Ga direct naar de content

Jrg. 15, editie 752

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 28 1930

58 MEI 1930

AUTEURSRECHT
VOORBEHOUDEN.

Economisch~Statistische

Ben*èhten

ALGEMEEN WEEKBLAD VÖOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALË COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

I5EJAARGANG

WOENSDAG
28
MEI 1930

No.
752

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandela; Prof. Dr. W. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. R. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Rangers;
Prof.
Mr. H. R. Ribbius; Jan Schiltkuis;
Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. 11. Verrijn Stuart. Redacteur-Secretaris: H. M. H. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de ioochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. io
Nederland f 20,—. Buitenland en Holoniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.

De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont-
vangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoo-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tënties: Nijgh c van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-terdam, Amsterdam, ‘s- Gravenhage. Postchè qua- en giro-
rekening No. 6729.

27 MEI 1930.

Dé kleine toename van de geldvraag aan het einde

der vorige herichtsweek, was deze week weder gehee’

verdwenen. De cailrente daalde weder tot
.3/
pOt. en

particulier disconto liep van 2
3
/io
tot
21Iie
pCt. terug.

Toch is de vraag naar wissels niet groot en verschil-

lende regelmatige koopers onthouden zich vrijwel
g-

heel. Zoodra dus het aanbod toeneemt of koopers zich

verder terugtrekken, loopt de koers weder op of moet

men tot den volgenden dag wachten. Hierdoor stceg

gisteren de rente weder tot 2
1
/s è. 2
3
/u pOt. iervijl ook
callgeld meer gezocht was en tot 1 è 1% pOt. opliep.

De prolongatierente noteerde 2-2Y4-2/s–2 pOt.

* *
*

Op de balans van De Nederlandsche Bank geeft de

post hinneulandsche wissels een stijging van ruim

f
200.000 te zien. De heleeningen blijken met
f
800.000

te zijn teruggeloopen.

De goudvoorraad der Bank bleef vrijwel onveran-

derd. De zilvervoorraad steeg met
f
400.000. De post

papier o’p het buienlan’d geeft een teruggang van

f
500.000 te zien, terwijl de diverse rekeningen onder

het actief met ruim
f 1 millioeh blijken te zijn toe-

genomen. ‘

De . biljettencirculatie daalde met
f 11,7 millioen.

Het teoed van het Rijk vertoont een vermeerdering

van
f
22,7 millioen, De rekening-courant-saldi van

anderen daalden met
f
10,6 millioen. Het beschik-

baar metaalsaldo bedraagt
f
300.000 meer dan ver-

leden week. Het dekkingspercentage is ruim 53.

* *
*

De afgeloopeu week heerschte er op de wisselmarkt

een onprettige stemming. Ondanks de geidruimte

zijn de koersen van de hoofddeviezen omlaag geloo-

pen. Het Pond kwam van 12.08% op 1.077/, ‘terwijl

de Dollar van 2.4875 tot op 2.4858 daalde. Dollars in

Londen noteerden tenslotte 4.8594 na eerst van

4.8597 op 4.8612 gekomen te zijn. Marken liepen van
59.34 op 50.31 terug (Ponden tegen Marken 20.36%).

Fransche Francs lager 9.74% na 9.75%. De Ponden-

koers in Parijs verbeterde van 123.90, tot 123.95. On-

zeker waren nog steeds de Zwitsersche Francs; hoe-

wel, de schommelingen niet groot waren, veranderde

de koers meestal tamelijk onverwacht. De slotnotee-

ring was 48.10. Peseta’s kwamen van 30.40 op 30.27%.

De overige deviezen fluctueerden niet noemenswaard.

Door den flauweren Pondenkoers zijn d.e marges voor

de termijnen wat grooter geworden; de noteeringen

voor één- en driemaands waren resp. en
°Iio-
c. agio. Dollars noteerden voor dezelfde termijnen

ongeveer pari en 3-1 c. disagio, terwijl de Marken

resp. 2%-1% en 6
1
1
2
_5u1
2
C.
onder .den contanten

koers deden.

LONDEN, 26 MEI 1930.

Nadat in het begin van de vorige week geld eenigs-

zins meer gezocht was, hetgeen men meende te kun-

nen toeschrjven aan de groote goud- en dus geldont-

trekkingen’ voor
Frankrijk,
werd tegen het einde der

week de positie toch weder gemakkelijker. Ook dit-

maal wordt verwacht, dat het einde der maand geen

bijzondere moeilijkheden met zich mede zal brengen.

De vraag naar goud is ‘voor het oogenblik geëindigd,

ofschoon’ het Zuid-Afrikaansche goud morgen wei

voor Duitsche rekening zal worden genomen. De koers

op Duitschiand sluit op ongeveer 20.36.

De discontomarkt had een zeer kalm verloop. Wel

werd nog gesproken over een mogelijke vérlaging

van het officieel ‘disconto op, Donderdag 11, maar

behalve op dien dag, toen denoteering tot
2h,
pOt.

verflauwde, was de prijs de geh’eeÏe week 2I1e pOt.

484

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Mej 1930
SAMENWERKING IN DE EUROPEESCHE

KUNSTZIJDE-INDUSTRIE.

De gedrukte stemming op de internationale kunst-
zijdemarkt is voor een niet gering gedeelte toe te
schrijven aan de herhaalde mislukking van de onder-handelingen tusschen de Europeesche kunstzijdepro-
ducenten om tot overeenstemming over de verdeeling
der markten te geraken. Er bestaat weinig kans, dat
deze onderhandelingen, die reeds vanaf het vorig jaar
met tusschenpoozen worden gevoerd, binnenkort resul-
taat zullen afwerpen. Tot goed begrip van deze kwes-tie is het noodig, vooraf de situatie in de Europeesche kunstzijde-industrie nader te beschouwen.
De moeilijkheden, waarvoor de kunstzijde-industrie
in Europa zich op het oogenblik geplaatst ziet, vloeien
in hoofdzaak uit twee factoren voort, nl. uit de hooge
invoerrechten, die de meeste landen heffen en de lage
productiekosten als een gevolg van de lage bonen in Italië, België en Frankrijk.
De plaats, die Nederland als kunstzijde producee-rend land inneemt, kan niet beter geïllustreerd wor-
den dan uit de productie per hoofd van de bevolking,
zooals deze in het onderstaand staatje is weergegeven.

Productie en verbruik:
(per hoofd in KG.)

Productie Verbruik
Nederland …………………
1.27

0.17
Zwitserland

……………….
1.26

0.70
België

…………………….1.01

0.55
Italië

…………………….
0.65

0.29
Engeland ………………….
0.51

0.43
Frankrijk ………………….
0.41

0.30
U.S.A . …………………….

0.37

0.41
Duitschiand ………………..
0.34

0.38
Oostenrijk …………………
0.27

0.19
Canada …………………….
0.17

0.26
Japan

…………………….0.11

0.11
Tsjecho-Slowakije …………..
0.09

0.27

Volgens deze opstelling staat dus ons land, wat de
productie per hoofd betreft, bovenaan en niet vol-
doening moge dan ook geconstateerd worden, dat Ne-
derland ondanks hooge tariefmuren voor zijn pro-
ducten in het buitenland een goeden afzet vindt.
Intusschen maakt onze kunstzijde-industrie een
ware uitzondering op alle overige buitenlandsche in-
dustrieën, wat haar afzetmogelijkheden betreft. Onze industrie wordt door geen rechten beschermd, terwijl
er momenteel geen kunstzijde produceerend land is,
dat geen invoerrechten heft.
Om een beeld te krijgen van den omvang van deze
rechten voor de Nederlandsche importeurs, behoeven
wij slechts den marktprijs voor een bepaalde kwaliteit
zijde voor elk land te plaatsen naast het invoerrecht-
cijfer. Berekent men nu procentueel welke aftrek ver-
schuldigd is voor elk land, dan komen wij tot de vol-
gende opstelling:

Invoerrechten.

Prijs
150 1
Nor-
lnvoerr.
Landen
Invoerrecht

invoerr.
p
KO.
prijs
Zweden
2
Kr. p. KG.
Zw.
Kr.
7.75
26
Denemarken
22 o/
Dn. Kr.
7.10
18
Duitschland
60
pfg. p. KG.
RM.

6.60
9
Engeland
21-
per ib.
p. ib.

416
44
België
7

Fr. p. KG.
B. Frs.
70.-
103,
Frankrijk
163.i
Fr. p. KG.
Frs.

36.-
45
Oostenrijk
95
goldheller p. KG. Z. Fra.

8.95
11
Hongarije
1
goud Kr. p. KG.
,,

8.95
12
Spanje
1.75
goudPes.p.KG.
Pes.

14._
19
Portugal
Esc.
0.60 p. KG.
F.

5.96
27
Italië
3
Lire p. KG.
Lire

30._
40
Tsjecho-Slow.
Ke.
10.50
p. KO.
Z. Frs.

9.52
17
Finland
F. Mk.
49.-
p. KG.
F.

6.75
45
Polen
Zl.
880 p. 100
KG.
$

308
33
Zwitserland
Z. Frs.
2.-p. 100
KG.
Z. Frs

8…
0.25
U.
S.
A.
$cent
45
$

1.10
41
Canada
17

0/0
$
0.82
p. Ib.
15
Argentinië
Pesos
0.6624
p. KG.
4110
p. Ib. 25
Brazilië
20
0
/0
412

,,

,,
17
Chili
9
pence p. KG.
415

11

,,
7

INHOUD.

Blz.
SAMENWERKING
IN
DE EUROPEESCHE KUNSTZIJDE-IN-
DUSTRIE door Th. H. Bernsen ………………..
484
De kosten van het af betalingsatelsel door
Mr. Fr. W.
Fischer
………………………………….
485
Agentschappen in Engeland en dubbele inkomstenbe-
lasting door Mr. W. Roosegaarde Bisschop ……..
487
Wettelijke regeling van het accountantswezen door
Prof.
Mr. C. W. de Vries ……………………….
489
Het Jaarverslag van De Nederlandsche Bank
1929-1930 489
BUITENLANDSOF{E MEDEWERKING:
Samenwerking van Circulatiebanken door
Prof. Dr.
E. Salin

………………………………
492
AANTEEKENINOEN:
Resultaat van de rondvraag van de Internationale
Vereeniging voor de Suikerstatistiek ……….
493
Indexcijfers van groot- en kleinhandeisprijzen in
Nederlandsch-Indië ……………………..
493
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN

.-. … ….

._
494
1WIAANDOIJFERS:
Giro-omzet bij De Nederlandsche Bank …………
495
Postchèque en Girodienst ………… …….

495
Rijkspostspaarbank ……………………….
495
Giro-kantoor der Gemeente Amsterdam

.. …..
495
Productie der Steenkolen-, Bruinkolen-en Zoutmijnen
495
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN …………….
496-502
Geidkoersen.Bankotaten.

1 Verkeerswezen.
Wlsselkoer8en.

Goederenhandel.

Australië

11
01

3111 p. Ib.

10
China

10 o/

2110 ,,
,,

9
Japan

125
Yen
p. 60
KG.

419
,, ,,

41
Br. Indië

73, o/

2/91 ‘

Hierbij valt op te merken, dat de
strijd
achter de
tariefmuren tegen de invoeren, defensief en of fen-
sief gevoerd werd.
I)efensief door de prijzen te verlagen, offensief door
zich hoogei-e invoerrechten te verzekeren, waarop de
importeur slechts – tot zekere grens bereikt is – kon
antwoorden met – lagere prijzen.

Het zwaard, dat men echter ophief tegen de im-
porteurs, door de tariefmuren te verhoogen, bleek in sommige landen zich tegen de beschermde industrie
zelf te keeren. Er vestigden zich ni. tal van nieuwe
ondernemingen in de U.S.A., Frankrijk en Italië om
van het heschermend recht
tijdig
te kunnen profitee-
ren. Door het ontbreken van beschermende rech-ten wordt ongeveer 60 pOt. van het verbruik van
kunstzijde in ons land ingevoerd, zoodat slechts 40
pOt. van de consumptie, die wij hoogstens op 1.500.000
EG. kunnen stellen, voor de Nederlandsche fabrikan-

ten overblijft. Aangezien de Nederlandsche fabrieken
circa 9 millioen EG. kunstzijde voortbrengen, moe-
ten zij 7.500.000 EG. of wel 95 pOt. van haar pro-
ductie exporteeren naar andere landen, die juist door
hooge invoerrechten dezen afzet trachten te belem-
meren.

Het grootste gedeelte van onzen uitvoer gaat naar
Duitschland, een van de zeer weinige landen in Euro-
pa, dat betrekkelijk een laag invoerrecht heft. Duitsch-
land, dat ongeveer 40 pOt. van zijn consumptie in-
voert, wordt door import van producten uit Italië
overstroomd, dat eenerzijds door hooge invoerrechten
buitenlandschen afzet onmogelijk maakt en ander-
zijds door lage bonen – een zeer
belangrijke
factor
in den kostprijs van kuustzijde – het buitenland een
scherpe concurrentie aandoet.
Het is dan ook niet te verwonderen, dat in Duitsch-
land stemmen opgaan tot verhooging van het invoer-
recht tot afweer, vooral van den Italiaanschen invoer.
Hoewel deze verhooging reeds de volle instemming
heeft gevonden bij de Reichswirtschaftsrat, is invoe-
ring door de handeisverdragen met Italië en Zwitser-
land voorboopig niet mogelijk. Maar een andere be-
langrjke gebeurtenis, die de Duitsche kunstzijde-in-
dustrie een eenigszins andere plaats geeft tegenover
haar concurrenten, is de overeenkomst tussehen pro-
ducenten en verbruikers, die onlangs tot stand is ge-
komen en waarover in dit weekblad reeds een en

28 Mei 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

485

ander is medegedeeld
1).
Deze overeenkomst zal de
positie van. de Duitsche kunstzijde-industrie in de in-
ternationale kartelonderhandelingen ongetwijfeld ver-
sterken, want zij is vooral gericht tegen de Soie cle
Ohatillon – een van de grootste Italiaansche concur-
renten van de Duitsche industrie – aan wie, rolgens
courantenberichten, ook het afspringen van de jong-ste onderhandelingen is te danken.
Ïtalië behoort met Engeland en Frankrijk tot de
landen, die den invoer van kunstzijde onmogelijk heb-
ben gemaakt, en toch meenen recht te hebben hun
aandeel in den overigen afzet te moeten verkrijgen.
De uitvoercijfers dezer landen
wijzen
erop, dat Enge-
land praktisch geen kunstzijde uitvoert, doch dat
daarentegen Frankrijk en Italië met een uitvoer van
resp. 6 millioen KG. en 17 mi&lioen KG. hieraan
deelnemen, hetgeen dus in totaal van de nog restee-
rende 150 millioen KG. 15 pOt. bedraagt.
Dit vormt een der grootste moeilijkheden, die heden
ten dage ondervonden worden en die om een bevre-
digende oplossing vragen.

* *
*

Ongetwijfeld zijn do cbnventies, die er met enkele
fabrieken van enkele groepen bestaan, en de belan-gengemeenschappen, die men nationaal en interna-
tionaal binnen de groepen der groote kunstzijdepro-
ducenten, heeft afgesloten, van veel beteekenis, om-
dat deze het groote aantal producenten tot enkele
groepen van producenten terugbrengen.
Toch lijkt het ons, dat vooreerst gestreefd zal moe-
ten worden om in de betreffende landen zèlf eerst
een overeenstemming te bereiken met alle producen-
ten, hetgeen dus kortweg hierop neerkomt, dat men
enkele nationale conventies of kartels zou krijgen.
In Duitschland schijnt men in dezen wel op den goe-
den weg te zijn,, zulks in navolging van de in 1928 bestaande Duitsche conventie, waardoor dan in elk geval een eenheid van producenten per land is ver-
kregen.
Het zal ongetwijfeld aan de internationale markt-verhoudingen een bijzonderen steun kunnen geven,
indien zulke nationale conventies eveneens in de
andere produceerende landen: Amerika, Engeland,
Italië, Frankrijk, om niet van Zwitserland eii België
te spreken, tot stand zouden komen.
Daartoe zal dan in elk land een overeenstemming
noodig zijn, dat men tot een productie ,,bestand”
komt, d.w.z. dat men niet tot uitbreiding zijner capa-
citeiten zal overgaan, anders dan eventueel in ver-
houding van de bestaande productiemogelijkheden der

fabrieken.
Mochten wij zoover gekomen zijn, dan ligt het voor
de hand, dat wij een stap nader gebracht
zijn
om tot
een vaststelling van behoorlijke marktprijzen per land
tc komen, die dan noodzakeljkerwijze rekening za]
moeten houden met de bestaande invoerrechten, waar
bij echter dan de vaststelling dier
prijzen
een zooda-
nige zal moeten zijn, dat een evenwichtstoestand ge-creëerd wordt tusschen de exportmogelijkheden naar
de verschillende landen.
Wij mogen .het vertrouwen hebben, dat de belan-
gen, die de groote concerns in de verschillende landen
door hun participaties hebben, er toe kunnen leiden,
dat de funeste invloed, zoowel van de protectionnis-
tische politiek als van een ongezonde prijsnoteering
wordt gebroken. . Wij mogen het vertroi.wen hebben,
dat het gezond verstand van de leiders onzer inter-
nationale industrieën in dezen zal zegevieren, eerder
althans dan, blijkens de uitkomsten van de gehouden
internationale conferentie inzake de protectionnis-
tische politiek, waarbij slechts 6 der 27 staten bereid
gevonden werden om het’ bekende ,,Douane-Bestand”
aan te gaan, van de diverse regeeringen te verwach-

ten is.
Til. H.
BzI1NSEN.

Breda, Mei 1930.

1)
Zie E.-S. B. van 7 Mei
1930.

DE KOSTEN VANHET AFBETALINGSSTELSEL.

De meeste bezwaren, die men tegen het afbetalings-
stelsel hoort aanvoeren, zullen door verschillende per-
sonen uiteenloopend gewaardeerd worden al naar ge-
lang van karakteraanleg, gehechtheid aan traditie en
maatschappelijk inzicht; er is er echter één, waarbij

deze factoren geen rol schijnen te spelen, nl. dat be-
treffende de kosten, die aan het stelsel verbonden
zijn. Hier toch lijkt het, alsof men met een eenvou-
d.i.ge
rekensom te doen heeft: het afbetalingsstelsel
maakt de prijzen hooger; het eischt een grooter offer
voor het
verkrijgen
van dezelfde bevrediging; het is
derhalve i.n strijd met het economisch principe.
Juist omdat dit argument zoo eenvoudig lijkt, kan het de moeite bonen, eens na te gaan, welke waarde er in werkelijkheid aan is toe te kennen.
Ruw gëbchat kan men zeggen, dat bij koopen op
afbetaling de
prijzen
der goederen gemiddeld met 7 tot 10 pOt. worden verhoogd, daarbij aangenomen,
dat de afbetaling in één jaar plaats ‘heeft. Het kan
in dit verband van nut zijn, een statistiek weer te
geven, die enkele jaren geleden in Amerika is ge-
maakt. Deze statistiek geeft voor de goederen, welke
in 1925 op termijnb’etaling verkocht zijn, de prijzen
aan, die ervoor zijn gemaakt en die waarvoor zij hij
contanten verkoop te krijgen zouden zijn geweest. De
bedragen luiden in millioenen dollars:
Op afbetaling Contal:Lt
Automobielen (nieuwe en gebruikte)

3.780

3.523
Meubelen en aanverwante artikelen .

789

700
Piano’s

………………………
234

203
Gramofoons …………………..
174

160
Radiotoestellen …………………
181

169
Waschmachines

…………………
1.04

95
Stofzuigers

……………………
56

51.
Naaimachines ………………….
106

90
Gaskachels en -fornuizen ………..
27

25
Koelinstallaties

………………..
16,

1.4
Juweelen en galanterieën. ………..

108

100
Kleederen

………………………..
275
Verbeteringen aan oeroerend goed
.

108

100
Tractors

……………………..
75

71
Andere landbouwwerktuigen

31

28
Alle overige goederen …………..
108

100

Totaal3 …….

6.179

5.704

Deze statistik leert ons verschillende interessante dingen. In d&eerste plaats de onjuistheid van de nu
en dan verkondigde stelling, dat de kosten van het
afbetalingsstelsel voor het grootste deel mede door
den contanten kooper worden gedragen.
In de tweede plaats toont zij aan, dat de artikelen,
die zuiver luxe-artikelen zijn, bij den verkoop op af-
betaling belangrijk in de minderheid zijn.
In de derde plaats bevestigt zij bovenvermelde op-
gave omtrent het percentage der kosten. Weliswaar
geeft zij den duur der contracten niet aan, zoodat
men niet zuiver kan berekenen, met welk bedrag de
prijzen worden verhoogd ingeval van afbetaling in
12 maanden; men kan er dit bedrag echter toch wel
eenigszins uit afleiden.
Men ziet uit de statistiek nl., dat de kosten het
hoogst zijn bij naaimachines en piano’s en het laagst
bij kleeren. Dit is te verklaren uit het feit, dat eerst-
genoemde goederen, die weinig aan slijtage onder-hevig zijn, zonder groot risico op langen termijn in
huurkoop verstrekt kunnen worden, trwijl dat met
laatstgenoemde categorie niet het geval is; daar
pleegt de afbetaling dan ook in 10 weken plaats te
hebben (Ten payment plan).
Bij een regelmatigen omzet van 6.119 millioen dollar in één jaar,. waarbij dus in elke maand een
even groot bedrag wordt omgezet, zou het uitstaande
bedrag, ingeval van afbetaling in 12 maanden, op het
einde van het jaar ca. 3.347 millioen dollar bedragen.
Het bedroeg echter, blijkens dezelfde statistiek, 2.638
millioen dollar, zodat men kan aannemen, dat de
duur der crediéten naar verhouding korter was en
wel ca. 9X maand. Waar de kosten nu over dit tijds-
verloop 475 millioen dollar, d.i. ca. 8% pOt. van den

486

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Mei 1930

contanten prijs, bedroegen, zou men daaruit moeten
afl.iden, dat zijbij afbetaling in een jaar ca. 10.5 pOt.

beliepen.

Hierbij is echter, zooals gezegd, uitgegaan van de
onclerstelhng, dat de omzet over de verschillende
maanden gelijk is verdeeld, hetgeu in werkelijkheid niet het geval is. iloudt men in het oog, dat automo-
bielen, die naar hun waarde berekend meer dan 4e
helft van de op afbetaling verkochte goederen uit-
maken, zeker niet liet meest verkocht worden in de
laatste maanden van het jaar, dkn wordt daardoor tel
dccie het betrekkelijk lage cijfer aan uitstaande cre-
clieten aan het einde van het jaar verklaard, zoodat
iii werkelijkheid de duur der credieten wel’ iets langer
dan 9 maand zal zijn geweest. Het is dan ook een
feit, dat autocredieten zoo in de Vereenigde Staten
als bij ons meestal een looptijd van minstens 12 maan-
den hebben. Houdt men dat in liet oog, dan zal een kbstenbedrag van 1014 pOt. te hoog blijken en kan
men dus wei, aannemen, dat ook ginds de kosten door-
ee:ngenomen hij ‘een financiering voor den duur van
12 maanden minder dan 10 pOt. zullen bedragen.

De vraag is nu maar: door wien worden deze kos-
teti betaald? Verhoogen zij eenvoudig zonder meer de
p:rijzen der waren, of wordt dit effect wellicht door
andere factoren geheel of gedeeltelijk gecompenseerd?

Ten aanzien van
autonmobielen
kan eigenlijk nie-

mand dit meer i:n ernst als een vraag beschouwen. Men
heeft in Amerika becijferd, dat, terwijl men in het
algemeen thans voor een dollar
315
kan koopeii

van wat men. er
iii 1914 voor ontving, men bij aan-

koop van een auto daarvoor bijna 1/Ei meer krijgt dan
in dat jaar. liet is van weinig belang of deze cijfers
nu precies juist zijn; ‘wanneer men in het oog houdt,
dat in de productie en don verkoop van auto’s, met inbegrip van de bedrijven, clie van de automobiel-
industrie afhankelijk zijn, naar schatting bijna 116
van de bevolking der. Ver. Staten direct of indirect
een bestaan vindt; dat er 22 millioen auto’s in ge-
bruik zijn; dat de auto-industrie in 1927, niettegén-
staande haar geweldigen omvang, een schuld had van
slechts 90 millioen dollar, en dat deze enorme ont-
wikkeling slechts mogelijk is geweest, dank
zij
het

afhetalingsstelsel, dan Pnoet het iedereen duidelijk zijn, dat do kosten van dit stelsel althans voor deze
soort goederen geheel in het niet zinken bij de prijs-
vermindering, die het heeft tot stand gebracht en de
andere vonrdeelen, die er, o.a. ook in. den vorm van
verbetert ng van het wegennet, gemakkelijicer ver-
piaatsbaarhe d van arbeidskrachten, verruiming van
afzetgelegenheid voor landbouw en veeteelt enz., voor
de gemeenschap uit zijn voortgevloei d.

hetzelfde is, zij het dan lang niet in dezelfde mate,
met verschillende andere artikelen het geval.
Wan-

neer men het lijstje der op afbetaling verkochte arti-
kelen nagaat, zal men zien, dat hij de nieeste daar-
van een vermeerdering van den omzet kan leiden tot
verder doorgevoerde rati on ah seering in de productie
cii daardoor tot lagere prijzen. Als voorbeeld kan ik o.a. nog het artikel
stof zuiçjers
noemen.

Volgens de statistiek worden er in Duitschland van
dat artikel jaarlijks drie kwart milhoen stuks ver-
vaardigd, terwijl
iran
den verkoop 70 á 75 pOt. op af-
hetalng geschiedt.
De BEWAG (Berliner Elektrizittswerke A.G.)
begon dit artikel in 1926 op afbetaling te verkoopen.
Binnen drie maanden had zij 18.000 bestellingen, ter-wijl de omzet in 1927 steeg tot 111.000 en in 1928 tot

170.000 stuks.

Ten aanzien van de voortbreng.ing van
meubelen

heeft de meerdere omzet nog niet in belangrijke mate
tot (le opkomst van een ‘grootbedrjf geleid. Hier

schijnt zich echter een ontwikkeling van anderen aard
te voltrekken. Men heeft althans in Duitschland ge-
constateerd, dat in dit bedrijf onder den invloed van
een grootere vraag een toenemende arbeidsverdeeling
valt waar te nemen, in dien un, dat de verschillende
fabrieken zich meer en meer gaan specialiseeren op
bepaalde soorten van meubelen. Het behoeft wel geen
betoog, dat ook deze arbeidsverdeeling, vooral door-
dat zij tot besparingen leidt ten aanzien van het in
ihachines geïnvesteerde kapitaal, tot lagere prijzen

kan leiden.
Anderzijds brengt de ontwikkeling van dergelijke
takken van industrie bovendien dit veordeel met zich,
dat zij de werkgelegenheid vermeerdert en daardoor
de koopkracht van de bevolking doet stijgen.
In ons land zijn de voornaamste industrieën, welke
bij het afbetalingssteisel belang hebben, die welke zich
bezighouden met de fabricage van radiotoestellen,
-lampen en luidsprekers, slagerij- en winkelmachines,
rijwielen, waschmachines (niet alleen
;
le kleinere voor
de huishouding, maar ook de groote vasscherijmachi.-
nos), druklcerijmaéhines, electro- en andere motoren,
autobanden en andere auto-onderdeclen, kleeding-
stukken en meubelen. In de meeste van deze indus-
trieën zal de grootere omzet op den (1uur tot lagere
prijzen kunnen en moeten leiden.

Laten wij echter eens aannemen, dat do kosten, die uit het afhetahingsstelsel voortvloeien, niet op de een
o:f andere wijze worden gecompenseerd, maar ten volle
op den prijs drukken; ook dan zullen er tal van ge-
vallen zijn, waarin deze prijsverhooging niet plaats
heef t ten koste van de maatschappelijke welvaart.
In de eerste plaats behooren hiertoe natuurlijk die
gevallen, waari.n iemand in staat is, zich door middel

van koopen
01)
afbetaling een of andere bron van in-
komsten to scheppen. De voorbeelden liggen voor het
grijpen; men denke bijv. aan dengeen, die zich een
of moer wagens, dio hij niet contant zou kunnen koo-pen, op afbetaling aanschaft om ccii expeditie-onder-
rieuling te beginnen; degeen die op deze wijze in het bezit komt van een bakkerij-inventaris, van een win-
keli.nstahlatio, van con chiru.rgisch- of taodheelkun.dig
instrumentarium,
iran
een auto voor bezdeken van zijn
cliëntèle en vele andere meer. .
in de tweede plaats de gevahieh, ivaarili iemand
wei contant zou kunnen koopen, maar daarvoor geld
aan zijn zaak zou moeten onttrekken, hetgeen voor
hem onvoordeelig zou zijn, omdat
hij
daardoor zijn
zaak zou verzwakken of omdat hij niet hot geld meer
kan verdienen, dan de prijsverhoogi.ng
, die hij hij

koop op afbetaling betaalt. Men denke hier bijv. aan don kiejnen industrieel of koopman, die zijn huisiri-
richting op afbetaling koopt.
In de derde plaats die gevallen, waarin de consu-
ment door dit stelsel in liet h’zit komt van nuttige
goederen, die hij contant in het geheel niet zou kun-
nen aanschaffen. Menig arbeider bijv. djc ver van
zijn werk woont ziet zich voor de keus geplaatst, 5f
een abonnement op een tram- of autobttsdienst te
nemen, 5f een rijwiel op afbetaling to koopon. liet
laatste kan voor hem veel voordeehiger zijn; liet rij-
wiel toch verschaft hem tevens lichaanisheweging en
ontspanning. en als het slechts eenige malen per dag
gebruikt wocdt, duurt hot heel wat langer dan een
tramahonnement van denzeifden prijs. Li zulk een
geval is het inderdaad van niet zoo heel veel belang
of de koper voor zijn rijwiel bijv.
f
80.— dan wel

.f
88.— betaalt. Ongetwijfeld zou hij voordeeliger uit
zijn, als hij liet rijwiel contant betaalde, maar wij ne-
men no aap – wat zeer i’aak hot geval zal Yijn – dat
hij daa rtoe niet in staat is, al ivare het maar, omdat.
hij nict over voldoende zeifhedwang beschikt nni eerst
het gel.d door sparen bijeen te brengen.
Wal. hier omtrent een rijwiel is gezegd, geldt na-
tntirhjk ook voor allerlei. zaken als auto’s, waschnia-
chi.nes, stofzu igers, naaimachines, lan dbouwwerktui-
gen eii.z., waarvan het gebruik tijd of geld spaart,
welke op andere wijze productief gemaakt kunnen

worden.

Er is oveiigens aan deze zaak nog een ander aspect.
Men maâkt moestal, zooals trouwens, oo1ç]iierbpveu

28 Mei
1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

487

edaan is, de tegenstelling: koopen op afbetaling
tegenover koopen á contant. Maar deze tegenstelling is in vele gevallen niet juist; niet zelden zou zij moe-
ten luiden: koopen op afbetaling tegenover koopen
op crediet in anderen vorm. In Duitschland is buy.
de opkomst van den afbetalingshandel voor een groot
deel veroorzaakt door den wensch om aan het z.g.
,,ongeorganiseerd crediet” in den kleinhaudel een
eind te maken. ‘Maar niet alleen in Duitschland ziet
men dit verschijnsel, lIet Amerikaansche Departe-
ment van iElandél heeft kort geleden een enquête ge-
houden onder 24000 kleinhandelaars met een geza-
menlijken omzet van ruim 5 milliard dollar per jaar..

Daarbij is gebleken, dat van den verkoop op crediet
slechts 22.2 pOt. op afbetaling plaats had. Waar-
schijrilijk zon dit percentage een niet onbelangrijke
wijziging ondergaan, wanneer men ook met den tijds-
cl uur ‘van de verleende credi.eten rekening zou hou-
den; waai echter crediet in anderen vorm meestal
door één enkele betalmg wordt gelikwideerd, terwijl

0
1
)
het afbetalingscrediet geregeld wordt afgelost, zal
de ge.niidclelde vervaldag bij deze verschillende vor-
men van crediet wel niet zoo belangrijk verschillen
als men oppervlakkig geneigd zou z.ijn te onderstellen.
En het behoeft wel geen nadere toelichting, dat ook
liet crecliet zonder afbetalingsregeling niet dan tegen
vergoeding gegeven wordt.
.I)e Amerikanen, die vaak een kinderlijke voorliefde voor moo:i.e woorden aan den dag leggen, spreken bij
het af betali ngsstelsel van ,,dignified credit”. ‘Al is
nien geneigd, bij het lezen van die uitdrukking even ‘te glimlachen, toch ligt er een kern van juistheid in.
De bedoeling toch is, dat bij dozen vorm van crediet
beide partijen hun nauwkeurig omschreven rechten
cn verplichtingen hebben, terwijl zij hij het z.g. ,,on-
georganiseerde crediet” in belangrijke iate van
elkaars goeden wil afhankelijk zijn.

Een andere vraag is intussehen: zijn deze prijs-
verhoogingen gemotiveerd in dien zin, dat zij ook in
het bedrag, waarmede de onkostenrekening van den handelaar bij verkoop op termijnhetaling stijgt, haar
rechtvaardiging vinden?

De kosten, die het afhetalingsstelsel voor den han-delaar met zich brengt, zijn te onderscheiden in inte-
rest, risicopremie en aciministratiekosten.

De eerste van dit drietal posten is al dadelijk van
zeer veel belang, omdat de interest, dien de handelaar
te betalen heeft, zich niet richt naar den algemeenen
rentestand, maar belangrijk hooger pleegt te zijn; zoo
hoog zelfs, dat hij niet zelden een overgroot deel van
de prijsverhoog.ing in beslag neemt.

De risicopremie behoeft niet hoog te zijn, indien
de handelaar voorzichtig te werk gaat en zeer nauw-
keurig op de credietwaardigheid der aspirant-huur-
koopers toeziet. Het spreekt vanzelf, dat er zaken
zijn, waari.n dit percentage wèl zeer hoog is, maar dit
is altijd een teeken van een onjuist beleid.

De admiuistratjekosten daarentegen spelen weer
een zeer belangrijke rol. De handelaar moet, voor zoo-
ver hij dat niet aan een financieringsmaatschappij
overlaat, naar zijn aspirant-huurkoopers informaties nemen; hij moet voor de, termijnbetalingen een ge-
heel afzonderlijke boekhouding invoeren, veel
tijd
be-
steden. aan het incasso en voortdurend het oog hou-
den op achterstallige posten, steeds het oor leenen aan werkelijke en vermeende klachten, van welke
laatste hij zich niet veel zou aantrekken, indien hij
contant had verkocht. In het algemeen kan men wel zeggen, dat de prijsverhooging, welke de handelaar
op het artikel legt, niet voldoende is om zijn meer-dere kosten te dekken; het ontbrekende. moet door
zijn grooteren omzet worden goedgemaakt, welke hem
in vele gevallen o.a. ook in staat zal stellen, goedkoo-per in te ‘koopen.

Wanneer ik nu nog even resumeer, wat ik hiei-

boven heb uiteengezet, dan kom ik tot de volgende
conclusies: –
In ons land zoowel als elders bedraagt de prijs-
verhooging van de meeste artikelen 7 â 10 pOt. bij af-
betaling in één jaar. Er korhen natuurlijk zoowel klei-
nere als grootere prijsverhoogiugen voor; de laatste
waarschijnlijk het meest bij goedkoope kleedingstuk-
ken en manufacturen, waarbij het vaak moeilijk is,
de prijzen met de gewone winkelnoteeringen te verge-
lijken. Bij meubelen, eigengemaakte radiotoesteilen en
dito rijwielen bestaat vaak ook geen vaste catalogus-
prijs; het publiek is bij dit artikel echter al vrij goed
in staat, de juistheid van de prijzen te beoordeelen.
Wat de twee laatste categorieën van goederen betreft,
begint de verbruiker trouwens hoe langer hoe meer
aan bepaalde merken cle voorkeur te geven.
In vele gevallen wordt de prijsverhooging ge-
heel of gedeeltelijk gecompenseerd, ja zelfs niet zei-
den overtroffen door de prijsverlaging, welke het ge-
volg is van grootere productie en omzet.
Waar dat niet het geval is, heeft er vaak com-
pensatie plaats, doordat het artikel op zichzelf hetzij
baten afwerpt, hetzij andere uitgaven overbodig
maakt, of doordat het geld, dat voor contante aan-
schaffing noodig zou zijn, op andere
wijze
meer pro-
duetie:f gemaakt kan worden. Waar men de keus hoeft, om zich 5f van de aan-
schaffing te onthouden – in welk geval de voor de
termijnbètaling vereischte bedragen slechts zeiden ter zijde worden gelegd, en integendeel vaak voor dingen
zonder oenige blijvende waarde worden uitgegeven
– 5f op term.ijnbetaling te koopen, leidt het laatste
vaak tot verkrijging van voorwerpen, die dikwijls nog
langen tijd na de afbdtaling den eigenaar een duur-
zaam nut verschaffen.
Er zijn natuurlijk, ook gevallen, waarin het af-
betalingsstelsel door de daaraan verbonden kosten
oneconomisch werkt; deze gcvallen kunnen echter, in
het licht van bovenstaande uiteenzetting beschouwd,.
veilig geacht worden een naar verhouding onbelang-rijke minderheid uit te maken.

Ik stel mij voor, in een volgend artikel nog eenige
beschouwingen aan cle tarieven der financierings-
maatschappijen te wijden, ten cinde na te gaan, of
ook deze geacht kunnen worden aan redelijke eischen
te voldoen.
Mr.
FR. W. FIs0HER.

AGENTSCHAPPEN IN ENGELAND EN DUBBELE

INKOMSTENBELASTING.

Minister Snowden’ heeft thans zijn Ontwerp wet op
de finantieele middelen 1930/’31 (Finance Bill 1930-
1031) in het licht doen
verschijnen.
In Art. 16 daar-
van wordt de reeds door hem in zijn Budget speech
aangekondigde regeling behandeld betreffende het
aanslaan in de Engelsche inkomstenbelasting van bui-
tenlandsche ‘firma’s, die door middel van agenten in
Engeland zaken doen. De op 14 April 1930 uitgespro-
ken millioenenrede scheen veel te beloven.

,,1 propose an . alteration of the law in regard to the
,,liability of non-resident persons trading in this country
,,through agciits. There is no question that more urgently
,,calls for uniform treatment by all countries that levy an
,,]ncome Tax than that of taxing the foreigner who trades
,,through an agent. British traders in foreign countries
,,regularly encounter difficulty by reason of the view taken
,,by those countries as to the proper solution of the ques-
,,tion………
,,1 propose to amend the law so as to make it possible
,,to make reciprocal arrangements with foreign countries,
,,under which a foreign principal would only be chargeable
,,in respect of his profits on the sale of goocis through
,,an agent here in cases where the agent either selis from
,,stock or is empowered to conciude contracts on his prin-
,,cipal’s behalf, and does in f act habitually exercise that
,,power as part of the normal course of business.”

Verwacht kon worden, dat aan de zaak een defini-
tieve regeling zou worden gegeven en dat in een paar
artikelen de grondslag zou worden gelegd, waarop

488

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Mei 1930

een einde kan worden gemaakt aan het aanslaan van agenten in Engeland voor de winsten, gemaakt door
hun principalen in het buitenland.
Die hoop is nietverwezenlijkt.
De huidige toestand – in het kort samengevat –
is de volgende: Een ieder, die in het Koninkrijk geld
verdient, d.w.z: inkomsten trekt uit handelingen, door
hem in het Koninkrijk verricht, of uit gelden, die
gedeponeerd zijn bij een Engelsche bank, of ciie hem
toevloeien in den vorm van dividenden van in En-
geland ingeschreven naamlooze vennootschappen, valt
in de rijksinkomstenbelasting, onverschillig van zijn
nationaliteit of van zijn domicilie. Het trekken van
inkomsten, die in het Koninkrijk beschikbaar komen, vormt de basis voor den aanslag. Misschien zou men
geneigd zijn te spreken van een aanslag van de in-

komsten zelf, waarvoor
schijnbaar
eenige grond be-

staat, doordat van in Engeland betaalbare dividenderi
de belasting wordt afgetrokken, voordat het dividend
den aandeelhouder bereikt. Deze spreekwijze is ech-
er onjuist, omdat het object van den aanslag den
persoon van den belastingschuldige betreft. Een persoon kan in de omstandigheden verkeeren,
dat hij inkomsten trekt uit Engeland en daardoor in

cle rijksinkomstenbelasting valt, zonder dat hij ho-
lastingschuldig wordt en van hem betaling dier be-.
lasting kan worden gevorderd. Teneinde toch belas-tingschuldig te worden, dient men in de belasting te
worden aangeslagen. Die aanlag, d.w.z. het beteeke-
nen van het aanslagbiljet, moet in Engeland persoon-lijk geschieden aan den belastingplichtige zelf of aan

diens vertegenwoordiger worden overhandigd.
Is dus een persoon, die door omstandigheden in de
Engelsche rijksinkomstenbe1ascing valt, niet in En-
geland woonachtig of aanwezig, dan zal hij persoon-lijk niet in de belasting kunnen worden aangeslagen.
Het recht toch van de Engelscho schatkist om per-sonen aan te slaan in een Engelsche belasting reikt
niet verder dan de grenzen van het rijk. Heeft hij
echter – ofschoon buiten Engeland gedomicilieerd –
in Engeland een vertegenwoordiger of kan hij geacht
worden in Engeland een ,,agent” te hebben, dan
wordt hij geacht door dien ,,agent” in Engeland aan-
wezig te zijn en geschiedt de aanslag op den persoon
van den ,,agent”.
Het woord ,,agent” heeft in de Engelsche rechts-
taal een uitgebreide beteekenis. 1-let omvat een ieder,
die op eenigerlei wijze wordt gerekend in de schoe-
nen te staan van den principaal, of die geacht ken
worden den -principaal in eenig opzicht te vertegen-
woordigen. Het omvat niet slechts dengeen, die na-
mens den buiten Engeland gevestigden koopman
Engeland hereist en goederen verkoopt of orders op-
neemt voor goederen, die uit hot buitenland in En-
geland worden ingevoerd. Het omvat evenzeer den
Engelschen bankier, die gelden ontvangt ten behoeve van een buitenlandschen cliënt en de naamlooze ven-
nootschap, die dividenden betaalt of betaalbaar stelt
ten behoeve van een in het buitenland vertoeveuden
aandeelhouder. De ,,agent” wordt verantwoordelijk
gesteld voor de belasting, die vershuldigd is door
den buiten Engeland woneuden belastingplichtige,
terwijl de laatste natuurlijk zelf belastingschuidig is
in het land van zijn inwoning voor de door hem uit
Engeland ontvangen inkomsten en daardoor twee-
maal belasting betaalt op dezelfde door hem genoten

inkomsten.
Aldus constitueert zich de dubbele aanslag in dc
inkomstenbelasting van twee landen van denzelfden
prsoon voor hetzelfde inkomen.
Nu is dit niet een nieuw vraagstuk, dat zich eerst

in den laatsten tijd heeft voorgedaan. Reeds meer dan
50 jaar geleden is hierop de aandaciit gevestigd door
verschillende procedures, waarbij door den Enge!-
schen rechter is uitgemaakt, dat – voorzoover het
den goederenhandel betreft – buitenlandsche huizen
slechts door htin ,,agents” in de Engelsche inkom-
stenbelasting konden worden, aangeslagen, wanneer

geacht kon worden, dat door hen in Engeland zelf
raken worden gedaan in tegenstelling met het doen
van zaken
met
Engeland, waarbij goederen wel naar Engeland werden verscheept, doch de verkoop, leve-
ring en betaling ervan in het buitenland geschiedt en
geen voorraden in Engeland worden gehouden. De
Engelsche rechtspraak is in dit opzicht volkomen dui-
delijk en – hoewel tengevolge van de thans vast-
staande jurisprudentie de buitenlandsche goederen-
handel door middel van agenten met eenige omzich-tighei:d d:ient te worden gedreven – zoo schuilt in dc
wijze, waarop zulks moet geschieden niets duisters.
In breede trekken staat vast, dat door een vertegen-
woordiger in Engeland van buitenlandsche huizen
geen zaken moeten worden afgesloten, en dat de ver-
koop niet geacht moet worden in Engeland te heb-
ben plaats gehad, doordat er o.a. voorraden in Enge-
land worden gehouden, waarvan in -Engeland ver-
kocht wordt.
Men had kunnen verwachten, dat in deze omstan-
digheden Minister Snowden den geheelen aanslag in
de inkomstenbelasting door middel van ,,agents” zou
hebben ter hand genomen en een regeling zou hebben
getroffen, waarbij althan.s op dit gebied een einde
zou zijn gemaakt aan de dubbele belasting tusschen
twee landen.
Wel verre van ons in dit opzicht tevreden te stel-
len, wordt door hem in Art. 16 van het aanhangige
wetsontwerp slechts machtiging gevraagd om langs
diplomatieken weg met andere landen een regeling te treffen, waarbij wederkeerig zal worden afgezien van
het heffen van dubbele belasting in den goederenhao-
del door tusschenkomst van agenten, mits de ver-
Icoop in Engeland niet geschiedt uit voo’raden in
Engeland aanwezig en de verkoop zelf niet door den agent in Engeland wordt afgêsloten.

16. (1).
Subject to the provisions of this section if His
Majesty in Council is pleased to declare
that any profits or gains from the sale of goocls
arising direetly or indireetly to a person resident
in any foreigu state or in any part of His Ma-
jesty’s dominions outside the United Kingdom
through an agency in the United Kingdom or to a
person resiclent in the United Kingdom through
en agency in any foreign state or in any part of
His Majesty’s dominions outside the United King-
dotit are chargeable both to United Kingdom incomc
lax and to income tax payablc uuder the lan’ in
force in that foreigit state or that part of
H
.is
Ma-
.Iesty’s dominions; and
that arrangements as specifieci in the dieclaration have been made with the Government concerned
with a view to the granting of relief from such
double taxation,
tlicu lLIIless and until the declaration is revoked by His
Majesty in Council, the arra.ngenients specified thercin
sliafl, so far as tliey relate to the relief to be granteci from
United Kitigdoin income tax, have effect as ii .enacted in
this Act, b,tt oi.ily if and so long as the arrangements,
50
far as they relate to the relief to be granted from the
in come tax payable in the foreigti state or in the part
of His Majesty’s dominions, have the effect of law in the
foreign state er the part of His Majesty’s dominions:
Provided that no arrangements made under this sec-
tion shali cxempt from United Kingdom income tax any
profits er gains which either
arise from the sale of goods froni a steek in the
United Kiugdom; or


accrue to a person resiclent in the United King-
dom ; er
accrue to a persen not resident in the United
Kingdom directly er inclirectly from the sale of
goods effectecj in the United Kingdom through city
branch er management in the United Kingdom or
through aiy agency in the United Kingdom where
the agent las and habitually exercises a general
authority to pegotiate and conelude contracts.

Met andere woorden, door den Minister wordt wet-
telijk vastgelegd, wat reeds jarenlang door de juris-prudentie als vaststaande in de praktijk is aangeno-
men, terwijl de wettelijke regeling niet alleen afhan-
kelijk wordt gesteld van een internationale, weder-

28 Mei 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

489

keerige overeenkomst, doch daarenboven slechts toe-
passelijk wordt verklaard op den goederenhandel.
1-let is vrij natuurlijk, dat deze regeling teleurstel-
ling heeft gewekt en dat bij de artikeisgewijze behan-
dcling van het wetsontwerp in het Lagerhuis pogin-
gen zullen worden aangewend om door amendemnten
de wederkeerige regeling een uitgebreider karakter
te geven en haar niet slechts te beperken tot den goe-
derenhandel. 20 Mei 1930 is het ontwerp in tweede lezing aangenomen en de bespreking ervan in com-missie kan nog v66r het einde dezer maand worden
tegemoet gezien.
Mr.
W. ROOSEGAARDE
Bissocop.

Londen, 22 Mei 1930.

WETTELIJKE REGELING VAN HET

ACCOUNTANTS WEZEN.

Aan het ,,Verslag” der commissie, dewelkc onlangs
der regeering van advies heeft gediend ter zake van
een wettelijke regeling van het accountantswezen,
heeft in het nummer van 14 Mei 1930 van dit tijd-
schrift de heer J. Brands reeds een beschouwing ge-wijd. Er aan herinuerende, dat reeds die schrijver te-
recht opmerkte, dat het door de commissie voorgedra-
gen ontwerp veel meer een publiekrechtelijk karakter
draagt dan een vroeger gepubliceerd ,,vereenigings-
ontwerp”, maar desondanks ‘de geheele thans ontwor-
pen regeling toch de geljmde scheuren van een com-
promis kwalijk verbergt, moge nog even worden aan-
gestipt, dat wellicht de bcoogde samenwerking tus
schen regeeringsinvioed en georganiseerde medezeg-
gingsschap van private vereenigingen – wanneer
men elkander beoogt te vertrouwen – eenvoudiger
kan worden bereikt dan thans is voorgesteld.
I)e instelling van het accountantsregister is een
daad van den wetgever. De ,,titel” Register-accoun-
tant wordt beschermd. De zaak is niet zonder antece-
deut. De wet van 2 Mei 1921 S. 702 strekt reeds tot
wettelijke bescherming van het diploma voor zieken-
verpleging. Hij of zij, die den titel van verpleger of
verpleegster, als in de wet bedoeld, voert of het, op de
wet berustende onderscheidingsteeken draagt zonder
daartoe gerechtigd te zijn, wordt zelfs gestraft met
hechtenis van ten hoogste 14 dagen of met geldboete
van ten hoogste honderd gulden. De sanctie op het
gestelde verbod is dus hier (anders dan bij de voor-
gedragen wettelijke regeling van het accountantswe-
zen) nog elders dan in het economische gezocht.
In de beide hier bedoelde gevallen zal het verple-
gend personeel en zullen degeen die de functie van een
accountant uftoefenen niet allen erkend worden als
wettelijk bevoegden. Verder is in beide gevaliën een
samenwerking tusschen overheid en particuliere or-
ganisaties verkregen om deze wettelijk bevoegden aan
te wijzen, te registreeren en te beschermen.

* *
*

Zonder nu nogmaals cle samenstelling van de or-ganen, met de uitvoering van de voorgedragen wet-telijke regeling van het accountantswezen belast, te
bespreken, mag er aan worden herinnerd, dat de
samenwerking tussehen overheid en particuliere or-ganisatie hierin wordt gezocht, dat bij de samenstel-ling der organen aan beide een invloed wordt toege-
kend, gemeten naar het aantal vertegenwoordigers,
welke in die organen een zetel zullen vinden. In
een college van 7 personen (Raad van Beheer) zit-
ten 3 vertegenwoordigers van de overheid, 4 vertegen-
woordigers van de particuliere organisatie. Maar in
een hooger college (Raad van Beroep) zitten juist
4 vertegenwoordigers van de overheid en 3 vertegen-woordigers van de particuliere Organisatie. Vergade-
ren deze colleges samen (Vereenigde Vergadering van
den Raad van Beheer en den Raad van Beroep), dan.
is de verhouding 7 tegen 7, maar geeft de overheid den doorslag door de stem van den voorzitter. Ons
dunkt deze samenwerking uiterst gekunsteld. Wan-

neer de overheid een publiek belang behartigt, kan de
overheid niet invloed hebben naar mate van een van
te voren, bepaald aantal stemmen in semi-overheids-
colleges. De eenheid van den wil der overheid moet
worden erkend en komt trouwens bij het nu voorgedra-
gen plan reeds hierin uit, dat stilzwijgend wordt aan-
genomen, dat op de beslissende punten de overheids-
vertegenwoordigers zullen stemmen ‘als één man, im-

mers anders verliest ,,het” overheidsinzicht alle kracht
tegenover’ de samenwerkende particuliere organisa-ties. De regeering zal toch ,,het” overheidsinzicht in
handen willen en moeten houden.

Uit het verslag blijkt niet, dat een andere vorm
van samenwerking tussehen overheid dn particuliere
organisatie is overwogen. Toch is dit een gewone

vorm. De Raad van Beheer en de Raad van Beroep
zouden moeten worden samengesteld alléén uit ver-
tegenwoordigers van de particuliere organisaties, des-
noods met één regeeringsvertegenwoordiger, zelf lid’
of geen lid van den Raad, in haar midden. De bevoegd-
heid èn van den Raad van Beheer èn van den Raad
van Beroep zoude dan moeten zijn die van advies,
welk advies in den regel door de overheid wordt ge-
volgd. De eigenlijke beschikking, voor zoover die be-
trekking heeft op den inhoud van het accountants-
register, zouden formeel moeten uitgaan van den
minister. Het accountantsregister is een overheidsin-
stituut, dat wil de commissie volgens haar voorstel
zelf.
Bij
het publiek bèheer van dit overheidsinstituut
is particuliere invloed in den vorm van een deskundig
advies wenschelijk en noodzakelijk. De regeering zal
in den regel het advies volgen; als het staatsbelang
het anders eischt, zal de regeering van het advies
kunnen en moeten afwijken. De uiteindelijke beslis-
sing onïtrent het beheer van een op de wet steu-
nend overheidsinstituut – hier het accountantsregis-
ter – behoort tot de publieke plicht van de overheid
zelf.
C. W. 1)E VRIEs.

HET JAARVERSLAG VAN DE NEDERLANDSCHE

BANK 1929-1930.

De President van onze circulatiebank wijst er in
het zoo juist verschenen jaarverslag op, dat het afge-
loopen boekjaar uit financieel-economisch oogpunt in
verschillende opzichten zeer belangrijk is geweest.
In de eerste plaats werd een gedeeltelijke oplossing
van het vraagstuk der internationale schulden be
reikt. Terwijl de regeling van de betaling der door-
Duitschland verschuldigde schadevergoeding en de
daarmede gepaard gaande oprichting van de Bank
for International Settlements voor de toekomst hoop-
volle verwachtingen wekken, heeft zich gedurende de
verslagperiode een ander feit voorgedaan, dat bij velen
aanleiding heeft gegeven tot ernstige bezorgdheid,
nl. de scherpe daling van den zilverprijs, die in den
loop van 1929 is ingetreden en zich ook na de jaars-
wisseling nog verder voortgezet heeft. In het afge-
loopen boekjaar is de zilverprijs met ca. 25 pOt. ge-
daald. Gedurende de maand Maart 1930 bedroeg de
noteering te Londen gemiddeld 19.298 d., een cijfer
lager dan eenig ander maandgemiddelde, dat de Lon-
densche zilverprijs gedurende de periode 1838-1929
heeft te zien gegeven.

Het verslag gaat dan aldus verder:

Een verklaring voor deze prijsdaling kan moeilijk in de
productiecijfers worden gevonden; deze toch zijn sinds 1926
vrijwel op hetzelfde peil gebleven. Veeleer moeten dan ook
de oorzaken elders worden gezocht. Als zoodanig mogen hier
om, genoemd worden de belangrijke zilververkoopen van
Britsch.Inclië, welke verband hielden met cle reorganisatie
van het geidwezen daar te lande. Ook berichten omtrent in-
voering van dcii gouden standaard in Indo.China hebben
een verdere prijsdaling bevorderd. Voorts gaf China, dat in
1928 zeer groote hoeveelheden zilver had geabsorbeerd, tee.
kenan van verzadigiug: de voorraden te Shanghai zijn
sinds den aanvang van
1928
ongeveer verdubbeld. Tenslotte
oefenden ook de verlaging van het gehalte en de ontmun.

490

0

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Mei 1930

ting
vak
ht zifvergeld in enkele Europeesche landen een
ongunstigen invloed op de prijsontwikkeling.
Een belangrijk gevolg van cle prijsdaling is de vermin-
derde koopkracht van de Oostersche landen welker munt-
stelsels op het zilver zijn gebaseerd. Deze verminderde
koopkracht werkt belemmerend op de afzetmogelijkheden
der industrie-staten, welke gewoon zijn een gedeelte van
hun productie in het verre Oosten te plaatsen, zoodat deze
op hun beurt de nade.elige gevolgen van de prijsdaling van
het zilver ondetvinden.
Voor Nederlanid en voor Nederlaudsch-Indië is de prijs-
daling in het bijzonder ook van belang in verband met een
mogelijke vervanging van de grove zilveren munt door nik-
kelen betaalmiddelen. Immers aan den eenen kant neemt de beteekenis van den waarborg, dien de tegenwoordige
inuutstukken wegens hun meerdere metallieke waarde vol-
gens sommigen voor den houder opleveren, door daling van
den zilverprijs gestadig af. En anderzijds wordt, naarmate
het zilver verder daalt, het verlies dat cle Staat, bij even-
tueele vervanging van de zilveren munt door nikkel, op
de oude stukken zal lijden, steeds grooter.

liet Internationale Goudver/ceer.

liet herstel van den gouden standaard heeft in het af-
geloopen boekjaar, in Europa verderen voortgang gemaakt.
Bij een wet van 7 November 1929 bracht Tsjecho-Slowakije haar win ut op goudbasis, waarbij do kroon op 0,04458 gram
fijn goud werd gesteld; de verplichte minimum goiid- en
(teviezeudekkiiig der direct opvraagbare verplichtingen van
de Ntionale Bank van Tsjecho-Slowakije wordt geleide-
lijk verhoogd, totdat zij met ingang van 1935 35 pOt. zal
bedragen, waarvan ten minste de helft uit goud zal moeten
bestaan. Voorts werd op 20 December 1929 in Zwitserland
een wijziging aangenomen op de wetgeving betreffende cle
Schweizerisclie Nationalbank, welke voorziet in de invoe-
ring van den gouden sta.ndaarcl daar te lande.
In de landen buiten Europa valt te vermelden de ophef-
fing op 11 Januari 1930 van het embargo op den gou-
uitvoer uit Japan, hetwelk sinds 1.917 van kracht was ge-
weest.
:aiertegenover moet melding gemaakt worden van het
feit, dat Canada op 15 April 1929 een officieel embargo op’
den goud-uitvoer heeft gelegd, terwijl verder in Argentinië dc inwisseling van cle biljetten in goud werd gestaakt door de sluiting van de ,,Caja cle Conversiôn” op 1.6 December
1929.
Intitsschen is toch, ook in cle Europeesche ‘landen, het
vrije internationale goudverkeer nog geenszins hersteld
in de mate waarin inen het vSSr den oorlog kende. De cir

culatiebanken, zijn tea aanzien van de afgifte en den aan-
koop van goud in baren of munten aan bepalingen van
wetgeving gebonden, of volgen in dit opzicht een openlijk
bekend gemaakte gedragslijn, welke, als de omstandigheden zulks wenschelijk maken, kan worden gewijzigd. Zoo is een
onderscheid te maken’ tusschen:
a) circulatiebanken, welke op bepaalde bekend gemaakte
voorwaarden desgevraagd goud zoowel moeten afgeven
als aankoopen tot vaste prijzen;
h) circulatiebanken, welke alleen tot aankoop van goud
verplicht zijn;
c) circulatiebanken, op welke geenerlei verplichting rust,
noch ten aanzien van den verkoop, noch met betrek-
king tot den aankoop van goud.
Het zij mij vergund hir van elk dezer groepen enkele
voorbeelden te noemen. Zooals bekend, is De Nederland-sche Bank alleen verplicht om (wanneer de wisselkoersen
claa.rtoe aanleiding geven) goud in baren of munten ter be-
schikking te stellen voor export na.r landen, welke ook
hunnerzijds den uitvoer van goud onbeperkt tegen vaste
prijzen toelaten. Dit heeft ten gevolge, dat de in- en uit,
voerpunten van goud voor ons slechts practische beteeke-
als
hebben tegenover landen, waarvan de circulatiebanken tot de eerste hierboven genoemde groep behooren. Hieron-
der vallen bij voorbeeld Engeland, Frankrijk en de Ver-
eenigde Staten van Noord-Amerika. Niettemin zijn de goud-
punten ten opzichte van deze landen niet onveranderlijk. De
kosten van verscheping of verzending per vliegtuig zijn
voor wijziging vatbaar, terwijl voorts ook cle duur der
transporten geenszins -al§ vaststaand kan worden be-
schouwd. Verder schept de mogelijkheid, dat het oude gou-
den landsgeld in het land van herkomst niet op gelijken
voet met ander goud in den vorm van munten of baren
wordt ‘aanvaard, een element van onzekerheid. ]3ovendien
vormen de fluctuaties van den goudprijs in de open markt
te Londen een onzekeren factor voor de berekening van de
goucipunten ten opzichte van het pond sterling.
Tot de circulatiebanken die vrij goud koopen en verko6-
pen, behoort de Bank of England. Volgens de Bankeharter

Act. van 1844 is zij gehouden goud in baaen, welke aan de door haar gestelde eischen voldoen, te koopen tot den vas-
ten prijs van £ 3.17.9 per ounce standard (van
U112
fijn). Wat de afgifte van geel metaal bePreft, rust op de Bank
of Englanci de verplichting om goud te verkoopen ii
£ 3.17..10 per ounce standard, krachtens de Gold Standard
Act van 1.925, welke verplichting, zich echter alleen uit-
strekt tot den verkoop van baren met een bepaald mini-
mum gewicht.
De Banque de Franco is, op grond van art. 3 van de Loi
Mondtaire van 25 Juni 1928 gehouden, goud te koopen tot
den prijs van fr. 1.— per 65,5 milligram
°°°It000
fijn, terwijl
zij bevoegd is, munt- en essaniloon aan den, verkooper in
rekening te brengen. lIet muntloon bedraagt fr. 40.— per
kilogram wcrks, doelt de Banque ‘de France brengt bij het
aankoopen van goud in baren slechts het halve muntloon
in rekening. Voor den aankoop van bepaalde hoeveelheden
vreemde gouden munt staat
zij
ook open, waarvoor zj iie-
taalt Ir. 16.940,306 per KG. fijn.
rfen
opzichte van da afgifte
van gotd is de Banque de France verplicht, dngevraagd,
hetzij goud in baren te verkoopen á fr. 1.— pr 65,5 milli-
gram
900
11
.
000
fijn, hetzij vettige gouden mtiii 1 af te geven ter waarde van Ir. 100′.— met een gehalte van
900
11
.
000
fijn
goud.
De Reichsbauk eu de Oesterreichische lationalbank be-
hooren tot de hierboven genoemde tweede groep.
Op grond van par. 22 van de hknkwet van 30 Augustus
1924 is de Reichsbank verplicht goud in laren te koopen
tegen een vasten prijs valt – M. 1.392 per pIndi fijn, terwijl
zij gerechtigd is oma het goud op kosten van den verkooper
te laten essa’yeeren cii scheiden. Volgens per. 31 van de
hankwet is zij echter niet gehouden desgevraagl geel metaal
af te geven, doch kan zij met afgifte van devieen volstaan,
zoodat een onvoorwaardelijke verplichting tot verkoop van
goud door de voorschriften der bankwet niet aan de Reichs.
bank is opgelegd.
Wat dc Oesterreichische Nationalbank betreft, bepaalt
art. 92 harer statuten, (lat goud in baren moet worden ge-
kocht tegen den wcttelijken muntvoet, waarbij de :l3att]e aan den verkooper muuntloon en andere eventueele onkosten van
onderzoek in rekening mag brengen. Daar de muntvct is
vastgesteld op Scit. 1.— = 0,211.72086 gram fijn goud 1Scli.
4723,20 = 1 XC. fijn), en het muntloon Sch. 8,20 per KG.
fijn bedraagt, is cle aankoop’prijs van baren, welke aan .1e
gestelde eischen voldoen, 5db. 4715 per KG. fijn goul.
Gouden munten worden op voorwaarden welke in een ta.
rief zijn vastgelegd en gepubliceerd; gekocht.
De Oesterreichische Nationalbank is nog niet verplicht
hare biljetten iii metalen geld te betalen.
De Bank :Polski is gehouden, krachtens art. 54 harer
statuten om goud te knopen tot den bij de wet vast te stel-len prijs, terwijl haar liet recht is voorbehouden om munt-
loon en andere onkosten aan den verkooper te berekenen.
In de munt-ordonnantie van 5 November 1927 werd be-
paald, dat 5332 Zloty geslagen zullen worden uit 1 KG.
goud
000
1
fijn, of 5924,44 Zioty = 1 KG. fijn goud. Daar
het muntloon en de andere kosten nog niet zijn vastge-
steld, is dc netto.aankoopprijs niet bekend.
Op de Bank Polski rust dc verplichting, krachtens art. 47
der statuten en niet inachtneming van de hierin vervatte
bepaliugen, om, in afwachting van liet tijdstip waai’dp de
verwisseling van hare biljetten tegen vettige gouden munt verplichtend zal worden gesteld, hare biljetten naar keuze
in gouden munt, baren, of goud-deviezen te betalen. Onder
deze bepaling is de Bank Polski niet gehouden, goud tegen
een vasten prijs, uit eigen bezit af te geven.
De Schweizerisclie Nationalbank behoort tot de derde
groep. Zij is niet verplicht om goud tot een vasten prijs tu
koopen. Weliswaar heeft zij bekend gema.kt, gouden baren,
welke aan bepaalde eischen voldoen, op een basis van
fr. 3.086,50 per KG.
°°°
fioo fijn (Ir. 3.429,44 per KG-. fijn)
te koopen, maar zij heeft zich voorbehouden de aankoolen
slechts ,,soweit Bedarf” te verrichten. Vreem4e gouden
munten worden gekocht volgens een vastgesteld tarief.
Ook tot verkoop van goud is zij niet verplicht. Weliswaar
schrijft de bankwet haar, na de op 1 April jl. van kracht
geworden wijziging, waarvan hierboven reeds werd melding
gemaakt, voor, hare biljetten in te wisselen in Zwituersche
gouden munt, doch hierbij is het voorbehoud gemaaLt, dat,
zoolang de centrale banken der door haar als toouaange.
vend beschouwde landen hare biljetten niet in gouda munt
betalen, de Schweizcrische Nationalbank de vrjlieid zal
hebben hare biljetten, behalve in Zwitsersche goudn munt,
ook in gouden baren of in deviezen op landen met een Vrije
goudmarkt uit te betalen. Evenmin als de Bank l’olski, is
dus de Schweizerische Nationalbank gehouden guud tegen
een vasten prijs af te geven.

S –

28 Mei 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

49

:De cireulatiebankin, die niet tot afgifte van goud ver-
plicht zijn, plegen cl pariteit van cle geldeenheid van haar
land in eerste instutie te handhaven door afgifte• van
deviezen volgens het systeem van den
gold ewchasige stan-dard,
welk stelsel (ok overigens in cle laatste jaren op
steeds ruimer schaal toepassing vindt. Ter illustratie hier-
van volgen hieronder nog enkele cijfers betreffende de ver-
houding van den goulvoorraad tot het tegoed in het buiten-
lad bij diverse centrale banken, volgens cle in 1929 laatst
verschenen bankstateu:

GouJ

1 Tegoed in het
1

buitenland

Duitschland …………
..73,8
ol
,

26,2
0
/0
Frankrijk …………..
.61,5
ol
o

38,5
0
/0
Italië ………………
.50,2
0
/0

49,8
0/
o

Nederland ………….64,-
0
10

36,-
0
/0
Oostenrijk

…………
..
19,7
o/
o

80,3
0/
Polen ……………….57,1
0
/0

42,9
0
/0
Zweden ……………..
47,9 o,

52,1
0
/0
Zwitserland…………

62,4
0/

37,6 ol
o

Met dat al heeft h t afgeloopen boekjaar toch nog zeer
belangrijke verschuivingen te zien gegeven iii de goeidvoor.
raden van verschillende landen. Deze ibutaties waren ten
dccle het gevolg van de toevlociïog van gelden naar de
Vereenigde Staten van Noord-Amerika in verband met den
hoogen rentestand en cle groote bedrijvigheid aldaar in de
eerst,e helft van de vi rslagperiode, waardoor het gouduit
voerpunt. van den dollarkoers in vele landen werd bereikt,
en ten dccle ook van de vaste houding van den Franschen
franc op cle wisselmarkt, welke os. voortvloeicle uit den
gunstigen stand van ,le Fransche betalingsbalans, waar-
door gedurende een groot deel van het jaar goudinvoer
plaats vond.
Voorts heeft hier
stellig
ook de minder gunstige toestand in :Duitschland een rol gespeeld, zoomede de onzekerheid,
welke tijdens de besprekingen dci experts te Parijs eefi tijd-
lang daar te lande heerschte en die de Reichsha.nk noopte
deis koers van de Mark te steunen. Tenslotte noge worden
gewezen
01)
de ongunstige economische ontwikkeling van de
meeste landbouwstaten, waardoor bij voorbeeld Argentinië
zich een aanzienlijk goude’erlies moest getroosten.
Vergelijkt men den tc’estancl aan het begin met dien aan
het einde van het boekjaar in cle genoemde landen, dan
blijkt, dat Frankrijk en de Vereenigde Staten van Noord.
Amerika tezamen hun goudreserves hebben zien toenemen
met een bedrag, dat de totale goudprocluctie over 1929 niet
onaanzienlijk te boven 1iat; dat de Duitsche en de Argen-
tijnsche goudvoorraden niet een miii of medr aanzienlijk
bedrag zijn teruggeloop m, terwijl de Bugelsche goudvoor-
raad na de belangrijke fluctuaties, welke hebben plaats ge-
vonden, oi.igeveer gelijk is gebleven.

De binnenlandsclie gelclrn.a.i-/et.

in overeenstemming niet den gang van zaken in het bui-
tenland, hebben ook ten onzent de geldkoersen gedurende
het afgeloopen boekja_ belangrijke fluctuaties vertoond.
Dit geldt vooral voor de tarieven op cle open markt. De
geriiicldelde maaudelijksclre prolougatierente te Amsterdam
beliep in de periode April-October 1929 5,32 pOt., w’aar-
bij Mei met 5,87 pct. het hoogste en Augustus met 470
pOt. het laagste niaandgemiddelde aanwees. Voor particu-
lier disconto was over de geioemcle periode het gemiddelde
cijfer 5,24 pot., waarbij eptember met 5,40 pCt. het hoog.
ste en Augustus met 5,0
,
pct. het laagste maasdgemiddel-
de vertoonde. Voor de ,, alg’-rente waren deze cijfers resp.
4,89 pCt., 5,47 pot. (I’,Jei) en 4,29 pOt. (Augustus). Na
September liepen alle no/eeringen aanmerkelijk terug. Van
Odtober t December bedroegen de gemiddelden voor pro-
longatie, particulier disc nto en gelden ,,on call” onder-
scheidenlijk 4,19 pOt., 4,5 pOt. en 3,69 pCt. Na de jaar.
wisseling trad een verdei e verruiming in en gedurende het
vierde kwartaa.l van lief boekjaar stelden de gemiddelden
zich op 2,79 pCt., 2,57 pIt. en 1,97 pCt. Berekend over het
geheele boekjaar, bedroeg de prolongatierente gemiddeld
4,4 pOt., evenals in 192
1
4f’29; particulier disconto bedroeg
gemiddeld 4,3 pCt., evenals in het vorige boekjaar; de
,,eall”-rente beliep 3,9 pCt., tegen 3,8 pOt. in 1928/’29.
Nevenstaande grafiek geeft een beeld van het beloop van
liet particulier disconto te Amsterdam gedurende het ach.
ter ons liggende boekjaar, vergeleken met dat van de over-
eenkomstige tarieven te Londen en te New-York. Zooals
men ziet, was er gedurende de eerste helft de verslag-
periode. tusschen de drie tarieven slechts een gering ver-
schil. In de tweede helft van het boekjaar was het Amster-
,damsche tarief vrijwel dorloopend aanmerkelijk lager dan
liet Londensche en

meeslal ook lagerda.n dat te New-York.

