22 JUNI 1927
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN
EconomischwdStati”Stische
Berl
“chten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
12E
JAARGANG
WOENSDAG 22 JUNI 1927
,
No. 599
INHOUD.
Blz.
BEUAsPING VAN NEDERLANDERS IN DEN VREEMDE door
Prof. Mr. Dr. A. van
0-un
……………………
552
De achteruitgang van den Nederlandschen uitvoer naar
Oost-Indië 11 door
W.
de Cock Bvnivg
………….
554
Het Jaarverslag van De Nederlandsche Bank ……..556
De Rijksmiddelen ……………… …………….558
BUITENLANDSOHE MEDEWERKING:
Duitschiand onder het herstelregime T door
Dr. F.
H. Repelins
…………………………….
559
B0EKAANKONDIGING:
Geden kboek Billiton 1852-1927doorIr.R.
J. vanLier
562
MAANDCIJFERS:
Overzicht der Rijkemiddelen ………………..563
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN ……………. 564-570
Geldkoersen.
Bankstaten.
Goederenhandel. Wisselkoersen.
Effectenbeurzen.
Verkeerswezen.
INSTITUUT
VOOR
ECONOMISCHE OESCF!RIFTEN.
Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Terpstra.
ECONOMISC 11-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van ilasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep
;
Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. E. Moresco;
Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen Baron
Rengers; Prof. Mr. II. R. Ribbius; Jan Schilthuis; Mr.
Q. J. Terpstra, Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Staart.
Redacteur-Secret aris: S. Posthnma.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotlerdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.
Abonnementsprijs voor het sveekblad franco p. p. in
Nederland f20,—. Buitenland en Koloniën f23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het
Instituut ontvangen, het weekblad gratis.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh
d
van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s- Gravenhage. Postchèque- en giro-
rekening No. 6729.
21 JUNI 1927.
Ook deze week bleef het aaabod van wissels overwe-
gend; de noteering voor privaatdi’sconto bleef
3°Iic
3% pOt. Caligelden waren wat gemakkelijker te krij-
gen; de prijzen varieerden van 2% tot 3% pOt. Prolon-
gatie noteerde 3%-4-3% pOt.
*
De post binnenlandsche wissels op den weekstaat
van De Nderlandsche Bank, vertoont ditmaal een te-
ruggang en wel van ruim
f
6 millioen; daarentegen
is de post beleeningen een weinig opgeloopen en wel
met ruim
f 1
millioen.
Naast eene toename van den pos-t papier op het
buitenland van ruim
f
3 millioen, istaat een toename
van den post diverse rekeningen onder het actief van
ruim
f
3,5 millioen.
In den goudvoorraad vonden verschuivingen plaats
tusschen Lde posten munt en rnuntmateriaal; de eerste
nam toe met bijna
f 5
millioen, de tweede af met
bijna
f
10 millioen, zoodat de goudvoorraad in totaal
afnam met rond
f 5
millioen.
In de rekening van het Rijk •bij de Bank vertoon-t
het saldo in rekening-courant eene toename van bijna
f
9 millioen. De rekening-courant-saldi van anderen
vcrtoonen eveneens eene toename, en wel van ruim
f
4 millioen.
De biljettencirculatie nam af met bijna
f
16 mil-
lioen van ruim
f
795,4 millioen tot ruim
f
119,5
mil-
lien. Het beschikbaar metaalsaldo nam van ruim
f273 millioen met bijna f4 ‘millioen af tot ruim
f
269 millioen. Het dekkingspercentage bedraagt
bijna 52.
* *
*
Op do wisselmarkt ging niet veel om en de koersen
varieerden slechts weinig. Londen was eerder aange-
boden; van 12.12% liep do koers langzaam terug op
12.12. Daar de Nederlandsche Bank tegen deze terug-
loopende koersen in de markt was en geregeld, bedra-gen opnam, steunde zij aldus indirect den dollarkoers,
die zich rond de 249% bleef bewegen. Op deren prijs
was -het wederom loonend goud naar Amerika te ver-
-schepen, wat dan ook geschied is, zooals uit den bank-
staat valt op te maken.
De laatste dagen was er uit het Rijnland groot aan-
bod van Zwitsersdho Francs wat de koers eenigszins
drukte (47.98); slot 48-48.01. Naar men zegt zijn deze
Zwitsersche Francs afkomstig van door Zwi tsersche
banken aan Duitsdhe industrieën verleende credieten.
Dui’tschland blijft hier ook geregeld in de markt als
nemer van gelden op korten tel
–
mijn tegen betrekke-
lijk loonende rente. Madrid aanvankelijk flauw 42.95-
43.07%-42.55; daar geen speciaal politieke of econo-
mische reden voor dit terugloopen van den koers is
aan te voeren, zal het waarschijnlijk wel zijn grond vin-
den in verkoopen van speculanten, die hun hausse-
positio afwikkelen. Lires fluctueerden slechts weinig
en konden zich handhaven, wat ook in de bedoeling
–van de Italiaan4che regeering ligt, die alle moeite doet
in Italië de prijzen te drukken. Van het welslagen van
deze pogingen zal wel grootendeels de verdere verbe-
tering van den Lirekoers afhangen, welke men niet
voor onmogelijk houdt.
LOND]SN, 20 JUNI 1927.
Zooals uit -den weekstaat van de Bank van Enge-
land bleek op Donderdag 11., is het beschikbare saldo
van do geldmarkt al weder sterk ingekrompen en reeds
beneden het niveau gedaald, dat noodig is voor een
evenwichtigen toestand.
-‘Dit uitte zich -toen nog niet in het leenen van geld
van de Bank van Engeland, maar gaf toch reeds aan-
leiding tot den verkoop van enkele posten kort papier
aan het centrale instituut.
Met het oog hierop, maar meer nog met het oog op de voortdurend vaste stemming van dan Dollarkoers,
wei-d disconto voor prima 3-maands bankaccepten op
4Sfto_% gehandhaafd. Het in de -markt aangevoerde
goud werd wederom voor buitenlandsche rekening aan-
gekocht.
In vreemde valuta’s is het, reeds sedert eenige weken
zeer stil.
552
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 Juni 1927
BELASTING VAN NEDERLANDERS IN
DEN VREEMDE.
Over het bovenstaande onderwerp werd door mij
onder den titel ,,Belastingvlucht” een tweetal artikelen
geschreven in de nummers van 14 en 21 Juli 1926.
Blijkens het groot aantal bladen, dat daarvan groo-
tere of kleinere stukken overnam, hebben ze destijds
wel de aandacht getrokken. Vermoedelijk trokken die
artikelen ook de aandacht van den Minister van
Financiën, en hebben ze, met de opmerkingen, die
ik te voren reeds eenige malen in de Tweede Kamer
over het onderwerp maakte, er iets toe bijgedragen,
dat in de Troonrede van September 1926 een ontwerp
van wet, als thans is ingediend, werd aangekondigd.
Heeft de Regeering, die zich niet buitengewoon
met de indiening gehaast heeft, wellicht eerst eens
afgewacht, of hare aankondiging – en wellicht ook
de bedoelde artikelen in dit weekblad – soms open-
bare critiek uitlokten, wat met een enkele uitzon-
dering
1)
niet het geval was, dan zal zij nu wel eenigszins
teleurgesteld zijn, dat er na de indiening van het
ontwerp opeens van vele zijden blijken van medelijden
en van sympathie komen met degenen, die zich aan
de na-oorlogsche hooge belasting – zoo van eigen
als van andere landen — weten te onttrekken, maar
die de booze Minister van Financiën nu toch niet
geheel Vrij uit wil laten gaan.
Hoewel de tijd nog niet is aangebroken om de van
verschillende zijden tegen het denkbeeld opgekomen
critiek saam te vatten en onder het oog te zien, wil
ik toch niet nalaten om reeds nu eenige punten van
de, in dit weekblad (1 Juni 1927) door Prof. Borde-wijk geuite, critiek nader te bezien.
Het heeft mij wel eenigszins verwonderd, dat de
schr. de onderdeelen van het voorstel van den Minister
alle over één kam scheert. Naar het mij voorkomt
zijn er feitelijk drie verschillende punten te be-
schouwen:
10.
het wegnemen van de anornalie, dat het
niet van de woonplaats van dengeen, die erft en de belasting betaalt, maar van die van den erfiater af-
hangt, of er successiebelasting geheven wordt; 2°.
het laten medebetalen van wie mede hebben gepro-
fiteerd van de extra-uitgaven in den oorlogstijd in
de deswege geheven buiten gewonebelastin gen (heffingen
voor het leeningsfonds) en
30
het laten medebetalen
van wie de Nederlandsche nationaliteit hebben in,
ongeveer een vierde, deel van de gewone Nederland-
sche belastingen.
Wat de successiebelasting betreft, is de zaak reeds
lang aan de orde, geheel afgescheiden van de be-
lastingvlucht, al is zij daardoor dan ook meer acuut
geworden en al stelt de Minister thans slechts een
partieele oplossing met het oog daarop voor.
Onze successiebelasting is in den loop der 19e eeuw
geheel van aard veranderd. Van een belasting op hier
te lande openvallende boedels, die anders dan in de
rechte lijn vererfden, is het een belasting geworden
van erfdeelen, die verkregen worden. Alle bepalingen
der tegenwoordige wet (o.a. de geheele regeling van de progressie) wijzen er op, dat het tegenwoordig de
bedoeling is om te heffen van hen, die het fortuintje
hebben te erven, en wel méér naar gelang zij van
verdere familie erven, en tevens een hooger percen-
tage, naar gelang de geërfde som hooger is. Slechts
ééne herinnering leeft nog in de wet voort aan den
ouden
tijd,
toen men niet naar de erfgenamen, maar
meer naar den boedel keek en wel in dezen vorm,
dat de belasting alleen geheven wordt, als degeen van wien de boedel afkomstig was, hier te lande domicilie
had. De volstrekte onlogischheid hiervan wordt alge-
meen toegegeven. Het is ook inderdaad geheel on-verdedigbaar om, wanneer de rechtsgrond van een
belasting is, dat wie
rijker wordt door erven, zeer goed
bij die gelegenheid wat kan bijdragen tot de alge-
meene lasten, een vrijstelling te geven aan hen, wien
1)
Een artikel in de Buitenlandsche Post.
,,die gouden regen in. den slaap” ten deel valt uit
een wolk, die hier niet gedomicilieerd was. Juiste re-
geling van de zaak (of wellicht nog meer de uitvoe-
ring daarvan in sommige gevallen) brengt eenige
moeilijkheid mede, vandaar dat de aangelegenheid
gelaten werd, zooals ze was bij de laatste algeheele
herziening der successie-wet. Nu echter de onrede-
hjke bepaling tot een stimulans te meer blijkt te wor-
den voor vermogende Nederlanders orri naar het bui-
tenland te gaan, geeft de Minister, althans voor de
meest voorkomende en de minste moeilijkheden op-
leverende gevallen, een partieele oplossing, in dien
zin, dat men ook dan zal betalen als dgeen van wien
men erft buitenslands woont en Nederlander is. Ik
kan mij bezwaarlijk voorstellen, dat Prof. Bordewijk
dit rationeele voorstel, al lost het de zaak nog niet
geheel op als zich wenschen laat, zonder meer afwijst.
Wat het gedeeltelijk medebetalen aan de crisis-
uitgaven door de Nederlanders in den vreemde betreft,
ik moet ter zake verwijzen naar hetgeen ik daarover
in het nummer van 14 Juli 1926 schreef. Hier wil
ik alleen herinneren, dat de billijkheid daarvan reeds
eenmaal door den wetgever werd erkend in de Ver-
dedigingsbelastingen gelijk zij aanvankelijk tot stand
kwamen, al sorteerde die bepaling dan ook door den
langen duur van den oorlog geen effect; geen mensch
was daar destijds tegen.
Ten slotte het derde punt, het mede-laten-betalen
van de Nederlanders in den vreemde aan ongeveer
een kwart van de belastingen, die geheven worden
tot dekking van de jaarljksche gewone uitgaven van
den Nederlandschen Staat (en dan nog slechts voor
zoover zij in het land hunner vestiging niet alreeds
in gelijke mate bijdragen in de lasten).
Het gaat er bij de beoordeeling van dit derde punt
inderdaad in belangrijke mate – zij het dan ook niet
uitsluitend – om, of de Nederlander in den vreemde
nog belang bij ons volkshuishouden heeft. Prof.
Bordewijk ontkent dit volstrekt. Naar diens meening
kan het den naar het buitenland verhuisden Neder-
landei niets meer schelen, hoe het in het land, waar-
van hij toch burger is, toegaat. Of dat land buiten-
landsche verbindingen aanhoudt en vertegenwoordi-
gers in het buitenland heeft, of dat land zich
uitgaven getroost om eventueel zijn neutraliteit en
daarmede zijn onafhankelijkheid te kunnen bewaren,
of het al dan niet in staat is ook maar het geringste
gewapend verzet te doen (b.v. als België Zuid-Lim-
burg en Staats-Vlaanderen eens mocht wenschen in
te palmen), of onze territoriale wateren als terrein
van oorlogsdaden van alle natiën dienen kunnen, en
in onze Kolonjën geen Nederlandsch oorlogsschip
tegen neutraliteitsschen ding kan trachten te waken,
of de publieke veiligheid er niet grooter is dan in
Mexico, waar bijna geen welgesteld stedeling zich
zonder gewapend geleide buiten de steden durft
wagen, of de rechtszekerheid bij ons uit zuinigheid
beneden het peil van die van Turkye daalt, of
er iets wordt gedaan tot verhooging – ja zelfs
maar tot op gelijke hoogte houden – van het
cultureele peil der Nederlandsche natie, dat alles
mag den naar het buitenland verhuisden Nederlander
naar de meening van Prof. Bordewijk absoluut koud
laten, en zelfs al spaart de fiscus van zijn nieuwe
woonplaats hem nog zoozeer, spreekt het naar de meening van den schijver vanzelf, dat hij er zelfs
geen dubbeltje voor over zoude hebben om zijn volk,
zijn ras, de plek waar eens zijn wieg op stond, mede
voor al die oneer en teruggang te behoeden. Ik ben
overtuigd, dat Prof. B zelf, als hij eens aanleiding
mocht vinden naar het buitenland te verhuizen, zich
een gausch ander Vaderlander zou toonen dan hij
van andere Nederlanders in ‘t buitenland oirbaar acht.
Men kan natuurlijk de Nederlanders in den vreemde
ter zake verschillend taxeeren; ik voor mij ben ervan
overtuigd, dat er weinig zijn, die na ernstig zelf-onderzoek, na zich het probleem goed gesteld te
22 Juni
1927
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
553
hebben, ten slotte met .Prof. Bordewijk eens zouden
zijn, dat de meest volkomen onverschilligheid voor
alle openbare Nederlandsche belangen zich van deze
emigranten bij het overschrijden der grenzen meester
maakt. Er zullen onder de verhuizenden wel eenige
grove materialisten zijn, voor wie de begrippen
,,vaderl and”, ,,moedertaal”, ,,nationale kultuur” niets
dan ,,stuff and nonsense”
zijn;
ik voor mij zoude het
toejuichen, als het ontwerp-de Geer deze weinigen
zoo gauw mogelijk deed besluiten van hun Neder-
landsche nationaliteit af te zien, waarvan ze toch
nooit een ander gebruik zullen maken dan wanneer
er voor hen zelf of voor hunne nakomelingen in het
vaderland materieel méér te halen dan te brengen
zal vallen.
Maar verreweg de meesten zullen – zij het dan
niet allen, althans niet, zoolang dit ontwerp nog
aanhangigis— wel erkennen, dat het voor hen bij lange
niet onverschillig is, hoe allerlei – gedeeltelijk ideëele
– belangen in het vaderland behartigd worden.
Nagenoeg geen mensch is nu eenmaal geneigd, dat
wat de Staat voor hem doet op de volle waarde te
schatten, ook niet zij, die in het land
blijven
en het
ten volle genieten; en dan nog wel het minst op het
oogenblik, waarop dat genieten als motief of troost-
grond voor het thuiskrijgen van eenig belastingbiljet
wordt aangevoerd. Bij de schatting der waarde van wat de Staat voor de burgers doet, moet daarom de
Overheid beslissend optreden, wil niet de Staat voor
de behartiging van heel zijn taak de noodige middelen
ontberen. Zelfs als belastingen steunen op de leer
van de ,,generelle Entgeltlichkeit”, kan niet aan de
individuen overgelaten worden om hun
bijdrage
in
de lasten, op grond van hun schatting van de lusten,
zelf te bepalen.
Nemen wij als zakën aan, waarbij ook de Neder-
lander in het buitenland belang heeft: de buiten-
landsche vertegenwoordiging c.a., de defensie te land
en ter zee, de rijkspolitie, en de rechterlijke macht,
alsmede de zorg voor hooger en middelbaar onderwijs
en die voor kunsten en wetenschappen, dan noemen
wij voorzeker niet te veel en komen toch reeds tot een bedrag aan uitgaven van f 131 millioen; en de
periodieke belastingen ten behoeve van den gewonen
dienst, in welke Minister de Geer de Nederlanders
in het buitenland wil laten meebetalen – indien en
voor zoover zij dat niet reeds in een ander land doen
-, t.w. de Rijksinkomsten- en de Vermogensbelasting
brachten in het jaar 1926 slechts 110 millioen op,
en dekten dus die f 131 millioen aan uitgaven bij
lange niet.
Prof.
Bordewijk
tracht aan te toonen dat, wat
minister de Geer voorstelt, wel verrevan internationaal
gedacht te zijn, op het zuiverste nationalisme stoelt.
Het wil mij voorkomen ten onrechte. Het is voor het
geheel der, door den oorlog zwaar geteisterde landen
van Europa, van groot belang, dat aan den weder-
opbouw door elkeen, die daartoe bij machte is, naar
vermogén wordt bijgedragen. Met de toename van de
openbare lasten is echter ook de neiging toegenomen
zich aan dien plicht te onttrekken. Sterk hebben zich
uitgebreid de cosmopolitische kudden, die rusteloos
van het eene land naar het andere zich bewegen,
steeds zorgende nergens zoo lang te zijn, dat ze binnen
de belastingen vallen. Dat deze kudden hun deel
dragen in de algemeene lasten in plaats van de uit-
gespaarde belastingpenningen weer voor eigen genot
te gebruiken, wordt ook door den Volkenboud als
een belang ingezien. Maar met deze van alle directe
belastingen bevrjde groepen stelt de Minister terecht
op één lijn hen die – daartoe in staat gesteld door
landen, die het nationaal eigenbelang stellen boven
het internationaal belang van alle staten – zich wèl
ergens vestigen, doch dan het land uitkiezen, dat
bereid is hun het laagste belastingbiljet aan te bieden,
niet omdat dit in dat land werkelijk voor elkeen zoo
laag is, maar omdat het voor vermogende vreemde-
linen tot de helft of een vierde (vaak nog minder)
wordt teruggebracht van hetgeen het voor den in-
boorling met gelijk inkomen bedraagt. In theorie
zoude hier de Volkenbond kunnen optreden door
het bevorderen van internationale overeenkomsten,
krachtens welke geen Staat den vreemdeling minder
zoude mogen belasten dan den inboorling. Edoch,
internationale overeenkom sten moeten onder voort-
durende contrôle staan. Gaat het om arbeidsvoor-
waarden, dan heeft men de kans, dat zoodanige
contrôle wordt uitgeoefend door de vakvereenigingen
van de landen, die zich verbonden; maar als de
eenige personen, die de naleving controleeren kunnen,
zij zijn, die bij de niet-naleving belang hebben – en
dat zoude het geval zijn bij een overeenkomst als
bovenbedoeld – dan is er al heel weinig van de
naleving te verwachten. De Volkenbond zal ter zake
wijs doen door niet nog meer sanctielooze overeen-
komsten te helpen tot stand brengen en liever allen
regeeringen, die van het onderhuren van hun wel-
gestelde contribuabelen door andere landen last hebben,
toe te roepen: ,,Helpt ti zelf en zulks in aller
belang”. Zoo gezien heeft het ontwerp-de Geer wel
degelijk
een
zijde
van algemeen internationaal belang,
dat met ons nationaal belang in casu samenvalt.
De Minister heeft dit betoog in uitert korten
vorm geleverd; het moet tusschen de regels door
worden gelezen. Maar dat is begrijpelijk, er zijn dingen,
die een Minister beter kan laten doorschemeren, dan
duidelijk zeggen. Hier geldt omgekeerd: quod heet
bovi (den schrijver in een
tijdschrift),
non heet Jovi.
Een ander punt van het betoog van Prof. B. schijnt
naar het mij voorkomt, sterker dan het is. Er zijn
inderdaad verscheiden landen, die hun inkomsten
meer in indirecte belastingen zoeken. Het staat
echter allerminst vast, dat daardoor gewoonlijk ook
het leven van welgestelden duurder wordt. In België
is dat b.v. zeker niet het geval. De lasten van indirecte
belastingen, wanneer die van dien aard zijn, dat het
budget er grootendeels op
drijft,
drukken in vele ge-
vallen hoofdzakelijk op de lagere en middenklasse.
En waar het leven ook voor welgestelden duur wordt
door zulke belastingen, daar zullen zich deze niet
licht vestigen anders dan omdat het voor hun levens-
onderhoud noodig is, in welk geval zij niet onder
de wet-de Geer zullen vallen. Wie voor zijn genoegen
ging wonen in een duur land, omdat dan toch de
zware directe belastingen van het Vaderland er ont-
gaan worden, zal blijken verkeerd te hebben gespecu-
leerd, als de wet-de Geer tot stand komt; maar dat
zal evenzeer het geval zijn, als de Regeering van zijn
nieuwe woonplaats tot een rechtvaardiger heffing
over mocht gaan.
Er zal natuurlijk in voorzien moeten worden, dat,
ingeval een bondstaat, gelijk Zwitserland, niet zelf
naar het inkomen en/of het vermogen heft, maar
wel de leden van den bond (in Zwitserland: de kantons),
de belastingen aan die leden betaald, éôk mogen
worden afgetrokken van den Nederlandschen aanslag.
Ten slotte het gevaar, dat de Nederlanders in den
vreemde zich zullen laten naturaliseeren. Vooreerst
mogen zij dan wel bedenken, dat daarmede wel altijd
de uiterst schappeljke behandeling zal vervallen,
waarmede de vreemde fiscus hen als vreemdelingen
lokte, zoodat de aardigheid er afgaat. Maar daaren-
boven verliezen wij zoo veel aan zulke Nederlanders,
wier nationaliteit te koop is?
Onbegrijpelijk is mij de oppositie, die ik ook bij
Prof. B. aantrof tegen de sancties, die de Minister
op de niet-betaling voorstelde. De ingezetene, die zijn
belasting niet betaalt, kan worden gegijzeld, elk wille-
keurig stuk van zijn vermogen kan publiek worden
verkocht; is het dan zoo draconisch, dat de Staat tot
Nederlanders in den vreemde zegt: Gij wilt den Staat der Nederlanden niet kennen, het doet mij leed, maar
weet dat gij dan ook voor dien Staat, niet bestaat,
als gij iets behoeft, dat slechts, waar een geordend
554
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
–
22 Juni 1927
staatsbestuur is, te verkijgen is. Van twee waflen
eten is nimmer als een fatsoenlijke bezigheid beschouwd.
Men moet ten slotte ook bedenken, dat het weg-
trekken van vermogende ingezetenen niet slechts voor
den fiscus doch ook voor groote groepen achterblij-
venden (ik denk o.a. aan den middenstand) schadelijk
is en dat het in het belang is van die groepèn, dat de
Staat niet langer bij wege van vrijstelling van alle
belastingen degenen subsidiëert, die hun inkomen elders
gaan verteren. De hoofdzaak is daarom niet, wat de
Staat uit de voorgestelde belasting trekt, doch wel de
preventieve werking, die daarvan uitgaat en de prik-
kel om terug te komen voor de reeds vertrokkenèn.
Ik ben dus allerminst door Prof. B. overtuigd, dat
het wetsontwerp in zake de Nederlanders in den vreemde
af te keuren valt. Wel zijn daarin eenige wijzigingen
wenschelijk. Dat de Minister de Nederlanders, die
nimmer in ons land gewoond hebben, vrijstelt, schijnt
verstandig. De relatie met het Vaderland is dan al-
weer zooveel zwakker. Maar het schijnt wenschelijk
nog een stap verder te gaan en allen vrij te stellen,
wanneer ze méér dan tien jaar achtereen niet in ons
land gevestigd waren of aldaar een woning te hun-S
ner beschikking hielden. Door wie zoolang reeds on-
afgebroken in het buitenland gevestigd zijn, blijvend
voor de ‘keuze te stellen tot het einde mede te be-
talen in eenige Nedei’landsche belasting of veran-
deren van nationaliteit, zal men dit laatste te zeer
bevorderen.
‘Een andere aanvulling welke practisch
schijnt;
is de
verhooging van het minimumbedrag, waarbij de be
lasting geheven wordt tot b.v. f 4000 inkomen wat de
inkomstenbelasting betreft, en f 50.000 vermogen wat
de vermogenbelasting betreft. Want vooreerst zullen
die kleine postjes veel moeite geven in verhouding
tot de opbrengst, voorts is het gevaar gering, dat
andere landen lieden met zulke inkomens en vérmor
gans tot zich trekken door ze een beduidenden afslag
te geven in
vergelijking
met eigen ingezetenen; en
ten slotte zal door de
vrijstelling
van zulke kleine
– althans matige – inkomens en vermogens aan vele hardheden (b.v. die welIe ontstaat als het land’ ‘van
vestiging hooge indirecte belastingen heft) tegemoet
worden gekomen, welke nu eenmaal uit elke belasting-
regeling voortvloeien.
VAN GIJN.
DE ACHTERUITGANG VAN DEN NEDERLANDSCHEN
UITVOER NAAR OOST-INDIË.
II
(VerDoig).
Bij het op:sporen van de artikelen, waarin de Na-
derlandsohe achteruitgang het grootst is, ontmoeten
wij bij -het opslaan van de Statistiek van clan Indische
handel in de eerste plaats: –
Aardewerk.
1913
1925
Totaalinvoer
. f4.600.000
f
7.190.000
indexeijler
155
Nederland
50
pCt.
7.6 pCI.
Duitschiand
. .
43
,,
9
Japan ……..
2
57
De 50 pOt. van Nederland in 1913 bestond grooten-deels uit Duitsc.h aardewerk via Anrster-clarn en Rot-
terciarn verscheept. Japan heeft de markt bijna geheel
veroverd, wat niet alleen moet toegeschreven worden
aan de lage procluctiekosten in Japan, maar tevens
aan de veel lagere vrachtprijzen, die vooral op goed-
koope artikelen, welke veel ruimte innemen, zwaar
drukken. Het is daarom niet waarschijnlijk, dat dit
land zijn afzetgebied van aardewerk ooit weer zal be-
hoeven prijs te geven.
Au iomo
bi eten..
–
1913
1925
Totaal ……..
f 4.300.000
j
9.400.000
-iILdexeijfer
100
Nederland ….
44
pCt.
1’/i pCI.
Ver. Staten N.-A.
en Canada
. .
20 ,.
73
Div. landen van
Europa
32
Amerika blijkt, alle concurrenten to hebben ‘verdron-
gen en ook hier trad Nederland in 1918 hoofdzakelijk
als tuaschen-handelaar op.
Bier.
1913
1925
Totaal ……..
f 1.270.000
f 3.950.000
indexcijfer
157
Nederland
53
pCt.
14 pOt.
Duitsohl-aucl
. . .
42
78
Moge al in 1913 een belangrijk deel van den
Nederlandschen invoer uit Duitsch fabrikaat bestaan
-hebben, zeker is het, dat het Nederlan’dsch bier sinds-
dien meer en meer door Duitsehe merken is verdron-gen. De oorzaak daarvan kan voor een deel liggen in
gunstiger productievoorwaarden in – Dui-tschland, maar
moet behalve aan kwaliteit, m.i’. voornamelijk worden
toegeschreven aan het feit, ‘dat de Duitsc-ho fabrikan-
ten nèch -kosten, nôc-h •nioeite sparen om ‘hun merlcen
,,erin te krijgen”. Bij het bierverbruik speelt de recla-
me een belangrijke rol en dat geldt vooral voor het
bier, dat zijn weg in ‘het Ohineesche kamp vindt.
Ook Japan begint bi-er te importeere-n en bracht het
in 1925 reeds -tot 331.000 liter of bijna 6 pOt. van het
totaal, wat uitsluitend aan krachtige propaganda te
danken is.
Ook is ons percentage ‘van -den in-voer van wijnen
achteruitgegaan en verplaatst naar Groot-Brittannië. De totaal-invoer nam toe van rond
f 1.000MOO
tot
f
2.000.000 (indexcijfer 112). Nederland’s aandeel nam
af van 60 pOt. tot 40 pOt. En-geland’s aandeel naei
toe van 6 pOt. tot 20 pOt. Frankrijk’s aandeel nam
toe van 30 pOt. tot 35 pOt.
Behalve meer directe verscheping van Frankrijk
naar Oost-Indië zien wij hier een toename van het
gebruik van uitstekende Engelsche Sherry en Port,
het-geen. een verdrin gen beteelcen t van -de meiken der
Neclerlan-ci-sche wijnhandelaren, die over het algemeen
met mindere kwaliteiten komen.
Boter.
Merkwaardig en teeken.end is -liet verlies van cle
botermarkt voor Nederlaed.
1913
1925
rr
o
t
aa
l invoer
. – f 2.000.000
f4.670.000
inclexcijfer
150
Nederland
55
.pCt.
6 Y2
pOt.
T!!
Australië
40
,,
93
,,
T
De Australische boter is goed, maar de Nederland-
sche beter en dat desniettegenstaan-de de Australische
liet vint, wordt duidelijk als
wij
uit -de pnijnoteenin2
zien, dat in 1913 de N.ederlcndsche boter
.f
4,12 per
blik van 5 pond no-teerde, -de Australi-sche 3,57 per
5 Engeische ponden of bijna
f 4,—
per 5 Nederland-
sche ponden. In. 1925 noteerde de Nederian.d-sche ho-ter
echter
f
1,12 en -de Australische
f
5,20. Wel moet Ne-
clerland een uitstekend afzetgebied elders hebben om zich in Oost-Indië dermate te laten wegconcurreeren.
Belanghdbhen-den moeten echter niet ver-geten, dat
een eenmaal verloren afzetgebied uiterst moeilijk te
herwi-nnen is.
In
Chensiccdiën
(aluin, zwavel, caustic-soda etc.) is
Nederland-s aan-deel van 38 pOt. -teruggel&open naar
20 pOt. tea bate van Duitsc-hland en België; in dro-
gerijen en -medicijnen van 50 naar 22 pOt., ook hoofd-
zakelijk ten -gunste van Duitschiand. Wel beteekent -de
achteruitgang hier meer een verplaatsing v-an den
handel dan verliet ‘voor -de Ned-erlandsche Industrie,
maar toch is er -geen reden voor de Nederlandsche
Ohemis-ohe Industrie om niet te trachten een behoor-
lijk afzetgebied voor haar producten in Indië te be-
houden.
Glas
en Glasweric.
1913
.
1925 Totaal
……..
fl.S50.000
f.3.870.000
indexcijfer
180 Nederlatul
45
pCt.
14
pCt.
Japan
………
20
,,
42
Duitschlancl
-ZO
18
België
………
S
,,
15
Het verlies
van Nederland, dat ook in 1.91.3. hoofd-
22
Juni 1927
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
555
zakelijk buitenlandsch glas irnporteerde, is te wijten
aan ‘de productie van Japansch glas.
Lan’i,pen, (geen oleclrische gloeila.mpen).
1913
1925
Totaal …….
f 1.398.000
f 1.105.000
in.dexcijfer ±
150
Nederland
50
pOt.
15 pCt.
Duitschiaad
. . .
44
30
Japan ………-
40
De goedkoope muuriampen, welke in 1913 nog ge-
heel ‘door Duitechiand wer4en geleverd, komen than’s
hoofdzakelijk uit Japan. Kronen voor electrische en
‘gas-verlichting worden nog door Duitischiand aange-
vooi’cI, terwijl electrische lampen ook door Nederland
worden uitgevoerd.
Kleederen.
1913
1925
‘I’otaal ……..
f 4.000.000
f 6.200.000
indexeijfer ±
200
Nederland
35
pOt.
20
pOt.
Engeland
15
,,
6
Da’itsdhland
. . .
15
,,
13
Japan ………10
,.
40
Oost-Azië ete
15 ,.
10
In betere confectie – hemden, singlets, etc. – heb-
ben Nederland en Duitschl’and, zooai’s wij ‘straks zul-
len zien, zich vrij goed kunnen handhaven. Japan
‘heeft terrein gewonnen in goedkoope kinderkleeren.
Krainerijen.
1913
1925
Totaal ……..
f 4.500.000
f 6.700.000
inclexcijfer
150
Nederland
50
pOt.
20′
pCt.
Duitschlancl
. . .
20
,,
35
Japan ………
8
,,
27
Uit Europa . . .
:10
,,
7
Duitschiand was in 1.913 en is nog de belangrijkste
leverancier ‘van kramerijen. Op het .gebied van speel-
goed heeft Japan echter een grooten afzet gekregen,
zoowel •door de lage prijzen harer artikelen als door
deoorspronkelijkheid van het ‘speelgoed.
Meer dan op eenig ander gebied, blijkt de handels-
verplaatsing uit den invoer van:
Lucifers.
Europ. lucifers totaal
fl.500.000 f3.000.000
indexcijf.
210
Japan. lucifers totaal ,,
1.400.000 ,1.000.000
Dat ten slotte bij niet al te groot prijsverschil cle
betere kwaliteit het wint, bewijst wel de toename van
hot ‘gebruik van Europeesche lucifers.
Van de Europeesche lucifers leverde Nederland in
1913 80 pOt. en in 1925 5 pOt. Zweden daarentegen
importeerde in 1925 90 pOt. Het is dus ‘duidelijk, .dat
ook in 1913 de ingevoerde Europeesche lucifers in
Zweden werden vervaardigd, ‘doch toen ging cle geheele
Zwee:Ische export via Nederland.
Man.uf act uren..
Reeds w’erd een en ander over don invoer van man u-
facturen medegedeeld. Het is echter van belang na
te gaan in welke soorten Japan ‘het, Europeesche fabri-
kaat heeft we’ten te verdringen. De belangrijkste kwa-
liteiten zijn:
ongebicekte katoen
1913
1925
Totaal …………
f 6.700.000
Totaal
f
16.600.000
:Frct indexeijf er is voor alle
kwaliteiten
± 205.
Nederland ……..
50
pCt.
7
pOt.
Gr.-Brittannië ……
50 ,,
13
Japan …………-
75
Engeland on Nederland zijn bijna ‘geheel ‘door Japan
verdron gen.
gebleekte katoen
1913
1925
Totaal ……………….
f 32.600.000
f 58.600.000
Nederland …………….
58
pOt.
53
pCt.
Gr.-Brittanrnë ………….
38
,,
37
Japan ………………..-
4,,
Wel doet Japan pogingen de Europeesche gebleekte
‘katoen te imiteeren, maar ‘de pogingen zijn tot nu toe
mislukt. Groote waakzaamheid bl,ijft voor Nederland
geboden, daar Japan zich ook op kwaliteit is gaan
toeleggen.
Geverfde of gedrukte en bo’ntgeweven goederen.
1913
.
1925
Totaal ………………….
f 34.500.000′
f 80.000.000
Nederland ……………….
32
pCt
10 pOt.
Gr..Brittannië …………….
51
,,
40
Zwitserland, Duitsehland, Ita.
lië, ete. ………………..
10
14
Japan…………………..
–
30
Japan won hier hoofdzakelijk ten koste van Neder-
land. Ook Engeland ging iets achteruit evenals
Duitschiand, maar Zwitserland en Italië wonnen
‘daarentegen flink terrein, waaruit ‘de conclusie ge-
trokken moet worden, dat Nederland zich niet heeft
aangepast aan do gewijzigde omstandigheden en zich
niet voldoende heeft ingespannen om ‘haar ‘deel te krij-
gen van de goedkoope prints, welke thans bijzonder
sterk gevraagd worden.
Hot gebruik van
katoenen confectie
en van zijde en
wollen manufacturen iis belangrijk toegenomen. De
achteruitgang van Nederland’s aandeel is voornamelijk
toe te schrijven aan de concurrentie van andere landen
in Europa, waaronder in de eerste plaats Zwitserland.
De totalen waren:
1913
1925
Totaal …….
f 6.400.000
f 16.300.000
indexcijfer 200
Nederland . . . .
35
pOt.
18
pOt.
Gr.-Brittannië
.
22
,,
15
Duitschlan’d . .
10
,,
10
Overig Europa
6
25
Japan ……..
3 ,,
20
Overig Azië ..
24
12
Merkwaardig is, (lat in confectiegoederen Europa
het tegen Azië vrijwel heeft kunnen volhouden, al
hebben Nederland en Engeland ook een veer laten val-
len. Dat andere Europeesche landen in dezen een voor-
uit’gang te hoeken hhben, maakt het waarschijnlijk,
d’a’t het hier niet een kwestie is van ‘goecl’koope Aziati-
sche concurrentie, ‘doch van een degelijke bewerking
van ‘de Indische markt, wat ook door Nederland had
kunnen geschieden.
In
modewaren
heeft Japan iets grooter vorderingen
gemaakt, evenals in kleederen. De totale invoer daar
–
van is, zooa]s wij uit onderstaande cijfers zien, iets
toegenomen. Het is wel opvallend, dat Engeland en
Duitschiand op hun percentage zijn blijven ‘staan, ter
–
wijl Frankrijk evenals Nederland ‘sterk is achteruit-
,gegaan.
Wat Europa levert, zal ‘dan ook wel meer bestemd
zijn voor de Europeesche bevolking, terwijl de Aziati-
sche modewaren ‘door de inheemsche bevolking worden
gekocht.
1913
1925
Totaal ……..
f 1.900.000
f 5.000.000
inciexeijfer
205
Nederland
. . .
25
pOt.
11
pOt.
Gr.-Brittannië
.
12
.,
11
Duitsebland . .
8
,,
10
Frankrijk
8
,,
2
Italië ………
0
,,
4
Japan ……..
1i
, 30
Oost-Aaië
32
28
Ver..Staten . . .
0 ,,
4
Garens.
De enorme achteruitgang van ons land iii
gareins
zal wel hoofdzakelijk toe te
schrijven
zijn aan het feit,
‘dat de Engelsche .garens, welke in 1913 ook naar Ne-
derland werden verscheept, groo’tendeels verdrongen
zijn door de J’apansche garen’s. De ingevoerde hoeveel-
heid was ongeveer gelijk aan ‘die in 1913, nl.:
1913
1925 indexcijfer
200
Totaal …………………..
f 3.600.000
f 6.800.000
Nederland weefgarens ……..
1,5
pCt.
4 pOt. Nederland ‘sndere garens
21
1
Engeland weefgarens ………
50 ,,
5
Engeland andere garen’s ……45
55
Japan
weefgarens ………-
83 ,, 11
Japan andere garens ………-
15
Zwitserland andere garens
. . . –
20
In
papier,
papieren artikelen (invoer in 1925
556
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 Juni 1927
f
8.000.000) en renlcweTken (invoer 2,2 millioen) liep
het percentage van ons land terug van 45 pOt. tot
pl.m. 20 Ct. Bij al deze artikelen is de vermindering
.van het percentage een gevolg van de toegenomen ‘di-
recte verbn.dingen tassohen de landen van oorsprong
en het afzetgebied.
Bij reukwerken zien wij het Fransche percentage
stijgen van 4 pOt. tot 25 pOt., bij papier, dat van
Duitschlan.d en Oostenrijk van 1 tot 20 pOt. Hetzelf-
de ie voor een deel het geval bij:’
Rijwielen en onderdeelen van rpwielen.
1913
1925
Totaal ……..
f
1:400.000
f 5.400.000
indexeijfer
105
Nederland ….
70 pCt.
20 pCI.
Gr.-Brittannië .
15
,,
35
Duitsehiand . . .
7
18
Japan (banden)
5 ,,
9
Ver. Staten (Mo-
torrijwielen) .
–
5
Maar ook blijkt ni’t deze cijfers, dat •de,N&dorland-
sche rijwielindustrie het zoowel tegen de Duitsche ‘als
tegen de Engolsche moet afleggen, wat met meer in’-
spanning en reclame misschien to voorkomen was ge-
‘eest.
Verfwaren.
1913′
195
Totaal ……..
f
3.500.000
f
7.500.000
indexeijfer 160
Nederland ..
57 pCI.
30
pCt.
Duitschland . .
37
,,
50
Engeland
–
7
1
–
loofdaakelijk hande]svorplaatsing.
–
IJzer en staal.
1913
1925
Totaal
. . . .
f
24.000.000
f 25.900.000
in.clexcijfer
150
Hierbij zijn inbegrepen de artikelen van ijzer en
staal vervaardigd, zooals buizen en pijpen, assen en
casserollen en draadnagels. Hoe sterk 1925 nog in het
teeken van algemeene zuinigheid ‘stond, bewijst wel het
feit, dat van deze artikelen, omgerekend tot de waarde
van .1913 voor pl.m.
f
7 millioen minder word in-
gevoerd clan in dat jaar. Waar ook in 1913 deze goe-
deren groo’tencleels uit Duitschl’and, Engeland en Bel-
gië werden betrokken,. is •de ‘vermindering van het
Nederlancisch percentage uitsluitend ‘het gevolg van
het uitschakelen van ‘de Noderla.ndsche exporteurs.
1913
1925
Nederland ……………
56 pCI.
31
pCt.
Engeland. ……………..
21
16
Duitschiand …………..
10
,,
25
België ……………….’
8
,,
15
,
In.
diverse nletalen en met ao2wer1
(koper, zink, lood,
etc.), waarvan de totale invoer gestegen is van ruim
3 millioen tot 6 millioen .(indexcijfer 150), ging’ No’-
derland’s percentage achteruit van 48 pOt. ‘tot 30 pOt.;
een gevolg van dirëcten import van Duitschla’n’d, dus
van han’dëlsverp.Iaatsi’ng.
Ten slotte het artikel
zeep.
1913
1925
Totaal ……..
f 1.100.000
f2.800.000
in’dexcijfer
150
Nederland
58 pCt.
8
pCt. Engeland
30
,,
70
Andere landen
12
,,
22
De Engelsche zeep – vooral de ruwe waschzeep
(sunlight) – heeft ‘alle concurrenten verslagen. Van
de toiletzeep leverden in 1913 Nederland en Duitisch-
land nog een vrij, belangrijk ‘deel, ‘doch ‘daarna vera
drongen ‘de Engelsche en ‘de Fransche zeep het Duit-
sohe en Nederlandsche product, en kwamen ookk andere
landen (Ver. Staten van Noord-Amerika, België, De-
nemaiken, Japan etc.) met hun fabrikaat aan de
markt. Een enkel N’ederl’an’dsch merk kan zich nog
met moeite handhaven. Ook hier zou ‘door royale en
‘degelijke reclame meer te bereiken, zijn. Resumeerende zien’ wij dus, ‘d’at de s’terke achteruit-
gang van het Nederlan.dsch percentage voor een deel
te wijten is aan onvoldoende inspanning en reclame
door de Nederlandsche fabrikanten, voor een grooter
‘deel aar de ontwikkeling van de Oostersohe, speciaal
de J’apansdhe industrie en voor ‘het grootte ‘deel aan
het feit, ‘dat de invoer ui:t andere landen thans veel
meer ‘direct plaats ‘heef t, dan vi’a Nederland of ‘door
tusschenkom,st van Nederl’andsc’he exporteurs. Bo-
vendien moet hier in aanmerking genomen worden, dat
in de statistiek van 1913 minder schrp werd gelet op
het land van oorsprong ‘dan in 1925.
Wat het verlies betreft voor ‘de Nederland’sche in-
dustrie; al is ‘dit nog niet ruïneus en al heeft die in-dustrie zooals de Twentische katoenindustrie elders
nieuwe afzetigebieden gevonden (zie artikel van den
heer J. G’el’derman in ‘de Ec.-St. Ber. van 30 Maart)
het zou van ergerlj’ke slapheid getuigen indien zonder
meer berust werd in het verlies van afzet in onze eigen
overzeesch’e gewesten.
Het moge waar zijn, dat de Nederlandsche Nijverheid
te ‘kampen heeft met hooge bonen en korten arbeicls-
‘d’uur en het ‘daardoor aflegt tegen J’apan, bij’na al
de niet-Aziatische concurrenten ‘van Nederland ver-
keeren in ‘hetzelfde geval en er zijn nog tal van artike-
len, welke in Europa onder gunstiger productievoor-
waarden kunnen worden vervaardigd dan in Japan
gezwegen nog van kwaliteit.
Maar ook ‘de strijd tegen Japan is niet hopeloos, daar
ook ,in d’at land de arbeidsweek van 66 uur reeds is
verminderd ‘tot 56 ‘uur en wel verder verminderen zal,
terwijl ‘de bonen ongetwijfeld zullen stijgen.
De J’apansche lucife’rs, welke in 1913 voor
f.0.10
per
pak te koop waren, terwijl Zweedse’he lucifers toen
f
0,15 ‘noteerden, kostten in 1925
f
0,22Y: tegen
f
0,25
‘de Zweedsche met ‘het gevolg, dat het Europeesche pro-
‘duet, ofschoon ‘duurder, het Japansche weer verdrong.
En zoo kar, het ook met andere artikelen gaan, mits
de Europeesche en in het bijzonder de Ned’erlan’dsche
industrieeden geen moeite en kosten ontzien om den
afzet in Oost4ndi6 ‘te pousseeren. Een ‘degelijke stu-
‘die van de markt is noodig, niet ‘alleen door ‘de Neder-
landsohe importeurs op Java, wien het. onverschillig
is of zij een Nederlandsch ‘d’a’n wel een buitenlandsch
artikel ver’koopen, daar zij’ zich bij hun inkoopen slechts
door de winstmarge laten leiden, maar vooral ‘door de
Nederlan:lsche fabrikanten zelf, ‘die hot bereizen en-
zdr overzeesche gewestm maar al te veel overlaten aan
Engelsche en Dui’bsche concurrenten.
Ook ligt hier een taak voor ‘de Neder’landsche Ka-
mers van Koophahdel, waarvan slechts ‘enkele in haar
jaarverslag eenige bladzijden wijden aan den handel
met de Koloniën. Het kan zeker niet verlangd wGrden
van alle Kamers, ‘da’t zij een ‘studie maken van den In-
dischen import; maar evenals in Londen, een speciale
organisatie voortdurend ‘de aan’dacht vestigt dp het
ovorzeesch ‘afzetgëbied, zou door de Vereeni’ging van
Kamers van Koophandel met de Vereeniging van Fa-
brikanten ‘het initiati’ef genomen kunnen worden voor
de oprichting van een bureau, ‘dat de Nederlandsche
in’du’st,rieelen en ook het Koloniaal Btuur voorlicht
over alles wat den Nederlandschen afzet in onze Kolo-
niale gebieden. zou kunnen bevorderen. Het Koloniaal
Instituut, d’e 4e Afcleeling van het Ministerie van Ko-
loniën en het. Departement van Handel te Buitenzorg
vervullen te dien aanzien slechts een passieve rol ‘wat
niet anders kan, ook al niet wijl deze instellingen ten
dienste staan zoowel van het buitenland al’s van het
binnenland en zij geen
bijzondere
gegevens ‘kunnen ver-
strekken betreffende inschrijvingen, ‘groote werken,
modeveranderingen enz. wat niet wegneemt, ‘dat van
deze zijde aan een particulier bureau de ‘gewenschte
steun zal worden gegeven. W. nz
‘COcK BUNING.
(Slot
volgt).
HET JAARVERSLAG VAN DE NEDERLANDSCHE BANK
Het verslag over 1926/27 van den President van De
Nederl.andsche Bank ‘begint met te constateeren, ‘dat
het weldadig aan’doet om waar, te nemen, hoe allengs
een rustige ontwikkeling ‘treedt in de plaats van de
onrust en de onzekerheid, waaronder zoovele landen,
22 Juni 1927
ECONOMTSCH-STATISTISCHE BERICHTEN
557
vooral in Europa, gedurende jaren hebben geleefd. Een
weerspjogeling van die toenemende verbetering is te
vinden in de koersen
01)
de wisselmarkt, waar de fluc-
tuaties binnen betrekkelijk enge grenzen beperkt bio-
ven. De Indische gulden schommelde tussehen 0,0 pOt.
en 0,5 pOt. appreciatie ten aanzien van den Neder-
landschen gulden. Het pond fluctueerde tusschen 0,3
pOt. appreciatie en 0,24
pOt.
depreciatie ten opzichte
van de Hollandsche geldeenheid. Voor New York be-
(Iroegen deze
cijfeis’0,6
pOt. appreciatie en 0,15 pOt.
depreciatie. Berlijn 0,55 pOt. appreciatie, 0,2 pOt. de-
preciatie. Brussel 0,6 pOt. appreciatie, 0,4 pOt. ap-
preciatie. Parijs 18 pOt. depreciatio en 90 pOt. de-
preciatie. Rome 76 pOt. depreciatie en 83 pOt. depre-
ciatie.
Ten aanzien van de goudpolitiek van Nederland
wortd de opmerking gemaakt, dat ons land zich alleen
vorplidht heeft goud af te staan voor export naar die
landen, die wederkeerig tot afgifte van goud naar Ne-
derland bereid zullen zijn, zoodra ten opzichte van hun
valuta het gouduitvoerpunt naar Nederland bereikt is.
De Bankpresident gaat dan voort:
Reeds in ons vorig jaarverslag ‘wezen ‘wij er op, dat eene
eigenaardige moeilijklhekl zich voordoet hij de vaststelling
van cle koersen, ixNelke iten opzTclirte van den gulden in de
i nternution aile wisselmarkt moeten ‘worden aangenomen
voor cle in- en ui’twoerpuniten van goud. Vroeger stonden die
in- en uitvoerputiten van goud ‘vast; bereikte de ‘wisselkoers
een bepaald punt, dan kon men seker zijn, dat goud-verzen-
ding zou plaats vinden, maar dan ook alleen ingeval die
koers werkelijk bereikt vei-d. In de kosten van vervoer en
in cle snelheid van vervoer konden evenwel in de laatste
tijden incidenteel zÔÔ belangrijke
–
wijzigingen worden ge-
bracht, dat die goncipunten telkens aan wisseling onder-
hevig ‘waren. Die ‘wijzigingen konden veroorzaakt rworden
door enkele alleenstaande feiten, bijv.: ht bij uitzonde-
ring toestaan van een lagere viracht door eenig stoom-
schip, het verkrijgen ‘van een renitebesparing door vervoer
Tr vliegmrcohine, eene ‘verzending in niiniataur-verpakking,
‘waardoor gebruik kan rworcien gemaakt van liet tarief voor
postpakketten, of liet bedingen ‘van een verlaagde assurantie-
premie. Ook kon dit geschieden door den aankoopsprijs
van goud iets ‘te rverhoogen, of renitelooze voorschotten op
zeilend goud te verschaffen. De goadpunten hebben daarmee hunne vastheid van vroe-
gér ingeboet. Het is de vr.aag, of het niet in het algemeen
belang wensehelijk zal zijn, dat deze quaestiën ook door de
Centrale Banken gezamenlijk in studie ‘worden genomen.
Door actief in de buitenla.ndsche wisselmarkt op te treden, slaagde de Bank erin, een onnoodig en oneco-
nomisch heen en weer zenden van goud te voorkomen.
Deze politiek komt tot uiting in de groote afwisseling
van de buitenlandsche
–
wisselportefeuille
(mcl.
saldi
bij correspondenten in den vreemde). Het hoogste
bedrag van deze portefeuille werd op 22 Juli 1926 be-
reikt met
f
255.628.498,-; het laagste op 3 Februari
1921
f
168.958.250,-. Een vergelijking tusschen de
cijfers van de buitenlandsche wisselportefeuille inclu-sief saldi op de ultimo’s van de twee laatste boekjaren
wijst een teruggang aan van
f
201.213.080,- op 31
Maart 1926 ‘tegen
f
178.987.100,- op 31 Maart 1927.
Toen die wegtrekkingen van saldi in begin Febru-
ari 1927 nog ‘bevorderd werden door omvangrijke bui-
terilandsche emissies in ons land, waardoor ook het Ne-
kapitaal aan den uitvoer deelnam, ver-
hoogde de Nederlandsche Bank bij wijze van waarschu-
wing haar beleeningsrente met Y2 pOt.
Over de koersbeweging van den gulden schrijft de
President:
De gulden ne’igde bijna het geheele jaar naar de zijde van
‘het goud-uitvoerpunt, dit is te verklaren uit dezelfde oor
–
zaak, waarom doorloopend eene neiging bestond tot weg-
trekking van geld uit ons land naar den ‘vreemde en wel
door ih.et opzoeken van geld uit Nderland ‘van markten
met een hoogeren rentestand. De bcla.ngrijke provennen uit
aflevering van onze overseesche producten, ‘welke voor een
niet gering gedeelte in ‘vreemde ‘valuta’s werden verwerkt,
liebben van den anderen kant uit den aard der zaak een
gtuistigen invloed gehad op den stand van den gulden.
Vervolgens wordt stilgestaan bij de stabilisatie van
den Belgischen franc, waarbij ook op de hulp gewe-
zen wordt, die de circulatiebanken van een aantal
andeu ‘hchben veileend door het gezamenlijk openen
van een crediet, aan de Belgische Nationale Bank,
vaarop deze eventueel
wu
kunnen trekicen ter be-
scherming van de Belgische valuta. Het verslag zegt
hierover:
De administratie en bewaring van de onclerpanden –
prima landelawissels – voor dit crediet en de verdeeling
over de verschillende, deelnemende banken werd opgedra-gen aan De Nederlancische Bank. De Banqne Nationale cle
Belgique behoefde evenwel van dit crediet tot dusver geen
gebruik te maken. Toch zal het bestaan ervan ontegen-
zeggelijk hebben medegewerkt om het vertrouwen in de Bel-
gische valuta te bevestigen.
Wij .wensdhen onze Zuidelijke bui-en ‘van harte geluk met
het succes van deze regeling, welke na zeer zorgvuldige
voorbereiding ond5r de krachtige leiding van den Minister
van Staat Franui en de l3anque Nationale de Belgique
op zoo oordeelkunclige wijze is volvoerd.
Bovendien is het reeds een ver’hieugead feit op zichzelf,
dat ook bij deze gelegenheid zoevele oïreulatieba)iken ‘bereid
waren de handen ineen te slaa voor
n
eene samewerking.
M
n
cde daardoor is de stabilisatie van de Belgische ‘valuta
eene wereid-gelbeu rtenis geworden.
Na ook nog hij de stabilisatie van’ de Deensche
ki’oon te hebben stilgestaan, schrijft de President:
Allengs hebben door (be reorganisaties verscheidene lan-clan nieuwe paa-iteiten gekregen. Vroeger bestond ei- eene
neiging in verschillende landen om bij wege van overeen-
konis’t eenzelfde eenheid van munt aan te nemen; men
joeg daarbij de illusie na, dat in ‘werkelijkheid het betaal-
midclell in het initernatjoaaaj verkeer in die landen ook van
gelijke ‘waarde sonde worden. Een uitvloeisel van die utopie
– indien men dit streven ‘zoo betitelen mag – was de vor-
ming ‘van ‘verschillende Munt-Unies, zooals de Latijnsche en
de Scaindinavische. Deze ‘weigemeende pogingen hebben tot
groote teleurstellingen geleid en ten slotte zelfs tot groote
moeilijkheden, zoodat allerzijds thans die lInies opgezegd
zijn. Het is belanigwekkend thans die nieuwe, valuta’s en
pari’teiten in oogenscihoimv ‘te nemen. De valuta’s der voor-
naamste landen worden uitgedrukt in:
Muntpariteit
in guldens.
Engeland
Ponden sterling
12,1071
Amerika
Dollars
2,4878
Zwitserland
Zwitsersche Franes
48,-.-
Zweden
Zweedsche Kronen
66,67
Duitschiand
Reichsmarken
59,26
Oostenrijk
Shillings
35,_
België
Belga’s
34,59
Denemarken
Deensche Kronen
66,67
Noorwegen
Noorsche Kronen
66,67
Frankrijk
Francs
48,_
1) Spanje
Peseta’s
48,-
1)
Italië
Lire’s
48,___
1
)
Hongarije
Pengö
43,51
Tsjecho-Slowakije Tsjech. Kronen
– 2)
Polen
Zloty
nog niet vastgesteld.
De rentevoet werd in ons land dit )aar slechts een-
maal gewijzigd en wel alleen op ‘beleeningen, – met
uitzondering van goederenbeleeningen – en voor-
schotten in rekening-courant, nl. een verhooging met
Y2 pOt. op 3 Februari 1927.
D rentestand voor normale disconto’s was bij ons en bij
de ‘verschillende buitenI andsche circulajtiebanken over het
kalenderjaar 1926 gemiddeld:
tegen in 1925
De Nederlandsche Bank……..3,50 o/
3,90
0/
0
De Javasche Bank …………4,27
4,50
Bank of England …………..
5,- ,,
4,58
Banque de France …………6,59
6,52
Reichsbank
………………6,74
9,16
1)
Oude berekeningen; nog niet gestabiliseerd.
) De koers van de Tsjech. kroon is in zeo’ve,rre binnen
perken gesteld, dat hij wet van 23 April 1925 aan de emis-
siebank de verplichting is opgelegd tot handhaving ‘van den
koers der laatste ‘twee jaren, zijnde 290 tot 303 dollarcen-
ten per 100 kronen.
Naar de muntpariteit van den dollar gerekend, zon der-
halve de ‘gemiddelde pariteit in guldens uitkomen op 7,376.
558
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 Juni 1927
Banque Nationale de Belgique..
7,06 ,,
5,70
Banque Nationale Suisse
……
3,50
3,90
Banca d’Espana
…………..
5,—
5
1
–
Sveriges Riksbank
…………
4,50 ,,
5,17
Norges
Bank………………
5,38
5,85
Nationalbanken
i
Kobenhavn. .’ 5,24 ,,
6,50 FederalResérveBankof New-York 3,84
3,42
Uitvoerig ‘bespreekt het verslag de discontomarkt
en de houding, die De Nederlandsche Bank in dit
opzicht heeft aangenomen. Aangezien wij’ in ‘het vorige
nummer over ‘hetzelfde onderwerp reeds een aantee-
kening plaatsten, willen wij thans met de enkele ver-
melding volstaan, dat momenteel door de Nederland-
sohe Bank vooral gelet wordt op het ,,self-liquidating”-
karakter als eisch voor de toelating tot disconteering.
Bovendien heeft de Nederlandsohe Bank door den
eisch om van elke acceptatie opgave te verstrekken,
onverschillig of deze acceptatie dl of niet onder het
met ‘de banken getroffen arrangement val’t, een vol-
ledig overzicht van alle bankaccepten in guldens, voor
zoover ‘die betrekking hebben op financieringen, waar-
bij het buitenland betrokken is.
Over cle aansluiting ‘bij het internationale girover-,
‘keer schrijft het verslag:
Wij hebben ons in het af geloopen boekjaar op verzoek
van ‘de Reichsbank bereid verklaard mede te werken aan
‘het zoogenaanide internationale giro-verkeer Hierdoor is
liet mogelijk geworden, dat uit liet tegoed, hetwelk de r:eke-
ning van de Reichsbank bij ons ‘aanrwijst, 17ij op ‘verzoek van
liare cliëntele bedragen kan doen loversabrijiven op de re’ke-
niirgen ‘van bij De Neclerlandsehe Bank aangesloten ‘rkd-
n’iugiliouder’s. Het geldt evenwel vooralsnog eene eenzijdige
ha.ndeling, daar ivij nog geen aanleicldn’g’hebben Jçu.nnen
vinden onze reke’ningihonders in .de gelegenheid te stellen om
via cle Reighs’bank betalingen per giro in Duitdh1nd te
doen, aaingeaien naar ons oordeel de particuliere banken en
cie Postchèque- en G’ircclien,st daarin voldoende vooizicn.
In het a.fgeloopen boekjaar werd door de circulatie
hier te landen
f
1.508.050,— aan ‘gouden tientjes opge-
nomen, een bedrag van
f
635.000,— aan gouden ‘tien-
tjes werd bovendien afgegeven met bestemming voor
Ouraçao, waar ‘zich als gevolg van de gunstige econo-
mische ontwikkeling een toenemende behoefte aan ruil-
middelen openbaarde. Ten slotte werd in het vorige
boekjaar een ‘bedrag van ongeveer
f
10 millioen aan
gouden tientjes door particulieren naar Indië ver-
scheept.
Over de circula’tie van zilverbons schrijft het ver-
slag:
Aan zilverbons stond op
31
Maart
1927
nog uit een be-
drag van
f
12309.000 tegen
f
15.736.000 op 31 Maart
1926.
Wij hebben aan deze geleidelijke iik’rinrping ‘van zilverhons
medegewerkt,
ook op
grond ‘van cle ôver’wegiaig, dat het wel
geweasoht te achten is, ‘dat dit Staatsnmntpap’ier, hetwelk
bestemd was om in bijsondere tijden als :lru].’pmicldel voort
de cireu’latie dienst te doen, svordt ‘ingetrokken nu dii hij-
zonciere tijden niet meer bestaan.
Jjnjtussdhen zijn hier en laar klachten geuit, dat geen
voldoende .betaalaniddeilen ter grootte ‘van een Rijksdaalder
in ‘ons land beschikbaar waren. De voorziening in de be-
hoefte aan dit betaalmiddel is een zaak van de Regeer.i’ng;
naar ons bekend is, heeft zij deze qucuestie dan
ook
in nadere
overweging genomen. I’ntussohen hebben rwij op vlerno’ek der
Regeering ‘zilveribon s iwederom in ruimere mate in omloop
gebracht.
In de afgeloope’n, ver’sla’gperiode werden ‘hier . te
lande aan bin nenlan’dsche leeningen uitgegeven
f
619.074.000,—, waarvan
f
456.989.550,— aan conver-
sies.
Bovendien werd gedurende de atgeloope’n verslagperiode
aan ‘buiteenlandsohe leen.i’ngen hier te lande ttitgegoven:
Guldens …………
154.250.000
Dollars …………
46.731.250
Ii. Mk. ………….
79.500.000
Zw.
Fr’s. ………..
43.125.000
Belg.Fr ……….
200.000.000
Belga’s …………6.000.000
Ponden Sterling
3.090.000
Lire.s ……………
6.375.000
Gedurende dit boekjaar hebben eenige belangrijke terugbe-
ta.lin’gen plaats gevonden door de Fransche R’egeering van
credieten, welke in
1918
en
1919
aan den Fransohen Staat
door cle .Neclerlanclsche Regeeri’ng zijn verstrekt geworden.
De eerste terugbataling betrof
het op 6
December
1918
door
tussehenkonalt van de N.U.M. door den Necler.la.ndsehen
Staat verstrekte crediet ad
f
30
millloen, lhetwelk eerst op
1
April
1927
opvorderbaar was, doek reeds per 1 November
1926
door den Franschen Staat werd terugbetaald. Verder
betaalde de Fr.a.nsdhe Regeerin’g op 1 Februari
1927
aan
den Nederlandsohen Staat terug liet in Augustus
1919
ver-
strekte crodiet ad
f25
mil’lioen, ihetwelk, bestemd vôor den
wederopbouw van Noord-Frankrijk, eerst op
1 Juli 1929
opvorderbaar was.
Deze terugbetailingen hafyben ‘niet onbelangrijk medege-
‘werkt om de positie van de ‘Sohatkist ruimer te maken. En
door taflossing van deze creclie’ten èn door het ruimer vloeien
van middelen, heeft de Staat dit boekjaar veel ani’nder een
beroep op de open markt behoeven te doen dan in de daar-
aan voorafgaande boekj aren.
DE RIJKSMIDDELEN.
In ‘dit nummer treft men aan het gebruikelijke over-
zicht van de opbrengst ‘der ‘Rijksmiddelen over de
maand Mei 1927, invergelijking gbracht met de over-
eenkomstige
cijfers
van Mei 1926.
De gewone middelen brachten in de afgeloopen
maand
f
48.136.900 op tegen
f
44.966.300 in Mei 1926
en vertoonen mitsdien een vooruitgang van
f
3.110.600.
IDe totale opbrengst in de afgelopen maand overtrof
‘de raming met een bedrag van
f
9.361.100.
De totaal-opbrengst over de eerste vijf maanden van
dit jaar bedroeg
f
215.609.000, zijnde
f
10.149,200
niéér dan die in hetzelfde tijdvak van 1926,
terwijl
de
raming met
f
18.130.500 werd overschreden. Laat men
echter, om een meer zuivere vergelijking te ‘krijgen,
de rijwielbelasting, die voor verreweg het grootste ge-
deelte in de ‘maand Januari van elk jaar binnenkot,
buiten beschouwing, dan blijkt dat de opbrengst ‘der
overige ‘middelen over de maanden Januari t/m. Mei
1921 5/12 van ‘de voor dat jaar geraamde opbrengst
met
f
14.966.400 te boven gaat.
In vergelijking met ‘de overeen!komstige maand van
het vorige jaar vertoonen de grondbelasting, de inkom-
stenbelasting, de vermogensbelasting, de invoerrech-
ten, het statistiekrecht, de zout-, ‘de geslacht-, de bier-
en de tabakaccij:ns, de belasting op gouden en nilveren
werken, de belasting op rijwielen, de zegelrechten, de
registratierech’ten, de rechten van successie, van over-
•gang bij
ovevljdën en van schenking en de loodsgel-
‘den een hooger opbrengst,ci,jfer. Daarentegen ‘brachten
minder op de personeele belasting, de dividend- en
tantièmebelasting, de wijn-, de gedistilleerd- en de
suikeraccijns en de domeinen. Vergelijking der cijfers
doet zien, dat over het algemeen ‘de middelen in de af-
geloopen maand
bijzonder
ruim ‘hebben gevloeid. 1-let totaalcij’fer der opbren’gst werd tot ‘dusver nog slechts
éénmaal (in November 1922) overtroffen.
Evenals de vorige maand gaf de grondbe1sting eene
stijging in opbrengdt ‘te zien. Het accres ‘bedroeg
f
283.700 en is ongetwijfeld voor een deel aan de
snellere invordering te danken. Gerekend over vijf
maanden gaf dit middl in 1927
f
649.200 méér te
boeken dan in het voorafgaande jaar. Ook do raming
werd in ‘gemelde periode ,overschreden (met bijna
3 ton). De mogelijkheid bestaat echter, dat de volgende
maanden weer een daling in opbrengst zullen geven.
De personeele belasting leverde
f
142.000 minder
op dan in Mei 1926. Het nadeelig verschil is overigen’s
vrij gering en vindt voor een goed deel zijne vei1cla-
ring in de ruimere ontvangsten die deze belasting in de
eerste maanden van dit jaar inbracht. De eerste v’ijf
maanden van 1921 gaven nog
f
328.200 médr ‘te boeken
dan dezelfde maanden van het vorige jaar. Daarentegen
bleef de opbrengst van Januari t.m. Mei 1927
f
4.654.500 bij 5/12 der raming ten achter. Bij dit
laatste dient evenwel te worden bedacht dat de perso-
22
Juni 1927
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
559
neele belasting grootetideels in het midden des jaars
binnenkomt.
De inkomstenbelasting vloeide in ‘de afgeloopen
maand buitengewoon ruim en gaf het record-cijfer te
zien van
f
14.958.400, d.i.
f
1.245.700 meer dan de toch
al vrij belangrijke opbrengst van Mei 1926. Ook bij
deze belasting doet de snellere invordering zich in-
tusschen als een factor van beteekenis gevoelen. Uit
de vergelijking van de ‘ontvangsten, uit ‘dit middel over
de eerste ‘vijf maanden van 1926 en 1927 voortvloeien-
de, blijkt iii. dat de bedragen als volgt over de veischil-
lande dienstjaren kunnen worden verdeeld:
Jan. t/m. Mei 1926
Jan. t/m. Mei 1927
1923/24….
f
1.633.100,—
–
1924/25….
,, 4.550.500,—
f
716.000,-
1925126.
…
,,
46.435.700,—
,, 2.647.400,-
1926127.
…
,,
700,—
,, 50.354.900,-
1927128….
,,
–
,,
1200,-
Totaal.
f
52.620.000,—
f
53.719.500,-
De dienst 1926f1927 heeft dus reedsijna
f
4 mii-
lioen méér opgebracht dan de overeen’k’omstige dienst
(192511926) in de eerste vijf maanden van 1926. Daar-
entegen brachten ‘de afgeloopen dienstjaren veel miii-
der op. Toch leverde de inkom’stenbelasting tot dusver
in 1927 nog
f
1.099.400 meer op dan in ‘hetzelfde tijd-
vak van 1926. Ook de raming werd belangrijk overtrof-
fen (met
f
12.886.100).
i)e vermogensbelasting gaf ditmaal weer een hoo-
gere opbrengst te hoeken (van
f
831.500). Door cle wij-
ziging der beta’lingstermijnen in verband met de over-
dracht der invordering aan de olitvangers der directe
belastingen is het niet gemakkelijk omtrent den loop
van ‘dit middel een oordeel te vormen. De opbrengst
der eerste 5 maanden van 1927 ging die van ‘dezèlfde
maanden van 1926 met
f
1.026.600 te boven terwijl de
ramung met
f
1.452.500 werd overschreden. Ongetwij-
feld is dit gunstig resultaat ook bij di’t ‘middel voor
een deel aan de snellere invordering toe te schrijven.
De ‘dividend- en tantièmebelasting liep
f
167.300 in
opbrengst terug. De grillige löop van dit middel maakt
het echter geraden uit dezen teruggang geen conclu-
sies ‘to trekken. Bij vergelijking van het tijdvak Janu-
ari t/m Mei blijkt het ioopende.jaar een surplus boven
1926 te heben opgeleverd van
f
458.300, waartegen-
over staat dat de raming niet werd bereikt (nadeelig
verschil f2.609.000).
De invoerrechten liepen op met f 301.800, terwijl
het statistiekrec’ht een
stijging
in opbrengst vertoonde
‘van
f
52.100. De loop van deze beide middelen blijft
tot tevredenheid stemmen.
Van de
accijnzen
‘bleef de zoutaccijus zich in stij-
gende lijn bewegen. De toeneming bedroeg ditmaal
f 10.400; gerekend over vijf maanden kon in totaal
f
113.700 meer worden geboekt dan in het vorige jaar.
Ook de geslac’htaccijns leverde ‘ditmaal een hoogere op-
brengst voor de ‘schatkist op (v’an f116.400). De duur-
te van ‘hot varken’svleesc’h sc’hijt ten gevolge te heb-
ben, dat mér ru.ndvleesch wordt gegeten. Het loopende
jaar gaf tot dusver reed.s f 116.200 boven het vooraf-
gaande, terwijl reeds ruim 3 ton ‘boven de rami’ng in-
kwam. De wijnaccijns wees een daling in opbrengst
aan van
f
18.300, hetgeen wellicht in verband staat
met do ruime opbrengst uit dit middel in de maand
Maart. Ook ‘de gedistilleer’daccijns ‘gaf een lagere in-
komst (van f 310.500). De loop van dit middel blijft
zich in dalende lijn bewegen; de eerste 5 maanden van
1927 brachten
f
211.300 minder op dan hetzelfde tijd-
vak van, 1926,
terwijl
evenmin ‘de raming werd ibereikt
(tekort f 565.200). Het bier leverde f26.200 meer op;
de opbrengst der eerste 5 maanden steeg daardoor
f 350.800 boven die van Januari ‘t.m. Mei 1926. Daar-
entegen liep de sui’keraccijns terug met f 554.600.
Dank zij de hoogere ‘opbrengsten van Januari en April
komt dit middel, gerekend over 5 maanden, toch nog
f 21.500 uit boven 1926, waarbij het voorts de aandacht
trekt, ‘dat 5/12 ‘de,r ramin’g met f 273.700 werd over-
‘troffen. Eindelijk moge nog worden gewezen op den
tabakaccijns, die een accrës vertoonde van
f
399.200.
Niettegenstaande de schommelingen, die in den loop
van dit middel den laatsten tij’d te ‘bespeuren vielen,
blijkt de totaalop’brengst der eerste 5 maanden van dit
jaar
bijna
niet, van die van ‘hetzelfde
‘tijdvak
van 1926
te verschillen.
De belasting op gouden en zilveren werken ga.f ook
ditmaal een hoogere inkomst (van
f
16.500). Het
schijnt wel of in ‘het vak eenige ‘opleving komt, daar
de stijging iii opbrengst nu reed’s 8 maanden aanhoudt.
Ook de belasting op rijwielen wees een voordeelig ver-
schil in opbrengst aan (van
f
72.200). Tot dusver
kwam in het loopende jaar al f 160.500 méér in dan
in de eerste vijf maanden van 1926 en
f
118.200 méér
dan het gcheele voor 1927 geraamde bedra’g. Aan de
regelmatige stijging van deze belasting sal de toene-
ming der bevolking wel niet vreemd zijn.
Van de ‘middelen, die meer in redhtstreeksc’h verband
staan met ‘het zakenleven, ‘brachten de zegelrechten
f
650.600 méér op, waarvan
f
216.000 op rekening
komt van de hoogere opbrengst van het effectenzegel.
De regi’stra’tierechten vertoonden een
stijging
van
f
292.100 en de loodsgelden stegen
‘, met
f
14.300. Uit
een en ‘ander volgt, dat de hier besproken groep een
goed figuur maakte. Ook de vergelijking van de op-
brengsten der eerste 5 maanden van 1926 en 1927
maakt een alleszins bevredigenden indruk. Uit het
volgende staatje blijkt, dat zoowel de opbrengst van
1.926 als
5/12
der rarnmg belangrijk werden overschre-
den:
Opbrengst
Opbrengst
Raming
Jan./Mei ’26 Jan/Mei ’27 Jan./Mei’27
Zegelrechten ……
f
,l0.89.200
f
12
.
463
.
100
/ 9.583.300
Registratierechten.
9.268.200
,. 9.350.000
,, 8.541.700
Loodsgelden ……
1.754.200
2.060.200
,1.666.700
Ten slotte trekken de successierechten nog de aan-
dacht, die ditmaal f 652.500 méôr in de schatkist
brachten en daardoor de opbrengst over het ‘tijdvak
Januari t.m. Mei.van ‘dit jaar f3.385.300 deden stij-
gen boven die van dezelfde periode van het vorige
jaar en f 3.310.300 ‘boven het geraamde bedrag. De do-meinen ‘brachten
f
8.400 minder op.
De inkomsten van het ,,Leeningsfonds 1914″ bedroe-
gen in de afgeloopen maand
f
12.188.600, waarvan
ruim f 5.556.000 aan de Verdedigingsbelastingén was
te danken. De mid’delenstaat van Mei 1926 wees een
opbrengst aan van f 11.029.000. In de eerste
vij’f
‘maan-
den van 1927 kwam in totaal
f
47.356.300 ‘binnen (in
hetzelfde tijdvak van 1926 f46.196.100).
De inkomsten ten hate van ‘het ,,Wegenfonds” he-
lie5en in de afgeloopen maand f4.031.700; over de
‘maanden April en Mei in totaal f 4.691.100.
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
DUITSCHLAND ONDER HET HERSTELREGIME.
1.
Dr. F. H. Repelius te Berlijn schrijft ons:
De tusschentijdsche Rapporten van den Generaal-
Agent en van de verschillende Commissarissen en
Trustees, aangesteld ter uitvoering van het plan der
Experts, werden dezer dagen aan de Commissie van Herstel aangeboden. Aanvangend met het begin van
het derde hersteljaar (1 September 1926) loopen deze
Rapporten grooten,deels tot begin Juni, zoodat zij,
aansluitend bij de vorige, in den aanvang van De-
cember 1926 verschenen, Rapporten, hoofdzakelijk op
het laatste halfjaar betrekking hebben.
In den aanhef van zijn Rapport merkt de Generaal-
Agent op, dat de ontwikkeling van het plan zelf
,,characteristically normal” was; zoowel het crediet-
wezen als het budget vertoonden echter een buiten-
gewoon belangwekkende ontwikkeling, zoodat de be-
schouwingen, die hij aan deze onderwerpen wijdt,
uitvoeriger dan gewoonlijk zijn.
560
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 Juni 1927
Voor de ontwikkeling van de credietverhoudinger
in Duitschiand zij verwezen naar het in dit blac
geresumeerde Rapport van den Commissaris bij d
Rijksbank en moge volstaan worden met opneming
van de conclusie, die de Generaal-Agent in zijn slot-
beschouwing trekt: ,,De behandelde periode stond
onder den invloed van de credietpolitiek der Rijks-
bank, die onder de inwerking van tegenstrijdige fac-
toren, moest worden gevoerd en die niet in de eerstE
plaats gericht is geweest op de bescherming van haai
deviezen. De Rijksbank beschikt ter bescherming van
de Duitsche wisselkoersen over roote hulpbronnen
en over grooten invloed, zoodat de stabiliteit van
de mark ten volle verzekerd blijft.”
Hoewel volgens de overeenkomsten van Londen de
staatshuishouding, zoolang de in het Plan voorziene
betalingen voldaan worden, volledig aan het beleid
der regeering is overgelaten, heeft de ontwikkeling
van het budget toch voor de uitvoering van het Plan
zeer groote beteekenis. In de eerste plaats is stabi-
liteit van het budget noodzakelijk voor het economisch
herstel van Duitschland en daardoor voor de daar-
mede ten nauwste samenhangende
mogelijkheid,
dat
dit land aan zijn herstelverplichtingen voldoet. In
de tweede plaats voorziet het plan rechtstreeksche
bijdragen uit het budget en ten slotte zou de stabi-
liteit van de Mark bedreigd kunnen worden door
groote deficiten, wat weer invloed zou hebben op het
transfervraagstuk.
Aan de hand van de gedetailleerde analyse van het
budget van den Generaal-Agent moge het volgende
overzicht van de inkomsten en uitgaven van het Rijk
gedurende de laatste 4 fiscale jaren worden gegeven.
Staatshuishouding (in millioenen
R14.).
Definit,eve
Voo rIo o-
pige uit-
Begroo-
resultaten
‘komsten
ting
192411925
192511926′
1926
1
1927
192711928
Inkomsten
5.764,6 4.892,7 4.712,9
5.305,0
Invoerrechten
en
ac-
cijnsen
…………
1.557,1 1.963,6
2.462,1
2.445,0
Inkomsten uit Staats-
Belastingen …………
bedrijven
en
beleg-
gingen
…………
‘
147,1
..
77,2
175,8
203,5
99,9
213,6
149,1
190,0
Muntwinst
…………
Andere inkomsten
188,2
..
187,3
189,8 130,3
Totaal. ..
7.756,9
7.334,4
7.689,7
8.273,8
Uitgaven
Overdracht aan Staten
en gemeenten ……..
2.770,4
2.595,6
2.625,6
2.892,9
,Innere
Kriegsiasten” 1.136,7
352,6 304,7
177,3
Uitvoering
plan
der
Experts………
.
–
291,3 537,0
831,2
Reserve
verpande
be-
lastingen
……….
– –
12,8
67,5
Pensioenen
……….
1.066,8 1.428,7
1.462,3 1.474,8
Leger en
Vloot
458,6
587,7
674,6′
701,1
lîerkeersmiddelen ‘…
98,4
109,0
‘154,0
158,2
3ociale maatregelen
.
272,6 401,3 435,3
531,2
Werkloosheidszorg
..
35,8
163,6
392,3
580,1
subsidies en voorschot-
ten aan ondernemingen
..
111,6
390,9
473,6
235,9
Alossing
van
nieuwe
438,6
253,1 171,0 74,0
Dienst der gevaloriseer-
staatsschulden ……
..
de staatsschulden
–
1,1
240,8
356,8
tndere uitgaven ……
830,7
870,4
1.059,2
1.049,2′
7.220,2
..
7.444,3
8.543,2
9.130,2
Totaal ……..
urp1us ……………
.
536,7
–
–
–
)eficit
……………
–
109,9
853,5 856,4
-In zijn berekeningen heeft de Generaal-Agent de
budgetcijfers tot hun eenvoudigsten vorm herleid en
de verschil)ende factoren (als de splitsing in gewoon,
buitengewoon en ,,Kriegslasten” budget, de overboe-
kingen zoowel tusschen deze budgetten onderling als
tusschen bepaalde onderdeelen daarvan en tusschen verschillende jaren), die het onoverzichtelijk en on-
duidelijk maken, geëlimineerd.
t
Alleen het eerste jaar geeft een overschot te zien,
dat bovendien nog vergroot werd door het – RM
355,3 rnillioen bedragende – restant van de opbrengst
der leening in verband met de stabilisatie van de
Mark. Het deficit van het volgende jaar werd gedekt
door een gedeelte van dit surplus, dat van 1926/1927
door een ander gedeelte daarvan en door de opbrengst
eener Rijksleening (RM 500 millioen nominaal, de
opbrengst staat met RM 329,4 millioen te boek).
Voor het thans loopende jaar heeft men als dekking
van het deficit bestemd: RM 200 millioen uit het
surplus van vroegere jaren, RM 190 millioen uit het
zoogenaamde ,,Betriebsmittelfonds” (blijkbaar ont-
staan uit het niet in de staatsrekening opgenomen
gedeelte der in het jaar 1924/1925 gemaakte munt-
winst), terwijl
voor dekking, van de rest geleend mag
worden.
Dé samenstelling van de opbrengst der belastingen
heeft zich niet onaanzienlijk
gewijzigd.
De opbrengst
der omzetbelasting daalde met ,RM 1000 millioen als
gevolg van de verlaging van het tarief van 2/2 op
3/4
pOt. en de afschaffing der belasting van den
– handel in luxe-artikelen. Het aandeel dezer belasting
in het totaal der belastingen daalde hierdoor van
24,7 op. 10,9 pOt. Invoerrechten en
accijnzen
brach-
ten in 1924/1925 20,1 pOt. op, voor 192711928 wordt
uit dezen hoofde 29,6 pOt. verwacht; deze
stijging
is
voornamelijk toe te
schrijven
aan de vermeerdering
van de opbrengst der invoerrechten, veroorzaakt door
den toenemenden import en de verhooging der graan-
reehten op 1 Augustus 1926.
Wat de uitgaven betreft, staat tegenover een ver-
mindering van enkele’groepen, o.a. van innere Kriegs-
lasten en van de aflossing van de staatsschuld
(voornamelijk als gevolg van de in vorige jaren plaats
gehad hebbende’ aflossing van schatkistwissels) een
1
toeneming over vrijwel de geheele linie. De toeneming
der sociale uitgaven’bestaat voornamelijk uit grootere
bijdragen van het
Rijk
in de uitkeeringen in geval
van ouderdom en invaliditeit en de verzorging van
weduwen en weezen. Die ter zake van de werkloosheid
vloeit, wat het .loopende fiscale jaar betreft, voort
uit de regeling van 1 April jl., volgens welke, voor-
uitloopende op het tot stand komen van een nieuwe wet, het
Rijk
practisch het to.t dusver door Staten
en gemeenten bijgedragen gedeelte der werkloosheids-
zorg op zich neemt. In dit verband moge worden
opgemerkt, dat, behalve genoemde uitgaven, ook die;
welke onder ,,subsidies en voorschotten aan onder-
nemingen” in het budget voorkomen, bestemd zijn
om door woningbouw, aanleg van kanalen, ontginning
C
. enz., de werkloosheid te bestrijden.
-‘
De Generaal-Agent onderwerpt het Duitsche budget
op verschillende punten aan critiek. Behalve tegen
de reeds bovengenoemde onoverzichteli.jkheid van het
..budget en de gewoonte reeds toegestane doch niet
gébruikte middelen in het volgende jaar ter vrije
beschikking van de regeering te doen komen, maakt
hij voornamelijk bezwaar tegen de splitsing in gewonen
en buitengewonen dienst, tegen de financiëele regeling
tusschen het
Rijk
en de Staten en gemeenten en tegen
het hooge niveau, waartoe de staatsuitgaven werden
opgevoerd.
Het beginsel om kapitaaluitgaven zonder meer uit
• leeningen te dekken is volgens den Generaal-Agent
onjuist, daar het gemakkelijk leidt tot het doen van
uitgaven, die achterwege zouden zijn gebleven, zoo
zij in gewone inkomsten dekking hadden moeten vinden.’
De financieele verhouding tusschen het Rijk eener-,
de Staten en gemeenten anderzijds, de zoogenaamde
,,Finanzausgleich”, komt volgens de bestaande wette-
lijke bepalingen hierop neer, dat de Staten en ge-
meenten 75 pOt. van de inkomstenbelasting en 30 pOt.
van de omzetbelasting ontvangen,
terwijl
een minimum
uitkeering van RM. 2600 millioen door het
Rijk
wordt
gegarandeerd. Bovendien ontvangen zij nog hooge
percentages van enkele belastingen van ondergeschikte
22 Juni 1927
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
561
beteekenis en speciale uitkeeringen. De bezwaren van
deze regeling zijn:
le. Het Rijk staat een groot gedeelte van de voor-
naamste belastingen, die bovendien het snelst rea-
geeren op de conjunctuur, af. In gunstige periodes
ontvangt het slechts een gering percentage van de
grootere opbrengst dezer belastingen, in
tijden
van
depressie daarentegen moet het uit andere inkomsten-
bronnen de Staten en gemeenten bijspringen.
2e. De uitkeeringen houden onder de vigeerende
regeling geenerlei verband met de flaanciëele behoef-
ten van Staten en gemeenten;
cijfers
hieromtrent,
welker overlegging de eerste voorwaarde voor de toe-
passing van een systeem als het thans bestaande moet
worden geacht, ontbreken tot dusver te eenenmale.
3e. Waren de organen, die de opbrengst der be-
lastingen uitgeven, niet ontheven van alle verant-
woordelijkheid voor de heffing, dan zou daardoor een
spaarzamer gebruik der belastinggelden in de hand
worden gewerkt.
Hoewel uit verschillende posten van het budget
blijkt, dat besparingen
mogelijk
zijn en dat het Rijk,
voor het geval een beroep op de kapitaalmarkt minder
gewenscht zou
zijn,
nog over reserves, in de eerste
plaats in den vorm van preferente spoorwegobligaties
beschikt, die eventueel gerealiseerd zouden kunnen
worden, zoo zal toch de handhaving van het nood-
zakelijk evenwicht tusschen inkomsten en uitgaven ongetwijfeld een grooteren weerstand tegen nieuwe
uitgaven, dan in de laatste jaren werd ontwikkeld,
noodig maken.
Ten aanzien van den economischen toestand van
Duitschland kan de Generaal-Agent constateeren, dat
het proces van aanpassing
bij
de stabilisatie reeds een
vergevorderd stadium heeft bereikt. Waren in den
herfst van het vorige jaar enkele van de meest acute
crisisverschijnselen reeds grootendeels verdwenen,
thans is een verdere vooruitgang
duidelijk
waarneem-
baar. Werkloosheid is méér verminderd dan uit de
gebruikelijke seizoensverbetering zou volgen, productie
en consumptie bewegen zich op het hoogste niveau, dat sedert de stabilisatie kon worden waargenomen.
Het mag echter niet uit het oog worden verloren,
dat de gunstige stand van zaken
bijna
uitsluitend op
binnenlandsche ontwikkeling betrekking heeft. Van-
zelfsprekend is het, dat het reconstructieproces het eerst
tot uiting komt in een herleving van den binnenland-
schen handel en van de consumptie; eerst wanneer
gebleken is, dat de Duitsche industrie en handel in
hun geheel weer op de wereldmarkt kunnen concur-
reeren, kan van een definitieve beëindiging van de
reconstructieperiode gesproken worden.
De vroeger gegeven
cijfers
mogen hierbij worden
aangevuld en uitgebreid.
de arbeidsmarkt sterk toegenomen en wel door toe-
strooming uit de volgende groepen: vrouwen, personen,
wier inkomen als gevolg van de inflatie gereduceerd
werd, arbeiders, afkomstig uit afgestaan territoir
en door het beschikbaar komen van dein de onmiddellijk
aan den oorlog voorafgaande jaren geboren generatie.
De steenkolenproductie onderging een sterken prikkel
door het uitbreken van de staking in Engeland; de
productie, hoewel thans weer gedaald (de
cijfers voor
Maart en April geven een onjuist beeld door een
groot resp. zeer gering aantal werkdagen), is – door
de algemeene opleving van de conjunctuur in Duitsch-
land – nog steeds belangrijk hooger dan in 1926,
de opbrengst per mijnwerker is bovendien hooger
dan die in 1913.
De productie van ijzer en staal per werkdag be-reikte in April het maximum sedert de stabilisatie
en was eveneens booger dan die van 1913.
De
cijfers
van de textielindustrie zijn die, welke
door het Institut für Konjunkturforschung worden
gegeven. de basis is het maandgemiddelde van de
periode Juli 1924-Juli 1926. Het maandgemiddelde in 1926 was 90,8; ook hier valt dus een belangrijke
verbetering te constateeren.
De handelsbalans heeft zich opnieuw gewijzigd.
Was er in het op 31 October 1925 geëindigde jaar
een invoersurplus van RM. 4509 inillioen, in dat
geëindigd op 31 October 1926 ontstond een export-
surplus van RM. 179 millioen, dat echter spoedig
weer verdween om plaats te maken voor een invoert
overschot van RM. 1563 millioen gedurende het
laatste halfjaar. Deze
wijziging
is minder toe te
schrijven aan veranderingen in den uitvoer, dan wel
aan groote fluctuaties in den invoer. In het eerste
jaar had aanvulling op groote schaal der in de
afgeloopen periode uitgeputte voorraden• plaats,
mogelijk g’maakt door buitenlandsche credieten. Het grootste gedeelte van het volgende jaar werd geken-
merkt door een algemeene depressie, de buitenlandsche
credieten namen weliswaar nog toe, doch het bedrag
der importen daalde door de verminderde behoefte
aan grondstoffen en door de prijsdaling; de exporten
daarentegen stegen door den afgenomen afzet in het
binnenland. Gedurende het laatste halfjaar maakten
de slechte oogstresultaten een grooteren invoer van
voedingsmiddelen noodig; bovendien hadden belang-
rijke importen van grondstoffen plaats.
Aangaande de handelspolitiek wordt in herinnering
gebracht, dat met Zwitserland, Finland en Letland
meestbegunstigingsverdragen werden gesloten, met
Frankrijk een voorloopige regeling – geldig tot
.
30
Juli 1927 – getroffen werd en onderhandelingen
met Frankrijk, Polen en Tsjecho- Slowakije gaande zijn.
De algemeene tendens van de groothandeisprijzen
Maand
0.
o
–
N
‘
Productie Buiteni. Handel
–
.n.
Prijzen
Grooth. Kleinti.
Steenkool
Ijzer
Staal
Textiel
.
Uitvoer
Invoer
mv.
surplus
Cc
1000 tonnen
index- cijfers
.
millioenen RM.
E
indexcijfer
Nov,
1926
471
1317
124
13.496
983
1258
106.2
869.4
1.004.3
134.9
37.6
137
144
Dec.
1926
435
1467
130
13.783
1065
1303
110.8
817.7
1.070.8 253.1 48.6
137
144
Jan.
1927
493
1840
159
13.356
1061
1309
110.5
798.5
1.093.3
294.8 49.0
136 145
Febr.
1927
473
1761
181
12.743
969 1234 114.9
755.8
1.092.2
336.4
43.6
136 145
Maart
1927
557
1436
160
14.046
1086
1416
117.1
841.2
1.085.1
243.9
49.9
135
145
April
1927
421
983
177
11.794
1052 1288 117.5
797.0
1.096.4
299.4
48.7
135
146
Mei
1927
–
746
1
147
1
– –
–
–
–
– .
– –
137
1
147
Het aantal faillissementen was lager dan voor den
oorlog (maandgemiddelde 1913: 815), het aantal
surséances van betaling vertoonde ongeveer hetzelfde
verloop en bedroeg niet meer dan 130 per maand,
het aantal vrijwillige liquidaties blijkt echter nog
steeds veel grooter dan het aantal oprichtingen.
De werkloosheid blijft nog immer een van de
moeilijkste problemen. De voortduring ervan, ondanks
de sedert den afgeloopen winter toenemende activiteit
van het bedrijfsleven, duidt op rationalisatie der
productie; aan den anderen kant is het aanbod op
is sedert een jaar stijgend, het nieuwe indexcijfer
van het Statistische Reichsamt, dat thans in een
evenwichtige verhouding op grondstoffen, landbouw-
producten, halffabrikaten en een groot aantal eind-
producten is gebaseerd, steeg van 132 in Mei 1926
op
137 in November en December daaraanvolgende,
in Maart en April 1927 was het 135, terwijl het in
Mei weer 137 bedroeg. De daling van het indexcijfer
van fabrikaten was onvoldoende om de stijging van
dat der landbouwproducten, voornamelijk veroorzaakt
door de ongunstige oogstresultaten en de beschermende
562
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 Juni 1927
redhten, god te maken. Het loonniveau, zooals dit uit
de beschikbare cijfers blijkt, vertoont een geringe stij-
ging, gedeeltelijk toe te schrijven aan de toenemig vdn
de activiteit in liet bedrijfsleven, gedeeltelijk ook aan
de stijging der huishuren. Aangenomen moet wordoi,
dat in ‘ve].e gevallen de loeren sterker zijn gestegen d.n
in de cijfers, die zijn gebaseerd op de ‘tarieven van .die
takken van industrie, waarvoor een collectieve rege-
li’ng bestaat, tot uiting komt.
BOEKAANKONDIGING.
GEDENKBOEK BILLITON 1852-1927.
Naar aanleiding van het feit, ‘dat vijf en zeven-
tig jaar geleden de tinwinning op Billiton een aan-
vang nam, heeft ‘de Raad van Beheer van de Gemeen-
schappelijke Mijnbouwmaatschappij’ ,,Billiton” een
gedenkboek uitgegeven, waarin het geheele bedrijf,
zooals zich dit gedurende dien tijd ontwikkeld heeft.,
beschreven wordt. –
Dit groots uit ‘twee ‘deelen bestaande ‘werk, geïllus
treerd door meer ‘dan 300 keurig uitgevoerde illustra-
ties, portretten en kaarten, is met medewerking van
het beambten’personeel, vooral ‘dat van Billiton, hier
te lan’de samengesteld door den heer J. 0. Mollema,
oudhoof’dadminist’rateur ‘der onderneming met uit-zondering van ‘het eerste hoofd’stuk, waarin ‘de ge-
schiedenis der -tinwinning behandeld wordt en het-
welk getc’hreven is door den ‘voorzitter van den Raad
van Beheer, den heer H. A. van Ijsselsteyn en de
grafieken met toelichting in ‘het ac’htste hoofdstuk,
dat bewerkt is door ‘dn heer Ir. A. Groothoff, lid
van ‘den Raad van Beheer. .
De maatschappij ‘kon ‘geen betere keuze gedaan heb-
ben voor den ‘schrijver van dit werk. De ‘heer Mollema’
bezit ‘niet alleen een “olledi’ge kennis van het ‘bedrijf
op Billiton, maai bovendien de groote gave een wel-
veraneden pen te hebben. Het gevoel voor humor is
bij ‘hem zeer goed ontwikkeld, zoodat deze ‘drie eigen-
schappen een werk ‘hebben doen geboren worden, dat
een lus’t’vooriedereen is om te lezen, maar vooral voor
cle men’schen, die op Billiton zelf gewerkt hebben..
Menig komisch voorval wor’dt in enkele *oor,den in
een technisch verhaal ingeweven, waardoor de -glina-
ladh op het .geicht van ‘den lezer verschijnt. Mij is
geen technisch ‘boek bekend – en dit .gedenkboek is
m.i. een prachtig leerboek voor ‘den tinmijn’bouw –
waarin de techniek en alles wat bij het bdheer van
zulk een onderneming t’huis behoort- -op zulk een sma-
kelijke en prettige wijze wordt behandeld als hieriii.
Ik kan ‘dit werk in de belangstelling van’ iedereen
akubevelen en vooral van lieden, ‘die later in hun
werkkring een werk moeten ‘beheeren. Zijl zullen doori
de lezing van ‘dit gedenkboek in zeer sterke mate voe-
len, ‘dat vopr den goeden gang van zaken van een werk
techniak niet alleen de hoofdzaak is.
‘
Behalve techniek
komt er nog een massa bij kijken, waaraan minsten
evenveel waarde ‘gehecht’ moet worden.
In dit gedenkboek wordt alles naar waarheid ver-
tel’d. Fouten in ‘do leiding worden eveneens beschre-
von als ‘daden, die voor de onderneming van ‘groot ge-
wicht zijn geweest.
Hetgeen in ‘het eerste deel sterk gevoeld ‘wordt, is
het feit, ‘dat het bedrijf tot 1901 ziøh den vooruitgang
der techniek niet ten nutte gemaakt ‘heeft. Billi’ton
leefde een leven vooi- zich, stoom om niet te spreken
van electriciteit, moderne demonen, werden zoo goed
als buiten het eiland gehou’den. Eerst toen Ir. W. de
Iongh Dz. ‘directeur werd, luidde een nieuwe periode
in. Billiton deed toen een i-euzenspr-ong en sprong,
om het geologisëh uit te drukken, uit het voordilu-
viale tijdperk over ‘tot ‘het meest recente. Ver-
ticale stoomketeltjes met “daarbij ‘geplaatste pulso-
pompen (in 1886 voor ‘het eerst ingevoerd) waren de
eenige toepassing, ‘die van stoom gemaakt werd (‘de
eerste loc-omdbielen ‘kwammi’in 1904/05).
Hoe anders is ‘het nu!
Te
Manggar staat nu de
groot’ste Dieselcentrale van Indië met een machinehal
van 93 M. lengte. De laatste uitbreiding der machines,
nl. ‘twee Sulzerdiesels’, elk van 2100 E-P’K., is nog niet
gereed. In 1925126 lever-de -de centrale 22.169.939
KT.
uren. Om te ‘hegrjpen wat ‘dit getal beteekent, wordt
hier bij’ wijze van ‘vengelijking gemeld, dat in 1925 de
centrale van Haarlem 16.217-000 KWu.,
‘de centrale
van Delft 13.813.000 KWu. en ‘de centrale van Lei-
‘den 25000.000 KWu. leverden. Men moet hierbij niet
vergeten, dat ‘deze -krachtstations stroom leveren niet
alleen aan de plaatsen zelve, maar ook aan de ge-
meenten in een krin’g ‘daaromheen gelegen.
Het kracht’verbruik in Billiton is nog ‘veel grooter,
daar behalve de -groo’te cektrale te Manggar ‘nog zeer
vele -andere krachtbronnen, sommige van respectabele
grootte, aanwezig zijn.
Het spreekt vanzelf, ‘dat voor het verbruik van deze
hoeveelheid energie ‘heel wat -machines gedreven moe-
ten -worden.
De hoeveelheid -grond, die jaarlijks verplaatst wordt-,
is aanzienlijk. Dit blijkt wel uit ‘de tabel, -gegeven op
blz. 191 van het eerste deel, dat de ‘hoeveelheid grond
met -de machinale en semi-machinale hulpmiddelen
vei’zet ‘tot nu toe ron’d 66 millioen M
3
. ‘
bedraagt. Om
zich hiervan een voorstelling ‘te maken, wordt erbij
vermeld, ‘dat om een ‘kanaal lang 330 KM., 50 M. ge-
mi’cldel-d breed en 4 M. diep te maken, men deze hoe-
veelheid grond zou -moeten uitgraven. In het eerste deel wordt op on’der’hou’dende wijze ge-
schetst,, hoe de technische verbeteringen haren invloed
lieten gelden op de ‘kosten van ‘het product, waardoor
het mogelijk werd steeds armere terreinen in bewer-
king te nemen en met winst te verwerken. Iedere tech-
‘nische verbetering ‘brengt met zich mede eens verla-
ging der kosten van het gron’dverzet. Hoe lager deze
worden, hoe min-der tin per M
3
.
grond aanwezig be-
hoef-t te
–
zijn om een -winstmarge te laten, m.a.w. hoe
meer men het ‘technisch ideale benadert, hoe grootsT
de beschikbare ertsreserve wordt. Het -spreekt vanzelf,
dat -de an-dere hoofdfactor nI. de wereldprijs van het tin op de ertsreser’ve van enorm’en invloed is’I-s deze
prj’s zeer laag ‘dan moet het tin-gehalte per M
3
. weer
-hooger zijn om een winatmar-ge te kunnen ‘bereiken;
hoe lager dus- de ti’nprijs hoe kleiner wordt de ertsre-
s-erve, hoe hooger de tinprjs hoe grooter wordt deze
reserve.
Met -de emmerbagger, waarvan er nu 7 in Billiton
werken of in aanbouw zijn, -bereikte men -den laags’ten
kostprijs en wel
f
0,31 per M
3
. ‘
grond. ,,Is -de markt-
prijs
f
200
–
per picl (tin), een ‘niet te versmaden en
in den laatsten tijd niet -onbekende prijs, en verwerkt
men 1000 11
3
. voor
f
370, ‘dan wordt
bij
T (tinrijk-
-dom) = . . . .2 nog winst -gemaakt” leest men op blz.
197.
Wat ‘dit beteekent, blijkt uit -de cijfers op ‘blz. 142
genoemd, waarbij- men ome afzetting ontgin’baar achtte
in het jaar 1858 bij een tinrjkdom van 58 picol per
1000 M
3
,
in het jaar 1893 bij’ een T van 56 ena. De machinale werkwijze heeft dan ook het grond-
verzet -geheel vervangen; alleen treft men di-t nog aan
bij
–
kleine ploegjez, -de zoogenaam-de P (particuliere)
L(leveran’tie), -dat zijn klei’ne ploegen werklieden, ‘die
op eigen risiéo in een aangegeven streek ‘de tinwin-
ning naar -ei-gen in-zicht doch onder contrôle uitvoeren.
Op blz. 198 treft men een tabel aan, waarin ‘de produc-
tie vanaf 1908 tot 1925 onderverdeeld is naar de wijze,
waarop die verkregen is.
In 1908109 bedroeg het ha’nd-gron-dverzet- nog 92 pOt.
-terwijl dat in 1924125 tot nihil igedaald is.
Deze overgang is geleidelijk geschied en het strekt
-de leiding in Billiton tot eer, -dat zij zon-der conflicten
met het Chineesche werkvolk de lieden zich -hebben
doen aanpassen aan de moderne techniek en, Billiton
voor hen -den goeden naam heeft’blijven behouden, dien
het van oudsher bezat. – Alvorens’het eers-te -deel van het gedenkboek te ver-
22 Juni 1927
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
563
laten, dient nog gewezen te worden op de interessante
geschiedenis van de tinwinning in het eerste hoofd-
stuk, geschreven door den heer van IJsselsteijn. In een
naschrift meldt ‘deze schrijver, dat hij Zijne gegevens
geput heeft uit ‘het archief der Billiton Maatschappij
en die voor ‘de eerste jaren der ontginning uit ‘de ‘riage-
laten papieren van John F. Loudon. Het is niet
en
–
aardig hier nog te vermelden, .dat deze pionier voelde,
dat deze papieren waarde hadden voor ‘de geschiedenis,
want op ‘de trommel, waarin deze verpakt waren, stond
geschreven: ,,Den inhoud ‘van deze trommel bewaren,
kan welligt later van nut wezen voor “t geval men
eene geschiedenis van Billiton wil schrijven.”
Dit hoofdstuk is daarom zoo interessant, daar ‘de
grooto moeilijkheden geschetst worden, ‘die ‘de pioniers
te overwinnen hadden. Het succes van Billiton is
alleen na lang strijden verkregen ‘kunnen worden.
Het eerste ‘deel besluit met een elftal bij’lagen,
waarin allerlei gegevens van historischen aard ver-
zamel’d zijn. Verder bevindt er zich in een ertsreserve-
kaart van Billiton op een schaal 1 : 100.000, waarop
aangegeven zijn de mijnen, volgens welk systeem zij
ontgonnen worden en •de reserve’n voor •de diverse
werkmethoden.
Het tweede deel begint met de winning van het
primaire erts en het ‘smelten. Onder primair erts ver-
staat men adererts, m.a.w. erts, dat nog ligt
01)
de
plaats, waar het ontstaan is.
De geschiedenis ‘der ‘verschillende diepmijnen en
an’dere aders wordt ggeven, alsook de wijze van
separecren van het tinsteen van de andere mineralen.
Verder wordt het smelten van het tinerts op tin uit-
voerig beschreven. Dit ‘heeft meer geschieclkun’dige
waarde, daar in de laatste jaren op Billiton geen erts moer versmolten wordt en alles naar Singapore gaat
om na smelting als Straitstin in den handel te ver-
schijn en.
Het vijfde hoofdstuk handelt over de Mijnwerkers-
organisatie, een hoofdstuk, ‘dat menig Indischen werk-
gever interesseeren zal, daar daarin beschreven wordt
op welke wijze met ‘de Ohineesche werkkrachten ge-
werkt wordt. 1-let begrijpen van den aard van den
Ohinees heeft tot gevolg gdha’d, dat Billiton nooit,
zelfs in de moeilijkste jaren van den oorlog, gebrek
aan wekkrachten gehad heeft. Wat ‘de koeliebehan’de-
ling aangaat, ‘kan de Billiton Mij. aan iedereen tot
voorbeeld ge&tel’d worden.
Het volgende ‘hoofdstuk ‘handelt over het personeel,
zoowel ‘het Europeesche als het Ohineesche en het
Inlandsche personeel. Daaraan sluit zich aan het voor-
name ojderdeel van iedere groote onderneming in de
tropen, al. de geneeskun’dige voorziening. Deze laatste
is op Billiton ‘van dien aard, ‘dat. ‘de onderneming er
met recht trotsch •op mag wezen. Het personeel kan
in ‘dat opzicht niet’s beter wenschen. Geen patiënt
meldt zich aan, zonder ‘d’at de genees’kundige dienst
voor zijn geval ,,een etiket op kan plakken”, zooals
aldaar de term luidt. In iedere richting wordt zijn
‘geval onderzocht en er wordt niet gernst voor men
precies weet wat de oorzaak van zijn lijden is. Het succes van dozen ‘dienst is wel het lage sterfte-
cijfer van een onder’ ‘alle mogelijke omstandigheden
verspreid werkende mijubevolking.
T-let zevende hoofdstuk vertelt iets van ‘de flora,
de fauna, de bevolking, ‘de geschiedenis, het bestuur en
de gouvern ementsregelin gen.
Hot lijvige werk besluit met ‘het achtste hoofdstuk
over statistische ‘gegevens’ en graphieken van ‘de hand
‘van Ir. Groothoff. Het verloop van de ‘tinproductie
van Ned.-Indië vanaf 1853 tot heden, ‘de schomme-
lingen van ‘de werel’dpri,jzen van tin over de laatste
vijf jaar, graphische voorstellingen van de tinproduc-
tie op Billiton ‘met de kostprj.zen en opbrengsten per
picol tin, verder een grap:hic’he voorstelling van de
jaarlijksc’he tinproducties van Ban’ka (sedert 1821),
Billiton (sedert 1852) en Singkep (‘sedert 1891) en
ten slotte een graphische voorstelling van de wereld-
tinproductie, die van Ned.-Indië en de gemiddelde
jaarprijzen van de laatste 100 jaren besluiten dit eco-
nomische hoofdstuk.
Achter in het werk bevinden zich nog twee bijla-
gen, de eene ‘geeft de mortaliteit van ‘de mijnwerkers
en ‘do andere een interessant overzicht van de directe
en indirecte bijdragen tot ‘d’e inkomsten van ‘het Ned.-
Indische Gouvernement van het gewest Billiton. Het
totaalgeneraal sluit voor Ned.-In’dië tot en met 1925
met een bedrag van
f
125.920.824, terwijl bovendien in
Nederland betaald werd aan Bedrijfs-, Inkômsten-,
Dividend- en Tantièmebelasting
f
1.699.140. Eene
onderneming, ‘die dergelijke bijdragen geleverd heeft
en nog levert aan de ‘schatkist en ‘die tot de oprichting
van het Gemengde Bedrijf aJle risico alleen gedragen
heeft, zal men over de gcheele wereld met een loupe
moeten zoeken.
Het gedenkboek voor het vijf en zeventigjarig be-
staan der tinwinning is hiermede besproken, moge de
volgende editie bij het honderdjarig bestaan een even
schitterend figuur maken. Ir. R.
J. VAN LIER.
OVERZICHT DER RIJKSMIDDELEN.
(In Guldens)
Mei
1927
1 januari
1927
komstige
periode 1926
Directe belastingen.
8.756.056
8.106.838 Personeele belasting ..
2.533.367
.
4.958.359
7.137.175
6.808.926
Inko m stenbelasting ..
53.719.489
52.620.040
Vermogensbelasting ..
1.505.629
6.327.489
5.300.924
Grondbelasting
…….2.664.456
Dividend- en tantième-
belasting ………,..
960.841
3.640.953
3.182.647
4.971.559 24.474,253
24.84.020
[nvoerrechten………..
Statisliekrecht
………
367.9301
1.733.021 1.651.575
4.ccijnzen.
Zout
……………..161.966
954.512
840.824
Geslacht
……………914.773
4.053.307
3.937.148
Wijn ………………
50.635
792.576
807.902
Gedistilleerd ……….
.502.665 18.184,765 18.462.053
Bier ………………..
1.068.170
4.568.505
4.217.670
Suiker
………………3.436.882
17.773.652
17.752.169
Tabak ……………
.2.111.488
9,074.528
9.077.567
Belasting op gouden en
zilveren werken ……
.80.685
402.570
360.830
.
Belasting op rijwielen
99.426
6.368.205
6.207.681
tnZirecte belastingen. Zegelrechten ………..
.
3.
2.415.218
2
12.463.147
3
10.189.202
Registratierechten….
2.410.121
9.349.982
9.268.223
Successierechten ……
..
3.477.385 22.120.261 18.734.961
Domeinen, wegen en
vaarten
………………
343.187
1.414.841
1.354.159
Staatsloterij ………….16.990
235.270
235.804
Jacht en visscherij
479
4.327
4.435
Loodsgelden
…………
.84.654
2.060.170
1.754.213
Mijnen
………………..
..
–
–
–
Totaal-Generaal .,.
48.736.885 215.609.034 205.459.811
1)
Hieronder begrepen
f 491.608
wegens zegelrecht van
nota’s van makelaars en commissionnairs in effecten, enz.
(Beursbelasting).
3)
Idem
f
2.745.77’6.
8)
Idem
fZ.O2l.4l2.
HEFFINGEN VOOR HET LEENINOFONDS
1914.
Verdedigingsbelast. la
1
452.2391
1.912.632
1.588.051
Verdedigingsbelast. Ib
1
1.588.628
6.808.509
5.886.747
Verdedigingsbelast. 111
3.515.221 13.034.206 13.293.458
Opcenten:
Grondbelasting ……
528.765 1.754.756
1.629.246
Personeele belasting
501.542
1.459.639
1.457.850
Inkomstenbelasting 3.634.100
13.065.618
14.045.066
Vermogensbelasting 384.621
1.616.768 1.325.217 Dividend- en tantième- 317.077
1.201.515
1.050.274
belasting ………..
Accijns op Suiker
687.376 3.554.730
3.550.434
Wijn
10.127
158.515 161.580
Gedistilleerd
……….
350.266
1.818.477
‘1.846.205
Zegelrechtvanbuitl.eff.
218.5891
970.9471
362.019
Totaal…..
112.188.5511 47.356.3121 46.196.147
564
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 Juni 1927
HEFFINGEN VOOR HET WEGENFONDS.
Wegenbelasting ……….4.037.727
4.69
1
.6031
–
SPLITSING VAN DE OPBRENGST DER GROND-, PERSO-
NEELE-, INKOMSTEN- EN VERIvIOGENSBELASTING
SEDERT 1 JANUARI 1927.
Dienstjaren
Grond- belasting
Personeele
belasting
1
Inkomsten-
belasting
Vermogens-
belasting
1923/24
–
–
–
1
2.413
1924/25
– –
716.002
3.528 1925/26
43.002
482.915
2.647.400
1
28.196
1926/27
3.701.845
3.394.868 50.354.915
1
6.292.304
1927/28
5.011.209 3.259.391
1.151
1.048
Totalen
8.756.056 7.137.174 53.719.468 6.327.489
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
OPEN MARKT.
1927
11
1926
1925
1914
18Juni
13118
6111
30Mei!
14/19 15/20
20124
Juni
Juni
4Juni
Juni
Juni
Juli
Am,Ie,dam
Partic. disc.
3
1
12.
9
116
3
1
12
-5
16
3
1
1’2
-5
/8
3116
–
!8
2
3
14.
13
116
2
1
18_
1
13
3
1
18.
3
/16
Prolong.
3
1
12
3
1
12
–
4
314-412
3314.41/4
3-
1
/4
21/
4
2114.3/4
Londen
Daggeid ..
2
3
1-3
1
1
2
3
j4-4
1
I1
3-4
2314-5
3.4114
3.4
1314-2
Partic. disc.
45114_3/4
4
/16
–
!8
4116-18
4
/,6
–
18
4114-116
411_71
1
211
4
3/
4
Berlijn
DageId ..
4
1
14-6
1
1
3
1
13-613
4-7112
68113
3
–
512
7
1
129
1
12
–
Partic.disc.
30-55 d…
5
18
518
4714.5114
5
411 731
4
–
56-90 d…
591
5..3/
8
4
7
/8.5
1
14
5
411
3
7519
2
1
19.
1
12
Waren- wechsel.
531
4
_7/
9
55/
9
_7/
9
5_7/
5
5.11
4
-,
New York’)
Cali money
41/4
4.1/
4
4.3/
4
4
1
12.314
312-4/4
33/
4
_4
1
3
14-2
1
1
Partic. disc.
314-/8
1 331
4
_7/
9
1 3314-/8
33/4
331
8
331
8
11
–
1)
Cail money-koers van 17Juni en daaraan voorafgaande weken t/m
Vrijdag..
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel Batavia
2)
York6.)
S) S)
S)
S)
14 Juni 1927
2.49
11
,
12.124 59.15
9.774 34.674
1001/
8
15
1927
2.491/
4
12.12*
59.15
9.774 34.664
100*/
9
16
,,
1927
2.499j
1212
59.144
9.774
34.66
100
9
1
8
17
,,
1927 2.495/
9
1212
59.16
9.774
34.674
1001/
18
1927
–
12.124
59.16
9.774
34.68
)001j
20
1927 2.498/
9
12.12
59.15 9.774
34.674
100/
8
Laagsted.w.i)
2.49%
1211
59.13
9.76*
34.65
100
Hoogste d.wl)
2.49% 12.124
59.17
9.79
1
34.70
100%
13 Juni 1927
2.4911/
99
1212
59.15*
9.774
34.69
1001/
9
6
,,
1927
– – – – –
–
Muntpariteit
2.48%
12.104.
59.26
48.-
34.59
100
t
a a
Z191t
seran
Weenen
Pratt
g Ifioeka-
Milaan
Madrid
5)
1)
rest’)
**)
,)
14 Juni 1927
48.02
35.15
7.40
1.47*
13.81
43.09′
15
,,
1927
48.-
35.15
7.40
1.47*
13.91
43.07
16
,,
1927
48.01
35.15
7.40
1.46 13.85
42.85
17
,,
1927
48.01
35.15
7.40
1
.
47
*
13
.87*
42.88
18
,,
1927
48.-
35.14
7.40
1.47
– –
20
1927
48.0134
35.12*
7.40 1.50
13.94*
42.674
Laagsted.w.l)
47.97%
.35.10
7.39 1.43
13.76
42.50
Hoogste d.w
1
)
48.05 35.20
7.42 1.50
13.97*
43.17*
13 Juni 1927
48.01
35.16
7.40
1.47*
13.77 43.01
6,,
1927-
–
–
–
–
–
Muntpariteit
48.-
35.
9
48.-
48.-
48.-
a
D ta
Stock- holm
)
Kopen-
Oslo
hagen)
)
Hel-
f1)
Buenos-
Aires
1)
Mon-
treal’)
for
14
Juni 1927
66.874
66.75
64.624 6.30
106
2.491/
8
15
1927
66.87*
66.75
64.57*
8.30
1061/
s
2.491/
8
16
,,
1927
66.874
66.75
64.55 6.30
106
2.49s/
17
1927
66.874
66.75
84.55
6.30
106
2.49%
18
,,
1927
66.90
66.75
64.55 6.30
106
2.491/
9
20
1927
66.90 66.75
64.55
6.30
106
2.49’j
Laagsted.w.
1
)
86.80
66.65
64.45 6.28
105%
2.49%
Hoogste d.wi)
641.924
66.75
64.65
6.31
1063/
8
2.497,
13 Juni 1927
66.85 66.75
64.55 6.30
106′
2.495/
6
,,.1927
–
–
-.
– –
–
M:untpariteit
66.67
66.67
66.67
6.264
1058/
2.48%
‘7 INULCCJ ing IC l%IIJOLCIUd11L.
7 1i1L. IC flULLCIUOI1I. .,i roll. VdVC.
2) Wettelijk gestabiliseerd tusschen
7.534j
en 7.21
1
12.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
D a a
Londen
($
per
£)
Parijs
($
p.
IOOfr.)
Berlijn
($
p. 100
MR.)
Amsterdam
(3
p. 100
gid.)
14 Juni
1927
4,85
11
/
3,915
23,70
40,06
15
,,
1927
.
3,915
23,70 40,06%
16
,,
1927
4,855/
3,918/
t
23,70
40,07
17
1927 4,859/
3,915j
‘
23,70
40,05%
18
1927
4,85%
3,915,
23,70
40,06
20
1927
4,859/
36
3,91
‘,
23,69%
40,06
21 Juni
19261
4,8611/, 2,8834
23,80
40,16%
Muntpariteit
4,8667
19,30
23,81%
402/
99
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen
lNoteerings-I
1
eenheden
4Juni
1
1927
11Juni
1927
1 13118Juni 1927
ILaagstelHoogstel
18
Juni
1927
Alexandrië. . Piast. p.
X
97%
97%
977/
97
9
/,
97%
Athene
….
Dr. p.
£
367
1
4 360 354
263 357%
Bangkok
..
Sh.p.tical
11104
11106/
8
1110
1/108
T
1
PlO
Budapest
. ..
Pen. p.
£
27.86
27.854
27.83
27.89
27.86
B. Aires’). —
d. p. $
4719133
4711/
/32
47%
4723!
132
Calcutta .. …
Sh.
p.
rup.
1515i
14
1j5
29
/
32
1/57/
9
1/559/84
1/5
j
Constantin..
Piast.p.0
922
928 920 940
932%
Hongkong
..
Sh.
p. $
210%
2/0%
1/117/
s
20%
2′
1
0′
132
1/107/
110
T
1” T
11107/8
111
1111 1/
Lissabon
2) . .
d. per
Esc.
27
/*6
1
’82
2′
2
7
/19
2%
215/
Mexico
. ….
d. per
$
23%
23′.
23
25
24
Montevideo
1)
d. per
$
.
50
49%
49%
497
495j
Montreal’)
. –
$
per
£
.
. per Mii.
4.8651
53
4.85
5
j
4.856
8
4.86%
4.86
96
7
Kobe
……..Sh.p.yen
R.d.Janeiro
1)
527!
135
5
527!2
558!
194
1
555!64
527/32
Shanghai
.. –
Sh.
p.
tael
..
2/7
7
1
3
)
2;71/
9
2
11
6%
2171j 2167/
5
Singapore.
..
id.
p. $
213
49
/
94
2/3l/
2/323/
2
‘
1
1313 ’16
213
Valparaiso
9.
$ p. L
39.84
39.82
39.80
39.83 39.81
Warschau
..
ZI. p. £
i
43% 43%
43 44
43%
‘) lelegratisch transtert. 2)90 dg.
1)
Noteering van 3 Juni.
ZILVERPRIJS GOUDPRIJS
8)
Londen’)
N.York
2
)
Londen
13 Juni 1927. . 26
–
13 Juni 1927….
84/11%
14
,,
1927..
262/
99
57
14
1927….
84/11
15
,,
1927.. 26%
57
15
,,
1927….
84/11%
16
,,
1927..
26T/
567/
9
16
,,
1927….
84111%
17
1927..
261,
8
56%
17
1927….
84/11%
18
1927..
261/
9
5634
18
1927….
84/11%
19 Juni 1926..
307/,
657/
8
19 Juni 1928…..
84/11%
20 Juli
1914.. 24is
54
1
/8
20 Juli
1914….
84111
1)
in pence p. oz.stand.
3)
Forelgn silver in $c. p. oz.fine.
3)
in sh. p.oz.fine
STAND VAN ‘e RIJKS KAS.
De Minister van Fina nciën maakt bekend
Vorderingen.
1
7Juni1927
t
15Juni1927
Saldo bij de Nederlandsche Bank….
/
616.451,75
/
10.166.828,89
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,
334.060,97
,
117.281,20
Voorschot op uit. Mei 1927 aan de ge- meenten op voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten op
43.827.486,143
»
22.626.193,35
de Rijksinkomsten belasting………..
8.731.726,82
,,
13.485.696,20
Kasvord. weg. credietverst. a/h. buitenl.
,,
126.9l5.920,38 ,,122.197.I 12,46
Daggeldleeningen
tegen onderpand
van Staatsschuldbrieven
–
–
Voorschotten aan de kolonitn…………
Saldo der postrekeningen van Rijks-
19.341.616,27
,,
14.726.192,13
comptabelen
……………………
Vordering
op
het Staatsbedrijf der
P.,
T
.enT.2) ……………………..
–
–
Id.
op
andere Staatsbedrijven 2)
2.605.348,03
……
,,
2.535.348,03
Verplichtingen.
Voorschot door de Nederl. Bank
–
–
Schatkistbiljetten in omloop2) ……..
/
58.724.000,-
f
58.724.000,-
Schatkistpromessen in omloofl ……
29.580.000,-
29
,,
.580.000,-
Waarvan direct bij de Ned. Bank
–
–
,,
11.842.359,-
Schuld a. d. Bank
v.
Ned. Gemeenten 2)
–
.
..
–
Zilverbons in omloop……………..,,
11.828.874,50
Id. a. h. Alg. Burg. Pensioenfonds 2)
3.123.943,59
,,
14.021.515,32
Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.
en
T.
2)..,,
27.927.810,57
,,
23.847.566,65
Id. aan andere Staatsbedrijven
2
)………730.000,-
Id. aan
..
,,
730.000,-
diverse Instellingen
2)
……….4.593.145,90
,,
4.659.601,09
i
)
Waarvan
f
12.056.000 vervallende
op 1
Juli 1929.
2)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.
3)
Uit. April.
NEDERLANDSCH.INDISCHE VLOTTENDE
SCHULD.
1
11Juni1927
1
18Juni1927
Vorderingen:
–
f
734.000,-
– –
Saldo bi4
‘8
Rijks kas
………………..
Verplichtingen: Voorschot uit ‘s Rijks kas aan N.-Indië
f
2.379.000,-
–
Saldo bij de Javasche Bank
…………..
Voorschot Javasche Bank aan N.-lndië
,,
7.866.000,-
,,
9.678.000,-
Schatkistpromessen in omloop …….
– –
Muntbiljetten in omloop
…………
…..
»
30.306.000,-
»
30.827.000,-
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds..
,,
1.186000,-
.
,,
1.186.000,–
Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank.
,,
1.222.000,-
,,
1.316.000,-
22 Juni 1927
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
565
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 20 Juni 1927.
Activa.
Binnenl.Wis-(Hfdbk. f 114.303.228,01
sels,Prom., Bijbnk. ,, 16.419.548,05
enz. in aisc.
Ag.scn. ,,
16.139.400,8
f
146.862.176,88
Papier o. h. Buiteni. in disconto…….
–
Idem eigen portef.
.
117.486.210,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk. nogniet afgel.
,,
–
117.486.210,-
Beieeningen
snel. vrsch.
Hfdbk.
f
46.353.082,09
in rek.-crt.
Bijbnk.
11.811.456,75
op onderp.
Ag.sch.
76.467.808,34
f
134.632.347,18
Op Effecten……..! 129.394.547,18
OpGoederenenSpec.
5.237.800,-
134.632.347,18
Voorschotten a. h. Rijk
.. … .-. _._.-..-..-.
,,
–
Munten Muntmateriaal
Munt, Goud ….. …
f
68.558.960,-
Muntmat., Goud
.. ,,
341.497.888.78
f
410.056.848,78
Munt, Zilver, enz.. ,,
28.363.833,86
Muntmat. Zilver..
–
Effecten
,,
438.420.682 64
BeleggingRes.fonds.
f
7.047.300,79
id. van
v. h. kapit.,,
3.998.970,04
11.046.270,83
Gebouwen en Meub. der Bank
……… ,,
5.142.000,-
Diverse rekeningen
.. …………….. .._
,,
9.802.617,27
Paesiva.
f
893.392.304,80
Kapitaal …………………..(
20.000.000,-
Reservefonds ………………. …. … ..
7.047.731,06
Bijzondere
reserve ………………….,,
8.800.000,-
Bankbiljetten in omloop………….
779.530.015,_
Bankassignatiön in omloop
.
……….,,
320.629,67
Rek.-Cour.
5
Het Rijk
18.028.503,66
saldo’s:
‘1 Anderen,,
45.797.489,11
63.825.992,77
Diverse rekeningen ………….. ..
.
,,
13.867.936,30
f
893.392.304,80
Beschikbaar metaalsaldo ……
.
.-..
.
f
269.197.326,16
Op cle basis van ‘/
metaaldekleing…..
100.461.998,67
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigdis.
1.345.986.630,-
Voornaamste posten in duizenden
guldens.
Goud
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Munt
1
Muntmat. Circulatie
opeischb.
schulden
Metaal-
saldo
kings
I
c’erc.
20 Juni ’27 68.559 34L498 779.530 64.147 269.197 52
13
’27 63.634 351.459 795.429 51.110 273.096 52
7
’27 63.719 345.444 808.354 33.847 267.691 52
30 Mei ’27 58.819 350.444 812.553 31.942 267.561 56
23
,, ‘27.58.896 357.909 792.881 41.964 277.214 53
16
,, ’27 59.001 359.732 813.082 33.982 276242 52
21 Juni ’26 65.466 361.238 798.967 70.587 279.767 52
25 Juli ’14 65.703 96.410 1310.4371 6.198 43.521′) 1 54
Totaal
I
Schalaist- B 1
Papier DiveT
Data
bedrag promessen nien ee-
op het
reke-
disconto’s rechtstreeks
g
buiten!.
I
ninsen
2)
20 Juni 1927
146.869
–
134.632
117.486
39.803
13
1927
153.036
…
133.572
114.103
36.501
7
1927
149.257
–
141.353
114.076
33.967
30
Mei 1927
123.516
–
141.692
140.490
34.515
23
1927
98.803
–
148.260
140.380 34.997
16
1927
102.028
–
138.787 143.659
54.929
21 Juni 19261
55.796
–
139.640
198.352
44.586
25 Juli
19141
67.947 14.300.
61.686 20.188
509
‘) Op de basis
van
15
metaaldekking.
2) Sluitpost
activa.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
lalle
Andere
opeischb.
Discont.
ID
k
ng
r
e
e
n1
7 Mei
1927..
1.030
1.543
648 940
571
29 April 1927-
1.040
1.642 522 926
517
23
1927..
1.040
1.475
549
927
513
16
1927..
1.041 1.481
600
916
495
9
1927-
1.031
1.515
589
929
477
8 Mei
1926-
1.020 1.613 763
958
466
5 Juli
1914..
645
1.100
560
735
396
1)
Sluitpost der activa.
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der lnatste weken zijn telegrafisch ontvangen.
Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
schulden
1
metaal-
1
saldo
11Juni 1927
21.400
318.400
48.500 140.020
4
,,
1927
214.600 311.900
55.000
141.220
28 Mej 1927
215.300 308.400
54.300
142.760
17 Mej 1927
185.323
29.7′
312.080
55.657
142.213
7
,,
1927
185.286
30.256
312.420 58.290
142.289
30Apr.1927
185.330
30.484 305.629
58.238
143.927
23
,,
1927
185.428
30.263
305.850
48.455
145.507
12Juni1926
195.354
37.787
330.033
43.787
158.851
13Juni1925
133.233
48.651
293.055
45.186
115.043
25 Juli1914
22.057
31.907 110.172 12.634
_4.842
2
)
Data
1
Dis-
Wissels.
buiten
Belee-
1
Diverse
1
reke-
1
Dek-
kings-
conto’s
N.-Jnd.
Ringen
1
ningeni)
percen- betaalb.
1
tape
11Juni1927
124800
58
4
,,
1927
119.000
***
58
28 Mei 1927
114.600
59
17 Mei 1927
14.036
20.007
63.243
57.834
58
7
»
1927
14.181
19.442
64.544
58.741
58
30Apr.1927
14.026
18.612
64.968
56.909
59
23
,,
1927
13.932
20.411 61.404
50.351
61
12Juni1926
11.099
21.278
43.328
65.491
62
13Juni1925
19.590 18.228
50.435 67.400
54
25Juli1914
7.259
6.395
47.934
2.228
44
‘)
Sluitpost
activa.
2)
Basis
2/5
metaaidekking.
BANK VAN ENGELAND.
Vornaamste
posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden poiiclen sterling.
Data
Metaal
Circulatie
Bedrag
Currency
Notes
Ban kbil/.
Gov.
Sec.
15 Juni 1927
152.111
136.500
305.825
56.250
249.214
8
1927
152.11i
137.333
302.460
56.250
252.650
1
1927
152.576
136.346
297.979 56.250
248.216
25 Mei
1927
152.540 135.859
293.556
56.250
243.930
18
1927
155.418
135.493
295.249
56.250 245.517
11
,,
1927
153.959 136.170
295.719 56.250 246.032
16 Juni 1926
149.793 140.008
295.862
56.250 245.317
22 Juli
1914
40.164
29.317
–
–
–
Data
1
Goe.
Sec.
1
Other
Sec.
1
Public
Depos.
1
Other
1
Depos.
Reserve)
1
D
n
–
ek
s-
kig
,.,-
15Juni’27
50.386 49.162
19.113
97.923
35.361
30s/
16
8
’27
52.586 45.606
12.550 102.389
34.528
30
1
’27
50.606 57.320
14.724
111.402
35.980
28
25 Mei ’27
48.519
50.919
19.759
98.356
36.431
3013,
18
’27 47.249 46.762
15.685
100.247
39.675
34
11
,,
’27
47.824
47.220
12.758
102.094
37.539
325
16 Juni’26
40.915
66.938
14.258
105.283
29.536
24j
22 Juli ’14
1
11.005
33.633
13.736
42.185 29.297
52
1)
Verhouding
tusschen Reserve en Deposits.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen fra.ncs.
Waarvan
Te
goed
Wis-
Waarv.
Belee-
Data
Goud
in het
Zilver in
het
se
op het
ningen
buitenl.i)
–
buitenl.
bulten!.
16Juni’27
5.547
1.864
345
51
1.634
8
1.687
9
’27
5.547
1.864
345
53
1.779
9
1.670
2
’27
5.547
1.864 345
52
2.644
7
1.630
27 Mei’27
5.547
1.864
344
53
2.193
7
1.594
19
,,
’27
5.547
1.864
343
52
2.092
9
1.838
17 Juni’26
5.549 1.864
336 576
4.483
17
2.354
23 Juli’14
4.104
1
–
640
–
1.541
8
1
769
Buit.geiv.
Schat-
1
Rekg.
Courant
Data
voorsch.
kistbil-
e
v
n
e
i
Circulatie
I
Staat
Parti-
a/d. Staat
jetteni)I
culieren
16Juni’27
26.950
5.726
21.300
52.381 12.003
125
9
’27
27.200
5.720
20.483 52.786
11.255
4
2
’27
27.100
5.704
19704
52.328
10.231 30
27 Mei ’27
26.600
5.701
19.018
51.801
10.424
159
19
,,
’27
27.400
5.700
18.074
52.157 9.823
172
17 Juni’26
36.400
5.370 3.498
53.033
2.770
16
23Juli’14
–
–
–
5.912
943
401
1)
Waarvan
beschikbaar 463 millioen.
2)
in disconto
genomen wegens
voorsch.
v.
d. Staat aan buiteni. regeeringen.
3)
Siuitpost
activa.
566
. ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN’
22Juni 1927
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 20 Juni 1927.
Van cle groote fondsenmarkten heeft die van B e r lii u
in de afgeloopen week een kalm, doch over ‘t geheel ge-
nomen niet onvast aanzien gehad. De toestand is door,
den maatregel van cle Rijksbank ‘van 12 Mei ji. gezuiverd
geworden, en zooda.ntig izij.n de engagemeuten verminderd,
dat de reportgelden tegen uit. April een vermindering met
50 pOt. aanwijzen. Hoe geweldig het beursverkeer zich ove-
rigens vÔSr den zwarten” Vrijdag (13 Mei) had uitgezet,
moge ‘hieruit blijken, dat de omzetbelasting in Mei niet
minder dan ii millioen mark heeft opgelevierd, tegeti slechts
75 m.illioen in April. lntusschen ‘bleef de affaire tonh”‘ctn
beperkten aard, daar men voortdurend tegen te ‘veel opti-
•misme blijft waarsøhuven, in verband vooral met de toch
nog steeds gespannen geidmarkt. Wel stroomde door de
dis-
contovei
–
ho’ogi’tig eenig buiten.Iandsoh kapitaal toe, doch een
discontci-.verhooging te Londen zou dit weder kannen doen
terugtrekken.
Te L on
den heeft de beurs een lusteloos voorkomen
behouden, niettegenataancie men eenige verlevendiging overi-
gens vrij algemeen had tegemoet gezien. De buitenlandsdhe
politieke berichten en de nog voortdurend lonzekeTC geld-
markt stonden deze echter in den weg. De stemming was
daarbij in den aanvang aan den zwakken kant, vooral voor
rubberaandeelen op het inaakken van den rubberprijs tot
1 sli. 4%, een niweati in langer dan 2 jaar niet voorgeko-
men, een en ander op geruchten, dat het ‘voornemen zou
bestaan de rubber-restrictie op te heffen. Op officieele
tegenspraak dezer voornemens ontatond weder herstel, hoe-
wel heden de tendens weer ‘veel flauiwer ‘was. Kuna&zijde-
‘aandeelen waren doorgaans vast, e’venauls dit te Berlijn het
geval was.
De P mr ijs eb e •b e ii r s werd begunstigd door een rui-me gelcimarkt en het meerendeel der fondsen had daii ook
een tamelijk vast zianqien.
Te N e w Y o rk blijven de omzetten nog steeds van
grooten omvang. Aanvankelijk was de stemming flauw,
doch ‘later
weTd
deze aanmerkelijk beter, waarna in vaste
tendens beëindigd werd. Op het einde der ‘week ‘was dege
middelde noteering van 20 der ‘voornaamste spooravegahares
136,91 tegen 136 95 op ‘t einde der vorige ‘week en ‘vrn 20
der voornaamste industrials 169,85 tegen 170,63.
Ten ons e n t .hiiebben enkele afdeeiingen een ‘leveucliger
voorkomen gehad, waarbij de ateanni ing echter
dlii
eebehalve
geazc’imeerd ‘bleek. De
beleggingsinarkt
bleef echter zover! stoorbaar vast, waartoe de iets’ ruimer geworden geldnarkt
ongetwijfeld het hare bijdroeg. 6 pOt. Necl. Wei-k. Schuld
192.2:
105%,
lO5/g; 4 pot: Ned. Werk. Schuld 1917:
100/, 100%, 100; ‘4 pCt. Ned-Jndië 19,26:
977/
s
, 97
29
/20;
5. pOt. Brazilië 1913 £20100: 72%, 72%; 8 pCt. Sao
Paulo 1921
:
106%’,
1067/,
106%’.
Bui keraar,sdeelen.
hadden een onregelmatig i4eploop. Aan-
n’auke’ljk hebben de zwakke suikernia.r’kten, als gevolg van
een verwachte ihoogere prodeotie in sommige streken, een
gemelden grooteren uitzaai in Europa en een gevreesde op-
‘heffing der Cuba-restrictie, op cie koersen der aancieelen nog
een nadeeligen invloed uitgeoefend, maar naderhand werd
deze afdeeling beter geclispneerd toen uit Cuiba het ber.icht
ontvangen werd, dat de iestrictie gehandhaafd zou blijven.
Cultuur .Mij. der Vorstenlaaden: 175, 168% (ex div.), 170
H’andelsvereeniging Amsterdam: 774%, 779, 772%;, 786; J,a
‘v,a Cultuur Mij.: 383%, 389%, 386, 392; Kr.ian: 213, 2.10%?, 2.19%; Maron: 263, 265,
268%;
Mcd. md. Suiker Unie: 292,
297%, 294%, 280% (ex. div.); Poer,wo’redj: 124%, 130h,
135; Sinclanglaoet: 445, 450, 440, 450; Suiker Cultuur Mij.:
297, 294%;, 200, 295; Tjepper: 785, 780, 790′, 80i1; Wattoe-
toelis Poppoh:
835%,
845, 855%, 860.
Tebekseendeelen
meesttij’ds met slechts geringe affaire.
Alleen in. het ‘begin van de week verkreeg deze af cleelming tij-
clélijk een leve.ndiger aanzien, idoordat er in vrijwel aJleaan-deelensoor’ten plotseling meerder aanbod ontstond, eensdeels
als gevolg van de flauwe tendens, die er op de .ruhbermarkt
heerschte, w’aarbij de meeste ?cabakmaamtsohappijen ook be-
trokken zijn, en voor een ander deel in ‘vierbancl’memt de niet bepaald hooggespannen verwachtingen van cle Vrijdag j’l. ge-
houden taibaksinsch.rijvi’ng. De koersen, die vrij sterk waren’
gedaald, iherstelden
7idh
later sweer gedeeltelijk toen het re-
sultaat der i’n’sohrijving medev.ïei en ook de rubbermmarkt een
beter ,voorkonien kreeg. Arszidaburg: 633, 620, 615, 620;
Besoeki Tabak Mij.: 499, 490, 488; IDeli Bata’via: 488, 477,
478%; Dcli Mij.:,
453%.,
445, 448; Oostkust: 218, 23l7/,
2.32%; mSeneanbah Mij.: 437%, 429%, 442; Agoepit: 414,
403, 410.
Zooals reeds opgemerkt, waren
Rubberaa.ndeelen
f’lau’iv
‘/lsi rboon. Was het aanbod aanvmkelijk van weinig ‘betee-
kenis, later begon dit groots verhoudingen aan te nemen.
En waar vraag zoo goed ials geheel ontbrak, moesten de
koersen ‘wel op beduidend lager peil ‘komen. Op het bi’-
i-icht, dat de Engelscthe minister van Koloniën niet
het voornemen ihad de restrictie op te ‘heffen, on’ts’tond Vrij-
dag j’i. een kradhtig ‘herstel, doch heden was de stemming al-
gemeen weer f.lauiwer, hoewel de Lonciensehe ‘voorraden een
klei nen teruggang aantoon den . Am’sterd am R’umbber : 299
1
A,
292%, 285, 297, 288
3
/s; Dcli Batavia Rubber:
2
33%, 2.27%’,
2.2.5%, 234%, 229%; Hema Rubber: 42.7, 418,
434,
428; In-
dische Rubber: 350,320,
330%;
Java Caoutehouc: 206, 184,
198; Kali Telepak: 318, 308, 300, 295 (ex. div.) 290; Ken-cleng Lboe: 414%,, 388, 407, 395; Lampong Sumatra: 206
(ex di’v.),
198%;
201; Ned.-Ind. Rubber & Koffie: 347%,
326%, 336%; Oost Java Rubber: 340,
320%,
329; Preanger
:Rubber: 205%, 200%, 176 (ex div.), 180′; R’dam Tapa-
noch: 142%,
135%;
140; Ser’badjadi:.299%, 282%, 290;
Sumatra Caoutchouc: 285, 2.71,
280%,
271; Sumatt-a ‘Rub-
her: 347, 330, 335%; Veree,nigde Indisdhe Cuirtuiir Onder-
nemingen:
182%,
174,
179%;
Intercontinental Rubber:
1.3/i, 12%, 12
5
/8. –
De
Petroleum-af cfeeling
‘leverde tweimig bijzonders op. Aalu-
deden Koninklijke bleven ‘licht f.luctueerien hij onbeteeke-tiende omzetten. Heden begirebeui-s leek de stemming iets
vastea- op eenige meerdere, naar het scheen, ;bin’nenfandsche
vraag, doch toen deze bevredigd was, ging de aanvanke-
lijk behaalde avance weer verloren. Dorcltsche Petroleum
Ind. Mij.: 356, 357, 353%,
855%;
Kon. Petroleum Mij.:
37
3%,
374,
375%;
Pet.imaik Petroleum: 68, 66, 6718 65; Peu-
dawa: 17, 16%
1615/i4;
,Ma.rlandOil: 36%’, 35%, 36%.
Boheapvaa.rtaa’rcdeelen
‘voortdurend
11
,
usteloos en ‘zwakker
in ‘vei-band met de mtei
–
uggaan’de ivraehtenkoerseu. Vooral wa-
ren aandeelen Holland-Amerika Lijn weer aangeboden.
Holiand-A.mei-ika Lijn: 76
3
/s, 74%, 67% ; Java Ohina Ja-
‘pan ‘lijn: 124 (ex. cliv.) 12.13/4, 119%; Kon. .Ned. Stoomboot
Mij.: 93%, 92%, 92; Neder’landsche Scheepvaart Unie:
1987/8, 1957/
8
,
185%.
(ex., div.) ; Nivelt G-oudriaa,n: 122%,
1
2
3% 121%, 112% (ex div.); Stoomvaant ‘Mij. Nederland:.
180, 176, 176%. –
Binnenlan4so1a industrie fondsen ook
nog steeds met os-
beteekenende omzetten, waarbij de stemming eenigszins ‘ver
deeld was. Aandeelen van kunslzijdef’abrieken in ‘het ‘begin
der week iets lager, ‘herstekkin ziek ‘later weer gedeeltelijk.
De nieuw geëmitteerde American 01 anwistoffe .waren -vast.
Centrale Suiker Mij.: 119, 118, 117, 116; Etolla.iidsche Kunst-
zijde Inil.: 113%, 112/i, 114%; Jurgens: 171%, 171, 172;
Maekubee: 109, 105, 107, 108%; Ned. Kunstzijdefabriek:
310, 311%, 318%, 314%; P:hilips gloeila.mpenfaibriek: 430
1
/
4
,
431%, 422%,
424%
429%.
Op de
ln.ij’?menlrcarkt
bleven ]3odtons bij ‘voortduring flauav min verba:nd met de aangekondigde aandeelenemissie. Vooral
heden bestond er tamelijk veel saanbod, waardoor de handel
.zooevel in aanideelcu als in claims van groeten omvang ‘werd.
Na zeer flauiw te zijn begonnen, ivas het slot echter aan-
malrkeijk ‘beter. Alg. Explom
–
atie Mij.: 71,
68%,
69, 67;
,Billiton le Rubriek: 909, 890, 891; Boeten Mijnbouw Mij.:
166%, 165%, 160, 134% (ex claim) ; Muller & Co.’s Mijn-
bouw Mij.: 77%,
75%,
76%; Redjaag Lebong: 163, 165%
165; Singkep Tin Mij.: 486, 485, 493, 491.
-Ba.nkaandeelen op
nalgenoeg ongeivijzigde koersen en met
onlbeduidencLe transacties. Aandeelen Koloniale Bank, maal–
op 10 pCt. dividend betaald ‘werd, per saldo iets beter.
Amsterdamsehe Bank: 170,
169%,
l67
5
/, 170
5
/8;
HolI. Bank
voor Zuid-Amerika: 73%, 71%, 72
3
/8,
73%; Incasso Ban:k:
123; Koloniale B’aln’k:
250%,
251%, 249,
240%.
(ex div.),
244%; Ned.-Ind. Handelsbdnk: 176, 174%, 177; Ne:1. Han-
del ‘Mij. C.
‘v.
A.: 157
3
/8, 1567/
s
, 158; R’d.amsche Baukver-eeniging: 87%, 86%, 87%; Tiventsohe Bank: 138, 137, 136,
138.
Amerika.a.nsche shares
niet eenige affaire in de lichte
spoonwegsha.res, waarbij de koersbewegi’ngen ‘van New York
gevolgd iverden. Zeer -vast iwaren Ontario’s. Anacondma Cop-
per: 91%, 90%, 90; ,Smtudebaker: 50%, 50%, 50%; United
States Steel Corp.: 123/, 123
5
/8,
123; A’tOhison Topeca:
180; Bal’timore & Ohio: 122, 119%; Ei-je: 53, 51%, 52%;
Missouri Kansas & Texas: 53, 51%, 537/
s
,
547/;
St. Louis &
San Francisco: 114%, 116,
117%;
Wabaah Raïliway: 77%,
7
4
/ie, 77
1
/, 767/
s
.
Op
de
geldinarkt is
de mprolongatien’oteering tot 3% pCt.
ternggeloopen; ‘particulier disconto 3%, Ii- 3/18 pOt.
22 Juni 1927
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
567
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
21 Juni 1927.
T ii r
w
è. Niettegenataande van dag tot dag belangrijke
nieuwsberichten worden gelanceerd, hebben tocih de tarwe-
markten in de afgelopen ‘week weinig gefluctueerd. Het
is een week geweest waarbij, vooral in te Europeesche mark-ben, zeer weiuig zaken tot stand kw’a.men. Het seizoen is ver
gevorderd. In de Vereenigde Staten wordt over een belang-
rijk gebied reeds w
–
i.n’tertarwe geoogst. De verschepingen ‘van
(leze tarwe zullen over eenige weken beginnen. In de Zuji-
clelijke
•
lauclen van Europa is eveneens cle oogst aangevau
gen, terwijl liet in de Noordelijke ‘landen nog circa een
maand voor de rogge en twee maanden voor de tar,we duurt,
alvorens men met oogsten kan beginnen. Niettegenstaande
de versohepingen in de iufgeloope.0 week betrekkelijk klein waren en dientengevolge de zei’lende voorraad aanmerkelijk
afnam, is deze laatste toch nog zeer aanzienlijk. Noord-
West-Europa zal evenwel nog zeer veel tarwe moeten op-
ilenlen geclu rende de een of frvee maanden die het van den
oogst scheidt en in verband daarmede is het niet waarschijn-
lijk dat deze zeilende ‘voor.aad ‘te groot zeil blijken. De voor-
raden ‘van inlandsehe tariwe zijn in de meeste Europeesche
landen bijna geheel uitgeput, soodat tle in te voeren hoeveel-
heid naar verhouding bijzonder groot moet zijn. Het gebrek
aan koopiust heeft dan ook ‘geen werkelijke verlaging der
prijzen doen ontstaan, zoo’min hier als in de exportlatiden.
Chicago Juli noteerde op 20 dezer 146 tegen 1454 een
week geleden. Daarentegen is de Septembertermijn terugge-loopen van 144 tot 1427%. Ongeveer ‘hetzelfde prijsverloop
zien wij in Winnipeg ‘waar Juli van 158% tot 1587% verbe-terde en October ‘van 146 tot
145i/
terugliep.
De oogstberichten zijn in de Vereenigde Staten over ‘het
algemeen gnnstig geweest, zoowel voor de winter- als voor de zomertarwe. Eet oogsten is nu reeds in Zuidelijk Kansas
aangevangen Het feit dat de bodem in liet Noord-Westen
zoo’veel regen hoef t ontvangen, maken cle vooruitz.ichteu van
den oogst van zoniertaawe gunstig en deze factor geldt ook in
sterke mate voor Canada, waar men hoopt dat de te kleine
uitzaai gecompenseerd zal worden door een hoogere op.
bretigst. Er blijft evenwel gevaar bestaan voor vorst in ibet
najaar, aangezien wogen’s den laten uitzaai cle oogst waar-
shijnlijk zeer laat ‘rijp zal zijn. in Argentinië waar cle uoteeringen een kleine verlaging
toonen tegen een ‘week geleden, waren de oogatberichten
gunstig, doch iiieer regen zou
toch
nog welkom zijn. Aiîstr’a•
lië, dat ‘voor een deel aan droogte lijdt, meldt thans goede
regen in het Zuiden, doch ook daar wordt naar meer neer-
slag verlangd. Ook de Europeesche oogstberiahten zijn gunstiger. Allleei,
in Duitsdhland blijft men over langzame ontwikkeling van
den oogst klagen ten ‘gevolge ‘van ongunstig weer. Ten on-
zen.t, waar de weersomstandigheden niet ‘veel van die in
Duitschland versehild hebben, geeft liet of f.icieele rapport
Noteeringen.
–
Chicago
Buenos Aires
Data
Tarwe
Maïs
Haver
Tarwe
Maïs
Lijnnzaad
Juli
Juli
full full
Juli
Juli
18Juni’27
1458e,
1008/,
488/,
12,35 6,45 16,20
11
,,
’27
144s,,
9381
4
471,
12.50
6,45
16,20
18Juni’26
1
1
41
70’/,
41
13,50
6,85
17,10
18Juni’25
1558/
4
1097/8
493%
13,50
8,65
20,60
18Juni’24
116,
86′.(
7K
13,35 8,25
21,40
20Juli’14
82
56
8
/
8
3
6X
9,40
5,38 13,70
een zeer gunstigen stand ‘voor tarwe aan, een gemiddeilden
stand voor rogge, en een tamelijk gunstigen stand voor gerst
en haver. Over ‘het algemeen geeft dit bericht reden tot ‘te-
‘vreden’heid, want de berichten tot nu, deden vermoeden dat de sta’nd van de ‘veldgewassen niet gunstig was. Wat de be.
bouwde oppervlakte betreft, valt ‘liet op dat die van tarwe
tamelijk uitgebreid is, eenigszins ton koste van rogge en
haver.
Ook de berichten uit OostEuiopa, nl. uit Roemenië en Bul-
garij, ‘zijn tamelijk gunstig ‘hetgeen ‘in ‘hoofdzaak eveneens ge-
zegd kan worden van de Russische berichten, oîsdhoon er
districten zijn, waar de oogsten door gebrek aan regen te
lijden hebben, terwijl sommige berichten aangeven •dat de
oogsten ten gevolge van hitto achteruitgaan.
De graanvrachten zijn in ‘de meeste markten gedaald,.
‘vooral Argentinië, hetgeen de prijs ‘van de tarwe in de Euro-peesche markten natuurlijk beïnvloed heeft. R o g ge. De versohepingen van rogge van Noord-Amerika
naar Europa gaan voort op tamelijk ruime schaal en de voor-
raden in de Ver. Staten nemen regelmatig af. Er is dan ook
een aanzienlijk hoogere prijs voor rogge van den ouden oogst
boven dien ‘van den nieuwen ‘oogst, hetgeen uitgedrukt wordt
in de ±ermijnnoteeringen te Chicago, al. Juli 1143′ tegen
September 104%. De zaken zijn in de afgeloopen ‘wek niet
levendig geweest en de prijzen zijn eenigszins teruggeloopcn,
ook voor Argentijnsohe rogge die in beperkte ‘hoeveelheden wordt aangeboden. Op het oogenblik komen de rversohepin-
gen ‘van rogge bijna uitsluitend van Noord-Amerika. Met
den nienSwen oogst zal men evenwel waarschijnlijk wederom
‘belangrijke hoeveelheden van de Zwarte Zee kunnen Ter-
wachten.
M a ï s. Voor dit artikel blijft cle ‘vraag tin Europa zeer ie-
vanclig. De verschepi’ngen van La Piata waren wederom
zeer groot, doch vooral in cle Noord-Continentale markten
wist ‘cle prijs van loco maïs zich te ‘handhaven boven dien
voor latere posities. In La Plata evenwel vraagt men ‘voor
latere levering meer, voodat ook in Europa voor aflading
September en later wederom hoogere prijzen gevraagd wor-
den. De zaken ‘waren in cle Engelsche ‘markt gering, maar
op hot Continent tamelijk levendig, zooivel voor IndIende par-
tijen als voor Juli en Augustus af lading, terwijl sommige
mark’tu ook de ‘hoogere prijzen rvooT September en latere maanden betaalden. Naast de groote versohepingen van La
Plata vinden wij de in verhouding grootere verschepingen
van dei Donau. De prijzen ‘voor ‘deze maïssoort, die ‘aanvan-
kelijk terugliepen, ‘zijn later ez’eriivel wederom gestegen,
wat trouwens ook voor de prijzen van La Pla,tamaïs geldt.
Rotterdam kocht een lading stoomencie La Platamais. De
‘vraag blijft in onze markt nI. van dien aard dat de loco-
voorraad ‘telkeus wederom geruimd is. Hetzelfde geldt van
‘dc Antwerpsehe markt en in mindere mate van Hamburg.
Daar zakten de prijzen ,in de afgeiloopen week wel wat in
ten gevolge van groote aanvoeren, maar ook daar was er een
herstel, iwaaruift wel blijkt dat ook deze markt groote kwan-
Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.
Soorten
20juni
13Juni
21Juni
Tarwe (Hardwinter II) …’
15,75 15,70
16,25
Rogge (No. 2 Western) ..’
13,25
13,60
11,30
Maïs (La Plata)
… …
. . –
2
175,- 175,-
170,-
Gerst (48 lbs. malting)
.
2
241,-
253,- 202,-
Haver (Canada3) …….
,
1
13,_
13,25
10,90
Lijnkoeken (Noord-Amen.
ka van La Plata-zaad) …’
12,10 12,10 12,20
Lijnzaad (La Plata) …..
3
374,_
372,-
370,-
•
1)
per 100 KG.
)
per 2000
KG.
9
per 1960 KG.
AANVOEREN in tons van 1000 KG.
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen
12118
Juni
Sedert
Overeenk.
12118
Juni
Sedert
Overeenk.
1927 1926
1921
1 Jan.
1927
tijdvak
1926
1927
1 Jan.
1927
tijdvak
1926
49.909
1.047.792
609.277
–
33.065
7.568
1.080.857 616.845
Tarwe………………..
Rogge
……………..
8.436
177.353
109.177
–
100
596
177.453 109.773
–
10.094 11.428
–
67
585
10.161
12.013
Boekweit ……………….MaIs ………………
611.380
406.425
65
97.567 38.351
708.947 444.776
17.902
218.605
150.657
–
6.529 5.303
225.134
155.960
Haver ………………
5.865
87.730
93.219
–
2.728
2.165
90.458 95.384
23.
.417
8.744
126.627
112.207
–
121.888
111.349
248.515
223.556
Gerst
………………
1.930
.
1
85.369 115.035
–
–
–
85.389
115.035
Lijnzaad
…………..
Lijnkoek
…………….
4.019
56.750
31.520
740 18.377
6.433
75.127
37.953
Tarwemeel
………….
Andere meelsoorten
–
7.486
7.414
–
–
–
7.486
7.414
568
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 Juni 1927
titeiten kan opnemen.
Eenige zaken zijn tot stand gekômen in Zuid-Afrikaan-
scihe nia.ïs tot prijzen, clie aanzienlijk hooger
Zfl
(lan het-
geen uien voor La Plata,rnaïs betaalt. Indien Znid-Afrcka
werkelijk een groot exportsur.plus heeft, zuilen cle prijzen voor dee maIs dichter die van La .P’Iatamals moeten nade
ren om een afzetgebied in Europa te vinden. De opbrenget
wordt officieel geraamd op 8,077.000 qicar.ters tegen
4,539.000 guariters verleden jaar.
0 e r st. Deze markt wordt nog in’ hoofdzaak door Noord-
Amerika en wel Canada beheersoht, dat is te ‘zeggen voor
a’flading ‘van den ciciclen oogst. Op den n.ieu’wen oogst vin-
den wij ook de Donaudauden aan de markt, terwijl ook Rus-
-laiicl waarschijnlijk ‘spoedig gerst zal aanbieden. Op het oogen-
blik zijn er reed’s offertes, clodh deze zijn in verhouding ‘tot
andere soorten ara.t hoog. De vraag voor ‘spoedig leverbare
gerst was oube’vred.igencl, maar tot aanbod was. zoo gering,
dat de prizen toch – eveinig verandering hebben ondergaan. Voor h a v e r is in (le afgciloopen week niet veel belang-
stelling geweest, doch de ondertoon voor dit artikel blijFt
toch vast. Terwijl de berichten over den haveroogst hier te
lande zeer slecht waren, tea gevolge van vorst, geeft het of-
ficieele rapport een zeer bevredigencien stand voor lbaver
aan ‘waaruit wij wel opmaken dat ibet bevriezen van de ‘h-a-
verplant slechts plaatselijke schade lieef t veroorzaakt, of
dat de plani zich ‘in velé gévallen nog kon herstellen. Wat
de .buiteniend’scihe markten betreft valt in het bijzonder de
vaste stemming van kawer te Winni’peg op, waar de Juli-
termijn ‘van 62% tot 67i/ opliep, dit ‘heeft even.wei ‘niet vEel
invloed gehad, o.a. omdat La Platahaver flaitaver was.
SUIKER.
–
In sy’m’pa4Aiie met den ga:ng der prijzen ivan het arbi’ice
in Amerika, ga
–
Ven
0:0k
de andere ‘suikermar:kte,n – uitge-
zoncterd Java – min of meer gelijke fluctaaties te .Yiiefl;
de toon blijft ‘nog onzeker.
‘Op cle .N e w Y o rk s cli e .tenmijnbenrs ondergingen no-
teeringen tegen het micliden der week een gevoelige daling,
waarna cle rprijien echter -weder ietwat aantrékken. Het
verloop der noteeringeai was ‘als volgt:
Sp. C. Juli Spt. Dec. Jan. Mrt.
Slot voorafg. week …….4.52 2.70 2.81 2.89 2.80 2.66
Opening verslagweek.
4.55 2.72 2.82 2.91 2.8
1
. 2.71
Midden verslagweek .
4.52 2.60 2.72 2.81 2.75 2.65
Slot verslagweek……..4.52 2.65 2.76 2.86 2.79 2.70
ID ontvangsten in de Atl. havens der V. S. bedroegen
deze week 66.000 tons, de ‘versmeltingen 74.000 .tons tegen
68.000
,
to’ns ‘in 1925 en de ‘voorraden 262.000 tcins tegen
383.000 ton’s.
Voor prompte en spoedii.g aankomende koloniale suiker bestond deze week ‘wat meer belangstelling, hoewel raff i-
nacteurs anondjesmaat blijven koopen in -verband met ‘de nog
steeds ‘bij normale jaren ‘achterblijvende consumptie. Aan
den anderen kant echter toonen producenten en houders zich
‘volstrekt niet zoo ‘erkoopsgezi’n’d, ‘eii werd elk ‘aanbod
grif uit de ‘markt ‘genomen..
De prijs voor prompte Culbasuilcer daalde ‘tot 2% dc.
c. & fr. New York, waarna weer 2,81 dc. betaald werd.
Dé laatste C ‘cc b a-st’atis’tiek is al’s volgt:
1927
1926
1925
Tons
Tons
Tons
Weekontvangsten tot 11 Juni
38.796
46.432
84.953
Totaal sedert 1 Jan.-11 Juni 3.255.961 3.643.675 4.056.115
Aantal’ werkende fabrieken
5. 9
24
Weekexport 11 Juni ……..90.805 75.097 130.359
Totale’export sedert 1 J-11 J. 2.001.145 2.266.290 2.846.627
Totale voorraad 11 Juni …. 1.254.816 1.380.436 1 209.488
In E ng ei and ‘werd de Board of Tr,ade-statistiek over
Mei met cle volgende cijfers’ gepubliceerd:
Mei ‘
Jan./Mei
-‘
Tons
Tons
Tons
Ton’s
1927
1926
1927
1926
Import Ruwsuiker.
118.912
87.062 483.265 554.876
(eraffineerd .
52.003
57.852 249.207 270.718
Totaal …………..170.915 144.91.4 732472′ 825.594
Voorraad Binni. biet’s
5.050
–
–
in entrepôt 310.450 416.700
–
–
raffinaderij 78.100 45.150
–
–
Opbrengst raffinaderij 65.344
72.727 301.826 367.695
Totaal binnen!, verbruik 121.823 147.018 605.386 662.916
Totale export ………7305
5.105
25.862
45.380
Voorraad’30 April 1927
‘ 372.300
1926 496.050
,,
31 Mei 1927
396.600
1926 461.850
Ook liie r is hiet ‘lage consumptiecij’fer’ opvallend, even-
als ‘het totaal Jan.fMei in ‘vergelijking met 1926. Verder
‘valt in het ‘oog dat – -ofschoon de voorraad met ongeveer
95.000 tons vermeer(ler(le ,:il ‘vergelijking ‘met (le vorige
maand het totdial ‘ongeveer 75.000 tous ‘kleiner is. daii
in 1926.
• Da termijnmarkt in Londen
,W.U:S
(le afgeloopeu week zeer
onregelmatig en sloot op de volgende. -noteeringen:
Juni Sh.
1
4
1
.
9%;
Aug. Sh. 1
1
5/0%; Oct. .Sh. 14/6; Dec.
Sh. 1414%; Mrt. ’28 S’h. 16/2%.
Op J a v a was de ‘markt voor ‘tweedeh’andsch suiker vrij
levendig; op ‘het lage niveau, waartoe ‘prijzen cle vorige
week gekomen waren, toonde Britsoh-I’nd,ië ‘belangstelling
en konden prijzen ‘voor witte suiker ongeveer
f
1 per 100
KG. oploopen. De stemming was aan ‘het einde dor ‘week
dan ook prijhouclencl en ‘v’r’aagprijzen waren als vol
gt:
Superieur N. Oogst readyen Juli/Aüg.
f
16,_ per 100K.G.
Sept./Oct.
,, 16
i/
8
Oct./Nov.
,, 168/
Nov./Dec.
