26 AUGUSTUS 1925
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
Eco
–
nomis
–
ch.-Stati’sh”sche
Beri’lchten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
10E JAARGANG
WOENSDAG 26 AUGUSTUS1925
No. 504
INHOUD.
BIz.
Mededeeling van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart
724
DE KUNSTZIJDE-INDUSTRIE
door
A. Welling ……. … 725
Eene uitspraak van het Hooggerechtshof betreffendë
transacties van Java-Suiker door
Th. G. B. Stibbe . . 727
De Tweede Internationale Conferentie over de Arbeids-
statistiek door
Mr. E. TV. van Dam van isselt ……728
De Rijksmiddelen …………………………….
729
BUIPENLANDSOHE MEDEWERKING:
Het nieuwe Duitsche taief en het Duitsch-Belgische
bandelsverdrag door
Dr. W. Greili3g ………..731
De financieele toestand van Frankrijk en de nieuwe
leening door
Prof. Bertrand Nogaro …………732
AANTEEKENINGEN:
De Duitsche betalingsbalans over
1924
en Januari-
April
1925 …………………………….734
Is de Duitsche handeisstatistiek onbetrouwbaar? ..
734
Goudbeweging en bankwezen in de Vereen. Staten .
735
BOEKÂANKONDIGING:
H. N. ter Veen: De Haarlemmermeer als kolonisatie.
gebied, bespr. door
Prof. 11
7
. E. Boerman ……..736
MAANDCIJFERS:
Postchtque en Girodienst……………………
738
Giro-kantoor der Gemeente Amsterdam ……….
738
Rijkspostspaarbank ……………………….
738
Overzicht der Rijksmiddelen …………………
739
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN ………- ….
739-746
Geidkoersen.
I Bankstaten.
Goederenhandel.
Wisselkoersen.
I Effectenbeurzen.
Verkeerswezen.
INSTiTUUT VOOR ECOYOYISC1
2
IE GESCHRIFTEN Wd. Al gemeen Seoretaris: Mr. Q. J. Terpstra.
ECONOMISCH-STATISTiSCHE BERiCHTEN
COMMISSIE VAN ADVIES.
J. van Ijasselt; Jhr. Mr. L. H. van Lennep;
Prof.
Dr. E.
Moresco; Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welder’n
Baron Rengers
;
Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerde leden: Prof. Mr. D. van Blom; Prof. Mr. 11. R. Ribbius.
Redacteur-Secretaris: D. J. Wansink. Secretariaat: Pieter de lioochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.
Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 25,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het In.stituut ontvangen het weekblad gratis:
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh t van Ditma’r’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage.
BERICHT.
Met het oog op 31Augustus zal het volgend num-
mer Donderdag 3 September a.s. verschijnen.
–
25
AUGUSTUS 1925.
De toestand op de geidmarkt is onveranderd ge-
bleven. Men begint zich reeds weer voor de Augustus-
ultimo te prepareeren, zoodat wij deze maand wel
geen lagere geldkoersen meer zullen zien. De geld-
koersen hier en in Londen hebben nu zoo ongeveer
hetzelfde niveau bëreikt. Mocht de te Londen aan-
gevangen daling van de geldkoersen blijven voort-
duren, dan bestaat de
mogelijkheid,
dat van die zijde
gelden op onze markt zullen worden uitgezet, ter
vervanging van de bedragen, welke voor Duitsche
rekening aan onze geidmarkt zijn onttrokken. Een
verlaging van het Engelsche disconto is deze week
echter nog uitgebleven, maar men zeCt met het oog
op eventueele goudonttrekkingen door den hoogen
gulderikoers in Londen. Bij een wisselkoers van 12.04%,
tot welk punt hier de cheque-koers op Londen is ge-
daalct, is echter goudimport nog niet loonend. Privaat-
çlisconto noteerde 3Y8 na 3′
6
/
16
pOt. Oall was de
geheele week gezocht â 4 tot 4Y
4
pOt gisteren kwam
dr wat meer aanbod en noteerde men 334 â 3% pOt.
Dit
•
aanbod weid veroorzaakt door gelden, die reeds
voor de ultimo zijn vrijgemaakt en nu tijdelijk cle
geidmarkt verruimen. Prolongatie 334 pOt.
* *
*
De balans van De Nederlandsche ]3aik onderging
ook in deafgeloopen week weinig verandering van
beteekenis. De post binnenlandsche wissels steeg van
f
88,8 millioen tot
f
90,1 millioen. De beleeningen
zijn van
f
125,3 millioen tot
f
116,2 millioen terug.-
geloopen. Evenals verleden
w
reek is ook thans geen rechtstreeks bij de Bank geplaatst schatkistpapier in
‘dè portefeuille der Centrale Oredietinstelling aan-
ezig.
De post papier op het buitenland vermeerderde
met een kleine
f
200.000. De metaalvoorraad der
Bank ioteert ruim
f
300.000 hooger dan verleden
kweek. De diverse rekenin gen onder het actief bleven
o’p’ dezelfde hoogte. *
De biljettencirculatie daalde met
f
8,7 millioen.
Het tegoed van het Rijk, dat verleden week nog na-
genoeg
f 10
millioen bedroeg, blijkt tot
f
3,1 millioen
le zijn geslonken. De rekening-courant saldi van
anderen geven een vermeerdering van
f
8,3 millioen
t
1
e zien. Het beschikbaar metaalsaldo steeg met
f 1,9
millioen. Het dekkingspercentagè bedraagt 49.
* *
*
In wissels is het nog stil. Het £ bleef flauw, daalde
tot 12.04% en verbeterde tot 1
2
.0594.
Franken nog
steeds flauw met eenige fluctuatie’s, veroorzaakt door
olitieke berichten. Ook Italië schommelde nogal slot echter zeer gezocht 9.25. Ook Kopenhagen en
Oslo zeer gevraagd: de koersen kwamen op 59.80 en
47.70, waarop een plotselinge daling tot 59,20 en 47,20
volgde. In deze beide deviezen was een levendige
handel.
LONDEN,
24
AUGUSTUS
1925.
Evenals in de laatste dagen van de vorige week is
geld gemakkelijk gebleven en disconto nog eenigzins
zwakker geworden,
De verwachte reductie in de Bankrate is uitge-
bleven, maar hoewel dit eenige teleurstelling veroor-
ztakte heeft het feitelijk geen uitwerking op de geld-
markt gehad.
Disconto
3%__13/,
met steeds vraag voor het
Continent.
Giltedged effecteh bleven vast. De vreemde wissel-
markt is nog rustig met iets meer leven in de laatste
dagen. Dollars waren vast.
Slot heden: New York. 4.85%. Amsterdam, 12.05-6.
724
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
26 Augustus 1925
MEDEDEELING VAN DE CENTRALE COMMISSIE
VOOR DE RIJNVAART.
Rijnschipperspateuten.
De Secretarti s-Generaal van de Centrale Rij nvaartcom-
missie heeft den Sen Juni ji. het proces-verbaal der neder-
legging van de akten van bekrachtigi.nig der in de Centrale
Commissie vertegenwoordigde Staten, ten aanzien van pro-
tokol 43 van 14 December 1922 en het aanvullend protokol
22 van 22 December 1923, betrekking hebbende op het
nieuwe regiem der Rijnschipperspatenten, gesloten.
Overeenkomstig artikel 7 van het protokol van 1922, is
het nieuwe regiem dus den Sen Juli 1925 in werking ge-
treden. Men zal zich herinneren, dat, behalve de fanda-
menteele bepalingen, omvat in de hierboven genoemde pro-
tokollen, de Centrale Commissie in liare zitting van 14
December 1922 protokol 44) nog reglementaire bepalingen
aangenomen heeft, betref fencle de voorwa.arcleu, waaronder
cle patenten verleend worden.
Bovengenoemd protokol 43 luidt als volgt (K. B. van
23 Juni 1925, S. 269)
Straatsburg, 14 December 1922.
Met het doel in cle bepalingen van de herziene Rijnvaart-
akte van 17 October 1868, die beti-ekking hebben op de
regeling voor de patenten van Rij nschippers, en in hel ver-drag van 4 Juni 1898, de wijzigingen aan te brengen noodig
geacht om deze regeling in overeenstemming te brengen met
de tegenwoordige behoeften, heeft de Centrale Commissie
voor de Rijnvaart, bestaande uit:
de heeren CI-IAROUËRAuD,
Voorzitter
Duitsche Staten: SEELIGER Frankrijk:
BERNINGER
PETERS
Gr.-Brittannië: BALDWÎN –
FUcHS
Italië:
SIN10ALIA
KOCH
Nederland:
V.
EYSING..t
België:
ROYERS
KRÖLLER BRUNET
JOLLES
Frankrijk:
MAI-I1EU
Zwitserland:
HEROLD
SILVA1N DRRYFUS
VALLOTTON
FROMAGEOT
HOSTIE,
Secretaris- Generaal
zonder te willen vooruitloopen op de toepassing en de
uitlegging van artikel 356 van het Verdrag van Versailles,
van 28 Juni 1919, liet navolgende besluit genomen:
VEIRDRAG
betreffende de regeling der patenten voor Rijnsohippers,
ter vervanging van de artikelen 15 tot en met 21 van de
Akte van 17 October 1868 en van het Verdrag van 4
Juni 1898.
Artikel 1.
Het recht om een vaartuig te besturen op den Rijn boven
de brug van Duisburg-Hochfeld komt slechts toe aan hem,
die in het bezit is van een Rijnschipperspatenit, verleend
door de bevoegde autoriteit van een der verdragsluitende
Staten.
Deze bepaling geldt niet voor bestuurders van vaartuigen metende minder dan 15 ton, voor zoover zij niet zijn sleep-
boeten.
Artikel 2.
Het patent wordt verleend voor den geheelen Rijn of
voor bepaalde gedeelten.
Het vermeldt de gedeelten van den waterweg, waarvoor
het geldt en de soorten van vaartuigen, walke de bezitter
bevoegd is te besturen. Het geeft het recht elk vaartuig
van ide in het patent genoemde soorten te besturen onver-
schillig tot welken Staat het behoort.
Artikel 3.
De voorwaarden waaronder cle autoriteiten, bedoeld in artikel 1, gehouden zijn een sehipperspatent te verleenen,
worden omschreven in een reglement in gemeen overleg
vastgesteld.
Artikel 4.
De bezitter van een patent, die, op welke wijze ook, een
aan hem verleend patent laat komen in handen van een
persoon, die een zooclanig stuk niet baalt, met het oogmerk
dien in •de gelegenheid te stellen krachtens dit patent de
scheepvaart op den Rijn uit te oefenen, zal, naar mate
van ide omstandigheden, worden gestraft met tijdelijke of
definitieve intrekking van dit stuk.
Elk persoon, clie, niet voorzien van een aan hem verleend
patent, de scheepvaart op den Rijn uitoefent en zich daarbij
bedient van een aan een ander persoon verleend patént, zal
gedurende een termijn, naar mate van de omstandigheden
te bepalen, van het verkrijgen van een schipperspaitent zijn
uitgesloten.
Artikel 5.
Het patent zal door den Staat, die het heeft verleend,
worden ingetrokken ten aanzien van den bezitter, die blijk
heeft gegeven van een onbekwaamheid, welke een gevaar
oplevert voor de scheepvaart, of clie is veroordeeld, hetzij
wegens herhaalde douane-overtredingen, hetzij wegens em-
stige vergrijpdn ten opzichte van den eigendom. De intrek-
king van het patent kan gesc]mieen bij wijze van tij:delij-
ken maatregel. Zij wordt ter kennis gebracht van de andere
autoriteiten, welke tot liet verleenen der patenten bevoegd
zijn.
Artikel 6.
Vanaf het oogenblïk waarop dit Verdrag in werking
treedt, zullen de artikelen 15 tot èn met 21 van de her-
ziene Rijaivaartakte van 17 October 1868 en het Verdrag
van 4 Juni 1898 vervallen zijn.
Artikel 7.
–
Dit Verdrag zal zoo spoedig mogelijk worden geratifi-
ceerd.
Het zal in werking treden dertig dagen na de dagteeke-
uinig van de sluiting van het pr.oceé-verbaal der nederleg-ging van de ratificatiies.
Het onderhavige protokol wordt voorloopig opengehou-
den.
(geteekend:)
CHARGURAUD
BERNINGER SEELIGER
BALD WIN
PETERS
SINIGALIA
FucFIs
VAN EYSINGA
ROvERS
KRÖLLER
BRUNET JOLLES
MAFHEU
HEROLD
SILvAIN DREYFUS
VALLOTTON
FROIIAGEOT
Hosris
Protokol 22, zijnde een aanvullend protokol op boven-
staand protokol 43 van 14 December 1922, luidt als volgt (K. B. van 23 Juni 1925, S. 269)
Straatsburg, 22 December 1923.
De ondergeteekenden, leden der Commissie, zijn overeen-
gekomen te verklaren, dat de bepalingen voorkomende in
het Verdrag van 14 December 1922 met cle interpretatieve
verklaringen opgenoiiien in Protokol No. 27 van cle eerste
zitting van 1923,
1
) voor.ioopig toegepast zullen worden tot
de algemeene herziening van het Verdrag van Mannheim
van 17 October 1868 en dat op zijn laatst na het verstrij-
ken van een termijn van twee jaar na het in werking stel-
len van het onderhavige Verdrag, deze bepalingen aan een
hernieuwd onderzoek zullen worden onderworpen, aan de
hand van de ondervinding, die ter zake gedurende dien
tijd is opgedaan. In •den tussÖhentijd zullen de Rijnvaart
Commissarissen der verd•ragsluitencle Regeeringeni aan de
Commissie alle ter zake dienstige inlichtingen verschaffen
nopens de toepassing van genoemde bepalingen en de ge-
volgen, welke die toepassing heef t gehad voor de Rijnvaart.
Voorts is het wel te verstaan dat, in afwijking van cle
bepaling van art. 1 van het Verdrag, gedurende boven-
genoemclen termijn, de onderhavige bepalingen toepasselijk
zullen zijn boven het Spijksohe veer en niet alleen boven
de brug van Duisburg—Hochteld.
Zoolaug cle afwijking, welke is vastgelegd in de vorige
alinea, gehandhaafd woedt, zal de •inhoudsspecificatie, ‘op-
gesomd in art. 1 van het Reglement van 14 December 1922,
geen toepssing viucleii.
Het onderhavige protokol zal besChouwd worden als jute-
greerend deel van de overeenkomst van 14 December 1922.
(geteekenci:)
JEAN GouT
BERN1NOIdR
SEELIGER
BALD WIN
PEPERS
ROSSETTI
FuOHS
S1NIGALIA
WAND
–
VAN EYSINGA
SEGERS
KRÖLLER BRUNET
JOLLES
MAI-IIEU
IIEROLD
SILvAIN DREYFUS
VALLOTTON
FROMAGEOT
HOSTIE
i) jJittreksel uit de Resolutie va]i Protokol 27-1-1923.
,,Het is wel te verstaan, dat wat betreft de patenten,
cle qualifieatie ,,.lid van cle bemanning (scheepsjon.gen uit-
gesloten)” (Protokol 44, art. 1) slechts toepasselijk is op
hen, die in het bezit zijn van een certificaat vsnu nauti-
sche bekwaamheid en geschiktheid tot bevelvoeriog en op
cle varensgezellen, clie gedurende minstens twee jaar ge-
26 Augustus 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
725
Het reglement, betreffende het verleenen van patenten
voor Rijnschippers, luidt als volgt (K. B. van 30 Dec.
1924, S. 617)
Artikel 1. ‘)
Elke gegadigde, clie overigens voldoet aan de algemeene
eischen van lichamelijke geschiktheid, welke onmisbaar
kunnen worden geacht, heeft recht op het verkrijgen van
een patent, mits voldoende aan de navolgende voorwaarden:
lo. den leeftijd van
drie en twintig
jaren bereikt heb-
ben voor liet besturen van een vaartuig, niet voorzien –
van
vijf en twintig
jaren voor het besturen van een vaar-
tuig, w(*,
,
l voorzien van mechanische middelen van voort-
beweging;
Zo. pr.aotisch als lid van cle bemanning de scheepvaart
uitgeoefend hebben:
gedurende
zes
jaren voor het verkrijgen van een
patent tot het besturen van een vaartuig, niet voorzien
van mechanische middelen van voortbeweging;
gedurende
zeven
jaren voor het verkrijgen van een
patent tot het besturen van een vaartuig, voorzien van
mechanische middelen van voortbeweging, waarvan ten
minste een jaar op zoodanig vaartuig;
of wel voorzien zijn van een certificaat van nautische
bekwaamheid en geschiktheid tot beveivoering, verleend
door de bevoegcle autoriteiten van een van cle Staten, ver-
tegeiiwoordigd in •de Centrale Commissie;
of wel voorzien zijn van ieder ander certificaat door cle
Centrale Commissie als gelijkwaardig erkend.
In alle gevallen zuilen cle gegadigden voor een patent
het bewijs moeten leveren van een voorbereidingstijd van twaalf
maanden werkelijken idienst in cle feitelijke uitoef e-
ning der saheepvaiirt op
den Rijn,
waarbij als zoodanig
slechts is te rekenen de tijd gedurende welken het vaar-
tuig ter volbrenging van eene reis oinierweg is, daaronder
begrepen cle tijd noodig voor laden en lossen. De voibrachte
reizen zullen moeten bevatten een voldoend aantal toch-
ten over het rivierdeel, waarvoor het patent wordt aan-
gevraagd. De voorbereidingstijd moet zijn doorgebracht als
lid, van cle bemanning (scheepsjongen uitgesloten) ) aan
boord van vaartuigen
van
cle volgende soorten:
vaartuigen, niet voorzien van mechanische middelen van voortbeweging, metende ten minste 500 ton;
vaartuigen, voorzien van mechanische inididëlen van noortbeweging (voor zoover zij niet zijn sleepbooten), me-
tende ten minste 300 ton;
e. sleepbooten
van ten minste 200 paarclalcrachten.
Artikel 2.
In afwijking van het vorige artikel, zal voor het bestu-
ren van een vaartuig, niet voorzien van mechanische mid-delen van voortbeweging, metende minder clan 50 ton, en
slechts in gebruik voor zuiver plaatselijk vervoer op be-
paalde korte gedeelten van
dan Rijn,
voldoende zijn .zoo de
gegadigde den leeftijd van ten minste
een en twintig
jaren
heeft bereikt en de scheepvaart practiso.h heeft uitgèoef end
gedurende ten minste
twee
jaren, gedurende welke hij van
tijd tot tijd het roer heeft bediend.
Artikel 3.
Het patent, voorzien van het volledig signalement van
clan betrokkene en van zijn portret, is ingericht volgens
het hierbij gevoegd model. Het moet zijn onderteekend door
varen hebben op zee of op een rivier en dat de uitdrukking
,,den geheelen Rijn” in art. 2 van Protokol 43 slechts toe-
pesselijk is op het riv’iergecieelte, bedoeld ,in art. 1.
De Commissie is van oordeel, dat de qual.ificatie ,,eha-
land” in art. 1 van Protokol 44 betrekking moet hebben
op
aille
vaartuigen, die niet voorzien zijn van mechanische
middelen van voortbewegi’ng en behoudt zich het recht
voor bij voorkomende gelegenheid tot herstel van deze ma-
terieelie onjuistheid over te gaan.”
Tot nadere aankondiging zal, in afwijking van artikel
1 van het verdrag van 14 December 1922 het patent ver-
eischt zijn, niet slechts boven
Duisburg (de Hochfelder
brug),
maar ook tussehen
.Duisburg
en de
Nederlandsche
grens (het Spijksche veer).
Zoolang deze voorloopige toe-
stand zal gelden, zal, in afwijking van artikel 1 van bo-
venstaand Reglement,
de inhoudsapecificatie, opgesomd in
dit artikel, geen toepassing vinden.
Aldus te verstaan, dat de qualificatie ,,lid van de be-
marining (sdheepsjongen uitgesloten)” slechts toepasselijk
is op hen, die in het bezit zijn van een certificaat van
nautische bekwaamheid en geschiktheid tot bevelvoering,
‘en op de varensgezellen, niet in het bezit van zoodanig
certificaat, mits zij ten minste twee jaren gevaren hebben
op zee of op een rivier (derhalve niet op kanalen).
den betrokkene, alvorens het aan hem wordt uitgereikt.
Wanneer het signalement of het portret niet meer nauw
–
keurig zijn, worden zij onderscheidenljk gewijzigd of ver-
nieuwd onder toevoeging van een ambtelijke aainteekening.
In geval van verlies of beschadiging kan een dupliicaat
van het patent aan den betrokkene worden uitgereikt, door
de autoriteit, welke het oorspronkelijke heeft verleend.
Artikel 4.
Zij, die in het bezit zijn van patenten, welke zijn uitge-
reikt vÔÔr ‘het in werking treden van dit Reglement, kuin-
aan, ter vervanging daarvan, een patent verzoeken volgens het model bedoeld in artikel 3.
Artikel 5.
Dit Reglement treedt in werking dertig dagen nk de
dagteekening van de sluiting van het proces-verbaal der
nederlegging van de ratificaties van het verdrag van 14
December 1922, met daarbij behoorend aanvullend protokol
vnu
22 December 1923.
DE KUNSTZIJDE-INDUSTRIE.
Het valt wel zeer te betreuren, dat hier te lande
de kunstzijidengarenindustrie nog steeds de meeste
belangstelling geniet van – om het minder fraai, doch,
wij gelooven oprenht, daarom niet minder juist, te
zeggen – het ‘gokkond en van het op sensatie beluste
gedeelte der Nederlan’dsche natie, terwijl ‘daarente-
gek de textieiindustrie, niettegenstaande het reeds
met succes aanpassen van zoo ‘menigen fabrikant,
zich nog steeds teveel afzijdig en sceptisch betoont
tegenover het kunstmatig product. De ,,N. R. Ort.”
liet eenige dagen geleden ‘haar lezers zich laven aan
een artikel over dit onderwerp uit de bron der ,,Fr’kf.
Ztg.”, terwijl naar aanleiding daarvan hetzelfde blad
eenige beschouwingen uit ‘text’ielkrin gen opnam,
waarin de schrijver zonder twijfel den spijker op den
kop slaat, wanneer hij de dwaze voorstellingen ‘der beursspeculan.ten en de opwinding van Jan Publiek
hekelt. De stelling, dat kunstzij’de, (‘om het artikel
bij zijn n’og steeds gan’gbaren naam te noemen), ter
wille van zijn glans wordt gekocht is in principe vol-
komen juist, doch dat het uitsluitend een afzetge-
bied vindt onder menschen, ‘die ‘verlekkerd zijn op
d’en mooien glans, lijkt te •sterk uitgedrukt en zou misvevstand kunnen wekken. In •het buitenland is
trouwens het on.tglan’zen van kunstzij’denst’offen –
het langs chemischen weg verminderen van te fellen
glans – een veelvuldig toegepast procéidé, en het is
zelfs de verdienste van het kostelijke acetaatzijd’en-
garen, ‘dat het o.a. een gedempten glans ‘heeft en
daardoor aan het eindproduct een vo’ornamer cachet
geeft. Het onderscheid moge subtiel zijn, doch de
oorzaak zou nauwkeuriger geformuleerd zijn, door
den nadruk te leggen op het ,,pleasing effect”, dat
met kunatzijde kan worden verkregen. In een tijd,
waarin de tendenz op alle gebied, hetzij voeding, huis-
-vesting, kleeding of wat al niet, zoo intens o’p steeds verder d’oordringen•de rverfijning is gericht, biedt de
kunstzijde ‘den ‘textielfabrikant meer dan ‘eenig ander
materiaal de gelegenheid tot het- bereiken van een
groote verscheidenheid van effecten, die beantwoor-
den aan den meer ontwikkelden en voortdurend meer
eischenden smaak van het publiek, d’at irnmers tegen-
woordi’g ook meer geld voor kleeding pleegt over te
hebben dan vroeger, en dat ‘duurzaamheid niet lan-
ger als voornaamst’en eisch ‘stelt, ofschoon met ‘dit laat-
ste allerminst zij toegegeven, dat alle soorten kunst-
zijde onder alle omstandigheden meer aan slijtage
onderhevig zouden zijn dan bv. katoen. De ‘tallooze
verbeteringen ‘van de kwaliteit van den draad heb-
ben tot nu toe steeds weder nieuwe toepassingen mo-
gelijk gemaakt, en als materiaal kan het de toekomst
dan ook gerust afwachten.
Dat er bij de tegenwoord’i’ge garenprijzen der groo’te
concerns nog een zeer behoorlijke winstmarge bestaat,
mag gereedelij’k worden verondersteld; dat er bij den
geweldigen aanbouw en ‘den immer onstuimiger
vloeienden stroom van nieuwe projecten te eeniger
726
ECONOI4ICH-STATISTISCIÏE BERICHTEN
26
Augustus 1925
tijd een plotselinge overproductie zal komen, is zeer
waarschijnlijk; nochtans is tot nu toe een door de
omstandigheden gedwongen prijsverlaging nog altijd
onmiddellijk op den voet gevolgd door een grootere
vraag endito productie.
De ,,Frkf.
Ztg.”
bracht in haar artikel ook den
kostprijs ter sprake en zooal.s gewoonlijk worden de
Italiaansche fabrieken dan afgeschilderd, niet alleen
als de ‘gangmakers van geweldige prijsverlagingen,
doch tevens als de toovenaars,
die
wonderen zullen
verrichten, die de geheele overige wereld met stomme
verbazing zullen slaan; dit alles zoogerchamd wegens
de lage produotie,kosten, diie dan liefst tot in ceute-
sinsi nauwkeurig worden voorgerekend. Zonder in
details te treden, mag er wel eens op gewezen woj-
den, dat er van een zuivere berekening van een kost-
prijs geen sprake kan zijn en dat alle becijferingen
dienaangaande geheel willekeurig en ii aar persoon –
lijk inzicht geschieden; men stelt dan ook verkeer-
delijk voor, dat de kostprijs in een vaststaand bedrag
zou kunnen worden uitgedrukt. Bij de wisselvallig-
heid der productie der afzonderlijke fabrieken, komen
dam nog de groote kwaliteitsverschillen, die weder
in sterke prijsverschilien tusschen de te behalen ver-
koopprijzen der diverse ondernemingen tot uiting
komen, den kijk op de zaak vertroebelen. Van de
grootste Italiaansc’he onderneming vermeldt de ,,Frkf.
Ztg.” den kostprijs op 31 lire per KG., bij een ver-
koopprijs van 60 tot 85 lire. Slaat men ‘nu het jaar-
verslag over 1924 dierzeifde meatschappij op, dan
vindt men een winst van 60 m’illioen lire op een
productie van ongeveer 56 millioen KG., dus een
winst van gemiddeld 11 lire per KG., waaruit dan
nog een resirve moet worden gekweekt. Weliswaar is de productie d’ierzelfde maatschappij in den loop
van dit jaar met •bijna 50 pOt. verhoogd, doch de
prijzen zijn inmiddels ook weder aanzienlijk verlaagd en in aanmerking nemen’d, dat ‘het hier meest betrek-
kelijk nieuwe fabrieken geldt en de Italiaansche on-
dernemingen over het algemeen niet zoo goed finan-
cieel gesitueerd zijn als de oude buitenlandsche fa-
brieken, dan mag de vraag worden gesteld, wat er
bij een verdere prijsdaling dan wel zou gebeuren.
Alleen met enthousiasme, energie, zelfs met talent
kan men dergelijke problemen niet oplossen. In een
artikel in de ;,Manchester Guardiian” onlangs nog
heeft S’amuel Oourtaul’d, die een ‘hoogstaand man is en het weten kan, zeer duidelijk gezegd, dat zelfs bij
een aanzienlijke vergrooting der capaciteit zijner on-
derneming een verlaging vaii den :kostprjb proble-
matiek zou zijn.
