Hopen op een gezond nieuwjaar
Aute ur(s ):
Lecq, S.G., van der (auteur)
Ve rs che ne n in:
ESB, 86e jaargang, nr. 4289, pagina 1, 5 januari 2001 (datum)
Rubrie k :
Van de redactie
Tre fw oord(e n):
Vrijwel ongemerkt is afgelopen week het nieuwe millennium begonnen: no bugs, no comments. De 2000-parafernalia konden de
prullenbak in en Nederland ging zich bezighouden met belangrijker zaken. Gezondheid, bijvoorbeeld. Ging het voorheen om leuk
werk, geld, of een gelukkig huwelijk, nu is het “een goede gezondheid” wat kerstkaarten-sturend Nederland zichzelf toewenste. Komt
dit doordat mensen zelf steeds meer invloed hebben op hun eigen gezondheid? Hygiëne en gezond eten liggen tegenwoordig voor de
meesten binnen bereik. De toegenomen controle over de eigen gezondheid leidt echter ook tot zichtbaarheid van de factoren die
mensen slechts gedeeltelijk onder controle hebben: fout vlees en auto-immuunziektes bijvoorbeeld. Dan is het nemen van
verantwoordelijkheid voor de eigen gezondheid niet zo aantrekkelijk en vervalt men in er het beste van hopen, net als vroeger.
Over de economische groei valt minder dan vorig jaar te hopen, maar de economie is gelukkig nog dermate gezond dat het CPB en de
Rabobank elkaar publiekelijk in de haren kunnen vliegen over een half procent koopkrachtstijging. Het CPB zet deze voor 2001 in op 5,25
procent, maar de Rabobank meent dat onvoldoende rekening wordt gehouden met het nieuwe belastingstelsel, waarin
vermogensinkomsten worden belast en de grondslag wordt verbreed. De lagere verwachte koopkrachtstijging resulteert voor de
Rabobank in een verwachte economische groei van 3,25 procent, tegen het van vier naar 3,5 procent bijgestelde cijfer van het CPB.
Vervolgens doet “een ingewijde bij het CPB” de redenering dat de lagere koopkrachtstijging zou doorwerken in lagere economische groei
af als “aperte onzin” 1. Met een simpel Keynesiaans tekstboekmodelletje is in te zien dat de effectieve vraag ceteris paribus daalt als de
consumptie afneemt, dus niet de redenering maar de cijfers moeten uitwijzen of de Rabobank gelijk heeft. In deze esb acht het CPB het
gunstige effect van de lastenverlichting echter zwaarwegend voor de koopkrachtontwikkeling. Ingewijden en andere economen zijn het
zelden spontaan met elkaar eens en discussie is gezond. De artikelen van CPB ‘Groei blijft stevig’ en van DNB ‘Conjunctuurtij keert’ in
deze editie zijn illustratief.
Ook elders wordt op gezondheid en groei gehoopt. In totaal zijn nu vier miljoen mensen lid van een natuurbeschermingsorganisatie.
Weliswaar doet het onderwerp milieu het in de opiniepeilingen niet meer zo goed als enkele jaren geleden, maar het stemmen met de
guldens geeft een optimistischer beeld. Het afgelopen jaar zijn 150.000 mensen in Nederland lid geworden van een
natuurbeschermingsorganisatie, waarbij Natuurmonumenten, het Wereld Natuurfonds en Greenpeace het wederom goed deden. Ook in
andere sectoren komt het voor dat particulieren aanvullende giften doen aan sectoren die reeds van overheidswege worden
ondersteund. Wederom scoort gezondheid hoog, onder andere via de grote huis-aan-huis-collectes, maar ook valt te denken aan
ontwikkelingshulp. Het lijkt een soort pps avant la lettre, want particulieren en de publieke sector versterken elkaar, dragen elk een deel
van de risico’s en delen beiden in de ‘winst’. Dat klinkt gezond.
Een belangrijk verschil met ‘echte’ pps is echter dat er geen formeel contract tussen de private en de particuliere sector is gesloten. Juist
het ontwerp van de pps-constructies luistert nauw, aldus Arnold Heertje: “Het komt in dit verband aan op grote zorgvuldigheid,
aandacht voor details, grondige theoretische kennis en praktische ervaring.” 2 Zonder nadere toelichting stelt hij dat de noodzakelijke
expertise “wel in het buitenland, maar niet in ons land voorhanden” is. Zelfs het pps-kenniscentrum van het ministerie van Financiën
ontbeert de noodzakelijke kennis “om publiek-private constructies te maken”. De lezer wordt benieuwd wat ze daar aan het Korte
Voorhout dan wél aan het doen zijn. Heertje eindigt met de interessante suggestie dat de NMa zich ermee kan gaan bemoeien. Als deze
autoriteit bepaalt dat de procedure voor het bieden op lokaties voor benzinestations open moet staan voor nieuwe exploitanten, is in elk
geval in deze sector de ‘aanvaardbare mededinging’ gered. Blijkbaar kan de NMa wat de rest van Nederland, ministeries incluis, blijkbaar
niet kunnen. Gezonde mededinging in de benzinesector is geen overbodige luxe, nu zelfs pomphouders hun leverancier voor de
rechtbank dagen omdat laatstgenoemden zich subsidies voor de pomphouders zouden hebben toegeëigend.
esb geeft een eigen invulling aan publiek-private samenwerking. De private organisatie esb bv werkt samen met het publiek van lezers en
auteurs. Het afgelopen jaar zijn er ruim 350 artikelen als kopij binnengekomen, tegen ongeveer 300 het jaar ervoor. Daarvan is ongeveer
tachtig procent geplaatst, meestal na enig herschrijven. De doorlooptijd van artikelen bedraagt gemiddeld zes weken, waarbij de scheve
verdeling wordt gekenmerkt door een lange dunne ‘rechterstaart’: negentig procent van de artikelen wordt binnen veertien weken
geplaatst. Menig vaktijdschrift heeft een langere doorlooptijd en wordt minder intensief gelezen. esb streeft dan ook naar erkenning als
C-tijdschrift. De redactie ziet uit naar voortzetting van de plezierige samenwerking met auteurs en lezers. Nu gezondheid als belangrijk
geldt, wensen wij u een gezonde economie toe, en veel interessante artikelen in esb over hoe die eruit zou zien
1 Stijging van koopkracht valt tegen, NRC Handelsblad, 13 december 2000.
2 A. Heertje, NS-debacle is symptomatisch, NRC Handelsblad , 27 december 2000.
Copyright © 2001 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl)