Ga direct naar de content

Jrg. 11, editie 574

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 29 1926

29 DECEMBER 1926

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

Economi*sch~Statistische

Beri*chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN
VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

11E
JAARGANG

WOENSDAG 29 DECEMBER 1926

No. 574

INHOUD

Blz.
D. J. ‘Wansink, 1 Januari
1920-31
December
1926
door
Mr. G. Vissering …………………………..1138
HAvINFAcTL1TEl’rltN EN i[AvENKOS’l’EN door
C. Verwey 1138 De nieuwe regeling van den Rijksbetuliugsdienst door
]V.
So

(;rs

………………………………1140
ln
Dc Ontwik’l ing der Exportcred iet”erzekering II (Slot)
door
Air. E. L. G. den Dooren de Jong …………1142
Het Middenstandsbankwezen door
II. de Goede
met na
schrift door Prof. Mr. .i)r. G. M. Verrijn Stsmart ….1143
BUITENLANDSOI1E MEDEWERKING:
De terugkeer van Denemarken tot den Gouden
Standaard door
L. Estrup ………………..1145
AANTEEKENIN1EN:
Het Volkscredietwezen in Nederlandsch.Indië . . . .
1146
Suikerproductie der wereld ………………..
1147
4AAND0lJFER5:
Productie der Steenkolen-, Bruinkolen. en Zoutmijnen
1147
Statistisch Overzicht van den econoini schen toestand
van Nederland …………………………
1148
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN …………..
1149-1156
Geidkoersen.

Bankstaten.

Ooederenhandel. Wisselkoersen.

Effectenbeurzen.

Verkeerswezen.

/ iVSTJTUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algcmeea Secretaris: Mr. Q. J. ‘J’erpstra..

ECONOiIIISCII-S’J’ATIST/ SCHE BERiCHTEN.

COMMISSIE VAN ADVIES.
Prof. Mr. D. van J3lom; J. van Ilasselt; Jhr. Mr. L. E. van
lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. E. Moresco;
Air. Dr. L. F. II. Itegout; Dr. E. van Welderen Baron
1engers; Prof. AIr. 11. R. ilibbius; Jan Schilthui8; Mr.
Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid:
Prof.
Mr. Dr.
G.
JIJ. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: D. J. Wansjnk. Seoretariaat: Pieter de iloochwcg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. I’ostrekening 8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateur8 van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh
ct
van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terda4n, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque. en giro-
rekening No. 6729.

28 DECEMBER
1926.

In den toestand van de gei•clmarkt kwâm deze week

geen vorande.ring van beteekenis. De vraag naar geld

bleef aanhouden, was zelfs eerder nog grootor dan de

vorige week, zoodat de rente, zoowel voor wissels als

voor prolongatie, nog iets verder opliep. De prolor:-

gatierente noteerde meestal 4 pOt. en particulier dis-

eonto
3
7
fw
pOt. Zelfs call geld was meer gevraagd,

zoo(iat ook hiervoor de rente iets kon oploopen.

* *
*

i)e weekstaat van De Nederlandsche Bank geeft

weinig veran(Iei.ingen van heteekenis te zien. De post

iminnenlandsche wissels verminderde met
f
500.000.

De heleeningen vertoonen een stijging van
f 100.000.

De voorraad gouden munt en de zilvervoorraad

daalden resp. met
f100.000
en
f400.000.
Het hoofd

‘muntmateriaal bleef ongewijzigd. De stijging van

f
3,3
millioen, die de Post papier
01)
het buitenland

te zien geeft, correspondeert voor het grootste go-

cleelte met de gelijktijdige daling van de diverse .roke-

ningen op de actiefzijde der balans, clie in de afge-

loopen week van
f
06,1
mullioen tot
f
63,9 millioen

te.rughepen.

De hiljettencirculatie klom met
f
3 millioen.

Het tegoed van het Rijk bleek met
f
2,2 millioen

te zijii gestegen. De, rekening-courantsaldi van ande-

ren liepen niet
f 5
mullioen terug. Het beschikbaar

metaalsaldo bedraagt
f
500.000 minder dan verleden

week. Het ‘dekkingspe rcentage beloopt 52.

* *

De wisselmarkt was vrij stil in afwachting van de

feestdagen. In de koersen van de goudwissels kwam

weinig verandering, alleen marken waren weder vas-
ter; Vrijdag werd tot 59,88 betaald. Franken en Lires

opende zeer vast. Na een mededeeling van de Bauquc

de France, dat zij bereid was elk bedrag ponden te

koopen tot een vasten koers, kwam er aan do stijgi;ng

een einde, waarna zelfs een flauw’e stemming intrad

‘en de koers wede:r tot 9,90 terugliep. Ook Lires wer-

den daardoor medegetrokken, maar herstelden zich

weder spoedig. Van de overige wissels valt alleen nog

te vermelden een plotselinge stijging van Oslo op

Vrijdag, 62,80-63,45 en van Buenos Aires op Don-

derdag, 103-103,15.

LONSDJSN, 24 DJiCE.IIBE:R
.1926.

De geidmarkt was gedurende deze week goed voor

zien van fondsen, zoodat het niet noodig was het van

de Bank van Engeland geleende geld verder door te

zetten. Daarentegen werden cenige matige bedragen

korte wissels voor officieel disconto aan de Bank

verkocht.

Heden werden vrij aanzienlijke bedragen van (le

Bank van Engeland opgenomen, tot 1. Januari h
5Y2

pOt.

In de discontomarkt was het stil, de koers bleef

vast op
4—
°
1
naar aanleiding van ‘de verdere

gouduitvoeren naar het continent. Zes maands pa-

pier, hetwelk echter zeer schaarsch is, noteert frac-

tioneel lager
4/

3
4
.
Er valt weer eenige vraag te

constateeren van het lyitenlamid voor 3-maands wis-

sels.

1138

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 December
1
fl6

D. J. WANSINK, 1 JANUARI 1920-31 DECEMBER 1926

Met 31 December as. gaat cle heer D. J. Wansinlc,
die met ingang van 1920 aan het Instituut voor Eco-nomische Geschriften werd verbonden, ons verlaten

en dit nummer van ons weekblad is dus het laatste,

waaraan de heer Wansink zijne gewaardeerde mede-
werking heeft verleend. Aanvankelijk werkzaam onder

den titel van Assistent-Redacteur, werd de heer

Wansink met ingang van 1923 Redacteu r-Secretaris
van het Weelcblad. Hij was eerst onder leiding van

Prof. Bruins, vervolgens onder toezicht van de Pro-.

fessoren Van Blom en Ribbius als Gedelegeerde leden.
van de Commissie van Advies en ten slotte gedurende

dit jaar onder Prof. Veirijn Stuart belast met de

dageksche behandeling van zaken. In deze functie
kwam de heer Wansink in aanraking met allen, die

aan het Instituut en. aan het Weekblad hun medewer-

Icing verleenen en het zal dezen allen ongetwijfeld leed
1

doen, te vernemen, .dat zij de samenwerking met den
heer Wansink, welke steeds van den aangenaamsten
aard was, voortaan zuilen moeten missen.

Door een helderen blik op praictisch-economische

vraagstukken heeft de heer Wansink in belangrijke

mate bijgedragen tot het welslagen van de uitgifte

van dit weekblad. Dank zij zijne voortdurende zorgen
voor de vele werkzaamheden, die de redactie van het

weekblad met zich brengt en dank zij het nauwe con-

tact, hetwelk hij steeds wist te bewaren met al dege-

nen, die in staat zijn om in geschrifte voorlichting

te geven over het economisch leven in Nederland en

zijne koloniën en ook (zij ‘t op beperkter schaal) in het buitenland, heeft de heer Wansink het mogelijk’
gemaakt, .dat de inhoud van het weekblad bij voort-

chiring belangrijk is gebleven.

Moeten wij het derhalve betreuren, dat de heen
WT
ans
i
n
k Instituut en Weekblad verlaat, het stemt’

ons aan den anderen kant tot vreugde, dat hij’ uitge-‘
kozew is voor een positie, die hem meer in de gele-t
genhei’d zal stellen, zijn kennis en gaven dienstbaar’
te maken aan de vraagstukken van het praktische

zakenleven, waarbij
wij
hem volgaarne een weiver-‘

cliend succes toewenschen. G.
VIssCaING

Amstèrdam, Dec. 1926.

HAVENFACILITEITEN EN HAVENKOSTEN.t

De groote activiteit, welike de ‘havens ‘van Hamburg’
en Antwerpen ontplooien, waar [het geldt uitbrei’ding
aan ‘het havenverkeer te geven, noopt Rotterdam tot

voortdurende waalczaam’heid. De middelen waarn’iede
Rotterdam’s beide rivalen den strijd voeren – wij’
denken in het bijvon der aan’ de voorkeurstarieven der’
Dui,tsdhe en Belgische spoorwegen, waarvan vooral de
eerste een steeds toenemend gebruik maken ten eind&
op die volkomeh kunstmatige wijze ‘verkeer, dat op
geographisc’he gronden via ‘de Rotterdamsche haven
m’oest worden .gedirigeer’d, voor de Duitsche Noord-
zechavens te secureeren – ‘vormen een ernstige be-
dreiging ‘voor •de Maasstad en zijn ‘voor een zeer
ibe-

]angrijk deel oorzaik ‘van ‘het afneniend stu]cgoederen-
verkeer. Hetzelfde kan mutati’s mutandis van de ta-
rievenpo1jtek der Belgische spoor.wegen worden ge-
zegd. Reeds eerder werd gewezen op ‘de ernstige na-
deelen, die •de Rotterdamsche ‘haven ,van deze taktiek
ondervindt wanneer het gaat om ‘vervoer naar Zwit-
serland. Trouwens het Gèmeentebestuur der Schelde-
stad heeft hij herhaling getoond een open oog ,te’ hdb-hen voor ,de ‘ontwikkeling ‘der haven van Antwerpen;
verdete uitbreiding der ‘dekken staat op het ‘program-
ma en de verbetering der haveu-‘outiilage in den ruim-
sten zin des woords heeft de voortdurende aandac’ht

der overheid.

In dezen strijd om de suprematie -‘ want ‘dit is
ten slotte cle inzet – ‘is het plicht van allen, die ‘hij
het Rotterdamsch havenbedrijf zijn ‘betrokken, en dit
geldt zoowel overheid als particulieren, alles in ‘het
weric te stellen ten einde het havenverkeer te bevor-

deren. Opfbou’wende crifiék, die den ‘vinger legt op
mvakke plaatsen in de ‘wapenrusting der Rotter’darn-

sohe haven, kan daarbij’ ‘der ‘overheid sledhts ‘welkom

zijn en ertoe bijdragen om de ,,efficiency” der Rotter-dam’sche Ihaven op ‘hooger peil te ‘brengen. Een der-

gelijke critidk dient intusscihen – wil zij ‘h’aar doel

niet voorbijstre’ven en ‘meer scha’de dan goed. doen –
allereerst ‘door ter ,zaike kun’digen, die hun bezwaren

aan de practijk selve ‘ontleenen, ter” kennis der he-

voegde autoriteiten te worden gebracht. Bedenkelijk
wordt het wanneer, zooals onlangs geschiedde, een

campagne in de buitenlandsche peis wordt gevoerd,

die nog wel door ,,rasechte Rotterdammers” geïnspi-
reerd, Enge]sche valcbladen verleiden om de geïncri-

mineerde artikelen te voorzien van opschri.ften als

,,po’or organisa’tion” en ,,inadequate facilities” en

dergelijke tensatiorieele, voor ‘de reputatie der Rot-
terdamsche haven weinig ‘bevorderlijke
,,,head
i nes”.
Een dergelijke critiek ‘getuigt rzodwel ‘van gdbrek aan

tact als gemis aan goeden smaak en wat nog erger
is, van een ,ver’bluffende onbekendheid met de practij:k

van het sciheepvaart’2oedrijf, en ‘de primaire functie der
Rotterdamsche ‘haven. Indien inde:rdaad, ‘zooals de

crticus ‘volkomen ten onrechte in zijn p’hilippica in
rfl
le
Journal ‘of ‘Commerce” geponeerd heeft, Rotter-

dam in velerlei opsichten ‘wat havenoutillage aangaat

ten achter staat hij de door hem als vnorheeld gestelde
Engelsche havens, dan zou zijn critiek een weerspie-

geling moeten zijn vap ‘de meening, die in de kringen

der ‘Engelsche belangheb’benden tot uiting komt.

Ig suiks nu inderdaad het geval? Veeleer zien wij

‘het tegendeel. Een iohril’ licht op de werkelijke toe-
standen in de Engelsche ‘havens werpt ‘het uitermate
belangwekkende rapport, dezer dagen gepubhceerd
door The Traders’ Co-ordinating Committee, een
lichaam, wel’ks competentie wel door niemand in twij-
fel zal worden getrokken, terwijl men
ook
iberijwaarlijk

kan aannemen, dat deze Commissie er belang
bij
zou

hebben de reputatie der Engelsche havens te schaden door in ‘haar uitvoerig rapport aan.vechthare ‘conclu-
sies neer te leggen. Ten einde tot een verlaging der
tarieven in Engelsche havens te geraken werd in 1921

onder de auspiciën der Oham’ber ‘of Shipping, Fede-
ration of British In.dustries, Baltic & Wihite Sea Con-
ference, Associati’on of British Ohainibers of Commer-

ce e.a. de ,,C’o-‘ordinating Cominittee ‘on Dock Ohar-
ges” geconstitueerd. Daarnaast werkt sedert 1923 de
,,Port Facilities Comimittee of the O’hamhe.r of Shi’p-
ping”, wier taak het is de faciliteiten der ‘ver’sc’hillen-
de Engelsch’e havens te bestudeeren en ‘waar noodig

plannen tot verbetering uit te werken. De taa’k der
eerstgenoemde commissie was een drieledige, nl. een
onderzoek naar de officieele haventarieveri, naar de
havenfaciliteiten en naar ‘de stuwadnorstarieven. Ten
aanzien van het eerste punt vermeldt het rapport,
dat de En’gelsc’he ‘havenkosten met inbegrip der loods-
gelden en sieeploonen, doch met uitzondering der
stujwadoorstarieven, in 1922 nog 150 pCI,. ‘hooger
waren ‘dan ‘v6ér den oorlog, voor zoover betreft de
door de spnorwegmaatsc’happijen geëxploiteerde isa-
vens; voor de overige havens bedroeg de stijging 100
pCt. Door sedert plaats gevonden verlagingen ‘bedra-
gen ‘deze percentages ‘op het oogeniblik resp. 60 pCt.
en 50 pCt. De met ‘de vej’ schii]ende havenautoriteiten
gevoerde besprekingen ‘hebben het Comité ‘lie overtui-
ging geschonken, dat ‘het algemeen peil dezer ‘kosten
op het oogenblik niet voor verdere verlaging vatbaar
is. Wil ‘dit ‘zeggen, dat de ‘kosten in Engelsche havens
bt een redelij’k peil zijn teruggebracht en als voor-
beeld voor andere havens mogen ‘dienen? Wij mogen
aiwede’r verwijzen naar het antwoord, dat de Corn-

‘missie op deze vraag geeft.
Wij’ ontleenen te dien einde aan het rij’ke cijfermate-
riaal, hetwelk in het rapport is verwerkt, de navol-
gende ,,comparative fignres” der totale havenkosten
van de ‘navolgende stoomschepen, t.w.:

Stoomschip van 2200 netto, 3500 bruto reg. tons. 5000
tons totaal draagvermogen. Lading graan van de La Plata

29:December.
:1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE. BERICHTEN

1139

ri’l’ier, n.1. 3850 tons gestort en 450 tons gezakt graan.
es. vertrekt in ballast.

.

Havens
1913114
1926

in procenten uit-
gedr. verhooging
of verlaging in
vergelijking met
vôôr den oorlog

£
£
Leith ……………..
272
525
+
9
258 576
__

123,3 377
553 ±

47
275 211

23

Belfast

……………
Londen

…………….

202
317
+

56,9
Antwerpen

………..
Rotterdam

………..
500
241

51,8
Havre

……………
Duinkerken …………
424
197

53,5

Stoomschip van 2200 netto, 3500 bruto reg. . tons. 5000 tons totaal draagvermogen. Lading: 4200 tons ruwe suiker
in zakken van Mauritius.

Havens
1913114
1926

in procenten uit.
gedr. verhooging
olverlaging in
vergelijking met
vôôr den oorlog

£
£
290
538
+

85,5
282
604
+ 114,2
Leith ……………..

543
918
+

69,1
Belfast

……………
Londen ……………
263 230

12,5
Antwerpen

………..
Rotterdam

………..
186
379
+
103,8
585 302

48,4
Havre

……………
Duinkerken ………..
518
214

58,8

Stoomschip van 2200 netto, 3500 bruto reg. tons. 5000
tons totaal draagvermogen. Lading bestaande uit 4600 tons
erts van Algiers.

Havens
1913114
1926

In procenten uit.
gedr. verhoogiag
of
verlaging in
vergelijking met
vôSr den oorlog

£
£
Leith ………………
314
540
+

72
Hartiepool

……….
276 517
+

87,3
359
659
+

83,6
465 907
+

95,1
557

Belfast

…………….
Londen

……………

275
274

0,4
Sunderland

………..-
AntwerIen

………..
Rotterdam

………..
220
370
+

68,2
Duinkerken ………..
493
248
-. 49,7

Stoomschip van 2200 netto, 3500 bruto reg. tons. 5000
tons totaal draagvermogen. Lading bestaande uit 1500 Stds.
delen, battens en y
4
duims planken (400 Stds. op dek) van
Soderhamn in Zweden.

Havens
1913114
1926

In procenten uit-
gedr. verhooging
of
verlaging in
vergelijking met
vôôr den oorlog
£ £
305
589
+

93,1
Belfast

……………
358
75
+
116,5

Leith

……………….

527
854
+

62
417
934
+
124

Londen

…………….

200
382
+

91

Har.tlepool

…………

497 322

35,2
Rotterdam

………..
Havre

………………
510
333

34,7
Duinkerken ………..
Antwérpen

…………
237
256 +

8

Hot rapport Ibevat nog verschillende ‘soortgelijke
opstellingen. Wij mogeh echter met de vier boven.
genoemde volstaan en lateu met gerustiheid aan den
lerLer de beantiwoording over van de vraag, of inder-
daad de haven vnu Rotterdam ten aanzien van liet
kosten-vraagstuk hij de Engelsche havens ten achter
staat. Do dalifig der kosten in de Pransche havens is
uitsluitend het gevolg van do waardevermindering
van het Fransc’he betaalmiddel; hetzelfde geldt muta-
tis mutandis voor de ‘kosten in de haven van Ant-
werpen. Een vergelijking toch ‘van de onkosten in de
Rotterdamsche haven met die te Antiwerpen en in
Fransche havens toont dat de kosten v66r den ‘oorlog
in


as
Rotterdamsche haven lager, gedeeltelijk zelfs
lelagrij’k lager waren. De stijgende lijn, die de haven-kosfen te Rotterdam volgen, vindt ‘deels haar oorzaak
in de vePhoogde gemeentelijke tarieven, waarop wij
reeds eerder de aandacht vestigden (zie Econ.-Stat.
Ber. 9 Dec. 1925), -deels in de ‘hoogere particuliere

tarieven. Ten aan-zien van den post ,)havengeld” is de
navolgende in mcergenoemd rapport opgenomen ver-
gelijkend e staa t eveneens, belangwekkend:

1913
1925

In procenten
uitgedrukte
stijging
of
vermindering

Engelsche havens:
Railway owned (aver.)
9 d. per ton
113 per ton’
+

60
Non railway owned
(average)

………1/—
,,

,,
116
+

50

Continentafe havens:

p.
fr. 1.25 per
moorsom ton moorsom ton
+
150
Rotterdam ……….
p. M
3
.
5.4
cts. p.M3.
+
45

Antwerpen

………50centim.

12
pfg.,,

,,
8 pfg.
,,

,,

33r1
Hamburg

………..
Havre …………..

…ets.

.40 centim.p.
fr. 1,20 per
net. reg. t.
net. reg. t.
+
200
40

,,,,

,,
fr. 1,50
+ 275
Marseille

………..
G’enua

…………..
1.45 lire,,

,,
3 lire
+
107

In ‘haar rapport vermeldt de Commissie -met bet
r
ekL
king tot ‘den post ,,’havengeld”:

,,’llhe percentage increae at Antwerp, Havre, Ma-r-
seilles, Genoa is not, of course, commensurate with the
deprecia’tion in the exchanges. 1f accotint is taken of this
factor, the changes at these port’s in 1925 are seen to he
iower than pre.n’ar. It -will ‘he -note-cl that even -before
the war the level of charges at British ports was in
excess of that on the Continent.”

Wij mogen in dit, veriband do aan-dacht vestigen op

de niot onaanzienlijke verlaging der Havengeidtarie-
ven te ilanihurg, die thans 33Y
3
pOt, lager zijn -dan
v66r den oorlog. Zijn er in onrze gemeentelijke tarie-
ven al oneffenheden, die voor ‘de lijnbooten een be:
zwaar -opleveren – -wij denken aan de verplichte ‘be-
taling van het ‘volle havengeld, zelfs indien ‘de sche-
pen slechts een luttel -kwantum goederen laden of

lossen en de o-ntstentenis eener trapsgowijze reductie,
te verleenen naar gelang -van ‘het aantal keeren dat een

schip do haven binnen het tijdsverloop van een jaar
aanloopt, een reductie zooals -deze aan de Antwerpen
aan’loopen-de lijnbooten wordt verleend – met

t
zal
echter in het licht der Engelsc’he ‘ha’vontarieven -moei-
lijk ‘kunnen volhouden, ‘dat in dit
op-zicht
de Rotter-
damsche haven bij -de E1]gelsc’he ten achter staat.
* *
*
Wij komen thans tot het verwijt

van ,,inadequato
facilities” in de Rotterdamsche haven, indien de
outillage- inderdaad – zooals de geïnerimineerde arti-

kelen in cle ,,3ournal of Commerce” stellen – te k’ort
zou schieten, moet zulks noodzakelijkerwijze uit de
laad- en lostijden der schepen blijken. Zij, wier- werk-
kring hen met het haven-bedrijf in aanraking ‘brengt,
weten, -dat oponthoud gedurende -de stakingsperiodo is
voorgekomen. Het -getuigt echter van groote kortich-
ti’gheid – to put it ‘mildl – wanneer men in deze

tijdelijke ,,eongestion”, welker oor-zaak uitsluitend
schuilt- in -de abnormale omstandigiheden ten gevolge
der Engelsche mijn’werkersstaking, aanleiding vindt
om nog wel in de Engelsc’he pers een aanval op de
Rotterdamsche haven te laneeeren en de stelling te
verdedigen, dat het -met de’outillage dier haven niet
in orde zoude zijn.

Het materiaal, waarmede de even misleidende als
onjuiste aanval op de Maassta’d kan worden gopareerd,
ontleenen ‘wij alwoder aan het rapport der meorge-
noemde Commissie. Terecht stelt deze:
,,In consi-dering the question of despatCh, a distinction
shoulci -be d’rawn between liners and tramps. Cenerally
speaking, the liner with its permanent sliore organisation cnn secure reasonable clespateh in British ports.
Tra.n’ips
whiclt import our foodstuffs and ra’w ma.terisls and
export our ooal, are unable to obtain the de

s patch
whiclb the trade requires, i/’ it is to meet foreign
competition.
Apart from nightwork, the hours of
work in coalports are unsatisfactory, rather -by their
rigiclity than by their shortness. T-his is especially so in
the case of Satnrdaye when -vork ceases at 12 o’clock, altihough it may be eontiaued for another hour or two,
if the ‘loading of the sLip cnn in this way be completeci,
otherwise ‘the ship is delay5d ti-li t’he Monday or must

1140

ECONOMISCH-STATISTISCHE. BERICHTEN

29 December
.
1926

– sail short of cargo. Under the agreement, werk is sup-
1

posed to continue until 10 o’elock but in f act usually
stops at 9.30 and in one case in w’hich a ship 1 inished
coaling at 9.30 the trimmers refused to trim her wit-h the
result that the ship lost the ticle and was unable to sail
u-nt-il
4 p.
m. next day, a loss of eighteen hours.
For

toading a steu.mer of 8000 tons deadweight, the time
roquired at Cardiff is on the average eiçjht to ten days.
It is about the sance in the Tynu and on the Humber. At
itampton Roads and Rotterdam the time is about three
dags. The position is partieularly bad in South Wates
and mdccci thcre is some reason to thir&k that the liners
which have to sail to a fixed schecliute avoid the South’
Wales and Huncher ports as far as possible.”

De navolgende, al-mede aan ‘het rapport ontieende
vergelij’kin’gen, bchoeven wel geen nadere’ toelichting:

Een schip arriveerde 20 Januari 1926 te Middiesbro’

met een lading -bestaan cie uit. 6500 tons erts Het moest
tot 9 Fbruari op een losplaats wachten. De lossing

vorderde veertien dagen. Het totale ‘venblijf in -de

haven ‘bedroeg 25 dagen tegenover 1 of 2 dagen te

Rotterdam. De lossing van 4100 tons bauxite vorderde

14
dagen
te Burnt Island; een lading van 3500 tons

bauxite ‘werd te Rotterdam in
zestien uren
gelost.

Deze voor;beeldeh ‘kunnen met ‘vele andere worden

aangevuld. Bedenkt -men, dat Rotterdam primair is

,,doorvoerhaven” ‘of wil men ,,-gateway to the Hinter-

land”, wat meebrengt, dat het ‘havenverkeer steeds
voor het overgrooté deel ‘zal ‘bestaan uit ‘massale lading,
die met trampschepen ‘wordt aangevoerd, en let men

op het verschil in despatch in Engelsche havens en

te Rotterdam, dan wordt het duidelijk waarom de
trampreecler tegenwoordig gaarne 6 d. per ton vracht

reductie verleent, wanneer hi hierdoor de leasing van
zijn schip te Rotterdam ‘verzekert. Nog sterker spreekt
de voorkeur voor niet-Engelsc’he havens uit, de vradht-
verihooging van 316 per ton boven de ,,continental”

fre.i.ghts, welke de Conference
i1nleratief
‘voorschrijft

ten aanzien ‘van ‘het vervoer van gi’ondnoten van West-Afrika naar Londen River & Mersey, 416 voor Loncloi
Doc’ks en havens in het Bristol Kanaal en 216 voor

alle andere Engelsche havens. –
Natuurlijk mag het stukgoederen-verkeer niet wor
den verwaarloosd; dat zulks niet geschiedt is bekend

Er behoort echter moed toe oni – zooals in meerge-
noemde artikelen is geschied – de stelling te vercle
digen, dat ten aanzien van faciliteiten voor de lossiag

van lijubooten de outillage in de Rotterdamsche ha-
ven onvoldoende is. Men stelle deze vraag aan de lijn
1

reederijen; het antwoord is niet twijfelachtig. Een

vergelijking tusschen de nieuwe dokken in Londen en

Liverpool en de havens te Rotterdam gaat niet
OPi

daar het karakter der havens fundamenteel verschilt:
Dit is de roode draad, die door het betoog van de be-

strijders der Rotterdamsche haven loopt; de onjuiste
praemisse, die noodzakelijk tot volkomen foutieve con
7

clusies moet leiden.
Wij hébben met opzet ons bewijs-materiaal otitleend
aan officieele Engelsche rapporten, opgesteld door
vertegenwoordigers uit, de kringen van ‘handel, nijver
liei-d en scheepvaart. Volkomen ibev’oegde Ibeoordeelaars
dePhalve, die ec’hter unaniem tot de conclusie komen
,,that the facts which have heen sèt out, costitute in
– our opinion a prima 1 acie case for a complete invastiga-
tion into the causes of h’igher costs and diminished ser
vices at British prts, as compared with Continental
ports ip order that remedies may be feund and appliecl.
Such iuvestigation
will
necessarily cover all aspects of
– the proiblem, ineluding that of labour and cach aspect
should be stud’ied by those primarily concerned. Theré
shonld be co.ordinatiolL of effort, if practical resuits ar
to -be achieveci. With this object we therefore :submit the
present review of toets to the enstituents of the Co
ordinating Committee for their full consideration
and
pro pose to publish our roport as we think that the facti
diseloseci ca-nnot be too soon or too widely appreciated.

Deze conclusie laat aab duidelijkheid niet te went
schen; -zij toont aan hoe rnisplaat-st en onoo.rcleelkun.L

dig de jongste aanvallen op Rotterdam’s ‘haven
zijn

en tevens dat ,,Britisher” – cle echo vaum den zich
rasechten Rotterda.m,mer – noemen den auctor intel lee-

tualis der gewraakte artikelen – ,,plus anglais que

les Anglais eux-mêmes” is, waar het geldt de ‘verde-
diging der in vele ‘opsichten min-gutistige. Engelsche

haventoestanden.
Mag het rapport der ,,Traders’ Co-ordinating Corn-

mittee” aanleiding ‘zijn om te verslappen waar het

geldt te streven naar ver’betering en uitbreiding van
Rotterdam’s haven en Rotterdam’s ‘ha’ve.nbeweging?

Natuurlijk luidt -het antwoord ontkennend. Zoo ooit,
clan geldt hier ,,stilstan-d is achteruitgang’. Met het

schrij’ven van deze ‘beschouwing bedoelen w’ij dan ook

niet anders, dan het rechtxetten van -geheel onjuiste

conclusies, die helaas ‘hebben geleid tot een even mis-

plaatsten als onve1diende11 aanval op de Rotterdam-

sche haven, een aanval, die geen steun vindt in de
feiten en waarnede ,,Britisher’s” ‘beric’htgever de zaak,

die ‘hij meende te dienen, in werkelijkheid het tegen-

overgestelde van een dienst heeft bewezen.

Rotterdam, December 1026.

C. V.

DE NIEUWE REGELING VAN DEN

RIJKSBETALINGSDIENST.

De in den loop van het vorig jaar’ begonnen en

thans voltrokken reorganisatie van den ‘Rijksbeta-
ingsclienst was een gevolg van -het streven om ver-
eenvoudiging te brengen in het beheer van ‘s Rijks

kas. Eene vereenvoudiging, waarmede evenwel niet

zoozeer administratieve als wel economische voordee-
len- werden nagestreefd.
Een groot kasheheer kan slechts dan zuinig wor-

den gevoerd, wanneer de beheerder op elk moment
zijn kaspositie geheel kan overzien. Bij zaken en be-

drijven, wier werkingssfeer beperkt is, is dit geen
moeilijk probleem. Bij grootbedrijven, bijv. bankin-stellingen met talrijke filialen, wordt .le complicatie
reeds grooter. Maar bij den Staat met zijn in tallooze

deelen tiiteenvallende kas – behalve de zeer talrijke
postkassen, die tot voor kort -deel uitmaakten van
de Staatskas, zijn er over den lande nog een 1000 tot
1.100 comptabele ambtenaren verspreid, die allen een

gedetachee.rd deel der schatkist onder hun beheer heb-

ben – w’ordt het kasbeheer
werkelijk
tot een moeilijk

probleem. Immers het gaat er om, dat elk dezer kas-
sen niet grooter zij dan voor -den -dienst strikt nood-
zakelijk is, opdat het totaal der kasmiddelen van
den Staat, hetwelk gewoonlijk toch reeds een respec-
tabel bedrag vertegenwoordigt,’ het noodzakelijk mi-
nimum niet overschrijdt, want de hoeveelheid aan kas-
middelen heeft onmiddellijk invloed op het bedrag
aan Schatkistpapier, dat moet worden uitgegeven en
daardoor op den post ,,i’en,te van vlottende schuld”.
Het zooveel mogelijk inkrimpen der hoeveelheid kas-
middelen is dus een vorm van het streven -naar he-

zuinigixg.

Overigens waren ook de aan het kasbeheer verbon-
den werkzaamheden, i.rooral in de laatste jaren, als ge-volg van do vermeerderde overheidszorg, zoozeer toe-
genomen, dat eveneens op dien grond,yereenvou-diging

dringend noodig was geworden.
Het doel werd voornamelijk bereikt door toepassing
van centralisatie en betaling door verrekening, waar-
mede gepaar.d ging, inkrimping der kassen door op-
heffing -der betaalmeesterskantoren en betaalbaarstel-

ling op cle postkantoren. –
* *
*

Ondér de vroegere werkwijze verzorgde elk Depar-
tement van algemeen bestuur of onderdeel daarvan,

zijn eigen betalingen.
– Dit geschiedde in hoofdzaak door de afgifte van
assignaties en andere betalingsstukken, betaalbaar op

de betaalmeesterskantoren. Deze kantoren waren ge-
vestigd op de 22 voornaamste plaatsen van het land.
Was een crediteur van het Rijk niet woonachtig in
een -dier standplaatsen, dan ontving
hij
eene assigna-
tia, betaalbaar hij een nabij gevestigden betaalmeester, en werd zoo’n betalingstuk voor rekening van dien Le-
taalmeester ovcrgewezeu op de kas van den ter woon-

29 December 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE.: BERICHTEN

1141

plaats van den crediteur gevestigden ontvanger der

directe belastingen.

De deprtementeu gaven van de afgifte der beta-
lingstukken kennis aan de Generale Thesaurie, welke
administratie zorg droeg voor adviseering der beta-

ling aan den betaalmeester.

Do onvan.g sten
voor het Rijk geschieclden eveneens

voor een groot deel door storting in de kassen van de

betaalmeesters. Voorts werden in •de betaalmeesters-
kassen overgestort overtollige kasgelden, afkomstig
van andere beheerders van Rijkskassen met name van

OJ]tvangers der directe belastingen enz., Ontvangers
dor registratie, Ontvangers der loodsgelden, Direc-

te uren van Gevangenissen en Rijkswerkinriehtingen,
Kassirs van Staatsbedrijven, ilypotheekbewaarders,
Rentmeestcrs der Domein en, Griffiers van Gerech-
ten, enz. enz.
Do subsidieering van deze kassen geschiedde van

uit de betaalmeesterskassen. De betaalmeesters wer-,
den gesubsidieerd door de Nederlandsche Bank, als
kassier van hot Rijk, en omgekeerd brachten de be-
taalmeesters hunne overtollige kasgelden bij deze in-

stelling over. De Nedorlandsche Bank verrichtte in evdugenoem-
de functie natuurlijk eveneens betalingen voor het
Rijk en ook nam zij stortingen ton behoeve van het

Rijk in ontvangst. Al de zooeven genoemde kassen der verschillende
Rijkscomptabelen, met inbegrip van de postkassen en
de Nederlandscho Bank als Rijkskassier, vormden één
geheel en werden samengevat onder de benaming
‘s Rijks kas.

Aan don geschetsten toestand kleefden velerlei be-
zwaren.

Vooreerst was er verscheidenheid in de opdracht-
geving tot betaling.
Doordat eik departement of onderdeel daarvan zijn
eigen betalingen regelde – zij het ook met kennisge-
ving aan de Generale Thesaurie – werden in allerlei
vorm betalingsstukkeu afgegeven, hetgeen de admi-
nistratie noodeloos bemoeilijkte en de contrôle ver-
zwaarde.
Een ander bezwaar was de groote verscheidenheid

van kashouders, welke onder velerlei benamingen
hunne functie van Rijkskassier uitoefenden.
Een en ander belemmerde een goed overzicht en
dit bracht mede, dat steeds een belangrijk bedrag aan
geldmiddelen als ezamenljke kasvoorraad bij die
coniptabelen borustto. Alleen voor de betaalmeesters-
kassen bedroeg die doorloopende kasvoorraad gemici-
cleld
f
5.000.000,—.

En eindelijk was aan dén ouden toestand het be-
zwaar verbonden, dat meestal betaling in contanten
werd toegepast, hetwelk veelvuldige geldverplaatsing
en ook al w’eer het in voorraad hebben van een be-
langrijk bedrag aan kasmiddelen teweeg bracht.

* *
*
Om aan de genoemde bezwaren tegemoet te komen
werd in drieërlei richting verbetering gezocht.
Vooreerst werd de opdrachtgeving tot betaling ge-
concentreerd hij een bureau, dat ter Generale The-
saurie in den loop van 1925 werd ingesteld, genoemd
,,Rijksbetalingsdienst”, met het gevolg, dat, thans alle
hetalingsÎanvragen der departementen in één cen-
traal punt sameuvloeien en aldaar worden verwerkt.
De werkwijze van dit bureau is geheel gemechani-
seerd.

Voorts werd een aanvang gemaakt met inkrimping van het nantal kashouders door opheffing der betéal-
mcesterskanto.ren cii w’erden de betalingen in con-
tanten voor het meerendeel overgebracht
bij
•de post-
kantoren (postcheque en girodienst). En eindelijk
word in dc plaats van betaling in contanten de beta-
ling door verrekening zooveel mogelijk doorgevoerd.

Van (le concentratie is het gevolg, dat thans cle ver-
scitiliende betalingsaanvragen in een centraal punt
-a den Rijksbetalingsdienst van de Generale Thesau-

rie – sainenkomen en de daaruit voortvloeiende op-
drachtgevi ng tot betaling door dien Rijksbetalings-
dienst wordt
oiiergebracht
naar het Centrale Postgiro-kantoor. Daarnaast, kwamen nog twee regelingen tot

stand, welke verkleining van kassen en vermindering
der geldcirculatie tot doel hadden; de eene betreft de

geldelijke verhouding van de post kassen tot ‘s Rijki
kas, de andere, de verrekening van wederzijdsche vor-

deringen en schulden tussehen Rijk en Gemeenten.

Zooals hiervoor reeds werd aangegeven, maakten

(Ie postkassen met de kassen van de andere Rijks-
comptabelen gezamenlijk één geheel uit onder de col-

lectieve benaming ‘s Rijks kas.
De nieuw ontworpen regeling bracht hierin veran-

dcring. Zij gaf de kas van het Staatsbedrijf der P. T. en T. (uiteenvallende in de kassen van alle postkan-
toren) zelfstandigheid door haar in rekening-courant-

verhouding to plaatsen ten opzichte van ‘s
Rijks
kas,

met invoering van wederzijdsche rentevergoeding.

In die relcening-courant komen nu mede tot uit-
‘drukking de subsidies, die de postkassen van het Rijk
via de Nederlandsche Bank ontvangen en de over-

:’toit.ingen van de postkassen via de instelling in
‘s Rijks kas. Deze subsidies en overstortingen hebben
nu, zooals vanzelf spreekt, onmiddellijk invloed op de

rentevergoeding, hetwe’lk voor beheerders van post-
kassen ecu prikkel is, om hun geldvoorraad tot
eeii zoo klein mogelijk bedrag te beperken. Be-
doelde regeling, welke tevens bepaalde, dat dle
Postcheriue- en Girodienst een rekening zou openen
hij de Nederlandsche Bank ten behoeve van de onder-
linge overmakingen tusschen rekeninghouders bij dc
Nederlandsche Bank en bij den Postcheque- en Giro-

dienst,
i)
trad 1 3anuari 1926 in werking, en werd
onlangs volledig doorgevoerd.
De mede ter hand genomen speciale regeling van
liet betalingsverkeer tussehen Rijk en Gemeenten
maakte het noodig om nevens den Postcheque- en
Girodienst en de Nederlandsche Bank nog een Con-
t.raal Instituut van verrekening in te schakelen, waar-
voor de keuze viel op de Bank voor Nederlandsche

Gemeenten.
* *
*

De wijze waarop thans
bij
don R.ijksbetalingsdienst
van de drie hiervoren genoemde instéllingen, Post-
cheque- en Giroclienst, Nederlandsche Bank en Banlc
voor Nederlandsehe Gemeenten, wordt gebruik ge-
maakt, moge voor elk harer afzonderlijk, in het kort

blijken uit het volgende:

Betalingen .Postcheque- en Girodienst.

De verschillende departementen of rjksinstellingen

zenden
bij
de Generale Thesaurie (bureau ,,Rijkshe-

talingsdienst”) aanvragen in tot het doen van hete-
liegen per giro of per cheque ten laste van de schat-
kistpostrekening. De betrekkelijke betalings-opd rach-
ten worden in den regel nog denzelfden dag door den
beheerder der Schat.kistpostrekening hij den Postche-
que- en Girodienst ovefgebracht. Deze •dienst geeft
van de volbrachte betaling kennis aan de Generale

Thesaurie.
De ontvangsten op de Schatkistpostrekening zijn
in hoofdzaak giro-overdrachten, afkomstig van de
postrekeningen der Rijkscomptabelen, welke op vast
gestelde
tijden
vier maal ‘s maands op die
wijze
hunne
jostrekeningen tot het noodzakelijk minimum moe-
ten terugbrengen. De saldi op de postrekeningen der
Rijkscomptahelen betreffen in •den regel ontvangsten
van een bepaald dienstvak, (hijv. de ontvangers der
belastingen).
Voor zoovei de giro-overdrachten der eomptabcicn iiiot toerejkend zijn om het creditsaldo van cle Schat-
kistpostrekening op het voor cle te effectueeren be-
talingen noodzakelijk minimum te houden, geschiedt
verdere aanvulling door de Nederlandsehe Bank in
opdracht van de Generale Thesaurie.

[Velg.
p.
902 ja het No. van 13 Oct. fi. – Ri1.]

1142

ECONOMISCH-STADTSTISCHE BERICHTEN

29 December
1926
BetctUn gen bij
de Nederlcmn4sche Bank.

De betalingen ten bate en ten laste van het Rijk bij
cle Nederlandsche Bank vloeien voort uit de functie
van R.ijkska’ssier, aan deze instelling laatstelijk bij

de Bankwet 1919 opgedragen. Die betalingen hebben

plaats ingevolge haar door ‘de Generale Thesaurie
gedane opgaven en kunnen zoowel geschieden door

middel van giro als door overmaking in contanten.
De opheffing der betaalnieesterskantoren bracht

geen wijziging in de door ‘de Bank toegepaste werk-

wijze; alleen onderging de betaling per bankcheque

uitbreiding; deze wijze van betaling werd trouvons

reeds toegepast – zij het op beperkter schaal – tij-
clens de sluitingsperiode van den Postcheque- en Giro-

dienst (October 1923—October 1924.)
De Nederlandsche Bank geeft de Generale Thesau-

rie kennis van ‘de bij haar plaats gehad hebbende be-

talingen ten behoeve van het Rijk en zij doet daarvan
als Rijkscomptabele rekening en verantwoording aan

de Algemeene Rekenkamer.
‘Volledigheidshalve zij nog vermeld dat in het al-
gemeen de grootere betalingen en •de overstortingeri

door Rijkscomptabelen geschieden
bij
de NederMnd-

sche Bank; voor de kleinere posten wordt als regel
gebruik gemaakt van den Postcheque- en Girodienst.

BetaUn gen
bij
de Bank voor Nederla’r&dsche

Gemeenten.

Deze betalingswijze vloeit voort uit de
bij
Kon.

Besi. van 28 Maart 1925 Stbl. No. 125 tot stand ge-

komen regeling, welke ten doel heeft de afdoening der

wederzijdsche vorderingen en schulden tusschen Rijk
en Gemeenten te ‘bewerkstelligen door verrekening.
Voor die verrekening wordt gebruik gemaakt van de
Bank voor Nederlandsche Gemeenten. Deze instelling
opent voor iedere gemeente eene administratieve re-

kening, waarop zij cle van de Generale Thesaurie op

gegeven bedragen ten laste of ten bate der gemeen-
ten aanteekent. De gementen zijn vrij om de op hare
rekening geboekte posten onmiddellijk af te wikke-

len, hetzi.i door overmaking aan de Bank ten verval-

(lage van aan het
Rijk
verschuldigde bedragen, hetzij

door aan de Bank toezending te verzoeken van de op
have rekening tegoed geschreven bedragen. Bij te

late afwikkeling wordt rénte berekend
Er zijn echter vele gemeenten die hij de Bank

cene rekening-courant-overeenkomst hebben gesloten,
wiiardoor de vereffening der hierbedoelde betalingen
wél op de meest eenvoudige wijze tot stand komt, ni.
door boeking van de administratieve rekening in de

rekening-côurant.
De categorieën van wederzijdsche betalingen tus-
schen Rijk een gemeenten, die voor verrekening in
clezen vorm in aanmerking komen, worden ingevolge voormeld Kon. Besl. door den Minister van Financiën

aangewezen.
‘Tot dusverre bepalen zij zich nog in hoofdzaak tot

de belastinguitkeeringen, de uitkeeringen ingevolge
cle vet van 1897 en de door gemeenten verschuldigde
annuïteitsbetalingen ingevolge de Woning- en Land-
arbei’derswet. Het ligt evenwel in de bedoeling om

ook de overige betalingen tusschen Rijk en gemeen-
ten, welke tot ‘de bemoeiingen ‘der verschillende De-partementen van Algemeen Bestuur behooren, gelei-
clelijk zooveel mogelijk in de regeling te betrekken.
* *
*

Behalve de besproken wijzen van betaling, waarbij
de drie vorengenoemde instellingen hare medewerking
ve.rieenen, hebben ook nog tal van betalingen plaats door tusschenkomst van verschillende andere Rijks-
comptabelen. Die betalingen betreffen voornamelijk
ontvangsten ten behoeve van ‘s Rijks kas, welke tot
afzonderlijke ttkken van dienst behooren en ingevolge

‘de bestaande voorschriften uitsluitend aan ‘de daar-
voor aangewezen comptabelen moeten worden ‘vol-
daan. Dit geschiedt
bij
voorkeur door overmaking op
de postrekeningen dier comptabelen, welke hunne
ontvangsten op geregelde tijden overbrengen in het

tegoed van ‘s Rijks Schatkist, hetzij
bij
den Postche-
que.. en Girodienst, hetzij bij de Nederlandsche Bank.
De betaling van college- en examengelden i.z. Hoo-
ger Onderwijs
bijv.
geschiedt op de postrekening van
de betrekkelijke Universiteit; zegel-, registratie- of

successierechten worden voldaan bij den Ontvanger

der registratie; belastinggelden worden betaald
bij
den
betrokken Ontvanger ‘der Dir. belastingen, hetzij in
contanten, hetzij per postgiro.
Overigens opent de nieuwe regeling van den Rijks-

betalingsdienst nog meer uitzicht op vereenvoudiging.

Intusschen is thans reeds een niet ohnanzienljke

besparing op kasmiddelen bereikt, waarmede niet al-leen do Schatkist, maar ook het algemeen circulatie-
systeem is gediend. W. Sonnas.

DE ONTWIKKELING DER EXPORT-

CREDIET VERZEKERING.

II (Slot).

Ten slotte kwam in de lezing van den heer Nixon
ter sprake de quaestie
01)
welk tij’dstip de schadever-
goeding betaald moet. worden. Een credietverzeke-

raar betaalt eerst, wanneer de ‘definitieve
cijfers
van
het verlies
bij
insolventie vaststaan. De afwikkeling
van een claim op den insolventen debiteur kan lan-
gen
tijd
in beslag nemen en gedurende dezen tij’d
heeft de verzekerde of zijn bankier (in .dit Engeisch
milieu vergeve men mij deze karakteristieke Engel-

sche uitdrukking) ,,to carry the baby”, totdat het
oogenblik is aangebroken, waarop de credietverzeke-ringspolis betaalt.

Het Engelsche Export Credit Scheme is een ga-

rantie voor de ric.htige betaling op den vervaldag
zonder meer en treedt dus in werking ook vôôrdat de
debiteur is uitgewonnen.

De kwestie van directe schadeloosstelling wanneer
‘op den vervaldag door den afnemer geen betaling ge-
schiedt, is inderdaad een belangrijk punt, en ik ge-
loof, dat hier de credietverzekeringsmaatschappijen
eerder hun politiek zullen ‘kunnen verbeteren, dan

waar het gaat om dekking van het ,,catastrophe-risk’
(wanneer zij ‘dat ten minste alleen moeten klaar spe-len), of wat betreft de verzekering van lange crediet-
termijnen. Ik stel intusschen ‘voorop, dat in de prac-
tijk ‘an de veelvuldig in den breede uitgemeten be-
zwaren van een betaling door •de credietverzekering
eerst wanneer de cijfers van het definitieve netto-ver-
lies zijn komen vast te staan, mij niet veel gebleken
is. Er verloopt weliswaar een zekere tijd tusschen de
non-betaling en de schadeloosstelling, maar wanneer
dit al te lang gaat duren, wordt door den credietver-
zekeraar een voorschot gegeven, of wel wordt de
claim getaxeerd en
hij
schikking afgedaan. Overigens moet men niet uit het oog verliezen, welke technische
bezwaren er voor de maatschappijen bestaan, de zeker-
heid, clie een polis geeft, meer het karakter van een
garantie te geven. Immers, hij’ een dergelijke af wik-
kéling van claims, zou er in verhouding tot hetgeen
definitief aan schade-penningen wordt uitbetaald, een

veel te groot deel van de beleggingen der verzeke-
ring-maatschappijen en haar reserve-fondsen 1’iquide
gehouden möeten worden, en dus voor andere doel-
einden moeten worden gebruikt, dan waartôe beleg-
gings en reserve-fondsen nu eenmaal dienen.

Vreemd genoeg spreekt de heer Nixon niet over

deze
moeilijkheid,
en het is daarom dubbel de moeite
waard, hier dit punt nog eens naar voren te brengen. Hij verwijst wei naar de practijk der credietverzeke-
ringsmaatschappijen in Amerika, waar men
bij
het

sluiten van een credietverzekering een polis kan krij

gen met of zonder ,,collecting-servico” (dit laatste
tegen een verhoogde premie). In het laatste geval
krijgt de polis meer het karakter van.een garantie, en
treedt de maatschappij in den faillieten boedel van
den insolventen debiteur als eischer op. De verwij-
zing naar dit voorbeeld gaat echter niet op, aange-
zien de maatschappijen in Amerika alleen maar den

29 December 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1143

hintieniaiidschcu handel verzekeren, en daarvoor dus
eerder een dergelijke rol op zich kunnen nemen, dan

voor den exporthandel. Meer zin had het dus gehad,

wanneer de heer Nixon verwezen had naar de ,,Ame-

rican Manufacturers Foreign Credit-Exchange”, een
instelling, die op onderlinge basis credietverzekering

voor haar leden ter hand heeft genomen. Ook dit voor-
beeld is echter niet geheel van toepassing. In de eer-

ste plaats omdat het een instelling op coöperatieve
basis is, en bovendien haar geheele karakter zoo spe-cifiek Amerikaansch is, dat in. het algemeen men het

er over eens is, dat zij niet in Europa toe te passen

is. Omdat men echter wel eens uit dit voorbeeld van
de ,,Oredit.Exchange” verkeerde conclusies trekt, zijn

hier de volgende bijzonderheden over deze instelling
medegedeeld:
Haar oorsprong is gelegen in de poging, voor de
Amerikaansche industrie met één slag een export-

handel op to richten. Daartoe verbonden zich onder
de energieke leiding van den heer G. Meyercord eeni
ge industrieele ondernemingen, al hun ervaringen op

het gebied van export aan elkander mede te doelen.
Do aangesloten leden krijgen .dus een soort van opgave
van betrouwbare buitenlandsche adressen, en de ver-
liezen, die men uit hoofde van het credietrisico op
dezen handel lijdt, worden onderling gedragen. Hier-uit zal het den lezer reeds duidelijk
zijn,
dat een der-
gelijke altruïstische Export-club niet spoedig in Euro-
pa navoling zal vinden. Overigens zijn er belang-
rijke categorieën van industrieele exporteurs, die zich in pjj ocipe
bij
de ,,credit-exchange” niet aan willen
sluiten, zoodat, hoewel over het algemeen genomen het werk van Meyercord een succes kan worden ge-noernd, dit toch niet overdreven groot moet worden
voorgesteld.

De eenzame voorvechter van dit onderlinge crediet-
verzekeringssysteem in Engeland is •de heer A. H.
Swain, een geslagen vijand van de Trade Indemnity,

wiens in het voorgaande jaar gepubliceerde geschriftje
,,Commercial Credit. Risks” in Engeland weinig au
sérieux genomen
i5.1)
De heer Swain is na dien tijd
door de Engelsche Staatscommissie nog in de gele-
genheid gesteld zijn plannen nader te verdedigen,
maar de commissie bevond van dit systeem ,,that the
bulk of the evidence which we have received from
traders is not favourable to it”.

Nu wij toch over de mogelijkheid spreken van een

coöperatieve basis voor exportcredietverzekeririg,
moge hier volledigheidshalve vermeld worden, dat in

Frankrijk onafhankelijk van het Amerikaansche voor-
beeld coöperatieve credietverzekering beproefd is. Na-
dat eenige andere onderlinge creclietverzekeringsmaat-schappijen weinig succesvol werkzaam waren geweest,
is in 1923 te Lyon opgericht ,,L’Assurance Française (le Crédit”
2)
die voor den binnerilandschen handel
en voor export op onderlinge basis verzekert het ere-
dietrisico voor verschillende industrieën uit het ZW.
van Frankrijk. Aangesloten zijn Fabricants de Soie-
ries, Métaliurgistes, Entrepreneurs rubanniers, Fa-
bricants de Peignes, Fabricants de doublures.

De gepubliceerde cijfers over de werkzaamheden van
deze instelling toonen echter aan, dat de omvang van
haar zaken nog geen groote afmetingen heeft aan-
genomen. De aangesloten leden zeggen echter, dat het
systeem hun wel bevalt en de vereeuig.ing is tot op
heden in leven gebleven.

Evenals in het algemeen van coöperatieve verze-
kering gezegd kan worden, dat zij als universeele ver-
zekeririgsvorm niet aanbevelenswaardig is, maar in
enkele speciale gevallen door bijzondere omstandig-
heden bij uitstek geschikt kan zijn, zoo zal het ook
wel met coöperatieve credietverzekering gesteld zijn.
Zonder haar bestaansrecht voor bijzondere gevallen te

Zie de recensie
in
Econ.-Stat. Ber.
No. 50, 9
Sept.
1925,
pag.
785.
Zie voor bijzonderheden François Boisson, Rapport
prdseuté
ah
Congrès des Conseillers du Commerce Ext-
rieur de Lyon (October
1924).

ontkennen, lijkt het mij onjuist er een panacée in te
zien zooals de heer A. H. Swain dat doet. In Frank-
rijk zien de oprichters van de Lyonsche onderlinge

zeer goed in, dat zij zich niet buiten de grenzen van
zekere locale belangen moeten bewegen.

Ik moge deze losse opmerkingen besluiten met er
op te
wijzen,
dat verwant met de coöperatieve export-
crediet-verzekering
is de coöperatie bij het verschaf-
f en van informatie’s over credietwaardigheid van af-
nemers, d.i. dus feitelijk de Amerikaansche ,,credit-

exchange” zonder verzekering. In Amerika vindt dit

systeem toepassing in de ,,National Association of
Credit-men”, welke vereeniging ongeveer 30.000
leden telt. De ,,Credit-man” is degene, die in een

Amerikaansche commercieele organisatie zich uitslui-
tend occupeert met de beoordeeling aan welke klan-
ten er crediet zal worden gegeven, tot welke bedragen

en op welke condities. Op het oogenblik heeft deze
uitwisseling tusschen de leden van informaties over

credietwaardigheid niet meer alleen plaats wat be-
treft de ,,domestic trade”. Reeds 200.000 buitenland-

sche namen zijn in haar administratie genoteerd. De
internationale Kamer van Koophandel heeft krach-

tens een resolutie van het Congres te Brussel in 1925,
waar Ernst B. Filsinger op deze Association de aan-
dacht vestigde
1),
deze materie in studie genomen,
zoodat
wij
binnenkort wel meer zullen hooren over
de mogelijkheid van een internationale samenwerking
op dit gebied.

Een klein begin met uitwisseling van informaties
is onlangs gemaakt door eenige Manchester-fabrikan-
ten onder de auspiciën van de Federation of British
Industries. Hier worden echter niet .de namen van de
credietwaardige afnemers opgegevan, maar alleen dc
niet-credietwaardige af minder betrouwbare.
De credietverzekeringsmaatschappijen zullen in de
pogingen van Filsinger, van de Internationale Kamer

van Koophandel en deze Manchesterfabrikanten, zeker
geen element van concurrentie vinden, in plaats van
maatregelen, die credietverzekering overbodig maken,
zullen zij er een medewerking in zien om de crediet-

verzekering hechter te grondvesten en te vervolmaken
tot een assurantie, die evenzeer algemeen in zwang
zal komen als de brand- en transportverzekering.

DEN DOOREN DE JONG.

HET MIDDENSTANDSBANKWEZEN.

Vele bankiers zullen met belangstelling het artikel
van Prof. Mr. Dr. G. M. Verrjn Stuart in de Econ.-
St. Ber. van 15 Dec. jl. hebben gelezen en het in alge-
meenen zin met den hooggeleerden schrijver eens zijn.
Het komt mij achter voor, dat eenig commentaar op
sommige gedeelten van zijn beschouwingen niet ach-
terwege mag blijven.

Prof. Verrijn Stuart hoopt, dat de Commissie onder
praesidium van den Thesaurier-Generaal haar taak
broeder zal opvatten en niet alleen een antwoord zal

geven op de vraag, of een reorganisatie van het Mid-
denstandsbankwezen, zooals •de Regeering zich die
voorstelt, bereikbaar is, maar ook een duidelijk ant-

woord zal geven op de meer principieele vraag, of het
Middenstandsbankwezen hier te lande een eigen ter-
rein van werkzaamheden heeft van genoegzamen om-
vang en of het mogelijk moet worden geacht om dit

terrein op loonende wijze te bewerken. De Schrijver
meent, dat het antwoord op de eerste dezer vragen
niet moeilijk te vinden zal zijn. ,,Al zijn de grenzen

van het begrip middenstand eenigszins vaag, zoo lijdt
het toch wol geen twijfel, of er zijn tal van kleine on-
dernemers (winkeliers, kleine fabrikanten en gros-siers, o.d.), die behoefte hebben aan bedrijfscrediet
en
bij
de groote banken met hun wijdvertakt provin-
ciaal filialennet niet terecht kunnen. De kleine ere-
dieten toch, waarom het hier gaat,
zijn
voor de groote
bank weinig aantrekkelijk”.

1)
Zie
International Chamber of Commerce. Third Con-
gress. Group Sessions. Brochure
No. 43
pagina
22-29.

1144

ECONOMISCHSTATiSTISCHE BERICHTEN

29
December 1926

Deze bewering nu zullen velen met mij niet cladelijk

willen onderschrijven. Zij heeft als stelling gegolden
voor de oprichting van verscheidene middenstands-

banken, maar heeft naar veler opinie thans afgedaan.
Do middenstanders (ik heb hierbij niet het oog op (Ie

allerkleinsten, want deze hooren hij de voorschotban-

ken thuis) kunnen voor de bevrediging hunneT ere-

dietbehoefte thans
zeer
goed terecht hij cle grootere

bankinstellingen. Het is onnoodig, dat voor hen apar-

te banken moeten bestaan. iuist om het w’ijdvertakte

provinciale en dikwijls ook stedelijke filialennet (de
schrijver doet het voorkomen of zulks een belemme-

ring zou zijn) is credietverleening aan tien kleinen

man mogelijk geworden. Immers diens zaken kunnen

tec plaatse aan het filiaal behandeld worden, waar
men alle gelegenheid heeft de persoon of zaak te be-

oordeelen.
Naar mijn meening zullen verschillende te goeder

naam bekende instellingen bereid zijn een gewillig
oor te leenen aan de credietaanvragen van winkeliers,

kleine fabrikanten, grossiers enz., mits deze aanvragen

op deugdelijken grondslag berusten, Ik zie niet in,

waarom een contact met de middenstandsorganisatieS
(die zelf dikwijls over veel geld beschikken, dat be-

waard of belegd moet worden) met de grootere ban-
ken niet mogelijk zou zijn. En waarom zou een be-

hoorlijk geleide ,,
m
idd
ens
tands-credietafdeeling” an-

nex aan het bedrijf eener groote bankinstelling niet

loonend kunnen zijn? Aan credietn van
f
10.000,-

en minder is ook zonder bijverdienste in den vorm van

effectenorders, valutazaken, emissies ed. te verdienen
en zeer zeker, wanneer men vele van deze credieten

naast elkaar hèeft loopen. Aan de grootere bankin-
stellingen, •die in verband met de toeneming van het
clearing- en giroverkeer hun kasloketten minder be-
volkt zien dan vroeger, zullen de kleinere klanten wel-

kom zijn. En waal’ de groote bank niet alleen van de
kleine klanten behoeft te bestaan, zal zij als regel

goedkooper kunnen zijn dan de midclenstandsbank, die

er uitsluitend van moet leven.
Prof. Verrijn Stuart wijst er verder op, dat de mid-
d
ns
t
an
d
scr
edietverleening niet bijzonder riskant be-

hoeft te zijn, indien maar zekere algemene beginselen
van goed bankbeleid in acht worden genomen. Het
ciediet moet kort zijn en mag slechts dienen voor de
voorziening in de behoefte aan vlottend kapitaal. Er
moet deugdelijke contrôle zijn enz. De beginselen zijn

eenvoudig en men moet er niet van afwijken. Ik zou

hierbij willen aanteekeneji, dat in theorie alle bank-
zaken eenvoudig zijn en zij moeten dit ook zijn, omdat
zij anders voor den handel niet zouden deugen. Het
is echter niet zoo eenvoudig als . de schrijver wel
meent, om het verloop van een crediet in de hand te
houden. In de practijk is het dikwijls moeilijk om het
juiste moment van de opzegging van een crediet te
bepalen. Meermalen kan men niet zien aankomen, dat

het met den cliënt of zijn zaak misgaat. Ziet men dit
wel, en executeert men hem te snel, dan loopt men
•de kans, dat men heei niet alleen te gronde richt, maar
ook dat men een deel van eigen geld niet terug ziet.
En hoe moeilijk is het om te bepalen, of men al dan
niet nieuw geld in de zaak zal steken om het ver-

lorene terug te krijgen. Doet de Regeering met de
nieuwe garantie voor de A.O.B. iets anders dan een

poging het oude geld terug te krijgen? En is er
iemand, die met zekerheid kan zeggen, hoe deze po-

ging zal afloopen? De schrijver meent verder, dat een gezond midden-

standscrediet een bepaald maximum moet hebben, af-
hangende ook van de innerlijke kracht van de bank
zelf; a priori is niet uit te maken of die 20 of 25
mille moet zijn. 1-let is tot op zekere hoogte een kwes-

tie van willekeur.
Mi. moet hij alle credietverleening, ook dus door

n
iet-middenstandsbaukefl, een maximum bepaald wor-
den. Dit geschiedt in de practijk dan ook altijd en is

niet een bijzondere eisch voor de middenstandsban-
ken. Geen enkel crediet toch mag verléend worden

tot een hooger bedrag, dan de credietwaardigheid

van de persoon of zaak van (en aanvrager, het object
of de aard der transactie toelaat, terwijl het risico de

van een bank nooit te boven mag

gaan. Zonder twijfel zal het feit, dat er een niet te

hoog maximum is, remmend werken op bank en ere-
dietnemer. Dit maximum mag echter nooit een wille-

keurig maximum zijn, maar dient in elk geval (dus

hij eiken cliënt) afzonderlijk bepaald.
Naar mijn meening kan het middenstandscrediet

als zoodanig gerust verdwijnen en kunnen de bestaan-

de banken grootendeels zonder bezwaar zijn taak over-
nemen. Zooals Prof. Verrijn Stuart terecht opmerkt,

dient het mi d d enstandscrediet geen philantropisch

karakter te •dragen, maar dan vervalt ook de laatste

reden tot het instandhouden der
afzonderlijke
mid-

denstandsbanken. Wil men den ,,kleinsten” man hel-
pen, late men dan zoo noodig de voorschotbanlcen re-

organiseeren of uitbreiden. Men zij met een dergelijke

reorganisatie echter voorzichtig, want ook den klei-
nen man dient credietneming niet te gemakkelijk ge-
maakt te worden. Er
zijn
reeds te veel winkeliers en

fabrikantjes of wat zich daarvoor uitgeeft.
H. DE GOEDE.
* *
*

N as oh r i f t.

Op de bezwaren, door den heer de Goede aange-
voerd tegen mijn artikel over het middenstandshank-
wezen, moge hier een korte repliek volgen.

Vooreerst meent de schrijver, dat de middenstands-

banken geen eigen terrein hebben. In de bestaande
credietbehoeften kan voldoende worden voorzien door
de grootbanken, die niet slechts groote relaties zoe-
ken, doch ook open zijn voor credietaanvragen van den kleinen man, voorzoover deze op reëele basis berusten.
Ook na de lezing vaia des schrijvers opmerkingen

meen ik te moeten betwijfelen, of de grootbanken wel
cle aangewezen instelingen zijn om de credietbehoef-

ten van den middenstand te bevredigen.
Wij zijn het erover eens, dat de verleening van klei-

ne credieten, die geen bijverdiensten met zich brengen
en relatief veel werk eischen, niet meer dan een be-
scheiden rendement zal opleveren. Zij zijn dus als

zoodanig minder aantrekkelijk voor eene groote bank-
instelling dan grootere credieten. De grootbank zal
zich derhalve, als zij verstandig beheerd wordt, alleen
d.n in de richting der kleine credieten gaan begeve:n,

wanneer zij geen andere, meer lucratieve uitzettingen
kan vinden. Zulk een situatie nu doet zich alleen
voor in tijden van slapte. Zoodra er echter levendig-
heid in zaken komt, zullen de kleine credieten voor
de grootbanken aantrekkelijkheid missen. Zooals mij
uit de ervaring meermalen is gebleken, zullen dan
deze kleine credieten, voorzoover reeds vroeger ver-
leend, wegens de vele werkzaamheden, die zij eischen,

worden gevoeld als een blok aan het been;
zij
leiden

de aandacht af van de meer belangrijke transacties. Dat in zulk een tijd van cciie regelmatige en syste-
matische uitbreiding van de kleine credieten geen

sprake zal kunnen
zijn,
zal wel geen betoog behoeven.

Zulk een gang van zaken nu is voor den midden-
stand ongewenscht en voor de grootbanlcen lastig en
vervelend. Eene regelmatige verleening van kleine
credieten is slechts dan te verkrijgen, wanneer deze
wordt losgemaakt van de credietverleening aan’ groot-

ondernemingen. Ook dan zal zij’ natuiïr]ijk haar ups
en downs kennen, doch los staan van de fluctuaties

in het grootbankbedrijf.
Meent dus, de heer de Goede, dat de groothanken

best kunnen en ook willen voorzien in de behoefte
aan middenstandscrecliet, zoo beaam ik het eerste,
doch ik zet achter het tweede een groot vraateeken.
Tijdelijk moge de middenstand bij de grootbanken volledige bevrediging kunnen vinden, op den duur
moet uit de cômbinatie van groote en kleine crediet-
verleening een toestand ontstaan, die voor geen der

betrokken partijen bevredigend is. –

29 December 1926

ECONOMIStH-STATISTISCHE
BERICHTEN

1145

Bij de beantwoording van do vraag, of midden-
standscrediet al clan niet een moeilijk sooit van ere-

diet is, meent cle heer de Goede, dat ik wat al te
theoret:isch bon geweest. Nu kan ik den schrijver me-

dedeelen, dat ik niet slechts uit de boeken, maar ook

uit do practijk zeer wel weet, hoe moeilijk het ican
zijn om het juiste moment voor opzegging van een

crediet te kiezen. Doch hij zal niet willen volhouden,

dat zelfs in theorie alle bankzaken eenvoudig en dus
even gemaickelijk zijn. Steeds zal een crediet aan eene
groote industrieele onderneming wel moeilijker te

beoordeeleri zijn, dan een crediet op onderpand van
groote stapelartikelen. Steeds zullen er dus aanmer-

kelijke verschillen zijn bij de opzegging en afwilcke-
lirtg van verleende voorschotten. En de moeilijkheden
van zulk eene opzegging hangen niet alleen af van
het karakter van de onderneming, ‘doch ook van de

grootte daarvan. Niet, omdat de grootte in theorie
zooveel aan het aspect der zaak zou veranderen, doch

wel omdat in de pracujk do weerstand, clie de ban-
Icier
bij
opzegging zal hebben te overwinnen, grooter
wordt in evenredigheid tot den omvang van de door
hem met crediet gesteunde zaken. Zijn verantwoor-
clelijkheid in maatschappelijk opzicht stijgt daardoor
en de hankcliënt kan zich dan ook meer doen gelden.

Tat nu het middenstandscrediet vrij eenvoudig
maakt, is, dat mee met eene reeks van kleine credie-
ton te doen heeft, die zich gemakkelijk volgens een
vast schema laten behandelen. Eene rigoureuze ere-
dietpolitiek behoeft hier daarom op minder weerstand

te stuiten, dan zulks bij verleening van groote ere-
dieten het geval is, omdat iedere individueele cliënt
minder beteekenis heeft, dan zulks in het grootbank-
bedrijf het geval is.
Ten slotte is de heer de Goede erover gevallen, dat
ik gemeend heb, dat het middenstandsbankwezen zich
zou moeten houden aan een zeker maximum, boven
hetweik geen enkel crediet zou mogen stijgn. Daar-
over heerscht iclaarblijkelijk misverstand. Het is mij
natuurlijk zeer wel bekend, dat in elk hanlcbedrijf ten
aanzien van practisch elk crediet een maximum moet
worden vastgesteld. Doch wat ik met het maximum
voor het middenstandscrediet bedoelde, was eenvou-

dig dit, dat de middenstaudsbanken ervoor moeten
oppassen, geen c:rediet te gaan verleenen aan cliënten,
die uit hoofde van den omvang hunner zaken bij de
grootbariken thuishooren. Welke cliënten dat nu pre-
cies zijn? Daar ligt juist het element van willekeur.
De een zal zeggen, dat ieder, die meer dan 25 duizend
gulden noodig heeft, bij de middenstandsbanken niet
thuis hoort. Een ander vindt dat bedrag te laag, een
derde te hoog. Dat is nu eenmaal niet uit te maken
en cle vaagheid van het begrip middenstand leidt daar
van zelf toe. Ook de meerdere of mindere kracht van de middenstandsbanken zelf is een factor van betee-
kenis
bij
het nemen van eene beslissing over dit punt.

Het maximum werd door mij dus niet bedoeld als
een rem voor middenstandscredietnemers, want dat
had ik waarlijk niet behoeven te vermelden, doch als
middel om de middenstandsbanken te verhinderen het
terrein der grootbanken te betreden.
G. M. V. S.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE TERUGKEER VAN DENEMARKEN TOT DEN

GOUDEN STANDAARD.

De heer L. Estrup te Kopenhagen schrijft ons:

Denemarken is ongeveer door zijn valuta-moeilijk-
heden heen. In den loop van 1925 daalde de sterling-
koers van 26,86 tot 19,50 en eind Maart 1926 was hij
reeds op een niveau van 18,50 beland. Toen daarop
dc koers zich heel langzaam bleef bewegen in de rich-
ting van de pariteit, waarvan hij nog slechts een frac-
tie verwijderd was, achtte men het tijdstip gekomen
voor een definitieven terugkeer tot den gouden stan-
daard; temeer daar de wet van 15 December 1925,
waarbij de Nationale Bank werd vrijgesteld van haar

plicht, de bankbiljetten tegen goud in te wisselen,
met 31 December van dit jaar afloopt.

De nieuwe wet bepaalt, dat de Nationale Bank met
ingang van 1 Januari 1927 opnieuw verplicht is,

haar biljetten in to wisselen tegen goud, doch met

dien verstande, dat de Bank tot eind 1927 slechts
verplicht, is tot ,,cen zooclanige inwisseling, wanneer

do biljetten worden aangeboden in posten van
28.000 kronen of veelvouden ‘daarvan en dat de in-
udsseling kan geschieden tegen afgifte van een over-
eenicomstig bedrag in Deensch goudgeld, in goudbaren

of goud in anderen vorm, berekend tegen een waarde
van 2480 Kronen per KG.
fijn
goud.” De inwisseling
tegen baar goud is de Banlc slechts voor één jaar toe-

gestaan, maar zal, naar men verwacht, zeker ver-
lengd worden.

Zooals bekend lceerde Zweden in 1924 tot den gou-
den standaard terug, zoodat de Zweedsche Rijksbank,

evenals vé6r den oorlog, haar biljetten tegen gouden
munt inlost. In verband met de Scandinavische Munt-
unie ware het vanzelfsprekend geweest, indien de
wet eenvoudig het oude bankoctrooi opnieuw van
kracht had verklaard, zoodat ook Denemarken zijn
bankbiljetten weer tegen gangbare gouden munt in-

loste. Wanneer men niettemin de voorkeur heeft

gegeven aan een regeling zooals de Engelsche, dan is
zulks het gevolg van twee oorzaken. In de eerste
plaats is in de laatste jaren onder Noorsche econo-
misten de vraag gerezen, of een terugkeer tot de

Scan dinavische m unteenheid überhaupt wermschel ijk

is of dat men ten minste •den vorm diende te veran-
deren. Door niet geheel terug te keeren tot dcii ouden
vorm van goudinwisseling houdt i)enemarkeu de

vraag over de Noorsche Muntunie open, totdat de
Skandinavjsche landen het daaromtrent met elkander
eens zullen zijn geworden.
Daar ]comt
bij,
‘dat men van de zijde van de Bank
of England sterk heeft aangeraden, dat Denemarken
zich voorloopig op principieele gronden zou beper-
ken tot hot invoeren van een inwisseling tegen ga’s-
‘den baren. Men neemt aan, dat er reden is een stij-
gende vraag naar goud (bijv. door Indië en Rusland)

te verwachten en dat de goudproductie in den loop
van de volgende 15 jaren misschien ontoereikend zal zijn om aan deze vraag te voldoen. Ten gevolge hier-
van wrenscht men het risico, dat een grootere hoëveel-
heicl goud als geld in den omloop zal verdwijnen,

zooveel mogelijk te beperken, terwijl men tevens
hoopt er door een internationale overeenkomst in te
zullen slagen, een algemeene inwisseling in goudbaren
to verzekeren. Zoodoencie ]drijgt de vraag, wolken
vorm Denemarken kiest voor de inwisseling van zijn
biljetten, een principioele beteekenis.

In den tijd!, waarin de Nationale Bank zich het
mocht verzekert van een inlossing in baren, zal, naar
men verwacht, het geheele probleem tot oplossing
komen, zoodat men ‘dan nog altijd kan beslissen of men
het oude banlcoctrooi weer van kracht zal maken of
het veranderen zal.

Met het in w’erking treden van de nieuwe wet ver-

valt de in 1924 opgerichte valutacentrale en de valuta-
rantsoeneering van den Rijksdag. Intusschen hand-haaft men de bepaling, dat een ieder, die valuta wil
koopen of verkoopen, de Nationale Bank hiervan

uiterlijk één uur voor de noteering op de hoogte zal
brengen. Bovendien rust op de bezitters van vreemde
valuta de plicht, het Ministerie van Handel in te
lichten over eventueele veranderingen in de bedragen,
ten dienste van cle jaarlijksche statistiek van de
be-

talingsbalans op het buitenland.

Wat. ten slotte het in 1925 opgenomen valutacre-
diet van 40 mnillioen dollar betreft, dit zal nu worden opgezegd. De Nationale Bank heeft hier nooit op be-
hoeven te trekken en cle onkostenan rente en pro-

visie zullen naar alle waarschijnlijkheid gedekt wor-
den door het overschot van de Nationale Bank in de
jaren 1924126. –

1 146

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29
December 1926

AANTEEKENINGEN.

Het Volkscredietwezen in Nederlandsch-Indië.

In het Octobernummer van ,,Koloniale Studiën”

No. 5, 10e jaargang, wijdt Dr. J. H. Boeke een.ige be-
schouwin gen aan het volkscredietwezen in Neder-

landsch-Indië, naar aanleiding van een artikel over

hetzeifdé onderwerp, in het Augustusnummer van ge-

noemd tjdschrif-t, door Dr. H.
M.
Hirschfeld. Aange-

zien Dr. Hirschfeld ook in de ,,Economisch-Statisti-

sche Berichten” van 13 October 1926 het volkscrediet-
wezen in Nederiandsch-Indië aan ciitiek onderwierp,

ontieenen
wtj
aan het betoog van Dr. Boeke, die Dr.
H. op de belangrijkste punten bestrijdt, de volgende

opmerkingen.
Dr. Boeke bepaalt zich in hoofdzaak tot twee proble-

men. In de eerste plaats bespreekt hij de soliditeit der
afdeelingsbanken en in de ‘tweede plaats , behandelt

hij het vraagstuk der consumptieve credieten. In te-

genstelling met Dr. H. is Dr. B. van meening, dat

zelfs wanneer men aanneemt, dat inderdaad de ver-
leende credieten voor consumptieve doeleinden wor-

den aangewend, de soliditeit van de afdeelingsban-

ken door de consumptieve credieten niet in gevaar
wordt gebracht.
Wij citeeren de volgende passage:

,,Er stonden in de laatste vier jaren tegenover 2.159.000
leeners 32.700 tegen achterstallige debiteuren gevelde von
nissen, 1,5 pCt. dus. Weinig is dat niet. Doch met het zich
terugtrekken van het binnenlaricisch bestuur uit het ere-
dietbeheer is cle behoefte aan rechterlijken steufl, in plaats
van het overheidsgezag, tegen nalatige leeners grooter ge.
worden en verder dan een rechterlijke uitspraak behoeft
het gewoonlijk niet te komen. Het aantal executoriale ven-
duties bedroeg in datzelfde tijdsverloop 120 van de von-
nissen.
Het bedrag der afschrijvingen wijst evenmin op een be-langrjk risico. In vijf jaren tijds, van 1021-1925, geduren-
de welke een bedrag van
f
188.700.000 werd uitgezet aan
gewone leeningen (geen rekening-courant credieten dus)
moest
f
995.000 worden afgeschréven, d.w.z. 0,5 pCt. En
dit waren cle jaren, waarin zich een abnormaal sterke con-
junctuurwisseling voltrok. Ik zou denken, dat deze cijfers
bij vergelijking met die van de grootbauken, die uitsluitend
,
)
productieve credieteii” verleenen, geen slecht figuur ma-
ken. De heer Hirschfeld hecht er echter weinig waarde aan.
Hij wijst op het hooge achterstanciseijfer, vooral op den
achterstand van meer dan dén jaar, die. ,,practisch toch wel
voor een groot deel bestaand verlies” beteekent en op het
gevaar ,,dat het achterstandscijfer in werkelijkheid veel
grooter is, als gevolg van het feit, dat vele credietnemers
hunne credieten ,,aflossen” met de gelden, welke verkregen
worden, dooTdat een of andere relatie een nieuw crediet
opneemt”.
Laat ons daarom ook die achterstandscijfers eens onder
(le loupe nemen. Eind 1925 bedroeg de achterstand van dc
afdeelingsbanken op Java en Madoera
f
2.013.000 of 6.2
pCt. van het aan gewone leeningen uitstaand bedrag. Van
•dien achterstand was 28.4 pCt. ontstaan binnen één jaar
nadat de leening was aangegaan, 22.8 pCt. 1-2 jaar, 13.5
pCL. 2-3 jaar en 35.3 pCt. 3 of meer jaar nadat de lee-
ning was aangegaan. Huclt men rekening met den regel
dat de leeningen binnen één jtar, maar gewoonlijk in niet
veel korteren tijd worden afgelost en met de bij de afdee-
lingsbanken heerschende usance om, met slechts enkele
dagen speling, elk bedrag, dat niet op of binnen den voor
aflossing geldenden vervaltermiju is bepaald, als achter-
stand fe beschouwen, dan behoeft alleen de achterstand over
leeningen, clie meer dan één jaar te voren zijn aangegaan,
verder in aanmerking te worden genomen, een bedrag der-

halve van
f
1.442.000; alleen hierbij laat zich veronder-
stellen dat (le debiteur min of meer ernstig in gebreke i.
Het is er echter ver vandaan dat deze achterstand onin-
baar zou zijn. Ook dat laat zich uit de jaarverslagen be-
wijzen. Einde 1923 bedroeg de achterstand op .leeningen die
vSér 1923 waren aangegaac
f
1.949.000, einde 1924 be-
dioeg de achterstand op die groep leeningen
f
1.239.000

en einde 1925
f
709.000. De verschillen bestaan niet ge-
heel uit aflossingen, zij zijn mede het gevoïg i’aii afschrij-
vingen. Maar zelfs al brengt men het geheele bedrag aan
ch
afsrijvingen in mindering van die verschillen, dan nog
blijven er bedragen van
f
433.000 en
f
413.000 als aflos-
singen over, wat allerminst op oninbaarheid wijst. En
voorzoover die achterstand oninbaar mocht. blijken, is ei
een reserve duhieuse debiteureu” om het verlies op te

vLuliu. Het. jaarverslag vermeldt deze reserve niet afzon-dirlijk, dat is een leemte die zich uit plaatsgebrek laat ver-
klaren. Zij bedraagt çchter
vooi
Java
en MadoerL ritiul

f
379.000. Wellicht is dat bedrag niet voldoende om het zuiver vermogen tegen afschrijvingen te beveiligen. Het
wordt echter jaarlijks bank voor bank met zorg bepaald
en, gesteld al (lat het moest worden verdubbeld, dan zii’
dit globaal tegenover een zuiver vermogen dat einle 1925
ruim
f
9 m’illioen bedroeg, toch nog viii geringe bete-
kenis zijn.”

Naar aanleiding van de vraag, of er gevaa bstaat

van schuidverlenging, die gemaskeerd wordt, doordat

de eene inlander aflost uit de opbrengst van een

nieuwe credietverleening aan een ander, merkt Dr. B.

op, dat dergelijke transacties althans in het groot niet

zeer waarschijnlijk zijn. Vooreerst niet, omdat het gros

der leeningen niet ineens, maar in verschillende ter-mijnen wordt afbetaald. Elke -debiteur zou dus over

een stel handlangers moeten beschikken, iedere hand-

langer zijn leening over een groep debiteuren moeten

verdeelen. De intrige wordt dan wel wat ingewikkeld.
Bovendien acht Dr. B. het veelvuldig vooi-komen van
dergelijke transacties niet erg aannemelijk, omdat het.

spel voor den debiteur wel aardig is, doch heel wei-
nig aantrekkelijks biedt aan den nieuwen leener, die
zijn crediet zou zien verdwijnen voor niets meer dan

de bloote verwachting, dat de ander bereid zal zijn

hem opnieuw te leenen en hem uit de leensom te vol-

doen. Ten slotte trachten zoowel het bankbeheer als
de contrôle van de centrale kas steeds schuldvernieu-

wing zooveel
mogelijk
te voorkomen en, waar zij als

iiaisbruik bestaat, haar te bestrijden.

Wat voorts het euvel betreft, dat de ‘afdelings-
banken in hoofdzaak consumptieve credieten zouden

verleenen, merkt Dr. Boeke op, dat, al maakt de
theorie terecht een onderscheid tusschen consumptief
en productief crediet, de toestanden in de inlandsche
huishouding van dien aard zijn, dat een dergelijk

onderschdid in de practijk tot niets leidt.

,,Cesteld een Inlander heeft zijn buffel geslacht om een
sla.metan te vieren, tegen den tijd van de grondhcwerking
moet hij zijn vee aanvtilleii en hij gaat een leening aan
voor aankoop van een karbouw. Die ieoaing is dus pro-
ductief. Indien hij echter -zijn veestapel intact laat en
voor het feest leent, is die leeniiig consumptief.1) Een
ander eet zijn zaaipadi op en leent voor aankoop van bibif.
– produebief crediet —;hacl hij echter zijn zaaipadi ge-
spaard en had hij nu geld noodig om in den schralen tijd
aan (Ie kost te komen, dan zou dat als oonsumptief ore-
(liet moeten worden geweigerd. Een derde heeft zijn grond
verpand voor en of andere verderfelijke consumptieve
reden, om oorknoppen voor zijn huwbare dochter te koo-
pen of om de besnijclenis van zijn zoon te bekostigen bij-
voorbeeld, hij leent nu voor i.nhuur van gronden en de hee-
hing wordt hem toegestaan. Had hij echter zijn grond
voor eigen bewerking willen vrijitouden en crediet ge-
vraagd voor een van cle genoemde doeleinden, dan had men
hem nioeten afwijzen. Deze voorbeelden kan ieder clie de
inheemsche maatschappij ook maar eenigermate kent in
eindeloole variatie aanvullen. Werd het onderscheid bij
het bankbeheer als maatstaf streng toegepast, dan zon
slechts een schijnvertooning het gevolg zijn met het resul-
taat dat in dezelfde mate als vroeger crediet werd ver-
leend ,,nur mit ein biachen andern Worten”.”

Uit het bovenstaande volgt, dat een eventueele

rantsoeneering van crediet zoowel de goeden als de
kwaden zou treffen, omdat een onderscheid tusschen
productieve en consumptieve credieten practisch tot
de onmogelijkheden behoort. Bovendien zou van een

dergelijke rantsoeneeririg alleen dn sprake kunnen
zijn als pandhuizen en desabanken in staat waren om
voldoende in de credietbehoefte te voorzien en de
credieten van de afdeelingsbanken geheel of gedeelte-

lijk konden overnemen.
,,De pandhuizen nu kunnen dat niet, omdat de crediet-
hoeven-de Inlandérs niet beschikken over voldoende ivaar-
devollc roerende goederen om als onderpanil voor de ge-
wensclite credieten te dienen – gezwegen nog van den

1)
Ik laat hier buiten rekening dat een feest in de In-
landsehe wereld ookivel eens een middel tot .inkomensver-
meerdering kan zijn. (Noot van Dr. B.)

29. December 1926

ECONOMISCH-STAT.ÏSTISCHEIBERICHTEN

1147

zw’aarchiren
rentelast; E!i did dcle1ii.bnnken het iiitkun-‘
nen, blijkt hij een enkelen blik in het jaarverslag van hot
credietwezen. Beperken wij ons tot Java en Miuloera,
waar het desacreclietwezen nog do grootste uitgebreidheid
heeft. Deze eilanden tellen ‘ruim 21.000 closa’s – en maar
4300 desnbankeu.. Vier vijfde deel vaic cle desas zouden dus
van crediet verstoken blijven, aangenomen dat de esa-
banken overigens in staat varen cle afdeelingsbankeredie-
ten voor Juni rekening te nemen. En ook die veronderstel-
ling mist allen grond. Langzacun en vooraichtig worden de
credietvoorwaarilen van de desabankjes uitgebreid en de
eredietmaxima per persoon verhoogd, maar het zal lang
d,n’en eer aan de plaatselijke bankjes het verléenen van
creclieten, als door de afdeelingsbanken verstrekt, kan wor-
den toevertrouwd. In 1025 was de gemiddelde leening van
de afdeelingsbanken op Java en Madoera
f
73,42 van de
clesaba.nken
f
12.40.”

Slechts in &n enkel opzicht blijkt Dr. Boeke het
met Dr. [Iirschfelcl eens en wel daar, waar het geldt
do erkenning, dat cle afdeelingsbanken niet voldoen-
de individueel te werk gaan.

,,Een instelling clie haar deh,iteuren bij duizenden en
tienduizenden telt, moet een massale politiek voeren, kan niet elk individueel geval op zich zelf beoor.deelen, moet
naar schablonen werken. En een dergelijke werkwijze leent
zich niet voor nauwgezet, opvoedend crecliet. Voorts kan
een instelling, die haar beheer voert geheel buiten cle
maatschappij om, waarin haar credietnemers leven, nooit
doordringen tot hun werkelijke credietbehoefte en crediet-
w’aardigheid, is zij gedoemd, alle kosten en moeite ten
spijt, aan den buitenkant te blijven dwalen.
Daarin ligt het nangeboren gebrek van de afdeelings-
banken op Java en Madoera: dat zij de directe crecliet-
verstrekking ter hand hebben moeten nemen. waarvoor zij
niet geschikt waren. Hierdoor heeft wel de credietsverster

king in veel sneller tempo uitbreiding gekregen dan anders
ooit mogelijk zou zijn geweest, maar ten koste van de quali-
teit. Een Fransch coöperator heeft indertijd gezegd dat de
woeker slechts van nabij kan worden bestreden. Voor de lan-
delijke credietbehoeîte geldt Jietzelf cle: zij kan enkel
van
nabij’ worden bevredigd — en in beide gevallen op denzelf-
den grond: dat de hulp zich snel en soepel moet kunnen
aanpassen aan de ind.ivi.dueele behoefte.”

De conclusie, die Dr. Boeke uit het bovenstaande
trekt,
is
echter een andere, dan die waartoe Dr.
ltirschfeld komt. Dr. Boeke schrijft:

,,Intusschen zijn de afdeelingsbanken er, heeft het af-
deelingsbaukcrediet groote uitbreiding gevonden en is het
coöperatief landbouwcrecliet er niet. Het eenige wat wij
daarom practisch doen kunnen is cle afdeelingsbanken te
sturen in de gewensehte richting van bevordering van
plaatselijke organisatie. Maar hiermee is het directe gelde-
lijke belang van de afdeelingsbanken niet gediend en wil men overtuigde, onverdeelde medewerking van de bank-
administrateurs, dan zal hun lot minder onverbrekelijk en
minder direct aan de fina.ncieele resultaten van de door
hen beheerde bank verbonden moeten zijn.”

Suikerproductie der wereld.

Willett & Gray publicceren een nieuwe raming van
de wereidsuikeroogsten 1926127 in vergelijking met
do geraamde opbrengsten 1025/26 als volgt:
Rietsuiker

1926127

1925126
Xoord.Âmerika:

Tons

Tons
Louisiana ………….70.000

124.447
Texas ……………..-


Porto Rico …………550.000

544.484
Hawaii Eilanden

714.000

705.350
Virginia Eilanden

6.000

5.664
Cub’t ………………4.500.000

4.884.658
Britsch West-Indië:
Trinidad

…………..70.000

73.561
Barbados …………..50.000

47535
Jamaica ……………50.000

57.675
Antigua …………….18.000

12.800
St. Kitts

…………..14.000

16.380
Overige Eilanden

6.000

7.500
Fransch West-Indië:
Martinique ………….45.000

48.121
Guadeloupe …………35.000

32.998
San Domingo ………….35.000

354.720
Haïti ………………ti.500

11.249
Mexico ……………..175.000

190.282
Centraal-Amerika:
Guatemala ………….33.000

25.151
Overig Centraal-Amerika

70.000

62.500


1926127
1925/26
Ztiict-
ierika
:
‘[‘ons
Tons
f)omerara

…………..
95.000 107.580
Suriname

…………..
13.000
10.000
Venezuela

…………..
19.000
19.000
Ecuador

……………
18.000
16.976
Peru

……………….
275.000
265.000
gentinië

…………..
486.000
395.733
J3rnzilië

……………
700.000
650.000

Totaal

in

A m e r
i
k a
8.359.500
9.669.364

Azië:
Britsch-Tndië

……….
3.000.000
2.023.000
Java

………………
1.970.000
2.278.900
Forniosa en Japan
450.000 498.460
Philippijnen.

…………
520.000
436.000

Tôtaal in A
z i
ë

……
5.940.000 6.136.360
.Acistralië

…………..
425.000 522.344
Fiji

Eilanden

……….
85.000
90.000

Totaal in A u s t r al
i
ë
en P ol
y
n e s
i
ii

– .
510.000
612.344

Afrika:
Egypte

…………….
90.000
95.000
Mauritius

…………..
195.000
241.220
Reunion

……………
50.000
59.015
Natal

……………..
217.000
214.152
Mozambique

…………
65.000
70.000

Totaal in
Af
r ik a

. .
617.000
679.387

Europa
Spanje

…………….
7.500 9.000

Totale

Ritsuikcrprod.
15.44.000
16.106.455

Beetwortelsuiker:
Noord-Amerika

……..
810.000 804.439
Canada

…………….
28.000
32.475
838.000
836.914
Europa

…………….
6.927.000
7.435.451

‘.I’otale
bietsuikeroogrt .
77 65.000

8.272.365

Totale gen. Riet- en beetw. 23.199.000 24.378.903

Vermindering 1.179.903 tons tegen 1925126.

MAANDCIJFERS.

PRODUCTIE DER STEENKOLEN-, BRUIN-
KOLEN- EN ZOUTMIJNEN.
(Gegevens verstrekt door den Hoofdingenieur der mijnen.)

I. Gezamenlijke Steenkolenmijnen.

Oct.
Jan./Oct. Jan./Oct.
1926
1926
1925

Prod. Steenkolen in tonnen

788.189

7.079.239 5.588.158
Kolenslik

……………..8.909

177.783

222.347
Aantal normale werkdagen

26

254

254

II. Bruinkoleumijn ,,Carisborg”.

Oct.
Jan. Oct.
Jan. Oct.
1926
1926 1925

Netto-productie in tonnen..

17.897

176.761

174.233
Aantal normale werkdagen

26

252

252

III. Zoutmijnen.
(Kon. Ned. Zoutindustrie te Boekelo.)

Oct.
Jan./Oct.
Jan.jOct.
1926
1926
1925

Afgeleverd:
Geraif. zout ……..(ton)

2.856,7

28.088,7

26.769,65
Indu8triezout

……
(
,,
)

57,5

300,5

401,5
Afvalzout ……….(

)

212

930

1.28 I,8•
Aantal normale werkdagen

26

254

254

Arbeiders.

lijke

Gezamen-

SteeiIen-
kolenmijn
Zoutmijnen

8.773
1
)

{
159
110
23.5352
1 November 1926

.. ……..

1 November 1925

. …….
{
146
100
.28
1)
bovengronds.

5)
ondergronds.

1148

ECONOMISCH-STA-TJTISCHE BËRICHTEN

29 December 1926

STATISTISCH OVERZIORT VAN DEN ECONOMISOHEN TOESTAND VAN

NEDERLAND.

(Niet met
*
gemerkte gegevens ontleend aan hetMaandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek.)

9__

_II
jOctober
.
Maart
1

April
1

Mei
1

Juni
1

Juli
1

Aug.
Sept.
1

Oct.
11

1925
1

1926

Arbeidsmarkt
.

1000
12.471
271
14.573
402
11.903
569
9.272
310
14.852
858
11.367
114 10.063
363
13.113
591
92.322 4.062.
113.661 4.23.5
Staats- en part. mijnen. Aantal arbeiders op len der maand
31.208
31.187
31.016 31.276
31.371
31.695
31.782
32.024
30.446
12
)
2633213)

Bedrag der gehouden
aanbesfedingen
X f
1000 ………..

*Metaalindustrie.Aantal
meerderj. arbeiders op 1 Jan. en 1 Juli
27.07714)
29,580

waaronder voor fabrieksbouw
)< f

……………..

( Gemiddeld aantal taken p. week v.

Amsterdam
16,5
14,1
16,0
17,0 19,2 19,4 18,7

19,7

169

17,1

riaven-
.

alle b. d. ,,Havenarbeids-Reserve”
>

()< 1000)

.
bedrijf

ingeschr.
losse
arbeiders tezamen
fi
Rntterdam
L
.J!i…
JL
JLL….
40,)

.

.
Indexçijfer der Werkloosheid.
6,6
s,
4
5,2
14,9
5,7
J

s
o,_
J5,9

Arbeidsbemiddeling. ‘)
.
Aanbiedingen v. /

Ingeschreven ged. de maand.
. . .
werkzoekenden.

Overgebl. op het einde v. de mnd
44,9
68,6
41,7
60,2
42,9 56,5
45,3
56,0
46,1
55,2


48,1 59,1
F0,5
64,4
49,2
65,7
454,7
64,8 47Q5
65,7
Aanvragen van
f
Ingeschreven ged. de maand
. ..

9
24,7
24,0
22,9
22,4
23,1
22,3
25,1
21,8
211,2
229,2
werkgevers.

Oyergebl. op het einde v. de mnd

x
5,8 5,2
4,4
4,4 4,9
5,0
4,5

…………………………….
Plaatsineen
……….
jj
.

..
18
1
1

_L_
JL±._
J7….

.

Arbeidsloonen.

Ondergrondsche arbeiders ………..Ç

bij

de mijnen
f5,34
f5,38
f5,39
1
5,43

f
5,40
f5,42 f5,46
f550
f5,36
12

Bovengrondsche

……….

l.

(loon

per dienst)
,,
3,89
,,3,92
,,
3,91
1
,.

3,91
,,
3,91
,,
3,91
,,
3,91
,,
3.91
,,
3,90
12

§
fl4,29
f383
Vaste

havenarbeiders

}
weekinkomen
. .. .{
§j34,6916
,33,5417

0,91
,,
0,91

,,
0,92

,,
0,90
0,92

,,
0,93

,,
0,88
,,
0,91
“,,
093
12
)
o
j
1w
e rijven
ms er am.
0,93
,,
0,93

,,
0,95

,,
0,91
,,
0,91

;, 0,91

,, 0,90
,, 0,89 ,, 0,90
12
n

.

(
Metselaar

uurinkomen

………………
<

Timmerman

,,

………………
Opperman

,,


………….

,,0,85
,,0,85

,,
0,85

,,
0,83
0,83

,,
0,85

,,
0,84
,,
0,82
0,86
12

..
j
01S)
Metaalindustrie, uurinkomen van meerderjarige arbeiders

Voortbrenging en verbruik
1

Zée.


ƒ aanvoer

in

Ned.

havens
2)

><

1000

Kil
visseherij.

l.

opbrengst
X
t 1000

……………
.
……..
§
4.538
1.278
§
4.121
§4.997 §1.173
5.055
1.141
6.506
§
1.273
11.145
§

2.566
12.575 2.711
§45.078
15

§56.17915
§
13.507
15

§
§862
13.209
15

productie der
kolenmijnen
X
1000 ton
3)
…………….

§

706
§
1
665
§

667
§

724
§

777
§

759
§

770
§

788
§
5.588
§
7.078
Voor binnenlandsch verbruik beschikbaar gekomen hoe-
970

..
..
,
841
822
64519,
§

928
597 890
§
918
8.278
§
8.289
4)
veelheid
steenkolen
X

1000 ton

……………………
In consumptie gebrachte
suiker
5)
X
1000
K.G.
…………
§
17.214
§
17.000
§
16.458
18.254
§
19.034
§
16.351
18.013
15.671
164.834
170.459 1.115
1.282
908
1.047
1.117
790
774
1.041
8.979
10.816
Aan de consumptie onttrokken
suiker6)
X
1000
K.O…….
Schepen in aanbouw;
inhoud in bruto Registerton
7
)

. .. .
133.605
148.245
160.604

127.775
20

lndexcijfers prijzen landbouw- en veeteeltart.

)

basis
f
135
132 137
135
130
130
127
128
154 134
lndexcijfers productiekosten van den landbouwj 1910-141
160
f
161
158
157
157
158
158
159
171
160

Handel en Verkeer.
213 200
195
212
206
196
205
203
2.051
2.034
Handelsbeweging
zonder gouden

en
1

.

zilveren munt en muntmateriaal (in ‘j

Uitvoer
143
0
f
135
129
133
.141
160 178
168 1.518
1.438

.

(

Invoer ………….

millioenen)

. …………………..
I.

Saldo

invoer
. . . .
69 65
66
79 64 36
30 35
533
595
Ontvangsten der Spoorivegtnaatsch.
(in millioenen)
Ontvangsten per
dagkilometer
sedert 1 Jan. (in gid.)
. ..
13,3 13,2
13,7.
13,6

15,9
§
15,7
§

13,8
§

13,8

§
137,4
§
138,2
117,25

118,07
118,74
119,71
122,86
§
124,44
§
124,75
§
1
24,78
124,36
§
124,78
Inklaringen
(geladenf Nieuwe Waterweg
t

000
N R T

t

.

.
395
1.290
291
1.447
353
1.618
323
1.609
362
1.544
364
1.485 311
1.527
316
13.826
3.312
14.363
3.226
zeeschepen)

llJmuiden

J
Inklaringen k.
L bth

(geladen rivierschepen in 1000 ton
°


t
K.O.)
2.785
1.286
2.740
1.433
3.338
1.327
4:138
1.535
4.317
1.721
4.231
1.285 4.161
1.561
4.048
1.925
22.758
16.059
34 891
14.101
Uitklaringenf

van

1000

………………….
Opgelegde zeeschepen ojd.
len der maand: aantal
0)
bruto inhoud in 1000
Idem:
20
102
23
.
114
26
122
28
135
17
66
12
44 8
20
6 6

31
12

152
12

*l
n
de
x
c v.scheepsvrachten.(Volle ladingen ,,The Econom.”)
104,1
102,3 102,6
2.013
108,0
2.188
117,5
124,2
2.071 129 8
2.28
162,5
1.967
118,6
18.U0
117,8 19.644

reeistertonnen ………………..

*

( Gelost bij invoer…………

}(
i
t

1

0
1
00
~
0e erenverv9oer,

Geladen bij uitvoer ……..
1.839
834
1.845
784
825
1.067
2.370
1.090 1.286
1.181
1.092
6.985
9.412
in

e

ovens

Doorgevoerd met overlading
2048
2:345
1.895
2.625

2.810
3.290
3,270
3.350
19.928
25.101

Prijzen, kosten van levensonderhoud.
*Jndexcijfersdergroofhandelsprijzen
f
Algemeen cijfer
145
143 143
144
141
139
140 143
155 144
in Nederland (1913
=
100) ……..1 Voedingsmidd. ed.
145 142 142
145
139 134 135
142
154
143
Kosten van

(
Arb.gez. A’dam (1Oct. ’23-30 Sept. ’24= 100).
95,7
o’
96,8
lévens-

.(

Arbeidersgez. te ‘s-Gravenhage (1921

_100).
80,4

81,8
78,7
82,9
2
‘)
onderhoud.

Ambtenaarsgez.te’s-Gravenhage(1921100)
81,0
81,6
79.4

Financiewezen.
.

9
opbrengst
Rljksmiddelen
(totaal)
…’

t….
40,1
42,2
45,0
42,1
39,4
36,3
41,6
41,4
381,4
406,4
Beursbelastin,g ………..
t

.

.

.

1
….
(n
millioenen)
Invoerrechten

……….
….
0,386 0,309
0,276
0,415
0,536
0,349
0,448 0,488
4,547
4,.57
5,70
4;83
4,67 4,75
4,39
4,47
4,84
4,88
35,35
47,91
Statistiekrecht ……….
3

‘…. .
0,361
0,326
0,316

0,343
0,358 0,352
0,359
0,369 3.514 3,433
‘Gegireerd
door den
Postch.
en
Girodienst
(in millioenen)
321
302
327
365

355
-302
344
336
2.761′
3.328
2.767
2.677
2.849
2.761
3.267
2,660
2.688
3.319
26.255
28,034
*Giro_omzet
bij
de
Ned. Bank
(in millioenen)…………..
*Opereerend kapitaal der Ned. BanklO)
(in millioënen)
.
448
,1437
350
470 3,50 438 3,50
466
3,50
449
3,50
451 3,50 461 3,50
503
12
)
3,98
3,50
*
3,50
2,67 2,86
2,94
2,87
2,10
2,65,
2,90
2,85 3,03
2,79
2,02
2,93
2,94
2,99
2,72
2,50
2,80 2,73 2,75
2,78
96
21
)
93
91
91
91 91
91
92 92

1

II. Bank- en credietinstell. [Aand. van 7 ondern.]
9921)
’97
95 95
97 97
98 99
100

,r,
<

lii. Scheepvaart [Aand. van 7 ondern.] ………..
78
21
)
76
76 76 84
84
89
95
99

1

IV. Indische fondsen [Aand. van 24 ondern.J

138
21
)
136 136
137 139 142

148 145
144

Wzsseldlsconto derNederl. Bank’l

(………

.

V. Petroleum [Aand. Kon. Ned. Petr. Mij.]
108
21
) 107
108
110
105 105
106
101
102

Particulier disconto


gemiddeld
pCt.

…..


Prolongatle

3

…………

4,05 4,03
4,04
4,03
3,98
3,93.
3,94


3,94
3,96:-

1.
Nijverheid [Aand. van 49 ondern.]…………..

4,64 4,67
4,63 4,59
4,59 4,55
4,56

4,54 4,65
4,90
4,90
4,87
4,83
4,81
4,84
4,88
4,90 4,95

1. Ned. Grootboekobligaties …………………
II. Nederl. Staatsleeningen.
.

………………..

Gemeent. en provinc. leeningen

…………

4,63 4,65 4,66 4,62 4,62

4,58

4,54
4,59
4,66
Z
EZ

III. Ned. Indische leeningen’…………………..

4,50
4,50 4,48 4,48
4,49 4,44
4,43

4,46 4,47
Spoorwegleeningen ………………………
4,67- 4,68 4,66 4,63 4,63
4,60 4,60
4,62
4,68
-.

Fondsen
II
frn.

V …………………………
*Emjssies
(onder aftrek conversies
11)
(in mill.)
_
19,8
&_
_
47,0
24,8-
JL
38,1
1

217,2
420,0

Aantal uitgesproken Faillissementen.
339
3O
302
3491
269 23§
378
312

11

3.458

[3.126

§Voorloopige cijfers.

uitvoer in den vorm van suikerhoudende goederen’.
7]
Op den laatste

01

91
A’dam,
1]
40 distr.- en 3 andere arb.beurzen en, voor zoover bekend, de cor-

r
van het kwartaal. Cijfers van Lloyds.

Te A’dam en te R’dam.
respondentsch. der arb.bemiddeling.
21
Zoowel door Nederl. als buitenl.

R’dam,’Vlissingen, Vlaardingen, Hoek van Holland, Ijmuiden en overige schepen.
3
1
Kolenslik
niet
inbegrepen.
Wel
zijn inbegr. de eigen con

havens.
10
1
Zonder voorschot
aan

den Staat en schatkistpromessen
sumptie der ‘mijnen en

de kolen, die aan de mijnwerkers gegeven.
1
rechtstreeks; 3e weekbalans v. d. maand.’
Ii]
Nm. bedrag voor Jan.
worden

[z.g. ‘,,Deputatkohlen”].
4]
Saldo invoer plus eigen productie.

75,1;

Febr. 12,8; Mrt. 1,8: Juni 155,4: Juli 26,7: Oct. 108,5; Jan.(Oct. ’25
3)
D.w.z. onder betaling van accijns in het vrije verkeer gebracht. Aan-

.
221,9; jan./Oct.-‘26380,3. l
2
].Oct.
13
1
Juli.,
4
1
Jan.
15]
J.an.!Sept.
16]
le kwar-
genomen mag worden, dat deze suiker binnenkort de consumenten be-

taal.
17
1
3e kwartaal.
IS]
le halfj.
lOJ
Wegens het Engelsche mijnconilict
20
1

21
1

reikt.

6
1

D.w.z. waarvoor restitutie – van accijns is verleend wegens

overtrof de uitvoer den invoer.

Sept.

Gemidd. van 4 weken.

29 December 1926

ECONOMISCH

STATIStTISCHE

.BERICHTEN

1149

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B. *** beteekent: cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

N d{Vrsch.

Disc. Wissels. 34
3
Oct.’25
Zwits. Nat. Bk. 3422
Oct.’25

Bk

Bel.Binn. Eif. 4
3
Oct.’25 N.Bk.v.Denem. 5
24Juni’26
in R.C. 5
3
Oct.’25
ZweedscheRbk
44 8 Oct.’25
:Javasche Bank…. 4
1), Juli’26
Bank v.Noorw.
4.26 Oct. ’26
Bank van Engeland 5
3 Dec.’25
Bk. v. Tsjecho.
Duitsche Rijksbank 6 6
Juli’26
slowakije . . 5426
Oct. ’26
Bank v. Frankrijk.
6416 Dec.’26
N.Bk.v.O’rijk. 7
6Aug.’26
Belgische Nat. Bnk. 7
28Apr.’26
N. Bk. v. Hong. 6
25Aug’26
Fed.Res.BankN.Y. 4
12Aug.’26
Bank v. Italië. 7
17Juni’25
Bank van Spanje.. 5
23Mrt.’23
Z..Afr.Res.bnk54

OPEN MARKT.

1926
1925
1924 1914

24 Dec.
20-24
13-18
6-11
21-24
22-27 20-24
Dec.
1
Dec.
Dec.
Dec. Dec.
Juli

Amsterdam
Partic.disc.
37j 3.
1
I8
7
116
3I8-116
311
4
.31
4

3319.314
3
1
14_
3
14
3
1
18116
Prolong.
4
4
331
4
.4
3117.4
31174
3117_314

2114-14
Londen
DageId ..
3
1
114 2)
,
31/
7
_4
311
2
_431
4

311
4
.4
21/
7
-4
1-3
1714-2
Partic. disc.
4
1
/7_9/16
2
)
41/9.9/16
4112-9116
4117.514
4
7
18_
15
116
3
13
116.7
18
211
4
31
4

Berlijn
Daggeld ..
41126 4
1
146
1
17
4
3
14-8
78112
– –
Partic. disc.
3025 d…
5
5
4
1
18
451
4
.71
4

614
– –
56-90 d..
.
4718
414-/s
411
7

4117
6
3
14

2118117
Waren-
wechsel.
571
571_7/
5114.117
5I14
8
5
18-’14


New York’)
Cali money
5
1
17
3
1
4
1
11.6114
411
7
_511
4

4117.5714
517-6114
4.5114
1114-2117
Partic. disc.
4 4 4
3/8-4
391
3

1)
Cali money-koers van 24 Dec. en daaraan voorafgaande weken tjm
Vrijdag.
2)
Koers van 23 Dec.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND

Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
BrussellBatavia 1)
York.)
) )
*)

21 Dec. 1926
2.50t1,
12.134 59.53
10.05
34.80
100
22

,,

1926
2.5011
12.13*

59.554
9.94 34.80
100.(
23

,,

1926
2.50
19.134
59.58*
9.93
34.80
10014
24

,,

1926
2.50
12
.
1
3*
59.56*
9.90 34.80
1001/
25

1926






27

1926
2.50
1
2
.13*
59.58
9.89*

34.774
10014
Laagsted.w.1)
2.497l
12.12*

59.50
9.86
34.75
k

100
Hoogste d.w
1
)
2.5011,
12
.1
3*
59.58
10.18
34.80
10071
4
20 Dec.

1926
2.50
12.13
59.51 10.15
34.80
10014
13

,,

1926
2.5011
4
12
.
12
*
59.52*
10.054 34.80
10014
Muutpariteit
2.4814
12.10
59.26
48.-
134.59
100

Da a
Zwit-
ser an
ne
Ween
Praa’
Boeka-
Milaan
Madrid

1
rest
1)
)
21 Dec.

1926
48.3614
35.324
7.40
1.30
11.24
38.26
22

,,

1926
48.36
35.324
7.40
1.30
11.07
38.174
23

,,

1926
48.35 35.30
7.40
1.32
11.224
38.15
24

,,

1926
48.35 35.30
7.40
1.32
11.27
38.124
25

,,

1926




– –
27

,,

1926
48.34
35.30
7.414
1.30
11.26 38.18
Laagsted.w.
1
)
48.30 35.20
7.38
1.25
10.95
38.-
Hoogsted.wi)
48.38
35.35
7.43
1.374
11.40
38.30
20 Dec. 1926
48.38
35.30 7.40
1.30 11.24
3
8.07*
13

,,

1926
48.38
35.324
7.40
1.25
11.46
38.01
Muntpariteit
48.-
35.-
50.41
48.- 48.- 48.-

Data
Stock-
Ko
p
en-
Oslo’)
In
Buenos-
Mon
*)
holm
hagen’)
for
f1)
Airesl)
trea.l
1)

21 Dec.

1926
66.874
66.624 62.95
6.30
103%
2.49
7
18
22

,,

1926
66.85 66.65

62.85 6.30
10311, 2.4971
8
23

,,

1926
66.85 66.66

62.90
6.30
103%
2.49
71
8

24

,,

1926
66.85 66.85

63.30 6.30
103%
2.4971
8
25

1928


– –
– –
27

,,

1926
66.80
66.66

63.20 8.30
103%
2.50
Laagste d.w.
1
)
66.80
66.55

62.70 6.28
103
2.495
8
Hoogste d.wl)
66.90
66.65

63.45
6.32
104
2.50%
20 Dec.

1926
66.85
66.65

63.05
6.30
103
2.497,
13

,,

1926
66.85
66.65

63.25
6.30
10221
8
2.50
Muntpariteit
66.80
66.67

66.67
48.-
105
2.4821
8
‘) Noteering te Amsterdam.
8*)
Noteering te Rotterdam.
1)
Particuliere opgave.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D a a
Londen
($ per £)
Parijs
($
p.
IOOfr.)
Berlijn
($ p. 100
Mk.)
Amsterdam
($ p. 100 gid.)

21 Dec.

1926
4,85
1
1
8
4,01
23,80
1

39,99%
22

,,

1926
4,3514
3,974
23,81%
39,99
23

,,

1926
4,8551,
6

3,96*
23,83%
40,-
24

,,

1926
4,85a
8
3,964
23,8371
5
40,-
25

1926
– – – –
27

1926 4,857/
1
,
3,904.
23,8334
40,0081
8

28 Dec.

19251
4,8511
8
3,69
23,80
40,22
Muntpariteit
1

4,8667
19,30
23,81%
4011
1
,

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
II
Dec.
1926
18
Dec.
1926
20123
Dec.
1
26
LaagstelHoogstel
23
Dec.
1926

Alexandrië.
Piast. p.
9714
97X
9771,
6

9791,
9714
Athene

..
Dr.
p. £
383′,,
39334
384
395
390
Bangkok
.
Sb. p.
ticai
11108/
4

1110i,
11103/,
111081
4

1/108/
4

Budapest
.
Pen.
p. £
27.70 27.77 27.72
27.82
97.77
B.
Aires’).
d. p. $
46
1
1
32

4651
i0

46%
4651
8
46171
37

Calcutta
. . .
Sh.
p.
rup.
1154
1/525/
33

l/sg
115
3
,
1
1515,
Constantin
Piast.
p. £
962%
957%
950
970
962%
Hongkong
.
Sh.
p. $
111 17
19
111T15
ii
l’j,
210
111 ‘T
Kobe

……
.Sh.p.yen
2/0%
210
V
1
11
210,7,
2
10
5
132
210′
8

Lissabon
1) .
d
.
per
Esc.
2171
2
77
1,,
2
85
1
,
4

2
35
1
217/,,
d.per$
24
24
23
25
24
Montevideo’)
d. per
$
50
50%
50
5071
8

5011
4

Mexico
……..

Montreal’)
$
per
£
485
zs
4.85+
4.85s,
4
.85*
4.85
5
/
8

R.d.Janeirol)
d. per Mil.
547/44

52,,
2132 52f,
18
Shanghai
..
Sh.
p.
tael
21511
16

2/514
9/4%
215i1
8

Singapore.
id.
p. $ 2141
16

213I$1
6

2/3%
2;3i
8
213331
16

Valparaiso
1)
$ p.g
39.68 39.76
39.81
39.84
39.83
Warschau
..
Zl. p. £
1
4334
.
4334
42
45
43%
1) Telegrafisch transfert.
2)
90 dg.

ZILVERPRIJS GOUDPRIJS
8)

20 Dec.
Londen’)
1926..

2451
8
N.York
2
)
53y,
20
Dec.
1926….
Londen
84111%
21

,,
1926- 2491,
53
1
1,
21

,,
1926…,.
8411h,
22

,,
1926… 24%
53%

.
22

,,
1928….
841111„
23

,,
1926…

24,11
1
,
53%
23

,,
1926…
.
8411134
24

,,
1926.. 24%
5321,
24

,,
1926….
.
84/[1%
25

,,
1926-



25

,,
1926…


24
Dec.
1925…

31’1,
6834
23
Dec.
1925…..
84111%
20
Juli
1914..

24151,
54
1
,
20
Juli
1914….
84111
1)
in pence
p. oz.
stand.
2)
Foreign silver in
*c. p. oz.
fine.
3)
in sh.
p. oz.
fine

STAND VAN

8 RIJKS KAS.

Vorderingen.

1 IS Dec. 126 1 23Dec.1926
Saldo bij de Nederlandsche Bank


Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
/

1.244.050,14
/

1.903.000,13
Voorschot
op
uit. Nov. 1926 aan de ge-
meenten
op
voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten
op
49.351.034,90
,,

49.351.034,90
de Rijksinkomsten belasting………..
Voorschotten aan de koloniën ……..
6.719.214,70
,,

2066.879,14
Kasvord.weg. credietverst.ajh. buiteni
,,134.370.523,91 ,,134.155.298,51
Daggeldleeningen

tegen onderpand
van Staatsschuldbrieven

……….
9.000.000,-
17.600.000,-
Saldo der postrekeningen van Rijks-

….

13.851.735,12
,,

19.360.582,59
comptabelen

……………………..
Vordering
op
het Staatsbedrijf der
P.,


:T.enT.2)………………………
Id.
op
andere Staatsbedrijven 2)

50.348,03
V
e r
p1 i c
h t
i
n ge n.

Voorschot door de Nederi. Bank
….
f

8.963.559,05
/

581.570,76
111.361.000,-
,,
111.361.090.-
Schatkistpromessen
Waarvan direct bij de Ned. Bank
37.720.000,-

39.720.000.-

,,

13.227.528,50
,,

13.285.650,-

Schatkistbiljetten in omloop’)……….

Schuld
8.
d. Bank
v.
Ned.Gemeenten 2)

in omloop
……..

Zilverbons in omloop………………

Id. a. h. Alg. Burg. Pensioenfonds’)
..,,
1.894.719,58
10.367.529,78
I(1.
a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.
en
T.
2)..,,
12.831.728,21
,,

16.415.655,72
Id. aan andere Staatsbedrijven’)………..
719.651,97
,,

590,000,-
Id.
aan diverse instellingen 2)

……..
..
35.965.036,82
,,
35.913.887,04
1)
Waarvan
f
12.056.000 vervallende
op 1
Juli 1929.
1)
In rekg..crt. met
‘5
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE SCHULD.