1)
Zeer zeker ‘kunnen de oude onder-
nemingen; die de naar kunstzijdebegrippeu ,,vetto”
jaren ‘hebben ‘medegemaakt en sterk afgeschreven, ook
op een lager prijsniveau ‘nog met ‘goede resultaten
werken; in hoeverre de nieuwe, alleenitaande fabrie-
ken in. de verschillende landen, en voorts die onder-
nemingen, die zich tezeer aan financieele acrobatiek
hebben ‘bezond’igd, zulk een prijsdaling zouden over-
leven, valt met geen ‘mogelijkheid te voorspellen;
1)
,,Tlier is no reason to toppose that to-day’s costs of
production of artificial
silk will
admit of further clrastic
reductions. The varieties known st present will only be
produced more cheaply by careful attention to and mocli-
1
ications of detn.iis and by all-round increases of efficiency
not bij raclical al,tera’bions of method. Progressive makers
have long been alive to the aclva.ntages of mass produc-
tion, and there is no’hope of much further economy in
this clirection. Most of the raw materials and cliemicals
employed are in common use all over the conirnercial
world. The sources of supply are wiclespreacl, and there
is not much likel’ihood ‘of fjheir being oheaper in the future;
in f act, as regar’ds some of the most ‘important, the tesi-
dency is the other way. Neither is labour likely to become
any cheaper. It isbould ‘be real.isecl that the labour is not
the preponderating factor in the oost sheet of the artificial
silk maker, and also that ]ow-.prioecl labour is not neces-
sarily cheap isa an indutry which requires
stick
a high
drigree of elf iciency……
zulks hangt natuurlijik o.a. af van locale toestanden,
kwaliteit, speciale eigenschappen van het garen, enz.;
gewoonlijk vallen de minder krachtige leden van het
gilde bij ‘dergelijke gelegenheden al spoedig uit en ko-
men dan de prijzen automatisch weder op een peil, dat
productie en consumptie aan elkander kan ‘doen be-
antwoorden – wij spreken natuurlijk veronderstel-
lenderwijze en van een waarschijnlijk verwijderde toe-
komst -. In afwijking echter ‘van de verwachtingen
van de ,,Frkf. Ztg.” ziet ‘het er eerder naar uit, dat
als ‘die verlaging werkelijk m’ocht intreden, juist de
[taliaansche fabrieken het het zwaarst te verantwoor-
den zouden k
r
ijgen. Deze zijn toch, wat den afzet der
garens aangaat – zij het in mindere mate dan de
Hollandsche fabrieken – hoofdzakelijk aangewezen op export; zij leveren echter in tegenstelling met de
Hollartdsche fabrieken meest de grove garens, die
niet eens voor alle doeleinden gebruikt kunnen wor-
den, terwijl cle kwaliteit over het algemeen ver bij
die der Hou, fabrieken achterstaat en deze ook in
financieel opzicht, aan eventueele stormen beter het
hoofd z’ouden kunnen bieden.
In werkelijkheid en ‘niettegènstaande alle geschrijf
omtrent verdere prijsverlagingen is de toestand op
het oogenbli;k deze, dat werkelijk prima garens van
de goede merken al even sc’haarsch zijn als ooit: zie
ongunstige toestand der textielindustrie in eenige
Europeesche landen wordt namelijk gecompenseerd
door de groote, vraag naar goede garens van dç zijde
der Amerikaan sche in’clustrie, waar de kunstzijdenga-
renfa’brieken niet de geringste moeite ondervinden
hun productie feitelijk tot het einde des jaars uit te verkoopen en onherroepelijk nieuwe orders zullen
moeten weigeren. De V. S. zelf produceeren een der-de der wereldproductie; de invoer gedurende het jaar
eindigend uit. Juni I.I. bedroeg ver beneden ‘de 4
millioen lbs. of nog geen 8 pOt. der productie der V. S. zelf; om welke hoeveelheden het ‘daar gaat,
moge hieruit blijken, dat alleen de capaciteit der
Amerikaansche fabriek van het Tubize-concern bin-
nenkort wordt gebracht van 6 op S mill’ioen lbs. per
jaar, du dubbel zooveel als de geheele import uit
alle Europesche landen te iamen; en de productie
dei’ American Tiscose Co., overtreft deze nog eenige
malen. Amerika is het lknd ‘der verrassingen, doch
een afzetgebied schijnt nog wel voorhanden te zijn.
De tegenzin bij de verwerking van kuustzijdenga-
reus, waarop de inzender in de ,,N. R. Ort.” vijst,
is wat Holland betreft, in overeenstemming m’et de
werkelijkheid, doch….Holland is nu eenmaal niet
de spil waar de geheele wereld om draait. In een
vorig artikel in dit weekblad ‘) werd reeds gesigna-leerd, dat onze industrie, wat de toepassing van het
kunstmatig materiaal aangaat, w’el wat heel erg ach-teraan komt. Hadden andere lmiden vak oudsher een
gevestigde industrie van natuurlijke zijde, fantasie-
artikelen enz., ‘die zich zonder veel moeite ‘of kosten,
noch ingrijpende veranderingen ook van het nieuwe
kun stzijdengaren kon bedienen, hier te lande ontbrak
deze zoo goed als geheel. Onze groote fabrieken, die
bijna geen fantasie-artikelen maken, doc’h aangewezen
zijn op mas’saproduotie voor export en ‘dan nog ‘van
artikelen, waarvan ieder draadje kuustzijde door stij-
ging van den toch zoo scherp gecalculeerden kost-
prijs, de verkoopbaarheid zou belemmeren, kunnen
zich moeilijk veroorloven onmiddellijk speciale spoel-
machines etc. aan te schaffen, voor zij zekerheid heb-
ben, dat op verwerking op groote schaal blijvend mag
worden gerekend. Het opleiden van personeel, dat,
zooais ‘vooral in de provincie vaak voorkomt, gèwo’o’mi
is ‘s avonds na het werk in de fabriek, thuis hoeren-werk of anderen groven arbeid te verrichten, tot het
hanteeren enz. van het fijne, gemakkelijk te bescha-
d’igen garen, gebeurt ook al niet in een vloek en een
zucht; in and’ere landen is daarin wel een hooge trap
1)
[Zie pag.,
256
in het No. van
25
Mrt. II. – Rot.]
26 Augustus 1925
ECONOMISCH-STATISTISÇHE BERICHTEN
727
van v’olmaaktheid bereikt, doch slechts d-Qor het ‘er-
richten van dergelijke werkzaamheden van geslacht
op geslacht,. Ook cle hier te lande in gebruik zijnde
getouwen en machines zijn niet op de eerste plaats
op ‘de yerwrking van kunstzijde berekend. Dit f es-tencomplex, meer nog dan de prijs, die toch ok door
de fabrikanten in het buitenland moet worden be-
ta-ald, – en er is geen huid ter wereld waar prima
garens tegen ‘uike lage prijzen verkrjgbaar zijn als
juist Holland – heëft steeds remmend gewerkt.
Voegt men, om de hand in eigen boezem te steken,
hier nog aan toe de sterke neiging, om eerst eens de
kat uit den boom te kijken, en de vrees niet het on-
derste uit -de kan te icrijgen, die als een samenge-
twi,jnde draad, fijn naar ijzersterk, door ons geheele
volkskarekter loopt
;
zoodat men negeerend of zelfs
critiseerencl blijft staan tegenover ‘anderer pogen –
en slagen, en zelf met het absoluut vereischte expe-
rimenteeren ter verkrijging van routine en er’v’armg,
eerst -veel later is begonnen, dan heeft men in het
kort de voornaamste oorzaken van de terughoudend-
heid, of indien dit te zwak is gezegd, van •den ver-
klaarbaren tegenzin, der textiel-industrie. Jamnier ge-
rioeg, is het mogelijk, dat de Hollandsche textiel-
industrie zich daardoor een kans zal moeten laten
ontglipp’en; ‘het fiscale -gedrocht, dat kortgeleden uit
de -de-partemen-tale binnenkamers van -den. alwetenden
heer Wi-nston Churchill is losgebroken, heeft de En-
gelsche textieii rïd ustri e een gev’oeii gen knak gegeven
en vooral voor zoo
v
er. het den ex-port betreft aan
kriollende handen gelegd, ‘an welke constellatie onze
industrie op de allereerste plaats partij had kunnen
trekken. Het schijnt, dat o.a. deze overweging de om
haar voortvarendheid bekende Arnhemsche onderne-
ming ‘bewogen heeft een aanzienlijk kapitaal, mits-
gaders haar ervaring enz. ter beschikking te stellen
van een groote katoenweverij in het Zuiden des lands,
die zich reed-s lang met het ‘op ruime sc’haal woven
van kun stzijde -bezig -hield’.
1-let -geheele vraagstuk ‘van het ku.nst,nratig mate-
riaal beschoiwe men ten slotte niet in te eng ver-
band; met de thans in gebruik zijnde garens is ‘het
laatste woord -natuurlijk nog lang niet gesproken. Het
viscoseproces, ‘dat -om zijn goedkoopte, en omdat zijn
primaire patenten erjaard zijn, op z’oo groote schaal
toepassing vindt, -is alreeds niet -meer het nieuwste,
• evenmin waarschijnlijk het goedkoopste. Gelukt het
niet den prijs van een der garens volgens de thans
in zwang zijn-de procédés op het prijsniveau van ka-
toen te bron-gen, men kan er zeker van
zijn,
‘dat bij
-cle duizelingwekkende nelheid, waarmede in die
industrie wordt geleefd, ‘het slechts een kwestie van
tijd is, of -de chemische wetenschap ontwikkelt een
kunstmatig materiaal, ‘misschien zonder glans
;
maar
dan weder met andere waardevolle eigenschappen, dat
opnieuw één of moer natuurlj’ke vezels kan vervan-
gen. Want ‘hierop komt ten slotte ‘het geheele vraag-
stuk neer, dat Ide tex-tjielindustrie – na die der levens,
middelen voor -de me’nschhoid de belangrijkste –
bezig is in betrekkelijk korten
tijd.
een ‘gron-dige revo-
lutie te ondergaan, al zijn zelfs zij, die midden in de
Fabricage van het kunstmatig materiaal staan, zich
hiervan vaak onbewust. Die overgang van het natuur-
lijk naar het kunstmatig materiaal is een proces, dat
verdient grondig bestudeerd te worden, en waaraan
vooral geenerlei belemmeringen, van wei-ken aard ook,
mogen worden in den weg gelegd. De belangstelling
van de twee categorieën vaderlanders, waarop in den
aanhef van dit artikel werd gezinspeeld, -kan daarbij
gevoegelijk worden ont’beerd ,’daarentegen loopt de text:ielfabrikant, clie zich op het standpunt stelt, dat
dit wereld-gebeuren ‘hem niet aangaat, en die onbe-
v
rogen blijft bij dit heftig gistingsproces, allicht een
goede kans te ‘verstarren en te vergaan. Er is ‘hier te
lande een reeks van uitstekend geleide groote textiel-ondernemingen, die in geen enkel opzicht bij het bui-
tenland behoeven achter te staan; indien zij’ de tee-
kenen des tijds niet misverstaan, ligt er voor ‘hen een grootsche taak in het verschiet.
A. W.
EENE UiTSPRAAK VAN HET
HO 0 GGERECHTSHOF BETREFFENDE TRANS’
–
•
ACTIES VAN JAVA-SUIKER.
Onder bovenstaand opschrift geeft -de -heer A. Volz
in No. 499 van 22 Juli een uittreksol van ‘het arrest
dd. 7 Mei
1925,
geweten door ‘het Hooggerechtshof
van Nederl-an’dsh-mndië in •eene procedure ‘tussdhen
de N.V. Liong Bie en de Weeskanier als curatrice
in het faillissement ‘der Java Oversea Company.
Hot komt mij voor niet van ‘belanig’onbloot te
zijn •de door het Hof gegeven beslissing iets nader
te bekijken, aangezien ‘deze -den in-druk maakt op
harde wijze in te grijpen ‘in tot dusverre in ‘den Java-
handel bestaan hebbende gewoonten en gebruiken.
Allereerst vestig ik ‘de aandacht op ‘de ‘door mij
gecursi’veerde ‘woorden,welke voorkomen in eene pas-
sage van het vonnis, die luidt:
,,da’t derhalve ‘cle
beantwoording
der vraag, hoe art. 38
der Faillissenie,ntswet behoort te worden verstaan,
wèl
tot riolrisn6ei strikken kan om te geraken tot een juist
begrip van art. 37 der ]?ai’l-lisiementsverordening, maar
• a1ie-t zonder meer kan bepalen welke beteekenis lautst
g
–
gemoemil. artikel heeft
voor
den gere gelden. ternsijnhandel
zooals die zich hier ie lande voordoet.”
aangezien – naar ik vermoed – het voor velen eene
openbaring geweest zal zijn te zien ‘dat, ‘door den
‘hoogsten rechter in N’eder-landsch-In’dië thans -is uit-
gemaakt, dat er op Java inderdaad ,,termijnhandel”
bestaat, in -den zin, ‘die -de wet aan ‘dit begrip toe-
kent en met alle consequenties – althans in verband
met ‘de Indische ‘Paillissemontsvero.rdening – daar-
aan verbonden: ‘ • ‘ –
– De vraag wordt “dus niet eerst
gcsteldi,
èf -er ‘in Naderlan’dsch-Indië ,,terrnijnhandei” plaats vindt en
daarop Ibevestigend geantwoord ‘op -grond van over-
wregingen; neen; er wor-dt gezegd
:,,voor’
den ge’,’e,-
gelden termijn.ho.n.del zooals deze zich hier ie’ lande
voordoet.”
Het voldongen feit wordt, dus gesteld en de handel
heeft, deze uitspraak in ‘hoogste instantie slechts te
aanvaarden, zon-der meer.
Moge ‘da-t feit – aooais ik tevoren zeide – voor
velen eene open!haring ziji geweest, ‘voor mij persoon-
lijk was het zulks allerminst,.
Toen ik in November 1923 in een artikel (,,E.-S.
B.” No. 413) schreef:
,,;,.-ontkeud kan niet worden, -dat het beeld, -dat de
tweodohan-dsoh handelaar ons tegqnwioos’dig te zien geeft,
althans eenigen twijfel zou -kunaen ‘doen rijzen, of al
dan niet, van eene analogie :ten opzichte van ,,terrnij.n-
zaken’ mag worden gesproken. Afgezien nu van alle
andere hierboven aangeduide gevaren waaraar4 -do Java-
procluctenhandel-aar blooicstaat en clie -ten slotte nog min
of meer zou-den kunnen wor-den vergeleken bij risico’s
verbonden aan credliietverleening,
heeft zich echter daar-
aan sedert een nieuw gevaar gepaard, in; den vorm van
een zoo juist uitgesproken twij fel, nu – zo,oals
wij heb-
ben gezien, het voor -de tweede hand geene nocaciwenidig-
hciicl
meer is, oni
te harer beschikking zijnd
product te
verhandelen,
immers deze twijfel op zichzelf kan tot ver-
strekke’nrl,e consequenties voeren…,.”
stond ij bij het ‘neerschrijven van -dc laatste – hier
thans cursief gedrukte – woorden de
?nogel171cheid
van eene rechterlijke beslissing, zooals ‘die ‘thans is
tot stand gekomen, reeds ‘duidelijk vooi: -den ‘geest.
Het moge waar zijn, ‘dat deze uitspraak is ,,in strijd
met dle tot ‘dusver ‘vrijwel algemeen in ‘han’clelskri-ngen
op Java gehu’i-digde opvatting”, zooais de ‘heer ‘Voiz
zegt; wellicht ‘zelfs zullen ‘dienten gevolge complicaties
‘van an-dern aard in de toekomst -niet uitblijven, doch
nu ‘deze uitspraak er eenmaal
is,
is het niet anders
-dan logisch te noemen, ‘dat de schadeloosstelling zal
worden berekend – in geval van faillissement —
728
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
26 Augustus 1925
naar de marktwaarde op den dag van het fail’lisse-
men-t, immers consequent doorredeneerende, ligt het
in de rede van het geveIdevonnis, dat de benadeelde
partij zich lop dien dag kan dekken, hetzij door ver-
koop dan wel inkoop – een en ander tot de alsdan
geldende mark-twaarcle en aldus hare schade kan be-
perken tot het verschil tusschen den overeengekomen
prijs en de marktwaarde-op den dag van het faillis-
sement.
Dit alles echter – hoe mooi zich ‘dit ook laat aan-
hooren – zal in de practijk – waar er in Indië geen
beurs bestaat waar dagelijks marktprijzen officieel worden vastgesteld en er herhaaldelijk weken ver-
strijken -waarin transacties niet plaatsvinden – tot
ein’delooze moeilijkheden moeten leiden.
Tot dusver dus gold het ‘begrip, dat slechts van ,,ge-
regelden termijnhandel” ‘gesproken kon worden, daar
waar een kooper levering, een ‘verkooper het afnemen
van
het verhandelde
onder alle omstandigheden
kon
eischen. Hiermede is thans gebroken enf eene
schadeloosstelling èf eene schadevergoeding kan
voortaan daarvoor in de plaats treden, n.l. •in geval
van faillissement van een der contracteerende par-
tijen.
Dat ‘s Hofs beslissing als zoodanig, zich niet alleen
beperkt tot het artikel suiker, doch look geldt voor producten als Robusta koffie (zonder nadere plan-
tage-aanwizin’g), Rubber, Banka-tin -enz., is duidelijk.
14 Augustus 1925.
TH. G. H. STIBBE.
DE TWEEDE INTERNATIONALE 00 NFLREN-
TIE OVER DE ARBEID88TATT8T.1 h’K.
Op de agenda voor deze conferentie, weJke door ‘den
1)irecteur van het In’ternociounio Arbeid,lureau vai’i
20-25 April 1925 te Genève bijeengeroepen was,
stond een 4-tal onderwerpen:
lo.
de bedrijfsclassifi-
catie, 2o. de reëele bonen,, 3o. de
indexcijfers
der kos-
ten van het levensonderhoud, 4o. de statistiek van de
werkloosheid.
De
bedrijfsclassificatie
had reeds op de eerste con-
ferentie in 1923 aanleiding gegeven tot ,een uitvoe-
rige gedachtenwisseling.
1)
Besloten was toen dat het
Intern. Arb. Bureau (BIT.) – in afwachting van
een uniforme internationale ‘op wetenschappelijke
grondslagen berustende bedrijfsclassificatie – na
raadpleging van andere instellingen, op statistisch ge-
bied een lijkt zou ontwerpen van die takken van nij-
verhei-d, welke in de meeste inidustrieele landen voor-
komen; paste eik land zijn eigen classificatie zooveel
mogelijk daarbij eau, ‘dan zou men voor elk onderdeel
van die lijst tot
ergelijlkbar.e gegevens Ikunmenkomen.
Nu had h’et B.I.T. echter weder een ‘volledige lijst van industrieën samengesteld, thans veel meer gede-
tailleerd, doch niet gegroepeerd naar ‘bedrijfsklassen.
Het had ‘hierover niet het oordeel der Statistische
Bureaux in ‘de verschillencle landen ingewonnen:
Zooals te voorzien
was,
‘bestonden tegen deze niieu-
we volledige lijst niet minder lbezwaren dan tegen de
in 1923 voorgestelde -classificatie. Het standpunt van
Nederlandsche zijde ingenomen was dat het voor deze
conferentie onmogelijk zou zijn een volledige indee-ling der ‘industrie vast te stellen. Dit toch is een zeer
omvangrijke arbeid van technischen aard, een werk
dat geregeld ‘bijgch’ouden moet worden en waarvoor
het moest aangewezen scheen een internationaal sta-
tistisch bureau, dat daarvoor voortdurend vooling
houdt, met, de stat. bureaux en met de in’dusf,rieelen
in do verschillende landen. Verder was het Nederland-
sche standpunt ‘dat het B.I.T., waartoe de besprekin-
gen ook mochten leiden, zich, ter oorkominig van ver-
warving, niet tot de verschillende Regeeringen zou wenden met ‘de vraag de nieuwe lijst toe te passen,
maar dat het zich zou richten tot het Institut Inter-
national de Statistique, het de meeste autoriteit be-
1)
Zie ,,Ecoii.-Stat. Ber.” van 13 Febr.
’24 blz. 154
en vlg.
zittend lichaam, opdat dit zou kunnen overwegen, hoe
verder te ‘handelen ware. Immers juist een week te
voren was te ‘s-Gravenhage ‘de Commission d’Etudes,
samengesteld uit vertegenwoordigers van den Volken-
hond en het 1. I. de Stat. samengekomen om te be-
raadslagen o.a. over een door den welbekenden Pran-
schen statisticus Lucien March over ditzelfde onder-
werp uitgebracht rapport, -dat in September a.s. op
de zitting van het 1. 1. de Stat. te Rome in be.han-
cleliug komt.
Resultaat der beraadslagingen was ‘dat op voorstel
van den heer Hu’ber, directeur van de Statistique
G-é.nérale -do la France, die zich geheel ‘vereonigde -met
het de’n’kbeeld om de samenstelling van de definitieve
lijst aan het 1. 1. de Stat. over te laten, ‘besloten werd
om, evenals in 1923, het B.I.T. uit te noodigen, na
raadpleging van de statistische diensten en de intern.
sta
–
t. instellingen, een lijst samen te stellen uitsluitetd
van de voornaamste takken rein -nijverheid.
Met het doel om een nog beter inzicht te krijgen
in cle vraag of ‘het mogelijk ware een meer volledige
lijst te
krijgen
welke als -bas:is voor internatiouale
vergelijking der statistieken zou kunnen dienen, -werd
hieraan •op voorstel van Engelsche zijde toegevoegd
een ui’tnoodi-gin-g aan het B.I.T. om aan ‘de verschil-
lende Regeeningen haar opmerkingen over de door di.t Bureau ontworpen lijst
te ‘vragen.
De commissie belast met de behandeling van de rap-
porten over de
co’ût de la vie
en de
salaires réels,
(‘d.w.z. de werkelijke 1-oonen, waarbij rekening is ge-
hou-den met ide kosten van ‘het levensonderhoud, in
tegenstelling ‘dus met de gel-dloonen) zag zich voor
een niet lichte taak geplaatst.
De
moeilijkheden
van theoretischen en ‘van practi-
schen aard, die zich bij ‘deze bei’de, aan elkaar ver-
wante onderwepen voordoen, zijn van dien aard, dat
niet te verwachten was ‘dat men to-t een allen geheel bevredigende oplossing zou ‘komen. In meer opzich-
ten heeft men zich tevreden moeten ‘stellen met het
aangeven van middelen ter verkrjging van henade-
rende resultaten. Men besloot om ‘de bespr-ekin’g van
de nthnden ‘van samenstelling van in’dexcijfers, noo-
dlig voor eene internationale vergelijking van de wer-
kelijke bonen tot la-ter uit te stellen, -en zich ditmaal
te bepalen tot het onderzoek van de beginselen, ‘vol-
gens welke indexcijfers moeten ‘worden -samengesteld,
waarvan hef, doel is de wijzigingen ria ‘te gaan, welke
zich ‘in den loop van den tijd in een en hetzelfde land
voordoen.
Er zijn ‘drie methodes: le. die der ,,budgets-types”
of ,,Ibudgetsfamil’iaux”, waarbi -de gegevens noodig
voor de vaststelling van de ver’bru.ikscoëfficiënten der
verschillende artikelen rechtstreeks hij de gezinneu
,,re
rzam
ei,d worden, 2o. die van -de ,,consom-ma-ti-on ‘gb-
-baie”, waarbij de coëfficiënten gebaseerd zijn op het totaal verbruik van een 1-anti, berekend ‘door van de
som van productie en invoer van elk der verschillende
artikelen den uitvoer af te trek-ken, 3o. -de methode
‘van het ,,hudget ‘Uhéorique”, waarbij een gefi-rigeerd
budget ‘ontworpen wordt, -deels op grond van de vo-e-
din-gsw-aard-e der verschillende voedingsmiddelen in
calorieën en waarbij uitgegaan word-t van ‘het mini –
mum dat een mensch noodig ‘heeft, deels op -grond ‘van
andere beschikbare gegevens. Terwijl de twee eerste
methodes geschikt zijn, in tijden, waarin het ver-
bruik der verschillende artikelen slechts weinig va-
rieert, kan ‘de laatste methode diensten bewijzen hij
belangrijke en snelle wijzigingen in kwaliteit en kwan-
titeit van het verbruik; vandaar dat ze clan ook toe-
pass-ing heeft -gevonden in Oentraal-E u;ropa.
Een a,ntal resoLuties werd aangenomen, waarin
o.a. de wenschelijkheid werd uitgesproken, ‘dat eik
land -statistieken van de kosten van het levensonder-houd zal pu’bliceeren, aangevenide de prijen v-an le-
vensmiddelen, kleeding, verwarming en verlichting,
hu:is’huur en van de ‘overige artikel-en. Naar aanlei-
26 Augustus 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
729
ding van het an Noden, zijde aangesned’en vraag-
stuk van de al of niet opneming der directe belastin-
gen onder de uitgaven, werd besloten, dat de gegevens
voor zooveel mogelijk in staat zouden moeten stell?n
het verschil na te gaan indien deze belastingen wèl en
indien ze niet meegerekend werden. Verder sproken
de resoluties de wenschelijkh-eid uit, om afzonderlijke
indexcijfers te berekenen voor die groepen ‘van arbei-
clers en voor die streken, welke in economisch op-
zicht aanmerkelij’k van de andere afwijken. Bij’ corn.
binatie ider ‘bijzondere indexcijfers tot een nationaal
in-dexcijfer ware rekening te houden met den om’van-g
van elke groep. Als -de beste wijze om te komen tot
vaststelling der verbruikscoëff-ic-iënten weiicl aanbevo-
len de m-eijhc1e ‘van het budget-familial, gbaseerd op
eene enquête naar de gemiddelde uitgaven van een
aantal gezinnen gedurende een bepaalde periode.
Verder werd aanbevolen om in landen, waar de
enquête naar het budget-familial reeds eenige jaren
geleden plaats gdhad ‘had, een nieuw onderzoek -in te
stellen en ook om internationaal een en hetzelfde jaar
als ‘basis ‘voor een nieuw te beginnen serie indices aan
te herixen.
1)
Wij kunnen van di-t onderwerp niet afstappen zon-
der het in hooge mate te betreuren, dat ‘het Neder-
landsche Oentraal -Bureau ‘voor de Statistiek niet in
de gelegenheid is iets- op dit gebied te fdoen. Bekend
is, dat de Regeering zich niet heeft kunnen vereeni-
gen -met het -in 1921 door ‘de Cen-tr. Comm. ‘v. d. Stat.
gedane ‘voorstel tot het instellen van een budget-sta-
tistiek in een aantal gemeenten over het .gcheele land
verspreid. Dank zij de bem’oeiingen van ‘het Gemeen-
telijk Statistisch Bureau te Amsterdam -beschikken wij
0-ver een uitstekende statistiek voor -de hoofdstad des
lands, en voorbeeld door ‘s-Gr-avenhage gevolgd, maar
omtrent de kosten van ‘het levensondeihoud in onze
voornaamste i-u-du-strieplaatsen, in -de mijnstrek, op
het platteland weten wij niets. Mooi is ‘dit niet voor
een land, waar nog wei ‘het Office Permanent van
het Inst. Intern. de Stat. gevestigd is! In Egypte b.v.
publiceert men afzonderlijke i-nidexci,jfers voor Oaïro,
de andere go-uvernemen’ten, Opper- en Neder-Egy-pte. ‘)
De besprekingen over ‘de
reëele looneis waren ‘voor
een ‘groet deel gewijd aan •de -internationale ver-gelij-
kingen van ‘de loon en, welke het B.I.T. sedert eenigen
tijd publiceert in -de Revue internationale -du T-ravail
en waarvan Ir. B. B61ger -een beschrijving gaf in de ,,Econ.-Stat. Ben.” van 7 Januari j.l. blz. 1 en vlg.
Daar -deze -i-n-d-excijfers niet beschouwd kunnen won-
-den de werkelijke ‘verschillen in den levensstandaard
der arbeiders, welke zich in de verschillende landen
onderling voordoen, aan te -geven, werd de wensch uit-
gesproken, -dat een tweede ‘serie irn’d’excijfers samen-
gesteld zou worden, pa.rallel aan -de eerste, waaruit
het ‘vetschil in niveau van het leven der arbders-
kla-sen in de verschillende lan-den zou blijken. Daarbij –
zou men moeten uitgaan van -cle werkelijke ‘verdien-
sten van de arbeidersgezinnen (niet van – -de ‘gezins-
hoofden alleen) en rekening houd-en met het ‘verschil
in de p-hys-iol’ogische -behoeften ‘der bevolking, als -ge-
volg van verschil -in ras en klimaat. Er werd op aan-
gedrongen, dat het B.I.T. -een zoo nauwkeurig moge-
lijke
beschrijving
van -de -gevolgde methode van bere-
kening zou geven en daarbij alle reserves vermelden
raaronder de uitkomsten slechts aanvaard zouden
mogen worden.
Wat ten slotte de statistiek van -cle
werkloosheid
betreft, -meen-de ‘de conferentie -dat voor die landen,
waar een uitgebreid systeem van verzekering tegen
werkloosheid -bestaat, de gegevens welke hierdoor ver-
1)
De volledige tekst van alle op cle Conferentie aangeno-
men resoluties wordt opgenomen in het Maa.ndsehr-ift van
het Centr. Bureau v. -cl. Statistiek,’. aH. 8, 1925.
‘) Zie Report on Cost of Livi-ng, uitgegeven door het
Statist-icai Department, Cairo 1920 en verder de ,,Monthly
Statisties”.
‘kregen kunnen werden, de -beste bas-is ‘voor de werk-
loozensta’tistiek vormen.
Deze statistieken zouden minstens -de volgende in-
lichtingen moet-en geven: lo. ééns per jaar, het totaal –
aantal verzekerden, ‘voor zoover mogelijk in ‘ver’h-çu-
-ding tot -het totaal aantal arbeiders; 2o. ééns per
maan.d het absoluut aan-tal werkl’oozen, die uitkeering
ontvingen en -het absoluut aantal verzekerde werkloo-
zen ouv-erscihillig of zij- al dan niet u-itkeering ontv’in-
gen, op één bepaalden datum; 3-o. ééns per -maand, de
verhouding tussdhen het aan-tal verzeker-de werkioo-
zen (onverschillig of zij’ al -dan niet uitkeering ont-
vingen) ‘en het aantal verzekerden, op één bepaalden
-dag; 4o. elk jaar, het totaal bedrag -der uitkeeringen.
Wie met -d’e Nederlan’dsche Statistiek kekend is,
w-eet -dat ‘deze
–
veel verder gaat. Wij -geven niet het
aantal werikloozen ‘op één ‘bepaalden dag, maar -het
aantal -werkloozen, ‘dat in -den loop van elke -week als
zood:anig ingeschreven is. Verd-er -publiceert het 0.
Bur. v. d. Stat. een ,,indexcijfer” der werkloosheid,
dat -de verhouding aangeeft tusschen het werkelij-lc aantal dagen werkloosheid (mcl. partieele werkloos-
hei’,çl) en het aantal
–dagen dat alle in het onderzoek
betrokkenen werkloos had-den kunnen zijn. Door den
Nederl. ‘gedelegeerde is in verband hiermede ter con-
ferenti-e medegedeeld, ‘dat niet te verwachten was dat
Nederland zijn veel betere statistiek zou wijzigen, n’oc-h
dat daarn-evens een statis’tik zou worden samenge-
steld, welke aan -de -bovengenoemde verlangens ‘beant-
wo-or’dde. Immers daarvoor zouden o.a. wijziging in
de administratie ‘der wer-kloozcnkass-en en vermeerde-
ring ‘van personeel aan het Oentr. Bur. noodig zij-n.
Met algemeene sternmeh werd in -de séance plénière
besloten in de resoluties de bijzondere aandacht op
de ‘methode der Nederlan-d’sc-he werkl-oozen statistiek
te vestigen. Van de vele overige resoluties vermelden wij- kort-
hei-dshalve alleen -die, waarbij -de wen-scheljkhei-d uit-
gesproken werd -om ‘bij gebreke van statistidken, ge-
baseerd op verplichte of facuitati-e’ve verzekering, bij
de vakvereenigi’n’gen -gegevens ‘te verzamelen, ‘voorts
die waarbij aanbevelingen gedaan werden ten opzichte
van de statistiek -der arbeidsbeurzen, evenals van de
statistiek van de -bedrijvigheid. Laatstbedoeide statis-
tik ‘beoogt een periodiek overzicht te geven van het
aantal arbeiders in, ‘dienst hij een representatief aan-
tal speciaal uitgekozen ondernemingen; een statistiek
welke in Nederland nog niet -bestaat.
,.Wij besluiten dit artikel met medeicleeling -dat ter voorkoming ‘van verwarring als gevolg van onafhan-
kelijik van elkaar -genomen besluiten, onlangs een Oom-
mission mixte – wel te onderscheiden van -de hier-
voor genoemde -Commission d’Etudes – tot stand ge-
komen -is, bestaan-do uit ‘vertegenwoordigers van ‘het
lust. Int. -de S-tat-. en ‘het B.I.T.
Bij
‘deze Commissie,
waarin o.a. Prof. Mr. H. W. Methors’t zitting heeft,
zijn thans -in onderzoek -de statis-tinken van -de onge-vallen (behandeld op d-e iste Conferentie -der arheids-
statistici), ‘de werkelijke bonen, de ‘kosten van het
levens-onderhoud en de werkloosheid. De uit te bren-
gen rapporten zuilen later behandeld worden in een
-der zittingen van ‘het I-nstitut.
Augustus 1925.
E. W. VAN DASI VAN IS5ELT.
DE RIJKSMIDDELEN.
In -di-t nummer treft men aan het gebruikelijke
overzicht van -de op’hren-gst -der Rijksmi’ddelen -over
de maand Juli 1925, vergebelen met de o’vereenkom-
stige
cijfers
van Juli 1924.
De -gewone middelen ‘brachten in ‘de af’geloopen
maand
f
37.400.300 op tegen
f
37.362.800 in Juli
1924 en vertoonen -m-itsdien een ‘vooruitgang van
f
37.500. Neemt men evenwel in aanmerking, dat de
nijwielbel-asting, die in Juli 1924 -nog -geen bate v-oor
de schatkist afwierp, ‘ditmaal nog
f
160.600 oplever-
de, -dan blijkt, -dat ‘de -overige ‘middelen in d-e afge-
730
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
26 Augustus 1925
loopen maand f 123.100 minder ‘hebben opgebracht
clan in de overeonkomstige maand v4n het vorige jaar.
De totale opbrengst in •de afgeloopen maand over-
trof de raming met een bedrag van
f
2.511.800.
De opbrengst over de eerste zeven maanden van
1925 bedroeg f.18.930.100 meer dan de opbrengst in
hetzelfde tijdvak van het vorige jaar, terwijl de ra-
ming met
f
21.451.200 werd overschreden. Laat men
echter, om een meer zuivere vergelijking te krijgen,
ook hierbij de rijwielbelasting, ,dio dit jaar in ‘totaal
reeds
f
6.419.400 opleverde, ‘buiten beschouwing, •dan
blijkt, dat ‘de opbrengst in .het vorige jaar en de
raming met ondrsoheidenlijk
f
12.511.300 en
f
11.954.400 werden overtroffen.
In vergelijking ‘met ‘de overeon.komstigo maand des
vorigen jaars vertoonden de grondhelasting, ‘de divi-
dend- en tantièmdbelasting, de wijn-, de gedistilleerd-,
de zout- en de hieraccijns, ide ‘zegelrechten, de registra-
tierecht’en, de invoerrechten, de statistiekreciten, de
domeinen en de ioodsgel.dea en van de ‘kleinere mid-
delen de belasting op gouden en zil’veren werken en
het recht op de mijnen een honger opbrengstcijfer.
Daarentegen brachten minder op de person ccle belas-
tin g, de inkomstenbelasting, de vermogen sbelastin g,
do suiker-, de geslacht- en’de tabaksaccij.ns en de suc-
cessierechten.’ Het goheel maakt een ‘bevredigen-
den indruk.
Evenals ‘in al de vorige maanden van dit jaar gaf
de gron’die]asting ook nu een ‘hoogere opbrengst te
zien dan in Juli 1924; het voord’eelig verschil beliep
ditmaal niet minder ‘dan
f
511.400. Daarentegen ver-
toonde de person’eel’e ‘belasting ‘thans een lager op-
brengstcijfer (van
f
61.000), een gering verschil ove-
rigens, dat geheel gecompenseerd wordt ‘door ‘de rui-
mere ontvangsten van dit middel in vorige maanden. De op’hrengstnn der heide ‘hierbecioelde belastingen
in de eerste 7 maanden van 1925 kwamen rcsp.
f
1.843.800 en
f
1.204.400 uit boven die van hetzelfde
tijdvak van het vorige jaar. Ook ‘de raining werd, ge-
rekenci naar de eerste 7 maanden, bij de grond’beias-
tirig ‘overschreden, n.l. met
f
3.381.800; hij de perso-
neele ‘belasting bleef de opbrengst evenwel
f
2.133.100
hij de raming ten achter. Wat cle grondbel’asting be-
treft, verlieze men hierbij niet uit ‘het •oog, dat de
betaling ervan feitelijk eerst in de ‘maanden Juni en Juli van elk jaar ‘begint.
De inkomstenbelasting gaf een mindere optbreugst
te boken ‘dan in Juli 1924. Het decres ‘bedroeg dit..
maal niet minder dan
f
1.576.900, waarin ongetwij-
feld de nawei4cing van het ongunstig economisch ‘ver-
leden is te ouderkennen. Vergelijkt men de ontvang-
sten uit deze belasting over de eerste zeven maanden
van 1924 en 1925, ‘dan blijkt, ‘dat de opbrengsten zich
als volgt over ‘de verschillende dienstjaren splitsen:
Jan. t/m. Juli
1924.
Jan. t/m. Juli 1925.
1920f21. ………..
f
888.300
–
1921/22 ……….,,
3.315.500
–
1922/23
….. .. ….
,, 11.835.500
f
2.834.1.00
1923124 …………
45.988.400
,,
8.553.800
1924/25 …………984.500
48.808.800
1.925f26
……….
– ‘
,,
1.327.000
f
62.962.200
f
61.023.200
De vergelijking ‘valt dus in het voordeel van 1924
uit en ‘dit niettegenstaan’cle het feit, dat de snellere
InvoLdering en ‘de ‘scherpere contrôle nog steeds haar
invloed doen gevoelen. Ook blijkt hieruit weer, hoe
uiterst voorzichtig men moet zijn, om uit doii loop
van dit middel in een bepaalde maand een conclusie
‘te trekken. Aangeteekeod zij nog, dat ‘de raming in
de eerste 1 maanden met
f
11.439.900 werd overschro-
‘den; ‘hetgeen ‘evenwel niets zeg-t omtrent de ontvang-
sten, dib uit ‘dit middel nog in de resteerende maan-
den van het jaar mogen worden verwacht.
De dividend- en tantièmebelasting accresseerde met
f
384.300 en leverde thans f2.318.400 voor de schat-
k’ist op. Gezien het feit, dat’ dit middel ook reeds
ruim vloeide in de beide vorige maanden, mag hier-
uit wel worden afgeleid, ‘dat de bedrijfsresultaten van
vele ondernemingen zich in .gunstigen zin gewijzigd
hebben. De opbrengst in ‘de eerste 7 maanden van
1925 kwam f 2.866.600 uit ‘boven die van ‘hetzelfde
tijdvak van 1924, .terwijl ‘de rami’ng met
f
1.539.200
werd overschreden. Toch dient nog te worden afge
wacht, of het ruimez vloeien van dit middel zic’h ook
in de komende maanden zal voortzetten. Indien men
nl. ‘bedenkt, dat de dividend’- en tantièmdbelasting
in Augustus 1924 niet minder dan
f
5.280.800 op-
leverde, ‘dan ‘blijkt wel, dat het nog geenszins vast-
staat, dat ‘de totale opbrengst ‘van 1925 die van het
vorige jaar zal overtreffen.
Voor de mindere opbrengst de:r ‘vermogensbelasting
(f
59.400) ‘kan geen ‘bepaalde reden worden opgege-
ven. Beziet men ‘de op’brengst van dcie belasting over
de eerste 7 maanden, ‘dan blijkt, ‘dat 1925 een surplus
boven het vorige jaar heeft opeleerd van
f
47.900.
De raming werd evenwel niet bereikt; zij bedroeg
1233.100 meer ‘dan de opbrengst ‘van Januari’töt en
met Juli van het loopende jaar.
De su’ikeraccijus ‘daalde ‘ditmaal met
f
178.600;
neemt men evenwel in aanmerking, dat dit middel in
de voorafgaande maanden bijzonder ruim ‘h’eef t ge-vloeid, dan behoeft dit cijfer geen ‘onrust te ‘verwek-
ken. De wijn’accijns steeg ‘daarentegen met
f
21.600;
ook voor dit accres is ‘de oorzaak niet aanwijsbaar.
De gedistilleerdaccijns gaf ditmaal een hoogere op-
brengst (‘van
f
142.700), daar in de maand Juli vijf
betaaldagen (Don’derdagen) ‘vielen; dit is in vier
maanden van dit jaar het geval. Over het geheel ge-
‘nomen blijft de loop van dit middel teleurstel-
lend; in de eerste 7 maanden van 1925 werd
f
LOl, 9.400 minder ontvangen dan in het overeeukom-
stige tijdvak van 1924, terwijl ‘de ra’ming voor eerst-
gen oemde periode ‘de op’breigst met f 2.867.200 over-
trof. De ‘zoutaccijns nam met
f
11.300 toe door meer
verbruik van hinnenlandsch zout, terwijl ‘cie hieraccijns
nog
f
105.600 ‘klom boven de ontvangst van Juli 1924,
toen de .op 12 Mei 1924 in werking getreden accijns-
verhooging ‘haai’i’nl’ocd reeds gevoelen deed. Het
warme weder en het ‘drukke
vreem
d
e
iingenver
k
eer
be-
vorderen uiteraard het verbruik. V’oor het geringe
verschil in de opbrengst van ‘den geslachtaccijns (in Juli 1925
f
33.100) is geen reden op te geven; wel-
licht vormt de ‘daling der veeprijzen een factor van
beteek’en’is. Ten slotte moge wordor gewezen op den
taba’ksaccijns, die
f
188.700 minder inbracht dan in
Juli 1924. De verboog-ing van dozen accijns zou we-
gens het ‘eivallen van den crodiettermijn van 6
maanden voor het eerst over Juli 1925 een hoogere
opbrengst hebben moeten opleveren. Dat de opbrengst
echter voo:rioopig teleurstellend blijkt te zijn, is ver-
moecleljlc toe te scihrj’veu aan het feit, dat vrij gi’oote
voorraden v66r ‘het in werking treden van de accijns-
verhooging zijn opgeslagen en ‘do ver’hooging dus nog
niet haar voll’en invloed kan doen gevoelen.
Van de middelen, die meer in direct verband staan
met het zakenleven, brachten ‘de zegelrechteu
f
528.1,00
meer op, waarvan f 258.500 op rekening ‘van de ‘beurs-
belasting ikomt, terwijl de registrati’erechten met
f
58.100 opliepen. In deze cijfers weerspiegelen zich
de meerdere handel ter beurze en do ‘vele overdrach-
ten van vast goed. De invoerrechten gingen met
f
673.800 vooruit, een gevolg van de inweeking-tre-‘ ding der nieuwe Tariefwet op 1 Juli jI. De ioodsgeI-
den liepen met f 43.200 op en de statistiokrechten
met,
f
8500. Al deze
cijfer’s
stemmen tot tevreden-
heid, omdat het alles wijst op een opleving van den handel en een terugkeer tot een betere conjunctuur.
De rijwielbelasting leverde nog een bate op van
f
160.500; in het geheel werd in het loopende jaar
f
6.419.400 ontvangen, di. f 1.419.400 boven de ra-
ming, waaruit blijkt, dat reeds voor 2.139.800 rijwie-
26 Augustus 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
731
len belasting werd betaald. Ter vergelijking dien
dat 1924 in totaal slechts
f
5.300.000 voor cle schat-
kist opleverde.
Ten slotte moge nog worden gewezen op de-succes-
siereghten, clie j 527.400 terugHepen; op de dmnei-
non, die j 1000 meer opbrachten; op het recht op de
mijnen, dat j 18.700 meer opleverde dan in •Juli 1924;
en op cle belasting op gouden en zi l:veren werken, die
f
1400 vent-uitging. Naar verluidt, zou de malaise in
cle goud- en zilverbranche groot zijn; dat de hierbe-
doelde belasting niettemin toch op peil blijft, is dan
ook slechts te danken aan het scherpere toezicht.
De inkomsten van het ,,Leeningfouds 1914″ bedroe-
gen in de afgeloopen maand
f
6.981.300 (raming rond
f
7.183.00), waarvan ruim 1.8,65 ton aan de Verde-
te danken. De ophrengst over
de eerste zeven maanden was
f
57.168.400 (vorig jaar
f
s8.911.800).
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
lIET NIEUWE DUITSCHE TARIEF EN HET DUITSCH-
BELGISCHE HANDELSVERDRAG.
Dr. W. Greiling te Hamburg schrijft ons:
Onder een algemeen gebrek aan belangstelling bij
het Duitsche volk heeft de Rijksdag alle hem voor-
gelegde tarief- en handelspolitieke kwesties in een ijlend
tempo afgehandeld. Het nieuwe tarief zal ten deele
reeds 1 September van kracht worden. Het besluit
van den Rijksdag schrijft voor, dat het op zijn laatst
den lsten October in werking moet zijn. De moeilijk-
heden, een deel van het Centrum voor de tariefpoli-
tiek der zware industie en der agrariërs, welke hooge,. den verbruiker belastende, beschermende rechten na-streeft, te winnen, leidden nog tot eenige wijzigingen
in het ontwerp. In het nummer van dit weekblad
van 3 Juni I.I. is het ontwerp, zooals het er oor-
spronkelijk uitzag, besproken. De thans plaats gehad hebbende wijzigingen hebben op ongeveer 35 tarief-
nummers betrekking. De geldigheid van het geheele
tarief loopt 31 Juli 1927 af. Na dit
tijdstip
hoopt
men, dat het dan gereed gekomen definitieve tarief
van kracht zal worden. Voor de, den Duitschen
consument het meest belastende rechten is een over-
gangstijdperk ingevoerd, dat tot 31 Juli 1926 duurt
en gedurende hetwelk verlaagde rechten gelden. Zoo
wordt gedurende den overgangstijd o.a. het invoer-recht op boter van M. 30 tot M. 22,50 per 100 KG.,
dat op vleesch van M. 35 op M. 21, resp. M. 24 en
dat op varkensspek van M. 24 op M. 14 per 100 KG.
verlaagd. Onder de wijzigingen verdienen vermelding
de verhooging van het recht op eenvoudig toebereide
augurken van M. 4 op M. 30 per 100 KG., de in-
voering van een recht van Al. 40 per 100 KG. op
afzonderlijk -verpakte tafelkaas van tot
2/2
KG. ge-
wicht en van M. 30 op andere kaas. Het kaasrecht
treft hoofdzakelijk Nederland. De Duitsche invoer
van harde kaas bedroeg gedurende het eerste halfjaar 1925 29.991.000 K. ter waarde van M. 66,7 millioen.
Hiervan kwam alleen 16.523.000 KG. uit Holland.
Nadat het tarief was aangenomen, werden alle
bij den Rijksdag ingediende handelsverdragen meest
zonder debat, geratificeerd. Dit waren de handels-
verdragen met de Vereenigde Staten, Engeland,
de Belgisch-Luxemburgsche tolunie, Griekenland en
Turkije en de Saar-overeenkomst met Frankrijk.
Onder deze handelsverdragen bevat het Duitsch-Bel-
gische als eerste, talrijke door onderhandeling tot stand
gekomen rechten, die reeds verlagingen der rechten
van het nieuwe tarief beteekenen. -Het is het bijzon- –
dere van het nieuwe Duitsche tarief, dat het in tegen-
stelling tot de tarieven van andere beschermende
landen geen minimum-rechten kent (met uitzondering
van voor de slachtbank bestemde dieren, waarvoor
een minimum recht van M. 13 per 100 KG. is vastge-
steld), zoodat door haudeisverdragen alle rechten kun-
nen worden verlaagd. In welken omvang dit geschiedt
wordt natuurlijk bepaald door de concessies, welke de be-
1anrjkste
tegenpartijen
doen. De rechtenverlagiugen,
welke België werden toegestaan, werden eenerzijds door
den wensch gedicteerd, een voorbeeld te geven van
Duitschlands bereidwilligheid, zijn tarief te verlagen,
anderzijds ook door de overweging, nog voldoende
com pens atie- obj ecten over te houden voor de onder-
handelingen met de overige beschermende landen,
die, zooals Frankrijk, veelal dezelfde goederen naar
Duitschlaud uitvoeren als België. Van de België
verleende tariefsverlaging profiteeren automatisch
alle landen, die in Duitschland meestbegunstiging
genieten, zooals b.v. Nederland.
De Duitsche concessie, die principieel van de meeste
beteekenis is, is de rechtenverlaging voor Vlaam-
sche, Brabantsche en Ardenner paarden, van M. 500
tot M. 140 per stuk. Deze concessie beteekent in-
tusschen, dat, vergeleken bij de tot dusverre gegolden
hebbende rechten nog een ‘verho-ogin-g ‘van 55 pOt.
en -niet de vooroorlogsrechten vergeleken, -nog een
van 100 â 180 pCt. aanwezig is. Zij betekent
echter tezeifdei-tijd een afzien van het hooge
recht, dat het nog -maar juist aangenomen tarief
bevat, aangezien via de meestbegunstiging het in-
voerr-echt op paarden, ook wat andere landen met
andere rassen aangaat, zeer waarschijnlijk zal worden
verlaagd. De totale ‘Duitsche invoer van paarden had
in het eerste halfjaar 1925 een waarde van ongeveer
M. 20 millioen, waarvan uit België ongeveer M. 2
â 3 millioen, uit Holland circa M. 2 millioen en
uit Denemarken circa M. 7j millioen. Even belangrijk
voor Nederland als voor België is ook de verlaging
• van het invoerrecht op aardappelen gedurende de
maand Juli van M. 4 op M. 11 per 100 KG. en de
vèrgaande verlaging der groentenrechten. De Duitsche
groenteninvoer beliep in het eerste halfjaar 1925
ongeveer M. 62 millioen, hoewel de oogst- en de in-
voertijd hoofdzakelijk in het tweede halfjaar vallen.
Ongeveer de helft van den Duitschen groenteninvoer
komt uit Nederland. Verlaagd werd het invoerrecht
op asperges van -M. 20 op M. 10 gedurende de naan-
den Mei en Juni, dat op tomaten van M. 20 op M. 12
gedurende de maanden Mei-Juli, dat op bloemkool
van M. 20 tot M. 5 gedurende Juni-October, dat op
rabarber van M. 20 op M. 4 van 16 April-30 Juni, het recht op bleekselderij, Brusselsch lof en blad-
spinazie van M. 10 op M. 4 en het recht op erwten,
boonen, wortelen en
snijsla
van M. 10 op M. 5 ge-
durende -de voornaamste oogstmaanden (alles per 100
KG.). Verdere verlagingen hebben -betreklcin-g op
ci chorei, potplanten, vrucihtb-oomen, -struiken met
kluit, bloembollen, -appels, peren en pruimen, welke producten in grooteren omvang Luxemburgsche dan
Belgische uitvoerproducten zijn.
De verlagingen, welke Duitschland voor indus-
trieele producten heeft toegestaan, strekken zich uit
over wollen garens, gemengde weefsels, bepaalde linnen
garens, drjf riemen, luchtbanden, motorrijtuigen, hol-
glas, films en handvuurwapens. Duitschland en België
hebben ieder precies 75 posten van hun tarief ver-
laagd. De verlagingen aan Belgischen kant strekken
zich uit over specifiek Duitsche industrieartikelen,
als zekere kleurstoffen, pelswerk, passementwaren en
gebreide goederen, papierwaren, klein ijzerwerk, be-
paalde machines en electro-technische artikelen, me-
dische apparaten en optische artikelen, speelgoed en
muziekinstrumenten.
Het Duitsch-Belgische verdrag kan op
zijn
vroegst
na twee jaren, wanneer 6 maanden tevoren opzegging
plaats vindt, buiten werkingtreden. Het wordt een
voorloopige overeenkomst genoemd, aangezien de be-
palingen in het algemeen zeer kort en summier zijn
en later door meer uitgebreide zullen worden ver-
vangen. De overeenkomst stelt zich op den grondslag
van volkomen wederkeerige meestbegunstiging, die
in zake verblijf- en vestigingsrechten, belastingheffing,
industrieelen eigendom en scheepvaart ook direct zal
worden doorgevoerd. De meestbegunstiging ten aanzien
732 –
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
26 Augustus 1925
der tarieven zal echter ‘voorloopig met een beperking
in werking treden. Gedurende een overgangstijdperk
van 6 tot 12 maanden zijn voor sommige der ge-
noemde goederen in het verkeer tusschen de beide
staten hoogere rechten van kracht dan anderen staten
reeds werden toegestaan. Oorzaak dezer beperking was
de bezorgdheid van België, dat de nieuw ontstane
industrieën in het Noord-Oosten, de Kempen, voor
de Duitsche concurrentie zouden bezwijken, wanneer zij geen gelegenheid krijgen, zich hierop in te stellen.
Het handeisverkeer tusschen Duitschland en België-
Luxemburg is na den oorlog aanzienlijk achteruit-
gegaan. In 1913 leverde Duitschiand 14,2 pOt. van
den geheelen Belgisch-Luxemburgschen invoer en
ontving het 23,5 pOt. van den uitvoer. In 1923 daalde
zijn aandeel tot 6,4 pOt. van den invoer en 3,7 pOt.
van den uitvoer.
In 1924 steeg dit weer tot 9,4 pOt. van den invoer
en 10,4 pOt. van den uitvoer. Wat den invoer aan-
gaat traden Fransche goederen in hoofdzaak in de
plaats van de Duitsche,
terwijl
de geringe stijging van den Belgischen uitvoer naar Groot-Brittannië,
de Vereenigde Staten en Nederland de vermindering
van dien naar Duitschiand niet kon compenseeren.
Dr.
W. GRnILING.
DE FINANCIEELE TOESTAND VAN FRANKRIJK
EN DE NIEUWE LEENING.
Prof. Bertrand Nogaro te
Parijs
schrijft ons:
Ik heb in mijn vorige brieven uiteengezet, hoe de
Fransche begrooting voor 1925 na vele wederwaardig-
heden is opgesteld en ten slotte, op 13 Juli jI., werd
aangenomen. Het spreekt vanzelf, dat de lange duur
der beraadslagingen
talrijke
verschillen heeft, doen
ontstaan tusschen het oorspronkelijke ontwerp, zooals
dit was ingediend door den heer Olémentel, Minister
van Financiën in het kabinet Herriot en de begrooting,
welke onder het ministerie Painlevé is aangenomen.
Evenwel zijn eenerzijds enkele der voornaamste, door
de Oömmissie voor de Financiën uit de Kamer voor-
gestelde wijzigingen, – in het bijzonder de gedeeltelijke
afschaffing der omzetbelasting – grootendeels ter-
zijde gesteld, daar dit laatste voorstel slechts is ver-
wezenlijkt ten aanzien van den verkoop van steenkolen
en vleesch.
Anderzijds
heeft de nieuwe Minister van Financiën, Caillaux, ervan moeten afzien, voor het
reces de verhooging van de
zakelijke
belasting op het
inkomen te doen behandelen, die aanvankelijk voor
hem een voorwaarde voor het begrootingsevenwicht
scheen te zijn.
Dit laatste is niettemin
vrijwel
bereikt en de
moeilijkheden van het oogenblik zijn niet hierin ge-
legen. Deze vloeien nog steeds voort uit het afloopen
van vlottende schuld. Evenwel dient te worden opge-
merkt, dat, vooral de laatste twee maanden, de toe-
stand zich aanzienlijk heeft verbeterd. De aflossingen
van ,,bons du trésor” hebben opgehouden de nieuwe
inschrijvingen te overtreffen. Dit resultaat is, ten
minste gedeeltelijk, waarschijnlijk wel het gevolg van
de uitgifte van nieuwe bankbiljetten, waartoe op het
einde van het ministerie Herriot en öok nog onder het
ministerie Painlevé op 26 Juni 11. besloten werd,
hoewel tot dusverre slechts: een zeer gematigd ge-
bruik van de aan de Regeering verleende machtiging
is gemaakt. Voorts gaat de uitgifte van de consoli-
datieleening voort, waarop de inschrijving 4 September a.s. sluit. Deze leening is van het 4 pOt.-type, doch met
wisselkoersgarantie, d.w.. dat in geval van een daling
van den franc den houder een aanvullende rente wordt
toegekend, in verhouding tot de
stijging
van den pon-
denkoers. Bovendien is deze, leening
vrijgesteld
van
alle belastingen, zelfs van de algemeene, progressieve
inkomstenbelasting, hetgeen maakt, dat de rentevoet
voor de’ rijke
inschrijvers
aanzienlijk hooger is dan
voor de andere.
Deze laatste bijzonderheid heef t niet nagelaten hevige protesten uit te lokken, hoewel deze in het
parlement maar weinig tot uiting
zijn
gekomen.
Inderdaad was het dan ook
duidelijk,
dat deze voor-
waarde den Minister van Financiën door de bankiers, wier hulp voor de uitgifte der leening vereischt werd,
was opgelegd. Hieraan moet intusschen worden toe-
gevoegd, dat de
inschrijving
plaats vindt door middel
van ,,bons de la défense nationale”, welke reeds den-zelfden fiscalen vrijdom genieten.
Overigens heeft de Minister slechts met grooten
tegenzin ingestemd met het beginsel van de wissel-
koers- gar antie.
Hij heeit zich echter ten slottelaten over-
tuigen van de noodzaak, voor de consolidatie van de
vlottende schuld tot een nieuwe leus zijn toevlucht
te nemen;
ongetwijfeld
is hij daartoe ook bewogen
door het vooruitzicht op een nominal lagen
rentevoet, welke hem de gelukkige dagen van véér
den oorlog in herinnering riep.
Alles bijeengenomen vertoonden de omstandigheden
waaronder de nieuwe leening wordt uitgegeven, zich
als volgt aan de financiers, welke daarmede werden
belast. ,,De Fransche kapitalisten” dachten
zij,
,,geven
blijk van een voorkeur voor buitenlandsche waarden,
dank zij welke hun kapitaal in francs althans in
verhouding tot de daling van den franc is gegroeid, doch
waarover zij vaak slechts een belachelijk lage rente
genieten.
Zij
hebben er dus alle voordeel bij, thans
hun internationale fondsen in Fransche waarden om
te zetten, welke dezelfde waarborgen bieden, terwijl
hun een meer voordeelige rente wordt verzekerd.”
Deze redeneering gaat
vrij
aardig op, in zooverre zij
betrekking heeft op de stedelingen, de cliëntèle onder
de ,bourgeoisie.” Ongelukkig geldt
zij
echter maar
weinig voor de kleine plattelandsspaarders. Deze
hebben nog maar in geringe mate de gewoonte aan-
genomen, op internationale waarden in te schrijven
en redeneeren als volgt: ,,De nieuwe leening bevat
wel een wisselkoersgarantie, doch een ieder hoopt,
dat deze niet in werking zal behoeven te treden. In
dat geval maken
wij
maar 4 pOt. (de kleine bezitters
profiteeren immers niet van de
vrijstelling
van pro-
gressieve inkomstenbelasting, omdat zij daaraan niet
zijn onderworpen) en de ,,bons du trésor” geven ten minste 5 pOt.”
Deze laatste redeneering is op zichzelf eveneens
juist en volgens de tot dusverre ontvangen inlich-
tingen
schijnt
het wel, dat, indien de 4 pOt. leening
al eenig succes in de steden heeft, het haar op het
land weinig voorspoedig gaat. Het
lijkt
er op alsof
het, ten einde de beide groepen der cliëntêle gunstig
te stemmen, goed zou zijn geweest, hun de keuze te
laten tusschen een 4 pOt. leening met wisselkoers-garantie en een
5/5/2
pOt. zonder deze.
Alles bijeengenomen
schijnt
de nieuwe Minister
van Financiën te snel tegen de dwalingen van zijn
voorgangers te hebben willen reageeren. De heer
Olémentel had
ongetwijfeld
het staatscrediet een slag
toegebracht dodr over te gaan tot een leening van
een ongelukkig type (100 francs â 5 pOt. en aflosbaar
tegen 150 franc in 10 jaren), doch het groote publiek
is van het 4 pOt. type afgewend en ,,valoriseert”
niet de koersgarantie, welke hem wordt geboden.
Erkend dient evenwel te worden, dat, al schijnt de nieuwe leening zich op het oogenblik nog niet
als een zeer groot succes aan te kondigen, het ver-
trouwen geenszins is geschokt. Integendeel, juist
omdat de groote massa van het publiek niet in een
ernstige depreciatie van den franc gelooft, waar-
deert
zij
de koersgarantie maar weinig en geeft zij
de voorkeur aan een hoogere rente in papieren
fran es.
Voorts hebben de Fransche boeren de gewoonte
aangenomen, hun besparingen in ,,bons” met korten
looptijd te beleggen, hetgeen
blijkt
uit het feit, dat
sinds het staken der steunaankoopen de ,,rente”
moeilijk verkoopbaar is en dat wegens den tot dus-
verre steeds stijgenden rentevoet het weinige, dat
van vôôr de laatste leeningen uitgegeven ,,rente”
26 Augustus 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
733
verkocht kon worden, verlies opleverde. De ,,bon”, automatisch na verloop van 3 maanden, 0 maanden
of een jaar aflosbaar, stelt in staat, zoowel aan de
verkoopmoeilijkheid als aan het risico eener kapitaal-
waardedaling te ontsnappen.
Men ziet zich dus tegenover dit nieuwe, zeer be-
langrijke feit gesteld,. dat •er een cliëntèle bestaat,
gewend stukken vlottende schuld aan te houden,
doch weinig geneigd zich aan een consolidatie-
operatie te onderwerpen. Men zal haar slechts lang-
zaam tot de ,,rentes perpétuelles” kunnen terug-
voeren, door haar een als, normaal beschouwde
rente aan te bieden – zonder evenwel den rentevoet
opnieuw teverhoogen – en door weder een onder-
steuningsfonds in te stellen, zoowel om den koers
te handhaven, als om houders in staat te stellen
hun stukken zoo noodig zonder moeilijkheden te
verkoopen.
In afwachting daarvan
schijnt
het wel, alsof men
zich moet gewennen aan een vlottende schuld, welke
buiten verhouding staat tot hetgeen de traditioneele
opvattingen als toelaatbaar beschouwen en aan de
noodzaak eener
tamelijk
elastische fiduciaire circu-
latie, om te
vermijden,
dat de banken, die ook een
aanzienlijk deel van de vlottende schuld aanhouden,
zich van tijd tot tijd hun ,,bons” in portefeuille
doen uitbetalen, ten einde handel en industrie crediet te kunnen verstrekken.
Alles bijeengenomen zijn de maatregelen, waartoe
men door een politiek, die nu eens dit, dan dat pro-beerde, is gebracht, misschien wel die, waartoe een beredeneerde en op een onderzoek der feiten geba-
seerde politiek zou hebben gevoerd.
Frankrijk
heeft
de laatste maanden tweemaal de biljettengrens, die
men tot dusver streng had willen handhaven, moeten
verhoogen, ten einde dreigend gevaar voor de kas-
positie af te weren. Nu heeft, ondanks de pessimis-
tische voorstellingen van de uiterste rechter- en linker-
zijde, deze ,,infiatie” tot geenerlei paniek aanleiding
gegeven; de wisselkoers is vrij stabiel gebleven, – vooral na de laatste emissie, welke toch een meer
kunstmatig karakter had dan de eerste, daar zij be-
stemd was te dienen voor ev. aflossing van ,,bons”
en obligatiën – en tenslotte heeft de vernieuwing
van ,,bons du trésor” haar normalen loop hernomen.
*
* *
De financieele politiek
blijft
in de eerste plaats,
algemeene politiek en waarschijnlijk zal de linker-
vleugel der socialisten, welke zich vierkant tegen
het ministerie Painlevé heeft verklaard, op financieel terrein haar eersten aanval doen, wanneer de Kamers
weer bijeenkomen.
Het is intusschen vrij vreemd te constateeren, dat
de financieele doctrinairen onder de socialisten be-
hooren tot hen, die het meest hechten aan de klas-
sieke beginselen. Waar is, dat zij het denkbeeld eener
heffing van het kapitaal naar voren hebben gebracht,
welk denkbeeld zij overigens hebben verdronken in
een technisch vrij moeilijk uit te voeren ontwerp dat,
alles bijeengenomen, vrij onschadelijk was, doch buiten
deze theoret.ische stoutmoedigheid hebben zij getui-
genis afgelegd van een vrij naïef geloof in de sim-
pliëtische leer in zake ,,inflatie” en wisselkoersen, op
dit terrein de publicisten dër uiterste rechterzijde
ontmoetend. Wat de belastingen aangaat volharden
zij
bij
de evenzeer simplistische leer van den oorlog
aan de indirecte belastingen, hoewel
zij
in hun ont-
werpen de omzetbelasting nooit anders dan door
andere consumptiebelastingen hebben weten te ver-
vangen. Van die zijde kan men op het oogenblik dus
geen belangrijke nieuwe dingen verwachten.
Wat de partijen der rechterzijde aangaat, deze
beschikken over enkele goede financieele technici,
doch
zij
hebben op het oogenblik geen welomljnde
beginselen. Misschien echter zijn zij minder ongerust
over de invoering van nieuwe, door de omstandig-
heden opgelegde maatregelen dan de groepen der
linkerzijde.
Zal de radicale partij, die op het oogeublik de
talrjkste in de Kamer is, haar financieele inzichten
eenigszins vernieuwen? Deze zijn tot dusverre ver-
deeld tusschen haar traditie en de stoutmoedige voor-
stellen der socialisten, welke het echter tot dusverre
bij woorden hebben gelaten. De partij zit op het oogen-
blik
tamelijk
verlegen met de onnadenkende beloften,
waartoe een zeker aantal harer leden zich
bij
de
laatste verkiezingen heeft laten verleiden, in het
bijzonder, wat de omzetbelasting aangaat. Het finan-
cieele probleem zal echter de eerste plaats innemen
op het a.s. congres dezer
partij,
dat 15 October be-
gint en waaruit wellicht eene nieuwe financieele
oriëntatie zal voortvloeien.
* *
*
Alles
bijeengenomen
is de financieele toestand van
Frankrijk,
objectief
bezien, beter dan hij sedert den oorlog ooit geweest is, omdat het begrootingseven-
wicht is verzekerd. Doch het bestaan van een groote
vlottende schuld baart nog zorgen. Dit vraagstuk
va de schuldconsolidatie, dat door een vrijwillige
leening
moeilijk
snel is op te lossen, verklaart ten
deele de neiging tot een heffing van het kapitaal
bij een deel der groepen aan de linkerzijde. De oppo-
sitie van den Senaat en de technische moeilijkheden,
aan een dergelijke operatie verbonden, geven deze
oplossing echter maar weinig kans op verwezenlijking.
Rekening dient dus te worden gehouden met een
langzame consolidatie en, in afwachting daarvan, met
de noodzaak eener een weinig elastische, fiduciaire
circulatie, ten einde de
moeilijkheden
te kunnen af-
weren, die een te groote vlottende schuld voor de kaspositie met zich kan brengen. Deze gematigde
elasticiteit is te minder verontrustend, naarmate men
den weg naar stabilisatie van het geldwezen inslaat.
De bedreiging, voortvloeiend uit een regeling der
intergeallieerde schulden, drukt echter nog zwaar
op de financieele toekomst van Frankrijk. Het land
betaalt thans voor de fout van hen, die zich voor
alles hebben beziggehouden met het innen van een
moeilijk inbare vordering, inplaats van zich aller-
eerst te richten op de annuleering of verlaging der
intergeallieerde schulden. Het schijnt intusschen,
dat de openbare meening in het buitenland zich den
omvang van de financieele inspanning van Frankrijk
niet juist voorstelt. Indien het waar is, dat zijn
financieele politiek, welke niet op een vast beginsel
was gegrondvest, het land zekere
moeilijkheden
heeft
bespaard, welke een politiek, waarmede zulks wel
het geval was, aan Groot-Brittannië heeft opgelegd,
is het waar, dat Frankrijk, gegeven
zijn
bevolking,
• zich niet slechts evenzeer, doch meer dan zijn buur-
staat fiscaal heeft ingespannen. –
Inderdaad heeft het met minder dan 40 millioen
inwoners oorlogsiasten gedragen, even belangrijk als
die van Groot-Brittannië en bovendien zijn bevrjde
gebieden hersteld; zijn begrooting, in evenwicht,
houdt thans rekening met alle lasten.
Indien de directe belastingen minder zwaar schij-
nen moet men niet de enorme inkomstenbelasting
vergeten, waaronder thans de hooge en middelbare
ambtenaren gebukt gaan, wier tractement in goud
50 ptlt. lager is dan vôôr den oorlog en die aldus
aan een inkomstenbelasting van 50 pOt. zijn onder-
worpen. Eveneens mag men niet de enorme in-
komstenbelasting vergeten, waaraan de renteniers
zijn onderworpen, wier kapitaal gemiddeld ongeveer
de helft van
zijn
waarde heeft verloren en wier in-
komsten minder dan de helft van de koopkracht
van véér den oorlog vertegenwoordigen, terwijl in Engeland de rentestand meer dan de
prijzen
is ge-
stegen.
Of nu de fiscale inspanning direct zij of indirect,
zichtbaar of onzichtbaar, vanaf het oogenblik, dat
zekere uitgaven ten laste van een volk worden ge-
734
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
26 Augustus 1925
bracht en dit hen bestrijdt, kan men er zeker van
zijn, dat het den druk ervan ondervindt en wat
Frankrijk niet in anderen vorm heeft betaald, heeft
het voldaan in den vorm van de verschrikkelijke
belasting op het kapitaal, welke zijn renteniers heb-
ben moeten dragen. Het zou voor de toekomst der Fransche openbare financiën goed zijn, als dit in-.
zicht, doordrong in den geest der Angelsaksische
schuldeischers. ‘
BERTRAND NocARo.
AANTEEKENINGEN.
De Duitsche betalingsbalans over 1924
en Januari—April 1925.
,- Van de grootste
beteekenis, niet slechts voor een verklaring van de
financiering van het enorme Duitsche invoersaldo, doch
vooral voor de beantwoording van de vraag, in hoe-
verre het zal gelukken, de door de Duitschland in marken
voldane schadevergoedingsbedragen naar het buiten-
land te transfereeren, is de ontwikkeling van de
Duitsche betalingsbalans. De te Berlijn zetelende
Transfer-Oommissie, waarbij de beslissing omtrent de
overdracht van bedragen naar het buitenland berust,
heeft nu door haar economischen dienst een onder-
zoek naar de Duitsche betalingsbalans doen uityoeren,
waarvan de resultaten door de World Peace Foun-
datidn, o.m. bekend wegens haar publicaties over het
herstelvraâgstuk, in de Chronicle worden gepubliceerd.
Het zijn de volgende:
Millioenen
Credit
1924
Goudmark
Uitvoer …….
………………………….
7.100
Inkomsten u i t Duitsch bezit in het buitenland
300
Scheepvaartwinsten ………………………
250
Dawes-leening ………………. . ………….
800
Andere leeningen op langen termijn ……….
350
Voorschot aan de Reichsbank van de Bank
of
England…………………………….
100
Aankoop van Duitsche fondsen door buitenlanders
200
Buitenlandsche uitzettingen op korten termijn
in Duitschiand ……………………….
600
Teruggekeerde Duitsche tegoeden in het buiten.
land en verkochte, in Duitsch bezit verkeerende,
vreemde bankbiljetten …………………..
1.600
Winsten uit doorvoer ……………………
Verzekerings-winsten ……………………
Uitgaven van de bezettingstroepen …………
Uitgaven van vreemde toeristen …………..
Totaal
………
11.300
Debet.
Invoer …………………………………
9.500
Aankoop van goud en buitenlandsche wissels
door de Reichsbank ……………………
1.600
Interest op buitenlandscb bezit in Duitschiand 100
Betalingen krachtens het Vredesverdrag ……100
Door Duitschers buitenslands uitgegeven ……
Totaal……..
11.300
Januari_April
1925 Millioenen
Credit
Goudmark
Uitvoer
………………………………..
2.704
Inkomsten uit Duitsch bezit in het buitenland
80
Scheepvaartwinsten
……………………..
100
Verkoop
van
buitenlandsche
wissels
door
de
Reichsbank …………………………..
200
Buitenlandsche leeningen op langen termijn…
350
Nieuwe investeering van buitenlan’dsch kapitaal,
teruggekeerde Duits,che tegoeden in het buiten-
land, verkochte vreemde bankbiljetten, etc..
1.266
Winstenuit doorvoer ……………………
Verzekerings-winsten
……………………
7
Uitgaven van de bezettingstroepen …………
Uitgaven van vreemde toeristen …………..
Totaal……..
4.700
Debet.
Invoer
………………………………..
4.390
Interest op buitenlandsch bezit in Duitschland
80
Rente en aflossing Dawes-leening ………… …
27
,,Recovery Act” en andere herstelbetalingen
101
Aflossing door de Reichsbank van het voorschot
der
Bank
of
England
…………………..
100
Door Duitschers buitenslands uitgegeven ……
Totaal ……..
.4.700
VoQr’ enkele posten waren’ geen gegevens verkrijg-
baar en zijn geen ramingen gemaakt. De
cijfers
voor
in- en uitvoer over 1924 verschillen van die, welke
indertijd door het Statistische Reichsamt
zijn
gepu-
bliceerd, n.l. 9.317 en 6.567 millioen Mk. Blijkbaar
zijn wegens de door de 1)ezetting van een aantal
douanekantoren door de geallieerden, etc., ontstane
fouten, correcties aangebracht. De
cijfer
der handels-
beweging over Januari-April 1925 zijn die der handels-
statistiek. Het invoersurplus over dezen termijn wordt
ongeveer gecompenseerd door de inkomsten uit Duitsch
bezit in het buitenland, de scheepvaartwinsten,
den verkoop van buitenlandsche wissels door de Reichs-
bank en het gerepatrieerde kapitaal etc., in over-
wegenden omvang dus posten, die geen blijvend
karakter hebben. Speciale aandacht verdient, dat de
Reichsbank, die in 1924 1600 millioen der in het
buitenland beschikbaar komende middelen kon over-
nemen, hieraan in de eerste vier maanden van 1925
niet slechts niets kon toevoegen, doch de tegenwaarde
van 200 millioen Mk. moest afgeven.
Daar de Duitsche handelsbalans nog een zoo abnor-
maal karakter vertoont en de geheele betalingsbalans
de afspiegeling is van een in een overgangstoetand
verkeerende volkshuishouding, kunnen uit boven-
staande gegevens geen conclusies worden getrokken
omtrent de mate, waarin overdracht van herstelbe-
dragen naar het buitenland in de toekomst mogelijk
zal zijn.
Gedurende de periode van 16 maanden waar-
over de gegevens lëopen, is deze
mogelijkheid
zeer
beperkt geweest. Voor herstelbetalingen, Recovery
Act en rente en aflossing der Dawes-leening werd
230 mjllioen naar het buitenland geremitteerd. Hier-
van komen, volgens het rapport van den Agent-
Generaal voor de ELerstelbetalingen, rond 175 millioen,
benevens enkele administratiekosten, voor rekening
van de. periode 1 Sept. 1924-30 April 1925, waarin
het Dawes-plan werkte. De totale door den Agent
gedurende deze maanden verrichte betalingen beliepen 620 millioen Mk. zoodat ongeveer 445 millioen Mk. in
Duitschland werd uitgegeventer voldoening van admini-
stratiekosten, kosten der bezettingslegers en prestaties
in natura. Deze laatste, door het in het no. van 29 Juli
genoemde,,Règlement relatif aux prestations en nature”
op breeden grondslag gesteld, worden door den Agent-
Generaal bijzonder aangemoedigd. In verband met
den aanleg der in het Nederlandsch-Belgische Ver-
drag genoemde kanalen zijn zij, naar in evengenoemd
no. werd uiteengezet, voor Nederland van bijzonder
belang.
Intussehen is de ondergeschikte rol, welke de be-
talingen in geld aan de schuldeischende staten tot
dusverie hebben gespeeld, geheel overeenkomstig den
opzet van het Dawes-plan, dat er in voorziet, dat ge-
durende de eerste twee jaren, dus tot 1 September1926,
de betalingen uit de door Duitschiand op te brengen
annuïteiteu in overwegenden omvang in Duitschland
zullen plaats vinden en wel in het bizonder gedurende het 31 Augustus a.s. afloopende eerste jaar, waarin de
beschikbare fondsen voor vier vijfden bestaan uit de
opbrengst der Dawes-leening van 800 millioen Mk.— W.
is de Duitsche handelsstatistiek on-
b e t r o u w b a a r? –
In het No. van 29 Juli I.I.
werd melding gemaakt van een beschouwing van
Prof. Singer te Hamburg over de betrouwbaarheid
der Duitsche handelsstatistiek. Mede op grond van
door ‘den oud-minister Gothein gepubliceeide cijfers
omtrent de waarde van sommige goederen bij in- en
uitvoer, bleek schr. daarin deze betrouwbaarheid’ in
twijfel te moeten trekken.
Reeds bleek uit een schrijven, dat in het No. van
12dezer werd gepubliceerd, dat althans wat de schrijf-
en rekenmachines aangaat, uit de voorbeelden van
den heer Gothein geen wapen tegen de cijfers der
handelsstatistiek kon worden gesmeed. Intusschen is
26 Augustus 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
735
ook van de zijde. van het Statistische Reichsamt eei
verdediging gepubliceerd, waardoor van Gothein’s
argumentatie niets over schijnt te blijven. De ,,Direktor
im Statistischen Reichsamt,” de heer Susat, publiceert
ni. in de ,,Frkf.
Ztg.”
enkele beschouwingen, waaraan het
volgende is ontleend. Gemakshalve volgen eerst nog-
maals enkele van Gothein’s voorbeelden.
Prijs
I
Prijs
bij invoer I bij uitvoer
Geheel zijden linten (per dozijn)
9.800 Mk.
5.000
Mk.
Losse katoenen weefsels (p. doz.)
468
250 »
Zeisen en sikkels (per dozijn).
.
400
162
Machinemessen (per dozijn).
..
.
700 ,,
360
Schrijfmachines (per dozijn)
. .
525
,,
154
GlacO handschoenen (per dozijn)
16
,,
3,5
1
,
Wat nu de
geheel zijden linten
aangaat merkt de
heer S. op, dat, terwijl het bij den invoer bijna ge-
heel gaat om natuurzijden artikelen, de uitvoer voor
een aanzienlijk deel bestaat uit kunstzijden linten.
Het verschil tusschen in- en uitvoerprijs wordt hier-
door zonder nadere toelichting verklaard. De
losse
katoenen weefsels
bestaan voor een aanzienlijk deel
uit katoenen dekens voor overzee en uit dweilen uit
minderwaardige afvalproducten, waardoor de prijs
buiténgewoon daalt.
De invoer van
zeisen en sikkels
bestaat in hoofd-
zaak uit Stiermarksche zeisen, terwijl voornamelijk
z.g. ,,Hauer”, d.w.z. sikkels met versterkten rug voor
den suikerbietenoogst en andere sikkels worden uit-
‘gevoerd. Bij
?nachine?nessen
heeft de heer Gothein
een rekenfout gemaakt. De invoerwaarde bedraagt
351 Mk., de uitvoerwaarde 360 Mk. Voor de
schrijf-
en rekenmachines
geeft de heer S. dezelfde verklaring
als in het no. van 12 Augustus II. werd afgedrukt.
Bij de
glacg handschoenen
heeft de heer Gothein
zich wederom verrekend. De waarde per ingevoerd
paar beloopt Mk. 3.82, die per uitgevoerd paar
Mk. 3.30. Het verschil vindt zijn oorzaak in den in-
voei van dure Engelsche soorten. Valt hiermede, aldus de heer S., Gothein’s critiek,
de handelsstatistiek vertoont wel enkele bronnen van
fouten, gelegen in de
moeilijkheid
eener juiste vast-
stelling van hoeveelheden en soorten, zoowel als van
de waarde der in- en uitgevoerde goederen.
Voor wat de hoeveelheden aangaat zijn deze fouten,
volgens de onderzoekingen, door het Statistische
Reichsamt ingesteld, echter te verwaarloozen. Wat
de waarde betreft valt eigenlijk alleën bij den uitvoer
van goederen in commissie en consignatie, waarbij
de waarde moet worden geschat, en van goederen,
welke door bemiddeling van een exportfirma worden
uitgevoerd, doch die door den fabrikant worden ver-
zonden en gedeclareerd, van een noemenswaarde kans
op fouten te spreken. De exportfirma deelt nl. den
fabrikant haar winstmarge niet mede. Schat men
deze gemiddeld op 6 pOt. en den uitvoer dezer goederen
op een derde van den totalen export, dan zou de
fout dus 2 püt. bedragen, op een uitvoer van ± 7 mil-
hard als in 1924, dus ± 140 millioen Mk. Reden om
de uitvoerwaarde lager te declareeren dan zij is,
bestaat er verder voor den Duitschen exportur
volgens den heer S. niet meer, sinds het statistiekrecht
op grond van het gewicht wordt geheven en van
deviezenafgifte geen sprake meer is. Dat exporteurs
werkelijk de waarde hunner goederen op grond der
facturen declareeren, daarvan heeft zich het Stati-
stische Reichsamt herhaaldelijk, door inzage te nemen
van de administratie van talrijke groote firma’s,
overtuigd.
Tot zoover de woordvoerder van het Statistische
Reichsamt. De ,,Frkf.
Ztg.”
moet hun steekhoudend-
heid erkennen. Intusschen blijft nu voor het blad
het raadsel op te lossen, waaruit Duitschiand dan zijn
reusachtige invoeroverschot (in het eerste halfjaar 1925 meer dan 2 milhiard Mk.) betaald heeft, daar
dit bedrag. alle de Redactie ter beschikking staande
schattingén van door het buitenland verleende ere-
dieten ver overtreft.
Over deze vraag werpen intusschen de hiervoor af-
gedrukte gegevens in zake de Duitsche betalingsbalans
licht, waarover het blad
hij
het
schrijven
zijner ver-
zuchting nog niet de beschikking had.
Ooudbewegin.g en bankwezen in de
Vereenigde Staten. –
Gaat men ‘de jongste
ontwikkeling ‘van de uitzet,tinge’n der bij het Federal
Reserve stelsel aangesloten banken, de z.g. Member
Banks, na, dan blijkt, dat zij, na een ongewoon snelle
toeneming gedurende het tweede halfjaar 1924, in
1925 zich ‘op een betrekkelijk constant peil bewegen. Zij beliepen 29 Juli 11. bijna $1,5 mi]iiavcI meer dan
een jaar geleden.
In hun samenstelling ‘is ria de crisis van 1,920 een
belangrijke wijziging gekomen, doordat de handels-
credieten in belangrijke mate ‘vervangen werden ‘door
beleggingen in en voorschotten •op effecten.
De goudinstrooming, welke, naar het Federal Re-
serve Bulletin mededeelt, in het midden van 1922
geleid had tot reductie der door ‘de Member banks
‘bij de Reserve Bariks opgenomen voorschotten bot een
laag peil, zocht daarna elders emplooi en, waar er in
1922 en 1924 een ibetrekkelijk geringe vraag naar
han’cleiscrediet ‘bestond, werden ‘de nieuwe ni i’d’clel en
aangewend tot het geven vnu ‘voorschotten op aff:ecten
en voor eigen beleggingen. De goudinvoe:r gedurende
1.923 diende ove:rwegen.d’als grondslag voor een ver-
meercierde vraag naar ‘hand’elscrediet en circulatie-
middelen.
Nu is het, ‘volgens het Bulletin, ‘de politiek der
Member Banks, cle bij do Reserve Bauks to deponeeren
dekking hunner •deposito’s steeds tot het bij ‘de wet
v’oreischto minimum te beperken. De Foderal Reserve
Banks vergoeden hierover nl. geen rente. De sinds
einde 1924 ‘optredende ‘vraag naa.r goud voor export
konden zij ‘dus slechts bevredigen, door zich een aan-
vallend tegoed ‘hij de Reserve Ban’ks te scheppen. Men
ziet dan ook ‘de ‘discontoportefeuille dezer laatste, na
een stijging van 214 miihi’oen op 6 Aug. 1924 tot 314
,nul’lioen op 31 Dec. 1924, een rijaing ‘tot, 544 •milhioen
op 5 Augu’stus 11. vertoonen. Ook de portefeuille
accepten, ‘hoewel kleiner ‘dan 31 Dec. ii., toen zij $ 387
mill. beliep, is met, $ 212 milhioeu belangrijk g.iooter
‘dan een jaar geleden, toen zij slechts $ 23 millioen
bedroeg. Wanneer ni., zooals ‘het Bulletin opmerkt,
een Menrber Bank ‘de ‘beschikking moet hebbe:n over
een aanvullend tegoed hij de Reserve Bank, kiest zij
vaak tusschen (her)beleen’ing van goederen, staats-
fondsen of ‘discontahel papier bij de Reserve Bank of
liet ‘danraan verkoopen van accepten uit ‘haar porto-
‘fenihle. Dit laatste heeft het voordeel, dat ‘de Member-
bank erediet krijgt tegen een rentevoet, die gewoon-
lijk wat beneden het officieele disconto blij.t, terwijl. op ‘d’eze wijze ‘de beschiklcing over middelen wordt
verkregen, zonder een schuld lbij ‘de Reser’ve Bank aan
te gaan, hetgeen ‘de banken liefst ‘vermijden.
Een scherpe tegenstelling met die der Member Banks
vertoont de positie der Reserve Banks, wier voorraad
munt en muntmateriaal, de ,,reserve”, van 15November
1920 tot 5 Aug. 1925 met ongeveer $ 750 inillioen steeg,
zoodat zij, mede door de inkrimping hunner verplich-
tingen, de beschikking verkregen over een het bij de
wet vereischte minimum met ruim 1Y2 milliard over-
schrijdende reserve. Dit bedrag zou nog veel grooter
geweest zijn, indien de Reserve Banks er niet toe waren
overgegaan, gouden munt in circulatie te brengeif
Deze verschillende positie had, toen de goudinvoer
in gouduitvoer, omsloeg, uiteraard verschillende ge-
volgen. De Reserve Banks konden zonder bezwaar
goud afgeven, de Member Banks daarentegen waren
verplicht, om aan de vraag naar goud voor export
te kunnen voldoen, hun tegoed bij de Reserve banks
aan te vullen. De meerdere mate, waarin de Member
Banks een beroep op de Reserve Banks moesten doen,
736
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
26 Augustus 1925
heeft deze laatste met de eerste in nauwer en effec-
tiever contact gebracht dan op eenig tijdstip gedu-
rende meer dan een jaar.
Toeneming van de uitzettingen der Member Banks en
een verminderd gebruik van crediet der Reserve
Bauks is voor de ontwikkeling van het bankwezen
gedurende de laatste vijf jaren karakteristiek geweest.
De uitzettingen der Member Banks liepen meer dan $ 3 milliard op,
terwijl
het opereerend kapitaal der
Reserve Banks met ongeveer $ 2,3 milliard daalde
en op minder clan 1/3 van het op 15 November 1920
bereikte bedrag van 3,369 millioen kwam.
Onder de meer belangrijke feiten in de ontwikkeling
der Member Banks sedert het begin van 1925 valt de
aanzienlijke vermindering van de direct opeischbare
deposito’s te vermelden. In de leidende steden heeft
deze daling rond $ 600 millioen bedragen, waarvan
$ 400 millioen alleen in New York. Grootendeels komt
deze daling te New York voor rekening van een ver-
mindering der saldi van binnenlandsche correspon-
denten, welke na een scherpe
stijging
in de tweede
helft van 1924, weder daalden tot ongeveer het cijfer,
waarop zij bij het, begin van die periode stonden.
De vermindering dezer saldi beteekent geen ver-
plaatsing van middelen naar het binnenland, doch
een omzetting van saldi in voorschotten tegen effecten
op de New Yorksche beurs. Aangezien het . call-geld
hooger noteerde dan een jaar geleden en aanzienlijk
boven de rente, vergoed over saldi van bankiers,
hebben bankiers in het binnenland een aanzienlijk
deel van het tegoed voor evengenoemd doel aangewend.
BOEKAANKONDIGING.
H. N. ter Veen. De Haailemrnerrneer
als leolonisatie gebied.
Proeve eener s
ci’aal-geographisc,lie nionographie. –
Proefschrift Amsterdam – (254 blz.
M.
pltn. en krtn.). Groningen (P. Noord-
hoff) 1925.f 6,50, •eb.
f
7,50.
Niemand wenscht een herhaling van de
onverschillige zorgeloosheid, welke dc
Staat toonde bij cle ciroogmaking van cle Haarlemniermeer; doch een teveel
aan Staatszorg is evenzeer schadelijk.”
,,Wanneer eens de geschiedenis van onzen land-
bouw zal worden geschreven door iemand, die ook sociaal-geografisch voldoende georiënteerd is, dan
zal thij ongetwijfeld een afzonderlijk hoofdstuk moe-
ten wijden aan den landbouw in onze droogmakerjen.
Dat zal een .opmerkeljk hoofdstuk zijn.” Zoo schrijft
Dr. ter Veen op blz. 119 van zijn boek.
Het komt ons voor, dat de schrijver met zijn werk
zelf reeds een hoogst belangrijke bijdrage daartoe
heeft geleverd. Feitelijk is dit in zijn opzet geen so-
ciaal-geographische monographie – hoewel het als
zoodnnig wordt aangekondigd – maar een sociaal-
historische. Dat hij voor zijn behandeling, in weerwil
van zichzelf – want men voelt toch telkens, dat de
geograaf aan het woord is – opzettelijk de histori-
sche methode koos, motiveert hij in zijn algemeene
inleiding, en ook nog eens in. zijn inleiding tot het
vierde ‘hoofdstuk. M.i. is hij daar ook onjuist, althans
onvolledig, wanneer hij zegt: ,,Behandelt men de
sociograiphische (= sociologisch-beschrijvende? – B.)
vraagstukken alleen geographisch, dan mist men be-
weging”. – Beweging dan toch zeker niet in den zin
van
verplaatsing,
welke onmiddellijk in een ander geo-
graphisch milieu brengt met alle daaruit voortsprui-
teude gevolgen, maar ‘die zelf .00k ,,geographisc’h be-
dingt” kan zijn geweest. Het schijnt mij toe, dat de
begrippen sociographie en sociale geographie hier
dooreen gakaald worden.
Het is moeilijk in ‘het kort ‘een overzicht te geven van wat dit boeiende boek geeft. Wij willen ons dan ook slechts bepalen tot het ‘doen van enkele grepen,
daarbij zoo mogelijk den sckrjyer zelf aan het woord latend. Het boek is in twee gedeelten gesplitst, waar-
van het eerste deel in een ‘vijftal hoofdstukken (de
droogmakirg; de immigranten; de strijd om het be-
staan; de groei; een nieuwe geest) de kolonisten be-
handelt.
Menige wenk wordt daarin gegeven, welke onze
Landsregeering ‘bij haar zorgen voor liet toekomstige
Zuiderzeelaiad van dienst kan zijn. Zoo .b.v. wijst
schrijver op het droevige figuur, dat de Regeering
‘destijds maakte door pas
na
een jaar (in 1855!) een
gemeente Haarlemmermeer te vormen en nog een jaar
later een polderbestunrl En dat, terwijl reeds stroo-
men van immigranten zich daar hadden gevestigd.
In de nieuwe gemeente werd wel een bevolkingsregis-
ter ingericht, maar dat is sedert verdwenen! In 1858
werden er zelfs 1800 personen ,,ontdekt”, die niet
waren ingeschreven; N.B. 40 pOt. van de totale be-
volking
Op grond van, liet eerste betrouwbare hevol:kings-
regijster, dat de gegevens van den census van 1859
bevatte, ‘heeft schr. dan een kaart samengesteld, aan-
gevende de plaatsen in Nederland, die immigranten
hadden geleverd. (Dezelfde kaart geeft ook de plaat-
sen van herkomst aan van hen, die zich in de jaren
1920-1923 in •de Haariemniermeer vestigden). Het
geheele hoofdstuk, dat de immigranten in deze eerste
jaren beschrijft, is buitengewoon belangwekkend. In
het bizonder de pol’derjongeiis worden er uitvoerig
in geschilderd. Met recht wijst schr. erop, dat hoewel
zich daaronder vaak relatief veel mindei-waardige
elementen bevinden, hun gedrag kans heeft maat-
schappelijiker te worden, als het hun voorspoedig gaat.
Wel moet er dus alles gedaan worden om aan de
verruwiug der zeden geringere kansen te geven. Geen
overmaitige sociale voorzorg, maar die maatregelen,
welke elkeen in ‘de gelegenheid stellen het best zijn
indivi.dueele belang te behartigen. Hoe zwaarder de
strijd om het bestaan, ‘des .te onsocialer het individu
voelt. Als men van de eerste ‘kolonisten dan ook ver-
wachtte, dat zij in hun harden strijd om het bestaan
nog aan de belan.gengemeenschap zouden denken, zou
dit al zeer onbillijk zijn. In zulk een stadium is de
voogdij onmisbaar, wil er sprake zijni van een ruim,
onbekrompen beheer, dat ‘het algemeen belang dient.
De strijd om het bestaan is zwaar, ook in physiek
opzicht. De gezondheidstoestand is natuurlijk critiek
in dergelijke, drooggelegde terreinen; goed dnin1kwa-
ter, een levensvoorwaarde, ontbrak in de Haarlem-
mermeer ten een enmal e; geen wonder, dat de cholera,
de typhus, enz. vooral in •de jaren 1865-67 er ver-
schrikkelijke verwoestingen onder de bevolking aan-
richtten; alsof ‘de malaria al niet genoeg was. ,,De ongezonde bodem, de armoede ‘der bewoners
,,en de ongelukkige woningtoestanden waren even
,,zoovele wapenen in de hand van den Dood, die een
,,schrikkeljlce selectie uitoefende onder de leden van
,,de jonge groep. Hij maaide vele zwakken weg, maar
,,sleiirde de sterken mee.”
Uitvoerig beschrijft’ dan Dr. ter Veen de groorte beteekenis, die Mr. Amersfoordt heeft gehad in dit
land, waarheen ieder het land’bou*stelsel van zijn
geboortestreek had meegebracht, waar onkunde en afsluiting ‘de grootste beletselen waren voor iedere
ont’wikkeliing. Nôg getuigen oude boeren van hem:
,,Wat hij ‘s nachts’ droomde, moest hij daags zien.
,,Veel heeft hij ons geleerd, allemachtig veel, en wel, ,,hoe we niet moesten doen. Zijn kapitaal is verteerd,
,,arm is hij gestorven. Arm en alleen, want niemand
,,mocht dien aristocraat.”
,,Gehuldigd door het Polderbestuur, gehant in de
,,Gemeente, werd .hij als voorganger erkend door de
,,meer ontwikkelden, •doch een .dwaas ‘geacht idoor vele
,,g,rondbewerkers. De strijd om het bestaan was niet
,,in staat hen te vereenigen, die ‘door ka,rakter en op-
,,voeding zoozeer verschild’en”
Mr. Amersfoordt klaagde over het absenteïsme van
de grondeigenaren, die de Haarlemmerrneer ,,alleen
goed” beschouwden ,,om er een batig slot uit te trek-
ken, al ging ‘dit ten koste van den ‘grond”.
26 Augustus 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
737
Hij ijverde voor betere postverbinding, voor af-sdhaffing van sluis- en tolgeiden, voor aanleg van
goede wegen; zelfs stichtte hij al in 1864 een spoor-
wegmaatschappij! Het moest echter ongeveer een
halve eeuw duren, voor er werkelijk een Haarlenimer-
meerspoorweg tot stand zou komen!
Merkwaardig is ook, dat, terwijl het heele land-
bouwgebied toch op uitwisseling van zijn producten
met de buitenwereld was aangewezen, men van het
begin af heeft nagelaten een •scheepvaartverbinding
tot stand ite brengen. Stonden er zes schutsluizen in
het plain van de idroogmaking, geen enkele ervan werd
gebouwd! Eerst in 1895 kwa.m er een te Aalsmeer,
gebouwd door de Militaire overheid. Deze schutsluis
werd dan eindelijk door den polder overgenomen. En
het polderbestuur was toch altijd nog’ meer vooruit-
strevend in dit opzicht dan de Gemeenteraad, die
zelfs nauwelijks wilde bijdragen in de kosten van
wegen en bruggen!
Er is geen kolonisatiegebied op de wereld, of het
blijft er een komen en gaan; een gaan van hen, wien
de strijd om het bestaan te zwaar valt; de sterkeren
blijven en door het komen van nieuwe kolonisten,
waarop dezelfde selectie zijn uitwerking heeft, wordt het aantal sterkeren relatief steeds .grooter.
,,Zij,
die uit de Haarlemmernieer vertrokken, bewe-
zen’ daarom aan de bevolking een even grooten dienst,
als zij, die bleven. De laatsten vormden nu een groep,
die ook in geestelijk opzicht het meeste geschikt was,” zegt .schr. en hij toont vervolgens aan, ‘dat ‘de nat;a]i-
teit er ‘bovendien hooger is dan overal elders. Een gun-
stige toestand dus, è.n doordat ,,de sterken zijn ge-
boeu uit velen”, zooals lbij het kort formuleert, èn
ook omdat ,,het groot.e gezin .scherpt de ‘begeerte van ‘het .gezinshoofd, welke verachte eigenschap een ‘der
,,machtigste hefboomen •is, waarmee ‘de primitieve
,,zich ‘kan opheffen tot grooter volmaking.”
En zoo kwam toch wel langzamerhand de nieuwe
geest, dank zij
)
maar ook ondanks het streven der
groote voorstrij’ders als Mr. Amersfoor’dt. ,,De eigen-,,iijke revolut.ionnair’en waren de meest ontwikkelden,
,,d.och de overige bevolking was psychisch geschikt.
,,deze geestelijke leiders te volgen, ook al eerden zij
,,deze niet.” Meer dan elders vond ‘hier b.v. de stoom-
machine toepassing, vroeger zelfs dan in het vooruit-
strevende Groningerland!
Zeer terecht merkt schr. op:
,,’Ook ‘bij de Zuiderzeeplannen zal men er wel em-
,,stig rekening mee ‘dienen te houden, ‘dat ‘het slagen
,,’daarvan staat of valt met de mogelijkheid aan de bes-
,,ten voldoende kans te geven zich zelfstandig te doen
,,geliden. Want het is ‘maatschappelijk gesproken on-
,,juist, den drang naar het nieuwe, onbekende, den
,,geestelijken vrjheid.slust aan banden te leggen. Er
,,m.oet ruimte zijn voor beweging en vrijheid voor hen,
,,’die sterk genoeg zijo, zelf hun weg te zoeken.” In de Haarlemmernieer bestond ‘die vrijheid, tot groot
voordeel der gemeenschap.
Toen elders in ons land nog nauwelijks sprake was
van rationeele veeteelt, knoopte men in de Meer be-
trekkingen aan met het vooraanstaande Engeland,
waar men het beste fokvee kocht om ‘den eigen vee-
stapel te verbeteren. Hetzelfde geldt van de paarden-fokkerij, vtn het gebruik van ‘kunstmest, enz.
En nadat schr. dan uitvoerig over de geringe ont-
wikkeling, over ‘het slechte onderwijs, enz. •hëeft uit-
geweid, ‘besluit hij: ,,Zoo treft ons in ‘den geest dezer nieuwe groep het-
,,zelf’de dual isme, •dat ook elders in ‘de Maatschappij
,,valt waar te nemen: behoudzucht en vooruitstre-
,,vendheid, zelfzucht en, gemeenschapszin zijn overal
,,in aanleg aanwezig. W&ke eigenschappen ‘dominee-,,ren? Welke’krachten werken d’aarop beslissend? Vol-,,gens sommigen het p’hysisch ‘milieu en in het bijzon-
,,’der de bodem. Doch ons onderzoek leerde, ‘dat in ‘den
,,Haarlemmermeerp ol’der naast deze, niet minder
,,krachtigë sociale factoren werkzaam waren, •die in
,,d’e historische ontwikkeling hun oorsprong vonden.
,,Deze sociale krachten vormden met het physisch
,,niilieu, ‘door middel van selectie, een groep, welke
,,psychiscli in vele opzichten uitstak boven het groot-
,;ste deel der overige ederlandsche boerenhevolking.”
,,Het Huidige Geslacht” is ‘dan de titel van het
tweede gedeelte van ‘dit belangwekkend boek. Het be-
staat uit de hoofdstukken: VI. Groei en versp’reiding
der bevolking, VII. Het gebruik van den bodem en
de strijd om het bestaan, en VIII. Het maatschappe-
lijk leven. –
Het zesde hoofdstuk vangt aan met de opmerking,
dat het ,,van belang moet zijn, ‘bij ‘de beschrijving der
,,’huidige sociale toestanden in ‘de Meer na te gai,
,,in hoeverre liet nageslacht nog de kenmerken draagt,
,,die bij de kolonisten zoo opmerkelijk waren en in
,,welke mate ‘deze nog het maatschappelijk leven be-
,,invioeden. Zulks is niet alleen belangrijk van we-
,,tenschappeljk standpunt bezien, maar ook uit een
,,00gpunt van, practische bevolkingspolitiek, omdat de
,,resultaten van ‘dit onderzoek een richtsnoer kunnen
,,zijn voor hen, die over eenige jaren het groote vraag-
,,stuk van de kolonisatie ‘der Zuiderzeeprovinciê zul-
,,lenT hebben op te lossen.”
Volkomen juist; liet gevaar lijkt mij echter niet
denkbeeldig, ‘dat men, in plaats van verstandige bi-
ding, wol eens onverstandige, ofschoon wetenschap –
peljke voorschriften kon .geven ,-‘daarvan kennen wij in onzen tijd al meer dan genoeg voorbeelden.
En ‘daartegen waarschuwt ‘de schrijver zelf oo’k aan
het ‘slot van zijn boek, waar hij nog eens zegt, dat de Zni.derzeeprovincie plaats zal .bieden voor die onte
vreden sterken, ‘die, de verstarring in hun eigen agra-
risch milieu moede, zoeken naar ruimte voor hun
ondemnemingsgeest; ,,daar groeit de beschaving, welke,
(met een aanhaling van Steinmetz), ,,niet is eenvou-dig het hebben van iets, maar het zijn, het ‘doen, het
deelnemen, het genieten – aktie dus.”
,,Niemand wenscht een ‘herhaling van de onver-
,,.schillige zorgelooshei’d, welke e Staat toonde bij de
,,’droogmaking van de I-Iaarlemmermeer;
doch een
,,teveel aan Staatszorg is eveneens schadelijic.”
Nadrukkelijk wijst ‘schr. ei- in dit zesde hoofdstuk
nog eens op, welke groote beteekenis voor het geheel
liet gmoote gezin heeft. En in ‘dit opzicht staat de
1-Iaarlem.mermeer wel aan ‘de spits: ,,Het gezin, niet ,,angstvallig klein gehouden, kweekt kloeke, eenvou-
,,.dige, arbeidzame burger’s”, en (naar Verrijn Stuart): ,,De zorg voor ‘de kinderen is een der krachtigste hef-
boornen, ‘der economische ontwikkeling”. En zoo is nog
steeds de feitelijke toestand in •d.e Haarlemmermeer.
Maar waar moet: het ‘dan. heen? Iien moedigt de
emigratie reeds aan, hoewel voorloopig met ‘gering
succes. Merkwaardig is ‘het dan, dat ‘de ‘dichte bevol-
king juist aan de minder vruchtbare, maar verkeers-
geografisch bealr gelegen randgebieden te vinden is;
daar wonen ‘de kleine luiden, ‘de tuinders, de arbei-
ders, enz. Iii het midden echter, buiten de dorpen,
zitten ‘de groote boeren, die een zekere hoogere levens-
standaard hebben, maar die hun bedrijf ook moeilijk
kunnen inkrimpen, op gevaar af van onvoldoende
rentabiliteit! ,,H.oe paradoxaal het cok moge ‘klinken”
– zegt schr. – ,,de vruchtbaarheid van ‘den bodem
schijnt in de Haarlemniermeer de bevolkingsgroei te
belemmeren.” Volkomen juist! De .groote landbouw,
die slechts seizoenbeh oef te ‘heeft. aan verkeer.smi’dde-
len’, is ‘traag in het aantrekken ‘daarvan; de eerste
geschiedenis van de Meer leerde dat immers voldoen-
de. Maar hoe zal het gaan, Ms het eenmaal zoover
gekomen is, dat b.v. nabij Hoof’d’dorp en Nieuw-Ven-
nep een- exporittuinbouw boonend is gebleken door
den thans bestaanden spoorweg? wanneer daar ‘de
kleine tuin.dersstand – die begonnen is te ontstaan
langs de ‘chvarswegen naar •de ringvaart – zich zal
uitbreiden? en wanneer zij dan eindelijk elkaar voor
coöperatie gevonden hebben?
Over liet algemeen is het aantal kleine bezitters
sterk gestegen, het: aantal pachters afgenomen. Voor-
al die afneming van, het aantal pachters, welke tij-
1
738
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
26 Augustus 1925
dent dé oorlogsjaren zoo sterk was, is in ‘de Meer al
even sterk waar te nemen als in •de rest van Neder
ind. In 1922 was’i’elatief de toestand het gunstigat;
daarna is cle pacht weer iets toegenomen. Het aantal eigen. kleinbedrijven (:beneden 20 HA.) blijft echter
geregeld toenemen.
Interessant is -de vergelijking dor kaarten betref-
fende den •grondeigendorn in 1851 en in 1924! In
totaal
.. .is ‘thans bijna tweederden van den grond in
eigendom van de Meerbevol’Ieing! Ruim viervijfdeu
van de eigenaren zijn Haarlem.mermeer’ders. De eigen-
erfde boeren zijn in de meerderheid gekomen, ook in
het p’oldebestuur. De ,,heeren” zijrl daarui.t grooten-deels verdwenen, en zelfs zijn er al boeren, die er op
aandringen er weer eenige technisch en juridisch
ontwikkelde ,,heeren” in te brengen. Het is echter
zeer lan.gzam.errlian{. ‘gebeurd, zonder overhaastiug, zoo-
dat nog geldt, wat Dr. Ter Veen schrijft: dat geen
misplaatste zuinigheid de overigens toch zuinige pol-
derbestuurders weerhield tienduizenden uit te geven
voor verbeterde .beheersohin’g van, den waterstand.
,,Uii een drassige, armelijke streek werd een polder
geschapen, die een voorbeeld is van waterbeheer-
sching; de heeren hebben hun plaatsen grootendeels
aan de boeren moeten afstaan, doch dit heeft geen
invloed gehad op -den geest, die het polderbestuur
van den aanvang af beziel’d’e, waakzaam en onderne-
mend, waar het -den polder zelf betreft, doch overi-
gens niet vrij te
pleiten
van particu]ari’sme!”
n.g, ook voor de Laagianden,
afg.ravi.n-g van het laagveen-ran dgebi ed hebben het
agro-geol ogisch beeld van ‘de Haarl emniermeer sterk
gew’ijzigd, zooals een vergelijking van. cle ‘kaart rein
Stari.ng met die van Tesc,h, Jeide in het boek opge-
nomen, leert. (Ja.mmer, ‘dat ‘sc’hr. naast de hoogte-
kaart van 1851 er niet nog een van thans heeft op-
genomen). Een en. ander heeft in de Meer vrijwel, ge-
110el de veeteelt doen. verdringen. De goede prijzen,
der producten, ‘cie volkomen oriënteering -der boeren
naar de wereldmarkt, hebben -daartoe het hunne ‘bij-
gedrageii En eindelijk heeft ‘de Scheurwet, in het
laatst der oorlogsjaren, de omzetting nog vollediger.
gemaakt. ‘Schr. geeft een plattegrond van, een boer-
clerij -ter illustratie van ‘deze ontwikkeling van, menig.
‘eehedrijft tot bouwbedrijf! En niet alleen het vee’
verdwijnt voor
eau
groot deel; ook de paarden worden
door de toepassing van deri tractor (motortrekker)
voor een deel overbodig. Waar in de eerste decennia
-de grooduitmergelen’de vlasteelt in ‘de Meer overwoog,
‘daar speelt de suikerbiet thaios -de hoofdrol. Teveel
zijn de boeren ‘daarbij echter afhankelijk van ‘de sui-kert,rust, zoodat in 1924 besloten werd. tot -de stich-
ting van een coöperatieve suikerfabriek!
-Ve.reenigingsleven is altijd
moeilijk
geweest en-der
deze bevolking; ‘het best echter no’g bij de kerkelijken
en vooral .de Roomsch-Kath.oiieken, wier invloed zich
op velerlei terrein v.an het rnaats6happe1j leven
open-baart.
,,Aanvankelijk behoorden vele Katholieken tot ‘de
,,armste Meerbev.olkin.g en was hun aandeel in het
,,grondbeziit ‘gering. Doch door hun arbeid’slust, levens-
‘,,kracht en saam-h-oorig.h-oi’dsgevoel bleken zij un staat
,,’de economische na’deelen, daarui.t voortvloeien-de; te
,,overw’innen.”
,,Wanneer men”
—
aldus sc,hr.
–
,,als laatste doel
,,van alle politiek stelt, aan het volk ‘de gunstigste
,,voorwaa-rden te bieden voor behoud en groei, dan
,,d-ient ook binneolandsche kolonisatie bevorderd te
,,worden, vooral landbouwkoionisatie: Wel eischt deze,
,,’zoowel van ‘den enkeling, als van -cle familie, de
,,grootste inspanning, maar de vruchten ‘daarvan zijn ,,talrij’k en belooio.en n.iet all-een het nageslacht; ‘de
,,geheel’e -bevolking deelt daarin. Men is gewoon de
,,waarde van ondernemingen als het droogma.ken van
,,meren, te meten naar -de stoffelijke voordeelen, daar-
,
1
door verkregen. Zoo zou men kunnen wijzen op den
,,00gst, welke jaarlijks in -de Meer gewonnen wordt.
,,i)och naa’st deze stoffelijke voordeelen straat ook de
,,wiin.st aan
volko-kracit. I:T.ierin ligt ook de groote .he-
,,teekenis van de ‘drooglegging ‘der Zuiderzee.”
Hierin ligt ook de niet ‘genoeg te waandeeren ‘be-
teekenis
Iran.
‘dit boek; vooral in deren tij’d, waarin de
noodlotti.g ni,velleeren’de invloed van. de massa-bewe-
ging en de z.ie]celjlc overdreven staat,szorg zooveel
energie doodt en verstikt,.
Hadden wij clan misschien graag do moer geogra-
fische zijde van ‘de problemen verder uitgewerkt
gezien, ‘w’ij moeten toch oolc niet ‘vergeten, dat de
schrijver zich de behandeling van ‘de psychologische
en’ socioiögisohe problemen allereerst tot doel heeft
gesteld.
–
Wij hopen, dat elk ontwikkeld Nederlander, die
belang stelt ‘in het groots werk der Zui’derzeed’roog-
légging, waarin hij in .de toekdin’st direct of indirect
zijn stem zal hebben ‘te geven ‘bij belangrijke beslissin-
gen, dit vlot geschreven, ‘degelijke werk
zal lezen.
W. E. B.
MAANDCIJFERS.
–
POSTOHEQUE EN GIRODIENST.
Juni 1925
11
Juli 1925
Aantal
Bedrag Aantal
I
Bedrag
Aantal rekenin-
gen op uit°.
109.552
110.175
Ontv. stortingen 365.619 63.615.957 443.067 71.653.118
Uitbet. cheques.
101.061 36.349.067
114.941 42.655.049
Bijschrijvingen
. .
862.987 316.910.751 1.034.726 339.175.4116
waarvan in giro
253.774.232
266.931.289
Afschrijvingen
.
549.330 291.229.773 1 647.511 308.785.167
waarvan in giro
253.774.232
,
266.931.289
Gezamenlijk te-
goed op ultO.
. .
348.631.933
378.977.736
Belegd
63.849.440
63.394.535
GIRO-KANTOOR DER GEMEENTE AMSTEtDAM.
Juni 1925
Juni 1924
Giro’s
(eenzijdige ver-
milli’enen
Aantal
~l
lllillln
o
e.
en Aantal
meldiDg)
Girobetalingen aan
gemeenteinstellingen
f
74,4
14.062
f
48,1
15.356
(iirobetaiingen aan
particulieren
,,
21,0
58.281
. ,,
16,8
45.992
Geldomzet.
Ontvangsten ……..
,,
4,8
6.385
4,4
7.805
Betalingen …………
,,
6,9
56.572
,,
5,8
25.553
Part, rekeninghouders
,,
18,6′ 24.6732
,,
18,7′ 22.267
2
Waarvan rekeningh.
welke gelden voor 1
–
jaar vast hebben
gedeponeerd …….
,,
9
1
1
2.623
2
,,
7,3
2.293
2
1)
Gemiddeld saldo te goed.
2)
Einde der maand.
RIJ KSPOSTSPAARBANK.
JULI
1
1923
1
1924
1925
Inlagen …………..
f
11.281.647
f
12.099.276f 10.778.683
Terugbetalingen
… ,,
9.395.120,, 10.886.880,, 10.701.852
Tegoed der inleggers
op ultimo ………
. ,
294.991.067 301.021.467 302.391.252
Nom. bedr. der uitst. staatsachuidboekjes
op ultimo ……….
,,
44.458.200
44.789.400
42.322.800
Spaarbankboekj es:
Aantal nieuw uit-
gegeven
10.361
10.198
10.088
Aantal geheel af-
betaald
7.131
7.703
8.051
Aantal in omloop
op ultimo
..
…
1.942.095
1.961.509
1.975.004
)
IUICCII1I5
Ie
ktllIbtV[UO.
–, ioteering te scotteroam.
1)
Particuliere opgave.
Data
1 Stock-
holm’)
1
1
Kopen-
hagen’)
Oslo’)
1
sing-
j’o,)
Buenos.
Aires’)
Mon-
treall)
18 Aug. 1925
66.77f
56.95
4597f
6.24.
100(
2.48k
19
1925
66.80
57.15
4617f
6.25
100k
2.48).
20
1925
66.80 57.20 46.25
6.29.
100k
2.48
21
1925
66.80
57.95
46.85 6.25
100k
2.48
22
1925
–
–
-.
6.25
1004
2.48’/
24
1925
66.70
5687f
47.70 6.26
100
2.481/
Laagsted.w.’)
66.60
56.85 45.85 6.23
100
9.47k
Hoogste d.wl)
66.85
60.-
47.90
6.29
1005/
8
2.48k
17 Aug. 1925
66.75
56.95
45.95
6.27f
100h
2.481(
10
,,
1925
66.90
56.62f
45.671
6.27
1001/
3
2.481/
8
Muntpariteit
66.67 86.67 66.67
48.-
105
2.48k
Dienstjaren Grond-
Personeele
belasting belasting
1920/21
1921/22
–
–
1922123
–
–
1923124
102.112
1.137.284
1924/25
3.629.532 2.816.097
1925/26
10.806.977
8.583.719
Totalen -. 114.538.621 112.537.100
Inkomsten-
Vermogens-
belasting belasting
167
–
1.638
2.834.073
11.237
8.553.838
45.556
48.308.275
5.787.486
1.327.057 45.792
61.023.243
1
5.891.876
26 Augustus 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
739
OVERZICHT DER RIJKSMIDDELEN.
(In Guldens).
juli
1925
Sedert
Januari
1925
Overeen-
komstige
periode
1924
Directe belastingen.
3.858.834
14.538.621
12.694.784
Personeele belasting ..
3.677.109 12.537.100
11.332.692
Inkomstenbelasting ..
5.449.812 61.023.243 62.962.238
2.318.424 8.539.249
5.672.608
Grondbelasting……..
Vermogensbelasting ..
199.845
:5.891.876
5.843.962
Dividend- en tantième-
A.ccijnzen.
belasting …………
3.078.986 23.952.996 21.151.430
68.834
1.319.475 1.240.504
4.271.705
26.357.784
27.377.228
Suiker
…………….
142.588
1.183.536
893.065 1.041.167
8.464.015
3.501.668 782.866
5.419.206 5.381.982
Wijn ………………….
Gedistilleerd …………
1.296.574 9.554.077
9.472.121
Belast, op speelkaarten
2.539 57.973
61.419
160.542
6.419.424
–
fndirecte belastingen.
Zegelrechten ……….
‘2.255.811
2
13.886.203
10.980.876
Registratierechten….
1.704.935
13.059.640
13.441.970
2.634.605 25.289.600
26.658.424
Zout …………………
Bier
………………
Unvoerrechten.
3.429.855 22.028.786 20.628.971
Geslacht
…………..
Pouden en zilver. werken
–
Tabak……………..
Belasting
…………..
76.464
‘578.083
502.765
Pdjwielbelasting ……….
97
..
504
63.0
352.561
2.409.438 2.348.133
Successierechten ……..
392.644
364.140
Domeinen ………….
.
69.692 1.552.350
1.335.451
Essaailoon…………….
9tatistiekrecht ………..
9.055
414.669
418.919
lfijnen
……………..19.765
Jacht
en
visscherij
64.747 96.155 107.770
Staatsloterij …………..
..
332.852
2.290.020
1.952.229
1oocLsgelden ………….
Totaal-Generaal
, ,
37.400.264 265.256.667
246.325.979
1)
Hieronder begrepen f 581.497 wegens zegelrecht van
nota’s van makelaar en commissionnairs in effecten, enz.
(Beursbelasting). ) Idem f3.109.904.
HEFFINGEN VOOR HET LEENINOFONDS 1914.
juli
1925
Sedert
Januari
1925
Otereen- komstige
periode
1924
Verdedigingsbelast. la
60.104 1.766.564
1.719.901
Verdedigingsbelast. Ib
459.026
5.844.672 5.743.778
Verdedigingsbelast. II
1.34(3.487
15.441.657
17.612.059
Opcesten:
2.921.832
2.548.221
Personeele belasting
690.795
.
2.479.083 2.213.378
Inkomstenbelasting
1.716.723 17.083.857
18.425.139
Vermogensbelasting
49.915 1.472.822
1.437.083
Dividend- en tantième
Grondbelasting …….787.176
765.080
2.817.952
1.871.961
615.797
4.790.599 4.230.286
13.767
263.895
248.101
belasting …………
Suiker …………….
Gedist. (binn .- en buitl.)
427.170 2.635.779 2.737.723
Wijn ………………
Zegelrechtvan buitl. eif.
55.2141
249.7031
184.174
Totaal,,,,
6.987.254 57.768.415 58.971.784
SPLITSING VAN DE OPBRENGST DER GROND-, PERSO-
NEELE-, INKOMSTEN- EN VERMOGENSBELASTING SEDERT 1 JANUARI 1924.
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B. ** beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
(Disc. Wissels. 4 15Jan.’25 Zwits. Nat. Bk. 4 16 Juli ’23
1’Bel.Binu.Eff. 4f 15Jan.’25 N.Bk.v.Denem, 7 17 Jan. ’24 – Vrsch. inR.C. 5f15 Jan. ’25 ZweedscheRbk 5 24 Juli ’25
Javasche Bank . ….4f20 Oct. ’24 Bankv.Noorw, 7 8Mei ’25
Bank van Engeland 4f 6Aug.’25 Bk. v. Tsjecho-
Duitsche Rijksbk. 9 26Feb.’25 slowakijë. 7 25Mrt. ’25
Bank v. Frankrijk 69Juli’25 N. Bk.v.O’rijk. 1024 Juli ’25
Belgische Nat. Bnk. 5f 22Jan.’28 N. Bk.v. Hong. 9 28Mei
1
25
Fed.Res,BankN.Y. 3f26Feb.’25 Bank v. Italië. 7 17Juni’25
Bank van Spanje.. 5 23Mrt.’23 Z.-Air.Res.bnk 51
OPEN MARKT.
1925 1924
11
1923
11
1914
22A ug.
17-22
10-15
3-8
18-23
20-25 20-24
Aug. Aug. Aug.
Aug.
Aug.
Juli
Amsterdam
3I16-
Partic. disc.
371
11
116
31/
3
3/
4
31/3_3/4
2-
1
/8
–
31J8-I16
Prolong.
3112
2)
31/4-3/4
34
3-4
2-l14 2
3
14-3
211
4
31
4
Londen Daggeld ..
2
3
/4_3
1
12
2
3
143Ij3
3-4
2
3
14-43/4
211
4
_31/
3
I-2
1
/
1
3
14-2
Partic. disc.
3
1
14_13
116
3
14
-15
116
3
15
116_
41/
4
3314_13116
3
1
13l16
211
4
-31
4
Berlijn
4111
Daggeld
. .
7-8
7-9
7-10
9112-12
–
–
–
Partic. disc.
30-55 d.. .
751
2)
75/
5
3j
4
73 j4_7 /8
7
!8
– –
–
56-90 d..
.
731
8
2)
7I8-
518
75/8-18
771
8
–
–
2
1
18-
1
/2
Waren- wechsel.
8
7
1-9
8
7
1-9
87/
8
_911
2
99
1
14
–
–
–
lVew
Y01k3)
Cali money
411
3
_31
4
4_3/4
4-12
41J
4
3J
4
2-1/
4
4
1
J-6
13/
4
21/
3
Partic.disc.
331
5
_1/
4
311
4
1/
5
31/
4
331
8
–
–
–
.aII
money-Koers v.zi Aug. en uaaraan vooratgaancle weken t/nl. Vrijd.
2) Noteering van 21 Aug.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
D a a
New
York ‘)
‘Londen
‘)
Berlijn
•)
Parijs
)
)
B
18 Aug. 1925
2.48k
12
.
06
*
59.10
11.57
11.15
1003.
19
1925
2.485/,,
1206f
59.10
11.67
11.37*
100h
20, ,;
1925
2.48
12.06
59.10
11
.
64
* 1
1
.
2
7*
100k
21
,,
1925
2.48k
12
.05*
5
9.0
7
*
11.65
11
.
2
7*
100
22
1925
– –
– –
–
100h
24
1925
9.48k
12
.05*
59
.0
4
*
11
.
7
0*
11.30
10034
Laagste d.w.
1
)
9.48
12.04*
59.02
11.50,
10.98
100k
Hoogste d.wi)
2.481/6
12.06f
59.12
11.71
11.38
I00
17 Aug. 1925
2.48j
12.06f
59.10
11.561 11.10
10014
10
,,
1925
2.485/8
12071
59.19
11.621 11.25
10034
Muntpariteit
2.48h
12.10
59.26
48.-
48.-
100
-, ioieering Ie RmSlerUam. –; INoteering te Kotteraam.
1)
Particuliere
opgave.
–
Data
il-
s
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
18 Aug. 1925
48.20 35.05
7.38
127f
8.92
–
35.77f
19
1925
48.17h
35.05
7.37
1.28
9.00f
35.83
20
1925
48.17%
35.05
7.37
1.28
897
f
3577
1
21
1925
48.15
35.05
7.36
1.27f
9.02 35.79
22
1925
–
–
7.36
.1.271
–
–
24
,,
1925
48,07l
35.-
7.35
1.28
9.08f
35721
Laagsted.w.i)
48.05 34.95 7.33
1.22f
8.88
35.70
Eloogsted.wl)
48.2214
35.15
7.39
1
.
32
f
9,27f
35.90
17 Aug. 1925
48.22%
35.05
7.37
1.27f
8.95
35.80
10
,,
1925
48.29
35.0734
7.38
1.25
8.92f
35.80
ltluntpariteit
48.- 35.-
50.41
48.- 148.-
48.-
-,
roieering te j6msteroam.
)
INoteering te lotteraam.
1)
Particuliere opgave.
740
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
26 Augustus 1925
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
D t
a a
Londen
(per)
Parijs
($p.lOOfr.) ($p.
Berlijn
IOOMk.)
Amsterdam ($p. 100 gld.)
18 Aug.
1925
4,8513/
16
4,68
23,80
40,26
19
1925
4,8516/
33
4,70
23,80
40,30
20
1925
4,85% 4,69
23,80
40,29
21
,,
1925
4,85%
4,69
23,80
40,30
22
1925
4,85k
4,70
93,80
40,30
24
1925
4,85%
4,71
23,80
40,30
11 Aug.
19251
4,857/, 4,68
23,80
40,21
Muntpariteit
.
.
4,8667
19,30
1
23,81%
405/
16
TE LONDEN.
KOERSEN
Plaatsen en
INoteering
s-
8Aug.
15Aug.
17122
Aug.’25
1
22Aug.
Landen
eenheden
1925 1925
LaaesteIHoogsfe
1925
Alexandrië Piast. p. £
9715/
33
9715/
978/
9°/1
1°1
‘Bangkok ..
5h. p. tical
11101
8
1111l
8
111011
8
111011
8
111011
8
B. Airesi)
–
d. p.
$
4515/
4511132
132
45%
45
/16
Calcutta
… -.
Sh. p. rup.
1/6
5
/
33
1/6
1
/
8
116
3
/
33
116
5
1
33
116
5
1
33
Constantin.
.
Piast. p.
£
845
82234
805
835 830
Hongkong …
5h. p.
$
2143/
18
2/4
9
/
33
2/4
2/51/
8
214
19
/
33
Lissabon
1)
.
d. per Mii.
2%
2%
2
15/
32
2%
2%
Mexico
. .
.._.
d. per
$
26
26
25
27
26
Montevideo
1)
d. per
$
49% 49a,
4
9
1
/8
50
493
Montreal
….
$
per X.
4.85,
1
.,
9
4.85
1
/,
4.85.
4.85%
4.85.
1
P
5
R.d.Janeiro
1)
d. per Mii.
57/
0
6
5311
32
6
3
1
53
6i/
5
Shanghai ….
Sh. p. taei
312
3125i
312 313 312
8
/8
Singapore_
id. p.
$
2/4
3
1
2/43/
13
2141,,
214%
2/48/
16
Valparaisoa).
peso p.
£
40.20
40.20
39.80 40.20
39.80
Yokohama ._
Sh. p. yen
1/88/
8
118
11
/
32
118
8
1
1/85/
to
1/8
7
/
35
‘Koersen der voorafgaande dagen.
1)
Telegrafisch tranafert.
3)
90 dg.
ZILVERPRIJS
.
GOUDPRIJS
8)
Londen’)
N.York’)
Londen
17 Aug. 1925.. 37/
70k
17Aug.
1925..
84/10%
18
,,
1925..
32i,
7018
18
,,
1925-
84/10%
19
1925..
32′.(
701/
8
19
1925..
84/11% 20
1925…
328/
16
703/
9
20
1925..
84111%
21
1925..
32
1
70%
21
1925..
84/11%
22
1925- 325/
9
70%
22
1925…
–
23 Aug. 1924..
34
8
/16
683/
8
22Aug.
1924-
91/8
20 Juli
1914..
2415/
541/8•
20 Juli
1914..
84110
1)
in pence p.oz.stand.
2)
Foreignsilver in gc. p.oz.fine.
3)
in sh. p. oz.fine.
STAND VAN ‘s RIJKS KAS._________
Vorderingen
1
17Augustus
192524
Augustus
1925
Saldo bij Nederi. Bank…
f
7.778.786,56
f
2.501.060,71
Saldo bij betaalmeesters… 5.229.332,38
,,
4.210.999,73
Saldo b. d. Bank’v. Ned.
Gemeenten …. … …
.,, 1.729.569,92 » 1.207.646,55
Voorschot op uit. Juli1925
aan de gemeenten op
voor haar door Rijk te
1effen gem. ink.bel. en
opcentenopRijksink.bei.
37.032.491,41 ,, 37.032.491,41
Voorsch. aan de koloniën 7.917.873,77 8.941.119,89
Voorsch. a. h. buitenland ,,215.745.466,- ,,214.802.784,63
Daggeidieeningen tegen onderp. v. schatk.papier ,, 23.000.000,- ,, 24.500.000,-
Voorsch. door deNed.Bank
f
–
f
–
Schatkistbilj. in omloop
1)
,,149.149.000,- ,,149.144.000,-
Schatkistprom. in omloop
,,1 10.100.000,-
,,1 10.100.000,-
Waarv. direct bij Ned. Bk.
1.000.000,-
Zilverbons(met inbegripv.
de bedragen bij de betaal-
,,
17.938.567,50
17.673.479,-
Door den Postch.- en Giro-
meesters in kas)………..
dienst in ‘s Rijks Schat-
kist gestort ………..
,, 39.718.374,70
,, 41.786.131,83
1)
Waarvan
f
37.056.000 vervallen
op of na 1 April
1927.
NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
15Augustus
1925
1
22
Augustus
1925
Voorschot uit ‘s Rijks
kas aan N.J.
.-. _….
f
–
r
680.000,-
md. Schatk.prom. in omi.
60.000.000,
_
,, 60.000.000,-
Voorsch. Jav.Bk. aan N.-I.
5.972.000,- 2.610.000,-
Muntbiljetten in omloop.
,, 35.731.000,-
37.116.000,-
Ten voordeele v. N.J. ge-
boekt beieggingsgeld v.
h. N.J. muntfonds … …
..5.760.000,_.
,,
5.760.000,-
Totaal
………
flO’l.l
8
O.
000,
_
..
fbO
6
.l
66
.
000,
_
.
Teg.v.N.-I.bij’sRijkskas
,,
283.000,-
In
‘s
Lands kassen
….
,,
41.207.000,-.
NEDERLANDSCHE BANK..
Verkorte Ba1ans
op
24 Augustus
1925.
Activa.
Binneni.
Wis-1
Hfdbk.
f
47.149.148,33
s
el
s
,P
rom
.,V Bijbnk.
16.948.905,62
enz.in disc.I Ag.sch.
,,
25.989 539,56
f
90.087.593,51
Papier
o.
h. Buiteni. in disconto ……..
–
Idem eigen portef.
.
f
242.971.681,-
Af :Verkochtmaar voor
debk.nognietafgel.
«
–
»
242.971.681,-
Beleeningen
Hfdbk.
f
37.290.920,47
ncl. vrsch.
in rek.-crt.
Bijbnk:
,,
10.715.008,03
op
onderp.
Ag.sch.
68.221.943,27
f
116.227.871,77
Op
Effecten…….
f
114.076.516,77
Op
Goederen en Spec.
,,
2.151.355,-
,,
116.227.871,77
Voorschotten a. h. Rijk
…………….,,
–
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……f
56.184.150,-
Muntmat., Goud
.. ,,
358.244.155,40
f
414.428.305,40
Munt, Zilver, enz.
•
23.179.044,22
Muntmat., Zilver..
Effecten
437.607.349,62
Belegging Res.fonds.
f
6.476.883,61
id. van t
8
v. h. kapit.,,
3.973.233,87
10.450.117,48
Gebouwen en Meub. der Bank
……..,,
5.171.000,-
Diverse
rekeningen
………………,,
37.645.430,-
f
940.161.043,38
Passiva.
–
–
Kapitaal
……………………….f
20.000.000,-
Reservefonds
……………………
,,
6.483.597,96
Bijzondere
reserve
……………….,,
12.000.000,-
Bankbiljetten in omloop …………..
,,
862.758.730,-
Bankassignatiën in omloop
………..,,
1.201.603,57
Rek.-Cour.
j
Het Rijk
f
3.068.538,01
saldo’s:
Anderen,, 25.840.515,75
28.909.053,76
Diverse rekeningen
…………… .. .,,
8.808.058,09
f
940.161.043,38
Beschikbaar metaalsaldo
………….f
258.475.448,12
Op de basis van
•’/
metaaldekking …..
,
79.901.570,65
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
ioop
dan waartoe de Bank gerechtigd
is
..
1.292.377.240,-
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
1
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.I
schuldenl
Metaal- lklngl
saldo
1
perc.
24 Aug. ’25
414.428 23.179
862.759
30.111
258.475
49
17
’25
414.444
22.817 871.455
28.964 256.616
49
10
’25
619.39422.600
885.9.55
22.894
259.658
49
3
’25
419.403 22.547 899.928 43.309 252.731
47
27 Juli
’25 419.417
22.803
876.414
26.790 260.998
49
20
,,
’25
431.571
22.457
883.516
27.559
271.209
50
25 Aug. ’24
531.511 11.834
945.735 52.764
343.047
54
25
Juli ’14
162.114
8.228
310.437 6.198
43.521
1
)
54
Totaal
Hiervan Schatkist-
1
1
Belee-
1
Papier
1
ophet
Dse
Data
be
I
dra
d1sconf’s
I
promessen
1
ningen
1
buit
1
lan2
ningen
1)
rechtstreeksl
24 Aug. 1925
90.088
–
116.228
242.972
37.645
17
1925
88.815
1.000
125.300
242.803
37.628
10
1925
88.179
1.000
132.109
237.152 40.464
3
1925
85.945
–
171.670
232.429
41.396
27 Juli
1925
77.048
1.000
135.398
288.717
46163
20
,,
1925
78.319
3.000 137.745
215.699
48.409
25 Aug. 1924
129.930
–
177.296
67.434
108.112
25 Juli
1914
67.947
14.300
81.686 20.188
509
1) Op
de basis van
2
15
metaaldekking.
3)
Sluitpost activa.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
C/,Çf/
re
o31.
Discont.
25
Juli
1925-
1.024 1.448
737
1.012
298
18
1925..
1.008
1491
733 992 327
11
1925…
1.008
1.626
745
1.012
307
4
1925..
1.008
1.701
615
1.003
293
20 Juni
1925..
1.008 1.425
869 1.016 315
26
Juli
1924..
1.168 1.384
964
1.103
375
5 Juli
1914-
645
1.100
560
735
96
3)
Sluitpost der activa.
26 Augustus 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
741
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.
Data
1
Goud
1
Zilver
1
Circulatie
22Aug. 1925
171.500
315.500
52.500 103.900
15
1925
177.250
319.000
44.500 104.550
8
1925
178.750
316.500
57.500 103.950
18Juli 1925 132.970
45.615 309.107
45.364
108.364
11 ,, 1925 133.197
46.954
306.996
44.875 110.533
4
1925 133.220
47.560 299.433
50.527 111.569
27 Juni1925 133.360
47.457 294.141
51.454 112.433 23Aug. 1924 150.074
64.288 261.409
99.966 142.738
25Aug. 1923 160.841
60.829 259.051 119.462 146.559
25 Juli1914 22.057
1
31.907
1
110.172
1
12.634
1
4.842′
Wissels,
Dek-
Dis-
buiten
Belee-
verse
kings-
Data
conto’s
N.-lnd.
ningen
ni
k
i
percen- _____________
betaalb.
g
tage
22Aug.1925
15850
48
15
1925
155.790
.
49
8
1925
159.790
“‘
48
–
18Juli1925 18.612 27.256
65.261
58.507
50
11
1925 18.187 24.608
63.217
63.320
51
4
1925 18.399 19.897
58.498
61.247
52
27Juni1925 19.689 19.761
56.436
63.023
52
23Aug.1924 34.916 26.877
65.674
25.771
59
25Aug. 1923 38.326 39.829
73.052
27.784
59
25 Juli 1914
7.259
1
6.395
1
47.934
2.228
44
1)
Sluitpost activa.
1)
Basis
IJj
metaaldekking.
BANK VAN ENGELAND.
‘ooruaaniste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden ponden sterling.
Data
Metaal
I
Ic’1itie h
II
Currency Notes
Bedrag
Bankbilj.I
00v. Sec.
19 Aug. 1925
164.033
144.184
297.272
56.250
246.370
12
1925
164.257 143.253
301.216
56.250
250.496
5
1925
164.500
146.320
305.484
56.250
254.803
29 Juli
1925
164.258
144.751
301;040
54.450
251.524
22
1925
161.444
143.392
298.936 54.450
249.814
15
1925
161.567
143.149
298.070
53.950
249.502
20 Aug. 1924
128.316 125.119
291.362
27.0002)
247.456
22 Juli
1914
40.164 29.317
–
–
–
Data
1
Oov.
Sec.
1
Other
1
Sec.
1
Public
Depos.
1
Other
1
Depos
Reservel
t
Dek-
ings-
I,..,….i’
19Aug.’25
33.989
71.323
16.535
110.236 39.599
31
12
’25
34.219
71.606 15.733
110.730
38.753
305/
8
5
’25 33.509 68.229
11.037
110.498
37.931
311.
29 Juli ’25
33.600
69.174 20.690
103.264
39.257
315/
8
22
’25
34.960 69.762
15.574
110.691
37.802
313/
8
15
’25
38.007 71.684
12:595
115.229 38.168
29
7
/8
20Aug.’24
42.468
78.317
15.635
109.974
22.917
18,26
22 Juli ’14
1
11.005
33.633
13.735
1
42.185 129.297
525/
8
1)
Verhouding
tusschen Reserve en Deposits.
2)
Gouddekking.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen francs.
Waan’.
Te goed Buit. gew.
Schat-
11,
–
Data
Goud
in het
Zilver
in het
voorsch.
kistbil-
se
5
buiten!.
buitenl.
ajd. Staat
feiten
1)
13Aug.’25
5.547
1.864
312
578
28.100
5.095
3.243
6
,,
’25
5.547
1.864 312
578
28.200
5.085
3.181
30Juli’25
5.547
1.864 312
582
27.250
5.069 3.639
23
’25
5.547
1.864
312
582
27.400
5.068
3.045
16
,,
’25
5.547
1.864
312
581
27.850
5.068 3.167
14Aug.’24
5.544
1.864
300
568
22.900
4.764
4.510
23 Juli’141
4.104
1
–
640
– – –
1.541
Waarvan
Uitge-
Be
ee-
J
Rekg.
