Hogere groei dankzij financiële integratie
Aute ur(s ):
(auteur)
De rub riek wordt periodiek verzorgd door het ministerie van Financiën. R.Kleijmeer@minfin.nl
Ve rs che ne n in:
ESB, 88e jaargang, nr. 4418, pagina 523, 31 oktober 2003 (datum)
Rubrie k :
EU-monitor
Tre fw oord(e n):
groei
Financiële integratie leidt tot lagere kapitaalkosten. De effecten van deze lagere kosten zijn aanzienlijk.
Onlangs heeft de Europese Commissie een studie laten uitvoeren naar de effecten van financiële integratie op de kapitaalkosten (van
eigen vermogen en vreemd vermogen) in de EU. Hierin zijn ook de kwantitatieve macro-economische effecten van lagere kapitaalkosten
op de economische groei, investeringen, consumptie en werkgelegenheid onderzocht1 In de studie is becijferd dat lagere kapitaalkosten
leiden tot een toename in het reële bbp in de EU met 1,1 procentpunt, ofwel €130 miljard (op basis van het prijsniveau van 2002), gespreid
over een periode van tien jaar. De bedrijfsinvesteringen stijgen met zes procent, de particuliere consumptie met 0,8 procent en de
werkgelegenheid met een half procent.
Simulaties
De toename van het bbp met 1,1 procentpunt is het resultaat van vier effecten. Deze zijn in de studie bepaald met behulp van simulaties.
In tabel 1 staan de effecten van veranderingen in de kapitaalkosten op het reële bbp vermeld. Uit de eerste simulatie blijkt dat voor alle
lidstaten de reductie in de kosten van eigen vermogen een aanzienlijk effect heeft op de toename in het nationale bbp. Voor de eu als
geheel bedraagt de toename in het reële bbp als gevolg hiervan een half procentpunt. Bij de tweede simulatie is vervolgens onderzocht
welk additioneel effect de geschatte reductie in de kosten van obligatiefinanciering (met veertig basispunten) heeft, waarbij het aandeel
van obligatiefinanciering in de totale financiering constant is gehouden. Dit effect verklaart 0,1 procentpunt van de totale toename in het
reële bbp. Naar verwachting zal daarnaast door financiële integratie het aandeel van obligatiefinanciering in de totale schuldfinanciering
toenemen, waardoor additioneel 0,2 procentpunt van de toename in het reële bbp in de eu wordt verklaard. In de vierde simulatie is ten
slotte onderzocht wat het effect is van de veronderstelde reductie in de kosten van bankfinanciering van twintig basispunten. Dit effect
is geschat op een toename in het reële bbp in de eu van 0,3 procentpunt. In het betreffende rapport (zie voetnoot 1) zijn de bovenstaande
effecten van financiële integratie gedetailleerd beschreven.
Tabel 1. Veranderingen in het bbp in constante prijzen ten gevolge van reducties in de kapitaalkosten van vermogen als gevolg
van financiële integratie in de eu, in procenten
simulatie 1a
eu
Eurozone
Oostenrijk
België
Denemarken
Finland
Frankrijk
Duitsland
Griekenland
Ierland
Italië
Nederland
Portugal
Spanje
Zweden
Verenigd Koninkrijk
0,5
0,5
0,6
0,2
0,8
0,8
0,6
0,5
0,9
0,2
0,3
0,5
0,5
0,4
0,5
0,5
2b
0,6
0,6
0,4
0,2
0,9
0,9
0,7
0,5
1,0
0,3
0,5
0,6
0,6
0,5
0,5
0,5
3c
4d
0,8
0,8
0,8
1,1
1,1
1,1
0,3
1,4
1,5
1,1
0,5
1,6
0,5
0,3
1,8
1,9
1,4
0,9
2,0
0,6
0,8
0,9
0,9
0,9
0,7
1,1
1,2
1,1
1,2
0,8
0,8
1,0
a. Reductie in de kosten van financiering met eigen vermogen.
b. Simulatie 1 plus reductie in de kosten van obligatiefinanciering.
c. Simulatie 2 plus toename van het aandeel obligatiefinanciering.
d. Simulatie 3 plus reductie in de kosten van bankfinanciering.
Bron: London Economics en Oxford Economic Forecasting
Nederland
Alle lidstaten profiteren van lagere kapitaalkosten als gevolg van financiële integratie. Voor Nederland zal dit naar schatting leiden tot 1,2
procent extra economische groei over een periode van tien jaar. Omdat het onderzoek slechts een schatting maakt van de statische
effecten van financiële integratie, kan verwacht worden dat de werkelijke voordelen van financiële integratie aanzienlijk groter zijn. Via
een aantal additionele kanalen zal financiële integratie de economie verder stimuleren, bijvoorbeeld door betere portfolioallocatie, lagere
expliciete handelskosten (afwikkelkosten) en lagere bemiddelingskosten van financiering. Daarnaast onderschat de studie de reductie
van de kosten in de bancaire sector – die nog altijd het grootste deel van de externe financiering aan bedrijven in de eu verstrekt. Hiernaar
zal verder onderzoek worden gedaan door de Commissie.
Uiteindelijk bepalen niet alleen de impliciete handelskosten maar juist ook de expliciete handelskosten de hoogte van de kapitaalkosten.
De fragmentatie van afwikkelsystemen is één van de grootste obstakels voor volledige integratie van financiële markten. Op dit gebied
wordt door de Commissie verder onderzoek geïnitieerd. Naar verwachting zal de Commissie begin 2004 een rapport publiceren over de
voordelen van verdere financiële integratie in de eu en in welke mate het proces van financiële integratie is gevorderd.
Raymond Kleijmeer
1 London Economics / PricewaterhouseCoopers, Quantification of the macro-economic impact of integration of eu financial markets,
november 2002, te vinden via de website van de EU: http://europa.eu.int/comm/internal_market/en/finances/mobil/overview.htm
Copyright © 2003 – 2004 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)