Ga direct naar de content

Jrg. 13, editie 667

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 10 1928
10 OCTOBER 1928 Economisch-Statistische Berichten ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER 13E Jaargang WOENSDAG 10 OCTOBER 1928 No. 667 STOOMVAARTMAATSCHAPPIJ —NEDERLANDfl – Amsterdam ROTTERDAMSCHE LLOYD Rotterdam MAIL-, PASSAGIERS- EN VRACHTBOOTENDIENST HOLLANDŠJAVA vice versa via SUEZ KANAAL JAVA ŠNEW YORK LIJN Geregelde vrachtbootendienst tus- schen Nederlandsch-Indië en de Oostkust van Noord-Amerika in samenwerking met andere Maat¬ schappijen. JAVA ŠBENGALEN LIJN Geregelde dienst tusschen Neder- landsch-Indië, Rangoon en Calcutta. JAVA ŠPACIFIC LIJN Geregelde vrachtbootendienst tus¬ schen Nederlandsch-Indië, Singa¬ pore en de Westkust van Noord- Amerika. s Afdeeling Drijfwerk STORK™S NIEUW ZELF= SMEREND KUS S E N= BLOK GOED en GOEDKOOP HENGELO Het Handelsblad 1 O O JAAR het familieblad der beschaafde kringen. Elke adverteerder weet wat dat zeggen wil! Algemeen Handelsblad Afd. Advertentiën – Amsterdam Poorters- Toeback 30 ct.per half ons. Nederlandsche Hypotheekbank opgericht te Veendam iu ,89°- Directie: Mr. M. J. BOS Mr. J. WILKENS. Kapitaal . f 4.000.000,Š Reserves . ruim f 2.200.000,Š Hypotheken.plm. f 54.000.000,Š Pandbrieven . *.plm. f 51.000.00u,Š 4′ /2°/o Pandbrieven a 99’/,% Bij omwisseling tegen uitgelote pandbrieven is de koers lh °io lager. ROTTERDAMSCHE BANKVEREENIGING BOTTERDAM AMSTERDAM DEN HAAG KAPITAAL f 50 OOO. OOO RESERVE f 2Q OOO. OOO DEPOSITO’S CMECUE REKENINGEN MET RENTEVERGOEDING ALLE BANKZAKEN 0 NS? // ER IS MAAR EEN KAREL I R. MEES & ZOONEN Ao 1720 Bankiers en Assurantie-Makelaars ROTTERDAM Safe-Deposit Bezorging van alle Verzekeringen Nederlandsche Handel-Maatschappij Amsterdam Gestort Kapitaal f 80.000.000,Š Statutaire Reserve f 40.000.000,Š AGENTSCHAPPEN TE ROTTERDAM EN ™S-GRAVENHAGE Rente voor Deposito™s: Direct opvorderbaar … 2 % per jaar 6 maanden opzegging . . 4 % per jaar I maand opzegging … 3 % — — 12 ,, ,, . . 4^4 % ,, o , . . . / Voor andere en VASTE termijnen, zoomede voor groote bedragen j maanden opzegging . 0/2 /o ,, ,, rentevergoeding nader overeen te komen. SAFE-DEPOSIT RESIDENTIE HYPOTHEEKBANK ™s-GRAVENHAGE Anna Paulownastraat 97 Trustee™s en Accountantscontröle Geplaatst Maatsch. Kap. f 1.400.000.Š Reserve f601.000.Š 4è pCt. Hypotheekbr. tegen 98ipCt. Opeischbaar a pari na 10 jaren Directie: K. E. Abbing, D. van Oordt. WERKSPOOR AMSTERDAM ROLLEND SPOORWEG MATERIEEL SCHEEPSSTOOM WERKTUIGEN SCHEEPSDIESELMOTOREN ‘ IJS- EN KOELMACHINES SUIKERMACHINERIEËN . IJZERCONSTRUCTIES SCHEEPSTURBINES POLDERGEMALEN LOCOMOTIEVEN STOOMKETELS Ł Zooeven verscheen :Ł Koersberekening Door JOH. HAGE Een handleiding bij het be¬ rekenen van koersen. Prijs f 2,90 Alom verkrijgbaar bij den Boekhandel en bij Nijgh & v. Ditmar™s Uitgevers- Maatschappij, Rotterdam. Een modern bedrijf JJ^ijnhaven 113 Rotterdam Telefoon 7831 (‘ler lijnen) NIJGH & VAN DITMAR™S DRUKKERIJ is een modern bedrijf van groote capaciteit zoodat ket de meest omvangrijke orders snel kan uitvoeren. Een verzoek per te¬ lefoon of briefkaart brengt U een verte¬ genwoordiger. Verschenen: Florilegio de Prosistas Espanoles de los periodos romantico, realista, actual, con notas biograficas y con una breve historia de la literatura espafiola, compilado y ampliamente anotado POR J. B. KERPESTEIN Profesor de la escuela superior de altos estudios comer- ciales, de la escuela superior técnica y de la escuela de comercio püblica. T O M O I y II Prijs per deel f3.25 NIJGH & VAN DITMAR™S UITG.-MIJ-ROTTERDAM 10 OCTOBER 1928 AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN Economisch-Statistische Berichten ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN 13E Jaargang WOENSDAG 10 OCTOBER 1928 No. 667 INHOUD. Blz. Doelmatige Overheidsbemoeiing door Mr. Dr. J. E. van Zanten. 880 Het Ontwerp-Wegenwet I door Mr. Dr. R. H. Baron de Vos vin Steenwijk . 881 Accountantsdag van het Ned. Instituut van Accoun¬ tants door J. Paardekooper. 884 De ontwikkeling der Gemeentesehulden door Dr. F. M. Wibaut . 885 BUITENLANDSCHE MEDEWERKING: De Rijksfinanciën in het begin van het normale her- steljaar door Dr. Carl Kramer. 885 De ineenstorting en de wederopening van dePrivat- bank door Cand. Polit. J. T. Juki . 888 A ANTEEKENINGEN: Indexcijfers van groothandelsprijzen. 890 Maandcijfers : Rijkspostspaarbank . 890 Statistieken en Overzichten. 891Š898 Geldkoersen. I Bankstaten. I Goederenhandel. Wisselkoersen. | Effectenbeurzen. | Verkeerswezen. INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN. Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Terpstra. ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN. COMMISSIE VAN ADVIES: Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. 77. van hennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. E. Moresco; Prof. Dr. N. J. Polak; Mr. Dr. L. F. II. Regout; Dr. E. van Welderen Baron Rengers; Prof. Mr. 77. R. Ribbius; Jan Schilthuis; Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries. Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart. Redacteur-Secretaris: S. Postkuma. Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam. Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408. Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in Nederland … 20,Š. Buitenland en Koloniën … 23,Š per jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het weekblad gratis. De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont¬ vangen de abonné™s, leden en donateurs kosteloos, voor zoo¬ ver daaromtrent niet anders wordt beslist. Aangeteekende stukken: Bijkantoor Rwigeplaatweg, Advertenties … 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver¬ tenties: Nijgli d van Ditmar™s Üitgevers-Maatschappij, Rot¬ terdam, Amsterdam, ™s-Gravenhage. Postchèque- en giro¬ rekening No. 6729. 9 OCTOBER 1928. Nadat aan de geldbehoefte voor de maandswisseling was voldaan, werd de geldvraag minder dringend. De rente voor particulier disconto kon daardoor van 47/ie tot 414 pCt. terugloopen, terwijl de callrente van 4/4 tot 4 pCt. daalde; gisteren werd zelfs weder voor 314 pCt. afgedaan. Ook de prolongatierente liep iets terug, de noteering schommelde tusschen 414 en 4/4 pCt. * * * Op de balans van De Nederlandsche Bank geeft de post binnenlandsche wissels een stijging van … 900.000 te zien, die zich uitsluitend verklaren laat uit de meerdere credieteischen van den Staat; het totaal der rechtstreeks bij de Bank ondergebrachte schatkistpro- messen, dat een week geleden … 22 millioen beliep, blijkt sindsdien met … 2 millioen te zijn vermeerderd. De beleeningen vertoonen een teruggang van … 11,6 millioen. Het renteloos voorschot aan bet Rijk nam met … 1,1 millioen af. De goudvoorraad der Bank bleef vrijwel onveran¬ derd. Het zilver verminderde met … 250.000. De post papier op het buitenland blijkt met … 1,7 millioen te zijn toegenomen, terwijl de diverse rekeningen op de actïefzijde der balans een teruggang van … 9,5 mil¬ lioen te aanschouwen geven. De biljettencirculatie daalde met … 22,1 millioen. De rekening-courant-saldi toonen een vermeerdering van … 2,2 millioen. liet beschikbaar metaalsaldo klom met … 3,7 millioen. Het dekkingspercentage bedraagt nagenoeg 52. * * * De wisselmarkt was deze week voor bijna alle wis¬ sels vrij vast gestemd. Dollars stegen van 2,49% tot 2,497/ie; Ponden van 12,093/i6 tot 12,09% en ook Francs, Belga™s, Zwits. Francs en Skand. Kronen wa¬ ren eerder iets hooger. Daarentegen waren Marken flauw. Geopend op 59,45, werd aan het einde der week, na eenige schommelingen, voor 59,39 afgedaan; terwijl gisteren een verdere daling tot 59,35 plaats vond. Spanje was opnieuw’ sterk aangeboden. Geopend op 41,0714, werd Zaterdag voor 40,55 afgedaan en ondanks sterken steun was gisteren de stemming op¬ nieuw flauwer. LONDEN, 8 OCTOBER 1928. Door de betaling van dividenden op regeerings- obligaties per 1 October, was geld vrij overvloedig in bet begin van de vorige week. Dit geld werd echter vrij spoedig geabsorbeerd en had tegen het einde der week reeds geen merkbaren invloed meer. Men ver¬ wacht dan ook meerdere vraag naar geld gedurende deze week. Op de discontomarkt had men met verdere belang¬ rijke gouduitvoeren rekening te houden. Had de markt tot nog toe weinig aandacht geschonken aan de ver¬ schepingen naar Duitschland, waarvan men meende, dat deze toch niet zoo™n grooten omvang zouden kun¬ nen aannemen, anders werd het toen in het midden der week de verschepingen naar New York een aan¬ vang namen met een post van £ 2.000.000. Toen dan ook op Vrijdag bekend werd, dat op dien dag nog een verdere groote post naar New York verscheept zoude worden, zette de markt onmiddellijk de inschrijvings¬ prijzen op de schatkistpromessen met een volle frac¬ tie van 1/ie pCt. op tot 45/ie pCt. De markt volgde niet dadelijk voor bankaccepten, maar heden is ook daar de prijs ten volle op 45/16 tot 4% gebracht met handel op een lager niveau. Dollars blijven nog steeds onder 4,85 noteeren, ter¬ wijl Reiehsmarken nu op een niveau (20,38) staan, dat goudverschepingen niet meer toelaat, mede door¬ dat de Reichsbank sedert eenige dagen haar aankoop¬ condities, wat de valuteering der posten betreft, eenigszins verzwaard heeft. 880 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 10 October 1928 DOELMATIGE OVERHEIDSBEMOEIING. Men herinnert zich ongetwijfeld, dat in 1925 de Ned. Maatschappij voor Nijverheid en Handel —een commissie voor doelmatige overheidsbemoeiingfl had benoemd en dat haar rapport in dit blad is besproken door den heer Zaalberg 1). De commissie, van oordeel, dat het noodig was, maatregelen te nemen tegen de omslachtigheid en onverstaanbaarheid onzer wetten, de bureaucratische en het vrije bedrijf belemmerende uitvoering daarvan en het bureaucratische en on- practische beheer van openbare diensten en bedrijven, deed daartoe een drietal voorstellen en wel le aan de Tweede Kamer het amendeeringsrecht te ontnemen en haar in de Grondwet op te dragen commissies van niet-Kamerleden te benoemen, die belast zouden wor¬ den met het technisch onderzoek en zoo noodig amen- deeren van wetsontwerpen, waarnevens dan de regee- ring die commissies ook in de voorbereiding van wets¬ ontwerpen zou mogen betrekken; 2e aan organisaties van maatschappelijke groepen, zooals werkgevers en loonarbeiders, bij speciale wetten de bevoegdheid te geven, groepsbelangen bij verordening zelf te regelen en 3e het beheer van openbare diensten en bedrijven op te dragen aan een verantwoordelijke directie onder toezicht van een bedrijfsraad, zoodat het uitvoerend gezag zich zou beperken tot het benoemen van de directie en de leden van dien raad. Men weet, dat op deze denkbeelden, vooral op de beide eerste, zoowel buiten de maatschappij als in haar in 1926 gehouden algemeene vergadering nogal kritiek werd geoefend. Zij maakte ze als gevolg hier¬ van nog niet direct tot de hare en wilde ook gaarne de meening der vijf groote politieke partijen erover hooren. Waar van een dezer partijen, de vrijzinnig-demo- cratische, twee leden, de heeren Mr. Br. ing. J. van Hettinga Tromp en Mr. A. C. Josephus Jitta, deel hadden uitgemaakt van de commissie, ligt het voor de hand, dat die partij er prijs op stelde de kwestie zelf ook onder de oogen te zien, en dat des te eerder, omdat er haar, die een vrij vergaande overheidsbe¬ moeiing voorstaat, alles aan gelegen moet zijn, dat die bemoeiing dan ook zoo efficient, zoo weinig bu¬ reaucratisch, zoo soepel, zoo weinig vrijheidsbelem- merend voor de bevolking zal uitvallen als slechts eenigszins mogelijk is. Zoo besloot dus de op 28 November 1926 gehouden algemeene vergadering harerzijds ook een commissie in te stellen met de opdracht te onderzoeken, —op welke wijze een grootere doelmatigheid in de over¬ heidsbemoeiingen kan worden tot stand gebrachtfl. Deze commissie, waarin naast de beide genoemde hee¬ ren zitting hadden de heeren Marchant (tevens voor¬ zitter), Joekes, Oud, Von Saher en prof. Scheltema, heeft onlangs haar rapport uitgebracht; het is op¬ genomen in BeVrijzinnig-Bemocraat van 18 Augus¬ tus jl. De heer Jitta trad als rapporteur op. De commissie heeft den omvang der overheidsbe¬ moeiing geheel buiten beschouwing gelaten en zich uitsluitend bezig gehouden met de vraag, of de taak, zooals die nu eenmaal is, op een meer doeltreffende wijze dan thans kan worden vervuld. Zij heeft daarbij op het voorbeeld der andere commissie drie groepen van bemoeiingen onderscheiden: de wetgeving, de uitvoering van wetten en het beheer van overheids¬ diensten en -bedrijven. Wat de eerste groep betreft blijkt reeds terstond, dat zij de meening der commissie uit de Maatschappij voor Nijverheid en Handel geenszins deelt, doch zich bij de kritiek op haar stelsel aansluit; alleen de heer van Hettinga Tromp handhaaft in een minder- heidsnota zijn meening. De commissie van V.D. is van oordeel, dat het bezwaar van onze onverstaanbare, omslachtige, veel te gedetailleerde en dikwijls onpraktische wetten niet i) Zie E.-S. B. van 17 Februari 1926. ontstaat uit roekelooze amendeering door de Tweede Kamer, daar amendeering slechts in een minderheid der gevallen voorkomt, maar uit een gebrekkige voor¬ bereiding van het ontwerp. In de laatste jaren worden wel allerlei colleges, zooals de Hooge Raad van Arbeid, de onderwijs-, de nijverheids-, de middenstandsraad, ge¬ raadpleegd, maar dit systeem heeft het groote nadeel, dat een zwakke regeering in de uiteenloopende ad¬ viezen van deskundigen licht een reden kan vinden om zich van indiening van het ontwerp te onthouden, omdat zij zich geen opinie vormen kan. De commissie meent dus wel, dat de deskundige voorlichting moet blijven bestaan, maar zij wil haar zoodanig georgani¬ seerd zien, dat de medewerking op systematische wijze geschiedt, doch dan altijd met dien verstande, dat de regeering de leiding houdt. Vraagt men haar, hoe zij praktisch wil bereiken, dat deze voorlichting meer systematisch wordt, zoodat zij de indiening van beter geformuleerde, beter geredigeerde en meer een¬ voudige wetsontwerpen bevordert, dan vindt men daarop in haar rapport geen antwoord; toch komt het hierop juist neer. Wat voorts de behandeling der wetsontwerpen in de Tweede Kamer betreft wil zij in geen geval het amendeeringsrecht aantasten; volgens haar is wel ge¬ bleken, dat het bij een goede technische voorbereiding geen nadeel oplevert, daar niet passende amendementen wel degelijk door de Kamer plegen te worden ver¬ worpen. De commissie zoekt liever de oplossing in een nieuw instituut, dat reeds sinds 1920 in het partij¬ program voorkomt, nl. de mogelijkheid in de Grondwet op te nemen om (naast de toepassing van art. 194 der Grondwet, de vorming van nieuwe organen, met zelfbestuur belast) bepaalde onderwerpen van hoofd¬ zakelijk technischen aard ter regeling op te dragen aan door den wetgever aan te wijzen colleges met een veto-recht van de Tweede Kamer in dien zin, dat dergelijke regelingen op de Engelsche manier beschouwd worden door de Tweede Kamer te zijn aangenomen, als zij gedurende een bepaalden tijd aanhangig zijn, zonder dat een lid openbare behan¬ deling heeft aangevraagd. Zij ziet dit als een andere figuur dan de in art. 194 der Grondwet bedoelde nieuwe organen met verordenende bevoegdheid. De tegenstelling ligt, als wij goed zien, hierin, dat deze laatste permanente lichamen voor de uitvoering van speciale wetten zijn (jaehtschappen, havenschappen, electriciteitschappen en derg.), terwijl de commissie daarnaast colleges van deskundigen op het oog heeft, voor éénmaal ingesteld om een bepaalde wettelijke regeling op deskundige wijze tot stand te brengen. Het tweede voorstel heeft betrekking op de uit¬ voering van wetten. De commissie geeft toe, dat daarin veel bureaucratie heerscht en dat er, afge¬ scheiden hiervan, al tientallen jaren geklaagd wordt over de wijze, waarop de wetten worden uitgevoerd door de rijksambtenaren en andere organen. Zij wijst als voorbeeld op de sociale verzekering, waarvan de uitvoering veel beter kan geschieden door collectief overleg tusschen de organisaties van werkgevers en arbeiders, zooals het beginsel hiervan voor de be¬ perking van den arbeidsduur reeds in art. 28 der arbeidswet 1919 is neergelegd en waartoe ook art. 194 der grondwet de gelegenheid geeft. Ambtelijke organen zullen zich dan kunnen beperken tot controle en verdere uitvoering, waarvoor ze onmisbaar zullen blijven. Daarmee wordt tevens de eerste stap gezet op den weg der bedrijfsorganisatie, die, naar het oordeel der meerderheid van de commissie, gesteund moet worden door een wet regelende de verbindend¬ verklaring der collectieve arbeidsovereenkomst. Ten slotte het beheer van overheidsdiensten en bedrijven, waarvan het aantal in de laatste halve eeuw zoo enorm is toegenomen (er zijn bv. 150 gas¬ fabrieken, waarvan 25 particuliere, tegen 13 in 1850, waarvan 1 van de overheid). Hier gaat het vooral om de stroeve exploitatie, ontstaande uit het feit, 10 October 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 881 dat de leiding deel uitmaakt van een groote admi¬ nistratieve organisatie, die algemeen geldende regels stelt, welke de vrijheid van beweging beperken. De commissie meent niet, dat een systematische omzetting tot gemengde bedrijven gewenscht is, maar wel is noodig, dat der directie veel vrijheid wordt gelaten. Zij moet worden bijgestaan door een raad van beheer, terwijl de vertegenwoordigende lichamen zich hebben te bepalen tot het benoemen van de directie en de leden van den raad van beheer, tot toezicht en tot het aangeven van algemeene regelen. Dit zijn derhalve de hervormingen, die de commissie wil: betere voorbereiding van wetsontwerpen, gele¬ genheid om technische wetsontwerpen door speciale deskundige commissies te doen behandelen met een veto-recht voor de Tweede Kamer, ruime toepassing van art. 194 der grondwet om de uitvoering van wetten aan de georganiseerde belanghebbenden te kunnen opdragen, grootere vrijheid voor de directies van openbare diensten en bedrijven en instelling van raden van beheer voor deze laatste. Wij zullen geenszins ontkennen, dat deze maat¬ regelen, althans verschillende daarvan, inderdaad het openbaar bestuur nader tot de praktijk van het leven zullen brengen en daardoor zullen kunnen bevorderen, dat wetgeving, uitvoering en exploitatie van onnoo- digen bureaucratischen ballast worden ontdaan. Toch komt het ons voor, dat de commissie de kern der zaak niet heeft aangeraakt, niet wijst op twee groote bezwaren, die veel moeilijker zijn weg te nemen. Het eerste ligt in de groote en steeds toenemende ingewikkeldheid van het hedendaagsche leven, die het noodig maakt, dat geen maatregel wordt getrof¬ fen, zonder dat van vele kanten adviezen zijn inge¬ wonnen. Wat weer ten gevolge heeft, dat, wil men met die adviezen- behoorlijk rekening houden, een gecompliceerde regeling onvermijdelijk is. Men denke b.v. eens aan de vele belangen, betrokken in: den aanleg van een wegennet (de financiën, de grond en de belendende perceelen, de techniek van den aanleg, het landelijk schoon, de weggebruikers, de verkeers¬ politie); de winkelsluiting (steden en platteland, de verschillende winkelbedrijven, de winkeliers, de ver¬ koop in restaurants, de venters, de godsdienst, de be¬ dienden); de ziekteverzekering (de werkgevers, de arbeiders, de bestaande fondsen, de financiën, de artsen, de apothekers). Welk college men ook met de voorbereiding van deze zaken belast, het zal altijd uiterst moeilijk zijn behoorlijk aller belang te be¬ hartigen, het zal tijd kosten en tot ingewikkelde regelingen dwingen. Maar ook dit is nog niet het voornaamste. Hoofd¬ zaak is en blijft naar onze meening de keuze van de menschen, die het doen. De commissie heeft bij haar hervormingsplannen steeds colleges of commissies op het oog, maar vergeet zij daarbij niet een weinig Š de heer Zaalberg heeft het in zijn hierboven ver¬ melde bespreking ook reeds opgemerkt Š, dat elk orgaan, met wetgeving, uitvoering, toezicht, beheer belast, wat het wil en wenscht ten slotte toch moet laten doen door een enkel persoon, m.a.w. dat men aan het optreden van ambtenaren niet kan ontkomen *)? Even goed als de minister een door hem gewenschte wet door een van zijn ambtenaren laat ontwerpen, zal het college van deskundigen, dat het partijprogram wenscht bij technische wetten, de hulp van ambte¬ naren noodig hebben en hetzelfde zal het geval zijn met de colleges, bedoeld in art. 194 der grondwet, i) In het op 26 Maart jl. gehouden, aan dezelfde zaak gewijde congres der Maatschappij voor Nijverheid en Handel merkte ook de nieuwbenoemde burgemeester van Rotterdam, Mr. Droogleever Fortuyn op, dat het hier veeleer een kwestie geldt van personen dan van stelsels, en hij doelde daarbij niet uitsluitend op de leden der colleges en com¬ missies, maar zeker niet minder op de ambtenaren. (Zie voor de bespreking van dit congres het artikel van Prof. Mr. C. W. de Vries in E.-S. B. van 28 Maart jl.) met het havenschap, het jachtschap, het electriciteit- schap. Welke hervorming men ook wil, den ambtenaar, die de wil van het college, dat zeggenschap heeft, tot werkelijkheid maakt, zal men nimmer kunnen missen. Het eerst noodige is dus, dat er voor worde gezorgd, dat hij, die- een wetsontwerp in elkaar heeft te zetten; die uitvoeringsvoorschriften heeft te ont¬ werpen; die de bepalingen heeft toe te passen en daartoe tegenover het publiek, tegen de geregeerden heeft op te treden; die met toezicht is belast of een bedrijf exploiteert, bezield zij met een praktischen geest, met den wil de zaak te laten gaan vóór den vorm, met zin voor eenvoud, met organisatievermogen, met energie en kracht tot doorzetten. Een praktisch en energiek man met kennis van zaken zal zelfs door een gecompliceerde regeling niet belet worden in korten tijd veel tot stand te brengen; wat een onpraktisch en bureaucratisch aangelegd en slecht onderlegd man, zelfs als hem de grootst mogelijke vrijheid wordt gelaten, bereikt, zal niet beter zijn en niet sneller tot stand komen dan wat hij in een slechte en ingewikkelde organisatie zou hebben ver¬ richt. Wat wij dus noodig hebben, is een goede opleiding van hen, die een hoogere bestuursfunctie vervullen, en uit de goed opgeleiden een goede keuze. Hieraan ontbreekt in ons land nogal wat. Met name is tot voor korten tijd de economische, de sociale en de bedrijfshuishoudkundige zijde van de ambtenaarstaak al te veel verwaarloosd. De vroegere studie in de staatswetenschappen werd slechts door zeer weinigen gevolgd en zij, die bevoegdheid op dit gebied hadden, genoten meestal volstrekt geen voorkeur bij benoe¬ mingen. De sociale en bedrijfshuishoudkundige op¬ leiding der technici (belastingambtenaren en in¬ genieurs) is nog steeds onvoldoende. Voor de administratieve en de financieele ambte¬ naren is thans de mogelijkheid geschapen eener veel betere voorbereiding naar twee zijden, de sociaal- economische en de financieel-bedrijfshuishoudkiindige, zoowel te Rotterdam door den uitbouw der Handels- Hoogeschool als te Amsterdam door de vereenigde rechtsgeleerde en handelsfaculteiten, waartoe de ge¬ meenteraad eerstdaags zal besluiten. Noodig is thans nog, dat de openbare lichamen ook ertoe komen vopr de hoogere functies slechts aldaar opgeleide per¬ sonen te benoemen. Nu weten wij wel, dat het niet alleen zit in de vergaarde kennis, maar zeker niet minder ook in de karaktereigenschappen. Het een moet echter met het ander samengaan. Een goede keuze uit de goed op¬ geleiden moet dus mogelijk zijn, maar daarvoor zijn twee dingen noodig, die thans nog vooral bij het rijk ontbreken : een gemakkelijk ontslag van ongeschikt gebleken ambtenaren (natuurlijk met schadevergoe¬ ding) en een behoorlijke bezoldiging van goede krachten. Naast de eischen, die de commissie uit de V.D. partij stelt om tot een doelmatige overheidsbemoeiing te komen, zouden wij dus vooral niet in de laatste plaats willen stellen: zorg voor goed opgeleide, prak¬ tische en energieke ambtenaren. van Zanten. HET ONTWERP WEGENWET. I. Het ontwerp-Wegenwet, ingediend bij Koninklijke Boodschap van 13 Juni 1928, zal bij eerste kennisma¬ king vermoedelijk teleurstelling wekken. Wanneer in den tegenwoordigen tijd met zijn sterk toenemend snelverkeer en zijn talrijke verkeersproblemen, zoowel op het gebied van wegentechniek en wegenaanleg als wat betreft de meest economische voorziening in het verkeer door de openbare middelen van vervoer, een ontwerp-Wegenwet de Staten-Generaal bereikt, zou men allicht verwachten, dat daarbij in de eerste plaats aan deze vraagstukken aandacht zou zijn gewijd. Dit 882 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 10 October 1928 is echter niet het geval. Het wetsontwerp, door de Staatscommissie voor de Waterstaatswetgeving in 1917 bij de Regeering ingediend en in de daaraan voorafgaande jaren door haar ontworpen, is ontstaan in een tijd, toen de hierboven aangestipte problemen niet in die mate de aandacht trokken als thans het geval is. Het bedoelt een oplossing te geven voor de moeilijkheden, waarmede men in het begin van deze eeuw reeds sinds jaren te kampen had en welke be¬ trekking hadden op den rechtstoestand der wegen: de openbaarheid, de eigendom, de regeling van den on¬ derhoudsplicht. In de litteratuur van dien tijd werd meermalen op wettelijke regeling daarvan aangedron¬ gen en meer dan eens rezen geschillen, waarin de rechterlijke macht, bij gebreke van positief-rechte- lijke voorschriften, met behulp van ficties of gewron¬ gen constructies een uitspraak moest trachten te vin¬ den. liet lange uitblijven van de gevraagde wettelijke regeling, die mede veroorzaakt werd door den toe¬ stand van ™s lands financiën, had ten gevolge, dat vele kwesties in de praktijk werden opgelost en de jurisprudentie van den Hoogen Raad een zoodanige vastheid kreeg, dat de behoefte aan wettelijke rege¬ ling niet meer in zoo sterke mate werd gevoeld. Voor een deel komt dit wetsontwerp dus als de be¬ kende mosterd na den maaltijd. Het is, zonder daarom verouderd te zijn, toch als het ware uit den tijd ge¬ raakt, zal althans niet beantwoorden aan de verwach¬ tingen van hen, die in een Wegenwet hopen te vinden een oplossing voor de brandende verkeersvraagstuk- ken van den dag. Vele wettelijke regelingen zijn nu eenmaal seizoenartikelen. Komen zij niet tot stand in het tijdperk, waarin de behoefte daaraan in het bijzonder wordt gevoeld, dan komen zij achter de fei¬ ten aanloopen, omdat de meest urgente kwesties, voor welker oplossing zij bestemd zijn, reeds op een andere wijze hun oplossing hebben gevonden. Waarom kan de inwerkingtreding van een wettelijke regeling van de ziekteverzekering thans niet meer die belangstel¬ ling trekken, die er een jaar of vijftien geleden aan werd gewijd? Omdat in afwachting van die inwerking¬ treding het overgroote deel der werknemers de tot¬ standkoming van een regeling als daarbij werd be¬ oogd, reeds door middel van collectieve arbeidsover¬ eenkomsten heeft weten te bereiken. Intusschen, afgescheiden van het bovenstaande, biedt het wetsontwerp veel goeds en verdient de tot¬ standkoming alleszins aanbeveling. Juist door zich të onthouden van het gebied, waarop zijn tusschenkomst niet noodig is en de basis van hetgeen buiten den wetgever om gegroeid is te versterken, heeft het zijn waarde behouden. Het inleidende deel der Memorie van Toelichting geeft duidelijk de strekking van het wetsontwerp in dit opzicht aan. Na opsomming van een aantal ver¬ spreide bepalingen in onderscheiden bestaande wetten, die zich met de openbare wegen bezig houden, wordt opgemerkt, dat de wet zich van regeling van het wegenrecht in het algemeen onthouden heeft. Wat de wetgever overliet, zoo wordt voorts opgemerkt, trok in de eerste plaats de provincie zich aan. Geheel in de lijn trouwens der Grondwet, die in vroegere lezing met name ook de wegen stelde onder de hoede van het gewestelijk bestuur, terwijl zij die thans begrijpt onder de algemeene benaming van waterstaatswerken, waarover art. 192 het toezicht opdraagt aan de Pro¬ vinciale Staten. In de provinciale reglementen ligt de kern van het thans geldende wegenrecht. Zij wor¬ den op hun beurt aangevuld door de verordening van lager autoriteit, in hoofdzaak van de gemeente uit hoofde van de Gemeentewet, daar de waterschapskeur wel niet van dit terrein geheel is uitgesloten, doch hier in den regel een meer bescheiden plaats inneemt. Strekking van het wetsontwerp is niet om in beginsel met het bestaande te breken. Waar het huidige stelsel van decentralisatie een bevredigende regeling bracht, bestaat geen grond om daarvoor in de plaats te stel¬ len één alles omvattende regeling bij de wet. Op me¬ nig punt trouwens zou zulk een regeling moeilijk denkbaar zijn en in ieder geval achterstaan bij het geldende recht, dat met gewestelijke en plaatselijke toestanden rekening houdt. Op menig ander punt in¬ tusschen bestaat thans in het wegenrecht leemte of onzekerheid. Zoo ontbreken de noodige wettelijke voorschriften, die het ontstaan en te niet gaan van de openbaarheid der wegen beheerschen. Welke ge¬ volgen de openbaarheid medebrengt voor dengene, die krachtens privaatrecht rechthebbende op den weg is, is nu onzeker. De kracht van de leggers van open¬ bare wegen mist thans den onontbeerlijken wettelijken grondslag. De materie der tolheffing behoeft nood¬ zakelijk wijziging, om te komen tot geleidelijke op¬ heffing van tollen. In de practijk bleek de wensehe- lijkheid van een weinig omslachtige regeling, ten einde te geraken tot onteigening van openbare wegen zelve en van den grond, benoodigd voor den aanleg en de verbetering van die wegen. Zonder onnoodig ingrijpen in het bestaande moet de wetgever de leem¬ ten aanvullen. Het stelsel der voorgestelde regeling is daarmede gekenschetst. Niet een codificatie van het wegenrecht in zijn geheel, maar een regeling van de punten, waarop wettelijke voorziening onontbeerlijk of gewenscht is gebleken. Aldus, in het kort weergegeven, de inleiding der Memorie van Toelichting van het wetsontwerp, waar¬ van de onderdeelen hieronder nader zullen worden beschouwd. Ten aanzien van de openbaarheid der wegen be¬ paalt het wetsontwerp het volgende. In de eerste plaats is een weg openbaar, wanneer hij gedurende dertig achtereenvolgende jaren voor een ieder toegan¬ kelijk is geweest, of wanneer hij dit gedurende tien ach¬ tereenvolgende jaren is geweest en tevens gedurende dien tijd is onderhouden door het Rijk, een provincie, een gemeente of een waterschap. Het overgroote deel der bestaande wegen wordt daarmede tegen lederen aanslag op de openbaarheid veilig gesteld. Voorts kan een weg openbaar worden, wanneer de rechthebbende daaraan de bestemming van openbaren weg heeft gegeven, maar na de inwerkingtreding van dit wets¬ ontwerp zal dit door een particulier slechts kunnen geschieden met medewerking van de gemeente, waar¬ in de weg is gelegen. De reden om deze medewerking te eischen is gelegen in de omstandigheid, dat de ge¬ meente voor het onderhoud van de binnen haar ge¬ bied gelegen particuliere wegen verantwoordelijk is en dus met het onderhoud wordt opgescheept, wan¬ neer de door haar genomen maatregelen om den par¬ ticulieren onderhoudplichtige tot nakoming van zijn onderhoudsplicht te dwingen, niet met kans op succes kunnen worden geëxecuteerd. Voor de onttrekking van een weg aan het openbaar verkeer wordt een be¬ sluit der overheid vereischt, zoodat een particulier, die zijn weg met medewerking van de overheid tot openbaren wèg heeft bestemd, eenzijdig niet weer die bestemming ongedaan kan maken. In hoofdzaak wordt hiermede aan de bestaande jurisprudentie een vaste basis gegeven. Ten aanzien van den eigendom wordt het vermoe¬ den, dat art. 577 van het Burgerlijk Wetboek voor de Rijkswegen reeds kent ten behoeve van het Rijk, uit¬ gebreid tot provincie, gemeente en waterschap, d.w.z. de eigendom wordt vermoed te zijn bij een dezer cor¬ poraties, welke den weg onderhoudt, zoolang niet het tegendeel blijkt. Hierdoor wordt aan de thans veelal, op dit punt bestaande onzekerheid een einde gemaakt. Vaak ontbreekt nl. een titel van eigendom, terwijl een beroep op verjaring meestal niet zal opgaan, omdat van de uitoefening van een bezit, dat tot eigendoms- verkrijging door verjaring kan leiden, niet zal blij¬ ken. Aan den eigenaar van weg, berm en bermsloot worden voorts een aantal verplichtingen opgelegd tot het dulden van het verkeer, het uitvoeren van werken en het plaatsen van voorwerpen boven, op en in den weg, den berm of de bermsloot ten behoeve van het verkeer. Waarom, in afwijking van het ontwerp 10 October 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 883 der Staatscommissie, deze verplichtingen ook aan den onderhoudplichtige worden opgelegd, is niet duide¬ lijk. Immers deze heeft slechts plichten en kan daar¬ aan nooit rechten ontleenen om de uitvoering van een der bedoelde werken te keeren. Slechts de rechtheb¬ bende op een weg heeft maatregelen te nemen tegen¬ over hem, die van weg of berm een ongeoorloofd ge¬ bruik maakt. Van belang zijn ook de bepalingen omtrent den on- derhoudplicht. In de eerste plaats wordt bepaald, dat het Rijk, de provincie, de gemeente en het water¬ schap verplicht zijn een weg te onderhouden, wan¬ neer zij dien weg tot openbaren weg hebben bestemd of gedurende tien jaren hebben onderhouden. Tegen deze consolideering van den feitelijken toestand zal wel bij geen dezer corporaties bezwaar bestaan. Dwangmaatregelen ten aanzien van den onderhoud- plicht zijn in het wetsontwerp niet opgenomen. De Memorie van Toelichting verwijst daarvoor naar de bestaande bepalingen van Provinciale Wet, Gemeente¬ wet en Waterstaatswetgeving. Afgezien van de Rijks¬ en provinciale wegen, voor het onderhoud waarvan Rijk en provincie verantwoordelijk zijn, wordt ten aanzien van de overige wegen een onderscheid ge¬ maakt tusschen het gezag, dat heeft te zorgen, dat de weg in goeden staat verkeert en den eigenlijken on¬ derhoudplichtige, welke beide functies intusschen ook voor die wegen. in dezelfde corporatie kunnen zijn vereenigd. De eerste functie, de zorg voor het onder¬ houd, zou men ook met het woord —beheerfl kunnen omschrijven. Het omvat althans hetgeen men zich over het algemeen voorstelt, dat met dit eenigszins vage woord wordt bedoeld. Door de uitdrukkelijke omschrijving in het onderhavige ontwerp krijgt dit begrip vorm en inhoud, waarbij men echter het ge¬ bruik van het woord —beheerfl zorgvuldig heeft ver¬ meden. Het wetsontwerp draagt nu aan het water¬ schap de zorg op voor de wegen, waarop het krach¬ tens zijn inrichting of zijn reglement heeft toe te zien. Voor al de andere wegen, behalve de Rijks- en provinciale wegen en die, waarop door een ander dan de gemeente tol wordt geheven, is de gemeente aan¬ sprakelijk. In de meeste gevallen zal het onderhoud van den weg berusten bij de gemeente of het water¬ schap, dat daarvoor verantwoordelijk is. De eigenlijke onderhoudplicht kan intusschen op een ander berust¬ ten; het waterschap of de gemeente, die door hooger gezag wegens onvoldoende onderhoud wordt aange¬ sproken, zal dan eerst trachten den eigenlijken onder¬ houdplichtige tot beter onderhoud te dwingen. Gelukt dit om een of andere reden niet, dan zal gemeente of waterschap, als zijnde voor het onderhoud verant¬ woordelijk, zelf aan het werk moeten. Ook is het mo¬ gelijk, dat de gemeente onderhoudplichtig is van een gedeelte weg, waarvoor een waterschap verantwoor¬ delijk is, of een waterschap onderhoudplichtig van een z.g. gemeenteweg. Een fout is het, dat het wets¬ ontwerp, in tegenstelling met het ontwerp der Staats¬ commissie, deze terminologie niet uit elkaar houdt en b.v. in de artikelen 8, 17 en 20 naast de wegen, waar¬ op een waterschap krachtens zijn inrichting heeft toe te zien, afzonderlijk melding maakt van wegen, die door een waterschap worden onderhouden, terwijl deze wegen of onder de eerstgenoemde vallen, öf, onder het toezicht der gemeente behoorende, niet afzonder¬ lijk hadden belmoren te worden vermeld. Met den particulieren onderhoudplicht heeft het wetsontwerp niet willen breken, omdat, zooals de Me¬ morie van Toelichting zegt, de geldelijke gevolgen van een zoo radicalen maatregel moeilijk zijn te overzien. Immers de overheid, die doorgaans beter onderhoudt dan de particulier, onderhoudt daardoor in het algemeen ook duurder, zoodat zelfs bij de meest volledige toepassing van het beginsel, dat de particulier, die van het onderhoud wordt bevrijd, aan de overheid heeft uit te keeren wat hij daardoor uit¬ spaart, een plotselinge en algeheele opruiming van den particulieren onderhoudplicht het budget van menige plattelandsgemeente of waterschap op beden¬ kelijke wijze zou bezwaren. Aangezien de door parti¬ culieren onderhouden openbare wegen voor het ver¬ keer meestal niet van overwegend belang zijn, bestaat tegen de bestendiging van den particulieren onder¬ houdplicht geen bezwaar, te minder nu het wets¬ ontwerp meer nog dan thans het geval is aan de over¬ heid de gelegenheid geeft ieder oogenblik daaraan een einde te maken. De bevoegdheid om het onderhoud van een weg, ook tegen den wil van den onderhoudplichtige, over te nemen en hem deswege met een uitkeering te be¬ lasten kon tot dusver geschieden door het Rijk krach¬ tens art. 1 der Waterstaatswet 1900 bij de wet en door een provincie krachtens art. 2 der Water staatswet 1900 bij een door de Kroon goed te keuren besluit van Provinciale Staten. Eenzelfde bevoegdheid wordt bij het onderhavige wetsontwerp, behoudens goedkeu¬ ring van Gedeputeerde Staten, ook toegekend aan de gemeente ten aanzien van de binnen haar gebied ge¬ legen particuliere wegen. In de op te leggen uitkee¬ ring wordt intusschen een belangrijke wijziging ge¬ bracht. Tot dusver mocht de provincie krachtens art. 2 der Waterstaatswet 1900 Š het Rijk kon uiteraard in elk overnemingswetsontwerp bepalen wat het wil¬ de Š als jaarlijksche uitkeering niet meer opleggen dan het bedrag, waarop den onderhoudplichtige de onderhoudslast jaarlijks gemiddeld te staan is geko¬ men. Dientengevolge is het bedrag, dat aan een nala- tigen onderhoudplichtige als uitkeering kan worden opgelegd veel beperkter dan dat, waarmede hij kan worden belast, die steeds voldoende zorg aan het on¬ derhoud heeft besteed, zoodat als het ware een premie wordt, gesteld op slecht onderhoud. Zoowel in het on twerp-Wegenwet als in het tegelijk ingediende ontwerp van wet tot wijziging van de Waterstaats¬ wet 1900 wordt bepaald, dat bij overneming van het onderhoud door provincie en gemeente aan de van het onderhoud bevrijde onderhoudplichtigen jaarlijk¬ sche uitkeeringen kunnen worden opgelegd tot het bedrag, dat per jaar voor behoorlijk onderhoud werd vereischt. Deze bepalingen zijn met het oog op de oplossing van het wegenvraagstuk van groot belang. Het over¬ nemen . door de overheid van particulieren onder¬ houdplicht, welke meermalen urgente verbeteringen in den weg staat, zal er aanmerkelijk door worden be¬ vorderd. Intusschen zal bij de toepassing van de bepa¬ ling, welke het opleggen van een uitkeering mogelijk maakt, moeten worden gewaakt tegen onrechtvaar¬ dige belasting van. den voormaligen onderhoudplich¬ tige. Immers de werkzaamheden, die voor behoorlijk onderhoud werden vereischt, zouden aan de provincie en aan de gemeente veel meer gekost hebben dan aan den particulieren onderhoudplichtige, die deze werk¬ zaamheden veelal met eigen personeel en materieel in de hem gelegen komende tijden liet uitvoeren. De grens voor de uitkeering moet dus zijn, hetgeen be¬ hoorlijk onderhoud aan den particulier kostte of zou hebben gekost, niet welke uitgaven het voor provincie of gemeente zou hebben medegebracht, deze werkzaam¬ heden te verrichten. De Kroon en Gedeputeerde Staten zullen dit bij de goedkeuring van de desbetreffende besluiten hebben in het oog te houden. Ten aanzien van de overneming door de overheid van onderhoud van wegen, bevat het wetsontwerp twee bedenkelijke leemten. In de eerste plaats is uit het ontwerp der Staatscommissie niet overgenomen de bepaling, waarbij de bevoegdheid tot overneming van het onderhoud van particulieren met oplegging van een uitkeering aan den onderhoudplichtige onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten, ook wordt toe¬ gekend aan het waterschap ten aanzien van de wegen, waarop het krachtens zijn inrichting heeft toe te zien. Waarom dit niet is geschied, is niet duidelijk, omdat deze bepaling in de praktijk van veel belang kan zijn. Verschillende waterschappen houden zich, krachtens hun inrichting bezig met de verbetering van wegen, ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 10 October 1928 884 vooral van de landwegen naar de gronden van hun ingelanden, waarmede de ontwikkeling van den land^ bouw wordt gediend. Het moet niet kunnen voorko¬ men, dat de tegenstand van een particulieren onder- houdplichtige, die niet, of slechts onder zeer bezwa¬ rende financieele voorwaarden, het onderhoud van een gedeelte weg aan het waterschap wil overdragen, de totstandkoming van de verbeteringswerken belem¬ mert. In de tweede plaats mist men in het wetsontwerp de zeer belangrijke bepaling uit het ontwerp der Staatscommissie, dat bij het besluit, waarbij de pro¬ vincie het onderhoud van een weg tot zich neemt, niet alleen de hierboven bedoelde uitkeering kan worden opgelegd aan hen, die van onderhoud worden bevrijd, maar dat ook gemeenten, wier ingezetenen en water¬ schappen, wier ingelanden bij den weg belang hebben, mede kunnen worden verplicht tot jaarlijksche af- koopbare bijdragen in de kosten van onderhoud en verbetering van den weg. Een eenvoudige en alleszins billijke wijze om de belanghebbende streek in de ver- beteringskosten van een weg te doen bijdragen en daardoor de totstandkoming van noodige verbeterin¬ gen te bespoedigen,, wordt door het niet overnemen van die bepaling prijs gegeven. Nu kan worden toege¬ geven, dat hetzelfde kan worden bereikt door de be¬ langhebbende gronden in een weg-waterschap te ver- eenigen, zooals in sommige provincies reeds meer dan eens is geschied, maar de bovenvermelde bepaling is eenvoudiger en heeft het voordeel, dat zij ook inge¬ zetenen van de belanghebbende streek, die aldaar geen grond in eigendom hebben, in de kosten kan be¬ trekken. (Slot volgt). R. H. de Vos van Steenwijk. ACCOUNTANTSDAG VAN HET NED. INSTITUUT VAN ACCOUNTANTS. Evenals zijn voorgangers mocht ook de negentiende accountantsdag zich in een groote belangstelling ver¬ heugen; deze werd door de beide inleidingen volkomen gerechtvaardigd. Ook buiten den kring der vakgenooten verdienen deze referaten aandacht. Speciaal geldt dit voor het onderwerp —Benige opmerkingen over de wettelijhe regeling der Ondernemings-combinatiesfl, dat door Mr. F. de Vries, Hoogleeraar aan de Nederl. Handels Hoogeschool, werd behandeld. De prae-adviezen, welke in de eerstkomende vergadering van de Vereeniging voor Staathuishoudkunde en de Statistiek aan de orde komen (De beteekenis van Trusts en Kartels voor de Volkswelvaart) bestrijken ten deele hetzelf¬ de terrein. Dit terrein wordt dus wel zeer in het cen¬ trum. der wetenschappelijke belangstelling geplaatst. Niet ten onrechte. Immers de omvang van combinatievorming neemt sterk toe, en zij brengt wijziging in een der grondsla¬ gen onzer economische samenleving, nl. in de prijs¬ vorming met vrije concurrentie, welk stelsel gezien kan worden als een middel om te komen tot econo¬ misch juiste prijzen, d.w.z. prijzen, welke overkomen met de juiste beteekenis van elke tak van productie in de geheele volkshuishouding. En de combinatie¬ vorming brengt soms mee dwang tégenover hen die niet vrijwillig meegaan. De Inleider constateert, dat ten aanzien van de vraag of de overheid zich tegenover de ondernemings- combinaties al dan niet afzijdig kan houden drieërlei standpunt kan worden in genomen. Ten eerste kan men oordeelen, dat de overheid der¬ gelijke aaneensluitingen, welke de vrije concurrentie aantasten, dient te bestrijden. Deze opvatting heeft de publieke opinie aanvankelijk sterk beheerscht (Sherman Act. 1890). Een tweede opvatting ziet de combinaties als wen- schelijk en onvermijdelijk; het concurrentiestelsel leidt tot verspilling, en heeft de neiging zichzelf op te heffen, zoodat monopolievorming het noodzakelijk resultaat is. Regeling moet het doel zijn, allereerst van prijzen en winsten. Ten derde kan men oordeelen, dat de combinaties voordeelen opleveren en in zekere mate onvermijdelijk zijn, doch dat als gevolg van tegenwerkende krachten engere grenzen zijn gesteld aan het verkrijgen van een monopoliepositie, zoowel als aan uitbuiting van afnemers, dan men vaak aanneemt. De overheid moet aan de ondernemers bedenkelijke strijdmiddelen tegen concurrenten ontnemen; overigens heeft zij te zorgen voor openbaarheid en kan toezicht in sommig opzicht wenschelijk zijn. Om tot een overwogen standpunt te komen gaat de inleider de redenen na, welke tot combinatievorming aanleiding geven en de functies, welke zij thans ver¬ vult. De huidige functies kunnen namelijk van de ontstaansoorzaken afwijken. Een belangrijke oorzaak vormt het feit, dat het mo¬ derne, kapitaalintensieve, bedrijf ook bij slechte ren¬ tabiliteit een uiterst taai leven heeft. Lagere prijzen leiden vaak tot vermeerdering van aanbod in plaats van tot inkrimping; soms is de vraag weinig elastisch, zoodat ook de omzet niet door de lagere prijzen wordt geprikkeld. De automatische rem, welke de prijsvor¬ ming overigens aan scheefgetrokken produetieverhou- dingen aanlegt, werkt dan niet. (Voorbeelden: een deel der textielindustrie in Lancashire en de kolen¬ mijnen in Engeland; conservatisme belet daar eombi- natievormi ng). Ook in het algemeen belang zijn de gevolgen van het wegvallen van de automatische rem ongewenscht. Samenwerking ontstaat nu; men leert de omstandighe¬ den van aanbod en vraag beter kennen en beheerschen. De functioneering van het marktmechanisme wordt verbeterd. Het ontstaan is in dit geval dus de economi¬ sche noodzaak, welke ook voor de maatschappij in haar geheel geldt. Ook afgezien van aanwezige of ver¬ wachte economisch schadelijke concurrentie maakt het uitbreidend wereldverkeer dergelijke verbetering van liet marktmechanisme soms wenschelijk. Hier ligt volgens den Inleider de functie van ondernemingscombinaties: blinde concurrentie wordt door georganiseerde vervangen; er wordt meer reke¬ ning gehouden met gevolgen op den langen duur; naar grooter stabiliteit wordt gestreefd, alsmede naar meer gelijkmatig prijsniveau en een rationeele wijze van produceeren. Een tweede oorzaak van ontstaan en groei zien velen in het streven naar uitbuiting door monopoliewin- sten. Inleider ontkent niet het bestaan van dit beden¬ kelijk motief, vooral tot 1004 in Amerika. Doch er zijn sterke, remmende krachten, nl. 1. de steeds blijvende concurrentie en potentieele vergrooting daarvan (be¬ halve bij natuurlijke of juridische monopolies); 2. vervangingsartikelen, en 3. vooral het ondernemings- belang bij een zoo groot mogelijke productie. Voorts zijn de remmen versterkt door de druk der publieke opinie en in Amerika door de wetgeving, welke on¬ derzoekingen en publicaties ten gevolge had. Als derde oorzaak wordt, vooral van de zijde der trusts zelve, gewezen op de rationalisatie, de bespa¬ ringen op productie- eii verkoop-kosten. Inleider be¬ toogt, dat een deel dezer beweerde besparingen een ge¬ volg zijn van het grootbedrijf op zichzelf, niet van combinatievorming, dat van andere posten het belang niet mag worden overschat en ook nadeelen er tegen¬ over staan. De eerstgenoemde oorzaak en functie is dus over¬ wegend. De belangrijke toeneming in de Vereen igde Staten van —Trade Associationsfl, met name die, welke ook als —Open price associationsfl optreden, gaat in die richting. Tiet concurrentiesysteem en de onaf¬ hankelijkheid der aangeslotenen wordt gehandhaafd. Het algemeen streven om het peil van het zakenleven te verhoogen openbaart zich daar, soms in den vorm van een —Code of Business Ethicsfl. De afnemende vrees voor publiciteit is van invloed. Hoofddoel dezer vereen! gin gen is dan ook de stabi- 10 October 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 885 liteit in het zakenleven te bevorderen en te komen tot een uniforme prijsregeling. Hiertoe dient o.a. het verzamelen en bekend maken van statistische gegevens betreffende den tak van bedrijf, de standaardisatie van producten en handelspraktijken, het aanvaarden van uniforme stelsels van kostprijsberekening. Voor¬ al zijn ze van belang, wanneer ze als —open price asso¬ ciationfl de leden verplichten aan een gemeenschap¬ pelijk bureau ter kennisneming van alle leden, op¬ gaven te verstrekken betreffende hun productie, ver¬ koop, berekende prijzen, kosten van vervoer, aanwe¬ zige voorraden, enz. Het vindt vaak verdediging de kennisneming van deze gegevens niet tot de leden te beperken. De Inleider keert zich beslist tegen de beide in den aanvang eerstgenoemde standpunten (tegengaan, resp. prijsregeling door de overheid) en wijst er op, dat de nieuwere wetgeving of wetsvoorstellen in de als derde genoemde richting gaan (publiciteit en toe¬ zicht op concurrentiemethoden). Amerika is ook in dit opzicht voorgegaan. De Federal Trade Commis¬ sion, toegerust met groote bevoegdheid, stelt onder¬ zoekingen in en publiceert deze; hiervan is reeds een gunstigen invloed op het optreden der trusts uitge¬ gaan. O.i. kan gezegd worden, dat het referaat een soort —middenpositiefl vertegenwoordigt: aan de eene zijde wordt af gekeurd dat de overheid combinatievorming zou bestrijden dan wel sterk, o.m. prijsregelend, zou ingrijpen; aan de andere zijde wordt geenszins geheele staatsonthouding voorge¬ staan, doch deskundige en onafhankelijke onderzoe¬ kingen van staatswege en publiciteit nuttig en ge¬ rechtvaardigd geoordeeld. In het debat kwamen eenigszins de twee uiterste richtingen tot uitdrukking. Eenerzijds werd ingrij¬ pen nog eens scherp afgekeurd, daar dat tegen de menschelijke natuur, die tot aaneensluiting drijft, zou ingaan, en gewaarschuwd tegen te sterke oriën- teering naar Amerika. Publiciteitsplicht c.a. scheen echter ook door dezen spreker niet beslist te worden afgewezen. Anderzijds werd betoogd dat de Inleider al te ge¬ ruststellend over het gevaar van te hooge prijszetting had gesproken; de tijdsduur, welke de remmende krachten noodig hebben om voldoende door te werken is vaak lang. Echter voor ingrijpen achtte spreker de tijd toch nog niet gekomen; daarvoor is meerder inzicht noodig; publiciteit zal het mogelijk maken deze te verwerven. Prof. Cobbenhagen wees voorts erop, dat in de groot-onderneming ethische normen, welke bij de kleine onderneming door den samenhang van per¬ soon en zaak bestaan, wegvallen; eigen wetmatigheid beheerscht sterk het groot-ondernemingswezen. Nu kan de overheid wel lastig ethische normen opleg¬ gen, doch dat a-ethisch karakter geeft toch steun aan de vraag naar overheids-ingrijpen. De Inleider meent, in tegenstelling tot dit laatste betoog (o.m. verwijzend naar de Amerikaansche Tra¬ de-Associations, Wellfare-work in Nederlanad, e.d.) dat juist een versterking van ethische normen in het groot-bedrijf kan worden geconstateerd. Het was jammer, dat ondanks de groote belangstel¬ ling zoo weinigen zich tot openlijk uitspreken van hun meerling geroepen gevoelden. De accountant tocli heeft vaak meer dan vele anderen de gelegenheid zich bouwsteenen te verschaffen voor opbouw van een oor¬ deel over kwesties als de onderhavige; de beroepsuit¬ oefening brengt mee, dat hij oog heeft voor meerdere tegengestelde kanten van een verschijnsel; het ver¬ sterkt den zin voor objectiviteit en bevordert dat hij slechts oordeelen vormt op weloverwogen gronden, waarbij gevoelselementen en politieke kleur naar ach¬ ter zijn gedrongen. Juist bij sociaal-economische vraagstukken als de onderhavige, waarbij bekendheid met concrete ver¬ schijnselen tevens noodig is, kan het oordeel en de medewerking van accountantskringen van groote waarde zijn. Deze omstandigheid vormt een motief te meer voor een accountantsopleiding, die op een hechte basis van grondige economische kennis berust. Een ander, evenzeer belangrijk, terrein bestreek de inleiding van den heer C. A. Blazer, Accountant te Amsterdam, Docent aan de Nederlandsche Handels- Hoogeschool. De invloed van machinale hulpmidde¬ len in de administratie op de controle werd daarin uitvoerig nagegaan. J. Paardekoopee. DE ONTWIKKELING DER GEMEENTESCHULDEN. Dr. F. M. Wibaut schrijft ons: Ik ben het met Mr. van Doorninck eens, dat het on¬ geoorloofd is in een debat het standpunt, dat men be¬ strijdt op —minder juiste wijze te interpreteerenfl. Ik acht zelfs zulk een wijze van debat voeren minderwaar¬ dig. Ik kan alleen zeggen, dat ik ook na herlezing van het artikel van Mr. van Doorninck in het nummer van 29 Augustus de meening heb, dat voor mijn opvatting wel eenige aanleiding werd gegeven. Intusschen verheugt het mij, dat ik op deze punten de bedoeling van Mr. van Doorninck verkeerd heb geïnterpreteerd. Bijzonder verheugt het mij in het onderschrift van Mr. van Doorninck ook te lezen, dat ook hij een —diepergaand onderzoekfl van de ontwikkeling der gemeenteschulden noodig acht alvorens omtrent de beteekenis dier ontwikkeling een oordeel uit te spreken. Hierop de nadruk te leggen was eigenlijk liet hoofd¬ doel van mijn artikel in het nummer van 3 October. BUITENLANDSCHE MEDEWERKING. DE RIJKSFINANCIËN IN HET BEGIN VAN HET NORMALE HERSTELJAAR. Dr. Oarl Kramer te Hamburg schrijft ons: 1 September van dit jaar is Duitschland het vijfde of, om in de terminologie van het plan van experts te spreken, het normale hersteljaar begonnen. De periode, gedurende welke Duitschland in de gelegen¬ heid gesteld is zijn openbare financiën te saneeren, en zijn industrie in staat te stellen de concurrentie op de buitenland sche markten op te nemen, en de hooge belastingen te dragen, is voorbij. De totale las¬ ten volgens het verdrag van Londen zullen dit jaar R.M. 2L> milliard bedragen tegen lVi milliard in het afgeloopen jaar. De stijging van de lasten zal, zooals uit het onderstaande overzicht blijkt, uitslui¬ tend ten laste van den Staat komen; de betalingen uit andere bronnen hebben reeds in het afgeloopen hersteljaar hun hoogtepunt bereikt. (in Millioenen R.M.) 1924/™25 ™25/™26 ™26/™27 ™27/™28 ™28/™29 Duitsche Buitenland- sche leening. 800 Š _ _ Š Begrooting . Š 250 410 500 1250 Transportbelasting .. _ 250 290 290 290 Interest van industrie-obligaties Š 125 250 300 300 Interest van spoorweg-obligaties 200 595 550 660 660 Totaal T. .77.T. . . . . 1000 1220 1500 1750 2500 De stijging van de herstelbetalingen zal in de staatsfinanciën niet dadelijk ernstig geroeid worden, daar het begrootingsjaar van 1 April tot 31 Maart loopt, terwijl het hersteljaar de periode van 1 Sep¬ tember tot 31 Augustus omvat. Met de toenemende lasten is reeds in de loopende begrootiug rekening gehouden, daar deze naast de betalingen uit de trans¬ portbelasting voor de herstelbetalingen een bedrag van R.M. 1250 millioen uitgetrokken heeft, terwijl de volle Daweslasten eerst op de begrooting van 1929, die binnenkort ingediend zal worden, voor een bedrag van R.M. 1540 millioen tot uiting zullen komen. Deze zuiver rekenkundige verdeeling van het op de afzonderlijke jaren vallende aandeel in de her- 886 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 10 October 1928 stelbetalingen verandert natuurlijk aan het vraag¬ stuk van de opbrenging van jaarlijks ongeveer R.M. 1/4 milliard weinig. Onderzocht moet worden of Duitschland gedurende de vier jaren van de ver¬ minderde herstelbetalingen zijn openbare financiën zoodanig hervormd heeft, dat de opbrenging van deze geweldige last zonder belastingverhoog mg als ver¬ zekerd kan worden beschouwd. Bij een dergelijk onderzoek moet men uitgaan van het feit, dat de begrootingen van de laatste drie ja¬ ren slechts in evenwicht gebracht konden worden, doordat het overschot van het jaar 1924 voor de dek¬ king van de stijgende uitgaven bestemd werd. Dat jaar, het eerste begrootingsjaar sedert de stabilisatie, leverde, tengevolge van omstandigheden, die wij hier niet zullen bespreken, een overschot op van R.M. 750 millioen, dat was ongeveer één tiende van de uitga¬ ven. De volgende begrootingsjaren 1925, 1926 en 1927, gaven daarentegen tekorten van respectieve¬ lijk R.M. 100 millioen, 500 millioen en 400 millioen, tezamen dus ongeveer R.M. 1 milliard. Dientengevolge was er op 31 Maart van dit jaar een werkelijk tekort van R.M. 240 millioen. Ook het loopende begrootings¬ jaar toont wederom een tekort ten bedrage van R.M. 188 millioen. Deze tekorten werden hoofdzake¬ lijk veroorzaakt, doordat in de afgeloopen drie be¬ grootingsjaren de regeering haar goedkeuring ver¬ leende voor het opnemen van leeningen tot dekking van de z.g. buitengewone uitgaven ten bedrage van R.M. 1175 millioen, terwijl in werkelijkheid slechts R.M. 452 millioen op die wijze verkregen kon worden. Aan het eind van 1927 bedroegen de buitengewone uitgaven, die niet door leeningen gedekt waren R.M. 724 millioen. Dat het werkelijk tekort in de laatste jaren nog niet hooger was dan R.M. 240 mil¬ lioen is eenerzijds toe te schrijven aan het feit, dat in de jaren 1926 en 1927 de inkomsten uit de belas¬ tingen veel hooger bleken te zijn dan de ramingen, zoodat de hieruit verkregen bedragen voor een deel als dekking van de buitengewone uitgaven bestemd konden worden, terwijl anderzijds de opneming van leeningen voor een deel van de reeds goedgekeurde uit¬ gaven uitgesteld werd. Op het eind van 1927 bedroe¬ gen zoodoende de uitgestelde buitengewone uitgaven, waarvoor geen dekking was dan alleen waardelooze goedkeuringen voor het opnemen van leeningen R.M. 258,8 millioen, dat is meer dan de helft van de werkelijke buitengewone uitgaven. Wij hebben dit overzicht vooraf laten gaan om aan te toonen, dat het Rijk niet alleen over geen reser¬ ves beschikt Š de voor de loopende uitgaven nood¬ zakelijke kasmiddelen ten gevolge van het tijdsver¬ schil van inkomsten en uitgaven gfedurende een maand, moeten reeds door de uitgave van sehatkist- promessen bestreden worden Š, maar dat zelfs de inkomsten zeer aanzienlijk bij de uitgaven ten achter zijn gebleven. Neemt men aan, dat de uitga¬ ven en inkomsten van het loopend begrootingsjaar met de raming Overeenkomen, zoodat het tekort niet grooter wordt dan R.M. 188 millioen en dat verder de uitgestelde buitengewone uitgaven met ongeveer R.M. 200 millioen verminderd worden, dan zal het tekort aan het eind van dit begrootingsjaar ongeveer R.M. 600 millioen bedragen. De volgende tabel geeft de cijfers van de inkomsten en uitgaven van de be¬ grootingen der laatste jaren: 19241) 19251) 19263) 19271) 19282) Saldo vorige jaar. .Š 395.6 382.0 348.5 _ Kasinkomsten. 8354.3 7252.5 7844.6 9059.6 9502.9 Inkomsten volgens de begrooting . 8354.3 7648.1 8226.6 9408.1 _ Kasuitgaven. 7210.3 7361.7 8368.8 9290.7 9691.2 Uitgaven, waarvan de tegenwaarde reeds als ontvangst werd ge¬ boekt . 395.6 382.0 348.5 520.1 Š Uitgaven volgens de be¬ grooting . 7605.9 7743.7 8717.3 9810.9 Š Overschot resp. tekort.. +748.4 _95.6 -490.7 -402.7 -188.3 Restant overschot 1924 748.4 652.8 162.1 -240.6 Š Saldo Kas op 31 Maart 1144.0 1034.8 510.6 279.5 Š i) Definitieve cijfers. 2) Raming. De vraag doet zich voor of men gerechtigd is dit tekort voor een overgangsverschijnsel te houden en of men mag aannemen, dat de begrooting van het loopende jaar en van de volgende jaren gemakkelij¬ ker in evenwicht zal zijn te brengen of zelfs mis¬ schien een overschot zal geven. De financieele resul¬ taten in de komende jaren hangen in hooge mate, zoowel van de inkomsten als van de uitgaven af. De uitgaven hebben in de laatste jaren hun hoogte¬ punt bereikt; een vermindering zal slechts binnen zeer nauwe grenzen teweeg gebracht kunnen worden. Het totaal der uitgaven is in den loop der laatste jaren met niet minder dan R.M. 2 milliard of 29 pCt. gestegen; het loopende begrootingsjaar toont nog een hooger bedrag. De uitgaven zijn dus sterker geste¬ gen dan de herstelbetalingen. Van de groote groepen, die naast de herstelbetalingen een sterk stijgende ten¬ dens toonen, zijn te noemen: de uitkeeringen aan sta¬ ten en gemeenten en de personeelsuitgaven van het Rijk. De volgende tabel geeft de hoogte van de af¬ zonderlijke uitgaven en hun aandeel aan de totaal- ui(gaven weer: 19241) 19251) 19261) 19271) Mill. RM. o/0 Mill. RM. o/— Mill. RM. o/— Mill. RM. »/— Herstelbetalingen. Š Š 291.3 4,0 549.9 6,6 899.2 9,7 Uitk. aan Staten en Gemeenten . 2957.5 41,0 2771.9 37,7 2829.3 33,8 3200.9 34,5 Totaal.~ 2957.5 41,0 3063.1 41,7 3379.1 40,4 4100.1 44,2 Uitgaven van het Rijk: Personeelsuitgaven. 1605.1 22,3 2016.5 27,4 2112.3 25,2 2302.9 24,8 Diverse uitgaven. 2647,8 36,7 2282.0 31,0 2877.3 34,4 2887.7 31,1 Totaal. 4252.9 59,0 4298.5 58,4 4989,6 59,6 5190,6 55,9 Totale uitgaven van het Rijk .. 7210.3 100 7361.7 100 8368.8 100 9290.7 100 !) Definitieve cijfers. 2) Raming. 1928 2) Mill. RM. o/0 1247.2 12,9 3407.8 35,2 4655.0 48,1 2569.1 26,5 2467.1 25,5 5036.2 52,0 9691.2 100 Ongeveer 70 pCt. van de personeelsuitgaven, die van R.M. 1.605 millioen of 22,3 pOt. der totale uitga¬ ven in 1924 tot R.M. 2.570 millioen of 26,5 pOt. in 1928 gestegen zijn, bestaat uit oorlogspensioenen en het overschot uit ambtenarensalarissen. Daar een nieu¬ we pensioens- en salarisregeling eerst tegen het einde van het vorige jaar tot stand is gekomen, hetgeen een verhooging van de personeelsuitgaven met R.M. 450 millioen medebracht en de uitbetaling van dit bedrag bovendien wettelijk voorgeschreven is, zal op deze uit¬ gaven nauwelijks iets bezuinigd kunnen worden, te meer nu na de reorganisatie van 1923 en 1924 het aan¬ tal rijksambtenaren niet meer voor vermindering vat; baar is. Op dit gebied bestaat er maar één mogelijkheid tot bezuiniging, nl., door een algemeene bestuursher- vorming. Slechts door een dergelijke hervorming, die vermindering van het aantal staatscolleges en een beperking van den omvang der staatsbemoeiingen be¬ oogt, zouden inderdaad de uitkeeringen aan staten en gemeenten, die de laatste jaren een stijgende lijn vertoonden, kunnen dalen. Het vraagstuk der be- stuurshervorming wordt tot dusver in Duitschland druk besproken, zonder dat evenwel goede ontwerpen, die kans zouden hebben door den Rijksdag te worden 10 October 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 887 aangenomen, werden ingediend. Zoolang deze kwestie nog niet definitief is geregeld, zal men met het tot dusverre gebezigde systeem moeten voortgaan, dat den staten en gemeenten groote gedeelten van de vermeerderde opbrengsten der groote rijksbelastingen waarborgt, zoodat men dus met stijgende uitkeeringen rekening moet houden. De pogingen, die in vroe¬ gere jaren aangewend zijn, om het aandeel van staten en gemeenten të verlagen en hun een vast bedrag uit te keeren, zijn op hardnekkigen tegenstand gestuit en derhalve zonder resultaat gebleven. Het systeem van pro-rata betalingen heeft, zooals boven aangetoond, het groote nadeel voor den fiscus, dat het grootste gedeelte van de vermeerderde opbrengsten der In¬ komsten- en Omzetbelasting aan de staten moet wor¬ den uitgekeerd. Slechts de groep —Overige uitgavenfl van het Rijk is dus tot op zekere hoogte voor verla¬ ging vatbaar. (Op zichzelf kunnen natuurlijk alle be- grootingsposten, indien noodig, worden verlaagd; wij willen hier echter slechts aantoonen, dat een even- tueele vermindering der personeelsuitgaven en der uitkeeringen een grooten tegenstand van de partijen en federalisten zal uitlokken, zoodat op een noemens¬ waardige bezuiniging bij deze groepen onder normale omstandigheden nauwelijks te rekenen valt). Bij de —Overige uitgavenfl van het Rijk is het percentsge¬ wijze aandeel daarentegen aanzienlijk gedaald en het absolute bedrag van het loopende jaar eenige hon¬ derd millioenen kleiner dan verleden jaar. Daar onder deze groep ook de binnenlandsche oorlogslasten zijn begrepen, die, zooals bekend, sedert de langzame op¬ heffing van de Roerbezetting sterk zijn gedaald, schijnt een verdere opsomming van deze posten ge- wenscht. (in Millioenen R.M.) 19241) 19251) 19261) 19271) 19282) die bij de aanstaande begrootingsdebatten zullen op¬ duiken, aan den kant van de inkomsten gezocht zul¬ len worden. Kunnen de stijgende uitgaven en de te¬ korten, die volgens onze schatting einde Maart 1929 ongeveer R.M. 600 millioen zullen bedragen, uit de inkomsten bestreden worden? De tot dusverre ont¬ stane tekorten blijven natuurlijk buiten de begroo¬ ting ; zij kunnen door de uitgifte van een staatslee- ning in den loop van het jaar misschien voor een deel geconsolideerd worden. De vraag moet eerder zoo gesteld worden: Zullen de inkomsten in 1929 zoo rijkelijk vloeien, dat het ten opzichte van 1928, met R.M. 300 millioen verhoogde budgef zonder tekort sluit? Daar 1928, zooals aangetoond, een tekort van ongeveer R.M. 200 millioen had, zouden dus de meer¬ dere inkomsten voor 1929 ca. R.M. 500 millioen moe¬ ten bedragen. Om op deze vraag een bevredigend ant¬ woord te geven, vragen nog eenige andere punten onze aandacht: 1. In de allereerste plaats bevat het loopende budget reeds eenige inkomstenposten ten bedrage van R.M. 150 millioen, zooals winst op aanmunting en terugbetaling van bepaalde leeningen, die als fictief in deze beteekenis moeten worden opgevat, dat ze eerst in den loop van het volgend jaar kunnen wor¬ den gerealiseerd, en slechts één keer de inkomsten verhoogen, wijl zij zich in den loop der volgende jaren niet weder zullen voordoen. Het volgende bud¬ get zal dus R.M. 650 millioen meerdere gewone in¬ komsten moeten bevatten dan het loopende. De vol¬ gende tabel toont aan, in welke mate men reeds in het loopende jaar op deze inkomsten een beroep gedaan heeft. (in Mill. R.M.) 19241) 19251) 19261) 19271) 19282) Binnenlandsche oor¬ logslasten . 1384.7 550.8 409.0 260.1 229.4 Rente en aflossing v. d. Staatsschuld. 331.9 112.3 347.9 534.7 474.9 Sociale uitgaven.. 243.3 709.6 1109.4 950.6 817.8 Overige Bestuurskosten (in hoofdzaak v. leger en verkeer en subsidies) 687.9 909.4 1011.7 1142.4 944.9 Eigendoms- en Verkeers¬ belastingen . 5764.6 4892.7 4712.9 5549.8 6060.0 Rechten en Verbruiks¬ belastingen . 1550.3 1962.6 2461.9 2940.5 2802.0 Totale belastingen …. 7322.3 6857.3 7176.2 8491.7 8863.5 Leening. 355.3 Š 329.4 123.1 _ Andere inkomsten…. 676.7 395.2 348.9 444.8 639.4 Totaal. 2647.8 2282.0 2877.3 2887.8 2467,1 J) Definitieve cijfers. 2) Raming. De binnenlandsche oorlogslasten, thans nog onge¬ veer R.M. 200 millioen groot, zullen langzamerhand verdwijnen; in plaats hiervan zijn de sociale uitgaven gekomen, die tot het crisisjaar 1926 enorm zijn ge¬ stegen en zich gedurende de laatste jaren in lang¬ zaam dalende richting bewegen. Sedert het crisisjaar 1926 is de toestand van de arbeidsmarkt in Duitsch- land beduidend verbeterd; bovendien nam een zelf¬ standige werkloosheidsverzekering de uitgaven, die tot 1926 door het Rijk werden bestreden, over. Voor de sociale uitgaven zijn dus op de begrooting voor de tegenwoordige omstandigheden aanzienlijke bedragen uitgetrokken. Wie echter de bedoelingen van de thans lieerschende partijen kent, zal met recht betwijfe¬ len, of onder deze coalitie eenige noemenswaardige bezuiniging op het sociale budget zal kunnen worden verkregen; het tegendeel lijkt niet onwaarschijnlijk. Van het standpunt van een begrootingscriticus, die hoofdzakelijk zijn aandacht richt op het evenwicht tusschen inkomsten en uitgaven, moeten ook de overi¬ ge uitgaven, die voornamelijk het leger en het ver¬ keer en de algemeene economische en cultureele zaken betreffen, rijkelijk hoog worden genoemd. Op de begrooting voor 1929 zullen de herstelbeta¬ lingen minstens R.M. 300 millioen grooter zijn dan een jaar geleden: Op grond van onze kennis van de samenstelling der politieke partijen in Duitschland en de tot nu toe geldende praktijk bij de begrootings- debatten zouden wij het onwaarschijnlijk willen noe¬ men, dat deze meerdere R.M. 300 millioen door be¬ zuinigingen op andere posten zal worden verkregen. Veeleer mag worden aangenomen, dat de middelen voor de R.M. 300 millioen en voor andere wenschen, Totale inkomsten. 8354.3 7252.5 7844.6 9059.6 9502.9 i) Definitieve cijfers. 2) Raming. 2. De nieuwgekozen Rijksdag zal in de eerstko¬ mende weken zijn werkzaamheden aanvangen; ver¬ schillende voorstellen tot verlaging resp. opheffing van belastingen zijn reeds ingediend. Het is niet waarschijnlijk, dat de regeering zich geheel aan deze verlangens zal kunnen onttrekken, hoezeer ook een verlaging der belastingen onder de tegenwoordige omstandigheden in flagranten strijd zou zijn met den financieelen toestand. 3. De inkomstenramingen voor het loopende en volgende begrootingsjaar zijn gebaseerd op de op¬ brengsten van de belastingen van het ten gevolge van de conjunctuur buitengewoon gunstige jaar 1927; voor 1928 werden zij zelfs nog met R.M. 372 millioen verhoogd, waarvan gedurende de eerste vijf maanden, na aftrek van de grootere uitkeeringen aan de staten, slechts R.M. 123 millioen werd gerealiseerd. Sedert ™t begin van dit jaar, toont de conjunctuur een achter¬ uitgang, zooals uit de meerderheid der conjunctuurge¬ voelige bedrijfsstatistieken blijkt.1) Een deel der di¬ recte belastingen is gebaseerd op de bedrijfsinkomsten van het vorige jaar: hier zouden dus de in het budget voorziene overschotten kunnen worden bereikt. De douanerechten en verbruiksbelastingen zijn daarente¬ gen direct van het conjunctuurverloop afhankelijk, zoodat het de vraag is, of, gezien den dalenden invoer, voornamelijk van graan tengevolge van den goeden oogst, de ramingen ten slotte zullen worden bereikt. Bovendien zullen eventueele overschotten bij de direc¬ te belastingen gebruikt worden voor de dekking van *) Zie E.-S. B. van 15 Aug. jl. —De economische ontwik¬ keling van Duitschland in de eerste helft van 1928fl (Red.). 888 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 10 October 1928 tekorten bij de indirecte belastingen, zoodat er in geen geval een overschot zal worden verkregen. Het blijkt dus duidelijk, dat de aanstaande begroe¬ ting ten opzichte van 1928 een overschot van ten minste R.M. 650 millioen moet laten, opdat het even¬ wicht tusschen inkomsten en uitgaven niet verstoord worde. Wij houden het om bovengenoemde redenen evenwel niet voor waarschijnlijk, dat men een over¬ schot tot dat bedrag zal kunnen verkrijgen. Natuur¬ lijk kan de Minister -van Financiën door de toevoe¬ ging van zekere fictieve posten (terugbetaling van nog niet vervallen credieten van het Rijk, zuiver no¬ minale verhooging van belastingaanslagen) het tekort nog een jaar verzwijgen, doch deze politiek zou bij de huidige kaspositie gemakkelijk tot betalingsmoei¬ lijkheden kunnen leiden. J. M. Keynes heeft eenigen tijd geleden op het onbetwistbare feit de aandacht ge¬ vestigd, dat de positie van Duitschland bij een toe¬ komstige herziening van het Dawesplan des te sterker zal zijn, naarmate zijn openbare financiën beter ge¬ regeld zijn. Niet het allerminst om deze reden schijnt het gewenseht, dat het Rijk eventueel door belasting- verhoogingen zijn begrooting in evenwicht brengt. DE INEENSTORTING EN DE WEDEROPENING VAN DE PRIVATBANK. Cand. Polit. J. T. Juhl te Kopenhagen schrijft ons: Zooals den lezers van dit blad ongetwijfeld bekend is, zag de Privatbank te Kopenhagen zich den 28en September jl. gedwongen haar loketten te sluiten, doch reeds vijf dagen later was zij, na een algeheele reorganisatie, in staat deze wederom te openen alsof er niets gebeurd was. Daarmee werd tevens het dogma weerlegd, hetwelk zegt, dat een bank, die eenmaal ge¬ sloten is, niet meer kan worden geopend zonder be¬ perkingen voor de depositohouders bij de opvraging van hun tegoed. Immers, de wederopening bracht niet de minste of geringste moeilijkheden met zich mede; integendeel, er werd in de eerste dagen meer geld gestort dan opgevraagd. Ter verduidelijking van het gebeurde is het ge- wenscht, de geschiedenis van de Privatbank in grove trekken uiteen te zetten. Wij herinneren er in de allereerste plaats aan, dat de bank is opgericht in 1857 door Tietgen, den grootsten financieelen, indus- trieelen, handels en administratieven organisator van Denemarken gedurende de vorige eeuw en dat de bank, sindsdien er steeds naar heeft gestreefd de tra¬ ditie van haar oprichter te volgen en daardoor nog immer bij uitstek bekend staat als de bank van het particulier initiatief. De bank was, wat het aandee- lenkapitaal betreft, de grootste van het land en, ge¬ meten naar den omvang der deposito™s, de derde. De bank had in de jaren na den oorlog en in de daarop volgende langdurige periode van deflatie groote verliezen geleden, al had zij zich ook niet Š zooals de Landmandsbank Š met bijzonder avontuur¬ lijke transacties ingelaten. Niettemin was de toestand ernstig genoeg en toen de beide Kopenliaagsche ban¬ ken van middelmatige grootte, de Disconto- en Revi- sionsbank en de Andelsbank, tot sluiting werden ge¬ bracht Š ofschoon er groote twijfel bestaat over de vraag of zij eigenlijk toch niet solvent waren Š- richt¬ te het eenmaal opgewekte wantrouwen zich tegen de meest kwetsbare grootbank, de Privatbank. Geruchten over groote verliezen deden de ronde door stad en land en tal van deposito™s werden opge¬ vraagd. Toen daarop de Inspecteur van het Bankwezen tegen het einde van het jaar zijn gewone onderzoek naar de debiteuren van de bank instelde, maakte de onrust zich ook meester van de beurs, waar de aan- deelen van de bank voortdurend daalden. Toen de beurskoers in de eerste dagen van December plotse¬ ling ineenstortte, bleef er voor de directie van de bank geen andere mogelijkheid over dan het verstrek¬ ken van zoo volledig mogelijke inlichtingen, zoodat op den 7en December in overleg met den Inspecteur van het Bankwezen mededeeling werd gedaan over het verlies van de bank. 14 millioen kronen werden afgeschreven, ten deele op rekening van het surplus, ten deele op de bedrijfs¬ winst van het afgeloopen jaar. Maar daarenboven werden 11 millioen kronen aan de reserves onttrok¬ ken ten behoeve van een fonds voor toekomstige ver¬ liezen. De positie van de bank Š met haar aandeelen- kapitaal van 60 millioen en haar reserves van 15 mil¬ lioen kronen Š bleef onaangetast. Niettemin daalden de deposito™s in December, voor en na de reorganisa¬ tie, van 315 tot 255 millioen kronen. Na deze reorganisatie keerde het vertrouwen in de bank tot op zekere hoogte terug (de meest nerveuze deposanten hadden liun tegoed opgevraagd), al was de toestand toch nog niet volmaakt. Weliswaar bleven de deposito™s gedurende het volgende jaar ongeveer op dezelfde hoogte ŁŠ zij schommelden tusschen 220 en 250 millioen kronen Š en gaven de beide volgende jaarverslagen een zeer mooie bedrijfswinst te zien, zoodat een dividend van 5 pCt. kon worden uitbe¬ taald, maar toch moest het reeds vermelde kon to voor toekomstige verliezen volledig worden aangewend, terwijl op de bedrijfswinst van deze twee jaren nog 8 millioen in totaal moest worden af geschreven. Toen kwam, in het voorjaar van 1928, de debacle der Teutonia. De oliefabriek Teutonia te Harburg bij Hamburg ging failliet, de jaarverslagen bleken vervalscht en er was een volkomen onverwacht ver¬ lies van millioenen. Ofschoon verschillende crediet- nemers van de Privatbank sinds 1925 likwideerden, waren dit tot nog toe altijd verliezen geweest, die men volgens de algemeene opinie had kunnen voor¬ zien, zoodat men er op rekende, dat deze verliepen reeds onder de afschrijvingen waren opgenomen. Doch aangezien men het Teutonia-verlies zeker niet had kunnen af schrijven en de bank door dit verlies in dub¬ bel opzicht werd getroffen Š- in de eerste plaats door¬ dat zij de Teutonia op groote schaal direct credieten had verleend en in de tweede plaats, doordat zij de grootste aandeelhoudster was van de moedermaat¬ schappij en feitelijke eigenares van de Teutonia, de oliefabriek Aarhus, herleefde de algemeene onrust over de bank. In de kringen der ingewijden was men het er over eens, dat een reorganisatie van de Privatbank onver¬ mijdelijk was en op de beurs daalden de aandeelen. In de maanden Augustus-September hadden geheime onderhandelingen plaats over een reorganisatie met de Nationale Bank en andere belanghebbenden, en de Inspecteur van het Bankwezen onderzocht en waar¬ deerde de activa van de bank opnieuw. Doch wederom greep de beurs in en dwong tot het nemen van snelle maatregelen. Dinsdag 25 Septem¬ ber was de koers van de aandeelen lager en den vol¬ genden dag viel hij van 67 op 59. Daarmee was met één slag de onrust opnieuw gewekt, een run was waar¬ schijnlijk, men bevond zich midden in een beslissende crisis, er moest op dienzelfden dag nog iets gebeuren, wilde men een paniek vermijden. De reeds vermelde onderhandelingen tusschen de bank en de voornaamste overige banken werden ter¬ stond hervat. Deze werden van den kant van de Privat¬ bank gevoerd door den directeur Eigtved, die na de vorige crisis in de directie was opgenomen, terwijl de directeur-generaal 0. O. Clausen en directeur Reyn als af getreden werden beschouwd. Verder namen aap, de onderhandelingen deel vertegenwoordigers van de Nationale Bank, de Handelsbank en van de Land¬ mandsbank, voorts de Inspecteur van het Bankwezen en de Minister van Handel, die zelf de onderhande¬ lingen leidde. Š Grondslag voor de reorganisatie was de verklaring van den Inspecteur van het Bankwezen, die er van uit ging, dat van de reserves van de bank (15 millioen), het aandeelenkapitaal (60 millioen) en de winst over het afgeloopen jaar (6 millioen) slechts 18 millioen kronen over waren. De directie van de bank beweerde daarentegen, dat deze taxatie al te 10 October 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 889 pessimistisch was, ofschoon zij er zich onder de be¬ staande omstandigheden bij moest neerleggen. Dien dag en nacht kwam men echter niet verder met de onderhandelingen dan tot een voorloopig plan voor een reorganisatie. Openlijk maakte men slechts bekend, dat men een reorganisatie van het kapitaal van de bank ontwierp en dat men in den loop van Donderdag een resultaat verwachtte. Het eerste merkwaardige in deze bankcrisis was, dat de Privatbank nog voor dat de reorganisatie ge¬ regeld was, haar loketten opende zonder eenige be- ‘ perking voor de deposanten bij het opvragen van hun saldo. Alles ging echter goed. Het vertrouwen, dat men een faillissement van deze bank zou weten te ver¬ hinderen, was zoo vast, dat op dezen critieken dag sdeehts 12 millioen kronen of 5 pOt. der deposito™s werd opgevraagd. Op de beurs werd.de noteering van de. aandeelen van de bank opgeschort, aangezien de bank had medegedeeld, dat zij in reorganisatie was. Zoodoende ontging men een officieele groote daling van den koers, die licht nieuwe onrust zou hebben gewekt. Intusschen werden de onderhandelingen den ge- heelen Donderdag voortgezet en laat in den avond kwamen alle belanghebbenden bij den Minister van Handel te zamen tot het sluiten van een definitieve overeenkomst. Men beperkte zich tot het volgende plan: Naast de resteerende 18 millioen kronen werd in- geteekend voor 18 millioen aan nieuw kapitaal, zoo- dat de bank voortaan. een aandeelenkapitaal zou heb¬ ben van 36 millioen kronen. Terzelfder tijd zouden drie belangrijke debiteuren, waaronder de oliefabriek Aarhus, worden overgedragen aan de afwikkelings- kas van de Landmandsbank tot een afgeschreven waarde van 40 millioen. Men wenschte deze posten, die in zoo hooge mate hadden bijgedragen tot het scheppen van onrust, buiten de bank te brengen en aangezien ook de andere banken deze elementen van onrust niet gaarne overnamen, achtte men het prac- tisch, deze debiteuren aan de Landmandsbank, die aan den staat behoorde, over te dragen. De onder¬ handelingen duurden den geheelen Donderdagnacht, maar in een in der haast samengeroepen minister¬ raad weigerde de regeering met het voorstel mee te gaan en het risico te aanvaarden. Daarmee was de reorganisatie gestrand, aangezien het volstrekt onmo¬ gelijk was om ™s morgens halfzes nog nieuwe uitwegen te vinden, te minder nu de staat geen medewerking wilde verleenen. Er bleef derhalve geen andere mogelijkheid dan de wachtende journalisten mede te deelen, dat de bank niet zou worden geopend en kort daarop ver¬ spreidde het sensationeele nieuws zich door de stad. Het