Ga direct naar de content

Het leerproces bij pps

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 16 1998

Het leerproces bij pps
Aute ur(s ):
Kreukels, A.M.J. (auteur)
Hakfoort, J.R. (auteur)
Universiteit Utrecht, Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen
Ve rs che ne n in:
ESB, 83e jaargang, nr. 4170, pagina D14, 8 oktober 1998 (datum)
Rubrie k :
Reactie
Tre fw oord(e n):
publiek, private, samenw erking

Dit artikel is een reactie n.a.v.: M.Spackman en Th. van Dijk, Ervaringen met publiek private samenwerking in het
Verenigd Koninkrijk, ESB-dossier, 8 oktober 1998, blz. D10-D15.
Het overzicht dat Spackman en van Dijk geven van de ervaringen met publiek private samenwerking (pps) in het Verenigd Koninkrijk
geeft een goede impressie van de stand van zaken in dit land. In Nederland kunnen we met deze ervaringen ons voordeel doen, omdat zoals de auteurs ons ook voorhouden – de Engelsen op dit vlak langer en doortastender hebben geëxperimenteerd. Daarbij is met name
de informatie over de geschiedenis van de innovaties in het overheidsbeleid op dit vlak en de wijze waarop de samenwerking vorm is
gegeven van belang voor de Nederlandse beleidspraktijk.
Spackman en van Dijk beperken zich in hun definitie van pps tot private (mede-)financiering van overheidsprojecten. Pps kan echter in
veel gedaantes voorkomen. Zo staat in veel definities van pps die in de literatuur worden gebruikt juist de maatschappelijke meerwaarde
die met het project kan worden bereikt, centraal 1. Een voorbeeld van een dergelijke vorm van samenwerking is het in onderling overleg
optreden van overheden, wijkbestuur, woningcorporaties en ondernemers om de verloedering van een bepaalde wijk tegen te gaan. Hier
is de afweging tussen overheidsgeld en privaat geld niet de enige factor van belang in de afweging om tot pps over te gaan.
Ook het scherpe onderscheid dat de auteurs met name in het begin van het artikel maken tussen overheidsbeleid en het uitvoeren van de
projecten met private financiering als een vorm van het terugtreden van de overheid, behoeft nuancering. Immers de mate waarin de
overheid in praktijk bij private projecten een ‘vinger in de pap’ houdt, kan aanzienlijk zijn door middel van het vastleggen van
voorschriften bij de uitvoering van het project, regulering op het gebied van ruimtelijke ordening en milieu of simpelweg door het
risicovol participeren in het project. Aan de andere kant kunnen ook in het overheidsbestel vormen van marktwerking worden ingevoerd,
kan de overheid haar takenpakket anders definiëren, etc. Ook dit argument vraagt derhalve om een meer afgewogen oordeel van ppsprojecten ten opzichte van andere opties om een project te realiseren.
Of het nu om puur financiële motieven gaat of dat een veelvoud van andere motieven een rol spelen 2 (zoals bij het creëren van
‘draagvlak’ in de al genoemde wijk), ook de ervaringen uit het Verenigd Koninkrijk wijzen erop dat de wijze waarop de samenwerking
tussen publieke en private partijen wordt vormgegeven – het ‘mechanism design’ zo men wil – cruciaal is voor het succes van een ppsproject. Bij het vinden van de juiste vorm daarvan is er sprake van een langdurig leerproces, ook gezien de aard van de projecten die
doorgaans voor pps in aanmerking komen. De discussie die in Nederland is gevoerd naar aanleiding van de private financiering van de
Wijkertunnel 3, geeft aan dat we in dit opzicht nog heel wat op te steken hebben.
Gegeven deze kanttekeningen, levert het artikel van Spackman en van Dijk een mooi ‘kijkje in de keuken’ van de ervaringen van het VK
met het invoeren van private financiering. Met name de ervaring met het opzetten van de Treasury Taskforce en het introduceren van
private financiering in de overheidsdienst leveren dankbare voorbeelden op voor het Nederlandse beleid, zowel qua bestuurscultuur als
feitelijke innovatie.

ESB-dossier: Publiek private samenwerking
Inleiding
J.W. Oosterwijk, Meer waarde door samenwerken
E.J. Bartelsman, M. Canoy, C. van Ewijk en B.A. Vollaard, Economie van publiek private samenwerking
L. Meijdam, Kiezen uit twee kwaden

Verenigd Koninkrijk
M. Spackman en Th. Van Dijk, Ervaringen met publiek private samenwerking in het Verenigd Koninkrijk
A.M.J. Kreukels en J.R. Hakfoort, Het leerproces bij pps
Japan
A. Bongenaar, ‘Window dressing’ in Japan
J.H.J. Zegering en N.E.M. de Jager, Japan kan beter leren van Nederland
Samenwerken
G.R. Teisman, Procesmanagement: de basis voor partnerschap
W. Lemstra, Een proces met uitzicht
Afwegen
W. Korving en J.G. in ‘t Veld, Selectie van pps-projecten
P. Treumann, Een simpele vergelijking?
Aanbesteden
B.A. Vollaard en W. Witteveen, Private kennis voor publieke behoeften
J.R. Hakfoort, Overheid en markt
J.H.M. van Bussel, H. van Engelenburg en G.J. van ‘t Land, De Rietvelden, een vernieuwd bedrijventerrein met pps
Epiloog
H.A. Keuzenkamp, De moraal

1 Zie bijvoorbeeld V.P. Kouwenhoven, Publiek-private samenwerking: mode of model?, proefschrift TU Delft, Eburon, Delft, 1991.
2 Voor een overzicht van bestuurlijke, politieke of juridische overwegingen zie: J. de Ridder, Verzelfstandiging en het primaat van de
politiek. De Britse Executive Agency, Beleid en Maatschappij, mei/juni 1998, blz. 125-142.
3 Zie ondermeer: R. Giebels, Private financiering van infrastructuur, Openbare Uitgaven, 1993, blz. 161- 170

Copyright © 1998 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur