Ga direct naar de content

Jrg. 14, editie 697

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 8 1929

8 MEI 1929

AUTEuRSRECHT VOORBEHOUDEN.

Econo
M
‘IschZ
IiW

Stat’istische

Beri*chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL,NIJVERHE1D, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE ÇENTRALE COMMISSIE VOOR
DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET, INSTITUUT VObR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

I4EJAARGANG

– WOENSDAG .8 MEI 1929

No. 697

INHOUD.

Biz.
Mededeelingen van de Centr. Commissie voor deRijnvaart 430
DE FINANCIEELE VERHOUDING ‘FUSSOHÉN HET RIJK EN
DE GEMEENTEN
door
Prof. Mr. C. W. cle Vries,….
431
De unificatie van het havenbeheer aan de Benedenelbe
door
Mr. Dr. K. F. 0. James
………………..
433
B UITENLANDSCHE MEDEWERKING:
De discontoverhooging van de Duitsche Rijksbank
door
Dr. Carl Krilmer
……………………
436
AANTEEKENINGEN:
Raming van de met bieten bebouwde oppervlakte
(1929) en van de productie van bietsuiker(1928129)
in Europa door
Dr. G. Miknsch
…………..
438
Congres Streekbelangen ……………………438
De stabilisatie van de groothandeisprijzen een ver-
keerd richtsnoer van de Centrale Bankpolitiek.. 438
De haven van Rotterdam in 1929 …………..440
Indexcijfers van groothandeisprijzen …………..441
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN – .. ..

.. ….
442
IfAANDCIJFERS:
Statistisch overzicht van den economische» toestand
van Nederland ………………… …………443
Productie der Steenkolen-, Bruinkolen-eh Zoutmijnen 444
Postchque en Girodienst ……………………….. 444
Ontvangen
.
boeken ……………………………
444
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
……………. 444-452
Oeldkoersen.

Bankstaten.

Goederenhandel.
Wisselkoersen.

Effectenbeurzen.

Verkeerswezen.

INSTiTUUT VOOR ECONOlSCHE GESCURIFTEN.
Algemeen Secretaris: Mr. Q.
J. Terpstra.

ECONOMISCH-STATïSTISCIJE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. von
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof Dr. E. Moresco;
Prof. Dr. N. J. Polak; Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E.
van Welderen Baron Rangers; Prof. Mr. H. R. Ribbius;
Jan Schilthuis; Mr. Q. J. Tèrpstra; Prof. Mr. P. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
Assistent-Redacteur: R. M. R. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam
Tele foon Nr. 3000. Postrekening 8408.

Abonnemcntsprijs voor het weekblad franco p. p. in Nederland f20,—. Buitenland en Koloniën f23,— per
jaar. Losse nummers 50 cent8. Leden en donateurs van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijglb t van Ditmar’s Uitgevèr8.Alaatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam., ‘s.Graven hoge. Postchèque- en giro
rekening No. 6729.

7 MEI 1929.
In den toestand van •de geidmarkt kwam weinig
verandering. Het aanbod van geld bleef klein, zoodat
de noteering zoowel voor call als voor prolongatie
hoog bleef. Woensdag werd voor ca1lgld zelfs
7 pOt.
betaald en ook later was nog geregeld boven de 6 pOt.
te maken. De prolongatierente schommelde tusichen
5%
en 6% pOt. Alleen particulier disconto was iets
gemakkelijker, daar het aanbod van vissels bijiia –

heel ontbrak. In het laatst der ‘wéek werd voor 5%
POt. afgedaan.
* *
*

De post binnenlandsche wissels op. de balans van

De Nederlandsche Bank is gedurende de afgeloopen
week opnieuw vrij belangrijk teruggegaan: van
f
172.3
millioen tot
.f 143
millioen. De vermindering laat zich
eheel verklaren uit aflossing van rechtstreeks hij
de Bank. geplaatg
.
t schatkistpapier.
‘ Het bedrag van
f 30
millioen aan -rechtstreeks bij
De Bank ondergebrachte schatkistpromessen, dat blij-
-kens de vorige weekstaten in de portefeuille der Ce»-
trale credietinstelling voorkwam; is daaruit thans ge-heel verdwenen. De beleeningen vertoonen, vergele-
ken bij verleden week, een stijging van
f 10.5
millioen.
Het renteloos voorschot aan het Rijk maakte plaats
voor een credit-saldo van de schatkist ten bedrage
rn
fl.4
millioen.-

De goudvdorraad der Bank klom met
f 4.8
millioen.

De zilvervoorraad geeft een daling van
f 500.000
te zien.

. De buitenlandsche uitzettingen namen per saldö
weder aanzienlijk toe.

, De diverse rekeningen onder het actief verminder-
iIen weliswaar met
f 4.1
millioèn, maar de post papier
op het buitenland vertoont een vermeerdering van
f 32.4
millioen.

De biljettencii-culatie bleek met
f 10
millioen te
‘8ijn toegenomen.

De rekening-courant-saldi van anderen daalden met
f 11.9
millioen.

Het beschikbacr metaalsaldo bedraagt
f 4.7 mil-
liöen meer dan verleden week.
• Het dekkingspercentage is nagenoeg
5.3.
* *
*

Op de wisselmarkt was de aaadacht vrijwel gecon-
centreerd op den Markenkoers. Op verschillende dagen

was het aanbod weder groot, zoQdat Donderdag op-
nieuw een inzinking tot
58.85
plaats vond. Meerdere
gerustheid omtrent de onderhandelingen in Parijs deed daarna de kalmte iets trugkeeren’ en het slot
was eerder vast op
58.95 h 58.98.
In de overige wis-
èls kwam.winig verandeiirig. De stemming was eer-
der vaster.

Alleen Spknje was weder sterk aange-
– )oden en gisteren werd voor 35.30 afgedaan.

– LONDEN,.6MEI 1920.

He einde van April, dat in de vorige week -iel,
6racht geen druk van groôte beteekenis op de geld-
arkt teweeg, zoodat aan alle eischen -voldaan kon
*orden zoader tusschenkomst van de .Banlc van En-
geland. -. –

De onrust over de Duitsche valuta, die hier trou-
wens geen grooten omvang had aangenomen, ver-
dween bijna geheel. Men wacht nu met spanning den

-verderen loop van de besprekingen in Parijs af en
hoopt, dat in ieder geval een tijdelijke overeenkomst
bereikt zal ivorden.

Disconto verzwakte, na een vaste tendenz in liet
begin der voiige week, weder tot 5
1
1je pOt. onder déii
invloed vande per 1..Mi vrijkoniende coupongelden:
Er zijn heden echter teekenen, dat dit geld al weder
geabsorbeerd is; zoodat zoowel geld als disconto heden
iaster gestemd waren.

…:De.Dollar blijft bij voortduring op
4.85%
genoteerd.

430

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 Mei 1929

MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE

VOOR i)E RIJNVAART.

Verslag van de April-zitting 1929.

De Centrale Commissie voor de Rijnvaartheeft te
J
Straatsburg onder voorzitterschap van den heer ean Gout, buitengewoon gezant, van S tot 20 April 1929 vergaderd.
De Commissie heeft het grootste gedeelte van de
zit-
ting besteed aan de werkzaamheden, betreffende.de herzie-
ning van de Akte van Mannheirn van 17 October 1868,
een herziening, welke in eerste lezing bijna beëindigd is.
Bovendien heeft ae Commissie, behalve administratieve
en meer interne beslissingen, en de 5 vonnissen uitge-sproken in reehtzaken de Rijavaart betreffende, welke
voor haar in hooger beroep gebracht waren, dc volgende
besluiten genomen:

‘Stroombevaring 1929.
1
)

De heer Eloebel’ is benoemd tot President van het stroom:
bevariugscomité, de heer Montigny tot Vice-President en
deheer De LEspinasse tot Secretaris.

Bouw van een brug bij Rheinkassel.

Dc Centrale Commissie stelt vast, dat:
to. tegen het ontwerp van de te bouwen spoorbrug bij
Rheiikassel van het standpunt der scheepvaart &n vlot:
vaart geen bezwaar bestaat,
2o. de door de Duitsche Regeering aan de aannemers
dpgelegde bepalingen
2)
tijdens de uitvoeringen der werk
zaamheden als afdoende worden beschouwd.

Politiereglement.


(Lengte der Sleepkabels).
De eerste alinea van’ No. 6 vail § 11 van het Rijnvaart
politiereglement wordt als volgt gewijzigd: ,,De tusschenruimte tusschen de sleepboot., en het eerste
aanhangsehip’ mag niet ‘meer ‘dan 120 M. bedragen. Bij een
stroomopwaarts varenden sleeptrein, die slechts één aan-
hangschip met een laadvermogen van meer dan 1000 t,
(20.000 centenaars) bevat, kan deze tusschenruimte groo
;

ter zijn, mag echter niet meer dan 200 M. bedragen.. De
volgénde ruimten tusschen de aauhangscliepen mogen niet
meer dan 80
M.
bedragen.”.
‘Deze bepaling treedt 1 Augustus 1.929 in werking.
De Commissarissen der Oeverstaten worden verzocht de
Commissie de of ficieele akten mede te deelen, waardoor
de publicatie van deze bepaling in hun respectievelijke lan
den is geschied. .

X)
Zie eveneens E.-S. B. vhn 26 Dec. 1928, blz. 1142. 2)
Opmerking van het Secretariaat: Deze bepalingen
luiden als volgt: .
Als de hoofddoorvaartopening van de brug niet zon-
der steigers wordt gemonteerd, moeten er twee doorvaart-
openingen, welke tegelijkertijd voor de scheepvaart bestemd
zijn, vrijgehouden worden, elk met een vrije doorvaart van
minstens 65 M. tusschen de remmingwerken.
De minste doorvaarthoogte der doorvaartopeningén
(genoemd onder Nr. 1) moet 8.10 M. zijn boven den hoogsten
waterstand, waarbij de scheepvaart nog uitgeoefend kan
worden.

,,
Tusschen 15 November en 1 Maart mogen geen stei-
gers in de rivier blijven staan.
De dragende deelen der steigers moeten tegen aan-
varing door niet met de steigers in verbinding staande
remmingwerken w’aarvan iie onderdeelen door de bevoeg.
de autoriteiten moeten worden goedgekeurd, beschermd
w’orden.
Boven en beneden de plaats, waar de brug wordt ge-
bouwd, moeten op beide oevers borden met het opschrift
,,Achtung Brückenbau” worden geplaatst.. In het geval, dat de scheepvaart door iie steigers wordt
belemmerd, moeten boven en beneden de plaats, waar de
brug wordt gebouwd, waarschuwingsposten opgesteld
worden.
Als de monteering plaats heeft met steigers, welke de
scheepvaart belemmeren, moeten boven de plaats, waaj iie
brug wordt gebouwd, stoomhooten gereed worden gehou-
den,. welke de stroomafwaaits komende vlotten en de op
zichzelf varende schepen evenals de van sleeptreinen los
geworpen aken gratis door de in aanbouw zijnde brak
moeten. sleepen; de plaats, waar de stoombooten gereed
moeten worden gehouden, is nog nader te bepalen.
De bekendmakingen v6or de scheepvaartbelangheb
benden, welke gedurende de werkzaamheden den scheeps
en vlotkapiteins aanwijzingen geven en den sleep. en
wnarschuwingsdienst regelen, moeten tijdig aan de bevoegde
autoriteiten der belanghebbende havens, der in. de Centrale
C»nmissie vè,rtegenwoordigdè. Staten ‘worden :medeedéeld.

Pol itiereglement.

(Vaart bij nacht).

.i)aar cle ,,Basler Rheinschiffa.hrt A.-G.” een verzoek bij
cle Commissie had aanhangig gemaakt betreffende dé vaart bij nacht heeft de Commissie,
van oordeel zijnde, dat zij niet kan beoordeelen of en in
welke omstandigheden het gebruik van schijnwerpers ken
worden toegestaan zonder dat een voldoend aantal proef.
va?.rten dienaangaande heeft plaats gehad,
het volgende besluit genomen:

1.

De Commissarissen der Oeverstaten worden uitgenoodigcl
zich tot hunne Regceiiiigen te wenden, opdat deze hunu
ineclew’erking willen verleenen tot de proefvaarten en zoo-
veel mogelijk de veiligheid van de scheepvaart gedurende
deze proefvaarten willen waar,borgen,
door bekend te maken op welke data en op welke gedeel-
ten van den Rijn deze proefvnarten plaats zullen hebben,
door garantiëii te vragen aan de maatschappijen, aan
welke deze afwijkingen toegestaan worden, voor de vergoe-
ding van de schade, w’elke eventueel door het gebruik van
schijnw’er.pers wordt veroorzaakt,
door zich ten allen tijde voor te behouden de gegeven
vergunning in te trekken in geval er door de proefvaarten
belemmeringen voor de scheepvaart zouden ontstaan.

Te dien einde wordt het Rijavaartpolitieregleinent als
volgt gewijzigd:
Aan § 21 No. 8 wordt de volgende alinea toegevoegd:
,,Echter kunnen bij wijze van proef en voor stroomop.
‘vaarts varende schepen afwijkingen voor het gebruik van
schijnwerpers door d,e aotpriteiten der Oeverstateu toege-
staan worden; het gebruik van schijnwerpers moet echter
strikt beperkt blijven tot het noodzakelijke gebruik voor
het varen, terwijl zooveel mogelijk vermeden moet worden
andere schepen en de oeverbewoners te hinderen”.
Deze bepaling zal 1, Augustus 1929 in w’erkiiig treden,
voorloopig voor den duur van 2 jaar.
De Commissarissen der Oeverstaten worden verzocht de
Commissie dc officieele . akten mede te deelen, waarbij
de publicatie van deze bepaling in hunne respectievelijke
landen is geschied.

De kosten voor bewezen diensten ter gelegenheid van
deze proef vaarten, hetzij’ door de rivierpolitie, hetzij door
welke andere autoriteit ook, kunnen ten laste komen van
de maatschappijen, aan welke de afwijkingen w’orden toe-
gestaan.

De Commissarissen des Oevcrstaten worden verzocht
zich tot hunne Rgeeringen te wenden, opdat deze vô5r
1 Maart 1931 aan de Centi-ale Commissie een mededeeliug
doen toekomen betreffende de proefvaarten, welke naar
aanleiding van dit besluit hebben plaats gehad.

Rijnverbctering tus’schen Straatsburg
en B a ze 1

(Norinalisatie).
De Commissie neemt kennis van de verklaring der Duit-
sche en Zwitsersche Commissarissen, volgens welke de
Duitsche en Zwitsersche Regeeringen op grond van een
tussehen haar gesloten overeenkomst zich verplichten:
lo. de noodige maatregelen te nemen, opdat de scheep-
vaart gedurende de ‘uitvoering der normaliseeringsverkcn
daarvan geen noemenswaardigen hinder oudervinde ;- te
dien einde zal aan dc diectie, die met de uitvoering be-
last is, de verplichting opgelegd worden om alle daartoe
passende maatregelen te nemen,
2o op eigen kosten de nadeelige gevolgen te herstellen,
welke voor het reeds genormaliseerde gedeelte van den waterweg beneden Straatsburg zouden kunnen ontstaan
door de uitvoering en het aanwezig zijn der normalisee-
ringswerken boven Straatsburg. Duitschland heeft zich be-
reid verklaard deze verplichting alleen op zich te nemen
en wel voor de geheele uitgestrektheid (er betreffende –
gebieden.
De Commissie neemt er eveneens kennis van, .dat over-eenkomstig dezelfde verklaring beide Regeeringen stappen
zullen aanwenden bij de Fransche Regeering om door het indienen van voorstellen, overeenkomstig No. 1
:
3o. van
het besluit ‘van de Commissie van 29 April 1925,
1)
diens
zienswijze te leeren kennen, aangaande de technische en administratieve medewerlcing van Frankrijk, wat betreft
de normalisatie van den Rijn tusschen Straatsburg en
Istein.

1)
Zie E..S. B. van 3 Juni 1925, blz. 466.

8 Mei 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

431

Rijn’erbetering tusschen
Straatsburg
e ii B a z e 1.

(Kanaal).

Dc
Centrale Commissie voor de .Rijnvaart, naar aanici-
ding van cle brieven der ,,I3asler Rheinschiffahrt A.-G.”
van 13 April en dci „Société Suisse cle Remorquage” van
17 April 1929 besluit: 1. De Commissie neemt kennis van de opmerkingen der
verschillende delegaties, in verband niet de genoemde brie-
ven, waarvan de inhoud neerkomt
01)
cenerzijds critiek op cle omstandigheden, waaronder
dc scheepvaart bij de in bouw zijnde stuw van Kemhs
uitgeoefend moet worden en welke onvoldoende worden ge-
acht,
anderzijds de verklaring vuii de Frausche delegatie,
dat verder maatregelen zullen worden genomen, die nou-
dig zijn of noodig zouden kunnen worden, opdat in het
belang van de scheepvaart de bepaling No. 3 van het be-
sluit van (te Centrale Commissie van
16
December
19211) ten allen tijde wordt nageleefd. 2. De Fra.usche delegatie wordt verzocht de Commissie
niet vdûr de volgende zitting in te lichten omtrent de be
vaarbaarheid bij de stuw van Kembs, de ervaring, welke
zij inmiddels over cle opgeworpen kwesties heeft opgedaan,
evenals omtrent cle bijzondere maatregelen, (lie zij in het
belang van cle scheepvaart w’cnscht te nemen.
3. De Centrale Commissie ziet er van af zich te doen
vertegenwoordigen bij liet bezoek ter plaatse, georganiseerd
door de reederijen vaij Bazel.

Datum van de volgende zitting.

De volgende zitting heeft plaats van Woensdag 6 Novem-
ber
1929 (5
uur) tot
20
November
1929.

DE FINANCIËELE VERHOUDING

TUSSCHEN HET RIJK EN DE GEMEENTEN.

Minister De Geer – want het is zijn werk waar-

over wij nog een enlcel woord schrijven – heeft zijn
,,bepaald” doel bereikt. Al is het doel van een staats-

man altijd minof meer beperkt door de staatkundigc
stroomirigen en mogelijkheden van het oogenblik, zou

zonde het toch in liet relatieve van elke historische
ontwikkeling onrechtvaardig zijn, nu te schrijven
over het ,,beperkte” doel van den bewindsman voo.r cle financiën van rijk en. gemeenten. Binnen de be-
perkte mogelijkheden van ons tegenwoordig regee-

ru)gsregiem was het ,,bepaalde” doel van den mi rus-
ter zeer persoo:nlijk en zeer ruim.

Men klaagt in den Staatsdienst over ,,depersonaii-
satie” van de regeeringspersonen. Ministers kunnen
zichzelf niet zijn; zij zijn de uitvoerdrs van een com-
promis op staatkundig gebied en soms erger de speel-
bal van parlementaire meerderheidsgroepen. Zelfs
de drager van het Koninklijk gezag zoude, nog bin-
nen de hem toekomende bepaalde sfeer van invloed,
in dien greep zijn gevangen. Minister de Geer heeft
zich aan deze depersonalisatie ontworsteld in de voor
hem gunstige omstandigheid, dat iegeeririg en par-
lement, sterk uitgesproken, twee zelfstandige mach-
ten, in den Staat naast elkaar staande, vormen.
Het doel van den Minister was, voor onze staat-
kundige. mogelijkheden van het oogenblik, ook ruim.
De Minister streefde naar een beperkte nivelleeri.ug
van den belastingdrulc welke tot nu toe over de
landsburgerij in staat, l)rovincie en gemeente, zeer
ongelijk was verdeeld. Het doel omvat dus de ophef-
fing van een economischen druk, waaronder de wel-
aart van een deel van ons land leed. Arme platte-
landsgemeenten worden nu aan de middelen gehol-
pen om, met medewerking van de plaatselijke bur-

gerij, een bescheiden, normalen overheidsdienst uit

) Noot van het Secretariaat.
i)cze bepaling luidt als volgt:
,,J’rogranunea van de uitvoering der werkzaamheden.
lle
van sluizen voorziene kanaal moet door cle sleéptreinen
kunnen worden gebruikt, vôördat cle uitvoering der werk-zaamheden van den bouw 4cr stuw in den Rijn de scheep-
vaart begint te hinderen. Deze werkzaamheden zullen zoo-
danig voltooid worden, dat op geen enkel oogenblik de
scheepvaart wordt – belemmerd.”

te oefenen. Welvarende plattelandsgemeenten wor-

den eenigszins beschermd tegen een geheel ander ge-
vaar, het gevaar, dat personen, diie van oudsher in de

gemeente woonden, haar verlaten om in rust en
tevredenheid in het eigen land elders te wonen, waar
een’ milder belastingklimaat heerscht. De gebonden-

heidi aan het land is toch reeds aan het verminde-

ren; edn onnatuurlijke, immers zware belastingdruk
mocht den algemeenen toestand niet verslechtereru.
Heerscht ook niet in vele steden een te zware belas-
tingdruk? De beantwoording van deze vraag is niet

alleen te bouwen op kennis van
cijfers
van belasting-
opbrengst en van belastbaar inkomen. Men moet ook

de sociale verplichtingen, de noodzakelijke levens-
wijze van een groote-stadsbevolking in aanmerking

nemen. De niet-wettelijk verplichte uitgaven van de

groote-stadsbevolking, de ,,tarieven” voor verkeer,
voor noodzakelijke levensbehoeften, ja voor vermaak,
waaraan zij is onderworpen, doet de vraag opkomen

of bij de regeling, zooals deze nu ten slotte is tot

stand gekomen, met de belangen met name der groote
steden. voldoende is rekening gehouden. Wij staan
hier voor een vraag, waarop geen antwoord is te

geven, zelfs niet wanneer zij eens gedaan werd door

de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Vast schijnt wel te staan, dat Holland meer dan tot nu toe in de
algemeene lasten, dlOOr de landsburgerij op te bren-

gen, zal gaan
bijdragen.
Het rijke Holland uit den
tijd der oude Republiek droeg – leerden wij —
10 pOt. der algemeene middelen. Tegenwoordig wordt
het oude Holland – de provinc:ies Noord- en Zuid-
I-Iollnd – bewoond door 43 pOt. der bevolking, van
Nederland. Deze 43 pOt. der bevolking draagt 65 pOt,
bij in de opbrengst der rijksinkomstenbelasting. In de

egenwooi-dige plaatselijke belastingeii, welke zullen
worden opgeheven (immers de plaatselijke inkorn-
stenbela.sting en de plaatselijke opcenten op de rijks-
inkomstenbelasting), draagt Holland slechts mede
voor 56 pOt. Deze belastingen worden nu vervangen
door een rijks-gemeentefondsbelasting, waarin Hol-
liund ook weer ongeveer 65 pOt. zal bijdragen. Dit
beteekent een verzwaring van de lasten, welke Hol-
land gaat opbrengen. Een. compensatie ware slechts
hierin te vinden, dat ook 65 pOt. van het ,,gemeente-
fonds” voor Holland was bestemd. Dit deel zal ech-
ter stellig niet aan Holland toevallen. Overigens is

van de cijfers al heel weinig te zeggen. Wat iedere
emeente zal krijgen en wat het Rijk extra zal moe-
tën betalen. – . . het ligt in de schoot der goden ver-
borgen.

i De minister had en heeft zijn doel. Omtrent de
resultaten heerscht nog veel onzekerheid. Om te
weten, wat elke gemeente ontvangt uit het nieuw
ingestelde Gemeentefonds, zal men niet alleen den
verdeelingssleutel moeten kennen, maar ook den
inhoud, den pot van het fonds inoeten kunnen vast-stellen. Op dit punt zijn nu twee onzekerheden: wij
kennen niet het bedrag van de opbrengst van de toe-
komstige (rjks)gemeentefondsbelasting en wij weten
niet welke iniloed zal uitgaan van maatregelen,
die gemeentebesturen in de toekomst nog moeten
nemen en waarmede zij eenigen invloed hebben op
den inhoud van het fonds. Volgens de berekeningen
r
e
t
en
wij alleen, dat er bepaalde groepen onder de
gemeenten zijn:
formule-gemeenten,
garantie-gemeenten,
i
C.
limiet-gemeénten.
1 Onder elk dezer drie groepen van gemeenten kun-
nen schuilen:
d.
te-kort-gemeenten.
Deze vallen in twee groepen. Ten eerste die ,,te-
kort-gemeenten”, die door
bijzondere
medewerking van
de rijksregeering nog ctan eigen inkomsten – immers
20 extra-opcenten op de gemeente-foudsbelasting –
zullen kunnen worden geholpen. Ten tweede die ,,te-
kort-gemeenten”, wêlke niet zullen worden geholpen,
Maar wat dan? Zullen zij, hoewel niet vast staat, dat

432

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8
Mei 1929
,1

11

deze gemeenten tot de arme gemeentén moeten wor-

den gerekend, komen in de ‘laatsfe goep:
e.
noodlijdende gemeenten.

.
Over-elke groep van gemeenten een enkel woord.
cv.
De
,,formule-gerneenten”
zijn die gemeenten,
welke een uitkeering uit het Gemeentefonds (ge-‘

vormd uit de opbrengst van rijksbelastingen) ontvan-

gen, bérekend naar een in de wet opgenomen ford

mule. Deze formule is niet al te eenvoudig. Zij be

oogt rekening te houden met cie draagkracht der ge-
meenten. De formule werkt automatisch voor alle

gemeenten gelijk, maar er is in -die formule é6n wis-
selend element, omdat in de formule ook rekening

gehouden wordt met ,,het bedrag der volgens de ge

meenterekeningen over 1926, 1927 en 1928 gemid-

deld jaarlijks ten laste der gemeente blijvende gewoae
uitgaven voor:

politie;

/

lager onderwijs, voôr zoover deze als ‘erplicht&

nitgaven door de Lager-Onderwijswet op de g
emeen?

ten worden gelegd;

armenzorg, met inbegrip van de voorzieningen
tegen werkloosheid.”

In de Memorie van Toelichting van den Minister,

aan welk staatsstuk veel lof is toegekend en toe

komt, had de Minister deze uitgaven der gemeente

als represntatief geschetst. Hij had er op gewezei$

dat het bedrag, waartoe deze uitgaven in de gemeen-‘
te ihoesten worden gedaan, niet zoozeer van den wil

of van de politiek der bestuurderen afhankelijk was

ah men placht aan te nemen. Van een vergoediiig’
voor de ,,wettelijk verplichte” uitgaven der Staats
2

commissie voelde de Minister ook daarom niet, om

dat boven de wettelijke verplichting moest gelet word

den op de noodzakelijkheid van een uitgave, waartoe
,
niet de wet maar de omstandigheden dwongen en
drongen. Plotseling duikt nu in de Tweede Kame±
ter rechterzijde de gedachte op, om niet in rekening

te brengen wat de gemeenten werkelijk voor de driè

bovengenoemde onderwerpen uitgaven, maar ,,nor
ben” te stellen om te vinden de
gerechtvaardigd

of de
gerechtvaardigd geachte
uitgaven voor politie,

onderwijs en armenzorg gedaan. Vooi politie weet

men geen normen te vinden; voor armenzorg komt
men met normen aandragen, die naar niets lijken en

die men dus maar weer opgeeft; voor lager onder

wijs ontdekt men een begrip wettelijk ,,verplichte
uitgaven” dat de Lager Onderwijswet tot nu toe niet
als afzonderlijk begrip kende. Dit begrip zal nu moe-

ten worden uitgewerkt. Het opnemen van het begrip
,,verplichte uitgaven” was niet geboden door het
streven het doel van het wetsontwerp beter te dienen.
Los van het doel der wet had de meerderheid plotse-

ling een eigen doel. Zij wilde nu bij deze gelegenheid
haar gram ophalen tegen gemeentebesturen, die de
kultuurwaarde van het onderwijs, naar haar inzieiL
të hoog hadden aangeslagerU Mocht daarvoor dit
wetsontwerp worden ihisbruikt? De Minister heeft

het toegelaten. – -.
,,Garantie-gemeenten”
ijn die gemeenten, die,
wanneer de berekening der formule op haar wordt
toegepast, toch slechts komen tot een zeer klein ge-
deelten van de inkomsten, waarop zij tot nu toe kon-
den rekenen. Men denke bijv. aan gemeenten met
zeer hooge kosten voor de wegen (bij gebreke aan polderhestureri) en toevallig zeer lage kosten voor
onderwijs, armenzorg en politie, welke kunnen voor-

komen in een gemeente met geconcentreerde welva-
rende; rustige kernen, die. weer ver uit elkaar 1ig
gen. De uitgaven en de inkomsten waren dus vroege’r
betrekkelijk hoog’ alleen wegens de hooge onder-
houdskosten der wegen. Van de vroegere inkomsten
moet een bedrag wotden gegarandèerd in den vorm
van een rijksuitkeering, opdat’ de rest der noodzake-
lijke inkomstôn uit de overige belastingbronnen’ zal
kunnen wôrden gevonden.

.
,;Limièt-gemeejteri’,.
zijn
de gemeenten, ,die,
nadat de formul& op’ haar is’ ‘toegeat een zeer hoog

bedrag uit het Gemeentefonds zullen ontvangeu,
wanneer men dit vergelijkt met het bedrag, dat vroe-

ger werd verkregen uit de gemeentelijke inkomsten-
belasting. Deze bepaling werkte bijv. voor . Amster-

dam en Rotterdam zeer ongelijk, want in Amsterdam
had men betrekkelijk weinig ,,gehaald” uit de bedrij-

ven en meer ,,muziek” gezien in de gemeentelijke
inkomstenbelasting.

In Rotterdam echter had men de gemeentelijke

inkomstenbelasting nog niet zoo hoog opgevoerd,

maar meer gehaald uit de bedrjfswinsten. Wanneer
de limiet dus wordt berekend als een deel van de
vroegere inkomstenbelasting of wanneer althans dit

deel bij de bepaling van de limiet medet’elt, dan zijn
de gemeenten, die deze inkomstenbelasting laag hiel-

den, maar de opbrengst uit de bedrijven opvoerden,

slecht af. Hoe de nieuwe formuleering der limiet ba-

paling zal werken, schijnt nog niet geheel duidelijk. –
,,Te-lcort-gen’veenten”
zijn gemeenten die, na-
dat zij alle bedragen, waarop zij recht hebben, heb-

ben ontvangen en nadat alle belastingen, waartoe

zij gerechtigd zijn aan de burgerij zijn opgelegd,
toch nog- niet de uitgaven door de inkomsten kunnen
dekken ook niet uit het laatste middel: opcenten op

de hoofdsom der rijksgemeentefondsbelasting. In

bijzondere gevallen mogen nu deze opcenten tot 100
worden opgevoerd. Daarna stooten deze gemeente-

bestuurders, naar een Amsterdamsche uitdrukking, het hoofd tegen het plafond. Er zijn regeerders die.

een zekere pressie op de gemeentebesturen om tot

bezuiniging te komen,- goed achten. Maar zal men

juist de meest voortvar-ende gemeenten in haai-

autonomie praktisch kunnen treffen, wanneer zij de
uitgaven willen opvoeren, waar tegen praktisch geen

rem bestaat en zij de inkomsten bijv. kunnen verkrij-
gen uit de bedrjfswinsten? 1-fier vooral zitten de
groote gemeenten nog niet zoo gemakkelijk onder
den duim.

,,Noodlijdende gemeenten
ontvangen reeds,

thans hulp van regeering en provincie. Tot nu toe
wordt die hulp gegeven, maar daarbij medewerking

van de provincie afgeperst en de gemeente tot samen-
werking gedwongen. Dit gaat alles thans bij over-

eenkomst. Men wilde nu reeds in de Staatscommi-
sie aan de
wijze,
waarop de samenwerking tot stand
komt, een wettelijken grondslag geven. Was dit in

strijd met de Grondwet, zoo was het in elk geval een verbetering, vergeleken bij den bestaanden toestand.
Toen het onderwerp der noodlijdende gemeenten in
de Kamer ter sprake kwam, naar aanleiding van
enkele artikelen uit het regeeringsontwerp, bleek,

dat de meerdeiheid van de Tweede Kamer op het punt stond zich te vereenigen met het protest dor
procinciale besturen, die als onrechtvaardig de tei-
hing van de regeering afwezen als zoude zij immer
verplicht zijn een deel van de ondersteuriirigskoste.n

te dragen, toen – . . . de regeering de door haar voor-
gedragen artikelen terugnam. De regeering vreesde,
dat de Kamer- haar ieeds bij voorbaat wilde dwingen
later, in ‘haar optreden tegen de provinciale bestu-ren, zelfs niet langs privaatrechteljken weg de ver-
plichte medewerking der provincie te verkrijgen,
welke zij nu, door tegenwerking van de Tweede
Kamer, ook niet langs den weg van de wet kon ver-
krijgen. Niemand uit de Kamerleden nam met spoed
de regeeringsartikelen als eigen amendementen over,
zoodat het onderwerp uit het debat verdween.

* *
*

Merkwaardig is dat verschil in sfeer tusschen

regeeringsarbeid en den arbeid van het parlement.
Steeds weer mengen de Kamergroepen allerlei pim-
ten in het debat, die wel eens bij gelegenheid ter
sprake moeten koihen, maar die het doel van het be-trokken wetsontwerp niet raken. Bij de regeling van
de financieele verhouding tusschen het Rijk en de gemeenten wilde men niet alleen aan
verplaatsirg

van de belastingen aandacht geven, maar ook aan be-

8 Mei 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

433

lastingpolitïek doen. Zoo kwam, los van het doel van

dit
ontwerp, ter sprake of het niet sympathiek was
de kleine aangeslagene te ontzien of bepaalde belas-

tingen van onsympathieken aard te doen verdwijnen. Men begaf zich ook terloops in de vraagstukken ra.0
(Ie personeele belasting, omdat de gelegenheid schoon

was, nu toch, (om het doel van de wet te verwezen-

lijken), een enkele bepaling aan deze belasting moest
worden gewijd. Buite.n het doel der wet greep menig-

een nog aan, wat hem van belang scheen bij deze ge-
legenheid tevens te wijzigen. Men zoude juist ver-

wachten, dat bij een regeling van een betrekking of
verhouding tussdhen rijk en gemeente, waarbij het
doel der wet reeds veel verschuiving noodzakelijk

maakt, overigens wordt getracht geen nieuwe
mci-

clenteele punten van belastingpolitiek te berde te
brengen. Maar de sfeer van dc Tweede Kamer is juist

anders.

C. W.
DE VRiES.

DE UNIFICATIE VAN HET HAVENBEHEER AAN DE

BENEDENELBE.

Hoewel destijds in één der groote dagbladen
i)

reeds een en ander is medegedeeld omtrent het Ham-

burgsch- Pruisisische verdrag inzake de havenexploi-
tatie aan de Elbe, moge, nu dit verdrag nader uit-
geweikt is en vôôr kort ter ratificatie aan de
parlementen is toegezonden, een korte beschouwing
dienaangaande niet ontbreken in dit tijdschrift,

waarin de havenexploitatie van Rotterdam en van
de Nederlandsche havens in het algemeen, zoo in-
gaande pleegt te worden behandeld.

Immers, het komt
mij
voor, dat wij hier in
Rotterdam mutatis mutandis nog wel iets kunnen leeren van de oplossing, welke ginds getroffen is
voor moeilijkheden, die groote overeenkomst vertoonen

met degene, welke
wij
meer en meer in eigen om-
geving ondervinden.
Heeft Rotterdam bij de uitbreiding van zijn haven
steeds de omkiemming zijner gemeentelijke grenzen

moeten verbreken, in Hamburg waren het de stats-
grenzen, welke een gezonde expansie op economisch-
geographischen grondslag tegenwerkten. Een blik op
de kaart der Hamburgsche havens toont reeds aan, dat
bv. aan de Spreehafen en de Travehafen wel niet
hun wonderlijken driehoeksvorm zou
zijn
gegeven,

wanneer
zij
niet hadden moetei worden getraceerd
binnen het keurslijf, waarmede de Pruisisch-Ham-
burgsche grens in het Zuiden de Hansestad omgeeft.
Nog moeilijker is de toestand voor Hamburg geworden
sinds voor verderen havenaanleg op Hamburgsch
gebied slechts Waltershof en een deel van Finken-

warder
zijn
overgebleven. Deze beide eilanden, welke
niet tegenover Hamburg, maar tegenover het Pruisi-
sche Altona’ liggen, leenen zich weliswaar op zich zelf
zeer goed voor havenaanleg, maar een landverbinding
met de stad doet zich zeer noode gevoelen.
Afgezien van de gebrekkige verbindingen zijn de

hier in aanleg
zijnde
havens zoo ver van het stads-
centrum verwijderd, dat aan een inrichting voor stuk-
goedoverlading de allergrootste bezwaren verbonden
zouden zijn. Ten slotte
zijn
met deze eilanden de laatste
reserves aan bruikbare terreinen voor havenaanleg
op’ Hamburgsch gebied uitgeput.
Er was dus wel aanleiding voor Hamburg om
eenige ongerustheid ten aanzien van de toekomst te
gevoelen. Van de mogelijkheid om met Pruisen tot
overeenstemming te komen hing af, of de grootste
Duitsche haven zich organisch zou kunnen ont-
wikkelen, dan wel, gelijk het in het hoofdartikel van
,,Wirtschaftsdienst” van 14 December 11. eenigszins
omsl achtig heet: ,,n atu rwidrigen, seinem Organismus
fremden Hemmungen, die nicht auf Gesetzen der
Wirtschaf t, sondern auf Erwagungen der Staatspolitik

1)
N.R.C. van 22 Januari 11.
Av.
bi.
C.

beruhen, das Opfer unzureichender Wettbewerbs-

fahigkeit würde bringen müssen.”
Geldt dit alles voor Hamburg, Pruisen gevoelde

niet minder het nadeel van het grillig en economisch

onverdedigbare verloop der grenzen, daar het zonder
medewerking van Hamburg
zijne
voor havenaanleg

bij uitstek gunstige terreinen op Hohe Schaar,
Neuhof en Pruisisch Finkenwarder niet wel zou

kunnen exploiteeren.

Niettemin heeft het heel wat voeten in de aarde
gehad alvorens de twee staten tot een oplossing

hebben kunnen geraken. De term ,,Gross-Hamburg-

Frage” duidt reeds aan, in welke richting deze eerst

is gezocht, nI. in die van gehiedsverruiming van

Hamburg, suhsidiair van ruil van Pruisise.h tegen

Hamburgsch gebied. Toen daarvan echter slechts een
verscherping der verhoudingen tusschen de twee
staten het gevolg was, heeft men dezen weg moeten

verlaten, en is een geheel andere oplossing onder

het oog gezien, waarbij de grens tusschen beide

landen niet zou worden verlegd, maar in zekeren
zin zou worden opgeheven.

De considerans van het op deze basis in begin
December I.I. gesloten accoord verklaart dan ook,
dat de regeeringen van oordeel zijn, dat de ,,ein-

heitliche Entwicklung” van het havengebied zal moe-

ten bevorderd worden alsof ,,Landesgrenzen nicht
vorhanden waren.”
Intusschen gaat de onderhavige conventie nog
lang niet zoover als deze doelstelling; zij moet dan
ook beschouwd worden als een eerste stap, die door

meerdere stellig zal worden gevolgd. Voorloopig blijft
h.v. het bestuur over de bestaande havenbassins geheel
in handen der
afzonderlijke
landen, zooals ook voor
lange jaren het economische zwaartepunt wel zal
blijven liggen in het tegenwoordige Hamburgsche
havengebied, welks beteekenis door het onderhavige
verdrag eerder zal toenemen dan verminderen. Niet-
temin legt het onderhavige verdrag een gansch
nieuwen grondslag voor de economische ontwikkeling
van het geheele gebied aan de beneden Elbe.
De bepalingen kunnen in de volgende vier hoofd-

stukken onderscheiden worden,
zij
betreffen:

de instelling van een ,,Hafenerweiterungsgebiet”,
de stichting van een ,,Hafengemeinschaft”,
het samengaan in principe van Pruisen en Ham-burg op verschillende belangrijke punten, welke

de havenexploitatie betreffen,
de regeling der havenuitbreiding voor de naaste
toekomst.
* *
*

Bezien
wij
in het kort de sub a bedoelde bepa-
lingen, dan blijkt het, dat voor een zeer omvangrijk
gebied, hetwelk op Ramburgsch, maar voornamelijk
op Pruisisch territoir is gelegen, met het oog op de
toekomstige havenexploitatie een uitbreidingsplan zal
worden vastgesteld. Pruisen en Hamburg verbinden zich, in dit uitbreidingsgebied geen werken. te laten
geschieden, welke tegen den havenaanleg zouden kun-
nen indruischen, noch zonder toestemming van den
anderen staat industrie of woningbouw toe te laten
buiten de daarvoor in het ,,Flachenaufteilungsplan”
voorziene gebieden. Met een weinig wantrouwen tegen-
over de voortvarendheid der betrokken diensten be-
paalt het verdrag, dat, wanneer dit plan in 1933
niet zou vastgesteld zijn, nieuw overleg zal plaats
vinden.
Vermeld moet nog worden, dat in het Erweite-rungsgebiet, dat naar behoefte zal worden uitge-
breid, opgenomen is het Hamburgsche deel van
Finkenwrder, hoewel de havenaanleg daar reeds
eenigen voortgang heeft gemaakt. Daarentegen blijft
het gebied van Waltershof, waar de havenaanleg
eyenmin nog is voltooid, behooren tot de uitsluiten-
de competentie van Hamburg, met welks overig
havengebied het economisch ten nauwste samen-

434

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 Mei 1929

hangend wordt geacht. Wel zijn ten aanzien van den

haven aanleg op Waltershof, zooals nader zal blijken,
eenige restrictieve bepalingen opgenomen.
* *
*

Kan men deze twee landen er reeds om benijden,
dat zij zoo zonder verder hooger toezicht en om-
slachtig wettelijk apparaat een regeling voor een
gezamenlijk uitbreidingsplan kunnen treffen, te meer

geldt dit voor wat betreft de regeling der ,,Hafen-

gemeinschaft”, waarin het zwaartepunt van het ver-

drag is gelegen. Er wordt nI. opgericht een ,,Ham-

burgisch-preussische Hafengemeinschaft G.m.b.H.”,
aan welke wordt opgedragen, de aanleg en de ex-

ploitatie van havens in dat deel van het gezamenlijke

havengebied, dat als ,, Hafeogemeinschaftsgebiet”
wordt aangewezen. De in dit gebied gelegen gronden,

bouwwerken, rechten, enz. worden daartoe door de
partijen in de Gemeinschaft ingebracht.

Voorloopig omvat het Gemeinschaftsgebiet slechts

Neuhof, Kattwik en Hohe Schaar, derhalve alleen
Pruisisch gebied, maar naar gelang der behoefte zal
de Hafengemeinschaft haar zeggenschap uitstrekken
over. de daarvoor in aanmerking komende gedeelten

van het Hafenerweiterugsgebiet, zoodat buiten de

thans bestaande en door de staten afzonderlijk ge-
administreerde havens, in de toekomst alle haven.
aanleg en -exploitatie aan

de Zuider Elbe gemeen-
schappelijk zal geschieden. Opdat latere generaties

hierop niet zullen kunnen terugkomen, doen de beide
staten meteen afstand van hun recht tot opzegging

der overeenkomst. Een omstandigheid, waarop ge

wezen moet worden, is de stricte doorvoering vaii

het beginsel van pariteit bij de inrichting en regeling

de privaatrechtelijke vennootschap, waarin de gemeen.
schappeljke havenexploitatie is gegoten. Gelijk zijn
de rechten; gelijk zijn de plichten. In overeen-

stemming daarmede is ook dat, terwijl Pruisen het
leeuwendeel der in het gebied gelegen onroerende
goederen (ter waarde van 35 millioen R.M.) inbrengt

Hamburg zijn geringen zakelijken inbreng (5 millioeri
R.M.) completeert door een storting van 30 millioen
R.M. Het stamkapitaal der G.m.b.H. bedraagt aldus
70 millioen R.M. Eventueele latere behoeften aan

geldmiddelen zullen onder garantie der verdrag-

sluitende staten door leening worden gedekt, terwijl
partijen verklaren
bij
uitbreiding van het ,,Gemein-
schaftsgebiet” gelijkelijk in een eventueel benoodigde
kapitaalsvermeerdering te zullen deelnemen.

Ook in den ,,Verwaltungsrat” bezetten de beide

staten een gelijk aantal zetels (ieder 7), terwijl ieder
mede een ,,Geschâftsführer” en een plaatsvervarigen-
den directeur benoemt. Slechts de door beide par-
tijen aangewezen voorzitter van den beheersraad was
niet in tweeën te deelen en zal zoowel Pruis als
Hamburger mogen zijn, mits
hij
is een met de Ham burgsche toestanden vertrouwde persoon. In praktijk

zal deze functie dus wel steeds door een Hamburger
worden vervuld. Deze voorzitter zal in geval van ver-
schil van meening tusschen de beide directeuren, welke
overigens slechts tezamen de vennootschap binden, de
beslissende stem uitbrengen, evenals hij dit ook doet,
wanneer in den Verwaltungsrat de stemmen staken.

De hoogste macht intussehen berust uiteraard bij
de ,,Gesellschafterversammlung”, de aandeelhouders-

vergadering. De bepaling, dat
schriftelijke
stemming toegelaten is,
wijst
er op, dat werkelijke vergaderingen
wel tot het strict
noodzakelijke
beperkt zullen zijn en de beide staten-aandeelhouders hun beslissingen
schriftelijk zullen nemen. Hiermede is in overeen-
stemming, dat de Directie, zooals het heet, ,,die
Genehmigung der Gesellschafter” voor belangrjkè
beheersdaden noodig heeft. Daaronder behooren be-halve de vaststelling van het budget, de goedkeuring
van uitgaven hoven of buiten de begrooting, alsook
van wijzigingen in het onroerend bezit, van leeningen
boven 50.000 .R.M., van aanstelling van hooger per-
soneel en in het algemeen van alle maatregelen,

waarover de beide staten partijen directe zeggenschap
verlangen. –

In enkele aangegeven gevallen treden de GeseIl-
schafter terug voor een door hen ingestelde technische

commissie, aan wier goedkeuring bv. onderworpen

zal zijn de uitvoering en de aanbesteding van be-
langrijke bouwwerken.

De hiervoren genoemde Verwaltungsrat heeft geen

eigenlijke beheersfunctie, maar is enkel een advi-

seerend college,aan welks oordeel door de Directie worden onderworpen de-
belangrijkste
beheers- en

bestuurskwesties, waaronder in de eerste plaats diegene
vallen, welke aan de eindbeslissing der Geselischafter

zijn voorbehouden.

Hoewel dat met geen enkel woord in de gepubli-
ceerde verdragsbepalingen wordt aangegeven, schijnt

volgens de commentaren van bevoegde zijden de

Verwaltungsrat het lichaam te moeten worden, waar-

door •,,der Wirtschaft der ihr zukommende Einflusz

auf die Ausgestaltung des Gesamthavens gesichert

wird.” Bedenkt men, dat het Hamburgsche haven-

bestuur reeds gevoerd wordt door een ,,Deputation”,
waarin vertegenwoordigers der diversë handelsorga-

nisaties mede zetel hebben, dan mogen
wij
Hamburg
gelukkig prijzen, daar- het doorgaat op een weg, dien
ook de andere groote havens in Europa en daar
buiten
bijna
zonder uitzondering reeds lang zijn in-

geslagen, maar waarop Rotterdam nog de eerste

schrede moet zetten.

Op de
belangrijke
vraag, of verwachtwordt, dat
het bedrijf der Hafengemeinschaft al of niet rendabel

zal zijn, geven de verdragsbepalingeri en de toelichting

erop geen
duidelijk
antwoord, al verdient te dezen
aanzien aandacht de bepaling, dat de staten de even-
tueele tekorten
jaarlijks
ieder voor de helft voor
hun rekening zullen nemen. Verder blijkt uit het

hieronder nog nader ter sprake komende voorschrift,

krachtens welke het havenrecht
gelijk
zal moeten
zijn aan het Hamburgsche tarief, dat de rentabiliteit
in alle geval niet eenzijdig door verhooging van dit

tarief mag nagestreefd worden, hetgeen trouwens
ook economische zelfmoord zou zijn.

Een merkwaardige arbitrage-regeling is getroffen

voor het geval, dat
partijen
het niet over een of

andere aangelegenheid eens zouden kunnen worden
en daardoor de zaken zouden stokken. Reeds werd vermeld, dat de voorzitter van den Verwaltungsrat
in dit college hij staking van stemmen beslist en bij
verschil van meening tusschen de Geschaftsfüher

decideert. Wanneer echter de staten-partijen zelf het
niet eens kunnen worden, zal een andere machinerie
in werking gesteld worden. Ontstaat b.v. verschil

van inzicht over de wenschelijkheid van den
aanleg van bepaalde havenwerken in het Hafener-
weiterungsgebiet of over de overdracht, van staats-
eigendommen in dit gebied aan de Hafengemein-

schaft, dan zal op verzoek van de meest gereede
partij een scheidsgerecht ad hoc beslissen of bedoelde
aanleg in het belang van het gansche havengebied
en in het economische belang van geheel Duitsch-

land is. De voorzitter van het scheidsgerecht wordt
hij oneenigheid aangewezen door den President van
het Reichsgericht. In een en ander wordt gezien een
symptöom van den wensch om het havengebied aan
de Benedenelbe voortaan vooral te zien uit een
algemeen. Duitsch oogpunt, waarbij aan het Rijk
zoowel eenige invloed als eenige plichten toevallen.

Bij het laatste wordt dan meer speciaal gedacht aan
een eventueele financiëele
bijdrage
van het
rijk
in
de. kosten van eenige uitbaggerings-, brug- en weg-
werken, alsook in den aanleg van een binnenhaven.
Wanneer we nog even terugkomen op den rets-
vorm, waarin het condominium van Pruisen en Ham-
burg is gegoten, dan is het om te vermelden, dat
weliswaar de privaatrechtelijke Geselischaft mit be-
schrankter Haftung is gekozen – welke vorm een
zeer soepele regeling
mogelijk
maakte – -maar

8 Mei 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

435

dat de partijen niet hebben nagelaten van hun

Landeshoheit” gebruik
te.
maken, door de Hafen-

gemeinsehaft uit te rusten met eenige publiek-

rechtelijke bevoegdheden, die een havenbestuur nu

eenmaal
moeilijk
kan missen. Zoo is bepaald, dat de

uitoefening der politioneele bevoegdheden in het

gebied der Hafengemeinschaft aan dit lichaam wordt
overgedragen. Ook zal aan de G.m±LH., op haar
yerzoek het recht van onteigening worden verleend,

zoodra daarvoor de
wettelijke
voorziening is getroffen,

terwijl
de
partijen
de toezegging doen, dat alle hare

havenwerken als werken ten algemeenen riutte zullen

worden uitgevoerd. Dat de Gemeinschaft bevoegd
is havengelden, enz. te heffen, is reeds vermeld. Aan

haar wordt door beide partijen
ten slotte op zoo groot

mogelijke schaal vrijdom van belasting toegezegd.

Naast de hierboven (sub a en b) besproken be

palingen inzake het Hafenerweiterungsgebiet en de
Hafeugemeinschaft, bevatten, gelijk hierboijen ver-

meld is, de verdragsbepalingen eenige voorschriften
inzake de unificatie van het havenbeheer aan de

Benedenelbe (sub c.). Niet voor het minst uit deze

regelen spreekt de wensch om de betrekkingen tusschen
de havens van Hamburg, Harburg-Wilhelmsburg,

Altona, en in de toekomst ook van de Gemeinschaft,
aldus te regelen, dat
zij
niet alleen geographisch,
maar mede in de practijk en economisch een eenheid
zullen vormen, waarbij de verschillen, die uit de
onderscheidene ,,Landeshoheit” voortvloeien, zoo veel
mogelijk zullen zijn vérdwenen, evenals alle onderlinge
concurrentie zal
zijn
uitgeschakeld.
Reeds werd vermeld, dat Pruisen en de Gemein-
schaft het hâvengeldtarief van Hamburg zullen
hebben over te nemen, en dat de oerige tarieven
der Gemeinschaft de goedkêuring der beide staten

behoeven. Voorts wordt, uitdrukkelijk gestipuleerd,
dat in het geheele gebied geen dubbel havengeld
geheven ,âl worden, zooals tot dusver geschiedde,
wanneer een schip achtereenvolgens in Pruisisch en
in Hamburgsch gebied ligplaats innam. In de toe-
komst zal op dezen, weg worden voortgegaan, want
de staten verklaren zich principieel bereid, alle haven-
tarieven en alle havenverordeningen evenals de hand-having der havenpolitie en de bewerking der scheeps-
en goederenstatistiek,’) enz. voor het gansche ge-
bied op
gelijke
leest te schoeien. De veronderstelling
is misschien niet al te gewaagd, dat, wanneer dit
alles zal iijn bereikt, de overspanning van het totale

havengebied door één gemeenschappelijk havenbestuur
niet meei veraf zal zijn. In alle geval zullen door
deze unificatie ruimschoots worden gecompenseerd
de nadeelen, die voortvloeien uit het feit, dat nu
naast de drie bestaande havenadministraties (Ham-
burg, Altona, Harburg.Wilhe]mshafen) een vierde
wordt ingesteld.

Een
belangrijke
plaats in het Hamburg-Pruisische
verdrag nemen verder in de bepalingen, die aangeven
hoe de technische ontwikkeling van het havengebied voorhands zal plaats hebben. Hierbij is wederom het
algemeene. havenbelang als
richtlijn
genomen. Maar
juist daarom is om begrijpelijke redenen een gang
van zaken vastgelegd, waarbij een zeker evenwicht
tusschen de ontwikkeling van het Hafengemein-
schaftsgebiet” en die van het zuiver Hamburgsche
W altershofer havengebied wordt bewaard.
De beperkingen, welke Hamburg zich
bij
de ont-
wikkeling van dit— zijn laatste – eigen havenex-
pansiegebied ziet opgelegd, zijn van negatieven aard

1)
Onze havenstatistici zullen du
wl
binnenkort con-
stateeren, dat de scheepvaart- en goederencijfers der Elbe-
stad zich zeer veel gunstiger dan nu tot die van Rotterdam
zullen verhouden. Met het oog op de propaganda is dit
niet van alle belang ontbloot, en rijst de vraag of niet
meer dan voorheen de cijfers van den Nieuwen Waterweg
tegenover,die van Groot-Hamburg moeten worden gesteld.

1
en komen ‘vooral hierop ner, dat als regel-nieuwe

,vaste overslag en opslaginstallaties voor massagoe-

deren niet zonder toestemming, van Pruisen op Wal-

tershof, – tenzij aan de ,,F.reiladeplatzen – mogen
worden aangelegd, maar slechts in het ,,Hafen-

‘gemeinschaftsgebiet” vân Kattwik – Hoheschaar –

`Neuhof. Het laatsgenoemde gebied zal voor het
X
over
i
ge
ook voor stukgoedbehandeling worden gere-

‘serveerd, voor zoover de tegenwoordige E[amburgsche

haven (Waltershof inbegrepen) daartoe niet geëi-

gend is.. –
– Om voorts te verhinderen, dat Hamburg zijne

‘geldmiddelen éénzijdig ten gunste van Waltersbof

en met verwaarloozing van het Gemeinschaftsgebiet

zou aanwenden, is nog de bepaling in het verdrag

neergelegd, dat binnen 5 jaar op dit gebied 25 mii-
‘lioen R.M. zal worden verwerkt, tenzij omeconomische
redenen tot verlenging van dezen
termijn
zou.worden

h3sloten. De hiervoor aan te leggen werken zullen

r..it verbeteringen van den waterweg, – aanleg van

wëgen en bruggen en van een binnen

haven bestaan.

*

Hebben wij ons in hoofdzaak tot taak gesteld in dit
artikel verslag uit te brengen over deze voor Ham-

-burgs toekomst zoo
belangrijke
c’onventioneele be-
.palingen, het sta ons vrij met een enkel woord aan te

stippen, waarom deze ons ook voor Rotterdamsche
toestanden leerzaam voorkomen. –
Welnu, primo ademt het geheele verdrag welwil-
lande inschikkeljkheid om ten behoeve van de toe-
komst van Duitschlands
belangrijkste
havengebied

tot overeenstemming te komen, en orji, desnoods met
terzijdestelling van locale belangen, onderlinge con-
currentie uit te sluiten en
hinderlijke
consequenties
der administratieve grenzen op te heffen.
Hierbij past ons de wensch, dat een dergelijke geest
ook vaardig moge
zijn
over hen, die in hoogste in-stantie zullen, hebben te beslissen ten aanzien van

het havenbeheer aan den Nieuwen Waterweg, hetzij
hierbij de weg der
grenswijziging
worde gevolgd,’
hetzij de weg, welke Gedeputeerde Staten onlngs in
hun
schrijven
aan het Rotterdamsche Gemeentebe-
stuur aangaven: dien van het havenschap.

Maar ook wanneer de centraliseering van het haven.
beheer langs de Maas voorloopig tot de vrome ‘wen-

schen mocht
blijven
behooren, dan zal door een geest
van samenwerking tusschen de gemeenten wellicht
toch iets
dergelijks
bereikt kunnen worden als te
Hamburg op het gebied van unificatie der tarieven
en verordeningen. Het voorkômen van dubbele beta-

ling van havengelden moge hierbij evenals in de
Elbestad niet vergeten worden. –
Op een tweede punt is reeds ter]oops gewezen, nI.
p de wenscheljkheid om
bij
het bestuur van de
haven profijt te’ trekken van het deskundig oordeel,
van handel en.nijverheid.
Bij
deHafengemeinschaft
is, zoo zagen
wij,
die invloed slechts adviseerend, ter.

wijl in het bestuurscollege der
eigenlijke
Hamburgsche
haven, de ,,Deputation für Handel, Schiffahrt und
Gewerbe” vertegenwoordigers der handelscorporaties
op voet van
gelijkheid
naast parlementsleden zetelen.
Invoering van het laatste systeem voor Rotterdam
zou gaan in de richting van het havenschap, zooals
die figuur zich in de literatuur der laatste jaren heeft
ontwikkeld, en zou hier en daar voorshands wel tegen-
stand ontmoeten. Het wil mij echter voorkomen,- dat
redelijkerwijze geen enkel bezwaar kan worden ten

berde gebracht tegen de instelling van een Commissie
van Beheer, welke, uit deskundige particulieren en
Gemeenteraadsleden samengesteld, het Gemeentebe-
stuur in het beheer van de haven zou
bijstaan,
liever
nog: dit beheer onder toezicht van het Gemeente-
bestuur zou uitoefenen, zooals reeds hij vele ge-
meentelijke instellingen (schouwburgen, ziekenhuizen,
musea, enz.) hier en daar geschiedt. Aan zulk een
maatregel behoeft, ook geen
ingrijpende
intercommu-
nale of supracommunale reorganisatie van het haven

436

ECONOMISCH-STATiSTISCHE BERICHTEN

8 Mei 1929

beheer vooraf te gaan. Wel komt het wenschelijk voor,

dat een en ander gekoppeld worde aan de reeds zoo

lang verwachte instelling van een gemeentelijk haven.

bedrijf, zoodat. door dit bedrijf en deze Commissie –

welke ten aanzien van de haven mede de plaats zou innemen der Raadscommissie van Bijstand voor de

Bedrijven – tevens een kern zou worden geschapen

voor verderen, eventueel ook over de gemeentelijke
grenzen grijpenden, uitbouw.
K.
F. 0. JAMES.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE DISCONTOVERHOOGING VAN DE DUITSCHE

RIJKSBANK.

Dr. Oarl Kramer te Hamburg
schrijft
ons:

Met de discontoverlaging van 7 pOt. op 6 pOt.,

die 11 Januari van dit jaar plaatsvond, heeft de

Rijksbank voor de tweede maal na de valuta-stabi-
lisatie een poging gedaan, om den Duitschen rente-

stand meer met het internationale renteniveau in

overeenstemming te brengen en daarmede het Duit-

sche bedrijfsleven van den druk van de hooge en van
de met de rentabiliteit van de industrieele bedrijven

niet overeenkomende rentelasten te bevrijden. Ook

deze poging is mislukt en zelfs in nog korteren tijd

als de eerste in het begin van het jaar 1927, of-
schoon de discontoverlaging zich weliswaar binnen

nauwere grenzen hield als die van 2 jaar geleden.
Reeds op 25 April jl., dus
nauwelijks
drie maanden

later, was de Rijksbank gedwongen, haar disconto van

6 op 734 pOt. en de beleeningsrente van 734 op

834 pOt. te verhoogen. De gebeurtenissen, die tot
deze discontoverandering aanleiding hebben gegeven,
zijn evenwel zeer gecompliceerd. Terwijl de disconto-
verhooging van Juni 1927 zich gemakkelijk uit de

groote behoefte aan deviezen van den invoerhandel en

van den Agent van de Herstelbetalingen en uit de
stijgende conjunctuur liet verklaren, moet men voor
de verklaring van de jongste discontoverhooging bijna
een economische geschiedenis van de laatste maanden

schrijven.
* *
*

Wij gaan er allereerst van uit, dat de gebeurte-
nissen, waarvan hieronder sprake zal zijn, zich af-
spelen in een periode van terugloopende conjunctuur.
Zoo heeft om slechts één ook in het buitenland wel-
bekend symptoon te noemen, het
cijfer
der werkloo-
zen ten gevolge van den dalenden index van de indu-
strieele productie, weder een niveau bereikt, dat, af-
gezien van het seizoensrecord in Februari, gemiddeld
% millioen grooter is dan dat van het vorige jaar.
Het in aanmerking nemen van deze terugloopende
conjunctuur is voor ons onderzoek om twee redenen

van belang. In de eerste plaats wijst zij er op, dat
de credietbehoefte van het
bedrijfsleven
zich in da-
lende richting beweegt, waardoor de Duitsche geld-
markt en in het
bijzonder
de
Rijksbank een verlich-
ting ondervonden heeft en nog steeds ondervindt.
De discontoverlaging van 11 Januari, waartoe de
Rijksbank ten gevolge van de bovengenoemde tenden-
zen gedwongen was, heeft echter op de binnenlandschè

conjunctuur en de credietbehoef te in het geheel niet
stimuleerend gewerkt. Integendeel, de binnenlandsche
wisselportefeuille van de Rijksbank bereikte op 15

Februari met een bedrag van R.M. 1.147 millioen
het laagste punt sedert de beide laatste jaren.
De terugloopende conjunctuur beteekent echter
verder een geringe behoefte aan buitnlandsche grond-
stoffen
bij
een gelijktijdige
vergrooting van den export.
De behoefte aan deviezen tot dekking van het in-
voeroverschot bedroeg dan ook in de eerste drie
maanden van dit jaar slechts R.M. 470 million, d.w.z.
ongeveer de helft van de behoefte van het eerste
kwartaal van het vorige jaar. Gedurende de beide

laatste maanden was de vraag naar devie.zen voor

dit doel ten bedrage van gemiddeld R.M. 90 millioen

bij een omzet van den buitenlandschen handel van
ruim R.M. 2 milliard, nauwelijks nog noemenswaard.
De reden voor de toespitsing van de situatie op de

Duitsche geldmarkt en van den ongunstigen toestand

van de Rijksbank is daarom in een andere richting
te zoeken.

Beslissend voor de positie van de Rijksbank waren

daarentegen vier factoren, die wij iets nader zullen
beschouwen:

De toestand op de internationale geldmar.kt. De vraag naar deviezen van den Generaal-Agent

van de Herstelbetalingen.

De onrust over de onderhandelingen te
Parijs
en
de teleurstelling in het binnen- en buitenland
over haar onbevredigend verloop.

De onrust op de binnenlandsche geidmarkt door
het tekort op de begrooting.

Het bëhoef t nauwelijks nog vermeld te worden, dat
de buitenlandsche credietverleening op korten termijn

aan Duitschiand in de laatste jaren aanzienlijk is
toegenomen. Alleen
bij
de Banken (zoowel bij de
grootbanken als
bij
de particuliere bankiers) bedroe-
gen de buitenlandsche tegoeden volgens voorzichtige

schattingen op 31 December 1928, ongeveer R.M. 5

tot 6 milliard. Vooral tegen het einde van het jaar,
toen de situatie op de internationale geldmarkt zeer

onoverzichtelijk was, hebben de Banken zekerheids-

halve groote bedragen aan buiteulandsche gelden ge-

accepteerd. Na de jaarultimo werd de ontspanning

op de Duitsche geldmarkt steeds grooter; de voor de

Duitsche geldmarkt in vele opzichten toonaangevende

rente voor maandgeld daalde bijv. van 9 pOt. op het
eind van het jaar tot gemiddeld 7/ pOt. in de eerste
dagen van Januari en handhaafde zich op dit peil
tot in den loop van de maand Maart. Deze daling

was slechts ten deele een seizoensverschijnsel;
zij
wees
veel meer op een inwendige ontspanning van de markt,
veroorzaakt door den achteruitgang van de conjunc-

tuur. Het was evenwel
opmerkelijk,
dat deze ontspan-
ning op de binnenlandsche geldmarkt parallel liep

met een rentestijging op de
belangrijke
internationale
geldmarkten, zoodat het renteverschil met het buiten-
land aanzienlijk verminderde.
De redenen voor de ongewoon groote geldschaarschte
te New York, die over de geheele linie tot renterecords
leidde,
zijn
voldoende bekend.
Zij
heeft echter, daar
zij zoowel binnçn- als buitenlandsche gelden aan-

trok, op
bijna
alle Europeesche geldmarkten haar

terugslag doen gevoelen,,die zich openbaarde in een
afgifte van goud door ren in een discoritoverhooging
van verschillende centrale banken.
Voor de Duitsche geidmarkt
zijn
in dit verband
drie factoren te noemen, die tot hetzelfde resultaat
voerden. De factor, die den grootsten invloed heeft
uitgeoefend was de terugbetaling van de buitenland.

sche credieten door de banken. Voorzichtig geschat
komt men tot het resultaat, dat het totaalbedrag

van de zich
bij
de banken bevindende buitenlandsche
gelden op deze
wijze
met ongeveer R.M. 400 millioen
verminderd moet zijn.
In de tweede plaats een langzamer vloeien, indien men zelfs niet van een totalen stilstand kan spreken,
van den onder normale omstandigheden te verwachten
nieuwen stroom van buitenlandsche credieten. Wij
herinneren eraan, dat het bedrag der nieuwe valuta-credieten in het afgeloopen jaar volgens schattingen

R.M. 1Y
4
tot 2 milliard is toegenomen. Het saldo
van de eerste maanden van dit jaar is niet bekend;
slechts kan opgemerkt worden, dat
bij
de afzonder-
lijke bankinstellingen in dit opzicht de grootste vér-schillen bestaan. Bovendien was in het eerste kwar-
taal van dit jaar het bedrag der buitenlandsche
leeningen op langen
termijn
aanzienlijk kleiner dan
in de overeenkomstige periode van het vorige jaar.
Tenslotte, was het van beteekenis voor de Duitsche

8 ‘Mei 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

437
£

ge’l’d’markt, dat Duitsche saldi naar New-York werden

ovêrgebracht om daar van den hoogen rentestand

te profiteeren.
Terwijl de vraag naar deviezen voor de betaling

van het invoeroverschot ongeveer met de helft afnam,

traden de deviezenaankoopen voor de’ herstelbe-
talingen sterker op den voorgrond dan het vorige

jaar. In t taal werd in het eerste kwartaal van dit
jaar dor den Agent in buitenlandsche valuta, een

bedrag van R.M. 398 millioen overgemaakt in verge-

lijking met R.M. .204 millioen een jaar geleden.

Van wezenlijk grootere beteekenis als deze deviezen-

aankoopen van den Generaal-Agent was echter de

psychologische terugslag van de besprekingen te
Parijs, wat daarin tot uitdrukking kwam, dat de

deviezenaankoopen van den Agent sedert het begin van April aanzienlijk zijn afgenomen, terwijl de af-
giften van goud van de Rijksbank daarentegen zijn

toegenomen.

Voor de beoordeeling van de beteekenis van deze

psychologische factoren kan men, wel als vaststaand
aannemen, dat de periode van de terugbetaling van

de buitenlandsche, credieten op korten
termijn
voor

het grootste gedeelte.reeds in het midden van Maart
afgesloten was.
Waarschijnlijk
tengevolge van den

grooten omvang van deze terugbetalingen deed zich op de Duitsche markt een geldschaarschte gevoelen,

die de laatste weken nog is toegenomen. De’ rente
voor maandgeld heeft zich sedert het midden van
Maart, in tegenstelling met het verloop in de eerste
maanden van dit jaar, in
stijgende
richting bewogen
en bereikte in het midden’ van April ongeveer het
niveau van het vorige, jaar.

Aan het einde van Maart
wijzigde
zich echter ook de
situatie op de buitenlandsche markten, wat eener-
zijds in een daling van de koersen op de New-York-
sche effectenbeurs en in een
aanzienlijke
afneming
van de makelaarsleeningen,
anderzijds
echter in een
nieuwe
stijging
van den goudvoorraad van de Bank

of England tot uitdrukking kwam. De rentemarge
tuss’chen de Duitsche en de internationale geldmarkt
is dus ongetwijfeld in de weken voorafgaande aan
de discontoverhooging weder to,egenomen. Indien, in-
tusschen de toestand zich niet ten gunste van Duitsch-
land
gewijzigd
heeft, is dat indirect aan de gevolgen
vaü de onderhandelingen te
Parijs
toe te schrijven,
waardoor er onzekerheid bestond over de opheffing
van de clausule van de bescherming van de valuta, die , de vrijheid van den deviezenhandel en ook de
stabiliteit van den koers van de Mark in gevaar kon
brengen, wat van den kant van het buitenland er,
toe heeft bijgedragen, dat het aanbod van deviezen
ontoereikend bleef.

Wat de toestand in Duitschland zelf betreft, heb-ben wij in dit opzicht met een groot aantal factoren
rekening te houden. Het is aan geen
twijfel
onder-
hevig, dat hier naast aankoopen van s,peculatieven
aard, d
j
e dior het geringe verschil tusschen de zooge-
naamde koersen in het
Vrije
verkeer en den officieëlen
koers bevorderd werden, de aankoopen uit angst, ook
van de zijde van het publiek, op den voorgrond
stonden. Men herinnerde zich den tijd, die ongeveer
5
1
2
jaar geleden eindigde,, toen er een wedloop’om
deviezen plaats vond, dien men om economische en moreele, redenen mag veroordeelen, doch dien men
niet onderschatten mag. Het is voor dezen tencjenz
karakteristiek, dat op 27 April de noteering voor
dollarbiljetten op de Berlijnsche markt wegens gebrek
aan materiaal ingetrokken moest worden.

Tengevolge van de verschillende oorzaken, die wij
hierboven hebbbn geschetst stond de koers van de
Mark gedurende de eerste maanden van dit jaar
onder een voortdurend sterker wordende druk. Op
het einde van het vorige jaar noteerde hij nog bo-
ven ‘pariteit, in Januari werd de pariteit bereikt,
einde Maart ongeveer het gouduivoerpunt en sedert-
dien- ‘heeft de’ daling verderen voortgang gemaakt,

zonder dat de
Rijksbank
deze zelf door het middel

van discontoverhooging weerstand kan bieden. In
den namiddag van den 26sten April en op 27 April

kwam het, zelfs tot een internationalen baisse- aanval,
die later, hoewel niet zonder aanzienlijke goudverliezen

van de Rijksbank, afgeslagen werd.

-Middenkoersen te
Berlijn
voor Pond en Dollar.

£Stg:
$
29.

9.’28

. .
20.345
4.1950
31.12.28

. .

,

20.381

4.1995
31.

1.29

.’.


20.423
4.2125
2.29

. .
20.451 4.2140
28.

3.’29

. .
20.460 4.2155
11.

4.’29

. .
20.470
.
4.2170
19.

4.’29

. .
20;474
4.2175
4.’29

. .
20.459
4.2150
4.’29

. .
20.472

4.2175
4.’29

. .
20.470
4,.2f80

– Dit koersverloop was bovendien slechts mogelijk
door een onafgebroken afgifte van deviezen van’ de
Rijksbank. Duitschiand heeft in 1928 tengevolge van

een groote rentemarge met het buitenland voor een

bedrag van ongeveer R. M. 850 millioen dekkings-
reserven kunnen opnemen. Reeds spoedig ‘na de

jaarultimo moest weer tot een afgifte worden overge-
gaan, die sedertdien den volgenden omvang bereikte:

Goud- en deviezenafgiften van den Rijksbank
in millioenen R.M.

‘Goud
Deviezen
Totaal

-‘
—215
—215
—46

1.
—47

36.

80



30

30
+36
–50
—14


46
—160
—206

—103

22
—125
—150

50
—200 —251
+

16


—235
—287
+
57
—230

—790

A= 0

—790

– 836 – 375 – 1210

De valutareserven van de Rijksbank zijn dus ‘cdert
liet eind van het vorige jaar met bijna 1. milliard
afgenomen. Zij bedroegen op 30 April nog geen

R.M. 2 milliard tegen R.M. 3Y4 milliard aan het
begin van het jaar. De goudvoorraad is van R.M. 2.120
millioen tot R.M. 1.892 millioen en de deviezenpor-
tefeuille van R.M. 525
1)
millioen’ tot een kleine
R.M. 150
2)
millioen gédaald. Ook na 23 April en zelfs
nog na de discontoverhooging van 25 April heeft de
Rijksbank nog aanzienlijke verliezen geleden. Dien-
tengevolgè is de beschikbare. dekkingsreserve’ tot een
‘minimum gedaald, daar de bankwet een dekking van
40 pOt. van de circuleerende bankbiljetten door goud
en deviezen
voorschrijft
en de biljetteneireulatie
eind Maart’en April gemiddeld R.M 4.700 millioen
bedroeg. Voor de eerstkomende weken valt nauwe-
lijks op een geringere circulatie te rekenen, niet we-
gens de normale eischen van het bedrijfsleven, die
eerder nog zullen afnemen, doch wegens de ongezon-
de financieringsmethoden van de overheid, die nog
kort ‘geleden weder door een groote uitgifte van
schatkistwissels de situatie op de geidmarkt ver-
scherpt heeft. Met het oog hierop is het in het geheel
niet uitgesloten, dat de Rijksbank. binnenkort tot een
‘verdere discontoverhooging of tot restrictiemaatrege-
len moet overgaan, indien de deviezenportefeuiile
binnenkort niët aanzienlijk toeneemt.

1)
In. bankstaat’ van 31 Dec.
1928
werd een bedrag van
R.M. 155,3
millioen vermeld, het overige bedrag, aan de-
viezen bevindt
zich in
‘den post ,,Wissels en cheques”.
De bankataat. van
30
:April vermeldt” een bedrag van
R.H.99,4
miliioen; ‘d&re’stis onder andere hoofden geboekt.

Tot einde Februari..
‘late week van Maart.
2de

3 de

‘4de

Totaal in M,aart …..

,lste week van April
2 de

‘3de

4de

-Totaal in April ……

Sedert het begin v/h. jaar

438

ECONOMISCH-STATfSTISCHE BERICHTEN

8 Mei 1929

AJNTEEKENINGEN.

Raming van de met bieten bebouwde oppervlakte

(1929) en van de. productie van bietsuiker

(1928—’29) in Europa.

Dr. Gustav Mikusch te Weenen schrijft ons:

Ondanks het reeds vergevorderde seizoen is het,

nog niet mogelijk voor alle landen betroiliwbare cijfers,

té geven met betrekking tot de oppervlakte, die waar-

schijnlijk met bieten bebouwd zal worden en de eerst-
komende weken kunnen ons in dit opzicht nog

vele verrassingen brengen. Dat in het begin van Mei

nog z66’n groote onzekerheid heerscht, is voor een
groot gedeelte aan den ongewoon langen en strengen

winter toe te schrijven. Zeer in het algemeen kan

iien zeggeb, dat de werkzaamheden op het land in

het Oosten en Zuid-Oosten van Europa 4 tot 6 weken.

ten achter zijn. In het Zuiden van Europa bedraagti

de achterstand ongeveer 3 weken, in Midden-Europa

gemiddeld 2 tot 3 weken; in West-Europa is het ge-

micideicle echter lager. in het westelijkste suikerbie-

tengebied, ni. in ierland, is men met de teelt zelfs

verder dan het vorige jaar.
in Tsjecho-Slowakije, in Oostenrijk, in Hongarije

en natuurlijk ook in Italië en Spanje is de aanplant

bijna of geheel geëindigd en ook in alle overige lan- 1

dcii maakt de bebouwing van de akkers goede v5r-
deringen. In Finland heeft men evenwel met den

aanplant nog nauwelijks een begin gemaakt.

.

Raming van de met bieten bebouwde oppervlakte
(1929)
en bietsuikerproductie
(1928129)
in Europa.

Met bieten

Productiev.

bebouwde

bietsuiker in

oppervlakte

1000 metr,

in 1000.

ton ruw

H.A.

suikerwaarde

Ra-

Op-

øp-

Ra-

Op-.
ming brengat brengst ming brengst

1929 1928

1927 192819 192718

Duitschiand ……….
435

431

407

1.865

1.675

Dantzig ………….
7

7

5

30

23

Tsjecho-Slowakije …..
238

250

281

1.055 1.254

Oostenrijk ………..
30

28

24

108

110

Hongarije …………
70

66

62

220

187

Frankrijk ………….
252

242

230

910

868

België ……………
63

63

71

280

273,

Nederland ………..
52

65

69

311

254

Polen…………….
227

221

198

750

560

Denemarken ………
33

41

40

170

143

Zweden …………..
23

43

41

161

145

Italië…………….
115

113

93

385

281

Spanje …………..
80

84

86.

244

217

Joego Slavië ………
70

62

55

129

84

Roemenië …………
36

52

73

130

140 –

Bulgerije ………….

19

17

.19


29

42

Zwitserland ……….
2

2

2

7

7

Groot Brittannië ….

94

72

93

220

215
lersche Vrijstaat …..
.8 .

6

7

22

21

Finland …………..

3

3

3 –

3

6

Letland …………..
2

1

1

2

2

Turkije …………..
5

4

3

4

6

Europa z. Sowjet-Rusl.
1.862 1.873

1.863

7.035 6.513
Sowjet-Rusland …….
.775

770

670

1.425 1.494

Totaal Europa……..
2.637 2.643 2.533

8.460 8.007

1929
in vergel. met
1928-0,16
0/

1928129
in vergeL niet

1929
in vergel. met
1927 -l- 4,11
0
10

1927/28 ± 5,66 o/

1

let droge weer van de laatste weken was voor den’
uitzaai niet orgunstig. Voor het opkonen der zaden
was het iver echter niet zeer goed, omdat het te koud’
en somtijds ook te droog was. Een milde, warme regen
zou van onschatbare waarde voor de bietenvelden zijn.’

Wat de bebouwde oppervlakte.van.

e
de afzonderlijk

D
landen betreft, toonen Zweden en enemarken een’
opvallende inkrimping, die toe te schrijven is aan;
het feit, dat het Parlement en de Regeering iedere’
ondersteuning van de suikerbietenteelt, hetzij door
verhooging van het invoerrecht, hetzij op andere’
w’ijze hebben afgewezen. In Roemenië gaat de beper-
king in het bijzonder van de fabrieken uit, daar deze’

een verderé ‘opeehhooping van voorraden in het bin-

nenland willen vermijden. Met een
aanzienlijke
in-

krimping heeft men ten slotte ook voor Nederland te

rekenen en het is de vraag of het besluit van de

Tweede Kamer daaraan nog veel zal veranderen. De

verhoudingën in Duitschiand, Tsjecho-Slowakije en

België zijn nog zeer gecompliceerd, zoodat de in de

raming aangenomen cijfers nog aanzienlijke veran-

deringen kunnen ondergaan. Een vraag blijft het
ook, of de verwachtingen, die men in België voor

een verhoogde bescherming koestert, voldoende zullen
zijn, om den dreigendcn teruggang van de met bieten

bebouwde oppervlakte tot stilstand te brengen. Een

ruime uitbreiding van de met bieten bebouwde opper-

vlakte is in Groot-Brittannië en Joego-Slavië te ver-

wachten. In de overige landen, die tot een uitbrei-
ding van de cultuir overgaan, is de toeneming ccli-

ter niet
aanzienlijk.
Op het. oogenhlik is de toestand

zoo, dat in Europa, met uitzondering van Sowjet-

‘Rusland, een. geringere oppervlakte met bieten be

houwd wordt. Het is .evenwel niet uitgesloten, dat

door onverwachte uitbreiding tea slotte de bebouwde
oppervlakte grooter zal zijn dan het vorige jaar. l-let

voor Sowjet-Rusland aangenomen
cijfer
is, bij gebrek
aan betrouwbare berichten, niet als een eigenlijke

schatting op te vatten.

Congres streekbelangen.

De Maatschappij voor Nijverheid en Handel heeft

op een door haar belegd Congres, dat op 3 Mei 1929
te ‘s-Gravenhage bijeenksam, de algemeene bclang-

stelling gevraagd en gevonden voor het vraagstuk

van de behartiging van belangen (streekbelangen),

die niet door de grenzen van de gemeenten en de
provinciën zijn bepaald. Scherp werd nogmaals be-
licht, dat er een hemelsbreed verschil is tussehen cle
staatkundige grenzen en de economisch-geografische
grenzen’ in ons land – onderwerp, waarvoor Prof.

W. E. Boerman reeds jaren geleden de aandacht

heeft gevraagd. Op het congres ging het in hoofd-
zaak echter over de staatsrechtelijke vormen, die moe-

ten worden toegepast, om deze streekbelangen door
openbare corporaties te doen behartigen.
Met één bijzonder punt van actueel belang heeft.
liet Congres zich uitvoerig bezig gehouden. Algemeen

werd aangedrongen op regeling bij bijzondere wel
van een havenschap aan de Beneden-Maas. Deze wet
was de wet bedoeld in “it 194 der Grondwet. Dit
standpunt ondervond geen tegenspraak. Voor de

,,enorme” annexatie, door Rotterdam in een vroger
stadium elders bepleit; nam niemand het op. Over de
wijze, waarop . de voorbereiding van de tot-stand-ko-
ming van deze wet moet worden ter-hand-genomen,
was men het nog niet eens. Kunnen, afgezien van
cle maatregelen door hooger hand te treffen, de be-
trokken gemeenten zelve niet nog veel tot stand bren
gen? Schreef ook het ,,Hande1blad” dezer dagen

niet, dat juist op dit gebied gzocht moest. worden
naar samenwerking van onder ôp, en doelde déârop
odk niet de minderheid uit den gemeenteraad bij het
raaclsdebat over de ,,greaswijziging” van Rotterdam?

De stabilisatie van de groothandeisprijzen een

verkeerd richtsnoer van de Centrale Bank-

politiek.
Dr. Benjamin M. Anderson Jr., de bekende
ecodnmist van The Chase National Bank te New
York, die op het oogenblik hier te lande vertoeft,
heeft gisterenmiddag voor de ,,Vereeniging voor
Studiebelangen” aan De Nederlandsche Handels-
Hoogeschool te Rotterdam een rede gehouden, die

wij hieronder weergeven.

* *
*

Zoowel in Europa als in Amerika wordt een krach..
tige propaganda gevoerd voor een verkeerde en ge
vaarlijke economische opvatting, volgens welke de

.,- ..-.. ,..

…-.—-

8 Mei 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

439

centrale banken zich in haar credietpolitiek moeten
richten naar slechts één enkelen maatstaf, namelijk

naar cle stabilisatie van het algemeen niveau van
groothancielsprijzen. Alle andere overwegingen moe-ten aan dit doel onciergeschi kt gemaakt worden. Lii-
dien, om een voorbeeld te noemen, er een gevaarlijke.
effectenspecuintie woedt, clie hooge eischen stelt aan
de credietbroriueri van het land, en de liquiditeit der
banken aantast, behoeft de centrale bank haar crediet-
politiek niet te wijzigen, zoo lang het algemeen index-

cijfer van groothandeisprijzen niet verandert. Tegenover deze leer stel ik de oude opvatting van
de politiek der centrale banken, namelijk, dat
zij
ge-
leid moet orden door den toestand van het bank-

wezen, en de situatie op de geldrnarkt. Terwijl de
nieuwe theorie aan de centrale bank de taak van de
stabilisatie van het niveau van groothandelsprijzen
voorschri;jf t, handhaaf ik de meening, dat zij slechts
(le geldnlarkt stabiel behoef t te houden.
i)e traditioneele voorooriogsche opvatting van de

taak van een centrale bank is duidelijk en een.-
voud i g.

lo. De centrale bank moet den gouden standaard
handhaven door ten allen
tijde
het papiergeld i nw.is-

seibaar •te stellen tegen goud.
20. De centrale bank moet in tijden van scliaarsch-

te de situatie op de geldivarkt verlichten ‘en geld-
panieken voorkomen.
• 3o. In tijden van groote speculatie, hetzij in goe-
deren of:in effecten, moet de centrale bank een onge-
zonde credietverieening tegengaan door aan de geld-
markt middelen te onttrekken.
4o. 1-let is niet do taak van een centrale bank om een hausse te financieren, laat, staan een hausse
0
1
)

• de effectenbeurs.

De invloed van de Centrale Bank op de geld- ei
kapitaalm arict.

Er bestaan vijf groote bronnen, waaruit kapitaal
‘oorkomt. Deze zijn:

l,o. De spaarmiddelen van de beleggers.
2o. Het reserveeren van de bedrjfswinsten voor
industrie en handel.
3o. Belastingen, indien de opbrengst gebruikt wordt
voor de vermindering van de 0])enbare schuld en
andere kapitaaldoeleinclen. –
4o.IDirecte kapitaaivorming.
5o. Nieuw’e hankc.reclieteri, het resultaat van bank-

expansie, gebaeerd op goote bankreserves, die voort-
komen uit
a.
invoer van goed, of
b.
credietverleening
van cle centrale bank.’
De centrale bankpolitiek kan slechts één van deze
vijf factoren van het aanbod van kapitaal’ controlee-

ren, namelijk cle banlcepansie. Indien een centrale
bank, de schaarschte an kapitaal, voortvloeiende uit
cle vier eerstgenoemde factoren tracht te verhinderen
door den rentestand kunstmatig laag te houden, wik-
kelt zij zich in moeilijkheden, clie naderhand tot een bi i tensporige hooge rente moeten leiden. ‘De voor-
naamste oorzaak van de hooge geldrente in de Ver-
eenigde Staten ligt daarom in de kunstmati.g laag
gehouden, rente in de periode van 1921-1928.

De macht van de Centrale Bn7c over Groothan-
deisprijzen.

Op geen enkele wijze, behalve door middel van de geld- en kapitaalmarkt, kan de centrale bank iii’rloed
uitoefenen op de groothandeisprijzen en deze invloed is nog slechts van tweeden en derden en onbepaalden
graad. In de eerste plaats kan de centrale bank de
bewegingen van de geldrente niet controleeren, maar
alleen matigen. Verder zijn de geld- en kapitaal-
markt slechts één vande veld factéren, die’ de prij-
zen van’ groothandelsartikelen beïnvloeden. Ten slotte
hebben de geld- en kapitaalmarkt een veel grooteren
invloed op de markt voor effecten, onroerend goed
en wissels dan zij op de markt voor groothandelsarti-
kelen hebben.

De feitentegen ‘de Quo,ntitcitstheorie:’

Voor de laatste tien jaren hebben wij in de Ver-

eeiiigde Stateti’ proefondlervindelijk kunnen nagaan,
‘of de bewering, dat geld en erediet de groothandels-
prijzen con troleeren, steekli ou dend is. Sinds 1,919,
zijn de bankcredietén met 55.9 pOt. gestegen en is
de productie toegenomen met 24.2 pOt., terwijl de
omioopsrielheid van bankcrediet met .1 pOt. vermeer-
t
derdê. De groothandeisprijzen zijn inmiddels met

29.6 pOt. gedaald, terwijl zij 83 pOt. hooger hadden

nioeten zijn, indien de quantiteitstheorie juist was.
De geweldige uithreidi ng’ van hankcredieten heeft

echter een enorme speculatie in het leven geroepen

en sinds 1927 heeft de tôenemende vraag naar ere-
diet voor effectentransadties, te zamen met een ver-

lies van een gedeelte van onzen goudvoorraad, geleid

tot een stijging van den rentestaiid. Er bestaat
velt
toeném’ende bezorgdheid bij de Fëderal Reserve
autoriteiten en cle bankwereld in het algemeen over

de huidige credietsituatie;
Het nieuwe recept van
de
voorstanders der sta-
bilisatie.

De voorstanders der stabilisatie beweren, dat de
Fecleral Reserve autoriteiten geen belang hebben
i
bij hetgeen zich op de effectenbeurs afspeelt, zoolang
;de groothandeispijzen niet stijgen, waaruit blijkt,
dat er niet teveel crediet in omloop is.
Zij
verlaten
niet andere woorden de gedachte van de qdantite:its-
‘theorie en zien alleen naar de groothandeisprijzen als

een toetssteen ‘voor een’ juiste credietpolitiek. Prof.
(i. Cassel beweert zelfs, dat de Federal Reserve
‘autoriteiten in• de periode van 1925—’21 niet genoeg
crediet verleende, daar in die periode de groothan-

‘delsprijzen daalden. Prof. Cassel ontkent ‘eveneens;

dat de toeneming vai de makelaarsleeningen de rente
verhoogt, of eredieten onttrekt aan handel en indus-
trie. De Federal Reserve autoriteiten moeten vol-
gens hem alleen acht slaari,op het niveau van groot-
handelsprijzen en niet op andere factoren hij haar
disconto- en openmarktpolitiek.

Hoe de enorme credietexpansie de groothandels.
prijzen beïnvloed heeft.

De voorspelling van de aanhaiigers der quantiteits-
theorie, dat de groote goudaccumulatie en de crediet-expansie een stijging van de,groothandelsprjzen zou-
den teweegbrengen, is niet uitgekomen. De prijzen
stonden in 1928 precies op hetzelfde niveau als in

1921. Volgens mijn meening zou het prijsniveau op
het oogenblik lager geweest zijn, indien de expansie
van l)ankcredieten niet had plaats gevonden. Deze
expansie heeft haar’ invloed uitgeoefend, niet door een stijging van de groothandeisprijzen, maar door
een handhaving op hetzelfde niveau. Zij heeft even-
wel niet gewerkt, zooals de quantiteitsthéoretici be-veren, door een mechanisch evenwicht van de hoe-
veelheid geld aan ‘den eenen kant en de hoeveelheid
goederen aan den. anderen kant, maar veel meer in
indirecten zin.

• i,o Het is mogelijk geweest om als crediteur.natie
met zeer hooge tarieen, een grooten uitvoerhaudel en
zelfs een uitvoeroverschot te handhaven. De expansie.
a’n hankcredietën ‘heft de belegging in buitenland-
sche effecten mogelijk gemaakt, waardoor het buiten-
land in staat gesteld, werd de interest. van vroegere
le’eningen ‘te hêtaleft cii ïoôrt te gaari met dcii aan-
koop van goederen in de Vereenigde Staten.
2o. Een groote uitbreiding van de, bouw- en con-.
structiebedrijven.
3o. Het koopen op afbetaling, gebaseerd op een
vergroot credietvolume heeft een grooteren omvang
aangenomen dan in normale omstandighedeii moge-
lijk geweest zou zijn.
4o. De consumptieve vraag’ is in belangrijke mate
toegenomen door de winsten, behaald met effecten en
onroerend goed; 11 pOt. van de inkomstenbelasting
in 1928 kwam uit deze bronnen voort. Dit percentage

440

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 Mei 1929

vertegenwoordigt alleen de gerealiseerde winsten op

werkelijk uitgevoerde transacties.

Op deze vier manieren heeft het bankcrediet ge-
werkt om de groothandeisprijzen op peil te houden.
Een lager prijsniveau verdient volgens mijn mee-

ning de voorkeur, evenals een u’itvoerhandel, geba-

seerd op een evenwicht van goederen en diensten, en

een
bouwbedrijf,
dat gefinancierd wordt door de be-

sparingen van beleggers.
De toekomstige aanpassing van dan wereidgoud-

voorraad aan de behoefte.

De voorstanders der stabilisatie-gedachte en onder

hen is Prof. Cassel weder de leidende ‘figuur, zien

met vrees de toekomstige goudproductie tegemoet.

Zij
twijfelen’
aan de handhaving van het bestaande

prijsniveau van groothandelsprijzen en ‘dringen aan
op een samenwerking der centrale banken voor een

rationeel gebruik van den goudvoorraad. Alles moet

in het werk gesteld worden om een expansie van het

hankcrediet aan té moedigen, daar dit noodzakelijk

is voor een handhaving van het bestaande niveau van

groothandelsprijzen.
Ik stel voorop, dat indien de bestaande tendenzen
in het geld- en credietstelsel continu zijn, het tekort

aan goud zichzelf binnen korten
tijd
zal manifestee-

ren. De zekerste weg om dit tekort aan goud te be-

werkstelligen, is de raad van de voorstanders der

stabilisatie te volgen, die het tegenwoordige prijs-

niveau van groothandelsartikelen als heilig beschou-
wen en met alle gevaren een zoodanige verruiming

van bankcredieten doorvoeren als noodzakelijk is om

het te handhaven..

Dit vraagstuk moet zoowel van den vraag- als van

‘den .aanbodkant beschouwd worden. Wij moeten’trach-
ten bf aan de ongelimiteerde vraag van de speculan-
ten’ tegen lage renten te voldoen bf wij moeten’ de on-

gezonde uitwasseia nu tegengaan, zooals de buiten-

sporige mate, Waarin’ bankcrediet voor kapitaal- en
speculatieve doeleinden gebruikt wordt en dan op ons

nemen om het bedrijfsleven met de noodzakelijke ere
dieten voor een onbepaalde periode te voôrzien tegen
een rentevoet, die overeenkomt met de werkelijke
situatie of de kapitaalmarkt. Deze rentevoet zal, naar

ik ‘veronderstel, aanzienlijk hooger zijn dan het kunst
matig laag gehouden renteniveau van de laatste
jaren, ofschoon hij aan den anderen kant lager zal
zijn dan de op het oogénblik in de Vereenigde Staten

héerschende rentestand.

De Haven van Rotterdam in 1928.

Aan het jaarverslag over 1928 van de Scheepvaart
Vereeniging Zuid te Rotterdam ontleenen wij het

volgende:

Het jaar 1928 wks voor de haven van Rotterdam
helaas minder gunstig. Mochten wij het vorig jaar

in ‘ons verslag melding maken van vooruitgang van

het verkeer over de haven van Rotterdam, ditmaal

moeten wij op een wezenlijken teruggang wijzen.

Het havenverkeer.

Het onderstaand staatje geeft een beeld van de
goederenbeweging in de haven van Rotterdam in het

afgeloopen jaar en de vergelijking van deze beweging
met die van het voorafgaande jaar.

De vermindering in het totaal vervoer ten aanzien

van 1927 komt – zooals uit den staat is te zien –

geheel voor rekening van het vervoer der massagoe-
deren;’ de teruggang daarvan is zoo beduidend dat

de geringe toename in liet stukgoedverkeer, welke

valt vast te stellen, niet groot genoeg is geweest om
den invloed van het verminderd massaverkeer te niet
te doen.

Op de oorzaken, welke geleid hebben tot den be-langrijken teruggang in het massaverkeer, kon door

de werkgevers in de havenbedrijven in het minst geen

invloed worden uitgeoefend. De Rijnvaartstaking in
de eerste helft van het jaar, de langdurige arbeids-

moeilijkheden in de Zweedsche ertsmijnen en in het
laatst van het jaar het uitsluitingsconflict in de me-
taalbedrijven in Westfalen, zijn op den ongunstigen

keer in het massavervoer van grooten invloed ge-
weest. Het meest werd het ertsvervoer getroffen, ook

het uitgaand kolenvervoer wijst een belangrijken
teruggang aai.

De houtinvoer daarntegen is belangrijk toegeno-‘
men; dit vervoer maakt echter als’ percentage van het

massaverkeer geen beteekenend deel uit, zoodat de
uitwerking dezer vermeerdering op het totaal slechts

weinig effect heeft.

De toeneming van het stukgoedverkeer is iets groo-
ter geweest dan het vorige jaar, doch is in vergelij-
king met ‘de concurreerende groote Europeesche ha-
vens, waar de toeneming in tonnen beteekenend groo-
ter is, niet bevredigend te noemen en dit nog mindér

wanneer in aanmerking wordt genomen de uiterst
gunstige ligging van Rotterdam ten aanzien van de
verbindingen met het achterland en de outillage van
de haven.

Tarieven-politiek van de Overheid.
Bij herhaling hebben wij gedurende de laatste jaren
in het licht’ gesteld van welk groot belang een uitge-

breid stukgoedverkeer is te achten, niet slechts voor
de haven van Rotterdam, doch voor allen in het land,
die bij de verwerking dier goederen betrokken zijn.
De weinige voortvarendheid, waarmede van over-
heidswege getracht wirdt door herziening van on-
juiste, onbillijke of te hooge tarieven het verkeer op Rotterdam te bevorderen, is in schrille tegenstelling
met hetgeen in het buitenland allerwege wordt ge-

daan om het goederenverkeer, zelfs door allerlei
kunstmatige middelen, zooveel mogelijk over de

havens van het eigen land te leiden.

Vergelijkend overzicht van het goederenverkeer, doorvoerverkeer inbegrepen, te Rotterdam
hij
in- en uitvoer

ter zee over de jaren
1927
en
1928,
uitgedrukt in cijfers van
1000
ton.

II
gewijze
lnkomend)

Uitgaand)

1927

II

1928

F1 vermeer-

IPercentage
1

Percentage ii dering
of

___ –

Totaal in- 1 van het ii Totaal ‘n- 1 van het

vermin-
komend en t totaal ikomend en 1 totaal Idering,
1928
1921

1

1928

1927

1928

uitgaand

uitgaand

Ii bij
1927

Massa-goed:

Graan, zaden, enz. ……
.

4546
81
205
5045
12,43 4751
13,40

5,80

Erts ………………..

,
.1406.
8166
7
6
11413
28,14
8172
23,04
—28,40,

1236 1263
12490
10075
13726
33,83 11338 31,97

17,40
Kolen
.
……………….

.4964

1178
1107
280
,

243
1458
3,59 1350 3,80

7,41

Hout
1292
1609


13
21
1305
3,22
1630
4,60
+
24.90
Oliën

…………………

Totaal massa-goed
20076

,
16691
12871
10550
32947 81,21
27241
76,81

17,32

Totaal stukgoed

3720

4010

3901

4214

7621

18,79

8224

23,19

+

7,91

Algemeen totaal

………
23796

20701

16772

14764

40568

100,—

35465

*)
Deze cijfers zijn ontleend aan de maandstatistiekenvan den
In-,
Uit- en Doorvoer, samengesteld door het Centraal

Bureâu voor de Statistiek.

8 Mei 1929

ËCONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

441

Uitzond eringstarief en Su’rtaxes d’Entrepôt.

Nog steeds blijven de uitzonderingstarieven der

Duitsche spoorwegen niet slechts bestaan, doch wordt
daaraan voortdurend uitbreiding gegeven; het daar-

mede voor de Duitsche havens en het Duitsche spoor-
weg-transportwezen bereikte resultaat is voor belang-
hebbenden zoo sprekend, dat steeds meer goederen,

steeds andere trajecten, steeds andere mogelijkheden
in deze uitzonderingstarieven-politiek worden be-

trokken.
Ook de vrijstelling der Surtaxes d’entrepôt et

d’origine voor goederen over •Antwerpen naar de
Fransche Rijnhavens vervoerd, de uitzonderingstarie-

ven der Belgische spoorwegen Spoor goederen naar en
van Antwerpen, het ,,vrj” sleepen.naar en van Dor-drecht, van en naar Antwerpen, blijven ten nadeele

van het vervoer over de haven van Rotterdam hen

invloed uitoefenen. Men onderschatte al deze invloeden niet.
Weliswaar blijkt nu en dan, dat ook door andere

belanghebbende kringen, met name bijv. door de Duit-
sche Rijnvaartbelangen, verzet wordt aangeteekend,
niet slechts tegen de voortdurende uitbreiding der

uitzorideringstarieven, en al hetgeen het natuurlijke
Rijnvaartvervoer afbreuk doet, maar in beginsel tegen
het geheele stelsel, de practijk is ‘daar om uit te wij-
zen, dat het verzet niet hoog genoeg kan worden op-
gevoerd om de gewraakte stelsels gewijzigd of opge-
heven te krijgen. Met het voortbestaan dezer invloe-
den dient daarom terdege rekening te worden ge-

houden.
Tegen al deze maatregelen van buitenlandsche zijde,
die van blijvenden aard blijken te zijn, wenschen wij
geen tegenmaatregelen in den zin van een te volgen

bijzondere bevoordeelingspdlitiek der Nederlandsche havens, doch wij zijn van meening, dat de uitwerking
der buitenlandsche maatregelen in elk geval voor de
Overheid een spoorslag moet zijn tot het bevorderen
van alle voor de hand liggnde normale middelen,
welke ten voordeele van het vervoer over de haven

van Rotterdam kunnen medewerken.

,Indexcijfers van groothandeisprijzen.

,,The Economist” schrijft: De geringe opwaartsche
tendenz van de groothandelsprijzen gedurende de maanden Februari en Maart maakte gedurende de
afgeloopen maand plaats voor een daling van ons
indexcijfer van 2.2 pOt. De jongste bewegingen van

de indexdijfers vân elke groep
blijken
uit de na-

volgende -tabel; de cijfers voor April 1928 worden

ter vergelijking bijgevoegd:
Gemiddelde
1927 = 100

April Jan. Feb. Mrt. April
1928
1
1929
1
1929
1
199

1929

Granen en Vleesch
111.4
96.7
101.2 100.9
99.1
..Anderé voedings en ge-
notmiddelen ……..
89.4
88.5 87.3 86.5
Weefstoffen ……….
109.2
101.3
99.9
100.8
96.7
.95.0

91.8 94.8
96.4
99.7
96.7
Delfstoffen …………
Diversen ………….

.
98.3
91.2
91.4
91.4 90.0

1
Totaal …………….
101.4
1
94.7

95.6
1
96.1
1
94.0

t
De markantste gebeurtenissen van de afgeloopen
• maand waren de
l4e
prijzen voor weefstoffen en een

‘scherpe reactie in prijs van de metalen. De onderste
• tabel toont de wijzigingen, van de indexcijfers voor
• elke groep en de prijsverschillen voor elk artikel in
vergelijking met een maand geleden en met de over-

eenkomstige maand van het vorige jaar.
Bij de groep ,,Voedingsmiddelen” stegen de prij-
i zen voor Engelsch rundvleesch en Deensch varkens-

vleesch. Aardappelen en buitenlandsch ‘schapen-

vleesch waren goedkooper en de noteeringen voor
1
Canadeesche tarwe en La Plata maïs daalden. De
– belangrijke prijsdaling van de groep weefstoff en werd

– veroorzaakt door lagere prijzen voor ruwe katoen,
i jute, vlas en zijde. De voornaamste veranderingen – van de groep ,,Delfstoffeu” waren de groote prijs-
dalingen voor kopèr en tin; de noteeringen voor ‘ijzer
en staal waren vast. Bij de groep ,,Diversen” trad
rubber met een daling van 11 pOt. op den voorgrond. In vergelijking met den toestand van een jaar geleden
t toonen de prijsveranderingengroote afwijkingen, zoo-

Data


•$
‘ ‘

1913
100 100
100
100
100 100 Gemiddelde

1924..
168.5
215.8
214.7
149.3
122.6 166.2
1925..
168.4
204.2
194.6 139.8
126.2
160.9
1926.
151.7
195.3 152.6 149.8 120.7
149,4
1927.
.
147.6
20.2
157.0
123.1
116.1
143.7
1928..
152.9 189.7
165.0
115.2 111.2
140.9
April
1928..
)
Einde
164.4 .192.1 171.4
114.8
114.1
145.7
Jan.

1929..
142.7 180.8
159.0
118.6
105.9
136.1
Feb.

,,

..
149.3
‘179.0
156.8 120.6
106.1
137.3
Maart

. .
148.9 176.5
158.2 124.7
106.1
138.1
April

,,

•.
146.2
174.9 151.8 120.9 104.5
135.0

lndexcijfer
.

lndexcijter

1
Indexcijler
Toe- (+) of afneming(-)
Toe- (+) of atneming(-)I
.

in perc.

1
Toe-(+)ofafneming(-)
in perc.
vergeleken met
vergeleken metJ
in perc.
vergeleken met

vor. maand
1
vorig jaar
.
vor. maand 1 vorig jaar
1

vor. maandl vorig jaar

‘rarwe (buitenl.)

3,3
—22,1
Katoen (Am.)
.

..
—8,5

14,1
gout
(Eng.) …….

+
1,7

4,8
,,

1
(Egypt.)…
.,


9,3
—16,2

,,

(Zweedach) ..

.

.
—20,2
-3,1

6,1
Cement ………..
..

11,0

Gerst ………….

2,4

9,7

—2,7

6,1
Huiden ………..

4

0,9
—28,0

Haver ……’.
.

.
—19,9
Wol'(Eng.)
.

.
—10,3
Leder …………

4,5
—28,8

Maïa …………..

8,2
.
—10,0
(Auétr.)
..
—14,6
Benzine
No.
1
..
+
14,8


1,0
. –
8,2
-2,3
—20,4
Petroleum
. .

17,3

-16,0
—38,2
-4,5

5,5
,

..

6,9

Rundvleesch (Eng.)
-j-
6,4
—10,4′
1
—5,8
—18,4
..

7,2
(Arg.).
..
.f

6,9
..

4,5

..

..
+
5,6

(Eng.) …….
Meel …………..

Schapenvl. (Eng.)

2,3

23,1
—.10,4

10,8

Stookolie ……….


11,4
+
16,5

Rijst

…………..

(N. Z.)
Varkenavl.(Deenach)

6,6

+
8,8

+
40,2.

Vlas
…………..

Weefstoffen

Lijnolie
………..

Soda…………..
Amm Suiphaat’…
4
1


11
4

Aardappelen …….

(1ranenenVleesch..

Garen. .’

……….

Ruw.TJzer…
;….

4,8
—3s 5

18
—11.0
+
2 2
-j-

3,8

.


1,5
-.
8,4

Laken………….

btalen rails…….

0,7
+

9,7 Thee

…………..
IJzeren staven
. . .
+
5,0
+
49

Talk
……………

Creosoot
……….

+
0,3

3,9

,,’

(tops) . …
……

Zijde

………. …..

+
1,4
+

1,4

Rubber
…………

..

16,9

Hennep
………..

Kolen (Welsch).
.

1,2
+
10,4

Diversen’……….

Cacao
…………..
Rietsuiker
……..

2,2
..

16,7

Jutè
…………..

Tin (platen)………

,,

(Dur. Gas.)
+
1,6
+

3,3

Koffie
…………..

.

.

– 1,1

17,7

……

,,

(huisbrand)


+
5,3
Bietsuiker
……….
Kaas (Can.)

..

..

4,6
-0,9
+
19,5
Boter (Deensche)
– 1,8

8,9
-10,0

14,1
‘ –
2,8
—17,4
-19,2
+
25,8

..
..

Lood
……………
Tin
…………….

Ongez.
Zink
…….
_2,7
-f-

2,9
Kokosolie
………..
Tabak
……………

Andere voedings. en

Koper…………..

-.
Genotmiddelen

0,9
– 8,9
Delfstoffen
……..

3,0
+’
5,3

.

.

442

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 Mei .1929

dat ons indexcijfer van het algemeene prijsniveau

7.3 püt. lager is.


De derde tabel toont ons indexcijfer herleid tot

het gemiddelde van 1913.
Herleid tot het gemiddelde van 1924, bedraagt on
indexcijfer einde April 81.2, tegenover. 83.1 een

maand geleden en 81.8 einde Januari.
Voorts volgt hier nog een overzicht van het prijs-
verloop in een aantal belaigrjke landen:


0
..

c~g

N

.

N

6;
..

S1
~1-

1913
100
4

100
6

100
lOO
100
100
100
lOO
Novemb. 1918
..
358
438
.. ..
367
392
214

oogs e
f

..
591
679
..
325
366 297
322
(Apr.)
(Apr.)
Uan.)
(juni)
(juli)
(Mrt.)
Decemb. 1923
101
5

458
577
..
183
160
154
211
Decemb. 1924
98
5

439
553
1375

162
156
206
Decemb. 1925
103
5

555
646
142
5

—.
161
155
202
Decemb. 1926
100
5

73
654
134
145
149
145 179
Decemb. 1927
97
604
483
140
146
143
151
168
Januari

1928
96
607
490
139
145
148
153
169
Februari
96
609
489
138
144
147
150 169
4aart

»-
96
623
491
.

139
145
149
152
169
April

,,
97
624 493
140
146
151
153
170
vlei

,,
99
632
496
141
145
152
152
171
Funi

,
98
626 493
141
145
151
153
169
Juli
98
624
-488
142
144
150 148
169
Augustus

.

99
617
486
142
144
149
144
170
3eptember.
100
620
488
140
144
146
145
174
Dctober

,,
98
617
492
140
145
145
146
174
loveriiber
97
66
495
140
145
145
148
173
December
97
624 497
140
144
145
148
174 lanuari

1929
97
631
496
139
143
144
146
-172
ebruari
97
639
498
139
143
145
146
171
4âart
..
640
499
140
142
144
147
1)
Bureau
of Labour.
2)
Stat. Reichsamt.
3)
Sedert
1922
gebaseerd op
48
artikelen.
4
)1926=100.
5)
Jaargemiddelde.
6)
Sedert October
1923:
Juli 1914= 100.
)
Midden
1914= 100.

De volgende opmerkingen zijn ontleend
aan
de

desbetreffende maandpublicatie van het Oentraal

Bureau voor de Statistiek en hebben betrekking op
de Nederlandsche indexcij:fers met basis 1913-100.
Bij beschouwing der
cijfers
over Maart 1929 in

vergelijking met die over Februari blijkt, dat zoowe’l
het algemeen indexcijfér als dat der voedingsmidde-

len e.d. met 1 punt is gestegen..
Wat het algemeen indexcijfer betreft, staat tegen-
over een prijsstijging van 19 artikelen met in totaal

112 punten een prijsdaling van 13 artikelen met in

totaal 71 punten.

Met 10 punten of meer stegen de artikelen: hooi

(12), aardappelen (20) en schapeuvleesch (17
pun

ten), daarentegen daalden met 10 of meer iuoten.:
boter (24), eieren 13) en melk (14 punten).

OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.

The American Economie Reviev.

Evanston, 111., Maart 1929.

Fred. M. Taylor,
Guidance of production in a so-

cialist State;
W. Notz;
Ten years’ operation of the

Webb Law;
A. C. Whitalcer;
Stock dividend question;

G. H. Evans Jr.,
Early history of prefeired stock in

IJ. S.; G. V. Portus,
Development of vage fixation in

Australia.

The Amer.icasi Journal of Interna-

t
i o n al L a w.

Concord, N.H., Januari 1929.

M. 0. Hudson,
The seventh year of the Permanent

Court of International Justice;
G. Stevens,
The doc-

trine of positive acts;
H. B. Hazard,
The doctrine of

Res Judicata in naturalizatin cases in the United.

States;
N. L. Hill,
The origin of the Law of Un-

neutral Service;
R. R. Wilson,
Reservation clauses in
agreemens for obligatory arbitration;
Q.
Wright,

The ioterpretation of multilateral treaties.

Ar chiv für S ozi aiws senschaft und

S o z i al p 01 i t i k.

Tübingen, Februari 1929.
-‘


J. D. Blacit,
Entwickiungstendenzen der Landwirt-

schaft der Vereinigten Staaten nach dem Krieg;
W.
l4T
o
ti
ns
k
y
, Lebensmittelprêise, Beschiiftigungsgrad
unci Kriminalitit;
M. Jaffé,
Gedanken zur venetiani-

schen Geschichte;
H.
.
Speier,
Die Gesehichtaphilo-

sophie Lassailes. 1;
A. Koch,
Arbeitermemoiren als

sozi alwi ssenschaftli ehe Erkenntnisquelle.

D e E c o n o m ;i st.

Haarlem, Januari 1929.
G. Morrea,
De werking van Böhrns ,,Drei Grün-

de” in individueele en in collectivistisch georgani-

seerde huishoudingen;
Dr. J. Wisselinic,
Industrieele

trusts en kartels. Productiedeviatie.

Journal des Economistes.

Parijs, 15

Jan. 1929.

E. Payen,
Le Budget de 1929;
R. J. Pierre,
La p0-

pulation du globe et des principaux pays;

.P. Cau-

boue, Comptes courants, comptes de dépôts;
F. Jacq,

La propriété scientifique;
Barriol, Bernard, Brochu,

L’emprunt dela viiie de Paris (décembre 1928).

T d e m.

Parijs, 15 Febr. 1929.

E Payen, La protection de l’épargne; R. J. Pierre,

L’agriculture et les villes tentaculaires;
G. de Nou-

vion, Les chemins de fer français depuis ci.nquante

ans; S.
Barodaëws/cy,
Le commerce
extérieur
de la

Tchécoslovaquie;
L. G. Nuniile,
Refonte administra-

tive.

1 d om.

Parijs, 1.5 Maart 1929:

E. P.,
Le Comité des experts;
R. J. Pierre,
La

Grande-Bretagne en 1928; 0. Pichot, Le régirne des

parts de fondateur;
MartchenlcQ,
Les relations corn-

merciales franco-soviétiques en 1928; G.
de Nouvion,

Les conflits du travail; C.
de Kownacici,
Le déveiop-

pement en Poiogne da crédit hypothécaire en lettre

de gage.

The Quarterly Journal of Ecoiiom-

i c s.

Cambridge, Mass.,- Februari 1929.

G.
0. May,
Carrier property consumed in operation

and the regulation

of profits;
F D. Graham,
Self

limiting and self inflammatory movements in exchan-

ge rates. Germarsy;
J. S. ‘Davis,
The export debenture

plan for aid to agriculture;
W. T. Ham,
The German

building guiids;
W. C. Mitchell, Sombart’s -lioch-

kaj) itali.smus.

Schmollers Jahrhuch.

München, Leip-

zig,
December 1928.

R. Zuc/cerlcandl,
Weitere Beitrge
zur
Produktioris-

lehre; R. IT.Wessely,
Ein vergessener Karneralist:

Benjamin Leuber;
W. Eliasberg,
Wirtschaf
t
and

Vertrauen. Beitrilge zur Psychologi.e der ilteren An-
gestellten in ihrer Bedeu.tung für die Wirtsehafa;

H. Sievelcin,
Der Kaufmann im Mittelalter;
Fr.

Schilling, Stammbaum und Arthild der Deutschen

und ihrer Verwandten;
W. Stieda,
Franz Karl

Achard und die Frühzeit

der deutschen Zuckerin-

dustrie.

De Socialistische Gids.

Amsterdam,

Maart 1929.
bevat o.a.:


W. H. Vliegen,
Het Partijkongres te Nijmegen;
Dr.

Ir. Th. van der Waerden,
Het boek van Kautsky; S.

R. de Miranda,
Openbaringen uit Rusland;
Ma. H.

J. van Meurs, Uit de Volkenbondsstad : De opiun1

kwestie; het geval ;,Naarden”;
Dr. F. M. Wibaut,,

De Socialistische Arbeiders Internationale en de in-
ternatioal ontwapening;
G. F. Lindeyer,
De ont-

wikkeling en beteekenis van den Limhurgsehen steeii-

kolenmijnbouw. III.

Weltwirtsehaftliches Ar-chiv. —,Jeua,

October 1928.

Dr. W. Sontbart, Die Wandlungen- ‘des Kapitalis-

mus;
Dr. R. Michels,
tiber den amerikanischen Na-

tionaiitï.tsbegriff;
Dr. P. Berlcenlcopf,
Internationale

Industriekartelie und ihre Bedeutung für die Ge-
staltung der weltwirtschaftliëhen

Beziehungen;

G. A. Studensicy,
Die ökonomische Natur. der biiuer-

lichen Wirtschaft;
Dr. Louise Sommer,
Die Vorge-

schichte der Weltwi’rtsehaftskonferenz (Genf 1927).

8’Mei 1929

ECONOMISCH-STATISISCHE BERICHTEN

.

443

.

MAANDCIJFERS.

STATISTISCH OVERZICHT VAN DEN ECONOMISCHEN TOESTAND VAN NEDERLAND.
(Niet met

gemerkte gegevens ontleend aanhetMaandschrift van het Céntraal Bureau voor de Statistiek.)
.
:

1928
1929
Jan/Febr.

Juli
1

Aug.
Sept.
Oct.
1

Nov.
1

Dec.1
Jan.
1

Febr.

11
1928
1

1929

Arbeidsmarkt.
.
.

fabrieksbouw
)< f
1000 15,09
0,64
12.04
0,66
8.43
0,09
9.03 0,24
9.98
0,20
13.98
0,29
10.37
0,31
11.55
0,84
2.1.75
21.92

./
aas
en part. mijnen.
Aantal arbeiders op len der maand
33.820

38.837
33.811
33.949 34.100 34.420
34.678
35.0E8
1,06
34.538
12

,1
5
Bedrag der gehouden
aanbestedingen
X
f
lOCO …………
waaronder voor

………………

(
Gemiddeld aantal taken p. week v.

Amsterdam
Haven-
23,58
2262
21,37
23,10
26,76
22,70
26,26
14,86
2118
20,56
alle b.d. ,,Havenarbeils-Reserve”

()<
1000)
bedrijf
;

ingeschr.
losse
arbeiders te zamen
)
Rtterdam
52,64
43,:2
46,76
42,28
45,57

40,06
39,99
39,01
39,9912

Indexcijfer der Werkloosheid.
4
.
1,
1
T
§JM
JL

Arbeidsbemiddeling.
1)

[{
Overgebl. op het einde v. de mna.{
1
jJ52,3
53,3
,

51,6
57,6
67,9
88,6
102,7 117,4
84,2
110,1

Arbeidsloonen.
]
T
Ondergrondsche arbeiders ……….
5

bij

de mijnen
f
5,54
f5,54 f5,57 f5,57
f5,62
f5,58
f5,60
f
5,5313)
Bovengrondsche

……….

‘l

(loon

per dienst)
3,99
,, 3,99
4,-
.398
,,
4,-
,, 4,01
,, 4,05
,

3,9912)

Vaste

havenarbeiders {Amsterdam
}
weekinkome

.
.. .{
,34,97I4
6614)
f35T03
f,92

0,95
,,
0,95.
0,94
,, 0,95
,, 0,92
0,99
,, 0,93
f
0,91
,

0,9612)
o
j
1w
e rijven
ms er am.
0,90
0,89
,, 0,90
,,0,91
0,91
,,0,93 ,,0,90
,, 0,90
,

0,91
12
)
12

(
Metsëlaar

uurinkomen

……………….
<

Timmerman

,,

……………….
Opperman

,,

………………
,, 0,84
,, 0,86 ,, 0,85
,, 0,86
,, 0,83
,, 0,86
,, 0,82
,, 0,80 .,
0,8312)

Metaalindustrie, uurinkomen van meerderj. geschoolde arb.
0,67
1
5)

.

Voortbrenging en verbruik.

Zee.

5
.
aanvoer in

Ned.

havens

2)

X

1000

K.G.
§
12.670
§
11.631
§
17.829
§
24.059
24.988
§

7.173
§

3.760
§ 4.041)3
§
3.760
13

riJ.

1.
2.096
§

2.705
§

3.955
§

4.917
§

4.280
§

2.026
§

1.455
§
1.485
13

§
1.45513
§

938
§

947
§

894
§

981
§

918
§

859
§

980
§

841
§

1.771
§ 1.821 vissche

opbrengst
X
t

1000

……………………..
sSteenkoolproductle
X
1000 ton
3)
……………………..
Voor binnenlandsCh verbruik beschikbaar gekomen hoe-
veelheid
steenkolen X

1000
ton 4)

……………………
§

928
§

986
§

879
§

1.099
§

996
§

984
§

.063
§

947
§
1.960
§
2.010
Beetwortelsuikerproductie
(ruwe

en

cousumptiesuiker)
x

1000

K.G…………………………………
…….

,
2.84
117.70
134.34
32.66
0.28 0.39
0.26
0.67
Consumptiesuiker: totale productie fabrieken en raffinade-
,
rijen

X

1000

K.G…………………………………..
20,82 22.36 24.66
811.50
96.
0
4
43.42
19.31
18.78
66.27
38.09
In consumptie gebrachte
suiker
5)
X
1000
K.G…………
19,96
17.97 15.55
21.74
19.03
17.08
16.16 12.49
28.84
28.6
Eleclriciteitsfabricken;
aan het net afgegeven stroom

Schepen inaanboun’

inhoud in bruto Registerton
7
)

. .. .
99
104 108

182
141
148 153
.

138
258
291
191
:

182
.
175
16
)
Volksh,iisi’esting;
voltooide woningen in het Rijk (nieuw-

.

i –
3.924
3.871
4.116
4.688 4.394
3.385
2.554
2.859
13
)
2.554
13
)

x

1.000.000 k. W. h……………………………….

Rijksvoorsch. aan

gemeenten

(ver-
.

bouw)

(aantal)……

……..
……….

280

17
2.359

1.999

25
15
25
Aanbestedingen van woningbouwvereen.
X f
1000
.736
932 578
121
2.157
1.046
142
474
2.825
616
:

leend-ingetrokken)
f
1000 ………….

lndexci1fers prijzen landbouw- en veeteeltart.

basis

1
141
142
134
132
lol
132
130 132
143
131
lndexcijfers productiekosten van den landbouwj l910-‘l4
172
167 164
1

170 169
169
171
173
169
172

Handel en Verkeer.
211 224 240 234
222
210
233
178
434
411
tfandelsbeweglng
zonder gouden

en 1
zilveren munt en muntmateriaal (in ‘

Uitvoer
161
188
190 180
170
165 152
124
292
276

( Invoer ………..

millioenen)

……..
…………….
!.

Uitv.v. fabrjkaten
64,0
68,2
69,8
70,7
68,5
70,8
68,1
55,1
119,9
123,2
Ontvangsten der Spoorlvegmaatsch.
(in millioenen)
16,7
17,6
15,3
15,2
§

13,2
§

12,8
§

13,6
§

13,1
26,1
§

26,7
Inklarïngen
(geladen zeeschepen)

‘in

N

T’ s”.”
6,74
6,79
6.48
6,29
6,20
5,88
5.48 4,59
11,27
10,07

‘1,…
Uitkiaringen

f
5,09
5,16
5,21
4,89
4,75
4,81
4,43
2,89
10,07
7,32
Inklaringen
(geladen rivierschepen in 1000 ton

(
Uit klaringenf
van

1000
1(0.) …………. . …………..

3,56
3,82
3,73
3,76
3,41
3,27
3,35
0,55
7,04
3,90
3,11
3,90
3,60
3,75
2,80
2,65 2,74 0,37
5,48
3,11
lndexc. v. scheepsvrachten.(Volle ladingen ,,The Econom.”)
109,0
114,2
115,8 120,9 129,1 131,7
127,5
124,1
112,2
125,8,

(
Gelôst

bij invoer…………’.

(
2.108 2.420
2.314
2.256 2.124
2.071
l.952
1.216
3.453
3.168

Geladen bij

uitvoer

……..
>

.,

<
n

e

avens

on1
894
1.002
.

1.013
975
1

982
901
815 448
1.510
1.263
Doorgevoerd met overlading

1
2.321
2.863
2.784
2.645 J
2.761
1.917
2.404
1.781
4.539
4.185

Prijzen, kosten van levensonderhoud,
•IndexcijfersdergroothaichlsPLr(Jzen
}
Algemeen cijfer
..
148
144
145 146
148
148
146 146
152 146
Kosten
van

levens-

.Arb.gez. A’dam
(1
Oct. ’23-30 Sept.’24
= 100)…
95,8
95,1
96,016)
onderhoud.)

Financiewezen,

.
*Opbrengst
RjJksm,iddelen
(totaal).
.-

.. …
*

Beursbelasting ……….
1

.

.

.

1… .
40,7
37,2 36,2
41,0 42,6
42,9
45,4 37,4
80,9 82,8

millioenen)
‘….
0,55
0,43
0,36
0,83
063
047
1,09
064
1,11
1,73
..
Invoerrechten

………
j.(in

4,88 4,93 5,3 6,0 5,2 4,7 5,4 4,7
10,6
10,1
.Statistlekrecht

…..
0,380 0,403
0,400
‘0,410
0,391
0,345 0,379 0,299 0,732
0,678
•Gegireerd
door den
Postch.
en
Girodienst
(in millioenen)
528
510
493
535
584
569
621
523
1.021 1.144
•Qiro.omzef bij de Ned. Bank
(in nlillioenen) ………….
3.685
3.254
2,957
3.576 3.329 3.206 3.816 3.576
7.522
7.392
Opereerend kapitaal der Ned. Bank
10)
(in millioenen)
. .
•Wjsseldiscônto
390
397
389
418
.

426 418
405
365
39712)
4,50 4,08 4,5
4,12 4,50
.

4,33
4,50 4,32
4,50 4,39 4,50
4,40
4,50
4,19
4,50 4,35
4,50 4,12 4,50 4,27
3,85
3,00 4,35 4,42
4,74
4,71
4,44
4,78 3,94
4,61 ‘(
Rijkspostspaarbank, inlagen
. .. .
11,42 12,56
11,09
10,79
11,17 10,02
12,11
11,36
25,01
23,47

derNederl.Bank’

(……….

paar an en
5

,,

,
terugbetal.

1

i 00
0
000
10,75
10,07
10,09 11,83
9,90 9,88
,

11,36
9,11
‘21,58
20,47

•Partjculier disconto

‘ gemiddeld pCt./ ……….
Prolongatie

5
.

……….


40 Part, spaarbanken, inlagen

. 1
l0;42
10,76
10,09 10,43
.11,35
12,10 15,26
25,15
15,26
13
)
1

40

,,

,.

.,
terugbet. )
9,78
8,19
8,54
10,72
9,42
8,72
11,41
19,72
11,4113)
113
115′
116
114
116 118
121
123 122
!ndexcijfer van aandeelen
1921-5=100

………………..
Gemiddeld rendement van obligatien

…………………
4,64 4,63
4,61
4,61
4,65
4,62
4,62
4,65
4,73
•Emissies
(onder aftrek conversies
U)
(in miii.)
55,7
3,6V
1
,3
80,6
122,6
134.1
129
,
1
91,1
263,2

Aantal uitgesproken Faillissementen.
226

231
j254271
215
11253
239
592
492

§
Voorloopige cijfers.

1]
40 distr.- en 3 andere arb.beurzcn en, voor zoover bekend, de cor-

.
uitvoer in den vorm van suikerhoudende goederen.
7] Op
den laatste
der arb.bemiddeling.
2
1
Zoowel door Noden,
respondentsch.

als buitenl.

van het kwartaal. Cijfers van Lloyds.
0]
Te A’dam en te R’dam.
91
A’dam,
schepen.

1 Kolenslik inbegrepen.
Ook
zijn inbegrepen de eigen con-

R’dam, Vlissingen, Vlaardingen, Hoek van Holland, Ijmuiden en overige
sumptie der mijnen en

de

kolen, die aan de mijnwerkers gegeven

havens.
101

Zonder voorschot aan den Staat en schatkistpromessen
worden

lz.g. ,,Deputatkohlen”].
41
Saldo invoer
plus
eigen productie,

rechtstreeks; 3e

weekbalans
v.

d. maand.
11]
Nominaal bedrag voor
S]
D.w.z. onder betaling van accijns in het vrije verkeer gebracht. Aan-

Januari 10,9;

Februari 3,5; Jan/Febr. ‘2825,6; Jan.jFebr. ’29 14,4.
12
1
Febr.
dat deze suiker binnenkort de

131

14
1

’27.
15]

’27.

’27.
genomen mag worden,

consumenten be-

Jan.

4e kwart.

1
kwart.

1
61 Dec.
reikt.

61

D.w.z. waarvoor restitutie

van

accijns
is
verleend wegens

444

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERIC}tTEN

8 Mei 1929

PRODUCTIE DER STEENKOLEN-, BRUIN-
KOLEN- EN ZOUTMIJNEN.

(Gegevens verstrekt door den Hoofdingenieur der mijnen.)

I. Gezamenlijke Steenkolenmijnen.

December
Jan./Dec. Jan./Dec.
1928
1928
1927

Prod. Steenkolen in tonnen.
846.133
10.694.215
9.323.013,
12.407
225.790,4
165.400′
Kolenslik

……………….
Aantal normalewerkdagen
24
1
)
304
303.
.1

II. Bruinkolenmijn ,,Carisborg”

December
Jan.IDec. Jan./Dec.
1928
1

1928 1927

Netto-productie in tonnen.
.
7.204
196.668
201.412,8

Aantal normale werkdagen
11
2
)
(

283
257

III. Zoutmijnen.
(Kon. Ned. Zoutindustrie te Boekelo.)
• Deceniber Jan/Dec. Jan./Dec.
1928

1928

1927

Afgeleverd:
Geraif.

zout ……… (ton)
3.107
39.397
35.672,5
Industriezout

…….
(
,,
)
79,5
654,5 693,5
Afvalzout

………..
(

,,)
110
1.808 1.674
Aantal normale werkdagen
23
307
308′)

Arbeiders.
,
t

Oezamen
lijke
Bruin-
-•,
Aantal.
Steenkolen-
kolenmij n
Carisborg”
Zoutmilnen

10.029
8
)
(24.6494)
83 146

1 Januari 1929

………..

1 Januari 1928

………..
{

9.3748)

25.090
4
)
157 134

‘) Mijnen Willem en Julia 23 dagen.
2)
Tijdelijke stopzetting bedrijf in verband niet afzet- 1
moeilij kbeden.
8) bovengronds. 4) ondergronds.

POSTOHEQIJE EN GIRODIENST.

(In duizenden guldens).

Januari 1929

Januari 1928

Aantal
Bedrag
Aantal
Bedrag

Aantal rekeningen
op ultO.

……..
140.381
130.275
Bijschrijvingen ….
2.081.712
476.512
1.725.001
401.245,
wegens:

….

119.427
704.925
107.773′
b.
Overschrijvingen.
van andere rek
1.247291
331.367
1.019.951
286.972
van Ned. Bank
153
25.718
125
6.482

c.
And; onderwerpen
– –

18f
.332.051
502.043
1,109.353
413.213
wegens:

Stortingen………834.268

68.406 191.888
58.376
Overschrijvingen.
..

1.107.345

Afschrijvingen …….

op andere

rek
331.367 906.512
286.972

a. Chèques

………213.123

naar Ned. Bank
1.130
102.229
.947
67.827
c.And. onderwerpen
10.453
41
10.006
38
Gezamenlijk tegoed
op ultO
95.477
86.035
Bedrag der be-
leg
ging’)
70.827
69.539

1) Het bedrag, dat vroeger tegen vergoeding van rentè
aan de schatkist werd verstrekt, wordt tegenwoordig, voor
zoover liet nog niet voor vaste belegging is aangewend, te
zamen met andere bedragen in rekening-courant met het
Staatsbedrijf der posterijen en telegraf ie begrepen en is
daarom niet meer in het bedrag der belegging begrepen;

ONTVANGEN:

Discussieversla gen Efficiertcy-dagen 1928
van het

Nederlandsch Instituut voor Efficiency. (J.
Muusses, Purmerend).

Verslag der discussies, gehouden op de vergadering van
het Nederlandsch Instituut voor Efficiency op 18 December
1928 en het Nederlandsch Instituut voor Documentatie
en Registratuur op 19 December 1028.

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B. *** beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

Ned 1Vrsch.
Disc. Wissels.
5425 Mrt.’291
Zwits. Nat. Bk.
3422 Oct.’25
Bel.Binn.Eif.6 25Mrt.’29
N.Bk.v.Denem.5
28Juni’27
in R.C. 7
25 Mrt. ’29
ZweedscheRbk
4424 Aug.’28
Javasche Bank…..
4425
Feb.’29
Bank v.Noorw.
5426 Mrt. ’28
Bank van Engeland 54
7Feb.’29
Bk. v. Tsjecho-
Duitsche Rijksbank
74 25Apr ’29
slowakije .. 5
8Mrt.
’27
Bank v. Frankrijk.
3419 Jan.’28
N.Bk.v.O’rijk.
7423 Apr’29
Belgische Nat.Bnk. 4
30Juni’28
N. Bk. v. Hong. 8
25Apr’29
Fed. Res.BankN.Y. 5
12Juli’28
Bank v. Italië. 7.
13 Mrt.’29
Bank van Spanje
5419 Dec.’28
Z.-Afr.Res.bnk 54
9Jan.’28

OPEN ‘MARKT.

1929

‘.


1928
‘1
1927

11
1914

4 Mei
I29AprilI
22127
15120
30April!
217

11

20124
4 Mei
April
April
5Mei
Mei
Juli

Amsterdam
Partic.dlsc.
511
4

5
1
14.
7
(18′
5I16-I8
5114_3/g

4I1’6-I16
33j
8
_11
3

3
1
18_Ij1e
Prolong.
6
5314-61
511
4
.6
5
3
(46
1
14
4
1
12
331
4
..411
2
1
14
2
4
Londen
Daggeld ..
411_11
411
4
.511
4

4-5
3I1_4
1
1
2112.4114
31
1’4
41
1
131
4
-2
Partic. disc.
5
1
116
5′(ie-Iie
5132-I16
519.14
3
1
51164
351811I16
21(4.5(4

Berlijn
Daggeld..
8’j,-lO
8
1
12-I1
4-8 4-8
3
14
7
‘!2
-9
‘(2
6-8
1
12

Partic.dlsc.
30-55 d..
.
71
12
75Is_1I
2

6
1
12-718
6112
6
518
3
14
4
718

56-90 d..
.
7
1
12
7
3
18.
1
12
611
2
_731
0

6
1
12
61(8-8(4
4718

21(g-1(
Ware n-
.

wechsel.
8
3
19
714-8318
7.114
6
5
18-7
67/57114
5

Neu, York
Dggeld ‘)
1
11.114
10_15
1
1
4

711
3
1611
4

7
1
(2-9
1
(4
4112-614
4.314

1814′.2111
Part, disc.
55
18
5
5
1e
5
5
18
1

5
5
/s
1

4114

1

.
331
4

-‘

1) Koers van 3 Mei en daaraan voorafgaande weken t(m Vrijdag.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

13a a
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavla
York)

) ) )
1)

30 Apr. 1929
2.48i11,
12.07%
58.974
9.724
34.554
99%
1 Méi

1929
2.4824
12.07
58.96
9.72k
34.534
99
2

,,

1929
2•48h

12.07
58.96
9.724
34.534
9%
3

,,

1929
,
2.48
1
i/
12,06H
58.924
9.72
34.534
9994/
4

,,

1929
2.48’i/
12.06+
58.95
9.72
34.54
992%

6

,,

1929
2.4894
12.07’I
58.99 9.724
34.54 134.50
9994
Laagsted.w.1)
Hoogste d.wl)
2.4.8%
2.4871
8

12.06%
12.08
58.85
5
9.05
9.71
9.74
1
34.57
99
100
29 Apr. 1929
2.48111
111

12.07
58.95.
9.724′
34.544
99%
22

,,

1929
2.4911,
6

12.08%
59.034
9.73
34.58
99%
Muntpariteit
2.4894 12.1094
59.26
9.75
1
34.59
100

Data
Zwit-
ser an
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
0)

rest
1)
0*)
0*)

30 Apr. 1929
47.92 34.92%
7.36 1.474
13.03
35.674
1
Mei

1929
47.9234
34,921.4
7.36
1.474 13.034
35.874
2

,,

1929
47.92%
34.92%
7.36
1.474
13.03
35.60
3

,,

1929
‘47.91
34.92%
7.36
1.48
13.03
35.60
4

,,

1929
47.90%
34.92% 7.36
1.474
– –
6

,,

192
47.92 34.92% 7.364
1.47 13.04
35.49
Laagsted.w.’)
47.89 34.87
,
1
2

7.33
1.45
13.01
35.25
Hoogsted.wl)
47.95
35.-
7.39
1.50
13.06
3..-
29 Apr.1929
47.90 34.97%
7.374
1.48
13.03
35.874
22

,,

1929
47.93%
35.-
.

7,371
1.474
13.04
36.424
Muntpariteit
48.-_
35.-
)48._
13.09
48.-

Data
Stock-
Kopen-
Oslo •I
.”
Buenos-.
Mon-
holm
)
hagen)
f05
,
)

Aires’)
tteal
1)

30 Apr. 1929
66.50
66.35
66.35
6.274
10451
2.46i5,,
1
Mei

1929
66.474 66.35
66.35
6.26
1045/
2.47
2

,,

1929
66.474
66.35
6635
6.274
10411
8

2.4671
8

3

,,

1929
66.474 66.30
66.35
6.26
104%
2.4671
4

,,

1929
66474
66.30
66.324
6.26
104% 2.467/
s

6

,,

1929
66;50
66.30
66.35
6.26
‘1045/
2.46151,
Laagsted.w.’)
66.40 66.25
66.274
6,221
10481
2.46%
Hoogste d.w
1
)
66.524
66.40
66.40,
6.30
10411
2.47′
29 Apr. 1929
06.474 66.35 66.35 6.26
l045/
2.467/ 22

,,

1929
66.55
66.40 66.40
6.274
1042%
2.47
Muntpariteit
66.67 66.67
66.67
6.264
105%
2.48%
) Noteerlog te Amsterdam.
*0)
Noteering te Rotterdam.
Particuliere opgave.
Wettelijk gestabiliseerd tusschen
7,53415
en 7.21
1
12.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

8 Mei 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

445

KOERSEN TE NEW YORK.
(Cable).

Data
Londen
Parijs
Berlijn
1 Amsterdam
($
per £)
($
P. 100 Ir.)
($
p. 100 Mk.) ($ p.IOO gld.)

30 April

1929
4,8531,
3,91
23,71
40,2034

1 Mei

1929
4,8571
8

3,907/
23,71
40,21

2

1929
4,85
2
/
3,9071
8

23,70
40,21

3

1929
4,8551,
3,9071
23,70
40,2134

4

,,

1929
4.8551
18

3,9071
9

23,7034 40,2134

6

,,

1929
4,8534
3,9071
9

23,7134
40,2134

7 Mei

19281
4,8811
8

3,93
6
18
23,9234
40,3434

Muntpariteit ..
4,8667
13,92
23,813,(
4081
18

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
20Apr.
1929
27Apr. 129
1929

1
LaagstelHoogste
,
1
April14 Mei’29
4Mei
1929

AIexandri. .
Piast. p.0
97
971
8

97116
9791
,

97

Athene


Dr.p.c
37434
3741
37434
3753.(
375

Bangkok …
Sh. p. tical
1j1031
8

1110k
1110,
111034
1110)4

Budapest . ..
Pen. p. £
27.86
27.86 27.84 27.88 27.86

B. Aires

. ..
d. p. $
17 1164
475
1

47
17

47s/
47191
4

Calcutta . . .
h. p. rup.
1/5611
94

1;5
61
4
4

1/5
59
/
94

1/561/94
1j5151
Constantin..
Piast. p.
£
985
98734
985 995
9.90

Hongkong . .
8h. p. $
1/11v
1/117/,
1
/
118
18
210)4
1113H
Kobe

……
Sh.p.yen
ij10
1/1034
1110118
1/10H
11109

Lissabon

. .
E scu.p.0
10811
9

10811
s

108
108)4 1089/
9

Mexico’)


$ per
£
10.25
10.25
10.00 10.50
10.07′

Montevideo
d. perC,
4834
478%
4734
48)4
48

Montreal

..
$ per £
4.8934
4.89
4.88+

4.8934
4.88

R.d.Janeiro
d. per Mil.

..

587154
1
64

571
9

5291s,
5164
Shanghai . . .
Sh. p. tael
21615/
15

2/6′!,
6

2/5)4
21651
15

257/
9

Singapore. ..
id. p. $
213
49
1
54

21349164

213
23
1
2

21315/
15

213
47
1
94

Valparaiso
‘).
$ p. £
39.60
39.61
39.59
39.67
39.67
Warschau ..
Zl. p. £
4351,
43’1
1

43•’I,,
4371
4351
1

1)
In

het vervolg
worden de Mex.
$ niet
meer in penc. doch
In £
genoteerd.

2)
90 dg.

ZILVERPRIJS
GOUDPRLJS
5)

Londen’)
N.York’) Londen
29 Apr.
1929..

2551
j5

5411
9

29 Apr. 1929….
8411134

30

,,
1929..

25s,,
543%
30

,,

1929…..
8411034
1 Mei
1929-

2551,
5

5434
1

Mei

1929…. .
84111
2

,,
1929..

2534 5434
2

,,

1929….
84111)4

3

,,
1929..

25s1
6

5434
3

,,

1929.. . .
8411134

4

,,
1929..

25
5
1
54
18
4

,,

1929….
84/1134

5 Mei
1928..

2634
5834
5 Mei

1928….
84111

20 Juli
1914..

24191
95

59
20 Juli

1914… .
84111

1)
in pence p. oz.stand.
2)
Forelgn silver In $ê. p.oz.fine.
3)
In si,. p.oz. line

STAND VAN ‘e RIJKS KAS.

Vorderingen.

1
23April1929

1
30April1929

Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
f

352.503,33
1

15.635,88
Voorschot

op

ultimo Maart ’29

aan
de gem. op voor haar door de Rijks-
administratie te
heffen gemeentelijke
Inkomstenbelasting
en
opcenten
op
de
Rijksinkomsten belasting……..
40 .599.929,70
,,

40.599.929,70
Voorschotten
aan Ned.-lndië

,,

1.180.187,83

12.519.077,72
,,

12.639.133,77
Id.
aan

Suriname ……………………
,,

262.533,54
,,

268.633,57
Kasvord. weg. credietverst.ajh. buitenl
143.343.110,28
,, 146.858.50,75
Id.
aan Curaçao …………………..

Saldo der postrekenlngen van Rijks-
20.237.210,19
,,

21.167.651,91
comptabelen

……………………
Vordering
op andere
Staatsbedrijven’)
4.572.578,72
,,

4.472.578,72

VerplIchtingen.

Voorschot door de Nederi.
Bank
ingev.
art.
16 van haar
octrooi
verstrekt..
/

9.075.521,24
/

10.302.017,82
Schatkistbiljetten
In
omloop’)………
Schatklstpromessen in omloop ……..
91.395.000,-
64.090.000,-
,,

91.395.000,–
,,

64.090.000,-
Waarvan
direct
bij
de Ned.
Bank..,,
30.000.000,-

,, 30.000.000,-
11.000 000,-
11.555.786,50
,,

11.580.030,-
,,

475.506,30
– –

Daggeldieeningen
…………………..
Zilverbons in

omloop………………..

Id. aan het
Alg.
Burg.
Pensioenfonds’)
,,

65.375,15
,,

104.954,19

Schuld

aan

Ned.-lndië
……………..
Id. aan

Curaçao
………………………

Id.
a. h.
Staatsbedrijf d. P., T. en T. 2)
.
.,,
42.912.548,07
;,

47.038.087,29
Id. aan andere Staatsbedrijven’)……….
1.540.000,-
,,

1.540.000,-
Id. aan diverse instellingen 2) ………..
12.299.401,02
11.875.482,91
1) Waarvan
f
12.056.000 vervallende
op 1 Juli 1929.
1) In
rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.

27 Apnh1929

1
4Mei 1929

Vorderingen:
Saldo

bij’s

Rijks

kas
…………….
fl5.319.000,-
f
7.259.000,-


Verplichtingen:
Betaalmiddelen In ‘s Lands Kas

Saldo bij de
Javasche Bank ……………

.


Waarvan Muntbiljetten ……………….

Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonda
,, 46.984.000,-
3.116.000,-
,46.780.000,-
,,

2.826.000,-
Muntbiljetten in omloop

………….

Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarhank

1.089.000.-‘
,,

681.000,-.
Voorschot van de Javasche Bank
,, 6.682.000,-
. . 6.390.000,-

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 6 Mei 1929

Activa.
Binnenl.Wis-Illfdbk.
f
116.121.101,93
sels, Prom., Bijbnk.

11.033.492,52
ena. in Oisc.( Ag.scfl. ,,

9.943.61 f

143.034.538.06
Papier o. h. Buitenl. in disconto….

Idem eigen portef. . f 121.744.319,-
Af :Verkochtmaai voor
debk.nognietafgel.

. –

121.744.319,-
Beleeningen { Hfdbk.
f
73.178.733,64
mci. vrsch.
in rek.-crt. Bijbnk. ,,

8.102.070,85
op onderp. Ag.sch. ,, 52.866.900,23

/ 134.147.704,72

Op Erecten.. . – … f 130.714.304,72
Op Goederen en Spec. ,,

3.433.400,-
134.147.704,72
Voorschotten a. h. Rijk …_….. .-. … .-. –

,,

Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud … …
f

66.225.360,-
Muntmat., Goud ..

370.816.641,37

f
437.042.001,37
Munt, Zilver, enz..

20.754.298,10
Muntmat., Zilver..


457.796.299,47 1
Belegging
1
1

kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds

…………
,,
24.916.549,07
Gebouwen en Meub. der Bank ……….
5.000.000,-
Diverse

rekeningen .. .- ……………

,,
41.604.199,19

(
928.243.609,51
Paselva.
Kapitaal …………………..
f
20.000.000,-
Reservefonds …….
… ._

,,
7.157.903,12
Bijzondere reserve …………………
8.000.000,-
Pensioenfonds

………………….,,
5.855.574,05
Bankbiljetten in omloop …………….
850.429.195,-
Bankssignati6n in omloop………….
235.839,49
Rek.-Cour.
5
Het Rijk f

1.415.966,32
saldo’s:

‘l.
Anderen

15.065.640,95

,,
16.481.607,27
Diverse rekeningen …….. .. .

……
20.083.490,58

f
928.243.609,51

Beschikbaar snetaalsaldo …….. …… .
f
110.467.137,69
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is.
276.187.840,-
1) Waarvan in liet buitenland
f
23.890.447,18

Voornaamsteposteninduizenden
guldens.

Goud
Andere
Beschlkb. Dek-
Data
Munt
1
Muntmat. Circulatle
opelschb.
I
schulden
Metaal-
saldo
Ikings perc.

6 Mei

’29 66.225 370.817
850.429
16.717
110.467
53
29 Apr. ’29
66.491
365.712
840.394
27.679
105.739
52
22

’29
66.495
355.712 796.780
18.992
116.691
54
15

’29 66.503 355.712
802.569
16.307 115.127
54
8

’29 66.758
355.712 810.219
14.926
112.880
54
2

,,

’29
66.767
355.712 834.531
20.962
100.564
52

7 Mei

’28 67.684 367.469
828.012
35 582
286.505
53

25 Juli

’14
65.7031
96.410
310.437
6.198 43.521
1
)
54

Totaâl
Schat ,cïst-
ee
B
1


Papier
Diverse
Data
bedrag
promessen
,,
op
het
reke-
disconto’s rechtstreeks
bulteni.
fin gen
2
)

6 Mei

1929 143.035

134.148
121.744

41.604
29 Apr. 1929 172.259

30.000

123.672
89.382

45.682
22

,,

1929

179.952

30.000

93 976
78.561

39.895
15

1929 189716

30.000

98.181
59.104

47.632
8

,,

1929 197.09

30.000

114.588
28.759

57.311
2

,,

1929 197.890

40.000

157.897
33.929

44.375

7 Mei

19281

73.827

3.000

121.446
192.270

41.601

25 Juli

19141

67.947

14.300

61.686
20.188

509
1) Op de basis van
2
15metaaldekking.

‘) Sluitpost
activa.

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden
guldena.

Data
Metaal
ci
laUe

Andere
opelschb.
Discont.
Dl

rk
nige
e
n
,

6 April 1929-
821
1.614 764
1.015
343
30Maart 1929-
831
1.864
662
1.031
345
23

,,

1929..
830
1.489 687 1.032 347
16

1929-
801
1.473 765 1.026
328
9

1929-
800
1.559
878
1.029
328

7 April 1928…
1.101 1.552
531
819 428

5 Juli

1914..
645 1.100 560
735 396
1) Sluitpost der activa.

446

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 Mei1929

JAVASCHE BANK.

7
oornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken

cijfers

der

laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Andere
Beschlkb.
Data
Goud
Zilver
Circulatie
opetschb.
metaal-
schulden
saldo
4 Mei 1929

_____________

18i600.
302.800 35.300 49.360
27Apr.1929
188.400
299.700
37.700 53.440
20

,,

1929
186.600
301.900 37.800
50.720

30Mrt.1929
167.365

19.508
304.222
42.997
47.562
23

1929
167.766

19.051
307.793 41.639 47.045
16

1929
167:790

18.995
310.652
42:422
45.555
9

,,

1929
168.206

19.957
308.889
43.630
47.155

5Mei 1928
174.446

18.638
304.994
39.893
124.463
7 Mei 1927
185.286

30.256
312.420
58.290
142.289

25 Juli 1914
22057

31.907 110.172 12.634
4.842
7
)

Data

1
Dis-

1
buiten’
Belee-
Diverse
reke-
L’
kin es-
1
conto’s
N.-Ind.
fin
gen
ningen’)
percen-
befaalb.
tage

4 Mei 1929
13700
*5*
55
27Apr.1920
131.600
***
56
20

,,

1929
130.300
*5*
55

30Mrt. 1929
8.336
27.807
73.709
57.094
54
23

1929
8.345
31.997
75.30
53.374
53
16

1929
8.486 34.430
80.221 49.647
53
9

,,

1929
8.539
35.430
78.954
47.803 53

5 Mei 1928
13.417
20.004 64.380 60.324
56
7 Mei 1927
14.181
19.442
64.544
58.741
58

25 Juli 1914
7.259
6.395
47.934
2.228
44
‘) Sluitpost activa.

‘)
Basis s/&
metaaldekking.

BANK. VAN ENGELAND.
Voorna:tmste posten in duizenden pouden sterling.’)

Bankbilf.
1
Bankbllj.
1

Other Securities

Data
Metaal
in
‘in
Securities

circulatie
Departm.
Advances

1 Mei

1929
158.766
361.371
56.845
9.286
15.784
24 Apr. 1929
156.541
357.278 58.766
10.950
15.613
17

,,

1929
156,272
358:941
56.896
11.029
15.622
10

1929
155.483
362.131
52.912
12.672
16.092
3

,,

1929
153.734
363.319
50.726
13.221
16.358
27 Mrt. 1929
154.467
361.786
51 546 13.904
17.066

2 Mei

1928
160.730
13756
56.697′
.1

22 Juli

1914
40.164 29.317
33.633

Data
00v.
Sec.
Public
Depos.

l

Other Deposits
Reservel
Dek-
kings-‘

Bankers
Other
Accountsl
1
perc.’)

1 Mei ’29
45.352
10.939
60.689

38.474
57.395
523
1
22

24Apr. ’29
44.257
18.318
58.433

35.655
1 59.264
5223
1

32
17

,,

’29 48.347
17.876
60.779

36017
157.331
4971
8

10

,,

’29
53.277
17.206
63.900

36.618
53.352
4551,
3

,,

’29
59 957
17.796
67.268

37.308
51.148
41
28
1
82
27 Mrt. ’29
50.587
19.705
58.240

36.355 51.948
45/18-

2 Mei’28
31.385 13.680
101410
44.724
38/b
2 Juli ’14
11.005
13.736
42.185 29.297
52

1

‘)
ie voor wijzigingen in uit oanstaatoe toeiicnting op
oIz. 1050
en 1081.
2)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen fran.

Data
Goud’) Zilverl
Te
in

Wis

op het
Belee-
.
Renteloos voorschot
1 buit:n
sels
buifenl.
ningen

a.d,Staat

19Apr.’29
35.098
732
9,388123.973

18.485
2.337 3.200
12

,,

’29 34.323
732
10.319
24.111
18.495
2.375
3.200
5

’29
34.191
732
10.610
24.457
18.402
2.464
3.200.
29 Mrt.’29
34.186
732
10.577 25.271
18.434
2.322
3.200
19Apr.’28
5.543
343

58
1.680
12
1.761

23 Juli’14
4.104 1
640

1.541
81
769

Bons v. d.
1
1
Diver-
Rekg. Courant
Data
zelfst.
amort. k.
sen2
Circulatie
Staat
1
Zelfsf.
I
Parti-
Jamorf.k.lculieren

19 Apr.’29
5.930
1.473
62.648
5.746
J

6.123
6.597
12

’29

5.930
1.461
63.317
5.769
t

6.172
6.056
5

’29
5.930
1.788
64.124 5.624
1

5.658
6.763
29 Mrt.’29
5.930
1.483
64.575
‘5.736
1

5.880
6.603
19Apr.’28

27.500
59.514
.

1701

8.571
13Juli’14


5.912
4011

,

943
‘) Bij de stabilisatie is de goudv6orraad gewaardeerd volgens de
nieuwe waarde van den franc.
2)
Sluitpost activa.

.

DUITSCHE RLJKSBANK.
Voornaamste oosten in mihioenen Reiehsma,rk.

Daarvan
Deviezen
Andere

Data
nou’i
btJ bui-
alsgoud-
wissels Belee-
tenl. circ. dekking
en
ningen
banken
1)

geldende
cheques

30 Apr. 1929
1.891.6
172,7
99,3
2.790,2
262,1
23

,,

1929
2.178,9
163,0 39,9
2.239,4
41,0
15

,,

1929
2.429,9
154,3
23,7
2.120,9
121,1
6

,,

1929
2.579,5
140,9
33,7
2.148,4
96,5
31 Mrt. 1929
2.682,7
129,7
36,0
2.295,8
135,1
30 Apr. 1928
2.040,9 85,6
167,7
2.492,9
102,8
30 Juli

1914
1.356,9


750,9
50,2

D
iS
0
t
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Activa2)
latie
Cr1.
Passiva

30 Apr. 1929
92,9
535,4
4.631,5
585,1
290,6
23

,,

1929
93,0 541,3 3.918,9
769,3
262,6
15

,,

1929
93,0
488,4
4.145,2
670,3
252,3
6

,,

1929
93,1
567,7
4.446,7
668,5
237,6
31 Mrt. 1929
93,1
550,8
4.822,0
478,1
223,5
30 Apr. 1928
94,0 588,9
4.409,5
557,9
193,3
30 Juli

1914
330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0
•,
unoelaat.
‘) w.o.
Kentenoanlcscnelne
30, 3, l,
6
April, 31 Mrt. ’29,
30 April ’28, resp. 9; -45; 38; 12; 30 mill.

NATIONALE BANK VAN BELGIi
Voornaamste posten in millioenen Belgas.

Data

Goud
c Rekg. Crf.

c
cn..

1920

,

n.
i..

2 Mei
962
455
44
720
53
342
2 468
25
45
25Apr.
962
456 44
764
38
345
2.431
16
123
18

,,
931
486
44
758
43
344
‘2.429
33
106
11

,,
909
496
44
757
43
342
2.461
7
86
4

,,
908
488
44
739
55
‘341
2.443

35
61
3 Mei’
771
467
44
543
61
392
2.126
39
78
•1 1O.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE’ BANKS.
Voornaamste posten In millioenen dollars.

Goudvoorraad


Wettig
Wissels

Data betaal-
middel,

Totaal
Dekking
In her-
disc: v. d.
In de
open
bedrag
F. R.
‘Notes
Zilver
etc.
member
markt
banks
gekocht
17Apr.’29
2.779,5
1.358,6
176,5
994,3
141,0
10

,,

1
29
2.774,8
1.340,5
175,8
983,5
157,3
3

,,

’29
2.719,2
1.299,7
173,3
1.029,9
174,7
27 Mrt.’29
.2.709,3
1.337,9
169,8
1.024,1
208,4
20

,,

’29 2.712,0
1.371,6
165,8
942,7


236,8
13

,,

’29
2.700,1
1:277,8 160,3
955,6
283,1
18 Apr.’281
2.719,4
1.329,7

165,1
619,6
3508

Data
Belegd
in U.S.
1
Notes
Totaal

Gestort
I
1

Dek-
1
Algem.
1

Dek-
Oov.Sec.
1
in circu- Kapitaall
kings-
1

kings- latie
perc.’)
1
perc. 3)
____________
17Apr.’29
161,4
1.653,2
2.379,8
155,1
88,9
73,3
10

,, ‘
’29
166,1
1.657,7
2.339,8
154,9
69,4
73,8
3

,,

’29
169,1
1663,6
2.382,5
154,3
67,2
71,5
27 Mrt,’29
170,3
1.652,9
2.383,4
154,3 67,1 71,3
20

,,

’29
185,4
1.641,6
2.370,3
153,7
67,8
71,7
13

,,

’29
165,3
1.650,0
2.396,8
152,5
66,7
70,7
18
.
Apr.’281
340,7

1
1.582,01
2.423,31
137,6
67,9 72,0
., v ,vuu,ng ,o,a,en gouuvoorraaa tegenover opelschoare scr,uiaen. F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL. Voornaamste posten in mihlioenen dollars.

Data
1
Aantal
banken

Dis-
1

conto’s
en
beleen.

1 1

Beleg-
gingen
1

,
bj

banks

1.872

Totaal
depo-
sito’s

Waarvan
1

time
1
deposïts

10Apr.’291
706
1

16.454
5.939
20.099
1

6.789
3

,,

‘291
766
1

16.583
5.976
1.688
20.276
1

6.830
27 Mrt.’291
779
1

16.557
5.986
1.706
20.288
6.827
10

,,

‘291
-I





13

‘291
716
1

16.433
5.953
1.726
20.259
6.855
11
Apr.’8l
646
1

15.759
6.592
1.807
20.964
6.824
.a.an net eln(1 van ieder Kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

8 Mei 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

447

EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 6 Mei 1929.

Dc rust op de internationale fondsenmarktefl is in dc
achter ons liggende beichtsperi9dC cenigszins terugge-
keerd, nadat de koers van het Duitsehe betaalmiddel geen
verdère inzinking meer heeft getoond. Weliswaar zijn er verschillende centra geweest, waar de invloed van dezen
gang van
zaken
toch niet groot is geworden, zooals bijv.

te New York en te Londen, doch aan den anderen kant
vornide dc plotselinge en scherpe achteruitgang van de
markt toch een gebeurtenis, welke de aandacht verdiende
en de ondernemïngslust miii of meer remde. De latere
kalme houding heeft dan ook gelegenheid verschaft andere
omstandigheden meer 01) den voorgrond te doen treden.
Te N e w Y o r k heeft hiertoe o.a. behoord de groote mii-
viteit van het bedrijfsleven, waarbij vooral staal- en auto-
inobielfabrieken veimelding verdienen. De geldniarkt is
weliswaar nog onrustig gebleven, doch heeft in de Uj.de niiudr aai.idaeht getrokken dan in Europa.
Te L OUde n was de markt bijzonder kalm, waartoe ook
de gewone ,,holiday” van den eersten Mci heeft bijgedra-
gen. Teekenend was het, dat de toeneming van den goud-
voorraad van de Bank van Engeland geen invloed heeït
uitgeoefend op de afdeeling voor beleggingsfondSeil. Blijk-
baar was de markt nog steeds eenigszins verontrust, als
nawerkiug van de daling van de mark, terwijl ook dc heer-
sehende onzekerheid betreffende de Amerikaansche geld-
markt het animo niet heeft aangewakkerd. Aan den an-
deren kant lieft de weerstaOd ter beurze van
New
York

ccii vrij. gunstige uitwerking gehad op verschillende indu-
trieele . aaideelen, zoodat Iner en daar een lichte verbete-
ring is ontstaan.
Te P a r ij s hebben de persbeoordeelingen van de ont-
w’ikkeling ter herstel-conferentie . de markt ccnigermat.t:
gedrukt, zooclat dc beurs baar activiteit nog niet heeft
hcrvondcu. Wel is (le geldmarkt iets ruimer geworden,
doch men heeft dit niet toegeschreven aan een ilgeincauc
verbetering. Als oorzaak werd beschouwd het terugvloeien
van middelen, welke tot nu toe in Duitschland varen ge-
plaatst. Tegen .het einde der berielitsweek trad echter cenige
vraag naar voren, vermoedelijk in verband met de over-
weging, dat de scherpe daling van den laatsten tijd ver-
schillende afdeelingen aantrekkelijk hebben gemaakt voor

speculatieve aankoopen.
Te B e r lij n is dc beurs vrijwel geheel beheerselit door

(ICili
gang van zaken op de boven vermelde conferentie.
Naarmate dc week verstreek, werd het vertrouwen, dat
ten slotte ccii compromis gevonden zou worden, sterker,
hetgeen zijn invloed op de markt niet heeft gemist. Nadat
gedurende enkele (lagen een scherpe achteruitgang over
le gelieele linie op te merken is geweest, zijn weer enkele
belangrijke verl.ieteringen ontstaan. Voor de belcggingz-
iiiirkt . heeft dit nog niet gegolden; integendeel ivareii
obligaties nog steeds moeilijk en tegen betrekkelijk lage
iiotecringen, te plaatsen.
T e n o n z e n t had de belegginfJsafdeeliflg
een rustig en
wei ii ig markant verloop. Bi nnenlandsehe obligaties hand-
haafden hun noteeringen vrij goed. Van buitenlandsehe
soorten waren ook hier Duitsche scliuldbrieven aangnho.
den, hetgeen echter niet tot bijzonder groote verschillen
leeft geleid. 6 pCt. Ned. Werk. Schuld 1922: 103
3
/8,
1,03;
4 pCt. Ned. Werk. Schuld 1017: 98
1
1,
994 ; 43/2: pCt.
Ned.-Indië 1926: 90%, 96% ; 5 pCt. ]3razilië 1.903 £ 1.00
83,
81; S 1)Ct. Sao :paulo 1921 : 105%.

Van de overige afdeelingen is de aandacht in het bij-
zonder op aandeelen in
indwstriecl.e onderneinin gen
geval-

len. Voornamelijk in aancicelen cii claims Philips werden
oni’angrijke Itooporders uitgevoerd, in tegenstelling tot
de verwachting, dat dc waarde van den claim ditmaal tot
aanbod zou leiden. l3ijna zonder onderbreking heeft de op-
gaande beweging zich voortgezet en vooral op den laat-
sten dag van de berichtsweek bleek de vraag zeer groot
te zijn. Dc andere fondsen zijn in verband hiermede sterk
01) den ‘achtergrond gedrongen. Toch hebben ook certif m-
caten Maigarine Unie zich in vrij groote belangstelling
kunnen verheugen, nadat eerst een achteruitgang was in-
getreden. Voor kunstzijde is de vraag afgenomen; variaties
vân beteekenis zijn niet voorgekomen, terwijl de algemeene
tendenz nogal zwak is geweest. Enkele andere fondsen,
zooals Amsterdamsche Droogdok Mij., werden uit de markt
genomen. Amsterdanische 1)roogdok Mij.: 220, 262; Con-
‘tra.le Suiker Mij.: 65%, 653/2; Calvé-Delft (C. v. A.) : 160,
159 ; Roll. Kunstzijde l’mid. : 198, 197- Roll. Mij. t. h. m. viii Werken in Gew. Beton .306. 286 (cx div. ad
16 pCt.)
Internationale Viscose: 86, 79%; Maeldubee: 1213/2, 113;
Margarine Unie: 419¼, 4
9
-9% ; Ned. Kunstzijdefahr: 374,
357; Ned. Gist & Spiritus: 4073/, 389 (ex div. ad 20 pCt.)
Ned. Kabelfabr.: 486%, 466% (ex div. ad 21. pCt.) ; Ned.
Scheepsbouw Mij.: 100, 96 (cx div. ad
5 pCt.) ; Philips
Gloeilampen (Cern. Bez. v. Aand.) : 892, 759% (ex claim
ach
f
2444%); Ougrée Marihaye : 3723/’, 3883/ ; Separator:
1613/,. 162; Zweedsche Lueifer Mij.: 375, 367.
Voorts verdienen rnijnbousvaandeelen
vcritmelding, voor-
al door de groote .vraag, welke voor aandcelemi J3oetou is
ontstaan. Naarmate de berichtsveek vorderde, steeg het
élan, waarmede dit fonds werd gevraagd, zoodat het slot
op het hoogst bereikte peil der week is gekoiiieii. Aan-
deden Algemeene Exploratie Mij. ondervonden in zooverre
den invloed, dat het aanvankelijke in dit fonds geleden
verlies voor een goed deèl werd ingehaald. Alg. Expl-
ratie Mij.:
21
7%1 220%; Billiton le Rubriek: 551., 550;
Ilioeton Mijnbouw Mij.: 280%, 303% ; Ned. Surinanunsche
Goud Mij.: 21, 27%;
Redjang Leboog: 148%, 154 (ex div.
ad 6 pCt.) ; Singkep Tin Mij.: 284 3/, 284.
De
petrolcuinafdeeling
was weinig bewogen. Voor aan-
deden Koninklijke deed zich eenig aanbod gelden, doch
het nadeélige koersverschil w’erd tegen liet slot genivelleerd door nieuwe aankoopen. Perlak en Peuclawa konden bij stil-
len handel in geringe mate stijgen. Dordtsche Petr. md.
Mij.: 373
2
376; Kon. Ned. Petr. Mij.:
392%,
3953/; Per-lak Petr.: 216, 218¼; Peudawa: 38%,
40151
1
;
?,
Jarland
Oil: 403/
2
41
3
1
1e
.
De ?-uhbermerkt
heeft zich geheel op den achtergrond
bewogemi. Wel werden nu en dami geringe aankoopen nitge-
voerd, ii, verband met de lichte prijsverbeteringen van het
product, doch de omzetten waren zoo klein, dat deze niet
tot koersverschillen van hetcekenis hebben kunnen leidcii.
Anisterdam Rubber: 250%, 259%; Dcli Batavia: 160,
1673/2 ; E[essa Ruh:ber: 308, 323; Indische Rubber: 247, 250 (ex div. ad 10 pCt.) ; Java Caoutchouc: 1.46, 144 (cx
div. ad
10 pCt.) ; KaliTelepak: 270, 275; Ncd.-T.nd. Rnb
her & Koffie : 245, 243 ; R’dimit Ta l’einOeli : 105, 1023/
Serbadjadi : 190, 195
1
/4
; Sumatra Caoutchouc: 149, -157%;
Sumatra Rubber: 1.96, 205; Ver. i.nd. Cultuur Oud.: 142,
148%; Intercontinental Rubbcr: 9
11
1
10
. 97/
s
.

‘I’abaksuendeelen
waren tamelijk lusteloos. Voor aan-
deelen A..endshnrg is een nieuwe daling ingetreclen, w’elk
nenigermite werd overgenomen

door aandeelen Dcli Maat-
schappij. De andere aandeelen uit deze afdceling zijn niet

LNI)USTRIEELE
DIscoNTo
MAATSCHAPPIJ

AMSTERDAM

LONI)EN

I3ERLI.JN

PARI.JS

KOPEiHAGEN

MAATSCHAPPELIJK KAPITAAL / 25.000.000.-

VOLGESTORT GEPLAATST EN RESERVES 112.900.000.-

Financiering van den afzet van industrieele producten.

LU

448

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 Mei 1929

veel veranderd. Areudsburg: 574%, 563V2; Besoeki Ta-
bak: 490, 500; Dcli Batavia: 462, 469; Deli Mij.: 419 %,
412; Ngoepit: 330, 335; Oostkust: 175%, 1747/
s
.; Senem-
bah: 474, 464.
Daarentegen heeft de
suikerm,arkt
over het algemeen een.
Vrij scherpe reactie te zien gegeven. Gedurende langen tijd
heeft deze afdeeling ter beurze weerstand getoond tegen.
over de ongunstige berichten, welke van verschillende zij-
den werden ontvangen, doch in de achter ons liggende
berichtsperiode schijnen enkele vermoeide houders afstand
van hun bezit te hebben gedaan. Cultuur Mij. dei Vorsten-
landen: 163, 162; H.V.A.: 632%, 630; Javasche Cultuur Mij.: 383, 390; Maron: 227, 226; Moormanu: 291, 295;
Ned.-Ind. Suiker Unie:
239%,
240; Poerworedjo:
80%,
82;
Sindanglaoet: 405, 390; Tjepper: 710, 715; Watoetoelis
Poppoh: 755, 767.
ScheepvaartaancLeelen
hebben vrijwel geen aandacht ge-
trokken, zoodat de fluctuaties hier van geringen omvang i
zijn gebleven. Holland-Amerika Lijn: 68, 65%; Java-2
China-Japan Lijn: 147, 146; Kon. Ned. Stöombool Mij.:
89i/,
90%;
Ned. Scheepvaart Unie: ’22.%, 220; Nievelt
Gouciriaan: 111, 110% ; Solleveld: 46 %, 47; Stoomv. Mij. 1
NedLrland: 204.
Bankaandeelen
hadden eveneens éen rustig verlooj.1
Amsterdamsche Bank:
189%,
190; HolL Bank voor Zuid-
Amerika: 189
1
/2,
190; Incasso J3ank: 123%, 124%; Java
sche Bank: 315; Koloniale Basik:
236%,
238; Ned..Ind:1
Handels Bank: 165, 166; Ned. Handel Mij. (C. v. A.) :
186%, 187
5
/s; R damsche Bankveig.: 108% ; Tweutsche
Bank: 140. –
De
élmerikaansche markt is op
sommige dagen nogal
levendig geweest. Men heeft zich niet altijd nauwkeurig
1

aan de aanwijzingen van Wallstreet gehouden, doch heeft
1

wel eens initiatief doen gelden, waardoor vaak koersen.
werden besteed, welke boven pariteit lagen. Vooral .Bcthle-
hem Steel, Fokker Aircra.f t, enz. hebben cle aandacht ge-
trokken. Anaconda Copper: 235.%, 237; Cities Service:
576
2
585; Studeba.ker: 837/
s
, 86% ; U. S. Leather:
22% ; U. S. Steel Corp.:
187%,
183 (ex claim ad
f
145)
Atchicon Topeca: 200; Baltiniore & Ohio: 1247/8, 122%;
Ene: 73%, 73%; St. Lotus & San Fransisco: 116%, 114%;
Southern Pacific: 127
3
/s, 126%; Union Pacific: 219%,
218%; Wabash Railway: 67%, 67
3
/8. – –

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.
7 Mei 1929.

Over het algemeen was de stemming voor t a r w e ge-
durende de afgeloopen week niet levendig en werd niet
meer

gekocht dan voor de voorziening in de dadelijke be-
hoef te noodzakelijk was. Op sommige dagen vond een kleine
opleving plaats met eenigszins verhoogde prijzen, doch
lang duurde cle verbetering meestal niet en spoedig trad wederom een verlaging in. Aan de termijnmarkt te Win.
nipeg was cle prijs voor dcii Mei-termijn vergeleken bij een
week geleden % dollarcent hooger en voor den Juli-termijn
34
dollarcent lager. Gisteren was Wiuflipeg echter geslo-
ten. Chicago sloot 3% ets. lager dan de vorige week voor
Mei en 3% ets. voor Juli. In Argentinië was het verloop
der prijzen ongeveer hetzelfde als in Amerika en aan het
einde der afgeloopen berichtsweek was de Mei-termijn te
Buenos-Aires 30 cents lager dan een week tevoren. De
verschepingen van Argentinië zijn niet meer van zulk
een grooten omvang als eenigen tijd geleden het geval was;
gewoonlijk treedt in dezen tijd van liet jaar, nadat groote
verschepingen kort na het binnenhalen van den nogsi
hebben plaats gevonden, een periode van kleinere versche-
pingen in. De verschepiugen van Canada echter worden
verwacht in cie naaste toekomst weder toe te nemen nu
de scheepvaart in de Canadeesche havens en op cle meren
heropend is en groote aanvoeren uit het Westen worcku
verwacht. In de Oostelijke havens van de meren, waan
de verdere verscheping naar de Atlantische havenplaatsen plaats vindt, is op het oogenhlik een ernstige opeenboping
van booten met graan, daar de aanvoeren zoo groot zijn,
dat zij niet met cle geweuschte snelheid kunnen worden
verwerkt. Verkoopers van Canadeesche tarwe zijn dringend
aan de markt en doen krachtige pogingen om het groote
overschot van den ouden oogst naar Europa te verkoopen
Ook in de Vereenigde Staten zijn cle voorraden van den
ouden oogst nog zeer groot, terwijl Argentinië en Austra-
Idi voortgaan geregeld belangrijke hoeveelheden te ver schepen. Volgens een berekening van het Internationale
Landbouw Instituut te Rome waren in de verschillende
exportlanden nog ongeveer 700 millioen bushels tarwe aan-
wezig op 1 Maart om in de behoefte van importeerende
landen te voorzien, terwijl deze behoef te van 1 Maart tot

31 Juli 1929 geschat wordt op 330 millioen bushels, waar-
van 260 millioen voor Europa en 70 millioen voor niet-
Europeesche landen. Het versclijl van 370 millioen bushels
zou clan op het einde van het nu loopende seizoen nog iii
exporteerende landen als overschot van den ouden oogst
overblijven. In de Vereenigde Staten maakt men zich
0e-
gerust over cle groote voorraden, welke nog in het land
van den ouden oogst aanwezig zijn en welke de grootste
zijn, die sedert 1919 zijn voorgekomen. Ten einde houders
van tarwe in staat te stellen zoo’n groot mogelijk gedeelte
van dezen voorraad te exporteeren hebben de spoorweg-
maatschappijen voorgesteld hun vrachttarieven niet onaan-
zienlijk te verlagen. De Canadeesche spoorwegen hebben
verklaard een even groote verlaging toe te staan wanneer
die in de Vereenigde Staten in werking zou worden ge.
steld. Een der oorzaken, waarom men zich in Noord.Ame.
rika ongerust maakt over den druk der groote voorraden
bestaat in goede vooruitzichten van den nieuwen oogst. In
de Vereenigde Staten is het percentage der ten gevolge van
vorst gedurende den winter aangerichte schade klein. De
geabandonneercie oppervlakte wordt geschat op 634 pCt.
tegen 26 pCt. in het vorige jaar. In sommige districten
wordt geklaagd over de langzame ontwikkeling der plan-
ten ten gevolge van koud weder, doch over het algemeen
genomen is men zeer tevreden. De schatting van de op.
brengst van wintertaruve door verschillende bekende experts
in de Vereenigde Staten bedraagt gemiddeld 619 millioen
bushels. In het vorige jaar bedroeg deze schatting 472 mii-
lioen bushels en de officieele raming van de Amerikaansche
regeering was op 1 Mei 486.478.000. De opbrengst in 1928
bedroeg 578.964.000 bushels. Met belangstelling wordt dle
of ficieele regeeringsschatting van dit jaar per 1 Iei tege-
moet gezien. Deze schatting wordt op 10 Mei bekend
gemaakt. In Canada wordt druk aan den uitzaai van tarwe
gewerkt onder gunstige omstandigheden. Men meent, dat
65 ii 70 pCt. in Manitoba reeds gezaaid is, 35 á 40 pOt.
in Saskatchewan en 30 pCt. in Alberta. Vocht is voldoende
aanwezig, ten gevolge van onlangs gevallen regen en
sneeuw en de vooruitzichten lijken op het oogenblik gun-
stig. De berichten over den nieuwen tarweoogst in Europa
z.ijn niet meer zoo onverdeeld gunstig als nog korten tijd
geleden het geval i’as. Speciaal heeft dit betrekking op
landen fn Midden- en Oost.Europa. In Hongarije wordt
het verlies van gedurende den winter aangerichte schade
op 12 tot 15 pCt. berekend; in Zuid-Slavië zijn de voor-
uitzichten weder gunstiger, doch uit Roemenië komen
uvecler ernstige klachten. In midden Europa is de schade
door vorst niet groot, doch heeft het koude voorjaar een
ongunstigen invloed.

De verschepingen van r o g ge waren in de afgeloopen
week niet groot en het was in hoofdzaak Argentijnsche
en Amerikaansche rogge, welke naar Europa werden ver-
laden. Het totaal der verschapingen bleef in dit seizoen
zoowel wat Argentinië als wat Noord-Amerika betreft verre ten achter bij clie van het vorige jaar, omdat nog
steeds in voldoende mate rogge van den eigen Duitschen
oogst wordt aangeboden. De vraag naar buitenlandsche rogge is zeer beperkt en het valt niet altijd gemakkelijk
in de clestinatiehavens aankomende partijen te ‘verkoopen. Aan de termijnmarkt te Chicago zijn de prijzen, voor rogge
in den loop der afgeloopen week 3k ets, per 56 lbs. ge-
daald.
Verschepingen van m af s uit Argentinië waren in de
afgeloopen week weder grooter dan in de voorafgaande.
Uit de Vereenigde Staten en uit Zuid-Afrika werden
slechts zeer beperkte hoeveelheden verscheept, doch het
Argentijnsche aanbod is zoo groot, dat daardoor de stem-
.ming op de Europeesche markten gedrukt wordt. Het ver-
Iaduigsseizoen in Argentinië is dit jaar eerder begonnen
dian gewoonlijk het geval is en dientengevolge is ook
liet aanbod op cle Europeesche markten van stoomendë
Plataniaïs grooter dan anders in dezen tijd van het jaar.
Afladers zijn dringend aan de markt met onverkoehte
stoomerde partijen, welke tot in den loop dezer. week ge-
regeld dalende prijzen slechts langzaam door importeurs
werden gekocht. De consumptie-vraag is niet groöt in ver-
band met het geringe aantal varkens en op enkele uit-
zonderingen na waren in, de afgeloopen week de dagelijk-
sche . omzetten van slechts kleinen omvang. Ook ter ver-
lading gedurende de zomer- en eerste najaarsmaanden zijn
afladers geregeld niet Platamaïs aan de markt, doch in de
tweede hand kon men steeds deze posities lager koopen dan in de eerste hand. Geregeld- kwamen zaken van be-perkten omvang op deze termijnen tot stand. Gedurende
geruirnen tijd werden voor stoomende partijen belangrijke
premies betaald boven latere aflading, doch bij het toene-
men van den stoomenden voorraad is een groot gedeelte
van deze premie verloren gegaan, zoodat op het oogenblik

8 Mei 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

449

AANVOEREN in tons van 1000 KG.

Rotterdam
Amsterdam
Totaal

Artikelen
28April14 Mei

Sedert
Overeenk.
28April14 Me1

Sedert
1929
Overeenk.
1929
1928
1929

1
Jan.
1929
tijdvak
1928

1929

1Jan.
tijdvak
1928

Tarwe
28.554
563.244
773.775

49.355
22.366 612 599 796.141

6.791
59.721 70.531



59.721
70.531

Boekweit
776
9.379
7.224

– –
9379
7.224
……………….

MaIs
7.547
247.799
350.429
2.580
81.375
77.819
329.174′ 428.248

Gerst
…………….
148.864 123.445
411
1.521
3.240
150.385
126.085

……………..
Rogge

………………

Haver
4.481
74.015 66.630

2.029

7&044
66.630

…………………

1.260
52.016
81.118

126.911
148411
178.927
229.529
……………..
.8
..647

6.609
78.540
80.616

150
1.184
78.690 81.800
Lijnzaad

……………
Lijnkoek

……………
Tarwemeel
3.837
33.729
41.009
392
11.094 16.054
44.823
57.063
………….
Andère meelsoorten
1.567
-6.732
5.038

.

6.732 5.038

voor stoomende maîs nog slechts enkele guldens per last
meer wordt betaald dan voor latere levering. De prijzen
aan de termijnmarkt te Buenos Aires zijn in den loop der
afgeloopen week afgebrokkeld en 35 cts. per .100 KG. lager
gesloten, die te Rosario 30 cents per 100 KG. lager.
G e r s t wordt in ruime mate uit 1oord-Amerika aan-
geboden en de groote voorraden van den vorigeh oogst
hebben een drukkenden invloed op de prijzen geoefend;
die in den loop der week aflengs vrij aanzienlijk gedaald
zijn. De termijnmarkt te Winnipeg, welke gisteren geslo-
ten was, sloot op 4 Mei voor gerst weliswaar per Mei
% ets. per 48 lbs. hooger en die voor Juli % ets. lager,
doch afladers waren ter verlading in de eerstvolgende
maanden dringend aan cle markt’èn hebben hunne prijzen
verlaagd, toen de vraag in Europa uitbleef. Tot de verlaag-
cle prijzen is weder meer kooplust ontstaan en verschil-
lende posten op spoedige en latere aflading werden afge-
sloten. De versebëpingen van gerst uit Noord-Amerika wa-
ren in de afgeloopen week nog niet groot, doch een ver-meerdering der versebepingen kan spoedig worden ver-
wacht, mi de Canadeesche havens weder geopend zijn. Ook
voor Argentijnscbe gerst zijn de prijzen in den loop der
afgeloopen week verlaagd zonder dat daarin groote zaken
tot stand kwamen. Aan den Donau zijn nog voorraden van
gerst aanwezig, doch de voor die soort gevraagde prijzen
zijn meestal te hoog in vergelijking tot die voor andere
om koopers tot het doen van inkoopen te bewegen. Er
wordt dan ook slechts zeer weinig Donaugerst verladen
;
de
vorige week een beperkt, kwantum naar Duitschland.
Ook voor h a v e r is de stemming flauw. De prijzen aan
de termijnmarkt te Buenos Aires zijn in de afgeloopen
week 40 ets. per 100 KG. gedaald en de kooplust was ge-
ring. Omzetten bepalen zich in hoofdzaak tot de tweede
hand, welke geneigd was goedkooper af te geven dan door a.fladers werd gevraagd. In Canadeesche haver komen ge-
regeld zaken van kleinen omvang tot stand. In de eerste helft der afgeloopen week zijn de prijzen eenigszins ge-
stegen, doch later is weder een verlaging ingetreden.
Nog is de noteering te Winnipeg voor Mei-haver 1% ets.
booger dan aan het einde der vorige week, doch de offer-
tes van afladers zijn weder gedaald tot -het laagste punt,
waarop in het begin der vorige week te koop was.

SUIKER.

De toon op dc verschillende suikermarkten blijft nog
steeds zwak, terwijl in de noteeringen gedurende het ver-loop der week niet veel verandering was te bespeuren.
In A m erik a draaide de prijs, die voor ruwsuiker
werd aangelegd, om li/g. de. c. & fr. op basis van Cuba-
suiker.
Op de termijnmarkt te New York bleven de noteeringen
nagenoeg onveranderd.
De ontvangsten in de Atlantische havens der Ver. Sta-ten bedroegen deze week 90.000 .tons, de versmeltingen
68.000 tons tegen 58.000 tons in 1928 en de voorraden
553.000 tons tegen 517.000 tons.
De laatste C u b a-statistiek is als volgt:

1929

1928

1927
Ton

Ton”

Ton
Cubaansche .prod. tot 28 April 4.750.000 3.900.000 4.325.000
Consumptie …………….29.309

34.783

47.000
Weekontv. afscheephavens.

166.503 1.30.091

78.369
Totaal sedert 1 Jan……….3.427.013 2.640.767 2.967.211
Weekexport …………….135.640 109.768 98.298
Totale export sedert 1 Jan. .. 1.92
7
.516 1.324.149 1.517.587
Voorraad afscheepbavens…..1.509.795 1.325.601 1.462.890
Voorraad Binnenland ……1.283.380 1.224.450 1.310.789
Werkende fabrieken 64 . 32 42

In E n ge 1 a n d .kochten Raffinadeurs verdere ladin-
gen Cubasuiker tot prijzen varieerend tusschen Sli. 91136

en 8110%. Raffinadeurs verlaagden deze week hun prijzen
met.3 d. voor alle termijnen. De noteeringen op de ter-
mijnmarkt in Londen brokkelden tusschen .3 exi 3% d. al.
De ruwsuikermarkt sloot op de volgende noteeringen:
Mei 5h. 81136; Augustus Sh. 8/5V4; September 5h.. 816%;
December Sh. 819%; Maart Sh. 910%.
Ru s 1 and kocht de afgeloopen week 12.000 tons Euro-
peesche
.
beetwortelsuiker en eenige ladingen Cubasuiker.
Volgens Czarnikow bedroeg de consumptie gedurende’
October tot en met Maart in de statistische landen van
Europa, 2.967.811 tons tegen 2.876.946 tons in 1927/’28 en
2.624.225 tons in 1926/’27.
– De zichtbare voorraden waren volgens Czarnikow:

1929

1928

Tons

Tons

Duitschland 1/4 …………………1.146.000

886.000

Tsjeeho.Slowakije 114 ……………..522.000

623.000

Frankrijk 114 …………………473.000

409.000

Nederland 1/4 ………………….229.000

146.000

België 114 ……………………….171.000

142.000

Polen 114 ……………………….345.000

200.000
Engeland 114 geimport. suiker……..273.000 297.000
,,

114 binnenl. suiker ………41.000

28.000

Totaal Europa ………. 3.200.000 2.731.000

V.S. Atlant. havens 3013 …………418.000 365.000
Cubaansehe Havens 3013 …………1.298.000 1.203.000
Cuba (binnenland) 3013 (Raming) 1.274.000 1.195.000

Totaal ………………….6.190.000 5.494.000

F. 0. L i c h t’s maandrapport over April opent geen
ineuwe belangrijke gezichtspunten.
Op J a v a bleef de stemming op de markt voor tweede-haudssuiker prijshoudend, terwijl de prijzen verder ietwat
aantrokken. De laatste noteeringen waren:

Sup. ready …………..f148736
Mei

…………….
..14.-
Juni

………….. ..12.87%
Juli

…………… ..12.62%


Hoofdsuiler ready ………11.8734
H ie r. te 1 a n de brokkeldn de prijzen op de termijn-
markt in den loop der Week verder af als gevolg van
ruimer aanbod, geUeeltelijk toe te schrijven aan realisaties
van Mei-contracten. Het slot was echter prijshoudend met
koopers op Mei tegen f12.-, Augustus
f
12
3
/s, December

f
127/
s
en Maart
f
13
3
/s. De omzet bedroeg deze week
4000 tons.

KATOEN.

Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen).

1
Aug.’28
Overeenkomst ige periode
tot
27Apr.29
1927128

1928127

Ontvangsten Gulf-Havens.
}
8975
7797
12304.
11

Atlant.Havens
ijitvoernaar Gr.Brittannië
1730
1215
2337
‘t Vasteland ete
4052
4304
5679
Japan ……
.1360
.

869
1588

Voorraden.
(In duizendtallen balen).

Overeenkomstig tijdstip
27Apr.’29
1928
1927

Amerik. havens ……….
1428 1498
2051

Binnenland

………….
615
..
737
825


New York

……………
158
135
219 262 343
501
New Orleans ………….
Liverpool

……………
673 590
1100

450

ECONOMISCH-STA1ISTISCHE BERICHTN

8 Mei 1929

Markt.hericht van de Heeren Sir Jacob Behrens& Söns.
Manchester, d.d.
1
Mei
1929.

Gedurende de afgeloopen week is er een aanzienlijke daling

in de Amerikaansche katoenmarkt geweest. Dit wordt toe-
geschreven aan het betere weer in de katoendistricten, alsmede’
aan de activiteit van speculanten. De grootste baisse had
op
ji.
Vrijdag plaats, toen Mid. American spot in Liverpool
35
punten daalde. Verdere dalingen hadden op Maandag en
Dinsdag plaats op welke dagen alle ,,future” noteeringen be.
neden
10
pence daalden, waardoor prijzen op het niveau van
September ji. zijn gekomen. Liverpool was gisteren iets vaster,
terwijl New-York, na met weinig verandering te hebben ge-
opend, iets duurder werd en voor eenige maanden met
5
tot
17
punten hooger vast sloot, hoewel Juni met uitzondering
35
punten lager noteerde. Ook Egyptische katoen is flauwer ge’
weest en de huidige noteeringen voor beide soorten vertoonen
een aanzienlijke daling hij het begin van de week. De ,,Spot”
markt was weer minder actief gedurende de vorige week en
actueele vei’koopen bedroegen slechts
26.860
balen.
In de Amerikaansche garenmarkt is sedert ons laatste rap.
port meer leven geweest. Gedurende de laatste dagen der
vorige week zijn, er betere zaken gedaan in grovere nummers voornamelijk vooi binnenlandsch gebruik, doch de omzet van
gisteren was weer beperkt. In medio en fijnere nummers maakte
de daling in het ruwe materiaal het mogelijk om doekverkoo-
pente dekken en vrij groote gewichten werden verkocht. Naar ringgarens bestaat een goede vraag, hoewel de lage biedingen
het moeilijk maken om tot zaken te komen, desniettegenstaan-
de zijn er vrij goede zaken tot stand gekomen. Naâ.i getwijnde
garens, speciaal voor binnenlandsch gebruik, bestaat een be-
scheiden vraag. Ervaringen van spimiers van Egyptische
garens loopen nog al uiteen. Over het algemeen bestaat er een
iets betere vraag, zoowel naar twist als weftcops, alsook naar
doubling weftcops. In vele gevallen beperken zaken zich ech-
ter tot wekelijksche hoeveelheden, hoeweF andere verkoopers
rapporteeren, dat zij flinke partijen verkocht hebben. Er wor-
den enkele verkoopen, zoowel van fijne enkele als getwijnde
garens, voor Indië gerapporteerd.
Aanvragen voor doek zijn deze week meer algemeen ge-weest. Hoeveel hiervan op rekening van ,,prjstesten” komt,
valt moeilijk te schatten. Ongetwijfeld zijn er enkele flinke orders voor de voornaamste Oostersche markten geplaatst,
doch dit kan misschien geen voldoende aanwijzing voor een
aanmerkelijke verbetering in de algemeene vraag zijn. Met het
oog op de flauwe stemming van katoen, zijn doekprijzen zeer
vast, hoewel wanneer men werkelijk tot zaken wil komen er
nog wel eenige concessies in verhouding tot de daling in garen.
prijzen te verkrijgen zijn.
Over het algemeen is de toestand onveranderd en het blijft
nog te bezien, of een reactie in den prijs van het ruwe materiaal
meer vertrouwen zal geven en nieuwe zaken tengevolgè zal
hebben.
Op
het oogenblik toonen de meeste markten zeer veel

belangstelling. Koopers schijnen naar hun eigen individueele
neiging te handelen, sommigen worden door de flauwere prijzen
afgeschrikt, terwijl anderen daarentegen denken, dat de tijd
rijp is om van de gelegenheid gebruik te maken en hun on-
middellijke behoefte te dekken.
Liverpoolnoteeringen

Oost.
koersen 23Apr.30 Apr.
24Apr. 5Mei T.T.opBr..Indië
1/59 1/5
F.G.F.
Sakellaridial
8,10
17,40.
T.T.op
Hongkong 1/14 1/1 l
G.F. No. 1
Oomra
6,50 6,20 T.T.
op Shanghai
2/5k 2/59

KOFFIE.

De stemniug voor dit artikel onderging sedert het vorig
bericht geen wijziging. l)e kost- en vracht-aanbiedingen van
Brazilië waren voor Santos geheel onveranderd, terwijl die
voor
Rio
eene fractie lager waren. In ongewassehen – Ne-
derla.ndsch-Jndisehe soorten, waarvan de aanbiedingen iets
lager waren, kwamen wat meer zaken tot stand.
De iloteeringen aan de termijnmarkt liepen
Y
£1
3/
et.
terug.’

De officieele loco-noteeriugen bleven onveranderd geno-
teerd op 65 ct. per
4 .KG.
voor Superior Santos en 54 et.
voor Liobusta. De kf zet bleef nog onbevredigend.
Volgens uit Brazilië ontvangen telegram zijn cle dage-
lijksehe aanvoeren iii de haven van
Rio
voor de eerste
helft van Mei door het Instituut tot Permanente Verdedi-
ging van de Koffie gelimiteerci 01) 12.913 balen tegen
13.214 balen in de tweede helft van April, terwijl clie van
Sntos vanaf 4 dezer zijn vastgesteld op 35.000 balen tegen
30.000 balen in April.
De dezer dagen verichenen. Statistiek van de Firma
G.
Duuring & Zoon te Rotterdam geeft aan, dat in April
de aanvoer geweest is als volgt:
1929

1928

1927 ho.

bij.

bu.
in Europa ……………1.124.000

1.066.000

1.093.000
Ver. Staten v. Amerika

926.000

925.000

895.000

Totaal ….2.050.000 1.991.000 1.988.000

De Aanvoeren in Europa en in Amerika tezamen gecht.
rende de eerste vier maanden van het jaar bedroegen
7.884.000 halen tegen 8.373.000 balen in 1928 en 7.299.000 halen in 1927.
De Afleveringen in April waren:
1929

1928

1927
bn.

bij.

bn.
ui
:iop

……………901.000

982.000

955.000
Ver. Staten v. Amerika

959.000

906.000

853.000

Totaal . .. . 1.860.000 1.888.000 1.808.000
De Afleveringen in Europa en in Amerika tezamen ge-
durende de eerste vier niaanden van het jaar waren
.7.710.000 balen tegen 7.883.000 balen in 1928 en 7.235.000 balen in 1927.

STATISTISCH OVERZICH

TARWEHard Winter
No.2 loco
Rotterdam!
Amsterdam
per 100 K.G.

‘-

..

R000E
AmericanNo.2
2
)
loco
Rotterdam
per 100 K.O.

MAIS
La Plat’s
loco
R’damjA’dam
per 2000 K.G.

OERST
Amer.No.20)
loco
Rotterdam
per
2000 K.G.
LIJNZAAD
La Plata
loco
R’dam/A’dam
per 1960 K.O.

STEENKOLEN
Westfaalschef Hollandsche
bunkerkolen,
ongezeefd f.o.b.
R’dam/A’dam per 1000 K.G.
PETROLEUM
Mid. Contin.
Crude
t/tii 3395

S.
g.
per barrel

IJZER
Cleveland
Foundry No. 3 f.o.b.
Middlesbrough
per Eng, ton

KOPER
Standaard
Locoprijzen Londen
per Eng. ton

f1.
0
/0
f1.
01
fi.
01
f1.
eb
f1
Oj
f1.’
’01
$
0
10
Sh.
010
obs
Jaargemidd. 1925
17.20
100,0
13,07
5

100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
10,80
100,0
1.68
100,0 731-
100,0
62.116
100,0
1926
15,9e
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4 360,50
77,9
17,90
165,74
189
112,5
8616
118,5
58.11-
93,5
anuari

1927
15,225
88,5
12,50
95,6
165,00.
71,3
222,25
94,2.
362,50
78,4
13,35 123,7
1.75
104,2, 85/6
117,3
55.716
89,2
ebruari

,,
15,225
88,5
13,05
99,8
167,00
72;1
230,00
97,5
373,75
80,8
12,10 112,0
1.70
101,2
8316
114,4
54.161-
.
88,3
Maart
15,05
87,5
12,70
97,1
164,50
71,1
219,25
92,9 354,75
76,7
11,25
104,2
1.26
75,0
81/..
111,0
55.171-
89,9
14,80
86,0
12,825
98,1
173,00
74,8 237,50
100,6
351,50 76,0
11,00
101,9
1.22
72,6
801-
109,6
55.2/6
88,8
ei
lUfli

:
15,75
91,6
13,575
103,8
172.75
74,6 258,25
109,4
373,75 80,8
10,95 101,4
1.22
72,6
741-
1014
54.141-
18,1
15,60
90,7
13,20
101,0
175,25
75,8
246,00
104,2
372,75 80,6
11,00 101,9 1.22
72,6
70/-
959
54.216
87,2
juli
15,10
87,8
12,05
92,2
171,50.
74,1
235,75
99,9 367,75 79,5
1110
1028
1.22
72,6
70/-
95,9
53.19j- 86,9
Augustus

.
14,87
5

86,5
11,45
87,6
178,50
77,1
252,50
107,0
368.25
79,6
1105
102′,3
1.22
72,6
691-
94,5
55.516
89.0
September
14,70
85,5
12,15
92,9
179,50
77,5
233,25
98,8
369,50
79,9
10,90 100,9 1.22
72,6
651-
89,0
54.131-
88,0
October
November
13,725
13,45
79,8
11,45
87,6
178,75
77,2
230,50
97,7
359,00 77,6
10,90 100,9 1.22
72,6
651-
89,0
55.51-
89,0
78,2
12,125
92,7
184,75
79,8 233,25
98,8 349,75 75,6
10,65
98,6
1.22
72,6
651-
89,0
59.11-
95,1
December
13,40
77,9
12,57
5

96,2
201,00
86,8
246,25 104,3
348,25
75.3
10,60
.
98,1
1.22
72,6
651-
89,0
60.21-
96,8
aniiari

1928
13,50
78,5
12,70
97,1
207,50
89,6
247,75
105,0
361,00 78,0
10,30
95,4
1.22
72,6
65/-
89,0
62.-/-
‘99,9
ebruari
13,80
80,2
12,876
98,5
226,50
97,8
243,75
103,3
361,00
78,0
10,00
92,6
1.21
72,0
651-
89,0
61.121-
99,2
Maart
14,60
84,9
14,00
107,1
240,75
104,0
255,75
108,4
350,75 75,8 9,95
92,1
1.19
70,8
6516
89,7
61.316
98,6
April

,
15,30
88,9
14,975
114,5
239,50
103,5
261,00
110,6
358,25
.77,5
10,05
93,1
1.19
70,8
661-
90,4
61.1416
99,4
Mei
15,30
88,9
15,475
118,4
238,50
103,0
260.75
110,5
372,00
80,4
10,60
98,1
1.19
70,8
661-
90,4
62.151-
101 1
Juni

,
14,37
5

83,6
14,275
109,2
234,00
101,0
252,50
107,0
365,25
.
79,0
10,10
93,5
1.19
70,8
66/-
90,4
63.171-
102
:
9

juli
Augustus

:
14,25
82,8
13,075
100,0
246,75
106,6
241,00
102,1
359,75
77,8
.

10,10
93,5
1.19
70,8 661-
90,4
62.181-
101,3
12,00
69,8
12,626
96,6
214,75
92,8
226,75
96,1
350,75 75,8
10,05
93,1
1.21
72,0
66/-
90,4
62.10/6
100,7
September
»
11,65
67,7
11,575
88,5
198,75
85,9
198,25
84,0
350,75 75,8
10,00


.92,6
1.21
.

72,0
66/-
90,4
63.8/-
102,1
October

»
November
12,27
6

71,4
12,27
93,8
218,50
94,4
189,50
80,3 366,00
79,1
9,95
92,1
1.19
70,8
661-
90,4
.

65.121-

.
105,7
,,
12,325
71,7
12,07
5

92,4
227,25 98,2
185,50
78,6 386,25 83,5
10,20
94,4
1.10
70,2
661- 90,4
67.181-
109,4
December

,.
12,30
71,5
11,90
91,0
220,25
95,1
180,50
76,5
373,75
80,8
.

10,10
93,5
1.18
70,2
661-
90,4
70.31-
113,0
Januari

1929
12,35
71,8
12,20
93,3
231,50
100,0 194,25
82,3 365,00 78,9
10,10
93,5
1.16
69,0
661-
90,4
75.1016
121,7
ebruari
.
12,72
5

74,0
12,65
96,7
236,00
101,9
194,75
82,5 357,25
77,2
12,90 119,4
1.11
66,1
6616 91,1
78.-16
125,7
Maart
12,65
73,5
12,625
96,6
233,00
100,6
191,75
81,3
359,00 77,6
12,00
111,1
1.11
66,1
671-
91,8
89.81- 144,0
April
12.126
70,5
11,625

.
88,9 218,00
94,1
185,25

78,5 373,25

.
80,7
11,05
102.3
1.11
66,1
681-
93,2
82.1716
133,5
6 Mei
11,25
65,4
11,10

.
84,9
200,00 86,4
180,00
76,3.1 372,00
80,4
11,15 103,3
1.11
66,1
6816


93,8 1
80.-!-
129,5
‘j men zie voor ae toelicnting op clezen staat de nummers van 8 en 15 Augustus 1938 (No. 658 en 659) pag. 689190 en 709.
2)
= Western vôôr de invoering van
* Manitoba No. 3. j- Zuid-Russische.

‘1
8 Mei 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
451

Vanaf 1 Juli tot 1 Mei waren de Aanvoeren in Europa
en in Amerika tezamen 17.687.000 balen tegen 19.240.000
balen in 1927f’28 en 17.56.000 balen in 19261’27, terwijl
de Afleveringen bedroegen 17.911.000 balen tegen
18.884.000 balen in
19271’28
eti 17.244.000 balen in 19261’27.
De zichtbare voorraad was op 1 Mei in Europa 2.036.000
balen tegen 1.813.000 balen op 1 April. In Amerika be-
droeg hij 789.000 balen tegen 822.000 balen op 1 April. In
Europa en in Amerika tezamen was de zichtbare voorraad
dus 01) .1. dezer 2.825.000 balen tegen 2.635.000 balen op
1 April. Hij ‘bedroeg op 1 Mei 1928 – 2.9,06.000 balen en
op 1 Mei 1927 2.539.000 balen.
De zichtbare werelcivoorraad was op 1 Mei 5.217.000 ba.-
lcn tegeti 4.980.000 balen
01)
t April en 5.434.000 balen
verleden jaar (in deze cijfers zijn niet begrepen de voor-
raden in het binnenland van Sao Paulo, waarvan het cijfe
van t Mei nog niet bekend is, doch die op 1 April bedroe-
gen 10.403.000 balen en op 1 Mei 1928 – 12.115.000 balen).
De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Sautos
01) prompte verscheping zijn thans ongeveer 102(6 fi 10416
per cwt. en van dito Prime ongeveer 1051- it 1071., terwijl
zij van Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte
verscheping, bedragen 7616 fi 7716.
Van Robusta dp aflading van Nederlandsch-Inclië zijn
de prijzen in de eerste hand op het oogeublik:
Palembang Robusta, Mei-verscheping, 404 ct.; Benkoe-
len Robnsta, Mei-verschepiug, 42y, ct.; ‘Ma.ndheling Ro.
buste., Mei-verscheping, 45 ct., alles per KG., cif, uitge-
leverd gewicht, nett6 contant. i)e slot-noteeringen te New-York van het aldaar gelden-
de gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:

Mei
Sept.
Dec.
1

Maart

6 Mei
$
16,15
$14,83
$
14,43
$
14,05
,,

16,15
,,

14,72
14,37
,,

13,96
29

April

…….
22

,,
15,85
,,

14,63
14,27
,,

13,82
15

,,
,,

15,94
,,

14,70
14,33
,,

13,90
nuiaeruam,
1
iviei
1}II1.

(Mededeeling van de Vereeniging voor den Goederenbandel
te Rotterdam.)
Noteeringen en voorraden in Brazilië.’

Data

te Rio-
te Santos
Wisselkoers
te Rio
op Londen
Voorraad
(In Balen)

1

Prijs
1
No,71)
Voorraad
(In Balen)
1 Prijs
1
No,41)

6 Mei 1929
304.000
27.575
1.070.000
1
33.500
5504!
1515
29April1929
292 000
28.250
1.049.000
33 500
55001
22

,,

1929
269.000
1
28.600 1.081.000 33.500
sla
560S!
6 Mei 1928
294.000
26.225
1
.
136
.
0
001
33.000
1513
6

Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.

te Rio

te Santos
Data

Afgeloopen

Sedert kw
ee
?
iopen

Sedert.
1

week

1Juli


k

1Juli

4 Mei 1929. …

54.000 2.578.000
1
121.000 7.458.000
4 Mei 1928, …

60.000 3.339.000

139.000 8.789.000

‘T

Statistiek der firma G. Duuring & Zoon.

Zichtbare voorraad op 1 Februari in duizenden balen.

1929 1928 1927 1926 1925
Voorraad in Europa.. 1.792 1.710 1.457 1.402 1.583
Stoomend fBrazilië … 464, 539 575 534 452
n. Europa køost
.
Indië.

58

48

50

38

37

2.314 2.297 2.082

1.974 2.072
Voorraad Ver. Staten

733

782 1.014

685

705

Stoomend 1Brazilië ..

545

608

485

544

407
V
(r
.St
a
t
en
O
08
t
1
e’ 19

3.611

3.687

3.581

3.203

3.184
Voorr. in Pernambuco

15


Bahia

37

69

20

23

31
Victoria ..

65

122

38

Riodejaneiro 304

342

282

330

305
Santos

942

879

913 1.246 1.738

Paranagua: 42

Totaal ……’5.016 •5.099 ‘4.834 ‘4.802 ‘5.256
Op 1 Januari …….’5.172 “5.268 ‘4.911 ‘5.164 ‘5.384

1928 1927 1926 1925 1924
Op 1 Juli ………..’5.729 ‘4.720 ‘4.571 ‘5.085 ‘5.071
– * Niet inbegrepen de binnen!, voorraden in Sao Paulo.

De binnenlandsche voorraden te

Santos

Rio de Janeiro
1 Juli

1924 4.592.000 balen
1 Juli

1925 1.786.000
1 Januari 1926 4.383.000
1 Februari 1926 4.329.000
1 Juli

1926 2.833.000
1 Januari 1927 5.990.000
1 Februari 1927 5.344.000
1 Juli

1927 3.312.000
1 Januari 1928 13.120.000
1 Februari 1928 13.354.000
1 Juli

1928 11.672.000

1.180.000 balen
1 Januari 1929 12.966.000

585 000
T,

THEE.
1
0p
de theemarkt trad in de vorige week weinig verandering
1)
In Reis.
.


in. Te Londen bestond voor Ned.-]Indische thee meer belang.

AN
GROOTHANDELSPRIJZEN)

TIN
locrzen
Lon en per
Eng, ton

KATOEN
for Middling locoprijzen
New ork
per Ib.

WOL
gekamde

Australische,
Merino, 64’s Av.
loco Bradford
per Ib.

WOL
gekamde
Australische, CrossbredColo-
nial Carded,
50’s Av. loco
Bradford per Ib.

RUBBER
4
)

Standaard
Ribbed Smoked
Sheets
loco Londen per Ib.

SUIKER
Witte kristal- suiker loco
R’dam(A’dam.
per 100 K.G.

KOFFIE
Robusta
Locoprilzen
Rotterdam
per
(2
K.G.

THEE
Afi. N.-1. theev.
A’dam gem. pr.
Java- en Suma- tratheep.’/5KG.

Indexcijfer
vlh. Centr. B.
v. d. Stat.,
herleid
van 1913=100
tot

25= 100

lndexcijfer
van The
Eëonomist,
herleid
1927
=
100
tot 1925=100

£
261.171-
°Io
100,0
8 cts.
23,25
Ol
o

100,0
pence
55,00

,
°Io
100,0
pence
.
29,50
Oj
100,0
Sh.
2111,625
Ol
o

100,0
tI.
18,75
Oj
100,0
cts.
61,375
°Io
100,0
Cts.
84,5
01
0

100,0 100,0
100,0
290.1716 299.1316 111,1
114,4 17.55 13,45
75,5
57,5
47,25 45,00 85,9 81,8 24,75 25,25 83,9 85,6
21- 117,375
67,4
54,4
17,50 22,00
93,3
117,3′
55,375 50 90,2
81,5
94,25
71
111,5
93
1
2
103,8 309.816
312.15!-
118,2 119,4 14,15
14,25
60,6
61,3
46,25
47,75
84,1
86,8
26,00
26,50
88,1
89,8
1(7,125
53,7
21,126
112,7
48,75
79,4 71,25
84,0
84,3
93,5 94,2
98,6

100,7
3041!-
116,1
14,75
63,4 47,50
86,4
.

26,25
89,0
118,25
1(7,875
56,8
55,8
20,62
6

20,25
110,0 108,0

48
48
78,2 78,2
70
72,25
82,8
85,5
92,9 92,3
99,0
98,4
295.I2J-
296.9j6
112,9
113,2 16,15
16,85
69,5
72,7
47,00 47,25 85,5 85,9 26,00
26,00,
88,1 88,1
1(7,75
1(6
55,4 50,5
20,25
18,375
108,0
98,0
47
47
76,6
86,5
102,4
93,5
100,1
289.1516 292
110,7
17,90
77,0
48,50
88,2
26,50
89,8
lJ4,75
47,0
18,626
99,3
47
76,6 76,6
81,25 84


96,2 99,4
96,1
97,4
100,5 100,5
-16
287.12(6
111,5 109,8 19,70
22,05 84,7 94,4
48,50 50,00


88,2 90,9
26,50 26,50
89,8
89,8
1J5,25
1j4,25
40,8 45,6
18,50
17,876
98,7
.95,3
45,375
44,25
73,9
72,1

94,5

111,8
961
968
102,2
264.216
264.416 100,9
100,9
20,65 20,25 88,8
87,1
50,25
52,25
91,4
95,0 26,75 28,50 90,7
96,6
1(4,375
1
16,5
46,0
16,876
90,0
45,25
73,7
93
110,1
96,8
101,3 100,3
266.13(6
255.1
101,8
19,70
84,7
51,50
93,6
28,75
97,3
117,75
51,9 55,4
17,25
17,87
6

92,0 95,3
46 46 74,9 74,9
96
89,25
113,6
105,6
97,4
97,4
99,4
.
99,0
(-
233.1016
97,4
89,2
19,25
18,35
82,8 78,9 53,00
.

54,75
96,4
99,5
29,75 31,75
100,8 107,6
117,25
1)3,75
54,0
44,2
17,375
16,75
92,7
89,3
46 46
74,9
84,5
100,0
98,7
97,6
233.1716
89,3
19,35
83,2
55,00
100,0
33,25
112,5
110,75
35,8
16,875
90,0
47
74,9 76,6
.79,5
79
94,1
93,5
96,8
98,1
98,4
99,6
234.61-
230.13)-
-89,5
88,1
20,65
21,55 88,8
92,7
54,50 54,25
99,1
98,6 33,00
32,25
111,9 109,3
-(9,375
-19
26,3 25,3
16,875
16,625
90,0
88,7
47
48,25
76,6
786

,
74,25
87,9
98,7
101,4
218.816
83,4
21,35
91,8
55,50
100,9
31,75
107,6
-9,25
.
26,0
15,75
84,0
49
79
:
8

78,25 73,25
92,6
86,7
98,1
98,7
101,3
99,5
211.191- 211.181-
80,9
80,9 21,75
19,30
93,5 83,0 53,00 51,75 96,4
94,1′
31,25 30,00
105,9
101,7
-(9,25
-19,25
26,0
26,0
15,50
16,00
82,7
85.3
49,875
81,3
71,25 84,3
95,5
97,7
214.716
81,9
18,55
79,8
47,00 85,5 29,00
98,3
-18,5
23,9
15,875
84,7 51,875
52,75 84,5 86,0
67,75
70,25
80,1
83,1
92,9
93,5
96,6 95,7
221.191-
232.1016
84,8
88,8
19,45
19,90
83,7 85,6 46,25 47,25
84,1
85,9 27,25
27,50 92,4
93,2
-(8,8
-(8,625
24,7
24,2
14,625
14,00
78,0 74,7
53 53
86,4
86,4
73 86,4
94,2
95,8
228.81-
87,2 20,45
88,0
46,25
84,1
28,00 94,9
-j8,5
23,9
13,92
5

74,3 51,75
84,3
75,75
76,5
89,6 90,5
.

95.5
95,5
96,3
222.716
222.111-
84,9 85,0 20,20 20,10
86,9 86,5
46,75
44,2.5
85,0
80,5
28,75 27,75
97,3
94,1
-19,875
Il-
27,9
13,775
73,5 53,125
86,6 77,25 91,4
94,2
221.016
84,4 21,25
,
91,4
44,00
80,0
27,50
93,2
110,125
33,7
34,0
13,37
6

13,50
71,3
72,0
54 54

.
88,0 88,0 74,25 72,75 87,9
86.1
94,2 94,8
207.516 197.1216′
79,2 75,5 20,45
19,75
6

88,0 84,9
5

43,25
42,256
78,6
76,861
27,25
26,756 92,4
90,7
6

-110,5
29,5
13,375
71,3
54
88,0
74,25
87,9
-110,1875
28,6
12,50
66,7
54
88,0
………………..-.–….-…,.– –. ‘
.



,.-
i

a vn,

van ueuuluige uljic. noteeringswijze (jan. l9j. °)Jaar- en maandgemiddelden afgerond li
op
‘Is
pence. 5) 3 Mei
6)
2 Mei

11

452

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 Mei 1929

stelling dan voor ‘hetBritsch-Indische en Ceylon product,
hetgeen tot uiting kwam in prijzen, die voor de Java en Su,-
matra thee een kleinigheid
(‘/,
tot
1
/
2
d.) hoöger waren dan in
de vorige veffing, terwijl Britsch-Indische soorten alsmede
Ceylon-thee niet dan prijshoudend waren.
De minder waterhoudende schénken liepen eerder in prijs
iets achteruit. Klaarblijkelijk moet deze gunstigere stemming
voor het Ned. -Indische product worden gezocht in de nawer-
king van de afschaffing der Engelsche invoerrechten en het
daarmede gepaard gaande teniet doen van de achtersteffing, waaraan de Ned.-Inclische thee op de binnenlandsche markt
in Engeland was blootgesteld, tengevolge van een 2/3 d. hooger
invoerrecht.
In de komende week zal te Amsterdam geen theevei.ling
plaats hebben. De eerstvolgende veiling is in verband mt
Hemelvaartsdag vastgesteld op 16 Mei. Het aanbod daarin
van directen aanvoer zal bestaan uit bijna 17.000 kisten.

STEENKOLEN.

Over het algemeen hebben de prijzen zich goed gehouden,
doch de tendenz is onmiskenbaar., naar beneden gaand. In-
•tusschen kan er nog heel wat af, voordat het niveau vah
verleden jaar zomer bereikt zal zijn.
De staking van mijnwerkers op de Dawdon mijn, die toe-
behoort aan den markies van Londonderry, duurt onver-
zwakt voort. Het is te verwachten, dat in Schotland de
samenwerking tusschen de mijnbesturen zal worden her.
nieuwd, daar gezegd wordt, dat 90 pCt. van de betrokke-
nen hun bereidwilligheid verklaard hebben. –
In het vierde kwartaal va 1928 bracht Engeland 59
millioen tons kolen voort, waarvan de totale kosten per
ton bedragen hebben ca. 13 sh. 10 d. Hiervan zijn wegge-
gaan aan’ioonei 9sh. 2 d. oftewel 6634 -pCt.
De prijzen zijn:
Northumberland

Ongezeefde

…………
f 11.05

Durham

Ongezeef de

………………….
11.60

Cardifi

213

large

113

smalls

………….
,
14.75

Schotsche Gezeefde (Prime Lothians)
,, 10.75
Yorkshire gewasschea Doubles
……….,,

12.25

Westfaalsche

Vetförder

……………….
Vlamstukken

1

………..
,, 14.-
Smeenootjes

…………..
,
13.50
Glasvlamförder.

………..
..12.75
Gietcokes

…………….
,, 17.–
11
14′,.,,


1t 7
flU11ttUUbCU

.UJICI
VI Ifl.CIflJS

…………..,, –
alles per ton vn 1000 KG.. franco station RotterdamjAm-
sterdëm.

Ongezeefde ‘bunkerkolen f.o.b. Rotterdam/Amsterdam

f
11.15.
Markt prijshoudend.

S

IJZER.

Op de Cohtinentale ruwijzermarkt deden zich in de afge-
loopen veertien dagen geen noemenswaardige veranderingen
voor Hoewel de productie in het Cleveland district eenige uit-
breiding onderging, kan zij geen gelijken tred houden met de
vraag. Oyer het algemeen had de staalmarkt in de laatste week
een wat levendiger aanzien.

VRACHTENMARKT

Graan van Noord-Amerika.
Deze markt was ook in de afge-
loopen week vrij levendig. De vrachten bleven gehandhaafd
en bevrachters hadden geen moeilijkheden om geschikte ton.

nage te vinden.
Er werden ongeveer 20 booten afgesloten allen van Mont-real, en wel op basis van 3/3 per qtr. zwaar graan naar Bristol
Kanaal per begin Mei, 13 et. naar Antwerpen of Rotterdam per
Mei, 12 ct. in dezelfde richting per Juni, 15. ct. naar Fransche
Atlantische havens per Mei, 18 ct. naar de Middellandsche
Zee (niet Oostelijker dan West-Italië en excl. Spanje en Noord
Afrika) per Mei, 19 ct. naar Huelva/Barcelona Range ‘per
Mei, 201 ct. naar Griekenland per Mei, en 20 ct. naar Zweden
(3 havens) eveneens per Mei.
Van de Northern Range zijn verschillende orders per Mei en
Juni aan de markt op basis van 11, ct. naar Antwerpen of
Rotterdam, maar scheepsruimte is niet gemakkelijk te krijgen.
Suiker van Wast-Indië.
In deze afdeeling was he1 de vorige
week vrij rustig. Bevrachters toonden in hoofdzaak belang-
steffing in booten naar de Zwarte Zee. De laatste twee orders in deze richting, nl. 6000 en 6800 ton naar Odessa voor begin
en medio Mei laden, zijn inmiddels tegen 24/- en 23/- uit de
markt genomen.
Van Cuba naar ‘[J.K./Continent werd een prompte boot van
8100 ton tegen 17/- bevracht. Het hoogste in uitzicht gestelde
cijfer voor schepen van 6000 ton per Mei en Juni is 18/6. Kleine
ladingen zijn vooralsnog sehaarsch. Van Cuba naar Vancouver
iseen 6500 tonner per Mei tegen $ 3,75 afgesloten.

• Graan vzn de Noord-Pacific.
De graanmarkt van dè Noord-Pacific is zeer flauw en er is slechts één definitieve order aan
de markt voor Juni laden van Vancouver naar U.K./Continent,
waarvoor 28/- in uitzicht gesteld wordt.
Graan van La Plata.
Sedert het laatste bericht, valt weder
een opleving te constateeren, tengevolge waarvan de vrachten
mrkbaar vastzijn. Toonden de bevrachters tot nu toe hoofd. zakelijk interesse voor booten, welke in Mei konden laden,
thans stellen zij ook belang in Juni verscheping. De meeste
afsluitingen werden naar de Middellandsche Zee gedaan, of
althans met deze optie. Handige booten met Mei cancelling werden van de Boven-
rivier naar U.K./Continent tegen 25/6 afgesloten, terwijl eind
Mei begin Juni 24/6 en voor Juni laden 23/9 betaald is. Groote
booten zijn per Mei in dezelfde richting tegen 24/- bevracht.
Naar de Middellandsche Zee is betaald: 26/6 voor een 6000 tonner per Mei en 24/9 voor een 6800 tonner per 25 Mei/25
Juni naar Marseilles/Genua/Napels. Van Buenos Aires werden
bevracht een boot van 6700 ton ad 24/, basis één haven Noord-
Spanje, een 8300 tonner tégen 24/3, naar Marseille/Genuâj
Napels en een 7300 tonner tegen 25/6 naar Marseille, met de
optie West Italië, allen voor Mei, lading. Van Bahia Blanca is
een handige boot met begin Mei canceffing ‘tegen 23/6 naar het
Continent afgesloten, met de optie Noord Spanje tegen 24/6.
Voor een boot per eerste helft Mei is naar het Continent alléén
23/. betaald, en voor een boot per eind Mei eveneens naar het
Continent 22/9.
Salpeter van de Westkust Zuid-Amerika.
Deze markt is nog
steeds lusteloos; alleen voor prompte lijnerruimte bestaat
een weinig belangsteffing, op basis van 19/- naai Continentale
havens.
Naar de Vereenigde Staten is slechts sporadisch een order
aan de markt. De laatste van 8000 ton per 25 Augustus/25
September naar Galveston/Boston Range werd ,op basis van

$
5_
naar één loshven gesloten
Burmah.
De eenige definitieve rijstlading der afgeloopen
week, nI. 7000 ton per begin Mei naar Antwerpen/Hamburg/
Range is tegen 25/6 afgesloten. Sindsdien is ‘geen enkele order
aan de markt.
Donau en Zwarte Zee.
Van dèn Donau is nog steeds niets te
doen. Van de Zwarte Zee is vooralsnog vraag, naar graan-
tonnage voor Mei laden, maar de in uitzicht gestelde cijfers
van 13/- naar het Continent, 13/6 naar U.K. en 1416 naar
Scandinavië zijn niet aanlokkelijk, genoeg.
Middellandsche Zee.
Er werden vrij veel afsluitingen gedaan,
zonder dat de koersen een belangrijke wijziging ondergingen.
Ertslading o.m. als volgt gesloten: Algiers/Rotterdani
51-,
Bona/Rotterdam 5/-, Almeria Pier/Newport Doek 6/6,
Almeria Harbour/Rotterdam 5/9, Huelva/Garston 9/6, Huelva/ Rotterdam 613.
Voor Phosfaat wordt o.m. genoteerd: Tunis/Rotterdam 7/6, Sfax/Antwerpen 6/9, Tunis/Ipswich 9/-.
Noord-S pane.
Ofschoon er meer vraag naar tonnage was
dan de vorige week, zijn de vrachten minder vast. Van Bilbao
naar Rotter4am zijn verschillende booten afgesloten, aan-
vankelijk tegen 6/-, later tegen 5/10
1
/
2
. Naar Ymuiden werden twee booten tegen 6/1
1
/
2
bevracht, terwijl naar Cardiff 613 en
naar Tyne Doek 6/- betaald is.
Kolen van U.K.
Er was veel vraag naar tonnage in alle
richtingen en naar Brazilië en de Oostelijke Middellandsche
Zee werden hoogere vrachten betaald dan de vorige week.
O.m. vonden de volgende afsluitingen plaats: van Zuid Wales –
naar Havre 4/., Lissabon 8/6, Oran 9/6, West Italië 9/6,
Alexandrië 12/6, Buenos Aires’ 12/-, Rossario 13/-‘; van de
Oostkust naar Helsingfors 5/8, Copenhagen 5/6, Konings-
bergen 5/9, Marseille 1011012, Triëst 12/6, Las Palmas 9/9.

RIJN VAART.

Week van
28 April tfm. 4 Mei 1929.

De aanvoeren van zeezijde waren zeerlevendig. De scheeps.
ruimte bleef over het algemeen beperkt. Er was regelmatig
veel vraag. Hoewel er in den algenieenen vrachtenstand geen
noemenswaardige wijziging kwam, bleef de stemming vast.
Voor erts naar de Ruhrhavens betaalde men t 0.80/0.90 met
resp. 4 en 8 losdagen; naar Grimberg en Mülheim/Ruhr resp.
10.90.11.—; naar Dortmund ca. 11.20/1.30 per last. Naar
Mannheim bedroeg de vracht voor ruwe producten ca. 11.60
ad 11.70 per last. Ook werd in daghuur bevracht op basis van
3 ad
3’12
cts. per ton. Het sleeplöon variëerde ‘tussehen het
40 en 50 ets. tarief. De waterstand was eenigszins wassend;
naar den. Bovenrijn werd op 2.10 ad 2.20 1V. en naar den
Benedenrjn maximum 2.80 M. afgeladen.
In de Ruhrhavens bleef de algemeene situatie ongewijzigd.
De verschepingen bleven onverminderd zeer levendig. Bij veel
vraag, bleef de scheepsruimte tamelijk beperkt. De vracht, voor
exportkolen bleef ongewijzigd en bedroeg Mk. 1.40 per ton
mcl.
sleeploon naar Rotterdam.

8 Mei 1929

-. 453

DE TWENTSCHE BANK

Amsterdam Rotterdam – ‘s-Gravenhage -. Alinelo’- Dordrecht . Enschede – Hengolo –

Oldeuzaal- Utrecht – Zaandam – Zwolle

ê

‘.

‘•

:.

Maandstaat op 30 April 1929.


. DEBET

.

..

..

.

Aandeelhouders nog te strteu .. 90 pOt. op aandeelen B,

waarvoor waarborg gedeponeerd ……………………
. .

f

532.800,-
Deelneming in de firma

B. W. BLIJDENSTËIN & Co., te Londen

‘•’ ………

. 7.200.000,-

Deelneming in bevriende Bankinstellingen . . .

f
9429.667,51.

waarvoor in geld gestort …………………………..
…….

7.104.967,51

waarvoor. effecten ‘gedeponeerd …………….
………..

f

2.324.700,—

.

…….
Effecten van Aandeelhouders

. .

. .

.

gedeponeerd bij bevriende instellingen …………….,, 3.000.000,-

ten eigen gebruike ………………………………

34.330.900,—

39.655.600,—

Kassa,

Wissels

en

Coupons

……………………………
..-

.

,,

34.517.082,47

Saldo’s

bij

Bankiers

………………………………
,,

24.868.570,85

Eigen
.
Effecten en Syndicaten
.
..
..
.
.

,,

12.792.057,87

Saldo te leveren cii te ontvangen Fondsen
.
-,,

2.632.766,46

Prolongatiën

gegeven
……………………………….
..
.
16.885.065,-

Voorschotten tegen Qnderpand of Borgtocht en SaldiRek.-Ort,
f142.941.548,44

.

Af:

lopende

Promessen

………………………….
.
.’
,,

4.942.000,-

137;999.548,44

Voorschotten

.°r

Consignatiën’ ………………………..
.

‘1.837.672,76

Gebouwen

………………………………………..
.

,,.

5.851.309,40

.
Totaal ……
f

291.877446

CREDIT

..

.
.

.
.

Kapitaal

…………………………………………..
.
f
36.000.000,-

Reservefonds …………………………………………
0

,,
15.000.000,-

Aandeélhonders

voor

gedeponeerde

Effecten. als

waarborg
.

-voor 90. pCt

. .

.
.

storting

op

aandeelen

B

…. ………………….
f

532.800,-

in

Leen-Depot

…………………….. …………..
39.122.800,—

39.655.600,—

Zieken-‘

en

Pensioenfonds ……………………………
3.593.381,42

Deposito’s

………………………………………..

.73.090.327,87

Prolongatie-Deposito’s

……………………….
. .

.
,,
5.383.700,-

Saldi

Rekeningen-Courant

…… . …………. .. ………
f

77.672.316,79

voor gelden in het Buitenland

. .
,,

4.553.488,13
82.225.804,92

De

Nederlandsche Bank ……………………………..
8.070.720,86

Te

betalen

Wissels

………………………………..
,,
19.716.232,95

Geaccepteerd

door

derden …………………. ………..
5.026.394,68

Diverse

Rekeningen ……..

……………….
. ………
..
,,
1.115.277,86

Daggeldieeningen
………………………………


0
3.000.000,-

Totaal ……t
291.877.440,56

: MEI 1929

E
JAARGAN.G No.
697

Nederlandsche Handel-Maatschappij,
N.V.

Amsterdam

Gestort Kapitaal f80.000.000,— Statutair. Reserve f 40.000.000,-

AGENT9CHAP’PEN ÏEOTERDAM’N ‘RAVNHAGE

Rente orcposito’s:

Direct opvorderbaar . . . 21/2 % per jaar

‘6 maanden opzegging . .
*

t
o
per jaar

1 maand opzegging

.. …•,.
3

%

,,

,,.

12

..

..’

.

.

.
47 %
‘Vdor andere èn VASTE’terlJnen, oomede voor groote bedragen
3
maanden opzegging . . 37 % ,,

..

rentevergoeding nader overeen te komen.

SAFE-DEPOSIT

‘1

Banque ‘de Paris et d.e.s .Pays=Bas

Kapitaal: Frs. 300.000.000,-
Reserves: Frs. 173.500.000,—

Parijs

Amsterdam

Alle Bankzaken

Brussel

Genève

Instituut voor Economische Geschriften.

Jaarlijksche

4:.i
rneene
Vergadering

vari”de’1dèn der bovengenoemde Vereeniging op

Woensdag 15 ‘Mei a.s.,
des avonds te
9 ure,’

in ,,Pulchri Studio” te ‘s-Gravenhage,

Lange Voorhout 15.

gen da:

1.
:
Nptulen.,

2; Vérslag van het Dagelijksch Bestuur over 1928.

Rekening en Verantwoording over 1928.

Benoeming van leden van den Raad van Beheer.
5.’ Ron ivraag.

HET DAGELIJKSCH BESTUUR.’

Amsterdam/Rotterdam.
30 April
1929.

WERKSPOOR

AMStERDAM

ROLLEND SPOORWEGMATERIEEL

SCHEEPSSTOOM WERKTUIGEN

SCHEEPSDIESELMOT0REN
IJS- EN KOELMACHINES

SUIKER MAC H IN ERIEËN

IJZERCONSTRUCTIES

SCI-IEEPSTURBINES

POLDERGEMÂLEN

LOCOMOTIEVEN

STOOMKETELS

Vraagt proefnurnmers
van het

Ocirooi-enNerkenblad

aan de. Administratie:
,Wijnhaven 113
1
,
R’dam,
Telefôonnumm’er 07843

Naamlooze Vennootschap

‘Wii’tö’ô!s
Machinefabriek eli Scheepswerf

Rotterdam

Scheepsbouw en Machinefabricage. Speciale. inrichting

voor reparatien van eiken omvang V13f droogdokken

.:met lichtvermogen’ tot 46000 ton.
W.
Dwarshelling.

‘Drijvende kranen met een’ lichtvermogen’tot, 120 ton.

S
07301, 07302, 07303
Telefoon:

Telegramadres: ,,WILTON” Rotterdam
07304, 07305, 07306

NIJGFI & VAN DITMAR’S BOEK- EN HANDELSDRUICKERIJ, ROTTERDAM

Auteur