Ga direct naar de content

‘Ik hoop dat er meer ­economen tegen groei gaan pleiten’

Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 20 2022

In zijn deze week verschenen boek Er is leven na de groei beschrijft econoom Paul ­Schenderling, lid van het CDA, samen met deskundigen ­gelieerd aan tien andere politieke partijen, hoe Nederland ‘binnen de draagkracht van de aarde’ kan gaan leven.

Paul Schenderling is adviseur bij BerenschotFotograaf: Jaap Schuurman

Wie probeer je met dit boek te bereiken?

“Ik zie nu steeds meer wetenschappelijke steun om me heen voor het stoppen met groei. Er is eigenlijk geen bewijs dat het huidige paradigma van ‘groene groei’ ook mogelijk is. Het alternatieve paradigma van ‘post-groei’ wordt nu voornamelijk door academische bolwerken geventileerd, maar de maatschappelijke steun hiervoor is nog steeds beperkt. We willen met dit boek in de hand politieke partijen, ministeries en ondernemingen adviseren om dit gedachtegoed breed te doen landen in de samenleving.”

Kunnen we wel zonder groei?

“Het is een kwestie van het juiste perspectief: de milieukosten van een ‘groene groei’ zijn veel groter dan de transitiekosten van post-groei, zo blijkt uit analyses. Daar zouden economen zich meer bewust van moeten zijn: we hebben intuïtief de neiging om de milieukosten te onderschatten, en de transitiekosten te overschatten.

Het probleem van groene groei is dat de consumptie toeneemt zodra er een efficiëntie­verbetering in de productie plaatsvindt. Dat staat bekend als de Jevons-­paradox. Zolang wij reële consumptiegroei toelaten, zullen de efficiëntieverbeteringen aan de productiekant ongedaan gemaakt worden en blijven de milieukosten te hoog.”

Gaat onze levensstandaard er niet op achteruit zonder groei?

“Dat hangt volledig af van hoe we de transitie vormgeven. In ons boek hebben we voorstellen gedaan waarin de onderste negentig procent van de Nederlandse inkomens er in welvaart niet op achteruitgaan. Zo stellen we voor om een forse belastingverschuiving van arbeid naar consumptie te realiseren waarbij de schijven van de inkomstenbelasting zo aangepast worden dat, voor de onderste negentig procent, de hogere belastingen op consumptie – bijvoorbeeld in de vorm van een vleestaks – inkomensneutraal uitpakken.”

Kan het bruto binnenlands product de ­prullenbak in?

“Ik ben niet per se tegenstander van het bbp. Ik denk dat het een nuttige maatstaf kan zijn om erbij te houden, maar we we hebben meer maatstaven nodig. Belangrijker dan het bbp is de totale milieu-impact per hoofd van de bevolking. Daar zou je op moeten gaan sturen. Als je ook die indicatoren zou meenemen, dan zou je een eerlijke uitruil kunnen gaan maken tussen groei en milieukosten.”

Gaan we je vaker zien in de media?

“Ik hoop van niet, maar waarschijnlijk wel. Het lijkt nu soms alsof ik een van de zeer weinige economen ben die openlijk en duidelijk pleit voor het stoppen met de groei. Dat voelt een beetje eenzaam. Ik hoop dat in de komende jaren steeds meer economen het toenemend aantal bewijsmaterialen tegen de groei serieus zullen nemen. In dat opzicht vond ik het dan ook erg interessant dat Sandra Phlippen onlangs in Zomergasten fundamentele twijfels uitte over groene groei. Ik denk dat zulke geluiden nuttig zijn om het beleidsdebat verder aan te zwengelen.”

Auteur

Categorieën