Ga direct naar de content

Conjunctuurtij keert

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 5 2001

Conjunctuurtij keert
Aute ur(s ):
DNB (auteur)
Deze rub riek wordt maandelijks samengesteld door Maarten van Rooij, Niek Nahuis en Ad Stokman van De Nederlandsche Bank.
Ve rs che ne n in:
ESB, 86e jaargang, nr. 4289, pagina 19, 5 januari 2001 (datum)
Rubrie k :
DNB-indicator
Tre fw oord(e n):
conjunctuur

Groeiramingen voor 2001 zijn weinig eensgezind en variëren van een aanhoudend voorspoedige ontwikkeling tot een stevigere
kentering in de conjunctuur.
Reële groeiramingen voor de Nederlandse economie in 2001 laten thans een relatief grote variatie zien. De OESO, het IMF, het CPB en de
Bank voorzien een economische groei van 3,5 à 4 procent. Dit duidt op een continuering van de economische voorspoed, zij het dat de
conjuncturele top is gepasseerd. De Rabobank en Nyfer zijn het minst optimistisch met groeipercentages van net boven, respectievelijk
onder, de drie procent. Ook de dnb-conjunctuurindicator, die vooruitblikt tot en met mei dit jaar, duidt op een afname van de groei van de
economische activiteit tot een meer trendmatig niveau (figuur 1).

Figuur 1. De DNB-conjunctuurindicator
Internationale conjunctuur
De verschillen in inzicht omtrent de economische groei in Nederland hangen onder meer samen met de inschatting van de gevolgen van
de belastingherziening en het beloop van de olieprijs, de eurokoers en de externe conjunctuur. Wat betreft de internationale ontwikkeling
zijn er signalen die duiden op een conjunctuuromslag. Het voorspellen van omslagpunten is evenwel een hele kunst en derhalve is de
foutenmarge bij ramingen ten tijde van omslagpunten relatief groot. Op de Bank ontwikkelde bbp-indicatoren voor zeven eu-landen, die
gezamenlijk circa 85 procent van het totale EU-bbp dekken, duiden momenteel op een aanzienlijke conjuncturele vertraging (tabel 1). De
indicatoren bevestigen dat de internationale conjunctuur na een sterke eerste helft van 2000 niet alleen in de VS afzwakt, maar mogelijk
ook in Europa. Hierbij dient te worden benadrukt dat het een puur mechanische exercitie betreft, waarbij uit vertrouwensvariabelen en
financiële grootheden, zoals aandelenkoersen, geldgroei en rentestructuur voorlopende informatie wordt gedestilleerd 1. Overigens
wordt in het algemeen een minder sterke afname van de economische groei verwacht. Zo presenteert de ECB voor het eurogebied een
projectie voor de bbp-groei in 2001 van 2,6 à 3,6 procent.

Tabel 1. Groei bbp-volume EU-7 volgens indicatorena, procentuele mutatie ten opzichte van kwartaal een jaar eerder
realisatie
99-III
2,3

99 -IV
3,0

00-I
3,5

voorspelling
00-II
3,4

00-III
3,0

00 -IV
2,7

01-I
2,2

01-II
2,0

a. EU-7: Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Italië, Spanje, Nederland en België

Nederlandse conjunctuur
In Nederland ligt de reële bbp-toename inmiddels achttien kwartalen achtereen boven de drie procent. De bbp-indicatoren voor
Nederland geven evenwel aan dat in het vierde kwartaal van 2000 een groeicijfer met een twee voor de komma zeer wel mogelijk is.
De economische groei is in de loop van 2000 reeds sterk teruggelopen van 4,9 procent in het eerste kwartaal tot 3,4 procent een halfjaar
later. Diverse incidentele factoren lijken de groei in het vierde kwartaal van 2000 negatief te hebben beïnvloed. Niet alleen heeft dit
kwartaal drie werkdagen minder dan een jaar eerder, maar ook is sprake van een basiseffect omdat eind 1999 vanwege de
millenniumwisseling sprake was van extra economische activiteiten. Tevens was het vierde kwartaal van 2000 kouder en regenachtiger
dan in 1999, waardoor bijvoorbeeld de productie in de bouw negatief is beïnvloed. Voorzover de consumptie is gestimuleerd door
anticipatie op de btw-verhoging per 1 januari 2001 is overigens ook sprake van positieve incidentele effecten. Ook dit jaar is een groei
van minder dan drie procent in Nederland niet uit te sluiten. Een dergelijk scenario zou zich bijvoorbeeld kunnen voordoen bij een harde
landing van de economie in de vs, waarvan de gevolgen recentelijk zijn doorgerekend als
onzekerheidsvariant bij projecties van de Bank 2. In een dergelijk ‘slecht weer’-scenario zou de groei in Nederland dit jaar duidelijk lager
kunnen uitkomen dan de door de Bank voorspelde bbp-volumetoename van 3,7 procent

1 Voor een evaluatie van de voorspelkwaliteit van deze indicatoren zij verwezen naar M.C.J. van Rooij en A.C.J. Stokman, Voorspellers
voor de bbp-groei in de VS, Japan en de EU op basis van indicatoren, WO&E onderzoeksrapport, nr. 636, De Nederlandsche Bank,
november 2000.
2 Zie: De Nederlandse economie in 2000-2002: een voorspelling met MORKMON, Kwartaalbericht, de Nederlandsche Bank, december
2000, blz. 57-72.

Copyright © 2001 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur