Ga direct naar de content

Jrg. 11, editie 572

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 15 1926

15 DECEMBER 1926

AUTEURSRECHT V OORBEHOUDE1V

Economïsch~Statistische.

Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VÖOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

IIE
JAARGANG

WOENSDAG 15 DECEMBER 1926

No. 572

INHOUD.

8hz.
Mededeelingen van de Centr. Commissie voor de Rijuvaart
1098
BU1TENLANDSOHE LEENINCEN EN ONZE ECONOMISCHE
BELANGEN
door
G.
II.
Hintsen …………………
1098
Het MiddenstandsbanLwezen door
Prof. Mr. Dr.
G.
M.
V
errijn Stuart …………………………….1101
De Duisburg- Rubrorter Hafen Aktien-Geseilschaft door
P
rof. W. E. Boernan ………
……………….1103
Het Zeehaven-vraagstuk te Sernarang 1 door
Ir. J. H.
G
. van de Graaff…………………………..1105
De Theecultuur in Nederlandsch-Indië
1826-1926
door
A. E. Reynst

…………………………….1107
Bescherming der Suikerindustrie door Dr.G. Minderhoucl 1108
AANFEEKENINGEN:
Indexcijfers van scheepsvrachten ……………….
1109 MAANDOIJFERS:
Emissies in November
1926 ………………..1110
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN…………..1111-1116
Geidkoersen.

1
Bankstaten.

Goederenhandel.
Wissehkoersen.

1
Effectenbeurzen.

Verkeerswezen.
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Terpstra.

ECONOMISCH-S7’ATISTISC LIE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES.
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Ilasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele;
Prof.
Dr. E. Moresco;
Mr. Dr. L. F. 17. Regont; Dr. E. van Welderen Baron
Rengers; Prof. Mr. 11. R. Ribbius; Jan Schilthui8; Mr.
Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vrie8.
Gedelegeerd lid:
Prof.
Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
Redacteur- Secretaris: D., J. Wansink.
Seoretariaat: Pieter de lloochwcg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.

Abonnements prijs vôor het weekblad franco P. p.
in
Nederland f20,—. Buitenland en Koloniën f23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het weekblad gratis.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver.
tenties: Nijgh d van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot.
terdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Post chèque- en giro.
rekening No. 6729.

14
DECEMBER
1926.

In ‘den toestand van de geidmarkt kwam deze week’
geen verandering. Hoewel de maandwisseling met de

gewone meerdere ‘geldvraag reeds lang voorbij is, blijft

de geidmarkt vast. Alleen cailgeld is meer aange-

boden en voor lagere prijzen, maar geld op langeren

termijn, zoowel voor wissels als op prolongatie, blijft

zeer gezocht. Particulier disconto noteerde 3/1 pOt.

met verschillende afdoeningen tot 3% pOt. en nei-

ging tot stijgen. De prolongatierente noteerde meestal

3% ‘pOt.
* *
*

Het’ opereerend kapitaal van De Nederlandsche

Bank blijkt in de afgeloopen week weder niet onbe-

langrijk te zijn afgenomen. De’ Post binnenlandsche

wissels daalde met
f
2,9 millioen. De beleeningen

liepen met 1 8,2 millioen terug. Het renteloQs voor-

.schot aan het Rijk vermiiclerde eveneens met ruim

f
8 mil.lioen.

De voorraad gouden munt geeft een teruggang van

f
100.000 te zien. De zilvervoorraad klom met ruim

f
900.000. Het hoofd muntmateriaal bleef ook dit-

maal onveranderd. De post papier op het buitenland

‘vertoont een
stijging
van
f
800.000,
terwijl
de diverse

rekeningen onder het actief met
f
3,5 millioen af-

namen.

De biljettencirculatie daalde met
f
20,2 millioen.

De rekening-courantsaldi noteeren
f
1,2 millioen la-

ger dan verleden week.’ Het beschikbaar metaalsaldo

,steeg met
f
5,1 millioeri. Het dekkingspercentage be-

draagt ruim 52.
* *
*

Fransche franken hebben deze week weder sterk

geschommeld. Do laagste koers was 9,52 en do hoog-

ste 10,56, maar tusschen deze twee uitersten liep de

koers herhaaldelijk heen en weer. Lires waren aan het

– einde der week plotseling veel vaster en verbeterden

• van 10,80 tot 11,30. Gisteren voormiddag werd tijde-

lijk zelfs 11,60 betaald. Van ‘de goudwissels waren

marken opnieuw vaster; 59,52 werd betaald; terwijl

ook de Zwitsersche franken een lichte stijging noteer-
den, waarschijnlijk in verband met het wegtrekken vn

Fransche saldo’s, waardoor ook de Zwitsersche geld-

markt een veel vaster aanzien verkreeg. Van de ove-

rige wissels valt alleen nog te vermelden een flauwe

stemming voor Os]o, 63,80-63,15.

LONDEN,
13
DECEMBER
1926.

De positie van de geidmarkt bleef gemakkelijk, ter-

wijl ‘de bijzondere gemakke]ijkheid, die gewoonlijk den

Zaterdag kenmerkt, ditmaal niet tot uitdrukking

kwam wegens bijzondere geldverschuivingen voor be-

taling van rente en aflossing op de schuld aan

Amerika.

De discontomarkt is bij voortduring flauw en no-

teert
4Y2-__4°/io
voor 3-maands prima bankaccepten,

ofschoon de prijs
eigenlijk
niet beter is dan 4% pOt.

– Men neemt algemeen aan dat alle gevaar voor dis-

contoverhooging voorbij is en de gissingen loopen nu

over het tijdstip waarop de bankrate verlaagd zal kun-

nen worden. De meeningen daarover
zijn
zeer ver-

deeld en varieeren tusschen begin Januari en bëgin

April 1927.

Deviezenmarkten zijn nog steeds zeer onrustig vooi

francs en lires; per saldo zijn de
prijzen
voor die

valuta’s hooger.

1098

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 December 1926

MEDEDEELTNGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE

VOOR DE RIJNVAART.

Verslag van de tweede zitting in 1926,

De Centrale Commissie voor de Rijnvaart (zetel te
Straatsburg, Palais du R.hin) heeft onder voorzitterschap
van den heer Jean Gout, buitengewoon gezant, van 15 tot
27 November hare tweede zitting in 1926 gehouden.
Een groot gedeelte van de zitting is besteed geweest aan
de herziening van de Akte van Muunheim. Een sub-com-
missie, bestaande uit deskundigen op douane-gebied, heeft –
tijdens den gebeden duur der zitting hare werkzaamheden,
welke voornamelijk het vaststellen van een internationaal
vracictdocument op den Rijn beoogden,
voortgezet;
de Com-
missie heeft in eerste lezing teksten betreffende deze
kwestie en betreffende den opslag in entrepôt, vastgesteld. Bovendien heeft de Commissie, behalve administratieve en meer interne beslissingen en de zeven vonnissen, welke zij heeft geveld in processen, welke in hooger beroep voor
haar gebracht waren, de volgende besluiten genomen:

V 01 m ach te ii.

De Centrale Commissie erkent geldig en in behoorlijken
vorm, de volmacht verstrekt door den President der Fran-
sche Republiek aan den heer Herrenschmidt.
Noot van het Secretariaat:
De heer T-Terreusc,hniïdt,
President van de Kamer van Koophandel van Straats-
burg, volgt den heer Berninger, die afgetreden is
lid van de Commissie, op.

Moe i 1 ij k h ede n

b e t r e f f en de

cle

t o e p as-
siug van het reglement van cle minste be-
m nu n i n g.

De Commissie neemt nota van de verklaring vaii de
Dciitsche delegatie, dat hare Regeering zich accoord ver-
klaart met de interpretaties van de Belgische Regeering, wat betreft de niet-toepassing beneden l)crisburg van de
bijzondere bepalingen van het reglement betrekking heb-
bende op de minste bemanning.
Zij neemt eveneens nota van de verklaring
van
de Belgi- –
sehe delegatie, volgeils welke de Belgische scheepvaart zich
niet meer beklaagcl heeft, wat betreft de toepassing van
deze bepalingen, beneden Duisburg.
Noot
van het Secretariaat:
Gedurende de vorige zit-
ting had de Belgische delegatie medegedeeld, dat er
klachten waren binnengekomen, betreffende de toepas-
sing, beneden Duisburg—Ruhrort, van het reglement
betrekking hebbende op de samenstelling der beman-
ning. Aan de Duitsche Commissarissen was verzocht
de Commissie in kennis te stellen van de resultaten
van het loopende onderzoek.

Verzameling van vonnissen van de Cen-
trale Commissie.
De Commissie heef t besloten in het vervolg een verza-
meting van linie juridische beslissingen te publiceeren. De
kwestie of eveneens de beslissingen van vroegere jaren
zullen gepubliceei-d w’orden, is in onderzoek.

Bouw

vacil een brug over den Rijn tusschev
Düsseldorf en Neuss.

De Commissie draagt aan een sub-c-ommissie op, het, door
de delegatie van het Duilsche Rijk en der Duitsche Oever-
staten ingediende ontwerp, betreffende den bouw van een
brug tusschen Düsseldorf en Neuss, te onderzoeken.
De sub-commissie zal het ingediende ontwerp onderzoe-
ken, indien zij dit nuttig oordeelt ter plaatse de noodige
waarnemingen doen en vervolgens aan de Commissie rap-
port uitbrengen. In het geval, dat dit rapport niet voor
het einde der zitting ingediend kan worden, zal de Com-
missie door middel van brief wisseling een besluit nemen.

Bouw van een brug over tIen Rijn tussehen
Keulen en Mülheim.

De Commissie draagt aan een sub-commissie op, het, door
de delegatie van het Duitsclie Ri
j
k en dei- Duitsche Oever-
staten ingediende ontwerp, betreffende den bouw van een
brug tusschen Keulen en biülheim, te onderzoeken.
De sub-commissie zal het ingediende ontwerp onderzoe-
ken, indien zij dit nuttig oordeelt ter plaatse de noodige
w-aar!Ierniagen doen en vervolgens aan de Commissie rap-
port uitbrengen. In het geval, dat het i

apport niet voor het einde der zitting ingediend kan worden, zal de Com-
missie door middel van briefwisseiing een besluit nemen.

Herbouw van de brug hij Wezel.

De Commissie stelt vast dat:
10.
De plannen der Duitsche Regeering, betrekking heb-
bende op den herbouw van de spoorbrug bij Wezel, wijzigen
in geen enkel opzicht de huidige voorwaarden betreffende
de hevaarbaarhe.id der rivier ter plaatse.
Gezien echter de belangrijke pogingen van alle Oever-

itaten om tot een unificatie van de doorvaarthoogte der
bi

uggen te gei

aken en de traditie van cle Centrale Corn-
missie om denzelfden weg in te slaan, acht de Commissie
liet wenschelijk, dat men van de gelegenheid van den her-
bouw van deze brug gebruik maakt om in het belang van
de scheepvaart de doorvaarthoogte op 9,10 b1 te brengen.
Zij neemt reeds nu met voldoening kennis van te verkla-
ring der Duitsche vertegenwoordigers, dat hunne Regee-
ring bereid zou zijn om deze oplossing onder het oog te
zien, indien een en ander althans mogelijk zal zijn zonder
buitensporig hooge onkosten,
20. De •door cle Duitsehe Begeer.ing aan de aannemers
opgelegde bepalingen betreffende de uitvoering der werk-
zaamheden, worden als afdoende beschouw’d.

Rij nverbeteriing

tusscheii Straatsburg
en Bazel.

De Commissie neemt nota van de verklaringen der Fran-
sche en Zwitsersche delegatie’s, vat betreft de Rijiiver-
hetering tussehen Straatsburg en Bazel.
Noot van het Secretariaat:
Uit deze verklaringen
valt af te leiden, dat de onderhandelingen tussehen Frankrijk en Zwitserland betreffende den stuwdam
bij Kembs en de uitbreiding van do opstuwing tot aan
cle monding van de Birse, geëindigd zijn. Wat •het normaliseeringontwerp betreft, hoopt Zwit-
sei

land weLdra in staat te zijn, onderhandelingen met
de Buurstaten aan te kunnen knoopen.

Rapport van d e n heer Walker iiines.
Het onderzoek der kwesties, opgeworpen door het rap-port-Hines, is naar de volgende zitting verwezen.

Wijziging van het jaarverslag. Statis-
t i e k-k we s t i e s.
De Centrale Commissie heeft kennis genomen van de
proces-verbalen van het technisch comitd van den 7eu, 8en
en Oen October 1926 te Keuleil, evenals van de proces-ver

balen van het Comitb voor het Jaarverslag.
Zij is van oordeel, dat de in deze proces-verbalen en in het
rapport van den Secretaris-Generaal gedane voorstellen en
aanwijzingen de te volgen richting aangeven, om traps-
gewijze tot de gevenschte unificatie der statistieken te
komen en dat de bovenvermelde documenten de voornaam-
ste gegevens bevatten, om tot een oplossing dezer kw’estie
te geraken.
Zij verzoekt de delegatie’s der belanghebbende Staten.
hunne Regeeringen een onderzoek van het vraagstuk op de basis van deze gegevens aan te bevelen, met verzoek
het resultaat van dit onderzoek zoo mogelijk v66r de voor-
jaarszitting van 1927 mede te deelen.
Zij besluit hare protocollen, de proces-verbalen van het
Jaarverslagcomitd en van het technisch-comité, evenals het
rapport van den Secretaris-Generaal aan de Verkeerscom-
missie van den Volkenbond te doen toekomen, opdat met
dezen arbeid rekening kan gehouden worden tijdens de
besprekingen over de unificatie der goederen-statistieken.
Noot vee, het Secretariaat:
Het Jaarverslag-comite heef t onderzocht op welke wijze de Rijnvaartstatistie-
ken te vervolmaken waren, zoowel van een algemeen
als van een economisch standpunt uit gezien. De onder
het oog geziene hervormingen zijn door deskundigen
bestudeerd. De dooi- dezen genomen besluiten moeten
nu aan een nauwkeurig onderzoek van de belangheb-
bende Regeeringen worden onderworpen. Zij zullen ter-
zelfdertijd worden bestudeei-d door een Comite, inge-
steld door• den Volkenbond, om een zoover mogelijk
doorgevoerde unificatie te verwezenlijken, welke zich eveneens over andere stroomen zou ciitsti-ekken.

Datum van de volgende zitting. –
De volgende zitting zal 24 Maart 1927, 5 uur, aanvangen.

BUJTENLANDSCHE LEENINGEN EN ONZE

ECONOMISCHE BELANGEN.

In den laatsten tijd is bij herhaling, en van gezag

hebbende zijde, in verband met de krachtige positie,
die Nederland als geldgever tegenover het financieele
hulp behoevende buitenland inneemt, met klem be-
toogd, dat wij onze commercieele en industrieele be-
langen zouden verwaarloozen – en inderdaad ook
verwaarloosd hebben – indien wij aan de voorzie-
ning in buitenlandschen nood niet voorwaarden ver-
bonden ten behoeve van eigen handel, van eigen nij-
verheid. Wij mogen niet in de kaart spelen van onze
concurrenten – over de grens, wij mogen moedwillig
niet ‘t slachtoffer worden van hunne economische
Po-
litiek enlijdelijk
blijven
toezien, als.zij hunne gren-

15 December 1926

ECONOMISCH-STATIS1ISCHE BERICHTEN

.

1099

zen min of meer afsluiten voor onze producten, onzen

handel dwarsboomen, onze havens benadeelen.

Die ontstemming is begrijpelijk. Het is zeer ver-
klaarbaar, dat, men middelen wil beramen om onze

hulpbronnen tegen vreemden invloed te beschermen.

Do ontwikkeling van het vrije verkeer wordt bij

voortduring bedreigd door het in oude en nieuwe

rijken aangewakkerd nationalisme, .dat in een ver-
scheidenlieid van vormen buitenlandsche mededia-

ging tracht te keeren.

Dat
wij
in voorkomende gevallen geen zwakheid moeten toonen, niet bevreesd moeten zijn voor be-
dekte bedreigingen, ons niet uit het veld mogen laten

slaan door hooghartige afwijzing van in het landsbe-
lang gestelde billijke eischen, behoeft geen nader be-
toog. Niet ten onrechte is scherpe kritiek geoefend
op de teleurstellende uitkomsten van het Duitsche
handelsverdrag, getwijfeld aan -do diplomatieke he-

iendigheid van onze onderhandelaars, -die een zoo
kostelijk object als de
f
140 millioen leening in han-
den hadden. En zeker is in deze dagen bij ieder de

gedachte levendig aan hetgeen wij van onze econo-
mische macht zouden. prijsgeven bij aanneming van
het Belgische tractaat.

Maar een andere vraag is, of door eene in het alge-
meen niet offensieve houding hij onze handelspolitiek
en
bij
het verstrekken van buitenlandsche leeningen
onze belangen aan veronachtzaming zijn prijsgegeven.
Voor onze handelspolitiek is retorsie als middel van
verweer aangeprezen, een middel in bijzondere om-
standigheden door een enkel land wel eens met
vrucht aangewend, maar een gevaarlijk wapen in han-
den van den zwakken strijder tegenover een machti-
ger tegenstander. Dit middel blijve hier uit •den aard
der zaak onbesproken. Toch is er eenige, zij het
zwakke overeenkomst tusschen dat verweer en het
stellen van bezwarende voorwaarden bij het aangaan
van leeningen, ter bescherming van onze nationale belangen. In heide gevallen zal ons machtsvertoon geen helooning vinden in de uitkomst, clie men op
het oog heeft.

Zeker, als geldgevers staan wij sterk; wij kunnen
credieten toestaan of vrijelijk weigeren, maar wat
wordt er met die weigering bereikt, hoe staan onze
kansen, als wij tegenover onze bereidverklaring met
den eisch van contrapraestatie voor -den -dag komen.
Het klinkt zeer aannemelijk, dat die bij de onderhan-
delingen kan worden vastgelegd, en dat naast finan-
cieele zekerheid het oog worde gericht op buiten het
eigenbelang van den geldgever te behalen voordeel.
Hiervan kan echter alleen sprake ‘zijn, als men ook
een economisch te zwakke partij tegenover zich ziet
staan, een partij, die niet elders van de verwachte
hulp een dankbaar gebruik zal weten te maken.

Onwillekeurig is bij de beschouwingen Duitschland
het meest op den voorgrond getreden; de nieuwe
republiek kon zich conder vreemde hulp niet oprich-
ten, en desniettemin zijn vooral aan Duitschland zon-
der meer millioenen voor den wederopbouw uitge-
leend. Millioenen bij openbare inschrijving aan sta-
ten, gemeenten en ondernemingen, en ook millioe-
nen op kleinere schaal, op korte-ren en langeren ter-
mijn door baulcinstellingen aan corporaties, hande-

laars en industrieelen. De meest aangewezen weg om
economisch voordeel te bedingen is het inschakelen

van ecn Nederlandsche nijverheidsonderneming, welke
bij voorkeur bestellingen door den buitenlandschen
debiteur wordt gegund. Intusschen zal slechts bij
hooge uitzondering een financieele transactie op
dien voet wellicht zijn tot stand gekomen, tenzij de
leveringen zelf bij de financiering tevens hoofd-doel
waren. En dat was ook niet anders mogelijk. Het
spreekt toch wel vanzelf, dat bij voorschotten aan
textiel-, tabaks- of ledernijverheid, om een voorbeeld
te noemen, de levering van een Nederlandsch nijver-
hei-dsproduct- aan een anderen tak van industrie nooit
als voorwaar-de kan worden gesteld. – Zou men op

-dien grond medewerking hebben moeten weigeren

aan de ontwikkeling van de daarvoor vatbare onder-
nemingen, wie het slechts om financieelen steun te
doen was!

Voor zijn kaliindustrie heeft Duitschland aanzien-

lijke leeningen gesloten. Nadrukkelijk is gewezen op
het belang dat- onze voornaamste doorvoerhaven zou
hebben bij het bemachtigen van een -deel van het ver-

keer. Op Hamburg is •de keus gevallen. Had nu -de

Nodei’landsehe belegger zich afzijdig moeten houden,

omdat ons havenbelang daarmede niet gediend was,
afzijdig moeten houden ook van leeningen aan dien Staat als strekkende tot verbetering van zijn haven-

inrichtingen voor het beoogde doel? Amerika ver-

wees door Zijne weigering -de emissie naar Engeland,
maar Amerikaansche banken waren ten slotte aan
deelneming niet vreemd.

Ongetwijfeld Zijn er gevallen, waarin financieele
en economische factoren behooren samen te werken. Ik kan mij voorstellen dat bij het uitvoeren van groo-
te baggerwerken in Ohineesche of Argentijnsche ha-

vens Nederland weigert geldgever te zijn, als de uit-
voering niet wordt toevertrouw-d aan zijne industrie,
-of als groote werken elders worden ondernomen en
de leverantie van materiaal bij de geldverstrekking
‘een overwegende rol speelt. Zoo zou ook onder de tegenwoordige omstandigheden de finaicieele ver-

hou-ding tot Rusland er toe moeten leiden, geen gel-
den te verstrekken -zonder rekening te houden met
onze economische belangen; het aanknoopen van

han-delsverbindingen, de bevoordeeling van onze in-
dustrie zou beslist den voorrang moeten hebben bo-

ven het belang van •den gel•dhelegger. Dat is echter
gansch iets anders dan het versf rekken van bedrijfs-
kapitaal in -den ruimsten zin aan grootsehe on-derne-
mingen in landen, die een wijd vertakt verkeer met
ons
onderhouden, waarbij cle weigering -eenvoudig
gelijk zou staan met een poging tot belemmering

van
-haar natuurlijke ontwikkeling. –
Een
poging
tot belemmering, want een weigering
zou daarom nog niet tot belemmering leiden.
De stemmen, die in ons land in afkeurenden zin over
de bankpolitiek zijn gehoord, hebben ook in het bui-
teoland veerklonken. Eenerzijds heeft men op Enge-
land gewezen als het land waar -de industrie bij lee-
Iingen voor-deden zou weten te hedingen, anderzijds
is juist ool in Engeland zelf te velde getrokken te-
en de bankinstel]ingen, clie slechts hun eigen belang
.beoogden en zich van het meer algemeen belang niets
antrokken. Het op buitenlandsche leeningen in ver-band met de binnenlan-dsche geldbehoeften gelegde

mbargo door de Regeei:ing is slechts van tijdelijkeu
aard geweest, thans opgeheven, en financieele bladen
hebben niet- nagelaten -de ondoelmatigheid van dien
fweer op -den duur in het licht te stéllen. In Zwit-
berlanci heeft -de Regeering de klachten -beantwoord
et -de opmerking dat, bijaldi.en de wetgever tus-
sehenbeiclen lcwam, voor banken en beleggers het

– neer tegemoetkomende buitenland toch openstond.
En in -de Vereenigde Staten werd, vooral tegenover
Brazilië en Engeland, uit den Senaat een wetsont-
werp ingediend om vreende leeningen aan goed-
keuring van overheidswege te onderwerpen. In de
Staten wordt – reeds met de autoriteiten overleg ge-
leegd, alvorens tot uitgifte wordt besloten, al be-
staat -daartoe geenerlei wettelijke verplichting. En-
kele leeningen zijn dientengevolge ter
zijde gescho-
ken, maar, zooals een deskundig blad opmerkt, met
het gevolg, -dat -de leeningen elders toch slaagden en
de landgenooten soms tot hoogeren koers -deelneming
baar de Staten overbrachten.
* *

t
Overleg tussehen Regeeing en bankwereld is ook
hier aanbevolen. Ik vrees -dat, wat er ook in theorie ‘oor zoodanige samenwerking te zeggen moge zijn,
-deze in -de pratijk onvruchtbaar zou blijken. Men zal
r wel niet aan denken een Italiaansche contrôlé ge-
aden te achten; ons land verkeert overigens in een

1100

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 December 1926

toestand, dien Italië het benijden zal. In Duitsclilad

was reeds v66r •den oorlog een sterke band tussc.hen

Regeering, nijverheid
en bankwezen. Afgezien van
de eigenaardige politieke gesteldheid in dat Rijk en

de dictatoriale macht van den heercher, had daf

samengaan bepaaldelijk ten doel de ontwikkeling van

zijn rijke, vooi verdere ontginning vatbare huIpbron
non en van zijne overzeesche belangen, maar ook is

de concentratie van zijne financieele krachten niet

vreemd geweest aan zijn buiten] andsche hoogere

politiek.

Overigens zijn in ons land maatregelen om de uit-
.zetting van buitenlandsche credieten te temperen niet
achterwege . gebleven. De Nederlandsche Bank heeft

geruimen
tijd
hare medewerking hij het financieren
onthouden, indien niet een Nederlaudsch economisch

belang bij het verstrekken van voorschotten betrokken

was, een maatregel, die zeker reden van bestaan had,
zoolang de onzekere toestand in het. naburige land

een gezonde ontwikkeling van de volkshuishouding

k6n bedreigen. Voorts zijn nog steeds
talrijke
uit-

giften door de Vereeniging voor den Effectenhauslel

van •de officieele iioteering uitgesloten, waardoor bij

de Centrale bankinstelling de stukken voor onderpaiïd
niet gemakkelijk in aanmerking kunnen komen. Die

maatregel is van geringen invloed geweest;
,
banken

en geidbeleggers hebben zich niet laten ontmoedigen

en
aanzienlijke
kapitalen voor goed beheerde eü

levenskrachtige ondernemingen beschikbaar gesteld.
De maatregel w’as ook niet anders dan een onvriend-
schappelijke betooging en werkte er geenszins toe
mode •de hier ter sprake gekomen industrieele belan-

gen te dienen.

Moet nu de tusschenkomst van de Regeering wor-
den ingeroepen om onze financieele
vrijgevigheid
bin-
nen zekere grenzen te beperken en daaraan hezwa.rende
voorwaarden te verbinden? Is van overleg tusschen
Nederlandsche belanghebbenden – banken en indus-

trieelen – en een of ander overheidsorgaan veel te
verwachten? Het is in hooge mate onwaarschijnlijk.

Men moet zich den toestand duidelijk voor .00gen

stellen.
Het gaat hier voornamelijk om aanzienlijke leenin-
gen, die aan het buitenland worden verstrekt. Welke

maatstaf zal
bij
de toezegging worden aangelegd? Zal

van overheidswege een veto worden uitgesproken,

zullen handelspolitieke overwegingen in het geding worden gebracht, en zal men de kans willen loopen door ontstemming in het buitenland vexatoire maat-‘
regelen van ‘die zijde uit te lokken? Nog onlangs
1

heeft België op de Nederlandsche kapitaalmarkt een
beroep gedaan om aandeelen . in zijn spoorwegbedrjf
te plaatsen en de consolidatie van zijn vlottende
schuld tot stand te brengen. Het zou mij niet verTt

wonderen, indien niet zonder aarzeling aan den op-
roep gevolg is gegeven. Erwas immers eenige reden
voor ontstemming, ook ten aanzien van de economi-
sche belemmeringen, die ons van Belgischen kant in
den weg zij.n gelegd. Toch acht ik het juist, dat die
aarzeling is overwonnen, en dat meer aandacht is ge-
schonken aan bevordering van een goede verstand-
houding clan aan het zich gevoelig tonnen voor de
weinig vrijgevige handelspolitiek. En zou weigering
onzerzijds hij machte zijn geweest onze economische1
positie op eenigerlei wijze te versterken?. Kan men
werkelijk meenen, dat met eenig gunstig gevolg stap-•
pen gedaan konden worden om concessies te verkrij-
gen? In zulk een kort tijdsbestek? Waar België niet’

enkel met Nederland maar met de internationale.
geidwereici in verbinding stond? En
Frankrijk?
De

Fransche leening van
f
30.. millioen was voorafge-
gaan door een welgeslaagcle leening in Zwitserland
van frs. 60 millioen, en het hier geplaatste kapitaal
heeft’ ertôe gediend. de schuld aan den Nederland-
schen Staat geheel af te lossen. –
Niet anders staat liet met groote nijverheidsonder-
nemingen, .die een syndicaat gevormd weischen te
zien ten behoeve van haar vorderen opbouw. Is het’

denkbaar, dat machtige vennootschappen op het ge-

bied van mijnwezen of el’ect.riciteit, in de staalnijver-

heid, in do automobielhranche een gewillig oor zul-

len benen aan den geldschieter, die tegenover hare
voorstellen met den eisch van bevoorrechting der No-

derlandsche industrie voor den dag komt? Toch zijn.

het juist bij de Duitsche leeningen ondernemingen

yan dien aard en van dien omvang, die zich als
geldnemers hebben aangemeld. Opnieuw moge hier

de nadruk worden gelegd op het feit, dat hier geen

sprake kon zijn van een zwakke
partij,
welke men
zijn voorwaarden buiten de zaak oi kon opleggen,

maar van zich in hun groei sterk voelende lichamen,

die den Nederlandschen. belegger voor hun bestaan

niet oontbeerljk behoefden te achten. Buiten onze
grenzen zijn nog andere kapitaalcent.ra, en al moge

ons land trotsch zijn op zijn financieele kracht,

het vindt aan de
overzijde
nog machtige geldschie-
ters. De Vereenigde Staten vooral zijn zeer wel in

staat de plaats van ons land in te nemen, als het de

vragers de deur wijst.

Van zeker niet minder gewicht is
bij
de behande-

ling van dit vraagstuk de mate en de wijze van deel-neming in buitenlandsche leeningen. Reeds is gewe-
zen op de credieten, die aan de algemeene waarne-

ming ontsnappen; zij zijn meerendeels ‘van meer be-

scheiden omvang. Bankierscredieten in den vorm van

kasvoorschotten, accopten, disconteeringen aan on-

dernemingen verstrekt, van weiker levensvatbaarheid
en draagvermogen de geldgever zich
bij
voorbaat zal
hebben overtuigd. Transacties, waarvan het belang
niet te onderschatten is, omdat zij, bevruchten.d kun-

non werken op het internationale handelsverkeer en
gelegenheid bieden tot het aanknoopen van relaties
met instellingen, die later duurzaam den band tus-
schen het eigen land en den vreemde versterken.
Daarbij mag niet angstvallig worden overwogen, in

welke mate de buitenlander met het crediet gediend
is; het internationale verkeer is zoo veelzijdig en in-
gewikkeld – men denke slechts aan het geen grenzen

kennende discontobedrijf -, dat niet aanstonds con-
clusies over den invloed op het binnenlandsche belang

kunnen worden getrokken.

Meer dan op deze wijze van credietgeving is de
nadruk gelegd op de geldleeningen, die aan de waar-
neming niet ontsnappen, die bij openbare inschrij-
ving voor den belegger openstaan. Welke is daarbij
nu do positie van den Nederiandschen geidgever?
Een overzicht van de gesloten leeningen kan hierop
hot antwoord geven. Het internationale karakter van
de kapitaalmarkt toekent zich daarbij scherp af. Im-
mers,’de groote geldnemers in het buitenland richten
zich niet hij uitsluiting, zelfs niet hij voorkeur tot
ons land, tot onze bankinstellingen. ‘Niet hier moet
in de eerste plaats het zwaartepunt worden gezocht,
niet hier valt in hoofdzaak ‘de beslissing. In dit
O
p:

zicht geeft reeds de muntsoort, waarin de 1ening
verstrekt wordt, zekere aanwijzing. Slechts enkele

Duitsche leeningen zijn in guldens gesloten, .de over-
groote meerderheid in dollars, andere in Engelsche
ponden en Zwitsersche francs. Al is. ‘dit geen zuivere maatstaf, voor tegenspraak is niet vatbaar dat de Ver-
eenigde Staten het voorname cent.rum zijn geweest,
waar onderhandelingen het eerst zijn aangeknoopt,
en van daar naar deelneming in andere landen is
uitgezien. Uit een gedetailleerd statistisch overzicht
over het jaar 1.926 zou duidelijk blijken, dat ons aan-dleel in iedere buitenlandsche leening op zichzelf met slechts zeer enkele uitzonderingen het aandeel van de
overige deelnemers niet overtrof en, meestal belang-
rijk minder was. Ter illustratie mogen slechts en-
icele voorbeelden nit de zeer vele dienen. Zoo was

Nederland
bij
de

7 ol. Vereen. D. stedenleeningen voor $ 2.3 van 23 Millioen
7 ol. Leipzig ,, F , 5

Of
0/
t
, Vrjstaat Baden

Irs. 7

40
7
0
/0
Ilseder ifuitte .

,,$ ]

,,

7
7
0
/0
Robert Bosch

,,,,.1 ..,,

5

15 December 1926

ECONOMISCH-STATISISCHE BERICHTEN

1H

7
0
/0
Cari
Zeiss
Stichting

voor
f
3.5 van 5 Millioen
6X
0
/0
Sachsische Werke

,,
$ 2

15
6 o/
Beieren

,, ,,
0.5
,;
10
6
o,’,,
Siemens Halske

,, ,,
3.6

24
7
0/
Vereinigte Stahiwerke

,,
M. 16

,,
126
7
ol
o
Kali

,,
£
0.5
,,
15

betrokken.

is er nu wel een nadere verklaring noodig, waar-

om van Nederlandsche zijde het stellen van bezwa-
rende voorwaarden was buitengesloten? Voor een
weigering om deel te nemen konden slechts andere

motieven gelden. Het is de taak van den bankier, de

waarde van het aangeboden object te onderzoeken,
de billijkheid van de te bepalen rente en aflossing
te beoordeelen, en daarbij de belangen van de geidbe-
leggers te behartigen. Gelegenheid om daarnaast nog industrieele en economische belangen te bevorderen,
was hun hier niet geboden. De vraag zou kunnen

rijzen of onze gel•dmarkt niet op ongewenschte wijze
werd ontbloot en onze binnenlandsche bedrijven zoo-
doende zijn achtergesteld. Zij moet ontkennend wor-
den beantwoord. In geenen deele is gebleken, dat, de
geldvoorziening ten eigen behoeve in het gedrang is

gekomen.

De ban kinstellingen bekleeden in onze volkshuis-

houding een gewichtige plaats; schieten zij bij hare
taak tekort, en komt het algemeen belang in gevaar,

dan kan daarin voor de overheid zeer zeker reden zijn tusschenbeide te komen.
Wat ik in het angstige jaar :1918 neerschreef:
,,De industrie zal in haar moeilijke dagen in het
bankwezen een krachtigen, vertrouwden bondgenoot
moeten ontmoeten. Beiden hebben tot onafwijsbaren plicht, afdwalingeu te verhoeden en door voorzichtig
beheer het algemeen belang te dienen. De banken vooral,
vait
op
haar rust de verantwoordelijkheid bij de be-
• oorcieeli ng va ii de levensvatbaarheid der ondernemingen,
waarvoor zij tot deelneming aansporen. Van haar juist
beleid niet het minst is de gezonde ontwikkeling van
onze nijverheid afhankelijk,”

onderschrijf ik thans nog ten volle. Bij de vervul-
ling van zijn verplichtingen na het laatste oorlogsjaar
heeft het bankwezen
dikwijls
gefaald, maar bij zijn
beleid ten opzichte der buitenlandsche leeningen kan,
zoover mijn oordeel reikt, van eenige veronachtza-
ming van het algemeen belang geen sprake zijn.

G. H.
HINTZEN.

HET MIDDENSTANDSBANKWEZEN.

In de nummers van 11 November en 1 December van dit weekblad werd een uittreksel uit de Kamer-
stukken gegeven betreffende de verhooging van de
garantie, •door •den Staat verstrekt tegenover de Ne-
derlandsche Bank voor de Algemeene Centrale Bank-
vereeniging voor den Middenstand. Gelijk men weet, heeft de Tweede Kamer den desbetreffenden Memo-
.riepost zonder hoofdelijke stemming aanvaard in de
vergadering van 9 December jl. Er is eenige discussie
over deze kwestie geweest, doch op. erntigen tegen-
stand is de Regeering hij cle verdediging van haar
voorstel niet gestuit.

Door dit. Kamervot,um is de Staatsgarantie voor de A.C.B. practisch een ,,fait accompli” geworden. Niet-
temin bestaat er aanleiding voor eene kleine nabe-
trachting. In en buiten de Kamer toch is de mee-
ning geuit, dat de Staat, toestemmende in de ge-
vraagde verhooging van de bestaande garantie, ten-
slotte niet anders zou doen dan goed geld naar kwaad
geld gooien. Het is genoegzaarn bekend, dat de posi-
tie van de A.C.B. in den loop der jaren eene zeer
wankele was geworden. Ook na het Kamerdebat. is
coen hierover ni.et veel wijzer geworden, zoodat bij
velen wellicht een minder behagelijk gevoel over deze
kwestie zal zijn gebleven.

Ook beteekent de thans gevallen beslissing nog al-
lerminst, dat nu •de zaak zou zijn afgedaan. Integen-
deel, het Kamervotum is een belangrijk punt in de
ont.wikkelingsgeschiederiis van het middenstandsbank-

wezen, doch wanneer men de zaak nader beziet, zal
inen ontwaren, dat er nog heel wat gebeuren moet,
vooidat van een bevredigend resultaat gesproken zal
kunneii worden. p.

Eerst een enkel woord over de positie van de
A.O.B., •die uiteraard in het centrum van de beschou-

wingen over het onderhavige vraagstuk heeft ge-

staan. Deze instelling verheugde zich, evenals de in
1914 kort na het uitbreken van den oorlog opgerichte

Algemeene Nederlandsche Centrale Middenitancls-
Credietbank, waaruit de A.O.B. is voortgekomen, in
de speciale belangstelling van de Overheid. Bij cle

‘oprichting reeds heeft de Staat zich, afgezien van don
in anderen vorm verleenden steun, tot een zeker be-

drag garant gesteld tegenover de Nederlandsche
:Bank. Men deed zulks, omdat men de ontwikkeling
‘van het rniddenstandscredietwezen eene zaak van al-

gemeen belang achtte, •die uit sociale overwegingen
diende te worden gesteund, waarbij winstbejag niet

op den voorgrond moest staan en waarbij de grens der
liefdadigheid, zoo al niet overschreden, dan toch zeer
• cl.icht genaderd werd. Ook bevonden zich juist in den
1
oersten tijd na het >uitbreken van den oorlog vele
‘middenstanders als gevolg der mobilisatie in moei-
‘lijkheden, hetgeen mede een motief vormde voor de
if i nancieele belangstelling van •de Overheid.
1
Ware het gebleven bij een weinig overheidssteun
in de aanvangsjaren en ware cle garantie na af-
iloop van den oorlog ingetroklcen, zoodat het midden-• stancisbankwezen gedwongen zou zijn om
01)
eigen
‘:’beenen te staan, zee zou men de thans ontstane inoei-
‘lijkheden hebben vermeden. Doch het verloop was

anders. De politieke Novemberstormen van het jaar
1918 lieten ook de middenstandsbanken niet onhe
roerd en om een debacle te voorkomen, werd onder het bewind van Minister de Vries de bestaande ga-
•rantie van één tot anderhalf millioen gulden ver-
-•hoogd. Dit was bedoeld als tijdelijke maatregel, noo-
“dig om de bank over een periode van moeilijkheden
heen te helpen. Doch deze uitdrukkelijk geconstateer-
.’de bedoeling werd niet verwezenlijkt. De zaken dei
A.C.B. bleven onbevredigend gaan en einde 1925 zou
zij zijn vastgeloopen, indien niet. de Nederlandsche
Bauk extra steun had verleend, nadat deze laatste de
• voorloopige toezegging van de Regeering had gekre-
gen, dat de garantie op de bekende
wijze
zou worden
Lverhoogd. De Regeering stelde zich daarbij op het
standpunt, dat het beter was cle zaak door deze extra
• garantie, welke uiteraard niet anders dan tijdelijk zal
-mogen zijn, het voortbestaan mogelijk te maken en
onder nieuwe leiding grondig te rcorganiseeren, clan
tom steun te weigeren, waarbij vermoedelijk een be-
langrjk verlies door den Staat zou zijn geleden.
• Of deze houding de juiste is geweest, hangt uiter-
aard af van de positie van de A.C.B. Daaromtrent
rllel)hen buitenstaanders niet veel meer vernomen, dan
dat vermoedelijk het geheele gewone kapitaal der bank
‘verloren is en bovendien een deel van het preferente
kapitaal. De Kamerleden hebben over de positie der
bank vertrouwelijk een rapport ontvangen, waaruit
‘de Regeering intusschen niets openbaar heeft ge-
maalct. Dit laatste valt te betreuren. Wij begrijpen
volkomen, dat bedoeld rapport niet voer publicatie vat-
baar was, doch vragen ons af, welke gronden er wa-
ren om niet de hoofdzaken uit dit rapport ter kennis van het publiek te brengen. De Regeering had daar-
door veel kritielc icunnen voorkomen; zij had moeten
1en kunnen duidelijk maken, dat er na voorzich-
tige taxatie der verliezen nog een deel van het
preferente Icapitaal over is en dat slechts een
•klein gedeelte van de geleden verliezen toe te schrij-
1
ven is aan de normale risico’s van het middenstands-
i
cre
di
e
t, terwijl de rest te wijten is aan de minder
-juiste politiek van vroegeze leiders en aan onvol-
komenheden der organisatie. Wij gelooven, dat zulk
eene publicatie zonder eenige indiscretie tegenover
bepaalde personen of cliënten der A.O.B. had. kunnen
geschieden, en zij zou op de buitenwereld stellig een

1102

ECONOMISCH-STAfISTISC}JE BERICHTEN

15 December 1926

beteren indruk hebben gemaakt, dan de thans i

acht genomen geheimzinnigheid.

Ook om eene andere reden ware meer openbaar.

heid wenschelijk geweest. Dè Regeeriffg koestert dé
hoop om door instandhouding van de A.C.B. teii

slotte te komen tot eene algemeene centralisatie van
het thans separatistisch versnipperde middenstands:.

bankwezen. De extra garantie moet dus niet slechts
dienen om de reeds door den Staat geriskeerde ander

half millioen te redden, hetgeen door eene niet gefor
ceerde liquidatie vermoedelijk ook mogelijk zou zijn ge

weest, doch tevens om het middenstandsbnkwezen
de kans te geven eindelijk tot werkelijken bloei .té

komen. Daarbij zal dan uit de combinatie der ver-

schillende thans bestaande centrale instellingen van

onderscheiden richting eene supra-centrale voor het

middenstandscrediet moeten groeien ‘an het karak-ter, dat aanvankelijk aan de A.O.B. was toegedacht

maar dat deze door den loop der omstandigheded
niet heeft gekregen.

Voor de doorvoering van deze plannen en voor het
verkrijgen •dei daarvoor benoodigde nieuwe kapitalen
is noodig een .krachtig herstel van het thaits geschok

te vertrouwen. Dat is voorwaar niet gemakkelijk

maar het is mogelijk, als de reëele basis voor de ver
wezenlijking ‘der plannen aanwezig is. Welriu, oôk

uit dit oogpunt is geheimzinnigheid te eenen male
uit den booze.

Is nu eene redrganisatie, zooals de Regeering zich die voorstelt, bereikbaar? Daarover zal eerlang eene

Commissie onder praesidium van den Thesaurier-
Generaal rapport hebben uit te brengen. Deze zal

inzonderheid de mogelijkheid van centralisatie heb-
ben te onderzoeken, doch het is te hopen en te ver-

wachten, dat zij haar taak breeder zal opvatten en ook
een duidelijk antwoord zal geven op de meer princi-
pieele vragen, of het middenstandsbankwezen hier te
lande een eigen terrein van werkzaamheden heeft

van genoegzamen omvang en of het mogelijk moet
worden geacht om dit terrein
01)
loonende wijze te

beiverken.
Op de eerste dezer vragen schijnt het antwoord niet
moeilijk te vinden. Al zijn de grenzen van het begrip
middenstand eenigszins vaag, zoo lijdt het toch wel
geen twijfel, of er zijn tal van kleine ondernemers
(winkeliers, kleine fabrikanten en grossiers, e.d.), die
behoefte hebben aan bedrijfscrediet en bij de’ groote
banken met hun wijdvertakt provinciaal filialennet
nIet terecht kunnen. De kleine credieten toch, waar
om het hier gaat, zijn voor de roote bank weinig aan-,
trekkeljk. Zij eischen relatief veel contrôle, terwijl
ho’endien een voortdurend contact met de verschil-
lende middenstandsorganisaties nooclig is om goed
op de hoogte te
blijven.
Dat valt buiten het kader
der grootbankeii, dië bovendien aan zulke kleine ‘reke-,
ningen geen of weinig bijverdiensten zullen hebben
in •dèn vorm van effectenorders, valutazaken, emissies
e.d. Vandaar dat de kleinecrediethehoevinden bij,
de grootbanken niet die hevrediging zullen vinden,
die zij wenschen, terwijl men ook oigekeerd kan zeg-gen, dat het voor de grootbanken in verband met hare
andere zaken niet wenschelijk ‘zou zijn, indien zij
zich in belangrijke mate in de kleine credieten gingen,
begeven. . . .
Zoo ligt hier •dus een eigen terreiii voor het mid-.

denstandsbankwezen, .dat niet
bijzonder
riskant be-
hoeft te zijn indien zekere algemeene beginselen van
goed bankbeleid in acht worden genomen. In de aller-,
eerste plaats zal de middenstandsbank ervoor hebben.
te waken, dat de verstrekte credieten niet ontaarden,
in crediet op langen termijn, doch slechts mogen die-
t

rien voor de voorziening in de behoefte aan vlottend
kapitaal; Daarvoor is noodig, dat de bank zich door
het overleggen van balansen, het dwingen tot behoor-
lijk boekhouden en het oefenen van geregelde con-
trôle goed op de hoogte stelt van den vermdgenstoe-
stand ha±er cliënten. Anders toch gaat zij de ‘zaken
harer cliënten commanditeeren, hetgeen haar o den
duur, onvermijdelijk doet vastloopen. Dit alles is in •do practijk niet bijzonder moeilijk, maar het eischt
voortdurende waakzaamheid en oplettendheid. Niet

moeilijk is het, omdat middenstandseredieten in aard en karakter zich gemakkelijk laten groepeeren onder
vastè schema’s en dus afwijking van eenmaal aange-

nomen beginselen gauw te constateeren valt. Niette-
min is ondanks de eenvoud van dit beginsel toch vele
malen hiertegen gezondigd, meestal niet zoozeer, om-

dat men een crediet verkeerd reeft opgezet, als wel

omdat men te lang is •dooigegaan met relaties, wier
zaken minder gunstig liepen.

Een andere regel voor een gezond middenstands-
crediet zal deze moeten zijn, dat men zich houdt aan

een bepaald maximum, boven hetwelk geen crediet
mag worden verleend. Hoe groot dat maximum zal
moeten zijn, is tot op zekere hoogte een kwestie van

willekeur. Of het 20 dan wel 25 duizend gulden .pf
nog hooger moet zijn, is a priori niet uit te maken.
Dat hangt ook eeigszins af van de innerlijke kracht
der middenstandsbanken zelf, waaruit volgt, dat het

bij de reorganisatie van het mi•ddenstandscrediet hier
te lande aan den lagen kant moet worden genomen.
Doch, al is zulk eên maximum niet zonder willekeur,

het feit, dat er een niet te hoog maximum is, zal zon-
der twijfel gunstig werken en een rem
zijn
tegen bot-
viering van grootheidsneigingen, zooals die ook meer-

malen zijn voorgekomen bij de A.C.B., bij welke in-stelling niet zelden gezoizdigd is tegen den regel, dat
middenstandscrediet klein crediet moet zijn.

Een aiidee vraag is nu echter, of een midden-

standscredietwezeu met inachtneming van de juiste
beginselen van bankpôlitiek nog wel loonend zou kun-

nen zijn. Men bétwist ‘dikwijls de mogelijkheid van
een rendabel middenstandscrediet en beroept zich dan
gaarne op de resultaten, die de middenstan.dsbanken
tot ‘dusverre hebben opgeleverd. Dit beroep schijnt
ons ongegrond, ômdat er aan de naleving van juiste
beginselen van bankpolitiek in den loop der tijden

heel wat ontbroken heeft, waardoor enorme verliezen
zijn ontstaan:

Nu dient bij de reorganisatie, waarmede men doen-

de is, naar onze meening voorop te staan, .dat kunst-
matige steun van overheidswége, afgezien van de tij

delijk te verleenen garantie, volkomen uit den booze

is, wil men niet wederom een zwakke en kunstmatig
in het leven gehouden credietorga.nisatie voor een
bepaald deel onzer bevolking tot stand brengen.
Het iseen ramp voor ons middenstandsbankwez&n ge-
weest, dat men daarin een semi-liefdadig instituut

heeft gezien en niet van den aanvang af zakelijke be-
ginselen heeft •doorgevoerd.

De vraag is nu, of het middenstandsbankwezen uit
eigen kracht de bronnen van inkomsten kan vinden,
die het een onafhankelijk bestaan mogelijk moeten
maken.

Dat het daarbij niet zal mankeeren aan een terrein
voor loonende uitzettingen, kunnen de cijfers der ver-schillende middenstandsbanken hier te lande genoeg-
zaam leeren. Want zelfs als men er een enorm stuk
afdoet voor posten, die niet hij de middenstan.dsban-
ken thuis behooren, blijft dr toch altijd nog genoeg
over om een bankbedrijf van flinken omvang mede te
beginnen.
De alles beslissende vraag zal echter deze zijn, of
de middestandsbanken er op den duur in zullen sla-
gen om voldoende gelden van derden tot zich te trek-

ken om een
bedrijf
van genoegzamen omvang gaande

te houden. Zulk een
bedrijf
zal wel nooit een goud-
mijn blijken, doch de beschikbare gegevens wettigen
g’eensalns. ‘de conclusie, •dat men bij voldoenden toe
vloed van vreemde middelen en bij doelmatige bezui-
nigingen, ‘zooals deze reeds •dit jaar bij de A.C.B.
werden doorgevoerd, en die •door centralisatie nog
,

grooteren ômvang kunnen aannemen, geen loonend
bedrijf met een bescheiden iendement zou kunnen

krijgen. . .

Men zal wellicht zeggen, dat •da ‘de aardigheid.van

15 December 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1103

(le zaak afgaat, omdat de middenstanderscredjetne-
mer behoorlijk voor
zijn
crediet zal moeten betalen, moer wellicht, dan een grootere zaak bij eene groot-
bank verschuldigd is. Doch dat. is niet andei s dan een
gevolg van het gezonde beginsel, waarop het midden-

standscrediet in •de toekomst zal moeten berusten.
Nu is intusschen de toevloed van vreemde midde-
len een precaire kwestie. Het vertrouwen in onze

middenstandsbanken is danig geschokt en men kan
niet zeggen, dat daar geen reden voor is geweest.

Doch, en daarvoor kan ‘de verhoogde staatsgarantie
gunstig werken, men geve den middenstandsbanken
thans een ,,fair chance” om het onder de nieuwe lei-

ding en ditmaal volgens beproefde beginselen van
bankpolitiek nog eens te probeeren.
Ook de kapitaalvoorziening voor het middenstands-
crediet vormt een uiterst moeilijk punt. Ook hier toch
zal men moeten kampen tegen het geschokte ver-

trouwen. Doch ook hier zal ten slotte de overtuiging,
dat een gezond middenstandscrediet, mits op be.
kwame wijze geleid, hier te lande zeer wel mogelijk is,
de beweegreclen moeten zijn om er de middenstanders

zelf toe te brengen aandeelen in eene nieuwe midden-
standsbankcentrale te nemen en het door de groote
verliezen ontstane gat weder te vullen.

Do middenstand zelf of eventueel andere parti.
culieren of instellingen, die iets voor ‘de zaak gevoe-
len. Maar niet de Overheid, zooals wel eens geopperd
wordt. Het komt ons voor, dat directe staatsbemoei-
enis met het bankwezen een onjuist beginsel is en
slechts in gevallen van uitersten nood kan worden ge-
rechtvaardigd op zier speciale gronden. Bij een nor-
maal bankbedrijf, zooals een gezond middenstands-
bankwezen zou moeten zijn, is er dan ook niet de
minste reden voor, waarom de Staat de groote finan-
cieele risico’s ‘der particuliere credietverleening zou

moeten gaan loopen. De middenstand moet en kan
zichzelf helpen of hij worde niet geholpen. Dat moet hier het beginsel zijn. Daarom zal ‘dan ook, wanneer
de Commissie van Doorninek haar rapport zal heb-
ben uitgebracht en daarbij, naar wij vermoeden, tot
de conclusie zal zijn gekomen, ‘dat reorganisatie van
ons middenstandscrediet mogelijk is en ‘dat na ‘door-
voering der reorganisatie de staatsgarantie eerlang zal kunnen worden ingetrokken, het woord aan de
belanghebbenden zelf zijn. Zwijgen zij, dan is er maar
é6n conclusie mogelijk. G. M. V. S.

DE DUISBURG-RUHRORTER HAFEN-

AKTIEN-GESELLSCHAFT.

1.
De verschillende overheidsha.vens.

Onder do riviesha’vens in het ‘gebied van Duisburg-

Ruflirort hebben de door den. Pruisischen Staat aan-
gelegde en onderhouden
R&vrorter ha.v en–s
1)
de groot-
ste ‘oppei-vlwkte. Zij hadden in 1914, nadat de aanleg
van het Rijn-Her nekanaal nog eenige wijzigingen had
noodig ‘gemaakt, den tegen’woordigen omvang onge-
veer ‘bereikt:
wateroppervlak ………………………
122.2

ELk.
oeverlengtc

…………………………
26.368 KM.
lengte der havensporen ……………….
194.2

KM.
oppervlakte exploitatieterrein …………..
307.8

HA.
aantal kolen,,kipper” ………………….
15

stuks
stoomkranen ………………………….
37.
electrische laadibruggen . ……………….
20
electrische kranen ……………………
22
elevatoren

………………………….
3
silo’s
en pakhuizen …………………..
24
..Ladebii’hnen” (kaden en steigers) ………
104

Sedert dcn aanvang der 19e eeuw vormden ‘dezeaan den Pruisischen staat toebehoorende Ruhrorter havens
ecn groep, welke door den z.g. ,,Ruhrfiskus”, een
Pruisisch overheidsorgaan, werd geëxploiteerd. De
middelen werden aanvankelijk gevonden uit de inkom-
sten van de ,,Ruhrsc’hiffahrtskasse”, latei- uit nog vele

1)
Zie deii uitvoerigen Fü-hrer: ,,Die Rhein-Ru’hr-Hafen”.
Elerausgegeben
vom
Rhein-Ruhr-Hafen.Betriebsverejn E. V.
Duisburg. – Duisburg
1926.

andere inkomsten, zooals wij hieronder zullen zien.
De tweede groep ‘van havens is die der
,,Duisburger
stddtisch,en Hiif en”,
geheel aan de linker (Zuid-) zijde
van de Rahrmonding gelegen, vlak tegen het oude
stadsgedeelte van Duisburg aan, op 4 KM. afstand

(langs den Rijn) van de R.uhrorter havens. De afme-
tingen der havens, die van uit den Rijn den landtong

tussehen Rijn en Ruhr 4 RM. ver binnendringen en
bijna doorsnijden, zijn de volgende:

wateroppervlak

……………………..
51

‘ HA.
oeverlengte

…………………………
11.429 KM.
lengte J.iavensporen …………………..
112.5

KM.
xploitatieterreinen

………………….
156.4

HA.
akkerland en andere rese.rveterreinen voor

latere uitbreidingen …………….ong.
250

E[A.
kolen,,kipper”

…………………….8

stuks
stoomkranen ………………………..
21
eleetr. kranen en laadbruggen ………….
20
elevatoren ………………………….
19
silo’s en pakhuizen …………………..118
,,Ladebü!hnen” ……………………….
37

De derde groep van haveninrichtingen vormen de
,,
Hochfelder Haf en”
en ‘de
,,Ruhrortei- Eisenbahn-
haf en”,
welke als spoorweghavens vroeger ‘door spe-
ciale overslagtarieven van veel belang waren. Later
zijn zij in het havenbedrijf van den ,,Ruhrfiskus” op-
genomen.
De
Fïochfelder Haf en
‘heeft den volgenden omvang:
wateroppervlak …………8.9

HA.
oeverlengte ……………
4.419
KM:
ha’venspoorlengte ……….
4

Kl’..
exploitatieter.rein ……….
9

UA.
stoomkranen …………..
13

stuks
electrische kranen ………6
silos en pak’huizen ………
5
,,Ladebübnen” ………….
1

De
Rn-hrorter Eisenbahnhaf en,
thans alleen nog
maar -gr indhaven en tolhaven, is niet groot:

wateroppervlak ………….6.88 HA.
oeverlengte ………………
1.610 KM.
havenspoorlengte ………..
1

KM.
exploitatieterrein ………..
4.3

HA.
‘kranen ………………..
2

stuks

. Gem.eenschoppel’ijk beheer der staais- en
stadshav e’ns.

Toen men begon in te zien, ‘dat de concurrentie
tusscheu de Ru’hrorter Staatshavens en de Duiaburger Stadihavens ‘onvruchtbaar en onverstandig was, werd
2 Augustus 1905 een verdrag gesloten, volgens het-
welk -zich de ,,Ruhrfiskus” en de ,,Stadt Duiburg”
op 1 Octo’ber 1905 zouden vereenigen tot een ,,Be-
triebsgemeinsdhaft im Sinne der §§ 705 und 740 der
B.’G.B.”, met het doel om haar havens ‘gemeenschappe-
lij’k te ‘beereu en te exploiteeren en om verder tot
delging der havenschul-den te komen. In werkelijkheid werd het beheer over de gezamenlijke thavens voortge-
zet door den ouden Ruhrfisku,s onder den naam
,,Ver-
wa2tung der Duisburg-Ruhrorjer Hiif en”. Deze samen-
smelting heeft ten slotte ook geleid tot een vereeni-
ging der drie steden Duishurg, Ru’hrort en Meideridh
tot één stad: ,,Duiaburg”.
De staatspoorhavens (Eisen
(
bahnfiskalisc’he Hafen)
van Rulhrort en Hoc’hfeld, die in 1,907 en 1908 door
de ,,Wasserbauverwaltung” (waterstaat!) waren over-

genomen, werden den len April 1912 mede in de boven
bedoelde ,,Betriebsgemeinschaft” ‘opgenomen. Gevolg

van de samenwerking waren o.a. eenige noodzakelijke
verleggingen van landwegen en haveningangen.
De
gezamenlijke havens,
waarvan het grootste deel,
zooals wij reeds zagen, door den Pruisischen staat

was tot stand gebracht, hadden dan eindelijk in dei
aanvang van het jaar 1926 de volgende afmetingen
bereikt:
wateroppervlak …………….
189

HA.
exploitatieterrein ……………
477.4 HA.
reserveterrejn ………………
250 HA.
oeverlengte …………………
43.8 KM.
havensporen ……………….
311.7 KM.
kolen,,kipper” ………………
23
stuks
stoomkranen ……………….
73

1104

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 December 1926

Orsoy beneden Rehrorl over een afstand van 21 KM.

langs den Rijn verspreid liggen, vinden wij voor de
jaren 191.3 en 1925 als volgt verdeeld:

11a4)cn8 en Ilavev..groe pen.
1913
goederen °/
o
v. Ii.
in miIl.ton totaal
39

100 27.3

70.

18.2 ‘)

47

7.5

19

HMtN GU0000FNUUGSNUTTE

HAFEN 000ISCHER 5*1500

AJ.GUSTÎWI5SEN NÜINEGEW.

/

SZESNE

REUSZ
,..
M

H0MBERGr
,
/

/
OECHE OIEROAHOT

1,1

0

DNUFFA 0UI0UHf

1

S

/WHO HACIFEE0
NAFEN

(5*15E

HAGEN MANNESMANN

HHEINU000 Utl0

De -Rijnhavens van het Roergebied.

electrische-laadbruggen ……….
22

stuks
electrische kranen …………..
46
elevatoreu …………………
22
laa.dkadeu (steigers) …………
142
allerlei opslagplaatsen en loodsen

(totale ruimte
200.000
M°)
. .

147

3.
Hel goederen.verlceer in de havens van hei Duisburg-Ruhrortergebied.

In de 22.5 miii. ton goederen, die in 1925 in de ge-
zamen
lijk
e
havens werden verwerkt, hedroeg het aan-,

deel van de Ru)hr-havens 16.4 .mill. ton, dat der Duis-
‘bnrgsche havens 4.91 miii. ton en dat van de Roei-
felderhaven 1.16 miii. ton. In deze getallen zijn aiizoo

niet de in particuliere havens (Privat-Hhfen) ver-
t

werkte goederen opgenomen. Telt men die erbij, dan
werden in totaal gedurende 1925 34.6 mill. ton goe
deren verwerkt; (23.3 miii. ton afvoer te water en 11.3
miii. ton aanvoer te water). Hiermede werd weder
80 pCt. van voor den oorlog bereikt; in 1913 waren er
nI. in het geheel 39 mili. fjôn goederen ‘verwerkt,-
‘vaarvan 24 nul, ton afvoer en 15 miii. ton aanvoeif

te water. De overige Rijnhavens blijven bij deze getallen aan-;
zienlijk achter. De Rijn-Eiuhrhavens •hebben samen
,

meer dan cle helft van de gheele goederenibeweging
van alle Duitsche Rijnhavens samen, en rond een derde
deel van die van alle Duitsche binnenhavens. Zelfs
•de zeehavens blijven er bij achter.
Een en ander blijkt uit de volgende getallen voor

hetgoedei-enverkeer in 1925:
Rijn-Ruhr-havens …………
34.6
miii. ton
(t
1000 KG.)
Manirhelm-Ludwigshafen ……-
97
Straatsburg-Kehl ………….
3.5
Köin……………………
1.5

Frankfurt a. M………….
1.4

Düsseldorf

………………1.0

en ter vergelijking de aeehavens:
}Iamburg-Altona-Harhurg

22.5
mill. ton
(t 1000
KG.)
Bremen …………………
3.2
Emden ………………….
3.0

Stettin ………………….
4.1

Het gezamenlijk goederenverkeer van elk der Rijn-,
Ruhrhavens, welke van Wariiheim boven Ruhrort tot

1925

in mili. ton totaal
goederen
OIo
v. Ii.

Alle havens seinen

34.6

100
Alle openboire Duis-

22.5

65
bar g-Ruhrort-haivens.
16.2
2
)

47
De Rukrort-havens al-
leen
(meest kolen,
erts en andere mas-
sagoederen).

4.9

14
Duisb sto4shaivens
al-
leen
(meest graan,
hout, enz.; veel min-
der kôlen).

1.2

3
ilochfelder haven alleen
(kolen, hout, stuk-
goederen; enz.) –

12.4

35
Alle particuliere ha-
vens samen.

4.9

14
Thyssenhavans te Al-sum
en Sclvwelgern
(ertsaanvoer, kolen-
afvoer).

2.0

5
Gute Hoffnwn.gshütte
haven te Walsuon
(ertsaanvoer, kolen-
afvoer).

1.9

5
Krupp-haiven.-Rlie’in-
hausen
(ertsaanvoer,
enz.).
Valken
Kupferhiitte
Niedarrheinlsütte,
ea.

1.0

3
tussehen behIeld en
Duinb.

Phoeivix

0.9
Rheinpreussen

0.85
Orsoy

0.3
Dier ga.rdt

0.2
Machinepapierfabriek
VValsuon.

0.17

4.
Varwaltv,n.g dor Duisburg-Ruhrorter Hiif en..

Keeren wij na dit overzicht tot de vereenigde open
bare •harvens van het Rijn-Ruhrgebied terug, welke
zooals wij zagen, sedert 1 October 1905 in ,,Betriebs-gerneinschaft” werden beheerd door de z.g. ,,Verwal-
tung der Duisburg-Ruhrortei- Hhfen”; in werkeiijk-
heid echter door den ouden Ruhrfiskus. Alleen oefen-
de de stad Duieburg als stil vennoot door een ,,Hafep-
– beii-at”, welke dooi- den Duisburgsdhen gemeenteraâd
werd gekozen, die reèhten uit, welke haar als stil ven-noot vbigens het Bürg. Gesetaibucih toekwamen. Zoo
had de ,,Hhfenbeirat” •het recht om iedei- jaar de

winst- en verliesrekening na te zien en in verband
daarmede de boekdn en dossiers. Hij moest in geregel-
de bijeenkomten op de hoogte worden ehouden van
.het havenbeheer en van de ontAvikkeling van het ver-
keer. Hij had verder het recht om te ‘worden gehoord

bij éeni

szins belangrijke aangelegenheden ‘betreffen-
de de inriciatingen van de havens, hij besluiten tot

nieuwen aanleg of tot ibuiten gebr.uikstelling van
oude deelen der ha’vehs, van de vaststelling van i-icht-
prijzen voor den verhuur der haventerreinen, van de

jariijksche begrooting, enz. De inkomsten van de havens werden hoofdzakelijk
vei-kregen uit vier hoofd’bronnen: de havengelden, de
spoorweggelden, •huren en pachten, en de ,,Kipp”gel-
don. (Hoewel de havenbesturen alle overlaad- en op-
slagbedrijven aan particulieren overaieten, werd toch
een uitzondering gemaakt t.a.z. van dé kdien,,kip
pers”, de inrichtingen voor het omkeeren van geheele
kolenwagens boven de schepen; vo&r dit bedrijf had
van den aakvang af het havenibedrijf om de hooe
bôuw’koste zich het moôopolie verschaft.)
Uit. de gemaakte winsten werd 10 pOt. in een ,,Be-

Waarvan
18.3
miii. ton kolen.
Waarvan
17.3
miii. ton kolen.

:1.1

3

12.2

30

4.3

ii

2.3

6

2.0

5

1.6

4

15 December 1926

ECONOMISCH-STATIS’tISCHE BERICHTEN

triebs-Reserve- and Erneuerungsfonds” gestort en

wel tot een maximaal bedrag van 10 pOt. van de ge-
heelo waarde der gezamenlijke inrichtingen.
1 let bestuur en het beheer der havens werd gevoerd

met een leger van 251 beambten, 102 ,,Angestellteu”

en 869 arbeiders, totaal 1228 personen. Hierbij zijn

niet geteld ongeveer
115
beambten en 220 arbeiders
in dienst van de Rijksspoorwegen en de vele honder-
den bij expeditie- en scheepvaartbedrijven werkzaam

zijnde kraan- en transportarbeiders.

5. De jongste hervorming: geen publiekrechtelijk

lichaam, doch een privaatrechtelike naanilooze ven-
nootschap.

Zooals men niet lang geleden in de bladen kon le-

zen, is thans in de exploitatie van de overheidsihavens,
dus de staats- en stads-Ruhrhavens in zooverre veran-
dering gekomen, dat de Pruisische staat in het be-

heer meer op den achtergrond is getreden. Het is in
het belang van ‘de haven zelf en van cle verdere be-
langhebbenden gebleken, dat men een meer commer-

cieelen en meer
vrijen
ibedrijfsvorffi daarvoor moest

opzoeken. Daarvoor koos men toen dien van de volko-

men autonome vennootschap. Hoewel het hier voor-
loopig niet anders is dan een wiziging in het beheer
van een reeds bestaande groep van havens, maakt de nieuwe ondernemingsvorm het toch mogelijk, dat de
nieuwe maatschappij haar arbeidsveld ook in een
grooter havengebied over een grooter aantal gemeen-
ten verspreid kan gaan uitstrekken, en dat daardoor

iets ontstaat als het ,,havenschap”. (Zie Tijdschr. v.
Econ. Geogr. 1925 blz. 191 e.v.).

Aangezien
mij
een nadere beschouwing van deze
zaak ook voor ons van voldoende belang is, heb ik
getracht enkele meer nauwkeurige gegevens te ver-
krijgen over de nieuwe Ruhrhavenmaatschappij. De Nederlandscihe consul te Duisburg, de heer
,
A. van
Lith, was zoo vriendelijk mij een overzicht te ver-
schaffen, dat hieronder vrijwel ongewijzigd laat

volgen.
Den 30en September 1926 werd onder B. No. 1492 in het Handelsregister ingeschreven de Firma ,,Duis-
burg-Ruhrorter-Hafen-Aktiengesellschaft”, gevestigd

te Duisburg, en als rechtspersoon cle opvolgster van de
,,Verwaltung der Duisburg-Ruhrorter Hfen”. Doel
der onderneming is de overname, het beheer en de ex-
ploitatie van de aan den Pruisischen Staat en aan de
stad Duisburg toebehoorende havens in Duisburg-
Ruhrort, Duisburg en Duisburg-Hochfeld, welke tot
dusverre ingevolge cle gesloten verdragen van 2 en S
Juni 1905 over de belangengemeenschap en de gemeen-
schappelijke exploitatie, beheerd en geëxploiteerd wer-
den door den Staat Pruisen in zijne kwaliteit van
,,Ruhrfiskus” en door de Gemeente Duisburg, met in-
begrip van alle bijbehoorende inrichtingen en spoor-
wegaanleg, verder de eventueele vergrootiug en uit-
breiding dezer inrichtingen, alsmede hot sleepen van
schepen in de havens ‘en op den
Rijn.
De Maatschappij
heeft het recht deel te nemen in soortgelijke onderne-
mingen, alsmede in zoodanige die onmiddellijk of mid-
delljk geëigend zijn het havenverkeer te bevorderen.
Het Icapitaal der Maatschappij bedraagt 18 millioen
R.Mlc. en bestaat uit 18.000 op naam luideude aandee-
len, elk groot 1000 Reichsmark, die a pan worden uit

gegeven. Ingebracht worden:
a.
door den staat Pruisen
tegen. afgifte van 12.000 aan cleelen a pan, vertegen-
woordigende een waarde van 12 millioen Reiehsmark:

het vermogen van den Ruhrfiskus, d.w.z. de havens
in Riihrort met in’begrip van de havensporen en de

haven in Hochfeld, te zameii met alle terreinen,

inrichtingen, roerende uitrustingsvoorwerpen, ma-
gazijnvoorraden, icapitalen en vorderingen, aanwezig
op 1 September 1926, en
b.
door de stad Duisburg
tegen afgifte van 5991 aandeelen a pan, een waarde vertegenwoondigende van 5.97.000 Reichsmark: de
stedelijice havens met alle terreinen, verdere in-
richtingen, roerende uitrustingsvoorwerpen, maga-
zi.jnvoorraden, kapitalen en vorderingezi, aanwezig op

1 September 1926. Onder de vorengenoemde als door
den staat Pruisen en door de stad Duisburg inge-

brachte waarden zijn ook die bezittingen begrepen,

welke tot dusverre reeds op grond van de verdragen
van 2 en 8 Juni 1905 gemeenschappelijk bezit waren.
De op de ingchrachte waarden rustende of daarmede
verband houdende lasten en verplichtingen zijn door
de Maatschappij overgenomen. Tot deze verplichtin-

gen behobrt ook de bescherming tegen hoog water,
overeenicomstig de aanwijzing van de ,,Bezirksaus-
schuss” van 25 Februari 1908. Ingeval van verplaat-
sing of verandering van de waterkeeningen worden

de kosten door de Maatschappij en door de Stad Duis-

burg gezamenlijk gedragen en verdeeld in overeen-
stemming met de ‘belangen, die elic der
partijen
daar-
bij hebben.

De Directie bestaat uit een of meer leden, die door
den Raad van Beheer benoemd worden.

Indien meerdere bestuursleden benoemd zijn, wordt

de Maatschappij naar buiten vertegenwoordigd door
2 bestuursleden of door één bestuurslid te zamen met
een procuratiehouder.

De Raad van Beheer (Aufsichtsrat) bestaat uit 21
leden (door Staat en Gemeente te benoemen, naar
verhouding van het ingebrachte icapitaal); uit hun
midden kiest c]e Raad een Dagelijksch Bestuur van
5 leden.

Ten einde het Havenbestuur van advies te dienen
in helangrijke aangelegenheden van algemeene econo-
mische heteekenis wordt een Raad van Advies (Ha-
fenbeirat) gevormd. Deze bestaat uit 6 leden, gekozen
door de ,,Industrie und Handeiskammer Duisburg-

Wesel”, in overleg met de belanghebbenden uit Icrin-
gen ‘van handel en industrie, in het
bijzonder
met
hunne plaatselijke organisaties, en verder uit 2 leden,
vertegenwoordigers van het personeel, in dienst staan-
de van de Maatschappij.
De Raad van Advies wordt bijeeengeroepen bij be-
sluit van den Raad van Beheer. Als voorzitter treedt
op de President van het Dagelij’ksch Bestuur.

De besluiten en publicaties van de Maatschappij
worden bekend gemaakt in den ,,Deutsehen Reiehs-
anzeiger”. De algemeene vergaderingen worden bij

eengeroepen door den Raad van Beheer of door de Di-
rectie door oproeping in den ,,Reichsanzeiger” of
door middel ‘van (aangeteekende) brieven.
De acte van oprichting werd den 29en September
1926 vastgesteld. In de eerste vergadering van den
Raad van Beheer werden de ,,Regienungsbauriite” Ger-
manus en Hoffbauer tot leden van de Directie ge-

kozen. W.E.B.

HET ZEEHAVEN-VRAAGSTUK TE SEMARANG. I.

Het zoo klemmend naar voren gebracht, goed om-
ljnd verlangen om te Semarang binnen af’zienbaren
tijd over eene zeehaven te mogen beschikken, is.gebo-
ren in eene periode, welke dezen wensch al spoedig
onder verdenking brengt, uitsluitend door de hoog-
conjunctuur te zijn ingegeven. Eene dergelijke ver-
denicing ligt te meer voor de hand, waar de scheep-
vaart, die men dan toch zeker voor eenen noodigen
zeehaven-aanleg in de eerste rijen der verzoekers zou
moeten aantreffen, aanvankeljic daartegen scherp stel-
ling heeft genomen.

Toch dient deze wenseh om door een zeehaven af-
doende verbetering te brengen in de primitieve ver-
binding tussehen zeeschip en wal allerminst als een
hoogconjunctuur-product te worden aangemerkt. Eene
eenvoudige vermelding van do omstandigheid, dat de
haven te Semarang een achterland met pl.m. 9.000.000
zielen moet bedienen en van het feit, dat de goederen-
beweging in de haven, wat omvang betreft, die van
Tandjong Priok ver overtreft, is wel voldoende om duidelijk te doen uitkomen, dat het vorenvermelde
verlangen •ook in normale tijden bestaansrecht heeft
en eene ernstige beschouwing overwaard is.

In het kort ‘zal ‘hier uiteengezet worden wat dit

1106

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 December 1926

1CD&
VqJV

II

N5roM

BesrA.
“DE
PR.4fl’EH4I’EN

rA
1

—R

LNN.SØÊRA8A’
4

Af
.,
rRAP4LYN

.q

R’BON

.SrADSEM,qRANa
1

HEUVZLrrRRE,N
1cM

1
K.M.

vraagstuk omvat, in welk stadium •het zich bevindt

en welke belangenkringen – en op welke wijze deze
– door een zeehaven beïnvloed zullen worden.

Tot goed begrip van den feitelijken toestand wordt
verwezen naar bovenstaand situatieschetsj e, hetwelk
op duidelijke wijze laat zien, dat momenteel de zee-
schepen buiten op zee – op de open reede dus – moe-
ten ankeren, daar hunne lading moeten overgeven aan
zeewaardige groote praliwen, die deze lading weer
vervoeren naar de zoogenaamde prauwenhaven, alwaar
dan langs gmvonen weg cle verdere behandeling der
goederen plaats vindt. Het opnemen der lading dooi
de zeeschepen gescihiedt natuurlijk op overeenkomstige

wijze.

Indien men zich nu de situatie van Java’s Noord-
kust voor den geest haalt, valt het. dadelijk op, dat
de Semarangsche reede in tegenstelling niet die van Soerabaja en die van Cheribon, waar de shepen ook
op cle reede ankeren, juist tegen den ruwen Westmoes-

son geheel onbeschermd is. Het komt dan ook veel-
vuldig voor – gedurende ‘het laatste decennium ge-
middeld 20 dagen per Westmoesson – dat elke ver-
binding tusschen schip en wal uitgesloten is en dat
buitendien in deze periode gedurende meerdere dagen
het laden en lossen uitermate wordt ‘bezwaard.

De vele veibeteringen, welke aan de haven van
Semarang zijn aangebracht, hebben nimmer ‘bedoeld
in dozen toestand verbetering te brengen; ze hadden
slechts de intentie de toestanden op dan wal te ver-
beteren en als zoodanig heeft dan ook de laatst aan-
gebrachte verbetering – nl. de prauwenhaven – ge-

adviseerd door de Commissie Kraus-de Jong – uit-

stekend doel getroffen.
De bezwaren verbonden aan het werken op een en-
beschermde reede bleven echter in vollen omvang be-

staan.
Het is ‘begrijpelijk, dat al naarmite de belangrijk-
heid van Sêmaran-g als poort van Midden-Java toe-

nam, deze bezwaren steeds meer gevoeld werden. Ten
slotte werd de behoefte aan eene zeehaven in do jaren
’18 en ’19, toen door ‘het groot tekort aan scheeps-
ruimte elk verloren uur groote winstderving. voor de

reeders en verlies voor den handel beteelcende, zoo
klemmend, dat in 1920 door de Regeering opnieuw een onderzoek ingesteld werd naar de mogelijkheid

van den bouw van een zechaveii. Het resultaat hier-

van was, dat men te ‘bevoegder plaatse tot de conclusie
kwam – eind 1921 – dat toen een zeehaven niet
alleen technisch uitvoerbaar was, maar ook oecono-

misch bestaansrecht had. Helaas bleek echter tevens,
dat de pecuniaire toestand van het Land dozen zee-

havenbouw niet gedoogde en het lag dus voor de hand,
dat toen weer de lijdensgeschiedenis van de haven te

Semarang zich verder zou voôrtzetten en de bouw

van de zeehavén tot in verre toekomst verschoven
zou moeten worden.

Aan deze impasse, waarin ten slotte de oplossing

weer weggezakt- was, heeft de Burgemeester van Sema-

rang een einde gemaakt. Op zijn initiatief vormde
zich een Commissie uit vertegenwoordigers van han-
clel, industrie en -vervoer, welke een plan ontwierp om
zonder directen financieelen steun van het Land den

zeehavenbouw toch mogelijk te maken. Deze zeehaven

zou dan bestaan uit een uitgebagge.rde kom, ‘beschermd
door havendammen en door middel van een geul vec-
bonden met zulk een zeediepte, dat de ‘zeeschepen
direct deze kom kunnen binnenvaren.
Het werk dezer Semarangsche ‘zeehaven-Commis-
sie
(S.Z.C.)
vond belichaming in een verslag, hetwelk
door -haar op een audiëntie aan ZE. -den Gouverneur-

Generaal werd aangeboden en tot gevolg had, dat n
Aug. 192-4 een Interdepartementale Commissie werd beuocmd, welke zich itls taak ‘zag toegewezen advies
over dit verslag uit- te brengen.
Deze nota der
S.Z.C.,
welke op zeer kundige en uit-
voerige wijze het zeehavenvraagstuk in vollen omvang

behandelde, ‘bevatte voorstellen om binnen afzieubaren
tijd tot een, volgens haar, bevredigende oplossing te
geraken. Deze voorstellen waren op de volgende be-
ginselen gefundeerd: –

le. Zeifbestuur van de haven onder Gouvernemeuts

contrôle. – –
2e. Vericrijging van de voor havenaanleg benoodigde
geldmiddelen door het sluiten van leeningen onder
Gouvernements garantie.
3e. Uitvoering van havenaanleg door aannemers.
4e. Onderbrenging van het ‘beheer der -bestaaire
prauwen’haven en andere haveninrichtingen ‘bij het
Zeifbestuur der haven op zoodanige voorwaarden, dat
daarop door de tochomst-ige haven geen verlies gele-
den wordt.
Voorts zou, ten einde aan de veetheid van belangen
betrokken -bij de haven recht te kunnen doen weder-
varen, het bestuur daarover opgedragen worden aar
een publiekrechtelijk lichaam – den Havenraad –
waarin deze belangen dan vertegenwoordiging kon-
den vinden. Een uitbreiding van het Regeerings-
reglement in den geest van art. 145 R.R. ‘zou daartoe

ioodig worden.
– Ook dient ter bereiking van het grootst mogelijk
nuttig effect het meerendeel der bedrijven, welke
elke haven ter goede functionneering bëhoeft –
prauwvervoer, watervoorziening schepen, sleepboot-
dienst, baggerwerk enz. enz. in één organisatie te wor-
den ondergebracht, waartoe een ‘zoogenaamcl ,,ge-meugd” bedrijf zou worden op-gericht in den vorm
eene.r Naamlooze Vennootschap. Het Semarangsch
Stoomboot- en Prauwenveer zou zijn Ibedrjf bij deze
N.V. inbrengen en daaroier -dan de Directie voeren.
Ziehier in zeer grove trekken een schets van de

icleeën waarop ‘-deze nota opgetrokkenis. Het bestek
van dit artikel laat, niet toe de mérites daarvan uit-
voerig te ‘bespreken; trouwens zulks – zou overigens
slechts •van academisch nut zijn. Immers deze denk-
beelden vonden vorming in eene periode, waarin door
toevallige omstandig-heden een – voor Semarang en

15 December 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1107

achterland – urgent werk dreigde in de nabije toe-

komst niet tot stand te ruilen koen. Deze omstan-
digheden hebben zich echter sterk gewijzigd en de In-
terdepartementale Commissie – welke voor het uit-

brengen van haar verslag nogal veel tijd behoefde –
zal wel automatisch met deze veranderde omstandig-

heden rekening hebben gehouden. Naar verluidt houdt
dit onlangs aan de Regeering aangeboden, maar nog
niet gepubliceerde -verslag in, dat de zeehaven nuttig

is, een spoedige uitvoering aanheveling verdient

en wel als Lands werk – terwijl wat den beheersvorm
betreft, •het de voorkeur heeft, om deze dezelfde te
doen zijn als de tot nu toe gehuldigde hij de andere

groote havens. Ook -bij de promotors van deren zeeha-ven(bouw is door de gewijzigde financieele omstandig-

heden van het Land het -begrip van ,,eigen beheer”
– feitelijk noodig gedacht ter bescherming van ,,het
eigen geidje” – volstrekt geen eisch meer.
Het is begrijpelik, dat thans in de kringen der

direct belanghebbenden met spanning wordt gewacht
op de Regeeringsbeslissing.

Welke groepen dienen nu als de meest belangheb-
benden bij deren zeehaveiihouw aangemerkt te worden?
Men is al spoedig geneigd de reehaven als een zui-
ver plaatselijk Ibelang aan te merken. Zulks nu is
onjuist. Immers, zooals in den aanhef reeds werd
aangestipt, bedient de haven van Semarang een door
andere havens onhetwist aehterland bevolkt met

bijna
een derde van Java’s bevolking, nl. met pl.m. 9.000.000
zielen. Semarang zelf met haar 150.000 inwoners be-
hoeft voor zich natuurlijk geen zeehaven, hoewel het
ook begrijpelijk is, dat een zeehaven haren groei sterk
zal stimuleeren; een verder uitwe.iden daaromtrent is
hier overbodig. Men weet nu wel uit tal van vooibeel-
den, hoe roo’n wisselwerking zich voltrekt. Te -memo-
reeren is echter, dat toevallig voor Semarang aan
deren zeehavenbouw een niet hoog genoeg aan te
slaan, plaatselijk belang verbonden is, en wel het
dempen van de uitgestrekte vischvijvers en moerassen
langs cle kust, welke momenteel de voornaamste ma-laria-haarden van Semarang zijn. Zonder den -zeeha-
venbouw is dit dempen practisch noch technisch noch financieel uitvoerbaar en waar de Regeering ten slotte
er toch niet aan zal kunnen ontkomen om de Gemeen-
te in de gezondmaking van geheel oud Semarang Lii
to springen, is het volkomen gemotiveerd, dat Sema-rang sterken aandrang uitoefent op een spoedige uit-
voering van het werk. v.
D.
GRAAFF.

Semarang.
(Slot volgt.)

DE THEECULTUUR IN NEDERLANDSCH.INDIË

1826-1926.

In het Gedenkboek der Ned.-Indische theecultuur,
uitgegeven door het Proefstation voor Thee bij gele-genheid van het Thee-Congres te Bandoeng in 1924,
werd -door Dr. Ch. Bernard als eerste daad voor de
ontwikkeling van de theecultuur, aangemerkt het
Gouvernements Besluit, dat in 1824 werd uitgevaar-
digd, waarbij de Chirurgijn Majoor, Dr. von Siebold,
te Decima, belast werd met de uitvoering van het ver-
zoek van den Directeur van ‘s Lands Plantentuin
,,orn jaarlijks een goede quantiteit gewassen en zaden, en voornamelijk de zoodanige naar Batavia te zenden,
die zich door een nuttige of merkwaardige hoedanig-
heid onderscheiden”.
Dr. Cohen Stuart leidt uit dit besluit af, dat in
1824 nog niet- de bedoeling voorzat om de thee als
,,cultuur” op Java te beproeven, maar wel om, zooals
b.h. Directeur van ‘s Lands Piantentuin uitdrukkelijk
zegt, ,,de Academische kruidtuinen in Nederland zoo-
veel mogelijk met Japan sche gewassen te kunnen ver-
rijken”.
Deze eerste zending ging intusschen in haar geheel
verloren.
Het was de Kommissaris Generaal du Bus de Gi-
signies, die na zijn komt in Indië, – 2 Februari 1826

– er dadelijk krachtig op aandrong om nieuwe ge-
wassen in te voeren tot het vooruithelpen van Indi-
sche cultuur-mogelijkheden, en in verband hiermede
werd in den loop van 1826 het eerste China theezaad
besteld en ingevoerd, ,,met het doel de theecultuur
op Java te beproeven”.

Begin December van het jaar 1826 kwamen de za-
den aan en werden in den Plantentuin te Buitenzorg
ter kieming gelegd, zoodat het thans juist een eeuw

geleden is, dat de thee als cultuurgewas in Ned.-Indië

haar intrede deed. Deze eerste planten, te zamen 1500
stuks, werden in April 1821 te Buitenzorg en te Ga-
roet in den vollen grond overgeplant.

Van een geregelde exploitatie kon evenwel nog niet

gesproken worden. Wel maakte de ass. resident van
Krawang, de Serière, zich verdienstelijk door in het
district Vanajasa, op de hellingen van de Boerang-
rang, de eerste geregelde plantsoenen aan te leggen, doch deze droegen meer het karakter van proefaan-
plantin gen.

Het w’as Jacobson, thee-expert der Ned. Handel
Mij., die de belangstelling voor een exploitatie van

de theecultuur bij den G. G. van den Bosch wist op
te wekken, hetgeen ten gevolge had, dat
bij
de uitvoe-
ring van het Cultuurstelsel de thee werd ingedeeld in

de rij van de Gouvernements Cultures.

Te Wanajasa werden zaadtuinen aangelegd, terwijl
onder leiding van den Directeur van het Landbouw
Etablissement aldaar, den natuurkundige Pierre
Diard, een staf werd gevormd van technisch onder-
legd personeel, voorgelicht door een tiental, speciaal

voor dat doel uit China geïmporteerde werkkrachten.
Meerdere aanvoeren van theezaden vonden plaats,
en deze werden, zoomede het zelf gewonnen zaad,
over verschillende daarvoor geschikte geachte streken
van Java verdeeld. Bij aanplantingen van eenigszins
beduidenden omvang werden fabriekjes gebouwd, al-
waar de thee volgens de Chineesche werkwijze w’erd
bereid.

In het Memorieboek van de Pakhuismeesteren van
de Thee lezen we, ‘dat het fregat ,,Algiers” in 1835
de eerste Java thee naar Holland bracht. Deze werd
in November van dat jaar in veiling verkocht. De be-
haalde prijzen varieerden tusschen de 150 en 300 ets.
per pond.

De overigens zeer sterke theeplant bleek evenwel
een lastig element te zijn voor een economische exploi
tatie, en ofschoon we nog in het tijdvak van 1851-
1862 prijzen genoteerd zien van 89 tot 122 ets. per
pond, bleken deze niet toereikend te zijn om den
kostprijs te dekken.

Met rooskleurige verwachtingen begonnen, bleek
na een exploitatie gedurende circa 30 jaar, dat de
theecultuur het Gouvernement een verlies had be-
zorgd van 6 millioen gulden, en de Regeering besloot
de eerdere exploitatie van deze mooie, doch aan de
economie zulke hooge eischen stellende cultuur, aan
het particulier initiatief over te laten.

Van de oorspronkelijke 4500 bouws theeaanplant in
1846 bedroeg bij de opheffing van de Gouvernements
Cultuur in 1864 het totale oppervlak •nog geen 900
bouws, verdeeld over circa 15 kleine ondernemingen.
Thans, bij de herdenking van het honderdjarig be-
staan, mag een woord van waardeering niet onthou-
den worden aan de pogingen, welke door onze Regee-
ring werden aangewend om een uitheemsche cultuur
op Java in te voeren.
Dadelijk hiernaast een woord van hulde aan de
pioniers van de particuliere theecultuur, die ten spijt
van vele teleurstellingen, door hun volharding en
energie de eerste moeilijkheden wisten te overwinnen,
en
bij
de overname van een bijna verloren zaak,
door een beleidvol en vooruitziend beheer een zooda-nige stabiliteit aan het nieuwe bedrijf wisten te geven,
dat zelfs in de daarop volgende ongunstige conjunc-
tuurperiode, bevredigende resultaten konden worden
bereikt. Hierdoor werd als het ware een nieuwe
grondslag gelegd voor een cultuur, welke later zoo’n

1108

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 Decembeu’1926

belangrijk aandeel heeftt gehad cii nog heeft in de

economische ontwikkeling via onze overzeesche ge-

vesten.

Intusschen was cle animo voor deze cultuur in den beginne niet groot. W1 kon na de agrarische wet van

1870, door den afstand van woeste gronden in recht
van erfpacht, uitbriding aan ondernemingen worden

gegeven, doch uiferaârd konden proefnemingen en
daarmede gepaard gaande verbeteringen en uitbrei-
dingen slechts zeer voötzichtig en langzaam plaats

vinden.

Hierin kwam een blângrjke wijziging ten goede;

toen in 1871 een partij Java-thee aan de Londensehe

markt werd aangehodn.

Op eene, clan Engelschman typeerende, moest loyale

wijze, werd gewezen oj de fouten, welke aan het Java-

product kieefden, en werden alle gewenschte inlich-
tingen en aanwijzingn gegeven voor een verbetering

ervan.

Het bleek, dat niet alleen ons fabrikaat ten achter

stond bij dat van Britsch-Indië, doch ook •dat ons
thee-type, het China-type, bij lange na niet die gun-
stige eigenschappen had nis het in Britsch-Indië

geplaiite Assam-type.

In 1878 werd het eerste
:
Assam-theezaad ingevoerd,

en werd tegelijic het fabrikatie-proces gewijzigd en

verbeterd.

Weldra lcwamen de betere quantatieve en qualita-,
tievo eigenschappen van het Assam-product te voor-

schijn.

De productiês namen toe en oze theeën wistei
zich beter aan te passen aan de eischen van de thee-.

markt.

Het gevolg van deze gunstige wending bleef niet
uit. Weliswaar bleven de marktprijzen tot een uiterst

zuinig exploitatiesysteem noodzaken, doch het ver
trouwen in deze cultuur begon te ontwaken en zoo
zien we in de tachtig en negentiger jaren het aantal
thee-ondernemingen zich geleidelijk vermeerderen.

Hiertoe droeg in niet geringe mate het succes bij,
dat door denlateren zoo bekenden planter-philantroop

Bosscha, werd verkregen bij de exploitatie van het
land Malabar, gelegen op de hoogvlakte van Penga-
lengan, een thee-dorado van buitengewoon fraaie ter-

reinformatie en vruchtbaarheid.

De suggestieve invloed, welke van de belangrijkei
expioitatie-overschottn der Pengalengtn-ianden op
het geldbeleggencl pibliek uitging, tooverde thans als

liet ware de thee-ondernemingen te voorschijn, en deze
uitbreiding vond haar culminatiepunt in dn jare

1910, toen eeni gunstige conjunctuurieriode eent
,,theeboom” veroorzaakte.

Gebodden aan bepaalde klirnatologische factoreni,

bood Java geen ruimte meer voor expansie, en werd het oog geslagen op Sumatra, alwaar de theecultuur

nog een onbekende was.
In de aanteekeningen van den oud-inspecteur van

den
ml.
Landbouw, H. 0. H. ‘de Bie, zien we dien-‘
aangaande vermeld, dat cle eerste ern.stige pogingen
om op Sumatra de cultuur in het groot in te voeren

uitgingen van eenige op den voorgrond tredendo
Preanger theeplanters, onder wie 0. van Vloton de
promotor was. In gezelschap van den
Chef
van het

Theeproefstation, Dr. Bernard, bereiscien dhze heeren
een paar keer de binnenlanden van West- en Oostkust

en het resultaat van dit zoo
bij
uitstek deskindig on-

derzoek was den invoering van de theecultuui ook

op Sumatra.
Sumdtra’s Oostkust ontwikkelde zich snel. Zeer

gunstige cultuurfactoren, gesteund door de er,arin-
gen van Java, deden de theecultuur een .hooge vlucht

nemen, en zoo zien we na 1910, in 15 jaar tijds, niet
minder dan 28 ondernemingen opgericht, met een
oppervlakte van circa 16.000 bouws.
In 1826 begonnen – in 1865 een 15-taÏ kleine
landjes met een gezamenlijk oppervlak van circa 900.
bouws, – waren er in 1910 – 200 en in
1925
– 289

ondernemingen, iiet eén totaal oppervlak van 129.828
bouws.

De theeuitvoer, in 1835 begonnen met 200 kistjes
thee, bedroeg in 1865
31%
-millioen, in 1879 5 millioen,

in 1890 61% millioen, in 1010 37 millioen en in 1925
101 millioen h.KG-. thee.

Het is wel teekenend, dat niettegenstaande de
exploitatie-overschotten, met uitzondering dan van de
Pengalengan landen, steeds uitermate bescheiden wa-
ren, zéé zelfs, dat economische factoren dilcwijls op-

geofferd moesten worden aan een politiek van ,,zoo
min mogelijk uitgeven”, deze cultuur toch steeds een

vertrouwen bij het geld beleggend publiek heeft gehad.
Vermoedelijk ligt dit in de omstandiheid, dat cle
cultuur van thee een stabiel icarakter draagt, en de
exploitatie niet dat wisselvallige heeft van andere
cultures, waarvan de oogst meer afhankelijk i van
klimatologische invloeden.

Toch hebben de zware malaisejaren van 1920/22 het

uithoudingsvermogen en .durf van menig eigenaar
0
1
)

de proef gesteld en zijn jammer genoeg in die jaren

veel ondernemingen van hooge intrinsieke waarde in
huitenlan dsche handen overgegaan.
In welke mate de theecultuur zich nog in Ned.-

Indië verder zal uitbreiden is niet vooraf te bepalen. Wat Java betreft zijn de voor thee geschikte stre-
ken
vrijwel
uitgeput.

De Buitenbezittingen bezitten nog uitgestrekte ter-
reinen, doch het werkvolkvraagstuk blijft
als een on-
zekere factor bestaan.
Dem onzekerheid werkt remmend, en maant vooral

bij een cultuur als thee, welke •zoo uitermate afhan-
kelijk is van een voldoend aanbod van werkvolk, tot,
voorzichtigheid aan.

In hoeverre de tegenwoordige guntige conjunctuur
gehandhaafd zal blijven zal afhangen van dé al of
niet toenemende vraag naar het product.
De populariteit van de thee als dran.k neet ge-

lukkig gestadig toe, en wanneer we naast de consump-
tiecijfers van Engeland en Nederland, zijnde circa
8 en 3 pond per hoofd, die van landen als bijv.
Amerika, Duitschland en Frankrijk stellen, niet zes-
pectierelijk 0,88, 0,3 en 0,15 ponden per hoofd, dan
kunnen we verwachten, dat voor deze mooié ciltuur
nog een hoopvolle toekomst is weggelegd.
A. E. RISYNST.

BESCHERMING DER SUIKERINDUSTRIE.

1)e ôpmerkingen van den heer Van Bommel van
Vloten over
mijn
artikel met bovenstaanden titel in
het nummer van 24 Nov. 11. geven
mij
aanleiding in

‘t kort op dit onderwerp terug te komen.
Ik wil deze gelegenheid: in de eerste plaats benut-
ten om een argument ,,contra”
;
dat door een onge-
lukkigen sarnenloop van omstandigheden den vorigen
keer was uitgevallen, alsnog te releveeren, ni. het
feit, dat Overheidssteun voor het landbouwbedrijf on-
gew’enschte Overheidsbensoeiing met het bedrijf (voor-
geschreven minimumloon en, teeltregelingen, enz.)
uitlokt.

Het verweer van den heer v. B: v. Vi. zal ik niet
op den voet volgen. Mijn vorig artikel had slechts
ten doel een beknopt overzicht te geven van den
stand van zaken, zoodat naar volledigheid niet kon
worden gestreefd.
Het doet mij genoegen van de hand van den heer v. B. v. Vl. te lezen:
,Als
wij bedenken, welke maatregelen Engeland ge-nomen heelt tegen ouzen vleeschinvoer, clan is het ‘be-
t
grijpelijk, dat cle vleesohproducenten in Nederland bij
het lezen van de vele artikelen over suikerbescherming.
meenen ook aanspraak op steun van de reeering te
mogen maken.”

Als de heer v. B.
v.
VI. dat begrijpelijk acht, moet
hij m.i. eveneens begrijpen, dat een
algemeene
land-
bouworganisatie, als het Kon. Ned. Landbouw Comité,
niet heden een verzoek om steun voor de bietenver-bouwers tot de Regeering kan richten, morgen voor
de vleeschproducenten op afschaffing van den vleesch-

15 December 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

me

accijns kan aandringen, om overmorgen een verzoek,

om den invoer van paarden te verbieden, te steunen
en om wellicht nog een dag later requesten om uit-
voerpzerniën voor boter, kaas of aardappelmeel in te

dienen.

Het Kon. Ned. Landbouw Comité heeft het vraag-
stuk van de bescherming of steun van den landbouw
in zijn vollen omvang te bezien en alle consequenties

daarbij te overwegen.
Dat cle heer v. B. v. Vi. meent, dat de vleeschpro-
ducenten nict evenveel aanspraak op regeeringssteun
hebben als cle suikerproducenten, is begrijpelijk.

Eigen nooden worden steeds sterker gevoeld dan clie

van anderen.

Nieuw voor
mij
is de stelling ,,dat te veel vergeten
wordt, dat het hier meer gaat om het behoud van een
industrie, dan om bescherming van een bepaald on-
derdeel van het landbouwbedrijf.”

Ik
heb altijd gemeend, dat ‘de inzet was, het be-
doelde onderdeel van het landbouwbedrijf rendabel

te houden of weer rendabel te maken. Zoo is het
ook in de vergaderingen, die ik heb bijgewoond,
steeds voorgesteld. Om die reden ook heeft het Kon.

Ned.
Landbouw
Comité de zaak in behandeling ge-

nomen.
Is behoud ‘der industrie hoofdzaak, dan bevreemdt

het
mij,
dat de Centrale Suiker Maatschappij, die op
dit stuk zeer groote belangen heeft, en die door ge-brek aan grondstof veel eerder wordt getroffen dan
de coöperatieve fabrieken, ‘met haar leveringsplich-

tige leden, zich geheel
afzijdig
houdt van cle actie

van den Bond van Coöperatieve fabrieken en dat aan
de zaak door de nijverheidsorganisaties zoo veel min-
der aandacht is geschonken, dan door de landbouw-

organisaties!

De opmerking, die de heer v. B. v. Vl. maakt
over de productiekostenberekening is bepaald onjuist.
Bij de door hem gewraakte becijfering is uitgegaan
van flinke bemestingen en intensieve grondbewer-
king. Het totaal der productiekosten is dan hoog, de
opbrengst echter ook. En de heer Addens, dien de
heer v. B. v. Vi. aanhaalt, is in staat uit zijn boeken
te bewijzen, dat de aangenomen opbrengst voor deze
gevallen niet te hoog is. Geeft men kleinere bemes-
tingen en is men karig met de bewerking, dan krijgt
men lagere opbrengsten, doch tevens lagere totale
productiekosten. De rectificatie, die de heer v. B.
v. Vi. aanbrengt, kan ik dan ook niet overnemen.

Had hij
gelijk
en bedroegen de productiekosten in

Groningen inderdaad
f
11
per 1000 KG., clan is niet
wel te verklaren, waarom bij een koopprijs van
f
16

de teelt in het Noorden, vergeleken met verleden jaar,

met 7 pOt. is uitgebreid.
Dat het ‘door mij gereleveerde verband tusschen den suikerprjs en de uitkeeringen der coöperatieve
fabrieken niet voor alle suikerprijzen en evenmin
onder alle omstandigheden geldt, is en was mij vol-
komen belcend. De vraag is slechts of het voor een
goede fabrielc dit jaar bij suikerprijzen van pim.

f
16-f 21 zal bestaan. Het antwoord zal de toe-
komst moeten brengen.
Dat het niet al te ongerjmd is het verband
bij
deze
suikerprjzen aan te nemen, moge echter uit de vol-
gende resultaten der Friesch Groningsche Coöp.
Beetwortelsuikerfabriek blijken.
Boekjaar

Ledenprjs

Suikerprjs

1924125 . . . . pl.m.
f
21,58

pIm.
f
21,25
1925126 . . . .

,,

,, 1’7,34

,,

,, 11,25

Over de vraag, of de actie van den Bond van Coöp.
fabrieken praematuur was (en is) kan men uiteraard
verschillénd denicen. Bewijslevering’ “.iá hier niet vel
mogelijk. Doch geeft het feit, dat de Zeeuwsche
Landbouw Maatschappij, cle vertegenwoordiging van
de hietente]ers bij uitnemendheid, na de verschijning
van mijn vorig artikel besloot
niet
op Overheidssteun
aan te ‘dringen, doch voorloopig een afwachtende
houding aan te nemen, op dit stuk niet te denken?

G. MINDERHOUD.

AANTEEKENING.

lndexcijfers van scheepsvrachten.

Met de snel toenemende kolenprocluetie en het dui-

delijk vooruitzicht op liet einde’der staking, schrijft

he Economist”, toonden de scheepsvrachten voor
volle ladingen cle vorige maand een neiging, den pas
te markeeien. Het
indexcijfer
voor November (uit-
sluitend gebaseerd op de beschikbare thuisvrachtenj
bedraagt 106,67 tegenover 182,1 in October en 06,20

in de eerste maand der kolenstaking. Indien de April-
noteeringen voor de ontbrekende kolenroutes ingevuld

worden, komt het No’emberc•fer op 111,11 te staan
en ‘vertoont een stijging van 5,13 püt. in vergelijking

met het op overeenkomstige
wijze
berekende October-
cijfer – zooais de niet-cursieve cijfers in ‘de volgende
tabel aangeven:

Datum

i

h
•_

N

.

km
>

Basis (GemiddeIdev.
1898.-1913)
100 100 100
100 100
100 100
(Oemidd.v.1913)
110,0
113,1
123,4
106,3
117,4
127,9
116,3
Febr.

1920
814,3 529,9
757,5 744,8
587,0
712,2
691,0
Dec.

,,
268,9
277,2
244,1
256,8
286,7
347,2 280,1
Dec.

1921
160,1 164,1 163,7 144,4
141,3
166,5 156,7
Dec.

1922
137,1
135,2 129,2 122,6
136,1
159,3
136,6
Dec.

1923
134,0 132,7
120,1
124,4
125,1
144,2
130,2
Dec.

1924
117,4
129,2 119,5 119,8 129,3
161,1
129,4
Nov.

1925
115,3
119,1
110,7
109,9
109,1,
149,6
118,9
December,,
117,0
121,6
117,0
110,1
110,1
154,9
121,8
Januari1926
115,9
114,1
116,1
119,6 102,8 135,5
117,0
Februari ,,
116,5
97,9
114,9 118,5
95,1
119,3 110,4
Maart

,,
115,9
93,4
116,9 114,6
87,9
96,1
104,1
April

,,
112,4 95,0
116,6 109,2
83,9
97,0
102,3
f
Mei

‘.
111,4
102,6
1158
107,9
78,1
99,7
102,6
114,1 102,6 110,0
72,7
78,1
99,7 96,2

Juni

(
110,8
105,0
121,1
120,4
98,3 92,6
108,0
.
112,3
105,0
120,6 97,7 98,3
92,6
104,4
(
110,9
116,2
134,4
119,8
98,8
124,6 117,5
Juli

‘i.
112,6
116,2
147,4
96,5
98,8
124,6
116,0

Aug.

(
111,6
127,8
133,7
119.6
100,9 151,3 124,2
‘1.
114,7
127,8
145,8
96,0
100,9
151,3
122,8

S
)t

f
ei

.
113,7 140,3
144,3
121,7
104,1
154,9 129,8
k
121,1
140,3
167,1
100,2
104,1

154,9
131,3
,,

f
ct.


128,1
214,6
175,1
141,7 144,4 170,9 162,5
197,6 214,6 228,6
140,3 144,4 170,9
182,7

Nov.

f
130,5
224,4
174,3
158,0
161,8 181,6 171,8
k
212,3
224,4 227,1 172,9 161,8
181,6
196,7

De veranderingen, welke gedurende de afgeloopen
maand in ‘den index van iedere groep en subgroep
1 plaats vonden, vertoont de volgende tabel, waarbij
het
cijfer
100 telkens het gemiddelde tarief gedurende

‘de periode 1808-1913 voorstelt:

+ of-

Golf van Biscaye; uitgaande vracht..

,,

,,

,,

thuisvracht …….
Middell. Zee; uitgaande vracht ……

,,

,,

thuisvracht …………212,30

+ 14,69

Noord-Amerika ………………….224,39

+

9,76
Zuid.Amerika; uitgaande vracht

,,

thuisvracht ……….
.227,08

– 1,56
Indië; uitgaande vracht …………

thuisvracht ………………172,86

+ 32,57

‘Het verre Oosten, enz ……………
.161,81

+ 17,45

Australië ………………………181,60

+ 10,68

De hierboven aangegeven
stijging
der vrachten
,weerspiegelt eerder de nog steeds aanhoudende ont-
wrichting in ‘de verdeeling der tonnage door de con-
‘centratie der schepen in den N.-Atiantischen Oceaan,-
dan eenige uitbreiding der- vraag. Het vrachtenpeil
voor prompte belading van graan had een beperken-
den invloed op den omvang der zaken. Voor ‘Zuid-
Amerika, dat gedurende de geheele maand een

vrij

levendige markt was, is de daling van het indexcijfer
een gevolg van het feit, dat de verschepers erin slaag-
den, voor 1921-verschepingen een aanzienlijke kon-

1 110

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 Decembèr. 1 926

ting
01)
cle vrachten voor directe belading te be-

dingen.

De verhouding van het indexcijfer tot het gem.i•d-
delde voor 1913 toont de volgende tabel, waarbij de

cijfers voor •de laatste zes maanden alleen thuisvrach-

ten voorstellen.

(1913= 100)

Maand
1923
1924
1.

1925
1

1926

]14,05
117,11
114,49 100,57
Februari ……..
112,73
123,78
115,96 94,85
115,23 122,09
1
0663

89,51
115,45 117,22
104,24
87,97
114,55 114,27
98,23
82,69
Juni

………..
106,82
108,62
91,74
89,76

Januari

…………

103,39
103,75. 94,90
99,71

Maart ………….
April …………..

100,16
104,43
95,87
105,53

Mei

……………

103,04 110,50
98,19 112,83

Juli

…………..

107,86 115,55
99,49
.757,07

Augustus ……….
September

………

111,21
112,76
102,23
169,05
October.
.-

……..
November

………
111;81
111,21
104,67
December ……….
Jaari gemiddeld
106,69 113,44
102,22

Nu
de periode van levendige graanversche’pingen

van het Zuidelijk Halfrond nadert, zijn de onmid-
dellijke vooruitzichten voor ,,t.ramp”-vaart (mits de

bunkerkosten ongeveer tot
,
het niveau van v66r de

staking terugkeeren) zeker gunstig, en waarschijnlijk
zullen gedurende de volgende drie
of
vier maanden

goede winsten behaald kunnen worden. Er is echter

gegronde reden om te veronderstêllen, dat, waneer
de tonnage weer verdeeld zal zijn over markten, waar
nu een tijdelijk tekort heerscht, de beschikbare ruimte

voor massagoederen weer. in even sterke mate de
vraag zal overtreffen als in 1925.

MAANDCIJFERS.

EMISSIES IN NOVEMBER 1926

Staatsleeningen …………….
f
30.026.343,75
zijnde:
België
Koninkrijk België Stabi-
lisatieleening 1926
1)

£ 1.250.000 7o, sterling
obi. á 94
0
/0
……….. fl4.248.343,75
Denemarken
Koninkrijk Denemarken
f16.100.000 5
0/
t
, obi. &
98
0/
…………….fl5.’778.000

Prov. en
Gemeentelijke
Leeningen.
,, 26.840.812,50 zijnde: Nederland
Provincie Noord-Brabant

f
9.745.000 4
0
/0
schuld-
brieven li 100
0/ 2) . . . –
f
9.745.000
Gemeente ‘s-Gravenhage
fl7.225.000 4,W 01 obl.
993f
01
0
2
) ……….
fl
7
.
095
.
8
l
2,50

Hypotheekbanken

……………,,

18.000,-
zijnde:
Nederland
Aandeelen
Bataafsche Hypotheekb.

f
100.000aand.180o/08)
(waarop te storten 100/)
f
18.000

Industrieele Ondernemingen ……,,
63.291.750,-
zijnde:
Nederland
Aandeelen
N.V. Ned. Kunstzijdefabr.
f5.000.000 aand. á 10501,
f
5.250.000
Obligatiën
N.V. Kon. Stoomschoenen-
fabriek A. E1.v. Schijndel

f
250.000 6
0/ obi. k 990/,
f
247.500
Duitschi and-
Obligatiën
Peters Union Aktien Ge-
seflschaftf 1.600.000
70i

i) Geëmitteerd op 29 October; koers van omrekening eerst
12 November vastgesteld.
Deze leening diende geheel voor conversie. Koers voor aandeelhouders; vrije inschrijving li 200o

Eerste hypothecaire be-
lastingvrije obi. It 93
0/0
fl.488.000
Zweden
A.andeelen.
International Match Cor-
poration $ 15.750.000
preI. aand. It 143 olo

f
56.306.250

Handelsondernemingen ……….
zijnde:
Nederlandsch-Indië
Aandeelen
Moluksche Handelsven-
nootschapf 500.000 aand.
It 115o/.

……….
f

575.000

Mijnbouwondernemingen……….
zijnde:
Afrika
Aandeelen
Consolidated Diamond Mi-
nes of South-WestAfrica
Ltd. £ 90.000 aandeelen
It 125
0/
…………..
f
281.250

Diverse Oultuurondernemingen –
zijnde: Nederlandsch-Indië
Aan deelen
N.V. Asahan Cultuur-Mij.
f 100.000
aand. It210
0/0
f
210.000

Spoorweg-Maatschappijen ……..
zijnde:
Afrika
Obligatiën
Marokkaansche Spoorweg-Maatschappijf 10.000.000
7
0j,
obl. It 94t§
0
10 . . . .
f
9450.000
Frankrijk
Obligatiën
Spoorwegen van Elzas-
Lotharingen Zw. francs
15000.000 7
O/
obl.

9191
4
01

…………..,e 6.881.250
Tramweg-Maatschappijén ……..
zijnde:
Duitschland
Obligatiën
Geselischaft fUr Elektr.
Hoch- und Untergrund-
bahnen $3.000.000 61
‘/0
obl. It 9434
0/. ……..
f
7.087500

Totaal….
f 144.661.906,25

Totaal der emissies in Januari….
f
124.766.250,-

Februari .. ,
29.542250,-

Maart . . . . ,,
21.925.975,-

April . . . . ,,
19849.750,-
Mei ……,,
50.022402,50
Juni ……,,
190.759500,-

Juli …… ,,-
73.557.482,50

Augustus . . ,,
24.797.935,-

September..
,, 112.157.237,50
October . . ,,
144.453.145,-

November..
,, 144.661.906,25

Algemeen Totaal..
f936.493.833,75

Voorts bestond hier te lande gelegenheid tot inschrijving
op de volgende obligatieleeningen:
Rente- Emissie-

Guldens voet

koers

St. Augustinus Stichting ……….350.000 5
°/o

98
P10
Rotterdamsche Ver. voor Katholiek

Onderwijs (conversie) ……….400.000 5
0
/0

99101
0

Katholisches Marienhospital ……200.000 7
o/

98
o,’

Benedictijner Abdij Ettal……….450.000 61 01

97 O/
Orde der E.E. Z.Z. Norbertrienen

te Duffel ………………….225.000

7 0/

99
0
1.
Orde der E.E. Z.Z. Ursulinnen te

• Mehlem …………………….’ 300.000

8 o/

100 0/
R.K. Kerkbest. van de Parochie der

H. Familie Rotterdam (conversie) 400.000 5 o
0

99 oi
Centrale Vereeniging voor Kinderbe-

séherming ‘s-Gravenhagè (conv.) -. 160.000 5 0/

990,
Klooster der -E.E. Z.Z. Francisca-

nessen Freiburg ……………. 250.000 61 01

9901,
Congregatie van de E.E. Z.Z. van
den Goeden Herder, Almelo .. . – 450.000 51 o/ 1000/

575.000,-.

281.250,-

210.000,-

16.331.250,-

7.087500,-

15 December 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BËRICHTEN

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B. *** beteekeut: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

N
d
(Disc. Wissels.
34
3 Oct.’25
Zwits.Nat.Bk.
3*22
Oct.’25
Bk ‘ Bel. Binn.Eff. 4
3 Oct.’25 N.Bk.v.Denem. 5
24Juni’26
(Vrsch. in R.C. 5
3 Oct.’25
ZweedscheRbk 44
8
Oct.’25
Javasche Bank…. 4
14 Juli
’26 Bank v.Noorw. 4426
Oct. ’26
Bank van Engeland 5
3 Dec.’25
Bk. v. Tsjecho.
Duitsche Rijksbank 6 6
Juli’26
slowakije . .
5426 Oct. ’26
Bank v. Frankrijk.
7431 Juli’26
N.Bk.v.O’rijk. 7
6Aug.’26
Belgische Nat.Bnk. 7
23Apr.’26
N.Bk.v.Hong. 6
25Aug.’26
Fed.Res.BankN.Y. 4
12Aug.’26
Bank v. Italië. 7
17Jnni’25
Bank van Spanje.. 5
23 Mrt. ’23
Z.-Afr.Res.bnk 54

OPEN MARKT.

1926 1925 1924 1914

Dec.
11

6-11
29Nov.-
22-27

11

7-12
8-13
20-24
Dec.
4 Dec,
Nov.
Dec. Dec.
Juli

Amilerdam
Partic. disc.
3
5
11_
8
1
3I4

18
3118116 311.31
331
4
.11
3

3314.4h14
3118116
Prolong.
33/
4

311
3
.4
311
4
_314

231
4
.381
3

3114.4
3..
1
13
211
4
31
4

L”ondcn
Dage1d ..
31/2-4
311
4
4
3.511
3

311
3
5
211
3
.4
11
11.231
4

1
3
14-2
Partic. disc.
4
1
12
411
3
.51
5

4
5
15.
11
116
4
5
15.
11
116
4I16-14
351_31
211
4
-31
4

Berlin
Dageld ..
4
3
14-6
4
3
14-8
6.811
1

211
4
_6
78113


Partuc. disc.
3015 d…
471
s

451_71
4
5
18
4
8
18
6
3
14
– –
56-90 d…
412
4
1
12
4
1
11
4
1
/2
6
3
14

2115111
Varen- wechsel.
5
1
18.
1
14
5
1
14
5.11
3

521
4
,511
4

8113.814


New Yorkl)
Cali money
481
3
.31
4

411
3
.531
4

411
3
..53/
4

4112_5114

5_31
4

3.31
4

1
8
14.2
1
11
Partic. disc.
4
3184
3%
371
4

3318

– –
1)
Cali money-koers van 10Dec. en daaraan voorafgaande weken t/m
Vrijdag.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

£3
a a
New
Londen
Berlijn
Parijs
BrussellBatavia
1)
York **)
)
S)
S
)
S
)

7 Dec. 1926
2.501′ 12.124
59.464
9.714
34.80
100%
8

,,

1926
2.50′
12.13
59.474
9.79
34.80
100%
9

,,

1926
2.5011,
12.13*

59.474
9.84 34.80
100%
10

,,

1926
2.50uj
12.13*

59.51
9.74 34.80
100%
11

,,

1926

1
2
.
13
* 59.50
9.91
34.80
100%
13

,,

1926
2.50’1
12.124
59.52k
10.054
34.80
10O3.
Laagsted.w.’)
2.50 12.12* 59.44 9.52
34.77
100l/
Hoogste d.wl)
2.50%
12.13*

59.53
10.04
34.82
10051
6 Dec.

1926
2.50i/
12.13
59.454
9.88
34.80
100%
29 Nov. 1926
2.50’1
12.13
*

59.43
9.26
34.80
100%
Muntpariteit
2.48%
12.10
59.26
48.-
31.59
100

Data
Zint
Weenen
Praat
1
Boeka-
Milaan
Madrid

7 Dec.

1926
48.26 35.30
7.40
1.30
10.83
38.-
8

,,

1926
48.27
35.30
7.40
1.30 10.71
37.974
9

1926
48.32
35.30
7.40
1.23
10.85
38.07
10

1926
48.35
35.30
7.40
1.22
10.84
38.-
11

1926
48.34 35.30
7.40
1.22


13

1926
48.38
35.324
7.40
1.25
11.46
38.01
Laagsted.w.1)
48.23 35.15
7.38
1.17
10.60
37.95
Hoogsted.wl)
48.35 35.35 7.42
1.35
11.60
38.10
6 Dec.

1926
48.26
.35.30
7.40
1.30
1
0.8
7
*
3
8.0
2
*
9 Nov. 1926
48.25
35.32*

7.40
1.40
10.67
37.90
Muntpariteit
48.-
35.-
50.41
48.- 48.-
48.-

Data
Stock- Kopen-
Oslo
S,)
Hel.
Buenos-
Mon-
holm,)
hagen)
Aires’)
treall)

7 Dec. 1926
66.90
66.62*
63.60
6.30
102

.
2.50%
8

,,

1926
66.874
66.624 63.20
6.30
102
2.50
9

,,

1926
66.85
66.624 63.474
6.30
109
2.50
10

,,

1926
66.874
66.624 63.25
6.30
102
.
2.49718 11

,,

1926
66.874
66.62

63.10
6.30
102
2.497/
8

13

,,

1926
86.85
66.65

63.25 6.30
10251
4

2.50
Laa
i
gsted.w.
1
)j
66.80 66.55

63.-
6.28
101%
2.4911
4

Hoogste d.w
1
)1
66.92
66.67*
63.85
6.32
10251
2.50%
6 Dec. 1926
66.85
66.624 63.95
6.30
102
2.50%
29 Nov. 1926
66.774
66.624 63.10
6.30
1019/
4

2 50
1
1
1

Muntpariteit 166.80
66.67

66.67
48.-
105
2.4881
8

•) Noteering te Amsterdam.
‘)
Noteering te Rotterdam.
1)
Particuliere opgave.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D a a
.
Londen
($ per £)
Parijs
($ P. lOOfr.)
Berlijn
($ p. 100 Mk.)
Amsterdam
($ p. 100 gid.)

7 Dec.

.
1926
4,84L8/
3,81
93,77%
1

39,98
8

,,

1926
4,847,
3,99
23,77%
39,98%
9

,,

1926 4,84’51
3,93
23,77%
39,98
10

,,

1926
4,84
29
1
33

3,92
23,77%’
39,97
11

,,

1926
4,84
11
1jo
3,97
23,78%
39,97%
13

,,

1926
4,84151
4,_
23,80
39,98;

14 Dec.

19251
4,84u5,
3,61
23,80
40,17
Muutpariteit
4,8667
19,30
23,81%
40s1
4

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen INoteer/ngs-
eenheden
27
Nov.
1925
4
Dec.
1926
1

6111
Dec.
’26
1Laägste
l
Hoogste
l

II
Dec.
1926

Alexandrië.
.
Piast. p.,
9731
97
9771
g, ol
ie

9 7 %
Athene

….
Dr.p.0
396 369 365
286
3831,
Bangkok
….
Sh. p.tical
1110′,
110s/
1/lOs!,
111081
8

1j10’/
Budapest
. ..
Pen.
p. £
27.724
27.70
27.65 27.75 27.70
B. Aires’).
..
d.
p. $
453/
t

45111
1
,
4571
8

46
1
1
I6

46
1
1
32

Calcutta
. . . .
5h.
p.
rup.
1j51s1
19

115
5
L1
115%
115,
1
,
1

11511,
1
,
Constantin..
Piast.
p. £
962%
967h
955
975
962%
Hongkong
. .
Sh.
p. $
1 ”H
‘1/11v
1i1071
4

1111718
‘/”Tv
Kobe

……
210s1
21041
210
2/0k
2/0%
Lissabon
1) . . d
.
per
Esc.
2
17
/
s
,
217/
23310
2
35
1
2
17
1
8

d. per
$
24
24 23 25 24
Montevideo’)

.Sh.p.yen

d. per
$
4951
8

49
1
18
491/,
50%
50
Montreal’)
.
$
per
£
4849s
4.84
4.84s,
4.854
4,S57
4

Mexico
……..

R.d.Janeirol)
d. per
Mil.
611
6
5i
1
1
6
Shanghai
.. .
Sh.
p.
tael
2/5k
9
/
5
10
2/4%
2153%
21511
16

Singapore.
..
id.
p. $
2131s1,
213151
2/3%
2:3?18

2145/
j5

Valparaiso
‘).
$ p.
39.51
39.56
3957
39.68
39.68
Warschau
..
Zl. p. £
43% 43%
42
45
43%
1) Telegrafisch transfert,
5
)90 dg.

ZILVERPRLJS
GOUDPRIJS 5)
Londenl)
N.Yorkl)
Londen
6 Dec.
1926..

24e1
8

5271
9

6 Dec.
1926-

84111%
7

,,
1926- 2481
8

5311
9

7

,,
1926
8411111,
8
1926..

2491
16

53′
8

,,
1926
…..
84/11%
9

,,
1926.. 24%
53%
9

,,
1926….
84111%
10

,,
1926..

24
11
1
16

53s1
10

,,
1926….
84/11%
11

,,
1926…

24
1
31
54

53%
11

,,
1926
84/11%
12 Dec.
1925..

31iil
le

68%
11
Dec.
1925…..
84f11%
20 Juli
1914..

24
11
116
54’1
8

20 Juli
1914….
84111
1)
in pence
p.
oz.stand.
2)
Foreign silver in
ec. p.oz.
line.
3)
in sh.
p.oz.fine

STAND VAN ‘s RIJKS KAS.

Vorderingen.

1
30 Nov. 1926
7 Dec. 1926

Saldo bij de Nederlandsche Bank


Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
f

800.115,54
/

105.670,37
Voorschot
op uit.
Oct. 1926 aan de ge-
meenten
op
voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomsienbelasting en opcenten
op
50.779.126,43
,,

50.779.126,43
de Rijksinkomsten belasting………..
10.538.487,79
,,

7.151.662,47
Kasvord.weg. credietverst.a/h.buitenl
,,135.687.396,54 ,,132.344.798,70
Daggeldieeningen

tegen onderpand
van Staatsschuldbrieven

4.500.000,-

Voorschotten aan de koloni6n…………

Saldo der postrekeningen van Rijks-
13.247.903,46
,,

11.496.319,42
comptabelen

……………………..
Vordering
op
het Staatsbedrijf der
P.,


T.

en

T.
2
)……………………..
Id.
op
andere Staatsbedrijven 2)

Verolichtingen.

Voorschot door de Nederl. Bank
….
/

14,119.764,54
/

11.122.361,36
111.369.000,-
,,111.361
000.-

Waarvan direct bij de Ned. Bank
39.720.000,-

,,
39.720.000.-

13.545.147,50
,,

14.034.383,-

Schatkistbiljetten in omloop’)………..
Schatkistpromessen in omloop
………

Schuld a. d. Bank
v.
Ned. Gemeenten 2)


Id. a. h.
Alg.
Burg. Pensioenfonds
2)
..
2.046.800,48
,,

1.708.588,-

Zilverbons

in

Omloop
………………

Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.
en T.
2)..,

20.265.303,03
14.028.23894

1.299.651,97
1.299,651,97
Id. aan andere Staatsbedrijven
2)

………
Id. aan diverse instellingen
2)

……….
36 .151.425,27
36.054.061,92
Waarvan
f
12.055.000 vervallende
op 1
Juli 1929.
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.

1
4Dec.1926

1

II

Dec. 1926

/
17.590.000,-
f10.730.000,-
Totaal……………………………

Voorschot uit
‘s
Rijks kas aan N.-lndit

364.000,-
Indische Schatkistprom. in Omloop
..,,
3.500.000,-
,,

1.900.000,-
Voorschot Javasche Bank aan N.-lndit


Muntbiljetten in omloop

…………..
32.893.000,-
,33.201.000,-
Ten

voordeele van Ned.-Indië ge.
boekte beleggingsgelden van het
3.154.000,-
,,

3.154.000,–
Nëd.-lnd. muntfonds……………….
Idem, van de Ned.-lnd. Postspaarbank.
684.000,-
,,

754.000,-

Te goed bij
‘s
Rijks kas………….J
1.077.000,-

Te goed bij de Javasche Bank

……..
21.564.000,-
,,28.643.000,-

1ff

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 Decembe(1926

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 13 December 1926.

Activa.
Binnenl.Wis-(Hfdbk.
f

35.727.349,93
sels, Prom.,

Bijbnk.
,,

7.865.457,47
enz.indisc.J
,
Ag.sch.
,,

16.888.427,07

f
60.481.234,47
Papier o. h. Buitenl. in disconto

Idem eigen portef..
f
181.717.663,-.
Af :Verkochtmaar voor
de bk. nognietafgel.
«
181.717.663,-
Beleeningen

Hfdbk.
f

43.293.095,36

in rek .crt

Bijbnk.
,,

11.233.530,94

op

onerp:

Ag.sch.
,,

71.236.444,68

f
125.763.070,98

Op Effecten………
f

122.995.770,98 Op Goederen en Spec.
,,

2.767.300,-.
125.763.070,98
Voorschotten a.h. Rijk
…… ..


2.259.312,91
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……..f

61.261.955,-
Muntmat., Goud …

356.281.452,47

f
417.543.407,47
Munt, Zilver, enz.

27.815.705,31
Muntmat., Zilver..

Effecten

,,
445.359.112,78

BeleggingRes.fonds.
f

7.035.206,_
id.van i/v.h.kapit.,,

3.989.374,05
11.024.580,05
Gebouwen en Meub. der Bank

……
,,
5.142.000,–
Diverse rekeningen

.

…………

,,
62.274.141,49

f
894.021.115,68
Paselva.
Kapitaal
……….. ………
f
20.000.000,-
Reservef ouds
.

……….
7.047.731,06
Bijzondere

reserve …………………
,,
8.800.000,-
Bankbiljetten in omloop…………..
825.669.550,-
Bankassignatiën in omloop………..
,,
400.368,70
Rek.-Cour.j Het Rijk
f


saldo’s:

Anderen
,,
20.635.600,51
20.635.600,51
Diverse rekeningen …………… ..
.

,,
11.467.865,41

f
894.021.115,68

Beschikbaar metaalsaldo …….. … …..
f
275.449.717,19
Op
cle basis van
21
.
metaaldekking
……,,
.106.108.613,35
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is.
,,
1.377.248.585,

Voornaamste posten in duizenden
guldens.

Goud
.
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Munt
1
Muntniaj
Circulatie
opeischb.
schulden
Metaal- Ikings
saldo

1
perc.

13 Dec.
’26
61.262
356.281
825.670
21.036
975.450
52
6

,,
‘2e.
61.370
356.281
845.838
22.251
270.364
51
29 Nov.
’26
61.590
356.281 849.236
18.595
271.008
51
22
’26
61.729 356.281
833.296
22.324
273.639
52
15
’26
62.014
356.300 852.506
25.974
269.114
50
8

,,
’26
62.114 356.297
866.146 22.483
266.830
50

14 Dec.
’25
49.460 401.315
874.779
50.002
289.088
51

25 Juli
‘]. 41
65.7031
96.410
310.4371
6.198
43.521
1
)
1
54

Totaal
Schat ,cist-
ee
B
1



e
Papier
Diverse
Dato
bedrag
promessen
ningen
op het
reke-
disconto’s
rechtstreeks
bulteni.
ningen
2)

13 Dec.
1926
60.481
125.763,
181.718
62.274
8

,,
1926
63.402

133.921 180.952
65.783
29 Nov.
1926
61.038

139.178 182.314 59.073
22

,,
1926
63.379

126.791
182.451
61.245
15

,,
1926
68.327
6.000
131.243
180.238 72.921
8
1926
71.186
9.000
148.308
178.8)0
65.058

14 Dec.
1925
74.7.41

127.507
246.716
38.001

25 Juli
1914
67.947
14.300
61.686 20.188
509

up
ce
basis van ‘ijs metaaiaeickiflg. ‘) biuitposi acilva.

CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Circu-
latie
Dis-
conto’s

Voor-
schotten
aan de
kolonie
Diverse
‘reke-
ningenl

Diverse
reke-
ningena

1 November1926
1.423
2.147
133
33
1.256
265
1 October

1926 1.438
2.108
58
4
1.112
71
1 Sept..

1926
1.344
2.147
61
48
1.358
230
1 Augustus 1926
1.263
2.118
62
44
1.327
189
1 Juli

1926
1.243 2.061
70
19
1.275
158
1 Juni

1928
1.241
2.075
72

1.264
115

1 November19251
999
1.538 98
115
819
102
‘) iuitpost oer activa. ‘) iuitposr aer passiva.

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data
Goud
Zilver
1
Circulatie

op.eischb.
schulden
metaal-
saldo

11Dec.1928
22750
330.000 67.000
147.350
4

,,

1926
227.500 328.500
73.000 147.200
27 Nov.1926 227.250 327.000
70.000 147.850

13Nov.1926
198.370

28.065′
337.036 63.803
146.757
6

,,

1926
198.494

28.778 337.117 68.082
146.701
30 Oct. 1926
198.534

28.471
333.741 70.498
146.632
23

,,

1926
198.705

28.379
333.104
72.274
146.491

12Dec. 1925
168.216

41.319
357.934
49.539
128 679
13Dec.1924
133.280

52.952 281.141
101.594 110,432

1

25 Juli1914
22.057

31.907 110.172 12.634 4.842
1
)

1

Wissels,

Dek-
Data
Dis-
conto’s
1

buiten
1

N.-Ind.
1

betaalb.

Belee-
ningen

Iji
verse
reke-
ningen’)

kings-
percen-
tage

11Dec. 1926
142.380
.
57
4

,,

1926
142.150
0*
57
27Nov.1926
148.300
*•*
57

13Nov.1926
12.446

23.346

95.552
49.254
56
6

,,

1926
12.424

25.327

99.514
46.744
56
30 Oct. 1926
12.528

25.741

102.986
41.643
56 23

,,

1926
12.270

25.084

(03.309 43.594
56

12 Dec. 1925
16.008

22.449

80.202 77.530
51
13 Dec. 1924
36.628

16.263

8 L7 01
75430
49

25 Juli1914
7.259
1

6.395

47.934 2.228
44
)
Sluitpost activa.

1)
Basis
2
16 metaaldekking.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste
posten, onder bijvoeging der Currency
Notes,
in duizenden ponden sterling.

Currency Notes
Data
Metaal
Circulatu Bedrag
1
Bankbil).
1
Gov. Sec.

8 Dec. 1926
153.234
139.634
289.414
56.250
238.822
1

,,

1926
152.876
139.694
285.783
56.250
234.863
24 Nov. 1926
152.975
138.005
284736
56.250;
.
233.958
17

,,

1926
153.000
138.109
287.120
56.250 236.301
10

,,

1926
152.061
138.834
289.192
56.250
238.305
3

1926
152.807
139.537
289.437
56.250
238.505

9 Dec.

1925
145.008 143.319
290.601 56.250 239.211
22 Juli

1914
40.164
29.317

13
a
0
Gov.
Other
Public
Other
R eserve
ke
ngs
Sec.
Sec.
Depos. Depos.

8Dec. ’26
38.153
68.725
8.806 111.585
33.349
27X
1

,,

’26
42.258 69.673
9.191
117.827
32.932
25+
24 Nov.’26
33.328
74.371
23.808
100.826
34720
2771
8

17

’26
34.408
69.423
20.482
100.218 34.641
28H
,,
10

,,

’26
36.210 69.366
18.638
102.164 32.976
275/
16

3

,,

’26
35.435 71.466
19.158 103.069
33.020
.
27919

9Dec. ’25
54.368
71.081 8.781
120.226
21.439
165,’
22 Juli ’14
11.005
33.633
13.736
42.185 29.297
52
,! vc.iiuuuuig LUDbLIICII acaciVe CII IJC}JUbItb.

BANK VAN FRANKRIJK.

Voornaamste posten in millioenen franos.

Waarv.
Tegoed
.
Wis-

Waarvan
Belee-
Data
Goud
in het
Zilver
in het
se
op
het
mogen
bultenl.
buit.1.8)
buiteni.

9Dec.’26
5.549
1.864
341
82
3.801
16
2.235
2

,,

’26
5.549
1.864
341
81
5.101
16
.2.117
25Nov.’26
5.549
1.864
340
82
4.420
.

13
2.094
18

’26
5.549
1.864
339
81
4.260
18
2.169
12

-’26
5.549
1.864 339
81
4.193
15
2.244

10Dec.’25
5.548
1.864
317
64
3.661
14
2.679

23 Juli’141
4.104
1

640

1.5411
8
1

76’9

Buit.gew7.
Schat-
D
JRekg. Courant:
Data
voorsch.
kistbil-
Circijlatie
_
Parti-
Stoot
u,-fl1
_______-
old. Staat
1)
feiten

9Dec.’26
36.700
5.559
5.137
53.294
5.262
30
2

,,

’26 36.700
5.535 4.388
53.332
4.805
14
25Nov.’26
35.700
5.531
4.832 53.263
4.325
60
18

,,

’26 35.850
5.530
4.866
54.064
3.741
.
31
12

’26
36.050
5.521
4.985 54.927
3.221
48

10Dec.’25
33.700
5.201
3.696
49.536
3.230
31

23 Juli’14

– –
5.912
943
401′
’11fl mac. genomen wegens voorscn. V. 0. ntaara. nulteni. regeeringen.
2) Sluitpost activa.
3)
Except tegoed bij Russische Staatsbank.

15 Iecémber 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1I

DUITSCHE RUKSBANK.
Voornaamste posten in mihioenen Reichemark.

Daarvan
Deviezen
Andere

Data
OU
d
bij bui- als goud-
wissels
Belee-
tenl. circ.
dekking
en
ningen banken
1)

geldende
cheques

7 Dec. 1926
1.755,0
176,6
478,8 1.267,9
143,3
30 Nov. 1926
1.755,0
176,6
418,4
1.286,3 321,3
23

1926
1.754,9
178,5 378,5 1.212,5
25,9
15

1928
1.754,7
193,9
349,7
1.280,9
15,2
6

1926
1.737,0
180,0
412,6
1.348,0
10,8
7 Dec.

1925
1.207,3 96,6
402,4
1.593,6
4,8

30 Juli

1914
1.356,9
– –
750,9
50,2

Data
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Activa2)
latie
Crt.
Passiva

7 Dec.

1926
90,9 604,7
3.290,9
528,3
302,5
30 Nov. 1926
91,1
581,4 3.374,5
528,3
332,5
23

,,

1926
91,3 851,9
2.862,7
1.033,8
222,6
15

1926
91,3
791,6
3.009,7
829,6
233,4
6

,,

1926
91,3
711,3
3.184,8
681,8
216,2
7 Dec.

1925
224,0
675,9
2.734,3
631,1
520,0

30 Juli

1914
330,8
1

200,4
1.890,9
944,-
40,0
‘) Onbelast.
S)
W.o. Rentenbankscheine
23, 15, 6
Nov.,
31, 23
Oct.
’26;
23 Nov. ’25,
resp.
322.9.; 280,6; 220,3;
161,8;
256,9; 481,3
mlii.

NATIONALE BANK VAN BELGIË.
Voornaamste kosten in mihlioenen Belgas.

Goud

Data

Rekg. Cr1.

u
1926
0
.
.
..

__

9 Dec.
620
431

38
484
33
400 1.763
19
199
2

,,
620
428
38
473
40
400 1.769
23
183
25 Nov.
60
466
38
510
38
400
1.745
45
257
18
602 484
38
513
36
400
1.739
34
274
11
584
484
38
504
42
400
1.760
38
228
1)
Met ingang van 4 Nov. aan de schatkist gecedeerd.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.

FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in milhioenen dollars.

Goudvoorraad
Wettig
Wissels

Data betaal-
middel,
Totaal
Dekking
In her-

1
disc. v. d.
In de
open
bedrag
F. R.
Notes
Zilver
etc.
mlw,

1
markt
banks

1
gekocht

24Nov.’26
2.829,7
1.460,0
128,2 627,6 340,6
17

,,

’26
2.851,1 1.456,3
131,6
567,0
347,9
10

’26
2.841,8
1.450,4
128,1
1.581,4 339,9
3

’26
2.807,3
1.399,7
127,4
675,9
332,1
27Oct.’26
2.823,3
1.465,8 130,8
631,9 307,5
20

,,

’26 2.825,9
1.461,1
128,9
586,6
292,8

25 No v.’251
2.745,9
1

1.405.5
1

114,6
1

624,7
359,5

Belegd
Notes
– –
Totaal
1
Gestort
Goud-
Dek-
1
Algem.
1

Dek-
Data
in U. S.
Gov.Sec.
in circu-
1
Kapitaal
kings- kings-
latie
perc.2)
24Nov.’26
299,9
1.774,1
2.262,3
124,4
70,1
73,3
17

,,

’26
308,1 1.750,3
2.301,1
124,9 70,4
73,7
10

,

’26
300,4 1.750,8
2.264,9
124,9 70,7
74,0
3

,,

’26
302,3 1.755,4
2276,4
124,4 69,6
72,8
27 Oct. ’26
300,2
1.730,5
2.281,1
124,4
70,3
73,8
20

,,

’26
307,0
1.729,8
2.257,6
124,0
70,8
74,1

25 Noy.’251
332,3
1.731,5
2.290,8
116,8 68,1
71,1
1)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opelschbare schulden:
F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in mihlioenen dollars.

D1T

Reserve
,-,

Aantal conto’s

Beleg-

bij de

d

Waqrvan
a a

banken

en

gingen F.

d
R.

tf

lm

beleen.

banks

5

eposi S

17Nov.’26 691

14.288

5.543

1.658 18.812

5.772
10

’26

691

14.312

5.544

1.641

18.821

5.770
3 ,, ’26

692

14.370

5.588

1.621

18.920

5.765

27 Oct. ’26 692 14.314

5.578 1.635 18.792

5.738

20 ,, ’26 692

14.376

5.563

1.629

18.877

5.723

18Nov.’25 722 14.015

5.410 1.694 18.598

5.321
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankataten.

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 13 December 1926.

De internationale beurzen hebben gedurende de achter
ons liggende berichtsweek ten deele onder den invloed ge-
staan van de geldmarkten, tea deele onder dien van de
bewegingen in de wisselkoersen. Wat de geldmarkt be-
treft, deze heeft bovenal uitwerking gehad op dc fondsen-
markt van B e r 1 ij n. De maatregel, door de Golddiskont-
bank genomen, om via de uitgifte van sola wissels gelden
tot zich te trekken en deze aan den landbouw uit te leenen,
heeft bij de eerste poging weliswaar nog geen merkhare
uitwerking op het totaal van dc beschikbare kapitalen
uitgeoefend, doch men vreest, dat dit in de toekomst toch
wel het geval zal kunnen zijn. Ook het feit, dat toekom
stigo buitenlandsche leeningen ten aanzien van de vrij-
heicl van dividend- en couponbelasting gehijkgesteld kun-nen worden met binnenlandsehe uitgiften, heeft de gedach-
te gewekt, (lat de geldstroom van het buitenland tegen-
gehouden zou kunnen worden.
Op
de effectenmarkt is
hierdoor een tendens tot realisatie ontstaan, welke hier
en daar vrij gevoelige verliezen in het leven heeft ge-
roepen. ITierbij kwam de mogelijkheid van verwikkelingen
op het gebied van de binnenlandsche politiek, terwijl be-
richten omtrent den gang van zaken bij sommige onder

nam ingen het aanbod nog hebben versterkt.
De markt te L o
ii
d e n is kalm gebleven. De invloed
van de berichten uit China hebben in de laatste dagen geen groote uitwerking meer gehad en zelfs viel in de
beleggingsafdeehing groeiende vraag op te merken. Dit
stond in verband met de houding van de geldmarkt, hoe-
wel men van meening schijnt te zijn, dat binnen afzien-
baren tijd rekening gehouden zal moeten worden met een
verstijving van de monetaire condities. Er zijn in den
tijd van de mijuwerkersstaking vele bevroren credieten ontstaan, welke vermoedelijk slechts langzaam kunnen
worden afgewikkeld, terwijl kan worden verwacht, dat de
industrie toch verdere eischen zal stellen bij de pogingen tot herstel van de afzetgebieden. Voorloopig echter heeft
deze invloed zich nog niet doen gevoelen.
Te P a r ij s is cle toestand weinig veranderd. De he-
grooting is thans door de Kamer aangenomen, doch meu
weet nog niet, in welke richting het financieele herstel
zal worden gezocht. Dientengevolge zijn er nog hef tige
fluctuaties in het betaalmiddel voorgekomen, welke echter weinig invloed op cle fondsenmarkt hebben gehad.
Te N e w Y o r k heeft de ,,boodschap” van president
Coohiclge de beurs niet geaffecteerd. Nieuwe gezichtspun-
ten werden er niet in geopend, tenzij als zoodanig de
energieke steun aan den landbouw kan worden aange-
merkt. Te dezen aanzien zullen echter nog eerst cle noo-
dige wetsontwerpen de volksvertegenwoordiging moeten
passeeren, zoodat van direct belang en van het innemen
van een bepaalde stelling nog geen sprake is geweest. De
grondtoon is over het algemeen vast geweest, in verband
met de gunstige berichten, welke nog steeds uit de voor-
naamste takken van nijverheid worden gemeld. Wel heeft
de geldmarkt een eenigszins tegenwerkenden factor ge-
vormd, doch men hoopt op gemakkelijker voorwaarden in
het bégin van 1927-
T e n o n z e n t is de markt weinig bewogen geweest.
In de
beleggingsafdcling
heeft zich geen enkele bijzon-
derheid voorgedaan. De vrijwel ongewijzigde stemming
van de geldmarkt heeft geen aanleiding gegeven een andere
hduding aan te nemen, zoodat de meeste fondsen uit de
hier besproken rubriek een rustig verloop hebben gehad. 6 pCt. Ned. Werk. Schuld 1926:
105%,
105
13
1,
105
0
/is;
4% pCt. Ned. Werk. Schuld 1917: 9911
,
991/, 9911116;

4% pCt. Ned.-Indië 1926: 97%, 97%,
9713132;
5 pCt. Mexi-
co £ 20-100 Afg.: 44, 437/
s
, 43; 5 pCt. Brazilië 1903 £ 100:
73%, 74%, 74; 8 pCt. Sao Paulo: 104,
1039Ii13,
104.
Ook de verschillende aancieelen hebben geen levendige markt verkregen. Zelfs is dit niet het geval geworden voor
suikerfonclsen.,
hoewel hier toch wel eenige aanleiding te
vinden is geweest. Niet alleen hebben de Cubanoteeringen
zich op een vrij hoog en vast niveau bewogen, doch ook
de V.J.S.P. meldde voortdurend omvangrijke afdoeningen
tot zeer bevredigende prijzen. Niettemin konden de des-
betreffende aandeelen slechts in een zeer langzaam tempo eenige verbetering aantoonen, terwijl ook dc omzetten ge-
ring zijn gebleven. Cultuur Mij. der Vorstenlanden: 183%,
186
5
1,
185; Handels Vereeniging Amsterdam: 692%,
693/,. 695; Java Cultuur Mij.: 392%,
399%,
400, 399%
Alaron: 275,
280%,
284
1
/2; Nect-Indische Suiker-Unie:
267%, 270%, 268%;
Poerworedjo:
122%,
123, 121; Suiker
Cultuur Mij.: 303
1
/4,
302%, 306, 302%; Tjepper: 700,
712%, 705, 712%; Tjoekir: 553, 561, 563, 567%.
Een uitzondering hebben, in de afdeehing voor
bank-

1114

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15
December:
1926

acv?Vcleelefl.,
aandeelen Koloniafe Bank gevormd. Hiervoor
bestond ruime belangstelling, zoodat de koersen aanmer

kelijk konden verbeteren. Deze gang -wan zaken heeft
ook invloed uitgeoefend op aandeelen Nederlandsch-Indi- -.
sche Handelsbank, hoewel hier de vooruitgang lang zoo
sterk niet is geweest. Van de overige soorten uit tleze
rubriek waren aandeelen Industrieele Disconto Maatschap-,,
pij gevraagd. Amsterdamsche Bank: 159%, 160, 158%;
Incasso Bank: 118%; Javasche Bank: 365; Koloniale
Bank: 239%, 251%,
2
49%; Ned.-Ind. Handelsbank: 172,
174%, 177%; Ned. Handel Mij. C.
v.
A.: 157%, 158%, 159;
R damsche Bankvereeniging: 86%, 86%, 86; Twentsche
Bank: 141; Industrieele Disconto Mij.: 119,
119%,
120, 121.
De
ri.bbermerkt
heeft een eigenaardig, doch niet sterk
sprekend verloop gehad. De rubbernoteeringen hebben..
nogal wisselingen te zien gegeven, doch deze werden niet weerspiegeld in de koersen van de fondsen Ook het voor-
uitzicht, dat 1e rubbervoorraden te Londen opnieuw zouden
toenemen ‘- hetgeen ind&daacl het geval is geweest –
heef t geen verkooporders in de markt gebracht. Men heeft
zich hoofdzakelijk bezig gehouden met bespiegelingen om-
trent den vermoedelijken invloed van de in de Vereenigde
Staten gevormde rubber ,,pool” en achtte het •waarschijll-
lijk, dat hiervan steun voor de markt zou uitgaan. Am-
sterdam Rubber: 312%, 313%,
310%;
ilessa Rubber: 450,
460, 454, 450; Deli Batavia Rubber: 2527/
s
, 248, 245%,
247%; Indische Rubber: 366, 369%, 360; Java Caout-
chouc: 195, 197, 192
1
/
2
, 194; Kali Telepak: 312, 305%,
307, .306%; Ned.-Ind. Rubber & Koffie: 330, 327, 325;
R’dam Tapanoeli: 150, 148
1
/
4
, 148; Serbadjadi:
318%,
321,
310; Sumatra Rubber: 370, 368, 361%, 364%; Vereenigde
md. Cultuur Ondernemingen: 189,
191%,
186.
7’ebaksaan.deele?v
hebben geen wijzigingen van beteekenis,
te zien gegeven. De tabak, welke in het aanstaande voor-
jaar zal worden verkocht, komt thans langzamerhand in,
Nederland aan, doch omtrent de kwaliteit is niets bekend geworden. Arendsburg: 579, 577%, 580; Besoeki Tabak:
283, 284, 280; Deli Batavia.: 442%, 444
5
/s, 439%, 441%;
Deli Maatschappij: 422, 423, 419%, 418%; Oostkust: 195,.
194, 192%,
188%;
,Senembah: 416, 411, 410.
Petroleurneandeelen
hebben bijna uitsluitend dc aandacht
getrokken voor zoover het aandeelen Koninklijke Petro-
leum Mij. betreft. De grondtoon was hier vast, doch het
fonds stond sterk onder den invloed van cle fluctuaties
van het Fransche betaalmiddel. De overige soorten bleven-
nagenoeg verlaten. Dordtsche Petr.
mci.
Mij.: 360
1
/
2
,
359%, 360% ; Cce. Holi. Petr. Mij.: 175, 176, 173, 174;
Kon. Peti. Mij.: 3
7
8%, 376%, 380%; Perlak Petroleum:
71, 72%, 71; Peudawa: 32%,
30%,
31%.
Schecpveerteandeelen
waren gezocht, vooral na het be-
kend worden van het hoogere indexcijfer voor vrachten
in de achter ons liggende maand. Wel bleven de koersver-
schillen beperkt, doch de vraag overheerschte regelmatig
het aanbod. Holland-Amerika Lijn: 59, 58%, 61
1
/.-, 60; Java-China-Japan Lijn:
126%,
128, 129%; Kon. Ned.
Stoombo.ot Mij.: 95%, 94
1
/
2
, 96,
96%;
Ned. Scheepvaart
Unie: 174
1
/
2
, 176, 179%;
Stoomvaart Mij. Nederland: 174,
173%, 177.
Bij
i?vdustrieele aendeelcn is
opnieuw omvangrijk aan-i
bod ontstaan voor aandeelen in kunstzijde-onciernemingen.
De iberichten omtrent voortdurende prijsdaling in Amerika’
hebben hiertoe medegewerkt. Vast waren aandeelen Kon.
Pharm. ilandelsvereeniging, na een aanvankelijke reactie,
op het bericht van fusie met Brocades & Stheeman. Voorts
bleken Jurgenssoorten gevraagd. Centrale Suiker Mij. :-
125%, 127%, 126% ; Hollandsche Kuustzijde Industrie:,
82, 79, 76,
74%;
Jurgens: 166%, 167, 169%; Maekubee:
87, 82
v/s, 78%; Ned. Kabelfbriek: 304, 02%, 301%;
NecI. Kuustzijdefabriek: 193%, 190%, 1867/,
185%;
Philips,
Gloeilampenfabriek: 361%, 359%, 365; Kon. Pharm. Had.-
dclsverg. v.h. d’Ailly & Zn.: 53,
5051i,
53,
55%.
ijncsa4cdieelen
bewogen zich eehigszins op den achter-
groud, doch de algemeene tendens was niet geanimeerd.
Zoowel voor aandeelen Singkep Tin Mij. als voor aan-
deden Algemeene Exploratie Mij. .bleek aanbod te bestaan.:
Iets beter hielden zich aandeelen Redjang Lebong, waarbij
:

echter het koerspeil niet veel hooger is gekomen. Alg.
Exploratie Mij.: 105,
103%,
100; Rdjang Lebong: 213%,
218, 2.25, 227
5
/8; .Singkep Tin Mij.: 427, 418%, 425, 416.
De
Ameri/caansche nwsrlct
was vast, doch zonder veel
handel. Anaconda Copper : 97511, 97%, 98%; Studebaker:
55% (ex div.), 55%, 55
5
/8; United States Steel Corp.: 151%,,
152
3
/
s
, 153
3
1,
1527/
8
; Atchison Topeca: 155% (ex div.),
153
1
4
6
; Baltimore & Ohio: 106, 108%, 107%; I’5issouri
Kansas & Texas: 335/
g,
327/
s
, 34% ; Union Pa,ific: 163%,.
164%, 164
5
/8; Wabasli Railway: 40111, 41%, 42
1
/
32
.
De
geldinarlct
bleef vrijwel onveranderd; de noteering.
‘Öor prolongatie wisslde tusschen 3% pCt. en .3% pÇt..

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

14 December 1926.

Tot onzen spijt hebben wij het overzicht van de graan-markt deze week niet ontvangen.
Zie voor den staat volgende pagina.

SUIKER.

Dc ouderteekening zonder eenig voorbehoud van het
Cubaansche restrictie-decreet door President Machado, her-
gaf aan de Amerikaan sche en Europeesche &iikermarkten
het vaste karakter nadat voordien de noteeringen eenig-
zins fitictueerden.
Daarbij komt, dat Willett & Gray hunne ramingen van
den Wereldsuïkeroogst weder wijzigden en het totaal terug.
brachten tot 1.184.000 tous beneden de opbrengst van ver-leden jaar.
De noteeringen te N e sv Y o r k hadden het volgend ver-
1001):

Sp. C. Dec. Mrt. Mei Juli
Slot voorafgaande week ……5,02 3.14 3.12 3.18 3.26
Opening verslagweek ……..5,02 3.24 3.20 3.26 3.33
Slot verslagweek …………5,08 3.25 3.27 3.32 3.40

De ontvangsten in de Ati. havens der V. S. bedroegen
deze week 37.000 tons, de versmeltingen 58.000 tons tegen
52.000 tons in 1925 en de voorraden 230.000 tons tegen
45.300 tous.
Prompte en spoedig te verschepen Cubasuiker werd ver-
hajideld tot 3% en 3
3
/8 d.c. c. & fr, New York. Ook liet
verre Oosten blijft belangstelling toonen en kocht eenige
duizenden tonnen Maart-afscheep.
De C uh a-statistiek is als volgt:

1926

1925

1924
Tons

Tons

Tons
Weekontvangsten tot 27Nov.

34.700

32.793

3.780
Totaal sedert 1112 tot 27/11 .. 4.693.496 5.125.970 4.066.642
Werkende fabrieken ……..-

20

12
Weekexport 4 December ….

60.276 . 69.669

18.312
Totaleexport sedert. 1112 t. 4112 4.493.482 4.726.428 3.899.539
Totale voorraad 4 Decemoer

195.031 255.243

26.928

])e Londensche termijnmarkt was de afgeloopen w’eek
vast en levendig en sloot na eenige fluctuaties op dc vol-
gende noteeringen:

December ……Sh. 1813

Aug

1927… . Sh. 18111%
Maart 1927 . . .

,, 1818%

Dec…….

1715,
Mei

……….,,

18/10%

ii’elke noteeringen tusschen 5% en 9% d. boven het slot
van verleden week lagen.
De Zichtbare Voorraden zijn volgens Czarnikow:

1926

1925

1924
Tons

Tons

Tons
Duitschland 1 November 410.000 429.000 344.000
Tsjechoslowakije 1 December 628.000 780.000 706.000
Frankrijk 1 November ……163.000 173.000 151.000
Nederland 1 November ……126.000 96.000 – 96.000
België 1 November ……..40.000

59.000

63.000
Polen 1 November ……….

93.00 0

68.000

63.000
Engeland 1 November ……377.000 286.000 118.000

Europa.. 1.837.000 1.891.000 1.541.000
V.S. Atlant. havens 8 Dec.

230.000

45.000

32.000
Cuba 4 December ……….195.000 255.000

27.000

Totaal .. 2.262.000 2.191.000 1600.000

Op J a v a verkochten cle Visp. verdere belangrijke
kwautiteiten uit oogst 1927 tot
f
19%,
f
19% en f20 per
100 KG. basis Supei-ieur en uit oogst 1928 tot
f
18%. De
totale verkoopen uit oogst 1927 door de Visp. bedragen
thans ongeveer 1.900.000 tons. De laatste verkoopen kwa-
men op restant condities tot stand.
In de tweede hand wilde men aan liet eind der week voor
disponibele Superieur
f
13,81, voor Januari
f
137/
s
. en voor.
Februari
f
14 betalen en voor disponibele No. 16 &(hooger

f
12%, welke prijzen ongeveer
f
% onder de hoogste bie-
dingen der week lagen.

– H i e r te 1 a n de opende de markt kalm op f21 voor
Decembertermijn; f 21% voor Maart;
f
21% voor Mei en

f
21
5
/s voor Augustus. De stemming werd echter in den loop der week veel vaster en trokken de prijzen aan tot

f
22% voor December,
f
22% voor Maart,
f
22% voor
Mei. Wegens vinstrealisatie brokkelden prijzen weder
met ongeveer f % af en sloot de markt op f 22 voor Dec.,

f
22% voor Maart en f 22% voor Mei (vergeefs aanbod)
en f 22% voor Augustus (genoteei-d). De omzet beliep deze
week ongeveer 11.600 tons.

Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.

Soorten

1

13
Dec.
1
6 Dec.

1

14 Dec.
1

1926

1

1926

1925

Tarwe (Hardwinter EI)

1
15,-.
Rogge (No. 2 Western)

1
12,20
Mais (La Plata)

…………
176,-.
Gerst (48 lbs. malting)


2
2 11,-
Haver (Canada 3)……..
1

11,50
Lijnkoeken (Noord-Ameri-
ka van La Plata.zaad)

1
11,90
Lijnzaad (La Plata) …..$
376,-
1)
per 100 KG.
1)
per 2000 KG
3)
pe

15,50

16,50

12,40

11,50

178,-

207,-

207,-

184,-

11,70

ii,-

U,95

15,20

380,_

430,-

r 1960 KG.

15 December 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1115

Noteeringen.

Chicago
1

Buenos Aires

Data
1
Tarwe
Maïs
Haver
Tarive
Maïs

LiJnzaad
Dec. Dec. Dec. Dec.
Dec.

Dec.
1

11 Dec.’26
137
1
1
8

7471,
447/,
11,45
1
)
5,60
2
)

14,95
1
)
4

,,

126
139%
7481
8

4371,
11,651)

5,80
2
)

15,15
1
)
11 Dec.’25
189
785/,
4111
8

15,20
8.50

18,35
11Dec.24
160
12211
8

573(
15,10
11,-
11 Dec.’23
103
72i,
451/,

11.70
1
22,15
10,10

23,15
20 Juli’141
82
5671
8

36g
9,40 5,38

13,70

1)
Per
Februari.
2)
Per
Januari.

AANVOEREN in tons van 1000 KG.

Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen
5111 Dec.

Sedert

Overeenk.
5/11 Dec.

Sedert

Overeenk.’

1926

1 Jan. 1926

tijdvak 1925
1926

1Jan. 1926

tijdvak 1925
1926

1925

Tarwe ……………..
33.323
1.593.540 1.182.624
13.842
21.216
1.607.382 1.203.840
Rogge

……………..
12.340
.
267.870
300.008

1.940
500
269.810
300.508
Boekweit ……………..
150
20.692
21.811

1.493
340
22.185
22.151
Mais ………………
893.837
774.714
890
114.752
75.695 1.008.589
850.409
10.308
385.935
316.895
630
13.241
11.346
399.176 328 241
Haver ……………..

31.
.416

162.641
216.278

2.831 602
185.472
216.880

Gerst

………………

4.867
204.514
223.438
610
191.201
63.497 395.715
286.935

..828

3.082
237.055
185.930

– .

237.055
185.930

Lijnzaad

……………
Lijnkoek

……………
2.848 98.663
119.090
356
27.162
19.349 123.825
138.439
Tarwemeel

………….
Andere meelsoorten
538 15.052
9.933

-_-
.


15.052
933

NOTEERINGEN.

Amsterdam
Londen
New York
96°
White Java’s
1

Cuba’s
Data
Mper
Tal es
f.o.b. per
1

96° c.i.f.
Centri-
Cube,
No.1
Mei/Juni

J
Maart
aart fugals

kristalsuiker
Sh. Sh. Sh.
$
ets.
basis
99°
13 Dec. ’26
f
227!,
37/9
18144
16114
5,08
6 Dec.’26
,,

221/,
37 6
18114
1574
5,02
13 Dec.’25
,,

161s1
6

3119
13174
11/_
4,02
13 Dec. ’24
,,

19111
8

381_
181_
1413
5,40
ruwsuiker
basis 88°
4 Juli ’14
f

11131s,

181-1
– –
3,26
basis
990
1)
liet
verschil tusschen
ruwsulker
880 en
f

14
18
1
52
1

krist.suik.
99°
is aan
te nemen
opf3p.
100 KG.

KATOEN.
lIarktl)erjcht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons.
Manchester, d.d. 1 December 1926.
Prijzen van Anierikaanscbe katoen blijven vast en fluc-
tuaties bewegen zich tusschen nauwe grenzen. Er worden
flinke hoeveelheden katoen aangevoerd, terwijl ook de
export zich blijft handhaven. Loco-verkoopen te Liverpool
bedroegen de afgeloopen week slechts 34.000 balen, waar-
uit ook wel de flauwe stemming van deu handel blijkt.
De Amerikaansche gareilmarkt is flauw. Er is nog geen
verbetering in de vraag naar grovere nummers, terwijl
verkoopen in medio nummers zich tot kleine hoeveelheden
beperken. Enkele posten in 40er mule zijn voor India ge-
boekt, doch over het algemeen beperken zaken zich uit-
sluitend tot kleine hoeveelheden, zoowel voor cops, warps, hoomen als bundels. In Egyptische garens schijnen onder-
vinclingen nogal uit elkaar te loopen. Verscheidene spin-
ners rapporteeren groote verkoopen van cop twist, zoowel
voor het binnenland als voor export, terwijl anderen daar-
entegen slechts weinig verkocht schijnen te hebben. Nu
cle brandstofmoeilijkheden opgelost zijn, blijft het te be-
zien of de markt het gebrek aan vertrouwen in de huidige
prijzen zal weten te overwinnen.
In de positie van de doekmarkt is weinig verandering
gekomen en prijzen blijven zich handhaven. De stemming is
over het algemeen optimistisch, daar men wel begrijpt, dat
met het beëindigen van de kolenstaking de handel van
het land ongetwijfeld beter moet worden. Gedurende de
afgeloopen weken was men over de vooruitzichten van den handel met Hongkong nogal optimistisch gestemd, doch de
laatste ongunstige berichten van China hebben die verwach-tingen den bodem ingeslagen.
Wat de andere Oostersche markten betreft gaat er, met
uitzondering van enkele partijen voor bepaalde firma’s,
over het algemeen slechts weinig om, daar indentors in
den regel niet geneigd zijn vraagprjzen te betalen, zoodat
een groot gedeelte van de aanvragen weer wordt terug-
gewezen voor betere limites. Hoewel de vraag van Indië

nog onvoldoende is, zijn de vooruitzichten niet ongunstig,
want de algemeene toestand is daar goed te noemen, zoo-dra slechts het vertrouwen bij koopers in de tegenwoordige
prijzen hersteld zal zijn. Zij schijnen te wachten op den tijd, wanneer er volgens hun meening weinig risico zal bestaan
om op normale wijze in te koopen en hoewel prijzen reeds
geruimen tijd vast zijn gebleven, schijnt het wel, dat de
tegenwoordige Manchester prijzen niet met hun prijsideeën
overeenkomen.

Manchester, d.d. 8 December 1926.

De .Amerikaansche katoenmarkt was gedurende de af-
geloopeu week kalm. Prijzen gingen dagelijks uaar be-
neden en op Zaterdag jI. noteerde Mid American Spot 6.30,
d.w.z. 66 punten lager clan den voorafgaancien Zaterdag. liet
is wel vermeldenswaard, dat deze prijs niet bereikt is
sinds den oogst van 1915/6; het laagste punt in dat sei-
zoen was 5.34 op 3 Augustus. Het daaropvolgend laagste
punt was 6.38 op 28 Februari 1921. Deze week zijn prij-
zeii echter weei eenigszins gestegen en waren gisteren
wederom 24 punten van de daling ingehaald. De markt
wacht thans het laatste Bureau Rapport van dit seizoen
af, hetwelk hedennamiddag, na het ter perse gaan van dit
bericht, gepubliceerd wordt. Privschattingen van den
Egyptischen oogst op
734
millioen cantars zijn gunstiger
clan die van .het Gouvernement, doch alle factoren wijzen
op een grooten oogst en prijzen zijn flauwer. Intussehen
zijn katoenvoorraden, zoowel in iie Amerikaansche als
Egyptisehe havens, toegenomen. De totale verkoopen in
Liverpool bedroegen gedurende de afgeloopen week 33.000
balen, waarvan ongeveer de helft Amerikaansche.
De Amerikaansche garenmarkt is ibepaald kalm. Spin-
ners van alle soorten klagen over het gebrek aan koop-
lust. De verkoopen, die nog tot stand komen, zijn bijna
uitsluitend voor directe behoefte. Over het algemeen be-
staat er nog een groot gebrek aan vertrouwen in cle hui-
dige prijzen en er schijnen weinig vooruitzichten op betere
zaken te bestaan voordat prijzen van het ruwe materiaal
wat stabieler worden. Met de afschaffing van de uniforme
verkoopprijzen en het besluit van de Federatie om liet
aantal werkuren wekelijks tot 35 op te voeren, waartoe
verscheidene spinaers reeds zijn overgegaan, is de positie
van Spinners veel slechter geworden. Prijzen zijn onregel-
matig en biedingen onvoldoende, terwijl spinmarges be-
langrijk kleiner zijn geworden. In Egyptisehe garens be-
staat hetzelfde gebrek aan vertrouwen als bij de Amen-
kaansche soorten; dientengevolge is de omzet gering en
beperkt zich tot directe behoefte.
De daling van prijzen van ruwe katoen, welke jI. Za-
terdag het hoogste punt bereikte, heeft een ontmoc’digen-den invloed op de doekmarkt gehad. Hoewel het op som-mige markten een vermindering van de vraag tea gevolge
heeft gehad, is over het algemeen het resultant vrijwel
nihil geweest, waat doekprjzen zijn merkwaardig vast ge-
bleven, waardoor het verschil in prijsidee van koopers en
verkoopers nog grooter is geworden. Deze afzijdigheid van

1116

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 Decémber 1926

den kant van koopers is nog toegenômen, door al hetgeen
in de pers den laatsten tijd over China is geschr’veu; het
uitbreiden van het aantal werkuren in de spindistrcten
er, de afschaffing van de ,,Basic selling prices”. Oudariks
dit alles, is er echter nog geen sprake van een algeheele
prijsdaling, ofschoon weliswaar prijzen wel iets flauwer zijn,
terwijl ook deze week de vastheid van het ruwe materiaal
noteeringen wat sabie1er heeft gemaakt. De algemeene
toestand is dan ook niet veel gewijzigd, behalve daic dat
koopers zich nog meer afzijdig houden en zaken doen moei-
lijker wordt dan ooit.
11
1Dec. 8Dec. Oost.koersen.30Nov. 7Dec.

Liverpoolnoteeringen.

T.T.opBr..Indië
1
1
5
H
1
1
5

F.G.F. Sakdlaridis 14,30 13,60 T.T. op lionkong 1111 111 Oj
G.F. No. 1 Oomra.. 4,90 4,70 T.T.op Shanghai 25 214

THEE.

Ook in de afgeloopen week haudhaafde de Londensche
theemarkt de tendens der vorige weken, door al. alleen
vast te zijn met ouverancierde prijzen voor de betere kwa-
liteiten, terwijl de prijzen andermaal lager gingen voor de
ordinaire kwaliteiten en ook voor de middensoortea. De
vraag voor export blijft nog stees zeer onbevredigend, zoo-
dat de zaken zich vrijwel geheel bepaleu tot transacties
voor binuenlandsche rekening. Het gemiddelde prijsniveau
geeft vrijwel week aan week, een kleine daling te zien en
is dan ook ruim 4 d. per ib. lager dan verleden jaar. De
gemiddelde prijs van verschillende partijen Britsch-Indische
thee – Cachar s en Sylhet s – zijn thans nog slechts
weinig hooger dan 1 sh. per ib.
Hier is de markt stil in afwachting van de veiling van
16 dezer.
Amsterdam, 13 December.

KOFFIE.

Sedert ,het vorig bericht bleef de stemming voor het
artikel zeer kalm en liepen de prijzen in de productielan-
den (in de eerste plaats in Brazilië) langzaam maar regel-
matig van dag tot dag iets terug. In aansluiting hierop
daalden ook de noteeringen aan de termijnmark,teu, waar-
door ten ouzent het Santos-contract ten slotte ongeveer
/2 h 1% ct. en het Gemengd contract ongeveer 17/
s
h
ct. lager kwamen dan een week geleden. De oorzaak van
clezen gang van zaken lag ook ditmaal wederom hopfdza-
kelijk in den loop van den Braziliaanschen wisselkoers.
Nadat vei’leden week bericht was ontvangen, dat de Regen-ring on

‘er den nieuwen President een wetsontwerp tot sta-
biliseering van de Milreis tot 634 d. hij de Braziliaansahe Kamer van Afgevaardigden, zou hebben ingediend, werd
op 8 dezer via Londen geseind, dat hij de Kamer een vcts-
ontwerp was ingediend . tot stabiliseering op een goud-
waarde van 6 d. en dat dit ontwerp ook reeds voorloopig
was goedgekeurd. Tevens werd daarbij vermeld, dat de sta-
bilisatie eene goud-reserve zou vorderen van £ 60 millioen.
Toen dit bericht alhier werd ontvangen, was cle wissel-
koers op Londen te Rio inmiddels reeds onder 6 d. ge-
daald, namelijk op 5
31
12; daarna daalde hij nog

d. ,en

e’ert eergisteren staat hij op

Wat uit dit alles ndg
worden zal, valt op het oogenblik niet te overzien, doch
vast staat, dat de geweldige daling van 1 cl. (dat is onge-
veer 15 pCt.) en de groote schommelingen, waaronder die
daling zich heeft voltrokken, voor den koffiehandel een
toestand van onzekerheid hebbengeschapen, die op funeste
wijze inwerkt op het zakenleven en het caa ook thans met
een soort van lamheid heeft geslagen. Kon tot vÔÔr’ kort
ge
1
e

‘en nog meestal gesproken worden van een beperkten
afzet of van geringen kooplust, thans kan niet anders ge-
zegd worden dan dat er bijna niets omgaat en dat de steni-
ming ellendig is.
Waar in Brazilië tegenover de verdere daling van den
wisselkoers geen of slechts onvoldoende stijging van de
binnenlanclsche Reisprijzen stond, liepen, zooals hierbo ven
ree’s met een enkel woord vermeld, de kost- en vracht-
aanbiedingen van Rio en van Santos deze week weder niet
onbelangrijk terug, namelijk voor eerstgenoemde soort on-
geveer 119 en voor laatstgenoemde ongeveer 316. Ook de
Palemba’ng-Robusta-offertes van Indië kwamen telkns
lager af, doch zaken kwamen hierin niet, of zou goed als
niet, tot stand.
Volgens heden ontvangen telegram uit Brazilië hadroeg
de voorraad, in ee Gouvernementspnkhuizen en cle sppor-
w

egstations in het binnenland van Sao Paulo en Mipas
Gerees teruggehouden op 30 Novepiber 6.397 000 b:ile’,
hetgeen tt-gen 16 November’ weder eeae toenarne aaru ijt
van 81.(P00 balen.
De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
op
1
prompte verscheping zijn thans ongeveer
861-‘
It 87/. per
ewt. en van dito Prime ongeveer
BSf-
It 891-, terwijl zij van
Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte versche.
ping, ‘edraen 711-
It
7111
Van itobusta op aflading van Nederl-an,lodi-liidië zijn de
prijzen in de eerste hand op het oogenhlik:
Palembang Robusta, December verscheping, 3534′ et.;
Mandheling Robusta, December verscheping, 4136 ct.; W.
J. B. faq. Robusta, December verscheping,
4836
ct., alles
per
34
KG., cif, uitgeleverd gewicht, netto contant.
De officieele loco-noteeringen werden verlaagd van 60
op 59 et. per
34
KG. voor Superior Santos en van 51 op’
49 ct. voor’Robusta.
De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt wa-
ren aan de ochtend-caIl als volgt:

Santos-contract

Gemengd Contract
baeis Good

basis Santos Good

l)ec.
1
Mrt. i Mei
1
Sept. Dec. Mrt.
1
Mei

14 Dec. 491,, 47

44/

43

4642

4071
s
3834
7 ,,

49′, 47K 46

4334

46

4491
8
43

404 30 Nov. 4934 48

46′

44

46

71
8
43

40t
23 ,,

497, 4751
8
46t1

4371

47I/
8
45
,
18

3511, 41118

De slot-noteeringen te New-York van het aldaar gelden-
de gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:

Dec.

1
Maart
‘Mei
1

Sept.

13 Dec ………
$
14.58
$
14,38
$
13,90
$

13.07
6

,.

……..
,,

15,20
14,90
14,39
13.40
29 Nov ………
,,

15.35
..
.15,—
14,45
13,46
22

,.

……..
..,,

15,31
,.

14,98
,,

14,45
,,

13,50
Rotterdam, 14 December 1926.

VRACHTENMARKT.

De Noord-Amerikaansche graauvrachte’nmarkt verschafte
een flinke vraag doch ten gevolge van de vele gecancelde
kolenbooten zijn de vrachten mii.der geworden. Van de
Northern Range naar U.K. werd per prompt 51- per qtr.
gedaan tot
4/434,
terwijl voor dze1fde positie naar Ant-
werpen of Rotterdam 20 cents per 100 lbs. is gedaan. De
vracht van de Golf van Mexico naar Antwerpen of Rotter-dam was 25 cents en naar de Middellandsche Zee 27 cents
per 100 lbs.
De suikerbevruichters van West-Indië blijven nog af uvach-
ten en de eenigste bevrachting van deze week is een 7000
tonner Cuba/Marseille’, 10120 Januari tegen 26/-.
Van de North Pacific was een betere vraag en gedu-
rende de afgeloopen week vond een vijftal bevrachtingen
plaats; voor December ‘belading werd
401-
tot 41/6 gedaan
van Vancouver, 1/3 extra Portlnnd of Puget.
Van de La Plata vond een flink aantal bevrachtingen
plaats voor alle posities tot Maart. De vrachten zijn ech-
ter over het algemeen iets minder. December/Januari ton-
nage bedong 3619, terwijl per Januari van de boven La,
Plata’ havens 30/- is gedaan. Per Februari werd tegen
28/- gedaan en per Maart 24/-.
Het tekort aan tonnage doet zich in de Oostelijke af-
deelingen nog duidelijk voelen en de vrachten zijn hoog.
In een paar gevallen waren echter lijnbooten beschikbaar
voor volle ladingen tegen vrachten, die ‘door wilde’ booten
niet konden ivor1en geaccepteerd. De vraag van Australië
bleef vast voor Dec/Jan/Febr. Van Zuidl-Austraiië/Victo-ria/Sydney is bevracht tegen 54/- per Jan., en van Sydney,

tegen 5319. Voor Februari is bevracht tegen vrachten
varieerend van 501- tot 5216, naar gelang van grootte. Van
Burmah is per Februari bevracht naar continentn!e havens
tegen 37/6 tot 32/6. Van Mauritius werd een 6800 tonuer
bevracht naar U.K. per Febr/Maart tegen 3216 en een
9000′ tonner op basis van 301- per Febr.
Van den Donau vonden geen bevrachtingen plaats. De
Zwarte Zee was tamelijk levendig, doch’ de vrachten vnren
‘lagei. Voor Januari is 181- betaald voor 6000 tonners.
Van de Middellandsche Zee vond een flink aantal be-vrachtingen Plaats, o,a.: A]giersfRotterdam 9/6 Mcliii
af.
IJmuiden 111-, Huelva/flotterciam 1116 en 1016. Bizera/
Philadelphia 10/-. In fosfaat werd gedaan: Sfax/Calais 12/-,
Newfairwater 1516, Rotterdam 12/. en 1016. De markt,
van de Golf van Biscaye bleef zeer vast en ofschoon 7/1036
werd geaccepteerd van Bilbao naar Rotterdam, is sinds-
dien 8/- betaald. Santander/Rotterdam betaalde 81- en
O
n
ton/I,Tmuiden 91-.
Van Engeland vonden weer kolenbevrachtingen plaats
en wel oa. als volgt: Zuid-Wales/Rouaan 416. Gibraltar
101-, Constantinopel 13/-, Port-Said 1216, Buenos Aires 151-,
terwijl van- de Oostkust werd’ betaald: Hamburg 513, Bor-
deaux 6/6s Pir,aeus 12/- en Alexandrië 1319;

Auteur