Courant
Data
op
het
buiteni.
stelde
Wissels
ningen
Circulatie
_
Parti-
cullerenl
Staat
13 Aug.’25
21
6
2.913
44.906
2.385
14
6
,,
’25
19
6
2.929 45.334 2.604
12
30Juli’25
16
6
2.906 44.496
2.452
59
23
’25
18
6
2.987
44.221
2.270
51
16
’25
23
6
3.012
44.532
2.494
32
14Aug.’24
28
9
2.739 40.400
2.037
12
23 Juli
1
14
8
–
769
5.912 943
401
1)
In disc,
g
enomen we
g
ens voorsch. v. d. Staata.
buiteni. regeeringen.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark
Data
Goud
Daarvan
bij bui-
ten!. circ.
banken
1)
I
Deviezen
alsgoud-
dekking
geldende
I
Andere
wissels
en
cheques
Belee-
nin gen
15 Aug. 1925
1.114,6
97,7
357,7
1.617,9
20,3
7
,,
1925
1.113,7 102,8 358,5
1.706,1
23,8
31 Juli
1925
1.104,1
123,3
368,0 1.789,2 60,3
23
1925
1.103,0
123,3
367,7 1.487,6
21,6
15
,,
1925
1.068,7
93,1
356,2 1.526,5
13,4
7
1925
1.065,6
90,7
355,2
1.579,7
15,6
30 Juli
1914 1.356,9
– –
750,9
V
50,2
Data
Effec- 1 Diversel Circu- Rekg.- Diverse –
ten JActiva
2
)1
latie
Crt.PassivaIR
aan
enten-
______________
bank
15 Aug. 1925 201,9
660,5 2.373,2 926,3
461,2
0,3
7 ,,
1925 201,7
618,1 2.472,7
810,4
516,9
0,4
31 Juli 1925 201,7
502,1 2.530,3 699,7
562,7
0,4
23
1925 201,6
724,0 2.200,9 878,8
621,4
0,6
15
1925 201,5
730,5 2.297,9
765,8
619,7
0,7
7
1925 201,3
685,7 2.442,6 1574,0
661,7
2,1
30 Juli 19141 330,8
200,41 1.890,9 1 944,-1
40,0 1 –
1) Onbelast
2) W.o.
Rentenbankschejne 15, 7 Aug., 31, 23, 15, 7 Juli, resp.
264,7; 215,5; 134,5; 384,4; 326,5; 257,3 miii.
BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.
Voornaamste posten in inillioeneufranca.
‘
s
.’
.
,y
2
Data
‘0
20 Aug.’25 385 85 480 1.317 274 5.200 7.596 159
12
’25 385 85 480 1.358 266 5.200 7.668 136
6
’25 385 85 480 1.421 286 5.200 7.675 161
30 Juli’25 385 85 480 1.413 260 5.200 7.688 153
23
25 385 85 480 1.429 235 5.200 7.570 265
16
’25 384 85 480 1.374 254 5.200 7.609 206
21Aug.’24 354 85 480 1.265 434 5.250 7.625 171
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in m.illioenen dollars.
Goudvoorraad
We
aa l-
ttig
Wissels
bet
Data
Totaal
Dekking
middel,
In her-
1
In
o
de
F. R.
Zilver
disc. v. d.
pen
bedrag
Notes
etc.
member
markt
banks
1
gekocht
5Aug.’25 2.778,0
1.494,2
136,3
543,8
212,0
29 Juli’25 2.791,1
1.498,6
145,5
468,4
210,5
22
’25 2.790,9
1.509,3
144,0
442,5
224,5
15
’25 2.790,6
1.523,6
144,8
454,7
231,3
8
’25 2.784,3
1.508,7
139,5
450,3
240,7
t ,, ’25 2.785,6
1.517,3
141,3
511,6
249,1
6 Aug.’241 3.125,7
2.115,2
103,3
273,6
22,1
Data
,Belegd
–
F. R. T
Goud-
Algem.
Notes
D°
Gestort Dek-
Dek-
circa-
. . –
Kapitaal kings-
kings-
Gov.Sec. tfllatie
perc.’)
perc.’)
5Aug.’25 333,5
1.605,6 2.266,0 115,7
71,7
75,3
29Juli’25 330,2
1.598,4 2.200,6 115,7
73,4
77,3
22
’25 335,3
1.605,2 2.199,7 115,7
73,3
77,1
15
’25 344,5
1.627,0 2.231,7 115,6
72,5
76,1
8
’25 339,0
1.652,3 2.187,7 115,6
72,5
76,1
1
’25 353,6
1.653,0 2.252,4 115,7
71,3
74,9
6Aug.’24 535,5 1.756,0 2.159,7 111,5 79,8 82,5
1) Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeischbare schulden:
F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in miljoenen dollars.
1
Dis-
1
Totaal ‘Waarvan
Data
anaconto’s
1
Beleg- 1
ddepo-
1
time
en
t
gingen
R.
beleen.
1
banks
slto’s
deposits
29Juli’25
730 13.217
5.506
1.606
18.061
5.174
22
’25
730
13.240 5.507
1.618 18.072
5.164
15
’25
731
13.286
5.484
1.847
18.227
5.164
8
,,
1
25
733
13.280
5.498
1.616
18.143
5.164
1
,,
’25
733
13.375 5.517
1.662
18.339
5.172
30Juli’24
747
12.265 4.981
1.591
16.821
4.492
Aan het
eind
van ieder kwartaal wordt een
overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.
742
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
26 Augustus 1925
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam,
24
Augustus
1925.
Na een langdurige periode van depressie heeft de beurs van
B e rI ij n in de achter ons liggende berichtsweek eenige op-
leving getoond. De gedurige daling van het koerspeil was in
hoofdzaak te voorschijn geroepen door krachtige aanvallen
van de contramine, welke haar transacties had gebaseerd
op den Duitschen credietnood – waardoor verschillende onder-
nemingen genoodzaakt waren hun eigen aandeelenbezit
op de markt aan te bieden -, op de geringe rentabiliteit van
de luitsche industrie, op de neiging van het buitenland om
fonds af .te geven,
enz.
De Stinnes verwikkelingen hebben
hiertoe uit den aard der zaak het hunne bijgedragen en de
banken waren weinig gencigd tegenweer te bieden, daar zij zelve
min of meer geïmmobiliseerd waren door de afwikkeling van het Stinnes-concern. Hierin is nu de laatste dagen eenige ver-
betering gekomen, doordat verschillende objecten van Stinnes
zijn verkocht. Toen bovendien de aanvallen van de haissiers
regelrecht tegen sommige bankinstellingen – o.a. de Darm-
stkdter &. Nationalbank – werden gericht heeft de Berlijnsche
bankwereld het klaarblijkelijk toch den tijd gevonden daad-
werkelijk in te grijpen, met het gevolg, dat een vrij aanzienlijke
koersverbetering haar intrede heeft kunnen doen. Desniette-
min is de daling van de laatste weken slechts voor een gering
deel uitgewischt.
Te P a r ij s is de stemming slechts weinig veranderd. De
staking der bankbeambten heeft zich eerder uitgebreid, het-
geen op zichzelve reeds een zekeren druk op de fondsenmarkt
heeft uitgeoefend. Bovendien verkeert men in financieele
kringen in onzekerheid ten aanzien van de thans zeer
aanstaande regeling van de buitenlandsche schulden van
Frankrijk. Het voorbeeld van België heeft het vooruitzicht op
groote verplichtingen gedurende eèn reeks van jaren geopend,
terwijl het uitgesloten schijnt te mogen worden geacht, dat de Belgische regeling als precedent voor de Pransche mag
worden beschouwd. Ten gevolge van én en ander is de beurs
weifelend gebleven, met een neiging tot daling van Fransche
staatsfondsen.
Te L o n d e n is de fondsenmarkt stil geweest, hoofdzake-
lijk doordat men wenschte af te wachten, of het bankdisconto
verder zou worden verlaagd. Toen dit niet het geval bleek te
zijn, viel een geringe actie op te merken. Dc markt voor
,,gilt-edged” fondsen bleef goed. Binnenlandsche Spoorweg-
fondsen onregelmatig met weinig zaken. De rubbermarkt
was vrij rustig, doch de koersen handhaafden zich vrijwel.
Courtaulds en andere textielfondsen vertoonden eenigen
teruggang, bij hun onlangs bereikte hoogtepunt vergeleken.
Te N e w Y o r k heeft de zeer opgewekte tendens zich
volkomen kunnen handhaven, ondanks de minder optimis-
tische gevoelens, welke blijkens sommige uitlatingen in de
kringen der financiers heerschen. Vooral industrieele waarden hebben hiervan de vruchten kunnen plukken, doch ook spoor-
wegshares konden aanmerkelijke koerswinsten boeken. De
goéde toon is uit den aard der zaak versterkt door de meerge-
noemde schuidregeling met België, waardoor de Vereenigde
Staten hun prineïpieele verlangens ten aanzien van de delging
der schulden van Europa voor een goed deel zien ingewilligd.
T e n o n z e n t is de beurs over het algemeei% kalm ge.
weest, met uitzondering van enkele opmerkelijke koersfluc-
tuaties. Wat de
beleggingsmarkt
betreft, heeft de vaste tendens
zich hier volkomen kunnen handhaven. Deze afdeeing ter beurze schijnt zich bovendien te hebben aangepast aan de
eenigermate duurdere geldmarkt.
6
% Ned. Werk. Schuld.
1922: 105
1
/
3
, 105/, 105
11
/
16
; 41/2 %
Ned. Werk Schuld
1917:
9715,, 971/18, 9715/; 7 %
Ned.-Indië:
102/
4
, 102
13
/
16
; 4 %
Port. Tabak:
68,
691/2,
68/
4
; 5%
Brazilië
1913£ 20-100: 56/
4
,
57
/8, 57
1
/
2
; 8
% Sao Paido
1921: 100
3
/
4
, 101, 100/
4
.
Groote aandacht heeft de
suikermarkt
getrokken door een
plotselinge en zeer groote koersverheffing voor aandeelen
Handelsvereeniging ,,Amsterdam”. Wel is waar zijn onder den invloed van de bewegingen in dit fonds ook de overige suiker-
waarden wel eenigszins gestegen, doch lang niet in dezelfde
mate. Bovendien hebben de prjjsvariaties op de markt voor
het product zelve hiertoe geen aanleiding gegeven. De krach-
tige koersverbetering voor H.V.A. wordt ter beurze dan ook
toegeschreven aan de behoefte aan beleggingsmateriaal, welke
een keuze tracht te doen op de aandeelenmarkt, nu de obligatie-afdeeling hiertoe niet meer in ruime mate de gelegenheid biedt.
Bovendien schijnt er een geringe contraminepartij te zijn ge-weest, welke overhaast tot dekking is overgegaan. Niettemin
heeft het hoogst bereikte koerspeil zich vrijwel geheel kunnen
handhaven. Cultuur Mij. der Vorstenlanden:
155/
4
, 157/
4
,
156, 154;
Handels Verg. Amsterdam:
5141/, 534/2, 546, 5391/8;
Java Cultuur Mij.:
327, 335, 330;
Maron:
252, 260, 258;
Ned.-
md. Suiker Unie:
222, 225
1
/
4
, 220;
Poerworedjo: 1 l0/
4
1 15’/
8
, 1 12’/
4
; Tjepper:
604, 610, 612;
Tjeweng Lestari:
209, 218/
4
, 2161/
3
.
De stemming op de
petroleuma/deeling
was hieraan tegen-
gesteld. De herhaalde prijsverlagingen van het product op de
Amerikaansehe markt hebben eenige depressie veroorzaakt,
welke niet is weggenomen door de berichten, dat in sommige districten van de Vereenigde Staten zelfs een verhooging van
de petroleumprjzen plaats heeft gevonden. Ondanks het feit,
dat van Parijs nog vrij omvangrijke kooporders binnenkwamen
heeft de koers van aandeelen Koninklijke Petroleum Mij, zich
niet kunnen hand1iaven mede door het feit, dat enkele groote
houders hun stnkken op de markt aanboden. In Geconsoli-
deerde is slechts weinig omgegaan, terwijl ook de koersfluc-
tuaties gering waren. Hier bleef de ondertoon echter beter.
Dordtsche Petr. md. Mij.:
351
1
/, 347, 357
1
/
3
, 347;
Geconsoli-
deerde Hoil. Petr. Cy.:
159/
4
, 156, 157
3
/
4
, 158;
Kon. Ned.
Petr. Maatschappij:
374 37
91/,
3731/8.
Rubbei-aandeelen
zijn veel kalmer geworden. De koersen zijn
niet zoo sterk gebonden geweest aan de ups and downs van
den rubberprjs te Londen. Er viel een meer zelfstandige be-
weging op te merken, welke in het leven werd geroepen door
vraag en aanbod van beleggingszijde. De speeulatieve posities
zijn vrij sterk ingekrompen, nu de groote spanningen op de markt voor het product voor het oogenblik zijn verdwenen.
Amsterdam Rubber:
2821/2, 2941/
3
, 29 1/
4
; Hessa Rubber:
383, 390,
397
‘/2, 386;
Java Caoutchouc:
156, 160
1
/
4
; Kali
Telepak: 266
1
/, 276
1
/
2
, 280;
Ned.-Ind. Rubber en Koffie:
254, 256, 252;
Serbadjadi:
268/, 278;
Sumatra Rubber:
249
3
/
4
, 259, 257.
De
tabaksa/deeling
was eveneens kalm, doch over het alge-
ineen vast. Voor certificaten ,,De Oostkust” en voor aandeelen Senembah bestond nog steeds de grootste belangstelling, doch
de koersverschillen zijn niet al te ruim meer geworden. Arends-
burg:
463, 475;
Dell Batavia Mij.:
350, 352, 362
1
/
z
; Dell Mij.: 402h/
2
, 3981/3,
399u/;
Senembah Mij.:
487’/
2
, 478/
4
, 486
1
/
2
.
iS’cheepvaartaancleelen
zijn gedurende het grootste deel der
berichtsweek geheel verlaten geweest, waarbij de ondertoon
echter vast is gebleven. Een uitzondering werd gevormd door de waarden van den Koninkljj ken Hollandschen Lloyd, welke over
het algemeen gevraagd bleken te zijn. Holland-Amerika Lijn:
67, 66, 67;
Java China Japan Lijn:
1051/4;
Kon. Ned. Stoom-
boot Mij.:
65
1
/
2
;
Ned. Scheepvaart Unie:
145, 144
1
/
2
, 144
3
/
4
;
Stoomv. Mij. Nederland:
157
3
/
4
, 158
1
/
21
156
1
/
3
; Kon. HoU.
Lloyd:
40, 45.
k.
Op de afdeeling voor
industrieele aandeelen is
de kalm te voor
aandeelen Jurgens teruggekeerd. Dc’ omzetten zijn veel ge-
ringer geworden, terwijl de koersdaling van de vorige week
voor een goed deel weder kon worden ingehaald. Ook voor aan-
deelen in kunstzijde-ondernemingen was de tendens iets
vaster, hoewel de groote belangstelling van eenigen tijd ge-
leden niet is weergekomen. Centrale Suiker Mij.:
11 117,
1 l6’/;
HoU. Kunstzijde md.:
152
3
/
41
158, 160
1
/
2
, 160;
Jurgens:
1 24/
4
. 1 30/
4
, 1 335/s,
133
1
/
8
; Maekubee:
115/,
1201/4,
122, 121;
Ned. Kunstzijde Fabriek:
340, 356, 360
1
/
2
, 357;
Philips Gloei-
lampenfabriek:
433
1
/, 428
3
/
4
, 435, 431/
4
; Verg. Bliifabrieken:
102
1
/, 105
1
/
3
, 104
3
/
4
.
Mijnaandeelea
hebben, zooals vaker in deze afdeeling kan
worden geconstateerd, een grillig verloop gehad. De belang-
stelling heeft zich in hoofdzaak geconcentreerd op aandeelen
Algemeene Exploratie Maatschappij, welke vrij groote koers-fluctuaties te aanschouwen hebben gegeven. Voor het overige
was de stemming in deze afdeehing nogal verdeeld. Alg. Explo-
ratie Mij.:
142
1
/
4
, 146/, 136
1
/
2
, 143;
Ned. Surinaamsche Goud Expl. Mij.:
31, 36, 42;
Redjang Lebong:
293
1
/, 290, 281’/.
De markt voor
bart1caasdeelen
bleef rustig, doch opgewekt.
Amsterdamsche Bank:
152, 153
1
,l21 153;
HoU. Bank voor Zuid-
Amerika:
62
1
/
2
, 65, 66;
incasso Bank:
115
1
/2;
Koloniale
Bank:
1751/2, 1791/
4
, 177
1
/
2
, 175;
Ned.-Ind. Hand. Bank:
140
5
/
s
, 141
3
/
42
1411/
4;
Ned. Handel Mij.:
136, 138/, 137/;
R’damscha Bankverg.:
74, 73, 73
1
/.
De
Ameril’aansc/ie a/deeling
heeft zich gekenmerkt door leven-
digen handel in spoorwegaandeelen, waarbij aandeelen Wabash
op den voorgrond hebben gestaan. Doch ook de over.ige laag
genoteerde spoorwegshares hebben de vruchten kunnen pluk-
ken van do betere stemming, welke te New York voor dezé
aandeelen is gegroeid. Zoo werden hier o.a. gekocht aandeelen
Ontario, Missouri, Ene, enz. Tegen het einde der berichts-
periode viel de aandacht bovendien op aandeelen Initerconti-
nental Rubber. American Water Works:
305
(ex. div.);
AmenicanSmelting&Ref. Cy.:
107/
3
, 109/.
1111/3;
Anaconda
Copper:
86/, 88, 88/;
Studebaker:
1165, 1165, 1160;
United
States Steel Corp.:
122,
121/,
123/
4
; Ene Spoorweg:
341541
34113;
New York Ont. en Western Rw.:
341/2,
32/4,
3371;
Union Pae. Railw.:
144
1
/
2
, 145
1
/
16
, 144;
Wabash Rw.:
44
22
/
321
4311/
33,
458/8.
26 Augustus 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
743
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
25 Augustus 1925.
De ondernemingsiust was aan de graanmarkt deze week niet
groot en voor verschillende graansoorten heeft hij een aanzien-
lijke vermindering ondergaan. Vooral voor de zaken in brood-
graan, doch ook voor maIs, gerst en haver zijn het weder en
daarmede kwaliteit en kwantiteit der oogsten van het Noorde-
lijk halfrond de voornaamste factoren, welke den loop der
markt bepalen. In de Vereenigde Staten van Amerika is het
dorschen der wintertarwe vrijwel afgeloopen en de resultaten
vallen mee, zoodat de opbrengst ten slotte de ratning van
1
Augustus schijnt te overtreffen. Met het binnenhalen der
zomertarwe is men in de Vereenigde Staten bezig onder vrij
gunstige omstandigheden, doch in Canada was het weder in
het begin der week minder goed en regenachtig. Er was sprake
van roestschade en een zeer onregelmatigen stand. van het
gewas. Daar bovendien uit verschillende Europeesche landen
berichten kwamen van regen gedurende den oogstt.ijd was dan
ook de tarwemarkt te Chicago en Win.nipeg vast met eenige prijsverhooging, terwijl aan de Argentijnache teriijnmarkten
de prijzen zich goed handli.aafden. In Europa maakte die
vaste stemm.ing echter weinig indruk en met slechts enkele
uitzonderingen was de omzet daar gering. Frankrijk en Italië
onthouden zich zelfs vrijwel geheel van inkoopen. In beide landen heet zeer veel tarwe binnen te komen. Italië spreekt
zelfs van een recordoogst, welke de hoogste tot nog toe ge-publiceerde ramingen zou overtreffen en in Frankrijk meent
men buiten den invoer uit Noord-Afrika dit seizoen slechts
zeer weinig import noodig te zullen hebben. Het zal nog moeten
blijken in hoeverre hier, in verband met den labielen franken-
koers de wensch de vader der gedachte is. Tot de zooeven be-
doelde uitzonderingen behoort de geregelde kooplust voor
spoedige Canadeesche tarwe aan de Engelsche markt. Evenals
in verschillende andere Europeesche landen zijn in Engeland
de tarwevoorraden klein en bij het schaarsche aanbod van
Canadeesche tarwe uit het beperkte overschot van den oudeh
oogst bestond daarvoor bij voortduring goede vraag, waarvoor
aanzienlijke premies voor de eerste posities werden betaald.
Ook voor andere tarwesoorten is dat trouwens het geval, welk verschijnsel bij den handel naar het vaste1and wordt versterkt
door de nadering van het Du.itsche invoerrecht. Veel tarwe
wordt nog vôôr
1
September binnen de Duitsche grenzen ge-
bracht en voor partijen, welke vroeg genoeg arriveeren, be-
taalt men veel hoogere prijzen dan voor iets latere posities.
Ook Nederland en België zien zich wel gedwongen om bij hunne
aankoopen ter aanvulling voor dagelijksche behoefte van hunne
beperkte voorraden flinke prijzen te betalen..
Voor spoedige tarwe had dan ook de markt deze week nu en
dan een levendig aanzien, doch voor meer verwijderde posities
bleef de vraag zeer beperkt. Slechts in Engeland worden in
Canadeesche soorten geregeld tot sterk deport zaken gedaan
op herfstaflading, doch naar Nederland blijven zij uitzondering
en Duitschiand onthoudt zich daarvan bijna geheel. De zeer
kleine wereidverschepingen dezer week brachten in die luste-
Noteeningen.
Chicago
Buenos
Aires
Data
Tarwe
Maïs
Haver
Tarwe Mats
Lijnzaad
Sept.
Sept.
Sept.
Sept.
I
Sept.
Sept.
22Aug.’25
1628%
103%
13,80
1
)
9,30
1
)
20,70
1
)
14
’25
160%
104%
407/
8
13,85
9,50
21,-
22Aug.’24
125%
114%
57s
15.-
10,20
23,50
22Aug.’23
10014
85
1
/
8
391t
11,35
8,60 21,35
22Aug.’22
1025′
8
60%
31
11,70
7,70
18,25
20Juli’14
82
563/
8
3631
9,40 5,38 13,70
1)
per October
boze houding der markt geen verbetering. Verder ongunstig
oogstweder in Europa zou daarin misschien verandering kun-
nen brengen, doch voorloopig schijnt de regen nog niet veel
kwaad te hebben gedaan, en ofschoon hij in sommige West-
Europeesche landen wel vertraging en eenigen kwaliteits-
achteruitgang teweegbrengt, is reeds veel tarwe binnengehaald
en maakt men zich nog niet ongerust. Daarbij is de Duitsche
roggeoogst goed en omvangrijk en blijven de berichten uit
Oost-Europa gunstig. Hongarije heeft zelfs een grooteren oogst
dan de officieele reeds hooge ramingèn der laatste maanden deden
verwachten en reeds is veel nieuwe Hongaarsche tarwe naar het
naburige Centraal Europa verkocht. Ook Rusland gaat on-
danks den ook daar gevallen regen voort met het aanbod van
tarwe ter verlading in September en October, doch de zaken zijn
in omvang verminderd. Naar Engeland werd deze week echter
nog vrij veel Russische tarwe verkocht. Zuid-Slavië en Polen
bieden eveneens tarwe aa1i, en het schijnt, dat de tijd van ge.
ringe verschepingen, welke vooral het gevolg is van den kleinen
oogst van wintertarwe in de Vereenigde Staten, slechts kort
zal zijn en niet zal behoeven te duren tot in October de nieuwe
Canadeesche tarwe beschikbaar is. Daarbij hebben bovendien
in die periode de invoerlanden hun eigen nieuwe tarwe ter
beschikking. Op 24 Augustus waren de Overzeesche tarwe-
markten flauw, en de prijzen zijn in Noord-Amerika weder bijna teruggeloopen op het niveau van het begin deF week, doch de Argentijnsche termijnmarkten konden zich ook
–
de
inatste dagen goed handhaven. Ook rogge eindigde in flauwe
stemming. Vraag bestond in Duitschiand nog steeds voor
spoedige Amerikaansche rogge die. v66r
1
September kan
worden ingevoerd, doch Nederland deed, nu de eigen oogst
juist is binnengehaald, weinig importzaken Russische rogge
wekt nauwelijks belangstelling, na de flinke zaken die daarin
onlangs zijn gedaan. Wegens de lage prjjzen werd vrij geregeld
Poolsche rogge gekocht, doch ook daarvoor verminderde aan
het einde der week de kooplust. Te Chicago is na eenige piijs-
verhooging in het begin der week die verhooging later weder
verloren gegaan. Flauw is in den loop der week de markt ge.
worden voor voedergranen. Vooral voor gerst en haver is dat
het geval. Verlaging der prijzen, waartoe op aflading in
Augustus en September gerst uit Rusland en den Balkan
• wordt aangeboden, heeft ook voor eerdere posities de markt
beïnvloed en slechts met aanzienlijke prijsopoffering was
.spoedige gerst langzaam te plaatsen. De Noord-Amerikaansche
vraagprijzen werden aanvankelijk nauwelijks verlaagd, doch
aan het einde der week ondervond ook de Amerikaansche
markt den invloed van het Oost-Europeesche aanbod en voor
aflading gedurende de herfstmaanden werden ten slotte de
prijzen sterk verlaagd, met op 24 Augustus een flauwe markt
teWinnipeg. Aangelokt door het sterke deport, waartoe Amen-
kaansche gerst op aflading te koop is, werden daarin deze
week in Engeland en Nederland nog al zaken gedaan, doch
voor andere soorten is de vraag slecht. Haver was van Noord-
Amerika telkens lager te koop en ofschoon op enkele dagen Engeland een goeden omzet had en ook het vasteland tot de
lage prijzen wel kooplust toonde, was van een verbetering
Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.
Soorten
24Aug.
I
17Aug.
25Aug.
Tarwe’
…
.
.. .. ..
.
..1
16,25
17,50
14,60
Rogge (No. 2 Western)
12,25 12,50
11,50
Mals (La Plata)
..
2
245,-
249,-
212,-
Gerst (48 lb. malting)
.
2
240,-
255,- 264,-
Haver
………
………
l
11,30
4
)
12,50
4
)
12,20
4
)
Lijnkoeken (Noord.Ameri-
kavan La Plata-zaad)
1
14,25 14,45 14,20
Lijnzaad (La Plata)
…
S
455,-
466,_
456,-
1)
per 100 KG.
2)
per 2000 KG.
8)
per 1960 KG.
‘No. 2Hard/Red Winter Wheat.
4)
Canada No. 3.
AANVOEREN in
tons van 1000
KG.
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen
16122
Aug.
Sedert
Overeenk.
16122
Aug.
Sedert
Overeenk.
1
1924
1925
1
Jan.
1925
tijdvak
1924
1925
1
Jan.
1925
tijdvak
1924
Tarwe
24.263 763.494
630.600
–
17.024 18.573
780.518
649.173
Rogge .. .-. .. ..
–
… ..
22.034
168.106
–
320.489
.
–
–
3.775
168.106
324.264
Boekweit
.
409 17.126 13.457
.
._
–
–
528
17.126 13.985
Mais
.
17.008
438.213 480.676
952
50.538
74.358
488.751
555.034
Gerst.
11.708
123.499 199.437
–
4.114 28.606
127.613
228.043
Haver ……….
3.336
130.001
117.325
–
252
305
130.253
117.630
Lijnzaad …
-.
2.360
126.247
162.371
5.314 43.979
49.19.4
170.226
212.565
Lijnkoek……………..
1.562 130.967
138.722
–
–
700
131.014
139.422
Tarwemeel
..