ongeluk was derhalve geschied; hetgeen men den dag tevoren onmogelijk had geacht, was nu een feit geworden Š en toch wilde men ook nu nog niet aannemen, dat hiermee het laatste woord in deze zaak zou zijn gesproken. Terwijl de meeste er ongetwijfeld van uitgingen, dat de oplossing wel zou moeten worden gevonden in de oprichting van een nieuwe bank op de ruïnes van de Privatbank, stelde de directie van de bank zich van den eersten dag af tot doel de oude bank van Tietgen te heropenen zonder een andere onderbre¬ king in den gewonen gang van zaken dan degene, die door de gedwongen sluiting gedurende enkele dagen noodzakelijk was geworden. Vrijdagochtend ging men na eenige uren slaap aan deze, over hét algemeen on¬ mogelijk geachte oplossing aan het werk. Aanvan¬ kelijk schudde men het hoofd, maar vervolgens, toen men zag, hoe men van alle zijden tot hulp bereid bleek, nam het vertrouwen toe en eenige dagen later koes¬ terde geen mensch meer twijfel over het resultaat; men discussieerde feitelijk nog slechts over den dag waarop de bank zou kunnen worden heropend. Met onvergelijkelijke energie en dank zij het feit, dat zij allerwege met open armen werd ontvangen, slaagde de directie van de bank er niet alleen in bin¬ nen enkele dagen een grondslag te vinden voor een reorganisatie, maar eveneens de 20 millioen kronen te verkrijgen, die men op zijn minst noodig had, nu men het er over eens was, dat de bank van Tietgen geheel door particulier initiatief weer op de been moest worden gebracht. Dinsdagmiddag was alles geregeld en na de beslis¬ sende vergadering in de Nationale Bank kon liet vol¬ gende reorganisatieplan gepubliceerd worden. Het aandeelenkapitaal van de bank wordt afge¬ schreven tot 20 pOt. (12 millioen) ; aan nieuw kapi¬ taal wordt ingeschreven voor 28 millioen kronen; daar¬ enboven wordt ingeschreven voor 15 millioen kronen verantwoordelijk bedrijfskapitaal met een vaste rente van 614 pOt. Van de drie gevaarlijke debiteuren worden de twee kleinste geliquideerd, terwijl de Oliefabriek Aarhus, die op 28 millioen was getaxeerd zelfstandig wordt gereorganiseerd. Het aandeelenkapitaal wordt afge¬ schreven tot 0,3 millioen; aan nieuw kapitaal wordt ingeschreven voor 9,7 millioen. De bank kon hierop worden heropend op Woensdag 3 October nadat de reorganisatie tevens haar grootste en gevaarlijkste debiteur overeind had geholpen. Tot begrip van het vertrouwen, dat de bank van den eer¬ sten dag af ondervond, mogen hier in het kort enkele namen worden genoemd, die tot de reorganisatie medewerkten. Van de 28 millioen nieuw aandeelenkapitaal teeken- de o.a. de Nationale Bank in voor 7/4 millioen, de Handelsbank voor 5, de Landmandsbank voor 114, de groote Noorsche maatschappij voor Telegrafie voor 1, de Deensche suikerfabriek voor 1, de Deensche spiri¬ tusfabrieken voor l3/io, een aantal verzekeringsmaat¬ schappijen voor 1, de beide groote Kopenhaagsche spaarkassen elk voor 1, de Vereenigde Brouwerijen voor 14, het —Magasin du Nordfl voor A, de Grossiers- vereeniging voor A, de Vereeniging van Werkgevers voor A, de Crown Butter Co. voor A, de reeder A. F. Holler (van de Landmandsbank) voor A, de industrie- raad voor % millioen kronen. Het bedrijfskapitaal werd van niet minder vertrou¬ wenwekkende zijde verstrekt nl., 10 millioen kronen door de Enshildabank te Stockholm, Hambrosbank en Guaranty Trust Co. en 5 millioen door de drie voor¬ naamste Deensche banken. Toen de Privatbank, die tegelijkertijd een algemeen erkend expert in bankzaken in de directie had verkre¬ gen in de persoon van den directeur Eigtved, haar deuren opende, ontmoette zij algemeen een onbeperkt vertrouwen. Op de beurs noteerden de op 20 pCt. af¬ geschreven aandeelen 19/4 pCt.; met andere woorden zoo dicht bij pari als men maar kan verlangen. Voor de beurs en het geheele Deensche zakenleven was het een dag van voldoening. Lang had de verwachting over hetgeen er van de Privatbank zou moeten terecht komen als een donkere wolk boven het bedrijfsleven ge¬ hangen. Wel verspreidde de ongelukstijding van de sluiting van de bank vrees, maar het zuiverde de lucht en toen de inededeeling over de ingrijpende en vertrou¬ wenwekkende reorganisatie, zoowel van de bank als van de Oliefabriek, bekend werd, was het alsof men ontwaakte tot een nieuwen dag. Men kreeg een flauwen indruk van de gevolgen, die een faillissement van de Privatbank zou hebben gehad, toen twee Provinciale banken eenige dagen later failliet gingen. Ongetwijfeld waren oude verliezen de oorzaak, doch de surséance van betaling van de Privatbank was de droppel, die den emmer deed over- loopen, aangezien daardoor de verbinding met de hoofdstad verbroken werd. In hoeverre andere ban¬ ken zouden zijn gevolgd, is achteraf moeilijk te zeggen. Doch dat dit een nieuwe ineenstorting van het cre- diet, een pijnlijke verlenging van de deflatie-crisis, een ongeluk voor duizenden zou zijn geweest, staat boven allen twijfel verheven. 890 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 10 October 1928 AANTEEKENINGEN. Indexcijfers van groothandelsprijzen. —The Economistfl schrijft: De dalende beweging van groothandelsprijzen hield gedurende de maand September nog aan. Tengevolge van aanzienlijke da¬ lingen in granen en vleesch en in de groep weefstof¬ fen, die ten deele gecompenseerd werden door stij¬ gingen van sommige delfstoffen en van —andere voe¬ dingsmiddelenfl, viel ons indexcijfer van 3847 tot 381.1. Het overeenkomstige cijfer van verleden jaar bedroeg 4038. Data Basis (gemidd. 1901Š5) …. Einde Julil914 — Nov.1918 — Dec. 1923 — Dec. 1924 — Dec. 1925 — Dec. 1926 — Sept. 1927 — Oct. — Nov. — Dec. — Jan. 1928 — Feb. — Mrt. — Apr. — Mei — Juni — Juli » Aug. — Sept. . e-S QJ «0 w c* 2 Ł*%€%€* ^* «%€S §» 500 579 1289 853 992 9361 875′ 8604 837 820 8454 839 852| 882 9131 948J 8934 837 8131 7811 300 352 7821 815J 7891 679 7361 7484 73 r 732 7161 6854 700 676 669 655 647 6441 654′ 668 e a j~ o £Ł%€= C ^ ~ w .SiS-o 500 616J 1848 13821 1452 1120 859 1098J 1088 1050 10291 1031 1050 1087* 1100 10964 11031 1088 10614 10274 400 4644 903″ 774 8154 733′ 7734 617″ 6204 6301- 620| 609 5944 5984 602 6094 601 6024 599″ 6104 500 553 13894 755″ 806 7824 731 7134 719 724-j 733 723 754f 7244 7181 720 7191 724’ 2200 2565 6212 4580 4855 4251 3975 4038 3996 3957 3945 3887 3921 3967 4039 4034 3963 3892 3847 3811 sis? £’& * %€Sf-g %€”C a 100,0 116,6 282,6 208,2 220.7 193.2 180.7 183.5 181.6 179.9 179.3 176.7 178.2 180.3 183,6 183.4 180,1 176.9 174.9 173,2 In de groep —granen en vleeschfl, waren de prijzen voor Canadeesche tarwe eenigszins hooger, doch daar tegenover stond een prijsdaling van Engelsche tarwe, gerst en haver. De prijzen van vleesch waren lager, terwijl de prijzen voor boter en thee stegen. Bij de groep weefstoffen daalden de prijzen voor Egypti¬ sche katoen en zoowel jute als hennep waren aanmer¬ kelijk goedkooper. De stijging in de groep delfstoffen was toe te schrijven aan hoogere prijzen voor tin, lood en koper en aan een seizoenstijging van de prij¬ zen van kolen voor huishoudelijk gebruik. In de di- yersengroep waren talk en olie weder iets duurder. öü C (j Tarwe (btl.) M fl, (Eng” Meel Gerst Haver Aardapp. Rijst Rundvl. Schapenvl. Varkensvl. Gran. en vl. Thee Koffie Rietsuiker Bietsuiker Boter Tabak And. voed. en genotm. 816 70 72 866 706 75 102 626 816 80 7816 142 134 91 946 90 1166 668 + + I5 Š 5 Š19 4 2 4 Š I5 Š 2 Š32 + 9 + 46 +M Katoen(Am.) — (Egypt.) Garen Laken Wol (Eng.) — (Austr.) Zijde Vlas Hennep Jute Weefstoffen Ruw-IJzer Stalen rails IJz. staven Kolen (st.) — (huisbr.) Lood Tin + 966 1236 91 108 I486 102 68 136 47 107 71 71 79 92 64 5 92 876 + 1* 66 Š 3 25 Š 25 Š 6 Š15 Š34 + 3 + 3 4- 45 + Koper Delfstoff. Hout (Baltisch) Hout (Amerik.) Leder Petroleum Oliën Oliezaden Talk Indigo Soda Rubber Diversen Totaal 535 610 5 + 11 6 93 776 76 875 81 67 69 765 855 11 -I- 1& + 2 4fi 1 + 2 724 38116 1*6 volgende tabel toont de veranderingen van ons indexcijfer, waarbij de prijzen op einde Juli 1914 als basis zijn aangenomen: Hieruit blijkt, dat de stijging van de afgeloopen maand 48,6 pOt. bedraagt, hetgeen een daling van 5,6 pOt. beteekent, vergeleken met September 1927. De totale daling van ons algemeene indexcijfer be¬ draagt nu sinds Mei jl. meer dan 5 pCt. Voorts volgt nog een overzicht van het prijsverloop in een aantal belangrijke landen. De volgende opmerkingen zijn ontleend aan de desbetreffende maandpublicatie van het Centraal Bureau voor Statistiek en hebben betrekking op de Data cu co r- ^ r- I <14 Q c D O ^ OS Juli December December December December December September October November December Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September 1914 1918 1923 1924 1925 1926 1927 1928 100 226 148 171 162 151 149 144 142 146 145 147 152 158 164 154 145 140 135 100 222 231 224 193 209 213 208 208 204 195 199 192 190 186 184 183 186 190 100 293 225 235 182 139 178 176 170 167 167 170 176 178 178 179 176 172 167 100 186 167 175 158 167 133 134 136 133 131 128 129 130 131 129 130 129 131 100 241 136 146 141 132 129 130 131 132 131 131 131 136 131 130 130 130 131 100 237.5 178.6 189.3 165.8 155,0 157.4 155.8 154.3 153.8 151.5 152.8 154.7 157.4 157,3 154,0 151.7 150,0 148.6 1913 Novemb. 1918 Hoogste 1920 Decemb. 1923 Decemb. 1924 Decemb. 1925 Decemb. 1926 Juli 1927 Augustus — September, October — November — December — Januari 1928 Februari Maart April Mei Juni Juii t) Bureau of 48 artikelen. <) Juli 1914=100. 100t 1015 985 1035 1005 94 95 96 97 97 97 96 96 96 97 99 98 98 1006 358 591 (Apr.) 458 507 632 627 621 619 601 588 595 605 608 610 624 625 633 626 624 100 438 679 (Apr.) 577 640 715 619 491 485 484 484 484 483 490 489 491 493 496 493 488 Q- £ N 100 1375 1425 137 138 138 140 140 140 140 139 138 138 139 141 141 142 1007 325 (Jan.) 183 171 156 148 140 142 144 145 147 146 145 144 145 146 145 145 144 £ N 100 367 366 (Juni) 160 168 156 150 146 146 148 147 148 148 148 147 149 151 152 151 150 Labour. 2) stat. Reichsamt. 3) Sedert 1922 1926Š 100. 5) jaargemiddelde. 6) Sedert 7) Midden 1914 = 100. 100 392 297 (Juli) 154 160 155 147 151 149 150 150 151 151 153 150 152 153 152 153 148 ebaseerd op ctober 1923: 100 214 322 (Mrt.) 211 214 194 170 170 167 169 170 168 168 169 169 169 169 171 169 Nederlandsche indexcijfers met basis 1913 = 100. Bij beschouwing der cijfers over Augustus 1928, in vergelijking met de maand Juli 1928, blijkt, dat liet algemeen indexcijfer met 4, dat der voedings¬ middelen e.d. met 5 punten gedaald is. Wat het algemeen indexcijfer betreft, staat tegen¬ over een prijsstijging van 9 artikelen met in totaal 102 punten een prijsdaling van 22 artikelen met in totaal 280 punten. Met 10 of meer punten stegen de artikelen: hooi (10), eieren (33), kaas (14), kalfs- vleesch (12), varkensvleesch (12) en hennep (12 pun¬ ten) ; met 10 punten of meer daalden daarentegen de artikelen: rogge (26), gerst (28), haver (43), maïs (17), aardappelen (33), peper (33), katoen (19) en vlas (11 punten). MAANDCIJFERS. RIJKSPOSTSPAARBANK. AUGUSTUS 1926 1927 1928 Inlagen . Terugbetalingen . .. Tegoed der inleggers op ultimo. Nom. bedr. der uitat, staatsschuldboekj es op ultimo. Spaarbankboekj es: Aantal nieuw uit¬ gegeven . Aantal geheel af¬ betaald . Aantal in omloop op ultimo _. f 11.426.373 — 9.105.714 — 312.458.800 — 41.919.500 9.898 6.446 2.000.776 … 12.401.130 — 9.974.180 — 321.801.985 42.023.100 10.351 6.654 2.030.086 f 12.564.854 10.069.116 — 330.915.248 — 42.267.050 10.597 7.028 2.062.725 10 October 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 891 STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN. N.B. *** beteekent: Cijfers nog niet ontvangen. GELDKOERSEN. BANKDISCONTO’S. Ned. Bk. IDisc. Wissels. Bel.Binn.Eff. |/Vrsch. inR.C. Javasehe Bank.. . . Bank van Engeland Duitsche Rijksbank Bank v. Frankrijk. Belgische Nat. Bnk. Fed. Res.BankN.Y. Bank van Spanje.. 4118 Oct. ‘A7 5fi 13 Oct. ™27 6 18 Oct. ™27 4 llfJuli™26 4-^21 Apr.™27 7 5 Oct.’27 3^19 Jan.™28 4 30 Juni™28 5 12 Juli ™28 5 28 Mrt. ™23 Zwits. Nat.Bk. N.Bk.v.Denem. ZweedscheRbk Bank v.Noorw. Bk. v. Tsjecho- slowakije . . N.Bk.v. O™rijk. N. Bk. v. Hong. Bank v. Italië. Z.-Afr.Res.bnk 322 Oct.™25 5 28 Juni™27 4^21/ Aug.™28 5™26 Mrt.™28 5 8 Mrt.™27 6^16 Juli ™28 7 1 Oct. ™28 OPEN MARKT. Amsterdam Partic.disc. Prolong. Londen Daggeld Partic.disc. Berlijn Daggeld .. Partic.disc. 30-55 d… 56-90 d… Waren- wechsel. New York Daggeld ‘) Partic.disc. 1928 6 Oct. 41/4-5/l6 41(4 31/4-1 h 43/s-7/l6 5-7 6’/, 61/2 63/4-™/8 6-1/4 45/8 1/6 Oct. 41/4-7/16 41/4-1/2 31/4-3/4 41/4-7/16 5-91/2 67/2-5/8 61/2-5/8 63/4-71/4 6-IOI/4 45/a 24/29 Sept. 47/i6-i/2 41/4-3/4 21/2-4 4i/8-5/i6 5-8 65/8-3/4 65/8-3/4 7-1/4 6-81/4 45/fl 13/4-21/2 4 Š i) Koers van 5 Oct. en daaraan voorafgaande weken t/m. Vrijdag. 17/22 Sept. 45/i6-7/i6 41/4-3/4 21/2-41/2 41/4-5/16 5-8 65/8 65/8 67/8-71/4 61/,-91/, 45/s 1927 3/8 Oct. 37/16-5/8 31/2-3/4 3-41/2 45/i6-3/8 63/4-9 6-5/g 6-5/g 61/4-71/4 1926 4/9 Oct. 21/2-7/8 21/4-3 31/2-5 43/i6-u/i6 41/2-71/, 5-1/8 43/4-51/8 53/8-1/2 4-3/4 31/4 4-51/4 4 1914 20/24 Juli 31/8-3/16 21/4-3M 13/4-2 21/4-3/4 21/8-7/, WISSELKOERSEN. KOERSEN IN NEDERLAND. Data Oct. 1928 1928 1928 1928 1928 1928 Laagste d.w.i) Hoogste d.w1) 1 Oct. 1928 24 Sept. 1928 Muntpariteit New York*) 2.49»/, 2.497/18 2.4914 2.49* 2-4 97/— 2-491/, s 2.495/16 2.491,; 2.49»/e 2.49»/8 2.4834 Londen V 12.091/s 12.09»/, 12.09% 12.093/s 12.09»/, 12.09/t 12.09 12.095/8 12.09% 12.09% 12.10% Berlijn V 59.39 59.401- 59.41″ 59.39 59.35 59.34 59.44 59.43J 59.444 59.26 Parijs *) 9.73 9.76 9.75 9.741 9.75 Brussel *) 34.66 34.66 34.66 34.66 34.66 34.64 34.68 34.65 34.644 34.59 Batavia O 100i/8 100./8 IOO1/8 100i/8 1001/8 100TV 99 % 1003/8 lOOl/g 100 100 Data Oct. 1928 1928 1928 1928 1928 1928 Laagste d.w.t) Hoogste d.w1) 1 Oct. 1928 24 Sept. 1928 Muntpariteit Zwit¬ serland V 48_ 48.01 48.01% 48.01 % 48.01 48.00% 47.97% 48.04 48_ 47.98 48_ Weenen V 35.12% 35.12% 35.1215 35.1212 35.10 35.10 35_ 35.25 35.121; 35.121; 35Š Praaf; 7.39 7.38 7.39 7.39 7.39 7.39 7.37 7.41 7.384 7.38 ai Boeka¬ rest i) 1.52 1.51 1.51 1.51 1.51 1.52 1.49 1.54 1.511 1.52 48_ Milaan **) 13.02-1 13.03| 13.044 13.07 13.02 13.08 13.03J 13.044 13.09 Madrid *V 40.76 40.60 40.73 40.67 40.57 40.40 40.90 40.94 41.16 48_ Data Oct. 1928 1928 1928 1928 1928 1928 Laagste d.w.1) Hoogste d.w1) 1 Oct. 1928 24 Sept. 1928 Muntpariteit Stock¬ holm *) 66.70 66.70 66.75 66.724 66.70 66.65 66.75 66.70 66.70 66.67 Kopen¬ hagen*) 66.50 66.474 66.471 68.50 66.50 66.50 Oslo *) 66.50 66.50 66.50 66.50 66.50 60.50 66.40 66.50 66.50 66.50 66.67 Hel- sing- fors i) 6.274 6.28 6.274 6.28 6.284 6.28 6.26 6.30 Buenos- Aires1) 105 104;/— 104ï/8 105 1047/e 1047/, 1045/8 105% 1047/, 1047/, 105»/, Mon¬ treal i) 2.49^ 2.49^; 2.49»/, 2.49»/, 2.497/,, 2.49»/, 2.49 2.495/8 2.49»/, 2.49»/, 2.48»; 66.524 66.50 66.50 66.50 6.27| 66.67 66.67 6.264 *) Noteering te Amsterdam. *») Noteerlng te Rotterdam. *) Particuliere opgave. ») Wettelijk gestabiliseerd tusschen 7.53»/6 en 7.21’/s. In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen. KOERSEN TE NEW YORK. (Cable). Data Londen per È) 2 3 4 5 6 8 10 Oct. Oct. 1928 i928 1928 1928 1928 1928 1927 Muntpariteit . 4,84t/t 4,847/, 4,841»/,, 4,84»/— 4,847/, 4,843X/S2 4,87s/,, 4,8667 Parijs (ip.lOOfr.) 3,91 3,91 3,91 3,907/, 3,907/, 3,903$ 3,92% 13,92 Berlijn ip. 100 Mk.) 23,82% 23,80»$ 2 3,81 % 23,81% 23,81% 23,80i/8 23,85 23,81% Amsterdam tip.ioogid.) 40,10% 40,10 40,09 40,09 40,09% 40,09% 40,12 40*/i, KOERSEN TE LONDEN. Plaatsen en Landen Alexandrië. . Athene … — Bangkok … Budapest . B. Aires … Calcutta ….. Constantin.. Hongkong .. Kobe — … . Lissabon Mexico __. Montevideo Montreal .. R.d. Janeiro Shanghai .. . Singapore. .. Valparaiso !). Warschau .. >) 90 dg. Noteerings- eenheden Plast. p.£ Dr. p. £ Sh. p. tical Pen. p. £ d. p.$ iSh. p. rup. Piast. p. £ Sh. p. $ Sh.p.yen Escu. p. £ d. per $ d. per $ $ per £ d. per Mil. Sh. p. tael id. p. $ $ P- £ Zl. p. £ 22 Sept. 1928 97% 375 1/10% 27.844 47»/, 1/6 935 2/0fi/s2 107% 24 50 »/j 4.84|| 529/32 Š/^19/32 2/320/32 39.46 435/,, 29 Sept. 1928 97% 374% 4721/m l/O’/io 935 2/0u/., l/10iï 107% 24 50s/, 4.84 J” 569/.4 2/716,33 2/3sl/s 2 39.45 43»/,, 1/6 Oct. 1928 LaagstelHoogste 6 Oct. 1928 977/,, 374% i/10* 27.79 47 Ł!» I/6 V., 9.30 2/0 1/10 rj 106% 23% 50 4.847/, 32 2/7% 2/31»/,6 39 47 433/,. 97»/,, 375% l/10i% 27.87 47»/, 1/ö6,64 9.40 2/°rI 1/lOH 107% 24% 50»/, 4.85 A 569/61 2/81/, 2/41/, 39.59 437/,, 97% 374»/, 1/10% 27.81 47»/,, 1/03/64 9.35 2/0% 1/lOfl 107% 23% 50% 4.8415 569/61 !/7ls/i» 2/331/32 39.59 43»/,, ZILVERPRIJS Oct. Oct. Juli 1928.. 1928.. 1928.. 1928.. 1928.. 1928.. 1927.. 1914. . Londen1) 20»/, 26 »/— 26»/, 26u/, 26% 26% 25% 24> Ł/, N.York1) 577/. 57»/, 57% 581/8 58 58i/, 55 7/, 59 Oct. Oct. Juli GOUDPRIJS *) Londen 1928.. 1928.. 1928.. 1928.. 1928.. 1928.. 1927.. 1914.. 84/11% 84/11% 84/11% 84/11% 84/11% 84/11% 84/11% 84/11 ‘) in pence p.oz. stand. ») Foreign silver in Jc. p.oz.fine. ») insh. p.oz. fine STAND VAN ™s RIJKS KAS. De Minister van Financiën maakt bekend: Vorderingen. Saldo bij de Nederlandsche Bank…. Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten Voorschot op ultimo Aug. 1928 aan de gem. op voor haar door de Rijks- administratiete heffen gemeentelijke inkomstenbelasting en opcenten op de Rijksinkomsten belasting. Voorschotten aan Suriname. Kasvord.weg. credietverst.a/h. buitenl. Daggeldleeningen tegen onderpand van Staatsschuldbrieven . Saldo der postrekeningen van Rijks¬ comptabelen . Vordering op het Staatsbedrijf der P., T. en T. 3). ld. op andere Staatsbedrijven Ł)… Verplichtingen. Voorschot door de Nederl. Bank…. … 14.631.388,98 Schatkistbiljetten in omloop’). — 103.511.000,Š Schatkistpromessen in omloop. — 31.400.000,Š Waarvan direct bij de Ned. Bank .. — 14.000.000,- Zilverbons in omloop. 11.809.012,- Schuld a. d. Bank v. Ned. Gemeenten»).. Š ld. aan Ned.-Indië . — 11.137.776,62 ld. aan Curacao. — 173.712,50 ld. a. h. Alg. Burg. Pensioenfonds ») .. — 906.539,57 ld. a. h. Staatsbedrijf d. P., T. en T. 7).. — 35.180.835,17 ld. aan andere Staatsbedrijven 2).. 1.565.000,Š ld. aan diverse instellingen »). 7.848.551,05 1) Waarvan … 12.056.000 vervallende op 1 Juli 1929. !) In rekg.-crt. met ™s Rijks Schatkist. 30 Sept. 1928 26.857.48 — 23.984.014,96 — 10.105 016,14 — 135.667.231,11 14.011.586,20 3.885.348,03 7 Oct. 1928 … 827.558,99 — 23.884.014,86 — 10.177.838.89 — 135.862 050,30 — 18.606.088,92 , 3.885.348,03 13.264.068,87 69.052.000,- 91.550.000,- 28.000.000,Š 11.917.530,Š 13.767.309.61 174.120,42 637.221,28 35.072.972,80 1.565.000,Š 7.874 356 86 NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD. 29 Sept. 1928 Vorderingen: Saldo bij ™s Rijks kas. Saldo bij de Javasehe Bank . Verplichtingen: Betaalmiddelen in ™s Lands Kas…. Waarvan Muntbiljetten. Muntbiljetten in omloop . Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds.. Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank. f 11.138.000,Š — 18.370.000 Š — 41.418.000,Š — 1.142.000 Š — 1.144.000,Š 6 Oct. 1928 j 13.767.000,- — 16.890.000,- , 41.754.000,- — 939.000,- — 845.000,- 892 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 10 October 1928 NEDERLANDSCHE BANK. Verkorte Balans op 8 October 1928 Binnenl. Wis-f Hfdbk. f 64.097.949,63 seis, Prom.,< Bij bnk. — 3.328.166,46 enz.in disc.( Ag.seh. — 10.560.924,84 Papier o. h. Buitenl. in disconto. ___ Idem eigen portef. . f 199.514.916,Š Af :Verkochtmaar voor de bk. nog niet afgel. — Š Beleeningen i incl. vrsch.J in rek.-crt.l op onderpj f 77.987.040,93 199.514.910,- Hfdbk. f Bijbnk. — Ag.sch. — 35.900.124,69 7.364.601,65 59.884.356,03 / 103.149.082,37 Op Effecten.. . — — f Op Goederen en Spec. — Voorschotten a. h. Rijk — Munt en Muntmateriaal Munt, Goud …… f Muntmat., Goud — — Munt, Zilver, enz.. Muntmat., Zilver . . 97.496.582,37 5.652.500,Š 67.488.750,Š 367.505.862.77 434.994.612.77 21.652.272,61 103.149.082,37 13.799.500,84 Belegging */s kapitaal, reserves en pen¬ sioenfonds . Gebouwen en Meub. der Bank. Diverse rekeningen —.,.. 456.640.885,38 24.445.809.37 5.000.000,Š 49.701.530.38 Passiva. Kapitaal.. __…. Reservefonds….. Bijzondere reserve… Pensioenfonds . Bankbiljetten in omloop.. Bankassignatiën in omloop.. Rek.-Cour. ( Het Rijk Š saldo™s: Anderen f 48.048.743,88 Diverse rekeningen ……_……… Beschikbaar metaalsaldo Op de basis van s/, metaaldekking.. .— Minder bedrag aan bankbiljetten in om¬ loop dan waartoe de Bank gerechtigd is. f 930.244.765,27 f ~20.000.000,Š — 7.157.903,12 — 8.000.000,Š — 5.516.080,66 — 833.040.505,Š — 358.302,88 — 48.048.743,88 — 8.123.229,73 f 930.244.765,27 279.857.072,58fl 103.567.562,23 1.399.285.360,Š Voornaamste posten in duizenden guldens. Data 8 Oct. ™28 1 — >28 24 Sept. ™28 17 — ’28 10 — ™28 3 — ™28 10 Oct. ™27 25 Juli ™14 Goud Munt Muntmat. 67.489 67.491 67.400 67.397 67.400 67.408 67.870 65.703 367.506 367.506 367.521 367.521 367.521 367.521 318.266 96.410 Circulatie 833 855 797 803 814, 831. 824. 310. .041 .104 .162 .308 .381 ,844 265 437 Andere opeischb. schalden 48 407 46.353 38.322 33.938 33.408 34.975 37.623 Beschikb. Metaal¬ saldo 279.857 276.108 289.930 289.493 287.300 283.530 240.322 6.198 43.5211) Dek- kings perc. 54 54£ 54 53 48 54 Data 8 Oct. 1928 1 — 1928 24 Sept. 1928 17 — 1928 10 — 1928 3 — 1928 10 Oct. 1927 25 Juli 1914 Totaal bedrag disconto’s 77.987 77.088 52.158 54.703 57.731 55.365 156.231 67.947 Schatkist- promessen rechtstreeks 24.000 22.000 4.000 7.000 10.000 9.000 14.300 Belee¬ ningen 103.149 114.727 102.163 109.303 103.269 130.572 137.514 61.686 Papier op het buitenl. 199.515 197.798 192.857 192.790 192 718 192.690 125.351 20.188 Diverse reke¬ ningen 2) 49.702 59.172 35.111 31.843 40.134 34.986 34 880 509 i) Op de basis van 2/s metaaldekking. 2) Sluitpost activa. SUR1NAAMSCHE BANK. Voornaamste posten in duizenden guldens. Data 8 Sept. 1 — 25 Aug. 18 — 11 — 10 Sept. 5 Juli 1928. . 1928.. 1928. . 1928.. 1928 . 1927.. 1914-, Metaal 960 970 976 975 956 970 645 0 Sluitpost der activa. Circu¬ latie 1.653 1.687 1.518 1.585 1.596 1.565 1.100 Andere opeischb. schulden 705 672 739 607 596 560 560 Discont. 1.063 1.063 1.058 1.062 1.059 910 735 Div. reke¬ ningen1) 427 530 523 534 490 552 396 JAVASCHE BANK. Voornaamste pasten in duizenden guldens. De samengetrok- kem cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen. Data 6 Oct. 1928 29Sept.l928 22 — 1928 8Sept. 1928 1 — 1928 25Aug.l928 18 — 1928 8 Oct. 1927 9 Oct. 1926 25 Juli 1914 Ooud Zilver 187.700 187.500 187.500 172.445 172.501 172.629 172.788 183.616 198.849 22.057 Data Dis¬ conto™s 15.228 14.515 14.170 14.191 17.680 29.746 31.907 Wissels, buiten N.-Ind. betaalb. Circulatie 323.700 320 000 320.200 324 346 318.636 316.298 318.580 323.347 333.706 110.172 Andere opeischb. schulden 51.800 54.100 40.100 46.820 44.314 54.296 51.463 84.233 72.854 12.634 Beschikb. metaal¬ saldo 37.500 37.860 39.780 39.206 41.836 38.501 38.962 120.087 147.733 4.842 *) Belee¬ ningen 6 Oct. 1928 29Sept. 1928 22 — 1928 8Sept.l928 1 — 1928 52 Aug.1928 18 — 1928 8 Oct. 1927 9 Oct. 1926 25 Juli 1914 158.300 155.400 152.900 13.337 13.358 13.581 13.782 12.527 12.121 7.259 29.336 27.071 30.952 28.916 25.133 25.985 6.395 94 247 91.550 91.537 93.593 131.993 100 360 47.934 Diverse reke¬ ningen^) * * * *** 49.974 47.145 50 888 49.951 40.161 45.328 2.228 ‘) Sluitpost activa. 2) Basis 2/i metaaldekking. Dek- kings- percen¬ tage 50 50 51 51 52 50 51 49 56 44 BANK VAN ENGELAND. Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes, in duizenden ponden sterling. Data Metaal Circulatie Currency Notes Bedrag Bankbilj. Gov. Sec. 3 Oct. 1928 26 3ept. 1928 19 — 1928 12 — 1928 5 — 1928 29 Aug. 1928 5 Oct. 1927 22 Juli 1914 168.227 173.205 176.080 176.585 176.577 175.867 151.179 40.164 135.007 134.494 133.773 134.607 135.368 135.441 136.989 29.317 295 947 293.919 294.499 296.682 298.001 296.917 297.673 56.250 56.250 56.250 56.250 56.250 56.250 56.250 246.553 244.388 245.046 247.338 248 685 247.485 248.252 Data 3 Oct. ™28 26 Sept.™28 19 — ™28 12 — ™28 5 — ™28 29 Aug.™28 5 Oct.™27 22 Juli ™14 Gov. Sec. 37.110 31.682 28.065 27.145 37.735 29.141 57.845 11.005 Other Sec. 40.668 41.578 44.899 41.396 47.457 43.444 56.728 33.633 Public Depos. 10.006 9.094 15 888 13.074 18.486 19.229 20.993 13.736 Other Depos. 102.446 103.741 100.802 98.886 109.385 95.304 109.864 42.185 1 Dek- Reservel kings- I perc. 0 52.970 58.460 62.057 61.727 60.959 60.176 33.939 29.297 i) Verhouding tusschen Reserve en Deposits. 47 V. 51H 53 ‘/f 55 2/8 47 s/a 521* 2512/,8 52 BANK VAN FRANKRIJK. Voornaamste posten in millioenen franos. Data Goud1) Zilver Te goed in het buitenl. Wis¬ sels Waarv. op het buitenl. Belee¬ ningen Renteloos voorschot a.d. Staat2 28Sept.™28 21 — ™28 14 — ™28 7 — ™28 29Sept.™27 23 Juli™14 30.623 30.568 30.497 30.426 5.546 4.104 732 732 732 732 343 640 12.692 12.985 13.350 14.005 58 22.629 21.072 20.776 20.461 1.920 1.541 18.473 18.472 18.329 18.008 6 8 2.017 2.021 2.008 2.020 1.647 769 3.200 3.200 3.200 3.200 Data Bons v. d. zelfst. amort, k. Diver¬ sen 3) Circulatie Rekg. Courant Staat Zelfst. amort, k Parti¬ culieren 28Sept.™28 21 — ™28 14 — ™28 7 — ™28 29Sept.™27 23 Juli ™14 5.930 5.930 5.930 5.930 1.407 1.151 1.157 1.199 23 733 62.654 61.013 61.321 61.552 54.156 5.912 7.419 7.421 7.710 7.445 5 401 3.541 3.142 3.144 2.890 5.169 5.656 5.218 5.785 10.434 943 !) Bij de stabilisatie van den franc op 25 Juni is de goudvoorraad gewaardeerd volgens de nieuwe waarde van den franc.2) De schuld van den Staat aan de Banque de France is op 25 Juni afgelost. 3) Sluitpost activa. 10 October 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 893 DUITSCHE RIJKSBANK. Voornaamste posten in millioenen Reichsmark. ‚) Onbelast. 2) W.o. Rentenbankscheine 29, 22, 15, 7 Sept., 31 Aug. ™28, 30 Sept. ™27, resp. 7; 35; 28; 32; 9; 52 mill. NATIONALE BANK VAN BELGIË. Voornaamste posten in millioenen Belgas. Data 1928 Goud Munt en metaal Te goed in enwisselsop het buitenl. 4 Oct. 27 Sept. 20 — 13 — 6 — 6 Oct i i) 1927. 808 807 807 807 805 675 511 505 502 504 495 459 S’0 O-o 44 44 44 44 44 41 Cu ‘U 03 «o tS’g 590 584 579 580 566 484 r- i? |§I $ 35 59 51 49 52 61 52 %€E : o fc £.2 £ 373 377 377 377 377 400 2.260 2.220 2.199 2.222 2.226 2.006 Rekg. Crt. 30 26 28 10 23 9 60 90 99 100 68 64 VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA. FEDERAL RESERVE BANKS. Voornaamste posten in millioenen dollars. Data Goudvoorraad Wettig betaal¬ middel, Zilver etc. Wissels Totaal bedrag Dekking F.R. Notes In her- disc. v. d. member banks In de open markt gekocht 19Sept.™28 12 — ™28 5 — ™28 29 Aug.™28 22 — ‘ ™28 15 — ™28 21 Sept.™2 7 2.625.9 2.628.9 2.609.1 2.618,8 2.614,0 2.612,6 2.994.2 1.239.1 1.212.1 1.148.8 1.159.1 1.173.1 1.189,0 1.712.9 142.4 142,0 138.1 146.1 147.4 150,7 139.4 1.093,8 1.069,2 1.080,1 1.038,8 1.037,4 1.002,5 414,6 237.2 211.2 186,8 184,3 183.6 189,9 218.7 Data Belegd in U. S. Gov.Sec. F.R. Notes in circu¬ latie Totaal Depo¬ sito™s 19 Sept. *2 8 224,7 1.679,5 2.459,0 145,4 63,5 66,9 12 — ™28 221,3 1.688,3 2.388,1 145,0 64,5 68,0 5 — ™28 206,4 1.701,0 2.305,6 144,9 65,1 68,6 29 Aug.™28 209,0 1.651,0 2.324,7 144,9 65,9 69,5 22 — ™28 206,9 1.642,0 2.325,6 144,9 65,9 69,6 15 — ™28 206,4 1.638,6 | 2.323,5 144,7 65,9 69,7 21Sept.™27 483,5 1.700,5 ] 2.362,7 130,9 73,7 77,1 0 Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeischbare schulden: F. R. Notes en netto deposito. 2) Verhouding totalen voorraad munt- materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem. PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL. Voornaamste posten in millioenen dollars. Gestort Kapitaal Goud- Dek- kings- perc. i) Algem. Dek- kings- perc.2) Data 12Sept.™28 5 — ™28 29 Aug.™28 22 — ™28 15 — ™28 14Sept.™27 Aan het Aantal banken 635 635 635 635 636 660 eind Dis¬ conto’s beleen. 15.814 15.847 15.729 15.698 15.739 14.847 %€an ieder Beleg¬ gingen Reserve bij de F. R. banks 6.390 6.405 6.405 6.408 6.445 5.939 1.731 1.666 1.661 1.668 1.692 1.705 Totaal depo¬ sito™s 20.153 20.058 19.901 19.872 20.040 19.840 Waarvan time deposits kwartaal wordt een 6.890 6.900 6.912 6.897 6.904 6.287 overzicht gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten. Data Goud Daarvan bij bui¬ tenl. circ. banken !) Deviezen als goud- dekking geldende Andere wissels en cheques Belee- ningen 29 Sept. 1928 22 — 1928 15 — 1928 7 — 1928 31 Aug. 1928 30 Sept. 1927 30 Juli 1914 2.397,0 2.335.8 2.310.1 2.269,7 2.248.1 1.852.1 1.356.9 85,6 85,6 85,6 85,6 85,6 66,5 179,4 187.8 191,2 180,0 194.9 153,8 2.576,0 2.034,7 2.116,4 2.389.7 2.603,9 2.745.7 750,9 101,6 34.1 69.2 45,4 128,9 153,8 50.2 Data Effec- ten Diverse Activa2) Circu¬ latie Rekg.- Crt. Diverse Passiva 29 Sept. 1928 22 — 1928 15 — 1928 7 — 1928 31 Aug. 1928 30 Sept. 1927 30 Juli 1914 93,8 93,8 93,8 93,8 93,8 92,3 330,8 544.7 523.5 515.7 520.6 490.3 494,1 200.4 4.830,2 4.100,1 4.256.4 4.453,7 4.673,0 4.182.4 1.890,9 503,0 575.2 498.2 505,1 564.6 629.7 944,- 252.7 255,2 252.8 243.1 220.2 385,1 40,0 EFFECTENBEURZEN. Amsterdam, 8 October 1928. De gang van zaken op de internationale fondsenmarkten is niet bijzonder belangwekkend geweest. Over het algemeen is de stemming niet medegevallen, hoewel groote verschillen niet zijn voorgekomen. Feiten van beteekenis zijn ook bijna nergens te registreeren geweest. Alleen te B e r 1 ij n hebben verschil¬ lende geruchten de ronde gedaan, in verband met de introduc¬ tie ter beurze van New York van de aandeelen Rheinisch Westfalische Elektrizitatswerke. Men heeft hieraan de ver¬ wachting vastgeknoopt, dat ook andere electriciteitsfondsen, zooals Siemens & Halske en A.E.G., belangstelling van Amerikaansche zijde zouden genieten. Als gevolg hiervan zijn omvangrijke aankoopen in dergelijke aandeelen opgemerkt, welke het koerspeil hebben gesteund. Daarentegen hebben aandeelen in kunstzijde- en automobielfabrieken koersver¬ liezen te zien gegeven. Ter beurze van Londen is de vraag voor beleggings¬ fondsen voortdurend tamelijk groot gebleven. In enkele van de andere afdeèlingen vóelen daarentegen winstnemingen op te merken. De vaste stemming voor —gilt-edgedfl fondsen heeft eenige verwondering te voorschijn geroepen, in verband met de verschepingen van goud, welke overigens in de geheele markt nogal onrust hebben gewekt. Er waren echter ook uitzonde¬ ringen wraar te nemen. Zoo ontstond goede vraag voor aan¬ deelen in gramofoon ondernemingen en tegen het einde der berichtsweek zijn ook rubberaandeelen wat meer op den voorgrond getreden. De geringere verschepingen, gevoegd bij het toenemende verbruik in de Vereenigde Staten en de afneming van de voorraden te Londen heeft klaarblijkelijk hoop voor de naaste toekomst doen ontstaan. Te P a r ij s is de stemming doorgaans gedrukt geweest. Vooral verkooporders van buitenlandsche Š naar men meende te mogen veronderstellen voornamelijk Duitsche Š zijde zijn in vrij grooten getale voorgekomen. Ook hebben beschou¬ wingen omtrent de geldmarkt een rol gespeeld. Hoewel hiervoor geen onmiddellijke aanleiding heeft bestaan, verkeerde men in de veronderstelling, dat de Bank van Frankrijk er toe zou overgaan, het disconto te verhoogen. Toen bleek, dat dit niet geschiedde, is de stemming, vooral voor bankaandeelen, ten slotte iets beter geworden. Te New York is de effectenmarkt rustiger geweest, nadat een verlaging van de noteering voor cal! money Š- na de maandwisseling Š is ingetreden. Er zijn teekenen geweest, welke er op wezen, dat de algemeene bedrijvigheid, in verband met het herfstseizoen, eenigszins is toegenomen. Als gevolg hiervan meende men, dat de belangstelling van het publiek voor verschillende fondsen weer zou groeien, een veronder¬ stelling, waarbij voorts ook de grootere omvang van de make- laarsleeningen steun heeft verschaft. Vooral automobiel- aandeelen hebben hierbij op den voorgrond gestaan. De markt ten onzent heeft niet voor alle afdeelingen een gelijkluidend verloop gehad. De beleggingsmarkt is vast gebleven, zonder groote verschillen. Voor nieuwe beleggings¬ fondsen, zooals de obligaties ten laste van de spoorwegmaat- schappij Parijs Orléans, heeft goede belangstelling bestaan. 6% Ned. Werk. Schuld 1922%10415/16, 104s/a5 4*4% Ned. Werk. Schuld 1917: 10P/16, lOP/io; 4’/,% Ned. indie 1926: 991/., 99™/i«; 5 % Brazilië 1903 £ 100: sè1/» 89»/«; 5 % Brazilië 1913 £ 20Š100 : 77»/,; 8% Sao Paulo ‘1921: 106»/— 106»/4. Opmerkelijk is de vaste stemming voor rubberaandeelen geweest. Hierboven werd reeds gewag gemaakt van de hou¬ ding, welke men ter beurze van Londen ten opzichte van dergelijke fondsen heeft aangenomen en hier ter plaatse is do weerklank hiervan gevoeld. Reeds langen tijd is bijna niets in de rubberafdeeling. omgegaan, zoodat limites vrijwel niet bestonden. Toen dan ook eenige vraag voor rubberaandeelen ontstond, moesten de noteeringen wel in korten tijd tamelijk sterk stijgen. Op den laatsten dag van de berichtsweek is eenige reactie ontstaan, welke echter de behaalde koerswinsten niet heeft kunnen uitwisschen. Amsterdam Rubber: 2221/i, 231»/,; Deli Batavia: 146, i531/2; Hessa Rubber: 281*/*» 287 (ex div.); Indische Rubber: 233, 248x/2; Java Caoutchouc: 134x/3, 141; Kali Telepak: 234, 2401/,; Kendeng Lemboe: 281 l/a, 2983/4; Majanglanden: 292, 290; Ned. Ind. Rubber & Koffie: 251, 249; R™dam Tapanoeli: 95, 101x/4; Serbadjadi: 165Vi> 1741/2; Sumatra Caoutchouc: 1647/g, 168; Sumatra Rubber: 165, 170; Ver. Ind. Cultuur Ond.: 122, 129; Inter¬ continental Rubber: 913/10, ÏO1/^. De gang van zaken in de afdeeling voor industrieele aan¬ deelen was verdeeld. Voor kunstzijde soorten is de belangstel¬ ling sterk ingekrompen, hetgeen gepaard is gegaan met een afbrokkeling van het koerspeil. Over het algemeen waren ook aandeelen Philips nogal aangeboden. Hierin is echter tijdelijk een verbetering ingetreden, nadat bekend was gemaakt, dat de maatschappij voornemens is haar maatschappelijk kapitaal 894 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 10 October 1928 te verhoogen. Verwachtingen omtrent een spoedige emissie van aandeelen werden hieraan vastgeknoopt. Aandeelen Margarine Unie waren gevraagd, evenals aandeelen Calvé Delft, in verband met de nauwere samenwerking tusschen beide ondernemingen. De aankondiging van de emissie van Gelder™s Papierfabrieken heeft een drukkenden invloed op het koerspeil uitgeoefend. Van de buitenlandsche soorten waren aandeelen d™Ougrée Marihaye iets beter, terwijl Zweedsche Lucifers achteruit zijn geloopen. Centrale Suiker Mij.: 76, 73; Holl. Kunstzijde Ind.: 214, 2051/4; Internationale Viscose: lll3/4, 113x/4; Maekubee: 189™/,,, lés1/,; Margarine Unie: 232x/4, 2365/8; Ned. Kunstzijdefabriek: 408, 4101/2′; Philips Gloeilampenfabr. (Gem. B. v. A.): 8023/g, 7971/2; Ver. Kon. Papierfabr. van Gelder & Zn.: 274, 2451/1 (ex claim) Claim = … 160,50; Ougrée Marihaye: 3751/a, 376; Separator: 1701/,,, 1683/4; Zweedsche Lucifer Mij.: 4531/.,;, 4501/1. De suikermarkt is ongeanimeerd geweest. De voortdurende verkoopen van de V.J.S.P. hebben wel de noodzakelijkheid van opslag der onverkochte suiker doen afnemen, doch aan den anderen kant wordt de opbrengstprijs voor tal van fabrieken als nauwelijks winstgevend beschouwd. Ten aanzien van de H.V.A. heeft het gerucht, als zoude de maatschappij willen overgaan tot uitgifte van de tweede tranche der inder¬ tijd toegestane obligatieleening, een speciaal drukkende uitwerking gehad. Cultuur Mij. der Vorstenlanden: 1521/4, 1463/s; H.V.A.: 6471/2, 634; Javasche Cultuur Mij.: 357x/2, 345; Maron: 235, 231; Moormann: 305, 306; Ned.-ïnd. Suiker Unie: 2351/a, 2253/4; Poerworedjo: 97, 94; Suiker Cultuur Mij.: 230, 227; Watoetoelis Poppoh: 7591/a, 725. Bankaandeelen waren verdeeld. Voor de inheemsche cre- dietinstellingen was de stemming vrij vast, waartegenover aanbod is ontstaan in de Indische soorten. Vooral aandeelen Koloniale Bank hebben hieronder te lijden gehad. Amster- damsche Bank: 1863/4, 1867/g; Holl. Bank v. Zuid-Amerika: 72, 703/4; Incasso Bank: 1243/4; Koloniale Bank: 24P/8, 233; Ned. Ind. Handelsbank: 159s/4, 157; Ned. Handel Mij.: 1691/., 168x/4; R™damsche Bankverg.: ÏOS1^, 1047/8; Twent- sche Bank: 140. Vrij groote vraag is ontstaan voor petroleumaandeelen, in het bijzonder voor aandeelen Koninklijke Petroleum Mij., als gevolg van de berichten, welke melding hebben gemaakt van een toenadering tusschen de Shell, de Burmah Oil en de Anglo Persian. De omzetten in het fonds zijn omvangrijk geworden. Dordtsche Petr. Ind. Mij.: 429x/2, 4331/.!; Gec. Holl. Petr.: 220; Kon. Ned. Petr. Mij.: 4473/4, 4537/s; Perlak Petr. Mij.: 803/4, 82; Peudawa: 185/ie, 1S1/16; Marland Oil: 39V8, 383/s. De tabaksmarkt heeft zich kunnen herstellen van de schok¬ ken, welke haar de vorige week zijn toegebracht. Vooral aan¬ deelen Senembah hebben, na de détacheering van het interim dividend ad 15 pet., een avance kunnen behalen. Overigens was deze afdeeling opgewekt in aansluiting aan het verloop van de rubbermarkt. Arendsburg: 660, 669; Besoeki Tabak Mij.: 532, 529; Deli Batavia: 538x/2, 5413/4; Deli Mij.: 438, 431; Oostkust: 1743/4, 178; Senembah: 515, 5063/4 (ex div.) (div. = 15 %)Ł Scheepvaartaandeelen zijn op den achtergrond gebleven zonder noemenswaardige koersveranderingen. Holland-Ame¬ rika Lijn: 78x/2, 77; Java-China-Japan Lijn: 134x/4, 133V2; Kon. Ned. Stoomboot Mij.: 85, 86; Ned. Scheepv. Unie: 20U/2, 201; Nievelt Goudriaan: 112, 1127/8; Stoomv. Mij. Nederland: 194. Bij mijnaandeelen is de belangstelling voor aandeelen Boeton behouden, zonder dat dit aanleiding tot belangrijke fluctuaties heeft gegeven. Aandeelen Singkep Tin Mij. waren aangeboden, in verband met gewijzigde beschouwingen om¬ trent de positie van het metaal. Alg. Exploratie Mij.: 1063/8, 105; Billiton le Rubriek: 880; Boeton Mijnbouw Mij.: 2053/4, 205; Müller & Co™s Mijnbouw Mij.: 104, 1043/4; Oost-Borneo: 64, 67; Redjang Lebong: 146, 147; Singkep Tin Mij.: 3701/2, 356l/2. De Amerikaansche afdeeling was stil en doorgaans iets lager, waarop ook ten onzent automobielsoorten een uitzondering hebben gevormd. American Smelting & Ref. Cy.: 244, 248; Anaconda Copper: 164x/2, 163x/2; Studebaker: 807/s, 84; U. S. Leather Comp.: 40, 36x/2; U. S. Steel Corp.: 1603/4, 157 15/16 (ex div.); Atchison Topeca: 194x/2, 19P/2; Erie: 58x/2, 58; Missouri Kansas & Texas: 41x/8, 37x/s; Southern Pacific: 122x/4 (ex div.), 123; Union Pacific: 204, 198; Wabash Railway: 803/4, 777/16. GOEDERENHANDEL. GRANEN. 9 October 1928. In den loop der vorige week zijn aan de termijnmarkten in Noord-Amerika de prijzen voor tarwe vrij aanmerkelijk ge¬ stegen. Te Winnipeg bedroeg de verhooging voor den October – termijn ongeveer 5x/2 ets. en voor December 3x/2 ets. per 60 lbs. Te Chicago waren de prijsverhoogingen lang niet zoo sterk. Zij bedroegen voor December-tarwe 1 ct. en voor Maart ruim Vs ct. per 60 lbs. Koopers in Europa hebben de voor Noord- Amerikaansche tarwe gevraagde verhoogde prijzen slechts schoorvoetend gevolgd en in hoofdzaak alleen gekocht wat voor de onmiddellijke behoefte noodzakelijk was. Het heeft velen verbaasd en tot voorzichtigheid aangemaand, dat de prijzen te Winnipeg zoo sterk opliepen, hoewel de opbrengsten van de nieuwe oogsten zeer groot zijn, dat zoowel in Canada als in de Vereenigde Staten de aanvoeren van tarwe ruim en daardoor de zichtbare voorraden in beide landen van buiten¬ gewoon grooten omvang zijn. Daarbij komt, dat de vooruit¬ zichten van den nieuwen oogst in Argentinië zeer gunstig genoemd kunnen worden en men daar van meening is, dat daar een groote opbrengst verzekerd is. Ook uit Australië, waar gedurende geruimen tijd aanhoudende droogte van na- deeligen invloed op de ontwikkeling der te velde staande tarwe was, zijn de vooruitzichten aanmerkelijk verbeterd ten¬ gevolge van het vallen van overvloedigen regen, welke van heilzamen invloed is geweest. Ook in dat land wordt op het oogenblik gerekend op een aanmerkelijk grootere opbrengst dan in het vorige jaar werd binnengehaald. Tegenover deze feiten staat echter in Canada de machtige positie van de Pool, welke in Winnipeg geen hedge-verkoopen van tarwe doet, waardoor het aanbod in die termijnmarkt beperkt blijft. Bovendien waren verkoopers in de Vereenigde Staten van Hardwinter tarwe terughoudend en werd slechts weinig van deze tarwesoort aangeboden. Gedurende de laatste dagen is het aanbod van Hardwinter tarwe echter ruimer geworden en zijn daarin weder eenige zaken tot stand gekomen. Hoewel koopers in de vorige week terughoudend waren, zijn toch, sedert het nieuwe seizoen een aanvang genomen heeft, inkoopen door Europeesche invoerlanden zeer groot geweest. De groote droogte, welke gedurende langen tijd ook geheerscht heeft in de Vereenigde Staten, Rusland, de Balkan en verschillende landen van West-Europa, heeft medegewerkt tot de vaste stemming voor tarwe. Uit de Vereenigde Staten duren de klachten over droogte nog voort, waardoor het uitzaaien van de nieuwe winter¬ tarwe wordt vertraagd. In den Balkan is aan de droogte een einde gekomen en vindt het uitzaaien van wintertarwe gere- gelden voortgang. Ook in West-Europa zijn de omstandig- Indüstrieele Disconto Maatschappij AMSTERDAM LONDEN BERLIJN PARIJS KOPENHAGEN MAATSCHAPPELIJK KAPITAAL … 10.000.000.Š VOLGESTORT GEPLAATST EN RESERVES / 6.900.000.- Financiering van den afzet van industrieele producten. 10 October 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 895 AANVOEREN in tons van 1000 KG. Artikelen Rotterdam Amsterdam Totaal 30 Sept.lQ Oct.’ Sedert 1928 | 1 Jan. 1928 Overeenk. tijdvak 1927 30 Sept.lQ Oct. 1 Sedert 1928 | 1 Jan. 1928 Overeenk. tijdvak 1927 1928 1927 Tarwe. Eogge . Boekweit. Maïs. Gerst . Haver . Lijnzaad. Lijnkoek. Tarwemeel . Andere meelsoorten …. 28.290 1.458 388 11.528 21.177 1.892 5.084 3.072 1.494 706 1.755.602 165.421 13.775 802.700 320.497 148.944 148.028 150.321 81.863 7.308 1.627.068 293.718 15.515 1.082.204 341.691 161.268 181.770 146.414 86.290 8.684 1.775 1.589 2.787 1.564 48.945 170.300 9.425 383 281.711 1.184 29.330 39.252 493 67 184.438 10.711 2.728 179.083 33.253 1.804.547 165.421 13.775 973.000 329.922 149.327 429.739 151.505 111.193 7.308 1.666.320 294.211 15.582 1.266.642 352.402 163.996 360 853 146.414 119.543 8.684 heden gunstig voor het teneinde brengen van den arbeid te velde. De laatste oogsten in West-Europa zijn bijna overal grooter dan in het vorige jaar. Volgens de oïficieele raming bedraagt de opbrengst in Frankrijk 34.762.000 quarters, hetgeen ongeveer 200.000 quarters grooter zou zijn dan een jaar geleden. Deze laatste schatting is aanmerkelijk grooter dan vorige schattingen en daaruit zou dus de conclusie moeten worden getrokken, dat de uitkomst is meegevallen. Wanneer dit juist zou blijken te zijn, zou dit ook zeer goed mogelijk zijn in andere landen van West-Europa, waarvan echter nog geen cijfers bekend zijn. Wel verwacht men in Italië een opbrengst, welke 5 millioen quarters grooter zou zijn dan in het vorige jaar en in Duitschland een vermeerdering van 1 millioen quarters, doch deze vermeerdering staat niet met zekerheid vast. Zoowel in Italië als in Portugal en in de Noordelijke landen van Europa is men begonnen met het koopen van groote hoeveelheden tarwe, doch indien de betere cijfers van de opbrengsten van den laatsten oogst juist zullen blijken te zijn, zou eenige vermindering der vraag waarschijnlijk zijn. Uit de Donaulanden en uit Rusland mag niet op uitvoer van eenige beteekenis worden gerekend. Het is waarschijnlijk, dat Rusland later als kooper van tarwe optreedt en reeds moeten partijen Donau-tarwe naar Rusland zijn verkocht. Ook naar andere omliggende landen hebben verschepingen van Donau- tarwe plaats gehad. Het verre Oosten treedt ook als kooper van Australische en Noord-Amerikaansehe tarwe op en men houdt er rekening mede, dat verschepingen van de Westkust van Amerika geregeld zullen blijven plaats vinden. In rogge komen slechts weinig zaken tot stand. Duitschland heeft een groote opbrengst van rogge en treedt zelfs als ver- kooper op. Ook in Donau-rogge vinden geregeld zaken van kleinen omvang plaats. De prijzen voor Amerikaansche rogge zijn te hoog in verhouding tot die, welke voor Duitsche en Donau-rogge gevraagd worden en de zaken daarin zijn over het algemeen beperkt. Ook voor dit artikel zijn de prijzen aan de termijnmarkt te Chicago in de afgeloopen week belangrijk gestegen. De verschepingen van maïs uit Argentinië waren in de afge¬ loopen week van denzelfden om vang als in de daaraan vooraf¬ gaande. Zij zijn in den laatsten tijd niet onaanzienlijk kleiner geweest dan langen tijd het geval was en daardoor is het aan¬ bod van mafs niet groot. Uit de Vereenigde Staten werd geen maïs van den ouden oogst verscheept en de verschepingen van Zuid-Afrika waren ook niet omvangrijk. De Donau verlaadde een zeer kleine hoeveelheid naar Italië, welke daar voor men- schelijk gebruik bestemd is. Verschepingen van Donau-maïs leggen voor de voorziening in West-Europa geen gewicht in de schaal. De opbrengst van den laatsten oogst zal geen uitvoer van eenige beteekenis mogelijk maken en hoogstens zullen kleine uitvoeren over de landgrenzen naar naburige landen plaats kunnen vinden. Voor verreweg het grootste deel moet nog steeds in de behoefte aan maïs in de eerste maanden worden voorzien door Argentinië en daar de uitvoer vandaar is afgenomen, terwijl ook de stoomende voorraad verminderd is, was in de afgeloopen week de stemming voor Plata maïs zeer vast. Geregeld zijn de prijzen aan de termijnmarkten in Argentinië gestegen en ook de in Europa gevraagde prijzen hebben met deze ‚verhoogingen geregelden tred gehouden. Alleen op 6 October sloten aan de termijnmarkten Buenos Aires en Rosario de prijzen met 15 en 10 cents lager, doch de stemming in Europa bleef vast en houders van stoomende en spoedig te verladen partijen verlaagden hunne vraagprijzen slechts zeer weinig. In den loop van den dag werd op 8 October deze kleine verlaging reeds weder ingehaald toen hoogere openingskoersen uit Argentinië werden gemeld. Amerikaansche mixed maïs wordt geregeld aangeboden ter verscheping in December en latere maanden en geregeld komen daarin zaken van niet zeer grooten omvang tot stand. De prijzen voor deze maïssoort zijn namelijk sterk opgeloopen. In Chicago onder¬ gingen de prijzen voor den Deeembertermijn een verhooging van 33/4 ets. per 56 lbs., doch daarna trad weder een verlaging in van 1 ct. per 56 lbs. De stemming voor gerst is gedurende de vorige week aan¬ merkelijk vaster geworden. De bepalingen, welke de Duitsche regeering gemaakt heeft voor den invoer van uit de Ver¬ eenigde Staten afkomstige gerst hebben in Duitschland groote moeilijkheden veroorzaakt. In Bremen hebben importeurs besloten de documenten der gekochte gerst alleen op te nemen wanneer de gerst is goedgekeurd. Het is echter de vraag, of zij dezen eisch kunnen volhouden, omdat importeurs in andere Duitsche havens, alsook zij die over Rotterdam invoeren, er niet toe zijn overgegaan denzelfden eisch te stellen. Importeurs in Bremen hebben zich van een gedeelte hunner voorraden ontdaan door verkoopen naar andere havens doch dit aanbod, dat tot lage prijzen geschiedde, is op het oogenblik weder afge¬ loopen. Naar Holland zijn geregeld zaken in voergerst uit de Vereenigde Staten tot stand gekomen tot in den loop der afgeloopen week aanmerkelijk stijgende prijzen. In Bremen, waar men geen nieuwe zaken in gerst uit de Vereenigde Staten doet en in het overige Duitschland, waar men de preferentie aan de andere gerstsoorten geeft, bestond levendige vraag naar Canadeesche- en Donau-gerst. Ook voor deze soorten zijn de prijzen aanmerkelijk gestegen, vooral van Donau-gerst, waarvan het aanbod klein is. Te Winnipeg zijn de prijzen voor gerst voor October en December aan de termijnmarkt 33/4 en 23/4 ets. per 48 lbs. gestegen. In haver zijn de omzetten gering, zooals meestal in dezen tijd van het jaar het geval is. De vraag naar haver bepaalt zich tot enkele partijen Pommersche- en Amerikaansche White Clipped haver. Zaken van grooteren omvang kwamen tot stand in Argentijnsche haver ter verlading in de eerste maan¬ den van het volgende jaar. Voor deze haversoort zijn de prijzen in den loop dezer week gestegen; te Buenos Aires aan de termijnmarkt voor den Eebruaritermijn 20 ets. per 100 KG. SUIKER. De verschillende suikermarkten bleven ook de afgeloopen week nog onzeker en zwak gestemd. In New York ondergingen noteeringen op de termijn¬ markt nagenoeg geen verandering. Voor ruwsuiker brokkelde de prijs af tot 2.1/8 de. c. & fr. New York op basis van Cubasuiker. * De ontvangsten in de Atl. havens der V. S. bedroegen deze week 54.000 tons, de versmeltingen 65.000 tons tegen 53.000 tons verleden jaar (dus een toename van 12.000 tons) en de voorraden 343.000 tons tegen 183.500 tons. De Cuba statistiek was als volgt: 1928 1927 Cubaansche prod, tot 2 Oc Consumptie. Weekontv. afscheephavens Totaal sedert 1 Jan. Weekexport. Totale export sedert 1 Jan Voorraad afscheephavens.. Voorraad Binnenland … Ton 4.037.833 86.711 35.918 Ton 4.508.521 111.000 33.889 1926 Ton 4.884.658 110.000 46.089 3.530.355 3.918.900 4.319.174 87.332 76.175 119.358 2.865.054 3.271.268 3.715.707 629.502 678.942 603.469 456.566 450.311 457.966 Exporteurs verkochten 50.000 tons Cubasuiker Oct./Dec. verscheping naar Japan. In Engeland verlaagden Raffinadeurs deze week hunne prijzen in totaal met 9 d. Op de Londensche Goederenbeurs werd in de afgeloopen week een markt geopend voor Ruwsuiker. De prijzen worden genoteerd per Cwt. netto op basis van 88° ruwe bietsuiker fob. Hamburg/Rotterdam/Amsterdam/Antwerpen/Gent/Duinker- ken/Havre in verkoopers keuze. Verkoopers hebben verder de optie fob Dantzig of Stettin te leveren tegen reductie van lx/2 d. per Cwt. Op de termijnmarkt sloten de noteeringen deze week tus- schen 3 d. tot 4x/2 d. lager dan verleden week. 896 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 10 October 1928 Op Java verkochten de V.I.S.P. uit oogst 1928 77.700 tons Superieur tot den bekenden prijs van … 13,50, waaronder echter 32.000 tons met optie van verscheping bewesten Suez tot den prijs van … 12,50. Verder werden verkocht 1000 tons hoofdsuiker tot … 12,25 en buitendien 77.000 tons tot … 10,Š onder de conditie, dat de verschepingsdestinatie zal liggen bewesten Suez. Ook werden nog 3300 tons melasse verkocht op gewone condities. De tweedehands markt was stil met onveranderde prijzen. Hier te lande opende de termijnmarkt in kalme stemming, waarbij geboden werd voor October … 14®/8; Dec. … 14Y4; Mrt. … 143/8 en Mei en Aug. … 145/g met … Vs hoogere laatprijzen. Meerdere vraag kan de prijzen aanvankelijk … V8 doen aantrekken. Daarna echter brokkelden deze weder tot ongeveer de geboden prijzen bij opening af. De V.I.S.P. verkoopen hadden deze week geen invloed op de markt. De slotnoteeringen waren: Oct. en Dec. … 14x/4; Mrt. … 141/2; Mei … 143/8 en Aug. … 143/4. De omzet bedroeg 5650 tons. KATOEN. Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens. _(In duizendtallen balen). 1 Aug. ™28 tot 29 Sept.™28 Overeenkomstige periode 1927 1926 Ontvangsten Gulf-Havens. — Atlant.Havens Uitvoer naar Gr. B rittannië — — ™t Vasteland etc. — — Japan. ‘ 1467 105 616 160 1948 122 762 114 2257 236 833 101 Voorraden. (In duizendtallen balen). 28 Sept. ™28 Overeenkomstig tijdstip 1927 1926 Amerik. havens. 1013 474 12 118 289 1722 636 210 298 676 1288 732 84 221 362 New York. New Orleans. Liverpool . Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons. Manchester, d.d. 3 October 1928. lie Amerikaansche katoenmarkt is weer vaster geweest. Prijzen zijn 36 punten gestegen bij een week geleden; Liv- erpool-futures noteerden voor de maand Januari op jl. Maandag 9,97, d.i. 103 punten boven het laagste punt op Maandag, 14 dagen geleden, zoodat noteeringen gisteren dan ook bijna het hoogste punt voor dezen oogst bereikt hebben. Er komt minder katoen aan dan een jaar geleden; ontvangsten in de havens bedragen circa 1% millioen balen tegen 2 millioen balen verleden jaar. Egyptische katoen is eveneens vaster geweest en er gingen gisteren geruchten, dat er vrij goede zaken gedaan werden. Loco-verkoopen in Liverpool bedroegen de vorige week 39.000 balen, waarvan ruim de helft Amerikaansche katoen. De verkoop van Bra¬ zil iaansclie en Perukatoen bedroeg 7600 balen, Egyptische en Soedaneesehe bijna 5000, Empire ca. 6000 balen. Gedu¬ rende de laatste dagen der vorige week ging er in Ameri¬ kaansche garens, in de meeste soorten medio en fijnere nummers, zoowel twist als weft, vrij veel om. Er werd gis¬ teren van grove nummers weinig verkocht, hoewel er naar medio nummers, zoowel cops als ringbeams, een goede vraag bestond. Prijzen waren in de meeste gevallen slecht, doch een vrij groot aantal spinners rapporteerden goede verkoopen tegen behoorlijke prijzen. Zoowel mule-bundels als getwijnde garens worden voor export gevraagd en in enkele gevallen is men tot zaken gekomen echter tot zeer slechte prijzen. In andere richting beperkt de handel zich voornamelijk tot partijen voor vlugge levering, terwijl za¬ ken ook verband houden met het standpunt, dat men in¬ neemt in verband met het a.s. Bureau-Bericht, dat a.s. Maandag verschijnt. Zaken worden deze week eenigszins bemoeilijkt door het tijdsverschil tusschen Amerika en Engeland. Naar Egyptische soorten bestaat over het alge¬ meen weinig vraag. De handel beperkt zich echter voorna¬ melijk tot inkoopen voor een korte periode en men zegt, dat prijzen over het algemeen slecht zijn. In fijne doubling wefts voor export zijn goede zaken gedaan, doch prijzen door sommige spinners geaccepteerd zijn verre van winst¬ gevend. Naar getwijnde garens, zoowel voor het binnenland, als voor export bestaat slechts een geringe vraag. Overzeesche koopers hebben zich nog niet geheel aange¬ past aan het huidige prijsniveau in de doekmarkt. Zooals wij de vorige week reeds schreven is de markt bepaald vas¬ ter en prijzen zijn in sympathie met katoenprijzen gestegen. Dit heeft natuurlijk een goede vraag medegebracht, doch biedingen zijn over het algemeen te laag om tot zaken te leiden. De toon is optimistisch en men verwacht, dat na elke week van vaste prijzen, het vertrouwen bij koopers zal herleven en deze dan ook geleidelijk bereid zullen zijn hoogere prijzen te betalen. Tntussehen worden er geregeld kleine zaken in diverse styles gedaan, doch leidt het mce- rendeel der aanvragen niet tot resultaten. STATISTISCH OVERZICHT TARWE HardWinter No. 2 loco Rotterdam/ Amsterdam per 100 K.G. Jaargemidd. 1925 Januari 1926 Februari — Maart — April — Mei — Juni Juli Augustus — September — October — November — December — Januari 1927 Februari — Maart — April — Mei — Juni — Juli Augustus — September — October — November — December — Januari 1928 Februari — Maart — April — Mei — Juni — Juli Augustus — September — 1 October — 8 9 Men zie voor * Manitoba No. fl. 17,20 *16,90 *16,30 *15,375 *16,10 *16,325 *16,125 *16,20 15,35 14,80 15,75 16,025 15.40 15,225 15,225 15,05 14.80 15,75 15.60 15,10 14,875 14,70 13,725 13,45 13.40 13.50 13.80 14.60 15,30 15,30 14,375 14,25 12,00 11,65 12,15 12.50 °/o 100,0 98.3 94.8 89.4 93.6 94.9 93.7 94.2 89.2 86,0 91,6 93.2 89.5 88.5 88.5 87.5 86,0 91.6 90.7 87.8 86.5 85.5 79.8 78.2 77.9 78.5 80.2 84.9 88.9 88,9 83.6 82,8 69,8 67.7 70.6 72.7 ROGGE American No.22) loco Rotterdam per 100 K.G. fl. 13,075 11.475 f 11,525 f 11,475 t 11,45 f 11,00 11.125 12,175 11.825 11,95 12,325 12,60 12,20 12,50 13,05 12,70 12.825 13.575 13,20 12,05 11,45 12,15 11,45 12.125 12.575 12,70 12,875 14,00 14,975 15.475 14,275 13,075 12,625 11.575 11,90 32,60 de toelichting op dezen staat 3. f Zuid-Russische. °/o 100,0 87,8 88,1 87.8 87.6 84.1 85.1 93.1 90.4 91.4 94.3 96.4 93,3 95.6 99.8 97.1 98.1 103.8 101,0 92.2 87.6 92,9 87.6 92.7 96.2 97,1 98.5 107.1 114.5 118.4 109.2 100,0 96.6 88.5 91,0 96.4 MAÏS La Plata loco R™dam/A™dam per 2000 K.G. fl. 231.50 190.25 174,00 167.75 177.50 168.50 171,00 175.25 170.50 170,00 175.50 177.75 173.50 165,00 167,00 164.50 173,00 172.75 175,25 171.50 178.50 179.50 178.75 184.75 201,00 207.50 226.50 240.75 239.50 238.50 234,00 246.75 214.75 198.75 208,00 222,00 °/o 100,0 82,0 75.2 72.5 76.7 72.8 73.9 75.7 73.7 73.5 75.8 76.8 74.9 71.3 72.1 71.1 74.8 74.6 75.8 74.1 77.1 77.5 77.2 79.8 86.8 89.6 97.8 104,0 103.5 103,0 101,0 106.6 92.8 85.9 89.8 95.9 GERST Amer No.23) loco Rotterdam per 2000 K.G. LIJNZAAD La Plata loco R™dam/A™dam per 1960 K.G. STEENKOLEN Westfaalsche bunkerkolen, ongezeefd f.o.b. R™dam/A™dam per 1000 K.G. PETROLEUM Mid. Contin. Crude 33 t/m 33.90 Bé s. g. per barrel fl. 236,00 184.25 175,00 174.50 194.75 192.50 198.75 200.50 190.50 204.75 218.75 215,00 210.75 222.25 230,00 219.25 237.50 258.25 246,00 235.75 252.50 233.25 230.50 233.25 246.25 247.75 243.75 255.75 261,00 260.75 252.50 241,00 226.75 198 25 196,00 189,00 °/o 100,0 78.1 74.2 73.9 82.5 81.6 84.2 85,0 80.7 86.8 92.7 91.1 89.3 94.2 97,5 92.9 100,6 109,4 104.2 99.9 107,0 98.8 97.7 98.8 104.3 105,0 103.3 108.4 110,6 110.5 107,0 102,1 96.1 84,0 83.1 80.1 fl. 462.50 370.75 353,00 330,00 335.75 334.50 360,25 382.50 376.50 360.25 367.75 382.50 373.75 362.50 373.75 354.75 351.50 373.75 372.75 367.75 368.25 369.50 359,00 349.75 348.25 361,00 361,00 350.75 358.25 372,00 365.25 359.75 350.75 350, 75 357,00 372,00 °/o 100,0 80,2 76.3 71.4 72.6 72.3 77,9 82.7 81.4 77.9 79.5 82.7 80.8 78.4 80,8 76.7 76,0 80.8 80.6 79.5 79.6 79.9 77.6 75.6 75.3 78,0 78,0 75.8 77,5 80.4 79,0 77.8 75.8 75,8 77,2 80,4 fl. 10,80 10,05 10,20 9,85 10,00 13.10 13,85 16.35 17.25 25,50 31.10 38.25 19,00 13.35 12.10 11.25 11,00 10.95 11,00 11,10 11,05 10,90 10,90 10,65 10,60 10,30 10,00 9.95 10,05 10,60 10,10 10.10 10,05 10,00 9,95 °/o 100,0 93.1 94,4 91.2 92.6 121.3 128,2 151.4 159.7 236.1 288,0 353.7 175.9 123.7 112,0 104.2 101.9 101.4 101.9 102.8 102.3 100.9 100,9 98.6 98.1 95.4 92.6 92.1 93.1 98.1 93.5 93.5 93.1 92.6 92.1 1.68 1.51 1.80 1.80 1.80 1.93 2.05 2.05 2.05 2.05 2.05 1.81 1.75 1.75 1.70 1.26 1.22 1.22 1.22 1.22 1.22 1.22 1 22 1.22 1.22 1.22 1.21 1.19 1.19 1.19 1.19 1.19 1.21 1.21 1.21 1.18 °/o 100,0 89,9 107,1 107,1 107.1 114,9 122,0 122,0 122,0 122,0 122,0 107,7 104.2 104.2 101.2 75,0 72,6 72,6 72,6 72,6 72,6 72,6 72,6 72,6 72,6 72,6 72,0 70,8 70,8 70,8 70,8 70,8 72,0 72,0 72,0 70,2 IJZER Cleveland Foundry No.3 f.o.b. Middlesbrough per Eng. ton KOPER Standaard Locoprijzen Londen per Eng. ton Sh. 73/- 70/- 70/6 70/6 70/6 73/- 76/6 87/- 90/6 94/6 118/- 120/6 99/6 85/6 83/6 81/- 80/- 74/- 70/- 70/- 69/- 65/- 65/- 65/- 65/- 65/- 65/- 65/6 66/- 66/- 66/- 66/- 66/- 66/- 66/- 66/- °/o 100,0 95,9 96,6 96,6 96,6 100,0 104,8 119.2 124,0 129.5 161.6 165,1 136.3 117.3 114.4 111,0 109,6 101.4 95,9 95,9 94,5, 89,0 89,0 89,0 89,0 89,0 89,0 89,7 90.4 90,4 90,4 90,4 90,4 90,4 90,4 90,4 £ 62.1/6 59.3/- 59.12/- 58.15/6 57.7/6 56.9/6 56.17.6 58.2/- 58.19/6 58.15/- 58.7/6 57.6/6 56.19.6 55.7/6 54.16/- 55.17/- 55.2/6 54.14/- 54.2/6 53.19,- 55.5/6 54.13/- 55.5/- 59.1/- 60.2/- 62.-/- 61.12/- 61.3/6 61.14/6 62.15/- 63.17/- 62.18/- 62.10/6 63.8/- 64.12/6 64.32/6 °/o 100,0 95.3 96,0 94.7 92.4 91,0 91.6 93.6 95,0 94.6 94,0 92,3 91.8 89.2 88.3 89.9 88,8 h8,l 87,2 86.9 89,0 88,0 89,0 95.1 96.8 99.9 99.2 98.6 99.4 101,1 102.9 101,3 100,7 102,1 104,1 104,1 de nummers vars8 en 15 Augustus 1928 (No. 658 en 659) pag. 689/90 en 709. 2) = Western vóór de invoering van dl 10 October 1928 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 897 Liverpoolnoteeringen 26 Spt. 3 Oct. F. G.F.Sakellaridis 17,55 17,70 G. F. No. 1 Oomra 6,35 6,70 Oost. koersen 25 Spt. 2 Oct. T.T. opBr.-Indië 1/6 1/6jL T.T.op Hongkong 1/11 § 2/0 »/8 T.T. op Shanghai 2/7J 2/7j$ KOFFIE. (Mededeeling van de Vereeniging voor den Goederenhandel te Rotterdam.) Noteeringen en voorraden in Brazilië. Data te Rio te Santos Wisselkoers te Rio op Londen Voorraad (In Balen) Prijs No. 71) Voorraad (In Balen) Prijs Ao.41) 8 Oct. 1928 1 — 1928 24 Sept. 1928 10 Oct. 1927 339.000 313.000 286.000 357.000 29.950 29.625 29.950 22.125 1.083.000 1.096.000 1.109.000 965.000 33.500 33.500 33.500 26.800 6 ®1/l 28 ®1/l! 8 531/32 Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen. Data te Rio te Santos Afgeloopen week Sedert 1 Juli Afgeloopen week Sedert 1 Juli 6 Oct. 1928 8 Oct. 1927.. 