1
18Dec.1926

25Dec. 1926

f
8.725.000,-
/
3.570.000,-

Voorschot uit
‘5
Rijks kas aan N.-Indië
– –

Totaal……………………………

Indische Schatkistprom. in omloop
..,,
1.100.000,-
800.000,-
Voorschot Javasche Bank aan N.-lndië


Muntbiljetten in Omloop

……………
33.173.000,-
;,
32 923.000,-
Ten voordeele van Ned.-Indig ge-
boekte beleggingsgelden van het
Ned.-lnd.
Idem van de Ned.-lnd. Postspaarbank.,,
3.l71.000,-
740.000,-
3.171.000,–
,,

711.000,-
muntfonds
……
………….

3.063.000,-
7.733.000,-
Te goed bij
‘s
Rijks kas………………
Te goed bij de Javasche Bank
……….
,26.396.000,-
25.302.000,-
In
‘s
lands kassen aanwezig ……….

38.82l.000,-

1 150

:
ECONOMISCH-STAÎSTISCHE BERICHTEN

29
December
1926

NEDERLANDSCHE BANK.
JAVASCHE BANK.
.
S

Verkorte Balans op 27 December 1926.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De sainengetrok.

Activa.
ken

cijfers

der

laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

1
Andere IBesch7T1

Binnenl.wis-{Hfdbk.

f

31.553.899,90
sels,Prom.,

Bijbnk. ,,

8.078.788,75
Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
1
metaal-

enz.indisc.

Ag.sch. ,,

17.126.749,08

575937,73
schulden
1
saldo
:
Papier
0.
h. Buiten!. in disconto


18 Dec. 1926
226.250

.
325.500
68.000
147.550
.
Idem eigen portef.
.
f
187.077.772,-
11

,,

1926
226.750 330.000
67.000
147.350

Af:lïerkochtmaarvoor
4

,,

1926
227.500 328.500
73.000
147.200

debk.nognietafgel.
,,

187.077.772,-
27Nov.1926
‘198.135

28.590′
327.479
69.633
147.863

»
Beleeningen
Ufdbk.

45.499.759,01
1
20

,,

1926
198.299

28.263 331.885
68.640
146.990
mci.
vrsch …
Bijbnk. ,,

12.262.638,21

{

13

,,

1926
198.370

28.065 337.036 63.803
146.757
in rek.-crt.
Ag.sch. ,,

72.197.561,34
6

,,

1926
198.494

28.778
337.117 68.082
146.701
op onderp.

1•

129.959.958,56

.
Dec. 1925
176.669

40.862
355.688
46.635
137.645
20Dec. 1924
133.655

52.821
278.382
101.904 111.175
op
Effecten…….
f

127.209.158,56


25 Juli 1914
22.057

31.907 110.172 12.634
4.842e)
op
Goederen en Spec.

2.750.800,-

1
29
.
959
.
958
,
56
Wissels,
Diverse
Dek-
.
Voorschotten a. h. Rijk ……….-. ……,,

i
Data
Dis-
buiten
Belee-


reke-
kings-

MuntenMuntmateriaal

S

conto’s
N.-Ind.
ningen

ningen’)

percen-

Munt, Goud
……f

60.997.310,-

.
.
betaaib.
______________ _______

_______ ________
lage

Muntmat., Goud
. .
,, 352.513.297,35
18Dec. 1926

141.700

57

.

f
413.510.607,35
11

»

1926

142.380′

..’

57

Munt, Zilver, enz..

,,

27.928.072,74
4

1926

142150

.*

57

Muntmat., Zilver
. .


27Nov. 1926

12146
1
22.358
1

95.533

.

46.570

57
Effecten

,,

44.438.680,09
20

»

1926

12.311
1
23.120

95.135

49983

57
BeleggingRes.fonds.
f

7.035.206,-
13.

1926

12.446

25.741

95.552

49.254

56
id.van
11
5
v. h. kapit. ,,

3.989.374,05

1.024.580,05
6

1926

12.424

25.084

99.514

46.744

56

Gebouwen en Meub. der Bank ……..

5.142.000,-
19Dec. 1925

16.162
1
22.202 1

70.158

74.517

54
Diverse

rekeningen ………………,,

63.916.816,73:
20Dec. 1924

32.349
1

16.312
1

77.616

76.934

49

f

895.319.245,16
25 Juli 1914

1

7.259

6.395

47.934

2.228

44
Paesiva.


1)
Stuitpost activa.

1)
Basis
2
15 metaaldekking.
Kapitaal
…………………………f

20.000.000,-
Reservefonds ……………………,,

7.047.731,06
BANK VAN ENGELAND.

Bijzondere

reserve ………………….8.800.000,-
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,

Bankbiljetten in omloop …………..

..817.062.810,-:
in duizenden ponden sterling.

Data Metaal
Circulati

_
1

Currency Notes

.

Bedrag IBankbilj.I Gov.Sec.

Bankassignatiën in omloop………..,,

245.271,98
Rek.-Cour.

Het Rijk

f

8.325.061,27
saldo’s:

Anderen

21.941.863,23

30.266.924,50:
Diverse rekeningen ………….. ..
.

,,

11.896.507,62
15 Dec.

1926
152.093
139.889
291.226
56.250
240.615
8

1926
153.234
139.634
289.414
56.250
238.822
T895.319.
24
5,
16

1

1926
152.876
139.694 285.783
56.250
234.863

Beschikbaar metaalsaldo ……. ..
f

271.368.924,18
24 Nov. 1926
152.975 138.005
284.736
56.250
233958

Op
de basis van
21.
metaaldekicing… .. ,,

101.853.922,88
17

1926
153.000
138.109
287.120 56.250 236.301

Minder bedrag aan bankbiljetten in om-

.
10

»

1926
152.061
138.834
289.192
56.250
238.305

loop dan waartoe de Bank gerechtigdis.
,,
1.356.844.620,-
16 Dec.

1925
145.008
143.319
290.601
56.250
239.211
Voornaamste posten in duizenden guldens.
22
Juli

1914
40.164
29.317


Data
Goud

l-

ICirculatiel
1
Andere
opeischb.I
Beschtkb.
Metaal- Ikings
Dek-
Data

1
Gov.
– – –
Other

Public


Other

Reserve1
Dek-
kings-
1
Muntniat.l
Ischuldenl
saldo
Sec. Sec.

Depos.
Depos.
1

27 Dec. ’26
60.997
352.513 817.063
30.512
271.369
52
1
15 Dec. ’26

28.878

76.313

11.146

108.099
1
31.954

26+
20

,,

’26
61.116
352.513 814.070
33.441
271.882
52
8

,,

’26

36.153

68.725

8.806

111.585

33.349

27
13

‘2
C.
,,
61.262
356.281
825.670 21.036
275.450
52 i

’26

42.258

69.673

9.191

117.827

32.932

25H
6

,,

’26
61.370
356.281
845.838
22.251
270.364
51
24 Nov.’26

33.328

74.371

23.808

100.826

34.720

27
7
1
8

29 Nov. ’26
61.590 356.281 849.236
18.595
271.008
51 17

’26

34.408

69.423

20.482

100.218

34.641

0
8r
1

22

’26
51.729 356.281
833.296
22.324
273.639
52

TW
10

’26

38.210

69.366

18.638

102.164

32.976

272/
in

28 Dec. ’25
41.6691
401.315
874.832
43.933
282.607
51
16Dec. ’25

54.368

71.081

8.781

120.226

21.439

168/

25
Juli

’14
65.7031

96.410
310.437 8.198 43.521
1
)
54
22Juli ’14

11.005

33.633

13.736

42.185

29.297

52
1)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.
1

Totaal

1
Schat,cist-

Belee-

Per

Diverse
Data

1
bedrag

promessen

op het

reke-
1
disconto’s

buitenl.

ningen
2)
BANK VAN FRANKRIJK.

Voornaamste posten in miljoenen franos.

27 Dec.

1926

56:759

129.960

187.078

63.917
Waart’.
Tegoed
Wis

Waarvan
Belee
20

1926

57.216

129.280

183.807

66.701
,,
13

,,

1926

60.481

125.763

181.718

62.274
Data
Goud
in het
buiten!.
Zilver
in het
buit.l.3)

sels

op het
buitenl.

ningen

6

1926

83.402

133.921

180.952

65.783
,,
23Dec.’26
5.549
1.884
________ ______

341
84
3.642
12
2.155
29 Nov. 1926

61.038

139.178

182.314

59.073
.

22

,,

1926

63.379

126.791

182.451

61.245
16

,,

1
26
5.549
1.884
341
83
3.563
13
2.194

28 Dec.

1925

76.777

127.070

246.875

38.365
9

,,

’26
5.549
1.864
341
82
3.801
16
2.235
2

’26
5.549
1.884
341
81
5.101
16
2.117
25 Juli

1914

67.947

14.300

61.686

20.188

509
25Nov.’26
5.549
1.864
340
82
4.420
13
2.094
1) Op
de basis van
215
metaaidekking.

2)
Sluitpost activa.
24Dec.’25
5.548
1.864 320
64
3.693
10
2.539
SURINAAMSCHE BANK.
23 Juli’141
4.104
1

640

1.541
8
1

769

Voornaamste posten in duizenden guldens.
Buit.gew.

Schat:
1
Diver

Rekg. Courant
Data

voorsch.

kistb
ald. Staat Jetten

2)

Circulatie
1
Parti-

Staat
Metaal Circu
Andere
Discont.
Div. reke-:
Data
latie

opeischb.
ningenl)
culieren
___________
schulden
23Dec.’26

36.450

5.575

4.73.8

52.234

5.324

47
13 Nov.

1926-
1.021
1.523 1.199
929
610
16

’26

36.450

5.566

4.892

52.536

5.284

29
6

,,

1926…
1.021
1.629 1.005
909
600
9

’26

36.700

5.559

5.137

53.294

5.262

30
30 Oct.

1926..
1.045 1.647
1.011
905 612
2

’26

36.700

5.535

4.388

53.332

4.805

14
23

,,

1926..
1.045
1.486
1.172
901
631
25Nov.’26

35.700

5.531

4.832

53.263

4.325

60
16

,,

1926..
-1.048
1.537 1.080 899
688
24 Dec.’25,

34.650

5.209

3.433

49.933

3.244

11
14 Nov.

1925..
969
1.631
794
979
215
23 Juli’14

5.912

943

401
5
Juli

1914..
645
1.100
560
735
396
1) In disc,
genomen wegens voorsch.
v. d.
Staata. huiteni. regeeringen.
1)
Siuitpot der activa.
1)
Sluitpost activa.
3)
Except tegoed
bij
Russische Staatsbank.

29 December 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BËRICHTEN

1151

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in miljoenen Reichsmark.


Daarvan
Deviezen
Andere

a a,
ou
bij bui-
als goud-
wissels Belee-
ten!. circ.

dekking
en
ningen banken
1)

geldende
cheques

15 Dec.

1926
1.772,3
176,6 460,1
1.278,0
44,7
7

,,

1928
1.755,0
176,6
478,8
1.267,9
143,3
30 Nov. 1926
1.755,0
176,6
418,4 1.286,3
321,3
23

,,

1926
1.754,9
178,5
378,5 1.212,5 25,9
15

,,

1926
1.754,7 193,9
394,9
1.280,9
15,2
15 Dec.

1925
1.207,7
96,6
394,9
1.565,0
8,7

30 Juli

1914 1.356,9


750,9
50,2

D
0
a
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Activai)
latie
Crt.
Passiva

15 Dec.

1926 90,9
642,3 3.165,8
653,8
259,4
7

,,

1926
90,9
804,7
3.290,9
528,3 302,5
30 Nov. 1926
91,1
581,4 3.374,5
528,3
332,5. 23

,,

1926
91,3
851,9
2.862,7
1.033,8
222,6
15

,,

1928
91,3 791,6
3.009,7
829,6
233,4
15 Dec.

1925
226,3
689,8
2.566,3
765,0
549,7

30 Juli

1914
330,8
200,4 1.890,9
944,-
40,0
‘)
unoetast. ‘) wo.
k15, 7
Dec.; 30, 23, IS Nov., 26,
15
Dec.
’25,
resp.
150; 104; 86; 323; 281; 254
miii.

NATIONALE BANK VAN BELGIË.

Voornaamste kosten in millioenen Beigas.

Data

Goud
Rekg. Crt.

.

a
.

0,
En

22 Dec.

__-

620
4413
38
497
32
400
1.758
19
231
16

,,
620 442
38
492
32
400
1.758
16
224
9

,,
620
431
38
484
33
400
1.763
19
199
2

,,
620
428
38
473
40
400 1.769
23
183
25 Nov.
620
466
38
510
38
400
1.745
45
257
ivet ingang van e 1Nov. aan cie scnataist gececleero.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.

FEDERAL RESERVE BANKS. Voornaamste posten in milijoenen dollars.

Goudvoorraad
Wettig
Wissels

Data betaal-
middel,
Totaal
1
Dekking
1

F. R.

In her-

1
disc. v. d.
In de
open
bedrag
Notes
Zilver
etc.
member
1
markt
banks

1
gekocht

8Dec.’26
2.828,4
1.408,7
121,1
604,7 391,0
1′

,,

’26
2.829,6
1.401,9
126,5
645,5
368,2
24Nov.’26
2.829,7
1.450,0
128,2
627,6 340,6
17

,,

’26 2.851,1 1.456,3
133,6
567,0
347,9
10

’26
2.841,8
1.450,4
128,1
1.581,4
339,9
3

’26
2.807,3
1.399,7 127,4
675,9
332,1

9 Dee.’251
2.722,3
1
1.365,3
107,6
679,4
369,6

Data.
Belegd
in U.S.
Notes

Totaal

Gestort
Goua-
Dek-

t Algem.
1

Dek-


Gov.Sec.
in circu- latie
•PO
IKapitaal
1

kings-
perc.’)
1

kings-
1

perc.
i)

8Dec.’26
323,6 1.803,8
2.288,6
124,7
.

69,1 72,1
1

,,

’26
305,9
1.771,6
2.324,4
124,5
69,1 72,2
24Nov.’26
299,9
1.774,1
2.262,3
124,4
70,1
73,3
17

,,

’26
308,1
1.750,3
2.301,1
124,9
70,4
73,7
10

»

’26
300,4 1.750,8
2.264,9
124,9
70,7
74,0
3

,,

’26
302,3
1.755,4
2.276,4
124,4 69,6
72,8

9Dec.’25
351,9 1.765,6
12.314,5
116,9
66,7
69,4
‘,
VciflUuUUlg
LUId,cII
guuuvuorraau
tegenover
upeisenuare senutuen:
1′, R.
Notes en netto deposito.
2)
Verhouding
totaien voorraad munt-
materiaal en wettig
betaalmiddel tegenover
idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Data
Aantal
banken

Dist
con to’s
en beleen.

iei
Beleg-

bij
de
1

gingen

F. R.
1

banks

5.521

1.678

To
depo-

taal

1

sito’s
1

Waarvan
time
deposits

1 Dec.’26
691
14.375 18.888
1

5.780
24Nov.’26
891
14.325
5.524

1.624 18.732
1
5.774
17

’26
691
14.289
5.543

1.658
18.812
5.772
10

,,

’26
691
14.312
5.544

1.641
18.821
5.770
3

,,

’26
692 14.370
5.588

1.621
18.920 5.765

2Dec.’25
722
14.006
5.393

1.668
18.492 5.348
nieracnter voigen enaeie rianlcstaten, welRe aan net eind
van ieder kwartaal worden opgenomen.

BANKSTATEN,

KWARTAALSGEWIJZE OPGENOMEN.

I.
FEDERAL RESERVE BANK TE NEW YORK.

(In millioenen Dollars).

Goudvoorraad Wettig
Wi,,el,

Totaal
Dekking
Data
betaal-
middel,
In herdisc. ‘i,, d
van dc

1

markt bedrag
F.R. Notes
Zilver etc.
member

gekocht

8 Dec. 1926..
948,4
253,2 24,4
160,0
123,7
1

,,

1926..
1.003,0 289,3 24,8
140,1 108,5
24 Nov. 1926.
.
990,8
355,6
25,0
149,0
72,5
17

1926.
.
1.047,9 351,9
24,8
90,2
74,4
10

1926..
1.018,2
353,4 25,0
116,0
64,0
3

»

1926..
957,5 310,2
22,8 172,4
71,3
27 Oct. 1926..
999,2
381
1
7
24,8
132,3
48,2
20

,,

1926.
.
1.012,2 383,1
25,0
109,1
42,4
13

,,

1926.
.
951,0
294,9
25,3
204,3 53,6
6

,,

1926.
.
967,6
300,5
25,6
151,9
37,0
29 Sept.1926.
.
984,2
306,1
25,9
197,6
51,2 22

,,

1926..
987,9
302,7
25,8 188,9
45,9

9 Dec. 1925..
944,0 332,4
25,6
211,2
35,6
10 Dec. 1924..
888,1
450,0
20,9 48,9 110,8

Data
1T
U. S. Gooi
Sec.
IF.R.I,Voles
n
Totaal
Gestort
Algemeen
Deingi.
circulalle
Depollo’s
Kapitaal
perc.
1)

8 Dec. 1926..
70,4 389,6 893,7
36,4
75,8
1

,,

1926..
59,9 390,5 901,7
36.2
79,5
24 Nov.1926..
54,4 395,3 819,5
36,2
81,6
17

,,

1926..
60,5
391,1
872,2
36,7
84,9
10

,,

1926..
54,1
378,1
856,0
36,6
84,5
3

,,

1926.
.
54,1
384,6 839,8
36,2
80,1
27 Oct.

1926.
.
54,1
372,4 853,4
36,2
83,5
20

,,

1926.
.
54,1
373,8
841,0
35,8
85,4
13

,,

1920.
.
56,0
381,7
855,6
35,8 78,9
6

,,

1926.
.
54,6 378,0
874,3
35,8 82,5
29 Sept.1926..
56,1
374,2 892,9 35,7
79,7
22

,,

1926.
.
55,0
373,6 901,8
35,7 79,5

9 Dec. 1925..
82,4 363,0 902,1
32,1 76,6
10
Dec. 1924..
204,3
369,4
880,2
30,2
72,7
1)
Veriiouaing totalen voorraad muntmateriaal en wettig betaal-
middel tegenover F.R.
notes en deposito’s.

11. ZWEEDSCHE RIJKSBANK.
(In millioenen Kronen.)

Liata
OUQ

Bulten!.
tegoed
en
wissels

Zweed
sche en
vreemde
Staat,!.

Di,-
conto’,
en
Beleen.

Circu-
latte
Rek.
Crt.

11
Dec.’26
224,9
142,7
45,1
338,7 458,6
224,1
4

,,

’26
225,2
139,3
45,0 276,3 492,5
122,1
27 Nov.’26 225,4
130,8
45,3
213,2
476,7 62,2
20

,,

’26
225,5
120,7
45,4 219,7
470,5
67,0
13

,,

’26
225,7
124,8
45,5
227,9 479,0
66,9
6

,,

’26
225,9
123,3
45,5 243,7 494,6 66,0
30Oct.’26
226,1
125,3
45,6
239,3
516,0 64,3
23

,,

’26
226,1
130,0
45,6
227,9
466,1
87,9
16

,,

’26
226,2
129,7
45,7
243,6 485,2
81,8
9

,,

’26
220,3
130,0
43,8
253,6
499,1
79,6
2

,,

’26
226,4
137,5
46,1
283,7 553,4
69,4
25Sept.’26
226,5
140,8
46,5
209,8
477,2
66,8

12Dec.’25
230,3
159,4
47,3
380,7 471,6
275,6
13Dec.’24
237,3
61,2
54,3
49,9
483,5 298,6

25Juli’14
105,8
115,6
28,0
92,4
206,2
68,2

Iii. BANK VAN NOORWEGEN.
(In millioenen Kronen.)

Data
Goud
Tegoed
in het
bulten!.
Effecten
Di,-,
conto,

Be1’en.

Circu-
al e
Rek.
ri.

15 Dec.

1926..
147,2
63,2 31,0
470,5
330,7
313,8
7

,,

1926..
147,2
64,3 29,9
471,6 322,3
323,1
30
Nov.

1926..
147,2
65,7 28,6 474,7
321,1
328,0
22

1926..
147,2 65,8
28,5 477,0 315,4
336,1
15

1926..
147,2
65,8
28,5
4611,3
317,0
325,1
8

,,

1926..
147,2
65,8 28,5
416,5
322,6 298,1
30 Oct.

1920..
147,2
66,2
28,1
430,0 327,5
278,0
22

,,

1926..
147,2
66,7
27,6
428,6 322,4
281,9
15

,,

1926..
147,2
66,7
27,6 422,4
323,1
275,3
7

,,

1926..
147,2
68,3 27,6
398,0 327,0 249,2
30 Sept.

1926.
.
147,2
69,0
27,0
395,6
328,3
245,0

15 Dec.

1925..,
147,2
58,1
13,5
298,6
356,7
87,1
15 Dec.

1924..
147,2
41,1
9,0
389,3
383,6
100,9

22 Juli

1914..
52,4
65,7
8,9
79,3
120,8
10,7

1152

ECONOMISCH-ST ISTISCHE.BERICHTEN

29 December 1926

IV. NATIONALE BANK VAN DENEMARKEN

(In -millioénen Kronen.)

Data
Goud
Zilver
Tegoed het
buiten-
land

Di,.
conto,
en
Beleen.

Circu-
latie
Rek.
Cr1.

30 Nov. 1926..
209,0
15,9
25,4
150,6
377,8
26,6
30 Oct.

1926..
209,1
15,9
37,1
143,9
394,5
21,1
30 Sept.1926..
209,1
16,6
26,5
133,5
377,4 22,0

30 Nov. 1925..
209,3
15,7
106,5
271,3 433,5
77,4
29 Nov. 1924..
209,5 23,0
.
25,5 495,2
479,1
71,5

30 Juni 191

4.
.1
75,6
6,6
19,8
95,6
159,8
4,8

V. BANK VAN SPANJE.

(In millioenen Peseta’s.)

Data
Goud
Zilver
Staat,.
fond.

Di,.
conto
en
Circu.
latte

1

ReIg. Cr1.

un
1)
B deen.
Parlic.
Sloot

18 Dec.

’26
2.557
677
588
2.279
4.270
964
613
11

’26
2.557
674
588
2.250
4.310
969 602
4

’26
2.557
674 588
2.348 4.322
963
626
27 Nov.

’26
2.557
676 588
2.364 4.286
983
411
20

,,

’26
2.557
671
588 2.652 4.330
973
349
13

,,

“26
2.557
666 588
2.225 4.416
1.032
331
6

,,

’26
2.557
664 588
2.210
4.450
1.028
350
30 Oct.

’26
2.557
667 588
2.272
4.393
1.026 400
23

,,

’26
2.557
665
588
2.240
4.401
1.040
351
16

’26
2.557
661 588
2.286 4.440
1.043
356
9

’26
2.557
662 588
2.331 4.443
1.040
377
2

’26
2.557
668
588
2.322
4.398
1.060
435

19 Dec.

’25
2.537
655
589
2.463 4.382
1.275
357
20 Dec.

’24
2.535
655
591
2.384
4.495
927 447

24 Juli

1
14
543,5
726,8
494,4
783,8
11919,0
497,9
1)
Ten bedrage van 344 millioen, plus voorschot in rek.-crt. aan de schatk.

VI. ZWITSERSCHE NATIONALE BANK.

(In millioenen Francs.)

Data
Goud

Zilver

Tegoed
in het
buiten-
land

Di,.
conto’,
en
Beleen.

Circu- latte
Rek.
Cr1.

15 Dec.

1926..
443,3
75,8
28,6 356,0
771,1
128,9
7

,,

1926..
443,2
75,6
23,2
365,3
783,4
109,9
30 Nov.

1926..
443,1
75,8
17,0
375,6 807,3
97,5
23

,,

1926..
443,1
73,1
21,5 349,8
758,1 116,5
15

,,

1926..
442,9
72,7
20,7 349,7 773,4
110,8
6

1926..
442,6
72,1
22,1
362,1
797,9
87,7
30 Oct.

1926..
442,4
72,2
21,3 370,3
824,3
73,8
23

,,

1926..
437,3
72,8
22,2
357,5
767,4
108,5
15

,,

1926..
437,1
77,2 19,4
353,5
777,8 105,6
7

,,

1926..
437,2
76,8
19,2
373,0
797,9
985 30 Sept.

1926..
437,1
80,2
18,6
390,6
833,9 86,0

15 Dec.

1925..
455,8
90,8
16,6
336,2 781,9
120,7
15 Dec.

1924..
505,5
93,2 45,2- 343,0
821,3
161,6

23 Juli

1914..
180,1
18,9

107,8
267,9
105,2

VII. OOSTENRIJKSCHE NATIONALE BANK.

(Voornaamste posten in millioenen’Schillingen.)
1).

Data
G
ou
dlIgdma’
,

1

Vreemd
devie- zenen tegd.
ij’i. buiLl.
2
)

Andere 1
edel-

valuta
)

Dis.
contos
en
8eleen.

‘l
schot

1
ajd.

1
Staal

1

Circu-
lolie
Rek.-
i
C,t.

15 Dec.’26
48,3
481,5
139,1
95,4
178,2
854,3
85,0
7

,,

’26
48,3
479,5
139,0
88,3
17-8,2
850,9
72,0
30Nov.’26
48,3
479,3
139,0
86,2
178,3
873,3
45,6
23

,,

’26
48,3
476,8
140,2
“65,7
178,3
767,2
110,1
15

,,

’26
48,0

476,8
134,8
78,4
178,3
812,0
83,1
7

,,

’26
48,0 483,9
135,0
86,1
178,R
838,7
70,9
31 Oct. ’26
43,0 491,7
134,9
97,0
178,3
889,8
38,3
23

,,

“26
46,9
477,4
135,0
74,8
178,3
793,0
98,2
15

,,

’26
46,9
477,4
134,1
86,8
178,3
818,0
82,2
7

,,

’26
46,9
477,0
134,3
93,3
178,3 840,7
59,5
30Sept.’26
46,8
480,8
137,8
87,4 178,4
864,6
69,8

15 Dec.’25
14,8
498,6
55,4
129,5 190,5
814,4
76,9
15 Dec.’24
11,1
442,6

184,7
219,5
770,4
‘86,8
t)
1 Schilling = 0.694 goudkronen = 10.000 papierkronen.

t
.2)
Als
dekking der circulatie en saldi in rekg. crt. geldende, volgens
art.
85
der Statuten.

,

$
3)
Tot dusverre slechts kostdeviezen in $ en Ii. Tot einde 1924 wer-
den deze onder ,,Vreemd geld enz.” opgevoerd. Zie pag.
236
in het
No. van
18
Maart
1925.

VIII. NATIONALE BANK

VAN HONGARIJE.

(In millioenen Pengö’s. 1 Pengö = 12.500 Kr.)

Data
Goud

Vreemd

dev7e
‘en
tegoed

B
wi,sel,,

ceelen

Voor-
schol
aan den
lalie
Circu-

Rekg.. Courant

in hei
en
effecten
Staal
Staal

1
Partic.

15

Dec.

’26
169 108
185 144
413
253.
10
7

,,

’26
169 112
189
144 429
244
11
30 Nov,

’26
169
117
192
144
447-
233
14
23

’26
169 113 179
144
.
404 259
14
15

’26
169
112
177
144
431
234
10
7

,,

’28
169 119
182 144
458
214
14 31

Oct.

’26
169 115
187
150
482
186
14
23

,,

’26
169 103
170 150
409
217
25
15

,,

’26
169 87
171
150

416
198
11
7

,,

’26
169
85
180
150 424
191
11
30 Sept. “26
169
81
182 150
441
170
11
15

Dec.

’25
59
206
118
156
379
225
13 15

Dec.

’24
41
1151
153
158
332
165
1

15
1)
Als dekking van biljetten en saldi in rekg.-courant geldende, vol-
gens art.
85
der statuten.

IX. TSJECHOSLOWAAKSCHE NATIONALE BANK.

(In millioenen Tsjechoslow. Kronen.)

Data
Vorde-

ring op
den
Staat

Goud
en
Zilver
geld en tegoed in
het buitI.

to’, en 6dec-
ntngen

Circu.
alle
1

Rek.
Crt.

30 Nov.

1926
4.841
1.034
1.789
221
7.442
1.247
23

1926
4.843
1.025
1.750
217
6.838
1.783′
35

,,

1926
4.851
1.026
1.701
202 7.020
1,557
1

7

1926
4.854
1.027
1.632
211
7.266
1.213
31

Oct.

1926
4.860
1.027 1.591
213 7.543
1.015
23

1926
4.860
1.027
1.571,
194
6 866
1.497
15

1926
4.865
1.027 1.551
195
7.003 1.329
7

1926
4.869
1.029 1.522
206
7.256
1.093
30

Sept.

1926
4.876
1.029
1.491
200 7.510 902
23

1926
4.877 1.034 1.444
181
6.826

1.318

30 Nov.

1925
5.134
1.031
1.135
1:282
7.921
955
30
Nov.

1924
1
10.100-1 1.051
714
1

2.419
8.501
1 3.993
•) Vorderingen op de 0.-Hong. Bank, in liq.: Bankbil-
jetten, rekening-crt.-saldi en schatkistbons.

X. ZUIDAFRIKAANSE RESERVEBANK.

(Voornaamste posten in duizenden Ponden.)


Dato Gouden
Goud.

cerl.

cono
en
,
beteen.

–i-;;:’

van
eg.-
1
papier

Circu-
latie

Rek.’
Cr1.
12e
en
ngs
perc°.)

27 Nov.

1926..
7.144
8.469
1.794
7.779 5.151
551
20

,-

1926′. .
6.683 6.963 2.009
6.887
5.224
53,4
13

1926..
6.981
7.076 1.868
7.140
6.201
52;3
6

,,

1926..
7.043
6.901
1.868 7.779
6.018
51,3
30

Oct.

1926..
7.040
6.849
1.868
8.192 5.235 52,8
23

,,


1926..
7.083
8.630
1.728
6.953
5.838
54,1
16

,,

1926.
8.031
6.634
1.728
7.058
5.812
59,1
9

,,

1926..
7.927 6.919 1.648
7.471
5.434
57,5
2

,,

.1926..
7.815 7.522
1.613
7.963
6.615
53,1
25

Sept.

1926..
7.624
7.216
1.298
6.862
7.152
52,1
18′,

,,

1926..
7.488 7.199
993
8.748
7.055
52,5

28

Nov.

1925..
8.976
6.448 2.135
8.949 5.783
602
29

Nov.

1924.
10.776
6.420
.
1.000 11.132
4.957
65,8
‘) Verhouding goud, goudcert. en pasmunt tegenover opeischbare
schulden: bankbiljetten en deposito’s.

EFFECTENBEURZEN.
– . .

.

Amsterdam, 27 December 1926.
Zooals gewoonlijk heeft de week voor de Kerstacantie
ten gevolge gehad, dat de levendigheid op de,iiiternationale
fondseontarkten geen groote vormen heeft aangenomen.
Toch is de grondstemming over het algemeen vast gebleven.
Met name was dit aan cle beurs van B e r lij ii het geval. De
verbetering van cle koersen van biuneolandsche aandeelen-
soorten is zelfs zoo groot geworden, dat in vele gevallen
de recordnoteeringen van medio November weer verdeii
bereikt. De onrust; welke was ontstaan ten aanzien van
den binnenlanclschen politieken toestand, is geheel uit dèn
weg geruimd. Ook heeif t men geen aandacht meer geschonken
aan het teleurstelleode communiqu6 van de I. G. Farben-
industrie. In dit fonds waren enkele contramineposities
ontstaan, welke in de laatste dagen voor een -goed deel
zijn geliquideerd. Op den’ voorgrond echter hebben bank-
en montaanaancleelen gestaan; Men schijnt- van meening te
zijn, dat de ba-nkwcrelcl, de vruchten heeft geplukt van cle

29 December 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1153

stabilisatie der monetaire en – in vele gevallen – econo-
mische toestanden, welke het afgeloopen jaar te zien heeft
gegeven. Wat de montaanindustrie betreft, verwacht men
goede resultaten van de internationale overeenkomsten,
welke tot stand zijn gebracht.
Te L on de ii is’ men mmder optimistisch geweest, doch
ook hier kon een vaste grondtoon worden opgemerkt. De
leiding werd hierbij genomen door •de afcleeling voor eerste
klasse beleggingsfondsen, waar voornamelijk de 5 pCt.
oorlogsleeningen vrij sterk gezocht waren. De af deelingen
voor de verschillende aandeelensoorten zijn minder bewogen
geweest. Opmerkelijk was het slechts, dat vele aandeelen
i’aii inciustrieele ouderneniingen, zelfs van dezulke, welke
liet sterkst te lijden hebben gehad onder den druk van de
nu tot het verleden behoorende staking in de steenkool-mijnen, gevraagd bleken en dat dc noteriugen zich zelfs
hooger hebben gestold dan clie van een jaar geleden. Te P a r ij s is in de laatste dagen cle handel iets ruimer geworden, voornamelijk onder den invloed van (le gestie
van cle Bank van Frankrijk. De aankondiging, dat de cen-trale creclietinstelling bereid is voorloopig buitenlandsche
betaalmidçlelen te koopen en te verkoopen tegen een vasten
koers, heeft den indruk gewekt, dat een zekere stabilisatie
van den koers vati het Fransche betaalmiddel is beoogd. Dit heeft uit den anrd der zaak een gunstigen indruk ge-
maakt, doch tegelijkertijd zijn de koersen van buitenland-
sehc betaalmiddelen iets gestegen en is ter beurze twijfel
opgekomen aan de capaciteit of de geneigdheid van de Bank
van Frankrijk om de aangekondigde politiek voort te zet-ten. In verband hiermede is de aandacht opnieuw op bui-
tenlandsche fondsen gevallen, welke dan ook blijk hebben gegeven van een opgewekte stemming, waartegeriover cle
binnenlandsche markt iets zwakker is geworden.
Te N e
w
Y o r k w’as de stemming eenigszins weifelend.
In haar uitwerking is de aankondiging van het extra divi-
dend op de aandeelen der U. S. Steel Corporation niet gun-
stig voor de fonclsenmarkt geweest. Aanvankelijk althans
heeft de beurs hierop door een daling gereageerd, welke
lkter echtei door een verbetering uit den weg is geruimd.
Toen de eerste verkoopen – wellicht voortkomende uit hel,
bezit van insiders, die thans hun aandeelen van de hand
wilden doen – achter den rug waren, ontstond een Vrij
aanmerkelijk herstel, dat ook door de overige afdeelingen
ter beurze werd overgenomen.
T e n o n z e
11
t heeft de naclering van de Kerstvacantie
– hoe kort deze ditmaal ook is geweest – eenige inkrim-
ping van do omzetten ten gevolge gehad. De handel is dus
uitermate gering geworden, gegeven het feit, dat tevoren
ook reeds niet van groote levendigheid kon worden gespro-
ken. Enkele uitzonderingen zijn nochtans op te merken
geweest. In de eerste plaats geldt dit cle afdeeling voor
be-
I.cggingspapïeren.
Niet in de eerste plaats voor inheemsche
fondsen, doch voor dc buitenlandsche soorten bestond rui-
me belangstelling. Zoo werden de kortelins geëmitteerde
preferente aandeelen der Nationale Belgische Spoorweg
Maatschappij op ruime schaal verhandeld, evenals cle schuld-
brieven ten laste der Fransehe Staatsspoorwegen. Op den
laatsten dag van de berichtsweek werden ook de obligaties
der Bulgaarsche Vluchtelingenleening omgezet, waarbij een
agio van 2%
A
3 pCt. werd bereikt. 6 pCt. Ned. Werk.
Schuld 1922: 105%, 10511116,
1
05%;
434
pCt. Ned. Welrk.
Schuld 1917: 99%, 99
9
11, 99
5
/g;
4% pCt. Ned.-Indië 1926:
96’/,
96
2
132, 97
8
132; 5 pCt. Mexico Goud
f
20-100 afg.:
42%, 43%, 45; 5 pCt. Brazilië 1903 £100: 74%, 74, 73%;
8 pCt. Sao Paulo:. 104%, 104%, 104%.
Wat de aandeelen afdeelingen ‘betreft, is die voor
petro.
lcnmlMcndeelejn
in het bijzonder naar voren getreden. Er
bestond een vaste stemming voor aancleelen Koninklijke
Petroleum Maatschappij, vermoedelijk ten deele in het leven
geroepen door het vooruitzicht op een interim dividend in
de eerste dagen van Januari. Tegen het einde van de be-
richtsperiode is hierbij nog gekomen cle vraag voor Fran-sche rekening – waarvan hierboven reeds gewag werd ge-
maakt – zoodat het slot in vaste stemming en op het
hoogste peil van de beursiveek is gekomen. Ook de overige aandeelen uit de hier besproken afcleeling ondergingen den
invloed van het hoofdfonds. Dordtsche Petroleum md.
Mij.: 363, 365, 369, 376; Gec. Hoil. Petr. Cy.:
179%,
180,
184%’; Kon. Petroleum Mij.: 383%, 38734, 391′, 398;
Perlak Petroleum: 67,
66%,
69
5
/s; Peudawa: 32
1
/4,
32%, 32%.
Bin4cenlend.sclw ‘ixdustrieele aandeeleiv
waren verdeeld.
Er is goede vraag ontstaan naar aandeeleu in kunstijde-
fabrieken, zoodat bijna alle soorten een vrij aanmerkelijk
koersherstel hebben kunnen boeken. Daarentegen waren
Jurgenssoorten iets loomer. Sterk aangeboden waren aan-
deelen Algemeene Norit Maatschappij. De gepubliceerde
briefwisseliug inzake de pogingen tot het verkoopen van
de onderneming heeft ter beurze een ongunstigen indruk
gemaakt. Centrale Suiker Mij. : 126,
125%,
125 ; Holland-
sche Kunstzijde Industrie: 76%, 78%, 78; Jur.gens: 175%,
174%, 173; Maekubee: 817/
s
, 85, 87
3
/8;
Neti. Kunstzijdefa-
briek: 188, 190%, 193%; Philips Gloeilampenfabriek: 365,
372,
375%;
Alg. Norit Mij.: 96%, 95, 94.
De
rubberncarkt
was opgewekt, doch met zeer stillen han-del. De stijgende beweging van den rubberprijs heeft eenige
koopers in de markt gebracht, waartegenover slechts
onvoldoende materiaal kon worden gesteld. In aandeelen
Rubber Cultuur Maatschappij ,,Amsterdam” is nog het
meeste omgegaan, doch de voordeelige koersverschillen zijn
grooter geworden bij dle minder courante soorten. Am-
sterdam Rubber: 317
1
A,
320
1
/8,
325; Deli Batavia Rubber: 255%, 257%, 258%, 258; Hessa Rubber: 459%, 463, 467,
465; Indische Rubber Comp.: 366, 367 34, 368%; Java
Caoutchouc.: 197
1
/2, 198, 197%; Kali Telepak: 313, 315%,
321%; Majanglanden: 367, 372, 375; ‘Necl.-Indische Rubber
& Koffie: 326, 330; Oost-Java Rubber: 340, 336%, 347,
340%; Padnng Rubber: 342; R’dam Tapanoeli: 151, 152,
154%’; Serbacijadi: 324%,
326%,
328; Sumatra Caout-
chouc:
285%,
289, 292%, 292; Sumatra Rubber: 374,
375
1
/s, 377; Ver. Ind. Cult. Ond.: 193%, 195,
197%;
Wai
Sumatra Rubber: 286, 290, 292; Kendeng Lemboe: 414,
419%, 422%.
Taba.ksaandeelen
waren tamelijk goed gevraagd, eens
deels in verband met de houding van de rubbermarkt, an-
clerde1s doordat de in het voorjaar te verkoopeii tabak
langzamerhand in Nederland arriveert en men dus cenig
oordeel omtrent de kwaliteit kan vellen. Weliswaar is offi-
cieel hieromtrent niets bekend geworden, doch ter beurze
is men hieromtrent vrij optimistisch. Arendsburg: 577Y4,
581%, 586%, 590; Besoeki Tabak: 293, 302, 310; Dcli
Batavia: 446,
446%,
447; Deli Mij.: 424%, 425, 423%,

428%;
Oostkust:
196%,
193
3
/8,
197%; Senembah: 414%,
413,
4
16%
,

Sui1era.a.v4eelen
hebben een weinig opmerkelijk verloop
gehad. In de meeste fondsen is slechts sporadisch iets
omgegaan. Noch de Cubanoteelringen, noch meldingen van
cle V.J.S.P. hebben dan ook aanleiding tot ingrijpen ge-
geven. Alleen aandeelen Handelsvereeniging ,,Amsterdam”
hadden een eenigszins uitgebreide markt, hetgeen wellicht
in verband heeft gestaan met het in de eerste dagen van
Januari uit te keeren interim dividend. Cultuur Mij. der
Vorstenlanden: 184%, 180%, 182%; Handels Verg. Am-
sterdam: 694, 695%, 698%; Javasche Cultuur Mij.: 392,
394, 391%, 396; Kalibagor:
439%,
435; Moormann: 474,
478; Neid.-Ind. Suiker Unie: 266, 2697%,
271%;
Poerwo-
redjo: 120,
120%,
119; Siudanglaoet: 426,
425%,
435;
Tjepper: 710, 714, 710, 715; Tjeweng Lestari: 247%,
248 34′, 250; Watoetoelis Poppoh: 795, 789%, 795.
De
scheepvaairtmerkt
was kalm en over het algemeen
iets aangeboden, zonder dat het echter tot belangrijke
koersverschillen is gekomen. Holland-Amerika Lijn: 60,
6034, 58%, 59; Java-China-Japan Lijn: 126%, 126%,
126%; Kon. Ned. Stoomboot Mij.: 96%, 94%, 95% ; Ned.
Scheepvaart Unie: 179, 177%, 17934; Stoomvaart Mij.
Nederland: 173%, 174%.
llIijnaoin.deeleii
zijn op den achtergrond gebleven, waar-
bij een lichte neiging tot reactie op te merken is geweest.
Alg. Exploratie Mij.: 95, 96, 97; Billiton le Rubriek:
768%, 765, 755; MUller & Co. Alg. Mijnbouw Mij.: 56%,
58%, 60; Redjang Lebong: 218; Singkep Tin Mij.: 420%,
425, 419.
De af deeling voor
ba4vkearbdeelen
heeft een kalme ont-
wikkeling aan den dag gelegd. Een uitzondering dient te worden gevormd voor de Indische credietsoorten, welke
iets levendiger zijn geweest. Amsterdamsche Bank: 161,
161%’,
16
0%, 161; ‘Hou. Bank v. Z.-Amerika: 7434, 7334,
73%; Incasso Bank:
118%;
Javasche Bank: 365; Kolo-
niale Bank:
238%,
238%, 242; Ned.-Ind. Handelsbank:
175, 173, 175; Ned. Handel Mij. C. v. A.: 159%, 159, 160%,
158%; R’damsche Bankvereeniging: 85
3
/8.
8534;
Twent-
sche Bank: 140, 140%, 141%.
De
Aircerikaangohe 2narkt
heeft zich volkomen naar de
aanwijzingen van Wallstreet gedragen. Dientengevolge zijn
de variaties per saldo gering gebleven. American Can Cy.:
219, 215, 212
1
/
2
; Anaconda Copper:
971116,
99,
98%;
Stu-
debaker: 55%, 55%, 55%; United States Steel Corp.:
159
13
/i6, 158%, 160%; Atchison Topeca: 167,
185%,
168%
Baltimore & Ohio: 109
3
/s, 108%; Ene: 42; Missouri Kan-
sas & Texas Railway: 3436, 3334; Union Pacific Railway:
167, 165, 166% ; Wabash Railwa 43271,
431132,
4388133.

De
geldmarkt
heeft den invloed ondergaan van de nade-
ring van de jaarwisseling. De noteering voor prolongatie
ia opgelnopen tot 4
id
4% pCt.

1154

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 December 1926

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.
28 December 1926.

T a r
w
e. De Kerstdagen vallen in de’ week waarvan wij
het overzicht schrijven, maar ofschoon zij ook dit jaar de
Zaken belemmerd hebben, is het toch lang zoo zakenloos
niet geweest als anders veelal het geval was. Niettegen-
staande over het algemeen cle berichten over cle oogsten gunstig waren, is toch de stemming niet verder vrflausvd,
integendeel in de laatste dagen zijn de prijzen zelfs vaster
geworden. In de meeste Europeesche markten bestond er
nog kooplust voor spoedig leverbare tarve en indien het
prijsverschil tusschen spoedig arrivabele en in Maart aan-
komende tarwe wat verminderd is, dan komt dit voorna-
melijk doordat de prijzen van de later aankomende tarwe-
soorten hooger zijn geworden. Er is meer kooplust geweest,
vooral voor Platatarwe waar die zooveel goedkooper te
krijgen was dan de Noord-Amerikaansche soorten, clie stoo-
mend of op zeer spoedige aflading worden aangeboden.
Toch heibben de prijsverhoogingen nog niet veel te beteeke-
Hen, hetgeen ook niet te verwonderen is als men in aan-
merking neemt, dat de oogstberichten zoo gunstig blijven.
In Amerika evenwel is de statistische positie, uitgedrukt
in den zichtbaren voorraad, vaster geworden en dit heeft
misschien meer invloed gehad dan de kabels die door een
Amerikaansche firma werden gezonden, dat het surplus
zan den oogst der Vereeeiigde Staten nog 85.000.000 bushels
was. Dit zou een groot cijfer zijn, als men in aanmerking
neemt wat daar nog bijkomt van Canada, terwijl boven-
dien de zeer goede oogsten van Argentinië en Australië
nog verscheept moeten worden. Wederom waren cle versche-
pingen van Argentinië onbeteekenend klein, zoodat voorloo-
pig nog de Noord-Amerikaansche markten voor direct le-
verbare tarwe den grootsten invloed zullen uitoefenen. Wel
is en blijft ook Rusland van de partij en in onze haven in
het bijzonder zijn de aanvoeren van Russische tarwe tame-
lijk groot geweest, en daar nog een groot gedeelte van de
tarwe onverkocht is, worden de prijzen daardoor gedrukt.
R o g g e was tamelijk vast gestemd. Amerikaansche
roggc is over het algemeen te duur vergeleken met Rus
sisuhe rogge, waarvan zich nogal eenige voorraad in ‘le
Cootiuentale havens bevindt. Toch worden er ook in
oord-Amerikaansche vrij regelmatig z ken gedaan. Te
Chicago is cle December-termijn plotselling tamelijk sterk
opgeloopen. Wij tasten eenigszins in het duister omtrent
cle oni zaak; waarschijnlijk is de daling destijds te sterk
geweest, in ver!ioucling tot de statistische positie van het
artikel.
M a ï s. Na aanvankelijk goede vraag tot oploopende prij-
zen, is de stelnming ten slotte weer veel tragei voor dit
artikel. De zeer groote hoeveelheden maïs, die Europa tel-
kens van Argentinië heeft opgenomen, hebben zeer weinig
indruk gemaakt
01)
de maïsmarkten te Buenos Ayres en
Rosario, met het gevolg dat er telkens weer opnieuw lage
offertes te voorschijn kwamen. Dit werkt ten slotte ont-

Noteeringen.

Chicago
Buenos Aires

Data
Tarwe
MaTs
Haver
Tarwe
Maïs
Lijnzaad
Dec.
Dec.
Dec.
Febr.
Jan.
Febr:

24Dec.’26 13934
7271
5

457/
s

11,30 5,40
14,70
18

,,

1
26

139
7371
s

465
11,25


5,50
14,55
24Dec.’25 176k
76′
4011
4

14,75
8.30
1
)
16,80
24Dec.’24 173
12451
8

593.
15,65
11,10
’55
24Dec.’23

101’/
69
44
11,15
2)

9,85
123 19,85
2
)

20Juli’14

82
563/
8

36
K
9,40
5,38 13,70

.1)
Per Februari.
2)
Per
Januari.

moedigend en het staat wel vast, dat de verschepingen
voorloopig zeer ruim zullen blijven. Toch hebben de loco-
markten zich in de verschillende landen goed gehouden, al
zijn bijna overal de prijzen gedaald. Er wordt nog steeds bijna overal eelt premie voor spoedig laverbare mais be-
taald, zelfs in ons land waar de vorige week meer mais
binaenkwam dan in eenige vorige week voor zoover ons
bekend. De consumptie moet dus wel groot zijn en dit is de
oorzaak dat er telkens weer kooplust ontstaat.

Van andere landen wordt betrekkelijk weinig mais ge-
offreerd, althans niet tot prijzen die in verhouding tot
Platamaïs veel aandacht trekken. De Donaulanden blijven
evenwel voor voorjaarsverscheping tamelijk scherp aan d
markt en het is zeer waarschijnlijk, dat men tegen dien
tijd ruime verschepingen van den Donau zal zien.

Noord-Amerjkaansche mais komt voor Europa niet in
aanmerking. De prijzen fluctueerden in Chicago betrekke.
lijk weinig.

Ge r s t. Hierover valt weinig nieuws te vertellen, be-
halve dat de vraag weer iets is toegenomein, waartegenover
een belangrijk ingekrompen aanbod is komen te staan. De
stemming is dientengevolge bepaald veel vaster. Hier te
lande bestond vrij goede vraag voor Amerikaansche Malt-
ing. De Donau biedt weinig gerst aan en ook Rusland is
minder grif verkoopei. Nieuwe oogst Platagerst wordt da-
gelijks geoffreerd, doch veel belangstelling bestaat hier-
voor nog niet.

H a v e r. Nog steeds is de handel van klsiue afmetingen.
Platahaver echter wordt vrij regelmatig in Engeland ge-
kocht, evenwel geen groote kwantiteiten.

SUIKER.

Wegens de Kerstfeestdagen toonden de verschillende
markten cle afgeloopen week weinig interesse voor het
artikel.

Een opmerkelijk feit is echter, dat F.O.Licht de geraam-
de bietsuikeroogsten 1926127 voor verschillende Europee-
sche landen weder heeft gereduceerd, hoewel het veer voor
de laatste veldwerkzaamheden en het binnenhalen van den
oogst over het algemeen gunstig was. Het totaal van zijne
raming 1926127 wordt thans gebracht op 6.948.000 tons
(vorige raming 6.983.000 tocis; oogst 1925126 7.471.000 tons),

Ook de Oostenrijksclue Statisticus, Dr. Mikusch, heeft
eene nieuwe gereduceerde raming van deu Europeeschen
bietsuiker, oogst 1926127, gepubliceerd met 6.918.000 tons,
tegen Zijne Octoberraming van 7.211.000 tons.

Willett & Cray hebben hunne raming van het totaal der
wereldsuikeroogsten teiruggebracht op 23.199.000 tons (vo-
rige ramiug 24.279.000 tons, oogst 1925126 24.379.000 tons).
De gespecificeerde cijfers vindt men in dit blad onder
,,Aanteekeningen”.
In N e v Y o r k bewogen de fluctuaties voor Spot Centr.
als ook op cle tèrmijnmarkt zich binnen beperkte grenzen,
en was het verloop der noteeringen als volgt: –

Locoprjzen
te
Rotterdam/Amsterdam.

.

s
oorten
27
Dec.
1926
20
Dec.
1926
28
Dec.
1925

Tarwe
(Hardwinter
II)
..,.1
.

15,60
1550
17,25-,
Rogge (No. 2
Western) . .

12,20.
12,-
,

.11,5Q


Mais (La Plata)

……….
1

169,-
171,-
206,–


Gerst (48 lbs. malting)

. .’

213,- 212,-
192,-
Haver (Canada 3)……..
1

11,60 11,50
10,90
Lijnkoeken (Noord-Amen-
kavanLaPlata-zaad)…’

11,95
11,70
14,85
Lijnzaad (La Plata) …..’

370,-
369,_
398,-
1)
per 100 KG.

1)
per 2000KG.

3)

per 1960 KG.

AANVOEREN in tons van 1000 KG.

Rotterdam


Amsterdam
Totaal
Artikelen
19126
Dec.

Sederl

Overeenk.
1926

1925
19126
Dec.
Sedert
Overeenk.
1926
1
Jan.
1926
tijdvakl925
1926

1Jan.1926

tijdvak
1925

Tanive ……………..
31.126
1.652.561
1.230.19

13.842
22.026
1.660.403 1.252.745

-.
Rogge

……………..
2.135
.
276.837
310.908

1.940
5Ö0
278.777
311.408
801
22.922
22.729
128
1.621 340
24.543 23.069
Mais ………………
.

972.607 823.015
7.233 125.975
82.170
1.098.582
905.185
Boekweil ……………….

11.139
408.266 335.692

13.241
11.650
421.507 347.342
Haver ……………..
1.151
164.393
220.963

2.831
1.001
167.224
221.964
Lijnzaad

…………..

64.
.880

213.641
232.846
3.019 197.720
72.921
411.561 305.767

Gerst

………………

7.344

..

247.853 195.204
– –

247.853
195.204
Lijnkoek

……………
7
..097

8.576 109.233 122.795

98.452 20.200
137.685
142.995
Tarwemeel

………….
Andere meelsoorten
. .
215 15.362
10.134
– –

15.362
10.134

38/_

18
4
15110
38_

184

15,10
3119

1171

11I_
171(4

1316

$ ets.

5,08 5,08 4,14
4,52

181-1

1

1
3,26
1)
Het verschil tusschen ruwsuiker 88
0
en
krist.suilc. 99° is aan te nemen
opfa p. 100 KO.

29 December 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1155

Sp. C. Dec. Mrt. Mei Juli

slot voorafgaande week …….5.08 3.21 3.26 3.33 3.41
opening verslag

……..5.08 3.24 3.27 3.34 3.42
slot

5.08 3.18 3.25 3.30 3.37
De ontvangsten in de AtI. havens der V. S. bedroegen
deze week 50.000 tons, cki versmeltingen 57.000 tons tegen
57.000 toits in 1925 en de voorraden 212.000 tons tegen
65.800 tons.
In Cubasuiker kwamen slechts kleine zaken tot stand

01>
basis vai.c 3% d.c. c. & fr. New York. Ket Verre Oos-
ten
blijft
zich voor Cnbasuiker interesseereit.
De laatste
0
ci b a-statistiek. is als volgt:

1926

1925

1924

TOLES

Tons

Tons
Weekontvaiigsteii tot 18 Dec

12.051

4.238

677
Nieuwe oogst …………….-

28.562 15.006
Totaal sedert 1112125 tot 18112126 4.720.071

44.582 *18.795
Werkende fabrieken ……….-

63

4
Weekexport 18 Dec. ……….

52.378

68.466

5.314
Nittuwe oo
g
st …………….-

9.661

6.500
Totale export sedert 111 tot 18112 4.59 1.424

*9.661 *6.500
Totale voorraad 18 Dec. ……

122.612 149.925 16.181
* Nieuwe oogst.

Tn E ii ge 1 a u :1 werd de markt eveneens door de Kerst-
dagen beïnvloed en deden win streali suities de noteeringen
inzakken, waarna echter weer eenig herstel intrad. De
termijnmarkt in Londen sloot op e volgende noteeringen:
Dec. ………. Sh 1813 Ang. 27 …….Sh. 191-
Maart

27 …….18/7%

Dec. ’27 ……….
Mei …
…….. ,,

18110%
De zichtbare voorra1eni zijn volgens Ozar iii kow:

1920

1925

1924

Totus

Tons

Tons
Duitschlaud 1 Dec. ………

985.0)0 1.049.000

881.000
Tsjecho Slovakije 1 Dec……028.000

780.000

706.000
Frankrijk 1 Dec. ……….

398.000

378.000

305.000
Nederlan{ 1 Dec. ………..

210.000

170.000

186.000
België t Dec. …………..

……..10

169.000

148.000
Polen 1 Dec. ……………

220.000

212.000

181.000
Engeland 1 Dec. ………..

……..)

304.000

152.000

Europa . . . 2.919.000 3.062.000 2.559.000
V.S. Atl. havens 22 Dec.. …

212.000

66.000

23.000
Culia 18 Dec. …………..

123.000

150.000

16.000

Totaal ….3.254.000 378.000 2.500

0
1
)
J a v a was cle markt cle afgeloopen week rustig. Door
de tweede hand werd aan het einde der week disponihele
Siup. gevraagd tot
f
14%; Februari
f
1.4 ei> Maart

f
14
1
/.-, terwijl men voor disponibee No. 16 &/hooger
.f
l%
wilde betalen.
Ook Ii i e r te 1 a ii cl c was de markt kulm gestenid en
1e waarde des verschillende termijnen ongeveer als volgt:
Dec. …… f21 %1221,
Mrt.

…… ..217/
s
f22i,
Mei ……. ..22%f22%
Aug……….22/22%
De omzet beliep deze week ongeveer 4500 tons.

NOTEERINGEN.

Londen

Amsterdam

White Java’s – Cubas New York
Data

M’°aart

Tates

f.o.b. per

96° c.i.f.

Centri-
No. 1

Mei jJuni

Maart

fii ga/s

kristalsuike
basis 990
27 Dec. ’26
f
Z2i/>
20 Dec. ’26

22u/
>

27 Dec. ’25

17,
27 Dec. ’24

1951

ruwsuiker
basis 88°
4Juli ’14
f
1111

basis 99°
f
141818,

KATOEN.
Noteering voor Loco-Katoen.
(Micldling Uplancls.)

24Dec.
1926
17 Dec.
1

1926

10 Dec.
1

1926
1

24
Dec.
1925
1

24
Dec.
1924

New
York voor
Middling …
12,95e
12,55e
12,30
C
19,800
24,30e
New Orleans
voor Middling
12,47 c
12,28e
11,83 c
19,250
23,90 c
Liverpool voor
Middling…
6,81 d 6,62 d
6,46 d
9,92 d
-,-d

Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen).

1
Aug.’26
Overeenkomst/ge
periode tot

17
Dec.’26

1925 1924

Ontvangsten Gulf-Havens.
Atlant.Havens
8045
6228
5805

Uitvoer naar Gr.Brittannië
1258 1279
1348
‘t Vasteland etc
3015
2522 2246
Japan
679 535 415

Voorraden.
(In duizendtallen balen).

Overeenkomstig tijdstip
17Dec.’26
11

1925
1924

Amerik. havens ……….
2945
1559
1538
1551 1918
1555
.

67
209
Binnenland

……………
Nw
York

……………120
650
463

.
417
New Orleans ………….
Liverpool …………….
752
427
445

KOFFIE.

Ook over de thans afgeloopen week valt eigenlijk niets
nieuws te berichten. Zooals gewoonlijk om clezen tijd van
het jaar het geval is, stond ook ditmaal de markt geheel
onder den invloed van cle feestdagen en van het naderende
einde des jaars, en wal-en dientengevolge de omzetten zeer
heperkt. In Brazilië bleef de toestand vrijwel onveranderd,
dat w’il zeggen, dat de wisselkoers afwisselend op 6 cl.
eene fractie daaronder stond, terwijl ook de binnenland-
sche koffieprijzen zoo goed als geen wijziging ondergingn.
liet gevolg hiervan was, dat de kost- en vracht-aanbiedin-
gen van Rio én van Santos bijna gelijk zijn aan die van
verleden week.

De iets vastere stemming in Indië voor Robusta hield
ook deze week aan en de prijzen voor Palem’oang Robusta
liepen er nog iets op. De aanleiding hiertoe schijnt te zoe-
ken te zijn in dekingsvraag aldaar te lande, hoewel het aan den anderen -kant niet onmogelijk is, dat eindelijk
algemeen de overtuiging veld wint, dat deze soort, •die toch
reeds veu-roweg de goedkoopste koffie ter were]d is, in de
laatste maançlen wel wat al te veel is gedaald.

Ook aan cle termijnmarkt was de stemming kalm bij
onbeduidende omzetten. De noteeringen toonen ten onzent
voor heide contracten eene verbetering van clooreen onge-
veer Y4
á
% et.
De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
op prompte verscheping zijn thans ongeveer 851-
á
861-
per cwt. en van dito Prime ongeveer 871- A 89/., terwijl zij
van Rio type New-York. 7 met beschrijving, prompte ver-
scheping, bedragen 69/9
A,
7013.

Van Robusta op aflading van Nederlandsch-Indië zijn de
prijzen in de -rierste hand op het oogenblik:

Palembang Robitsta. Jan./Febr. . verscheping, 37% ct.;
i3enkoelein Robusta, Jan/Febr. verscheping, 37% et.; Man-
dheling Robusta, Jan/Febr. verscheping, 39% et., alles per
% KCr., cif., uitgeleverd gewicht, netto contant.

De officieele

loco-noteeringen bleven onveranderd 59 et.
per % KG. voor Snperior Santos en 49 et. voor Robtusta.

De noteeringen aan cle Rotterdamsche termijnmarkt va-
ren aan cle ochtend-calI als volgt:
Santos-contract

Gemengd Contract
basis Good

basis Santos Good

Dec.
1
Mrt.
1
Mei
1
Sept. Dec. . Mrt.
1
Mei
1
Sept.

28 Dec. 491/, 463

44% 4334

42i1

431, 4139%
21

4911 46

4434 423%

43

4234 41,, 38
14

4934 47

445, 43

46

42%
401,
38%
7 ,,

4934 4734
46

43%

46

445, 43

404

De slot-noteeringen te New-York van het aldaar gelden. de gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:

MaartJ Mei
1
Sept. 1_Dec.

27 Dec……….$ 14,45

$ 13,92

$ 13,03

$ 12,70
20

,.

…….. .,, 14,45

,, 13,90

12,90
13

,.

…….. .., 14,38

,, 13,90

13,07
6

…………, 14,90

,. 14,39

13,40

,.
Rotterdam, 28 December 1926.

w

1156

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 December 1926

(Mededeeling van de Vereeniging voor den Goederenbaude
te Rotterdam.)
Noteeringen en voorraden in Brazilië.

Data
te Rio
-‘
te Santos
Wisselkoers
te Rio
op Londen
Voorraad
Prijs
1 Voorraad
1

Prijs
(In Balen)
i
No.
71)

(In Balen)
1
No.
41)

27 Dec.

1926
288.000
1
25.200 905.000 27.500
5
61
1
64

20

2
)f926
279.000
1
25.250
934.000
1 28.000
6.-
13

;,

1926
258.000 26.275 831.000
128.700
515$
116
28 Dec. 1925
270.000
23.825
1.292.000
27.200
713
64
Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen

te Rio
1

.

te Santos Data
Afgeloopen
Sedert
Afgeloopen
Sedert
;veek
1 Juli
week
1Juli

24 Dec.

1926….
51.000
2.272.000 211.000 4.441.000
26

,,

1925..
68.000
2.676.000
142.000
478.000
11 In Reis.
)
Prijs No. 4 te Santos 18 Dec,

Statistiek der firma G. Duuring & Zoon.

Zichtbare voorraad op 1 December in duizenden balen.

1926 1925 1924 1923
1922

Voorraad in Europa.
1.491
1.605 1.334 1.485
2.253
StoomendfBrazilië
551
604
775
711
646
n. Europa

Oost-Indië.
64
80
69
49
22

2.106 2.289
2.158 2.245
2.921
Voorraad Ver. Staten
888 789 803
884
951
Stoomend ‘kBrazilië
naar

..
763
602
555
698
652
ver.statenJ
3.757
3.680
3.516 3.827
4.524
Voorraad in Rio ….
260
247 377
375 1.537
Santos..
727
1.183
1.707
639
2.170
Bahia
. .
35 18 31 31
26

Totaal

…..
‘4.779
*5.128
*5.631 4.872
8.257
Op 1 November …..
*4.849
*5.209
•5759
5.385
8.392
Op

1

Juli

……….
‘4.571
*5.085
‘5.071
5.340 8.639

1 Juli
[
1924
4.592.000
balen
1 Juli
1925
1.786.000

*
Niet inbegrepen de binnen!.
1
Nov.
1925
3.652.000
,,

voorraden in Sao Paulo.
1 Dec. 1925
4.122.000
,,
1 Juli
1926
2.833.000
1 Nov.
116
1926
6.144.000 Nov.
1926
6.316.000

THEE.
I)e theemarkt is zeer stil en er gaat slechts weinig om,
ook omdat Londen eveneens is gesloten. De aanvoeren
van
thee in Londen en Amsterdam blijven ruim en Amsterdam
heeft (le monsterlijst uitgegeven voor de veiling van
13 Januari 1927, diei 14.382, 95/2 kisten Java-thee en 4500,
62412 kisten Sumatra-thee zal omvatten.
De nucidenprijs voor de Amsterdan:sche veilingen van
1926 komt uit op ruim 94 ets. per h.KG. tegenover 84: ets.
per h.KG. over 1925, een vooruitgang over dit jaar dus
van bijna 10 cents per h.KG. In totaal werden in 1926
ruim 268.000 kisten Ned.-Inclische thee in veiling aan-
geboden tegenover in 1925 ruim 205.600 kisten.
Amsterdam, 27 Decentber.

COPRA.
De markt kreeg in de afge]oopeii week een geheel ander
aspect. liet aanbod van baissiers hield op, terwijl ook In-
dië tamelijk hoog blijft. Stoomeud goed wordt regelmatig
opgenomen, doch niet dringend geoffreerd.
De noteeringen zij::
Nederl.-Tndische
Lni.s..
stoomeuicl

…………….
f
318/8
i)ec./J tilt…………………3134
Jan./I?ebr…

………….

..3134

VERKEERS WEZEN.

VRACHTENMARKT.
i)e Noord-Amerikaansche graanvrachtenma.rkt bleef het
eerste gedeelte van de afgeloopen week ka]m. doch w’ercl
nadien vast, speciaal voor December. Voor
deze
posities zijn
de vrachten 2 tot 5 cents per 100 lbs. opg&ooperc. Van cle
Northeri: [lange naar Antwerpen/Rotterdam werd 16 cents
per 100 lbs. betaald en naar de Micldellandsche Zee 1.9 tot
21 cents. Van West St. John wist een prottipte boot 26
cents te hedingeti ass,r de Midclellandsche
Zei.
De snikernuarkt van West-Indië was kaluti. Vat: San

Domiuigo werd een 3000 tonner bevracht tegen 2116 per
Januari naar U.K./Continent, hetgeen kan vorden her-
haald. Voor Februari wordt slechts 201- in uitzicht gesteld
voor booteti vat: 516000 tons. Een handige boot van 3000
toits is gedaan voor geraffineerde suiker van Cardenas per
20 lzebr.15 Mrt. tdgen 2716 drie havens westkust U.K. of
20/6 drie havens Oostkust U.K.
De bevrachters van de No.rth Pacifie toonden slechts
weinig belangstelling voor bevrachten. Per Januari is 38/-
en 37/6 gedaan van Vancotcver, 113 extra Portland of
Puget, naar cle gebruikelijke range UK/Continent.
De markt van cle La Plata.. rivier was zeer levendig en
bevrachters toonden iveer speciaal interesse voor Januari-
tonnage. Er zijn minstens 45 booten bevracht, tegen 301-
tot 3113. Voor Februari werd slechts 25/- betaald en voor
Maart 23/9.
De chilisalpeter vrachtenmarkt bleef stil. Per Januari
wordt voor ruimte 2716 geboden, doch reedera reflecteeren
iuiet tegen dit cijfer. Voor een volle lading kan een 31000
totitier per Ja::. of Jan/Febr. naar Scandinavië geplaatst
ivorden tegen ongeveer 3716, doch bevrachters slaagden er
niet in een boot te krijgen.
De Oostelijke afdeelinge:: zijn zeer kalm en de vrachten
blijven alleen op peil door het tekort aati beschikbare ton-
nage. Australië is in de afgeloopen week, ondanks het
feit, dat nog geen Britsche hooten van deze afdeeling wor-
den bevracht, veel kalmer gewordesn. Er vond geen enkele
bevrachting plaats. Van Burmah wordt 33/9 geboden naar
coutinentale havesis, doch reeclers hebbei tegen dit cijfer
geen interesse. Per Febr/Met. w’erd 3216 gedaan naar de
Middel] audsche Zee o. Continen t. Zuid-Afrika bevrachtte
kolen o.a. Durban/Colombo en/of Ga]le 12/- 66:’, 1216 beide
havens per Februari..
De Doaati is nu gesloten. Van Sulina wordt bevraclit
tegen 241. per prompt en 22/6 voor laat in Januari. De
Zwarte Zee was kalm en er valln geen afsluitingen te ver-
melden.
De ertsvrachten van de Mictdellandsehe Zee zijn gedaald.
Melilla/Rotterdam betaalde in het begin van de week 713,
doch tegen het einde slechts 619. Van Benisaf naar Arciros-
san werd bevracht tegen 719 en Tunis/Glasgow 81-. Fosfaat :vercl bevracht: Bona/Dublin 10/- en Tunis/Aberdeen 1016.
De markt van de Golf van Biscaye is vast ga er is een
flinke hoevee)heid tonn age beschikbaar. Bilbao
1
otterdam
betaalde 713 en Middlesbro::gh 716.

ONTVANGEN:

De Ondes

scemingsvornien
met inbegrip van de coöperatieve
vereenigiug en de socialiseering, door Prof. Dr. Robegt
Lielmanui. Vertaald en bewerkt door A. C. V. Schü-
linck. Utrecht, 1927; Erven J. Bijlcveld.

Repliek aan. Mi’niistnr van Jarnebeek
en andere Opstellen,
door Mr.
A.
J. van Vessem. Utrecht; 1926, H. de
Vroede.

itrbcicisreoht als deel van het Recht,
door Mr. Marius 0-.
Levenbach. Amsterdam, 1926; EE. J. Paris.

The Marketing Problern,
by Edward T. Elbourne,
A. M.
T.
Mech. E, Director of Marketing :l.nvestigatiou Shaw
Wardlaw and Company Ltd., with a foreword by Sir
Josiah -Stamp. 0-. B. E., T. B.
A.
London, 1926; Longmans, Green & Co., Ltd.

liet Geheim van, een hoo gen Loonsta.nclo.atrd,
door Bertram
Austin ea W. Francis Lloycl, met een voorwoord door
Mr. P. J. C. Tetrode. Amsterdam; 1926; Scheltema en
Holkema’s Boekhandel.

De bandbow:ocvportge’wassen. van Nedarla it1s/c- Indië in
1925,
Mecledeelingen van het Centraal Kantoor voor de
Statistiek. Weltevreclen, 1926; Alb recht & Co.

liet Verdrag met België in de Tweede iemer. door J. C.
Ramacr, Oud-inspecteur Generaal van den
terstaat, ‘s-Gravenhage, 1926; Martinus Nijhoff.

inleiding tot het Nederlaecd.sche HasvdelsrecliL, Supplem.en.t,
door Dr. W. L. P. A. Molengraaft, oncl-f[oogleerasr
aan cle Rijksuniversiteit te Utrecht, Haarlem, 1926;
De Erven F. Bohn.

Aussen.luvadel der Niederlaacde,
Band 5, Holland
in:
Welt-
verkehr, von Christian Günther, .s-‘rravenhage, 1927;
Taylor’s Branch Directory.
liet Betalingsverkeer,
door J. F. Halkema Kohl. Rotter-
dam, 1926; Nijgh & van T)itmars Uitgeversmaat-
schappij.

Auteur