Hamburg en West-
falen belangrijke margarine-centra.

Na gewezen te hebben
01)
het feit, dat de mirgarine-
handel in het teeken vaif den steeds wedei

keerenden

concurrentiestrijd heeft gestaan en na het samengaan
van cle Jurgens en Van den Bergh concerns gerele-
veerd te hebben; wijdt de schrijver eenige aandacht aa het daarna doorgevoerde rationaliseeringsproces
om tenslotte te besluiten met een beschouwing over
het co.ucentratieproces van het Margarine-concern.

Naast het rationalisatieproces zette zich het concentra-
tie-proces verder door. De Margarine Unie en Union wal;en
thans de grootste combinatie op het gebied der margariuc-
en vetindustrie, met aanzienlijke belangen in de zeepnij-
verheicl, welke laatste voor haar voornaamste grondstoffen
en vetzuren de klant w’as van de oliefabrieken der mar-
garine coilcerns.
Een- zeer belangrijke stap in het1concentratieproces, was
dc combinatie met de Schicht-groep, één der oudste con-
cerns in Midden- en Oost-Europa op het gebied van mar-
gariiee, eetbare vetten, en vooral op het gebied van zeep
en aanverwante artikelen.
Van de Schicht-bedrijven zijn vooral bekend de groote
fabrieken in Aussig; verder bezit de Schicht-groep een
belangrijk aantal fabrieken in Oostenrijk, Hongarije, Polen,
T)uitschland, Zwitserland, Jugoslavië en Roemenië.
Een volgende stap in het concentratieproces was de toe-
treding tot het Unie-concern van cle ten onzent zeer be-
kende H. Hartog’s Pabriekeil te Oss, welke uitgebreide
zaken vooral in margarine. en eetbare vetten dreven en
tevens een belangrijk exportbedrijf hadden.
Naast de overeenkomsten

met deze belangrijke groepen, werden er verder nog overeenkomsten met cén aantal klei-
nere zaken afgeslotee, waardoor de Mârgarine Unie er iii
slaagde haar organisatie op vele, punten te completeeren In af te ronden.
De combinatie, welke alle vorigen in cle schaduw stelde,
zou echter zijn de op 1 Januari 1930 in werking getreden
fusie met het Lever Concern, de vooral in cle zeepindustrie
bekende Engelsche onderneming, welke haar vertakkingen
«
over de geheele wereld heeft.
Hoewel Lever, naast haar overwegende zeepbelangen, een
aanzienlijken margarinehanclel heeft – vooral in Engeland
– moet deze combinatie voora.l bekeken worden vanuit het .gezichtspunt der grondstoffenvoorziening. Naast de kwan-
titeiten pahnpitten, grondnotèn en andere oliehoudende
vruchten en zaden, welke de oliefabrieken van het marga-
rine-concern’verwerken, gebruikt het Lever-concern even-eens zeer belangrijke hoeveelheden van dergelijke, grond-
stoffen voor haar zeepfa-bricage. Door de plaats gevonden
hebbende concentratie is de positie op ce ‘ grondstoffen-
markt voor het Unilever-concern, dat als ko6per optreedt

voor de i’Iekkiiig van In omvangrijke grondstoffenbehoeften
‘nni.
J nrgens, van dcii .l3ergh, lever, Schicht en :u.artog,
iaiiinerkclijk versterkt, ofschoon uiteraard in ccii industrie
als deze van een gronclstoffei’i-monopolie nin:irner sprake
kan zijn.
Wel is in de laatste jaren een dalende tendenz in cle
grondstoffenprijzen waar te neiiien, doeh deze is gereecle-
lijk te verklaren uit liet zeer versterkte aanbod van plant-
aardige grondstoffen, als gevolg van cle overvloedige oog-
sten der laatste jaren. Onderstaande cijfers geven hiervan
een duidelijk beeld:

jud. Cftoiidnotcn ……..1927

536.000 ton

1,929 1.075.000
Copra (Exporten) ——-1927

830:000
1929
1.050.000
Soyabooucu ————-1927

871.000
(Ïmporten in Europa) – – 1929′ 1.600.000

De stijging in cle soynboonen-verschepingen word vercicr
in de hand gewerkt door den bijzonder lagen zilverprijs,
welke onder meer het aanbod van soya-. en sesa.mzaad in
China zeer sterk heel t bevorderd.
II)e Jurgens Limitecl, cle Van den Berghs Limiteci, cle
Anton Jurgens’ Vereenigde Fabrieken, de Van den Bergh’s
Fabrieken en de Hollandsche ”ereeiuging tot, Exploitatie
van Margarinefabrieken, welke alle
01)
hun beurt talrijke
andere zaken beheerschen, zijn in handen van cle ‘Unilever
Il’,irnited èn cle Unilever N.V. In de Unilever Limited zijn
verder ingebracht alle gew’one Lever-aanileelen.
De beheerschende aandeelen der Unilever N.V. en der
Unilever Lirniteci worden ieder voor de helft ingebracht in
een ]E[ollandsche holding company en in een Engelsche h’old-
ing coinpany; terwijl alle aandeelen
01)
één na va.i:i de Hol-lauclsche holding company gehouden w’orclen door de Unie-
groep, wordt het ééue aandeel der Hollandsche holding
Company gehouden dôor de Engelsche holding company.
Hetzelfde geldt voor cle Eagelsche holdjng company. Hier-
van zijn alle aandeelen op, één, na in handen der Lever-
groep, terwijl het ééne aandeel der Engelsche holding corn-
pany gehouden wordt door de Hollandsche holding company.

BOEKAANKONDIGING.

Het Bevolkings- én Emiratievraag-

stuk in Nederland en in den Nedea–
-laeidschen landbouw dooi- A. Sevenstei-.

(H. Veenman & Zonen, Wageningen).

Het -bovengenoemde geschrif t is een proefschrift
‘ter verkrijgirig van den graad van doctor in de Land-

bouwkunde aan de Landbouwhoogeschool te Wage-ningen. Van de meeste proefschriften over economi-
sche onderwerpen onderscheidt het zich daardoor, dat
de schrijver jaren lang in het practische leven heeft
gestaan en als Nederlandsch Rijkslandbouwconsulent
te Parijs gelegenheid heeft gehad met betrekking tot
de behandelde vraagstukken veel waar te nemen en te
overdenken. Deze waarnemingen en overdenkingen
zijn ongetwijfeld zijn arbeid ten goede gekomen.
De schrijver begint met theoretische beschouwingen
over wat onder overbevolking, waarover na, den oor-
log zooveel is gesproken, soms zelfs in een soort
paniekstemming, moet worden verstaan. Hij onder-
scheidt daarbij absolute overbevdlking en relatieve
overbevolking. De absolute overbevolking kenmerkt
zich door gebrek aan de eerste levensbenoodigdheden
en daaruit voo±tvloeiende armoede, hongersnood cii
sterfte. Bij relatieve overbevolking ontstaat wel geen
absoluut gebrek, maar toch een daling van den levens-standaard beneden het peil, waarop hij bij een kleinere
bevolking zou staan.

In Nedérland is, meent de
schrijver,
niet alleen van
absolute, maar ook’ van relatieve overbevolking geen
– sprake, getuige de stijging van den levensstandaard.,
Wel kan er relatieve overbevolking zijn van ‘bepaalde
groepen. En dit is, naar de heer Sevenster meent, het
geval met de landbouwondernemers Emigratie van
deze is dan ook gewenscht. Indien de emigreerende
hoeren kapitalen medenemen, die grooter zijn dan het
gemiddeld kapitaal per hoofd- onzei bevolking, zal
‘de welvaart door’ hun vertrek echter ongunstig wor-
den beïnvloed. Ook is het een bezwaar, dat hët vaak
de meest energieke elementen – der ‘bevolking zijn,

1 die tot landverhuiing over gaan.

23
Juli
1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

671

De oplossing van het werkiooslieiclsvraagstuk in de nijverheid zal langs den weg der emigratie, naar

schrijver meent, niet kunnen worden bereikt. Of-

schoon behalve in enkele streken, er niet te veel land-

arbeiders zijn, zou hunne emigratie bevorderd kun-
nen worden, om te voorkomen, dat de toeneming der

platteiandsbevolking al te zeer de industrieeele ar-
beidersbevolking doet toenemen.

Niet het minst lezenswaardige deel van het boek

vormen de opmerkingen, die de schrijver makkt over

wat men ijiet emigratie kan bereiken en voor welke

bezwaren men daarbij komt te staan. Ofschoon hij de
heteekenis der emigratie ter oplossing van bevol-

kingsvraagstukken niet ontkent, ziet hij daarin toch

niet een zoo krachtig middel ter beëindiging der
overbevolking als velen wei doen.
Inzonderheid, worden aan de praktijk ontleende op-

merkingen gemaakt naar aanleiding van de emigra-

tie naar Frankrijk. Duidelijk worden hier de moei-

lijkheden in het licht gesteld, waarvoor men in dezen
is komen te staan. Het resultaat der pogingen, om
Nederlandsche landbouwers en landarbeiders naar
Frankrijk te doen emigreeren, is dan ook in verhou-

ding tot de gedane moeite en gemaakte kosten be-
droevend klein.

In het laatste hoofdstuk bespreekt de schrijver
de organisatie der landverhuizing in Nederland.
Naar zijne meening is het aantal lichamen, officieele
en andere, die zich met het emigratievraagstuk be-
zig houden, veel te groot in verhouding tot de ge-ringe behoefte aan emigratie, die tot nu toe hier te
lande bestaat. Ook met he4 oog op een eventueel ver-
sterkte behoefte aan emigratie, die in de toekömst
zou kunnen optreden, acht de heer Sevenster cen-
tralisatie van de overheidshemoeiing in dezen ge-
wens cht.
J. SMID.
Voorburg.

Moody’s Bank, Insurance and Finance Manual
1930
Eclition (Moody’s Investors Service Ltd. Lon-
don, New-York. Prijs £ 6/6/-).

Deze lijvige handleiding, bijna
2800
pagina’s om-
vattend, geeft uitvoerige gegevens over Amerikaan-
sche en buitenlandsche banken, de Federal Reserve
let n ken, A men kaansche en buitenlan dsche Investment
rjj.tIStS en verzekeringsmaatschappijen en financ:ie-
:rings- e:n hypotheekbanken. Door wekelijksche berich-
ten wordt deze handleiding, clie van internationale he-
teekenis is, up to date gehouden.
Zeer uitvoerig zijn de gegevens over Amenikaansche
banken. Zoo vindt inen er o.a. vermeld de winsten over
cle laatste drie jaren, de winst per aandeel, het divi-
dend; toeneming van het kapitaal, van de reserves en (ie deposito’s sinds 1915. De voornaamste banken en
de. circulatiebanken in het buitenland worden eveneens
behandeld.
Van de Amenikaansche invcstment trusts zijn ge-
detailleerde overzichten gegeven en, voorzooverre be-
kend, zijn ook de effecten portefeuilles gepubliceerd.
i)aarnaast worden do belangrijkste Britsche, Schot-
sehe en Oanadeeschc instellingen behandeld. Een boek, waarvoor ongetwijfeld belangstelling zal
bestaan niet het oog op de gegevens, die het op inter-
ria t i onaal financieel gebied verschaft.

MAANDCIJFERS.

EMISSIES IN JUNI
1930.

Staatsleeningen ………………
f 68.497.500,-
zijnde:

Duitschland
Intern.
f
73.000.000 5j
o/
Duitsche Rijksi. 1930
S
90
0/.
…………….
f
65.700.000
Spanje
Kon. Spanje Goud-Pesetas
6.000.000 6
°Io
schatkist
goud-obi.
S
93
0/
….
f
2.797.500

Prov. en Gemeentelijke Leeningen i) ,,
14.393775,-
zijnde:
Nederland
(lem. Rotterd. f14.340.000
4g
0/
obi.
a
1003i
0/0 .
f
Ï4393.775

Bank- en Credietinstellingen ……,,

7.325000,-
zijnde:
Nederland
Obligatiën.
N. V. Koloniale Bank
f5.000.000 5o obl.A98oI0 f 4.900.000
Noorwegen
o
bligatiën
Norges Kommunalbank
$ 1.000.000 5
0
/0
40-jar.
goud-obi.
S
97
0/.
……
f
2.425.000

Hypotheekbanken …………….,,

116.000,-
zijnde:
Nederland
Aandeelen
Aruhemsche Hypotheek-
bank voor Nederland
f400 000 aand. 5250
o 2),
waarop 10
0
/0
gestort. . f 100.000
Groninger

Hypotheek-
bank voor Nederland

f
100.000aand.51600/08),
waarop 10
0/
gestort. .
f
16.000

[udustrieele Ondernemingen
……,,
1.050000,-
zijnde:
Nederland
.4andeelen
Bierbrouw. ,,De drie Hoef-
ijzers” f
500.000 cert. v.
gew. aaod.
S
210
‘/0

..
f
L030000

Electr.-, Gas-, Tel.-, Telegr- en Wa.
tèrl.

Maatschappijen

……….

Lineri/ca
Aandeelen
American

and

Foreign
Power

Co.

Inc. 10.000

$
6cum. preLaand. znw.
S
$
98.
4

p. aand …….
f
2.468.750

I)iversen

……………………,,
4840000,-
zijnde:
Nederland
ilandeelen
‘s.Gravenhaagsche Grond-
Maatsch. ,,De Escamp”

f
250 000 aand.al000/04)
f

250.000
0
bligatiën
N. V.

Financ.

Mij.

voor
Buiteni.

Wegenbouw
(Finaweg)

f

4.000000
6 0/

obl.
a
98

‘0

f
3.940.000
Stichting Sportpark ,,Am-
stelrust”

f

6.500.000
4

os’,,

obi.

S 1000/0…. f

650.000

Totaal ….
f 98.691.025,-

Prov. Utrecht f2.915.000 4X
0/
obl. S 100′
0/;
deze
leening diende geheel voor conversie. Koers voor aandeelh; voor vrije inschrijvers 280
0/.
Koers voor aandeelh; voor vrije inschrijvers 170
°Io.
Koers voor aandeelh; voor vrije inschrijvers 110 ol..

Totaal der emissies in Januari..
. . f 41.591.037,50
Februari .. ,,
54.087.375, –
Maart . .. – ,,
72.415.737,50
April …. ,,
52.841.147,50
Mei ……,,
34.085.545,-
Juni ……,,
98.691.025,-

Algemeen Totaal …….
f353.711.867,50

Voorts werd in de afgeloopen maand hier te lande de
inschrijving opengesteld op een beperkt bedrag:
5 0/ 20-jar. Conv. Gold Deb. Cities Service Company S
100
0/
(introductie);
60.000 aand. S frs. 610 S. A. des Automobiles Peugeot (in-troductie); 27.500 pref. aand. z. n. wThe Garneweil Company (introd.);

672

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

23 Juli 1930

$
4.000.000 6
o/
cert. of participation
Mitteld. Kraftwerk
Magdeburg A.G. 98
0
/0
(introductie);
en op de volgende obligatieleeningen:

Guldens
R.K.

Ziekenhuis

,,Driekoningen
Hospitaal”, Keulen

…………
225.000 7
Ver. v. d. H. Vincentius van Paulo,
den

Haag ………………….
250.000 5
R.K. Kerkbestuur der Par. v. d. H.
Jozef,

Hillegom

…………….
220.000 5
Congr. der E.E. P.P. Maristen, Hulst
95.000 5
R.K.Kerkleen.,,St.Trinitatis”,Leipz
780.000 8
R
.
K. Kerkbest. der Par. v. Christus
Koning, Hillegersberg ………..
165.000 5
R.K. Gesticht tot Besch.v. Meisjes
Aken ………………………
130.000 7
Parochie v. d. H. Nicolaas, Utrecht
160.000 5
Ver. v. d. H. Catbarina van Senen,
Voorschoten………………….
250.000 5

PRODUCTIE DER STEENKOLEN-, KOLEN- EN ZOUTMIJNEN.

(Gegevens verstrekt dooi den Hoofdingenieur

I.
Gezamenlijke Steenkoleninijnen.

• Mei
Jan./Mei Jan./Mei
1930
1930 1929

Prod. Steenkolen in tonnen.
1.016.695
5.035.438 4.657.490
Aantal normale werkdagen
.
26
127
126

II. Bruinkolenmijn ,,Carisborg”.

Mei
Jan./Mei
Jan./Mei
1930
1930
1929

Netto-productie in tonnen.
.
22.654
106.096
53.751,4
Aantal normale werkdagen
26
118
.57

III.
Zoutmijnen.
(Kon. Ned. Zoutindustrie te Boekelo.)

Mei
Jan./Mei
Jan./Mei
1930
1930
1929

Afgeleverd:
Geraif. zout
.-. .-. ….
.(ton)
3.459
16.128 15.609
Industriezout

… ..

….(
,,
)
56
277
247
Afvalzout
..
. ._. ._.
..(
,,
)
270
1.071
1.103
Aantal normale werkdagen
26
125
127

Arbeiders.

Gezanien-
Bruin-
Aantal.
lijke

~
Steenkolen-
kolenmijn
1
Zoutmijnen
,Carisborg”I
mijnen

1 Juni 1930
..

(26.3983)
h1.b002)
159
142

1

Juni

1929

…………..
(
24.403
10.5713)

171

215
.2)

1
)16.883 ton ruwe bruinkool en 5.771 ton bruinkoolbrik.
2)
bovengronds.
8)
ondergronds.

GIRO-KANTOOR DER GEMEENTE AMSTERDAM.
Mei 1930
Mei 1929

Giro’s
(eenzijdige ver-
In
millioeneni
1
Aantal
In
illioenenl
1
Aantal
melding)
Girobetalingen aan
gemeenteinstellingen
f
125.-
35.603
f
118.1
29.434
Uirobetalingen aan particulieren
..
,,

23.2
120,415
,,

18.-
93.187

Geldomzet.
Ontvangsten

……..
,,

5.5
7.461
5.-
7.079
Betalingen

………
.
,,

7.9
35.778
7.1
36.200
Part.rekeninghouders
23.6′
39.966
9

19.9′
35.624
2

Waarvan

rekeningh.

welke gelden voor 1
jaar

vast

hebben
9.9
4.136e
9.7
3.7812
gedeponeerd
.-……

Giro-depos.kasGerzon
0.14
467
0.14
443
1)
Gemiddeld saldo te goed.
2)
Einde der maand.

POSTERIJEN, TELEG-RAFIE EN TELEFONIE.

Opbrengst

Mei 1930

1

Mei 1929

Posterijen….
……
…..
f
3.781.192,-
f
3.723.495,-
Telegrafie …………….
,,

575.550,-

,,

623.667,-
Telefonie ……………
,,
1.908.044,-

,,
1.955.079,-

OVERZICHT DER RIJKSMIDDELEN.
(In
Guldens)

uni

Sedert
Overeen-
komstige
1930
periode
1929

Directe belastingen.
Grondbelasting
.. .
3.933.398 14.386.376
12.912.614
Personeele belasting
.
3.299.470
11.054.796
9.511.092
Inkomstenbelasting
4.317.127 53.116.495
49.118.228
Vermdgensbelasting
._
736.629
8.878.558 8.230.626

belasting
.

.
2.579.150 8.176.450 8.690.030

Invoerrechten.
.

. .
.
5.008.371 34.768.045
32.836.408

Statistiekrecht.

.-
329.556
2.096.887
2.245.986

Accijnzen. Zout


127.378
1.150.418
917.944
Geslacht
897.220 5.864.442
5.760.065
Wijn
.. .. …. …. …. …
564.668
1.317.818 1.350.223
Gedistilleerd.._
.


2.619.581
17.722.396
17.141.832
Bier

,. ._ … ..

.

..
1.486.983
7.386.250
6.420.422

Dividend, en tantième-

Suiker
..
.. …
.

.

4.141.642
24.361.815 22.447.433 2.523.052
14.424.697 13.166.464
Belasting op gouden en
zilveren werken
……
86.489 532.211
501.751

Tabak……………….

Indirecte belastingen.
‘2.262.849

..

13.279.240
8
13.993.492
Registratierechten
..
1.677.201
14.418.651
18.296.919
Successierechten
… ..,

2.407.380 21.584.036 21.724.208

Zegelrechten …………

Domeinen, wegen en
vaarten
.
… .

.-.
186.886
2398.540
1.721.152
167.443
402.128
402.395
Staatsloterij
.

.

……..
foOcl8gelden
.

..
375.623 2.422.213
2.386.394

Totaal-Generaal..
39.728.105
259.742.462
249.775.678
5)
Hieronder begrepen
f
368.456 wegens zegelrecht van
iiota’s van makelaars en commissionnairs in effecten, enz.
(Beursbel.).
1)
Id.
f2.498.735.
2)
Id.
f
4.158.770.

HEFFINGEN VOOR HET LEENINGFONDS 1914.

Juni
.
Sedert
1
Januari
1930

Overeen-
komstige
periode
1929

Verdedigingsbelast. 1
671.282
10.410.025
9.422.051 Verdedigingsbelast. II
1.462.767 18.007.392
16.300.691

Opcenten:
Grondbelasting
… .-.
790.432 2.891.765
2.594.377
Personeele belasting
..
602.616 2.074.742
1.866.128
• Inkomstenbelasting
..
20.519
25.178 344.541
Vermogensbelasting

432.845
5.005.465
4.600.187
Dividend- en tantième
belasting
.. ..
.•.
.

..
851.122
2.698.228
2.867.710

Acc
ij
ns op Suiker
..

830
2.008.800 4.489.487
,,

,,

W
ij
n ……
.
112.934
263.564 270.045
Gedistilleerd

..
.

..
261.958
1.772.240 1.714.183

Zegelrechtvan buitl. eff
.
138.484
718.900
653.056

Totaal…
5.545.790 45.876.299 45.112.456

HEFFINGEN VOOR HET WEGENFONDS.

Wegenbelasting …….

511.873

7.432.417

6.241.641

Rijwielbelasting ………15.580

172.932′

84.200

Totaal ……….527.453

7.605.349

6.325.814
1)
90 o/
der
werkelijke opbrengst; art. 39 der Wegenbel.wet.

SPLITSING
VAN DE OPBRENGST DER GROND., PERSO-
NEELE-, INKOMSTEN. EN VERMOGENSBELASTING SEDERT 1 JANUARI 1930.

Dienstjaren
Orond-
belasting
1

Personeele
belasting
Inkomsten-
belasting
Vermogens-
belasting

1927/28
1

– –
199.865
667
1928
1
29
1

6.516
98.575
950.343
157.578
1929/30
1

4.168.573 4.515.808 51.893.651
8.707.786
1930/31
1
10.211.287
6.440.413
72.636
12.527

rotalen
14.386.376
1 11.054.796
1

53.116.4951
8.878.558

Rente- Emissie-
voet

koers

0
/8

97o

*/o

99oj

0/0

99?i0
0
/0
100
0
/0

0
/s
100 oj

0
/0

99°/

0/

98
0/

0/0

?/o

0
/0

99
°j

BRUIN-

der
mijnen.)

23 Juli 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

073

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B.

beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
Ned.Disc. Wissels. 3
25 Mrt.’SO
Lissabon …. 8
28 Juli’28
Londen

3

1Mei ’30
3
Bel.Binn.Eff.
1Vrsch.inR.C.4
4

7Mrt.’30
……
7Mrt.’30
Madrid ……6
19Jult ’30
Athene ……….
9

2Dec.’28
N.-YorkF.R.B.24l9Juni’30
Batavia ……….
44lOMrt.’30
Oslo……..
4420Mrt.’SO
Belgrado

……..
5428
Mei
’30
Parijs

……24
1 Mei
1
30
Berlijn

……….
4
21Juni’30
Praag

……4
24Juni’30
Boekarest……..
9
23 Nov.’29
Pretoria

.
.6
17Aug.’29
Brussel ………..

1
Mei
’80
Rome …….. 5419
Mei ’30
Budapest ……..
5428Mei
’30
Stockholm

•. 31
2Apr.
1
30
Calcutta

……..
5
10Juli’30
Tokio

…….5.4
180ct.
1
27
Danzig ……….
4424 Juni’30
Weenen ……
5423
Mei’
30
Helsingfors ……
6428 Apr.’30
Warschau ….
6412 Juni’30
Kd’penhagen

….
4

3Mei
’30
Zwits.Nat.Bk.2410J’uli’30

OPEN MARKT.

1930

11
1929
1928 1914

19
Jii
1
14119
7
1
12

30 1uni!
15120
16j21
2
01
24

Juli
Juli
5Juli
Juli
Juli
Juli

Am3terdam
Partic.disc.
1
15
116

fl
5
115215
1
1115 15
116
1
“1’16
53!n
5_1J4

4I
116
.3
116
3
1
18..
3
I16
Prolong.

2-
1
14 1
3
14-2
1
1
13-2
41
12

I4
314-4
1
14
2
1
148
l4
Londen
Dageld…
1-2
12
1
I4
1
1
143
1
1
14-4
4..5
1
j4
2-414
1
3
14-2
Partic.disc.
27
116
211
132-
7
!i6
25
11018
23
116
-5
11′
5I16-131W
4.1j8

2114_S14
Berlijn
Dageld…
3
1
14-5
3
1
14-5
1
19
2
1
J2-5
1
I2
4-6(2
7112-91I,
6113834
Partic.disc.
30-55 d…
331
3I8
331_1/
312
7
18
6
3
14

56-90 d…
331s
31s
3
3
1_
1
1
3
1
12
7
3
18
6
3
14
2
1
18-
1
I,
Waren-
wechsel.
331
4

3314
3314
311
4
_7/
9

8 7

New
York
Daggeld
6)
211
4

2-
5
/4
2-3
1
14
2-3
1
14
7-12
1
/,
5-614
I
2
142
1
I,
Partic.disc.
2
21/,
2-
1
/s
2 5
1
I4
451
$
_31
4


1) Koers van 18 Juli en daaraan voorafgaande weken t/m Vrijdag.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
New
Londen

1

1

Berl
ij
n
Parijs
Brussel
Bafavla
York’)
0
)
0
)
9
‘)
1)

15 Juli

1930
2.48%
12.08+

59.314
9.78
34.724
1001/
8

16

,,

1930
2.48%
12.081,5

59.33
9.78
34.724
1001/,
17

1930
2.48
1
2
.08
+
*
59.334
9.78 34.73
100
1
/,
18

1930 2.4834
12.08%
59.324
9.78
34.73
1001,
19

1930
2.48%
12.08
T
9
9
59.334
9.78 34.73
1001/,
21

,,

1930
2.48%
12.09
59.35
9.78
34.75
1001/,
Laagsted.w.1)
2.488/
8

2.08j
8

59.30
9.774
34.71
100
Hoogste d.w1)
2.48
9
/
16

12.093f
59.35
9.784
34.74
1001/
8

14
Juli

1930
2.48
9
,,
59.33 9.78
34.73
1001/
8

7

,,

1930
2.486/
6

12.093/,
59.274 9.774
34.73
1001/
9

Muntpariteit
2.48%
12.10%
59.26
9.75
34.59
100

Data
Zwit-
serlan
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
•,)
1
rest
1)
)
•)

15 Juli

1930
49.31
35.12%
7.374
1.48
13.014
28.824
16

1930
48.31
35.10
7.37
1.48 13.02
28.774
17

,,

1930
48.31% 35.10 7.364
1.48 13.02
28.90
18

1930
48.31
35.12%
7.364
1.484
13.014
28.90
19

1930
48.29%
35.1234
7.364
1.484


21

1930
48.30
35.1234
7.37 1.48
1
3.014
28.70
Laagsted.w.1)
48.28
35.05
7.36
1.47
13.-
28.60
Hoogste d.w1)
48.33
35.15
7.38
1.50
13.034
29.20
14 Juli

1930
48.32%
35.12%
7.374
1.48
13.02
28.90
7

,,

1930
48.26%
35.15
7.374
1.48
13.02
29.35
Muntpariteit
48.-..
35.-
7.3711.488
13.09 48.524

D ata
Stock-
Kopen-

s o
)
Hel-
sng
Buenos-
Mon-
holm
)
hagen’)
Aires’)
treal’)

15
Juli

1930
Q6.824
66.60
66.60
6.254
90%
2.481/
8

16

1930
66.824 66.60
66.60
6.26
901j,
2.48%
17

,,

1930
66.824
66.60 66.60
6.254
89%
2.48
11
/,
18

1930
66.824 66.60 66.60
6.254
90%
2.48111
1
,
19

,,

1930
68.824
66.574
86.574
6.254
9034
2.4811/,,
21

,,

1930
66.824
66.574
66.574 6.254
90%
2.48i,
Laagste d.w.1)
86.75
66.524
66.524
6.244
89%
2.483/
Hoogste d.wi)
86.85
66.60 68.60
6.27
91% 2.49
14
Juli

1930
88.824
66.60 66.60



7,

,,

1930
66.824
66.60
66.624
6.26
88%
2.48
5
/8
tvtuntpariteit
86.67

166.55 68.67
6.264
95%
2.48%

•) Noteering te Amsterdam.
S’)
Not, te Rotterdam.
1)
Part, opgave.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN IE NEW YOR& (Cab1e.

D a a
Londen
($
per £)
Parijs
(
$ P.
IOOfr.)
Berlijn
(S p. 100 Mk.)
Amsterdam
(5 p. 100 gid.)

15
Juli

1930
3,931/,
23,871/,
1

40,23%
16

1930
4,869/
3,933,,
23,87%
40,24%
17

1930
4,86′..
3,93
23,877/,
40,25%
18

1930
4,86
3,93% 23,87%
40,24%
19

,,

1930
4,86
17
/
32

3,935,,
23,88 40,25
21

,,

1930
4,86
21
1
33

3,935j
23,89
40,247/
8

22 Juli

19291
4,853/
3,917/,
23,8331
40,12
Muntpariteit
..
4,8867
3,905, 23,814
403j,,

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen enNoteerings-
5Juli 12Juli

14119
Juli’30

19Juli
Landen

eenheden

1930

1930
Laap.çIelNoo,tp,
1930

AIexanOri9.

1’last.
p.
9734
97%
97
9
1,,
97%
Athene ……Dr.
p.0

375
375
374%
375%
375
Bangkok….
Sh.p.tical
1/101/
9

i
1
9%
1/9%
1110

1
1
,
10
Budapest

Pen.
p £
27.80
27.79
27.73
27.81
27.744
Buenos Aires
d.
p.$
40ij,,
4019/
39

403/,
41/8

40%
Calcutta
. .. .
Sh.
p. rup.
1/5
27
/
32

11517
j

115
25
1
32

1;5
27
1
82

1j51s, Constantin..
Piast.p.0
1.025
1.025
1.025 1.025 1.025
Hongkong
..
Sh.
p. $
1/3
9
1
32

1121/
1131i
1!35/8

113tj,
Sh.
P.
yen
2/013/
33

2103/,
2/0
3
/
t
,
21071
1

2/0
25
1
32

Lissabon….
Escu.
p. £
108k
108%
1081/,
1083/
8

108%
Mexico’)….
$
per
£
10.25
10.35 10.25 10.45
10.35
Montevideo
.
d.per,C
421/
42%
42
42%
42%

Kobe

…….

Montreal

$
per
£
4.8631
4.866/
8

4.85+

4.86
4.857/
8

Rio d. Janeiro
d. per Mil.
513/33
/8
5/
16

5sj
8

Shanghai

Sh.
p.
tael
1/6
1
1
1/6%
1,’57,6
1189/16

1167/33
Singapore
..
id.
p. $
2/3
3
/
4

213%
2/32118

2/3
27
/
3
,
213%
Valparaiso
2).
$
per
£
39.94 39.96
39.96
39.97
39.96
Warschau
..
Zi. p. £
43.394
43.364
43.33
43.40
43.364
1)
In het vervolg worden
de
Mex.
$
niet
meer In penc. doch
In
£
genoteerd.

2) 90 dg.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
5)

Londeni)
N.York’)
Londen
14 Juli

1930..

16
34%

14
Juli

1930….
85/0%
15

1930..

151*j,,
1/8

15
1930-….
85/1%
16

1930..

1513/
34

16
1930….
85/1%
17

,,

1930..

16
34%

17
1930….
8511%
18

,,

1930..

157/,
346/
8

18

1930….
85/091,4
19

,,

1930..

157/,
34%

19
1930….
85/1%
20
Juli

1929.. 2411,
531j
8

20 Juli
1929….
84/11%
27
Juli

1914.. 241’j
4

59

27
Juli

1914…
.
84111
1)
In pence p.oz.stand.
1)
I
3
orelgn silver In
$c.
p.oz.fine. ‘)Insh.
p.oz.flne

STAND VAN ‘e RIJKS KAS.

Vorderingen.

1

7Juli1930 1 15 Juli 1930

Saldo bil de Ned. Bank …………..
/

485.018,67 / 3.359.616,42
Saldo b. d. Bank voor Ned. Oemeenten

37.664,08 ,,

307.874,45
Voorschotopult.Juni,resp. Mei’30aan
de gemeenten op voor haar door de
Rijksadministratie te heffen gemeen-
telijke inkomstenbelastingen opc. op

de Rijksinkom’stenbelasting ……..,, 4.123.461,05


Voorschotten aan Ned.-lndi8 ………
…70.485.986,52

73.463.057,74
Id. aan Suriname …………………
….11.500.234,71

,, 11.247.664,92
Id. aan Curaçao ………………….
….2.983.742,3

,,

3.383.634,55
Kasvord. weg. credietverst. a/h. buitenl

107.782.301,36

108.948,059,87
Daggeldieeningen tegen onderp


Saldo derpostrekeningen van Rijks-

comptabelen …………………..
..23.936.247,46

, 21.323.761,56
Vordering op het Algemeen Burgerlijk

11.88
Pensioenfonds 1)

…….-


Vordering op andere Staatsbedrijven’) ,,

3.431,38

11.918.969,37

Verplichtingen.

Schatkistbiljetten in omloop
………
/132.541.000,-
1
132,541.000,-
,,

10.090.000,-
10.090.000,-
Waarvan direct bij de Ned. Bank
– –
Zilverbons in Omloop
……………
5.530.601,50
,

5.472.396,50
Schuld
op
uit. Juni’30 aan de gemeen-
ten wegens voor haar door de Rijks-

Schatkistpromessen in omloop
…….

administratie geheven gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten
op
de Rijksinkomstenbelasting

…-

.

4.985.818.74
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.l)
Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P.,T.

T.i)..,
en
,,

3.388.658,65
687.384,88
17.025.485,54
,

73.019,08
18.859.486,78
,,
,

73.019,08
Id. aan andere Staatsbedrijven’)
…….
Id. aan diverse instellingen’)
………..
8.416.175,66
,,

9.571.197,55
1)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.

12 Juli1930
1

19 Juli 1930

Vorderingen:


Saldo

bij

‘s

Rijks kas
……………..
Saldo bij de Javasche Bank ……….
.-

Verplichtingen:
Voorschot
‘s
Rijks kas ……………
t
73.176.000,-
/
73.118.000,-
,

1.450.000,-
,

1.430.000,-
Betaalmiddelen in
‘s
Lands Kas

,,

39.137.000,-
Waarvan Muntbiljetten
…………..

3.777.000-

Schatkistpromessen

………………

Muntbiljetten in omloop
…………..
24 .394.000,-

..

23.536.000,-
Schuld aan het Ned,-lnd. Muntfonds.

….

,

3.935.000,–

4.144.000,-
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.
,

I.161.000,-

..

1.34I.000,
Voorschot van de Javasche Bank……
31.708.000,- 29.733.000,-

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 21 Juli 1930.
4otiva.
Binnenl.Wis-f’Hfdbk.
f
39.745.312,97
sels, Prom., :Bijbnk.
,,

318.425,-.
enz.
in
disc.Ag.sch.
,,

9.908.625,88
f

49.972.363,85
Papier o. h. Buiten!, in disconto ……

Idem eigen portef.
.
r
238.059.026,_
Af :Verkoeht maar voor
debk.nognietafgel.

,,
238.059.026,_
.L,e1eeuIueu1
mci.
vrsch.J Hfdbk.
f
29.324.313,21

in rek.-crt.
Bijbnk.
7.612.951,88

op
onderp.I.
Ag.sch.
49.055.650,87

f
85.992.915,96

Op Effecten
……

r
82.714.856,25
On
n Snpn
97gflQ 71
– —————.”

…-..-.,.

85.992.915,96
Voorschotten a. h. Rijk ……………..

Munten Muntmateriaal
Munt, Goüd ……
f
84.844.385,-
Muntmat., Goud .. ,, 325.820.298,38

f
390.664.683,38
Munt, Zilver, enz. • 26.400.020,90
Muntmat., Zilver..

SLJRINAAMSCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
_______________


Metaal
Andere
opeischb.
schulden
Discont.
Div. reke-
ningen’)

21 Juni 1930J
931
1.278
563 1.037 513
14

1930..
900
1.274
624
1.038 510
7

,,

1930..
901
1.352 617
1.039
508
31 Mei

1930_
926 1.468
508
1.034
506.
22 Juni

1929-
810
.
1.480
.
650
.

978 400
5 Juli

1914-
645
1.100
560
735
396
1)
Sluttp. der activa.

674

ECONOMISCH-STATISTISCHF BERICHTEN

23 Juli 1930

Belegging
i

kapitaal, reserves en pen-
417.064.704,28
1
)

sioenfonds

……………………,,
25.887.262,46
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,
5.000.000,_
Diverse rekeningen ………………,,
48.487.095,60

Passiva

f
___________________
870.463.368,15

Kapitaal
………………………..f
2 0.000.000,-
Reservefonde ……………………,,
7.199.946,44
Bijzondere reserve

………………,,
8.000.000,-
Pensioenfonds

………………….,,
6.697.557,50
Bankbiljetten in omloop …………..

,,
806.995,835,…..
Bankassignatiën in omloop ……….,,
373.210,91
Rek.-Cour.

Het Rijk
f

2.366.590.26
,
saldo’s

Anderen,,

15:193.306,56
17.559.896,82

Diverse rekeningen ………………

..
3.636.921,48

f
870.463.368,15

Beschikbaar metalsaldo … …………
f
86.702.602,22
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is. ,,
216.756.505,-
1)
Waarvan in het buitenland
f
28.846.779,33.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Goud
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Munt
I
Muntmat.
Circulatie
opetschb.
schulden
Metaal-
saldo
1)

kings
verc.

21 Juli ’30 64.844 325.820 806.996 17.933 86.703 504
14 ,,

’30 64.849 349.626 822.188 26.966 100.468 52
7 ,,

’30 64.853 367.054 833.931 20.15’4 115.624 534
30 Juni ’30 64.861 367.054 843.171 32.117 107.805 52
23

’30 64.870 367.054 790.921 61.570 117.320 54
16

’30 64.873 367.054 806.139 54.024 113.629 534

22 Juli ’29 65.751 383.688 801.154 22.942 140.290 57
25 Juli ’14 65.703 96.410 310.437

6.198 43.521

54
Totaal
I
Schat,ctst- B

Papier

Diverse
Data

bedrag promessen
nt
ee-

op het

reke-
disconto’s rechtstreeks

buiten!. ningen
2)

21 Juli 1930 49.972

85.993 238.059 48.487
14

1930 50.594

-•

91.321 237.947 40.299
7

1930 49.518

87.289 237.805 35.777
30 Juni 1930 50.100

108;527 237.682 34.241
23

1930 51.092

86.756 237.570 31.753
16 ,, 1930 51.898

89.084 237.518 36.842
22 Juli 1929 86.290

92.634 176.699 30.651
25 Juli 1914 67.947

61.686 20.188

509
i) Sedert den bankstaal van 14 Jan. ’29 weder op de basis van
21
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens. be
samengetrok.
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data
Goud
J

Zilver
Circulatie
Andere
opeischb.
schulden

IBeschtkb,
1
metaal-
saldo

19 Juli1930
161.200
273.100
53.000
30.760
12

1930
161.500
278.200
50.800
29.900
5

1930
162.200
276.900
52.000 30.640

21Juni1930
139.210

24.567
276.238
50.534
33.069
14

1930
138.895

24.619
279.338
47.373 32.830
7

1930
138.924

27.761
276.413
49.623 36271.
31 Mei 1930
138.933

27.350
272.725
49.399
37.433
20 Juli1929
148,139

20.869
305.066
49.224 27.292
21Juli1928
173.470

13.495
314.172
50.197
41.217
23 Juli1914
22.057

31.907
110.172
1

12.634
4.842

Data
Dis-
Wissels, buiten Belee-
Diverse

1
Dek-t
kings-
conto’s
N.-Ind.
ningen
I
reke-

1
percen-
betaalb.
ningen’)

19Juli1930
12

1930
5

1930

21Juni1930

134T600
138.600
156.600

5*5

•••
*5*

39.090

49
49 49
50
10.451
45.944
46.123
14

,,

1930
10.428
41.782 46.848
41.821
50
7

1930
9.862
36.522
47.624
43.978
51
31 Mei 1930
9.583
37.520
53.640
34.127
52

20Juli1929
10.643
27.120
117.395
32.025
48
21 Juli1928
14.561
27.422 87.540
50,926
51
25 Juli1914
7.259
8.395
75.541
2.228
44
1)
Slultpoat
activa.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten in duizenden ponden steriing

Data
Metaal
Bankbilf.
in
circulatie

Bankbilf.
in Banking
Departm.

Other Secu
ritjes
Dlsc.and
s

.
1
.

Advances

ecuri
te

16 Juli

1930
156.371
365.121
50.359
6.218
20.392
9

1930 156.585
363.804
51.904
6.266
19.911
2

1930
157.228
363.583
52.738
29.917
19.408
25 Juni 1930
157.773
358.532
58.350
15.899
15.340
18

,,

1930
157.490 359.247
57.363
7.099
16.641
11

,,

1930
157.180 364.002
52.259
6.804 13.943

17 Juli

1929
155.665
367.325
1

47.118
13.568
23.635

22 Juli

1914
40.164
29.317
33.633
Data
00v.
Sec.
Depos.
I

Public
I
Other Deposits
Other
Bankers
Accountsl

I
1
ReserveI Dek-
kings-
perc.
1)

16 Juli ’30
55.696
10.397
69.588 35.506
51.251
445/
16

9

’30
54.126
9.264
69.533 36.237
52.782
513
/,
2

’30
49.076
11.671
84.305
38.063
53.645
40
25Juni’30
48.856
21.505 63.776 36.114
59.241
4828′
32
18

,,

’30
46.476
16.578
58.332
35.687
58.243
52
19

132
11

’30
46.311 8.239
58.822 35.383
53.178
5129!
32
17 Juli ’29
42.712
11.566
62.812
35.821
48.340
43iaj,,

22 Juli
1
14
11.005
13.738
42.185 29.297
52
1) Verhouding tusachen Reserve en Deposits.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen franes.

Tegoehetd
Wis-
Waarv.
B t


ee
Renteloos
Data
Goud’)
Zilver
in
seis
op het
ni

n
voorschot
buiten!,
buit eni.
a.d.Staai

11
Juli ’30
44.457
357
6.744
1
24.068
1

18.988
2.765
3.200
4

,,

’30
44.170
346
6.904 24.406
18.731
2.836
3.200
27Juni’30
44.052
331
6.905
25.020
18.728
2.693 3.200
20

,,

’30
44.005
319
6.820
23.626
18.683
2.721
3.200′

12Juli ’29
39.661
554
7.318
25.997
18.487
2.457
3.200

23Juli
1
14
4.104
640

1.541
8
769

Bons v. d.
Di
Rekg.
Courant
Data
zeilst.
sesi’)
Circulatie
Staat

Zelfal.

Para-
amort.
k
amort.k. cuiieren

11
Juli ’30

5.395
1.605

72.859

3.113

4.459

6.769
4

.,

’30

5.395
1.855

73.260

3.474
4.048

6.552
27Juni’30

5.395
1.768

72.594

3.042
1.895

10.420
20

,,

’30

5.395
1.879

71.846

3.199 1.820

9.3,40
12Juli’29

5.769
1.414

64.554

5.854
6.166

5.844

23 Juli’14

– –

5.912

401

943
1) Bij
de stabilisatie
is
de goudvoorraad

gewaardeerd volgens de
nieuwe waarde van den franc.
1)
Sluitpost activa.

23 Juli 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

675

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

22 Juli 1930.
In de eerste helft van de voorafgaande week bleef de
stemming voor t a r w e vrijwel onveranderd en kwamen
aan cle groote -termijumarkten in Noord- en Zuid-Amerika
slechts kleine schommelingen voor. ‘Waren de prijzen aan
het slot van dcii eenen dag al iets hooger, meestal ging aeze verbetering dcii volgenden dag weer verloren. De
vraag voor buitenlandsehe tarwe iii Europa bleef beperkt en de omzetten bleven vel ongeveer van dezelfde grootte
als den laatsten tijd liet geval was, toen koopers zich be-
paalcicn tot het dekken van hun spoedige behoefte aap
tarwe in stoomende posities en op snelle aflading. Plot-
seling is in dezen toestand verandering gekomen, zijn de
prijzen aan de termijnmarkten te Winnipeg en Chiçago vrij
belangrijk veihoogd, zijn de premies vooi naar cle kust
van Amerika onderweg zijnde tarwe eveneens verhoogd en
is een levendige vraag in Europa ontstaah voor buiten-
landsche tarwe, ook op verder verwijderde aflading. Zoo-
wel in llardwinter, alsook in lianitoba’s in verschillende
gradeeringea werden groote contracten afgesloten, terwijl
ook voor tarwe van anderen oorsprong, voornamelijk Plata
en Australische tarwe, veel belangstelling bestond. J)aarna
trad weder eenige vermindering in de vraag in als reactie
op dc groote omzetten. De prijzen aan de termijnmarkt te
Chicago stegen, nadat ze gedurende verscheiden dagen vrij-
wel onveranderd warei gebleven, plotseling 3 dollarcents,
te Winnipeg 4 dollarcents per 60 lbs. Daarna trad weder
cciie flinke verlaging in en liet slot was voor Juli te Chi-

cago
4
dollarcent, te Winnipeg 1% dollarcent hooger dan
ccii week geleden. Ja Zuid-Amerika volgde cle prijsloop aan
dc termijnmarkten, die van de Noord-Amerikaansche en te
Buenos Aires was liet slot voor den Augustus termijn
24
cents, te Rosario 25 cents fer 100 KG. hooger dan de
vorige w’eek. Dc oorzaak van deze plotselinge verhooging
der tarweprijzen moet worden gezocht in cle oogstberichten
over cle zomertarwc uit de Vereenigcle Staten en Canada.
in beide landen zijn de met zoinertarwe bebouwde gebie-
den bezocht door een ongekendu hittegolf, welke van zeer
nacleeligen in.vloed is geweest
01)
de waarschijnlijke op-
brengst van het gewas. De tariveplanten bevinden zich in
het critieke melkstaclium en er bestaat gevaar voor te vroeg
Lijpen. Een der bekende oogstexperts in de Vereenigde Sta.
feit schatte op half Juli de opbrengst van zomertarwe in
de staten Minnesota, Noord- en Zuid-:Dakota en Montana
op 171 millioen bushels, terwijl het regeeringsrapport op
1 Juli cle opbrengst van deze 4 staten op 190 millioen
hushels schatte. In Canada zijn de berichten niet gelijk-
luidend. Terwijl in Manitoba cle vooruitzichten nog gun-
stig zijn en voldoende regen is gevallen, is men in het
Oosten en Zuiden van Alberta bevreesd, dat erustige schade
door de hitt6 en de droogte zal zijn veroorzaakt. Ja het
Noorden en het Westen dezer provincie is voldoende vocht
aanwezig cii ontwikkelt de tarweplant zich snel. Ook in
het midden en Zuiden van Suskatchewan hebben de plan-
ten van de hitte en droogte geleden. In het overige ge-
deelte van de provincie schijnt nog geen schade veroor-
zaakt te zijn. In Europa zijn de weersomstandigheden juist
liet tegenovergestelde van die in Noord-Amerika en men maakt zich ernstig bevreesd voor cle nadeelige gevolgen
van overvloed aan regen en gebrek aaii warmte. In Frank-
rijk zijn cle omstandigheden, vooral in het Zuiden, verre
van gunstig. i)e particuliere schattingen van de opbrengst
zijit verlaagd cii bedragen nu 27 tot 30 millioen quartcrs
tcgeit een opbrengst in het vorige jaar van 1
6
millioen
quarters, terwijl dc kwaliteit niet fraai belooft te worden.
Vel zijn van de ruime opbrengsten van het vorige jaar
nog belangrijke hoeveelheden aanwezig, doch cle houders
hiervan zijn op het oogenblik zeer terughoudend en liet
aanbod van inlaudsche tarwc is in Frankrijk bapei

kt. Mcd

heeft in Frankrijk buitenlandsche tarwe gekocht, doch veel
hiervan zal niet voor de binnenlandsche consumptie ge-
bruikt kunnen worden, omdat de regeling nog van kracht
is, welke Fransche molens verplicht 97 pCt. inlandsche
tarwe te vermalen. Ook in Italië wordt een belangrijk
kleinere oogst verwacht clan in het vorige jaar. De weers-omstandigkede]i zijn daar onzeker en men vreest, dat ook
liet natuurgewicht minder zal zijn. In Duitschland is na
een periode van droogte veel regen gevallen, welke eerst
van heilzamen invloed was op het te velde staande graan,
doch waarover men zich op het oogenblik ongerust maakt,
wanneer niet spoedig weder mooi weer intreedt. Niet spe-
ciaal over tarwe, doch over de rogge, waarvan men op vele
plaatsen reeds met het snijden bezig is, maakt men zich
bezorgd. De laatste schatting van de tarwe-opbrengst
iti’

Pruisen van 1 Juli bedraagt 10.555.000 quarters tegen de
laatste schatting in 1929′ van 8.950.000 quarters. Van rogge
is die schatting nu 29 millioen quarters tegen 28 millioen
in het vorige jaar. Er wordt echter bijgezegd, dat de weers-
omstandigheden sedert dit rapport werd opgemaakt, be-
langrijke veranderingen in de ramingen zullen kunnen ver-
oorzaken. In Polen wordt de toestand van tarwe aange-
geven door liet cijfer 3.9, van rogge met 3.8. In het Pool-
sche systeem beduidt 5 goed, 4 Vrij goed en 3 gemiddeld.
Sedert de vorige maand is er in den toestand van winter-
graan weinig verandering gekomen. In Lithauen, wordt de
opbrengst van broodgraan geschat op 4.780.000 quarters
tegen een opbrengst van 4 millioen quarters in het vorige
jaar. In Letland staat tarve en rogge er goed voor, in
Finland verwacht men een_ grootere dan gemiddelde op-
brengst. In Roemenië is men met het snijden van tarwe
bijna gereed gekomen en is men begonnen met dorschen.
De resultaten lijken gunstig, de kwaliteit is bevredigend,
alsook het natuurgewicht.
Voor r o g ge is in de tweede helft vaii de vorige week
plotseling levendige vraag ontstaan tengevolge van de
weersomstandigheden in West-Europa, waarvan nadeelige
gevolgen worden gevreesd voor de kwaliteit. Wanneer niet
spoedig een einde komt aan de periode van koud en nat
iveer, meent men, dat een groot gedeelte van den rogge-
oogst vochtig en van inferieure kwaliteit zal zijn. Tenge-
volge van deze omstandigheden bestond een levendige vraag
voor buitenlandsehe soorten van droge, harde kwaliteit en
zijn groote hoeveelheden Russische rogge verhandeld ge-
worden. Ook hebben op enkele dagen omzetten plaats ge-
vonden in Amerikaansche rogge, waarvoor de prijzen ech-
ter aanmerkelijk zijn verhoogd.
De prijzen van Plata-m a is zijn in het begin der week
niet veel veranderd en er bestond slechts matige consump-
tievraag, zoodat de omzetten niet groot waren. Voor de
eerst binnenkomende boeten werd een belangrijke premie
boven later verwachte partijen verlangd en deze premie
werd slechts schoorvoetend door koopers betaald, daar in
het begin van Augustus verwachte mais verscheiden gul.
dens per last goedkooper werd aangeboden. Er bestond
voor stoomende Donau-mais meer belangstelling en daarin
kwamen Vrij geregeld zaken tot stand tot in de eerste
dagen der week langzaam stijgende prijzen. Sedert is in
de tweede helft der week cle stemming voor alle mais-
soorten vaster geloopen en ivercien voor stoomende mais
belangrijk hoogere prijzen betaald, behalve voor zeer spoe-
dig verwachte Platamaïs, wèlke slechts weinig steeg boven
de hooge prijzen, welke daarvoor reeds golden. Op het
oogenblik worden voor ladend/geladen Plata-mais en Donau-
mais gelijke prijzen gevraagd. In stooniende posities is de
Donau-maïs nog goedkooper dan Plata-maïs. Ook in Zuid-
Afrikaansche mais, welke niet in die mate in prijs steeg,
werden in de tweede helft der week belangrijke zaken af-
gesloten, op aflading in de eerstvolgende maanden. De
vastere stemming voor maïs moet ook aan het weer in
Europa worden toegeschreven en aan, de verwachting, dat

AANVOEREN in tons
van 1000
KU.

Rotterdam

Amsterdam
Totaal
Artikelen
1
31
1
9
Juli
Sedert
Overeenk.
1
31
1
9
Juli Sedert
Overeenk.
1930
I
1930
1
Jan.
1930
tijdvak
1929 1930
1Jan.
1930
tijdvak
1929

30.458
723.267 944.297

26.554
75.409
749.821
1.019.706
Tarwe

……………..
Rogge

……………..
11.830
244.283
118.945

24.650

268.933
1
118.945

241
9.376
12.637

1.519
40
10.888
12.677
Boekweit ………………
Male ………………
523.273
374.678
1.275
90.063
105.041
613.336 479.719

Gerst

……………..
9.121
258.328
229.636
50
20.408 2.483 278.736
232.119

3.355
112.212 119.026

2.812 2.746 115.024
121.772

18.
.298

..
46.015 99.651 12.116
164.486
211.259
210.501
310910
Haver

……………..

Lijnkoek

…………..
1.557
90.699

134.167


250
90.699
1

134.417
Lijnzaad

……………358

Tarwemeel

…………
2.098
.
69.763
50.253
1.545
21.3 26
17.203
91.089 67.456

Andere meelsoorten
.34
10.904
9.612


10.904
9.612

676

ECONOMISCH:STATISTISCHE BERICHTEN ‘

23 Ju11′ 1930

de consumptievraag zal verbeteren, terwijl de voorraden der
binnenlandsche handelaran gering zijn. Het slot aan cie
termijnmarkt te Buenos Aires was 23 cents; te Rosario
20 cents per 100 EG. hooger dan dc vorige week.
Als gevolg van de betere stemming voor tarwe
Cfl
logge
zijn ook de g e r s t-prijzen sterk gestegen cii bijna dagelijks
werden tot hoogere prijzen flinke zaken tot stand gebracht.
In verband niet de lage prijzen voor gerst
1
in vergelijking
met die voor mais is de consumptie van gert toegenon3en.
Teriijl Rusland op het oogenblik niet met gerst an de
markt is, moest aan cle vraag voldaan w’orden door Donau-
gerst en Plata-gerst. Aflhders aan den Donau zijn terug-
houdend en offreeren slèchts matig, daar de aanvoeren
aan de Donauhavens op het oogenblik beperkt zijn, in ver-
band niet het binnenhalen van de tarwe- en gerst-ogsten.
Zaken in Ii a v e r bleven in cle afgeloopen week beperkt.
Duitschlancl is niet meer met haver aan de markt en in
andere haversooi:ten wordt, behalve in Plata-haver, weinig
aangeboden. In Duitschlaud zijn de vooruitzichten van
haver, tengevolge van ‘den overvloedigen regen, verbeterd,
doch de opbrengst wordt aanmerkelijk kleiner geschat dan
in het vorige jaar. In Prinsen wordt die volgens het of Ii-
cieele rapport van 1 Juli geschat op 29 millioen quarters
tegen cle laatste schatting in het vorige jaar van 36 mil-
lioen quarters.

KATOEN.

Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons.
Manchester, d.d. 16 Juli 1930.

Dc Amerikaansche katoenmarkt heeft wederom een rus-
tige week doorgemaakt; prijzen hebben zich tusschen enge
grenzen bewogen en toonen slechts weinig verandering.
-Egyptische katoen was verleden Vrijdag duurder, doch
is sedert weer wat flauwer geworden, zoodat noteeringen
weer ongeveer op hetzelfde niveau waren als in ons laatste
rapport genoemd. Tengevolge van politieke demonstraties en een oproer in Alexanclrië, moest de beurs ria een korte
zitting weer gesloten worden. Loeo-verkoopen in Liverpool
daalden de vorige week tot 15.460 balen, waarvan 1280
voor export bestemd. Het cijfer van deze week geeft den alge-
•meenen staat van den handel weer en het is wel vermeldens-
waard, dat van de verkoopeil leehts ruim een derde, nl.

5510 balen, Aiuerikaansche katoen waren, terwijl het totaal
aan ]3raziel- en Peru-katoen 4630 balen bedroeg, Egyptische
en Soedaneesche 2870, Afrikaansche 1260 balen:.
Oök in de Amerikaansche garenmarkt gaat weinig ôm.
Er blijft een goede vraag bestaan, doch cle werkelijke resul-
taten zijn verre viin voldoende. Hier en daai hebben enkele spinners goede verkoopen tot stand weten te brengen, doch
over het algemeen gaat er weinig om en dan nog slecht
bescheiden kwanti.. Gisteren werd er iets meer gedaan in
ringtwist voor binnenlandsch gebruik, doch de verkregen prijzen gaven slechts weinig voldoening, terwijl spinner’s
marges weer geringer zijn geworden. Ook voor Egyptische
garens bestaat slechts weinig belagstel1ing en zaken zijn
op enkele uitzonderingen na beperkt tot kleine hoeveel-
lieden in twist en weft. Ook in getwijnde garens, hetzij
voôr de binnenlandsche markt dan wel voor export, is de
omzet slechts gering. Dc cijfers van den ,;Board of Trade’
betreffende den export van katoenen garens gedurende de
maand Juni zijn dc vorige week gepubliceerd en weerspie-
gelen zeer duidelijk den onvoldoenden stand van de katoen-
industrie. De totalcn voor Juni bedroegen in de vier afge-
loopeii jaren als volgt:

1927

…………..
17.177.300 pond
1928

…………..
14.370.500
1929

…………..
12.283.100
1030

…………..
10.652.900

De voornaamste vermindering in ruwe gareris komt voor
rekening van Duitschlancl met 982.500 pond en .I3ritsch
Indicl 775.900 pond, doch de vermeerdering voor Nederland
bedroeg 925.300 pond en het is wel vermeldenswaard, dat
i)uitschland en Nederland samen ongeveer de helft van onzeri
totaalexport van garens afnamen.

De doekmarkt ontwikkelt zich in die richtig, zooals
wij in ous vorig rapport hebben aangegeven. Er bestaat
ongetwijfeld meer belangstelling voor stukgoederen en ter-
wijl er meer belangstelling is van de meeste grootere Oos-.
tersche markten. Zooals ook slechts natuurlijk is, zijn
biedingen na deze periode van inactiviteit over liet alge-
meen te laag om tot zaken te leiden en waar het hoeveel-
lieden betreft, zal -het verschil tusschen koopers ‘en ver-koopers prijsidee heel wat kleiner moeten zijn om zaken

STATISTISCH OVERZICI

!’

TARWE
HardWinter
0.

OCO
Rotterdam(
Amse

R000E
AmerïcanNo.22)
loco
Rotterdam
per lOO K.G.

MAIS
La Plata
loco

R’damjA’dam
per 2000 K.G.

GERST
Amer,

0.2
)

Rotterdam


2000Q

LIJNZAAD
La Plata
loco
R’damlA’dam
per 1960 K.G.

Hollandsche bunkerkolen
ongezeefdf.o.h.
R’dam(A’darn

PETROLEUM
Mid. Contin.
Crude
tlm 33.9°

pbr’el

IJZER
Cleveland
oundry No.3

M

f.o.b.

PerEng.tJ

KOPER
Standaard
Locoprijzen Londen
per Eng. ton

.
11.
Oj,
f1.
0
10
H.
ho
fi.
°Io
11.
1
11
f1.
Olo
$
olo
Sh,
1
11
£
Oj,
Jaargemldd. 1925
17.20
100,0
13,07
5

100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
42,50
100,0 10,80
100,0
1.68
100,0
73!-
100,0
62.116
100,0
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
.174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9
17,90
165,7
1.89
112,5
8616
118,5
5811-
93,5
1927 14,75
85,8
12,476
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4
11,25
104,2
1.30
77,4
731-
100,0
55.141-
89,7
Juni

1927
15,60
90,7
13,20
101,0
175,25
75,8
245,00
104,2
372,75
80,6
11,00
101,9
1.22
72,6
701-
95,9
54.216
87,2
Juli
15,10
87,8
12
1
05
92,2
171,50
14,1
235,75
99,9
367,75
79,5
11,10
102,8
1.22
72,6
701-
95,9
53.19j-
86,9
Augustus
14,87
6

86,5
11,45
87,6
178,50
77,1
252,50
107,0
368,25 79,6
.

11,05
102,3
1.22
72,6
69
1

94,5
55.516
89.0
September
,
14,70
85,5
12,15
92,9
-179,50
77,5
233,25
98,8
369,50
79,9
10,90
100,9
1.22
72,6
65/-
89,0
54.13/-
88,0
October
13,72
6

79,8
11,45
87,6
178,75
77,2
230,50
97,7
359,00 77,6
10,90
100,9
1.22
72,6
651-
89,0
55.5
1

89,0
November ,,
13,45
78,2
12,12
6

92,7
184,75
79,8
233,25
98,8 349,75
75,6
10,65
98,6
1.22
72,6
651-
89,0
59.11-
95,1
December
,

13,40
77,9
12,57
6

96,2
201,00
86,8
246,25
104,3 348,25 75.3
10,60
98,1 1.22
72,6
651-
89,0
60.21-
96,8
Januari

1928
13,50
78,5
12,70
97,1
207,50
89,6
247,75
105,0
361,00
78,0
10,30
95,4
1.22
72,6 651-
89,0
62.-!-
99,9
Februari

,,
13,80
80,2

12,87
5

98,5
226,50
97,8
243,75
103,3
361,00
78,0
10,00
92,6

1.21
72,0
651-
89,0
61.121-
99,2
Maart

.

,,
14,60
84,9
14,00
107,1
240,75
104,0
255,75
108,4
350,75 75,8 9,95
92,1
1.19
70,8
6516
89,7
61.316
98,6
April

,,
15,30
88,9
14,97
5
.
114,5
239,50
103,5
261,00
110,6
358,25
77,5
10,05
93,1
1.19
70,8
66
1

90,4
61.14/6
99,4
Mei

,,
15,30
88,9

15,476
118,4
238,50
103,0
260,75
110,5
-372,00
80,4
10,60 98,1 1.19
70,8
661-
90,4 62.151-
101,1
Juni
14,37
5

83,6
14,27
6

109,2
234,00
101,0
252,50
107,0
365,25 79,0
10,10
93,5
1.19
70,8
661-
90,4
63.171-
102,9
Juli
14,25
82,8
13,07
6

100,0
246,75
106,6
241,00
102,1
359,75
77,8
10,10
93,5
1.19
70,8
661-
90,4
62.181-
101,3
Augustus

,,
12,00
69,8
12,62
5

96,6
214,75
92,8 226,75
96,1
350,75 75,8
10,05
93,1
1.21
72,0
661-
90,4
62.1016
100,7
September ,,
11,65
67,7
11,57
5

88,5
198,75
‘85,9
198,25
84,0 350,75 75,8
10,00
92,6
1.21
72,0 661-
90,4
.

63.81-
102,1
October

,,
12,27
5

71,4
12,27
93,8
218,50
94,4
189,50
80,3 366,00
79,1

9,95
92,1
1.19
70,8
661-
90,4
1

65.121- 105,7.
November
12,32
5

71,7
12,07
5

92,4
227,25
98,2
185,50
78,6 386,25 83,5
10,20
94,4
1.18
70,2
661-
90,4
67.181-
109,4
December

,,
12,30
71,5
11,90
91,0
220,25
95,1
180,50
76,5 373,75 80,8
10,10
93,5
1.18
70,2

661- 90,4
70.31-
113,0
Januari

1929
12,35
71,8
12,20
93,3
231,50
100,0
194,25
82,3 365,00 78,9
10,10
93,5
1.16
69,0
661-
90,4
75.1016
121,7
Februari
12,72
6

74,0
12,65
96,7
236,00
101,9 194,75
82,5
357,25
77,2
12,90
119,4
1.11
66,1
66/6
91,1
78.-16
125,7
Maart
12,65
73,5
12,625
96,6
233,00
100,6
191,75
81,3
359,00
77,6
12,00
111,1
1.11
66,1
671-
91,8
89.81- 144,0
April
112,12
5

70,5
11,62
5

88,9
218,00
94,1
185,25
78,5
373,25
80,7
11,05
102,3
1.11
66,1
68/-
93,2
82.1716 133,5
Mei


11,125
64,1
10,57
5

80,9
198,25
85,6
177,50
75,2
363,50 78,6
11,15
103,3 1.16
69,0
6916
95,2
75.416
121,2
Juni
10,875
63,2
10,20
78,0
193,50
83,6
171,25
72,6 355,25 76,8
11,25
104,2 1.30
77,4
711-
97,3
74.111-
120,1
Juli
12,80
74,3
11,20
85,6
218,50
94,4
191,25
81,0 415,50
89,8
11,25
104,2
1.30
77,4
7216
99,3
72.1216
117,0
Aujustus
13,125
76,3
10,75
82,2 202,50 87,5
182,75
77,4 452,50 97,8
11,25
104,2
1.30
77,4
7216
99,3
73.171-
119,0
September ,,
12,62
5

73,4
10,20
78,0
191,00
82,5
172,00
72,9
506,75
109,6
11,40
105,6
1.30
77,4
72/6
99,3
74.19/-
120,7
October

,,
12,10
70,4
9,875
75,6
185,00
79,9
168,00
71,2 516,50
111,7 11,25
104,2
1.30
77,4

72/6 99,3
72.16/-
117,3
November
11,775
68,5
9,20
70,4
174,00
75,2
164,75
69,8 483,25
104,5
11,35
105,1
1.30
77,4
7216
99,3
70.51-.
113,2
December
12,62
5

73,4
9,35
71,5
166,00
71,7
163,75
69,4
482,00
104,4
11,75
108,8
1.30
77,4

7216
99,3
68.6/6
II0,I
Januari

1930
12,67
5

73,7 9,35
71,5
149,25
64,5
151,25
64,1
433,75
93,8
11,75
108,8
1.21
72,0
7216
99,3
71.916
115,1
Februari

11,75
68,2
8,17
5

62,5
139,00
60,0
135,75
57,5
398,50
86,2
11,75
108,8
1.11
66,1
7216
99,3
71.1216
115,4
Maart
10,90
63,4

7,15
54,7 143,50
62,0
125,00
53,0 390,00 84,3
11,55
106,9
1.11
66,1
70/-
95,9
68.1916
111,1
April

,,
11,17
5

65,0 7,62
5

58,3
180,25
77,8
I29,75
55,0 431,00 93,2
11,35
105,1
1.165
69,3,
67/6
92,5
61.3/-
98,5
Mei
10,45
60,8
6,55
50,1
148,50
64,1
114,50
48,5
405,00 87,6
11,35
105,1
1.18
5

70,5
6716
92,5
53.91-
86,1
Juni


10,05
58,4
5,175
39,6
145,50
62,9
103,75
44,0
385,50
83,4
11,35
105,1
1.18
5

70,5
67/6
92,5
50.116
80,7
7
Juli
9,55
55,5 5,20 39,8
158,00
68,3
106,00
44,9
350,00
75,7
11,35
105,1
1.185
70,5
6716
92,5
48.151-
78,5
4
9,25 53,8
5,25 40,2
168,00
72,6
102,00
43,2
317.00

68,5
11,35
105,1
1,185
70,5
67
1
6

92,5
47.10
1

76,5

,,
9,65
56,1
6,60
50,5′
160,00
69,
1

114,00
48,3 362,00

1
78,2-
11,35


105,1
1,18
6

70,5-


47.716
76,3
1)
Men zie voor de tdelichting op dezen staat de nummers van 8 en 15 Augtzstus
1928
(No. 658 en
659)
pag.
689190 en
709. )
=
Weatern vôôr de invoering van

23 Juli 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

677

mogelijk te maken. De toon is echter beter, hoewel er geen
aanzienlijke verbetering te rapporteeren valt.

Liverpoolnoteeringen

Oost. koersen 8 Juli 15 Juli
9Juli 16Juli T.T.opBr.-Indië
115+
l/5f
F.G.F. Sakellaridis 12,15 12,30
T.T.
op Hongkong 113

1/3
1
/8.
G.F. No.
1
Oomra 3,50 3,55
T.T.op
Shanghai 115k 1/57/
t

Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In dulzendtallen balen).

1 Aug.
1
29
Overeenkomstige periode
tot

11 Juli ’30
1
9
2
81
2
9
1927 128

Ontvangsten Gulf-Havene.

}
8837

9384

8458
Atlant.Havens
Uitvoer naar Gr.Brittanniö

1297

1840

1417
‘t Vasteland ete

4180

4638

5158
Japan
……
.1233

1521

1044

Voorraden. (In dulzendtallen balen).

Overeenkomstig tijdstip
11Juli’30
1929

1928

1610
674
756 620
253 386
Amerik. havens …….
….

236
165
77
Binnenland

………….
New York ……………
363 94
180
New
Orleans ………….
Liverpool

……………
261
400 488

SUIKER.
In de afgeloopeu week werden op de meeste Suikermark-
ten weder nieuwe laagte recordprijzen behaald.
In A m e r i k a werden flinke partijen ruwsuiker tot
prijzen dalende tot 3% dc. afgedaan.
Op
de N e
w-Y
o r k.
s c h e termijnmarkt brokkelden prijzen dagelijks af en be-
landen aan het einde der week op de volgende cijfers: Juli 1.17; Sept. 1.22; Dec. 1.30; Jan. 1.32 en Mrt. 1.40, terwijl
de laatste noteering voor Spot Centr. 3.25 bedroeg.
De ontvangsten in de Atlantische havens der
V. S.
be-

droegen deze week 22000 tons, de versmeltingen 71.000
tons tegen 64.500 tons verleden jaar en de voorraden
382.000 tons tegen 671.000 tons.
De laatste
0 u .b
a-statistiek is als volgt:

1930

1929

1928

Tons

Tons

Tons

Cubaproductie ……………4.671.260 5.156.315 4.037.833
Consumptie …………….53.601

77.315

113.833
Weekontv. afscheephavens

19.594

24.763

30.582
Totaal sedert
1/1
……….3.044.853 4.154.664 3.073.138
Weekexport…… ……….

45.780

95.311

61.’089
Totale export sedert 1/1

1.648.042 2.976.062 1.978.029
Voorraad afscheephavens…..1.554.819 1.249.944 1.127.054
Voorraad binnenland……..1.416.998 950.034 884.094

Volgens
F. 0.
L i c h t is het weder overal gunstig voor
de bieten.
In
E
n ge 1 a n d verlaagden raffinadeurs hunne prijzen
deze week met 6 d. De markt voor Ruwsuiker was weer
lusteloos, terwijl de Londensche termijnmarkt deze week
nogal prijshoudend verliep. De slotnoteeringen luidden als
volgt:

Augustus ……Bietsuiker basis 88
0
fob. Sh. 5/3
December

,,

,,

,,

,,

,, 5/8e
Januari ……..Rietsuiker basis 96
0
cif.

6/
Maart ……….

6/9
11ei …………

Augustus

713

J a v a: De markt bleef uiterst kalm. De
V.I.S.P.
kon
nog ca. 5000 tons Superieur en 9000 tons No. 16/& hooger
tot resp. f 9.- en f 8.- van de hand doen.
De afschepingen gedurende de maand Juni bedroegen
volgens officieele gegevens slechts 141.700 tons.
II
i e r t e 1 a n d e volgde men hoofdzakelijk New-York
en Hamburg. De noteeringen op de Amsterdamsche termijn-
markt zakten nog ietwat in. Er ging flink wat om tenge-
volge van omzettingen van Augustus in latere maanden.
De noteeringen luidden aan het einde der week: Aug.
f 8%; Dec. f 91/4; Mrt. f 9% en Mei f 97/
s
. De omzet be-
droeg 9250 tons.
De Zichtbare Voorraden zijn volgens Czarnikow:

.N GROOTHANDELSPRIJZEN’)

TIN
locoprijzen
Londen per
Eng. ton

KATOEN
for Middling
locoprijzen
New York
per Ib.

WOL
gekamde
Australische,
Merino, 64’s Av.

loco Bradford
per Ib.

WOL
gekamde
Australische,
CrossbredColo- nial Carded,
Av. loco
Bradford per Ib.

RUBBER4)
Standaard
Ribbed Smoked
Sheets
loco Londen
per Ib.

SUIKER
Witte kristal-
suiker loco
R’dam(A’dam.
per loO K.O.

KOFFIE
Robusta
Locoprijzen
Rotterdam
per
‘Is
K.O.

THEE
Af!. N.-I. theev.
A’dam gem. pr
.
Java- en Suma-
trathee

Indexcljfer
vjh. Centr. B.
v. d. Stat.,
herleld
van 1913
=
100
tot 1925
=
100

Indexcijfer
van The
Economlst,
herleld
1927
=
100
tot 1925=100

£
010
$
cts. 0j pence
01
pence
0
10
Sh
0
1
H.
01
cts.
°/o
cts.
0
10
261.171-
100,0
23,25
100,0
55,00 100,0
29,50
100,0 2111,625
100,0
18,75
100,0
61,375
100,0
84,5
100,0 100,0 100,0
290-1716
III,!
17.55′
75,5
47,25
85,9
24,75
83,9
21-
67,4
17,50
93,3
55,375 90,2
94,25
111,5
93,2
92,9
290.41-
110,8
17,50
75,3 48,50
88,2
26,50
89,8
116,375
51,6
19,125
102,0
46,875 76,4
82,75
97,9 95,4
89,5
296.916
113,2 16,85
72,7 47,25
85,9
26,00
88,1
116
50,5
18,37′
98,0
47
76,6
81,25 96,2
96,1
896
289.1516
110,7
17,90
77,0
48,50
88,2
26,50
89,8
1/4,75 47,0
18,62′
99,3
47
76,6
84
99,4
97,4
922
292.-16
111,5
19,70
84,7
48,50
88,2
26,50
89,8
115,25
40,8
18,50 98,7
45,375 73,9


96,1
90,2
287.1216
109,8
22,05
94,4
50,00
90,9
26,50
89,8
114,25
45,6
17,87
8

95,3
44,25
72,1
94,5
111,8

96,8
89,1
264.216
100,9
20,65 88,8
50,25
91,4
26,75
90,7 114,375

46,0
16,870
90,0
45,25
73,7
93
110,1
.

96,8
88,6
264.416
100,9
20,25
87,1
5225
95,0
28,50
96,6
116,5
51,9
17,25
92,0
46
74,9
96
113,6
97,4
88,9
266.1316
101,8
19,70 84,7
5150
93,6
28,75 97,3
1/7,75
55,4
17,875
95,3
46
74,9
89,25
105,6
974
88,2
255i/-
97,4
19,25
82,8 53,00 96,4
29,75
100,8
1/7,25
54,0
17,37′ 92,7
46
74,9
.84,5
100,0 98:7
87,9
233.1016
89,2
18,35
78,9
54,75
99,5
31,75
1076
113,75
44,2
16,75
89,3
46
74,9
79,5
94,1
96,8

87,9
233.1716
89,3
19,35
83,2
55,00
100,0
33,25
112:5
110,75

35,8
16,878
90,0
Cr
76,6
79
93,5
98,1
89,2 234.61-
89,5
20,65
88,8
54,50
99,1
33,00
111,9
-19,375
26,3
.
16,87
8

90,0
47
76,6
74,25
87,9
98,7

.
90,5
230.13/-
88,1
21,55
92,7
54,25
98,6
32,25
109,3
-J9
25,3
16,625
88,7
48,25
78,6
78,25
92,6
98,1
91,2
218.816
83,4 21,35
91,8
55,50
100,9
31,75
107,6 -19,25
26,0
15,75
.
84,0
49
79,8
73,25
867 987
89,8
211.19/-
80,9
21,75
93,5
53,00
96,4
31,25
105,9
-(9,25
26,0
15,50
82,7 49,875 81,3
71,25
843 955
88,2
211.181-
80,9
19,30
83,0
51,75
94,1
30,00
101,7
-19,25
26,0
16,00
85,3
51,875
84,5
67,75
80,1
92,9
86,6

21.17(6
81,9
18,55
79,8
47,00
85,5
29,00 98,3
-18,5
23,9 15,87′
94,7
52,75 86,0
70,25
83,1
93,5
85,4
221.191-
84,8
29,45
83,7
46,25
84,1
27,25
92,4
-18,8 24,7
14,62′
78,0
53
86,4 73 86,4
94,2
85,1
232.1016
88,8
19,90
85,6
47,25
85,9 27,50
93,2
-18,625
24,2
14,00
74,7
53
86,4
75,75
89,6
95,5
85,1
228-81-
87,2
20,45
88,0
46,25
84,1
28,00
94,9
-/8,5
23,9
13,925
74,3
51,75
84,3 76,5
90,5
95,5
84,8
222.716
84,9 20,20 86,9
46,75 85,0 28,75
97,3
-19,875
27,9
13,775
73,5
53,125 86,6
77,25 91,4
94,.
846
222.111-
85,0
20,10
86,5
44,25 80,5 21,75
94,1
1/-
33,7
13,37
5

71,3
54
88,0
74,25 87,9 94,2
85
:
4

221-016
84,4
21,25
91,4
44,00
80,0
27,50
93,2
110,125
34,0
13,50
72,0
54
88,0
72,75
86,1
94,8
85,8
207.516
79,2
20,45
88,0
43,25 78,6
27,25
92,4
-110,5
29,5
13,375
71,3
54
88,0
74,25
87,9 92,9
83,9
191.516
75,3
19,40
83,4
41,50 75,5 26,25
89,0
-110,875
30,5
12,25
65,3
54
88,0
73,50
87,0 91,6
81,7
20051-
76,5
18,75
80,6 40,00
72,7
25,75
87,3
-110,625
29,8
12,00
64,0
54
88,0 69,50
82,2
91,0 81,9
209.516 79,9
18,65
80,2
38,75 70,5 24,75
83,9
-(II
30,9
13,425
71,6
54
88,0
68,50
81,1
91,0
83,7
210.111-
80,4
18,60
80,0 37,00 67,3
24,00 81,4
-110,5
29,5
13,00
69,3 53,50
87,2
64
75,6
91,6
83,6
205.516
78,4
18,90
81,3
34,25
62,3
23,75
80,5
-110.125
28,4
13,475
71,9
51,75 84,3
64
75,6
91,0
82,0
188.916
72,0
18,45
79,4
32,50
59,1
22,50
76,3
-19,625
27,0
13,30
.
70,9
48,50
79,0
66
78,1
90,3

80;5
182-16
69,5
17,50
75,3
34,25 62,3
23,00
78,0
-18,125
22,8
12,50
66,7
41,75
68,0
66,50
78,7
88,4
78,8
178J8/6
68,3
17,25
74,2 31,25
56,8
21,25
72,0
-18
22,5
12,075
64,4
36,75
59,9
60,75
71,8
87,1
78,8
174.131-
66,7
17,15
73,8 29,50
53,6
19,25
65,3
-17375
20,7
11,675
62,3
35
57,0
60,50 71,6 84,5 76,9
174.41-
66,5
15,45
66,4
28,50
51,8
17,75
60,2
-(8
22,5
11,40
60,8
35
57,0
58,25
68,9 81,3
75,2
165i8J-
63,4
15,20
65,4
26,25
47,7
16,50
55,9
-17,625
21,4
10,70
57,1
35
57,0
62,25
73,7
78,7
74,2 161.17(6
61,8
16,45
70,8
27,25
49,5
17,25
58,5
-17,375
20,1
10,55
56,3 35 57,0
59,50
70,4
78,7
72,8
145.-!-
55,4
16,50
71,0
28,75 52,3
18,00
61,0
-16,875
19,3
9,80
.52,3
34,75
56,6 53
68,6
76,1
72,0
136.4/6
52,0
14,50
62,4 27,75
50,5
17,50
59,3
-16,125
17,2
9,775
52,1
33
53,8
58
68,6
76,1
70,4
135.216
51,6


27,00
7

49,1
7

17,00
7

57,37

-16,1875
17,4
9,75
1
52,0
32
52,1
56,75
67,2
132.151-
50,7
13,105
56,3
6
1
26,758 48,5
8

16,62
5
8

56,4
9

-15,75
16,1
9,50
50,7
32
52,1
56,25
9

66,6
9

11
135.1216
51,8
13,40
0

57,6
6

26,75°
48,5
9

16,50
9

1.
55,9
9

-15,3125
,

14,9
1

9,25 49,3
,

32
52,1
e huidige ofticieele noteer.ngswljze Uan. 1928); vanaf 16Dec.1929 7415
K.G.
Hongaarsche; vanaf 26Mei1930 Z-Russische.
0) =
Malting vôôr de Invoering van de huidige
ffic. not.wljze (Jan. 1928).
4)
Jaar- en maandgem. afger. op ‘/s pence. 5)11 Juli.
6)
18Juli.
7)3
Juli.
8)
10 Juli.
9
)
17 Juli.