0

MMMMMMMMMMM

MMMMMMMMMMME

_,.a.

Fflfl’. 4.Ct. JW1.*#1Cfl.
fl

i%wya,I Lo,,de,, Amste,a’a,n

Deze omstandigheid is ongetwijfeld ten goede gekomen aan
het Amsterdamsche aceepthedrijf, dat zich ook in deze ver-
slagperiode weder in guustigeis zin is blijven ontwikkelen.

Wisselkoersen.

De wisselkoersen bewogen zich in het afgeloopen boek-
jaar ineerencieels in het voordeel van Nederland, zoodat
wij onze bnitenlai.idsche portefeuille, clie als gevolg van
omvangrijke afgiften van dollars en ponden in de maanden
Februari en Maart 1929 sterk was teruggeloopen (zie blz.
16 van het vorig jaarverslag), per saldo belangrijk konden
versterken. Op 31 Maart 1930 beliep zij ruim
f
205 mil-
lioen, tegen
f
35 iiiillioen op 31 Maart 1929. Vooral in de
eerste maanden van het boekjaar hebben wij aanzienlijke
bedragen aan ponden en dollars ingekocht. In Augustus
1929 raakte de dollarkoers tijdelijk het gouduitvoerpunt,
in verband waarmede wij, ter bescherming van onzeLe goud-
voorraad, gedurende enkele dagen op vrij groote schaal
dollars afgaven ..l.n het laatst van Juli bereikte voorts de
Fi-ansche franc het gouduitvoerpunt, zoodat ons aanvra-
gen bereikten tot het beschikbaar stellen van goud vooi
uitvoer naar Frankrijk. Ter voldoening aan deze aanvra-
gen gaven ivij op 30 Juli, 6 en 7 Augustus aan diverse ban-
kiers in totaal voor ongeveer
f
6,2 millioen aan goud af,
waarna de franc weldra terugliep. Wij vonden hierin echter
aanlêiding om te beginnen met het aanleggen van een
Fransche portefeuille, zoodat wij, toen de franc in Januari
wederom tot het gouduitvoeipunt steeg, in de gelegenheid waren francs af te geven. Onze betrekkelijk geringe voor-
raad franes bleek evenwel niet voldoende om den koers ge-
noegzaam te drukkeh, zoodat wij ons andermaal genood-zaakt zagen goud voor uitvoer naar Frankrijk af te geven en wel in totaal e’oor omstreeks
f
10,4 millioen.
Voor het overige heeft liet beloop der wisselkoersen ons
geen aanleiding gegeven tot bijzondere maatregelen.

Goudvoorraad.

Onze goudvoorraad vertoonde dit jaar per saldo een kleine
stijging. °p het einde van April 1929, toen de Duitsche
mark zeer flauw was en de lieichsbank het gewenscht oor-
deelde om tot steuu van den koers ook goud naar Neder-
land te zenden, kochten wij van haar op haar verzoek
voor omstreeks
f 10
millioen van het gele metaal. BIo
vendien kochten wij in den loop van het boekjaar

nn De
Javasche Bank op haar aanvraag achtereenvolgens vijf
partijen goud tt een gezamenlijk bedrag van nagenoeg
f
23
millioeu. Hiertegenover staan de reeds vermelde verkoo-
pen van goud met bestemming naar Frhnkrijk van ruim
f
16,6 niillioen in totaal, terwijl wij voorts in de maand
Maart 1930 aan een buitenlamidsehe eirculatjebank op haar
verzoek goud ter waarde van
f
5 millioen verkochten, dat
ge-earmarkt ten onzent bleef berusten.
Met de agif te van gouden tienguldenstukken zijli wij blijven voortgaan op denzelfden voet als uiteengezet op
hladz. 15 van het jaarverslag over 1927/’28. Ten behoeve
van de circulatie werd door ons gedurende het afgeloopen
boekjaar in totaal voor een bedrag van
f
661.625 aan
gouden munt in omloop gebracht, terwijl een bedrag van
f
329.450 naar onze kassen terugvloeide. Bovendien werd
voor Ouraçao afgegeven
f
1.400.000 en werd voor de Suri-
naamsche Bank voor een bedrag van
f 100.000
ge-earmarkt.
Dekking van de obligo’s.

Wat de dekking van onze obligo’s betreft vermelden wij,
dat, naar de middenicijfers berekend, in het boekjaar 1929
-1930 gemiddeld 55,18 procent der opeischbare schuld
door munt en muntmateriaal gedekt was en gemiddeld
79,79 procent door munt, muntmateriaal en vorderingen –
op het buitenland gezamenlijk. ‘ . –

6

.1

492

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 Mei 1930

In de jaren
1918/’19
tot m met
1928f’29
waren leze per-
centages als volgt:
Percentage der

Percentage der dekking
in mun ,
t muntmate-
Boekj aren dekking in munt en riaal en vorderingen
muntmateriaal
op het buitenland

1918119

67,37

76,95
1919120

58,42

67,09
1920121

56,97

63,38
1921122

57,71

63,19
.1922123

59,07

69,S2
1923124

58,26

66,71
1924125

52,82

69,02
1925/26

50,57

76,33
1926127

51,57

77,24
1927128

50,77

71,91
1928129

54,04

80,19

De oorzaak van de daling van eerstgenoemd dekkiugs-
eijfer in de hoekjaren
1923/’24
tot
19251126
moet gezocht
worden in het feit, dat wij in die jaren een belangrijk be-
cirag aan goud aan het buitenland hebben afgestaan, ten-
einde op clie wijze mede te werken aan een juistere ver-
deeling van den beschikbaren wereidgoudvoorraad. –

Belegging van gelden van lUjlesfoncisan en -instellingen.
Tenslotte moge hier ter plaatse nog worden vermeld,
(lat wij in verband met het tot stand komen van de wet
viu 29
December
1928
(Staatsbiad
No. 507),
houdende na-
(lere regeling van de belegging van gelden van Rijksfondsen
en -instellingen, ons, in overleg met den Voorzitter van den
Centralen Beleggingsraad, hebben belast met het aankoo-
pen van wissels in de open markt en het verstrekken van
daggeldieeningen op wisselonderpand voor rekening en risico van die Rijksfondsen en -instellingén. Tot aan het
einde van het boekjaar hadden wij voor rekening en risico
van bedoelde Rijksfoudsen en -instellingen in totaal voor f 23.000.000
aan wissels gekocht en een bedrag van

f
3.500.000
,,on caIl” uitgezet.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

SAMENWERKING VAN CIRCULATIEBANKEN.

Prof. Dr. E. Salin te Bazel schrijft ons:

De Bank voor Internationale Betalingen heeft de
tweeledige functie van reparatiebank en van coöpe-
ratie bank. Dat haar ontwikkeling als coöperatie bank

zeer waarschijnlijk eerst
mogelijk
zal
zijn,
nadat zij
haar taak als herstelbank zal hebben beëindigd hebben

wij vroeger reeds uiteengezet.
1)
Intusschen kan over

de blijvende vooruitzichten van haar coöperatieve
taak geen oordeel worden verkregen, alvorens niet
vaststaat, of de samenwerking van de circulatieban-ken wel in het belang van de centrale bankinstellin-
gen is en of in alle landen het economisch leven

het wel vereischt op een dergelijke verbinding aan te
dringen, zelfs wanneer op het moment politiekete-
genargumenten krachtig blijken. Gedurende de laatste
jaren dienden het veelvuldig gebruik van ,,Schlag-
worten” en zelfs de oprichting van internationale
vereenigingen maar al te vaak tot verbloeming van
de vérgaande nietigheid van en de geen resultaat
opleverende z.g.n. werkzaamheden tot verbroedering
van de volkeren, zoodat ook het opnieuw spreken
over samenwerking van circulatiebanken de vrees
opwekte, dat ook hier weer veel met klinkende ide-
ologie wordt beloofd om de
werkelijke
tegenstellingen
van belangen en maatregelen te verbergen.
Zoo nieuw als het ,,Schlagwort” is, zoo oud is het
feit van samenwerking. Reeds in de negentiende
eeuw deden zich gevallen van samenwerking van de
circulatiebanken van de verschillende landen voor.

In de eerste plaats mag de Bank van
Frankrijk
aan-

spraak maken op de verdienste, dat
zij
met haar
vooruitziende politiek de Bank van Engeland in ge-
vaarlijke crisistijden heeft gesteund. Gedurende den
oorlog neemt dan zoowel van de
zijde
der centrale
landen als van die van de geallieerden de samen-
werking van de circulatiebanken een veel grooteren

omvang aan. De vraag
blijft
echter, of naast het

i) Zie: Die deutschen Tributen, 12 Reden, Berlin
1930.

incidenteele samengaan v5r den oorlog en naast het
gedwongen samengaan gedurende den oorlog een ge-
regelde samenwerking noodig is en of
bij
de centrale

bankinstellingen van alle landen een evengroot be-
lang bij
een
dergelijke
regeling mag worden veron-
dersteld.

Wie de omstandigheden niet beschouwt in utopi-
sche droomen over een gemeenschappelijke samen-
werking van de wereld door economische maatrege-
len, noch uit een oogpunt van een toekomstig Ver-
eenigd Europa, maar uit de nuchtere feitèn van den
tegenwoordigen
tijd,
zal, de voornaamste taak van
iedere centrale bankinstelling van elk volk zien in
de zorg voor het nationale betaalmiddel en de volks-
huishôuding. Blijvende samenwerking kan slechts dan
van beteekenis
zijn
en resultaat doen verwachten,
wanneer juist de nationale belangen tevens een in-
ternationaal, samengaan wettigen. Dat zulks in be-
langrijke mate het geval is, daaraan behoeft niet te
worden getwijfeld: –

De volkshuishoudingen
zijn
heden

ten dage zoo
nauw met de wereldhuishouding verbonden en de in-
dustrielanden zijn dermate van elkander afhankelijk,
dat de economische toestand van een land afhangt
van den toestand in die landen, waarheen het zijn
overschot aan goederen exporteert. Wanneer en voor
zoover de nationale geldpolitiek derhalve invloed
vermag uit te oefenen op den economischen toestand,
moeten de gevolgen hiervan in alle andere staten
zich doen gelden, waaruit het groote belang van alle
circulatiebanken blijkt bij tijdige overeenstemming
over de voorgenomen maatregelen.

Zoolang de wereidhuishouding min of meer door
vrijhandelsgezichtspunten werd bepaald en zoolang
de klassieke leer van de mechanische nivelleering
van de wisselkoersen dientengevolge met de werke-
lijkheid overeenstemde, zoolang was geregelde samen-
werking tusschen de circulatiebanken overbodig; want
de internationale vereffening voltrok zich automa-
tisch door goudonttrekking, reap. goudtoevoer, prijs-
daling, resp.
prijsstijging.
De automatische theorie gold nog, toen zoowel de politiek van de staten als
die van de circulatiebanken zich reeds ver had ver-
wijderd van dezen z.g.n. klassieken vorm. Het is he-
den ten dage overal op te merken en welbekend, dat
de discontopolitiek van alle landen zich niet meer
beperkt tot het constateeren van economische veran-
deringen, maar dat zij integendeel zelf tracht de rich-
ting en de grootte van deze
wijzigingen
te bepalen.
Wanneer echter de circulatiebanken
bij
hun geld-
politiek de economische wisselwerkingen niet meer
als een economische noodzakelijkheid willen be-
schouwen, en zij in plaats daarvan door middel van
maatregelen zelf in conjunctuurpolitieke richting wil-
len werken, dan zijn zij op overeenstemming met,
vaak ook op den steun van, haar zusterinstellingen
aangewezen. Want in verband met de toenemende in-
ternationale verbindingen zal geen land zich op den
duur geheel kunnen losmaken ‘an het rhytme van de
economische ontwikkeling van de wereld en een natio-
nale conjunctuurpolitiek zal zich slechts dan kunnen.
handhaven, indien
zij
ten minste internationaal niet
wordt tegengewerkt.

De toestand op de goudmarkt is dermate drei-
gend, dat de circulatiebanken van weinige landen
nog maar een nationale circulatiebankpolitiek in ou-
den stijl kunnen voeren en ook dan nog slechts op
gevaar af een hevige economische wellicht ook mo-
netaire verwarring in de overigelanden te veroorzaken.
De negentiende eeuw verkeerde in den gelukkigen
toestand, dat – zuiver toeval! – de stijgende wereld-
goudproductie geljken tred hield met de wereldgoud-
behoef te. Behalve dat tegenwoordig sommige oude
goudvelden uitgeput
zijn,
is de wereldvraag naar goud
zoo toegenomen, dat de productie reeds sedert jaren niet meer voldoende is om de goudbehoefte te dek-
ken. Terwijl het reeds dubieus zou zijn, of de goud-

28 Mei 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

493

productie zelfs voldoende zou zijn voor de landen,
die reeds vroeger den gouden standaard voerden,
werd de toestand nog verscherpt, doordat Japaxr en
China niet slechts tot den gouden standaard over-
gingen, maar ook doordat de metaaloppotting, zoo-
als in het Oosten sedert duizenden jaren geschiedt, tengevolge van de sterke daling van den zilverprijs
niet meer in dit tot dusverre bevoorrechte metaal,
doch in stijgende mate in goud plaats heeft. Zoo-

doende worden er enorme hoeveelheden goud onttrok-
ken aan het gebruik voor monetaire doeleinden. On-
der deze omstandigheden staan de circulatiebanken
van Europa en Amerika voor de keuze om, hetzij de
relatieve vermindering van den goudvoorraad aan te

nemen en dan ook de gevolgen van deze passieve
politiek te dragen, namelijk stijging van den goud-
prijs, algemeene daling van de goederenprijzen, eco-nomische werelddepressie, waarvan omvang en duur
niet zijn te voorzien, hetzij te besluiten tot wijziging
van den aard en de richting der geldpolitiek, d.w.z.

niet slechts tastend en incidenteel, maar om de geld-
politiek doelbewust en blijvend als prijspolitiek op te
vatten en dienovereenkomstig, indien noodig, ook de
muntwetten aan de nieuwe eischen aan te passen.
* *
*

Een dergelijke wijziging kan slechts zonder nood-
lottige gevolgen voor de valuta’s der verschillende
landen geschieden
bij
een gelijksoortig, mogelijk zelfs,
gelijktijdig optreden van de belangrijksté staten en
circulatiebanken. De oplossing van dit vraagstuk be-
hoort tot een van de belangrijkste taken van de B.I.B.
Intusschen moet tegenover al te optimistische ver-
wachtingen daarop worden gewezen, dat de kans op
een juiste regeling nog niet zeer groot is. Al werd
er in den aanvang de nadruk pp gelegd, dat samen-
werking van de circulatiebanken slechts dan resul-
taat kan doen verwachten, wanneer zij geheel in over-
eenstemming is met de nationale belangen, moet thans
worden gezegd, dat de politieke stroomingen tegen
een theoretisch juiste oplossing voorloopig nog zeer
sterk
zijn.
Een wereldoplossing van de monetaire
vraagstukken schijnt reeds heden niet meer alleen
aantrekkelijk, maar wordt als eenige uitweg uit den
tegenwoordigen nood begroet door die staten, die
bij een verandering van den politieken toestand
niet er op kunnen rekenen, hun nationaal-politiek
standpunt uit eigen macht aan de geheele wereld op
te dringen, ook dan, wanneer dit uitsluitend ten voor-
deele van het eigen land en stellig ten nadeele van
alle andere landen uitvalt.
Anders daarentegen is de toestand van die staten,
die
bij
een dergelijke samenwerking wel direct door
de beveiliging van de wereldhuishouding winnen, doch
indirect aan invloed inboeten. Dit geldt in de eerste

plaats voor Engeland en Frankrijk. Het is bekend,
dat de city te Londen met alle macht voor de vast-
stelling van Londen als zetel van de B. I. B. is op-
gekomen. Uit de statuten van de B.
T.
B.
blijkt,
dat
de Engelsche politiek, nadat dit eerste plan was mis-
lukt, al het mogelijke in het werk heeft gesteld om
de ontwikkelingsmogelijkheden van de B. T. B. te be-

snoeien. Het is aan geen twijfel onderhevig, dat de
samenwerking van de circulatiebanken in de B.
I.
B.
dientengevolge, ten minste voorloopig, slechts dan
geen tegenkanting zal ondervinden, wanneer zij met
de Engelsche belangen dermate overeenstemt als oud-
tijds de klassieke gouden standaard.
Met Frankrijk is het niet heel anders gesteld. De Bank van Frankrijk heeft sedert de stabilisatie van
den franc een politiek van goudoppotting gevolgd,
die haar tegenwoordig naast den Federal Reserve
Board tot een invloedrijke goudmacht stempelt. Zij
bleef deze politiek uitoefenen, toen de schadelijke ge-
volgen voor de wereldhuishouding duidelijk merk-
baar werden. Men weet nog niet, wat haar zou kun-
nen bewegen, deze politiek van de laatste jaren prijs
te geven. Stellig zal de
B. I.
B. als instelling alleen

niet de kracht bezitten, om deze machtige tegenstrij-
dige krachten uit den weg te ruimen, voordat niet
alle Staten de noodzakelijkheid van een gemeenschap-
pelijk optreden, niet slechts door theoretici, maar ook
door politici, als richtsnoer van hun handelen aan-
v aarden.

AAN:TEEKENINGEN.

Resultaat van de rondvraag van de Internatio-nale Vereeniging voor de Suikerstatistiek.

0)

Bebouwde oppervlakte
inH.A.

193
?1
I929

1930131
1

19291’30

Duitschland

….
233
238
233 458.721
433.015
+
5,94
Tsjecho-Slowakije.
140
141
140
236.203
227.258
+

3,94
7
7
33.037
29.687
+
11,28
H ongarije

……
13
13
13
66.801
72.975

8,46
Joego-Slavië

….
8
8
8
51.500
61.228

15,89
Roemenië ……..
9
11
44.000
36.000
+
22,22
Bulgarije ……….4
4 4
22.000
20.600
+
6,80
lersche Vrijstaat.
1
.

1
1
1
5.360
4.800
+
11,67

Oostenrijk

……..7

België

………..
48
41
52.645 53.550

1,69

..ii

51
50
51
110.700
116.111

4,66
68
70
68
193.500
242.014
—20,05

Italië

………..

Denemarken

….
9

..

9 9
‘31.900
29.900
+
6,69

Polen

………..

20
16
20
35.624 27.467
+
29,70
Zweden

………
1 1
1
1.300
1.476
—11,92
Finland

………
Turkije (Europ.)..
1
1
1
4.500
3.000
+
50,00

Totaal ……
1
608
1
6111
1
608
1
1.347.791

1.359.081

0,83

Indexeijfers van groot. en kleinhandeisprijzen
in Nederlandsch-Indjë.

De maandstatistiek 1930 No. 2 van het Centraal
Kantoor voor de Statistiek te Weltevreden bevat o.m.
het volgende:
Invoer.
De serie van de invoerartikelen omvat 72 arti-
kelen, welke in vijf groepen zijn verdeeld.
De indexcijfers van de groepen
textiele goederen, metalen
en
diversen
bleven in Februari gelijk aan die van de vorige
maand en bedroegen respectievelijk 170, 139 en 159.
Bij de groep
leven.smiddelen
viel een prijsdaling te con-
stateeren bij ].tangoon.rjst, Saigon-rijst en Australisch meel,
waardoor het groeps-indexeijfer op 145 kwam tegen 147
in de vorige maand.
Het groepsindexcijfer van
Chemicaliën en Verfstoffen
liep met een punt terug tot 139 door den lageren prijs voor
aluin.
Het indexcijfer voor den
geheelen invoer
kwaik op 152 te
sta?tn, een punt lager dan in de vorige maand.

Uitvoer.
De serie uitvoerproducten omvat de prijzen van
20 producten. De prijzeic liepen in Februari verder terug, speciaal die van maIs en tapioka. Bedroeg het indexcijfer
voor cle maïsprjzen in de 2e hand te Batavia in December 1929 nog 219 en in Januari 1930 185, in Februari daalden
cle prijzen in die mate, dat het inclexcijfer zich op 128 stel-
de. Deze daling is niet alleen een gevolg van het afkomen
van den nieuwen oogst en de daardoor verbeterde voedsel-voorziening in de .dessa, maar ook andere factoren hebben
daartoe medegewerkt. Bedroeg in den groothandel te Soe.
rabaja in November de marge tusschen cle prijzen van
ready mais en maislevering Januari/Maart nog
f
70.— per
kojang, in Februari is niet alleen deze marge gering ge-
worden, maar ook de prijs van mais op levering daalde van

f
140.— per kojang in November tot
f
105.— in Februari.
Het indexcijfer voor de tapioka-prijzen vertoonde een
daling van 150 in December tot 141 in Januari en 125
in Februari.
Ook de prijzen van cacao, citronellaolie, copra, damar,
kapok, kapokpitten, katjang idjo, suiker, thee en tin wa-
ren in Februari lager. Slechts rubber, peper, djarakpitten en katjangolie konden iets hoogere prijzen bedingen dan
in de vorige maand.
Het indexeijfer van den gebeden uitvoer daalde met
5 punten tot 100, waarmede het prijsniveau van het basis-
jaar 1913 wederom was bereikt.
Hieronder volgt een overzicht van den loop van het
indexcijfer voor cle export.producten sinds 1914:
Duidelijk blijkt uit deze cijfers de loop der conjunctuur:
1914-1918 de af scheepmoeilijkheden in de oorlogsjaren ver-
hinderde een sterke prijsstijging, 1019 en 1920 jaren van

494

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Mei 1930

Index-

Index-

Index-
Jaar

cijfer

Jaar

cijfer

Jaar

cijfer
1914

95

1920

214

1926

137
1915

95

1921

130

1927

130
1916

107

1922

129

1928

125
1917

110

1923

150

1929

123
1918

107

1924

155

Oct.
1929

121
1919

177

1925

146

Febr.
1930

100

hoog conjunctuur,
1921
en
1922
crisis inet een enormen
prijsval,
1923, 1924
en
1925
herstel, gevolgd door een
lang-
zaam afbrokkelen van de prijzen tot in October
1929
het
inclexcijfer op
120
stond, waarna in enkele maanden we-
derom den prijsval volgde tot het niveau van
1913.
Hét algemeen indexcijfer van
in- en uitvoer tezamen
daalde van
143
tot
141.
Dit algemeen indeacij [er
heeft
geen andere beteekenis
dan dat het het gemiddelde prijsverloop voorstelt van de
92 met name genoemde producten.

Indexeijfers van
72
invoer- en
20
uitvoerartikelen in den
groothandel te Batavia, Soerabaj aenSernarang.

Invoerartikelen.



0
5

1913.
100
100
100
100
100 100
100
100
1924.
213
164
167
160 168
178 155
173
1925.
208
161
160 150 165
172
148
166
1926.
185
157
151
153
169 165
137
159
1927.
174 148
149
149 173 160
130
154
1928.
172
149
141.
144
162
155
125
149
1929.
172 149 142 142 163
155
123
148
Februari
1929.
172
151
140 143 166
156
127
150
Maart
172 149
144 143
166
156
130
151
April

.
172
148 142
140
166
155
124
148
Mei

.
172 148
142
145
164
156
127 150
Juni

.
172 148 142 145
162
156
123
149
Juli

.
172
149
142
145
162
158 127
149
Augustus

,,

.
172
148
142
142
163 155
124
148
September
,,


172 149
141
142 163
155
123
148
Dctober

.
172
150
140
141
161
154
121
147
N7ovember

;,


171
148
141
141
160 154 120
146 Deçember
170
147
139 140 160 153
111
144
Januari

1930.
170 147 139 140 159
153
105 143
‘ebruari

,,


170
145
139
139
159 152
100
141
1)
20
art.
2)
12
art.
8)
12
art.
4)
15
art.
b)
13
art.

Jlleinhandelsprijzen.
Het iudexeijfer van de serie
in-
heeinsche artikelen
liep in Maart met vijf punten terug
tot
161,
in hoofdzaak door dcii lageren prijs voor petro-leum, waarvan het indexeijfer terugliep van
173
in Fe-
bruari tot
126
in Maart. Ook de prijzen vbn kippeneieren,
karbouwenvleesch, varkensvleesch en klapperolie waren
lager.
Het indexcijfer voor cle
uitheemsche artikelen
bleef on-
veranderd
145,
terwijl dat van den geheelen kleinhandel,
in- en uitvoer tezasnen,
153
bedroeg tegen
155
in Februari.
Indexcijfers van kleinhandelsprijzen van verbruiksartikelen
van in- en uitheemschen oorsprong te Batavia.

In-
heemsch
1)

Uit-
heemsch
1)
Totaal
1
Voeding
2)

1913114 100 100
100 100
1924..
182
158
170 170
1925 –
.
169
152
160
159
1926 …
169 148
.
159 156

1927 –
.
166 147
157
155
1928 ..
160 148
154
153
1929 -.
162
145
153
151
Maart

1929 .
.
166 145
155
154
April

..
164
145
154
152
klei

– .
161
145
153
151
Juni

– –
160 146
153
151
Juli

– –
158
145
152
149
Augustus

– –
160
144 152 150
September

. –
160 144
152
150
)ctober

-.
161
143 152 150
ovember

. –
162
144
153
151
)ecember

,,

– –
163 145 154
153
ranuari

1930 –

163
146 154
153
‘ebruari

..
166
145
155
154
ilaart

. .
161
145
153
153
1)
20
artikelen.
2)
35
artikelen.

Pasarprijzen.
De prijzen van beras waren in Februari
ongeveer even hoog als in Januari, die van maïs daaren-
tegen sterk gedaald, ondanks den achteruitgang, dien de
prijzen van dit product in Januari reeds te zien gaven.
Bedroeg cle gemiddelde prijs voor maIs No.
1
in Ddcember
1929
nog
f 6.03
per pikol, in Februari bedroeg de prijs
slechts
f 5.18.
Deze prijsdaling moet mede worden toege-
schreven aan het afkomen van den nieuwen oogst en aan
de groote geneigdheid van de bevolking om tot verkoop
over te gaan, teneinde contanten te verkrijgen niet het oog
01)
de lebaran.
Cassave, gaplek en hataten varen eerder iets vaster in
prijs.

OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN;

e E c o n o m i s t. – Haarlem, Februari 1930.
Mr. Dr. A. van Doornincic,
De ontwikkeling der ge-
meentefinanciën in de naaste toekomst;
Prof. Mr.
J. C.
Kielstra, Dc
suikerindustrie en de inlandsche
landbouw op Java;
Dr. W. L. TTalic,
Het bouwbedrijf,
de interest en de effectenbeurs.

Journal des Economistes. – Parijs, 15
Febr. 1930.
A. Pottier,
La réglementation du vote plural dans
les Sociétés paz actions;
L. Aliberi,
La solidarité des Banques dans la disti-ibution du erédit;
R. J. Pierre,
Les résultats de in guerre mondiale;
R. Sédillot,
Ter-
minologie économique;
C. de K.,
La poiitique finan-
cière de la Pologne;
K.,
La réf os-me financière en
Lettonie;
E. R.,
Les travaux des Ohambres de corn-
merce franQaises;
X.,
La BaTtcJue de France en 1929;
X., Un exposé de M. Henry Chéron sur in bi de fi-
nances.

The Jo urnal of Poiitical Economy. –
Chicago, Febr. 1930.
N. A. Tolles
and
P. 11, Don glas., A
measurement of
British i udustrial production;
H. L. Lutz,
Inter-allied
debts, reparations, and national policy;
M. Neweomer,
The general property tax and the farmer;
H. 0.
Nixon,
The risc of the American cottonseed oil indus-
try;
L. R. Tho9nson,
The St. Lawrence navigation and
power pioj eet.

De Naamlooze Vennootschap. – Am-
sterdam, 15 Febr. 1930.
Prof. J. G. Oh. Volmer,
Bijdrage tot de leer der af-
schrijving;
Mr. Dr. H. F. A. Völlnear,
De rechtspraak
in het afgeloopen jaar. 1;
Drs. A. M. Groot,
Arbeids-
verdeeling;
Mr. H. Schaapveld,
Borgstellingen vooi
Naamlooze Vennootschappen. II;
H. A. 1?.,
De Am-
sterdamsche Discontomarkt.

The QuarterlyJouruabof Economics.
– Cambridge, Mass., Febr. 1930.
F. W. Taussig,
The tariff, 1929—’30;
0. H. Taylor,
Economics and the idea of ,,jus naturale”;
A. F.
Burns,
The measurement of the physical volume of
production;
B. W. Ksight,
Control of investment ver-
sus control of return in the regulation of natural
monopolies;
G. Bielschowsicy,
Business fluctuations
and public works;
R. C. Jjpstein,
Statistical light on
profits, as analyzed in recent literature;
P. T. Ho-
man,
Industrial combination as suiveyed in recent
1 iterature.

Revue d’]conomie Politique. —Parijs,
Jan-Febr. 1930.

Situation et avenir de l’agriculture française:
1.
M. Augé-Laribé,
La population agricole et la main-
d’oeuvre; 2.
P. Caziot.
Le capital foncier et les capi-taux d’expioitation; 3.
P. Hallé,
Les grandes cultu-
res; 4.
H. Bouy,
L’élevage; 5.
M. Augé-Laribé,
Les
cultures specialisées;
Dr. F. Mlynarski,
La réforme
de i’étabon de change-or;
H. Pouyanne,
Le crédit par
acceptation â Londres;
M. Byé,
L’oeuvre scientifique
de queiques économistes étrangers: 3. Arthur-Cecil
Pigou
L. Baudin,
Quelques aspects économiques de
la conquête espagnole de l’Arnérique.

De Sbcialistische Gids. —Amsterdam,
Januari 1930.
bevat o.a.:
ir. J. W. Albarda,
Over politiek;
J. F. Anlcersniit,

28 Mei 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

495

Troelstra’s derde deel;
Dr. Ir. Th. van der Waerden,
rrec]lfliesekonomies overzicht, XL, (Fabrieken en Men-
sen; matige bedrijfsconcentratie);
J. Oude geest Jr.,
De Labour Partij en de vrijheid der zeeën;
Mr. H. J.
van Meurs,
Internationale beschouwingen;
L. J.
Kleyn,
Europa in 1929.

Tijdschrift voor Economische Gen-
g r a p h i e. – ‘s-Gravenhage, 15 Februari 1930.
Prof. Dr. H. Blin1,
Britsch-Indië in den loop der
tijden;
A. J. Koens,
De olijvencultuur van Spanje;
H. Tiesir&g,
Een verdwenen diersoort in Drente.

Weltwjrtgchaftljches Archiv.

Jena,
Januari 1930. Dr. K. Muhs,
Die Chance des Kapitalismus;
Dr.
L. Broccsrd,
Die lokale und regionale Wirtschaft als
Grundlage der Volks- und Weltwirtschaft;
Dr. H. L.
iS’toltenberg,
Kurzer Abrisz einer Geschichte der deut-
scheri Soziologie;
Dr. Th. Surdnyi-Unger,
Der Wirt-
schaftskampf um den Stillen Ozean;
Dr. K. Âmarlt,
Die Entwicklung des schwedischen Auszenhandels
urici der schwedischen Handelspolitik nach dem
Kriege,
E. T. McPhee,
Trade of the Commonwealth
of Australia since the war;
Dr. E. Thannhiiuser,
Die
Finanzierung des deutschen Einfuhrhandels;
Dr. B.
Lavergne,
Die Regiegenossenschaf, eine neue Un-
ternehmungsform;
H. Klein,
Die deutschen Han-
deiskammern im Auslaude;
Dr. R. Freund,
Farm-
prei.sind.izes i.n den Vereinigten Staaten von Amerika;
Dr. Fr. H. Bets,
Zur Errechnung und Verwertung
von Produktionsindizes.

MAANDCIJFERS.

GIRO-OMZET BIJ DE NEDERLANDSOHE BANK.

Maart 1930

Maart 1929

Posten

Bedrag

Posten
1
Bedrag

Voor reke.
ninghouders 51.991 f2.973.089.000 52.160
t
3.834.958.000
waarvan door
de H.-bank
plaatselijk

39.761 ,,2.603.357.000 40.645 ,, 3.472.533.000
Ter voldoe-
ning van
Rijksbelast.

1.497

11.544.000 1.649

11.329.000

POSTOHEQUE EN GIRODIENST.

(In duizenden guldens).

Maart 1930 Maart 1929

Aantal
Bedrag
Aantal
Bedrag

Aantal rekeningen
op ultO.

……..
156.154 142.215
Bijsehrijvingen ….
2.134.453 469.619
1.753.095
418.128
wegens:
119.322 715.472 105.459
b.
Overschrjvingei.
.. 252.973
van andere rek.
336.960
1.037.498
292.957
van Ned. Bank.
139
13.280
125
19.672
C.
And, onderwerpen

57

40
Afschrijvingen ….
1.320.986
466.755
1.103.362
409.017

a.
Stortingen…….881.341

wegens:

63.249
186.263
61.105
b.
Overschrijvingen.
..

op andere

rek.
1.104.816
338.960 907.054
292.957

a.
Cheques

………202.486

naar Ned. Bank
1.068
66.492
995
54.910
c.
And. onderwerpen
12.616
54
9.050
45
Gezamenlijk tegoed
op ulto
103.681
100.474
Bedrag der be)’eg-
ging))
82.717
176.727
1)
Het bedrag, dat vroeger tegen vergoeding van rente
aan de ehatkist werd verstrekt, wordt tegenwoordig, voor
zoover liet nog niet voor vaste belegging is aangewend, te
zamen iiet andere bedragen in rekening-courant met het
Staatsbtrjf der posterijen en telegraf ie begrepen en is
daarom niet meer in het bedrag der belegging begrepen.

RIJKSPOSPSPAARBANK.

MAART
1

1928
1

1929
1

1930

Inlagen. .. .-. …….
f

10.025.312
f

10.261.383

f

11.462.803
Terugbetalingen
.
..
,,

11.288.500,,
11.194.453,,
11.003.273
Tegoed der inleggers
,, 331.509.960
342.572.016 356.276.998
Nom. bedr. der uitst.
op ultimo ……….

staatsschuldboekjes
,,

42.410.700 42.324.850 43.074.500
op ultimo . … …..
Spaarbankboekj es:

gegeven
10.176 9.805
12.101
Aantal nieuw uit-

Aantal

geheel

af-
betaald
7.991
8.003 8.003
Aantal in omloop
op ultimo
2.052.310 2.082.217
2.119.344

GIRO-KANTOOR DER GEMEENTE AMSTERDAM


April

1930

11

April 1929

Giro’s
(eenzijdige ver-
melding)

In
millioeneni
1
Aantal

1

1
In
illioenenj
1
Aantal

Girobetalingen aan
gemeenteinstellingen
f,

31.2
1

27.972
f
54.4
24.880
Girobetalingen aan
particulieren ..
.
22.3
125.753
,, 16.9 98.229

Geldomzet.
Ontvangsten

. .
……..
5.2
7.289
,,

4.3
6.560
8.3
32.920
,,

7.-
29.260
Part.rekeninghouders
,,

23.2′
39.629
2

,,20.9′
35.295e
Waarvan

rekeningh.

Betalingen ………..

welke gelden voor 1
jaar

vast

hebben
,,

9.9
4.108
2

,,

9.7
3.7732
gedeponeerd
.

……
Giro-depos.kasGerzon
,,

0.141
463
1

,,

0.13 432
1)
Gemiddeld saldo te goed.
2)
Einde der maand.

PRODUCTIE DER STEENKOLEN-, BRUIN- KOLEN- EN ZOUTMIJNEN.
(Gegevens verstrekt door den Hoofdingenieur der mijnen.)

I. Gezamenlijke Steenkolenmijnen.

Maart
Jan./Mrt. Jan./Mrt.

1

1930
1930
1929

Prod. Steenkolen in tonnen.
997.025 3.041.277 2.758.125
Aantal normale werkdagen
.
261)
76 76

Ii. Bruinkolenmijn ,,Carisborg”.

Maart
Jan./Mrt. Jan./Mrt.
1930
1

1930 1929

Netto-productie in tonnen.
.
18.743
2
)
59.608 5.852,4
Aantal normale werkdagen
21 66
8

III. Zoutuiijnen.
(Kon. Neci. Zoutindustrie te Boekelo.)

Maart
1930
Jan./Mrt.
1930
Jan./Mrt.
1929

Afgeleverd:
Geraif. zout ..

… .(ton)
2.988
9.546
9.644
Industriezout

.. _.

(

)
54
189
131
Afvalzout .-..
.
.. .-. ..(

)
168
603
870
Aantal normale werkdagen
26
76 76

Arbeiders.

Gezamen-
lijke
Bruin-
Aantal.
Steenkolen-
kolenmijn
,Carisborg”
Zoutmijnen
mijnen

Ç 11.1418)
153
142
26.755
4
)

1 April 1930…………….

1 April

1929……………
.
(
24.697
4
)
166 139

1)
Staatsm. 26 dagen; Domaniale mijn en mijn Sophia
25 dagen; Oranje-Nassaumijn en de mijnen Laura en Ver-
eeniging 24 dagen.
2)
13.889 ton ruwe bruinkool en 4.854 ton bruinkoolbrik.
8)
bovengronds.
4)
ondergronds.

496

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Mei 1930

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.

beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

N

d rB

isc. issels.3
25Mrt.’30
Zwits.Nat.Bk.3
3Apr.’30
el.Binn.Eff.4
7Mrt.’SO
N.Bk.v.Denem.
4
3Mei’30
rsch. inR.C. 4
7Mrt.’30
ZweedscheRbk 3
2Apr.’30
Javasche Bank….
4*10 Mrt. ’30
Bank v.Noorw.
4*20
Mrt.’SO
Bank van Engeland 3
1 Mei ’30
Bk. v. Tsjecho-
Duitsche Rijksbank
11’0
Mei ’30
slowakije ..
424Mei
1
30
Bank v. Frankrijk.
2*
1Mei ’30
N.Bk.v.O’rijk.
5*23
Mei ’30
Belgische Nat. Bnk. 3 30
Apr.’30
N. Bk. v. Hong. 6 28 Mrt.’30
Fed. Res.BankN.Y. 3
1 Mei ’30
Bank v. Italië.
519 Mei ’30
Bank van Spanje ..
519 Dec.’28
Z.-Afr.Res.bnk 6
17 Aug
1
29

OPEN MARKT.

1930
1929
1928
1914

24 M ei
19124 12117
5110
20i25
21126
20/24
Mei Mei
Mei
Mei
Mei
Juli

Amsterdam Partic.disc.
2
1
1
2’he-
1
Jie
21
1$
1
14
2134-
9
114
5
1
14I8
41
18
-8
18
3’/8-
3
h0
Prolong.
2
1
14
1
12
2-
1
12
2-
3
/4
214-312
5314-6
4
1
12
21143j
4

Londen
Dageid…
1
1
12
112-2
3
14
1
I/52
1
/4
11142
411
4
.531
4

2.411
3

131
4
2
Partic.disç.
2
3
16
2
1
18-
3
11
2
1
18-3
11
23132-‘I32
511
4
..71
3

4_
1
1i6
214-
3
14
Berlijn
Daggeld…
23
1
12
13112
1
1
133
1
/3
26113
7-10
3
14
4112-8

Partic.disc.
30-55 d…
331
4

3314
3Is
4-1
18
7
1
12
6
3
14

56-90 d…
33/
4

331
4

3718
4-
1
18
7
12
614
2
1
/-ij,
Waren- wechsel.
4
1
18
411,81/4
4114
41412
8
1
12-9
7

New York
Dageld
1)
3_
1
1
3-I4
0

3_11
4

1

3.114
6-7
114
1
6.11
4

131
4
.211
!

Partic.disc.
,

2112
211
3
.518
2518
251-114
531
4

411
4


1)
Koers van 23 Mei en daa,aan voorafgaande weken t/m Vrijdag.

WISSELKOERSEN.,

KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel Batavla
York’)
)
)
)
•)
1)

20 Mei

1930
2.481o,,,
12.08f

59.351
9.75k
34.721
1001/
1
,
21

,,

1930
2.48%
12.08+*

59.35
9.751
34.72
1001/
10

22

,,

1930
2.48111
1
,

12.0871
8

59.351

9.751
34.74
lOOij,,
23.

,,

1930
2.481i,
1208
H
59.341
9.751
34.71
1008/,,
24

,,

1930
2.481i/,
12.08’1
8

59.331
9.75 34.71
10011,
0

26

,,

1930
2.4851,
12.0771
8

59.31
9.741
34.70
100 i
Laagsted.w.1)
2.4891

11

32.07%
59.30
34.69
9
9

5
116
Hoogste d.wI)
2.4818/,,
120911
8

59.36
9.75 1001/,,
39 Mei

1930
2.4818/,,
12.09
9.75t
34.72*
1001/
10

12

,,

1930
2.4851
8

12.0771
t

59.3211
9.75
134.691
100
,
1
16

Muntpariteit
2.48%
12.10%
59.26
1

9.75 134.59
1100

Data
Zwit-
ser an
Weenen
PraaE
Boeka-
Milaan
Madrid
4)
rest
1)
)
4*)

20 Mei

1930
48.11
35.10 7.371
1.49
13.04
30.42*
21

,,

1930
48.12
35.10
7.371
1.49
13.04 30.26
22

,,

1930
48.13
35.10
7.371
3.49
13.04
30.25
23

,,

1930
48.12
35.10
1.49
13.04
30.27*
24

,,

1930
48.11%
35.10
7.371
1.49


26

,,

1930
48.10
35.07*

7.371
1.49
33.0
3
*
30.26*
Laagsted.w.’)
48.08
35.-
7.
3
6*
1.48
13.02 30.15
Hoogsted.w’)
48.13%
35.10
7.38
1.50
13.04
30.50
19 Mei

1930
48.11
35.10
7.36*
1.49

13.04*
30.39
12

,,

1930
48.12 35.07%
7.36*

1.49
13.03 30.31
Muntpariteit
48.-
35.-
ja)
1.4881
13.09
1

4
8.52*

D ata
Stock-
Kopen-

S 0
)
Hel-
Buenos-
Man-
holm
)
hagen’
.)
Aires’)
treal
t
)

20 Mei

1930
66.75 66.55 66.57*
6
.
26
*
95
2.48s,,
21

,,

1930
66.72*

66.55

66.57*

6.26
9581
8

2.4851
5

22

,,

1930
66.72*

66.55
66.
5
7*
6
.
26
*
95%
248%
23

,,

1930
66.72*
66.57* 66.57*
6.26
95%
2.484
24

,,

1930
66.72*

66.55

66.57*

6.26
95%
2.4881
5

26

,,

1930
66.72*
66.52*
66.52k

6.25*
95
’18
2.48
9
1
t
0
Laagsted.w.’)
66.67*

66.50
66.50
6.24k
9401
8

2.48%
Hoogste d.w’)
66.75 66.57*

66.59
6.27
95%
2.48
7
18
19 Mei

1930
86.75 66.55 66.57*
6.25*
95% 2.48
12

,,

1930
66.70
66.50 66.50
6.25*

95%
2.48
Muntpariteit
66.67
66.67
66.67
6.26*

95%
2.48%
*) Noteering te Amsterdam.
5*)
Noteering te Rotterdam.
1) Particuliere opgave. 3) Wettelijk gestabilIseerd tusschen
7534
en 7.21
1
!,.
In het eerste nunimer van iedere maand komt een overzicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D a a Londen
($
per
£)
Parijs
($
P.
lOOfr.)
Berlijn
($
p. 100
Mk.)
Amstercüzm
(8
p. 100
gid.)

20 Mei

1930
4,86 3,92
11
8

23,86
1

40,2011,
21

,,

1930
4,8651
8

3,9211
8

23,86%
40,21
22

,,

1930
4,8611
8

3,92%
23,8621,
40,21%
23

,,

1930
4,85
81
1
8
,
3,9211,
23,86 40,21%
24

,,

1930
4,85151,
8

3,92.11
8

23,86
40,21% 26

,,

1930
4,8515/,
3,92′,
23,86
40,22%

27 Mei

1929 4,85
3,9071
8

23,83
40,19%
t4untpariteit..
4,8667
3,9061,
1

23,81%
4081,,

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Noteerings-

1
eenheden
10Mei
1930
1
17Mei
1930
19124
Mei
’30
Laagste[Hoogst
1
24Mei
1930

Alexandrië.. Piast.
p..

97%
17
9771,

9791,
5

97%
375
374%

%
375
375
Bangkok…. Sh.p.tical
1/10%
1
1
1
10%
1110

1110k
1110
Budapest

Pen.
p £
27.80
27.80*

27.79

27.84
27.82
Buenos Aires

d.
p.$

43
9
/
311
43
42181
1
,

435/,,
4271
8

Calcutta
…-. .
Sh.
p.
rup. 115
27
2

1j5
53
1
4

11’558/,, 1527132
1(563164
Constantin.. Piast.p.c 1.025
1.025
1.025

1.025 3.025

Athene……Dr.
p.g

375

Hongkong
..

Sh.
p. $

116
115
18
/
1

11531,
6

11571
8

15%
210251
6

2011

2/07/,
2/0v
Lissabon….. Escu.
p. £

108%
108%
1088/,

10881
8

108%
Mexico’)….

$per
1
C

10.25
10.20
10.10

10.30
10.2*

Kobe

…….Sh.
p.
yen 210
25
1
64

Montevideo
.

d.per

453%
45%
4471,

459/
,
4511
5

Montreal

$
per
£

4.87
T
3
,
4.86,2,
4.8681
8
4.868%,
4.86%
Riod. Janeiro d. per Mil.

5661,

5
8

5631
4

5671
527132
Shanghai

Sh.
p.
tael
1/10,2,
1
/10,2,
1,958

1110%
‘/’0H
Singapore
..

id. p. $

213
47
1
64

213%
2/3211

213271
213%
Valparaiso
1).

$
per
£

39.92
39.91
19.92

39.94 39.94
Warschau
..

Zi. p. £
43.32* 43.32

43.38
43.351
1)
In het vervolg worden de
Mcx.
8 niet
meet in penc. doch in
£
genoteerd.

2)
90
dg.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS )
Londen’) N.York’)
Londen
19 Mei

1930..

19

4061
5

19 Mei
1930….

841119
20

,,

1930..

1818/,,

40%
20

,,
1930…..

84111
21

,,

1930..

1851,

4011,
21

,,
1930…
.

84/11%
22

,,

1930..

185/,

40%
22

,,
1930…

84111%
23

,,

1930.. 18%

40%
23

,,
1930….

84/11%
24

,,

1930..

1851,

4011,
24

,,
1930….

84111%
25 Mei

1929.. 25

53%
25 Mei

1929….

84111%
27 Juli

1914.. 2418/,,

59
27
Juli

1914….

84111
t)
In pence p.oz.stand.
!)
Foreignsllver in
$c.
p.oz,flne. 3)insh.p.oz.flne

STAND VAN ‘.RIJKS
KAS.

Vorderingen.

1
15Mei 1930
23Mei 1930

Saldo bij de Ned. Bank

…………..
/
21.412.823,64
/
40.858.991,92
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
627.338,66
822.454,92
Voorschot
op
uIt. April ’30 aan de ge-
meente
op
voor haar door de Rijks-
administratiete heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en
opc. op
de
Rijksinkomstenbelasting……… .. .
.