84.000 110.000 890.000 1 214.000 164.000 237.000 2.147.000 2.903.000 ‘) In Reis. Ook in de afgeloopen week bleef de stemming onveran¬ derd, dat wil zeggen: kalm met beperkte zaken. De aan¬ biedingen voor prompte verscheping uit Santos liepen ge¬ deeltelijk iets terug en bleven voor een ander deel onver¬ anderd, waardoor het,verschil in vraagprijs tusschen de ver¬ schillende afladers iets grooter geworden is dan gewoon¬ lijk. De aanbiedingen uit Rio daarentegen waren eer iets hooger, terwijl ook Nederlandsch-Indië met Robusta, voor¬ namelijk met de ongewasschen Sumatra-soorten, wederom vaster was. De termijnnoteeringen waren den eenen dag een fractie hooger om den volgenden dag wederom iets lager te zijn en daardoor sluit de markt bij het opmaken van dit bericht ongeveer op dezelfde prijzen als een week geleden. Ook deze week bepaalde zich de belangstelling hoofdzake¬ lijk tot de Robusta-soorten, waarin, zoowel op aflading als stoomend en loco, nogal het een en ander omging. Andere soorten, in de eerste plaats Santos, waren vrijwel verlaten. De officieele noteeringen alhier bleven onveranderd 65 ct. per Vi KG. voor Superior Santos en 53 ct. voor Robusta. De dezer dagen verschenen Statistiek van de Firma G. Duuring & Zoon te Rotterdam geeft aan, dat in September de aanvoer geweest is als volgt: in Europa … — Ver. Staten van Amerika 1928 bn. 798.000 657.000 1927 1926 bn. bn. 777.000 635.000 659.000 1.028.000 Totaal…. 1.455.000 1.436.000 1.663.000 De Aanvoeren in Europa en in Amerika tezamen gedu¬ rende de eerste negen maanden van het jaar bedroegen 16.995.000 balen tegen 15.485.000 balen in 1927 en 14.956.000 balen in 1926. De Afleveringen in September waren: 1928 1927 1926 bn. bn. bn. in Europa .™. 885.000 904.000 610.000 — Ver. Staten van Amerika 747.000 937.000 948.000 Totaal. . 1.632.000 1.841.000 1.558.000 De Afleveringen in Europa en in Amerika tezamen ge¬ durende de eerste negen maanden van het jaar waren 16.688.000 balen tegen’15.759.000 balen in 1927 en 15.085.000 balen in 1926. Vanaf 1 Juli tot 30 September waren de aanvoeren in Europa en in Amerika tezamen 4.784.000 balen tegen 4.822.000 balen in 1927 en 4.861.000 balen in 1926, terwijl de Afleveringen bedroegen 5.110.000 balen tegen 5.171.000 balen in 1927 en 4.687.000 balen in 1926. De zichtbare voorraad was op 1 October in Europa 2.020.000 balen tegen 2.107.000 balen op 1 September. In Amerika bedroeg hij 703.000 balen tegen 793.000 balen op 1 September. In Europa en in Amerika tezamen was de zichtbare voorraad dus op 1 dezer 2.723.000 balen tegen 2.900.000 balen op 1 September. Hij bedroeg op 1 October 1927 Š 2.201.000 balen en op 1 October 1926 Š 2.395.000 balen. De zichtbare wereldvoorraad was op 1 October 5.179.000 balen tegen 5.521.000 balen op 1 September en 4.985.000 balen verleden jaar (in deze cijfers zijn niet begrepen de voorraden in het binnenland van Sao Paulo, waarvan het cijfer van 1 October nog niet bekend is, doch die op 1 Sep¬ tember bedroegen 13.018.000 balen en op 1 October 1927 Š 9.570.000 balen). De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos op prompte verscheping zijn thans ongeveer 103/’- a 106/- per cwt. en van dit Prime ongeveer 105/- a 108…-, terwijl zij van Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte ver¬ scheping, bedragen 81/- a 82…-. Van groothandelsprijzen1) TIN locoprijzen Londen per Eng. ton KATOEN for Middling locoprijzen New York per lb. WOL gekamde Australische, Merino, 64™s Av.j loco Bradford j per lb. WOL gekamde Australische, Crossbred Colo¬ nial Carded, 50™s Av. loco Bradford per lb. RUBBER4) Standaard Ribbed Smoked Sheets loco Londen per lb. SUIKER Witte kristal¬ suiker loco R™dam/A™dam. per 100 K.G. KOFFIE Robusta Locoprijzen Rotterdam per 1/2 K.G. THEE Afl. N.-I. theev. A™dam gem. pr. Java- en Suma- trathee p. ^KG. Indexcijfer v/h. Centr. B. v. d. Stat., herleid van 1913 = 100 tot 1925=100 Indexcijfer van The Economist, herleid v. 1901-5=100 tot 1925=100 £ 261.17/- 283.6/- 286.3/- 285.14/- 282.19/6 268.14/6 268.13/6 283.6/- 294.10/6 307.19/6 314.14/6 308.1/6 307.-/6 299.13/6 309.8/6 312.15/- 304.1/- 295.12/- 296.9/6 289.15/6 292 -/6 287.12/6 264.2/6 264.4/6 266.13/6 255.1/- 233.10/6 233.17/6 234.6/- 230.13/- 218.8/6 211.19/- 211.18/- 214.7/6 222.17/6 218.17/6 °/o 100,0 108,2 109.3 109.1 108.1 102,6 102,6 108,2 112.5 117.6 120,2 117.7 117.3 114.4 118,2 119.4 116,1 112.9 113,2 110.7 111.5 109.8 100.9 100.9 101.8 97^4 89.2 89.3 89.5 88,1 83.4 80.9 80.9 81.9 85,1 83.6 8 ets. 23.25 20.75 20.55 19,40 19,10 18,95 18,45 18,80 18.45 17.35 13.25 12.90 12,60 13.45 14.15 14.25 14.75 16.15 16,85 17.90 19,70 22,05 20,65 20.25 19,70 19.25 18.35 19.35 20,65 21.55 21.35 21.75 19,30 18.55 19,30 19,105) °/o 100,0 89.2 Ł 88,0 83.4 82,1 81.2 79,3 80.9 79.3 74.3 57,0 55.5 54.2 57.5 60.6 61.3 63.4 69.5 72.7 77,0 84.7 94.4 88.8 87.1 84.7 82.8 78.9 83.2 88.4 92.7 91.8 93.5 83,0 79.8 83,0 82,13 pence 55,00 48.75 46.50 47.50 47,50 47,50 47,50 47,50 47.75 48.75 47,50 44.75 44.75 45,00 46.25 47.75 47.50 47,00 47.25 48.50 48.50 50,00 50.25 52.25 51.50 53,00 54.75 55,00 54.50 54.25 55.50 53,00 51.75 47,00 46,506) °/o 100,0 88,6 84.5 86,4 86,4 86,4 86,4 86,4 86,8 88.6 86.4 81.4 81.4 81,8 84.1 86,8 86.4 85.5 85.9 88.2 88,2 90.9 91.4 95,0 93.6 96.4 99.5 100,0 99.1 98.6 100,9 96.4 94.1 85.5 84,56 pence 29.50 26,00 25,00 25.50 25,00 24.25 24,00 23.75 24.50 25.25 24.75 24,00 24.50 25.25 26,00 26.50 26.25 26,00 26,00 26,50 26,50 26.50 26.75 28.50 28.75 29.75 31.75 33.25 33,00 32.25 31,75 31.25 30,00 29,00 27,756) °/o 100,0 88,1 84,7 86.4 84.7 82,2 81.4 80.5 83,1 85.6 83,9 81,4 83.1 85.6 88.1 89.8 89,0 88,1 88,1 89,8 89,8 89,8 90.7 96.6 97.3 100,8 107.6 112.5 111.9 109.3 107.6 105.9 101.7 98.3 94,16 Sh. 2/11,625 3/4,25 2/7,625 2/5,125 2/1,25 1/10,5 1/8,375 1/8,375 1/7,625 1/8,125 1/8,875 1/8 1/6,5 1/7,375 1/7,125 1/8,25 1/7,875 1/7,75 1/6 1/4,75 1/5,25 1/4,25 1/4,375 1/6,5 1/7,75 1/7,25 1/3,75 1/0,75 -/9,375 -19 -/9,25 -/9,25 -/9,25 -/ 8,5 -18,5 -/8,875 % 100,0 113,0 88,8 81,8 70.9 63,2 57,5 57.5 55.1 56.5 58.6 56.1 51.9 54.4 53.7 56.8 55.8 55.4 50.5 47,0 40.8 45.6 46,0 51.9 55,4 54,0 44.2 35.8 26.3 25.3 26,0 26,0 26,0 23.9 23.9 24.9 n. 18.75 16.875 17.125 16,375 16,375 16.50 16.625 16.75 16.375 17.25 17.875 19.625 21.875 22,00 21.125 20.625 20.25 20.25 18.375 18.625 18.50 17.875 16.875 17.25 17.875 17.375 16.75 16.875 16.875 16.625 15.75 15.50 16,00 15.875 15,00 14.75 °/o 100,0 90,0 91.3 87.3 87.3 88,0 88,7 89.3 87.3 92,0 95.3 104.7 116.7 117.3 112.7 110,0 108,0 108,0 98,0 99.3 98.7 95.3 90,0 92,0 95.3 92.7 89.3 90,0 90,0 88.7 84,0 82.7 85.3 84.7 80,0 78.7 cts. 61.375 57.5 58 57.25 54.25 55 56 57 57.75 57.25 53.5 51,625 50 50 48.75 48 48 47 47 47 45.375 44.25 45.25 46 46 46 46 47 47 48.25 49 49.875 51.875 52.75 53 53 °/o 100,0 93,7 94.5 93.3 88.4 89.6 91.2 92.9 94.1 93.3 87.2 84.1 81.5 81.5 79.4 78.2 78.2 76.6 76,6 76.6 73.9 72,1 73.7 74.9 74,9 74,9 74,9 76,6 76.6 78.6 79.8 81.3 84.5 86,0 86.4 86,4 cts. 84,5 103,5 103.5 100.25 97.5 102.25 100 89.25 87.75 89.5 85.25 79.25 71 71.25 70 72.25 86.5 81.25 84 94.5 93 96 89.25 84.5 79.5 79 74.25 78.25 73.25 71.25 67.75 70.25 °/o 100,0 122,5 122.5 118.6 115,4 121,0 118.3 105.6 103.8 105.9 100.9 93.8 84,0 84.3 82.8 85,5 102,4 96.2 99.4 111,8 110,1 113.6 105.6 100,0 94.1 93.5 87,9 92.6 86.7 84.3 80.1 83,1 100,0 98.7 96.1 93,5 92,3 92.3 92,9 91,0 89.7 90.3 92.3 94.8 94.8 93,5 94.2 92.9 92.3 93,5 96,1 97.4 96.1 96,8 96,8 97.4 97.4 98.7 96.8 98.1 98,7 98,1 98,7 95.5 92.9 100,0 93,4 92.3 91.1 90.4 89.4 90,0 90.2 92.2 94.7 94.5 93.3 88.7 87.6 89,5 87.9 87.4 88.9 89,3 89.2 90.8 90,0 89.1 88.3 88,0 86.7 87.4 88.4 90.1 90,0 88,3 86.8 85,0 de huidige officieele noteeringswijze (Jan. 1928).3) = Malting vóór de invoering van de huidige offic. noteeringswijze (Jan. 1928).4) Jaar- en maandgemiddelden afgerond op iIs pence. 5) 5 Oct. 6) 4 Oct. 898 ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN 10 October 1928 Van Bobusta op a {lading van Nederlandsch- Indië zijn de prijzen in de eerste hand op het oogenblik: Palembang Bobusta, October-verscheping, 40% et.; Ben- koelen Robusta, October-verscheping, 42% et.; Mandhéling Bobusta, October-verscheping, 46et-, alles per % KG., cif., uitgeleverd gewicht, netto contant. De slot-noteeringen te New-York van het aldaar gelden¬ de gemengd contract (basis Rio No. 7) waren: Dec. Maart Mei Sept. 8 Oct. 1 — . 24 Sept. 17 — . $ 16,39 — 16,20 — 15,97 ., 16,10 $ 15,85 — 15,63 — 15,62 — 15,60 $ 15,49 — 15,30 — 15,30 — 15,43 $ 14,79 — 14,70 >» -f ft -f Botterdam, 9 October 1928. THEE. In de houding van de theemarkt te Londen kwam in de afge- loopen week weinig verandering. De markt opende andermaal met een ruim aanbod, vooral van ordinaire en middensoorten, die afbrokkelende prijzen te zien gaven, terwijl alle kwaliteits- tbeëen goed gevraagd en vast in prijs waren. Later trokken de ordinaire kwaliteiten op het verlaagde prijsniveau wat meer aan, doch bleven de middensoorten veronachtzaamd. De officiéele mededeeling, dat de Noordelijke Britsch- Indische oogst tot ulto September geraamd werd op 258.5 millioen lbs. tegenover 250.2 millioen lbs. in 1927, zoodat het accres van den ditjarigen oogst boven dien van verleden jaar, ongeveer hetzelfde is gebleven, vergeleken bij een maand geleden, gaf dan ook geen aanleiding tot een verandering in de marktstemming, die nog steeds gedrukt wordt door de groote voorraden in entrepot in het Vereenigd Koninkrijk. Amsterdam, 8 October 1928. COPRA, De markt, aanvankelijk flauwer, sloot de afgeloopen week vaster in verband met —shortfl dekkingen en de iets betere consumptie vraag. De verschepingen van het Oosten blijven bijzonder groot. De slotnoteeringen zijn: Nederl. Indische fms., stoomend. … 30,Š » — — aflad. Oct./Nov. — 30 1/l » — — — Nov./Dec.. — 301/2 De markt te Marseille is momenteel tamelijk flauw gestemd, met weinig koopers. STEENKOLEN. Gebeurtenissen van eenig belang zijn gedurende de af¬ geloopen berichtsperiode niet voorgevallen. In Wales en in Yorkshire wordt rigoureus vastgehouden aan het systeem van minimumprijzen en dit verleent aan de markt een zekere vastheid, die zij vermoedelijk anders niet zou ver- toonen. Ook in Westfalen blijven de prijzen in één doen, alhoewel het verlangen naar grooteren omzet zich hoe lan¬ ger hoe meer afteekent. De prijzen zijn: Northumberland Ongezeefde .. … 9,50 Durham Ongezeefde . ,, 10,15 Cardiff 2/3 large 1/3 smalls. — 12,25 Schotsche Gezeefde (Prime Lothians) …. — 9,85 Yorkshire gewasschen Doubles. — 11,60 Westfaalsche Vetförder . — 13,75 — Vetstukken . — 15,Š — Smeenootjes . — 14,50 — Gasvlamförder . ,..,13,75 — Gieteokes. — 16,75 Ilollandsche eierbriketten . — 15,Š alles per ton van 1000 KG. franco station Ł Rotterdam/Am¬ sterdam. Ongezeefde bunkerkolen f.o.b. Botterdam/Amsterdam … 9,95. Markt prijshoudend. IJZER. Op de continentale rmvijzermarkt bleef in de afgeloopen veertien dagen de,toestand bevredigend. Op de Cleveland- markt is er echter, ondanks de stellige verwachtingen van een flinke najaarsvraag, nog van geen duidelijk merkbare ver¬ betering sprake. Het Ó.S.P.M. heeft voor het tonnage gieterij-ijzer, dat in October, boven het vroeger vastgestelde quantum voor de ‘ Eransche markt, verkocht zal worden, de prijs met 10 frs. tot 450 frs. per ton verhoogd. Tevens zal deze prijs gelden voor het geheele November- en Decemberquantum. Volgens een bericht in de vakpers zal het West-Europeesche gieterij-ijzer- kartel zijn ijzernoteering tot het eind van het jaar onver¬ anderd laten. De haussebeweging op de staalmarkt kwam, sedert we ons vorig overzicht schreven, tot stilstand. In de laatste week liepen de noteeringen zelfs iets terug. VRACHTENMARKT. De Noord-Amerikaansche graanvrachtemnarkt was leven¬ loos. De eenige definitieve vraag was van Montreal naar het Continent per November, en naar Hamburg werd direct 15j4 cents betaald en naar Havre/Duinkerken (2 havens) .16 cents. Van Montreal naar de Middellandsehe Zee wer¬ den 2 booten bevracht op basis van 15 %%€ cents naar Genua direct, prompte belading en 17% cents naar de Middel- landsche Zee (niet ten oosten van West-Italië). Naar U.K. is een kleine begin November boot gedaan tegen 3/1 % per qtr. Van de Golf van Mexico werd niets bevracht. De vraag per October is echter iets beter. t De. suikerbevrachters van West-Indië bleven laag gestemd. Voor booten van middelmatige grootte per October en No¬ vember stellen zij 16/- tot 16/6 in uitzicht naar U.K./Con¬ tinent. Door de betere markt van La Plata kwamen hun ideeën op tot 16/6 tot 16/9 tegen het einde der week, zon¬ der dat echter bevrachtingen tot stand kwamen. De North Pacific bleef kalm; de bevrachters hebben bij hun verkoopen nog steeds met moeilijkheden te kampen. De vrachten bleven onveranderd; een 7200 en een 8100 tonner werden bevracht van Vancouver naar U.K./Conti¬ nent tegen 28/9 tot 28/6, naar gelang van grootte met volle opties. De betere tendens van de markt van de La Plata breidde zich de afgeloopen week nog uit. Er was speciaal vraag naar October tonnage en meer dan 30 booten werden be¬ vracht tegen iets hoogere vrachten. Van boven La Plata, havens is herhaalde malen 21/6 gedaan naar U.K./Conti¬ nent met 1/- reductie indien verscheping plaats vindt van Buenos Aires. Ook naar de Middellandsehe Zee werd flink bevracht; Rosario/Adriatische Zee betaalde 23/3 (1 los¬ haven), terwijl naar Genua direct 23/- is gedaan voor een tamelijk groote boot. Octoberbooten zijn nu tamelijk schaarsch. Van Chili was een vaste vraag naar tonnage voor sal¬ peter en dat de afgeloopen week slechts weinig bevrachtin¬ gen werden gedaan is toe te schrijven aan de terughoudend¬ heid der reeders met het oog op de betere La Platamarkt. De vrachten zijn vaster en per November/December/1 Januari is 27/- gedaan naar het Continent, 28/- Noord-Spanje en 29/6 Middellandsehe Zee (niet ten oosten van West-Italië). Bevrachters blijven nog steeds weinig belang stellen in ruimte per lijnbooten en de eenige boeking is 4000 tons per November naar Duinkerken/Hamburg range tegen 26/6 optie Havre 27/-. De oostelijke afdeelingen leefden iets op; speciaal Java. Van deze richting was een flink aantal orders aan de markt en minstens acht bevrachtingen kwamen tot stand per Oct./ Nov. op basis van 27/6 naar de Middellandsehe Zee of Con¬ tinent.. De Middellandsehe Zee was kalmer. Erts betaalde o.m.: Melilla/Danzig 6/9, Bona/Rotterdam 51-, Carthagena/IJmui- den 6/3. Door het verhoogde aanbod van tonnage van de vooraf¬ gaande week voor kolen van Engeland zijn bevrachters er de afgeloopen week in geslaagd tegen goedkoopere vrach¬ ten te slagen. Van Zuid-Wales werd o.m. betaald : Rouaan 4/1 %, Haiffa 12/6, Buenos Aires 13/- en van de Oostkust: Helsingfors 6/3, Kopenhagen 5/9, Antwerpen 3/6, Java 15/6. RIJNVAART. Week van 30 September t/m. 6 October 1928. De aanvoeren van zeezijde bleven onveranderd. Scheeps- ruimte was in het begin der week voldoende beschikbaar bij matige vraag. Er werden echter veel schepen gecharterd om in de Ruhrhavens kolen te laden, waardoor de ruimte in de tweede helft der week schaarsch werd. De vraag nam toe, waardoor de stemming vaster werd. In het begin der week betaalde men voor erts … 1,-/1,10 met resp. x/i en 1/2 lostijd; deze cijfers zakten tot resp. … 0,80/90 om zich daarna wederom te herstellen tot … 1,Š/1,10. Naar den Bovenrijn was matige” vraag. Er werd uitsluitend in daghuur bevracht op basis van 23/4 a 3 cent per ton. Het sleeploon bedroeg gemiddeld 35 cents tarief. De waterstand was afwisselend wassend en vallend. In het laatst der week trad een tamelijke val in. Er werd naar den Bovenrijn afgeladen op M. 1,80 a M. 1,90 en naar de Ruhrhavens op maximum M. 2,30. In de Ruhrhavens namen de verschepingen van kolen toe. De scheepsruimte was beperkt. Om aan het tekort van scheeps- ruimte tegemoet te komen, werden in Rotterdam verscheidene schepen gecharterd, die ledig opsleepten. De vrachten bleven ongewijzigd. De stemming bleef vast. Voor exportkolen naar Rotterdam betaalde men M. 1,65/ per ton met vrij sleepen. 10 Öctob er 1928 899 DE TWENTSCHE BANK Amsterdam – Rotterdam – ™s-Grayenhage – Almelo – Dordrecht – Enschede – Hengelo Oldenzaal – Utrecht – Zaandam – Zwolle Maandstaat op 30 September 1928 DEBET Aandeelhouders nog te storten 90 pOt. op aandeelen B, waarvoor waarborg gedeponeerd… Deelneming in de firma B. W. BLIJDENSTEIN & Co., te Londen . Deelneming in bevriende Bankinstellingen …. … 9.425.523,76 waarvoor in geld gestort . waarvoor effecten gedeponeerd. f 2.324.700,_ Effecten van Aandeelhouders gedeponeerd bij bevriende instellingen . n 3.000.000,_ ten eigen gebruike . — 32.979.300,Š Kassa, Wissels en Coupons . Saldo™s bij Bankiers . Daggeldleeningen . Eigen Effecten en Syndicaten. Saldo te leveren en te ontvangen fondsen . Prolongatiën gegeven…. Voorschotten tegen Onderpand of Borgtocht en Saldi Rek.-Crt. f 121.190.264,97 Af: loopende Promessen . 4.130.000 Voorschotten op Consignation. Gebouwen . Totaal. CREDIT Kapitaal. Reservefonds. Aandeelhouders voor gedeponeerde Effecten als waarborg voor 90 pOt. storting op aandeelen B . f 746.100,_ in Leen-Depot.. 37.557.900,Š Zieken- en Pensioenfonds. Deposito™s . Prolongatie-Deposito™s . Saldi Rekeningen-Courant .f 80.741.411,46 » ». ,, voor gelden in het Buitenland . . — 4.096.162,65 De Nederlandsche Bank.. Daggeldleeningen. Te betalen Wissels. Geaccepteerd door derden. Diverse Rekeningen. . Totaal. 746.100,Š 7.020.000,Š 7.100.823,76 38.304.000,Š 46.749.774,18 18.821.950,84 100.000,Š 10.417.646,64 329.335,60 14.447.525,Š — 117.060.264,97 — 1.563.036,74 — 5.953.997,97 f 268.604.455,70 f 36.000.000,Š — 14.500.000,Š 38.304.000,Š 3.392.596,35 65.283.907,65 4.578.000,Š — 84.837.574,11 — 82.153,69 — 1.500.000,Š — 13.719.102,02 — 2.829.996,94 — 3.577.124,94 f 268.604.455,70 10 OCTOBER 1928 1SE JAARGANG No. 667 Nederlandsch Indische Handelsbank AMSTERDAM ™S-GRAVENHAGE ROTTERDAM BATAVIA AMOY, AMPENAN,BANDOENG,BOMBAY,CALCUTTA, CHERIBON, GORONTALO, HONGKONG, KOBE, MAKASSAR, MEDAN, MENADO, PALEMBANG, PASSOE- ROEAN, PEKALONGAN, PROBOLINGGO, SEMARANG, SHANGHAI, SINGA¬ PORE, SOERABAYA, TEGAL, TJILATJAP, TOKIO, WELTEVREDEN, YOKOHAMA Kleine Advertentiën in de Nieuwe Rott. Courant f 1.50 per 10 woorden – Iedere 2 woorden meer 25 cents Worden aangenomen voor de rubrieken: Vraag en aanbod, Huur en Verhuur, Betrekkingen gezocht en aangeboden, Gevonden en verloren goederen, Voorschotten gevraagd en aangeboden, Lessen gevraagd en aangeboden, Diversen, bij: de Bureaux en Agenten van de N.R.C. te Rotterdam, Amster¬ dam, ™s-Gravenhage en alom in den lande waar Agenten zijn gevestigd, Erkende Advertentiebureaux, Boekhandelaren, Kantoorboekhandelaren, Kantoorhouders der Posterijen en bij alle Kiosken. ‘Aardrijkskundig Woordenboek der geheele aarde door CHR. H. VAN AKEN Prijs in linnen.f 8.75 — in halfleer.f 10.- Nijgh & van Ditmar™s Uitgevers-Maatschappij, Rotterdam Verschenen: De Vestigingsfactoren der Katoenindustrie in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika door Dr. J. WISSELINK Prijs ingenaaid f 6.Š Gebonden f 7.50 Moge dit gave en rijpe werk de belangstelling vinden die het verdient. Wetenschap, industrie en arbeid zijn door de verschijning ervan gelijkelijk gediend. Prof. VOLMER in —De Naamlooze Vennootschapfl. Nijgh & Van Ditmar™s Uitgevers Mij. – Rotterdam. Waarom adverteeren in, en ™n exempl. koopen van NELLY™S DIRECTORY? Omdat deze uitgave jaarlijks wordt gekocht en geraadpleegd door tien- duizende groote firma™s over de geheele wereld, en U, wanneer Uw naam daarin opvallend is gedrukt, voortdurend exportaanvragen zult ontvangen. Op Uw beurt vindt U er de adressen in van alle handelslichamen, welke in Uw artikel belang stellen, zoodat de gelegenheid om het aantal Uwer relaties uit te breiden, voor het grij¬ pen ligt. Wanneer U Exporteur, Importeur, Fabrikant of Groothandelaar is, moogt U niet nalaten zich ten minste van de uitstekend bekend staande Kelly™s Directory op de hoogte te stellen. Vraagt kosteloos pro pectus of bezoek van een vertegenwoordi¬ ger aan NIJGH & VAN DITMAR™S UITGEVERS-MAATSCHAPPIJ WIJNHAVEN 113 – ROTTERDAM TELEFOONNUMMER 7843 Verschenen: Tweede, omgewerkte druk van Inleiding tot de Studie der Bedrijfshuishoudkunde door J. GROOTEN Dir. der Levensverzekering- Mij. N. O. G., Leeraar M.O Wiskunde en Boekhouden, Amsterdam Ingenaaid Gebonden f 7.50 f 8.50 NIJGH & VAN DITMAR™S UITGEVERS -MAATSCHAPPIJ ROTTERDAM NIJGH & VAN DITMAR™S BOEK- EN HANDELSDRUKKERIJ, ROTTERDAM

Auteur