6718

ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN.

23 Juli 1930.

T
.1930

1929
1928.
Ton

Ton
Ton
Duitschiand

1/6

…………
941.000

824.000
644.000
Tejecho-Slowakije
117 ………
284.000

247.000
292.000
Frankrijk

116

……………
449.000

349.000 304.000
Nederland

116 …………..
203.000

205.000
103.000
België

1/6 ………………..
131.000

146.000
124.000
Polen

1/7

… .. … ……..
…..
254.000-

183.000
121.000
Engeland 1/7Geïmp.Suiker
170.000

144.000
304.000
1/7 Binnenl.,……
17.000.

17.000 16.000

2.449.000 2.115.000 1.908.000
All

Atl. ha’ens
V.S.
2816 ..
666.000

912.000
683.000.
Cubaanschè

,,

28/6

……
1.632.000 1.299.000
1.15000
Cuba binnenland geraamd 28/6_1.714.000
1.100.000
950.000

Totaal

…………..
6.461.000 5.426.000 4.700.000

KOFFIE.

In den aanvang van deze bericht’veek verkeerde de markt
in iets vastere stemming.. Aanleiding daartoe was cle stij-
gende Braziliaansche wisselkoers op
.
Londen. De kost- en
vracht-aanbiedingen uit Brazilië kwamen iets hooger af en
cle noteeringen aan cle termijumarkten ondergiugen een
kleine verbtering. Later zakte de wisselkoers echter weder-
om in en kwam zelfs n’og lager te staali dan waarop de
week. geopend was. De vetbetering ging daatdoor geheel
verloren èn de pîijzen, zoowel voor de – kost en vracht-
aanbiedingen als voor de termijnen zijn
wedio,n
geheel
gelijk aan die van de vorige week.
Van l3razilië werden berichten ontvangen omtent lage
empératiuen en in een eilkel district zelfs omtrent vorst,
clôch deze veimochten geen betere stemming voor het artikel
teweeg te .breâgen.
In Nederlandsch-Indië zijn de vraagprijzan voor de Ro-
.busta-soortén iets aangitrokken en ongeveer 1 ct. hooger.
.:De stemming voor loco bleef lusteloos en de officieele noteeringen zijn onveranderd 38 ct. per
Y
2
1
TÇ.G. voor Su-
perior Santds en 32 ct. voor Robusta.
Aan de Rotterdamsche termijnmarkt waren de notee-
ringen Dinsdag 22 Juli des voormiddags als volgt: Juli
2434v September 23%, December 20i/, Maart 1931 –
Mei 191- 19% ct.
De lirijzen S’a gewoon goêd beschreven Superior Santos
op prompte verscheping zijn thans ongeveer 55/. 561. per
cwt. en van dito Prime ongeveer 57/6 it
S!6,
tirwijl zij
van Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte ver-
scheping, bedragen 3513 ic- 36/..
Van Robusta op aflading van Nederlandsch-lndië zijn de prijzen in de eerste hand op het oogenblik: Palembang Robusta, Augustus-verscheping, 17 ct.; Ben-koelen Robusta, Augustus-verscheping, 17 ct.; Mandheling
Robusta, Aiigustus-verscheping, 18. ct.; W.T.B. faq. Ro-
busta, Augustus-verscheping, 26 ct., alles per 34:.K.G.,
uitgeleverd gewicht, netto contant.
De slot-ûoteeringen te New-York van het aldaar
,
gel-
dende gemengd contract (basis Rio Nol 7) waren:

Sept.
I

Dec.
Maart
I

Mei

21 Juli
$

6,96
$

6,53
.$

6,28
$

6,16
,,

6,87
,,

6,55
6,40
6,34
14

,………
7

,.

……
,,

6,21
5,94 5,83
,,

5,76
30
Juni
.

7,06
,,

6,88
,,

6,73
6,59

Rotterdam, 22 Juli 1930.

(Mededeeling van de Vereeniging voor den Goederenhandel
te Rotterdam.)

Noteeringen en voorraden in Brazilië.

le. Rio
te Santos
Wisselkoers
Data
Voorraad
Prijs
Voorraad
Prijs
teL oRnid0en
op
(In Balen)
No.
71)

(In
Balen)
No.
4′)

21 Juli 1930
338.000
13.425 1.116.000
21.000
14

1930
343.000
13.275

1.112.000
21.000
5
852
/
512
,,
7

1930
340.000
12.800 1.070.000
21.000
21 Juli

1929
284.000
25.750 1.169.000
33.500

1)
InReis.


Ontvangsten uit het binnenland
van
Brazilië in Balen.

te Rio
te
Sanlos
Data


Afgeloopen
Sedert Afgeloopen Sedert
week
1Juli

week
1Juli

19 Juli

1931

..
36.001
114.000
1

203.000
593.000
19 Juli

1929

..
46.000
154.000
188.000
377.000

•• .-.


. THEE.

In de afgeloépen week.had de theemarkt noght onop-

gewekt voorkomen van de vorige week.
De veiling, die op 17 dezer te Amsterda.m plaats had,
gaf dan ook een onregelmatig prïjs-verlôop te zien, doch
over het algemeen liepen de prijzen eenige centen lager da
iii de vorige veiling. • . ‘
De middenprijs bedroeg volgens P. v. d. T. 56

ets., het-
geen 4 ct. lager is dan de vorige veiling-middenprijs.
])e ruim 12.000 • kisten werden echter verkocht op ca
1300 kn. na.

:

.
De theè-uitoer van Sumatra vertoonde ditmaal en vrij
belangrijke dalin, volgens telegrafisch bericht aan de Ver-eeniging voor de Thee-cultuur in Nederlandsch-Indië. Ge-
durende Juni bedroeg cle uitvoer nl. 768.000 EG. tegenover
1.086.000 KG. in 1929. •
De aanvoer van thee in Groot-Brittannië bedroeg over
Juni 30.171.000 lbs. tegenover 33075.000 lbs. in 1929. Daar-
entegen was de uitvoer grooter en bedroeg 6.608.000 lbs.
tegenover 5.549.000 lbs. verleden jaar. Amsterdam, 21. Juli 1930.

VRACHTENMARKT.
– Graan van iVoorcL-4merika.
In deze afdeeling heersclte
tegen het einde der afgeloopen week een betere stemming
in het bijzonder van de Gulf en de vrachten waren zeer
vast.
Van
Montreal
werd naar bepaalde havens der Middel-
landsche Zee per Augustus en September $ 0:1o3 resp.
$ 0.11 betaald. Naar UK. kwam een afsluiting tot stand
op basis van 1/9 naar één, 1110,l4 naar twee havens, optie
Antwerpen of Rotterdam tegen $ 0.08, Bordeaux/Maburg
Range $ 0.09, Lissabon of Leixoes $ 0.10, Middellandsche
Zee $ 0.10 voor Juli/Augustus laden.
Van de
Gvlf
naar Antwerpen[Rotterdam/Amsterdam
heeft een groote boot per Augustus $ 0.10 naar één en
$ 0.11 naar twee havens kunnen bedingen en een soortge-
lijk schip naar Dli. 2/6 naar één, resp. 2/9 naar twe
havens. Op deze basis kunnen verdere booten opgenomen
-worden, maar de reeders zijn tamelijk terughoudend en het
ziet er naar uit dat cle vrachten zullen oploopen.
La Plata.
Deze markt was zeer levendig, oftchoon de
vraag hoofdzakelijk tot vroege handige tonnage beperkt
bleef. Dat het aantal afsluitingen betrekkelijk gering was, is het gevolg van de uitgesproken schaarschte in dit soort
schepen. Voor handige booten, welke cancelling 10 Augus-
tus kunnen geven, is thans 16/- verkrijgbaar, misschien zelfs iets meer. De afsluitingen der vorige week, welke
echter nauwelijks een juist idee van den huidigen toestand
der vrachten geven, waren o•ni. de volgende: 5800 ton
1)iamantefAutwerpen, Rotterdam of Amsterdam 13/-, spot.
prompt, 6500 ton Rosario/Marseille, Genua, Napels 151.
één, 1.5/9 twee havens, Juli/Augustus, 7000 ton Conception/
Antwerpen, Rotterdam of Amsterdam 15/6, prompt;
• Middellandsche Zee.
Van eenige

verbetering is nog geen
sprake. Er was iets meer activiteit gedurende de ladtste
(lagen en er vonden meer afsluitingen plaats, maar dit is slechts toe te schrijven aan het feit, dat de reeders, door:
dat hun booten prompter werden, toeschieteljker waren.
Ertsladingen werden om, als volgt gesloten: Melilla/Rot-
terdam 4/3; Ijmuiden 4/6; iluelva/Rotterdam 41734 ; Rou-
aan 7/.; Cient 51.; Antwerpen of Cent 713; Bremen 519;
Londen 7/-; Port Talbot 9/6 en Immingham 6/9, aH phos.
phaat-laclingen : Sfax/Aiitwerpen 513; Nantes 513.
Noord-Spanje.
Ook in deze afdeeling was het iets leven. diger en werd 413 van Bilbao naar Rotterdam én 416 vail
Bilbao naar Antwerpen, alsmede 4/6 van Onton of Salta
Caballo naar IJmuiden betaald, maar momenteel is er nog slechts één order aan de markt, nI. BilbaoflJmuiden tegen
43 voor een handige Augustus boot.
Kolen van U.K.
De export was de vorige week slechts
van beperkten omvang, terwijl het aanbod van scheeps-
ruimte de vraag wederom overtrof. De vrachten zijn daar-
door opnieuw teruggeloopen. Van Wales werd om, afge-
sloten: naar Rouaan tegen
313,
Bordeaux 319, Lissabon 6/6,
Itlarseille 7/3, Genua 6/-, Venetië 716. Alexandriii 71-, Las
Palmas en Tenerife 81., Rio 12/-, Buenos Aires 14/6 en naar
de Vereenigde Staten tegen 71.. Van de Oostkust: Mahnö
.4/6, Fredericia 4/3, Königsberg 416, Rouaan 31134, J3or-
deaux 419, Oran 7/6, Marseille 713, West-Italië 6/3, Alexan-
drië 717 34, Buenos Aires 14/9.

Auteur