,, 16%
>o. 16. &/hooger Nieuwe Oogst ready ,, 15,_
ii i e r te 1 a ii de hield de -termijnmarkt •zïh aanvanice-lijk vrij goed naar aanlieicli.n-g ‘der beridhten van Java e
konden prijzen ongeveer
f 34
aantrekken. De daling -té
New York ‘bewerkte eehter ook hier een omslag. en ten slotte
verkreeg het aanbod de overliand. Het slot twas kalm
Op
(le ‘volgende noteeriiigen: Aug.
f
18Y
8
£c
1/4;
Dec.
f
173/8;
Maart f1734.
De omzet bedroeg -deze week ongeveer 8000 tors.
KATOEN.
Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons.
–
Manchester, d.d. 15 Juni 1927.
Sedert ons bericht -‘van veertien dagen geleden, hebben
-prijzen van Aanenikaao’sche katoen sterk gefiuctueerd. Ver-
leden week D-insdag was er een daling van meer dan 30
piraten in Liverpool, welke daling later echter grooten-
deels ‘weer ingehaald werd, doch gisterea was er wederom
een dlaili-ng vati 25 punten, waardoor liet niveau van de vorige
week ‘bereikt werd. Vöorn amelijk zijn de .weerberidh’ten in
Amerika aan deze schommelingen debet en het is zeer
wel mogelijk, dat dit tot de kom-st van den nieuwen oogst
aal
blijven ‘voortduren. Deze toestanden w.orden nog ge-
steu-ncl door de onzekerheid -in ‘hoeverre -herplanten in
(le ov&rstroomde gebieden mogelijk aal blijken .te zijn. Egyp-
tische
soorten
zijn ook vrij ‘vast gebleven en men zegt, dat
prijzen zich -ten nadeele van koopers bewegen, wanneer
actueele katoen verlangd ‘wordt, ondanks cle goedie oo’st-
berichten en ‘het -surplus van den ouden oogst.
De Amerikaansche garen-markt ‘blijft vast, Er was j-l;
Maandag slechts weinig ‘bezoek aan de beurs, daar in ver
–
‘schillende spi’ndistrieten de Pin’ks’tervacantjje met den eer
–
sten ‘dag ‘van de daarop ‘volgende iweek verlen
gd -wordt en
verschillende le’rkoopers ‘van het mooie weer ‘geprofiteerd
hebben om ‘hun ‘v.acantie nog wat te verlengen. Gisteren
‘was er weinig vraag, ‘zoowel voor grovere al-s mdio num-
mers tw’i-s,t en ‘cveft en verk-oopers bepaalden zich voorname-
-lijk tot ‘het geven -van noteeringen. liet dient echter gezegd
‘te worden, dat cie -markt ‘nog niet weer op verhaal ‘geko-
men is, ihoewel er enkele flinke posten geboekt zijn -in
extra ‘harde bundelgarens, alsook ‘in -getwijnde garens voor En-cl,ië. In Egyptische garens i’s de vatte stemming van ‘het
rcuwe materiaal en de verhoogde vraagprjzen een beletsel
voor ‘zaken geweest. Het rapport van den Board of Trede,
betreffende ‘den expor.t van katoenen -garen’s gedurende de
maand Mei, dat gisteren -gepubliceerd ‘-werd, geeft een stij-
ging aan van meer dan 5%’ -mil’lioen ‘I-bs. vergeleken met
Mei 1925 en van ‘bijn.a 1234 Inhillioen lbs., vergeleken met
Mei 1926. Alen moet hier-bij echter niet ‘vergeten, da-t de
algemeene staking, -die -in Mei ‘van het vorig jaar begonnen
is, ‘zoowél zaken -als transportwezen voor een koste periode
lam geslagen ihad. De grootste toename -is ‘naar D-uitsch-
land en Holland, welke te za.en -bijna 834- mi-l’lioen lbs.
meer -bedraagt. -De rest is over de andere markten verdeeld.
De doekncarkt ‘is na’ de vacantiedag-en kalm geopelid.
Prijzen zijn -vast en -kunnen zich goed handhaven, doch er
.gaat ‘slechts weinig om. Klaarblijkelijk zijn
–
wij aan een
nieuwe -af’wadh’tingsper.iode gekomen en wordt de loop der
katoenmarkt door overzeescihe -koopers met ‘belangstelling gevolgd; ook de jongste prijsstijging van ‘het ruwe materiaal
houdt -zakeu tegeh Er komen voldoende ‘prij-saan’vragen
-binnen, ‘dooh ‘het resultaat is slechts gering. Wat Indië
betreft, is het nieuws Van de -mou.-soon welkom. In ‘de positie
in China -is -geen verbetering gekomen’ e’ andere markten,
22 Juni 1927
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
569
hoewel wel belangstellend, lebben nog geen groote activi-
teit taan den (lag gelegd.
1Juni15 Juni Oost. koersen. 31Mei14 Juni
Liverpoolnoteeringen.
T.T. op Br.-Indië 115
115 7/
F.G.F. Sakellaridis 17,00 17,00 T.T.opllongkong2/0
2/0
G.F. No. 1 Oomra.. 7,35 7,15 T.T.op Shanghai 216% 216%
Noteering voor Loco-Katoen.
(Mi.ddling Uplancis.)
17
Juni
1927
10
Juni
1927
3Juni
1
1927
17
Juni
1
1926
17
Juni
1
1925
New York voor
Middling
.
._
16,75e
17,05e
18,85e 18,35e
24,15 c
New Orleans voor Middling
16,43e
16,67e
1)
c
17,37e
24,10e
Liverpool voor
Middling
.
..
9,13 d
1)
d
9,23 d
9,54 d
13,71 d
Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen).
1
Aug.’26
tot
10Juni’27
Overeenkomstige
periode
1
1925126
1
1924125
Ontvangsten Gulf-Havens.
{12786
9481
9304
Atlant.Havens
Uitvoer naar Gr.Brittanniö
2502 2167
2494
‘tVastelandete.
6351
4281
4519
Japan ……..
1718 1156
890
Voorraden.
(In dulzendtallen balen).
10Juni’27
Overeenkomstig tijdstip
1926
1925
Amerik. havens………..-
1502
794 420 575
1185
281
46
135
Binnenland ……………
New York ……………221
367
.
008
234
93
New Orleans …………..
Liverpool ……………
527
527
1).
Gesloten
KOFFIE.
De a.fgeloopen beriuhtweek bradlvt weinig verandering
in cle ntenniii.ng voor het artikel. in de laatste dagen liepen
de vraagpvjzen van Braziliii, zoowel voor Santos als voor
Rio, op proinpte ve.rscheping circa 2/- op, doch veel in-
vloed op de stenrniiin.g in het algemeen had dit niet. Van
Java waren cle aanbiedingen van Palembang Robusta op
prompte aflading ongeveer onveranderd, en van de betere
ongewassohen Suniatra Robusta soorten ca.
6
ct. lager.
in de noteeringen aan de termijnmarkt kwam al evenmin
vieel verandering. Voor het Santos-contract bleven zij ge-
lijk aan de vorige week (met uitzondering van de Beptem-
ber-maand, welke thans % cl. lager noteert), terwijl die
voor het Gemengd contract ca. cl. honger zijn.
Voor loco is cie vraag nog steeds zeer beperkt, zoodat de
omzet van weinig beteekenis was.
De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
01)
prompte versoheping zijn thans ongeveer 731. t 75/- per
cw.t. en ‘van dito Prime onge’veer 761- t 781-, terwijl zij van
Rio type New-York 7 niet beschrijving, prompte versohe-
ping, bedragen 621- 5, 6216.
Van Robusta op af lading van Nederla.ndseh-Indië zijn de
prijzen in de eerste hand op het oogenblik:
Palembang Rcvbusta, 30’% cl.; Benkoelen Robusta, 31 ct.;
Mandheling Robusta, 34 ct., alles Juni/Juli vérsdheping
per
1%
KG., cif., uitgeleverd gewicht, netto contant.
De officieele loconoteering nverd voor Superior Santos
gebracht van 52 op 50 cl. per
Y
KG-., terwijl die voor Ho-
buste onveranderd 47 ct. bleef.
De noteeri ngen aan de Rotterdamsche termijnmarkt wa-
ren aan de ochtend-cail als volgt:
Santos-contract
(Jemengd Contract
basis Good
11
basis Santos Good
1
Sept.1 Dec.
I
Mrt.
I
Mei
11
Sept.I Dec.
I
Mrt.
I
Mei
21 Juni
38
37,4 36X 351j
2
37q 35X 345h 337/,
14 ,,
39y, 37% 36c 35
37
I8
3433t,8
7 ,,
39 y,
374 3 6Y
2
35
388,, 35sf,
33
31 Mei
39y
4
37X 364 35X 381/
6
355,
8
33’i
De slot-noteeringen te New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:
Sept.
I
Dec.
I
Maart
Mei
$
12,01
$11,68
$
11,52
$
11,34
10
,,
,,
11,60
,,
11,30
11,18
1
r
0
5
20
Juni
…….
,,
11,78
,,
11,47
11,32
11,17
27 Mei
12,07
11,75 11,60 11,45
Rotterdam, 21 Juni 1927.
(Mededeeling van de Vereeniging voor ‘den Goederenhandel
te Rotterdam.)
Noteeringen en voorraden in Brazilië.
1
te Rio
1
te Santos
I
Wisselkoers
Data
1
tRo
Voorraad
1
Prijs
1
Voorraad
1
Prijs op Londen
1
(InBaen)
1
No.71)
1
(InBalen)
1
No.4′)
20 Juni 19271 250.000 22.325 935.000 23.700 5
59
1
64
13 ,,
1927
256.000 21.450 920.000 nomin. 559/
64
6 ,, 1927
202.000 22.200 957.000 24.000
5
“j,
21 Juni 1926
203.000 25.475 1.332.000 25.300 7/8
Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.
te Rio
te San (os
Data
–
Afgeloopen
Sedert Afgeloopen
Sedert
week
1Juli
week
1 Juli
18 Juui 1927.. .
79.000 3.464.000 178.000 9.214.000
19 Juni 1926….
60.000 3.851.000
151.000 8.856.000
1) In Reis.
Statistiek der firma G. Duuring & Zoon.
Zichtbare voorraad op 1 Juni in duizenden balen.
1927 1926 1925 1924 1923
Voorraad in Europa.. 1.833 1.609 1.793 1.783 2.018
Stoomend (Brazilië ..
429
357
383
413
302
n. Europa Oost-Indië.
44
25
16 –
19
9
2.306
1.991
2.192 2.215 2.329
Voorraad Ver. Staten 743
583
536
668
825
Stoomend
naar
IBrazjljë ..
475
448
243
428
234
Ver.Staten
3.524 3.022 2.971
3.311
3.388
Voorraad in Rio ….
172
143
105
258
833
Santos.
907
1.265 2.124 1.159
1.256
Bahia ..
20
19
28
26
10
Victoria.
8
–
– . –
–
Totaal …..•4.631 *4449 •5.228
*4.754
5.487
Op 1 Mei ……….*4.537 *4.533 *5335 •4.445
6.123
1926 1925 1924 1923 1922
Op 1 Juli ……….*4.571 *5.085 *5.071 *5.340
8.639
1 Juli 1924 4.592.000 balen
1 Juni 1925 2.403.000
1 Juli 1925 1.786.000
* Niet inbegrepen de binneni. 1 Mei 1926 3.531.000
voorraden in Sao Paulo. . 1 Juni 1926 3.144.000
1 Juli 1926 2.833.000
1 Mei 1927 3.133.000 114 Mei 1927 2.991.000
THEE.
Bij de herva.tting der Londensche theeveilingen in de af-
geloopen ‘week, gaf de markt een klein herstel te zien op de
reactie ciie de theeprijzen in cle weken vOOr Pi,iks’teren had-
den ondergaan.
Het prijsniveau te Londen kon daardoor ongeveer een
d. per Lb. ‘verbeteren. Tot dit herstel werkte ook mede
de gunstige indruk dien men kreeg van (le maand-statistiek
over Mei van dan ,,Board cii Trade”. De afvoeren in het Ver-
eenigde Koninkrijk wezen een hoeveelheid aan van bijna 25
millioen Lbs. of ruim 2,6 miljoen Lbs. boven clie van cle
overeenkomstige maand rvan verleden jaar. Tegenover dezen
grooteren afvoer staan echter veel .grootere afleveringen. Gaf Mei 1926 afleveringen te ‘zien ten bedrage van 32.7 •millioen
Lbs, de afgeloopen maand Mei geeft daarvoor een cijfer te
zien van 43.2 millioen Lbs. of bijna 5 millioen Lbs. meer.
De toeneming ‘der afleveringen in Mei 127 is uitsluitend
het gevolg van een 5 miljoen Lbs. grooteren uitvoer, ten op-mAchte van 1926 avaar de afleveringen voor binnenlsndsoh
verbruik z.idh op gelijk niveau bewogen vaas verleden jaar.
De voorraden in entrepôt, die van ultimo April van dit
jaar een ‘hoeveelheid aanwezen van ruim 179 millioen Lbs.
zijn dan ook op ultimo Mei teruggeloopen tot 158 millioen
Lbs., een cijfer dat bijn 4 miill.ioen Lbs. lager is dan verle-
den jasa:. op hetzelfde tij c!.stip.
Hier in Amsterdam komen nog verschillende partijen ex.
570
.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 Juni 1927
veiling van 9 dezer, toi afdoening en blijft de markt ‘vast
gestemd. – – – –
Vermeld kan nog wordn, dat cle ,,Indian Tea Associa-
tion” mededeelt, dat de noordelijk Brijtsoh-Ïndischn oogst ‘te-
gen ultimo ‘Mei 30 niilJioen Lbs. bedroeg, een hoeveelheid, clie 7% miillioen Lbs. kleiner is, dan de oogst tot thetzelide
tijdstip ‘van 1926. De weersomstandigheden worden ‘voor den
oogst ongunstig genoemd.
STEENKOLEN.
Het ziet er uit, alsof de prijsdaling op de voornaamste kolenmarkten ‘tot staan is gekomen, voorloopig althans.
Vele mijnen, die de ervaring maken, dat lagere prijzen geen
meerdere business brengen, geven er de voorkeur aan tie
shii’ten, liever dan nôg lager te gaan met de prijzen, in
Westfalen worden groote Einsch’ritnkwsgen toegepast, op
de ookesprodUntie zelfs 64 pCt., soociat het er uitziet, alsof
men gedurende de eerstvolgende ‘weken niet Iheef t te rekenen
met de veelbeid van kolen en de enorme sekaa,rsc.hte aan
afzet, die de afgeloopen 4 Ic 5 weken gekenmekt ‘hebben.
Ook met den gelicenseerden invoer van’ buiten] aadsehe kolen in Frankrijk loopt /het niet zoo’n vaart als men aan-vankelijk gemeend 1haid. Het F,ransche Ministerie schijnt
bepaalcleiijk ‘tegenover En:gelsohe kolSa met ‘.e lieences
vrijgevig te werk ‘te gaan.
De prijzen zijn:
Nor.thumberland Ongezeef de ………
f
10,85
Duiham Ongezeekle ……………..,, 11,-
Cardiff 213 large, 113 snialis …….. .. 14,25
Schotsohe Gezeefde ……………..,, 9,75
Yorkshuie Gewassohen Double’s …… ..13,-
Westfaaisehe Vetförder …………. ..14,-
Vetstukken ………..,, 16,-
Snieenootjes ……….. ..15,-
Gasefa,rnför]er ……… .. 14,—
Gietookes ………….,, 16,50
alles per ton van 1000 KG., Iranco station Rotterdam[Am-‘
sterdam.
Westfaalsahe bunkerkolen l.o.b. Rotterdam(A.msiterdam
f11,—.
Markt prijshoudend.
IJZER.
De algemeene &apte, die nu reeds gruimen tijd de ijzer
–
en staalmarkt kenmerkt – zoo nu en dan onderbroken door
enkele weken van iets meer levendigheid – duurt nog steeds
voort en het einde ervan is nog niet te zien.
Niettegenstaande de daling der ruwijzerprijzen in Enge-
]and, is van eene toeneming van de vraag nog niets ‘te be-
speuren en verlaging van de cokesprijzen – die .momedlteei
als ,,zv.ak” worden betiteld – zou zeer waarschijnlijk on-
middellijk terugslaain op le ruwijzerprijzen, waardoor cle po-
sitie van het Gontinentale ijzer zwakker zou worden en ook
hier verdere prijsverlaging het gevolg zou kunnen
zijn.
Alleen in Duitsolriand is de tinstaud gunstig en gaat de
productie nog steeds omhoog. De syaidioaliseerïng van bijna
alle producten, de ‘verdragen betreffende den invoer met de
omringende landen, dit alles leidt tot eene stevige markt
met linoge en stabiele prijzen.
Noteering in de week van
6112 Juni l3j19JunuI1412OJuni
1927
1927
1926
Ruwijzer.
f.o. b. Middlesborough
Sh. Sh. Sh.
Cleveland Foundry no. 1
7216
72/6
79/_
3
70/-.
70/_
76/-.
4
691-.
69/_
75/6
Hematite East Coast
mixed numbers
79/_
7716
78/_
Wagon clépart Longwy –
(Lotharingen) Frs.
Frs.
Fra
Moulage P. L. no. 3 ..
460,_
460,—
460,-
Semi-ph6sphoreuse …
495,—
495,…..
500,_
abWerkRheïnl..Westfalen
Mk.
Mk. Mk.
Giessereirohèisen
no. 1
88.—
88.—
88.-
3
86.—
86.—
86.—
93.50
93.50 93.50
f.o.b.Antwerpen’
5h.
Sh.
Sh.
Giet.erij ruwijzer no. 3
63-64
.1i2_63
661_
Hamatit………………..
Waisproducten.
f.o. b. Antwerpen (vrijbi.)
Sh. Sh.
Sh.
94_9416
94/6-95
Stafijzer
… ….
……..5!6_96
Plaatijzer 5 mM……….120-121
. 25_l27/6
120-121
100
3
,,
…….
11
125_12716
108
1
1
6…
METALEN.
Loco.N oteeringen te Loiiden:
Data
Koper
Stan-
daard
Koper
Electro-
lytisch Tin
Lood
Zink
20 Juni1927..
53.17/6
60.13
296.7/6
24.2,6
28.12/6
13
1927—
54.216
60.2
1
6
295.-
24.101.
28.15/.
7
1927..
54.151-
60.7
1
6
295.12
1
6
25.7j6
28.17/6
30 Mei 1927..
54.15
60.2
1
0
294.2/6
24.7/6
28.101-.
21 Juni1926..
57.2/6
65.5/-
270.17/6
30.5/-.
33.2/6
20 Juli 1914,..
61._1-6
145.15/-.
19.-!-
1
21.101-
VERKEERS WEZEN.
VRACHTENMARKT.
De Noord-Arnerikaansohe graanvrachtenmarkt was kalm,
daar Europeesche koopers een zeer gee-eserveerde houding
aannamen. Bovendien was tamelijk veel spotproinpte ton-
liage beschikbaar, waarvoor geen emplooi te vinden ‘was.
Van Montreal werd een handige boot bevracht naar Ant-
werpen/Rotterdam tegen 212 pèr qtr. zwaar graan. De
vraag naar d MiddelIaindsehe Zee was iets beter, doch ook
in deze richting zijn de ‘vrackten zwakker geworden, nl
16% cents awaar graan per J uni en 16 cents met 5 Juli
cancelling. Daarna werd tevergeefs Juni tonnage aan-
geboden ‘tegen 15 cents. Van de Golf van Mexico was de
markt niet beter -als van de Noordelijke havens. De eenige
mogelijkheid tot bevrachting is naar Zweden en handige booten kunnen per Juli 20 cents bedingen. Ook de North
Pacif ie was zeer kalm en er vonden geen bevrachttingen
plaats.
Evenals de vorige ,w’,ek was de markt van de La Piata
fiauw gestemd, thetgeea ook te wijten is aan de slechte
graanniarkt aan deze zijde. Sommige reeders zijn, thierdoor onzeker geworden en thebben ken tonnage aan de markt ge-
bracht, zooclat de vrachten aanzienlijk zijd teruggeloopen.
Per Juni .werd van boven La Piata, havens naarr het Con-
tinent 231- betaald en Juni/Juli 2-1/6, met een reductie van
1f-
ndin de boot naar Antwerpen of Rotterdam gaat. Per
Juli is naar Antwer
:
pen of Rotterdam direct 20(6 gedaan.
De ohilisalpeter ‘wrachtenmarkt bleef kalm en tonnage is,
ten gevolge ‘van de slechte La Plataimarkt, oveTvloeclig the-
sclh,ikbaar; voornamelijk per Juli/Augustus/September op
basis van 301- naar Bordeaux/ilamburg range. De bevraoh-
ters blijven echter terughoudend Len waarschijnlijk is hun
verwachting, dat cle vrachten nog lager ‘zullen worden,
juist. De vraag nair ruimte per ljnbooten is gering. Een
partij van 2000 tons werd geboekt per Juli naar Diiinker-
ken/Hamburg raage tegen 281 netto.
De markten van /het Oosten bl,ven alle kalm, doch cle
vraoliten zijn vast, ten gevolge i’an ihet tekort aan tonnage.
Van Wladi,wostock werd een partij van 3500 tous geboekt
per 5/25 Juli ‘tegen 32/6 naar Londen, Huil, Anttiverpen,
Rotterdam, Hamburg, 33/9 E’sbjerg. De Austrslische graan.
vrachtenmarkt was zeer kalm en er hadden geen bevrach-
tingen plaats. Van Britsch-Indië (Karachi) is voor een
Juni/Juli boot 2-5/- betaald naar UK/Continent. Op ,,scale
terns” gaat niet ‘veel om en de eenige bevraohtin.g van
de afgeloopeir week is een 6600 toulner van Karachi naar
U.K./Continen’t tegen 21/6 met 29 Juni eancelling, 2016
met 4 Ju:li ca.ncelling. Van Zuid-Afrika is nog niet veel
‘Î-aag, doch een handige boot van 4500 tons lading werd
bevracjht per 10/30 September van KnapstddfBe.ira range
naar U.K.[Continen’t tegen 2613.
De Donau is tamelijk levendig en er is een aantal the-
vraohtingen tot stand gekomen tegen 16/6 en 1619 basis
AntiverpenfRotterdam. Van de Zwarte Zee is een boot the-
vracht voor veekoeken naar het Continent tegen 1216, optie
Danzig 14/6 en ‘van Martiupol een 4500 tonner voor kolen
naar West-Italië teged 10/-, Juni/Juli belading.
Voor erts van. de Micldeiiançlsche Zee is een flinke hoe-
velheid tânn age beschikbaar en de ‘vraohten bleven op het
lage peil. Er werd om. betaald: Melilla/Rotterciam 51-, Bona/ Rotterdam 4/6, La Goulertte(Duiinkerken 61-, Horrnillo Bayf
Rotterdam 5/6. De Golf van Biseaye bleef vast en er werd
om. betaald: Bilbao/Rotterdam 61-, Middlesbre
77-,
Car
De vrachten voor kolen van Engeland zijn iets zwakker
geworden, speciaal naar de Midiellaindscha Zee. Van Zuid-
Wales werd om. betaald: Havre 3/6, Genua
9/1%,
Alex-
anclr,ië 111-, Singapore & Penang 19/6, Kingston (Jamaica)
813 en van de Oostkust: Helsinglors 5/-, Stettin 5/4%,
Rouaan 3/6 Las Pa.lmas 1013, Buenos Ayres 13/-.