2.238
78.503 150.338
673 12.423 17.787
1
90.926 168.125
Andere meelsoorten .. ._
21
3.521
4.475
–
–
–
3.521
4.475
744
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
26 Augustus 1925
geen sprake. Voor maïs is de vraag in den loop der week
verminderd. Wel zijn in de invoerlanden de voorraden klein
en werd deze week bovendien van Argentinië weinig maïs
afgeladen, doch met het oog op de uitstekende berichten over
alle Oost-Europeesche maïsoogsten en den goeden stand in
Noord-Amerika was de vraag in Engeland beperkt en werden
in Nederland slechts de allerspoedigste partijen in eenigszins
bevredigende mate gekocht. Daarbij komt, dat uit Zuid-
Afrika het aanbod dringender werd. Wel worden daar de ver-
schepingen eenigszins vertraagd door het te hooge vochtgehalte
van een groot gedeelte der mais, doch het staat wel vast, dat
binnen enkele weken van het ongekend groote Zuid-Afrikaan-
sche uitvoersurplus reeds fffiike hoeveelheden naar Europa
onderweg zullen zijn. Van den Donau vallen verder nog ge-
regeld verschepingen ook van Zuid-Slavische haïs te ver-
wachten en eenige ladingen Donau maïs zijn nog onverkocht
naar West-Europa onderweg. Evenals in Engeland is ook in
Nederland gedurende de laatste dagen der week ook voor
spoedige mais de kooplust verminderd, nu vrij algemeen de op.
vatting heerscht,.dat spoedig lagere maïsprijzen te verwachten zijn. Men laat zich daarbij niet slechts leiden door de flauwere
markten van het einde der week in Noord- en Zuid-Amerika,
doch ook door de Russische berichten omtrent een recordoogst
in Oekraine, waarvan de verschepingen wel is waar nog ge-
ruimen tijd op zich zullen laten wachten, doch waarvan de
invloed zich reeds op de zaken in spoedige posities laat gevoelen.
Daarbij wordt in Duitschiand slechts weinig muis gekocht,en
zijn uit de grootere verschepingen van enkele vroegere weken
uit Argentinië binnenkort grootere aanvoeren in de invoer-
landen te verwachten. De maïsmarkt in Chicago was op 24
Augustus flauw, vooral voor September, den laatsten termijn
van den ouden oogst. Aan de termijnmarkten te Buenos Aires
en Rosario valt sedert het begin der week voor mais een ver-
laging van ongeveer 15 centavos per 100 Kilo te constateeren. Door dit alles is overal muis op verwijderde aflading de laatste
dagen gevoelig in prijs gedaald zonder dat daardoor de onder-
nemingslust werd aangewakkerd.
SUIKER.
Ook de afgeloopen week waren de verschillende suiker-
markten prijshoudend gestemd.
In A m e r i k a bleven de noteeringen op de termijnmarkt
nagenoeg onveranderd, ofschoon Raffinadeurs tegen het mid-
den der week het gelimiteerde aanbod van Cubaplanters tegen
verhoogden prijs uit de markt namen. Ongeveer 15.000 tons
prompte Cubasuiker gingen tot 2,9/16 d.c. c. & fr. New York
in andere handen over en ongeveer 50.000 tons Augustus en
September verscheping tot 2,5/8 d.c.
De ontvangsten in de Atl. havens der V.S. bedroegen deze week 55.000 tons, de versmeltingen 69.000 tons en de voor-
raden 196.000 tons.
De Cubastatistiek is als volgt:
1924
1923
Tons
Tons
Tons
Weekontvangsten 8 Aug ……. 47.020 40.096 14.575
Tot. 1 Dec._8 Aug………….4.502.759 3.581.316 3.316.255
Aantal werkende fabrieken 6 1 1
Weekexport 15 Aug . ……..
95.684
63.824
35.696
Totaal exp. 1 Jan.-15 Aug…….582.919 3.069.115 2.858.550
Totale voorraad op 15 Aug … 919.660 512.201 457.711
In E n g e 1 a n d verhoogden
Raffinadeurs in het begin
der week hunne prijzen voor alle
posities met 3d.
De Zichtbare Voorraden zijn volgens C. Czarnikow:
1925
1924
1923
Tons
–
Tons
Tons
Duit8chland 1 Juli ……….
267.000 469.000
519.000
Tsjechoslowakije 1 Aug……
149.000 58.000
80.000
Frankrijk 1
Juli
……….
158.000 78.000
109.000
Nederland 1 Juli …………
92.000
73.000
79.000
België 1 Aug .
……………..
65.000 32.000 30.000
Engeland 1 Aug. ………….
290.000 244.000
326.000
Europa.
1.021.000
954.000 1.143.000
V.S. Atlant. havens 19 Aug
196.000 146.000 114.000
Cuba alle havens 15Aug. … .
920.000
512.000
458.000
Totaal . 2.137.000 1.612.000 1.715.000
Op J a v a verkocht de V.I.S.P. verdere restanten No. 16
&/hooger uit oogst 1925 tot /
8
*. Op de tweedehandsch markt
ging weinig om; voor prompte Superieur werd t 10* betaald
en voor No. 16 &/hooger / 8,80.
H i e r t e 1 a n d e opende de markt vast en bestond vooral
voor de maanden Augustus en September belangstelling,
waardoor prijzen tot t 19,3/8 opliepen; voor October werd
/ 19,- tevergeefs geboden, terwijl men voor November en
December / 18,7/8 wilde betalen. Toen dc noteeringen in het
buitenland wat lager afkwamen, daalden ook hier de prijzen
eenigszins en waren de noteeringen:
Augustus / 1 9’/4 aanbod
September ,, 1 9’/. gedaan
October
,, 1 8/
Nov. /Dec.,, 1 8°/ geboden
Maart
,, 19
1
/
8
gedaan
Mei
,, 1 9’/ aanbod
• NOTEER1NGEN.
Londen
Tew York
Amster-
–
White Java’s
1
Cuba’s
950
Data
dam per
Tates
‘f.o.b. per
1
96
0
cl.!.
Centri-
Oct.f Dec. Cubes
fugals
No. 1
Sept./Oct.
September
kristalsuiker
Sh.
8h.
–
Sh.
$
cts.
basis 99°
24Aug.’25
f
19o,’
1
3513
14/3
12/1k
4,37
17
»
1
25
19
3
,
35/_
1414
1213
4,33
24 Aug.’24
24,-
4416
20/6
19,6
5.53
24Aug.’23 23s,
5819
19/6
22/_
5,81
ruwsuiker
1
basis 930
1
4J
–
uli
’14
f
11
13
/
32
18fr.I
–
–
3,26
basis
990
1
1)
Het verschil tusschen ruwsuiker 88
0
en
f
14
13
1
32
1
1
kristsuik.
990
is aan te nemen
opf3
p. 100 Kil
KATOEN.
Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons, Manchester, d.d. 12 Augustus 1925.
Het Bureau Rapport betreffende de Ainerikaansche katoen-
oogst, hetwelk Zaterdag na de gewone zakentijd gepubli-
ceerd werd, had-een tijdelijke prijsstijging tengevolge. De
conditie werd aangegeven als 65.6 tegen 67.4 een jaar ge-
leden en een vermoedélijke opbrengst van 13.566.000 balen
tegen 13.588.000 balen verleden jaar en 12.351.000 balen
het jaar daarvoor. Het wordt algemeen erkend, dat de
maand Augustus de critieke maand voor den oogst is en
veel zal van de weersgesteldheid in de komende weken af-
hangen, welke verleden jaar zeer gunstig waren. Het is
merkwaardig, dat de oogst zoo vroeg begint, daar er tot
einde Juli reeds 159.000 balen gegind waren tegen 22.000
balen in dezelfde periode van 1924. Mid-American geeft
deze week een verlaging aan van 28 punten. Egyptische
soorten worden slechts weinig verkocht en luiden de be-
richten over den nieuwen oogst niet zeer gunstig.
Prijzen van Amerikaansche garens zijn vaster, hoewel
Spinners weinig zaken rapporteeren. Er is echter geen ge-
brejc aan vraag naar ringgarens en medio nummers Male
garens, doch de geboden prijzen zijn meerendeels een half
penny of zelfs meer beneden spinners vraagprijzen. Door
de vacantiedagen in de verschillende districten en den steun
in verband met de recommandatie der Spinners Federation om gedurende de maand Augustus een week extra te stop-pen, heeft men met verkoopen weinig haast. Voor Rusland worden belangrijke zaken gérapporteerd in ,,fourf old” ga-
reus speciaal in de grovere nummers, alsook in 16/2 en
24/2 en enkele fijnere nummers. De reeds gboekte hoeveel-
heden stellen enkele doublers in staat gedurende de eerste
twee maanden door te werken, waarschijnlijk zelfs tot de
eerste weken van November. De berichten van Egyptische
spinners loopen nog al uiteen. Enkelen hebben flink ver-
kocht in de fijnere nummers, zoowel twist als wef t, terwijl
anderen daarentegen slechts weinig gedaan hebben. Allen
klagen echter over onvoldoende prijzen. Naar getwijnde
garens bestaat weinig vraag.
Ook in de doekmarkt begint men meer belangstelling
te toonen en er is zeker meer vraag naar fancygoederen.
Het Continent blijft koopen, terwijl er ook zaken voor
Rangoon, de Straits en .Tava tot stand komen. Ook China begint meer belangstelling te toonen, terwijl er biedingen aan de markt zijn voor flinke partijen. Over het algemeen is het Verre Oosten en speciaal India weinig geneigd hare
biedingen te verhoogen; de belangstelling blijft echter be-
staan, zooals wel uit de diverse aanvragen blijkt. Notee-
ringen blijven vst en er is weinig verandering in de markt,
hoewel zooals wij reeds meldden alle oogen op de katoen-
berichten gevestigd zijn. Er bestaat dan ook een goede
vraag naar diverse soorten, doch koopers blijven voorzich-
tig. Elkë stijging van katoenprijzen leidt tot nieuwe zaken,
terwijl elke daling daarentegen koopers doet aarzelen, waar-
aan waarschijnlijk het groot aantal biedingen toe te schrijven
is, waarvan nog geen directe zaken het gevolg zijn.
Manchester, d.d. 19Augustus 1925.
Prijzen van Amerikaansche katoen hebben zich gedurende de
afgeloopen week binnen nauwere grenzen bewogen en zijn ten
26 Augustus 1925
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
745
slotte slechts weinig veranderd. Verkoopen zijn ulechts gering
geweest, ook al ten gevolge van de grootere oogstschattingen
en de vacanties in enkele spindistricten. Ontvangsten van
nieuwe katoen zijn ongeveer 50 % grooter dan verleden jaar,
hetgeen op een vroegen oogst wijst.
Prijzen van Amerikaansche garens zijn vast. De vraag naar grove en medium Mule is slechts gering en de geboekte ring-
garens zijn circa j h – penny lager ondergebracht dan wat de
meeste producenten als hun limites beschouwen. Voor het
binnenland zijn enkele posten in getwijnde garens geboekt,
alsmede voor Indië, doch over het algemeen is de omzet slechts
beperkt. Ook. de vraag naar 60s Eg. twist is gering. Van het
Continent bestaat een goede vraag naar 105s doubling weft
voor directe alsook voor latere levering, doch de geboden
prijzen zijn wel wat aan den lagen kant. In bundelgarens gaat weinig om, hoewel verschillende doubleurs flinke verkoopen rapporteeren. Volgens de Board of Trade returns, welke ver-
leden week gepubliceerd werden, bedroeg de export van
garens over de maand Juli iets meer dan 14 miffioen pond, hetgeen zoowat – millioen pond meer bedraagt dan over de
maand Juni en 1.370.400 pond meer dan in Juli 1924. Van het
totaal over Juli hebben Duitschland en Holland meer dan 8
millioen pond afgenomen, of bijna 60 %.
De verbetering van de doekmarkt, waarover wij verleden
week schreven, heeft zich kunnen handhaven. Er bestaat van
de verschillende markten een goede vraag, hoewel de geboden
prijzen te laag zijn. Calcutta heeft op stapels geboden, doch
de voornaamste vraag komt van het Verre Oosten. Voor de
Straits en Shanghai zijn ook zaken gedaan, hoewel men van
soimale zaken voor dcze markten nog niet kan spreken. De
positie van fabrikanten is 2,eer onregelmatig, enkelen schijnen flinke zaken gedaan te hebben, zoodat zij hun levertijd moeten
verlengen, anderen daarentegen kunnen wel voor spoedige
levering offreeren.
12Aug. 19Aug. Oost. koersen.11Aug. 18Aug.
Liverpoolnoteeringen.
T.T. op Br. Indië 1/6j 1/6
F.G.F. Sakellaridis 31,25 29,55 T.T. op Hongkong2/3
i 2/4k
G.F. No. 1 Oomra 9,30 9,60 T.T.op Shanghai 3/1yi 3/2%
Noteering voor Loco-Katoen. (Middling Uplands.)
21 Aug.
1925
I
14Aug.
1925
I
7Aug.
1925
20Aug.
1
1924
20Aug.
.
1923
New York voor
Middling …
23,65e
23,75e 24,55e 28,20e
25,50 c
New Orleans
voor Middling
22,95 c 23,35 c
23,95 c
26,65e
24,75 c
Liverpool voor
–
Middhng
.
.-.
13,07 d
12,93 d
1305 d
15,85 d
15,72d*)
5)
Voor fully middling ouden Standaard.
Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen).
–
1 Aug.’23 Overeenkomstige periode
tot
14Aug.’25
1924
1923
Ontvangsten Gulf-Havens.
88
62 84
.Atlant.Havens
5′
Uitvoer naar Gr. Brittannië
.12
23
24
‘t Vasteland etc.
78
32 98
Japan
… …
14
–
3
Voorraden.
(In duizendtallen balen).
Overeenkomstig tijdstip
14 Aug.’23
11
1924
1923
182
220
158
Amerik. havens ……….
Binnenland …………..
160
149
264
76 14
New York
……………45
40 42
New Orleans ………….28
Liverpool
……………..
264
145 119
KOFFIE.
In den aanvang van de afgeloopen week hield de vaste
stemming voor het artikel aan, om daarna voor eene kalmere
plaats te maken, welke voornamelijk moet worden toege-
schreven aan ene afzwakking van Brazilië, uit welk productie-
lhnd eenigszins verlaagde offerten werden gezonden, terwijl
men daar voor biedingen gemakkelijker te spreken bleek te
zijn dan in den laatsten tijd het geval was geweest. In de eerste
dagen van de loopende week echter, is de stemming wederom
geheel omgeslagen. De termijnmai-kten, zoovel te New-York
als hier te lande, waren zeer vast en de noteeringen alhier
toonen eene verhooging aa.n van 11 A, 2 ct. vergeleken tegen het
slot van de vorige week. Ook de aanbiedingen van Brazilië zijn
iets hooger, evenwel niet in dezelfde mate als de zooeven ge-
noemde termijn-noteeringen.
De prijzen der kost- en vrachtaanbiedingen uit Brazilië zijn
thans voor goed beschreven Superior Santos op prompte ver-
scheping, ongeveer 1061- / 108/- per cwt. en van dito Prime
ongeveer 109/-
A
110/., terwijl zij van Rio type New York 7
met beschrijving, prompte verscheping, bedragen 93/- â 93/6
en voor latere verscheping 88/- 1 92/-, naar gelang van den ver-schepingstermijn.
In de laatste dagen waren de zaken in Braziel-koffie op
aflading niet onbelangrijk. De afzet in loco is echter nog matig
en de officieele noteeringen daarvan bleven onveranderd 70 ct.
voor Superior Santos en 62 ct. voor Robusta. In Palenibang Robusta op aflading ging in de vorige week
ook, een en ander om, doch thans zijn de aanbiedingen uit Indië hooger en sehaarsch. De noteering is voor Augustus/
September verscheping ca. 50 ct., terwijl verschepingen op
latere maanden niet worden aangeboden.
De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt waren
aan de ochtend-cail als volgt:
Santos-contract
Gemengd contract
basis Good
basis Santos Good
Sept.
Dec.
Mrt.
Mei
Sept.
Dee.I Mrt.
Mei
25Aug. 57
7
/8
53’i
49
47
5734
51
47
8
/8
45/
18
523%
49
7
/8
57
50/
8
45
l
11
,,
53
4984
46% 45
53
47
,i
4
i8
42%
4
52j
47
8
/8
44
50%
428/
6
40
h
De slotnoteeringen
te New York van het
aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:
Sept.
1
Dec.
I
Mrt.
.
Mei
$
19,48
$
17,50
$
16,20
$
15,25
,,
19,34
17,30
16,10
15,30
24 Aug……..
17
,.
…….
,,
18,72
16,74
15,60 14,94
10
,.
…….
3
,.
…….
,,
18,29
,.
16,14
14,90
14,-
Rotterdam, 25 Aug. 1925.
Rectificatie. – In het vorig bericht stond (p. 721,
2e kolom, slot le alinea) ,,productiemiddelen”. Dit moest
zijn ,,productielanden”.
(Mededeeling van de Vereeniging voor den Goederenhandèl
te Rotterdam.) Noteeringen en voorraden in Brazilië.
te Rio
te Santos
Wisselkoers
Data
Voorraad
Prijs
I
Voorraad
Prijs
I
te Rio
op Londen
(In Balen)
No.
71)
(In Balen)
No.41)
24 Aug. 1925
195.000
32.3501.292.000
33.000
6
7
1
32
17
1925
184.000
32.350
1.410.000
33.000
6
6
/
32
10
1925
159.000
33.025
1.381.000
33.000
6
1
/
16
25 Aug. 1924
306.000 33.025
1.328.000
37.000
5
16
1
32
Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.
te Rio
1
te Santos Data
Afgeloo pen
Sedert
Afgeloopen
–
Sedert
week
1Juli
week
1Juli
22 Aug. 1925……
126.000 654.000
1
164.000
1.282.000
23 Aug. 1924….
111.000
767.000
291.000
918.000
1)
In Reis.
THEE.
In de afgeloopen week leverde de theemarkt weinig nieuwe
gezichtspunten op. Men is in afwachting van de veiling van
den 27sten dezer en voor het verloop van die veiling zal veel af-
hangen van de stemming in deze week op de theemarkt in
Londen. De markt bleef in de afgeloopen week vast voor de
goede en betere soorten, terwijl andermaal de ordinaire en
minder goede kwaliteiten een teruggâng te zien gaven van Id.
per Ib.
De veiling van Ned. -Indische thee in Londen ontmoette
in de afgeloopen week een goede markt met goede prijzen en
vrjj veel vraag voor export.
De gemiddelde Londensche prijzen staan thans op een niveau,
dat voor de Britsch-Indische soorten 4 A. 5 d. lager is dan ver-
leden jaar, terwijl Ceylon-thee gemiddeld
2+
d. lager is dan
verleden jaar. Java-thee toont een achteruitgang vergeleken
bij verleden jaar van ruini 5 d. Ook uit deze verschillen blijkt,
dat de betere kwaliteiten – waaronder Ceylon-thee is te
rangsehikken – den minsten teruggang in prijs hebben getoond.
Amsterdam,
24
Augustus.
746
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
26 Augustus 1925
RUBBER.
De rubbermarkt was tamelijk fluctueerend gedurende de
afgeloopen week. De slotnoteeringen wijzen een kleinen terug-
gang aan voor loco rubber, terwijl de verdere positie’s eenigs-zins in prijs zijn gestegen. Over het algemeen is de ondertoon vaster. De slotnoteeringen zijn:
Prima Sheets:
einde voorafgaande week:
Augustus 225
ct. ………….. 230
ct.
Sept.
212
,.
………….. 2083
Oct./Dec.
189
…………….isi
17 Augustus 1925.
COPRA.
De markt opende de afgeloopen week zeer flauw. Vooral
stoomende partijen werden dringend aangeboden. Het slot
was echter vaster.
De noteeringen zijn:
Nederl.-lnd. f.m.s. stoomenci ……….fi. 36′
Juli/Aug. aflading .. » 361/
Aug./Sept.
,,
..,,
361
Aug./Oct…….36
17 Aug. 1925.
METALEN.
Loco-Noteeringen te Londen:
Data
Koper
Stan-
daard
Koper
Electro-
lytisch Tin Lood
Zink
24 Aug.1925..
63.216
69.10/-
257..-/-
39.2/6
37.2/6
17
1925..
62.15/_
68.151_
257.7/6
37.17/6 36.17/6
11
1925..
63.5/-
68.10/-
262.12/6
37.7/6
36.1216
4
1925..
62.7/6
67.101_
264.12/6
37.5/
35.1716
25 Aug.1924..
63.5/-
68.-/-
254.7/6
33.-/-
33.15/_
20 Juli 1914..
61.-/-
145.15/-
19._1_
21.101_
VERKEERS WEZEN.
VRACHTENMARKT.
De graanvrachtenmarkt van Noord-Amerika werd deze
week nog slechter, mede door de moeilijkheden om het graan
naar de havens te krijgen. Voor prompte belading is de eemge mogelijkheid tot bevrachting van Montreal naar Rotterdam op basis van 10 dc. zwaar graan. Voor September is de markt iets
beter en een boot van 32.000 qtrs. bedong 2/44 per qtr. voor
zwaar graan naar Antwerpen direct. Per October werd in het
begin der week 18 d.c. naar één haven Middellandsche Zee
betaald, 184 d.c. twee havens, optie Genua of Napels 174 d.c.
één haven of Marseille alleen tegen 17 d.c. Tegen het einde
der week was de markt 14 d.c. nominaal naar Antwerpen/
Hamburg range, 17 d:c. Middellandsche Zee terwijl bevrachters
nu de optie Griekenland vragen tegen 184 d.c. Van de Range
is het vrachtidee voor prompte booten 9 d.c. naar Antwerpen!
Rotterdam terwijl de Gulf nog steeds zonder graanzaken is.
Van de Gulf werd een lading suiphur afgesloten naar
Marseille of Cette tegen $ 4,— per Augustus, terwijl een boot
bevracht werd voor 130.000 kisten olie naar de River Plate
op basis van 1/2 d. per kist, September/October. De suiker-
markt van West-Indië is zeer kalm en er werd slechts één la-
ding afgesloten, al. van de Northern Range naar Leningrad
tegen 22 d.c. per 100 lbs., Augustus/September.
De markt van de North Pacific bleek wederom kalm en
nèch de bevrachters, mich de reeders toonden veel belangstel-
ling om tot bevrachting over te gaan. Per einde September/
October werd een volle lading gerst afgesloten van San Fran-
cisco naar U.K./Continent op basis van 32/6 terwijl per No-vember een lading zwaar graan werd gedaan tegen dezelfde
vracht van Vancouver. Voor lumber werd een boot geplaatst
per September van twee laadhavens Pacif ie naar twee havens
Newcastle/Port Pirie range tegen $ 13,50 per mille.
Door de vacanties was het aantal afsluitingen van de River
Plate niet zoo talrijk. 18/6 werd betaald voor een 4700 tonner
van niet hooger dan San Lorenzo naar UK/Continent met
opties.
Van de Salpeter vrachtenmarkt is nog geen verandering in
den bestaanden slechten toestand te vermelden. Tot het lie-
vrachten van booten voor een volle lading komt het niet;
er werden slechts partijen geboekt voor lijnbooten, o.a. per
1/20 September 2000 tons naar Londen, Huil, Havre, Duin-
kerken, Antwerpen, Rotterdam tegen 18/- terwijl naar de
Duinkerken/Hamburg range partijen werden gedaan per
November/December tegen 21/-. Ofschoon de vrachten standvastig blijven, waren de Ooste-
lijke markten de afgeloopen week kalm. In olie en boonen
vonden geen afsluitingen plaats. Van Zuid.Australië wed een lading geplaatst naar Callao per September tegen 25/- terwijl
van West- en/of Zuid-Australië naar dezelfde bestemming een
boot werd bevracht tegen 30/. per September.
Van Burmah vonden geen afsluitingen plaats en de markt
is kalm, terwijl ook Britsch.Indië geen afsluitingen te zien gaf.
Van Mauritius bedong een groote boot de goede vracht van
26/3 één, 27/3 twee havens U.K. per October doch de vraag
naar tonnage is nu tamelijk gering. Ook de markt van Zuid-
Afrika was kalm en er vonden slechts weinig bevrachtingen
plaats op basis van 23/6 voor een 5800 tonner naar Kaapstad/
Durban range naar U.K./Continent met volle opties. Kolen
werden gedaan van Durban naar Perim tegen 11/6 begin
September.
Van de Zwarte Zee vond een groot aantal bevrachtingen
plaats en de vrachten, meer speciaal voor October belading
vertoonen een stijging. Per September werd meerdere malen
12/9 Continent en 13/3 U.K. betaald voor 5500 tonners, terwijl
7000 tonners 12/6 U.K. en 12/. Continent bedongen. De
vrachten van den Donau zijn eenigszins gezakt en de markt is
kalm. De laatste afsluiting is een boot van 5000 tons 10 %
tegen 16/104 naar de bekende continentale havens voor prompte
belading.
Er is van de Middellandsche Zee iets meer vraag naar handige
booten voor ertsladingen, doch de vrachten zijn onveranderd
gebleven. Voor booten voor fosfaatladingen bestaat minder vraag. Bona/Hamburg werd gedaan tegen 6/9 en men zoekt
kleine booten van Sfax naar Huil tegen 7/9, Tunis/Ipswich
doek 8/6 en Bristol 8/-.
De vraag naar booten op time-charter basis is schaarsch. Een groote boot werd bevracht voor 6 maanden transatlan-
tische vaart met op- en teruglevering aan deze zijde tegen
3/74 en een 7000 tons boot deadweight voor één of twee Baltic/
Witte Zee rondreizen tegen 3/6. Voor States/West-Indië vaart
wordt nog steeds tonnage genomen tegen $ 1,25 voor kleine
booten en voor lumber werd 4/6 betaald, oplevering Seattle
en teruglevering Australië.
De kolenvrachtmarkt van Amerika was zeer kalm en de
bevrachtingen zijn beperkt tot Zuid-Amèrika en kustvaart.
Naar Rio werd $ 3,35 betaald per Augustus/September en
naar de Lower Plate $ 3,70 per begin September. Naar Mon-treal/Quebec/Levis werd 95 d.c. betaald en
$ 1,—
naar Three
Rivers.
De vracht voor kolen van Engeland naar de iliddellandsche
Zee is lager geworden. Naar de La Plata is zij geneigd tot
stijgen; in verscheidene gevallen werd 14/6 betaald en tegen
het einde der week was de vracht 15/.. Van Zuid-Wales werd
o.m. als volgt afgesloten: Nantes 4/-, Bordeaux 4/9, Santos
13/9, Rosario 15/6, Buenos-Aires 13/6, terwijl van de Oostkust
o.m. de volgende afsluitingen plaats vonden: Gothenburg
5/3, Abo 5/6, Stettin 5/., Kiel 5/44, Hamburg 3/74, Bordeaux
5/6, Venetië 9/., Monte Video 14/- en Newfoundland 6/3.
24 Augustus 1925.
RIJN VAART.
Week van 16 t/m. 22 Augustus 1925.
De toestand in de Rotterdamsche havens wijzigde zich in
de afgeloopen week niet.
De ertsvrachten naar de Ruhrhavens bedroegen: / 0,35/40
met
4
lostijd; / 0,45/50 met 4 lostijd.
De vracht voor ruwe producten naar den Bovenrijn bedroeg
ca. t 0,90 met verkorten lostijd.
De waterstand bleef stationnair. Naar den Bovenrjn werd
afgeladen op ca. M. 1,90, naar den Benedenrjn op nagenoeg
vollen diepgang. –
Het sleeploon werd gemiddeld genoteerd volgens / 0,274-
t 0,30 tarief.
De vrachtenmarkt in de Ruhrhavens bleef ongewijzigd.