30.496.961,25
,,

30.496.961,25
Voorschotten aan Ned.-Indië ………
48.224.441,86

50.563.071,62
Id. aan

Suriname …………………
..ll.157.000,27
..
,

11.173.884,84
Id. aan

Curaçao ………………….
,,

2.366.793,55
Kasvord. weg. credietverst.a/h.buitenl
…..2.318.278,03
111.690.012,66
110.451.183,94
.,,

17.250.000,-
»

10.750.000,-
Saldo der postrekeningen van Rijks-
19.0l 1.309,16 •

24.830.132,52

Daggeidleeningen teen onderp…….

Vordering op het Algemeen Burgerlijk
comptabelen …………………….

Pensioenfonds’) …….
………………..

778.763,13
Vordering op andere Staatsbedrijven’)
,,

13.554.581,81
,,

11.836.823,51

Ver 011 Ch t ineen.

Voorschot door de Nederl. Bank ingee.
art. 16 van haar octrooi verstrekt


Voorschot door de Ned. Bank inrek.

..-
/32..
541.000,- 1132.541.000,-
co
urant verstrekt
………………..

,,

51.330.000,-
51.330.000,-
Schatkistbiljetten in Omloop
……….
Schatkistpromessen in omloop
…….
Waarvan direct bij de Ned. Bank
– – – –
Daggeldleeningen

……………………
Zilverbons in omloop
……………
6.362.708,50
Schuldaan het Alg. Burg. Pensioenf.’)
Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.

T.’)..
en

…6.434.466,-
5.111.380,30

Id. aan andere Staatsbedrijven
1)
39.526.096,87


29.871.866,23
,

Id. aan diverse instellingen’)
………..
8.471.195,50
,,

8.426.665,50
1)

‘s

In rekg.-crt. met

Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH.IND!SCHE VLOTTENDE SCHULD.

1

17 Mei1930
24 Mei 1930

Vorderingen:
Saldo bij
‘s
Rijks kas
…………….

Saldo bij de Javasche Bank ……….
…-


Verplichtingen:
Voorschot
‘s
Rijks kas ……………
f
48.211.000,-
/
50.591.000,-


Betaalmiddelen in
‘s
Lands Kas
…..
39.
,,

056.000,-

..
Schatkistpromessen

……………….

,,

30.367.000,-
,,
29.281.000,-
Waarvan Muntbiljetten
…………
….3.007.000,–

Muntbiljetten In Omloop ………..

Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.
,,

3.344.000,-

.

,,

3.530.000,-
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.
.

1.257.000,-
,,

1.054.000,-
Voorschot van de Javasche Bank….
31.333.000,-
»
31.063.000,-

28 Mei 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

497

NEDERLANDSCHE BANK.
Vérkorte Balans op 26 Mei 1930.
4otiva.
Binnenl.Wis.(Ifffdbk.
f
38.794.812,82
se1s,Prom.,
:Bijbnk.

838.233,47
enz.ln u1sc..ïg.scn.
,,

J..(
I’s.aon,o
f

5240739855
Papier o. h. Buitenl. Idisconto ……
,,


Idem eigen portef.
.
f
236.193.747,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk. nog niet afgel.


236.193.747,_
Beleeningen
1
Hfdbk.
f

28.885.077 30
mci. vrsch.
Bijbnk.

9.866.801 02
in rek.crt.(
Ag.sch.
,,

52.429.028,88

f

91.180.907,20

Op Effecten ……
f

89.258.645,82
OpGoederenenSpec.
,,

1.922.261,38
91.180.907,20
Voorschotten a. h. Rijk …………
…..
,,


Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f

64.891.210,-
Muntmat., Goud
.. ,,
367.021.070,30

f
431.912.280,30
Munt, Zi1ver, enz..

,,

26.824.115,97
Muntmat. Zilver..
,,

11

458.736.396,27
1
)
Belegging
1
1
,
kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds

……………………
,,

25.700.202,38
Gebouwen en Meub. der Bank ……..
,,

5.200.000,_
Diverse rekeningen ………………
,,

40.475.752,39

Passiva.
f

909.894.403,79

Kapitaal ……………………….
f

2 0.000.000,-
Reservefonds …………………….
,

7.106.550,55
Bijzondere reserve

………………
,,

8.000.000,-
Pensioenfonds

………………….
,,

6.620.139,76
Bankbiljetten in omloop …………..

,,

804.011.780,-
Bankassignatiën in omloop ……….
,,

230.822,46
Rek..Cour. Ç Het Rijk
r

38.659.400,46
saldo’s:

k Anderen
,,

15.580.854,63
54.240.255,09

Diverse rekeningen ……………….
,,

9.684.855,93

f

909.894.403,79

Beschikbaar metaalsaldo ………….
f

114.932.843,69
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is.
,,

287.432.105,-.-
1)
Waarvan in het buitenland
f
23.890.447,18.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Ooud
Andere
Beschlkb.
Dek-

1
Data

Munt
1
Muntmat.
Circula (ie
opeischb.
1

schulden
Metaal-
saldo
i)

kin ga
perc.

26 Mei
’30
64.891
367.021
804.012
54.471 114.933
53
19

’30
64.895 367.021
815.756
42.530
114.649
53
12

’30
64.896 367.023
835.180
33.296
109.629
52
5

’30
64.900
367.023 865.574
13.598
118.157
54
28April
’30
64.910
387.023 829.429
18.873
124.864
55
22

,,
’30 64.916 367.023
812.804
16.676
123.953
55

27
Mei
’29
06.209
370.803
796.883
30.457
127.269
55
25
Juli
’14
65.703 96.410
l 310.437
1

6.198 43.521
54

Totaal
Schatkist-
B 1 ee-
Papier
Diverse
Data
bedrag
promessen
1
e
n ngen op het
reke-
disconto’s
rechtstreeks
buitenl.
ningen
2)

26 Mei
1930
52.407

91.181
236.194
40.476
19
1930
52.177

91.943
236.722
39.443
12

1930
53.429

97.026
236.622
45.128
5
1930
53.238

129.954
224.308
47.368
28April
1930
52.105

93.169
213.210
43.320
22

,,
1930
51.647

94.744 210.071
35.054

27 Mei
1929
96.011

98.428
160.715
35.166

25 Juli
1914
67.947
61.686 20.188
509
1)
Sedert den bankstaat van
14
jan.
’29
weøer
op ae Dasis van
9
5

metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.

CURAÇAOSCHE BANK.
Voarnaamste nosten in
duizenden guldens.
Data
Metaal
Circu-
latie
conto’s
1
1

Dis-

Isdioften
Voor-
aan de
kolonie

Diverse
reke-
1
ningen1ningen2

Diverse reke-

1 April

1930
4.402 6.161
133
461
1.875
143
t Maart

1930
4.456
5.993
129
95
2.249
371
1 Februari 1930
4.406 5.841
129
87
2.163
380
1
Januari

1930
4.418 5.993
135
130
2.639
813
1 December 1929
4.422 5.983
62
609
1.905
502
1 November 1929
4.285 5.859
61
572
1.752
299

1 April

1929
2.908
5.730
118
215 3.170
166
1)
Sluitp. der activa.
2)
Sluitp. der passîva.

JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. be
samengetrok.
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data

Goud
.
Zilver

Circulatle
1
opeischb. metaal-
schulden saldo

24 Mei 1930
166.400
272.200
50.000
37.520
17

1930
166.400
275.700
45000
38.120
10

1930
168.100
278.400
48.200 37.460

26Apr.1930
138.952

30.350
269.381 52.207 40.667
19

,,

1930
143.882

30.813
271.784
42.758
43.879
12

1930
138 888

31.519
276.077 43.282 42.662
5

,,

1930
138.815

31.136
269.985
44.078
44.326
25 Mei 1929
161.820

22.266 300.369 34.105
50.297
26 Mei 1928
174.351

17.877
304.634
43.193
123.003
2

25 Juli1914
22.057

31.907 110.172
12.634
4.842

Data

Dis-
1

;”
t
Belee-

Diverse


conto’s
t
N.-Jnd.
1
ningen

reke.

kiflgS-
percen.
1
betaalb.
1

ningeni)

taRe

24Mei1930
147:100
•s
52
17

,,

1930
146.100
•s’
52
10

,,

1930
150.700
•S
51

26Apr.1930
29.552
53
‘8.916
36.647
55.249
19

,,

1930
9.081
34.881
52.540
30.697
56
12

1930
9.041
35.357 55.409 32.216
53
5

,,

1930
8.699
30.870 52.948 40.155
54

25 Mei 1929
8.358
26.042
81.308
41.560
55
26 Mei 1928
14.282 16.888
65.169
66.108
55

25 Juli1914 1 7.259 1 6.395

47.934 1

2.228 1

44
1)
Sluitpost activa.
2)
Basis
115
metaaldekking

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten in duizenden ponden sterling.
Bankbilf.
1
Bankbtlf.
1__
Other Secu ritjes.
Data

Metaal

in

un
Bankingl Disc, and
circulatie
1
Departm.
1
Advances Securities
1

21 Mei

1930
158.444
354.694
62.804
6.838
13.643
14

1930
163.348
356.455
65.929
6.404
10.989
7

1930
164.502
358:491
65.082
6.555
9.609
30
April 1930
164.284
358.822 64.520
6.755
9.999
23

,,

1930
163.843
362.184
60.703
6.804 10.274
16

1930
160.788
361.322
58.501
6.386
10.443

22 Mei

1929
162.747
362.364
1

59.627
6.916
20.119

22 Juli

1914
40.164 29.317
33.633

Data
00v.
Sec.
Public
Depos.

Other Deposits
1

Other
Bankers IAccountsl

1
1
Reserve’
Dek-
kings-
1
perc.l)
21 Mef ’30
49.788 21.178 57.836
37.035
63.749
54131
14

’30
52.793
24.548
58.311 36:457
66893
58
7

’30
56.363
16.211
68.534 36.034 66.012
54
19
1
30Apr. ’30
59.238 21.002
66.62
36.561
65.462

.52
29
1
32

23

’30
,,
58.051 17.314 66.011 35.779
61.659
5123/
16

,,

30
58.283
14.799
65.816 a6.303
59.467
50
‘sj

22 Mei ’29
38.487
15.300 57.507 35.315
60.384
5518/

22 Juli ’14
11.005 13.736
42.185 29.297
52
1)
Verhouding tueschen
Reserve
en Deposits;

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in rnillioenen franca.

Te goedl Wis.
1
Waarv. 1
Belee-
oos.
Data
Ooudi)
Zilveri in het

sels

1
op het
1
n.ngen
1
,
~
l
en
rs
~~
I
r

hot
buitenl.
buiteni.
a.d.Staat

16 Mei ’30
43.187
298
1

6.896
1
23,297
18.709
2.678
3.200
9

1
30
42.950
294
6.889
123.870
1’8.720
2.652 3.200
2

,,

1
30
42.350
287.j
6.886
123.732
18.743
2.750
3.200
25 Apr.’30
42.351
282
6.902
24.440

18.736
2.592
3.200

17 Mei ’29 36.534
732
1

7.942
24.513
18.400
2.368
3.200

23
Juli’14
4.104
640

1.541
8
769

v.d.
1
1
Diver-
Data

Rekg.Courant
~
Bons
zelfst.
amort.
k.I
seni)
Circulatie
Zilfst.
Staat

amort.k.Icuiie,ren
Part i

16Mei ’30
5.395
1.758
71.131
3.430
1.942
8.527
9

,,

’30
5.395 1.698
71.612
4.023
1.948
7.873
2

’30
5.395
1.887
72.373 3.553
2.041
6.776
25Apr.’30
5.395
1.701
70.770 3.723
2.831
8.007
.17 Mei ’29
5.769
1.468
62.864
5.635
6.252
1
6.744

23 Juli’14


5.912
401

943
1)
Bij de stabilisatie
is
de goudvoorrasd gewaardeerd volgens de
nieuwe waarde vn den franc.
2)
Sluitpost activa.

498

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERIC}PN

28 Mei 1930

DUITSCHE RIiKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichemark.

Daarvan
Deviezen
Andere

a
a ou
bij bui-
als goud-
wissels Belee-
tenl.
circ.
dekking
en
ningen
banken
1)

geldende
cheques

23 Mei

1930
2.585,9
149,8
342,7
1.519,7
53,3
15

,,

1930
2.577;7
149,8
297,8 1.584,8
69,1
7

,,

1930
2.565,4
149,8
330,2 1.853,5
53,6
30 April 1930
2.565,5
149,8
327,4
1.939,1
135,5
23

,,

1930
2.557,1
149,8
354,9
1.630,5
.55,4

23 Mei

1929
1.764,6
59,1 146,5
2.403,4
97,2

30 Juli

1914
1.356,9


750,9
50,2

Da a
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Activa
2
)
lat ie
Crt.
Passiva

23 Mei

1930 101,1
618,5
4.045,8
680,2

192,2
15

1930
93,0
615,5
4.196,3
556,0
165,8
7

1930
93,1.
606,0
4.403,7 601,4
163,1
30 April 1930
93,1
580,7
4.664,2
536,5
162,0
23

,,.1930
93,1
627,7
4.109,9
732,5
158,8
23 Mei

1929
92,9
589,5
4.006,2 642,3 300,5

3(> Juli

1914 330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0
1)
Onbelast.
2)
W.o. Rentenbankachelne 23, 15,
7
Mei,
30,23 April ’30,
23Mei29, resp.62; 62;
50;
18; 71;63
miii.

NATIONALE BANK VAN BELGIE.
Voornaamste posten in millioenen Belgas.

Data

Goud
0

.2

Rekg. Crt.

0

1930
,
L

.

22 Mei
Ï200 ‘673
45
830
29
315
2.875
36
142
15
1196
665
45
820
,
35
315
2.903
24
112
8
1195
646
45
802
31
315
2.907
4
88
1
1195
654
45
827
46
314
2.932
27
87
24 Apr.
1183 615
45
829
29
314
2.877
23
82
23 Mei
1

963
462
44
743
46
343
2.452
27
81
1
)1929.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten ‘in millioenen dollars.

Goudvoorraad
Wettig
Wissels

Data
betaal-
middel,
Totaal
Dekking
In her-
disc. v. d.
In de
open
bedrag
F. R. Notes
Zilver
etc.
member
markt
banks
gekocht

7 Mei’30
3.068,2
1.700,9
174,0
237,4
175,2
30Apr.’30
3.072,7
1.683,3
178,9
233,5 209,6
23

,,

’30
3.046,4
1.695,3 178,4
211,5 256,9
16

’30
3.031,5
1.729,3 177,4
213,8
302,4
9

’30 3.037,3
1,745,8
184,1
226,2
267,0
2

’30
3.021,7
1.745,1
187,2 241,1
301,3

8 Mei’291
2.840,9
1

1.372,0
1

171,3
1

962,0

1
157,2

Belegd

J:

Notes
– –
Totaal


I
Gestort
jd-
1

Dek-
1
Âlgem.
1

Dek-
Data
in
u. s.
Qov.Sec.
Circu-

f&°
Kapitaall
kings-
1
kings-
latie
1

perc.’)
j
perc.
2)
___________
7 Mei’30
527,8 1.493,0
2.413,0
174,2 78,5
830
30Apr.’30
529,5
1.507,3
2.433,9
174,2
77,9
82,5
23

,,

’30
527,4 1.518,3
2.422,2
174,2 77,6
81,8
16

,,

‘3,0
535,4
1.547,9
2.443,1
174,2 75,9
80,4
9

,,

1
30
527,3 1.558,3
2.395,5
174,2 76,8 81,5
2

,,

’30 530,4
1.576,1
2.443,0
174,2
75,1 79,8

8 Mei’291
149,5 1.663,7
2.389,2
156,2
70,0 74,3
1)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeIechbra
schulden: F.
R.
Notes en netto depoeito.
)
Verhouding totsien
voorraad muntmaterlaal
en
wettig betaalmiddel tegenover idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. BES. STELSEL. Voornaamste
posten in millioenen dollars.

Data
Aantal
banken

Dis-
conto’s
en
beleen.

Beleg-
gingen
de
rl~
irve

R.
anks

Totaalg
de
p
o-
sito’s
Waarvan
time
deposits

30Apr.’30
74
16.964
5.791 1.774
20.732
7.055
23

’30
58
16.955
5.791
1.727
20.597 7.034
16

’30






9

’30
75
16.829
5.731
1.714
20.483
7.102
2

.’30
82
16.918
5.721
1.739
20.638
7.088

1 Mei’29
703
18.451
5.875
1.702
20.137 6.760
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven ‘van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

CJOEDERENHANDEL

GRANEN.

27 Mei 1930.

Als gevolg van goede vraag gedureude de voorafgaande
vcken waren dc wereldverschepingeu van t a r w e grooter
clii in dcii laatsten tijd het geval was geweest. Vooral van
Argentinië waren ze eenigen tijd zeer klein en was de ver-
meerdering in de afgeloopen week vrij belangrijk. Ook van
Noord-Amerika waren de verschepingen. grooter. De stoo-itiende voorraad is echter niet toegenomen, tengevolge van
ruime aankouisteii in de destiiiatiehavens. i)e vraag voor
hUitefll1tliClSChe taiwe was in de age1oopeii w’eck minder
levendig dan in de beide daaraan voorafgaande weken, toen
flinke hoeveelheden werden gekocht in stoomende’.positis
en voor spoedige aflading ter dekking van dadQlijke be-
hoef le tegen verkoopen’ van meel. De prijzen hebben zich,,
niettegenstaande de verminderde vraag, goed gehandhaafd
cii
ondergi.ngen zelfs op verscheiden dagen, zoowel in Noord-
als in Zuid-Amerika, eenige verhooging. Vergeleken bij een
week geleden, was de Mei-termijn te Chicago
3i/
dollar-cents per 60 lbs. hooger, te Winaipeg, welke markt op
Zaterdag gesloten was,
2
3-f
dollarcents hooger. Te Buenos
Aires en te Rosurio was hct slot voor Juni 25 cents per
100 :KG. hooger. :I,[oewel het offei-teniateriaal van Argen-
tinië in de afge]oopeu week ruimer was, is het aanbod toch
niet dringend. Dc in Argentijnsehe ui’tvoerhavens aanwe-
zige voorraden zijn in cle vorige w’eek met 10.000 tois vér-
minderd. Deze voorraden bedragen op het oogenblik
210.000 toic tegen 425.000 ton een jaar geleden, toen Ar-
gentinië een grooten tarwe-oogst had en veel dringender
aan de markt was dan nu liet geval is. Groote versche.
pingen kunnen ook in liet vervolg niet van Argentinië wor-
den verwacht. Voor liet grootste gedeelte zal in de tarwe-behoefte van West-Europa worden voorzien door de Ver-
eenigde Staten
cii
Canada, waar de zichtbare voorraden nog
steeds zeer groot zijn, hoewel ze in den laatsten tijd vrij
aanzienlijk in omvang zijn afgenomen. Men verwacht, dat
in de van het nu loopende seizoen nog resteerende maan-
den de vraag naar A.merikaansche tarwe zal toenemen en is daarom hoopvol gestemd in de veronderstelling, dat het
prijsniveau geen verdere veclaging zal ondergaan. In
Duitsehiand worden pogingen in het werk gesteld om van
de regeering gedaan te krijgen, om in de maand Juni nlin-
der dan, zooals tot liog toe het geval was, 50 pOt. inlauci-
she tarwe te vermalen en de mogelijkheid schijnt niet
uitgesloten, dat de regeering ertoe ôver zal gaan om liet
te vermalen percentage inlaudsehe tarwe eenigszins te ver-
lagen, omdat de voorraden inlandsche tarwe in Duitsch-
land zijn verminderd. Het gevolg daarvan zou zijn een ver-
grooting van de vraag naar huitenlandsehe tarwe. In Italië
is de vraag naar buitenlaiidsche tarwe vermeerderd door
inkrimping der aanvoeren van inla.ndsche tarwe en gere-
geld komen in dat land importzaken tot stand. Frankrijk
gaat voort met het uitvoeren van tarwe naar de omrin-
gende landen, doch in de vorige week is het aanbod eenigs-zins verminderd en zijn de prijzen verhoogd als gevolg van de vooruitzichten van’ den nieuwen oogst, die niet van dien
aard zijn, dat weder zulk een groote opbrengst als in het
vorige jaar kan worden verwacht. Er wordt in Frankrijk
geklaagd over veel regen en koude en veel onkruid. Niet
alleen in Frankrijk wordt op het oogenblik .iaar een pe-
riode van warm weder verlangd, vrijwel in geheel West-
Europa en ook in Italië is zulks het geval. Wel worden
de vooruitzichten algemeen gunstig genoemd, doch de’ maand
Mei heeft veel regen gebracht n de temperatuur was laag.
In Polen is een officieel oogstbericht gepubliceerd, dal den
stand op 20 April aangaf voor tarwe met 3,8 tegnn 3,1
in het vorige jaar, voor rogge eveneens met 3,8 teen 3,3
in het vorige jaar en voor gerst met 3,5 tegen 2,9 in het
vorige jaar.. In het Poolsehe systeem beteekent 4 goed,
3 gemiddeld en 2 slecht. Ook daar zijn de vooruitzichten op het oogenblik dus gunstig. In Oostenrijk is het gerui-
men tijd te droog geweest en hoewel sedert regen is geval-
len, zou nog verdere regen welkom zijn. In de Balkin landen is men uiterst tevreden over den stand van all,
te velde staande gewassen. Het heeft overal hard geregend
en de vooruitzichten zijn op het oogenblik uiterst gering.
Men meent, dat voldoende vocht in den bodem aanwezig
is en dat groote opbrengsten verwacht mogen worden. In

D
E Pandbriev6n der N.V.Insulaire Hypotheekbank teZierikzee
behooren tot de beleggingsfondsen der Rijkspostspaar-
bank, der Rijksverzekeringsbank en
van
het Kroondomein
Verkrijgbaar 4
1
12
pCcs. Pandbrieven 1 99 pCt.
Pandbrieven op 1 Jan.
1930:
f19.052.700.-

28 Mei 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

499

AANVOEREN in tons van 1000 KO.

Artikelen

Rotterdam Amsterdam
Totaal

18124
Mei
Sedert
Overeenk.
181
24
Mei
Sedert

Overeenk.
1Jan.
1930

tijdvak
1929
1930
1929
1930
1 Jan.
1930
tijdvak
1929
1930

27.542
520.600
642.049
10.439
22.619
51.369 543.219
93.418
Tarwe

………………
Rogge

………………
1.424 158.890
75.918

18.827

177.717
75.918

198
5.661 11.318
192
1.341
.-.
7:002
11.318
Boekweit ……………….
5.862
417.723
374.678
5.128
71.458
92.503
489.181
467.181

3.240
198.636
161.102
75
16.569
1.521
215.205
162.623

4.079
85.884
87.449

2.602 2.029
88.486 89.478

MaÏB ………………..

26.359
60.999
1

6.907
115.023
152.606
1

141.382
•.

213.605

Gerst

………………
Haver
.
……………..

Lijnkoek

…………..
4.348
..
67.452
95.769
– –
250
67:452
96.019
Lijnzaad

……………103

Tarwemeel
. .
2.818
.
39.553
36.928
430
12.702
12.570
52.255 49.498

Andere meelsoorten
.

370
-8.766
7.904

.


.


