Ga direct naar de content

In memoriam Dik Wolfson: Veelzijdig beleidseconoom met diepe theoretische kennis

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 7 2025

Onlangs hebben we afscheid moeten nemen van Dik Wolfson. Als breed geïnteresseerde econoom op het terrein van de publieke sector heeft hij, nationaal en internationaal, veel erkenning gekregen voor zijn grondige kennis van de economische wetenschap en de inzichten en praktische adviezen die hij daarop baseerde. Met humor en gebruik­makend van zijn omvangrijke netwerk genoot hij ervan om ‘dingen voor elkaar te krijgen’, zoals hij dat noemde. Hij is erin geslaagd om belangrijke maatschappelijke problemen op de (beleids)agenda te krijgen, zoals een meer ‘activerende’ verzorgingsstaat. Verder heeft hij studenten de weg gewezen in de economische wetenschap, door zijn altijd boeiende colleges en ook via zijn veelgeprezen handboek Publieke sector en economische orde uit 1988.

Dik Wolfson (1933-2025)

Dik Wolfson heeft aan verschillende faculteiten van de Erasmus Universiteit gediend. Van 1993 tot 1998 was hij hoogleraar Economie aan de Sociale Faculteit, bij de vakgroep Bestuurskunde. In een eerdere periode, van 1975 tot 1986, was hij hoogleraar Openbare Financiën aan de Economische Faculteit, bij de toenmalige vakgroep Openbare Financiën en Belastingrecht.

Die benoemingen aan verschillende faculteiten illustreren ook zijn ontwikkeling tot – gewaardeerd en veelgevraagd – economisch generalist. Die ontwikkeling kwam tevens tot uitdrukking in de vele nevenfuncties die hij vervulde, zoals kroonlid van de Sociaal-Economische Raad (1982–1994), lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (1990–1998), lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (sinds 1989), voorzitter van de Bankraad (1990–1993), en lid van de Eerste Kamer voor de PvdA (1999–2003).

In de SER nam hij met de toenmalige CPB-directeur Gerrit Zalm het initiatief voor een andere aanpak van de uitvoering van de sociale zekerheid. Daarbij ging het erom alle betrokken partijen te prikkelen tot activiteiten in de geest van de sociale wetgeving, en onnodig en oneigenlijk gebruik te ontmoedigen. Bij de WRR diepte hij die lijn verder uit met de belangrijke rapporten Belang en beleid (1994) en Van verdelen naar verdienen (1997).

Dik Wolfsons brede belangstelling blijkt ook uit de vele ad-hoc-adviezen waarbij hij betrokken was, bijvoorbeeld over de vormgeving van energieheffingen (Stuurgroep Regulerende Heffingen), de bekostiging van het stads- en streekvervoer, de organisatie van het internationaal hoger onderwijs, de studiefinanciering, het actieprogramma ‘Een Leven Lang Leren’, of, binnen de PvdA, over de (her-)positionering van die partij in het sociale-zekerheidsdebat (Niemand aan de kant, 1992).

Die brede belangstelling hangt samen met een belangrijke drijfveer van Dik Wolfson: hij voelde zich maatschappelijk en intellectueel uitgedaagd door lastige vraagstukken in het publieke domein. Juist in de weerbarstige praktijk van beleid en bestuur, waarin vraagstukken vaak een gelaagd, multi-interpretabel en politiek gevoelig karakter hebben, zette Dik graag zijn tanden. Daarin was hij niet naïef; hij wist hoe de hazen liepen. Of zoals Dik dan zei: “In het publieke domein wordt zelden rechttoe-rechtaan gebreid”.

Die belangstelling voor de publieke sfeer blijkt ook uit eerdere hoofdfuncties. Dik Wolfson begon zijn loopbaan als ontwikkelingseconoom bij het Internationaal Monetair Fonds, in Liberia en Washington DC (1964–1970). Vervolgens kwam hij in Nederland te werken als (plaatsvervangend) directeur Algemeen Financieel-Economische Politiek op het Ministerie van Financiën (1970–1975). Hij bracht zijn ervaringen met de problematiek van economische ontwikkeling en die met overheidsbeleid bij elkaar in zijn proefschrift (1974), dat hij later bewerkte tot het boek Public finance and development strategy (John Hopkins, Baltimore, 1979). Zijn engagement met de problematiek van ontwikkelingslanden komt ook tot uitdrukking in zijn periode als rector van het Institute of Social Studies (1986–1990).

Dik Wolfson was een markant econoom. Hij voelde zich schatplichtig aan zijn leermeester Pieter Hennipman. Met de opgedane theoretische en conceptuele kennis ontwikkelde hij een persoonlijke werkwijze. Daarin toonde hij zich tegelijk een modelmatig denker en een anekdotische verteller. Wie de vele artikelen, (bijdragen aan) boeken, rapporten, preadviezen en beleidsadviezen van zijn hand doorneemt, komt zelden een symbool of formule tegen. Dit suggereert wellicht een ‘verhalende’ werkwijze, of een associatief denken. Maar grondige lezing brengt de modelmatige denker aan het licht, die op basis van conditionele redeneringen (‘if-then’) steeds probeert zijn argumentatie controleerbaar, sluitend en potentieel weerlegbaar te maken. Dit modelmatige denken gaf richting en precisie aan Diks analyses: fraaie retoriek, geschraagd door ‘wiskunde in woorden’.

Dagelijkse ontmoetingen met Dik gingen als regel gepaard met grote en kleine anekdotes: sappig, hilarisch en uitvoerig. Als gezegd, getuige ook zijn vele publicaties daarvan: ‘verhalen’ stonden nooit op zichzelf, maar illustreerden altijd een dieper inzicht. Het ging Dik ergens om!

Auteurs

  • Frank Dietz

    Voormalig sectorhoofd bij het Planbureau voor de Leefomgeving en promovendus van Dik Wolfson

  • Cock Hazeu

    Zelfstandig onderzoeker en promovendus van Dik Wolfson

Categorieën

Plaats een reactie