8.766
7.904

Britsch-Y[ttdië zijn de uitkomsten van den oogst gunstiger
dan men aanvankelijk heeft gedacht en Vrij geregeld wordt
Indische tarwe in Europa aangeboden en verkocht, zonder
dat dit aanbod dringend is. Gedurende langen tijd hebben
de zichtbare voorraden in de Vereenigcle Staten en Canada
een groote rol gespeeld hij de prijsbepaling aan de termijn.
markten te Chicago en Winuipeg. Deze voorraden zijn nog
wel van veel belang, doch op het oogenbl ik dient wel in
de eerste plaats rekening gehoudet.t te worden met de voor-
iiitziehtet.t van den nieuwen oogst. 1
11
liet wintertarwege-
bied in de Vereenigcle Staten zijn deze niet zoo gunstig als
2 weken geleden. Het weer is koel en vertraagt de ont-wikkeling van de planten in het Noord-Westen van het
ivintertarwegebied, terwijl
iii
sommige gedeelten te veel
regen is gevallen: Van andere streken komen weer gun-stiger berichten, doch over het algemeen is warm weder
ge.wenscht. Ook in het voorjaarstarwegebicd van de Ver-
twnigcle Staten is het weder koel en hoewel de planten zich
goed ontwikkelen, zou ook daar warmer weder aan het
gewas ten goede koineii. Hetzelfde is het geval in Canada,
ivaar ook al naarw armer weder wordt verlangd. De uit-
zaai van zomertarwc is piactisch gereed gekomen en men
is er hoopvol gesteiitd over de vooruitzichten, hoewel niet.
tegenstaande veelvuldig gevallen regeut toch in sommige ge-
deelten nog over onvoldoende vocht in den bodem wordt
geklaagd. De markten iie Noord-Amerika zijn op het oogen-
blik uiterst gevoelig voor de berichten over de te velde
staande gewassen en de prijzen reageeren dadelijk op meer
of minder gunstige berichten. Wanneer deze in de eerst-
volgende weken minder gunstig zouden zijn, moet zeker
niet verhooging der prijzen rekening gehouden worden. In
Argeuitini0 gaat men voort met het ititzaaien van tarive
onder gunstige omstandigheden, tengevolge van veel regen
welke het land in goeden toestand hebben gebracht. Sedert
is het weder opgeklaard. Ook in Australië vindt de uitzaai van tarwe snellen voortgang onder gunstige omstandighe-
den in bijna

alle tarweverbouwende streken.
In de afgeloopen week zijn groote zaken gedaan in Rus
sische r o g ge. Dc Russen zijn plotseling aan de markt ge-
komen met groote hoeveelheden tot verlaagde prijzen en
zelfs in Duitsehlanil heeft men van deze Russische rogge
gekocht. De Duitsehe regeering heeft daarop het invoer-
recht voor rogge van Mk. 00.- verhoogd op Mk. 150.-
prr 1.000 KG. De ‘Russen zijn nog aan de markt met groote hoeveelheden tot dezelfde priizen als waarvoor ze verkoch-
ten, doch na de omzetten in het begin der afgeloopen week
zijn geen groote zaken meer tot stand gekomen. omdat
ioopers voorloopig goed voorzien zijn met rogge.’ Voor
Doitseb/Poolsche rogge wareli de omzetten in de afgeloo-
pen week niet groot in verband met de Russische ver-

knollen.
Vet sche.pittgen van ei a Is blijven klein en die uit Argen-
tittië ii’aren zelfs kleiner dan
iii
de voorafgaande week.
Regomt heeft den aanoer in de Argentijnsche uitvoerhavens
vertraagd, doelt de weersomstandigheden zijn nu beter ge-
worden. zoodat spoedig vermeerdering der aanvoeren en
ook van de verschepingen uit Argentinië verwacht kan wor-
den. Niettegenstaancie (le kleine versehepingen was de
vraag voar i’lata-maïs in Europa niet groot. De prijzen
hebben sl.ciits kleine veranderingen ondergaan en binnen-komende partijen vonden moeilijk afzet in de consumptie.
Ook met binnenkomende T)onau-maïs was dat het geval,
en de vraag daarvoor liet te wenschen. In stoomende Donau-
mais is het aanbod heierkt, doch doordat de vraag voor
snoedige posities miet ‘levendig is, kwamen daarin geen
zaken valt, belangrijken omvang tot stand. De aanvoeren
in de Donauhavens waren niet groot, omdat de boeren nog
bezig zijn met werkzaamheden te velde, doch vermeerde-
ring dier aanvoeren wordt spoedig verwacht. Geregeld
kwamen zaken tot stat.td in Donau-maïs ter verscbeping
in de eerstvolgende maaiclen. In Plata-maïs ter verlading

gedurende de zomermaandeit worden kleine zaken, afge-
sloten, welke uitsluitend in de tweede hand gebeuren tot
verscheiden guldens onder eerste hands prijzen. De Juni-te’rmin sloot te Buenos’ Aires 6 cents lager dan een week
geleden en te Bosario onveriirtderd. De vooruitzichten van
mais iii Zuid-Afrika blijven gunstig. De opbrengst iii de
Unie wordt volgens de tweede schatting geraamd op
10.042.000 quarters. De eerste schatting bedroeg 10.569.000
dittarters en de opbrengst in liet vorige
, jaar was 7.694.000 quarters. De prijzen voor Zitid-Afrikaansche mais ter ver-
selieping in Augustus ‘n Septmbiir zijn vrij aattmerkelijk
verlaagd en staan int ottgeveer gelijk met die Voor Plata-
maïs ter verschepiitg in dezelfde maanden. Veel belattg-
stelling vinden de aanbiedingen valt deze maïssoortert nog
niet, doch later zullen zeker daarin belangrijke zaken te
doen zijn.
De ge r s tmarkt is in de algeloopen week op dc infeeste
dagen vrijwel onveranderd gebleven. Het aattbod van Bits-
sische gerst blijft groot en geregeld komen daarin zaken
tot stand. De in Nederland disponibele voorraad is tenge-
volqe van
CC11
goede consumptievraag verminderd, doch het
na ‘ihod hliift ruim voldoende om aan de vraag te voldoen.
Afladers aan dan Donau waren in het begin der w’eek niet
geneigd om te verkoopen tot de door de Russen gevraagde .izemi. doch sedert zijn zij lager aan de markt gekomen.
zoodat op het oogeublik Donau en Russische gerst weder-
om gelijk in priis zijn. Toen itt de voorafgaande week de
Russen groote hoeveelheden gerst verkochten tot lagere dan
de toeminiaals geldende’ pri
.
lzen, zijn ook weder eenige im-
portzaken van gerst in Duitschlancl gedaan. Sedert is liet
invoerrecht op voedergerst in Duitschland verhoogd en wel
van Mk. 100 tot N’k. 120 per ton.
De stemming voor Ii a v e r was in nle afgeloopen ‘veek
flauw-en de prijzen zijn vrij aanmerkelijk gedaald. Er is
ruim aanhod vail Donauhaver en Platahaver. voor welke
soorten slechts beperkte vraag bestaat. Duitsclie haver-
soorten worden ruim aangeboden. terwijl ook daarvoor Je
kooplust niet groot is. De pmiizem1 hebben zich dan ook niet
kitnnen handhaven en zijn allengs gedaald. –

SUIKER.

De stemming op de verschillende suikermarkten was over
het algemeen prijshoudend.
In A m e r i k a werden partijen ruwe suiker tot ca. 1 ‘/
dc. c. & fr., afgedaan. Op de Nev-Yorksche termijnmarkt
waren de fluctuaties zeer gering en kwam het einde der week
met de volgende noteeringen: Juli 1.46; Sept. 1.54; Dec. 1.64
en Mrt 1.72; terwijl de laatste noteering voor Spot Centri-
fugals 3.14 bedroeg.
De ontvanusten in de Atlantische havens der V. S. bedroegen
deze week 128.000 tous, de versmeltingen 64.000 tonstegeru
59.500 tons verleden jaar en cle voorraden 551.000 tons tegen
666.300 tons.

De laatstel

C u b a statistiek luidt als volgt:

1930

1929

1928
Tons

Tons

Tons
Cubaproductie …………..4.400.000 5.060.000 4.020.000
Consumptie …….. . …….. 33.609 60.000 67.000
‘Weekontv. afscheephavens 115.901 101.261 49.627
Totaal sedert 1/] …………. 2.734.713 3.755.774 2.826.330
Weekexport …………….151.455 119.556 66.068
Totale export sedert 1/1 ……1.184.181 2.373.007 1.514.105
Voorraad afscheephavens …..1.704.714 1.525.697 1.317.604
Voorraad binnenland ……..1.477.496 1.244.226 1.126.670
Aantal werkende fabrieken … 50 11 4

In E n g e 1 a n
d maakte zich aanvankelijk een betere
kooplust voor ruwe suiker voelbaar,- welke echter tegen het
einde der week weder afnam, hetgeen zich in de noteeringen
op de termijnmarkt te Londen weerspiegelde. Deze luidden aan het slot een fractie lager dan bij opening: Mei basis 88°

500

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Mei 1930

Biet f.o.b. 8h 6/3
3
/
4
; Aug. basis 88
°
Biet f.o.b. Sh 6/6; Dec.
basis 88° Biet f.o.b. Sh 6/10’/
2
; Jan. basis 96
°
Riet c.i.f.
Sh 7/7’/2;
Mrt basis 96° Riet c.i.f. 8h 7/10’/2; Mei basis 96°
Riet c.i.f. 8h 8/-
3
/
4
.
De Zichtbare voorraden zijn volgens Czarnikow:

1930

1929

1928
Tons

Tons

Tons
Duitschiand 115
………….
1.102.000 988.000 783.000
Tsjecho-Slowakije 115
……..
431.000 399.000 521.000
Frankrijk 115
……………

490.000

393.000 342.000
Nederland 1/4. …………… 220.000 229.000

146.000
België 1/4
………………

160.000

171.000

142.000
Polen 1/5
……………….

347.000

281.000

178.000
Engeland Geïmp. suiker 115

187.000 212.000 292.000
Engeland binneni. suiker 115 …45.000

32.000

23.000

Europa
…………………
2.982.000 2.705.000 2.427.000
V. S. Ati. havens 29/3
……..
578.000 560.000 458.000
Cubaansche havens 29/3


1.412.000 1.298.000 1.203.000
Cuba binnenland 29/3
……..
1.560.000 1.260.000 1.200.000

Totaal
…………………
6.532.000 5.823.000 5.288.000

Op J a v a bleef de markt uiterst lusteloos en konden ook
deze week geen verkoopen tot stand gebracht worden.
Ook h i er te 1 a n d e bleven de prjsschommelingen
binnen zeer beperkte grenzen. Op de termijnmarkt te Amster-
dam ging zeer weinig om. De noteeringen aan het einde der
week luidden als volgt: Mei / 9’/2; Dec.
f
10/. De omzet
bedroeg 3250 tons.
KATOEN.

Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons.
Manchester, d.d. 21 Mei 1930.

Van de Amerikaansche katoenmarkt valt niet veel nieuws te
melden. Prijzen hebben dagelijks gevariëerd, doch circa 8 d.
voor loopende maand.futures schijnt momenteel een min of meer constant cijfer te zijn. Ontvangsten in Amerikaansche
havens en ook exporten in dit seizoen bedragên beide ongeveer
900.000 balen minder dan een jaar geleden. Egyptische katoen
is iets flauwer in prijs. De algemeene slechte toestand in den
handel wordt weerspiegeld door de geringe locoverkoopon in
Liverpool, clie de vorige week slechts 20.000 balen bedroegen,

waarvan meer dan de helft Amerikaansche; 3000 van Zuid-
Anierika en 3960 Egyptische en Soedaneesche katoen, terwijl
het restant van andere markten afkomstig is.

In de Amerikaansche garenmarkt gaat nog weinig om.
Spinnérs constateeren, dat alle orders, zoowel voor twist als
weft, slechts op kleine hoeveelheden betrekking hebben.
Slechts in enkele gevallen vernamen wij, dat grootere hoeveel-
heden verlangd werden en men is algemeen geneigd de pro-
ductie verder in te krimpen. Dit geldt ook voor de Egyptische
soorten. Naar gewone twist en weft bestaat slechts weinig
vraag, en hoewel men nog wel getracht heeft de prijzen te ver-
lagen, zijn in vele gevallen pogingen om prijzen op te zetten
met succes bekroond. In kwaliteiten voor het weven van
specialiteiten met kunstzijde, zijn enkeld bescheidei hoeveel-
heden geplaatst. Indië is rustig, doch er werd gisteren min-
stens één flinke post getwijnde garens geboekt. De cijfers
van de ,,Board of Trade” betreffende den export gedurende
April bedroegen totaal 11.483.200 pond tegen 13.130.000 pond
in dezelfde maand verleden jaar en 13.752.800 pond in 1928.
De daling vergeleken met 1929 slaat op de nummers 40s tot
120er, de nummers tot 40er bedroegen 5.661.900, terwijl het
gemiddelde voor April in de drie jaren. 1928 tot 1930 5.889.260
pond bedroeg. Het is wel vermeldenswaard, dat in grijze
garens onze twee beste klanten Duitschiand en Nederland in
April 5.298.000 pond of bijna de helft van den totaal export.
afnamen.

In den stand van de doekinarkt is geen aanzienlijke ver-
betering te melden. Van sommige markten wordt een betere
vraag gerapporteerd, doch dit heeft geen merkbaren nvloed
op de situatie gehad. Alle belangsteffing is op Indië gecon-
centreerd, waar het dringend noodzakelijk is, dat orde en wet
hersteld worden, willen zaken weer in goede banen geleid
worden. Van China is geen nieuws te melden, waar de flauwe
stemming van den wisselkoers zaken zeer bemoeilijkt; de
toestand is dan ook vrijwel onveranderd en er gaat weinig om.

Liverpoolnoteeringen

Oost. koersen 13Mei 20Mei
14Mei 21 Mei T.T.opBr.-Indië 115 115
1

F.C-.F. Sakellaridis 14,05 1 3,85 T.T.op Hongkong
1I5/
8
115
G.F. No. 1 Oomra 4,40 4,35 T.T. op Shanghai 11103 1/9%

.

STATISTISCH OVERZICH

TARWE
HardW n er No.2 loco
Rotterdam!
Arnrao

R000E
AmericanNo.2
5
)
loco
Rotterdam
per 100 K.O.

MAIS
La Plata
loco
R’dam/A’dam

‘per 2000 K.G.

A OERST
mer.

0.
loco
otterdam

2000O

LIJNZAAD
La Plata
loco
R’damlA’dam,
per 1960 K.G.

STEENKOLEN
Westfaalschej
Hollandsche
bunkerkolen,
ongezeefd f.o.b.

PETROLEUM
Mid. Contin.
Crude
33 t(m 33.90
perébrel

IJZER
eveland
FOundryNo.3

f.o.b.
Middlsbrough

KOPER
Standaard
Locoprilzen Londen
per Eng. ton

f1.
‘.

01
II.
0
/0
II.
0/
5

f1.
015

8:
01
0

f1.
0
10
$
01
Sh.
01
£
010
Jaargemldd. 1925
17.20
100,0
13,076
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0 10,80 100,0
1.68
100,0

731
100,0
62.116
100,0
1926 1927
15,90 14,75
92,4
85,8
11,75
12,47
5

89,9
95,4
174,25
176,00
75,3 76,0
196,75
83,4 360,50
77,9
17,90
165,7 1.89- 1.30
112,5
8616
118,5
58.11-
93,5

Ari1

1927
14,80
86,0
12,82
6

98,1
173,00
74,8
237,00 237,50
100,4
100,6
362,50 351,50
78,4 76,0
11,25 11,00
104,2
101,9
1.22
77,4 72,6
731-
80!-
100,0 109,6
55.141-
55.2/6 89,7
88,8
gel

15,75
91,6
13,57
6

103,8
172,75
74,6
258,25
109,4
373,75
80,8
10,95
101,4′
1.22
72,6
741-
101,4
54i41-
88,1
luni


15,60 90,7 13,20
101,0
175,25
75,8
245,00
104,2
372,75
80,6
11,00 101,9
1.22
72,6
701-
95,9
542/6
87,2
juli

,,
15,10
87,8
12,05
92,2
171,50
14,1
235.75
99,9 367,75
79,5
11,10 102,8
1.22
72,6
701-
95,9
53.19j-
86,9
Augustus

,,
14,87
5

86,5
11,45
87,6
178,50
77,1
252,50
107,0
368,25 79,6
11,05 102,3
1.22
72,6
69/-
94,5 55.5(6
89,0
September ,,
14,70
85,5
12,15
92,9
179,50
77,5
233,25 98,8
369,50
79,9
10,90
100,9
1.22
72,6
651-
89,0
54.131-
88,0
October

,,
13,72
5

79,8
11,45
87,6
178,75
77,2
230,50
97,7 359,00 77,6
10,90 100,9
122
72,6
651-
89,0
55.5/-
89,0
November ,,
13,45
78,2
12,125
92,7
184,75
79,8
233,25
98,8 349,75
75,6
10,65
98,6
1.22
72,6
651-
89,0
59.1/-
95,1
December ,,
13,40
77,9
12,57
5

96,2 201,00
86,8
246,25
104,3
348,25
75.3
10,60
98,1 1.22
72,6
651-
89,0
60.2/-
96,8
lanuari

1928
13,50
78,5
12,70
97,1
2(Y7,50
89,6
247,75
105,0
361,00
78,0 10,30
95,4
1.22
72,6
651-
89,0

62.-!-
99,9
l’ebruari

,,
13,80
802
1207
6

98,5 226,50 97,8
243,75
103,3
361,00
78,0
10,00
92,6
121
72,0
651- 89,0
61.121-
99,2
Maart

,,
14,60
84,9
14,00
107,1

240,75
104,0
255,75
108,4
350,75
75,8 9,95
92,1 1.19
70,8
6516
89,7
61.316
98,6
April

,,
15,30
88,9
14,976
114,5
239,50
103,5
261,00
110,6
358,25
77,5
10,05
93,1
1.19
70,8
661-
90,4
61.1416
99,4
Mei

,,
15,30
88,9
15,47
5

118,4
238,50
103,0
260,75
110,5
372,00
80,4
10,60
98,1 1.19
70,8
66/-
90,4
62.151-
101,1
luni


14,37
5

83,6
14,275
109,2
234,00
101,0
252,50
107,0
365,25
79,0
10,10
93,5
1.19
70,8
661-
90,4
63.171-
102,9
juli

,,
14,25
22,8
13,076
100,0
246,75
106,6
241,00
102,1
359,75
77,8
10,10
93,5
1.19
70,8
661-
90,4
62.181-
161,3
Augustus

»
12,00
69,8
12,62
5

96,6
214,75
92,8
226,75
96,1
350,75
75,8
10,05
93,1
1.21
72,0
66/-
90,4
62.1016
100,7
September
,
11,65
67,7
11,57
5

88,5
198,75
85,9
198,25
84,0
350,75
75,8
10,00
92,6
1.21
72,0
661-
90,4
63.8/-
102,1
October

,,
12,27
5

71,4
12,27
93,8 218,50
94,4
189,50
80,3 366,00
79,1
9,95
92,1 1.19


70,8
661-
90,4
65.121-
105,7
November ,,
12,325
71,7
12,07
5

92,4

227,25
98,2
185,50
78,6 386,25
83,5
10,20
94,4
1.18
70,2
661-
90,4
67.181-
109,4
December

,,
12,30
71,5
11,90
91,0 220,25
95,1
180,50
76,5
373,75 80,8
10,10
93,5
1.18
70,2
661-
90,4
70.31-
113,0
Januari

1929
12,35
71,8
12,20
93,3
231,50
100,0
194,25
82,3
365,00
78,9
10,10
93,5
1.16
69,0
66/-
90,4
75.10/6
121,7
lebruari

»
12,72
5

74,0
12,65
96,7
236,00
101,9
194,75
82,5
357,25
77,2
12,90 119,4
1.11
66,1
6616
91,1
78.-/6
125,7
Maart

,,
12,65
73,5
12,62
5

96,6
233,00
100,6
191,75
81,3 359,00
77,6
12,00
111,1
1.11
66,1
671-
91,8
89.81-
144,0
April

,,
12,12
5

70,5
11,625
88,9 218,00
94,1
185,25
78,5
373,25 80,7
11,05 102,3
1.11
66,1
681-
93,2
82.1716 133,5
Mei

,,
11,125
64,1
10,57
5

80,9
198,25
85,6
177,50
75,2
363,50
78,6
11,15 103,3 1.16
69,0
6916
95,2
75.416
121,2
luni

,,
10,87
5

63,2
10,20
78,0
193,50
83,6
171,25
72,6
355,25
76,8
11,25 104,2 1.30
77,4
71/-
97,3
74.111-
120,1
juli

,,
12,80
74,3
11,20
85,6 218,50
94,4
191,25
81,0 415,50
89,8
11,25


104,2
1.30
77,4
7216
99,3
72.1216 111,0
Augustus


13,125
76,3
10,75
82,2
202,50
87,5
182,75
77,4 452,50
97,8
11,25 104,2
1.30
77.4
7216
99,3
73.171-
119,0
September ,,
12,62
5

73,4
10,20
78,0
191,00
82,5
172,00
72,9 506,75
109,6
11,40
105,6
1.30
77,4
7216
99,3
74.191-
120,7
October
12,10 70,4
9,875
75,6
185,00
79,9
168,00
71,2 516,50
111,7
11,25 104,2
1.30
77,4
7216
99,3
72.161-
117,3
November ,,
11,77
5

68,5

9,20
70,4
174,00
75,2
164,75
69,8 483,25
104,5 11,35
105,1
1.30
77,4
7216
99,3
70.51-
113,2
December

,,
12,625
73,4
9,35
71,5
166,00
71,7
163,75
69,4 482,00
104,4
11,75
1,98,8
1.30
77,4
7216
99,3
68.616
110,1
lanuari

1930
12,67
5

73,7 9,35
71,5
149,25
64,5
151,25
64,1
433,75 93,8
11,75
108,8
1.21
72,0
7216
99,3
71.9/6
115,1
lebruari

,,
11,725
68,2
8,175
62,5
139,00
60,0
135,75
57,5
398,50
86,2
11,75 108,8
1.11
66,1
72/6
99,3
71.1216
115,4
Maart

,,
10,90
63,4
7,15
54,7
143,50
62,0
125,00
53,0
390,00
84,3
11,55
106,9
1.11
66,1
70/-
95,9
68.1916
111,1
April

,,
11,17
5

65,0
.

7,625
58,3
180,25
77,8
129,75,
55,0 431,00 93,2
11,35
105,1 1.165
693
67/6
92,5
61.31-
98,5
5 Mei

»
10,30
59,9
7,20
55,1
160,00 69,1 120,00
50,8
417,00 90.2
11,35
105,1
1.185
70,5
67/6
92,5
49.1216
79,9
12

,,
10,40
60,5
6,60 50,5
148.00
63.9
114,00
48,3
400,00
86,5
11,35
105,1
1.18
6

70,5
6716
92,5
55.151-
89,8
19

,,
10,75
62,5
6,75
51,7
146,00
63,1
114,00
48,3
404,01)
87,4
11,35
105,1
1,185
70,5
6716
92,5
54.-!-
87,0
26

»

»
10,30
59,9
5,60
42,8
140,00
60,5
110,00
46,6 399,00 86,3
11,35.
105,1
1,185
70,5
67/6
92,5
54.7/6
87,6
*
Men zie voor de toelichting op dezen staat de nummer, van 8 en 15 Augustus
1928
(No. 658 en 659) pag. 689190 en
709.
2)
=
Western
vÖôr
de invoering va
5)
Manitoba No, 3. j Zuid-Ruasische.

28 Mei 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

11]

KOFFW.

De kalme stemming van de vorige week hield ook in den
loop dezer week aan. De kost- en vracht-aanbiedingen van
Santos liepen ongeveer 1/6 á 2/- per cwt. terug, terwijl die van
Rio 1/- á 1/6 inzakten. Nederlandsch-Indië was met gewasschen
Robusta weder
1/2
ct. per
1
/. KG. lager; van de ongewasschen
Sumatra Robusta-soorten liep Mandheling Robusta ook onge-
veer
1
/
2
ct. terug, doch de goedkoope soorten bleven dooreen-
genomen onveranderd.
De reeds in het vorig Overzicht besproken geweldige toe-
neming in April van de teruggehouden voorraden in het binnen-
land van Sao Paulo, was nog steeds de oorzaak van de luste-
loosheid, waarin het artikel verkeert. Verwonderlijk is dit niet,
want de voorraadcijfers, waarmede thans te rekenen valt, zijn
van een grootte, welke niet alleen tot nu toe onbekend was,
doch die een half jaar geleden nog voor onwaarschijnlijk werd gehouden. Niemand vermoedde toen, dat de loopende Santos-
oogst de reeds zeer hooge ramingen z66 belangrijk zou over-
schrijden. Aangezien deze oogst echter in de maanden Juli
1929/April 1930 reeds bijna 22 millioen balen heeft opgeleverd,
is het waarschijnlijk dat hij ten slotte op 30 Juni het formi-
dabele cijfer van 23 & 231/, millioen balen zal hebben bereikt en daar gerekend moet worden voor den loopenden Rio-oogst op ongeveer
41/4
millioen balen en voor de oogsten van Vic-
toria, Parana, Bahia en Pernambuco tezamen op ongeveer
2/
4
miffioen balen, komt men voor den geheelen loopenden
Braziel-oogst op cijfers van 30 il 30
1
/, millioen balen. Bij een
raming van alle andere soorten (de zoogenaamde ,,Milds”)
tezamen van ruim 10 millioen balen van 60 KG., wordt dan
de totale wereldproductie voor het loopende jaar 40 è 40
1
/
2

millioen balen bij een wereidverbruik van ongeveer 251/,
millioen balen. Nu wordt weliswaar voor het volgende oogst-
jaar op een kleinen Braziel.00gst gerekend (het Verdedigings-
Instituut raamde dezer dagen den volgende Santos-oogst op
7.500.000 balen) en mag dus in dat jaar een afneming van
enkele millioenen balen van de in Brazilië teruggehouden voor-
raden waarschijnlijk worden geacht, ddbh voor het daarop
volgende oogstjaar raamt het Verdedigings-Iuistituut den
Santos-oogst nu reeds op 14 miffioen balen, waardoor bevestigd
wordt, dat de vooruitzichten voor dien oogst op het oogenblik
zeer gunstig zijn, al kan de temperatuur en het weder gedurende

den bloeitijd, die in Augustus aanvangt, den toestand nog
grondig wijzigen. Mocht dit echter niet geschieden, dan opent de nu gepubliceerde raming voor het oogstjaar 1931/32 weder een vooruitzicht op overproductie. Zelfs de naaste toekomst is
voor het artikel dus nog zeer onzeker, hetgeen van groote be-
teekenis is, in de eerste plaats voor Brazilië zelf. Hoe het wel
en wee van dat land nauw samenhangt met de koffie-cultuur
en met de koffieprjzen, blijkt weder ten duidelijkste uit de
dezer dagen bekend geworden cijfers van den Braziliaanschen
uitvoer. Bij een total en uitvoer van ongeveer / 1.138.000.000,-
in 1929 tegen ongeveer / 1.170.000.000,- in 1928 bedroeg de
waarde van den koffie-uitvoer in 1929 ongeveer /808.000.000,-
tegen ongeveer/ 837.000.000,-jn 1928. In beide jaren bedroeg dus de waarde van den koffie-uitvoer bijna
3/4
en die van alle
andere artikelen, als tabak, rubber, huiden, vleesch, cacao,
vruchten, hout, mangaan enz. ongeveer
1/
van den geheelen
uitvoer. Tengevolge van de daling der koffieprijzen zal die
verhouding in 1930 echter wel belangrijk gewijzigd worden.

Aan de loco-markt bleef de kooplust gering en dienten-
gevolge de afzet beperkt. De officieele noteering van Superior
Santos werd verlaagd van 41 op 40 ct. per
1/2
KG. en die van Robusta van 35 op 34 ct.

Aan de Rotterdamsche termijnmarkt liepen de noteeringen
aanvankelijk
5
/8
‘/ ct. terug, om daarna ongeveer ‘/,
& 1/4
ct.
te herstellen, dit laatste hoofdzakelijk op dekkingen aan de
markt te New-York. Dinsdag 27 dezer des voormiddags waren
de noteeringen alsvolgt: Mei 26, September 23
7
/8,
December 23,
Maart 1931 – 22
5
/
8
, Mei 1931 – 22
3
/
8
ct.
De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos op
prompte verscheping zijn thans ongeveer 57/- il 60/- per cwt.
en van dito Prime ongeveer 60/6 á 63/6, terwijl zij van Rio
type New-York 7 met beschrijving, prompte verscheping,
bedragen 39/6 á 40/6.

Van Robusta op aflading van Nederlandsch-Indië zijn de
prjzenin de eerste hand op het oogenblik: Pa mbang Robusta,
Mei-verscheping, 21 ct.; Benkoelen RobustdMei-verscheping,
21
3
/
4
ct.; Mandhe]ing Robusta, Mei-versëheping 23
1
/, ct.;
W.I.B. f.a.q. Robusta, Mei-verscheping 31 ct., alles per
1/
2
KG.,
cif, uitgeleverd gewicht, netto contant.

De slot-noteeringen te New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:

‘AN GROOTHANDELSPRIJZEN
1
)

TIN
locoprijzen
Londen per
Eng, ton

KATOEN
for Middling
locoprijzen
New York
per lb.

ge’iie
Australische,
Merino, 64’s Av.
loco Bradford
per lb.

WOL
gekamde
Australische,

CrossbredColo-
nial Carded,
SO’s Av. loco
Bradford per Ib.

RUBBER4)
Standaard
Ribbed Smoked
Sheets loco Londen
per Ib.

SUIKER
Witte kristal-
suiker loco
R’dam(A’dam.
per 100 K.G.

KOFFIE
Robusta
Locoprijzen
Rotterdam
per
1!
K.G.

THEE
Afi. N.-I. theev.
A’dam gem. pr.
Java- en Suma-
tratheep.’jKG.

lndexctjfer
v(h. Centr. B.
v. d. Stat.,
herleid
van 1913=100
tot 1925=100
lndexcijfer
van The Economist,
herleid
1927= 100
tot 1925=100

£
0
10
$
cts.
01
0

pence
°Io
pence
0
10
Sh.
0
10
ti.
010
CtS.
‘lo
ttS.
0
10
261.171-
100,0
23,25
1000
55,00
100,0
29,50
100,0 2111,625
100,0 18,75
100,0
61,375
100,0
84,5
100,0 100,0 100,0
290.1716
111,1
17.55
75.5
47,25
85,9
24,75
83,9
21-
67,4
17,50
93,3 55.375 90,2
94,25
111,5
93,2
92,9
290.4!-
110,8 17,50
75,3 48,50
88,2
26,50
89,8
1(6,375
51,6
19,125
102,0
46,875 76,4
82,75
97,9 95,4
89,5
304.1!-
116j
14,75
63,4
47,30
86.4
26,25
89,0
117,875
55,8
20,25
108,0
48
78,2
72.25
85,5
92,3
88,7
295.121-
112,9 16,15
69,5
47,00
85,5
26,00
88,1
117,75
55,4
20,25
108,0
47
76,6
86,5
102,4
93,5
90,4
296.9j
113,2 16,85
72,7
47,25
85,9
26.00
88.1
116
50,5
18,37
5

98,0
47
76,6
81.25
96,2
96,1
89,6
289.15(6
110,7
17,90
77,0 48,50
88,2
26,50
89$
114,75
47,0
18,62′
99,3
47
76,6
84
99,4
97,4
92,2
292.-16
111,5
19,70
84,7
48,50
88,2
26,50
89.8
115,25
41,8
18,50
98,7
45,375
73,9


96,1
90,2
287.1216
109,8 22,05
94,4
50,00
90,9 26,50 89,8
114,25
45,6
17,875
95,3
44,25
72,1
94,5
111,8
95,8
89,1
264.216
100,9
20,65
88,8
50,25
91,4
26,75
90,7
114,375
48,0
16,87
5

90,0
45,25
73,7
93
110,1
96,8
88,6
264.416
100,9
20,25
87,1
52,25
95,0
28,50
96,6
116,5
51,9
17,25
92,0
46
74,9
96
113,6
97,4
88,9
266.13(6
101,8 19.70
84,7
51,50
93,6
28,75
97,3
117,75
55,4
17,87
5

95,3
45
74,9
89,25
105,6
97,4
88,2
255.11-
97,4
19,25
82,8 53,00
96,4
29,75
100,8
117,25
54,0
17,37′
92,7
46
74,9
84,5
100,0
98,7
87,9
233.1016
89,2
18,35
78,9 54,75
99,5
31,75
107,6
113,75
44,2
16,75
89,3
45
74,9
79,5
94,1
96,8
87,9
253.17(6
89,3
19,35
83,2
55,00
100,0
33,25
112,5
110,75
35,8
16,875
90,0
4’r
76,6 79 93,5
98,1
89,2
234.61-
89,5
20,65
88,8
54,50
99,1
33,00
111,9
-19,375
26,3
16,816
90,0
47
76,6
74,25
87,9
98,7
90,5
230.131-
88,1
21,55
92,7
54,25
08,6
32,25
109,3
-19
25,3
16,62′
88,7
48,25
78,6
78,25
92,6
98,1
91,2
218.8(6
83,4
21,35
91,8
55,50
100,9
31,75
107,6
-19,25
26,0
15,75
84,0 49
79,8
73,25
86,7
98,7
89,8
211.191- 80,9
21,75 93,5 53,00
96,4
31,25
105,9
-19,25
26,0
15,50
82,7 49,875
81,3
71,25
.84,3
95,5
88,2
211.181-
80,9
19,30
83,0
51,75
94,1
30,00
101,7
-(9,25
26,0
16,00
85.3 51,875 84,5
67,75
80,1
92,9
86,6
214.716
81,9
18,55
79,8 47,00
85,5
29,00
98,3
-18,5
23,9
15,87′
84,7
52,75
86,0
70,25
83,1
.93,5
85,4
221.191-
84,8
19,45
83,7
46,25
84,1
27,25
92,4 -18,8
24,7
14,625
78,0
53
86,4
73
86,4 94,2
8,1
232.1016
88,8
19,90
85,6 47,25
85,9
27,50
93,2
-18,625
24,2
14,00
74,7
53
86,4
75,75
89,6
95.5
85,1
228.81- 87,2
20,45 88,0
46,25
84,1
28,00 94,9
-8,5
23,9
13,925
74,3
51,75
84,3 76,5 90,5
95,5
84,8
222.716
84,9
20,20 86,9 45,75
85,0
28,75 97,3
-19,875
27,9
13,775
73,5 53,125 86,6
77,25
91,4
94,.
84,6
222.111-
85,0
20,10
85,5 44,25
80,5
27,75
94,1
1!-
33,7
13,375
71,3
54
88,0
74,25
87,9
94,2
85,4 221.016
84,4
21,25
91,4
44,00
80,0
27,50 93,2
1(0,125
34,0
13,50
72,0
54
88,0
72,75
86,1.
94,8
85,8 207.516
79,2
20,45 88,0 43,25
78,6
27,25
92,4 -110,5
29,5
13,375
71,3
54
88,0
74,25
87,9
92,9
83,9
197.516
75,3
19,40
83,4
41,50
75,5
26,25 89,0
-110,875
30,5
12,25
65,3
54
88,0
73,50
87,0
91,6
81,7
200.51- 76,5
18,75
80,6
40,00
72,7
25,75 87,3
-110,625
29,8
12,00
64,0
54
88,0
69,50
82,2
91,0 81,9 209.516
79,9
18,65
80,2
38,75
70,5
24,75 83,9
-(II
30,9
13,425
71,6
54
88,0
1

68,50
81,1
91,0
83,7
210.11-
80,4
18,60
80,0 37,00
67,3
24,00 81,4
-(10,5
29,5
13,00
69,3
53,50
.
87,2
64
75,6 91,6
83,6
205.516
78,4
18,90
81,3
34,25
62,3
23,75 80,5
-110.125
28,4
13,475
71,9
51,75
81,3
1

64
75,6
91,0
82,0
188.916
72,0
18,45
79,4 32,50
59,1
22,50
76,3 -19,625
27,0
13,30
70,9
48,50
79,0
1

66
78,1
90,3
80,5
182-16
69,5
17,50
75,3
34,25
62,3
23,00 78,0
-18,125
22,8
12,50
66,7
41,75
68,0
66,50
78,7 88,4
78,8
178.1816
68,3
17,25
74,2
31,25
56,8
21,25
72,0
-(8
22,5
12,075
64,4
36,75
59,9
60,75 71,8
87,1
78,8
174.131- 66,7
17,15
73,8
29,50
53,6
19,25
65,3 -17,375
20,7
11,675
62,3
35
57,0
60,50
71,6
84,5
76,9
174.41-
66,5
15,45
66,4 28,50
51,8
17,75
60,2
-(8
22,5
11,40
60,8
35
57,0
58,25
68,9
81,3 75,2 165.181- 63,4
15,20
65,4
26,23
47,7
16.50
55,9 -17,625
21,4
10,70
57,1
35
57,0
62,25
73,7
78,7
74,2
161.1716
61,8
16,45
70,8
27,25
49,5
17,25
58,5
-17,375
20,7
10,55
56,3
35 57,0
59.50
70,4
78,7
72,8
148.1716
56,9
16,60
5

71,45
28,00
9

50,9
9

17,75
9

60,29
-16,875
19,3
10,00
53,3
35
57.0 56,75
9

67,2
9

145.101-
55,6
16,55
6

71,26
28,75
10

52,3’°
18,00
10

61,0
10

-17
19,6
9,75
52,0
35
57,0
59,25
11

.70,1″
143.1216
54,9
16,50
7

11,07
29.00″
52,7″
18,6011

61,0″
-(‘1,8125
1,1
9,75
52,0 35
57,0
142.-(-
54,2
16,40
3

10,5
8

29,00
12

52,7″
18,00″
61,0″
-16,9375
19,5
9,75
52,0 34
55,4
Ie huidige otficieele noteeringswijze
(jan. 1928);
vanaf 16Dec.1929 74(5 K.G. Hongaarsche.S)
=
Malting vôor de invoeringvan de huidige offic. noteeringswijze
(jan
1928)
Jaar-‘en maandgemiddelden afgerond
op

pence.
5)
2 Mei
6)
9 Mei 7)16 Mei
5)
23 Mei
9)
1 Mei
50)
8 Mei
11)
15 Mei
15)
22 Mei.

,

502

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

28 Mei 1930

Sept.
1

Dec.
1
Maart
1

Mei

26 Mei
.

$ 7,81

$ 7,61

$ 7,46

$
19

,.

…..

..,,

8,05

7,85

,,

7,67

12

,…….
..

8,25

,, 8,01

,,

7,9U

5

,……..,,

8,21

,,

8,01

,,

7,88

Rotterdam, 27 Mei 1930.

Statistiek der firma G. Duuring
&
Zoon.

Zichtbare voorraad op 1 Mei in duizenden balen.

1930

1929

1928

1927
1926

Voorraad in Europa…

1.861

2.036

2.014

1.732
1.614
Stoomend ÇBrazilië..

622

574

467

455
449
•n. Europa

Oost-Indië.

45

46

64

69 29

2.528 2.656 2.545 2.256 2.092

850

789

892

807

694

396

335

469

439

304

2

6. – – –

3.776

3.786

3.906

3.502

3.090

4

.8

13

25

49

20

15

119

43

94

7

311

287

283

126

74

947

1.058

1.102

882

1.354

130

10

– –

Totaal

…….
•53()
*5217
*5434
4
4.537
4.533

Op

1

April

………
‘5.267
‘4.980
*5.255 *4.558 *4.786

1929
1928
1927
1926
1925

Op

1

Juli

………..
‘5.338
‘5.729
‘4.720
‘4.571
‘5085


Niet inbegrepen de binnenL voorraden
in
Brazilië.

De binnenlandsche voorraden te
Santos
Rio de Janeiro
1 Mei
1925

2.644.000 balen
1 Juli
1925

1.786.000
1 April
1926

3.902.000
1 Mei
1926

3.531.000
1 Juli
1926

2.833.000
1 April
1927

3.888.000
1 Mei
1927

3.133.000
1 Juli
1927

3.312.000
1 April
1928 12.653.000
1 Mei
1928 12.115.000
1.194.000 balen
1 Juli
1928 11.672.000
1.180.000
1 April
1929 10.403.000
320.000
1 Mei
1929

9.772.000 186.000
1 Juli
1929

8.785.000

,,
136.000

,,
1 April
1930 20.503.000

,,
1.700.000

THEE.

De theemarkt gaf in de afgeloopen week betrekkelijk weinig
verandering te zien. Zij opende in een vrij vaste stemming,
later werd echter de markt eenigszins onregelmatig met ietwat lagere prijzen voor gewone. en middenkwajiteiten.
De prjsverschillen bedroegen echter niet meer dan
1
/
4
_
1
/
2
d.
Klein-gruis was goed gevraagd en aan den vasten kant, terwijl
er ook iets meer vraag voor export vopr blad-sorteeringen
bestond.

VERKEERS WEZEN.

VRACHTENMARKT.

Graan van Noord.Arnerika.
Er waren betrekkelijk weinig
orders aan de markt, terwijl het aanbod van schepen buiten-
gewoon groot was, zoodat de vrachten een verdere inzinking
toonden. Van Montreal werd een boot van 32000 qtrs. per
21/26 Mei naar de Middellandsche Zee (niet ten Oosten Van
West-Italië, excl. Spanje) op basis van $ 0,10 naar één los-plaats bevracht en een boot van 35000 qtrs. werd per begin
Juni naar Genua en/of Leghorn tegen $ 0,10 naar één en
$ 0,10
1
/
2
naar beide havens gesloten. Bevrachters ondervonden
de grootste moeilijkheden naar het Continent te verkoopen; het cijfer naar Antwerpen of Rotterdam is nominaal $ 0,08.
Van de
Northern Range
naar Antwerpen.is
het vrachtcijfer
$ 0,07, terwijl een lading van Portland naar Antwerpen,
Rotterdam of Amsterdam tegen deze vracht met de optie
Hamburg tegen $ 0,071/ afgesloten werd, voor 2 1/28 Mei
verscheping.
Van de
Gul/
werd een boot van gemiddelde grootte naar
Griekenland op basis van 2/8/
4
per qtr. naar één haven per
Mei/Juni bevracht en er bestaat een mogelijkheid een prompte
lading naar Antwerpen of Rotterdam tegen $0,11 te arran-
eeren met de optie Hamburg of Bremen tegen $ 0,11
1
/
2
. Van

de Noord-Pacific werden iets meer graanladingen aangeboden,
waardoor de vrachten iets vaster werden. Een boot van 6900
ton werd per medio Juni van Prince Rupert naar U.K./Con-
tinent tegen 20/9, een 7000 tonner van Portland of Puget
Sound per 10/25 Juni tegen 21/9, alsmede een 6800 tonner per
10/28 Juni tegen 21110
1
/
2
bevracht, laatstgenoemde booten
eveneens naar U.K./Cntinent. Op deze basis kunnen verdere
booten geplaatst worden.
La l’laks.
In deze afdeeling was de toestand slechter dan
ooit. Gewoonlijk vinden in dezen tijd van het jaar groote maïs-
verschepingen plaats, waarvoor goede vrachten betaald
worden. Uit het feit, dat in de afgeloopen week 10/- van de
Bovenrivier betaald werd tegenover 24/- het vorige jaar,
blijkt wel de tegenwoordige slechte toestand van de markt. Er keeren nog steeds bobten in ballast terug, terwijl andere
9/6 van Rosario naar Antwerpcn/Hamburg range geaccepteerd
hebben met optie Antwerpen of Rotterdam tegen 9/-. Van Santa Fé werd een handige boot tegen 12/6 naar Marseille
of Genua bevracht, optie beide havens tegen 13/-. Van Bahia
Blanca heeft een groote boot 9/9 naar één, 10/6 naar twee
havens O.K. geaccepteerd, met de optie Antwerpen/Hamburg
range tegen 9/3 naar één, 9/9 naar twee havens, optie Ant-
werpen of Rotterdam tegen 8/9, beide havens tegen 9/3. De
markt was tegen het einde der week absoluut lusteloos.
Suiker van West-Indië.
Het groote aanbod van tonnage
tegenover een verminderde vraag had opnieuw een inzinking
der vrachten tengevolge. Van Cuba naar U.K./Continent werd
een 7500 tonner tegen 12/- hevracht voor Juni laden, maar
daarna accepteerde een boot van ongeveer gelijke grootte
11/9 per einde Mei begin Juni.
Voor kleinere booten waren de vrachten eveneens lager en
varieerden de cjjfers tusschen 12/- en 12/6 van Cuba naar
UK/Continent voor Juni laden.
Salpeter van Chili.
De toestand is vrijwel onveranderd. Zoo
nu en dan komt een order aan de markt, overigens is er geen
vooruitgang te bespeuren. Voor eerste helft Juni laden werd
een 6500 tonner tegen 16/- naar Bordeaux/Hamburg range opgenomen, met doptie Noord-Spanje tegen 17/-, Middel-
landsche Zee (niet ten Oosten van West-Italië) 18/6, Adria-
tische Zee 19/6 en Alexandrië 20/6.
Rijst van Bir?na.
De tegenwoordige staking en de laatste
aardbeving hebben er toe bijgedragen, dat de markt zeer
schaarsch aan rjstorders is. De eenige afsluiting betreft een
lading van ca. 6500 ton, welke per tweede helft Juni van Cal-cutta en Rangoon naar 6 havens Cuba tegen ca. 25/- bevracht
werd.
Donau.
Deze markt is nog zeer kalm, terwijl lagere cijfers
genoteerd worden. Er werd slechts één boot, namelijk een
5300-tonner naar Antwerpen of Rotterdam tegen 14/- al-
gesloten.
Van de
Zwarte Zee
werden eenige groote booten tegen 11/-
naar het Continent bevracht, terwijl bevrachters voor een
handige boot 11/3 hebben betaald.
Middellancische Zee.
Ofschoon het aantal afsluitingen vrij
groot was, zijn de vrachten niet verbeterd. Er zijn thans niet
veel orders meer aan de markt, speciaal voor handige booten,
en de vooruitzichten zijn alles behalve rooskleurig. O.m.
werden de volgende ertsladingen bevracht: Almeria Pier/
Barrow 6/6, Cartagena/Antwerpen 6/3, Bona/Tyne Dock 5/8,
Emden 4/6, Oran/Rotterdam of Poortershaven 7/-, Pomaron/
Gent of Antwerpen 6/6, Huelva/Ardrossan 8/-, en Bordeaux
5/9.
Voor phosphaat werd betaald 6/- van Sfax naar Antwerpen,
5/9 naar Nantes,
5/71/2
naar Calais en 6/6 van Tunis naar
Rotterdam.
Noord-Spanje. Op
deze markt ging niets om. Van Bilbao
naar Rotterdam werd een boot tegen 4/3 afgesloten. Overigens
is er nog een order van Bilbao naar Tyne Dock, waarvoor 5/-
genoteerd wordt en een order naar Cardiff tegen 5/3.
Kolen van U.K.
Ofschoon de vraag naar scheepsruimte
veel minder was, bleven de vrachtcijfers in de meeste rich-
tingen vrij vast. Naar Zuid-Amerikaansche bestemmingen toonden de vrachten eenige reactie. Nadat de vorige week
17/- naar Buenos-Aires betaald werd, slaagden bevrachters
er thans in prornpte booten van Wales tegen 16/- en zelfs 1519
op te nemen. Tegelijkertijd werd echter 18/3 naar Buenos-Aires met een gedeeltelijke lading naar Rosario tegen 19/3 betaald voor een prompte boot van Sunderland. Van Zuid-Wales werd om, afgesloten: Antwerpen 2/9, Bordeaux 4/-,
Algiers 7/3, Genua 7/6, Port-Said 8/-, Para 14/-, Rio 14/3,
Buenos Aires 16/- en Villa Constitution 17/6, optie Rosario
18/- en van de Oostkust Reval 4/6, Stettin 4/-, Hamburg 3/6,
Rotterdam 3/3, Antwerpen 2/7
1
/
2
, Gibraltar 6/-, West-Italië
7/9, Piraeus en/of Sirië 8/3 één, 8/9 beide havens, Las Palmas
8/6.

Voorraad Ver. Staten
Stoomend
tBrazilië
naar

1Oost-Indië
Ver.StatenJ

Voorr. in Pernambuco
Bahia …..
Victoria
Rio de Janeiro
Santos
Paranagua.

Auteur